KTM Freeride E-XC 2017 de handleiding

Type
de handleiding
BEDIENINGSHANDLEIDING 2017
Freeride E-XC
Artikelnr. 3213486nl
BESTE KTM KLANT, 1
*3213486nl*
3213486nl
12/2016
BESTE KTM KLANT,
Hartelijk gefeliciteerd met de aankoop van uw KTM-motorfiets. U bent nu in het bezit van een moderne sportieve motorfiets en we zijn er
zeker van dat u er veel plezier mee zult beleven, mits u de motorfiets goed onderhoudt.
We wensen u veel rijplezier!
Hieronder het serienummer van uw voertuig invullen.
Framenummer ( pag. 15) Stempel dealer
Motornummer ( pag. 15)
Lees deze bedieningshandleiding zorgvuldig door, wees altijd voorzichtig in de omgang met het voertuig en neem bij twijfel contact op met
een geautoriseerde KTM-garage.
Deze bedieningshandleiding is bedoeld als technische handleiding, geeft een toelichting op belangrijke veiligheidsaspecten en een over-
zicht van de belangrijkste functies. Deze bedieningshandleiding is uitsluitend bedoeld voor particuliere klanten. Deze bedieningshandlei-
ding geldt niet voor personen die het voertuig zakelijk gebruiken.
De bedieningshandleiding komt op het tijdstip dat deze ter perse gaat overeen met de nieuwste stand van het model. Kleine afwijkingen
die het resultaat zijn van een constructieve ontwikkeling van de motorfietsen kunnen echter niet worden uitgesloten.
Alle hier genoemde gegevens zijn vrijblijvend. KTM Sportmotorcycle GmbH houdt zich het recht voor technische gegevens, prijzen, kleu-
ren, vormen, materialen, dienst- en serviceverlening, constructies, uitrustingen en dergelijke zonder voorafgaande aankondiging en zonder
opgave van redenen te wijzigen resp. zonder vergoeding te annuleren, deze aan te passen aan de plaatselijke situatie of de productie van
een bepaald model zonder voorafgaande aankondiging te beëindigen. KTM is niet aansprakelijk voor leveringsmogelijkheden, afwijkingen
van afbeeldingen en beschrijvingen, drukfouten en vergissingen. De afgebeelde modellen zijn voor een deel voorzien van speciale uitrustin-
gen die niet standaard bij de leveringsomvang horen.
© 2016 KTM Sportmotorcycle GmbH, Mattighofen Oostenrijk
Alle rechten voorbehouden
Nadruk, ook gedeeltelijk, en vermenigvuldigingen van welke aard dan ook zijn uitsluitend toegestaan met toestemming van de auteur.
ISO 9001(12 100 6061)
KTM past processen voor kwaliteitsbewaking toe, zoals bedoeld in de internationale norm voor kwaliteitsmanagement ISO
9001, die tot een zo hoog mogelijke productkwaliteit leiden.
Afgegeven door: TÜV Management Service
KTM Sportmotorcycle GmbH
5230 Mattighofen, Oostenrijk
Dit document is geldig voor de volgende modellen:
Freeride EXC EU (F3001Q1)
INHOUDSOPGAVE 2
INHOUDSOPGAVE
1 SYMBOLEN EN FORMATERINGEN................................ 4
1.1 Gebruikte pictogrammen.................................... 4
1.2 Gebruikte formatering........................................ 4
2 VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN ....................................... 5
2.1 Gebruiksdefinitie - beoogd gebruik...................... 5
2.2 Veiligheidsaanwijzingen..................................... 5
2.3 Gevarenniveau en pictogrammen ........................ 5
2.4 Veiligheidsaanwijzingen en
waarschuwingsstickers....................................... 6
2.5 Waarschuwing voor manipulaties ........................ 8
2.6 Veilig gebruik ................................................... 8
2.7 Vallen of ongeval............................................... 9
2.8 Beschermende kleding ...................................... 9
2.9 Werkzaamheden aan het voertuig, de motor en
de lithium-ionaccu (KTM PowerPack).................. 9
2.10 Milieu.............................................................. 9
2.11 Bedieningshandleiding .................................... 10
2.12 Gevaar voor brand ........................................... 10
3 BELANGRIJKE AANWIJZINGEN .................................. 11
3.1 Garantie......................................................... 11
3.2 Verbruiksstoffen, hulpstoffen ........................... 11
3.3 Reserveonderdelen, toebehoren ........................ 11
3.4 Service .......................................................... 11
3.5 Afbeeldingen .................................................. 11
3.6 Klantenservice................................................ 11
3.7 Voedingsspanning ........................................... 12
3.8 Nieuwe KTM PowerPack .................................. 12
3.9 Rijden bij lage temperaturen ............................ 12
4 AFBEELDING VOERTUIG............................................ 13
4.1 Afbeelding voertuig linksvoor (symbolische
weergave)....................................................... 13
4.2 Afbeelding voertuig rechtsachter (symbolische
weergave)....................................................... 14
5 SERIENUMMERS....................................................... 15
5.1 Framenummer ................................................ 15
5.2 Typeplaatje .................................................... 15
5.3 Motornummer................................................. 15
5.4 Artikelnummer voorvork ................................... 15
5.5 Artikelnummer schokdemper............................ 15
5.6 Accu-identificatienummer................................ 16
6 BEDIENINGSELEMENTEN.......................................... 17
6.1 Hendel voorwielrem......................................... 17
6.2 Hendel achterwielrem...................................... 17
6.3 Gashendel...................................................... 17
6.4 Hoofdschakelaar ............................................. 17
6.5 Startknop ....................................................... 17
6.6 Claxonknop .................................................... 18
6.7 Lichtschakelaar .............................................. 18
6.8 Richtingaanwijzerschakelaar ............................ 18
6.9 Zijstandaard ................................................... 18
6.10 Contactslot..................................................... 19
6.11 Stuurslot........................................................ 19
6.12 Stuur vergrendelen.......................................... 19
6.13 Stuur ontgrendelen ......................................... 20
7 DISPLAYS ................................................................. 21
7.1 Multifunctioneel display .................................. 21
7.1.1 Multifunctioneel display .............................. 21
7.1.2 MapSelectknop ........................................ 21
7.1.3 Rijmodusindicatie....................................... 21
7.1.4 Elektromotorcontrolelampje (MIL) ................ 22
7.1.5 Laadtoestandindicatie ................................. 22
7.1.6 Vermogensreductie...................................... 22
7.2 overzicht ........................................................ 23
7.2.1 Controlelampjes-overzicht............................ 23
7.3 Tachometer .................................................... 23
7.3.1 Overzicht ................................................... 23
7.3.2 Activering .................................................. 23
7.3.3 Melding op tachometer................................ 24
7.3.4 Tachometer instellen................................... 24
7.3.5 kilometer of mijl instellen ............................ 25
7.3.6 Tijd instellen .............................................. 25
7.3.7 Service-indicatie instellen............................ 25
7.3.8 Snelheid, tijd en DST afstand 1 ................... 26
7.3.9 Snelheid, tijd en DST2 afstand 2 ................. 26
7.3.10 AVG gemiddelde snelheid, ART rij-uren en
ODO totale afstand...................................... 27
8 INBEDRIJFSTELLING................................................. 28
8.1 Aanwijzingen voor eerste inbedrijfname............. 28
9 RIJ-INSTRUCTIES...................................................... 29
9.1 Controle en onderhoud voor iedere
inbedrijfstelling .............................................. 29
9.2 Starten .......................................................... 29
9.3 Beginnen met rijden........................................ 30
9.4 Afremmen ...................................................... 30
9.5 Stoppen, parkeren........................................... 31
9.6 Voertuig uitschakelen ...................................... 31
9.7 Voertuig transporteren ..................................... 32
9.8 KTM PowerPack transporteren.......................... 32
10 SERVICESCHEMA...................................................... 33
10.1 Serviceschema................................................ 33
10.2 Servicewerkzaamheden (als aanvullende
opdracht) ....................................................... 34
11 CHASSIS AFSTELLEN ................................................ 35
11.1 Basisinstelling chassis voor bestuurdersgewicht
controleren..................................................... 35
11.2 Ingaande demping schokdemper ...................... 35
11.3 Ingaande demping low speed van de
schokdemper instellen..................................... 35
11.4 Ingaande demping high speed van de
schokdemper instellen ................................. 36
11.5 Uitgaande demping schokdemper instellen........ 37
11.6 Maat achterwiel zonder belasting bepalen ......... 37
11.7 Statische veerweg schokdemper controleren ...... 38
11.8 Dynamische veerweg schokdemper
controleren..................................................... 38
11.9 Veervoorspanning schokdemper instellen ....... 38
11.10 Dynamische veerweg instellen ...................... 39
11.11 Basisinstelling voorvork controleren .................. 40
11.12 Ingaande demping voorvork instellen ................ 40
11.13 Uitgaande demping voorvork instellen ............... 41
11.14 Stuurstand ..................................................... 41
11.15 Stuurstand instellen .................................... 41
12 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS ........................ 43
12.1 Motorfiets met hefbok opkrikken ...................... 43
12.2 Motorfiets van hefbok nemen ........................... 43
12.3 Vorkpoten ontluchten ...................................... 43
12.4 Vuilschrapers vorkpoten reinigen ...................... 44
12.5 Vorkpoten demonteren ................................. 44
12.6 Vorkpoten monteren ..................................... 45
12.7 Voorvorkprotector demonteren .......................... 45
12.8 Voorvorkprotector monteren.............................. 46
12.9 Onderste kroonplaat demonteren ................... 46
12.10 Onderste kroonplaat monteren ...................... 47
12.11 Balhoofdlagerspeling controleren .................. 49
INHOUDSOPGAVE 3
12.12 Balhoofdlagerspeling instellen ...................... 50
12.13 Balhoofdlager smeren .................................. 50
12.14 Spatbord vooraan demonteren .......................... 50
12.15 Spatbord voor monteren................................... 51
12.16 Schokdemper demonteren ............................ 51
12.17 Schokdemper monteren ............................... 51
12.18 Zadel omhoog klappen..................................... 52
12.19 Zadel vergrendelen.......................................... 52
12.20 Spoiler demonteren......................................... 52
12.21 Spoiler monteren ............................................ 53
12.22 Afdekkap monteren ......................................... 53
12.23 Afdekkap verwijderen ...................................... 54
12.24 Vormring van ontladingsstekker controleren ....... 54
12.25 Kettingvervuiling controleren............................ 54
12.26 Ketting reinigen .............................................. 55
12.27 Kettingspanning controleren ............................ 55
12.28 Kettingspanning instellen ............................. 56
12.29 Ketting, kettingwiel, ketting-aandrijfwiel en
kettinggeleiding controleren ............................. 57
12.30 Frame controleren ....................................... 58
12.31 Achterbrug controleren ................................. 59
12.32 Rubberen stuurcovers controleren..................... 59
12.33 Rubberen stuurcovers vastzetten ...................... 59
13 REMSYSTEEM........................................................... 60
13.1 Vrije slag hendel voorwielrem controleren .......... 60
13.2 Vrije slag hendel voorwielrem instellen .............. 60
13.3 Remschijven controleren.................................. 60
13.4 Remvloeistofpeil voorwielrem controleren .......... 61
13.5 Remvloeistof van de voorwielrem bijvullen ..... 61
13.6 Remplaketten voorwielrem controleren .............. 62
13.7 Remplaketten voorwielrem vervangen ............ 62
13.8 Vrije slag hendel achterwielrem controleren ....... 65
13.9 Vrije slag hendel achterwielrem instellen ........... 65
13.10 Remvloeistofpeil achterwielrem controleren ....... 65
13.11 Remvloeistof achterwielrem bijvullen ............. 66
13.12 Remplaketten achterwielrem controleren........... 67
13.13 Remplaketten achterwielrem vervangen ......... 67
14 WIELEN, BANDEN ..................................................... 70
14.1 Voorwiel demonteren ................................... 70
14.2 Voorwiel monteren ....................................... 70
14.3 Achterwiel demonteren ................................ 71
14.4 Achterwiel monteren .................................... 72
14.5 Bandentoestand controleren............................. 73
14.6 Bandenspanning controleren............................ 73
14.7 Spaakspanning controleren .............................. 74
15 ELEKTRONICA........................................................... 75
15.1 12V-accu demonteren .................................. 75
15.2 12V-accu monteren ..................................... 75
15.3 12V-accu laden ........................................... 76
15.4 Zekeringen afzonderlijke stroomverbruikers
vervangen....................................................... 77
15.5 Koplampkap met koplamp demonteren ............. 78
15.6 Koplampkap met koplamp monteren................. 78
15.7 Lamp koplamp vervangen ................................ 79
15.8 Knipperlichtlamp vervangen (Optie:
Richtingaanwijzer rond) ................................... 80
15.9 Koplampstand controleren ............................... 81
15.10 Lichtbundelbreedte koplamp instellen............... 81
15.11 Batterij tachometer vervangen .......................... 81
16 KTM POWERPACK, ACCULADER................................. 83
16.1 KTM PowerPack demonteren............................ 83
16.2 KTM PowerPack monteren ............................... 83
16.3 Overzicht acculader voor KTM PowerPack.......... 84
16.4 Acculader opstellen......................................... 85
16.5 Foutstroom-veiligheidsschakelaar controleren .... 85
16.6 KTM PowerPack laden..................................... 86
16.7 KTM PowerPack in laadmodus Storage laden..... 88
16.8 Laadbus-beschermkap vervangen .................. 89
17 KOELSYSTEEM.......................................................... 91
17.1 Koelsysteem ................................................... 91
17.2 Antivries en koelmiddelpeil controleren ............. 91
17.3 Koelmiddelpeil controleren .............................. 92
17.4 Koelmiddel aftappen ................................... 92
17.5 Koelmiddel vullen ....................................... 93
18 MOTOR AFSTELLEN .................................................. 95
18.1 Rijmodus kiezen ............................................. 95
19 SERVICEWERKZAAMHEDEN MOTOR .......................... 96
19.1 Transmissieolie verversen ............................. 96
20 REINIGING, ONDERHOUD.......................................... 98
20.1 Motorfiets reinigen .......................................... 98
20.2 Controle en onderhoud voor rijden in de
winter ............................................................ 99
21 STALLING ............................................................... 100
21.1 Stalling........................................................ 100
21.2 Inbedrijfname na stalling ............................... 100
22 FOUTEN OPSPOREN................................................ 101
22.1 Fouten opsporen aan voertuig......................... 101
22.2 Fouten opsporen aan acculader ...................... 103
22.3 Fouten opsporen KTM PowerPack aan
acculader ..................................................... 104
23 TECHNISCHE GEGEVENS......................................... 105
23.1 Motor........................................................... 105
23.2 Aanhaalmomenten motor ............................... 105
23.3 Vulhoeveelheden........................................... 105
23.3.1 Cardanolie................................................ 105
23.3.2 Koelmiddel .............................................. 105
23.4 Chassis ........................................................ 105
23.5 Elektronica................................................... 106
23.6 Banden........................................................ 106
23.7 Voorvork....................................................... 107
23.8 Schokdemper ............................................... 107
23.9 Aanhaalmomenten chassis............................. 108
24 GEBRUIKSSTOFFEN ................................................ 109
25 HULPSTOFFEN........................................................ 110
26 NORMEN ................................................................ 111
27 LIJST MET VAKBEGRIPPEN ..................................... 112
28 LIJST MET AFKORTINGEN ....................................... 113
29 LIJST MET SYMBOLEN ............................................ 114
29.1 Gele of oranje pictogrammen.......................... 114
29.2 Groene en blauwe pictogrammen.................... 114
INDEX ............................................................................ 115
1 SYMBOLEN EN FORMATERINGEN 4
1.1 Gebruikte pictogrammen
Hieronder wordt het gebruik van bepaalde pictogrammen verklaard.
Kenmerkt een verwachte reactie (bijv. van een bepaalde handeling of functie).
Kenmerkt een onverwachte reactie (bijv. van een bepaalde handeling of functie).
Alle werkzaamheden die met dit pictogram zijn gekenmerkt vereisen vakkennis en technisch begrip. Laat de
werkzaamheden voor uw eigen veiligheid uitvoeren in een geautoriseerde KTM-garage! Daar wordt uw motorfiets
door speciaal geschoolde vakkundige medewerkers met het benodigde hulpgereedschap optimaal onderhouden.
Kenmerkt de verwijzing naar een pagina (op de aangegeven pagina vindt u meer informatie).
Kenmerkt een taak met verdere informatie of tips.
Kenmerkt het resultaat uit een test-/controlestap.
1.2 Gebruikte formatering
Hieronder worden de gebruikte letterformaten verklaard.
Eigennaam Kenmerkt een eigennaam.
Naam
®
Kenmerkt een beschermde naam.
Merk™ Kenmerkt een merk in het handelsverkeer.
Onderstreepte woorden Verwijzen naar technische details van het voertuig of kenmerken vaktermen die in de
begrippenlijst worden uitgelegd.
2 VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN 5
2.1 Gebruiksdefinitie - beoogd gebruik
De sportmotorfietsen van KTM zijn zodanig ontworpen en geconstrueerd dat ze bestand zijn tegen de gangbare belastingen bij offroad-
gebruik.
Info
Het voertuig is alleen in de gehomologeerde uitvoering toegelaten voor het rijden op de openbare weg.
Gebruik de lithium-ionaccu uitsluitend in het voertuig.
2.2 Veiligheidsaanwijzingen
Voor een veilige omgang met het voertuig dient u zich te houden aan enkele veiligheidsaanwijzingen. Lees deze handleiding daarom
zorgvuldig door. De veiligheidsaanwijzingen zijn geaccentueerd en met links gekoppeld aan de relevante plaatsen in de tekst.
Info
Op het voertuig zijn op goed zichtbare plaatsen verschillende stickers met aanwijzingen en waarschuwingen aangebracht. Deze
stickers met aanwijzingen en waarschuwingen nooit verwijderen. Als deze ontbreken kunt u of andere personen de gevaren niet
herkennen en daardoor letsel oplopen.
2.3 Gevarenniveau en pictogrammen
Gevaar
Waarschuwing voor een gevaar dat direct en met zekerheid overlijden of zwaar blijvend letsel tot gevolg heeft als u niet de
juiste voorzorgsmaatregelen neemt.
Waarschuwing
Waarschuwing voor een gevaar dat waarschijnlijk overlijden of zwaar letsel tot gevolg heeft als u niet de juiste voorzorgsmaatre-
gelen neemt.
Voorzichtig
Waarschuwing voor een gevaar dat mogelijk licht letsel tot gevolg heeft als u niet de juiste voorzorgsmaatregelen neemt.
Aanwijzing
Waarschuwing voor een gevaar dat aanmerkelijke schade aan machine of materiaal tot gevolg heeft als u niet de juiste voorzorgsmaat-
regelen neemt.
Waarschuwing
Waarschuwing voor een gevaar dat schade aan het milieu tot gevolg heeft als u niet de juiste voorzorgsmaatregelen neemt.
2 VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN 6
2.4 Veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingsstickers
C00853-10
Info
De veiligheidsaanwijzingen in de tekst zijn geaccentueerd. Op het voertuig zijn op goed zichtbare plaatsen waarschuwingsstic-
kers aangebracht. Verwijder geen waarschuwingsstickers, omdat u of andere personen anders bepaalde gevaren eventueel niet
herkennen en letsel kan/kunnen oplopen.
1 Multifunctioneel display
1 Kettingspanning
2 Hoogvoltcomponenten
3 Lithium-ionaccu
4 Hoogvoltcomponenten, verwijzing naar reparatiehandleiding
5 Eerste inbedrijfname
6 Hoogvoltcomponenten en elektrische schok, verwijzing naar bedieningshandleiding
7 Geschikte remvloeistof
8 Typeplaatje EU
9 Anti-manipulatiesticker
C00841-01
Multifunctioneel display
2 VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN 7
C00846-01
Kettingspanning
C00772-01
Hoogvoltcomponenten
C00773-01
Lithium-ionaccu
C00848-01
Hoogvoltcomponenten, verwijzing naar reparatiehandleiding
C00838-01
Eerste inbedrijfname
C00842-01
Hoogvoltcomponenten en elektrische schok, verwijzing naar bedieningshandleiding
2 VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN 8
C00845-01
Geschikte remvloeistof
C00849-01
Typeplaatje EU
C00850-01
Anti-manipulatiesticker
2.5 Waarschuwing voor manipulaties
Het is verboden wijzigingen aan het voertuig aan te brengen, omdat een veilig gebruik dan niet meer kan worden gegarandeerd.
Voorbeelden van manipulaties en wijzigingen die in strijd zijn met de wet:
1 Openen van de lithium-ionaccu (KTM PowerPack) of de motor.
2 Gebruik van het voertuig of de lithium-ionaccu (KTM PowerPack) in een niet correct onderhouden staat.
3 Gebruik van het voertuig of de lithium-ionaccu (KTM PowerPack) buiten de gebruiksdefinitie.
4 Gebruik van een beschadigde lithium-ionaccu (KTM PowerPack).
2.6 Veilig gebruik
Gevaar
Gevaar voor ongevallenBestuurders die niet geschikt zijn voor het verkeer vormen een gevaar voor zichzelf en voor anderen.
Rijd niet met het voertuig, als u door alcohol, drugs of medicijnen ongeschikt voor het verkeer bent.
Rijd niet met het voertuig, als u hiertoe fysiek of psychisch niet in staat bent.
Waarschuwing
Gevaar voor verbrandingSommige onderdelen van het voertuig worden bij gebruik van het voertuig zeer heet.
Raak geen onderdelen aan zoals radiateur, motor, stootdemper en remsysteem, totdat deze voertuigcomponenten zijn afge-
koeld.
Laat de voertuigcomponenten afkoelen voordat u werkzaamheden uitvoert.
Dit voertuig is een elektrische hoogvoltmotorfiets. Daarom dient u zich te houden aan enkele veiligheids- en onderhoudsaanwijzingen
die voortvloeien uit het gebruik van een elektrische motor.
Omdat dit voertuig geen motorrem heeft, gedraagt het voertuig zich als een fiets met vrijloop. Als de gashendel wordt gesloten, rolt het
voertuig zonder grotere vertraging door. De snelheid verlaagt afhankelijk van de rolweerstand en de luchtweerstand.
De hendel voor de achterwielrem bevindt zich links aan het stuur. Omdat dit voertuig geen versnellingsbak heeft, is er ook geen koppe-
ling.
2 VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN 9
Net als bij alle watergekoelde voertuigen stijgt de temperatuur tijdens het rijden afhankelijk van het gebruik, de buitentemperatuur en
de mate waarin de koelvlakken vervuild zijn. Als de temperatuur van de motor, de lithium-ionaccu of de elektronica de toegestane rij-
temperatuur overschrijdt, wordt het vermogen duidelijk gereduceerd. Het systeem beschermt zich zo tegen beschadiging door overver-
hitting. Net voordat de vermogensreductie intreedt, knippert de actieve rijmodusindicatie. Als de vermogensreductie actief is, branden
alle drie de rijmodusindicaties. Als alle componenten weer de normale rijtemperatuur hebben bereikt, is na een nieuwe start het volle-
dige systeemvermogen weer beschikbaar.
Gebruik het voertuig uitsluitend in technisch goede staat, op de boogde wijze, en veiligheids- en milieubewust.
Laat storingen, die de veiligheid beperken, onmiddellijk in een geautoriseerde KTM-garage verhelpen.
Let op de op het voertuig aangebrachte stickers met aanwijzingen en waarschuwingen.
2.7 Vallen of ongeval
Waarschuwing
Gevaar voor letselEen beschadigd voertuig kan van buiten spanningsgeleidend zijn.
Neem meteen contact op met de KTM-klantenservice als de lithium-ionaccu (KTM PowerPack) of de motor ernstig bescha-
digd is.
Als het voertuig op zijn kant ligt, schakelt het voertuig na zeven seconden van de toestand rijklaar naar de toestand startklaar. Om het
voertuig weer naar de toestand rijklaar te schakelen, het voertuig rechtop zetten en de startknop indrukken.
Als u met het voertuig bent gevallen of een ongeval heeft gehad moet hij daarna worden gecontroleerd, zoals altijd voordat u gaat rij-
den.
2.8 Beschermende kleding
Waarschuwing
Gevaar voor letselGeen of slechte beschermende kleding vormt een verhoogd risico.
Draag bij alle ritten geschikte, beschermende bekleding zoals helm, laarzen, handschoenen alsmede broek en jas met
bescherming.
Draag altijd beschermende kleding die zich in een goede staat bevindt en voldoet aan de wettelijke voorschriften.
2.9 Werkzaamheden aan het voertuig, de motor en de lithium-ionaccu (KTM PowerPack)
Waarschuwing
Gevaar voor letselBij werkzaamheden aan hoogvoltcomponenten bestaat gevaar voor een elektrische schok.
Voor werkzaamheden aan hoogvoltcomponenten zijn bijzondere scholingen, kwalificaties en gereedschappen nodig.
Laat alle werkzaamheden die niet beschreven en uitgelegd zijn, uitsluitend door KTM-specialisten uitvoeren.
Open noch de elektrische motor, noch de lithium-ionaccu (KTM PowerPack).
Waarschuwing
Gevaar voor letselHet voertuig is ook in de rijklare toestand zeer geruisarm.
Het voertuig zet zich ongecontroleerd in beweging als tijdens werkzaamheden aan het voertuig per ongeluk de gashendel
wordt aangeraakt.
De hoogvoltcomponenten van het voertuig zijn alleen gedeactiveerd als het voert met de hoofdschakelaar is uitgeschakeld.
Zorg ervoor dat het voertuig met hoofdschakelaar uitgeschakeld is en uitgeschakeld blijft voordat met de werkzaamheden
aan het voertuig wordt begonnen.
Verwijder de Power Pack uit het voertuig, voordat u begint met werkzaamheden aan het voertuig.
Beveilig het voertuig tegen manipulatie door onbevoegde personen terwijl u aan het voertuig werkt.
2.10 Milieu
Als u de rechten van anderen respecteert en het voertuig verantwoordelijk en legaal gebruikt, stelt u de toekomst van de motorsport
veilig en voorkomt u de meeste conflicten en problemen.
Houdt u zich bij het afvoeren van oude olie, andere verbruiks- en hulpstoffen en oude onderdelen aan de geldende wet- en regelgeving
in uw land.
Houdt u zich bij het afvoeren van de lithium-ionaccu (KTM PowerPack) en de 12V-accu aan de geldende wet- en regelgeving in het uw
land.
U kunt de KTM PowerPack gratis en milieuvriendelijk door een geautoriseerde KTM-dealer laten afvoeren.
Omdat motorfietsen niet onder de EU-richtlijn voor de afdanking van oude voertuigen vallen bestaat er geen wettelijke regeling voor
het afdanken van een oude motorfiets. Uw geautoriseerde KTM-dealer is u graag van dienst.
Elektrische apparaten zoals laders mogen niet bij het huisvuil worden gegooid. Elektrische apparaten moeten naar de daarvoor
bestemde verzamelpunten worden gebracht. Wendt u zich tot uw gemeente of tot uw geautoriseerde KTM-dealer.
2 VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN 10
2.11 Bedieningshandleiding
Lees deze bedieningshandleiding zorgvuldig en volledig door, voordat u met de motorfiets gaat rijden. In de bedieningshandleiding
vindt u veel informatie en tips die bediening, gebruik en onderhoud eenvoudiger maken. Alleen zo komt u te weten hoe u het voertuig
het beste afstelt op uw situatie en hoe u zich tegen letsel kunt beschermen.
Bewaar de bedieningshandleiding op een eenvoudig toegankelijke plaats, zodat u deze op ieder moment kunt raadplegen wanneer dat
nodig is.
