Miller MA490243A de handleiding

Type
de handleiding
OM-203 034W/dut
201010
Processen
MIG/MAG lassen
Met optionele apparatuur:
Pulserende MIG (GMAW-P)
XMT 456 CC/CV:
Multiproces Lassen
Beschrijving
Invision 456P:
Invision 456P:
XMT 456 CC/CV:
R
Invision 456P en
XMT 456 CC/CV
(400 V modellen) IEC
R
HANDLEIDING
www.MillerWelds.com
Miller Electric maakt een complete lijn
lasapparaten en aanverwante
lasproducten. Wilt u meer informatie
over de andere kwaliteitsproducten van Miller, neem dan contact op met uw
Miller-leverancier. Hij heeft de nieuwste overzichtscatalogus en afzonderlijke
productleaflets voor u.
Bedankt en gefeliciteerd dat u voor Miller hebt gekozen. Nu kunt u aan de
slag en alles meteen goed doen. Wij weten dat u geen tijd heeft om het an-
ders dan meteen goed te doen.
Om die reden zorgde Niels Miller, toen hij in 1929 voor het eerst met het
bouwen van booglasapparatuur begon, er dan ook voor dat zijn producten
lang meegingen en van superieure kwaliteit waren. Net als u nu konden
zijn klanten toen zich geen mindere kwaliteit veroorloven. De producten
van Miller moesten het beste van het beste zijn. Zij moesten gewoon het
allerbeste zijn dat er te koop was.
Tegenwoordig zetten de mensen die Miller-producten bouwen en verkopen
die traditie voort. Ook zij zijn vastbesloten om apparatuur en service te
bieden die voldoet aan de hoge kwaliteits- en prestatiestandaards die in
1929 zijn vastgelegd.
Deze handleiding voor de eigenaar is gemaakt om u optimaal gebruik te
kunnen laten maken van uw Miller-producten. Neem even de tijd om de
veiligheidsvoorschriften door te lezen. Ze helpen u om uzelf te beschermen
tegen mogelijke gevaren op de werkplek. We hebben ervoor gezorgd, dat u
de apparatuur snel en gemakkelijk kunt installeren. Bij Miller kunt u reke-
nen op jarenlange betrouwbare service en goed
onderhoud. En mocht uw apparatuur om wat
voor reden dan ook ooit moeten worden gerepa-
reerd, dan kunt u in het hoofdstuk Onderhoud &
Storingen precies nagaan wat het probleem is.
Aan de hand van de onderdelenlijst kunt u bepa-
len welk onderdeel u precies nodig hebt om het
probleem te verhelpen. Ook vindt u de garantie
en de onderhoudsinformatie voor uw specifieke
model bijgesloten.
Miller was de allereerste
fabrikant van lasapparatuur in
de VS die het ISO 9001
kwaliteitscertificaat behaal-
de.
Elke krachtbron van Miller
gaat vergezeld de meest
probleemloze garantie in
onze bedrijfstak u werkt er
hard genoeg voor.
Van Miller voor u
INHOUDSOPGAVE
HOOFDSTUK 1 VEILIGHEIDSMAATREGELEN LEES DIT VÓÓR GEBRUIK 1....................
1-1. De betekenis van de symbolen 1.........................................................
1-2. De risico’s van het booglassen 1.........................................................
1-3. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud 3.............................
1-4. Californië-voorstel 65, waarschuwingen 4..................................................
1-5. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften 5...................................................
1-6. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV -informatie) 5.........................
HOOFDSTUK 2 DEFINITIES 7...............................................................
2-1. Definities van de waarschuwingslabels van de fabrikant 7....................................
2-2. Symbolen en definities 9................................................................
2-3. WEEE label (Voor producten die in de EU zijn verkocht) 9....................................
HOOFDSTUK 3 INSTALLATIE 10..............................................................
3-1. Belangrijke informatie betreffende CE-producten (voor verkoop binnen de EU) 10.................
3-2. Locatie van typeplaatje met serienummer en aansluitgegevens 10..............................
3-3. Technische gegevens 10.................................................................
3-4. Inschakelduur en oververhitting 11........................................................
3-5. Stroom-spannings grafieklijnen 12.........................................................
3-6. Afmetingen en gewicht 12................................................................
3-7. Een locatie kiezen 13....................................................................
3-8. Aansluiting aan de uitgangsklemmen 13....................................................
3-9. Aansluitklemmen van de laskabels en het kiezen van de kabelafmetingen 14.....................
3-10. De lasstroomkabels aansluiten 15.........................................................
3-11. Informatie over de 14-pin contrastekker 15..................................................
3-12. 115 Volt AC duplex contrastekker 16.......................................................
3-13. Leidraad voor elektrotechnisch onderhoud 16...............................................
3-14. Aansluitvermogen 17....................................................................
HOOFDSTUK 4 BEDIENING 18...............................................................
4-1. Besturing van het bedieningspaneel (CV modellen) 18........................................
4-2. Keuzestand- en spanningsregeling (CV modellen) 18.........................................
4-3. Meterfuncties alleen voor CV-modellen 19..................................................
4-4. Besturing van het bedieningspaneel (CC/CV modellen) 19.....................................
4-5. Meterfuncties (CC/CV modellen) 20.......................................................
4-6. Standen van de proceskeuzeschakelaar 21.................................................
4-7. Lift-Arc TIG-startprocedure (CC/CV modellen) 22............................................
HOOFDSTUK 5 SHOOTINGONDERHOUD EN STORINGEN VERHELPEN 23.......................
5-1. Routine-onderhoud 23...................................................................
5-2. De binnenzijde van het apparaat schoonblazen 23...........................................
5-3. De kast vervangen en de spanning van de ingangscondensator meten 24.......................
5-4. Hulpscherm voltmeter/ampèremeter 25.....................................................
5-5. Hulpscherm voltmeter/ampèremeter (vervolg) 26............................................
5-6. Storingen 27...........................................................................
HOOFDSTUK 6 ELECTRISCH SCHEMA 28.....................................................
HOOFDSTUK 7 ONDERDELENLIJST 32.......................................................
GARANTIE
OM-203 034 Pagina 1
HOOFDSTUK 1 VEILIGHEIDSMAATREGELEN LEES DIT VÓÓR
GEBRUIK
dut_som_201003
7
Bescherm uzelf en anderen tegen letsel; lees deze voorzorgsmaatregelen en volg ze op.
1-1. De betekenis van de symbolen
GEVAAR! Duidt op een gevaarlijke situatie die moet
worden vermeden omdat hij anders leidt tot ernstig of
dodelijk letsel. De mogelijke gevaren worden getoond
met bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst.
Duidt op een gevaarlijke situatie die moet worden ver-
meden omdat hij anders kan leiden tot ernstig of dode-
lijk letsel. De mogelijke gevaren worden getoond met
bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst.
OPGELET Aanduiding voor mededelingen die niet zijn gerelateerd
aan persoonlijk letsel.
. Aanduiding voor speciale instructies.
Deze groep symbolen duidt op Waarschuwing! Kijk uit! Gevaar voor/
van mogelijke ELEKTRISCHE SCHOK, BEWEGENDE ONDERDE-
LEN en HETE ONDERDELEN. Raadpleeg de symbolen en de bijbe-
horende instructies om deze risico’s te vermijden.
1-2. De risico’s van het booglassen
Onderstaande symbolen worden in de hele handleiding ge-
bruikt om u ergens op te attenderen en om mogelijke risico’s
aan te geven. Als u een dergelijk symbool ziet, wees dan voor-
zichtig en volg de bijbehorende instructies op om problemen
te voorkomen. De veiligheidsinformatie hieronder is slechts
een samenvatting van de veiligheidsvoorschriften in Sectie
{+}. Lees en volg alle veiligheidsvoorschriften.
Alleen bevoegde personen moeten dit onderdeel installeren,
bedienen, onderhouden en repareren.
Zorg dat iedereen, en vooral kinderen, uit de buurt blijven tij-
dens het gebruik van dit apparaat.
Een ELEKTRISCHE SCHOK kan do-
delijk zijn
Het aanraken van onder stroom staande onderdelen
kan fatale schokken en ernstige brandwonden
veroorzaken. De elektrode en het werkstuk staan
onder stroom als de machine ingeschakeld is. Het
voedingsgedeelte en de interne circuits van de
machine staan eveneens onder stroom als het
apparaat aan staat. Bij semi-automatisch of automa-
tisch draadlassen staat het draad, de spoel, de
ruimte waar het lasdraad zich in de machine bevindt
en alle metalen onderdelen die in aanraking zijn met
de lasdraad onder stroom. Verkeerd geïnstalleerde
of onvoldoende geaarde installaties kunnen geva-
ren opleveren.
D Raak onderdelen die onder stroom staan niet aan
D Draag droge, isolerende handschoenen en lichaamsbescherming
zonder gaten
D Isoleer u zelf van het werkstuk en de grond door droge isolatiema-
tjes of kleden te gebruiken die groot genoeg zijn om elk contact met
de grond of het werkstuk te voorkomen
D Gebruik geen wissel(AC) uitgangsspanning in een vochtige om-
geving, als u beperkte bewegingsvrijheid hebt of als het gevaar
bestaat dat u kunt vallen
D Gebruik ALLEEN wissel (AC) uitgangsspanning als het laspro-
ces dit vereist.
D Als er wissel (AC) uitgangsspanning is vereist, gebruik dan de af-
standsbediening als die op het apparaat aanwezig is.
D Er zijn extra veiligheidsmaatregelen nodig als zich een van de vol-
gende elektrisch gevaarlijke omstandigheden voordoet: op
vochtige locaties of als u natte kleding draagt; op metalen con-
structies zoals vloeren, roosters of steigers; in een verkrampte
lichaamshouding bijvoorbeeld als u zit, knielt of ligt; of wanneer het
risico van onvermijdelijk of toevallig contact met het werkstuk of de
aarde groot is. Gebruik onder deze omstandigheden de volgende
apparatuur in de aangegeven volgorde: 1) een semiautomatisch
gelijkstroom (draad) lasapparaat met constante spanning, 2) een
handbediend gelijkstroom (elektrode) lasapparaat, of 3) een wis-
selstroom lasapparaat met een lagere spanning en open circuit. In
de meeste gevallen wordt het gebruik van een gelijkstroom lasap-
paraat met lagere spanning aanbevolen. En werk niet alleen!
D Als er wissel (AC) uitgangsspanning is vereist, gebruik dan de af-
standsbediening als die op het apparaat aanwezig is.
D Zet de hoofdstroom uit of stop de motor voordat u deze installatie
installeert of nakijkt. Zet de stroom uit volgens OSHA 29 CFR
1910.147 (zie de Veiligheidsvoorschriften)
D Installeer en aard deze installatie volgens de Handleiding voor ge-
bruikers en nationale of locale codes.
D Controleer altijd de aarding van de voeding en wees er zeker van
dat de aardingsgeleider van de voedingskabel goed aangesloten
is op de aansluitklem van het apparaat en dat de stekker van de
kabel aangesloten is op een correct geaarde contactdoos.
D Als u het apparaat aansluit op het net, verbind dan eerst de aar-
dingsgeleider en controleer de aansluitingen grondig.
D Houd snoeren droog, vrij van olie en vet en bescherm deze tegen
heet metaal en vonken.
D Controleer de kabel regelmatig op beschadigingen of openlig-
gende bedrading en vervang de kabel onmiddellijk als deze
beschadigd is openliggende bedrading kan dodelijk zijn.
D Zet alles af als het apparaat niet gebruikt wordt.
D Gebruik geen versleten, beschadigde, te korte of slecht verbon-
den kabels.
