NEDERLANDS
74
BEWAAR ALLE WAARSCHUWINGEN EN
INSTRUCTIESOM LATER TE RAADPLEGEN
De term ‘elektrisch gereedschap’ in alle
onderstaande waarschuwingen verwijst naar uw
elektrisch gereedschap met netvoeding (met snoer)
of accugedreven (draadloos) elektrisch gereedschap.
1) VEILIGHEID VAN HET WERKGEBIED
a) Houd het werkgebied schoon en zorg
voor goede verlichting. Rommelige of
donkere plekken vragen om ongevallen.
b) Gebruik geen elektrisch gereedschap in
een explosief-gevoelige omgeving, zoals
in de buurt van brandbare vloeistoffen,
gassen of stof. Elektrisch gereedschap
creëert vonken waardoor stof of dampen
vlam kunnen vatten.
c) Houd kinderen en omstanders uit de
buurt tijdens het gebruik van elektrisch
gereedschap. Verstrooidheid kan leiden tot
verlies van controle over het gereedschap.
2) ELEKTRISCHE VEILIGHEID
a) Stekkers van elektrische werktuigen
mogen alleen worden gebruikt in een
geschikt stopcontact. Pas de stekker
op geen enkele manier aan. Gebruik
geen adapterstekkers met een geaard
elektrisch werktuig. Ongemodificeerde
stekkers en bijpassende stopcontacten
verminderen het risico van elektrische
schokken.
b) Vermijd lichaamscontact met geaarde
oppervlakten zoals leidingen, radiatoren,
fornuizen en koelkasten. Er bestaat een
verhoogd risico voor elektrische schokken als
uw lichaam geaard is.
c) Stel elektrische werktuigen niet bloot aan
regen of water. Als er water in elektrische
werktuigen terechtkomt, neemt het risico van
een elektrische schok toe.
d) Gebruik het snoer niet verkeerd. Gebruik
het snoer nooit om een elektrisch
werktuig te verplaatsen, te slepen of de
stekker uit het stopcontact te trekken.
Houd het snoer uit de buurt van hitte,
olie, scherpe kanten of bewegende delen.
Beschadigde of verwarde snoeren verhogen
het risico van een elektrische schok.
e) Als u een elektrisch werktuig buiten
bedient, gebruik dan een verlengsnoer dat
geschikt is voor gebruik in de open lucht.
Het gebruik van een snoer dat geschikt is
voor gebruik in de open lucht, vermindert het
risico van een elektrische schok.
f) Indien het bedienen van een elektrisch
gereedschap in een vochtige plaats
niet kan worden vermeden, gebruik dan
een voeding beschermd door een RCD
(residustroomapparaat). Het gebruik van
een RCD verlaagt het risico van elektrische
schokken.
3) PERSOONLIJKE VEILIGHEID
a) Blijf alert, kijk naar wat u doet en gebruik
uw gezond verstand als u elektrische
werktuigen gebruikt. Gebruik geen
elektrische werktuigen als u moe of
onder de invloed van drugs, alcohol
of medicijnen bent. Een moment van
onoplettendheid tijdens het gebruik van een
elektrisch werktuig kan leiden tot ernstig
letsel.
b) Gebruik een beschermende uitrusting.
Draag altijd oogbescherming. Het
gebruik van veiligheidsuitrustingen zoals een
stofmasker, antislip-veiligheidsschoenen, een
helm of gehoorbescherming, vermindert de
kans op letsels.
c) Vermijd dat het werktuig onopzettelijk
start. Zorg ervoor dat de schakelaar in
de stand ‘uit’ is voordat u aansluit op de
stroombron en/of accu bij het opnemen
of verdragen van het gereedschap. Als
u elektrische werktuigen met uw vinger op
de schakelaar verplaatst, of een elektrisch
werktuig aansluit met de schakelaar al aan,
kan dit ongevallen tot gevolg hebben.
d) Verwijder alle afstelsleutels of
moersleutels voordat u het elektrische
werktuig aanzet. Een moersleutel of
afstelsleutel die nog vastzit aan een draaiend
onderdeel van het elektrische werktuig, kan
tot letsels leiden.
e) Reik niet te ver. Sta stevig op de
grond en behoud voortdurend uw
evenwicht. Hierdoor hebt u in onverwachte
omstandigheden een betere controle over
het elektrische werktuig.
f) Draag geschikte kleding. Draag geen
losse kleding of sieraden. Houd uw haar,
kleding en handschoenen uit de buurt van
bewegende onderdelen. Losse kleding,
sieraden of lang haar kunnen vastraken in
bewegende onderdelen.
g) Als er hulpmiddelen zijn geleverd voor
de verbinding van voorzieningen voor
stofafvoer en stofverzameling, zorg
dan ervoor dat ze aangesloten zijn en
op de juiste manier worden gebruikt.
Stofverzameling kan aan stof gerelateerde
gevaren beperken.
4) HET GEBRUIK EN ONDERHOUD VAN ELEKTRISCHE
WERKTUIGEN
a) Forceer het elektrische werktuig niet.
Gebruik het juiste elektrische werktuig