Neem contact op met een geautoriseerde KTM-dealer wanneer u meer over het voertuig wilt weten of wanneer tijdens het lezen iets
niet duidelijk is.
De bedieningshandleiding is een belangrijk onderdeel van het voertuig en moet bij verkoop aan de nieuwe eigenaar worden gegeven.
2.12 Gevaar voor brand
Waarschuwing
Gevaar voor brandBeschadigde lithium-ionaccu's (KTM PowerPacks) vormen een brandgevaar.
Door een ernstige mechanische beschadiging kan er een celinterne kortsluiting en daarmee zelfontbranding ontstaan.
Neem meteen contact op met de KTM-klantenservice als de lithium-ionaccu (KTM PowerPack) ernstig beschadigd is.
Als de lithium-ionaccu (KTM PowerPack) intact, is bestaat voor dit voertuig geen bijzonder brandrisico.
Als het voertuig toch brandt, de brandweer inlichten, dat een elektrisch voertuig met lithium-ionaccu brandt.
3 BELANGRIJKE AANWIJZINGEN 11
3.1 Garantie
De in het serviceschema voorgeschreven werkzaamheden mogen uitsluitend in een geautoriseerde KTM-garage worden uitgevoerd en
moeten in het service- en garantieboekje en op KTM Dealer.net worden bevestigd, aangezien anders de aanspraak op garantie vervalt.
Bij schade of gevolgschade, die door manipulaties en/of wijzigingen aan het voertuig zijn veroorzaakt bestaat er geen aanspraak op
garantie.
Meer informatie over de garantie en de afwikkeling ervan vindt u in het service- en garantieboekje.
3.2 Verbruiksstoffen, hulpstoffen
Gebruik de in de bedieningshandleiding gespecificeerde verbruiks- en hulpstoffen (bijvoorbeeld brand- en smeerstoffen).
3.3 Reserveonderdelen, toebehoren
Gebruik voor uw eigen veiligheid alleen reserveonderdelen en toebehoren die door KTM zijn vrijgegeven en/of aanbevolen en laat deze
alleen in een geautoriseerde KTM-garage monteren. Voor andere producten en daardoor veroorzaakte schade is KTM niet aansprake-
lijk.
Enkele reserveonderdelen en toebehoren zijn bij de betreffende beschrijvingen tussen haakjes aangegeven. Uw geautoriseerde KTM-
dealer adviseert u graag.
De actuele KTM PowerParts voor uw voertuig vindt u op de KTM website.
Internationale KTM website: http://www.ktm.com
3.4 Service
Voorwaarde voor storingsvrij gebruik en het voorkomen van voortijdige slijtage is dat u zich houdt aan de in de bedieningshandleiding
genoemde service, onderhouds- en afstelwerkzaamheden. Door een onjuist afgesteld chassis kunnen chassiscomponenten beschadi-
gen of afbreken.
Wanneer het voertuig onder zwaardere omstandigheden wordt gebruikt zoals op zand of op een nat of modderig traject/terrein, kunnen
componenten zoals aandrijving, remsystemen of veringscomponenten duidelijk sneller verslijten. Daarom kan het nodig zijn onderde-
len reeds voor het bereiken van de volgende service-interval te controleren of te vervangen.
Het is belangrijk dat u zich strikt houdt aan de voorgeschreven service-intervallen. De inachtneming daarvan draagt in belangrijke
mate bij aan de verhoging van de levensduur van de motorfiets.
3.5 Afbeeldingen
De in de handleiding weergegeven afbeeldingen tonen deels speciale uitrustingen.
Voor een betere weergave en toelichting kunnen enkele onderdelen gedemonteerd of niet afgebeeld zijn. Voor de betreffende beschrij-
ving is het echter niet altijd noodzakelijk dat deze onderdelen worden gedemonteerd. Houdt u zich aan de aanwijzingen in de tekst.
3.6 Klantenservice
De geautoriseerde KTM-dealer beantwoordt graag uw vragen over uw voertuig of over KTM.
De lijst met geautoriseerde KTM-dealers vindt u op de KTM-website.
Internationale KTM website: http://www.ktm.com
3 BELANGRIJKE AANWIJZINGEN 12
3.7 Voedingsspanning
402146-11
In het voertuig zijn een lithium-ionaccu
1
(KTM PowerPack, 260 V) en een 12V-accu
2
ingebouwd. De 12V-accu bevindt zich
onder het zadel. Naast de 12V-accu bevindt zich het zekeringenblok
3
.
De KTM PowerPack bevindt zich onder het zadel en is vastgeschroefd aan de elektrische motor. De KTM PowerPack kan met enkele
handelingen worden gedemonteerd.
De KTM PowerPack kan in of buiten het voertuig worden opgeladen.
De KTM PowerPack bij iedere demontage en montage controleren op beschadigingen aan het huis of aan de stekker.
De 12V-accu is nodig voor het bedrijf van het voertuig. De voertuigbesturing heeft de 12V-accu nodig voor de systeemstart. Als de
12V-accu defect, leeg of niet aangesloten is, start het voertuig niet.
3.8 Nieuwe KTM PowerPack
Bij het eerste gebruik moet de KTM PowerPack in het voertuig helemaal leeggereden worden. Het voertuig reduceert eerst het aan-
drijfvermogen. Tijdens deze vermogensreductie kan nog enkele minuten doorgereden worden, totdat het voertuig met knippercode 11
uitschakelt.
Daarna de KTM PowerPack zo lang opladen totdat de acculader de cyclus bij 100 % beëindigt. De laadtoestandindicatie op de accu-
lader geeft de voortgang aan.
Deze laadcyclus duurt normaal minder dan 90 minuten, maar kan ook vier uur duren. Deze cyclus niet overslaan, omdat daardoor de
capaciteit van de KTM PowerPack beslissend wordt beïnvloed.
3.9 Rijden bij lage temperaturen
Om de KTM PowerPack te ontzien, reduceert de motorbesturing bij lage temperaturen het vermogen.
Als de temperatuur van de KTM PowerPack onder de 9 °C daalt, reduceert de motorbesturing het vermogen tot 80 %. Onder de 0 °C
is 50 % vermogen beschikbaar. In beide gevallen knippert de actieve rijmodusindicatie langzaam. Het voertuig kan zonder problemen
worden gereden. De KTM PowerPack loopt geen schade op door de vermogensreductie.
De KTM PowerPack wordt tijdens het rijden van het voertuig warm. Als de temperatuur van de KTM PowerPack tot boven de
0 °C is gestegen, is na een nieuwe start van het voertuig weer 80 % van het vermogen beschikbaar. Als de temperatuur van de
KTM PowerPack tot boven de 8 °C is gestegen, is na een nieuwe start van het voertuig weer het volledige vermogen beschikbaar.
4 AFBEELDING VOERTUIG 13
4.1 Afbeelding voertuig linksvoor (symbolische weergave)
C00789-10
1 Hendel voorwielrem ( pag. 17)
2 Hendel achterwielrem ( pag. 17)
3 Zadel
4 Zadelontgrendeling
5 Schokdemper instelling ingaande demping
6 Schokdemper instelling uitgaande demping
7 Zijstandaard ( pag. 18)
4 AFBEELDING VOERTUIG 14
4.2 Afbeelding voertuig rechtsachter (symbolische weergave)
C00790-10
1 Multifunctioneel display ( pag. 21)
2 Claxonknop ( pag. 18)
2 Lichtschakelaar ( pag. 18)
2 Richtingaanwijzerschakelaar ( pag. 18)
3 Hoofdschakelaar ( pag. 17)
3 Startknop ( pag. 17)
4 Gashendel ( pag. 17)
5 Voorvork instelling uitgaande demping
6 Voorvork instelling ingaande demping
7 KTM PowerPack
5 SERIENUMMERS 15
5.1 Framenummer
401945-10
Het framenummer
1
is op de rechterzijde van het balhoofd gegraveerd.
5.2 Typeplaatje
401946-10
Het typeplaatje
1
is vooraan op het balhoofd aangebracht.
5.3 Motornummer
402364-10
Het motornummer
1
in de linkerkant van de motor boven het ketting-aandrijfwiel
gegraveerd.
5.4 Artikelnummer voorvork
401947-10
Het artikelnummer van de voorvork
1
is aan de binnenkant van de asopname gegra-
veerd.
5.5 Artikelnummer schokdemper
0
0
11
401948-10
Het artikelnummer van de schokdemper
1
is op het bovenste deel van de schokdem-
per boven de stelring naar de motorzijde toe gegraveerd.
5 SERIENUMMERS 16
5.6 Accu-identificatienummer
C00771-10
Het accu-identificatienummer (BIN)
1
is onder de greep van de KTM PowerPack
gegraveerd.
6 BEDIENINGSELEMENTEN 17
6.1 Hendel voorwielrem
C00791-10
De hendel voor de voorwielrem
1
is aan de rechterkant van het stuur aangebracht.
6.2 Hendel achterwielrem
C00792-10
De hendel voor de achterwielrem
1
is links het stuur aangebracht.
6.3 Gashendel
C00679-10
De gashendel
1
is aan de rechterzijde van het stuur aangebracht.
6.4 Hoofdschakelaar
C00793-10
De hoofdschakelaar
1
is aan de rechterkant van het stuur aangebracht.
De hoofdschakelaar wordt ook gebruikt als noodstopschakelaar.
Mogelijke toestanden
Voertuig uitgeschakeld. In deze stand is het voertuig uitgeschakeld.
Voertuig startklaar In deze stand is het voertuig startklaar. De start-
knop is actief.
6.5 Startknop
C00793-11
De startknop
1
is aan de rechterkant van het stuur aangebracht.
De startknop is alleen actief als de hoofdschakelaar ingeschakeld is.
Als de startknop ingedrukt wordt, schakelt het voertuig van de startklare toestand naar
de rijklare toestand. De rijmodusindicatie en een akoestisch signaal geven de rijklare
toestand aan.
Als de startknop weer ingedrukt wordt, schakelt het voertuig weer naar de startklare
toestand. De rijmodusindicatie gaat uit.
6 BEDIENINGSELEMENTEN 18
Info
Alleen als de gashendel helemaal gesloten en de rijsnelheid minder dan 5
km/h bedraagt, kan van de toestand startklaar naar de rijklare toestand worden
geschakeld. Als het voertuig 90 seconden na activeren van de toestand rijklaar
niet beweegt en de gashendel niet wordt open gedraaid, schakelt het voertuig
automatisch naar de startklare toestand.
Mogelijke toestanden
Startknop in uitgangspositie De toestand van het voertuig blijft behouden.
Startknop ingedrukt De toestand van het voertuig wisselt tussen rijklare toestand
en startklare toestand.
6.6 Claxonknop
C00822-10
De claxonknop
1
is aan de linkerkant van het stuur aangebracht.
Mogelijke toestanden
Claxonknop in de uitgangspositie
Claxonknop ingedrukt In deze stand wordt de claxon gebruikt.
6.7 Lichtschakelaar
C00823-10
De lichtschakelaar
1
is aan de linkerkant van het stuur aangebracht.
Mogelijke toestanden
Dimlicht aan De lichtschakelaar bevindt zich in de middelste stand.
In deze stand zijn het dimlicht en het achterlicht ingeschakeld.
Groot licht aan Lichtschakelaar naar links geschakeld. In deze stand
zijn het groot licht en het achterlicht ingeschakeld.
6.8 Richtingaanwijzerschakelaar
C00822-11
De richtingaanwijzerschakelaar
1
is aan de linkerkant van het stuur aangebracht.
Mogelijke toestanden
Richtingaanwijzer uit Richtingaanwijzerschakelaar bevindt zich in de
middelste stand.
Richtingaanwijzer links aan Richtingaanwijzerschakelaar naar links
geschakeld.
Richtingaanwijzer rechts aan Richtingaanwijzerschakelaar naar rechts
geschakeld.
6.9 Zijstandaard
401943-10
De zijstandaard
1
bevindt zich aan de linker voertuigzijde.
6 BEDIENINGSELEMENTEN 19
401944-10
De zijstandaard wordt gebruikt voor het parkeren van de motorfiets.
Info
Tijdens het rijden moet de zijstandaard
1
worden opgeklapt en met de rubber-
band
2
worden vastgezet.
6.10 Contactslot
C00825-10
Het contactslot
1
bevindt zich rechts achter de koplampkap.
Info
Op het moment dat het contact in het contactslot is ingeschakeld, het voertuig
snel met de hoofdschakelaar inschakelen.
Bij ingeschakeld contact en uitgeschakelde hoofdschakelaar ontlaadt de
12V-accu zeer snel, omdat de verlichting in deze toestand niet door de
KTM PowerPack maar door de 12V-accu wordt gevoed.
Mogelijke toestanden
Ontsteking uit In deze stand is het stroomcircuit van de 12V-accu
onderbroken, het voertuig kan niet worden geactiveerd.
Ontsteking aan In deze stand is het stroomcircuit van de 12V-accu
gesloten, het voertuig kan worden geactiveerd.
6.11 Stuurslot
C00824-10
Het stuurslot
1
is aan de linkerkant van het balhoofd aangebracht.
Met het stuurslot kan het stuur worden geblokkeerd. Sturen en rijden is dan niet meer
mogelijk.
6.12 Stuur vergrendelen
Aanwijzing
Gevaar voor beschadigingHet geparkeerde voertuig kan wegrollen of omvallen.
Zet het voertuig op een stevige en vlakke ondergrond.
400732-01
Voertuig parkeren.
De hoofdschakelaar in stand drukken.
Het stuur volledig naar rechts draaien.
Sleutel in het stuurslot steken, naar links draaien, indrukken en naar rechts
draaien. Sleutel eruit trekken.
Het stuur kan niet meer worden bewogen.
Info
De sleutel nooit in het stuurslot laten steken.
6 BEDIENINGSELEMENTEN 20
6.13 Stuur ontgrendelen
400731-01
Sleutel in het stuurslot steken, naar links draaien, eruit trekken en naar rechts
draaien. Sleutel eruit trekken.
Het stuur kan weer worden bewogen.
Info
De sleutel nooit in het stuurslot laten steken.
7 DISPLAYS 21
7.1 Multifunctioneel display
7.1.1 Multifunctioneel display
Het multifunctionele display is voor het zadel aangebracht.
402132-10
Overzicht multifunctioneel display
1 MapSelectknop ( pag. 21)
2 Rijmodusindicatie ( pag. 21)
3 Elektromotorcontrolelampje ( pag. 22)
4 Laadtoestandindicatie ( pag. 22)
7.1.2 MapSelectknop
402133-10
De MapSelectknop
1
legt de rijmodus vast.
Mogelijke toestanden
Voertuig staat in de startklare toestand De MapSelectknop is actief.
Voertuig staat in de rijklare toestand De MapSelectknop is actief.
Alle overige toestanden van het voertuig De MapSelectknop is niet actief.
7.1.3 Rijmodusindicatie
402137-01
Rode rijmodusindicaties met de cijfers 1, 2 of 3 geven de gekozen rijmodusindicaties
aan.
Er zijn drie verschillende rijmodi beschikbaar. Met de rijmodi wordt vastgelegd, hoe het
voertuig reageert op de bediening van de gashendel.
De afbeeldingen geven slechts illustratieve benaderingswaarden en niet het daadwerke-
lijke verloop weer.
De rijmodus 1 is Economy: het motorkoppel wordt met de helft gereduceerd.
De rijmodus 2 is Standard: hoe verder de gashendel wordt opengedraaid, hoe sterker
het motorvermogen stijgt.
De rijmodus 3 is Advanced: de sterkste vermogenstoename vindt meteen plaats, daarna
neemt het motorvermogen langzamer toe.
7 DISPLAYS 22
7.1.4 Elektromotorcontrolelampje (MIL)
402136-11
Synchroon met het knipperritme van het elektromotor-controlelampje MIL
1
klinken
akoestische waarschuwingssignalen op het multifunctionele display.
Mogelijke toestanden
Elektromotorcontrolelampje knippert Actieve fout in de voertuigelek-
tronica.
Elektromotorcontrolelampje brandt Het systeem voert een zelftest uit
of werd tijdens het rijden gedeactiveerd.
7.1.5 Laadtoestandindicatie
402134-10
Info
De laadtoestandindicatie is alleen te zien als het voertuig rijklaar is.
Alle segmenten
1
branden: laadtoestand 80 % - 100 %.
Vier segmenten
2
branden: laadtoestand 60 % - 80 %.
Twee segmenten
3
branden: laadtoestand 40 % - 60 %.
402363-11
Het laatste segment
4
brandt geel: laadtoestand 20 % - 40 %.
Het laatste segment
5
brandt rood en de rijmodusindicatie knippert rood: laadtoe-
stand 10 % - 20 %.
Het laatste segment
6
en de rijmodusindicatie knipperen rood: laadtoestand 0 % -
10 %.
7.1.6 Vermogensreductie
Info
Voordat de vermogensreductie wordt geactiveerd, klinkt er 3 seconden een waar-
schuwingssignaal.
402363-10
Geselecteerde rijmodus
1
brandt:
Het voertuig is rijklaar en levert het volledige vermogen.
Geselecteerde rijmodus
2
knippert langzaam:
Laadtoestand van de KTM PowerPack is laag.
Het systeem is nog volledig gebruiksklaar.
Hoge temperatuur, het systeem is nog volledig gebruiksklaar.
Rijstijl aanpassen.
Lage temperatuur, het systeem levert onder 9 °C 80 % van het vermogen en onder
de 0 °C 50 % van het vermogen.
Als de KTM PowerPack voldoende opgewarmd is, is na een nieuwe start van het
voertuig afhankelijk van de temperatuur weer 80 % van het vermogen of het volle
vermogen beschikbaar.
Gekozen rijmodus
3
knippert afwisselend langzaam en snel:
Het vermogen is door de temperatuurbewaking nog duidelijk gereduceerd, maar na
een herstart is weer 100% van het vermogen weer beschikbaar.
7 DISPLAYS 23
402362-10
Alle drie rijmodusindicaties branden en het gele elektromotor-controlelampje (MIL)
4
knippert (knippercode 22, 23 of 24):
Het systeem heeft de rijtemperatuur overschreden. Om het systeem tegen schade
te beschermen, wordt het vermogen duidelijk gereduceerd.
Indien mogelijk voertuig afzetten en laten afkoelen. Het volledige vermogen wordt
pas vrijgegeven als de betreffende component afgekoeld is en het voertuig opnieuw
is gestart.
Alle drie rijmodusindicaties branden en het gele elektromotor-controlelampje (MIL)
5
knippert in een ander ritme:
Het systeem levert als noodprogramma 50 % van het vermogen.
Geselecteerde rijmodus
6
knippert langzaam en de laadtoestandindicatie brandt rood of
knippert rood:
De laadtoestand van de KTM PowerPack is lager dan 20 %. Het vermogen is gere-
duceerd. Voertuig afzetten en KTM PowerPack laden.
7.2 overzicht
7.2.1 Controlelampjes-overzicht
K00055-01
Mogelijke toestanden
Controlelampje groot licht brandt blauw Groot licht is ingeschakeld.
Controlelampje richtingaanwijzer knippert groen Richtingaanwijzer is
ingeschakeld.
7.3 Tachometer
7.3.1 Overzicht
402361-10
1 Groot licht-controlelampje
2 Linker toets
3 Display
4 Rechter toets
7.3.2 Activering
402361-01
Tachometer activeren
De tachometer wordt geactiveerd als u op een van de toetsen drukt of als hij van de
wieltoerentalsensor een impuls ontvangt.
7 DISPLAYS 24
7.3.3 Melding op tachometer
401901-01
Mogelijke toestanden
Batterijspanning tachometer Batterijspanning tachometer is te laag.
Batterij vervangen.
Service Er moet een servicebeurt worden uitgevoerd. Contact opne-
men met geautoriseerde KTM-garage.
7.3.4 Tachometer instellen
Voorwaarden
De motorfiets staat stil.
401909-01
Beide toetsen 3-5 seconden ingedrukt houden.
Setupmenu wordt weergegeven. De indicatie UNIT knippert.
Eén van de toetsen indrukken om de eenheid UNIT voor de snelheid te kiezen: kilo-
meter KM/H of mijl M/H.
401911-01
5 seconden wachten.
Tachometer wisselt naar het volgende menupunt. Het pictogram knippert.
Eén van de toetsen indrukken om de 24h- of 12h-indicatie voor de klok te kiezen.
401912-01
5 seconden wachten.
Tachometer wisselt naar het volgende menupunt. Het pictogram knippert.
Tijd terugzetten
Linker toets indrukken.
De waarde verlaagt.
Tijd vooruit zetten
Rechter toets indrukken.
De waarde verhoogt.
401913-01
5 seconden wachten.
Tachometer wisselt naar het volgende menupunt. Het pictogram knippert.
Service instellen.
Voorgeschreven waarde
Eenmalige servicebeurt na 1 h
Service om de 20 h
Service-interval verkorten
Linker toets indrukken.
De waarde verlaagt.
Service-interval verlengen
Rechter toets indrukken.
De waarde verhoogt.
7 DISPLAYS 25
401914-01
Service-indicatie uitschakelen
Linker toets ingedrukt houden.
De waarde verlaagt snel totdat off op het display verschijnt.
7.3.5 kilometer of mijl instellen
Info
Als de eenheid wordt gewijzigd, blijft de waarde ODO bewaard en wordt dienovereenkomstig omgerekend.
Voorwaarden
De motorfiets staat stil.
401909-01
Beide toetsen 3-5 seconden ingedrukt houden.
Setupmenu wordt weergegeven. De indicatie UNIT knippert.
Eén van de toetsen indrukken om de eenheid UNIT voor de snelheid te kiezen: kilo-
meter KM/H of mijl M/H.
7.3.6 Tijd instellen
Voorwaarden
De motorfiets staat stil.
401911-01
Beide toetsen 3-5 seconden ingedrukt houden.
Setupmenu wordt weergegeven. De indicatie UNIT knippert.
Wachten totdat het menu voor de klok knippert.
Eén van de toetsen indrukken om de 24h- of 12h-indicatie voor de klok te kiezen.
401912-01
5 seconden wachten.
Tachometer wisselt naar het volgende menupunt. Het pictogram knippert.
Tijd terugzetten
Linker toets indrukken.
De waarde verlaagt.
Tijd vooruit zetten
Rechter toets indrukken.
De waarde verhoogt.
7.3.7 Service-indicatie instellen
Voorwaarden
De motorfiets staat stil.
7 DISPLAYS 26
401913-01
Beide toetsen 3-5 seconden ingedrukt houden.
Setupmenu wordt weergegeven. De indicatie UNIT knippert.
Wachten totdat het menu voor de service-indicatie knippert.
Service instellen.
Voorgeschreven waarde
Eenmalige servicebeurt na 1 h
Service om de 20 h
Service-interval verkorten
Linker toets indrukken.
De waarde verlaagt.
Service-interval verlengen
Rechter toets indrukken.
De waarde verhoogt.
401914-01
Service-indicatie uitschakelen
Linker toets ingedrukt houden.
De waarde verlaagt snel totdat off op het display verschijnt.
7.3.8 Snelheid, tijd en DST afstand 1
401901-01
Eén van de toetsen indrukken tot DST op de tachometer weergegeven wordt.
KM/H of M/H geeft de snelheid weer.
geeft de tijd weer.
DST geeft de afstand aan sinds de laatste reset, bijvoorbeeld tussen twee laadcycli.
Info
Als de waarde 39999,9 wordt overschreden, wordt DST automatisch gereset op
0,0.
Linker toets kort
indrukken.
Volgende weergavemodus
Linker toets 3 - 5
seconden indruk-
ken.
DST kan door het indrukken van de toetsen op een waarde tus-
sen 0,0 en 39999,9 worden ingesteld.
Rechter toets kort
indrukken.
Volgende weergavemodus
Rechter toets 3 - 5
seconden indruk-
ken.
DST wordt op 0,0 gereset.
7.3.9 Snelheid, tijd en DST2 afstand 2
401902-01
Eén van de toetsen indrukken tot DST2 op de tachometer weergegeven wordt.
KM/H of M/H geeft de snelheid weer.
geeft de tijd weer.
DST2 geeft de afstand 2 aan sinds de laatste reset, bijvoorbeeld tussen twee laadcycli.
Info
Als de waarde 39999,9 wordt overschreden, wordt DST2 automatisch gereset op
0,0.
Linker toets kort
indrukken.
Volgende weergavemodus
Linker toets 3 - 5
seconden indruk-
ken.
DST2 kan door het indrukken van de toetsen op een waarde
tussen 0,0 en 39999,9 worden ingesteld.
7 DISPLAYS 27
Rechter toets kort
indrukken.
Volgende weergavemodus
Rechter toets 3 - 5
seconden indruk-
ken.
DST2 wordt op 0,0 gereset.
7.3.10 AVG gemiddelde snelheid, ART rij-uren en ODO totale afstand
401903-01
Op een van de knoppen drukken tot AVG , ART en ODO op de tachometer worden
weergegeven.
AVG geeft de gemiddelde snelheid sinds de laatste reset aan.
ART geeft de rij-uren weer.
ODO geeft de rij-uren weer.
Linker toets kort
indrukken.
Volgende weergavemodus
Linker toets 3 - 5
seconden indruk-
ken.
STEEKSLEUTELPICTOGRAM geeft de resterende rij-uren aan
tot de volgende servicebeurt.
Rechter toets kort
indrukken.
Volgende weergavemodus
Rechter toets 3 - 5
seconden indruk-
ken.
AVG wordt op 0,0 gereset.
8 INBEDRIJFSTELLING 28
8.1 Aanwijzingen voor eerste inbedrijfname
Gevaar
Gevaar voor ongevallenBestuurders die niet geschikt zijn voor het verkeer vormen een gevaar voor zichzelf en voor anderen.
Rijd niet met het voertuig, als u door alcohol, drugs of medicijnen ongeschikt voor het verkeer bent.
Rijd niet met het voertuig, als u hiertoe fysiek of psychisch niet in staat bent.
Waarschuwing
Gevaar voor letselGeen of slechte beschermende kleding vormt een verhoogd risico.
Draag bij alle ritten geschikte, beschermende bekleding zoals helm, laarzen, handschoenen alsmede broek en jas met
bescherming.
Draag altijd beschermende kleding die zich in een goede staat bevindt en voldoet aan de wettelijke voorschriften.
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenEen niet-aangepaste rijwijze beïnvloedt het rijgedrag.
Pas de rijsnelheid aan de toestand van de rijweg en uw rijvaardigheden aan.
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenHet voertuig is niet geschikt voor het meenemen van een bijrijder.
Neem geen bijrijder mee.
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenTotaal gewicht en aslasten beïnvloeden het rijgedrag.
Overschrijd het hoogst toegestane totaalgewicht en de aslasten niet.
Waarschuwing
Gevaar voor diefstalOnbevoegd handelende personen vormen een gevaar voor zichzelf en voor anderen.
Laat het voertuig nooit onbeheerd.
Beveilig het voertuig tegen gebruik door onbevoegden.
Verzeker u ervan dat de afleveringsinspectie is uitgevoerd door een geautoriseerde KTM-garage.
U ontvangt het leveringsdocument en het service- en garantieboekje bij de overdracht van het voertuig.
Voordat u voor het eerst gaat rijden moet u de volledige bedieningshandleiding goed doorlezen.
Zorg ervoor dat u vertrouwd raakt met de bedieningselementen.
Vrije slag van de hendel voor de voorwielrem instellen. ( pag. 60)
Vrije slag van de hendel voor de achterwielrem instellen. ( pag. 65)
Oefen voordat u een lange rit gaat maken eerst op een geschikt terrein, zodat u gewend raakt aan het besturen van de motorfiets.
Info
Geadviseerd wordt om bij het rijden op het terrein iemand met een tweede voertuig mee te nemen om elkaar te assisteren.