D Draag de kabels niet op uw lichaam.
D Als het werkstuk geaard moet worden, doe dit dan met een aparte
kabel- gebruik niet de massaklem of massakabel.
D Raak de elektrode niet aan als u in contact staat met het werkstuk,
de grond of een andere elektrode van een ander apparaat.
D Gebruik alleen goed onderhouden installaties. Repareer of ver-
vang beschadigde onderdelen onmiddellijk. Onderhoud het
apparaat zoals beschreven staat in de handleiding.
D Draag een veiligheidsharnas als u boven grond-niveau werkt
D Houd alle panelen en afdekplaten veilig op hun plaats.
D Klem de massakabel zo dicht mogelijk bij de las met een goed me-
taal-op-metaalcontact op het werkstuk of werktafel.
D Isoleer de massaklem wanneer deze niet is aangesloten op het
werkstuk om contact met een metalen object te voorkomen
D Sluit niet meer dan één elektrode of massakabel aan op één enke-
le lasbron.
OM-203 034 Pagina 2
Er staat ook NA het afsluiten van de voedingsspan-
ning nog een AANZIENLIJKE GELIJKSPANNING
op het voedingsgedeelte van de inverter lasstroom-
bronnen.
D Zet de gelijkstroom-wisselstroomomzetter uit, maak de voedings-
stekker los en ontlaad de invoercondensatoren overenkomstig de
aanwijzingen in de Sectie Onderhoud, voordat u enig onderdeeel
aanraakt.
Door HETE ONDERDELEN kunnen
brandwonden ontstaan.
D Hete onderdelen niet met blote handen aanra-
ken
D Laat apparatuur altijd afkoelen, voor u eraan gaat werken.
D Gebruik de juiste gereedschappen om hete onderdelen beet te
pakken en/of draag zware geïsoleerde lashandschoenen en
kleding om brandwonden te voorkomen.
ROOK EN GASSEN kunnen gevaarlijk
zijn.
Tijdens het lassen komen rook en gassen vrij. Het
inademen hiervan kan gevaarlijk zijn voor uw
gezondheid.
D Zorg ervoor dat u niet in de rook staat. Adem de rook niet in.
D Als u binnen last, ventileer de ruimte dan goed en/of zorg dat las-
rook en gassen afgezogen worden.
D Als er een slechte ventilatie is, gebruik dan een goedgekeurd gas-
masker.
D Lees de Materiaalveiligheids informatiebladen en de instructies
van de fabrikant voor metalen, elektroden, elektrodebekledingen,
schoonmaakmiddelen en ontvetters.
D Werk alleen in een beslotenruimte als deze goed geventileerd
wordt. Of als u een beademingsapparaat draagt. Zorg ervoor dat
er altijd een ervaren persoon toekijkt. Lasdampen en gassen kun-
nen lucht verdringen en het zuurstofgehalte verlagen, wat
schadelijke invloed heeft op u lichaam en zelfs dodelijk kan zijn.
Zorg voor veilige ademlucht.
D Las niet in ruimtes waar dingen worden ontvet, schoongemaakt of
waar wordt gesproeid. De hitte en stralen van de boog kunnen rea-
geren met dampen en op deze manier zwaar vergiftigde en
irriterende gassen vormen
D Las geen beklede metalen zoals gegalvaniseerd of met lood-of
cadmium bedekt staal, tenzij de bekleding verwijderd wordt van
het gedeelte dat gelast moet worden, de ruimte goed geventileerd
wordt en u, indien nodig, een gasmasker draagt. De belkedingen
en metalen die deze elementen bevatten kunnen giftige dampen
produceren als ze gelast worden.
De STRALEN UIT DE BOOG kunnen
ogen en huid verbranden
Boogstralen van het lasproces produceren zichbare
en onzichtbare (ultraviolette en infrarood) stralen die
uw ogen en huid kunnen verbranden. Tijdens het
lassen vliegen lasspatten en vonken in het rond.
D Draag tijdens het lassen of toekijken tijdens het lassen een las-
helm voorzien van een lasglas met de juiste tint om uw gezicht en
ogen tegen boogstralen en vonken te beschermen. (zie ANSI
Z49.1 en Z87.1 in de Veiligheidsvoorschriften).
D Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen onder
uw helm
D Gebruik beschermende lasgordijnen of schermen om anderen te-
gen flitsen en verblindend licht te beschermen ; waarschuw
anderen om niet in de boog te kijken.
D Draag beschermende kleding, gemaakt van duurzaam, brandwe-
rend materiaal (leer en wol) en beschermend schoeisel
LASSEN kan brand of explosies ver-
oorzaken
Als er gelast wordt aan gesloten vaten zoals tanks,
trommels of pijpen, kunnen deze opgeblazen wor-
den Er kunnen vonken van de lasboog afvliegen. De
rondvliegende vonken, de temperatuur van het
werkstuk en van het gereedschap kunnen brand en brandwonden
veroorzaken. Toevallig contact van een elektrode met metalen
voorwerpen kan vonken, explosies, oververhitting of brand veroorza-
ken. Controleer eerst of de omgeving veilig is voordat u gaat lassen.
D Verwijder alle brandbare materialen in een straal van 10 meter van
de lasboog. Als dit niet mogelijk is, dek ze dan goed af met brand-
werende materialen.
D Las niet op plaatsen waar rondvliegende vonken brandbaar mate-
riaal kunnen raken.
D Bescherm uzelf en anderen tegen rondvliegende vonken en heet
metaal.
D Wees erop attent dat vonken en hete materialen van het laswerk
gemakkelijk door kleine hoeken en gaten naar naastliggende ruim-
tes kunnen vliegen.
D Kijk goed uit voor brand en houd een brandblusser in de buurt
D Wees erop bedacht dat bij het lassen van plafonds, vloeren, schei-
dingswanden of tussenschotten brand kan ontstaan aan de
tegenovergestelde zijde
D Las niet aan gesloten vaten zoals tanks, trommels of pijpen, tenzij
ze voldoende voorbereid zijn volgens AWS F4.1 (zie veiligheids-
voorschriften)
D Niet lassen op plaatsen waar de omgevingslucht brandbaar stof,
gas of vloeistofdampen (bijv. van benzine) kan bevatten.
D Verbind de massakabel met het werkstuk zo dicht mogelijk bij de
plaats waar gelast moet worden, zodat de lasstroom een direkte
en korte weg aflegt en elektrische schokken en brandrisico’s ver-
meden kunnen worden
D Gebruik een lasapparaat niet om bevroren pijpen te ontdooien.
D Haal de elektrode uit de elektrodehouder of knip de lasdraad af aan
de contactbuis als niet gelast wordt.
D Draag olie-vrije beschermende kleding zoals leren handschoenen
leren schort, broek zonder omslag, hoge schoenen en een helm.
D Zorg ervoor dat u geen brandbare voorwerpen zoals aanstekers of
lucifers bij u draagt als u gaat lassen.
D Inspecteer de omgeving als u klaar bent met uw werk om er zeker
van te zijn dat er geen vonken, gloeiende sintels en vlammen zijn.
D Alleen de juiste zekeringen of contactverbrekers gebruiken; geen
zwaardere nemen of deze doorverbinden.
D Volg de vereisten in OSHA 1910.252 (a) (2) (iv) en NFPA 51B voor
werken met hoge temperaturen, zorg dat er een brandmelder aan-
wezig is en dat u een blusapparaat onder handbereik hebt.
RONDVLIEGEND METAAL of STOF
kan de ogen verwonden.
D Door lassen, bikken, het gebruik van draad-
borstels en slijpen kunnen vonken en rodvlie-
gende metaal-schilfers ontstaan. Als lasrup-
sen afkoelen, kunnen er slakresten rondvlie-
gen.
D Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen, zelfs
onder uw lashelm.
GASVORMING kan schadelijk voor
de gezondheid of zelfs dodelijk zijn
D Draai de gastoevoer dicht, wanneer u geen gas
gebruikt.
D Zorg altijd voor ventilatie in enge ruimtes of ge-
bruik goedgekeurde beademingsapparatuur
OM-203 034 Pagina 3
ELEKTRISCHE EN MAGNETISCHE VELDEN
kunnen van invloed zijn op geïmplanteerde
medische apparatuur.
D Mensen die een pacemaker of een ander
geïmplanteerd medisch apparaat dragen,
moeten uit de buurt blijven.
D Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen,
moeten hun arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen
voordat ze in de buurt komen van werkzaamheden
met booglassen, puntlassen, gutsen, plasmaboogsnijden
of inductieverwarmen.
LAWAAI kan het gehoor aantasten
Lawaai van bepaalde werkzaamheden of appara-
tuur kan uw gehoor aantasten
D Draag goedgekeurde gehoorbescherming als
het geluidsniveau te hoog is
GASFLESSEN kunnen exploderen
als ze beschadigd worden
Gasflessen met beschermend gas bevatten gas
onder hoge druk. Als een gasfles beschadigd wordt,
kan deze exploderen. Aangezien gasflessen nor-
maal gesproken een onderdeel uitmaken van het
van het lasproces moet u er voorzichtig mee
omgaan.
D Bescherm gasflessen tegen hoge temperaturen, mechanische
schokken, slak, open vuur, vonken en vlambogen.
D Plaats de gasflessen rechtop in een rek of in de laskar zodat ze niet
kunnen vallen of omkantelen.
D Houd de flessen uit de buurt van alle las- of andere stroomkringen
D Hang nooit een elektrodehouder over een gasfles.
D Laat nooit een laselektrode in aanraking komen met een gasfles.
D Las nooit op een gasfles onder druk; een explosie zal het gevolg
zijn.
D Gebruik het juiste beschermgas, reduceerventielen, slangen en
hulpstukken die speciaal bedoeld zijn voor een bepaalde toepas-
sing; onderhoud deze en bijhorende onderdelen goed.
D Draai bij het openen van de gasfles uw gezicht weg van het redu-
ceerventiel.
D Laat de beschermende kap over het ventiel over het ventiel zitten
behalve als de fles gebruikt wordt of aangesloten is voor gebruik.
D Lees en volg de instructies op de flessen met gecomprimeerd gas,
bijbehorend materiaal en de CGA publikatie die in de Veiligheids-
voorschriften staat.
1-3. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud
BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR
D Installeer of plaats het apparaat niet op, boven
of vlakbij ontbrandbare oppervlakken.
D Het apparaat niet in de buurt van brandbare
stoffen installeren.
D Overbelast de bedrading van het gebouw niet- controleer of het
voedingsnet sterk genoeg is, goed beschermd is en dit apparaat
aan kan.
TE LANGDURIG GEBRUIK kan leiden
tot OVERVERHITTING.
D Laat het apparaat goed afkoelen; houd u aan
de nominale inschakelduur.
D Verminder de stroomsterkte of de inschakel-
duur voordat u opnieuw begint met lassen.
D Blokkeer of filter de luchtaanvoer naar het apparaat niet.
VALLENDE APPARATUUR kan letsel
veroorzaken.
D Gebruik alleen het hijsoog om het apparaat op
te tillen, en NIET de laskar, gasflessen of an-
dere accessoires.
D Gebruik gereedschap met voldoende capaci-
teit om het apparaat op te tillen en te ondersteu-
nen.
D Als u hefvorken gebruikt om het apparaat te verplaatsen, zorg er
dan voor dat de vorken zo lang zijn, dat ze aan de andere kant on-
der het apparaat uitsteken.
D Let er bij het werken in de open lucht op dat kabels en snoeren niet
in aanraking kunnen komen met rijdende voertuigen.
