Shimano CJ-NX10 Dealer's Manual

Type
Dealer's Manual
(Dutch)
DM-SG0003-08
Dealerhandleiding
Inter-8
Inter-7
Inter-5
Nexus
2
INHOUD
MODELLEN WAAR DEZE DEALERHANDLEIDING VOOR GELDT ......................................................... 4
BELANGRIJKE MEDEDELING ................................................................................................................ 5
VEILIGHEID VOOROP ........................................................................................................................... 6
LIJST VAN TE GEBRUIKEN GEREEDSCHAPPEN .................................................................................. 12
MONTAGE ........................................................................................................................................... 14
Montage van de tandkrans op de naaf ..................................................................................................... 14
7-versnellingsnaaf, 5-versnellingsnaaf ..................................................................................................................................... 14
8-versnellingsnaaf ..................................................................................................................................................................... 14
Montage van de cassette joint op de naaf ................................................................................................ 15
7-versnellingsnaaf ..................................................................................................................................................................... 15
8-versnellingsnaaf, 5-versnellingsnaaf ..................................................................................................................................... 16
De Inter-M rem monteren op het naafhuis ............................................................................................... 18
Montage van de naaf op het frame .......................................................................................................... 19
Remschijf aanbrengen ............................................................................................................................... 22
Center lock-type ........................................................................................................................................................................ 22
5-bouts type (met borgplaatje) ................................................................................................................................................ 23
Montage van de hendel ............................................................................................................................. 24
Indien uitgerust met instelmechanisme .................................................................................................................................. 24
Montage van de hendel ........................................................................................................................................................... 25
Montage van de versnellingskabel ............................................................................................................ 26
Montage aan de cassette joint .................................................................................................................. 26
Voor CJ-NX10/CJ-8S20 ............................................................................................................................................................... 26
Voor CJ-NX40/CJ-8S40 ............................................................................................................................................................... 30
AFSTELLING ........................................................................................................................................ 36
De cassette joint afstellen .......................................................................................................................... 36
ONDERHOUD ...................................................................................................................................... 40
De versnellingskabel losmaken bij het verwijderen van het achterwiel uit het frame ........................... 40
Voor CJ-NX10/CJ-8S20 ............................................................................................................................................................... 40
Voor CJ-NX40/CJ-8S40 ............................................................................................................................................................... 41
Vervanging van de binnenkabel ................................................................................................................ 43
REVOSHIFT-schakelaar .............................................................................................................................................................. 43
RAPIDFIRE Plus Schakelversteller ............................................................................................................................................. 46
3
Vervangen en monteren van de indicatoreenheid ................................................................................... 47
Demontage ............................................................................................................................................................................... 47
Montage .................................................................................................................................................................................... 48
Olie-onderhoud van de interne delen ....................................................................................................... 48
MODELLEN WAAR DEZE DEALERHANDLEIDING VOOR GELDT
4
MODELLEN WAAR DEZE DEALERHANDLEIDING VOOR GELDT
Deze dealerhandleiding is bedoeld voor de onderstaande modellen.
Onderdeel / Series Inter-8 Inter-7 Inter-5
Naaf met intern schakelmechanisme
Terugtraprem +
schijfrem
SG-C6000-8CD - -
Schijfrem SG-C6000-8D - -
Terugtraprem
SG-C6000-8C
SG-8C31
SG-C3000-7C
SG-7C30
-
Inter-M rem
SG-C6010-8R
SG-C6000-8R
SG-8R31
SG-8R36
SG-C3000-7R
SG-7R50
SG-5R30
SG-5R35
V-BRAKE
SG-C6010-8V
SG-C6000-8V
SG-8R31-VS
SG-8R36-VS
-
SG-5R30-VS
SG-5R35-VS
Schakelversteller
RAPIDFIRE Plus
Schakelversteller
- SL-7S50 SL-5S50
Schakelversteller
REVOSHIFT-schakelaar
SL-8S31
SL-8S30
SB-8S20-A
SL-7S31
SL-7S30
SB-C3000-7
SL-5S30
Cassette joint
CJ-8S40
CJ-8S20
CJ-NX40
CJ-NX10
CJ-8S40
CJ-8S20
BELANGRIJKE MEDEDELING
5
BELANGRIJKE MEDEDELING
Deze dealerhandleiding is in eerste instantie bedoeld voor professionele fietsmonteurs.
Gebruikers die niet over een professionele achtergrond in het monteren van fietsen beschikken, moeten niet proberen de
onderdelen zelf aan de hand van de dealerhandleidingen te installeren.
Indien informatie in deze handleiding u niet duidelijk is, ga dan niet verder met de installatie. Neem in dat geval contact op met
de plaats van aankoop of een plaatselijke fietshandelaar.
Lees alle instructiehandleidingen die bij het product zijn geleverd.
Demonteer of wijzig het product niet op een andere manier dan aangegeven in de informatie in deze dealerhandleiding.
Alle onderhoudsinstructies en technische documenten zijn online beschikbaar op https://si.shimano.com.
Voor klanten die geen eenvoudige toegang hebben tot het internet, neem contact op met een SHIMANO-verdeler of een van de
SHIMANO-kantoren om een afgedrukte versie van de gebruikershandleiding te verkrijgen.
Volg de betreffende bepalingen en regels van het land, de staat of de regio waarin u als dealer werkzaam bent.
Lees voor de veiligheid deze dealerhandleiding voor gebruik zorgvuldig door en volg de aanwijzingen
daarin op voor een correct gebruik.
De volgende instructies moeten te allen tijde worden opgevolgd om persoonlijk letsel en beschadigingen aan apparatuur en
omgeving te voorkomen.
De instructies zijn ingedeeld aan de hand van de mate van gevaar die zij kunnen opleveren of beschadigingen die zij kunnen
veroorzaken bij incorrect gebruik van het product.
GEVAAR
Als de instructies niet worden opgevolgd, heeft dit ernstig of dodelijk letsel tot gevolg.
WAARSCHUWING
Als de instructies niet worden opgevolgd, kan dit ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben.
LET OP
Als de instructies niet worden opgevolgd, kan dit leiden tot persoonlijk letsel of beschadigingen aan apparatuur en omgeving.
VEILIGHEID VOOROP
6
VEILIGHEID VOOROP
WAARSCHUWING
Volg de instructies in de handleidingen tijdens de
installatie van het product.
Wij raden aan om uitsluitend originele
Shimano-onderdelen te gebruiken. Als onderdelen
zoals bouten en moeren los komen te zitten of
beschadigd raken, kan de fiets plotseling omvallen met
ernstig letsel voor de berijder als gevolg.
Bovendien, als afstellingen niet correct worden
uitgevoerd, kunnen er problemen optreden en kan
de fiets plotseling omvallen met ernstig letsel voor de
berijder als gevolg.
Draag tijdens onderhoudswerkzaamheden,
zoals het vervangen van onderdelen, een
veiligheidsbril ter bescherming van uw ogen.
Informeer gebruikers tevens over het volgende:
Afhankelijk van het model kan iedere fiets iets anders
aanvoelen.
Zorg daarom dat u de juiste remtechniek (waaronder
de druk op de remgreep en de fietskenmerken) en
bediening van uw fiets leert kennen. Als u het
remsysteem op een onjuiste wijze gebruikt, kunt u de
controle over de fiets verliezen of vallen met ernstig
letsel tot gevolg. Raadpleeg een fietsenmaker of de
gebruikershandleiding voor een juiste bediening. Het is
ook belangrijk dat u oefent met fietsen, remmen, etc.