Probeer ook eens zo langzaam mogelijk te rijden en staand te rijden zodat u meer gevoel voor de motorfiets krijgt.
Maak geen terreinritten die uw vaardigheden en ervaring te boven gaan.
Houd tijdens het rijden het stuur met beide handen vast en laat de voeten op de voetsteunen rusten.
Houdt u zich aan het maximaal toegestane totaalgewicht en de maximale asbelasting.
Voorgeschreven waarde
Maximaal toegestaan totaalgewicht 280 kg
Maximale asbelasting vooraan 135 kg
Maximale asbelasting achter 175 kg
9 RIJ-INSTRUCTIES 29
9.1 Controle en onderhoud voor iedere inbedrijfstelling
Info
Voordat u gaat rijden controleren of het voertuig in een goede staat is en of er veilig mee kan worden gereden.
Bij het rijden moet het voertuig technisch in een onberispelijke staat zijn.
Controleren of gashendel, hoofdschakelaar, KTM PowerPack, multifunctioneel display en elektromotor vanbuiten beschadigd zijn.
Elektrische installatie controleren.
Remvloeistofpeil van de voorwielrem controleren. ( pag. 61)
Remvloeistofpeil van de achterwielrem controleren. ( pag. 65)
Remplaketten van de voorwielrem controleren. ( pag. 62)
Remplaketten van de achterwielrem controleren. ( pag. 67)
Controleren of het remsysteem goed werkt.
Koelmiddelpeil controleren. ( pag. 92)
Kettingvervuiling controleren. ( pag. 54)
Ketting, kettingwiel, ketting-aandrijfwiel en kettinggeleiding controleren. ( pag. 57)
Kettingspanning controleren. ( pag. 55)
Bandentoestand controleren. ( pag. 73)
Bandenspanning controleren. ( pag. 73)
Spaakspanning controleren. ( pag. 74)
Info
De spaakspanning moet regelmatig worden gecontroleerd, omdat bij verkeerde spaakspanning de rijveiligheid ernstig nade-
lig wordt beïnvloed.
Vuilschrapers van de vorkpoten reinigen. ( pag. 44)
Vorkpoten ontluchten. ( pag. 43)
Controleren of alle bedieningselementen goed zijn ingesteld en soepel bewegen.
Controleren of alle schroeven, moeren en slangklemmen goed vastzitten.
Laadtoestand van de KTM PowerPack controleren.
9.2 Starten
401944-10
Motorfiets van zijstandaard
1
nemen en de zijstandaard met de rubberband
2
vastzetten.
De sleutel in het contactslot in de stand draaien.
C00793-12
De hoofdschakelaar
3
in stand drukken.
Het voertuig is startklaar.
9 RIJ-INSTRUCTIES 30
402133-11
Optioneel:
De MapSelectknop
4
minimaal voor één seconde ingedrukt houden.
Bij het loslaten wordt de rijmodus geactiveerd.
402137-01
Eén van de rijmodi kiezen.
De rijmodus 1 is Economy: het motorkoppel wordt met de helft gereduceerd.
De rijmodus 2 is Standard: hoe verder de gashendel wordt opengedraaid, hoe
sterker het motorvermogen stijgt.
De rijmodus 3 is Advanced: de sterkste vermogenstoename vindt meteen plaats,
daarna neemt het motorvermogen langzamer toe.
Info
Een rode rijmodusindicatie met het cijfer 1, 2 of 3 geeft de geselec-
teerde rijmodus aan.
Er zijn drie verschillende rijmodi beschikbaar. Met de rijmodi wordt vast-
gelegd, hoe het voertuig reageert op de bediening van de gashendel.
De afbeeldingen geven slechts illustratieve benaderingswaarden en niet
het daadwerkelijke verloop weer.
C00793-13
De startknop
5
indrukken.
Het voertuig is rijklaar en reageert op de gashendel.
9.3 Beginnen met rijden
Info
Tijdens het rijden moet de zijstandaard worden opgeklapt en met de rubberband worden vastgezet.
Maakt u zich eerst vertrouwd met het nieuwe aandrijvings- en rijgedrag van dit voertuig.
Draai voorzichtig aan de gashendel. Door het ontbrekende motorgeluid is men zich vaak niet bewust van het vermogen van het
voertuig.
9.4 Afremmen
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenDoor te sterk afremmen blokkeren de wielen.
Pas de remwijze aan de rijsituatie en rijwegsituatie aan.
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenEen poreus drukpunt van voor- en/of achterwielrem vermindert de remwerking.
Controleer het remsysteem en rij pas verder, als het probleem is opgelost. (De geautoriseerde KTM-garage is u graag van
dienst.)
9 RIJ-INSTRUCTIES 31
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenVocht en vuil beïnvloeden het remsysteem nadelig.
Rem meerdere keren voorzichtig om de remplaketten en remschijven te drogen en vuil te verwijderen.
Info
De hendel voor de achterwielrem bevindt zich links aan het stuur.
Voor het remmen gas terugnemen en tegelijkertijd remmen met de voorwiel- en achterwielrem.
Op een zandige, regennatte of gladde ondergrond zoveel mogelijk de achterwielrem gebruiken.
Indien mogelijk ophouden met remmen voordat u een bocht inrijdt.
9.5 Stoppen, parkeren
Waarschuwing
Gevaar voor diefstalOnbevoegd handelende personen vormen een gevaar voor zichzelf en voor anderen.
Laat het voertuig nooit onbeheerd.
Beveilig het voertuig tegen gebruik door onbevoegden.
Waarschuwing
Gevaar voor verbrandingSommige onderdelen van het voertuig worden bij gebruik van het voertuig zeer heet.
Raak geen onderdelen aan zoals radiateur, motor, stootdemper en remsysteem, totdat deze voertuigcomponenten zijn afge-
koeld.
Laat de voertuigcomponenten afkoelen voordat u werkzaamheden uitvoert.
Aanwijzing
Gevaar voor beschadigingHet geparkeerde voertuig kan wegrollen of omvallen.
Zet het voertuig op een stevige en vlakke ondergrond.
Aanwijzing
Gevaar voor brandHete voertuigdelen vormen een brand- en explosiegevaar.
Plaats het voertuig niet in de buurt van licht ontvlambare of explosiegevaarlijke materialen.
Laat het voertuig afkoelen alvorens het te bedekken.
Motorfiets afremmen.
Voertuig uitschakelen. ( pag. 31)
Motorfiets op een stevige ondergrond op de zijstandaard zetten.
Stuur vergrendelen. ( pag. 19)
9.6 Voertuig uitschakelen
C00793-01
De hoofdschakelaar in stand drukken.
C00825-01
De sleutel in het contactslot van het uitgeschakelde voertuig in de stand draaien.
De sleutel eruit trekken.
9 RIJ-INSTRUCTIES 32
9.7 Voertuig transporteren
Aanwijzing
Gevaar voor beschadigingHet geparkeerde voertuig kan wegrollen of omvallen.
Zet het voertuig op een stevige en vlakke ondergrond.
Aanwijzing
Gevaar voor brandHete voertuigdelen vormen een brand- en explosiegevaar.
Plaats het voertuig niet in de buurt van licht ontvlambare of explosiegevaarlijke materialen.
Laat het voertuig afkoelen alvorens het te bedekken.
401475-01
Motorfiets met spanriemen of andere geschikte bevestigingsmiddelen beveiligen
tegen omvallen en wegrollen.
9.8 KTM PowerPack transporteren
Waarschuwing
Gevaar voor letselDe KTM PowerPack is zeer zwaar.
On niet geborgde KTM PowerPack kan tijdens het transport ernstig letsel veroorzaken.
Het transportvoertuig kan door een niet geborgde KTM PowerPack worden beschadigd.
Borg de KTM PowerPack met behulp van spanriemen of andere geschikte bevestigingsmiddelen.
Om ervoor te zorgen dat de KTM PowerPack in geval van nood snel toegankelijk is, de KTM PowerPack in de buurt van de laaddeur
transporteren.
KTM PowerPack apart van brandbare vloeistoffen of ontstekingsbronnen als brandstof, gas of olie transporteren.
Geschikte brandblusser klaarzetten.
10 SERVICESCHEMA 33
10.1 Serviceschema
om de 50 rij-uren
om de 20 rij-uren bij gebruik voor sportdoeleinden
eenmalig na 1 rij-uur
Foutengeheugen met KTM-diagnosetool uitlezen.
Werking van de elektrische installatie controleren.
12V-accu controleren en laden.
KTM PowerPack controleren en laden.
Remplaketten van de voorwielrem controleren. ( pag. 62)
Remplaketten van de achterwielrem controleren. ( pag. 67)
Remschijven controleren. ( pag. 60)
Remkabels controleren op beschadiging en lekkage.
Frame en achterbrug controleren.
Zwenklager aan schokdemper boven en onder controleren.
Bandentoestand controleren. ( pag. 73)
Bandenspanning controleren. ( pag. 73)
Wiellagers op speling controleren.
Wielnaven controleren.
Velgslag controleren.
Spaakspanning controleren. ( pag. 74)
Ketting, kettingwiel, ketting-aandrijfwiel en kettinggeleiding controleren. ( pag. 57)
Kettingspanning controleren. ( pag. 55)
Alle bewegende onderdelen (bijv. zijstandaard, hendels, ketting, ...) smeren en controleren of ze gemakkelijk bewe-
gen.
Remvloeistofpeil van de voorwielrem controleren. ( pag. 61)
Remvloeistofpeil van de achterwielrem controleren. ( pag. 65)
Vrije slag aan remhendels controleren.
Balhoofdlagerspeling controleren. ( pag. 49)
Alle slangen en manchetten controleren op scheuren, dichtheid en correcte legging.
Antivries en koelmiddelpeil controleren. ( pag. 91)
Controleren of de kabels niet zijn beschadigd en zonder knikken zijn gelegd.
Controleren of de vormring van ontladingsstekker beschadigd is.
Controleren of de schroeven en moeren goed vastzitten.
Controleren of schroeven op de KTM PowerPack het voorgeschreven aanhaalmoment hebben.
Koplampstand controleren. ( pag. 81)
Eindcontrole: Controleren of het voertuig verkeersveilig is en een proefrit maken.
Na proefrit foutengeheugen met KTM-diagnosetool uitlezen.
Service op KTM Dealer.net invoeren en noteren in het service- en garantieboekje.
Eenmalig interval
Periodiek interval
10 SERVICESCHEMA 34
10.2 Servicewerkzaamheden (als aanvullende opdracht)
jaarlijks
om de 100 rij-uren
om de 50 rij-uren
om de 20 rij-uren bij gebruik voor sportdoeleinden
Remvloeistof van de voorwielrem vervangen.
Remvloeistof van de achterwielrem vervangen.
Balhoofdlager smeren. ( pag. 50)
Vormring van de ontladingsstekker vervangen.
Voorvorkservice uitvoeren.
Schokdemperservice uitvoeren.
Achterbrugophanging controleren.
Transmissieolie verversen. ( pag. 96)
Alle motorlagers, keerringen en lagerafdichtingen vervangen.
Periodiek interval
11 CHASSIS AFSTELLEN 35
11.1 Basisinstelling chassis voor bestuurdersgewicht controleren
Info
Voor de basisinstelling van het chassis eerst de schokdemper en daarna de voorvork instellen.
401030-01
Om optimale rijeigenschappen van de motorfiets te bereiken en om beschadiging
aan voorvork, schokdemper, achterbrug en frame te voorkomen moeten de basisin-
stelling en veringscomponenten passen bij het gewicht van de bestuurder.
KTM offroad-motorfietsen zijn in de leveringstoestand ingesteld op het gewicht van
een bestuurder (met complete beschermende kleding).
Voorgeschreven waarde
Standaard bestuurdersgewicht 75… 85 kg
Als het gewicht van de bestuurder buiten dit bereik ligt moet de basisinstelling van
de veringscomponenten worden aangepast.
Kleine afwijkingen van het gewicht kunnen door het wijzigen van de veervoorspan-
ning worden gecompenseerd, bij grotere afwijkingen moet een aangepaste vering
worden gemonteerd.
11.2 Ingaande demping schokdemper
De ingaande demping van de schokdemper is verdeeld in twee bereiken, high speed en low speed.
High- en low speed hebben betrekking op de snelheid waarmee het achterwiel inveert en niet op de rijsnelheid.
De high speed-instelling is bijvoorbeeld van invloed op de landing na een sprong. Het achterwiel veert daarbij snel in.
De low-speed-instelling is bijvoorbeeld van invloed bij het rijden over lange hobbels op de ondergrond. Het achterwiel veert daarbij
langzaam in.
De beide bereiken kunnen apart worden ingesteld, de overgang tussen high en low speed is echter vloeiend. Daarom zijn wijzigingen in
het high speed-bereik van de ingaande demping ook van invloed op het low speed-bereik en omgekeerd.
11.3 Ingaande demping low speed van de schokdemper instellen
Voorzichtig
Gevaar voor letselDelen van de schokdemper worden rondgeslingerd, als de schokdemper onvakkundig uit elkaar wordt geno-
men.
De schokdemper is gevuld met zeer sterk gecomprimeerd stikstof.
Let op de aangegeven beschrijving. (De geautoriseerde KTM-garage is u graag van dienst.)
Info
De low-speedinstelling werkt bij het langzaam tot normaal inveren van de schokdemper.
Voorwerk
Voertuig uitschakelen. ( pag. 31)
Zadel omhoog klappen. ( pag. 52)
KTM PowerPack demonteren. ( pag. 83)
Afdekkap monteren. ( pag. 53)
11 CHASSIS AFSTELLEN 36
C00684-10
Hoofdwerk
Stelschroef
1
met een schroevendraaier met de klok mee draaien tot de laatste
voelbare klik.
Info
Schroef
2
niet losdraaien!
Afhankelijk van het schokdempertype een aantal klikken tegen de klok in draaien.
Voorgeschreven waarde
Ingaande demping low speed
Comfort 20 klikken
Standaard 15 klikken
Sport 10 klikken
Info
Draaien met de klok mee verhoogt de demping, draaien tegen de klok in ver-
laagt de demping bij het langzaam tot normaal inveren van de schokdemper.
Nawerk
KTM PowerPack monteren. ( pag. 83)
Zadel vergrendelen. ( pag. 52)
11.4 Ingaande demping high speed van de schokdemper instellen
Voorzichtig
Gevaar voor letselDelen van de schokdemper worden rondgeslingerd, als de schokdemper onvakkundig uit elkaar wordt geno-
men.
De schokdemper is gevuld met zeer sterk gecomprimeerd stikstof.
Let op de aangegeven beschrijving. (De geautoriseerde KTM-garage is u graag van dienst.)
Info
De high-speedinstelling werkt bij het snel inveren van de schokdemper.
Voorwerk
Voertuig uitschakelen. ( pag. 31)
Zadel omhoog klappen. ( pag. 52)
KTM PowerPack demonteren. ( pag. 83)
Afdekkap monteren. ( pag. 53)
Motorfiets met hefbok opkrikken. ( pag. 43)
Schokdemper demonteren. ( pag. 51)
C00685-10
Hoofdwerk
Stelschroef
1
met een dopsleutel tot de aanslag met de klok mee draaien.
Info
Schroef
2
niet losdraaien!
Afhankelijk van het schokdempertype een aantal slagen tegen de klok in draaien.
Voorgeschreven waarde
Ingaande demping high speed
Comfort 2 omw
Standaard 1 omw
Sport 1 omw
Info
Draaien met de klok mee verhoogt de demping, draaien tegen de klok in ver-
laagt de demping bij het snel inveren van de schokdemper.
Nawerk
Schokdemper monteren. ( pag. 51)
Motorfiets van hefbok nemen. ( pag. 43)
11 CHASSIS AFSTELLEN 37
KTM PowerPack monteren. ( pag. 83)
Zadel vergrendelen. ( pag. 52)
11.5 Uitgaande demping schokdemper instellen
Voorzichtig
Gevaar voor letselDelen van de schokdemper worden rondgeslingerd, als de schokdemper onvakkundig uit elkaar wordt geno-
men.
De schokdemper is gevuld met zeer sterk gecomprimeerd stikstof.
Let op de aangegeven beschrijving. (De geautoriseerde KTM-garage is u graag van dienst.)
Voorwerk
Voertuig uitschakelen. ( pag. 31)
Zadel omhoog klappen. ( pag. 52)
KTM PowerPack demonteren. ( pag. 83)
Afdekkap monteren. ( pag. 53)
C00794-10
Hoofdwerk
Stelschroef
1
met de klok mee draaien tot de laatste voelbare klik.
Afhankelijk van het schokdempertype een aantal klikken tegen de klok in draaien.
Voorgeschreven waarde
Uitgaande demping
Comfort 20 klikken
Standaard 15 klikken
Sport 10 klikken
Info
Draaien met de klok mee verhoogt de demping, draaien tegen de klok in ver-
laagt de demping bij het uitveren van de schokdemper.
Nawerk
KTM PowerPack monteren. ( pag. 83)
Zadel vergrendelen. ( pag. 52)
11.6 Maat achterwiel zonder belasting bepalen
Voorwerk
Voertuig uitschakelen. ( pag. 31)
Zadel omhoog klappen. ( pag. 52)
KTM PowerPack demonteren. ( pag. 83)
Afdekkap monteren. ( pag. 53)
Motorfiets met hefbok opkrikken. ( pag. 43)
400988-10
Hoofdwerk
Een zoveel mogelijk loodrechte afstand tussen de achteras en een ander vast punt
meten, bijv. een markering aan de achterbekleding.
Waarde als maat
A
noteren.
Nawerk
Motorfiets van hefbok nemen. ( pag. 43)
KTM PowerPack monteren. ( pag. 83)
Zadel vergrendelen. ( pag. 52)
11 CHASSIS AFSTELLEN 38
11.7 Statische veerweg schokdemper controleren
400989-10
Maat
A
achterwiel zonder belasting bepalen. ( pag. 37)
De motorfiets met behulp van iemand die assisteert rechtop houden.
Opnieuw de afstand meten tussen de achteras en het vaste punt.
Waarde als maat
B
noteren.
Info
De statische veerweg is het verschil tussen maat
A
en
B
.
Statische veerweg controleren.
Statische veerweg 20 mm
» Als de statische veerweg kleiner of groter is dan de aangegeven maat:
Veervoorspanning van de schokdemper instellen. ( pag. 38)
11.8 Dynamische veerweg schokdemper controleren
400990-10
Maat
A
achterwiel zonder belasting bepalen. ( pag. 37)
Met behulp van een persoon, die de motorfiets vasthoudt, gaat de bestuurder met
volledige beschermende kleding in een normale zitpositie (voeten op de voetsteu-
nen) op de motorfiets zitten en beweegt enkele keren op en neer.
De achterwielophanging slingert zo in de juiste positie.
Een andere persoon meet nu opnieuw de afstand tussen de achteras en het vaste
punt.
Waarde als maat
C
noteren.
Info
De dynamische veerweg is het verschil tussen maat
A
en
C
.
Dynamische veerweg controleren.
Dynamische veerweg 100 mm
» Als de dynamische veerweg afwijkt van de aangegeven maat:
Dynamische veerweg instellen. ( pag. 39)
11.9 Veervoorspanning schokdemper instellen
Voorzichtig
Gevaar voor letselDelen van de schokdemper worden rondgeslingerd, als de schokdemper onvakkundig uit elkaar wordt geno-
men.
De schokdemper is gevuld met zeer sterk gecomprimeerd stikstof.
Let op de aangegeven beschrijving. (De geautoriseerde KTM-garage is u graag van dienst.)
Info
Voordat u de veervoorspanning wijzigt moet u de momentele instelling noteren - bijv. de veerlengte meten.
Voorwerk
Voertuig uitschakelen. ( pag. 31)
Zadel omhoog klappen. ( pag. 52)
KTM PowerPack demonteren. ( pag. 83)
11 CHASSIS AFSTELLEN 39
Afdekkap monteren. ( pag. 53)
Motorfiets met hefbok opkrikken. ( pag. 43)
Schokdemper demonteren. ( pag. 51)
Schokdemper in gedemonteerde toestand grondig reinigen.
402158-10
Hoofdwerk
Schroef
1
losdraaien.
Stelring
2
draaien tot de veer volledig ontspannen is.
Haaksleutel (T106S)
Totale veerlengte in ontspannen toestand meten.
Veer door het draaien van de stelring
2
op de aangegeven maat
A
spannen.
Voorgeschreven waarde
Veervoorspanning
Comfort 9 mm
Standaard 7 mm
Sport 9 mm
Info
Afhankelijk van de statische of dynamische veerweg kan een hogere of
lagere veervoorspanning nodig zijn.
Schroef
1
vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Schroef stelring schokdemper M5 5 Nm
Nawerk
Schokdemper monteren. ( pag. 51)
Motorfiets van hefbok nemen. ( pag. 43)
KTM PowerPack monteren. ( pag. 83)
Zadel vergrendelen. ( pag. 52)
11.10 Dynamische veerweg instellen
Voorwerk
Voertuig uitschakelen. ( pag. 31)
Zadel omhoog klappen. ( pag. 52)
KTM PowerPack demonteren. ( pag. 83)
Afdekkap monteren. ( pag. 53)
Motorfiets met hefbok opkrikken. ( pag. 43)
Schokdemper demonteren. ( pag. 51)
Schokdemper in gedemonteerde toestand grondig reinigen.
B00292-10
Hoofdwerk
Een passende veer kiezen en monteren.
Voorgeschreven waarde
Veerconstante
Gewicht bestuurder: 65… 75 kg 62 N/mm
Gewicht bestuurder: 75… 85 kg 55… 71 N/mm
Gewicht bestuurder: 85… 95 kg 70 N/mm
Info
De veerconstante is vermeld op de buitenkant van de veer.
Kleine afwijkingen in gewicht kunnen door het wijzigen van de veervoor-
spanning worden gecompenseerd.
Nawerk
Schokdemper monteren. ( pag. 51)
Motorfiets van hefbok nemen. ( pag. 43)
Uitgaande demping van de schokdemper instellen. ( pag. 37)
KTM PowerPack monteren. ( pag. 83)
11 CHASSIS AFSTELLEN 40
Zadel vergrendelen. ( pag. 52)
Statische veerweg van de schokdemper controleren. ( pag. 38)
Dynamische veerweg van de schokdemper controleren. ( pag. 38)
11.11 Basisinstelling voorvork controleren
Info
Bij de voorvork kan om verschillende redenen geen exacte dynamische veerweg worden vastgelegd.
401000-01
Kleinere afwijkingen van het bestuurdersgewicht kunnen net als bij de schokdem-
per door de veervoorspanning worden gecompenseerd.
Als de voorvork echter vaker doorslaat (harde eindaanslag bij het inveren) moeten
beslist hardere vorkveren worden gemonteerd om beschadiging aan voorvork en
frame te voorkomen.
11.12 Ingaande demping voorvork instellen
Info
De hydraulische ingaande demping bepaalt het gedrag bij het inveren van de voorvork.
Voorwerk
Voertuig uitschakelen. ( pag. 31)
Zadel omhoog klappen. ( pag. 52)
KTM PowerPack demonteren. ( pag. 83)
Afdekkap monteren. ( pag. 53)
402496-10
Hoofdwerk
Beschermkappen
1
verwijderen.
Stelschroeven
2
met de klok mee draaien tot de aanslag.
Info
De stelschroeven
2
bevinden zich aan het onderste uiteinde van de vork-
poten.
De instelling van beide vorkpoten moet gelijk zijn.
Afhankelijk van het voorvorktype een aantal klikken tegen de klok in draaien.
Voorgeschreven waarde
Ingaande demping
Comfort 20 klikken
Standaard 15 klikken
Sport 10 klikken
Info
Draaien met de klok mee verhoogt de demping, draaien tegen de klok in ver-
laagt de demping bij het inveren.
Beschermkappen
1
monteren.
Nawerk
KTM PowerPack monteren. ( pag. 83)
Zadel vergrendelen. ( pag. 52)
11 CHASSIS AFSTELLEN 41
11.13 Uitgaande demping voorvork instellen
Info
De hydraulische uitgaande demping bepaalt het gedrag bij het uitveren van de voorvork.
C00795-10
Stelschroeven
1
met de klok mee draaien tot de aanslag.
Info
De stelschroeven
1
bevinden zich aan het bovenste uiteinde van de vork-
poten.
De instelling van beide vorkpoten moet gelijk zijn.
Afhankelijk van het voorvorktype een aantal klikken tegen de klok in draaien.
Voorgeschreven waarde
Uitgaande demping
Comfort 20 klikken
Standaard 15 klikken
Sport 10 klikken
Info
Draaien met de klok mee verhoogt de demping, draaien tegen de klok in ver-
laagt de demping bij het uitveren.
11.14 Stuurstand
0
0
C00762-10
Op de bovenste kroonplaat bevinden zich twee boorgaten op een afstand
A
van
elkaar.
Afstand boorgaten
A
15 mm
De boorgaten op de stuuradapters zijn op een afstand
B
van het midden aangebracht.
Afstand boorgaten
B
3,5 mm
De stuuradapters kunnen in 4 verschillende standen worden gemonteerd.
11.15 Stuurstand instellen
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenEen gerepareerd stuur vormt een veiligheidsrisico.
Als het stuur werd verbogen of uitgelijnd, treedt materiaalmoeheid op. Hierdoor kan het stuur breken.
Vervang het stuur, als het stuur is verbogen of beschadigd.
Voorwerk
Voertuig uitschakelen. ( pag. 31)
Zadel omhoog klappen. ( pag. 52)
KTM PowerPack demonteren. ( pag. 83)
Afdekkap monteren. ( pag. 53)
0
0
0
0
C00761-10
Hoofdwerk
Schroeven
1
verwijderen. Stuurplaten verwijderen.
Stuur verwijderen en opzij hangen.
Info
Componenten door afdekken tegen beschadiging beschermen.
Kabels en leidingen niet knikken.
Schroeven
2
verwijderen. Stuuradapters verwijderen.
Stuuradapters in de gewenste stand zetten. Schroeven
2
monteren en
vastdraaien.
11 CHASSIS AFSTELLEN 42
Voorgeschreven waarde
Schroef stuuradapter M10 40 Nm Loctite
®
243™
Info
Stuuradapters links en rechts gelijkmatig positioneren.
Stuur positioneren.
Info
Erop letten dat de kabels en leidingen op de juiste manier worden gelegd.
Stuurplaten positioneren. Schroeven
1
monteren en gelijkmatig vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Schroef stuurplaat M8 20 Nm
Info
Erop letten dat de spleten even groot zijn.
Nawerk
KTM PowerPack monteren. ( pag. 83)
Zadel vergrendelen. ( pag. 52)
12 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS 43
12.1 Motorfiets met hefbok opkrikken
Aanwijzing
Gevaar voor beschadigingHet geparkeerde voertuig kan wegrollen of omvallen.
Zet het voertuig op een stevige en vlakke ondergrond.
Voorwerk
Voertuig uitschakelen. ( pag. 31)
Zadel omhoog klappen. ( pag. 52)
KTM PowerPack demonteren. ( pag. 83)
Afdekkap monteren. ( pag. 53)
401942-01
Hoofdwerk
Motorfiets bij motorfiets onder de motor opkrikken.
Hefbok (78129955100)
De wielen raken de bodem niet meer.
Motorfiets beveiligen tegen omvallen.
12.2 Motorfiets van hefbok nemen
Aanwijzing
Gevaar voor beschadigingHet geparkeerde voertuig kan wegrollen of omvallen.
Zet het voertuig op een stevige en vlakke ondergrond.
401943-10
Hoofdwerk
Motorfiets van hefbok nemen.
Hefbok verwijderen.
Voor het parkeren van de motorfiets de zijstandaard
1
met de voet tot de bodem
uitklappen en belasten met de motorfiets.
