Miller MH061661D de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Processen
Beschrijving
Draadaanvoerunit
OM-276691B/dut 201702
XMS MPa
draadaanvoerunit
Bestand: MIG (GMAW)
CE
Ga voor productinformatie,
vertalingen van de handleiding
voor de gebruiker, enz. naar
www.MillerWelds.com
MIG (GMAW)lassen
Pulserend MIG (GMAWP)
Lassen met gevulde draad (met
of zonder gasbescherming)
HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
Bedankt en gefeliciteerd dat u voor Miller hebt gekozen. Nu kunt u aan
de slag en alles meteen goed doen. Wij weten dat u geen tijd heeft om
het anders dan meteen goed te doen.
Om die reden zorgde Niels Miller, toen hij in 1929 voor het eerst met het
bouwen van booglasapparatuur begon, er dan ook voor dat zijn
producten lang meegingen en van superieure kwaliteit waren. Net als u
nu konden zijn klanten toen zich geen mindere kwaliteit veroorloven. De
producten van Miller moesten het beste van het beste zijn. Zij moesten
gewoon het allerbeste zijn dat er te koop was.
Tegenwoordig zetten de mensen die Miller-producten bouwen en verko-
pen die traditie voort. Ook zij zijn vastbesloten om apparatuur en service
te bieden die voldoet aan de hoge kwaliteits- en prestatiestandaards die
in 1929 zijn vastgelegd.
Deze handleiding voor de eigenaar is gemaakt om u optimaal gebruik te
kunnen laten maken van uw Miller-producten. Neem even de tijd om de
veiligheidsvoorschriften door te lezen. Ze helpen u om uzelf te bescher-
men tegen mogelijke gevaren op de werkplek. We hebben ervoor ge-
zorgd, dat u de apparatuur snel en gemakkelijk kunt installeren. Bij
Miller kunt u rekenen op jarenlange betrouwbare service en goed onder-
houd. En mocht uw apparatuur om wat voor reden dan ook ooit moeten
worden gerepareerd, dan kunt u in het hoofdstuk Onderhoud & Storin-
gen precies nagaan wat het probleem is. Aan de hand van de onderdelen-
lijst kunt u bepalen welk onderdeel u precies nodig hebt om het pro-
bleem te verhelpen. Ook vindt u de garantie en de onderhoudsinformatie
voor uw specifieke model bijgesloten.
Miller Electric maakt een complete lijn
lasapparaten en aanverwante
lasproducten. Wilt u meer informatie over
de andere kwaliteitsproducten van Miller, neem dan contact op met uw
Miller-leverancier. Hij heeft de nieuwste overzichtscatalogus en
afzonderlijke productleaflets voor u.
Elke krachtbron van
Miller gaat vergezeld
de meest probleemlo-
ze garantie in onze
bedrijfstak u werkt er
hard genoeg voor.
Van Miller voor u
INHOUDSOPGAVE
HOOFDSTUK 1 VEILIGHEIDSMAATREGELEN LEES DIT VÓÓR GEBRUIK 1....................
1-1. De betekenis van de symbolen 1.........................................................
1-2. De risico’s van het booglassen 1.........................................................
1-3. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud 3..............................
1-4. Californië-voorstel 65, waarschuwingen 4..................................................
1-5. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften 5....................................................
1-6. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV -informatie) 5.........................
HOOFDSTUK 1 DEFINITIES 7................................................................
1-1. Aanvullende veiligheidssymbolen en definities 7.............................................
1-2. Diverse symbolen en definities 9.........................................................
HOOFDSTUK 2 TECHNISCHE GEGEVENS 10..................................................
2-1. Locatie van label met serienummer en technische gegevens 10................................
2-2. Technische gegevens van het apparaat 10..................................................
2-3. Omstandigheden gebruik en opslag 10.....................................................
HOOFDSTUK 3 INSTALLATIE 11..............................................................
3-1. Locatiekeuze van stroombron en draadaanvoerunit 11........................................
3-2. Locatie van de draadaanvoerunit 12........................................................
3-3. Aansluitschema s voor de apparatuur 12...................................................
3-4. Aansluitingen draadaanvoerunit 13.........................................................
3-5. Informatie over de 6pens stekkerdoos 13..................................................
3-6. Laspistool en optionele lastoorts met pistoolgreep installeren 14................................
3-7. Informatie over optionele 14pens stekkerdoos voor lastoorts met pistoolgreep op afstand 14.......
3-8. De draadgeleider en de aandrijfrol installeren 15.............................................
3-9. De lasdraad installeren en doorvoeren 16...................................................
HOOFDSTUK 4 BEDIENING 17................................................................
4-1. Gebruikersinterface van draadaanvoerunit 17................................................
4-2. Bedieningselementen op onderpaneel van draadaanvoerunit 18................................
4-3. Geavanceerde TFTprintplaatbediening 19..................................................
4-4. Lasproces selecteren 20.................................................................
4-5. Instellingen voor materiaal, draad en gas voor synergische en pulserende MIG 21.................
4-6. Tabel over draadmateriaal, draadtype en gasselectie 22.......................................
4-7. Instellingen van de Sequencerparameter 25................................................
4-8. Menu Systeeminstellingen 31.............................................................
4-9. USBfuncties 33........................................................................
4-10. Firmwareinstellingen 33.................................................................
4-11. Terug naar fabrieksinstellingen 34..........................................................
4-12. Serviceinformatie 35....................................................................
4-13. Klok instellen 35........................................................................
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD & PROBLEMEN VERHELPEN 36..................................
5-1. Routineonderhoud 36....................................................................
5-2. Tabel met foutcodes en beschrijving van probleemoplossing 37.................................
5-2. Tabel met foutcodes en beschrijving van probleemoplossing (vervolg) 38.........................
5-3. Problemen oplossen 39..................................................................
HOOFDSTUK 7 ELEKTRISCH DIAGRAM 40....................................................
HOOFDSTUK 9 ONDERDELENLIJST 41.......................................................
GARANTIE
VERKLARING VAN CONFORMITEIT
voor producten in de Europese Gemeenschap (gemarkeerd met EC).
ITW Welding Italy S.r.l Via Privata Iseo 6/E, 20098 San Giuliano M.se, (MI) Italy verklaart dat het
product of de producten in deze verklaring voldoen aan de basisvereisten van de genoemde
richtlijn(en) en norm(en).
Product-/apparaatidentificatie:
Product
Serienummer
XMS MPa Feeder, CE 029007427
Richtlijnen:
·2014/35/EU Low Voltage
·2014/30/EU Electromagnetic Compatibility
·2011/65/EU Restriction of the use of certain hazardous substances in electrical and electronic equipment
Normen:
·IEC 60974-1:2012 Arc Welding Equipment – Part 1: Welding Power Sources
·IEC 60974-5:2013 Arc Welding Equipment – Part 5: Wire Feeders
·IEC 60974-10:2014+A1:2015 Arc Welding Equipment – Part 10: Electromagnetic Compatibility Requirements
Ondertekenaar:
January 12
th
, 2017
__________________________________________________________________________________
_
Massimigliano Lavarini Date of Declaration
ITW WELDING ITALY PRODUCTION MANAGER
956 172 250
OM-276691 Pagina 1
HOOFDSTUK 1 VEILIGHEIDSMAATREGELEN LEES DIT VÓÓR
GEBRUIK
dut_som_201509
7
Bescherm uzelf en anderen tegen letsel — Lees deze belangrijke veiligheidsvoorzorgsmaatregelen en bedieningsinstructies, volg ze
op en bewaar ze.
1-1. De betekenis van de symbolen
GEVAAR! Duidt op een gevaarlijke situatie die moet
worden vermeden omdat hij anders leidt tot ernstig of
dodelijk letsel. De mogelijke gevaren worden getoond
met bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst.
Duidt op een gevaarlijke situatie die moet worden ver-
meden omdat hij anders kan leiden tot ernstig of dode-
lijk letsel. De mogelijke gevaren worden getoond met
bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst.
LET OP Aanduiding voor mededelingen die niet zijn gerelateerd aan
persoonlijk letsel.
. Aanduiding voor speciale instructies.
Deze groep symbolen duidt op Waarschuwing! Kijk uit! Gevaar voor/
van mogelijke ELEKTRISCHE SCHOK, BEWEGENDE ONDERDE-
LEN en HETE ONDERDELEN. Raadpleeg de symbolen en de bijbe-
horende instructies om deze risico’s te vermijden.
1-2. De risico’s van het booglassen
Onderstaande symbolen worden in de hele handleiding ge-
bruikt om u ergens op te attenderen en om mogelijke risico’s
aan te geven. Als u een dergelijk symbool ziet, wees dan voor-
zichtig en volg de bijbehorende instructies op om problemen
te voorkomen. De veiligheidsinformatie hieronder is slechts
een samenvatting van de veiligheidsvoorschriften in Sectie
1-5. Lees en volg alle veiligheidsvoorschriften.
Alleen bevoegde personen moeten dit onderdeel installeren,
bedienen, onderhouden en repareren.
Zorg dat iedereen, en vooral kinderen, uit de buurt blijven
tijdens het gebruik van dit apparaat.
Een ELEKTRISCHE SCHOK kan do-
delijk zijn
Het aanraken van onder stroom staande onderdelen
kan fatale schokken en ernstige brandwonden
veroorzaken. De elektrode en het werkstuk staan
onder stroom als de machine ingeschakeld is. Het
voedingsgedeelte en de interne circuits van de
machine staan eveneens onder stroom als het
apparaat aan staat. Bij semi-automatisch of au-
tomatisch draadlassen staat het draad, de spoel, de
ruimte waar het lasdraad zich in de machine bevindt
en alle metalen onderdelen die in aanraking zijn met
de lasdraad onder stroom. Verkeerd geïnstalleerde
of onvoldoende geaarde installaties kunnen geva-
ren opleveren.
D Raak onderdelen die onder stroom staan niet aan
D Draag droge, isolerende handschoenen en lichaamsbescherming
zonder gaten
D Isoleer u zelf van het werkstuk en de grond door droge isolatiema-
tjes of kleden te gebruiken die groot genoeg zijn om elk contact met
de grond of het werkstuk te voorkomen
D Gebruik geen wissel(AC) uitgangsspanning in een vochtige om-
geving, als u beperkte bewegingsvrijheid hebt of als het gevaar
bestaat dat u kunt vallen
D Gebruik ALLEEN wissel (AC) uitgangsspanning als het laspro-
ces dit vereist.
D Als er wissel (AC) uitgangsspanning is vereist, gebruik dan de af-
standsbediening als die op het apparaat aanwezig is.
D Er zijn extra veiligheidsmaatregelen nodig als zich een van de vol-
gende elektrisch gevaarlijke omstandigheden voordoet: op
vochtige locaties of als u natte kleding draagt; op metalen con-
structies zoals vloeren, roosters of steigers; in een verkrampte
lichaamshouding bijvoorbeeld als u zit, knielt of ligt; of wanneer het
risico van onvermijdelijk of toevallig contact met het werkstuk of de
aarde groot is. Gebruik onder deze omstandigheden de volgende
apparatuur in de aangegeven volgorde: 1) een semiautomatisch
gelijkstroom (draad) lasapparaat met constante spanning, 2) een
handbediend gelijkstroom (elektrode) lasapparaat, of 3) een wis-
selstroom lasapparaat met een lagere spanning en open circuit. In
de meeste gevallen wordt het gebruik van een gelijkstroom lasap-
paraat met lagere spanning aanbevolen. En werk niet alleen!
D Als er wissel (AC) uitgangsspanning is vereist, gebruik dan de af-
standsbediening als die op het apparaat aanwezig is.
D Zet de hoofdstroom uit of stop de motor voordat u deze installatie
installeert of nakijkt. Zet de stroom uit volgens OSHA 29 CFR
1910.147 (zie de Veiligheidsvoorschriften)
D Installeer, aard en bedien deze installatie in overeenstemming met
de Handleiding voor gebruikers en landelijke of lokale voor-
schriften.
D Controleer altijd de aarding van de voeding en wees er zeker van
dat de aardingsgeleider van de voedingskabel goed aangesloten
is op de aansluitklem van het apparaat en dat de stekker van de
kabel aangesloten is op een correct geaarde contactdoos.
D Controleer de ingaande voedingskabel en de massakabel
regelmatig op beschadigingen of blootliggende bedrading en
vervang de kabel onmiddellijk als deze beschadigd is blootlig-
gende bedrading kan dodelijk zijn.
D Houd snoeren droog, vrij van olie en vet en bescherm deze tegen
heet metaal en vonken.
D Controleer de kabel regelmatig op beschadigingen of openliggen-
de bedrading en vervang de kabel onmiddellijk als deze
beschadigd is openliggende bedrading kan dodelijk zijn.
D Zet alles af als het apparaat niet gebruikt wordt.
D Gebruik geen versleten, beschadigde, te korte of slecht verbon-
den kabels.
D Draag de kabels niet op uw lichaam.
D Als het werkstuk geaard moet worden, doe dit dan met een aparte
kabel- gebruik niet de massaklem of massakabel.
D Raak de elektrode niet aan als u in contact staat met het werkstuk,
de grond of een andere elektrode van een ander apparaat.
D Gebruik alleen goed onderhouden installaties. Repareer of ver-
vang beschadigde onderdelen onmiddellijk. Onderhoud het
apparaat zoals beschreven staat in de handleiding.
D Draag een veiligheidsharnas als u boven grond-niveau werkt
D Houd alle panelen en afdekplaten veilig op hun plaats.
D Klem de massakabel zo dicht mogelijk bij de las met een goed me-
taal-op-metaalcontact op het werkstuk of werktafel.
D Isoleer de massaklem wanneer deze niet is aangesloten op het
werkstuk om contact met een metalen object te voorkomen
D Sluit niet meer dan één elektrode of massakabel aan op één enke-
le lasbron. Haal de kabel los voor het proces dat niet wordt
gebruikt.
D Maak gebruik van aardlekbescherming wanneer u hulpapparatuur
gebruikt in vochtige of natte locaties.
OM-276691 Pagina 2
Er staat ook NA het afsluiten van de
voedingsspanning nog een AANZIENLIJKE
GELIJKSPANNING op het voedingsgedeelte van de
inverter lasstroombronnen.
D Zet de gelijkstroom-wisselstroomomzetter uit, maak de voedings-
stekker los en ontlaad de invoercondensatoren overenkomstig de
aanwijzingen in de Sectie Onderhoud, voordat u enig onderdeeel
aanraakt.
Door HETE ONDERDELEN kunnen
brandwonden ontstaan.
D Hete onderdelen niet met blote handen aan-
raken
D Laat apparatuur altijd afkoelen, voor u eraan
gaat werken.
D Gebruik de juiste gereedschappen om hete onderdelen beet te
pakken en/of draag zware geïsoleerde lashandschoenen en
kleding om brandwonden te voorkomen.
ROOK EN GASSEN kunnen gevaarlijk
zijn.
Tijdens het lassen komen rook en gassen vrij. Het
inademen hiervan kan gevaarlijk zijn voor uw
gezondheid.
D Zorg ervoor dat u niet in de rook staat. Adem de rook niet in.
D Als u binnen last, ventileer de ruimte dan goed en/of zorg dat las-
rook en gassen afgezogen worden. De aanbevolen manier om te
bepalen of er voldoende ventilatie is, is monsters te nemen van de
dampen en gassen waaraan het personeel wordt blootgesteld en
deze te analyseren op samenstelling en hoeveelheid.
D Als er een slechte ventilatie is, gebruik dan een goedgekeurd gas-
masker.
D Lees de Materiaalveiligheidsinformatiebladen en de instructies
van de fabrikant voor hechtmiddelen, coatings, schoonmaak-
middelen, slijtdelen, koelmiddelen, ontvetters, fluxpoeder en
metalen en zorg dat u alles goed begrijpt.
D Werk alleen in een beslotenruimte als deze goed geventileerd
wordt. Of als u een beademingsapparaat draagt. Zorg ervoor dat
er altijd een ervaren persoon toekijkt. Lasdampen en gassen kun-
nen lucht verdringen en het zuurstofgehalte verlagen, wat
schadelijke invloed heeft op u lichaam en zelfs dodelijk kan zijn.
Zorg voor veilige ademlucht.
D Las niet in ruimtes waar dingen worden ontvet, schoongemaakt of
waar wordt gesproeid. De hitte en stralen van de boog kunnen rea-
geren met dampen en op deze manier zwaar vergiftigde en
irriterende gassen vormen
D Las geen beklede metalen zoals gegalvaniseerd of met lood-of
cadmium bedekt staal, tenzij de bekleding verwijderd wordt van
het gedeelte dat gelast moet worden, de ruimte goed geventileerd
wordt en u, indien nodig, een gasmasker draagt. De belkedingen
en metalen die deze elementen bevatten kunnen giftige dampen
produceren als ze gelast worden.
De STRALEN UIT DE BOOG kunnen
ogen en huid verbranden
Boogstralen van het lasproces produceren zichbare
en onzichtbare (ultraviolette en infrarood) stralen die
uw ogen en huid kunnen verbranden. Tijdens het
lassen vliegen lasspatten en vonken in het rond.
D Draag tijdens het lassen of toekijken tijdens het lassen een las-
helm voorzien van een lasglas met de juiste tint om uw gezicht en
ogen tegen boogstralen en vonken te beschermen. (zie ANSI
Z49.1 en Z87.1 in de Veiligheidsvoorschriften).
D Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen onder
uw helm
D Gebruik beschermende lasgordijnen of schermen om anderen te-
gen flitsen en verblindend licht te beschermen ; waarschuw
anderen om niet in de boog te kijken.
D Draag lichaamsbescherming die is gemaakt van duurzaam
vuurbestendig materiaal (leer, zware katoen, wol). Lichaamsbe-
scherming houdt ook olievrije kleding in zoals leren
handschoenen, een zwaar overhemd, een broek zonder omslag,
hoge schoenen en een pet.
LASSEN kan brand of explosies ver-
oorzaken
Als er gelast wordt aan gesloten vaten zoals tanks,
trommels of pijpen, kunnen deze opgeblazen
worden Er kunnen vonken van de lasboog afvliegen.
De rondvliegende vonken, de temperatuur van het
werkstuk en van het gereedschap kunnen brand en brandwonden
veroorzaken. Toevallig contact van een elektrode met metalen
voorwerpen kan vonken, explosies, oververhitting of brand ver-
oorzaken. Controleer eerst of de omgeving veilig is voordat u gaat
lassen.
D Verwijder alle brandbare materialen in een straal van 10 meter van
de lasboog. Als dit niet mogelijk is, dek ze dan goed af met brand-
werende materialen.
D Las niet op plaatsen waar rondvliegende vonken brandbaar mate-
riaal kunnen raken.
D Bescherm uzelf en anderen tegen rondvliegende vonken en heet
metaal.
D Wees erop attent dat vonken en hete materialen van het laswerk
gemakkelijk door kleine hoeken en gaten naar naastliggende ruim-
tes kunnen vliegen.
D Kijk goed uit voor brand en houd een brandblusser in de buurt
D Wees erop bedacht dat bij het lassen van plafonds, vloeren, schei-
dingswanden of tussenschotten brand kan ontstaan aan de
tegenovergestelde zijde
D Las niet aan containers waarin ooit brandbare stoffen zijn opgesla-
gen of aan besloten ruimtes zoals tanks, vaten of buizen tenzij ze
voldoende voorbereid zijn conform AWS F4.1 en AWS 6.0 (zie Vei-
ligheidsvoorschriften).
D Las nooit waar de lucht brandbaar stof, gas of vloeistofdamp (bij-
voorbeeld benzinedamp) kan bevatten.
D Verbind de massakabel met het werkstuk zo dicht mogelijk bij de
plaats waar gelast moet worden, zodat de lasstroom een direkte
en korte weg aflegt en elektrische schokken en brandrisico’s ver-
meden kunnen worden
D Gebruik een lasapparaat niet om bevroren pijpen te ontdooien.
D Haal de elektrode uit de elektrodehouder of knip de lasdraad af aan
de contactbuis als niet gelast wordt.
D Draag lichaamsbescherming die is gemaakt van duurzaam
vuurbestendig materiaal (leer, zware katoen, wol). Lichaamsbe-
scherming houdt ook olievrije kleding in zoals leren
handschoenen, een zwaar overhemd, een broek zonder omslag,
hoge schoenen en een pet.
D Zorg ervoor dat u geen brandbare voorwerpen zoals aanstekers of
lucifers bij u draagt als u gaat lassen.
D Inspecteer de omgeving als u klaar bent met uw werk om er zeker
van te zijn dat er geen vonken, gloeiende sintels en vlammen zijn.
D Alleen de juiste zekeringen of contactverbrekers gebruiken; geen
zwaardere nemen of deze doorverbinden.
D Volg de vereisten in OSHA 1910.252 (a) (2) (iv) en NFPA 51B voor
werken met hoge temperaturen, zorg dat er een brandmelder aan-
wezig is en dat u een blusapparaat onder handbereik hebt.
D Lees de Materiaalveiligheidsinformatiebladen en de instructies
van de fabrikant voor hechtmiddelen, coatings, schoonmaak-
middelen, slijtdelen, koelmiddelen, ontvetters, fluxpoeder en
metalen en zorg dat u alles goed begrijpt.
OM-276691 Pagina 3
RONDVLIEGEND METAAL of STOF
kan de ogen verwonden.
D Door lassen, bikken, het gebruik van draadbor-
stels en slijpen kunnen vonken en rodvliegen-
de metaal-schilfers ontstaan. Als lasrupsen af-
koelen, kunnen er slakresten rondvliegen.
D Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen, zelfs
onder uw lashelm.
GASVORMING kan schadelijk voor
de gezondheid of zelfs dodelijk zijn
D Draai de persgastoevoer dicht, wanneer u
geen gas gebruikt.
D Zorg altijd voor ventilatie in enge ruimtes of ge-
bruik goedgekeurde beademingsapparatuur
ELEKTRISCHE EN MAGNETISCHE
VELDEN kunnen van invloed zijn op
geïmplanteerde medische apparatuur.
D Mensen die een pacemaker of een ander
geïmplanteerd medisch apparaat dragen,
moeten uit de buurt blijven.
D Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen,
moeten hun arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen
voordat ze in de buurt komen van werkzaamheden met
booglassen, puntlassen, gutsen, plasmaboogsnijden of
inductieverwarmen.
LAWAAI kan het gehoor aantasten
Lawaai van bepaalde werkzaamheden of appara-
tuur kan uw gehoor aantasten
D Draag goedgekeurde gehoorbescherming als
het geluidsniveau te hoog is
GASFLESSEN kunnen exploderen
als ze beschadigd worden
Persgasflessen bevatten gas dat onder hoge druk
staat. Als een gasfles beschadigd wordt, kan deze
exploderen. Aangezien gasflessen normaal ge-
sproken een onderdeel uitmaken van het van het
lasproces moet u er voorzichtig mee omgaan.
D Bescherm gasflessen tegen hoge temperaturen, mechanische
schokken, slak, open vuur, vonken en vlambogen.
D Plaats de gasflessen rechtop in een rek of in de laskar zodat ze
niet kunnen vallen of omkantelen.
D Houd de flessen uit de buurt van alle las- of andere stroom-
kringen
D Hang nooit een elektrodehouder over een gasfles.
D Laat nooit een laselektrode in aanraking komen met een gasfles.
D Las nooit op een gasfles onder druk; een explosie zal het gevolg
zijn.
D Gebruik het juiste beschermgas, reduceerventielen, slangen en
hulpstukken die speciaal bedoeld zijn voor een bepaalde toe-
passing; onderhoud deze en bijhorende onderdelen goed.
D Draai uw gezicht weg van de uitgang van het ventiel wanneer u
het cilinderventiel opent. Niet vóór of achter de regelaar gaan
staan wanneer u het ventiel opent.
D Laat de beschermende kap over het ventiel over het ventiel zit-
ten behalve als de fles gebruikt wordt of aangesloten is voor ge-
bruik.
D Gebruik de juiste apparatuur, de juiste procedures en een vol-
doende aantal personen om gasflessen te tillen en verplaatsen
D Lees en volg de instructies op de flessen met gecomprimeerd
gas, bijbehorend materiaal en de CGA publikatie die in de Veilig-
heidsvoorschriften staat.
1-3. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud
BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR
D Installeer of plaats het apparaat niet op, boven
of vlakbij ontbrandbare oppervlakken.
D Het apparaat niet in de buurt van brandbare
stoffen installeren.
D Overbelast de bedrading van het gebouw niet- controleer of het
voedingsnet sterk genoeg is, goed beschermd is en dit apparaat
aan kan.
VALLENDE APPARATUUR kan letsel
veroorzaken.
D Gebruik alleen het hijsoog om het apparaat op
te tillen, en NIET de laskar, gasflessen of ande-
re accessoires.
D Gebruik gereedschap met voldoende capaciteit om het apparaat
op te tillen en te ondersteunen.
D Als u hefvorken gebruikt om het apparaat te verplaatsen, zorg er
dan voor dat de vorken zo lang zijn, dat ze aan de andere kant
onder het apparaat uitsteken.
D Let er bij het werken in de open lucht op dat kabels en snoeren
niet in aanraking kunnen komen met rijdende voertuigen.
D Volg bij het handmatig optillen van zware onderdelen of
apparatuur de Amerikaanse ARBOrichtlijn getiteld
Applications Manual for the Revised NIOSH Lifting Equation
(Publication No. 94–110).
TE LANGDURIG GEBRUIK kan leiden
tot OVERVERHITTING.
D Laat het apparaat goed afkoelen; houd u aan
de nominale inschakelduur.
D Verminder de stroomsterkte of de inschakel-
duur voordat u opnieuw begint met lassen.
D Blokkeer of filter de luchtaanvoer naar het apparaat niet.
RONDVLIEGENDE LASSPATTEN
kunnen letsel veroorzaken.
D Draag gezichtsbescherming om de ogen en
het gezicht te beschermen.
D Slijp de wolfraam elektrode alleen met een slijper die voorzien is
van de juiste beschermkast en op een veilige locatie. Draag hier-
bij de juiste gezichts-, hand- en lichaamsbescherming.
D Vonken kunnen brand veroorzaken brandbare stoffen uit de
buurt houden.
STATISCHE ELEKTRICITEIT kan PC-
kaarten beschadigen
D Doe een geaarde polsband om VOORDAT u
printplaten of onderdelen aanraakt.
D Gebruik goede anti-statische zakken of dozen
voor het opslaan, verplaatsen of transporteren
van PC-printplaten.
OM-276691 Pagina 4
BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen
letsel veroorzaken.
D Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen
D Blijf uit de buurt van afknijppunten zoals aan-
drijfrollen.
LASDRAAD kan letsel veroorzaken
D Bedien de toortsschakelaar pas als u de aan-
wijzing krijgt om dat te doen.
D Richt het pistool niet op enig lichaamsdeel, an-
dere mensen of op enig materiaal als de draad
wordt ingevoerd.
ONTPLOFFEN VAN DE ACCU kan
letsel veroorzaken.
D Gebruik het lasapparaat niet om accu’s op te
laden of om voertuigen te starten tenzij het een
acculaadvoorziening heeft die hiervoor
speciaal is bedoeld.
BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen
letsel veroorzaken
D Blijf uit de buurt van bewegende delen zoals
ventilatoren.
D Laat deuren, panelen, deksels en beschermplaten alleen ver-
wijderen door bevoegd personeel indien nodig voor onderhoud
en storingzoeken.
D Laat deuren, panelen, deksels en beschermplaten alleen ver-
wijderen door bevoegd personeel indien nodig voor onderhoud
en storingzoeken.
D Breng eerst deuren, panelen, deksels en beschermplaten weer
aan na afloop van het onderhoud en sluit pas dan de voeding
weer aan.
LEES DE INSTRUCTIES.
D Lees nauwkeurig de gebruikershandleiding en
alle waarschuwingslabels, voordat u de
machine installeert, gebruikt of er onderhoud
aan pleegt, en volg de aanwijzingen steeds op.
Lees de veiligheidsinformatie aan het begin
van de handleiding en in elk hoofdstuk.
D Gebruik alleen originele vervangingsonderdelen van de fabri-
kant.
D Voer installatie, onderhoud en service uit in overeenstemming
met de gebruikershandleidingen, de industriële normen en de
landelijke en ter plekke geldende regelgeving.
H.F. STRALING kan storingen veroor-
zaken
D Hoog-frequente straling kan storing ver-
oorzaken bij radio-navigatie, veiligheidsdien-
sten, computers en communicatie-apparatuur.
D Laat alleen bevoegde personen die bekend zijn met elektroni-
sche apparatuur deze installatie uitvoeren.
D De gebruiker is verantwoordelijk voor onmiddellijk herstel door
een bevoegd elektricien bij storingsproblemen als gevolg van de
installatie
D Als u van overheidswege klachten krijgt over storingen, stop dan
onmiddellijk met het gebruik van de apparatuur.
D Laat de installatie regelmatig nakijken en onderhouden.
D Houd deuren en panelen van hoogfrequentbronnen stevig dicht,
houd de elektrodeafstand op de juiste instelling en zorg voor aar-
ding en afscherming om de mogelijkheid van storingen tot een
minimum te beperken.
BOOGLASSEN kan interferentie
veroorzaken.
D Elektromagnetische energie kan interferentie
veroorzaken bij gevoelige elektronische
apparatuur zoals computers en
computergestuurde apparatuur zoals robots.
D Zorg ervoor dat alle apparatuur in het lasgebied elektromagne-
tisch compatibel is.
D Om mogelijke interferentie te verminderen moet u de laskabels
zo kort mogelijk houden, dicht bij elkaar en laag, bijvoorbeeld op
de vloer.
D Voer de laswerkzaamheden uit op 100 meter afstand van
gevoelige elektronische apparatuur.
D Zorg ervoor dat dit lasapparaat conform de aanwijzingen in deze
handleiding wordt geïnstalleerd en geaard.
D Als er dan nog steeds interferentie optreedt, dient de gebruiker
extra maatregelen te nemen, zoals verplaatsing van het
lasapparaat, gebruik van afgeschermde kabels, gebruik van
lijnfilters of afscherming van het werkterrein.
1-4. Californië-voorstel 65, waarschuwingen
Las- en snijapparatuur produceert dampen of gassen die che-
micaliën bevatten waarvan het de Staat Californië bekend is
dat ze geboorteafwijkingen en, in sommige gevallen, kanker
veroorzaken. (California Health & Safety Code, sectie 25249.5
en volgend.)
Dit product bevat chemicaliën, waaronder lood waarvan het
de Staat Californië bekend is dat het kanker, geboorteafwij-
kingen of andere voortplantingsproblemen veroorzaakt. Was
na gebruik uw handen.
OM-276691 Pagina 5
1-5. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften
Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, ANSI Standard Z49.1,
is available as a free download from the American Welding Society at
http://www.aws.org or purchased from Global Engineering Documents
(phone: 1-877-413-5184, website: www.global.ihs.com).
Safe Practices for the Preparation of Containers and Piping for Welding
and Cutting, American Welding Society Standard AWS F4.1, from Glob-
al Engineering Documents (phone: 1-877-413-5184, website:
www.global.ihs.com).
Safe Practices for Welding and Cutting Containers that have Held Com-
bustibles, American Welding Society Standard AWS A6.0, from Global
Engineering Documents (phone: 1-877-413-5184,
website: www.global.ihs.com).
National Electrical Code, NFPA Standard 70, from National Fire Protec-
tion Association, Quincy, MA 02269 (phone: 1-800-344-3555, website:
www.nfpa.org and www. sparky.org).
Safe Handling of Compressed Gases in Cylinders, CGA Pamphlet P-1,
from Compressed Gas Association, 14501 George Carter Way, Suite
103, Chantilly, VA 20151 (phone: 703-788-2700, website:www.cga-
net.com).
Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, CSA Standard
W117.2, from Canadian Standards Association, Standards Sales, 5060
Spectrum Way, Suite 100, Mississauga, Ontario, Canada L4W 5NS
(phone: 800-463-6727, website: www.csagroup.org).
Safe Practice For Occupational And Educational Eye And Face Protec-
tion, ANSI Standard Z87.1, from American National Standards Institute,
25 West 43rd Street, New York, NY 10036 (phone: 212-642-4900, web-
site: www.ansi.org).
Standard for Fire Prevention During Welding, Cutting, and Other Hot
Work, NFPA Standard 51B, from National Fire Protection Association,
Quincy, MA 02269 (phone: 1-800-344-3555, website: www.nfpa.org).
OSHA, Occupational Safety and Health Standards for General Indus-
try, Title 29, Code of Federal Regulations (CFR), Part 1910, Subpart Q,
and Part 1926, Subpart J, from U.S. Government Printing Office, Super-
intendent of Documents, P.O. Box 371954, Pittsburgh, PA 15250-7954
(phone: 1-866-512-1800) (there are 10 OSHA Regional Offices—
phone for Region 5, Chicago, is 312-353-2220, website:
www.osha.gov).
Applications Manual for the Revised NIOSH Lifting Equation, The Na-
tional Institute for Occupational Safety and Health (NIOSH), 1600
Clifton Rd, Atlanta, GA 30329-4027 (phone: 1-800-232-4636, website:
www.cdc.gov/NIOSH).
1-6. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV -informatie)
Elektrische stroom die door een draad stroomt veroorzaakt plaatselijk
elektrische en magnetische velden (EMV). De stroom bij booglassen
(en verwante processen zoals puntlassen, gutsen, plasmasnijden
en inductieverwarmingsprocessen) zorgt voor een elektromagnetisch
veld rondom het lascircuit. Elektromagnetische velden (EMV) kunnen
invloed hebben op medische implantaten, zoals pacemakers. Voor per-
sonen die medische implantaten hebben moeten beschermende
maatregelen worden genomen, bijv. toegangsbeperking voor pas-
santen of een risicoanalyse voor iedere afzonderlijke lasser. Beperk
bijvoorbeeld de toegang voor omstanders of voer afzonderlijke risico-
beoordelingen uit voor lassers. Alle lassers moeten de volgende
procedures naleven om zo blootstelling aan elektromagneti-
schevelden van de lasstroomkring tot een minimum te beperken:
1. Houd kabels dicht bij elkaar door ze in elkaar te twisten of vast te
plakken of gebruik kabelbescherming.
2. Kom niet met uw lichaam tussen de laskabels. Leg de kabel aan
één kant en weg van de gebruiker.
3. Rol of hang de kabels niet rond of op uw lichaam.
4. Houd hoofd en romp zo ver mogelijk verwijderd van de
apparatuur in de lasstroomkring.
5. Monteer de massaklem aan het werkstuk zo dicht mogelijk bij de
las.
6. Niet direct naast de lasstroombron werken, er niet op gaan zitten
en er niet op leunen.
7. Niet lassen terwijl u de lasstroombron of het
draadaanvoersysteem draagt.
Over geïmplanteerde medische apparatuur:
Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen, moeten hun
arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen voordat ze in de buurt
komen van werkzaamheden met booglassen, puntlassen, gutsen, pla-
smaboogsnijden of inductieverhitting. Bij toestemming van de arts
wordt geadviseerd om bovenstaande procedures te volgen.
OM-276691 Pagina 6
OM-276691 Pagina 7
HOOFDSTUK 2 DEFINITIES
2-1. Aanvullende veiligheidssymbolen en definities
. Bepaalde symbolen worden alleen aangetroffen op CEproducten.
Waarschuwing! Let op! Kans op gevaar, zie de symbolen.
Safe1 201205
Safe57 201205
Draag droge isolerende handschoenen. Raak de elektrode (draad) niet met blote handen aan. Draag geen natte
of beschadigde handschoenen.
Haal de stekker van de machine uit de wandcontactdoos, voordat u aan de machine gaat werken.
Safe5 201205
Verwijder het label niet; verf het ook niet over en dek het niet af.
Safe20 201205
Aandrijfrollen kunnen de vingers verwonden.
Safe32 201205
De lasdraad en de onderdelen van de aandrijving staan tijdens het lassen onder lasspanning – houd handen en
metalen objecten uit de buurt ervan.
Safe33 201205
Het product niet meegeven met het gewone afval (waar van toepassing).
Hergebruik of recycle afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA). Voer het af naar een
daarvoor aangewezen inleverstation.
Neem contact op met de gemeente of uw lokale dealer voor nadere informatie.
Safe37 201205
Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door uzelf te isoleren van het werk en aarde.
Safe58 201206
Zorg ervoor dat u niet in de rook staat.
Safe59 201205
Gebruik actieve ventilatie of een afvoersysteem om de rookgassen van de werkplek af te voeren.
Safe60 201206
OM-238.172 Pagina 8
Gebruik een ventilator om de rookgassen af te voeren.
Safe61 201206
Houd brandbare stoffen uit de buurt van het laswerk. Niet lassen vlakbij brandbare stoffen.
Safe62 201206
Lasvonken kunnen brand veroorzaken. Zorg dat er een brandblusapparaat in de buurt is en zorg dat er een
toezichthouder is die klaarstaat om dit te gebruiken.
Safe63 201206
?
Niet op vaten of dichte containers e.d. lassen.
Safe64 201206
<10
Een vallend apparaat kan letsel veroorzaken. Verplaats of bedien het apparaat niet waar het kan kantelen.
Safe53 201205
Lees eerst de handleiding door voordat men aan de machine
gaat werken of mee gaat lassen.
Safe65 201206
Draag een hoofddeksel en een veiligheidsbril. Bescherm uw oren en
knoop de kraag van uw overhemd dicht. Gebruik een lashelm met de
juiste filtersterkte. Draag bescherming voor uw hele lichaam.
Safe66 201206
Aantekeningen
OM-276691 Pagina 9
2-2. Diverse symbolen en definities
Ingang
V
Volt
A
Ampère
Gelijkstroom
X
Inschakelduur
Draadaanvoer
Automatische
zekering
Constante stroom
Constante
spanning
Afstandsbediening
Ingang koelvloei-
stof
Uitgang koelvloei-
stof
IP
Beschermings-
graad
Ingang
Handmatige
draadaanvoer
U
2
Lasspanning
belast
Booglengte
USB
1
Enkelfase
+
Drukknop
Synergische
keuzestand actief
Elektrodeaan-
sluitingen
Handmatig active-
ren van gasaan-
voer
I
1
Primaire
stroomsterkte
U
1
Primaire spanning
I
2
Nominale
stroomsterkte
Netstroom
Geheugen
Boogregeling
Draaiknop en
drukknop
Gasinvoer
Hz
Hertz
Vergrendeld
Aantekeningen
OM-276691 Pagina 10
HOOFDSTUK 3 TECHNISCHE GEGEVENS
3-1. Locatie van label met serienummer en technische gegevens
Het serienummer en de aansluitgegevens staan voor dit product op de achterzijde van de bedieningskast. Gebruik het label met technische gegevens
om de vereisten voor de voeding en /of de nominale uitgangsbelasting te bepalen. Noteer het serienummer in de ruimte op de achterkaft van deze
handleiding voor later gebruik.
3-2. Technische gegevens van het apparaat
Voeding
Type
lasstroom
bron
Draadaan
voersnelheids
bereik
Draaddiameter
Nominale
lasstroom
Algehele
afmetingen
Gewicht
24 volt AC
monofase
7 ampère
50/60 Hz
XMS 425 MPA
Standaard: 1,27 tot
25,4 MPM (50 tot
1000 IPM)
0,6 tot 1,8 mm (0,023
tot 0,068/0,0072 inch.)
Maximum
spoelgewicht: 27 kg
(60 lb)
100 V, 500 A,
100%
inschakelduur
Lengte: 700 mm
(27,6 inch)
Breedte: 235 mm
(9,3 inch)
Hoogte: 425 mm
(16,7 inch)
18,0 kg
(39,5 lb)
3-3. Omstandigheden gebruik en opslag
A.IPgraad
IPgraad
IP23S
Deze apparatuur is gemaakt voor buitengebruik. Het kan worden opgeslagen, maar het is niet bedoeld om buiten te worden gebruikt om te
lassen tijdens neerslag, tenzij onder een afdak.
IP23S 201406
B. Informatie over Elektromagnetische Compatibiliteit (EMC)
! Deze Klasse A apparatuur is niet bestemd voor gebruik in residentiële locaties waar de elektrische voeding wordt geleverd door
middel van het openbare laagspanningsnet. Elektromagnetische compatibiliteit in deze locaties is mogelijk problematisch door
geleide en uitgestraalde storingen.
ce-emc 3 2014-07
C. Temperatuurspecificaties
Temperatuurbereik tijdens werking Temperatuurbereik tijdens opslag
10 tot 40 C (14 tot 104 F) 20 tot 55 C (4 tot 131 F)
OM-276691 Pagina 11
HOOFDSTUK 4 INSTALLATIE
! Mogelijk is een speciale installatie
nodig, wanneer er benzine of
vluchtige vloeistoffen aanwezig zijn
zie het Amerikaanse NEC Article
511 (National Electrical Code) of het
Canadese CEC hoofdstuk 20
(Canadian Electrical Code) en
equivalente Europese voorschriften.
! Verplaats of bedien de apparatuur
niet waar deze kan kantelen.
1 Handwagen
Gebruik een wagen of een soortgelijk
vervoermiddel om het apparaat te
verplaatsen.
2 Hefvorken
Gebruik het hijsoog of hefvorken om het
apparaat te verplaatsen.
Let bij het gebruik van hefvorken op dat ze
lang genoeg zijn om tot aan de andere kant
van het apparaat uit te steken, zodat het
apparaat volledig ondersteund wordt.
3 Werkschakelaar
Plaats het apparaat in de buurt van een juiste
netaansluiting.
4-1. Locatiekeuze van stroombron en draadaanvoerunit
3
18 inch
(460 mm)
18 inch
(460 mm)
1
Verplaatsing
Locatie en luchtstroom
2
OF
! Verplaats of bedien het
apparaat niet waar het
kan kantelen.
! Plaats de draadaanvoerunit
niet zodanig dat de lasdraad
de cilinder raakt.
Loc_contfeeder 2015-07
956172247_2-A
OM-276691 Pagina 12
4-2. Locatie van de draadaanvoerunit
956172247_3-A
1 Hijsoog
Wanneer u een draadaanvoerunit boven op een
lasstroombron plaatst, plaats het hijsoog dan door
de sleuf in de onderzijde van de
draadaanvoerunit.
2 Draaibare steun voor draadaanvoerunit
(niet inbegrepen)
Bevestig de draaibare steun op de lasstroombron
en draadaanvoerunit conform de instructies van
de fabrikant van de draaibare steun.
2
1
1 Lasstroombron
2 Draadaanvoerunit
3 Gascilinder
4 Gasslang
5 Kabel van draadaanvoerunit
6 Werkkabel
7 Werkstuk
8 Laspistool
4-3. Aansluitschemas voor de apparatuur
956172247_4-A
1
2
3
5
6
7
4
8
OM-276691 Pagina 13
4-4. Aansluitingen draadaanvoerunit
956172246_9-A
1 Gascilinder
2 Gasinvoeraansluiting
Aansluiting heeft een 5/818
rechtsdraaiende schroefdraad.
Plaats de gasslang.
3 Draadaanvoerunit
. De XMS MPa
draadaanvoerunit kan alleen
worden gebruikt in combinatie
met een XMS 425 MPa
lasstroombron.
46pens stekkerdoos
Zie hoofdstuk 4-5.
5 Positieve lasuitgangskabel
Sluit de kabel in geval van
MIGlassen aan op de klem
lasuitgang op het achterpaneel van
de lasstroombron.
6 Slangen voor water
(koelvloeistof) in/uit
Sluit de slangen aan op de
snelkoppelingen voor koelvloeistof
in/uit op het achterpaneel van de
lasstroombron.
7 Lasstroombron
8 Koeler
Benodigd gereedschap:
17 mm
1
2
3
4
5
6
7
8
4-5. Informatie over de 6pens stekkerdoos
956172247_5-A
6-pin
s
Stekker-
bussen
Informatie over stekkerbussen
23 VAC
(Voeding
draadaanvoerunit)
A 23 VAC
B 23 VAC Com
CANbussignalen
(communicatie
tussen
draadaanvoerunit/
stroombron)
D CH-L
E CH-H
F CH-GND
OM-276691 Pagina 14
4-6. Laspistool en optionele lastoorts met pistoolgreep installeren
956172247_6-A
1 Adapter voor
pistool/draadaanvoerunit
2 Pistoolconnector
Plaats pistoolconnector in adapter. Draai
borgring aan.
3 Optionele 14pens stekkerdoos
voor lastoorts met pistoolgreep op
afstand
Plaats de connectorkabel van de toorts
met pistoolgreep in stekkerdoos en draai
kraag met schroefdraad aan.
4-7. Informatie over optionele 14pens stekkerdoos voor lastoorts met pistoolgreep op
afstand
Stekker-
bus-
sen*
Informatie over stekkerbussen
Vermogen van
pistoolmotor
1 Motor 0 tot +24 volt DC met betrekking tot pen 2
2 Massa van motor
Pistool
tachometer
3 +5 volt DC tachometervermogen
4 Tachometerref
5 Tachometersignaal
Pistoolschakelaar
6 Toortsschakelaar
7 Toortsschakelaar
Pistooldraadaan
voersnelheid
8 Draadsnelheid ref. +5 volt DC
9 Draadsnelheid com
10 Draadsnelheid 0 tot +5 volt DC met betrekking tot
pen 9
Senseweerstand
11 Pistooldetectieweerstand met betrekking tot pen 9
12 Niet gebruikt.
13 Niet gebruikt.
14 Niet gebruikt.
*De overige contacten worden niet gebruikt.
OM-276691 Pagina 15
4-8. De draadgeleider en de aandrijfrol installeren
956142644_1-B
Benodigd gereedschap:
5
1
2
3
4
1 Borgschroef van de
draadinvoergeleider
2 Draadinvoergeleider
Draai de schroef los. Schuif de tip
zonder aan te raken zo dicht
mogelijk bij de aandrijfrollen. Draai
de schroef vast.
3 Aandrijfrol
De aandrijfrol bestaat uit twee
groeven van verschillende
groottes. De gestampte
markeringen op het eindoppervlak
van de aandrijfrol verwijst naar de
groef in de tegenoverliggende zijde
van de aandrijfrol. De groef die het
dichtst bij de motorschaft is, is de
juiste groef om te schroeven.
4 Borgmoer aandrijfrol
Verdraai de moer één klik om de
aandrijfrol vast te zetten.
5 Borgmoer Euroadapter
1/4 inch
OM-276691 Pagina 16
4-9. De lasdraad installeren en doorvoeren
1 Klemring
2 Stelmoer voor naafspanning
Indien nodig, zet dan de naaf op een steun
om een ander formaat draadspoel te
kunnen gebruiken.
Verwijder de klemring en installeer de spoel
zodanig, dat de naafpen in het gat in de
spoel past. Breng de klemmoer weer aan.
Stel de spanmoer zodanig, dat de
elektrodedraad strakgetrokken staat als de
draadaanvoer stopt.
3 Stelknop van de drukeenheid
Leg de kabel van het pistool in een rechte
lijn.
A. Open drukeenheid, houd draad stevig
vast en snijd het uiteinde af. Druk de
draad door de geleiders in het pistool.
B. Sluit de drukeenheid en draai hem
aan. Druk op de knop voor
handmatige draadaanvoer totdat de
draad uit het pistool komt.
C. Druk op de pistoolschakelaar om de
draad aan te voeren tegen een
houten oppervlak om zo de druk van
de aandrijfrol in te stellen. Draai de
knop aan zodat de draad niet
losschiet.
Snijd de draad af. Sluit de deur.
956142647_7-A
A.A. B.
C.
HOUT
Vastdraaien
Benodigd gereedschap:
15/16 inch
1
2
3
OM-276691 Pagina 17
HOOFDSTUK 5 BEDIENING
5-1. Gebruikersinterface van draadaanvoerunit
1 Geheugendisplay
Op de geheugendisplay wordt het actieve
lasprogramma getoond. Het bereik is van
Beklede elektrode, TIG, MIG en
alfanummerieke waarden van 1000 tot en met
9999. Bovendien kunt u op de display de
waarden voor inductantie en boogregeling
zien.
2 Instelknop voor geheugen/variabelen
Gebruik deze knop om een
programmanummer te selecteren of om de
variabele die op de geheugendisplay wordt
getoond, te verhogen/verlagen.
. Terwijl u aan de knop draait, knippert het
lasprogramma om aan te geven dat het
programma nog niet is geselecteerd. Als
er geen actie wordt uitgevoerd door op de
Enterknop te drukken, dan gaat het
programma terug naar het initiële
lasprogramma.
3 Boogregelingsknop
De boogregelingsknop is procesafhankelijk.
De gebruiker kan de variabele veranderen die
op de Waarden/Parametersdisplay
verschijnt, zoals inductantie en
frequentiepuls. Het bereik kan +/ zijn,
afhankelijk van het proces.
4 Geheugenknoppen 18 en ledlampjes
Gebruik de knoppen om een opgeslagen
programma uit de lasprogrammabibliotheek
te selecteren. Het ledlampje geeft aan welk
programma geselecteerd is en actief is. De
Variabelen/Parametersdisplay toont een
overzicht van de lasprogrammabibliotheek
voor het geselecteerde programma.
5 Display
Stroomsterkte/Draadaanvoersnelheid
Op deze display wordt de stroomsterkte
getoond, of de draadaanvoersnelheid; dit is
afhankelijk van het geselecteerde proces.
6 Instelknop
Stroomsterkte/Draadaanvoersnelheid/H
andmatig activeren van gasaanvoer
Gebruik deze knop om de stroomsterkte of
draadaanvoersnelheid te verhogen/verlagen,
afhankelijk van het geselecteerde proces. De
waarden verschijnen op de display
Stroomsterkte/Draadaanvoersnelheid.
7 Spanning/Booglengte
Op deze display wordt de spanning of de
booglengte getoond; dit is afhankelijk van het
geselecteerde proces.
8 Instelknop Spanning/Boogregeling
Gebruik deze knop om de spanning of
booglengte te verhogen/verlagen, afhankelijk
van het geselecteerde proces. Deze waarden
verschijnen op de display
Spanning/Booglengte.
9 Spanningsindicator
Ledlampje gaat branden om aan te geven dat
de spanningsfunctie actief is.
10 Booglengteindicator
Ledlampje gaat branden om aan te geven dat
de booglengtefunctie actief is.
11 Indicator uitgangsspanning aanwezig
Ledlampje gaat branden om aan te geven dat
de spanning in open circuit aanwezig is bij de
lasuitgangklemmen.
12 Indicator voor synergische keuzestand
actief
Ledlampje gaat branden om aan te geven dat
een synergisch lasproces actief is.
13 Indicator voor stroomsterkte
Ledlampje gaat branden om aan te geven dat
een BEKLEDE ELEKTRODE, GMAW of CAG
proces is geselecteerd. De waarden
verschijnen op de display
Spanning/Booglengte.
14 Indicator voor draadaanvoersnelheid
Ledlampje gaat branden om aan te geven dat
een GMAW of GMAWP lasproces is
geselecteerd. De waarden verschijnen op de
display
Stroomsterkte/Draadaanvoersnelheid.
15 Indicator voor materiaaldikte
16 Indicator voor parameter vergrendelen
Ledlampje gaat branden om aan te geven dat
lasparameters vergrendeld en actief zijn.
956172247_8-A
1
2
8
4
6
51514
3791011 12 13
16
OM-276691 Pagina 18
5-2. Bedieningselementen op onderpaneel van draadaanvoerunit
1 Aanuitknop Toortsschakelaar/Uitgang
Hiermee kan de gebruiker door verschillende
toortsschakelaaropties voor TIG/MIG
lasprocessen lopen. Hiermee kan uitgang
aan/uit voor het lasproces met beklede
elektrode worden geselecteerd.
2 Knop voor draad verplaatsen
Hiermee kan de gebruiker de draad door het
pistool opvoeren wanneer de draadspoelen
worden vervangen met het
lasuitgangsvermogen uit.
3 Toets Handmatig activeren van
gasaanvoer
Hiermee kan de gebruiker de gasleiding
purgeren. Gebruik de instelknop voor
Stroomsterkte/Draadaanvoersnelheid/Tijd
voor handmatig activeren van gasaanvoer om
de tijd voor handmatig activeren van
gasaanvoer te wijzigen. Draai de knop naar
rechts om de waarde te verhogen.
4 Ledlampje voor 2T
toortsschakelaarfunctie
Als het ledlampje brandt, geeft dit aan dat de
toortsschakelaar twee keer is geselecteerd.
Wanneer de toortsschakelaar wordt
ingedrukt, begint het lassen. Wanneer de
toortsschakelaar wordt losgelaten, stopt het
lassen.
5 Ledlampje voor 4T/Toortsschakelaar
houdfunctie
Als het ledlampje brandt, geeft dit aan dat de
houdfunctie van de toortsschakelaar is
geselecteerd. Wanneer de toortsschakelaar
wordt ingedrukt, gaat het pregas stromen.
Wanneer de toortsschakelaar wordt
losgelaten, start de lasstroom op het
ingestelde stoomsterkteniveau. Wanneer de
toortsschakelaar een tweede keer wordt
ingedrukt, gaat het postgas stromen.
Wanneer de toortsschakelaar wordt
losgelaten, dooft de lasboog. Zie hoofdstuk
57 voor instellingen voor de TH
toortsschakelaarfunctie.
6 Ledlampje voor toortsschakelaarfunctie
van drie niveaus
Als het ledlampje brandt, geeft dit aan dat de
toortsschakelaarfunctie van drie niveaus is
geselecteerd. Wanneer de toortsschakelaar
wordt ingedrukt, begint het lassen op het
beginniveau van de lasstroom (niveau 1).
Wanneer de toortsschakelaar wordt
losgelaten, gaat de lasstroom omlaag naar het
ingestelde stoomsterkteniveau (niveau 2).
Wanneer de toortsschakelaar nogmaals
wordt ingedrukt, neemt de lasstroom af tot het
ingestelde stoomsterkteniveau (niveau 3); de
boog dooft. Tijdens de keuzestand op niveau
2 gaat de lasstroom omlaag naar de
uiteindelijke stroomsterkte als de
toortsschakelaar ingedrukt wordt gehouden.
Wanneer de toortsschakelaar wordt
losgelaten, dooft de lasboog. Zie hoofdstuk
5-7E, F en voor instellingen van de
4Ttoortsschakelaarfunctie.
7 Optionele 14pens stekkerdoos voor
lastoorts met pistoolgreep
8 Snelkoppeling voor waterin
9 Snelkoppeling voor wateruit
956172247_9-A
1
2
3
4
5
6
7
8
9
OM-276691 Pagina 19
5-3. Geavanceerde TFTprintplaatbediening
1 Lcdstartscherm
2 Lasprocesindicator
Toont het actieve proces.
3 Indicator voor materiaal, draadtype, gas,
diameter en toortsschakelaarmodus
Toont de parameters die worden gebruikt voor
de pulserende MIG en MIG synergische
lasprocessen. Zie hoofdstuk 5-5 voor meer
informatie.
4 Schermtoets voor proces
Druk op de toets om het scherm van het
lasprocesmenu te openen. Zie hoofdstuk 5-4
voor meer informatie.
5 Schermtoets voor Sequenceparameter
Druk op de toets om het instelscherm van het
lasproces te openen. Zie hoofdstuk 5-7 voor
meer informatie.
6 Schermtoets voor systeeminstellingen
Druk op de toets om het systeemmenuscherm
te openen. Met het systeemmenu hebt u
toegang tot revisiefuncties voor
systeemreset, USB en printplaatsofware. Zie
hoofdstuk 5-8 voor meer informatie.
7 Knop voor scrollen en
selecteren/opslaan
Draai aan de knop om de actieve optie te
wijzigen. De actieve optie is gemarkeerd als
deze is geselecteerd. Druk op de knop om de
selectie te bevestigen.
8 USBpoort
Gebruik de poort voor alle USBgerelateerde
functies. Zie hoofdstuk 5-9 voor meer
informatie.
9 Automatische zekering CB1
Op primaire transformator T1. CB1 beschermt
het 23volts AC hulpstroomcircuit tegen
overbelasting.
10 Lcdlichtsensor
Hiermee kan de lcddisplay worden
uitgeschakeld terwijl de deur wordt gesloten.
11 USBkap
Sluit de kap na gebruik van de USBpoort.
956172247_10-A
11
8
9
10
1
2
3
4
5
6
7
Programmanummer
OM-276691 Pagina 20
1 Schermtoets voor proces
2 Knop voor scrollen en
selecteren/opslaan
Draai de knop naar links om door de
processen te scrollen. Druk op de
knop om de selectie te bevestigen.
. Scherm vertegenwoordigen
het pulserend MIG lasproces.
5-4. Lasproces selecteren
956172247_11-A
A
B
Programmanummer alleen voor synergische
en pulserende MIG lasprocessen
Schermvenster
Vooraf
opgeslagen
lasproces
Draai de knop naar
links om door de
processen te scrollen
Gebruik regelknop voor
toortsschakelaar om
toortsschakelaarmodus
te selecteren
Druk op knop om
lasproces te
selecteren
D
C
1
2
Druk op Home om
terug te keren naar
het scherm van het
startmenu
OM-276691 Pagina 21
5-5. Instellingen voor materiaal, draad en gas voor synergische en pulserende MIG
956172247_12-A
1 Schermtoets voor proces
2 Knop voor scrollen en
selecteren/opslaan
Draai knop naar links om naar volgende
parameter te gaan.
3 Schermtoets Home
Druk op de toets om terug te keren naar het
scherm van het startmenu.
4 Schermtoets voor
Sequencerparameter terug/verder
Gebruikde toetsen om verder te gaan naar
volgende scherm of terug te gaan naar
vorige scherm.
Selecteer materiaal, draad en gastype
als volgt:
Druk op de schermtoets Proces. Draai de
knop naar links om het gewenste proces te
selecteren. Druk op de knop om te
bevestigen. Gebruik schermtoets voor
Sequencerparameter terug/verder of de
knop om materiaal/draad/gasselectie te
bevestigen. Gebruik de schermtoets voor
start om terug te gaan naar het menu van
het startscherm. Het geselecteerde
pulserende MIGlasproces wordt getoond.
A
B
Schermvenster
Draai knop naar links om
proces te selecteren
Draai knop naar
links om materiaal
te selecteren
Draai knop naar
links om draadtype
te selecteren
CD
F
E
Draai knop naar links
om diameter te
selecteren
Draai knop naar links
om gastype te
selecteren
Druk op Home om terug te keren
naar het scherm van het startmenu
1
2
3
4
OM-276691 Pagina 22
5-6. Tabel over draadmateriaal, draadtype en gasselectie
Draaddi-
ameter
Type gas MIGproces
Draadmateriaal Program-
manummer
Draadtype mm (inch) CO2
100%
Ar80/CO
2
Ar98/CO
2
Ar98/O2 Ar100 Pulse-
rend
Standaa
rd
Koolstofstaal
1003
AWS 0,8 (0,030) X X
1004
1,0 (0,035) X X
1005
1,2 (0,045) X X
1013
0,8 (0,030) X X
1014
1,0 (0,035) X X
1015
1,2 (0,045) X X
1050
AWS 0,8 (0,030) X X
1051
1,0 (0,035) X X
1052
1,2 (0,045) X X
Roestvast staal
3000
308L 0,8 (0,030) X X
3001
1,0 (0,035) X X
3002
1,2 (0,045) X X
3010
0,8 (0,030) X X
3011
1,0 (0,035) X X
3012
1,2 (0,045) X X
3101
1,0 (0,035) X X
3102
1,2 (0,045) X X
3111
1,0 (0,035) X X
3112
1,2 (0,045) X X
3020
309L 0,8 (0,030) X X
3021
1,0 (0,035) X X
3022
1,2 (0,045) X X
3030
0,8 (0,030) X X
3031
1,0 (0,035) X X
3032
1,2 (0,045) X X
3121
1,0 (0,035) X X
3122
1,2 (0,045) X X
3131
1,0 (0,035) X X
3132
1,2 (0,045) X X
Roestvast staal
3040
316L 0,8 (0,030) X X
3041
1,0 (0,035) X X
3042
1,2 (0,045) X X
3050
0,8 (0,030) X X
3051
1,0 (0,035) X X
3052
1,2 (0,045) X X
3141
1,0 (0,035) X X
3142
1,2 (0,045) X X
3151
1,0 (0,035) X X
3152
1,2 (0,045) X
OM-276691 Pagina 23
Draaddi-
ameter
Type gas MIGproces
Roestvast staal
3060
2209 1,0 (0,035) X X
3061
1,2 (0,045) X X
3070
1,0 (0,035) X X
3071
1,2 (0,045) X X
3062
2507 1,0 (0,035) X X
3063
1,2 (0,045) X X
3072
1,0 (0,035) X X
3073
1,2 (0,045) X X
Aluminium
5000
AlSi5 1,0 (0,035) X X
5001
1,2 (0,045) X X
5002
1,6 (0,062) X X
5010
1,0 (0,035) X X
5011
1,2 (0,045) X X
5012
1,6 (0,062) X X
5020
AlMg5 1,0 (0,035) X X
5021
1,2 (0,045) X X
5022
1,6 (0,062) X X
5030
1,0 (0,035) X X
5031
1,2 (0,045) X X
5032
1,6 (0,062) X X
5040
Al 99 1,0 (0,035) X X
5041
1,2 (0,045) X X
5042
1,6 (0,062) X X
5050
1,0 (0,035) X X
5051
1,2 (0,045) X X
5052
1,6 (0,062) X X
Speciale materia-
len
7000
MCWF 1,0 (0,035) X X
7001
1,2 (0,045) X X
7002
1,6 (0,062) X X
7010
1,0 (0,035) X X
7011
1,2 (0,045) X X
7012
1,6 (0,062) X X
7080
CuAl8 1,2 (0,045) X X
7090
1,2 (0,045) X X
7100
CuSi3 1,2 (0,045) X X
7110
1,2 (0,045) X X
Speciale materia-
len
7120
CuSn6 1,0 (0,035) X X
7130
1,0 (0,035) X X
Speciale materia-
len
7140
N 625 1,0 (0,040) X X
7141
1,2 (0,045) X X
7150
1,0 (0,040) X X
7151
1,2 (0,045) X X
OM-276691 Pagina 24
Draaddi-
ameter
Type gas MIGproces
Speciale materia-
len
7160
CoCr 1,2 (0,045) X X
7180
1,6 (0,063) X X
7030
FCWR 1,2 (0,045) X X
7050
FCWB 1,2 (0,045) X X
7070
FCSS 1,2 (0,045) X X
OM-276691 Pagina 25
5-7. Instellingen van de Sequencerparameter
1 Schermtoets voor
Sequenceparameter
2 Knop voor scrollen en
selecteren/opslaan
3 Schermtoets Home
Druk op de toets om terug te keren naar het
scherm van het startmenu.
4 Schermtoetsen voor
Sequenceparameter terug/verder
Gebruikde toetsen om verder te gaan naar
volgende scherm of terug te gaan naar
vorige scherm.
Druk op de regelknop voor
toortsschakelaar om de
toortsschakelaaroptie te selecteren. Zie
hoofdstuk 5-2.
Druk op de schermtoets voor
Sequenceparameter om het menu voor
parameterinstellingen te openen. Gebruik
de scrollknop om de parameterwaarde in te
stellen. Druk op de knop om de waarde te
bevestigen.
De volgende parameters worden op het
scherm weergegeven:
Startstroom
Bereik: min. 10A, max. 100A,
standaardwaarde is 50A. Met deze
parameter kunt u het lasproces starten met
een lagere instelling voor de
startstroomsterkte.
Toepassing:de startstroom kan worden
gebruikt als hulp om het koude materiaal
voor te verwarmen voordat er
toevoegmetaal wordt aangebracht of om te
zorgen voor een zachte start.
Oplooptijd (Upslopetijd).
Bereik: min. 0 sec, max. 5 sec,
standaardwaarde is 1,2 sec. Met deze
parameter wordt de hoeveelheid tijd ingesteld
die nodig is om van de startstroom op te lopen
naar de lasstroom. Stel deze parameter in op
0 als u hem wilt uitschakelen.
Aflooptijd (Uitkratertijd).
Bereik: min. 0 sec, max. 5 sec,
standaardwaarde is 3,0 sec. Met deze
parameter wordt de hoeveelheid tijd ingesteld
die nodig is om van de lasstroomsterkte naar
de uiteindelijke stroomsterkte te komen. Stel
deze parameter in op 0 als u hem wilt
uitschakelen.
Eindstroom
Bereik: min. 10 A, max. 100 A,
standaardwaarde is 50 A. Met deze
parameter kan het lasproces op een lagere
instelling voor de eindstroom worden
geëindigd.
Gasnastroomtijd
Bereik: min. 0 sec, max. 10 sec,
standaardwaarde is 5,2 sec. Met deze
parameter wordt de tijdsduur ingesteld dat
de gas stroomt nadat het lassen is gestopt.
Toepassing:Nastroom is noodzakelijk om
wolfraam en laswerk te laten afkoelen en
om te voorkomen dat wolfraam en laswerk
verontreinigd wordt. Verhoog de
gasnastroomtijd als het wolfraam of
laswerk donker zijn.
Gebruik de schermtoets voor start om terug
te gaan naar het menu van het startscherm.
A. Instellingen van de Sequencerparameter voor het TIGproces
956172247_13-A
AB
1
2
3
4
F
E
C
D
Druk op Home om terug te keren
naar het scherm van het startmenu
OM-276691 Pagina 26
1 Schermtoets voor
Sequenceparameter
2 Knop voor scrollen en
selecteren/opslaan
3 Schermtoets Home
Druk op de toets om terug te keren
naar het scherm van het startmenu.
4 Schermtoetsen voor Sequence
parameter terug/verder
Gebruikde toetsen om verder te gaan
naar volgende scherm of terug te
gaan naar vorige scherm.
Druk op de regelknop voor
toortsschakelaar om de
uitgangsopties te selecteren. Zie
hoofdstuk 5-2.
Druk op de schermtoets voor
Sequenceparameter om het menu
voor parameterinstellingen te
openen. Gebruik de scrollknop om de
parameterwaarde in te stellen. Druk
op de knop om de waarde te
bevestigen.
De volgende parameters worden op
het scherm weergegeven:
Boogsterkte (DIG)
Bereik: min. 0%, max. 100%.
Instelling verhoogt BEKLEDE
ELEKTRODE
kortsluitingsstroomsterkte bij lage
boogspanning. Zo kan de gebruiker
een zeer korte booglengte gebruiken
zonder beklede elektrode. Stel in op
nul voor normale lasstroomsterkte.
Draai de knop naar rechts om de
stroomsterkte voor kortsluiting te
verhogen.
Verander de boogsterkte als volgt:
Gebruik de knop om de stroomsterkte
te wijzigen van 0 tot 100 procent van de
vooringestelde waarde voor de
stroomsterkte, waarbij 0% procent de
standaardwaarde is. De maximale
instelling voor de boogsterkte is 580 A.
Voorbeeld: als de vooraf ingestelde
stroomsterkte 100 ampère is, dan is
0% = 100 ampère en 50% = 150
ampère.
Hotstart
Bereik: min. 0%, max. 200%,
standaardwaarde is ingesteld op 10%.
Verhoog met behulp van Hotstart de
uitgangsstroomsterkte bij de start van
een las om zo te voorkomen dat de
elektrode blijft plakken.
Verander de Hotstartinstellingen als
volgt:
Gebruik de knop om de stroomsterkte
te wijzigen van 0 tot 200 procent van de
vooringestelde waarde voor de
stroomsterkte, waarbij 0% procent de
standaardwaarde is. De maximale
Hotstartinstelling is 580 A.
Voorbeeld: als de vooraf ingestelde
stroomsterkte 100 ampère is, dan is 0%
= 100 ampère en 50% = 150 ampère.
Gebruik de schermtoets voor start om
terug te gaan naar het menu van het
startscherm.
B. Instellingen van de Sequencerparameter voor het proces met beklede elektrode
956172247_14-A
4
3
B
C
2
1
A
Druk op Home om terug te keren
naar het scherm van het startmenu
OM-276691 Pagina 27
1 Schermtoets voor
Sequenceparameter
2 Knop voor scrollen en
selecteren/opslaan
3 Schermtoets Home
Druk op de toets om terug te keren naar het
scherm van het startmenu.
4 Schermtoetsen voor
Sequenceparameter terug/verder
Gebruikde toetsen om verder te gaan naar
volgende scherm of terug te gaan naar
vorige scherm.
Druk op de regelknop voor
toortsschakelaar om de 2T/TH
toortsschakelaaropties te selecteren. Zie
hoofdstuk 5-2.
Druk op de schermtoets voor
Sequenceparameter om het menu voor
parameterinstellingen te openen. Gebruik
de scrollknop om de parameterwaarde in te
stellen. Druk op de knop om de waarde te
bevestigen.
De volgende parameters worden op het
scherm weergegeven:
Gasvoorstroomtijd instellen
Bereik: min. 0 sec, max. 1 sec,
standaardwaarde is 0 sec.
Gebruik de knoppen om de tijdsduur van de
gasstromen in te stellen vóór het starten
van de boog.
Draadinloopsnelheid instellen
Bereik: min. 0%, max. 100%,
standaardwaarde is 0% bij handmatige
MIG en AUTO bij synergische en
pulserende MIG.
Gebruik de knoppen om de snelheid van de
draadaanvoer in te stellen vóór de boog
wordt gestart, als percentage van de
vooringestelde draadsnelheid. Wordt
gebruik om het starten van de boog te
verbeteren.
Draadafbrandtijd instellen
Bereik: min. 0 sec, max. 0,1 sec,
standaardwaarde is 0% bij handmatige
MIG en AUTO bij synergische en
pulserende MIG.
Gebruik de knop om de tijd te selecteren
tijdens welke de lasdraad onder stroom
blijft nadat de toortsschakelaar is
losgelaten.
Gasnastroomtijd instellen
Bereik: min. 0 sec, max. 10 sec,
standaardwaarde is ingesteld op 0,3 sec.
Hiermee stelt u in hoelang het gas blijft
nastromen om het lasbad te beschermen.
Dubbele pulsfunctie instellen (alleen
pulserende MIG)
Hiermee kan de dubbel pulsfunctie worden
gebruikt, standaardwaarde is ingesteld op
Uit. Draai de knop naar rechts om de functie
in te schakelen.
Gebruik de schermtoets voor start om terug
te gaan naar het menu van het startscherm.
Gebruik de schermtoets voor start om terug
te gaan naar het menu van het startscherm.
C. Instellingen van de Sequencerparameter voor het MIGproces
956172247_15-A
A
B
C
D
E
2
3
4
1
Druk op Home om terug te keren
naar het scherm van het startmenu
OM-276691 Pagina 28
1 Schermtoets voor
Sequenceparameter
2 Knop voor scrollen en
selecteren/opslaan
3 Schermtoets Home
Druk op de toets om terug te keren naar het
scherm van het startmenu.
Gebruik de knop voor scrollen en
selecteren/opslaan om de dubbele
pulsfunctie in te schakelen.
Frequentie van dubbele puls
Hiermee wordt de afstand tussen de ribbels
in het lasbad ingesteld. Het bereik van deze
instelling is van (0,5 tot en met 5,0) pulsen
per seconde. Gebruik de instelling om de
pulsfrequentie in te stellen.
Inschakelduur van dubbele puls
Het bereik van deze instelling is van 25% tot
en met 75%, de standaardinstelling is 50%.
Gebruik deze instelling om het percentage
van de piekstroomtijd in te stellen. 50%
houdt in dat de piekstroomtijd gelijk is aan
de basisstroomtijd.
Offset van dubbele puls
Het bereik van deze instelling is van 20% tot
en met 80%, de standaardinstelling is 20%.
Gebruik de instelling om de offset van de
basisstroom in te stellen.
Booglengte van dubbele puls
Het bereik van deze instelling is van 9,9 tot
en met 9,9; de standaardinstelling is
ingesteld op 0. Wordt gebruikt om een
correctiefactor voor de booglengte in te
stellen voor de lagere
draadaanvoersnelheid. Gebruik de
instelling om de booglengte in te stellen
door de spanning te verhogen of verlagen.
Voorbeeld:
200A, 20V met booglengte ingesteld op 0.
Een booglengte die is ingesteld op +3
betekent: 200A, 23V. Een booglengte die is
ingesteld op 3 betekent: 200A, 17V.
D. Instellingen voor de parameter Dubbele puls
956172247_16-A
A
E
2
1
B
3
C
D
F
G
Druk op Home om terug te keren
naar het scherm van het startmenu
OM-276691 Pagina 29
1 Schermtoets voor
Sequenceparameter
2 Knop voor scrollen en
selecteren/opslaan
3 Schermtoets Home
Druk op de toets om terug te keren naar het
scherm van het startmenu.
Druk op de schermtoets voor
Sequenceparameter om het menu voor
parameterinstellingen te openen. Gebruik
de scrollknop om de parameterwaarde in te
stellen. Druk op de knop om de waarde te
bevestigen. De volgende parameters
worden op de schermen weergegeven:
Instellingen voor beginniveaufunctie
Bereik: min. 10%, max. 200%,
standaardwaarde is ingesteld op 120%.
Gebruik de instelling om de startstroom in te
stellen op de 4T toortsschakelaarfunctie.
Zie Afbeelding 5-7.F
Instellingen voor eindniveaufunctie
Bereik: min. 10%, max. 200%,
standaardwaarde is ingesteld op 80%.
Gebruik de instelling om de eindstroom in te
stellen op de 4T toortsschakelaarfunctie.
Zie Afbeelding 5-7F.
Ramptijd
Bereik: min. 0,1 sec, max. 5,0 sec,
standaardwaarde is 1,0 sec. Gebruik de
instelling om de tijdsduur voor de waarden
voor startstroom/vooringestelde
stroom/eindstroom voor de 4T
toortsschakelaarfunctie in te stellen.
E. Instellingen voor de Sequencerparameter van drie niveaus
956172247_17-A
B
C
D
3
1
2
E
A
1
Druk op Home om terug te
keren naar het scherm van
het startmenu
OM-276691 Pagina 30
F. 3Niveaus Bediening met 4T toortsschakelaar
956172247fig 12
4T/Toortsschakelaar houdfunctie
Toortsschakelaarfunctie met drie niveaus
Stroom
Ingestelde stroom
Gas
Gasvoorstroom
Lassen
Gas
Gasnastroom
Tijd
OM-276691 Pagina 31
5-8. Menu Systeeminstellingen
1 Schermtoets
2 Knop voor scrollen en
selecteren/opslaan
3 Schermtoets Home
Druk op de toets om terug te keren naar het
scherm van het startmenu.
4 Schermtoets terug voor
Sequenceparameter
Druk op de systeeminstellingen om het
systeemmenuscherm te openen. Druk op
de knop om configuratieinstellingen in te
voeren. Draai de knop naar links om door de
parameters te scrollen. Gebruik de
schermtoets terug voor de
sequenceparameter om terug te gaan naar
het systeeminstellingenmenu.
De volgende parameters worden op het
scherm getoond:
Koeler Aan/Uit/Auto, standaardwaarde is
Uit. Gebruik de knoppen om de waarde te
veranderen. Als de koeler is ingesteld op
Uit, dan is hij niet ingeschakeld. Als de
koeler is ingesteld op Aan, dan is hij altijd
ingeschakeld en wordt hij na 300 seconden
uitgeschakeld als er niet wordt gelast. Als de
koeler is ingesteld op Auto, wordt hij
ingeschakeld tijdens het lassen.
Taal, standaard ingesteld op Engels.
Gebruik de knoppen om de taal te
veranderen.
WFSunit (draadaanvoersnelheid) MPM
(meter/minuut)/IPM (inches per minuut),
standaardwaarde is ingesteld op MPM.
Gebruik de knop om het meetsysteem te
veranderen/selecteren.
Syn besturing (Synergische besturing),
draadsnelheid/stroom/dikte,
standaardwaarde is ingesteld op
draadsnelheid. Gebruik de knop om de
paramater voor synergische besturing te
veranderen/selecteren.
Limieten, uitgeschakeld/ingeschakeld,
standaardwaarde is ingesteld op
uitgeschakeld. Wanneer deze parameter is
ingeschakeld, kunnen de minimale en
maximale waarden en standaardwaarden
worden aangepast voor
draadaanvoersnelheid, draadafbrandtijd,
inlooptijd, booglengte, gasvoorstroomtijd en
gasnastroomtijd. Zie hoofdstuk 5-8B.
Vergrendelen, uitgeschakeld/ingeschakeld,
standaardwaarde is uitgeschakeld.
Wanneer deze parameter is ingeschakeld,
kunnen lasparameters worden vergrendeld
en actief worden gehouden. Gebruik de
knop om de waarde te
veranderen/selecteren.
A. Configuratiemenu
956172247_18-A
B
C
A
1
2
3
Schermvenster
Druk op de knop om de
configuratieinstellingen
in te voeren
Draai de knop naar links om
door de parameters te scrollen
D
4
OM-276691 Pagina 32
Schakel limieten als volgt in:
Druk op de knop om de
configuratielimieten in te voeren.
Draai de knop naar links om de
functie in te schakelen. Systeem gaat
naar de instellingen voor de
configuratielimieten. Draai aan de
knop om door de sequencers te
scrollen. Druk op de knop om de
geselecteerde waarde in te stellen.
B. Configuratielimieten
956172247_19-A
Druk op de knop om de
configuratielimieten in te voeren
Draai de knop naar
links om de limieten
in te schakelen
Geselecteerde
parameter
Draai aan de knop
om door de
parameters te
scrollen
Druk op de knop om de
configuratielimieten in te
voeren
Draai aan de knop om de
parameterwaarde in te stellen
A
B
C
D
E
F
OM-276691 Pagina 33
5-9. USBfuncties
956172247_20-A
C
B
Schermvenster
Druk op de knop om de
USBinstellingen in te
voeren
Draai de knop naar links om de
instellingen op te slaan/te laden
1 Schermtoets voor systeeminstellingen
2 Knop voor scrollen en
selecteren/opslaan
Druk op de systeeminstellingen om het
systeemmenuscherm te openen. Draai de
knop naar links om de instellingen via USB
op te slaan/te laden. Druk op de knop om
USBinstellingen in te voeren.
Opties:
Instellingen opslaan (schrijven naar USB).
Door gebruiker aangemaakte
lasprogramma’s opslaan op een USBstick.
Gebruikersinstellingen kunnen vervolgens
op andere units worden geladen of op de
huidige unit worden hersteld.
Instellingen laden (schrijven naar systeem).
Gebruik een USBstick om unitsoftware en
lasprogramma’s bij te werken.
1
A
2
5-10. Firmwareinstellingen
A. Firmwareversie
956172247_21-A
A
B
2
1
Schermvenster
Druk op de knop om de
firmwareversie in te voeren
1 Schermtoets voor systeeminstellingen
2 Knop voor scrollen en
selecteren/opslaan
Druk op de systeeminstellingen om het
systeemmenuscherm te openen. Draai de
knop naar links om de firmwareversie te
selecteren. Druk op de knop om de
geselecteerde optie in te voeren.
Proces:
Geeft de firmwareversie van de
verwerkingskaart PC3 van XMS 425 MPa
lasstroombron aan.
Draadaanvoerunit:
Geeft firmwareversie van de PC1
motorkaart van de XMS MPa
draadaanvoerunit aan.
Paneel:
Geeft firmwareversie van de PC4
geavanceerde TFTkaartbediening van de
XMS MPa draadaanvoerunit aan.
. Zie hoofdstuk 5-10B voor het bijwerken
van de firmware.
OM-276691 Pagina 34
B. Firmwareupdate
956172247_22-A
Schermvenster
Druk op de knop om de
firmwareversie in te voeren
1 Schermtoets voor
systeeminstellingen
2 Knop voor scrollen en
selecteren/opslaan
3 USBpoort
Druk op de systeeminstellingen om
het systeemmenuscherm te openen.
Draai de knop naar links om de
firmwareupdate te selecteren. Druk
op de knop om de geselecteerde
optie in te voeren. Plaats de
USBstick in de USBpoort om de
unitsoftware bij te werken. Gebruik de
schermtoetsen om de selectie te
wissen of bevestigen.
1
2
3
A
Selectie
verwijderen
Selectie
bevestigen
B
5-11. Terug naar fabrieksinstellingen
1 Schermtoets voor
systeeminstellingen
2 Knop voor scrollen en
selecteren/opslaan
Druk op de schermtoets voor de
systeeminstellingen om het
systeemmenuscherm te openen.
Draai de knop naar links om
fabrieksinstellingen te selecteren.
Druk op de knop om de
geselecteerde optie in te voeren.
Gebruik de schermtoetsen om de
selectie te wissen of bevestigen.
Display gaat terug naar het
startscherm wanneer de
fabrieksinstellingen zijn hersteld.
Schermvenster
B
1
2
A
C
Selectie
wissen
Selectie
bevestigen
Druk op de knop om
de fabrieksinstellingen
te herstellen
956172247_23-A
OM-276691 Pagina 35
5-12. Serviceinformatie
Serviceindicator is beveiligd met een wachtwoord en kan alleen door bevoegd personeel worden geopend.
5-13. Klok instellen
1 Schermtoets voor
systeeminstellingen
2 Knop voor scrollen en
selecteren/opslaan
Druk op de schermtoets voor de
systeeminstellingen om het
systeemmenuscherm te openen.
Draai de knop naar links om
klokinstellingen te selecteren. Druk
op de knop om de geselecteerde
optie in te voeren. Druk de knop een
tweede keer in en draai aan de knop
om de waarden te veranderen.
Gebruik de schermtoets terug voor
Sequenceparameter om terug te
gaan naar het startscherm.
956172247_24-A
C
Druk op de knop om te selecteren
Draai aan de knop om de waarde te veranderen
Ga terug naar het
instellingenmenu
B
Schermvenster
Druk op de knop om te openen
Klok instellen
A
1
2
OM-276691 Pagina 36
HOOFDSTUK 6 ONDERHOUD & PROBLEMEN
VERHELPEN
6-1. Routineonderhoud
! Ontkoppel de
netvoeding voordat u
onderhoud uitvoert.
. Geef vaker een
onderhoudsbeurt als het
apparaat zwaar belast wordt.
n = Controleren Z = Verversen ~ = Reinigen l = Vervangen
* Moet worden uitgevoerd door een door de fabrikant erkende serviceagent
Referentie
Elke
drie
maan-
den
l Onleesbare labels ~ Lasklemmen nl Laskabels nl Pistoolkabels
nl Snoeren nl Onderdelen met
barsten of scheurtjes
~ Lasaansluitingen n Draai laskabelaansluitin-
gen aan
l Beschadigde gasslang
Elke
zes
maan-
den
OF
~ Aandrijfrollen ~ Binnenkant van het
apparaat
OM-276691 Pagina 37
6-2. Tabel met foutcodes en beschrijving van probleemoplossing
956172247_25-A
1 Melding op leddisplay
Toont een kort bericht waarin de
fout of de plaats van de fout wordt
beschreven. Sommige berichten
kunnen meerdere fouten bevatten.
Ga voor specifieke foutinformatie
naar de meldingen op het
lcddisplay.
2 Waarschuwing
Een waarschuing is iets dat moet
worden afgehandeld alvorens
verder te gaan.
3 Beschrijving van foutcode
Toont de beschrijving van de
foutcode, bijvoorbeeld een storing
van het waterkoelsysteem.
4 Schermtoets
Bibliotheeklogboeken voor
foutcodes
Druk op de schermtoetsen om
informatie uit het logboek voor
foutcodes weer te geven, inclusief
datum, helpcodenummer en
gerelateerde informatie.
2
3
4
1
5
OM-276691 Pagina 38
6-2. Tabel met foutcodes en beschrijving van probleemoplossing (vervolg)
Displaycode Probleem Beschrijving
001 Te hoge stroom in het primaire
circuit
Geeft een storing in de primaire voedingsstroomkring aan.
Als u deze code op de display ziet, neem dan contact op met
de dichtstbijzijnde door de fabrikant erkende serviceagent.
Lasstroombron
004 Te hoge temperatuur in de primai-
re stroomkring
Geeft aan dat de rechterkant van het apparaat oververhit is.
Unit is afgesloten zodat de ventilatoren de temperatuur aan
de rechterzijde kunnen laten dalen. Werking gaat verder
zodra de unit binnen het normale temperatuurbereik is.
Lasstroombron
005 Te hoge temperatuur in de
secundaire stroomkring
Geeft aan dat de linkerzijde van het apparaat oververhit is.
Unit is afgesloten zodat de ventilatoren de temperatuur aan
de linkerzijde kunnen laten dalen. Werking gaat verder zodra
de unit binnen het normale temperatuurbereik is.
Lasstroombron
008 Te hoge uitgangsspanning,
storing
Geeft een storing van de secundaire stroomkring aan. Als u
deze code op de display ziet, neem dan contact op met de
dichtstbijzijnde door de fabrikant erkende serviceagent.
Lasstroombron
019 Storing van waterunit Geeft een storing van het vloeistofgekoelde systeem aan.
Kijk of er koelvloeistof aanwezig is, slangen verstopt of be-
schadigd zijn. Als u deze code op de display ziet, neem dan
contact op met de dichtstbijzijnde door de fabrikant erkende
serviceagent.
Vloeistofgekoelde sys-
temen
025 Inschakelduur Geeft aan dat de limiet voor de inschakelduur is
overschreden. Uitvoer wordt gestopt en de ventilator draait.
Wacht vijftien minuten om de unit te laten afkoelen. Verlaag
de stroomsterkte, spanning, draadaanvoersnelheid of in-
schakelduur alvorens te gaan lassen.
Lasstroombron
040 Tachometerfout Geeft een tachometerfout voor de motor aan. Controleer de
behuizing van de aandrijving van de draadaanvoerunit en
draadspoel op obstructies. Blijft u deze code steeds op de
display zien, neem dan contact op met de dichtstbijzijnde
door de fabrikant erkende serviceagent.
Draadaanvoerunit
042 Te hoge spanning in motor Geeft aan dat de motor een te hoge spanning heeft. Con-
troleer de linkerbehuizing van de aandrijving van de draad-
aanvoerunit en draadspoel op obstructies. Blijft u deze code
steeds zien, neem dan contact op met de dichtstbijzijnde
door de fabrikant erkende serviceagent.
Draadaanvoerunit
044 Te lage motorspanning De primaire netspanning is waarschijnlijk te laag. Verhoog de
primaire netspanning tot minstens 90% van de opgegeven
nominale spanning. Blijft u deze code steeds zien, neem dan
contact op met de dichtstbijzijnde door de fabrikant erkende
serviceagent.
Lasstroombron
060 EEPROMfout Geeft aan dat het geheugen op de geavanceerde TFTkaart
corrupt is. Voer een reset naar fabrieksinstellingen uit. Blijft u
deze code steeds zien, neem dan contact op met de dichtst-
bijzijnde door de fabrikant erkende serviceagent.
Draadaanvoerunit
101 Kortsluiting in primaire thermistor Geeft een kortsluiting van de primaire thermistor RT2 aan.
Blijft u deze code steeds zien, neem dan contact op met de
dichtstbijzijnde door de fabrikant erkende serviceagent.
Lasstroombron
102 Kortsluiting in secundaire
thermistor
Geeft een kortsluiting van de secundaire thermistor RT1
aan. Blijft u deze code steeds zien, neem dan contact op met
de dichtstbijzijnde door de fabrikant erkende serviceagent.
Lasstroombron
103 Primaire thermistor defect Geeft aan dat de primaire thermistor RT2 is geopend. Blijft u
deze code steeds zien, neem dan contact op met de dichtst-
bijzijnde door de fabrikant erkende serviceagent.
Lasstroombron
104 Secundaire thermistor defect Geeft aan dat de secundaire thermistor RT1 is geopend.
Blijft u deze code steeds zien, neem dan contact op met de
dichtstbijzijnde door de fabrikant erkende serviceagent.
Lasstroombron
110 Communicatiefout van
moederbord
Geeft een gemiste communicatie tussen PC3procesbestu-
ringskaart (lasstroombron) en PC4 geavanceerde TFTkaart
(draadaanvoerunit) aan. Controleer de 6pens stekkerdoos
en kabelaansluiting op beschadigingen. Blijft u deze code
steeds zien, neem dan contact op met de dichtstbijzijnde
door de fabrikant erkende serviceagent.
Lasstroombron Draad-
aanvoerunit
111 Communicatiefout van kaart van
draadaanvoerunit
Geeft gemiste communicatie op PC4 geavanceerde TFT
kaart (draadaanvoerunit) aan. Blijft u deze code steeds zien,
neem dan contact op met de dichtstbijzijnde door de
fabrikant erkende serviceagent.
Draadaanvoerunit
130 Interne toevoerfout Geeft een lage spanning van de PC3 procesbesturingskaart
aan. Blijft u deze code steeds zien, neem dan contact op met
de dichtstbijzijnde door de fabrikant erkende serviceagent.
Lasstroombron
OM-276691 Pagina 39
6-3. Problemen oplossen
Probleem Oplossing
Het apparaat werkt totaal niet. Reset de automatische zekering CB1 als deze uitgeschakeld is. Zie hoofdstuk 5-3 voor locatie.
Controleer de voedingsbron. Zie de handleiding bij de lasstroombron.
Controleer de aansluitingen van de 6-pens stekkerdoos.
Er komt geen elektrodedraad uit. Controleer de aansluiting van de pistoolschakelaar op de draadaanvoerunit. Controleer de pistool-
schakelaarkabels en toortsschakelaar. Zie de handleiding bij het pistool.
Laat een door de fabrikant erkende serviceagent aandrijfmotor en stuurprint PC1 nakijken en deze indien
nodig vervangen.
De toevoer van draad is onregelmatig. Stel de weerstand van de draadhaspelhouder af en stel de druk van de aandrijfrollen opnieuw af.
Reinig of vervang een vuile of versleten aandrijfrol.
Verwijder lasspatten rond de opening waar de draad uitkomt.
Vervang de contacttip of voering. Zie de handleiding bij het pistool.
Controleer de bedrading tussen de motorkaart en de regelknop.
Tijden het lassen stopt de draadaanvoer
of draad loopt onregelmatig.
Lijn de aandrijfrollen weer uit. Zie hoofdstuk 4-9.
Draad wordt aangevoerd zodra de
stroom wordt toegepast.
Controleer de pistoolschakelaar. Zie de handleiding bij het pistool.
De gasklep rammelt behoorlijk hard en
de toevoer van elektrodedraad is traag
en onregelmatig.
Controleer op kortsluiting tussen pistoolschakelaarkabels en laskabel. Repareer of vervang de pistool-
schakelaarkabels.
Het gas stroomt niet, maar er is wel toe-
voer van elektrodedraad.
Controleer de gasklep en de gasontspanner.
Er komt draad, maar het gas stroomt niet
als de toortsschakelaar wordt ingedrukt.
Controleer de spanning van de spoel en de aansluiting van het gasklep. Controleer de continuïteit van
de spoel. Vervang deze zo nodig.
Controleer de continuïteit van de schakelaar voor handmatig activeren van gasaanvoer. Vervang zo no-
dig de besturingskaart van de schakelaar.
Problemen met software of visualisatie.
Herstel fabrieksparameters zoals wordt beschreven in deze handleiding.
Roep er een door de fabrikant erkende serviceagent bij.
Er komt draad en de elektrodedraad
wordt geactiveerd, maar gasstroom is
onregelmatig.
Controleer de spanning van de spoel en de aansluiting van gasklep GS1. Controleer de continuïteit van
de spoel. Vervang deze zo nodig.
Verhelp de verstopping in de gasslang of vervang de slang.
Verwijder blokkade in pistool. Zie de handleiding bij het pistool.
Motor draait op volle snelheid.
Laat een door de fabrikant erkende serviceagent motorprint PC1 en de aansluitingen nakijken en deze
indien nodig vervangen.
Controleer de bedrading tussen de motorkaart en de regelknop.
Draadaandrijfmotor loopt vrij uit (geen
rem bij loslaten van toortsschakelaar).
Laat een door de fabrikant erkende serviceagent motorprint PC1 en de aansluitingen nakijken en deze
indien nodig vervangen.
USBpoort werkt niet. Controleer of de USBkabel is losgeraakt of is beschadigd.
De meter werkt niet goed. Herstel fabrieksparameters. Zie hoofdstuk 5-11.
OM-238 172 Pagina 40
HOOFDSTUK 7 ELEKTRISCH DIAGRAM
Afbeelding 7-1. Elektrisch schema voor draadaanvoerunit
OM-276691 Page 41
HOOFDSTUK 8 ONDERDELENLIJST
956172247_25-A
Afbeelding 8-2
1
2
22
23
38
28
39
29
18
35
30
20
13
21
14
24
15
25
16
19
34
31
26
17
3
8
4
9
5
10
6
11
47
44
45
46
7
12
43
40
27
41
32
42
33
37
36
33
11
Afbeelding 8-1. Hoofdmontage
OM-276691 Page 42
Description
Part
No.
Dia.
Mkgs.
Item
No.
Afbeelding 8-1. Hoofdmontage
Quantity
1 116005327 Reel Support Bracket 1.. ........... .. ............................................
2 756121002 Spool Cover, Plastic 1.. ........... .. .............................................
3 V56161034 Hub & Spindle Assembly 1.. .......... .. .........................................
4 556049424 Fitting, Quick Connect Water, Male 2.. ........... .. ................................
5 056076216 Receptacle, Twlk, Insul, Male 1.. ........... .. .....................................
6 057028127 Cable Kit, 6 Pin Rcpt Rear Feeder 1.. ........... .. .................................
7 220805 Nut, 75014 NPS 1.48 Hex .41 H NYL 1.. .............. .. .............................
8 Nameplate, Rear Connection (Order By Model And Serial Number) 1.. ........................ ....
9 116118187 Panel, Rear 1.. ........... .. .....................................................
10 058066057 Gas Connection, Kit 1.. ........... .. .............................................
11 156005146 Corner Seal, Plastic 2.. ........... .. .............................................
12 208015 Handle, Rubberized Carrying 1.. .............. .. .....................................
13 GSV 228036 Valve, 24VAC 1 Way 1.. .... .... .. ............................................
14 T1 058021167 Transformer, 230VA, Pri. 23V, Sec. 1224VAC 1.. ..... .. .. ......................
15 CB1 161078 Circuit Breaker, Man Reset 1 P 7A 250 VAC 1.. .... .... .. ........................
16 134201 StandOff Support, PC Card 4.. .............. .. ......................................
17 156005118 PC1, Support Bracket 1.. ........... .. ............................................
18 PC1 057084208 Motor Board 1.. .... . .. ....................................................
19 PC4 057084211 Advanced Control Board 1.. .... . .. .........................................
20 956172196 Circuit Diagram, Feeder 1.. ........... .. ..........................................
21 +116121133 Wrapper, Fixed 1.. .......... .. ..................................................
22 178936 Label, Warning Electrical Shock 1.. .............. .. ...................................
23 156034004 Hinge 2.. ........... .. ..........................................................
24 156121048 USB, Cover 1.. ........... .. ....................................................
25 056076286 USB, Port 1.. ........... .. ......................................................
26 116014054 Bracket, PC2 Cover 1.. ........... .. .............................................
27 PC3 057084210 Switch Control Board 1.. .... . .. ............................................
28 PC5 057084214 Switch Control/Push Pull Board 1.. .... .. ...................................
29 PC2 057084209 SWitch Control Ui Board 1.. .... . .. .........................................
30 116118186 Panel, Front 1.. ........... .. ....................................................
31 057084212 Membrane, Switch Control Ui 1.. ........... .. .....................................
32 266591 Knob, Encoder 1.250 Dia X 6mm Id Push On W/Spring 2.. .............. .. ...............
33 230052 Knob, .840 Dia X 6mm ID W/Spring Clip4.5 2.. .............. .. ........................
34 156118102 Plastic, Front 1.. ........... .. ...................................................
35 556049423 Fitting, Quick Connect Water, Female 2.. ........... .. ..............................
36 057084218 Membrane, Switch Control 1.. ........... .. ........................................
37 316029741 Nameplate, Coolant In & Out 1.. ........... .. ......................................
38 Nameplate, XMS MPa Feeder (Order By Model And Serial Number) 1.. ........................ ...
39 057084213 Membrane, Advanced Control 1.. ........... .. .....................................
40 116117084 Baffle Plate 1.. ........... .. .....................................................
41 V56033124 Bushing, Grommet 1.. .......... .. ..............................................
42 116122325 Wrapper, Opening Side Panel 1.. ........... .. .....................................
43 151187 Latch 1.. .............. .. ..........................................................
44 156006098 +Base 1.. ........... .. .........................................................
45 178937 Label,Warning Electric Shock 1.. .............. .. .....................................
46 656110013 Foot, Rubber Mount 4.. ........... .. .............................................
47 156006097 Base, Swivel 1.. ........... .. ....................................................
+ Als u een onderdeel bestelt waarop een waarschuwingslabel staat, moet u dit label ook bestellen.
Optie
Gebruik alleen de door de fabrikant aangeraden vervangingsonderdelen om de oorspronkelijke
fabrieksprestaties te behouden. U moet het model en serienummer vermelden als u onderdelen bestelt bij
uw plaatselijke leverancier.
OM-276691 Page 43
956172247_27-A
3
8
4
9
5
10
1
6
11
13
26
15
12
18
17
19
2
7
14
16
20
23
31
24
32
27
29
21
28
30
34
22
25
33
3
10
11
15
16
26
19
21
22
23
15
16
15
16
24
27
26
26
33
Afbeelding 8-2. Aandrijfsysteem, draad (4 aandrijfrollen)
OM-276691 Page 44
Description
Part
No.
Dia.
Mkgs.
Item
No.
Afbeelding 8-2. Aandrijfsysteem, draad (4 aandrijfrollen)
Quantity
1M1057010064 Motor, Gear 24 VDC 180W 1.. ..... .. .. .......................................
2 601966 Screw 1.. .............. .. .........................................................
3 602213 Washer, Lock 2.. .............. .. ...................................................
4 010910 Washer, Flat 1.. .............. .. ....................................................
5 656005030 Insulator, Plate 1.. ........... .. ..................................................
6 156019746 Screw, M6 x 16 3.. ........... .. .................................................
7 656005027 Insulator, Motor 1.. ........... .. .................................................
8 238728 Lever, Mounting Pressure Gear 1.. .............. .. ...................................
9 238726 Housing, Adapter Drive Motor 1.. .............. .. .....................................
10 221654 Bushing, Insulating 2.. .............. .. ..............................................
11 156019200 Screw, M6 x 35 2.. ........... .. .................................................
12 173618 Carrier Drive, Gear 1.. .............. .. ..............................................
13 602200 Washer, Medium Lock 1.. .............. .. ...........................................
14 124609 Screw, M4 x 12 1.. .............. .. .................................................
15 602209 Screw, 250-20 x 1.25 Soc Hd-Hex Gr8 Pln 1.. .............. .. .........................
16 172075 Carrier, Drive Roll w/Component 24 Pitch 4.. .............. .. ...........................
17 601872 Nut 1.. .............. .. ............................................................
18 156009124 Washer, D5 x 15 x 1.2 1.. ........... .. ...........................................
19 010224 Pin, Spring CS .187 x 1.000 2.. .............. .. ......................................
20 230691 Lever, Mounting Pressure Gear 1.. .............. .. ...................................
21 225718 Fastener, Pinned 2.. .............. .. ................................................
22 198080 Cup, Spring 2.. .............. .. .....................................................
23 196897 Spring, CPRSN .695 Od x .095 Wire x 1.500 2.. .............. .. .......................
24 196895 Knob, Tension 2.. .............. .. ..................................................
25 202562 Screw 1.. .............. .. .........................................................
26 166072 Spacer, Gear 4.. .............. .. ...................................................
27 151828 Pin, Cotter Hair .042 x .750 2.. .............. .. .......................................
28 079634 Pin, Hinge 1.. .............. .. ......................................................
29 156019804 Screw, 5/16-18 x 1 Alloy Steel Socket Head Cap Screw Plain Finish 1.. ........... .. ...
30 156009145 Washer, Flat 1.. ........... .. ....................................................
31 045127 Guide, Wire Intermediate Brass .023 .052 1.. .............. .. .........................
32 056207 Inlet, Wire Intermediate Brass 1.. .............. .. .....................................
33 054263 Screw, Thumb 2.. .............. .. ..................................................
34 756033039 Bushing, Snap-in D 22.9 1.. ........... .. .........................................
Gebruik alleen de door de fabrikant aangeraden vervangingsonderdelen om de oorspronkelijke
fabrieksprestaties te behouden. U moet het model en serienummer vermelden als u onderdelen bestelt bij
uw plaatselijke leverancier.
OM-276691 Page 45
Table 8-1. Aandrijfrol en draadgeleidersets (4 aandrijfrollen)
. Baseer uw aandrijfrolkeuze op de volgende aanbevolen gebruikstoepassingen:
1. Rollen met een Vgroef voor massieve draden.
2. Rollen met een Ugroef voor zachte en gevulde draden met zachte bekleding.
3. Ukamrollen voor draden met een extreem zachte bekleding.
4. Rollen met Vribbel voor gevulde draden met een harde bekleding.
5. Aandrijfroltypes kunnen worden gemixt om te voldoen aan bepaalde vereisten (voorbeeld: Rol met Vribbel in combinatie met rol met U-groef)>
Draaddiameter
Setnr.
Aandrijfrol Draadgeleider
Metrisch Breuk Decimaal
Onderdeel
nr.
Type Invoer Tussen
0,6 mm 0,023/0,025 inch 0,023/0,025 inch 087 132 087 130 Met Vgroef 056 192 056 206
0,8 mm 0,030 inch 0,030 inch 046 780 053 695 Met Vgroef 056 192 056 206
0,9 mm 0,035 inch 0,035 inch 046 781 053 700 Met Vgroef 056 192 056 206
1,0/1,2 mm 0,035/0,045 inch 0,035/0,045 inch n.v.t. 189 285 Met Vgroef 156 193 056 207
1,0 mm 0,040 inch 0,040 inch 191 917 053 696 Met Vgroef 056 192 056 206
1,2 mm 0,045 inch 0,045 inch 046 782 053 697 Met Vgroef 056 193 056 207
1,6 mm 1/16 inch 0,062 inch 046 784 053 699 Met Vgroef 056 195 056 209
0,9 mm 0,035 inch 0,035 inch 044 750 072 000 Met Ugroef 056 192 056 206
1,2 mm 0,045 inch 0,045 inch 046 785 053 701 Met Ugroef 056 193 056 207
1,3 mm 0,052 inch 0,052 inch 046 786 053 702 Met Ugroef 056 193 056 207
1,6 mm 1/16 inch 0,062 inch 046 787 053 706 Met Ugroef 056 195 056 209
0,9 mm 0,035 inch 0,035 inch 046 782 132 958 Met Vribbels 056 192 056 206
1,2 mm 0,045 inch 0,045 inch 046 793 132 957 Met Vribbels 056 193 056 207
1,3 mm 0,052 inch 0,052 inch 046 794 132 956 Met Vribbels 056 193 056 207
1,6 mm 1/16 inch 0,062 inch 046 795 132 955 Met Vribbels 056 195 056 209
1,8 mm 0,068-0,072 inch 0,068-0,072 inch 089 985 132 959 Met Vribbels 056 195 056 209
1,2 mm 0,045 inch 0,045 inch 083 319 083 489 Met Ukam 056 193 056 207
1,3 mm 0,052 inch 0,052 inch 083 320 083 490 Met Ukam 056 193 056 207
1,6 mm 1/16 inch 0,062 inch 046 800 053 708 Met Ukam 056 195 056 209
Notes
Geldig vanaf 1 januari 2017
(Installaties waarvan het serienummer begint met “MH” of nieuwer)
Deze beperkte garantie vervangt alle vorige Miller garanties en is exclusief zonder
andere expliciete of impliciete waarborgen of garanties.
BEPERKTE GARANTIE Afhankelijk van de onderstaande
bepalingen en voorwaarden garandeert ITW Weldiing
Products Italy S.r.l., zijn erkende verdeler dat nieuwe Miller
installaties die verkocht zijn na de geldende datum van deze
beperkte garantie geen materiaal- en/of fabricagefouten
hebben. DEZE GARANTIE VERVANGT UITDRUKKELIJK
ALLE ANDERE GARANTIES, EXPLICIET OF IMPLICIET,
VAN VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID.
Binnen de onderstaande garantieperioden zal Miller alle
onderdelen of componenten die niet meer functioneren door
dergelijke fabricage- en materiaalfouten met garantie repare-
ren of vervangen. Miller moet binnen dertig (30) dagen schrif-
telijk op de hoogte worden gebracht van een dergelijke fout of
storing, waarop Miller instructies zal geven over de garantie-
claim-procedure die hierop volgt. Wanneer een melding wordt
ingediend als een online garantieclaim, moet de claim een ge-
detailleerde omschrijving bevatten van de storing en de
stappen die zijn genomen om de defecte onderdelen en de
oorzaak van het defect te identificeren.
In het geval van een dergelijke storing binnen de garantieperi-
ode zal MILLER garantiesclaims toestaan op installaties met
garantie die hieronder zijn vermeld. Alle garantieperioden
gelden vanaf de dag dat de installatie geleverd werd aan de
oorspronkelijke kleinhandelkoper, of één jaar nadat een in-
stallatie naar een Europese distributeur gezonden is, of twaalf
maanden nadat de installatie naar een internationaal dis-
tributeur gezonden is.
1. 5 jaar op onderdelen — 3 jaar op arbeidsloon
* De thyristoren, diodes en afzonderlijke gelijkrichtmo-
dules in de originele hoofdstroom gelijkrichters met
uitzondering van de STR, SI, STi, STH en MPi series.
2. 3 jaar — op onderdelen en arbeidsloon
* Lasaggregaten met aandrijfmotor
(OPMERKING: Motoren vallen onder een aparte
garantie, bij de fabrikant van de motor.)
* Inverter stroombronnen (tenzij anders aangegeven)
* Procesbeheersingsapparatuur
* Semiautomatische en automatische draadaanvoer-
eenheden
* Transformator/gelijkrichterstroombronnen
3. 2 jaar — op onderdelen
* Automatisch verduisterende helmlenzen
(geen arbeidsloon)
* Migmatic 175
* HF Units
4. 1 jaar — op onderdelen en arbeidsloon tenzij anders aan-
gegeven
* Automatisch bewegende apparatuur
* Inbouwopties
(OPMERKING: Inbouwopties zijn gedekt onder
True Blue) voor de resterende garantieperiode
van het product waarin ze in geïnstalleerd zijn, of
voor een minimum van één jaar — afhankelijk van
welke van de twee het langste duurt.)
* Stroombronnen voor inductieverwarming, koelers
en elektronische regelapparatuur/recorders
* Motoraangedreven laspistolen (m.u.v. de Spoolmate
laspistolen)
* Positionerings en regelapparatuur
* Powered Air Purifying Respirator (PAPR) de venti-
latorunit (geen arbeidsloon)
* Rekken
* Wielonderstellen en trailers
* Onderpoederdekdraadaanvoersystemen
* Waterkoelsystemen
* Werkstations/Lastafels (geen arbeidsloon)
5. 6 maanden — op onderdelen
* Accu’s
6. 90 dagen — op onderdelen
* Toebehoren (sets)
* Beschermzeilen
* Kabels en dekens voor inductieverwarming
* MIGpistolen
* Afstandsbedieningen
* Vervangende onderdelen (geen arbeidsloon)
* Spoolmate pistolen
* Kabels en niet-elektronische regelingen
Millers True Blue beperkte garantie geldt niet voor:
1. Slijtonderdelen zoals contacttips, snijmondstukken,
magneetschakelaars, koolborstels, schakelaars,
sleepringen, relais of andere onderdelen die niet
meer goed werken als gevolg van normale slijtage.
2. Onderdelen geleverd door Miller maar geproduceerd
door anderen, zoals motoren of handelsaccessoires.
Deze onderdelen vallen onder de eventuele garanties
door de fabrikanten.
3. Installaties die veranderingen hebben ondergaan door
andere partijen dan Miller, of installaties die onjuist
geïnstalleerd of verkeerd gebruikt zijn volgens industrie-
richtlijnen, of installaties die geen redelijk en noodzake-
lijk onderhoud hebben gehad, of installaties die gebruikt
zijn voor andere dan de aangegeven toepassingen voor
de installatie.
MILLER PRODUKTEN ZIJN BEDOELD VOOR VERKOOP
EN GEBRUIK DOOR COMMERCIËLE/INDUSTRIËLE
GEBRUIKERS EN PERSONEN DIE OPGELEID ZIJN EN
ERVARING HEBBEN MET HET GEBRUIK EN ONDER-
HOUD VAN LASINSTALLATIES.
In het geval van een garantieclaim gedekt door deze garantie,
zullen de exclusieve Miller-oplossingen zijn: (1) repareren; of
(2) vervangen; of, als dit schriftelijk door Miller is toegestaan
in bepaalde gevallen, (3) de redelijke kosten van repareren of
vervangen bij een goedgekeurd Miller onderhoudsbedrijf; of
(4) krediet of betaling van de aankoopprijs (redelijke
waardevermindering op basis van het eigenlijke gebruik) bij
het retourneren van de goederen op risico en kosten van de
klant. Millers optie van repareren of vervangen zal f.o.b. zijn
(met inbegrip van vervoerskosten tot in de boot), naar de
fabriek in ITW Welding Products Group Europe of f.o.b. naar
een door Miller goedgekeurd onderhoudsbedrijf zoals
bepaald is door Miller. Daarom zal er geen compensatie of
terugbetaling voor transportkosten worden toegestaan.
VOOR ZOVER DE WET DIT TOESTAAT, STAAN ER GEEN
ANDERE VERHAALSMOGELIJKHEDEN OPEN DAN
DEGENE DIE HIER VOORZIEN ZIJN. IN GEEN GEVAL ZAL
MILLER CONTRACTUEEL, UIT ONRECHTMATIGE DAAD,
OF ANDERSZINS, AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR
RECHTSTREEKSE, ONRECHTSTREEKSE, BIJZONDE-
RE, INCIDENTELE, OF GEVOLGSCHADE (HIERIN
BEGREPEN GEDERFDE WINST).
MILLER VERWERPT EN SLUIT, M.B.T. ALLE
GEREEDSCHAP DAT DOOR HAAR GELEVERD WORDT,
ELKE UITDRUKKELIJKE GARANTIE DIE HIER NIET
VOORZIEN IS, EN ELKE GEÏMPLICEERDE GARANTIE OF
VERKLARING M.B.T. PRESTATIE, EN ELK VERHAAL OP
GROND VAN CONTRACTUELE WANPRESTATIE, UIT
ONRECHTMATIGE DAAD, OF DAT, WARE DEZE
BEPALING NIET OPGENOMEN, IMPLICIET, VAN
RECHTSWEGE, NAAR HANDELSGEWOONTE OF NAAR
AANLEIDING VAN DE CONCRETE OMSTANDIGHEDEN
VAN DE TRANSACTIE ZOU VOORTVLOEIEN UIT GELIJK
WELKE ANDERE RECHTSTHEORIE, HIERIN BEGREPEN
ELKE GEÏMPLICEERDE GARANTIE M.B.T.
VERKOOPBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN
BEPAALD GEBRUIK, UIT.
Deze originele garantie is in Engelse juridische begrippen ge-
schreven. Bij klachten of onenigheid heeft de betekenis van
de woorden in het Engels voorrang.
milan_warr_dut201701
Vertaling van de originele instructies UITGEGEVEN IN DE VS. 2017 Miller Electric Mfg. Co 2017-01
Naam van het model Serie-/typenumber
Aankoopdatum (datum waarop de apparatuur bij de oorspronkelijke klant werd bezorgd.)
Leverancier
Adres
Plaats
Staat Postcode
Volledig invullen en goed bewaren a.u.b.
Eigendomspapieren
ITW Welding Italy S.r.l.
Via Privata Iseo, 6/E
20098 San Giuliano
Milanese, Italy
Tel: 39 (0) 2982901
Fax: 39 (0) 298290-203
email: miller@itwwelding.it
Vermeld altijd de naam van het model en het serie-/typenummer
Ga naar uw leverancier voor: Toebehoren en elektroden
Optionele apparatuur en accessoires
Service en reparaties
Vervangende onderdelen
Handleiding
Neem contact op met het
vervoersbedrijf:
Service
Om een schadeclaim in te dienen bij verlies of
beschadiging tijdens transport.
Neem contact op met de transportafdeling van uw distribu-
teur en/of de fabrikant van de apparatuur voor hulp bij het
indienen en afhandelen van schadeclaims.
Neem contact op met een distributeur of servicebedrijf
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52

Miller MH061661D de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor