Whirlpool PK 630 RT L GH /HA Gebruikershandleiding

Categorie
Kookplaten
Type
Gebruikershandleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

NL
BE
1
KOOKPLAAT
Samenvatting
Het installeren, 2-8
Plaatsing
Elektrische aansluiting
Gasaansluiting
Typeplaatje
Kenmerken van de branders en de straalpijpjes
Beschrijving van het apparaat, 9
Algemeen aanzicht
Starten en gebruik, 10-12
Praktisch advies voor het gebruik van de branders
Praktisch advies voor het gebruik van de Keramiek
kookvlak
Voorzorgsmaatregelen en advies, 13
Algemene veiligheidsmaatregelen
Afvalverwijdering
Onderhoud en verzorging, 14
De elektrische stroom afsluiten
Schoonmaken van het apparaat
Onderhoud gaskranen
Storingen en oplossingen, 15
Gebruiksaanwijzing
Nederlands, 1
NL
PK 741 RQO GH /HA
PK 750 X /HA
PK 750 AX /HA
PK 750 GH /HA
PK 750 R GH /HA
PK 750 RT X /HA
PK 750 RT AX /HA
PK 750 RT GH /HA
PK 750 T X /HA
PK 750 T GH /HA
PK 760 RF X /HA
PK 760 RF GH /HA
PK 750 RL GH /HA
PK 750 RTL GH /HA
PK 750 TL GH /HA
PK 630 RT GH/HA
PK 630 RTL GH/HA
PK 640 GH/HA
PK 640 X/HA
PK 640 RL GH/HA
PK 640 RGH/HA
PK 640.1 RX /HA
PK 640 RX/HA
PK 640.1 RGH/HA
PK 640 RAX /HA
Deutsch, 16
BE
Português, 31
PT
NL
BE
2
! Bewaar dit boekje zorgvuldig voor eventuele verdere
raadpleging. Wanneer u het product weggeeft, verkoopt, of
wanneer u verhuist, dient u dit boekje bij het apparaat te
bewaren zodat alle nodige informatie voorhanden blijft.
! Lees de gebruiksaanwijzingen zorgvuldig door: er
staat belangrijke informatie in over installatie, gebruik
en veiligheid.
De apparaten zijn gebruiksklaar gemaakt in de fabriek
voor de functies (zie typeplaatje en plaatje van de gas
instelling van het apparaat) :
• Natuurlijk gas Categorie II2E+3+ voor Belgie;
• Natuurlijk gas Categorie I2L voor Nederland.
Het is dus niet nodig verdere regelingen uit te voeren.
Plaatsing
! Het verpakkingsmateriaal is niet bestemd voor kinderen
en dient daarom te worden weggegooid volgens de
geldende normen voor gescheiden afvalverzameling ( zie
Voorzorgsmaatregelen en advies).
! De installatie moet worden uitgevoerd door een
bevoegde installateur en volgens de instructies van
de fabrikant. Een verkeerde installatie kan schade
berokkenen aan personen, dieren of dingen.
! dit apparaat mag alleen geïnstalleerd worden en
funktioneren in goed geventileerde vertrekken volgens
de voorschriften van de van kracht zijnde Normen:
• NBN D51-003 e NBN D51-001 (voor België);
• NEN-1078 (voor Nederland).
De volgende eisen moeten in acht genomen worden:
• Het vertrek moet voor de verbrandingsrook over een
afvoersysteem naar buiten toe beschikken. Dit kan
gebeuren door middel van een afzuigkap of een
elektrische ventilator die automatisch aangaan elke
keer als het apparaat wordt aangezet.
• Het vertrek moet een luchttoevoersysteem hebben
dat dient voor de normale verbranding van het gas.
De luchttoevoer die nodig is voor een normale
verbranding moet niet minder dan 2 m
3
/h zijn per
kW geïnstalleerd vermogen.
Dit systeem kan worden
uitgevoerd door lucht direct van
buiten te onttrekken door middel
van een buis met een doorsnede
van minstens 100 cm
2
en die
zodanig is geplaatst dat hij niet
per ongeluk verstopt kan raken.
Een andere manier is door op
indirecte wijze lucht te onttrekken
aan de aangrenzende vertrekken
die door middel van een
ventilatiebuis, zoals boven
beschreven, met buiten zijn
verbonden en die geen
gemeenschappelijke delen zijn
van het huis en ook geen ruimtes met hoog
brandgevaar of slaapkamers.
• (voor België) De gassen van vloeibaar gemaakte
gasmengsels (LPG) zijn zwaarder dan lucht en
blijven laag hangen. Om deze reden moeten
vertrekken waar LPG-flessen staan laag geplaatste
ontluchtingsopeningen hebben voor het afvoeren
van eventueel ontsnapt gas. Lege of halfvolle LPG-
flessen mogen dus niet worden geïnstalleerd of
bewaard in vertrekken die lager liggen dan de vloer
(kelders, enz.). Het is beter alleen de in gebruik
zijnde fles in het vertrek te bewaren, zodanig
geplaatst dat hij niet in rechtstreeks contact staat
met warmtebronnen (oven, open haard, kachel,
enz.) die hem tot temperaturen van meer dan 50°C
zouden kunnen brengen.
Inbouw
Het gasfornuis en het gemengde fornuis hebben een
beschermingsgraad tegen oververhitting van het type X.
Het is daardoor mogelijk het apparaat naast meubels te
plaatsen die niet hoger zijn dan het keukenblad. Voor een
juiste installatie van de kookplaat moeten de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht worden genomen:
• De meubels die direct naast de kookplaat staan en
hierboven uitsteken, moeten op minstens 600 mm
van de rand van de plaat staan.
• Een afzuigkap moet worden geïnstalleerd volgens
de voorschriften die u kunt vinden in het
instructieboekje van de afzuigkap zelf en in ieder
geval op een afstand van minstens 650 mm.
• Hang de keukenkastjes naast de kap op een
minimum hoogte van 420 mm van het keukenblad
(zie afbeelding).
Het installeren
Verhoging van de spleet
tussen deur en vloer
Aangrenzend
vertrek
Te ventileren
vertrek
A
Voorbeelden
ventilatie-opening
voor verbrandingslucht
In het gevaal van een schoorsteen of vertakte
rookleiding (gereserveerd voor fornuizen)
Rechtstreeks
naar buiten
NL
BE
3
Als de kookplaat onder een
keukenkastje wordt geplaatst,
moet deze zich op een afstand
van minstens 700 mm van het
keukenblad bevinden (zie
afbeelding).
• De opening van het meubel moet de afmetingen
hebben die in de afbeelding zijn aangegeven.
De bevestigingsklemmen maken een bevestiging
mogelijk van de kookplaat aan een keukenblad van
tussen de 20 en 40 mm dik. Voor een goede
bevestiging raden wij u aan alle bijgeleverde haken
te gebruiken.
• Als de kookplaat niet boven een inbouwoven
wordt geïnstalleerd, moet u een houten
isolatieplank aanbrengen. Deze moet op een
minimum afstand van 20 mm van de onderkant
van de kookplaat worden geplaatst.
Schema voor de bevestiging van de haken
Stand haak voor Stand haak voor
keukenblad H=20mm keukenblad H=30mm
Voor
Stand haak voor Achter
keukenblad H=40mm
! Gebruik de haken die u vindt in de
“toebehorenverpakking”
560 mm.
45 mm.
600mm min.
600mm min.
700mm min.
555 mm
55 mm
475 mm
Ventilatie
Om een goede ventilatie te bereiken moet u de
achterkant van het meubel verwijderen. Het verdient de
voorkeur de oven op twee houten balken te plaatsen, of
eventueel op een enkele plank die een opening heeft
van tenminste 45 x 560 mm (zie afbeeldingen).
In het geval dat het fornuis wordt geinstalleerd
boven een ingebouwde oven zonder geforceerde
afkoelingsventilatie, dan moet men in een
luchtingang en uitgang voorzien om voldoende
ventilatie te garanderen.
Elektrische aansluiting
De kookplaten met driepolige voedingskabel werken
met de wisselstroom, spanning en frequentie die
aangegeven zijn op het typeplaatje (aan de
onderkant van de kookplaat). De aarding van de
kabel wordt aangegeven door de kleuren geel-groen.
Als het fornuis wordt geïnstalleerd boven een
inbouwoven moeten de elektrische aansluitingen van
fornuis en oven apart worden uitgevoerd, zowel voor
veiligheidsredenen als voor het eventueel
makkelijker verwijderen van de oven.
Het aansluiten van de voedingskabel aan het
elektrische net
Gebruik voor de voedingskabel een stekker die
genormaliseerd is voor de lading aangegeven op het
typeplaatje.
Wanneer het apparaat rechtstreeks op het net wordt
aangesloten moet u tussen het apparaat en het net
een meerpolige schakelaar aanbrengen met een
afstand tussen de contacten van minstens 3mm,
aangepast aan het elektrische vermogen en voldoend
NL
BE
4
L
G
R
pakking op de verbinder
G”,die er uit ziet als een “L” ,
van de voedings-struktuur te
monteren. De verbinder is
gedraad: rond mannelijk 1/2
gas.
De aansluiting voert men uit
met behulp van:
- een onbuigbare buis (voor
Belgie volgens de normen NBN D51-003)
- of met een flexibile buis van roestvrij staal die in
de muur zit en voortzet met bedradingsverbinder.
Daarbij dient het apparaat uitgerust te zijn van een
gaskraantje (voor Belgie A.G.B.) die gemakkelijk
draaibaar dient te zijn. Voor Nederland dient dit
gaskraantje aan de huidige Nationale Normen te
voldoen.
Aansluiting met onbuigzame buis (koper of staal)
! De aansluiting aan de gasleiding moet zodanig
worden uitgevoerd dat het apparaat niet beweegt.
Op de voedingsstructuur van het apparaat bevindt
zich een “L”-vormig, richtbaar verbindingsstuk
waarvan de afdichting is verzekerd door een
pakking. Als het verbindingsstuk gedraaid moet
worden is het absoluut noodzakelijk de pakking te
vervangen (bij het apparaat geleverd). Het
verbindingsstuk waardoor het gas toegang krijgt tot
het fornuis is voorzien van schroefdraad: 1/2 gas
cilindrische schroefbout.
Aansluiting met een roestvrije stalen flexibele
buis aan een onafgebroken wand voorzien van
aanhechtingen met schroefdraad.
Het verbindingsstuk waardoor het gas toegang krijgt
tot het fornuis is voorzien van schroefdraad: 1/2 gas
cilindrische schroefbout.
De in werking stelling van deze buizen moet
zodanig worden bewerkstelligd dat hun lengte in
uitgerolde toestand niet meer dan 2000 mm is.
Nadat de aansluiting heeft plaatsgevonden moet u
controleren dat de flexibele metalen buis niet in
contact komt met de beweegbare delen of dat hij
vastgekneld raakt.
! Gebruik uitsluitend buizen en afdichtingen die
voldoen aan de geldende landelijke normen.
Controleren gasdichtheid
! Nadat het installeren heeft plaats gevonden moet
de perfecte gasdichtheid van alle
aan de geldende normen (de aarding mag niet
worden onderbroken door de schakelaar). De
voedingskabel moet zodanig worden geplaatst dat
hij nergens een temperatuur bereikt van 50°C hoger
dan de kamertemperatuur.
! De installateur is verantwoordelijk voor een correcte
elektrische aansluiting en het in acht nemen van de
veiligheidsnormen.
Voor het aansluiten moet u controleren dat:
het stopcontact geaard is en voldoet aan de
geldende normen;
het stopcontact in staat is het maximale vermogen
van het apparaat te dragen, zoals aangegeven op
het typeplaatje;
de spanning zich bevindt tussen de waarden die
staan aangegeven op het typeplaatje;
het stopcontact en de stekker overeenkomen. Als
dat niet zo is, dient u ofwel de stekker ofwel het
stopcontact te vervangen; gebruik geen
verlengsnoeren of dubbelstekkers.
! Wanneer het apparaat geïnstalleerd is moeten het
snoer en het stopcontact gemakkelijk te bereiken zijn.
! De kabel mag niet worden gebogen of
samengedrukt.
! De kabel moet van tijd tot tijd worden gecontroleerd
en mag alleen door erkende monteurs worden
vervangen (zie Service).
! De fabrikant kan nergens aansprakelijk voor worden
gesteld als deze normen niet worden nageleefd.
Gasaansluiting
De aansluiting van het apparaat aan de gasbuizen
moet worden uitgevoerd zoals voorgeschreven door
de geldende normen, en nadat men er zeker van is
dat het fornuis is ingesteld voor het type gas dat men
gaat gebruiken. In het omgekeerde geval (voor
België) gaat u te werk zoals beschreven in de
paragraaf “Aanpassing aan verschillende types
gas”. Om het apparaat aan de gasbuizen aan te
sluiten (II2E+3+ voor Belgie en I2L voor Nederland),
dient men eerst de verbinder te monteren.”R” (Deze
is op aanvraag verkrijgbaar bij de technische-
service-dienst Ariston) Tevens dient men zijn
NL
BE
5
verbindingsstukken worden gecontroleerd met een
zeepoplossing en nooit met een vlam.
Aanpassen aan de verschillende soorten gas
(voor België)
Voor het aanpassen van de kookplaat aan een ander
soort gas dan waarvoor hij is bestemd (aangegeven
op het typeplaatje aan de onderkant van de
kookplaat of op de verpakking), moeten de
straalpijpjes van de branders op de volgende wijze
worden vervangen:
1. verwijder de roosters van de kookplaat en schuif
de branders uit hun plaats.
2. schroef de straalpijpjes los met een steeksleutel
van 7mm en vervang ze met de straalpijpjes
geschikt voor het nieuwe type gas (zie tabel 1
“Kenmerken van de branders en de straalpijpen”).
3. zet de onderdelen weer op hun plaats door de
handelingen in omgekeerde volgorde uit te
voeren.
4. aan het einde van deze handelingen moet u het
oude etiket dat de gasinstelling aangeeft
vervangen met het etiket dat overeenkomt met
het nieuwe gas dat u gaat gebruiken, verkrijgbaar
bij onze Technische Service Centers.
Het vervangen van de straalpijpjes van de
brander met "onafhankelijke dubbele
vlamkronen":
1. verwijder de roosters en branders van hun plaats.
De brander bestaat uit twee aparte delen (zie
afbeeldingen);
2. schroef de straalpijpjes los met een sleutel van
7mm. De binnenste vlamkroon heeft een
straalpijpje, de buitenste heeft er twee (van
dezelfde maat). Vervang de straalpijpjes met
nieuwe die zijn aangepast aan het nieuwe type
gas (zie tabel1).
3. zet de onderdelen in omgekeerde volgorde weer
op hun plaats.
Vervanging van de sproeiers op de brander met
Drievoudige vlammenkroon
1. verwijder de roosters en branders van hun plaats. De
brander bestaat uit twee afzonderlijke delen (zie
afbeeldingen.);
2. schroef de sproeiers los met een steeksleutel van 7
mm. Vervang de sproeiers met degene die geschikt
zijn voor het nieuwe type gas (zie tabel 1). De twee
sproeiers hebben dezelfde gaten.
3. zet de onderdelen weer op hun plaats door de
handelingen omgekeerd uit te voeren t.o.v. hierboven.
Regelen primaire lucht van de straalpijpjes (voor
België)
De branders hebben geen regeling van de primaire
lucht nodig.
Het regelen van de minimumstand (voor België)
1. Zet het kraantje op de minimumstand;
2. Verwijder de knop en draai aan het regelschroefje
in of naast de spil van het kraantje totdat u een
kleine, regelmatige vlam bereikt.
! In het geval van een DCDR brander met
enkelvoudige bediening dient de afregeling te
worden uitgevoerd op de 2 schroeven die zich naast
het staafje van de kraan bevinden (zie afbeelding).
3. Controleer of de brander aanblijft als u de knop
snel van hoog naar laag draait.
4. Als bij de apparaten met een
veiligheidsmechanisme (thermo-element) dit
systeem niet werkt als de branders op de
minimum stand staan, moet u het minimum
verhogen door aan de stelschroef te draaien.
5. Als de regeling voltooid is moet u de zegels op
de bypass schroefjes weer op hun plaats brengen
met zegellak of dergelijk materiaal.
6. Bij aanwezigheid van knoppen met discrete
Regeling
DCDR intern
Regeling
DCDR totaal
NL
BE
6
afregeling en led weergave zet u de knop op de
minimumstand. Verwijder vervolgens de knop en
draai aan de regelschroef naast het staafje van de
kraan.
7. Regel de minimumstanden van de DCDR brander
met discrete afregeling en led weergave.
voor het afregelen van de externe kroon draait
u de knop helemaal tegen de klok in tot aan de
minimum stand;
voor het afregelen van de minimumstand van
de interne kroon draait u de knop helemaal met
de klok mee tot aan de minimum stand;
verwijder de knop en draai aan het
regelschroefje naast het staafje van de kraan.
! Bij vloeibaar gas moet het regelschroefje geheel
dicht worden geschroefd.
! Aan het einde van deze handelingen moet u het
oude etiket van de gasinstelling vervangen met het
etiket dat correspondeert met het nieuwe gas,
verkrijgbaar bij onze Technische Service Centers.
! Als de gasdruk van het gebruikte gas verschillend
(of variabel) is dan hetgeen is voorzien, moet op de
toevoerbuis een drukteregelaar worden aangebracht
die voldoet aan de geldende landelijke normen.
PK741RQO...
DC
S
A
PK750...
RR
UR
S
S
A
PK750R...
PK750RL...
RR
DC
S
S
A
PK750T...
PK750TL...
RR
TC
S
S
A
PK750RT...
PK750RTL...
DC TC
S
A
PK760RF...
RR
DC SP
A
PK630RT...
PK630RTL...
TC
DC
S
PK640...
R
S
S
A
PK640R...
PK640RL...
PK640.1R...
R
DC
S
A
Elektrische
aansluitingen
TYPEPLAATJE
zie typeplaatje
Dit apparaat voldoet aan de volgende
EU Richtlijnen:
- 2006/95/EEG van 12/12/06
(Laagspanning) en daaropvolgende
wijzigingen
- 2004/108/EEG van 15/12/04
(Elektromagnetische Compatibiliteit) en
daaropvolgende wijzigingen
- 93/68/EEG van 22/07/93 en
daaropvolgende wijzigingen.
- 2009/142/EEG van 30/11/09 (Gas) en
daaropvolgende wijzigingen.
- 2002/96/EC en daaropvolgende
wijzigingen.
NL
BE
7
Table 1 (Voor Belgie) Vloeibaar gas Natuurlijk gas
Spanning
van
voeding
Nominale (mbar)
Minimum (mbar)
Maximum (mbar)
28-30
20
35
37
25
45
20
15
25
25
15
30
Snel (R)
Halp Snel (S)
Hulp (A)
Drievoudige Ring (TC)
100
75
55
130
0.70
0.40
0.40
1.50
3.00
1.65
1.00
3.30
39
28
28
61
86
64
50
65x2
218
120
73
240
214
118
71
236
3.00
1.65
1.00
3.60
132 (H)
96 (Y)
79 (6)
103x2
286
157
95
343
Gaspit Doorsnee
(mm)
Termisch
vermogen
kW
(p.c.s.*)
Gered.
Termisch
vermogen
kW
(p.c.s.*)
Nomin.
By-pass
1/100
(mm)
Straal.
1/100
(mm)
Bereik*
(g/h)
Butane Propane G20
Termisch
vermogen
kW
(p.c.s.*)
Nomin.
Straal.
1/100
(mm)
Bereik*
(l/h)
3.00
1.65
1.00
3.30
332
183
111
365
G25
Termisch
vermogen
kW
(p.c.s.*)
Nomin.
Bereik*
(l/h)
Dubbele
vlamkroon
(1)
(binnenste
DCDR)
130 1,503,60
27 44
262 257 3,60 5,00
72
343
399
399
(buitenste
DCDR)
2 straalpijpjes
57 60x2
94x2
Kenmerken van de branders en de straalpijpjes (alleen voor de modellen van 60 en 65 cm)
(1) Alleen voor DCDR met enkelvoudige bediening
(2) Alleen voor DCDR met dubbele bediening
* A 15°C et 1013 mbar-gaz sec
Propane P.C.S. = 50,37 MJ/kg
Butane P.C.S. = 49,47 MJ/kg
Naturele G20 P.C.S. = 37,78 MJ/m³
Naturele G25 P.C.S. = 32,49 MJ/m³
Tabel 1 (Voor Nederland)
Spanning
van
voeding
Nominale (mbar)
Minimum (mbar)
Maximum (mbar)
25
20
30
Snel (R)
Half Snel (S)
Hulp (A)
Drievoudige Ring (TC)
100
75
55
130
0.70
0.40
0.40
1.50
3.00
1.65
1.00
3.30
132 (H)
96 (Y)
79 (6)
103x2
Gaspit Doorsnee
(mm)
Thermisch vermogen
kW (p.c.s.*)
Gered.Nominale
Straalpijpjes
1/100
(mm)
332
183
111
365
G25
Bereik *
(l/h)
Natuurlijk gas
Dubbele
(1)
(binnenste
DCDR)
(buitenste
DCDR)
2 straalpijpjes
130 1,50
3,60
72
72
94x2
399
399
100
100
Dubbele vlamkroon
(binnenste DCDR) (1)
30 0,30 0,90
27 44 65 64 0,9072 86 0,90 100
100
Dubbele vlamkroon
(binnenste DCDR) (1)
30 0,30 0,90
Dubbele Vlankroon
(binnenste DCDR) (2)
Dubbele Vlankroon
(buitenste DCDR)
2 straalpijpjes (2)
Dubbele Vlankroon
(binnenste DCDR) (2)
Dubbele Vlankroon
(buitenste DCDR)
2 straalpijpjes (2)
30
130
0.40
1.50
0.90
3.60
27
55
44
67x2
65
262
64
257
0.90
3.60
0.90
3.60
72
100x2
86
343
30
130
0.90
3.60
0.40
1.50
72
100x2
NL
BE
8
Table 1 (Voor Belgie) Vloeibaar gas Natuurlijk gas
Spanning
van
voeding
Nominale (mbar)
Minimum (mbar)
Maximum (mbar)
28-30
20
35
37
25
45
20
15
25
25
15
30
Gered. Snel (RR)
Halp Snel (S)
Hulp (A)
Drievoudige Ring (TC)
Extra snel (UR)
Half Vispan (SP)
Dubbele vlamkroon
(binnenste DCDR) (2)
Dubbele vlamkroon
(buitenste DCDR)
2 straalpijpjes (2)
100
75
55
130
100
30
130
0.70
0.40
0.40
1.50
0.70
0.70
0.40
1.50
2.60
1.65
1.00
3.30
3.40
1.50
0.90
4.10
39
28
28
61
39
39
28
61
80
64
50
65x2
91
60
44
70
189
120
73
240
247
109
65
298
186
118
71
236
243
107
64
293
2.60
1.65
1.00
3.60
3.40
1.50
0.90
4.10
122 (H)
96 (Y)
79 (6)
103x2
138 (H)
88
74
110x2
248
157
95
343
324
143
86
390
Gaspit Doorsnee
(mm)
Termisch
vermogen
kW
(p.c.s.*)
Gered.