De remgrepen zijn uitgerust met een
instelmechanisme dat kan worden gebruikt om hen
compatibel te maken met cantilever remmen en roller
brakes of V-brakes met power modulator. (SB-8S20-A /
SB-C3000-7 is compatibel met roller brakes of V-brakes
met krachtmodulator. Let op: hij is dus niet geschikt
voor cantilever remmen.)
Als u de verkeerde modus kiest, kan dit zorgen voor
overmatige of onvoldoende remkracht, wat zeer
gevaarlijk is.
Kies de juiste modus, zoals aangegeven in de
afbeeldingen.
Remgrepen met een instelmechanisme kunnen worden
gemonteerd zoals aangegeven in de afbeeldingen.
Remkeuze:
Cantilever Brakes
Terugtrapremmen
1 C·R positie
C: Positie instelmechanisme voor compatibiliteit
met cantilever remmen
R: Positie instelmechanisme voor compatibiliteit
met roller brakes
Remkeuze (voor SB-8S20-A / SB-C3000-7):
Roller brakes
1 R positie
R: Positie instelmechanisme voor compatibiliteit
met roller brakes
Remkeuze:
V-brakes met power modulator
1 V positie
V: Positie instelmechanisme voor compatibiliteit
met V-brakes met power modulator
Controleer of de wielen stevig bevestigd zijn, voordat
u gaat fietsen. Als de wielen op enigerlei wijze los
zitten, kunnen ze loskomen van de fiets met ernstig
letsel tot gevolg.
VEILIGHEID VOOROP
7
Voor aanbrengen op de fiets en onderhoud:
Zorg bij het vastzetten van de remarm op het frame
dat u een remarmklem gebruikt die overeenkomt met
de afmeting van de liggende achtervork en zet ze
stevig vast met de klembout en klemmoer tot het
opgegeven aanhaalmoment.
Gebruik een borgmoer met een nylon inzetstuk
(zelfborgende moer) als klemmoer. Wij raden u aan om
klembouten, klemmoeren en remarmklemmen van
Shimano te gebruiken.
Als de klemmoer loskomt van de remarm, of als de
klembout of remarmklem beschadigt raakt, kan de
remarm rond de liggende achtervork draaien en voor
een plotselinge ruk aan het stuur zorgen. Ook kan het
wiel blokkeren en de fiets vallen, met ernstig letsel als
gevolg.
Zorg bij het monteren van de naaf op het frame dat u
de juiste antislip sluitringen aan de linker- en
rechterkant monteert, en draai de naafmoeren stevig
vast tot het opgegeven aanhaalmoment. Als de antslip
sluitringen slechts aan één kant zijn gemonteerd, of als
de naafmoeren niet voldoende zijn vastgedraaid, kan
de antislip sluitring loskomen. Dit kan ervoor zorgen
dat de naafas roteert en de cassette joint draait.
Hierdoor kan per ongeluk aan het stuur worden
getrokken door de versnellingskabel, wat tot zeer
ernstige ongelukken kan leiden.
Remschijf
Houd uw vingers uit de buurt van de draaiende
remschijf. De remschijf is scherp genoeg om ernstig
letsel aan uw vingers toe te brengen als deze in de
openingen van de remschijf terechtkomen wanneer
deze beweegt.
De remklauwen en remschijf worden heet wanneer er
wordt geremd. Raak ze tijdens het fietsen of direct na
het afstappen dus niet aan. Anders kunt u
brandwonden oplopen.
Laat geen olie of vet op de remschijf en remblokken
komen. Anders zullen de remmen mogelijk niet goed
werken.
Als er olie of vet op de remblokken terechtkomt, moet
u een fietsenmaker of verkooppunt raadplegen.
Anders zullen de remmen mogelijk niet goed werken.
Als er tijdens het remmen geluiden te horen zijn, is het
mogelijk dat de remblokken tot aan de slijtagelimiet
zijn versleten.
Nadat u heeft gecontroleerd dat het remsysteem
voldoende is afgekoeld, gaat u na dat elk remblok
minimaal 0,5 mm dik is. Of neem contact op met een
dealer of een agentschap.
1 2 mm
2 0,5 mm
Als de remschijf barsten vertoont of vervormd is,
gebruik de remmen dan niet meer en neem contact
op met een verkooppunt of fietsenmaker.
Als de remschijf tot op 1,5 mm of minder is versleten of
als het aluminium zichtbaar wordt, gebruik de remmen
dan niet meer en neem contact op met een dealer of
een agentschap. De remschijf kan breken en u kunt
van de fiets vallen.
Terugtrapremnaaf
Wanneer u een omgekeerd vorkuiteinde gebruikt,
moet u de ketting spannen met een kettingsteller.
LET OP
Informeer gebruikers tevens over het volgende:
Schakel steeds slechts één versnelling. Verminder
tijdens het schakelen de kracht op de pedalen. Als u
probeert de versnellingsschakelaar te forceren of
meerdere versnellingen in één keer te schakelen terwijl
er hard op de pedalen wordt geduwd, kunnen uw
voeten van de pedalen schieten en kunt u vallen, met
ernstig letsel als gevolg.
Als u de versnellingsschakelaar met meerdere
versnellingen tegelijk naar een lichtere versnelling
verzet, kan de buitenkabel uit de schakelaar springen.
Dit is niet van invloed op de werking van de
versnellingsschakelaar, omdat de buitenkabel na het
schakelen weer naar de originele positie terugschuift.
VEILIGHEID VOOROP
8
Als de rem vaak wordt gebruikt, kan het gebied rond
de rem heet worden. Raak het gebied rond de rem na
het fietsen ten minste 30 minuten niet aan.
1 Gebied rond de rem
Specificaties terugtraprem
Als u voortdurend remt tijdens lange afdalingen,
worden de interne onderdelen van de rem zeer heet.
Dit vermindert de remprestaties en kan ook de hoeveel
remvet in de rem verlagen, wat kan zorgen voor
problemen zoals abnormaal abrupt remmen.
Draai het wiel en controleer of de remkracht van de
terugtraprem correct is.
VEILIGHEID VOOROP
9
NOTITIE
Informeer gebruikers tevens over het volgende:
U kunt schakelen terwijl u licht op de pedalen duwt, maar het kan in zeldzame gevallen voorkomen dat de pallen en ratel in
de naaf nadien geluid maken. Dit hoort bij het schakelen.
De naaf met interne versnellingen is niet volledig waterdicht. Gebruik de naaf niet op plaatsen waar er water in kan komen.
Gebruik ook geen water onder hoge druk om de naaf schoon te maken. Anders kan het interne mechanisme roesten.
Demonteer de naaf niet. Als demontage nodig is, moet u contact opnemen met het verkooppunt.
De volgende gebeurtenissen kunnen optreden bij een ingebouwd schakelmechanisme en wijzen er niet op dat de interne
onderdelen defect zijn.
Fenomeen
Aantal
versnellingen
in naaf
Type naaf
Versnellingsposities waar
fenomeen kan voorkomen
Voor terugtrapremmen
Voor roller brakes/
V-brakes
Als u uw voet op het pedaal plaatst en de
fiets achteruit beweegt, voelt u een klik
in het pedaal.
