Hotpoint ECO9F 1491 (EU) /S, ECO9F 1491 de handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Hotpoint ECO9F 1491 (EU) /S de handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
37
NL
Nederlands
Inhoud
Installatie, 38-39
Uitpakken en waterpas zetten
Hydraulische en elektrische aansluitingen
Eerste wascyclus
Technische gegevens
Beschrijving van de wasautomaat en
starten van een programma, 40-41
Bedieningspaneel
Controlelampjes
Een programma starten
Programma’s, 42
Programmatabel
Persoonlijke instellingen, 43
Instellen van de temperatuur
Instellen van de centrifuge
Functies
Wasmiddelen en wasgoed, 44
Wasmiddelbakje
Bleekcyclus
Voorbereiden van het wasgoed
Bijzondere kledingstukken
Balanceersysteem van de lading
Voorzorgsmaatregelen en advies, 45
Algemene veiligheid
Afvalverwijdering
Handmatige opening van de deur
Onderhoud en verzorging, 46
Afsluiten van water en stroom
Reinigen van de wasautomaat
Reinigen van het wasmiddelbakje
Onderhoud van deur en trommel
Reinigen van de pomp
Controleren van de buis van de watertoevoer
Storingen en oplossingen, 47
Service, 48
NL
ECO9F 1491
Gebruiksaanwijzing
WASAUTOMAAT
38
NL
Installatie
! Het is belangrijk deze handleiding te bewaren voor latere raa-
dpleging. In het geval u het apparaat verkoopt, of u verhuist, moet
het boekje bij de wasautomaat blijven zodat de nieuwe gebruiker
de functies en betreffende raadgevingen kan doornemen.
! Lees de instructies aandachtig door: u vindt er belangrij-
ke informatie betreffende installatie, gebruik en veiligheid.
Uitpakken en waterpas zetten
Uitpakken
1. De wasautomaat uitpakken.
2. Controleer of de wasautomaat geen schade heeft gele-
den gedurende het vervoer. Indien dit wel het geval is moet
hij niet worden aangesloten en moet u contact opnemen
met de handelaar.
3. Verwijder de 4 schroeven
die het apparaat bescher-
men tijdens het vervoer en de
rubberen ring met bijbeho-
rende afstandsleider die zich
aan de achterkant bevinden
(zie afbeelding).
4. Sluit de openingen af met
de bijgeleverde plastic doppen.
5. Bewaar alle onderdelen: mocht de wasautomaat ooit wor-
den vervoerd, dan moeten deze weer worden aangebracht.
! Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor kinderen.
Waterpas zetten
1. Installeer de wasautomaat op een rechte en stevige vloer en
laat hem niet steunen tegen een muur, meubel of dergelijke.
2. Als de vloer niet volledig
horizontaal is kunt u de
onregelmatigheid opheffen
door de stelvoetjes aan de
voorkant losser of vaster te
schroeven (zie afbeelding);
de inclinatiehoek, geme-
ten ten opzichte van het
werkvlak, mag de 2° niet
overschrijden.
Een correcte nivellering
geeft de machine stabiliteit en voorkomt trillingen, lawaai
en het zich verplaatsen van de automaat tijdens de wer-
king. In het geval van vloerbedekking of een tapijt regelt u
de stelvoetjes zodanig dat onder de wasmachine genoeg
plaats is voor ventilatie.
Hydraulische en elektrische aansluitin-
gen
Aansluiting van de watertoevoerbuis
1. Sluit de toevoerbuis aan op
de koudwaterkraan met een
mondstuk met schroefdraad
van 3/4 gas (zie afbeelding).
Voordat u de wasautomaat
aansluit moet u het water la-
ten lopen totdat het helder is.
2. Verbind de watertoevo-
erbuis aan de wasautomaat
door hem op de betreffende
watertoevoer te schroeven,
rechtsboven aan de achter-
kant (zie afbeelding).
3. Let erop dat er geen knellingen of kronkels in de buis zijn.
! De waterdruk van de kraan moet zich binnen de waarden van
de tabel Technische Gegevens bevinden (zie bladzijde hiernaast).
! Als de toevoerbuis niet lang genoeg is moet u zich wenden
tot een gespecialiseerde winkel of een bevoegde installateur.
! Gebruik nooit tweedehands buizen.
! Gebruik de buizen die bij het apparaat worden geleverd.
