Documenttranscriptie
NL
FR
Gebruiksaanwijzing
Was-droogcombinatie
Notice d'utilisation
Lavante-séchante
2
37
L77685DWD
2
www.aeg.com
INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE......................................................................................... 3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN.................................................................................6
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT........................................................................8
4. BEDIENINGSPANEEL................................................................................................. 9
5. PROGRAMMA’S ....................................................................................................... 11
6. VERBRUIKSGEGEVENS.............................................................................................16
7. OPTIES........................................................................................................................17
8. INSTELLINGEN.......................................................................................................... 18
9. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT....................19
10. DAGELIJKS GEBRUIK............................................................................................. 19
11. DAGELIJKS GEBRUIK - ALLEEN DROGEN...........................................................23
12. DAGELIJKS GEBRUIK - WASSEN & DROGEN..................................................... 24
13. AANWIJZINGEN EN TIPS...................................................................................... 26
14. ONDERHOUD EN REINIGING...............................................................................28
15. PROBLEEMOPLOSSING.........................................................................................32
16. TECHNISCHE GEGEVENS..................................................................................... 35
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen
om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het
leven gemakkelijker helpen maken met functies die gewone apparaten wellicht
niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er
optimaal van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en
onderhoudsinformatie:
www.aeg.com/webselfservice
Registreer uw product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens
bij de hand hebt: model, productnummer, serienummer.
Deze informatie wordt vermeld op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
NEDERLANDS
1.
3
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt
door een verkeerde installatie of verkeerd gebruik.
Bewaar de instructies altijd op een veilige en
toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
WAARSCHUWING!
Gevaar voor verstikking, letsel of permanente
invaliditeit.
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens
of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met
zware en complexe beperkingen dienen altijd uit de
buurt te worden gehouden, mits ze voortdurend
onder toezicht staan.
Houd kinderen jonger dan 3 jaar uit de buurt of onder
permanent toezicht.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en
gooi het op passende wijze weg.
Houd wasmiddelen uit de buurt van kinderen.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het
apparaat als de deur open is.
Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient
dit te worden geactiveerd.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat
uitvoeren.
4
www.aeg.com
1.2 Algemene veiligheid
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
De specificatie van het apparaat mag niet worden
veranderd.
Het apparaat dient geïnstalleerd te worden als een
vrijstaand product of onder het aanrecht als daar
genoeg ruimte voor is.
Installeer het apparaat niet achter een vergrendelbare
deur, een schuifdeur of een deur met een scharnier
aan de tegenovergestelde zijde, waardoor de deur
van het apparaat niet volledig geopend kan worden.
Steek de stekker pas in het stopcontact als de
installatie is voltooid. Zorg ervoor dat de hoofdstekker
na installatie toegankelijk is.
De ventilatie-openingen in de onderkant mogen niet
worden afgedekt door tapijt, een mat of andere
soorten vloerbedekking.
WAARSCHUWING: Het apparaat mag niet van stroom
worden voorzien door een extern schakelapparaat,
zoals een tijdklok, of aangesloten worden op een
circuit dat door het elektriciteitsbedrijf regelmatig aan
en uit wordt geschakeld.
Zorg voor een goede luchtventilatie in de ruimte waar
het apparaat geïnstalleerd is, om het terugstromen
van ongewenste gassen van apparaten in de ruimte
die op gas of andere brandstoffen werken, zoals open
haarden, te voorkomen.
De lucht mag niet worden afgevoerd via een kanaal
dat wordt gebruikt voor uitlaatgassen van apparaten
die gas of andere brandstoffen verbranden.
De waterdruk bij het watertoevoerpunt van de
aansluiting moet liggen tussen 0,5 bar (0,05 MPa) en 8
bar (0,8 MPa).
Overschrijd het maximale laadvermogen van 8 kg niet
(raadpleeg hoofdstuk "Programmaschema").
Het apparaat moet op de waterleiding worden
aangesloten met de nieuwe meegeleverde slangsets,
NEDERLANDS
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
5
of andere nieuwe slangsets geleverd door het
geautoriseerd servicecentrum.
Oude slangsets mogen niet opnieuw worden
gebruikt.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant,
een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd
persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties
te voorkomen.
Veeg eventuele pluisjes of verpakkingsafval die zich
rondom het apparaat hebben opgehoopt, weg.
Artikelen die zijn bevuild met stoffen als plantaardige
of minerale olie, aceton, alcohol, benzine, kerosine,
vlekkenverwijderaars, terpentine, boenwas en
boenwasverwijderaars dienen alvorens in de was/
droogcombinatie te worden gedroogd, afzonderlijk te
worden gewassen met een extra hoeveelheid
wasmiddel.
Het apparaat mag niet worden gebruikt als de items
vervuild zijn met industriële chemische
reinigingsmiddelen.
Droog geen ongewassen artikelen in de wasdroger.
Artikelen van schuimrubber (latexschuim),
douchemutsjes, waterdichte kleding, artikelen met
een rubberen binnenkant en kleding of kussens met
een vulling van schuimrubber dienen niet in de was/
droogcombinatie te worden gedroogd.
Wasverzachters of soortgelijke producten dienen te
worden gebruikt zoals aangegeven in de instructies
van de fabrikant van het product.
Verwijder alle voorwerpen van items die een
ontstekingsbron kunnen zijn zoals aanstekers of
lucifers.
Stop een was/droogcombinatie nooit voor het einde
van een droogcyclus, tenzij alle voorwerpen snel uit
de trommel verwijderd en uitgehangen worden, zodat
de restwarmte snel verdwijnt.
Het laatste deel van een was/droogcombinatiecyclus
vindt plaats zonder warmte (koelcyclus) om ervoor te
6
www.aeg.com
•
•
•
zorgen dat de artikelen uiteindelijk een temperatuur
hebben waarbij is gewaarborgd dat de artikelen niet
worden beschadigd.
Gebruik geen waterstralen onder druk en/of stoom
om het apparaat te reinigen.
Maak het apparaat schoon met een vochtige doek.
Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen.
Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het
stopcontact voordat u onderhoudshandelingen
verricht.
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Installatie
De installatie moet voldoen
aan de relevante nationale
voorschriften.
• Volg de installatie-instructies op die
zijn meegeleverd met het apparaat.
• Gebruik of installeer het apparaat niet
als de temperatuur lager kan zijn dan
0°C of als het is blootgesteld aan het
weer.
• Het apparaat moet bij het verplaatsen
altijd rechtop worden gehouden.
• Zorg dat er lucht tussen het apparaat
en de vloer kan circuleren.
• Verwijder de verpakking en de
transportbouten.
• Zorg ervoor dat de vloer van de plaats
waar u het apparaat installeert, vlak,
stabiel, hittebestendig en schoon is.
• Bewaar de transportbouten op een
veilige plaats. Als het apparaat
verplaatst moet worden in de
toekomst, moeten ze opnieuw
bevestigd worden om de trommel te
vergrendelen om interne schade te
voorkomen.
• Wees altijd voorzichtig bij het
verplaatsen van het apparaat omdat
het zwaar is. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten
schoeisel.
• Installeer en gebruik geen
beschadigd apparaat.
• Plaats het apparaat niet op een plek
waar de deur niet helemaal open kan.
• Pas de stelvoeten aan om de nodige
ruimte tussen het apparaat en de
vloer te creëren.
• Als het apparaat op zijn permanente
plaats is, moet u nagaan of het
waterpas staat. Is dit niet het geval,
stel de stelpootjes dan
overeenkomstig af.
2.2 Aansluiting aan het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
• Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact.
• Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
• Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
• Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
• Raak de stroomkabel of stekker niet
aan met natte handen.
• Dit apparaat voldoet aan de EUrichtlijnen.
NEDERLANDS
2.3 Wateraansluiting
• Beschadig de waterslangen niet.
• Indien buizen lang niet zijn gebruikt,
er reparaties hebben plaatsgevonden
of er nieuwe apparaten zijn geplaatst
(watermeters, enz.), moet u, voordat
de nieuwe buizen worden
aangesloten, het water laten stromen
tot het schoon en helder is.
• Zorg ervoor dat er geen zichtbare
waterlekken zijn tijdens en na het
eerste gebruik van het apparaat.
2.4 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel,
elektrische schokken, brand,
brandwonden en schade aan
het apparaat.
• Dit apparaat is uitsluitend bestemd
voor huishoudelijk gebruik.
