Hilti DG 150 Handleiding

Categorie
Elektrisch gereedschap
Type
Handleiding
DG 150
DPC 20
Nederlands
Printed: 24.11.2017 | Doc-Nr: PUB / 5139904 / 000 / 04
Printed: 24.11.2017 | Doc-Nr: PUB / 5139904 / 000 / 04
Nederlands 1
1 Informatie over documentatie
1.1 Over deze documentatie
Lees voor ingebruikname deze documentatie door. Dit is vereist voor veilig werken en storingsvrij gebruik.
De veiligheidsinstructies en waarschuwingsaanwijzingen in deze documentatie en op het product in acht
nemen.
De handleiding altijd bij het apparaat bewaren en het product alleen met deze handleiding aan andere
personen doorgeven.
1.2 Verklaring van de tekens
1.2.1 Waarschuwingsaanwijzingen
Waarschuwingsaanwijzingen waarschuwen voor gevaren bij de omgang met het product. De volgende
signaalwoorden worden in combinatie met een symbool gebruikt:
GEVAAR! Voor een direct dreigend gevaar dat tot ernstig letsel of tot de dood leidt.
WAARSCHUWING! Voor een mogelijke gevaar dat tot ernstig letsel of tot de dood kan leiden.
ATTENTIE! Voor een eventueel gevaarlijke situatie die tot licht letsel of tot materiële schade kan
leiden.
1.2.2 Symbolen
De volgende symbolen worden gebruikt:
Handleiding vóór gebruik lezen
Gebruikstips en andere nuttige informatie
Elektrische veiligheidsklasse II (dubbel geïsoleerd)
Diameter
Nominaal nullasttoerental
Omwentelingen per minuut
Omwentelingen per minuut
1.2.3 Afbeeldingen
De volgende symbolen worden in afbeeldingen gebruikt:
Deze cijfers verwijzen naar de betreffende afbeelding aan het begin van deze handleiding.
De nummering in de afbeeldingen geeft de volgorde van de arbeidsstappen weer en kan van de
arbeidsstappen in de tekst afwijken.
Positienummers worden gebruikt in de afbeelding Overzicht en verwijzen naar de nummers van
de legenda in het hoofdstuk Productoverzicht.
Dit teken vraagt om uw bijzondere aandacht bij de omgang met het product.
1.3 Productinformatie
Hilti producten zijn bestemd voor de professionele gebruiker en mogen alleen door geautoriseerd, vakkundig
geschoold personeel bediend, onderhouden en gerepareerd worden. Dit personeel moet speciaal op de
hoogte zijn gesteld van de mogelijke gevaren. Het product en zijn hulpmiddelen kunnen gevaar opleveren als
ze door ongeschoolde personen op ondeskundige wijze of niet volgens de voorschriften worden gebruikt.
Voer het serienummer in de volgende tabel in. De productinformatie is nodig bij vragen aan onze dealers
of service-centers.
Productinformatie
Slijpapparaat DG 150
Printed: 24.11.2017 | Doc-Nr: PUB / 5139904 / 000 / 04
2 Nederlands
Generatie 01
Serienr.
Productinformatie
Omvormer DPC 20
Generatie 01
Serienr.
1.4 Conformiteitsverklaring
Als de uitsluitend verantwoordelijken voor dit product verklaren wij dat het voldoet aan de geldende
voorschriften en normen. Een afbeelding van de Conformiteitsverklaring vindt u aan het einde van deze
documentatie.
De technische documentatie is hier te vinden:
Hilti Entwicklungsgesellschaft mbH | Zulassung Geräte | Hiltistraße 6 | 86916 Kaufering, DE
2 Veiligheid
2.1 Veiligheidsinstructies
2.1.1 Algemene veiligheidsaanwijzingen voor elektrische gereedschappen
WAARSCHUWING Lees alle aanwijzingen en veiligheidsvoorschriften. Wanneer de veiligheidsvoor-
schriften en aanwijzingen niet in acht worden genomen, kan dit een elektrische schok, brand of ernstig letsel
tot gevolg hebben.
Bewaar alle veiligheidsinstructies en voorschriften goed.
Het in de veiligheidsvoorschriften gebruikte begrip "elektrisch gereedschap" heeft betrekking op elektrische
gereedschappen met netvoeding (met aansluitkabel) en op accu-aangedreven elektrische gereedschappen
(zonder aansluitkabel).
Veiligheid op de werkplek
Houd uw werkgebied schoon en goed verlicht. Een rommelig of onverlicht werkgebied kan tot
ongevallen leiden.
Werk niet met het elektrisch gereedschap in een explosieve omgeving waarin zich brandbare
vloeistoffen, gassen of stoffen bevinden. Elektrische gereedschappen veroorzaken vonken die het stof
of de dampen tot ontsteking kunnen brengen.
Houd kinderen en andere personen tijdens het gebruik van het elektrisch gereedschap uit de
buurt. Wanneer u wordt afgeleid, kunt u de controle over het apparaat verliezen.
Elektrische veiligheid
De aansluitstekker van het elektrisch gereedschap moet in het stopcontact passen. De stekker
mag in geen geval worden veranderd. Gebruik geen adapterstekkers in combinatie met geaarde
elektrische gereedschappen. Onveranderde stekkers en passende stopcontacten beperken het risico
van een elektrische schok.
Voorkom aanraking van het lichaam met geaarde oppervlakken, bijvoorbeeld van buizen, verwar-
mingen, fornuizen en koelkasten. Er bestaat een verhoogd risico door een elektrische schok wanneer
uw lichaam geaard is.
Houd het elektrisch gereedschap uit de buurt van regen en vocht. Het binnendringen van water in
het elektrische gereedschap vergroot het risico van een elektrische schok.