D Volg bij het handmatig optillen van zware onderdelen of apparatuur
de Amerikaanse ARBOrichtlijn getiteld Applications Manual for
the Revised NIOSH Lifting Equation (Publication No. 94–110).
RONDVLIEGENDE LASSPATTEN
kunnen letsel veroorzaken.
D Draag gezichtsbescherming om de ogen en
het gezicht te beschermen.
D Slijp de wolfraam elektrode alleen met een slijper die voorzien is
van de juiste beschermkast en op een veilige locatie. Draag hier-
bij de juiste gezichts-, hand- en lichaamsbescherming.
D Vonken kunnen brand veroorzaken brandbare stoffen uit de
buurt houden.
STATISCHE ELEKTRICITEIT kan PC-
kaarten beschadigen
D Doe een geaarde polsband om VOORDAT u
printplaten of onderdelen aanraakt.
D Gebruik goede anti-statische zakken of dozen
voor het opslaan, verplaatsen of transporteren
van PC-printplaten.
BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen
letsel veroorzaken.
D Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen
D Blijf uit de buurt van afknijppunten zoals aan-
drijfrollen.
OM-203 034 Pagina 4
LASDRAAD kan letsel veroorzaken
D Bedien de toortsschakelaar pas als u de aan-
wijzing krijgt om dat te doen.
D Richt het pistool niet op enig lichaamsdeel, an-
dere mensen of op enig materiaal als de draad
wordt ingevoerd.
BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen
letsel veroorzaken
D Blijf uit de buurt van bewegende delen zoals
ventilatoren.
D Laat deuren, panelen, deksels en
beschermplaten alleen verwijderen door
bevoegd personeel indien nodig voor
onderhoud en storingzoeken.
D Laat deuren, panelen, deksels en beschermplaten alleen ver-
wijderen door bevoegd personeel indien nodig voor onderhoud
en storingzoeken.
D Breng eerst deuren, panelen, deksels en beschermplaten weer
aan na afloop van het onderhoud en sluit pas dan de voeding
weer aan.
RONDVLIEGENDE LASSPATTEN
kunnen letsel veroorzaken.
D Draag gezichtsbescherming voor ogen en ge-
zicht te beschermen.
D Slijp de wolfraam elektrode alleen met een slijper die voorzien is
van de juiste beschermkast en die op een veilige locatie staat.
Draag tijdens het slijpen de nodige gezichts-, hand- en lichaams-
bescherming.
D Vonken kunnen brand veroorzaken brandbare stoffen uit de
buurt houden.
LEES DE INSTRUCTIES.
D Lees nauwkeurig de gebruikershandleiding en
alle waarschuwingslabels, voordat u de
machine installeert, gebruikt of er onderhoud
aan pleegt, en volg de aanwijzingen steeds op.
Lees de veiligheidsinformatie aan het begin
van de handleiding en in elk hoofdstuk.
D Gebruik alleen originele vervangingsonderdelen van de fabri-
kant.
D Voer onderhoud en service uit zoals vermeld in de Handleidin-
gen, de industriële normen en de landelijke en ter plekke gelden-
de regelgeving.
H.F. STRALING kan storingen veroor-
zaken
D Hoog-frequente straling kan storing veroorza-
ken bij radio-navigatie, veiligheidsdiensten,
computers en communicatie-apparatuur.
D Laat alleen bevoegde personen die bekend zijn met elektronische
apparatuur deze installatie uitvoeren.
D De gebruiker is verantwoordelijk voor onmiddellijk herstel door
een bevoegd elektricien bij storingsproblemen als gevolg van de
installatie
D Als u van overheidswege klachten krijgt over storingen, stop dan
onmiddellijk met het gebruik van de apparatuur.
D Laat de installatie regelmatig nakijken en onderhouden.
D Houd deuren en panelen van hoogfrequentbronnen stevig dicht,
houd de elektrodeafstand op de juiste instelling en zorg voor aar-
ding en afscherming om de mogelijkheid van storingen tot een
minimum te beperken.
BOOGLASSEN kan interferentie
veroorzaken.
D Elektromagnetische energie kan interferentie
veroorzaken bij gevoelige elektronische
apparatuur zoals computers en
computergestuurde apparatuur zoals robots.
D Zorg ervoor dat alle apparatuur in het lasgebied elektromagnetisch
compatibel is.
D Om mogelijke interferentie te verminderen moet u de laskabels zo
kort mogelijk houden, dicht bij elkaar en laag, bijvoorbeeld op de
vloer.
D Voer de laswerkzaamheden uit op 100 meter afstand van
gevoelige elektronische apparatuur.
D Zorg ervoor dat dit lasapparaat conform de aanwijzingen in deze
handleiding wordt geïnstalleerd en geaard.
D Als er dan nog steeds interferentie optreedt, dient de gebruiker
extra maatregelen te nemen, zoals verplaatsing van het
lasapparaat, gebruik van afgeschermde kabels, gebruik van
lijnfilters of afscherming van het werkterrein.
1-4. Californië-voorstel 65, waarschuwingen
Las- en snijapparatuur produceert dampen of gassen die che-
micaliën bevatten waarvan het de Staat Californië bekend is
dat ze geboorteafwijkingen en, in sommige gevallen, kanker
veroorzaken. (California Health & Safety Code, sectie 25249.5
en volgend.)
Accupolen, -klemmen en soortgelijke accessoires bevatten
lood en loodverbindingen, chemicaliën waarvan het de Staat
Califorrnië bekend is dat ze kanker en geboorteafwijkingen of
andere voortplantingsproblemen veroorzaken. Was uw han-
den na aanraking.
Dit product bevat chemicaliën, waaronder lood waarvan het
de Staat Californië bekend is dat het kanker, geboorteafwij-
kingen of andere voortplantingsproblemen veroorzaakt. Was
na gebruik uw handen.
Benzinemotoren:
Uitlaatgassen van motoren bevatten chemicaliën waarvan
het de Staat Califorrnië bekend is dat ze kanker, geboorteaf-
wijkingen of andere voortplantingsproblemen veroorzaken.
Dieselmotoren:
Van uitlaatgassen van dieselmotoren en bepaalde bestand-
delen ervan is het de Staat Califorrnië bekend dat ze kanker,
geboorteafwijkingen en andere voortplantings problemen
veroorzaken.
OM-203 034 Pagina 5
1-5. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften
Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, ANSI Standard Z49.1,
from Global Engineering Documents (phone: 1-877-413-5184, website:
www.global.ihs.com).
Safe Practices for the Preparation of Containers and Piping for Welding
and Cutting, American Welding Society Standard AWS F4.1, from Glob-
al Engineering Documents (phone: 1-877-413-5184, website:
www.global.ihs.com).
National Electrical Code, NFPA Standard 70, from National Fire Protec-
tion Association, Quincy, MA 02269 (phone: 1-800-344-3555, website:
www.nfpa.org and www. sparky.org).
Safe Handling of Compressed Gases in Cylinders, CGA Pamphlet P-1,
from Compressed Gas Association, 4221 Walney Road, 5th Floor,
Chantilly, VA 20151 (phone: 703-788-2700, website:www.cganet.com).
Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, CSA Standard
W117.2, from Canadian Standards Association, Standards Sales, 5060
Spectrum Way, Suite 100, Ontario, Canada L4W 5NS (phone:
800-463-6727, website: www.csa-international.org).
Safe Practice For Occupational And Educational Eye And Face Protec-
tion, ANSI Standard Z87.1, from American National Standards Institute,
25 West 43rd Street, New York, NY 10036 (phone: 212-642-4900, web-
site: www.ansi.org).
Standard for Fire Prevention During Welding, Cutting, and Other Hot
Work, NFPA Standard 51B, from National Fire Protection Association,
Quincy, MA 02269 (phone: 1-800-344-3555, website: www.nfpa.org.
OSHA, Occupational Safety and Health Standards for General Indus-
try, Title 29, Code of Federal Regulations (CFR), Part 1910, Subpart Q,
and Part 1926, Subpart J, from U.S. Government Printing Office, Super-
intendent of Documents, P.O. Box 371954, Pittsburgh, PA 15250-7954
(phone: 1-866-512-1800) (there are 10 OSHA Regional Offices—
phone for Region 5, Chicago, is 312-353-2220, website:
www.osha.gov).
U.S. Consumer Product Safety Commission (CPSC), 4330 East West
Highway, Bethesda, MD 20814 (phone: 301-504-7923, website:
www.cpsc.gov).
Applications Manual for the Revised NIOSH Lifting Equation, The Na-
tional Institute for Occupational Safety and Health (NIOSH), 1600
Clifton Rd, Atlanta, GA 30333 (phone: 1-800-232-4636, website:
www.cdc.gov/NIOSH).
1-6. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV -informatie)
Elektrische stroom die door een draad stroomt veroorzaakt plaatselijk
elektrische en magnetische velden (EMV). Lasstroom veroorzaakt een
elektromagnetischveld rond de lasstroomkring en de lasapparatuur.
Elektromagnetischevelden kunnen interferentie veroorzaken bij
bepaalde medische implantaten zoals pacemakers. Voor personen die
medische implantaten hebben moeten beschermende maatregelen
worden genomen, bijv. toegangsbeperking voor passanten of een
risicoanalyse voor iedere afzonderlijke lasser. Alle lassers moeten de
volgende procedures naleven om zo blootstelling aan
elektromagnetischevelden van de lasstroomkring tot een minimum te
beperken:
1. Houd kabels dicht bij elkaar door ze in elkaar te twisten of vast te
plakken of gebruik kabelbescherming.
2. Kom niet met uw lichaam tussen de laskabels. Leg de kabel aan
één kant en weg van de gebruiker.
3. Rol of hang de kabels niet rond of op uw lichaam.
4. Houd hoofd en romp zo ver mogelijk verwijderd van de
apparatuur in de lasstroomkring.
5. Monteer de massaklem aan het werkstuk zo dicht mogelijk bij de
las.
6. Niet direct naast de lasstroombron werken, er niet op gaan zitten
en er niet op leunen.
7. Niet lassen terwijl u de lasstroombron of het
draadaanvoersysteem draagt.
Over geïmplanteerde medische apparatuur:
Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen, moeten hun
arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen voordat ze in de buurt
komen van werkzaamheden met booglassen, puntlassen, gutsen, pla-
smaboogsnijden of inductieverhitting. Bij toestemming van de arts
wordt geadviseerd om bovenstaande procedures te volgen.
OM-203 034 Pagina 6
OM-203 034 Pagina 7
HOOFDSTUK 2 DEFINITIES
2-1. Definities van de waarschuwingslabels van de fabrikant
Waarschuwing! Pas op! Kans op gevaar
(zie de symbolen).
1 Een elektrische schok van een
laselektrode of de bedrading kan
dodelijk zijn.
1.1 Draag droge, geïsoleerde
handschoenen. De elektrode niet met
de blote hand aanraken. Geen natte
of kapotte handschoenen dragen.
1.2 Bescherm uzelf tegen elektrische
schokken door uzelf te isoleren van
het werk en de aarde.
1.3 Haal de stekker van de machine uit
het stopcontact of uit de machine,
voordat u aan de machine gaat
werken.
2 Het inademen van lasdampen kan
gevaarlijk zijn voor uw gezondheid.
2.1 Zorg ervoor dat u niet in de rook staat.
2.2 Gebruik actieve ventilatie of een
afvoersysteem om de dampen van de
werkplek af te voeren.
2.3 Gebruik een ventilator om de dampen
af te voeren.
3 Lasvonken kunnen ontploffingen of
brand veroorzaken.
3.1 Houd brandbare stoffen uit de buurt
van het laswerk. Niet lassen vlakbij
brandbare stoffen.
