Zanussi ZWN7140AL Handleiding

Type
Handleiding
NL
Gebruiksaanwijzing
Wasautomaat
ZWN 7140 AL
Inhoud
Veiligheidsinformatie _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 2
Beschrijving van het product _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 4
Bedieningspaneel _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 5
Het eerste gebruik _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 7
Aanpassing aan persoonlijke wensen _ _ _ _ _ _ _ _ _ 7
Dagelijks gebruik _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 7
Nuttige aanwijzingen en tips _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 11
Wasprogramma's _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 12
Onderhoud en reiniging _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 15
Problemen oplossen _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 18
Technische gegevens _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 21
Verbruikswaarden _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 21
Montage _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 21
Aansluiting aan het elektriciteitsnet _ _ _ _ _ _ _ _ _ 24
Milieubescherming _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 24
Wijzigingen voorbehouden
Veiligheidsinformatie
Belangrijk! Zorgvuldig lezen en voor toekomstige
raadpleging bewaren.
De veiligheid van uw apparaat voldoet aan de voor-
schriften en de wettelijke vereisten met betrekking tot
de veiligheid van apparaten Wij vinden echter dat wij,
als fabrikant, de plicht hebben u de volgende veilig-
heidsaanwijzingen te geven.
Het is erg belangrijk dat deze gebruiksaanwijzing bij de
machine bewaard zodat u later nog eens iets kunt nale-
zen. Als het apparaat aan iemand anders verkocht of
geschonken wordt, of als u verhuist en de machine
achterlaat, zorg er dan voor dat de gebruiksaanwijzing
bij het apparaat blijft zodat de nieuwe eigenaar kennis
kan nemen van de werking van het apparaat en de bij-
behorende waarschuwingen.
U MOET deze gebruiksaanwijzing aandachtig doorlezen
voordat u de machine te installeert of in gebruik neemt.
Controleer uw machine op eventuele schade, die ont-
staan kan zijn tijdens het transport, voordat u hem in
gebruik neemt. Sluit nooit een beschadigde machine
aan. Als er onderdelen zijn beschadigd, neem dan con-
tact op met uw leverancier.
Als de machine in de winter wordt afgeleverd, als de
temperatuur onder nul is. Zet de wasmachine 24 uur in
een ruimte met kamertemperatuur voordat u hem in ge-
bruik neemt.
Algemene veiligheid
Het is gevaarlijk om de specificaties te wijzigen of om
te proberen op enigerlei wijze veranderingen aan te
brengen aan dit apparaat.
Tijdens wasprogramma's op hoge temperatuur kan het
deurglas heet worden. Niet aanraken!
Zorg ervoor dat kleine kinderen en huisdieren niet in de
trommel klimmen. Om dit te voorkomen dient u de
trommel vóór het gebruik te controleren.
Voorwerpen als munten, veiligheidsspelden, spijkers,
schroeven, stenen of andere harde, scherpe materialen
kunnen grote schade aan het apparaat toebrengen en
mogen niet in het apparaat terechtkomen.
Gebruik alleen de aanbevolen hoeveelheid wasverzach-
ter en wasmiddel. Als u te veel doseert, kunnen kle-
dingstukken beschadigd raken. Raadpleeg de aanbeve-
lingen van de fabrikant met betrekking tot de hoeveel-
heden.
Was kleine artikelen zoals sokken, veters, wasbare
ceintuurs enz. in een waszak of kussensloop, omdat
deze tussen de kuip en de trommel terecht kunnen ko-
men.
Gebruik uw wasautomaat niet om artikelen met balei-
nen, materialen zonder zoom of gescheurde materialen
te wassen.
Trek na gebruik, reiniging en onderhoud van de machi-
ne altijd de stekker uit het stopcontact en draai de
kraan dicht.
Probeer in geen geval zelf de machine te repareren. Re-
paraties uitgevoerd door ondeskundigen kunnen licha-
melijk letsel of ernstige schade aan de machine veroor-
zaken. Neem contact op met een Klantenservice bij u in
de buurt. Vraag altijd om originele vervangingsonder-
delen.
Installatie
Dit apparaat is zwaar. Wees voorzichtig als u het appa-
raat verplaatst.
2
Controleer bij het uitpakken van het apparaat of dit niet
is beschadigd. Gebruik het apparaat bij twijfel niet en
neem contact op met de Klantenservice.
Alle verpakkingsmaterialen en transportbouten moeten
vóór het gebruik worden verwijderd. Als dit wordt na-
gelaten kan dit ernstige schade aan het product en an-
dere eigendommen tot gevolg hebben. Zie het desbe-
treffende hoofdstuk in de gebruiksaanwijzing.
Controleer na de installatie van het apparaat of het niet
op de toevoer- en afvoerslang staat en of het werkblad
het aansluitsnoer niet platdrukt tegen de muur.
Als het apparaat op een tapijtvloer wordt geplaatst,
dient de hoogte van de stelpootjes te worden aangepast
om de lucht onder het apparaat toch goed te kunnen la-
ten circuleren.
Let er altijd op of er na de installatie geen water lekt uit
de slangen en de aansluitingen.
Als het apparaat geïnstalleerd is op een plaats waar het
kan vriezen, lees dan het hoofdstuk "Bevriezingsgeva-
ren.
Eventuele voor de installatie van dit apparaat noodza-
kelijke loodgieterswerkzaamheden, moeten worden uit-
gevoerd door een gekwalificeerde loodgieter.
Eventuele voor de installatie van het apparaat noodza-
kelijke elektrotechnische werkzaamheden, moeten wor-
den uitgevoerd door een gekwalificeerde elektricien.
Gebruik
Dit apparaat is bestemd voor huishoudelijk gebruik.
Het is niet toegestaan het apparaat te gebruiken voor
andere doeleinden dan waarvoor het is bestemd.
Was in de machine alleen textiel dat geschikt is voor
machinaal wassen. Volg de instructies op het wasvoor-
schrift in de kleding.
Doe niet te veel wasgoed in de machine. Zie de "Was-
programma"-tabel.
Voordat u gaat wassen, dient u ervoor te zorgen dat alle
zakken leeg zijn en dat alle knopen en ritsen dicht zijn.
Was geen gerafelde of gescheurde artikelen. Behandel
vlekken zoals verf, inkt, roest en gras eerst voordat u
artikelen met dit soort vlekken gaat wassen. Beugelbe-
ha's mogen NIET machinaal worden gewassen.
Kledingstukken die in aanraking zijn geweest met
vluchtige petroleumproducten mogen niet in de machi-
ne gewassen worden. Als vluchtige reinigingsvloeistof-
fen zijn gebruikt, dient u ervoor te zorgen dat de vloei-
stof uit het kledingstuk is verwijderd voordat u het in
de wasautomaat doet.
Trek de stekker nooit aan het snoer uit het stopcontact;
maar aan de stekker zelf.
Gebruik de wasmachine nooit als het aansluitsnoer, het
bedieningspaneel, het werkblad of de sokkel bescha-
digd zijn, waardoor de binnenkant van de wasmachine
toegankelijk is.
Kinderslot
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door perso-
nen (met inbegrip van kinderen) met beperkte lichame-
lijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan er-
varing en kennis, tenzij dit onder toezicht gebeurt van
een voor hun veiligheid verantwoordelijke persoon of
tenzij zij van een dergelijke persoon instructie hebben
ontvangen over het gebruik van het apparaat.
De verpakkingsmaterialen (zoals plasticfolie en poly-
styreen) kunnen een gevaar opleveren voor kinderen -
verstikkingsgevaar! Houd deze materialen buiten het
bereik van kinderen
Berg alle wasmiddelen op een veilige plaats, buiten het
bereik van kinderen, op.
Zorg ervoor dat kinderen of huisdieren niet in de trom-
mel kunnen klimmen. Om te voorkomen dat kinderen
of huisdieren binnen in deze machine vast komen te
zitten, heeft hij een speciale functie.
Om deze functie te active-
ren dient u de knop (zon-
der deze in te drukken) aan
de binnenkant van de deur
naar rechts te draaien tot
de groef horizontaal staat.
Gebruik zo nodig een
muntstuk.
Om deze functie uit te
schakelen en de mogelijk-
heid te herstellen om de
deur te sluiten, dient u de
knop naar links te draaien
tot de groef verticaal staat.
3
Beschrijving van het product
1
Wasmiddellade
2
Bedieningspaneel
3
Deurhandgreep
4
Typeplaatje
5
Afvoerpomp
6
Verstelbare pootjes
1
2
3
4
5
6
Wasmiddellade
Vakje voor wasmiddel voor de voorwas- en inweekfase
of voor vlekkenverwijderaar die gebruikt wordt tijdens de
vlekkenverwijderingsfase (indien aanwezig). Het voorwas-
en inweekmiddel wordt het begin van het wasprogramma
ingespoeld. De vlekkenverwijderaar wordt tijdens de VLEK-
KEN-fase ingespoeld.
Vakje voor waspoeder of vloeibaar wasmiddel voor de
hoofdwas. Als u vloeibaar wasmiddel gebruikt, schenk dit
net voor het begin van het programma in.
Vakje voor vloeibare toevoegingen (wasverzachter,
stijfsel).
MAX
Volg de aanbevelingen van de fabrikant op voor wat betreft de te gebruiken hoeveelheden en overschrijd het «MAX»
teken in de wasmiddellade niet. Wasverzachter of stijfsel moeten in het vakje voor vloeibare toevoegingen worden
gegoten voordat u het wasprogramma start.
4
Klep voor waspoeder of vloeibaar wasmiddel
(zie ; Klep voor waspoeder of vloeibaar wasmiddel in
het hoofdstuk 'Dagelijks gebruik' voor meer informatie).
Bedieningspaneel
Op de volgende pagina staat een afbeelding van het bedieningspaneel. Hier ziet u de programmakeuzeknop en de
verschillende toetsen, controlelampjes en het display. Deze onderdelen worden op de volgende pagina's met ver-
wijzing naar de relevante nummers uitgelegd.
1 2 3 4 5 6 7 8
10
9
1
Programmakeuzeknop
2
CENTRIFUGEREN toets
3
OPTIES toets
4
VOORWAS toets
5
ANTIKREUK toets
6
EXTRA SPOELEN toets
7
START/PAUZE toets
8
STARTUITSTEL toets
9
DEUR kontroleverlichting
10
Display
Tabel met symbolen
= Spoelstop = Kinderslot
= Deur vergrendeld
1-8 Programmakeuzeknop,
centrifugeersnelheidknop en beschikbare opties
Programmakeuzeknop
Hiermee kunt u het apparaat aan/uit schakelen en/of een
programma selecteren.
CENTRIFUGEREN
Door deze toets in te drukken, kunt u de centrifugesnel-
heid van het geselecteerde programma wijzigen of de op-
tie Spoelstop selecteren.
Beschikbare keuzemogelijkheden:
Spoelstop
Als u deze functie kiest, wordt het laatste spoelwater niet
weggepompt om te voorkomen dat het wasgoed kreukelt.
5
Voordat de deur wordt geopend, moet het water worden
weggepompt. Om het water weg te pompen leest u para-
graaf "Aan het einde van het programma".
Supersnel
Korte cyclus voor licht vervuild wasgoed of voor was die
alleen opgefrist moet worden. Wij adviseren u om een
kleinere hoeveelheid was in de machine te doen.
Eco
Alleen voor katoenen en synthetisch wasgoed dat licht of
normaal vervuild is, bij een temperatuur van 40°C of ho-
ger. De wastijd wordt verlengd en de wastemperatuur
wordt verlaagd. Deze optie kunt u gebruiken als u normaal
vervuild wasgoed wilt wassen en energie wilt besparen.
Voorwas
Als u deze optie kiest, voert de machine een voorwascy-
clus uit voordat de hoofdwasfase begint. De wastijd zal
worden verlengd. Deze optie wordt aanbevolen voor sterk
vervuild wasgoed.
Antikreuk
Als deze optie wordt geselecteerd, wordt het wasgoed
voorzichtig gewassen en gecentrifugeerd om kreuken te
voorkomen. Op deze manier is strijken makkelijker. Bo-
vendien zal de machine extra spoelingen uitvoeren bij en-
kele programma's. De maximale centrifugeersnelheid
wordt automatisch verlaagd bij andere programma's (bijv.
katoen).
Extra Spoelen
Dit apparaat is ontworpen om water te besparen. Als het
noodzakelijk is het wasgoed te spoelen met een extra hoe-
veelheid water (extra spoelgang), kiest u deze optie. De
machine voert enkele extra spoelgangen uit. Deze optie
wordt aanbevolen voor personen die allergisch zijn voor
wasmiddelen en in gebieden waar het water erg zacht is.
Start/Pauze
Met deze toets kunt u het geselecteerde programma star-
ten of onderbreken.
STARTUITSTEL
De start van het hoofdwasprogramma kan met 30 min - 60
min - 90 min, 2 uur en vervolgens steeds met 1 uur tot
een maximum van 20 uur met deze toets worden uitge-
steld.
9 Deur kontroleverlichting
De kontroleverlichting 9 gaat aan als het programma start
en geeft aan dat de deur kan worden geopend:
verlichting aan: de deur kan niet geopend worden. De
machine is in werking of is gestopt, maar er zit nog wa-
ter in de trommel.
verlichting uit: de deur kan nu geopend worden. Het
programma is afgelopen of het water is weggepompt.
verlichting knippert: de deur wordt geopend
10 Display
10.1 10.2
Het display toont de volgende informatie:
10.1: Kinderslot
Met deze optie kunt u het apparaat onbeheerd achterlaten
terwijl het werkt
10.2:
Duur van het gekozen programma
Nadat u een programma gekozen heeft, wordt de tijds-
duur in uren en minuten weergegeven (bijvoorbeeld
). De duur wordt automatisch berekend op ba-
sis van de aanbevolen maximale lading voor elk type
wasgoed. Na de start van het programma wordt de res-
terende tijd elke minuut bijgewerkt.
Gekozen droogtijd
Nadat u een droogprogramma gekozen heeft, wordt de
droogtijd in minuten of uren en minuten getoond. Na
de start van het programma wordt de resterende tijd
elke minuut bijgewerkt.
Uitgestelde start
Het gekozen uitstel, ingesteld met de betreffende toets,
wordt gedurende enkele seconden op het display weer-
gegeven, daarna verschijnt de duur van het eerder ge-
kozen programma De vertragingstijd neemt elk uur met
eenheden van een uur af, daarna, wanneer er nog 1 uur
resteert, neemt de tijd af met eenheden van één minuut.
Alarmcodes
Als de werking van de wasautomaat problemen ople-
vert, kunnen er alarmcodes worden aangegeven, bij-
voorbeeld
(zie hoofdstuk «Wat moet u doen
als...»)
Verkeerde optiekeuze
6
Indien een optie gekozen is die niet compatibel is met
het ingestelde wasprogramma, wordt de melding Err
gedurende enkele seconden onder aan het display
weergegeven en begint het geïntegreerde rode lampje
van toets 7 te knipperen.
Einde van het programma
Als het programma is afgelopen wordt de knipperende
nul (
) getoond, het controlelampje 9 en het contro-
lelampje van toets 7 gaan uit en de deur kan worden
geopend.
Het eerste gebruik
Zorg ervoor dat de elektrische aansluiting en de
wateraansluiting voldoen aan de installatie-in-
structies.
Verwijder het polystyreenblok en evt. andere ma-
terialen uit de trommel.