Gebruik de kabel niet voor een verkeerd doel, om het elektrisch gereedschap te dragen of op te
hangen of om de stekker uit het stopcontact te trekken. Houd de kabel uit de buurt van hitte,
olie, scherpe randen en bewegende gereedschapsdelen. Beschadigde of in de war geraakte kabels
vergroten het risico van een elektrische schok.
Wanneer u buitenshuis met een elektrisch apparaat werkt, dient u alleen verlengsnoeren te
gebruiken die geschikt zijn voor gebruik buitenshuis. Het gebruik van een voor gebruik buitenshuis
geschikt verlengsnoer beperkt het risico van een elektrische schok.
Als het gebruik van het elektrisch gereedschap in een vochtige omgeving absoluut noodzakelijk
is, gebruik dan een lekstroomschakelaar. Het gebruik van een lekstroomschakelaar verkleint het risico
op stroomschokken.
Veiligheid van personen
Wees alert, let goed op wat u doet en ga met verstand te werk bij het gebruik van het elektrische
gereedschap. Gebruik het elektrisch gereedschap niet wanneer u moe bent of onder invloed
Printed: 24.11.2017 | Doc-Nr: PUB / 5139904 / 000 / 04
Nederlands 3
bent van drugs, alcohol of medicijnen. Een moment van onoplettendheid tijdens het gebruik van het
elektrisch gereedschap kan tot ernstig letsel leiden.
Draag een persoonlijke veiligheidsuitrusting en altijd een veiligheidsbril. Het dragen van een
persoonlijke veiligheidsuitrusting, zoals een stofmasker, veiligheidsschoenen met anti-slip-zolen, een
veiligheidshelm of gehoorbescherming, afhankelijk van de aard en het gebruik van het elektrisch
gereedschap, vermindert het risico op letsel.
Voorkom per ongeluk inschakelen. Controleer of het elektrisch gereedschap is uitgeschakeld
voordat u de stekker in het stopcontact steekt en/of de accu aanbrengt, of het gereedschap optilt
of draagt. Wanneer u bij het dragen van het elektrisch gereedschap uw vinger aan de schakelaar hebt
of wanneer u het apparaat ingeschakeld op de stroomvoorziening aansluit, kan dit tot ongevallen leiden.
Verwijder instelgereedschappen of schroefsleutels voordat u het elektrisch gereedschap inscha-
kelt. Instelgereedschap of een sleutel in een draaiend deel van het gereedschap kan tot letsel leiden.
Neem geen ongewone lichaamshouding aan. Zorg ervoor dat u stevig staat en steeds in evenwicht
blijft. Daardoor kunt u het elektrisch gereedschap in onverwachte situaties beter onder controle houden.
Draag geschikte werkkleding. Draag geen loshangende kleding of sieraden. Houd haren, kleding
en handschoenen uit de buurt van bewegende delen. Loshangende kleding, sieraden en lange haren
kunnen door bewegende delen worden meegenomen.
Wanneer stofafzuig- of stofopvangvoorzieningen kunnen worden gemonteerd, dient u zich ervan te
verzekeren dat deze zijn aangesloten en juist worden gebruikt. Het gebruik van een stofafzuigsysteem
kan de gevaren door stof beperken.
Gebruik en hantering van het elektrisch gereedschap
Overbelast het apparaat niet. Gebruik voor uw werkzaamheden het daarvoor bestemde elektrische
gereedschap. Met het passende elektrische gereedschap werkt u beter en veiliger binnen het
aangegeven vermogensbereik.
Gebruik geen elektrisch gereedschap waarvan de schakelaar defect is. Elektrisch gereedschap dat
niet meer kan worden in- of uitgeschakeld, is gevaarlijk en moet worden gerepareerd.
Trek de stekker uit het stopcontact en/of de accu uit het apparaat voordat u het gereedschap
instelt, toebehoren wisselt of het apparaat weglegt. Deze voorzorgsmaatregel voorkomt onbedoeld
starten van het elektrisch gereedschap.
Bewaar niet-gebruikte elektrische gereedschappen buiten bereik van kinderen. Laat het apparaat
niet gebruiken door personen die er niet mee vertrouwd zijn en deze aanwijzingen niet hebben
gelezen. Elektrische gereedschappen zijn gevaarlijk wanneer deze door onervaren personen worden
gebruikt.
Ga zorgvuldig met het elektrisch apparaat om. Controleer of bewegende delen correct functioneren
en niet vastklemmen en of onderdelen gebroken of zodanig beschadigd zijn dat de werking van
het apparaat nadelig wordt beïnvloed. Laat beschadigde delen repareren voordat u het apparaat
gebruikt. Veel ongevallen hebben hun oorzaak in slecht onderhouden elektrische gereedschappen.
Houd snijgereedschappen scherp en schoon. Zorgvuldig onderhouden snijgereedschappen met
scherpe snijkanten klemmen minder snel vast en zijn gemakkelijker te geleiden.
Gebruik elektrisch gereedschap, toebehoren, inzetgereedschappen enz. uitsluitend conform deze
aanwijzingen. Let daarbij op de arbeidsomstandigheden en de uit te voeren werkzaamheden. Het
gebruik van elektrische gereedschappen voor andere dan de voorziene toepassingen kan tot gevaarlijke
situaties leiden.
Service
Laat het elektrisch gereedschap alleen repareren door gekwalificeerd en vakkundig personeel en
alleen met originele vervangingsonderdelen. Daarmee wordt gewaarborgd dat de veiligheid van het
elektrisch gereedschap in stand blijft.
