20
AANVULLENDE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
VOOR HET GEREEDSCHAP
1. Draag oorbeschermers tijdens het slagboren.
Blootstelling aan het lawaai kan gehoorverlies
veroorzaken.
2. Gebruik de hulphandgrepen die bij het gereed-
schap zijn meegeleverd.
Verlies van controle over het gereedschap kan
persoonlijke verwonding tot gevolg hebben.
3. Houd het gereedschap tijdens het werk vast bij
de geïsoleerde handgrepen wanneer er kans is
dat de boor op verborgen elektrische draden of
op zijn eigen netsnoer zal stoten. Door contact
met onder spanning staande draden zullen de
metalen delen van het gereedschap onder span-
ning komen te staan zodat de gebruiker een
elektrische schok kan krijgen.
4. Zorg ervoor dat u altijd stevige steun voor de
voeten hebt.
Controleer of er zich niemand beneden u bevindt
wanneer u het gereedschap op een hoge plaats
gaat gebruiken.
5. Houd het gereedschap stevig vast met beide
handen.
6. Houd uw handen uit de buurt van draaiende
onderdelen.
7. Laat het gereedschap niet achter terwijl het nog
in bedrijf is. Bedien het gereedschap alleen wan-
neer u het met beide handen vasthoudt.
8. Raak de boor of het werkstuk niet aan onmiddel-
lijk na het gebruik. Deze kunnen erg heet zijn en
brandwonden veroorzaken.
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN.
BESCHRIJVING VAN DE FUNCTIES
LET OP:
• Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en de
accu ervan is verwijderd alvorens de functies op het
gereedschap af te stellen of te controleren.
Installeren of verwijderen van de accu (Fig.1)
• Schakel het gereedschap altijd uit alvorens de accu te
installeren of te verwijderen.
• Om de accu te verwijderen, neemt u deze uit het
gereedschap terwijl u de knoppen aan beide zijden van
de accu indrukt.
• Om de accu te installeren, past u de rug op de accu in
de groef in de behuizing van het gereedschap, en dan
schuift u de accu naar binnen. Schuif de accu zo ver
mogelijk erin, totdat deze met een klikgeluid vergren-
delt. Indien u dit niet doet, kan de accu per ongeluk uit
het gereedschap vallen en uzelf of anderen verwon-
den.
• Als de accu moeilijk in de houder gaat, moet u niet pro-
beren hem met geweld erin te duwen. Indien de accu
er niet gemakkelijk ingaat, betekent dit dat u hem niet
op de juiste wijze erin steekt.
Werking van de trekschakelaar (Fig. 2)
LET OP:
• Alvorens de accu in het gereedschap te plaatsen, moet
u altijd controleren of de trekschakelaar juist werkt en
bij het loslaten naar de “OFF” positie terugkeert.
Om het gereedschap in te schakelen, drukt u gewoon de
trekschakelaar in. Hoe dieper de trekschakelaar wordt
ingedrukt, hoe sneller het gereedschap draait. Om het
gereedschap uit te schakelen, de trekschakelaar losla-
ten.
Werking van de omkeerschakelaar (Fig.3)
Dit gereedschap heeft een omkeerschakelaar voor het
veranderen van de draairichting. Druk de omkeerschake-
laar in vanaf zijde A voor rechtse draairichting, of vanaf
zijde B voor linkse draairichting.
Wanneer deze schakelaar in de neutrale stand staat, kan
de trekschakelaar niet worden ingedrukt.
LET OP:
• Controleer altijd de draairichting alvorens het gereed-
schap te gebruiken.
• Verander de stand van de omkeerschakelaar alleen
nadat het gereedschap volledig tot stilstand is geko-
men. Indien u de draairichting verandert terwijl de boor
nog draait, kan het gereedschap beschadigd raken.
• Zet de omkeerschakelaar altijd in de neutrale stand
wanneer u het gereedschap niet gebruikt.
Veranderen van het toerental (Fig. 4)
Om het toerental te veranderen, schakelt u eerst het
gereedschap uit en dan schuift u de toerentalschakelaar
naar de “2” zijde voor hoog toerental, of naar de “1” zijde
voor laag toerental. Zorg ervoor dat de toerentalschake-
laar in de juiste stand staat alvorens met het werk te
beginnen. Gebruik het toerental dat geschikt is voor uw
werk.
LET OP:
• Schuif de toerentalschakelaar altijd volledig naar de
juiste positie. Als u het gereedschap gebruikt met de
toerentalschakelaar halverwege tussen de “1” en “2”
posities, kan het gereedschap beschadigd raken.
• Verschuif de toerentalschakelaar niet terwijl het
gereedschap draait. Hierdoor kan het gereedschap
beschadigd raken.
Kiezen van de gewenste werking (Fig. 5)
Dit gereedschap heeft een keuzering voor het kiezen van
de gewenste werking. Er zijn drie werkingen beschik-
baar. Kies met deze ring de werking die geschikt is voor
uw werk.
Voor boren alleen, draait u de ring zodat de wij-zer op het
gereedschap naar de
m
markering op de ring wijst.
Voor boren en hameren, draait u de ring zodat de wijzer
naar de markering op de ring wijst.
Voor boren en schroeven, draait u de ring zodat de wijzer
naar de markering op de ring wijst.
LET OP:
Zorg ervoor dat de gewenste markering op de ring juist
overeenkomt met de wijzer. Indien u het gereedschap
gebruikt wanneer de wijzer naar een positie halfweg tus-
sen de markeringen op de ring wijst, kan het gereed-
schap beschadigd raken.