Documenttranscriptie
r
NEDERLANDS
Bedankt voor uw aankoop van het draagbare orgel C-190 van Roland. De C-190 is een nieuw orgel met een simulatie
van twee manualen en als zodanig bedoeld voor diensten en alle andere toepassingen waar een subliem orgelgeluid en
orkestklanken nodig zijn.
NEDERLANDS
Handleiding
NEDERLANDS
C-190
Simultaan gebruik van orgel- en orkestklanken
Bas- en manuaalsecties
Hoewel de C-190 maar één klavier heeft, kunt u monofone orgelbaspartijen en polyfone instrumentklanken bespelen.
In de regel speelt de PEDAL-sectie een monofone baspartij die op de laagste noten berust, die op het klavier speelt. U
kunt echter ook een MIDI-pedaaleenheid op de C-190 aansluiten en daarmee het PEDAL-werk bespelen. Dit laatste is
dan polyfoon.
Neem uw muziek op
De C-190 is voorzien van een simpel te bedienen functie voor het opnemen van uw spel.
Lees, alvorens dit instrument te gebruiken, de tips op de volgende bladzijde door. Daar vindt u namelijk belangrijke tips
en een opsomming van wat u wel en niet met de C-190 mag doen.
Om de functies van de C-190 zo snel mogelijk te leren kennen en er jaren plezier aan te beleven leest u deze Handleiding het best in z’n geheel door.
Om u niet onnodig te verwarren, gaan we in deze handleiding het woordje “knop” gebruiken wanneer we verwijzen
naar de druktoetsen op het frontpaneel. Zo weet u dat een “toets” alleen op het klavier van de C-190 kan slaan.
Copyright ©2005 ROLAND EUROPE. Alle rechten voorbehouden. Het kopiëren, verveelvoudigen of openbaar maken van deze handleiding, hetzij gedeeltelijk, hetzij in z’n geheel is
niet toegestaan zonder de schriftelijke toestemming van Roland Europe S.p.a.
NEDERLANDS
De C-190 bevat de beste orgelgeluiden die Roland momenteel te bieden heeft. Daar komen dan nog buitengewoon
goede instrumentklanken bij, die samen met de orgelsectie kunnen worden bespeeld.
Het 76-toetsenklavier kan in twee helften (“werken”) worden verdeeld, zodat u de C-190 zelfs voor dubbel-manuaalspel
kunt gebruiken.
C-190 Draagbaar Orgel
VEILIG GEBRUIK VAN DIT APPARAAT
INSTRUCTIES VOOR HET VOORKOMEN VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOKKEN EN VERWONDINGEN
Over de
WAARSCHUWING en
LET OP
labels
Over de symbolen
Wijst de gebruiker op het risico op
dodelijke ongevallen of zware verWAARSCHUWING wondingen als gevolg van een fout
gebruik van dit apparaat.
Het foute gebruik van dit apparaat kan
leiden tot verwondingen en of materi le
schade.
LET OP!
* "Materi le" schade heeft betrekking op
het beschadigen van het meubilair of
andere huishoudelijke voorwerpen
evenals huisdieren enz.
Een driehoek maakt de gebruiker attent op belangrijke
instructies of waarschuwingen. De juiste betekenis van het
symbool wordt bepaald door de tekening in de driehoek. Het
links getoonde symbool wordt gebruikt voor algemene
waarschuwingen of om de aandacht te vestigen op gevaar.
Dit symbool maakt de gebruiker attent op dingen die nooit
mogen worden uitgevoerd. Wat nooit mag worden gedaan
wordt aangegeven door de tekening in de cirkel. Het links
getoonde symbool wordt gebruikt om aan te geven dat het
toestel nooit uit elkaar mag worden gehaald.
Dit symbool maakt de gebruiker attent op dingen die moeten
worden uitgevoerd. Wat er moet worden gedaan wordt
aangegeven door de tekening in de cirkel. Het links getoonde
symbool betekent dat de stekker van het stroomsnoer van de
uitgang moet worden losgekoppeld.
HOUD ALTIJD HET VOLGENDE IN DE GATEN
WAARSCHUWING
• Lees vóór het gebruik van dit product eerst de onderstaande instructies en de handleiding.
.................................................................................................
• Open nooit de behuizing van het instrument en behandel
de adapter met de nodige zorg.
.................................................................................................
• Probeer nooit het instrument te herstellen of bepaalde
onderdelen ervan te vervangen. Laat alle herstellingen en
onderhoudswerken over aan uw Roland-dealer, een
erkende herstellingsdienst of de distributeur (zie de
adressen op de “Information”-pagina).
.................................................................................................
• Gebruik of zet het product nooit op plaatsen die:
• Onderhevig zijn aan extreme temperaturen (bv. direct
zonlicht in een gesloten voertuig, bij een verwarming,
op apparatuur die warmte genereert; of
• Klam zijn (bv. badkuip, wasruimten, natte vloeren); of
• Vochtig zijn; of
• Blootgesteld zijn aan regen; of
• Stoffig zijn; of
• Onderhevig zijn aan sterke trillingen.
.................................................................................................
• Gebruik uitsluitend de bij dit instrument geleverde adapter. Sluit hem uitsluitend op een stopcontact aan dat het
op het naamplaatje vermelde voltage hanteert.
r
.................................................................................................
• Voorkom schade aan het snoer van de adapter. Plooi het
niet en zorg dat er niemand over kan struikelen. Zet er
geen zware voorwerpen op. Een beschadigd snoer kan
immers een kortsluiting of brand veroorzaken. Gebruik de
adapter nooit, wanneer hij duidelijke tekens van schade
vertoont.
.................................................................................................
124
• Dit instrument kan een geluidsniveau voortbrengen dat
permanent gehoorverlies kan veroorzaken. Werk nooit
langere tijd op een hoog volumeniveau of op een niveau
dat u onprettig vindt. Als u enig gehoorverlies of piepen
in de oren ervaart, dient u direct te stoppen met het
gebruik van het product en een oorarts te raadplegen.
................................................................................................
WAARSCHUWING
• Zorg dat geen enkel voorwerp (bijv. ontvlambaar materiaal, munten, spelden) of vloeistoffen van welke soort dan
ook (bijv. water, frisdrank enz.) het instrument binnendringen.
................................................................................................
• In de volgende gevallen moet u het instrument meteen
uitschakelen, de aansluiting van de adapter op het lichtnet verbreken en contact opnemen met een door Roland
erkende herstellingsdienst (zie de “Information”-pagina):
• Als de adapter zichtbaar beschadigd is.
• Wanneer een voorwerp of vloeistof in het inwendige
terecht is gekomen.
• Wanneer het instrument in de regen heeft gestaan of
op een andere manier nat is geworden.
• Wanneer het product niet naar behoren lijkt te werken.
................................................................................................
• In huishoudens met kleine kinderen dient een volwassene
toezicht te houden tot het kind in staat is zich aan alle
regels voor de veilige bediening van het product te houden.
................................................................................................
• Bescherm het product tegen hevige schokken.
Laat het nooit vallen!
................................................................................................
• Sluit het instrument nooit aan op een stroomcircuit waar
al talrijke andere apparaten op zijn aangesloten. Wees
extra voorzichtig met het gebruik van verlengsnoeren –
de totale hoeveelheid stroom die wordt gebruikt door alle
apparatuur, die u op het stopcontact van het verlengsnoer hebt aangesloten, mag nooit het stroomniveau
(watt/ampères) van het verlengsnoer overschrijden. Overmatige lading kan het isolatiemateriaal van de kabel doen
verhitten en uiteindelijk doorsmelten.
................................................................................................
C-190 Draagbaar Orgel r
• Vóór het gebruik van dit product in het buitenland neemt
u het best contact op met uw dealer of de verdeler om te
zorgen dat u de juiste voeding gebruikt (zie ook de adressen onder “Information”).
.................................................................................................
LET OP!
• Zet dit instrument en de adapter altijd op een goed verluchte plaats.
• Trek, bij het verbreken van de aansluiting op het lichtnet,
altijd aan de adapterstekker en nooit aan de kabel om te
voorkomen dat de aders stuk gaan.
• Klim nooit op het product en plaats er nooit zware voorwerpen op.
................................................................................................
• Raak de adapter en de overige kabels nooit met natte
handen aan. Anders loopt u namelijk het risico dat u
geëlektrocuteerd wordt.
LET OP!
• Schakel het product altijd uit voordat u het schoonmaakt
(blz. 129). Bovendien verbreekt u het best de aansluiting
op het lichtnet.
.................................................................................................
• Als u het instrument langere tijd niet wilt gebruiken, verbreekt u het best de aansluiting op het lichtnet. Anders
wordt de adapter namelijk onnodig warm.
.................................................................................................
................................................................................................
• Verbreek, tijdens een onweer, de aansluiting van de adapter op het lichtnet.
................................................................................................
• Probeer te voorkomen dat snoeren en kabels in de knoop
raken. Tevens dienen alle snoeren en kabels zo worden
geplaatst dat ze buiten het bereik van kinderen liggen.
.................................................................................................