2.1.2 Algemene veiligheidsinstructies voor het slijpen, schuren, het werken met draadborstels, het
polijsten en doorslijpen:
DG 150
Dit elektrisch gereedschap dient voor het gebruik als slijpmachine. Neem alle veiligheidsin-
structies, aanwijzingen, afbeeldingen en informatie die u bij het apparaat ontvangt in acht.
Indien u de volgende aanwijzingen niet in acht neemt, dan kan dit tot een elektrische schok, brand
en/of ernstig letsel leiden.
Dit elektrisch gereedschap is niet geschikt voor werkzaamheden als schuren, werken met
draadborstels, polijsten en doorslijpen. Toepassingen waarvoor het elektrisch gereedschap niet
bestemd is, kunnen gevaar en letsel veroorzaken.
Printed: 24.11.2017 | Doc-Nr: PUB / 5139904 / 000 / 04
4 Nederlands
Maak geen gebruik van toebehoren die niet door de fabrikant speciaal voor dit elektrische apparaat
zijn bedoeld en aanbevolen. Het feit dat u toebehoren aan uw elektrisch gereedschap kunt bevestigen
betekent nog niet dat het gebruik hiervan veilig is.
Het toegestane toerental van het inzetgereedschap dient minstens zo hoog te zijn als het maximale
toerental dat op het elektrisch gereedschap staat aangegeven. Toebehoren die sneller draaien dan
toegestaan kunnen breken en in het rond vliegen.
De buitendiameter en dikte van het inzetgereedschap dienen overeen te komen met de opgegeven
afmetingen van uw elektrisch gereedschap. Verkeerd bemeten inzetgereedschap kan niet voldoende
worden afgeschermd of gecontroleerd.
Inzetgereedschap met schroefdraadbevestiging moet exact op de schroefdraad van de slijp-
spil passen. Bij inzetgereedschap dat met behulp van een flens wordt gemonteerd, moet de
gatdiameter van het inzetgereedschap overeenkomen met de opnamediameter van de flens. Inzet-
gereedschap dat niet nauwkeurig op het elektrisch gereedschap wordt bevestigd, draait ongelijkmatig
en trilt zeer sterk, hetgeen kan leiden tot verlies van de controle over het apparaat.
Gebruik geen beschadigd inzetgereedschap. Controleer inzetgereedschap, zoals slijpschijven,
voor het gebruik altijd op afsplinteringen en barsten, steunschijven op barsten of sterke slijtage,
draadborstels op losse of gebroken draden. Wanneer het elektrisch gereedschap of het inzet-
gereedschap naar beneden valt, controleert u of het beschadigd is, of gebruikt u onbeschadigd
inzetgereedschap. Wanneer u het inzetgereedschap hebt gecontroleerd en gemonteerd, dient u
ervoor te zorgen dat iedereen die zich in de nabijheid bevindt buiten het draaivlak van het roterende
inzetgereedschap blijft en laat u het apparaat een minuut lang op het hoogste toerental draaien.
Beschadigd inzetgereedschap breekt meestal in deze testperiode.
Draag een persoonlijke veiligheidsuitrusting. Draag afhankelijk van de toepassing volledige
gezichtsbescherming, een veiligheids- of werkbril. Draag indien nodig een stofmasker, gehoorbe-
scherming, werkhandschoenen of een speciaal schort, dat u bescherming biedt tegen kleine slijp-
en materiaaldeeltjes. Uw ogen dienen tegen rondvliegende deeltjes, die bij verschillende toepassingen
ontstaan, te worden beschermd. Stof- en zuurstofmaskers dienen het ontstane stof te filteren. Wanneer
u lang aan hard geluid bent blootgesteld, kan dit leiden tot gehoorbeschadiging.
Let er op dat andere personen zich op een veilige afstand van het werkgebied bevinden. Iedereen
die het werkgebied betreedt, dient een persoonlijke veiligheidsuitrusting te dragen. Brokstukken
van het werkstuk of gebroken inzetgereedschap kunnen wegvliegen en letsel veroorzaken, ook buiten
het directe werkgebied.
Houd het elektrisch gereedschap alleen vast aan de geïsoleerde greepgedeelten, wanneer u
werkzaamheden uitvoert waarbij het inzetgereedschap verdekte stroomleidingen of het eigen
netsnoer kan raken. Door het contact met een spanningvoerende leiding kunnen ook metalen delen
van apparaten onder spanning komen te staan, hetgeen tot een elektrische schok kan leiden.
Houd het netsnoer uit de buurt van draaiend inzetgereedschap. Wanneer u de controle over het
apparaat verliest, kan het netsnoer worden doorsneden of gegrepen, waardoor u hand of uw arm mogelijk
in het draaiende inzetgereedschap terechtkomt.
Zet het elektrisch gereedschap nooit weg voordat het inzetgereedschap volledig tot stilstand is
gekomen. Het draaiende inzetgereedschap kan in contact treden met het steunvlak, waardoor u de
controle over het elektrisch gereedschap kunt verliezen.
Laat het elektrisch gereedschap nooit lopen terwijl u het draagt. Uw kleding kan door het toevallige
contact met het draaiende inzetgereedschap gegrepen worden en het inzetgereedschap kan zich in uw
lichaam dringen.
U dient de ventilatiesleuven van uw elektrisch gereedschap regelmatig te reinigen. De motorven-
tilator trekt stof in de behuizing, en een sterke opeenhoping van metaalstof kan leiden tot elektrische
gevaren.
Gebruik het elektrische gereedschap niet in de nabijheid van brandbare materialen. Door vonken
kunnen deze stoffen vlam vatten.
Gebruik geen inzetgereedschap dat vloeibare koelmedia vereist. Het gebruik van water of andere
vloeibare koelmedia kan leiden tot een elektrische schok.