Nawerk
KTM PowerPack monteren. ( pag. 83)
Zadel vergrendelen. ( pag. 52)
12.3 Vorkpoten ontluchten
Voorwerk
Voertuig uitschakelen. ( pag. 31)
Zadel omhoog klappen. ( pag. 52)
KTM PowerPack demonteren. ( pag. 83)
Afdekkap monteren. ( pag. 53)
Motorfiets met hefbok opkrikken. ( pag. 43)
C00796-10
Hoofdwerk
Ontluchtingsschroeven
1
losdraaien.
Als de druk te hoog is, dan verdwijnt de overtollige druk uit de binnenruimte
van de voorvork.
Ontluchtingsschroeven vastdraaien.
12 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS 44
Nawerk
Motorfiets van hefbok nemen. ( pag. 43)
KTM PowerPack monteren. ( pag. 83)
Zadel vergrendelen. ( pag. 52)
12.4 Vuilschrapers vorkpoten reinigen
Voorwerk
Voertuig uitschakelen. ( pag. 31)
Zadel omhoog klappen. ( pag. 52)
KTM PowerPack demonteren. ( pag. 83)
Afdekkap monteren. ( pag. 53)
Motorfiets met hefbok opkrikken. ( pag. 43)
Voorvorkprotector demonteren. ( pag. 45)
C00749-10
Hoofdwerk
Vuilschrapers
1
aan beide vorkpoten omlaag schuiven.
Info
De vuilschrapers schrapen stof en grof vuil van de binnenpoot. In de loop
van de tijd kan er vuil achter te vuilschrapers terechtkomen. Als dit vuil niet
wordt verwijderd, kunnen de daarachter liggende oliekeerringen gaan lek-
ken.
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenOlie of vet op de remschijven vermindert de rem-
werking.
Houd de remschijven steeds olie- en vetvrij.
Reinig de remschijven indien nodig met remreinigingsmiddel.
Vuilschrapers en de binnenpoten aan beide vorkpoten reinigen en smeren met olie.
Universele oliespray ( pag. 110)
Vuilschrapers terugduwen in de montagepositie.
Overtollige olie verwijderen.
Nawerk
Voorvorkprotector monteren. ( pag. 46)
Motorfiets van hefbok nemen. ( pag. 43)
KTM PowerPack monteren. ( pag. 83)
Zadel vergrendelen. ( pag. 52)
12.5 Vorkpoten demonteren
Voorwerk
Voertuig uitschakelen. ( pag. 31)
Zadel omhoog klappen. ( pag. 52)
KTM PowerPack demonteren. ( pag. 83)
Afdekkap monteren. ( pag. 53)
Motorfiets met hefbok opkrikken. ( pag. 43)
Voorwiel demonteren. ( pag. 70)
Koplampkap met koplamp demonteren. ( pag. 78)
C00797-10
Hoofdwerk
Schroeven
1
verwijderen en klem verwijderen.
Kabelbinder verwijderen en stekkerverbinding van tachosensor loskoppelen.
Schroeven
2
en afstandsbussen verwijderen en remklauw eraf halen.
Remklauw met remkabel spanningsloos opzij hangen.
12 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS 45
C00798-10
Schroeven
3
losdraaien. Vorkpoot links verwijderen.
Schroeven
4
losdraaien. Vorkpoot rechts verwijderen.
12.6 Vorkpoten monteren
C00800-10
Hoofdwerk
Vorkpoten positioneren.
De ontluchtingsschroeven
1
wijzen naar voren.
Info
De onderste ingefreesde groef in de vorkpoot moet door de bovenkant van de
bovenste kroonplaat worden afgesloten.
De bevestiging voor de remklauw is aan de linker vorkpoot aangebracht.
C00798-11
Schroeven
2
vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Schroef bovenste kroonplaat M8 22 Nm
Schroeven
3
vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Schroef onderste kroonplaat M8 18 Nm
C00799-10
Remklauw positioneren. Schroeven
4
met afstandsbussen monteren en vast-
draaien.
Voorgeschreven waarde
Schroef remklauw vooraan M8 25 Nm Loctite
®
243™
Remleiding; kabelboom en klem positioneren. Schroeven
5
monteren en vast-
draaien.
Stekkerverbinding van de tachosensor verbinden en kabelbinder monteren.
Nawerk
Voorwiel monteren. ( pag. 70)
Koplampkap met koplamp monteren. ( pag. 78)
KTM PowerPack monteren. ( pag. 83)
Zadel vergrendelen. ( pag. 52)
Koplampstand controleren. ( pag. 81)
12.7 Voorvorkprotector demonteren
Voorwerk
Voertuig uitschakelen. ( pag. 31)
Zadel omhoog klappen. ( pag. 52)
KTM PowerPack demonteren. ( pag. 83)
Afdekkap monteren. ( pag. 53)
12 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS 46
C00801-10
Hoofdwerk
Schroeven
1
verwijderen. Klem verwijderen.
Schroeven
2
aan linker vorkpoot verwijderen. Voorvorkprotector verwijderen.
C00802-10
Schroeven
3
aan rechter vorkpoot verwijderen. Voorvorkprotector verwijderen.
12.8 Voorvorkprotector monteren
C00802-11
Hoofdwerk
Voorvorkprotector op rechter vorkpoot positioneren. Schroeven
1
monteren en
vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Overige schroeven chassis M6 10 Nm
C00801-11
Voorvorkprotector op linker vorkpoot positioneren. Schroeven
2
monteren en vast-
draaien.
Voorgeschreven waarde
Overige schroeven chassis M6 10 Nm
Remkabel, kabelboom en klem positioneren. Schroeven
3
monteren en vast-
draaien.
Nawerk
KTM PowerPack monteren. ( pag. 83)
Zadel vergrendelen. ( pag. 52)
12.9 Onderste kroonplaat demonteren
Voorwerk
Voertuig uitschakelen. ( pag. 31)
Zadel omhoog klappen. ( pag. 52)
KTM PowerPack demonteren. ( pag. 83)
Afdekkap monteren. ( pag. 53)
Motorfiets met hefbok opkrikken. ( pag. 43)
Voorwiel demonteren. ( pag. 70)
Koplampkap met koplamp demonteren. ( pag. 78)
Spatbord vooraan demonteren. ( pag. 50)
Vorkpoten demonteren. ( pag. 44)
12 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS 47
C00835-10
Hoofdwerk
Houder
1
openen, kabelboom en remleiding losmaken.
C00836-10
Schroef
2
verwijderen.
Schroef
3
verwijderen.
Bovenste kroonplaat met stuur verwijderen en opzij hangen.
Info
Componenten door afdekken tegen beschadiging beschermen.
Kabels en leidingen niet knikken.
C00693-10
Keerring
4
en beschermring
5
verwijderen.
Onderste kroonplaat met vorkbuis verwijderen.
Bovenste balhoofdlager verwijderen.
12.10 Onderste kroonplaat monteren
0
0
C00759-10
Hoofdwerk
Lagers en afdichtelementen reinigen, op beschadiging controleren en invetten.
Smeervet met hoge viscositeit ( pag. 110)
Onderste kroonplaat met vorkbuis plaatsen. Bovenste balhoofdlager monteren.
Controleren of de balhoofdafdichting boven
1
correct is gepositioneerd.
Beschermring
2
en keerring
3
op de vorkbuis schuiven.
C00834-10
Bovenste kroonplaat met stuur positioneren.
Schroef
4
monteren, maar nog niet vastdraaien.
Remkabel van achterwiel en kabelboom positioneren.
12 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS 48
C00832-10
Vorkpoten positioneren.
De ontluchtingsschroeven
5
wijzen naar voren.
Info
De onderste ingefreesde groef in de vorkpoot moet door de bovenkant van de
bovenste kroonplaat worden afgesloten.
De bevestiging voor de remklauw is aan de linker vorkpoot aangebracht.
C00833-10
Schroeven
6
vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Schroef onderste kroonplaat M8 18 Nm
C00831-10
Schroef
4
vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Schroef balhoofd boven M20x1,5 12 Nm
C00830-10
Schroef
7
monteren en vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Schroef vorkbuis boven M8 17 Nm Loctite
®
243™
C00833-11
Schroeven
8
vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Schroef bovenste kroonplaat M8 22 Nm
C00829-10
Remleiding en kabelboom bevestigen. Houder
9
sluiten.
12 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS 49
C00837-10
Remklauw positioneren. Schroeven
bk
met afstandsbussen monteren en vast-
draaien.
Voorgeschreven waarde
Schroef remklauw vooraan M8 25 Nm Loctite
®
243™
Remkabel, kabelboom en klem positioneren. Schroeven
bl
monteren en vast-
draaien.
Stekkerverbinding van de tachosensor verbinden en kabelbinder monteren.
Nawerk
Spatbord voor monteren. ( pag. 51)
Koplampkap met koplamp monteren. ( pag. 78)
Voorwiel monteren. ( pag. 70)
Controleren of kabel en remkabels correct gelegd zijn.
Balhoofdlagerspeling controleren. ( pag. 49)
Motorfiets van hefbok nemen. ( pag. 43)
KTM PowerPack monteren. ( pag. 83)
Zadel vergrendelen. ( pag. 52)
Koplampstand controleren. ( pag. 81)
12.11 Balhoofdlagerspeling controleren
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenVerkeerde speling van het balhoofdlager beïnvloedt het rijgedrag negatief en beschadigt componenten.
Corrigeer onjuiste speling van het balhoofdlager onmiddellijk. (De geautoriseerde KTM-garage is u graag van dienst.)
Info
Als voor langere tijd met speling in het balhoofdlager wordt gereden, beschadigen de lagers en daardoor ook de lagerzittingen
in het frame.
Voorwerk
Voertuig uitschakelen. ( pag. 31)
Zadel omhoog klappen. ( pag. 52)
KTM PowerPack demonteren. ( pag. 83)
Afdekkap monteren. ( pag. 53)
Motorfiets met hefbok opkrikken. ( pag. 43)
H01167-01
Hoofdwerk
Stuur in rechtuitstand zetten. Vorkpoten in rijrichting voor- en achteruit bewegen.
Er mag geen speling voelbaar zijn bij de balhoofdlager.
» Als er een voelbare speling optreedt:
Balhoofdlagerspeling instellen. ( pag. 50)
Stuur over het gehele stuurbereik heen en weer bewegen.
Het stuur moet gemakkelijk over het volledige bereik kunnen bewegen. Er mogen
geen blokkeringen worden gevoeld.
» Als er blokkeringen voelbaar zijn:
Balhoofdlagerspeling instellen. ( pag. 50)
» Als er nog steeds blokkeringen voelbaar zijn:
Balhoofdlager vervangen.
Nawerk
Motorfiets van hefbok nemen. ( pag. 43)
KTM PowerPack monteren. ( pag. 83)
Zadel vergrendelen. ( pag. 52)
12 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS 50
12.12 Balhoofdlagerspeling instellen
Voorwerk
Voertuig uitschakelen. ( pag. 31)
Zadel omhoog klappen. ( pag. 52)
KTM PowerPack demonteren. ( pag. 83)
Afdekkap monteren. ( pag. 53)
Motorfiets met hefbok opkrikken. ( pag. 43)
C00803-10
Hoofdwerk
Schroeven
1
losdraaien. Schroef
2
verwijderen.
Schroef
3
losdraaien en weer vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Schroef balhoofd boven M20x1,5 12 Nm
Met een kunststofhamer zacht op de bovenste kroonplaat kloppen om spanning te
voorkomen.
Schroeven
1
vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Schroef bovenste kroonplaat M8 22 Nm
Schroef
2
monteren en vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Schroef vorkbuis boven M8 17 Nm Loctite
®
243™
Nawerk
Balhoofdlagerspeling controleren. ( pag. 49)
Motorfiets van hefbok nemen. ( pag. 43)
KTM PowerPack monteren. ( pag. 83)
Zadel vergrendelen. ( pag. 52)
12.13 Balhoofdlager smeren
C00760-01
Onderste kroonplaat demonteren. ( pag. 46)
Onderste kroonplaat monteren. ( pag. 47)
12.14 Spatbord vooraan demonteren
Voorwerk
Voertuig uitschakelen. ( pag. 31)
Zadel omhoog klappen. ( pag. 52)
KTM PowerPack demonteren. ( pag. 83)
Afdekkap monteren. ( pag. 53)
Koplampkap met koplamp demonteren. ( pag. 78)
C00702-10
Hoofdwerk
Schroeven
1
verwijderen.
Spatbord vooraan verwijderen.
Erop letten dat de afstandsbussen blijven zitten.
12 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS 51
12.15 Spatbord voor monteren
C00702-10
Hoofdwerk
Erop letten dat de afstandsbussen in het spatbord zijn gemonteerd.
Spatbord voorzijde positioneren.
Schroeven
1
monteren en vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Overige schroeven chassis M6 10 Nm
Nawerk
Koplampkap met koplamp monteren. ( pag. 78)
KTM PowerPack monteren. ( pag. 83)
Zadel vergrendelen. ( pag. 52)
Koplampstand controleren. ( pag. 81)
12.16 Schokdemper demonteren
Voorwerk
Voertuig uitschakelen. ( pag. 31)
Zadel omhoog klappen. ( pag. 52)
KTM PowerPack demonteren. ( pag. 83)
Afdekkap monteren. ( pag. 53)
Motorfiets met hefbok opkrikken. ( pag. 43)
C00701-10
Hoofdwerk
Schroef
1
verwijderen.
Schroef
2
verwijderen en het achterwiel met de achterbrug zo ver neerlaten dat
het achterwiel nog gedraaid kan worden. Achterwiel in deze stand vastzetten.
Schroef
3
verwijderen.
Spatbord
4
opzij duwen en schokdemper verwijderen.
12.17 Schokdemper monteren
C00701-11
Hoofdwerk
Spatbord
1
opzij duwen en schokdemper positioneren.
Schroef
2
monteren en vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Schroef schokdemper
boven
M12 80 Nm Loctite
®
2701™
Schroef
3
monteren en vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Schroef schokdemper
onder
M12 80 Nm Loctite
®
2701™
Info
De zwenklager voor de schokdemper aan de achterbrug is gecoat met teflon.
Deze mag noch met vet noch met andere smeermiddelen worden gesmeerd.
Smeermiddelen lossen de tefloncoating op waardoor de levensduur drastisch
wordt verlaagd.
Schroef
4
monteren en vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Schroef bovenste frame-
arm
M10 45 Nm Loctite
®
243™
Nawerk
Motorfiets van hefbok nemen. ( pag. 43)
12 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS 52
KTM PowerPack monteren. ( pag. 83)
Zadel vergrendelen. ( pag. 52)
12.18 Zadel omhoog klappen
C00805-10
Ontgrendelingshendel
1
in de richting van de pijl duwen.
Zadel optillen en omhoog klappen.
12.19 Zadel vergrendelen
C00804-01
Zadel omlaag klappen en indrukken.
Het zadel klikt hoorbaar vast.
Vervolgens controleren of het zadel correct vergrendeld is.
12.20 Spoiler demonteren
Voorwerk
Voertuig uitschakelen. ( pag. 31)
Zadel omhoog klappen. ( pag. 52)
KTM PowerPack demonteren. ( pag. 83)
Afdekkap monteren. ( pag. 53)
C00763-10
Hoofdwerk
Schroeven
1
verwijderen.
12 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS 53
C00764-10
Schroef
2
verwijderen.
Schroef
3
verwijderen.
Spoiler verwijderen.
Werkstappen aan de tegenoverliggende zijde herhalen.
12.21 Spoiler monteren
C00765-10
Hoofdwerk
Spoiler positioneren en in bereik
A
vastzetten.
C00764-11
Schroef
1
monteren en vastdraaien.
Schroef
2
monteren en vastdraaien.
C00763-11
Schroeven
3
monteren en vastdraaien.
Werkstappen aan de tegenoverliggende zijde herhalen.
Nawerk
KTM PowerPack monteren. ( pag. 83)
Zadel vergrendelen. ( pag. 52)
12.22 Afdekkap monteren
Aanwijzing
MateriaalschadeWater of vuil beschadigt of vernietigt componenten.
Monteer de afdekkap als u de KTM PowerPack heeft gedemonteerd.
Voorwerk
Voertuig uitschakelen. ( pag. 31)
Zadel omhoog klappen. ( pag. 52)
KTM PowerPack demonteren. ( pag. 83)
12 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS 54
C00721-10
Hoofdwerk
Vormring van ontladingsstekker controleren. ( pag. 54)
Afdekkap
1
met één hand monteren.
12.23 Afdekkap verwijderen
Aanwijzing
MateriaalschadeWater of vuil beschadigt of vernietigt componenten.
Monteer de afdekkap als u de KTM PowerPack heeft gedemonteerd.
C00721-10
Hoofdwerk
Afdekkap
1
met één hand verwijderen.
Nawerk
KTM PowerPack monteren. ( pag. 83)
Zadel vergrendelen. ( pag. 52)
12.24 Vormring van ontladingsstekker controleren
Voorwaarden
De KTM PowerPack is gedemonteerd.
De afdekkap is verwijderd.
C00776-10
Vormring
1
van ontladingsstekker aan elektrische motor controleren.
» Als de vormring van de ontladingsstekker vuil is:
Controleren of er geen spanning meer op de ontladingsstekker staat.
Vormring zonder water of perslucht reinigen.
Contacten afdekken en siliconespray op de vormring spuiten.
» Als de vormring van de ontladingsstekker beschadigd is:
Vormring van de ontladingsstekker vervangen.
12.25 Kettingvervuiling controleren
400678-01
Ketting controleren op grove vervuiling.
» Als de ketting erg vuil is:
Ketting reinigen. ( pag. 55)
12 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS 55
12.26 Ketting reinigen
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenSmeermiddel op de banden vermindert de grip van de banden.
Verwijder smeermiddel met een geschikt reinigingsmiddel van de banden.
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenOlie of vet op de remschijven vermindert de remwerking.
Houd de remschijven steeds olie- en vetvrij.
Reinig de remschijven indien nodig met remreinigingsmiddel.
Waarschuwing
Gevaar voor het milieuProbleemstoffen veroorzaken schade aan het milieu.
Voer olie, vet, reinigingsmiddel, remvloeistof e.d. op de correcte en voorgeschreven wijze af.
Info
De levensduur van de ketting is voor een groot deel afhankelijk van het onderhoud.
Voorwerk
Voertuig uitschakelen. ( pag. 31)
Zadel omhoog klappen. ( pag. 52)
KTM PowerPack demonteren. ( pag. 83)
Afdekkap monteren. ( pag. 53)
Motorfiets met hefbok opkrikken. ( pag. 43)
400725-01
Hoofdwerk
Ketting regelmatig reinigen en vervolgens met kettingspray behandelen.
Kettingreinigingsmiddel ( pag. 110)
Kettingspray offroad ( pag. 110)
Nawerk
Motorfiets van hefbok nemen. ( pag. 43)
KTM PowerPack monteren. ( pag. 83)
Zadel vergrendelen. ( pag. 52)
12.27 Kettingspanning controleren
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenGevaar door verkeerde kettingspanning.
Als de ketting te strak is gespannen worden de componenten van de secundaire krachtoverbrenging (ketting,
ketting-aandrijfwiel, kettingwiel en lager in de versnellingsbak en het achterwiel) extra belast. Dit kan leiden tot vroegtijdige
slijtage en in het uiterste geval kunnen ook de ketting of de uitgaande as van de versnelling breken. Als de ketting echter
te los zit kan deze van het ketting-aandrijfwiel resp. het kettingwiel vallen en het achterwiel blokkeren of de motor
beschadigen. Op een correcte kettingspanning letten en indien nodig instellen.
Voorwerk
Voertuig uitschakelen. ( pag. 31)
Zadel omhoog klappen. ( pag. 52)
KTM PowerPack demonteren. ( pag. 83)
Afdekkap monteren. ( pag. 53)
Motorfiets met hefbok opkrikken. ( pag. 43)
12 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS 56
C00826-10
Hoofdwerk
Ketting aan het einde van het onderste glijblok omhoog trekken en de kettingspan-
ning
A
bepalen.
Info
Het onderste deel van de ketting
1
moet daarbij gespannen zijn.
Kettingen slijten niet altijd gelijkmatig, daarom moet de meting op verschil-
lende plekken van de ketting worden herhaald.
Kettingspanning 36… 40 mm
» Als de kettingspanning niet overeenkomt met de voorgeschreven waarde:
Kettingspanning instellen. ( pag. 56)
Nawerk
Motorfiets van hefbok nemen. ( pag. 43)
KTM PowerPack monteren. ( pag. 83)
Zadel vergrendelen. ( pag. 52)
12.28 Kettingspanning instellen
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenGevaar door verkeerde kettingspanning.
Als de ketting te strak is gespannen worden de componenten van de secundaire krachtoverbrenging (ketting,
ketting-aandrijfwiel, kettingwiel en lager in de versnellingsbak en het achterwiel) extra belast. Dit kan leiden tot vroegtijdige
slijtage en in het uiterste geval kunnen ook de ketting of de uitgaande as van de versnelling breken. Als de ketting echter
te los zit kan deze van het ketting-aandrijfwiel resp. het kettingwiel vallen en het achterwiel blokkeren of de motor
beschadigen. Op een correcte kettingspanning letten en indien nodig instellen.
Voorwerk
Voertuig uitschakelen. ( pag. 31)
Zadel omhoog klappen. ( pag. 52)
KTM PowerPack demonteren. ( pag. 83)
Afdekkap monteren. ( pag. 53)
Motorfiets met hefbok opkrikken. ( pag. 43)
Kettingspanning controleren. ( pag. 55)
C00707-10
Hoofdwerk
Moer
1
losdraaien.
Moeren
2
losdraaien.
Kettingspanning door het draaien van de stelschroeven
3
links en rechts instel-
len.
Voorgeschreven waarde
Kettingspanning 36… 40 mm
Stelschroeven
3
links en rechts zo draaien, dat de markeringen aan de linker
en rechter kettingspanner in dezelfde positie staan t.o.v. referentiemarkerin-
gen
A
. Zo is het achterwiel correct is uitgelijnd.
Moeren
2
vastdraaien.
Controleren of de kettingspanners
4
tegen de stelschroeven
3
liggen.
Moer
1
vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Moer steekas achter M20x1,5 80 Nm
Info
Door een groter instelbereik van de kettingspanner kunnen bij gelijke ket-
tinglengte verschillende secundaire overbrengingen worden gereden.
De kettingspanners
4
kunnen 180° worden gedraaid.
Nawerk
Motorfiets van hefbok nemen. ( pag. 43)
KTM PowerPack monteren. ( pag. 83)
Zadel vergrendelen. ( pag. 52)
12 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS 57
12.29 Ketting, kettingwiel, ketting-aandrijfwiel en kettinggeleiding controleren
Voorwerk
Voertuig uitschakelen. ( pag. 31)
Zadel omhoog klappen. ( pag. 52)
KTM PowerPack demonteren. ( pag. 83)
Afdekkap monteren. ( pag. 53)
Motorfiets met hefbok opkrikken. ( pag. 43)
400227-01
Hoofdwerk
Kettingwiel en ketting-aandrijfwiel controleren op slijtage.
» Als kettingwiel of ketting-aandrijfwiel ingesleten zijn:
Aandrijfset vervangen.
Info
Ketting-aandrijfwiel, kettingwiel en ketting moeten altijd samen wor-
den vervangen.
400987-10
Aan het bovenste deel van de ketting met het aangegeven gewicht
A
trekken.
Voorgeschreven waarde
Gewicht voor meting van de kettingslij-
tage
10… 15 kg
De afstand
B
van 18 kettingschakels aan het onderste deel van de ketting meten.
Info
Kettingen verslijten niet altijd gelijkmatig, daarom de meting op verschil-
lende plekken van de ketting herhalen.
Maximale afstand
B
op het langste
punt van de ketting
272 mm
»
Als de afstand
B
groter is dan de aangegeven maat:
Aandrijfset vervangen.
Info
Ketting-aandrijfwiel, kettingwiel en ketting moeten altijd samen wor-
den vervangen.
C00828-01
Bovenste glijblok op slijtage controleren.
» Als de onderkant van de bout aan de ketting zich op dezelfde hoogte of onder
het bovenste glijblok bevindt:
Bovenste glijblok vervangen.
Controleren of het bovenste glijblok goed vastzit.
» Als het glijblok loszit:
Schroeven van het glijblok vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Overige schroeven chassis M6 10 Nm
12 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS 58
C00827-01
Onderste glijblok op slijtage controleren.
» Als de onderkant van de bout aan de ketting zich op dezelfde hoogte of onder
onderste glijblok bevindt:
Onderste glijblok vervangen.
Controleren of het onderste glijblok goed vastzit.
» Als het onderste glijblok loszit:
Schroef van het onderste glijblok vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Schroef onderste glijblok M8 15 Nm
400985-01
Kettinggeleiding controleren op slijtage.
Info
De slijtage is herkenbaar aan de voorkant van de kettinggeleiding.
» Wanneer het lichtgekleurde deel van de kettinggeleiding is versleten:
Kettinggeleiding vervangen.
C00710-01
Controleren of de kettinggeleiding goed vastzit.
» Als de kettinggeleiding loszit:
Schroeven van de kettinggeleiding vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Overige schroeven chassis M6 10 Nm
Overige moeren chassis M6 10 Nm
Nawerk
Motorfiets van hefbok nemen. ( pag. 43)
KTM PowerPack monteren. ( pag. 83)
Zadel vergrendelen. ( pag. 52)
12.30 Frame controleren
Voorwerk
Voertuig uitschakelen. ( pag. 31)
Zadel omhoog klappen. ( pag. 52)
KTM PowerPack demonteren. ( pag. 83)
Afdekkap monteren. ( pag. 53)
402151-01
Hoofdwerk
Frame controleren op scheurvorming en vervorming.
» Als het frame door een mechanische krachtinwerking gescheurd of vervormd is:
Frame vervangen.
Info
Een frame dat door een mechanische krachtinwerking is beschadigd,
moet altijd worden vervangen. KTM staat niet toe dat frames worden
gerepareerd.
12 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS 59
Nawerk
KTM PowerPack monteren. ( pag. 83)
Zadel vergrendelen. ( pag. 52)
12.31 Achterbrug controleren
Voorwerk
Voertuig uitschakelen. ( pag. 31)
Zadel omhoog klappen. ( pag. 52)
KTM PowerPack demonteren. ( pag. 83)
Afdekkap monteren. ( pag. 53)
402152-01
Hoofdwerk
Achterbrug op beschadiging, scheurvorming en vervorming controleren.
» Als de achterbrug beschadigd, gescheurd of vervormd is:
Achterbrug vervangen.
Info
Een beschadigde achterbrug moet altijd worden vervangen. KTM
staat niet toe dat de achterbrug wordt gerepareerd.
Nawerk
KTM PowerPack monteren. ( pag. 83)
Zadel vergrendelen. ( pag. 52)
12.32 Rubberen stuurcovers controleren
401197-01
Rubberen stuurcovers aan stuur controleren op beschadiging en slijtage. Controle-
ren of de stuurcovers goed vastzitten.
» Als een rubberen stuurcover is beschadigd, versleten of loszit:
Rubberen stuurcover vervangen.
Handvatlijm (00062030051) ( pag. 110)
Rubberen stuurcovers vastzetten. ( pag. 59)
12.33 Rubberen stuurcovers vastzetten
Voorwerk
Voertuig uitschakelen. ( pag. 31)
Zadel omhoog klappen. ( pag. 52)
KTM PowerPack demonteren. ( pag. 83)
Afdekkap monteren. ( pag. 53)
Rubberen stuurcovers controleren. ( pag. 59)
401198-01
Hoofdwerk
Rubberen stuurcovers met borgdraad op twee punten vastzetten.