Inhoud
1. Bedieningsorganen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 126
Achterpaneel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .128
Hoofdtelefoonaansluitingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .128
2. Voorbereidingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 129
Adapter aansluiten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .129
In- en uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .129
Volume instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .129
Hoofdtelefoon aansluiten (optie) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .129
Luisteren naar de demosongs . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .130
3. Orgelmuziek spelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 131
Registreren van de MANUAL I-sectie . . . . . . . . . . . . . . . . .131
MANUAL II-werk toevoegen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .131
MANUAL I en II via aparte toetsen bespelen . . . . . . . . . . .132
Tremulant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .132
PEDAL-sectie gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .133
Andere orgelklanken gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .134
7. Functies voor ‘specialisten’. . . . . . . . . . . . . . . . . . 140
Windchest Panning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 140
Volume en klankkleur wijzigen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 140
Andere klanken aan de registerknoppen toewijzen . . . . 141
Initialiseren van de C-190. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 142
8. C-190 aansluiten op MIDI-instrumenten . . . . . . 143
Over MIDI . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 143
Verbindingen maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 143
MIDI-functies die de C-190 ondersteunt . . . . . . . . . . . . . 143
9. Appendix . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 145
Verhelpen van problemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 145
Specificaties. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 145
10. MIDI Implementation Chart. . . . . . . . . . . . . . . . . 147
4. Orkestklanken gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 135
Klanken kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .135
Demperpedaal gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .135
Orkestmelodiefunctie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .135
Carillonklank gebruiken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .135
5. Bijkomende functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 136
Galm toevoegen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .136
Andere stemmingen hanteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .136
Transpositie (zelfde vingerzetting, andere noten) . . . . . .137
Zelf iets opnemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .138
Audio-uitgangen gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .138
6. Geheugens van de C-190 gebruiken . . . . . . . . . 139
Instellingen als registraties opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . .139
Instellingen van een geheugen laden. . . . . . . . . . . . . . . . .139
Instellingen in het globale geheugen opslaan . . . . . . . . .139
125
C-190 Draagbaar Orgel
Bedieningsorganen
1. Bedieningsorganen
Frontpaneel
A
r
H I
B C
J
D
E
K
A VOLUME-regelaar
Hiermee kunt u het volume van alle secties (PEDAL,
MANUAL I en MANUAL II) instellen.
B PEDAL-regelaar
Met deze regelaar stelt u het volume van het PEDALwerk in (zie blz. 129).
C POWER SWITCH-knop
Druk één keer op deze knop om de C-190 in te schakelen. Druk er opnieuw op om de C-190 uit te schakelen.
D PEDAL-registerknoppen
Met deze registerknoppen kunt u de toegewezen
orgelbas- (SUB BASS, OCTAVE BASS of BOMBARDE)
c.q. orkestbasklank (ACC BASS, STRINGED of CELLO)
in- en uitschakelen.
E MANUAL I-regelaar
Met deze regelaar stelt u het volume van het
MANUAL I-werk in (zie blz. 129).
F MANUAL I-registerknoppen
Wanneer de ORCHESTRA-knop niet oplicht, dienen
deze knoppen voor het in- en uitschakelen van de
toegewezen orgelregisters. Indien nodig, mag u ook
alle registers activeren.
Licht de ORCHESTRA-knop echter op, dan kunt u één
van deze knoppen indrukken om de orkestklank te
activeren wiens naam onder de registerknop staat
vermeld.
G II/I-registerknop (“koppel”)
De C-190 heeft twee werken (secties): “MANUAL I” en
“MANUAL II”. Met deze knop bepaalt u of die twee
samen (via dezelfde toetsen) of in aparte zones kunnen worden bespeeld.
H TRANSPOSE-knop
Met deze knop kunt u het klavier transponeren en
dus in uw favoriete toonaard blijven spelen, terwijl de
muziek in een andere toonaard wordt weergegeven.
Zie blz. 137.
126
L
F
G
M
I TUNE-knop
Aanvankelijk komt de stemming van de C-190 overeen met de gebruikelijke instelling voor elektronische
muziekinstrumenten (A4= 440Hz). Zolang u niets aan
deze instelling wijzigt, licht deze knop niet op. U kunt
de frequentie echter wijzigen en die instelling in het
globale geheugen opslaan.
J UP/DOWN-knoppen
Met deze knoppen kunt u bepaalde instellingen (bv.
de waarde van het galmeffect) wijzigen. In de meeste
situaties zijn ze aan het galmeffect toegewezen.
K ORCHESTRA-knop
Druk op deze knop om de orkestklanken van de
C-190 te kunnen kiezen. U kunt telkens één van die
klanken bij de momenteel gehanteerde orgelregistratie voegen. Zie blz. 135.
L SPLIT/SET-knop
Deze knop heeft twee functies: hiermee kunt u het
splitpunt tussen MANUAL I en MANUAL II naar een
andere noot verschuiven (wanneer de [II/I]-registerknop uit staat) of uw instellingen in één van de acht
geheugens (2 banken x 4 geheugens) opslaan. Zie
blz. 132 en 139.
M MEMORY-knoppen (M 1/2, 1~4, 0)
De C-190 biedt twee banken à vier geheugens (samen
dus acht geheugens), die u via de knoppen [M1/2] en
[1]~[4] kunt selecteren. Druk op de [0]-knop om de
instellingen van het momenteel actieve geheugen uit
te schakelen. Dan worden dat alle registers en orkestklanken op non-actief gezet.
C-190 Draagbaar Orgel r
Frontpaneel
N
O P
N MANUAL II-registerknoppen
Met deze knoppen kunt u een tweede registratie aan
de voor het MANUAL I-werk gekozen registratie toevoegen (als de [II/I]-indicator oplicht). U kunt de
tweede registratie echter ook aan de rechter klavierhelft toewijzen, die dan als tweede manuaal fungeert
(zie blz. 132).
Opgelet: Het volume van het MANUAL II-werk kunt u alleen
met een optioneel zwelpedaal wijzigen. Omdat dit echter de
enige sectie zonder eigen volumeregelaar is, kunt u ze in
balans brengen door het volume van de overige secties te wijzigen.
Q
R
Q REVERB-knop
Druk op deze knop om het digitale galmeffect in
(indicator licht op) of uit te schakelen. Zie blz. 136.
R WINDCHEST PANNING-knop
Druk op deze knop om een functie te activeren waarmee u de verdeling van de orgelnoten in het stereogeluidsbeeld kunt bepalen. Er zijn vier mogelijke
instellingen (zie de indicators en iconen boven de
knop), die u voor elke orgelklank apart kunt instellen.
Zie blz. 140.
O REC-knop
Uw C-190 biedt tevens een digitale opnamefunctie.
Druk op deze knop om de opname voor te bereiden.
(Druk vervolgens op [PLAY] om de opname te starten.) Er zijn vier songgeheugens. Zie blz. 138.
P PLAY-knop
De functie van deze knop hangt af van de REC-indicator: als hij knippert, start u met de [PLAY]-knop de
opname van een nieuwe song. Als de REC-indicator
uit is, kunt u met [PLAY] de weergave van een eerder
opgenomen song starten.
Druk deze knop samen met [REC] in om de demofunctie van de C-190 te activeren (zie blz. 130).
127
C-190 Draagbaar Orgel
Bedieningsorganen
Achterpaneel
A
A OUTPUT R, L/MONO-connectors
De C-190 bevat een voortreffelijk stereo-versterkingssysteem en luidsprekers, zodat u hem niet per se
op een externe versterker hoeft aan te sluiten. In
bepaalde gevallen moet u hem misschien op de
geluidsinstallatie van de zaal of kerk aansluiten waar
u speelt – of misschien wilt u uw spel op de C-190
zonder achtergrondgeluiden opnemen. Gebruik dan
deze aansluitingen.
B EXP/SUST-connector
Hier kunt u een optionele DP-2, DP-6 of BOSS FS-5U
voetschakelaar aansluiten om de gespeelde noten
langer aan te houden. Deze “Sustain”-functie is
alleen voor de orkestklanken beschikbaar.
Anderzijds kunt u hier een optioneel EV-5 of FV-300L
pedaal van Roland aansluiten en daarmee het volume
van de MANUAL II-sectie instellen.
C MIDI-connectors (PEDAL IN, IN, OUT)
Gebruik deze connectors voor het verzenden (OUT) en
ontvangen (IN) van MIDI-commando’s naar/van
andere instrumenten.
B
F
D Kabelhaak
Draai het snoer van de adapter rond de haak rechts
naast de connector om te voorkomen dat de aansluiting op het lichtnet onvrijwillig wordt verbroken.
E DC IN-connector
Hier moet u de bijgeleverde adapter (PSB-4U) aansluiten. Als hij beschadigd of zelfs defect is, moet u
hem door een nieuwe PSB-4U vervangen. Werk nooit
met andere adapters, omdat die de C-190 onherstelbaar kunnen beschadigen.
F POWER SWITCH-knop
Druk één keer op deze knop om de C-190 in te schakelen. Druk er opnieuw op om de C-190 uit te schakelen.
De C-190 biedt twee hoofdtelefoonaansluitingen, zodat telkens
twee personen kunnen luisteren naar wat er wordt gespeeld.
Dat is met name in lesverband handig. Bovendien heeft een
hoofdtelefoon het voordeel dat u ‘s ochtends vroeg en ‘s avonds
laat kunt spelen zonder wie dan ook te storen. Door een stekker
op één van deze connectors aan te sluiten schakelt u de luidsprekers van de C-190 uit.
De beste geluidskwaliteit bereikt u door een RH-25, RH-50 of
RH-200 hoofdtelefoon van Roland te gebruiken.
r
D E
Op de PEDAL IN-connector kunt u een optionele
MIDI-pedaaleenheid van Roland (PK-5A, PK-25 of
PK-7) aansluiten en het baswerk (“PEDAL”) met de
voeten bespelen. Als u hier een pedaaleenheid aansluit, wordt de PEDAL-sectie polyfoon.