3.2 Lasvonken kunnen brand
veroorzaken. Zorg dat er een
brandblusapparaat in de buurt is en
zorg dat er een toezichthouder is die
klaarstaat om dit gebruiken.
3.3 Niet op vaten of dichte containers e.d.
lassen.
4 De stralen uit de boog kunnen ogen
en huid verbranden.
4.1 Draag een hoofddeksel en een
veiligheidsbril. Bescherm uw oren en
knoop de kraag van uw overhemd
dicht. Gebruik een lashelm met de
juiste filtersterkte. Draag bescherming
voor uw hele lichaam.
5 Zorg dat u geoefend raakt en lees de
aanwijzingen, voordat u aan de
machine gaat werken of gaat lassen.
6 Verwijder het label niet; verf het ook
niet over en dek het niet af.
1/96
1 1.1 1.2 1.3
3 3.1 3.2 3.3
4 4.1
+
2 2.1
2.2
+
+
56
+
2.3
S-179 310
OM-203 034 Pagina 8
> 60 s
V
S-179 190-A
V
V
1 Waarschuwing! Pas op! Kans op
gevaar (zie de symbolen).
2 Een elektrische schok van de
bedrading kan dodelijk zijn.
3 Haal de stekker van de machine
uit het stopcontact of uit de
machine, voordat u aan de
machine gaat werken.
4 Op de ingangscondensator blijft
gevaarlijk onder spanning staan,
ook als de machine is
uitgeschakeld. Raak volledig
opgeladen condensatoren nooit
aan.
5 Wacht altijd 60 seconden nadat
de stroom is uitgeschakeld, voor
u aan het apparaat gaat werken;
OF
6 controleer de spanning van de
ingangscondensator en zorg dat
u er zeker van bent dat deze
bijna 0 is, voordat u enig
onderdeel aanraakt.
4/96
1234 5 6
S-179 304-A
1 Waarschuwing! Pas op! Kans op
gevaar (zie de symbolen).
2 Als er stroom komt te staan op
defecte onderdelen, kunnen deze
exploderen of andere onderdelen
laten exploderen.
3 Rondvliegende stukken van
onderdelen kunnen letsel
veroorzaken. Draag altijd een
gezichtsscherm als u onderhoud
pleegt aan een apparaat.
4 Draag altijd lange mouwen en
knoop uw kraag dicht, als u
onderhoud pleegt aan een
apparaat.
5 Nadat u de nodige
voorzorgsmaatregelen hebt
genomen, kunt u de eenheid
aansluiten op de
stroomvoorziening.
4/96
1 23 4 5
S-179 309-A
= <60
°
1 Waarschuwing! Pas op! Kans op
gevaar (zie de symbolen).
2 Vallende apparatuur kan letsel
veroorzaken en het apparaat
beschadigen.
3 Til het apparaat altijd aan beide
handgrepen op en ondersteun
het. Houd de hoek van het
heftoestel altijd kleiner dan
60 graden.
4 Gebruik een geschikte kar om
het apparaat te verplaatsen.
5 Het apparaat niet aan één
handgreep optillen of
ondersteunen.
1/96
1
2345
OM-203 034 Pagina 9
2-2. Symbolen en definities
A
Ampère Paneel Wisselstroom
V
Volt
Uitgangsspanning
Automatische
zekering
Van op afstand Aan
Uit TIG lassen Negatief Ingangsspanning
Gelijkstroom Positief Inductantie
Beschermende
aarde (massa)
Constante Stroom
Constante
Spanning
Voetbediening Lijnverbinding
Boogsterkte (Dig)
Beklede
electrodelassen
MIG/MAG lassen
3-fasen statische
frequentie-
omzetter-transfor-
mator-gelijkrichter
U
0
Nominale nullast-
spanning
(gemiddeld)
U
1
Primaire spanning
U
2
Conventionele be-
lastingsspanning
X
Inschakelduur
Hz
Hertz
IP
Beschermings-
graad
I
2
Nominale
lasstroom
%
Percent
Pulserend 4-takt aanraakstart Monofase
Driefasen
I
1max
Maximale nominale
voedingsstroom
I
1eff
Maximale
effectieve
voedingsstroom
Toename/afname
kwantiteit
Aanraakstart
Lift Arc (TIG)
2-3. WEEE label (Voor producten die in de EU zijn verkocht)
Voer dit product niet af met het nor-
male afval.
Bezorg elektrisch en elektronisch
(WEEE) afval, bij een recycle de-
pot.
Neem contact op met een recycle-
bedrijf of distributeur voor meer in-
formatie
OM-203 034 Pagina 10
HOOFDSTUK 3 INSTALLATIE
. Deze handleiding bevat informatie over zowel de CC als de CC/CV versie. De verschillen tussen beide modellen zijn aangeduid doorheen de hele
handleiding.
3-1. Belangrijke informatie betreffende CE-producten (voor verkoop binnen de EU)
A. Informatie over Elektromagnetische Velden (EMV)
! Deze apparatuur mag niet worden gebruikt door het algemene publiek aangezien de EMV-grenzen voor het algemene publiek
mogelijk kunnen worden overschreden tijdens het lassen.
Deze apparatuur is gebouwd conform EN 609741 en is louter bedoeld voor beroepsmatig gebruik (waar het algemene publiek geen toegang
heeft of waar toegang zodanig is geregeld dat deze gelijk is aan beroepsmatig gebruik) en alleen door een deskundig gebruiker of iemand die
hiertoe is opgeleid.
Draadaanvoersystemen en aanvullende apparatuur (zoals toortsen, vloeistofkoelsystemen en lasboog en stabilisatieapparatuur) die onderdeel
uitmaken van het lascircuit mogen geen belangrijke bijdrage leveren aan het EMV. Zie de gebruikershandleidingen van alle onderdelen van de
lasstroomkring voor meer informatie over EMV-blootstelling.
S De meting van de EMV voor deze apparatuur vond plaats op een afstand van 0,5 meter.
S Op een afstand van 1 meter waren de waarden van de EMV-blootstelling minder dan 20% van de toegestane waarden.
B. Informatie over Elektromagnetische Compatibiliteit (EMC)
! Deze Klasse A apparatuur is niet bedoeld voor gebruik op plaatsen in woongebieden waar de elektrische stroom afkomstig
is van het openbare utiliteitssysteem met een laag voltage. Op dergelijke plaatsen ontstaan er mogelijk problemen
met de elektromagnetische compatibiliteit als gevolg van storingen door geleiding en straling.
Deze apparatuur voldoet aan de IEC 61000312 norm, mits het kortsluitvermogen Ssc groter is dan of gelijk aan 3,660,003 op het punt
waar de gebruiker de aansluiting maakt met het openbare systeem. Het is de verantwoordelijkheid van de installateur of de gebruiker
van de apparatuur om er, eventueel in overleg met de beheerder van het distributienetwerk, voor te zorgen dat de apparatuur alleen wordt
aangesloten op een voeding met een kortsluitvermogen Ssc groter dan of gelijk aan 3,660,003.
3-2. Locatie van typeplaatje met serienummer en aansluitgegevens
Het serienummer en de aansluitgegevens zijn bij dit product aan de voorzijde te vinden. Op het typeplaatje kunt u de elektrische spanning en het
vermogen aflezen dat de apparatuur nodig heeft, en welk vermogen het kan leveren. Wij raden aan het serienummer te noteren op de achterzijde van
deze handleiding, in het daarvoor bestemde vak, zodat u dit nummer altijd bij de hand hebt als u het in de toekomst nodig hebt.
3-3. Technische gegevens
Nominaal
lasvermogen
Bereik
las-
stroom
Span-
ningsbe-
reik
Maximaal
voltage DC
open
spanning
IP Klasse
Stroomverbruik bij een
nominale uitgangsbelasting
50 Hz, driefasen
380 V 400 V KVA KW
450 A @ 38 Volt DC,
100% inschakelduur;
550 A @ 42 Volt DC,
60% inschakelduur
5 600 10 38 95 23 33 31 21,6 19,4
OM-203 034 Pagina 11
% INSCHAKELDUUR
STROOM
DRIEFASEN
OPERATIE
De inschakelduur is het percentage
van 10 minuten dat het apparaat
kan lassen op nominale belasting
zonder oververhit te raken.
Als het apparaat oververhit raakt,
gaat (gaan) de thermostaat
(thermostaten) open, is er geen
uitgangsspanning meer en gaat de
koelventilator draaien. Wacht
vijftien minuten om het apparaat te
laten afkoelen. Verlaag de
stroomsterkte of de inschakelduur
voor u gaat lassen.
OPGELET Door overschrijding
van de inschakelduur kan het appa-
raat beschadigd worden en daar-
mee komt de garantie te vervallen.
3-4. Inschakelduur en oververhitting
0
15
A/V
Minuten
duty1 4/95 SA-181 560
100% Inschakelduur bij 450 ampère
Oververhitting
OF
Verlaag de inschakelduur
Ononderbroken lassen
60% Inschakelduur bij 565 ampère
6 minuten lassen 4 minuten rusten
OM-203 034 Pagina 12
De stroomspannings grafieklijnen
geven de minimaal en de maximaal
mogelijke uitgangsspanning en
-stroom aan van het apparaat. De
grafieklijnen van de andere instel-
lingen vallen tussen de aangege-
ven krommen.
3-5. Stroom-spannings grafieklijnen
va_curve1 4/95 SA-181 561 / SA-181 562
CC Mode
CV Mode
STROOMSTERKTE
STROOMSTERKTE
3-6. Afmetingen en gewicht
Dimensies voor bevestiging
A
B
C
D
F
E
G
15-1/2 in.
(394 mm)
28 in.
(711 mm)
18 in.
(457 mm)
A 363,9 mm
B 527,1 mm
C 594,9 mm
D 634,2 mm
E 314,3 mm
F 7.1 mm Dia.
G 400.05 mm
Gewicht
53,5 kg
OM-203 034 Pagina 13
1 Hefvorken
Gebruik hefvorken om het apparaat te verplaat-
sen.
Steek de vorken zo ver in, dat ze aan de andere
kant onder het apparaat uitsteken.
2 Hefgrepen
Gebruik de hefgrepen om het apparaat op te tillen.
3 Handkar
Gebruik een kar of een soortgelijk vervoermiddel
om het apparaat te verplaatsen.
4 Lijnscheidingsmechanisme
Plaats het apparaat in de buurt van een stroom-
bron die de juiste voeding biedt.
! Mogelijk is een speciale installatie nodig,
wanneer er benzine of vluchtige vloeistof-
fen aanwezig zijn zie NEC artikel 511 of
CEC sectie 20.
Verplaatsing
Plaats
! Verplaats het apparaat niet naar en
gebruik het niet op plaatsen waar
het kan omvallen.
Omvallen
OF
3-7. Een locatie kiezen
3
4
460 mm
460 mm
1
2
loc_2 3/96 - 800 611 / 802 260
3-8. Aansluiting aan de uitgangsklemmen
! De machine afzetten voor-
aleer de laskables aan te
sluiten.
1 Positieve lasuitgang
2 Negatieve lasuitgang
De postieve laskabel verbinden
met de positieve uitgangsklem
en de negatieve kabel aan de ne-
gatieve uitgangsklem verbinden.
Ref. 802 260
1
2
Benodigde gereedschappen:
OM-203 034 Pagina 14
3-9. Aansluitklemmen van de laskabels en het kiezen van de kabelafmetingen*
OPGELET De totale kabellengte in de lasstroomkring (zie onderstaande tabel) is de lengte van beide laskabels tezamen. Als bijvoorbeeld de stroom-
bron 30 meter van het laswerkstuk is, dan is de totale kabellengte in de lasstroomkring 60 meter (2 kabels x 30 meter). Neem de 60mkolom voor
het bepalen van de kabelafmetingen.