Borgdraad (54812016000)
Draadbuigtang (U6907854)
De in elkaar gedraaide draadeinden wijzen van de handvlakken weg en zijn
naar de rubberen stuurcover gebogen.
Nawerk
KTM PowerPack monteren. ( pag. 83)
Zadel vergrendelen. ( pag. 52)
13 REMSYSTEEM 60
13.1 Vrije slag hendel voorwielrem controleren
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenHet remsysteem valt uit bij oververhitting.
Als er aan de hendel voor de voorwielrem geen vrije slag aanwezig is, bouwt zich in het remsysteem druk op de voorwielrem
op.
Stel de vrije slag aan de hendel voor de voorwielrem op de voorgeschreven wijze in.
C00806-12
Hendel voor de voorwielrem naar het stuur duwen en vrije slag
A
controleren.
Vrije slag aan hendel voorwielrem 3 mm
» Als de vrije slag niet overeenkomt met de voorgeschreven waarde:
Vrije slag van de hendel voor de voorwielrem instellen. ( pag. 60)
13.2 Vrije slag hendel voorwielrem instellen
C00806-10
Vrije slag van de hendel voor de voorwielrem met de stelschroef
1
instellen.
Info
Als de stelschroef met de klok mee wordt gedraaid, wordt de vrije slag klei-
ner. Het drukpunt verwijdert zich van het stuur.
Als de stelschroef tegen de klok in wordt gedraaid wordt de vrije slag groter.
Het drukpunt komt dichter bij het stuur.
Het instelbereik is beperkt.
Stelschroef alleen met de hand draaien, geen geweld gebruiken.
Niet instellen tijdens het rijden.
13.3 Remschijven controleren
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenVersleten remschijven verminderen de remwerking.
Zorg ervoor dat versleten remschijven onmiddellijk worden vervangen. (De geautoriseerde KTM-garage is u graag van
dienst.)
400257-10
De remschijven voor- en achteraan op meerdere plekken controleren of de dikte van
de remschijf overeenkomt met maat
A
.
Info
Door slijtage kan de dikte van de remschijf in het bereik van het raakvlak
van de remplaketten verminderen.
Remschijven - slijtagegrens
Vooraan 2,5 mm
Achteraan 3,5 mm
» Als de dikte van de remschijf lager is dan de voorgeschreven waarde:
Remschijf vervangen.
Remschijven voor- en achteraan controleren op beschadiging, scheuren en vervor-
ming.
» Als de remschijf beschadigd, gescheurd of vervormd is:
Remschijf vervangen.
13 REMSYSTEEM 61
13.4 Remvloeistofpeil voorwielrem controleren
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenHet remsysteem valt uit bij onvoldoende onderhoud.
Als het remvloeistofpeil onder de aangegeven markering of de aangegeven waarde daalt, is het remsysteem ondicht of zijn de
remplaketten versleten.
Controleer het remsysteem en rij pas verder, als het probleem is opgelost. (De geautoriseerde KTM-garage is u graag van
dienst.)
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenTe oude remvloeistof vermindert de remwerking.
Controleer of de remvloeistof van de voor- en achterrem overeenkomstig het serviceschema wordt ververst. (De geautori-
seerde KTM-garage is u graag van dienst.)
C00807-10
Het rechts aan het stuur aangebrachte remvloeistofreservoir horizontaal zetten.
Remvloeistofpeil controleren op het kijkglas
1
.
»
Als het remvloeistofpeil onder de markering
A
is gedaald:
Remvloeistof van de voorwielrem bijvullen. ( pag. 61)
13.5 Remvloeistof van de voorwielrem bijvullen
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenHet remsysteem valt uit bij onvoldoende onderhoud.
Als het remvloeistofpeil onder de aangegeven markering of de aangegeven waarde daalt, is het remsysteem ondicht of zijn de
remplaketten versleten.
Controleer het remsysteem en rij pas verder, als het probleem is opgelost. (De geautoriseerde KTM-garage is u graag van
dienst.)
Waarschuwing
HuidirritatiesRemvloeistof veroorzaakt huidirritaties.
Bewaar remvloeistof buiten het bereik van kinderen.
Geschikte beschermende kleding en een veiligheidsbril dragen.
Voorkom contact van remvloeistof met de huid, de ogen of kleding.
Raadpleeg onmiddellijk een arts, als remvloeistof werd ingeslikt.
Bij contact met de huid desbetreffende plek met veel water afspoelen.
Ogen minstens onmiddellijk grondig met water uitspoelen en een arts opzoeken, als accugassen in de ogen zijn gekomen.
Wissel uw kleding, als er remvloeistof op is gekomen.
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenTe oude remvloeistof vermindert de remwerking.
Controleer of de remvloeistof van de voor- en achterrem overeenkomstig het serviceschema wordt ververst. (De geautori-
seerde KTM-garage is u graag van dienst.)
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenOngeschikte remvloeistof beschadigt het remsysteem.
Remvloeistof DOT 5 tast afdichtingen en remkabels aan. Remvloeistof DOT 5 is gebaseerd op siliconenolie en purper
gekleurd.
Gebruik geen remvloeistof DOT 5.
Waarschuwing
Gevaar voor het milieuProbleemstoffen veroorzaken schade aan het milieu.
Voer olie, vet, reinigingsmiddel, remvloeistof e.d. op de correcte en voorgeschreven wijze af.
13 REMSYSTEEM 62
Info
Zorg ervoor dat de remvloeistof niet in aanraking komt met gelakte onderdelen, omdat remvloeistof lak aantast.
Uitsluitend schone remvloeistof uit een gesloten verpakking gebruiken.
Voorwerk
Voertuig uitschakelen. ( pag. 31)
Zadel omhoog klappen. ( pag. 52)
KTM PowerPack demonteren. ( pag. 83)
Afdekkap monteren. ( pag. 53)
Remplaketten van de voorwielrem controleren. ( pag. 62)
M00686-10
Hoofdwerk
Het rechts aan het stuur aangebrachte remvloeistofreservoir horizontaal zetten.
Schroeven
1
verwijderen.
Deksel
2
met membraan
3
verwijderen.
Remvloeistof tot maat
A
vullen.
Voorgeschreven waarde
Maat
A
(remvloeistofpeil lager dan
bovenkant reservoir)
5 mm
Remvloeistof DOT 4 / DOT 5.1 ( pag. 109)
Deksel met membraan positioneren. Schroeven monteren en vastdraaien.
Info
Overgelopen of gemorste remvloeistof meteen met water afspoelen.
Nawerk
KTM PowerPack monteren. ( pag. 83)
Zadel vergrendelen. ( pag. 52)
13.6 Remplaketten voorwielrem controleren
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenVersleten remvoeringen verminderen de remwerking.
Zorg ervoor dat versleten remvoeringen onmiddellijk worden vervangen. (De geautoriseerde KTM-garage is u graag van
dienst.)
C00730-10
Controleren of de remplaketten nog de minimale plaketdikte
A
hebben.
Minimale plaketdikte
A
1 mm
» Als de plaket dunner is dan de minimale plaketdikte:
Remplaketten van de voorwielrem vervangen. ( pag. 62)
Controleren of de remplaketten beschadiging of scheuren hebben.
» Als er beschadigingen of scheuren te zien zijn:
Remplaketten van de voorwielrem vervangen. ( pag. 62)
13.7 Remplaketten voorwielrem vervangen
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenHet remsysteem valt uit bij onvakkundig onderhoud.
Controleer of onderhoudswerkzaamheden en reparaties vakkundig worden uitgevoerd. (De geautoriseerde KTM-garage is u
graag van dienst.)
13 REMSYSTEEM 63
Waarschuwing
HuidirritatiesRemvloeistof veroorzaakt huidirritaties.
Bewaar remvloeistof buiten het bereik van kinderen.
Geschikte beschermende kleding en een veiligheidsbril dragen.
Voorkom contact van remvloeistof met de huid, de ogen of kleding.
Raadpleeg onmiddellijk een arts, als remvloeistof werd ingeslikt.
Bij contact met de huid desbetreffende plek met veel water afspoelen.
Ogen minstens onmiddellijk grondig met water uitspoelen en een arts opzoeken, als accugassen in de ogen zijn gekomen.
Wissel uw kleding, als er remvloeistof op is gekomen.
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenTe oude remvloeistof vermindert de remwerking.
Controleer of de remvloeistof van de voor- en achterrem overeenkomstig het serviceschema wordt ververst. (De geautori-
seerde KTM-garage is u graag van dienst.)
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenOlie of vet op de remschijven vermindert de remwerking.
Houd de remschijven steeds olie- en vetvrij.
Reinig de remschijven indien nodig met remreinigingsmiddel.
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenNiet-toegestane remplaketten veranderen de remwerking.
Niet alle remplaketten zijn voor KTMmotorfietsen toegestaan. Opbouw en wrijvingswaarde van de remplaketten en daarmee
ook het remvermogen kunnen sterk afwijken van de originele remplaketten.
Als remplaketten worden gebruikt die afwijken van de eerste uitrusting, is overeenstemming met de originele toelating niet
gegarandeerd. Het voertuig komt in dit geval niet meer overeen met de afleveringstoestand; de garantie vervalt.
Gebruik uitsluitend remplaketten en toebehoren die door KTM zijn vrijgegeven en/of aanbevolen.
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenOngeschikte remvloeistof beschadigt het remsysteem.
Remvloeistof DOT 5 tast afdichtingen en remkabels aan. Remvloeistof DOT 5 is gebaseerd op siliconenolie en purper
gekleurd.
Gebruik geen remvloeistof DOT 5.
Waarschuwing
Gevaar voor het milieuProbleemstoffen veroorzaken schade aan het milieu.
Voer olie, vet, reinigingsmiddel, remvloeistof e.d. op de correcte en voorgeschreven wijze af.
Info
Zorg ervoor dat de remvloeistof niet in aanraking komt met gelakte onderdelen, omdat remvloeistof lak aantast.
Uitsluitend schone remvloeistof uit een gesloten verpakking gebruiken.
Voorwerk
Voertuig uitschakelen. ( pag. 31)
Zadel omhoog klappen. ( pag. 52)
KTM PowerPack demonteren. ( pag. 83)
Afdekkap monteren. ( pag. 53)
M00686-11
Hoofdwerk
Het rechts aan het stuur aangebrachte remvloeistofreservoir horizontaal zetten.
Schroeven
1
verwijderen.
Deksel
2
met membraan
3
verwijderen.
13 REMSYSTEEM 64
C00725-10
Schroeven
4
en afstandsbussen verwijderen.
Kabelbinder verwijderen.
Remplaketten door de remklauw licht naar de zijkant te kantelen terugduwen op de
remschijf.
Remklauw voorzichtig naar achteren van de remschijf trekken.
Remzuigers in de uitgangspositie terugduwen en ervoor zorgen dat er geen rem-
vloeistof uit het remvloeistofreservoir stroomt, indien nodig remvloeistof afzuigen.
C00726-10
Veerstekker
5
verwijderen.
Bout
6
verwijderen.
Borgveer
7
eraf halen en remplaketten verwijderen.
Remklauw reinigen.
Nieuwe remplaketten positioneren.
Info
Remplaketten altijd per paar vervangen.
Borgveer
7
positioneren.
Bout
6
monteren.
Info
Om de montage van de pen te vereenvoudigen, de borgveer omlaag duwen.
Erop letten dat de borgveer goed op zijn plaats zit.
Veerstekker
5
monteren.
C00725-10
Remklauw positioneren. Schroeven
4
met afstandsbussen monteren, maar nog
niet vastdraaien.
Hendel voor de voorwielrem meerdere keren indrukken tot de remplaketten tegen
de remschijf liggen en een drukpunt aanwezig is. Hendel voor de voorwielrem inge-
drukt vastzetten.
De remklauw wordt uitgelijnd.
Schroeven
4
vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Schroef remklauw vooraan M8 25 Nm Loctite
®
243™
Vastzetting hendel voor de voorwielrem verwijderen.
Kabelbinder monteren.
M00686-12
Remvloeistof tot maat
A
vullen.
Voorgeschreven waarde
Maat
A
(remvloeistofpeil lager dan
bovenkant reservoir)
5 mm
Remvloeistof DOT 4 / DOT 5.1 ( pag. 109)
Deksel met membraan positioneren. Schroeven monteren en vastdraaien.
Info
Overgelopen of gemorste remvloeistof meteen met water afspoelen.
Nawerk
KTM PowerPack monteren. ( pag. 83)
Zadel vergrendelen. ( pag. 52)
13 REMSYSTEEM 65
13.8 Vrije slag hendel achterwielrem controleren
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenHet remsysteem valt uit bij oververhitting.
Als er aan de hendel voor de achterwielrem geen vrije slag aanwezig is, bouwt zich in het remsysteem druk op de achterwiel-
rem op.
Stel de vrije slag aan de hendel voor de achterwielrem op de voorgeschreven wijze in.
C00809-12
Hendel voor de achterwielrem naar het stuur duwen en vrije slag
A
controleren.
Voorgeschreven waarde
Vrije slag aan hendel achterwielrem 3 mm
» Als de vrije slag niet overeenkomt met de voorgeschreven waarde:
Vrije slag van de hendel voor de achterwielrem instellen. ( pag. 65)
13.9 Vrije slag hendel achterwielrem instellen
C00809-10
Vrije slag van de hendel voor de achterwielrem met de stelschroef
1
instellen.
Info
Als de stelschroef met de klok mee wordt gedraaid, wordt de vrije slag klei-
ner. Het drukpunt verwijdert zich van het stuur.
Als de stelschroef tegen de klok in wordt gedraaid wordt de vrije slag groter.
Het drukpunt komt dichter bij het stuur.
Het instelbereik is beperkt.
Stelschroef alleen met de hand draaien, geen geweld gebruiken.
Niet instellen tijdens het rijden.
13.10 Remvloeistofpeil achterwielrem controleren
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenHet remsysteem valt uit bij onvoldoende onderhoud.
Als het remvloeistofpeil onder de aangegeven markering of de aangegeven waarde daalt, is het remsysteem ondicht of zijn de
remplaketten versleten.
Controleer het remsysteem en rij pas verder, als het probleem is opgelost. (De geautoriseerde KTM-garage is u graag van
dienst.)
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenTe oude remvloeistof vermindert de remwerking.
Controleer of de remvloeistof van de voor- en achterrem overeenkomstig het serviceschema wordt ververst. (De geautori-
seerde KTM-garage is u graag van dienst.)
C00808-10
Het links aan het stuur aangebrachte remvloeistofreservoir horizontaal zetten.
Remvloeistofpeil controleren op het kijkglas
1
.
»
Als het remvloeistofpeil onder de markering
A
is gedaald:
Remvloeistof van de achterwielrem bijvullen. ( pag. 66)
13 REMSYSTEEM 66
13.11 Remvloeistof achterwielrem bijvullen
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenHet remsysteem valt uit bij onvoldoende onderhoud.
Als het remvloeistofpeil onder de aangegeven markering of de aangegeven waarde daalt, is het remsysteem ondicht of zijn de
remplaketten versleten.
Controleer het remsysteem en rij pas verder, als het probleem is opgelost. (De geautoriseerde KTM-garage is u graag van
dienst.)
Waarschuwing
HuidirritatiesRemvloeistof veroorzaakt huidirritaties.
Bewaar remvloeistof buiten het bereik van kinderen.
Geschikte beschermende kleding en een veiligheidsbril dragen.
Voorkom contact van remvloeistof met de huid, de ogen of kleding.
Raadpleeg onmiddellijk een arts, als remvloeistof werd ingeslikt.
Bij contact met de huid desbetreffende plek met veel water afspoelen.
Ogen minstens onmiddellijk grondig met water uitspoelen en een arts opzoeken, als accugassen in de ogen zijn gekomen.
Wissel uw kleding, als er remvloeistof op is gekomen.
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenTe oude remvloeistof vermindert de remwerking.
Controleer of de remvloeistof van de voor- en achterrem overeenkomstig het serviceschema wordt ververst. (De geautori-
seerde KTM-garage is u graag van dienst.)
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenOngeschikte remvloeistof beschadigt het remsysteem.
Remvloeistof DOT 5 tast afdichtingen en remkabels aan. Remvloeistof DOT 5 is gebaseerd op siliconenolie en purper
gekleurd.
Gebruik geen remvloeistof DOT 5.
Waarschuwing
Gevaar voor het milieuProbleemstoffen veroorzaken schade aan het milieu.
Voer olie, vet, reinigingsmiddel, remvloeistof e.d. op de correcte en voorgeschreven wijze af.
Info
Zorg ervoor dat de remvloeistof niet in aanraking komt met gelakte onderdelen omdat remvloeistof lak aantast.
Uitsluitend schone remvloeistof uit een gesloten verpakking gebruiken.
Voorwerk
Voertuig uitschakelen. ( pag. 31)
Zadel omhoog klappen. ( pag. 52)
KTM PowerPack demonteren. ( pag. 83)
Afdekkap monteren. ( pag. 53)
Remplaketten van de achterwielrem controleren. ( pag. 67)
M00685-10
Hoofdwerk
Het links aan het stuur aangebrachte remvloeistofreservoir horizontaal zetten.
Schroeven
1
verwijderen.
Deksel
2
met membraan
3
verwijderen.
Remvloeistof tot maat
A
vullen.
Voorgeschreven waarde
Maat
A
(remvloeistofpeil lager dan
bovenkant reservoir)
5 mm
Remvloeistof DOT 4 / DOT 5.1 ( pag. 109)
Deksel met membraan positioneren. Schroeven monteren en vastdraaien.
13 REMSYSTEEM 67
Info
Overgelopen of gemorste remvloeistof meteen met water afspoelen.
Nawerk
KTM PowerPack monteren. ( pag. 83)
Zadel vergrendelen. ( pag. 52)
13.12 Remplaketten achterwielrem controleren
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenVersleten remvoeringen verminderen de remwerking.
Zorg ervoor dat versleten remvoeringen onmiddellijk worden vervangen. (De geautoriseerde KTM-garage is u graag van
dienst.)
C00731-10
Controleren of de remplaketten nog de minimale plaketdikte
A
hebben.
Minimale plaketdikte
A
1 mm
» Als de plaket dunner is dan de minimale plaketdikte:
Remplaketten van de achterwielrem vervangen. ( pag. 67)
Controleren of de remplaketten beschadiging of scheuren hebben.
» Als er beschadigingen of scheuren te zien zijn:
Remplaketten van de achterwielrem vervangen. ( pag. 67)
13.13 Remplaketten achterwielrem vervangen
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenHet remsysteem valt uit bij onvakkundig onderhoud.
Controleer of onderhoudswerkzaamheden en reparaties vakkundig worden uitgevoerd. (De geautoriseerde KTM-garage is u
graag van dienst.)
Waarschuwing
HuidirritatiesRemvloeistof veroorzaakt huidirritaties.
Bewaar remvloeistof buiten het bereik van kinderen.
Geschikte beschermende kleding en een veiligheidsbril dragen.
Voorkom contact van remvloeistof met de huid, de ogen of kleding.
Raadpleeg onmiddellijk een arts, als remvloeistof werd ingeslikt.
Bij contact met de huid desbetreffende plek met veel water afspoelen.
Ogen minstens onmiddellijk grondig met water uitspoelen en een arts opzoeken, als accugassen in de ogen zijn gekomen.
Wissel uw kleding, als er remvloeistof op is gekomen.
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenTe oude remvloeistof vermindert de remwerking.
Controleer of de remvloeistof van de voor- en achterrem overeenkomstig het serviceschema wordt ververst. (De geautori-
seerde KTM-garage is u graag van dienst.)
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenOlie of vet op de remschijven vermindert de remwerking.
Houd de remschijven steeds olie- en vetvrij.
Reinig de remschijven indien nodig met remreinigingsmiddel.
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenNiet-toegestane remplaketten veranderen de remwerking.
Niet alle remplaketten zijn voor KTMmotorfietsen toegestaan. Opbouw en wrijvingswaarde van de remplaketten en daarmee
ook het remvermogen kunnen sterk afwijken van de originele remplaketten.
Als remplaketten worden gebruikt die afwijken van de eerste uitrusting, is overeenstemming met de originele toelating niet
gegarandeerd. Het voertuig komt in dit geval niet meer overeen met de afleveringstoestand; de garantie vervalt.
Gebruik uitsluitend remplaketten en toebehoren die door KTM zijn vrijgegeven en/of aanbevolen.
13 REMSYSTEEM 68
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenOngeschikte remvloeistof beschadigt het remsysteem.
Remvloeistof DOT 5 tast afdichtingen en remkabels aan. Remvloeistof DOT 5 is gebaseerd op siliconenolie en purper
gekleurd.
Gebruik geen remvloeistof DOT 5.
Waarschuwing
Gevaar voor het milieuProbleemstoffen veroorzaken schade aan het milieu.
Voer olie, vet, reinigingsmiddel, remvloeistof e.d. op de correcte en voorgeschreven wijze af.
Info
Zorg ervoor dat de remvloeistof niet in aanraking komt met gelakte onderdelen, omdat remvloeistof lak aantast.
Uitsluitend schone remvloeistof uit een gesloten verpakking gebruiken.
Voorwerk
Voertuig uitschakelen. ( pag. 31)
Zadel omhoog klappen. ( pag. 52)
KTM PowerPack demonteren. ( pag. 83)
Afdekkap monteren. ( pag. 53)
M00685-11
Hoofdwerk
Het links aan het stuur aangebrachte remvloeistofreservoir horizontaal zetten.
Schroeven
1
verwijderen.
Deksel
2
met membraan
3
verwijderen.
Remzuigers in de uitgangspositie terugduwen en ervoor zorgen dat er geen rem-
vloeistof uit het remvloeistofreservoir stroomt, indien nodig remvloeistof afzuigen.
C00732-10
Veerstekker
3
verwijderen.
Bout
4
verwijderen.
Borgveer
5
verwijderen en remplaketten verwijderen.
Remklauw reinigen.
C00733-01
Nieuwe remplaketten positioneren.
Info
Remplaketten altijd per paar vervangen.
C00732-10
Borgveer
5
positioneren.
Bout
4
monteren.
Info
Om de montage van de pen te vereenvoudigen, de borgveer omlaag duwen.
Erop letten dat de borgveer goed op zijn plaats zit.
Veerstekker
3
monteren.
Hendel voor de achterwielrem meerdere keren indrukken tot de remplaketten tegen
de remschijf liggen en een drukpunt aanwezig is.
13 REMSYSTEEM 69
M00685-12
Remvloeistofpeil tot maat
A
bijvullen.
Voorgeschreven waarde
Maat
A
(remvloeistofpeil lager dan
bovenkant reservoir)
5 mm
Remvloeistof DOT 4 / DOT 5.1 ( pag. 109)
Deksel met membraan positioneren. Schroeven monteren en vastdraaien.
Info
Overgelopen of gemorste remvloeistof meteen met water afspoelen.
Nawerk
KTM PowerPack monteren. ( pag. 83)
Zadel vergrendelen. ( pag. 52)
14 WIELEN, BANDEN 70
14.1 Voorwiel demonteren
Voorwerk
Voertuig uitschakelen. ( pag. 31)
Zadel omhoog klappen. ( pag. 52)
KTM PowerPack demonteren. ( pag. 83)
Afdekkap monteren. ( pag. 53)
Motorfiets met hefbok opkrikken. ( pag. 43)
C00711-10
Hoofdwerk
Schroef
1
enkele slagen losdraaien.
Schroeven
2
losdraaien.
Op de schroef
1
drukken om de steekas uit de asopname te schuiven.
Schroef
1
verwijderen.
C00712-10
Voorwiel vasthouden en steekas eruit trekken. Voorwiel uit de voorvork nemen.
Info
De hendel voor de voorwielrem niet bedienen als het voorwiel is gedemon-
teerd.
Het wiel altijd zo neerleggen, dat de remschijf niet wordt beschadigd.
C00734-10
Afstandsbussen
3
verwijderen.
14.2 Voorwiel monteren
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenOlie of vet op de remschijven vermindert de remwerking.
Houd de remschijven steeds olie- en vetvrij.
Reinig de remschijven indien nodig met remreinigingsmiddel.
C00734-11
Hoofdwerk
Wiellager controleren op beschadiging en slijtage.
» Wanneer de wiellager beschadigd of versleten is:
Wiellager voor vervangen.
Keerringen
1
en loopvlak
A
van de afstandsbussen reinigen en invetten.
Duurzaam vet ( pag. 110)
Afstandsbussen erin zetten.
14 WIELEN, BANDEN 71
C00711-11
Voorwiel positioneren en steekas erin steken.
Remplaketten zijn correct gepositioneerd.
Schroef
2
monteren en vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Schroef steekas vooraan M20x1,5 35 Nm
De hendel voor de voorwielrem meerdere keren indrukken tot remplaketten tegen de
remschijf liggen.
Motorfiets van hefbok nemen. ( pag. 43)
Voorwielrem bedienen en voorvork enkele keren krachtig inveren.
De vorkpoten worden uitgelijnd.
Schroeven
3
vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Schroef asopname M8 15 Nm
Nawerk
KTM PowerPack monteren. ( pag. 83)
Zadel vergrendelen. ( pag. 52)
14.3 Achterwiel demonteren
Voorwerk
Voertuig uitschakelen. ( pag. 31)
Zadel omhoog klappen. ( pag. 52)
KTM PowerPack demonteren. ( pag. 83)
Afdekkap monteren. ( pag. 53)
Motorfiets met hefbok opkrikken. ( pag. 43)
C00735-10
Hoofdwerk
Moer
1
verwijderen.
Kettingspanner
2
verwijderen.
Info
Steekas
3
alleen zo ver eruit trekken, dat het achterwiel naar voren kan
worden geschoven.
Achterwiel zo ver mogelijk naar voren schuiven. Ketting van het kettingwiel nemen.
Info
Componenten door afdekken tegen beschadiging beschermen.
Achterwiel vasthouden en steekas eruit trekken. Achterwiel uit de achterbrug
nemen.
Info
De hendel voor de achterwielrem niet bedienen als het achterwiel is gede-
monteerd.
Het wiel altijd zo neerleggen, dat de remschijf niet wordt beschadigd.
C00736-10
Afstandsbussen
4
verwijderen.
14 WIELEN, BANDEN 72
14.4 Achterwiel monteren
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenOlie of vet op de remschijven vermindert de remwerking.
Houd de remschijven steeds olie- en vetvrij.
Reinig de remschijven indien nodig met remreinigingsmiddel.
C00736-11
Hoofdwerk
Wiellager controleren op beschadiging en slijtage.
» Wanneer de wiellager beschadigd of versleten is:
Wiellager achter vervangen.
Keerringen
1
en loopvlak
A
van de afstandsbussen reinigen en invetten.
Duurzaam vet ( pag. 110)
Afstandsbussen erin zetten.
C00737-10
Achterwiel positioneren.
Remplaketten zijn correct gepositioneerd.
Steekas
2
plaatsen.
Ketting erop leggen.
C00707-11
Kettingspanner
3
positioneren. Moer
4
monteren, maar nog niet vastdraaien.
Controleren of de kettingspanners
3
tegen de stelschroeven
5
liggen.
Kettingspanning controleren. ( pag. 55)
Moer
4
vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Moer steekas achter M20x1,5 80 Nm
Info
Door een groter instelbereik van de kettingspanner kunnen bij gelijke ket-
tinglengte verschillende secundaire overbrengingen worden gereden.
De kettingspanners
3
kunnen 180° worden gedraaid.
Hendel voor de achterwielrem meerdere keren indrukken tot de remplaketten tegen
de remschijf liggen en een drukpunt aanwezig is.
Nawerk
Motorfiets van hefbok nemen. ( pag. 43)
KTM PowerPack monteren. ( pag. 83)
Zadel vergrendelen. ( pag. 52)
14 WIELEN, BANDEN 73
14.5 Bandentoestand controleren
Info
Alleen door KTM vrijgegeven en/of aanbevolen banden monteren.
Andere banden kunnen het rijgedrag negatief beïnvloeden.
Het type, de toestand en de spanning van de banden zijn van invloed op het rijgedrag van de motorfiets.
Het profiel van de banden voor het voor- en achterwiel moet altijd gelijk zijn.
Versleten banden hebben vooral bij natte ondergrond een slechte invloed op het rijgedrag.
400602-10
De voor- en achterbanden controleren op insnijdingen, voorwerpen die tijdens het
rijden in de band zijn gaan zitten en andere beschadigingen.
» Als er insnijdingen, voorwerpen die tijdens het rijden in de band zijn gaan zit-
ten en andere beschadigingen aan de banden te zien zijn:
Banden vervangen.
Profieldiepte controleren.
Info
Wettelijke landspecifieke minimale profieldiepte in acht nemen.
Minimale profieldiepte 2 mm
» Als de profieldiepte lager is dan de minimale waarde:
Banden vervangen.
Leeftijd van de banden controleren.
Info
De productiedatum van de banden staat meestal op het opschrift van de
banden en wordt met vier cijfers aangegeven. De eerste twee cijfers wijzen
op de week van productie en de laatste twee cijfers op het jaar van produc-
tie.
KTM adviseert de banden te wisselen, onafhankelijk van de daadwerkelijke
slijtage van de banden, uiterlijk echter na 5 jaar.
» Als de band ouder is dan vijf jaar:
Banden vervangen.
14.6 Bandenspanning controleren
Info
Een te lage bandenspanning leidt tot buitengewone slijtage en oververhitting van de band.
Een goede bandenspanning garandeert een optimaal rijcomfort en maximale levensduur van de band.
Voorwerk
Voertuig uitschakelen. ( pag. 31)
Zadel omhoog klappen. ( pag. 52)
KTM PowerPack demonteren. ( pag. 83)
Afdekkap monteren. ( pag. 53)
400695-01
Hoofdwerk
Beschermkap verwijderen.
Bandenspanning controleren bij koude banden.
Bandenspanning terrein
Vooraan 0,9 bar
Achteraan 0,7 bar
Bandenspanning straat
Vooraan 1,5 bar
Achteraan 1,5 bar
» Als de bandenspanning niet overeenkomt met de voorgeschreven waarde:
Bandenspanning corrigeren.
14 WIELEN, BANDEN 74
Beschermkap monteren.
Nawerk
KTM PowerPack monteren. ( pag. 83)
Zadel vergrendelen. ( pag. 52)
14.7 Spaakspanning controleren
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenVerkeerd gespannen spaken beïnvloeden het rijgedrag nadelig en leiden tot gevolgschade.
Als de spaken te vast zijn gespannen, barsten de spaken door overbelasting. Als de spaken te los zijn gespannen, ontstaat een
zij- of hoogteslag in het wiel. Hierdoor komen andere spaken ook los te zitten.
Controleer de spaakspanning regelmatig, in het bijzonder bij een nieuw voertuig. (De geautoriseerde KTM-garage is u graag
van dienst.)
Voorwerk
Voertuig uitschakelen. ( pag. 31)
Zadel omhoog klappen. ( pag. 52)
KTM PowerPack demonteren. ( pag. 83)
Afdekkap monteren. ( pag. 53)
400694-01
Hoofdwerk
Met de staaf van een schroevendraaier kort tegen alle spaken slaan.
Info
De toonfrequentie is afhankelijk van de spaaklengte en de spaakdiameter.
Wanneer er verschillende toonfrequenties hoorbaar zijn bij spaken met
gelijke lengte en dikte, duidt dat op verschillende spaakspanningen.
Er moet een heldere toon hoorbaar zijn.
» Wanneer de spaakspanning verschillend is:
Spaakspanning corrigeren.
Aanhaalmoment van de spaken controleren.
Voorgeschreven waarde
Spaaknippels M4,5 5 Nm
Momentsleutel met een set van diverse koppen (58429094000)
Nawerk
KTM PowerPack monteren. ( pag. 83)
Zadel vergrendelen. ( pag. 52)
15 ELEKTRONICA 75
15.1 12V-accu demonteren
Waarschuwing
Gevaar voor letselAccugassen kunnen ernstige brandwonden veroorzaken.
Accu’s buiten bereik van kinderen houden.
Geschikte beschermende kleding en een veiligheidsbril dragen.
Vermijd contact met accugassen.
Vonken of open vuur uit de buurt van de accu houden.
Accu’s uitsluitend in goed geventileerde ruimtes laden.
Bij contact met de huid desbetreffende plek met veel water afspoelen.
Ogen minstens 15 minuten lang met water uitspoelen en een arts opzoeken, als accugassen in de ogen zijn gekomen.
Waarschuwing
Gevaar voor het milieuAccu's bevatten milieubelastende materialen.
Gooi de accu niet bij het huishoudelijk afval.
Geef de accu's af bij een verzamelpunt voor oude accu's.
Voorwerk
Zadel omhoog klappen. ( pag. 52)
C00738-10
Hoofdwerk
Rubberband
1
losmaken.
Minkabel
2
van de 12V-accu loskoppelen.
Pluskabel
3
van de 12V-accu loskoppelen.
12V-accu verwijderen.
15.2 12V-accu monteren
Waarschuwing
Gevaar voor letselAccugassen kunnen ernstige brandwonden veroorzaken.
Accu’s buiten bereik van kinderen houden.
Geschikte beschermende kleding en een veiligheidsbril dragen.
Vermijd contact met accugassen.
Vonken of open vuur uit de buurt van de accu houden.
Accu’s uitsluitend in goed geventileerde ruimtes laden.
Bij contact met de huid desbetreffende plek met veel water afspoelen.
Ogen minstens 15 minuten lang met water uitspoelen en een arts opzoeken, als accugassen in de ogen zijn gekomen.
C00738-11
Hoofdwerk
12Vaccu
1
in het accuvak positioneren.
Pluskabel
2
van de 12V-accu verbinden.
Minkabel
3
van de 12V-accu verbinden.
Rubberband
4
vasthaken.
Nawerk
Zadel vergrendelen. ( pag. 52)
15 ELEKTRONICA 76
15.3 12V-accu laden
Waarschuwing
Gevaar voor letselAccugassen kunnen ernstige brandwonden veroorzaken.
Accu’s buiten bereik van kinderen houden.
Geschikte beschermende kleding en een veiligheidsbril dragen.
Vermijd contact met accugassen.
Vonken of open vuur uit de buurt van de accu houden.
Accu’s uitsluitend in goed geventileerde ruimtes laden.
Bij contact met de huid desbetreffende plek met veel water afspoelen.
Ogen minstens 15 minuten lang met water uitspoelen en een arts opzoeken, als accugassen in de ogen zijn gekomen.
Waarschuwing
Gevaar voor het milieuAccu's bevatten milieubelastende materialen.
Gooi de accu niet bij het huishoudelijk afval.
Geef de accu's af bij een verzamelpunt voor oude accu's.
Info
Ook als de accu niet wordt belast verliest hij dagelijks aan lading.
De laadtoestand en de wijze van laden zijn erg belangrijk voor de levensduur van de accu.
Snel laden met een hogere laadstroom heeft een negatief effect op de levensduur.
Als de laadstroom, laadspanning en laadtijd worden overschreden ontsnapt er elektrolyt via de veiligheidskleppen. Daardoor
verliest de accu aan capaciteit.
Als de 12V-accu leeg is (knippercode 44 op het voertuig), de 12V-accu meteen laden.
Bij langere stilstand in lege toestand treden er diepteontlading en sulftatie op, waardoor de accu vernietigd wordt.
De accu is onderhoudsvrij. Het zuurniveau hoeft niet te worden gecontroleerd.
Info
De 12V-accu wordt opgeladen door de KTM PowerPack als het voertuig rijdt.
Als de KTM PowerPack in het voertuig wordt geladen, wordt ook de 12V-accu geladen.
Voorwerk
Zadel omhoog klappen. ( pag. 52)
12V-accu demonteren. ( pag. 75)
C00740-10
Hoofdwerk
Acculader met accu verbinden. Acculader inschakelen.
Acculader (58429074000)
Info
Deksel
1
nooit verwijderen.
Bovendien kan met deze acculader de rustspanning worden getest. Boven-
dien kan met deze acculader de accu niet worden overladen.
Acculader na het laden uitschakelen. Accu van acculader loskoppelen.
Voorgeschreven waarde
Laadstroom, laadspanning of laadtijd mogen niet worden overschreden.
Accu regelmatig bijladen als de motor-
fiets niet wordt gebruikt:
3 maanden
Nawerk
12V-accu monteren. ( pag. 75)
Zadel vergrendelen. ( pag. 52)
15 ELEKTRONICA 77
15.4 Zekeringen afzonderlijke stroomverbruikers vervangen
Info
Het zekeringenblok met de zekeringen van de afzonderlijke stroomverbruikers bevindt zich onder het zadel, achter de 12V-
accu.
Voorwerk
Voertuig uitschakelen. ( pag. 31)
Zadel omhoog klappen. ( pag. 52)
KTM PowerPack demonteren. ( pag. 83)
Afdekkap monteren. ( pag. 53)
C00742-10
Hoofdwerk
Beugels
1
losmaken en het zekeringenblokdeksel openen.
C00810-10
Defecte zekering verwijderen.
Voorgeschreven waarde
Zekeringen res - 10 A en 20 A - reservezekeringen
Zekering 1 - 20 A - hoofdzekering, MCU, contactslot
Zekering 2 - 10 A - contactslot, hoofdschakelaar, startknop
Zekering 3 - 10 A - groot licht, dimlicht
Zekering 4 - 10 A - claxon, remlicht, richtingaanwijzer
Zekering 5 - 10 A - waterpomp
Info
Een defecte zekering herkent u aan de gebroken smeltdraad
A
.
Waarschuwing
Gevaar voor brandVerkeerde zekeringen overbelasten de elektrische instal-
latie.
Gebruik alleen zekeringen met de voorgeschreven ampère-waarde.
Overbrug of repareer geen zekeringen.
Voldoende sterke reservezekering plaatsen.
Zekering (58011109110) ( pag. 106)
Zekering (58011109120) ( pag. 106)
Tip
Nieuwe reservezekering in het zekeringenblok plaatsen, zodat u er een bij u
hebt als het nodig is.
De werking van de stroomverbruikers controleren.
Zekeringenblokdeksel sluiten en beugels vastzetten.
Nawerk
KTM PowerPack monteren. ( pag. 83)
Zadel vergrendelen. ( pag. 52)
15 ELEKTRONICA 78
15.5 Koplampkap met koplamp demonteren
Voorwerk
Voertuig uitschakelen. ( pag. 31)
Zadel omhoog klappen. ( pag. 52)
KTM PowerPack demonteren. ( pag. 83)
Afdekkap monteren. ( pag. 53)
C00811-10
Hoofdwerk
Alle elektrische stroomverbruikers uitschakelen.
Remkabel en kabelboom
1
losmaken.
Rubberband
2
losmaken. Koplampkap omhoog schuiven en naar voren zwenken.
C00812-10
Stekkerverbindingen
3
van richtingaanwijzers,
4
koplamp en
5
van contact-
slot loskoppelen.
15.6 Koplampkap met koplamp monteren
C00812-11
Hoofdwerk
Stekkerverbindingen
1
van richtingaanwijzers,
2
koplamp en
3
van contact-
slot verbinden.
15 ELEKTRONICA 79
C00851-10
Koplampkap positioneren en met rubberband
4
vastzetten.
Uitsteeksels vergrendelen.
Remkabel en kabelboom
5
positioneren.
Nawerk
KTM PowerPack monteren. ( pag. 83)
Zadel vergrendelen. ( pag. 52)
Koplampstand controleren. ( pag. 81)
15.7 Lamp koplamp vervangen
Aanwijzing
Beschadiging van de reflectorVet op de reflector reduceert het reflecterend vermogen.
Vet op deze lampbuisjes verdampt door de hitte en zet zich af op de reflector.
Reinig en ontvet de lampbuisjes voor de montage.
De lampbuisjes niet met de blote hand aanraken.
Voorwerk
Voertuig uitschakelen. ( pag. 31)
Zadel omhoog klappen. ( pag. 52)
KTM PowerPack demonteren. ( pag. 83)
Afdekkap monteren. ( pag. 53)
Koplampkap met koplamp demonteren. ( pag. 78)
C00813-10
Hoofdwerk
Rubberkap
1
met de daaronder liggende lampfitting tot de aanslag tegen de klok
in draaien en optillen.
Lampfitting
2
van het zijlicht uit de reflector trekken.
C00814-10
Lamp van de koplamp
3
licht in de lampfitting duwen, tot de aanslag tegen de
klok in draaien en eruit trekken.
Nieuwe lamp in koplamp plaatsen.
Koplamp (S2 / sokkel BA20d) ( pag. 106)
Rubberkap met de lampfitting in de reflector plaatsen en tot de aanslag met de
klok mee draaien.
Info
Erop letten dat de keerring
4
goed zit.
15 ELEKTRONICA 80
Lampfitting van het zijlicht in de reflector steken.
Nawerk
Koplampkap met koplamp monteren. ( pag. 78)
KTM PowerPack monteren. ( pag. 83)
Zadel vergrendelen. ( pag. 52)
Koplampstand controleren. ( pag. 81)
15.8 Knipperlichtlamp vervangen (Optie: Richtingaanwijzer rond)
Aanwijzing
Beschadiging van de reflectorVet op de reflector reduceert het reflecterend vermogen.
Vet op deze lampbuisjes verdampt door de hitte en zet zich af op de reflector.
Reinig en ontvet de lampbuisjes voor de montage.
De lampbuisjes niet met de blote hand aanraken.
Voorwerk
Voertuig uitschakelen. ( pag. 31)
Zadel omhoog klappen. ( pag. 52)
KTM PowerPack demonteren. ( pag. 83)
Afdekkap monteren. ( pag. 53)
C00816-10
Hoofdwerk
Schroef aan achterzijde van het knipperlichthuis verwijderen.
Diffusorplaat
1
voorzichtig verwijderen.
C00817-10
Oranje kap
2
in de buurt van de uitsteeksels verbinden en verwijderen.
Knipperlichtlamp zacht tegen de fitting duwen, ca. 30° tegen de klok in draaien en
uit de fitting trekken.
Info
Reflector niet met de vingers aanraken en vetvrij houden.
Nieuwe knipperlichtlamp zachtjes in de fitting duwen en met de klok mee draaien
tot de aanslag.
Richtingaanwijzer (R10W / sokkel BA15s) ( pag. 106)
Oranje kap monteren.
Diffusorplaat positioneren.
Schroef erin steken en eerst tegen de klok in draaien, tot de schroef met een kleine
ruk vergrendelt in schroefgang. Schroef licht vastdraaien.
Nawerk
KTM PowerPack monteren. ( pag. 83)
Zadel vergrendelen. ( pag. 52)
Controleren of de richtingsaanwijzers werken.
15 ELEKTRONICA 81
15.9 Koplampstand controleren
0
0
AA
0
0
BB
400726-10
Voertuig op een horizontale ondergrond voor een lichte muur zetten en in de hoogte
van het midden van de koplamp een markering aanbrengen.
Nog een markering aanbrengen op een afstand
B
onder de eerste markering.
Voorgeschreven waarde
Afstand
B
5 cm
Voertuig op afstand
A
rechtop voor de muur zetten.
Voorgeschreven waarde
Afstand
A
5 m
Nu gaat de bestuurder met beschermende kleding op het voertuig zitten.
De sleutel in het contactslot in de stand draaien.
De hoofdschakelaar in stand drukken.
Dimlicht inschakelen.
Koplampstand controleren.
De grens tussen licht en donker moet bij een motorfiets met bestuurder die
gereed is om te rijden precies op de onderste markering liggen.
» Als deze grens tussen licht en donker niet overeenkomt met de voorgeschreven
waarde:
Lichtbundelbreedte van de koplamp instellen. ( pag. 81)
15.10 Lichtbundelbreedte koplamp instellen
Voorwerk
Koplampstand controleren. ( pag. 81)
C00818-10
Hoofdwerk
Door schroef
1
te draaien de lichtbundelbreedte van de koplamp instellen.
Voorgeschreven waarde
De grens tussen licht en donker moet bij een gebruiksklare motorfiets
met bestuurder precies op de onderste markering liggen (aangebracht bij
Koplampstand controleren).
Info
Draaien met de klok mee verbreedt de lichtbundel en draaien tegen de klok
in versmalt de lichtbundel.
Bij een gewichtsverandering kan het zijn dat de lichtbundelbreedte van de
koplamp gecorrigeerd moet worden.
15.11 Batterij tachometer vervangen
Voorwerk
Voertuig uitschakelen. ( pag. 31)
Zadel omhoog klappen. ( pag. 52)
KTM PowerPack demonteren. ( pag. 83)
Afdekkap monteren. ( pag. 53)
Koplampkap met koplamp demonteren. ( pag. 78)
C00819-10
Hoofdwerk
Schroeven
1
verwijderen.
Tachometer omhoog uit de houder trekken.
15 ELEKTRONICA 82
C00820-10
Beschermkap
2
met een munt tot de aanslag tegen de klok in draaien en verwij-
deren.
Batterij van de tachometer
3
verwijderen.
Nieuwe batterij plaatsen met het opschrift naar buiten.
Tachometerbatterij (CR 2032) ( pag. 106)
Controleren of de keerring van de beschermkap correct zit.
C00821-10
Beschermkap
2
positioneren en met een munt tot de aanslag met de klok mee
draaien.
Een willekeurige toets op de tachometer indrukken.
De tachometer schakelt in.
Tachometer in houder positioneren.
Schroeven met ringen monteren en vastdraaien.
Nawerk
Koplampkap met koplamp monteren. ( pag. 78)
KTM PowerPack monteren. ( pag. 83)
Zadel vergrendelen. ( pag. 52)
Koplampstand controleren. ( pag. 81)
Tachometer instellen. ( pag. 24)
16 KTM POWERPACK, ACCULADER 83
16.1 KTM PowerPack demonteren
Waarschuwing
Gevaar voor letselBij werkzaamheden aan hoogvoltcomponenten bestaat gevaar voor een elektrische schok.
Voor werkzaamheden aan hoogvoltcomponenten zijn bijzondere scholingen, kwalificaties en gereedschappen nodig.
Werkzaamheden die niet beschreven en uitgelegd zijn mogen uitsluitend door daarvoor opgeleide KTM-specialisten worden
uitgevoerd. (De geautoriseerde KTM-garage is u graag van dienst.)
Open noch de elektrische motor, noch de KTM PowerPack. (De geautoriseerde KTM-garage is u graag van dienst.)
Waarschuwing
Gevaar voor het milieuOnderdelen en componenten van een lithium-ionaccu (KTM PowerPack) belasten het milieu.
Gooi de KTM PowerPack in geen geval bij het huisvuil.
Voer de KTM PowerPack op de correcte en voorgeschreven wijze af. (De geautoriseerde KTM-garage is u graag van dienst.)
Voorwerk
Voertuig uitschakelen. ( pag. 31)
Zadel omhoog klappen. ( pag. 52)
402145-11
Hoofdwerk
Schroeven
1
losdraaien.
Aanwijzing
MateriaalschadeWater of vuil beschadigt of vernietigt componenten.
Monteer de afdekkap als u de KTM PowerPack heeft gedemonteerd.
Zet de KTM PowerPack op een schoon en droog oppervlak.
KTM PowerPack
2
verwijderen.
PowerPack hijsriem (70029022000)
Info
De KTM PowerPack is zeer zwaar. De hulp van een tweede persoon bij de
demontage kan handig zijn.
Nawerk
Afdekkap monteren. ( pag. 53)
16.2 KTM PowerPack monteren
Voorzichtig
Gevaar voor letselDe KTM PowerPack is zeer zwaar.
De KTM PowerPack moet na montage vlak op de elektrische motor liggen.
Til de KTM PowerPack uitsluitend aan het handvat op.
Zorg ervoor dat niemand bekneld kan raken wanneer de KTM PowerPack wordt ge(de)monteerd.
Aanwijzing
MateriaalschadeWater of vuil beschadigt of vernietigt componenten.
Controleer voor montage van de KTM PowerPack eerst of de ontladingsstekker aan de elektrische motor en het ontlaadcontact aan
de KTM PowerPack schoon zijn.
Controleer de vormring van de ontladingsstekker.
Reinig de ontladingsstekker en het ontladingsstekker voorzichtig zonder water of perslucht als de ontladingsstekker of het ontlaad-
contact vuil is.
Spuit na de reiniging siliconespray op de vormring van de ontladingsstekker.
Hoofdwerk
Afdekkap verwijderen. ( pag. 54)
16 KTM POWERPACK, ACCULADER 84
Vormring van ontladingsstekker controleren. ( pag. 54)
402145-12
KTM PowerPack
1
in voertuig positioneren.
PowerPack hijsriem (70029022000)
De KTM PowerPack ligt vlak op de elektrische motor.
Info
De KTM PowerPack is zeer zwaar. De hulp van een tweede persoon bij de
montage kan handig zijn.
Schroeven
2
vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Bevestiging KTM PowerPack M6 10 Nm
Nawerk
Zadel vergrendelen. ( pag. 52)
16.3 Overzicht acculader voor KTM PowerPack
402153-10
1 Foutstroom-veiligheidsschakelaar
2 Schakelaar acculader aan
3 Schakelaar acculader uit
4 Acculader
5 Laadmodusschakelaar
6 Laadtoestandindicatie
7 Statusindicatie
16 KTM POWERPACK, ACCULADER 85
8 Led voor storingen in de KTM PowerPack
9 Led voor storingen in de acculader
16.4 Acculader opstellen
Waarschuwing
Gevaar voor letselIn een vochtige omgeving bestaat gevaar voor een elektrische schok.
De acculader is niet waterdicht.
Gebruik de accu uitsluitend in een droge omgeving.
Laat geen vloeistoffen over de acculader stromen of druppelen.
Waarschuwing
Gevaar voor letselBij onjuiste toepassing van de acculader is de intrinsieke veiligheid niet gegarandeerd.
De acculader is uitsluitend geschikt voor gebruikt met een KTM PowerPack.
Gebruik de acculader uitsluitend met een KTM PowerPack.
Gebruik de acculader uitsluitend met stopcontacten met randaarde.
Gebruik geen extra adapters of verlengingen.
Houdt u zich aan de geldende veiligheidsaanwijzingen van de netaansluiting.
Waarschuwing
Gevaar voor letselBij manipulaties of beschadigingen aan de acculader of aan de kabel bestaat gevaar voor een elektrische
schok.
De acculader bevat geen onderdelen die kunnen worden onderhouden.
Breng geen wijzigingen aan de acculader of aan de kabels aan.
Open in geen geval de behuizing van de acculader.
Steek geen voorwerpen van buiten in de behuizing van de acculader.
Gebruik de acculader niet als kabels, stekkers of onderdelen van de acculader beschadigd of vuil zijn.
Info
De acculader bevat gevoelige elektronica en moet daarom voorzichtig worden behandeld.
Door vallen, stoten en andere mechanische overbelasting kan de acculader beschadigd raken of vernietigd worden.
Bij het transport van de lader op een geschikte ladingsbevestiging letten.
Schade als gevolg van verkeerde behandeling of verkeerd transport zijn uitgesloten van garantie.
C00766-01
Acculader op een stevig, vlak en recht oppervlak neerzetten.
Voor voldoende ventilatie van de acculader zorgen.
Voorgeschreven waarde
Vrije ruimte aan voor- en achterkant
van de acculader
20 cm
Acculader in het toegestane temperatuurbereik gebruiken.
Voorgeschreven waarde
Omgevingstemperatuur 15… 50 °C
Ervoor zorgen dat de netstekker van de acculader altijd vrij toegankelijk is.
16.5 Foutstroom-veiligheidsschakelaar controleren
K00031-10
Waarschuwing
Gevaar voor letselBij een defecte foutstroom-veiligheidsschakelaar bestaat
gevaar voor een elektrische schok.
Controleer voor elke inbedrijfname van de lader de
foutstroom-veiligheidsschakelaar.
Gebruik de foutstroom-veiligheidsschakelaar niet als de controle niet
succesvol was.
Netstekker met de netaansluiting verbinden.
16 KTM POWERPACK, ACCULADER 86
Toets
1
indrukken.
De modusindicatie brandt rood.
Toets
2
indrukken.
De modusindicatie gaat uit.
Toets
1
indrukken.
De foutstroom-veiligheidsschakelaar kan worden gebruikt.
Foutstroom-veiligheidsschakelaar van de netaansluiting scheiden.
16.6 KTM PowerPack laden
Aanwijzing
MateriaalschadeDe netstroomvoeding beschadigt bij overbelasting.
In de laadmodus Fast is minimaal 13 A continue stroom nodig.
In de laadmodus Normal is minimaal 10 A continue stroom nodig.
Controleer of de netaansluitdoos de benodigde continue stroom kan leveren en met een geschikte zekering afgezekerd is.
Waarschuwing
Gevaar voor het milieuOnderdelen en componenten van een lithium-ionaccu (KTM PowerPack) belasten het milieu.
Gooi de KTM PowerPack in geen geval bij het huisvuil.
Voer de KTM PowerPack op de correcte en voorgeschreven wijze af. (De geautoriseerde KTM-garage is u graag van dienst.)
Info
De KTM PowerPack wordt in ingebouwde als uitgebouwde toestand op dezelfde manier geladen. De 12V-accu wordt echter
alleen geladen als de KTM PowerPack in het voertuig wordt opgeladen.
De KTM PowerPack regelmatig in het voertuig laden, om ook de 12V-accu te laden.
Als de acculader met de KTM PowerPack is verbonden, het voertuig niet activeren.
Als tijdens het laden bij ingebouwde KTM PowerPack het voertuig wordt geactiveerd, schakelt het voertuig naar de storingstoe-
stand. De KTM PowerPack wordt verder geladen, maar de laadcyclus van de 12V-accu wordt onderbroken.
Info
Als de linker led van de laadtoestandindicatie op de acculader knippert, is de KTM PowerPack reeds startklaar. De volledige
capaciteit is dan nog niet beschikbaar.
Om het maximale vermogen van de KTM PowerPack te garanderen, de KTM PowerPack om de 20 laadcycli helemaal leeg rij-
den en daarna helemaal opladen. Als dit proces niet wordt uitgevoerd, zijn er uitschakelingen van het voertuig wegens een te
lage laadtoestand mogelijk zonder voorafgaande vermogensreductie.
De KTM PowerPack is helemaal leeg als het voertuig uitschakelt met knippercode 11.
Info
Als de temperatuur van de KTM PowerPack bij het laden hoger wordt dan de toegestane waarde, onderbreekt de acculader de
laadcyclus. In seconderitme branden afwisselend alle leds en de leds voor de actuele laadtoestand.
Op het moment dat de temperatuur van de KTM PowerPack weer in het toegestane bereik ligt, wordt de laadcyclus automa-
tisch voortgezet.
Voorwerk
Acculader opstellen. ( pag. 85)
Foutstroom-veiligheidsschakelaar controleren. ( pag. 85)
De hoofdschakelaar in stand drukken.
Zadel omhoog klappen. ( pag. 52)
16 KTM POWERPACK, ACCULADER 87
C00815-10
Hoofdwerk
Beschermkap van laadcontact
1
verwijderen.
Waarschuwing
Gevaar voor letselDe intrinsieke veiligheid van de KTM PowerPack is
alleen gegarandeerd als de originele acculader wordt gebruikt.
De KTM PowerPack kan met alleen met de originele acculader worden
opgeladen.
Gebruik uitsluitend de originele acculader om de KTM PowerPack op te
laden.