Hoofdtelefoonaansluitingen
128
C
C-190 Draagbaar Orgel r
Adapter aansluiten
2. Voorbereidingen
Adapter aansluiten
Opgelet: Om schade aan de luidsprekers en andere apparaten te
voorkomen moet u het volume van alle apparaten op de minimumwaarde zetten en de betrokken apparaten uitschakelen alvorens ze op elkaar aan te sluiten.
(1) Sluit de bijgeleverde PSB-4U adapter aan op de DC
IN-connector achterop de C-190.
DC IN 12V 2.5A
USE ROLAND PSB-4U
ADAPTOR ONLY
Volume instellen
De C-190 heeft drie regelaars. Met de [VOLUME]-regelaar stelt u het algemene volume in. De [PEDAL]-regelaar dient voor het instellen van het basvolume.
VOLUME
PEDAL
Algemeen volume
(alle secties).
Volume van het
basgeluid.
MANUAL I
POWER
SWITCH
Volume van de
MANUAL I-sectie.
Met de [PEDAL]- en [MANUAL¥I]-regelaar kunt u waarschijnlijk de gewenste balans instellen – zelfs wanneer
u tevens de MANUAL II-sectie gebruikt.
Door een optioneel EV-5, EV-7 of BOSS FV-300L zwelpedaal op de EXP/SUST-connector aan te sluiten kunt u
tevens het volume van de MANUAL II-sectie instellen
(en/of zweleffecten hanteren).
(2) Verbind het andere einde met een stopcontact.
Hoofdtelefoon aansluiten (optie)
In- en uitschakelen
Uw C-190 bevat een versterker en luidsprekers, zodat u
geen bijkomende apparatuur nodig hebt.
(1) Zet het volume op de minimumwaarde.
VOLUME
PEDAL
(2) Druk op de [POWER¥SWITCH]-knop aan de achterkant om het instrument in te schakelen.
Druk op minstens één registerknop, omdat alle registers meteen na het inschakelen van de C-190 uit
staan. Stel het volume naar wens in.
Opgelet: De C-190 is voorzien van een veiligheidscircuit.
Daarom duurt het na het inschakelen even voordat hij naar
behoren werkt.
Uitschakelen
(1) Zet de [VOLUME]-regelaar op de minimumwaarde.
(2) Druk op de [POWER¥SWITCH]-knop om de stroom
uit te schakelen.
De C-190 is voorzien van twee hoofdtelefoonaansluitingen. Zo kunnen telkens twee personen meeluisteren,
wat bv. voor educatieve toepassingen handig is. Bovendien heeft een hoofdtelefoon het voordeel dat u ‘s ochtends vroeg en ‘s avonds laat kunt spelen zonder wie
dan ook te storen.
(1) Zet het volume op de minimumwaarde.
(2) Sluit een hoofdtelefoon (Roland RH-25, RH-50,
RH-200) op een PHONES-connector links naast het
klavier van de C-190 aan.
(3) Stel het gewenste volume in.
Door een hoofdtelefoon aan te sluiten schakelt u de
luidsprekers van de C-190 uit. Zo kunt u oefenen of
spelen zonder wie dan ook te storen.
Opgelet: Gebruik altijd een stereo-hoofdtelefoon.
Opmerkingen i.v.m. het gebruik van een hoofdtelefoon
Om het snoer van de hoofdtelefoon niet te beschadigen
mag u er nooit aan trekken, wanneer u de hoofdtelefoon wilt vervoeren. Bovendien mag u de aansluiting
alleen verbreken door aan de stekker te trekken.
• Als u de hoofdtelefoon op het instrument aansluit,
terwijl het volume betrekkelijk hoog staat ingesteld,
gaat de hoofdtelefoon eventueel stuk. Verminder het
volume alvorens een hoofdtelefoon aan te sluiten.
129
C-190 Draagbaar Orgel
Voorbereidingen
• Zet het volume nooit te hard, omdat u daardoor niet
alleen de hoofdtelefoon beschadigt, maar ook uw
oren. Luister altijd op een prettig volume.
Luisteren naar de demosongs
De C-190 bevat 28 demosongs die u misschien wilt
beluisteren alvorens zelf wat te spelen.
(1) Druk de [REC]- en [PLAY]-knop samen in.
[3] VARIETY
Principal 8’
Adagio uit het Concerto in F groot J.S.Bach
van A. Vivaldi BWV 978
Spitzflöte 4’ Balletto del Granduca
J.P.Sweelinck
Octave 2’
Passacaglia BWV 582
J.S.Bach
Mixture IV
Trumpet Tune
H.Purcell
Trompete 8’ Psalm 19
B. Marcello
Bourdon 8’
L.v.Beethoven
Preghiera
Gemshorn 8’ Allegro
F.J.Haydn
[4] BACH
Principal 8’
REC
PLAY
Toccata in D klein, “Dorica”
BWV 538a
J.S.Bach
Spitzflöte 4’ Preludium in A klein BWV 559a
J.S.Bach
Octave 2’
Fuga in A klein BWV 559b
J.S.Bach
Mixture IV
Koraal “Herr Gott, nun schleuss den J.S.Bach
Himmel auf” BWV 617
DEMO
(2) Druk op de [PLAY]-knop om de weergave van alle
demo’s te starten.
(3) Druk er opnieuw op om de weergave te stoppen.
(4) Druk [REC] en [PLAY] samen in om de demomode
weer te verlaten.
Demosong kiezen
De demosongs van de C-190 bevinden zich in vier banken die u via de knoppen [1]~[4] kunt selecteren.
[1] WEDDING
Principal 8’
Huwelijksmars uit “Lohengrin”
R.Wagner
Spitzflöte 4’ Ave Maria
F.Schubert
Octave 2’
“Aria op de G-snaar” van de suite
nr. III in D groot
J.S.Bach
Mixture IV
Trio Super "Herr Jesu Christ, dich Zu J.S.Bach
uns wend" BWV 655c
Trompete 8’ Huwelijksmars uit “Ein Sommernachtstraum”
F. Mendelssohn
Bourdon 8’
G.F.Handel
Largo uit “Serse”
Gemshorn 8’ Ave Maria
C.Gounoud
[2] ORCHESTRA
Principal 8’
Requiem Introitus
r
Spitzflöte 4’ Hornpipe uit “Water Music”
W.A.Mozart
G.F.Handel
Octave 2’
“Wohl mir, dass ich Jesum habe” uit J.S.Bach
cantate BWV 147
Mixture IV
Adagio uit het Concerto in D klein J.S.Bach
van A. Vivaldi BWV 596
Trompete 8’ Toccata
Bourdon 8’
130
Bourdon 8’
Koraal “Ich ruf’ zu dir, Herr Jesu
Christ” BWV 639
Gemshorn 8’ Koraal “Jesus Christus, unser Heiland” BWV626
J.S.Bach
J.S.Bach
(1) Kies in de tabel hierboven het stuk dat u wilt
beluisteren.
(2) Druk de [REC]- en [PLAY]-knop samen in.
De vier MEMORY-knoppen beginnen te knipperen.
(3) Druk op de MEMORY-knop ([1]~[4]) van de bank die
het benodigde stuk bevat.
MEMORY
1
2
3
4
Bijvoorbeeld: om het “Requiem Introitus” van Mozart
te beluisteren moet u op de [2]-knop drukken.
(4) Druk op de knipperende registerknop die aan de
gewenste demosong is toegewezen om de weergave te starten.
Voor het “Requiem Introitus” moet u op
[PRINCIPAL¥8’] drukken.
P.D.Paradisi
Adagio uit het concerto voor hobo A.Marcello
en orkest
Gemshorn 8’ Allegro Finale
Trompete 8’ Koraal “Es ist das Heil uns kommen J.S.Bach
her” BWV 638
G.F.Handel
(5) Druk op [PLAY] (of schakel de eerder ingedrukte
registerknop uit) om de demoweergave te stoppen.
(6) Druk [REC] en [PLAY] samen in om de demomode
weer te verlaten.
Opgelet: Alle demosongs zijn ©2005 Roland Europe. Alle rechten voorbehouden. Ongeoorloofd gebruik van deze demosongs
voor andere doeleinden dan de privé-sfeer vormt een inbreuk
op de wetgeving.
Opgelet: In de demomode kunt u niet op het klavier spelen. De
data van de demosongs worden niet naar de MIDI OUT-connector gezonden.
C-190 Draagbaar Orgel r
Registreren van de MANUAL I-sectie
3. Orgelmuziek spelen
De C-190 bevat twee secties, die u samen kunt bespelen: een orgel- en een orkestsectie. Laten we beginnen met de orgelsectie.
Registreren van de MANUAL Isectie
Als de ORCHESTRA-knop niet oplicht, hebben de witte
registerknoppen dezelfde functie als de registers van
een kerkorgel: u bepaalt ermee welke pijpen worden
bespeeld. Druk minstens één registerknop in, omdat u
anders niets hoort.
(1) Schakel de ORCHESTRA-knop uit, als hij oplicht.
(2) Druk op de onderste helft van een MANUAL Iregisterknop om het betreffende register te activeren.
Als de indicator van een registerknop oplicht, hoort u
het betreffende register. U mag zoveel registers activeren als u wilt.
(3) Wijzig, indien nodig, het volume van het MANUAL
I-werk met de betreffende regelaar (links van de
registerknoppen).
(4) Druk op de bovenste helft van een registerknop
wiens indicator oplicht, om dat register weer uit te
schakelen.
