Samsung SGH-E730 Handleiding

Categorie
Mobieltjes
Type
Handleiding
World Wide Web
http://www.samsungmobile.com
Printed in Korea
Code No.:GH68-06899A
Dutch. 05/2005. Rev 1.0
* Mogelijk is niet alle informatie in deze gebruiksaanwijzing van
toepassing op uw telefoon. Sommige functies zijn afhankelijk van
de software of de provider. Drukfouten voorbehouden.
* De uitvoering van de telefoon en de accessoires kunnen per land
verschillen.
SGH-E730
Gebruiksaanwijzing
Belangrijke
veiligheids-
informatie
Wanneer u zich niet aan deze veiligheids-
voorschriften houdt, kan dit tot gevaarlijke
en onrechtmatige situaties leiden.
Verkeersveiligheid gaat voor alles
Gebruik uw telefoon niet tijdens het rijden, tenzij u
een handsfree-kit heeft. Anders moet u eerst
parkeren.
Zet de telefoon uit tijdens het tanken
Gebruik de telefoon niet bij een benzinestation of in
de buurt van plaatsen waar andere brandstoffen of
chemicaliën zijn opgeslagen.
Zet de telefoon uit aan boord van vliegtuigen
Draadloze telefoons kunnen storingen veroorzaken.
Gebruik van deze telefoon in een vliegtuig is
gevaarlijk en verboden.
Zet de telefoon uit als u bij
ziekenhuisapparatuur in de buurt bent
Ziekenhuizen en andere gezondheidszorg-
instellingen gebruiken apparatuur die gevoelig is
voor bepaalde radiofrequenties. Volg de
aangegeven regels op.
Belangrijke veiligheids-informatie
1
Storingen
Alle mobiele telefoons zijn gevoelig voor interferentie,
wat de werking ervan kan beïnvloeden.
Houd u aan de voorschriften
Houd u altijd aan de voorschriften voor mobiele
telefoons op plaatsen waar deze gelden. Zet uw
telefoon altijd uit op plaatsen waar het gebruik van
mobiele telefoons verboden is, of als dit storingen in
apparatuur kan veroorzaken of gevaar kan opleveren.
Waterdichtheid
Uw telefoon is niet waterdicht. Zorg dus dat hij droog
blijft.
Gebruik de telefoon op de juiste wijze
Gebruik de telefoon alleen in de normale stand (bij het
oor). Vermijd onnodig contact met de antenne als de
telefoon aan staat.
Telefoneren in geval van nood
Geef het alarmnummer in (112 of een ander officieel
alarmnummer) en druk op de toets .
Houd de telefoon buiten het bereik van kleine
kinderen
Houd de telefoon en toebehoren buiten het bereik van
kleine kinderen.
Accessoires en batterijen
Gebruik uitsluitend door Samsung aanbevolen
batterijen en accessoires. Gebruik van andere
accessoires kan uw telefoon beschadigen en kan
gevaarlijk zijn.
Deskundige technische service
Alleen gekwalificeerd servicepersoneel mag uw
telefoon repareren.
Uitgebreide veiligheidsinformatie vindt u in het
hoofdstuk "Gezondheids- & veiligheidsinformatie" op
pagina 93.
• De telefoon kan ontploffen als de batterij
vervangen wordt door een niet ondersteund
type.
• Gooi oude batterijen weg volgens de ter plaatse
geldende richtlijnen.
2
Over de handleiding
Deze handleiding geeft u informatie over het gebruik
van uw telefoon. Om snel met uw telefoon aan de slag
te gaan, adviseren wij u de hoofdstukken "Aan de
slag" en "Speciale functies van de telefoon" door te
lezen.
In deze handleiding worden de volgende
pictogrammen gebruikt:
Deze informatie heeft betrekking op de
veiligheid of de werking van de telefoon.
Neem deze informatie zorgvuldig door.
Op de pagina waarnaar wordt verwezen, vindt
u meer informatie.
¤
Geeft aan dat u de stuurtoetsen moet
gebruiken om naar de genoemde optie te
bladeren en deze te selecteren.
[ ] Een toets op de telefoon, bijvoorbeeld [ ].
< > Een functietoets, waarvan de functie onderin
het display van de telefoon wordt
weergegeven, bijvoorbeeld <
Menu
>.
Camera en camcorder
U kunt de camera op uw telefoon
gebruiken om een foto te nemen of
een video-opname te maken.
Speciale
functies op uw telefoon
•MP3-speler
U kunt uw telefoon als MP3-speler
gebruiken om MP3-bestanden af te
spelen.
•Bluetooth
Met behulp van de draadloze
Bluetooth-technologie kunt u
foto's, afbeeldingen, video's en
persoonlijke gegevens verzenden
en verbinding maken met andere
apparaten.
3
Speciale functies op uw telefoon
Zien door wie u wordt gebeld
Door foto’s aan telefoonnummers
te koppelen, kunt u zien door wie u
wordt gebeld.
Visitekaartje
U kunt visitekaartjes maken met
uw telefoonnummer en uw profiel.
Dit is een handig middel om uzelf
aan anderen voor te stellen.
WAP-browser
Geef toegang tot het draadloze
web en tot diverse diensten en
actuele informatie.
•FM-radio
U kunt waar en wanneer u maar
wilt naar uw favoriete radiozenders
luisteren.
MMS (Multimedia Message Service)
U kunt MMS-berichten met tekst, afbeeldingen,
video en geluid verzenden en ontvangen.
•E-mail
U kunt e-mailberichten met afbeeldingen, video
en geluid verzenden en ontvangen.
•Java
Speel een van de meegeleverde
Java
-spelletjes en download
nieuwe.
•Agenda
Hierin kunt u al uw afspraken
bijhouden.
Spraakmemo
U kunt memo's en geluiden
opnemen.
4
Inhoud
Uitpakken 6
Overzicht van de onderdelen
De telefoon 6
Toetsen, functies en locaties
Aan de slag 7
De eerste stappen bij de bediening van de telefoon
De telefoon gebruiksklaar maken ............................. 7
De telefoon aan- en uitzetten .................................. 8
Toetsen en display ................................................. 9
Toegang tot menufuncties..................................... 11
De telefooninstellingen wijzigen ............................. 12
Zelf bellen en oproepen beantwoorden.................... 15
Speciale functies van de telefoon 15
De camera, muziek, spelletjes en andere speciale functies
De camera .......................................................... 15
MP3-bestanden afspelen ....................................... 16
Surfen op internet................................................ 17
De telefoonlijst gebruiken...................................... 18
Berichten verzenden............................................. 19
Berichten bekijken................................................ 20
Bluetooth gebruiken ............................................. 22
Tekst invoeren 23
ABC-stand, T9-stand, Cijfers en Symbolen
Telefoneren 25
Uitgebreide belfuncties
Menuopties 30
Een overzicht van alle menuopties
Problemen oplossen 91
Hulp bij het oplossen van problemen
Gezondheids- & veiligheidsinformatie 93
Index 100
5
Overzicht van de menuopties
Druk in de standby-stand op <
Menu
> om de menu’s te openen.
1 Oproepenlijst
p.30
1 Recente oproepen
2 Gemiste oproepen
3 Uitgaande oproepen
4 Ontvangen oproepen
5 Alles wissen
6 Gespreksduur
7 Gesprekskosten
*
p.30
p.31
p.31
p.31
p.31
p.31
p.32
2 Telefoonlijst
p.32
1 Lijst met contacten
2 FDN-lijst
3 Nieuw contact
toevoegen
4 Groep
5 Snelkiezen
6 Mijn visitekaartje
7 Eigen nummer
8 Beheer
9 Servicenummer
*
p.32
p.33
p.34
p.34
p.35
p.35
p.36
p.36
p.37
3 Toepassingen
p.37
1 MP3-speler
2 Voice recorder
3 JAVA wereld
4 FM-radio
5 Wereldtijd
6 Alarm
7 Calculator
8 Omrekenen
9 Timer
10 Stopwatch
p.37
p.39
p.40
p.42
p.43
p.43
p.44
p.44
p.45
p.45
4 Browser
p.46
1 Startpagina
2 Favorieten
3 Ga naar adres
4 Buffer leegmaken
5 Instellingen server
6 Huidige server
p.46
p.47
p.47
p.47
p.47
p.48
5 Berichten
p.48
1 Bericht maken
2 Mijn berichten
3 Standaardberichten
4 Alles wissen
5 Instellingen
6 Infoberichten
7 Geheugenstatus
p.49
p.52
p.58
p.58
p.59
p.64
p.65
6 Mijn bestanden
p.65
1 Afbeeldingen
2 Video's
3 Muziek
4 Geluiden
5 Andere bestanden
6 Geheugenstatus
p.65
p.65
p.66
p.67
p.67
p.68
7 Agenda
p.68
8 Camera
p.72
9 Instellingen
p.80
1 Tijd en datum
2 Telefooninstellingen
3 Displayinstellingen
4 Geluidsinstellingen
5 Netwerkdiensten
6 Bluetooth
7 Beveiliging
8 Geheugenstatus
9 Reset instellingen
p.80
p.80
p.81
p.83
p.84
p.87
p.89
p.91
p.91
* Deze optie wordt alleen
weergegeven als deze door de
SIM-kaart wordt ondersteund.
6
Uitpakken
Overzicht van de onderdelen
Bij uw Samsung-dealer kunt u diverse
accessoires aanschaffen.
Telefoon
Adapter
De bij de telefoon meegeleverde
onderdelen en de bij de Samsung-
dealer verkrijgbare accessoires
kunnen per land en per provider
verschillen.
Batterij
Gebruiksaanwijzing
De telefoon
Toetsen, functies en locaties
Toetsen voor
speciale
functies
Camera-
toets
Luidspreker
Display
Aan/uit/Menu
sluiten
Functietoets
(rechts)
Microfoon
Stuurtoetsen
(Omhoog/
Omlaag/Links/
Rechts)
WAP-toets/
Bevestigingstoets
Annuleer-/
Correctietoets
Camera
Flitser
Toetsen
voor MP3
speler/
FM-radio
Extern
display
Functietoets
(links)
Aansluitpunt
headset
Volumetoetsen
Nummer kiezen
Alfanumerieke
toetsen
7
Aan de slag
De eerste stappen bij de bediening van de telefoon
Informatie over de SIM-kaart
Wanneer u bij een provider een abonnement afsluit,
ontvangt u een SIM-kaart (Subscriber Identity
Module). Hierop zijn uw abonnementsgegevens (PIN-
code, beschikbare extra diensten e.d.) opgeslagen.
De telefoon gebruiksklaar maken
Verwijder de batterij.
Als de
telefoon al aan
staat, moet u deze eerst
uitzetten door
[ ]
ingedrukt te houden.
Plaats de SIM-kaart.
Zorg dat de goudkleurige
contactpunten op de
kaart naar de telefoon
gericht zijn.
1 2
Plaats de batterij.
Sluit de adapter aan op
de telefoon.
Sluit het netsnoer van de adapter aan op een
normaal stopcontact.
Wanneer de telefoon helemaal is opgeladen (het
batterijpictogram knippert niet meer), haalt u de
stekker van de adapter uit het stopcontact.
3
4
5
6
8
Aan de slag
Batterijpictogram
Wanneer de batterij bijna leeg is:
hoort u een waarschuwingstoon,
wordt een melding gegeven dat de batterij bijna
leeg is, en
knippert het batterijsymbool .
Als de batterij zo zwak is dat de telefoon niet meer
gebruikt kan worden, wordt het toestel automatisch
uitgeschakeld. In dat geval moet u de batterij weer
opladen.
De telefoon aan- en uitzetten
Haal de adapter uit de telefoon.
7
De telefoon
aanzetten
Zet de telefoon
niet aan op
plaatsen waar
het gebruik van
mobiele
telefoons
verboden is.
1. Open de telefoon.
2. Houd [ ] ingedrukt om de
telefoon aan te zetten.
3. Geef, indien nodig, de PIN-code
in en druk op <
OK
>.
De telefoon
uitzetten
1. Open de telefoon.
2. Houd [ ] ingedrukt.
9
Aan de slag
Toetsen en display
Toets(en) Beschrijving
De functie uitvoeren die op de onderste
regel van het display wordt aangegeven.
In de standby-stand: rechtstreeks uw
favoriete menuopties openen.
p. 80
In de menustand: door alle menuopties
bladeren.
In de standby-stand: de WAP-browser
(Wireless Application Protocol) starten.
In de menustand: de gemarkeerde
menuoptie selecteren.
Tekens uit het display wissen.
In de menustand gaat u met deze toets
terug naar het vorige menuniveau.
Zelf bellen of een oproep beantwoorden.
In de standby-stand: de meest recente
nummers weergeven die u hebt gebeld of
waarvan u een oproep hebt gemist of
ontvangen.
Een oproep beëindigen.
Ingedrukt houden om de telefoon aan en uit
te zetten.
In de menustand: invoer annuleren en
teruggaan naar de standby-stand.
Cijfers, letters en speciale tekens invoeren.
In de standby-stand:
[
1
] ingedrukt houden
voor toegang tot uw voicemailserver.
Houd
[
0
] ingedrukt om een internationaal
toegangsnummer in te geven.
Speciale tekens invoeren.
[
]
ingedrukt houden om de Stille stand in
of uit te schakelen.
Houd
[ ]
ingedrukt om een pauze in te
voegen.
(aan de
linkerkant)
Het volume van de telefoon regelen.
In de standby-stand met de telefoon open:
het toetsvolume aanpassen. Met de telefoon
gesloten: ingedrukt houden om de
verlichting in te schakelen.
10
Aan de slag
Display
(aan de
rechterkant)
In de standby-stand: ingedrukt houden om
de camera aan te zetten.
In de camerastand: een foto maken of een
video-opname maken.
(aan de
voorkant)
Als u deze toets ingedrukt houdt, verschijnt
het selectiescherm waarmee u de
MP3-speler of FM-radio kunt starten.
Bij MP3-speler: afspelen starten of stoppen.
Bij FM-radio: de radio aan- of uitzetten.
(aan de
voorkant)
Terug naar het vorige bestand tijdens
afspelen.
Naar een radiozender zoeken.
(aan de
voorkant)
Naar het volgende bestand tijdens afspelen.
Naar een radiozender zoeken.
Indeling
Picto-
grammen
Sterkte ontvangstsignaal
In gesprek
Buiten bereik van uw servicegebied;
u kunt geen oproepen verzenden of
ontvangen
Alarm ingesteld
Nieuw tekstbericht
Nieuw multimediabericht
Nieuw voicemailbericht
Tekst en afbeeldingen
Hier worden berichten,
instructies en ingevoerde
informatie weergegeven.
Functietoetsindicatoren
Hier worden de functies
weergegeven die op dat
moment aan de functie-
toetsen zijn toegewezen.
Menu Contact
Pictogrammen
Hier worden diverse
pictogrammen weergeven.
11
Aan de slag
Toegang tot menufuncties
Picto-
grammen
(vervolg)
Bezig met ontvangst of verzending
van een e-mailbericht
Een van de postvakken is vol
Doorschakelfunctie is ingeschakeld
p. 84
Bluetooth-functie is ingeschakeld
p. 87
GPRS-netwerk
Thuisnetwerk, als u zich voor de
betreffende dienst hebt aangemeld.
Kantoornetwerk, als u zich voor de
betreffende dienst hebt aangemeld.
Type belsignaal is ingesteld op
trilstand
p. 83
Stille stand staat aan
p. 83
Batterijsterkte
De functie-
toetsen
gebruiken
De functie van de functietoetsen hangt
af van de context waarin ze worden
gebruikt. Onder in het display ziet u
welke functie de toets op dat moment
vervult.
Met de linker
functietoets gaat
u naar de
menustand.
Met de rechter
functietoets opent u
Lijst met
contacten
in menu
Telefoonlijst
.
Menu Contact
12
Aan de slag
De telefooninstellingen wijzigen
Een optie
selecteren
1. Druk op de juiste functietoets.
2. Druk op de stuurtoetsen om naar
de vorige of volgende optie te
gaan.
3. Druk op <
Kies
> of [ ] om
de weergegeven functie of ge-
markeerde optie te bevestigen.
4. Om het menu te verlaten, doet
u het volgende:
•Druk op <
Terug
> of <
C
>
om één menuniveau terug
te gaan.
•Druk op [ ] om terug te
keren naar de standby-
stand.
Sneltoetsen
gebruiken
Druk op de cijfertoets die overeen-
komt met de gewenste optie.
1. Druk in de standby-stand op
<
Menu
> en kies
Instellingen
¤
Telefooninstellingen
¤
Taal
.
2. Selecteer een taal.
1. Druk in de standby-stand op
<
Menu
> en kies
Instellingen
¤
Geluidsinstellingen
¤
Inkomende oproep
¤
Beltoon
.
2. Druk op [Links] of [Rechts] om
een categorie met belgeluiden
te selecteren.
3. Druk op [Omhoog] of [Omlaag]
om door de lijst met melodieën
te bladeren.
4. Selecteer een melodie.
5. Druk op <
Opslaan
>.
Displaytaal
Belmelodie
13
Aan de slag
U kunt een achtergrond instellen voor
het hoofddisplay en het externe
display.
1. Druk in de standby-stand op
<
Menu
> en kies
Instellingen
¤
Displayinstellingen
¤
Achtergrond
¤
Hoofddisplay
of
Extern display
.
2. Selecteer eerst een categorie
met afbeeldingen en daarna
een afbeelding.
Bij
Extern display
kunt u
Tekst extern display
selecteren en een tekst ingeven
die op het externe display
wordt weergegeven.
3. Druk op [ ].
Achtergrond
standby-stand
U kunt de kleur van de
displayonderdelen zoals de titelbalk
en de markeringsbalk aanpassen.
1. Druk in de standby-stand op
<
Menu
> en kies
Instellingen
¤
Displayinstellingen
¤
Kleur
.
2. Selecteer een kleurpatroon.
U kunt de telefoon in de Stille stand
zetten zodat u anderen niet stoort
met de geluiden van uw telefoon.
Houd [
]
in de standby-stand
ingedrukt.
Kleur
menustand
Stille stand
14
U kunt de stuurtoetsen gebruiken als
sneltoetsen om rechtstreeks vanuit de
standby-stand bepaalde menu's te
openen.
Het toewijzen van een menu aan een
toets doet u als volgt:
1. Druk in de standby-stand op
<
Menu
> en kies
Instellingen
¤
Telefooninstellingen
¤
Snelkoppeling
.
2. Selecteer een toets.
3. Druk op <
Opties
> en selecteer
Wijzigen
.
4. Selecteer het menu dat u aan
de toets wilt toewijzen.
5. Druk op <
Opslaan
>.
Snelkoppe-
lingen menu’s
U kunt de telefoon met een
wachtwoord beschermen tegen
ongeoorloofd gebruik. Als u de
telefoon aanzet, moet u eerst het
wachtwoord ingeven.
1. Druk in de standby-stand op
<
Menu
> en kies
Instellingen
¤
Beveiliging
¤
Wachtwoord
wijzigen
.
2. Geef het standaardwachtwoord
"00000000" in en druk op
<
OK
>.
3. Geef een nieuw wachtwoord
van vier tot acht cijfers in en
druk op <
OK
>.
4. Geef het nieuwe wachtwoord
nogmaals in en druk op <
OK
>.
5. Selecteer
Telefoonblokkering
.
6. Selecteer
Aanzetten
.
7. Geef het wachtwoord in en druk
op <
OK
>.
Toestel
blokkeren
15
Zelf bellen en oproepen beantwoorden
Speciale functies van de telefoon
De camera, muziek, spelletjes en andere speciale functies
De camera
1. Geef in de standby-stand het
netnummer en abonneenummer
in.
2. Druk op
[ ]
.
3. Druk op
[ ]
om de oproep te
beëindigen.
1. Druk wanneer de telefoon
overgaat op
[ ]
.
2. Druk op
[ ]
om de oproep te
beëindigen.
Druk op [ / ].
Zelf bellen
Oproep
beantwoorden
Volume tijdens
een gesprek
aanpassen
1. Open de telefoon.
2. Houd in de standby-stand [ ]
ingedrukt om de camera aan te
zetten.
3. Richt de lens op het onderwerp
en kies de gewenste
instellingen.
4. Druk op [ ] om de foto te
maken. De foto wordt
automatisch opgeslagen.
5. Druk op [ ] om terug te
gaan naar de standby-stand.
1. Druk in de fotostand op de
linker functietoets en kies
Ga
naar foto's
.
2. Selecteer
de gewenste foto
.
Foto maken
Foto bekijken
16
Speciale functies van de telefoon
MP3-bestanden afspelen
1. Druk op [
1
] om over te
schakelen naar de videostand.
2. Druk op [ ] om de opname te
starten.
3. Druk op [ ] om de opname te
stoppen. De video-opname
wordt automatisch opgeslagen.
4. Om terug te gaan naar de
opnamestand drukt u op de
rechter functietoets.
1. Druk in de videostand
op de
linker functietoets en kies
Ga
naar video's
.
2. Selecteer een video-opname.
Video-opname
maken
Video-opname
afspelen
Dit kunt u als volgt doen:
Van internet downloaden.
p. 46
Van een computer downloaden
met behulp van Samsung PC
Studio II
Gebruiksaanwijzing Samsung
PC Studio II
Via Bluetooth
p. 89
1. Druk in de standby-stand op
<
Menu
> en kies
Toepassingen
¤
MP3-speler
.
2. Druk op <
Opties
> en kies
Aan
lijst toevoegen
¤
Alles
toevoegen
of
Bestand
toevoegen
.
3. Bij
Bestand toevoegen
gaat u
naar het gewenste bestand en
drukt u op <
Voeg toe
>.
Herhaal de procedure vanaf
stap 2.
MP3-
bestanden
naar telefoon
kopiëren
Afspeellijst
samenstellen
17
Speciale functies van de telefoon
Surfen op internet
Met de ingebouwde WAP-browser (Wireless Access
Protocol) kunt u draadloos surfen op internet, diverse
actuele informatie opvragen en handig materiaal van
websites downloaden.
1. Druk in het scherm MP3-speler
op [ ].
2. Tijdens het afspelen kunt u de
volgende toetsen gebruiken:
•[ ]: het afspelen
onderbreken/hervatten.
[Links]: terug naar het
vorige bestand. Als u deze
ingedrukt houdt, gaat u
terug in het bestand.
[Rechts]: naar het volgende
bestand. Als u deze
ingedrukt houdt, gaat u
vooruit in het bestand.
[Omhoog]: de afspeellijst
openen.
[Omlaag]: het afspelen
stoppen.
•[/ ]: het volume
aanpassen.
MP3-bestand
afspelen
Druk in de standby-stand
op [ ].
Druk op [Omhoog] of [Omlaag]
om door de opties te bladeren.
Om een item te selecteren,
drukt u op < >.
U gaat terug naar de vorige
pagina door op <
Terug
> of [
C
]
te drukken.
Om naar de startpagina te
gaan, houd u [
C
] ingedrukt.
Om de browseropties te
openen, drukt u op [ ] of
selecteert u bovenin het
scherm.
De browser
starten
Navigeren met
de WAP-
browser
18
Speciale functies van de telefoon
De telefoonlijst gebruiken
Aan het telefoongeheugen:
1. Geef in de standby-stand een
telefoonnummer in en druk
op [ ].
2. Selecteer
Telefoon
¤
een type
telefoonnummer.
3. Geef detailgegevens voor de
contactpersoon in: Achternaam,
Voornaam, Mobiel, Privé,
Kantoor, Fax, Overig, E-mail,
Afbeelding, Melodie, Groep en
Notities.
4. Druk op [ ] om de contact-
persoon op te slaan.
Op de SIM-kaart:
1. Geef in de standby-stand een
telefoonnummer in en druk
op [ ].
2. Selecteer
SIM
.
3. Geef een naam in.
4. Druk op [ ] om de contact-
persoon op te slaan.
1. Druk in de standby-stand op
<
Contact
>.
2. Geef een naam in of blader naar
een contactpersoon.
3. Selecteer een contactpersoon.
4. Selecteer een nummer en druk
op
[ ]
om het te bellen of op
<
Opties
> om de opties weer te
geven.
1. Druk in de standby-stand op
<
Menu
> en kies
Telefoonlijst
¤
Mijn visitekaartje
.
2. Geef detailgegevens voor uzelf
in.
3. Druk op [ ] om het
visitekaartje op te slaan.
4. Als u het visitekaartje wilt
verzenden, drukt u op
<
Opties
> en kiest u
Verzenden via
¤
SMS
/
MMS
/
E-mail
/
Bluetooth
.
Een nummer
opzoeken
Een
visitekaartje
maken en
verzenden
Een contact-
persoon
toevoegen
19
Speciale functies van de telefoon
Berichten verzenden
1. Druk in de standby-stand op
<
Menu
> en kies
Berichten
¤
Bericht maken
¤
SMS-bericht
.
2. Geef de berichttekst in.
3. Druk op <
Opties
> en selecteer
Opslaan en verzenden
of
Alleen verzenden
.
4. Geef de bestemming in.
5. Druk op [ ] om het bericht
te verzenden.
1. Druk in de standby-stand op
<
Menu
> en kies
Berichten
¤
Bericht maken
¤
MMS
bericht
.
2. Selecteer
Onderwerp
.
3. Geef het onderwerp van het
bericht in en druk op [ ].
Tekstbericht
(SMS)
verzenden
Multimedia-
bericht
verzenden
(MMS)
4. Selecteer
Foto & Video
¤
Foto’s
of
Video’s
¤
een
categorie.
5. Selecteer een foto en druk op
<
Voeg toe
>.
Als u een videoclip selecteert,
drukt u op de linker functietoets
en selecteert u
Toevoegen
.
6. Selecteer
Melodie
¤
een
categorie.
7. Selecteer een melodie en druk
op <
Voeg toe
>.
8. Selecteer
Bericht
.
9. Geef de tekst van het bericht in
en druk op [ ].
10.Druk op <
Opties
> en kies
Verzenden
.
11.Geef het telefoonnummer of
e-mailadres van de bestemming
in.
12.Druk op [ ] om het bericht
te verzenden.
Multimedia-
bericht
verzenden
(MMS)
(vervolg)
20
Speciale functies van de telefoon
Berichten bekijken
1. Druk in de standby-stand op
<
Menu
>
en kies
Berichten
¤
Bericht maken
¤
E-mail
.
2. Selecteer
Onderwerp
.
3. Geef het onderwerp van het
bericht in en druk op [ ].
4. Selecteer
Bericht
.
5. Geef de tekst van het bericht in
en druk op [ ].
6. Selecteer
Bijlage toevoegen
.
7. Voeg afbeeldingen, videoclips,
muziekbestanden of melodieën
toe.
8. Druk op <
Opties
> en kies
Verzenden
.
9. Geef een e-mailadres in.
10.Druk op [ ] om het bericht
te verzenden.
E-mailbericht
verzenden
Wanneer een melding verschijnt:
1. Druk op <
Tonen
>.
2. Selecteer een bericht uit
postvak IN.
Vanuit Postvak IN:
1. Druk in de standby-stand op
<
Menu
> en selecteer
Berichten
¤
Mijn berichten
¤
Postvak IN
.
2. Selecteer een bericht.
Tekstbericht
bekijken
21
Speciale functies van de telefoon
-
Wanneer een melding verschijnt:
1. Druk op <
Tonen
>.
2. Selecteer een bericht uit
postvak IN.
Vanuit het Postvak IN:
1. Druk in de standby-stand op
<
Menu
> en selecteer
Berichten
¤
Mijn berichten
¤
Postvak IN
.
2. Selecteer een bericht.
Multimedia-
bericht
bekijken
1. Druk in de standby-stand op
<
Menu
> en selecteer
Berichten
¤
Mijn berichten
¤
E-mailbox
.
2. Selecteer
Nieuwe mail
controleren
om een e-mail-
bericht of kopregel op te halen.
3. Selecteer een e-mailbericht of
een kopregel.
4. Als u een kopregel hebt
geselecteerd, drukt u op
<
Opties
> en kiest u
Ophalen
.
E-mailbericht
bekijken
22
Speciale functies van de telefoon
Bluetooth gebruiken
De telefoon is uitgerust met Bluetooth-technologie
waardoor u de telefoon draadloos met andere
Bluetooth-apparaten kunt verbinden en gegevens kunt
uitwisselen. Ook kunt u hierdoor handsfree bellen en
de telefoon op afstand bedienen.
Druk in de standby-stand op
<
Menu
> en kies
Instellingen
¤
Bluetooth
¤
Aanzetten
¤
Aan
.
1. Druk in de standby-stand op
<
Menu
> en kies
Instellingen
¤
Bluetooth
¤
Mijn
apparaten
¤
Nieuw apparaat
zoeken
.
2. Selecteer een apparaat.
3. Toets een Bluetooth-PIN-code
in of de Bluetooth-PIN-code van
het andere apparaat (indien
vereist) en druk op <
OK
>.
Wanneer de eigenaar van het
andere apparaat dezelfde code
intoetst, zijn de apparaten
gekoppeld.
Bluetooth
aanzetten
Zoeken naar
een Bluetooth-
apparaat en dit
koppelen
1. Open een toepassing.
2. Blader naar een item.
3. Druk op <
Opties
> en kies
Verzenden
via
¤
Bluetooth
.
4. Selecteer een apparaat.
5. Toets, indien nodig, de
Bluetooth-PIN-code in en druk
op <
OK
>.
Als u gegevens wilt ontvangen via
Bluetooth, moet de Bluetooth-
functie op de telefoon ingeschakeld
zijn.
Druk, indien nodig, op <
Ja
> om de
ontvangst te bevestigen.
Gegevens
verzenden
Gegevens
ontvangen
23
Tekst invoeren
ABC-stand, T9-stand, Cijfers en Symbolen
Voor bepaalde functies zoals berichten, de telefoonlijst
en de agenda, kunt u tekst invoeren met de ABC, T9,
cijfer- of symboolstand.
De tekstinvoerstand wijzigen
Het symbool voor de tekstinvoerstand wordt
weergegeven wanneer de cursor in een tekstveld
staat.
Om de invoerstand de wijzigen, drukt u op de
rechter functietoets en kiest u een invoerstand
( : T9-stand, : ABC-stand, : cijfers
en : symbolen).
•Houd [] ingedrukt om naar de symboolstand te
gaan.
De ABC-stand gebruiken
Druk op de betreffende toets totdat het gewenste
teken op het scherm wordt weergegeven.
Tips bij het gebruik van de ABC-stand
Als u tweemaal dezelfde letter of een andere letter
op dezelfde toets wilt invoeren, wacht u tot de
cursor automatisch naar rechts schuift of drukt u
op [Rechts]. Geef dan de volgende letter in.
Toets
Tekens in de weergegeven volgorde
Hoofdletter Kleine letter
1
. , - ? ! @ : 1
2
A B C Ç Ä Á À Â 2 a b cçäáàâ2
3
DEFËÉÈÊ3 d e f ëéèê3
4
GHIÏÍÌÎ4 g h iïíìî4
5
J K L 5 j k l 5
6
MNOÖÓÒÔ6 m n oöóòô6
7
P Q R S 7 p q r 7
8
T U VÜÚÛÙ8 t u vüúûù8
9
WX YZ9 w x y z 9
0
0
24
Tekst invoeren
•Druk op [] om tussen hoofd- en kleine letters te
wisselen. U kunt kiezen uit kleine letters (geen
aanduiding), beginhoofdletter ( ) en alles in
hoofdletters ( ).
•Druk op [] om een spatie in te voegen.
Met de stuurtoetsen kunt u de cursor verplaatsen.
•Druk op [
C
] om tekens één voor één te wissen.
Houd [
C
] ingedrukt om het display leeg te maken.
De T9-stand gebruiken
Met de voorspellende T9-stand hoeft u maar één keer
op een toets te drukken om een teken in te voeren.
Een woord invoeren in de T9-stand
1. Druk op [
2
] t/m [
9
]
om te beginnen met het
invoeren van een woord. Druk voor elke letter de
toets slechts één keer in.
Voor bijvoorbeeld het woord Hallo drukt u in de T9-
stand op [
4
], [
2
], [
5
], [
5
] en [
6
].
T9 voorspelt welk woord u wilt typen en dit kan bij
elke volgende toetsindruk wijzigen.
2. Geef het hele woord in voordat u tekens wijzigt of
verwijdert.
3. Als het juiste woord wordt weergegeven gaat u
naar stap 4. Druk op [
0
] om alternatieve woorden
weer te geven. Voor Of en Me bijvoorbeeld worden
dezelfde toetsen gebruikt: [
6
] en [
3
].
4. Druk op [ ] om een spatie in te voegen en het
volgende woord in te geven.
Tips bij het gebruik van de T9-stand
•Druk op [
1
] om automatisch een punt of apostrof in
te voegen.
•Druk op [] om tussen hoofd- en kleine letters te
wisselen. U kunt kiezen uit kleine letters (geen
aanduiding), beginhoofdletter ( ) en alles in
hoofdletters ( ).
•Druk op [] om een spatie in te voegen.
Met de stuurtoetsen kunt u de cursor verplaatsen.
•Druk op [
C
] om tekens één voor één te
verwijderen. Houd de toets [
C
] ingedrukt om het
display leeg te maken.
Een nieuw woord toevoegen aan het
T9-woordenboek
Deze functie is niet beschikbaar voor alle talen.
1. Geef het woord in dat u wilt toevoegen.
25
2. Druk op [
0
] om alternatieve woorden weer te
geven voor de door u ingegeven toetsen. Wanneer
er geen alternatieve woorden meer zijn, wordt
onder in het display
Nieuw
weergegeven.
3. Druk op <
Nieuw
>.
4. Geef in de ABC-stand het gewenste woord in en
druk op <
OK
>.
De cijferstand gebruiken
In de cijferstand kunt u cijfers ingeven. Druk op de
toetsen waarop de door u gewenste cijfers voorkomen.
Speciale tekens invoeren
In de symboolstand kunt u symbolen en speciale
tekens invoegen.
Telefoneren
Uitgebreide belfuncties
Een nummer bellen
1. Geef in de standby-stand het netnummer en
abonneenummer in.
2. Druk op [ ].
Internationaal bellen
1. Houd in de standby-stand [
0
] ingedrukt. Het
teken
+
verschijnt.
2. Toets achtereenvolgens het landnummer,
netnummer en abonneenummer in en druk
op [ ].
Recente nummers (terug) bellen
1. Druk in de standby-stand op [ ] om de lijst met
recente nummers weer te geven.
2. Blader naar het gewenste nummer en druk
op [ ].
U wilt... Druk op...
meer symbolen weergeven [Omhoog] of [Omlaag].
een symbool kiezen de betreffende cijfertoets.
symbolen verwijderen [
C
].
de gekozen symbolen
invoegen
<
OK
>.
Druk op
[
C
]
om het laatste cijfer te wissen of
houd
[
C
]
ingedrukt om het hele display leeg te
maken. U kunt de cursor verplaatsen om een
onjuist cijfer te wijzigen.
26
Telefoneren
Een nummer kiezen uit de telefoonlijst
Als u een nummer hebt opgeslagen in de telefoonlijst,
kunt u dit nummer bellen door dit in de telefoonlijst te
selecteren.
p. 32
U kunt ook de functie voor verkort kiezen gebruiken,
door de nummers die u het vaakst belt toe te wijzen
aan bepaalde cijfertoetsen.
p. 35
Een nummer kiezen vanaf de SIM-kaart
1. Geef in de standby-stand het locatienummer in van
het telefoonnummer dat u wilt bellen en druk
op [ ].
2. Druk op [Links] of [Rechts] om door de nummers
te bladeren.
3. Druk op <
Kies nr
> of op [ ] om het gewenste
nummer te bellen.
Een gesprek beëindigen
Sluit de telefoon of druk op [ ].
Een oproep beantwoorden
Wanneer u wordt gebeld, gaat de telefoon over en
wordt een afbeelding in het display getoond. Druk op
<
OK
> of [ ] om de oproep aan te nemen.
Tips bij het beantwoorden van een oproep
•Als de optie
Elke toets antwoorden
in menu
Overige
instellingen
aan staat, kunt u op iedere
toets drukken om een oproep te beantwoorden,
behalve <
Weiger
>, [ ] of [ / ].
p. 81
Wanneer
Klepje actief
in menu
Overige
instellingen
aan staat, hoeft u alleen de telefoon
te openen om de oproep te beantwoorden.
p. 81
•Druk op <
Weiger
> of [ ] om een oproep te
weigeren.
Afhankelijk van de instelling bij
Toets op zijkant
,
kunt u door het ingedrukt houden van [ / ] de
beltoon uitzetten of een oproep weigeren.
p. 81
Gemiste oproepen bekijken
Het aantal gemiste oproepen ziet u in het display.
1. Druk op <
Tonen
>.
2. Blader, indien nodig, door de gemiste oproepen.
3. Druk op [ ] om het nummer te bellen.
Telefoneren
27
De headset gebruiken
Gebruik de headset om te telefoneren zonder de
telefoon vast te hoeven houden. Sluit de headset aan
op het aansluitpunt aan de linkerkant van de telefoon.
De knoppen op de headset werken als volgt:
Opties tijdens een gesprek
Tijdens een gesprek kunt u diverse functies gebruiken.
Het volume bijstellen tijdens een gesprek
Gebruik [ / ] om het volume van de luidspreker
tijdens een gesprek bij te stellen. Druk op [ ] om het
volume te verhogen of op [ ] om het te verlagen.
Een externe luidspreker gebruiken
Met een als optie verkrijgbare externe luidspreker
kunt u op korte afstand telefoongesprekken voeren.
Sluit daarvoor eerst de luidspreker op de telefoon aan.
1. Druk tijdens een gesprek op [ ].
2. Als er een melding verschijnt, drukt u op <
Ja
>.
3. Druk op [ ] om terug te keren naar de normale
stand.
Een gesprek in de wacht zetten er uit halen
Druk op <
Wacht
> of <
Ophalen
> om een gesprek in
de wacht te zetten of uit de wacht te halen.
Twee gesprekken voeren
U kunt twee gesprekken tegelijkertijd voeren als dit
door het netwerk wordt ondersteund.
1. Druk op <
Wacht
> om het gesprek in de wacht te
zetten.
2. Bel op de normale wijze het tweede nummer.
3. Druk op <
Wissel
> om heen en weer te schakelen.
4. Druk op <
Opties
> en selecteer
Gesprek in
wacht beëindigen
om het gesprek in de wacht te
beëindigen.
Gewenste actie: Werkwijze:
het laatste nummer
herhalen
houd de knop twee keer
ingedrukt.
een oproep beantwoorden druk de knop in.
een gesprek beëindigen druk de knop in.
28
Telefoneren
5. U kunt het huidige gesprek beëindigen door
op [ ] te drukken.
Een tweede oproep beantwoorden
U kunt een inkomende oproep beantwoorden terwijl u
al in gesprek bent, als dit door het netwerk wordt
ondersteund en als u de functie Wisselgesprek hebt
ingeschakeld.
p. 85
1. Druk op [ ] om de oproep aan te nemen. Het
eerste gesprek wordt in de wacht gezet.
2. Druk op <
Wissel
> om heen en weer te schakelen.
3. Druk op <
Opties
> en kies
Gesprek in wacht
beëindigen
om het gesprek in de wacht te
beëindigen.
4. U kunt het huidige gesprek beëindigen door
op [ ] te drukken.
Een oproep doorverbinden
U kunt een gesprek doorschakelen naar een beller die
in de wacht staat, als het netwerk dit ondersteunt. De
twee bellers kunnen met elkaar spreken, maar uw
verbinding wordt verbroken.
Druk op <
Opties
> en kies
Doorverbinden
.
De Bluetooth-headset gebruiken
U kunt een optionele Bluetooth-headset gebruiken om
gesprekken te voeren zonder de telefoon bij uw oor te
houden. Als u deze functie wilt gebruiken, moet u de
headset eerst aanmelden en op de telefoon
aansluiten.
p. 87
Druk op <
Opties
> en kies
Overschakelen naar
headset
of
Overschakelen naar telefoon
.
Functie Helderheid stem gebruiken
Met deze functie kunt u de gevoeligheid van de
microfoon verhogen, zodat uw gesprekspartner u ook
in rumoerige ruimten of wanneer u fluistert kunt
verstaan.
Druk op <
Opties
> en selecteer
Helderheid stem
aan
of
Helderheid stem uit
.
De microfoon uitschakelen
U kunt de microfoon van uw telefoon tijdelijk
uitschakelen zodat uw gesprekspartner u niet kan
horen.
Druk op <
Opties
> en selecteer
Microfoon uit
of
Microfoon aan
.
Telefoneren
29
Toetstonen in- en uitschakelen
U kunt de toetstonen in- en uitschakelen.
Druk op <
Opties
> en selecteer
Toetstonen uit
of
Toetstonen aan
.
Telefoonlijst gebruiken
Via het menu
Telefoonlijst
kunt u vermeldingen
opzoeken en opslaan.
p. 32
Druk op <
Opties
> en kies
Telefoonlijst
.
Een serie DTMF-tonen verzenden
DTMF-tonen (Dual Tone Multi-Frequency) zijn de tonen
die op telefoons worden gebruikt voor toonkiezen.
U kunt de DTMF-tonen als groep verzenden nadat u
het volledige nummer hebt ingetoetst of nadat u een
nummer uit de telefoonlijst hebt opgehaald. Deze
functie is handig bij het invoeren van een wachtwoord
of rekeningnummer wanneer u een geautomatiseerd
systeem belt, bijvoorbeeld van een bank.
1. Druk wanneer u verbinding hebt met een
teleservicesysteem op <
Opties
> en kies
Toetstonen verzenden
.
2. Geef het nummer in dat u wilt verzenden en druk
op <
OK
>.
SIM-diensten gebruiken
Het menu
SIM diensten
is beschikbaar als u een
SIM-kaart gebruikt met aanvullende diensten, zoals
nieuws, weerbericht, sportuitslagen, ontspanning enz.
Neem voor meer informatie contact op met uw
provider of raadpleeg de instructies bij uw SIM-kaart.
Multipartygesprekken
Met deze functie kunt u met maar liefst zes personen
deelnemen aan een multipartygesprek of telefonische
vergadering. U kunt u deze functie alleen gebruiken
als deze wordt ondersteund door uw provider.
Een multipartygesprek starten
1. Bel de eerste deelnemer.
2. Bel de tweede deelnemer. Het eerste telefoon-
gesprek wordt automatisch in de wacht gezet.
3. Druk op <
Opties
> en selecteer
Deelnemen
. De
eerste deelnemer wordt toegevoegd aan het
multipartygesprek.
Als u wilt communiceren met antwoordapparaten of
telefooncentrales moet u
Toetstonen aan
selecteren.
30
4. Bel desgewenst nog iemand of beantwoord een
inkomend gesprek.
5. Druk op <
Opties
> en selecteer
Deelnemen
.
6. Herhaal stap 4 en 5 zo vaak als nodig is.
Een privégesprek voeren met een van de
deelnemers
1. Druk op <
Opties
> en selecteer
Privé
.
2. Selecteer een naam of nummer in de lijst met
deelnemers. U kunt nu met die persoon een privé-
gesprek voeren, terwijl de andere deelnemers door
kunnen gaan met hun multipartygesprek.
3. U keert terug naar het multipartygesprek door op
<
Opties
> te drukken en
Deelnemen
te kiezen.
Eén deelnemer verwijderen
1. Druk op <
Opties
> en kies
Verwijderen
.
2. Selecteer een naam of nummer in de lijst met
deelnemers. Het gesprek met deze deelnemer
wordt beëindigd, terwijl de andere partijen blijven
deelnemen aan het gesprek.
3. Sluit de telefoon of druk op [ ] om het
multipartygesprek te beëindigen.
Menuopties
Een overzicht van alle menuopties
Oproepenlijst
(Menu 1)
Gebruik dit menu om te zien welke nummers u hebt
gebeld, welke oproepen u hebt ontvangen of gemist,
en wat de duur en de kosten van uw gesprekken zijn.
Om dit menu te openen, drukt u in de standby-stand
op <
Menu
> en kiest u
Oproepenlijst
.
Recente oproepen
(Menu 1.1)
Dit menu toont de laatste uitgaande, ontvangen en
gemiste oproepen.
Gegevens van een oproep bekijken
1. Druk op [Links] of [Rechts] om een type oproep te
selecteren.
2. Druk op [Omhoog] of [Omlaag] om door de lijst
met oproepen te bladeren.
3. Druk op [ ] om de gegevens van een oproep te
bekijken of op [ ] om een nummer te bellen.
Menuopties
Oproepenlijst
(Menu 1)
31
Opties oproepenlijst
Wanneer u de oproepenlijst bekijkt, kunt u op
<
Opties
> drukken voor de volgende opties:
Details
: toont details van de geselecteerde
oproep.
Bellen
: het getoonde nummer bellen.
Contact opslaan
: het nummer in de telefoonlijst
opslaan.
Bericht verzenden
: een SMS- of MMS-bericht
sturen.
Wissen
: de geselecteerde oproep of alle oproepen
wissen.
Gemiste oproepen
(Menu 1.2)
Dit menu toont de laatste oproepen die u niet hebt
beantwoord.
Uitgaande oproepen
(Menu 1.3)
Dit menu toont de laatste nummers die u hebt gebeld.
Ontvangen oproepen
(Menu 1.4)
Dit menu toont de laatste oproepen die u hebt
ontvangen.
Alles wissen
(Menu 1.5)
Met dit menu kunt u alle gegevens van de diverse
typen oproepen wissen.
1. Druk op [ ] om een of meer type oproepen te
selecteren die u wilt wissen.