Terugslag en overeenkomstige veiligheidsvoorschriften
Een terugslag is een plotselinge reactie als gevolg van draaiend inzetgereedschap dat blijft haken of
geblokkeerd wordt, zoals slijpschijven, steunschijven, draadborstels, etc. Dit leidt tot een abrupte stop van
het roterende inzetgereedschap. Hierdoor ondergaat een ongecontroleerd elektrisch gereedschap, tegen de
draairichting van het inzetgereedschap in, bij de plaats van de blokkade een versnelling.
Wanneer bijv. een slijpschijf in het werkstuk haakt of geblokkeerd raakt, kan de slijpschijf met de kant die
invalt in het werkstuk vast komen te zitten. Hierdoor kan de slijpschijf uitbreken of een terugslag veroorzaken.
Printed: 24.11.2017 | Doc-Nr: PUB / 5139904 / 000 / 04
Nederlands 5
De slijpschijf beweegt zich dan naar de bediener of van hem weg, afhankelijk van de draairichting van de
schijf op de plaats van de blokkade. Hierbij kunnen slijpschijven ook breken.
Een terugslag is het gevolg van een verkeerd of foutief gebruik van het elektrisch gereedschap. Dit kan door
geschikte voorzorgsmaatregelen, zoals hierna beschreven, worden voorkomen.
Houd het elektrisch gereedschap goed vast en breng uw lichaam en armen in zo'n positie dat u
de terugslagkrachten kunt opvangen. Gebruik altijd de extra handgreep, indien voorhanden, om
een zo groot mogelijke controle op terugslagkrachten of reactiemomenten te hebben ingeval van
onopzettelijk starten. De bediener kan door de geschikte voorzorgsmaatregelen te nemen de terugslag-
en reactiekrachten beheersen.
Kom met uw hand nooit in de buurt van draaiend inzetgereedschap. Het inzetgereedschap kan zich
bij een terugslag over uw hand bewegen.
Kom niet met uw lichaam binnen het gebied waarin het elektrische gereedschap bij een terugslag
wordt bewogen. Door de terugslag wordt het elektrisch gereedschap naar de plaats van de blokkade
bewogen in een richting die tegengesteld is aan de beweging van de slijpschijf.
Werk bijzonder voorzichtig in de buurt van hoeken, scherpe randen, etc. Voorkom dat inzetge-
reedschap van het werkstuk terugkaatst en beklemd raakt. Het roterende inzetgereedschap heeft bij
hoeken, scherpe randen of wanneer het wegketst de neiging beklemd te raken. Dit leidt tot controleverlies
of terugslag.
Gebruik geen getand of kettingzaagblad. Dergelijk inzetgereedschap leidt vaak tot een terugslag of
tot het verlies van controle over het elektrisch gereedschap.
DG 150
Speciale veiligheidsvoorschriften voor het slijpen en doorslijpen:
Gebruik uitsluitend de voor uw elektrische gereedschap toegestane slijpschijven en de voor
deze slijpschijven bestemde beschermkap. Slijpstenen die niet geschikt zijn voor het elektrisch
gereedschap, kunnen niet voldoende worden afgeschermd en zijn onveilig.
Doorgezette slijpschijven moeten zodanig worden gemonteerd, dat het slijpvlak niet boven het
vlak van de beschermkaprand uitsteekt. Een onjuist gemonteerde slijpschijf die boven het vlak van
de beschermkaprand uitsteekt, kan niet voldoende worden afgeschermd.
De beschermkap moet veilig op het elektrisch gereedschap zijn aangebracht en zo afgesteld
zijn, dat een zo klein mogelijk deel van het slijpdeel open naar de bediener is gericht.
De beschermkap moet de bediener beschermen tegen brokstukken en toevallig contact met de
slijpschijf evenals vonken waardoor kleding vlam zou kunnen vatten.
Slijpstenen mogen alleen voor de aanbevolen inzetmogelijkheden worden gebruikt. Bijvoor-
beeld: Slijp nooit met het zijvlak van een doorslijpschijf. Doorslijpschijven zijn bestemd voor de
materiaalafname met de rand van de schijf. Door zijwaartse krachtinwerking kan het slijpdeel worden
gebroken.
Gebruik voor de door u gekozen slijpschijf altijd onbeschadigde spanflenzen in de juiste grootte
en vorm. De geschikte flenzen ondersteunen de slijpschijf en verminderen zo het gevaar dat de
slijpschijf breekt. Flenzen voor doorslijpschijven kunnen zich onderscheiden van de flenzen voor
andere slijpschijven.
Gebruik geen versleten slijpschijven van groter elektrisch gereedschap. Slijpschijven voor
groter elektrisch gereedschap zijn niet geschikt voor de hogere toerentallen van kleiner elektrisch
gereedschap en kunnen breken.
2.1.3 Aanvullende veiligheidsvoorschriften
Veiligheid van personen
Aanpassingen of veranderingen aan het apparaat zijn niet toegestaan.
Houd de handgrepen droog, schoon en vrij van olie en vet.
Controleer dat de zijhandgreep op de juiste manier is gemonteerd en volgens de voorschriften is
bevestigd. Houd het apparaat altijd met beide handen vast aan de daarvoor bestemde handgrepen.
Neem pauzes en doe ontspannings- en vingeroefeningen, voor een betere doorbloeding van uw vingers.
Het apparaat is niet bestemd voor gebruik door zwakke personen zonder instructie.
Houd het apparaat uit de buurt van kinderen.
Raak geen draaiende delen aan. Schakel het apparaat pas in het werkgebied in. Het aanraken van
draaiende delen, met name draaiend gereedschap, kan lichamelijk letsel tot gevolg hebben.