MANUAL II-werk toevoegen
De C-190 biedt een MANUAL II-sectie, die u aan het
MANUAL I-werk kunt toevoegen. (U kunt ze echter ook
via aparte toetsen bespelen, zie verderop.)
Wanneer de MANUAL II-sectie actief is, vervult ze
dezelfde functie als het zwelwerk op een kerkorgel, terwijl MANUAL I als hoofdwerk fungeert.
Laten we eerst kijken hoe je die twee “werken” aan
elkaar koppelt, wat dan betekent dat u ze tegelijk
bespeelt.
(1) Schakel de ORCHESTRA-knop uit, als hij oplicht.
(2) Druk op de [II/I]-registerknop (het “koppel”) van de
MANUAL I-sectie.
De indicator ervan licht op om duidelijk te maken dat
u nu een tweede sectie aan de MANUAL I-registratie
kun toevoegen. Dit simuleert de koppeling van twee
manualen op een kerkorgel.
(3) Druk op de onderste helft van een MANUAL IIregisterknop om het betreffende register te activeren.
Opgelet: De SUSTAIN-functie is voor de orgelregisters niet
beschikbaar. Een optionele voetschakelaar, die u op de EXP/
SUS-connector aansluit, kan dus niet voor het aanhouden van
de gespeelde noten worden gebruikt.
Als de indicator van een registerknop oplicht, hoort u
het betreffende register. U mag zoveel registers activeren als u wilt.
U kunt tevens alle MANUAL I-registers (met uitzondering van [II/I]) uitschakelen en alleen één of verschillende MANUAL II-registers hanteren. Zodoende simuleert u het zwelwerk van een kerkorgel.
(4) Druk op de bovenste helft van een registerknop
wiens indicator oplicht, om dat register weer uit te
schakelen.
Opgelet: De SUSTAIN-functie is voor de orgelregisters niet
beschikbaar. Een optionele voetschakelaar, die u op de EXP/
SUS-connector aansluit, kan dus niet voor het aanhouden van
de gespeelde noten worden gebruikt.
Opgelet: Het [TREMULANT]-register kunt u niet apart gebruiken. Het moet namelijk met tenminste één MANUAL II-register
gecombineerd worden. Het heeft geen enkele invloed op de
PEDAL- of MANUAL I-geluiden.
131
C-190 Draagbaar Orgel
Orgelmuziek spelen
MANUAL I en II via aparte toetsen
bespelen
We hadden het er al over dat u het MANUAL I-werk aan
de linkerhelft van het 76-toetsenklavier kunt toewijzen
en de MANUAL II-sectie via de rechterhelft kunt bespelen:
(2) Houd hem nog steeds ingedrukt, terwijl u op de
klaviertoets drukt waar het klavier moet worden
gesplit.
Het instelbereik wordt door de pijlen in de afbeelding
hierboven aangeduid.
De ingedrukte toets vertegenwoordigt de laagste
noot van de MANUAL II-sectie.
Tremulant
MANUAL I
MANUAL II
(1) Schakel de ORCHESTRA-knop uit, als hij oplicht.
(2) Druk op de [II/I]-registerknop (het “koppel”) in de
MANUAL I-sectie om hem uit te schakelen.
(3) Druk op de onderste helft van een MANUAL Iregisterknop om het betreffende register te activeren.
Als de indicator van een registerknop oplicht, hoort u
het betreffende register. U mag zoveel registers activeren als u wilt.
(4) Druk op de onderste helft van een MANUAL IIregisterknop om het betreffende register te activeren.
U mag zoveel registers activeren als u wilt.
(5) Begin te spelen.
De linker klavierhelft is nu aan het MANUAL I-werk
toegewezen. Via de rechterhelft bespeelt u het
MANUAL II-werk.
Splitpunt instellen
Aanvankelijk bevindt het splitpunt (d.w.z. de noot waar
de MANUAL I-sectie eindigt en MANUAL II begint) bij de
“C” die met een pijl (▼) is gemerkt. Bent u het met die
instelling niet eens, dan kunt u op de volgende manier
een ander splitpunt kiezen:
(1) Houd de [SET]-knop ingedrukt.
r
SPLIT
132
SET
Een “tremulant” zorgt voor een variatie van de toonhoogte (vibrato), amplitude (volume) en klankkleur. Hij
levert een warmer geluid op en zorgt voor meer expressiviteit tijdens het spelen van solo’s of in kleine ensemblecombinaties. In de klassieke muziek wordt de tremulant vrijwel nooit gebruikt, hoewel bepaalde romantische werken er wel bij varen. In de gospel en evangelische muziektraditie mag een tremulant ook best een
nóg grotere invloed op het geluid hebben.
De C-190 biedt een tremulantfunctie voor het MANUAL
II-werk.
Hij beïnvloedt uitsluitend de registers van dat “werk”
(en ook alleen, wanneer u minstens één registerknop
activeert).
De status van de TREMULANT kan in de geheugens worden opgeslagen.
C-190 Draagbaar Orgel r
PEDAL-sectie gebruiken
PEDAL-sectie gebruiken
De PEDAL-sectie van de C-190 kan hetzij via het klavier,
hetzij via een optionele PK-5A, PK-7 of PK-25 dynamische MIDI-pedaaleenheid worden bespeeld.
Zolang u uitsluitend het klavier gebruikt, is de PEDALsectie monofoon en geeft hij de laagste noot weer, die
u met de MANUAL I- en/of II-registers speelt.
(1) Schakel de ORCHESTRA-knop uit, als hij oplicht.
(2) Gebruik de PEDAL-registerknoppen om één, twee
of drie basnoten aan uw spel toe te voegen.
(4) Kies met de PEDAL-registerknoppen de gewenste
registratie voor de basnoten.
Met alle toetsen tot aan het splitpunt van de PEDALsectie (dat u niet kunt veranderen) speelt u nu alleen
PEDAL-noten.
Basnoten met een optionele pedaaleenheid
spelen
U moet minstens één PEDAL-register inschakelen.
De basnoten worden alleen aan de noten toegevoegd, die u in het bereik E1~B3 speelt:
Bereik van de monofone baspartij
De basnoot komt altijd overeen met de laagste noot
die u speelt.
Opgelet: Als u een MIDI-kabel op de PEDAL IN-connector achterop de C-190 aansluit, kan de PEDAL-partij niet langer via
het klavier worden aangestuurd. Verbind het andere einde van
de kabel dus met een pedaaleenheid – of verbreek anders de
aansluiting.
De PEDAL-registers van de C-190 kunnen ook via MIDI
worden aangestuurd. De handigste manier om dit te
doen is door gebruik te maken van een optionele dynamische pedaaleenheid PK-5A, PK-7 of PK-25.
Ga als volgt tewerk om te zorgen dat de basnoten van
de C-190 (PEDAL-sectie) niet meer via het klavier worden aangestuurd:
(1) Schakel de C-190 en de PK uit.
(2) Verbind de MIDI OUT-connector van de PK met de
PEDAL IN-aansluiting van de C-190.
(3) Schakel de PK in.
(4) Schakel de C-190 in.
(5) Speel op het klavier en de PK.
Opgelet: Als u de PEDAL-sectie op deze manier bespeelt, is hij
polyfoon (en kan hij dus verschillende noten tegelijk weergeven).
Alleen basnoten met de linkerhand spelen
Als u de basnoten liever zonder toevoeging van een
MANUAL I-register speelt, moet u het klavier splitten en
alle MANUAL I-registerknoppen uitschakelen. Ziehier
wat u daarvoor moet doen:
(1) Druk op de [II/I]-registerknop (het “koppel”) in de
MANUAL I-sectie om hem uit te schakelen.
(2) Druk op de bovenste helft van alle MANUAL Iregisterknoppen wier indicator oplicht.
Zodoende schakelt u de MANUAL I-sectie uit.
(3) Druk op de onderste helft van een MANUAL IIregisterknop om het betreffende register te activeren.
U mag zoveel registers activeren als u wilt.
133
C-190 Draagbaar Orgel
Orgelmuziek spelen
Andere orgelklanken gebruiken
Voor bepaalde registers van de C-190 zijn er alternatieve klanken. De functie, die dit mogelijk maakt, heet
“Voice Palette”. Dankzij deze functie beschikt u over
een grote mate aan flexibiliteit. Zo kunt u bv. de Spitzflöte 4’-klank i.p.v. Rohrflöte 4’ (die aan de gelijknamige MANUAL I-registerknop is toegewezen) gebruiken.
De benaming “Voice Palette” houdt verband met het
grotere aantal klankkleuren waarover u beschikt. Er zijn
immers veel meer klanken dan er registerknoppen zijn.
‘Voice Palette’-keuze maken
(1) Houd de onderste helft van een registerknop ingedrukt en kijk even naar de MEMORY-knoppen ([0]~
[4]).
Eén van die knoppen licht op en verduidelijkt op die
manier welke klank momenteel aan de registerknop is
toegewezen.
Knipperende MEMORY-knoppen slaan op andere
klanken die u in plaats van de klank kunt hanteren,
die aanvankelijk aan een registerknop is toegewezen.
(2) Laat de registerknop los.
Sommige MEMORY-knoppen knipperen, terwijl één
knop oplicht.
Opgelet: Als u een registerknop gewoon te lang hebt ingedrukt en nu knipperende MEMORY-knoppen ziet, kunt u de
Voice Palette-mode verlaten door gewoon op een andere
registerknop te drukken.
(3) Druk op de MEMORY-knop van de benodigde
klank.
Opgelet: U kunt de gewenste klank ook kiezen door de
bewuste registerknop ingedrukt te houden, terwijl u op een
MEMORY [0]~[4]-knop drukt.
Ziehier de alternatieven voor de verschillende registerknoppen:
PEDAL
Subbass 16’ [0]
Principal Bass 16’ [1]
Violon Bass 16’ [2]
OctaveBass 8’ [0]
Gedackt 8’ [1]
Bombarde 16’ [0]
Trumpet 8’ [1]
Choral Bass 4’ [2]
Clarine 4’ [3]
r
MANUAL I
Principal 8’ [0]
Diapason 8’ [1]
Bourdon 8’ [2]
Spitzflöte 4’ [0]
Rohrflöte 4’ [1]
Principal 4’ [2]
Octave 2’ [0]
Waldflöte 2’ [1]
Mixture IV 1-1/3’ [0]
Sesquialtera II 1-1/3’ [1]
Sifflet 1’ [2]
Trompete 8’ [0]
Trompette 8’ [1]
Regal 8’ [2]
Trompete 4’ [3]
134
MANUAL II
Bourdon 8’ [0]
Flute 8’ [1]
Geigen Principal 8’ [2]
Gemshorn 8’ [0]
Viole Celeste II 8’ [1]
Salicional 8’ [2]
Gambe 16’ [3]
Prestant 4’ [0]
Koppelflöte 4’ [1]
Fugara 4’ [2]
Quinte 2-2/3’ [0]
Doublette 2’ [1]
Tierce 1-1/3’ [2]
Scharff III 1’ [3]
Vox Humana 8’ [0]
Fagott 16’ [1]
Krummhorn 8’ [2]
Hautbois 8’ [3]
Clarion 4’ [4]
Opgelet: Door een registerknop met Voice Palette-toewijzing
in te drukken kiest u hetzij de aanvankelijk toegewezen klank,
hetzij het Voice Palette-alternatief. Voorbeeld: met de Vox
Humana 8’-knop kunt u hetzij de Krummhorn 8’-, hetzij de
Clarion 4’-klank kiezen, maar niet beide tegelijk.
Opgelet: Zie ook “Andere klanken aan de registerknoppen toewijzen” op blz. 141.
Opgelet: De nieuwe toewijzing kan in een geheugen en/of het
globale bereik worden opgeslagen. Zie blz. 139.
C-190 Draagbaar Orgel r
Klanken kiezen
4. Orkestklanken gebruiken
De C-190 bevat “orkestklanken”, die u hetzij apart, hetzij samen met de orgelgeluiden kunt bespelen. De orkestklanken
zijn aanslaggevoelig (hun volume en klankkleur verschillen dus naar gelang de kracht waarmee u de toetsen indrukt).
Klanken kiezen
Er zijn drie secties: de MANUAL I- en II-sectie, die zich
over het hele klavier kunnen uitstrekken, en de PEDALsectie waarmee u een baspartij kunt spelen.
Laten we eerst kijken hoe je een MANUAL I- of II-klank
kiest:
(1) Druk op de [ORCHESTRA]-knop (moet oplichten).
Demperpedaal gebruiken
Door een optionele DP-2, DP-6 of BOSS FS-5U voetschakelaar op de EXP/SUST-connector van de C-190
aan te sluiten kunt u de noten van de drie secties
(PEDAL, MANUAL I en II) op dezelfde manier aanhouden
als op een akoestische piano.
Orkestmelodiefunctie
Er zijn drie banken met ORCHESTRA-klanken: 3 voor
de PEDAL-sectie, 5 voor de MANUAL I-sectie en 5 +
“Chimes” voor de MANUAL II-sectie.
(2) Druk op een registerknop om de klank te kiezen
wiens naam eronder staat vermeld (indicator licht
op).
Voorbeeld: om de “N.GUITAR”-klank voor de MANUAL
I-sectie te kiezen moet u op de [OCTAVE¥2’]-registerknop drukken.
Om daar (via de MANUAL II-sectie) een klavecimbel
aan toe te voegen moet u op de [BOURDON¥8’]registerknop drukken.
U kunt de MANUAL I- en II-klank “stapelen” (samen
bespelen) of via aparte toetsen aansturen (wanneer
de [II÷I]-registerknop uit staat). De PEDAL-sectie hanteert dezelfde regels als in de “orgelmode”.
Opgelet: Per sectie kunt u telkens maar één orkestklank kiezen.
(3) Druk opnieuw op [ORCHESTRA] (hij dooft) om de
mode voor het kiezen van orkestklanken weer te
verlaten.
Denk eraan dat u de orkestklanken zonder meer met
de orgelregistraties kunt combineren.
Naast de combinatie van een MANUAL II- met een
MANUAL I-orkestklank (of het hanteren van aparte
zones) beschikt u over een functie voor het gebruik van
de MANUAL II-klank als “melodieklank.
Die klank (eender welk orkestgeluid van de MANUAL IIsectie) is monofoon en kan dus geen akkoorden spelen.
Hij geeft altijd de hoogste (meest rechtse) noot weer
die u op het klavier speelt. Die functie kiest u als volgt:
(1) Druk op de [ORCHESTRA]-knop (moet oplichten).
(2) Houd de MANUAL II-registerknop van de gewenste
orkestklank zo lang ingedrukt tot de indicator
eronder begint te knipperen.
(3) Speel een paar noten en let even op het resultaat:
uw hoogste noten worden nu door de gekozen
MANUAL II-orkestklank gedubbeld.
(4) Druk op de registerknop boven de knipperende
indicator om de “melodiefunctie” weer uit te schakelen.
Carillonklank gebruiken
De C-190 bevat een carillonklank, die waarschijnlijk
vaak (bv. voor kerstmissen) van pas komt.
Die klank is aan de MANUAL II [TREMULANT]-registerknop toegewezen.
135
C-190 Draagbaar Orgel
Bijkomende functies
5. Bijkomende functies
Opgelet: Zie blz. 139 voor de opslag van uw instellingen in een
registratiegeheugen.
Andere stemmingen hanteren
Stemmen van de C-190
Galm toevoegen
De C-190 laat toe een galmeffect toe te voegen aan
wat u op het klavier speelt. Dit reverbeffect wekt de
indruk dat u in een concertzaal, kerk of kamer zit te
spelen.
Soms moet u eventueel instrumenten begeleiden, die
niet of nauwelijks kunnen worden gestemd. Gebruik
dan de TUNE-functie om de stemming van de C-190
aan die van het externe instrument aan te passen:
(1) Houd de [TUNE]-knop ingedrukt, terwijl u op
[DOWN] drukt om de stemming te verlagen.
(1) Druk op de [REVERB]-knop (licht op).
Als u het galmeffect wel leuk vindt, maar de indruk
hebt dat het te nadrukkelijk (of net te zacht) is, kunt u
het galmaandeel wijzigen:
(2) Druk op de [DOWN]-knop om het galmvolume te
verminderen. Met de [UP]-knop voert u het op.
Opgelet: Druk [DOWN] en [UP] samen in om weer het voorgeprogrammeerde galmaandeel te kiezen.
(3) Druk opnieuw op de [REVERB]-knop om het galmeffect weer uit te schakelen. De indicator dooft
weer.
r
Ander galmtype kiezen
(4) Schakel het galmeffect in (zie hierboven).
(5) Houd de [REVERB]-knop zo lang ingedrukt tot zijn
indicator begint te knipperen.
(6) Druk op de [DOWN]- of [UP]-knop om een ander
galmtype te kiezen.
De beschikbare typen zijn: Plate, Small Ambient,
Room, Gothic Church, Church, Cathedral
136
De algemene stemming van de C-190 kan tot
432.8Hz worden verlaagd. Die frequentiewaarde slaat
op de stemming van de A4.
(2) Houd de [TUNE]-knop ingedrukt, terwijl u op [UP]
drukt om de stemming te verhogen.
De algemene stemming van de C-190 kan tot
445.2Hz worden verhoogd.
(3) Houd de [TUNE]-knop ingedrukt, terwijl u [DOWN]
en [UP] samen indrukt om weer de voorgeprogrammeerde stemming van de C-190 te kiezen (A4=
440Hz).
De [TUNE]-knop licht alleen op, als de stemming van
de C-190 niet “440.0Hz” luidt.
Opgelet: Deze instelling kunt u in het globale geheugen
opslaan.
C-190 Draagbaar Orgel r
Transpositie (zelfde vingerzetting, andere noten)
Andere stemmingssystemen gebruiken
Net zoals alle digitale instrumenten hanteert de C-190
de standaardstemming voor westerse muziek, waarbij
de afstand (het interval) tussen alle halve tonen van
een octaaf even groot is. Dit noem je de “gelijkzwevende stemming”.
Nog niet zolang geleden werden in de westerse klassieke muziek echter ook andere systemen gehanteerd.
Bij die stemmingen verschillen de intervallen tussen alle
halve tonen van een octaaf. De C-190 biedt vijf verschillende stemmingssystemen (“temperaturen”):
(1) Houd de [0]-knop ingedrukt, terwijl u op één van
de volgende knoppen drukt.
(2) Houd de [0]-knop ingedrukt, terwijl u op de toets
drukt die overeenkomt met de grondtoon (tonica)
van de toonaard waarin u wilt spelen.
Wanneer u met andere instrumenten samenspeelt,
klinken bepaalde noten soms vals. Stem de overige
instrumenten dus volgens hetzelfde systeem.
Opgelet: Tijdens de weergave van een opgenomen nummer
wordt telkens het laatst gekozen stemmingssysteem gehanteerd.
