Aeg-Electrolux L76469TL Handleiding

Type
Handleiding
L 76469 TL
WASAUTOMAAT GEBRUIKSAANWIJZING
INHOUD
4 VEILIGHEIDSINFORMATIE
6 BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
6 ACCESSOIRES
7 BEDIENINGSPANEEL
10 WASPROGRAMMA'S
14 VOOR HET EERSTE GEBRUIK
14 HET APPARAAT GEBRUIKEN
14 WASGOED IN DE MACHINE DOEN
15 WASMIDDELEN EN TOEVOEGINGEN GEBRUIKEN
15 HET PROGRAMMA INSTELLEN EN STARTEN
16 AAN HET EINDE VAN HET PROGRAMMA
17 NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
19 ONDERHOUD EN REINIGING
22 PROBLEEMOPLOSSING
24 TECHNISCHE INFORMATIE
25 MONTAGE
MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool . Gooi de verpakking in een geschikte
verzamelcontainer om het te recyclen.
Help om het milieu en de volksgezondheid te beschermen en recycle het afval van
elektrische en elektronische apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de
buurt of neem contact op met de gemeente.
GA NAAR ONZE WEBSITE VOOR:
- Producten
- Brochures
- Gebruikershandleidingen
- Oplossen van problemen
- Service-informatie
www.aeg.com
LEGENDA
Waarschuwing - Belangrijke veiligheidsinformatie.
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
2
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om
vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven
gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben.
Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt
profiteren.
ACCESSOIRES EN VERBRUIKSARTIKELEN
In de AEG webshop vindt u alles wat u nodig heeft om al uw apparaten van AEG
mooi te houden en perfect te laten functioneren. Ook vindt u hier een groot aantal
accessoires die zijn ontworpen en gebouwd volgens de hoge kwaliteitsnormen die u
verwacht, van speciaal kookgerei tot bestekmandjes en van flessenhouders tot
waszakken…
Bezoek onze webshop op
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Wij raden altijd het gebruik van originele onderdelen aan.
Wanneer u contact opneemt met de klantenservice dient u de volgende
gegevens bij de hand te hebben. Deze informatie treft u aan op het typeplaatje.
Model
Productnummer
Serienummer
NEDERLANDS
3
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees deze handleiding aandachtig door
voordat u het apparaat installeert of ge-
bruikt:
Voor uw eigen veiligheid en de veilig-
heid van uw eigendommen
Voor het milieu
Voor de correcte werking van het appa-
raat.
Bewaar deze instructies altijd bij het ap-
paraat, ook wanneer u het verplaatst of
aan een ander geeft.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor
schade veroorzaakt door een foutieve in-
stallatie.
VEILIGHEID VAN KINDEREN
EN KWETSBARE MENSEN
Mensen, met inbegrip van kinderen,
met beperkte lichamelijke, zintuiglijke
of verstandelijke vermogens of gebrek
aan ervaring en kennis, mogen dit ap-
paraat niet bedienen. Zij moeten onder
toezicht staan of instructies krijgen over
het gebruik van dit apparaat van ie-
mand die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid.
Houd alle verpakkingsmaterialen uit de
buurt van kinderen. Gevaar voor verstik-
king of letsel.
Houd alle reinigingsmiddelen uit de
buurt van kinderen.
Houd kinderen en huisdieren uit de
buurt van het apparaat als de deur
open is.
Voordat u de deur van het apparaat
sluit, dient u te controleren dat er geen
kinderen of huisdieren in de trommel
zitten.
ALGEMENE VEILIGHEID
Gebruik het apparaat niet voor profes-
sioneel gebruik. Dit apparaat is uitslui-
tend bestemd voor huishoudelijk ge-
bruik.
De specificaties van het apparaat mo-
gen niet worden veranderd. Risico op
letsel en beschadiging van het appa-
raat.
Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door ontvlambare
producten in, bij of op het apparaat.
Brand- of explosiegevaar.
Volg de veiligheidsinstructies van de
verpakking van het wasmiddel om
brandwonden aan ogen, mond en keel
te voorkomen.
Zorg dat u alle metalen onderdelen uit
het wasgoed verwijdert. Hard en scherp
materiaal kan het apparaat beschadi-
gen.
Raak het glas van de deur niet aan als
een programma in gebruik is. Het glas
kan heet worden (alleen bij machines
met laaddeur vooraan).
ONDERHOUD EN REINIGING
Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact.
Gebruik het apparaat niet zonder fil-
ters. Zorg dat de filters op de juiste wij-
ze worden geïnstalleerd. Een onjuiste
installatie leidt tot waterlekkage.
MONTAGE
Het apparaat is zwaar, wees voorzichtig
bij het verplaatsen van het apparaat.
Vervoer uw apparaat niet zonder trans-
portbouten, u kunt anders de interne
componenten beschadigen en lekka-
ges en defecten veroorzaken.
Installeer en sluit geen beschadigd ap-
paraat aan.
Zorg dat u alle verpakkingsmaterialen
en transportbouten verwijdert.
Zorg er tijdens de installatie voor dat
de stekker uit het stopcontact is ge-
haald.
Alleen een erkende persoon mag de
elektrische installatie, het loodgieters-
werk en de installatie van het apparaat
uitvoeren. Dit om het risico op structu-
rele schade of lichamelijk letsel te voor-
komen.
Installeer of gebruik het apparaat niet
op een plek waar de temperatuur on-
der de 0 °C komt.
Als u het apparaat installeert op vloer-
bedekking, dient u ervoor te zorgen dat
er luchtcirculatie is tussen het apparaat
en de vloerbedekking. Pas de stelvoe-
4
ten aan om de nodige ruimte tussen
het apparaat en de vloerbedekking te
creëren.
Aansluiting aan de waterleiding
Sluit het apparaat niet aan met oude
slangen die al gebruikt zijn. Gebruik al-
leen nieuwe slangen.
Zorg dat u de waterslangen niet be-
schadigt.
Sluit het apparaat niet op nieuwe lei-
dingen aan of op leidingen die lang
niet zijn gebruikt. Laat het water enkele
minuten stromen en sluit dan de toe-
voerslang pas aan.