• Plaats geen ontvlambare producten
of gerechten die vochtig zijn gemaakt
met ontvlambare producten in, bij of
op het apparaat.
• Raak het glas van de deur niet aan als
een programma in werking is. Het
glas kan heet worden.
• Droog geen beschadigde
(gescheurde, gerafelde) kleding met
vulling of voering.
• Als het wasgoed is gewassen met een
vlekkenverwijderaar, voer dan een
extra spoelgang uit voordat u met
een droogcyclus begint.
• Zorg ervoor dat alle metalen
voorwerpen uit het wasgoed
verwijderd zijn.
7
• Droog uitsluitend stoffen die geschikt
zijn om in de wasdroogcombinatie te
drogen. Volg de instructies op het
wasvoorschrift in de kleding.
• Voorwerpen van kunststof die niet
hittebestendig zijn.
– Als u een wasbol heeft gebruikt,
verwijder deze dan voordat u een
droogprogramma start.
– Gebruik geen wasbol wanneer u
een non-stopprogramma instelt.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of schade
aan het apparaat.
• Ga niet op de open deur zitten of
staan.
• Droog geen druipnatte
kledingstukken in het apparaat.
2.5 Verwijdering
• Haal de stekker uit het stopcontact en
koppel het apparaat los van de
watertoevoer.
• Snijd het netsnoer vlak bij het
apparaat af en gooi het weg.
• Verwijder de deurvergrendeling om
te voorkomen dat kinderen of
huisdieren binnen in de trommel vast
komen te zitten.
• Gooi het apparaat weg conform de
lokale voorschriften voor de
verwijdering van elektrische en
elektronische apparatuur (AEEA).
8
www.aeg.com
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
3.1 Apparaatoverzicht
1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
6
7
Bovenblad
Wasmiddellade
Bedieningspaneel
Handgreep
Typeplaatje
Filter afvoerpomp
Voetjes voor het waterpas zetten van
het apparaat
6
7
3.2 De kinderbeveiliging
inschakelen
Dit voorkomt dat kinderen of huisdieren
in de trommel worden opgesloten.
Draai het draaigedeelte rechtsom totdat
de groef horizontaal staat.
U kunt de deur niet sluiten.
Om de deur te sluiten draait u het
draaigedeelte linksom totdat de groef
weer verticaal staat.
3.3 Set bevestigingsplaatjes
(4055171146)
Verkrijgbaar bij uw geautoriseerde
verkooppunt.
Zet het apparaat goed vast met de
bevestigingsplaatjes als u het apparaat
op een plint plaatst.
Lees de met het accessoire
meegeleverde instructies zorgvuldig
door.
NEDERLANDS
4. BEDIENINGSPANEEL
4.1 Beschrijving bedieningspaneel
1
2
3
10
1 Aan/Uit - Marche/Arrêt toets
2 Programmaschakelaar
3 Display
4 Start/Pauze - Départ/Pause toets
5 Startuitstel - Départ Différé toets
6 Tijd Besparen - Gain de Temps toets
9
8
7
6
5
4
7 Droogtijd - Minuterie toets
8 Droogtegraad - Niveau de Séchage
toets
9 T./min toets
10 Temp.°C toets
4.2 Display
A
B
C
Temperatuurbereik:
A
Indicatielampje voor temperatuur
Aanduiding koud water
D
9
10
www.aeg.com
Centrifugebereik:
Indicatielampje toerental
B
Indicatielampje Niet centrifugeren1)
Indicatielampje Spoelstop
1) Alleen beschikbaar voor het programma Centrifugeren / Pompen.
Droogniveausymbolen1):
Strijkdroog (Iron dry)
Kastdroog (Cupboard dry)
Extra droog (Extra dry)
Display-indicaties2):
C
Deur vergrendeld - U kunt de deur van het apparaat niet openen als
het symbool zichtbaar is. U kunt de deur van het apparaat uitsluitend openen als het symbool verdwijnt.
Wasfase
Droogfase
Kinderslot
Extra spoelbeurt
Startuitstel
1) Lichten op als u een automatisch droogprogramma kiest.
2) De symbolen verschijnen op de display als de bijbehorende fase of functie is ingesteld.
NEDERLANDS
11
Tijdsbereik:
Programmaduurtijd (was- en/of droogfase)
Als het programma start, vermindert de tijd in stappen van één minuut.
Startuitstel
Als u op de toets Startuitstel drukt, toont het display de uitgestelde
starttijd.
D
Alarmcodes
Als er een storing in het apparaat optreedt, worden er alarmcodes
op het display weergegeven. Raadpleeg het hoofdstuk "Probleemoplossing".
Foutbericht
De display toont dit bericht een aantal seconden wanneer:
• U met dit wasprogramma geen functie kunt instellen.
• U het wasprogramma probeert te wijzigen als het in werking is.
Het programma is voltooid.
5. PROGRAMMA’S
5.1 Programmaoverzicht
Programma
Temperatuurbereik
Maximale lading
Maximale centrifugeersnelheid
Programmabeschrijving
(Type lading en vervuiling)
8 kg
1600 tpm
Wit en bont katoen. Normaal vervuild
en licht vervuild.
8 kg
1600 tpm
Wit katoen en kleurvast katoen. Normale vervuiling. Het energieverbruik
daalt en de duurtijd van het wasprogramma neemt toe.
Wasprogramma's
Katoen - Blanc/Couleurs
95°C - Koud
Katoen Eco - Coton Eco1)
60°C - 40°C
8 kg
Katoen + Voorwas - Blanc/ 1600 tpm
Couleurs + Prélavage
95°C - Koud
Synthetica - Synthétiques
60°C - Koud
4 kg
1200 tpm
Wit en bont katoen. Sterke en normale
vervuiling.
Synthetische of gemengde stoffen.
Normale vervuiling.
12
www.aeg.com
Programma
Temperatuurbereik
Zijde - Soie
30°C
Wol - Laine
40°C - Koud
Non-stop 60 min.
40°C - 30°C
Maximale lading
Maximale centrifugeersnelheid
Programmabeschrijving
(Type lading en vervuiling)
1 kg
1000 tpm
Speciaal programma voor zijde en gemengde synthetische stoffen.
1,5 kg
1200 tpm
Machinewasbestendige wol, handwasbestendige wol en andere stoffen voorzien van het symbool «handwas».2)
1 kg
1200 tpm
Compleet programma samengesteld uit
wasfase en droogfase voor een kleine lading met gemengde stoffen (katoenen
en synthetische stoffen).
1,5 kg
Stoomprogramma voor katoenen en
synthetische stoffen. Dit programma
helpt bij het opfrissen en ontkreuken van
het wasgoed. Stel dit programma niet in
voor kleding die gewassen is op een
temperatuur lager dan 40°C.
8 kg
1600 tpm
Om het wasgoed te spoelen en te centrifugeren. Alle stoffen, behalve wol en
zeer delicate stoffen. Verlaag de centrifugeersnelheid afhankelijk van het type
wasgoed.
8 kg
1600 tpm
Om het wasgoed te centrifugeren en het
water uit de trommel af te voeren. Alle
stoffen, behalve wol en zeer fijne stoffen.
3 kg
1200 tpm
Katoenen en synthetische kleding met
lichte vervuiling of slechts eenmaal gedragen.
4 kg
800 tpm
Synthetische stoffen die voorzichtig
gewassen moeten worden. Normaal en
Stoom - Vapeur
Spoelen - Rinçage
Koud
Centrif./Pompen - Essorage/Vidange3)
20 Min. - 3 kg
40°C - 30°C
Strijkvrij - Repassage Facile
60°C - Koud
Fijne Was - Délicats
40°C - Koud
licht bevuild.4)
4 kg
1200 tpm
Fijne stoffen zoals acryl, viscose en gemengde stoffen hebben een milde
wasbeurt nodig. Normale vervuiling.
1 kg
Droogprogramma voor wol.
Droogprogramma's
Wol - Laine
NEDERLANDS
Programma
Temperatuurbereik
Maximale lading
Maximale centrifugeersnelheid
Programmabeschrijving
(Type lading en vervuiling)
3 kg
Droogprogramma voor synthetische
stoffen.
6 kg
Droogprogramma voor katoenen stoffen.
Synthetica - Synthétiques
Katoen - Blanc/Couleur
13
1) Het wasprogramma Katoen Eco - Coton Eco bij 60ºC met een lading van 8 kg en het droogprogramma Katoen - Blanc/Couleur zijn de referentieprogramma's voor de gegevens die op het energielabel
staan, in overeenstemming met de EG 92/75 normen.