Acculader met KTM PowerPack verbinden. Op stekkermarkering
A
letten.
C00768-10
De netstekker van de acculader met de netaansluitdoos verbinden.
De laadmodusschakelaar
2
in de stand Fast of Normal zetten.
Info
In de laadmodus Fast wordt de KTM PowerPack in ca. 80 minuten helemaal
opgeladen. Het stroomverbruik is hoger dan in de laadmodus Normal.
In de laadmodus Normal wordt de KTM PowerPack in ca. 90 minuten hele-
maal opgeladen.
C00769-10
Acculader met de schakelaar
3
inschakelen.
De laadcyclus start automatisch. De statusindicatie knippert tijdens de laadcy-
clus.
C00770-10
De laadtoestand van de KTM PowerPack aan de hand van de leds bewaken.
Led 1: 20 %
Led 2: 40 %
Led 3: 60 %
Led 4: 80 %
Led 5 knippert vanaf ca. 95% totdat 100% bereikt is.
Als de laadcyclus is afgerond, branden alle vijf de leds terwijl de statusindicatie
verdwijnt.
C00769-11
Acculader met schakelaar
4
uitschakelen.
Na enkele seconden gaan alle leds op de acculader uit.
De netstekker van de acculader van de netaansluitdoos loskoppelen.
De laadkabel van de KTM PowerPack loskoppelen.
Voorgeschreven waarde
De stekker lostrekken aan het ruwe gedeelte van de stekker. Niet aan de kabel
trekken.
Afdichting van beschermkap van laadcontact controleren.
» Als de afdichting vuil is:
16 KTM POWERPACK, ACCULADER 88
Afdichting zonder water of perslucht reinigen.
» Als de afdichting beschadigd of versleten is:
Afdichting vervangen.
Beschermkap van laadcontact monteren.
Nawerk
Zadel vergrendelen. ( pag. 52)
16.7 KTM PowerPack in laadmodus Storage laden
Aanwijzing
MateriaalschadeDe netstroomvoeding beschadigt bij overbelasting.
In de laadmodus Storage is minimaal 10 A continue stroom nodig.
Controleer of de netaansluitdoos de benodigde continue stroom kan leveren en met een geschikte zekering afgezekerd is.
Waarschuwing
Gevaar voor het milieuOnderdelen en componenten van een lithium-ionaccu (KTM PowerPack) belasten het milieu.
Gooi de KTM PowerPack in geen geval bij het huisvuil.
Voer de KTM PowerPack op de correcte en voorgeschreven wijze af. (De geautoriseerde KTM-garage is u graag van dienst.)
Info
De laadtoestand van de KTM PowerPack moet onder de 50 % liggen, voordat de laadtoestand Storage wordt gebruikt.
Als de temperatuur van de KTM PowerPack bij het laden hoger wordt dan de toegestane waarde, onderbreekt de acculader de
laadcyclus. In seconderitme branden afwisselend alle leds en de leds voor de actuele laadtoestand.
Op het moment dat de temperatuur van de KTM PowerPack weer in het toegestane bereik ligt, wordt de laadcyclus automa-
tisch voortgezet.
Voorwerk
Acculader opstellen. ( pag. 85)
C00815-10
Hoofdwerk
Beschermkap van laadcontact
1
verwijderen.
Waarschuwing
Gevaar voor letselDe intrinsieke veiligheid van de KTM PowerPack is
alleen gegarandeerd als de originele acculader wordt gebruikt.
De KTM PowerPack kan met alleen met de originele acculader worden
opgeladen.
Gebruik uitsluitend de originele acculader om de KTM PowerPack op te
laden.
Acculader met KTM PowerPack verbinden. Op stekkermarkering
A
letten.
C00768-10
De netstekker van de acculader met de netaansluitdoos verbinden.
De laadmodusschakelaar
2
in de stand Storage zetten.
16 KTM POWERPACK, ACCULADER 89
C00769-10
Acculader met de schakelaar
3
inschakelen.
De laadcyclus start automatisch. De statusindicatie knippert tijdens de laadcy-
clus.
C00854-01
De laadtoestand van de KTM PowerPack aan de hand van de leds bewaken.
Led 1: 20 %
Led 2: 40 %
Als de laadcyclus bij 50% is afgerond, branden de leds 1 en 2 terwijl de statusindi-
catie verdwijnt.
C00769-11
Acculader met schakelaar
4
uitschakelen.
Na enkele seconden gaan alle leds op de acculader uit.
De netstekker van de acculader van de netaansluitdoos loskoppelen.
De laadkabel van de KTM PowerPack loskoppelen.
Voorgeschreven waarde
De stekker lostrekken aan het ruwe gedeelte van de stekker. Niet aan de kabel
trekken.
Afdichting van beschermkap van laadcontact controleren.
» Als de afdichting vuil is:
Afdichting zonder water of perslucht reinigen.
» Als de afdichting beschadigd of versleten is:
Afdichting vervangen.
Beschermkap van laadcontact monteren.
16.8 Laadbus-beschermkap vervangen
Waarschuwing
Gevaar voor letselBij werkzaamheden aan hoogvoltcomponenten bestaat gevaar voor een elektrische schok.
Voor werkzaamheden aan hoogvoltcomponenten zijn bijzondere scholingen, kwalificaties en gereedschappen nodig.
Laat alle werkzaamheden die niet beschreven en uitgelegd zijn, uitsluitend door KTM-specialisten uitvoeren.
Open noch de elektrische motor, noch de lithium-ionaccu (KTM PowerPack).
Info
Als de veiligheidslijn of de afdichtring is beschadigd of afgescheurd, moet de laadbus-beschermkap worden vervangen.
Voorwerk
Voertuig uitschakelen. ( pag. 31)
Zadel omhoog klappen. ( pag. 52)
KTM PowerPack demonteren. ( pag. 83)
Afdekkap monteren. ( pag. 53)
16 KTM POWERPACK, ACCULADER 90
M00743-10
Hoofdwerk
Laadbus-beschermkap
1
verwijderen.
Voorgeschreven waarde
Moer
A
niet openen.
Resterende veiligheidslijn verwijderen.
Schroeven
2
verwijderen.
Draaggreep verwijderen.
M00744-10
Nieuwe laadbusbeschermkap
3
monteren.
Laadbus-beschermkap (000700000FX01)
Lus om de rechte draaggreepopname
B
positioneren.
M00745-10
Draaggreep positioneren.
Voorgeschreven waarde
De lus niet tussen KTM PowerPack en draaggreep klemmen.
Schroeven
2
monteren en vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Schroeven draaggreep M6 5 Nm
Nawerk
KTM PowerPack monteren. ( pag. 83)
Zadel vergrendelen. ( pag. 52)
17 KOELSYSTEEM 91
17.1 Koelsysteem
C00743-10
Als het voertuig zich in de startklare toestand bevindt, pompt de waterpomp
1
het
koelmiddel door het koelcircuit.
De druk in het koelsysteem loopt op met de temperatuur van het koelmiddel. In de
radiateurdop
2
bevindt zich een veiligheidsklep. Daardoor is de aangegeven koelmid-
deltemperatuur toegestaan zonder dat er met functiestoringen rekening moet worden
gehouden.
65 °C
De koeling vindt plaats via de rijwind.
Hoe lager de snelheid, hoe lager de koelwerking. Ook vervuilde koelribben verlagen de
koelwerking.
17.2 Antivries en koelmiddelpeil controleren
Waarschuwing
Gevaar voor brandwondenKoelmiddel wordt bij gebruik van de motorfiets zeer heet en staat onder druk.
Radiateur, radiateurslangen en de overige componenten van het koelsysteem niet openen bij een warme motor. Motor en
koelsysteem laten afkoelen. Verbrande huid meteen onder lauw water houden.
Waarschuwing
Gevaar voor vergiftigingKoelmiddel is giftig en schadelijk voor de gezondheid.
Bewaar koelvloeistof buiten het bereik van kinderen.
Voorkom contact van koelvloeistof met de huid, de ogen of kleding.
Raadpleeg onmiddellijk een arts, als koelvloeistof werd ingeslikt.
Bij contact met de huid desbetreffende plek onmiddellijk met veel water afspoelen.
Ogen minstens onmiddellijk grondig met water uitspoelen en onmiddellijk een arts opzoeken, als koelvloeistof in de ogen is
gekomen.
Wissel uw kleding, als er koelvloeistof op is gekomen.
Voorwaarden
Motor is koud.
Voorwerk
Voertuig uitschakelen. ( pag. 31)
Zadel omhoog klappen. ( pag. 52)
KTM PowerPack demonteren. ( pag. 83)
Afdekkap monteren. ( pag. 53)
Motorfiets met hefbok opkrikken. ( pag. 43)
400243-10
Hoofdwerk
Radiateurdop verwijderen.
Antivries van het koelmiddel controleren.
25… 45 °C
» Als de antivries van het koelmiddel niet overeenkomt met de voorgeschreven
waarde:
Antivries van het koelmiddel corrigeren.
Koelmiddelpeil in de radiateur controleren.
Koelmiddelpeil
A
boven de radiateur-
lamellen
10 mm
17 KOELSYSTEEM 92
» Als het koelmiddelpeil niet overeenkomt met de voorgeschreven waarde:
Koelmiddelpeil corrigeren.
Koelvloeistof ( pag. 109)
Radiateurdop monteren.
Nawerk
Motorfiets van hefbok nemen. ( pag. 43)
KTM PowerPack monteren. ( pag. 83)
Zadel vergrendelen. ( pag. 52)
17.3 Koelmiddelpeil controleren
Waarschuwing
Gevaar voor brandwondenKoelmiddel wordt bij gebruik van de motorfiets zeer heet en staat onder druk.
Radiateur, radiateurslangen en de overige componenten van het koelsysteem niet openen bij een warme motor. Motor en
koelsysteem laten afkoelen. Verbrande huid meteen onder lauw water houden.
Waarschuwing
Gevaar voor vergiftigingKoelmiddel is giftig en schadelijk voor de gezondheid.
Bewaar koelvloeistof buiten het bereik van kinderen.
Voorkom contact van koelvloeistof met de huid, de ogen of kleding.
Raadpleeg onmiddellijk een arts, als koelvloeistof werd ingeslikt.
Bij contact met de huid desbetreffende plek onmiddellijk met veel water afspoelen.
Ogen minstens onmiddellijk grondig met water uitspoelen en onmiddellijk een arts opzoeken, als koelvloeistof in de ogen is
gekomen.
Wissel uw kleding, als er koelvloeistof op is gekomen.
Voorwaarden
Motor is koud.
400243-10
Voertuig met behulp van een helper loodrecht op een horizontaal oppervlak zetten.
Radiateurdop verwijderen.
Koelmiddelpeil in de radiateur controleren.
Koelmiddelpeil
A
boven de radiateur-
lamellen
10 mm
» Als het koelmiddelpeil niet overeenkomt met de voorgeschreven waarde:
Koelmiddelpeil corrigeren.
Koelvloeistof ( pag. 109)
Radiateurdop monteren.
17.4 Koelmiddel aftappen
Waarschuwing
Gevaar voor brandwondenKoelmiddel wordt bij gebruik van de motorfiets zeer heet en staat onder druk.
Radiateur, radiateurslangen en de overige componenten van het koelsysteem niet openen bij een warme motor. Motor en
koelsysteem laten afkoelen. Verbrande huid meteen onder lauw water houden.
Waarschuwing
Gevaar voor vergiftigingKoelmiddel is giftig en schadelijk voor de gezondheid.
Bewaar koelvloeistof buiten het bereik van kinderen.
Voorkom contact van koelvloeistof met de huid, de ogen of kleding.
Raadpleeg onmiddellijk een arts, als koelvloeistof werd ingeslikt.
Bij contact met de huid desbetreffende plek onmiddellijk met veel water afspoelen.
Ogen minstens onmiddellijk grondig met water uitspoelen en onmiddellijk een arts opzoeken, als koelvloeistof in de ogen is
gekomen.
Wissel uw kleding, als er koelvloeistof op is gekomen.
17 KOELSYSTEEM 93
Voorwaarden
Motor is koud.
Voorwerk
Voertuig uitschakelen. ( pag. 31)
Zadel omhoog klappen. ( pag. 52)
KTM PowerPack demonteren. ( pag. 83)
Afdekkap monteren. ( pag. 53)
C00744-10
Hoofdwerk
Motorfiets rechtop zetten.
Geschikte bak onder de motorfiets zetten.
Schroeven
1
en
2
verwijderen.
Info
De schroeven bevinden zich onder de elektrische motor en zijn door uitspa-
ringen in de motorbescherming toegankelijk.
Radiateurdop
3
verwijderen.
Koelmiddel volledig laten uitlopen.
Schroeven
1
en
2
met nieuwe pakking monteren en vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Aftapschroef koelmiddel M6 10 Nm
17.5 Koelmiddel vullen
Waarschuwing
Gevaar voor vergiftigingKoelmiddel is giftig en schadelijk voor de gezondheid.
Bewaar koelvloeistof buiten het bereik van kinderen.
Voorkom contact van koelvloeistof met de huid, de ogen of kleding.
Raadpleeg onmiddellijk een arts, als koelvloeistof werd ingeslikt.
Bij contact met de huid desbetreffende plek onmiddellijk met veel water afspoelen.
Ogen minstens onmiddellijk grondig met water uitspoelen en onmiddellijk een arts opzoeken, als koelvloeistof in de ogen is
gekomen.
Wissel uw kleding, als er koelvloeistof op is gekomen.
Voorwaarden
Motor is koud.
Voorwerk
Voertuig uitschakelen. ( pag. 31)
Zadel omhoog klappen. ( pag. 52)
KTM PowerPack demonteren. ( pag. 83)
Afdekkap monteren. ( pag. 53)
C00744-11
Hoofdwerk
Controleren of de schroeven
1
en
2
goed vastgedraaid zijn.
Info
De schroeven bevinden zich onder de elektrische motor en zijn door uitspa-
ringen in de motorbescherming toegankelijk.
Motorfiets rechtop zetten.
Koelmiddel vullen tot maat
A
over de radiateurlamellen.
Voorgeschreven waarde
10 mm
Koelmiddel 0,7 l Koelvloeistof ( pag. 109)
Radiateurdop monteren.
Nawerk
Afdekkap verwijderen. ( pag. 54)
KTM PowerPack monteren. ( pag. 83)
Zadel vergrendelen. ( pag. 52)
17 KOELSYSTEEM 94
Korte proefrit maken.
Koelsysteem controleren op lekkage.
Koelmiddelpeil controleren. ( pag. 92)
18 MOTOR AFSTELLEN 95
18.1 Rijmodus kiezen
Voorwaarden
Alternatief 1
De motorfiets staat stil.
De motorfiets bevindt zich in de startklare toestand.
Alternatief 2
De motorfiets staat stil.
De motorfiets bevindt zich in de rijklare toestand.
Alternatief 3
De motorfiets rijdt.
5 km/h
De gashendel staat in de uitgangspositie.
402133-10
De MapSelectknop
1
minimaal voor één seconde ingedrukt houden.
Bij het loslaten wordt de rijmodus geactiveerd.
402137-01
Eén van de rijmodi kiezen.
De rijmodus 1 is Economy: het motorkoppel wordt met de helft gereduceerd.
De rijmodus 2 is Standard: hoe verder de gashendel wordt opengedraaid, hoe ster-
ker het motorvermogen stijgt.
De rijmodus 3 is Advanced: de sterkste vermogenstoename vindt meteen plaats,
daarna neemt het motorvermogen langzamer toe.
Info
Een rood controlelampje met het cijfer 1, 2 of 3 geeft de geselecteerde rij-
modus aan.
Er zijn drie verschillende rijmodi beschikbaar. Met de rijmodi wordt vastge-
legd, hoe het voertuig reageert op de bediening van de gashendel.
De afbeeldingen geven slechts illustratieve benaderingswaarden en niet het
daadwerkelijke verloop weer.
19 SERVICEWERKZAAMHEDEN MOTOR 96
19.1 Transmissieolie verversen
Waarschuwing
Gevaar voor brandwondenTijdens het rijden wordt de transmissieolie in de motorfiets zeer heet.
Draag geschikte beschermende kleding en een veiligheidsbril.
Als u zich heeft verbrand dient u de verbrande plek meteen onder lauwwarm water te houden.
Waarschuwing
Gevaar voor het milieuProbleemstoffen veroorzaken schade aan het milieu.
Voer olie, vet, reinigingsmiddel, remvloeistof e.d. op de correcte en voorgeschreven wijze af.
Info
De transmissieolie moet bij warme motor worden afgetapt.
Voorwerk
Motorfiets op een horizontale ondergrond op de zijstandaard zetten.
Voertuig uitschakelen. ( pag. 31)
Zadel omhoog klappen. ( pag. 52)
KTM PowerPack demonteren. ( pag. 83)
Afdekkap monteren. ( pag. 53)
C00745-10
Hoofdwerk
Geschikte bak onder de motor zetten.
Olieaftapschroef
1
verwijderen.
C00748-10
Sluitschroef
2
verwijderen.
Transmissieolie helemaal laten uitlopen.
C00746-10
Olieaftapschroef
1
monteren en vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Olieaftapschroef met magneet M12x1,5x12 20 Nm
Motorfiets met behulp van een help op de linker zijkant leggen.
C00747-10
Hulpgereedschap
3
met de aangegeven hoeveelheid transmissieolie vullen.
Oliespuit (58429048000)
Transmissieolie 0,2 l Transmissieolie (SAE 80W/90)
( pag. 109)
De transmissieolie met behulp van de hulpgereedschappen vullen.
Overtollige transmissieolie afvegen.
19 SERVICEWERKZAAMHEDEN MOTOR 97
Info
De sluitschroef is niet bedoel voor het controleren van het oliepeil!
C00745-11
Sluitschroef
2
monteren en vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Oliesluitschroef M10 8 Nm
Motorfiets rechtop zetten.
Nawerk
KTM PowerPack monteren. ( pag. 83)
Zadel vergrendelen. ( pag. 52)
Korte proefrit maken en controleren of de motor niet lekt.
20 REINIGING, ONDERHOUD 98
20.1 Motorfiets reinigen
Aanwijzing
MateriaalschadeHet voertuig en de KTM PowerPack mogen niet met een hogedrukreiniger worden gereinigd.
Het water dringt door de hoge druk in de elektrische componenten, stekkers, lagers etc. Als gevolg daarvan worden de componenten
beschadigd of vernietigd.
Reinig het voertuig en de KTM PowerPack nooit met een hogedrukreiniger of een harde waterstraal.
Aanwijzing
MateriaalschadeWater of vuil beschadigen of vernietigen componenten.
Monteer de afdekkap altijd als u de KTM PowerPack demonteert.
Richt de waterstraal niet op de ontladingsstekker, ook niet als de afdekkap is gemonteerd.
Waarschuwing
Gevaar voor het milieuProbleemstoffen veroorzaken schade aan het milieu.
Voer olie, vet, reinigingsmiddel, remvloeistof e.d. op de correcte en voorgeschreven wijze af.
Info
De motorfiets regelmatig reinigen. Daardoor blijven de waarde en het uiterlijk voor een lange tijd behouden.
Directe blootstelling aan zonnestralen van de motorfiets tijdens het reinigen moet worden vermeden.
Voorwerk
Voertuig uitschakelen. ( pag. 31)
Zadel omhoog klappen. ( pag. 52)
KTM PowerPack demonteren. ( pag. 83)
Afdekkap monteren. ( pag. 53)
401061-01
Hoofdwerk
Grof vuil met een zachte waterstraal verwijderen.
Sterk vervuilde plekken met een normale in de handel verkrijgbare motorfietsreini-
ger inspuiten en met een kwastje behandelen.
Motorfietsreiniger ( pag. 110)
Info
Warm water met een in de handel verkrijgbare motorfietsreiniger en een
zachte spons gebruiken.
Motorfietsreiniger nooit op het droge voertuig aanbrengen, altijd eerst met
water afspoelen.
Nadat de motorfiets grondig met een zachte waterstraal is afgespoeld moet hij goed
worden gedroogd.
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenVocht en vuil beïnvloeden het remsysteem nadelig.
Rem meerdere keren voorzichtig om de remplaketten en remschijven te
drogen en vuil te verwijderen.
Alle glij- en lagervlakken smeren.
Ketting reinigen. ( pag. 55)
Blank metalen onderdelen (met uitzondering van de remschijven) met antiroestmid-
del behandelen.
Conserveringsmiddel voor lakken, metaal en rubber ( pag. 110)
Alle kunststof onderdelen en geëloxeerde onderdelen behandelen met een mild rei-
nigingsmiddel.
Speciale reiniger voor glanzende en matte lakken, metaal- en kunststofvlakken
( pag. 110)
Nawerk
KTM PowerPack monteren. ( pag. 83)
Zadel vergrendelen. ( pag. 52)
20 REINIGING, ONDERHOUD 99
20.2 Controle en onderhoud voor rijden in de winter
Info
Als de motorfiets ook in de winter wordt gebruikt, moet er rekening worden gehouden met strooizout op de wegen. Daarom
moeten er voorzorgsmaatregelen worden genomen tegen het agressieve strooizout.
Als u met het voertuig door strooizout bent gereden, moet hij na het einde van de rit met koud water worden gereinigd. Warm
water versterkt de zoutwerking.
401060-01
Motorfiets reinigen. ( pag. 98)
Remsysteem reinigen.
Info
Na IEDERE rit op met zout bestrooide wegen moeten de remklauwen en de
remplaketten in afgekoelde en gemonteerde toestand grondig met koud
water worden gereinigd en goed worden gedroogd.
Na het rijden op met zout bestrooide wegen moet de motorfiets grondig met
koud water worden gereinigd en goed worden gedroogd.
Motor, achterbrug en alle overige blanke of verzinkte onderdelen (m.u.v. de rem-
schijven) worden behandeld met een antiroestmiddel op wasbasis.
Info
Er mag geen antiroestmiddel op de remschijven terechtkomen, omdat daar-
door de remwerking sterk wordt verminderd.
Ketting reinigen. ( pag. 55)
21 STALLING 100
21.1 Stalling
Info
Als de motorfiets langere tijd niet wordt gebruikt, worden extra maatregelen aanbevolen.
Servicewerkzaamheden, reparaties of wijzigingen zoveel mogelijk buiten het motorfietsseizoen laten uitvoeren. Zo voorkomt u
lange wachttijden aan het begin van het volgende seizoen.
401058-01
KTM PowerPack leegrijden tot een laadtoestand onder de 50%.
Controleren of alle onderdelen van de motorfiets werken en niet versleten zijn.
KTM PowerPack demonteren. ( pag. 83)
Afdekkap monteren. ( pag. 53)
12V-accu demonteren. ( pag. 75)
KTM PowerPack in laadmodus Storage laden. ( pag. 88)
Voorgeschreven waarde
De standtijd van de KTM PowerPack mag niet langer zijn dan 1 jaar.
Ideale opslagtemperatuur van de
KTM PowerPack zonder blootstelling
aan directe zonnestralen
10… 20 °C
Info
De KTM PowerPack in geen geval bij hogere temperaturen opslaan, omdat
anders het verouderingsproces aanmerkelijk versnelt.
12V-accu laden. ( pag. 76)
Voorgeschreven waarde
Opslagtemperatuur van de 12V-accu
zonder blootstelling aan directe zonne-
stralen
0… 35 °C
Motorfiets reinigen. ( pag. 98)
Antivries en koelmiddelpeil controleren. ( pag. 91)
Bandenspanning controleren. ( pag. 73)
Voertuig op een droge plaats stallen, waar hij niet blootstaat aan grote temperatuur-
schommelingen.
Info
Als het voertuig op een hefbok staat, worden de banden en veerelementen
ontlast.
Motorfiets met hefbok opkrikken. ( pag. 43)
Voertuig met een luchtdoorlatend zeil of een deken afdekken.
Info
Geen luchtdichte materialen gebruiken, omdat daardoor het vocht niet kan
ontsnappen en er roest ontstaat.
21.2 Inbedrijfname na stalling
Info
Als de KTM PowerPack langer dan zes maanden niet meer is gebruikt, de KTM PowerPack eerst zolang leegrijden totdat het
voertuig uitschakelt met de knippercode 11. Daarna de KTM PowerPack helemaal opladen.
401059-01
Motorfiets van hefbok nemen. ( pag. 43)
12V-accu monteren. ( pag. 75)
KTM PowerPack monteren. ( pag. 83)
Controle en onderhoud voor iedere inbedrijfstelling uitvoeren. ( pag. 29)
Proefrit maken.
22 FOUTEN OPSPOREN 101
22.1 Fouten opsporen aan voertuig
402136-10
Storingen worden met het gele elektromotor-controlelampje
1
en synchroon met
geluidssignalen aangegeven.
Tip
De eerste maatregel die bij alle storingen moet worden genomen is het voertuig
uitschakelen, 15 seconden wachten en weer inschakelen.
Als een storing met deze maatregelen niet is verholpen, of de knippercode niet
te vinden is, helpt een geautoriseerde KTM-garage u graag verder.
Info
De pauze tussen de signalen van het eerste cijfer bedraagt 0,25 seconden.
De pauze tussen het eerste en tweede cijfer bedraagt 1 seconde.
De pauze tussen de signalen van het tweede cijfer bedraagt 0,25 seconden.
De pauze totdat de knippercode wordt herhaald bedraagt 3 seconden.
Fout Mogelijke oorzaak Maatregel
Knippercode 11 aan voertuig KTM PowerPack ontladen KTM PowerPack laden. ( pag. 86)
Geladen KTM PowerPack gebruiken.
Knippercode 13 aan voertuig Fout tijdens het laden Laadcyclus onderbreken, hoofdschakelaar uit-
schakelen en laadcyclus opnieuw starten.
Knippercode 22 aan voertuig Besturingsunit heeft te hoge tempera-
tuur
Koelmiddelpeil controleren. ( pag. 92)
Controleren of de radiateur vuil is.
Knippercode 23 aan voertuig Elektrische motor heeft te hoge tem-
peratuur
Koelmiddelpeil controleren. ( pag. 92)
Controleren of de radiateur vuil is.
Knippercode 24 aan voertuig KTM PowerPack heeft te hoge tempe-
ratuur
KTM PowerPack laten afkoelen.
Knippercode 31 aan voertuig Fout in CAN-communicatie Hoofdschakelaar uit- en weer inschakelen.
Controleren of de KTM PowerPack correct
gepositioneerd is.
Controleren of de stekker voor de verbinding
met het multifunctionele display loszit.
Knippercode 33 aan voertuig Fout in de communicatie met de
KTM PowerPack
Hoofdschakelaar uit- en weer inschakelen.
Controleren of de KTM PowerPack correct
gepositioneerd is.
Knippercode 34 aan voertuig Fout in de communicatie met het
multifunctionele display
Hoofdschakelaar uit- en weer inschakelen.
Controleren of de stekker voor de verbinding
met het multifunctionele display loszit.
Knippercode 41 aan voertuig Fout aan gashendel Hoofdschakelaar uit- en weer inschakelen.
Gashendel controleren op van buiten zichtbare
beschadigingen.
Knippercode 42 aan voertuig Fout in rotorstandsensor Hoofdschakelaar uit- en weer inschakelen.
Knippercode 43 aan voertuig Fout in KTM PowerPack Hoofdschakelaar uit- en weer inschakelen.
Knippercode 44 aan voertuig Fout in 12V-voeding 12V-accu laden. ( pag. 76)
Nieuwe 12V-accu monteren.
Knippercode 45 aan voertuig Fout in elektrische motor Hoofdschakelaar uit- en weer inschakelen.
Knippercode 46 aan voertuig Fout in boordnetkabelboom of in een
schakelaar
Hoofdschakelaar uit- en weer inschakelen.