Aansluitklemmen van
lasuitgangsspanning
! Aansluitklemmen van
lasuitgangsspanning.
! Gebruik geen versle-
ten, beschadigde, te
korte of slecht verbon-
den kabels.
Laskabelformaat** en maximale totale lengte van de kabel (koper) in de
lasstroomkring net groter dan***
30 m of minder 45 m 60 m 70 m 90 m 105 m 120 m
Las-
stroom
10 60%
inscha-
kelduur
AWG
(mm
2
)
60 100%
inschakel-
duur
AWG (mm
2
)
10 100% inschakelduur
AWG (mm
2
)
Posititief
(+)
Negatief
()
Uitgangscontrastekkers
100 4 (20) 4 (20) 4 (20) 3 (30) 2 (35) 1 (50) 1/0 (60) 1/0 (60)
150 3 (30) 3 (30) 2 (35) 1 (50) 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95) 3/0 (95)
200 3 (30) 2 (35) 1 (50) 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95) 4/0 (120) 4/0 (120)
250 2 (35) 1 (50) 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95) 4/0 (120)
2 stuks
2/0
(2x70)
2 stuks
2/0
(2x70)
300 1 (50) 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95) 4/0 (120)
2 stuks
2/0
(2x70)
2 stuks
3/0
(2x95)
2 stuks
3/0
(2x95)
350 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95) 4/0 (120)
2 stuks
2/0
(2x70)
2 stuks
3/0
(2x95)
2 stuks
3/0
(2x95)
2 stuks
4/0
(2x120)
400 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95) 4/0 (120)
2 stuks
2/0
(2x70)
2 stuks
3/0
(2x95)
2 stuks
4/0
(2x120)
2 stuks
4/0
(2x120)
500 2/0 (70) 3/0 (95) 4/0 (120)
2 stuks
2/0
(2x70)
2 stuks
3/0
(2x95)
2 stuks
4/0
(2x120)
3 stuks
3/0
(3x95)
3 stuks
3/0
(3x95)
600 3/0 (95) 4/0 (120)
2 stuks 2/0
(2x70)
2 stuks
3/0
(2x95)
2 stuks
4/0
(2x120)
3 stuks
3/0
(3x95)
3 stuks
4/0
(3x120)
3 stuks
4/0
(3x120)
*Deze tabel is een algemene richtlijn en is in sommige gevallen niet aangepast. Als een kabel oververhit geraakt (normaal kan u dat ruiken),
gebruik dan een kabel met grotere sektie.
**De laskabelsectie in mm is gebaseerd op een spanningsval van 4 volt of minder of op een stroomdichtheid van minimaal 300 cirkelmils per
ampère.
***Voor afstanden die langer zijn dan de afstanden in deze gids moet u een vertegenwoordiger van de fabriek raadplegen op telefoonnr.
9207354505.
Ref. S-0007-G 200908
OM-203 034 Pagina 15
3-10. De lasstroomkabels aansluiten
! Schakel de voeding uit voor u de
aansluiting naar de aansluitklem-
men voor de laskabel maakt.
! Als u de laskabels niet goed aan-
sluit, kan dat uitzonderlijk sterke
verhitting en brand veroorzaken of
uw machine beschadigen.
. Niets tussen de aansluitklem van de
laskabel en de koperen staaf plaatsen.
Zorg dat de oppervlakken van de
laskabelklem en de koperen staaf
schoon zijn.
1 Juiste installatie
2 Onjuiste installatie
3 Aansluitklemmen van de
lasuitgangsspanning
4 Meegeleverde moer voor de
aansluitklem voor de laskabel
5 Laskabelklem
6 Koperen staaf
Verwijder de meegeleverde moer van de
aansluitklem voor de laskabel. Schuif de
klem van de laskabel op de aansluitklem en
zet hem zodanig met de moer vast dat de
laskabelklem strak tegen de koperen staaf
zit.
Benodigde gereedschappen:
19 mm
803 778-B
4
2
3
1
5
6
3-11. Informatie over de 14-pin contrastekker
Ref. ST-802 260
AJ
B
K
I
C
L
NH
D
M
G
E
F
Pin* Pininformatie
24 VOLT AC
A 24 volt AC. Beveiligd door CB2.
B Contact met A voltooit 24 volt AC
besturingscircuit.
115 VOLT AC
I 115 volt AC. Beveiligd door CB1.
J Contact met I voltooit 115 volt AC
besturingscircuit.
UITGANGS-
SPANNING
AFSTANDS-
BEDIENING
C Uitgangsspanning naar afstandsbediening;
+10 volt DC in MIG-stand.
D Gemeenschappelijke afstandsbedieningscircuit
E 0 tot +10 volt DC invoercommandosignaal van
afstandsbediening.
M Keuzeschakelaar.
N Afstandsbediende inductantieregeling.
A/V
STROOM-
STERKTE (AM-
PERAGE)
SPANNING
(VOLTAGE)
F Stroomterugkoppeling; +1 volt DC
per 100 ampère.
H Spanningsterugkoppeling; +1 volt DC
per 10 boogspanning.
GND
G Gemeenschappelijke voor 24V en 115V AC
circuits.
K Normaal chassis
* De overige pinnen worden niet gebruikt.
OM-203 034 Pagina 16
1 115V 7A AC contrastekker
De voeding wordt verdeeld tussen
de duplex contrastekker en de
“Remote 14”-contrastekker (zie
Sectie 3-11).
2 Aanvullende beschermer
CB1
3 Aanvullende beschermer
CB2
CB1 beveiligt het 115-volt AC deel
van de duplex contrastekker en de
“Remote 14”-contrastekker tegen
overbelasting.
CB2 beveiligt het 24-volt AC deel
van de “Remote 14”-contrastekker
tegen overbelasting.
Druk op de knop om de zekering te-
rug te stellen.
3-12. 115 Volt AC duplex contrastekker
Ref. ST-801 524-A
2 3
1
3-13. Leidraad voor elektrotechnisch onderhoud
OPGELET ONJUISTE VOEDING kan deze lasstroombron beschadigen. Deze lasstroombron vereist een CONTINUE aanvoer van 60 Hz +10%
vermogen +10% van de nominale ingangsspanning. Voor de voeding van deze lasstroombron geen generator gebruiken met een automatische sta-
tionairvoorziening (die de motor stationair laat draaien als hij geen last detecteert).
OPGELET De voedingspanning mag niet meer dan +10% afwijken van de aanbevolen waarde. Indien de voedingsspanning buiten dit bereik valt,
dan is mogelijk geen lasvermogen beschikbaar.
Nietnaleving van deze aanbevelingen voor de zekering en de stroomonderbreker kan leiden tot gevaar voor elektrische schokken.
Deze aanbevelingen zijn vastgesteld voor nominaal gebruik en inschakelduur van de lasstroombron.
50 Hz Drifasen
Ingaande spanning (V)
380 400
Ingaande stroomsterkte bij de nominale uitgangsspanning (A)
33 31
Max. aanbevolen standaard zekering of grenswaarde van onderbreker in ampères
1
40
50
35
45
Traag,
2
Normaal
3
Min. formaat invoerconductor in mm
2
,
4
6 6
Max. aanbevolen lengte invoerconductor in meters
55 61
Min. formaat aardingsconductor in mm
2
,
4
6 6
Referentie: Amerikaanse National Electrical Code (NEC) voor 2008 (bevat ook artikel 630)
1 Als er een automatische zekering wordt gebruikt in plaats van een smeltzekering, gebruik dan een automatische zekering met een tijd/stroomkromme
die vergelijkbaar is met de aanbevolen smeltzekering.
2 De trage zekering zijn van klasse UL “RK5”. Zie UL248.
3 De normale zekeringen zijn van klasse UL “K5” (tot 60A), en UL “H” (65A en meer).
4 De geleidergegevens in dit gedeelte hebben betrekking op het geleiderformaat (met uitzondering van het buigbare snoer of de buigbare kabel)
tussen de paneelkaart en de apparatuur conform NECtabel 310.16. Als er een buigbare snoer of kabel wordt gebruikt, moeten de minimum af-
metingen van de geleider mogelijk groter zijn. Zie NECtabel 400.5(A) voor de vereisten voor een buigbare snoer of kabel.
OM-203 034 Pagina 17
! Schakel de stroombron uit en
verwijder de voedingsstekker uit de
wandcontactdoos.
! Er kan behoorlijk wat gelijkstroom-
spanning op de condensatoren ach-
terblijven nadat het apparaat is
uitgeschakeld. Controleer altijd de
spanning op de primaire condensa-
toren voordat u verder gaat. Zie
Hoofdstuk 5-3.
Controleer de invoerspanning die op de
werkplek beschikbaar is.
Verwijder het linkerpaneel.
1 Invoer- en aardingsconductoren
Zie Sectie 3-13.
Breng klemringen van het juiste formaat aan
op de invoerconductoren voor de aansluiting
op de klemmen van het invoerfilter (zie af-
beelding).
2 Lijnscheidingsmechanisme
Kies het type en het formaat van de
overbelastingsbeveiliging aan de hand van
Sectie 3-13. Sluit de invoer- en
aardingsconnectoren aan op een
lijnscheidingsmechanisme waar geen
spanning meer op staat.
Breng het linkerpaneel weer aan.
3-14. Aansluitvermogen
ssb2.4* 1/94 ST-801 523-B / ST-801 946
5/16 in
L1
L1
2
L2
L3
1
L2
L3
Kaart invoerfilter
=GND/PE
! Altijd de aardingscon-
ductor eerst aansluiten.
Benodigde gereedschappen:
OM-203 034 Pagina 18
HOOFDSTUK 4 BEDIENING
1 Hoofdschakelaar voeding
. De motor van de ventilator wordt ther-
mostatisch bestuurd en draait alleen
wanneer er afkoeling nodig is.
2 Voltmeter (zie Sectie 4-3)
3 Ampèremeter (zie Sectie 4-3)
4 V/A (Voltage/Amperage)-stelknop
5 Inductantieregeling
De inductantie is bepalend voor de “natheid”
van het lasbad. Wanneer hij hoger wordt
gedraaid, neemt de “natheid” (vloeibaarheid
van het lasbad) toe.
4-1. Besturing van het bedieningspaneel (CV modellen)
23
4
5
ST-184 761
1
114pin contrastekker
Standenregeling
De standaard instelling van het apparaat is de
MIG-stand.
Voor pulserend MIG-lassen dient er een exter-
ne pulsregeling te worden aangesloten op de
“Remote 14”-contrastekker. De externe pen-
del bepaalt of het apparaat in de standaard
MIG-stand of in de pulserende MIG-stand
staat. Wanneer de pulsregeling wordt afge-
koppeld, gaat het apparaat weer terug naar
standaard MIG-lassen.
Spanningsregeling
Het apparaat staat standaard op de Paneel-
stand voor de regeling van de uitgaande span-
ning. Wanneer er een geschikte spanningsre-
gelaar of pulsregelaar wordt aangesloten op
de “Remote 14”-contrastekker, dan neemt dit
apparaat de regeling van de uitgaande span-
ning over.
Om weer terug te keren naar de Paneel-stand
voor de regeling van de uitgaande spanning,
moet u aangesloten apparaten die spanning
naar pen E sturen ontkoppelen of uitzetten.