Giet 2 liter water in het vakje voor het hoofdwas-
middel
van de wasmiddellade om de ECO-
klep te activeren. Laat vervolgens het katoenpro-
gramma op de hoogste temperatuur draaien, zon-
der wasgoed in de machine, zodat eventuele fa-
bricageresten uit de trommel en de kuip worden
verwijderd. Giet een halve maatbeker wasmiddel
in het vakje voor de hoofdwas en start de machi-
ne.
Aanpassing aan persoonlijke wensen
Geluidssignalen
De wasmachine is voorzien van een akoestisch alarm, dat
in de volgende gevallen te horen zal zijn:
aan het einde van een cyclus
als er een storing is
Door voor ongeveer 6 seconden gelijktijdig te drukken op
4 en 5 , wordt het geluidssignaal uitgeschakeld (behalve
bij problemen met de werking). Door nogmaals op deze 2
toetsen te drukken, wordt het geluidssignaal weer inge-
schakeld
Kinderslot
Dankzij deze voorziening kunt u het apparaat onbeheerd
laten, u hoeft zich dan geen zorgen te maken dat kinderen
gewond raken of het apparaat schade toebrengen. Deze
functie blijft ingeschakeld, ook als de machine niet in
werking is
Er zijn twee manieren om deze optie in te stellen:
1. Voor het drukken op de toets 7: de machine kan niet
gestart worden
2. Na drukken op de toets 7: ingestelde programma's of
opties kunnen niet veranderd worden
Om deze optie in- of uit te schakelen tegelijkertijd gedu-
rende ongeveer 6 seconden op de toetsen 2 en 3 drukken
tot het pictogram
verschijnt of verdwijnt.
Dagelijks gebruik
Wasgoed in de machine doen
Open de deur voorzichtig
door de handgreep naar
buiten te trekken. Doe het
wasgoed stuk voor stuk in
de trommel; schud het
eerst zo goed mogelijk uit.
Sluit de vuldeur.
Zorg ervoor dat er geen
wasgoed tussen de deur
blijft klemmen. Er kan wa-
terlekkage of beschadigd
wasgoed ontstaan.
7
Wasmiddel en wasverzachter doseren
M
A
X
M
A
X
Trek de wasmiddellade zo ver mogelijk naar buiten.
Meet de vereiste hoeveelheid wasmiddel af, giet het ver-
volgens in het vak voor de hoofdwas
of in een an-
der vak als het geselecteerde programma/de optie dit
vereist (zie voor meer informatie "Wasmiddeldoseervak-
je")
Giet indien gewenst wasverzachter in het vakje
(de
gebruikte hoeveelheid mag niet de markering "MAX" in
de lade overschrijden). Schuif de wasmiddellade er
weer voorzichtig in.
Klep voor waspoeder of vloeibaar wasmiddel
UP- De kleppositie bij het
gebruik van wasmiddel in
POEDER-vorm
DOWN (omlaag) - De
kleppositie bij gebruik van
VLOEIBAAR wasmiddel tij-
dens de hoofdwas
Als de klep zich niet in de gewenste positie bevindt:
MAX
Trek de wasmiddellade
zo ver mogelijk naar
buiten.
De klep staat omlaag en u wilt waspoeder toevoegen:
Zet de klep omhoog.
MAX
Meet het wasmiddel af.
Doe het waspoeder in
het vakje voor de
hoofdwas
.
Verwijder het overgebleven poeder op de klep.
Er zit nog waspoeder in het vakje voor de
hoofdwas aan het einde van een wasprogram-
ma. Controlleer of het vakje in de juiste positie
staat.
De klep staat omhoog en u wilt vloeibaar wasmiddel
toevoegen:
Zet de klep omlaag.
8
MAX
Meet het wasmiddel af.
Voor de hoeveelheid
wasmiddel raad-
pleegt u altijd de aanwij-
zingen op de verpakking
van het product en zorgt u
ervoor dat het wasmiddel
in de lade kan worden ge-
goten.
Giet vloeibaar wasmiddel in het vakje
zonder dat
de limiet die op de klep wordt aangegeven, wordt
overschreden.
Sluit de wasmiddellade.
Waarschuwing! Gebruik de klep niet in de positie
'DOWN' (omlaag) bij:
Gelachtig wasmiddel of dik wasmiddel.
Waspoeder.
Programma's waarin een voorwas is opgenomen.
Gebruik geen vloeibaar wasmiddel als het waspro-
gramma niet onmiddellijk start.
In deze gevallen, gebruikt u de klep in de positie 'UP'
(omhoog).
Selecteer het gewenste programma met de
programmakeuzeknop (1)
Draai de programmakeuzeknop op het gewenste program-
ma.
Het groene controlelampje van toets 7 gaat knipperen. De
programmakeuzeknop kan met de klok mee of tegen de
klok in worden gedraaid.
Draai de keuzeknop op stand
om het programma te re-
setten/om de machine uit te schakelen.
Aan het einde van het programma moet de keuzeknop op
stand
gedraaid worden, om de machine uit te schake-
len.
Belangrijk! Wanneer u de programmakeuzeknop naar een
ander programma draait wanneer de machine in bedrijf is,
zal het rode controlelampje van knop 7 3 keer knipperen
en wordt de melding
Err
op het display weergegeven om
een onjuiste keuze aan te geven. De machine zal het nieuw
gekozen programma niet uitvoeren.
Selecteer de centrifugeersnelheid door op toets 2 te
drukken
Wanneer het gewenste programma is gekozen, stelt uw
machine automatisch het maximale centrifugetoerental
voor dat programma voor. (Zie "Wasprogramma's" voor
de maximaal toegestane centrifugesnelheid).
Druk herhaaldelijk op deze toets om de centrifugesnelheid
te veranderen, als u wilt dat uw wasgoed op een andere
snelheid wordt gecentrifugeerd. Het desbetreffende lampje
gaat branden
Selecteer de beschikbare opties door te drukken op
toetsen 3, 4, 5 en 6
Afhankelijk van het programma, kunnen er verschillende
functies gecombineerd worden. Deze functies moeten ge-
selecteerd worden, nadat u het gewenste programma ge-
kozen heeft en voordat het programma start. Als deze toet-
sen worden ingedrukt, gaan de bijbehorende kontrolever-
lichtingen aan. Als zij opnieuw worden ingedrukt, gaan de
kontroleverlichtingen uit. Als er een verkeerde optie is ge-
kozen, knippert de geïntegreerde rode kontroleverlichting
van de toets 7 3 keer en wordt het bericht
Err
weergege-
ven.
Zie voor de mogelijke combinaties van wasprogramma's
en opties hoofdstuk 'Wasprogramma's'.
Start het programma door te drukken op toets 7
Druk op deze toets om het geselecteerde programma te
starten. Het bijbehorende groene controlelampje stopt met
knipperen.
Het controlelampje 9 gaat branden om aan te geven dat
het apparaat begint te werken en dat de deur vergrendeld
is.
Als u een uitgestelde start gekozen heeft, begint de machi-
ne af te tellen.
Belangrijk! Als een onjuiste optie is geselecteerd, wordt de
melding
Err
een paar seconden weergegeven en het rode
controlelampje van deze knop knippert 3 keer.
Kies het Startuitstel met toets 8.
Druk als u de start wilt uitstellen voordat u het programma
start op deze toets om het gewenste uitstel te selecteren.
De geselecteerde starttijd verschijnt een paar seconden op
het display, daarna verschijnt de duur van het programma
weer
U moet deze optie kiezen nadat u het programma hebt in-
gesteld en voordat u het programma start
U kunt de uitgestelde start te allen tijde annuleren of wijzi-
gen, voordat u op toets 7 drukt.
9
De uitgestelde start kiezen:
1. Kies het programma en de gewenste opties.
2. Kies het Startuitstel met toets 8.
3. Druk op de toets 7:
- de machine begint de tijd af te tellen in uren.
- het programma zal beginnen als het gekozen uitstel
is afgelopen.
De uitgestelde start annuleren nadat u het programma ge-
start heeft:
1. Zet de wasmachine op PAUZE door te drukken op
toets 7.
2. Druk eenmaal op toets 8. Op het display verschijnt
'.
3. Druk nogmaals op toets 7 om het programma te
starten.
Belangrijk!
Het gekozen uitstel kan alleen worden veranderd nadat
u het wasprogramma opnieuw hebt gekozen.
De deur blijft gedurende het uitstel vergrendeld. Als u
de deur toch wilt openen, moet u de wasmachine eerst
op PAUZE zetten door op toets 7 te drukken en een
paar minuten te wachten. Nadat u de deur weer geslo-
ten heeft drukt u weer op dezelfde toets.
Belangrijk! De functie STARTUITSTEL kan niet worden
geselecteerd bij het afpompprogramma.
Een optie of lopend programma wijzigen
Het is mogelijk om een optie te veranderen voordat het
programma deze uitvoert
Voordat u iets kunt veranderen, moet u de wasmachine la-
ten pauzeren door op de toets 7 te drukken.
U kunt een lopend programma alleen veranderen door het
te resetten Draai de programmakeuzeknop eerst op
en
dan op de stand van het nieuwe programma. Start het
nieuwe programma door weer op toets 7 te drukken.
Het water in de kuip zal niet worden weggepompt
Een programma onderbreken
Druk op toets 7 om een lopend programma te onderbre-
ken, het bijbehorende controlelampje gaat knipperen.
Druk nogmaals op de toets om het programma opnieuw te
starten.
Een programma annuleren
Draai de keuzeknop op om een lopend programma te
annuleren. U kunt nu een nieuw programma kiezen.
De deur openen nadat het programma is gestart
Zet de machine eerst op pauzeren door op toets 7 te druk-
ken.
Als kontroleverlichting 9 knippert en enkele minuten later
uit gaat, kan de deur geopend worden.
Als de kontroleverlichting 9 aanblijft, betekent dit dat de
machine al aan het opwarmen is of dat het waterniveau te
hoog is. Probeer in ieder geval de deur niet open te force-
ren!
Als u de deur niet kunt openen terwijl dit toch nodig is,
schakelt u de machine uit door de keuzeknop op
te
zetten. Na een paar minuten kan de deur worden geopend.
(Let op het waterniveau en de temperatuur!).
Nadat u de deur gesloten heeft, moet u het programma
opnieuw selecteren en op de toets 7 drukken.
Aan het einde van het programma
De machine stopt automatisch. Er klinken een aantal ge-
luidssignalen en een knipperend
verschijnt op het dis-
play. De kontroleverlichting van de toets 7 en de kontrole-
verlichting 9 gaan uit.
Als er een programma of een optie is geselecteerd die ein-
digt met water in de kuip, dan blijft de kontrolverlichting 9
branden. De deur is geblokkeerd om aan te geven dat het
water weggepompt moet worden. De trommel blijft nu met
regelmatige tussenpozen draaien tot het water is afge-
pompt.
Volg de onderstaande instructies om het water af te pom-
pen:
1.
Zet de programmakeuzeknop op
.
2. Kies het programma pompen of centrifugeren.
3. Verlaag indien nodig de centrifugeersnelheid met de
betreffende toets.
4. Druk op toets 7.
Aan het einde van het programma wordt de deur vrijgege-
ven en kan hij worden geopend. Draai de programmakeu-
zeknop op
om de machine uit te schakelen.
Verwijder het wasgoed uit de trommel en controleer goed
of de trommel leeg is. Als u niet van plan bent om nog een
was te doen, sluit dan de waterkraan. Laat de deur open
staan om vorming van schimmel en onaangename lucht-
jes te voorkomen.
10
Stand-by : zodra het programma is geëindigd, wordt na
enkele minuten het energiebesparingssysteem ingescha-
keld. De helderheid van het display wordt verminderd.
Door op een willekeurige toets te drukken haalt u het ap-
paraat uit de energiebesparende modus.
Nuttige aanwijzingen en tips
De was sorteren
Houd u aan de wassymbolen op de etiketten, waarvan elk
kledingstuk voorzien is, en de wasvoorschriften van de fa-
brikant. Sorteer het wasgoed als volgt: wit, bont, synthe-
tisch, fijne was, wol.
Voordat u de was in de machine doet
Was witte en bonte was nooit samen. Wit kan in de was
zijn "witheid" verliezen.
Nieuwe bonte weefsels kunnen uitlopen als zij de eerste
keer worden gewassen; was dit soort kleding de eerste
keer dan ook apart.
Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen, haakjes en druk-
knopen. Bind ceintuurs of lange riemen vast.
Verwijder hardnekkige vlekken vóór het wassen.
Wrijf bijzonder vervuilde delen in met een speciaal was-
middel of reinigingspasta.
Behandel vitrage met speciale zorg. Verwijder haken of
stop ze in een zak of net.
Vlekken verwijderen
De kans bestaat dat hardnekkige vlekken niet kunnen wor-
den verwijderd met alleen water en wasmiddel. Het is
daarom aan te bevelen vlekken eerst te behandelen alvo-
rens het kledingstuk te wassen.
Bloed: behandel verse bloedvlekken met koud water. Laat
opgedroogde vlekken een nacht in water met een speciaal
wasmiddel inweken; daarna de vlek met het sop uitwas-
sen.
Verf op oliebasis: bevochtig de vlek met wasbenzine, leg
het kledingstuk op een zachte doek en dep de vlek; her-
haal de behandeling enkele keren.
Opgedroogde vetvlekken: bevochtig de vlek met terpenti-
ne, leg het kledingstuk op een zacht oppervlak en dep de
vlek met de vingertoppen en een katoenen doek.
Roest: oxaalzuur opgelost in warm water of een roestver-
wijderingsproduct dat koud wordt gebruikt. Wees voor-
zichtig met oude roestvlekken omdat de cellulosestructuur
in dat geval beschadigd zal zijn en de kans groot is dat de
vlek een gat wordt.
Schimmelvlekken: behandel de vlek met bleekmiddel;
goed uitspoelen (alleen witte en kleurechte weefsels).
Gras: licht inzepen en de vlek met bleekmiddel behande-
len (alleen witte en kleurechte weefsels).
Balpeninkt en lijm: bevochtig met aceton
1)
, leg het kle-
dingstuk op een zachte doek en dep de vlek.
Lippenstift: bevochtig de vlek met aceton zoals hierboven,
vervolgens de vlekken met brandspiritus behandelen. Be-
handel evt. achtergebleven sporen met bleekmiddel.
Rode wijn: laten inweken in water en wasmiddel, uitspoe-
len en behandelen met azijnzuur of citroenzuur, vervol-
gens uitspoelen. Behandel evt. achtergebleven sporen met
bleekmiddel.
Inkt: bevochtig de stof afhankelijk van het type inkt eerst
met aceton
1)
en dan met azijnzuur; behandel evt. achter-
gebleven sporen op wit textiel met bleekmiddel; daarna
grondig uitspoelen.
Teervlekken: eerst behandelen met vlekkenverwijderaar,
brandspiritus of wasbenzine, vervolgens inwrijven met rei-
nigingspasta.
Wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen
Een goed wasresultaat is ook afhankelijk van de keuze van
het wasmiddel en het gebruik van de juiste hoeveelheden
om verspilling te voorkomen en het milieu te sparen.
Ofschoon zij biologisch afbreekbaar zijn bevatten wasmid-
delen stoffen die - in grote hoeveelheden - de broze ba-
lans van de natuur kunnen verstoren.
De keuze van het wasmiddel hangt af van het type stof (fij-
ne was, wol, katoen, enz.), de kleur, wastemperatuur en de
mate van vervuiling.