Let er bij het eerste gebruik op dat de
watertoevoerslangen en de koppelin-
gen niet lek zijn.
Aansluiting op het
elektriciteitsnet
Zorg ervoor dat het apparaat is geaard.
Controleer of de elektrische informatie
op het typeplaatje overeenkomt met
de stroomvoorziening.
Gebruik altijd een correct geïnstalleerd
schokvrij stopcontact.
Gebruik geen meerwegstekkers en ver-
lengkabels. Er kan brand ontstaan.
Vervang of verander het netsnoer niet
zelf. Neem contact op met het service-
centrum.
Zorg dat u de hoofdstekker en kabel
niet beschadigt.
Steek de stekker pas in het stopcontact
als de installatie is voltooid. Zorg ervoor
dat het netsnoer na installatie bereik-
baar is.
Trek niet aan het snoer om het appa-
raat los te koppelen van de netvoeding.
Trek altijd aan de stekker.
HET APPARAAT AFVOEREN
1.
Trek de stekker uit het stopcontact.
2.
Snij het netsnoer van het apparaat af
en gooi dit weg.
3.
Verwijder de deurvergrendeling. Dit
voorkomt dat u kinderen of huisdie-
ren in de trommel opsluit. Gevaar
voor verstikking (alleen bij machines
met laaddeur vooraan).
NEDERLANDS
5
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
2
3
1
5
4
6
98
10
11
7
12
1
Bedieningspaneel
2
Deksel
3
Knop deksel
4
Filterdeurtje
5
Hendel voor het verplaatsen van het
apparaat
6
Verstelbare pootjes
7
Typeplaatje
8
Hoofdkabel
9
Watertoevoerklep
10
Afvoerslang
11
Transportbouten
12
Stelvoetjes
ACCESSOIRES
1 2 3
1
Plastic dopje
Voor het afdichten van het gat aan de
achterzijde van het apparaat als u de
transportbout heeft verwijderd.
2
Plastic slanggeleider
Om een afvoerslang op de rand van
een gootsteen aan te sluiten.
3
Anti-overstroming aanvoerslang
Om mogelijk lekken te voorkomen.
6
BEDIENINGSPANEEL
1 2 3
45678910
1
Aan-/Uittoets
2
Programmaschakelaar
3
Display
4
Toets Start/Pauze
5
Toets Uitgestelde start
6
Toets Tijd besparen
7
Toets Extra spoelen
8
Toets Vlekken
9
Toets Centrifugeren
10
Temperatuurtoets
AAN/UIT-TOETS
1
Druk op deze toets om het apparaat in of
uit te schakelen. Er klinkt een geluid als
het apparaat wordt ingeschakeld.
DeAUTO Stand-by functie schakelt het
apparaat automatisch uit om stroom te
besparen als:
Er een programma is geselecteerd,
maar na 5 minuten van de instelling
nog niet op de toets is gedrukt.
4
.
Alle instellingen worden geannuleerd
Druk op de knop
1
om het apparaat
weer in te schakelen.
Stel het wasprogramma en alle mo-
gelijke opties
5 minuten na afloop van het waspro-
gramma. Raadpleeg 'Aan het einde van
het programma'.
PROGRAMMASCHAKELAAR
2
Draai deze knop om een programma in te
stellen. Het bijbehorende programma-in-
dicatielampje gaat branden.
DISPLAY
3
A B C D
Op het display verschijnt:
A De maximum temperatuur van het programma.
NEDERLANDS
7
B De standaard centrifugesnelheid van het programma.
"Niet centrifugeren"
1)
en "Spoelstop"-symbolen.
C
De displaysymbolen.
2)
Symbolen Beschrijving
Wasfase
Spoelfases
Centrifugefase
Kinderbeveiliging
U kunt de deur van het apparaat niet openen als het symbool
brandt.
U kunt de deur van het apparaat openen als het symbool uit
gaat.
Het symbool blijft aan, maar het programma is voltooid:
Er staat water in de trommel.
De functie 'Spoelstop' is aan.
Startuitstel
D De programmatijd
Als het programma start, vermindert de tijd in stappen van 1 minuut.
De uitgestelde start
Als u op de toets startuitstel drukt, toont de display de uitstelde starttijd.
•Alarmcodes
Als er een storing in het apparaat optreedt, worden er alarmcodes op de
display weergegeven. Raadpleeg het hoofdstuk "Probleemoplossing".
•Err
Het display toont dit bericht enkele seconden als:
U een functie instelt die niet van toepassing is voor het programma.
U het programma wijzigt als het in werking is.
Het lampje van de toets Start/Pauze
4
knippert.
Als het programma is voltooid.
1)
Alleen beschikbaar voor het programma Centrifugeren/Afpompen.
2)
De symbolen verschijnen op de display als de bijbehorende fase of functie is ingesteld.
TOETS START/PAUZE
4
Druk op toets
4
om het programma te
starten of te onderbreken.
TOETS STARTUITSTEL
5
Druk op toets
5
om de start van een
programma vanaf 30 minuten tot 20 uur
uit te stellen.
8
TOETS TIJDBESPARING
6
Druk op de toets
6
om de programma-
tijd te verminderen.
Druk een keer om een verkort program-
ma in te stellen voor wasgoed met da-
gelijks vuil.
Druk twee keer voor het instellen van
een extra snel programma voor was-
goed dat bijna niet vuil is.
Sommige programma's accepte-
ren uitsluitend een van de twee
functies.
TOETS EXTRA SPOELEN
7
Druk op toets
7
om spoelfases toe te
voegen aan het programma.
Gebruik deze functie voor personen die
allergisch zijn voor wasmiddelen en in ge-
bieden waar het water erg zacht is.
TOETS VLEKKEN
8
Druk op toets
8
om de vlekkenfase toe
te voegen aan het programma.
Gebruik deze functie voor wasgoed met
vlekken die moeilijk te verwijderen zijn.
Als u deze functie instelt, doet u vlekken-
verwijderaar in het vakje
.
Deze functie verlengt de duur van
het wasprogramma.
Deze functie is niet beschikbaar
bij een temperatuur lager dan
40°C.
TOETS CENTRIFUGEREN
9
Druk op deze toets om:
De maximale snelheid van de centrifu-
gefase te verlagen als u een program-
ma instelt.
