Het gewenste programma kiezen met de programmakeuzeknop (1)
U kunt het juiste programma voor elke soort wasgoed kiezen door de aanwijzingen
in de programmatabellen op te volgen (zie "Wasprogramma's").
Draai de programmakeuzeknop op het gewenste programma. Met de
programmakeuzeknop bepaalt u het soort wascyclus (bijv. waterpeil, beweging van
de trommel, aantal spoelgangen) en de wastemperatuur afhankelijk van het soort
wasgoed.
Het controlelampje van toets
8 gaat knipperen en op het display verschijnt de duur
van het gekozen programma.
De programmakeuzeknop kan met de klok mee of tegen de klok in worden
gedraaid. Stand
O/UIT om programma’s te resetten/de machine uit te schakelen.
Aan het einde van het programma moet de programmakeuzeknop op stand
O/UIT worden gezet om de machine uit te schakelen.
Belangrijk!
Als u de programmakeuzeknop op een ander programma zet als de machine in
werking is, gaat het gele controlelampje van toets
8 3 keer knipperen en verschijnt
de melding Err op het display, om aan te geven dat er een verkeerde keuze is
gemaakt. De machine zal het nieuw gekozen programma niet uitvoeren.
Centrifugetoerental (TPM) of optie SPOELSTOP kiezen (toets 2)
Wanneer het gewenste programma is gekozen, stelt uw machine automatisch het
maximale centrifugesnelheid voor dat programma voor.
Druk herhaaldelijk op toets 2 om de centrifugetoerental te veranderen, als u wilt
dat uw wasgoed wordt gecentrifugeerd op een toerental dat afwijkt van het door
de wasautomaat voorgestelde toerental. Het desbetreffende lampje licht op.
SPOELSTOP: als u deze optie kiest wordt het laatste spoelwater niet weggepompt,
om te voorkomen dat het wasgoed kreukelt. Als het programma is afgelopen
verschijnt op het display een knipperende «
0» , controlelampje gaat branden,
het controlelampje van toets
8 is uit en de deur is vergrendeld om aan te geven dat
het water eerst moet worden afgevoerd.
Om het water weg te pompen zie hoofdstuk "Aan het einde van het
programma".
Optietoetsen
Afhankelijk van het programma, kunnen er verschillende functies gecombineerd
worden. Deze functies moeten gekozen worden nadat u het gewenste programma
gekozen heeft en voordat u op toets
8 drukt.
Als deze toetsen worden ingedrukt, gaan de corresponderende controlelampjes
branden. Als zij opnieuw worden ingedrukt, gaan de controlelampjes uit.
10.2
15
Gebruik
132960210.qxd 05/09/2008 9.21 Pagina 15