De watertemperatuur van de wasfase kan verschillen van de temperatuur die is aangegeven voor het geselecteerde programma.
2) Tijdens deze cyclus draait de trommel langzaam om voorzichtig te wassen. Het kan lijken alsof de
trommel niet draait of niet goed draait. Dit is echter normaal voor dit programma.
3) Stel de centrifugeersnelheid in. Zorg ervoor dat het geschikt is voor het soort stof dat wordt gewassen. Als u de optie Niet centrifugeren instelt, is enkel de afvoerfase beschikbaar.
4) Om kreuken te beperken, regelt deze cyclus de watertemperatuur en voert een zachte wasbeurt en
centrifugeerfase uit. Het apparaat voegt extra spoelgangen toe. Dit programma is niet compatibel met
drogen.
Toepasbaarheid programma-opties
Programma
T./min
1)
Tijd Besparen Gain de
Temps2)
■
Startuitstel
- Départ
Différé
Katoen - Blanc/Couleurs
■
■
■
■
Katoen Eco - Coton Eco
■
■
■
Synthetica - Synthétiques
■
■
■
■
■
Zijde - Soie
■
■
■
■
■
Wol - Laine
■
■
Stoom - Vapeur
■
■
Spoelen - Rinçage
■
■ 3)
■
Katoen + Voorwas - Blanc/
Couleurs + Prélavage
■
Non-stop 60 min.
■
■
■
■
14
www.aeg.com
Programma
T./min
1)
Tijd Besparen Gain de
Temps2)
Centrif./Pompen - Essorage/
Vidange4)
20 Min. - 3 kg
Strijkvrij - Repassage Facile
Fijne Was - Délicats
Startuitstel
- Départ
Différé
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
1) Als de functie permanente Extra spoelgang geactiveerd is, voegt het apparaat extra spoelgangen toe.
Als u een lage centrifugeersnelheid instelt in het programma Spoelen, voert het apparaat delicate spoelgangen uit met kort centrifugeren.
2) Als u een kortste cyclusduur instelt, adviseren wij u de grootte van de lading te verminderen. Het is
mogelijk om de volledige lading te gebruiken, maar het wasresultaat kan dan minder bevredigend zijn.
3) Voor dit programma kunt u alleen de duur Extra kort instellen.
4) Stel de centrifugeersnelheid in. Zorg ervoor dat het geschikt is voor het soort stof dat wordt gewassen. Als u de optie Niet centrifugeren instelt, is enkel de afvoerfase beschikbaar.
5.2 Automatisch drogen
Droogtegraad
Soort stof
Wol drogen
Extra droog
Artikelen van badstof
Katoen en linnen
tot 6 kg
(badjassen, badhanddoeken,
etc.)
Katoen en linnen
tot 6 kg
Kastdroog)1)
(badjassen, badhanddoeken,
Voor spullen die opgeruimd worden etc.)
Synthetische en gemengde tot 3 kg
stoffen
(truien, blouses, ondergoed,
huishoudlinnen en beddegoed)
Zijden kledingstukken
(blouses, overhemden, kleding..)
tot 1 kg
Wollen kledingstukken
(wollen truien)
tot 1 kg
NEDERLANDS
Droogtegraad
Strijkdroog (Iron Dry)
Geschikt voor artikelen die gestreken moeten worden
Soort stof
Wol drogen
Katoen en linnen
(lakens, tafellakens, overhemden, etc.)
tot 6 kg
15
1) Aanwijzingen voor testinstituten Testprestaties, volgens EN 50229, moeten worden uitgevoerd met
de EERSTE drooglading van de maximale droogcapaciteit (samenstelling volgens EN61121) door selectie van het programma AUTOMATISCH KASTDROOG voor Katoen Eco - Coton Eco. De TWEEDE
drooglading met de restlading moet worden getest door selectie van het programma AUTOMATISCH
KASTDROOG voor Katoen Eco - Coton Eco.
5.3 Ingestelde droogtijd
Droogtegraad
Soort stof
Extra droog
Artikelen van badstof
Katoen en linnen
(badjassen, badhanddoeken,
etc.)
Belading Centrifu- Voorgestel(kg)
gesnel- de duur
heid
(min)
(tpm)
6
1600
220 - 240
4
1600
140 - 160
2
1600
100 - 110
6
1600
210 - 230
4
1600
130 - 150
2
1600
90 - 100
3
1200
100 - 110
1
1200
40 - 50
Wol (Wool)
(wollen truien)
1
1200
110 - 130
Zijde
(blousen, overhemden, kleding, enz.)
1
1000
80
6
1600
150 - 170
4
1600
85 - 105
2
1600
55 - 65
Kastdroog)
Katoen en linnen
Voor spullen die opge- (badjassen, badhanddoeken,
ruimd worden
etc.)
Kastdroog)
Synthetische en gemengde
Voor spullen die opge- stoffen
ruimd worden
(truien, blouses, ondergoed,
huishoudlinnen en beddegoed)
Strijkdroog (Iron Dry) Katoen en linnen
Geschikt voor artikelen (lakens, tafellakens, overdie gestreken moeten hemden, etc.)
worden
16
www.aeg.com
5.4 Woolmark Apparel Care Blauw
• De wolwascyclus van de machine is
goedgekeurd door Woolmark voor
het wassen van wollen kleding met
een wasetiket voor de handwas, mits
de kledingstukken worden gewassen
volgens de instructies op het etiket in
het kledingstuk en die van de
fabrikant van deze wasmachine.
M1230
• De droogcyclus voor wol van deze
machine is getest en goedgekeurd
door de Woolmark Company. De
cyclus is geschikt voor wollen kleding
die volgens het etiket op de hand
moet worden gewassen op
voorwaarde dat de kleding op een
door Woolmark aangeraden manier
op de hand gewassen is en gedroogd
wordt volgens de instructies van de
fabrikant. M1224
In het VK, Ierland, Hong Kong en India is
het Woolmark-symbool is een
certificeringshandelsmerk.
6. VERBRUIKSGEGEVENS
De aangewezen waarden zijn verkregen onder laboratoriumcondities
met relevante standaarden. Verschillende oorzaken kunnen de gegevens wijzigen: de hoeveelheid en het type wasgoed en de omgevingstemperatuur. De waterdruk, netvoeding en de temperatuur van het toevoerwater kunnen de duur van het wasprogramma ook beïnvloeden.
De technische specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving
worden gewijzigd om de kwaliteit van het product te verbeteren.
Bij de start van het programma toont het display de duur van het programma voor de maximale beladingscapaciteit.
Tijdens de wasfase wordt de programmaduur automatisch berekend en
deze kan aanzienlijk worden verkort als er minder wasgoed in de trommel is dan de maximale beladingscapaciteit (bijv. bij katoen 60°C, maximale beladingscapaciteit 8 kg, is de programmaduur langer dan 2 uur,
maar bij een werkelijke belading van 1 kg kan de programmaduur korter
zijn dan 1 uur).
Als de machine de werkelijke programmaduur berekent, knippert er een
stip op het display.
programma’s
Katoen 60°C
Belading
(kg)
8
Energieverbruik
(kWh)
1.60
Waterverbruik (liter)
72
Geschatte programmaduur (minuten)
168
NEDERLANDS
programma’s
Belading
(kg)
Katoen Eco - Coton Eco
Energiebesparingsprogram-
Energieverbruik
(kWh)
Waterverbruik (liter)
17
Geschatte programmaduur (minuten)
8
1.03
57
220
Katoen 40°C
8
1.00
72
164
Synthetische was 40°C
4
0.60
50
110
Fijnwas 40°C
4
0.70
60
91
1,5
0.35
57
58
ma katoen 60°C1)
Wol/handwas 30°C
1) «Het energiebesparingsprogramma voor katoen» bij 60°C bij een belading van 8 kg is het referentieprogramma voor de in het energielabel vermelde gegevens, overeenkomstig de EEG-norm 92/75.
7. OPTIES
7.1 Temp.°C
Stel deze optie in om de
standaardtemperatuur te wijzigen.
Indicatielampje
= koud water.
Het display toont de ingestelde
temperatuur.
• Het wasprogramma eindigt met water
in de trommel. De trommel draait
regelmatig om kreuken te beperken.
• De deur blijft vergrendeld. U moet
het water afvoeren om de deur te
kunnen openen.