7-versnellings
naaf
× - Alle versnellingen
Er is een geluid te horen wanneer de
pedalen ronddraaien.
7-versnellings
naaf
× - Alle versnellingen
- × Versnelling 2, 3, 4, 5, 6, 7
8-versnellings
naaf
× -
Alle versnellingsposities
behalve 1e
Er is geluid te horen wanneer de fiets
naar achteren wordt geduwd.
8-versnellings
naaf
× × Versnelling 5, 6, 7, 8
De naaf heeft een ingebouwd
mechanisme om het schakelen te
ondersteunen. Wanneer het mechanisme
tijdens het schakelen werkt, zijn er geluid
te horen en trillingen te voelen.
8-versnellings
naaf
× × Alle versnellingen
Afhankelijk van de versnelling kan het
schakelen anders aanvoelen.
7-versnellings
naaf
×
× Alle versnellingen
8-versnellings
naaf
×
5-versnellings
naaf
-
Wanneer tijdens het fietsen de pedalen
worden gestopt, is er een geluid te horen.
7-versnellings
naaf
× ×
Alle versnellingen
8-versnellings
naaf
× -
5-versnellings
naaf
- × Versnelling 4, 5
De producten zijn niet gegarandeerd tegen natuurlijke slijtage en kwaliteitsverlies door normaal gebruik en veroudering.
Specificaties terugtraprem
Als de wielen niet soepel ronddraaien, moet u de remblokken vervangen of invetten. Neem contact op met de dealer waar
u de aankoop heeft gedaan.
VEILIGHEID VOOROP
10
Voor aanbrengen op de fiets en onderhoud:
De cassette joint mag alleen worden gebruikt met
16T tot 23T tandkransjes.
Het wordt aanbevolen om het kettingblad op de
volgende overbrengingsverhouding in te stellen.
7 versnellingen, 8 versnellingen: ongeveer 2,1
5 versnellingen: ongeveer 2,0
Voorbeeld) Voor 26 inch wielen
Voor 36T 38T 46T
Achter
7
versnellingen,
8 versnellingen
16T 18T 22T
5 versnellingen
18T 19T 23T
Voor een goede werking van het product raden wij u
aan om onderhoud uit te laten voeren door het
verkooppunt of een distributeur, zoals het jaarlijks
smeren van de interne onderdelen vanaf het moment
dat u de fiets voor het eerst gebruikt (of iedere
2000 km als u de fiets heel vaak gebruikt). Als de fiets
wordt gebruikt in barre omstandigheden, is
onderhoud vaker vereist. Ook raden wij u aan om bij
onderhoud naafvet van SHIMANO voor interne
naafversnellingen of een smeerset te gebruiken. Als u
geen SHIMANO-vet of een smeerset van SHIMANO
gebruikt kan dit tot problemen leiden, zoals foutief
schakelen.
Als het wiel moeilijk draait, moet het met vet worden
gesmeerd.
U moet de tandwielen periodiek reinigen met een
neutraal schoonmaakmiddel. Het reinigen van de
ketting met een neutraal reinigingsmiddel en het
smeren ervan kan tevens een effectieve manier zijn
om de levensduur van de tandwielen en de ketting te
verlengen.
Als de ketting er tijdens het gebruik steeds af loopt,
vervang dan de kettingbladen en tandkransen en de
ketting.
Specificaties terugtraprem
Gebruik een wiel met 3x of 4x spaakpatroon. Wielen
met een radiaal spaakpatroon mogen niet worden
gebruikt. De spaken kunnen dan beschadigd raken of
er kunnen geluiden te horen zijn tijdens het remmen.
Als het wiel moeilijk draait, moet u de remblokken
vervangen of met vet smeren.
Gebruik alleen het speciale vet voor de remblokken.
Bij gebruik van een smeermiddelenset moet u de
remblokken verwijderen om contact met de olie te
vermijden.
Het werkelijke product kan van de afbeelding
afwijken, omdat in deze handleiding hoofdzakelijk de
procedures voor het gebruik van het product worden
uitgelegd.
LIJST VAN TE GEBRUIKEN
GEREEDSCHAPPEN
LIJST VAN TE GEBRUIKEN GEREEDSCHAPPEN
12
LIJST VAN TE GEBRUIKEN GEREEDSCHAPPEN
De volgende gereedschappen zijn nodig voor montage, afstelling en onderhoud van dit product.
Gereedschap Gereedschap Gereedschap
2 mm binnenzeskantsleutel
Schroevendraaier [nr. 1]
Engelse sleutel
3 mm binnenzeskantsleutel
Schroevendraaier [nr. 2]
TL-CJ40(Y70898020)
5 mm binnenzeskantsleutel
TL-LR10
10 mm moersleutel
Torx-sleutel [nr. 25]
MONTAGE
MONTAGE
14
MONTAGE
Montage van de tandkrans op de naaf
7-versnellingsnaaf, 5-versnellingsnaaf
1.
Plaats de rechter stofkap op de aandrijfeenheid aan
de rechterkant van het naafhuis.
Monteer vervolgens de tandkrans en zet deze vast met
de borgring.
Specificaties
Toepasbare tandkransen
Uitwaartse
montage
Inwaartse
montage
7 versnellingen 16T - 23T 18T - 23T
5 versnellingen 16T - 23T
1 Let op de richting
(A) Borgring
(B) Tandkrans
(C) 7 versnellingen: Rechter stofkap C
5 versnellingen: Rechter stofkap D
(D) Aandrijfeenheid
8-versnellingsnaaf
Voor specificatie A
1.
Plaats de rechter stofkap C op de aandrijfeenheid aan de
rechterkant van het naafhuis. Monteer vervolgens de
tandkrans en zet deze vast met de borgring.
Specificaties
Toepasbare tandkransen
Uitwaartse
montage
Inwaartse
montage
A 16T - 23T 20T - 23T
1 Let op de richting
(A) Borgring
(B) Tandkrans
(C) Aandrijfeenheid
(D) Rechter stofkap C
(E) Rechter stofkap A
NOTITIE
Als de tandkrans een inwaarts monteerbare tandkrans is
met 19T of minder of voor riemaandrijving gespecificeerd
is, dan maakt de rechter stofkap A contact met de ketting
of het derailleurwieltje en moet derhalve de B-specificatie
worden gebruikt.
MONTAGE
15
Voor specificatie B
1.
Plaats de rechter stofkap op de aandrijfeenheid aan
de rechterkant van het naafhuis. Monteer vervolgens de
tandkrans en zet deze vast met de borgring.
Specificaties
Toepasbare tandkransen
Uitwaartse
montage
Inwaartse
montage
B 16T - 23T
1 Let op de richting
(A) Borgring
(B) Tandkrans
(C) Aandrijfeenheid
(D) Rechter stofkap B
(E) Rechter stofkap A
NOTITIE
Als de tandkrans een inwaarts monteerbare tandkrans
is met 16T en 3 mm tanden of voor riemaandrijving
gespecificeerd is, dan moet u de rechter stofkap B
verwijderen voor gebruik.
Montage van de cassette joint op de naaf
7-versnellingsnaaf
1.
Monteer de afdekking van de aandrijfeenheid op de
aandrijfeenheid aan de rechterzijde van het naafhuis.
