NL
3
Denk aan uw veiligheid
Belangrijke veiligheidsaanwijzingen. Lees de aanwijzingen zorgvuldig
door en bewaar deze voor raadpleging in de toekomst.
Voordat u gerechten of vloeistoffen in de magnetron gaat bereiden, moet u
controleren of de volgende voorzorgsmaatregelen zijn genomen.
1. Gebruik in de magnetronoven NOOIT metalen servies of bestek, zoals:
• metalen bekers of kannen
• servies met opgedrukte gouden of zilveren versieringen
• bestek, gardes, vleesvorken e.d.
Reden:
Optredende vonken kunnen de magnetronoven beschadigen.
2. NOOIT in de magnetronoven zetten:
• Luchtdichte of vacuüm-afgesloten flessen, bekers, bakjes e.d.
Voorbeeld: Babymaaltijden
• Voedsel in een schaal of vlies.
Voorbeeld: Eieren, noten, tomaten
Reden:
De druk in het voedsel kan het uit elkaar laten springen.
Tip:
Schaal of vlies vooraf verwijderen of gaatjes in verpakking
prikken.
3.
NOOIT de magnetronoven inschakelen als hij leeg is.
Reden:
De binnenwanden kunnen schade oplopen.
Tip:
Laat altijd een glas water in de magnetronoven staan. Dit
absorbeert de microgolven als u de magnetron per ongeluk leeg
zou inschakelen.
4. NOOIT de ventilatieopeningen afdekken.
Reden:
Door de hitte kan papier of textiel gaan branden.
5. ALTIJD ovenwanten gebruiken als u iets uit de magnetronoven wilt halen.
Reden:
Veel servies neemt hitte van de magnetronenergie of van verhit
voedsel op. Borden of schalen zijn dus heet.
6. Raak NOOIT de binnenwanden van de oven aan.
Reden:
Zonder dat het zichtbaar is, kunnen de binnenwanden van de
oven zo heet zijn dat uw huid verbrandt, ook nadat de
magnetronoven al is uitgeschakeld. Zorg dat ontvlambare
materialen nooit in contact komen met de hete oven. Laat de oven
altijd voldoende afkoelen.
7. De volgende maatregelen verkleinen het gevaar van brand in de oven:
• Leg nooit ontvlambare materialen in de magnetronoven.
• Verwijder sluitklemmetjes van papieren of plastic verpakkingen.
• Gebruik uw magnetronoven nooit om kranten te drogen.
• Als de magnetronoven rook afscheidt, latt de ovendeur dan dicht en trek
de netsteker uit de wandcontactdoos.
8. ALTIJD extra zorg besteden aan het verhitten van dranken of babymaaltijden.
• Wacht na het uitschakelen van de magnetronoven minimaal 20 seconden,
zodat de warmte zich gelijkmatig kan verdelen.
• Roer de maaltijd indien nodig tijdens het koken door en doe dat ALTIJD
na het verhitten.
• Let op als u een beker na het verhitten uit de oven pakt. Als hij te heet is,
kunt u zich verbranden.
• De drank kan nog borrelend nakoken.
• U kunt nakoken en verbranding verhinderen. Plaats een plastic lepel of
glazen staafje in de drank en roer daarmee vóór, tijdens en na het
verhitten.
Reden:
Tijdens het verhitten van dranken wordt het kookpunt soms iets
later bereikt. Daarom kan de drank plotseling alsnog gaan
koken nadat u de beker uit de oven hebt gehaald, zodat u zich
zou kunnen verbranden.
• Als u zich brandt:
* Brandwond minimaal 10 minuten in koud water gedompeld houden
* Wond afdekken met droge, schone doek
* Nooit crèmes, lotions of zalf gebruiken
• Gebruik altijd een kan of beker die boven breder is dan onder en giet die
NOOIT tot de rand vol. Dit voorkomt overkoken. Flessen met een smalle
nek kunnen bij oververhitting uit elkaar springen.
• ALTIJD controleren of een fles of maaltijd voor de baby al voldoende is
afgekoeld.
• NOOIT de speen op de fles laten zitten, want dan kan de fles door
oververhitting exploderen.
9. Zorg dat u nooit de netkabel beschadigt.
• Maak de netkabel nooit met water schoon en leg hem nooit op of tegen
hete oppervlakken.
• Gebruik de magnetronoven nooit als de netkabel beschadigd is.
10. Ga op armlengte van de oven stann als u de ovendeur opent.
Reden:
Zo voorkomt u verbranding door hete stoom.
11. Houd de binnenkant van de oven schoon.
Reden:
Voedselresten of oliespatjes kunnen zich aan de wanden of de
bodem hechten, de coating beschadigen en afbreuk doen aan de
effectiviteit van de oven.
12. Tijdens het gebruik kunnen “klikgeluiden” optreden, vooral bij ontdooien.
Reden
: Dit is een gevolg van het schakelen van het uitgangsvermogen.
Die geluiden zijn normaal.
jtXZX`luTWYZ`ZhusUGGwGZGG~SGtGY_SGYWW^GG\aX]Gwt