• Op het display verschijnt het
indicatielampje
Om het water af te voeren
zie "Water afvoeren na het
einde van de cyclus".
7.2 T./min
Met deze optie kunt u de
standaardcentrifugeersnelheid verlagen.
Het indicatielampje van de ingestelde
snelheid wordt op het display
weergegeven.
Extra centrifugeeropties:
Niet centrifugeren
• Stel deze optie in om alle
centrifugeerfasen te verwijderen.
• Instellen voor fijne was.
• Om voor de afwezigheid van de
centrifugeercyclus te compenseren,
gebruikt de spoelfase voor sommige
wasprogramma's meer water.
• Op het display verschijnt het
indicatielampje
Spoelstop
.
• Stel deze optie in om kreuken te
beperken.
.
7.3 Droogtegraad - Niveau de
Séchage
Druk op deze knop om een van de 3
automatische beschikbare droogniveaus
in te stellen. Het symbool van het
ingestelde niveau wordt op het display
weergegeven:
•
Strijkdroog – wasgoed moet nog
gestreken worden
•
Kastdroog – wasgoed om op te
bergen
•
Extra droog – wasgoed volledig
droog
U kunt niet alle
automatische niveaus
voor alle stofsoorten
instellen.
18
www.aeg.com
7.4 Droogtijd - Minuterie
Druk op deze toets om op basis van de
stofsoort in te stellen hoe lang de was
moet drogen. De ingestelde waarde
wordt in het display weergegeven.
Telkens als u deze toets indrukt wordt de
droogtijd met 5 minuten verlengd.
Droogtijden kunnen worden
beperkt door het
geselecteerde programma.
7.5 Tijd Besparen - Gain de
Temps
Met deze optie kunt u de
programmaduur inkorten.
• Druk twee keer voor het instellen van
een extra snel programma voor licht
bevuild wasgoed.
Sommige programma's
accepteren alleen één van
de twee opties.
7.6 Startuitstel - Départ
Différé
Met deze optie kunt u de start van een
programma uitstellen van 30 minuten tot
20 uur.
Op de display verschijnt de
bijbehorende indicatie en uitsteltijd.
• Eenmaal drukken om 'Verkorte duur'
in te stellen voor voorwerpen met
dagelijks vuil.
8. INSTELLINGEN
8.1 Geluidssignalen
De geluidssignalen weerklinken wanneer:
•
•
•
•
•
U het apparaat inschakelt
U het apparaat uitschakelt
U op een toets drukt.
Het programma is voltooid
Er een storing in het apparaat
optreedt.
Voor het uitschakelen/inschakelen van
de geluidssignalen, drukt u tegelijkertijd
op Droogtegraad - Niveau de Séchage
en Droogtijd - Minuterie gedurende 6
seconden.
Als u de geluidssignalen
uitschakelt, werken ze wel
als er een storing optreedt.
8.2 Kinderslot
Met deze optie kunt u voorkomen dat
kinderen met het bedieningspaneel
spelen.
• Voor het inschakelen/uitschakelen
van deze optie, drukt u tegelijkertijd
op Temp.°C en T/min. tot het
indicatielampje
aan/uit gaat.
U kunt deze optie inschakelen:
• Nadat u op Start/Pauze - Départ/
Pause heeft gedrukt: worden de
opties en de programmaknop
vergrendeld.
• Voordat u op Start/Pauze - Départ/
Pause heeft gedrukt: kan het apparaat
niet starten.
8.3 Permanent extra spoelen
Met deze optie kunt bij elke programma
automatisch een extra spoelbeurt
instellen.
• Voor het inschakelen/uitschakelen
van deze optie, drukt u tegelijkertijd
op Tijd Besparen - Gain de Temps en
Startuitstel - Départ Différé tot het
relevante indicatielampje aan/uit
gaat.
NEDERLANDS
19
9. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE
KEER GEBRUIKT
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Draai de waterkraan open.
3. Giet 2 liter water in het
wasmiddeldoseerbakje voor de
wasfase.
Dit activeert het afvoersysteem.
4. Doe een klein beetje wasmiddel in
het doseervakje voor de wasfase.
5. Stel het programma voor katoen in
op de hoogste temperatuur zonder
wasgoed en start het programma.
Dit verwijdert al het mogelijke vuil uit de
trommel en de kuip.
10. DAGELIJKS GEBRUIK
10.1 Wasgoed in de machine
doen
10.2 Vullen met wasmiddel en
toevoegingen
1. Open de deur van het apparaat.
2. Plaats het wasgoed stuk voor stuk in
de trommel.
3. Schud de items voor u ze in de
wasautomaat plaatst.
Zorg ervoor dat u niet te veel was in de
trommel plaatst.
4. Doe de deur stevig dicht.
Vakje voor voorwasmiddel,
weekprogramma of
vlekkenverwijderaar.
Wasmiddelvakje voor wasfase.
LET OP!
Zorg ervoor dat er geen
wasgoed tussen het rubber
en de deur terechtkomt. Er
kan waterlekkage of
beschadigd wasgoed
ontstaan.
Vakje voor vloeibare toevoegingen
(textielversteviger, stijfsel).
Dit is het maximale niveau voor
vloeibare toevoegingen.
Klep voor waspoeder of vloeibaar
wasmiddel.
Gebruik wasmiddelen altijd
volgens de aanwijzingen op
de verpakking.
10.3 De stand van de klep
controleren
1. Trek de wasmiddeldoseerlade uit tot
deze niet meer verder kan.
2. Druk de hendel in om de lade uit te
trekken.
20
www.aeg.com
1
2
3. Draai de klep omhoog om
poederwasmiddel te gebruiken.
A
Met de klep in de stand
OMLAAG:
• Gebruik geen
gelatineachtige of
dikke vloeibare
wasmiddelen.
• Giet niet meer
vloeibaar wasmiddel
in het vakje dan de
limiet op de klep.
• Stel de voorwasfase
niet in.
• Stel de
startuitstelfunctie niet
in.
5. Meet het wasmiddel en
wasverzachter af.
6. Sluit de wasmiddeldoseerlade
voorzichtig.
Zorg bij het sluiten van de lade dat de
klep geen blokkering veroorzaakt.
10.4 Het apparaat inschakelen
4. Draai de klep omlaag om vloeibaar
wasmiddel te gebruiken.
B
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Draai de waterkraan open.
3. Druk op toets Aan/Uit - Marche/Arrêt
om het apparaat in te schakelen.
Er klinkt een korte toon.
10.5 Een programma instellen
1. Draai de programmaschakelaar om
het programma in te stellen:
• Het bijbehorende indicatielampje
gaat branden.
• Het indicatielampje Start/Pauze Départ/Pause knippert.
• Op het display verschijnt: de
standaard temperatuur, de
centrifugesnelheid, de
indicatielampjes van de
programmafasen en de
programmaduur.
2. Indien nodig, wijzig de temperatuur,
de centrifugeersnelheid, de
cyclusduur of voeg extra opties toe.
Als u een optie activeert, gaat het
indicatielampje van de ingestelde
optie branden.
Als u iets niet goed instelt,
toont het display de melding
Err.
NEDERLANDS
10.6 Een programma starten
zonder een uitgestelde start
10.9 De uitgestelde start
annuleren
Druk op toets Start/Pauze - Départ/
Pause om het programma te starten.
Het bijbehorende indicatielampje stopt
met knipperen en blijft branden.
Op het display gaat de aanduiding van
de werkende fase knipperen.
Het programma start en de deur wordt
vergrendeld. Op het display verschijnt
De uitgestelde start annuleren:
het symbool
.
De afvoerpomp kan even
werken als het apparaat
gevuld wordt met water.
10.7 Cyclustijd herberekening
Na ongeveer 15 minuten na
de start van het programma:
• Het apparaat past de
cyclustijd automatisch
aan op het wasgoed dat
u in de trommel hebt
gedaan, voor perfecte
wasresultaten binnen een
minimaal benodigde tijd.
• Op de display verschijnt
de nieuwe tijdwaarde.
10.8 Een programma starten
met een uitgestelde start
1. Druk herhaaldelijk op toets
Startuitstel - Départ Différé tot het
aantal minuten of uren op de display
verschijnt.
Het bijbehorende indicatielampje gaat
branden.
2. Als u op de toets Start/Pauze Départ/Pause drukt:
Het aftellen van de uitgestelde start
wordt op het display weergegeven.