Alle in de handel verkrijgbare machinewasmiddelen kun-
nen in deze machine worden gebruikt:
waspoeder voor alle soorten weefsels;
waspoeder voor tere weefsels (60°C max) en wol;
vloeibare wasmiddelen, bij voorkeur voor wasprogram-
ma's op lage temperatuur (60°C max) voor alle soorten
weefsels, of speciaal voor alleen wol.
De wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen moeten in
het juiste vakje van de wasmiddellade worden gedaan
voordat het wasprogramma wordt gestart.
Als gebruik wordt gemaakt van vloeibaar wasmiddel, dient
een programma zonder voorwas te worden gekozen.
1) Gebruik geen aceton op kunstzijde.
11
De wasautomaat is uitgerust met een recirculatiesysteem
dat een optimaal gebruik van geconcentreerd wasmiddel
mogelijk maakt.
Volg de aanbevelingen van de fabrikant op voor wat betreft
de te gebruiken hoeveelheden en overschrijd het «MAX»
teken in de wasmiddellade niet.
Hoeveelheid wasmiddel
Het type en de te gebruiken hoeveelheid wasmiddel han-
gen af van het type weefsel, de hoeveelheid wasgoed, de
mate van vervuiling en de hardheid van het water.
Volg de instructies van de wasmiddelenfabrikant over de
te gebruiken hoeveelheden.
Gebruik minder wasmiddel als:
als u een kleine lading wast;
het wasgoed licht vervuild is;
er veel schuimvorming is tijdens het wassen.
Graden van waterhardheid
De hardheid van water wordt geclassificeerd in zogenaam-
de hardheidsgraden. Informatie over de hardheid van het
water in uw omgeving kan worden verkregen bij het des-
betreffende waterleidingbedrijf. Als de waterhardheid mid-
delmatig of hoog is, raden we aan een waterontharder toe
te voegen, waarbij u altijd de instructies van de fabrikant
opvolgt. Als de hardheid van het water zacht is, pas dan
de hoeveelheid wasmiddel aan.
Wasprogramma's
Programma
Maximale en minimale temperatuur - Cyclusbeschrijving –
Maximaal centrifugetoerental – Maximale belading - Type was-
goed
Opties Wasmiddelvakje
KATOEN
95°- Koud
Hoofdwas, Spoelen
Maximale centrifugeersnelheid 1400 toeren
Max. belading 8 kg - gereduceerde lading 4 kg
Wit en bont katoen (normaal vervuilde artikelen).
CENTRIFUGETOEREN-
TAL REDUCEREN
SPOELSTOP
ECO
1)
SUPERSNEL
2)
VOORWAS
ANTI-KREUK
EXTRA SPOELEN
3)
SYNTHETICA
60° - Koud
Hoofdwas, Spoelen
Maximale centrifugeersnelheid 900 toeren
Max. belading 3,5 kg - gereduceerde lading 1,5 kg
Synthetische of gemengde stoffen: ondergoed, gekleurde kle-
dingstukken, krimpvrije overhemden, blouses.
CENTRIFUGETOEREN-
TAL REDUCEREN
SPOELSTOP
ECO
1)
SUPERSNEL
2)
VOORWAS
ANTI-KREUK
EXTRA SPOELEN
3)
FIJNE WAS
40° - Koud
Hoofdwas, Spoelen
Maximale centrifugeersnelheid 700 toeren
Max. belading kg 3 - Gereduceerde lading kg 1,5
Fijne was: acryl, viscose, polyester.
CENTRIFUGETOEREN-
TAL REDUCEREN
SPOELSTOP
SUPERSNEL
2)
VOORWAS
EXTRA SPOELEN
3)
12
Programma
Maximale en minimale temperatuur - Cyclusbeschrijving –
Maximaal centrifugetoerental – Maximale belading - Type was-
goed
Opties Wasmiddelvakje
HANDWAS
30° - Koud
Hoofdwas, Spoelen
Maximale centrifugeersnelheid 900 toeren
Max. belading 2 kg
Speciaal programma voor fijne weefsels voorzien van het sym-
bool "handwas".
CENTRIFUGETOEREN-
TAL REDUCEREN
SPOELSTOP
WOL
40°
Hoofdwas, Spoelen
Maximale centrifugeersnelheid 900 toeren
Max. belading 2 kg
Wasprogramma voor in de machine wasbare wol en voor met
de hand wasbare wol en fijne stoffen. Opmerking: Een enkel of
groot stuk wasgoed kan onbalans veroorzaken. Als de machine
de laatste centrifugefase niet uitvoert, voeg dan meer wasgoed
toe, verdeel de lading handmatig opnieuw en kies vervolgens
het centrifugeprogramma.
CENTRIFUGETOEREN-
TAL REDUCEREN
SPOELSTOP
JEANS
40°
Hoofdwas, Spoelen
Maximale centrifugeersnelheid 900 toeren
Max. belading 3 kg
Met dit programma is het mogelijk om kleding te wassen zoals
broeken, overhemden of jacks van spijkerstof en truien die uit
hi-tech-materialen bestaan. (De optie Extra spoelen wordt auto-
matisch geactiveerd).
CENTRIFUGETOEREN-
TAL REDUCEREN
SPOELSTOP
VOORWAS
ANTI-KREUK
3)
13
Programma
Maximale en minimale temperatuur - Cyclusbeschrijving –
Maximaal centrifugetoerental – Maximale belading - Type was-
goed
Opties Wasmiddelvakje
INWEKEN
30°
Voorwas – Gedurende 40 minuten inweken - Stop met water in de kuip
Max. belading 8 kg
Speciaal programma voor zwaar vervuild wasgoed. De machine voert een inweekfase uit op
30°C. Na afloop van de inweektijd stopt de machine automatisch, met het water nog in de
trommel.
Voordat een nieuwe wasfase gestart kan worden, moet het water uit de trommel worden af-
gevoerd door:
Alleen water wegpompen: zet de programmakeuzeknop op het programma Pompen (druk
op toets7).
Pompen en centrifugeren: zet de programmakeuzeknop op het programma Centrifugeren,
verlaag de centrifugeersnelheid door aan de betreffende knop te draaien en druk vervol-
gens op toets 7.
Belangrijk! Dit programma kan niet gebruikt worden voor heel delicate stoffen zoals zijde of
wol. Giet het wasmiddel voor het inweekprogramma in het desbetreffende vakje met het
symbool. Aan het einde van het programma (als het water is afgepompt), kunt u het waspro-
gramma selecteren (draai de programmakeuzeknop eerst naar
, dan naar het waspro-
gramma en druk vervolgens op de toets 7).
SPOELEN
Spoelgangen
Maximale centrifugeersnelheid 1400 toeren
Max. belading 8 kg
Met dit programma is het mogelijk om katoenen kledingstukken
die met de hand gewassen zijn uit te spoelen en te centrifuge-
ren. De machine voert 3 spoelgangen uit, gevolgd door een
laatste, lange centrifugegang. De centrifugeersnelheid kan ver-
laagd worden.
CENTRIFUGETOEREN-
TAL REDUCEREN
SPOELSTOP
ANTI-KREUK
EXTRA SPOELEN
POMPEN
Afvoeren van het water
Max. belading 8 kg
Om het laatste spoelwater af te voeren in programma's met de
optie geselecteerd, waardoor het programma eindigt met water
in de trommel.
14
Programma
Maximale en minimale temperatuur - Cyclusbeschrijving –
Maximaal centrifugetoerental – Maximale belading - Type was-
goed
Opties Wasmiddelvakje
CENTRIFUGEREN
Pompen en lang centrifugeren
Maximale centrifugeersnelheid 1400 toeren
Max. belading 8 kg
Aparte centrifugegang voor kledingstukken die met de hand ge-
wassen moeten worden en na programma's met de optie gese-
lecteerd, waardoor het programma eindigt met water in de trom-
mel. U kunt de centrifugeersnelheid met behulp van de betref-
fende toets aanpassen aan de weefsels die gecentrifugeerd
moeten worden.
