- 47 -
Reiniging en ontdooien (onderhoud)
Reinigen
•Trek voor het schoonmaken altijd de stek-
ker uit het stopcontact.
•Giet geen water in het apparaat.
•Voor regelmatig onderhoud is lauwwarm
water met toevoeging van een afwasmiddel
geschikt. Om een onaangename geur in de
koelkast ze voorkomen, moet de koelkast on-
geveer één keer per maand worden gereinigd.
•Reinig de accessoires afzonderlijk in het
spoelwater, niet in de vaatwasser.
•Gebruik geen scherpe, schurende, alcoholi-
sche of agressieve reinigingsmiddelen.
•Na het reinigen met schoon water afvegen
en alles zorgvuldig afdrogen. Steek de
stekker vervolgens met droge handen weer
in het stopcontact.
•Omenergietesparenenefciëntteblijven,
moet u de condensor (aan de achterkant)
en de compressor ten minste twee keer per
jaar met een bezem of stofzuiger reinigen.
•Het typeplaatje in het apparaat mag tijdens
het reinigen niet beschadigd of verwijderd
worden.
Ontdooien
Het koelvak moet niet ontdooid worden, maar
schoongemaakt.
De verdamper van het apparaat zit in de ach-
terwand, waardoor de achterwanden van het
koelvak met vorst bedekt kunnen zijn. Als de
compressor niet aan is, kan de vorst ontdooien.
Het ontstane water wordt door een afvoer naar
het putje bij de compressor gevoerd, waar het
door de ontstane warmte verdampt. Vermijd het
instellen van de thermostaat, dat resulteert in
het continue koelen zonder ontdooifase.
Zorgt u ervoor dat de afvoergoot niet verstopt
raakt, zodat het ontstane water in het koelvak
altijd ongehinderd kan wegstromen.
Tips voor energiebesparing
•Voor het plaatsen van het apparaat moet
een koele, droge en goed geventileerde
ruimte worden gekozen.
•Bescherm het apparaat tegen direct zonlicht.
Het mag niet in de buurt van warmtebron-
nen (oven, radiator enz.) worden geplaatst.
Wanneer dit niet kan worden vermeden,
moet er een isolatie tussen de warmtebron
en het apparaat geplaatst worden.
•Dek de ventilatieopeningen en -roosters niet
af en zorg voor voldoende luchtcirculatie
aan de achterkant van het apparaat.
•Reinig de compressor (achterkant van het
apparaat) regelmatig. Stof verhoogt het
energieverbruik.
•Laat warme levensmiddelen eerst afkoelen,
alvorens ze in het apparaat worden gezet.
•Laat de koelkastdeur niet te lang open wan-
neer er levensmiddelen worden uitgehaald
of erin worden gedaan, anders wordt ook
de ijsvorming in de binnenruimte versneld.
•Stel de temperatuur niet lager in dan
noodzakelijk. Meer informatie over tem-
peratuurinstellingen kunt u het hoofdstuk
“Bediening en Display” vinden.
Bedrijfsgeluiden
Tijdens de werking van het apparaat ontstaan
er typische bedrijfsgeluiden. Deze zijn:
•Geluiden van de elektro-
motor van de werkende
compressor. Wanneer
de compressor start met
werken zijn de geluiden
voor korte tijd iets harder.
•Geluiden in de leidingen tijdens de circula-
tie van het koelmiddel.
Verwijdering
Apparaten met dit symbool moe-
ten apart van het huisvuil worden
afgevoerd. Deze apparaten bevatten
waardevolle grondstoffen die gerecy-
cled kunnen worden. Een correcte ver-
wijdering van het apparaat beschermt
het milieu en de gezondheid van uw medemen-
sen. Uw gemeente of uw vakhandel kunnen u
over correcte afvalverwijdering informeren.
•Trek de stekker uit het stopcontact voor
verwijdering en scheidt het netsnoer van
het apparaat.
•Het koelmiddel Isobutaan
(R600a) en het drijfgas in de iso-
latie Cyclopentaan (C
5
H
10
) zijn
licht ontvlambare stoffen en moe-
ten op de juiste wijze worden afgevoerd.
•Zorg ervoor dat de leidingen van het koel-
circuit niet beschadigd worden voordat ze
op de juiste manier zijn afgevoerd.