4-2. Keuzestand- en spanningsregeling (CV modellen)
ST-801 192
1
OM-203 034 Pagina 19
4-3. Meterfuncties alleen voor CV-modellen
. De meters geven circa drie seconden lang nadat de boog is verbroken de werkelijke lasuitgangswaarden aan.
Keuzestand (Mode) Aangegeven meterwaarden bij leegloop Meterwaarden tijdens het lassen
MIG
VA
24.5
Leeg
Vooringestelde
spanningswaarde
VA
24.5 250
Werkelijke
spanningswaarde
Werkelijke
stroomsterkte
Pulserend MIG
VA
PPP PPP
Pulsaanduiding
Pulsaanduiding
VA
24.5 250
Werkelijke
spanningswaarde
Werkelijke
stroomsterkte
1 Hoofdschakelaar voeding
. De motor van de ventilator wordt ther-
mostatisch bestuurd en draait alleen
wanneer er afkoeling nodig is.
2 Voltmeter (zie Sectie 4-5)
3 Ampèremeter (zie Sectie 4-5)
4 Spanning/Stroomregelknop
5 V/A Schakelaar voor paneel of
afstandsbediening
Voor de bediening via het frontpaneel, de
knop in de panneelstand zetten (naar boven)
en regelen met de spannings/stroomregelk-
nop.
Voor afstandsbediening, de aansluiting op de
14-pin contrastekker maken en de schake-
laar op afstandsbediening zetten (naar ond-
er). In de meeste gevallen is de afstandsbe-
diening een percentage van de instelling op
het frontpaneel. De instelling op de lasbron is
de maximale waarde beschikbaar op de af-
standsbediening. In de MIG/MAG mode kan
de waarde over het hele gamma geregeld
worden met de afstandsbediening, onafhan-
kelijk van de ingestelde waarde op de las-
bron.
6 Proceskeuzeschakelaar
De positie van de keuzeschakelaar bepaald
het lasproces en de output aan/uit (zie Sectie
4-6). De regeling van de lasparameter (pan-
eel of afstandsbediening) is bepaald door de
V/A schakelaarstand.
Voor het gutsen, de keuzeschakelaar in de
Beklede Electrodelasstand zetten en de In-
ductantie/Boogsterkte op maximale stand re-
gelen.
7 Inductantie/Boogsterkte regelknop
Regelt de boogsterkte in de Beklede Elec-
trodelasstand of in een andere CC mode. In-
dien geregeld op de minimum waarde, is de
kortsluitstroom bij lage spanning gelijk aan de
ingestelde lasstroom.
Verhoogt men de boogsterkte, dan verhoogt
de kortsluitstroom bij lage spanning om de
boogontsteking te vergemakkelijken of om
het plakken blijven tijdens het lassen te ver-
mijden (zie de Stroom/Spanningsgrafieken
in Sectie 3-5).
De geschikte instelling kiezen voor de toe-
passing.
De knop regelt de inductantie indien de MIG/
MAG mode op de proceskeuzeschakelaar is
gekozen. De inductantie is bepalend voor de
“natheid” van het lasbad. Wanneer hij hoger
wordt gedraaid, neemt de “natheid” (vloei-
baarheid van het lasbad) toe.
Indien op de proceskeuzeschakelaar pulser-
ende MIG of een TIG proces is gekozen, is
deze regeling niet functioneel.
4-4. Besturing van het bedieningspaneel (CC/CV modellen)
23
4
7
196 445
1
56
OM-203 034 Pagina 20
4-5. Meterfuncties (CC/CV modellen)
. De meters geven circa drie seconden lang nadat de boog is verbroken de werkelijke lasuitgangswaarden aan.
Keuzestand (Mode) Digitale aflezing bij leegloop
Paneelbediening (TIG)
Actuele open spanning Ingestelde Amp.
VA
80.0 85
4takt aanraakstart
VA
Leeg Ingestelde Amp.
85
TIG
Leeg Ingestelde Amp.
VA
85
MIG
Ingestelde Volts Leeg
VA
24.5
Pulserend MIG
Pulsaanduiding Pulsaanduiding
VA
PPP PPP
V-sense draadafrolkast
Open spanning en Preset Leeg
VA
80.0
Afstandsbe-
diening
(SMAW)
Leeg Ingestelde Amp.
VA
85
Paneelbediening BE
(SMAW)
Actuele open spanning Ingestelde Amp.
VA
80.0 85
OM-203 034 Pagina 21
4-6. Standen van de proceskeuzeschakelaar
. De beklede electrode lasprocessen (SMAW) zijn voorzien van een ”Adaptif Hot Start”. T.t.z. de uitgangsstroom verhoogt automatisch indien bij
de start of tijdens het lassen dit vereist is. Dit vermijdt het plakken blijven van de electrode.
Keuzestand (Mode) Uitgangsregeling
Start TIG (GTAW)
Kies: of Amp
Las:
4takt aanraakstart
Kies: of Amp
Vereist: Bediening
TIG met HFunit,
pulsgenerator of
afstandsbediening
Kies: of Amp
Vereist: Bediening
MIG
Kies: of Volt
Vereist: Draadaanvoerkast
MIG met V-sense
draadafrolkast
Kies: of Amp
Les:
Pulserend MIG
(Vereist een aparte
pulsgenerator)
Kies: Volt
Vereist: Draadaanvoerkast en/of
pulsgenerator
Beklede Electr. las-
sen met afstandsbe-
diening
Kies: of Amp
Vereist: Bediening
Beklede Electr. lassen
met paneelbediening
Kies: of Amp
Las
OM-203 034 Pagina 22
NIET als een lucifer aansteken!
”Aanraken” 1-2 seconden
4-7. Lift-Arc TIG-startprocedure (CC/CV modellen)
Met de proceskeuzeschakelaar in
de LiftArc TIG stand, start u de
vlamboog als volgt:
1 TIG-elektrode
2 Lasobject
Raak met de wolfraam elektrode
het te bewerken object aan bij het
beginpunt en zorg met de toorts-
schakelaar, houd de elektrode 1 à
2 seconden tegen het te bewer-
ken object aan en til de elektrode
langzaam op. Wanneer de elektro-
de wordt opgetild, vormt zich een
boog.
Normale nullastspanning is niet
aanwezig voordat de wolfraam
elektrode het te bewerken object
raakt; er is slechts een lage voel-
spanning aanwezig tussen de elek-
trode het object. De halfgeleidende
uitgangscontactor komt pas onder
spanning te staan als de elektrode
het object raakt. Hierdoor kan de
elektrode het object raken zonder
oververhitting, zonder vast te ko-
men zitten of vervuild te raken.
1 2
Ref. S-156 279
OM-203 034 Pagina 23
HOOFDSTUK 5 SHOOTINGONDERHOUD EN STORINGEN
VERHELPEN
5-1. Routine-onderhoud
! Ontkoppel de voeding
voor u met het onderhoud begint.
. Geef vaker een onderhoudsbeurt
als het apparaat zwaar belast wordt.
3 maanden
Vervang
beschadigde
of
onleesbare
labels
Vervang behuizing
waar scheurtjes in
zitten
Reparen of
vervangen
van kapotte
kabels
Repareer of
vervang kapotte
kabels en snoeren
Maak de
lasbornen
schoon en
draai ze aan
6 maanden
De binnenzijde
schoonblazen
! De kast niet verwijderen als
u de binnenzijde van het ap-
paraat schoonblaast.
Om het apparaat schoon te blazen
moet u de luchtstroom op de afge-
beelde wijze door het ventilatieka-
naal blazen voor en achter leiden.
5-2. De binnenzijde van het apparaat schoonblazen
ST-802 260
OM-203 034 Pagina 24
! Schakel de stroombron uit en
verwijder de voedingsstekker
uit de wandcontactdoos
voordat u verder gaat.
! Er kan een aanzienlijke DC
spanning achterblijven op de
condensatoren nadat het appa-
raat is uitgeschakeld. Con-
troleer voordat u aan de slag
gaat met het onderhoud aan het
apparaat altijd de spanning op
de afgebeelde wijze om er zeker
van te zijn dat de invoerconden-
satoren zich hebben ontladen.
Draai de voeding voor het lassen uit en
ontkoppel de het apparaat van de
stroombron.
1 Buitenste schroeven van de
handgreep
Om de kap los te halen moet u de twee
buitenste schroeven van beiden hand-
grepen verwijderen evenals alle zij-
bouten.
2 Koppelkaart PC2
3 Voltmeter
Meet de DC spanning bij de schroef-
klemmen op RC3 en RC5 zoals afge-
beeld, totdat de spanning tot vlakbij 0
(nul) volt daalt.
Ga verder met uw werk in het apparaat.
Breng de kap weer aan als u klaar bent.
5-3. De kast vervangen en de spanning van de ingangscondensator meten
5/16 in
ST-802 260 / ST-801 536
2
3
1
1
+ draad naar de onderste
klem rechts; draad naar
de bovenste klem rechts
Benodigde gereedschappen:
OM-203 034 Pagina 25
. Alle richtingen zijn t.o.v. de
voorzijde van het apparaat. Al-
le schakelingen waarnaar
wordt verwezen bevinden zich
in het apparaat.
Hulpscherm 0
Geeft een sluiting aan in de thermis-
tor RT2 aan de linkerkant van het
apparaat. Als dit scherm te zien is,
neem dan contact op met een door
de fabrikant erkende service
agent.
Hulpscherm 1
Geeft een storing aan in de primaire
stroomkring. Als dit scherm te zien
is, neem dan contact op met een
door de fabrikant erkende service-
agent.
Hulpscherm 2
Geeft een storing aan in het
thermische beveiligingscircuit links
in het apparaat. Als dit scherm te
zien is, neem dan contact op met
een door de fabrikant erkende ser-
vice-agent.
Hulpscherm 3
Geeft aan dat de linkerkant van het
apparaat oververhit is. Het
apparaat is gestopt om de ventilator
de gelegenheid te geven om het af
te koelen (zie Sectie 3-4). Wanneer
het apparaat is afgekoeld, kunt u
verder werken.
Hulpscherm 4
Geeft een storing aan in het
thermische beveiligingscircuit
rechts in het apparaat. Als dit
scherm te zien is, neem dan
contact op met een door de
fabrikant erkende service-agent.
5-4. Hulpscherm voltmeter/ampèremeter
AV
AV
AV
HE.L P1
HE.L P2
HE.L P3
AV
HE.L P4
AV
HE.L P0
OM-203 034 Pagina 26
. Alle richtingen zijn t.o.v. de
voorzijde van het apparaat. Al-
le schakelingen waarnaar
wordt verwezen bevinden zich
in het apparaat.
Hulpscherm 5
Geeft aan dat de rechterkant van
het apparaat oververhit is. Het
apparaat is gestopt om de ventilator
de gelegenheid te geven om het af
te koelen (zie Sectie 3-4). Wanneer
het apparaat is afgekoeld, kunt u
verder werken.
Hulpscherm 6
Geeft aan dat de ingangsspanning
te laag is en dat het apparaat
automatisch is uitgeschakeld. U
kunt verder werken als de spanning
binnen ±15% van het bedrijfsbereik
is. Als dit scherm te zien is, laat een
elektricien dan de ingangsspanning
controleren.
Hulpscherm 7
Geeft aan dat de ingangsspanning
te hoog is en dat het apparaat
automatisch is uitgeschakeld. U
kunt verder werken als de spanning
binnen ±15% van het bedrijfsbereik
is. Als dit scherm te zien is, laat een
elektricien dan de ingangsspanning
controleren.
Hulpscherm 8
Duidt op een storing in de secundai-
re stroomkring van het apparaat.
Als dit scherm te zien is, neem dan
contact op met een door de fabri-
kant erkende service-agent.