2. Druk op <
Wissen
>.
3. Druk op <
Ja
> om het wissen te bevestigen.
Gespreksduur
(Menu 1.6)
Dit menu toont de tijdsduur van uitgaande en
inkomende oproepen. De werkelijke duur op de
rekening van uw provider kan iets afwijken.
Duur
laatste
gesprek
: toont de duur van het
laatste gesprek.
Totaal uitgaand
: toont de totale duur van alle
uitgaande oproepen.
Totaal ontvangen
: toont de totale duur van alle
inkomende oproepen.
Tijdtellers op nul zetten
: tellers op nul zetten. U
moet eerst het wachtwoord voor de telefoon
ingeven.
Het wachtwoord is ingesteld op
00000000
. U
kunt dit wachtwoord wijzigen.
p. 90
32
Menuopties
Gesprekskosten
(Menu 1.7)
Deze netwerkfunctie geeft de gesprekskosten weer.
Dit menu is alleen beschikbaar als uw SIM-kaart dit
ondersteunt. Deze functie is niet bedoeld voor
factureerdoeleinden.
Kosten
laatste
gesprek
: toont de kosten van de
laatste oproep.
Totale
kosten
: toont de totale kosten van alle
gesprekken. Als de totale kosten hoger uitvallen
dan de maximumkosten die zijn ingesteld bij
Maximumkosten
instellen
, moet u de teller op
nul zetten voordat u weer kunt bellen.
Maximumkosten
: hier kunt u de maximale
kosten controleren die zijn ingesteld bij
Maximumkosten
instellen
.
Kostentellers op nul
zetten
: hier kunt u de
tellers op nul zetten. U moet eerst uw PIN2-code
ingeven.
Maximumkosten
instellen
: hier kunt u de
maximaal toegestane kosten voor uw gesprekken
instellen. U moet eerst uw PIN2-code ingeven.
Tarief
: hier stelt u de prijs per eenheid in die
wordt gebruikt bij de berekening van de
gesprekskosten. U moet eerst uw PIN2-code
ingeven.
Telefoonlijst
(Menu 2)
U kunt telefoonnummers op de SIM-kaart en in het
geheugen van de telefoon opslaan. Hoewel beide
geheugens in fysiek opzicht gescheiden zijn, vormen
ze in de praktijk één geheel: de telefoonlijst.
Als u dit menu wilt openen, drukt u in de standby-
stand op <
Menu
> en kiest u
Telefoonlijst
.
Lijst met contacten
(Menu 2.1)
Met dit menu kunt u nummers in de telefoonlijst
opzoeken.
Een nummer opzoeken
1. Geef de eerste letters in van de naam die u zoekt.
2. Selecteer de gewenste naam in de lijst.
3. Druk op [ ] om het nummer te bellen of op
<
Opties
> om de beschikbare opties weer te
geven.
U kunt dit menu snel openen door in de standby-
stand op <
Contact
> te drukken.
Menuopties
Telefoonlijst
(Menu 2)
33
Opties telefoonlijst
Wanneer u de contact-informatie bekijkt, kunt u op
<
Opties
> drukken en de volgende opties weergeven:
Wijzigen
: hiermee kunt de detailgegevens van de
contactpersoon wijzigen.
Bericht verzenden
: hiermee kunt u een SMS-,
MMS- of e-mailbericht verzenden.
Kopiëren
: het geselecteerde nummer naar het
telefoongeheugen, de SIM-kaart of de FDN-lijst
kopiëren.
Verzenden via
: hiermee verzendt u het contact
via SMS, MMS, e-mail of Bluetooth.
Wissen
: hiermee verwijdert u de contactpersoon.
Afdrukken via Bluetooth
: hiermee kunt u de
contact-informatie afdrukken wanneer de telefoon
op een printer is aangesloten die Bluetooth
ondersteunt.
Wanneer u de lijst met contacten bekijkt, kunt u op
<
Opties
> drukken en de volgende opties weergeven:
Tonen
: toont details over de contactpersoon.
Bericht verzenden
: hiermee kunt u een SMS-,
MMS- of e-mailbericht verzenden.
Nieuw contact toevoegen
: hiermee voegt u een
nieuwe contactpersoon toe aan de telefoonlijst.
Wissen
: verwijdert het geselecteerde contact of
alle contacten.
Taal kiezen
: hier kunt u de taal selecteren die u
voor de tekstinvoerstand wilt gebruiken.
FDN-lijst
(Menu 2.2)
Met dit menu kunt u een lijst met telefoonnummers
voor FDN (Fixed Dialling Number) samenstellen. Bij
gebruik van de FDN-modus zijn alleen uitgaande
oproepen mogelijk naar de nummers in deze lijst (als
uw SIM-kaart dit ondersteunt). Via menu
FDN-modus
kunt u deze functie inschakelen
.
p. 90
Een contactpersoon toevoegen
1. Druk op <
Opties
> en kies
Toevoegen
.
2. Geef uw PIN2-code in en druk op <
OK
>.
3. Geef de naam en het telefoonnummer in, of druk
op <
Opties
> en selecteer
Lijst met contacten
om een contact uit de telefoonlijst over te nemen.
4. Wijzig desgewenst het locatienummer.
5. Druk op <
Opslaan
> om het contact op te slaan.
Opties bij contactpersoon gebruiken
Blader naar een contactpersoon en druk op
<
Opties
>.
"Opties telefoonlijst"
34
Menuopties
Nieuw contact toevoegen
(Menu 2.3)
In dit menu kunt u een nieuwe contactpersoon aan de
telefoonlijst toevoegen.
Een nummer in het telefoongeheugen opslaan
1. Selecteer
Telefoon
.
2. Wijzig de instellingen of geef gegevens voor de
contactpersoon in.
Voornaam
/
Achternaam
: geef een naam in.
Mobiel
/
Privé
/
Kantoor
/
Fax
/
Overig
: geef een
nummer in voor de gewenste categorie.
E-mail
: geef een e-mailadres in.
Afbeelding
: een afbeelding aan het contact
koppelen. Deze wordt weergegeven wanneer u
door dit contact wordt gebeld.
Melodie
: een melodie aan het contact
koppelen. Deze hoort u wanneer u door dit
contact wordt gebeld.
Groep
: het contact in een belgroep opnemen.
Notities
: een notitie over de persoon ingeven.
3. Druk op [ ] om de contactpersoon op te slaan.
Een nummer op de SIM-kaart opslaan
1. Selecteer
SIM
.
2. Geef de naam en het telefoonnummer in.
3. Wijzig desgewenst het locatienummer.
4. Druk op [ ] om de vermelding op te slaan.
Groep
(Menu 2.4)
In dit menu kunt u uw contacten in belgroepen
indelen.
Een nieuwe belgroep maken
1. Druk op <
Opties
> en kies
Toevoegen
.
2. Geef een naam in voor een groep.
3. Selecteer de regel
Afbeelding
om een afbeelding
aan de groep toe te wijzen.
4. Selecteer de regel
Melodie
om een melodie aan de
groep toe te wijzen.
5. Druk op <
Opslaan
> om de groep op te slaan.
Leden aan een belgroep toevoegen
1. Selecteer een groep.
2. Druk op <
Voeg toe
>. De lijst met contacten die in
de telefoon zijn opgeslagen wordt getoond.
De instellingen bij
Afbeelding
en
Melodie
krijgen voorrang boven de instellingen voor de
groep.
Menuopties
Telefoonlijst
(Menu 2)
35
3. Selecteer de contactpersoon die u aan de
geselecteerde groep wilt toevoegen.
4. Als u meer leden wilt toevoegen, drukt u op
<
Opties
> en kiest u
Toevoegen
¤
een contact.
Herhaal dit zo vaak als nodig.
Belgroepen beheren
Wanneer u de lijst met groepen bekijkt, kunt u op
<
Opties
> drukken en de volgende opties kiezen:
Tonen
: toont de leden van de groep.
Toevoegen
: een nieuwe groep toevoegen.
Wijzigen
: de eigenschappen van de geselecteerde
groep wijzigen.
Bericht verzenden
: een SMS-, MMS- of
e-mailbericht naar de leden sturen.
Wissen
: verwijdert de geselecteerde groep. De
contacten blijven in de telefoonlijst aanwezig.
Snelkiezen
(Menu 2.5)
In dit menu kunt u de 8 meest gebelde nummers aan
toetsen toewijzen (2 t/m 9), zodat u deze snel kunt
bellen.
Nummers voor snelkiezen toewijzen
1. Selecteer een cijfertoets (
2
t/m
9
). [
1
] is
gereserveerd voor uw voicemailnummer.
2. Selecteer een contact.
3. Als het contact meerdere nummers heeft,
selecteert u het gewenste nummer.
Nummers voor snelkiezen beheren
Druk in het scherm Snelkiezen op <
Opties
> om de
volgende opties weer te geven:
Toevoegen
: een nummer aan een nog
niet-gebruikte toets toewijzen. U kunt ook een
contact in de telefoonlijst of FDN-lijst selecteren.
Tonen
: toont het aan de toets toegewezen
nummer.
Wijzigen
: een ander nummer aan de toets
toewijzen.
Verwijderen
: hiermee kunt u alle snelkies-
nummers wissen.
Snelkiesnummers bellen
Houd in de standby-stand de cijfertoets ingedrukt.
Mijn visitekaartje
(Menu 2.6)
Met dit menu kunt u een visitekaartje maken en dit
naar anderen verzenden.
36
Menuopties
Visitekaartje opslaan
De procedure voor het maken van een visitekaartje is
identiek aan die voor het opslaan van een nummer in
het telefoongeheugen.
p. 34
Opties voor visitekaartjes
Wanneer u een visitekaartje hebt opgeslagen, kunt u
op <
Opties
> drukken en de volgende opties kiezen:
Wijzigen
: hiermee kunt u het visitekaartje
wijzigen.
Verzenden via
: hiermee verzendt u het
visitekaartje via SMS, MMS, e-mail of Bluetooth.
Visitekaartje uitwisselen
: hiermee kunt u via
Bluetooth visitekaartjes met anderen uitwisselen.
Verwijderen
: het visitekaartje wissen.
Afdrukken via Bluetooth
: hiermee kunt u het
visitekaartje afdrukken wanneer de telefoon op
een printer is aangesloten die Bluetooth
ondersteunt.
Eigen nummer
(Menu 2.7)
Met deze functie kunt u zien wat uw eigen
telefoonnummers zijn en kunt u een naam aan de
nummers geven. Wijzigingen die u hier aanbrengt, zijn
niet van invloed op de daadwerkelijke abonnee-
nummers op uw SIM-kaart.
Beheer
(Menu 2.8)
Met dit menu kunt u de telefoonlijst beheren.
Standaard geheugen
: hier kunt u een standaard
geheugen selecteren waarin contacten moeten
worden opgeslagen.
Wanneer u
Vragen bij opslaan
selecteert, wordt
u gevraagd een geheugen te selecteren wanneer u
een nummer opslaat.
Alles naar telefoon kopiëren
: hiermee kopieert
u alle contactpersonen die op de SIM-kaart zijn
opgeslagen naar het geheugen van de telefoon.
Sorteren
: sorteert uw contacten op de voor- of
achternaam.
Alles wissen
: alle contacten in uw
telefoongeheugen, op de SIM-kaart en in de
FDN-lijst wissen.
1. Druk op [ ] om de locatie(s) te selecteren.
2. Druk op <
Wissen
> en daarna op <
Ja
>.
3. Geef het wachtwoord voor de telefoon in en
druk op <
OK
>.
Geheugenstatus
: geeft weer hoeveel contacten
er in de telefoonlijst zijn opgeslagen.
Het wachtwoord is ingesteld op
00000000
.
U kunt dit wachtwoord wijzigen.
p. 90
Menuopties
Toepassingen
(Menu 3)
37
Servicenummer
(Menu 2.9)
Dit menu is beschikbaar als de SIM-kaart SDN-
nummers ondersteunt. Dit menu toont de lijst met
SDN-nummers die door de provider zijn toegewezen.
Hierin staan ook de alarmnummers, de nummers voor
inlichtingen en de voicemailnummers.
Blader naar het gewenste nummer en druk op
<
Kies nr
> of [ ].
Toepassingen
(Menu 3)
Met dit menu kunt u Java-spelletjes spelen,
muziekbestanden beluisteren, voice memo's
opnemen, de tijdzone instellen en bekijken, een alarm
instellen en de telefoon als rekenmachine, timer,
stopwatch of voor het omrekenen van eenheden
gebruiken. U kunt de telefoon ook als FM-radio
gebruiken.
Om dit menu te openen, drukt u in de standby-stand
op <
Menu
> en kiest u
Toepassingen
.
MP3-speler
(Menu 3.1)
Dit menu kunt u gebruiken om naar muziek te
luisteren. Eerst moet u de MP3-bestanden opslaan in
het telefoongeheugen.
Muziekbestanden downloaden en ontvangen
U kunt de volgende methoden gebruiken om MP3-
bestanden in het telefoongeheugen op te slaan:
Downloaden van internet
p. 46
Downloaden van een computer met behulp van het
programma Samsung PC Studio II
Gebruiksaanwijzing Samsung PC Studio II
Via een actieve Bluetooth-verbinding
p. 89
De gedownloade of ontvangen bestanden worden
opgeslagen in de map
Muziek
.
p. 66
Een playlist samenstellen
Voeg MP3-bestanden toe aan de playlist:
1. Druk in het scherm MP3-speler op <
Opties
> en
kies
Aan lijst toevoegen
.
2. Selecteer een van de volgende opties:
Alles toevoegen
: hiermee voegt u alle
bestanden toe aan de playlist.
Bestand toevoegen
: hiermee voegt u een
bepaald bestand toe aan de playlist.
3. Bij
Bestand toevoegen
bladert u naar het
gewenste bestand en drukt u op <
Voeg toe
>.
4. Druk op <
Terug
> om terug te gaan naar het
scherm MP3-speler.
38
Menuopties
Muziekbestanden afspelen
Druk in het scherm MP3-speler op [ ]. Tijdens het
afspelen kunt u de volgende toetsen gebruiken:
Opties voor muziekbestanden gebruiken
Druk in het scherm MP3-speler op <
Opties
> om de
volgende opties weer te geven:
Afspelen
: muziekbestanden afspelen.
Verzenden via
: hiermee verzendt u het bestand
via e-mail of Bluetooth.
Playlist openen
: toont de playlist.
Instellen als
: u kunt het bestand instellen als
beltoon, alarmmelodie of aan een nummer in de
telefoonlijst koppelen.
Wissen
: het muziekbestand uit het geheugen van
de telefoon verwijderen.
Instellingen
: u kunt de standaardinstellingen
voor het afspelen van muziekbestanden wijzigen.
Herhaalstand
: selecteer een herhaalstand.
Shuffle
: de muziekbestanden worden in
willekeurige volgorde afgespeeld.
Visualisatie
: selecteer een equalizerinstelling.
Kleur
: selecteer een type kleur.
Volume
: selecteer een volumeniveau.
Eigenschappen
: toont de eigenschappen.
De afspeellijst openen
1. Druk in het scherm MP3-speler op <
Opties
> en
kies
Playlist openen
om de playlist weer te
geven.
Toets Functie
Afspelen onderbreken/hervatten.
Links Terug naar het vorige bestand. Als u
deze ingedrukt houdt, gaat u terug in
het bestand.
Rechts Naar het volgende bestand. Als u deze
ingedrukt houdt, gaat u vooruit in het
bestand.
Omhoog Playlist openen.
Omlaag Afspelen stoppen.
/ Volume aanpassen.
2
Equalizertype wijzigen.
3
Herhaalstand wijzigen.
5
Een equalizerkleur wijzigen.
6
Shufflestand in-/uitschakelen.
Menuopties
Toepassingen
(Menu 3)
39
2. Druk op <
Opties
> voor de volgende opties:
Afspelen
: speelt het geluidsbestand af.
Aan lijst toevoegen
: hiermee kunt u
bestanden aan de playlist toevoegen.
Verplaatsen
: het bestand verplaatsen naar de
gewenste positie in de playlist.
Verwijderen
: het geselecteerde bestand of
alle bestanden uit de playlist verwijderen.
MP3-bestanden afspelen met de telefoon dicht
1. Houd [ ] en daarna [ ] ingedrukt om de
MP3-speler te starten.
2. Druk op [ ] om het afspelen te starten.
Tijdens het afspelen kunt u met de volgende toetsen
de MP3-speler bedienen:
Voice recorder
(Menu 3.2)
Via dit menu kunt u gesproken memo's van maximaal
één uur opnemen.
Een voice memo opnemen
1. Druk op [ ] om de opname te starten.
2. Spreek uw memo in de microfoon in.
Druk op [ ] om de opname te onderbreken of
hervatten.
3. Als u klaar bent, drukt u op <
Stop
>. De memo
wordt automatisch opgeslagen.
Toets Functie
Afspelen onderbreken/hervatten.
Terug naar het vorige bestand. Als u deze
ingedrukt houdt, gaat u terug in het
bestand.
Naar het volgende bestand. Als u deze
ingedrukt houdt, gaat u vooruit in het
bestand.
/ Het volume aanpassen.
Toets Functie
40
Menuopties
Een voice memo afspelen
1. Druk in het scherm Voice memo op <
Opties
> en
kies
Ga naar memolijst
.
2. Selecteer een memo. De memo wordt afgespeeld.
Tijdens het afspelen kunt u de volgende toetsen
gebruiken:
Opties voor voice memo's gebruiken
Druk in het scherm Voice memo op <
Opties
> om de
volgende opties weer te geven:
Opnemen
: een nieuwe voice memo opnemen.
Instellingen
: de volgende instellingen wijzigen:
Opnametijd
: selecteer de opnametijd.
Volume
: selecteer het volume waarop de memo
moet worden afgespeeld.
Standaardnaam
: hier kunt u de standaard
naamgeving voor voice memo’s instellen.
Ga naar memolijst
: hiermee gaat u naar de lijst
met opgenomen memo's.
JAVA wereld
(Menu 3.3)
Met dit menu kunt u op Java gebaseerde spelletjes
openen en spelen en een profiel instellen voor toegang
tot Java-diensten.
4.
Om... Drukt u op...
terug te gaan naar de
opnamestand
[Omhoog].
de voice memo af te spelen [ ].
de voice memo-opties te
openen
<
Opties
>.
p. 66
terug te gaan naar het vorige
niveau
<
Terug
>.
Toets Functie
Het afspelen onderbreken/hervatten.
Links Achteruit gaan.
Rechts Vooruit gaan.
Omhoog Terug naar de opnamestand.
Omlaag Het afspelen stoppen.
/ Het volume aanpassen.
Toets Functie
Menuopties
Toepassingen
(Menu 3)
41
Opties voor Java-spelletjes
1. In het scherm Java-wereld selecteert u
Downloads
en bladert u naar een spel.
2. Druk op <
Opties
> voor toegang tot de volgende
opties:
Starten
: het geselecteerde spel starten.
Instellingen
: hier kunt u instellen of een spel
door moet gaan bij een inkomende oproep of
alarm. U kunt hier ook instellen dat tijdens het
on-line spelen van een spel of wanneer
verbinding met internet nodig is informatie met
het netwerk wordt uitgewisseld.
Wissen
: verwijdert het geselecteerde spel.
Eigenschappen
: toont de eigenschappen van
het spel.
Java-instellingen wijzigen
U kunt de profielinstellingen voor Java-diensten
wijzigen.
In het scherm Java wereld selecteert u
Instellingen
.
De volgende opties zijn beschikbaar:
APN
: geef de naam van het toegangspunt in.
Gebruikersnaam
: geef uw gebruikersnaam in.
Wachtwoord
: geef uw wachtwoord in.
Proxy
: hier geeft u aan of u al dan niet een
proxyserver wilt gebruiken voor toegang tot
netwerkdiensten. De bij
Proxy instellingen
beschikbare opties zijn afhankelijk van deze
instelling.
Proxy instellingen
: u kunt hier de volgende
opties kiezen:
Als bij de Proxy is gekozen voor
Aanzetten
:
IP-adres
: geef hier het IP-adres van de HTTP
proxy in.
Poort
: geef hier het poortnummer van de proxy
in.
Als bij de Proxy is gekozen voor
Uitzetten
:
DNS1
: geef hier het eerste DNS-adres in.
DNS2
: geef hier het tweede DNS-adres in.
Geheugenstatus bekijken
U kunt de totale hoeveelheid geheugen voor de Java-
spelletjes bekijken, evenals de hoeveelheid
beschikbaar en gebruikt geheugen.
In het scherm Java wereld, kiest u
Geheugenstatus
.
42
Menuopties
FM-radio
(Menu 3.4)
Met dit menu opent u de FM-radio op uw telefoon.
Eerst moet u echter de telefoon op de headset
aansluiten. Deze fungeert namelijk als antenne.
Radiozenders opzoeken en vastleggen
1. Druk op [ ] om de radio aan te zetten.
2. Druk op [Links] of [Rechts] om naar de gewenste
zender te gaan.
De frequentie schuift steeds 0.1 MHz op.
U kunt ook [Links] of [Rechts] ingedrukt houden
om automatisch naar de volgende zender te
zoeken en de beschikbare frequenties opslaan.
3. Blader naar een lege locatie.
4. Druk op <
Opties
> en kies
Toevoegen
.
5. Geef een naam voor de zender in en druk
op [ ].
6. Selecteer het zendernummer dat u aan de
frequentie wilt toewijzen.
Naar de radio luisteren
1. In het scherm FM-radio gaat u naar de gewenste
zender.
2. Druk op [ ] om de radio aan te zetten.
Druk op [ / ] om het volume aan te passen.
3. U zet de radio weer uit door het menu
FM-radio
te
openen en op [ ] te drukken.
Radio-opties gebruiken
Druk in het scherm FM-radio op <
Opties
> om de
volgende opties weer te geven:
FM radio aan/uit
: de radio aan- of uitzetten.
Toevoegen
: een zender toevoegen. U kunt
maximaal 30 zenders opslaan.
Wijzigen
: de naam of de frequentie van de zender
wijzigen.
Automatisch afstemmen
: de telefoon zoekt zelf
naar beschikbare zenders en slaat deze op.
Verwijderen
: de geselecteerde zender of alle
zenders verwijderen.
• Terwijl u naar de radio luistert, kunt u
gewoon inkomende oproepen aannemen en
andere belfuncties gebruiken.
• De kwaliteit van de uitzending is afhankelijk
van het zenderbereik in het betreffende
gebied.
Menuopties
Toepassingen
(Menu 3)
43
Pop-up-melding
: de telefoon geeft desgewenst
een waarschuwing om op een bepaalde tijd naar
de radio te luisteren. Als deze melding verschijnt,
kunt u op <
Luister
> drukken om de betreffende
zender in te schakelen.
Luidspreker aan
/
Oortelefoon aan
:
overschakelen naar de luidspreker of de headset.
Instellingen
: selecteer het gewenste volume voor
de radio.
Naar de radio luisteren met de telefoon dicht
1. Houd achtereenvolgens [ ] en [ ] ingedrukt
om het radiomenu te openen.
2. Ga met [ ] of [ ] naar de gewenste zender.
U kunt ook [ ] of [ ] ingedrukt houden en
automatisch naar de beschikbare zenders zoeken.
3. Selecteer een zender en druk op [ ] om de radio
aan te zetten.
Met [ / ] kunt u het volume aanpassen.
Wereldtijd
(Menu 3.5)
In dit menu kunt u uw lokale tijdzone instellen en de
tijd in een ander deel van de wereld bekijken.
De lokale tijdzone instellen
1. Druk in de wereldkaart op [Links] of [Rechts] om
de plaats te selecteren die bij uw tijdzone hoort
(voor Nederland kiest u Parijs). De tijdlijn
verschuift en de lokale tijd en datum van de
desbetreffende zone worden weergegeven.
2. Druk op [ ] om de tijdzone op te slaan.
Een andere tijdzone bekijken en opslaan
1. Druk in de wereldkaart op [Omlaag].
2. Druk op [Links] of [Rechts] om de gewenste
tijdzone te selecteren.
3. Druk op [ ] om de tijdzone op te slaan.
Zomertijd instellen
1. Druk in de wereldkaart op <
Opties
> en kies
Zomertijd instellen
.
2. Druk op [ ] om de tijdzone(s) te selecteren.
3. Druk op <
Opslaan
>.
Alarm
(Menu 3.6)
Met dit menu kunt u op een bepaalde tijd een alarm af
laten gaan.
44
Menuopties
Een alarm instellen
1. Selecteer het type alarm.
2. Druk op [Links] of [Rechts] om
Aan
te selecteren
en druk op [Omlaag].
3. Geef de alarmtijd in en druk op [Omlaag].
4. Selecteer in de 12-uursnotatie
am
of
pm
en druk
op [Omlaag].
5. Selecteer de dag(en) van de week waarop het
alarm af moet gaan.
6. Selecteer de regel
Alarmtoon
en selecteer een
melodie voor het alarm.
7. Druk op <
Opslaan
> en op <
Ja
> om het alarm op
te slaan.
Een alarm uitzetten
Als het alarm afgaat, drukt u op <
OK
> of een
andere toets.
Als de wekker afgaat, drukt u op <
OK
> of [ ]
om het alarm definitief te stoppen.
Als u wilt dat het alarm na 5 minuten weer afgaat,
drukt u op <
Sluimer
> of een willekeurige toets.
Dit kunt u maximaal vijf keer doen.
Het alarm laten afgaan als de telefoon uit staat
Selecteer in het scherm Alarm
Automatisch aan
¤
Aan
.
Als de telefoon uitgeschakeld is op het moment dat
het alarm moet afgaan, wordt de telefoon
ingeschakeld en gaat het alarm af.
Calculator
(Menu 3.7)
Met dit menu kunt u elementaire rekenkundige
functies uitvoeren, zoals optellen, aftrekken,
vermenigvuldigen en delen.
1. Geef het eerste getal in.
Druk op de linker functietoets om een
decimaalteken of een haakje in te voegen.
2. Kies met de stuurtoetsen volgens de illustratie in
het display de bewerking die u met de calculator
wilt uitvoeren.
3. Geef het tweede getal in.
4. Druk op [ ] om de uitkomst te bekijken.
Conversie
(Menu 3.8)
Met dit menu kunt u diverse eenheden omrekenen.
Een eenheid omrekenen
1. Selecteer de eenheid die u wilt omrekenen.
Druk op [ ] of [ ] om de cursor te
verplaatsen
.
Menuopties
Toepassingen
(Menu 3)
45
2. Druk op [Links] of [Rechts] om de oorspronkelijke
eenheid te selecteren en druk op [Omlaag].
3. Geef de waarde in die u wilt omrekenen.
•Druk op [] om een decimaalteken in te voeren.
•Druk op [] om de temperatuur te wijzigen in
boven nul (+) of onder nul (-).
4. Druk op [Omlaag].
5. Druk op [Links] of [Rechts] om de beoogde eenheid
voor de omrekening te selecteren.
De overeenkomstige waarde voor het ingevoerde
getal wordt weergegeven.
Omrekenopties gebruiken
Druk op <
Opties
> voor toegang tot de volgende
opties:
Wissen
: wist de huidige waarden.
Omkeren
: keert de conversie om.
Wisselkoersen
: hiermee kunt u de lijst met
wisselkoersen openen en wijzigen.
Timer
(Menu 3.9)
Met deze functie kunt u de telefoon af laten tellen. De
telefoon laat een melodie horen wanneer de ingestelde
tijd om is.
De timer starten
1. Druk op <
Stel in
>.
2. Geef de af te tellen tijd in en druk op <
OK
>.
3. Druk op [ ] om het aftellen te starten.
De timer stoppen
•Druk op <
Terug
> of op een willekeurige toets om
de timer te stoppen wanneer deze afgaat.
Druk in het scherm Timer op [ ] om de timer te
stoppen voordat deze afgaat.
Stopwatch
(Menu 3.10)
Met dit menu kunt u de verstreken tijd opnemen. De
stopwatch is tot op éénhonderdste van een seconde
nauwkeurig. U kunt maximaal tien uur meten.
1. Druk op [ ] om de stopwatch te starten.
2. Druk op [ ] om de tussentijd op te nemen. U
kunt dit maximaal vier keer doen.
3. Druk op <
Op nul
> om de stopwatch op nul te zetten.
46
Menuopties
Browser
(Menu 4)
Met behulp van de WAP-browser (Wireless Application
Protocol) kunt u met uw telefoon draadloos op het
internet surfen. De WAP-browser geeft toegang tot
actuele informatie en allerlei soorten media, zoals
achtergronden, beltonen en muziekbestanden.
Om dit menu te openen, drukt u in de standby-stand
op <
Menu
> en kiest u
Browser
.
Startpagina
(Menu 4.1)
Als u deze optie kiest, maakt de telefoon verbinding
met het netwerk en wordt de startpagina van de
internetprovider geladen. U kunt dit ook doen door in
de standby-stand [ ] ingedrukt te houden.
Navigeren met de WAP-browser
Menuopties browser selecteren en gebruiken
Druk op [ ] of selecteer bovenin het scherm.
Terug
: hiermee gaat u terug naar de vorige
pagina.
Homepagina
: hiermee gaat u terug naar de
startpagina.
Afsluiten
: de WAP-browser afsluiten.
Opnieuw laden
: hiermee laadt u de huidige
pagina opnieuw.
URL tonen
: hiermee geeft u het URL-adres van de
huidige webpagina weer. Ook kunt u hiermee de
huidige pagina als startpagina voor de
WAP-browser of als favoriet instellen.
Info
: toont het WAP-browser certificaat en
informatie over de versie.
De opties voor WAP-pagina's gebruiken
Druk in een willekeurige WAP-pagina op [ ] om de
volgende opties weer te geven:
Ga naar adres
: hier kunt u handmatig een
URL-adres invoeren.
Favorieten
: hiermee gaat u naar het menu
Favorieten
.
Menu 4.2
Gewenste actie: Werkwijze:
door de browseritems
bladeren
druk op [Omhoog]
of [Omlaag].
een browseritem selecteren druk op< >.
terug naar de vorige pagina druk op<
Terug
> of
[
C
].
terug naar de startpagina houd [
C
] ingedrukt.
Menuopties
Browser
(Menu 4)
47
Berichten
: hiermee kunt u uw
Postvak IN
,
Postvak UIT
en
Concepten
in het menu
Mijn
berichten
controleren. Ook kunt u een nieuw
SMS-bericht samenstellen en verzenden.
p. 52
Mijn bestanden
: hiermee gaat u naar
Mijn
bestanden
.
p. 65
De WAP-browser afsluiten
Druk op [ ] om de browser af te sluiten.
Favorieten
(Menu 4.2)
Met dit menu kunt u URL-adressen opslaan, zodat u
snel en gemakkelijk naar een website kunt gaan.
Favorieten toevoegen
1. Selecteer een lege locatie.
2. Geef een naam in voor de favoriet.
3. Geef een URL-adres in en druk op [ ].
Een favoriete pagina openen
Blader naar de favoriet en druk op [ ].
Opties voor favorieten gebruiken
Blader naar een favoriet en druk op <
Opties
> om een
van de volgende opties te gebruiken:
Start
: opent de favoriete website.
Wijzigen
: hier kunt u het adres en de naam van
de favoriet bewerken.
Wissen
: verwijdert de geselecteerde favoriet.
Ga naar adres
(Menu 4.3)
Via dit menu kunt u handmatig het URL-adres van een
website invoeren en de website openen.
Buffer leegmaken
(Menu 4.4)
Met dit menu kunt u de buffer leegmaken waarin
webpagina's worden opgeslagen die u onlangs hebt
geopend.
Instellingen server
(Menu 4.5)
Met dit menu kunt u de servers voor de WAP-browser
instellen. Voor meer informatie over deze instellingen
kunt u contact opnemen met uw provider.
Voor iedere server zijn de volgende opties
beschikbaar:
Profielnaam
: geef hier een naam aan het profiel.
URL
startpagina
: geef hier het adres van uw
startpagina in.
Drager
: hier selecteert u voor ieder type
netwerkadres een drager.
48
Menuopties
Proxy
: hier kunt u aangeven of de telefoon een
proxyserver gebruikt voor het starten van de
WAP-browser. Bij uw provider kunt u navragen of
voor uw netwerk een proxyserver nodig is en zo ja,
wat de juiste instellingen zijn.
GPRS instellingen
: hier kunt u de volgende
GPRS-netwerkinstellingen wijzigen:
Als de proxy is ingesteld op
Aanzetten
:
Proxy IP
: geef hier het IP-adres van de proxy in.
Proxy poort
: geef het poortnummer van de proxy
in.
APN
: geef de naam van het toegangspunt (APN)
van de GPRS-netwerkgateway in.
Gebruikersnaam
: geef uw gebruikersnaam in.
Wachtwoord
: geef uw wachtwoord in.
Als de proxy is ingesteld op
Uitzetten
:
DNS1
: geef het eerste DNS-adres in.
DNS2
: geef het tweede DNS-adres in.
APN
: geef de naam van het toegangspunt (APN)
van de GPRS-netwerkgateway in.
Gebruikersnaam
: geef uw gebruikersnaam in
.
Wachtwoord
: geef uw wachtwoord in
.
GSM instellingen
: hier kunt u de volgende GSM
netwerkinstellingen wijzigen:
Als de proxy is ingesteld op
Aanzetten
:
Proxy IP
: geef het IP-adres van de HTTP proxy in.
Proxy poort
: geef het poortnummer van de proxy in.
Inbelnummer
: geef het PPP-telefoonnummer in.
Gebruikersnaam
: geef uw gebruikersnaam in.
Wachtwoord
: geef uw wachtwoord in.
Type data-oproep
: kies een type dataverbinding.
Als de proxy is ingesteld op
Uitzetten
:
DNS1
: geef hier het eerste DNS-adres in.
DNS2
: geef hier het tweede DNS-adres in.
Inbelnummer
: geef het PPP-telefoonnummer in.
Gebruikersnaam
: geef uw gebruikersnaam in.
Wachtwoord
: geef uw wachtwoord in.
Type data-oproep
: kies een type dataverbinding.
Huidige server
(Menu 4.6)
Met dit menu kunt u een profiel selecteren voor
toegang tot de WAP-browser.
Berichten
(Menu 5)
Via het menu
Berichten
kunt u SMS-, MMS- en
e-mailberichten verzenden en ontvangen. Ook kunt u
WAP-serverberichten ophalen en infoberichten
ontvangen.
Menuopties
Berichten
(Menu 5)
49
Druk in de standby-stand op <
Menu
> en selecteer
Berichten
om dit menu te openen.
Bericht maken
(Menu 5.1)
Met dit menu kunt u een nieuw SMS-, MMS- of
e-mailbericht samenstellen en verzenden.
SMS-bericht
(Menu 5.1.1)
Via SMS (Short Message Service) kunt u tekst-
berichten verzenden en ontvangen, die afbeeldingen,
geanimeerde afbeeldingen en melodieën kunnen
bevatten.
1. Geef het bericht in.
2. Druk op <
Opties
> voor toegang tot een van de
volgende opties:
Opslaan en verzenden
: een kopie van het
bericht op en het bericht verzenden.
Alleen verzenden
: het bericht verzenden
Invoegen
: een standaardbericht, contact-
persoon of favoriet toevoegen.
Foto
/
Animatie
/
Geluid toevoegen
: een
afbeelding, animatie of melodie toevoegen.
Bijvoegen
: een visitekaartje of
kalendergegevens als databestand toevoegen.
Opslaan in
: het bericht in
Concepten
of de
Map
opslaan.
Taal kiezen
: hiermee kunt u de taal wijzigen
die wordt gebruikt voor de T9-invoerstand.
Tekstopmaak
: hier kunt u de opmaakopties
wijzigen.
3. Als u klaar bent, drukt u op <
Opties
> en kiest u
Opslaan en verzenden
of
Alleen verzenden
.
4. Geef het bestemmingsnummer in.
Als u het bericht naar meerdere ontvangers wilt
verzenden, drukt u op [Omlaag] en vult u de
velden voor de aanvullende bestemmingen in.
5. Druk op [ ] om het bericht te verzenden.
MMS bericht
(Menu 5.1.2)
Via MMS (Multimedia Message Service) kunt u
berichten met een combinatie van tekst, afbeeldingen,
video en geluid van de ene telefoon naar een andere
telefoon of naar een e-mailadres verzenden.
1. Selecteer de regel
Onderwerp
.
Het maximum aantal tekens dat toegestaan is in
een tekstbericht varieert per provider. Als het
maximum aantal tekens in een bericht wordt
overschreden, wordt het bericht gesplitst.
50
Menuopties
2. Geef het onderwerp van het bericht in en druk
op [ ].
3. Selecteer de regel
Foto & Video
.
4. Selecteer
Foto’s
of
Video’s
en selecteer een
categorie.
5. Selecteer een foto en druk op <
Voeg toe
>.
Als u een videoclip selecteert, drukt u op de linker
functietoets en selecteert u
Toevoegen
.
6. Selecteer de regel
Melodie
.
7. Selecteer een categorie en een geluidsbestand en
druk op <
Voeg toe
>.
8. Selecteer de regel
Bericht
.
9. Geef de tekst van het bericht in en druk op [ ].
10.Wanneer u de lijst met berichten bekijkt, kunt u op
<
Opties
> drukken om de volgende opties weer te
geven:
Toevoegen
: voeg een onderwerp of tekst toe.
Wijzigen
: hier wijzigt u het onderwerp of de
tekst.
Afbeelding
/
Video
/
Melodie toevoegen
: een
foto-, video- of geluidsbestand toevoegen.
Afhankelijk van het type bestand of DRM-systeem
(Digital Rights Management) is het mogelijk dat
bepaalde bestanden niet kunnen worden
doorgestuurd
.
Afbeelding
/
Video
/
Geluid wijzigen
: hier
kunt u een toegevoegde foto, video of het
geluid wijzigen.
Voorbeeld
: hiermee wordt het bericht
weergegeven dat u hebt gemaakt.
Verzenden
: hiermee verzendt u het bericht.
Opslaan in
: u kunt het bericht in
Concepten
of de
Map
opslaan. U kunt het bericht ook als
standaard MMS-bericht opslaan.
Pagina toevoegen
: hiermee kunt u pagina's
toevoegen. Door in het berichtscherm op
[Links] of [Rechts] te drukken, kunt u naar de
verschillende pagina's gaan.
Pagina wissen
: hiermee wist u een
toegevoegde pagina.
Pagina bewerken
: hiermee wijzigt u de
weergaveduur van de pagina of gaat u een
pagina verder.
De maximaal toegestane grootte van een
MMS-bericht kan per land variëren. Als het niet
mogelijk is om nog een bestand toe te voegen,
kunt u een pagina toevoegen.
De beschikbare opties zijn afhankelijk van de
status van een veld en het geselecteerde veld.
Menuopties
Berichten
(Menu 5)
51
Bijvoegen
: een visitekaartje of agenda-
gegevens toevoegen.
Onderwerp
/
Bericht verwijderen
: het
onderwerp of de tekst wissen.
Media
/
Geluid verwijderen
: een foto,- video-
of geluidsbestand verwijderen.
11.Wanneer u klaar bent, drukt u op <
Opties
> en
kiest u
Verzenden
.
12.Geef een telefoonnummer of e-mailadres in.
Als u het bericht naar meerdere ontvangers wilt
verzenden, drukt u op [Omlaag] en vult u de
velden voor de aanvullende bestemmingen in.
13.Druk op [ ] om het bericht te verzenden.
E-mail
(Menu 5.1.3)
U kunt e-mailberichten met tekst en mediabestanden
zoals afbeeldingen, video’s en geluidsbestanden
verzenden. Als u deze functie wilt gebruiken, moet u
zich abonneren op een e-maildienst en uw
e-mailaccount en -profiel instellen.
p. 62, p. 63
1. Selecteer de regel
Onderwerp
.
2. Geef het onderwerp van het e-mailbericht in en
druk op [ ].
3. Selecteer de regel
Bericht
.
4. Geef de tekst van het bericht in en druk op [ ].
5. Selecteer de regel
Bijlage toevoegen
.
6. Druk op <
Opties
> en voeg mediabestanden aan
uw e-mailbericht toe. U kunt de volgende opties
gebruiken:
Afbeelding/Video’s/Geluiden/Muziek
toevoegen
: foto-, video-, geluids- of
muziekbestanden toevoegen.
Afhankelijk van
het type bestand of DRM-systeem (Digital Rights
Management) is het mogelijk dat bepaalde
bestanden niet kunnen worden doorgestuurd
.
Andere bestanden
: voor het toevoegen van
bestanden in een niet-ondersteund formaat.
Bijvoegen
: voor het toevoegen van
visitekaartjes of agendagegevens.
7. Wanneer u een e-mailbericht samenstelt, kunt u
op <
Opties
> drukken om de volgende opties te
gebruiken:
Wijzigen
: het onderwerp of de tekst wijzigen.
Tonen
: de bijlage openen.
Verzenden
: het e-mailbericht verzenden.
Opslaan in
: het bericht in
Concepten
of de
Map
opslaan.
Onderwerp
/
Bericht verwijderen
: het
onderwerp of de tekst van het bericht wissen.
52
Menuopties
Verwijderen
: geselecteerde bijlage(n)
verwijderen.
Alle bijlagen verwijderen
: alle bijlagen wissen.
8. Wanneer u klaar bent, drukt u op <
Opties
> en
kiest u
Verzenden
.
9. Geef een e-mailadres in.
Als u het e-mailbericht naar meerdere ontvangers
wilt verzenden, drukt u op [Omlaag] en vult u de
velden voor de aanvullende bestemmingen in.
10.Druk op [ ] om het bericht te verzenden.
Mijn berichten
(Menu 5.2)
Dit postvak bevat de berichten die u hebt ontvangen,
verzonden of nog niet verzonden kunnen worden.
Postvak IN
(Menu 5.2.1)
Hier worden alle berichten opgeslagen die u hebt
ontvangen, behalve e-mail- en infoberichten.
Een bericht bekijken wanneer u het ontvangt
Als u een bericht hebt ontvangen, waarschuwt de
telefoon u op de volgende manier:
Er wordt een berichtsymbool met een tekstmelding
weergegeven.
Er klinkt een toon of de telefoon trilt, afhankelijk
van het gekozen berichtsignaal.
Als u een bericht direct wilt lezen, drukt u op
<
Tonen
> en selecteert u in Postvak IN een bericht.
Een bericht in Postvak IN bekijken
De volgende symbolen kunnen worden weergegeven
in de lijst met berichten. De symbolen kunnen
variëren afhankelijk van het type en de status van het
bericht:
SMS/WAP-serverberichten/
Ontvangstbevestiging
MMS-bericht
MMS-melding
• Afhankelijk van DRM (Digital Rights
Management) kunt u bepaalde berichten niet
doorsturen. Deze hebben het symbool .
Het symbool
!
naast een bericht geeft aan dat
het bericht een hoge prioriteit heeft. Een grijs
berichtsymbool geeft een lage prioriteit aan.
Menuopties
Berichten
(Menu 5)
53
Wanneer u de lijst met berichten bekijkt, kunt u op
<
Opties
> drukken om de volgende opties weer te
geven:
Tonen
: het bericht openen.
Ophalen
: het MMS-bericht bij de server ophalen.
Wissen
: het bericht of alle berichten verwijderen.
Verplaatsen naar Map
: het bericht naar de
Map
verplaatsen.
Naar telefoon/SIM
: het SMS-bericht naar het
telefoongeheugen of de SIM-kaart verplaatsen.
Sorteren op
: de sorteervolgorde van de berichten
wijzigen.
Wisbeveiliging
: hiermee kunt u voorkomen dat
het bericht wordt gewist.
Eigenschappen
: de berichteigenschappen
bekijken.
Berichtopties gebruiken
Druk terwijl u een bericht bekijkt op <
Opties
> voor
toegang tot de volgende opties:
SMS-berichten
Beantwoorden via
: via SMS of MMS een
antwoordbericht sturen.
Doorsturen
: het bericht naar anderen doorsturen.
Wissen
: het bericht wissen.
Naar telefoon/SIM
: het SMS-bericht naar het
telefoongeheugen of de SIM-kaart verplaatsen.
Toevoegen aan blokkeerlijst
: het nummer van
de afzender toevoegen aan de lijst
Tel.nummer
blokkeren
.
Adres
overnemen
: URL's, e-mailadressen of
telefoonnummers uit het bericht overnemen.
Media overnemen
: media-inhoud uit het bericht
in het telefoongeheugen opslaan.
Wisbeveiliging
: hiermee kunt u voorkomen dat
het bericht wordt gewist. U kunt alleen berichten
beveiligen die zijn opgeslagen in het geheugen van
de telefoon.
Afdrukken via Bluetooth
: het geselecteerde
bericht afdrukken op een printer die Bluetooth
ondersteunt.
54
Menuopties
MMS-berichten
Beantwoorden via SMS
: via SMS een
antwoordbericht sturen.
Beantwoorden via MMS
: via MMS een
antwoordbericht sturen.
Doorsturen
: het bericht naar iemand anders
doorsturen.
Wissen
: het bericht of alle berichten wissen.
Adres
overnemen
: URL's, e-mailadressen en
telefoonnummers uit het bericht overnemen.
Media overnemen
: media-inhoud uit het bericht
in het telefoongeheugen opslaan.
Eigenschappen
: toont de berichteigenschappen.
WAP-infoberichten
Ga naar adres
: hiermee maakt u verbinding met
de URL waarvanaf het bericht verzonden is.
Adres overnemen
: URL's, emailadressen en
telefoonnummers uit het bericht overnemen.