CENTRIFUGETOEREN-
TAL REDUCEREN
= UIT
Om het lopende programma te annuleren of om de machine uit te schakelen .
1) Deze optie is niet actief bij een temperatuur lager dan 40°.
2) Als u de optie Supersnel/Rapide selecteert door te drukken op toets 3, raden we u aan de maximale belading te beperken, zoals
aangegeven. Volledige belading is mogelijk, de wasresultaten zullen echter minder goed zijn.
3) Als u gebruik maakt van vloeibaar wasmiddel, moet u een programma zonder VOORWAS selecteren.
Onderhoud en reiniging
Waarschuwing! U moet het apparaat LOSKOPPELEN
van de elektrische voeding, voordat u welke
reinigings- of onderhoudswerkzaamheden dan ook kunt
uitvoeren
Ontkalken
Het water dat wij gebruiken bevat gewoonlijk kalk. Het is
aan te bevelen om regelmatig een waterontharder in de
machine te gebruiken. Doe dit apart van het wassen van
wasgoed en volgens de aanwijzingen van de fabrikant van
de waterontharder. Hiermee voorkomt u de vorming van
kalkaanslag.
Buitenkant reinigen
Maak de buitenkant van het apparaat alleen schoon met
water en zeep, droog het daarna grondig af.
De wasmiddellade schoonmaken
De lade voor was- en nabehandelingsmiddelen moet re-
gelmatig worden schoongemaakt.
M
A
X
Verwijder de lade door de
vergrendeling naar bene-
den te drukken en de lade
naar buiten te trekken.
Spoel de lade af onder een
kraan om eventuele resten
waspoeder te verwijderen.
MAX
Om het schoonmaken te
vergemakkelijken kan het
bovenste gedeelte van het
vakje voor nabehande-
lingsmiddelen verwijderd
worden.
15
De uitsparing van de lade schoonmaken
Nadat u de lade verwijderd
heeft, kunt u met een bor-
steltje de uitsparing
schoonmaken, zo zorgt u
er voor dat alle resten
waspoeder verwijderd
worden van de boven en
onderkant van de uitspa-
ring.
Schuif de lade weer naar binnen en laat het spoelpro-
gramma lopen, zonder kleding in de trommel.
De pomp schoonmaken
De pomp moet regelmatig worden gecontroleerd en in het
bijzonder als:
de machine niet pompt en/of niet centrifugeert;
de machine tijdens het pompen een abnormaal geluid
maakt als gevolg van veiligheidsspelden, munten, enz.
die de pomp blokkeren;
een probleem met de waterafvoer wordt gedetecteerd
(zie hoofdstuk 'Problemen oplossen...' voor meer infor-
matie).
Waarschuwing! Voordat u het pompdeurtje opent,
schakelt u de machine uit en trekt u de stekker uit
het stopcontact.
Ga hiervoor als volgt te werk:
Trek de stekker uit het stopcontact.
Wacht indien nodig tot het water is afgekoeld.
Open het pompdeurtje.
Plaats een opvangbak
dichtbij de pomp om het
vrijkomende water op te
vangen.
Trek de noodafvoerslang
naar buiten, plaats hem in
de opvangbak en verwijder
de dop.
Als er geen water meer naar buiten komt, schroef dan
het deksel van de pomp los door deze naar links te
draaien en verwijder het filter. Gebruik indien nodig een
tang. Houd altijd een oude doek bij de hand om het
eventueel gemorste water te kunnen opvegen.
Spoel het filter af onder een kraan om eventuele resten
waspoeder te verwijderen.
Verwijder vreemde mate-
rialen en waspoeder van
het filter en het schoepen-
rad.
Controleer nauwkeurig of het schoepenrad draait (het
draait schokkend). Als hij niet draait, neemt u contact
op met de klantenservice.
Plaats de dop terug op de noodafvoerslang en zet de
slang terug op zijn plaats.
Vervang het filter in de
pomp door het op de juis-
te wijze in de speciale ge-
leiders te plaatsen.
Schroef de pompklep ste-
vig vast door het naar
rechts te draaien.
16
Sluit het pompdeurtje.
Let op! Als het apparaat in werking is en afhankelijk
van het gekozen programma kan er heet water in de
pomp aanwezig zijn.
Verwijder het pompdeksel nooit tijdens een wascyclus,
wacht altijd tot de machine de cyclus heeft afgemaakt en u
het wasgoed uit de trommel hebt kunnen halen. Wanneer
u het deksel weer vastschroeft, dient u goed te controleren
of het stevig is vastgezet om lekkages te voorkomen en te
voorkomen dat jonge kinderen het kunnen verwijderen.
De watertoevoerfilters schoonmaken
Belangrijk! Als het apparaat niet met water wordt gevuld,
het lange tijd duurt voordat het water wordt gevuld, de
startknop geel knippert of het display (indien aanwezig)
het bijbehorende alarm toont (zie hoofdstuk "Problemen
oplossen" voor meer informatie), moet u controleren of de
watertoevoerfilters niet geblokkeerd zijn.
De watertoevoerfilters schoonmaken:
Draai de waterkraan
dicht.
Schroef de slang van
de kraan.
Reinig het zeefje in de
slang met een harde
borstel.
Schroef de waterslang weer op de kraan. Zorg ervoor
dat de aansluiting stevig vast zit.
Schroef de slang los van de machine. Houd een ou-
de doek bij de hand om eventueel gemorst water te
kunnen opvegen.
Maak het filter in de klep schoon met een stevige
borstel of met een doek.
35°
45°
Schroef de slang terug op de machine en zorg dat de
aansluiting stevig vastzit.
Draai de waterkraan open.
Voorzorgsmaatregelen bij vorst
Als de machine wordt blootgesteld aan temperaturen on-
der 0°C, dient u enkele voorzorgsmaatregelen te treffen.
draai de waterkraan dicht.
Schroef de watertoevoerslang los.
Plaats het uiteinde van de noodafvoerslang en van de
toevoerslang in een op de vloer geplaatste opvangbak
en laat het aanwezige water weglopen.
Schroef de watertoevoerslang weer aan de kraan en zet
de noodafvoerslang weer op zijn plaats na eerst de stop
te hebben teruggeplaatst.
Als u de machine opnieuw wilt starten, controleer dan
of de omgevingstemperatuur boven de 0°C ligt.
Machine legen in geval van nood
Ga, als het water niet wordt afgevoerd, als volgt te werk
om de machine leeg te laten lopen:
trek de stekker uit het stopcontact;
draai de waterkraan dicht;
wacht indien nodig totdat het water is afgekoeld;
open het pompdeurtje;
zet een opvangbak op de vloer en houd het uiteinde
van de noodafvoerslang in de bak. Trek de stop eruit.
Het water zou door de zwaartekracht in de opvangbak
moeten lopen. Plaats als de opvangbak vol is de stop
terug op de slang. Gooi de opvangbak leeg. Herhaal
deze procedure totdat er geen water meer uit de slang
komt;
17
reinig indien nodig de pomp, zoals hierboven beschre-
ven;
plaats de stop terug op de noodafvoerslang en zet de
slang terug op zijn plaats;
schroef het pompdeksel vast en sluit het deurtje.
Belangrijk! Elke keer dat u het water met behulp van de
noodafvoerslang afvoert, moet u 2 liter water in het vakje
voor het hoofdwasmiddel van de wasmiddellade gieten en
daarna het pompprogramma laten draaien. Dit activeert de
SPAARKLEP-voorziening, waarmee wordt voorkomen dat
een gedeelte van het wasmiddel bij de volgende wasbeurt
ongebruikt blijft.
Problemen oplossen
Bepaalde problemen zijn het gevolg van een gebrek aan
eenvoudig onderhoud of van onoplettendheid; dergelijke
problemen kunnen gemakkelijk zonder de hulp van een
monteur worden opgelost. Controleer voordat u contact
opneemt met onze serviceafdeling eerst de onderstaande
checklist.