Hulpscherm 9
Geeft een kortsluiting aan in de
thermistor RT1 rechts in het appa-
raat. Als dit scherm te zien is, neem
dan contact op met een door de fab-
rikant erkende serviceagent.
5-5. Hulpscherm voltmeter/ampèremeter (vervolg)
AV
HE.L P5
AV
HE.L P6
AV
HE.L P7
AV
HE.L P8
AV
HE.L P9
OM-203 034 Pagina 27
5-6. Storingen
Probleem Oplossing
Geen uitgangsspanning voor het
lassen; het apparaat werkt totaal niet.
Zet de lijnscheidingsschakelaar op de ON-stand (zie Sectie 3-14).
Controleer de lijnzekering(en) en vervang ze indien noodzakelijk; of stel de stroomonderbreker weer
in (zie Sectie 3-14).
Controleer of de voeding goed is aangesloten (zie Sectie 3-14).
Geen uitgangsspanning om te lassen;
de meters staan aan.
Kijk de afstandsbediening na, repareer hem of vervang hem.
Het apparaat is oververhit. Laat het apparaat afkoelen met de ventilator aan (zie Sectie 3-4).
Onregelmatige of onjuiste lasuitgangs-
spanning.
Gebruik een laskabel van het juiste formaat en type (zie Sectie 3-9).
Reinig alle laskoppelingen en draai ze vast.
Geen 115V AC uitgangsspanning bij de
duplex contrastekker, de
“Remote 14”-contrastekker.
Stel de aanvullende beschermer CB1 opnieuw in (zie Sectie 3-12).
Geen 24 volt AC uitgangsspanning bij
de “Remote 14”-contrastekker.
Stel de aanvullende beschermer CB2 opnieuw in (zie Sectie 3-12).
OM-203 034 Pagina 28
HOOFDSTUK 6 ELECTRISCH SCHEMA
Figuur 6-1. Stroomkringschema voor lasstroombronnen (CV modellen)
OM-203 034 Pagina 29
239 524-A
Waarschuwing
Gevaar voor
electrische schok
S Raak onderdelen die onder stroom staan niet aan.
S Zet de hoofdstroom uit of stop de motor voordat u
deze installatie installeert of nakijkt.
S Niet doen werken met het plaatwerk verwijderd.
S Enkel bevoegde personen de installatie, het gebruik
en het onderhoud laten doen.
OM-203 034 Pagina 30
Figuur 6-2. Stroomkringschema voor lasstroombronnen (CC/CV modellen)
OM-203 034 Pagina 31
239 526-A
Waarschuwing
Gevaar voor
electrische schok
S Raak onderdelen die onder stroom staan niet aan.
S Zet de hoofdstroom uit of stop de motor voordat u
deze installatie installeert of nakijkt.
S Niet doen werken met het plaatwerk verwijderd.
S Enkel bevoegde personen de installatie, het gebruik
en het onderhoud laten doen.
OM-203 034 Pagina 32
HOOFDSTUK 7 ONDERDELENLIJST
. De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.
802 261-E
67
66
56
55
54
51
10
60
59
47
43
36
38
37
36
35
34
30
8
7
6
5
4
65
3
PC2
PC1
4
64
63
62
61
58
57
53
52
50
46
49
48
46
45
44
4
42
41
40
39
33
32
31
29
28
27
26
25
24
23
22
21
20
19
18
17
16
15
14
13
12
11
9
2
1
Figuur 7-1. Volledige installatie
OM-203 034 Page 33
Description
Part
No.
Dia.
Mkgs.
Item
No.
Figuur 7-1. Volledige installatie
Quantity
1 187 234 Cover, Top 1... ................ ... ...................................................
2 195 585 Handle 2... ................ ... .......................................................
3 +190 373 Panel, Side Rh 1... .............. ... ................................................
178 551 Insulator, Side 2...................... ... ................................................
4 185 836 Label, Warning Electric Shock 3... ................ ... ..................................
5 PC7 231 563 Circuit Card Assembly, Input Filter 1... .... ...... ... ...............................
6 185 210 Bracket, Mtg Filter Board 1... ................ ... .......................................
7 T1 185 524 Transformer, HF (CV Models Only) 1... ..... ....... ... .............................
7 T1 189 440 Transformer, HF (CC/CV Models Only) 1... ..... ....... ... ..........................
8 FM2 183 918 Motor, Fan 24VDC 3000RPM 43CFM W/10 Ohm Resistor 1... .... ...... ... ..........
9 PC1 247 235 Circuit Card Assembly, Control (CV Models Only) 1... .... ...... ... .................
9 PC1 231 557 Circuit Card Assembly, Control (CC/CV Models Only) 1... .... ...... ... .............
10 194 371 Spacer, Al 3.500 Lg 1... ................ ... ...........................................
11 194 450 Bracket, Mtg Capacitor/PC Board/Fan 1... ................ ... ...........................
204 737 Cable Tie Mount, Winged Push 1...................... ... .................................
12 C3-6 192 935 Capacitor, Elctlt 2700Uf 420 4... .... ...... ... ....................................
13 181 925 Insulator, Stabilizer Lead 1... ................ ... .......................................
14 Z1 180 029 Stabilizer, Output 1... ..... ....... ... ..............................................
15 L1 180 026 Inductor, Input 1... ..... ....... ... ................................................
16 T2 185 231 Transformer, Control 200/400VAC 1... ..... ....... ... ...............................
17 180 105 Bracket, Mtg Transformer Aux 1... ................ ... ..................................
18 CB2 093 995 Supplementary Protector, Man Reset 1P 15A 250VAC Frict 1... .... ...... ... .........
19 CB1 161 078 Supplementary Protector, Man Reset 1P 7A 250VAC Frict 1... .... ...... ... ..........
20 RC2 604 176 Receptacle, Str Dx Grd 3W 15A 120V 1... .... ...... ... ...........................
21 Plate, Identification (Order By Model & Serial Number) 1... ........................... .............
217 297 Cover, Receptacle Weatherproof 1...................... ... ................................
22 +187 233 Panel, Rear 1... .............. ... ..................................................
185 526 Label, Warning Electric Shock 1...................... ... ..................................
23 153 403 Bushing, Snap-In Nyl .750 Id X 1.000Mtg Hole 2... ................ ... ....................
24 025 248 Stand-Off, Insul .25020 x 1.250 Lg 4... ................ ... .............................
25 W1 180 270 Contactor, Def Prp 40A 3P 24 VAC 1... ..... ....... ... ..............................
26 C1,2 188 446 Capacitor, Polyp Film .5Uf 900 VAC (CV Models Only) 2... .... ...... ... ............
26 C1,2 219 812 Capacitor, Polyp Film .34Uf 1000 VAC (CC/CV Models Only) 2... .... ...... ... .......
27 185 992 Bus Bar, Capacitor 2... ................ ... ............................................
28 CT1 181 271 Transformer, Current 500 Turns 1... .... ...... ... .................................
29 177 547 Bushing, Snap-In Nyl CtMt 1.125Mtg Hole 1... ................ ... .......................
30 T3 185 208 Choke, Common Mode 1... ..... ....... ... ........................................
31 PC2 236 049 Circuit Card Assembly, Interconnect 1... .... ...... ... .............................
32 179 276 Bushing, Snap-In Nyl 1.000 X 1.375Mtg Hole 1
... ................ ... .....................
185 214 Bus Bar, Interconnecting 1...................... ... .......................................
33 +194 449 Windtunnel, Rh 1... .............. ... ...............................................
34 SR1 184 260 Kit, Diode Power Module 1... .... ...... ... .......................................
35 PM1,2 235 311 Kit, Transistor IGBT Module (CV Models Only) 1... ... ..... ... ...................
35 PM1,2 235 309 Kit, Transistor IGBT Module (CC/CV Models Only) 1... ... ..... ... ................
36 RT1,2 173 632 Thermistor, Ntc 30K Ohm @ 25Deg C 2... .... ..... ... ...........................
37 179 930 Heat Sink, Power Module 1... ................ ... ......................................
38 204 165 Heat Sink, Rect Quad Diode 1... ................ ... ....................................
39 190 272 Base 1... ................ ... ........................................................
40 224 853 Bracket, Mtg Choke 1... ................ ... ...........................................
41 182 654 Gasket, DIDT Rubber 1... ................ ... .........................................
42 L3,4 180 103 Coil, DIDT 2... .... ...... ... ...................................................
43 176 844 Core, Ferrite 2... ................ ... ..................................................
44 PC3 240 626 Circuit Card Assembly, Front Panel (CV Models Only) 1... .... ...... ... .............
44 PC3 221 876 Circuit Card Assembly, Front Panel (CC/CV Models Only) 1... .... ...... ... .........
45 182 707 Terminal, Power Output Black 1... ................ ... ...................................
46 C7,8 222 488 Capacitor Assembly 2... .... ...... ... ...........................................
47 RC1 190 470 Receptacle, W/Leads, Capacitors, Plug 1... .... ...... ... ..........................
OM-203 034 Pagina 34
Description
Part
No.
Dia.
Mkgs.
Item
No.
Figuur 7-1. Volledige installatie (vervolg)
Quantity
48 186 621 Boot, Generic Output Stud 2... ................ ... .....................................
49 179 898 Panel, Front 1... ................ ... ..................................................
50 181 245 Terminal, Power Output Red 1... ................ ... ....................................
51 S1 244 920 Switch, Tgl 3Pst 40A 600VAC Scr Term Wide Tgl 1... ..... ....... ... ..................
176 226 Insulator, Switch Power 1...................... ... ........................................
52 Nameplate, (Order By Model And Serial Number) 1... ........................... ..................
53 HD1 168 829 Transducer, Current 1000A Max 1... .... ...... ... .................................
54 174 992 Knob, Pointer .840Dia X .250 Id (CV Models Only) 1... ................ ... ................
54 174 992 Knob, Pointer .840Dia X .250 Id (CC/CV Models Only) 2... ................ ... ............
55 174 991 Knob, Pointer 1.250Dia X .250 Id (CC/CV Models Only) 1... ................ ... ...........
56 179 851 Knob, Pointer 1.670Dia X .250 Id 1... ................ ... ................................
57 179 928 Shroud, Fan 1... ................ ... ..................................................
58 FM1 175 084 Motor, Fan 24VDC 3000RPM 1... .... ...... ... ...................................
C21-24 180 778 Capacitor Assembly 4......... ..... ... ...........................................
59 R1,2 232 296 Resistor/Capacitor Assy 2... .... ...... ... ........................................
C9,10,11,12
60 D1-4 201 531 Kit, Diode Ultra Fast Recovery 4... .... ...... ... ..................................
61 179 826 Insulator, Rectifier 1... ................ ... .............................................
62 +179 902 Windtunnel, Lh 1... .............. ... ................................................
63 183 827 Bus Bar, Output 1... ................ ... ...............................................
179 276 Bushing, Snap-In Nyl 1.000 X 1.375Mtg Hole 2...................... ... .....................
64 179 310 Label, Warning General Precautionary 2... ................ ... ...........................
PLG4 131 056 Housing Receptacle & Sockets 1.......... ...... ... ..................................
RC10 166 679 Housing Receptacle Pins & Sockets 1.......... ...... ... .............................
PLG2 115 092 Housing Plug & Sockets 1.......... ...... ... ........................................
PLG7,19 115 094 Housing Plug & Sockets 1........ .... ... ........................................
PLG9,11 115 091 Housing Plug & Sockets 1........ .... ... ........................................
PLG3,12 180 776 Plug, W/Leads Voltage Feedback 1........ .... ... ...............................