Draai de cassette joint-poelie vervolgens in de richting
van de pijl zodat de gele
markering lijnt met de gele
markering, en lijn vervolgens de gele
markeringen
op de cassette joint uit met de gele
markeringen op
de rechterzijde van het naafhuis.
1 Moet worden gelijnd
2 Plaats de afdekking van de aandrijfeenheid in
deze positie.
(A) Poelie
(B) Cassette joint
(C) Borgring
(D) Tandkrans
MONTAGE
16
2.
Zet de cassette joint vast op de naaf met de
bevestigingsring voor de cassette joint. Bij het monteren
van de montagering voor de cassette joint lijnt u de gele
markering uit met de gele
markering op de poelie
van de cassette joint, en draait u vervolgens de
montagering voor de cassette joint 45° rechtsom.
1 Lijn de gele
markeringen uit om te monteren.
2 45° draaien
3 Zet de cassette joint-steun stevig vast.
(A) Bevestigingsring cassette joint
(B) Poelie
8-versnellingsnaaf, 5-versnellingsnaaf
1.
Monteer de afdekking van de aandrijfeenheid op de
aandrijfeenheid aan de rechterzijde van het naafhuis.
1 Let op de richting
2 Plaats de afdekking van de aandrijfeenheid in
deze positie.
(A) Afdekking aandrijfeenheid
(B) Aandrijfeenheid
(C) Borgring
(D) Tandkrans
MONTAGE
17
2.
Draai de cassette joint-poelie in de richting van de pijl in
de afbeelding om de rode
markeringen op de poelie
en de steun met elkaar te lijnen. Monteer de cassette
joint nu in deze positie terwijl de rode
markeringen op
de cassette joint zijn gelijnd met de rode
markeringen
op de rechterkant van het naafhuis.
1 Moet worden gelijnd
2 Lijn de rode
markeringen uit om te monteren.
3 Rechterkant van het naafhuis
(A) Cassette joint
(B) Poelie
(C) Bottom bracket
3.
Zet de cassette joint vast op de naaf met de
bevestigingsring voor de cassette joint. Bij het monteren
van de montagering voor de cassette joint lijnt u de gele
markering uit met de gele
markering op de poelie
van de cassette joint, en draait u vervolgens de
montagering voor de cassette joint 45° rechtsom.
1 Lijn de gele
markeringen uit om te monteren.
2 45° draaien
3 Zet de cassette joint-steun stevig vast.
(A) Bevestigingsring cassette joint
(B) Poelie
MONTAGE
18
De Inter-M rem monteren op het naafhuis
1.
Lijn de inkepingen op het naafhuis uit met de
inkepingen op de Inter-M rem en draai vervolgens de
bevestigingsmoer van de remeenheid tijdelijk aan.
1 Lijn de inkepingen uit
(A) Inter-M rem
(B) Naafhuis
MONTAGE
19
Montage van de naaf op het frame
1.
Leg de ketting over de tandkrans en plaats vervolgens
de naafas in het vorkuiteinde.
(A) Naafas
(B) Vorkuiteinde
2.
Plaats antislip sluitringen rechts en links op de naafas.
Draai hierbij de cassette joint zodanig dat de uitsteeksels
van de antislip sluitringen in de groeven in de vorkuiteinden
passen en zet de joint vrijwel evenwijdig aan de
liggende achtervork.
(A) Antislip sluitring (voor linkerkant)
(B) Groef in vorkuiteinde
(C) Cassette joint
(D) Liggende achtervork
(E) Antislip sluitring (voor rechterkant)
NOTITIE
Bij het aanbrengen van onderdelen zoals een
spatbordstang op de naafas, moet u dit doen in de
volgorde die in de onderstaande afbeelding wordt
getoond.
(A) Antislip sluitring
(B) Spatbordstang
(C) Houderstang
(D) Sluitring
(E) Dopmoer
MONTAGE
20
TECHNISCHE TIPS
Gebruik een antislip sluitring die past bij de vorm van
het vorkuiteinde.
Links en rechts worden verschillende antislip sluitringen
gebruikt.
Vorkuiteinde
Antislip sluitring
Markering/kleur
Maat
Voor rechts
Voor links
Standaard
5R/Geel 5L/Bruin
θ
20
°
7R/Zwart 7L/Grijs 20
°≤θ≤
38
°
Omgekeerd
6R/Zilver 6L/Wit
θ
=0
°
Omgekeerd
(volledige
kettingbesch
ermer)
5R/Geel 5L/Bruin
θ
=0
°
Verticaal 8R/Blauw 8L/Groen
θ
=60
°
- 90
°
Notitie: Het verticale type omvat geen specificaties voor
terugtrapremmen.
1 Markering
Het uitsteeksel moet zich aan de kant van het
vorkuiteinde bevinden.
Breng de antislip sluitring zo aan dat het uitsteeksel
stevig in de groef van het vorkuiteinde komt te zitten
aan de voor- en achterzijde van de naafas.
In het geval van Inter-M remspecificaties
Bevestig de remarm van de Inter-M rem op de
liggende achtervork met de remarmklem.
Zet dan de klembout en klemmoer tijdelijk vast door
ze licht aan te draaien.
Als de naafmoeren dopmoeren zijn, moet u een frame
gebruiken met vorkuiteinden die minimaal 7 mm dik
zijn.
Controleer dat de remeenheid stevig vastzit op de
naaf met de bevestigingsring voor de remeenheid.
(A) Bevestigingsring remeenheid (handmatig
inbrengen)
(B) Klemmoer
(C) Remarmklem
(D) Klemschroef (M6 × 16 mm)
MONTAGE
21
3.
Span de ketting en zet het wiel vast op het frame met
de dopmoer.
(A) Naafmoer
Aanhaalmoment
Engelse sleutel
30 - 45 Nm
NOTITIE
Controleer dat het wiel stevig op het frame vastzit met
de naafmoer.
4.
Bevestig de remarm stevig op de liggende achtervork
met de remarmklem.
Controleer dat de remarm stevig is vastgezet op de
liggende achtervork met de remarmklem. Bij onjuiste
montage kan de remwerking worden aangetast.
Als er overmatige kracht wordt uitgeoefend op de
remarm om deze vast te zetten, zal het wiel geluid
maken en moeilijk te draaien zijn.
Zorg dat u bij het monteren geen overmatige kracht
uitoefent.
(A) Remarmklem
(B) Liggende achtervork
(C) Remarm
Aanhaalmoment
Schroevendraaier [nr. 1]
10 mm moersleutel
2 - 3 Nm
MONTAGE
22
In het geval van terugtrapremspecificaties
(A) Remarm
(B) Klemmoer
(C) Klemschroef
(D) Liggende achtervork
(E) Remarmklem
Aanhaalmoment
Schroevendraaier [nr. 1]
10 mm moersleutel
2 - 3 Nm
WAARSCHUWING
Zorg bij het vastzetten van de remarm op het frame dat
u een remarmklem gebruikt die overeenkomt met de
afmeting van de liggende achtervork en zet ze stevig vast
met de klembout en klemmoer tot het opgegeven
aanhaalmoment.
Gebruik een borgmoer met een nylon inzetstuk
(zelfborgende moer) als klemmoer. Wij raden u aan om
klembouten, klemmoeren en remarmklemmen van
Shimano te gebruiken.