Nadat het aftelproces voltooid is, wordt
het wasprogramma automatisch gestart.
Voordat u op toets Start/
Pauze - Départ/Pause drukt
om het apparaat te starten,
kunt u de instelling van de
uitgestelde start annuleren
of wijzigen.
21
1. Druk op Start/Pauze - Départ/Pause
om het apparaat op pauze te zetten.
Het bijbehorende indicatielampje
knippert.
2. Druk herhaaldelijk op Startuitstel Départ Différé tot het display staat.
3. Druk weer op Start/Pauze - Départ/
Pause om het programma direct te
starten.
10.10 Onderbreken van een
programma en een optie
wijzigen
U kunt slechts enkele functies wijzigen
voordat ze gaan werken.
1. Druk op toets Start/Pauze - Départ/
Pause.
Het bijbehorende indicatielampje
knippert.
2. Wijzig de ingestelde optie.
3. Druk nogmaals op toets Start/Pauze Départ/Pause.
Het wasprogramma gaat verder.
10.11 Een actief programma
annuleren
1. Druk op toets Aan/Uit - Marche/Arrêt
om het programma te annuleren en
om het apparaat uit te schakelen.
2. Druk opnieuw op toets Aan/Uit Marche/Arrêt om het apparaat in te
schakelen.
U kunt nu een nieuw wasprogramma
kiezen.
Het apparaat voert het water
af voordat u een nieuw
programma start. Zorg er in
dit geval voor dat het
wasmiddel nog in het
doseerbakje zit, zo niet vul
het dan bij.
22
www.aeg.com
10.12 De deur openen
Als de temperatuur en het
waterniveau in de trommel
te hoog zijn en/of de
trommel nog draait, kunt u
de deur niet openen.
Als een programma of het startuitstel in
werking is, is de deur van de wasmachine
vergrendeld.
1. Druk op toets Start/Pauze - Départ/
Pause.
Op het display gaat het indicatielampje
van de deurvergrendeling uit.
2. Open de deur van het apparaat.
3. Sluit de deur en druk op toets Start/
Pauze - Départ/Pause.
Het programma of startuitstel gaat
verder.
10.13 Einde programma
Wanneer het programma is voltooid,
stopt het apparaat automatisch. Als het
geluidssignaal actief is, weerklinkt het
signaal.
Op het display gaat
aan en het
indicatielampje deur vergrendeld
gaat uit.
Het lampje van toets Start/Pauze Départ/Pause gaat uit.
1. Druk op toets Aan/Uit - Marche/Arrêt
om het apparaat uit te schakelen.
Vijf minuten na afloop van het
programma schakelt
energiebesparingsfuncie het apparaat
automatisch uit.
Als u het apparaat weer
inschakelt, wordt het einde
van het als laatste ingestelde
programma in het display
weergegeven. Draai aan de
programmaknop om een
nieuwe cyclus in te stellen.
2. Haal het wasgoed uit het apparaat.
3. Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
4. Laat de deur iets open staan om de
vorming van schimmel en
onaangename luchtjes te voorkomen
10.14 Laat het water
weglopen na afloop van de
cyclus
Het wasprogramma is voltooid, maar
er staat water in de trommel:
De trommel draait regelmatig om
kreukvorming van het wasgoed te
voorkomen.
Het indicatielampje van de deur
brandt. De deur blijft vergrendeld.
U moet het water afvoeren om de deur
te kunnen openen:
1. De centrifugeersnelheid zo nodig
verlagen.
2. Druk op de knop Start/Pauze Départ/Pause.
Het apparaat voert het water af en
centrifugeert.
3. Als het programma is voltooid, gaat
het deurvergrendelingssymbool
uit en kunt u de deur openen.
4. Druk een paar seconden op Aan/Uit Marche/Arrêt om het apparaat uit te
schakelen.
Na ongeveer 18 uur begint
het apparaat automatisch
met het afvoeren van water
en centrifugeren.
10.15 AUTO Stand-by-optie
De AUTO Stand-by-functie schakelt het
apparaat automatisch uit om stroom te
besparen als:
• Het apparaat is 5 minuten voordat u
op de knop Start/Pauze - Départ/
Pause drukt niet gebruikt.
Druk opnieuw op de toets Aan/Uit Marche/Arrêt om het apparaat in te
schakelen.
• 5 minuten na afloop van het
wasprogramma
Druk opnieuw op de toets Aan/Uit Marche/Arrêt om het apparaat in te
schakelen.
De tijd van het laatst ingestelde
programma wordt weergegeven op
het display.
Draai aan de programmaknop om
een nieuwe cyclus in te stellen.
NEDERLANDS
23
Als u een programma of
optie instelt die eindigt met
water in de trommel, wordt
het apparaat niet door de
AUTO Stand-by functie
gedeactiveerd om u eraan
te herinneren het water weg
te pompen.
11. DAGELIJKS GEBRUIK - ALLEEN DROGEN
een van volgende droogheidniveaus
aangeeft:
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Dit apparaat is een
automatische
wasdroogcombinatie.
11.1 Instelling voor drogen
: Aanduiding STRIJKDROOGniveau voor katoen
•
: Aanduiding KASTDROOGniveau voor katoen, synthetica,
wol en zijden kledingstukken
: Aanduiding EXTRA DROOGniveau voor katoen
Op het display verschijnt een
tijdswaarde, berekend aan de hand van
een standaard wasgoedlading. Als er
meer of minder wasgoed in de trommel
zit, past het apparaat de tijdswaarde
tijdens de cyclus automatisch aan.
2. Druk op Start/Pauze - Départ/Pause
om het programma te starten.
Op het display verschijnt de aanduiding
•
WAARSCHUWING!
Controleer of de
waterkraan is geopend.
1. Druk een paar seconden op de knop
Aan/Uit - Marche/Arrêt om het
apparaat in te schakelen.
2. Steek de was één voor één in het
apparaat.
3. Draai de programmaknop naar het
programma dat geschikt is voor het
drogen van het wasgoed. Op het
display verschijnt het symbool
•
.
Overschrijd voor goede
droogprestaties niet de
maximale laadcapaciteit die
in de gebruikershandleiding
wordt aanbevolen. De
ingestelde
centrifugeersnelheid mag
niet lager zijn dan de
automatische snelheid van
het ingestelde programma.
11.2 Drogen op automatische
niveaus
Het wasgoed kan worden gedroogd op
vooraf bepaalde droogniveaus:
1. Druk herhaaldelijk op Droogtegraad
- Niveau de Séchage tot het display
voor gesloten deur
droogsymbool
. Het
begint te knipperen.
U kunt niet alle niveaus voor
alle soorten wasgoed
instellen.
11.3 Ingesteld tijddrogen
Het wasgoed kan ook worden gedroogd
met een handmatig instelde droogtijd:
1. Druk herhaaldelijk op Droogtijd Minuterie om de tijdswaarde in te
stellen (zie de tabel «Programma's
voor tijdsingesteld drogen»).
• De ingestelde waarde wordt in
het display weergegeven: bijv.:
. Telkens als u deze toets
indrukt wordt de droogtijd met 5
minuten verlengd.
24
www.aeg.com
• Na enkele seconden geeft het
display een nieuwe tijdwaarde
• De geluidssignalen weerklinken (als ze
actief zijn).
weer: bijv.:
. Het apparaat
berekent ook de duur van de antikreukbeveiliging- en de koelfases.
2. Druk op Start/Pauze - Départ/Pause
om het programma te starten.
• Op het display verschijnt
regelmatig een nieuwe
tijdwaarde.
• In het display gaat het symbool aan.
• Het indicatielampje Start/Pauze Départ/Pause gaat uit.
• De laatste minuten van de
droogcyclus voert het apparaat een
koel- en anti-kreukfase uit. De deur
blijft vergrendeld.
Wanneer het deursymbool voor de
• Het droogsymbool
begint te
knipperen.
• Op het display verschijnt de
aanduiding voor gesloten deur
.
Als u een tijdswaarde van
slechts 10 minuten instelt,
voert het apparaat alleen
een afkoelfase uit.
Als het wasgoed niet droog
genoeg is, stel opnieuw een
korte droogtijd in.
11.4 Einde van het
droogprogramma
vergrendeling
deur openen.
uit gaat, kunt u de
1. Druk een paar seconden op de knop
voor Aan/Uit - Marche/Arrêt om het
apparaat uit te schakelen.
Een paar minuten na afloop van het
programma schakelt de
energiebesparende functie het apparaat
automatisch uit.