De display toont alleen de centri-
fugesnelheden die voor het inge-
stelde programma beschikbaar
zijn.
Schakel de centrifugefase uit.
Schakel de functie 'Spoelstop' in. Stel
deze functie in om kreukvorming in
stoffen te voorkomen. Het apparaat
pompt geen water af als het program-
ma is voltooid.
Centrifugefase is uit.
De functie 'Spoelstop' is
aan.
TEMPERATUURTOETS
10
Druk op knop
10
om de standaard tem-
peratuur te wijzigen.
- - = koud water
GELUIDSSIGNALENFUNCTIE
U hoort geluidssignalen als:
U het apparaat inschakelt.
U het apparaat uitschakelt.
U op een toets drukt.
Het programma is voltooid.
Het apparaat ondervindt een storing.
Voor het uitschakelen/inschakelen van
de geluidssignalen, drukt u tegelijkertijd
op toets
7
en toets
8
gedurende 6 se-
conden.
Als u de geluidssignalen uitscha-
kelt, blijven ze alleen werken als u
op de toetsen drukt en er een sto-
ring optreedt.
FUNCTIE KINDERSLOT
Deze functie voorkomt dat kinderen spe-
len met het bedieningspaneel.
Druk om de functie te activeren, tegelij-
kertijd op toets
9
en toets
10
totdat
de display het symbool
toont.
Druk om de functie te deactiveren, te-
gelijkertijd op toets
9
en toets
10
tot-
dat het symbool
uitgaat.
U kunt de volgende functie activeren:
Voordat u drukt op de toets Start/Pauze
4
: kan het apparaat niet starten.
Nadat u drukt op de toets Start/Pauze
4
, worden alle toetsen en de pro-
grammaschakelaar uitgeschakeld.
PERMANENTE EXTRA
SPOELFUNCTIE
Met deze functie kunt u de extra spoel-
functie permanent aan laten als u een
nieuw programma instelt.
NEDERLANDS
9
Druk om de functie te activeren, tegelij-
kertijd op toets
5
en toets
6
totdat
het lampje van toets
7
brandt.
Druk om de functie uit te schakelen, te-
gelijkertijd op toets
5
en toets
6
tot-
dat het lampje van toets
7
uit gaat.
WASPROGRAMMA'S
Programma
Temperatuur
Type lading
max. gewicht van
belading
Cyclus
beschrijving
Functies
Katoen
95° - Koud
Wit en bont katoen,
normaal vervuild.
max. 6 kg
Wassen
Spoelgangen
Lang centrifuge-
ren
KORT CENTRIFU-
GEREN
NIET CENTRIFU-
GEREN
SPOELSTOP
VLEKKEN
EXTRA SPOELEN
TIJD BESPAREN
1)
Katoen + Voor-
was
95° - Koud
Wit en bont katoen,
zwaar vervuild.
max. 6 kg
Voorwas
Wassen
Spoelgangen
Lang centrifuge-
ren
KORT CENTRIFU-
GEREN
NIET CENTRIFU-
GEREN
SPOELSTOP
EXTRA SPOELEN
TIJD BESPAREN
1)
Extra Stil
95° - Koud
Wit en bont katoen,
normaal vervuild.
max. 6 kg
Wassen
Spoelgangen
Stop met water in
de trommel
FLECKEN
EXTRA SPOELEN
TIJD BESPAREN
1)
Synthetica
60° - Koud
Synthetische of ge-
mengde stoffen, nor-
maal vervuild.
max. 2,5 kg
Wassen
Spoelgangen
Kort centrifugeren
KORT CENTRIFU-
GEREN
NIET CENTRIFU-
GEREN
SPOELSTOP
VLEKKEN
EXTRA SPOELEN
TIJD BESPAREN
1)
Strijkvrij
2)
60° - Koud
Synthetische stoffen,
normaal vervuild.
max. 1 kg
Wassen
Spoelgangen
Kort centrifugeren
CENTRIFUGE-
TOERENTAL RE-
DUCEREN
NIET CENTRIFU-
GEREN
SPOELSTOP
EXTRA SPOELEN
TIJD BESPAREN
1)
10
Programma
Temperatuur
Type lading
max. gewicht van
belading
Cyclus
beschrijving
Functies
Fijne Was
40° - Koud
Delicate stoffen zoals
acryl, viscose, polyes-
ter stoffen, normaal
vervuild.
max. 2,5 kg
Wassen
Spoelgangen
Kort centrifugeren
KORT CENTRIFU-
GEREN
NIET CENTRIFU-
GEREN
SPOELSTOP
VLEKKEN
EXTRA SPOELEN
TIJD BESPAREN
1)
Wol/Zijde
40° - Koud
Machinewasbare wol.
Met de hand wasbare
wol en fijn wasgoed
met het symbool
«handwas».
max. 1 kg
Wassen
Spoelgangen
Kort centrifugeren
KORT CENTRIFU-
GEREN
NIET CENTRIFU-
GEREN
SPOELSTOP
Kussens
60° - 30°
Eén synthetische de-
ken, dekbed, sprei
enz.
max. 2,5 kg
Wassen
Spoelgangen
Kort centrifugeren
KORT CENTRIFU-
GEREN
Centrifugeren/
Pompen
3)
Alle stoffen
De maximale bela-
ding aan wasgoed
houdt verband met
het type wasgoed.
Afvoer van het
water
Centrifugefase op
de maximale snel-
heid.
KORT CENTRIFU-
GEREN
Spoelen Handwasartikelen. Spoelgangen
Lang centrifuge-
ren
KORT CENTRIFU-
GEREN
SPOELSTOP
Sportkleding
40° - Koud
Waterbestendige,
sport- en buitenkle-
ding. Gebruik geen
wasverzachter!
max. 3 kg
Wassen
Spoelgangen
Kort centrifugeren
KORT CENTRIFU-
GEREN
NIET CENTRIFU-
GEREN
SPOELSTOP
EXTRA SPOELEN
20 min. - 3 kg
40° - 30°
Katoenen en syntheti-
sche kleding met lich-
te vervuiling of slechts
eenmaal gedragen.
Wassen
Spoelgangen
Kort centrifugeren
KORT CENTRIFU-
GEREN
NIET CENTRIFU-
GEREN
Super Eco
4)
Koud
Gemengde stoffen
(katoen en syntheti-
sche weefsels).
max. 3 kg
Wassen
Spoelgangen
Kort centrifugeren
KORT CENTRIFU-
GEREN
NIET CENTRIFU-
GEREN
SPOELSTOP
EXTRA SPOELEN
NEDERLANDS
11
Programma
Temperatuur
Type lading
max. gewicht van
belading
Cyclus
beschrijving
Functies
Eco
5)
60° - 40°
Wit en bont katoen,
normaal vervuild.
max. 6 kg
Wassen
Spoelgangen
Lang centrifuge-
ren
KORT CENTRIFU-
GEREN
NIET CENTRIFU-
GEREN
SPOELSTOP
VLEKKEN
EXTRA SPOELEN
1)
Als u twee keer op toets 6 drukt (Supersnel-functie ingesteld), raden wij u aan om de
hoeveelheid belading te verkleinen. Het is mogelijk om de volledige lading te gebruiken,
maar de wasresultaten kunnen dan minder goed zijn.
2)
De was- en centrifugefase is zacht om te voorkomen dat het wasgoed gaat kreuken. De
wasautomaat voegt extra spoelgangen toe.
3)
De standaard fase van de centrifugesnelheid houdt verband met de katoenen artikelen. De
centrifugeersnelheid instellen. Zorg ervoor dat het overeenstemt met de was.
4)
Stel dit programma in om de tijd en het water- en energieverbruik te verlagen.
5)
Stel dit programma in voor een goed wasresultaat en om het stroomverbruik te verlagen.
De tijd van het wasprogramma wordt verlengd. Voor Economy katoenprogramma's kunt u
alleen de functie Extra kort instellen.
STOOMPROGRAMMA'S
Programma
1)
Type lading Max. bela-
ding
Stoom Opfrissen
Dit programma verwijdert
luchtjes uit het wasgoed.
Stoom verwijdert geen
dierenluchtjes.
Katoen en synthetica.
Stel het Stoomprogramma niet
in voor dit type kleding:
Kleding waar op het was-
voorschrift niet staat of het
geschikt is voor de droger.
Kleding met veel ingewerkte
stukjes plastic, metaal, hout
en dergelijke.
tot 1 kg
Stoom Ontkreuk
Dit programma helpt het was-
goed te ontkreuken.
tot 1 kg
Stoom kan worden gebruikt voor droge, gewassen of eenmaal gedragen
wasgoed. Deze programma's kunnen kreukels en luchtjes verminderen en
het wasgoed zachter maken.
Gebruik geen wasmiddel. Verwijder vlekken indien nodig door plaatselijk
te reinigen of plaatselijke vlekverwijderaar te gebruiken.
Stoomprogramma's voeren geen hygiënische cyclus uit.
1)
Als u een stoomprogramma instelt met gedroogde was, zal de was aan het eind van de
cyclus vochtig aanvoelen. Het is beter om de kleren aan de lucht te drogen gedurende 10
minuten om de vochtigheid te laten verdampen. Het wasgoed moet zo snel mogelijk uit de
trommel worden verwijderd. Na een stoomcyclus kunt u de kleding toch nog strijken, maar
dan uiteraard met veel minder moeite!
12
VERBRUIKSWAARDEN
Programma
1)
Energieverbruik
(kWh)
2)
Waterverbruik (li-
ter)
2)
Katoen 90°C 2.00 55
Katoen + Voorwas 90°C 2.20 65
Extra stil 90°C 2.00 90
Synthetische stoffen 60°C 0.85 44
Kreukvrij 60°C 0.50 55
Fijne was 40°C 0.50 48
Wol / zijde 40°C 0.50 50
Duvet 60°C 0.65 70
Centrifugeren / Pompen 0.05 /
Spoelgang 0.10 35
Buiten 40 °C 0.60 55
20 min. 3 kg 30°C 0.35 50
Super eco 0.15 38
Eco 90°C 1.80 55
Programma's voor energiebesparing
Eco 60°C
3)
1.02 52
Eco 40°C
3)
0.70 55
Het katoen 60 °C eco en katoen 40 °C eco zijn de standaard programma's
voor katoen die normaal bevuild zijn. Deze programma's zijn geschikt om
normaal bevuild katoenen wasgoed te wassen en zijn de meest efficiënt-
ste programma's op het vlak van water- en energieverbruik om dit type
katoenen wasgoed te wassen. De werkelijke watertemperatuur kan ver-
schillen van de aangeduide cyclustemperatuur.
1)
Raadpleeg het display voor de programmatijd.
2)
De consumptiegegevens die in dit overzicht worden weergegeven, zijn indicatief. De
gegevens kunnen verschillen, afhankelijk van de hoeveelheid, het type wasgoed, de
temperatuur van de watertoevoer en de omgevingstemperatuur.
3)
Dit is het programma voor testinstituten. Het is overeenkomstig met EN60456.
NEDERLANDS
13
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
Giet een klein beetje wasmiddel in het
vakje van het hoofdwasmiddel van de
wasmiddellade. Stel het programma voor
katoen in op de hoogste temperatuur
zonder wasgoed en start het programma.
Dit verwijdert al het mogelijke vuil uit de
trommel en de kuip.
HET APPARAAT GEBRUIKEN
1.
Draai de waterkraan open.
2.
Steek de stekker in het stopcontact.
3.
Druk op toets
1
om het apparaat in
te schakelen.
4.
Plaats het wasgoed in de machine.
5.
Gebruik de juiste hoeveelheid was-
middelen en toevoegingen.
6.
U dient het juiste programma in te
stellen en te starten voor het type la-
ding en de mate van vervuiling.
WASGOED IN DE MACHINE DOEN
A
1.
Open het deksel van de machine
2.
Druk op toets A (afhankelijk van mo-
del). De trommel gaat automatisch
open.
3.
Leg het wasgoed in de trommel. Zorg
ervoor dat u niet te veel was in de
trommel plaatst.
4.
Sluit de trommel en de klep van uw
wasautomaat.
Voordat u de deur van de machi-
ne sluit, dient u erop te letten dat
de trommel goed is gesloten.
14
WASMIDDELEN EN TOEVOEGINGEN GEBRUIKEN
Het vakje voor het wasmiddel van de voorwasfase.
Het vakje voor het wasmiddel voor de wasfase.
Vakje voor vloeibare toevoegingen (wasverzachter, stijfsel).
Het teken
M
is het maximale niveau voor vloeibare wasmiddelen.
Volg altijd de instructies die u
kunt vinden op de verpakking van
de wasmiddelen.
HET PROGRAMMA INSTELLEN EN STARTEN
1.
Draai de programmaschakelaar. Het
bijbehorende programma-indicatie-
lampje gaat branden.
2.
Het lampje van toets
4
knippert in
het rood.
3.
Op het display verschijnt de stan-
daard temperatuur en centrifugesnel-
heid. Om de temperatuur en/of de
centrifugesnelheid te wijzigen, drukt
u op de bijbehorende toetsen.
4.
Stel de beschikbare functies in. Het
lampje van de ingestelde functie gaat
aan, of de display toont het bijbeho-
rende symbool.
5.
Druk op toets
4
om het programma
te starten. Het lampje van toets
4
is
aan.
EEN PROGRAMMA
ONDERBREKEN
1.
Als u op de toets
4
drukt: Het indi-
catielampje knippert.
2.
Als u opnieuw op toets
4
drukt. Het
wasprogramma gaat verder.
EEN PROGRAMMA
ANNULEREN
1.
Druk op toets
1
om het programma
te annuleren en om het apparaat uit
te schakelen.
2.
Druk opnieuw op toets
1
om het
apparaat in te schakelen. U kunt nu
een nieuw wasprogramma kiezen.
Het apparaat pompt geen water
weg.
EEN FUNCTIE WIJZIGEN
U kunt slechts enkele functies wijzigen
voordat ze gaan werken.
1.
Als u op de toets
4
drukt: Het indi-
catielampje knippert.
2.
De ingestelde functie wijzigen.
HET STARTUITSTEL
INSTELLEN
1.
Druk herhaaldelijk op toets
5
tot het
aantal minuten of uren op de display
NEDERLANDS
15
verschijnt. De bijbehorende symbolen
gaan branden.
2.
Druk op toets
4
, het apparaat be-
gint met aftellen van de uitgestelde
start.
Nadat het aftelproces voltooid is,
wordt het wasprogramma automa-
tisch gestart.
Voordat u op toets
4
drukt om
het apparaat te starten, kunt u de
instelling van de uitgestelde start
annuleren of wijzigen.
U kunt de uitgestelde start niet in-
stellen bij het Stoom programma.
DE UITGESTELDE START
ANNULEREN
1.
Als u op de toets
4
drukt: Het bijbe-
horende indicatielampje knippert.
2.
Druk herhaaldelijk op toets
5
tot de
display 0’ toont.
3.
Als u op de toets
4
drukt: Het pro-
gramma wordt gestart.
OPEN HET DEKSEL
Als een programma of de startuitstel in
werking is, is de deksel vergrendeld.
Om de deksel te openen:
1.
Als u op de toets
4
drukt: U kunt de
deksel twee minuten na het stoppen
van het apparaat openen. Het deur-
vergrendelingssymbool in de display
gaat uit.
2.
Open het deksel
3.
Sluit de deksel en druk op toets
4
.
Het programma of het startuitstel
gaat verder.
Als de temperatuur en het water-
peil in de trommel te hoog zijn,
blijft het symbool voor de deur-
vergrendeling aan en kunt u het
deksel niet openen. Voer zo nodig
de volgende procedure uit om
het deksel te openen.
1.
Schakel het apparaat uit.
2.
Wacht enkele minuten.
3.
Zorg ervoor dat er geen water
in de trommel is.
Als u het apparaat uitzet, dient u
het programma opnieuw in te
stellen.
AAN HET EINDE VAN HET PROGRAMMA
Het apparaat stopt automatisch.
De geluidssignalen klinken.
In het scherm gaat het symbool
aan.
Het indicatielampje van de toets Start/
Pauze
4
gaat uit.
U kunt de deksel twee minuten na het
stoppen van het apparaat openen. Het
deurvergrendelingssymbool gaat uit.
Druk op toets
1
om het apparaat uit
te schakelen. Vijf minuten na het einde
van het programma, schakelt de functie
AUTO OFF automatisch het apparaat
uit.
Als u het apparaat weer activeert,
wordt het einde van het als laatste
ingestelde programma in het dis-
play weergegeven. Draai aan de
programmaknop om een nieuwe
cyclus in te stellen.
Haal het wasgoed uit het apparaat.
Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
Laat de deur iets open staan om de
vorming van schimmel en onaangena-
me luchtjes te voorkomen.
Draai de waterkraan dicht.
Het wasprogramma is voltooid, maar
de functie 'Spoelstop' is aan:
De trommel draait regelmatig om
kreukvorming van het wasgoed te voor-
komen.
De deur blijft vergrendeld.
U moet het water afvoeren om de deur
te kunnen openen.
Om het water weg te pompen:
1.
De centrifugeersnelheid zo nodig ver-
lagen.
2.
Druk op de toets Start/Pauze
4
. Het
apparaat voert het water af en centri-
fugeert.
16
3.
Als het programma is voltooid, gaat
het deurvergrendelingssymbool uit
en kunt u de deur openen
4.
Schakel het apparaat uit.
Na ongeveer 18 uur begint het
apparaat automatisch met het af-
voeren van water en centrifuge-
ren.
NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
WASGOED SORTEREN
Verdeel het wasgoed in: wit, bont, syn-
thetisch, fijne was en wol.
Volg de wasinstructies die u op de was-
labels van het wasgoed vindt.
Was witte en bonte artikelen niet sa-
men.
Sommige bonte weefsels kunnen uitlo-
pen als zij de eerste keer worden ge-
wassen. We raden daarom aan om dit
soort kleding de eerste keer dan ook
apart te wassen.
Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen,
haakjes en drukknopen. Maak riemen
vast.
Maak alle zakken leeg en vouw alle arti-
kelen open.
Draai meerlagige stoffen, wollen en kle-
ding met geverfde opdrukken binnen-
stebuiten.
Verwijder hardnekkige vlekken.
Was delen met zware vervuiling met
een speciaal wasmiddel.
Wees voorzichtig met de gordijnen.
Verwijder de haken of stop de gordij-
nen in een zak of kussensloop.
Niet in de machine wassen:
Wasgoed zonder zomen of met
scheuren
Beugelbeha's.
Gebruik een waszakje om kleine stuk
wasgoed te wassen.
Een zeer kleine lading kan problemen
veroorzaken bij de centrifugefase. Als
dit gebeurt, kunt u de artikelen hand-
matig verdelen in de trommel en de
centrifugefase opnieuw starten.
HARDNEKKIGE VLEKKEN
Voor sommige vlekken is water en was-
middel niet voldoende.
We raden u aan om deze vlekken te ver-
wijderen voordat u deze artikelen in de
machine stopt.
Er zijn speciale vlekverwijderaars verkrijg-
baar. Gebruik een speciale vlekverwijde-
raar die geschikt is voor het type vlek en
stof.
WASMIDDELEN EN
NABEHANDELINGSMIDDELEN
Gebruik alleen wasmiddelen en nabe-
handelingsproducten die bedoeld zijn
voor gebruik in een wasautomaat.
Vermeng geen verschillende soorten
wasmiddel met elkaar.
Gebruik niet meer dan de benodigde
hoeveelheid wasmiddel om het milieu
te beschermen.
Volg altijd de instructies die u vindt op
de verpakking van deze producten.
Gebruik de juiste producten voor het
type en de kleur stof, de programma-
temperatuur en de mate van vervuiling.
Stel geen voorwasfase in als u vloeibare
wasmiddelen gebruikt.
Als uw machine geen wasmiddellade
heeft met klepje, voeg dan het vloeiba-
re wasmiddel toe met een doseerbal.
MILIEUTIPS
Gebruik minder water en energie om het
milieu te helpen, volg deze instructies:
Stel een programma in zonder de voor-
wasfase om wasgoed dat normaal ver-
vuild is te wassen.
Start een wasprogramma altijd met de
maximum hoeveelheid wasgoed.
Gebruik indien nodig een vlekkenver-
wijderaar als u een programma met een
lage temperatuur instelt.
Controleer de waterhardheid om de
juiste hoeveelheid wasmiddel te ge-
bruiken.
WATERHARDHEID
Als de waterhardheid in uw gebied hoog
of gemiddeld is, raden we u het gebruik
NEDERLANDS
17
van waterverzachter voor wasautomaten
aan. In gebieden waar de waterhardheid
zacht is, is het gebruik van een waterver-
zachter niet nodig.
Neem contact op met de plaatselijke wa-
terautoriteit voor de waterhardheid in uw
gebied.
Volg altijd de instructies die u vindt op de
verpakking van de producten.
Gelijkwaardige eenheden meten de wa-
terhardheid:
Duitse graden (°dH).
Franse graden (°TH)
mmol/l (millimol per liter - een interna-
tionale eenheid voor de hardheid van
water).
Clarke-graden.
Waterhardheidstabel
Niveau Type
Waterhardheid
°dH °TH mmol/l Clarke
1 zacht 0-7 0-15 0-1.5 0-9
2 medium 8-14 16-25 1.6-2.5 10-16
3 hard 15-21 26-37 2.6-3.7 17-25
4 erg hard > 21 > 37 >3.7 >25
18
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Haal de stekker uit het stopcontact voor-
dat u het apparaat reinigt.
ONTKALKEN
Het water dat wij gebruiken, bevat kalk.
Als het nodig is dient u waterverzachter te
gebruiken om deze kalk te verwijderen.
Gebruik een speciaal product voor wasau-
tomaten. Volg altijd de instructies die u
vindt op de verpakking van de producent.
Doe dit apart van het wassen van was-
goed.
BUITENKANT REINIGEN
Het apparaat alleen schoonmaken met
zeep en warm water. Maak alle oppervlak-
ken volledig droog.
LET OP!
Gebruik geen brandspiritus, op-
losmiddelen of chemische pro-
ducten.
ONDERHOUDSWASBEURT
Bij programma's met lage temperaturen
is het mogelijk dat er wat wasmiddel ach-
terblijft in de trommel. Voer regelmatig
een onderhoudswas uit. Om dit te doen:
Haal al het wasgoed uit de trommel.
Stel het heetste wasprogramma in voor
katoen
Gebruik de juiste hoeveelheid poeder-
wasmiddel met biologische eigen-
schappen.
Houd de deur enige tijd open na elke
wasbeurt, om schimmels te voorkomen en
onprettige geurtjes te verwijderen.
WASMIDDELDOSEERBAKJE
Het wasmiddelbakje reinigen:
1.
Verwijder de wasmiddellade en maak
de twee delen los.
2.
Maak alle onderdelen schoon met
water.
3.
Monteer de twee delen van de was-
middellade.
4.
Plaats de wasmiddellade terug.
AFVOERFILTER
Controleer regelmatig het afvoer-
filter en zorg dat deze schoon is.
WAARSCHUWING!
Trek de stekker uit het stopcon-
tact.
Verwijder het filter niet als het
apparaat in gebruik is. Reinig
het afvoerfilter niet als het water
in de machine heet is. Het water
moet koud zijn voordat u het af-
voerfilter kunt reinigen.
Het afvoerfilter reinigen:
NEDERLANDS
19
1.
Open het afvoerfilterdeurtje.
2.
Houd een bak onder de uitsparing
van het afvoerfilter om het water op
te vangen dat eruit stroomt. Draai
het filter naar een verticale stand.
3.
Draai het filter helemaal en haal het
eruit.
4.
Verwijder alle stof en eventuele voor-
werpen.
5.
Reinig het filter met water.
6.
Plaats terug en schroef vast.
7.
Zorg er voor dat het filter stevig vast-
zit om waterlekkage te voorkomen.
8.
Sluit het afvoerfilterdeurtje.
DE FILTER VAN DE
TOEVOERSLANG EN DE
KLEPFILTER
WAARSCHUWING!
Trek de stekker uit het stopcon-
tact.
De watertoevoerfilters schoonmaken:
1.
Draai de waterkraan dicht.
2.
Verwijder de watertoevoerslang van
de kraan.
3.
Reinig het filter in de toevoerslang
met een harde borstel.
20
4.
Verwijder de toevoerslang achter de
machine.
5.
Reinig het filter in de klep met een
harde borstel of een handdoek.
90˚
6.
Installeer de watertoevoerslang op-
nieuw. Zorg er voor dat de koppelin-
gen stevig vast zitten om lekkage te
voorkomen.
7.
Draai de waterkraan open.
NOODAFVOER
Het apparaat kan geen water afvoeren
door een storing.
Als dit optreedt, voert u stappen (1) tot (3)
uit van 'Het afvoerfilter reinigen'.
Maak indien nodig het filter schoon.
Plaats het afvoerkanaal terug en sluit de
afvoerfilterklep.
VOORZORGSMAATREGELEN
BIJ VORST
Als het apparaat is geïnstalleerd in een
gebied waar de temperatuur lager is dan
0 °C, dan dient u het resterende water uit
de afvoerslang en de afvoerpomp te ver-
wijderen.
1.
Draai de waterkraan dicht en koppel
de toevoerslang los.
2.
Plaats het uiteinde van de toevoers-
lang in een bak en laat het water uit
de slang stromen.
3.
Selecteer het programma Pompen en
laat dit tot het eind van de cyclus
draaien.
4.
Draai de programmaknop naar Stop
om het apparaat van de stroomvoor-
ziening los te koppelen.
5.
Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact.
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat de temperatuur
hoger is dan 0 °C voordat u het
apparaat opnieuw gebruikt.
De fabrikant is niet verantwoorde-
lijk voor schade die door lage
temperaturen veroorzaakt is.
NEDERLANDS
21
PROBLEEMOPLOSSING
Het apparaat start niet of stopt tijdens het
programma.
Probeer eerst het probleem zelf op te los-
sen (zie tabel). Indien dit niet lukt, neem
contact op met de service afdeling.
Bij sommige problemen werken de
geluidssignalen en toont de display een
alarmcode:
- Het apparaat wordt niet gevuld
met water.
- Het apparaat pompt geen wa-
ter weg.
- De deur is open of niet goed
gesloten.
- Anti-overstromingsbeveiliging is
aan.
WAARSCHUWING!
Schakel het apparaat uit voordat u
controles uitvoert.
Probleem Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing
Het apparaat
neemt geen water.
De waterkraan is dicht. Draai de waterkraan open.
De watertoevoerslang is
beschadigd.
Controleer of de watertoevoers-
lang niet is beschadigd.
De filters in de watertoe-
voerslang zijn verstopt.
Reinig de filters Zie het hoofd-
stuk "Onderhoud en reiniging".
De waterkraan is verstopt
of aangezet met kalkaan-
slag.
Maak de waterkraan schoon.
De aansluiting van de
watertoevoerslang is niet
correct.
Zorg dat de aansluiting altijd cor-
rect is.
De waterdruk is te laag. Neem contact op met het water-
leidingbedrijf.
Het apparaat
pompt geen water
weg.
De waterafvoerslang is
beschadigd.
Controleer of de waterafvoers-
lang niet is beschadigd.
Het filter in de afvoer-
pomp is geblokkeerd.
Reinig het filter of maak de af-
voerpomp schoon. Zie het
hoofdstuk "Onderhoud en reini-
ging".
De aansluiting van de
waterafvoerslang is niet
correct.
Zorg dat de aansluiting altijd cor-
rect is.
Er is een wasprogramma
zonder afvoerfase inge-
steld.
Stel het afvoerprogramma in.
De functie 'Spoelstop' is
aan.
Stel het afpompprogramma in.
De deur is open of
niet goed geslo-
ten.
Sluit de deur goed.
22
Probleem Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing
Anti-overstro-
mingsbeveilliging
is aan.
Schakel het apparaat uit en
trek de stekker uit het stop-
contact.
Draai de waterkraan dicht.
Neem contact op met het ser-
vicecentrum.
Het apparaat cen-
trifugeert niet.
De centrifugafase is uit. Stel het centrifugeprogramma in.
Het filter in de afvoer-
pomp is geblokkeerd.
Reinig het filter of maak de af-
voerpomp schoon. Zie het
hoofdstuk "Onderhoud en reini-
ging".
Balansproblemen met de
waslading.
Verdeel de artikelen handmatig
in de trommel en start de centri-
fugefase opnieuw.
Het programma
start niet.
De stekker zit niet goed
in het stopcontact.
Steek de stekker in het stopcon-
tact.
De zekering in de meter-
kast is doorgebrand.
Vervang de zekering.
U heeft niet op toets
4
gedrukt.
Als u op de toets
4
drukt:
De uitgestelde start is in-
gesteld.
Annuleer de uitgestelde start om
het programma direct te starten.
Het kinderslot is geacti-
veerd.
Het kinderslot uitschakelen.
Er ligt water op de
vloer.
Lekkages van de koppe-
lingen van de waterslan-
gen.
Zorg dat de koppelingen goed
zijn aangedraaid.
Lekkages van de afvoer-
pomp.
Zorg dat het filter van de afvoer-
pomp goed is bevestigd.
De waterafvoerslang is
beschadigd.
Verzeker u ervan dat de water-
toevoerslang niet is beschadigd.
U kunt de deur van
het apparaat niet
openen.
Het wasprogramma is
bezig.
Laat het wasprogramma beëindi-
gen.
Er staat water in de trom-
mel.
Kies het programma Pompen of
Centrifugeren.
Het apparaat
maakt een abnor-
maal geluid.
Het apparaat staat niet
waterpas.
Het apparaat waterpas afstellen.
Raadpleeg "Installatie".
De verpakking en/of de
transportbouten zijn niet
verwijderd.
Verwijder de verpakking en/of de
transportbouten. Raadpleeg "In-
stallatie".
NEDERLANDS
23
Probleem Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing
De lading is erg klein. Meer wasgoed in de machine
doen.
Het apparaat vult
zich met water en
pompt het direct
weer af.
Het uiteinde van de af-
voerslang is te laag.
Zorg dat de afvoerslang op de
juiste hoogte staat.
Het wasresultaat is
niet bevredigend.
Het door u gebruikte
wasmiddel was niet cor-
rect of onvoldoende.
Gebruik meer wasmiddel of ge-
bruik een ander middel.
U heeft de hardnekkige
vlekken niet voor het
wassen uit het wasgoed
gehaald.
Gebruik speciale producten om
hardnekkige vlekken te verwijde-
ren.
Onjuiste temperatuur in-
gesteld.
Zorg dat u de juiste temperatuur
instelt.
Te veel wasgoedbela-
ding.
Verminder de hoeveelheid was-
goed.
Schakel het apparaat na de controle in.
Het programma gaat verder vanaf het
punt waar het werd onderbroken.
Als het probleem opnieuw optreedt,
neem dan contact op met onze service af-
deling.
Indien het display andere alarmcodes
meldt, neem dan contact op met onze
service afdeling.
TECHNISCHE INFORMATIE
Afmeting Breedte /Hoogte / Diepte 400 / 850 / 600 mm
Aansluiting op het elek-
triciteitsnet:
Spanning
Totale stroom
Zekering
Frequentie
230 V
2200 W
10 A
50 Hz
Waterdruk Minimaal 0.5 bar (0.05 MPa)
Maximaal 8 bar (0,8 MPa)
Watertoevoer
1)
Koud water
Maximale belading Katoen 6 kg
Centrifugetoerental Maximaal 1400 Toeren per minuut
1)
Sluit de slang aan op een kraan met 3/4”-schroefdraad.
24
MONTAGE
UITPAKKEN
1.
De externe folie eraf trekken. Gebruik
zo nodig een mes.
2.
Verwijder de piepschuim verpak-
kingsmaterialen.
3.
Kantel het apparaat naar achteren.
4.
Draai het apparaat op een van de
hoeken om de bescherming van de
onderkant te verwijderen.
5.
Open het deksel
6.
Verwijder het piepschuim verpak-
kingsmateriaal.
7.
Open de trommel en verwijder alle
materialen.
NEDERLANDS
25
8.
Verwijder het aansluitsnoer en de af-
voerslang van de slanghouders.
2
1
9.
Draai de drie transportbouten los.
1
1
2
10.
Verwijder de piepschuim verpak-
kingsmaterialen.
11.
Vervang het plastic tussenstuk met
de plastic dop. U vindt deze dop in
de zak van de gebruikershandleiding.
12.
Snijd deze plastic stukken om het ap-
paraat op dezelfde hoogte te instal-
leren als de andere apparatuur.
26
WAARSCHUWING!
Verwijder alle transportbouten en
verpakking voordat u het appa-
raat installeert.
Wij raden u aan om alle transport-
bouten en verpakking te bewaren
voor als u het apparaat gaat ver-
plaatsen.
PLAATSING EN WATERPAS ZETTEN
1.
Trek aan de hendel van rechts naar
links.
2.
Plaats de hendel terug als de stand
van het apparaat juist is.
A
3.
Installeer het apparaat op een vlakke
harde vloer.
4.
Zorg ervoor dat vloerbedekking de
luchtcirculatie onder het apparaat
niet stopt.
5.
Zorg ervoor dat het apparaat geen
muren of andere apparaten raakt.
6.
Draai de verstelbare voetjes los om
het apparaat waterpas te zetten.
Meet met een waterpas. Draai onder-
delen A vast.
7.
Een juiste afstelling van het apparaat
voorkomt trillingen en lawaai en het
bewegen van het apparaat als deze
in bedrijf is.
Het apparaat moet waterpas en stabiel
staan.
LET OP!
Plaats geen karton, hout of verge-
lijkbare materialen onder de voe-
ten van het apparaat om deze wa-
terpas te stellen.
NEDERLANDS
27
DE TOEVOERSLANG
90˚
1.
Sluit de slang aan op het apparaat.
Maak de ringmoerr los om in de juiste
stand te zetten.
2.
Sluit de watertoevoerrslang aan op
een koudwaterkraan met 3/4-schroef-
draad.
LET OP!
Zorg dat de koppelingen niet lek-
ken.
Gebruik geen verlengslang als de
toevoerslang te kort is. Neem
contact op met de klantenservice
voor vervanging van de toevoers-
lang.
Waterstop
A
De watertoevoerslang is voorzien van een
waterstop. Dit toestel voorkomt lekkage
in de slang door natuurlijke slijtage. Het
rode gedeelte in het venster «A» toont
deze storing.
Indien dit gebeurt, de kraan dichtdraaien
en contact opnemen met de klantenservi-
ce om de slang te laten vervangen.
WATERAFVOER
Er zijn verschillende procedures om de af-
voerslang aan te sluiten:
28
Met de plastic slanggeleider.
Op de rand van een gootsteen.
Zorg dat de plastic geleider niet kan
bewegen als het apparaat water af-
voert. Bevestig de geleider op de wa-
terkraan of wand.
Op een standpijp met ventilatieope-
ning.
Raadpleeg de illustratie. Rechtstreeks
in een afvoerpijp op een hoogte van
niet minder dan 70 cm en niet meer
dan 100 cm. Het einde van de afvoers-
lang moet altijd geventileerd zijn, d.w.z.
dat de binnendiameter van de afvoer-
pijp groter moet zijn dan de buitendia-
meter van de afvoerslang.
Zonder de plastic slanggeleider.
Op een gootsteenafvoer.
Raadpleeg de illustratie. Plaats de af-
voerslang in de gootsteenafvoer en
draai vast met een clip. Zorg dat de af-
voerslang een bocht maakt om te voor-
komen dat resterende deeltjes uit de
gootsteen in het apparaat komen.
NEDERLANDS
29
Direct op een ingebouwde afvoerpomp
in de kamerwand en zet vast met een
klem.
U kunt de afvoerslang maximaal
400 cm verlengen. Neem contact
op met de klantenservice voor de
andere afvoerslang en de verlen-
ging.
30
NEDERLANDS
31
www.aeg.com/shop 108584101-B-422011
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32

Aeg-Electrolux L76469TL Handleiding

Type
Handleiding