Caple ART 471/A/3 de handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
de handleiding
23
GEBRUIKSAANWIJZING
ALVORENS HET PRODUCT TE GEBRUIKEN
MILIEUTIPS
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN
ADVIEZEN
GEBRUIK VAN HET KOELVAK
GEBRUIK VAN HET VRIESVAK
ONTDOOIEN VAN HET VRIESVAK
SCHOONMAKEN VAN HET KOELVAK
REINIGING EN ONDERHOUD
STORINGEN OPSPOREN
KLANTENSERVICE DEZE ZIJN NORMAAL
INSTALLATIE
24
ALVORENS HET PRODUCT TE GEBRUIKEN
MILIEUTIPS
Het door u aangeschafte apparaat is
ontworpen voor huishoudelijk gebruik en ook:
- voor gebruik in keukens van werkplaatsen,
winkels en/of kantoren
- in landbouwbedrijven
- in hotels, motels, appartementen, bed &
breakfast voor gebruik door afzonderlijke
klanten.
Voor een optimaal gebruik van uw apparaat
is het raadzaam de gebruiksaanwijzing
aandachtig door te lezen, hierin vindt u een
beschrijving van het apparaat en adviezen
voor het conserveren van
voedingsmiddelen.
Bewaar dit boekje zodat u het naderhand
nog eens kunt raadplegen.
1.
Controleer na het uitpakken van het apparaat of
het niet beschadigd is en of de deur goed sluit.
Uw leverancier dient binnen 24 uur vanaf de
levering van het product van eventuele schade
op de hoogte te worden gesteld.
2.
Het is raadzaam minstens twee uur te wachten
alvorens het apparaat in werking te stellen, om
het koelcircuit perfect te kunnen laten
functioneren.
3.
Zorg ervoor dat de installatie en de elektrische
aansluiting door een gekwalificeerd technicus
worden verricht overeenkomstig de
aanwijzingen van de fabrikant en de plaatselijke
veiligheidsvoorschriften.
4.
Reinig de binnenkant van het product alvorens
het in gebruik te nemen.
1.Verpakking
Het verpakkingsmateriaal is voor 100%
recyclebaar en draagt het recyclingsymbool.
Voor de verwerking moeten de plaatselijke
voorschriften worden nageleefd. Het
verpakkingsmateriaal (plastic zakken, stukken
polystyreen enz.) moet buiten het bereik van
kinderen worden gehouden, omdat het een
bron van gevaar kan vormen.
2.Afdanken van het apparaat
Het product is vervaardigd van materiaal dat kan
worden gerecycled. Dit apparaat is voorzien van
het merkteken volgens de Europese richtlijn
2002/96/EG inzake Afgedankte elektrische en
elektronische apparaten (AEEA). Door ervoor
te zorgen dat dit product op de juiste manier als
afval wordt verwerkt, helpt u mogelijk negatieve
consequenties voor het milieu en de menselijke
gezondheid te voorkomen.
Het symbool op het product of op de
bijbehorende documentatie geeft aan dat dit
product niet als huishoudelijk afval mag worden
behandeld. In plaats daarvan moet het worden
afgegeven bij een verzamelpunt voor recycling
van elektrische en elektronische apparaten.
Maak het apparaat op het moment dat het
wordt afgedankt onbruikbaar door de
voedingskabel door te snijden en de deuren en
schappen te verwijderen, zodat kinderen niet
gemakkelijk in het apparaat kunnen kruipen.
Volg bij het afdanken van het apparaat de
plaatselijke voorschriften voor afvalverwerking
en breng het naar een speciaal
afvalverwerkingscentrum, en laat het niet
onbewaakt achter, ook niet voor slechts een
paar dagen, aangezien het voor kinderen een
bron van gevaar kan opleveren. Voor nadere
informatie over de behandeling, terugwinning en
recycling van dit product wordt u verzocht
contact op te nemen met het stadskantoor in uw
woonplaats, uw afvalophaaldienst of de winkel
waar u het product heeft aangeschaft.
Informatie:
Dit apparaat bevat geen CFK. Het koelcircuit
bevat R134a (HFC) of R600a (HC), zie
serienummerplaatje in het apparaat.
Voor apparaten met isobutaan (R600a):
isobutaan is een natuurlijk gas dat geen
schadelijke invloed heeft op het milieu, maar wel
ontvlambaar is. Het is daarom noodzakelijk om
te controleren of de leidingen van het koelcircuit
niet beschadigd zijn.
Dit product kan een gefluorideerd broeikasgas
bevatten dat onder het Protocol van Kyoto valt;
het koelgas zit in een hermetisch verzegeld
systeem.
Koelgas: R134a heeft een globaal
verwarmingsvermogen (GWP) van 1300.
Conformiteitsverklaring
Dit apparaat is bestemd voor het conserveren
van voedingsmiddelen en is vervaardigd in
overeenstemming met de Verordening (EG)
nr. 1935/2004
Dit apparaat is ontwikkeld, gefabriceerd en op
de markt gebracht in overeenstemming met:
veiligheidsvoorschriften van de
“Laagspanningsrichtlijn” 2006/95/EG
(die de richtlijn 73/23/EEG en latere
verordeningen vervangt);
de veiligheidsvereisten van de “EMC”-richtlijn
2004/108/EG.
De elektrische veiligheid is alleen gewaarborgd
wanneer het op de juiste wijze op een efficiënt
werkende installatie is aangesloten, die volgens
de wettelijke voorschriften is geaard.
25
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN
ADVIEZEN
INSTALLATIE
Het apparaat moet door twee of meerdere
personen worden verplaatst en geïnstalleerd.
Wees voorzichtig bij het verplaatsen van het
apparaat om te voorkomen dat de vloer
beschadigd raakt (b.v. parket).
Zorg ervoor dat het product tijdens de
installatie de voedingskabel niet beschadigt.
Installeer het product niet in de buurt van een
warmtebron.
Laat een vrije ruimte aan de zijkanten en
boven het apparaat om een goede ventilatie
te garanderen of volg de installatie-instructies.
Houd de ventilatie-openingen van het
apparaat vrij van obstakels.
Beschadig de leidingen van het koelcircuit van
de koelkast niet.
Installeer het product waterpas op een vloer
die het gewicht kan dragen en in een ruimte
die geschikt is voor de afmetingen en het
gebruik van het product.
Plaats het apparaat in een droge en goed
geventileerde ruimte. Het apparaat is afgesteld
om te werken in ruimten waarin de
temperatuur binnen de volgende waarden ligt,
die op hun beurt weer afhankelijk zijn van de
klimaatklasse die op het serienummerplaatje
staat aangegeven: het is mogelijk dat het
apparaat niet goed functioneert als het voor
een lange tijd in een ruimte wordt gelaten met
een hogere of lagere temperatuur dan het
genoemde bereik.
Controleer of de spanning op het typeplaatje
overeenkomt met de spanning in uw woning.
Gebruik geen enkele of meervoudige
adapters of verlengsnoeren.
Gebruik voor de aansluiting op de
waterleiding de bij het nieuwe apparaat
geleverde slang en niet die van het vorige
apparaat.
De voedingskabel mag alleen door
gekwalificeerd personeel of door de
Klantenservice worden gewijzigd of
vervangen.
Het moet mogelijk zijn het apparaat van het
elektriciteitsnet af te koppelen door de
stekker uit het stopcontact te halen of via een
tweepolige netschakelaar die bovenstrooms
van het stopcontact is geplaatst.
VEILIGHEID
Plaats geen spuitbussen of houders die drijfgas
of brandbare stoffen bevatten in het apparaat.
Bewaar of gebruik geen benzine of andere
gassen en licht ontvlambare stoffen in de
buurt van het apparaat of van andere
elektrische huishoudelijke apparatuur.
De dampen die hieruit voortkomen kunnen
brand of explosies veroorzaken.
Gebruik geen andere mechanische,
elektrische of chemische systemen die het
ontdooiproces versnellen dan door de
fabrikant zijn aanbevolen.
Gebruik of plaats geen elektrische apparaten
in de vakken van het apparaat, als hiervoor
geen uitdrukkelijke toestemming door de
fabrikant is gegeven.
Dit apparaat is niet bestemd om gebruikt te
worden door personen (met inbegrip van
kinderen) met beperkte fysieke, sensorische
of mentale vermogens, of zonder ervaring of
kennis van het apparaat, behalve als zij tijdens
het gebruik instructies ontvangen van of
begeleid worden door een persoon die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
Om het risico te vermijden dat kinderen in de
koelkast opgesloten raken en stikken, mag
hen niet worden toegestaan in het product te
spelen of zich erin te verstoppen.
Slik de (niet-giftige) vloeistof uit de
vrieselementen niet in (niet op alle modellen).
Eet geen ijsblokjes of waterijsjes die net uit de
vriezer komen, aangezien deze zo koud zijn
dat ze ijsbrand kunnen veroorzaken.
GEBRUIK
Trek de stekker uit het stopcontact of sluit de
stroomtoevoer af voordat u met reinigings- of
onderhoudswerkzaamheden begint.
Alle apparaten met ijsmakers en
waterdispensers moeten op een
waterleidingnet aangesloten worden dat
uitsluitend drinkwater levert (met een
waterleidingdruk van tussen de 0,17 en 0,81
MPa (1,7 en 8,1 bar)). De ijsmakers en/of
waterdispensers die niet rechtstreeks op het
waterleidingnet zijn aangesloten, mogen
uitsluitend met drinkwater worden gevuld.
Gebruik het koelgedeelte uitsluitend voor het
bewaren van verse levensmiddelen en het
vriesgedeelte uitsluitend voor het bewaren van
diepvriesproducten, het invriezen van verse
levensmiddelen en het maken van ijsblokjes.
Bewaar geen dranken in glas in het
vriesgedeelte want deze kunnen barsten.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld, indien bovenstaande adviezen en
voorzorgsmaatregelen niet in acht zijn
genomen.
Klimaatklasse Omg. temp.
(°C)
Omg. temp.
(°F)
SN Van 10 tot 32 Van 50 tot 90
N Van 16 tot 32 Van 61 tot 90
ST Van 16 tot 38 Van 61 tot 100
T Van 16 tot 43 Van 61 tot 110
26
GEBRUIK VAN HET KOELVAK
Dit apparaat is een koelkast met een sterren koelvak.
Het ontdooien van het koelvak is volledig automatisch.
De koelkast kan functioneren bij omgevingstemperaturen tussen
de +10° C en +38° C. Optimale prestaties zijn afhankelijk van de
op het typeplaatje vermelde klimaatgroep.
Ingebruikneming van het apparaat
Steek de stekker in het stopcontact.
Bij apparaten met één compressor kan met de thermostaat in het
koelvak, zowel de temperatuur van het koelvak als de
temperatuur van het vriesvak ingesteld worden.
In het geval dat het apparaat twee compressoren heeft, kan de
temperatuur van het vriesvak en het koelvak onafhankelijk van
elkaar worden ingesteld (zie het produkt-informatieblad).
Instelling van de temperatuur
1.
Voor een goed functioneren van het apparaat en een betere
conservering van het voedsel
adviseren wij u de
thermostaat overeenkomstig de aanwijzingen van het
bijgaande produkt-informatieblad
in te stellen.
2.
Om de temperatuur in het koel/vriesvak te wijzigen, draai de
regelknop van de thermostaat:
op de
laagste cijfers 1-2
(MIN)
als u een
hogere
temperatuur
in de vakken wenst;
op de
hoogste cijfers 5-7
(MAX)
als u een
lagere
temperatuur in de vakken wenst.
Thermostaat staat op
z
: apparaat en verlichting zijn uitgeschakeld.
Opmerking:
De luchttemperatuur van de omgeving, de frequentie waarmee de
deur wordt geopend en de plaats van het apparaat kunnen van
invloed zijn op de interne temperatuur van de twee vakken. De
thermostaatstand dient op grond van deze factoren te worden
gevarieerd .
Bewaren van levensmiddelen in het koelvak
Plaats de levensmiddelen zoals in de afbeelding.
A Gekookte levensmiddelen
B Vis, vlees
C Groente en fruit
DFlessen
EBoter
FZuivelprodukten
Opmerkingen:
de afstand tussen de schappen en de binnenwand achter van de
koelkast staat een vrije luchtcirculatie toe.
Zet de levensmiddelen niet tegen de achterwand aan.
Laat warme levensmiddelen altijd eerst afkoelen voordat u ze in
de vakken zet.
Sluit flessen, pakken etc. met vloeistof altijd goed af.
Het bewaren van groenten met een hoog watergehalte kan
condensvorming veroorzaken: dit beïnvloedt het correct
functioneren van het apparaat niet.
27
GEBRUIK VAN HET VRIESVAK
Het vriesvak heeft sterren. Er kunnen
diepvriesprodukten in worden bewaard voor een
periode die gelijk is aan de conserveringstijd die
aangeven staat op de verpakking van het betreffende
produkt. Bovendien kunt u vers voedsel invriezen;
plaats het verse voedsel op de roosters en plaats de
reeds ingevroren levensmiddelen in de onderste mand,
zodat ze niet met het nog in te vriezen voedsel in
aanraking kunnen komen.
De hoeveelheid vers voedsel, die in 24 uur kan worden
ingevroren, is op het typeplaatje aangegeven.
Invriezen van vers voedsel
Bij apparaten met een compressor:
Stel de thermostaatknop op de stand 2-3.
Als het apparaat een invriestoets heeft dient u, om de
invriesfunctie in werking te stellen, op deze toets te
drukken: het gele lampje gaat aan. Bij modellen met een
bedieningspaneel gaat ook een rood lampje branden, dat
vanzelf uit gaat wanneer de optimale temperatuur in het
vriesvak is bereikt.
Opmerking:
De invriestoets maakt het mogelijk levensmiddelen in te
vriezen terwijl tegelijkertijd de temperatuur in het koelvak
optimaal wordt gehouden.
Snelvriesfunctie
Bij een apparaat met twee compressoren wordt bij het
invriezen van vers voedsel geadviseerd, , 6 uur van tevoren al
de snelvriesfunctie in te schakelen, om een maximale
invriezing (zie het typeplaatje) te bereiken .
Belangrijk
Wikkel of pak het in te vriezen verse voedsel in:
aluminiumfolie, plastic folie, waterdichte plastic verpakkingen,
polyethyleen bakjes met deksel, diepvriesbakken geschikt
voor het soort in te vriezen voedsel.
Plaats het in te vriezen voedsel in het bovenste schap, laat
rondom de pakjes voldoende ruimte vrij zodat de lucht vrij
kan circuleren.
Het invriezen duurt 24 uur.
Druk, om de invriesfunctie uit te schakelen, opnieuw op de
invriestoets (het gele lampje gaat uit).
Functie temperatuuralarm
(modellen met bedieningspaneel)
Als het vriesvak ingeschakeld is of als er voedsel wordt
ingevroren, kan plotseling het
rode lampje
gaan branden (bij
sommige modellen klinkt tegelijkertijd ook een
geluidssignaal
), dit is een aanwijzing dat de
bewaartemperatuur in het vriesvak niet optimaal is.
Deze situatie kan zich voordoen:
tijdens de inwerkingstelling;
als het apparaat na het ontdooien en reinigen opnieuw
ingeschakeld wordt;
als in het vriesvak een te grote hoeveelheid voedsel is
geplaatst om in te vriezen;
als de deur van het vriesvak niet goed sluit;
als de “thermostaatknop van het vriesvak” op het
bedieningspaneel op een stand wordt gezet die dichtbij het
MAX
” ligt (zeer intensief diepvriezen).
Druk op de “Snelvriestoets” om het geluidssignaal uit te zetten.
Als de optimale temperatuur is bereikt, gaat het rode lampje
automatisch uit. Schakel hierna de “Snelvriestoets” uit.
28
GEBRUIK VAN HET VRIESVAK
Opmerking:
Het vriesvak behoudt ook bij een stroomuitval de juiste
temperatuur voor het bewaren van het voedsel. Het is
raadzaam de deur van het vriesvak gedurende die tijd niet te
openen.
Belangrijk:
in de tabel hiernaast kunt u zien hoeveel maanden
verse ingevroren levensmiddelen kunnen worden
bewaard.
Bij de aankoop van de diepvriesprodukten moet u op
de volgende punten letten:
De verpakking of het pak moet onbeschadigd zijn, omdat
het produkt anders kan bederven. Als een pakje bol staat of
als er vochtplekken op zitten, is het niet onder optimale
omstandigheden bewaard en kan het al gedeeltelijk zijn
ontdooid.
De diepvriesprodukten dienen als laatste te worden
gekocht en in isolerende tassen te worden vervoerd.
Bij uw thuiskomst moeten de diepvriesprodukten gelijk in
het vriesvak worden gezet.
De gedeeltelijk ontdooide diepvriesprodukten mogen niet
opnieuw worden ingevroren maar moeten binnen 24 uur
worden geconsumeerd.
Variaties in temperatuur moeten worden vermeden of tot
een minimum worden beperkt. De uiterste
houdbaarheidsdatum op de verpakking moet worden
gerespecteerd.
De instructies op de verpakking voor het conserveren van
diepvriesprodukten dienen altijd te worden opgevolgd.
Verwijderen van de laden
Trek de laden zo ver mogelijk naar buiten, til ze een stukje
op en haal ze uit het vriesvak.
Opmerking:
om de capaciteit van de vriesvak te vergroten, kunnen de
bovenste twee laden verwijderd worden; dit is mogelijk
zonder de onderste lade weg te halen.
Plaats de levensmiddelen direct op de roosters.
Controleer, na het plaatsen van de levensmiddelen, of de
deur nog goed sluit.
Maken van ijsblokjes
Vul het ijsbakje voor 2/3 met water en zet het in het
vriesvak.
Gebruik, indien het ijsbakje aan de bodem van het vriesvak
is vastgevroren, geen puntige of of scherpe voorwerpen
om het los te maken.
Buig het ijsbakje een beetje om de ijsblokjes makkelijk uit
het bakje te kunnen halen.
MAANDEN VOEDSEL
29
ONTDOOIEN VAN HET VRIESVAK
SCHOONMAKEN VAN HET KOELVAK
Voordat u begint met reiniging van of onderhoud aan
uw vrieskast dient u de stekker uit het stopcontact te
halen of de stroom in uw woning uit te schakelen.
Wij raden aan het vriesvak één of twee maal per jaar te
ontdooien en in het geval dat zich op de koelroosters
van het vriesvak een te dikke ijslaag heeft gevormd.
De ijsvorming op de koelroosters is een normaal
verschijnsel. De hoeveelheid en de snelheid waarmee
zich het ijs vormt hangt af van de omgeving waarin het
apparaat zich bevindt en van de frequentie waarmee
de deur van het vriesvak wordt geopend. De ijsvorming
is het grootst op de bovenste koelroosters van het
vriesvak.
Het is raadzaam het vriesvak te ontdooien wanneer u
weinig voorraad heeft.
Open de deur en haal alle levensmiddelen uit het vriesvak,
wikkel ze strak tegen elkaar in kranten en zet ze op een
koele plek of in een isolerende tas.
Laat de deur open, zodat het ijs kan smelten.
Trek de afvoer voor het dooiwater naar buiten en zet er
een bak onder.
Maak de binnenwanden schoon met een vochtige spons
met lauw water en/of een mild schoonmaakmiddel.
Gebruik geen schuurmiddelen.
Spoel hen goed schoon en droog hen zorgvuldig af.
Breng de afvoer voor het dooiwater weer op zijn plaats
aan.
Plaats de levensmiddelen weer in het vriesvak.
Sluit de deur van het vriesvak.
Doe de stekker in het stopcontact.
Zet de diepvriezer aan.
Reinig het koelvak regelmatig.
Het koelvak wordt geheel automatisch ontdooid.
De aanwezigheid van druppels water op de achterwand aan
de binnenkant van het koelvak duidt erop dat het koelvak
bezig is automatisch te ontdooien. Het dooiwater wordt
automatisch via een afvoeropening in een opvangbak geleid,
waar het verdampt.
Reinig regelmatig de afvoeropening van het dooiwater met
behulp van het bijgeleverde gereedschap, om een constante
afvoer van het dooiwater zeker te stellen.
Voordat u begint met reiniging aan het apparaat dient u de
stekker uit het stopcontact te halen en de stroom in uw
woning uit te schakelen
Gebruik een vochtige spons met lauw water en/of een mild
schoonmaakmiddel.
Spoel na en droog met een zachte doek af.
Gebruik geen schoonmaakmiddelen met schurende
bestanddelen
30
REINIGING EN ONDERHOUD
STORINGEN
OPSPOREN
1. Het apparaat werkt niet.
Is de stroom uitgevallen?
Zit de stekker wel goed in het stopcontact?
Is de tweepolige netschakelaar wel
ingeschakeld?
IIs de zekering doorgebrand?
IIs de voedingskabel beschadigd?
Staat de thermostaatknop mischien op de
stand
z
(Stop)?
2. De temperatuur in de beide vakken is niet
koud genoeg.
Sluiten de deuren wel goed?
Staat het apparaat dicht bij een warmtebron?
Staat de thermostaat op de goede stand?
Wordt de luchtcirculatie door de
ventilatieopeningen gehinderd?
3. De temperatuur in het koelvak is te koud.
Staat de thermostaat wel op de goede stand?
4. Er staat water op de bodem van het koelvak.
Is de afvoer van het dooiwater misschien
verstopt?
5. De binnenverlichting functioneert niet.
Controleer eerst de aanwijzingen onder punt 1,
en vervolgens:
Koppel het apparaat van het elektriciteitsnet
los. Zie, om bij het lampje te komen, de
instructies en de tekening op het bijgaande
produkt-informatieblad.
Controleer het lampje en vervang het, zo nodig,
door een nieuw exemplaar (max. 15 W).
6. Het rode lampje op het bedieningspaneel
van het vriesvak blijft branden / het
geluidssignaal is geactiveerd.
(zie hoofdstuk Gebruik van het vriesvak)
Zijn er kort geleden grote hoeveelheden vers
voedsel in het vriesvak geplaatst?
Is de deur van het vriesvak goed gesloten?
Opmerkingen:
als de voorste rand van de koelkast warm is,
is er geen sprake van een defect; dit is een
normaal verschijnsel, het voorkomt
condensvorming.
Het koelcircuit kan vreemde geluiden
voortbrengen zoals gorgelende of
expansiegeluiden;
Bij langdurige afwezigheid
1.
Maak het koelvak en het vriesvak leeg.
2.
Trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact.
3.
Ontdooi het apparaat en maak de binnenwanden schoon.
4.
Laat de deuren open als het apparaat buiten gebruik is,
om te voorkomen dat er zich onaangename geuren
vormen en om het vocht binnenin te laten verdampen.
31
KLANTENSERVICE DEZE ZIJN NORMAAL
Voordat u de Klantenservice inschakelt:
1.
Ga na of u de storingen niet zelf kunt verhelpen
(Zie Storingen opsporen).
2.
Zet het apparaat opnieuw aan om te zien of het
ongemak is verholpen. Is dit niet het geval,
schakel het apparaat dan opnieuw uit en herhaal
de operatie na een uur.
3.
Als dit ook niet helpt, wend u dan tot onze
Klantenservice.
Vermeld de volgende gegevens:
de aard van de storing;
het model;
het servicenummer (dat is vermeld onder het
woord SERVICE op het typeplaatje dat zich aan
de binnenkant van het apparaat bevindt);
uw volledige adres;
uw telefoonnummer.
Opmerking:
het omkeren van de deuren van het apparaat
door onze Klantenservice wordt niet
beschouwd als een ingreep die onder de
garantie valt.
INSTALLATIE
Installeer het apparaat niet in de buurt van een
warmtebron. Installatie in een warme omgeving,
blootstelling aan direct zonlicht of plaatsing van het
apparaat in de buurt van een warmtebron (kachels,
fornuizen) verhogen het energieverbruik en dienen
te worden voorkomen.
Mocht dit niet mogelijk zijn, dan moeten de
volgende minimumafstanden in acht worden
genomen:
30 cm tot kolen- of petroleumfornuizen.
3 cm tot gas- of elektrische fornuizen.
Zet het apparaat op een droge en goed
geventileerde plaats.
Maak het apparaat aan de binnenkant schoon (Zie
het hoofdstuk "Ontdooien van het vriesvak").
Breng de bijgeleverde accessoires aan.
Elektrische aansluiting
De elektrische aansluitingen moeten
overeenkomstig de plaatselijke voorschriften
worden uitgevoerd.
De gegevens met betrekking tot de spanning en het
opgenomen vermogen staan vermeld op het
typeplaatje aan de binnenzijde van het apparaat.
De aarding van het apparaat is
wettelijk
verplicht.
De fabrikant aanvaardt geen enkele
aansprakelijkheid voor eventueel letsel aan
personen of dieren en/of voor schade aan
voorwerpen, die veroorzaakt is door het niet
in acht nemen van bovengenoemde
voorschriften.
Als de stekker en het stopcontact niet van
hetzelfde type zijn, moet u de stekker laten
vervangen door een gekwalificeerd technicus.
Gebruikt geen verlengingen of meervoudige
adapters.
Afkoppeling van het elektriciteitsnet
Het apparaat moet van het elektriciteitsnet kunnen
worden afgekoppeld door de stekker uit het
stopcontact te trekken of via de tweepolige
schakelaar die voor het stopcontact is geplaatst.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9

Caple ART 471/A/3 de handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
de handleiding