Boordnetkabelboom en stekkerverbindingen
controleren op van buiten zichtbare beschadi-
gingen.
Knippercode 51 aan voertuig Fout in ECU Hoofdschakelaar uit- en weer inschakelen.
Knippercode 52 aan voertuig Fout in vochtigheidsbewaking Hoofdschakelaar uit- en weer inschakelen.
Knippercode 53 aan voertuig Fout in relais van KTM PowerPack Hoofdschakelaar uit- en weer inschakelen.
Knippercode 54 aan voertuig Fout in isolatiebewaking De ontladingsstekker en het ontlaadcontact
zonder perslucht reinigen en drogen.
Tachowaarden gewist (tijd, chronome-
ter, rondetijden)
De batterij in de tachometer is leeg Batterij van de tachometer vervangen.
( pag. 81)
22 FOUTEN OPSPOREN 102
Fout Mogelijke oorzaak Maatregel
Groot licht, dimlicht, zijlicht, ach-
terlicht en nummerplaatverlichting
werken niet
Zekering 3 gesmolten Zekeringen van de afzonderlijke stroomverbrui-
kers vervangen. ( pag. 77)
Tachometer, claxon, remlicht, en
richtingaanwijzer werken niet
Zekering 4 gesmolten Zekeringen van de afzonderlijke stroomverbrui-
kers vervangen. ( pag. 77)
22 FOUTEN OPSPOREN 103
22.2 Fouten opsporen aan acculader
402156-10
Storingen worden aangegeven met de led
1
op de acculader. Alle daarop volgende
knippercodes worden op de acculader weergegeven en hebben betrekking op de accula-
der zelf.
Tip
De eerste maatregel die bij alle storingen moet worden genomen is de acculader
uitschakelen, 15 seconden wachten en weer inschakelen.
Als een storing met deze maatregelen niet is verholpen, of de knippercode niet
te vinden is, helpt een geautoriseerde KTM-garage u graag verder.
Info
De pauze tussen de signalen van het eerste cijfer bedraagt 0,25 seconden.
De pauze tussen het eerste en tweede cijfer bedraagt 1 seconde.
De pauze tussen de signalen van het tweede cijfer bedraagt 0,25 seconden.
De pauze totdat de knippercode wordt herhaald bedraagt 3 seconden.
Fout Mogelijke oorzaak Maatregel
Knippercode 11 aan acculader Fout in laadkabel Laadstekker en laadkabel op van buiten zicht-
bare beschadigingen controleren en opnieuw
verbinden.
Knippercode 12 aan acculader Fout in laadkabel Laadstekker en laadkabel op van buiten zicht-
bare beschadigingen controleren en opnieuw
verbinden.
Knippercode 13 aan acculader Fout in laadkabel Laadstekker en laadkabel op van buiten zicht-
bare beschadigingen controleren en opnieuw
verbinden.
Knippercode 51 aan acculader Acculader heeft te hoge temperatuur Acculader laten afkoelen.
Laadcyclus voortzetten op een koelere plek.
Knippercode 63 aan acculader Fout in netspanning Laadmodus Normal gebruiken.
Een stopcontact in de buurt van de centrale
voeding gebruiken.
Knippercode 65 aan acculader Fout in netspanning Laadmodus Normal gebruiken.
Een stopcontact in de buurt van de centrale
voeding gebruiken.
22 FOUTEN OPSPOREN 104
22.3 Fouten opsporen KTM PowerPack aan acculader
402155-10
Storingen worden aangegeven met de led
1
op de acculader. Alle daarop volgende
knippercodes worden op de acculader weergegeven en hebben betrekking op de
KTM PowerPack.
Tip
De eerste maatregel die bij alle storingen moet worden genomen is de acculader
uitschakelen, 15 seconden wachten en weer inschakelen.
Als een storing met deze maatregelen niet is verholpen, helpt een geautori-
seerde KTM-garage u graag verder.
Info
De pauze tussen de signalen van het eerste cijfer bedraagt 0,25 seconden.
De pauze tussen het eerste en tweede cijfer bedraagt 1 seconde.
De pauze tussen de signalen van het tweede cijfer bedraagt 0,25 seconden.
De pauze totdat de knippercode wordt herhaald bedraagt 3 seconden.
Fout Mogelijke oorzaak Maatregel
Knippercode 11 aan acculader Laadfout Laadstekker en laadkabel op van buiten zicht-
bare beschadigingen controleren en opnieuw
verbinden.
Knippercode 33 aan acculader KTM PowerPack heeft te hoge tempe-
ratuur
KTM PowerPack laten afkoelen.
Knippercode 34 aan acculader KTM PowerPack heeft te lage tempe-
ratuur
KTM PowerPack op een warmere plek opslaan
en laten opwarmen.
Laadcyclus voortzetten op een warmere plek.
Knippercode 36 aan acculader KTM PowerPack heeft te lage tempe-
ratuur
KTM PowerPack op een warmere plek opslaan
en laten opwarmen.
Laadcyclus voortzetten op een warmere plek.
Knippercode 64 aan acculader Laadkabel bij geactiveerd voertuig Hoofdschakelaar op het voertuig uitschakelen
en de laadcyclus opnieuw starten.
Knippercode 65 aan acculader Fout in laadkabel Laadstekker en laadkabel op van buiten zicht-
bare beschadigingen controleren en opnieuw
verbinden.
Knippercode 66 aan acculader Laadtoestand KTM PowerPack te
hoog voor laadmodus Storage
KTM PowerPack leegrijden tot onder de 50 %.
Knippercode 73 aan acculader KTM PowerPack niet vrijgeschakeld Contact opnemen met geautoriseerde KTM-
garage.
23 TECHNISCHE GEGEVENS 105
23.1 Motor
Bouwwijze Synchrone motor met permanentmagneet in schijfconstructie
Primaire overbrenging 1:2,4
Radiateur Vloeistofkoeling, permanente circulatie van het koelmiddel door
elektrische waterpomp
Nominaal vermogen 11 kW (15 PS)
Piekvermogen elektrisch 16 kW (22 PS)
Maximaal aanhaalmoment 42 Nm
Maximaal motortoerental 6.600 1/min
23.2 Aanhaalmomenten motor
Aftapschroef koelmiddel M6 10 Nm
Oliesluitschroef M10 8 Nm
Olieaftapschroef met magneet M12x1,5x12 20 Nm
23.3 Vulhoeveelheden
23.3.1 Cardanolie
Transmissieolie 0,2 l Transmissieolie (SAE 80W/90) ( pag. 109)
23.3.2 Koelmiddel
Koelmiddel 0,7 l Koelvloeistof ( pag. 109)
23.4 Chassis
Frame Omtrek frame van staal-aluminiumcomposiet
Voorvork WP Performance Systems 4357 MXMA
Veerweg
Vooraan 250 mm
Achteraan 280 mm
Vorksprong 20 mm
Schokdemper WP Suspension 4618 PDS DCC
Remsysteem
Vooraan Schijfrem met radiaal vastgeschroefde remklauw en vier zuigers
Achteraan Schijfrem met radiaal vastgeschroefde remklauw en twee zuigers
Remschijven - diameter
Vooraan 260 mm
Achteraan 230 mm
Remschijven - slijtagegrens
Vooraan 2,5 mm
Achteraan 3,5 mm
Bandenspanning terrein
Vooraan 0,9 bar
Achteraan 0,7 bar
Bandenspanning straat
Vooraan 1,5 bar
Achteraan 1,5 bar
Secundaire overbrenging 11:48
Ketting 5/8 x 1/4” Xring
Leverbare kettingwielen 46, 48
Balhoofdhoek 67°
Wielstand 1.418±10 mm
23 TECHNISCHE GEGEVENS 106
Bodemvrijheid, onbelast 340 mm
Zadelhoogte onbelast 910 mm
Gehomologeerd gewicht met KTM PowerPack ca. 110 kg
Maximale asbelasting vooraan 135 kg
Maximale asbelasting achter 175 kg
Maximaal toegestaan totaalgewicht 280 kg
23.5 Elektronica
12V-accu 70011053000 Accuspanning: 12 V
Nominale capaciteit: 1,2 Ah
Onderhoudsvrij
Tachometerbatterij CR 2032 Batterijspanning: 3 V
Luchtgekoelde lithium-ionaccu
(KTM PowerPack)
70045153100 Laadeindspanning: 300 V
Spanning (nominaal): 260 V
Capaciteit: 2,6 kWh
Gewicht: 28,5 kg
Ca. laadduur bij laadmodus Fast, 0 % tot
80 %: 50 min
Ca. laadduur bij laadmodus Fast, 0 % tot
100 %: 80 min
Ca. laadduur bij laadmodus Normal, 0 %
tot 80 %: 60 min
Ca. laadduur bij laadmodus Normal, 0 %
tot 100 %: 90 min
Onderhoudsvrij
Acculader voor KTM PowerPack 70029074000 Netspanning: 230 V
Netfrequentie: 50 Hz
Vermogen: 3.000 W
Zekering 58011109110 10 A
Zekering 58011109120 20 A
Koplamp S2 / sokkel BA20d 12 V
35/35 W
Zijlicht W5W / sokkel W2,1x9,5d 12 V
5 W
Controlelampjes W2,3W / sokkel W2x4,6d 12 V
2,3 W
Richtingaanwijzer (Optie: Richtingaanwij-
zer rond)
R10W / sokkel BA15s 12 V
10 W
Richtingaanwijzer (Optie: Knipperled) Led
Rem- / achterlicht LED
Nummerplaatverlichting W5W / sokkel W2,1x9,5d 12 V
5 W
23.6 Banden
Band voor Band achter
2,75 - 21 M/C 45M TT
MAXXIS TRIALMAXX
120/90 - 18 M/C 65R TT
MAXXIS MAXX ENDURO
De aangegeven banden zijn één van de mogelijke standaardbanden. Meer informatie vindt u in het servicegedeelte onder:
http://www.ktm.com
23 TECHNISCHE GEGEVENS 107
23.7 Voorvork
Artikelnummer voorvork 05.18.7N.41
Voorvork WP Performance Systems 4357 MXMA
Ingaande demping
Comfort 20 klikken
Standaard 15 klikken
Sport 10 klikken
Uitgaande demping
Comfort 20 klikken
Standaard 15 klikken
Sport 10 klikken
Veerlengte met voorspanbus(sen)
Gewicht bestuurder: 65… 75 kg 443 mm
Gewicht bestuurder: 75… 85 kg 443 mm
Gewicht bestuurder: 85… 95 kg 443 mm
Veerconstante
Gewicht bestuurder: 65… 75 kg 4,4 N/mm
Gewicht bestuurder: 75… 85 kg 4,6 N/mm
Gewicht bestuurder: 85… 95 kg 4,8 N/mm
Lengte voorvork 835 mm
Lengte luchtkamer 100
+30
20
mm
Vorkpootolie per vorkpoot 390 ml Vorkpootolie (SAE 4) (48601166S1) ( pag. 109)
23.8 Schokdemper
Artikelnummer schokdemper 15.18.7N.41
Schokdemper WP Suspension 4618 PDS DCC
Ingaande demping low speed
Comfort 20 klikken
Standaard 15 klikken
Sport 10 klikken
Ingaande demping high speed
Comfort 2 omw
Standaard 1 omw
Sport 1 omw
Uitgaande demping
Comfort 20 klikken
Standaard 15 klikken
Sport 10 klikken
Veervoorspanning
Comfort 9 mm
Standaard 7 mm
Sport 9 mm
Veerconstante
Gewicht bestuurder: 65… 75 kg 62 N/mm
Gewicht bestuurder: 75… 85 kg 55… 71 N/mm
Gewicht bestuurder: 85… 95 kg 70 N/mm
Veerlengte 215 mm
Gasdruk 10 bar
Statische veerweg 20 mm
Dynamische veerweg 100 mm
Inbouwlengte 367 mm
23 TECHNISCHE GEGEVENS 108
Stootdemperolie Stootdemperolie (SAE 2,5) (50180751S1) ( pag. 109)
23.9 Aanhaalmomenten chassis
Spaaknippels M4,5 5 Nm
Schroef stelring schokdemper M5 5 Nm
Schroeven gashendel M5 3 Nm
Bevestiging KTM PowerPack M6 10 Nm
Overige moeren chassis M6 10 Nm
Overige schroeven chassis M6 10 Nm
Schroef radiateurbevestiging M6 7 Nm
Schroef remschijf achter M6 14 Nm Loctite
®
243™
Schroef remschijf vooraan M6 14 Nm Loctite
®
243™
Moer bandenhouder M8 10 Nm
Moer kettingwielschroef M8 35 Nm Loctite
®
2701™
Overige moeren chassis M8 25 Nm
Overige schroeven chassis M8 25 Nm
Schroef asopname M8 15 Nm
Schroef bovenste kroonplaat M8 22 Nm
Schroef framearm M8 30 Nm Loctite
®
243™
Schroef onderste glijblok M8 15 Nm
Schroef onderste kroonplaat M8 18 Nm
Schroef remklauw achter M8 25 Nm Loctite
®
243™
Schroef remklauw vooraan M8 25 Nm Loctite
®
243™
Schroef stuurplaat M8 20 Nm
Schroef vorkbuis boven M8 17 Nm Loctite
®
243™
Schroef zijstandaardbevestiging M8 25 Nm Loctite
®
2701™
Tapeind bevestiging KTM PowerPack M8 15 Nm Loctite
®
243™
Motordraagschroef M10 60 Nm
Overige moeren chassis M10 45 Nm
Overige schroeven chassis M10 45 Nm
Schroef bovenste framearm M10 45 Nm Loctite
®
243™
Schroef motorbescherming M10 30 Nm
Schroef stuuradapter M10 40 Nm Loctite
®
243™
Schroef verbindingsdrager M10 45 Nm
Schroef voetsteunhouder M10 45 Nm Loctite
®
243™
Schroef schokdemper boven M12 80 Nm Loctite
®
2701™
Schroef schokdemper onder M12 80 Nm Loctite
®
2701™
Moer achterbrugbout M14x1,5 75 Nm
Moer steekas achter M20x1,5 80 Nm
Schroef balhoofd boven M20x1,5 12 Nm
Schroef steekas vooraan M20x1,5 35 Nm
24 GEBRUIKSSTOFFEN 109
Koelvloeistof
Voorgeschreven waarde
Gebruik alleen hoogwaardige, silicaatvrije koelvloeistof met antiroestmiddel voor aluminiummotoren. Minderwaardige en onge-
schikte antivriesmiddelen veroorzaken corrosie, afzettingen en schuimvorming.
Gebruik geen zuiver water omdat de eisen met betrekking tot corrosiebescherming en smeereigenschappen alleen door koelvloei-
stof vervuld kunnen worden.
Gebruik uitsluitend koelvloeistof die voldoet aan de voorwaarden (zie informatie op de verpakking) en de juiste eigenschappen
heeft.
Vorstbescherming minstens tot 25 °C
De mengverhouding moet aan de vereiste vorstbescherming aangepast worden. Gebruik gedestilleerd water als de koelvloeistof ver-
dund moet worden.
Het gebruik van voorgemengde koelvloeistof wordt aanbevolen.
Neem de gegevens van de koelvloeistoffabrikant met betrekking tot vorstbescherming, verdunning en mengbaarheid (verdraagbaar-
heid) met andere koelmiddelen in acht.
Aanbevolen leverancier
Motorex
®
COOLANT M3.0
Remvloeistof DOT 4 / DOT 5.1
Norm / classificatie
DOT
Voorgeschreven waarde
Gebruik uitsluitend remvloeistof die voldoet aan de aangegeven norm (zie informatie op de verpakking) en die de juiste eigen-
schappen heeft.
Aanbevolen leverancier
Castrol
REACT PERFORMANCE DOT 4
Motorex
®
Brake Fluid DOT 5.1
Stootdemperolie (SAE 2,5) (50180751S1)
Norm / classificatie
SAE ( pag. 111) (SAE 2,5)
Voorgeschreven waarde
Alleen oliesoorten gebruiken die voldoen aan de aangegeven normen (zie gegevens op de verpakking) en over de geschikte eigen-
schappen beschikken.
Transmissieolie (SAE 80W/90)
Norm / classificatie
SAE ( pag. 111) (SAE 80W/90)
Voorgeschreven waarde
Gebruik uitsluitend transmissieolie die voldoet aan de aangegeven normen (zie informatie op de verpakking) en de juiste eigen-
schappen heeft.
Deels synthetische transmissieolie
Aanbevolen leverancier
Motorex
®
Gear Oil
Vorkpootolie (SAE 4) (48601166S1)
Norm / classificatie
SAE ( pag. 111) (SAE 4)
Voorgeschreven waarde
Gebruik alleen olie die voldoet aan de aangegeven normen (zie gegevens op verpakking) en de juiste eigenschappen heeft.
25 HULPSTOFFEN 110
Conserveringsmiddel voor lakken, metaal en rubber
Aanbevolen leverancier
Motorex
®
Moto Protect
Duurzaam vet
Aanbevolen leverancier
Motorex
®
Bike Grease 2000
Handvatlijm (00062030051)
Aanbevolen leverancier
KTM AG
GRIP GLUE
Kettingreinigingsmiddel
Aanbevolen leverancier
Motorex
®
Chain Clean
Kettingspray offroad
Aanbevolen leverancier
Motorex
®
Chainlube Offroad
Motorfietsreiniger
Aanbevolen leverancier
Motorex
®
Moto Clean
Smeervet met hoge viscositeit
Aanbevolen leverancier
SKF
®
LGHB 2
Speciale reiniger voor glanzende en matte lakken, metaal- en kunststofvlakken
Aanbevolen leverancier
Motorex
®
Quick Cleaner
Universele oliespray
Aanbevolen leverancier
Motorex
®
Joker 440 Synthetic
26 NORMEN 111
SAE
De SAE-viscositeitsklassen zijn vastgelegd door de Society of Automotive Engineers voor de indeling van oliën op basis van hun visco-
siteit. De viscositeit beschrijft slechts een van de eigenschappen van olie en zegt niets over de kwaliteit.
27 LIJST MET VAKBEGRIPPEN 112
BIN Accu-identificatienummer Serienummer van de KTM PowerPack dat aan het framenummer
gekoppeld is
MIL Elektromotor-controlelampje
(Malfunction Indicator Lamp)
Controlelampje waarmee een voertuigdiagnose mogelijk is via
knippercodes
28 LIJST MET AFKORTINGEN 113
Artikelnr. Artikelnummer
bijv. bijvoorbeeld
ca. circa
e.d. en dergelijke
enz. enzovoort
etc. et cetera
evt. eventueel
evt. eventueel
Nr. Nummer
o.a. onder andere
resp. respectievelijk
vgl. vergelijk
29 LIJST MET SYMBOLEN 114
29.1 Gele of oranje pictogrammen
Gele of oranje pictogrammen geven een storingstoestand aan, waarbij binnen korte tijd moet worden ingegrepen. Actieve rijhulpen
worden eveneens met gele of oranje pictogrammen aangegeven.
Elektromotorcontrolelampje knippert Actieve fout in de voertuigelektronica.
29.2 Groene en blauwe pictogrammen
Groene en blauwe pictogrammen geven informatie weer.
Controlelampje groot licht brandt blauw Groot licht is ingeschakeld.
Controlelampje richtingaanwijzer knippert groen Richtingaanwijzer is ingeschakeld.
INDEX 115
INDEX
1
12V-accu
demonteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75
laden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76
monteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75
A
Acculader
opstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 85
overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 84
Achterbrug
controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59
Achterwiel
demonteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71
monteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72
Afbeelding voertuig
linksvoor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
rechtsachter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Afbeeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Afdekkap
monteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
Antivries
controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 91
B
Balhoofdlager
smeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
Balhoofdlagerspeling
controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
Bandenspanning
controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
Bandentoestand
controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
Basisinstelling chassis
voor bestuurdersgewicht controleren . . . . . . . . . . . . . . 35
Bedieningshandleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Beoogd gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Beschermende kleding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
C
Claxonknop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Contactslot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Controlelampjes-overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
D
Dynamische veerweg
instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
E
Elektromotorcontrolelampje (MIL) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
F
Fouten opsporen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 101-104
acculader . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 103
KTM PowerPack aan acculader . . . . . . . . . . . . . . . . . 104
voertuig . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 101
Foutstroom-veiligheidsschakelaar
controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 85
Frame
controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
Framenummer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
G
Garantie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Gashendel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Gebruiksdefinitie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Gecombineerd instrument
overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Gevaar voor brand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
H
Hendel achterwielrem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
vrije slag controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65
vrije slag instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65
Hendel voorwielrem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
vrije slag controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60
vrije slag instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60
Hoofdschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Hulpstoffen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
I
Inbedrijfname
aanwijzingen voor eerste inbedrijfname . . . . . . . . . . . . 28
na stalling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 100
Inbedrijfstelling
controle en onderhoud voor iedere inbedrijfstelling . . . . 29
Ingaande demping
van voorvork instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Ingaande demping high speed
van schokdemper instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Ingaande demping low speed
van schokdemper instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
K
Ketting
controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
reinigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
vervuiling controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
Ketting-aandrijfwiel
controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
Kettinggeleiding
controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
Kettingspanning
controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56
Kettingwiel
controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
Klantenservice . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Knipperlichtlamp
vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80
Koelmiddel
aftappen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 92
vullen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 93
INDEX 116
Koelmiddelpeil
controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 91-92
Koelsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 91
Koplamp
lichtbundelbreedte instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81
Koplampkap met koplamp
demonteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78
monteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78
Koplampstand
controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81
KTM PowerPack
accu-identificatienummer (BIN) . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
demonteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 83
in laadmodus Storage laden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 88
laden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 86
monteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 83
nieuw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
transport . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
werkzaamheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
L
Laadbus-beschermkap
vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 89
Laadtoestandindicatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Lamp koplamp
vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79
Lichtschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Lithium-ionaccu
transport . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
werkzaamheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
M
MapSelectknop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Motor
werkzaamheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Motorfiets
met hefbok opkrikken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
reinigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 98
van hefbok nemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Motornummer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Multifunctioneel display . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
O
Onderste kroonplaat
demonteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
monteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
Ongeval . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
R
Remplaketten
van achterwielrem controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67
van achterwielrem vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67
van voorwielrem controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62
van voorwielrem vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62
Remschijven
controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60
Remsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60-69
Remvloeistof
van achterwielrem bijvullen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66
van de voorwielrem bijvullen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
Remvloeistofpeil
van achterwielrem controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65
van voorwielrem controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
Reserveonderdelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Richtingaanwijzerschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Rijden
bij lage temperaturen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Rijden in de winter
controle en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 99
Rijmodus
kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95
Rijmodusindicatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Rubberen stuurcovers
controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59
vastzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59
S
Schokdemper
demonteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
dynamische veerweg controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
monteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
statische veerweg controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
veervoorspanning instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
Service . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Serviceschema . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33-34
Spaakspanning
controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74
Spatbord voor
monteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
Spatbord vooraan
demonteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
Spoiler
demonteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
monteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
Stalling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 100
Starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Startknop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Stuur
ontgrendelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
vergrendelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Stuurstand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
T
Tachometer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
batterij vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81
instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
kilometer of mijl instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
melding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
service-indicatie instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
tijd instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Technische gegevens
aanhaalmomenten chassis . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 108
aanhaalmomenten motor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105
banden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 106
INDEX 117
chassis . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105
elektronica . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 106
motor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105
schokdemper . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 107
voorvork . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 107
vulhoeveelheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105
Toebehoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Transmissieolie
verversen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 96
Typeplaatje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
U
Uitgaande demping
van schokdemper instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
van voorvork instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
V
Veilig gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Veiligheidsaanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Verbruiksstoffen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Vermogensreductie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Voedingsspanning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Voertuig
transport . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
werkzaamheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Voorvorkprotector
demonteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
monteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
Voorwiel
demonteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70
monteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70
Vorkpoten
basisinstelling controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
demonteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
monteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
ontluchten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
vuilschrapers reinigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Vormring van ontladingsstekker
controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
Vulhoeveelheid
koelmiddel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 93, 105
transmissieolie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 96, 105
W
Waarschuwingsstickers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Wielvlucht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Z
Zadel
omhoog klappen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
vergrendelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
Zekeringen
van afzonderlijke stroomverbruikers vervangen . . . . . . . 77
Zijstandaard . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
*3213486nl*
3213486nl
12/2016
KTM Sportmotorcycle GmbH
5230 Mattighofen/Oostenrijk
http://www.ktm.com
Foto: Mitterbauer/KTM
Symboolfoto
Artikelnr. 3213571nl
01.2017
*3213571nl*
Europees alarmnummer 112
Technisch alarmnummer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
http://www.ktm.com/rescuecard
REDDINGSKAART
KTM Freeride E
2017
KTM PowerPack
(Hoogvoltbatterij,
260 V)
12V-batterij
voor boordnet
Hoofdschakelaar Contactslot Hoogvoltbedrading
in motorhuis
Algemeen
De KTM Freeride E is een elektrische hoogvolt-motorfiets met lithium-ion-bat-
terij (KTM PowerPack, 260 V).
De hoogvoltcomponenten in het voertuig zijn gekenmerkt met gele waarschu-
wingsstickers.
De hoogvoltbedrading in het motorhuis en in de KTM PowerPack is te herken-
nen aan de oranje isolatie.
Voor aanvang van de werkzaamheden aan het voertuig moet de hoofd-
schakelaar
1
rechts aan het stuur en het contactslot
2
rechts achter de
koplampkap worden uitgeschakeld .
Variant 1: Voertuig licht beschadigd
(geen oranje hoogvoltkabels zichtbaar, KTM PowerPack niet zicht-
baar beschadigd)
1. Hoofdschakelaar
1
en contactslot
2
uitschakelen .
2. Zadel
3
ontgrendelen en omhoog klappen.
3. 12V-batterij
4
loskoppelen.
4. Zeskantbouten SW 10
5
losdraaien.
5. KTM PowerPack
6
demonteren.
Variant 2: Voertuig sterk beschadigd
(oranje hoogvoltkabels zichtbaar en/of metaaldoordringing van
KTM PowerPack)
Van buiten het voertuig kan niet worden vastgesteld dat het hoogvoltsys-
teem veilig is.
De KTM PowerPack (hoogvoltbatterij) moet met geschikte beschermings-
middelen tegen hoogspanning worden gedemonteerd om zo het voertuig
in een spanningsvrije toestand te brengen.
Volgende werkstappen moeten door in werkzaamheden met hoogspanning
geschoold personeel worden uitgevoerd!
1. Hoofdschakelaar
1
en contactslot
2
uitschakelen .
2. Zadel
3
ontgrendelen en omhoog klappen.
3. 12V-batterij
4
loskoppelen.
4. Zeskantbouten SW 10
5
losdraaien.
5. KTM PowerPack (hoogvoltbatterij, 260 V)
6
uitbouwen.
6. KTM PowerPack borgen.
7. KTM-klantenservice contacteren.
Variant 3: Voertuigbrand
Brandweer informeren. Hierbij aangeven dat het brandende voertuig een li-
thium-ion accu bevat.
Bij een voertuigbrand moeten de gebruikelijke regelingen voor laagspan-
ningssystemen worden toegepast.
Als de KTM PowerPack in brand raakt, kan het blussen en afkoelen tot 24
uur duren. De omgeving moet worden afgezet.
Voor het afkoelen van de brandende KTM PowerPack moet zo veel mogelijk
water worden gebruikt.
Bij gebruik van blusslangen en blusmiddel water moet bij spuitstraal een vei-
ligheidsafstand van 1 m en bij volledige straal van 5 m worden aangehouden.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122

KTM Freeride E-XC 2017 de handleiding

Type
de handleiding