Transpositie (zelfde vingerzetting,
andere noten)
Het is ook mogelijk om uw muziek in een andere toonaard te laten klinken dan degene waarin u ze speelt. Op
die manier kunt u ook muziek met veel kruisen/# of B’s/
b (d.w.z. met veel zwarte toetsen) spelen zonder ook
maar iets aan uw vingerzetting te wijzigen. Dat is bv.
handig, wanneer u een nummer in een bepaalde toonaard hebt ingestudeerd en het nu in een andere toonaard moet spelen: wijzig gewoon de TRANSPOSE-instelling.
Knoppencombin
atie
Stemmingssysteem
[0] + [1]
Middentoon
[0] + [2]
Pythagorisch
[0] + [3]
Kirnberger
[0] + [4]
Werckmeister III
[0] + [M1/2]
Gelijkzwevend (voorgeprogrammeerd)
Opgelet: De transpositie geldt zo lang tot u een andere transpositie instelt of de C-190 weer uitschakelt. Deze instelling kan niet
worden opgeslagen.
• Houd de [TRANSPOSE]-knop ingedrukt, terwijl u op
de toets drukt die overeenkomt met de grondtoon
van de benodigde toonaard.
TRANSPOSE
Zie stap (2) voor het bepalen van de toonaard voor de
gekozen stemming.
Middentoon: Een gedeeltelijke verbetering van de
reine majeurstemming (veel “juister” dan de gelijkzwevende temperatuur) met als doel in om het even
welke toonaard te kunnen spelen Aangezien de
afstanden tussen twee halve tonen echter niet overal
gelijk zijn, klinkt deze stemming voor leken “vals”.
Pythagorisch: Een stemming uit het oude Griekenland die de tegenstrijdigheden tussen kwarten en
kwinten oplost. Melodieën klinken dus veel zuiverder
dan normaal, maar akkoordenwerk is helemaal uit
den boze.
Kirnberger: Deze stemming laat het transponeren
van de muziek toe en kan voor zowat elke toonaard
worden gebruikt.
Werckmeister III: Een combinatie van de middentoon- en de Pythagoras-stemming, die eveneens in
alle toonaarden kan worden gebruikt.
Gelijkzwevend: Deze stemming verdeelt een octaaf
in twaalf gelijk grote intervallen. Hier zorgt vrijwel
geen enkele noot voor twijfels i.v.m. het gespeelde
interval.
Voor de middentoon- en de Pythagoras-stemming
moet u aangeven in welke toonaard u speelt:
De [TRANSPOSE]-knop licht op.
–of–
• Houd de [TRANSPOSE]-knop ingedrukt, terwijl u het
gewenste interval met de [DOWN]- of [UP]-knop
kiest.
Dat is iets gevaarlijker, omdat de keuze nergens
wordt getoond. U moet dan ook het aantal drukken
tellen. Elke druk komt overeen met één halve toon.
• Om weer naar de normale toonhoogte terug te keren
moet u de [TRANSPOSE]-knop ingedrukt houden, terwijl u op een C-toets (of op [DOWN] + [UP]) drukt. De
[TRANSPOSE]-knop dooft.
■Voorbeeld: spelen in C, maar klinken in E
Als u bij het drukken op een C-toets telkens een “E”
wilt horen, moet u de [TRANSPOSE]-knop ingedrukt
houden en een E-toets indrukken.
Opgelet: De transpositie geldt alleen voor de noten die u op
het klavier van de C-190 of een pedaaleenheid van de PK-serie
speelt. De via MIDI IN ontvangen en door de Recorder
gespeelde noten worden nooit getransponeerd.
137
C-190 Draagbaar Orgel
Bijkomende functies
Zelf iets opnemen
Wat u op de C-190 speelt, kan ook worden opgenomen. Er zijn vier songgeheugens die u met de knoppen [1]~[4] kunt kiezen.
Weergave van een opgenomen stuk
Om uw nieuwe (of een eerder opgenomen) stuk te
beluisteren moet u als volgt te werk gaan:
(1) Houd de [PLAY]-knop ingedrukt, terwijl u met [1]~
[4] een songgeheugen kiest.
De Recorder onthoudt niet alleen de noten die u speelt,
maar ook welke klanken u gebruikt.
Opname
(1) Houd de [REC]-knop ingedrukt (hij begint te knipperen), terwijl u met [1]~[4] een songgeheugen
kiest.
Kies een geheugen wiens knop oplicht, omdat dat
betekent dat het data bevat.
(2) Druk opnieuw op [PLAY] om de weergave te stoppen.
Opgelet: De data van de opgenomen stukken worden niet
naar de MIDI OUT-connector van de C-190 uitgestuurd.
Kies een geheugen wiens knop niet oplicht, wanneer
u de [REC]-knop ingedrukt houdt. Anders wist u
namelijk de opname in dat geheugen.
(2) Laat de [REC]-knop weer los (hij knippert nog
steeds).
(3) Druk op de [PLAY]-knop om de opname te starten.
Audio-uitgangen gebruiken
De C-190 biedt twee audio-uitgangen, die voor twee
toepassingen van pas komen:
• Wanneer u in een grote zaal speelt en vreest dat de
versterking van de C-190 niet krachtig genoeg is c.q.
als u de C-190 op een PA moet aansluiten;
• Om uw spel (met of zonder Recorder-begeleiding) op
cassette, MD e.d. op te nemen.
Sluit de C-190 als volgt aan:
(4) Begin te spelen.
(5) Druk opnieuw op [PLAY] (of op [REC]) om de
opname te stoppen.
Opgelet: De C-190 verwerkt uw opname nu, en dat kan 2~3
seconden duren. Zolang hij daarmee bezig is, reageert hij niet
op de gespeelde noten.
L
R
r
Cassettedeck, MD-recorder, externe versterker, mengpaneel
138
Als het externe apparaat mono is, mag u alleen de
OUTPUT L/MONO-aansluiting gebruiken.
Opgelet: Tijdens het gebruik van de uitgangen wordt de
interne versterking niet uitgeschakeld.
C-190 Draagbaar Orgel r
Instellingen als registraties opslaan
6. Geheugens van de C-190 gebruiken
De instellingen van de C-190 kunnen op twee plaatsen worden opgeslagen: in het globale bereik of in een geheugen naar
keuze. De instellingen van het globale geheugen worden bij het inschakelen van de C-190 automatisch geladen.
Instellingen als registraties opslaan
Instellingen van een geheugen laden
De C-190 bevat 2 x 4 geheugens waarin u uw eigen
instellingen (“registraties”) kunt opslaan en op een later
tijdstip weer kunt laden.
Ziehier wat u in die geheugens kunt opslaan:
Om de instellingen van een geheugen te laden moet
u als volgt tewerk gaan:
(1) Kies, indien nodig, met de [M1/2]-knop de juiste
bank.
Gekozen orgelregistratie
Keuze van de orkestklanken
Splitpunt
Status van het II/I-koppel
‘Voice Palette’-toewijzingen van de registerknoppen
Tremulant-status (aan of uit)
Status van de “Orkestmelodie”-functie
Bij levering bevatten deze acht geheugens al handige
instellingen. U kunt ze echter door uw eigen registraties
vervangen.
(1) Kies met [M1÷2] de geheugenbank:
[M1/2] uit: Bank “1” is gekozen.
[M1/2] licht op: Bank “2” is gekozen.
(2) Druk op een [1]~[4]-knop om de registratie van het
betreffende geheugen te kiezen.
Om alle instellingen te negeren (en alle registerknoppen uit te schakelen) moet u op de [0]-knop drukken.
Instellingen in het globale
geheugen opslaan
[M1/2] uit: Bank “1” is gekozen.
[M1/2] licht op: Bank “2” is gekozen.
(2) Houd de [SET]-knop ingedrukt, terwijl u met [1]~[4]
het geheugen kiest waar u de instellingen gaat
opslaan.
De C-190 biedt tevens een globaal geheugen wiens
instellingen tijdens het inschakelen van de C-190
automatisch worden geladen.
Ziehier wat u in het globale geheugen kwijtkunt:
Splitpunt
Status en niveau van het galmeffect
TUNE-instelling
Windchest Panning
‘Voicing’-instellingen (zie blz. 140)
(1) Houd de [SET]-knop ingedrukt.
Opgelet: De tot dan toe in dat geheugen bewaarde instellingen worden door uw nieuwe registratie overschreven.
(2) Houd [SET] nog steeds ingedrukt, terwijl u op [0]
drukt om de beschikbare functies in het globale
geheugen op te slaan.
De [0]-knop licht even op om duidelijk te maken dat
uw instellingen worden opgeslagen.
139
C-190 Draagbaar Orgel
Functies voor ‘specialisten’
7. Functies voor ‘specialisten’
In dit hoofdstuk komen functies aan bod, die u waarschijnlijk maar sporadisch nodig hebt. Daarmee kunt u de C-190 nog
beter op uw behoeften afstemmen.
Windchest Panning
De tekeningen zijn waarschijnlijk overduidelijk.
Met de WINDCHEST PANNING-functie bepaalt u
waar de gesimuleerde orgelpijpen (de C-190 is een
digitaal instrument zonder pijpen) zich in het stereogeluidsbeeld moeten bevinden.
De beschikbare instellingen vertegenwoordigen courante pijpschikkingen van kerkorgels.
Het volgende kunt u voor elke orgelklank apart instellen. Die instellingen kunt u in het globale geheugen
opslaan (zie blz. 139).
(1) Druk op de [WINDCHEST¥PANNING]-knop.
De knop begint te knipperen. De indicators van alle
registerknoppen doven.
(2) Druk op de registerknop van de orgelklank wiens
stereoverdeling u wilt wijzigen.