Als de machine is ingeschakeld, is het mogelijk dat het
rode controlelampje van toets 7 knippert, een van de vol-
gende alarmcodes op het display verschijnt en tegelijker-
tijd iedere 20 seconden geluidssignalen te horen zijn om
aan te geven dat de machine niet werkt:
: probleem met de watertoevoer.
: probleem met de waterafvoer.
: deur open.
Druk, nadat het probleem is verholpen, op toets 7 om het
programma opnieuw te starten. Als het probleem zich na
alle controles nog steeds voordoet, neemt u contact op
met onze serviceafdeling.
Probleem Mogelijke oorzaak/oplossing
De machine start niet:
De deur is niet goed gesloten.
Doe de deur stevig dicht.
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
Steek de stekker in het stopcontact.
Er staat geen spanning op het stopcontact.
Controleer de elektrische installatie in uw woning.
De hoofdzekering is doorgebrand.
Vervang de zekering.
De keuzeknop is niet goed ingesteld en er is niet op toets 7 gedrukt.
Draai de keuzeknop en druk nogmaals op toets 7.
De uitgestelde start is gekozen.
Als het wasgoed meteen gewassen moet worden, annuleert u de uitgestelde
start.
Het kinderslot is geactiveerd.
Deactiveer het kinderslot.
18
Probleem Mogelijke oorzaak/oplossing
De machine wordt niet met water ge-
vuld:
De waterkraan is dicht.
Draai de waterkraan open.
De toevoerslang is bekneld of geknikt.
Controleer de aansluiting van de watertoevoerslang.
Het filter in de toevoerslang of het inlaatklepfilter is verstopt.
Reinig de watertoevoerfilters. (Zie 'Watertoevoerfilters reinigen' voor meer
informatie).
De deur is niet goed gesloten.
Doe de deur stevig dicht.
De machine pompt het water niet
weg en/of centrifugeert niet:
De afvoerslang is bekneld of geknikt.
Controleer de aansluiting van de afvoerslang.
Het afvoerfilter is verstopt.
Maak het afvoerfilter schoon.
Er is een optie of programma gekozen waarbij het water in de trommel niet
wordt weggepompt of een programma dat alle spoelfasen annuleert.
Kies het programma pompen of centrifugeren.
Het wasgoed is niet gelijkmatig in de trommel verdeeld.
Verdeel het wasgoed opnieuw.
Er ligt water op de vloer:
Er is te veel of een verkeerd wasmiddel gebruikt (te veel schuimvorming).
Verminder de hoeveelheid wasmiddel of gebruik een ander middel.
Controleer of een van de koppelingen van de toevoerslang lekkage vertoont.
Dit is niet altijd gemakkelijk te zien, omdat het water langs de slang naar bene-
den loopt; controleer of de slang vochtig is.
Controleer de aansluiting van de watertoevoerslang.
De afvoer- of toevoerslang is beschadigd.
Vervang deze door een nieuwe.
De dop op de noodafvoerslang is na het schoonmaken niet teruggeplaatst of
het filter is niet goed vastgeschroefd.
Zet de dop terug op de noodafvoerslang en draai het filter volledig aan.
Onbevredigende wasresultaten:
Er is te weinig of een verkeerd wasmiddel gebruikt.
Gebruik meer wasmiddel of gebruik een ander middel.
Hardnekkige vlekken zijn niet voor aanvang van het wassen behandeld.
Gebruik normaal in de handel verkrijgbare producten om hardnekkige vlek-
ken te behandelen.
De juiste temperatuur is niet gekozen.
Controleer of u de juiste temperatuur hebt gekozen.
Te veel wasgoed in de trommel.
Verminder het wasgoed in de trommel.
19
Probleem Mogelijke oorzaak/oplossing
De deur gaat niet open:
Het programma loopt nog.
Wacht tot het wasprogramma is afgelopen.
De deur is niet ontgrendeld.
Wacht tot de kontroleverlichting 9 uit gaat.
Er staat water in de trommel.
Kies het programma voor pompen of centrifugeren om het water te verwij-
deren.
De machine staat te schudden of
maakt lawaai:
De transportbouten en het verpakkingsmateriaal zijn niet verwijderd.
Controleer of de machine correct geïnstalleerd is.
De steunvoetjes zijn niet afgesteld
Controleer of de machine goed waterpas staat.
Het wasgoed is niet gelijkmatig in de trommel verdeeld.
Verdeel het wasgoed opnieuw.
Mogelijk bevat de trommel te weinig wasgoed.
Plaats meer wasgoed in de trommel.
Centrifugeren begint traag of de ma-
chine centrifugeert niet:
De elektronische voorziening voor het detecteren van onbalans is ingescha-
keld, omdat het wasgoed niet gelijkmatig in de trommel is verdeeld. Het was-
goed wordt opnieuw verdeeld doordat de machine de trommel in tegenoverge-
stelde richting ronddraait. Dit kan verschillende keren nodig zijn voordat de
verkeerde balans verdwijnt en het normale centrifugeren kan worden hervat.
Als het wasgoed na 10 minuten nog steeds niet gelijkmatig in de trommel is
verdeeld, zal de machine niet centrifugeren. Verdeel het wasgoed in dat geval
met de hand in de trommel en selecteer het programma centrifugeren.
Verdeel het wasgoed opnieuw.
De lading is te klein.
Voeg meer wasgoed toe, verdeel de lading handmatig opnieuw en kies ver-
volgens het programma centrifugeren.
De machine maakt een vreemd ge-
luid:
De machine is uitgerust met een type motor die vergeleken met andere traditio-
nele motoren een vreemd geluid maakt. Deze nieuwe motor zorgt voor een
soepelere start en een betere verdeling van het wasgoed in de trommel tijdens
het centrifugeren en voor een betere stabiliteit van de machine.
Er is geen water zichtbaar in de
trommel:
Machines die gebaseerd zijn op moderne technologie werken erg zuinig en
verbruiken weinig water zonder dat dit ten koste gaat van de prestatie van de
machine.
Als u het probleem niet kunt vinden of oplossen, neem
dan contact op met onze Klantenservice. Noteer alvorens
te bellen het model, serienummer en de aankoopdatum
van de machine: de Klantenservice zal om deze informatie
vragen.
Mod. ... ... ...
Prod. No. ... ... ...
Ser. No. ... ... ...
Mo
d
. ..
. ...
...
Prod. N
o
.
... .
.. ..
S
e
r. No
.
... ... ...
20
Technische gegevens
Afmetingen Breedte
Hoogte
Diepte
60 cm
85 cm
63 cm
Elektrische aansluiting
Spanning - Totale vermogen - Zeke-
ring
Informatie over de elektrische aansluiting staat op het typeplaatje aan de bin-
nenkant van de deur van het apparaat.
Leidingwaterdruk Minimaal
Maximaal
0,05 MPa
0,8 MPa
Maximale belading Katoen 8 kg
Centrifugetoerental Maximaal 1400 Toeren per minuut
Verbruikswaarden
Programma
1)
Energieverbruik (kWh)
2)
Waterverbruik (liter)
2)
Witte katoen 95° C 2.1 65
Katoen 60 °C 1.4 63
Katoen 40 °C 0.6 63
Synthetische stoffen 40 °C 0.45 37
Fijne was 40 °C 0.6 63
Wol/Handwas 30 °C 0.25 55
1) Raadpleeg het display voor de programmatijd.
2) De consumptiegegevens die in dit overzicht worden weergegeven, zijn indicatief. De gegevens kunnen verschillen, afhankelijk van de
hoeveelheid, het type wasgoed, de temperatuur van de watertoevoer en de omgevingstemperatuur.
Standaardprogramma's voor de verbruikwaarden van het
Energielabel
De katoen 60 °C eco en katoen 40 °C eco zijn de stan-
daard katoenprogramma's voor normaal vervuilde katoe-
nen was. Ze zijn geschikt voor het wassen van normaal
vervuilde katoenen was en het zijn zeer efficiënte program-
ma's voor gecombineerd energie- en waterverbruik voor
het wassen van dat type katoenen was.
Overeenkomstig EN60456.
De daadwerkelijke watertemperatuur kan verschillen
van de vermelde cyclustemperatuur.
Montage
Uitpakken
Alle transportbouten en verpakkingsmaterialen moeten
worden verwijderd alvorens de machine in gebruik te ne-
men.
Wij raden u aan alle transportbeveiligingen te bewaren,
zodat zij kunnen worden gemonteerd als de machine ooit
nog eens moet worden vervoerd.
21
Als u al het verpakkings-
materiaal hebt verwijderd,
legt u de machine voor-
zichtig op zijn achterkant
om de basis van piep-
schuim van de onderkant
te kunnen verwijderen.
Verwijder het netsnoer en
de slangen van de slang-
houders op de achterkant
van het apparaat.
Draai de drie bouten los. Schuif de betreffende
kunststof afstandhouders
naar buiten.
Open de vuldeur en ver-
wijder het polystyreen
blokje dat op de afdichting
van de deur zit.
Maak het kleine gaatje aan
de bovenkant en de twee
grotere gaten dicht met de
plastic doppen die in het
zakje bij de gebruiksaan-
wijzing zitten.
Plaatsen
Installeer de machine op een vlakke harde vloer. Zorg er
voor dat de luchtcirculatie rond de machine niet wordt be-
lemmerd door tapijten, kleedjes enz. Controleer of de ma-
chine vrij staat van de muur of andere keukenmeubelen.
Zet de wasmachine waterpas door de pootjes hoger of la-
ger te zetten. Het kan enige moeite kosten om de pootjes
te verstellen omdat ze voorzien zijn van een zelfborgende
moer, maar de machine MOET horizontaal en stabiel
staan.
Alle noodzakelijke afstellingen kunnen uitgevoerd worden
met een moersleutel.
Zorgvuldige horizontale afstelling voorkomt trillingen, la-
waai of verschuiving van de machine tijdens de werking.
Leg nooit karton, hout of iets dergelijks onder de machine
om oneffenheden van de vloer te compenseren.
Controleer de afstelling,
indien nodig, met een
luchtbelwaterpas.
Rubberen voetenset (4055126249)
Verkrijgbaar bij uw geautoriseerde verkooppunt.
De rubberen voeten zijn vooral handig op zwevende, glad-
de en houten vloeren.
Monteer de rubberen voeten om trillingen, lawaai of ver-
schuiving van de machine tijdens de werking te voorko-
men.
Lees de bij de kit geleverde gebruiksaanwijzing zorgvuldig
door.
Watertoevoer
Let op!
Deze machine moet worden aangesloten op een
koudwatertoevoer.
Voordat u de machine op nieuwe leidingen aan-
sluit, of op leidingen die lange tijd niet zijn ge-
bruikt, moet u een aanzienlijke hoeveelheid water
gebruiken om vuil dat zich in de leidingen heeft
opgehoopt, weg te spoelen.
Gebruik voor aansluiting op de waterleiding geen
eerder gebruikte slangen.
Er is een waterslang meegeleverd. U vindt deze slang in
de trommel van de machine.
22
35°
45°
Open de vuldeur en haal de toevoerslang uit de trom-
mel.
Sluit de slang met de haakse aansluiting op de machine
aan. Bevestig de toevoerslang niet naar beneden ge-
richt. Bevestig de slang altijd onder een hoek naar links
of naar rechts, afhankelijk van de plaats waar de water-
kraan zich bevindt.
Breng de slang in de juiste positie door de ringmoer los
te draaien.
Sluit de slang aan op een
kraan met 3/4”-schroef-
draad.
Als de toevoerslang zich in de juiste positie bevindt,
draai de ringmoer dan weer vast om lekkage te voor-
komen.
De toevoerslang mag niet worden verlengd. Als de
slang te kort is en u de kraan niet wilt verplaatsen,
zult u een nieuwe, langere slang moeten kopen die
speciaal voor dit doel is gemaakt.
Waterstop
A
De toevoerslang is voorzien van een waterstop, een be-
veiligingsvoorziening tegen schade veroorzaakt door
waterlekkage die kan ontstaan door natuurlijke slijtage
van de slang. Deze storing wordt aangegeven door een
rood vlak in venster «A». Als dit gebeurt, draait u de
kraan dicht en neemt u contact op met de klantenservice
om de slang te laten vervangen.
Waterafvoer
Het uiteinde van de afvoerslang kan op drie manieren wor-
den geplaatst:
Over de rand van een
gootsteen; gebruik hier-
voor de bij de machine ge-
leverde slanggeleider van
kunststof.
Zorg er in dit geval voor dat het uiteinde niet van de
rand kan losschieten als de wasautomaat aan het leeg-
lopen is. U kunt de slang met een stuk touw aan de
kraan vastbinden of aan de wand bevestigen.
23
In een aftakking van een gootsteenafvoer. De aftakking
dient zich boven de sifon te bevinden, zodat de bocht
zich ten minste 60 cm boven de grond bevindt.
Rechtstreeks in een afvoerpijp op een hoogte van min.
60 cm en max. 90 cm. Het einde van de afvoerslang
moet altijd geventileerd zijn, d.w.z. dat de binnendiame-
ter van de afvoerpijp groter moet zijn dan de buitendia-
meter van de afvoerslang. De afvoerslang mag niet ge-
knikt zijn.
Aansluiting aan het elektriciteitsnet
Informatie over de elektrische aansluiting staat op het ty-
peplaatje aan de binnenkant van de deur van het apparaat.
Controleer of de elektrische installatie in uw woning ge-
schikt is voor het maximale vereiste vermogen; houd hier-
bij rekening met andere apparaten die in gebruik zijn.
Let op! Sluit de machine aan op een geaard
stopcontact.
Let op! De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld
worden voor schade of letsel die voortkomt uit het
niet opvolgen van bovengenoemde
veiligheidsvoorschriften.
Let op! Het aansluitsnoer moet na de installatie van
de machine toegankelijk zijn.
Let op! Indien de voedingskabel moet worden
vervangen, dan moet dit gebeuren door onze
Klantenservice.
Milieubescherming
Het symbool op het product of op de verpakking wijst
erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden
behandeld, maar moet worden afgegeven bij een
verzamelpunt waar elektrische en elektronische apparatuur
wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de
juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijke
negatieve gevolgen voor mens en milieu die zich zouden
kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalverwerking.
Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit
product, kunt u contact opnemen met de gemeente, de
gemeentereiniging of de winkel waar u het product hebt
gekocht.
Verpakkingsmaterialen
Materialen met het symbool zijn recyclebaar.
>PE<=polyethyleen
>PS<=polystyreen
>PP<=polypropyleen
Dit betekent dat ze gerecycled kunnen worden als u ze net-
jes weggooit in de daarvoor bestemde containers.
Milieutips
Om water en energie te besparen en om het milieu te hel-
pen beschermen, raden wij u aan de volgende tips ter har-
te te nemen:
Normaal vuile was kan zonder voorwas worden gewas-
sen om wasmiddel, water en tijd te besparen (ook het
milieu wordt zo beschermd!).
De machine werkt economischer als hij volledig wordt
gevuld.
Met de juiste voorbehandeling kunnen vlekken en vuil
worden verwijderd; het wasgoed kan daarna bij een la-
gere temperatuur worden gewassen.
Doseer het wasmiddel aan de hand van de waterhard-
heid, de mate van vervuiling van het wasgoed en de
hoeveelheid wasgoed.
24
25
26
27
www.zanussi.com/shop
192985590-A-342011
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28

Zanussi ZWN7140AL Handleiding

Type
Handleiding