2. Haal het wasgoed uit het apparaat.
Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
3. Laat de deur iets open staan om de
vorming van schimmel en
onaangename luchtjes te
voorkomen.
Het apparaat stopt automatisch.
12. DAGELIJKS GEBRUIK - WASSEN & DROGEN
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Dit apparaat is een
automatische
wasdroogcombinatie.
12.1 NON-Stop-programma
1. Druk een paar seconden op de knop
Aan/Uit - Marche/Arrêt om het
apparaat in te schakelen.
2. Steek de was een voor een in het
apparaat.
Overschrijd voor goede
droogprestaties niet de
maximale laadcapaciteit die
in de gebruikershandleiding
wordt aanbevolen. De
ingestelde
centrifugeersnelheid mag
niet lager zijn dan de
automatische snelheid van
het ingestelde programma.
3. Vul de bakjes met wasmiddel en
additieven.
4. Draai de programmaknop op het
wasprogramma.
De symbolen van de verschillende
wasfasen worden op het display
weergegeven.
5. Stel de beschikbare opties in.
NEDERLANDS
25
12.2 Wassen & Automatisch
drogen
het display weergegeven. bijvoorbeeld:
1. Druk herhaaldelijk op Droogtegraad
- Niveau de Séchage tot het display
een van volgende droogheidniveaus
aangeeft:
display de definitieve tijdwaarde
,
d.w.z. de totale duurtijd van de was- en
droogcycli (wassen + drogen + antikreukbeveiliging + koelfasen).
•
: Aanduiding STRIJKDROOGniveau voor katoen
•
: Aanduiding KASTDROOGniveau voor katoen, synthetica,
wol en zijden kledingstukken
•
: Aanduiding EXTRA DROOGniveau voor katoen
Op het display verschijnt het
indicatielampje . De tijdswaarde op het
display is de duur van de was- en
droogfasen, berekend aan de hand van
een standaard wasgoedlading.
Voor een goede droging
laat het apparaat u niet toe
een lage
centrifugeersnelheid in te
stellen voor de te wassen en
drogen items.
2. Druk op Start/Pauze - Départ/Pause
om het programma te starten.
In het display blijft de aanduiding van de
ingestelde droogheid aan.
Het deurvergrendelingssymbool
gaat aan.
Op het display verschijnt regelmatig een
nieuwe tijdwaarde.
De laatste minuten van de
droogcyclus voert het
apparaat een antikreukbeveiliging en de
afkoelfasen uit.
12.3 Wassen & Tijddrogen
Voor een goede droging laat het
apparaat u niet toe een lage
centrifugeersnelheid in te stellen voor de
te wassen en drogen items.
1. Druk op toets Droogtijd - Minuterie
om de droogtijd in te stellen. Op het
display verschijnt 10 minuten.
De indicatie
verschijnt op het display.
De ingestelde droogtijdwaarde wordt in
. Na enkele seconden toont het
Als u pas na het wassen 10
minuten droogtijd instelt,
berekent het apparaat ook
de duurtijd van de antikreukbeveiliging- en
koelfasen.
2. Druk op Start/Pauze - Départ/Pause
om het programma te starten.
aan.
In het display gaat het symbool
De deur blijft vergrendeld. Op het
display verschijnt regelmatig een nieuwe
tijdwaarde.
12.4 Einde van het programma
Het apparaat stopt automatisch. De
geluidssignalen weerklinken (als ze actief
zijn).
Voor meer informatie, raadpleeg "Aan
het einde van het droogprogramma" van
het vorige hoofdstuk.
1. Haal het wasgoed uit het apparaat.
Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
2. Laat de deur iets open staan om de
vorming van schimmel en
onaangename luchtjes te
voorkomen.
12.5 Pluisjes op kleding
Tijdens de was- en/of droogfase geven
bepaalde soorten stoffen (spons, wol,
sweaterstof) pluisjes af.
Deze afgegeven pluisjes kunnen tijdens
de volgende cyclus aan de stoffen
kleven.
Ter voorkoming van pluisjes in uw
wasgoed, bevelen wij u het volgende
aan:
• Was geen donkere stoffen na het
wassen en drogen van lichte stoffen
(nieuwe spons, wol en sweaterstof) en
vice versa.
• Laat dit soort stoffen in de openlucht
drogen wanneer ze voor het eerst
gewassen zijn.
26
www.aeg.com
• Maak het afvoerfilter schoon.
• Na de droogfase reinigt u de lege
trommel, de pakking en de deur
grondig met een natte doek.
12.6 Hoe verwijdert u pluisjes
van kledingstukken?
Voor het verwijderen van pluisjes in de
trommel, stelt u een speciaal programma
in:
1. Maak de trommel leeg.
2. Maak de trommel, pakking en deur
grondig schoon met een natte doek.
3. Stel het spoelprogramma in.
4. Druk om de reinigingsfunctie in te
schakelen, tegelijkertijd toets T/min.
en Droogtijd - Minuterie in totdat
CLE op het display verschijnt.
5. Druk op Start/Pauze - Départ/Pause
om het programma te starten.
13. AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
13.1 Voor u het wasgoed in de
trommel doet
• Verdeel het wasgoed in: wit, bont,
synthetisch, fijne was en wol.
• Volg de wasinstructies die u op de
waslabels van het wasgoed vindt.
• Was witte en bonte artikelen niet
samen.
• Sommige bonte weefsels kunnen
uitlopen als zij de eerste keer worden
gewassen. We raden daarom aan om
dit soort kleding de eerste keer dan
ook apart te wassen.
• Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen,
haakjes en drukknopen. Rol riemen
op.
• Maak alle zakken leeg en vouw alle
artikelen open.
• Draai meerlagige stoffen, wollen en
kleding met geverfde opdrukken
binnenstebuiten.
• Verwijder ingedroogde vlekken met
een speciaal wasmiddel.
• Zwaar bevuilde was met vlekken moet
gewassen en voorbehandeld worden
voordat het in de trommel wordt
gedaan
• Wees voorzichtig met gordijnen.
Verwijder de haken of stop de
gordijnen in een waszak of
kussensloop.
• Was geen wasgoed zonder zomen of
met scheuren. Gebruik een waszakje
om kleine items te wassen (Bijv.
beugelbh's, riemen, panty's, etc.).
• Een zeer kleine lading kan problemen
veroorzaken bij de centrifugefase. Als
dit gebeurt, kunt u de artikelen
handmatig verdelen in de trommel en
de centrifugefase opnieuw starten.
13.2 Hardnekkige vlekken
Voor sommige vlekken is water en
wasmiddel niet voldoende.
We raden u aan om deze vlekken te
behandelen voordat u deze artikelen in
de machine stopt.
Er zijn speciale vlekkenverwijderaars
verkrijgbaar. Gebruik een speciale
vlekkenverwijderaar die geschikt is voor
het type vlek en stof.
13.3 Wasmiddelen en
nabehandelingsmiddelen
• Gebruik alleen wasmiddelen en
nabehandelingsproducten die
bedoeld zijn voor gebruik in een
wasautomaat:
– waspoeder voor alle soorten
weefsels,
– waspoeder voor delicate stoffen
(40 °C max) en wol,
– vloeibare wasmiddelen, bij
voorkeur voor wasprogramma's
op lage temperatuur (60 °C max.)
voor alle soorten weefsels, of
speciaal voor alleen wol.
• Vermeng geen verschillende soorten
wasmiddel met elkaar.
• Gebruik niet meer dan de benodigde
hoeveelheid wasmiddel om het milieu
te beschermen.
NEDERLANDS
• Volg altijd de instructies die u vindt
op de verpakking van deze
producten.
• Gebruik de juiste producten voor het
type en de kleur stof, de
programmatemperatuur en de mate
van vervuiling.
• Als uw machine geen
wasmiddeldoseerbakje heeft met
klepje, voeg dan het vloeibare
wasmiddel toe met een doseerbol
(meegeleverd bij het wasmiddel).
13.4 Milieutips
• Stel een programma in zonder de
voorwasfase om wasgoed dat
normaal vervuild is te wassen.
• Start een wasprogramma altijd met
de maximum toegestane hoeveelheid
wasgoed.
• Gebruik indien nodig een
vlekkenverwijderaar als u een
programma met een lage
temperatuur instelt.
• Controleer de waterhardheid van uw
plaatselijke systeem om de juiste
hoeveelheid wasmiddel te gebruiken.
Zie "Waterhardheid".
13.5 Waterhardheid
Als de waterhardheid in uw gebied hoog
of gemiddeld is, raden we u het gebruik
van waterverzachter voor wasautomaten
aan. In gebieden waar de waterhardheid
zacht is, is het gebruik van een
waterverzachter niet nodig.
Neem contact op met het plaatselijke
waterleidingbedrijf voor de
waterhardheid in uw gebied.
Gebruik de juiste hoeveelheid van de
waterverzachter. Volg altijd de instructies
die u vindt op de verpakking van het
product.
13.6 Tips voor het drogen
De droogfase voorbereiden
• Draai de waterkraan open.
• Controleer of de afvoerslang goed is
aangesloten. Zie het hoofdstuk over
de installatie voor meer informatie.
• Raadpleeg voor informatie over de
maximale wasgoedlading bij
27
droogprogramma's de
droogprogrammatabel.
13.7 Items die niet geschikt
zijn voor de droger
Stel voor dit wasgoed geen
droogprogramma in:
• Synthetische gordijnen.
• Kledingstukken met metalen
invoegstukken.
• Nylon kousen.
• Dekbedden.
• Bedspreien.
• Dekbedovertrekken.
• Anoraks.
• Slaapzakken.
• Stoffen met restjes haarspray,
nagellakremover of iets dergelijks.
• Kledingstukken met schuimrubber of
met materialen die hierop lijken.
13.8 Wasvoorschriften in de
kleding
Bij het drogen van uw wasgoed moet u
zich houden aan de voorschriften van de
fabrikant:
•
= Het artikel is geschikt voor de
droogtrommel
•
= Droogprogramma op hoge
temperatuur
•
= Droogprogramma op lage
temperatuur
•
= Het artikel is niet geschikt voor
de droogtrommel.
13.9 Duur van het
droogprogramma
De droogtijd kan variëren afhankelijk
van:
• snelheid van de laatste keer
centrifugeren
• droogheidsniveau
• soort wasgoed
• het gewicht van het wasgoed
13.10 Extra drogen
Als het wasgoed aan het einde van het
droogprogramma nog steeds vochtig is,
stelt u nogmaals een korte droogfase in.
28
www.aeg.com
WAARSCHUWING!
Om kreuken en krimpen te
voorkomen dient u het
wasgoed niet te lang te
drogen.
13.11 Algemene tips
Raadpleeg de tabel
"Droogprogramma's" om de
gemiddelde droogtijden op te zoeken.
Het drogen van wasgoed zal beter gaan
naarmate u het vaker doet. Houd bij hoe
lang uw droogprogramma's duren.
Statische lading na het drogen
voorkomen:
1. Gebruik wasverzachter tijdens de
wasfase.
2. Gebruik speciale wasverzachter voor
droogautomaten.
Na afloop van het droogprogramma
dient u het wasgoed meteen uit de
trommel te halen.
14. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
14.1 Buitenkant reinigen
Het apparaat alleen schoonmaken met
zeep en warm water. Maak alle
oppervlakken volledig droog.
LET OP!
Gebruik geen brandspiritus,
oplosmiddelen of chemische
producten.
14.3 Onderhoudswasbeurt
Bij programma's met lage temperaturen
is het mogelijk dat er wat wasmiddel
achterblijft in de trommel. Voer
regelmatig een onderhoudswasbeurt uit.
Ga als volgt te werk:
• Haal al het wasgoed uit de trommel.
• Kies het katoenprogramma met de
hoogste temperatuur met een kleine
hoeveelheid wasmiddel.
14.4 Deurrubber
14.2 Ontkalken
Als de waterhardheid in uw gebied hoog
of gemiddeld is, raden we u het gebruik
van waterontharder voor wasautomaten
aan.
Controleer de trommel regelmatig om
kalk en roestdeeltjes te voorkomen.
Gebruik alleen speciale producten voor
wasmachines om roestdeeltjes te
verwijderen. Doe dit apart van het
wassen van wasgoed.
Volg altijd de instructies die
u vindt op de verpakking van
het product.
Controleer het deurrubber regelmatig en
verwijder voorwerpen uit de binnenkant.
NEDERLANDS
14.5 Het afwasmiddeldoseerbakje reinigen
1.
2.
1
2
3.
4.
14.6 Het filter van de toevoerslang en het klepfilter reinigen
1.
2.
1
2
3
29
30
www.aeg.com
3.
4.
45°
20°
14.7 Het afvoerfilter schoonmaken
Reinig het afvoerfilter niet als het water in de machine heet is.
Controleer het filter van de afvoerpomp regelmatig en houd het schoon.
Herhaal stap 2 en 3 tot er geen water meer wegstroomt.
1.
2.
2
180°
1
3.
4.
1
2
2
1
NEDERLANDS
5.
6.
7.
8.
31
1
2
2
1
Houd altijd een doek bij de
hand om eventueel morsen
van water op te nemen.
Verzeker u ervan dat de
pompwaaier onbelemmerd
kan ronddraaien. Als hij niet
roteert: neem contact op
met een erkend
servicecentrum. Zorg er ook
voor dat u het filter goed
vastdraait om lekkage te
voorkomen.
14.8 Noodafvoer
Het apparaat kan geen water afvoeren
door een storing.
Als dit optreedt, voert u stappen (1) tot
(8) uit van "Het afvoerfilter reinigen".
Maak de pomp zo nodig schoon.
Als u het water afpompt met
gebruikmaking van de
noodafpompprocedure, moet u het
aftapsysteem opnieuw activeren:
1. Giet 2 liter water in het wasvak van
de wasmiddellade.
2. Start het programma om het water af
te pompen.
14.9 Voorzorgsmaatregelen bij
vorst
Als het apparaat is geïnstalleerd in een
gebied waar de temperatuur lager is dan
0° C, dan dient u het resterende water uit
de afvoerslang en de afvoerpomp te
verwijderen.
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Draai de waterkraan dicht.
3. Plaats de twee uiteinden van de
toevoerslang in een bak en laat het
water uit de slang stromen.
4. Leeg de afvoerpomp. Raadpleeg de
noodafvoerprocedure.
5. Als de afvoerpomp leeg is, installeert
u de toevoerslang opnieuw.
32
www.aeg.com
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat de
temperatuur hoger is dan
0°C voordat u het apparaat
opnieuw gebruikt.
De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor
schade die door lage
temperaturen is veroorzaakt.
15. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
15.1 Inleiding
•
- De deur is open of niet goed
gesloten. Controleer de deur!
•
- De stroomtoevoer is onstabiel.
Wacht tot de stroomtoevoer stabiel is.
•
- Geen communicatie tussen de
elektronische elementen van het
apparaat. Schakel uit en terug aan.
Het programma werd niet juist
voltooid of het apparaat is te vroeg
gestopt. Als het alarmcode weer
verschijnt, neem dan contact op met
een erkend servicecentrum.
•
- Het beschermingssysteem
tegen waterlekkage is in werking
getreden. Koppel het apparaat los en
draai de waterkraan dicht. Neem
contact op met een erkend
servicecentrum.
Het apparaat start of stopt niet tijdens de
werking.
Probeer eerst het probleem zelf op te
lossen (zie tabel). Als het probleem
aanhoudt, neemt u contact op met de
Servicedienst.
Bij sommige problemen werken de
geluidssignalen en toont de display
een alarmcode:
•
•
- Het apparaat wordt niet goed
gevuld met water. Start het apparaat
nogmaals door te drukken op toets
Start/Pauze - Départ/Pause. Na 10
seconden wordt de deur
ontgrendeld.
WAARSCHUWING!
Schakel het apparaat uit
voordat u controles uitvoert.
- Het apparaat pompt geen
water weg.
15.2 Mogelijke storingen
Probleem
Mogelijke oplossing
Het programma start
niet.
• Verzeker u ervan dat de netstekker is aangesloten op het
stopcontact.
• Verzeker u ervan dat de klep van het apparaat gesloten is.
• Verzeker u ervan dat er geen beschadigde zekering in het
zekeringenkastje is.
• Zorg dat de knop Start/Pauze is ingedrukt.
• Als uitgestelde start gekozen is: annuleer de instelling of
wacht op het einde van de aftelprocedure.
• Schakel het kinderslot uit.
NEDERLANDS
33
Probleem
Mogelijke oplossing
Het apparaat wordt niet
goed met water gevuld.
• Verzeker u ervan dat de waterkraan geopend is.
• Ga na of de druk van de watervoorziening niet te laag is.
Neem voor deze informatie contactpersoon op met uw
plaatselijke waterleidingsbedrijf.
• Verzeker u ervan dat de waterkraan niet verstopt is.
• Verzeker u ervan dat het filter van de inlaatslang en het filter van het ventiel niet verstopt zijn. Zie het hoofdstuk 'Onderhoud en reiniging'.
• Controleer of er geen knikken of bochten in de watertoevoerslang aanwezig zijn.
• Verzeker u ervan dat de aansluiting van de waterinlaatslang
in orde is.
• Verzeker u ervan dat de aansluitingen van de waterinlaatslangen in orde zijn.
Het apparaat vult zich
niet met water en pompt
dit direct weg.
• Verzeker u ervan dat de aftapslang in de juiste positie is. De
slang kan te laag hangen. Raadpleeg 'Montage-instructies'.
• Verzeker u ervan dat de gootsteenafvoer niet verstopt is.
• Verzeker u ervan dat de aftapslang geen knikken of bochten heeft.
• Verzeker u ervan dat de aansluiting van de aftapslang in orde is.
• Stel het afvoerprogramma in als u een programma zonder
Het water niet wordt afafvoerfase instelt.
gepompt uit de machine.
• Stel het afvoerprogramma in als u een optie instelt waarbij
water in de trommel blijft.
• Verzeker u ervan dat het afvoerfilter niet verstopt is. Reinig
indien nodig het filter. Zie 'Onderhoud en reiniging'.
• Als het probleem opnieuw optreedt, neemt u contact op
met de Servicedienst.
De centrifugeerfase
werkt niet of de wascyclus duurt langer dan
normaal.
• Stel de centrifugeersnelheid in.
• Stel het afvoerprogramma in als u een optie instelt waarbij
water in de trommel blijft.
• Verzeker u ervan dat het afvoerfilter niet verstopt is. Reinig
indien nodig het filter. Zie 'Onderhoud en reiniging'.
• Verdeel het wasgoed met de hand in de trommel en start
de centrifugeerfase opnieuw. Dit probleem kan veroorzaakt
zijn door evenwichtsproblemen.
Er is water op de vloer.
• Verzeker u ervan dat de koppelingen van de waterslangen
goed afgedicht zijn en dat er geen waterlekkage is.
• Zorg ervoor dat de watertoevoer- en afvoerslangen niet beschadigd zijn.
• Zorg ervoor dat u het juiste wasmiddel in de juiste hoeveelheid gebruikt.
34
www.aeg.com
Probleem
Mogelijke oplossing
U kunt de klep van de
machine niet openen.
• Controleer of het wasprogramma is voltooid.
• Stel het afvoer- of centrifugeerprogramma in als er zich water in de trommel bevindt.
• Houd u zich aan de noodafvoerprocedure. Zie "Voorzorgsmaatregelen bij vorst" (in het hoofdstuk "Onderhoud en
reiniging").
• Verzeker u ervan dat er elektrische stroom op de machine
staat.
• Dit probleem kan veroorzaakt zijn door een storing in de
machine, Neem contact op met een erkend servicecentrum. Als u de deksel moet openen, lees dan zorgvuldig
“Nooddeuropening”.
Het apparaat maakt een
abnormaal geluid.
• Zorg ervoor dat de machine goed waterpas staat. Raadpleeg 'Montage-instructies'.
• Verzeker u ervan dat de verpakking en/of de transportbouten verwijderd zijn. Raadpleeg 'Montage-instructies'.
• Leg meer wasgoed in de trommel. De belading kan te gering zijn.
De cyclus is korter dan
de weergegeven tijd.
• Het apparaat berekent een nieuwe tijd aan de hand van de
wasgoedlading. Zie het hoofdstuk 'Verbruikswaarden'.
De cyclus is langer dan
de weergegeven tijd.
• Een wasgoedlading die niet in balans is verlengt de duur.
Dit is normaal gedrag van het apparaat.
• Gebruik meer wasmiddel of gebruik een ander wasmiddel.
• Gebruik speciale producten voor het verwijderen van hardDe wasresultaten laten te
nekkige vlekken voordat u het wasgoed wast.
wensen over.
• Verzeker u ervan dat u de juiste temperatuur gekozen
heeft.
• Verminder de wasgoedbelading.
U kunt geen optie instellen.
De machine droogt niet
of droogt niet correct.
Het wasgoed zit vol met
pluizen in verschillende
kleuren.
• Zorg dat u alleen op de gewenste tiptoets(en) drukt.
•
•
•
•
Draai de waterkraan open.
Controleer of het afvoerfilter niet verstopt is.
Verminder de wasgoedbelading.
Zorg ervoor dat u de juiste cyclus instelt. Stel zo nodig weer
een korte droogtijd in.
Het wasgoed dat in de vorige cyclus gewassen is, heeft pluizen
van een andere kleur losgelaten:
• De droogfase helpt om pluizen te verwijderen.
• Reinig de kleding met een pluisjesverwijderaar.
Als er buitensporige hoeveelheden pluizen in de trommel zijn:
kies het speciale programma om de trommel te reinigen (zie
onder 'Pluisjes op de weefsels' voor meer informatie.
NEDERLANDS
35
Schakel na de controle de machine in. Het programma wordt voortgezet vanaf het punt van
onderbreking.
Als het probleem zich nogmaals voordoet: neem contact op met een erkend
servicecentrum.
Als het display andere alarmcodes toont. Schakel de machine uit en zet hem weer aan. Als
het probleem zich blijft voordoen: neem contact op met een erkend servicecentrum.
15.3 Nooddeuropening
In het geval van een stroomstoring of
apparaatstoring blijft de deur van het
apparaat vergrendeld. Het
wasprogramma gaat verder als er weer
stroom is. Als de deur door een storing
vergrendeld blijft, is het mogelijk om de
deur te openen met een
noodontgrendeling.
Voor het openen van de deur:
Ga als volgt te werk om de deur te
openen:
1. Druk op de knop Aan/Uit - Marche/
Arrêt om het apparaat uit te
schakelen.
2. Trek de stekker uit het stopcontact.
3. Open de filterklep.
4. Trek de noodontgrendeling omlaag
en open tegelijkertijd de deur van
het apparaat.
LET OP!
Zorg ervoor dat de
watertemperatuur niet te
hoog is en dat het
wasgoed niet heet is.
Wacht indien nodig tot de
watertemperatuur en het
wasgoed zijn afgekoeld.
LET OP!
Zorg ervoor dat de
trommel niet draait. Wacht
indien nodig tot de
trommel stopt met
draaien.
5. Haal het wasgoed uit de trommel en
sluit de deur van het apparaat.
6. Sluit het klepje.
Zorg ervoor dat het
waterpeil in de trommel
niet te hoog is. Voer indien
nodig een
noodafvoerprocedure uit
(zie "Water afvoeren in
een noodgeval" in het
hoofdstuk "Onderhoud en
reiniging").
16. TECHNISCHE GEGEVENS
Afmetingen
Breedte / Hoogte/ Diepte/ Totale diepte
600 mm/ 850 mm/ 605 mm/ 639 mm
36
www.aeg.com
Aansluiting op het elek- Spanning
triciteitsnet
Totaal vermogen
Zekering
Frequentie
230 V
2200 W
10 A
50 Hz
Niveau van bescherming tegen het binnendringen
van vaste deeltjes en vocht gewaarborgd door het
beschermdeksel, behalve wanneer de laagspanningsapparatuur geen bescherming tegen vocht
heeft
IPX4
Watertoeover 1)
Koud water
Druk watertoevoer
Minimum
Maximum
0,5 bar (0,05 MPa)
8 bar (0.8 MPa)
Maximale belading was- Katoen (Cotton)
goed
8 kg
Maximale belading
droog wasgoed
Katoen (Cotton)
Synthetica
6 kg
3 kg
Centrifugeersnelheid
Maximum
1600 tpm
1) Sluit de waterinlaatslang aan op een waterkraan met een 3/4'' -schroefdraad.
17. MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte
verzamelcontainer om het te recyclen.
Help om het milieu en de
volksgezondheid te beschermen en
recycle het afval van elektrische en
elektronische apparaten. Gooi apparaten
gemarkeerd met het symbool niet weg
met het huishoudelijk afval. Breng het
product naar het milieustation bij u in de
buurt of neem contact op met de
gemeente.