Termisch
vermogen
kW
(p.c.s.*)
Nomin.
By-pass
1/100
(mm)
Straal.
1/100
(mm)
Bereik*
(g/h)
Butane Propane G20
Termisch
vermogen
kW
(p.c.s.*)
Nomin.
Straal.
1/100
(mm)
Bereik*
(l/h)
2.60
1.65
1.00
3.30
3.40
1.50
0.90
4.10
288
183
111
365
376
166
100
454
G25
Termisch
vermogen
kW
(p.c.s.*)
Nomin.
Bereik*
(l/h)
Dubbele
vlamkroon
(1)
(binnenste
DCDR)
130 1,504,60
27 44
334 329 5,00 4,60
69
476
438
(buitenste
DCDR)
2 straalpijpjes
57 70x2
113x2
Kenmerken van de branders en de straalpijpjes (alleen voor de modellen van 75 cm)
(1) Alleen voor DCDR met enkelvoudige bediening
(2) Alleen voor DCDR met dubbele bediening
* A 15°C et 1013 mbar-gaz sec
Propane P.C.S. = 50,37 MJ/kg
Butane P.C.S. = 49,47 MJ/kg
Naturele G20 P.C.S. = 37,78 MJ/m³
Naturele G25 P.C.S. = 32,49 MJ/m³
Tabel 1 (Voor Nederland)
Spanning
van
voeding
Nominale (mbar)
Minimum (mbar)
Maximum (mbar)
25
20
30
Gered. Snel (RR)
Half Snel (S)
Hulp (A)
Drievoudige Ring (TC)
Extra snel (UR)
Half Vispan (SP)
Dubbele Vlankroon
(binnenste DCDR) (2)
Dubbele Vlankroon
(buitenste DCDR)
2 straalpijpjes (2)
100
75
55
130
100
30
130
0.70
0.40
0.40
1.50
0.70
0.70
0.40
1.50
2.60
1.65
1.00
3.30
3.40
1.50
0.90
4.10
122 (H)
96 (Y)
79 (6)
103x2
138 (H)
88
74
110x2
Gaspit Doorsnee
(mm)
Thermisch vermogen
kW (p.c.s.*)
Gered.Nominale
Straalpijpjes
1/100
(mm)
288
183
111
365
376
166
100
454
G25
Bereik *
(l/h)
Natuurlijk gas
Dubbele
(1)
(binnenste
DCDR)
(buitenste
DCDR)
2 straalpijpjes
130 1,50
4,60
69
69
113x2
509
100
Dubbele vlamkroon
(binnenste DCDR) (1)
30 0,30 0,90
27 44 65 64 0,9069 86 0,80 100
Dubbele vlamkroon
(binnenste DCDR) (1)
30 0,30 0,80
NL
BE
9
Beschrijving
van het apparaat
Algemeen aanzicht
*
Slechts op enkele modellen aanwezig.
Controlelampje WERKING KERAMISCH
KOOKPLAAT*: gaat aan als de knop niet op de
stand ‘uit’ staat.
GASBRANDERS hebben verschillende afmetingen
en vermogen. Kies de brander die het best
overeenkomt met de diameter van de pan die u wilt
gebruiken.
Knoppen van de GASBRANDERS en van de
KERAMISCH KOOKPLAAT* voor het regelen van
de vlam of van het vermogen.
Bougie voor het ontsteken van de
GASBRANDERS*: zorgt voor een automatische
ontsteking van de gekozen brander.
VEILIGHEIDSMECHANISME* zorgt ervoor dat de
gastoevoer wordt onderbroken als de vlam per
ongeluk uitgaat.
VEILIGHEIDSMECHANISME *
Bougie voor ontsteking van de
GASBRANDERS *
Roosters voor de
PANNEN
KERAMISCH KOKKVLAK *
Bedieningsknoppen van de
GASBRANDERS
of KERAMISCH KOKKVLAK *
Bedieningsknoppen van de
GASBRANDERS
Controlelampje
KERAMISCH KOKKVLAK *
GASBRANDERS
GASBRANDERS
Roosters voor de
PANNEN
NL
BE
10
! Op iedere knop staat aangegeven waar de
gasbrander of de elektrische plaat* zich precies
bevindt.
De gaskookplaten beschikken over een discrete
afregeling van het vermogen, waarmee u de vlam
nauwkeurig op 5 verschillende niveaus kunt
instellen. Dankzij dit systeem zal het ook mogelijk
zijn om met gaskookplaten dezelfde resultaten voor
elk recept te bereiken, aangezien het eenvoudiger
en nauwkeuriger zal zijn om het optimale vermogen
vast te stellen voor de gekozen bereiding.
Gasbranders
De gekozen brander kan met de betreffende knop
als volgt worden geregeld:
Uit
Maximum
Minimum
Om een van de branders aan te steken dient u er
een vlam of aansteker bij te houden, de knop stevig
in te drukken en tegen de klok in te draaien tot u het
maximum vermogen heeft bereikt.
In de uitvoeringen die zijn voorzien van een
veiligheidsmechanisme moet u de knop circa 2-3
seconden lang ingedrukt houden totdat het element
dat automatisch de vlam ontstoken houdt, warm
wordt.
Druk de knop in en draai hem tegelijkertijd tegen de
klok in: vonken steken de brander aan. Nadat de
brander aan is houdt u de knop lang genoeg
ingedrukt zodat het veiligheidssysteem geactiveerd
kan worden.
! Mocht een gasbrander per ongeluk uitgaan, draai
dan de knop uit en wacht minstens 1 minuut voordat
u hem weer probeert aan te steken.
Om de brander uit te doen moet u de knop geheel
met de klok meedraaien totdat hij niet meer verder
kan (tot aan het symbool “•”).
Discrete afregeling van de vlam
De gekozen brander kan m.b.v. de knop worden
afgesteld op 5 verschillende
vermogensniveaus.
Om van het ene op het
andere niveau over te
stappen draait u de knop
naar het gekozen niveau.
Een klik geeft aan dat u van
het ene naar het andere
Starten en gebruik
niveau bent overgegaan.
Het geselecteerde niveau wordt weergegeven d.m.v.
het betreffende symbool (symbolen
) en, op
kookplaten met display, d.m.v. het aangaan van de
LEDS (5= max vermogen; 1= min vermogen).
Het systeem garandeert een perfecte regeling van
de vlam en zorgt ervoor dat u een constant
kookresultaat kunt bereiken, doordat u eenvoudiger
het gewenste vermogensniveau kunt instellen.
De brander met "dubbele vlamkroon"
Deze gasbrander bestaat uit twee concentrische
vlamkronen die samen of onafhankelijk kunnen
functioneren (alleen in het geval van een dubbele
bediening).
Aangezien de brander is voorzien van een
veiligheidsmechanisme moet u de knop ongeveer
2 à 3 seconden ingedrukt houden totdat het
veiligheidsmechanisme, dat automatisch de vlam
aanhoudt, warm wordt.
Dubbele bediening:
Iedere vlamkroon van de brander heeft zijn eigen
bedieningsknop:
de knop met het symbool
bedient de buitenste
vlamkroon;
de knop met het symbool
bedient de binnenste
vlamkroon.
Voor het aansteken van de gewenste vlamkroon
drukt u de betreffende knop in en draait u hem
tegen de klok in tot aan de maximum stand
.
Voor het juiste gebruik van de brander met
dubbele vlammenkroon moet u nooit
tegelijkertijd de interne kroon op minimum en de
externe kroon op maximum zetten.
Enkele Bediening:
Iedere vlamkroon van de brander heeft zijn eigen
bedieningsknop.
Om beide kronen tegelijkertijd aan te steken drukt u
de knop in en draait u hem tegen de klok in, tot aan
het symbool
(max) - (min).
Om alleen de interne kroon aan te steken drukt u de
knop in en draait u hem met de klok mee, tot aan
het symbool
(max) - (min).
(om van de ene modus over te stappen op de
andere dient u de brander uit te schakelen).
*
Slechts op enkele modellen aanwezig.
NL
BE
11
*
Slechts op enkele modellen aanwezig.
Om de brander uit te doen moet u de knop
indrukken en met de klok meedraaien totdat hij niet
meer verder kan (tot aan het symbool “•”).
Keramiek kookvlakKeramiek kookvlak
Keramiek kookvlakKeramiek kookvlak
Keramiek kookvlak*
Deze kookzone is voorzien van stralingselementen
met dubbele diameter onder het glas. Het is
mogelijk alleen het ronde gedeelte "A" in te
schakelen of, om een grotere kookzone te krijgen,
beide gedeelten "A" ene "B". Voor het inschakelen
van de ronde zone "A" draait u de knop met de klok
mee en zet hem op één van de 12 posities. Voor het
inschakelen van ook de zone "B" zet u de knop op
de positie 12 en dan nog een stapje verder tot aan
de positie
, vervolgens draait u de knop tegen de
klok in tot op het gewenste warmteniveau, gekozen
uit de 12 posities.
De tekening geeft de warmtezone aan, die rood
wordt als hij is ingeschakeld.
A. ronde kookzone;
B. uitgebreide kookzone;
C. controlelampje overgebleven warmte: dit geeft
aan dat de kookzone warmer is dan 60°C ook
nadat hij is uitgeschakeld.
O
val R
ing
A
C
B
Het controlelampje gaat aan bij iedere positie van de
knop behalve de “uit”-positie.
Praktisch advies voor het gebruik van de
branders
Voor een optimaal rendement dient u het volgende
te onthouden:
gebruik voor iedere brander de pan die erop past
(zie tabel) om te vermijden dat de vlammen er
onderuit vandaan komen.
gebruik alleen pannen met een platte bodem en
met een deksel erop.
draai de knop op het minimum zodra het
kookpunt is bereikt.
Brander
Gereduceerd snel (RR)
Half-snel (S)
Hulpvlam (A)
Half Vispan (SP)
Drievoudige Ring (TC)
Extra snel (UR)
Dubbele vlamkroon (binnenste DCDR)
Dubbele vlamkroon (buitenste DCDR)
Ø Diameter pan (cm)
24 - 26
16 - 20
10 - 14
16 - 20
24 - 26
24 - 26
10 - 14
26 - 28
Pannen die moeten worden gebruikt op kookvlakken van 75 cm
Brander
Snel (R)
Half-snel (S)
Hulpvlam (A)
Drievoudige Ring (TC)
Dubbele vlamkroon (binnenste DCDR)
Dubbele vlamkroon (buitenste DCDR)
Ø Diameter pan (cm)
24 - 26
16 - 20
10 - 14
24 - 26
10 - 14
24 - 26
Pannen die moeten worden gebruikt op kookvlakken van 60-65cm
! Bij de modellen die voorzien zijn van een
reductieroostertje moet dit alleen gebruikt worden
voor de Dubbele Vlammen brander (DCDR intern) als
u een pan gebruikt die een doorsnede heeft van
minder dan 12 cm.