Als de klemmoer loskomt van de remarm, of als de
klembout of remarmklem beschadigt raakt, kan de
remarm rond de liggende achtervork draaien en voor een
plotselinge ruk aan het stuur zorgen. Ook kan het wiel
blokkeren en de fiets vallen, met ernstig letsel als gevolg.
NOTITIE
Bij het monteren van de remarmklem moet u de
klembout stevig vastdraaien terwijl u de klemmoer
vasthoudt met een 10 mm moersleutel.
Controleer na het monteren van de remarmklem dat
de klembout ongeveer 2-3 mm uitsteekt vanaf het
oppervlak van de klemmoer.
1 2 - 3 mm
(A) Klemmoer
(B) Remarm
(C) Remarmklem
(D) Klemschroef (M6 × 16 mm)
Controleer voordat u de terugtraprem gebruikt dat
de rem goed werkt en het wiel soepel draait.
Remschijf aanbrengen
Center lock-type
(A) Remschijf
(B) Borgring remschijf
(C) TL-LR10
Aanhaalmoment
TL-LR10
Engelse sleutel
40 Nm
MONTAGE
23
5-bouts type (met borgplaatje)
1.
Bevestig de remschijf en de schijfborgplaatjes op de naaf
en draai deze vast met de bouten.
(A) Borgring
(B) Montagebout remschijf
Aanhaalmoment
Tor x-sleutel [nr. 25]
2 - 4 Nm
NOTITIE
Plaats de borgplaatjes zodanig dat de markering "TOP"
zichtbaar is.
Controleer dat de gehaakte delen van het borgplaatje
goed vastgehaakt zitten in de inkepingen in de
remschijf en draai dan het borgplaatje vast met de
bevestigingsbout van de remschijf Indien vastgedraaid
met de gehaakte delen tegen het oppervlak van de
remschijf raken het borgplaatje en de gehaakte delen
vervormd.
(A) Gehaakte deel van borgplaatje
(B) Inkeping in remschijf
De borgplaatjes kunnen niet opnieuw worden gebruikt.
Gebruik altijd nieuwe borgplaatjes bij het (opnieuw)
monteren van de remschijf.
Gebruik de speciale remschijfbevestigingsbouten.
MONTAGE
24
2.
Trek handschoenen aan en draai de remschijf met enige
kracht rechtsom. Draai hierbij de bevestigingsbouten
van de remschijf aan in de volgorde die wordt
aangegeven in de afbeelding.
Montage van de hendel
Indien uitgerust met instelmechanisme
1.
Draai de schroef los met een schroevendraaier nr.1.
2.
Zet de instelschakelaar in de stand van de
geïnstalleerde rem.
TECHNISCHE TIPS
Voor V-brakes
Voor caliper-rem/cantilever-rem/terugtraprem
MONTAGE
25
Montage van de hendel
Monteer de hendel zoals aangegeven in de afbeelding.
Voor REVOSHIFT-schakelaar
1 166 mm of meer
2
Ø
22,2 mm
(A) Bevestigingsbout
(B) Stuur
(C) 3 mm binnenzeskantsleutel
(D) Half handvat
Aanhaalmoment
3 mm binnenzeskantsleutel
2 - 2,5 Nm
1
Ø
22,2 mm
(A) Bevestigingsbout
(B) Handvat
(C) 5 mm binnenzeskantsleutel
Aanhaalmoment
5 mm binnenzeskantsleutel
6 - 8 Nm
TECHNISCHE TIPS
Als u het halve handvat van Shimano gebruikt, moet het
rechte deel van het stuur minimaal 166 mm lang zijn.
Bevestig de REVOSHIFT-schakelaar op dit rechte deel.
Laat een spleet van 0,5 mm tussen de
REVOSHIFT-schakelaar en het halve handvat.
MONTAGE
26
Voor RAPIDFIRE Plus
1
Ø
22,2 mm
2
Ø
32 mm of minder
(A) Bevestigingsbout
(B) Stuur
(C) 5 mm binnenzeskantsleutel
(D) Handvat
Aanhaalmoment
5 mm binnenzeskantsleutel
5 - 7 Nm
TECHNISCHE TIPS
Gebruik een handvat met een buitendiameter van
Ø
32
mm of minder.
Montage van de versnellingskabel
Raadpleeg het onderdeel over onderhoud voor informatie
over het vervangen van de binnenkabel.
*
Gebruik een versnellingskabel met één binnenkabelnippel.
Versnellingskabel met één binnenkabelnippel: OT-SP41
1 Zijde van de schakelversteller
2 Zijde van de cassette joint
(A) Afgesloten buitenkabeleinde
NOTITIE
Zorg dat de afgesloten kabelstopper zich op het uiteinde
van de schakelversteller bevindt.
Montage aan de cassette joint
Voor CJ-NX10/CJ-8S20
1.
Steek de binnenkabel door de OT-SP41 buitenkabel
tot het uiteinde met het plastic kapje.
1 Versteller-zijde
(A) Aluminium kapje
(B) Plastic kapje
TECHNISCHE TIPS
De buitenkabel inkorten
Als u de buitenkabel afknipt, moet u dit doen nabij het
uiteinde met het plastic kapje terwijl het kapje nog steeds
bevestigd is.
(A) Plastic kapje
Maak na het inkorten het afgeknipte uiteinde perfect
rond en bevestig het plastic kapje.
MONTAGE
27
2.
Zet de REVOSHIFT-schakelaar / versnellingsschakelaar op 1.
1 Instellen op 1
(A) REVOSHIFT-schakelaar
(B) RAPIDFIRE Plus schakelversteller
3.
Nadat u hebt gecontroleerd of het uiteinde van de
buitenkabel stevig aan de kabelstelcilinder van de
REVOSHIFT-schakelaar / schakelversteller zit, bevestigt
u de bevestigingsbout voor de binnenkabel aan de
binnenkabel.
Gebruik bij het monteren van de bevestigingsbout voor
de binnenkabel het stelgereedschap TL-CJ40
(Y70898020).
Gebruik voor CJ-NX10 en CJ-8S20 de voorzijde van
TL-CJ40.
NOTITIE
Het gereedschap wordt dusdanig geleverd dat het klaar
is voor gebruik voor CJ-NX10 en CJ-8S20.
1 Voorkant
(A) Moerbevestiging
(B) TL-CJ40
Deze bevestigingsbout-eenheid voor de binnenkabel is
uitsluitend gemaakt voor CJ-NX10, CJ-NX40, CJ-8S20 en
CJ-8S40. 11-speed bevestigingsbout-eenheden kunnen
niet worden gebruikt.
1 10 mm
2 Duw de binnenkabel door het gat.
3 101 mm
4 Trek aan de binnenkabel tijdens het bevestigen
van de bevestigingsbout-eenheid voor de
binnenkabel.
(A) Bevestigingsmoer binnenkabel (zwart)
(B) Bevestigingsring binnenkabel (zilver)
(C) Bevestigingsbout binnenkabel (zilver)
(D) Bevestigingsbout binnenkabel
Aanhaalmoment
10 mm moersleutel
3,5 - 5,5 Nm
MONTAGE
28
4.
Breng de kabel rond de cassette joint-poelie, houd deze
zo vast dat de bevestigingsmoer voor de binnenkabel
naar buiten is gericht (naar het vorkuiteinde), en schuif
dan het platte deel van de bevestigingsring voor de
binnenkabel in de opening in de poelie.