Door slijpen kan gevaarlijk slijpstof ontstaan. Stel alvorens met het slijpen te beginnen de gevarenklasse
vast van het stof dat tijdens het werken vrijkomt. Gebruik voor het werken met het apparaat zo
mogelijk een stofafzuiging met een officieel goedgekeurde veiligheidsclassificatie die overeenkomt met
de betreffende lokale bepalingen inzake de beveiliging tegen stof.
Printed: 24.11.2017 | Doc-Nr: PUB / 5139904 / 000 / 04
6 Nederlands
Stof van materiaal zoals loodhoudende verf, sommige houtsoorten, beton / metselwerk / kwartshoudend
gesteente, mineralen en metaal kunnen schadelijk voor de gezondheid zijn. Het in contact komen met
of het inademen van stof kan leiden tot allergische reacties en/of aandoeningen van de luchtwegen bij
de gebruiker of personen die zich in de buurt bevinden. Bepaald stof, zoals eiken- of beukenstof, staat
bekend als kankerverwekkend, in het bijzonder in combinatie met houtbewerkingsmiddelen (chromaat,
houtbeschermingsmiddelen). Asbesthoudend materiaal mag alleen door vakkundig personeel worden
behandeld. Maak indien mogelijk gebruik van een stofafzuiging. Om een betere stofafzuiging te
verkrijgen, gebruikmaken van een geschikte mobiele stofafzuiging. Zo nodig een ademmasker
dragen dat geschikt is voor de betreffende stof. Zorg voor een goede ventilatie van het werkgebied.
Neem de in uw land geldende voorschriften voor de te bewerken materialen in acht.
Verwijder uitstekende delen zoals nagels, schroeven, enz. zorgvuldig alvorens met de slijpwerkzaamhe-
den te beginnen.
Tijdens het slijpen kunnen vonken ontstaan. Let erop dat personen in gevaar komen.
Gebruik en onderhoud van elektrisch gereedschap
Borg het werkstuk. Gebruik spaninrichtingen of een bankschroef om het werkstuk vast te zetten. Op
deze manier zit het beter vast dan met de hand, en bovendien heeft u beide handen vrij om het apparaat
te bedienen.
Controleer voor elke ingebruikneming, ook na een pauze, dat het gereedschap vastzit.
Elektrische veiligheid
Controleer het werkgebied, voordat u begint te werken, op verdekt liggende elektrische leidingen en gas-
en waterleidingen, bijv. met een metaaldetector. Externe metalen delen van het apparaat kunnen onder
spanning komen te staan als u bijv. een elektrische leiding beschadigt. Dit vormt een ernstig gevaar van
een elektrische schok.
Trek tijdens het gebruik van het slijpapparaat DG 150 nooit onder belasting de stekker uit de netaansluiting
DPC 20.
Controleer regelmatig het netsnoer van het apparaat en laat dit in geval van beschadiging vervangen
door een erkend vakman. Wanneer het netsnoer van het elektrisch gereedschap beschadigd is, dient dit
door een speciaal vervaardigd en goedgekeurd netsnoer te worden vervangen. Dit kan verkregen worden
bij de klantenservice. Controleer de verlengsnoeren regelmatig en vervang deze wanneer ze beschadigd
zijn. Wordt het net- of verlengsnoer tijdens de werkzaamheden beschadigd, dan mag u het snoer niet
aanraken. Haal de netstekker uit het stopcontact. Beschadigde net- en verlengsnoeren houden het risico
van een elektrische schok in.
Laat vuile apparaten bij een veelvuldige bewerking van geleidend materiaal regelmatig door de Hilti-
service controleren. Vocht of stof dat zich aan het oppervlak van het apparaat hecht, met name van
geleidend materiaal, kan onder ongunstige omstandigheden tot een elektrische schok leiden.
Persoonlijke veiligheid
Zorg voor een goede ventilatie van het werkgebied. Het wordt geadviseerd een ademmasker met
filterklasse P2 te dragen.
De diamant-komschijf en onderdelen van de beschermkap en het apparaat (tandwielkop) kunnen tijdens
het gebruik heet worden. Raak deze onderdelen alleen aan met werkhandschoenen, om brandwonden
te vermijden.
Printed: 24.11.2017 | Doc-Nr: PUB / 5139904 / 000 / 04
Nederlands 7
3 Beschrijving
3.1 Productoverzicht
Printed: 24.11.2017 | Doc-Nr: PUB / 5139904 / 000 / 04
8 Nederlands
@
Aan-/uitschakelaar
;
Zijhandgreep
=
Beschermkap compleet
%
Klemband
&
Spanhendel
(
LED-indicator
)
Apparaatstekker
+
Toerentalschakelaar (stand 1 en 2)
§
Zijhandgreep-fixeerbout
/
Stelbout
Printed: 24.11.2017 | Doc-Nr: PUB / 5139904 / 000 / 04
Nederlands 9
3.2 Onderdelen en bedieningselementen
:
Spansleutel
Spanmoer
Printed: 24.11.2017 | Doc-Nr: PUB / 5139904 / 000 / 04
10 Nederlands
$
Diamant-komschijf
£
Lamellenafdichting klein
|
Spanflens
¡
Lamellenafdichting groot
Q
Bevestigingsring
W
Spindel
E
Borgring
R
Onderste gedeelte beschermkap
T
Bovenste gedeelte beschermkap
Z
Spindelblokkeerknop
3.3 Onderdelen, weergave- en bedieningselementen
U
LED-indicator
I
Netsnoer
O
Geleidingsstuk
P
Handgreep
Ü
Klempunt voor snoeren
[
Stopcontact met klep
]
Vergrendelingsnok
3.4 Correct gebruik
Het beschreven product is een elektrisch aangedreven diamant-slijpapparaat. Het is bestemd voor het
professioneel slijpen van minerale ondergronden. Het slijpapparaat DG 150 kan alleen gezamenlijk met de
omvormer DPC 20 worden gebruikt. Om een optimale stofafzuiging te garanderen, dient een stofzuiger te
worden gebruikt.
Het slijpapparaat is uitsluitend bestemd voor het droog verwijderen van niet-gecoate minerale ondergronden
en van dunne coatings op beton en vergelijkbare minerale ondergronden met een maximale dikte van de
coating van 3 mm (0,12 in).
3.5 Mogelijk onjuist gebruik
Het product mag niet in een explosieve omgeving worden gebruikt.
Het product mag niet voor natslijpen worden gebruikt.
Het product mag niet worden gebruikt voor het bewerken van stoffen die schadelijk zijn voor de gezondheid
of licht ontvlambaar zijn (bijv. asbest, magnesium, hout).
3.6 Standaard leveringsomvang
Slijpapparaat DG 150, omvormer DPC 20, spanflens, spanmoer, spansleutel, handleiding.
Andere voor uw product vrijgegeven systeemproducten vindt u in uw Hilti Store, of online onder:
www.hilti.group | USA: www.hilti.com
4 Technische gegevens
4.1 Technische gegevens DG 150
Nominaal toerental stand I
4.700 omw/min
Nominaal toerental stand II
6.600 omw/min
Gewicht DG 150 conform EPTA-procedure 01/2003
4,1 kg
Printed: 24.11.2017 | Doc-Nr: PUB / 5139904 / 000 / 04
Nederlands 11
Veiligheidsklasse (EN 60745 1)
Elektrische veiligheids-
klasse II (dubbele iso-
latie)
Snelstop na uitschakelen
≤ 2 s
Optimale afstand tussen lamellenafdichting en werkoppervlak
0 mm … 1 mm
4.2 Technische gegevens DPC 20
Aanwijzing
Bij aansluiting op een generator of transformator moet het afgegeven vermogen daarvan minstens
twee keer zo hoog zijn dan het op het typeplaatje van het apparaat aangegeven nominaal opgenomen
vermogen. De bedrijfsspanning van de transformator of generator moet te allen tijde binnen +5% en
-15% van de nominale spanning van het apparaat liggen.
De informatie geldt voor een nominale spanning van 230V. Bij afwijkende spanningen en landspecifieke
uitvoeringen kan de informatie verschillen. De nominale spanning en de frequentie, alsook het nominaal
opgenomen vermogen resp. de nominale stroom staan vermeld op het typeplaatje.
230 V
Nominale stroom
9,2 A
Opgenomen vermogen
2.100 W
Nominale frequentie
50 Hz
Gewicht DPC 20 conform EPTA-procedure 01/2003
3,4 kg
4.3 Geluidsinformatie en trillingswaarden volgens EN 60745
De in deze aanwijzingen aangegeven geluidsdruk- en trillingswaarden zijn gemeten overeenkomstig een
genormeerd meetproces en kunnen worden gebruikt voor een onderlinge vergelijking van elektrisch gereed-
schap. Ze zijn ook geschikt voor een voorlopige inschatting van de blootstellingswaarden. De vermelde
gegevens zijn representatief voor de belangrijkste gebruiksgebieden van het elektrisch gereedschap. Als
het elektrisch gereedschap echter wordt gebruikt voor andere toepassingen, met afwijkende inzetgereed-
schappen of als het onvoldoende wordt onderhouden, kunnen de gegevens afwijken. Hierdoor kunnen de
blootstellingswaarden over de gehele gebruiksperiode duidelijk worden verhoogd. Voor een nauwkeurige in-
schatting van de blootstellingswaarden moet ook rekening worden gehouden met de tijden waarin het appa-
raat is uitgeschakeld of weliswaar draait maar niet wordt gebruikt. Hierdoor kunnen de blootstellingswaarden
over de gehele gebruiksperiode duidelijk verminderen. Stel daarnaast aanvullende veiligheidsmaatregelen
vast ter bescherming van de gebruiker tegen de invloeden van geluid en/of trillingen, zoals: Onderhoud van
het elektrisch gereedschap en de inzetgereedschappen, warmhouden van handen, organisatie van de werk-
zaamheden.
Geluidsinformatie
Typisch A-gekwalificeerd geluidsemissieniveau (L
pA
)
88 dB(A)
Typisch Agekwalificeerd geluidsvermogensniveau (L
WA
)
99 dB(A)
Onzekerheid
3 dB
Trillingsinformatie
Triaxiale trillingswaarde
5,8 m/s²
Onzekerheid (K)
1,5 m/s²
5 Bediening
5.1 Werkvoorbereiding
ATTENTIE
Gevaar voor letsel! Onbedoeld in werking treden van het product.
Maak het netsnoer los, alvorens apparaatinstellingen uit te voeren of toebehoren te wisselen.
De veiligheidsinstructies en waarschuwingsaanwijzingen in deze documentatie en op het product in acht
nemen.
Printed: 24.11.2017 | Doc-Nr: PUB / 5139904 / 000 / 04
12 Nederlands
5.1.1 Beschermkap instellen
1. Plaats het apparaat op het werkoppervlak.
2. Open de spanhendel.
3. Draai de bevestigingsring met lamellenafdichting, tot de optimale afstand tussen lamellenafdichting en
werkoppervlak is ingesteld.
4. Draai de beschermkap in de gewenste stand.
5. Sluit de spanhendel.
Aanwijzing
Wanneer de beschermkap als de hendel gesloten is niet vastzit, kan de klemband worden
nagespannen door de stelschroef met een schroevendraaier rechtsom te draaien.
Wanneer de beschermkap als de hendel geopend is niet kan worden bewogen, kan de klemband
worden gelost door de stelschroef met een schroevendraaier linksom te draaien.
5.1.2 Beschermkap instellen voor randbewerking
1. Open de spanhendel.
2. Verdraai het bovenste gedeelte van de beschermkap ten opzichte van het onderste gedeelte tot de
gewenste positie is bereikt.
3. Plaats het apparaat op het werkoppervlak.
4. Verdraai de bevestigingsring met lamellenafdichting, tot de optimale afstand tussen lamellenafdichting
en werkoppervlak is ingesteld.
5. Sluit de spanhendel.
Aanwijzing
Tijdens randbewerking kan er meer stof uit de beschermkap komen.
5.1.3 Zijhandgreep instellen
1. Maak de zijhandgreep los door de fixeerschroef linksom te draaien.
2. Zwenk de zijhandgreep vooruit of achteruit tot de gewenste positie bereikt is.
3. Fixeer de zijhandgreep door de fixeerschroef rechtsom te draaien.
5.1.4 Diamant komschijf monteren
1. Breng de spanflens met de O-vormige opening vooruit op de spindel aan, zodat de spanflens volledig
vergrendelt.
2. Zet de slijpschijf op de centreerrand van de spanflens.
3. Breng de spanmoer rechtsom aan en zet de spanmoer vast met de spansleutel tegen de weerstand van
de aandrijving in.
5.1.5 Diamant-komschijf demonteren
1. Druk de spindelblokkeerknop in en houd deze ingedrukt.
2. Draai de spanmoer los door de spansleutel aan te brengen en deze linksom te draaien.
3. Verwijder de spanmoer.
4. Laat de spindelblokkeerknop los en verwijder de diamant-komschijf.
5.2 Werkzaamheden
5.2.1 Toerental van de diamant-komschijf instellen
1. Gebruik stand I voor het afslijpen van zachte minerale ondergronden, zoals bijv. verf op cement, voor een
verbeterde stofafzuiging en bij het verwijderen van coatings op zachte ondergronden om het apparaat
gemakkelijker te kunnen hanteren.
2. Gebruik stand II voor het wegslijpen van harde minerale ondergronden, zoals beton, estrik of steen, om
het volle vermogen van het gereedschap te kunnen gebruiken.
5.2.2 Apparaat inschakelen
1. Sluit het slijpapparaat aan op de bouwstofzuiger.
2. Steek de apparaatstekker van het slijpapparaat in het stopcontact van de DPC 20.
Printed: 24.11.2017 | Doc-Nr: PUB / 5139904 / 000 / 04
Nederlands 13
3. Steek de netstekker van de DPC 20 in een stopcontact.
LED brandt groen.
4. Til het apparaat van het werkoppervlak.
5. Schuif de aan-/uitschakelaar naar voren in de stand Aan (I).
De aan-/uitschakelaar vergrendelt in de stand Aan (I).
5.2.3 Testen van nieuwe diamant-komschijven
ATTENTIE
Gevaar voor letsel. Beschadigde diamant-komschijven kunnen loskomen.
Geen trillende diamant-komschijven gebruiken en de diamant-komschijf beschermen tegen klap-
pen, stoten en vet.
Laat het apparaat minstens 1 minuut zonder belasting draaien.
5.2.4 Slijpen
1. Gebruik het slijpapparaat altijd dicht bij de ondergrond.
2. Beweeg het apparaat heen en weer.
3. Werk met gematigde druk en druk het apparaat niet in het materiaal.
5.2.5 Apparaat uitschakelen
1. Druk de aan-/uitschakelaar in.
Na het loslaten springt de aan-/uitschakelaar in de uit-stand (0).
2. Haal de stekker uit het stopcontact.
3. Maak, bij gebruik van een bouwstofzuiger, de slangverbinding tussen het apparaat en de bouwstofzuiger
los.
6 Verzorging van het product
Het slijpapparaat, met name de greepgedeelten, droog, schoon en vrij van olie en vet houden. Geen
siliconenhoudende reinigingsmiddelen gebruiken.
Gebruik het slijpapparaat nooit met verstopte ventilatiesleuven. Reinig de ventilatiesleuven voorzichtig
met een droge borstel. Het binnendringen van vuildeeltjes in het product voorkomen.
Reinig de buitenkant van het apparaat regelmatig met een licht vochtige doek. Gebruik geen sproeiap-
paraat, stoomstraalapparaat of stromend water voor het reinigen.
6.1 Lamellenafdichting beschermkap demonteren
1. Demonteer de diamant-komschijf. → Pagina 12
2. Druk de drie klemlippen van de bevestigingsring met een schroevendraaier over de rand van de
beschermkap.
3. Verwijder de grote lamellenafdichting uit de bevestigingsring.
4. Druk met een schroevendraaier in de twee openingssleuven aan de buitenzijde van de beschermkap en
maak de kleine lamellenafdichting los.
6.2 Lamellenafdichting beschermkap monteren
1. Verwijder grote stofdeeltjes uit de bevestigingsopeningen.
2. Druk de kleine lamellenafdichting in de geleiding van de beschermkap tot deze vergrendelt.
3. Leg de grote lamellenafdichting in de groef van de bevestigingsring.
4. Druk de bevestigingsring met lamellenafdichting over de rand van de beschermkap tot deze vergrendelt.
7 Hulp bij storingen
7.1 DG 150
Storing Mogelijke oorzaak Remedie
Apparaat kan niet worden
ingeschakeld.
