Aeg-Electrolux S60280KG18 Handleiding

Categorie
Diepvriezers
Type
Handleiding
21
Geachte klant,
Lees eerst aandachtig de gebruiksaanwijzing door voordat u uw nieuwe
koelapparaat in gebruik neemt. Hierin staat belangrijke informatie over een
veilig gebruik, over het opstellen en over het onderhoud van het apparaat.
De gebruiksaanwijzing s.v.p. bewaren om lager nog eens iets na te kunnen
lezen.. Aan eventuele volgende bezitters van het apparaat doorgeven.
Deze gebruiksaanwijzing is voor meerdere, technisch vergelijkbare modellen
in diverse uitvoeringen bestemd. S.v.p. alleen op de aanwijzingen letten die
op uw apparaat betrekking hebben.
Met de waarschuwingsdriehoek en/of door signaalwoorden (Waar-
schuwing!, Voorzichtig!, Let op!) wordt de aandacht gevestigd op aanwij-
zingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het juist functioneren
van het apparaat. Hier absoluut op letten.
Na dit symbool wordt uitleg gegeven over de bediening en het praktisch
gebruik van het apparaat.
Met het klaverblad worden tips en aanwijzingen voor een economischen
milieuvriendelijk gebruik van het apparaat aangegeven.
Voor eventueel optredende storingen staan in de handleiding aanwijzingen
om deze zelf op te lossen, zie Hoofdstuk "Wat te doen als...". Als deze aanwij-
zingen niet voldoende informatie bieden staat onze service-afdeling u te
allen tijde ter beschikking.
22
Inhoud
Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .23
Weggooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24
Informatie over de verpakking van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . .24
Weggooien van oude apparaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
Transportbescherming verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
Opstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
Opstelplaats . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
Uw koelapparaat heeft lucht nodig . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27
Muur-afstandshouders . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27
Overzetten van het deurscharnier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29
Voor ingebruikname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29
In gebruik nemen en temperatuurregeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29
Interieur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30
Legvlakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30
Variable binnendeur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31
Koelen van levensmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31
Invriezen en diepgevroren bewaren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32
Maken van ijsblokjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33
Diepvrieskalender . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33
Ontdooien van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33
Apparaat uitzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35
Tips om energie te besparen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36
Wat te doen als . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36
Hulp bij storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36
Lamp vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .38
Doel, normen, richtlijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .38
23
Veiligheid
De veiligheid van onze koelapparaten voldoet aan de Europese en Neder-
landse normen. Desondanks zien wij ons genoodzaakt u met de volgende
veiligheidsaanwijzingen vertrouwd te maken:
Reglementaire toepassing
• Het koelapparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd. Het is geschikt
voor het koelen, invriezen en diepgevroren bewaren van levensmiddelen
en voor het maken van ijs. Als het apparaat voor andere doeleinden
gebruikt wordt kan de fabrikant geen verantwoording nemen voor even-
tuele schaden.
• Het ombouwen van of veranderingen aan het koelapparaat aanbrengen
is uit veiligheidsoverwegingen niet toegestaan.
• Als het koelapparaat commercieel of voor andere doeleinden dan voor het
koelen, diepgevroren bewaren en invriezen van levensmiddelen gebruikt
wordt, s.v.p. letten op de hiervoor van kracht zijnde wettelijke bepalingen.
Voordat het apparaat voor de eerste keer in gebruik
genomen wordt
• Controleer het koelapparaat op transportschaden. Een beschadigd appa-
raat in geen geval aansluiten! Wend u in geval van schade tot de leve-
rancier.
Koelmiddelen
Het apparaat bevat in het koelvloeistofcircuit de koelvloeistof Isobutan
(R600a), een natuurlijk, zeer milieuvriendelijk gas, dat echter wel brandbaar is.
• Bij het transport en het opstellen van het apparaat erop letten dat geen
onderdelen van het koelvloeistofcircuit beschadigd worden.
• Bij beschadiging van het koelvloeistofcircuit:
– open vuur en brandhaarden absoluut vermijden;
– het vertrek waar het apparaat staat goed ventileren.
Veiligheid van kinderen
• Verpakkingsdelen (bijv. folies, piepschuim) kunnen voor kinderen gevaarlijk
zijn. Verstikkingsgevaar! Verpakkingsmateriaal van kinderen weghouden!
• Oude apparaten voor het weggooien onbruikbaar maken. Stekker uit het
stopcontact trekken, stroomkabel doorknippen, eventueel aanwezige
snap– of grendelsloten verwijderen of kapotmaken. Daardoor wordt
voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat opgesloten raken (ver-
stikkingsgevaar!) of in andere levensgevaarlijke situaties terecht komen.
24
Weggooien
Informatie over de verpakking van het apparaat
Alle gebruikte grondstoffen zijn milieuvriendelijk! Ze kunnen zonder gevaar
weggegooid of in de vuilverbrandingsoven verbrand worden!
• Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door kinderen, personen met
verminderde lichamelijke, zintuigelijke of geestelijke capaciteiten of een
gebrek aan kennis en ervaring, tenzij er toezicht is ingesteld door de per-
soon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid of tenzij zij van deze per-
soon instructies hebben gekregen over het gebruik. Laat kinderen niet
zonder toezicht in de buurt van het apparaat.
Bij dagelijks gebruik
• Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken door
de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers met brand-
bare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navullingen van aan-
stekers etc. in het koelapparaat.
• Flessen en blikken mogen niet in het vriesvak. Ze kunnen springen als de
inhoud bevriest – bij koolzuurhoudende inhoud zelfs exploderen! Leg
nooit limonades, sappen, bier, wijn, champagne etc. in het vriesvak. Uit-
zondering: sterke drank met een zeer hoog alcoholpercentage kan in het
vriesvak gelegd worden.
• Consumptie-ijs en ijsblokjes niet direct vanuit de vriesruimte in de mond
steken. Zeer koud ijs kan aan de lippen of de tong vastvriezen en verwon-
dingen veroorzaken.
• Niet met natte handen aan diepvriesartikelen komen. De handen kunnen
daaraan vastvriezen.
• Geen elektrische apparaten (bijv. elektrische ijsmachines, mixers etc.) in het
koelapparaat gebruiken.
• Voor het schoonmaken het apparaat altijd uitzetten en de stekker uit het
stopcontact trekken of de zekering in de uitschakelen huisinstallatie.
• De stekker altijd aan de stekker zelf uit het stopcontact trekken, nooit aan
het snoer.
Bij storing
• Als er een storing aan het apparaat optreedt eerst in de gebruiksaanwij-
zing kijken onder “Wat te doen als ...”. Als de daar gegeven aanwijzingen
niet verder helpen zelf niet verder aan het apparaat werken.
• Koelapparaten mogen alleen dooor geschoold personeel gerepareerd wor-
den. Door ondeskundige reparaties kunnen grote gevaren ontstaan. Wend
25
Transportbescherming verwijderen
Het apparaat alsmede de onderdelen van het interieur zijn voor het tran-
sport beschermd.
• Alle plakband alsmede bekledingsdelen uit het interieur verwijderen.
De grondstoffen: de kunststoffen kunnen ook opnieuw gebruikt worden en
worden als volgt gekarakteriseerd:
>PE< voor polyethyleen, bijv. bij de buitenste verpakking en de zakken bin-
nen in.
>PS< voor schuimpolystyrol, bijv. bij de bekledingsdelen, in principe CFK-
vrij.
De kartonnen delen zijn van oud papier gemaakt en kunnen ook weer bij
het oud-papier gedaan worden.
Weggooien van oude apparaten
Wegens milieuredenen dienen koelapparaten vakkundig ontmanteld te
worden. Dit geldt voor Uw huidige apparaat en - als het ook aan vervan-
ging toe is - ook voor Uw nieuwe apparaat.
Waarschuwing! Apparaten die hun tijd gehad hebben onbruikbaar maken
voordat ze weggegooid worden. Stekker er afhalen, netsnoer doorknippen,
eventuele snap- of grendelsloten verwijderen of kapotmaken. Hierdoor
wordt voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat opgesloten wor-
den (verstikkingsgevaar!) of in andere levensgevaarlijke situaties terechtko-
men.
Aanwijzingen voor het weggooien:
• Het apparaat mag niet bij het huis- of grofvuil gezet worden.
• Het koelvloeistofcircuit, in het bijzonder de warmtewisselaar aan de ach-
terkant, mag niet beschadigd worden.
• Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit
product niet als huishoudafval mag worden behandeld. Het moet echter
naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische appa-
ratuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correc-
te manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens en milieu
negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van
verkeerde afvalbehandeling. Voor meer details in verband met het recy-
clen van dit product, neemt u het best contact op met de gemeentelijke
instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van hui-
shoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht.
26
Klimaatklasse voor een omgevingstemperatuur van
SN +10 tot +32 °C
N +16 tot +32 °C
ST +18 tot +38 °C
T +18 tot +43 °C
Opstellen
Opstelplaats
Het apparaat in een goed geventileerde en droge ruimte neerzetten.
De omgevingstemperatuur heeft invloed op het stroomverbruik.
Het apparaat daarom
– niet aan directe straling van de zon blootstellen;
– niet bij radiatoren, naast een kachel of andere warmtebronnen plaatsen;
– alleen op een plaats neerzetten waarvan de omgevingstemperatuur over-
eenkomt met de klimaatklasse waarvoor het apparaat is ontworpen.
De klimaatklassees staan op het typeplaatje dat zich links aan de binnenkant
van het apparaat bevindt.
De volgende tabel geeft aan welke omgevingstemperatuur bij welke kli-
maatklasse behoort:
Als het onvermijdelijk is het apparaat naast een warmtebron te plaat-sen,
aan weerszijden minimaal de volgende afstanden aanhouden:
– tot elektrische fornuizen 3 cm;
– tot olie- en kolenfornuizen 30 cm.
Als men zich niet aan deze afstanden kan houden, is een warmte-isoleren-
deplaat tussen fornuis en koelapparaat aan te bevelen.
Als het koelapparaat naast een ander koel- of diepvriesapparaat staat, is een
afstand van 5 cm aan weerszijden aan te bevelen, zodat zich geen condens
vormt aan de buitenkant van de apparaten.
Uw apparatuur is voorzien van
blokkeringen, waardoor de platen tij-
dens het transport op hun plaats blij-
ven. Handel als volgt om deze te
verwijderen:
Beweeg de blokkeringen in de rich-
ting van de pijl, til de glasplaat aan
de achterkant op en duw deze in de
richting van de pijl tot deze los raakt
en verwijder de blokkeringen.
A
C
B
27
Uw koelapparaat heeft lucht
nodig
Om veiligheidsredenen moet de ven-
tilatie zodanig zijn als aangegeven de
afbeelding.
Attentie: zorg ervoor dat de ventila-
tie openingen tijdens gebruik niet
worden afgedekt.
Overzetten van het deur-
scharnier
Het deurscharnier kan van rechts (stand waarin het wordt afgeleverd) naar
links overgezet worden als dat voor de opstelplaats nodig is.
Waarschuwing! Bij het overzetten van de deurscharnieren mag het appa-
raat niet op het lichtnet aangesloten zijn. Van te voren de stekker uit het
stopcontact halen.
Ga nu verder als volgt te werk:
1. Trek het ventilatierooster (D), dat
door palwerk vastgezet is, uit.
2. Verwijder het onderscharnier (E);
verwijder de deur van de vriesruimte
door .
3. Verwijder de beschermdopjes van de
schroeven linksonder en plaats ze op
de schroeven rechts.
4. Schroef het middenscharnier los;
verwijder de deur van de koelruimte
door .
Muur-afstandshouders
In het documentenzakje bevinden
zich twee afstandshouders die vol-
gens de figuur geplaatst dienen te
worden.
Steek de afstandshouders in de gaten
en let erop dat de pijl (a) staat zoals
in de afbeelding; draai de afstands-
houders dan 45° (pijl staat verticaal)
zodat ze vast komen te zitten.
PR60
A
45°
NP00
100 mm10 mm
10 mm
E
F
D
F
F
F
28
5. Draai met een schroevendraaier de
twee beschermdopjes op de gaatjes
links los en monteer ze aan de rech-
terkant.
6. Draai de stift van het bovenscharnier
los en monteer haar aan de
linkerkant.
7. Plaats de deur van de koelruimte op
de bovenstift.
8. Plaats het middenscharnier in het
onderste deel van de deur van de
koelruimte; vergeet de sluitringetjes
niet.
9. Schroef het middenscharnier stevig
vast.
10. Plaats de deur van de vriesruimte op
het middenscharnier.
11. Hermonteer het onderscharnier (E)
aan de andere kant door middel van
de twee schroeven die u eerder
verwijderd hebt.
12. Verwijder het stopstuk (F) uit het
ventilatierooster (D) door het naar de
pijlrichting te duwen en breng het
aan de andere kant weer aan.
13. Hermonteer het ventilatierooster (D),
voer het door palwerk in.
14. De handgreep losschroeven. Aan de
andere kant van de deur bevesti-
gen nadat u de dopjes met een
priem doorgeprikt heeft. De vrij-
gekomen gaatjes afsluiten met de
bijgeleverde dopjes; deze vindt u in
het zakje van de documentatie.
Belangrijk
Na het omkeren van de deurdraairichting moet u controleren of het deur-
rubber rondom goed op de sponning sluit. In een koud vertrek (in de win-
ter) kan het gebeuren dat dat niet het geval is. Na enkele dagen zal het rub-
ber zich echter aangepast hebben. Wilt u dat bespoedigen, dan kunt u het
rubber warm maken met een föhn.
H
D162/a
G
29
Elektrische aansluiting
Voor de elektrische aansluiting is een volgens de voorschriften geïnstalleerde
contactdoos met randaarde vereist. De contactdoos moet zodanig worden
geïnstalleerd, dat de stekker altijd uit de contactdoos kan worden getrokken.
De elektrische zekering dient minstens 10 Ampère te zijn.
Indien het stopcontact bij een ingebouwd apparaat niet meer toegankelijk
is, dient een maatregel in de elektrische installatie er voor te zorgen dat het
apparaat van de stroom kan worden afgesloten (bijv. zekering, beveiligings-
schakelaar, aardlekschakelaar of dergelijke met een contactopeningsbreed-
te van minimaal 3 mm).
• Voor ingebruikneming op het typeplaatje van het apparaat controleren of
de netspanning en stroomsoort overeenkomen met de waarden van het
lichtnet op de plaats waar het apparaat komt te staan.
Bijv.: AC 220 ... 240 V 50 Hz of
220 ... 240 V~ 50 Hz
(d.w.z. 220 tot 240 Volt wisselstroom, 50 Hertz)
Het typeplaatje bevindt zich links aan de binnenkant van het apparaat.
Voor ingebruikname
• Het interieur van het apparaat en alle accessoires schoonmaken voor het
eerste gebruik (zie Hoofdstuk “Reiniging en Onderhoud”).
In gebruik nemen en temperatuurregeling
• U steekt de stekker van de koelkast in een stopcontact met randaarde. Als
u de koelkastdeur opent, wordt de binnenverlichting ingeschakeld. De
draaiknop voor de temperatuukeuze bevindt zich rechts in de koelruimte.
Stand „0“ betekent: uit.
Stand „1“ betekent: hoogste binnentemperatuur, warmste instelling.
Stand „6“ betekent: laagste binnentemperatuur, koudste instelling.
Bij het instellen van de juiste stand dient u er rekening mee te houden dat
de temperatuur in het apparaat afhankelijk is van:
- de kamertemperatuur;
- de frequentie waarmee de deuren geopend worden;
- de hoeveelheid levensmiddelen in de kast;
- de plaats van het apparaat.
30
Interieur
Legvlakken
Naargelang het model is het appa-
raat voorzien van glas legvlakken.
Het legvlak van glazen boven de
groente- en fruitbakken moet altijd
op die plaats blijven liggen, opdat
groente en fruit langer vers blijven.
De overige legvlakken zijn in hoogte
verstelbaar:
Daartoe het legvlak zover naar voren trekken tot het naar boven of onde-
ren bewogen kan worden en eruit gehaald kan worden.
Om de legvlakken op een andere hoogte te zetten in omgekeerde volgorde
te werk gaan.
D338
De temperaturen in koelruimte en vriesvak kunnen niet gescheiden geregeld
worden.
Als verse levensmiddelen snel moeten worden ingevroren, kunt u stand „6“
kiezen. Let u erop, dat de temperatuur in de koelruimte niet beneden 0°C
komt en zet de temperatuurregelaar tijdig op stand „3“ of „4“ terug.
Belangrijk!
Hoge omgevingstemperatuur (bijv. op hete zomerdagen) en koude instelling
van de temperatuurregelaar (stand “5” tot “6”) kunnen er voor zorgen dat
de compressor continu werkt.
Zet in dat geval de temperatuurregelaar op een warmere stand (stand “3”
tot “4”). Bij deze instelling wordt de compressor geregeld en begint het ont-
dooien weer automatisch.
Klimaatschakelaar
Indien de temperatuur in het vertrek
waarin zich het apparaat bevindt
onder +16°C daalt, dient u de kli-
maatschakelaar in te drukken. Het
rode controlelampje licht op.
Attentie! Als de omgevingstempe-
ratuur onder +10°C daalt, kunnen
wij de werking van het apparaat
niet garanderen. Zorg er daarom
voor dat de omgevingstemperatuur
minimaal + 10° C is.
D710
A
31
Variabele binnendeur
Naargelang de behoefte kunnen de deurvakbodems er naar boven uitgeno-
men worden en op andere plaatsen gezet worden.
Koelen van levensmiddelen
Voor een optimaal gebruik van de koelruimte adviseren wij u de volgende
eenvoudige regels in acht te nemen:
• Plaats geen warme of dampende spijzen of dranken in de koelruimte;
• dek vooral sterk geurend voedsel af of verpak het;
• plaats de levensmiddelen zo, dat de lucht vrij eromheen kan circuleren.
Enkele belangrijke tips:
Vlees (alle soorten): wordt in plastic zakjes op de glazen plaat boven de
groentelade geplaatst.
Bewaar vlees niet langer dan één of twee dagen.
Gekookt voedsel, koude schotels enz.: kunnen, goed afgedekt, op elk leg-
vlakgeplaatst worden.
Fruit en groente: worden schoongemaakt in de groentelade(n) gelegd.
Boter en kaas: worden, om blootstelling aan de lucht te voorkomen, in spe-
ciale koeldozen bewaard of in plastic- of aluminiumfolie verpakt.
Flessen melk: worden, goed gesloten, in het flessenrek geplaatst.
Bewaar niet-luchtdicht verpakte bananen, aardappelen, uien of knoflook
niet in de koelkast.
32
Invriezenen en diepgevroren bewaren
In uw koelapparaat kunt u diepvriesproducten bewaren en verse levens-
middelen zelf invriezen.
Attentie!
• Voor het invriezen van levensmiddelen dient de temperatuur in de vries-
ruimte –18 °C of lager te zijn.
• Let op het op het typeplaatje aangegeven vriesvermogen. Het vriesver-
mogen is de maximale hoeveelheid verse waren die binnen 24 uur inge-
vroren kunnen worden. Als er gedurende meerdere dagen achter elkaar
ingevroren wordt, neem dan slechts 2/3 tot 3/4 van de hoeveelheid aan-
gegeven op het typeplaatje. De kwaliteit is beter, als de levensmiddelen
snel tot in de kern bevriezen.
• Warme levensmiddelen voor het invriezen laten afkoelen. De warmte leidt
tot verhoogde ijsvorming en verhoogt het energieverbruik.
• Bij het bewaren van kant en klare diepvriesproducten dient u zich beslist
aan de door de fabrikant opgegeven bewaartijd te houden.
• Eenmaal ontdooide levensmiddelen zonder verdere verwerking (bereiden
tot panklare gerechten) in geen geval een tweede keer invriezen.
• Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken door
de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers met brand-
bare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navullingen van aan-
stekers etc. in het vriesapparaat.
• Flessen en blikken mogen niet in de vriesruimte. Ze kunnen springen als
de inhoud bevriest – bij koolzuurhoudende inhoud zelfs exploderen! Leg
noit limonades, sappen, bier, wijn, champagne etc. in de vriesruimte. Uit-
zondering: sterke drank met een zeer hoog alcoholpercentage kan in de
vriesruimte gelegd worden.
Alle levensmiddelen voor het invriezen luchtdicht verpakken, zodat ze
niet uitdrogen, de smaak niet verloren gaat en de smaak niet op andere
diepvriesproducten overgebracht wordt.
Voorzichtig! Diepvriesartikelen niet met natte handen aanraken. De handen
kunnen daaraan vast vriezen.
1. De verpakte levensmiddelen in de laden leggen. De in te vriezen levensmid-
delen in de bowenste lade van het apparaat plaatsen. Niet-bevroren artike-
len mogen niet in aanraking komen met reeds bevroren waren omdat
anders de bevroren artikelen kunnen ontdooien.
2. Voor het invriezen dient u 3 uur voor het inbrengen van de levensmiddlen
de klimaatschakelaar in te schakelen. Het lampje licht op.
3. Diepvriesartikelen het liefst naar soort apart in de laden leggen.
33
Maken van ijsblokjes
1. IJsbakje voor 3/4 met koud water vullen, in de vriesruimte plaatsen en laten
bevriezen.
2. Om de ijsblokjes los te maken het ijsbakje omdraaien of kort onder stro-
mend water houden.
Attentie! Een eventueel vastgevroren ijsbakje in geen geval met
spitse of scherpe voorwerpen losmaken.
Diepvrieskalender
• De symbolen geven de diverse soorten diepvriesproducten aan.
• De getallen geven voor iedere soort diepvriesproduct de bewaartijd in
maanden aan. Of de hoogste of de laagste waarde van de aangegeven
bewaartijd geldt, hangt af van de kwaliteit van de levensmiddelen en de
behandeling voorafgaand aan het invriezen. Voor levensmiddelen met een
hoog vetgehalte geldt altijd de laagste waarde.
Ontdooien van het apparaat
Het ontdooien van de koelruimte
Het ontdooien van de koelkast heeft
automatisch plaats elke keer dat de
compressor stopt. Het dooiwater
wordt via een afvoerkanaaltje opge-
vangen in een bakje dat zich aan de
achterkant van het apparaat boven
de compressor bevindt. Hier ver-
dampt het water.
Wij raden u aan het gaatje in het
afvoerkanaal regelmatig schoon te
maken, teneinde te
voorkomen dat het dooiwater de levensmiddelen nat maakt. Gebruik voor
het doorprikken het staafje dat zich in het gaatje bevindt.
Het ontdooien van de vriesruimte
In het vriesvak dient u echter de rijp te verwijderen, wanneer deze een laag
D037
34
Apparaat uitzetten
Voor het uitzetten van de koeling de temperatuurregelaar op stand “0”
draaien.
Als het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt wordt:
1. Levensmiddelen uit koelruimte en vriesvak nemen.
2. Apparaat uitzetten, daartoe de temperatuurregelaar op stand “0” draaien.
3. Stekker uit het stopcontact halen of zekering in de huisinstallatie uit-
schakelen.
4. Diepvriesruimte ontdooien en grondig reinigen (zie hoofdstuk “Reiniging en
onderhoud”).
van circa 4 mm vormt. Gebruik hiervoor het plastic spatel.Voor het uit-
voeren van deze handeling hoeft u het aparaat niet uit te schakelen of het
vriesvak leeg te maken.Wanneer zich een dikke laag ijs gevormd heeft,
dient u het gehele apparaat te ontdooien.
Ga als volgt te werk:
1. Verwijder de diepvriesproducten en
bewaar ze op een koele plaats.
2. Schakel het apparaat uit en haal de
stekker uit het stopcontact of
schakel de zekering in de huisinstal-
latie uit.
3. Laat de deur van de vriesruimte
openstaan.
4. Steek de kunststof schraper in de ope-
ning onder de vriesruimte en plaats
daar een schaaltje of teiltje onder.
5. Draai de thermostaatknop in de gewenste stand of steek de stekker weer in
het stopcontact. Na twee of drie uur kunt u de diepvriesproducten weer
terugplaatsen.
Belangrijk
Gebruik voor het verwijderen van de rijp nooit metalen voorwerpen; u zou
uw koelkast kunnen beschadigen.
Geen voorwerpen of methodes gebruiken om het ontdooiproces te versnel-
len die niet door de fabrikant zijn aangegeven.
Temperatuurstijging van diepvriesproducten kan hun houdbaarheids-duur
verkorten.
D068
35
Reiniging en onderhoud
Om hygiënische redenen dient het apparaat aan de binnenkant met toe-
behoren geregeld gereinigd te worden.
Waarschuwing!
• Het apparaat mag tijden het schoonmaken niet op het elektriciteitsnet aan-
gesloten zijn. Gevaar voor schokken! Zet voor het schoonmaken het appa-
raat uit en trek de stekker uit het stopcontact of schakel de zekering uit.
• Het apparaat nooit met stoomreinigingsapparaten schoonmaken. Er kan
vocht in de elektrische onderdelen komen. Gevaar voor schokken! Hete
damp kan kunstof onderdelen beschadigen.
• Het apparaat dient droog te zijn voordat het weer in gebruik genomen
wordt.
Let op!
• Etherische oliën en organische oplosmiddelen kunnen kunststof onderde-
len aantasten, bijv.
– Sap van citroen– of sinaasappelschillen;
– boterzuur;
– schoonmaakmiddelen die azijnzuren bevatten.
Dergelijke substanties niet in contact brengen met apparaatonderdelen.
• Geen schurende schoonmaakmiddelen gebruiken.
1. Koel– en diepvriesartikelen er uit halen. Diepvriesartikelen in meerdere
lagen kranten verpakken. Alles afgedekt op een koele plaats leggen.
2. Vriesvak voor het schoonmaken ontdooien (zie hoofdstuk “Ontdooien”).
3. Apparaat uitzetten en de stekker uit het stopcontact halen of de zekering
in de huisinstallatie uitschakelen.
4. Apparaat en interieur met een doek en lauwwarm water schoonmaken.
Eventueel een beetje normaal afwasmiddel gebruiken.
5. Daarna met schoon water afnemen en droogmaken.
Stof op de condensor verhoogt het energieverbruik. Daarom eenmaal per
jaar de condensor aan de achterkant van het apparaat met een zachte bor-
stel of met de stofzuiger voorzichtig schoonmaken.
6. Het dooiwaterafvoergat aan de achterwand van de koelruimte controleren.
Een verstopt dooiwaterafvoergat met behulp van het groene stopje dat met
het toestel is meegeleverd schoonmaken.
7. Als alles droog is, de levensmiddelen er weer in doen en het apparaat weer
in bedrijf nemen.
36
Tips om energie te besparen
• Het apparaat niet in de buurt van kachels, verwarmingselementen of
andere warmtebronnen plaatsen. Bij een hoge omgevingstemperatuur
werkt de compressor vaker en langer.
• Zorgen voor voldoende be- en ontluchting aan de onderkant van het
apparaat. Ventilatieopeningen nooit afdekken.
• Geen warme spijzen in het apparaat zetten. Warme spijzen eerst laten
afkoelen.
• Deur slechts zo lang open laten als nodig is.
• De temperatuur niet lager dan nodig instellen.
• Diepvriesartikelen voor het ontdooien in de koelruimte leggen. De koude
in de diepvriesartikelen wordt zo voor koeling van de koelruimte gebruikt.
• Houd de warmte afgevende verdamper, het metalen rooster aan de ach-
terzijde van het apparaat, schoon.
Wat te doen als ...
Hulp bij storingen
Het kan bij een storing om kleine defecten gaan die zelf u aan de hand van
de volgende aanwijzingen kunt oplossen. Voer zelf geen verdere werk-
zaamheden uit als de volgende informatie in concrete gevallen niet verder
helpt.
Waarschuwing! Reparaties aan het koelapparaat mogen alleen door
geschoold personeel uitgevoerd worden. Door ondeskundige reparaties kun-
nen grote gevaren ontstaan voor de gebruiker. Wend u bij reparatie tot onze
service-afdeling.
Storing Mogelijke oorzaken Oplossing
Apparaat werkt niet.
Apparaat is niet aangezet. Apparaat aanzetten.
Stekker zit niet in het stopcon-
tact of zit los.
Stekker in stopcontact steken.
Zekering is los of kapot.
Zekering controleren,eventueel
vernieuwen
Stopcontact is kapot.
Storingen in het lichtnet door
uw elektrovakman laten
verhelpen.
37
Sterke rijpvorming in het
apparaat, eventueel ook aan
de deurafdichting.
Deurafdichting is lek (even-
tueel na het overzetten van
het deurscharnier).
Op de ondichte plaatsen de
deurafdichting voorzichtig met
een föhn verwarmen (niet
heter dan ca. 50 °C). Tegelijker-
tijd de verwarmde deurafdich-
ting met de hand zo in vorm
trekken dat hij weer helemaal
sluit.
Ongewone geluiden.
Apparaat komt tegen de muur
of tegen andere voorwerpen
aan.
Apparaat staat niet recht.
Een onderdeel, bijv. een leiding,
aan de achterkant van het
apparaat komt tegen een
ander onderdeel van het appa-
raat aan of tegen de muur.
De compressor start na enige
tijd automatisch.
Zie hoofdstuk “Reiniging en
onderhoud”.
Dit is normaal, het betreft
geen storing.
Na het wijzigen van de tempe-
ratuurinstelling start de com-
pressor niet direct.
Water op de bodem van de
koelruimte of op de leg-
vlakken.
Dooiwaterafvoer is verstopt.
Dit onderdeel voorzichtig weg-
buigen.
Apparaat iets wegtrekken.
Stelvoetjes bijstellen.
De levensmiddelen zijn te
warm.
Binnenverlichting werkt niet.
Het apparaat staat naast een
warmtebron.
Temperatuur is niet juist inge-
steld.
Zie hoofdstuk “Ingebruikname”.
Lamp is kapot.
Zie hoofdstuk “Lamp vervan-
gen”.
Temperatuurregelaar op een
koudere stand zetten.
Deur heeft te lang openge-
staan.
Zie hoofdstuk “Opstelplaats”.
In de laatste 24 uur zijn gro-
tere hoeveelheden warme
levensmiddelen opgeslagen.
Deur slechts zo lang open
laten als nodig is.
Apparaat koelt te sterk.
Temperatuur is te laag inge-
steld.
Temperatuurregelaar tijdelijk
op een hogere stand zetten.
Storing Mogelijke oorzaken Oplossing
38
Lamp vervangen
Waarschuwing! Gevaar voor elektrische schok! Voor het vervangen van de
lamp het apparaat uitzetten en de stekker uit het stopcontact trekken of de
zekering in de huisinstallatie uitschakelen.
Lampgegevens: 220-240 V, max. 15 W
1. Om het apparaat uit te zetten de
temperatuurregelaar op stand „0"
draaien.
2. Stekker uit het stopcontact trekken.
3. Voor het vervangen van de lamp
bevestigingsschroef eruit draaien.
4. Op de afdekking van het lampje
drukken en dit naar achteren weg-
schuiven.
5. Defecte lamp vervangen.
6. De afdekking weer monteren en de bevestigingsschroef aandraaien.
7. De koelkast aanzetten.
D411
Doel, normen, richtlijnen
Het koelapparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd en is met inacht-
neming van de voor deze apparaten geldende normen gemaakt. Bij de
fabricage zijn speciaal die maatregelen genomen die vereist zijn volgens de
Duitse wet op de veiligheid van apparaten (GSG), volgens de Duitse voor-
schriften ter voorkoming van ongevallen bij koudeinstallaties (VBG 20) en
volgens de bepalingen van de vereniging van Duitse elektotechnici (VDE). De
koudecirculatie is op dichtheid getest.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-richtlijnen:
– 73/23/EG van 19.2.1973 - Laagspanningsrichtlijn
– 89/336/EG van 3.5.1989
(met inbegrip van Wijzigingsrichtlijn 92/31/EG) - EMC-richtlijn
AEG Hausgeräte GmbH
Postfach 1036
D-90327 Nürnberg
http://www.aeg.hausgeraete.de
© Copyright by AEG Änderungen vorbehalten
2223 348-12---08/07 Wijzigingen voorbehouden

Documenttranscriptie

Geachte klant, Lees eerst aandachtig de gebruiksaanwijzing door voordat u uw nieuwe koelapparaat in gebruik neemt. Hierin staat belangrijke informatie over een veilig gebruik, over het opstellen en over het onderhoud van het apparaat. De gebruiksaanwijzing s.v.p. bewaren om lager nog eens iets na te kunnen lezen.. Aan eventuele volgende bezitters van het apparaat doorgeven. Deze gebruiksaanwijzing is voor meerdere, technisch vergelijkbare modellen in diverse uitvoeringen bestemd. S.v.p. alleen op de aanwijzingen letten die op uw apparaat betrekking hebben. Met de waarschuwingsdriehoek en/of door signaalwoorden (Waarschuwing!, Voorzichtig!, Let op!) wordt de aandacht gevestigd op aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het juist functioneren van het apparaat. Hier absoluut op letten. Na dit symbool wordt uitleg gegeven over de bediening en het praktisch gebruik van het apparaat. Met het klaverblad worden tips en aanwijzingen voor een economischen milieuvriendelijk gebruik van het apparaat aangegeven. Voor eventueel optredende storingen staan in de handleiding aanwijzingen om deze zelf op te lossen, zie Hoofdstuk "Wat te doen als...". Als deze aanwijzingen niet voldoende informatie bieden staat onze service-afdeling u te allen tijde ter beschikking. 21 Inhoud Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .23 Weggooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24 Informatie over de verpakking van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . .24 Weggooien van oude apparaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25 Transportbescherming verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25 Opstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26 Opstelplaats . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26 Uw koelapparaat heeft lucht nodig . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27 Muur-afstandshouders . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27 Overzetten van het deurscharnier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27 Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29 Voor ingebruikname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29 In gebruik nemen en temperatuurregeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29 Interieur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30 Legvlakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30 Variable binnendeur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31 Koelen van levensmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31 Invriezen en diepgevroren bewaren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32 Maken van ijsblokjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33 Diepvrieskalender . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33 Ontdooien van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33 Apparaat uitzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34 Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35 Tips om energie te besparen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36 Wat te doen als . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36 Hulp bij storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36 Lamp vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .38 Doel, normen, richtlijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .38 22 Veiligheid De veiligheid van onze koelapparaten voldoet aan de Europese en Nederlandse normen. Desondanks zien wij ons genoodzaakt u met de volgende veiligheidsaanwijzingen vertrouwd te maken: Reglementaire toepassing • Het koelapparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd. Het is geschikt voor het koelen, invriezen en diepgevroren bewaren van levensmiddelen en voor het maken van ijs. Als het apparaat voor andere doeleinden gebruikt wordt kan de fabrikant geen verantwoording nemen voor eventuele schaden. • Het ombouwen van of veranderingen aan het koelapparaat aanbrengen is uit veiligheidsoverwegingen niet toegestaan. • Als het koelapparaat commercieel of voor andere doeleinden dan voor het koelen, diepgevroren bewaren en invriezen van levensmiddelen gebruikt wordt, s.v.p. letten op de hiervoor van kracht zijnde wettelijke bepalingen. Voordat het apparaat voor de eerste keer in gebruik genomen wordt • Controleer het koelapparaat op transportschaden. Een beschadigd apparaat in geen geval aansluiten! Wend u in geval van schade tot de leverancier. Koelmiddelen Het apparaat bevat in het koelvloeistofcircuit de koelvloeistof Isobutan (R600a), een natuurlijk, zeer milieuvriendelijk gas, dat echter wel brandbaar is. • Bij het transport en het opstellen van het apparaat erop letten dat geen onderdelen van het koelvloeistofcircuit beschadigd worden. • Bij beschadiging van het koelvloeistofcircuit: – open vuur en brandhaarden absoluut vermijden; – het vertrek waar het apparaat staat goed ventileren. Veiligheid van kinderen • Verpakkingsdelen (bijv. folies, piepschuim) kunnen voor kinderen gevaarlijk zijn. Verstikkingsgevaar! Verpakkingsmateriaal van kinderen weghouden! • Oude apparaten voor het weggooien onbruikbaar maken. Stekker uit het stopcontact trekken, stroomkabel doorknippen, eventueel aanwezige snap– of grendelsloten verwijderen of kapotmaken. Daardoor wordt voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat opgesloten raken (verstikkingsgevaar!) of in andere levensgevaarlijke situaties terecht komen. 23 • Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door kinderen, personen met verminderde lichamelijke, zintuigelijke of geestelijke capaciteiten of een gebrek aan kennis en ervaring, tenzij er toezicht is ingesteld door de persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid of tenzij zij van deze persoon instructies hebben gekregen over het gebruik. Laat kinderen niet zonder toezicht in de buurt van het apparaat. Bij dagelijks gebruik • Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken door de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers met brandbare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navullingen van aanstekers etc. in het koelapparaat. • Flessen en blikken mogen niet in het vriesvak. Ze kunnen springen als de inhoud bevriest – bij koolzuurhoudende inhoud zelfs exploderen! Leg nooit limonades, sappen, bier, wijn, champagne etc. in het vriesvak. Uitzondering: sterke drank met een zeer hoog alcoholpercentage kan in het vriesvak gelegd worden. • Consumptie-ijs en ijsblokjes niet direct vanuit de vriesruimte in de mond steken. Zeer koud ijs kan aan de lippen of de tong vastvriezen en verwondingen veroorzaken. • Niet met natte handen aan diepvriesartikelen komen. De handen kunnen daaraan vastvriezen. • Geen elektrische apparaten (bijv. elektrische ijsmachines, mixers etc.) in het koelapparaat gebruiken. • Voor het schoonmaken het apparaat altijd uitzetten en de stekker uit het stopcontact trekken of de zekering in de uitschakelen huisinstallatie. • De stekker altijd aan de stekker zelf uit het stopcontact trekken, nooit aan het snoer. Bij storing • Als er een storing aan het apparaat optreedt eerst in de gebruiksaanwijzing kijken onder “Wat te doen als ...”. Als de daar gegeven aanwijzingen niet verder helpen zelf niet verder aan het apparaat werken. • Koelapparaten mogen alleen dooor geschoold personeel gerepareerd worden. Door ondeskundige reparaties kunnen grote gevaren ontstaan. Wend Weggooien Informatie over de verpakking van het apparaat Alle gebruikte grondstoffen zijn milieuvriendelijk! Ze kunnen zonder gevaar weggegooid of in de vuilverbrandingsoven verbrand worden! 24 De grondstoffen: de kunststoffen kunnen ook opnieuw gebruikt worden en worden als volgt gekarakteriseerd: >PE< voor polyethyleen, bijv. bij de buitenste verpakking en de zakken binnen in. >PS< voor schuimpolystyrol, bijv. bij de bekledingsdelen, in principe CFKvrij. De kartonnen delen zijn van oud papier gemaakt en kunnen ook weer bij het oud-papier gedaan worden. Weggooien van oude apparaten Wegens milieuredenen dienen koelapparaten vakkundig ontmanteld te worden. Dit geldt voor Uw huidige apparaat en - als het ook aan vervanging toe is - ook voor Uw nieuwe apparaat. Waarschuwing! Apparaten die hun tijd gehad hebben onbruikbaar maken voordat ze weggegooid worden. Stekker er afhalen, netsnoer doorknippen, eventuele snap- of grendelsloten verwijderen of kapotmaken. Hierdoor wordt voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat opgesloten worden (verstikkingsgevaar!) of in andere levensgevaarlijke situaties terechtkomen. Aanwijzingen voor het weggooien: • Het apparaat mag niet bij het huis- of grofvuil gezet worden. • Het koelvloeistofcircuit, in het bijzonder de warmtewisselaar aan de achterkant, mag niet beschadigd worden. • Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u het best contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht. Transportbescherming verwijderen Het apparaat alsmede de onderdelen van het interieur zijn voor het transport beschermd. • Alle plakband alsmede bekledingsdelen uit het interieur verwijderen. 25 Uw apparatuur is voorzien van blokkeringen, waardoor de platen tijdens het transport op hun plaats blijven. Handel als volgt om deze te verwijderen: Beweeg de blokkeringen in de richting van de pijl, til de glasplaat aan de achterkant op en duw deze in de richting van de pijl tot deze los raakt en verwijder de blokkeringen. A B C Opstellen Opstelplaats Het apparaat in een goed geventileerde en droge ruimte neerzetten. De omgevingstemperatuur heeft invloed op het stroomverbruik. Het apparaat daarom – niet aan directe straling van de zon blootstellen; – niet bij radiatoren, naast een kachel of andere warmtebronnen plaatsen; – alleen op een plaats neerzetten waarvan de omgevingstemperatuur overeenkomt met de klimaatklasse waarvoor het apparaat is ontworpen. De klimaatklassees staan op het typeplaatje dat zich links aan de binnenkant van het apparaat bevindt. De volgende tabel geeft aan welke omgevingstemperatuur bij welke klimaatklasse behoort: Klimaatklasse voor een omgevingstemperatuur van SN +10 tot +32 °C N +16 tot +32 °C ST +18 tot +38 °C T +18 tot +43 °C Als het onvermijdelijk is het apparaat naast een warmtebron te plaat-sen, aan weerszijden minimaal de volgende afstanden aanhouden: – tot elektrische fornuizen 3 cm; – tot olie- en kolenfornuizen 30 cm. Als men zich niet aan deze afstanden kan houden, is een warmte-isolerendeplaat tussen fornuis en koelapparaat aan te bevelen. Als het koelapparaat naast een ander koel- of diepvriesapparaat staat, is een afstand van 5 cm aan weerszijden aan te bevelen, zodat zich geen condens vormt aan de buitenkant van de apparaten. 26 Muur-afstandshouders NP00 In het documentenzakje bevinden zich twee afstandshouders die volgens de figuur geplaatst dienen te worden. Steek de afstandshouders in de gaten en let erop dat de pijl (a) staat zoals in de afbeelding; draai de afstandshouders dan 45° (pijl staat verticaal) zodat ze vast komen te zitten. Overzetten van het deurscharnier 1. 2. 3. 4. 10 mm 100 mm Om veiligheidsredenen moet de ventilatie zodanig zijn als aangegeven de afbeelding. Attentie: zorg ervoor dat de ventilatie openingen tijdens gebruik niet worden afgedekt. 10 mm Uw koelapparaat heeft lucht nodig A 45° PR60 Het deurscharnier kan van rechts (stand waarin het wordt afgeleverd) naar links overgezet worden als dat voor de opstelplaats nodig is. Waarschuwing! Bij het overzetten van de deurscharnieren mag het apparaat niet op het lichtnet aangesloten zijn. Van te voren de stekker uit het stopcontact halen. Ga nu verder als volgt te werk: Trek het ventilatierooster (D), dat door palwerk vastgezet is, uit. F Verwijder het onderscharnier (E); E verwijder de deur van de vriesruimte F door . Verwijder de beschermdopjes van de F schroeven linksonder en plaats ze op de schroeven rechts. D Schroef het middenscharnier los; F verwijder de deur van de koelruimte door . 27 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 28 Draai met een schroevendraaier de twee beschermdopjes op de gaatjes links los en monteer ze aan de rechterkant. Draai de stift van het bovenscharnier los en monteer haar aan de G linkerkant. Plaats de deur van de koelruimte op de bovenstift. Plaats het middenscharnier in het onderste deel van de deur van de koelruimte; vergeet de sluitringetjes niet. Schroef het middenscharnier stevig vast. Plaats de deur van de vriesruimte op H het middenscharnier. Hermonteer het onderscharnier (E) aan de andere kant door middel van de twee schroeven die u eerder verwijderd hebt. Verwijder het stopstuk (F) uit het ventilatierooster (D) door het naar de pijlrichting te duwen en breng het aan de andere kant weer aan. Hermonteer het ventilatierooster (D), voer het door palwerk in. De handgreep losschroeven. Aan de andere kant van de deur bevestigen nadat u de dopjes met een priem doorgeprikt heeft. De vrijgekomen gaatjes afsluiten met de bijgeleverde dopjes; deze vindt u in het zakje van de documentatie. D162/a Belangrijk Na het omkeren van de deurdraairichting moet u controleren of het deurrubber rondom goed op de sponning sluit. In een koud vertrek (in de winter) kan het gebeuren dat dat niet het geval is. Na enkele dagen zal het rubber zich echter aangepast hebben. Wilt u dat bespoedigen, dan kunt u het rubber warm maken met een föhn. Elektrische aansluiting Voor de elektrische aansluiting is een volgens de voorschriften geïnstalleerde contactdoos met randaarde vereist. De contactdoos moet zodanig worden geïnstalleerd, dat de stekker altijd uit de contactdoos kan worden getrokken. De elektrische zekering dient minstens 10 Ampère te zijn. Indien het stopcontact bij een ingebouwd apparaat niet meer toegankelijk is, dient een maatregel in de elektrische installatie er voor te zorgen dat het apparaat van de stroom kan worden afgesloten (bijv. zekering, beveiligingsschakelaar, aardlekschakelaar of dergelijke met een contactopeningsbreedte van minimaal 3 mm). • Voor ingebruikneming op het typeplaatje van het apparaat controleren of de netspanning en stroomsoort overeenkomen met de waarden van het lichtnet op de plaats waar het apparaat komt te staan. Bijv.: AC 220 ... 240 V 50 Hz of 220 ... 240 V~ 50 Hz (d.w.z. 220 tot 240 Volt wisselstroom, 50 Hertz) Het typeplaatje bevindt zich links aan de binnenkant van het apparaat. Voor ingebruikname • Het interieur van het apparaat en alle accessoires schoonmaken voor het eerste gebruik (zie Hoofdstuk “Reiniging en Onderhoud”). In gebruik nemen en temperatuurregeling • U steekt de stekker van de koelkast in een stopcontact met randaarde. Als u de koelkastdeur opent, wordt de binnenverlichting ingeschakeld. De draaiknop voor de temperatuukeuze bevindt zich rechts in de koelruimte. Stand „0“ betekent: uit. Stand „1“ betekent: hoogste binnentemperatuur, warmste instelling. Stand „6“ betekent: laagste binnentemperatuur, koudste instelling. Bij het instellen van de juiste stand dient u er rekening mee te houden dat de temperatuur in het apparaat afhankelijk is van: - de kamertemperatuur; - de frequentie waarmee de deuren geopend worden; - de hoeveelheid levensmiddelen in de kast; - de plaats van het apparaat. 29 De temperaturen in koelruimte en vriesvak kunnen niet gescheiden geregeld worden. Als verse levensmiddelen snel moeten worden ingevroren, kunt u stand „6“ kiezen. Let u erop, dat de temperatuur in de koelruimte niet beneden 0°C komt en zet de temperatuurregelaar tijdig op stand „3“ of „4“ terug. Belangrijk! Hoge omgevingstemperatuur (bijv. op hete zomerdagen) en koude instelling van de temperatuurregelaar (stand “5” tot “6”) kunnen er voor zorgen dat de compressor continu werkt. Zet in dat geval de temperatuurregelaar op een warmere stand (stand “3” tot “4”). Bij deze instelling wordt de compressor geregeld en begint het ontdooien weer automatisch. Klimaatschakelaar Indien de temperatuur in het vertrek waarin zich het apparaat bevindt onder +16°C daalt, dient u de klimaatschakelaar in te drukken. Het rode controlelampje licht op. Attentie! Als de omgevingstemperatuur onder +10°C daalt, kunnen wij de werking van het apparaat niet garanderen. Zorg er daarom voor dat de omgevingstemperatuur minimaal + 10° C is. A D710 Interieur Legvlakken Naargelang het model is het apparaat voorzien van glas legvlakken. Het legvlak van glazen boven de groente- en fruitbakken moet altijd op die plaats blijven liggen, opdat groente en fruit langer vers blijven. De overige legvlakken zijn in hoogte D338 verstelbaar: Daartoe het legvlak zover naar voren trekken tot het naar boven of onderen bewogen kan worden en eruit gehaald kan worden. Om de legvlakken op een andere hoogte te zetten in omgekeerde volgorde te werk gaan. 30 Variabele binnendeur Naargelang de behoefte kunnen de deurvakbodems er naar boven uitgenomen worden en op andere plaatsen gezet worden. Koelen van levensmiddelen Voor een optimaal gebruik van de koelruimte adviseren wij u de volgende eenvoudige regels in acht te nemen: • Plaats geen warme of dampende spijzen of dranken in de koelruimte; • dek vooral sterk geurend voedsel af of verpak het; • plaats de levensmiddelen zo, dat de lucht vrij eromheen kan circuleren. Enkele belangrijke tips: Vlees (alle soorten): wordt in plastic zakjes op de glazen plaat boven de groentelade geplaatst. Bewaar vlees niet langer dan één of twee dagen. Gekookt voedsel, koude schotels enz.: kunnen, goed afgedekt, op elk legvlakgeplaatst worden. Fruit en groente: worden schoongemaakt in de groentelade(n) gelegd. Boter en kaas: worden, om blootstelling aan de lucht te voorkomen, in speciale koeldozen bewaard of in plastic- of aluminiumfolie verpakt. Flessen melk: worden, goed gesloten, in het flessenrek geplaatst. Bewaar niet-luchtdicht verpakte bananen, aardappelen, uien of knoflook niet in de koelkast. 31 Invriezenen en diepgevroren bewaren 1. 2. 3. 32 In uw koelapparaat kunt u diepvriesproducten bewaren en verse levensmiddelen zelf invriezen. Attentie! • Voor het invriezen van levensmiddelen dient de temperatuur in de vriesruimte –18 °C of lager te zijn. • Let op het op het typeplaatje aangegeven vriesvermogen. Het vriesvermogen is de maximale hoeveelheid verse waren die binnen 24 uur ingevroren kunnen worden. Als er gedurende meerdere dagen achter elkaar ingevroren wordt, neem dan slechts 2/3 tot 3/4 van de hoeveelheid aangegeven op het typeplaatje. De kwaliteit is beter, als de levensmiddelen snel tot in de kern bevriezen. • Warme levensmiddelen voor het invriezen laten afkoelen. De warmte leidt tot verhoogde ijsvorming en verhoogt het energieverbruik. • Bij het bewaren van kant en klare diepvriesproducten dient u zich beslist aan de door de fabrikant opgegeven bewaartijd te houden. • Eenmaal ontdooide levensmiddelen zonder verdere verwerking (bereiden tot panklare gerechten) in geen geval een tweede keer invriezen. • Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken door de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers met brandbare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navullingen van aanstekers etc. in het vriesapparaat. • Flessen en blikken mogen niet in de vriesruimte. Ze kunnen springen als de inhoud bevriest – bij koolzuurhoudende inhoud zelfs exploderen! Leg noit limonades, sappen, bier, wijn, champagne etc. in de vriesruimte. Uitzondering: sterke drank met een zeer hoog alcoholpercentage kan in de vriesruimte gelegd worden. • Alle levensmiddelen voor het invriezen luchtdicht verpakken, zodat ze niet uitdrogen, de smaak niet verloren gaat en de smaak niet op andere diepvriesproducten overgebracht wordt. Voorzichtig! Diepvriesartikelen niet met natte handen aanraken. De handen kunnen daaraan vast vriezen. De verpakte levensmiddelen in de laden leggen. De in te vriezen levensmiddelen in de bowenste lade van het apparaat plaatsen. Niet-bevroren artikelen mogen niet in aanraking komen met reeds bevroren waren omdat anders de bevroren artikelen kunnen ontdooien. Voor het invriezen dient u 3 uur voor het inbrengen van de levensmiddlen de klimaatschakelaar in te schakelen. Het lampje licht op. Diepvriesartikelen het liefst naar soort apart in de laden leggen. Maken van ijsblokjes 1. 2. IJsbakje voor 3/4 met koud water vullen, in de vriesruimte plaatsen en laten bevriezen. Om de ijsblokjes los te maken het ijsbakje omdraaien of kort onder stromend water houden. Attentie! Een eventueel vastgevroren ijsbakje in geen geval met spitse of scherpe voorwerpen losmaken. Diepvrieskalender • De symbolen geven de diverse soorten diepvriesproducten aan. • De getallen geven voor iedere soort diepvriesproduct de bewaartijd in maanden aan. Of de hoogste of de laagste waarde van de aangegeven bewaartijd geldt, hangt af van de kwaliteit van de levensmiddelen en de behandeling voorafgaand aan het invriezen. Voor levensmiddelen met een hoog vetgehalte geldt altijd de laagste waarde. Ontdooien van het apparaat Het ontdooien van de koelruimte Het ontdooien van de koelkast heeft automatisch plaats elke keer dat de compressor stopt. Het dooiwater wordt via een afvoerkanaaltje opgevangen in een bakje dat zich aan de achterkant van het apparaat boven de compressor bevindt. Hier verdampt het water. Wij raden u aan het gaatje in het afvoerkanaal regelmatig schoon te D037 maken, teneinde te voorkomen dat het dooiwater de levensmiddelen nat maakt. Gebruik voor het doorprikken het staafje dat zich in het gaatje bevindt. Het ontdooien van de vriesruimte In het vriesvak dient u echter de rijp te verwijderen, wanneer deze een laag 33 1. 2. 3. 4. 5. van circa 4 mm vormt. Gebruik hiervoor het plastic spatel.Voor het uitvoeren van deze handeling hoeft u het aparaat niet uit te schakelen of het vriesvak leeg te maken.Wanneer zich een dikke laag ijs gevormd heeft, dient u het gehele apparaat te ontdooien. Ga als volgt te werk: Verwijder de diepvriesproducten en bewaar ze op een koele plaats. Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact of schakel de zekering in de huisinstallatie uit. Laat de deur van de vriesruimte openstaan. Steek de kunststof schraper in de opeD068 ning onder de vriesruimte en plaats daar een schaaltje of teiltje onder. Draai de thermostaatknop in de gewenste stand of steek de stekker weer in het stopcontact. Na twee of drie uur kunt u de diepvriesproducten weer terugplaatsen. Belangrijk Gebruik voor het verwijderen van de rijp nooit metalen voorwerpen; u zou uw koelkast kunnen beschadigen. Geen voorwerpen of methodes gebruiken om het ontdooiproces te versnellen die niet door de fabrikant zijn aangegeven. Temperatuurstijging van diepvriesproducten kan hun houdbaarheids-duur verkorten. Apparaat uitzetten 1. 2. 3. 4. 34 Voor het uitzetten van de koeling de temperatuurregelaar op stand “0” draaien. Als het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt wordt: Levensmiddelen uit koelruimte en vriesvak nemen. Apparaat uitzetten, daartoe de temperatuurregelaar op stand “0” draaien. Stekker uit het stopcontact halen of zekering in de huisinstallatie uitschakelen. Diepvriesruimte ontdooien en grondig reinigen (zie hoofdstuk “Reiniging en onderhoud”). Reiniging en onderhoud 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Om hygiënische redenen dient het apparaat aan de binnenkant met toebehoren geregeld gereinigd te worden. Waarschuwing! • Het apparaat mag tijden het schoonmaken niet op het elektriciteitsnet aangesloten zijn. Gevaar voor schokken! Zet voor het schoonmaken het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact of schakel de zekering uit. • Het apparaat nooit met stoomreinigingsapparaten schoonmaken. Er kan vocht in de elektrische onderdelen komen. Gevaar voor schokken! Hete damp kan kunstof onderdelen beschadigen. • Het apparaat dient droog te zijn voordat het weer in gebruik genomen wordt. Let op! • Etherische oliën en organische oplosmiddelen kunnen kunststof onderdelen aantasten, bijv. – Sap van citroen– of sinaasappelschillen; – boterzuur; – schoonmaakmiddelen die azijnzuren bevatten. Dergelijke substanties niet in contact brengen met apparaatonderdelen. • Geen schurende schoonmaakmiddelen gebruiken. Koel– en diepvriesartikelen er uit halen. Diepvriesartikelen in meerdere lagen kranten verpakken. Alles afgedekt op een koele plaats leggen. Vriesvak voor het schoonmaken ontdooien (zie hoofdstuk “Ontdooien”). Apparaat uitzetten en de stekker uit het stopcontact halen of de zekering in de huisinstallatie uitschakelen. Apparaat en interieur met een doek en lauwwarm water schoonmaken. Eventueel een beetje normaal afwasmiddel gebruiken. Daarna met schoon water afnemen en droogmaken. Stof op de condensor verhoogt het energieverbruik. Daarom eenmaal per jaar de condensor aan de achterkant van het apparaat met een zachte borstel of met de stofzuiger voorzichtig schoonmaken. Het dooiwaterafvoergat aan de achterwand van de koelruimte controleren. Een verstopt dooiwaterafvoergat met behulp van het groene stopje dat met het toestel is meegeleverd schoonmaken. Als alles droog is, de levensmiddelen er weer in doen en het apparaat weer in bedrijf nemen. 35 Tips om energie te besparen • Het apparaat niet in de buurt van kachels, verwarmingselementen of andere warmtebronnen plaatsen. Bij een hoge omgevingstemperatuur werkt de compressor vaker en langer. • Zorgen voor voldoende be- en ontluchting aan de onderkant van het apparaat. Ventilatieopeningen nooit afdekken. • Geen warme spijzen in het apparaat zetten. Warme spijzen eerst laten afkoelen. • Deur slechts zo lang open laten als nodig is. • De temperatuur niet lager dan nodig instellen. • Diepvriesartikelen voor het ontdooien in de koelruimte leggen. De koude in de diepvriesartikelen wordt zo voor koeling van de koelruimte gebruikt. • Houd de warmte afgevende verdamper, het metalen rooster aan de achterzijde van het apparaat, schoon. Wat te doen als ... Hulp bij storingen Het kan bij een storing om kleine defecten gaan die zelf u aan de hand van de volgende aanwijzingen kunt oplossen. Voer zelf geen verdere werkzaamheden uit als de volgende informatie in concrete gevallen niet verder helpt. Waarschuwing! Reparaties aan het koelapparaat mogen alleen door geschoold personeel uitgevoerd worden. Door ondeskundige reparaties kunnen grote gevaren ontstaan voor de gebruiker. Wend u bij reparatie tot onze service-afdeling. Storing Mogelijke oorzaken Oplossing Apparaat is niet aangezet. Apparaat aanzetten. Stekker zit niet in het stopconStekker in stopcontact steken. tact of zit los. Apparaat werkt niet. Zekering is los of kapot. Stopcontact is kapot. 36 Zekering controleren,eventueel vernieuwen Storingen in het lichtnet door uw elektrovakman laten verhelpen. Storing Apparaat koelt te sterk. Mogelijke oorzaken Temperatuur is te laag ingesteld. Oplossing Temperatuurregelaar tijdelijk op een hogere stand zetten. Temperatuur is niet juist ingeZie hoofdstuk “Ingebruikname”. steld. De levensmiddelen zijn te warm. Binnenverlichting werkt niet. Sterke rijpvorming in het apparaat, eventueel ook aan de deurafdichting. Deur heeft te lang opengestaan. In de laatste 24 uur zijn grotere hoeveelheden warme levensmiddelen opgeslagen. Het apparaat staat naast een warmtebron. Deur slechts zo lang open laten als nodig is. Temperatuurregelaar op een koudere stand zetten. Zie hoofdstuk “Opstelplaats”. Lamp is kapot. Zie hoofdstuk “Lamp vervangen”. Deurafdichting is lek (eventueel na het overzetten van het deurscharnier). Op de ondichte plaatsen de deurafdichting voorzichtig met een föhn verwarmen (niet heter dan ca. 50 °C). Tegelijkertijd de verwarmde deurafdichting met de hand zo in vorm trekken dat hij weer helemaal sluit. Apparaat staat niet recht. Stelvoetjes bijstellen. Apparaat komt tegen de muur of tegen andere voorwerpen Apparaat iets wegtrekken. aan. Ongewone geluiden. Een onderdeel, bijv. een leiding, aan de achterkant van het Dit onderdeel voorzichtig wegapparaat komt tegen een buigen. ander onderdeel van het apparaat aan of tegen de muur. Na het wijzigen van de tempeDit is normaal, het betreft ratuurinstelling start de comgeen storing. pressor niet direct. Water op de bodem van de koelruimte of op de legDooiwaterafvoer is verstopt. vlakken. De compressor start na enige tijd automatisch. Zie hoofdstuk “Reiniging en onderhoud”. 37 Lamp vervangen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Waarschuwing! Gevaar voor elektrische schok! Voor het vervangen van de lamp het apparaat uitzetten en de stekker uit het stopcontact trekken of de zekering in de huisinstallatie uitschakelen. Lampgegevens: 220-240 V, max. 15 W Om het apparaat uit te zetten de temperatuurregelaar op stand „0" draaien. Stekker uit het stopcontact trekken. Voor het vervangen van de lamp bevestigingsschroef eruit draaien. Op de afdekking van het lampje drukken en dit naar achteren wegschuiven. Defecte lamp vervangen. D411 De afdekking weer monteren en de bevestigingsschroef aandraaien. De koelkast aanzetten. Doel, normen, richtlijnen Het koelapparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd en is met inachtneming van de voor deze apparaten geldende normen gemaakt. Bij de fabricage zijn speciaal die maatregelen genomen die vereist zijn volgens de Duitse wet op de veiligheid van apparaten (GSG), volgens de Duitse voorschriften ter voorkoming van ongevallen bij koudeinstallaties (VBG 20) en volgens de bepalingen van de vereniging van Duitse elektotechnici (VDE). De koudecirculatie is op dichtheid getest. Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-richtlijnen: – 73/23/EG van 19.2.1973 - Laagspanningsrichtlijn – 89/336/EG van 3.5.1989 (met inbegrip van Wijzigingsrichtlijn 92/31/EG) - EMC-richtlijn 38 AEG Hausgeräte GmbH Postfach 1036 D-90327 Nürnberg http://www.aeg.hausgeraete.de © Copyright by AEG 2223 348-12---08/07 Änderungen vorbehalten Wijzigingen voorbehouden
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40

Aeg-Electrolux S60280KG18 Handleiding

Categorie
Diepvriezers
Type
Handleiding