(A) Vlakke deel van de bevestigingsring voor de
binnenkabel
(B) Opening in poelie
(C) Bevestigingsmoer binnenkabel
(D) Poelie
5.
Draai de kabel 60° linksom en bevestig hem aan de haak.
1 Draai de kabel 60°
(A) Haak
MONTAGE
29
6.
Bevestig de binnenkabel aan de poelie zoals getoond in
de afbeelding, steek de binnenkabel door de gleuf in
de cassette joint-steun, en plaats vervolgens het uiteinde
van de buitenkabel stevig in de buitenkabelhouder.
(A) Binnenkabel
(B) Poelie
(C) Bottom bracket
(D) Buitenkabelhouder
(E) Gleuf
NOTITIE
Controleer dat de binnenkabel correct geplaatst is in de
geleider van de poelie.
(A) Geleider
TECHNISCHE TIPS
Als het eenvoudiger is om eerst de buitenkabel in de
buitenkabelhouder te steken, doe dit dan eerst
Steek de buitenkabel in de buitenkabelhouder [1].
Steek vervolgens een 2 mm binnenzeskantsleutel of een
spaak nr. 14 in het gat in de cassette joint-poelie en draai
de poelie [2] zodanig dat de bevestigingsbout-eenheid
voor de binnenkabel in de opening in de poelie past [3].
(A) Gat in poelie
(B) 2 mm binnenzeskantsleutel of #14 spaak
7.
Zet vervolgens de kabel vast op het frame met
de buitenkabelbinders.
1 10 cm
2 15 cm
(A) Buitenkabelbinders
MONTAGE
30
Voor CJ-NX40/CJ-8S40
1.
Zet de REVOSHIFT-schakelaar / versnellingsschakelaar op 1.
1 Instellen op 1
(A) REVOSHIFT-schakelaar
(B) RAPIDFIRE Plus schakelversteller
2.
Monteer de rubber afdekking en rubber balg op de
buitenkabelhouder.
(A) Rubber balg
(B) Buitenkabelhouder
(C) Rubber afdekking
3.
Veeg eventueel aanwezig vet van de binnenkabel.
NOTITIE
Let op het einde van de binnenkabel
Gebruik een nieuwe binnenkabel. Gebruik geen kabel
waarvan het uiteinde is afgeknipt.
4.
Steek de binnenkabel naar binnen terwijl u het uiteinde
van de rubber balg vasthoudt.
(A) Uiteinde van rubber balg
(B) Binnenkabel
NOTITIE
Pas op dat u op dit moment de rubber balg niet doorboort
met het uiteinde van de binnenkabel.
5.
Schuif de rubber balg over de binnenkabel.
(A) Rubber balg
6.
Steek de buitenkabel in de rubber afdekking en plaats
hem in de buitenkabelhouder.
Duw de buitenkabel zodanig dat deze stevig contact
maakt met de houder.
(A) Binnenkabel
(B) Buitenkabelhouder
(C) Buitenkabel
(D) Rubber balg
(E) Rubber afdekking
MONTAGE
31
7.
Nadat u hebt gecontroleerd of het uiteinde van de
buitenkabel stevig aan de kabelstelcilinder van de
schakelversteller zit, bevestigt u de
bevestigingsbout-eenheid van de binnenkabel aan de
binnenkabel.
Gebruik bij het monteren van de bevestigingsbout voor
de binnenkabel het stelgereedschap TL-CJ40
(Y70898020).
NOTITIE
TL-CJ40 wordt dusdanig geleverd dat deze klaar is voor
gebruik voor CJ-NX10 en CJ-8S20.
Gebruik voor CJ-NX40 en CJ-8S40 de achterzijde van
TL-CJ40. Plaats de moerbevestiging terug zoals
aangegeven in de afbeelding.
1 Achterzijde
(A) Moerbevestiging
(B) TL-CJ40
Deze bevestigingsbout-eenheid voor de binnenkabel is
uitsluitend gemaakt voor CJ-NX10, CJ-NX40, CJ-8S20 en
CJ-8S40.
11-speed bevestigingsbout-eenheden kunnen niet
worden gebruikt.
1 10 mm
2 Duw de binnenkabel door het gat.
3 127 mm
4 63 mm of minder
5 Trek aan de binnenkabel tijdens het bevestigen
van de bevestigingsbout-eenheid voor de
binnenkabel.
(A) Bevestigingsmoer binnenkabel (zwart)
(B) Bevestigingsring binnenkabel (zilver)
(C) Bevestigingsbout binnenkabel (zilver)
(D) Bevestigingsbout binnenkabel
Aanhaalmoment
10 mm moersleutel
3,5 - 5,5 Nm
MONTAGE
32
8.
Breng de kabel rond de cassette joint-poelie, houd deze
zo vast dat de bevestigingsmoer voor de binnenkabel
naar buiten is gericht (naar het vorkuiteinde), en schuif
dan het platte deel van de bevestigingsring voor de
binnenkabel in de opening in de poelie.
(A) Vlakke deel van de bevestigingsring voor de
binnenkabel
(B) Opening in poelie
(C) Bevestigingsmoer binnenkabel
(D) Poelie
9.
Draai de kabel 60° linksom en bevestig hem aan de haak.
1 Draai de kabel 60°
(A) Haak
MONTAGE
33
10.
Breng de binnenkabel in de poelie aan, zoals
aangegeven in de afbeelding.
Houd de rubber afdekking vast en steek het deel van de
rubber balg van de binnenkabel in de gleuf in de
cassette joint-steun (zie [1] in de afbeelding). Steek
vervolgens de buitenkabelhouder stevig in het deel voor
de buitenkabelhouder (zie [2] in de afbeelding). Wees
voorzichtig dat u op dit moment de rubber balg niet
beschadigt.
1 Steek de rubber balg in de gleuf
2 Bevestig de buitenkabelhouder
(A) Binnenkabel
(B) Poelie
(C) Bottom bracket
(D) Deel voor de buitenkabelhouder
(E) Gleuf
(F) Rubber balg
(G) Buitenkabelhouder
(H) Rubber afdekking
NOTITIE
Controleer dat de binnenkabel correct geplaatst is in de
geleider van de poelie.
(A) Geleider
TECHNISCHE TIPS
Als plaatsen van de buitenkabelhouder in het deel van de
buitenkabelhouder van de cassette joint eenvoudiger is
Steek de buitenkabelhouder in het deel voor de
buitenkabelhouder van de cassette joint [1]. Steek
vervolgens een 2 mm binnenzeskantsleutel of een spaak
nr. 14 in het gat in de cassette joint-poelie en draai de
poelie [2] zodanig dat de bevestigingsbout-eenheid voor
de binnenkabel in de opening in de poelie past [3].
(A) Gat in poelie
(B) 2 mm binnenzeskantsleutel of #14 spaak
MONTAGE
34
11.
Zet vervolgens de kabel vast op het frame met de
buitenkabelbinders.
1 10 cm
2 15 cm
(A) Buitenkabelbinders
AFSTELLING
AFSTELLING
36
AFSTELLING
De cassette joint afstellen
1.
Beweeg de REVOSHIFT-greep/-schakelversteller
herhaaldelijk van de lage positie naar de hoge positie
om de schakelkabel te conditioneren.
(A) REVOSHIFT-schakelaar
(B) RAPIDFIRE Plus schakelversteller
2.
Zet de REVOSHIFT-schakelaar / versnellingsschakelaar op 1.
1 Instellen op 1
(A) REVOSHIFT-schakelaar
(B) RAPIDFIRE Plus schakelversteller
3.
Stel de REVOSHIFT-schakelaar / versnellingsschakelaar in
zoals getoond in de afbeelding.
1 7-versnellingsnaaf/8-versnellingsnaaf: Instellen
op 4
5-versnellingsnaaf: Instellen op 3
(A) REVOSHIFT-schakelaar
(B) RAPIDFIRE Plus schakelversteller
AFSTELLING
37
4.
Controleer of de gele instellijnen op de cassette
joint-steun en de poelie met elkaar zijn gelijnd. Als het
overlappende gebied kleiner is dan twee-derde van elke
instellijn, grijpen de versnellingen mogelijk niet goed
aan tijdens het trappen. Dit kan zorgen voor abnormale
geluiden of het vrij ronddraaien van de pedalen.
1 Het overlappende gebied is minder dan tweederde
van iedere instellijn.
(A) Gele instellijnen
TECHNISCHE TIPS
De gele instellijnen op de cassette joint bevinden zich op
twee plaatsen. Gebruik degene die het makkelijkst te zien is.
Wanneer de fiets rechtop staat
1 Moet worden gelijnd
(A) Steun
(B) Poelie
Wanneer de fiets ondersteboven staat
1 Moet worden gelijnd
(A) Steun
(B) Poelie
AFSTELLING
38
TECHNISCHE TIPS
Als de gele instellijnen niet zijn gelijnd
Draai de kabelstelcilinder van de REVOSHIFT-schakelaar /
versnellingsschakelaar om de instellijnen uit te lijnen.
Beweeg hierna de REVOSHIFT-schakelaar/schakelversteller
nogmaals van X naar Y en daarna terug naar X en
controleer vervolgens opnieuw dat de gele instellijnen met
elkaar lijnen.
(A) REVOSHIFT-schakelaar
(B) Versnellingsschakelaar
(C) Kabelstelcilinder
X Y
8 versnellingen 4 1
7 versnellingen 4 1
5 versnellingen 3 1
5.
Knip na het afstellen van de cassette joint de extra
lengte van de binnenkabel. Plaats vervolgens het
binnenkabeleindje.
1 15 - 20 mm
(A) Binnenkabeleindje
ONDERHOUD
ONDERHOUD
40
ONDERHOUD
De versnellingskabel losmaken bij het
verwijderen van het achterwiel uit het
frame
Voor CJ-NX10/CJ-8S20
Maak de kabel los van de cassette joint wanneer u het
achterwiel van het frame verwijdert.
(A) Cassette joint
1.
Zet de REVOSHIFT-schakelaar / versnellingsschakelaar op 1.
1 Instellen op 1
(A) REVOSHIFT-schakelaar
(B) RAPIDFIRE Plus schakelversteller
2.
Trek de buitenkabel uit de buitenkabelhouder van de
cassette joint, en verwijder de binnenkabel uit de gleuf
in de steun.
(A) Steun
(B) Buitenkabelhouder
(C) Gleuf
ONDERHOUD
41
3.
Verwijder de bevestigingsbout-eenheid voor de
binnenkabel van de cassette joint-poelie.
(A) Bevestigingsbout binnenkabel
(B) Cassette joint-poelie
TECHNISCHE TIPS
Als verwijderen van de buitenkabel van de
buitenkabelhouder van de cassette joint moeilijk is
Plaats een 2 mm binnenzeskantsleutel of een #14 spaak in
het gat in de cassette joint-poelie en draai vervolgens de
poelie om binnenkabel [1] los te maken.
Verwijder nu eerst de bevestigingsbout-eenheid voor de
binnenkabel van de poelie [2] en verwijder hierna de
buitenkabel uit de buitenkabelhouder [3].
(A) Gat in poelie
(B) 2 mm binnenzeskantsleutel of #14 spaak
*
Raadpleeg voor het opnieuw monteren van de kabel het
onderdeel 'Montage van de versnellingskabel'.
Voor CJ-NX40/CJ-8S40
Maak de kabel los van de cassette joint wanneer u het
achterwiel van het frame verwijdert.
(A) Cassette joint
1.
Zet de REVOSHIFT-schakelaar / versnellingsschakelaar op 1.
1 Instellen op 1
(A) REVOSHIFT-schakelaar
(B) RAPIDFIRE Plus schakelversteller
ONDERHOUD
42
2.
Houd de rubber afdekking vast en trek de
buitenkabelhouder uit het deel voor de
buitenkabelhouder van de cassette joint [1].
Verwijder de binnenkabel die aan de rubber balg is
bevestigd uit de gleuf in de steun [2].
Wees voorzichtig dat u op dit moment de rubber balg
niet beschadigt.
(A) Rubber balg
(B) Buitenkabelhouder
(C) Rubber afdekking
(D) Deel voor de buitenkabelhouder
(E) Gleuf
NOTITIE
Verwijder de kabel niet door aan de buitenkabel
te trekken.
3.
Verwijder de bevestigingsbout-eenheid voor de
binnenkabel van de cassette joint-poelie.
(A) Bevestigingsbout binnenkabel
(B) Cassette joint-poelie
TECHNISCHE TIPS
Als verwijderen van de buitenkabelhouder van het deel
van de buitenkabelhouder van de cassette joint moeilijk is
Plaats een 2 mm binnenzeskantsleutel of een #14 spaak in
het gat in de cassette joint-poelie en draai vervolgens de
poelie om binnenkabel [1] los te maken.
Verwijder nu eerst de bevestigingsbout-eenheid voor de
binnenkabel van de poelie [2] en verwijder hierna de
buitenkabelhouder uit het deel voor de
buitenkabelhouder [3].
(A) Gat in poelie
(B) 2 mm binnenzeskantsleutel of #14 spaak
ONDERHOUD
43
Vervanging van de binnenkabel
REVOSHIFT-schakelaar
1.
Zet de REVOSHIFT-schakelaar in stand 1.
1 Instellen op 1
2.
Draai de bevestigingsschroeven van de afdekking los
en verwijder vervolgens de afdekking.
(A) Afdekking
(B) Bevestigingsschroef afdekking
3.
Verwijder de bevestigingsbout-eenheid voor de
binnenkabel van de cassette joint-poelie.
(A) Bevestigingsbout binnenkabel
(B) Cassette joint-poelie
4.
Duw de binnenkabel in het gat in de haspeleenheid en
daarna door het gat in de kabelstelcilinder. Steek
vervolgens de binnenkabel in de groef van de
kabelgeleider. Trek vervolgens de binnenkabel zodanig
aan dat de binnenkabelnippel in de uitsparing in de
haspeleenheid past.
(A) Gat in kabelstelcilinder
(B) Groef van kabelgeleider
(C) Gat in haspeleenheid
(D) Uitsparing in haspeleenheid
5.
Plaats de afdekking terug en draai de
bevestigingsschroeven van de afdekking vast.
(A) Afdekking
(B) Bevestigingsschroef afdekking
Aanhaalmoment
Schroevendraaier [nr. 1]
0,1 - 0,2 Nm
ONDERHOUD
44
Voor SB-8S20-A
1.
Zet de REVOSHIFT-schakelaar in stand 1.
1 Instellen op 1
2.
Draai de bevestigingsschroeven van de afdekking los
en verwijder vervolgens de afdekking.
(A) Afdekking
(B) Bevestigingsschroef afdekking
3.
Verwijder de bevestigingsbout-eenheid voor de
binnenkabel van de cassette joint-poelie.
(A) Bevestigingsbout binnenkabel
(B) Cassette joint-poelie
4.
Steek de binnenkabel door het gat in de
kabelstelcilinder. Haak de binnenkabel vervolgens in de
groef van de poelie, en trek de binnenkabel zodanig aan
dat de binnenkabelnippel in het gat in de poelie past.
(A) Gat in kabelstelcilinder
(B) Groef in poelie
(C) Gat in poelie
5.
Plaats de afdekking terug en draai de
bevestigingsschroeven van de afdekking vast.
(A) Afdekking
(B) Bevestigingsschroef afdekking
Aanhaalmoment
Schroevendraaier [nr. 1]
0,2 - 0,4 Nm
ONDERHOUD
45
Voor SB-C3000-7
1.
Zet de REVOSHIFT-schakelaar in stand 1.
1 Instellen op 1
2.
Draai de bevestigingsschroeven van de afdekking los
en verwijder vervolgens de afdekking.
(A)
Afdekking
(B)
Bevestigingsschroef afdekking
3.
Verwijder de bevestigingsbout-eenheid voor de
binnenkabel van de cassette joint-poelie.
(A) Bevestigingsbout-eenheid binnenkabel
(B) Cassette joint-poelie
4.
Duw de binnenkabel in het gat in de haspeleenheid en
daarna door het gat in de kabelstelcilinder. Steek
vervolgens de binnenkabel in de groef van de
kabelgeleider. Trek vervolgens de binnenkabel zodanig
aan dat de binnenkabelnippel in de uitsparing in de
haspeleenheid past.
(A) Gat in kabelstelcilinder
(B) Groef van kabelgeleider
(C) Gat in haspeleenheid
(D) Uitsparing in haspeleenheid
5.
Plaats de afdekking terug en draai de
bevestigingsschroeven van de afdekking vast.
(A) Afdekking
(B) Bevestigingsschroef afdekking
Aanhaalmoment
Schroevendraaier [nr. 1]
0,1 - 0,2 Nm
ONDERHOUD
46
RAPIDFIRE Plus Schakelversteller
1.
Zet de schakelversteller in 1.
1 Instellen op 1
2.
Draai het kapje van de kabeleindhaak los en verwijder het.
(A) Kapje kabeleindhaak
3.
Verwijder de bevestigingsbout-eenheid voor de
binnenkabel van de cassette joint-poelie.
(A) Bevestigingsbout binnenkabel
(B) Cassette joint-poelie
4.
Steek de binnenkabel in de groef in de haspeleenheid en
duw hem daarna door het gat in de kabelstelcilinder.
Trek vervolgens de binnenkabel zodanig aan dat de
binnenkabelnippel in de uitsparing in de haspeleenheid
past.
(A) Gat in kabelstelcilinder
(B) Groef in haspeleenheid
(C) Binnenkabelnippel
(D) Uitsparing in haspeleenheid
ONDERHOUD
47
5.
Schroef het kapje van de kabeleindhaak in zoals
aangegeven in de afbeelding, totdat dit stopt. Als u het
kapje verder draait, zal dit het schroefdraad van de
afdekking beschadigen. Bovendien kan de afdekking
van de eenheid verbuigen. Dit kan een obstakel vormen
tussen de afdekking van de eenheid en hendel A,
waardoor hendel A mogelijk niet meer correct
functioneert. Als hendel A niet goed terugveert, moet u
het kapje van de kabeleindhaak enigszins losdraaien om
ruimte te maken tussen hendel A en de afdekking van
de eenheid. Controleer vervolgens of dit het terugveren
van hendel A verbetert.
(A) Kapje kabeleindhaak
(B) Afdekking eenheid
(C) Hendel A
Aanhaalmoment
Schroevendraaier [nr. 2]
0,3 - 0,5 Nm
Vervangen en monteren van de
indicatoreenheid
Demontage
Demonteren en monteren mag alleen worden gedaan
wanneer de indicatoreenheid wordt verwijderd of
vervangen.
1.
Bedien hendel B zodat deze in stand 1 komt te staan.
2.
Draai de twee bevestigingsschroeven los waarmee
de indicatoreenheid vastzit en verwijder deze.
3.
Verwijder de indicatoreenheid zoals aangegeven in
de afbeelding.
(A) Bevestigingsschroef afdekking
(B) Indicatoreenheid
(C) Hendel B
ONDERHOUD
48
Montage
Demonteren en monteren mag alleen worden gedaan
wanneer de indicatoreenheid wordt verwijderd of
vervangen.
1.
Controleer of de naald van de indicator aan de
linkerkant staat (1 positie) en monteer vervolgens de
indicatoreenheid zodanig dat deze recht naar boven is
gericht. Duw nu de as van de penplaat die uit de onderzijde
van de indicatoreenheid steekt in het gat in de
haspeleenheid.
(A) Indicatoreenheid
(B) As van penplaat
(C) Gat in haspeleenheid (1 positie)
(D) Hendel B
2.
Zet de indicatoreenheid vast met de twee
bevestigingsschroeven voor de afdekking.
Aanhaalmoment
Schroevendraaier [nr. 2]
0,3 - 0,5 Nm
3.
Bedien hendel A en hendel B, en controleer hun
werking. Als ze niet correct werken, moet u de
indicatoreenheid opnieuw plaatsen en daarbij speciaal
letten op stap
1
hierboven.
NOTITIE
De indicatoreenheid of versnellingsschakelaareenheid niet
demonteren. Wanneer deze gedemonteerd worden, kan
dit defecten veroorzaken.
Olie-onderhoud van de interne delen
Voor een goede werking van het product raden wij u aan om
onderhoud uit te laten voeren door het verkooppunt of een
distributeur, zoals het jaarlijks smeren van de interne
onderdelen vanaf het moment dat u de fiets voor het eerst
gebruikt (of iedere 2000 km als u de fiets heel vaak gebruikt).
Als de fiets wordt gebruikt in barre omstandigheden, is
onderhoud vaker vereist. Ook raden wij u aan om bij
onderhoud naafvet van SHIMANO voor interne
naafversnellingen of een smeerset te gebruiken. Als u geen
SHIMANO-vet of een smeerset van SHIMANO gebruikt kan
dit tot problemen leiden, zoals foutief schakelen.
(A) WB onderhoudsolieset (Y00298010)
1.
Vul de houder met onderhoudsolie tot een hoogte van
95 mm.
1 95 mm
2.
Dompel de interne eenheid in de olie vanaf de
linkerzijde totdat de olie tot aan ringwiel 1 komt, zoals
in de afbeelding.
1 Ringwiel 1
ONDERHOUD
49
3.
Houd de interne eenheid ongeveer 90 seconden
ondergedompeld.
4.
Haal de interne eenheid uit de olie.
5.
Laat overtollige olie gedurende ongeveer 60 seconden
afdruipen.
6.
Zet de naaf weer in elkaar.
Let op: specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving gewijzigd worden. (Dutch)
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50

Shimano CJ-NX10 Dealer's Manual

Type
Dealer's Manual

Andere documenten