39
NL
65 - 100 cm
Aansluiting van de afvoerbuis
Verbind de buis, zonder hem
te buigen, aan een afvoerlei-
ding of aan een afvoer in de
muur tussen de 65 en 100
cm van de grond
af of hang hem aan de rand
van een wasbak of badkuip,
en bind de bijgeleverde
steun aan de kraan (zie afbe-
elding). Het uiteinde van de
afvoerslang mag niet onder
water hangen.
! Gebruik nooit verlengstukken voor de buis; indien dit niet
te vermijden is moet het verlengstuk dezelfde doorsnede
hebben als de oorspronkelijke buis en mag hij niet langer
zijn dan 150 cm.
Elektrische aansluiting
Voordat u de stekker in het stopcontact steekt moet u zich
ervan verzekeren dat:
het stopcontact geaard is en voldoet aan de geldende normen;
• het stopcontact het maximum vermogen van de wasau-
tomaat kan dragen, zoals aangegeven in de tabel Techni-
sche Gegevens (zie hiernaast);
• de spanning zich bevindt tussen de waarden die zijn aan-
gegeven in de tabel Technische Gegevens (zie hiernaast);
• de contactdoos geschikt is voor de stekker van de
wasautomaat. Indien dit niet zo is moet de stekker of het
stopcontact vervangen worden.
! De wasautomaat mag niet buitenshuis worden geïnstal-
leerd, ook niet op een beschutte plaats, aangezien het
gevaarlijk is hem aan regen en onweer bloot te stellen.
! Als de wasautomaat is geïnstalleerd moet het stopcontact
gemakkelijk te bereiken zijn.
! Gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers.
! Het snoer mag niet gebogen of samengedrukt worden.
! De voedingskabel mag alleen door een bevoegde instal-
lateur worden vervangen.
Belangrijk! De fabrikant kan niet aansprakelijk worden ge-
steld wanneer deze normen niet worden nageleefd.
Eerste wascyclus
Na de installatie en voor u de wasautomaat in gebruik neemt,
dient u een wascyclus uit te voeren met wasmiddel maar zon-
der wasgoed, op het programma 2.
Technische gegevens
Model
ECO9F 1491
Afmetingen
breedte cm 59,5
hoogte cm 85
diepte cm 60
Vermogen
van 1 tot 9 kg
Elektrische
aansluitingen
zie het typeplaatje met de technische
eigenschappen dat op het apparaat is
bevestigd
Aansluiting
waterleiding
max. druk 1 MPa (10 bar)
min. druk 0,05 MPa (0,5 bar)
Inhoud trommel 62 liters
Snelheid
centrifuge
tot 1400 toeren per minuu
Controle-program-
ma’s volgens de
norm EN 60456
programma 6; temperatuur 60°C; uitgevo-
erd met 9 kg lading
Deze apparatuur voldoet aan de volgende
EEC voorschriften:
-2004/108/CE (Elektromagnetische com-
patiabiliteit)
- 2002/96/CE
- 2006/95/CE (Laagspanning)
40
NL
Wasmiddelbakje: voor wasmiddelen en wasversterkers
(zie “Wasmiddelen en wasgoed”).
Toets met controlelampje AAN/UIT: voor het in- en
uitschakelen van de wasautomaat.
Het controlelampje geeft aan dat de wasautomaat aanstaat.
PROGRAMMAKNOP: voor het instellen van de program-
ma’s. Gedurende het programma blijft de knop stilstaan.
CENTRIFUGETOETS: voor het instellen of uitsluiten van
de centrifuge (zie “Persoonlijke Instellingen”).
TEMPERATUURTOETS: voor het instellen van de tem-
peratuur of koud wassen
(zie “Persoonlijke Instellingen”).
DISPLAY: om de resterende tijd van de geselecteerde wa-
scyclus te zien. Indien een uitgestelde start is geselecteerd,
de resterende tijd tot aan de start van het wasprogramma.
Toets met controlelampje TOETSBLOKKERING: voor het
in- of uitschakelen van de blokkering van het bedieningspaneel.
Toetsen met controlelampje FUNCTIE: voor het selecte-
ren van de beschikbare functies. Het controlelampje van
de gekozen functie zal aanblijven.
Controlelampjes VOORTGANG CYCLUS: voor het vol-
gen van het verloop van het wasprogramma.
Het controlelampje geeft de lopende fase weer.
Controlelampje DEUR GEBLOKKEERD: om te zien of de
deur kan worden geopend (zie pagina hiernaast).
Toets met controlelampje START/PAUZE: om programma’s
te starten of ze tijdelijk te onderbreken.
N.B.: om de lopende wascyclus te pauzeren drukt u op deze
toets. Het oranje licht van het betreffende controlelampje zal
gaan knipperen terwijl het lampje van de lopende fase vast
aan zal blijven staan. Als het controlelampje DEUR GEBLO-
KKEERD uit is, kunt u het deurtje openen.
Om het programma te hervatten drukt u opnieuw op deze toets.
Stand- by modus
Deze wasdroogmachine beschikt, in overeenkomst met
de nieuwe normen betreffende de energiebesparing, over
een systeem wat het apparaat automatisch na 30 minuten
uitschakelt (stand-by) indien men het niet gebruikt. Druk
kort op de AAN/UIT toets en wacht tot de wasdroogma-
chine weer aangaat.
Beschrijving van de wasautomaat
en starten van een programma
Controlelampje DEUR
GEBLOKKEERD
Toets met
controlelampje
START/PAUZE
Bedieningspaneel
Controlelampjes
VOORTGANG CYCLUS
Toetsen met
controlelampjes
FUNCTIE
Wasmiddelbakje
PROGRAMMAKNOP
DISPLAY
Toets met
controlelampje
AAN/UIT
TEMPERATUURTOETS
CENTRIFUGETOETS
Toets met controlelampje
TOETSBLOKKERING
41
NL
Controlelampjes
De controlelampjes geven belangrijke informatie.
Ze geven informatie over:
Controlelampjes lopende fase
Als u aan de PROGRAMMAKNOP draait gaan de controle-
lampjes aan van de fases die de wasautomaat uitvoert. Deze
hangen af van het gekozen programma.
Als u de gewenste wascyclus heeft geselecteerd en gestart
gaan de controlelampjes één voor één aan om te tonen op
welk punt de cyclus is:
Functietoetsen en betreffende controlelampjes
Als u een functie selecteert gaat het bijbehorende controle-
lampje aan.
Als de gekozen functie niet geschikt is voor het ingestelde
programma zal het betreffende controlelampje gaan knipperen,
zal een geluidssignaal klinken en zal de functie niet worden
geactiveerd.
Als een functie wordt ingesteld die niet past bij een andere, eer-
der ingestelde, functie, dan blijft alleen de laatste keuze actief.
Controlelampje temperatuur
Als u een temperatuur selecteert gaat het bijbehorende
controlelampje aan.
Controlelampje centrifuge
Als u een centrifugesnelheid selecteert gaat het bijbeho-
rende controlelampje aan.
Controlelampje toetsblokkering
Om de blokkering van het bedieningspaneel teactiveren
dient u de toets circa 2 seconden lang ingedrukt te
houden. Het ontstoken controlelampje geeft aan dat
het bedieningspaneel geblokkeerd is. Op deze manier
kunt u voorkomen dat er ongewilde wijzigingen aan
de programma’s worden aangebracht, bijvoorbeeld bij
aanwezigheid van kinderen.
Om de blokkering van het bedieningspaneel te
deactiveren” dient u de toets circa 2 seconden lang
ingedrukt te houden.
Controlelampje deur geblokkeerd:
Als het controlelampje aan is betekent het dat de deur is geblok-
keerd om te verhinderen dat hij per ongeluk geopend wordt. Om
schade te voorkomen moet u wachten tot het controlelampje
uitgaat voordat u de deur opent.
N.B.: als de functie “Uitgestelde Start” actief is kunt u de
deur niet openen. Om hem toch te openen zet u het appa-
raat op pauze door op de START/PAUZE toets te drukken.
! Als het controlelampje START/PAUZE (oranje) snel knip-
pert tegelijk met de functietoets betekent dit een storing
(zie “Storingen en oplossingen”).
Een programma starten
1. Schakel de machine in met de AAN/UIT knop. Alle controlelampjes gaan een paar seconden aan, en daarna blijven de
controlelampjes voor alle instellingen van het geselecteerde programma aan, en knippert het controlelampje START/PAUZE.
2. Laad het wasgoed in en sluit de deur.
3. Stel het gewenste programma in met de PROGRAMMAKNOP.
4. Stel de wastemperatuur in (zie “Persoonlijke instellingen”).
5. Stel het centrifugetoerental in (zie “Persoonlijke instellingen”).
6. Voeg wasmiddel en wasversterkers toe (zie “Wasmiddelen en wasgoed”).
7. Selecteer de gewenste functies.
8. Start het programma door op de START/PAUZE toets te drukken. Het betreffende controlelampje zal een vast groen licht
vertonen. Om de ingestelde cyclus te annuleren zet u de wasautomaat op pauze door op de START/PAUZE toets te druk-
ken en een nieuwe cyclus te kiezen.
9. Aan het einde van het programma gaat het controlelampje aan. Het controlelampje DEUR GEBLOKKEERD gaat uit
om aan te geven dat de deur kan worden geopend. Haal het wasgoed eruit en laat de deur op een kier staan zodat de trom-
mel kan drogen. Schakel de wasautomaat uit in met de AAN/UIT toets.
Wassen
Spoelen
Centrifugeren
Afpompen
Einde hoofdwas
42
NL
Programma’s
Programmatabel
De gegevens in de tabel geven slechts geschatte waarden weer.
Voor alle Test Institutes:
1) Controleprogramma volgens de norm EN 60456: selecteer het programma 6 met een temperatuur van 60°C.
2) Programma katoen lang: selecteer het programma 2 met een temperatuur van 40°C.
3) Programma katoen kort: selecteer het programma 3 met een temperatuur van 40°C.
Speciale programma’s
Mix 15’ (programma 5) is bedoeld voor het snel wassen van niet zo vuil wasgoed: het duurt slechts 15 minuten en bespaart
dus elektriciteit en tijd. Met het programma (5 op 30 °C) kunt u verschillende soorten stoffen samen wassen (behalve zijde en
wol) met een lading van max. 1,5 kg.
Hygiëne Cyclus 90° (programma 6). Een ontsmettend programma op hoge temperaturen dat het gebruik van bleekmiddel
voorziet, op temperaturen van meer dan 60°C. Giet om te bleken het bleekmiddel, het wasmiddel en de wasversterkers in de
betreffende bakjes (zie paragraaf “Wasmiddelbakje”).
Goodnight Cyclus (programma 7). Dit is een heel geruisloze cyclus die u ‘s nachts kunt gebruiken als het energietarief lager
is. Het programma is geschikt voor ieder soort synthetische en katoenen stof. Aan het einde van de cyclus stopt het apparaat
met het water nog in de trommel. Om de centrifuge en de waterafvoer uit te voeren moet u op de START/PAUZE toets drukken.
Indien u dit niet doet, zal de wasautomaat zelf na 8 uur centrifugeren en water afvoeren.
Eco programma’s
Eco programma’s garanderen goede wasprestaties op lage temperaturen. Deze programma’s gebruiken minder elektrische
energie waardoor u zowel geld bespaart als het milieu.
De programma’s Eco (Katoen , Synthetisch en Snelle was 30’ ) zijn ontwikkeld voor verschillende materialen en voor
niet zo vuile was.
Om een optimaal resultaat te garanderen bevelen we het gebruik van een vloeibaar wasmiddel aan. We raden u bovendien aan
manchetten, kragen en vlekken voor te behandelen.
Beschrijving van het Programma
Maxi-
male
Temp
(°C)
Maximaal
toerental
(toeren
per
minuut)
Wasmiddel
Maxi-
male
lading
(kg)
Duur
cyclus
Voorwas
Bleek-
middel
Was-
sen
Wasver-
zachter
Speciale was
1
Katoen + Voorwas 90°: Zeer vuile witte was. 90° 1400
-
9
2
Katoen: Zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed. 60° 1400 -
9
2
Katoen (2): Niet zo vuile witte en bonte fijne was. 40° 1400 -
9
3
Bont Katoen (3): Niet zo vuile witte en bonte was. 40° 1400 -
9
4
Synthetisch: Zeer vuile kleurvaste bonte was. 60° 800 - -
4
4
Synthetisch: Niet zo vuile kleurvaste bonte was. 40° 800 - -
4
5
Mix 15': Voor het snel opfrissen van niet zo vuil wasgoed (niet geschikt
voor wol, zijde en handwas).
30 800 - -
1,5
Dagelijkse was
6
Hygiëne Cyclus 90°: Zeer vuile witte was. 90° 1400 -
9
6
Hygiëne Cyclus 90° (1): Zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed. 60° 1400 - -
9
7
Goodnight Cyclus: Niet zo vuile fijne bonte was. 40° 800 - -
4
8
Overhemden/blouses
40° 600 - -
2
9
Zijde/Gordijnen: Voor zijde, viscose, lingerie. 30° 0 - -
2
10
Wol: Voor wol, kasjmier, etc. 40° 600 - -
2
Eco programma’s
11
Katoen
Water-
afvoer
1400 - -
9
12
Synthetisch
Water-
afvoer
800 - -
3
13
Snelle was
Water-
afvoer
800 - -
3
Delprogramma’s
A
Spoelen - 1400 - - -
9
B
Centrifugeren - 1400 - - - - 9
C
Afpompen - 0 - - - - 9
U kunt de duur van de wasprogramma’s op het display controleren.
Programma’s
43
NL
Instellen van de temperatuur
De TEMPERATUURTOETS indrukken te draaien kunt u de wastemperatuur instellen (zie Programmatabel).
De temperatuur kan verlaagd worden tot aan koud wassen ( ).
De machine voorkomt dat u een temperatuur instelt die hoger is dan het maximum voorzien voor dat programma.
Instellen van de centrifuge
De CENTRIFUGETOETS indrukken. te draaien stelt u de snelheid van de centrifuge van het gekozen programma in.
De maximum snelheden voorzien voor de programma’s zijn:
Programma’s Maximum snelheid
Katoen 1400 toeren per minuut
Synthetisch 800 toeren per minuut
Wol 600 toeren per minuut
Zijde alleen waterafvoer
U kunt de snelheid van de centrifuge verminderen, of uitsluiten met het symbool .
De machine voorkomt automatisch dat er een centrifuge wordt uitgevoerd die sneller is dan het maximum voorzien voor dat
programma.
Functies
De verschillende functies van de wasautomaat zorgen voor de door u gewenste schone en witte was.
Voor het activeren van de functies:
1. druk op de toets die bij de gewenste functie hoort;
2. het aangaan van het betreffende controlelampje geeft aan dat de functie actief is.
N.B.: Het snel knipperen van het lampje geeft aan dat de bijbehorende functie niet gekozen kan worden bij het ingestelde
programma.
Uitgestelde Start
Om de uitgestelde start van het gekozen programma in te stellen drukt u een paar keer op de betreffende knop totdat
de gewenste vertraging verschijnt (van 1 tot 24 h). Om de functie te deactiveren drukt u op de knop totdat de tekst
verschijnt.
N.B.: Als de START/PAUZE toets eenmaal is ingedrukt kan de vertraging alleen verminderd worden.
! Deze optie is bij alle programma’s mogelijk.
Super Wash
Dankzij het gebruik van een grotere hoeveelheid water in de beginfase van de cyclus en de langere tijdsduur ervan, garande-
ert deze functie een zeer effectief wasresultaat.
! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 5, 6, 9, 10, 11, 12, 13, A, B. C.
Extra Spoelen
Door deze functie te selecteren verhoogt u het spoelresultaat en zorgt u ervoor dat elk spoor van wasmiddel verdwijnt. Deze
optie is vooral nuttig bij personen met een gevoelige huid.
! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 5, 13, B. C.
Gemakkelijker strijken
Als u deze functie selecteert zullen het wassen en de centrifuge dusdanig worden aangepast dat er minder kreuken worden
gevormd. Aan het einde van de wascyclus zal de wasautomaat de trommel langzaam laten ronddraaien. De controlelampjes
van de functie GEMAKKELIJKER STRIJKEN en START/PAUZE gaan (oranje) knipperen en de fase zal vast aan blijven
staan. Om de cyclus te beëindigen drukt u op de START/PAUZE toets of op de toets GEMAKKELIJKER STRIJKEN.
Bij het programma Zijde beëindigt de wasautomaat de cyclus door het wasgoed in de week te laten staan. Het controlelam-
pjes van de functie GEMAKKELIJKER STRIJKEN en START/PAUZE gaan (oranje) knipperen en de fase SPOELEN zal vast
aan blijven staan. Om het water af te voeren en de was uit de automaat te halen moet u op de START/PAUZE toets drukken
of op de toets GEMAKKELIJKER STRIJKEN.
! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 5, 6, 7, 10, 11, 12, 13, B. C.
Persoonlijke instellingen
44
NL
Wasmiddelen en wasgoed
Wasmiddelbakje
Een goed wasresultaat hangt ook af van de juiste dosis
wasmiddel: te veel wasmiddel maakt het wassen niet be-
ter. Het wasmiddel blijft aan de binnenzijde van de wasau-
tomaat zitten en zorgt voor het vervuilen van het milieu.
! Gebruik nooit wasmiddelen voor handwas aangezien die
te veel schuim vormen.
Trek het laatje naar voren
en giet het wasmiddel of de
wasversterker er als volgt
in:
bakje 1: Wasmiddel voor voorwas (poeder)
Voordat u het wasmiddel erin strooit moet u controleren of
het bakje 4 is verwijderd.
bakje 2: Wasmiddel voor hoofdwas
(poeder of vloeibaar)
Het vloeibare wasmiddel moet vlak voor de start in het
bakje worden gegoten.
bakje 3: Wasversterkers (wasverzachter, enz.)
De wasverzachter mag niet boven het roostertje uitkomen.
extra bakje 4: Bleekmiddel
Bleekcyclus
U kunt alleen bleken tijdens de programma’s 2, 3, 6.
Giet het bleekmiddel in het extra bakje 4, het wasmiddel
en de wasverzachter in hun respectievelijke bakjes en stel
vervolgens een van bovenstaande programma’s in.
Alleen aangeraden voor zeer vuil katoenen wasgoed.
Voorbereiden van het wasgoed
Verdeel het wasgoed volgens:
- het soort stof / het symbool op het etiket.
- de kleuren: scheid de bonte was van de witte was.
Leeg de zakken en controleer de knopen.
Overschrijd het aangegeven gewicht, berekend voor
droog wasgoed, nooit:
Kleurechte stoffen: max 9 kg
Synthetische stoffen: max 4 kg
Fijne stoffen: max 2 kg
Wol: max 2 kg
M
AX
1
2
4
3
Hoeveel weegt wasgoed?
1 laken 400-500 g.
1 sloop 150-200 g.
1 tafelkleed 400-500 g.
1 badjas 900-1200 g.
1 handdoek 150-250 g.
Bijzondere kledingstukken
Overhemden/blouses: gebruik het programma 8 om
overhemden/blouses van verschillende soorten stof en
kleur te wassen.
Zo bereikt u een maximale verzorging en een minimale
kreukvorming.
Zijde: gebruik het speciale programma 9 om alle zijden
kledingstukken te wassen. We raden u aan een speciaal
wasmiddel voor fijne was te gebruiken.
Gordijnen: vouw de gordijnen nauwkeurig en doe ze in
een kussensloop of net. Gebruik het programma 9.
Wol: is het enige bedrijf dat een wasautomaat heeft
ontwikkeld die de prestigieuze Woolmark Platinum Care
(M.0508) onderscheiding heeft gekregen van The Wool-
mark Company. Dit garandeert dat u alle wollen kledingstu-
kken in de automaat kunt wassen, ook wasgoed met het
etiket “alleen handwas” . Met het programma 10 kunt
u dus rustig al uw wollen wasgoed in de automaat wassen
(max. 2 kg) met de garantie van een optimaal resultaat.
Balanceersysteem van de lading
Om overmatige trillingen te vermijden verdeelt de automaat
de lading voor het centrifugeren op een gelijkmatige
manier. Dit gebeurt door de trommel te laten draaien op
een snelheid die iets hoger ligt dan de wassnelheid. Als na
herhaaldelijke pogingen de lading nog steeds niet goed is
gebalanceerd, zal de wasautomaat de centrifuge op een
lagere snelheid uitvoeren dan die voorzien was. Als de
lading zeer uit balans is zal de wasautomaat een verdeling
uitvoeren in plaats van een centrifuge. Teneinde een betere
distributie van de waslading en een juiste balancering te
bereiken raden wij u aan kleine en grote kledingstukken te
mengen.
45
NL
Voorzorgsmaatregelen
en advies
! De wasmachine is ontworpen en geproduceerd volgens
de internationale veiligheidsnormen. Deze aanwijzingen zijn
voor uw eigen veiligheid geschreven en moeten aandachtig
worden doorgenomen.
Algemene veiligheid
Het apparaat mag niet worden gebruikt door perso-
nen (kinderen inbegrepen), met beperkte lichamelijke,
sensorische of mentale vermogens of met onvoldoende
ervaring en kennis, tenzij het gebruik plaatsvindt onder
het toezicht of volgens de instructies van een persoon
die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Kinderen
moeten in de gaten worden gehouden om te verzekeren
dat ze niet met het apparaat spelen.
Dit apparaat is uitsluitend ontworpen voor huishoudelijk
niet-professioneel gebruik.
Raak de machine niet aan als u blootsvoets bent of met
natte of vochtige handen of voeten.
Trek de stekker nooit uit het stopcontact door aan het
snoer te trekken, maar altijd door de stekker zelf beet te
pakken.
Open het wasmiddelbakje niet terwijl de machine in
werking is.
Raak het afvoerwater niet aan aangezien het zeer heet
kan zijn.
Forceer de deur nooit: het veiligheidsmechanisme dat
een ongewild openen van de deur voorkomt, kan be-
schadigd worden.
Probeer in geval van storingen nooit zelf de interne me-
chanismen van de wasautomaat te repareren.
Zorg ervoor dat kleine kinderen niet te dicht bij de machi-
ne komen als deze in werking is.
De deur kan tijdens het wassen zeer heet worden.
Als de machine verplaatst moet worden, doe dit dan met
twee of drie personen tegelijk en zeer voorzichtig. Doe dit
nooit alleen, want het apparaat is erg zwaar.
Voordat u het wasgoed in de automaat laadt, moet u
controleren of hij leeg is.
Afvalverwijdering
Het wegdoen van het verpakkingsmateriaal: houdt u aan
de plaatselijke normen zodat het materiaal hergebruikt
kan worden.
De Europese Richtlijn 2002/96/EC over Vernieti ging van
Electrische en Electronische Apparatuur, vereist dat oude
huishoudelijke electrische apparaten niet mogen vernie-
tigd via de normale ongesorteerde afvalstroom. Oude
apparaten moeten apart worden ingezameld om zo het
hergebruik van de gebruikte materialen te optima liseren
en de negatieve invloed op de gezondheid en het milieu
te reduceren.
Handmatige opening van de deur
Mocht er in het huis geen stroom aanwezig zijn en u wilt
het deurtje openen om de was op te hangen, dan dient u
het volgende te doen:
1. haal de stekker uit het
stopcontact.
2. controleer dat het water-
niveau in de automaat lager
is dan het deurtje; als dat
niet het geval is kunt het
water weg laten lopen door
middel van de afvoerbuis en
dit opvangen in een emmer,
zoals aangegeven in de
afbeelding.
3. verwijder het afdekpane-
el aan de voorkant van de
wasautomaat met behulp
van een schroevendraaier (zie
afbeelding).
4. trek het lipje dat wordt aangegeven in de afbeelding
naar voren totdat het plastic bandje loskomt; trek hem
daarna naar beneden en open tegelijkertijd de deur.
5. monteer het paneel weer, met de haakjes goed beve-
stigd in de juiste openingen, voordat u het paneel tegen de
machine aandrukt.
20
Het symbool op het product van de “afvalcontainer met
een kruis erdoor” herinnert u aan uw verplichting, dat
wanneer u het apparaat vernietigt, het apparaat apart
moet worden ingezameld.Consumenten moeten contact
opnemen met de locale autoriteiten voor informatie over
de juiste wijze van vernietiging van hun oude apparaat.
46
NL
Onderhoud en verzorging
Afsluiten van water en stroom
Sluit na iedere wasbeurt de kraan af. Hiermee beperkt
u slijtage van de waterinstallatie van de wasmachine en
voorkomt u lekkage.
Sluit altijd eerst de stroom af voordat u de wasautomaat
gaat schoonmaken en gedurende onderhoudswerkza-
amheden.
Reinigen van de wasautomaat
De buitenkant en de rubberen onderdelen kunnen met een
spons en een lauw sopje worden schoongemaakt. Gebruik
nooit schuurmiddelen of oplosmiddelen.
Reinigen van het wasmiddelbakje
Verwijder het bakje door het
op te lichten en naar voren
te trekken (zie afbeelding).
Was het onder stromend
water. Dit moet u regelmatig
doen.
Onderhoud van deur en trommel
Laat de deur altijd op een kier staan om nare luchtjes te
vermijden.
Reinigen van de pomp
De wasautomaat is voorzien van een zelfreinigende pomp
en hoeft dus niet te worden onderhouden. Het kan echter
gebeuren dat kleine voorwerpen (muntjes, knopen) in het
voorvakje dat de pomp beschermt en zich aan de onder-
kant ervan bevindt, terechtkomen.
! Verzeker u ervan dat de wascyclus klaar is en haal de
stekker uit het stopcontact.
Toegang tot het voorvakje:
1. verwijder het afdekpa-
neel aan de voorkant van
de wasautomaat met
behulp van een schroeven-
draaier
(zie afbeelding);
2. draai het deksel eraf,
tegen de klok in
(zie afbeelding): het is
normaal dat er een beetje
water uit komt;
3. maak de binnenkant goed schoon;
4. schroef het deksel er weer op;
5. monteer het paneel weer, met de haakjes goed beve-
stigd in de juiste openingen, voordat u het paneel tegen de
machine aandrukt.
Controleren van de buis van de water-
toevoer
Controleer minstens eenmaal per jaar de slang van de
watertoevoer. Als er barstjes of scheuren in zitten moet hij
vervangen worden: gedurende het wassen kan de hoge
waterdruk onverwachts breuken veroorzaken.
! Gebruik nooit tweedehands buizen.
1
2
47
NL
Storingen en oplossingen
Het kan gebeuren dat de wasautomaat niet werkt. Voor u contact opneemt met de Servicedienst
(zie “Service”)moet u controleren of het niet een storing betreft die u zelf makkelijk kunt verhelpen met behulp van de volgen-
de lijst.
Storingen:
De wasautomaat gaat niet aan.
De wascyclus start niet.
De wasautomaat heeft geen water-
toevoer (het controlelampje van de
eerste wasfase knippert snel).
De wasautomaat blijft water aan-
en afvoeren.
De wasautomaat voert het water
niet af of centrifugeert niet.
De machine trilt erg tijdens het
centrifugeren.
De wasautomaat lekt.
Het controlelampje START/PAUZE
(oranje) en de controlelampjes van
de functies knipperen snel.
Er ontstaat teveel schuim.
Mogelijke oorzaken / Oplossing:
De stekker zit niet in het stopcontact of niet ver genoeg om contact te maken.
Het hele huis zit zonder stroom.
De deur zit niet goed dicht.
De AAN/UIT toets is niet ingedrukt.
De START/PAUZE toets is niet ingedrukt.
De waterkraan is niet open.
De uitgestelde start is ingesteld (zie “Persoonlijke Instellingen”).
De watertoevoerbuis is niet aangesloten op de kraan.
De buis is gebogen.
De waterkraan is niet open.
Het hele huis zit zonder water.
Er is onvoldoende druk.
De START/PAUZE toets is niet ingedrukt.
De afvoerbuis is niet op 65 tot 100 cm afstand van de grond af geïnstalleerd
(zie “Installatie”).
Het uiteinde van de afvoerbuis ligt onder water (zie “Installatie”).
De afvoer in de muur heeft geen ontluchting.
Als na deze controles het probleem niet is opgelost, moet u de waterkraan
dichtdraaien, de wasautomaat uitzetten en de Servicedienst inschakelen. Als u
op een van de hoogste verdiepingen van een flatgebouw woont kan zich een
hevelingsprobleem voordoen, waarbij de wasautomaat voortdurend water aan-
en afvoert. Om deze storing te verhelpen zijn er in de handel speciale beluchters
te koop.
Het programma voorziet geen afvoer: bij enkele programma’s moet dit met de
hand worden gestart.
De functie GEMAKKELIJKER STRIJKEN is ingeschakeld: voor het beëindigen van
het programma drukt u op de START/PAUZE toets (“Persoonlijke Instellingen).
De afvoerbuis is gebogen (zie “Installatie”).
De afvoerleiding is verstopt.
De trommel is bij het installeren niet op de juiste wijze gedeblokkeerd (zie Installatie).
De wasautomaat staat niet goed recht (zie “Installatie”).
De wasautomaat staat te krap tussen meubels en muur (zie “Installatie”).
De buis van de watertoevoer is niet goed aangeschroefd (zie “Installatie”).
Het wasmiddelbakje is verstopt (voor reiniging zie “Onderhoud en verzorging”).
De afvoerbuis is niet goed aangesloten (zie “Installatie”).
Doe de wasautomaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht circa 1
minuut en doe hem daarna weer aan.
Als de storing voortzet, dient u de Servicedienst in te schakelen.
Het wasmiddel is niet bedoeld voor wasautomaten (er moet “voor wasauto-
maat”, “handwas en machinewas”, of dergelijke op staan).
U heeft teveel wasmiddel gebruikt.
48
NL
Service
Voordat u de Servicedienst inschakelt:
• Controleer eerst of u het probleem zelf kunt oplossen (zie “Storingen en oplossingen”).
Start het programma opnieuw om te controleren of de storing is verholpen;
Als dit niet het geval is moet u contact opnemen met de erkende Technische Servicedienst via het telefoonnummer dat op
het garantiebewijs staat.
! Wendt u nooit tot een niet erkende installateur.
Vermeld:
het type storing;
het model van de machine (Mod.);
het serienummer (S/N).
Deze informatie vindt u op het typeplaatje aan de achterkant van de wasautomaat en aan de voorzijde als u het deurtje open-
doet.
/