102
Inbedrijfstelling
Steek de stekker in de wandcontactdoos, dan draai de
temperatuurregelaar uit de zone met opschrift “off”, nu zal de
energievoorziening seinende groene gloeilamp lichten.
- Als de temperatuurregelaar zich in zone met opschrift „off” bevindt
en de stekker van het toestel in de contactdoos ingesteekt is, werkt
het toestel niet, noch het display noch de controlelampen lichten.
- Het toestel werkt 5 uur lang in functie SNELLE INVRIEZING, de gele
signaallamp, seinende de SNELLE INVRIEZING, licht.
- Wilt u de functie SNELLE INVRIEZING stopzetten, houd de knop SNELLE
INVRIEZING 2 sec lang gedrukt. Nu verschijnt in plaats van het teken
„SP” de binnentemperatuur op het display, en de SNELLE INVRIEZING
seinende gele signaallamp gaat uit.
WAARSCHUWING UIT toets indrukken om het alarm uit te schakelen.
Het rode waarschuwingslampje gaat na enige tijd automatisch uit.
Als na stroomuitvallen en bij het eerste aanzetten de temperatuur in
de diepvriezer te hoog is, schakelt het toestel voor 5 uur in SENELLE
INVRIEZING werking. Op het display verschijnt het teken „SP”. Wilt u
het toestel vroeger dan 5 uur uitzetten, houd 2 sec lang de knop SNELLE
INVRIEZING gedrukt.
Temperatuur instellen
Afb. 7
Om de temperatuurregelaar te draaien is een munt nodig. Daardoor
wordt het per ongeluk veranderen van de temperatuurinstelling be-
moeilijkt (kinderen!).
Stand „off” betekent: het toestel uitgeschakeld.
Stand “l” betekent: warmste binnentemperatuur
Stand “4” betekent: koudste binnentemperatuur
Aanbevolen stand: “2” of “3”
Temperatuurregelaar met munt op stand “2” of “3” draaien.
De volgende zaken zijn van invloed op de binnentemperatuur: -
omgevingstemperatuur;
– hoeveelheid opgeslagen levensmiddelen;
– vaak of lang openen van de deksel.
Daarom regelmatig controleren of de optimale opslagtemperatuur van
-18 °C of kouder aangehouden wordt - naargelang model op de ther-
mometer of op de digitale temperatuuraanwijzing. Temperatuur-
instelling zo nodig corrigeren, tot de thermometer resp. digitale
temperatuuraanwijzing -18 °C of kouder aangeeft.
Vanuit voedingswetènschappelijk standpunt is -18 °C als voldoende
koude bewaartemperatuur te beschouwen.