(4) Druk opnieuw op de [WINDCHEST¥PANNING]-knop
om terug te gaan naar de gewone werkwijze.
Nu zal het gekozen register telkens de nieuw gekozen
stereoverdeling hanteren. Vergeet niet deze instelling
in het globale geheugen op te slaan
■Laden van de voorgeprogrammeerde “Windchest
Panning”-instellingen
Als u op zekere dag beslist weer de voorgeprogrammeerde stereoverdeling te gebruiken, moet u de
[REC]-knop ingedrukt houden, terwijl u de C-190
inschakelt. (Zodoende initialiseert u de C-190.)
Volume en klankkleur wijzigen
De C-190 biedt twee functies waarmee u het volume
en de helderheid (filter) van de orgel- en orkestklanken kunt instellen. Dergelijke wijzigingen kunt u in
het globale geheugen opslaan.
Volume van een welbepaalde klank wijzigen
r
Dat mag een knop van eender welke sectie zijn
(PEDAL, MANUAL I of MANUAL II). Diens indicator
begint te knipperen.
(3) Kies met de [DOWN]- of [UP]-knop één van de vier
mogelijkheden.
140
Als u de indruk hebt dat een bepaalde orgel- of orkestklank te hard (of te zacht) staat t.o.v. de andere, kunt u
er het volume van verminderen (verhogen) zonder het
volume van de andere klanken te wijzigen. Dit is m.a.w.
een balansfunctie.
(1) Druk op de [ORCHESTRA]-knop om hem in of uit te
schakelen.
Schakel hem uit, als u het volume van een orgelklank
wilt wijzigen. Schakel hem in om het volume van een
orkestklank te wijzigen.
C-190 Draagbaar Orgel r
Andere klanken aan de registerknoppen toewijzen
(2) Houd de [SET]-knop ingedrukt, terwijl u op de
onderste helft van de registerknop drukt wiens
instelling u wilt wijzigen.
Met uitzondering van [II/I] kunt u op eender welke
registerknop drukken. De indicator van de knop (of de
orkestklank eronder) begint te knipperen.
(3) Druk op de [DOWN]- of [UP]-knop om het volume
te wijzigen.
Druk ze samen in om weer de fabrieksinstelling op te
roepen.
(4) Met [0] verlaat u deze mode weer.
(4) Met [0] verlaat u deze mode weer.
Andere klanken aan de
registerknoppen toewijzen
Zoals u weet, biedt de C-190 verschillende “verborgen”
orgelklanken voor elke registerknop. Als u de alternatieve geluiden liever niet met de hand toewijst, kunt u
één van de vier voorgeprogrammeerde registerconfiguraties kiezen.
Die registerconfiguraties heten: “Classic”, “Romantic”,
“Baroque” en “Solo”.
(1) Houd de [M1÷2]-knop ingedrukt (de vier MEMORYknoppen beginnen te knipperen).
(2) Houd hem ingedrukt, terwijl u op de geheugenknop van de gewenste configuratie drukt:
[1]= Classic, [2]= Romantic, [3]= Baroque, [4]= Solo.
Ziehier waar die instellingen voor staan:
REGISTERCONFIGURATIE
MANUAL I
MANUAL II
Als u de indruk hebt dat een bepaalde orgel- of orkestklank te helder (of te dof) is, kunt u dat op de volgende
manier verhelpen:
(1) Druk op de [ORCHESTRA]-knop om hem in of uit te
schakelen.
Schakel hem uit, als u de klankkleur van een orgelklank wilt wijzigen. Schakel hem in om de klankkleur
van een orkestklank in te stellen.
(2) Houd de [SET]-knop ingedrukt, terwijl u op de
bovenste helft van de registerknop drukt wiens
instelling u wilt wijzigen.
PEDAL
Helderheid van een klank wijzigen
Classic
Romantic
Baroque
Solo
Subass 16’
Principalbass 16’ Principalbass 16’ Violonbass 16’
Octavbass 8’
Octavbass 8’
Gedackt 8’
Gedackt 8’
Bombarde 16’
Choral Bass 4’
Trumpet 8’
Clarine 4’
Principal 8’
Diapason 8’
Principal 8’
Diapason 8’
Spitzflöte 4’
Principal 4’
Principal 4’
Rohrflöte 4’
Octave 2’
Octave 2’
Waldflöte 2’
Waldflöte 2’
Mixture IV 1-1/3’ Mixture IV 1-1/3’ Mixture IV 1/3’ Sesquialtera II 1-1/3'
Trompete 8’
Trompette 8’
Trompete 8’
Regal 8'
Bourdon 8’
Flute 8’
Flute 8’
Bourdon 8'
Gemshorn 8’
Viola Celeste 8’
Salicional 8’
Salicional 8'
Prestant 4’
Koppelflöte 4’
Koppelflöte 4’
Fugara 4'
Quinte 2'-2/3’
Quinte 2-2/3’
Quinte 2-2/3’
Tierce 1-1/3'
Vox Humana 8’
Vox Humana 8’
Hautbois 8’
Hautbois 8'
Met uitzondering van [II/I] kunt u op eender welke
registerknop drukken. De indicator van de knop (of de
orkestklank eronder) begint te knipperen.
(3) Druk op de [DOWN]- of [UP]-knop om de klankkleur
(filterinstelling) te wijzigen.
Druk ze samen in om weer de fabrieksinstelling op te
roepen.
141
C-190 Draagbaar Orgel
Functies voor ‘specialisten’
Initialiseren van de C-190
Na een tijdje met de C-190 gewerkt te hebben wilt u
misschien weer de fabrieksinstellingen laden.
Dit betekent dat alle acht geheugens ([1]~[4] van de
banken M1 en M2) weer de oorspronkelijke instellingen
hanteren. De Recorder-geheugens bevatten na het uitvoeren van deze handeling geen data meer.
Ziehier wat u voor het initialiseren van de C-190 moet
doen:
(1) Schakel de C-190 uit.
(2) Houd de [REC]-knop ingedrukt, terwijl u de C-190
weer inschakelt.
r
Zodra de MEMORY-indicators ([1]~[4]) doven, is de
C-190 geïnitialiseerd.
142
C-190 Draagbaar Orgel r
Over MIDI
8. C-190 aansluiten op MIDI-instrumenten
Dit hoofdstuk hoeft u alleen te lezen, als u de C-190 op externe MIDI-apparaten wilt aansluiten.
Door de C-190 met een sequencer (bv. van de MT-serie
■Aansluiten op een sequencer (MT-serie van
van Roland of een computer met sequencerproRoland)
gramma) te verbinden kunt u uw spel met dat apparaat
MT-serie
opnemen. De stukken van de Recorder worden echter
niet via MIDI uitgestuurd.
Door de C-190 op een apparaat van de MT-serie aan te
sluiten kunt u –vanop de C-190– de klanken van de MT
aansturen (en die dus op dezelfde manier bespelen als
C-190
uw orgel).
MIDI
PEDAL IN
IN
OUT
Over MIDI
MIDI staat voor “Musical Instrument Digital Interface”
en is een standaard voor de uitwisseling van muziekdata tussen muziekinstrumenten onderling en computers.
De C-190 is uitgerust met twee “echte” MIDI-connectors via dewelke u hem op externe apparaten kunt aansluiten. Op die manier beschikt u over tal van mogelijkheden voor nog meer muziekplezier.
(Op de PEDAL IN-connector mag u alleen een pedaaleenheid van de PK-serie aansluiten.)
Opgelet: De MT-80s heeft geen MIDI OUT-connector.
■Aansluiten op een MIDI-module
MIDI-geluidsmodule
C-190
MIDI
PEDAL IN
IN
OUT
Over de MIDI-aansluitingen
MIDI IN-connector: Verbind deze aansluiting via een
(optionele) MIDI-kabel met de MIDI OUT-aansluiting
van het externe apparaat. Deze connector dient voor
het ontvangen van MIDI-commando’s. Als de C-190
dergelijke commando’s ontvangt, speelt hij de
gevraagde noten, kiest hij klanken enz.
MIDI OUT-connector: Verbind deze connector via
een (optionele) MIDI-kabel met de MIDI IN-aansluiting van het externe apparaat. Via deze aansluitingen
worden alle commando’s verzonden i.v.m. de noten
die u speelt, het gebruik van een optionele voetschakelaar of een zwelpedaal, het kiezen van klanken e.d.
Verbindingen maken
Opgelet: Om schade aan de luidsprekers en andere apparaten te
voorkomen moet u het volume van alle apparaten op de minimumwaarde zetten en de betrokken apparaten uitschakelen alvorens ze op elkaar aan te sluiten.
(1) Zet het volume van alle betrokken apparaten in de
minimumstand.
(2) Schakel de C-190 en het aan te sluiten apparaat
uit.
(3) Verbind de C-190 via een optionele MIDI-kabel
met het externe apparaat of instrument.
Bekijk nu even de volgende aansluitvoorbeelden. Voer
nu alle noodzakelijke instellingen uit (zie verderop).
(4) Schakel de apparaten weer in.
(5) Stel het gewenste volume in.
MIDI-functies die de C-190
ondersteunt
De C-190 zendt en ontvangt verschillende MIDIcommandotypes. De meeste daarvan zijn gemakkelijk
te begrijpen, terwijl andere toch wel enig inzicht in
de werking van de MIDI-standaard vereisen.
MIDI-kanalen van de C-190
De C-190 hanteert de volgende MIDI-kanalen voor het
verzenden en ontvangen van MIDI-commando’s:
Orgelklanken
Kanaal
MANUAL I-sectie
12
MANUAL II-sectie
13
PEDAL-sectie
14
Orkestklanken
Kanaal
PEDAL-part
3
MANUAL I-part
4
MANUAL II-part
5
Deze kanaalnummers kunt u niet veranderen. U moet
dus op het externe instrument zorgen dat het op één
van de C-190-kanalen ontvangt c.q. zendt.
143
C-190 Draagbaar Orgel
C-190 aansluiten op MIDI-instrumenten
■Nootcommando’s
De C-190 zendt en ontvangt nootcommando’s die
beschrijven welke toetsen u op het klavier indrukt.
■Bank- en programmakeuze
In de ORCHESTRA-mode zendt de C-190 telkens twee
banknummers (bankkeuze MSB & LSB) en een programmanummer, wanneer u op een registerknop
drukt om een klank te kiezen. Als de C-190 deze commandogroep ontvangt, kiest hij de overeenkomstige
klank.
Onthoud echter dat alleen de volgende MIDI-adressen worden herkend:
CC00 (MSB) CC32 (LSB) PC
PEDAL
MANUAL I
MANUAL II
AC BASS
08
04
12
STRINGED
08
04
13
CELLO
08
04
05
PIANO
08
04
01
E. PIANO
08
04
02
GUITAR
08
04
03
STRINGS
08
04
09
CHOIR
08
04
06
HARPSI
08
04
11
BRASS
08
04
10
VIOLIN
08
04
04
OBOE
08
04
14
FLUTE
08
04
07
CHIMES
08
04
08
■Controlecommando’s
In de ORCHESTRA-mode zendt en ontvangt de C-190
CC64-commando’s die het gebruik van de op EXP/
SUS aangesloten voetschakelaar beschrijven. Bovendien zendt/ontvangt de C-190 CC11-commando’s die
op het gebruik van een optioneel zwelpedaal slaan.
Verder zendt de C-190 nog CC91-commando’s die
het galmaandeel beschrijven (zie blz. 136).
r
Opgelet: Zie ook de “MIDI Implementation Chart” aan het
einde van deze handleiding.
■SysEx-commando’s
De C-190 zendt en ontvangt verder SysEx-commando’s, die een betrekkelijk ingewikkelde structuur
hebben en waarschijnlijk alleen iets voor MIDI-specialisten zijn. Tijdens het werken met de interne Recorder of een externe sequencer is het echter mogelijk
dat u deze commando’s kunt gebruiken zonder te
weten hoe ze er uitzien. Zie de handleiding van de
sequencer voor meer details.
Als de sequencer inderdaad SysEx-commando’s kan
opnemen, kunt u de instellingen van de PEDAL,
MANUAL I- en MANUAL II-registers opnemen en
weer terugzenden naar de C-190.
SysEx-data worden verzonden en ontvangen, wanneer u de registerknoppen gebruikt, terwijl de
[ORCHESTRA]-knop uit staat.
144
C-190 Draagbaar Orgel r
Verhelpen van problemen
9. Appendix
Verhelpen van problemen
Als u denkt dat de C-190 niet naar behoren werkt, kijk
dan eerst hieronder om te achterhalen of u het probleem zelf kunt verhelpen.
■De C-190 kan niet worden ingeschakeld
Hebt u de adapter naar behoren aangesloten
(blz. 129)?
■U hoort helemaal niets
Hebt u de [VOLUME]-regelaar op de minimumwaarde
gezet (blz. 129)?
Hebt u misschien een hoofdtelefoon aangesloten?
Verbreek die aansluiting (blz. 129).
■U hoort de PEDAL-noten niet
Hebt u de [PEDAL]-regelaar op de minimumwaarde
gezet (blz. 129)?
Licht de indicator van minstens één PEDAL-registerknop op?
Hebt u een MIDI-kabel op de PEDAL IN-connector
aangesloten? In dat geval moet u de PEDAL-sectie
met de pedaaleenheid van de PK-serie bespelen.
■U hoort een brommend of ronkend bijgeluid
Als dit probleem ook in de hoofdtelefoon optreedt:
Bij een pittig volume kan het gebeuren dat de behuizing van de C-190 of een voorwerp in de buurt
begint mee te trillen. Dat kan bv. bij glazen of ruiten
het geval zijn. Dit kunt u op de volgende manieren
verhelpen:
• Plaats het instrument minstens 10~15cm van de
muur vandaan.
• Verminder het volume.
• Zet het meetrillende voorwerp ergens anders.
Als dit probleem in de hoofdtelefoon niet optreedt:
Neem contact op met uw Roland-dealer.
■Als u de C-190 op een ander apparaat aansluit
Kloppen de verbindingen tussen de C-190 en de
MIDI-sequencer c.q. het andere apparaat (blz. 143)?
Specificaties
C-190: Draagbaar Roland-orgel
■U hoort de orkestklanken niet
Licht de [ORCHESTRA]-knop op? Indien niet, moet u
erop drukken.
■ Klavier
76 toetsen (aanslaggevoelig voor de orkestklanken)
(De MIDI OUT-connector zendt altijd aanslagwaarden.)
■De orgelklanken zijn niet beschikbaar
Licht de [ORCHESTRA]-knop op? Druk erop om te
zorgen dat hij dooft.
■ Klankopwekking & geluiden
PCM-klankbron, 128-stemmig polyfoon
Nieuw gesampelde golfvormen + de beste PCM-samples
van de Roland-bibliotheek
● PEDAL-sectie—Subbass 16’, Principal Bass 16’, Violon
Bass 16’, OctaveBass 8’, Gedackt 8’, Bombarde 16’, Trumpet
8’, Choral Bass 4’, Clarine 4’
● MANUAL I-sectie—Principal 8’, Diapason 8’, Bourdon 8’,
Spitzflöte 4’, Rohrflöte 4’, Principal 4’, Octave 2’, Waldflöte
2’, Mixture IV 1-1/3’, Sesquialtera II 1-1/3’, Sifflet 1’, Trompete 8’, Trompette 8’, Regal 8’, Trompete 4’
● MANUAL II-sectie—Bourdon 8’, Flute 8’, Geigen Principal 8’, Gemshorn 8’, Viole Celeste II 8’, Salicional 8’, Gambe
16’, Prestant 4’, Koppelflöte 4’, Fugara 4’,
Quinte 2-2/3’, Doublette 2’, Tierce 1-1/3’, Scharff III 1’, Vox
Humana 8’, Fagott 16’, Krummhorn 8’, Hautbois 8’,
Clarion 4’
■Bij het spelen op het klavier hoort u twee klanken
Hebt u op een MANUAL II-registerknop gedrukt (en
licht zijn indicator nu op)? Schakel hem uit.
■De toonhoogte van de gespeelde noten klopt niet
Klopt de [TUNE]-instelling (blz. 136)?
Klopt het transpositie-interval (blz. 137)?
Hebt u het juiste stemmingssysteem gekozen
(blz. 137)?
■De C-190 reageert niet op de gespeelde noten
Hebt u de demomode gekozen? Verlaat die mode
weer (blz. 130).
■In de ORCHESTRA-mode worden bepaalde klanken bij het kiezen van een PEDAL-klank een
octaaf lager getransponeerd
Dit is normaal, omdat dit voor een evenwichtigere
verdeling van de toonhoogtes tussen de linker en
rechter klavierhelft zorgt.
■Links van het splitpunt hoort u geen MANUAL Igeluid
Hebt u, na [II÷I] uitgeschakeld te hebben, minstens één
MANUAL I-registerknop geactiveerd?
■ Orkestklanken
14 (3 voor PEDAL, 5 voor MANUAL I, 6 voor MANUAL II)
■ Digitaal effect
Galm met instelbare diepte
■ Demosongs
28 volledige stukken, verdeeld over 4 groepen: Wedding,
Orchestra, Bach en Variety
■ Bedieningsorganen
VOLUME-, PEDAL-, MANUAL I-regelaar,
15 registerknoppen met oranje indicators,
145
C-190 Draagbaar Orgel
Appendix
TRANSPOSE-knop, TUNE-knop, UP/DOWN-knoppen,
ORCHESTRA-knop, SET/SPLIT-knop, M1/2 (keuze van de
geheugenbank), MEMORY-knoppen voor 2 x 4 registraties,
REC-knop, PLAY-knop, REVERB-knop, WINDCHEST
PANNING-knop
■ Transpositie
–5~+6 halve tonen
■ Recorder
1 spoor, 4 songgeheugens, neemt noten & instellingen op
■ Aansluitingen
PEDAL IN, MIDI IN & OUT, OUTPUT Stereo (L/Mono - Right);
EXP/SUST, 2 hoofdtelefoonaansluitingen
■ Versterking
10W + 10Wrms
Luidsprekers: ø10cm
■ Stroomvoorziening
PSB-4U adapter
■ Afmetingen
1156 (B) x 108 (H) x 347 (D) mm
■ Gewicht
11kg (enkel C-190)
■ Opties
Stand KS-C-190 (1145 x 670 x 390mm/9kg),
PK-5/PK-7/PK-25 MIDI-baspedalen,
DP-2, DP-6 of BOSS FS-5U voetschakelaar,
EV-5, EV-7 of BOSS FV-300L zwelpedaal,
RH-25, RH-50, RH-200 hoofdtelefoon
r
Opgelet: Wijzigingen van de specificaties en de afwerking van
dit instrument zonder voorafgaande kennisgeving voorbehouden.
146
r
C-190 Draagbaar Orgel
MIDI Implementation Chart
148