Wissen
: het bericht wissen.
Ontvangstbevestigingen
Adres overnemen
: URL's, emailadressen en
telefoonnummers uit het bericht overnemen.
Wissen
: het bericht wissen.
Wisbeveiliging
: hiermee kunt u voorkomen dat
het bericht wordt gewist.
Concepten
(Menu 5.2.2)
In deze map worden berichten opgeslagen die u hebt
opgeslagen om ze later te verzenden.
Druk op <
Opties
> voor toegang tot de volgende
opties:
Tonen
: het bericht weergeven.
Wijzigen
: het bericht bewerken.
Verzenden
: het bericht opnieuw verzenden.
Wissen
: het bericht of alle berichten wissen
Verplaatsen naar Map
: het bericht naar de
Map
verplaatsen.
Naar telefoon
/
SIM
: het SMS-bericht naar het
telefoongeheugen of de SIM-kaart verplaatsen.
Sorteren op
: de sorteervolgorde van de berichten
wijzigen.
Wisbeveiliging
: hiermee kunt u voorkomen dat
het bericht wordt gewist.
Eigenschappen
: toont de berichteigenschappen.
Menuopties
Berichten
(Menu 5)
55
Postvak UIT
(Menu 5.2.3)
In deze map worden berichten opgeslagen die worden
verzonden of die niet verzonden kunnen worden.
In deze map kunnen de volgende symbolen
voorkomen:
Bericht dat door de telefoon wordt verzonden
Bericht dat nog niet verzonden kon worden
Druk terwijl u een bericht of de lijst met berichten
bekijkt op <
Opties
> voor de volgende opties:
Verzenden annuleren
: tijdens het verzenden de
verzending van het bericht annuleren.
Tonen
: het bericht weergeven.
Opnieuw verzenden
: het bericht opnieuw
verzenden.
Wijzigen
: het bericht bewerken.
Wissen
: het bericht of alle berichten wissen.
Verplaatsen naar Map
: het bericht naar de
Map
verplaatsen
Naar telefoon
/
SIM
: het SMS-bericht naar het
telefoongeheugen of de SIM-kaart verplaatsen.
Sorteren op
: de sorteervolgorde van de berichten
wijzigen.
Afdrukken via Bluetooth
: het geselecteerde
bericht afdrukken op een printer die Bluetooth
ondersteunt.
Wisbeveiliging
: hiermee kunt u voorkomen dat
het bericht wordt gewist.
Eigenschappen
: toont de berichteigenschappen.
Verzonden items
(Menu 5.2.4)
In deze map worden verzonden berichten opgeslagen.
Druk terwijl u een bericht of de lijst met berichten
bekijkt op <
Opties
> voor de volgende opties:
Tonen
: het bericht weergeven.
Doorsturen
: het bericht naar anderen doorsturen.
Wissen
: het bericht of alle berichten wissen.
Verplaatsen naar Map
: het bericht naar de
Map
verpaatsen.
Naar telefoon
/
SIM
: het SMS-bericht naar het
telefoongeheugen of de SIM-kaart verplaatsen.
Sorteren op
: de sorteervolgorde van de berichten
wijzigen.
Afdrukken via Bluetooth
: het geselecteerde
bericht afdrukken op een printer die Bluetooth
ondersteunt.
Wisbeveiliging
: hiermee kunt u voorkomen dat
het bericht wordt gewist.
Eigenschappen
: toont de berichteigenschappen.
56
Menuopties
E-mailbox
(Menu 5.2.5)
In deze map worden ontvangen e-mailberichten
opgeslagen.
1. Selecteer een e-mailaccount.
2. Druk op <
Ja
> terwijl
Nieuwe mail controleren
wordt weergegeven om nieuwe e-mailberichten op
te halen bij de server. Er wordt gecontroleerd of er
nieuwe e-mailberichten zijn en deze worden
vervolgens opgehaald.
De volgende symbolen kunnen worden weerge-
geven, afhankelijk van de status van het bericht:
gelezen
ongelezen
wordt opgehaald bij de server
niet opgehaald bij de server
3. Blader naar een e-mailbericht of kopregel en druk
op [ ].
4. Als het e-mailbericht uit meerdere pagina's
bestaat, kunt u een voor een door de pagina's te
bladeren door op [ / ] te drukken.
Houd [ / ] ingedrukt om naar de eerste of
laatste pagina te gaan.
5. Selecteer een bijlage om deze te bekijken of af te
spelen.
6. Druk op [ ] of [ ] om naar het vorige of volgende
e-mailbericht te gaan.
Wanneer u de lijst met e-mailberichten bekijkt, kunt u
op <
Opties
> drukken voor de volgende opties:
Tonen
: het e-mailbericht weergeven.
Ophalen
: één of alle e-mailberichten bij de
e-mailserver ophalen.
Antwoorden
: de afzender en eventueel alle
andere ontvangers een antwoord sturen.
Doorsturen
: het e-mailbericht doorsturen.
Markeren als gelezen
: het bericht als gelezen
markeren.
Selectie verwijderen
: het geselecteerde bericht
verwijderen.
Alles wissen
: alle e-mailberichten verwijderen.
Het symbool
!
naast een bericht geeft aan dat
het bericht een hoge prioriteit heeft. Een
grijsgekleurd berichtsymbool geeft een lage
prioriteit aan.
De opties kunnen variëren. Dit is afhankelijk van de
status van het e-mailbericht.
Menuopties
Berichten
(Menu 5)
57
Verplaatsen naar Map
: het opgehaalde
e-mailbericht naar de Map verplaatsen.
Sorteren op
: de berichten op grootte, onderwerp,
datum of afzender sorteren.
Wisbeveiliging
: de e-mail beveiligen tegen
wissen.
Eigenschappen
: toont de eigenschappen van het
bericht.
Wanneer u een kopregel of e-mailbericht aan het
bekijken bent, kunt u door op <
Opties
> de volgende
opties kiezen:
Ophalen
: één of alle e-mailberichten bij de server
ophalen.
Bestand openen
: de bijlage openen.
Bestand opslaan
: de bijlage in het geheugen van
de telefoon opslaan.
Antwoorden
: de afzender en eventueel alle
andere ontvangers een antwoord sturen.
Doorsturen
: het e-mailbericht doorsturen.
Wissen
: het e-mailbericht verwijderen.
Toevoegen aan blokkeerlijst
: het e-mailadres
van de afzender of het onderwerp van het bericht
toevoegen aan de Blokkeerlijst.
Adres overnemen
: e-mailadressen, URLs en
telefoonnummers uit het bericht overnement.
Bijlage opslaan
: de geselecteerde bijlage of alle
bijlagen bij het e-mailbericht in het
telefoongeheugen opslaan.
Afdrukken via Bluetooth
: het geselecteerde
e-mailbericht afdrukken op een printer die
Bluetooth ondersteunt.
Eigenschappen
: toont de eigenschappen van het
bericht.
Map
(Menu 5.2.6)
Hier kunt u uw berichten opslaan en beheren.
Druk op <
Opties
> voor toegang tot de volgende
opties:
Tonen
: het bericht weergeven.
Wijzigen
: het bericht bewerken.
Verzenden
: het bericht verzenden.
Wissen
: het bericht of alle berichten verwijderen.
Sorteren op
: de sorteervolgorde van de berichten
wijzigen.
Wisbeveiliging
: hiermee kunt u voorkomen dat
het bericht wordt gewist.
Eigenschappen
: toont de eigenschappen van het
bericht.
58
Menuopties
Standaardberichten
(Menu 5.3)
Met dit menu kunt u standaard tekst- en
multimediaberichten samenstellen, wijzigen en
verzenden.
Standaard SMS-berichten
(Menu 5.3.1)
Hier kunt u standaard tekstberichten samenstellen die
u vaak gebruikt.
1. Selecteer een lege locatie.
2. Geef uw bericht in en druk op [ ].
3. Druk op <
Opties
> voor de volgende opties:
Wijzigen
: het standaardbericht wijzigen.
Bericht verzenden
: een nieuw bericht op basis
van het standaardbericht verzenden.
Wissen
: het standaardbericht wissen.
Standaard MMS-berichten
(Menu 5.3.2)
Uw telefoon beschikt over 11 standaardberichten, die
niet verwijderd kunnen worden. U kunt nieuwe
standaardberichten toevoegen en in uw berichten
opnemen.
Ga naar een standaardbericht en druk op [ ] om
het bericht weer te geven.
Druk terwijl u een bericht bekijkt op <
Opties
> voor
toegang tot de volgende opties:
Herhalen
: het standaardbericht opnieuw
weergeven.
Verzenden
: het standaardbericht wijzigen.
Wijzigen
: het standaardbericht wijzigen.
Wissen
: het standaardbericht wissen.
Wanneer u de lijst met standaardbericht bekijkt, kunt u
op <
Opties
> drukken om de volgende opties weer te
geven:
Tonen
: het standaardbericht weergeven.
Bericht verzenden
: het standaardbericht
verzenden.
Wijzigen
: het standaardbericht wijzigen.
Nieuw toevoegen
: een nieuw standaardbericht
toevoegen.
Wissen
: één of alle standaardberichten wissen.
Alles wissen
(Menu 5.4)
Met dit menu kunt u berichten één voor één of allemaal
tegelijk uit een postvak verwijderen. U kunt ook alle
berichten in één keer uit alle postvakken verwijderen.
Menuopties
Berichten
(Menu 5)
59
Instellingen
(Menu 5.5)
Met dit menu kunt u verschillende opties instellen voor
het gebruik van de berichtendienst.
SMS-bericht
(Menu 5.5.1)
Hier kunt u de standaardinstellingen voor het
verzenden en ontvangen van SMS-berichten wijzigen.
Instellingen voor verzenden
: u kunt de volgende
instellingen wijzigen:
Antwoordpad
: de ontvanger toestaan om via de
server van uw provider te antwoorden.
Ontvangstbevestiging
: instellen dat u op de
hoogte wordt gesteld zodra uw bericht is
afgeleverd.
Ondersteunde tekenset
: hier kunt u een type
tekencodering selecteren. Bij
Auto
wordt de
tekenset automatisch van
GSM-alfabet
in
Unicode
gewijzigd zodra u een
Unicode
-teken
ingeeft. De
Unicode
-tekenset brengt het
maximum aantal tekens tot ongeveer de helft
terug. Als dit menu niet wordt weergegeven, wordt
Auto
standaard als tekenset gebruikt.
Geldigheidsperiode
: hier kunt u instellen hoe
lang uw berichten op de server opgeslagen blijven.
Soort bericht
: hier kunt u het standaard
berichttype instellen. De provider zet de berichten
om in de gekozen indeling.
SMS centrale
: hier kunt u het nummer van de
SMS centrale opslaan of wijzigen.
Tel.nummer blokkeren
: hier kunt u telefoon-
nummers instellen waarvan u geen berichten wilt
ontvangen. Deze nummers worden ook in de MMS-
blokkeerlijst opgenomen.
MMS bericht
(Menu 5.5.2)
Hier kunt u de standaardinstellingen voor het
verzenden en ontvangen van MMS-berichten wijzigen.
Instellingen voor verzenden
: u kunt de volgende
verzendinstellingen wijzigen:
Ontvangstbevestiging
: hiermee kunt u instellen
dat u op de hoogte wordt gesteld zodra uw bericht
is afgeleverd.
Adres verbergen
: hiermee stelt u in dat uw adres
niet wordt weergegeven op de telefoon van de
ontvanger.
Leesbevestiging
: hiermee kunt u opgeven of de
telefoon een verzoek om een leesbevestiging moet
verzenden.
60
Menuopties
Prioriteit
: hier kunt u de prioriteit van uw
berichten instellen.
Vervaldatum
: hier kunt u instellen hoe lang uw
berichten op de server opgeslagen blijven.
Afleveren na
: hiermee stelt u een periode in
waarna de berichten moeten worden verzonden.
Formaat verzenden
: selecteer de toegestane
maximum bestandsgrootte voor items bij een
MMS-bericht.
Instellingen voor ontvangen
: u kunt de volgende
instellingen wijzigen:
Anoniem weigeren
: berichten van onbekende
afzenders worden geweigerd.
Reclame toegestaan
: reclame toestaan.
Bevestiging toegestaan
: via het netwerk een
ontvangstbevestiging naar de afzender sturen.
Ontvangst eigen netwerk
: hier kunt u opgeven
of nieuwe berichten automatisch worden
opgehaald wanneer u zich in het servicegebied van
uw eigen provider bevindt.
Roaming ontvangst
: hier kunt u opgeven of
nieuwe berichten automatisch worden opgehaald
wanneer u zich in het servicegebied van een ander
netwerk bevindt.
Voor
Ontvangst eigen netwerk
en
Roaming
ontvangst
zijn de volgende opties beschikbaar:
Automatisch
: berichten worden automatisch
opgehaald van de server.
Weigeren
: alle berichten worden geweigerd.
Handmatig
: op de telefoon wordt een melding
weergegeven. Met de optie
Ophalen
kunt u
nieuwe berichten handmatig downloaden.
MMS profielen
: hier kunt u de netwerkinstellingen
voor MMS vastleggen. Het laatst gebruikte profiel
wordt automatisch gebruikt voor het verzenden en
ontvangen van berichten.
Huidige server
: hiermee selecteert u een profiel.
Instellingen server
: hier kunt u de instellingen
per profiel wijzigen:
Profielnaam
: geef een naam voor het profiel in.
URL server
: geef het adres van uw MMS-server
in.
Proxy
: verbinden met het GPRS-netwerk via de
proxyserver.
Wijzig de MMS-instellingen alleen in overleg met uw
provider.
Menuopties
Berichten
(Menu 5)
61
GPRS instellingen
: hier kunt u de instellingen
voor verbinding met het GPRS-netwerk wijzigen.
-
IP-adres
: (als bij proxy is gekozen voor
Aanzetten
) geef het IP-adres in.
-
Poort
: (als bij proxy is gekozen voor
Aanzetten
) geef het poortnummer in.
-
DNS1
: (als bij proxy is gekozen voor
Uitzetten
)
geef het eerste DNS-adres in.
-
DNS2
: (als bij proxy is gekozen voor
Uitzetten
)
geef het tweede DNS-adres in.
-
APN
: geef de naam in van het toegangspunt
(APN) voor het GPRS-netwerkadres in.
-
Gebruikersnaam
: geef uw gebruikersnaam in.
-
Wachtwoord
: geef uw wachtwoord in.
Versie
: hier kunt u een beschikbare OMA-versie
selecteren en een maximum limiet voor het
verzenden en ontvangen instellen.
Tel.nummer blokkeren
:
hier kunt u nummers
opnemen waarvan u geen berichten wilt ontvangen.
Deze nummers worden ook in de SMS-blokkeerlijst
opgenomen.
E-mail
(Menu 5.5.3)
Hier kunt u de standaardinstellingen voor het
verzenden en ontvangen van e-mailberichten wijzigen.
Instellingen voor verzenden
: u kunt de volgende
verzendinstellingen wijzigen:
Kopie naar jezelf sturen
: een kopie van het
e-mail-bericht naar uw eigen e-mailadres sturen.
Ontvangstbevestiging
: instellen dat u een
melding van het netwerk ontvangt wanneer uw
e-mailbericht is afgeleverd.
Leesbevestiging
: met uw bericht een aanvraag
voor een leesbevestiging meesturen.
Prioriteit
: de prioriteit van uw e-mailbericht
instellen.
Met handtekening
: selecteer deze optie wanneer
u uw naam, telefoonnummer of een notitie aan uw
bericht wilt voegen via de optie
Naam wijzigen
,
Telefoonnummer wijzigen
of
Notitie wijzigen
.
Naam wijzigen
: geef uw naam in.
Afhankelijk van uw provider, wordt de
maximumlimiet van 295KB misschien niet
ondersteund. Wijzig in dat geval de instelling in
100KB en probeer het nog een keer.
De instellingen voor de e-mail profielen kunnen niet
worden gewijzigd tijdens het ophalen of verzenden
van e-mailberichten.
62
Menuopties
Telefoonnummer wijzigen
: geef uw
telefoonnummer in.
Notitie wijzigen
: geef een notitie in.
Instellingen voor ontvangen
: u kunt de volgende
ontvanginstellingen wijzigen:
Controle-interval
: hier stelt u in hoe vaak de
server wordt gecontroleerd op nieuwe berichten.
Als u deze optie instelt op
Niet gebruiken
, kunt u
via
Nieuwe mail controleren
handmatig
controleren of er nieuwe berichten zijn.
Leesbevestiging
: hiermee kunt u opgeven of de
telefoon een verzoek om een leesbevestiging moet
versturen. Wanneer deze optie is ingesteld op
Melden
, wordt u gevraagd een leesbevestiging
met uw e-mailadres naar de afzender te sturen.
Ophaal-optie
: hier kunt u instellen of de telefoon
alleen de kopregels of het hele bericht ophaalt.
Wis-optie
: hier kunt u instellen dat berichten
direct van de server worden verwijderd of pas de
volgende keer dat u verbinding met de server
maakt.
Weigeren indien groter dan
: hier stelt u de
maximumgrootte voor inkomende e-mailberichten
in. Berichten die de opgegeven grootte
overschrijden worden geweigerd.
Kopie van bericht op server laten staan
: na
het ophalen wordt een kopie van het bericht op de
server bewaard.
E-mail account
: hier geeft u uw e-mail account(s) in
en selecteert u het account dat u wilt gebruiken:
Huidige account
: selecteer een account.
Accountinstellingen
: u kunt maximaal vijf
e-mailaccounts voor verschillende e-mailservers
instellen. Voor elke account zijn de volgende opties
beschikbaar:
In gebruik
: selecteer deze optie om de account te
selecteren en weer te geven in
Postvak IN
.
Accountnaam
: hier geeft u een naam in voor de
geselecteerde account.
Gebruikersnaam
: geef hier de naam in die u als
afzender wilt gebruiken.
E-mail adres
: geef hier uw e-mailadres in.
Antwoordadres
: geef hier het e-mailadres in
waarnaar de ontvanger een antwoord kan sturen.
De instellingen voor de e-mailprofielen kunnen niet
worden gewijzigd tijdens het ophalen of verzenden
van berichten. Neem voor meer informatie over de
instellingen contact op met uw e-mailprovider.
Menuopties
Berichten
(Menu 5)
63
User ID
: geef hier uw e-mail gebruikersnaam in.
Wachtwoord
: geef hier uw e-mailwachtwoord in.
SMTP server
: geef hier het IP-adres of de
domeinnaam van de server voor de uitgaande
e-mailberichten in.
SMTP poort
: geef hier het nummer van de SMTP-
poort in.
Protocoltype
: hier selecteert u het protocol voor
de server voor inkomende e-mailberichten. De
overige opties zijn afhankelijk van de instellingen
voor het protocoltype.
Bij protocoltype
POP3
:
POP3 server
:
geef hier het IP-adres of de
domeinnaam van de server voor de inkomende
e-mailberichten in.
POP3 poort
: geef hier het nummer van de POP3-
poort in.
Inloggen bij APOP
: wanneer u deze optie
selecteert, wordt er verbinding gemaakt met de
server door de APOP-inlogprocedure te gebruiken.
Bij protocoltype
IMAP4
:
IMAP4 server
: geef hier het IP-adres of de
domeinnaam van de server voor de inkomende
e-mailberichten in.
IMAP4 poort
: geef hier het nummer van de
IMAP4-poort in.
Inclusief bijlagen
: selecteer deze optie als u ook
de bijlagen bij e-mailberichten wilt ontvangen.
Max. e-mails
: hier stelt u het aantal kopregels in
dat u wilt ophalen van de server.
E-mail profiel
: hiermee configureert u de netwerk-
instellingen voor het verzenden en ontvangen van
e-mailberichten.
Huidige server
: selecteer een profiel.
Instelligen server
: u kunt maximaal vijf e-mail
profielen configureren. Voor ieder profiel moeten
de volgende opties ingesteld worden om
verbinding te maken met het GPRS-netwerk:
Profielnaam
: geef een naam voor het profiel in.
APN
: geef de naam van het toegangspunt (APN)
voor het adres van het GPRS-netwerk in.
Gebruikersnaam
: geef uw gebruikersnaam in.
Wachtwoord
: geef uw wachtwoord in.
DNS1
: geef het eerste DNS-adres in.
DNS2
: geef het tweede DNS-adres in.
De instellingen voor de e-mailprofielen kunnen niet
worden gewijzigd tijdens het ophalen of verzenden
van e-mailberichten.
64
Menuopties
Blokkeerlijst
: hier kunt u adressen ingeven waarvan
u geen berichten wilt ontvangen. U kunt ook
onderwerpen aangeven die geweigerd moeten
worden.
Serverbericht
(Menu 5.5.4)
U kunt de instellingen wijzigen voor het ontvangen van
WAP-infoberichten van de draadloze webserver. De
volgende opties zijn beschikbaar:
Ontvangen
: hiermee stelt u in hoe
serverberichten worden ontvangen.
SMS centrale
: hier geeft u het adres in van de
server waarvan u serverberichten wilt ontvangen,
als de optie
Ontvangen
is ingesteld op
Specifieke SMS centrale
.
Infoberichten
(Menu 5.6)
De infoberichtendienst levert korte berichten over
verschillende onderwerpen, zoals het weer,
sportuitslagen, files, e.d.
Met dit menu kunt u de instellingen van de info-
berichtendienst aanpassen en infoberichten lezen.
Lezen
: ontvangen berichten openen.
In
Huidige berichten
worden infoberichten
opgeslagen totdat de telefoon wordt uitgezet.
In
Opgeslagen berichten
kunt u infoberichten
definitief opslaan. Om berichten in de map
Opgeslagen berichten
op te slaan, drukt u
wanneer een melding verschijnt op <
Opties
> en
Opslaan
.
Ontvangen
: hier kunt u de ontvangst van
infoberichten in- en uitschakelen.
Kanaal
: hier kunt u ingeven van welke kanalen u
infoberichten wilt ontvangen.
Als u
Beschikbare kanalen
selecteert, kunt u een
lijst met actieve infoberichtkanalen instellen.
Taal
: selecteer de taal of talen waarin de
infoberichten moeten worden weergegeven.
Neem voor meer informatie contact op met uw
provider.
Menuopties
Mijn bestanden
(Menu 6)
65
Geheugenstatus
(Menu 5.7)
Met dit menu kunt u de maximale hoeveelheid
geheugen en het beschikbare geheugen voor elk
berichttype bekijken. U kunt ook nagaan hoeveel
geheugen momenteel wordt gebruikt voor elke map.
Mijn bestanden
(Menu 6)
Het menu
Mijn bestanden
geeft toegang tot
afbeeldingen, video's, muziek- en geluidsbestanden
die in het telefoongeheugen zijn opgeslagen.
Druk in de standby-stand op <
Menu
> en selecteer
Mijn bestanden
om dit menu te openen.
Afbeeldingen
(Menu 6.1)
In dit menu worden foto's weergegeven die u hebt
genomen en afbeeldingen die u hebt gedownload of
met berichten hebt ontvangen.
Een afbeelding bekijken
1. Selecteer een map met afbeeldingen.
2. Blader naar een afbeelding en druk op [ ].
Opties voor afbeeldingen gebruiken
Wanneer u een afbeelding of de lijst met afbeeldingen
bekijkt, kunt u op <
Opties
> drukken om de opties
weer te geven.
p. 75
Video’s
(Menu 6.2)
Dit menu bevat videoclips die u hebt opgenomen of
gedownload of in een bericht hebt ontvangen.
Een videoclip afspelen
1. Selecteer een map met video's.
2. Ga naar een bestand en druk op [ ].
p. 79
Afhankelijk van het DRM-systeem (Digital Rights
Management) kan webinhoud mogelijk niet worden
doorgestuurd. Hierbij staat het pictogram .
Met andere apparatuur opgenomen videoclips
worden mogelijk niet goed weergegeven.
66
Menuopties
Opties voor videoclips gebruiken
Wanneer u de lijst met videoclips bekijkt, kunt u op
<
Opties
> drukken om de opties weer te geven.
Afspelen
: de videoclip afspelen.
Verzenden via
: de videoclip via MMS, e-mail of
Bluetooth verzenden.
Wissen
: de geselecteerde videoclip of alle
videoclips wissen.
Hernoemen
: de naam van de videoclip wijzigen.
Naar favoriete video's
: het bestand naar de map
Favoriete video's
verplaatsen.
Delen voor Bluetooth
: hiermee stelt u in of dit
bestand al dan niet mag worden geopend door
andere Bluetooth-apparaten.
Wisbeveiliging
: de clip tegen wissen beveiligen.
Eigenschappen
: toont de details van de videoclip.
Muziek
(Menu 6.3)
In dit menu worden MP3-bestanden weergegeven die
u hebt gedownload, ontvangen in berichten of vanuit
uw computer hebt geïmporteerd.
Een muziekbestand afspelen
Blader naar een bestand en druk op [ ].
p. 38
Opties voor muziekbestanden gebruiken
Wanneer u de lijst met muziekbestanden bekijkt, kunt
u op <
Opties
> voor de volgende opties:
Afspelen
: het muziekbestand afspelen.
Verzenden via
: het bestand via e-mail of
Bluetooth verzenden.
Aan playlist toevoegen
: een bestand aan de
playlist toevoegen.
Instellen als
: het bestand als beltoon, alarm of
melodie voor een contactpersoon instellen.
Wissen
: het geselecteerde bestand of alle
bestanden verwijderen.
Instellingen
: de standaardinstellingen voor het
afspelen van muziekbestanden wijzigen.
p. 38
Hernoemen
: de naam van het bestand wijzigen.
Delen voor Bluetooth
: hier stelt u in of dit
bestand al dan niet mag worden geopend door
andere Bluetooth-apparaten.
Wisbeveiliging
: hiermee kunt u voorkomen dat
het bestand wordt gewist.
Eigenschappen
: toont de details van het bestand.
Menuopties
Mijn bestanden
(Menu 6)
67
Geluiden
(Menu 6.4)
In dit menu worden geluidsfragmenten weergegeven
die u hebt opgenomen of gedownload of die u in een
bericht hebt ontvangen.
Een geluidsfragment afspelen
1. Selecteer een map met geluiden.
2. Ga naar een bestand en druk op [ ].
p. 40
Opties voor geluidsbestanden
Terwijl u de lijst met geluiden bekijkt, kunt u op
<
Opties
> drukken voor de volgende opties:
Afspelen
: de geluidsclip afspelen.
Verzenden via
: de geluidsclip via MMS, e-mail, of
Bluetooth verzenden.
Instellen als
: de geluidsclip als beltoon of
alarmmelodie instellen of als beltoon aan een van
uw contacten uit de telefoonlijst koppelen.
Wissen
: de geselecteerde geluidsclip of alle
geluidsclips wissen.
Hernoemen
: de naam van de geluidsclip wijzigen.
Naar favoriete geluiden
: de geluidsclip naar de
map
Favoriete geluiden
verplaatsen.
Delen voor Bluetooth
: instellen of de geluidsclip
door andere Bluetooth-apparaten geopend mag
worden.
Wisbeveiliging
: de geluidsclip tegen wissen
beveiligen.
Eigenschappen
: toont details van de geluidsclip.
Andere bestanden
(Menu 6.5)
Ontvangen bestanden die niet worden ondersteund
door uw telefoon, worden hier opgeslagen. U kunt
deze bestanden niet openen op de telefoon. Niet-
ondersteunde bestandsindelingen zijn o.a. *.doc,
*.hwp, *.ppt en *.txt.
Wanneer u de lijst met bestanden bekijkt, kunt u
op [ ] drukken om de volgende opties weer te
geven:
Verzenden via
: het bestand via e-mail of
Bluetooth verzenden.
Wissen
: het geselecteerde bestand of alle
bestanden verwijderen.
Hernoemen
: de naam van het bestand wijzigen.
Delen voor Bluetooth
: hiermee stelt u in of dit
bestand al dan niet mag worden geopend door
andere Bluetooth-apparaten.
Wisbeveiliging
: hiermee kunt u voorkomen dat
het bestand wordt gewist.
Eigenschappen
: toont de berichteigenschappen.
68
Menuopties
Geheugenstatus
(Menu 6.6)
U kunt de totale hoeveelheid geheugen voor media-
items controleren en de hoeveelheid geheugen die
door alle mediabestanden wordt gebruikt.
Agenda
(Menu 7)
In de agenda kunt u uw afspraken en taken bijhouden,
gemiste alarms bekijken en notities maken.
Druk in de standby-stand op <
Menu
> en selecteer
Agenda
om dit menu te openen.
De agenda bekijken
Als u het menu
Agenda
opent, wordt de kalender in
de maandweergave weergegeven, waarbij de huidige
datum wordt aangegeven met een blauw vak.
Onder in de kalender wordt het aantal agenda-items
voor de betreffende dag weergegeven. De volgende
symbolen geven aan wat voor type item het betreft:
Druk op <
Opties
> voor toegang tot de volgende
opties:
Weergavemodus
: hiermee wijzigt u de
weergavemodus van de kalender.
Nieuw
: hiermee voegt u een nieuw item toe.
Ga naar
: hiermee gaat u naar de huidige datum of
kunt u een bepaalde datum opgeven.
Sorteren op
: hiermee kunt u items op type
sorteren.
Wissen
: hiermee wist u het item.
Gemist alarm agenda-item
: toont de items
waarvan u het alarm hebt gemist.
Geheugenstatus
: toont de geheugenstatus voor
items in het geheugen van de telefoon.
Een nieuw agenda-item maken
U kunt nieuwe items in uw agenda opnemen.
Een nieuwe afspraak invoeren
1. Ga naar een datum op de kalender.
2. Druk op <
Opties
> en kies
Nieuw
¤
Afspraak
.
Afspraak Verjaardag
Actiepunt Diversen
Menuopties
Agenda
(Menu 7)
69
3. In de volgende velden kunt u gegevens invoeren of
de instellingen wijzigen:
Onderwerp
: geef het onderwerp in.
Details
: geef details voor het item in.
Begindatum
en
Begintijd
: geef de
begindatum en -tijd voor het item in.
am/pm
: selecteer
am
of
pm
in de
12-uursnotatie.
Einddatum
en
Eindtijd
: geef de einddatum en
-tijd voor het item in.
am/pm
: selecteer
am
of
pm
in de
12-uursnotatie.
Locatie
: geef de plaats van de afspraak in.
Alarm
: hier kunt u een alarm voor de afspraak
instellen.
voor
: hier kunt u instellen hoe lang voor de
begintijd van de afspraak het alarm moet
afgaan om u te waarschuwen.
Alarmtoon
: selecteer een alarmtoon.
Herhalen
: hier kunt u een herhaalpatroon
voor de afspraak instellen.
tot
: hier kunt u de einddatum voor het
herhaalpatroon voor de afspraak instellen.
4. Druk op <
Opslaan
> om de afspraak op te slaan.
Een nieuwe verjaardag invoeren
1. Selecteer een datum op de kalender.
2. Druk op <
Opties
> en kies
Nieuw
¤
Verjaardag
.
3. In de volgende velden kunt u gegevens invoeren of
de instellingen wijzigen:
Gebeurtenis
: geef informatie over de
verjaardag in.
Datum
: geef de datum in.
Alarm
: hier kunt u een alarm voor de
verjaardag instellen.
voor
: hier kunt u instellen hoe lang voor de
verjaardag het alarm moet af moet gaan.
Alarmtijd
: geef de tijd in waarop het alarm
moet afgaan.
am/pm
: selecteer
am
of
pm
in de
12-uursnotatie.
Alarmtoon
: selecteer een alarmtoon.
Ieder jaar herhalen
: hier kunt u instellen dat
u elk jaar aan de verjaardag wilt worden
herinnerd.
4. Druk op <
Opslaan
> om de verjaardag op te
slaan.
70
Menuopties
Een ander agenda-item invoeren
1. Selecteer een datum op de kalender.
2. Druk op <
Opties
> en kies
Nieuw
¤
Diversen
.
3. In de volgende velden kunt u gegevens invoeren of
de instellingen wijzigen:
Onderwerp
: geef het onderwerp in.
Details
: geef detailgegevens voor het item in.
Begindatum
en
Begintijd
: geef de
begindatum en -tijd voor het item in.
am/pm
: selecteer
am
of
pm
in de
12-uursnotatie.
Einddatum
en
Eindtijd
: geef de einddatum en
-tijd voor het item in.
Alarm
: hier kunt u een alarm voor het item
instellen.
voor
: hier kunt u instellen hoelang voordat het
item plaatsvindt u via het alarm gewaarschuwd
wilt worden.
Alarmtoon
: selecteer een alarmtoon.
4. Druk op <
Opslaan
> om het item op te slaan.
Een actiepunt invoeren
1. Selecteer een datum op de kalender.
2. Druk op <
Opties
> en kies
Nieuw
¤
Actiepunt
.
3. In de volgende velden kunt u gegevens invoeren of
de instellingen wijzigen:
Actiepunt
: geef het onderwerp in.
Begindatum
: geef de begindatum in.
Einddatum
: geef de einddatum in.
Prioriteit
: selecteer een prioriteit.
4. Druk op <
Opslaan
> om het actiepunt op te slaan.
Menuopties
Agenda
(Menu 7)
71
Een item bekijken
Door middel van rechte haken bij een datum in de
agenda worden de volgende typen items voor die dag
aangeduid:
1. Selecteer een datum in de kalender om de items
voor die dag weer te geven.
2. Selecteer een item om de details te bekijken.
Druk terwijl u een item of de lijst met items bekijkt op
<
Opties
> voor toegang tot de volgende opties:
Tonen
: toont de details van het item.
Wijzigen
: een item wijzigen.
Nieuw
: heen nieuw item toevoegen.
Verzenden via
: het agenda-item via SMS, MMS,
e-mail of Bluetooth verzenden.
Weergavemodus
: hier kunt u de weergavemodus
van de kalender wijzigen.
Afgehandeld
/
Niet afgehandeld
: hier kunt u een
actiepunt als afgehandeld of niet-afgehandeld
markeren.
Sorteren op
: hiermee kunt u de items op type
sorteren.
Wissen
: hiermee wist u het item.
Afdrukken via Bluetooth
: u kunt het
geselecteerde agenda-item afdrukken via een
printer die Bluetooth ondersteunt.
Gemist alarm agenda-item
: toont de items
waarvan u het alarm hebt gemist.
Geheugenstatus
: toont de geheugenstatus voor
items in het geheugen van de telefoon.
Een item bekijken in een andere weergave
De kalender wordt standaard in de weergave
Maandoverzicht weergegeven.
Druk op <
Opties
> en selecteer
Weergavemodus
om
de weergave te wijzigen.
Dagoverzicht
U kunt items voor de geselecteerde datum bekijken.
Selecteer een item om de details te bekijken.
De volgende symbolen worden weergegeven,
afhankelijk van het type en de status van het item:
Alarm ingesteld
Terugkerend item
Afgehandeld actiepunt
Prioriteit; de kleur geeft de prioriteit aan
(rood: hoog, blauw: normaal en grijs: laag)
•Blauw: Afspraak •Oranje: Verjaardag
Rood: Actiepunt Groen: Diversen
72
Menuopties
Weekoverzicht
Toont de afspraken voor de geselecteerde week.
Een cel in het overzicht geeft aan of er informatie over
het item is. Selecteer de cel met het gewenste item.
Een
gemist alarm
bekijken
Wanneer u niet reageert op een ingesteld alarm voor
een item, verschijnt een melding dat u een alarm
heeft gemist.
•Druk op <
Tonen
> om het item te bekijken.
•Druk op <
Sluiten
>.
Gemiste alarms openen
1. Druk op <
Opties
> en kies
Gemist alarm
agenda-item
.
2. Selecteer een item.
Opties voor gemiste alarms gebruiken
Druk in de lijst met items op <
Opties
> om de
volgende opties weer te geven:
Tonen
: hiermee geeft u de details voor het item
weer.
Wissen
: hiermee wist u het item.
Alles wissen
: hiermee wist u alle items.
Camera
(Menu 8)
U kunt de in de telefoon ingebouwde cameramodule
gebruiken om foto's te nemen en video-opnamen te
maken. Om dit menu te openen, drukt u in de
standby-stand op <
Menu
> en kiest u
Camera
, of
houdt u
[
]
ingedrukt.
Een foto maken
U kunt met de telefoon foto's nemen in verschillende
standen. De telefoon maakt JPEG-foto's.
Een foto nemen met de telefoon dicht
1. Open het menu
Camera
om de camera aan te
zetten. Het beeld verschijnt in het display.
Maak geen foto's van personen zonder hun
toestemming.
• Maak geen foto's op plaatsen waar het gebruik
van camera's niet is toegestaan.
• Maak geen foto's op plaatsen waar u mogelijk
inbreuk maakt op de privacy van een ander.
Als u in direct zonlicht of bij helder weer een foto
maakt, kunnen op de foto schaduwen verschijnen.
Menuopties
Camera
(Menu 8)
73
2. U kunt het beeld aanpassen door de lens van de
camera op het onderwerp te richten.
Met de linker functietoets gaat u naar de
menustand. Zie het volgende hoofdstuk.
U kunt via het toetsenbord de camera-
instellingen wijzigen of naar andere standen
overschakelen.
p. 74
3. Druk op [
]
om een foto te nemen. De foto wordt
opgeslagen in de map
Foto's
.
Beschikbare opties in de fotostand
Druk in de fotostand op de linker functietoets om de
volgende opties te gebruiken:
Video opnemen
: overschakelen naar de
videostand.
p. 76
Fotostand
: hiermee kunt u een foto nemen in de
volgende standen:
Eén opname
: een foto in de normale stand.
Multishot
: een reeks foto's achterelkaar.
Selecteer het aantal foto’s en de snelheid.
Mozaïek-opname
: een reeks foto's die u in één
kader opslaat. Selecteer het aantal foto's dat moet
worden genomen.
Effecten
: de kleurtoon wijzigen of een speciaal
effect op het beeld toepassen.
Kaders
: een decoratief kader om de foto plaatsen.
Flash
: het gebruik van de flitser instellen.
Timer
: een vertraging instellen waarmee de foto
wordt genomen.
Ga naar foto's
: naar de map
Foto's
gaan.
Instellingen
: hier kunt u de standaard-
instellingen voor het maken van foto's wijzigen.
Grootte
: selecteer de beeldgrootte.
Kwaliteit
: selecteer de beeldkwaliteit.
Zoeker
: selecteer een voorbeeldscherm.
4.
U wilt... Druk op...
de foto-opties gebruiken <
Opties
>.
p. 75
de foto wissen <
Wissen
>] en
op <
Ja
>.
terug naar de opnamestand [ ].
74
Menuopties
ISO
: hier kunt u de ISO-instelling wijzigen die de
gevoeligheid van uw camera beïnvloedt. In
omstandigheden met weinig licht, verlaagt u de
ISO-waarde. Hoe hoger de ISO-waarde, hoe
sneller de sluiter van de camera werkt en des te
gevoeliger de camera voor licht is. Hogere
ISO-instellingen kunnen het beeld licht
vertekenen.
Spot focus
: hier kunt u de belichting op een
bepaald deel van het beeld instellen. Selecteer
Aan
om het spotfocuskader in het midden van het
beeld weer te geven en wijzig de belichting op
basis van het contrast van dit gedeelte.
Geluid sluiter
: hier kunt u het geluid selecteren
dat u hoort als u de sluiterknop [
]
indrukt.
Geluid bij zoomen
: hier kunt u het geluid dat u
bij het inzoomen hoort in- en uitschakelen.
Geluid bij contrastinstelling
: hier kunt u het
geluidt dat u hoort bij het wijzigen van het contrast
in- en uitschakelen.
Standaardnaam
: de standaardbenaming
wijzigen.
Sneltoetsen camera
: de functies weergeven van
de toetsen die u kunt gebruiken.
Functies van de toetsen in de fotostand
In de fotostand kunt u met de toetsen de camera-
instellingen aanpassen.
Toets Functie
Het beeld verticaal spiegelen.
Het spiegelbeeld weergeven.
Links/
Rechts
Het contrast aanpassen.
Omhoog/
Omlaag
In- of uitzoomen.
1
Naar de videostand gaan.
p. 76
2
De beeldgrootte wijzigen.
3
De beeldkwaliteit wijzigen.
4
De camerastand wijzigen.
5
De kleurtoon wijzigen of een speciaal
effect op het beeld toepassen.
6
De beeldvervorming verminderen voor
optimale details en scherptediepte.
7
Een decoratief kader selecteren.
Menuopties
Camera
(Menu 8)
75
Foto-opties gebruiken
Druk nadat u een foto hebt opgeslagen op <
Opties
>
voor toegang tot de volgende opties:
Nog een foto maken
: teruggaan naar de
opnamestand voor nog een foto.
Verzenden via
: de foto via MMS, e-mail of
Bluetooth verzenden.
Instellen als
: de foto instellen als achtergrond of
aan een van uw contacten uit de telefoonlijst
koppelen. Bij een oproep wordt de foto getoond.
Wissen
: de foto wissen.
Hernoemen
: de naam van de foto wijzigen.
Ga naar foto's
: naar de map
Foto's
gaan.
Delen voor Bluetooth
: hier stelt u in of de foto
geopend mag worden door andere Bluetooth-
apparaten.
Afdrukken via Bluetooth
: de foto afdrukken op
een via usb of Bluetooth op de telefoon
aangesloten printer.
Wisbeveiliging
: de foto beveiligen tegen wissen.
Eigenschappen
: toont de details van de foto.
Een foto bekijken
1. Druk in de fotostand op de linker functietoets en
selecteer
Ga naar foto's
.
2. Ga naar een foto en druk op [ ].
Tijdens het bekijken van een foto kunt u op <
Opties
>
en de volgende opties gebruiken:
Lijst
: terug de lijst met foto’s.
Tonen
: de foto op het volledige scherm bekijken.
Verzenden via
: de foto via MMS, e-mail of
Bluetooth verzenden.
Instellen als
: de foto instellen als achtergrond of
koppelen aan een van uw contacten.
Wijzigen
: de foto versieren met emoticons of een
kader of er een speciaal effect op loslaten.
Wissen
: de foto wissen.
Hernoemen
: de naam van de foto wijzigen.
Naar favoriete afbeeldingen
: de foto naar de
map
Favoriete afbeeldingen
verplaatsen.
8
De timer instellen.
9
Naar de map
Foto's
gaan.
0
Het gebruik van de flitser regelen.
Het voorbeeldscherm wijzigen.
Toets Functie
76
Menuopties
Diavertoning
: geeft de foto’s na elkaar als een
diapresentatie weer. U kunt instellen hoe lang de
foto moet worden weergegeven.
Delen voor Bluetooth
: hiermee stelt u in of dit
bestand al dan niet mag worden geopend door
andere Bluetooth-apparaten.
Afdrukken via Bluetooth
: de foto afdrukken op
een via usb of Bluetooth op de telefoon
aangesloten printer.
Wisbeveiliging
: de foto beveiligen tegen wissen.
Eigenschappen
: de details van de foto tonen.
Een foto nemen met de telefoon dicht
1. Houd [
]
ingedrukt.
2. Druk zonodig op [ ] om weer te geven.
3. Pas het beeld aan door de lens van de camera op
het onderwerp te richten.
5. Druk op [
]
om een foto te nemen. De foto wordt
automatisch opgeslagen in de map
Foto's
.
Een video opnemen
U kunt een video opnemen van wat wordt weerge-
geven op het camerascherm en deze video opslaan.
Een video opnemen met de telefoon open
1. Druk op [
1
] om naar de videostand te gaan.
2. Pas het beeld aan door de lens van de camera op
het onderwerp te richten.
Met de linker functietoets gaat u naar de
menustand. Zie het volgende hoofdstuk.
U kunt met de toetsen de instellingen wijzigen
of naar andere standen overschakelen.
p. 78
3. Druk op [
]
om de opname te starten.
4. Druk op [
]
of de rechter functietoets om de
opname te stoppen. De video wordt automatisch
opgeslagen in de map
Video’s
.
4.
Om... Drukt u op...
het beeld verticaal te
spiegelen
[ ].
het spiegelbeeld weer te
geven
[ ].
het contrast aan te passen [ ].
in te zoomen [ ].
Menuopties
Camera
(Menu 8)
77
Beschikbare opties in de videostand
Druk in de videostand op de linker functietoets om de
volgende opties te gebruiken:
Foto nemen
: overschakelen naar de
fotostand.
p. 72
Effecten
: de kleurtoon wijzigen of een speciaal
effect op een video toepassen.
Flash
: het gebruik van de flitser instellen.
Timer
: een vertraging instellen waarmee de
opname wordt gestart.
Ga naar video's
: naar de map
Video’s
gaan.
Instellingen
: hier kunt u de volgende instellingen
voor het opnemen van een video wijzigen:
Videostand
: selecteer een opnamestand.
Kies
MMS-limiet
voor een video die geschikt is
voor een MMS-bericht. De video wordt opgeslagen
in 3GP-formaat.
Kies
Normaal
voor een video binnen de limiet van
het beschikbare geheugen.
Grootte
: selecteer de kadergrootte.
Kwaliteit
: selecteer een beeldkwaliteit.
Geluidsopname
: geluiden opnemen bij een clip.
Geluid bij zoomen
: het geluid dat u bij het in- of
uitzoomen hoort in- of uitschakelen.
Geluid bij contrastinstelling
: het geluid dat u
tijdens een video-opname bij het wijzigen van het
contrast hoort in- of uitschakelen.
Standaardnaam
: de standaardbenaming
wijzigen.
Sneltoetsen camcorder
: toont de functies van
de toetsen die u kunt gebruiken.
5.
Om... Drukt u op...
de videoclip af te spelen [ ].
opties voor videoclips te
gebruiken
de linker
functietoets.
p. 78
de videoclip te wissen [
C
] en op <
Ja
>.
terug te gaan naar de
videostand
de rechter
functietoets.
78
Menuopties
Functies van de toetsen in de videostand
In de videostand kunt u met de toetsen de volgende
instellingen aanpassen:
Opties voor videoclips gebruiken
Na een videoclip te hebben opgenomen, drukt u op de
linker functietoets voor de volgende opties:
Nog een opname maken
: hiermee gaat u terug
naar de videostand.
Verzenden via
: de videoclip via MMS, e-mail of
Bluetooth verzenden.
Wissen
: de videoclip wissen.
Hernoemen
: de naam van de videoclip wijzigen.
Ga naar video's
: naar de map
Video’s
gaan.
Wisbeveiliging
: de clip tegen wissen beveiligen.
Eigenschappen
: de details van de clip tonen.
Toets Functie
Het beeld verticaal spiegelen.
Het spiegelbeeld weergeven.
Links/
Rechts
Het contrast aanpassen.
Omhoog/
Omlaag
In- of uitzoomen.
1
Overschakelen naar de fotostand.
p. 72
2
De kadergrootte wijzigen.
3
De beeldkwaliteit wijzigen.
4
De video-opnamestand wijzigen.
5
De kleurtoon wijzigen of een speciaal
effect op het beeld toepassen.
6
De vervorming van het beeld verminderen
voor optimale details en scherptediepte.
7
Het geluid in- of uitschakelen.
8
De timer instellen.
9
Naar de map
Video’s
gaan.
0
Het gebruik van de flitser instellen.
Toets Functie
Menuopties
Camera
(Menu 8)
79
Een videoclip afspelen
1. Druk in de videostand op de linker functietoets en
kies
Ga naar video's
.
2. Blader naar een videoclip en druk op [ ].
U kunt tijdens het afspelen de volgende toetsen
gebruiken:
Na een videoclip te hebben afgespeeld, drukt u op de
linker functietoets en zijn de volgende opties
beschikbaar:
Afspelen
: de videoclip afspelen.
Verzenden via
: de videoclip via MMS, e-mail of
Bluetooth verzenden.
Wissen
: de videoclip wissen.
Hernoemen
: de naam van de videoclip wijzigen.
Naar favoriete video's
: de videoclip naar de map
Favoriete video's
verplaatsen.
Delen voor Bluetooth
: hiermee stelt u in of dit
bestand al dan niet mag worden geopend door
andere Bluetooth-apparaten.
Wisbeveiliging
: de clip tegen wissen beveiligen.
Eigenschappen
: toont de details van de videoclip.
Een video opnemen met de telefoon dicht
1. Houd [
]
ingedrukt.
2. Druk zonodig op [ ] om weer te geven.
3. U kunt het beeld aanpassen door de lens van de
camera op het onderwerp te richten.
Toetsen Functie
Het afspelen onderbreken/hervatten.
Omlaag Het afspelen stoppen.
Links Achteruit springen in een bestand.
Rechts Vooruit springen in een bestand.
/ Het volume aanpassen.
4.
Om... Drukt u op...
het beeld verticaal te spiegelen [ ].
het spiegelbeeld te weergeven [ ].
het contrast aan te passen [ ].
in te zoomen [ ].
80
Menuopties
5. Druk op [
]
om de opname te starten.
6. Druk op [
]
om de opname te stoppen. De
videoclip wordt opgeslagen in de map
Video’s
.
Instellingen
(Menu 9)
Via dit menu kunt u de telefooninstellingen aanpassen.
U kunt ook de oorspronkelijke instellingen herstellen.
Druk in de standby-stand op <
Menu
> en selecteer
Instellingen
om dit menu te openen.
Tijd en datum
(Menu 9.1)
Wijzig in dit menu de tijd en datum die op de telefoon
worden weergegeven. Voordat u dit doet, moet u in
het menu
Wereldtijd
de tijdzone instellen.
p. 43
Tijd instellen
: geef de huidige tijd in.
am/pm
: selecteer
am
of
pm
in de 12-
uursnotatie.
Indeling tijd
: selecteer de tijdnotatie.
Datum instellen
: geef de huidige datum in.
Indeling datum
: selecteer de datumnotatie.
Telefooninstellingen
(Menu 9.2)
U kunt de instelling van veel functies van de telefoon
aan uw eigen wensen aanpassen.
Taal
(Menu 9.2.1)
Kies in dit menu de voor het display gewenste taal.
Welkomtekst
(Menu 9.2.2)
Geef in dit menu de begroeting in die kort wordt
weergegeven bij het inschakelen van de telefoon.
Snelkoppeling
(Menu 9.2.3)
U kunt de stuurtoetsen gebruiken als snelkoppeling
om direct vanuit de standby-stand bepaalde menu's te
openen. Met dit menu kunt u een snelkoppeling naar
een menu maken. Dit doet u als volgt.
1. Selecteer een toets die u als snelkoppeling wilt
gebruiken.
2. Druk op <
Opties
> en selecteer
Wijzigen
.
3. Selecteer het menu dat u wilt koppelen.
4. Druk op <
Opslaan
>.
Opties voor snelkoppelingen gebruiken
Druk op <
Opties
> voor de volgende opties:
Menuopties
Instellingen
(Menu 9)
81
Wijzigen
: een snelkoppeling toewijzen of
wijzigen.
Verwijderen
: een snelkoppeling annuleren.
Alles wissen
: alles annuleren.
Toets op zijkant
(Menu 9.2.4)
In dit menu kunt u instellen wat de telefoon doet
wanneer u tijdens een inkomende oproep [ / ]
ingedrukt houdt.
Microfoon uit
: de melodie uitschakelen.
Weigeren
: de oproep weigeren.
Overige instellingen
(Menu 9.2.5)
U kunt de functies voor automatische
nummerherhaling en beantwoording van oproepen in-
en uitschakelen, en de externe toetsen vergrendelen.
Autom. herhalen
: u kunt de telefoon een
nummer maximaal tien keer opnieuw laten bellen
wanneer het niet gelukt is verbinding te krijgen.
Elke toets antwoorden
: hiermee kunt u een
oproep aannemen door op een willekeurige toets
te drukken, behalve [ ] of <
Weiger
> en [ / ].
Als deze optie niet is geselecteerd, moet u op [ ]
of <
OK
> drukken.
Helderheid stem
: verhoogt de gevoeligheid van
de microfoon, zodat uw gesprekspartner u ook in
een rumoerige ruimte kan verstaan of als u
fluistert.
Klepje actief
: hiermee kunt u een inkomende
oproep beantwoorden door de telefoon te openen.
Coververgrendeling
: de externe toetsen
vergrendelen, zodat u deze niet per ongeluk
indrukt als de telefoon dicht is.
Displayinstellingen
(Menu 9.3)
Via dit menu kunt u de instellingen voor het display en
de verlichting wijzigen.
Achtergrond
(Menu 9.3.1)
U kunt het standby-scherm op beide displays instellen.
Hoofddisplay
: hier selecteert u de afbeelding die
wordt weergegeven op het hoofddisplay.
Extern display
: hier selecteert u de afbeelding
die wordt weergegeven op het externe display.
82
Menuopties
Tekstweergave
(Menu 9.3.2)
U kunt de weergave van de tekst in de standby-stand
wijzigen.
Plaats van tekst
: selecteer de plaats van de tekst
in het display. Als u in de standby-stand geen tekst
wilt weergeven, selecteert u
Uit
.
Tekstopmaak
: hier selecteert u de tekstopmaak.
Tekstkleur
: hier selecteert u een tekstkleur.
Agenda
(Menu 9.3.3)
Kies dit menu als u de agenda/kalender in de standby-
stand wilt weergeven.
Kleur
(Menu 9.3.4)
U kunt een kleur kiezen voor de menustand.
Helderheid display
(Menu 9.3.5)
U kunt de helderheid van het display afstemmen op
veranderende lichtomstandigheden.
Verlichting
(Menu 9.3.6)
U kunt selecteren hoe lang de verlichting en het
display aan moeten blijven in de dimstand, waarbij de
verlichting is uitgeschakeld.
Hoofddisplay aan
: hier selecteert u hoe lang de
verlichting aan moet blijven.
Hoofddisplay dimmen
: hier selecteert u hoe lang
het display gedimd blijft nadat de verlichting uit
gaat. Na een bepaalde tijd gaat het display uit.
Symbolen extern display
: hier kunt u instellen
of de symbolen van het hoofddisplay worden
weergegeven op het externe display.
Kleur tekens bij kiezen
(Menu 9.3.7)
Hier kunt u instellen dat bij het ingeven van een
telefoonnummer dat u wilt bellen het nummer in kleur
wordt weergegeven.
Bellergegevens tonen
(Menu 9.3.8)
Met dit menu kunt u na een gemiste oproep het
telefoonnummer (of naam als deze in de telefoonlijst
is opgeslagen) van de beller op het hoofddisplay weer
laten geven. U kunt ook
Met cover display
selecteren. In dat geval word de informatie op het
externe display getoond.
Menuopties
Instellingen
(Menu 9)
83
Geluidsinstellingen
(Menu 9.4)
Hier kunt u de diverse geluidsinstellingen wijzigen.
Inkomende oproep
(Menu 9.4.1)
Met dit menu kunt u het volume en type belsignaal
voor inkomende oproepen selecteren.
Beltoon
: selecteer een beltoon.
Volume
: selecteer het belvolume.
Type belsignaal
: hier kunt u instellen hoe u
wordt gewaarschuwd bij een inkomende oproep.
Melodie
: de telefoon laat de geselecteerde
beltoon horen.
Trillen
: de telefoon trilt maar gaat niet over.
Eerst trillen dan melodie
: de telefoon trilt drie
keer en daarna gaat de telefoon over.
Toetstoon
(Menu 9.4.2)
Met dit menu kunt u de toon selecteren die u hoort bij
het indrukken van een toets.
Berichttoon
(Menu 9.4.3)
Met dit menu kunt u het signaal voor inkomende
berichten en e-mailberichten instellen.
Beltoon
: selecteer een van de berichtsignalen.
Type belsignaal
: stel in hoe u wilt worden
gewaarschuwd bij inkomende berichten.
Herhaling
: hier kunt u opgeven hoe vaak de
telefoon moet melden dat er een nieuw bericht is.
Toon bij in-/uitschakelen
(Menu 9.4.4)
Hier kunt u de melodie kiezen die u hoort wanneer u
de telefoon aan- of uitzet.
Klepsignaal
(Menu 9.4.5)
Hier kunt u de toon kiezen die u hoort bij het openen
of sluiten van de telefoon.
Stille stand
(Menu 9.4.6)
Hier kunt u instellen hoe de telefoon moet reageren bij
bijvoorbeeld een alarm of inkomende oproep als de
stille stand is ingeschakeld:
Trillen
: hiermee stelt u de telefoon in op trillen.
Microfoon uit
: alle geluidsinstellingen uit.
In de standby-stand kunt u het toetsvolume met
[ / ]
wijzigen.
84
Menuopties
Overige tonen
(Menu 9.4.7)
Met dit menu kunt u de overige tonen van de telefoon
wijzigen.
Minutenteller
: de telefoon laat tijdens een
uitgaande oproep iedere minuut een pieptoon
horen, zodat u weet hoe lang het gesprek duurt.
Verbindingstoon
: de telefoon laat een pieptoon
horen wanneer er verbinding is met het netwerk.
Alarm tijdens oproep
: de telefoon laat tijdens
een oproep een pieptoon horen bij een nieuw
bericht of wanneer het alarm moet afgaan.
Toon bij melding
: u hoort een pieptoon wanneer
een pop-upvenster verschijnt met een foutmelding
of een melding dat een bewerking voltooid is.
Netwerkdiensten
(Menu 9.5)
Dit menu geeft toegang tot de netwerkdiensten. Neem
contact op met uw provider inzake de beschikbaarheid
van deze diensten of een abonnement.
Oproepen doorschakelen
(Menu 9.5.1)
Met deze netwerkdienst worden inkomende oproepen
doorgeschakeld naar een ander telefoonnummer.
1. Selecteer een doorschakeloptie:
Alles doorschakelen
: alle oproepen worden
doorgeschakeld.
In gesprek
: oproepen worden doorgeschakeld
als u in gesprek bent.
Geen antwoord
: oproepen worden doorge-
schakeld als u niet opneemt.
Onbereikbaar
: oproepen worden doorge-
schakeld als u zich buiten het bereik van uw
provider bevindt of als uw telefoon uit staat.
Alles
annuleren
: alle doorschakelingen
annuleren.
2. Selecteer welk soort oproepen u wilt
doorschakelen.
3. Selecteer
Inschakelen
. Om oproepen
doorschakelen uit te schakelen, selecteert u
Uitzetten
.
4. Ga naar de regel
Doorschakelen naar
.
5. Geef het nummer in waarnaar moet worden
doorgeschakeld en druk op <
OK
>.
6. Als u
Geen antwoord
hebt geselecteerd, gaat u
naar
sec.
en kiest u hoe lang wordt gewacht
voordat een oproep wordt doorgeschakeld.
Menuopties
Instellingen
(Menu 9)
85
Oproepen blokkeren
(Menu 9.5.2)
Met deze netwerkdienst kunt u oproepen blokkeren.
1. Selecteer een blokkeeroptie:
Alle
uitgaande
: geen uitgaande oproepen
mogelijk.
Internationaal
: er zijn geen uitgaande
oproepen naar het buitenland mogelijk.
Internationaal behalve thuisland
: u kunt
alleen naar nummers binnen het land waar u
zich bevindt en uw eigen land bellen.
Alle
inkomende
: u kunt geen oproepen
ontvangen.
Inkomend
in
buitenland
: in het buitenland
kunt u geen oproepen ontvangen.
Alles
annuleren
: alle blokkeringen worden
geannuleerd.
Wachtwoord voor blokkeren wijzigen
: hier
kunt u het blokkeerwachtwoord veranderen.
2. Selecteer de typen oproepen die u wilt blokkeren.
3. Druk op <
Aan
>. Als u de blokkeerfunctie wilt
uitzetten, selecteert u <
Uit
>.
4. Geef het telefoonwachtwoord in en druk op <
OK
>.
Wisselgesprek
(Menu 9.5.3)
Deze netwerkdienst stelt u op de hoogte wanneer
iemand u probeert te bellen terwijl u in gesprek bent.
1. Selecteer het type oproep voor wisselgesprek.
2. Druk op <
Aan
>. Kies <
Uit
> om de
wisselgesprekfunctie uit te zetten.
Netwerk kiezen
(Menu 9.5.4)
Met deze netwerkdienst kunt u automatisch of
handmatig een netwerk selecteren tijdens roaming
buiten uw eigen netwerk.
U kunt alleen netwerken kiezen waarmee uw provider
een roamingcontract heeft afgesloten.
Automatisch
: hierbij wordt verbinding gemaakt
met het eerste beschikbare netwerk.
Handmatig
: hierbij kunt u zelf het gewenste
netwerk selecteren.
Nummerweergave
(Menu 9.5.5)
Met deze netwerkdienst kunt u voorkomen dat uw
telefoonnummer wordt weergegeven op de telefoon
van degene die u belt. Bij sommige providers kunt u
deze instelling echter niet wijzigen.
Standaard
: de standaardinstellingen worden
gebruikt die uw provider voor u heeft ingesteld.
86
Menuopties
Nummer
verbergen
: uw nummer wordt niet
getoond op de telefoon van degene die u belt.
Nummer
weergeven
: uw nummer wordt wel
getoond op de telefoon van degene die u belt.
Voicemailserver
(Menu 9.5.6)
Via dit menu kunt u het nummer van de voicemail-
server opslaan en uw voicemailberichten openen.
Verbinden met voice mail
: hiermee maakt u
verbinding met de voicemailserver zodat u uw
berichten kunt afluisteren. U kunt ook direct
verbinding maken met de voicemailserver door in
de standby-stand [
1
] ingedrukt te houden.
Nummer voicemailserver
: hier kunt u de naam
en het nummer van uw voicemailserver wijzigen.
Band kiezen
(Menu 9.5.7)
U kunt alleen telefoneren als de telefoon is aangemeld
bij een van de beschikbare netwerken. Deze telefoon
is geschikt voor de volgende netwerktypen (banden):
Gecombineerd GSM 900/1800, GSM 1900 en Triband
(GSM 900/1800/1900).
Welk netwerktype standaard wordt gebruikt, is
afhankelijk van het land waar u de telefoon hebt
aangeschaft. Wanneer u naar het buitenland gaat,
moet u wellicht op een andere band overschakelen.
Wanneer u een andere band kiest, zoekt de telefoon
naar alle beschikbare netwerken. De telefoon wordt
aangemeld bij een voorkeursnetwerk op de gekozen
band.
U moet het nummer van de voicemailserver
invoeren voordat u toegang kunt krijgen tot uw
voicemailberichten. Informeer bij uw provider naar
het nummer van de voicemailserver.
Menuopties
Instellingen
(Menu 9)
87
Bluetooth
(Menu 9.6)
Met dit menu kunt u de Bluetooth-functie activeren.
Met de Bluetooth-functie kunt u de telefoon draadloos
aansluiten op andere Bluetooth-apparaten en daar
gegevens mee uitwisselen, handsfree bellen of de
telefoon op afstand bedienen.
Het bereik is maximaal 10 meter. Omdat de apparaten
communiceren via radiogolven, hoeft u het andere
Bluetooth-apparaat niet te kunnen zien.
De Bluetooth-functie instellen
Het menu
Bluetooth
bevat de volgende opties:
Aanzetten
: hiermee zet u de Bluetooth-functie
aan of uit.
Mijn apparaten
: hiermee zoekt u naar Bluetooth-
apparaten waarmee u verbinding kunt maken.
Zichtbaarheid van mijn telefoon
: hiermee stelt
u in dat andere Bluetooth-apparaten mogen
zoeken naar uw telefoon.
Naam van mijn telefoon
: hiermee wijst u een
Bluetooth-apparaatnaam toe aan de telefoon. Deze
naam wordt op andere apparaten weergegeven.
Veilige modus
: hier geeft u aan of om een
bevestiging moet worden gevraagd wanneer uw
gegevens worden geopend via andere apparaten.
Bluetooth diensten
: geeft de beschikbare
Bluetooth-diensten weer.
Bluetooth kunt u niet gebruiken wanneer u
multimediafuncties zoals de voice recorder,
camera of MP3-speler gebruikt en andersom.
• Sommige apparaten zijn misschien niet
compatibel met uw telefoon.
88
Menuopties
Zoeken naar een Bluetooth-apparaat en dit
koppelen
1. Kies vanuit de Bluetooth-instellingsopties
Mijn
apparaten
.
2. Kies
Nieuw apparaat zoeken
.
Als u eerder naar apparaten hebt gezocht, worden
de optie
Meer apparaten
en de apparaten
waarnaar u eerder hebt gezocht, weergegeven.
Kies
Meer apparaten
om nieuwe apparaten te
zoeken.
Als het zoeken is voltooid, wordt een lijst getoond
met apparaten waarmee u verbinding kunt maken.
De volgende symbolen geven aan om wat voor
type apparaat het gaat:
De kleur van het symbool geeft de status aan:
Grijs voor niet-gekoppelde apparaten
Blauw voor gekoppelde apparaten
Rood voor apparaten die momenteel verbinding
hebben met uw telefoon
3. Selecteer een apparaat.
4. Geef een Bluetooth-PIN-code in en druk op <
OK
>.
Deze code wordt slechts eenmaal gebruikt en u hoeft
deze niet te onthouden.
Als de eigenaar van het andere apparaat dezelfde
code intoetst, zijn de apparaten gekoppeld.
Apparaatopties gebruiken
Druk in de lijst met items op <
Opties
> om de
volgende opties weer te geven:
Verbinden/Verbinding verbreken
: verbinding
maken met het geselecteerde apparaat c.q. de
verbinding verbreken.
Bestanden doorzoeken
: zoeken naar gegevens
op het apparaat en deze in de telefoon importeren.
Servicelijst
: de beschikbare Bluetooth diensten
voor het geselecteerde apparaat weergeven.
Handsfree of
headset
Mobiele telefoon
Computer PDA
Printer Onbekend
Sommige apparaten, met name headsets en
handsfree carkits, hebben een vaste Bluetooth-PIN-
code, zoals
0000
. Als het andere apparaat een code
heeft, moet u deze invoeren.
De opties hangen af van het gekoppelde apparaat.
Menuopties
Instellingen
(Menu 9)
89
Hernoemen
: het apparaat hernoemen.
Apparaat goedkeuren
/
Niet goedgekeurd
apparaat
: hier geeft u aan of de telefoon om
toestemming moet vragen wanneer andere
apparaten verbinding proberen te maken.
Wissen
: het selecteerde apparaat of alle
apparaten uit de lijst verwijderen.
Gegevens verzenden via Bluetooth
1. Activeer de Bluetooth-functie.
2. Selecteer de toepassing waarin het item is
opgeslagen dat u wilt verzenden.
3. Ga naar het gewenste item en druk op <
Opties
>.
4. Kies
Verzenden via
¤
Bluetooth
.
De telefoon zoekt naar apparaten en geeft een lijst
met beschikbare apparaten weer.
5. Selecteer een apparaat.
6. Geef zonodig de Bluetooth-PIN-code in die vereist
is voor het koppelen en druk op <
OK
>.
Gegevens ontvangen via Bluetooth
Als u gegevens wilt ontvangen via Bluetooth, moet de
Bluetooth-functie op de telefoon ingeschakeld zijn.
Als een niet-toegestaan Bluetooth-apparaat gegevens
naar uw telefoon zendt, verschijnt er een melding.
Druk op <
Ja
> als u gegevens wilt ontvangen.
Beveiliging
(Menu 9.7)
Via dit menu kunt u de telefoon via verschillende
toegangscodes voor uw telefoon en SIM-kaart
beveiligen tegen ongeoorloofd gebruik.
PIN controle
(Menu 9.7.1)
Met de PIN-code (Persoonlijk Identificatie Nummer)
van vier tot acht cijfers beveiligt u de SIM-kaart tegen
ongeoorloofd gebruik. Als deze functie aan staat, moet
u altijd uw PIN-code ingeven als u de telefoon aanzet.
PIN wijzigen
(Menu 9.7.2)
Via dit menu kunt u de PIN-code wijzigen. U moet de
functie PIN-controle hebben ingeschakeld om deze
functie te kunnen gebruiken.
Als u driemaal achterelkaar een onjuiste PIN/PIN2-
code ingeeft, wordt de SIM-kaart geblokkeerd. U
kunt deze blokkering opheffen door uw PUK/PUK2-
code in te voeren. Deze codes hebt u van uw
provider ontvangen.
90
Menuopties
Telefoonblokkering
(Menu 9.7.3)
Met deze functie vergrendelt u de telefoon zodat deze
niet zonder uw toestemming gebruikt kan worden.
Wanneer deze functie is ingeschakeld, moet u steeds
als u de telefoon aanzet een wachtwoord van vier tot
acht cijfers ingeven.
Het wachtwoord is vooraf ingesteld op
00000000
. Ga
naar optie
Wachtwoord wijzigen
om dit te wijzigen.
Wachtwoord wijzigen
(Menu 9.7.4)
Via dit menu kunt u het telefoonwachtwoord wijzigen.
Het wachtwoord is vooraf ingesteld op
00000000
.
Privacy
(Menu 9.7.5)
Met dit menu kunt u uw media-inhoud, zoals MMS- en
e-mailberichten, afbeeldingen, video’s, muziek-
bestanden en geluiden, blokkeren.
1. Selecteer met [ ] de te blokkeren items.
2. Druk op <
Opslaan
> om de items te blokkeren.
3. Geef het telefoonwachtwoord in en druk op <
OK
>.
U kunt een geblokkeerd item alleen openen nadat
u het telefoonwachtwoord heeft ingegeven. Dit is
in de fabriek ingesteld op
00000000
.
SIM blokkeren
(Menu 9.7.6)
Met de functie SIM blokkeren kunt u instellen dat uw
telefoon alleen werkt met de huidige SIM-kaart door
er een SIM-blokkeringscode aan toe te wijzen. U moet
de blokkeringscode voor de SIM invoeren als u een
andere SIM-kaart wilt gebruiken.
FDN-modus
(Menu 9.7.7)
Als de SIM-kaart de FDN-modus (Fixed Dial Number)
ondersteunt, kunt u uw uitgaande gesprekken
beperken tot een bepaald aantal telefoonnummers.
Wanneer deze functie is ingeschakeld, kunt u alleen
bellen naar de telefoonnummers die op de SIM-kaart
zijn opgeslagen.
p. 33
U moet eerst uw PIN2-code invoeren.
PIN2 wijzigen
(Menu 9.7.8)
Als uw SIM-kaart dit ondersteunt, kunt u met de
functie PIN2 wijzigen uw huidige PIN2-code wijzigen.
91
Geheugenstatus
(Menu 9.8)
Met dit menu kunt u controleren hoeveelheid
geheugen in beslag wordt genomen door
Berichten
,
Mijn bestanden
,
Agenda
,
Telefoonlijst
en
Java
wereld
. U kunt ook het gedeelde geheugen voor
MMS- en
e-mailberichten en Mijn bestanden nagaan.
Reset instellingen
(Menu 9.9)
Met dit menu kunt u de telefoon-, display- en geluids-
instellingen afzonderlijk terugzetten. U kunt ook alle
instellingen in de telefoon in één keer terugzetten.
1. Druk op [ ] om de categorieën instellingen te
selecteren die u wilt terugzetten.
2. Druk op <
Op nul
> om de gemarkeerde items
terug te zetten.
3. Druk op <
Ja
> om het terugzetten te bevestigen.
4. Geef het wachtwoord voor de telefoon in en druk
op <
OK
>.
Problemen oplossen
Hulp bij het oplossen van problemen
Voer de volgende controles uit alvorens contact op te
nemen met de klantenservice. Daarmee kunt u de
kosten en de tijd van een onnodig gesprek
voorkomen.
Wanneer u de telefoon aanzet, kunnen de
volgende boodschappen verschijnen:
"SIM-kaart plaatsen"
Controleer of de SIM-kaart er goed inzit.
"Telefoonblokkering"
De automatische blokkeerfunctie is ingeschakeld.
U moet het wachtwoord van de telefoon ingeven
voordat u de telefoon kunt gebruiken.
"Geef PIN in"
U gebruikt uw telefoon voor het eerst. Geef de PIN
code in die u bij de SIM-kaart hebt ontvangen.
De functie PIN controle staat aan. Iedere keer dat
u de telefoon aanzet, moet u uw PIN code
intoetsen. U kunt deze functie uitzetten via de
optie
PIN controle
.
Het wachtwoord is vooraf ingesteld op
00000000
. Ga naar het menu
Wachtwoord
wijzigen
om dit te wijzigen.
p. 90
92
Problemen oplossen
"Geef
PUK in"
U hebt drie keer achter elkaar een onjuiste PIN
code ingegeven, zodat de telefoon geblokkeerd is.
Geef de PUK code in die u van uw GSM provider
hebt ontvangen.
Melding: “Geen netwerk,” “Netwerkfout,” of
“Niet uitgevoerd”
De verbinding met het netwerk is verbroken.
Misschien bevindt u zich op een locatie waar de
ontvangst te zwak is. Ga naar een andere plaats en
probeer het nog een keer.
U probeert een optie te gebruiken waarvoor u bij
uw GSM provider geen abonnement hebt
afgesloten. Neem contact op met uw provider voor
meer informatie.
U heeft een telefoonnummer ingegeven, maar
er gebeurt niets
•Heeft u op [ ] gedrukt?
Heeft u het juiste netwerk gekozen?
Misschien heeft u uitgaande gesprekken
geblokkeerd.
U bent niet bereikbaar
Staat uw telefoon aan? (Heeft u [ ] ruim een
seconde ingedrukt?)
Heef u het juiste netwerk gekozen?
Misschien heeft u inkomende oproepen
geblokkeerd.
De persoon met wie u belt hoort u niet
Staat de microfoon misschien uit?
Houdt u de telefoon dicht genoeg bij uw mond? De
microfoon bevindt zich aan de onderkant van de
telefoon.
De telefoon gaat piepen en in het display
knippert de melding **Batterij bijna leeg**
De batterij is bijna leeg. Laad de batterij op.
Slechte ontvangst/geluidskwaliteit
Controleer in het display de signaalsterkte
indicatie ( ). Het aantal balkjes geeft aan of het
signaal sterk ( ) of zwak ( ) is.
Houd de telefoon in een iets andere stand of ga
dichter bij een raam staan als u zich in een gebouw
bevindt.
93
Een in de telefoonlijst gekozen nummer wordt
niet gebeld
Zoek de betreffende naam op in de telefoonlijst en
kijk of het bijbehorende nummer klopt.
Sla het nummer zonodig opnieuw op.
Kunt u met behulp van de bovengenoemde
richtlijnen het probleem niet oplossen, zorg
dan voor:
Het type en serienummer van uw telefoon.
Uw garantie-informatie.
Een goede beschrijving van het probleem.
Neem vervolgens contact op met uw leverancier of het
Samsung service center.
Gezondheids- & veiligheidsinformatie
SAR-informatie
Dit type telefoon voldoet aan de eisen van de EU met
betrekking tot de blootstelling aan radiogolven.
Uw mobiele telefoon zendt en ontvangt radiosignalen.
De telefoon is zodanig ontworpen en gefabriceerd dat
daarbij de limieten die gelden voor de blootstelling aan
radio-golven, zoals die zijn aanbevolen door de EU,
niet worden overschreden. Deze limieten maken deel
uit van uitgebrei-de richtlijnen waarin de toegestane
niveaus voor radio-golven zijn vastgelegd. Deze
richtlijnen zijn vastgesteld door onafhankelijke
wetenschappelijke organisaties aan de hand van
periodieke onderzoeken en evaluatie van
wetenschappelijke onderzoeken. Bij deze limieten is
sprake van een ruime veiligheidsmarge, zodat de
veiligheid van iedereen, ongeacht de leeftijd of de
gezondheid, gewaarborgd is.
Voor de blootstellingsnorm voor mobiele telefoons
wordt een meeteenheid gehanteerd die bekend staat
onder de naam SAR (Specific Absorption Rate). De
door de EU aanbevolen SAR limiet is vastgesteld op
2,0 W/kg.
*
De hoogste SAR-waarde die voor dit type telefoon
gemeten is, bedroeg 0.345 W/kg
.
94
Gezondheids- & veiligheidsinformatie
De SAR tests worden uitgevoerd in voorgeschreven
situaties waarbij de telefoon met het maximaal
toegestane vermogen wordt gebruikt op alle geteste
bandbreedtes. Hoewel de SAR is vastgesteld op basis
van het maximaal toegestane vermogen, kan het
werkelijke SAR niveau tijdens gebruik in ruime mate
onder de maximumwaarde liggen. Dit komt omdat bij
het ontwerp van de telefoon rekening is gehouden met
meerdere vermogenniveaus, terwijl alleen het
vermogen dat nodig is om het netwerk te bereiken
wordt gebruikt. In het algemeen geldt dat hoe dichter u
bij een basisstation van het netwerk bent, hoe lager
het vermogen is.
Voordat een nieuw type telefoon verkocht mag worden,
moet aangetoond worden dat deze voldoet aan de
Europese R&TTE Richtlijnen. Een van de belangrijkste
eisen hiervan heeft betrekking op de bescherming van
de gezondheid en de veiligheid van de gebruiker en
andere personen.
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van
batterijen
Gebruik nooit batterijen of batterijladers die
beschadigd zijn.
Gebruik batterijen niet voor andere doeleinden dan
waarvoor ze bedoeld zijn.
Wanneer u de telefoon dicht bij een basisstation
van het netwerk gebruikt, gebruikt hij minder
stroom. De spreek- en standbytijden zijn sterk
afhankelijk van de signaalsterkte en instellingen
van het netwerk.
De oplaadtijd van de batterij is afhankelijk van de
resterende batterijlading en het gebruikte type
batterij en oplader. De batterij kan honderden
keren worden ontladen en opgeladen, maar na
verloop van tijd gaat de kwaliteit van de batterij
achteruit. Wordt de gebruikstijd aanmerkelijk
korter, dan is het tijd om een nieuwe batterij te
kopen.
Een batterij die niet wordt gebruikt, ontlaadt
zichzelf na verloop van tijd.
* De SAR limiet voor normale mobiele telefoons is gemiddeld
2,0 W/Kg per 10 gram lichaamsweefsel. Bij deze limiet is, i.v.m.
eventuele afwijkingen in de metingen, rekening gehouden met
een ruime veiligheidsmarge, die de gebruikers extra veiligheid
biedt. De SAR waarden kunnen variëren, afhanklelijk van
landelijke eisen en de bandbreedte.
Gezondheids- & veiligheidsinformatie
95
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde
batterijen en opladers. Gebruikt u de batterijlader
niet, haal dan de stekker uit het stopcontact. Laat
een batterij niet langer dan een week in de oplader
zitten. Dit verkort de levensduur van de batterij.
Extreem hoge en lage temperaturen hebben
invloed op de capaciteit van uw batterij. Het kan
nodig zijn de batterij eerst te laten afkoelen of op
te warmen voor u met opladen begint.
Leg de batterij nooit in een zeer warme of koude
ruimte, bijvoorbeeld in de auto als het erg warm of
koud is. Daardoor gaan de capaciteit en de
levensduur achteruit. Probeer de batterij zoveel
mogelijk op kamertemperatuur te houden. Het kan
zijn dat uw telefoon met een zeer warme of koude
batterij tijdelijk niet werkt, zelfs als de batterij
volledig is opgeladen. Li-ion batterijen werken met
name niet goed bij temperaturen onder de 0 °C.
Maak geen kortsluiting tussen de contacten van de
batterij. Er kan kortsluiting ontstaan wanneer een
metalen voorwerp (bijv. een paperclip of sleutel)
direct contact maakt tussen de + en – polen van
de batterij (metalen strips aan de achterzijde van
de batterij). Dit kan bijvoorbeeld gebeuren
wanneer u een reserve-batterij in uw zak of tas
bewaart. Kortsluiting tussen de contacten kan de
batterij (maar ook het voorwerp dat de kortsluiting
veroorzaakt) beschadigen of vernielen.
Lever oude batterijen in bij een innamepunt voor
gebruikte batterijen. Laat ze altijd recyclen en gooi
ze nooit bij het normale afval, laat staan in het
vuur.
Verkeersveiligheid
Uw mobiele telefoon biedt u de mogelijkheid bijna
altijd en overal mondeling te communiceren. Deze
mogelijkheid die de mobiele telefoon biedt gaat echter
gepaard met een belangrijke verantwoordelijkheid, die
iedere gebruiker serieus moet nemen. Als u de
telefoon gebruikt terwijl u een voertuig bestuurt, dient
u zich aan de regels te hou-den die daarvoor binnen
het betreffende land gelden.
96
Gezondheids- & veiligheidsinformatie
Gebruiksomgeving
Houd u altijd aan de voorschriften voor mobiele
telefoons op plaatsen waar deze gelden. Zet uw
telefoon altijd uit op plaatsen waar het gebruik van
mobiele telefoons verboden is, of als dit storingen in
apparatuur kan veroorzaken of gevaar kan opleveren
(zoals in een ziekenhuis).
Wilt u de telefoon op een ander apparaat aansluiten,
kijk dan eerst in de gebruiksaanwijzing hoe het met de
veiligheidsvoorschriften zit. Sluit geen incompatibele
producten op elkaar aan.
Net als voor andere mobiele apparatuur die
radiosignalen uitzendt, geldt dat u deze telefoon voor
een juiste werking en uw persoonlijke veiligheid alleen
in de normale stand mag gebruiken (tegen uw oor,
waarbij de antenne over uw schouder wijst).
Elektronische apparatuur
De meeste moderne elektronische apparaten zijn
afgeschermd tegen radiogolven. Het kan echter
voorkomen dat bepaalde elektronische apparatuur niet
afgeschermd is tegen signalen die uw mobiele telefoon
uitzendt. Neem in dat geval contact op met de
fabrikant voor een alternatieve oplossing.
Pacemakers
Om interferentie met de pacemaker te voorkomen,
adviseren fabrikanten van pacemakers tussen de
telefoon en de pacemaker een afstand van minimaal
15 cm aan te houden. Deze aanbeveling stemt
overeen met onafhankelijk onderzoek door en
aanbevelingen van Wireless Technology Research.
Heeft u het idee dat er toch sprake is van interferentie,
zet uw telefoon dan onmiddellijk uit.
Gehoorapparaten
Bij sommige draadloze digitale telefoons is sprake van
interferentie met bepaalde gehoorapparaten. Neem in
dat geval contact op met de fabrikant van uw
gehoorapparaat voor een andere oplossing.
Andere medische apparatuur
Gebruikt u een ander medisch apparaat of hulpmiddel,
neem dan contact op met de fabrikant van dat
apparaat om na te gaan of het afdoende beschermd is
tegen radiosignalen.
Eventueel kan uw huisarts of specialist u hierbij van
dienst zijn.
Gezondheids- & veiligheidsinformatie
97
Zet uw telefoon altijd uit wanneer u zich in een
ziekenhuis of andere medische instelling bevindt en
aangegeven is dat het gebruik van een mobiele
telefoon daar verboden is.
Voertuigen
Radiogolven kunnen invloed hebben op onjuist
geïnstalleerde of niet voldoende afgeschermde
elektronische systemen in motorvoertuigen. Ga dit na
bij de fabrikant of dealer van de auto.
U kunt ook de fabrikant of leverancier van de in uw
auto geïnstalleerde apparatuur raadplegen.
Verbod op mobiel telefoneren
Zet uw mobiele telefoon direct uit op plaatsen waar
een verbod op mobiel telefoneren geldt.
Omgeving waar explosiegevaar is
Zet uw telefoon altijd uit wanneer u in een omgeving
bent waar met explosieven wordt gewerkt. Houd u aan
alle ter plaatse gelden veiligheidsvoorschriften.
Vonken kunnen in zo'n omgeving tot een ontploffing
leiden, met lichamelijk letsel en zelfs de dood tot
gevolg.
Gebruik de telefoon niet bij een benzinestation. Zet uw
telefoon altijd uit bij een tankstation. We wijzen u
nogmaals op de noodzaak om u in brandstofdepots
(opslag en distributie), chemische fabrieken en andere
plaatsen waar met explosieve materialen wordt
gewerkt altijd te houden aan de voorschriften en
verboden voor het gebruik van radioapparatuur.
Omgevingen en situaties waar kans bestaat op
ontploffingen zijn niet altijd duidelijk aangegeven.
Hiertoe behoren o.a. het benedendek van schepen,
plaatsen waar overslag en opslag van chemicaliën
plaatsvindt, voertuigen die rijden op LPG, plaatsen
waar chemicaliën of kleine deeltjes in de lucht zitten,
bijvoorbeeld graan, stof of metaalpoeder, en ieder
ander gebied waar u normaalgesproken de motor van
uw auto uit zou moeten zetten.
98
Gezondheids- & veiligheidsinformatie
Noodoproepen
Deze telefoon maakt gebruik van radiosignalen,
mobiele en vaste netwerken en voorgeprogrammeerde
functies, waarbij er geen garantie is dat er onder alle
omstandigheden verbinding mogelijk is. Vertrouw
daarom in een noodgeval (bijvoorbeeld voor medische
assistentie) nooit alleen op uw mobiele telefoon.
Om te bellen of gebeld te kunnen worden, moet uw
telefoon zijn ingeschakeld in een omgeving met
voldoende signaalsterkte van een netwerk voor
mobiele telefonie. Telefoneren in geval van nood is
niet altijd mogelijk binnen alle mobiele netwerken of
als bepaalde netwerkdiensten en functies van de
telefoon in gebruik zijn. Ga dit eventueel na bij uw
provider.
Alarmnummer bellen:
1. Zet de telefoon aan.
2. Geef het alarmnummer in (112 of een ander
officieel alarmnummer). Alarmnummers kunnen
per land verschillen.
3. Druk op [ ].
Misschien moet u bepaalde functies, zoals blokkeren
van oproepen, uitschakelen voordat u kunt bellen.
Raadpleeg daarvoor deze gebruiksaanwijzing of neem
contact op met uw provider.
Overige belangrijke veiligheidsinformatie
Alleen gekwalificeerde technici mogen de telefoon
in een voertuig installeren of repareren. Onjuiste
installatie of onderhoud kan gevaar opleveren en
ertoe leiden dat de garantie op uw telefoon vervalt.
Controleer ingebouwde telefoonapparatuur
regelmatig op correcte montage en werking.
Bewaar of vervoer licht ontvlambare vloeistoffen,
gassen en ander brandbaar of explosief materiaal
niet samen met de telefoon, onderdelen ervan of
accessoires.
Beschikt uw auto over een airbag, denk er dan aan
dat deze met grote kracht wordt opgeblazen.
Plaats boven en rondom het gedeelte waar de
airbag terecht kan komen geen voorwerpen, dus
ook geen vaste of draagbare draadloze apparatuur.
Onjuist geplaatste draadloze apparatuur kan bij
het opblazen van de airbag tot ernstig letsel leiden.
Zet uw mobiele telefoon aan boord van een
vliegtuig altijd uit. Het gebruik van mobiele
telefoon in een vliegtuig is verboden en gevaarlijk
omdat dit het luchtverkeer kan verstoren.
Bij het overtreden van deze voorschriften kan u
het gebruik van mobiele diensten worden ontzegd
of u kunt strafrechtelijk worden vervolgd.
Gezondheids- & veiligheidsinformatie
99
Verzorging en onderhoud
Uw telefoon is een kwaliteitsproduct dat met zorg
behandeld moet worden. Als u zich aan onderstaande
adviezen houdt, voldoet u aan de
garantieverplichtingen en kunt u jarenlang plezier
hebben van uw telefoon.
Houd de telefoon en toebehoren buiten het bereik
van kleine kinderen.
Houd de telefoon droog. Regen, vocht en
mineraalhoudende vloeistoffen tasten de
elektronica aan.
Pak de telefoon nooit met natte handen vast. Dit
kan een elektrische schok of schade aan de
telefoon tot gevolg hebben.
Gebruik of bewaar de telefoon niet in een stoffige,
vuile ruimte. De componenten kunnen daardoor
beschadigen.
Bewaar uw telefoon niet op een plaats met
extreem hoge temperaturen. Dit verkort de
levensduur van de elektronica, beschadigt de
batterijen en doet het plastic kromtrekken of
smelten.
Bewaar uw telefoon niet op een koude plaats. Bij
verplaatsing naar een warmere plaats kan er
condens ontstaan die de elektronica aantast.
Zorg dat de telefoon niet valt of ergens tegen
stoot. Door ruw met de telefoon om te gaan,
kunnen de onderdelen in de telefoon beschadigen.
Maak uw telefoon nooit schoon met bijtende
schoonmaak- of oplosmiddelen. Gebruik alleen een
in een mild sopje gedrenkte doek.
Verf de telefoon niet. Door de verf kunnen de
beweegbare delen van het toestel verstopt raken,
wat ertoe kan leiden dat de telefoon niet meer
goed werkt.
Leg de telefoon niet in of op verwarmings-
apparatuur, zoals een magnetron, een radiator van
de verwarming of een kachel. De telefoon kan
exploderen wanneer deze te heet wordt.
Gebruik alleen de meegeleverde of een andere
goedgekeurde antenne. Niet-goedgekeurde
antennes, wijzigingen of toevoegingen daarop
kunnen de telefoon beschadigen en ertoe leiden
dat de telefoon niet meer voldoet aan de wettelijke
eisen voor apparatuur die radiosignalen uitzendt.
Als de telefoon, de batterijen, de oplader of een
andere accessoire niet goed werkt, breng dit dan
bij het dichtstbijzijnde geautoriseerde service
center. Daar zorgt men voor technische
ondersteuning en indien nodig voor deskundige
reparatie.
100
Index
A
ABC-stand, tekstinvoer • 23
Afdrukken
agenda-items • 71
contact-informatie • 33
foto’s • 75, 76
visitekaartje • 36
Agenda • 68
actiepunt toevoegen • 70
andere items toevoegen
• 70
verjaardag toevoegen •
69
Agenda-items toevoegen • 68
Alarm • 43
B
Band kiezen • 86
Bandkeuze • 86
Batterij
bijna leeg, symbool • 8
voorzorgsmaatregelen •
94
Beantwoorden
oproep • 26
tweede oproep • 28
Belgroep
beheren • 35
maken • 34
Belsignaal
berichten • 83
inkomende oproepen •
83
Berichten
begroeting • 80
e-mail • 51
MMS • 49
SMS • 49
web • 54
Berichttoon • 83
Beveiliging, oproepen • 89
Blokkeren
externe toetsen • 81
media-inhoud • 90
oproepen • 85
SIM-kaart • 90
telefoon • 90
Bluetooth
instellingen • 87
ontvangen, gegevens •
89
verzenden, gegevens •
89
Browser, WAP • 46
C
Calculator • 44
Camera
foto’s • 72
opties • 73
video’s • 76
Conversie • 44
D
Display
instellingen • 81
taal • 80
Doorschakelen, oproepen • 28,
84
Doorsturen
e-mailberichten • 56
MMS-berichten • 54
E
Eigen nummer • 36
E-mailberichten
bekijken • 56
instelling • 61
maken/verzenden • 51
wissen • 56
F
FDN-modus (Fixed Dial
Number)
FDN-lijst maken • 33
instelling • 90
FM-radio • 42
Foto’s
bekijken • 75
maken • 72
opties • 75
wissen • 75
G
Geheugenstatus
agenda-items • 68
gedownloade items • 68
spelletjes • 41
telefoonlijst • 36
Geluiden, gedownload • 67
Geluidsinstellingen • 83
Gemist alarm agenda-item • 72
Gemiste oproepen • 31
Gespreksduur • 31
Gesprekskosten • 32
Gezondheids- & veiligheidsin-
formatie • 93
H
Helderheid stem, microfoon •
28
Herhalen
automatisch • 81
handmatig • 25
101
Index
I
In- en uitschakelen
microfoon • 28
telefoon • 8
Infoberichten • 64
Internationaal bellen • 25
J
JAVA wereld • 40
L
Laatste nummer herhalen • 25
M
Met elke toets antwoorden • 81
Mijn
bestanden • 65
visitekaartje • 35
Minutenteller • 84
MMS-berichten
bekijken • 52
instelling • 59
maken/verzenden • 49
wissen • 54
MP3-speler
afspelen • 38
downloaden • 37
opties • 38
Multipartygesprekken • 29
Muziek, gedownload • 66
N
Namen
invoeren • 23
zoeken • 32
Netwerk kiezen • 85
Netwerkband selecteren • 86
Noodoproepen • 98
Nummer herhalen • 81
Nummerweergave • 85
O
Ontvangen berichten
e-mail • 56
Ontvangen oproepen • 31
Ontvangstbevestiging • 54
Opnemen
video’s • 76
voice memo’s • 39
Oproepen
beantwoorden • 26
blokkeren • 85
doorschakelen • 28, 84
in de wacht zetten • 27
nummer herhalen • 25
weigeren • 26
wisselgesprek • 85
Oproepenlijst
gemist • 31
ontvangen • 31
uitgaand • 31
P
PIN2-code wijzigen • 90
PIN-code, wijzigen • 89
Postvak IN, berichten
e-mail • 56
MMS • 54
SMS • 53
Postvak UIT, berichten • 55
Privacy • 90
Problemen oplossen • 91
R
Roaming • 85
S
SIM-kaart
blokkeren • 90
plaatsen • 7
SMS-berichten
bekijken • 52
maken/verzenden • 49
wissen • 53
Snelkiezen • 35
Spelletjes • 40
Standaard MMS-bericht
openen • 58
opslaan • 50
Standaardbericht
MMS • 58
SMS • 58
Stille stand • 83
Stopwatch • 45
T
Taal selecteren • 80
Tekens invoeren • 23
Tekst invoeren • 23
Tekstinvoerstand, wijzigen •
23
Telefonisch vergaderen • 29
Telefoon
aan- en uitzetten • 8
blokkeren • 90
display • 10
instellingen terugzetten •
91
uitpakken • 6
verzorging en onderhoud
• 99
wachtwoord • 90
Telefoonlijst
beheren • 36
kopiëren • 33
opties • 33
snelkiezen • 35
wijzigen • 33
wissen • 36
102
Index
Terugzetten, telefooninstel-
lingen • 91
Timer • 45
Toetstonen
aan-, uitzetten/
verzenden • 29
selecteren • 83
Toetsvolume • 83
Toon
bericht • 83
in-/uitschakelen • 83
klepje • 83
minutenteller • 84
toetsen • 83
verbinding • 84
Toon bij in-/uitschakelen • 83
U
Uitgaande oproepen • 31
Uitzetten
microfoon • 28
toetstonen • 29
V
Veiligheid
informatie • 93
Verbindingstoon • 84
Verkeersveiligheid • 95
Verlichtingstijd instellen • 82
Verzonden berichten • 55
Video’s
afspelen • 79
opnemen • 76
wissen • 79
Voice memo’s
afspelen • 40
opnemen • 39
Voice recorder • 39
Voicemailserver
verbinden • 86
wijzigen • 86
W
Wachtstand, gesprek • 27
Wachtwoord
oproepen blokkeren • 85
telefoon • 90
wijzigen • 90
WAP-browser
buffer leegmaken • 47
favorieten • 47
openen • 46
Welkomtekst • 80
Wereldtijd • 43
Wisselgesprek • 85
Wissen
agenda-items • 71
berichten • 53
e-mailberichten • 56
foto’s • 75
gemiste alarms • 72
oproepenlijst • 31
telefoonlijst • 36
videoclips • 79
Conformiteitsverklaring (R&TTE)
Het volgende product:
GSM900/GSM1800/GSM1900
Mobiele telefoon
(productnaam)
SGH-E730
(modelnummer)
Gefabriceerd door:
Samsung Electronics Co., Ltd, 94-1, Imsu-Dong, Gumi City, Kyung-Buk, Korea, 730-350
(naam/adres fabriek
*
)
waaraan deze verklaring refereert voldoet aan de volgende standaards en/of
andere normdocumenten.
Veiligheid : EN 60950-1:2001
EMC : EN 301 489-01 v1.3.1 (09-2001)
EN 301 489-07 v1.2.1 (08-2002)
EN 301 489-17 v1.2.1 (08-2002)
SAR : EN 50360:2001
EN 50361:2001
Netwerk : EN 301 511 v9.0.2 (03-2003)
EN 300 328- v1.4.1 (04-2003)
Hierbij verklaren wij dat [alle essentiële radiotestseries zijn uitgevoerd en
dat] het hierboven genoemde product voldoet aan alle essentiële eisen van
richtlijn 1999/5/EC.
De conformiteitvaststellingsprocedure waraan Artikel 10 refereert en die
gedetailleerd behandeld wordt in Annex [
IV
] van richtlijn 1999/5/EC is
opgevolgd waarbij de volgende in te lichten instantie(s) betrokken is/zijn
geweest:
BABT, Balfour House, Churchfield Road,
Walton-on-Thames, Surrey, KT12 2TD, UK
Herkenningsteken: 0168
De technische documentatie wordt beheerd door:
Samsung Electronics Euro QA Lab.
en zal op aanvraag ter beschikking worden gesteld.
(Vertegenwoordiger in de EU)
Samsung Electronics Euro QA Lab.
Blackbushe Business Park, Saxony Way,
Yateley, Hampshire, GU46 6GG, UK
2005-04-27 Yong-Sang Park / S. Manager
(plaats en datum uitgifte) (naam en handtekening geauthoriseerd persoon)
* Dit is niet het adres van een Samsung Service Centre. Zie voor het adres of
telefoonnummer van het Samsung Service Centre de garantiekaart of neem contact op met
de winkel waar u de telefoon heeft gekocht.

Documenttranscriptie

* Mogelijk is niet alle informatie in deze gebruiksaanwijzing van toepassing op uw telefoon. Sommige functies zijn afhankelijk van de software of de provider. Drukfouten voorbehouden. * De uitvoering van de telefoon en de accessoires kunnen per land verschillen. World Wide Web http://www.samsungmobile.com Printed in Korea Code No.:GH68-06899A Dutch. 05/2005. Rev 1.0 SGH-E730 Gebruiksaanwijzing Verkeersveiligheid gaat voor alles Gebruik uw telefoon niet tijdens het rijden, tenzij u een handsfree-kit heeft. Anders moet u eerst parkeren. Belangrijke veiligheidsinformatie Wanneer u zich niet aan deze veiligheidsvoorschriften houdt, kan dit tot gevaarlijke en onrechtmatige situaties leiden. Zet de telefoon uit tijdens het tanken Gebruik de telefoon niet bij een benzinestation of in de buurt van plaatsen waar andere brandstoffen of chemicaliën zijn opgeslagen. Zet de telefoon uit aan boord van vliegtuigen Draadloze telefoons kunnen storingen veroorzaken. Gebruik van deze telefoon in een vliegtuig is gevaarlijk en verboden. Zet de telefoon uit als u bij ziekenhuisapparatuur in de buurt bent Ziekenhuizen en andere gezondheidszorginstellingen gebruiken apparatuur die gevoelig is voor bepaalde radiofrequenties. Volg de aangegeven regels op. Storingen Alle mobiele telefoons zijn gevoelig voor interferentie, wat de werking ervan kan beïnvloeden. Houd de telefoon buiten het bereik van kleine kinderen Houd de telefoon en toebehoren buiten het bereik van kleine kinderen. Houd u altijd aan de voorschriften voor mobiele telefoons op plaatsen waar deze gelden. Zet uw telefoon altijd uit op plaatsen waar het gebruik van mobiele telefoons verboden is, of als dit storingen in apparatuur kan veroorzaken of gevaar kan opleveren. Gebruik uitsluitend door Samsung aanbevolen batterijen en accessoires. Gebruik van andere accessoires kan uw telefoon beschadigen en kan gevaarlijk zijn. Waterdichtheid Uw telefoon is niet waterdicht. Zorg dus dat hij droog blijft. Gebruik de telefoon op de juiste wijze Gebruik de telefoon alleen in de normale stand (bij het oor). Vermijd onnodig contact met de antenne als de telefoon aan staat. Telefoneren in geval van nood Geef het alarmnummer in (112 of een ander officieel alarmnummer) en druk op de toets . Belangrijke veiligheids-informatie Houd u aan de voorschriften Accessoires en batterijen • De telefoon kan ontploffen als de batterij vervangen wordt door een niet ondersteund type. • Gooi oude batterijen weg volgens de ter plaatse geldende richtlijnen. Deskundige technische service Alleen gekwalificeerd servicepersoneel mag uw telefoon repareren. Uitgebreide veiligheidsinformatie vindt u in het hoofdstuk "Gezondheids- & veiligheidsinformatie" op pagina 93. 1 Over de handleiding • Deze handleiding geeft u informatie over het gebruik van uw telefoon. Om snel met uw telefoon aan de slag te gaan, adviseren wij u de hoofdstukken "Aan de slag" en "Speciale functies van de telefoon" door te lezen. In deze handleiding worden de volgende pictogrammen gebruikt: Deze informatie heeft betrekking op de veiligheid of de werking van de telefoon. Neem deze informatie zorgvuldig door. Geeft aan dat u de stuurtoetsen moet gebruiken om naar de genoemde optie te bladeren en deze te selecteren. ¤ [ ] < > 2 Speciale functies op uw telefoon • MP3-speler U kunt uw telefoon als MP3-speler gebruiken om MP3-bestanden af te spelen. • Bluetooth Met behulp van de draadloze Bluetooth-technologie kunt u foto's, afbeeldingen, video's en persoonlijke gegevens verzenden en verbinding maken met andere apparaten. Op de pagina waarnaar wordt verwezen, vindt u meer informatie.  Een toets op de telefoon, bijvoorbeeld [ ]. Een functietoets, waarvan de functie onderin het display van de telefoon wordt weergegeven, bijvoorbeeld <Menu>. Camera en camcorder U kunt de camera op uw telefoon gebruiken om een foto te nemen of een video-opname te maken. Zien door wie u wordt gebeld Door foto’s aan telefoonnummers te koppelen, kunt u zien door wie u wordt gebeld. • Visitekaartje U kunt visitekaartjes maken met uw telefoonnummer en uw profiel. Dit is een handig middel om uzelf aan anderen voor te stellen. • • WAP-browser Geef toegang tot het draadloze web en tot diverse diensten en actuele informatie. FM-radio U kunt waar en wanneer u maar wilt naar uw favoriete radiozenders luisteren. • MMS (Multimedia Message Service) U kunt MMS-berichten met tekst, afbeeldingen, video en geluid verzenden en ontvangen. • E-mail U kunt e-mailberichten met afbeeldingen, video en geluid verzenden en ontvangen. • Java Speel een van de meegeleverde Java™-spelletjes en download nieuwe. • Agenda Hierin kunt u al uw afspraken bijhouden. • Spraakmemo U kunt memo's en geluiden opnemen. Speciale functies op uw telefoon • 3 Inhoud Uitpakken 6 Overzicht van de onderdelen De telefoon 6 Toetsen, functies en locaties Aan de slag 7 De eerste stappen bij de bediening van de telefoon De telefoon gebruiksklaar maken ............................. 7 De telefoon aan- en uitzetten .................................. 8 Toetsen en display ................................................. 9 Toegang tot menufuncties ..................................... 11 De telefooninstellingen wijzigen ............................. 12 Zelf bellen en oproepen beantwoorden.................... 15 Speciale functies van de telefoon 15 De camera, muziek, spelletjes en andere speciale functies De camera .......................................................... 15 MP3-bestanden afspelen ....................................... 16 4 Surfen op internet ................................................ De telefoonlijst gebruiken...................................... Berichten verzenden ............................................. Berichten bekijken................................................ Bluetooth gebruiken ............................................. 17 18 19 20 22 Tekst invoeren 23 ABC-stand, T9-stand, Cijfers en Symbolen Telefoneren 25 Uitgebreide belfuncties Menuopties 30 Een overzicht van alle menuopties Problemen oplossen 91 Hulp bij het oplossen van problemen Gezondheids- & veiligheidsinformatie Index 93 100 Overzicht van de menuopties Druk in de standby-stand op <Menu> om de menu’s te openen. 1 Oproepenlijst 1 2 3 4 5 6 7 Recente oproepen Gemiste oproepen Uitgaande oproepen Ontvangen oproepen Alles wissen Gespreksduur Gesprekskosten* 2 Telefoonlijst 1 Lijst met contacten 2 FDN-lijst 3 Nieuw contact toevoegen 4 Groep 5 Snelkiezen 6 Mijn visitekaartje 7 Eigen nummer 8 Beheer 9 Servicenummer* p.30 p.30 p.31 p.31 p.31 p.31 p.31 p.32 p.32 p.32 p.33 p.34 p.34 p.35 p.35 p.36 p.36 p.37 3 Toepassingen 1 MP3-speler 2 Voice recorder 3 JAVA wereld 4 FM-radio 5 Wereldtijd 6 Alarm 7 Calculator 8 Omrekenen 9 Timer 10 Stopwatch 4 Browser 1 2 3 4 5 6 Startpagina Favorieten Ga naar adres Buffer leegmaken Instellingen server Huidige server p.37 p.37 p.39 p.40 p.42 p.43 p.43 p.44 p.44 p.45 p.45 p.46 p.46 p.47 p.47 p.47 p.47 p.48 5 Berichten 1 2 3 4 5 6 7 Bericht maken Mijn berichten Standaardberichten Alles wissen Instellingen Infoberichten Geheugenstatus 6 Mijn bestanden 1 2 3 4 5 6 Afbeeldingen Video's Muziek Geluiden Andere bestanden Geheugenstatus 7 Agenda p.48 p.49 p.52 p.58 p.58 p.59 p.64 p.65 p.65 p.65 p.65 p.66 p.67 p.67 p.68 p.68 8 Camera p.72 9 Instellingen p.80 p.80 p.80 p.81 p.83 p.84 p.87 p.89 p.91 p.91 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Tijd en datum Telefooninstellingen Displayinstellingen Geluidsinstellingen Netwerkdiensten Bluetooth Beveiliging Geheugenstatus Reset instellingen * Deze optie wordt alleen weergegeven als deze door de SIM-kaart wordt ondersteund. 5 Uitpakken De telefoon Overzicht van de onderdelen Toetsen, functies en locaties Luidspreker Telefoon Adapter Display Stuurtoetsen (Omhoog/ Omlaag/Links/ Rechts) Batterij Gebruiksaanwijzing Bij uw Samsung-dealer kunt u diverse accessoires aanschaffen. De bij de telefoon meegeleverde onderdelen en de bij de Samsungdealer verkrijgbare accessoires kunnen per land en per provider verschillen. 6 Aansluitpunt headset Functietoets (links) Nummer kiezen Volumetoetsen Alfanumerieke toetsen Toetsen voor speciale functies WAP-toets/ Bevestigingstoets Functietoets (rechts) Aan/uit/Menu sluiten Annuleer-/ Correctietoets Microfoon Camera Flitser Cameratoets Extern display Toetsen voor MP3 speler/ FM-radio Aan de slag 4 Sluit de adapter aan op de telefoon. 3 Plaats de batterij. 5 Sluit het netsnoer van de adapter aan op een normaal stopcontact. 6 Wanneer de telefoon helemaal is opgeladen (het batterijpictogram knippert niet meer), haalt u de stekker van de adapter uit het stopcontact. De eerste stappen bij de bediening van de telefoon Informatie over de SIM-kaart Wanneer u bij een provider een abonnement afsluit, ontvangt u een SIM-kaart (Subscriber Identity Module). Hierop zijn uw abonnementsgegevens (PINcode, beschikbare extra diensten e.d.) opgeslagen. De telefoon gebruiksklaar maken 1 Verwijder de batterij. Als de telefoon al aan staat, moet u deze eerst ] uitzetten door [ ingedrukt te houden. 2 Plaats de SIM-kaart. Zorg dat de goudkleurige contactpunten op de kaart naar de telefoon gericht zijn. 7 Aan de slag 7 Haal de adapter uit de telefoon. De telefoon aan- en uitzetten De telefoon aanzetten 1. Open de telefoon. 2. Houd [ ] ingedrukt om de telefoon aan te zetten. Batterijpictogram Wanneer de batterij bijna leeg is: • hoort u een waarschuwingstoon, • wordt een melding gegeven dat de batterij bijna leeg is, en • knippert het batterijsymbool . Als de batterij zo zwak is dat de telefoon niet meer gebruikt kan worden, wordt het toestel automatisch uitgeschakeld. In dat geval moet u de batterij weer opladen. 8 Zet de telefoon niet aan op plaatsen waar het gebruik van mobiele telefoons verboden is. 3. Geef, indien nodig, de PIN-code in en druk op <OK>. De telefoon uitzetten 1. Open de telefoon. 2. Houd [ ] ingedrukt. Toetsen en display Toets(en) Beschrijving De functie uitvoeren die op de onderste regel van het display wordt aangegeven. Cijfers, letters en speciale tekens invoeren. In de standby-stand: [1] ingedrukt houden voor toegang tot uw voicemailserver. Houd [0] ingedrukt om een internationaal toegangsnummer in te geven. In de standby-stand: rechtstreeks uw favoriete menuopties openen.p. 80 In de menustand: door alle menuopties bladeren. In de standby-stand: de WAP-browser (Wireless Application Protocol) starten. In de menustand: de gemarkeerde menuoptie selecteren. Speciale tekens invoeren. [ ] ingedrukt houden om de Stille stand in of uit te schakelen. Houd [ ] ingedrukt om een pauze in te voegen. Tekens uit het display wissen. In de menustand gaat u met deze toets terug naar het vorige menuniveau. Zelf bellen of een oproep beantwoorden. In de standby-stand: de meest recente nummers weergeven die u hebt gebeld of waarvan u een oproep hebt gemist of ontvangen. Aan de slag Een oproep beëindigen. Ingedrukt houden om de telefoon aan en uit te zetten. In de menustand: invoer annuleren en teruggaan naar de standby-stand. (aan de linkerkant) Het volume van de telefoon regelen. In de standby-stand met de telefoon open: het toetsvolume aanpassen. Met de telefoon gesloten: ingedrukt houden om de verlichting in te schakelen. 9 Aan de slag In de standby-stand: ingedrukt houden om de camera aan te zetten. In de camerastand: een foto maken of een (aan de rechterkant) video-opname maken. (aan de voorkant) (aan de voorkant) (aan de voorkant) Display Indeling Als u deze toets ingedrukt houdt, verschijnt het selectiescherm waarmee u de MP3-speler of FM-radio kunt starten. Bij MP3-speler: afspelen starten of stoppen. Bij FM-radio: de radio aan- of uitzetten. Tekst en afbeeldingen Hier worden berichten, instructies en ingevoerde informatie weergegeven. Menu Terug naar het vorige bestand tijdens afspelen. Naar een radiozender zoeken. Naar het volgende bestand tijdens afspelen. Naar een radiozender zoeken. Pictogrammen Hier worden diverse pictogrammen weergeven. Pictogrammen Contact Functietoetsindicatoren Hier worden de functies weergegeven die op dat moment aan de functietoetsen zijn toegewezen. Sterkte ontvangstsignaal In gesprek Buiten bereik van uw servicegebied; u kunt geen oproepen verzenden of ontvangen Alarm ingesteld Nieuw tekstbericht Nieuw multimediabericht Nieuw voicemailbericht 10 Pictogrammen Bezig met ontvangst of verzending van een e-mailbericht (vervolg) Een van de postvakken is vol Bluetooth-functie is ingeschakeld p. 87 GPRS-netwerk De functietoetsen gebruiken De functie van de functietoetsen hangt af van de context waarin ze worden gebruikt. Onder in het display ziet u welke functie de toets op dat moment vervult. Menu Aan de slag Doorschakelfunctie is ingeschakeld p. 84 Toegang tot menufuncties Contact Thuisnetwerk, als u zich voor de betreffende dienst hebt aangemeld. Kantoornetwerk, als u zich voor de betreffende dienst hebt aangemeld. Type belsignaal is ingesteld op trilstandp. 83 Stille stand staat aanp. 83 Batterijsterkte Met de linker functietoets gaat u naar de menustand. Met de rechter functietoets opent u Lijst met contacten in menu Telefoonlijst. 11 Aan de slag Een optie selecteren 1. Druk op de juiste functietoets. 2. Druk op de stuurtoetsen om naar de vorige of volgende optie te gaan. 3. Druk op <Kies> of [ ] om de weergegeven functie of gemarkeerde optie te bevestigen. 4. Om het menu te verlaten, doet u het volgende: • Druk op <Terug> of <C> om één menuniveau terug te gaan. • Druk op [ ] om terug te keren naar de standbystand. Sneltoetsen gebruiken 12 Druk op de cijfertoets die overeenkomt met de gewenste optie. De telefooninstellingen wijzigen Displaytaal 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en kies Instellingen ¤ Telefooninstellingen ¤ Taal. 2. Selecteer een taal. Belmelodie 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en kies Instellingen ¤ Geluidsinstellingen ¤ Inkomende oproep ¤ Beltoon. 2. Druk op [Links] of [Rechts] om een categorie met belgeluiden te selecteren. 3. Druk op [Omhoog] of [Omlaag] om door de lijst met melodieën te bladeren. 4. Selecteer een melodie. 5. Druk op <Opslaan>. Achtergrond standby-stand U kunt een achtergrond instellen voor het hoofddisplay en het externe display. U kunt de kleur van de displayonderdelen zoals de titelbalk en de markeringsbalk aanpassen. 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en kies Instellingen ¤ Displayinstellingen ¤ Kleur. 2. Selecteer een kleurpatroon. Stille stand Aan de slag 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en kies Instellingen ¤ Displayinstellingen ¤ Achtergrond ¤ Hoofddisplay of Extern display. 2. Selecteer eerst een categorie met afbeeldingen en daarna een afbeelding. Bij Extern display kunt u Tekst extern display selecteren en een tekst ingeven die op het externe display wordt weergegeven. 3. Druk op [ ]. Kleur menustand U kunt de telefoon in de Stille stand zetten zodat u anderen niet stoort met de geluiden van uw telefoon. Houd [ ] in de standby-stand ingedrukt. 13 Snelkoppelingen menu’s U kunt de stuurtoetsen gebruiken als sneltoetsen om rechtstreeks vanuit de standby-stand bepaalde menu's te openen. Het toewijzen van een menu aan een toets doet u als volgt: 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en kies Instellingen ¤ Telefooninstellingen ¤ Snelkoppeling. 2. Selecteer een toets. 3. Druk op <Opties> en selecteer Wijzigen. 4. Selecteer het menu dat u aan de toets wilt toewijzen. 5. Druk op <Opslaan>. 14 Toestel blokkeren U kunt de telefoon met een wachtwoord beschermen tegen ongeoorloofd gebruik. Als u de telefoon aanzet, moet u eerst het wachtwoord ingeven. 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en kies Instellingen ¤ Beveiliging ¤ Wachtwoord wijzigen. 2. Geef het standaardwachtwoord "00000000" in en druk op <OK>. 3. Geef een nieuw wachtwoord van vier tot acht cijfers in en druk op <OK>. 4. Geef het nieuwe wachtwoord nogmaals in en druk op <OK>. 5. Selecteer Telefoonblokkering. 6. Selecteer Aanzetten. 7. Geef het wachtwoord in en druk op <OK>. Zelf bellen en oproepen beantwoorden Zelf bellen Oproep beantwoorden 1. Geef in de standby-stand het netnummer en abonneenummer in. 2. Druk op [ ]. 3. Druk op [ ] om de oproep te beëindigen. Speciale functies van de telefoon De camera, muziek, spelletjes en andere speciale functies De camera Foto maken 1. Open de telefoon. 2. Houd in de standby-stand [ ] ingedrukt om de camera aan te zetten. 3. Richt de lens op het onderwerp en kies de gewenste instellingen. 4. Druk op [ ] om de foto te maken. De foto wordt automatisch opgeslagen. 5. Druk op [ ] om terug te gaan naar de standby-stand. Foto bekijken 1. Druk in de fotostand op de linker functietoets en kies Ga naar foto's. 2. Selecteer de gewenste foto. 1. Druk wanneer de telefoon overgaat op [ ]. 2. Druk op [ ] om de oproep te beëindigen. Volume tijdens Druk op [ / ]. een gesprek aanpassen 15 Speciale functies van de telefoon Video-opname maken Video-opname afspelen 16 1. Druk op [1] om over te schakelen naar de videostand. 2. Druk op [ ] om de opname te starten. 3. Druk op [ ] om de opname te stoppen. De video-opname wordt automatisch opgeslagen. 4. Om terug te gaan naar de opnamestand drukt u op de rechter functietoets. 1. Druk in de videostand op de linker functietoets en kies Ga naar video's. 2. Selecteer een video-opname. MP3-bestanden afspelen MP3bestanden naar telefoon kopiëren Dit kunt u als volgt doen: Afspeellijst samenstellen 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en kies Toepassingen ¤ MP3-speler. 2. Druk op <Opties> en kies Aan lijst toevoegen ¤ Alles toevoegen of Bestand toevoegen. 3. Bij Bestand toevoegen gaat u naar het gewenste bestand en drukt u op <Voeg toe>. Herhaal de procedure vanaf stap 2. • Van internet downloaden. p. 46 • Van een computer downloaden met behulp van Samsung PC Studio II Gebruiksaanwijzing Samsung PC Studio II • Via Bluetoothp. 89 MP3-bestand afspelen Surfen op internet Met de ingebouwde WAP-browser (Wireless Access Protocol) kunt u draadloos surfen op internet, diverse actuele informatie opvragen en handig materiaal van websites downloaden. De browser starten Druk in de standby-stand op [ ]. Navigeren met de WAPbrowser • • • • • Speciale functies van de telefoon 1. Druk in het scherm MP3-speler op [ ]. 2. Tijdens het afspelen kunt u de volgende toetsen gebruiken: • [ ]: het afspelen onderbreken/hervatten. • [Links]: terug naar het vorige bestand. Als u deze ingedrukt houdt, gaat u terug in het bestand. • [Rechts]: naar het volgende bestand. Als u deze ingedrukt houdt, gaat u vooruit in het bestand. • [Omhoog]: de afspeellijst openen. • [Omlaag]: het afspelen stoppen. • [ / ]: het volume aanpassen. Druk op [Omhoog] of [Omlaag] om door de opties te bladeren. Om een item te selecteren, drukt u op < >. U gaat terug naar de vorige pagina door op <Terug> of [C] te drukken. Om naar de startpagina te gaan, houd u [C] ingedrukt. Om de browseropties te openen, drukt u op [ ] of selecteert u bovenin het scherm. 17 Speciale functies van de telefoon De telefoonlijst gebruiken Een contactpersoon toevoegen Aan het telefoongeheugen: 1. Geef in de standby-stand een telefoonnummer in en druk op [ ]. 2. Selecteer Telefoon ¤ een type telefoonnummer. 3. Geef detailgegevens voor de contactpersoon in: Achternaam, Voornaam, Mobiel, Privé, Kantoor, Fax, Overig, E-mail, Afbeelding, Melodie, Groep en Notities. 4. Druk op [ ] om de contactpersoon op te slaan. Op de SIM-kaart: 1. Geef in de standby-stand een telefoonnummer in en druk op [ ]. 2. Selecteer SIM. 3. Geef een naam in. 4. Druk op [ ] om de contactpersoon op te slaan. 18 Een nummer opzoeken 1. Druk in de standby-stand op <Contact>. 2. Geef een naam in of blader naar een contactpersoon. 3. Selecteer een contactpersoon. 4. Selecteer een nummer en druk op [ ] om het te bellen of op <Opties> om de opties weer te geven. Een visitekaartje maken en verzenden 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en kies Telefoonlijst ¤ Mijn visitekaartje. 2. Geef detailgegevens voor uzelf in. 3. Druk op [ ] om het visitekaartje op te slaan. 4. Als u het visitekaartje wilt verzenden, drukt u op <Opties> en kiest u Verzenden via ¤ SMS/MMS/ E-mail/Bluetooth. Berichten verzenden 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en kies Berichten ¤ Bericht maken ¤ SMS-bericht. 2. Geef de berichttekst in. 3. Druk op <Opties> en selecteer Opslaan en verzenden of Alleen verzenden. 4. Geef de bestemming in. 5. Druk op [ ] om het bericht te verzenden. Multimediabericht verzenden (MMS) 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en kies Berichten ¤ Bericht maken¤ MMS bericht. 2. Selecteer Onderwerp. 3. Geef het onderwerp van het ]. bericht in en druk op [ Multimediabericht verzenden (MMS) (vervolg) 4. Selecteer Foto & Video ¤ Foto’s of Video’s ¤ een categorie. 5. Selecteer een foto en druk op <Voeg toe>. Als u een videoclip selecteert, drukt u op de linker functietoets en selecteert u Toevoegen. 6. Selecteer Melodie ¤ een categorie. 7. Selecteer een melodie en druk op <Voeg toe>. 8. Selecteer Bericht. 9. Geef de tekst van het bericht in ]. en druk op [ 10. Druk op <Opties> en kies Verzenden. 11. Geef het telefoonnummer of e-mailadres van de bestemming in. 12. Druk op [ ] om het bericht te verzenden. Speciale functies van de telefoon Tekstbericht (SMS) verzenden 19 Speciale functies van de telefoon Berichten bekijken E-mailbericht verzenden 20 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en kies Berichten ¤ Bericht maken ¤ E-mail. 2. Selecteer Onderwerp. 3. Geef het onderwerp van het bericht in en druk op [ ]. 4. Selecteer Bericht. 5. Geef de tekst van het bericht in ]. en druk op [ 6. Selecteer Bijlage toevoegen. 7. Voeg afbeeldingen, videoclips, muziekbestanden of melodieën toe. 8. Druk op <Opties> en kies Verzenden. 9. Geef een e-mailadres in. 10. Druk op [ ] om het bericht te verzenden. Tekstbericht bekijken Wanneer een melding verschijnt: 1. Druk op <Tonen>. 2. Selecteer een bericht uit postvak IN. Vanuit Postvak IN: 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Berichten ¤ Mijn berichten ¤ Postvak IN. 2. Selecteer een bericht. - Multimediabericht bekijken E-mailbericht bekijken 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Berichten ¤ Mijn berichten ¤ E-mailbox. 2. Selecteer Nieuwe mail controleren om een e-mailbericht of kopregel op te halen. 3. Selecteer een e-mailbericht of een kopregel. 4. Als u een kopregel hebt geselecteerd, drukt u op <Opties> en kiest u Ophalen. Speciale functies van de telefoon Wanneer een melding verschijnt: 1. Druk op <Tonen>. 2. Selecteer een bericht uit postvak IN. Vanuit het Postvak IN: 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Berichten ¤ Mijn berichten ¤ Postvak IN. 2. Selecteer een bericht. 21 Speciale functies van de telefoon Bluetooth gebruiken De telefoon is uitgerust met Bluetooth-technologie waardoor u de telefoon draadloos met andere Bluetooth-apparaten kunt verbinden en gegevens kunt uitwisselen. Ook kunt u hierdoor handsfree bellen en de telefoon op afstand bedienen. Bluetooth aanzetten Gegevens verzenden 1. Open een toepassing. 2. Blader naar een item. 3. Druk op <Opties> en kies Verzenden via ¤ Bluetooth. 4. Selecteer een apparaat. 5. Toets, indien nodig, de Bluetooth-PIN-code in en druk op <OK>. Gegevens ontvangen Als u gegevens wilt ontvangen via Bluetooth, moet de Bluetoothfunctie op de telefoon ingeschakeld zijn. Druk, indien nodig, op <Ja> om de ontvangst te bevestigen. Druk in de standby-stand op <Menu> en kies Instellingen ¤ Bluetooth ¤ Aanzetten ¤ Aan. 1. Druk in de standby-stand op Zoeken naar <Menu> en kies Instellingen een Bluetooth¤ Bluetooth ¤ Mijn apparaat en dit apparaten ¤ Nieuw apparaat koppelen zoeken. 2. Selecteer een apparaat. 3. Toets een Bluetooth-PIN-code in of de Bluetooth-PIN-code van het andere apparaat (indien vereist) en druk op <OK>. Wanneer de eigenaar van het andere apparaat dezelfde code intoetst, zijn de apparaten gekoppeld. 22 Tekst invoeren ABC-stand, T9-stand, Cijfers en Symbolen Voor bepaalde functies zoals berichten, de telefoonlijst en de agenda, kunt u tekst invoeren met de ABC, T9, cijfer- of symboolstand. De ABC-stand gebruiken Druk op de betreffende toets totdat het gewenste teken op het scherm wordt weergegeven. Tekens in de weergegeven volgorde Toets Hoofdletter Kleine letter 1 . , - ? ! ’ De tekstinvoerstand wijzigen 2 A B C Ç Ä Á À Â 2 a b c ç ä á à â 2 Het symbool voor de tekstinvoerstand wordt weergegeven wanneer de cursor in een tekstveld staat. • Om de invoerstand de wijzigen, drukt u op de rechter functietoets en kiest u een invoerstand ( : T9-stand, : ABC-stand, : cijfers en : symbolen). • Houd [ ] ingedrukt om naar de symboolstand te gaan. 3 D E F Ë É È Ê 3 d e f ë é è ê 3 4 G H I Ï Í Ì Î 4 g h i ï 5 J K L 5 j k l 5 6 M N O Ö Ó Ò Ô 6 mn o ö ó ò ô 6 7 P Q R S 7 p q r s ß 7 8 T U V Ü Ú Û Ù 8 t u v ü ú û ù 8 9 WX Y Z 9 w x y z 9 0 0 @: 1 í ì î 4 Tips bij het gebruik van de ABC-stand • Als u tweemaal dezelfde letter of een andere letter op dezelfde toets wilt invoeren, wacht u tot de cursor automatisch naar rechts schuift of drukt u op [Rechts]. Geef dan de volgende letter in. 23 Tekst invoeren • • • • Druk op [ ] om tussen hoofd- en kleine letters te wisselen. U kunt kiezen uit kleine letters (geen aanduiding), beginhoofdletter ( ) en alles in hoofdletters ( ). Druk op [ ] om een spatie in te voegen. Met de stuurtoetsen kunt u de cursor verplaatsen. Druk op [C] om tekens één voor één te wissen. Houd [C] ingedrukt om het display leeg te maken. De T9-stand gebruiken Met de voorspellende T9-stand hoeft u maar één keer op een toets te drukken om een teken in te voeren. Een woord invoeren in de T9-stand 1. Druk op [2] t/m [9] om te beginnen met het invoeren van een woord. Druk voor elke letter de toets slechts één keer in. Voor bijvoorbeeld het woord Hallo drukt u in de T9stand op [4], [2], [5], [5] en [6]. T9 voorspelt welk woord u wilt typen en dit kan bij elke volgende toetsindruk wijzigen. 2. Geef het hele woord in voordat u tekens wijzigt of verwijdert. 24 3. Als het juiste woord wordt weergegeven gaat u naar stap 4. Druk op [0] om alternatieve woorden weer te geven. Voor Of en Me bijvoorbeeld worden dezelfde toetsen gebruikt: [6] en [3]. 4. Druk op [ ] om een spatie in te voegen en het volgende woord in te geven. Tips bij het gebruik van de T9-stand • Druk op [1] om automatisch een punt of apostrof in te voegen. • Druk op [ ] om tussen hoofd- en kleine letters te wisselen. U kunt kiezen uit kleine letters (geen aanduiding), beginhoofdletter ( ) en alles in hoofdletters ( ). • Druk op [ ] om een spatie in te voegen. • Met de stuurtoetsen kunt u de cursor verplaatsen. • Druk op [C] om tekens één voor één te verwijderen. Houd de toets [C] ingedrukt om het display leeg te maken. Een nieuw woord toevoegen aan het T9-woordenboek Deze functie is niet beschikbaar voor alle talen. 1. Geef het woord in dat u wilt toevoegen. 2. Druk op [0] om alternatieve woorden weer te geven voor de door u ingegeven toetsen. Wanneer er geen alternatieve woorden meer zijn, wordt onder in het display Nieuw weergegeven. 3. Druk op <Nieuw>. 4. Geef in de ABC-stand het gewenste woord in en druk op <OK>. De cijferstand gebruiken In de cijferstand kunt u cijfers ingeven. Druk op de toetsen waarop de door u gewenste cijfers voorkomen. Speciale tekens invoeren In de symboolstand kunt u symbolen en speciale tekens invoegen. U wilt... Druk op... meer symbolen weergeven [Omhoog] of [Omlaag]. een symbool kiezen de betreffende cijfertoets. symbolen verwijderen [C]. de gekozen symbolen invoegen <OK>. Telefoneren Uitgebreide belfuncties Een nummer bellen 1. Geef in de standby-stand het netnummer en abonneenummer in. 2. Druk op [ ]. Druk op [C] om het laatste cijfer te wissen of houd [C] ingedrukt om het hele display leeg te maken. U kunt de cursor verplaatsen om een onjuist cijfer te wijzigen. Internationaal bellen 1. Houd in de standby-stand [0] ingedrukt. Het teken + verschijnt. 2. Toets achtereenvolgens het landnummer, netnummer en abonneenummer in en druk op [ ]. Recente nummers (terug) bellen 1. Druk in de standby-stand op [ ] om de lijst met recente nummers weer te geven. 2. Blader naar het gewenste nummer en druk op [ ]. 25 Telefoneren Een nummer kiezen uit de telefoonlijst Als u een nummer hebt opgeslagen in de telefoonlijst, kunt u dit nummer bellen door dit in de telefoonlijst te selecteren.p. 32 U kunt ook de functie voor verkort kiezen gebruiken, door de nummers die u het vaakst belt toe te wijzen aan bepaalde cijfertoetsen.p. 35 Een nummer kiezen vanaf de SIM-kaart 1. Geef in de standby-stand het locatienummer in van het telefoonnummer dat u wilt bellen en druk op [ ]. 2. Druk op [Links] of [Rechts] om door de nummers te bladeren. 3. Druk op <Kies nr> of op [ ] om het gewenste nummer te bellen. Een gesprek beëindigen Sluit de telefoon of druk op [ 26 ]. Een oproep beantwoorden Wanneer u wordt gebeld, gaat de telefoon over en wordt een afbeelding in het display getoond. Druk op <OK> of [ ] om de oproep aan te nemen. Tips bij het beantwoorden van een oproep • Als de optie Elke toets antwoorden in menu Overige instellingen aan staat, kunt u op iedere toets drukken om een oproep te beantwoorden, behalve <Weiger>, [ ] of [ / ].p. 81 • Wanneer Klepje actief in menu Overige instellingen aan staat, hoeft u alleen de telefoon te openen om de oproep te beantwoorden.p. 81 • Druk op <Weiger> of [ ] om een oproep te weigeren. • Afhankelijk van de instelling bij Toets op zijkant, kunt u door het ingedrukt houden van [ / ] de beltoon uitzetten of een oproep weigeren.p. 81 Gemiste oproepen bekijken Het aantal gemiste oproepen ziet u in het display. 1. Druk op <Tonen>. 2. Blader, indien nodig, door de gemiste oproepen. 3. Druk op [ ] om het nummer te bellen. Een externe luidspreker gebruiken Gebruik de headset om te telefoneren zonder de telefoon vast te hoeven houden. Sluit de headset aan op het aansluitpunt aan de linkerkant van de telefoon. De knoppen op de headset werken als volgt: Met een als optie verkrijgbare externe luidspreker kunt u op korte afstand telefoongesprekken voeren. Sluit daarvoor eerst de luidspreker op de telefoon aan. 1. Druk tijdens een gesprek op [ ]. 2. Als er een melding verschijnt, drukt u op <Ja>. 3. Druk op [ ] om terug te keren naar de normale stand. Gewenste actie: Werkwijze: het laatste nummer herhalen houd de knop twee keer ingedrukt. een oproep beantwoorden druk de knop in. een gesprek beëindigen druk de knop in. Opties tijdens een gesprek Tijdens een gesprek kunt u diverse functies gebruiken. Het volume bijstellen tijdens een gesprek Gebruik [ / ] om het volume van de luidspreker tijdens een gesprek bij te stellen. Druk op [ ] om het volume te verhogen of op [ ] om het te verlagen. Een gesprek in de wacht zetten er uit halen Druk op <Wacht> of <Ophalen> om een gesprek in de wacht te zetten of uit de wacht te halen. Twee gesprekken voeren U kunt twee gesprekken tegelijkertijd voeren als dit door het netwerk wordt ondersteund. 1. Druk op <Wacht> om het gesprek in de wacht te zetten. 2. Bel op de normale wijze het tweede nummer. 3. Druk op <Wissel> om heen en weer te schakelen. 4. Druk op <Opties> en selecteer Gesprek in wacht beëindigen om het gesprek in de wacht te beëindigen. 27 Telefoneren De headset gebruiken Telefoneren 5. U kunt het huidige gesprek beëindigen door op [ ] te drukken. Een tweede oproep beantwoorden U kunt een inkomende oproep beantwoorden terwijl u al in gesprek bent, als dit door het netwerk wordt ondersteund en als u de functie Wisselgesprek hebt ingeschakeld.p. 85 1. Druk op [ ] om de oproep aan te nemen. Het eerste gesprek wordt in de wacht gezet. 2. Druk op <Wissel> om heen en weer te schakelen. 3. Druk op <Opties> en kies Gesprek in wacht beëindigen om het gesprek in de wacht te beëindigen. 4. U kunt het huidige gesprek beëindigen door op [ ] te drukken. 28 De Bluetooth-headset gebruiken U kunt een optionele Bluetooth-headset gebruiken om gesprekken te voeren zonder de telefoon bij uw oor te houden. Als u deze functie wilt gebruiken, moet u de headset eerst aanmelden en op de telefoon aansluiten.p. 87 Druk op <Opties> en kies Overschakelen naar headset of Overschakelen naar telefoon. Functie Helderheid stem gebruiken Met deze functie kunt u de gevoeligheid van de microfoon verhogen, zodat uw gesprekspartner u ook in rumoerige ruimten of wanneer u fluistert kunt verstaan. Druk op <Opties> en selecteer Helderheid stem aan of Helderheid stem uit. Een oproep doorverbinden De microfoon uitschakelen U kunt een gesprek doorschakelen naar een beller die in de wacht staat, als het netwerk dit ondersteunt. De twee bellers kunnen met elkaar spreken, maar uw verbinding wordt verbroken. Druk op <Opties> en kies Doorverbinden. U kunt de microfoon van uw telefoon tijdelijk uitschakelen zodat uw gesprekspartner u niet kan horen. Druk op <Opties> en selecteer Microfoon uit of Microfoon aan. Toetstonen in- en uitschakelen Als u wilt communiceren met antwoordapparaten of telefooncentrales moet u Toetstonen aan selecteren. Telefoonlijst gebruiken Via het menu Telefoonlijst kunt u vermeldingen opzoeken en opslaan.p. 32 Druk op <Opties> en kies Telefoonlijst. Een serie DTMF-tonen verzenden DTMF-tonen (Dual Tone Multi-Frequency) zijn de tonen die op telefoons worden gebruikt voor toonkiezen. U kunt de DTMF-tonen als groep verzenden nadat u het volledige nummer hebt ingetoetst of nadat u een nummer uit de telefoonlijst hebt opgehaald. Deze functie is handig bij het invoeren van een wachtwoord of rekeningnummer wanneer u een geautomatiseerd systeem belt, bijvoorbeeld van een bank. 1. Druk wanneer u verbinding hebt met een teleservicesysteem op <Opties> en kies Toetstonen verzenden. 2. Geef het nummer in dat u wilt verzenden en druk op <OK>. Telefoneren U kunt de toetstonen in- en uitschakelen. Druk op <Opties> en selecteer Toetstonen uit of Toetstonen aan. SIM-diensten gebruiken Het menu SIM diensten is beschikbaar als u een SIM-kaart gebruikt met aanvullende diensten, zoals nieuws, weerbericht, sportuitslagen, ontspanning enz. Neem voor meer informatie contact op met uw provider of raadpleeg de instructies bij uw SIM-kaart. Multipartygesprekken Met deze functie kunt u met maar liefst zes personen deelnemen aan een multipartygesprek of telefonische vergadering. U kunt u deze functie alleen gebruiken als deze wordt ondersteund door uw provider. Een multipartygesprek starten 1. Bel de eerste deelnemer. 2. Bel de tweede deelnemer. Het eerste telefoongesprek wordt automatisch in de wacht gezet. 3. Druk op <Opties> en selecteer Deelnemen. De eerste deelnemer wordt toegevoegd aan het multipartygesprek. 29 4. Bel desgewenst nog iemand of beantwoord een inkomend gesprek. 5. Druk op <Opties> en selecteer Deelnemen. 6. Herhaal stap 4 en 5 zo vaak als nodig is. Een privégesprek voeren met een van de deelnemers 1. Druk op <Opties> en selecteer Privé. 2. Selecteer een naam of nummer in de lijst met deelnemers. U kunt nu met die persoon een privégesprek voeren, terwijl de andere deelnemers door kunnen gaan met hun multipartygesprek. 3. U keert terug naar het multipartygesprek door op <Opties> te drukken en Deelnemen te kiezen. Eén deelnemer verwijderen 1. Druk op <Opties> en kies Verwijderen. 2. Selecteer een naam of nummer in de lijst met deelnemers. Het gesprek met deze deelnemer wordt beëindigd, terwijl de andere partijen blijven deelnemen aan het gesprek. 3. Sluit de telefoon of druk op [ ] om het multipartygesprek te beëindigen. 30 Menuopties Een overzicht van alle menuopties Oproepenlijst (Menu 1) Gebruik dit menu om te zien welke nummers u hebt gebeld, welke oproepen u hebt ontvangen of gemist, en wat de duur en de kosten van uw gesprekken zijn. Om dit menu te openen, drukt u in de standby-stand op <Menu> en kiest u Oproepenlijst. Recente oproepen (Menu 1.1) Dit menu toont de laatste uitgaande, ontvangen en gemiste oproepen. Gegevens van een oproep bekijken 1. Druk op [Links] of [Rechts] om een type oproep te selecteren. 2. Druk op [Omhoog] of [Omlaag] om door de lijst met oproepen te bladeren. 3. Druk op [ ] om de gegevens van een oproep te bekijken of op [ ] om een nummer te bellen. Dit menu toont de laatste oproepen die u niet hebt beantwoord. Uitgaande oproepen (Menu 1.3) Dit menu toont de laatste nummers die u hebt gebeld. Ontvangen oproepen (Menu 1.4) Dit menu toont de laatste oproepen die u hebt ontvangen. Met dit menu kunt u alle gegevens van de diverse typen oproepen wissen. 1. Druk op [ ] om een of meer type oproepen te selecteren die u wilt wissen. 2. Druk op <Wissen>. 3. Druk op <Ja> om het wissen te bevestigen. Gespreksduur (Menu 1.6) Oproepenlijst (Menu 1) Gemiste oproepen (Menu 1.2) Alles wissen (Menu 1.5) Menuopties Opties oproepenlijst Wanneer u de oproepenlijst bekijkt, kunt u op <Opties> drukken voor de volgende opties: • Details: toont details van de geselecteerde oproep. • Bellen: het getoonde nummer bellen. • Contact opslaan: het nummer in de telefoonlijst opslaan. • Bericht verzenden: een SMS- of MMS-bericht sturen. • Wissen: de geselecteerde oproep of alle oproepen wissen. Dit menu toont de tijdsduur van uitgaande en inkomende oproepen. De werkelijke duur op de rekening van uw provider kan iets afwijken. • Duur laatste gesprek: toont de duur van het laatste gesprek. • Totaal uitgaand: toont de totale duur van alle uitgaande oproepen. • Totaal ontvangen: toont de totale duur van alle inkomende oproepen. • Tijdtellers op nul zetten: tellers op nul zetten. U moet eerst het wachtwoord voor de telefoon ingeven. Het wachtwoord is ingesteld op 00000000. U kunt dit wachtwoord wijzigen.p. 90 31 Menuopties 32 Gesprekskosten (Menu 1.7) Telefoonlijst Deze netwerkfunctie geeft de gesprekskosten weer. Dit menu is alleen beschikbaar als uw SIM-kaart dit ondersteunt. Deze functie is niet bedoeld voor factureerdoeleinden. • Kosten laatste gesprek: toont de kosten van de laatste oproep. • Totale kosten: toont de totale kosten van alle gesprekken. Als de totale kosten hoger uitvallen dan de maximumkosten die zijn ingesteld bij Maximumkosten instellen, moet u de teller op nul zetten voordat u weer kunt bellen. • Maximumkosten: hier kunt u de maximale kosten controleren die zijn ingesteld bij Maximumkosten instellen. • Kostentellers op nul zetten: hier kunt u de tellers op nul zetten. U moet eerst uw PIN2-code ingeven. • Maximumkosten instellen: hier kunt u de maximaal toegestane kosten voor uw gesprekken instellen. U moet eerst uw PIN2-code ingeven. • Tarief: hier stelt u de prijs per eenheid in die wordt gebruikt bij de berekening van de gesprekskosten. U moet eerst uw PIN2-code ingeven. U kunt telefoonnummers op de SIM-kaart en in het geheugen van de telefoon opslaan. Hoewel beide geheugens in fysiek opzicht gescheiden zijn, vormen ze in de praktijk één geheel: de telefoonlijst. Als u dit menu wilt openen, drukt u in de standbystand op <Menu> en kiest u Telefoonlijst. (Menu 2) Lijst met contacten (Menu 2.1) Met dit menu kunt u nummers in de telefoonlijst opzoeken. U kunt dit menu snel openen door in de standbystand op <Contact> te drukken. Een nummer opzoeken 1. Geef de eerste letters in van de naam die u zoekt. 2. Selecteer de gewenste naam in de lijst. 3. Druk op [ ] om het nummer te bellen of op <Opties> om de beschikbare opties weer te geven. • • Wissen: verwijdert het geselecteerde contact of alle contacten. Taal kiezen: hier kunt u de taal selecteren die u voor de tekstinvoerstand wilt gebruiken. Menuopties FDN-lijst (Menu 2.2) Met dit menu kunt u een lijst met telefoonnummers voor FDN (Fixed Dialling Number) samenstellen. Bij gebruik van de FDN-modus zijn alleen uitgaande oproepen mogelijk naar de nummers in deze lijst (als uw SIM-kaart dit ondersteunt). Via menu FDN-modus kunt u deze functie inschakelen.p. 90 Telefoonlijst (Menu 2) Opties telefoonlijst Wanneer u de contact-informatie bekijkt, kunt u op <Opties> drukken en de volgende opties weergeven: • Wijzigen: hiermee kunt de detailgegevens van de contactpersoon wijzigen. • Bericht verzenden: hiermee kunt u een SMS-, MMS- of e-mailbericht verzenden. • Kopiëren: het geselecteerde nummer naar het telefoongeheugen, de SIM-kaart of de FDN-lijst kopiëren. • Verzenden via: hiermee verzendt u het contact via SMS, MMS, e-mail of Bluetooth. • Wissen: hiermee verwijdert u de contactpersoon. • Afdrukken via Bluetooth: hiermee kunt u de contact-informatie afdrukken wanneer de telefoon op een printer is aangesloten die Bluetooth ondersteunt. Wanneer u de lijst met contacten bekijkt, kunt u op <Opties> drukken en de volgende opties weergeven: • Tonen: toont details over de contactpersoon. • Bericht verzenden: hiermee kunt u een SMS-, MMS- of e-mailbericht verzenden. • Nieuw contact toevoegen: hiermee voegt u een nieuwe contactpersoon toe aan de telefoonlijst. Een contactpersoon toevoegen 1. Druk op <Opties> en kies Toevoegen. 2. Geef uw PIN2-code in en druk op <OK>. 3. Geef de naam en het telefoonnummer in, of druk op <Opties> en selecteer Lijst met contacten om een contact uit de telefoonlijst over te nemen. 4. Wijzig desgewenst het locatienummer. 5. Druk op <Opslaan> om het contact op te slaan. Opties bij contactpersoon gebruiken Blader naar een contactpersoon en druk op <Opties>."Opties telefoonlijst" 33 Menuopties Nieuw contact toevoegen (Menu 2.3) In dit menu kunt u een nieuwe contactpersoon aan de telefoonlijst toevoegen. Een nummer in het telefoongeheugen opslaan 1. Selecteer Telefoon. 2. Wijzig de instellingen of geef gegevens voor de contactpersoon in. • Voornaam/Achternaam: geef een naam in. • Mobiel/Privé/Kantoor/Fax/Overig: geef een nummer in voor de gewenste categorie. • E-mail: geef een e-mailadres in. • Afbeelding: een afbeelding aan het contact koppelen. Deze wordt weergegeven wanneer u door dit contact wordt gebeld. • Melodie: een melodie aan het contact koppelen. Deze hoort u wanneer u door dit contact wordt gebeld. De instellingen bij Afbeelding en Melodie krijgen voorrang boven de instellingen voor de groep. 34 • Groep: het contact in een belgroep opnemen. • Notities: een notitie over de persoon ingeven. 3. Druk op [ ] om de contactpersoon op te slaan. Een nummer op de SIM-kaart opslaan 1. Selecteer SIM. 2. Geef de naam en het telefoonnummer in. 3. Wijzig desgewenst het locatienummer. 4. Druk op [ ] om de vermelding op te slaan. Groep (Menu 2.4) In dit menu kunt u uw contacten in belgroepen indelen. Een nieuwe belgroep maken 1. Druk op <Opties> en kies Toevoegen. 2. Geef een naam in voor een groep. 3. Selecteer de regel Afbeelding om een afbeelding aan de groep toe te wijzen. 4. Selecteer de regel Melodie om een melodie aan de groep toe te wijzen. 5. Druk op <Opslaan> om de groep op te slaan. Leden aan een belgroep toevoegen 1. Selecteer een groep. 2. Druk op <Voeg toe>. De lijst met contacten die in de telefoon zijn opgeslagen wordt getoond. Snelkiezen (Menu 2.5) In dit menu kunt u de 8 meest gebelde nummers aan toetsen toewijzen (2 t/m 9), zodat u deze snel kunt bellen. Nummers voor snelkiezen toewijzen 1. Selecteer een cijfertoets (2 t/m 9). [1] is gereserveerd voor uw voicemailnummer. Druk in het scherm Snelkiezen op <Opties> om de volgende opties weer te geven: • Toevoegen: een nummer aan een nog niet-gebruikte toets toewijzen. U kunt ook een contact in de telefoonlijst of FDN-lijst selecteren. • Tonen: toont het aan de toets toegewezen nummer. • Wijzigen: een ander nummer aan de toets toewijzen. • Verwijderen: hiermee kunt u alle snelkiesnummers wissen. Telefoonlijst (Menu 2) Wanneer u de lijst met groepen bekijkt, kunt u op <Opties> drukken en de volgende opties kiezen: • Tonen: toont de leden van de groep. • Toevoegen: een nieuwe groep toevoegen. • Wijzigen: de eigenschappen van de geselecteerde groep wijzigen. • Bericht verzenden: een SMS-, MMS- of e-mailbericht naar de leden sturen. • Wissen: verwijdert de geselecteerde groep. De contacten blijven in de telefoonlijst aanwezig. 2. Selecteer een contact. 3. Als het contact meerdere nummers heeft, selecteert u het gewenste nummer. Nummers voor snelkiezen beheren Menuopties 3. Selecteer de contactpersoon die u aan de geselecteerde groep wilt toevoegen. 4. Als u meer leden wilt toevoegen, drukt u op <Opties> en kiest u Toevoegen ¤ een contact. Herhaal dit zo vaak als nodig. Belgroepen beheren Snelkiesnummers bellen Houd in de standby-stand de cijfertoets ingedrukt. Mijn visitekaartje (Menu 2.6) Met dit menu kunt u een visitekaartje maken en dit naar anderen verzenden. 35 Menuopties Visitekaartje opslaan De procedure voor het maken van een visitekaartje is identiek aan die voor het opslaan van een nummer in het telefoongeheugen.p. 34 Opties voor visitekaartjes Wanneer u een visitekaartje hebt opgeslagen, kunt u op <Opties> drukken en de volgende opties kiezen: • Wijzigen: hiermee kunt u het visitekaartje wijzigen. • Verzenden via: hiermee verzendt u het visitekaartje via SMS, MMS, e-mail of Bluetooth. • Visitekaartje uitwisselen: hiermee kunt u via Bluetooth visitekaartjes met anderen uitwisselen. • Verwijderen: het visitekaartje wissen. • Afdrukken via Bluetooth: hiermee kunt u het visitekaartje afdrukken wanneer de telefoon op een printer is aangesloten die Bluetooth ondersteunt. Eigen nummer (Menu 2.7) 36 Met deze functie kunt u zien wat uw eigen telefoonnummers zijn en kunt u een naam aan de nummers geven. Wijzigingen die u hier aanbrengt, zijn niet van invloed op de daadwerkelijke abonneenummers op uw SIM-kaart. Beheer (Menu 2.8) Met dit menu kunt u de telefoonlijst beheren. • Standaard geheugen: hier kunt u een standaard geheugen selecteren waarin contacten moeten worden opgeslagen. Wanneer u Vragen bij opslaan selecteert, wordt u gevraagd een geheugen te selecteren wanneer u een nummer opslaat. • Alles naar telefoon kopiëren: hiermee kopieert u alle contactpersonen die op de SIM-kaart zijn opgeslagen naar het geheugen van de telefoon. • Sorteren: sorteert uw contacten op de voor- of achternaam. • Alles wissen: alle contacten in uw telefoongeheugen, op de SIM-kaart en in de FDN-lijst wissen. 1. Druk op [ ] om de locatie(s) te selecteren. 2. Druk op <Wissen> en daarna op <Ja>. 3. Geef het wachtwoord voor de telefoon in en druk op <OK>. Het wachtwoord is ingesteld op 00000000. U kunt dit wachtwoord wijzigen.p. 90 • Geheugenstatus: geeft weer hoeveel contacten er in de telefoonlijst zijn opgeslagen. Servicenummer (Menu 2.9) (Menu 3) Met dit menu kunt u Java-spelletjes spelen, muziekbestanden beluisteren, voice memo's opnemen, de tijdzone instellen en bekijken, een alarm instellen en de telefoon als rekenmachine, timer, stopwatch of voor het omrekenen van eenheden gebruiken. U kunt de telefoon ook als FM-radio gebruiken. Om dit menu te openen, drukt u in de standby-stand op <Menu> en kiest u Toepassingen. MP3-speler (Menu 3.1) Dit menu kunt u gebruiken om naar muziek te luisteren. Eerst moet u de MP3-bestanden opslaan in het telefoongeheugen. Een playlist samenstellen Voeg MP3-bestanden toe aan de playlist: 1. Druk in het scherm MP3-speler op <Opties> en kies Aan lijst toevoegen. 2. Selecteer een van de volgende opties: • Alles toevoegen: hiermee voegt u alle bestanden toe aan de playlist. • Bestand toevoegen: hiermee voegt u een bepaald bestand toe aan de playlist. 3. Bij Bestand toevoegen bladert u naar het gewenste bestand en drukt u op <Voeg toe>. 4. Druk op <Terug> om terug te gaan naar het scherm MP3-speler. Toepassingen (Menu 3) Toepassingen Muziekbestanden downloaden en ontvangen U kunt de volgende methoden gebruiken om MP3bestanden in het telefoongeheugen op te slaan: • Downloaden van internetp. 46 • Downloaden van een computer met behulp van het programma Samsung PC Studio II Gebruiksaanwijzing Samsung PC Studio II • Via een actieve Bluetooth-verbindingp. 89 De gedownloade of ontvangen bestanden worden opgeslagen in de map Muziek.p. 66 Menuopties Dit menu is beschikbaar als de SIM-kaart SDNnummers ondersteunt. Dit menu toont de lijst met SDN-nummers die door de provider zijn toegewezen. Hierin staan ook de alarmnummers, de nummers voor inlichtingen en de voicemailnummers. Blader naar het gewenste nummer en druk op <Kies nr> of [ ]. 37 Menuopties Muziekbestanden afspelen Druk in het scherm MP3-speler op [ ]. Tijdens het afspelen kunt u de volgende toetsen gebruiken: Toets Functie Afspelen onderbreken/hervatten. 38 Links Terug naar het vorige bestand. Als u deze ingedrukt houdt, gaat u terug in het bestand. Rechts Naar het volgende bestand. Als u deze ingedrukt houdt, gaat u vooruit in het bestand. Omhoog Playlist openen. Omlaag Afspelen stoppen. / Volume aanpassen. 2 Equalizertype wijzigen. 3 Herhaalstand wijzigen. 5 Een equalizerkleur wijzigen. 6 Shufflestand in-/uitschakelen. Opties voor muziekbestanden gebruiken Druk in het scherm MP3-speler op <Opties> om de volgende opties weer te geven: • Afspelen: muziekbestanden afspelen. • Verzenden via: hiermee verzendt u het bestand via e-mail of Bluetooth. • Playlist openen: toont de playlist. • Instellen als: u kunt het bestand instellen als beltoon, alarmmelodie of aan een nummer in de telefoonlijst koppelen. • Wissen: het muziekbestand uit het geheugen van de telefoon verwijderen. • Instellingen: u kunt de standaardinstellingen voor het afspelen van muziekbestanden wijzigen. Herhaalstand: selecteer een herhaalstand. Shuffle: de muziekbestanden worden in willekeurige volgorde afgespeeld. Visualisatie: selecteer een equalizerinstelling. Kleur: selecteer een type kleur. Volume: selecteer een volumeniveau. • Eigenschappen: toont de eigenschappen. De afspeellijst openen 1. Druk in het scherm MP3-speler op <Opties> en kies Playlist openen om de playlist weer te geven. Tijdens het afspelen kunt u met de volgende toetsen de MP3-speler bedienen: Toets Functie Afspelen onderbreken/hervatten. Functie Naar het volgende bestand. Als u deze ingedrukt houdt, gaat u vooruit in het bestand. / Het volume aanpassen. Voice recorder (Menu 3.2) Via dit menu kunt u gesproken memo's van maximaal één uur opnemen. Toepassingen (Menu 3) MP3-bestanden afspelen met de telefoon dicht 1. Houd [ ] en daarna [ ] ingedrukt om de MP3-speler te starten. 2. Druk op [ ] om het afspelen te starten. Toets Menuopties 2. Druk op <Opties> voor de volgende opties: • Afspelen: speelt het geluidsbestand af. • Aan lijst toevoegen: hiermee kunt u bestanden aan de playlist toevoegen. • Verplaatsen: het bestand verplaatsen naar de gewenste positie in de playlist. • Verwijderen: het geselecteerde bestand of alle bestanden uit de playlist verwijderen. Een voice memo opnemen 1. Druk op [ ] om de opname te starten. 2. Spreek uw memo in de microfoon in. Druk op [ ] om de opname te onderbreken of hervatten. 3. Als u klaar bent, drukt u op <Stop>. De memo wordt automatisch opgeslagen. Terug naar het vorige bestand. Als u deze ingedrukt houdt, gaat u terug in het bestand. 39 Menuopties 4. Om... Drukt u op... terug te gaan naar de opnamestand [Omhoog]. de voice memo af te spelen [ de voice memo-opties te openen <Opties>. p. 66 ]. terug te gaan naar het vorige <Terug>. niveau Een voice memo afspelen 1. Druk in het scherm Voice memo op <Opties> en kies Ga naar memolijst. 2. Selecteer een memo. De memo wordt afgespeeld. Tijdens het afspelen kunt u de volgende toetsen gebruiken: Toets Links Rechts Omhoog 40 Functie Toets Omlaag / Functie Het afspelen stoppen. Het volume aanpassen. Opties voor voice memo's gebruiken Druk in het scherm Voice memo op <Opties> om de volgende opties weer te geven: • Opnemen: een nieuwe voice memo opnemen. • Instellingen: de volgende instellingen wijzigen: Opnametijd: selecteer de opnametijd. Volume: selecteer het volume waarop de memo moet worden afgespeeld. Standaardnaam: hier kunt u de standaard naamgeving voor voice memo’s instellen. • Ga naar memolijst: hiermee gaat u naar de lijst met opgenomen memo's. Het afspelen onderbreken/hervatten. JAVA wereld (Menu 3.3) Achteruit gaan. Met dit menu kunt u op Java gebaseerde spelletjes openen en spelen en een profiel instellen voor toegang tot Java-diensten. Vooruit gaan. Terug naar de opnamestand. Opties voor Java-spelletjes 1. In het scherm Java-wereld selecteert u Downloads en bladert u naar een spel. 2. Druk op <Opties> voor toegang tot de volgende opties: • Starten: het geselecteerde spel starten. • Instellingen: hier kunt u instellen of een spel door moet gaan bij een inkomende oproep of alarm. U kunt hier ook instellen dat tijdens het on-line spelen van een spel of wanneer verbinding met internet nodig is informatie met het netwerk wordt uitgewisseld. • Wissen: verwijdert het geselecteerde spel. • Eigenschappen: toont de eigenschappen van het spel. • Java-instellingen wijzigen U kunt de profielinstellingen voor Java-diensten wijzigen. In het scherm Java wereld selecteert u Instellingen. De volgende opties zijn beschikbaar: • APN: geef de naam van het toegangspunt in. • Gebruikersnaam: geef uw gebruikersnaam in. • Wachtwoord: geef uw wachtwoord in. Geheugenstatus bekijken U kunt de totale hoeveelheid geheugen voor de Javaspelletjes bekijken, evenals de hoeveelheid beschikbaar en gebruikt geheugen. In het scherm Java wereld, kiest u Geheugenstatus. Menuopties • Proxy: hier geeft u aan of u al dan niet een proxyserver wilt gebruiken voor toegang tot netwerkdiensten. De bij Proxy instellingen beschikbare opties zijn afhankelijk van deze instelling. Proxy instellingen: u kunt hier de volgende opties kiezen: Als bij de Proxy is gekozen voor Aanzetten: IP-adres: geef hier het IP-adres van de HTTP proxy in. Poort: geef hier het poortnummer van de proxy in. Als bij de Proxy is gekozen voor Uitzetten: DNS1: geef hier het eerste DNS-adres in. DNS2: geef hier het tweede DNS-adres in. Toepassingen (Menu 3) 41 Menuopties FM-radio (Menu 3.4) Met dit menu opent u de FM-radio op uw telefoon. Eerst moet u echter de telefoon op de headset aansluiten. Deze fungeert namelijk als antenne. Radiozenders opzoeken en vastleggen 1. Druk op [ ] om de radio aan te zetten. 2. Druk op [Links] of [Rechts] om naar de gewenste zender te gaan. De frequentie schuift steeds 0.1 MHz op. U kunt ook [Links] of [Rechts] ingedrukt houden om automatisch naar de volgende zender te zoeken en de beschikbare frequenties opslaan. 3. Blader naar een lege locatie. 4. Druk op <Opties> en kies Toevoegen. 5. Geef een naam voor de zender in en druk op [ ]. 6. Selecteer het zendernummer dat u aan de frequentie wilt toewijzen. Naar de radio luisteren 1. In het scherm FM-radio gaat u naar de gewenste zender. 2. Druk op [ ] om de radio aan te zetten. 42 Druk op [ / ] om het volume aan te passen. • Terwijl u naar de radio luistert, kunt u gewoon inkomende oproepen aannemen en andere belfuncties gebruiken. • De kwaliteit van de uitzending is afhankelijk van het zenderbereik in het betreffende gebied. 3. U zet de radio weer uit door het menu FM-radio te ] te drukken. openen en op [ Radio-opties gebruiken Druk in het scherm FM-radio op <Opties> om de volgende opties weer te geven: • FM radio aan/uit: de radio aan- of uitzetten. • Toevoegen: een zender toevoegen. U kunt maximaal 30 zenders opslaan. • Wijzigen: de naam of de frequentie van de zender wijzigen. • Automatisch afstemmen: de telefoon zoekt zelf naar beschikbare zenders en slaat deze op. • Verwijderen: de geselecteerde zender of alle zenders verwijderen. • • Een andere tijdzone bekijken en opslaan 1. Druk in de wereldkaart op [Omlaag]. 2. Druk op [Links] of [Rechts] om de gewenste tijdzone te selecteren. 3. Druk op [ ] om de tijdzone op te slaan. Toepassingen (Menu 3) Naar de radio luisteren met de telefoon dicht 1. Houd achtereenvolgens [ ] en [ ] ingedrukt om het radiomenu te openen. 2. Ga met [ ] of [ ] naar de gewenste zender. U kunt ook [ ] of [ ] ingedrukt houden en automatisch naar de beschikbare zenders zoeken. 3. Selecteer een zender en druk op [ ] om de radio aan te zetten. Met [ / ] kunt u het volume aanpassen. De lokale tijdzone instellen 1. Druk in de wereldkaart op [Links] of [Rechts] om de plaats te selecteren die bij uw tijdzone hoort (voor Nederland kiest u Parijs). De tijdlijn verschuift en de lokale tijd en datum van de desbetreffende zone worden weergegeven. 2. Druk op [ ] om de tijdzone op te slaan. Menuopties • Pop-up-melding: de telefoon geeft desgewenst een waarschuwing om op een bepaalde tijd naar de radio te luisteren. Als deze melding verschijnt, kunt u op <Luister> drukken om de betreffende zender in te schakelen. Luidspreker aan/Oortelefoon aan: overschakelen naar de luidspreker of de headset. Instellingen: selecteer het gewenste volume voor de radio. Zomertijd instellen 1. Druk in de wereldkaart op <Opties> en kies Zomertijd instellen. 2. Druk op [ ] om de tijdzone(s) te selecteren. 3. Druk op <Opslaan>. Wereldtijd (Menu 3.5) Alarm (Menu 3.6) In dit menu kunt u uw lokale tijdzone instellen en de tijd in een ander deel van de wereld bekijken. Met dit menu kunt u op een bepaalde tijd een alarm af laten gaan. 43 Menuopties Een alarm instellen 1. Selecteer het type alarm. 2. Druk op [Links] of [Rechts] om Aan te selecteren en druk op [Omlaag]. 3. Geef de alarmtijd in en druk op [Omlaag]. 4. Selecteer in de 12-uursnotatie am of pm en druk op [Omlaag]. 5. Selecteer de dag(en) van de week waarop het alarm af moet gaan. 6. Selecteer de regel Alarmtoon en selecteer een melodie voor het alarm. 7. Druk op <Opslaan> en op <Ja> om het alarm op te slaan. Een alarm uitzetten • Als het alarm afgaat, drukt u op <OK> of een andere toets. • Als de wekker afgaat, drukt u op <OK> of [ ] om het alarm definitief te stoppen. Als u wilt dat het alarm na 5 minuten weer afgaat, drukt u op <Sluimer> of een willekeurige toets. Dit kunt u maximaal vijf keer doen. Het alarm laten afgaan als de telefoon uit staat Selecteer in het scherm Alarm Automatisch aan ¤ 44 Aan. Als de telefoon uitgeschakeld is op het moment dat het alarm moet afgaan, wordt de telefoon ingeschakeld en gaat het alarm af. Calculator (Menu 3.7) Met dit menu kunt u elementaire rekenkundige functies uitvoeren, zoals optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. 1. Geef het eerste getal in. Druk op de linker functietoets om een decimaalteken of een haakje in te voegen. Druk op [ ] of [ ] om de cursor te verplaatsen. 2. Kies met de stuurtoetsen volgens de illustratie in het display de bewerking die u met de calculator wilt uitvoeren. 3. Geef het tweede getal in. 4. Druk op [ ] om de uitkomst te bekijken. Conversie (Menu 3.8) Met dit menu kunt u diverse eenheden omrekenen. Een eenheid omrekenen 1. Selecteer de eenheid die u wilt omrekenen. De timer stoppen • Druk op <Terug> of op een willekeurige toets om de timer te stoppen wanneer deze afgaat. • Druk in het scherm Timer op [ ] om de timer te stoppen voordat deze afgaat. Stopwatch (Menu 3.10) Met dit menu kunt u de verstreken tijd opnemen. De stopwatch is tot op éénhonderdste van een seconde nauwkeurig. U kunt maximaal tien uur meten. 1. Druk op [ ] om de stopwatch te starten. 2. Druk op [ ] om de tussentijd op te nemen. U kunt dit maximaal vier keer doen. 3. Druk op <Op nul> om de stopwatch op nul te zetten. Timer (Menu 3.9) Met deze functie kunt u de telefoon af laten tellen. De telefoon laat een melodie horen wanneer de ingestelde tijd om is. 45 Toepassingen (Menu 3) Omrekenopties gebruiken Druk op <Opties> voor toegang tot de volgende opties: • Wissen: wist de huidige waarden. • Omkeren: keert de conversie om. • Wisselkoersen: hiermee kunt u de lijst met wisselkoersen openen en wijzigen. De timer starten 1. Druk op <Stel in>. 2. Geef de af te tellen tijd in en druk op <OK>. 3. Druk op [ ] om het aftellen te starten. Menuopties 2. Druk op [Links] of [Rechts] om de oorspronkelijke eenheid te selecteren en druk op [Omlaag]. 3. Geef de waarde in die u wilt omrekenen. • Druk op [ ] om een decimaalteken in te voeren. • Druk op [ ] om de temperatuur te wijzigen in boven nul (+) of onder nul (-). 4. Druk op [Omlaag]. 5. Druk op [Links] of [Rechts] om de beoogde eenheid voor de omrekening te selecteren. De overeenkomstige waarde voor het ingevoerde getal wordt weergegeven. Menuopties Browser (Menu 4) Met behulp van de WAP-browser (Wireless Application Protocol) kunt u met uw telefoon draadloos op het internet surfen. De WAP-browser geeft toegang tot actuele informatie en allerlei soorten media, zoals achtergronden, beltonen en muziekbestanden. Om dit menu te openen, drukt u in de standby-stand op <Menu> en kiest u Browser. Startpagina (Menu 4.1) Als u deze optie kiest, maakt de telefoon verbinding met het netwerk en wordt de startpagina van de internetprovider geladen. U kunt dit ook doen door in de standby-stand [ ] ingedrukt te houden. Navigeren met de WAP-browser 46 Gewenste actie: Werkwijze: door de browseritems bladeren druk op [Omhoog] of [Omlaag]. een browseritem selecteren druk op< terug naar de vorige pagina druk op<Terug> of [C]. terug naar de startpagina houd [C] ingedrukt. >. Menuopties browser selecteren en gebruiken Druk op [ ] of selecteer bovenin het scherm. • Terug: hiermee gaat u terug naar de vorige pagina. • Homepagina: hiermee gaat u terug naar de startpagina. • Afsluiten: de WAP-browser afsluiten. • Opnieuw laden: hiermee laadt u de huidige pagina opnieuw. • URL tonen: hiermee geeft u het URL-adres van de huidige webpagina weer. Ook kunt u hiermee de huidige pagina als startpagina voor de WAP-browser of als favoriet instellen. • Info: toont het WAP-browser certificaat en informatie over de versie. De opties voor WAP-pagina's gebruiken Druk in een willekeurige WAP-pagina op [ ] om de volgende opties weer te geven: • Ga naar adres: hier kunt u handmatig een URL-adres invoeren. • Favorieten: hiermee gaat u naar het menu Favorieten.Menu 4.2 • De WAP-browser afsluiten Druk op [ ] om de browser af te sluiten. Ga naar adres (Menu 4.3) Via dit menu kunt u handmatig het URL-adres van een website invoeren en de website openen. Met dit menu kunt u de buffer leegmaken waarin webpagina's worden opgeslagen die u onlangs hebt geopend. Browser (Menu 4) Met dit menu kunt u URL-adressen opslaan, zodat u snel en gemakkelijk naar een website kunt gaan. Een favoriete pagina openen Blader naar de favoriet en druk op [ • Wijzigen: hier kunt u het adres en de naam van de favoriet bewerken. Wissen: verwijdert de geselecteerde favoriet. Buffer leegmaken (Menu 4.4) Favorieten (Menu 4.2) Favorieten toevoegen 1. Selecteer een lege locatie. 2. Geef een naam in voor de favoriet. 3. Geef een URL-adres in en druk op [ • Menuopties • Berichten: hiermee kunt u uw Postvak IN, Postvak UIT en Concepten in het menu Mijn berichten controleren. Ook kunt u een nieuw SMS-bericht samenstellen en verzenden.p. 52 Mijn bestanden: hiermee gaat u naar Mijn bestanden.p. 65 Instellingen server (Menu 4.5) ]. ]. Opties voor favorieten gebruiken Blader naar een favoriet en druk op <Opties> om een van de volgende opties te gebruiken: • Start: opent de favoriete website. Met dit menu kunt u de servers voor de WAP-browser instellen. Voor meer informatie over deze instellingen kunt u contact opnemen met uw provider. Voor iedere server zijn de volgende opties beschikbaar: • Profielnaam: geef hier een naam aan het profiel. • URL startpagina: geef hier het adres van uw startpagina in. • Drager: hier selecteert u voor ieder type netwerkadres een drager. 47 Menuopties • • • 48 Proxy: hier kunt u aangeven of de telefoon een proxyserver gebruikt voor het starten van de WAP-browser. Bij uw provider kunt u navragen of voor uw netwerk een proxyserver nodig is en zo ja, wat de juiste instellingen zijn. GPRS instellingen: hier kunt u de volgende GPRS-netwerkinstellingen wijzigen: Als de proxy is ingesteld op Aanzetten: Proxy IP: geef hier het IP-adres van de proxy in. Proxy poort: geef het poortnummer van de proxy in. APN: geef de naam van het toegangspunt (APN) van de GPRS-netwerkgateway in. Gebruikersnaam: geef uw gebruikersnaam in. Wachtwoord: geef uw wachtwoord in. Als de proxy is ingesteld op Uitzetten: DNS1: geef het eerste DNS-adres in. DNS2: geef het tweede DNS-adres in. APN: geef de naam van het toegangspunt (APN) van de GPRS-netwerkgateway in. Gebruikersnaam: geef uw gebruikersnaam in. Wachtwoord: geef uw wachtwoord in. GSM instellingen: hier kunt u de volgende GSM netwerkinstellingen wijzigen: Als de proxy is ingesteld op Aanzetten: Proxy IP: geef het IP-adres van de HTTP proxy in. Proxy poort: geef het poortnummer van de proxy in. Inbelnummer: geef het PPP-telefoonnummer in. Gebruikersnaam: geef uw gebruikersnaam in. Wachtwoord: geef uw wachtwoord in. Type data-oproep: kies een type dataverbinding. Als de proxy is ingesteld op Uitzetten: DNS1: geef hier het eerste DNS-adres in. DNS2: geef hier het tweede DNS-adres in. Inbelnummer: geef het PPP-telefoonnummer in. Gebruikersnaam: geef uw gebruikersnaam in. Wachtwoord: geef uw wachtwoord in. Type data-oproep: kies een type dataverbinding. Huidige server (Menu 4.6) Met dit menu kunt u een profiel selecteren voor toegang tot de WAP-browser. Berichten (Menu 5) Via het menu Berichten kunt u SMS-, MMS- en e-mailberichten verzenden en ontvangen. Ook kunt u WAP-serverberichten ophalen en infoberichten ontvangen. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Berichten om dit menu te openen. Bericht maken (Menu 5.1) 1. Geef het bericht in. 2. Druk op <Opties> voor toegang tot een van de volgende opties: • Opslaan en verzenden: een kopie van het bericht op en het bericht verzenden. • Alleen verzenden: het bericht verzenden • Invoegen: een standaardbericht, contactpersoon of favoriet toevoegen. Berichten (Menu 5) SMS-bericht (Menu 5.1.1) Via SMS (Short Message Service) kunt u tekstberichten verzenden en ontvangen, die afbeeldingen, geanimeerde afbeeldingen en melodieën kunnen bevatten. Het maximum aantal tekens dat toegestaan is in een tekstbericht varieert per provider. Als het maximum aantal tekens in een bericht wordt overschreden, wordt het bericht gesplitst. Foto/Animatie/Geluid toevoegen: een afbeelding, animatie of melodie toevoegen. • Bijvoegen: een visitekaartje of kalendergegevens als databestand toevoegen. • Opslaan in: het bericht in Concepten of de Map opslaan. • Taal kiezen: hiermee kunt u de taal wijzigen die wordt gebruikt voor de T9-invoerstand. • Tekstopmaak: hier kunt u de opmaakopties wijzigen. 3. Als u klaar bent, drukt u op <Opties> en kiest u Opslaan en verzenden of Alleen verzenden. 4. Geef het bestemmingsnummer in. Als u het bericht naar meerdere ontvangers wilt verzenden, drukt u op [Omlaag] en vult u de velden voor de aanvullende bestemmingen in. 5. Druk op [ ] om het bericht te verzenden. Menuopties Met dit menu kunt u een nieuw SMS-, MMS- of e-mailbericht samenstellen en verzenden. • MMS bericht (Menu 5.1.2) Via MMS (Multimedia Message Service) kunt u berichten met een combinatie van tekst, afbeeldingen, video en geluid van de ene telefoon naar een andere telefoon of naar een e-mailadres verzenden. 1. Selecteer de regel Onderwerp. 49 Menuopties 2. Geef het onderwerp van het bericht in en druk op [ ]. 3. Selecteer de regel Foto & Video. 4. Selecteer Foto’s of Video’s en selecteer een categorie. 5. Selecteer een foto en druk op <Voeg toe>. Als u een videoclip selecteert, drukt u op de linker functietoets en selecteert u Toevoegen. 6. Selecteer de regel Melodie. 7. Selecteer een categorie en een geluidsbestand en druk op <Voeg toe>. De maximaal toegestane grootte van een MMS-bericht kan per land variëren. Als het niet mogelijk is om nog een bestand toe te voegen, kunt u een pagina toevoegen. 8. Selecteer de regel Bericht. 9. Geef de tekst van het bericht in en druk op [ ]. 10. Wanneer u de lijst met berichten bekijkt, kunt u op <Opties> drukken om de volgende opties weer te geven: De beschikbare opties zijn afhankelijk van de status van een veld en het geselecteerde veld. 50 • Toevoegen: voeg een onderwerp of tekst toe. • • • • • • • • • Wijzigen: hier wijzigt u het onderwerp of de tekst. Afbeelding/Video/Melodie toevoegen: een foto-, video- of geluidsbestand toevoegen. Afhankelijk van het type bestand of DRM-systeem (Digital Rights Management) is het mogelijk dat bepaalde bestanden niet kunnen worden doorgestuurd. Afbeelding/Video/Geluid wijzigen: hier kunt u een toegevoegde foto, video of het geluid wijzigen. Voorbeeld: hiermee wordt het bericht weergegeven dat u hebt gemaakt. Verzenden: hiermee verzendt u het bericht. Opslaan in: u kunt het bericht in Concepten of de Map opslaan. U kunt het bericht ook als standaard MMS-bericht opslaan. Pagina toevoegen: hiermee kunt u pagina's toevoegen. Door in het berichtscherm op [Links] of [Rechts] te drukken, kunt u naar de verschillende pagina's gaan. Pagina wissen: hiermee wist u een toegevoegde pagina. Pagina bewerken: hiermee wijzigt u de weergaveduur van de pagina of gaat u een pagina verder. • Berichten (Menu 5) E-mail (Menu 5.1.3) U kunt e-mailberichten met tekst en mediabestanden zoals afbeeldingen, video’s en geluidsbestanden verzenden. Als u deze functie wilt gebruiken, moet u zich abonneren op een e-maildienst en uw e-mailaccount en -profiel instellen.p. 62, p. 63 1. Selecteer de regel Onderwerp. 2. Geef het onderwerp van het e-mailbericht in en druk op [ ]. 3. Selecteer de regel Bericht. 4. Geef de tekst van het bericht in en druk op [ ]. 5. Selecteer de regel Bijlage toevoegen. 6. Druk op <Opties> en voeg mediabestanden aan uw e-mailbericht toe. U kunt de volgende opties gebruiken: • Afbeelding/Video’s/Geluiden/Muziek toevoegen: foto-, video-, geluids- of muziekbestanden toevoegen. Afhankelijk van het type bestand of DRM-systeem (Digital Rights Management) is het mogelijk dat bepaalde bestanden niet kunnen worden doorgestuurd. • Andere bestanden: voor het toevoegen van bestanden in een niet-ondersteund formaat. • Bijvoegen: voor het toevoegen van visitekaartjes of agendagegevens. 7. Wanneer u een e-mailbericht samenstelt, kunt u op <Opties> drukken om de volgende opties te gebruiken: • Wijzigen: het onderwerp of de tekst wijzigen. • Tonen: de bijlage openen. • Verzenden: het e-mailbericht verzenden. • Opslaan in: het bericht in Concepten of de Map opslaan. • Onderwerp/Bericht verwijderen: het onderwerp of de tekst van het bericht wissen. Menuopties Bijvoegen: een visitekaartje of agendagegevens toevoegen. • Onderwerp/Bericht verwijderen: het onderwerp of de tekst wissen. • Media/Geluid verwijderen: een foto,- videoof geluidsbestand verwijderen. 11. Wanneer u klaar bent, drukt u op <Opties> en kiest u Verzenden. 12. Geef een telefoonnummer of e-mailadres in. Als u het bericht naar meerdere ontvangers wilt verzenden, drukt u op [Omlaag] en vult u de velden voor de aanvullende bestemmingen in. 13. Druk op [ ] om het bericht te verzenden. 51 Menuopties • Verwijderen: geselecteerde bijlage(n) verwijderen. • Alle bijlagen verwijderen: alle bijlagen wissen. 8. Wanneer u klaar bent, drukt u op <Opties> en kiest u Verzenden. 9. Geef een e-mailadres in. Als u het e-mailbericht naar meerdere ontvangers wilt verzenden, drukt u op [Omlaag] en vult u de velden voor de aanvullende bestemmingen in. 10. Druk op [ ] om het bericht te verzenden. Mijn berichten (Menu 5.2) Dit postvak bevat de berichten die u hebt ontvangen, verzonden of nog niet verzonden kunnen worden. Postvak IN (Menu 5.2.1) Hier worden alle berichten opgeslagen die u hebt ontvangen, behalve e-mail- en infoberichten. Een bericht bekijken wanneer u het ontvangt Als u een bericht hebt ontvangen, waarschuwt de telefoon u op de volgende manier: • Er wordt een berichtsymbool met een tekstmelding weergegeven. 52 • Er klinkt een toon of de telefoon trilt, afhankelijk van het gekozen berichtsignaal. Als u een bericht direct wilt lezen, drukt u op <Tonen> en selecteert u in Postvak IN een bericht. Een bericht in Postvak IN bekijken De volgende symbolen kunnen worden weergegeven in de lijst met berichten. De symbolen kunnen variëren afhankelijk van het type en de status van het bericht: • SMS/WAP-serverberichten/ Ontvangstbevestiging • MMS-bericht • MMS-melding • Afhankelijk van DRM (Digital Rights Management) kunt u bepaalde berichten niet doorsturen. Deze hebben het symbool . • Het symbool ! naast een bericht geeft aan dat het bericht een hoge prioriteit heeft. Een grijs berichtsymbool geeft een lage prioriteit aan. Berichtopties gebruiken Druk terwijl u een bericht bekijkt op <Opties> voor toegang tot de volgende opties: SMS-berichten • Beantwoorden via: via SMS of MMS een antwoordbericht sturen. • Doorsturen: het bericht naar anderen doorsturen. • Wissen: het bericht wissen. • Naar telefoon/SIM: het SMS-bericht naar het telefoongeheugen of de SIM-kaart verplaatsen. • Toevoegen aan blokkeerlijst: het nummer van de afzender toevoegen aan de lijst Tel.nummer blokkeren. • Adres overnemen: URL's, e-mailadressen of telefoonnummers uit het bericht overnemen. • Media overnemen: media-inhoud uit het bericht in het telefoongeheugen opslaan. • Wisbeveiliging: hiermee kunt u voorkomen dat het bericht wordt gewist. U kunt alleen berichten beveiligen die zijn opgeslagen in het geheugen van de telefoon. • Afdrukken via Bluetooth: het geselecteerde bericht afdrukken op een printer die Bluetooth ondersteunt. Menuopties Berichten (Menu 5) Wanneer u de lijst met berichten bekijkt, kunt u op <Opties> drukken om de volgende opties weer te geven: • Tonen: het bericht openen. • Ophalen: het MMS-bericht bij de server ophalen. • Wissen: het bericht of alle berichten verwijderen. • Verplaatsen naar Map: het bericht naar de Map verplaatsen. • Naar telefoon/SIM: het SMS-bericht naar het telefoongeheugen of de SIM-kaart verplaatsen. • Sorteren op: de sorteervolgorde van de berichten wijzigen. • Wisbeveiliging: hiermee kunt u voorkomen dat het bericht wordt gewist. • Eigenschappen: de berichteigenschappen bekijken. 53 Menuopties MMS-berichten • Beantwoorden via SMS: via SMS een antwoordbericht sturen. • Beantwoorden via MMS: via MMS een antwoordbericht sturen. • Doorsturen: het bericht naar iemand anders doorsturen. • Wissen: het bericht of alle berichten wissen. • Adres overnemen: URL's, e-mailadressen en telefoonnummers uit het bericht overnemen. • Media overnemen: media-inhoud uit het bericht in het telefoongeheugen opslaan. • Eigenschappen: toont de berichteigenschappen. WAP-infoberichten • Ga naar adres: hiermee maakt u verbinding met de URL waarvanaf het bericht verzonden is. • Adres overnemen: URL's, emailadressen en telefoonnummers uit het bericht overnemen. • Wissen: het bericht wissen. Ontvangstbevestigingen • Adres overnemen: URL's, emailadressen en telefoonnummers uit het bericht overnemen. • Wissen: het bericht wissen. • Wisbeveiliging: hiermee kunt u voorkomen dat het bericht wordt gewist. 54 Concepten (Menu 5.2.2) In deze map worden berichten opgeslagen die u hebt opgeslagen om ze later te verzenden. Druk op <Opties> voor toegang tot de volgende opties: • Tonen: het bericht weergeven. • Wijzigen: het bericht bewerken. • Verzenden: het bericht opnieuw verzenden. • Wissen: het bericht of alle berichten wissen • Verplaatsen naar Map: het bericht naar de Map verplaatsen. • Naar telefoon/SIM: het SMS-bericht naar het telefoongeheugen of de SIM-kaart verplaatsen. • Sorteren op: de sorteervolgorde van de berichten wijzigen. • Wisbeveiliging: hiermee kunt u voorkomen dat het bericht wordt gewist. • Eigenschappen: toont de berichteigenschappen. • • Wisbeveiliging: hiermee kunt u voorkomen dat het bericht wordt gewist. Eigenschappen: toont de berichteigenschappen. Verzonden items (Menu 5.2.4) In deze map worden verzonden berichten opgeslagen. Druk terwijl u een bericht of de lijst met berichten bekijkt op <Opties> voor de volgende opties: • Tonen: het bericht weergeven. • Doorsturen: het bericht naar anderen doorsturen. • Wissen: het bericht of alle berichten wissen. • Verplaatsen naar Map: het bericht naar de Map verpaatsen. • Naar telefoon/SIM: het SMS-bericht naar het telefoongeheugen of de SIM-kaart verplaatsen. • Sorteren op: de sorteervolgorde van de berichten wijzigen. • Afdrukken via Bluetooth: het geselecteerde bericht afdrukken op een printer die Bluetooth ondersteunt. • Wisbeveiliging: hiermee kunt u voorkomen dat het bericht wordt gewist. • Eigenschappen: toont de berichteigenschappen. Menuopties Berichten (Menu 5) Postvak UIT (Menu 5.2.3) In deze map worden berichten opgeslagen die worden verzonden of die niet verzonden kunnen worden. In deze map kunnen de volgende symbolen voorkomen: • Bericht dat door de telefoon wordt verzonden • Bericht dat nog niet verzonden kon worden Druk terwijl u een bericht of de lijst met berichten bekijkt op <Opties> voor de volgende opties: • Verzenden annuleren: tijdens het verzenden de verzending van het bericht annuleren. • Tonen: het bericht weergeven. • Opnieuw verzenden: het bericht opnieuw verzenden. • Wijzigen: het bericht bewerken. • Wissen: het bericht of alle berichten wissen. • Verplaatsen naar Map: het bericht naar de Map verplaatsen • Naar telefoon/SIM: het SMS-bericht naar het telefoongeheugen of de SIM-kaart verplaatsen. • Sorteren op: de sorteervolgorde van de berichten wijzigen. • Afdrukken via Bluetooth: het geselecteerde bericht afdrukken op een printer die Bluetooth ondersteunt. 55 Menuopties E-mailbox (Menu 5.2.5) In deze map worden ontvangen e-mailberichten opgeslagen. 1. Selecteer een e-mailaccount. 2. Druk op <Ja> terwijl Nieuwe mail controleren wordt weergegeven om nieuwe e-mailberichten op te halen bij de server. Er wordt gecontroleerd of er nieuwe e-mailberichten zijn en deze worden vervolgens opgehaald. De volgende symbolen kunnen worden weergegeven, afhankelijk van de status van het bericht: • gelezen • ongelezen • wordt opgehaald bij de server • niet opgehaald bij de server Het symbool ! naast een bericht geeft aan dat het bericht een hoge prioriteit heeft. Een grijsgekleurd berichtsymbool geeft een lage prioriteit aan. 3. Blader naar een e-mailbericht of kopregel en druk op [ ]. 4. Als het e-mailbericht uit meerdere pagina's bestaat, kunt u een voor een door de pagina's te bladeren door op [ / ] te drukken. Houd [ / ] ingedrukt om naar de eerste of laatste pagina te gaan. 5. Selecteer een bijlage om deze te bekijken of af te spelen. 6. Druk op [ ] of [ ] om naar het vorige of volgende e-mailbericht te gaan. Wanneer u de lijst met e-mailberichten bekijkt, kunt u op <Opties> drukken voor de volgende opties: De opties kunnen variëren. Dit is afhankelijk van de status van het e-mailbericht. • • • • • • 56 • Tonen: het e-mailbericht weergeven. Ophalen: één of alle e-mailberichten bij de e-mailserver ophalen. Antwoorden: de afzender en eventueel alle andere ontvangers een antwoord sturen. Doorsturen: het e-mailbericht doorsturen. Markeren als gelezen: het bericht als gelezen markeren. Selectie verwijderen: het geselecteerde bericht verwijderen. Alles wissen: alle e-mailberichten verwijderen. • • • • Bijlage opslaan: de geselecteerde bijlage of alle bijlagen bij het e-mailbericht in het telefoongeheugen opslaan. Afdrukken via Bluetooth: het geselecteerde e-mailbericht afdrukken op een printer die Bluetooth ondersteunt. Eigenschappen: toont de eigenschappen van het bericht. Menuopties Map (Menu 5.2.6) Hier kunt u uw berichten opslaan en beheren. Druk op <Opties> voor toegang tot de volgende opties: • Tonen: het bericht weergeven. • Wijzigen: het bericht bewerken. • Verzenden: het bericht verzenden. • Wissen: het bericht of alle berichten verwijderen. • Sorteren op: de sorteervolgorde van de berichten wijzigen. • Wisbeveiliging: hiermee kunt u voorkomen dat het bericht wordt gewist. • Eigenschappen: toont de eigenschappen van het bericht. Berichten (Menu 5) Verplaatsen naar Map: het opgehaalde e-mailbericht naar de Map verplaatsen. • Sorteren op: de berichten op grootte, onderwerp, datum of afzender sorteren. • Wisbeveiliging: de e-mail beveiligen tegen wissen. • Eigenschappen: toont de eigenschappen van het bericht. Wanneer u een kopregel of e-mailbericht aan het bekijken bent, kunt u door op <Opties> de volgende opties kiezen: • Ophalen: één of alle e-mailberichten bij de server ophalen. • Bestand openen: de bijlage openen. • Bestand opslaan: de bijlage in het geheugen van de telefoon opslaan. • Antwoorden: de afzender en eventueel alle andere ontvangers een antwoord sturen. • Doorsturen: het e-mailbericht doorsturen. • Wissen: het e-mailbericht verwijderen. • Toevoegen aan blokkeerlijst: het e-mailadres van de afzender of het onderwerp van het bericht toevoegen aan de Blokkeerlijst. • Adres overnemen: e-mailadressen, URL’s en telefoonnummers uit het bericht overnement. 57 Menuopties Standaardberichten (Menu 5.3) Met dit menu kunt u standaard tekst- en multimediaberichten samenstellen, wijzigen en verzenden. Standaard SMS-berichten (Menu 5.3.1) Hier kunt u standaard tekstberichten samenstellen die u vaak gebruikt. 1. Selecteer een lege locatie. 2. Geef uw bericht in en druk op [ ]. 3. Druk op <Opties> voor de volgende opties: • Wijzigen: het standaardbericht wijzigen. • Bericht verzenden: een nieuw bericht op basis van het standaardbericht verzenden. • Wissen: het standaardbericht wissen. Standaard MMS-berichten (Menu 5.3.2) Uw telefoon beschikt over 11 standaardberichten, die niet verwijderd kunnen worden. U kunt nieuwe standaardberichten toevoegen en in uw berichten opnemen. Ga naar een standaardbericht en druk op [ ] om het bericht weer te geven. 58 Druk terwijl u een bericht bekijkt op <Opties> voor toegang tot de volgende opties: • Herhalen: het standaardbericht opnieuw weergeven. • Verzenden: het standaardbericht wijzigen. • Wijzigen: het standaardbericht wijzigen. • Wissen: het standaardbericht wissen. Wanneer u de lijst met standaardbericht bekijkt, kunt u op <Opties> drukken om de volgende opties weer te geven: • Tonen: het standaardbericht weergeven. • Bericht verzenden: het standaardbericht verzenden. • Wijzigen: het standaardbericht wijzigen. • Nieuw toevoegen: een nieuw standaardbericht toevoegen. • Wissen: één of alle standaardberichten wissen. Alles wissen (Menu 5.4) Met dit menu kunt u berichten één voor één of allemaal tegelijk uit een postvak verwijderen. U kunt ook alle berichten in één keer uit alle postvakken verwijderen. Instellingen (Menu 5.5) Met dit menu kunt u verschillende opties instellen voor het gebruik van de berichtendienst. Soort bericht: hier kunt u het standaard berichttype instellen. De provider zet de berichten om in de gekozen indeling. • SMS centrale: hier kunt u het nummer van de SMS centrale opslaan of wijzigen. Tel.nummer blokkeren: hier kunt u telefoonnummers instellen waarvan u geen berichten wilt ontvangen. Deze nummers worden ook in de MMSblokkeerlijst opgenomen. Menuopties MMS bericht (Menu 5.5.2) Hier kunt u de standaardinstellingen voor het verzenden en ontvangen van MMS-berichten wijzigen. Instellingen voor verzenden: u kunt de volgende verzendinstellingen wijzigen: • Ontvangstbevestiging: hiermee kunt u instellen dat u op de hoogte wordt gesteld zodra uw bericht is afgeleverd. • Adres verbergen: hiermee stelt u in dat uw adres niet wordt weergegeven op de telefoon van de ontvanger. • Leesbevestiging: hiermee kunt u opgeven of de telefoon een verzoek om een leesbevestiging moet verzenden. Berichten (Menu 5) SMS-bericht (Menu 5.5.1) Hier kunt u de standaardinstellingen voor het verzenden en ontvangen van SMS-berichten wijzigen. Instellingen voor verzenden: u kunt de volgende instellingen wijzigen: • Antwoordpad: de ontvanger toestaan om via de server van uw provider te antwoorden. • Ontvangstbevestiging: instellen dat u op de hoogte wordt gesteld zodra uw bericht is afgeleverd. • Ondersteunde tekenset: hier kunt u een type tekencodering selecteren. Bij Auto wordt de tekenset automatisch van GSM-alfabet in Unicode gewijzigd zodra u een Unicode-teken ingeeft. De Unicode-tekenset brengt het maximum aantal tekens tot ongeveer de helft terug. Als dit menu niet wordt weergegeven, wordt Auto standaard als tekenset gebruikt. • Geldigheidsperiode: hier kunt u instellen hoe lang uw berichten op de server opgeslagen blijven. • 59 Menuopties • Prioriteit: hier kunt u de prioriteit van uw berichten instellen. • Vervaldatum: hier kunt u instellen hoe lang uw berichten op de server opgeslagen blijven. • Afleveren na: hiermee stelt u een periode in waarna de berichten moeten worden verzonden. • Formaat verzenden: selecteer de toegestane maximum bestandsgrootte voor items bij een MMS-bericht. Instellingen voor ontvangen: u kunt de volgende instellingen wijzigen: • Anoniem weigeren: berichten van onbekende afzenders worden geweigerd. • Reclame toegestaan: reclame toestaan. • Bevestiging toegestaan: via het netwerk een ontvangstbevestiging naar de afzender sturen. • Ontvangst eigen netwerk: hier kunt u opgeven of nieuwe berichten automatisch worden opgehaald wanneer u zich in het servicegebied van uw eigen provider bevindt. • Roaming ontvangst: hier kunt u opgeven of nieuwe berichten automatisch worden opgehaald wanneer u zich in het servicegebied van een ander netwerk bevindt. 60 Voor Ontvangst eigen netwerk en Roaming ontvangst zijn de volgende opties beschikbaar: Automatisch: berichten worden automatisch opgehaald van de server. Weigeren: alle berichten worden geweigerd. Handmatig: op de telefoon wordt een melding weergegeven. Met de optie Ophalen kunt u nieuwe berichten handmatig downloaden. MMS profielen: hier kunt u de netwerkinstellingen voor MMS vastleggen. Het laatst gebruikte profiel wordt automatisch gebruikt voor het verzenden en ontvangen van berichten. Wijzig de MMS-instellingen alleen in overleg met uw provider. • • Huidige server: hiermee selecteert u een profiel. Instellingen server: hier kunt u de instellingen per profiel wijzigen: Profielnaam: geef een naam voor het profiel in. URL server: geef het adres van uw MMS-server in. Proxy: verbinden met het GPRS-netwerk via de proxyserver. Tel.nummer blokkeren: hier kunt u nummers opnemen waarvan u geen berichten wilt ontvangen. Deze nummers worden ook in de SMS-blokkeerlijst opgenomen. Instellingen voor verzenden: u kunt de volgende verzendinstellingen wijzigen: • Kopie naar jezelf sturen: een kopie van het e-mail-bericht naar uw eigen e-mailadres sturen. • Ontvangstbevestiging: instellen dat u een melding van het netwerk ontvangt wanneer uw e-mailbericht is afgeleverd. • Leesbevestiging: met uw bericht een aanvraag voor een leesbevestiging meesturen. • Prioriteit: de prioriteit van uw e-mailbericht instellen. • Met handtekening: selecteer deze optie wanneer u uw naam, telefoonnummer of een notitie aan uw bericht wilt voegen via de optie Naam wijzigen, Telefoonnummer wijzigen of Notitie wijzigen. • Naam wijzigen: geef uw naam in. Berichten (Menu 5) Afhankelijk van uw provider, wordt de maximumlimiet van 295KB misschien niet ondersteund. Wijzig in dat geval de instelling in 100KB en probeer het nog een keer. E-mail (Menu 5.5.3) Hier kunt u de standaardinstellingen voor het verzenden en ontvangen van e-mailberichten wijzigen. De instellingen voor de e-mail profielen kunnen niet worden gewijzigd tijdens het ophalen of verzenden van e-mailberichten. Menuopties GPRS instellingen: hier kunt u de instellingen voor verbinding met het GPRS-netwerk wijzigen. - IP-adres: (als bij proxy is gekozen voor Aanzetten) geef het IP-adres in. - Poort: (als bij proxy is gekozen voor Aanzetten) geef het poortnummer in. - DNS1: (als bij proxy is gekozen voor Uitzetten) geef het eerste DNS-adres in. - DNS2: (als bij proxy is gekozen voor Uitzetten) geef het tweede DNS-adres in. - APN: geef de naam in van het toegangspunt (APN) voor het GPRS-netwerkadres in. - Gebruikersnaam: geef uw gebruikersnaam in. - Wachtwoord: geef uw wachtwoord in. Versie: hier kunt u een beschikbare OMA-versie selecteren en een maximum limiet voor het verzenden en ontvangen instellen. 61 Menuopties • 62 Telefoonnummer wijzigen: geef uw telefoonnummer in. • Notitie wijzigen: geef een notitie in. Instellingen voor ontvangen: u kunt de volgende ontvanginstellingen wijzigen: • Controle-interval: hier stelt u in hoe vaak de server wordt gecontroleerd op nieuwe berichten. Als u deze optie instelt op Niet gebruiken, kunt u via Nieuwe mail controleren handmatig controleren of er nieuwe berichten zijn. • Leesbevestiging: hiermee kunt u opgeven of de telefoon een verzoek om een leesbevestiging moet versturen. Wanneer deze optie is ingesteld op Melden, wordt u gevraagd een leesbevestiging met uw e-mailadres naar de afzender te sturen. • Ophaal-optie: hier kunt u instellen of de telefoon alleen de kopregels of het hele bericht ophaalt. • Wis-optie: hier kunt u instellen dat berichten direct van de server worden verwijderd of pas de volgende keer dat u verbinding met de server maakt. • Weigeren indien groter dan: hier stelt u de maximumgrootte voor inkomende e-mailberichten in. Berichten die de opgegeven grootte overschrijden worden geweigerd. • Kopie van bericht op server laten staan: na het ophalen wordt een kopie van het bericht op de server bewaard. E-mail account: hier geeft u uw e-mail account(s) in en selecteert u het account dat u wilt gebruiken: De instellingen voor de e-mailprofielen kunnen niet worden gewijzigd tijdens het ophalen of verzenden van berichten. Neem voor meer informatie over de instellingen contact op met uw e-mailprovider. • • Huidige account: selecteer een account. Accountinstellingen: u kunt maximaal vijf e-mailaccounts voor verschillende e-mailservers instellen. Voor elke account zijn de volgende opties beschikbaar: In gebruik: selecteer deze optie om de account te selecteren en weer te geven in Postvak IN. Accountnaam: hier geeft u een naam in voor de geselecteerde account. Gebruikersnaam: geef hier de naam in die u als afzender wilt gebruiken. E-mail adres: geef hier uw e-mailadres in. Antwoordadres: geef hier het e-mailadres in waarnaar de ontvanger een antwoord kan sturen. Inclusief bijlagen: selecteer deze optie als u ook de bijlagen bij e-mailberichten wilt ontvangen. Max. e-mails: hier stelt u het aantal kopregels in dat u wilt ophalen van de server. E-mail profiel: hiermee configureert u de netwerkinstellingen voor het verzenden en ontvangen van e-mailberichten. Menuopties De instellingen voor de e-mailprofielen kunnen niet worden gewijzigd tijdens het ophalen of verzenden van e-mailberichten. • • Berichten (Menu 5) User ID: geef hier uw e-mail gebruikersnaam in. Wachtwoord: geef hier uw e-mailwachtwoord in. SMTP server: geef hier het IP-adres of de domeinnaam van de server voor de uitgaande e-mailberichten in. SMTP poort: geef hier het nummer van de SMTPpoort in. Protocoltype: hier selecteert u het protocol voor de server voor inkomende e-mailberichten. De overige opties zijn afhankelijk van de instellingen voor het protocoltype. Bij protocoltype POP3: POP3 server: geef hier het IP-adres of de domeinnaam van de server voor de inkomende e-mailberichten in. POP3 poort: geef hier het nummer van de POP3poort in. Inloggen bij APOP: wanneer u deze optie selecteert, wordt er verbinding gemaakt met de server door de APOP-inlogprocedure te gebruiken. Bij protocoltype IMAP4: IMAP4 server: geef hier het IP-adres of de domeinnaam van de server voor de inkomende e-mailberichten in. IMAP4 poort: geef hier het nummer van de IMAP4-poort in. Huidige server: selecteer een profiel. Instelligen server: u kunt maximaal vijf e-mail profielen configureren. Voor ieder profiel moeten de volgende opties ingesteld worden om verbinding te maken met het GPRS-netwerk: Profielnaam: geef een naam voor het profiel in. APN: geef de naam van het toegangspunt (APN) voor het adres van het GPRS-netwerk in. Gebruikersnaam: geef uw gebruikersnaam in. Wachtwoord: geef uw wachtwoord in. DNS1: geef het eerste DNS-adres in. DNS2: geef het tweede DNS-adres in. 63 Menuopties Blokkeerlijst: hier kunt u adressen ingeven waarvan u geen berichten wilt ontvangen. U kunt ook onderwerpen aangeven die geweigerd moeten worden. Serverbericht (Menu 5.5.4) U kunt de instellingen wijzigen voor het ontvangen van WAP-infoberichten van de draadloze webserver. De volgende opties zijn beschikbaar: • Ontvangen: hiermee stelt u in hoe serverberichten worden ontvangen. • SMS centrale: hier geeft u het adres in van de server waarvan u serverberichten wilt ontvangen, als de optie Ontvangen is ingesteld op Specifieke SMS centrale. 64 Infoberichten (Menu 5.6) De infoberichtendienst levert korte berichten over verschillende onderwerpen, zoals het weer, sportuitslagen, files, e.d. Met dit menu kunt u de instellingen van de infoberichtendienst aanpassen en infoberichten lezen. • Lezen: ontvangen berichten openen. In Huidige berichten worden infoberichten opgeslagen totdat de telefoon wordt uitgezet. In Opgeslagen berichten kunt u infoberichten definitief opslaan. Om berichten in de map Opgeslagen berichten op te slaan, drukt u wanneer een melding verschijnt op <Opties> en Opslaan. • Ontvangen: hier kunt u de ontvangst van infoberichten in- en uitschakelen. • Kanaal: hier kunt u ingeven van welke kanalen u infoberichten wilt ontvangen. Als u Beschikbare kanalen selecteert, kunt u een lijst met actieve infoberichtkanalen instellen. • Taal: selecteer de taal of talen waarin de infoberichten moeten worden weergegeven. Neem voor meer informatie contact op met uw provider. Afbeeldingen (Menu 6.1) Met dit menu kunt u de maximale hoeveelheid geheugen en het beschikbare geheugen voor elk berichttype bekijken. U kunt ook nagaan hoeveel geheugen momenteel wordt gebruikt voor elke map. In dit menu worden foto's weergegeven die u hebt genomen en afbeeldingen die u hebt gedownload of met berichten hebt ontvangen. Mijn bestanden (Menu 6) Afhankelijk van het DRM-systeem (Digital Rights Management) kan webinhoud mogelijk niet worden doorgestuurd. Hierbij staat het pictogram . ]. Opties voor afbeeldingen gebruiken Wanneer u een afbeelding of de lijst met afbeeldingen bekijkt, kunt u op <Opties> drukken om de opties weer te geven.p. 75 Mijn bestanden (Menu 6) Het menu Mijn bestanden geeft toegang tot afbeeldingen, video's, muziek- en geluidsbestanden die in het telefoongeheugen zijn opgeslagen. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Mijn bestanden om dit menu te openen. Een afbeelding bekijken 1. Selecteer een map met afbeeldingen. 2. Blader naar een afbeelding en druk op [ Menuopties Geheugenstatus (Menu 5.7) Video’s (Menu 6.2) Dit menu bevat videoclips die u hebt opgenomen of gedownload of in een bericht hebt ontvangen. Met andere apparatuur opgenomen videoclips worden mogelijk niet goed weergegeven. Een videoclip afspelen 1. Selecteer een map met video's. 2. Ga naar een bestand en druk op [ ].p. 79 65 Menuopties Opties voor videoclips gebruiken Wanneer u de lijst met videoclips bekijkt, kunt u op <Opties> drukken om de opties weer te geven. • Afspelen: de videoclip afspelen. • Verzenden via: de videoclip via MMS, e-mail of Bluetooth verzenden. • Wissen: de geselecteerde videoclip of alle videoclips wissen. • Hernoemen: de naam van de videoclip wijzigen. • Naar favoriete video's: het bestand naar de map Favoriete video's verplaatsen. • Delen voor Bluetooth: hiermee stelt u in of dit bestand al dan niet mag worden geopend door andere Bluetooth-apparaten. • Wisbeveiliging: de clip tegen wissen beveiligen. • Eigenschappen: toont de details van de videoclip. Muziek (Menu 6.3) In dit menu worden MP3-bestanden weergegeven die u hebt gedownload, ontvangen in berichten of vanuit uw computer hebt geïmporteerd. 66 Een muziekbestand afspelen Blader naar een bestand en druk op [ ].p. 38 Opties voor muziekbestanden gebruiken Wanneer u de lijst met muziekbestanden bekijkt, kunt u op <Opties> voor de volgende opties: • Afspelen: het muziekbestand afspelen. • Verzenden via: het bestand via e-mail of Bluetooth verzenden. • Aan playlist toevoegen: een bestand aan de playlist toevoegen. • Instellen als: het bestand als beltoon, alarm of melodie voor een contactpersoon instellen. • Wissen: het geselecteerde bestand of alle bestanden verwijderen. • Instellingen: de standaardinstellingen voor het afspelen van muziekbestanden wijzigen.p. 38 • Hernoemen: de naam van het bestand wijzigen. • Delen voor Bluetooth: hier stelt u in of dit bestand al dan niet mag worden geopend door andere Bluetooth-apparaten. • Wisbeveiliging: hiermee kunt u voorkomen dat het bestand wordt gewist. • Eigenschappen: toont de details van het bestand. Geluiden (Menu 6.4) • In dit menu worden geluidsfragmenten weergegeven die u hebt opgenomen of gedownload of die u in een bericht hebt ontvangen. • Andere bestanden (Menu 6.5) Menuopties Ontvangen bestanden die niet worden ondersteund door uw telefoon, worden hier opgeslagen. U kunt deze bestanden niet openen op de telefoon. Nietondersteunde bestandsindelingen zijn o.a. *.doc, *.hwp, *.ppt en *.txt. Wanneer u de lijst met bestanden bekijkt, kunt u op [ ] drukken om de volgende opties weer te geven: • Verzenden via: het bestand via e-mail of Bluetooth verzenden. • Wissen: het geselecteerde bestand of alle bestanden verwijderen. • Hernoemen: de naam van het bestand wijzigen. • Delen voor Bluetooth: hiermee stelt u in of dit bestand al dan niet mag worden geopend door andere Bluetooth-apparaten. • Wisbeveiliging: hiermee kunt u voorkomen dat het bestand wordt gewist. • Eigenschappen: toont de berichteigenschappen. Mijn bestanden (Menu 6) Een geluidsfragment afspelen 1. Selecteer een map met geluiden. 2. Ga naar een bestand en druk op [ ].p. 40 Opties voor geluidsbestanden Terwijl u de lijst met geluiden bekijkt, kunt u op <Opties> drukken voor de volgende opties: • Afspelen: de geluidsclip afspelen. • Verzenden via: de geluidsclip via MMS, e-mail, of Bluetooth verzenden. • Instellen als: de geluidsclip als beltoon of alarmmelodie instellen of als beltoon aan een van uw contacten uit de telefoonlijst koppelen. • Wissen: de geselecteerde geluidsclip of alle geluidsclips wissen. • Hernoemen: de naam van de geluidsclip wijzigen. • Naar favoriete geluiden: de geluidsclip naar de map Favoriete geluiden verplaatsen. • Delen voor Bluetooth: instellen of de geluidsclip door andere Bluetooth-apparaten geopend mag worden. Wisbeveiliging: de geluidsclip tegen wissen beveiligen. Eigenschappen: toont details van de geluidsclip. 67 Menuopties Geheugenstatus (Menu 6.6) U kunt de totale hoeveelheid geheugen voor mediaitems controleren en de hoeveelheid geheugen die door alle mediabestanden wordt gebruikt. Agenda (Menu 7) In de agenda kunt u uw afspraken en taken bijhouden, gemiste alarms bekijken en notities maken. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Agenda om dit menu te openen. De agenda bekijken Als u het menu Agenda opent, wordt de kalender in de maandweergave weergegeven, waarbij de huidige datum wordt aangegeven met een blauw vak. Onder in de kalender wordt het aantal agenda-items voor de betreffende dag weergegeven. De volgende symbolen geven aan wat voor type item het betreft: 68 • Afspraak • Verjaardag • Actiepunt • Diversen Druk op <Opties> voor toegang tot de volgende opties: • Weergavemodus: hiermee wijzigt u de weergavemodus van de kalender. • Nieuw: hiermee voegt u een nieuw item toe. • Ga naar: hiermee gaat u naar de huidige datum of kunt u een bepaalde datum opgeven. • Sorteren op: hiermee kunt u items op type sorteren. • Wissen: hiermee wist u het item. • Gemist alarm agenda-item: toont de items waarvan u het alarm hebt gemist. • Geheugenstatus: toont de geheugenstatus voor items in het geheugen van de telefoon. Een nieuw agenda-item maken U kunt nieuwe items in uw agenda opnemen. Een nieuwe afspraak invoeren 1. Ga naar een datum op de kalender. 2. Druk op <Opties> en kies Nieuw ¤ Afspraak. Een nieuwe verjaardag invoeren 1. Selecteer een datum op de kalender. 2. Druk op <Opties> en kies Nieuw ¤ Verjaardag. 3. In de volgende velden kunt u gegevens invoeren of de instellingen wijzigen: • Gebeurtenis: geef informatie over de verjaardag in. • Datum: geef de datum in. • Alarm: hier kunt u een alarm voor de verjaardag instellen. • voor: hier kunt u instellen hoe lang voor de verjaardag het alarm moet af moet gaan. • Alarmtijd: geef de tijd in waarop het alarm moet afgaan. • am/pm: selecteer am of pm in de 12-uursnotatie. • Alarmtoon: selecteer een alarmtoon. • Ieder jaar herhalen: hier kunt u instellen dat u elk jaar aan de verjaardag wilt worden herinnerd. 4. Druk op <Opslaan> om de verjaardag op te slaan. Menuopties Agenda (Menu 7) 3. In de volgende velden kunt u gegevens invoeren of de instellingen wijzigen: • Onderwerp: geef het onderwerp in. • Details: geef details voor het item in. • Begindatum en Begintijd: geef de begindatum en -tijd voor het item in. • am/pm: selecteer am of pm in de 12-uursnotatie. • Einddatum en Eindtijd: geef de einddatum en -tijd voor het item in. • am/pm: selecteer am of pm in de 12-uursnotatie. • Locatie: geef de plaats van de afspraak in. • Alarm: hier kunt u een alarm voor de afspraak instellen. • voor: hier kunt u instellen hoe lang voor de begintijd van de afspraak het alarm moet afgaan om u te waarschuwen. • Alarmtoon: selecteer een alarmtoon. • Herhalen: hier kunt u een herhaalpatroon voor de afspraak instellen. • tot: hier kunt u de einddatum voor het herhaalpatroon voor de afspraak instellen. 4. Druk op <Opslaan> om de afspraak op te slaan. 69 Menuopties Een ander agenda-item invoeren 1. Selecteer een datum op de kalender. 2. Druk op <Opties> en kies Nieuw ¤ Diversen. 3. In de volgende velden kunt u gegevens invoeren of de instellingen wijzigen: • Onderwerp: geef het onderwerp in. • Details: geef detailgegevens voor het item in. • Begindatum en Begintijd: geef de begindatum en -tijd voor het item in. • am/pm: selecteer am of pm in de 12-uursnotatie. • Einddatum en Eindtijd: geef de einddatum en -tijd voor het item in. • Alarm: hier kunt u een alarm voor het item instellen. • voor: hier kunt u instellen hoelang voordat het item plaatsvindt u via het alarm gewaarschuwd wilt worden. • Alarmtoon: selecteer een alarmtoon. 4. Druk op <Opslaan> om het item op te slaan. 70 Een actiepunt invoeren 1. Selecteer een datum op de kalender. 2. Druk op <Opties> en kies Nieuw ¤ Actiepunt. 3. In de volgende velden kunt u gegevens invoeren of de instellingen wijzigen: • Actiepunt: geef het onderwerp in. • Begindatum: geef de begindatum in. • Einddatum: geef de einddatum in. • Prioriteit: selecteer een prioriteit. 4. Druk op <Opslaan> om het actiepunt op te slaan. Een item bekijken Door middel van rechte haken bij een datum in de agenda worden de volgende typen items voor die dag aangeduid: Blauw: Afspraak • Oranje: Verjaardag • Rood: Actiepunt • Groen: Diversen • Een item bekijken in een andere weergave De kalender wordt standaard in de weergave Maandoverzicht weergegeven. Druk op <Opties> en selecteer Weergavemodus om de weergave te wijzigen. Dagoverzicht U kunt items voor de geselecteerde datum bekijken. Selecteer een item om de details te bekijken. De volgende symbolen worden weergegeven, afhankelijk van het type en de status van het item: • Alarm ingesteld • Terugkerend item • Afgehandeld actiepunt • Prioriteit; de kleur geeft de prioriteit aan (rood: hoog, blauw: normaal en grijs: laag) Agenda (Menu 7) 1. Selecteer een datum in de kalender om de items voor die dag weer te geven. 2. Selecteer een item om de details te bekijken. Druk terwijl u een item of de lijst met items bekijkt op <Opties> voor toegang tot de volgende opties: • Tonen: toont de details van het item. • Wijzigen: een item wijzigen. • Nieuw: heen nieuw item toevoegen. • Verzenden via: het agenda-item via SMS, MMS, e-mail of Bluetooth verzenden. • Weergavemodus: hier kunt u de weergavemodus van de kalender wijzigen. • Afgehandeld/Niet afgehandeld: hier kunt u een actiepunt als afgehandeld of niet-afgehandeld markeren. • Sorteren op: hiermee kunt u de items op type sorteren. • Wissen: hiermee wist u het item. Afdrukken via Bluetooth: u kunt het geselecteerde agenda-item afdrukken via een printer die Bluetooth ondersteunt. Gemist alarm agenda-item: toont de items waarvan u het alarm hebt gemist. Geheugenstatus: toont de geheugenstatus voor items in het geheugen van de telefoon. Menuopties • • • 71 Menuopties Weekoverzicht Toont de afspraken voor de geselecteerde week. Een cel in het overzicht geeft aan of er informatie over het item is. Selecteer de cel met het gewenste item. Een gemist alarm bekijken Wanneer u niet reageert op een ingesteld alarm voor een item, verschijnt een melding dat u een alarm heeft gemist. • Druk op <Tonen> om het item te bekijken. • Druk op <Sluiten>. Gemiste alarms openen 1. Druk op <Opties> en kies Gemist alarm agenda-item. 2. Selecteer een item. Opties voor gemiste alarms gebruiken Druk in de lijst met items op <Opties> om de volgende opties weer te geven: • Tonen: hiermee geeft u de details voor het item weer. • Wissen: hiermee wist u het item. • Alles wissen: hiermee wist u alle items. 72 Camera (Menu 8) U kunt de in de telefoon ingebouwde cameramodule gebruiken om foto's te nemen en video-opnamen te maken. Om dit menu te openen, drukt u in de standby-stand op <Menu> en kiest u Camera, of houdt u [ ] ingedrukt. • Maak geen foto's van personen zonder hun toestemming. • Maak geen foto's op plaatsen waar het gebruik van camera's niet is toegestaan. • Maak geen foto's op plaatsen waar u mogelijk inbreuk maakt op de privacy van een ander. Een foto maken U kunt met de telefoon foto's nemen in verschillende standen. De telefoon maakt JPEG-foto's. Als u in direct zonlicht of bij helder weer een foto maakt, kunnen op de foto schaduwen verschijnen. Een foto nemen met de telefoon dicht 1. Open het menu Camera om de camera aan te zetten. Het beeld verschijnt in het display. Druk op... de foto-opties gebruiken <Opties>.p. 75 de foto wissen <Wissen>] en op <Ja>. terug naar de opnamestand [ ]. Beschikbare opties in de fotostand Druk in de fotostand op de linker functietoets om de volgende opties te gebruiken: • Video opnemen: overschakelen naar de videostand.p. 76 • • • • • • Fotostand: hiermee kunt u een foto nemen in de volgende standen: Eén opname: een foto in de normale stand. Multishot: een reeks foto's achterelkaar. Selecteer het aantal foto’s en de snelheid. Mozaïek-opname: een reeks foto's die u in één kader opslaat. Selecteer het aantal foto's dat moet worden genomen. Effecten: de kleurtoon wijzigen of een speciaal effect op het beeld toepassen. Kaders: een decoratief kader om de foto plaatsen. Flash: het gebruik van de flitser instellen. Timer: een vertraging instellen waarmee de foto wordt genomen. Ga naar foto's: naar de map Foto's gaan. Instellingen: hier kunt u de standaardinstellingen voor het maken van foto's wijzigen. Grootte: selecteer de beeldgrootte. Kwaliteit: selecteer de beeldkwaliteit. Zoeker: selecteer een voorbeeldscherm. 73 Camera (Menu 8) 4. U wilt... • Menuopties 2. U kunt het beeld aanpassen door de lens van de camera op het onderwerp te richten. • Met de linker functietoets gaat u naar de menustand. Zie het volgende hoofdstuk. • U kunt via het toetsenbord de camerainstellingen wijzigen of naar andere standen overschakelen.p. 74 3. Druk op [ ] om een foto te nemen. De foto wordt opgeslagen in de map Foto's. Menuopties • 74 ISO: hier kunt u de ISO-instelling wijzigen die de gevoeligheid van uw camera beïnvloedt. In omstandigheden met weinig licht, verlaagt u de ISO-waarde. Hoe hoger de ISO-waarde, hoe sneller de sluiter van de camera werkt en des te gevoeliger de camera voor licht is. Hogere ISO-instellingen kunnen het beeld licht vertekenen. Spot focus: hier kunt u de belichting op een bepaald deel van het beeld instellen. Selecteer Aan om het spotfocuskader in het midden van het beeld weer te geven en wijzig de belichting op basis van het contrast van dit gedeelte. Geluid sluiter: hier kunt u het geluid selecteren dat u hoort als u de sluiterknop [ ] indrukt. Geluid bij zoomen: hier kunt u het geluid dat u bij het inzoomen hoort in- en uitschakelen. Geluid bij contrastinstelling: hier kunt u het geluidt dat u hoort bij het wijzigen van het contrast in- en uitschakelen. Standaardnaam: de standaardbenaming wijzigen. Sneltoetsen camera: de functies weergeven van de toetsen die u kunt gebruiken. Functies van de toetsen in de fotostand In de fotostand kunt u met de toetsen de camerainstellingen aanpassen. Toets Functie Het beeld verticaal spiegelen. Het spiegelbeeld weergeven. Links/ Rechts Omhoog/ Omlaag Het contrast aanpassen. In- of uitzoomen. 1 Naar de videostand gaan.p. 76 2 De beeldgrootte wijzigen. 3 De beeldkwaliteit wijzigen. 4 De camerastand wijzigen. 5 De kleurtoon wijzigen of een speciaal effect op het beeld toepassen. 6 De beeldvervorming verminderen voor optimale details en scherptediepte. 7 Een decoratief kader selecteren. Toets Functie De timer instellen. 9 Naar de map Foto's gaan. 0 Het gebruik van de flitser regelen. Het voorbeeldscherm wijzigen. Een foto bekijken 1. Druk in de fotostand op de linker functietoets en selecteer Ga naar foto's. 2. Ga naar een foto en druk op [ ]. Tijdens het bekijken van een foto kunt u op <Opties> en de volgende opties gebruiken: • Lijst: terug de lijst met foto’s. • Tonen: de foto op het volledige scherm bekijken. • Verzenden via: de foto via MMS, e-mail of Bluetooth verzenden. • Instellen als: de foto instellen als achtergrond of koppelen aan een van uw contacten. • Wijzigen: de foto versieren met emoticons of een kader of er een speciaal effect op loslaten. • Wissen: de foto wissen. • Hernoemen: de naam van de foto wijzigen. • Naar favoriete afbeeldingen: de foto naar de map Favoriete afbeeldingen verplaatsen. Camera (Menu 8) Foto-opties gebruiken Druk nadat u een foto hebt opgeslagen op <Opties> voor toegang tot de volgende opties: • Nog een foto maken: teruggaan naar de opnamestand voor nog een foto. • Verzenden via: de foto via MMS, e-mail of Bluetooth verzenden. • Instellen als: de foto instellen als achtergrond of aan een van uw contacten uit de telefoonlijst koppelen. Bij een oproep wordt de foto getoond. • Wissen: de foto wissen. • Hernoemen: de naam van de foto wijzigen. • Ga naar foto's: naar de map Foto's gaan. • Delen voor Bluetooth: hier stelt u in of de foto geopend mag worden door andere Bluetoothapparaten. • • Afdrukken via Bluetooth: de foto afdrukken op een via usb of Bluetooth op de telefoon aangesloten printer. Wisbeveiliging: de foto beveiligen tegen wissen. Eigenschappen: toont de details van de foto. Menuopties 8 • 75 Menuopties • • • • • Diavertoning: geeft de foto’s na elkaar als een diapresentatie weer. U kunt instellen hoe lang de foto moet worden weergegeven. Delen voor Bluetooth: hiermee stelt u in of dit bestand al dan niet mag worden geopend door andere Bluetooth-apparaten. Afdrukken via Bluetooth: de foto afdrukken op een via usb of Bluetooth op de telefoon aangesloten printer. Wisbeveiliging: de foto beveiligen tegen wissen. Eigenschappen: de details van de foto tonen. Een foto nemen met de telefoon dicht 1. Houd [ ] ingedrukt. 2. Druk zonodig op [ ] om weer te geven. 3. Pas het beeld aan door de lens van de camera op het onderwerp te richten. 4. Om... 76 Drukt u op... het beeld verticaal te spiegelen [ ]. het spiegelbeeld weer te geven [ ]. het contrast aan te passen [ ]. in te zoomen ]. [ 5. Druk op [ ] om een foto te nemen. De foto wordt automatisch opgeslagen in de map Foto's. Een video opnemen U kunt een video opnemen van wat wordt weergegeven op het camerascherm en deze video opslaan. Een video opnemen met de telefoon open 1. Druk op [1] om naar de videostand te gaan. 2. Pas het beeld aan door de lens van de camera op het onderwerp te richten. • Met de linker functietoets gaat u naar de menustand. Zie het volgende hoofdstuk. • U kunt met de toetsen de instellingen wijzigen of naar andere standen overschakelen.p. 78 3. Druk op [ ] om de opname te starten. 4. Druk op [ ] of de rechter functietoets om de opname te stoppen. De video wordt automatisch opgeslagen in de map Video’s. 5. Om... Drukt u op... [ opties voor videoclips te gebruiken de linker functietoets.p. 78 ]. de videoclip te wissen [C] en op <Ja>. terug te gaan naar de videostand de rechter functietoets. • Camera (Menu 8) Beschikbare opties in de videostand Druk in de videostand op de linker functietoets om de volgende opties te gebruiken: • Foto nemen: overschakelen naar de fotostand.p. 72 • Effecten: de kleurtoon wijzigen of een speciaal effect op een video toepassen. • Flash: het gebruik van de flitser instellen. • Timer: een vertraging instellen waarmee de opname wordt gestart. • Ga naar video's: naar de map Video’s gaan. Instellingen: hier kunt u de volgende instellingen voor het opnemen van een video wijzigen: Videostand: selecteer een opnamestand. Kies MMS-limiet voor een video die geschikt is voor een MMS-bericht. De video wordt opgeslagen in 3GP-formaat. Kies Normaal voor een video binnen de limiet van het beschikbare geheugen. Grootte: selecteer de kadergrootte. Kwaliteit: selecteer een beeldkwaliteit. Geluidsopname: geluiden opnemen bij een clip. Geluid bij zoomen: het geluid dat u bij het in- of uitzoomen hoort in- of uitschakelen. Geluid bij contrastinstelling: het geluid dat u tijdens een video-opname bij het wijzigen van het contrast hoort in- of uitschakelen. Standaardnaam: de standaardbenaming wijzigen. Sneltoetsen camcorder: toont de functies van de toetsen die u kunt gebruiken. Menuopties de videoclip af te spelen • 77 Menuopties Functies van de toetsen in de videostand In de videostand kunt u met de toetsen de volgende instellingen aanpassen: Toets Functie Het beeld verticaal spiegelen. Het spiegelbeeld weergeven. Links/ Rechts Het contrast aanpassen. Omhoog/ In- of uitzoomen. Omlaag 78 1 Overschakelen naar de fotostand.p. 72 2 De kadergrootte wijzigen. 3 De beeldkwaliteit wijzigen. 4 De video-opnamestand wijzigen. 5 De kleurtoon wijzigen of een speciaal effect op het beeld toepassen. 6 De vervorming van het beeld verminderen voor optimale details en scherptediepte. Toets Functie 7 Het geluid in- of uitschakelen. 8 De timer instellen. 9 Naar de map Video’s gaan. 0 Het gebruik van de flitser instellen. Opties voor videoclips gebruiken Na een videoclip te hebben opgenomen, drukt u op de linker functietoets voor de volgende opties: • Nog een opname maken: hiermee gaat u terug naar de videostand. • Verzenden via: de videoclip via MMS, e-mail of Bluetooth verzenden. • Wissen: de videoclip wissen. • Hernoemen: de naam van de videoclip wijzigen. • Ga naar video's: naar de map Video’s gaan. • Wisbeveiliging: de clip tegen wissen beveiligen. • Eigenschappen: de details van de clip tonen. Toetsen Het volume aanpassen. 4. Om... Het afspelen onderbreken/hervatten. Omlaag Links Rechts / Het afspelen stoppen. Achteruit springen in een bestand. Na een videoclip te hebben afgespeeld, drukt u op de linker functietoets en zijn de volgende opties beschikbaar: • Afspelen: de videoclip afspelen. • Verzenden via: de videoclip via MMS, e-mail of Bluetooth verzenden. • Wissen: de videoclip wissen. Camera (Menu 8) Vooruit springen in een bestand. Hernoemen: de naam van de videoclip wijzigen. Naar favoriete video's: de videoclip naar de map Favoriete video's verplaatsen. • Delen voor Bluetooth: hiermee stelt u in of dit bestand al dan niet mag worden geopend door andere Bluetooth-apparaten. • Wisbeveiliging: de clip tegen wissen beveiligen. • Eigenschappen: toont de details van de videoclip. Een video opnemen met de telefoon dicht 1. Houd [ ] ingedrukt. 2. Druk zonodig op [ ] om weer te geven. 3. U kunt het beeld aanpassen door de lens van de camera op het onderwerp te richten. Functie • • Menuopties Een videoclip afspelen 1. Druk in de videostand op de linker functietoets en kies Ga naar video's. 2. Blader naar een videoclip en druk op [ ]. U kunt tijdens het afspelen de volgende toetsen gebruiken: Drukt u op... het beeld verticaal te spiegelen [ ]. het spiegelbeeld te weergeven [ ]. het contrast aan te passen [ ]. in te zoomen [ ]. 79 Menuopties 5. Druk op [ ] om de opname te starten. 6. Druk op [ ] om de opname te stoppen. De videoclip wordt opgeslagen in de map Video’s. Instellingen (Menu 9) Via dit menu kunt u de telefooninstellingen aanpassen. U kunt ook de oorspronkelijke instellingen herstellen. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Instellingen om dit menu te openen. Tijd en datum (Menu 9.1) Wijzig in dit menu de tijd en datum die op de telefoon worden weergegeven. Voordat u dit doet, moet u in het menu Wereldtijd de tijdzone instellen.p. 43 • Tijd instellen: geef de huidige tijd in. • am/pm: selecteer am of pm in de 12uursnotatie. • Indeling tijd: selecteer de tijdnotatie. • Datum instellen: geef de huidige datum in. • Indeling datum: selecteer de datumnotatie. 80 Telefooninstellingen (Menu 9.2) U kunt de instelling van veel functies van de telefoon aan uw eigen wensen aanpassen. Taal (Menu 9.2.1) Kies in dit menu de voor het display gewenste taal. Welkomtekst (Menu 9.2.2) Geef in dit menu de begroeting in die kort wordt weergegeven bij het inschakelen van de telefoon. Snelkoppeling (Menu 9.2.3) U kunt de stuurtoetsen gebruiken als snelkoppeling om direct vanuit de standby-stand bepaalde menu's te openen. Met dit menu kunt u een snelkoppeling naar een menu maken. Dit doet u als volgt. 1. Selecteer een toets die u als snelkoppeling wilt gebruiken. 2. Druk op <Opties> en selecteer Wijzigen. 3. Selecteer het menu dat u wilt koppelen. 4. Druk op <Opslaan>. Opties voor snelkoppelingen gebruiken Druk op <Opties> voor de volgende opties: • In dit menu kunt u instellen wat de telefoon doet wanneer u tijdens een inkomende oproep [ / ] ingedrukt houdt. • Microfoon uit: de melodie uitschakelen. • Weigeren: de oproep weigeren. Overige instellingen (Menu 9.2.5) • U kunt de functies voor automatische nummerherhaling en beantwoording van oproepen inen uitschakelen, en de externe toetsen vergrendelen. • Autom. herhalen: u kunt de telefoon een nummer maximaal tien keer opnieuw laten bellen wanneer het niet gelukt is verbinding te krijgen. • Elke toets antwoorden: hiermee kunt u een oproep aannemen door op een willekeurige toets te drukken, behalve [ ] of <Weiger> en [ / ]. Als deze optie niet is geselecteerd, moet u op [ ] of <OK> drukken. • Helderheid stem: verhoogt de gevoeligheid van de microfoon, zodat uw gesprekspartner u ook in een rumoerige ruimte kan verstaan of als u fluistert. Klepje actief: hiermee kunt u een inkomende oproep beantwoorden door de telefoon te openen. Coververgrendeling: de externe toetsen vergrendelen, zodat u deze niet per ongeluk indrukt als de telefoon dicht is. Displayinstellingen (Menu 9.3) Via dit menu kunt u de instellingen voor het display en de verlichting wijzigen. Achtergrond (Menu 9.3.1) U kunt het standby-scherm op beide displays instellen. • Hoofddisplay: hier selecteert u de afbeelding die wordt weergegeven op het hoofddisplay. • Extern display: hier selecteert u de afbeelding die wordt weergegeven op het externe display. 81 Instellingen (Menu 9) • Menuopties Wijzigen: een snelkoppeling toewijzen of wijzigen. • Verwijderen: een snelkoppeling annuleren. • Alles wissen: alles annuleren. Toets op zijkant (Menu 9.2.4) Menuopties Tekstweergave (Menu 9.3.2) U kunt de weergave van de tekst in de standby-stand wijzigen. • Plaats van tekst: selecteer de plaats van de tekst in het display. Als u in de standby-stand geen tekst wilt weergeven, selecteert u Uit. • Tekstopmaak: hier selecteert u de tekstopmaak. • Tekstkleur: hier selecteert u een tekstkleur. Agenda (Menu 9.3.3) Kies dit menu als u de agenda/kalender in de standbystand wilt weergeven. Kleur (Menu 9.3.4) U kunt een kleur kiezen voor de menustand. Helderheid display (Menu 9.3.5) U kunt de helderheid van het display afstemmen op veranderende lichtomstandigheden. 82 Verlichting (Menu 9.3.6) U kunt selecteren hoe lang de verlichting en het display aan moeten blijven in de dimstand, waarbij de verlichting is uitgeschakeld. • Hoofddisplay aan: hier selecteert u hoe lang de verlichting aan moet blijven. • Hoofddisplay dimmen: hier selecteert u hoe lang het display gedimd blijft nadat de verlichting uit gaat. Na een bepaalde tijd gaat het display uit. • Symbolen extern display: hier kunt u instellen of de symbolen van het hoofddisplay worden weergegeven op het externe display. Kleur tekens bij kiezen (Menu 9.3.7) Hier kunt u instellen dat bij het ingeven van een telefoonnummer dat u wilt bellen het nummer in kleur wordt weergegeven. Bellergegevens tonen (Menu 9.3.8) Met dit menu kunt u na een gemiste oproep het telefoonnummer (of naam als deze in de telefoonlijst is opgeslagen) van de beller op het hoofddisplay weer laten geven. U kunt ook Met cover display selecteren. In dat geval word de informatie op het externe display getoond. Geluidsinstellingen (Menu 9.4) Hier kunt u de diverse geluidsinstellingen wijzigen. Toon bij in-/uitschakelen (Menu 9.4.4) Hier kunt u de melodie kiezen die u hoort wanneer u de telefoon aan- of uitzet. Instellingen (Menu 9) Toetstoon (Menu 9.4.2) Met dit menu kunt u de toon selecteren die u hoort bij het indrukken van een toets. In de standby-stand kunt u het toetsvolume met [ / ] wijzigen. Menuopties Inkomende oproep (Menu 9.4.1) Met dit menu kunt u het volume en type belsignaal voor inkomende oproepen selecteren. • Beltoon: selecteer een beltoon. • Volume: selecteer het belvolume. • Type belsignaal: hier kunt u instellen hoe u wordt gewaarschuwd bij een inkomende oproep. Melodie: de telefoon laat de geselecteerde beltoon horen. Trillen: de telefoon trilt maar gaat niet over. Eerst trillen dan melodie: de telefoon trilt drie keer en daarna gaat de telefoon over. Berichttoon (Menu 9.4.3) Met dit menu kunt u het signaal voor inkomende berichten en e-mailberichten instellen. • Beltoon: selecteer een van de berichtsignalen. • Type belsignaal: stel in hoe u wilt worden gewaarschuwd bij inkomende berichten. • Herhaling: hier kunt u opgeven hoe vaak de telefoon moet melden dat er een nieuw bericht is. Klepsignaal (Menu 9.4.5) Hier kunt u de toon kiezen die u hoort bij het openen of sluiten van de telefoon. Stille stand (Menu 9.4.6) Hier kunt u instellen hoe de telefoon moet reageren bij bijvoorbeeld een alarm of inkomende oproep als de stille stand is ingeschakeld: • Trillen: hiermee stelt u de telefoon in op trillen. • Microfoon uit: alle geluidsinstellingen uit. 83 Menuopties Overige tonen (Menu 9.4.7) Met dit menu kunt u de overige tonen van de telefoon wijzigen. • Minutenteller: de telefoon laat tijdens een uitgaande oproep iedere minuut een pieptoon horen, zodat u weet hoe lang het gesprek duurt. • Verbindingstoon: de telefoon laat een pieptoon horen wanneer er verbinding is met het netwerk. • Alarm tijdens oproep: de telefoon laat tijdens een oproep een pieptoon horen bij een nieuw bericht of wanneer het alarm moet afgaan. • Toon bij melding: u hoort een pieptoon wanneer een pop-upvenster verschijnt met een foutmelding of een melding dat een bewerking voltooid is. Netwerkdiensten (Menu 9.5) Dit menu geeft toegang tot de netwerkdiensten. Neem contact op met uw provider inzake de beschikbaarheid van deze diensten of een abonnement. Oproepen doorschakelen (Menu 9.5.1) Met deze netwerkdienst worden inkomende oproepen doorgeschakeld naar een ander telefoonnummer. 84 1. Selecteer een doorschakeloptie: • Alles doorschakelen: alle oproepen worden doorgeschakeld. • In gesprek: oproepen worden doorgeschakeld als u in gesprek bent. • Geen antwoord: oproepen worden doorgeschakeld als u niet opneemt. • Onbereikbaar: oproepen worden doorgeschakeld als u zich buiten het bereik van uw provider bevindt of als uw telefoon uit staat. • Alles annuleren: alle doorschakelingen annuleren. 2. Selecteer welk soort oproepen u wilt doorschakelen. 3. Selecteer Inschakelen. Om oproepen doorschakelen uit te schakelen, selecteert u Uitzetten. 4. Ga naar de regel Doorschakelen naar. 5. Geef het nummer in waarnaar moet worden doorgeschakeld en druk op <OK>. 6. Als u Geen antwoord hebt geselecteerd, gaat u naar sec. en kiest u hoe lang wordt gewacht voordat een oproep wordt doorgeschakeld. Wisselgesprek (Menu 9.5.3) Deze netwerkdienst stelt u op de hoogte wanneer iemand u probeert te bellen terwijl u in gesprek bent. 1. Selecteer het type oproep voor wisselgesprek. 2. Druk op <Aan>. Kies <Uit> om de wisselgesprekfunctie uit te zetten. Menuopties Netwerk kiezen (Menu 9.5.4) Met deze netwerkdienst kunt u automatisch of handmatig een netwerk selecteren tijdens roaming buiten uw eigen netwerk. U kunt alleen netwerken kiezen waarmee uw provider een roamingcontract heeft afgesloten. • Automatisch: hierbij wordt verbinding gemaakt met het eerste beschikbare netwerk. • Handmatig: hierbij kunt u zelf het gewenste netwerk selecteren. Instellingen (Menu 9) Oproepen blokkeren (Menu 9.5.2) Met deze netwerkdienst kunt u oproepen blokkeren. 1. Selecteer een blokkeeroptie: • Alle uitgaande: geen uitgaande oproepen mogelijk. • Internationaal: er zijn geen uitgaande oproepen naar het buitenland mogelijk. • Internationaal behalve thuisland: u kunt alleen naar nummers binnen het land waar u zich bevindt en uw eigen land bellen. • Alle inkomende: u kunt geen oproepen ontvangen. • Inkomend in buitenland: in het buitenland kunt u geen oproepen ontvangen. • Alles annuleren: alle blokkeringen worden geannuleerd. • Wachtwoord voor blokkeren wijzigen: hier kunt u het blokkeerwachtwoord veranderen. 2. Selecteer de typen oproepen die u wilt blokkeren. 3. Druk op <Aan>. Als u de blokkeerfunctie wilt uitzetten, selecteert u <Uit>. 4. Geef het telefoonwachtwoord in en druk op <OK>. Nummerweergave (Menu 9.5.5) Met deze netwerkdienst kunt u voorkomen dat uw telefoonnummer wordt weergegeven op de telefoon van degene die u belt. Bij sommige providers kunt u deze instelling echter niet wijzigen. • Standaard: de standaardinstellingen worden gebruikt die uw provider voor u heeft ingesteld. 85 Menuopties • Nummer verbergen: uw nummer wordt niet getoond op de telefoon van degene die u belt. • Nummer weergeven: uw nummer wordt wel getoond op de telefoon van degene die u belt. Voicemailserver (Menu 9.5.6) Via dit menu kunt u het nummer van de voicemailserver opslaan en uw voicemailberichten openen. U moet het nummer van de voicemailserver invoeren voordat u toegang kunt krijgen tot uw voicemailberichten. Informeer bij uw provider naar het nummer van de voicemailserver. • • 86 Verbinden met voice mail: hiermee maakt u verbinding met de voicemailserver zodat u uw berichten kunt afluisteren. U kunt ook direct verbinding maken met de voicemailserver door in de standby-stand [1] ingedrukt te houden. Nummer voicemailserver: hier kunt u de naam en het nummer van uw voicemailserver wijzigen. Band kiezen (Menu 9.5.7) U kunt alleen telefoneren als de telefoon is aangemeld bij een van de beschikbare netwerken. Deze telefoon is geschikt voor de volgende netwerktypen (banden): Gecombineerd GSM 900/1800, GSM 1900 en Triband (GSM 900/1800/1900). Welk netwerktype standaard wordt gebruikt, is afhankelijk van het land waar u de telefoon hebt aangeschaft. Wanneer u naar het buitenland gaat, moet u wellicht op een andere band overschakelen. Wanneer u een andere band kiest, zoekt de telefoon naar alle beschikbare netwerken. De telefoon wordt aangemeld bij een voorkeursnetwerk op de gekozen band. Bluetooth (Menu 9.6) Met dit menu kunt u de Bluetooth-functie activeren. Instellingen (Menu 9) Met de Bluetooth-functie kunt u de telefoon draadloos aansluiten op andere Bluetooth-apparaten en daar gegevens mee uitwisselen, handsfree bellen of de telefoon op afstand bedienen. Het bereik is maximaal 10 meter. Omdat de apparaten communiceren via radiogolven, hoeft u het andere Bluetooth-apparaat niet te kunnen zien. Menuopties • Bluetooth kunt u niet gebruiken wanneer u multimediafuncties zoals de voice recorder, camera of MP3-speler gebruikt en andersom. • Sommige apparaten zijn misschien niet compatibel met uw telefoon. De Bluetooth-functie instellen Het menu Bluetooth bevat de volgende opties: • Aanzetten: hiermee zet u de Bluetooth-functie aan of uit. • Mijn apparaten: hiermee zoekt u naar Bluetoothapparaten waarmee u verbinding kunt maken. • Zichtbaarheid van mijn telefoon: hiermee stelt u in dat andere Bluetooth-apparaten mogen zoeken naar uw telefoon. • Naam van mijn telefoon: hiermee wijst u een Bluetooth-apparaatnaam toe aan de telefoon. Deze naam wordt op andere apparaten weergegeven. • Veilige modus: hier geeft u aan of om een bevestiging moet worden gevraagd wanneer uw gegevens worden geopend via andere apparaten. • Bluetooth diensten: geeft de beschikbare Bluetooth-diensten weer. 87 Menuopties Zoeken naar een Bluetooth-apparaat en dit koppelen 1. Kies vanuit de Bluetooth-instellingsopties Mijn apparaten. 2. Kies Nieuw apparaat zoeken. Als u eerder naar apparaten hebt gezocht, worden de optie Meer apparaten en de apparaten waarnaar u eerder hebt gezocht, weergegeven. Kies Meer apparaten om nieuwe apparaten te zoeken. Als het zoeken is voltooid, wordt een lijst getoond met apparaten waarmee u verbinding kunt maken. De volgende symbolen geven aan om wat voor type apparaat het gaat: • Handsfree of • Mobiele telefoon headset • Computer • PDA • Printer • Onbekend De • • • 88 kleur van het symbool geeft de status aan: Grijs voor niet-gekoppelde apparaten Blauw voor gekoppelde apparaten Rood voor apparaten die momenteel verbinding hebben met uw telefoon 3. Selecteer een apparaat. 4. Geef een Bluetooth-PIN-code in en druk op <OK>. Deze code wordt slechts eenmaal gebruikt en u hoeft deze niet te onthouden. Als de eigenaar van het andere apparaat dezelfde code intoetst, zijn de apparaten gekoppeld. Sommige apparaten, met name headsets en handsfree carkits, hebben een vaste Bluetooth-PINcode, zoals 0000. Als het andere apparaat een code heeft, moet u deze invoeren. Apparaatopties gebruiken Druk in de lijst met items op <Opties> om de volgende opties weer te geven: De opties hangen af van het gekoppelde apparaat. • • • Verbinden/Verbinding verbreken: verbinding maken met het geselecteerde apparaat c.q. de verbinding verbreken. Bestanden doorzoeken: zoeken naar gegevens op het apparaat en deze in de telefoon importeren. Servicelijst: de beschikbare Bluetooth diensten voor het geselecteerde apparaat weergeven. • • Gegevens ontvangen via Bluetooth Als u gegevens wilt ontvangen via Bluetooth, moet de Bluetooth-functie op de telefoon ingeschakeld zijn. Beveiliging (Menu 9.7) Via dit menu kunt u de telefoon via verschillende toegangscodes voor uw telefoon en SIM-kaart beveiligen tegen ongeoorloofd gebruik. Als u driemaal achterelkaar een onjuiste PIN/PIN2code ingeeft, wordt de SIM-kaart geblokkeerd. U kunt deze blokkering opheffen door uw PUK/PUK2code in te voeren. Deze codes hebt u van uw provider ontvangen. Instellingen (Menu 9) Gegevens verzenden via Bluetooth 1. Activeer de Bluetooth-functie. 2. Selecteer de toepassing waarin het item is opgeslagen dat u wilt verzenden. 3. Ga naar het gewenste item en druk op <Opties>. 4. Kies Verzenden via ¤ Bluetooth. De telefoon zoekt naar apparaten en geeft een lijst met beschikbare apparaten weer. 5. Selecteer een apparaat. 6. Geef zonodig de Bluetooth-PIN-code in die vereist is voor het koppelen en druk op <OK>. Als een niet-toegestaan Bluetooth-apparaat gegevens naar uw telefoon zendt, verschijnt er een melding. Druk op <Ja> als u gegevens wilt ontvangen. Menuopties • Hernoemen: het apparaat hernoemen. Apparaat goedkeuren/Niet goedgekeurd apparaat: hier geeft u aan of de telefoon om toestemming moet vragen wanneer andere apparaten verbinding proberen te maken. Wissen: het selecteerde apparaat of alle apparaten uit de lijst verwijderen. PIN controle (Menu 9.7.1) Met de PIN-code (Persoonlijk Identificatie Nummer) van vier tot acht cijfers beveiligt u de SIM-kaart tegen ongeoorloofd gebruik. Als deze functie aan staat, moet u altijd uw PIN-code ingeven als u de telefoon aanzet. PIN wijzigen (Menu 9.7.2) Via dit menu kunt u de PIN-code wijzigen. U moet de functie PIN-controle hebben ingeschakeld om deze functie te kunnen gebruiken. 89 Menuopties Telefoonblokkering (Menu 9.7.3) Met deze functie vergrendelt u de telefoon zodat deze niet zonder uw toestemming gebruikt kan worden. Wanneer deze functie is ingeschakeld, moet u steeds als u de telefoon aanzet een wachtwoord van vier tot acht cijfers ingeven. Het wachtwoord is vooraf ingesteld op 00000000. Ga naar optie Wachtwoord wijzigen om dit te wijzigen. Wachtwoord wijzigen (Menu 9.7.4) Via dit menu kunt u het telefoonwachtwoord wijzigen. Het wachtwoord is vooraf ingesteld op 00000000. Privacy (Menu 9.7.5) Met dit menu kunt u uw media-inhoud, zoals MMS- en e-mailberichten, afbeeldingen, video’s, muziekbestanden en geluiden, blokkeren. 1. Selecteer met [ ] de te blokkeren items. 2. Druk op <Opslaan> om de items te blokkeren. 3. Geef het telefoonwachtwoord in en druk op <OK>. U kunt een geblokkeerd item alleen openen nadat u het telefoonwachtwoord heeft ingegeven. Dit is in de fabriek ingesteld op 00000000. 90 SIM blokkeren (Menu 9.7.6) Met de functie SIM blokkeren kunt u instellen dat uw telefoon alleen werkt met de huidige SIM-kaart door er een SIM-blokkeringscode aan toe te wijzen. U moet de blokkeringscode voor de SIM invoeren als u een andere SIM-kaart wilt gebruiken. FDN-modus (Menu 9.7.7) Als de SIM-kaart de FDN-modus (Fixed Dial Number) ondersteunt, kunt u uw uitgaande gesprekken beperken tot een bepaald aantal telefoonnummers. Wanneer deze functie is ingeschakeld, kunt u alleen bellen naar de telefoonnummers die op de SIM-kaart zijn opgeslagen.p. 33 U moet eerst uw PIN2-code invoeren. PIN2 wijzigen (Menu 9.7.8) Als uw SIM-kaart dit ondersteunt, kunt u met de functie PIN2 wijzigen uw huidige PIN2-code wijzigen. Geheugenstatus (Menu 9.8) Met dit menu kunt u controleren hoeveelheid geheugen in beslag wordt genomen door Berichten, Mijn bestanden, Agenda, Telefoonlijst en Java wereld. U kunt ook het gedeelde geheugen voor MMS- en e-mailberichten en Mijn bestanden nagaan. Reset instellingen (Menu 9.9) Met dit menu kunt u de telefoon-, display- en geluidsinstellingen afzonderlijk terugzetten. U kunt ook alle instellingen in de telefoon in één keer terugzetten. 1. Druk op [ ] om de categorieën instellingen te selecteren die u wilt terugzetten. 2. Druk op <Op nul> om de gemarkeerde items terug te zetten. 3. Druk op <Ja> om het terugzetten te bevestigen. 4. Geef het wachtwoord voor de telefoon in en druk op <OK>. Het wachtwoord is vooraf ingesteld op 00000000. Ga naar het menu Wachtwoord wijzigen om dit te wijzigen.p. 90 Problemen oplossen Hulp bij het oplossen van problemen Voer de volgende controles uit alvorens contact op te nemen met de klantenservice. Daarmee kunt u de kosten en de tijd van een onnodig gesprek voorkomen. Wanneer u de telefoon aanzet, kunnen de volgende boodschappen verschijnen: "SIM-kaart plaatsen" • Controleer of de SIM-kaart er goed inzit. "Telefoonblokkering" • De automatische blokkeerfunctie is ingeschakeld. U moet het wachtwoord van de telefoon ingeven voordat u de telefoon kunt gebruiken. "Geef PIN in" • U gebruikt uw telefoon voor het eerst. Geef de PIN code in die u bij de SIM-kaart hebt ontvangen. • De functie PIN controle staat aan. Iedere keer dat u de telefoon aanzet, moet u uw PIN code intoetsen. U kunt deze functie uitzetten via de optie PIN controle. 91 Problemen oplossen "Geef PUK in" • U hebt drie keer achter elkaar een onjuiste PIN code ingegeven, zodat de telefoon geblokkeerd is. Geef de PUK code in die u van uw GSM provider hebt ontvangen. Melding: “Geen netwerk,” “Netwerkfout,” of “Niet uitgevoerd” • De verbinding met het netwerk is verbroken. Misschien bevindt u zich op een locatie waar de ontvangst te zwak is. Ga naar een andere plaats en probeer het nog een keer. • U probeert een optie te gebruiken waarvoor u bij uw GSM provider geen abonnement hebt afgesloten. Neem contact op met uw provider voor meer informatie. U heeft een telefoonnummer ingegeven, maar er gebeurt niets • Heeft u op [ ] gedrukt? • Heeft u het juiste netwerk gekozen? • Misschien heeft u uitgaande gesprekken geblokkeerd. 92 U bent niet bereikbaar • Staat uw telefoon aan? (Heeft u [ ] ruim een seconde ingedrukt?) • Heef u het juiste netwerk gekozen? • Misschien heeft u inkomende oproepen geblokkeerd. De persoon met wie u belt hoort u niet • Staat de microfoon misschien uit? • Houdt u de telefoon dicht genoeg bij uw mond? De microfoon bevindt zich aan de onderkant van de telefoon. De telefoon gaat piepen en in het display knippert de melding **Batterij bijna leeg** • De batterij is bijna leeg. Laad de batterij op. Slechte ontvangst/geluidskwaliteit • Controleer in het display de signaalsterkte indicatie ( ). Het aantal balkjes geeft aan of het signaal sterk ( ) of zwak ( ) is. • Houd de telefoon in een iets andere stand of ga dichter bij een raam staan als u zich in een gebouw bevindt. Een in de telefoonlijst gekozen nummer wordt niet gebeld • Zoek de betreffende naam op in de telefoonlijst en kijk of het bijbehorende nummer klopt. • Sla het nummer zonodig opnieuw op. Kunt u met behulp van de bovengenoemde richtlijnen het probleem niet oplossen, zorg dan voor: • Het type en serienummer van uw telefoon. • Uw garantie-informatie. • Een goede beschrijving van het probleem. Neem vervolgens contact op met uw leverancier of het Samsung service center. Gezondheids- & veiligheidsinformatie SAR-informatie Dit type telefoon voldoet aan de eisen van de EU met betrekking tot de blootstelling aan radiogolven. Uw mobiele telefoon zendt en ontvangt radiosignalen. De telefoon is zodanig ontworpen en gefabriceerd dat daarbij de limieten die gelden voor de blootstelling aan radio-golven, zoals die zijn aanbevolen door de EU, niet worden overschreden. Deze limieten maken deel uit van uitgebrei-de richtlijnen waarin de toegestane niveaus voor radio-golven zijn vastgelegd. Deze richtlijnen zijn vastgesteld door onafhankelijke wetenschappelijke organisaties aan de hand van periodieke onderzoeken en evaluatie van wetenschappelijke onderzoeken. Bij deze limieten is sprake van een ruime veiligheidsmarge, zodat de veiligheid van iedereen, ongeacht de leeftijd of de gezondheid, gewaarborgd is. Voor de blootstellingsnorm voor mobiele telefoons wordt een meeteenheid gehanteerd die bekend staat onder de naam SAR (Specific Absorption Rate). De door de EU aanbevolen SAR limiet is vastgesteld op 2,0 W/kg.* De hoogste SAR-waarde die voor dit type telefoon 93 gemeten is, bedroeg 0.345 W/kg. Gezondheids- & veiligheidsinformatie De SAR tests worden uitgevoerd in voorgeschreven situaties waarbij de telefoon met het maximaal toegestane vermogen wordt gebruikt op alle geteste bandbreedtes. Hoewel de SAR is vastgesteld op basis van het maximaal toegestane vermogen, kan het werkelijke SAR niveau tijdens gebruik in ruime mate onder de maximumwaarde liggen. Dit komt omdat bij het ontwerp van de telefoon rekening is gehouden met meerdere vermogenniveaus, terwijl alleen het vermogen dat nodig is om het netwerk te bereiken wordt gebruikt. In het algemeen geldt dat hoe dichter u bij een basisstation van het netwerk bent, hoe lager het vermogen is. Voordat een nieuw type telefoon verkocht mag worden, moet aangetoond worden dat deze voldoet aan de Europese R&TTE Richtlijnen. Een van de belangrijkste eisen hiervan heeft betrekking op de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de gebruiker en andere personen. Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van batterijen • • • • • 94 * De SAR limiet voor normale mobiele telefoons is gemiddeld 2,0 W/Kg per 10 gram lichaamsweefsel. Bij deze limiet is, i.v.m. eventuele afwijkingen in de metingen, rekening gehouden met een ruime veiligheidsmarge, die de gebruikers extra veiligheid biedt. De SAR waarden kunnen variëren, afhanklelijk van landelijke eisen en de bandbreedte. Gebruik nooit batterijen of batterijladers die beschadigd zijn. Gebruik batterijen niet voor andere doeleinden dan waarvoor ze bedoeld zijn. Wanneer u de telefoon dicht bij een basisstation van het netwerk gebruikt, gebruikt hij minder stroom. De spreek- en standbytijden zijn sterk afhankelijk van de signaalsterkte en instellingen van het netwerk. De oplaadtijd van de batterij is afhankelijk van de resterende batterijlading en het gebruikte type batterij en oplader. De batterij kan honderden keren worden ontladen en opgeladen, maar na verloop van tijd gaat de kwaliteit van de batterij achteruit. Wordt de gebruikstijd aanmerkelijk korter, dan is het tijd om een nieuwe batterij te kopen. Een batterij die niet wordt gebruikt, ontlaadt zichzelf na verloop van tijd. • • • • Maak geen kortsluiting tussen de contacten van de batterij. Er kan kortsluiting ontstaan wanneer een metalen voorwerp (bijv. een paperclip of sleutel) direct contact maakt tussen de + en – polen van de batterij (metalen strips aan de achterzijde van de batterij). Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer u een reserve-batterij in uw zak of tas bewaart. Kortsluiting tussen de contacten kan de batterij (maar ook het voorwerp dat de kortsluiting veroorzaakt) beschadigen of vernielen. Lever oude batterijen in bij een innamepunt voor gebruikte batterijen. Laat ze altijd recyclen en gooi ze nooit bij het normale afval, laat staan in het vuur. Gezondheids- & veiligheidsinformatie • Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen en opladers. Gebruikt u de batterijlader niet, haal dan de stekker uit het stopcontact. Laat een batterij niet langer dan een week in de oplader zitten. Dit verkort de levensduur van de batterij. Extreem hoge en lage temperaturen hebben invloed op de capaciteit van uw batterij. Het kan nodig zijn de batterij eerst te laten afkoelen of op te warmen voor u met opladen begint. Leg de batterij nooit in een zeer warme of koude ruimte, bijvoorbeeld in de auto als het erg warm of koud is. Daardoor gaan de capaciteit en de levensduur achteruit. Probeer de batterij zoveel mogelijk op kamertemperatuur te houden. Het kan zijn dat uw telefoon met een zeer warme of koude batterij tijdelijk niet werkt, zelfs als de batterij volledig is opgeladen. Li-ion batterijen werken met name niet goed bij temperaturen onder de 0 °C. Verkeersveiligheid Uw mobiele telefoon biedt u de mogelijkheid bijna altijd en overal mondeling te communiceren. Deze mogelijkheid die de mobiele telefoon biedt gaat echter gepaard met een belangrijke verantwoordelijkheid, die iedere gebruiker serieus moet nemen. Als u de telefoon gebruikt terwijl u een voertuig bestuurt, dient u zich aan de regels te hou-den die daarvoor binnen het betreffende land gelden. 95 Gezondheids- & veiligheidsinformatie Gebruiksomgeving Houd u altijd aan de voorschriften voor mobiele telefoons op plaatsen waar deze gelden. Zet uw telefoon altijd uit op plaatsen waar het gebruik van mobiele telefoons verboden is, of als dit storingen in apparatuur kan veroorzaken of gevaar kan opleveren (zoals in een ziekenhuis). Wilt u de telefoon op een ander apparaat aansluiten, kijk dan eerst in de gebruiksaanwijzing hoe het met de veiligheidsvoorschriften zit. Sluit geen incompatibele producten op elkaar aan. Net als voor andere mobiele apparatuur die radiosignalen uitzendt, geldt dat u deze telefoon voor een juiste werking en uw persoonlijke veiligheid alleen in de normale stand mag gebruiken (tegen uw oor, waarbij de antenne over uw schouder wijst). Elektronische apparatuur De meeste moderne elektronische apparaten zijn afgeschermd tegen radiogolven. Het kan echter voorkomen dat bepaalde elektronische apparatuur niet afgeschermd is tegen signalen die uw mobiele telefoon uitzendt. Neem in dat geval contact op met de fabrikant voor een alternatieve oplossing. 96 Pacemakers Om interferentie met de pacemaker te voorkomen, adviseren fabrikanten van pacemakers tussen de telefoon en de pacemaker een afstand van minimaal 15 cm aan te houden. Deze aanbeveling stemt overeen met onafhankelijk onderzoek door en aanbevelingen van Wireless Technology Research. Heeft u het idee dat er toch sprake is van interferentie, zet uw telefoon dan onmiddellijk uit. Gehoorapparaten Bij sommige draadloze digitale telefoons is sprake van interferentie met bepaalde gehoorapparaten. Neem in dat geval contact op met de fabrikant van uw gehoorapparaat voor een andere oplossing. Andere medische apparatuur Gebruikt u een ander medisch apparaat of hulpmiddel, neem dan contact op met de fabrikant van dat apparaat om na te gaan of het afdoende beschermd is tegen radiosignalen. Eventueel kan uw huisarts of specialist u hierbij van dienst zijn. Zet uw telefoon altijd uit wanneer u zich in een ziekenhuis of andere medische instelling bevindt en aangegeven is dat het gebruik van een mobiele telefoon daar verboden is. Verbod op mobiel telefoneren Zet uw mobiele telefoon direct uit op plaatsen waar een verbod op mobiel telefoneren geldt. Zet uw telefoon altijd uit wanneer u in een omgeving bent waar met explosieven wordt gewerkt. Houd u aan alle ter plaatse gelden veiligheidsvoorschriften. Vonken kunnen in zo'n omgeving tot een ontploffing leiden, met lichamelijk letsel en zelfs de dood tot gevolg. Gebruik de telefoon niet bij een benzinestation. Zet uw telefoon altijd uit bij een tankstation. We wijzen u nogmaals op de noodzaak om u in brandstofdepots (opslag en distributie), chemische fabrieken en andere plaatsen waar met explosieve materialen wordt gewerkt altijd te houden aan de voorschriften en verboden voor het gebruik van radioapparatuur. Omgevingen en situaties waar kans bestaat op ontploffingen zijn niet altijd duidelijk aangegeven. Hiertoe behoren o.a. het benedendek van schepen, plaatsen waar overslag en opslag van chemicaliën plaatsvindt, voertuigen die rijden op LPG, plaatsen waar chemicaliën of kleine deeltjes in de lucht zitten, bijvoorbeeld graan, stof of metaalpoeder, en ieder ander gebied waar u normaalgesproken de motor van uw auto uit zou moeten zetten. Gezondheids- & veiligheidsinformatie Voertuigen Radiogolven kunnen invloed hebben op onjuist geïnstalleerde of niet voldoende afgeschermde elektronische systemen in motorvoertuigen. Ga dit na bij de fabrikant of dealer van de auto. U kunt ook de fabrikant of leverancier van de in uw auto geïnstalleerde apparatuur raadplegen. Omgeving waar explosiegevaar is 97 Gezondheids- & veiligheidsinformatie 98 Noodoproepen Overige belangrijke veiligheidsinformatie Deze telefoon maakt gebruik van radiosignalen, mobiele en vaste netwerken en voorgeprogrammeerde functies, waarbij er geen garantie is dat er onder alle omstandigheden verbinding mogelijk is. Vertrouw daarom in een noodgeval (bijvoorbeeld voor medische assistentie) nooit alleen op uw mobiele telefoon. Om te bellen of gebeld te kunnen worden, moet uw telefoon zijn ingeschakeld in een omgeving met voldoende signaalsterkte van een netwerk voor mobiele telefonie. Telefoneren in geval van nood is niet altijd mogelijk binnen alle mobiele netwerken of als bepaalde netwerkdiensten en functies van de telefoon in gebruik zijn. Ga dit eventueel na bij uw provider. Alarmnummer bellen: 1. Zet de telefoon aan. 2. Geef het alarmnummer in (112 of een ander officieel alarmnummer). Alarmnummers kunnen per land verschillen. 3. Druk op [ ]. Misschien moet u bepaalde functies, zoals blokkeren van oproepen, uitschakelen voordat u kunt bellen. Raadpleeg daarvoor deze gebruiksaanwijzing of neem contact op met uw provider. • • • • • • Alleen gekwalificeerde technici mogen de telefoon in een voertuig installeren of repareren. Onjuiste installatie of onderhoud kan gevaar opleveren en ertoe leiden dat de garantie op uw telefoon vervalt. Controleer ingebouwde telefoonapparatuur regelmatig op correcte montage en werking. Bewaar of vervoer licht ontvlambare vloeistoffen, gassen en ander brandbaar of explosief materiaal niet samen met de telefoon, onderdelen ervan of accessoires. Beschikt uw auto over een airbag, denk er dan aan dat deze met grote kracht wordt opgeblazen. Plaats boven en rondom het gedeelte waar de airbag terecht kan komen geen voorwerpen, dus ook geen vaste of draagbare draadloze apparatuur. Onjuist geplaatste draadloze apparatuur kan bij het opblazen van de airbag tot ernstig letsel leiden. Zet uw mobiele telefoon aan boord van een vliegtuig altijd uit. Het gebruik van mobiele telefoon in een vliegtuig is verboden en gevaarlijk omdat dit het luchtverkeer kan verstoren. Bij het overtreden van deze voorschriften kan u het gebruik van mobiele diensten worden ontzegd of u kunt strafrechtelijk worden vervolgd. Verzorging en onderhoud • • • • • • Zorg dat de telefoon niet valt of ergens tegen stoot. Door ruw met de telefoon om te gaan, kunnen de onderdelen in de telefoon beschadigen. Maak uw telefoon nooit schoon met bijtende schoonmaak- of oplosmiddelen. Gebruik alleen een in een mild sopje gedrenkte doek. Verf de telefoon niet. Door de verf kunnen de beweegbare delen van het toestel verstopt raken, wat ertoe kan leiden dat de telefoon niet meer goed werkt. Leg de telefoon niet in of op verwarmingsapparatuur, zoals een magnetron, een radiator van de verwarming of een kachel. De telefoon kan exploderen wanneer deze te heet wordt. Gebruik alleen de meegeleverde of een andere goedgekeurde antenne. Niet-goedgekeurde antennes, wijzigingen of toevoegingen daarop kunnen de telefoon beschadigen en ertoe leiden dat de telefoon niet meer voldoet aan de wettelijke eisen voor apparatuur die radiosignalen uitzendt. Als de telefoon, de batterijen, de oplader of een andere accessoire niet goed werkt, breng dit dan bij het dichtstbijzijnde geautoriseerde service center. Daar zorgt men voor technische ondersteuning en indien nodig voor deskundige reparatie. Gezondheids- & veiligheidsinformatie Uw telefoon is een kwaliteitsproduct dat met zorg behandeld moet worden. Als u zich aan onderstaande adviezen houdt, voldoet u aan de garantieverplichtingen en kunt u jarenlang plezier hebben van uw telefoon. • Houd de telefoon en toebehoren buiten het bereik van kleine kinderen. • Houd de telefoon droog. Regen, vocht en mineraalhoudende vloeistoffen tasten de elektronica aan. • Pak de telefoon nooit met natte handen vast. Dit kan een elektrische schok of schade aan de telefoon tot gevolg hebben. • Gebruik of bewaar de telefoon niet in een stoffige, vuile ruimte. De componenten kunnen daardoor beschadigen. • Bewaar uw telefoon niet op een plaats met extreem hoge temperaturen. Dit verkort de levensduur van de elektronica, beschadigt de batterijen en doet het plastic kromtrekken of smelten. • Bewaar uw telefoon niet op een koude plaats. Bij verplaatsing naar een warmere plaats kan er condens ontstaan die de elektronica aantast. 99 Index A ABC-stand, tekstinvoer • 23 Afdrukken agenda-items • 71 contact-informatie • 33 foto’s • 75, 76 visitekaartje • 36 Agenda • 68 actiepunt toevoegen • 70 andere items toevoegen • 70 verjaardag toevoegen • 69 Agenda-items toevoegen • 68 Alarm • 43 B Band kiezen • 86 Bandkeuze • 86 Batterij bijna leeg, symbool • 8 voorzorgsmaatregelen • 94 Beantwoorden oproep • 26 tweede oproep • 28 Belgroep 100 beheren • 35 maken • 34 Belsignaal berichten • 83 inkomende oproepen • 83 Berichten begroeting • 80 e-mail • 51 MMS • 49 SMS • 49 web • 54 Berichttoon • 83 Beveiliging, oproepen • 89 Blokkeren externe toetsen • 81 media-inhoud • 90 oproepen • 85 SIM-kaart • 90 telefoon • 90 Bluetooth instellingen • 87 ontvangen, gegevens • 89 verzenden, gegevens • 89 Browser, WAP • 46 C Calculator • 44 Camera foto’s • 72 opties • 73 video’s • 76 Conversie • 44 instelling • 90 FM-radio • 42 Foto’s bekijken • 75 maken • 72 opties • 75 wissen • 75 D G Display instellingen • 81 taal • 80 Doorschakelen, oproepen • 28, 84 Doorsturen e-mailberichten • 56 MMS-berichten • 54 E Eigen nummer • 36 E-mailberichten bekijken • 56 instelling • 61 maken/verzenden • 51 wissen • 56 F FDN-modus (Fixed Dial Number) FDN-lijst maken • 33 Geheugenstatus agenda-items • 68 gedownloade items • 68 spelletjes • 41 telefoonlijst • 36 Geluiden, gedownload • 67 Geluidsinstellingen • 83 Gemist alarm agenda-item • 72 Gemiste oproepen • 31 Gespreksduur • 31 Gesprekskosten • 32 Gezondheids- & veiligheidsinformatie • 93 H Helderheid stem, microfoon • 28 Herhalen automatisch • 81 handmatig • 25 I N JAVA wereld • 40 Namen invoeren • 23 zoeken • 32 Netwerk kiezen • 85 Netwerkband selecteren • 86 Noodoproepen • 98 Nummer herhalen • 81 Nummerweergave • 85 L O J Laatste nummer herhalen • 25 M Met elke toets antwoorden • 81 Mijn bestanden • 65 visitekaartje • 35 Minutenteller • 84 MMS-berichten bekijken • 52 instelling • 59 maken/verzenden • 49 wissen • 54 MP3-speler afspelen • 38 downloaden • 37 opties • 38 Multipartygesprekken • 29 Muziek, gedownload • 66 Ontvangen berichten e-mail • 56 Ontvangen oproepen • 31 Ontvangstbevestiging • 54 Opnemen video’s • 76 voice memo’s • 39 Oproepen beantwoorden • 26 blokkeren • 85 doorschakelen • 28, 84 in de wacht zetten • 27 nummer herhalen • 25 weigeren • 26 wisselgesprek • 85 Oproepenlijst gemist • 31 ontvangen • 31 uitgaand • 31 P PIN2-code wijzigen • 90 PIN-code, wijzigen • 89 Postvak IN, berichten e-mail • 56 MMS • 54 SMS • 53 Postvak UIT, berichten • 55 Privacy • 90 Problemen oplossen • 91 R Roaming • 85 S SIM-kaart blokkeren • 90 plaatsen • 7 SMS-berichten bekijken • 52 maken/verzenden • 49 wissen • 53 Snelkiezen • 35 Spelletjes • 40 Standaard MMS-bericht openen • 58 opslaan • 50 Standaardbericht MMS • 58 SMS • 58 Stille stand • 83 Stopwatch • 45 T Taal selecteren • 80 Tekens invoeren • 23 Tekst invoeren • 23 Tekstinvoerstand, wijzigen • 23 Telefonisch vergaderen • 29 Telefoon aan- en uitzetten • 8 blokkeren • 90 display • 10 instellingen terugzetten • 91 uitpakken • 6 verzorging en onderhoud • 99 wachtwoord • 90 Telefoonlijst beheren • 36 kopiëren • 33 opties • 33 snelkiezen • 35 wijzigen • 33 wissen • 36 Index In- en uitschakelen microfoon • 28 telefoon • 8 Infoberichten • 64 Internationaal bellen • 25 101 Index Terugzetten, telefooninstellingen • 91 Timer • 45 Toetstonen aan-, uitzetten/ verzenden • 29 selecteren • 83 Toetsvolume • 83 Toon bericht • 83 in-/uitschakelen • 83 klepje • 83 minutenteller • 84 toetsen • 83 verbinding • 84 Toon bij in-/uitschakelen • 83 U Uitgaande oproepen • 31 Uitzetten microfoon • 28 toetstonen • 29 V 102 Veiligheid informatie • 93 Verbindingstoon • 84 Verkeersveiligheid • 95 Verlichtingstijd instellen • 82 Verzonden berichten • 55 Video’s afspelen • 79 opnemen • 76 wissen • 79 Voice memo’s afspelen • 40 opnemen • 39 Voice recorder • 39 Voicemailserver verbinden • 86 wijzigen • 86 W Wachtstand, gesprek • 27 Wachtwoord oproepen blokkeren • 85 telefoon • 90 wijzigen • 90 WAP-browser buffer leegmaken • 47 favorieten • 47 openen • 46 Welkomtekst • 80 Wereldtijd • 43 Wisselgesprek • 85 Wissen agenda-items • 71 berichten • 53 e-mailberichten • 56 foto’s • 75 gemiste alarms • 72 oproepenlijst • 31 telefoonlijst • 36 videoclips • 79 Conformiteitsverklaring (R&TTE) GSM900/GSM1800/GSM1900 Het volgende product: Mobiele telefoon (productnaam) SGH-E730 (modelnummer) Samsung Electronics Co., Ltd, 94-1, Imsu-Dong, Gumi City, Kyung-Buk, Korea, 730-350 Gefabriceerd door: (naam/adres fabriek*) : EN 60950-1:2001 waaraan deze verklaring refereert voldoet aan de volgende standaards en/of andere normdocumenten. Veiligheid : EN 301 489-01 v1.3.1 (09-2001) EN 301 489-07 v1.2.1 (08-2002) EMC : EN 50360:2001 EN 301 489-17 v1.2.1 (08-2002) SAR : EN 301 511 v9.0.2 (03-2003) EN 300 328- v1.4.1 (04-2003) EN 50361:2001 Netwerk Hierbij verklaren wij dat [alle essentiële radiotestseries zijn uitgevoerd en dat] het hierboven genoemde product voldoet aan alle essentiële eisen van richtlijn 1999/5/EC. De conformiteitvaststellingsprocedure waraan Artikel 10 refereert en die gedetailleerd behandeld wordt in Annex [IV] van richtlijn 1999/5/EC is opgevolgd waarbij de volgende in te lichten instantie(s) betrokken is/zijn geweest: BABT, Balfour House, Churchfield Road, Walton-on-Thames, Surrey, KT12 2TD, UK Herkenningsteken: 0168 Samsung Electronics Euro QA Lab. De technische documentatie wordt beheerd door: en zal op aanvraag ter beschikking worden gesteld. (Vertegenwoordiger in de EU) Yong-Sang Park / S. Manager (naam en handtekening geauthoriseerd persoon) Samsung Electronics Euro QA Lab. Blackbushe Business Park, Saxony Way, Yateley, Hampshire, GU46 6GG, UK 2005-04-27 (plaats en datum uitgifte) * Dit is niet het adres van een Samsung Service Centre. Zie voor het adres of telefoonnummer van het Samsung Service Centre de garantiekaart of neem contact op met de winkel waar u de telefoon heeft gekocht.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106

Samsung SGH-E730 Handleiding

Categorie
Mobieltjes
Type
Handleiding