PLG5,15,16 175 026 Plug, W/Leads 1....... ... ... ................................................
PLG21 211 138 Plug, W/Leads 1......... ..... ... ................................................
65 +190 271 Panel, Side Lh 1... .............. ... ................................................
66 199 840 Bus Bar, Diode 4... ................ ... ................................................
67 C18-20 208 478 Capacitor Module 1... ... ..... ... .............................................
+When ordering a component originally displaying a precautionary label, the label should also be ordered.
To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturers Suggested
Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.
Geldig vanaf 1 januari 2010
(Installaties waarvan het serienummer begint met “MA” of nieuwer)
Deze beperkte garantie vervangt alle vorige Miller garanties en is exclusief zonder andere expliciete of impliciete
waarborgen of garanties.
BEPERKTE GARANTIE Afhankelijk van de onderstaande bepa-
lingen en voorwaarden garandeert Miller Electric Mfg. Co., Apple-
ton, Wisconsin, zijn erkende verdeler dat nieuwe Miller installaties
die verkocht zijn na de geldende datum van deze beperkte garantie
geen materiaal- en/of fabricagefouten hebben. DEZE GARANTIE
VERVANGT UITDRUKKELIJK ALLE ANDERE GARANTIES, EX-
PLICIET OF IMPLICIET, VAN VERKOOPBAARHEID EN
GESCHIKTHEID.
Binnen de onderstaande garantieperioden zal Miller alle onderde-
len of componenten die niet meer functioneren door dergelijke fa-
bricage- en materiaalfouten met garantie repareren of vervangen.
Miller moet binnen dertig (30) dagen schriftelijk op de hoogte wor-
den gebracht van een dergelijke fout of storing, waarop Miller in-
structies zal geven over de garantieclaim-procedure die hierop
volgt.
In het geval van een dergelijke storing binnen de garantieperiode
zal Miller garantieclaims toestaan op installaties met garantie die
hieronder zijn vermeld. Alle garantieperioden gelden vanaf de dag
dat de installatie geleverd werd aan de erkende verdeler, of acht-
tien maanden nadat de installatie naar een internationale distribu-
teur gezonden is.
1. 5 jaar op onderdelen — 3 jaar op arbeidsloon
* Bij originele hoofdstroomgelijkrichters alleen de thyristo-
ren (SCR’s), de diodes en de afzonderlijke gelijkrichter-
modules
2. 3 jaar — op onderdelen en arbeidsloon
* Lasaggregaten met aandrijfmotor
(OPMERKING: Motoren vallen onder een aparte
garantie, bij de fabrikant van de motor.)
* Inverter stroombronnen (tenzij anders aangegeven)
* Stroombronnen plasmasnijders
* Procesbeheersingsapparatuur
* Semiautomatische en automatische draadaanvoereen-
heden
* De Flowregelaar en Flowmeter uit de Smith 30 Serie (geen
arbeidsloon)
* Transformator/gelijkrichter stroombronnen
* Waterkoelingsystemen (geïntegreerd)
3. 2 jaar — op onderdelen
* Automatisch verduisterende helmlenzen
(geen arbeidsloon)
4. 1 jaar — op onderdelen en arbeidsloon tenzij anders
aangegeven
* Automatisch bewegende apparatuur
* CoolBelt en CoolBandventilatorunit (geen arbeidsloon)
* Externe controleapparatuur en sensoren
* Opties van onderdelen achteraf ingebouwd
(OPMERKING: Opties van onderdelen die achteraf zijn in-
gebouwd zijn gedekt voor de resterende garantieperiode
van het product waarin ze in zijn geïnstalleerd of voor een
minimum van één jaar — afhankelijk van welke van de
twee het langste duurt.)
* Flowregelaars en Flowmeters (geen arbeidsloon)
* RFCS voetbedieningen (m.u.v. RFCSRJ45)
* Rookgasafzuigers
* HF Units
* ICE plasmasnijtoortsen (geen arbeidsloon)
* Stroombronnen voor inductieverwarming, koelers en
elektronische regelapparatuur/recorders
* Elektrische belastingsbanken
* Motoraangedreven laspistolen
(m.u.v. de Spoolmate laspistolen)
* PAPRventilatorunit (geen arbeidsloon)
* Positionerings en regelapparatuur
* Rekken
* Laskarren/trailers
* Puntlasapparaten
* Onderpoederdekdraadaanvoersystemen
* Waterkoelsystemen (nietgeïntegreerd)
* Weldcraft TIG toortsen (geen arbeidsloon)
* Werkstations/Lastafels (geen arbeidsloon)
5. 6 maanden — op onderdelen
* Accu’s
* Bernard pistolen (geen arbeidsloon)
* Tregaskiss pistolen (geen arbeidsloon)
6. 90 dagen — op onderdelen
* Toebehoren (sets)
* Beschermzeilen
* Inductieverwarmingsspoelen en dekens, kabels en niet
elektronische regelapparatuur
*Mpistolen
* MIG pistolen en onderpoederdek (SAW) pistolen
* Afstandsbedieningen en RFCSRJ45
* Vervangende onderdelen (geen arbeidsloon)
* Roughneckpistolen
* Spoolmate pistolen
Millers True Blue® beperkte garantie geldt niet voor:
1. Slijtonderdelen zoals contacttips, snijmondstukken,
magneetschakelaars, koolborstels, relais, bovenbladen
van werkstations en lasgordijnen of andere onderdelen
die niet meer goed werken als gevolg van normale
slijtage. (Uitzondering: borstels en relais zijn wel gedekt
bij alle motoraangedreven producten.)
2. Onderdelen geleverd door Miller maar geproduceerd door an-
deren, zoals motoren of handelsaccessoires. Deze onderde-
len vallen onder de eventuele garanties door de fabrikanten.
3. Installaties die veranderingen hebben ondergaan door andere
partijen dan Miller, of installaties die onjuist geïnstalleerd of
verkeerd gebruikt zijn volgens industrierichtlijnen, of installa-
ties die geen redelijk en noodzakelijk onderhoud hebben ge-
had, of installaties die gebruikt zijn voor andere dan de
aangegeven toepassingen voor de installatie.
MILLER PRODUKTEN ZIJN BEDOELD VOOR VERKOOP EN
GEBRUIK DOOR COMMERCIËLE/INDUSTRIËLE GEBRUI-
KERS EN PERSONEN DIE OPGELEID ZIJN EN ERVARING
HEBBEN MET HET GEBRUIK EN ONDERHOUD VAN LASIN-
STALLATIES.
In het geval van een garantieclaim gedekt door deze garantie,
zullen de exclusieve Miller-oplossingen zijn: (1) repareren; of (2)
vervangen; of, als dit schriftelijk door Miller is toegestaan in
bepaalde gevallen, (3) de redelijke kosten van repareren of
vervangen bij een goedgekeurd Miller onderhoudsbedrijf; of (4)
krediet of betaling van de aankoopprijs (redelijke
waardevermindering op basis van het eigenlijke gebruik) bij het
retourneren van de goederen op risico en kosten van de klant.
Miller’s optie van repareren of vervangen zal f.o.b. zijn (met
inbegrip van vervoerskosten tot in de boot), naar de fabriek in
Appleton, Wisconsin of f.o.b. naar een door Miller goedgekeurd
onderhoudsbedrijf zoals bepaald is door Miller. Daarom zal er geen
compensatie of terugbetaling voor transportkosten worden
toegestaan.
VOOR ZOVER DE WET DIT TOESTAAT, STAAN ER GEEN AN-
DERE VERHAALSMOGELIJKHEDEN OPEN DAN DEGENE DIE
HIER VOORZIEN ZIJN. IN GEEN GEVAL ZAL MILLER CON-
TRACTUEEL, UIT ONRECHTMATIGE DAAD, OF ANDERSZINS,
AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR RECHTSTREEKSE, ON-
RECHTSTREEKSE, BIJZONDERE, INCIDENTELE, OF GE-
VOLGSCHADE (HIERIN BEGREPEN GEDERFDE WINST).
MILLER VERWERPT EN SLUIT, M.B.T. ALLE GEREEDSCHAP
DAT DOOR HAAR GELEVERD WORDT, ELKE
UITDRUKKELIJKE GARANTIE DIE HIER NIET VOORZIEN IS,
EN ELKE GEÏMPLICEERDE GARANTIE OF VERKLARING
M.B.T. PRESTATIE, EN ELK VERHAAL OP GROND VAN
CONTRACTUELE WANPRESTATIE, UIT ONRECHTMATIGE
DAAD, OF DAT, WARE DEZE BEPALING NIET OPGENOMEN,
IMPLICIET, VAN RECHTSWEGE, NAAR HANDELSGEWOONTE
OF NAAR AANLEIDING VAN DE CONCRETE
OMSTANDIGHEDEN VAN DE TRANSACTIE ZOU
VOORTVLOEIEN UIT GELIJK WELKE ANDERE
RECHTSTHEORIE, HIERIN BEGREPEN ELKE
GEÏMPLICEERDE GARANTIE M.B.T. VERKOOPBAARHEID OF
GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD GEBRUIK, UIT.
Sommige staten in de V.S. staan geen beperkingen toe met betrek-
king tot de duur van de garantie, noch uitsluiting van bijkomende
schade, indirecte schade, speciale schade of gevolgschade, dus
bovenstaande beperking kan mogelijk niet van toepassing zijn
voor u. Deze garantie biedt specifieke wettelijke rechten en er kun-
nen eventueel ook andere rechten van toepassing zijn; deze kun-
nen echter per staat verschillen.
In Canada biedt de wetgeving in enkele provincies bepaalde extra
garanties of oplossingen die afwijken van de bepalingen die hierin
zijn opgenomen, en bovenstaande beperkingen en uitsluitingen
zijn mogelijk niet van toepassing, voorzover er niet van mag wor-
den afgezien. Deze Beperkte Garantie biedt specifieke wettelijke
rechten en er kunnen eventueel ook andere rechten zijn; deze kun-
nen echter per provincie verschillen.
miller warr_dut 201001
Vertaling van de originele instructies UITGEGEVEN IN DE VS. © 2010 Miller Electric Mfg. Co 2010-01
Miller Electric Mfg. Co.
An Illinois Tool Works Company
1635 West Spencer Street
Appleton, WI 54914 USA
International HeadquartersUSA
USA Phone: 920-735-4505 Auto-attended
USA & Canada FAX: 920-735-4134
International FAX: 920-735-4125
Voor internationale vestigingen bezoek
website: www.MillerWelds.com
Naam van het model Serie-/typenumber
Aankoopdatum (datum waarop de apparatuur bij de oorspronkelijke klant werd bezorgd.)
Leverancier
Adres
Plaats
Staat Postcode
S.v.p. volledig invullen en goed bewaren.
Vermeld altijd de naam van het model en het serie-/typenummer
Ga naar uw leverancier voor: Toebehoren en elektroden
Optionele apparatuur en accessoires
Persoonlijke beschermingsmiddelen
Service en reparaties
Vervangende onderdelen
Trainingen en opleidingen (scholen, videos,
boeken)
Technische handboeken (onderhoudsinformatie
en onderdelen)
Stroomkringschema’s
Handboeken over lasprocessen
Neem contact op met het
vervoersbedrijf:
Neem contact op met de transportafdeling van uw
distributeur en/of de fabrikant van de apparatuur
voor hulp bij het indienen en afhandelen van scha-
declaims.
Service
Papieren van de eigenaar
Om een schadeclaim in te dienen bij verlies of
beschadiging tijdens verscheping,
Contacteer een verdeler of een service bureau
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40

Miller MA490243A de handleiding

Type
de handleiding