Documenttranscriptie
SyncMaster 400TS-3, 460TS-3
LCD-scherm
Gebruikershandleidingen
De kleur en het uiterlijk kunnen afwijken, afhankelijk van het product. Ook kunnen de specificaties
zonder voorafgaand bericht worden gewijzigd om
de prestaties te verbeteren.
Veiligheidsinstructies
Symbolen
Opmerking
U moet deze veiligheidsvoorschriften volgen om te voorkomen dat u risico loopt en het apparaat beschadigd raakt.
Lees de instructies zorgvuldig en gebruik het product op de juiste manier.
Waarschuwing / Voorzichtig
Het niet opvolgen van de aanwijzingen die dit symbool aanduidt kan
resulteren in persoonlijk letsel of schade aan de apparatuur.
Opmerking
Verboden
Op ieder moment belangrijk
om te lezen en begrijpen
Niet demonteren
Haal de stekker uit het stopcontact
Niet aanraken
Geaard om een elektrische
schok te voorkomen
Voeding
Als uw computer gedurende langere tijd niet gebruikt wordt, stel hem dan
in op DPM.
Als u een schermbeveiliging gebruikt, stelt u deze in op de actieve
schermmodus.
De afbeeldingen zijn alleen ter referentie, en mogelijk niet in alle gevallen
(of landen) van toepassing.
Snelkoppeling naar instructies ter voorkoming van scherminbranding
Gebruik geen beschadigde voedingskabel of stekker, of een
beschadigd of loszittend stopcontact.
•
Dit zou een elektrische schok of brand kunnen veroorzaken.
Raak de stekker bij het aansluiten of verwijderen niet met natte
handen aan.
•
Dit zou een elektrische schok kunnen veroorzaken.
Sluit de stekker aan op een geaard stopcontact.
•
Anders zou u een elektrische schok of persoonlijk letsel kunnen veroorzaken.
Veiligheidsinstructies
Controleer of de stekker goed en stevig in het stopcontact zit.
•
Dit kan brand veroorzaken.
Buig de voedingskabel niet, trek er niet aan en plaats er geen
zware spullen op.
•
Dit kan brand veroorzaken.
Sluit niet meerdere apparaten aan op hetzelfde stopcontact.
•
Hierdoor kan, door oververhitting, brand ontstaan.
Verwijder het netsnoer niet tijdens het gebruik van het product.
•
Dit kan een elektrische schok veroorzaken waardoor het product beschadigd kan raken.
De stekker moet uit het stopcontact worden gehaald om het
apparaat te ontkoppelen. De stekker moet daarom goed bereikbaar zijn.
•
Anders kan dit een elektrische schok of brand veroorzaken.
Gebruik alleen het door ons bedrijf geleverde netsnoer. Gebruik
geen netsnoeren die bij een ander product horen.
•
Dit zou brand of een elektrische schok kunnen veroorzaken.
Steek de stekker in een stopcontact waar u makkelijk bij kunt.
•
Wanneer er een probleem is met het product, moet u de stekker uit het stopcontact trekken om de stroom volledig af te
sluiten. U kunt de stroom niet volledig afsluiten met de aan/
uitknop op het product.
Installatie
Neem contact op met een geautoriseerd Servicecentrum als u de monitor
installeert in een omgeving waar veel stof, hoge of lage temperaturen of
hoge vochtigheid voorkomt, op een plaats waar gewerkt wordt met chemische oplossingen of waar de monitor 24 uur per dag in werking is, zoals
een vliegveld of treinstation.
Als u dit niet doet, kan er schade aan het apparaat ontstaan.
Zorg dat u het apparaat met minimaal twee personen optilt en
verplaatst.
•
Het apparaat zou kunnen vallen, wat zou kunnen leiden tot
persoonlijk letsel en/of beschadiging van het product.
Als u het product in een kast of op een rek plaatst, moet u ervoor
zorgen dat de voorzijde van de onderkant van het product niet
uitsteekt.
•
Anders kan het product vallen of persoonlijk letsel veroorzaken.
Veiligheidsinstructies
•
Zorg dat de kast of het rek groot genoeg is voor het product.
PLAATS GEEN KAARSEN, INSECTENWERENDE MIDDELEN, SIGARETTEN OF VERWARMINGSAPPARATUUR IN DE
BUURT VAN HET PRODUCT.
•
Dit kan brand veroorzaken.
Houd verwarmingsapparatuur zo veel mogelijk uit de buurt van
de voedingskabel en het product.
•
Dit zou een elektrische schok of brand kunnen veroorzaken.
Plaats het apparaat niet op een slecht geventileerde plaats,
zoals in een boekenkast.
•
Dit zou kunnen resulteren in brand door oververhitting.
Wees voorzichtig bij het neerzetten van het product.
•
Dit kan schade aan het beeldscherm veroorzaken.
Plaats de voorzijde van het product niet op de vloer.
•
Dit kan schade aan het beeldscherm veroorzaken.
De muurbevestiging moet worden gemonteerd door een geautoriseerd installatiebedrijf.
•
Anders kan het product vallen en persoonlijk letsel veroorzaken.
•
Gebruik de aangegeven muurbevestiging.
Installeer het product op een goed geventileerde plaats. Er moet
minimaal 4 inch (10 cm) ruimte tussen het product en de muur zijn.
•
Anders zou er brand kunnen ontstaan als gevolg van oververhitting.
Buig de buitenantenne naar beneden op de plek waar deze
binnenkomt zodat er geen regenwater in stroomt.
•
Als er regenwater in het product komt, kan dit een elektrische
schok of brand veroorzaken.
Plaats de antenne ver uit de buurt van hoogspanningskabels.
•
Als de antenne een hoogspanningskabel aanraakt, kan een
elektrische schok of brand ontstaan.
Houd het verpakkingsmateriaal buiten bereik van kinderen.
•
Kinderen kunnen letsel oplopen (stikken) als ze hiermee spelen.
Veiligheidsinstructies
Steun niet op de standaard en plaats geen voorwerpen op de
standaard wanneer u de hoogte van de monitor verstelt.
•
Dit kan schade aan het product of persoonlijk letsel veroorzaken.
Schoonmaken
U kunt de monitor en het oppervlak van de TFT-LCD afnemen met een
zachte, iets vochtige doek.
Spuit geen reinigingsmiddelen rechtstreeks op het oppervlak
van het product.
•
Dit kan verkleuringen en vervaging van de structuur veroorzaken. Ook kan het oppervlak van het scherm losraken.
Gebruik voor het reinigen van de stekkers en het stopcontact
een droge doek.
•
Anders kan er brand ontstaan.
Haal voor het reinigen van het product de stekker uit het stopcontact.
•
Anders kan er een elektrische schok of brand ontstaan.
Haal voor het reinigen van het product eerst de stekker uit het
stopcontact en reinig het met een zachte, droge doek.
•
(Gebruik geen chemische middelen zoals was, benzeen, alcohol, verdunningsmiddelen, insectenwerende middelen,
smeermiddelen of reinigingsmiddelen.) Hierdoor kan het uiterlijk van het oppervlak worden aangetast en kunnen de indicatielabels op het product losraken.
De behuizing van het product is gevoelig voor krassen. Gebruik
daarom alleen het soort doek dat wordt voorgeschreven.
Spuit bij het reinigen van het product geen water rechtstreeks
op de behuizing.
•
Zorg ervoor dat er geen water in het product loopt en dat het
product niet nat wordt.
•
Dit zou een elektrische schok of brand kunnen veroorzaken.
Overig
Dit product werkt op hoge spanning. Demonteer, repareer of
bewerk het product niet zelf.
•
Dit zou een elektrische schok of brand kunnen veroorzaken.
Neem contact op met een servicecentrum als het product gerepareerd moet worden.
Veiligheidsinstructies
Als er een vreemde geur, een vreemd geluid of rook uit het
product komt, moet u direct de stekker uit het stopcontact halen
en contact opnemen met een Servicecentrum.
•
Dit zou een elektrische schok of brand kunnen veroorzaken.
Stel het product niet bloot aan vocht, stof, rook of water en installeer het niet in een auto.
•
Dit zou een elektrische schok of brand kunnen veroorzaken.
Als u het product laat vallen of als de behuizing kapot gaat, moet
u het product uitschakelen en de stekker uit het stopcontact halen.
Neem contact op met een Servicecentrum.
•
Dit zou een elektrische schok of brand kunnen veroorzaken.
Raak bij onweer het netsnoer en de antennekabel niet aan.
•
Dit zou een elektrische schok of brand kunnen veroorzaken.
Probeer het beeldscherm niet te verplaatsen door enkel aan het
snoer of de signaalkabel te trekken.
•
Anders kan het product vallen, wat schade aan de kabel kan
veroorzaken waardoor een elektrische schok, schade aan het
product of brand kan ontstaan.
U kunt het product niet optillen of verplaatsen door alleen het
netsnoer of de signaalkabels vast te houden.
•
Anders kan het product vallen, wat schade aan de kabel kan
veroorzaken waardoor een elektrische schok, schade aan het
product of brand kan ontstaan.
Voorkom dat de ventilatieopening wordt geblokkeerd door een
tafel of gordijn.
•
Anders zou er brand kunnen ontstaan als gevolg van oververhitting.
Plaats geen voorwerpen die water bevatten, vazen, bloempotten, geneesmiddelen of metalen voorwerpen op het product.
•
Als er water of vreemde voorwerpen in het product terechtkomen, moet u de stekker uit het stopcontact halen en contact
opnemen met een Servicecentrum.
•
Dit kan een defect, elektrische schok of brand veroorzaken.
Gebruik of bewaar geen brandbare sprays of licht ontvlambare
materialen in de buurt van het product.
•
Dit zou een explosie of brand kunnen veroorzaken.
Steek geen metalen voorwerpen, zoals pennen, munten, naalden en draad, of licht ontvlambare voorwerpen als lucifers of
papier in het product (bijvoorbeeld via de ventilatieopeningen, ingangen en uitgangen).
Veiligheidsinstructies
•
Als er water of vreemde voorwerpen in het product terechtkomen, moet u de stekker uit het stopcontact halen en contact
opnemen met een Servicecentrum.
•
Dit zou een elektrische schok of brand kunnen veroorzaken.
Als een stilstaand beeld lang wordt weergegeven, kan een nabeeld of vlek ontstaan.
•
Zet het product in de slaapstand of gebruik een bewegende
schermbeveiliging als u het product langere tijd niet gebruikt.
Stel een resolutie en frequentie in die geschikt zijn voor het
product.
•
Anders kan schade aan uw ogen ontstaan.
Zet bij het gebruik van een koptelefoon het volume niet te hard.
•
Dit kan uw gehoor beschadigen.
Ga niet te dicht bij het product zitten om vermoeide ogen te
voorkomen.
Neem minimaal vijf (5) minuten pauze nadat u de monitor één
(1) uur hebt gebruikt.
Hiermee voorkomt u dat uw ogen vermoeid raken.
Installeer het product niet op een instabiele plaats als een instabiel rek of een onregelmatig oppervlak of op een plaats die
blootstaat aan trillingen.
•
Het apparaat zou kunnen vallen, wat zou kunnen leiden tot
persoonlijk letsel en/of beschadiging van het product.
•
Als u het product gebruikt op een plaats die blootstaat aan trillingen, kan het product beschadigd raken, wat brand tot gevolg
kan hebben.
Schakel het product voordat u het gaat verplaatsen uit en haal
de stekker uit het stopcontact. Ontkoppel ook de antennekabel en
alle andere kabels die op het product zijn aangesloten.
•
Anders kan er een elektrische schok of brand ontstaan.
Voorkom dat kinderen aan het product gaan hangen of erop
klimmen.
•
Het product kan namelijk vallen, wat persoonlijk letsel of zelfs
de dood tot gevolg kan hebben.
Haal de stekker uit het stopcontact als u het product gedurende
langere tijd niet gebruikt.
•
Anders kan het product oververhit raken of ontbranden als gevolg van stofophoping. Ook kan als gevolg van een elektrische
schok of lekkage brand ontstaan.
Veiligheidsinstructies
Plaats geen zware voorwerpen, speelgoed of lekkernijen (bijvoorbeeld koekjes) op het product die de aandacht van kinderen
kunnen trekken.
•
Uw kinderen kunnen aan het product gaan hangen waardoor
het kan vallen, wat persoonlijk letsel of zelfs de dood tot gevolg
kan hebben.
Voorkom dat kinderen de batterij in hun mond stoppen als deze
uit de afstandsbediening wordt gehaald. Houd de batterij buiten
bereik van kinderen.
•
Neem direct contact op met uw arts als een kind een batterij in
zijn mond heeft gestopt.
Let bij het vervangen van de batterij op de juiste polariteit (+, -).
•
Anders kan de batterij beschadigd raken of brand, persoonlijk
letsel of schade veroorzaken als gevolg van lekkage van batterijvloeistof.
Gebruik alleen de aangegeven standaardbatterijen en gebruik
nooit tegelijkertijd een nieuwe en een gebruikte batterij.
•
Anders kunnen de batterijen beschadigd raken of brand, persoonlijk letsel of schade veroorzaken als gevolg van lekkage
van batterijvloeistof.
Batterijen (oplaadbaar en niet oplaadbaar) zijn geen standaard
afval en dienen ter recycling te worden aangeboden. Als verbruiker is de klant verantwoordelijk voor het op de juiste manier retourneren van gebruikte of oplaadbare batterijen.
•
De klant kan gebruikte of oplaadbare batterijen afgeven bij het
dichtstbijzijnde gemeentelijke afvaldepot of bij een winkel die
eenzelfde type batterijen verkoopt.
Plaats het product niet in direct zonlicht of in de buurt van
warmtebronnen zoals open vuur of een kachel.
•
Dit kan de levensduur van het product verkorten en brand tot
gevolg hebben.
Laat geen voorwerpen op het product vallen en oefen geen druk
uit op het product.
•
Dit zou een elektrische schok of brand kunnen veroorzaken.
Gebruik geen luchtbevochtiger in de buurt van het product.
•
Dit zou een elektrische schok of brand kunnen veroorzaken.
Raak in geval van een gaslek het product en de stekker niet
aan; zorg meteen voor ventilatie.
•
Een vonk kan een explosie of brand veroorzaken.
Als het product gedurende lange tijd ingeschakeld is, wordt het
beeldscherm heet. Raak het niet aan.
Veiligheidsinstructies
Houd de kleine accessoires buiten bereik van kinderen.
Wees voorzichtig bij het instellen van de hoek van het product
of de hoogte van de voet.
•
Uw hand of vingers kunnen klem raken.
•
Als u het product te ver kantelt, kan het vallen en persoonlijk
letsel veroorzaken.
Plaats het product niet op een plaats waar kinderen er gemakkelijk bij kunnen.
•
Anders kan het product vallen en persoonlijk letsel veroorzaken.
•
Het voorste deel ven het product is zwaar. Plaats het product
daarom op een vlakke en stabiele ondergrond.
Plaats geen zware voorwerpen op het product.
•
Dit kan persoonlijk letsel en/of schade aan het product veroorzaken.
Inleiding
Inhoud van de verpakking
De inhoud van de doos controleren
Verwijder het slot van de doos zoals wordt weergegeven in de bovenstaande afbeelding.
Til de doos op en houd Controleer de inhoud van Verwijder het piepschuim
deze vast aan de openinde doos.
en de beschermingslaag.
gen aan weerszijden van
de doos.
Opmerking
•
Nadat de doos is uitgepakt, dient u de inhoud te controleren.
•
Bewaar het verpakkingsmateriaal voor het geval dat u het product later wilt verplaatsen.
•
Neem contact op met uw verkoper als er onderdelen ontbreken.
•
Neem contact op met een plaatselijke leverancier voor de aanschaf van optionele onderdelen.
Uitpakken
LCD-scherm
Inleiding
Handleidingen
Handleiding voor snelle installatie
Garantiekaart
Gebruikershandleiding
(Niet op alle locaties verkrijgbaar)
Kabels
Netsnoer
D-Sub-kabel
Afstandsbediening
Batterijen (AAA x 2)
(BP59-00138B)
(Niet op alle locaties verkrijgbaar)
USB-kabel
Overig
Apart verkrijgbaar
Semi Stand-montageset
LAN-kabel
RGB-naar-BNC-kabel
RGB-naar-Componentkabel
NetWork-module
Inleiding
Apart verkrijgbaar
Wandmontageset
Tv-tunermodule
RS232C-kabel
Opmerking
•
De accessoires die voor product kunnen worden aangeschaft, verschillen per land.
Uw LCD-scherm
De kleur en het uiterlijk kunnen afwijken, afhankelijk van het product. Ook kunnen de specificaties zonder voorafgaand bericht worden gewijzigd om de prestaties te verbeteren.
Voorkant
MENU-knop [MENU]
Het schermmenu openen en sluiten. U kunt hiermee ook het schermmenu
afsluiten of terugkeren naar het vorige menu.
Navigatieknoppen (omhoog/omlaag)
Sprint van de ene menuoptie naar de andere in verticale richting of wijzigt
de geselecteerde menuwaarden.
Instelknoppen (naar links/naar rechts)/volumeknoppen
Sprint van de ene menuoptie naar de andere in horizontale richting of wijzigt de geselecteerde menuwaarden. Wanneer de OSD niet wordt weergegeven, past u het volume aan door op de knop te drukken.
ENTER-knop [ENTER]
Activeert een gemarkeerd menu-item.
SOURCE-knop [SOURCE]
Hiermee schakelt u tussen de PC- en Videomodus. Hiermee wordt de invoerbron geselecteerd waarop een extern apparaat is aangesloten.
[PC] → [DVI] → [AV] → [Component] → [HDMI1] → [HDMI2] → [DisplayPort] → [MagicInfo] → [TV]
Opmerking
•
De [RGB/COMPONENT IN]-poort is compatibel met het RGB-signaal
(PC) en componentsignaal.
Inleiding
Het beeld kan echter abnormaal worden weergegeven als het invoersignaal van het aangesloten externe apparaat anders is dan het geselecteerde videosignaal.
•
MagicInfo kan alleen worden ingeschakeld wanneer er een netwerkmodule is aangesloten.
•
Er moet een TV-tunermodule (niet meegeleverd) worden aangesloten
om de TV te kunnen gebruiken.
D.MENU-toets
Opent het schermmenu D.MENU.
Opmerking
Wanneer er een tv-tuner is aangesloten, is de knop D.MENU geactiveerd,
en anders is de knop PIP ingeschakeld.
PIP-toets
Druk op de toets PIP om het PIP-scherm in of uit te schakelen.
Aan/uit-knop [
]
Gebruik deze knop om het LCD-scherm in en uit te schakelen.
Brightness Sensor
Detecteert automatisch de helderheid van de omgeving.
Controlelampje stroom
Wanneer deze groen knippert, is de modus PowerSaver ingeschakeld.
Opmerking
Zie het gedeelte PowerSaver in de handleiding voor meer informatie over
energiebesparingsfuncties. Om energie te besparen, kunt u het beste het
LCD-scherm uitschakelen wanneer u dit gedurende langere tijd niet gebruikt.
Sensor van afstandsbediening
Richt de afstandsbediening op deze plek op het LCD-scherm.
Achterkant
Opmerking
Zie het gedeelte "Verbindingen" voor meer informatie over kabelverbindingen. De configuratie aan de achterkant van het LCD-scherm kan enigszins afwijken. Dit is afhankelijk van
het model LCD-scherm.
Inleiding
POWER S/W ON [ I ] / OFF
Hiermee schakelt u LCD-scherm in of uit.
POWER
Het netsnoer moet worden aangesloten op
het LCD-scherm en het stopcontact.
TOUCH SCREEN USB HUB
Aansluiten op een netwerkmodule (afzonderlijk verkrijgbaar) of computer om het aanraakscherm te gebruiken.
Als u het aanraakscherm wilt gebruiken,
moet u het aanraakschermstuurprogramma
installeren.
RGB/COMPONENT IN (PC/COMPONENT-aansluiting (ingang))
•
Verbind de [RGB/COMPONENT IN]poort van het beeldscherm via de D-SUBkabel met de RGB-poort van de pc.
•
Verbind de [RGB/COMPONENT IN]poort van het beeldscherm met de COMPONENT-poort op het externe apparaat
via de RGB-naar-COMPONENT-kabel.
•
Verbind de [RGB/COMPONENT IN]poort van het beeldscherm via de RGBnaar-BNC-kabel met de BNC-poort van
de pc.
DVI IN (Videoaansluiting voor PC)
Inleiding
Verbind de [DVI IN]-poort van het beeldscherm via de DVI-kabel met de DVI-poort
van de pc.
RGB/DVI/DP/HDMI AUDIO IN (PC/DVI/
HDMI-aansluitingen voor geluidsverbindingen (ingang))
Sluit de [RGB/DVI/DP/HDMI AUDIO IN]aansluiting van de monitor en de luidsprekeraansluiting van de geluidskaart van de
computer aan met een stereokabel (apart
verkrijgbaar).
DP IN
Ontvangt een signaal van de poort op het
beeldscherm.
Sluit een DP-kabel aan op [DP IN] op het
product en op DP IN op een ander beeldscherm.
L]
AV/COMPONENT AUDIO IN [R-AUDIO-
Verbind de [AV/COMPONENT AUDIO IN [RAUDIO-L]]-port van het beeldscherm door
middel van een audiokabel met de audio-uitgang van de pc.
AV IN
Verbind de aansluiting [AV IN] van uw monitor door middel van een VIDEO-kabel met
de video-uitgang van het externe apparaat.
AUDIO OUT
Sluit een hoofdtelefoon of een externe luidspreker aan.
DC OUT
Zorg ervoor dat de [DC OUT]-aansluiting is
aangesloten op de geautoriseerde tv-tunermodule [SBB_DTC/ZA].
Anders kan het product schade
oplopen.
HDMI IN 1
•
Sluit de [HDMI IN 1-aansluiting op de
achterkant van uw LCD-scherm aan op
de HDMI-aansluiting op het digitale uit-
Inleiding
voerapparaat door middel van een HDMI
-kabel.
•
Tot HDMI 1.3 kan worden ondersteund.
Opmerking
•
Een normaal extern apparaat (dvd-speler, camcorder, enzovoort) of een tv-tunermodule kan worden aangesloten op
de [HDMI IN 1]-ingang.
•
Als u een tv-tunermodule wilt gebruiken,
moet u deze aansluiten op de [HDMI IN
1]-ingang.
HDMI IN 2 (MAGICINFO)
•
Sluit de [HDMI IN 2 (MAGICINFO)-aansluiting op de achterkant van uw LCDscherm aan op de HDMI-aansluiting op
het digitale uitvoerapparaat door middel
van een HDMI -kabel.
•
Tot HDMI 1.3 kan worden ondersteund.
Opmerking
Als u MagicInfo wilt gebruiken, moet de door
Samsung voorgeschreven netwerkmodule in
het product zijn geïnstalleerd en moet de
MagicInfo-uitgang van de netwerkmodule
worden aangesloten op de [HDMI IN 2
(MAGICINFO)]-ingang.
Neem contact op met Samsung Electronics
voor meer informatie over het aanschaffen
en installeren van een netwerkmodule.
RJ 45 MDC (MDC PORT)
MDC (Multiple Display Control)-programmapoort
Sluit de LAN-kabel aan op de [RJ45 MDC]poort op het product en de LAN-poort op de
pc. Als u een MDC wilt gebruiken, moet het
MDC-programma op de pc zijn geïnstalleerd.
Opmerking
Ga naar Multi Control en selecteer RJ45
MDC bij MDC Connection.
RS232C OUT/IN (RS232C seriële poort)
MDC (Multiple Display Control)-programmapoort
Inleiding
Sluit een seriële kabel (cross-type) aan op de
[RS232C]-poort op het product en de
RS232C-poort op de pc. Als u een MDC wilt
gebruiken, moet het MDC-programma op de
pc zijn geïnstalleerd.
Opmerking
Ga naar Multi Control en selecteer RS232C
MDC bij MDC Connection.
Kensington Lock slot
Een Kensington-slot is een antidiefstalvoorziening waarmee gebruikers het product
kunnen vergrendelen zodat het veilig op
openbare plaatsen kan worden gebruikt.
Aangezien de vorm en het gebruik van de
vergrendeling kunnen verschillen, afhankelijk van model en fabrikant, raadpleegt u voor
meer informatie de gebruikershandleiding bij
het vergrendelingsapparaat.
Opmerking
Het Kensington-slot moet apart worden aangeschaft.
Volg de volgende stappen om het
product vast te zetten:
1.
Wind de Kensington-slotkabel rond een
groot, stilstaand object zoals een bureau of stoel.
2.
Schuif het einde van de kabel met het
slot eraan door het luseinde van de Kensington-slotkabel.
3.
Steek het Kensington-slot in de beveiligingssleuf ( ) aan de achterkant van
het beeldscherm.
4.
Sluit het slot (
).
Opmerking
•
Dit zijn algemene instructies. Voor precieze instructies raadpleegt u de handleiding bij het slot.
•
U kunt het vergrendelingsapparaat aanschaffen in elektronicawinkels, onlinewinkels of ons servicecentrum.
Een netwerkmodule aansluiten (wordt afzonderlijk verkocht)
Inleiding
RGB OUT
MagicInfo video-uitgangspoort
MAGICINFO OUT
Sluit een DP-naar- HDMI-kabel aan tussen
deze uitgang en de [HDMI IN 2 (MAGICINFO)]-terminal om deze functie te gebruiken.
LAN (Aansluiting voor LAN)
Voor aansluiting van een netwerkkabel om
internet- en netwerktoegang in de modus
MagicInfo mogelijk te maken.
Een netwerkmodule aansluiten (wordt afzonderlijk verkocht)
USB (Aansluiting voor USB)
Compatibel met toetsenbord/muis, opslagapparatuur met grote capaciteit
AUDIO OUT
Sluit een hoofdtelefoon of een externe luidspreker aan.
RS232C (RS232C seriële poort)
Seriële poort
Een netwerkmodule aansluiten (wordt afzonderlijk verkocht)
AAN/UIT
Gebruik een verlengkabel om de [POWER]aansluiting van het product te verbinden met
de [POWER]-aansluiting van de monitor.
AAN/UIT
Wordt via het netsnoer aangesloten op een
stopcontact.
POWER S/W ON [ I ] / OFF
Hiermee schakelt u de netwerkmodule in en
uit.
Opmerking
•
Zie het gedeelte "Verbindingen" voor meer informatie over kabelverbindingen.
•
De aan/uit-schakelaar van zowel de monitor als de netwerkmodule moet zijn ingeschakeld
voor een normale werking van de netwerkmodule.
Inleiding
Afstandsbediening
Opmerking
De prestaties van de afstandsbediening worden mogelijk beïnvloed door een tv of ander
elektronisch apparaat dat actief is in de buurt van het LCD-scherm. Hierdoor kan de frequentie van de afstandsbediening worden gestoord.
POWER
OFF
Cijfertoetsen
DEL
/ GUIDE-knop
+ VOL SOURCE
D.MENU
TOOLS
Toetsen omhoog-omlaag, naar links-naar
rechts
INFO
De kleurtoetsen en de selectietoetsen PC/
DVI/HDMI/DP .
TTX/MIX
MTS/DUAL
ENTER/PRE-CH
MUTE
CH/P
TV
MENU
RETURN
EXIT
MagicInfo
POWER
Hiermee schakelt u het product in.
OFF
Hiermee schakelt u het product uit.
Cijfertoetsen
Wordt gebruikt om het wachtwoord op te geven tijdens de
aanpassing van de OSD of bij gebruik van MagicInfo.
Druk hierop om het kanaal te wijzigen.
DEL
/ GUIDE-knop
De knop "-" dient als selectieknop voor digitale kanalen.
Elektronische programmagids (EPG) weergeven
Inleiding
Opmerking
Deze toets kan alleen in de tv-modus worden gebruikt wanneer er een tv-tunermodule (afzonderlijk verkrijgbaar) is
aangesloten.
Past het geluidsniveau aan.
+ VOL SOURCE
Selecteert een aangesloten externe ingangsbron of de
modus MagicInfo.
Druk op de knop om de bron van het ingangssignaal
SOURCE te veranderen.
U mag SOURCE alleen veranderen voor externe apparaten
die op dat moment op het LCD-scherm zijn aangesloten.
D.MENU
DTV-menu weergeven
Opmerking
Deze toets kan alleen in de tv-modus worden gebruikt wanneer er een tv-tunermodule (afzonderlijk verkrijgbaar) is
aangesloten.
TOOLS
Hiermee kunt u snel veelgebruikte functies selecteren.
Opmerking
Deze functie werkt niet voor dit LCD-scherm.
Toetsen omhoog-omlaag, naar links-naar rechts
INFO
De kleurtoetsen en de selectietoetsen PC/DVI/HDMI/
DP.
TTX/MIX
Springt van het ene item naar het andere in horizontale
richting, in verticale richting, of wijzigt de waarde van de geselecteerde menuoptie.
Informatie over het huidige beeld wordt linksboven op het
scherm weergegeven.
In de tv-modus kunt u deze knoppen gebruiken om een lijst
met kanalen te configureren.
U kunt rechtstreeks de externe invoer voor de PC, DVI,
HDMI of DP(DisplayPort) in andere modus dan de tv-modus
selecteren.
Tv-kanalen bieden schriftelijke informatiediensten via teletekst.
- Teletekstknoppen
Opmerking
Deze functie werkt niet voor dit LCD-scherm.
MTS/DUAL
MTS-
Inleiding
U kunt de modus MTS (Multichannel Television Stereo) selecteren.
FM Stereo
Type geluid
MTS/S_Mode
Standaard
Mono
Mono
Stereo
Mono ↔ Stereo
Handmatig
wijzigen
SAP
Mono ↔ SAP
Mono
DUALSTEREO/MONO, DUAL l/DUAL ll en MONO/NICAM
MONO/NICAM STEREO kunnen worden gebruikt tijdens
het tv-kijken, afhankelijk van het uitzendtype, door de knop
DUAL te gebruiken op de afstandsbediening.
Opmerking
Wordt ingeschakeld wanneer een tv-tunermodule is aangesloten.
ENTER/PRE-CH
Met deze knop keert u terug naar het laatst gebruikte kanaal.
Opmerking
Wordt ingeschakeld wanneer een tv-tunermodule is aangesloten.
MUTE
CH/P
Pauzeert (dempt) het geluid tijdelijk. Dit wordt weergegeven
linksonder in het scherm. De audio wordt hervat wanneer u
in de modus Mute (Dempen) op MUTE of - VOL + drukt.
Hiermee kunt u tv-kanalen selecteren in de modus TV.
Opmerking
Wordt ingeschakeld wanneer een tv-tunermodule is aangesloten.
Hiermee kunt u analoog of digitaal tv kijken.
TV
Opmerking
Wordt ingeschakeld wanneer een tv-tunermodule is aangesloten.
MENU
RETURN
EXIT
MagicInfo
Het schermmenu openen en sluiten, of het menu voor het
afstellen van het scherm sluiten.
Hiermee keert u terug naar het vorige menu.
Hiermee verlaat u het menuscherm.
MagicInfo-snelstartknop
Inleiding
Opmerking
Wordt geactiveerd wanneer er een netwerkmodule is aangesloten.
Installatiehandleiding
Opmerking
•
Zorg ervoor dat u een installatie-expert van Samsung Electronics belt om het product te
installeren.
•
De garantie komt te vervallen wanneer het product wordt geïnstalleerd door iemand anders dan een door Samsung Electronics is geautoriseerde professional.
•
Een Samsung Electronics-servicecenter kan u de details verstrekken.
Kantelhoek en rotatie
1
2
1.
Het product kan onder een hoek van 15 graden worden gekanteld ten opzichte van een
verticale muur.
2.
Als het product in een staande positie wilt gebruiken, draait u het met de klok mee zodat
de LED-indicator zich aan de onderkant bevindt.
Ventilatievereisten
1. Verticale muurbevestiging
<Zijaanzicht>
Inleiding
A: min. 40 mm
B: Meetpunt omgevingstemperatuur <35˚C
•
Wanneer u het product aan een verticale muur bevestigt, moet u ervoor zorgen dat het
product aan de achterzijde minimaal 40 mm ruimte heeft voor de ventilatie, zoals hierboven wordt getoond, en dat de omgevingstemperatuur beneden de 35˚C blijft.
Opmerking
Een Samsung Electronics-servicecenter kan u de details verstrekken.
2. Installatiehandleiding inbouw
<Zijaanzicht>
<Bovenaanzicht>
A: min. 40 mm
B: min. 70 mm
C: min. 50 mm
D: min. 50 mm
E: Meetpunt omgevingstemperatuur <35˚C
•
Wanneer u het product inbouwt in een muur, moet u ervoor zorgen dat het product aan
de achterzijde enige ruimte heeft voor de ventilatie, zoals hierboven wordt getoond, en
dat de omgevingstemperatuur beneden de 35˚C blijft.
Opmerking
Een Samsung Electronics-servicecenter kan u de details verstrekken.
Inleiding
3. Installatiehandleiding vloerbevestiging
<Zijaanzicht>
A: min. 50 mm
B: Meetpunt omgevingstemperatuur <20˚C
•
Wanneer u het product in de vloer bouwt, moet u ervoor zorgen dat het product aan de
achterzijde minimaal 50 mm ruimte heeft voor de ventilatie, zoals hierboven wordt getoond, en dat de omgevingstemperatuur beneden de 20˚C blijft.
Opmerking
Een Samsung Electronics-servicecenter kan u de details verstrekken.
Mechanische indeling
(400TS-3)
Inleiding
(460TS-3)
Installatie VESA-beugel
•
Let er bij het installeren van VESA op, dat u voldoet aan de internationale VESA-normen.
•
Informatie over en aankoop en installatie van de VESA-steun: Neem contact op met uw
dichtstbijzijnde SAMSUNG-distributeur om een bestelling te plaatsen. Nadat de bestelling
is geplaatst, zal een professioneel team de steun bij u komen installeren.
•
Er zijn ten minste twee personen nodig om het LCD-scherm te verplaatsen.
•
SAMSUNG is niet verantwoordelijk voor schade aan het product of verwondingen die
tijdens het installeren door onvoorzichtigheid van de klant zijn veroorzaakt.
Afmetingen
(400TS-3)
(460TS-3)
Inleiding
Opmerking
Gebruik voor het bevestigen van de beugel aan de muur alleen kolomschroeven met een
diameter van 6 mm en een lengte van 8 tot 12 millimeter.
Accessoires (los verkrijgbaar)
•
Dimensie met welcome board
(400TS-3)
(460TS-3)
Inleiding
•
Afmetingen met andere accessoires
Installatie van de wandsteun
•
Neem contact op met een technicus alvorens de wandsteun te bevestigen.
Inleiding
•
SAMSUNG Electronics is niet verantwoordelijk voor enige schade aan het product of letsel
bij de klant wanneer de installatie wordt uitgevoerd door de klant.
•
Dit product is geschikt voor installatie aan cementen muren. Als het product aan een
gipsen of houten wand wordt geplaatst, blijft het mogelijk niet goed hangen.
Onderdelen
Gebruik alleen de componenten en accessoires die u bijgevoegd bij dit product vindt.
Wandsteun (1)
Scharnier (links 1, Kunstrechts 1)
stof
drager
(4)
Schroef Schroef Plug
(A)(11) (B)(4)
(11)
Het product op de wandsteun bevestigen
De vorm van het product kan afhankelijk van het model variëren. (de montage van de kunststof drager en de schroeven zijn hetzelfde)
1.
Verwijder de 4 schroeven aan de achterkant van het product.
2.
Plaats de schroef B in de kunststof drager.
Opmerking
•
Monteer het product op de wandsteun en controleer dat het goed is bevestigd aan
de linker en rechter kunststof dragers.
•
Wees voorzichtig bij het installeren van het product op de steun. Vingers kunnen vast
komen te zitten in de gaten.
•
Controleer dat de wandsteun stevig is bevestigd aan de wand, anders blijft het product misschien niet goed zitten na installatie.
Inleiding
3.
Draai de vier schroeven uit stap 2 vast (kunststof drager + schroef B) in de gaten op de
achterkant van het product.
4.
Verwijder de veiligheidspin (3) en plaats de vier producthouders in de bijbehorende beugelgaten (1). Plaats het product (2) zo dat het stevig is bevestigd aan de beugel. Plaats
de veiligheidspin (3) opnieuw en draai deze stevig vast om het product veilig op de beugel
te monteren.
A-
LCD-scherm
B-
Wandsteun
C-
Muur
Aanpassing van de stand van de wandsteun
Zet de stand van de beugel op -2 ˚C voordat u deze aan de muur installeert.
1.
Bevestig het product aan de wandsteun.
2.
Houd het product bovenop in het midden vast en trek het naar voren (in de richting van
de pijl) om de stand aan te passen.
Inleiding
Opmerking
U kunt de stand van de beugel aanpassen tussen -2 ˚C en 15 ˚C.
Zorg ervoor dat u het midden van het product gebruikt om de stand aan te passen, en niet
de linker- of rechterkant.
Afstandsbediening (RS232C)
Kabelaansluitingen
interface
RS232C (9-pins)
pin
TxD (nr. 2) RxD (nr. 3) GND (nr. 5)
Bitsnelheid
9600 bps
Databits
8-bits
Pariteit
Geen
Stopbits
1-bits
Datatransportbesturing Geen
Maximale lengte
•
15 m (alleen afgeschermd type)
Pintoewijzingen
Pin
Signaal
1
Gegevensdrager detecteren
2
Ontvangen gegevens
3
Verzonden gegevens
4
Gegevensterminal klaar
5
Signaalaarde
6
Gegevensset klaar
7
Verzoek tot verzenden
Inleiding
•
8
Klaar voor verzenden
9
Ringindicator
RS232C-kabel
Aansluiting: 9-pins D-Sub
Kabel: (reverse) kruiskabel
-P1VROUWELIJK
•
-P1-
-P2-
-P2-
Rx
2
--------->
3
Rx
Tx
3
<---------
2
Tx
Gnd
5
----------
5
Gnd
VROUWELIJK
Verbindingsmethode
Controlecodes
•
•
Get-controle
Koptekst
opdracht
0xAA
opdrachtype
0
CheckSum
Besturing instellen
Koptekst
opdracht
0xAA
opdrachtype
ID
•
DATA-lengte
ID
opdrachtwoorden
DATAlengte
DATA
1
Waarde
CheckSum
Inleiding
Nee.
opdrachtype
opdracht
Waardebereik
1
Aan/uit-knop
0x11
0~1
2
Volumeregeling
0x12
0~100
3
Ingangsbronbediening
0x14
-
4
Schermmodusbediening
0x18
-
5
Schermafmetingenbediening
0x19
0~255
6
PIP aan/uit
0x3C
0~1
7
Bediening automatisch aanpas- 0x3D
sen
0
8
Bedieningsmodus videomuur
0x5C
0~1
9
Kinderslot
0x5D
0~1
- ID moet hexadecimale waarde van toegewezen ID weergeven, maar ID 0 moet 0xFF
zijn.
- Alle communicatie vindt plaats in hexadecimale waarden en Checksum is de som van
alle resterende waarden. Als deze langer zijn dan twee cijfers, bijvoorbeeld 11+FF+01
+01=112, verwijdert u het eerste cijfer zoals hieronder aangegeven.
Voorbeeld: PowerOn&ID=0
Koptekst
opdracht
0xAA
0x11
Koptekst
opdracht
ID
ID
0xAA
DATAlengte
DATA 1
1
Voeding
DATAlengte
DATA 1
1
1
0x11
CheckSum
12
Als u elk mechanisme wilt besturen dat is aangesloten via een seriële kabels ongeacht
de ID, stelt u het ID-gedeelte in op "0xFE" en verzendt u opdrachten. Elk product voert
dan opdrachten uit, zonder dat wordt gereageerd met ACK.
•
Voedingsregeling
•
Functie
Personal computer schakelt voeding van televisie/beeldscherm IN/UIT.
•
•
Voedingsstatus AAN/UIT ophalen
Koptekst
opdracht
0xAA
0x11
DATA-lengte
ID
0
CheckSum
Voeding IN-/UITSCHAKELEN
Koptekst
opdracht
0xAA
0x11
ID
DATAlengte
DATA
1
Voeding
CheckSum
Voeding : Voedingscode die moet worden ingesteld op televisie/beeldscherm
Inleiding
1 : Inschakelen
0 : Uitschakelen
•
Ack
Koptekst opdracht
0xAA
ID
0xFF
DATAlengte
Ack/Nak
r-CMD
Value1
3
‘A’
0x11
Voeding
DATAlengte
Ack/Nak
r-CMD
Value1
3
‘N’
0x11
ERR
Checksum
Voeding : Zelfde als boven
•
Nak
Koptekst opdracht
0xAA
ID
0xFF
Checksum
ERR: Foutcode die aangeeft welke fout is opgetreden
•
Volumeregeling
•
Functie
Personal computer wijzigt volume van televisie/beeldscherm.
•
•
Volumestatus ophalen
Koptekst
opdracht
0xAA
0x12
DATA-lengte
ID
0
CheckSum
Volume instellen
Koptekst
opdracht
ID
0xAA
0x12
DATAlengte
DATA
1
Volume
CheckSum
Volume : Code voor volumewaarde die moet worden ingesteld op televisie/beeldscherm (0 ~ 100)
•
Ack
Koptekst opdracht
0xAA
ID
0xFF
Volume : Zelfde als boven
•
Nak
DATAlengte
Ack/Nak
r-CMD
Value1
3
‘A’
0x12
Volume
Checksum
Inleiding
Koptekst opdracht
0xAA
ID
0xFF
DATAlengte
Ack/Nak
r-CMD
Value1
3
‘N’
0x12
ERR
Checksum
ERR: Foutcode die aangeeft welke fout is opgetreden
•
Regeling invoerbron
•
Functie
Personal computer wijzigt invoerbron van televisie/beeldscherm.
•
•
Status invoerbron ophalen
Koptekst
opdracht
0xAA
0x14
DATA-lengte
ID
0
CheckSum
Invoerbron instellen
Koptekst
opdracht
0xAA
0x14
ID
DATAlengte
DATA
1
Invoerbron
CheckSum
Invoerbron : Code voor invoerbron die moet worden ingesteld op televisie/beeldscherm
0x14
PC
0x1E
BNC
0x18
DVI
0x0C
AV
0x04
S-Video
0x08
Component
0x20
MagicInfo
0x1F
DVI_VIDEO
0x30
RF(TV)
0x40
DTV
0x21
HDMI1
0x22
HDMI1_PC
0x23
HDMI2
0x24
HDMI2_PC
0x25
DisplayPort
Waarschuwing
DVI_VIDEO, HDMI1_PC, HDMI2_PC → Alleen ophalen
In het geval van MagicInfo, alleen mogelijk met modellen die MagicInfo bevatten
In het geval van TV, alleen mogelijk met modellen die TV bevatten
Inleiding
•
Ack
Koptekst opdracht
ID
0xAA
DATAlengte
Ack/Nak
r-CMD
Value1
3
‘A’
0x14
Invoerbron
DATAlengte
Ack/Nak
r-CMD
Value1
3
‘N’
0x14
ERR
0xFF
Checksum
Invoerbron : Zelfde als boven
•
Nak
Koptekst opdracht
0xAA
ID
0xFF
Checksum
ERR: Foutcode die aangeeft welke fout is opgetreden
•
Schermmodusregeling
•
Functie
Personal computer wijzigt schermmodus in televisie/beeldscherm.
Kan niet worden bediend wanneer videomuur is ingeschakeld.
Waarschuwing
Werkt alleen met modellen met TV.
•
•
Status schermmodus ophalen
Koptekst
opdracht
0xAA
0x18
DATA-lengte
ID
0
CheckSum
Beeldformaat instellen
Koptekst
opdracht
0xAA
0x18
ID
DATAlengte
DATA
1
Schermmodus
CheckSum
Schermmodus : Code voor schermmodus die moet worden ingesteld op televisie/
beeldscherm
•
0x01
16 : 9
0x04
Zoom
0x31
Breedbeeldzoom
0x0B
4:3
Ack
Inleiding
Koptekst opdracht
ID
0xAA
DATAlengte
Ack/Nak
r-CMD
Value1
3
‘A’
0x18
Schermmodus
DATAlengte
Ack/Nak
r-CMD
Value1
3
‘N’
0x18
ERR
0xFF
Checksum
Schermmodus : Zelfde als boven
•
Nak
Koptekst opdracht
0xAA
ID
0xFF
Checksum
ERR: Foutcode die aangeeft welke fout is opgetreden
•
Schermgrootteregeling
•
Functie
Personal computer herkent schermgrootte van televisie/beeldscherm.
•
•
Status schermgrootte ophalen
Koptekst
opdracht
0xAA
0x19
DATA-lengte
ID
0
CheckSum
Ack
Koptekst opdracht
ID
0xAA
0xFF
DATAlengte
3
Ack/Nak
r-CMD
Value1
0x19
Schermgrootte
‘A’
Checksum
Schermgrootte : Schermgrootte van televisie/beeldscherm (bereik: 0 ~ 255, eenheid:
Inch)
•
Nak
Koptekst opdracht
0xAA
0xFF
ID
DATAlengte
Ack/Nak
r-CMD
Value1
3
‘N’
0x19
ERR
ERR: Foutcode die aangeeft welke fout is opgetreden
•
Regeling PIP AAN/UIT
•
Functie
De pc schakelt de PIP-functie van een televisie of beeldscherm in of uit.
Dit werkt niet in de modus MagicInfo.
Checksum
Inleiding
•
•
Status PIP AAN/UIT ophalen
Koptekst
opdracht
0xAA
0x3C
DATA-lengte
ID
CheckSum
0
PIP AAN/UIT instellen
Koptekst
opdracht
0xAA
0x3C
ID
DATAlengte
DATA
1
PIP
CheckSum
PIP : De code voor PIN AAN/UIT die moet worden ingesteld voor televisie of beeldscherm
1 : PIP AAN
0 : PIP UIT
•
Ack
Koptekst opdracht
0xAA
ID
0xFF
DATAlengte
Ack/Nak
r-CMD
Value1
3
‘A’
0x3C
PIP
DATAlengte
Ack/Nak
r-CMD
Value1
3
‘N’
0x3C
ERR
Checksum
PIP : Zelfde als boven
•
Nak
Koptekst opdracht
0xAA
ID
0xFF
Checksum
ERR: Foutcode die aangeeft welke fout is opgetreden
•
Automatische afstellingsregeling (PC, Alleen BNC)
•
Functie
Personal computer regelt automatisch het scherm van de pc.
•
Status voor automatische afstelling ophalen
Geen
•
Automatische afstelling instellen
Koptekst
opdracht
ID
DATAlengte
DATA
CheckSum
Inleiding
0xAA
0x3D
1
Automatische afstelling
Automatische afstelling : 0x00 (Altijd)
•
Ack
DATAlengte
Koptekst opdracht
Ack/Nak
r-CMD
Value1
ID
0xAA
•
0xFF
3
‘A’
0x3D
Automatische
afstelling
DATAlengte
Ack/Nak
r-CMD
Value1
3
‘N’
0x3D
ERR
Checksum
Nak
Koptekst opdracht
0xAA
ID
0xFF
Checksum
ERR: Foutcode die aangeeft welke fout is opgetreden
•
Regeling modus Video Wall
•
Functie
Personal computer converteert modus Video Wall van televisie/beeldscherm als Video
Wall de waarde ON heeft.
Werkt alleen met televisie/beeldscherm als Video Wall is ingeschakeld.
Werkt niet in MagicInfo
•
•
Modus Video Wall ophalen
Koptekst
opdracht
0xAA
0x5C
DATA-lengte
ID
0
CheckSum
Modus Video Wall instellen
Koptekst
opdracht
0xAA
0x5C
ID
DATAlengte
DATA
1
Modus Video Wall
CheckSum
Modus Video Wall : Code voor modus Video Wall die moet worden ingesteld op televisie/beeldscherm
1 : Full
0 : Natural
Inleiding
•
Ack
DATAlengte
Koptekst opdracht
Ack/Nak
r-CMD
Value1
‘A’
0x5C
Modus
Video
Wall
DATAlengte
Ack/Nak
r-CMD
Value1
3
‘N’
0x5C
ERR
ID
0xAA
0xFF
3
Checksum
Modus Video Wall : Zelfde als boven
•
Nak
Koptekst opdracht
0xAA
ID
0xFF
Checksum
ERR: Foutcode die aangeeft welke fout is opgetreden
•
Kinderslot
•
Functie
Personal computer schakelt functie voor kinderslot van televisie/beeldscherm IN/UIT.
Kan werken ongeacht of voeding AAN of UIT is.
•
•
Status kinderslot ophalen
Koptekst
opdracht
0xAA
0x5D
DATA-lengte
ID
0
CheckSum
Instellen van kinderslot in-/uitschakelen
Koptekst
opdracht
0xAA
0x5D
ID
DATAlengte
DATA
1
Kinderslot
CheckSum
Kinderslot : Vergrendelingscode die moet worden ingesteld op televisie/beeldscherm
1 : AAN
0 : UIT
•
Ack
Koptekst opdracht
ID
0xAA
0xFF
Kinderslot : Zelfde als boven
DATAlengte
Ack/Nak
r-CMD
Value1
3
‘A’
0x5D
Kinderslot
Checksum
Inleiding
•
Nak
Koptekst opdracht
ID
0xAA
0xFF
DATAlengte
3
Ack/Nak
r-CMD
Value1
0x5D
Kinderslot
‘N’
ERR: Foutcode die aangeeft welke fout is opgetreden
Checksum
Aansluitingen
De kleur en het uiterlijk kunnen afwijken, afhankelijk van het product. Ook kunnen de specificaties zonder voorafgaand bericht worden gewijzigd om de prestaties te verbeteren.
Aansluiten op een computer
Er zijn verschillende manieren om de computer aan te sluiten op het
beeldscherm. Kies uit een van de volgende opties.
De D-sub-connector (analoog) op de videokaart gebruiken.
•
Sluit de D-sub aan op de 15-pins [RGB/COMPONENT IN]-poort op de
achterkant van het LCD-scherm en de 15-pins D-sub-poort op de computer.
De DVI-connector (Digitaal) op de videokaart gebruiken.
•
Sluit de DVI-kabel aan op de [DVI IN]-poort op de achterkant van het
LCD-scherm en de DVI-poort op de computer.
De HDMI-connector (Digitaal) op de videokaart gebruiken.
Aansluitingen
•
Verbind de [HDMI IN 1] / [HDMI IN 2]-poort van het LDC-scherm via
de HDMI-kabel met de HDMI-poort van de pc.
Opmerking
Selecteer HDMI2 of HDMI1 als invoerbron bij aansluiting op de pc via een
HDMI-kabel.
Als u normaal beeld en geluid wilt ontvangen vanaf de pc, moet HDMI2 of
HDMI1 worden geselecteerd voordat PC wordt geselecteerd bij Edit
Name.
Als u het geluid wilt inschakelen terwijl DVI Device is geselecteerd, brengt
u de verbinding tot stand met behulp van de stap (
).
Sluit de audiokabel van het LCD-scherm aan op de audiopoort op de achterkant van het LCD-scherm.
Sluit het netsnoer van het LCD-scherm aan op de stroomaansluiting op de
achterkant van het LCD-scherm. Schakel de voeding in.
Opmerking
Neem contact op met een plaatselijk SAMSUNG Electronics Servicecentrum voor de aanschaf van accessoires.
Het AANRAAKSCHERM gebruiken in combinatie met een computer
Om de aanraakschermfunctie te gebruiken sluit u zowel D-Sub-kabel (of HDMI- of HDMInaar-DVI-kabel) als de USB-kabel aan, installeert u het stuurprogramma voor het aanraakscherm en stelt u de aanraakschermmonitor in als "standaard monitor".
Sluit het product aan op een computer, afhankelijk van de video-uitgang die de computer
ondersteunt.
•
Wanneer de grafische kaart een D-Sub-uitgang (analoog) heeft
•
Gebruik een D-Sub-kabel om de [RGB/COMPONENT IN]-poort van het product aan
te sluiten op de D-Sub-poort van uw computer.
•
Gebruik de USB-kabel om de [TOUCH SCREEN USB HUB]-poort van het product aan
te sluiten op de USB-poort op uw computer.
Aansluitingen
•
•
Wanneer de grafische kaart DVI-uitvoer (digitaal) ondersteunt (via een DVI-kabel)
•
Gebruik de DVI-kabel om de [DVI IN]-poort van het product aan te sluiten op de DVI
-poort op uw computer.
•
Gebruik de USB-kabel om de [TOUCH SCREEN USB HUB]-poort van het product aan
te sluiten op de USB-poort op uw computer.
Wanneer de grafische kaart een HDMI-uitgang heeft
•
Gebruik de HDMI-naar-DVI-kabel om de [HDMI IN 1] / [HDMI IN 2]-poort van het
product aan te sluiten op de [HDMI]-poort op uw computer.
•
Gebruik de USB-kabel om de [TOUCH SCREEN USB HUB]-poort van het product aan
te sluiten op de USB-poort op uw computer.
Aansluitingen
•
Wanneer de grafische kaart DVI-uitvoer (digitaal) ondersteunt (via een HDMI-DVI-kabel)
•
Gebruik de HDMI-naar-DVI-kabel om de [HDMI IN 1] / [HDMI IN 2]-poort van het
product aan te sluiten op de DVI-poort op uw computer.
•
Gebruik de USB-kabel om de [TOUCH SCREEN USB HUB]-poort van het product aan
te sluiten op de USB-poort op uw computer.
Opmerking
•
De multi-aanraakfunctie is niet compatibel met Windows Vista 64-bits of Windows 7.
•
Met innovatieve en zeer gevoelige aanraakschermtechnologie hoeft u geen druk uit te
oefenen wanneer u het scherm aanraakt.
•
Er kunnen krassen op het scherm ontstaan wanneer u het met een staaf of metalen voorwerp aanraakt. Zorg ervoor dat u een geschikte stylus gebruikt.
•
Vreemde deeltjes zoals stof of vocht kunnen op het scherm een storing van het aanraakscherm veroorzaken. Veeg het scherm en het schermkader zo vaak mogelijk met een
zachte doek schoon.
Aansluitingen
•
Pas geen extreme druk op het scherm toe. Dit om te voorkomen dat er breuken ontstaan.
•
U dient een USB-apparaat volgens de instructies voor veilige installatie en verwijdering
van Microsoft aan te sluiten of te verwijderen. Bij problemen met het aanraakscherm of
de geluidsuitvoer nadat er een USB-apparaat is aangesloten, sluit u de USB-kabel opnieuw aan of vervangt u de verbindingspoort.
Aansluiten op andere apparatuur
Opmerking
•
AV-invoerapparaten zoals dvd-spelers, videorecorders of camcorders, maar ook computers kunnen op het LCD-scherm worden aangesloten. Zie Het LCD-scherm aanpassen
voor meer informatie over het aansluiten van AV-invoerapparaten.
•
De configuratie van het LCD-scherm aan de achterkant kan verschillen, afhankelijk van
het model van het LCD-scherm.
AV-apparaten aansluiten
1.
Sluit een audiokabel aan op [AV/COMPONENT AUDIO IN [R-AUDIO-L]]
op het product en op de audiopoort op een extern apparaat zoals een
videorecorder of dvd-speler.
2.
Sluit een videokabel aan op [AV IN] op het product en de video-uitvoerpoort op het externe apparaat.
3.
Start dan de dvd-speler, videorecorder of camcorder met een dvd of band
erin.
4.
Druk op SOURCE op het product of op de afstandsbediening en selecteer
AV.
Aansluitingen
Aansluiten op een camcorder
1.
Zoek de AV-uitgangen op de camcorder. Deze bevinden zich doorgaans
op de zijkant of achterkant van de camcorder. Sluit een videokabel aan op
de VIDEO-uitgang op de camcorder en op de [AV IN] op het LCD-scherm.
2.
Sluit audiokabels aan op de AUDIO-uitgangen op de camcorder en de op
de [AV /COMPONENT AUDIO IN [R-AUDIO-L]] op het LCD-scherm.
3.
Druk op SOURCE op het product of op de afstandsbediening en selecteer
"AV".
4.
Plaats een band in de camcorder en schakel deze in.
Opmerking
De audio-videokabels die hier worden weergegeven, worden doorgaans bij een camcorder
geleverd.
(Indien dit niet het geval is, raadpleegt u een plaatselijke elektronicawinkel.)
Als uw camcorder stereo is, moet u twee kabels aansluiten.
Aansluitingen
Aansluiten via een HDMI-kabel
1.
Sluit een HDMI-kabel aan op [HDMI IN 2 (MAGICINFO)] of [HDMI IN 1]
op het product en de HDMI-uitvoerpoort op een digitaal apparaat.
2.
Druk op SOURCE op het product of op de afstandsbediening en selecteer
"HDMI1 / HDMI2"
Opmerking
In de modus HDMI wordt alleen audio in PCM-indeling ondersteund.
Aansluiten met gebruik van een DVI naar HDMI-kabel
Sluit een DVI-HDMI-kabel aan op [HDMI IN 2 (MAGICINFO)] of [HDMI IN
1] op het product en de DVI-uitvoerpoort op het digitale apparaat.
Sluit de rode en witte aansluitpunten van een RCA-naar-stereo-kabel (voor
pc) aan op de bijbehorende audiouitgangen van het digitale uitvoerapparaat en sluit de andere aansluiting aan op de [RGB/DVI/DP/HDMI AUDIO
IN]-aansluiting van het LCD-scherm.
Aansluitingen
3.
Druk op SOURCE op het product of op de afstandsbediening en selecteer
"HDMI1 / HDMI2"
Een DVD-speler aansluiten
Sluit een RGB-naar-Component-kabel aan tussen de [RGB/COMPONENT IN]-poort op het LCD-scherm en de aansluitingen PR, Y, P B op de
DVD-speler.
Sluit de audiokabel aan op de aansluitingen [AV/COMPONENT AUDIO IN
[R-AUDIO-L]] op het LCD-scherm en de aansluitingen AUDIO OUT op de
DVD-speler.
Opmerking
•
Druk op SOURCE op het product of op de afstandsbediening en selecteer "Component".
•
Start vervolgens de DVD-speler met een dvd in het apparaat.
•
De RGB-naar-AV-kabel is optioneel.
•
Raadpleeg de handleiding van uw DVD voor meer informatie over Component-video.
Aansluitingen
Een DTV-set-top box (kabel/satelliet) aansluiten
Sluit een RGB-naar-Component-kabel aan tussen de [RGB/COMPONENT IN]-poort op het LCD-scherm en de aansluitingen PR, Y, P B op de
set-top box.
Sluit de audiokabel aan op de aansluitingen [AV/COMPONENT AUDIO IN
[R-AUDIO-L]] op het LCD-scherm en de aansluitingen AUDIO OUT op de
set-top box.
Opmerking
•
Druk op SOURCE op het product of op de afstandsbediening en selecteer "Component".
•
Ze de gebruiksaanwijzing van uw set-top box voor meer informatie over componentvideo.
Aansluiten op een audiosysteem
1.
Sluit een set audiokabels aan op de poorten AUX L, R van het AUDIOSYSTEEM en de poorten [AUDIO OUT] op het LCD-scherm.
Aansluitingen
Een netwerkmodule aansluiten (wordt afzonderlijk verkocht)
Opmerking
•
Netwerkmodules worden afzonderlijk verkocht.
•
Neem contact op met Samsung Electronics voor meer informatie over het aanschaffen
en installeren van een netwerkmodule.
Het stroomsnoer aansluiten
Gebruik een verlengkabel om verbinding tussen de [POWER]-aansluiting
van het product en de [POWER]-aansluiting van de geïnstalleerde netwerkmodule te maken.
Sluit het netsnoer aan op een stopcontact om de [POWER] van de netwerkmodule in te schakelen.
Schakel de voeding in.
Aansluiten op MAGICINFO OUT
Aansluitingen
Sluit een DP-naar-HDMI-kabel aan tussen de [MAGICINFO OUT]-terminal van de netwerkbox en de [HDMI IN 2 (MAGICINFO)]-terminal van de monitor.
Een LAN-kabel aansluiten
Sluit de LAN-kabel aan op de [LAN]-poort op het product en de [LAN]-poort op uw computer.
USB-apparaten aansluiten
U kunt USB-apparaten zoals een muis of een toetsenbord aansluiten.
Aansluitingen
Het AANRAAKSCHERM gebruiken in combinatie met een netwerkmodule
1.
Gebruik de USB-kabel om de [TOUCH SCREEN USB HUB]-poort van het product aan
te sluiten op de USB-poort op uw computer.
Opmerking
•
Met innovatieve en zeer gevoelige aanraakschermtechnologie hoeft u geen druk uit te
oefenen wanneer u het scherm aanraakt.
•
Er kunnen krassen op het scherm ontstaan wanneer u het met een staaf of metalen voorwerp aanraakt. Zorg ervoor dat u een geschikte stylus gebruikt.
•
Vreemde deeltjes zoals stof of vocht kunnen op het scherm een storing van het aanraakscherm veroorzaken. Veeg het scherm en het schermkader zo vaak mogelijk met een
zachte doek schoon.
•
Pas geen extreme druk op het scherm toe. Dit om te voorkomen dat er breuken ontstaan.
Software gebruiken
Stuurprogramma voor de monitor
Opmerking
Als het besturingssysteem vraagt om het stuurprogramma voor de monitor,
plaatst u de CD-ROM die bij deze monitor is meegeleverd. De installatie van
het stuurprogramma kan per besturingssysteem ietwat verschillen. Volg de
instructies voor uw besturingssysteem.
Zorg voor een lege schijf en download het stuurprogramma van de hier weergegeven website op internet.
Internet-site:
http://www.samsung.com/
Het stuurprogramma voor de monitor installeren (automatisch)
1.
Plaats de cd in het CD-ROM-station.
2.
Klik op 'Windows'.
3.
Selecteer uw monitor in de lijst van modellen en klik op 'OK''.
4.
Als u het volgende scherm ziet, klikt u op de knop 'Continue Anyway' (Toch doorgaan).
Klik vervolgens op 'OK' (Microsoft® Windows® XP/2000 besturingssysteem).
Software gebruiken
Opmerking
Dit monitorstuurprogramma is gecertificeerd door Microsoft. De installatie veroorzaakt
geen beschadigingen in uw systeem.
Het gecertificeerde stuurprogramma wordt op de startpagina van Samsung Monitor geplaatst.
http://www.samsung.com/
Het stuurprogramma voor de monitor installeren (handmatig)
Microsoft® Windows Vista™ besturingssysteem
1.
Plaats de cd met de gebruikershandleiding in uw CD-ROM-station.
2.
(Start) en op 'Control Panel (Configuratiescherm)'. Dubbelklik vervolgens op
Klik op
'Appearance and Personalization' (Vormgeving aan persoonlijke voorkeur aanpassen)'.
3.
Klik op 'Personalization' (Persoonlijke instellingen) en vervolgens op 'Display Settings' (Beeldscherminstellingen).
4.
Klik op 'Advanced Settings...' (Geavanceerde instellingen...).
Software gebruiken
5.
Klik op 'Properties' (Eigenschappen) op het tabblad 'Monitor'. Als de knop 'Properties' (Eigenschappen) niet beschikbaar is, is de configuratie van uw monitor voltooid. De
monitor kan zo gebruikt worden.
Als het bericht 'Windows needs...' (Uw toestemming is nodig...) wordt weergegeven (zie
onderstaande afbeelding), klikt u op 'Continue' (Doorgaan).
Opmerking
Dit monitorstuurprogramma is gecertificeerd onder het MS-logo. De installatie veroorzaakt geen beschadigingen aan uw systeem.
Het gecertificeerde stuurprogramma wordt op de startpagina van Samsung Monitor geplaatst.
6.
Klik op 'Update Driver...' (Stuurprogramma bijwerken...) op het tabblad 'Driver' (Stuurprogramma).
7.
Selecteer het vakje 'Browse my computer for driver software' (Op mijn computer naar
stuurprogramma's zoeken) en klik op 'Let me pick from a list of device drivers on my
computer' (Ik wil kiezen uit een lijst met apparaatstuurprogramma's op mijn computer).
Software gebruiken
8.
Klik op 'Have Disk...' (Bladeren…) en selecteer de map (bijvoorbeeld D:\Drive) waar het
installatiebestand van het stuurprogramma staat. Klik op 'OK'.
9.
Selecteer uit de lijst met monitoren het model dat overeenkomt met uw monitor en klik
op 'Next' (Volgende).
10. Klik in de volgende schermen achtereenvolgens op 'Close' (Sluiten) → 'Close' (Sluiten)
→ 'OK' → 'OK'.
Software gebruiken
Microsoft® Windows® XP besturingssysteem
1.
Plaats de cd in het CD-ROM-station.
2.
Klik op 'Start' → 'Control Panel' (Configuratiescherm) en klik vervolgens op het pictogram
'Appearance and Themes' (Vormgeving en thema's).
3.
Klik op het pictogram 'Display' (Beeldscherm), selecteer de tab 'Settings' (Instellingen)
en klik op 'Advanced...' (Geavanceerd...).
4.
Klik op de knop 'Properties' (Eigenschappen) op het tabblad 'Monitor' (Beeldscherm) en
selecteer de tab 'Driver' (Stuurprogramma).
Software gebruiken
5.
Klik op 'Update Driver...' (Stuurprogramma bijwerken), selecteer 'Install from a list
or...' (Installeren uit een lijst of...) en klik op de knop 'Next' (Volgende).
6.
Selecteer'Don't search, I will...' (Niet zoeken, ik wil...), klik op 'Next' (Volgende) en vervolgens op 'Have disk' (Bladeren).
7.
Klik op de knop 'Browse' (Bladeren), selecteer A:(D:\Driver) en selecteer het model van
uw monitor in de lijst. Klik vervolgens op de knop 'Next' (Volgende).
8.
Als u het volgende scherm wordt weergegeven, klikt u op de knop 'Continue Anyway' (Toch doorgaan). Klik vervolgens op 'OK'.
Software gebruiken
Opmerking
Dit monitorstuurprogramma is gecertificeerd door Microsoft. De installatie veroorzaakt
geen beschadigingen aan uw systeem.
Het gecertificeerde stuurprogramma wordt op de startpagina van Samsung Monitor geplaatst.
http://www.samsung.com/
9.
Klik op de knop 'Close' (Sluiten) en vervolgens op 'OK'.
10. De installatie van het stuurprogramma voor de monitor is nu voltooid.
Microsoft® Windows® 2000 besturingssysteem
Als het bericht 'Digital Signature Not Found (Digitale handtekening niet gevonden)' op het
scherm wordt weergegeven, volgt u de onderstaande instructies.
1.
Klik op de knop 'OK' in het scherm 'Insert disk' (Schijf plaatsen).
2.
Klik op de knop 'Browse' (Bladeren) in het scherm 'File Needed' (Bestand nodig).
3.
Selecteer A:(D:\Driver), klik op 'Open' (Openen) en klik vervolgens op 'OK'.
Installeren
1.
Klik op 'Start', 'Setting' (Instelling), 'Control Panel' (Configuratiescherm).
Software gebruiken
2.
Dubbelklik op het pictogram 'Display' (Beeldscherm).
3.
Selecteer het tabblad 'Settings' (Instellingen) en klik op de knop 'Advanced Properties' (Geavanceerd).
4.
Selecteer 'Monitor'.
Scenario 1: Als de knop 'Properties' (Eigenschappen) niet actief is, is uw monitor correct
geconfigureerd. Beëindig de installatie.
Scenario 2: Als de knop 'Properties' (Eigenschappen) actief is, klikt u op de knop 'Properties' (Eigenschappen)' en volgt u de instructies.
5.
Klik op 'Driver' (Stuurprogramma) en vervolgens op 'Update Driver...' (Stuurprogramma
bijwerken) en op 'Next' (Volgende).
6.
Selecteer 'Display a list of the known drivers for this device so that I can choose a specific
driver' (Een lijst van bekende stuurprogramma's voor dit apparaat weergeven waaruit ik
kan kiezen) en klik vervolgens op 'Next' (Volgende) en 'Have disk' (Bladeren).
7.
Klik op de knop 'Browse' (Bladeren) en selecteer A:(D:\Driver).
8.
Klik op de knop 'Open' (Openen) en vervolgens op 'OK'.
9.
Kies uw monitormodel en klik op de knop 'Next' (Volgende). Klik nogmaals op de knop
'Next' (Volgende).
10. Klik op 'Finish' (Voltooien) en vervolgens op 'Close' (Sluiten).
Als het bericht 'Digital Signature Not Found' (Digitale handtekening niet gevonden) wordt
weergegeven, klikt u op 'Yes' (Ja). Klik op de knop 'Finish' (Voltooien) en vervolgens op
'Close' (Sluiten).
Microsoft® Windows® Millennium besturingssysteem
1.
Klik op 'Start', 'Setting' (Instelling), 'Control Panel' (Configuratiescherm).
2.
Dubbelklik op het pictogram 'Display' (Beeldscherm).
3.
Selecteer het tabblad 'Settings' (Instellingen) en klik op de knop 'Advanced Properties' (Geavanceerd).
4.
Select het tabblad 'Monitor' (Beeldscherm).
5.
Klik op de knop 'Change' (Wijzigen) in het gedeelte 'Monitor Type' (Type monitor).
6.
Kies 'Specify the location of the driver' (Geef de locatie van het stuurprogramma op).
7.
Kies 'Display a list of all the drivers in a specific location...' (Een lijst weergeven van alle
stuurprogramma’s op een bepaalde locatie) en klik op 'Next' (Volgende).
8.
Klik op 'Have Disk' (Bladeren).
9.
Typ A:\(D:\driver) en klik op 'OK'.
10. Selecteer 'Show all devices' (Alle apparaten tonen), selecteer de monitor die u hebt
aangesloten op uw computer en klik op 'OK'.
11. Ga verder door op 'Close' (Sluiten) en 'OK' te klikken tot het dialoogvenster Display
Properties (Beeldschermeigenschappen) wordt gesloten.
Microsoft® Windows® NT besturingssysteem
Software gebruiken
1.
Klik op 'Start', 'Settings' (Instellingen), 'Control Panel' (Configuratiescherm) en dubbelklik
op het pictogram 'Display' (Beeldscherm).
2.
Klik in het scherm Display Registration Information (Registratiegegevens beeldscherm)
op de tab Settings (Instellingen) en klik vervolgens op'All Display Modes' (Alle weergavemodi).
3.
Selecteer de gewenste modus (Resolution (Resolutie), Number of colors (Aantal kleuren) en Vertical frequency (Verticale frequentie)) en klik op 'OK''.
4.
Klik op 'Apply' (Toepassen) als het scherm normaal werkt nadat u op 'Test' geklikt hebt.
Als het scherm geen normaal beeld vertoont, kiest u een andere modus (geringere resolutie, kleuren of frequentie).
Opmerking
Als er onder All Display Modes (Alle weergavemodi) geen modus wordt weergegeven, selecteert u de resolutie en de verticale frequentie door het gedeelte Voorinstelbare timingmodi
in de gebruikershandleiding te raadplegen.
Linux besturingssysteem
Voor het uitvoeren van X-Window moet u een X86Config-bestand maken, een bepaald systeeminstellingenbestand.
1.
Druk op 'Enter' in het eerste en tweede scherm nadat u het X86Config-bestand hebt
uitgevoerd.
2.
Het derde scherm is voor de muis.
3.
Hier stelt u een muis in voor uw computer.
4.
Het volgende scherm is voor het toetsenbord.
5.
Hier stelt u een toetsenbord in voor uw computer.
6.
Het volgende scherm is voor de monitor.
7.
Stel eerst een horizontale frequentie in voor de monitor (deze kunt u rechtstreeks invoeren).
8.
Vervolgens stelt u een verticale frequentie voor de monitor in (deze kunt u rechtstreeks
invoeren).
9.
Voer de modelnaam van uw monitor in. Deze gegevens hebben geen invloed op de
uitvoering van X-Window.
10. U bent nu klaar met het instellen van de monitor. Voer X-Window uit nadat u de andere
benodigde hardware hebt geïnstalleerd.
Aanraakscherm
Het aanraakschermstuurprogramma installeren
1.
Gebruik de USB-kabel om de monitor op uw computer aan te sluiten.
2.
Plaats de installatie-cd in het cd-rom-station.
3.
klik op "HidSetup". Het stuurprogramma wordt automatisch geïnstalleerd. (Dubbelklik op
het bestand in de map "Touchscreen Driver".)
Software gebruiken
4.
Voltooi de rest van de installatiestappen volgens de aanwijzingen op het scherm.
Opmerking
Het stuurprogramma is nu geïnstalleerd en wordt automatisch door het systeem opgehaald. Bij bepaalde computer moeten echter de volgende stappen worden uitgevoerd
voordat het nieuwe stuurprogramma wordt gevonden: 5, 6, 7.
5.
Kies "No, not this time" en vervolgens "Next" (FIG. 1).
FIG. (1)
6.
Het systeem vertelt dat u de het relevant stuurprogrammadocument moet selecteren als
het aanraakscherm is gevonden. Kies “Install the software automatically (Recommended)” en vervolgens “Next” (FIG. 2).
FIG. (2)
7.
Klik op "Finish" (FIG.3) om de update van het stuurprogramma te voltooien. In de rechterbenedenhoek wordt een taakbalkballon weergegeven met de tekst "Nieuwe hardware gevonden"" (FIG. 4).
Software gebruiken
FIG. (3)
FIG. (4)
Het stuurprogramma installeren via Touchscreen Control Panel
Dubbelklik op de snelkoppeling op het bureaublad of ga naar "Start" -> "Alle programma"s"
-> ”IRTouchSystems” -> “TouchScreen Control Panel" (FIG. 5) en op vervolgens het configuratiescherm voor het aanraakscherm.
FIG. (5)
Software gebruiken
Menu voor algemeen configuratiescherm
FIG. (6)
1. Mapping
Het configuratiescherm kan worden gebruikt om via een USB-verbinding aanpassingen aan
te brengen of configuraties te maken en ondersteunt meerdere aanraakschermen die zijn
aangesloten op dezelfde computer. Het scherm bevat basisinformatie voor het aanraakscherm en stelt u in staat een kalibratie uit te voeren. Als er meerdere aanraakscherm op de
computer zijn aangesloten en de status is ingesteld op "multi-screens display", worden er
meerdere aanraakschermen weergegeven in de Touchscreen List. Gebruik [Mapping] om
een monitor voor elk aanraakscherm te kiezen voordat u gaat kalibreren. Anders werken de
aanraakschermen niet. Voer de volgende stappan uit om instellingen voor meerdere aanraakschermen te configureren: Klik op "Mapping" om ervoor te zorgen dat in het midden van
elke monitor op volgorde van prioriteit het knoppictogram wordt weergegeven. Klik in het
midden van het knoppictogram om te bevestigen dat het aanraakscherm is aangesloten. Als
u geen informatie over het aanraakscherm vindt, drukt u op "Esc" of wacht u 30 seconden.
Het programma schakelt vervolgens naar het huidige aanraakscherminstelling en gaat automatisch verder met het volgende scherm.
2. Calibrate
Deze functie is van toepassing op de enkelvoudige modus en de Dual View-modus voor
meerdere monitoren. Klik in de keuzelijst voor het kalibreren van het aanraakscherm op
[Calibrate]. Als alle rode cirkels blauw worden nadat u ze hebt aangeraakt, is de kalibratie
voltooid.
3. Region Calibrate
Deze functie is van toepassing op alle modi, met name de Dual Mode (modus voor horizontale
of verticale uitbreiding).
Stappen
1.
Selecteer in het gedeelte "TouchScreen List" van het Touchscreen Control Panel "Calibrate of the TouchScreen" en klik op [Region Calibrate].
2.
Sleep het kalibratiegebied. Dit moet groter zijn dan 200 x 200.
Software gebruiken
3.
Nadat u een vierpuntskalibratie hebt voltooid, kunt u alleen het geselecteerde gebied
aanraken.
Om te kalibreren voert u de volgende stappen uit: Selecteer een aanraakscherm in de informatielijst en klik vervolgens op de knop "Calibrate" wanneer het kalibratievenster wordt
weergegeven. Voltooi de kalibratie door het midden van de opeenvolgende 4 rozen aan te
raken. Druk op de knop "Esc" om de kalibratie af te sluiten. Na de kalibratie worden de knoppen "ReCalibrate", "OK" en "Cancel" weergegeven. Selecteer "ReCalibrate" om nogmaals te
kalibreren, "OK" om op te slaan en af te sluiten of "Cancel" om af te sluiten zonder op te slaan.
Settings
Het venster Settings is opgedeeld in 8 deelvensters (FIG. 7):
1.
Modes
2.
Enable Touch
3.
Hide Cursor
4.
Enable Double Click
5.
Enable Right Click
6.
Enable Drag Delay
7.
Enable Delay Touch
8.
Enable Beep
FIG. (7)
Modes
Er zijn drie aanraakmodi: “Click on touch,” “Click on Release,” “Mouse Emulation.”
1. Click on touch
Een klik wordt herkend wanneer uw vinger contact maakt met het aanraakscherm. Houd er
rekening mee dat u geen objecten kunt slepen. Het aanraakscherm reageert in deze modus
het snelst en wordt aanbevolen voor toepassingen met grote knoppen.
2. Click on Release
Software gebruiken
Dit is de standaardmodus. Een klik wordt herkend wanneer u uw vinger van het scherm haalt.
Deze modus vereiste een precieze controle en wordt aanbevolen voor toepassingen met
kleine knoppen of hyperlinks naar webpagina"s, zoals POS of andere webtoepassingen.
3. Mouse Emulation
Muisfuncties worden geëmuleerd, zoals klinken met de linkermuisknop, verplaatsen, ontklikken en slepen. Deze functie wordt aanbevolen wanneer u moet schrijven, tekenen of een
kaart moet slepen.
Options
1. Enable Touch
Aanraakscherm inschakelen (standaard)/uitschakelen.
2. Hide Cursor
De muisaanwijzer wordt in bepaalde toepassingen niet gebruikt. Met deze functie kunt u de
muisaanwijzer verbergen zonder dat u de muisfunctie uitschakelt. Dit wordt aanbevolen voor
grote knoppen die worden gebruikt voor het afspelen van animatie of educatie toepassingen
voor kinderen met demodus "Click On Touch".
3. Enable Double Click
Dubbelklikken werkt voor een aanraakscherm op dezelfde manier als met een muis. Tik twee
keer snel achter elkaar op een locatie op het scherm. “Double Click Settings" kan worden
aangepast voor optimale dubbelklikprestaties. “Speed" wordt weergegeven in milliseconden.
Hoe hoger de waarde, hoe langer het toegestane tijdsinterval voor dubbelklikken. “Area” (in
pixels) wordt gebruikt om de toegestane afstand tussen twee dubbelklikken te verhogen of
te verlagen. Hoe hoger de waarde (in pixels), hoe gevoeliger het aanraakscherm is voor
dubbelklikken. Dubbelklikken wordt ondersteund door modi "Click on touch" "Click on Release" en "Mouse Emulation".
4. Enable Right Click
De functie voor rechtsklikken inschakelen. Houd een deel van het scherm twee seconden
aangeraakt. Het contextmenu wordt weergegeven. Rechtsklikken is uitsluitend beschikbaar
in de modus Mouse Emulation. U kunt de waarde voor "Delay" in het gedeelte "Right Click
Settings" aanpassen als u vindt dat het contextmenu te snel of te langzaam wordt weergegeven.
Opmerking
Hoe hoger de waarde, hoe later het contextmenu wordt weergegeven. “Delay" wordt weergegeven in milliseconden. Via "area" wordt het jitterbereik van het aanraakoppervlak binnen
een foutlimiet (in pixels) bepaald. Hoe hoger de waarde, hoe groter het jitterbereik. Het contextmenu wordt weergegeven zolang uw vinger het scherm binnen het bereik aanraakt.
5. Enable Drag Delay
Voor deze functie wordt in milliseconden "Drag Delay" weergegeven hoe lang het duurt voordat de optie wordt ingeschakeld nadat er op is geklikt. Drag Delay kan worden aangepast (in
milliseconden) om de waarde te corrigeren als een object niet precies kan worden geselecteerd of als de cursor beweegt wanneer u het scherm aanraakt.
6. Enable Delay Touch
Nadat deze functie is ingeschakeld, reageert het aanraakscherm niet op een snelle aanraking
van of kras over het aanraakscherm. Deze modus is met name handig wanneer u het scherm
een enige tijd aangeraakt moet houden binnen een bepaald gebied.
Software gebruiken
7. Enable Beep
Met deze functie schakelt u het geluidssignaal in of uit uit die via de ingebouwde luidspreker
van de computer wordt weergegeven, en kunt u de cyclus en frequentie van de geluidssignalen instellen. U kunt op de knop [Apply] drukken om het geluidssignaal in te schakelen
nadat u [Enable touch] hebt gekozen en vice versa. Er zijn drie modi voor geluiddssignalen:
“Beep on touch,” “Beep on Release,” “Both.”
1.
Beep on touch: een klik wordt herkend wanneer uw vinger contact maakt met het aanraakscherm.
2.
Beep on Release: een klik wordt herkend wanneer u uw vinger van het scherm haalt.
3.
Both: een klik wordt herkend wanneer uw vinger contact maakt met het scherm en nogmaals wanneer u uw vinger van ht scherm haalt.
4.
PC Speaker: nadat u het stuurprogramma hebt geïnstalleerd, wordt er standaard een
geluidssignaal weergegeven wanneer er een computerkaart wordt gestart. U kunt de
cyclus en het geluid van het geluidssignaal wijzigen.
5.
Sound Card: het geluid wordt weergegeven via de geluidskaart.
Opmerking
U kunt de parameters zodanig instellen, overeenkomstig de status van de hardware en externe factoren, dat de prestaties optimaal zijn.
Het stuurprogramma verwijderen
Dubbelklik op "Configuratiescherm" -> "Software" (FIG. 8), selecteer "IRTOUCHSYSTEMS
TouchScreen Driver" en klik op "Remove" om het stuurprogramma te verwijderen.
FIG. (8)
Algemen instellingen aanraakscherm (ter referentie)
Selecteer de modus "Mouse Emulation" en kies vervolgens "Enable Touch", "Send Right
Click", "and “Enable Double Click". For general use, “Enable Delay Touch" wordt niet aanbevolen, omdat deze optie ten koste gaat van de responssnelheid van het aanraakscherm.
Het aanraakscherm reageert niet wanneer u snel op scherm tikt of snel uw vinger over het
scherm beweegt om te slepen.
Software gebruiken
Installatie
1. Enable Double Click
Dubbelklikken werkt voor een aanraakscherm op dezelfde manier als
met een muis. Tik twee keer snel
achter elkaar op een object op het
scherm om het object te openen.
“Speed" moet zijn ingesteld op
500-550 milliseconden en "Area"
op 32 pixels.
2. Enable Right Click
De functie voor rechtsklikken inschakelen (standaard). Houd een
deel van het scherm twee seconden aangeraakt. Het contextmenu
wordt weergegeven. Rechtsklikken is uitsluitend beschikbaar in de
modus Mouse Emulation. “Delay"
moet zijn ingesteld op 10001 milliseconden en "Area" op 32 pixels.
3. Enable Drag Delay
Voor deze functie wordt in milliseconden "Drag Delay" weergegeven hoe lang het duurt voordat de optie wordt ingeschakeld nadat deze is aangeraakt. Drag Delay kan worden aangepast
(in milliseconden) om de waarde te corrigeren als een object niet precies kan worden geselecteerd of als de cursor beweegt wanneer u het scherm aanraakt.
MDC (Multiple Display Control)
Installatie
1.
Plaats de installatie-cd in het CD-ROM-station.
2.
Klik op het installatieprogramma voor MDC System.
Opmerking
Als het scherm voor het installeren van de software niet verschijnt, kunt u het installeren
met behulp van het uitvoerbare bestand van MDC System in de map MDC van de CDROM.
3.
Klik op het moment dat de installatiewizard verschijnt op "Volgende".
4.
Het venster "License Agreement" wordt geopend. Klik op "Yes."
5.
Het venster "Customer Information" wordt geopend. Registreer de gebruikersgegevens
en klik op "Yes".
6.
Het venster "Choose Destination Location" wordt geopend. Selecteer de locatie waar u
de bestanden wilt installeren en klik op "Next".
Software gebruiken
Opmerking
Als geen bestandslocatie wordt opgegeven, wordt het programma geïnstalleerd op de
standaard bestandslocatie.
7.
Het venster "Start Copying Files" wordt geopend. Bevestig de bestandslocatie en klik op
"Next".
8.
Het scherm met de voortgang van het installatieproces wordt geopend.
9.
Het venster "InstallShield Wizard Complete" wordt geopend. Klik op "Finish."
Opmerking
Selecteer Launch MDC System en klik op Finish. Het programma MDC wordt onmiddellijk uitgevoerd.
10. Nadat de installatie is voltooid, verschijnt het pictogram voor het snel uitvoeren van MDC
System op het bureaublad.
Het pictogram MDC wordt mogelijk niet weergegeven, afhankelijk van de specificaties van het computersysteem of de monitor. Druk in dit geval op de toets F5.
Problemen bij de installatie
De installatie van MDC kan worden beïnvloed door bijvoorbeeld de videokaart, het moederbord en de netwerkomgeving.
Verwijderen
U kunt het programma MDC alleen verwijderen met behulp van de optie 'Add or Remove
Programs" (Software) in het Windows® configuratiescherm.
Ga als volgt te werk om MDC te verwijderen.
Selecteer 'Setting/Control Pane' (Instellingen/Configuratiescherm) in het menu 'Start' en dubbelklik op 'Add/Delete a program' (Programma toevoegen/verwijderen)'.
Selecteer MDC System in de lijst en klik op de knop 'Add/Delete' (Toevoegen/Verwijderen).
Serial MDC gebruiken
Ethernet MDC gebruiken
Problemen oplossen
1. Het beeldscherm dat u wilt bedienen, verschijnt niet in het overzicht
- Controleer of het ingevoerde IP-adres juist is en controleer de verbindingsstatus van de Ethernet-kabel.
- Controleer of andere aangesloten schermen dezelfde ID hebben. Als meer beeldschermen dezelfde ID hebben,
worden deze schermen niet goed waargenomen door het programma. De oorzaak hiervan is een gegevensconflict.
-
Voor monitoren die een Set-ID tussen 0 en 99 ondersteunen, moet u de Set-ID instellen op een waarde tussen 0
en 99.
Opmerking: Controleer of de Set-ID van de monitor een waarde tussen 0 en 99 is (in te stellen in het Display
menu).
2. Het beeldscherm dat u wilt bedienen, verschijnt niet in de andere bedieningsoverzichten.
- Controleer of het scherm AANSTAAT. (Dit kunt u controleren in het overzicht van System)
- Controleer of u de ingangsbron van het beeldscherm kunt veranderen.
3. Het dialoogvenster verschijnt regelmatig.
- Controleer of het beeldscherm dat u wilt bedienen geselecteerd is.
4. Zowel de On Timer als Off Timer is ingesteld, maar er wordt een andere tijd aangegeven.
- Gebruik de huidige tijd om de klok van het beeldscherm te synchroniseren.
5. Het kan zijn dat de afstandsbediening niet goed functioneert, door het uitschakelen van de
afstandsbedieningsfunctie. Haal de RS-232C kabel eruit of sluit het programma af. Start het programma opnieuw op
en schakel de afstandsbedieningsfunctie opnieuw in om de normale functies herstellen.
<Opmerking> Het kan zijn dat dit programma niet werkt door communicatieproblemen of door interferentie van
elektronische apparaten die in de buurt staan.
Settings Value Display (Instellingen waardescherm) in de Multiple
Display (multi-schermmodus)
Als u meer dan vier beeldschermen heeft aangesloten, worden waarden van de instellingen als volgt weergegeven.
1. Geen selectie: Geeft de standaard fabrieksinstellingen weer.
2. Eén beeldscherm geselecteerd: geeft de instellingen van de waarde aan van het geselecteerde beeldscherm.
3. Een beeldscherm is geselecteerd (ID1) en een andere beeldscherm (ID3) : Het programma gaf eerst de instellingen
van de waarde van ID1 weer en de waarde van ID3.
4. Als alle sets tegelijkertijd zijn geselecteerd door op All en Select te klikken, worden de standaardwaarden hersteld.
S e r i a l MDC
Inleiding
Multiple Display Control (MDC) is een toepassing waarmee verschillende beeldschermen gemakkelijk en tegelijk op
een pc kunnen worden gebruikt. RS-232C, een standaard voor seriële communicatie, wordt gebruikt voor de
communicatie tussen een computer en een beeldscherm. Daarom moet er een seriële kabel verbonden worden
met de seriële poort van uw computer en de seriële poort van het beeldscherm.
Begin - Hoofdscherm
Klik op Start > Program > Samsung > MDC System, om het programma te starten.
Selecteer een apparaat, om het volume van het geselecteerde apparaat in de schuifbalk te kunnen zien.
Hoofdpictogrammen
All
Remote Control
Selectieknoppen
Safety Lock
Refresh
Port Selection
Weergaveselectie
Lamp Control
Informatieraster
Option...
Bedieningsgereedschappen
Vervolgkeuzelijsten
OSD Display
1.
Gebruik de hoofdpictogrammen om over te schakelen naar ieder beeldscherm.
2.
Met deze optie kunt u de signaalontvangst van de afstandsbediening van de betreffende beeldschermeenheid inen uitschakelen.
3.
Stelt de slotfunctie in.
Wanneer u de vergrendelingsfunctie instelt, kunt u alleen de aan/uit-toets en de vergrendelingstoets op de
afstandsbediening en de set gebruiken.
4.
U kunt de instelling voor de seriële poort van de pc wijzigen. De oorspronkelijke waarde is COM1.
5.
Hiermee selecteert u een modus om Lamp aan te passen.
6.
Het aantal LFD ID's en de frequentie van zoekherhalingen bijstellen.
7.
Het bereik bepalen van weer te geven LFD ID's. U kunt de weergegeven ID's selecteren met de knop Select of de
selectie ervan opheffen met Clear.
8.
Alle monitoren kunnen worden geselecteerd of gedeselecteerd.
9.
LFD ID's selecteren (Select) of de selectie van LFD ID's opheffen (Clear) die worden weergegeven door
configuratie van 7 en 8.
10. Zoeken naar monitoren. Het maximale aantal wordt aangegeven in het veld Max LFD Id.
11. Selecteer een weergave in Schermindeling.
12. Gebruik Raster om korte informatie over de geselecteerde weergave weer te geven.
13. Maak gebruik van de bedieningsgereedschappen om de beeldschermen te bedienen.
14. De OSD-functie instellen op On/Off.
- Wordt mogelijk niet ondersteund. Dit is afhankelijk van het product.
<Opmerking> De in- en uitschakelfunctie van de afstandsbediening werkt onafhankelijk van het feit of het
apparaat wel of niet aanstaat. Dit is van toepassing op alle aangesloten beeldschermen die
aangesloten zijn op schermen die wederom aangesloten zijn op de MDC. Echter ongeacht de
status op het moment dat de MDC uitgezet wordt, zal de signaalontvangstfunctie van de
afstandsbediening van alle beeldschermen geactiveerd worden als de MDC wordt afgesloten.
Port Selection
1. De Meervoudige Display Control wordt oorspronkelijk ingesteld op COM1.
2. Als u een andere poort dan COM1 gebruikt, kunt u COM1 tot en met COM4 selecteren in het menu Port selection.
3. Als de exacte poortnaam die op de monitor met een seriële kabel is aangesloten, niet is geselecteerd, is
communicatie niet mogelijk.
4. De geselecteerde poort is in het programma opgeslagen en wordt ook voor het volgende programma gebruikt.
System
1. Klik in het hoofdmenu op System om het scherm voor het instellen van het systeem te openen.
In het overzicht treft u basisinformatie aan die noodzakelijk is voor System.
1)
(Power Status (resterend vermogen))
2) Input
3) Image Size
4) On Timer
5) Off Timer
2. Weergaven selecteren die u wilt bijstellen met de knop Select of keuzevakjes.
Met de optie System kunt u sommige functies bedienen van het geselecteerde beeldscherm.
1) Power On/Off
- Schakelt het geselecteerde beeldscherm Aan/Uit.
2) Volume
- Controleert het volumeniveau van het geselecteerde scherm.
Het ontvangt de volumewaarde van het geselecteerde beeldscherm en geeft dit weer in de schuifbalk.
(Als u de selectie van een enkele weergave of alle weergaven opheft, wordt de standaardwaarde 10 hersteld.)
3)
Mute On/Off (Mute Aan/Uit)
- Schakelt de Mute van het geselecteerde beeldscherm Aan/Uit.
Als het geselecteerde apparaat al is ingesteld op MUTE en u één voor één een apparaat selecteert, moet u het
scherm MUTE markeren.
(Als u de selecties ongedaan maakt of de optie Alles selecteren selecteert, zullen de standaardinstellingen
aangenomen worden.)
De Volume- en Mute-functies zijn alleen beschikbaar voor schermen die AANSTAAN.
3 Hiermee geeft u aan of het menuscherm via het menu OSD Display moet worden weergegeven.
1) Source OSD
- Hiermee geeft u aan of de Source OSD moet worden weergegeven als de Source is gewijzigd.
2) Not Optimum Mode OSD
- Hiermee geeft u aan of de Optimum Mode OSD moet worden weergegeven als de huidige modus niet wordt
ondersteund.
3) No Signal OSD
- Hiermee geeft u aan of de No Signal OSD moet worden weergegeven als er geen signaal wordt ontvangen.
4) MDC OSD
- Hiermee geeft u aan of de MDC OSD moet worden weergegeven wanneer de instellingen worden gewijzigd met de
MDC.
Input Source
1. Als u in de hoofdpictogrammen op de optie (Input Source)Ingangsbron klikt, verschijnt het scherm waarin u de
ingangsbron kunt instellen.
Weergaven selecteren die u wilt bijstellen met de knop Select of keuzevakjes.
• TV Mode
• PC Mode
Het overzicht toont u basisinformatie die noodzakelijk is voor de Input Source Control.
1)
PC
- Verandert de ingangsbron van het geselecteerde display in PC.
2)
BNC
- Verandert de ingangsbron van het geselecteerde display in BNC.
3)
DVI
- Verandert de ingangsbron van het geselecteerde display in DVI.
4)
TV
- Verandert de ingangsbron van het geselecteerde display in TV.
5)
DTV
- Verandert de ingangsbron van het geselecteerde display in DTV.
6)
AV
- Verandert de ingangsbron van het geselecteerde display in AV.
7)
S-Video
- Verandert de ingangsbron van het geselecteerde display in S-Video.
8)
Component
- Verandert de ingangsbron van het geselecteerde display in Component.
9)
MagicInfo
- Indgangskilden for MagicInfo fungerer kun på MagicInfo-modellen.
10) HDMI1/HDMI2
- Verandert de ingangsbron van het geselecteerde display in HDMI.
11) DP
- Hiermee schakelt u voor de Display naar de invoerbron DP.
12) Channel
- De pijl voor het kanaal verschijnt wanneer de tv als Input Source (invoerbron) is ingesteld.
HDMI2 wordt mogelijk niet ondersteund voor dit product.
DP wordt mogelijk niet ondersteund voor dit product.
De tv kan alleen als bron worden geselecteerd bij producten met een tv en het besturen van kanalen is
alleen toegestaan wanneer de invoerbron de tv is.
De Input Source Control is alleen beschikbaar voor beeldschermen die AANSTAAN.
Image Size
PC, BNC, DVI, DP
1. Als u in de hoofdpictogrammen op de optie Beeldformaat klikt, verschijnt het scherm waarin u het beeldformaat kunt
instellen.
Het overzicht toont u basisinformatie die noodzakelijk is voor het instellen van het beeldformaat.
1)
(Power Status (resterend vermogen))
- Geeft aan of het huidige beeldscherm in of uitgeschakeld is.
2) Image Size
- Geeft aan of het huidige Image Size in of uitgeschakeld is.
3) Input
- Op het inforaster worden alleen de schermen weergegeven die PC, BNC, DVI en DP als ingangsbron hebben.
4) PC Source
- PC Source (pc-bron) is het eerste tabblad aan de linkerzijde wanneer u op het tabblad Image Source (beeldbron)
klikt.
- De knop Beeldformaat instellen, regelt het beeldformaat dat beschikbaar is voor PC, BNC, DVI en DP.
5) Video Source
- Klik op het tabblad Video Source (videobron) om de beeldgrootte voor de respectieve invoerbron te beheren.
DP wordt mogelijk niet ondersteund voor dit product.
Indgangskilden for MagicInfo fungerer kun på MagicInfo-modellen.
Indgangskilden for TV fungerer kun på TV-modellen.
De optie Beeldformaat instellen is alleen beschikbaar voor beeldschermen die AANSTAAN.
Image Size
TV, AV, S-Video, Component, DVI(HDCP), HDMI1, HDMI2, DTV.
1. Als u in de hoofdpictogrammen op de optie Beeldformaat klikt, verschijnt het scherm waarin u het beeldformaat kunt
instellen.
Het overzicht toont u basisinformatie die noodzakelijk is voor het instellen van het beeldformaat.
1) U kunt de instelling Image Size instellen in de modus TV, AV, S-Video, Component, HDMI1, HDMI2 of DTV door te
klikken op de tab Video Source.
Weergaven selecteren die u wilt bijstellen met de knop Select of keuzevakjes.
2) Het overzicht geeft alleen het beeldscherm weer waarvan Video TV, AV, S-VIDEO, Component, HDMI1, HDMI2 en
DTV de ingangsbron is.
3) Met deze optie schakelt u willekeurig het beeldformaat van het geselecteerde beeldscherm in.
4) De schermmodi kunnen alleen worden gewijzigd wanneer een TV (alleen PAL) is aangesloten en de Image Size
(afbeeldingsgrootte) is ingesteld als Auto Wide (automatisch breed).
HDMI2 wordt mogelijk niet ondersteund voor dit product.
Custom wordt mogelijk niet ondersteund voor dit product.
Opmerking: Auto Wide, Zoom1 en Zoom2 kunnen niet worden geselecteerd wanneer het
ingangssignaaltype voor Component en DVI (HDCP) 720p of 1080i is.
(De modus Auto Wide is alleen beschikbaar voor TV, AV en S-Video.)
Indgangskilden for MagicInfo fungerer kun på MagicInfo-modellen.
Indgangskilden for TV fungerer kun på TV-modellen.
De optie Beeldformaat instellen is alleen beschikbaar voor beeldschermen die AANSTAAN.
Time
1. Klik in de hoofdpictogrammen op de optie Time Control (Tijdcontrole). Naar aanleiding hiervan verschijnt het venster
Tijdcontrole.
Het overzicht toont u basisinformatie die noodzakelijk is voor Tijdcontrole.
1) Set clock
- Stel de huidige tijd in voor het geselecteerde beeldscherm (PC-tijd)
- U moet eerst de PC-tijd veranderen, voordat u de huidige tijd kunt veranderen.
2) Timer
- Hiermee stelt u Timer1, Timer2, Timer3 en Holiday Management in.
3) Geeft aan of Timer is geactiveerd.
Indgangskilden for MagicInfo fungerer kun på MagicInfo-modellen.
Indgangskilden for TV fungerer kun på TV-modellen.
De Tijdcontrole is alleen beschikbaar voor beeldschermen die AANSTAAN.
Time
Timer en Holiday Management instellen
1. 1. Timer1, Timer2 en Timer3 instellen
1) On Time
Hiermee geeft u de uren, minuten en AM/PM op voor de tijd waarop de geselecteerde monitor moet worden
ingeschakeld.
2) Off Time
Hiermee geeft u de uren, minuten en AM/PM op voor de tijd waarop de geselecteerde monitor moet worden
uitgeschakeld.
3) Volume
- Hiermee regelt u het volume wanneer de geselecteerde monitor is ingeschakeld.
4) Source
Hiermee selecteert u de externe ingangsbron die wordt weergegeven wanneer de geselecteerde monitor is
ingeschakeld.
5) Holiday
- Hiermee wordt de functie Holiday Management op de Timertoegepast.
6) Repeat
- Beschikbare selecties zijn onder andere: Once, EveryDay, Mon~Fri, Mon~Sat, Sat~Sun en Manual.
z
z
z
z
z
z
Once: de Timer gaat slechts één keer af.
EveryDay: de Timer wordt dagelijks herhaald.
Mon~Fri: de Timer wordt van maandag tot en met vrijdag herhaald.
Mon~Sat: de Timer wordt van maandag tot en met zaterdag herhaald.
Sat~Sun: de Timer alleen op zaterdag en zondag af.
Manual: Selecteer op welke dag van de week de Timer af moet gaan.
2. Holiday Management instellen
Met de functie Holiday Management kunt u de datums opgeven waarop de niet moet worden in- en uitgeschakeld
door de Timer.
1) Geeft de datum aan.
2) Delete All
- Alle vakanties verwijderen.
3) Add
- De opgegeven datum toevoegen.
4)
- Het schema van de geselecteerde regel verwijderen.
De functie Holiday Management kan in en uit worden geschakeld via het instellingenmenu Timer.
Indgangskilden for MagicInfo fungerer kun på MagicInfo-modellen.
Indgangskilden for TV fungerer kun på TV-modellen.
De Tijdcontrole is alleen beschikbaar voor beeldschermen die AANSTAAN.
Wordt alleen ingeschakeld voor een TV wanneer in de modus On Time de optie Source is ingesteld op
TV.
Wordt alleen ingeschakeld voor een model waarop MagicInfo is geïnstalleerd en wanneer in de modus
On Time de optie Source is ingesteld op MagicInfo.
PIP
PIP Size
1. Klik in de hoofdpictogrammen op PIP en vervolgens zal het scherm PIP instellen op uw beeldscherm verschijnen.
Weergaven selecteren die u wilt bijstellen met de knop Select of keuzevakjes.
Het overzicht toont u basisinformatie die noodzakelijk is voor het instellen van het PIP-formaat.
1) PIP Size
- Geeft het huidige PIP-formaat aan van het beeldsherm dat u momenteel gebruikt.
2) OFF
- Schakelt de PIP uit van het geselecteerde display.
3) Large
- Schakelt de PIP in van het geselecteerde display en verandert het formaat in Large.
4) Small
- Schakelt de PIP in van het geselecteerde display en verandert het formaat in Small.
5) Double1
- Schakelt de PIP in van het geselecteerde display en verandert het formaat in Double 1.
6) Double 2
- Schakelt de PIP in van het geselecteerde display en verandert het formaat in Double 2.
7) Double 3 (Dubbel 3) (beeld per beeld)
– Schakelt de functie PBP (picture by picture) van de geselecteerde weergave in en wijzigt het formaat naar Dubbel
3.
Indgangskilden for MagicInfo fungerer kun på MagicInfo-modellen.
Indgangskilden for TV fungerer kun på TV-modellen.
U kunt het PIP-formaat instellen, zodra u de monitor heeft ingeschakeld.
PIP
PIP Source
1. Klik in de hoofdpictogrammen op PIP en vervolgens zal het scherm PIP instellen op uw beeldscherm verschijnen.
Het overzicht toont u basisinformatie die noodzakelijk is voor het instellen van het PIP-bron.
1)
PIP Source
- U kunt de PIP-bron instellen, zodra u de monitor heeft ingeschakeld.
2)
PC
- Verandert de PIP-bron van het geselecteerde display in PC.
3)
BNC
- Verandert de PIP-bron van het geselecteerde display in BNC.
4)
DVI
- Verandert de PIP-bron van het geselecteerde display in DVI.
5)
TV
- Verandert de PIP-bron van het geselecteerde display in TV.
6)
DTV
- Verandert de PIP-bron van het geselecteerde display in DTV.
7)
AV
- Verandert de PIP-bron van het geselecteerde display in AV.
8)
S-Video
- Verandert de PIP-bron van het geselecteerde display in S-Video.
9)
Component
- Verandert de PIP-bron van het geselecteerde display in Component.
10) HDMI1/HDMI2
- Verandert de PIP-bron van het geselecteerde display in HDMI.
11) DP
- Stelt de PIP-bron van het geselecteerde beeldscherm in op DP.
HDMI2 wordt mogelijk niet ondersteund voor dit product.
DP wordt mogelijk niet ondersteund voor dit product.
Sommige PIP-bronnen kunnen wellicht niet worden geselecteerd.
Indgangskilden for MagicInfo fungerer kun på MagicInfo-modellen.
Dit is afhankelijk van het ingangsbrontype van het hoofdscherm.
Settings
Picture
1. Klik in de hoofdpictogrammen op Instellingen en vervolgens zal het scherm Settings Control op uw beeldscherm
verschijnen.
In het hoofdmenu wordt basisinformatie weergegeven die vereist is om Picture bij te stellen. De instellingen voor de
geselecteerde monitor worden weergegeven als een van de aangesloten monitoren is geselecteerd. De
standaardinstellingen worden weergegeven als alle monitoren zijn geselecteerd door op All en Select te klikken. Als
een waarde in dit scherm wordt gewijzigd, schakelt de huidige modus automatisch over op aangepaste modus.
1) Picture
- Alleen beschikbaar voor TV, AV, S-Video, Component, HDMI, DTV.
2) Contrast
- Met deze optie kunt het Contrast instellen van het geselecteerde scherm.
3) Brightness
- Met deze optie kunt de Helderheid instellen van het geselecteerde scherm.
4) Sharpness
- Met deze optie kunt de Scherpte instellen van het geselecteerde beeldscherm.
5) Color
- Met deze optie kunt de Kleur instellen van het geselecteerde beeldscherm.
6) Tint
- Met deze optie kunt de Kleur instellen van het geselecteerde beeldscherm.
7) Color Tone
- Stelt de Color Tone voor het geselecteerde beeldscherm in.
8) Color Temp
- Pas de Color Temp aan voor de geselecteerde weergave.
9) Brightness Sensor
- Pas de Brightness Sensor aan voor de geselecteerde weergave.
10) Dynamic Contrast
- Pas de Dynamic Contrast aan voor de geselecteerde weergave.
HDMI2 wordt mogelijk niet ondersteund voor dit product.
Brightness Sensor wordt mogelijk niet ondersteund voor dit product.
Indgangskilden for MagicInfo fungerer kun på MagicInfo-modellen.
Deze functie wordt alleen ingeschakeld als Color Tone is ingesteld op Off.
Indgangskilden for TV fungerer kun på TV-modellen.
Deze optie is alleen beschikbaar voor de weergaven met stroomstatus AAN, en indien er geen selectie
is gemaakt, wordt de fabrieksinstelling weergegeven.
Settings
Picture PC
1. Klik in de hoofdpictogrammen op Instellingen en vervolgens zal het scherm Settings Control op uw beeldscherm
verschijnen.
Er wordt basisinformatie weergegeven die nodig is voor het wijzigen van instellingen. Instellingen voor de
overeenkomstige SET worden geïmporteerd en weergegeven op de schuifregelaar als een beeldscherm-ID is
geselecteerd. De standaardinstellingen worden weergegeven als alle weergave-ID's zijn geselecteerd door te klikken
op All en Select. Als een waarde in dit scherm wordt gewijzigd, schakelt de huidige modus automatisch over op
aangepaste modus.
1) Picture PC
- Alleen beschikbaar voor PC, BNC, DVI en DP.
2) Contrast
- Met deze optie kunt het Contrast instellen van het geselecteerde scherm.
3) Brightness
- Met deze optie kunt de Helderheid instellen van het geselecteerde scherm.
4) Red
- De kleurtemperatuur van het geselecteerde beeldscherm instellen.(Red)
5) Green
- De kleurtemperatuur van het geselecteerde beeldscherm instellen.(Green)
6) Blue
- De kleurtemperatuur van het geselecteerde beeldscherm instellen.(Blue)
7) Color Tone
- Stelt de Color Tone voor het geselecteerde beeldscherm in.
8) Color Temp
- Pas de Color Temp aan voor de geselecteerde weergave.
9) Brightness Sensor
- Pas de Brightness Sensor aan voor de geselecteerde weergave.
10) Dynamic Contrast
- Pas de Dynamic Contrast aan voor de geselecteerde weergave.
DP wordt mogelijk niet ondersteund voor dit product.
Brightness Sensor wordt mogelijk niet ondersteund voor dit product.
Indgangskilden for MagicInfo fungerer kun på MagicInfo-modellen.
Indgangskilden for TV fungerer kun på TV-modellen.
Deze functie wordt alleen ingeschakeld als Color Tone is ingesteld op Off.
Deze optie is alleen beschikbaar voor de weergaven met stroomstatus AAN, en indien er geen selectie
is gemaakt, wordt de fabrieksinstelling weergegeven.
Settings
Audio
1. Klik in de hoofdpictogrammen op Instellingen en vervolgens zal het scherm Settings Control op uw beeldscherm
verschijnen.
In het weergavemenu wordt basisinformatie weergegeven die vereist is om Audio bij te stellen. Instellingen voor de
overeenkomstige SET worden geïmporteerd en weergegeven op de schuifregelaar als een weergave-ID is
geselecteerd. De standaardinstellingen worden weergegeven als alle weergave-ID's zijn geselecteerd door te klikken
op All en Select. Als een waarde in dit scherm wordt gewijzigd, schakelt de huidige modus automatisch over op
aangepaste modus.
1) Audio
- Bediening van de audio-instellingen van alle ingangsbronnen.
2) Bass
- Adjusts Bass of the selected display.
3) Treble
- Met deze optie kunt u de Treble instellen van het geselecteerde scherm.
4) Balance
- Met deze optie kunt u de Balance instellen van het geselecteerde scherm.
5) SRS TSXT
- SRS TSXT Sound On/Off.
6) Sound Select
- Als de PIP-functie geactiveerd is, kunt u alleen kiezen tussen hoofd- of subscherm (main of sub).
Indgangskilden for MagicInfo fungerer kun på MagicInfo-modellen.
Indgangskilden for TV fungerer kun på TV-modellen.
Deze optie is alleen beschikbaar voor de weergaven met stroomstatus AAN, en indien er geen selectie
is gemaakt, wordt de fabrieksinstelling weergegeven.
Settings
Image Lock
1. Klik in de hoofdpictogrammen op Instellingen en vervolgens zal het scherm Settings Control op uw beeldscherm
verschijnen.
Het overzicht toont u basisinformatie die noodzakelijk is voor Settings Control.
1) Image Lock
- Alleen beschikbaar voor PC, BNC.
2) Coarse
- Met deze optie kunt u de Coarse instellen van het geselecteerde beeldscherm.
3) Fine
- Met deze optie kunt u de Fine instellen van het geselecteerde beeldscherm.
4) Position
- Met deze optie kunt u de positie instellen van het geselecteerde beeldscherm.
5) Auto Adjustment
- Als u zelf het binnenkomende signaal wilt aanpassen.
Indgangskilden for MagicInfo fungerer kun på MagicInfo-modellen.
Indgangskilden for TV fungerer kun på TV-modellen.
Indstillinger er kun tilgængelige for skærme, der er slået til (ON).
Maintenance
Lamp Control
1. Klik op het pictogram "Maintenance" in de kolom Main Icon om het scherm Maintenance weer te geven.
Op het informatieraster ziet u een aantal basisgegevens verschijnen.
1) Maintenance
- Hiermee is de functie Maintenance Control mogelijk voor alle ingangsbronnen.
2) Lamp Control
- Regelt automatisch de achtergrondverlichting van de geselecteerde display op een specifieke tijd.
De Manual Lamp Control wordt automatisch uitgeschakeld als u deze bijstelt met de Auto Lamp Control.
- Hiermee kunt u de achtergrondverlicht van de geselecteerde display regelen, ongeacht het tijdstip.
De Auto Lamp Control wordt automatisch uitgeschakeld als u deze bijstelt met de Manual Lamp Control.
3) Ambient Light
- Detecteert de intensiteit van het omgevingslicht voor de betreffende monitor en past automatisch de helderheid
van het beeld aan.
- U kunt een waarde voor Reference opgeven en een monitor toewijzen die automatisch op basis van de intensiteit
van het omgevingslicht de Lamp Value bepaalt (de lichtintensiteit van de lamp).
Ambient Light wordt alleen ondersteund voor modellen die van een helderheidssensor zijn voorzien en
is alleen ingeschakeld wanneer de optie Ambient Brightness Mode is geselecteerd in het menu Lamp
Control.
Auto Lamp Control en Manual Lamp Control worden alleen ingeschakeld wanneer de optie User Control
Mode is geselecteerd in het menu Lamp Control.
De functie Maintenance Control is alleen beschikbaar voor beeldschermen die AANSTAAN.
Indgangskilden for MagicInfo fungerer kun på MagicInfo-modellen.
Indgangskilden for TV fungerer kun på TV-modellen.
Maintenance
Scroll
1. Klik op het pictogram "Maintenance" in de kolom Main Icon om het scherm Maintenance weer te geven.
1) Scroll
- Met deze functie kunt u ingebrande beelden verwijderen die voorkomen wanneer een stilstaand beeld lange tijd
op het geselecteerde scherm wordt weergegeven.
2) Pixel Shift
- Hiermee kan het scherm precies worden verplaatst op de opgegeven tijdsinterval.
3) Safety Screen
- De functie Safety Screen (Veiligheidsscherm) wordt gebruikt om ingebrande beelden te voorkomen bij het
langdurig weergeven van een stilstaande afbeelding. Interval (interval) wordt gebruikt om de herhalingscyclus
in uren in te stellen. Time (tijd) wordt gebruikt om het tijdstip in te stellen wanneer de functie Safety Screen
(veiligheidsscherm) moet worden uitgevoerd.
U kunt Type (type) instellen als Scroll (verschuiven), Pixel (pixel), Bar (balk), Eraser (wisser), All White (alles
wit) of Pattern (patroon).
4) Safety Screen2
- Deze functie word gebruikt om ingebrande beelden te voorkomen. Er zijn vijf (5) types die u met deze functie kunt
selecteren en beheren.
By het type Scroll (verschuiven) kunt u Time (tijd) instellen als 1, 2, 3, 4 of 5. De tijd kan bij Bar (balk)
en Eraser (wisser) worden ingesteld als 10, 20, 30, 40 of 50. Bij de types All White (alles wit) en Pattern
(patroon) kan de tijd worden ingesteld als 20 of 30.
Indgangskilden for MagicInfo fungerer kun på MagicInfo-modellen.
Indgangskilden for TV fungerer kun på TV-modellen.
De functie Maintenance Control is alleen beschikbaar voor beeldschermen die AANSTAAN.
Maintenance
Video Wall
1. Klik op het pictogram "Maintenance" in de kolom Main Icon om het scherm Maintenance weer te geven.
1) Video Wall
- Een Video Wall is een set videoschermen die met elkaar zijn verbonden, zodat op ieder scherm een gedeelte van
het geheel wordt weergegeven of zodat op ieder scherm het beeld wordt herhaald.
2) Video Wall Control
- De eigenschappen van Video Wallkunnen hier worden bewerkt.
1) On / Off
- U kunt de plaats selecteren door in de geselecteerde modus op een nummer te drukken.
2) Format
- De indeling kan worden geselecteerd om het scherm te splitsen.
z
Full
z
Natural
3) Video Wall (Screen divider)
- De videomuur kan op verschillende manieren worden ingedeeld.
U kunt gebruikmaken van verschillende schermen en deze op verschillende manieren indelen.
z Selecteer een modus in Screen divider (Schermindeling).
z Selecteer in Display Selection (Weergaveselectie) een weergave.
z U kunt de plaats selecteren door in de geselecteerde modus op een nummer te drukken.
z Het maximumaantal monitoren dat kan worden ingesteld: Horizontal X Vertical = 100
z Maximaal 15 monitoren kunnen naast elkaar worden geplaatst. De maximumwaarde voor Horizontal is 6 als
Vertical is ingesteld op 15. De maximumwaarde voor Vertical is 6 als Horizontal is ingesteld op 15.
4) Schermsplitsingen bekijken
- U kunt de indelingen van schermen bekijken en wijzigen via de instellingen van Screen Divider.
De naam van de Screen Divider-instelling kan afwijken, afhankelijk van het model.
U kunt deze functie niet gebruiken in MagicInfo.
Indgangskilden for TV fungerer kun på TV-modellen.
De functie Maintenance Control is alleen beschikbaar voor beeldschermen die AANSTAAN.
Problemen oplossen
1. Het scherm dat u wilt bedienen, verschijnt niet in het System Info Grid.
- Controleer de verbinding van RS232C. (Controleer of deze goed aangesloten is op de Com1 poort)
- Controleer of andere aangesloten schermen dezelfde ID hebben. Als meer beeldschermen dezelfde ID hebben,
worden deze schermen niet goed waargenomen door het programma. De oorzaak hiervan is een gegevensconflict.
- Voor monitoren die een Set-ID tussen 0 en 99 ondersteunen, moet u de Set-ID instellen op een waarde tussen 0
en 99.
Opmerking: Controleer of de Set-ID van de monitor een waarde tussen 0 en 99 is (in te stellen in het Display.
2. Het beeldscherm dat u wilt bedienen, verschijnt niet in de andere bedieningsoverzichten.
- Controleer of het scherm AANSTAAT. (Dit kunt u controleren in het overzicht van System )
- Controleer of u de ingangsbron van het beeldscherm kunt veranderen.
3. Het dialoogvenster verschijnt regelmatig.
- Controleer of het beeldscherm dat u wilt bedienen geselecteerd is.
4. Zowel de On Timer als Off Timer is ingesteld, maar er wordt een andere tijd aangegeven.
- Gebruik de huidige tijd om de klok van het beeldscherm te synchroniseren.
5. Het kan zijn dat de afstandsbediening niet goed functioneert, door het uitschakelen van de
afstandsbedieningsfunctie. Haal de RS-232C kabel eruit of sluit het programma af. Start het programma opnieuw op
en schakel de afstandsbedieningsfunctie opnieuw in om de normale functies herstellen.
<Opmerking> Het kan zijn dat dit programma niet werkt door communicatieproblemen of door interferentie van
elektronische apparaten die in de buurt staan.
Settings Value Display (Instellingen waardescherm) in de Multiple
Display (multi-schermmodus)
Als u meer dan vier beeldschermen heeft aangesloten, worden waarden van de instellingen als volgt weergegeven.
1. Geen selectie: Geeft de standaard fabrieksinstellingen weer.
2. Eén beeldscherm geselecteerd: geeft de instellingen van de waarde aan van het geselecteerde beeldscherm.
3. Een beeldscherm is geselecteerd (ID1) en een andere beeldscherm (ID3) : Het programma gaf eerst de instellingen
van de waarde van ID1 weer en de waarde van ID3.
4. Als alle sets tegelijkertijd zijn geselecteerd door op All en Select te klikken, worden de standaardwaarden hersteld.
Ehternet MDC
Inleiding
In tegenstelling tot de voorgaande methode, waarbij werd gebruikgemaakt van seriële datacommunicatie volgens RS-232C, is
een Ethernet- functie toegevoegd.
Maak een verbinding tussen het eerste weergaveapparaat en de computer door het IP-adres in te voeren. U kunt een
verbinding maken met een ander weergaveapparaat met behulp van een seriële RS-232C-kabel. Zie de bovenstaande
afbeelding.
Begin - Hoofdscherm
Klik op Start > Program > Samsung > MDC System, om het programma te starten.
Selecteer een apparaat, om het volume van het geselecteerde apparaat in de schuifbalk te kunnen zien.
Hoofdpictogrammen
Lamp Control
Add a Device
Weergaveselectie
Remote Control
Info Grid
Safety Lock
Bedieningsgereedschappen
Fault Device Alert
OSD Display
1.
Gebruik de hoofdpictogrammen om over te schakelen naar ieder beeldscherm.
2.
U kunt een apparaat toevoegen door het IP-adres in te voeren dat op de monitor is geconfigureerd.
3.
Met deze optie kunt u de signaalontvangst van de afstandsbediening van de betreffende beeldschermeenheid inen uitschakelen.
4.
Stelt de slotfunctie in.
Wanneer u de slotfunctie instelt, kunt u de knoppen power <aan/uit> en lock <slot> alleen op de
afstandsbediening en op de set gebruiken.
5.
Als het maken van een verbinding met de monitor mislukt, wordt de functie die het resultaat via e-mail doorgeeft
aan- of uitgezet.
6.
Hiermee selecteert u een modus om Lamp aan te passen.
7.
Selecteer een weergave in Schermindeling.
8.
Alle monitoren kunnen worden geselecteerd of gedeselecteerd.
9.
Maak gebruik van de bedieningsgereedschappen om de beeldschermen te bedienen.
10. De OSD-functie instellen op On/Off.
- Wordt mogelijk niet ondersteund. Dit is afhankelijk van het product.
<Opmerking> De in- en uitschakelfunctie van de afstandsbediening werkt onafhankelijk van het feit of het
apparaat wel of niet aanstaat. Dit is van toepassing op alle aangesloten beeldschermen die
aangesloten zijn op schermen die wederom aangesloten zijn op de MDC. Echter ongeacht de
status op het moment dat de MDC uitgezet wordt, zal de signaalontvangstfunctie van de
afstandsbediening van alle beeldschermen geactiveerd worden als de MDC wordt afgesloten.
Add a Device
1. IP Adress -> ADD -> OK
System
1. Klik in het hoofdmenu op System om het scherm voor het instellen van het systeem te openen.
In het overzicht treft u basisinformatie aan die noodzakelijk is voor System.
1)
(Power Status (resterend vermogen))
2) Input
3) Image Size
4) On Timer
5) Off Timer
2. Weergaven selecteren die u wilt bijstellen met de knop Select of keuzevakjes.
Met de optie System kunt u sommige functies bedienen van het geselecteerde beeldscherm.
1) Power On/Off
- Schakelt het geselecteerde beeldscherm Aan/Uit.
2) Volume
- Controleert het volumeniveau van het geselecteerde scherm.
Het ontvangt de volumewaarde van het geselecteerde beeldscherm en geeft dit weer in de schuifbalk.
(Als u de selectie van een enkele weergave of alle weergaven opheft, wordt de standaardwaarde 10 hersteld.)
3)
Mute On/Off (Mute Aan/Uit)
- Schakelt de Mute van het geselecteerde beeldscherm Aan/Uit.
Als het geselecteerde apparaat al is ingesteld op MUTE en u één voor één een apparaat selecteert, moet u het
scherm MUTE markeren.
(Als u de selecties ongedaan maakt of de optie Alles selecteren selecteert, zullen de standaardinstellingen
aangenomen worden.)
De Volume- en Mute-functies zijn alleen beschikbaar voor schermen die AANSTAAN.
3 Hiermee geeft u aan of het menuscherm via het menu OSD Display moet worden weergegeven.
1) Source OSD
- Hiermee geeft u aan of de Source OSD moet worden weergegeven als de Source is gewijzigd.
2) Not Optimum Mode OSD
- Hiermee geeft u aan of de Optimum Mode OSD moet worden weergegeven als de huidige modus niet wordt
ondersteund.
3) No Signal OSD
- Hiermee geeft u aan of de No Signal OSD moet worden weergegeven als er geen signaal wordt ontvangen.
4) MDC OSD
- Hiermee geeft u aan of de MDC OSD moet worden weergegeven wanneer de instellingen worden gewijzigd met de
MDC.
Network
1) Select All of Clear All de toegevoegde apparaten; of Refresh of Delete geselecteerde apparaten.
2)
De instellingen IP Address, ID (Ethernet of Serieel), Mac Address en de verbindingsstatus van de aangesloten monitor
worden weergegeven.
3) Het is mogelijk automatisch te controleren of DHCP IP is ingesteld en vervolgens het IP-adres in te stellen.
4) Het is mogelijk automatisch te controleren of DHCP IP is ingesteld en vervolgens het IP-adres in te stellen.
Input Source
1. Als u in de hoofdpictogrammen op de optie (Input Source)Ingangsbron klikt, verschijnt het scherm waarin u de
ingangsbron kunt instellen.
Weergaven selecteren die u wilt bijstellen met de knop Select of keuzevakjes.
• TV Mode
• PC Mode
Het overzicht toont u basisinformatie die noodzakelijk is voor de Input Source Control.
1)
PC
- Verandert de ingangsbron van het geselecteerde display in PC.
2)
BNC
- Verandert de ingangsbron van het geselecteerde display in BNC.
3)
DVI
- Verandert de ingangsbron van het geselecteerde display in DVI.
4)
TV
- Verandert de ingangsbron van het geselecteerde display in TV.
5)
DTV
- Verandert de ingangsbron van het geselecteerde display in DTV.
6)
AV
- Verandert de ingangsbron van het geselecteerde display in AV.
7)
S-Video
- Verandert de ingangsbron van het geselecteerde display in S-Video.
8)
Component
- Verandert de ingangsbron van het geselecteerde display in Component.
9)
MagicInfo
- Indgangskilden for MagicInfo fungerer kun på MagicInfo-modellen.
10) HDMI1/HDMI2
- Verandert de ingangsbron van het geselecteerde display in HDMI.
11) DP
- Hiermee schakelt u voor de Display naar de invoerbron DP.
12) Channel
- De pijl voor het kanaal verschijnt wanneer de tv als Input Source (invoerbron) is ingesteld.
HDMI2 wordt mogelijk niet ondersteund voor dit product.
DP wordt mogelijk niet ondersteund voor dit product.
De tv kan alleen als bron worden geselecteerd bij producten met een tv en het besturen van kanalen is
alleen toegestaan wanneer de invoerbron de tv is.
De Input Source Control is alleen beschikbaar voor beeldschermen die AANSTAAN.
Image Size
PC, BNC, DVI, DP
1. Als u in de hoofdpictogrammen op de optie Beeldformaat klikt, verschijnt het scherm waarin u het beeldformaat kunt
instellen.
Het overzicht toont u basisinformatie die noodzakelijk is voor het instellen van het beeldformaat.
1)
(Power Status (resterend vermogen))
- Geeft aan of het huidige beeldscherm in of uitgeschakeld is.
2) Image Size
- Geeft aan of het huidige Image Size in of uitgeschakeld is.
3) Input
- Op het inforaster worden alleen de schermen weergegeven die PC, BNC, DVI en DP als ingangsbron hebben.
4) PC Source
- PC Source (pc-bron) is het eerste tabblad aan de linkerzijde wanneer u op het tabblad Image Source (beeldbron)
klikt.
- Met de besturingsknop Image Size kunt u de knop Image Size beschikbaar voor PC, BNC, DVI en DP beheren.
5) Video Source
- Klik op het tabblad Video Source (videobron) om de beeldgrootte voor de respectieve invoerbron te beheren.
Indgangskilden for MagicInfo fungerer kun på MagicInfo-modellen.
Indgangskilden for TV fungerer kun på TV-modellen.
De optie Beeldformaat instellen is alleen beschikbaar voor beeldschermen die AANSTAAN.
DP wordt mogelijk niet ondersteund, afhankelijk van het product.
Image Size
TV, AV, S-Video, Component, DVI(HDCP), HDMI1, HDMI2, DTV.
1. Als u in de hoofdpictogrammen op de optie Beeldformaat klikt, verschijnt het scherm waarin u het beeldformaat kunt
instellen.
Het overzicht toont u basisinformatie die noodzakelijk is voor het instellen van het beeldformaat.
1) U kunt de instelling Image Size instellen in de modus TV, AV, S-Video, Component, HDMI1, HDMI2 of DTV door te
klikken op de tab Video Source. Selecteer het scherm dat u wilt instellen met de selectieknop of door het
selectievakje aan te klikken.
2) Op het inforaster worden alleen de schermen weergegeven die TV, AV, S-Video, Component, HDMI1, HDMI2 of DTV
als ingangsbron hebben.
3) Met deze optie schakelt u willekeurig het beeldformaat van het geselecteerde beeldscherm in.
4) De schermmodi kunnen alleen worden gewijzigd wanneer een TV (alleen PAL) is aangesloten en de Image Size
(afbeeldingsgrootte) is ingesteld als Auto Wide (automatisch breed).
Custom wordt mogelijk niet ondersteund voor dit product.
Opmerking: Auto Wide, Zoom1 en Zoom2 kunnen niet worden geselecteerd wanneer het
ingangssignaaltype voor Component en DVI (HDCP) 720p of 1080i is.
(De modus Auto Wide is alleen beschikbaar voor TV, AV en S-Video.)
Indgangskilden for MagicInfo fungerer kun på MagicInfo-modellen.
Indgangskilden for TV fungerer kun på TV-modellen.
De optie Beeldformaat instellen is alleen beschikbaar voor beeldschermen die AANSTAAN.
Time
1. Klik in de hoofdpictogrammen op de optie Time Control (Tijdcontrole). Naar aanleiding hiervan verschijnt het venster
Tijdcontrole.
Het overzicht toont u basisinformatie die noodzakelijk is voor Tijdcontrole.
1) Set clock
- Stel de huidige tijd in voor het geselecteerde beeldscherm (PC-tijd)
- U moet eerst de PC-tijd veranderen, voordat u de huidige tijd kunt veranderen.
2) Timer
- Hiermee stelt u Timer1, Timer2, Timer3 en Holiday Management in.
3) Geeft aan of Timer is geactiveerd.
Indgangskilden for MagicInfo fungerer kun på MagicInfo-modellen.
Indgangskilden for TV fungerer kun på TV-modellen.
De Tijdcontrole is alleen beschikbaar voor beeldschermen die AANSTAAN.
Time
Timer en Holiday Management instellen
1. 1. Timer1, Timer2 en Timer3 instellen
1) On Time
Hiermee geeft u de uren, minuten en AM/PM op voor de tijd waarop de geselecteerde monitor moet worden
ingeschakeld.
2) Off Time
Hiermee geeft u de uren, minuten en AM/PM op voor de tijd waarop de geselecteerde monitor moet worden
uitgeschakeld.
3) Volume
- Hiermee regelt u het volume wanneer de geselecteerde monitor is ingeschakeld.
4) Source
Hiermee selecteert u de externe ingangsbron die wordt weergegeven wanneer de geselecteerde monitor is
ingeschakeld.
5) Holiday
- Hiermee wordt de functie Holiday Management op de Timertoegepast.
6) Repeat
- Beschikbare selecties zijn onder andere: Once, EveryDay, Mon~Fri, Mon~Sat, Sat~Sun en Manual.
z
z
z
z
z
z
Once: de Timer gaat slechts één keer af.
EveryDay: de Timer wordt dagelijks herhaald.
Mon~Fri: de Timer wordt van maandag tot en met vrijdag herhaald.
Mon~Sat: de Timer wordt van maandag tot en met zaterdag herhaald.
Sat~Sun: de Timer alleen op zaterdag en zondag af.
Manual: Selecteer op welke dag van de week de Timer af moet gaan.
2. Holiday Management instellen
Met de functie Holiday Management kunt u de datums opgeven waarop de niet moet worden in- en uitgeschakeld
door de Timer.
1) Geeft de datum aan.
2) Delete All
- Alle vakanties verwijderen.
3) Add
- De opgegeven datum toevoegen.
4)
- Het schema van de geselecteerde regel verwijderen.
De functie Holiday Management kan in en uit worden geschakeld via het instellingenmenu Timer.
Indgangskilden for MagicInfo fungerer kun på MagicInfo-modellen.
Indgangskilden for TV fungerer kun på TV-modellen.
De Tijdcontrole is alleen beschikbaar voor beeldschermen die AANSTAAN.
Wordt alleen ingeschakeld voor een TV wanneer in de modus On Time de optie Source is ingesteld op
TV.
Wordt alleen ingeschakeld voor een model waarop MagicInfo is geïnstalleerd en wanneer in de modus
On Time de optie Source is ingesteld op MagicInfo.
PIP
PIP Size
1. Klik in de hoofdpictogrammen op PIP en vervolgens zal het scherm PIP instellen op uw beeldscherm verschijnen.
Weergaven selecteren die u wilt bijstellen met de knop Select of keuzevakjes.
Het overzicht toont u basisinformatie die noodzakelijk is voor het instellen van het PIP-formaat.
1) PIP Size
- Geeft het huidige PIP-formaat aan van het beeldsherm dat u momenteel gebruikt.
2) OFF
- Schakelt de PIP uit van het geselecteerde display.
3) Large
- Schakelt de PIP in van het geselecteerde display en verandert het formaat in Large.
4) Small
- Schakelt de PIP in van het geselecteerde display en verandert het formaat in Small.
5) Double1
- Schakelt de PIP in van het geselecteerde display en verandert het formaat in Double 1.
6) Double 2
- Schakelt de PIP in van het geselecteerde display en verandert het formaat in Double 2.
7) Double 3 (Dubbel 3) (beeld per beeld)
– Schakelt de functie PBP (picture by picture) van de geselecteerde weergave in en wijzigt het formaat naar Dubbel
3.
De instelling PIP Size kan worden geregeld door de voeding van het LCD-scherm in te schakelen.
Indgangskilden for TV fungerer kun på TV-modellen.
U kunt het PIP-formaat instellen, zodra u de monitor heeft ingeschakeld.
PIP
PIP Source
1. Klik in de hoofdpictogrammen op PIP en vervolgens zal het scherm PIP instellen op uw beeldscherm verschijnen.
Het overzicht toont u basisinformatie die noodzakelijk is voor het instellen van het PIP-bron.
1)
PIP Source
- U kunt de PIP-bron instellen, zodra u de monitor heeft ingeschakeld.
2)
PC
- Verandert de PIP-bron van het geselecteerde display in PC.
3)
BNC
- Verandert de PIP-bron van het geselecteerde display in BNC.
4)
DVI
- Verandert de PIP-bron van het geselecteerde display in DVI.
5)
TV
- Verandert de PIP-bron van het geselecteerde display in TV.
6)
DTV
- Verandert de PIP-bron van het geselecteerde display in DTV.
7)
AV
- Verandert de PIP-bron van het geselecteerde display in AV.
8)
S-Video
- Verandert de PIP-bron van het geselecteerde display in S-Video.
9)
Component
- Verandert de PIP-bron van het geselecteerde display in Component.
10) HDMI 1/HDMI2
- Verandert de PIP-bron van het geselecteerde display in HDMI.
11) DP
- Schakelt de PIP-bron van het geselecteerde scherm naar DP.
Sommige PIP-bronnen kunnen wellicht niet worden geselecteerd.
Indgangskilden for MagicInfo fungerer kun på MagicInfo-modellen.
Dit is afhankelijk van het ingangsbrontype van het hoofdscherm.
HDMI2 wordt mogelijk niet ondersteund voor dit product.
DP wordt mogelijk niet ondersteund, afhankelijk van het product.
Settings
Picture
1. Klik in de hoofdpictogrammen op Instellingen en vervolgens zal het scherm Settings Control op uw beeldscherm
verschijnen.
In het hoofdmenu wordt basisinformatie weergegeven die vereist is om Picture bij te stellen. De instellingen voor de
geselecteerde monitor worden weergegeven als een van de aangesloten monitoren is geselecteerd. De
standaardinstellingen worden weergegeven als alle monitoren zijn geselecteerd door op All en Select te klikken. Als
een waarde in dit scherm wordt gewijzigd, schakelt de huidige modus automatisch over op aangepaste modus.
1) Picture
- Alleen beschikbaar voor TV, AV, S-Video, Component, HDMI, DTV.
2) Contrast
- Met deze optie kunt het Contrast instellen van het geselecteerde scherm.
3) Brightness
- Met deze optie kunt de Helderheid instellen van het geselecteerde scherm.
4) Sharpness
- Met deze optie kunt de Scherpte instellen van het geselecteerde beeldscherm.
5) Color
- Met deze optie kunt de Kleur instellen van het geselecteerde beeldscherm.
6) Tint
- Met deze optie kunt de Kleur instellen van het geselecteerde beeldscherm.
7) Color Tone
- Wijzigt de kleurtoon voor de geselecteerde display.
8) Color Temp
- Pas de Color Temp aan voor de geselecteerde weergave.
9) Brightness Sensor
- Pas de Brightness Sensor aan voor de geselecteerde weergave.
10) Dynamic Contrast
- Pas de Dynamic Contrast aan voor de geselecteerde weergave.
Brightness Sensor wordt mogelijk niet ondersteund voor dit product.
Indgangskilden for MagicInfo fungerer kun på MagicInfo-modellen.
Deze functie wordt alleen ingeschakeld als Color Tone is ingesteld op Off.
Indgangskilden for TV fungerer kun på TV-modellen.
Deze optie is alleen beschikbaar voor de weergaven met stroomstatus AAN, en indien er geen selectie
is gemaakt, wordt de fabrieksinstelling weergegeven.
Settings
Picture PC
1. Klik in de hoofdpictogrammen op Instellingen en vervolgens zal het scherm Settings Control op uw beeldscherm
verschijnen.
Er wordt basisinformatie weergegeven die nodig is voor het wijzigen van instellingen. Instellingen voor de
overeenkomstige SET worden geïmporteerd en weergegeven op de schuifregelaar als een beeldscherm-ID is
geselecteerd. De standaardinstellingen worden weergegeven als alle weergave-ID's zijn geselecteerd door te klikken
op All en Select. Als een waarde in dit scherm wordt gewijzigd, schakelt de huidige modus automatisch over op
aangepaste modus.
1) Picture PC
- Alleen beschikbaar voor PC, BNC, DVI en DP.
2) Contrast
- Met deze optie kunt het Contrast instellen van het geselecteerde scherm.
3) Brightness
- Met deze optie kunt de Helderheid instellen van het geselecteerde scherm.
4) Red
- De kleurtemperatuur van het geselecteerde beeldscherm instellen.(Red)
5) Green
- De kleurtemperatuur van het geselecteerde beeldscherm instellen.(Green)
6) Blue
- De kleurtemperatuur van het geselecteerde beeldscherm instellen.(Blue)
7) Color Tone
- Pas de Color Tone aan voor de geselecteerde weergave.
8) Color Temp
- Pas de Color Temp aan voor de geselecteerde weergave.
9) Brightness Sensor
- Pas de Brightness Sensor aan voor de geselecteerde weergave.
10) Dynamic Contrast
- Pas de Dynamic Contrast aan voor de geselecteerde weergave.
Brightness Sensor wordt mogelijk niet ondersteund voor dit product.
Indgangskilden for MagicInfo fungerer kun på MagicInfo-modellen.
Indgangskilden for TV fungerer kun på TV-modellen.
Deze functie wordt alleen ingeschakeld als Color Tone is ingesteld op Off.
Deze optie is alleen beschikbaar voor de weergaven met stroomstatus AAN, en indien er geen selectie
is gemaakt, wordt de fabrieksinstelling weergegeven.
DP wordt mogelijk niet ondersteund, afhankelijk van het product.
Settings
Audio
1. Klik in de hoofdpictogrammen op Instellingen en vervolgens zal het scherm Settings Control op uw beeldscherm
verschijnen.
In het weergavemenu wordt basisinformatie weergegeven die vereist is om Audio bij te stellen. Instellingen voor de
overeenkomstige SET worden geïmporteerd en weergegeven op de schuifregelaar als een weergave-ID is
geselecteerd. De standaardinstellingen worden weergegeven als alle weergave-ID's zijn geselecteerd door te klikken
op All en Select. Als een waarde in dit scherm wordt gewijzigd, schakelt de huidige modus automatisch over op
aangepaste modus.
1) Audio
- Bediening van de audio-instellingen van alle ingangsbronnen.
2) Bass
- Met deze optie kunt u de Bass instellen van het geselecteerde scherm.
3) Treble
- Met deze optie kunt u de Treble instellen van het geselecteerde scherm.
4) Balance
- Met deze optie kunt u de Balance instellen van het geselecteerde scherm.
5) SRS TSXT
- SRS TSXT On/Off.
6) Sound Select
- Als de PIP-functie geactiveerd is, kunt u alleen kiezen tussen hoofd- of subscherm (main of sub).
Indgangskilden for MagicInfo fungerer kun på MagicInfo-modellen.
Indgangskilden for TV fungerer kun på TV-modellen.
Deze optie is alleen beschikbaar voor de weergaven met stroomstatus AAN, en indien er geen selectie
is gemaakt, wordt de fabrieksinstelling weergegeven.
Settings
Image Lock
1. Klik in de hoofdpictogrammen op Instellingen en vervolgens zal het scherm Settings Control op uw beeldscherm
verschijnen.
Het overzicht toont u basisinformatie die noodzakelijk is voor Settings Control.
1) Image Lock
- Alleen beschikbaar voor PC, BNC.
2) Coarse
- Met deze optie kunt u de Coarse instellen van het geselecteerde beeldscherm.
3) Fine
- Met deze optie kunt u de Fine instellen van het geselecteerde beeldscherm.
4) Position
- Met deze optie kunt u de positie instellen van het geselecteerde beeldscherm.
5) Auto Adjustment
- Als u zelf het binnenkomende signaal wilt aanpassen.
The Maintenance Control feature is available only for the displays whose power status is ON.
Indgangskilden for TV fungerer kun på TV-modellen.
Indstillinger er kun tilgængelige for skærme, der er slået til (ON).
Maintenance
Lamp Control
1. Klik op het pictogram "Maintenance" in de kolom Main Icon om het scherm Maintenance weer te geven.
Op het informatieraster ziet u een aantal basisgegevens verschijnen.
1) Maintenance
- Hiermee is de functie Maintenance Control mogelijk voor alle ingangsbronnen.
2) Lamp Control
- Regelt automatisch de achtergrondverlichting van de geselecteerde display op een specifieke tijd.
De Manual Lamp Control (handmatige lampbediening) wordt automatisch uitgeschakeld als u overschakelt naar de
Auto Lamp Control (automatische lampbediening).
- Hiermee kunt u de achtergrondverlicht van de geselecteerde display regelen, ongeacht het tijdstip.
De functie Auto Lamp Control wordt automatisch uitgeschakeld als u de functie Manual Lamp Control regelt.
3) Ambient Light
- Detecteert de intensiteit van het omgevingslicht voor de betreffende monitor en past automatisch de helderheid
van het beeld aan.
- U kunt een waarde voor Reference opgeven en een monitor toewijzen die automatisch op basis van de intensiteit
van het omgevingslicht de Lamp Value bepaalt (de lichtintensiteit van de lamp).
Ambient Light wordt alleen ondersteund voor modellen die van een helderheidssensor zijn voorzien en
is alleen ingeschakeld wanneer de optie Ambient Brightness Mode is geselecteerd in het menu Lamp
Control.
Auto Lamp Control en Manual Lamp Control worden alleen ingeschakeld wanneer de optie User Control
Mode is geselecteerd in het menu Lamp Control.
De functie Maintenance Control is alleen beschikbaar voor beeldschermen die AANSTAAN.
Indgangskilden for MagicInfo fungerer kun på MagicInfo-modellen.
Indgangskilden for TV fungerer kun på TV-modellen.
Maintenance
Scroll
1. Klik op het pictogram "Maintenance" in de kolom Main Icon om het scherm Maintenance weer te geven.
1) Scroll
- Met deze functie kunt u ingebrande beelden verwijderen die voorkomen wanneer een stilstaand beeld lange tijd
op het geselecteerde scherm wordt weergegeven.
2) Pixel Shift
- Hiermee kan het scherm precies worden verplaatst op de opgegeven tijdsinterval.
3) Safety Screen
- De functie Safety Screen (Veiligheidsscherm) wordt gebruikt om ingebrande beelden te voorkomen bij het
langdurig weergeven van een stilstaande afbeelding. Interval (interval) wordt gebruikt om de herhalingscyclus
in uren in te stellen. Time (tijd) wordt gebruikt om het tijdstip in te stellen wanneer de functie Safety Screen
(veiligheidsscherm) moet worden uitgevoerd.
U kunt Type (type) instellen als Scroll (verschuiven), Pixel (pixel), Bar (balk), Eraser (wisser), All White (alles
wit) of Pattern (patroon).
4) Safety Screen2
- Deze functie word gebruikt om ingebrande beelden te voorkomen. Er zijn vijf (5) types die u met deze functie kunt
selecteren en beheren.
By het type Scroll (verschuiven) kunt u Time (tijd) instellen als 1, 2, 3, 4 of 5. De tijd kan bij Bar (balk)
en Eraser (wisser) worden ingesteld als 10, 20, 30, 40 of 50. Bij de types All White (alles wit) en Pattern
(patroon) kan de tijd worden ingesteld als 20 of 30.
Indgangskilden for MagicInfo fungerer kun på MagicInfo-modellen.
Indgangskilden for TV fungerer kun på TV-modellen.
De functie Maintenance Control is alleen beschikbaar voor beeldschermen die AANSTAAN.
Maintenance
Video Wall
1. Klik op het pictogram "Maintenance" in de kolom Main Icon om het scherm Maintenance weer te geven.
1) Video Wall
- Een videomuur is een aantal videoschermen die met elkaar zijn verbonden, zodat op ieder scherm een gedeelte
van het geheel wordt weergegeven of zodat op ieder scherm het beeld wordt herhaald.
2) Video Wall Control
- De eigenschappen van Video Wall kunnen hier worden bewerkt.
1) On / Off
- U kunt de plaats selecteren door in de geselecteerde modus op een nummer te drukken.
2) Format
- De indeling kan worden geselecteerd om het scherm te splitsen.
z
Full
z
Natural
3) Video Wall (Screen divider)
- De videomuur kan op verschillende manieren worden ingedeeld.
U kunt gebruikmaken van verschillende schermen en deze op verschillende manieren indelen.
z Selecteer een modus in Screen divider (Schermindeling).
z Selecteer in Display Selection (Weergaveselectie) een weergave.
z U kunt de plaats selecteren door in de geselecteerde modus op een nummer te drukken.
z Het maximumaantal monitoren dat kan worden ingesteld: Horizontal X Vertical = 100
z Maximaal 15 monitoren kunnen naast elkaar worden geplaatst. De maximumwaarde voor Horizontal is 6 als
Vertical is ingesteld op 15. De maximumwaarde voor Vertical is 6 als Horizontal is ingesteld op 15.
4) Schermsplitsingen bekijken
- U kunt de indelingen van schermen bekijken en wijzigen via de instellingen van Screen Divider.
De naam van de Screen Divider-instelling kan afwijken, afhankelijk van het model.
U mag deze functie niet gebruiken in MagicInfo.
Indgangskilden for TV fungerer kun på TV-modellen.
De functie Maintenance Control is alleen beschikbaar voor beeldschermen die AANSTAAN.
Problemen oplossen
1. Het beeldscherm dat u wilt bedienen, verschijnt niet in het overzicht
- Controleer of het ingevoerde IP-adres juist is en controleer de verbindingsstatus van de Ethernet-kabel.
- Controleer of andere aangesloten schermen dezelfde ID hebben. Als meer beeldschermen dezelfde ID hebben,
worden deze schermen niet goed waargenomen door het programma. De oorzaak hiervan is een gegevensconflict.
-
Voor monitoren die een Set-ID tussen 0 en 99 ondersteunen, moet u de Set-ID instellen op een waarde tussen 0
en 99.
Opmerking: Controleer of de Set-ID van de monitor een waarde tussen 0 en 99 is (in te stellen in het Display
menu).
2. Het beeldscherm dat u wilt bedienen, verschijnt niet in de andere bedieningsoverzichten.
- Controleer of het scherm AANSTAAT. (Dit kunt u controleren in het overzicht van System)
- Controleer of u de ingangsbron van het beeldscherm kunt veranderen.
3. Het dialoogvenster verschijnt regelmatig.
- Controleer of het beeldscherm dat u wilt bedienen geselecteerd is.
4. Zowel de On Timer als Off Timer is ingesteld, maar er wordt een andere tijd aangegeven.
- Gebruik de huidige tijd om de klok van het beeldscherm te synchroniseren.
5. Het kan zijn dat de afstandsbediening niet goed functioneert, door het uitschakelen van de
afstandsbedieningsfunctie. Haal de RS-232C kabel eruit of sluit het programma af. Start het programma opnieuw op
en schakel de afstandsbedieningsfunctie opnieuw in om de normale functies herstellen.
<Opmerking> Het kan zijn dat dit programma niet werkt door communicatieproblemen of door interferentie van
elektronische apparaten die in de buurt staan.
Settings Value Display (Instellingen waardescherm) in de Multiple
Display (multi-schermmodus)
Als u meer dan vier beeldschermen heeft aangesloten, worden waarden van de instellingen als volgt weergegeven.
1. Geen selectie: Geeft de standaard fabrieksinstellingen weer.
2. Eén beeldscherm geselecteerd: geeft de instellingen van de waarde aan van het geselecteerde beeldscherm.
3. Een beeldscherm is geselecteerd (ID1) en een andere beeldscherm (ID3) : Het programma gaf eerst de instellingen
van de waarde van ID1 weer en de waarde van ID3.
4. Als alle sets tegelijkertijd zijn geselecteerd door op All en Select te klikken, worden de standaardwaarden hersteld.
Het LCD-scherm aanpassen
Input
Beschikbare modi
•
PC / DVI / DisplayPort
•
AV
•
Component
•
HDMI
•
MagicInfo
•
TV
Opmerking
•
MagicInfo kan alleen worden ingeschakeld wanneer er een netwerkmodule (apart verkrijgbaar) is aangesloten.
•
Er moet een TV-tunermodule (niet meegeleverd) worden aangesloten om de TV te kunnen gebruiken.
Source List
Hiermee kunt u PC, HDMI of een andere externe ingangsbron die op het LCD-scherm is
aangesloten, selecteren. Gebruiken voor het selecteren van het scherm van uw keuze.
1.
PC
2.
DVI
3.
AV
4.
Component
5.
HDMI1 - Dit wordt gedeactiveerd wanneer een tv-tunermodule is geïnstalleerd.
6.
HDMI2 - Is gedeactiveerd als een netwerkmodule is geïnstalleerd.
7.
DisplayPort
8.
MagicInfo - Wordt geactiveerd wanneer een netwerkmodule is aangesloten.
9.
TV:- Wordt ingeschakeld als een tv-tunermodule is aangesloten.
Het LCD-scherm aanpassen
Opmerking
De [RGB/COMPONENT IN]-poort is compatibel met een pc-invoersignaal of componentinvoersignaal.
Het beeld wordt echter mogelijk niet normaal weergegeven als u een andere ingangsbron
selecteert dan de ingangsbron die daadwerkelijk is aangesloten.
PIP
Opmerking
De functie PIP is niet beschikbaar wanneer Video Wall is ingesteld op On.
Als een extern AV-apparaat op het LCD-scherm is aangesloten, zoals een videorecorder of
DVD, maakt de functie PIP het mogelijk het beeld van deze apparaten te bekijken in een klein
venster dat bovenop het videosignaal van de PC wordt weergegeven. (Off/On)
Opmerking
•
De functie PIP wordt uitgeschakeld wanneer het LCD-scherm overschakelt naar een externe bron.
•
Als u
,
,
kiest in Size, worden Position enTransparency niet geactiveerd.
PIP
Het PIP-scherm instellen op Off/On.
•
Off
•
On
Source
Selecteert de ingangsbron voor de PIP-functie.
Opmerking
•
PIP wordt uitgeschakeld als het primaire scherm geen signaal ontvangt.
Het LCD-scherm aanpassen
•
Er moet een TV-tunermodule (niet meegeleverd) worden aangesloten om de TV te kunnen gebruiken.
•
PC: DVI, AV, HDMI1, HDMI2, DisplayPort
•
DVI : PC
•
AV: PC
•
HDMI : PC
•
DisplayPort : PC
Size
Wijzigt de grootte van het PIP-scherm.
Position
Wijzigt de positie van het PIP-scherm.
Transparency
Past de transparantie van het PIP-scherm aan.
•
High
•
Medium
•
Low
Het LCD-scherm aanpassen
•
Opaque
Edit Name
Geef het invoerapparaat dat op de ingangsaansluitingen is aangesloten een naam voor een
eenvoudige selectie van de ingangsbron.
VCR / DVD / Cable STB / HD STB / Satellite STB / AV Receiver / DVD Receiver / Game /
Camcorder / DVD Combo / DHR / PC / DVI PC / DVI Devices
Opmerking
•
De weergegeven apparaten variëren, afhankelijk van de externe invoermodus.
•
Stel bij aansluiting van een PC op de HDMI-aansluiting de optie Edit Name in op PC. Stel
in andere gevallen Edit Name in op AV. Aangezien echter 640x480, 720p (1280x720) en
1080p (1920x1080) veelvoorkomende signalen voor AV en PC zijn, is het verstandig om
te controleren of de optie Edit Name met het invoersignaal overeenstemt.
•
Wanneer er een pc is aangesloten, stelt u Edit Name in op DVI PC om van de video en
audio van de aangesloten pc te genieten.
•
Wanneer er een AV-apparaat is aangesloten, stelt u Edit Name in op DVI Device om van
de video en audio van het aangesloten AV-apparaat te genieten.
Source AutoSwitch Settings
Wanneer u het scherm inschakelt met Source AutoSwitch On en de vorige geselecteerde
videobron niet actief is, zal het scherm automatisch naar een actieve ingangsbron voor video
zoeken.
Opmerking
•
Als de weergave voor de tv-bron actief is (tv-tuner aangesloten op het scherm), wordt de
zoekfunctie Source AutoSwitch uitgeschakeld. In dat geval wordt de tv-bron weergegeven.
•
Source AutoSwitch-selectie en de functie PIP: Als u voor Source AutoSwitch de optie
On hebt geselecteerd, werkt de functie PIP niet. U moet voor Source AutoSwitch de optie
Off selecteren om de functie PIP te kunnen gebruiken.
•
Wanneer u voor Source AutoSwitch de optie On hebt geselecteerd en/of Primary Source
Recovery is ingesteld op On, wordt de energiebesparingsmodus voor het scherm uitgeschakeld.
•
Wanneer Primary Source Recovery is ingesteld op On, kunt u alleen de opties Primary
Source en Secondary Source selecteren. Deze opties zijn uitwisselbaar en kunnen op elk
gewenst moment worden geselecteerd.
Zie PIP > Source voor compatibele signalen voor iedere primaire invoerbron.
Het LCD-scherm aanpassen
Source AutoSwitch
Wanneer Source AutoSwitch is ingesteld op On, wordt er automatisch een actieve videobron
voor het scherm gezocht.
De geselecteerde Primary Source wordt geactiveerd als de huidige invoerbron niet wordt
herkend. Als er geen primaire videobron beschikbaar is, wordt de geselecteerde Secondary
source geactiveerd. Als de primaire of secundaire bron niet wordt herkend, zoekt het scherm
nogmaals. Als er geen actief videosignaal wordt gevonden, verschijnt op het scherm een
bericht dat er geen signaal is gevonden (no-input-signal).
Wanneer voor Primary Source de optie All is geselecteerd, controleert het scherm twee keer
op rij alle video-ingangen. Als er geen actief videosignaal wordt gevonden, keert het scherm
terug naar de eerste videobron in de reeks.
1.
Off
2.
On
Primary Source Recovery
Wanneer Primary Source Recovery is ingesteld op On, wordt er alleen gecontroleerd of er
voor de geselecteerde videobron voor Primary Source en Secondary Source een actief videosignaal beschikbaar is.
De Primary Source wordt geselecteerd als er een actief videosignaal is gevonden. Als er
geen videosignaal wordt gevonden, wordt de Secondary Source geselecteerd. Als er ook
geen videosignaal voor de Secondary Source wordt gevonden, verschijnt het bericht dat er
geen signaal beschikbaar is (no-input-signal).
1.
Off
2.
On
Het LCD-scherm aanpassen
Primary Source
Specificeer Primary Source voor de automatische invoerbron.
Secondary Source
Specificeer Secondary Source voor de automatische invoerbron.
Picture [PC / DVI / DisplayPort / MagicInfo modus]
•
Wanneer er een pc is aangesloten, stelt u Edit Name in op DVI PC om de opgeslagen
video en audio van de pc te gebruiken.
•
Wanneer er een AV-apparaat is aangesloten, stelt u Edit Name in op DVI Device om de
opgeslagen video en audio van het AV-apparaat te gebruiken.
Beschikbare modi
•
PC / DVI / DisplayPort
•
AV
•
Component
•
HDMI
•
MagicInfo
•
TV
Opmerking
•
MagicInfo kan alleen worden ingeschakeld wanneer er een netwerkmodule (apart verkrijgbaar) is aangesloten.
•
Er moet een TV-tunermodule (niet meegeleverd) worden aangesloten om de TV te kunnen gebruiken.
Het LCD-scherm aanpassen
Mode
Opmerking
Niet beschikbaar als Dynamic Contrast is ingesteld op On.
1.
Information
Aanbevolen voor het communiceren van exacte informatie (bijvoorbeeld openbare informatie).
2.
Advertisement
Aanbevolen voor het weergeven van advertenties (bijvoorbeeld video's of binnen- of
buitenreclame).
3.
Custom
Custom
U kunt in de schermmenu's uw persoonlijke voorkeuren instellen voor het contrast en de
helderheid.
Opmerking
•
Als u het beeld instelt met de functie Custom, wordt de modus MagicBright gewijzigd in
de modus Custom.
•
Niet beschikbaar als Dynamic Contrast is ingesteld op On.
1.
Contrast
Hiermee wordt het contrast aangepast.
2.
Brightness
Hiermee wordt de helderheid aangepast.
3.
Sharpness
Hiermee wordt de scherpte aangepast.
4.
Gamma
Het LCD-scherm aanpassen
Hiermee wordt de helderheid van het middenbereik (Gamma) voor het beeld aangepast.
•
Natural
•
Mode 1: hiermee wordt het beeld helderder ingesteld dan Natural.
•
Mode 2: hiermee wordt het beeld donkerder ingesteld dan Mode1.
•
Mode 3: hiermee wordt het contrast verhoogd tussen donkere en heldere kleuren.
Color Tone
Opmerking
Niet beschikbaar als Dynamic Contrast is ingesteld op On.
U kunt de kleurtinten aanpassen.
1.
Off
2.
Cool
3.
Normal
4.
Warm
5.
Custom
Opmerking
•
Als u de Color Tone instelt op Cool, Normal, Warm of Custom, wordt de functie Color
Temp. uitgeschakeld.
•
Als u de Color Tone instelt op Off, wordt de functie Color Control uitgeschakeld.
•
Als u het beeld instelt met de functie Color Tone, wordt de modus Mode gewijzigd in de
modus Custom.
Color Control
Hiermee wordt de kleurbalans voor de kleuren rood, groen en blauw aangepast.
Het LCD-scherm aanpassen
Opmerking
Niet beschikbaar als Dynamic Contrast is ingesteld op On.
1.
Red
2.
Green
3.
Blue
Color Temp.
Color Temp. is een maatstaf voor de 'warmte' van de beeldkleuren.
Opmerking
Deze functie wordt ingeschakeld wanneer Mode is ingesteld op Custom en Dynamic Contrast en Color Tone zijn uitgeschakeld (Off).
Image Lock
Image Lock (Beeldvergrendeling) om het beeld fijn af te stemmen en het beste beeld te
verkrijgen door het verwijderen van ruis dat onstabiele beelden met trillingen en flikkeringen
veroorzaakt. Als er geen bevredigende resultaten worden bereikt met de optie Fine (Fijn),
kunt u eerst de optie Coarse (Grof) gebruiken en vervolgens opnieuw de optie Fine.
Opmerking
Alleen beschikbaar in de modus PC.
Coarse
Hiermee worden storende elementen zoals verticale strepen verwijderd. Grof bijstellen kan
het weergavegebied van het scherm verplaatsen. U kunt het weer in het midden plaatsen
met gebruik van het horizontale controlemenu.
Fine
Hiermee worden storende elementen zoals horizontale strepen verwijderd. Als er nog steeds
ruis is, zelfs na de fijnafstelling, probeert het nogmaals, maar dan nadat u de frequentie
(kloksnelheid) aangepast hebt.
Het LCD-scherm aanpassen
Position
Hiermee kunt u de plaats van het scherm horizontaal en verticaal aanpassen.
Auto Adjustment
De waarden voor Fine, Coarse en Position worden automatisch aangepast. Wanneer de
resolutie wordt gewijzigd via het configuratiescherm, wordt de automatische functie uitgevoerd.
Opmerking
Alleen beschikbaar in de modus PC.
Signal Balance
Hiermee kunt u een zwak RGB-signaal dat wordt verzonden via een lange signaalkabel
compenseren.
Opmerking
•
Niet beschikbaar als Dynamic Contrast is ingesteld op On.
•
Alleen beschikbaar in de modus PC.
Signal Balance
U kunt On of Off selecteren met de signaalbalans.
Signal Control
Opmerking
Beschikbaar wanneer Signal Balance is ingesteld op On.
1.
R-Gain
Het LCD-scherm aanpassen
2.
G-Gain
3.
B-Gain
4.
R-Offset
5.
G-Offset
6.
B-Offset
Size
De Size kan worden geschakeld.
1.
16:9
2.
4:3
PIP Picture
Stelt de instellingen van het PIP-scherm bij.
Opmerking
•
1.
Beschikbare modi: PIP On
Contrast
Past het contrast van het PIP-venster op uw scherm aan.
2.
Brightness
Past de helderheid van het PIP-venster op uw scherm aan.
Het LCD-scherm aanpassen
3.
Sharpness
Past de Sharpness van het PIP-venster op uw scherm aan.
4.
Color
Past de kleur van het PIP-venster op uw scherm aan.
Opmerking
Alleen ingeschakeld wanneer de PIPingangsbron HDMI is.
5.
Tint
Voegt een natuurlijke tint toe aan het PIP-venster.
Opmerking
De tintschuifregelaar wordt alleen weergegeven wanneer de PIP-invoerbron is ingesteld
op HDMI of AV.
Dynamic Contrast
Met Dynamic Contrast wordt de spreiding van het visuele signaal automatisch gedetecteerd
en aangepast om een optimale contrastinstelling te verkrijgen.
1.
Off
2.
On
Opmerking
Deze functie wordt uitgeschakeld wanneer PIP of Energy Saving is ingesteld als On.
Lamp Control
Hiermee wordt het achtergrondlicht aangepast om energie te besparen.
Opmerking
Niet beschikbaar als Dynamic Contrast is ingesteld op On.
Het LCD-scherm aanpassen
Brightness Sensor
Brightness Sensor herkent de lichtsterkte van de omgeving, zodat de helderheid van de afbeelding automatisch kan worden bijgesteld.
1.
Off
2.
On
Picture Reset
Hiermee worden de scherminstellingen hersteld.
Picture [ AV / HDMI / TV / Component modus ]
Beschikbare modi
•
PC / DVI / DisplayPort
•
AV
•
Component
•
HDMI
•
MagicInfo
•
TV
Opmerking
Mode
•
MagicInfo kan alleen worden ingeschakeld wanneer er een netwerkmodule (apart verkrijgbaar) is aangesloten.
•
Er moet een TV-tunermodule (niet meegeleverd) worden aangesloten om de TV te kunnen gebruiken.
Het LCD-scherm aanpassen
Het LCD-scherm beschikt over vier automatische beeldinstellingen ('Dynamic', 'Standard',
'Movie' en 'Custom') die zijn vooringesteld.
Opmerking
Niet beschikbaar als Dynamic Contrast is ingesteld op On.
1.
Dynamic
2.
Standard
3.
Movie
4.
Custom
Custom
U kunt in de schermmenu's uw persoonlijke voorkeuren instellen voor het contrast en de
helderheid.
Opmerking
Niet beschikbaar als Dynamic Contrast is ingesteld op On.
Contrast
Hiermee wordt het contrast aangepast.
Brightness
Hiermee wordt de helderheid aangepast.
Sharpness
De scherpte van het beeld aanpassen.
Color
De kleur van het beeld aanpassen.
Tint
Voegt een natuurlijke tint toe aan het PIP-scherm.
Opmerking
De tintschuifregelaar wordt alleen weergegeven wanneer de invoerbron is ingesteld op HDMI,
Component of AV.
Het LCD-scherm aanpassen
Color Tone
U kunt de kleurtinten aanpassen. De afzonderlijke kleurcomponenten kunnen eveneens door
de gebruiker worden aangepast.
Opmerking
Niet beschikbaar als Dynamic Contrast is ingesteld op On.
1.
Off
2.
Cool2
3.
Cool1
4.
Normal
5.
Warm1
6.
Warm2
Opmerking
•
Als u de Color Tone instelt op Cool2, Cool1, Normal, Warm1 of Warm2, wordt de functie
Color Temp. uitgeschakeld.
•
Als u het beeld instelt met de functie Color Tone, wordt de modus Mode gewijzigd in de
modus Custom.
Color Temp.
Color Temp is een maatstaf voor de 'warmte' van de beeldkleuren.
Opmerking
Deze functie wordt ingeschakeld wanneer Mode is ingesteld op Custom en Dynamic Contrast en Color Tone zijn uitgeschakeld (Off).
Size
Het LCD-scherm aanpassen
De Size kan worden geschakeld.
PC-modus (PC, HDMI[PC Timing ]): 16:9 - 4:3
Videomodus (HDMI [Video Timing], AV of Component): 16:9 - Zoom1 - Zoom2 - 4:3 - Screen
Fit - Custom
1.
16:9 - Stelt het beeld in op de beeldverhouding 16:9.
2.
Zoom 1 - Hiermee vergroot u het beeld op het scherm.
3.
Zoom 2 - Hiermee vergroot u et scherm meer dan met Zoom 1.
4.
4:3 - Hiermee stelt u het beeld in op de normale 4:3-modus.
5.
Screen Fit - Geeft de ingevoerde beelden weer zonder deze bij te snijden, bij invoer van
een HDMI 720p, 1080i of 1080p signaal.
6.
Custom - Hiermee wordt de resolutie aangepast aan de voorkeuren van de gebruiker.
Opmerking
•
Bepaalde externe apparaten voeren mogelijk een signaal naar het scherm dat buiten de
specificaties walt, waardoor een gedeelte van het beeld wegvalt. ze;fs wanneer de functie
Screen Fit wordt gebruikt.
•
Screen Fit is alleen ingeschakeld voor 1080i/p in de modus Component en voor 1080i/p
of 720p in de modus HDMI.
•
Zoom 1 en Zoom 2 zijn uitgeschakeld voor HD-signalen (1080i/p, 720p of 768p).
•
De functies Position en Reset zijn beschikbaar in de modi Zoom 1 of Zoom 2 .
Digital NR (Digital Noise Reduction)
Schakelt de functie voor digitale ruisonderdrukking Off/On. Met de functie voor digitale ruisonderdrukking kunt u altijd genieten van heldere en scherpe beelden.
1.
Off
2.
On
Opmerking
De functie Digital NR is niet beschikbaar in elke resolutie.
Het LCD-scherm aanpassen
HDMI Black Level
Wanneer een dvd-speler of set-top box op uw tv is aangesloten via HDMI, kan dit de beeldkwaliteit verslechteren. Afhankelijk van het externe apparaat kan het zwartniveau worden
vergroot, het contrast verlaagd, de kleuren vervagen enz. Pas in dit geval de beeldkwaliteit
van uw tv aan door het HDMI Black Level te configureren.
1.
Normal
2.
Low
Opmerking
Bij Timing die zowel voor de PC als de DTV kan worden gebruikt in de HDMI-modus, wordt
HDMI Black Level geactiveerd.
Film Mode
De Film Mode ijkt eventuele onnatuurlijke beelden die in een film (24 beeldjes) voorkomen.
Bewegende ondertiteling kan er beschadigd uitzien als deze modus is ingeschakeld.
(In de modus HDMI is deze functie beschikbaar wanneer het invoersignaal interlaced scan
is. Wanneer het invoersignaal progressieve scan is, is deze functie niet beschikbaar.)
1.
Off
2.
On
PIP Picture
Hiermee worden de PIP-scherminstellingen aangepast.
Opmerking
Beschikbare modi: PIP On
1.
Contrast
Het LCD-scherm aanpassen
Past het contrast van het PIP-venster op uw scherm aan.
2.
Brightness
Past de helderheid van het PIP-venster op uw scherm aan.
3.
Sharpness
Past de Sharpness van het PIP-venster op uw scherm aan.
Dynamic Contrast
Met Dynamic Contrast wordt de spreiding van het visuele signaal automatisch gedetecteerd
en aangepast om een optimale contrastinstelling te verkrijgen.
1.
Off
2.
On
Opmerking
Deze functie wordt uitgeschakeld wanneer PIP of Energy Saving is ingesteld als On.
Lamp Control
Hiermee wordt het achtergrondlicht aangepast om energie te besparen.
Opmerking
Niet beschikbaar als Dynamic Contrast is ingesteld op On.
Brightness Sensor
Brightness Sensor herkent de lichtsterkte van de omgeving, zodat de helderheid van de afbeelding automatisch kan worden bijgesteld.
Het LCD-scherm aanpassen
1.
Off
2.
On
Picture Reset
Hiermee worden de scherminstellingen hersteld.
Sound
Beschikbare modi
•
PC / DVI / DisplayPort
•
AV
•
Component
•
HDMI
•
MagicInfo
•
TV
Opmerking
•
MagicInfo kan alleen worden ingeschakeld wanneer er een netwerkmodule (apart verkrijgbaar) is aangesloten.
•
Er moet een TV-tunermodule (niet meegeleverd) worden aangesloten om de TV te kunnen gebruiken.
Mode
Het LCD-scherm is voorzien van een ingebouwde hifi-stereoluidspreker.
1.
Standard
Selecteert Standard voor de standaard fabrieksinstellingen.
2.
Music
Selecteert Music als u muziekvideo’s of concerten weergeeft.
3.
Movie
Het LCD-scherm aanpassen
Selecteert Movie als u films bekijkt.
4.
Speech
Selecteert Speech als u een programma bekijkt waarin voornamelijk wordt gesproken
(bijvoorbeeld het nieuws).
5.
Custom
Selecteert Custom als u de instellingen wilt aanpassen volgens uw persoonlijke voorkeuren.
Custom
U kunt de geluidsinstellingen aanpassen aan uw persoonlijke voorkeuren.
Opmerking
•
U kunt het geluid zelfs horen als de geluidswaarde is ingesteld op 0.
•
Als u het geluid aanpast met de functie Custom, wordt de modus Mode gewijzigd in de
modus Custom.
Bass
Hiermee worden tonen met een lage frequentie benadrukt.
Treble
Hiermee worden tonen met een hoge frequentie benadrukt.
Balance
Hiermee kunt u de balans tussen de linker- en rechterluidsprekers instellen.
Auto Volume
Hiermee worden de volumeverschillen tussen uitzendingen verminderd.
1.
Off
2.
On
Het LCD-scherm aanpassen
SRS TS XT
SRS TS XT is een gepatenteerde SRS-technologie die er voor zorgt dat het afspelen van
5.1-inhoud van meerdere kanalen via twee speakers verloopt. TruSurround XT levert een
fascinerend virtueel surroundgeluid via een weergavesysteem met twee luidsprekers, waaronder ook ingebouwde televisieluidsprekers. Het is volledig compatibel met alle vormen van
multichannel.
1.
Off
2.
On
Sound Select
Activeer het geluid van het primaire of secundaire beeldscherm in de PIP-modus.
Opmerking
Beschikbaar wanneer PIP is ingesteld op On.
1.
Main
2.
Sub
Speaker Select
Wanneer u het product gebruikt terwijl het op een thuisbioscoop is aangesloten, schakelt u
de interne luidsprekers uit zodat u het geluid uit de (externe) luidsprekers van de thuisbioscoop kunt horen.
1.
Internal
Het LCD-scherm aanpassen
Geluid wordt uitgevoerd via zowel de interne luidspreker (Internal) als de externe luidspreker (External), maar de volumeregeling is alleen beschikbaar vanaf de interne
luidspreker (Internal).
2.
External
Als alleen geluid wordt uitgevoerd via de externe luidsprekers (External), is de volumeregeling ook alleen beschikbaar via de externe luidsprekers (External).
Sound Reset
Hiermee worden de geluidsinstellingen hersteld.
Setup
Beschikbare modi
•
PC / DVI / DisplayPort
•
AV
•
Component
•
HDMI
•
MagicInfo
•
TV
Opmerking
•
MagicInfo kan alleen worden ingeschakeld wanneer er een netwerkmodule (apart verkrijgbaar) is aangesloten.
•
Er moet een TV-tunermodule (niet meegeleverd) worden aangesloten om de TV te kunnen gebruiken.
Language
U kunt kiezen tussen 13 talen.
Opmerking
De taalkeuze is alleen van toepassing op de schermweergave. Deze heeft geen invloed op
software die op uw computer wordt uitgevoerd.
Het LCD-scherm aanpassen
Time
Hiermee selecteert u een van de 4 tijdsinstellingen: Clock Set, Sleep Timer, Timer1/Timer2/
Timer3 en Holiday Management.
Clock Set
Huidige tijdsinstelling.
Sleep Timer
Hiermee wordt het LCD-scherm op bepaalde tijden automatisch uitgeschakeld.
1.
Off
2.
30
3.
60
4.
90
5.
120
6.
150
7.
180
Timer1 / Timer2 / Timer3
U kunt het LCD-scherm zodanig instellen dat het op een bepaald tijdstip automatisch wordt
in- of uitgeschakeld.
Het LCD-scherm aanpassen
Opmerking
•
Deze functie is alleen beschikbaar wanneer de klok is ingesteld via het menu Clock Set.
•
Via de optie Manual kunt een dag van de week selecteren.
•
Holiday: wanneer u Apply kiest, is de timer niet beschikbaar voor vakantie en wanneer u
Don't apply kiest, is de timer wel beschikbaar voor vakantie.
Holiday Management
•
Add
U kunt vakanties opgeven.
•
Delete Selected
U kunt geselecteerde vakanties verwijderen.
Opmerking
•
•
Alleen ingeschakeld wanneer er een opgegeven vakantie zijn geselecteerd.
•
Er kunnen meerdere vakanties tegelijkertijd worden geselecteerd en verwijderd.
Delete All
U kunt alle opgegeven vakanties verwijderen.
Het LCD-scherm aanpassen
Menu Transparency
Hiermee kunt u de doorzichtigheid van de achtergrond van het schermmenu wijzigen.
1.
High
2.
Medium
3.
Low
4.
Opaque
Safety Lock
Change PIN
Het wachtwoord kan worden gewijzigd.
Het vooraf ingestelde wachtwoord voor het LCD-scherm is '0000'.
Opmerking
Als u uw wachtwoord bent vergeten, drukt u op de toetsen INFO + EXIT + MUTE op de
afstandsbediening om het oorspronkelijke wachtwoord, '0000', te herstellen.
Lock
Dit is de functie waarmee het schermmenu wordt vergrendeld zodat u de huidige instellingen
kunt behouden en anderen deze instellingen niet per ongeluk kunnen wijzigen.
Het LCD-scherm aanpassen
Energy Saving
Deze functie past het stroomverbruik van de eenheid aan om stroom te sparen.
1.
Off
2.
On
Video Wall
Een Video Wall is een set videoschermen die met elkaar zijn verbonden, zodat op ieder
scherm een gedeelte van het geheel wordt weergegeven of zodat op ieder scherm het beeld
wordt herhaald.
Wanneer de functie Video Wall is ingeschakeld, kunt u de opties voor de Video Wall instellen.
Opmerking
•
Wanneer Video Wall wordt uitgevoerd, zijn de functies Size niet beschikbaar.
•
Uitgeschakeld wanneer PIP is ingesteld op On.
•
Gebruik een resolutie XGA 1024 x 768 of groter wanneer u een splitsing Horizontal of
Vertical groter dan vier uitvoert, om verslechtering van de beeldkwaliteit te voorkomen.
Video Wall
Hiermee schakelt u de functie Video Wall van het geselecteerde scherm aan/uit.
Format
•
Off
•
On
Het LCD-scherm aanpassen
Met Format kunt u het scherm splitsen.
•
Full
Zorgt voor een volledig weergegeven scherm zonder marges.
•
Natural
Geeft de kleuren op natuurlijke wijze weer terwijl de originele hoogte-breedteverhoudingen in tact worden gelaten.
Horizontal
Hiermee stelt u in hoeveel delen van het scherm horizontaal moeten worden verdeeld.
Er zijn vijftien aanpassingsniveaus: 1~15.
Opmerking
Als Vertical is ingesteld op 15, is de maximumwaarde voor Horizontal 6.
Vertical
Hiermee stelt u in hoeveel delen van het scherm verticaal moeten worden verdeeld.
Er zijn vijftien aanpassingsniveaus: 1~15.
Opmerking
Als Horizontal is ingesteld op 15, is de maximumwaarde voor Vertical 6.
Screen Position
Het LCD-scherm aanpassen
Het scherm kan worden opgedeeld in verschillende beelden. U kunt voor enkele schermen
een andere indeling selecteren.
•
Selecteer een modus in Screen Position.
•
Selecteer een weergave in Schermindeling.
•
U stelt de selectie in door in de geselecteerde modus op een nummer te drukken.
•
Het scherm kan worden onderverdeeld in maximaal 100 subschermen.
Opmerking
Als er meer dan vier beeldschermen zijn aangesloten, adviseren wij een resolutie van XGA
(1024 x 768) of hoger om kwaliteitsverlies van het beeld te voorkomen.
Safety Screen
De functie Safety Screen wordt gebruikt om ingebrande beelden te voorkomen bij het langdurig weergeven van een stilstaand beeld.
Opmerking
Deze functie is niet beschikbaar wanneer de stroom uitgeschakeld is.
Pixel Shift
Pixel Shift
U kunt deze functie gebruiken om de pixels op het LCD-scherm in horizontale of verticale
richting te verplaatsen zodat na-afdrukken op het scherm worden voorkomen.
•
Off
•
On
Horizontal
Bepaalt hoeveel pixels het scherm horizontaal wordt verplaatst.
Er zijn vijf aanpassingsniveaus: 0, 1, 2, 3, en 4.
Het LCD-scherm aanpassen
Vertical
Bepaalt hoeveel pixels het scherm verticaal wordt verplaatst.
Er zijn vijf aanpassingsniveaus: 0, 1, 2, 3, en 4.
Time
Stel het tijdinterval in voor respectievelijk de horizontale of verticale verplaatsing.
Timer
Timer
U kunt de timer voor de beveiliging tegen scherminbranding instellen.
Als u de bewerking start om een na-afdruk te wissen, wordt de bewerking voor de ingestelde
periode uitgevoerd en vervolgens automatisch beëindigd.
•
Off
•
On
Het LCD-scherm aanpassen
Mode
U kunt het type Safety Screen wijzigen.
•
Bar
•
Eraser
•
Pixel
Period
Met deze functie kunt u de uitvoeringsperiode voor elke ingestelde modus op de timer instellen.
Time
Geef een uitvoertijdstop op binnen de ingestelde tijdsperiode.
Bar
Het LCD-scherm aanpassen
Deze functie voorkomt na-afdrukken op het scherm door lange zwarte of witte verticale lijnen
over het scherm te laten lopen.
Eraser
Deze functie voorkomt na-afdrukken op het scherm door een rechthoekig patroon over het
scherm te laten lopen.
Pixel
Met deze functie wordt voorkomen dat het beeld naijlt doordat een groot aantal pixels op het
scherm beweegt.
Side Gray
Selecteer de helderheid van het grijs van de schermachtergrond.
•
Off
•
Light
•
Dark
Het LCD-scherm aanpassen
Resolution Select
Wanneer het beeld niet juist wordt weergegeven op het scherm wanneer u de resolutie van
de grafische kaart van de computer instelt op 1024 x 768 @ 60Hz, 1280 x 768 @ 60Hz, 1360
x 768@ 60Hz of 1366 x 768 @ 60Hz, kunt u deze functie gebruiken (Resolution Select) om
het beeld in de opgegeven resolutie weer te geven op het scherm.
Opmerking
Alleen beschikbaar in de modus PC.
1.
Off
2.
1024 X 768
3.
1280 X 768
4.
1360 X 768
5.
1366 X 768
Opmerking
Het selecteren van het menu is alleen toegestaan wanneer de resolutie is ingesteld op 1024
x 768 @ 60Hz, 1280 x 768 @ 60Hz, 1360 x 768 @ 60Hz of 1366 x 768 @ 60Hz.
Power On Adjustment
Hiermee past u de tijd van inschakeling voor het scherm aan.
Waarschuwing: Verhoog de tijd van inschakeling om een te hoog voltage te voorkomen.
Het LCD-scherm aanpassen
OSD Rotation
OSD roteren
1.
Landscape
2.
Portrait
Advanced Settings
Hiermee worden uitgebreidere configuratiemogelijkheden geboden.
Fan & Temperature
Beschermt het product door de ventilatorsnelheid en interne temperatuur te detecteren.
Fan Control
Hiermee wordt auto of handmatig geselecteerd als instelling voor de ventilatorsnelheid.
•
Auto
•
Manual
Fan Speed Setting
Hiermee wordt de ventilatorsnelheid ingesteld op een waarde tussen 0 en 100.
Opmerking
Wordt ingeschakeld als Fan Control is ingesteld op Manual.
Het LCD-scherm aanpassen
Temperature Control
Detecteert de interne temperatuur van het product en geeft de gewenste temperatuur op.
Het product is standaard ingesteld op 77 ˚C.
Opmerking
•
Het beeld wordt donkerder als de temperatuur de opgegeven grens overschrijdt en het
product wordt automatisch uitgeschakeld om oververhitting te voorkomen als de temperatuur blijft stijgen.
•
U kunt het product het beste gebruiken bij een temperatuur van 75-80 ˚C (gebaseerd op
een omgevingstemperatuur van 40 ˚C).
Zie "Specificaties" voor details over bewerkingsomstandigheden.
Opmerking
•
U kunt Fan Control het beste instellen op Auto als u de instelling Temperature Control
wijzigt.
Current Temperature
Hiermee wordt de huidige temperatuur van het product weergegeven.
Auto Power
Hiermee wordt Auto Power voor het product in- of uitgeschakeld.
Het LCD-scherm aanpassen
•
Off
•
On
Opmerking
Als Auto Power op On staat, wordt het product automatisch opgestart zodra het op een voedingsbron wordt aangesloten.
Button Lock
Hiermee worden de regelknoppen voor het beeldscherm op het product vergrendeld of ontgrendeld.
•
Off
•
On
User Auto Color
1.
Auto Color
Hiermee worden automatisch de kleuren aangepast.
2.
Reset
Hiermee worden de kleurinstellingen hersteld.
Opmerking
Alleen ingeschakeld in de modus PC.
Het LCD-scherm aanpassen
Standby Control
Hiermee wordt de stand-bymodus ingesteld. Deze wordt geactiveerd als er geen invoersignaal wordt gedetecteerd.
•
Off
Het bericht No Signal wordt weergegeven als geen invoersignaal wordt gedetecteerd.
•
On
Hiermee wordt de energiebesparingsmodus geactiveerd als er geen invoersignaal wordt
gedetecteerd.
•
Auto
Als geen invoersignaal wordt gedetecteerd:
- Wordt de energiebesparingsmodus geactiveerd als een extern apparaat is aangesloten.
- Wordt het bericht No Signal weergegeven als geen extern apparaat is aangesloten.
Opmerking
•
Uitsluitend ingeschakeld in de modus PC, DVI, HDMI of DP (DisplayPort).
•
Auto wordt uitgeschakeld in de HDMI-modus.
Lamp Schedule
Stelt de lichtsterkte op een opgegeven tijdstip bij naar een door de gebruiker opgegeven
waarde.
OSD Display
Hiermee wordt een menuoptie op het scherm weergegeven of verborgen.
Het LCD-scherm aanpassen
Source OSD
•
Off
•
On
Not Optimum Mode OSD
•
Off
•
On
No Signal OSD
•
Off
•
On
MDC OSD
Het LCD-scherm aanpassen
•
Off
•
On
Software upgrade
Hiermee wordt een upgrade van de software uitgevoerd.
1.
Sluit het product via een digitaal signaal, zoals DVI of HDMI, aan op een computer. Klik
op het BMP-afbeeldingsbestand dat is geconverteerd via een SW-code. De onderstaande afbeelding wordt weergegeven op het scherm van het product.
2.
Wanneer er een BMP-afbeelding op het scherm wordt weergegeven die met de softwarecode is geconverteerd, selecteert u Software Upgrade.
Opmerking
Bij twee of meer BMP-afbeeldingen worden ze op het scherm weergegeven via een
diashow.
•
U wordt aangeraden een afspeelinterval van één seconde tussen twee BMP-afbeeldingen te gebruiken. Wanneer er een andere afspeelinterval wordt gebruikt, is de
kans op beeldextractie kleiner.
•
Een BMP-afbeelding wordt mogelijk niet geëxtraheerd als deze wordt bedekt door
een andere afbeelding (bijvoorbeeld de muisaanwijzer).
3.
Als er een nieuwe versie dan de huidige versie wordt ontdekt, wordt u gevraagd of u de
huidige software wilt bijwerken. Als u <Yes> selecteert, wordt de upgrade uitgevoerd.
4.
Wanneer de software is bijgewerkt, wordt het product automatisch uit- en ingeschakeld.
Opmerking
•
Dit werkt alleen bij een digitaal signaal, zoals in de DVI-, HDMI1- of HDMI2-modus. (De
invoerresolutie moet gelijk zijn aan de resolutie van het scherm.)
•
De timingwaarden die in de HDMI1- en HDMI2-modus worden gebruikt voor een pc en
tv, worden alleen ondersteund als Edit Name is ingesteld op PC of DVI PC.
Het LCD-scherm aanpassen
•
Dit wordt alleen ondersteund als Size is ingesteld op 16:9.
Setup Reset
Hiermee worden alle waarden voor een instelling hersteld.
Reset All
Hiermee worden alle waarden voor het beeldscherm hersteld.
Multi Control
Beschikbare modi
•
PC / DVI / DisplayPort
•
AV
•
Component
•
HDMI
•
MagicInfo
•
TV
Opmerking
•
MagicInfo kan alleen worden ingeschakeld wanneer er een netwerkmodule (apart verkrijgbaar) is aangesloten.
•
Er moet een TV-tunermodule (niet meegeleverd) worden aangesloten om de TV te kunnen gebruiken.
Multi Control
Hiermee wordt een individuele ID toegewezen aan het apparaat.
•
ID Setup
Hiermee worden onderscheidende ID's toegewezen aan het apparaat.
Het LCD-scherm aanpassen
•
ID Input
Hiermee kunt u de zenderfuncties per toestel instellen.. Alleen een apparaat waarvan de
ID overeenkomt met de zenderinstelling wordt geactiveerd.
•
MDC Connection
Selecteert een poort voor de ontvangst van het MDC-signaal.
•
•
RS232C MDC : Communiceert met de MDC via een RS232C MDC-kabel.
•
RJ45 MDC : Communiceert met de MDC via een RJ45 MDC-kabel.
Network Setting
•
IP Setting : Manual, Auto
•
IP Address : Het veld IP Address handmatig invullen als IP Setting is ingesteld op
Manual.
•
Subnet Mask : Het veld Subnet Mask handmatig invullen als IP Setting is ingesteld op
Manual.
•
Gateway : Het veld Gateway handmatig invullen als IP Setting is ingesteld op Manual.
MagicInfo
Beschikbare modi
•
PC / DVI / DisplayPort
•
AV
•
Component
•
HDMI
•
MagicInfo
•
TV
Opmerking
•
MagicInfo kan alleen worden ingeschakeld wanneer er een netwerkmodule (apart verkrijgbaar) is aangesloten.
•
Er moet een TV-tunermodule (niet meegeleverd) worden aangesloten om de TV te kunnen gebruiken.
Opmerking
•
De afstandsbediening kan worden gebruikt om MagicInfo te selecteren. Het is echter aan
te bevelen een afzonderlijk USB-toetsenbord te gebruiken. Alleen dan kunt u optimaal
gebruikmaken van de mogelijkheden van MagicInfo.
•
Wanneer u met MagicInfo in de apparaatmodus werkt, en een extern apparaat verplaatst
tijdens het opstarten, kunnen er fouten optreden. Stel externe apparaten alleen in als het
LCD-scherm wordt ingeschakeld.
Het LCD-scherm aanpassen
•
Haal de LAN-kabel die voor het netwerk gebruikt wordt (bijv. bij videoweergave). Anders
stopt het programma (MagicInfo) mogelijk. Start het systeem opnieuw op als u de kabel
toch uit het contact haalt.
•
Koppel de LAN-kabel die door een USB-apparaat wordt gebruikt niet los (bijv. bij videoweergave). Anders stopt het programma (MagicInfo) mogelijk.
•
Druk op de knop SOURCE in MagicInfo om andere bronnen te gebruiken.
•
Het vooraf ingestelde wachtwoord voor het LCD-scherm is '000000'.
•
De optie Power-On van het serverprogramma werkt alleen als het LCD-scherm volledig
is uitgeschakeld.
Gebruik de optie Power-On niet als het LCD-scherm bezig is met afsluiten. Dit kan systeemfouten in het LCD-scherm veroorzaken.
•
Als u MagicInfo gebruikt met het programma MagicInfo Server: voer de netwerkmodus
uit.
•
Wanneer u MagicInfo gebruikt terwijl het apparaat rechtstreeks op het LCD-scherm is
aangesloten: voer de apparaatmodus uit.
•
Druk op ESC om rechtstreeks naar het Windows-scherm MagicInfo te gaan.
•
Als u MagicInfo wilt instellen op een Windows-scherm, hebt u een toetsenbord en muis
nodig.
•
Raadpleeg de MagicInfo Server Help om MagicInfo in te stellen op een Windows-scherm.
Schakel de stroom tijdens bediening niet uit.
•
Voor draaibare LCD-schermen wordt de doorzichtige lichtkrant niet ondersteund.
•
Voor draaiende LCD-schermen wordt voor films een maximale schermresolutie van
720*480 (SD) ondersteund.
•
Op station D: wordt EWF niet toegepast.
•
U kunt de inhoud van Instellingen opslaan als deze is gewijzigd terwijl EWF is ingesteld
op Enable, door Commit in te stellen.
•
Wanneer u Disable, Enable of Commit selecteert, wordt het systeem opnieuw gestart.
MagicInfo
1. Select Application - step 1
Het LCD-scherm aanpassen
U kunt een toepassing selecteren die wordt uitgevoerd op de computer als Windows wordt
gestart.
2. Select TCP/IP - step 2
In step 2 van MagicInfo Setup Wizard hoeft u niet naar Netwerkinstelling op het bureaublad
te gaan om uw instelling voor TCP/IP uit te voeren. U kunt dit simpelweg doen bij step 2 van
de installatie van MagicInfo.
3. Select Language - step 3
Het LCD-scherm aanpassen
Bij gebruik van meerdere talen kunt u een specifieke taal kiezen en deze instellen.
4. Select Screen Type - step 4
U kunt selecteren welk type rotatie wordt toegepast op uw apparaat.
5. Setup Information
Het LCD-scherm aanpassen
Geeft de instellingen weer die het vaakst zijn geselecteerd door de gebruiker.
Opmerking
Indien het Magicinfo -pictogram niet wordt weergegeven in het systeemvak kunt u op het
Magicinfo -pictogram op het bureaublad dubbelklikken. Het pictogram verschijnt.
Problemen oplossen
Controle van de zelftestfunctie
Opmerking
Controleer het volgende voordat u telefonisch om ondersteuning vraagt. Neem contact op
met een Service Center voor problemen die u niet zelf kunt oplossen.
Controle van de zelftestfunctie
1.
Schakel de computer en het LCD-scherm uit.
2.
Koppel de videokabel los van de achterkant van de computer.
3.
Schakel het LCD-scherm in.
De onderstaande afbeelding ("No Signal") wordt op een zwarte achtergrond weergegeven wanneer het LCD-scherm normaal werkt en er geen videosignaal wordt gedetecteerd. In de zelftestmodus blijft de indicatie-LED groen weergegeven en beweegt de
afbeelding over het scherm.
Als het LCD-scherm zwart blijft weergegeven na deze procedure, controleert u de videocontroller en het computersysteem. Uw LCD-scherm functioneert naar behoren.
4.
Schakel het LCD-scherm uit en sluit de videokabel opnieuw aan. Schakel zowel de
computer als het LCD-scherm opnieuw in.
Waarschuwingsberichten
U kunt het scherm zelfs bekijken op een resolutie van 1920 x 1080. U krijgt echter wel een
minuut lang de volgende boodschap te zien; Gedurende die tijd kunt u overschakelen naar
een andere schermresolutie of in de huidige modus blijven. Als de resolutie hoger is dan 85
Hz, wordt het scherm zwart weergegeven omdat het LCD-scherm geen frequenties hoger
dan 85 Hz ondersteunt.
Opmerking
Raadpleeg Specificaties > Voorinstelbare timingmodi voor de resoluties en frequenties die
door het LCD-scherm worden ondersteund.
Onderhoud en reiniging
1) De behuizing van het LCD-scherm onderhouden
Reinig het product met een zachte doek, nadat u de stekker uit het stopcontact
hebt gehaald.
Problemen oplossen
•
Gebruik geen wasbenzine, thinner of andere ontvlambare middelen.
2) De flatscreenmonitor onderhouden
Reinig het beeldscherm met een zachte doek (katoenflanel).
•
Gebruik geen aceton, wasbenzine of thinner.
(Deze kunnen het schermoppervlak beschadigen of
vervormen.)
•
De gebruiker is verantwoordelijk voor de schade die
wordt veroorzaakt door het gebruik van deze stoffen.
Symptomen en aanbevolen stappen
Opmerking
Een LCD-scherm stelt de visuele signalen die van de computer worden ontvangen, opnieuw
samen. Als er problemen optreden met de computer of de videokaart, is het mogelijk dat het
LCD-scherm geen beeld heeft, slechte kleuren of ruis weergeeft, enzovoort. Controleer in dit
geval eerst de bron van het probleem en neem vervolgens contact op met een Service Center of uw leverancier.
1.
Controleer of het netsnoer en de videokabels goed zijn aangesloten op de computer.
2.
Controleer of de computer bij het opstarten meer dan 3 keer piept.
(Als dat gebeurt, vraagt u om hulp.)
3.
Indien u een nieuwe videokaart hebt geïnstalleerd of als u de pc hebt samengesteld,
controleert u of het (video-)station van de adapter is geïnstalleerd.
4.
Controleer of de scanratio van het beeldscherm ingesteld is op 50 Hz ~ 85 Hz.
(Overschrijd de frequentie van 60 Hz niet als u de maximale resolutie gebruikt.)
5.
Als u problemen ondervindt met het (video-)stuurprogramma van de adapter, start u de
computer op in de veilige modus. Vervolgens verwijdert u de beeldschermadapter via
'Configuratiescherm −> Systeem −> Apparaatbeheer' en start u de computer opnieuw
op om het (video-)stuurprogramma van de adapter opnieuw te installeren.
Controlelijst
Opmerking
•
In de volgende tabel worden mogelijke problemen en oplossingen weergegeven. Controleer voordat u om ondersteuning vraagt eerst de informatie in dit gedeelte, mogelijk
kunt u het probleem zelf oplossen. Als u assistentie nodig hebt, kunt u bellen naar het
telefoonnummer in het gedeelte Informatie of contact opnemen met uw leverancier.
Installatieproblemen
Opmerking
Problemen met de installatie van het LCD-scherm en de oplossingen hiervoor worden in een
lijst weergegeven.
Problemen oplossen
Q:
Het LCD-scherm flikkert.
A:
Controleer of de signaalkabel tussen de computer en het LCD-scherm goed is aangesloten.
(Zie Aansluiten op een computer)
Problemen met betrekking tot het scherm
Opmerking
Hier worden problemen met betrekking tot het LCD-scherm en de oplossingen hiervoor
weergegeven.
Q:
Het scherm is zwart en het aan/uit-lampje is uit.
A:
Controleer of het netsnoer goed is aangesloten en of het LCD-scherm is ingeschakeld.
(Zie Aansluiten op een computer)
Q:
"No Signal"
A:
Controleer of de signaalkabel goed op de pc of videobron is aangesloten.
(Zie Aansluiten op een computer)
A:
Controleer of de pc of videobron is ingeschakeld.
Q:
"Not Optimum Mode".
A:
Controleer de maximale resolutie en frequentie van de videoadapter.
A:
Vergelijk deze waarden met de gegevens in het overzicht Voorinstelbare timingmodi.
Q:
Het beeld schuift verticaal.
A:
Controleer of de signaalkabel goed is aangesloten. Sluit de kabel indien nodig opnieuw
aan.
(Zie Aansluiten op een computer)
Q:
Het beeld is niet helder, het beeld is wazig.
A:
Stem de frequentie af met Coarse-tuning en Fine-tuning.
A:
Schakel het product opnieuw in nadat u alle accessores (videoverlengkabels, enzovoort) hebt losgekoppeld.
A:
Stel de resolutie en de frequentie in volgens het aanbevolen bereik.
Q:
Het beeld is onstabiel en het trilt.
A:
Controleer of de resolutie en de frequentie die zijn ingesteld voor de videokaart binnen
het bereik vallen dat door het LCD-scherm wordt ondersteund. Zo niet, stel deze dan
opnieuw in, rekening houdend met de informatie in het LCD-schermmenu en de Voorinstelbare timingmodi.
Q:
Dubbel beeld.
A:
Controleer of de resolutie en de frequentie die zijn ingesteld voor de videokaart binnen
het bereik vallen dat door het LCD-scherm wordt ondersteund. Zo niet, stel deze dan
Problemen oplossen
opnieuw in, rekening houdend met de informatie in het LCD-schermmenu en de Voorinstelbare timingmodi.
Q:
Het beeld is te licht of te donker.
A:
Pas Helderheid en Contrast aan.
(Zie Brightness, Contrast)
Q:
De schermkleur is inconsistent.
A:
Stel de optie Color Control in het OSD-menu in.
Q:
Het kleurbeeld wordt vervormd door donkere schaduwen.
A:
Stel de optie Color Control in het OSD-menu in.
Q:
De kleur wit is slecht.
A:
Stel de optie Color Control in het OSD-menu in.
Q:
Het aan/uit-lampje knippert.
A:
Het LCD-scherm is bezig met het opslaan van de aangebrachte wijzigingen in het OSDgeheugen.
Q:
Het scherm is zwart en het aan/uit-lampje knippert elk 0,5 of 1 seconde.
A:
Het LCD-scherm gebruikt een systeem voor energiebeheer. Druk op een toets op het
toetsenbord.
Problemen in verband met het geluid
Opmerking
In de onderstaande lijst worden problemen met geluidssignalen en de oplossingen hiervoor
behandeld.
Q:
Geen geluid.
A:
Controleer of de audiokabel stevig is aangesloten op de audio-ingang van uw LCDscherm en de audio-uitgang van uw geluidskaart.
(Zie Aansluiten op een computer)
A:
Controleer het volumeniveau.
Q:
Geluidsniveau is te laag.
A:
Controleer het volumeniveau.
A:
Als het volume nog steeds te laag is nadat u de bediening op het maximale niveau hebt
ingesteld, moet u de volumeregeling op de geluidskaart of in het softwareprogramma
van de computer controleren.
Q:
Het geluidsniveau is te hoog of te laag.
A:
Stel Treble en Bass in op de gewenste niveaus.
Problemen oplossen
Problemen met betrekking tot de afstandsbediening
Opmerking
In de onderstaande lijst worden problemen met de afstandsbediening en de oplossingen
hiervoor behandeld.
Q:
De knoppen van de afstandsbediening reageren niet.
A:
Controleer of de batterijen op de juiste manier zijn geplaatst (+/-).
A:
Controleer of de batterijen leeg zijn.
A:
Controleer of de stroomtoevoer is ingeschakeld.
A:
Controleer of het netsnoer goed vast zit.
A:
Controleer of zich bijzondere TL- of neonverlichting in de buurt bevindt.
Vragen en antwoorden
Q:
Hoe kan ik de frequentie wijzigen?
A:
De frequentie kan worden gewijzigd door de videokaart opnieuw te configureren.
Opmerking
De videokaartondersteuning kan verschillen, afhankelijk van de versie van het gebruikte stuurprogramma. (Raadpleeg de handleiding van de computer of de videokaart
voor meer informatie.)
Q:
Hoe kan ik de resolutie wijzigen?
A:
Windows XP:
Stel de resolutie in via Control Panel (Configuratiescherm) → Appearance and Themes
(Vormgeving en thema's) → Display (Beeldscherm) → Settings (Instellingen).
A:
Windows ME/2000:
Stel de resolutie in via Control Panel (Configuratiescherm) → Display (Beeldscherm)
→ Settings (Instellingen).
* Neem voor meer informatie contact op met de fabrikant van de videokaart.
Q:
Hoe stel ik de functie voor energiebesparing in?
A:
Windows XP:
Configuratiescherm → Vormgeving en thema's → Beeldscherm → Schakel de stroombesparingsfunctie in in Schermbeveiliging.
Stel de functie in vanuit het BIOS-setupmenu van de computer. (Raadpleeg de handleiding van Windows of uw computer.)
A:
Windows ME/2000:
Configuratiescherm → Display → Schermbeveiliging.
Stel de functie in vanuit het BIOS-setupmenu van de computer. (Raadpleeg de handleiding van Windows of uw computer.)
Problemen oplossen
Q:
Hoe kan ik de behuizing en het LCD-paneel reinigen?
A:
Koppel het netsnoer los en reinig het LCD-scherm met een zachte doek en een reinigingsmiddel of gewoon water.
Laat geen reinigingsmiddel op de behuizing achter en zorg dat u geen krassen maakt.
Zorg ervoor dat er geen water in het LCD-scherm komt.
Opmerking
Controleer voordat u om ondersteuning vraagt eerst de informatie in dit gedeelte; misschien
kunt u het probleem zelf oplossen. Als u assistentie nodig hebt, kunt u bellen naar het telefoonnummer in het gedeelte Informatie of contact opnemen met uw leverancier.
Specificaties
General (Algemeen)
General (Algemeen)
Modelnaam
400TS-3,460TS-3
LCD-scherm
Grootte
Weergavegebied
400TS-3
40,0 inch / 101cm
460TS-3
46,0 inch / 116cm
400TS-3
885,6 mm (H) x 498,15mm (V)
460TS-3
1018,08 mm (H) x 572,67mm (V)
Synchronisatie
Horizontaal
30 ~ 81 kHz
Verticaal
56 ~ 85 Hz
Weergavekleur
16,7 M (true)
Resolutie
Optimale resolutie
1920 x 1080 bij 60Hz
Maximale resolutie
1920 x 1080 bij 60Hz
Maximale pixelfrequentie
148,5 MHz (analoog,digitaal)
Stroomtoevoer
Dit product ondersteunt 100 – 240V.
Controleer het label op de achterkant van het product daar het standaardvoltage
kan verschillen van land tot land.
Signaalaansluitingen
D-sub(Component), DVI-D In, VCR, HDMI 1/2, RS232C In/Out, DP, DC Out, Stereo Audio In/Out, Audio In(L/R), RJ45, (RS232C, USB, LAN, D-sub out, HDMI out,
Audio out → Plaats de netwerkmodule)
Afmetingen (B x H x D) / gewicht
400TS-3
973,2 mm x 647,0 mm x 311,0 mm (met standaard)
973,2 mm x 584,4 mm x 128,1 mm (zonder standaard)
27,1 Kg (Met netwerkmodule)
24,8 Kg (Zonder netwerkmodule)
460TS-3
1104,0 mm x 721,0 mm x 311,0 mm (met standaard)
1104,0 mm x 658,0 mm x 134,0 mm (zonder standaard)
Specificaties
Afmetingen (B x H x D) / gewicht
33,6 Kg (Met netwerkmodule)
31,3 Kg (Zonder netwerkmodule)
VESA bevestigingsinterface
600,0 mm x 400,0mm
Omgevingsvereisten
Bediening (met netwerk- Temperatuur: 10˚C ~ 40˚C (50˚F ~ 104˚F)
module)
Vochtigheid: 10% tot 80%, geen condensvorming
Bediening (zonder
werkmodule)
Opslag
net- Temperatuur: 0˚C ~ 40˚C (32˚F ~ 104˚F)
Vochtigheid: 10% tot 80%, geen condensvorming
Temperatuur: -20˚C ~ 45˚C (-4˚F ~ 113˚F)
Vochtigheid: 5% tot 95%, geen condensvorming
Mogelijkheden voor Plug and Play
Dit LCD-scherm kan worden geïnstalleerd op elk Plug and Play-systeem. De interactie tussen het LCD-scherm en de computersystemen biedt de meest optimale
besturingsomstandigheden en LCD-scherminstellingen. In de meeste gevallen
gaat de installatie van het LCD-scherm automatisch verder, tenzij de gebruiker
andere instellingen wil toepassen.
Aanvaardbare punten (Dot Acceptable)
De TFT-LCD-panelen die voor dit product worden gebruikt, zijn gefabriceerd met
geavanceerde halfgeleidertechnologieën met een precisie van 1ppm (een miljoenste) of hoger. Pixels in de kleuren ROOD, GROEN, BLAUW of WIT kunnen
echter soms lichter lijken of er kunnen zwarte pixels waargenomen worden. Dit is
geen slechte kwaliteit en u kunt het product zonder problemen gebruiken.
Het aantal TFT-LCD-subpixels van dit product is bijvoorbeeld 6.220.800.
Opmerking
Vormgeving en specificaties kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Klasse A (Informatie-communicatieapparatuur voor industrieel gebruik)
Waarschuwing voor dealers en gebruikers. Dit apparaat is geregistreerd m.b.t. de EMC-vereisten voor industrieel gebruik (klasse A) en kan worden gebruikt in andere omgevingen dan
het huishouden.
PowerSaver
Dit LCD-scherm is voorzien van het ingebouwde energiebeheersysteem PowerSaver. Als
het LCD-scherm gedurende lange tijd niet wordt gebruikt, wordt de spaarstand geactiveerd
om energie te besparen. Het LCD-scherm gaat automatisch weer normaal werken zodra u
op een toets op het toetsenbord drukt. Om energie te besparen, kunt u het beste het LCDscherm uitschakelen wanneer u dit gedurende langere tijd niet gebruikt. Het systeem PowerSaver werkt met een VESA DPM-compatibele videokaart die op de computer is
geïnstalleerd. U stelt deze functie in met behulp van het hulpprogramma op uw computer.
Specificaties
PowerSaver
400TS-3
Toestand
Normale
werking
Energiebesparingsmodus
Uitschakelen
Uitschakelen
(Aan/uitschakelaar)
Aan/uit-lampje
On (Aan)
Knipperend
Amber
Uit
270 Watt
5 Watt
5 Watt
0 Watt
193 Watt
2 Watt
1 Watt
0 Watt
Toestand
Normale
werking
Energiebesparingsmodus
Uitschakelen
Uitschakelen
(Aan/uitschakelaar)
Aan/uit-lampje
On (Aan)
Knipperend
Amber
Uit
313 Watt
5 Watt
5 Watt
0 Watt
233 Watt
2 Watt
1 Watt
0 Watt
400TS-3
(Met
netwerkmodEnergiever- ule)
bruik (Stand400TS-3
aard)
(Zonder netwerkmodule)
460TS-3
460TS-3
net(Met
werkmodEnergiever- ule)
bruik (Stand460TS-3
aard)
(Zonder netwerkmodule)
Opmerking
•
Het daadwerkelijke stroomverbruik kan verschillen van het hierboven aangegeven
stroomverbruik als het gebruik van het systeem of de instellingen zijn gewijzigd.
•
Als u het stroomverbruik wilt stoppen, schakelt u het apparaat uit of koppelt u de voedingskabel op de achterkant los. Koppel de voedingskabel los als u gedurende enkele
uren van huis bent.
•
Als u een netwerkmodule aansluit (afzonderlijk verkrijgbaar), voldoet het product niet
meer aan de Energy Star 5.0-specificaties.
Voorinstelbare timingmodi
Als het door de computer uitgezonden signaal overeenkomt met de onderstaande voorinstelbare timingmodi, wordt het scherm automatisch aangepast. Wanneer het signaal echter
afwijkt, wordt het scherm mogelijk leeg weergegeven terwijl het aan/uit-lampje brandt. Raadpleeg de handleiding bij de videokaart en stel het scherm als volgt in.
Specificaties
Weergavemodus
Horizontale Verticale fre- Pixelfrequen- Sync-polariteit
frequentie quentie (Hz) tie (MHz)
(H/V)
(kHz)
IBM, 640 x 350
31,469
70,086
25,175
+/-
IBM, 640 x 480
31,469
59,940
25,175
-/-
IBM, 720 x 400
31,469
70,087
28,322
-/+
MAC, 640 x 480
35,000
66,667
30,240
-/-
MAC, 832 x 624
49,726
74,551
57,284
-/-
MAC, 1152 x 870
68,681
75,062
100,000
-/-
VESA, 640 x 480
37,861
72,809
31,500
-/-
VESA, 640 x 480
37,500
75,000
31,500
-/-
VESA, 800 x 600
35,156
56,250
36,000
+/+
VESA, 800 x 600
37,879
60,317
40,000
+/+
VESA, 800 x 600
48,077
72,188
50,000
+/+
VESA, 800 x 600
46,875
75,000
49,500
+/+
VESA, 848 x 480
31,020
60,000
33,750
+/+
VESA, 1024 x 768
48,363
60,004
65,000
-/-
VESA, 1024 x 768
56,476
70,069
75,000
-/-
VESA, 1024 x 768
60,023
75,029
78,750
+/+
VESA, 1152 x 864
67,500
75,000
108,000
+/+
VESA, 1280 x 768
47,776
59,870
79,500
-/+
VESA, 1280 x 960
60,000
60,000
108,000
+/+
VESA, 1280 x 1024
63,981
60,020
108,000
+/+
VESA, 1280 x 1024
79,976
75,025
135,000
+/+
VESA, 1360 x 768
47,712
60,015
85,500
+/+
VESA, 1366 x 768
47,712
59,790
85,500
+/+
VESA,1920 x 1080
66,587
59,934
138,500
+/-
VESA,1920 x 1080
67,500
60,000
148,500
+/+
Horizontale frequentie
De tijd die nodig is om één lijn horizontaal van de
linker- naar de rechterrand van het scherm te scannen, wordt de Horizontal Cycle (Horizontale cyclus)
genoemd. Het omgekeerde van deze Horizontal Cycle is de Horizontale frequentie. Eenheid: kHz
Verticale frequentie
Net als een TL-lamp moet het scherm hetzelfde
beeld vele malen per seconde herhalen om een
beeld voor de gebruiker weer te geven. De frequentie
van deze herhaling wordt de verticale frequentie of
Refresh Rate (vernieuwingsfrequentie) genoemd.
Eenheid: Hz
Informatie
Voor een betere weergave
Stel voor een optimale beeldkwaliteit de resolutie en de vernieuwingsfrequentie
van de computer in volgens de onderstaande instructies. De beeldkwaliteit kan
instabiel zijn als deze niet optimaal wordt ingesteld voor TFT-LCD.
•
Resolutie: 1920 x 1080
•
Verticale frequentie (vernieuwingsfrequentie): 60Hz
De TFT-LCD-panelen die voor dit product worden gebruikt, zijn gefabriceerd
met geavanceerde halfgeleidertechnologieën met een precisie van 1ppm (een miljoenste) of hoger. Pixels in de kleuren ROOD, GROEN, BLAUW of WIT kunnen
echter soms lichter lijken of er kunnen zwarte pixels waargenomen worden. Dit is
geen slechte kwaliteit en u kunt het product zonder problemen gebruiken.
•
Het aantal TFT-LCD-subpixels van dit product is bijvoorbeeld 6.220.800.
Maak bij het reinigen van de monitor en de buitenkant van het paneel gebruik
van een licht bevochtigde zachte doek. Wrijf zachtjes bij het schoonmaken van het
LCD-scherm. Bij te hard drukken kunnen vlekken ontstaan.
Als u niet tevreden bent met de beeldkwaliteit, kunt u de functie 'Auto Adjustment' uitvoeren in het menu dat wordt weergegeven als u op de knop drukt om een
venster te sluiten. Als het beeld na het automatisch afstellen nog steeds verstoord
is, kunt u de afstelfunctie Fine/Coarse gebruiken.
Wanneer u langere tijd naar een stilstaand scherm kijkt, kan er een restbeeld
of wazigheid verschijnen. Schakel om naar de energiebesparende stand of stel
een schermbeveiliging met een bewegend beeld in wanneer u gedurende langere
tijd bij de monitor weg moet.
PRODUCTGEGEVENS (zonder scherminbranding)
Wat is scherminbranding?
Scherminbranding komt niet voor als een LCD-scherm onder normale omstandigheden wordt gebruikt.
Onder normale omstandigheden wordt verstaan continu veranderende videopatronen. Als het LCD-scherm voor langere tijd wordt gebruikt met een vast patroon
(meer dan 12 uur), is er mogelijk een klein verschil in het voltage tussen de elektroden die de vloeibare kristallen in pixels veranderen. Het voltageverschil tussen
de elektroden verhoogt geleidelijk waardoor de vloeibare kristallen overhellen. Als
dit gebeurt, is het mogelijk dat het vorige beeld zichtbaar is wanneer het patroon
wordt gewijzigd. Om dit te voorkomen, moet het vergrote voltageverschil worden
verlaagd.
Informatie
Uitschakelen, schermbeveiliging of energiebesparende modus
•
Schakel de monitor 2 uur uit nadat deze 12 uur achter elkaar in gebruik is geweest.
•
Stel de monitor in op uitschakelen met Power Scheme (Energiebeheerschema)
in Display Properties (Eigenschappen beeldscherm) van de computer.
•
Gebruik indien mogelijk een schermbeveiliging. Schermbeveiliging in één kleur
of een bewegend beeld wordt aanbevolen.
•
Het gebruik van de functie Image Retention Free wordt aanbevolen voor dit
apparaat.
- Zie de achterpagina voor gedetailleerde configuratieprocedures.
De kleurgegevens regelmatig wijzigen
Opmerking
Gebruik twee verschillende kleuren
Wissel elke 30 minuten af met twee kleuren.
•
Vermijd een combinatie van tekens en achtergrondkleur met een groot verschil
in helderheid.
Informatie
Vermijd grijze kleuren. Deze kunnen gemakkelijk scherminbranding veroorzaken.
Vermijd: kleuren met een groot verschil in helderheid (zwart en wit, grijs).
De kleur van de tekens regelmatig wijzigen
•
Gebruik heldere kleuren met weinig verschil in helderheid.
- Cyclus: Wijzig elke 30 minuten de kleur van de tekens en de achtergrond.
•
Wissel elke 30 minuten de tekens af met bewegende beelden.
•
Geef periodiek de afbeeldingen en het logo weer.
- Cyclus: geef na 4 uur gebruik gedurende 60 seconden een bewegend beeld
met logo weer.
•
U kunt uw monitor het best tegen inbranding beschermen door het scherm uit
te schakelen of door een schermbeveiliging op uw computer of systeem in te
stellen wanneer u de monitor niet gebruikt. Als deze richtlijnen niet worden gevolgd, kan dit gevolgen voor uw garantie hebben.
De schermpixelfunctie van het product toepassen
•
De schermpixelfunctie toepassen
- Symptoom: Stip met zwarte kleur omhoog en omlaag verplaatsen.
•
De schermbalkfunctie toepassen
- Symptoom: Horizontale/verticale balk met zwarte kleur omhoog en omlaag
verplaatsen.
Informatie
De schermwisfunctie van het product toepassen
•
De schermwisfunctie toepassen
- Symptoom: 2 verticale blokken bewegen terwijl het scherm wordt gewist
Bijlage
Contact SAMSUNG wereldwijd
Opmerking
Wanneer u suggesties of vragen heeft met betrekking tot Samsung producten, gelieve contact op te nemen met de consumenten dienst van SAMSUNG
North America
U.S.A
1-800-SAMSUNG (726-7864) http://www.samsung.com
CANADA
1-800-SAMSUNG (726-7864) http://www.samsung.com
MEXICO
01-800-SAMSUNG
(726-7864)
http://www.samsung.com
Latin America
ARGENTINA
0800-333-3733
http://www.samsung.com
BRAZIL
0800-124-421
http://www.samsung.com
4004-0000
CHILE
800-SAMSUNG (726-7864)
http://www.samsung.com
COLOMBIA
01-8000112112
http://www.samsung.com
COSTA RICA
0-800-507-7267
http://www.samsung.com
ECUADOR
1-800-10-7267
http://www.samsung.com
EL SALVADOR
800-6225
http://www.samsung.com
GUATEMALA
1-800-299-0013
http://www.samsung.com
HONDURAS
800-7919267
http://www.samsung.com
JAMAICA
1-800-234-7267
http://www.samsung.com
NICARAGUA
00-1800-5077267
http://www.samsung.com
PANAMA
800-7267
http://www.samsung.com
PERU
0-800-777-08
http://www.samsung.com
PUERTO RICO
1-800-682-3180
http://www.samsung.com
REP. DOMINICA
1-800-751-2676
http://www.samsung.com
TRINIDAD & TO- 1-800-SAMSUNG (726-7864) http://www.samsung.com
BAGO
VENEZUELA
0-800-100-5303
http://www.samsung.com
Europe
ALBANIA
42 27 5755
-
AUSTRIA
0810 - SAMSUNG (7267864, http://www.samsung.com
€ 0.07/min)
BELGIUM
02-201-24-18
http://www.samsung.com/be
(Dutch)
http://www.samsung.com/
be_fr (French)
BOSNIA
05 133 1999
-
BULGARIA
07001 33 11
http://www.samsung.com
Bijlage
Europe
CROATIA
062 SAMSUNG (062 726 http://www.samsung.com
7864)
CZECH
800
(800-726786)
DENMARK
70 70 19 70
http://www.samsung.com
EIRE
0818 717100
http://www.samsung.com
ESTONIA
800-7267
http://www.samsung.com
FINLAND
030 - 6227 515
http://www.samsung.com
FRANCE
01 48 63 00 00
http://www.samsung.com
GERMANY
01805
SAMSUNG http://www.samsung.com
(726-7864, € 0,14/Min)
HUNGARY
06-80-SAMSUNG (726-7864) http://www.samsung.com
ITALIA
800-SAMSUNG (726-7864)
http://www.samsung.com
KOSOVO
+381 0113216899
-
LATVIA
8000-7267
http://www.samsung.com
LITHUANIA
8-800-77777
http://www.samsung.com
LUXEMBURG
261 03 710
http://www.samsung.com
MACEDONIA
023 207 777
-
MONTENEGRO
020 405 888
-
NETHERLANDS
0900-SAMSUNG
http://www.samsung.com
(0900-7267864) ( € 0,10/Min)
NORWAY
815-56 480
POLAND
0 801 1SAMSUNG (172678) http://www.samsung.com
SAMSUNG http://www.samsung.com
http://www.samsung.com
022-607-93-33
PORTUGAL
80820
(7267864)
SAMSUNG http://www.samsung.com
RUMANIA
http://www.samsung.com
SERBIA
0700 SAMSUNG (0700 726 http://www.samsung.com
7864)
SLOVAKIA
0800 - SAMSUNG (726-7864) http://www.samsung.com
SPAIN
902 - 1 (902,172,678)
SWEDEN
0771 726 7864 (SAMSUNG) http://www.samsung.com
SWITZERLAND
0848 - SAMSUNG (7267864, http://www.samsung.com/ch
CHF 0.08/min)
http://www.samsung.com/
ch_fr/(French)
U.K
0330 SAMSUNG (7267864)
SAMSUNG http://www.samsung.com
http://www.samsung.com
CIS
ARMENIA
0-800-05-555
-
AZERBAIJAN
088-55-55-555
-
Bijlage
CIS
BELARUS
810-800-500-55-500
-
GEORGIA
8-800-555-555
-
KAZAKHSTAN
8-10-800-500-55-500 (GSM: http://www.samsung.com
7799)
KYRGYZSTAN
00-800-500-55-500
http://www.samsung.com
MOLDOVA
00-800-500-55-500
-
RUSSIA
8-800-555-55-55
http://www.samsung.com
TADJIKISTAN
8-10-800-500-55-500
http://www.samsung.com
UKRAINE
0-800-502-000
http://www.samsung.com/ua
http://www.samsung.com/
ua_ru
UZBEKISTAN
8-10-800-500-55-500
http://www.samsung.com
Asia Pacific
AUSTRALIA
1300 362 603
http://www.samsung.com
NEW ZEALAND
0800 SAMSUNG (0800 726 http://www.samsung.com
786)
CHINA
400-810-5858
http://www.samsung.com
010-6475 1880
HONG KONG
(852) 3698 - 4698
http://www.samsung.com/hk
http://www.samsung.com/
hk_en/
INDIA
3030 8282
http://www.samsung.com
1800 110011
1800 3000 8282
1800 266 8282
INDONESIA
0800-112-8888
http://www.samsung.com
021-5699-7777
JAPAN
0120-327-527
http://www.samsung.com
MALAYSIA
1800-88-9999
http://www.samsung.com
PHILIPPINES
1-800-10-SAMSUNG
(726-7864)
http://www.samsung.com
1-800-3-SAMSUNG
(726-7864)
1-800-8-SAMSUNG
(726-7864)
02-5805777
SINGAPORE
1800-SAMSUNG (726-7864) http://www.samsung.com
TAIWAN
0800-329-999
http://www.samsung.com
THAILAND
1800-29-3232
http://www.samsung.com
Bijlage
Asia Pacific
02-689-3232
VIETNAM
1 800 588 889
http://www.samsung.com
Middle East
BAHRAIN
8000-4726
http://www.samsung.com
EGYPT
08000-726786
http://www.samsung.com
JORDAN
800-22273
http://www.samsung.com
MOROCCO
080 100 2255
http://www.samsung.com
OMAN
800-SAMSUNG (726-7864)
http://www.samsung.com
SAUDI ARABIA
9200-21230
http://www.samsung.com
TURKEY
444 77 11
http://www.samsung.com
U.A.E
800-SAMSUNG (726-7864)
http://www.samsung.com
Africa
NIGERIA
0800 - SAMSUNG (726-7864) http://www.samsung.com
SOUTH AFRICA
0860-SAMSUNG (726-7864) http://www.samsung.com
Woordenlijst
Dot Pitch
Het beeld van een monitor bestaat uit rode, groene en
blauwe punten. Hoe dichter deze punten bij elkaar staan,
des te hoger de resolutie. De afstand tussen twee punten
met dezelfde kleur wordt 'Dot Pitch' genoemd. Eenheid: mm
Verticale frequentie
Om een beeld voor de gebruiker te kunnen weergeven,
moet het beeld meerdere malen per seconde opnieuw worden opgebouwd. De frequentie van deze herhaling wordt de
verticale frequentie of Refresh Rate (vernieuwingsfrequentie) genoemd. Eenheid: Hz
Voorbeeld: Als hetzelfde lichtje 60 keer per seconde knippert, noemt men dit 60 Hz.
Horizontale frequentie
De tijd die nodig is om één lijn horizontaal van de linker- naar
de rechterrand van het scherm te scannen, wordt de Horizontal Cycle (Horizontale cyclus) genoemd. Het omgekeerde van deze Horizontal Cycle is de Horizontale
frequentie. Eenheid: kHz
Interlace en Non-Interlace
methoden
De achtereenvolgende weergave van boven naar beneden
van de horizontale lijnen in het scherm wordt de Non-Interlace methode genoemd. Bij de Interlace methode worden
eerst oneven en dan even lijnen weergegeven. Voor een
optimale beeldkwaliteit wordt in de meeste monitoren gebruik gemaakt van de Non-Interlace methode. Voor tv's
wordt de Interlace methode gebruikt.
Plug & Play
Met deze functie wordt de beste beeldkwaliteit verkregen
door de computer en de monitor in staat te stellen automatisch informatie uit te wisselen. Deze monitor voldoet aan
de internationale norm VESA DDC voor Plug & Play.
Resolutie
Met resolutie wordt het aantal horizontale en verticale stippen waaruit het beeld is opgebouwd bedoeld. Dit aantal
Bijlage
geeft de nauwkeurigheid van het beeld weer. Een hoge resolutie is gunstig voor het uitvoeren van meerdere taken,
omdat er meer beeldinformatie op het scherm kan worden
weergegeven.
Voorbeeld: Een resolutie van 1920 x 1080 betekent dat het
scherm is opgebouwd uit 1920 horizontale punten (horizontale resolutie) en 1080 verticale lijnen (verticale resolutie).
Correcte verwijdering
Correcte verwijdering van dit product (elektrische & elektronische afvalapparatuur)
- alleen Europa
Dit merkteken op het product, de accessoires of het informatiemateriaal
duidt erop dat het product en zijn elektronische accessoires (bv. lader,
headset, USB-kabel) niet met ander huishoudelijk afval verwijderd mogen worden aan het einde van hun gebruiksduur. Om mogelijke schade
aan het milieu of de menselijke gezondheid door ongecontroleerde afvalverwijdering te voorkomen, moet u deze artikelen van andere soorten
afval scheiden en op een verantwoorde manier recyclen, zodat het duurzame hergebruik van materiaalbronnen wordt bevorderd.
Huishoudelijke gebruikers moeten contact opnemen met de winkel waar
ze dit product hebben gekocht of met de gemeente waar ze wonen om
te vernemen waar en hoe ze deze artikelen milieuvriendelijk kunnen laten
recyclen.
Zakelijke gebruikers moeten contact opnemen met hun leverancier en de
algemene voorwaarden van de koopovereenkomst nalezen. Dit product
en zijn elektronische accessoires mogen niet met ander bedrijfsafval voor
verwijdering worden gemengd.
Correcte behandeling van een gebruikte accu uit dit product - alleen Europa
Dit merkteken op de accu, handleiding of verpakking geeft aan dat de
accu in dit product aan het einde van de levensduur niet samen met ander
huishoudelijk afval mag worden weggegooid. De chemische symbolen
Hg, Cd of Pb geven aan dat het kwik-, cadmium- of loodgehalte in de
accu hoger is dan de referentieniveaus in de Richtlijn 2006/66/EC. Indien
de gebruikte accu niet op de juiste wijze wordt behandeld, kunnen deze
stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid van mensen of het milieu.
Ter bescherming van de natuurlijke hulpbronnen en ter bevordering van
het hergebruik van materialen, verzoeken wij u afgedankte accu’s en
batterijen te scheiden van andere soorten afval en voor recycling aan te
bieden bij het gratis inzamelingssysteem voor accu’s en batterijen in uw
omgeving.
Opmerking
De oplaadbare accu in dit product kan niet door de gebruiker zelf worden vervangen. Neem
contact op met uw serviceprovider voor informatie over vervanging.
Rechten
De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
© 2010 Samsung Electronics Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
Bijlage
Het is strikt verboden het product op welke manier dan ook te reproduceren zonder schriftelijke toestemming van Samsung Electronics Co., Ltd.
Samsung Electronics Co., Ltd. stelt zich niet aansprakelijk voor fouten of voor incidentele
schade of gevolgschade die verband houdt met de levering, prestatie en het gebruik van dit
materiaal.
Samsung is een geregistreerd handelsmerk van Samsung Electronics Co., Ltd.; Microsoft,
Windows en Windows NT zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation;
VESA, DPM en DDC zijn geregistreerde handelsmerken van Video Electronics Standard
Association; alle andere genoemde productnamen kunnen (geregistreerde) handelsmerken
zijn van hun respectieve eigenaren.
TruSurround XT, SRS and the
Labs, Inc.
symbol are trademarks of SRS
TruSurround XT technology is incorporated under license from SRS
Labs, Inc.