Netstroom was onderbroken. Schuif de aan-/uitschakelaar
eerst in de stand Uit (0) en
vervolgens in de stand Aan (I).
Printed: 24.11.2017 | Doc-Nr: PUB / 5139904 / 000 / 04
14 Nederlands
Storing Mogelijke oorzaak Remedie
Apparaat heeft niet het volle-
dig vermogen.
Netspanning is te gering. Selecteer de passende span-
ningsbron.
LED knippert rood. Apparaat is oververhit. Schakel het apparaat uit en laat
het afkoelen, tot de rode LED
dooft.
Veel stof ontsnapt aan de
beschermkap.
Er is geen stofzuiger aangesloten. Sluit een stofzuiger aan.
Lamellenafdichting ligt niet gelijk
met de ondergrond, zodat stof tus-
sen de beschermkap en de onder-
grond kan ontsnappen.
Pas de beschermkap aan het
werkoppervlak aan.
Lamellenafdichting is versleten. Vervang de lamellenafdichting.
Zuigvermogen van de stofzuiger
is te gering, omdat het filter sterk
vervuild is.
Als de automatische filterrei-
niging gedeactiveerd is, de
automatische filterreiniging ac-
tiveren en de stofzuiger langer
dan 30 seconden laten werken.
Laat de stofzuiger met dicht-
gehouden slang 30 seconden
werken.
Spoel het filter V 20/40 uni-
verseel en het filter VC 20/40
performance met een water-
slang af. Nooit het filter aan
een wand of op de vloer uit-
kloppen, omdat daardoor zeer
kleine gaatjes ontstaan, die stof
doorlaten.
Vervang het filter.
Zuigvermogen van de stofzuiger is
te gering, omdat een verkeerd filter
is aangebracht.
Gebruik het filter V 20/40
universeel of het filter VC 20/40
performance, wanneer u water,
zaagslib of vochtig vuil moet
opzuigen.
Gebruik het filter VC 20/40
performance, wanneer u grote
hoeveelheden mineraalstof (bijv.
bij het schuren, splijten of het
opzuigen van cement) moet
opzuigen.
Zuigvermogen van de stofzuiger is
te gering, omdat bijzonder verstop-
pend materiaal wordt geslepen.
Gebruik een filter VC 20/40
performance of een stoffilterzak.
Slangaansluiting van de stof-
zuiger past niet bij het slijpap-
paraat.
Verkeerde slangaansluiting Vervang de afzuigadapter.
Voortgang van het werk
neemt af.
Diamant komschijf is bot. Polijst de segmenten, door deze
met een abrasief materiaal (Hilti
slijpplaat of abrasief kalksteen)
te slijpen.
Slijpapparaat laat
ongewenste slijpsporen in het
materiaal achter.
Komschijf is te agressief. Gebruik een zachtere komschijf.
Printed: 24.11.2017 | Doc-Nr: PUB / 5139904 / 000 / 04
Nederlands 15
7.2 DPC 20
Storing Mogelijke oorzaak Remedie
LED brandt niet. Netstekker is niet correct aange-
sloten.
Steek de stekker in het stop-
contact.
Toevoerkabel is defect. Laat de DPC 20 bij de Hilti
Service controleren.
Geen spanningsvoorziening van de
DPC 20.
Zorg ervoor dat de schakelaar
van de stofzuiger op AUTO
staat, wanneer de DPC 20 op
een stofzuiger is aangesloten.
LED knippert groen.
Apparaat heeft niet het volle-
dig vermogen.
Netspanning is te gering. Selecteer de passende span-
ningsbron.
Verlengsnoer heeft een te kleine
diameter.
Gebruik een verlengsnoer met
voldoende diameter.
LED knippert rood. Apparaat is oververhit of er zijn
onregelmatigheden bij de stroom,
spanning of temperatuur.
Schakel het apparaat uit en laat
het afkoelen, tot de groene LED
weer brandt.
Als de groene LED niet brandt,
de uitgangszekeringen contro-
leren.
7.3 Niet vermelde storing
Bij storingen die niet in deze tabellen zijn aangegeven of die niet zelf kunnen worden verholpen, kunt u
zich tot onze Hilti Service wenden.
8 RoHS (richtlijn voor het beperken van het gebruik van gevaarlijke stoffen)
Onder de volgende link vindt u de tabel met gevaarlijke stoffen: qr.hilti.com/r2654.
Aan het einde van deze documentatie vindt u een link naar de RoHS-tabel, als QR-code.
9 Recycling
Hilti apparaten zijn voor een groot deel vervaardigd uit materialen die kunnen worden gerecycled. Voor
recycling is een juiste materiaalscheiding noodzakelijk. In een groot aantal landen neemt Hilti uw oude
apparaat voor recycling terug. Vraag hiernaar bij de klantenservice van Hilti of bij uw verkoopadviseur.
Geef elektrisch gereedschap niet met het huisvuil mee!
10 Fabrieksgarantie
Neem bij vragen over de garantievoorwaarden contact op met uw lokale Hilti dealer.
Printed: 24.11.2017 | Doc-Nr: PUB / 5139904 / 000 / 04
16 Nederlands
Printed: 24.11.2017 | Doc-Nr: PUB / 5139904 / 000 / 04
Printed: 24.11.2017 | Doc-Nr: PUB / 5139904 / 000 / 04
Hilti = registered trademark of Hilti Corp., Schaan
**
20171011
Printed: 24.11.2017 | Doc-Nr: PUB / 5139904 / 000 / 04
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20

Hilti DG 150 Handleiding

Categorie
Elektrisch gereedschap
Type
Handleiding

Andere documenten