Voor het herkennen van het soort brander verwijzen
wij u naar de afbeeldingen in paragraaf “Kenmerken
van de branders en straalpijpen”.
Practische raadgevingen voor het gebruik van de
“Half vispan”.
De aanwezigheid van de tweeovalen “Half Vispan”
branders, die 90° draaibaar zijn, maakt het kookvlak
nog flexibeler in het gebruik.
Voor het 90° draaien van de “Half Vispan” branders
gaat u als volgt te werk:
Let op dat de branders koud zijn.
Verwijder de branders van hun plaats.
Plaats ze opnieuw in de gewenste positie.
Let op dat de branders op de juiste wijze op hun
plaats zitten.
NL
BE
12
*
Slechts op enkele modellen aanwezig.
Onthoud het volgende voor het beste rendement:
Op het keramische kookvlak kunt u alle soorten
pannen gebruiken. Het belangrijkste is dat de
bodem perfect plat is: pannen met een dikke
bodem verdelen de warmte het beste.
Gebruik pannen die de kookzone geheel
bedekken, zodat u alle beschikbare hitte
gebruikt.
Let erop dat de bodem van de pan schoon en
droog is voor goed contact en een lange
levensduur van het kookvlak en van de pannen
zelf.
Gebruik geen pannen die op een gasfornuis zijn
gebruikt. De hitte van de branders kan de bodem
vervormd hebben en zo krijgt u niet het gewenste
resultaat op het keramische kookvlak.
! De lijm die gebruikt is voor het verzegelen van het
glas kan vetsporen nalaten. Verwijder deze voor het
gebruik van het apparaat met een niet-schurend
schoonmaakmiddel. Gedurende de eerste uren van
gebruik kan zich een rubberachtige geur
ontwikkelen, die snel verdwijnt.
Vooral de twee branders kunnen samen worden
gebruikt of apart, met pannen van verschillende
vormen en afmetingen:
Dubbele brander als “Vispan” voor ovalen pannen
(afb.A).
Dubbele brander voor biefstukgrill of rechthoekige
of vierkante pannen minimum 28x28 (afb.B).
Enkele brander voor middelgrote pannen
(diameter 16-20 cm) (afb.C).
Gebruik NOOIT de dubbele brander in de
combinatie zoals aangegeven in afbeelding D.
Afb. A Afb. B
Afb. C Afb. D
Practische raadgevingen voor het
gebruik van de keramische
Pos.
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Stralingsplaat
Uit
Boter, chocolade smelten.
Opwarmen vloeistoffen.
Vla en sausen.
Aan de kook brengen.
Braadstukken.
Groot stoofvlees.
Bakken.
Inschakeling van beide kookzones.
NL
BE
13
Voorzorgsmaatregelen en advies
! Dit apparaat is ontworpen en vervaardigd volgens
de geldende internationale veiligheidsvoorschriften.
Deze aanwijzingen zijn geschreven voor uw
veiligheid en u dient ze derhalve goed door te
nemen.
Algemene veiligheidsmaatregelen
Dit is een inbouwapparaat van klasse 3.
Gasfornuizen hebben voor een goede werking
behoefte aan een regelmatige luchtverversing.
Controleer dat bij het installeren aan de
vereisten wordt voldaan beschreven in de
paragraaf “Plaatsing”.
Deze instructies gelden alleen voor de landen
wiens symbolen in de gebruiksaanwijzing en
op het typeplaatje staan.
Dit apparaat is vervaardigd voor niet-
professioneel gebruik binnenshuis.
Het apparaat dient niet buitenshuis te worden
geplaatst, ook niet in overdekte toestand. Het is
erg gevaarlijk als het in aanraking komt met regen
of onweer.
Het apparaat dient gebruikt te worden om
voedsel te bereiden. Het mag uitsluitend door
volwassenen worden gebruikt en alleen
volgens de instructies die in deze handleiding
beschreven staan. Elk ander gebruik (bv.:
verwarming van ruimten) is als oneigenlijk te
beschouwen en dus gevaarlijk. De fabrikant
kan niet aansprakelijk worden gesteld voor
eventuele schade die te wijten is aan onjuist,
verkeerd of onredelijk gebruik.
Voorkom dat elektrische snoeren van andere
kleine keukenapparaten op warme delen van de
kookplaat terechtkomen.
Laat de ventilatieopeningen en warmteafvoer vrij.
Controleer altijd dat de knoppen in de stand “”/
” staan als de oven niet wordt gebruikt.
Haal de stekker nooit uit het stopcontact door aan
het snoer te trekken maar door de stekker zelf
beet te pakken.
Maak de oven niet schoon of voer geen
onderhoud uit als de stekker nog in het
stopcontact zit.
Als de oven defect is, mag u nooit aan het interne
systeem sleutelen om een reparatie proberen uit
te voeren. Neem contact op met de Technische
Dienst (zie Service).
Richt de handvaten van de pannen altijd naar de
binnenzijde van de kookplaat zodat u er niet per
ongeluk tegenaan stoot.
Doe het glazen deksel (waar aanwezig) niet
omlaag als de gasbranders nog warm zijn.
Gebruik geen instabiele of vervormde pannen.
Dit apparaat mag niet worden gebruikt door
personen (kinderen inbegrepen) met een beperkt
lichamelijk, sensorieel of geestelijk vermogen of
personen die niet de nodige ervaring of kennis
hebben met het apparaat, tenzij onder toezicht
van een persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid of nadat hun is uitgelegd hoe het
apparaat werkt.
Voorkom dat kinderen met het apparaat spelen.
Het apparaat is niet geschikt om te worden
ingeschakeld m.b.v. een externe timer ofwel door
een gescheiden afstandsbedieningssysteem.
Afvalverwijdering
Verwijdering van het verpakkingsmateriaal: houd u
aan de plaatselijke normen, zodat het
verpakkingsmateriaal hergebruikt kan worden.
De Europese Richtlijn 2002/96/EC over
Vernietiging van Electrische en Electronische
Apparatuur (WEEE), vereist dat oude
huishoudelijke electrische apparaten niet mogen
vernietigd via de normale ongesorteerde
afvalstroom. Oude apparaten moeten apart
worden ingezameld om zo het hergebruik van de
gebruikte materialen te optimaliseren en de
negatieve invloed op de gezondheid en het milieu
te reduceren. Het symbool op het product van de
“afvalcontainer met een kruis erdoor” herinnert u
aan uw verplichting, dat wanneer u het apparaat
vernietigt, het apparaat apart moet worden
ingezameld.
Consumenten mogen hun apparaat naar publieke
afvalstortplaatsen brengen of, als de nationale
wetgeving dit toestaat, naar de handelaar
brengen als er een soortgelijk nieuw product
wordt gekocht.
Alle fabrikanten van grote huishoudelijke
apparaten zijn aktief bezig met het creëren van
systemen om het inzamelen en de verwijdering
van oude producten te regelen.
NL
BE
14
De elektrische stroom afsluiten
Sluit altijd eerst de stroom af voordat u tot enige
handeling overgaat.
Schoonmaken van het apparaat
! Vermijd het gebruik van schuurmiddelen of bijtende
middelen, zoals vlekkenmiddelen en
roestverwijderende producten, schoonmaakmiddelen
in poedervorm of schuursponzen: deze kunnen het
oppervlak onherstelbaar krassen.
! Gebruik nooit stoom- of hogedrukreinigers voor het
reinigen van het apparaat.
Voor normaal onderhoud moet u de kookplaat met
een vochtige spons reinigen en afdrogen met
keukenpapier.
De vlamverspreiders moeten regelmatig in een
warm sopje worden gewassen zodat eventuele
etensresten makkelijker kunnen worden verwijderd.
maak het oppervlak van het fornuis schoon voordat
u gaat koken; gebruik een vochtige doek voor het
verwijderen van stof en gemorst eten. Het
oppervlak moet regelmatig worden schoongemaakt
met een sop, geen
schuurmiddelen. Af
en toe zal het
noodzakelijk zijn
speciale producten
voor keramiek te
gebruiken. Verwijder
eerst alle etensresten
en vetspetters met
een schrapertje, b.v.
(niet
bijgeleverd).
Maak het kookvlak schoon als het nog lauw is
(zoals die van de Solutions lijn, verkrijgbaar bij alle
Service Centers van Merloni Elettrodomestici
huishoudapparatuur) en gebruik keukenpapier met
een hiervoor geschikt
schoonmaakmiddel.
Wrijf met een
vochtige doek en
droog.
Aluminiumfolie,
plastic of synthetisch
materiaal, zowel als
suiker of
suikerhoudende
Onderhoud en verzorging
etenswaren die per ongeluk gesmolten zijn
moeten onmiddelijk verwijderd worden met een
schrapertje als de zone nog lauw is. Speciale
schoonmaakmiddelen vormen een doorzichtig
beschermend laagje. Dit beschermt ook tegen
schade door suikerhoudend voedsel. Gebruik in
geen geval schuursponzen of schuurmiddelen, en
ook geen chemisch aggressieve middelen zoals
ovenspray of ontvlekkingsmiddelen.
Roestvrij staal kan vlekken gaan vertonen als er
voor langere tijd kalkhoudend water of agressieve
schoonmaakmiddelen (fosforhoudend) op hebben
gelegen. Spoel en droog het dus na het
schoonmaken goed af. Droog watervlekken altijd
gelijk af.
! Om het oppervlak van de kookplaat te reinigen
dient u eerst de roosters te verwijderen. Dankzij het
ondersteuningssysteem is het voldoende de
roosters op te tillen en vast te houden of ze te
draaien totdat ze op de achterzijde kunnen rusten.
Zorg ervoor de warme roosters nooit op het
glazen deksel te leggen (indien aanwezig) om te
voorkomen dat de rubberen elementen van het
glas worden beschadigd.
Onderhoud gaskranen
Met verloop van tijd kan een kraan stroef worden of
vast blijven zitten; in dat geval is het noodzakelijk hem
te vervangen.
! Dit moet worden uitgevoerd door een door de
fabrikant bevoegde installateur.
NL
BE
15
Storingen en
oplossingen
Het kan gebeuren dat het kookvlak niet (afdoende) functioneert. Voordat u de servicedienst belt dient u te
controleren of u het euvel zelf kunt oplossen. Verifieer om te beginnen of er een correcte stroom- en gastoevoer is,
en in het bijzonder of de hoofdgasleiding open staat.
Storingen
De brander gaat niet aan of de vlam is niet
gelijkmatig.
De vlam blijft niet aan in de uitvoeringen met
veiligheidsmechanisme.
De brander blijft niet aan als hij op minimum
staat.
De pannen zijn wankel.
Mogelijke oorzaken / Oplossing
De openingen van de vlamverspreiders niet verstopt zijn.
Alle onderdelen van de brander goed in elkaar zitten.
Het niet tocht dichtbij het kookvlak.
U de knop goed heeft ingedrukt.
U de knop lang genoeg heeft ingedrukt voor het activeren
van het veiligheidsmechanisme.
De gaten van de vlamverspreiders dichtbij het
veiligheidsmechanisme niet verstopt zijn.
De gaten van de vlamverspreiders niet verstopt zijn.
Het niet tocht dichtbij het kookvlak.
De minimum stand niet goed is ingesteld.
De bodem van de pan helemaal plat is.
De pan in het midden van de brander of de kookplaat
staat.
De roosters niet zijn verwisseld.
Als ondanks al deze controles het kookvlak niet functioneert en de storing blijft bestaan moet u contact
opnemen met de Technische Dienst. Dit dient u door te geven:
het model oven (Mod.)
het serienummer (S/N)
Deze informatie bevindt zich op het typeplaatje op het apparaat en/of op de verpakking.
! Wend u nooit tot een niet-erkende installateur en weiger altijd het monteren van niet-originele onderdelen.
! Alleen voor het model PK 640.1...: Het is mogelijk dat de roosters verkeerd worden geplaatst. In dat
geval zal het rasterwerk niet op één lijn zijn en zal de kruising ervan niet met het centrum van de brander
samenvallen. In de volgende afbeeldingen wordt de juiste plaatsing aangegeven (OK), en enkele voorbeelden
van een verkeerde plaatsing (KO!).
OK KO !
KO !KO !

Documenttranscriptie

Gebruiksaanwijzing KOOKPLAAT Samenvatting NL Het installeren, 2-8 NL Nederlands, 1 BE Deutsch, 16 PK 741 RQO GH /HA PK 750 X /HA PK 750 AX /HA PK 750 GH /HA PK 750 R GH /HA PK 750 RT X /HA PK 750 RT AX /HA PK 750 RT GH /HA PK 750 T X /HA PK 750 T GH /HA PK 760 RF X /HA PK 760 RF GH /HA PK 750 RL GH /HA PK 750 RTL GH /HA PK 750 TL GH /HA PK 630 RT GH/HA PK 630 RTL GH/HA PK 640 GH/HA PK 640 X/HA PK 640 RL GH/HA PK 640 RGH/HA PK 640.1 RX /HA PK 640 RX/HA PK 640.1 RGH/HA PK 640 RAX /HA PT Português, 31 Plaatsing Elektrische aansluiting Gasaansluiting Typeplaatje Kenmerken van de branders en de straalpijpjes BE Beschrijving van het apparaat, 9 Algemeen aanzicht Starten en gebruik, 10-12 Praktisch advies voor het gebruik van de branders Praktisch advies voor het gebruik van de Keramiek kookvlak Voorzorgsmaatregelen en advies, 13 Algemene veiligheidsmaatregelen Afvalverwijdering Onderhoud en verzorging, 14 De elektrische stroom afsluiten Schoonmaken van het apparaat Onderhoud gaskranen Storingen en oplossingen, 15 1 Het installeren NL BE ! Bewaar dit boekje zorgvuldig voor eventuele verdere raadpleging. Wanneer u het product weggeeft, verkoopt, of wanneer u verhuist, dient u dit boekje bij het apparaat te bewaren zodat alle nodige informatie voorhanden blijft. A ! Lees de gebruiksaanwijzingen zorgvuldig door: er staat belangrijke informatie in over installatie, gebruik en veiligheid. De apparaten zijn gebruiksklaar gemaakt in de fabriek voor de functies (zie typeplaatje en plaatje van de gas instelling van het apparaat) : • Natuurlijk gas Categorie II2E+3+ voor Belgie; • Natuurlijk gas Categorie I2L voor Nederland. Het is dus niet nodig verdere regelingen uit te voeren. Plaatsing ! Het verpakkingsmateriaal is niet bestemd voor kinderen en dient daarom te worden weggegooid volgens de geldende normen voor gescheiden afvalverzameling ( zie Voorzorgsmaatregelen en advies). ! De installatie moet worden uitgevoerd door een bevoegde installateur en volgens de instructies van de fabrikant. Een verkeerde installatie kan schade berokkenen aan personen, dieren of dingen. ! dit apparaat mag alleen geïnstalleerd worden en funktioneren in goed geventileerde vertrekken volgens de voorschriften van de van kracht zijnde Normen: • NBN D51-003 e NBN D51-001 (voor België); • NEN-1078 (voor Nederland). De volgende eisen moeten in acht genomen worden: • Het vertrek moet voor de verbrandingsrook over een afvoersysteem naar buiten toe beschikken. Dit kan gebeuren door middel van een afzuigkap of een elektrische ventilator die automatisch aangaan elke keer als het apparaat wordt aangezet. Voorbeelden ventilatie-opening voor verbrandingslucht Dit systeem kan worden uitgevoerd door lucht direct van buiten te onttrekken door middel van een buis met een doorsnede van minstens 100 cm2 en die zodanig is geplaatst dat hij niet per ongeluk verstopt kan raken. Een andere manier is door op indirecte wijze lucht te onttrekken aan de aangrenzende vertrekken die door middel van een ventilatiebuis, zoals boven beschreven, met buiten zijn Verhoging van de spleet verbonden en die geen tussen deur en vloer gemeenschappelijke delen zijn van het huis en ook geen ruimtes met hoog brandgevaar of slaapkamers. Aangrenzend vertrek Te ventileren vertrek • (voor België) De gassen van vloeibaar gemaakte gasmengsels (LPG) zijn zwaarder dan lucht en blijven laag hangen. Om deze reden moeten vertrekken waar LPG-flessen staan laag geplaatste ontluchtingsopeningen hebben voor het afvoeren van eventueel ontsnapt gas. Lege of halfvolle LPGflessen mogen dus niet worden geïnstalleerd of bewaard in vertrekken die lager liggen dan de vloer (kelders, enz.). Het is beter alleen de in gebruik zijnde fles in het vertrek te bewaren, zodanig geplaatst dat hij niet in rechtstreeks contact staat met warmtebronnen (oven, open haard, kachel, enz.) die hem tot temperaturen van meer dan 50°C zouden kunnen brengen. Inbouw Het gasfornuis en het gemengde fornuis hebben een beschermingsgraad tegen oververhitting van het type X. Het is daardoor mogelijk het apparaat naast meubels te plaatsen die niet hoger zijn dan het keukenblad. Voor een juiste installatie van de kookplaat moeten de volgende voorzorgsmaatregelen in acht worden genomen: • De meubels die direct naast de kookplaat staan en hierboven uitsteken, moeten op minstens 600 mm van de rand van de plaat staan. In het gevaal van een schoorsteen of vertakte rookleiding (gereserveerd voor fornuizen) Rechtstreeks naar buiten • Het vertrek moet een luchttoevoersysteem hebben dat dient voor de normale verbranding van het gas. De luchttoevoer die nodig is voor een normale verbranding moet niet minder dan 2 m3/h zijn per kW geïnstalleerd vermogen. 2 • Een afzuigkap moet worden geïnstalleerd volgens de voorschriften die u kunt vinden in het instructieboekje van de afzuigkap zelf en in ieder geval op een afstand van minstens 650 mm. • Hang de keukenkastjes naast de kap op een minimum hoogte van 420 mm van het keukenblad (zie afbeelding). 600mm min. 700mm min. 600mm min. Als de kookplaat onder een keukenkastje wordt geplaatst, moet deze zich op een afstand van minstens 700 mm van het keukenblad bevinden (zie afbeelding). • De opening van het meubel moet de afmetingen hebben die in de afbeelding zijn aangegeven. De bevestigingsklemmen maken een bevestiging mogelijk van de kookplaat aan een keukenblad van tussen de 20 en 40 mm dik. Voor een goede bevestiging raden wij u aan alle bijgeleverde haken te gebruiken. Ventilatie NL Om een goede ventilatie te bereiken moet u de achterkant van het meubel verwijderen. Het verdient de voorkeur de oven op twee houten balken te plaatsen, of eventueel op een enkele plank die een opening heeft van tenminste 45 x 560 mm (zie afbeeldingen). . 560 mm 45 m BE m. 555 mm m mm 475 55 m In het geval dat het fornuis wordt geinstalleerd boven een ingebouwde oven zonder geforceerde afkoelingsventilatie, dan moet men in een luchtingang en uitgang voorzien om voldoende ventilatie te garanderen. • Als de kookplaat niet boven een inbouwoven wordt geïnstalleerd, moet u een houten isolatieplank aanbrengen. Deze moet op een minimum afstand van 20 mm van de onderkant van de kookplaat worden geplaatst. Schema voor de bevestiging van de haken Stand haak voor keukenblad H=20mm Stand haak voor keukenblad H=30mm Voor Elektrische aansluiting De kookplaten met driepolige voedingskabel werken met de wisselstroom, spanning en frequentie die aangegeven zijn op het typeplaatje (aan de onderkant van de kookplaat). De aarding van de kabel wordt aangegeven door de kleuren geel-groen. Als het fornuis wordt geïnstalleerd boven een inbouwoven moeten de elektrische aansluitingen van fornuis en oven apart worden uitgevoerd, zowel voor veiligheidsredenen als voor het eventueel makkelijker verwijderen van de oven. Het aansluiten van de voedingskabel aan het elektrische net Stand haak voor keukenblad H=40mm Achter ! Gebruik de haken die u vindt in de “toebehorenverpakking” Gebruik voor de voedingskabel een stekker die genormaliseerd is voor de lading aangegeven op het typeplaatje. Wanneer het apparaat rechtstreeks op het net wordt aangesloten moet u tussen het apparaat en het net een meerpolige schakelaar aanbrengen met een afstand tussen de contacten van minstens 3mm, aangepast aan het elektrische vermogen en voldoend 3 NL BE aan de geldende normen (de aarding mag niet worden onderbroken door de schakelaar). De voedingskabel moet zodanig worden geplaatst dat hij nergens een temperatuur bereikt van 50°C hoger dan de kamertemperatuur. ! De installateur is verantwoordelijk voor een correcte elektrische aansluiting en het in acht nemen van de veiligheidsnormen. Voor het aansluiten moet u controleren dat: • het stopcontact geaard is en voldoet aan de geldende normen; • het stopcontact in staat is het maximale vermogen van het apparaat te dragen, zoals aangegeven op het typeplaatje; • de spanning zich bevindt tussen de waarden die staan aangegeven op het typeplaatje; pakking op de verbinder “G”,die er uit ziet als een “L” , L van de voedings-struktuur te monteren. De verbinder is G gedraad: rond mannelijk 1/2 gas. R De aansluiting voert men uit met behulp van: - een onbuigbare buis (voor Belgie volgens de normen NBN D51-003) - of met een flexibile buis van roestvrij staal die in de muur zit en voortzet met bedradingsverbinder. Daarbij dient het apparaat uitgerust te zijn van een gaskraantje (voor Belgie A.G.B.) die gemakkelijk draaibaar dient te zijn. Voor Nederland dient dit gaskraantje aan de huidige Nationale Normen te voldoen. Aansluiting met onbuigzame buis (koper of staal) ! De kabel mag niet worden gebogen of samengedrukt. ! De aansluiting aan de gasleiding moet zodanig worden uitgevoerd dat het apparaat niet beweegt. Op de voedingsstructuur van het apparaat bevindt zich een “L”-vormig, richtbaar verbindingsstuk waarvan de afdichting is verzekerd door een pakking. Als het verbindingsstuk gedraaid moet worden is het absoluut noodzakelijk de pakking te vervangen (bij het apparaat geleverd). Het verbindingsstuk waardoor het gas toegang krijgt tot het fornuis is voorzien van schroefdraad: 1/2 gas cilindrische schroefbout. ! De kabel moet van tijd tot tijd worden gecontroleerd en mag alleen door erkende monteurs worden vervangen (zie Service). Aansluiting met een roestvrije stalen flexibele buis aan een onafgebroken wand voorzien van aanhechtingen met schroefdraad. ! De fabrikant kan nergens aansprakelijk voor worden gesteld als deze normen niet worden nageleefd. Het verbindingsstuk waardoor het gas toegang krijgt tot het fornuis is voorzien van schroefdraad: 1/2 gas cilindrische schroefbout. De in werking stelling van deze buizen moet zodanig worden bewerkstelligd dat hun lengte in uitgerolde toestand niet meer dan 2000 mm is. Nadat de aansluiting heeft plaatsgevonden moet u controleren dat de flexibele metalen buis niet in contact komt met de beweegbare delen of dat hij vastgekneld raakt. • het stopcontact en de stekker overeenkomen. Als dat niet zo is, dient u ofwel de stekker ofwel het stopcontact te vervangen; gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers. ! Wanneer het apparaat geïnstalleerd is moeten het snoer en het stopcontact gemakkelijk te bereiken zijn. Gasaansluiting De aansluiting van het apparaat aan de gasbuizen moet worden uitgevoerd zoals voorgeschreven door de geldende normen, en nadat men er zeker van is dat het fornuis is ingesteld voor het type gas dat men gaat gebruiken. In het omgekeerde geval (voor België) gaat u te werk zoals beschreven in de paragraaf “Aanpassing aan verschillende types gas”. Om het apparaat aan de gasbuizen aan te sluiten (II2E+3+ voor Belgie en I2L voor Nederland), dient men eerst de verbinder te monteren.”R” (Deze is op aanvraag verkrijgbaar bij de technischeservice-dienst Ariston) Tevens dient men zijn 4 ! Gebruik uitsluitend buizen en afdichtingen die voldoen aan de geldende landelijke normen. Controleren gasdichtheid ! Nadat het installeren heeft plaats gevonden moet de perfecte gasdichtheid van alle verbindingsstukken worden gecontroleerd met een zeepoplossing en nooit met een vlam. Vervanging van de sproeiers op de brander met Drievoudige vlammenkroon Aanpassen aan de verschillende soorten gas (voor België) 1. verwijder de roosters en branders van hun plaats. De brander bestaat uit twee afzonderlijke delen (zie afbeeldingen.); Voor het aanpassen van de kookplaat aan een ander soort gas dan waarvoor hij is bestemd (aangegeven op het typeplaatje aan de onderkant van de kookplaat of op de verpakking), moeten de straalpijpjes van de branders op de volgende wijze worden vervangen: NL BE 2. schroef de sproeiers los met een steeksleutel van 7 mm. Vervang de sproeiers met degene die geschikt zijn voor het nieuwe type gas (zie tabel 1). De twee sproeiers hebben dezelfde gaten. 3. zet de onderdelen weer op hun plaats door de handelingen omgekeerd uit te voeren t.o.v. hierboven. 1. verwijder de roosters van de kookplaat en schuif de branders uit hun plaats. 2. schroef de straalpijpjes los met een steeksleutel van 7mm en vervang ze met de straalpijpjes geschikt voor het nieuwe type gas (zie tabel 1 “Kenmerken van de branders en de straalpijpen”). 3. zet de onderdelen weer op hun plaats door de handelingen in omgekeerde volgorde uit te voeren. 4. aan het einde van deze handelingen moet u het oude etiket dat de gasinstelling aangeeft vervangen met het etiket dat overeenkomt met het nieuwe gas dat u gaat gebruiken, verkrijgbaar bij onze Technische Service Centers. Het vervangen van de straalpijpjes van de brander met "onafhankelijke dubbele vlamkronen": 1. verwijder de roosters en branders van hun plaats. De brander bestaat uit twee aparte delen (zie afbeeldingen); 2. schroef de straalpijpjes los met een sleutel van 7mm. De binnenste vlamkroon heeft een straalpijpje, de buitenste heeft er twee (van dezelfde maat). Vervang de straalpijpjes met nieuwe die zijn aangepast aan het nieuwe type gas (zie tabel1). 3. zet de onderdelen in omgekeerde volgorde weer op hun plaats. • Regelen primaire lucht van de straalpijpjes (voor België) De branders hebben geen regeling van de primaire lucht nodig. • Het regelen van de minimumstand (voor België) 1. Zet het kraantje op de minimumstand; 2. Verwijder de knop en draai aan het regelschroefje in of naast de spil van het kraantje totdat u een kleine, regelmatige vlam bereikt. ! In het geval van een DCDR brander met enkelvoudige bediening dient de afregeling te worden uitgevoerd op de 2 schroeven die zich naast het staafje van de kraan bevinden (zie afbeelding). Regeling DCDR totaal Regeling DCDR intern 3. Controleer of de brander aanblijft als u de knop snel van hoog naar laag draait. 4. Als bij de apparaten met een veiligheidsmechanisme (thermo-element) dit systeem niet werkt als de branders op de minimum stand staan, moet u het minimum verhogen door aan de stelschroef te draaien. 5. Als de regeling voltooid is moet u de zegels op de bypass schroefjes weer op hun plaats brengen met zegellak of dergelijk materiaal. 6. Bij aanwezigheid van knoppen met discrete 5 NL BE afregeling en led weergave zet u de knop op de minimumstand. Verwijder vervolgens de knop en draai aan de regelschroef naast het staafje van de kraan. 7. Regel de minimumstanden van de DCDR brander met discrete afregeling en led weergave. • voor het afregelen van de externe kroon draait u de knop helemaal tegen de klok in tot aan de minimum stand; • voor het afregelen van de minimumstand van de interne kroon draait u de knop helemaal met de klok mee tot aan de minimum stand; • verwijder de knop en draai aan het regelschroefje naast het staafje van de kraan. ! Als de gasdruk van het gebruikte gas verschillend (of variabel) is dan hetgeen is voorzien, moet op de toevoerbuis een drukteregelaar worden aangebracht die voldoet aan de geldende landelijke normen. TYPEPLAATJE Elektrische zie typeplaatje aansluitingen Dit apparaat voldoet aan de volgende EU Richtlijnen: - 2006/95/EEG van 12/12/06 (Laagspanning) en daaropvolgende wijzigingen - 2004/108/EEG van 15/12/04 (Elektromagnetische Compatibiliteit) en daaropvolgende wijzigingen - 93/68/EEG van 22/07/93 en daaropvolgende wijzigingen. - 2009/142/EEG van 30/11/09 (Gas) en daaropvolgende wijzigingen. - 2002/96/EC en daaropvolgende wijzigingen. ! Bij vloeibaar gas moet het regelschroefje geheel dicht worden geschroefd. ! Aan het einde van deze handelingen moet u het oude etiket van de gasinstelling vervangen met het etiket dat correspondeert met het nieuwe gas, verkrijgbaar bij onze Technische Service Centers. A TC DC R S PK630RT... PK630RTL... PK640R... PK640RL... PK640.1R... RR UR S A PK750R... PK750RL... PK750... RR SP DC A PK760RF... A PK741RQO... TC A PK750RT... PK750RTL... S DC 6 S RR S DC DC S DC S PK640... S A R S S RR A S TC A PK750T... PK750TL... S Kenmerken van de branders en de straalpijpjes (alleen voor de modellen van 60 en 65 cm) Table 1 (Voor Belgie) Gaspit Vloeibaar gas Doorsnee Termisch Termisch By-pass Straal. vermogen vermogen 1/100 1/100 kW kW (mm) (p.c.s.*) (p.c.s.*) Natuurlijk gas Bereik* (g/h) Gered. Nomin. (mm) (mm) Nomin. G20 Nomin. G25 100 0.70 3.00 39 86 218 214 132 (H) 3.00 286 3.00 332 Halp Snel (S) 75 0.40 1.65 28 64 120 118 96 (Y) 1.65 157 1.65 183 Hulp (A) 55 0.40 1.00 28 50 73 71 79 (6) 1.00 95 1.00 111 Drievoudige Ring (TC) 130 1.50 3.30 61 65x2 240 236 103x2 3.60 343 3.30 365 Dubbele vlamkroon (binnenste DCDR) (1) 30 0,30 0,90 27 44 65 64 72 0,90 86 0,90 100 27 44 130 1,50 3,60 262 257 3,60 343 5,00 399 DCDR) Dubbele (buitenste vlamkroon DCDR) (1) 2 straalpijpjes (mm) Butane Propane 57 60x2 72 94x2 Dubbele Vlankroon (binnenste DCDR) (2) 30 0.40 0.90 27 44 65 64 72 0.90 86 0.90 100 Dubbele Vlankroon (buitenste DCDR) 2 straalpijpjes (2) 130 1.50 3.60 55 67x2 262 257 100x2 3.60 343 3.60 399 28-30 20 35 37 25 45 Spanning van voeding Nominale (mbar) Minimum (mbar) Maximum (mbar) 20 15 25 25 15 30 Natuurlijk gas Tabel 1 (Voor Nederland) Gaspit Doorsnee Thermisch vermogen kW (p.c.s.*) Straalpijpjes 1/100 Bereik * (l/h) (mm) 100 Nominale Gered. 0.70 (mm) 132 (H) G25 3.00 Half Snel (S) 75 1.65 0.40 96 (Y) 183 Hulp (A) 55 1.00 0.40 79 (6) 111 Drievoudige Ring (TC) 130 3.30 1.50 103x2 365 30 0,30 0,90 72 100 130 3,60 1,50 Snel (R) Dubbele vlamkroon (binnenste DCDR) (1) (binnenste Dubbele (1) DCDR) BE Straal. Termisch Bereik* Termisch Bereik* 1/100 vermogen (l/h) vermogen (l/h) kW kW (p.c.s.*) (p.c.s.*) Snel (R) (binnenste NL 332 72 (buitenste DCDR) 2 straalpijpjes 399 94x2 Dubbele Vlankroon (binnenste DCDR) (2) 30 0.90 0.40 72 100 Dubbele Vlankroon (buitenste DCDR) 2 straalpijpjes (2) 130 3.60 1.50 100x2 399 Spanning van voeding Nominale (mbar) Minimum (mbar) Maximum (mbar) 25 20 30 (1) Alleen voor DCDR met enkelvoudige bediening (2) Alleen voor DCDR met dubbele bediening * A 15°C et 1013 mbar-gaz sec Propane P.C.S. = 50,37 MJ/kg Butane P.C.S. = 49,47 MJ/kg Naturele G20 P.C.S. = 37,78 MJ/m³ Naturele G25 P.C.S. = 32,49 MJ/m³ 7 NL Kenmerken van de branders en de straalpijpjes (alleen voor de modellen van 75 cm) Table 1 (Voor Belgie) BE Gaspit Vloeibaar gas Doorsnee Termisch Termisch vermogen vermogen kW kW (mm) (p.c.s.*) (p.c.s.*) By-pass Straal. 1/100 1/100 Natuurlijk gas Bereik* (g/h) Straal. Termisch Bereik* Termisch Bereik* vermogen (l/h) 1/100 vermogen (l/h) kW kW (p.c.s.*) (p.c.s.*) Gered. Nomin. (mm) (mm) (mm) Nomin. G20 Nomin. G25 Gered. Snel (RR) 100 0.70 2.60 39 80 189 186 122 (H) 2.60 248 2.60 288 Halp Snel (S) 75 0.40 1.65 28 64 120 118 96 (Y) 1.65 157 1.65 183 Hulp (A) 55 0.40 1.00 28 50 73 71 79 (6) 1.00 95 1.00 111 Drievoudige Ring (TC) 130 1.50 3.30 61 65x2 240 236 103x2 3.60 343 3.30 365 Extra snel (UR) 100 0.70 3.40 39 91 247 243 138 (H) 3.40 324 3.40 376 Half Vispan (SP) — 0.70 1.50 39 60 109 107 88 1.50 143 1.50 166 Dubbele vlamkroon (binnenste DCDR) (2) 30 0.40 0.90 28 44 65 64 74 0.90 86 0.90 100 Dubbele vlamkroon (buitenste DCDR) 2 straalpijpjes (2) 130 1.50 4.10 61 70 298 293 110x2 4.10 390 4.10 454 Dubbele vlamkroon (binnenste DCDR) (1) 30 0,30 0,90 27 44 65 64 69 0,90 86 0,80 100 27 44 130 1,50 334 329 5,00 476 4,60 438 (binnenste Dubbele vlamkroon (1) DCDR) (buitenste DCDR) 2 straalpijpjes Spanning van voeding Butane Propane 69 4,60 57 70x2 Nominale (mbar) Minimum (mbar) Maximum (mbar) 113x2 28-30 20 35 37 25 45 20 15 25 Natuurlijk gas Tabel 1 (Voor Nederland) Gaspit 25 15 30 Doorsnee Thermisch vermogen kW (p.c.s.*) Straalpijpjes 1/100 Bereik * (l/h) (mm) 100 Nominale Gered. 0.70 (mm) 122 (H) G25 2.60 Half Snel (S) 75 1.65 0.40 96 (Y) 183 Hulp (A) 55 1.00 0.40 79 (6) 111 Drievoudige Ring (TC) 130 3.30 1.50 103x2 365 Extra snel (UR) 100 3.40 0.70 138 (H) 376 Half Vispan (SP) — 1.50 0.70 88 166 Dubbele Vlankroon (binnenste DCDR) (2) 30 0.90 0.40 74 100 Dubbele Vlankroon (buitenste DCDR) 2 straalpijpjes (2) 130 4.10 1.50 110x2 454 Dubbele vlamkroon (binnenste DCDR) (1) 30 0,30 0,80 69 100 130 4,60 1,50 Gered. Snel (RR) (binnenste Dubbele (1) DCDR) 69 (buitenste DCDR) 2 straalpijpjes Spanning van voeding (1) Alleen voor DCDR met enkelvoudige bediening (2) Alleen voor DCDR met dubbele bediening * A 15°C et 1013 mbar-gaz sec Propane P.C.S. = 50,37 MJ/kg Butane P.C.S. = 49,47 MJ/kg Naturele G20 P.C.S. = 37,78 MJ/m³ Naturele G25 P.C.S. = 32,49 MJ/m³ 8 288 509 113x2 Nominale (mbar) Minimum (mbar) Maximum (mbar) 25 20 30 Beschrijving van het apparaat Algemeen aanzicht NL BE GASBRANDERS Roosters voor de PANNEN Bedieningsknoppen van de GASBRANDERS KERAMISCH KOKKVLAK * Roosters voor de PANNEN GASBRANDERS Bedieningsknoppen van de GASBRANDERS of KERAMISCH KOKKVLAK * Controlelampje KERAMISCH KOKKVLAK * VEILIGHEIDSMECHANISME * Bougie voor ontsteking van de GASBRANDERS * • Controlelampje WERKING KERAMISCH KOOKPLAAT*: gaat aan als de knop niet op de stand ‘uit’ staat. • Bougie voor het ontsteken van de GASBRANDERS*: zorgt voor een automatische ontsteking van de gekozen brander. • GASBRANDERS hebben verschillende afmetingen en vermogen. Kies de brander die het best overeenkomt met de diameter van de pan die u wilt gebruiken. • VEILIGHEIDSMECHANISME* zorgt ervoor dat de gastoevoer wordt onderbroken als de vlam per ongeluk uitgaat. • Knoppen van de GASBRANDERS en van de KERAMISCH KOOKPLAAT* voor het regelen van de vlam of van het vermogen. * Slechts op enkele modellen aanwezig. 9 Starten en gebruik NL BE ! Op iedere knop staat aangegeven waar de gasbrander of de elektrische plaat* zich precies bevindt. De gaskookplaten beschikken over een discrete afregeling van het vermogen, waarmee u de vlam nauwkeurig op 5 verschillende niveaus kunt instellen. Dankzij dit systeem zal het ook mogelijk zijn om met gaskookplaten dezelfde resultaten voor elk recept te bereiken, aangezien het eenvoudiger en nauwkeuriger zal zijn om het optimale vermogen vast te stellen voor de gekozen bereiding. Gasbranders De gekozen brander kan met de betreffende knop als volgt worden geregeld: • Uit Maximum Minimum Om een van de branders aan te steken dient u er een vlam of aansteker bij te houden, de knop stevig in te drukken en tegen de klok in te draaien tot u het maximum vermogen heeft bereikt. In de uitvoeringen die zijn voorzien van een veiligheidsmechanisme moet u de knop circa 2-3 seconden lang ingedrukt houden totdat het element dat automatisch de vlam ontstoken houdt, warm wordt. Druk de knop in en draai hem tegelijkertijd tegen de klok in: vonken steken de brander aan. Nadat de brander aan is houdt u de knop lang genoeg ingedrukt zodat het veiligheidssysteem geactiveerd kan worden. ! Mocht een gasbrander per ongeluk uitgaan, draai dan de knop uit en wacht minstens 1 minuut voordat u hem weer probeert aan te steken. Om de brander uit te doen moet u de knop geheel met de klok meedraaien totdat hij niet meer verder kan (tot aan het symbool “•”). Discrete afregeling van de vlam De gekozen brander kan m.b.v. de knop worden afgesteld op 5 verschillende vermogensniveaus. Om van het ene op het andere niveau over te stappen draait u de knop naar het gekozen niveau. Een klik geeft aan dat u van het ene naar het andere 10 niveau bent overgegaan. Het geselecteerde niveau wordt weergegeven d.m.v. ) en, op het betreffende symbool (symbolen kookplaten met display, d.m.v. het aangaan van de LEDS (5= max vermogen; 1= min vermogen). Het systeem garandeert een perfecte regeling van de vlam en zorgt ervoor dat u een constant kookresultaat kunt bereiken, doordat u eenvoudiger het gewenste vermogensniveau kunt instellen. De brander met "dubbele vlamkroon" Deze gasbrander bestaat uit twee concentrische vlamkronen die samen of onafhankelijk kunnen functioneren (alleen in het geval van een dubbele bediening). Aangezien de brander is voorzien van een veiligheidsmechanisme moet u de knop ongeveer 2 à 3 seconden ingedrukt houden totdat het veiligheidsmechanisme, dat automatisch de vlam aanhoudt, warm wordt. Dubbele bediening: Iedere vlamkroon van de brander heeft zijn eigen bedieningsknop: bedient de buitenste de knop met het symbool vlamkroon; bedient de binnenste de knop met het symbool vlamkroon. Voor het aansteken van de gewenste vlamkroon drukt u de betreffende knop in en draait u hem tegen de klok in tot aan de maximum stand . Voor het juiste gebruik van de brander met dubbele vlammenkroon moet u nooit tegelijkertijd de interne kroon op minimum en de externe kroon op maximum zetten. Enkele Bediening: Iedere vlamkroon van de brander heeft zijn eigen bedieningsknop. Om beide kronen tegelijkertijd aan te steken drukt u de knop in en draait u hem tegen de klok in, tot aan het symbool (max) - (min). Om alleen de interne kroon aan te steken drukt u de knop in en draait u hem met de klok mee, tot aan (max) - (min). het symbool (om van de ene modus over te stappen op de andere dient u de brander uit te schakelen). * Slechts op enkele modellen aanwezig. Om de brander uit te doen moet u de knop indrukken en met de klok meedraaien totdat hij niet meer verder kan (tot aan het symbool “•”). Keramiek kookvlak kookvlak* Deze kookzone is voorzien van stralingselementen met dubbele diameter onder het glas. Het is mogelijk alleen het ronde gedeelte "A" in te schakelen of, om een grotere kookzone te krijgen, beide gedeelten "A" ene "B". Voor het inschakelen van de ronde zone "A" draait u de knop met de klok mee en zet hem op één van de 12 posities. Voor het inschakelen van ook de zone "B" zet u de knop op de positie 12 en dan nog een stapje verder tot aan de positie , vervolgens draait u de knop tegen de klok in tot op het gewenste warmteniveau, gekozen uit de 12 posities. De tekening geeft de warmtezone aan, die rood wordt als hij is ingeschakeld. A. ronde kookzone; B. uitgebreide kookzone; C. controlelampje overgebleven warmte: dit geeft aan dat de kookzone warmer is dan 60°C ook nadat hij is uitgeschakeld. Brander Ø Diameter pan (cm) Snel (R) 24 - 26 Half-snel (S) 16 - 20 Hulpvlam (A) 10 - 14 Drievoudige Ring (TC) 24 - 26 Dubbele vlamkroon (binnenste DCDR) 10 - 14 Dubbele vlamkroon (buitenste DCDR) 24 - 26 NL BE Pannen die moeten worden gebruikt op kookvlakken van 60-65cm Brander Ø Diameter pan (cm) Gereduceerd snel (RR) 24 - 26 Half-snel (S) 16 - 20 Hulpvlam (A) 10 - 14 Half Vispan (SP) 16 - 20 Drievoudige Ring (TC) 24 - 26 Extra snel (UR) 24 - 26 Dubbele vlamkroon (binnenste DCDR) 10 - 14 Dubbele vlamkroon (buitenste DCDR) 26 - 28 Pannen die moeten worden gebruikt op kookvlakken van 75 cm B A Oval R ing C Het controlelampje gaat aan bij iedere positie van de knop behalve de “uit”-positie. Praktisch advies voor het gebruik van de branders ! Bij de modellen die voorzien zijn van een reductieroostertje moet dit alleen gebruikt worden voor de Dubbele Vlammen brander (DCDR intern) als u een pan gebruikt die een doorsnede heeft van minder dan 12 cm. Voor het herkennen van het soort brander verwijzen wij u naar de afbeeldingen in paragraaf “Kenmerken van de branders en straalpijpen”. Practische raadgevingen voor het gebruik van de “Half vispan”. De aanwezigheid van de tweeovalen “Half Vispan” branders, die 90° draaibaar zijn, maakt het kookvlak nog flexibeler in het gebruik. Voor een optimaal rendement dient u het volgende te onthouden: • gebruik voor iedere brander de pan die erop past (zie tabel) om te vermijden dat de vlammen er onderuit vandaan komen. • gebruik alleen pannen met een platte bodem en met een deksel erop. • draai de knop op het minimum zodra het kookpunt is bereikt. * Slechts op enkele modellen aanwezig. Voor het 90° draaien van de “Half Vispan” branders gaat u als volgt te werk: • Let op dat de branders koud zijn. • Verwijder de branders van hun plaats. • Plaats ze opnieuw in de gewenste positie. • Let op dat de branders op de juiste wijze op hun plaats zitten. 11 NL BE Vooral de twee branders kunnen samen worden gebruikt of apart, met pannen van verschillende vormen en afmetingen: • Dubbele brander als “Vispan” voor ovalen pannen (afb.A). • Dubbele brander voor biefstukgrill of rechthoekige of vierkante pannen minimum 28x28 (afb.B). • Enkele brander voor middelgrote pannen (diameter 16-20 cm) (afb.C). • Gebruik NOOIT de dubbele brander in de combinatie zoals aangegeven in afbeelding D. Afb. A Afb. B Afb. C Afb. D Practische raadgevingen voor het gebruik van de keramische Pos. Stralingsplaat 0 Uit 1 Boter, chocolade smelten. 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 Onthoud het volgende voor het beste rendement: • Op het keramische kookvlak kunt u alle soorten pannen gebruiken. Het belangrijkste is dat de bodem perfect plat is: pannen met een dikke bodem verdelen de warmte het beste. • Gebruik pannen die de kookzone geheel bedekken, zodat u alle beschikbare hitte gebruikt. • Let erop dat de bodem van de pan schoon en droog is voor goed contact en een lange levensduur van het kookvlak en van de pannen zelf. • Gebruik geen pannen die op een gasfornuis zijn gebruikt. De hitte van de branders kan de bodem vervormd hebben en zo krijgt u niet het gewenste resultaat op het keramische kookvlak. ! De lijm die gebruikt is voor het verzegelen van het glas kan vetsporen nalaten. Verwijder deze voor het gebruik van het apparaat met een niet-schurend schoonmaakmiddel. Gedurende de eerste uren van gebruik kan zich een rubberachtige geur ontwikkelen, die snel verdwijnt. Opwarmen vloeistoffen. Vla en sausen. Aan de kook brengen. Braadstukken. Groot stoofvlees. Bakken. Inschakeling van beide kookzones. * Slechts op enkele modellen aanwezig. 12 Voorzorgsmaatregelen en advies ! Dit apparaat is ontworpen en vervaardigd volgens de geldende internationale veiligheidsvoorschriften. Deze aanwijzingen zijn geschreven voor uw veiligheid en u dient ze derhalve goed door te nemen. Algemene veiligheidsmaatregelen • Dit is een inbouwapparaat van klasse 3. • Gasfornuizen hebben voor een goede werking behoefte aan een regelmatige luchtverversing. Controleer dat bij het installeren aan de vereisten wordt voldaan beschreven in de paragraaf “Plaatsing”. • Deze instructies gelden alleen voor de landen wiens symbolen in de gebruiksaanwijzing en op het typeplaatje staan. • Dit apparaat is vervaardigd voor nietprofessioneel gebruik binnenshuis. • Het apparaat dient niet buitenshuis te worden geplaatst, ook niet in overdekte toestand. Het is erg gevaarlijk als het in aanraking komt met regen of onweer. • Het apparaat dient gebruikt te worden om voedsel te bereiden. Het mag uitsluitend door volwassenen worden gebruikt en alleen volgens de instructies die in deze handleiding beschreven staan. Elk ander gebruik (bv.: verwarming van ruimten) is als oneigenlijk te beschouwen en dus gevaarlijk. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele schade die te wijten is aan onjuist, verkeerd of onredelijk gebruik. • Voorkom dat elektrische snoeren van andere kleine keukenapparaten op warme delen van de kookplaat terechtkomen. • Laat de ventilatieopeningen en warmteafvoer vrij. • Controleer altijd dat de knoppen in de stand “”/ ”” staan als de oven niet wordt gebruikt. • Haal de stekker nooit uit het stopcontact door aan het snoer te trekken maar door de stekker zelf beet te pakken. • Maak de oven niet schoon of voer geen onderhoud uit als de stekker nog in het stopcontact zit. • Als de oven defect is, mag u nooit aan het interne systeem sleutelen om een reparatie proberen uit te voeren. Neem contact op met de Technische Dienst (zie Service). • Richt de handvaten van de pannen altijd naar de binnenzijde van de kookplaat zodat u er niet per ongeluk tegenaan stoot. • Doe het glazen deksel (waar aanwezig) niet omlaag als de gasbranders nog warm zijn. • Gebruik geen instabiele of vervormde pannen. • Dit apparaat mag niet worden gebruikt door personen (kinderen inbegrepen) met een beperkt lichamelijk, sensorieel of geestelijk vermogen of personen die niet de nodige ervaring of kennis hebben met het apparaat, tenzij onder toezicht van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid of nadat hun is uitgelegd hoe het apparaat werkt. • Voorkom dat kinderen met het apparaat spelen. • Het apparaat is niet geschikt om te worden ingeschakeld m.b.v. een externe timer ofwel door een gescheiden afstandsbedieningssysteem. Afvalverwijdering • Verwijdering van het verpakkingsmateriaal: houd u aan de plaatselijke normen, zodat het verpakkingsmateriaal hergebruikt kan worden. • De Europese Richtlijn 2002/96/EC over Vernietiging van Electrische en Electronische Apparatuur (WEEE), vereist dat oude huishoudelijke electrische apparaten niet mogen vernietigd via de normale ongesorteerde afvalstroom. Oude apparaten moeten apart worden ingezameld om zo het hergebruik van de gebruikte materialen te optimaliseren en de negatieve invloed op de gezondheid en het milieu te reduceren. Het symbool op het product van de “afvalcontainer met een kruis erdoor” herinnert u aan uw verplichting, dat wanneer u het apparaat vernietigt, het apparaat apart moet worden ingezameld. Consumenten mogen hun apparaat naar publieke afvalstortplaatsen brengen of, als de nationale wetgeving dit toestaat, naar de handelaar brengen als er een soortgelijk nieuw product wordt gekocht. Alle fabrikanten van grote huishoudelijke apparaten zijn aktief bezig met het creëren van systemen om het inzamelen en de verwijdering van oude producten te regelen. 13 NL BE Onderhoud en verzorging De elektrische stroom afsluiten NL BE Sluit altijd eerst de stroom af voordat u tot enige handeling overgaat. Schoonmaken van het apparaat ! Vermijd het gebruik van schuurmiddelen of bijtende middelen, zoals vlekkenmiddelen en roestverwijderende producten, schoonmaakmiddelen in poedervorm of schuursponzen: deze kunnen het oppervlak onherstelbaar krassen. ! Gebruik nooit stoom- of hogedrukreinigers voor het reinigen van het apparaat. • Voor normaal onderhoud moet u de kookplaat met een vochtige spons reinigen en afdrogen met keukenpapier. • De vlamverspreiders moeten regelmatig in een warm sopje worden gewassen zodat eventuele etensresten makkelijker kunnen worden verwijderd. • maak het oppervlak van het fornuis schoon voordat u gaat koken; gebruik een vochtige doek voor het verwijderen van stof en gemorst eten. Het oppervlak moet regelmatig worden schoongemaakt met een sop, geen schuurmiddelen. Af en toe zal het noodzakelijk zijn speciale producten voor keramiek te gebruiken. Verwijder eerst alle etensresten en vetspetters met een schrapertje, b.v. (niet bijgeleverd). Maak het kookvlak schoon als het nog lauw is (zoals die van de Solutions lijn, verkrijgbaar bij alle Service Centers van Merloni Elettrodomestici huishoudapparatuur) en gebruik keukenpapier met een hiervoor geschikt schoonmaakmiddel. Wrijf met een vochtige doek en droog. Aluminiumfolie, plastic of synthetisch materiaal, zowel als suiker of suikerhoudende 14 etenswaren die per ongeluk gesmolten zijn moeten onmiddelijk verwijderd worden met een schrapertje als de zone nog lauw is. Speciale schoonmaakmiddelen vormen een doorzichtig beschermend laagje. Dit beschermt ook tegen schade door suikerhoudend voedsel. Gebruik in geen geval schuursponzen of schuurmiddelen, en ook geen chemisch aggressieve middelen zoals ovenspray of ontvlekkingsmiddelen. • Roestvrij staal kan vlekken gaan vertonen als er voor langere tijd kalkhoudend water of agressieve schoonmaakmiddelen (fosforhoudend) op hebben gelegen. Spoel en droog het dus na het schoonmaken goed af. Droog watervlekken altijd gelijk af. ! Om het oppervlak van de kookplaat te reinigen dient u eerst de roosters te verwijderen. Dankzij het ondersteuningssysteem is het voldoende de roosters op te tillen en vast te houden of ze te draaien totdat ze op de achterzijde kunnen rusten. Zorg ervoor de warme roosters nooit op het glazen deksel te leggen (indien aanwezig) om te voorkomen dat de rubberen elementen van het glas worden beschadigd. Onderhoud gaskranen Met verloop van tijd kan een kraan stroef worden of vast blijven zitten; in dat geval is het noodzakelijk hem te vervangen. ! Dit moet worden uitgevoerd door een door de fabrikant bevoegde installateur. Storingen en oplossingen Het kan gebeuren dat het kookvlak niet (afdoende) functioneert. Voordat u de servicedienst belt dient u te controleren of u het euvel zelf kunt oplossen. Verifieer om te beginnen of er een correcte stroom- en gastoevoer is, en in het bijzonder of de hoofdgasleiding open staat. NL BE Storingen Mogelijke oorzaken / Oplossing De brander gaat niet aan of de vlam is niet gelijkmatig. • De openingen van de vlamverspreiders niet verstopt zijn. • Alle onderdelen van de brander goed in elkaar zitten. • Het niet tocht dichtbij het kookvlak. De vlam blijft niet aan in de uitvoeringen met veiligheidsmechanisme. • U de knop goed heeft ingedrukt. • U de knop lang genoeg heeft ingedrukt voor het activeren van het veiligheidsmechanisme. • De gaten van de vlamverspreiders dichtbij het veiligheidsmechanisme niet verstopt zijn. De brander blijft niet aan als hij op minimum staat. • De gaten van de vlamverspreiders niet verstopt zijn. • Het niet tocht dichtbij het kookvlak. • De minimum stand niet goed is ingesteld. De pannen zijn wankel. • De bodem van de pan helemaal plat is. • De pan in het midden van de brander of de kookplaat staat. • De roosters niet zijn verwisseld. Als ondanks al deze controles het kookvlak niet functioneert en de storing blijft bestaan moet u contact opnemen met de Technische Dienst. Dit dient u door te geven: • het model oven (Mod.) • het serienummer (S/N) Deze informatie bevindt zich op het typeplaatje op het apparaat en/of op de verpakking. ! Wend u nooit tot een niet-erkende installateur en weiger altijd het monteren van niet-originele onderdelen. ! Alleen voor het model PK 640.1...: Het is mogelijk dat de roosters verkeerd worden geplaatst. In dat geval zal het rasterwerk niet op één lijn zijn en zal de kruising ervan niet met het centrum van de brander samenvallen. In de volgende afbeeldingen wordt de juiste plaatsing aangegeven (OK), en enkele voorbeelden van een verkeerde plaatsing (KO!). OK KO ! KO ! KO ! 15
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44

Whirlpool PK 630 RT L GH /HA Gebruikershandleiding

Categorie
Kookplaten
Type
Gebruikershandleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor