50
OPSPOREN VAN STORINGEN
Uw wasmachine is, afhankelijk van het model,
uitgerust met verschillende automatische
veiligheidsfuncties. Hierdoor worden storingen snel
opgespoord en kan het veiligheidssysteem op de
juiste manier reageren. Deze storingen zijn
doorgaans zo klein dat ze binnen enkele minuten
verholpen kunnen worden.
De wasmachine start niet en er brandt geen
indicatielampje.
Controleer of:
• de stekker in het stopcontact zit
• het stopcontact goed functioneert (sluit
bijvoorbeeld een tafellamp aan om dit te testen)
de wasmachine start niet... en het “Start/
Pauze”-lampje knippert.
Controleer of:
• de deur van het apparaat goed gesloten is
(kinderbeveiliging);
• de “Start/Pauze”-knop is ingedrukt.
Bij modellen met LCD-display verschijnt het
volgende:
• de waterkraan nog dicht is. Voor modellen met
een indicatielampje “Waterkraan dicht”, gaat het
rode indicatielampje branden. Draai de kraan
open en druk op de knop “Start/Pauze”-knop.
De wasmachine stopt tijdens het programma
(verschilt afhankelijk van het model).
Controleer of:
• het lampje “Spoelstop” knippert; schakel deze
extra functie uit door nogmaals op de knop te
drukken
Bij modellen met een LCD-display: controleer of
de functie “Spoelstop” is ingesteld en het
symbool “Spoelstop” verschijnt op het display;
schakel deze extra functie uit door op de “ ”-
knop te drukken of het programma “Afpompen”
te selecteren
• er een ander programma is geselecteerd en de
“Start” of “Start/Pauze”-knop knippert.
Selecteer het gewenste programma opnieuw en
druk op de “Start/Pauze”-knop
• de deur is geopend en het “Start/Pauze”-lampje
knippert. Sluit de deur en druk nogmaals op de
“Start/Pauze”-knop. Bij modellen met LCD-
display verschijnt het volgende op het display:
“PAUZE!”
• het veiligheidssysteem van de wasmachine
geactiveerd is (zie de tabel “Tabel omschrijvingen
storingen”)
Er zitten resten van wasmiddel en
nabehandelingsproducten in de
wasmiddellade na het wassen.
Controleer of:
• de sifon goed geïnstalleerd en schoon is (zie
“Onderhoud en reiniging”)
• er voldoende water instroomt.
De filters in de wateraansluiting kunnen verstopt
zijn (zie “Onderhoud en reiniging“)
• Wanneer er waspoeder gebruikt wordt, moet
het gekleurde inzetstuk voor het doseren van
vloeibaar wasmiddel vooraf verwijderd worden
uit de lade
De wasmachine trilt tijdens het centrifugeren.
Controleer of:
• de wasmachine goed horizontaal en stevig op alle
vier de pootjes staat
• de transportschroeven verwijderd zijn. Voordat
u de wasmachine in gebruik neemt, moeten de
transportschroeven verwijderd worden.
Na afloop van het wasprogramma is het
wasgoed niet of niet voldoende
gecentrifugeerd.
De wasmachine beschikt over een detectie- en
correctiesysteem wanneer het apparaat niet in
evenwicht staat.
Als u enkele zware stukken wasgoed in de machine
wast (bv. badjassen), is het mogelijk dat dit systeem
de centrifugeersnelheid verlaagt om het apparaat te
beschermen of de centrifugeercyclus zelfs
onderbreekt, als de lading ook na verschillende
startpogingen te zeer uit evenwicht blijft.
Bij modellen met LCD-display verschijnt het
volgende op het display:
• Indien het wasgoed na het centrifugeren nog nat
is, kleinere stukken wasgoed toevoegen en het
centrifugeerprogramma opnieuw starten
• Sterke schuimvorming kan de centrifugeercyclus
blokkeren. Gebruik de juiste dosering wasmiddel
Bij modellen met LCD-display verschijnt het
volgende op het display:
• Controleer of de selectieknop voor de
centrifugeersnelheid niet ingesteld is op “0”
30105536aNL.fm Page 50 Thursday, December 30, 2004 10:53 AM
Black process 45.0° 100.0 LPI