Documenttranscriptie
Gebruiksaanwijzing
Digitale Fotocamera
Model Nr.
DMC-LX1EG
Gelieve deze gebruiksaanwijzing
volledig door te lezen alvorens dit
apparaat in gebruik te nemen.
Web Site: http://www.panasonic-europe.com
VQT0S25
Vóór gebruik
Geachte Klant,
Wij willen van de gelegenheid gebruik maken
u te bedanken voor de aanschaf van deze
Panasonic digitale fotocamera. Leest u deze
handleiding met aandacht en bewaar hem
binnen handbereik voor toekomstige
raadpleging.
Informatie voor uw
veiligheid
WAARSCHUWING
OM HET RISICO OP BRAND OF
SCHOKKEN EN STORENDE
INTERFERENTIES TE BEPERKEN,
DIENT U ALLEEN GEBRUIK TE
MAKEN VAN DE AANBEVOLEN
ACCESSOIRES EN DE APPARATUUR
NIET BLOOT TE STELLEN AAN
REGEN OF VOCHT. VERWIJDER DE
DEKSEL (ACHTERKANT) NIET,
BINNENIN HET APPARAAT
BEVINDEN ZICH GEEN
GEBRUIKERSBEDIENBARE
ONDERDELEN. NEEM VOOR
ONDERHOUD CONTACT OP MET
GEKWALIFICEERDE
ONDERHOUDSTECHNICI.
Neemt u zorgvuldig het auteursrecht in acht.
Het opnemen van voorgeregistreerde banden of
schijven, of ander gepubliceerd of uitgezonden
materiaal, voor andere doeleinden dan
persoonlijk gebruik, kunnen een overtreding van
het auteursrecht zijn. Zelfs voor privé-gebruik
kan het opnemen van bepaald materiaal aan
beperkingen onderhevig zijn.
• Houdt u er rekening mee dat de huidige
bedieningselementen, de onderdelen, de
menuopties enz. van uw digitale camera
enigszins af kunnen wijken van de illustraties
die in deze handleiding opgenomen zijn.
• SD Logo is een handelsmerk.
• Andere namen, bedrijfsnamen en
productnamen die in deze handleiding
voorkomen, zijn handelsmerken of
geregistreerde handelsmerken van de
betreffende bedrijven.
HET STOPCONTACT MOET IN DE
NABIJHEID VAN HET APPARAAT
GEÏNSTALLEERD WORDEN EN
MAKKELIJK BEREIKBAAR ZIJN.
2
VQT0S25
GEVAAR
Explosiegevaar wanneer de batterij op onjuiste
wijze vervangen wordt. Vervang alleen door een
zelfde soort batterij of equivalent, die door de
fabrikant aanbevolen worden. Gooi de gebruikte
batterijen weg zoals door de fabrikant
voorgeschreven wordt.
n Opmerking betreffende
lithiumbatterijen
• Bij dit product zijn lithiumbatterijen
geleverd. Wanneer deze verbruikt zijn,
mag u deze niet weggooien maar moet u
deze inleveren als klein chemisch afval.
• Dit apparaat bevat een lithiumbatterij als
stroomvoorziening voor de klok.
• Raadpleeg uw leverancier over het verwijderen van de
lithiumbatterij op het moment dat u het apparaat aan
het einde van de levensduur vervangt.
• Verzekert u ervan dat de ingebouwde lithiumbatterij
door vakbekwaam servicepersoneel wordt verwijderd.
n Alleen voor servicepersoneel:
Schroevendraaier
Printplaat
Lithiumbatterij
• Verwijder de lithiumbatterij van de Gedrukte Bedradingsplaat
met behulp van de schroevendraaier etc. zoals het figuur
hierboven.
• De vorm van de Gedrukte Bedradingsplaat en de positie van de
lithiumbatterij kunnen verschillen afhankelijk van het model van de
digitale fotocamera.
n Zorg voor het toestel
• Het toestel niet schudden of er tegen stoten.
Het toestel zou daardoor niet normaal kunnen werken, het
maken van opnames zou buiten werking gesteld kunnen
worden, of de lens zou beschadigd kunnen raken.
• Zand of stof kan een storing van de fotocamera
veroorzaken. Wanneer u de fotocamera op het
strand, enz. gebruikt, let erop dat er geen zand of
stof in de fotocamera komt.
• Wanneer u het toestel op een regenachtige dag
of op het strand gebruikt, zorg ervoor dat er
geen water in komt.
• Komen er spetters zeewater op het toestel, maak
dan een zachte doek nat met leidingwater, wring de
doek goed uit en veeg de body van het toestel er
zorgvuldig mee schoon. Droog het toestel daarna
zorgvuldig af met een droge doek.
n Over het LCD-scherm
• Druk niet hard op het LCD-scherm. Dit zou ongelijke
kleuren op het LCD-scherm of een storing van het
LCD-scherm kunnen veroorzaken.
• Bij grote temperatuurverschillen kan er
condens op het LCD-scherm ontstaan. Veeg
dit af met een zachte droge doek.
Vóór gebruik
• Indien het toestel buitengewoon koud is wanneer
u het inschakelt, zal het beeld op het LCD-scherm
iets donkerder zijn dan normaal. Naarmate de
binnentemperatuur toeneemt, keert ook de
gewone helderheid terug.
Er wordt gebruik gemaakt van zeer hoge
precisietechnologie bij de productie van het LCDscherm. Het resultaat is meer dan 99,99% effectieve
beeldpunten met slechts 0,01% inactieve of altijd
brandende beeldpunten. Dit zal echter niet op de
afbeeldingen op de kaart worden opgenomen.
n Over de lens
• De lens niet direct op de zon of op sterke
lichtbronnen richten. Dit zou niet alleen
storingen van het toestel kunnen veroorzaken
maar ook onherstelbaar letsel aan uw ogen.
• Druk niet hard op de lens.
• Wanneer u het toestel met de lens in de
richting van de zon houdt, kan dit een storing
veroorzaken. Wees voorzichtig wanneer u
het toestel buiten of dichtbij een raam legt.
n Over condensatie (Wanneer de lens
beslagen is)
Condensatie doet zich voor wanneer de
omgevingstemperatuur of vochtigheid als volgt
veranderd is:
Pas op voor condensatie, aangezien dit vlekken op
de lens, schimmel of storingen veroorzaakt.
• Wanneer het toestel naar binnen wordt gebracht,
van de kou naar een warme kamer.
• Wanneer het toestel van de buitenlucht in een
auto met airconditioning geplaatst wordt.
• Wanneer koele wind van een airconditioner of
ergens anders vandaan direct op het toestel
geblazen wordt.
• In vochtige plaatsen
Plaats de fotocamera in een plastic zak totdat de
temperatuur van de fotocamera dichtbij die van
de omgeving zit, om condensatie te voorkomen.
In geval van condensatie schakelt u de
fotocamera uit en laat u het 2 uur met rust.
Wanneer het toestel de omgevingstemperatuur
nadert, verdwijnt de nevel vanzelf.
n Wanneer u het toestel lange tijd niet zult
gebruiken
• Berg de batterij op in een koele en droge plaats
met een relatief stabiele temperatuur.
(Aanbevolen temperatuur:15 ºC tot 25 ºC,
Aanbevolen vochtigheidsgehalte: 40% tot 60%)
• Controleer of de batterij en de kaart uit het
toestel gehaald zijn.
• Wanneer de batterij lange tijd in het toestel
gelaten wordt, vindt ontlading plaats, zelfs
wanneer het toestel uitgeschakeld is. Als u
de batterij gedurende lange tijd in het toestel
laat, wordt hij overmatig ontladen en kan
onbruikbaar worden, zelfs na het opladen.
• Om de batterij gedurende lange tijdsduur op te
bergen, wordt het aanbevolen hem één keer
per jaar op te laden en vervolgens opnieuw op
te bergen nadat u de geladen capaciteit
volledig heeft opgebruikt.
• Wanneer u het toestel in een kast of lade
bewaart, wordt het aangeraden er droogstof
(silicagel) bij te bewaren.
-Als u dit symbool ziet-
Informatie over het weggooien van
elektrische en elektronische
apparatuur (particulieren)
Dit symbool op de producten en/of
de bijbehorende documenten
betekent dat gebruikte elektrische en
elektronische producten niet bij het
normale huishoudelijke afval mogen.
Lever deze producten in bij de aangewezen
inzamelingspunten, waar ze gratis worden
geaccepteerd en op de juiste manier worden
verwerkt, teruggewonnen en hergebruikt. In
sommige landen kunt u uw producten bij een
lokale winkelier inleveren bij de aanschaf van
een equivalent nieuw product.
Wanneer u dit product op de juiste manier als
afval inlevert, spaart u waardevolle
hulpbronnen en voorkomt u potentiële
negatieve gevolgen voor de volksgezondheid
en het milieu, die anders kunnen ontstaan
door een onjuiste verwerking van afval. Neem
contact op met uw gemeente voor meer
informatie over het dichtstbijzijnde
inzamelingspunt.
Er kunnen boetes gelden voor een onjuiste
verwijdering van dit afval, in overeenstemming
met de nationale wetgeving.
Voor zakelijke gebruikers in de Europese
Unie
Neem voor het weggooien van elektrische en
elektronische apparatuur contact op met uw
leverancier voor verdere informatie.
Informatie over verwijdering van afval in
landen buiten de Europese Unie
Dit symbool is alleen geldig in de Europese
Unie.
Neem wanneer u dit product wilt weggooien,
contact op met de lokale overheid of uw
leverancier en vraag wat de juiste
verwijderingsmethode is.
3
VQT0S25
Vóór gebruik
Hoe werkt de gebruiksaanwijzing
De beschrijving op deze pagina is slechts bij wijze van voorbeeld en niet alle pagina’s
worden op deze manier beschreven.
Met de hier aangegeven standen kunt u
de functies of instellingen gebruiken die
op deze pagina worden beschreven. Stel
de functiekeuzeschakelaar in op een van
de standen om de functies of instellingen
te gebruiken.
Optische zoom gebruiken
U kunt mensen en onderwerpen dichterbij
laten lijken met de viervoudige zoomfunctie,
en landschappen kunnen in groothoek
worden vastgelegd.
• De foto kan enigszins vertekenen (typisch
voorbeeld: verticale lijn die naar buiten
buigt).
Hier vindt u nuttige of handige informatie
over het gebruik van deze camera.
n Afbeeldingen in deze gebruiksaanwijzing
Het uiterlijk van het product, de afbeelding of het menuscherm wijkt lichtjes af van het
eigenlijke gebruikte.
n De afbeeldingen van de cursorknop en de joystick
In deze gebruiksaanwijzing wordt de bediening van de cursorknop als hieronder afgebeeld
aangeduid.
Voorbeeld: Op de cursorknop r
drukken
Voorbeeld: De joystick naar
rechts bewegen
MENU
REV
Voorbeeld: De joystick
indrukken
• Naar [PHOTOfunSTUDIO -viewer- Version 1.0E] wordt in deze gebruiksaanwijzing
verwezen als [PHOTOfunSTUDIO].
4
VQT0S25
Inhoud
Vóór gebruik
Informatie voor uw veiligheid . . . . . . . . . .2
Hoe werkt de gebruiksaanwijzing . . . . . . .4
Voorbereiding
Standaard accessoires . . . . . . . . . . . . . . .7
Namen van onderdelen . . . . . . . . . . . . . .8
Beknopte handleiding . . . . . . . . . . . . . . .10
De batterij laden met de lader . . . . . . . .11
Batterij . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12
Batterij plaatsen/verwijderen . . . . . . . . .13
Kaart plaatsen/verwijderen . . . . . . . . . . .14
De kaart . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15
Aantal opneembare foto’s en formaat bij
benadering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .16
De lensdop/-draagriem bevestigen . . . .19
Datum/Tijd instellen (Clock Set) . . . . . . .20
Setupmenu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21
Het LCD-scherm . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
Opnames maken (basis)
Foto’s nemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
Foto’s nemen in automatische modus . .33
Opnames controleren (Review) . . . . . . .35
Optische zoom gebruiken . . . . . . . . . . .36
Foto’s nemen met de ingebouwde
flitser . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .38
Foto’s nemen met de zelfontspanner . . .42
De belichting compenseren . . . . . . . . . .43
Foto’s nemen met Auto Bracket . . . . . . .44
Optisch beeldstabilisatiesysteem
[STABILIZER] . . . . . . . . . . . . . . . . . . .45
Foto’s nemen met de burstmodus . . . . .46
Weergave (basis)
Weergeven van foto’s . . . . . . . . . . . . . .47
9/16/25 foto’s Multi-weergave . . . . . . . .48
Zoomweergave gebruiken . . . . . . . . . . .49
Foto’s wissen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .50
Opnames maken (geavanceerd)
De modusknop gebruiken . . . . . . . . . . .
• Diafragma-prioriteit AE . . . . . . . . . .
• Sluitertijd-prioriteit AE . . . . . . . . . . .
• Handmatige belichting . . . . . . . . . .
• Bewegend beeldmodus . . . . . . . . .
• Scènemodus . . . . . . . . . . . . . . . . . .
– Portretmodus . . . . . . . . . . . . . . .
– Sportmodus . . . . . . . . . . . . . . . .
– Voedselmodus . . . . . . . . . . . . . .
– Landschapsmodus . . . . . . . . . . .
– Nachtportretmodus . . . . . . . . . . .
– Nachtlandschapsmodus . . . . . . .
– Babymodus . . . . . . . . . . . . . . . .
– Zachte huidmodus . . . . . . . . . . .
– Kaarslichtmodus . . . . . . . . . . . . .
– Partymodus . . . . . . . . . . . . . . . .
– Vuurwerkmodus . . . . . . . . . . . . .
– Sneeuwmodus . . . . . . . . . . . . . .
– Sterrenhemelmodus . . . . . . . . . .
– Zelfportretmodus . . . . . . . . . . . .
Werken met het modusmenu [REC] . . .
• Witbalans [W.BALANCE] . . . . . . . .
• ISO-gevoeligheid [SENSITIVITY] . .
• Beeldformaat [PICT.SIZE] . . . . . . .
• Kwaliteit [QUALITY] . . . . . . . . . . . .
• Geluidsopname [AUDIO REC.] . . . .
• Metingfunctie
[METERING MODE] . . . . . . . . . . . .
• AF-modus [AF MODE] . . . . . . . . . .
• Continue AF [CONT.AF] . . . . . . . . .
• AF-assistentielamp
[AF ASSIST LAMP] . . . . . . . . . . . . .
• Digitale zoom [D.ZOOM] . . . . . . . . .
• Kleureffect [COL.EFFECT] . . . . . . .
• Beeldinstelling [PICT.ADJ.] . . . . . . .
• Flip-animatie [FLIP ANIM.] . . . . . . .
Werken met het snelmenu . . . . . . . . . .
Foto’s nemen met handmatige focus . .
AF/AE vergrendeling (AF: Auto focus/
AE: Auto exposure) . . . . . . . . . . . . . .
AF-macromodus . . . . . . . . . . . . . . . . . .
De aspectratio instellen . . . . . . . . . . . .
52
52
53
54
57
59
60
60
61
61
62
62
63
64
64
65
65
66
66
67
68
69
71
71
72
73
73
74
75
75
76
76
77
77
80
81
83
84
85
5
VQT0S25
Foto’s nemen met de extra optische
zoom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 86
Weergave (geavanceerd)
Beelden weergeven met geluid/Bewegende
beelden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 87
Werken met het modusmenu [PLAY] . . 88
• Weergeven met een diashow
[SLIDE SHOW] . . . . . . . . . . . . . . . . 89
• Favorieteninstelling [FAVORITE] . . . 90
• Beelden weergeven in de richting
waarin ze zijn opgenomen
[ROTATE DISP.] . . . . . . . . . . . . . . . 91
• Het beeld draaien [ROTATE] . . . . . . 92
• Het af te drukken beeld en het
aantal afdrukken instellen
[DPOF PRINT] . . . . . . . . . . . . . . . . . 93
• Per ongeluk wissen van beelden
voorkomen [PROTECT] . . . . . . . . . . 95
• Geluid toevoegen aan opgenomen
beelden [AUDIO DUB.] . . . . . . . . . . 96
• Het beeldformaat veranderen
[RESIZE] . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 97
• Beelden bijsnijden [TRIMMING] . . . 98
• Aspectratio wijzigen
[ASPECT CONV.] . . . . . . . . . . . . . 100
• De kaart opschonen
[CLEAN UP] . . . . . . . . . . . . . . . . . . 101
• De kaart initialiseren [FORMAT] . . 101
Beelden weergeven op een
tv-scherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 102
Aansluiten op een PC of printer
Alvorens aan te sluiten met behulp van een
USB-aansluitkabel
[4 : USB MODE] . . . . . . . . . . . . . 103
Aansluiten op een PC . . . . . . . . . . . . . 104
Aansluiten op een PictBridge-compatibele
printer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 106
6
VQT0S25
Overige
Schermweergave . . . . . . . . . . . . . . . .
Voorzorgsmaatregelen bij het
gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Weergegeven berichten . . . . . . . . . . .
Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . .
Specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
110
112
114
116
122
Voorbereiding
Standaard accessoires
Controleer de inhoud voordat u de camera gebruikt.
n SD geheugenkaart (32 MB)
RP-SD032BVE0
(In de tekst wordt hiernaar verwezen als
“kaart”)
n USB-aansluitkabel
K1HA08CD0007
n CD-ROM
n Batterijpakket
CGA-S005E
(In de tekst wordt hiernaar verwezen als
“batterij”)
n Batterijoplader
DE-A12A
(In de tekst wordt hiernaar verwezen als
“lader”)
n Draagriem
VFC4082
n Batterijdragend kistje
VYQ3509
n Lensdop
VYF3055
n Netspanningskabel
K2CQ2CA00006
n Lensdopkoord
VFC4137
n AV-kabel
K1HA08CD0008
• Mocht u een van de meegeleverde
accessoires verliezen, neem dan contact
op met de dealer of het dichtstbijzijnde
servicecentrum.
(U kunt de accessoires afzonderlijk
aanschaffen.)
7
VQT0S25
Voorbereiding
Namen van onderdelen
1
2
4
7
12
1 Lens
2 Zelfontspannerlampje (P42)
AF-assistentielamp (P75)
3 Flitser (P30, 38)
3
8
5
6
9 10 11
4 Joystick (P32, 47, 81)
5 AF/AE vergrendelknop (P83)
6 Cursorknoppen
w/Zelfontspannerknop (P42)
r/[REV] knop (P35)
q/Flitsfunctieknop (P38)
e/Backlight-compensatie in Automodus (P34)/Belichtingscompensatie
(P43)/Auto-bracket (P44)/Fijnafstelling
witbalans (P70) knop
7 LCD-scherm (P25, 110)
8 Statusaanduiding
9 [MENU] knop (P21, 59, 88)
10 [DISPLAY/PWR LCD] knop (P25)
11 Single/Burst modus (P46)/Wisknop
(P35, 50, 90)
13
12 Lenscilinder
13 Focusschakelaar (P29, 81, 84)
8
VQT0S25
Voorbereiding
14
17
18 19 20
15 16
21
23
24
25
26
14
15
16
17
18
19
20
21
22
Aspectratioschakelaar (P85)
Zoomhendel (P35, 36, 48, 49)
Knop Optical Image Stabilizer (P45)
Flitsopener (P38)
Luidspreker (P87)
Microfoon (P57, 73)
Modusknop (P28)
Ontspanknop (P29)
Aan-/uitknop (P21)
22
23 Oog voor lensdop/riem (P19)
24 [DIGITAL/AV OUT] aansluiting (P102,
104, 106)
25 [DC IN] aansluiting (P104, 106)
• Gelieve er zeker van zijn de echte
Panasonic AC Adapter (DMW-AC5;
optioneel) te gebruiken.
• Deze camera kan de batterij niet
opladen, ook niet als de netadapter
AC (DMW-AC5; optioneel) erop is
aangesloten.
26 Afdekking aansluitingen
27 Kaart-/Batterijklep (P13, 14)
28 Statiefaansluiting
• Let bij gebruik van een statief goed op
of het statief stevig en stabiel staat
met het toestel erop bevestigd.
27
28
9
VQT0S25
Voorbereiding
Beknopte handleiding
Hier vindt u een overzicht van de werkwijze
voor het maken van opnames met deze
camera. Lees voor elke functie de
bijbehorende pagina’s.
3 Zet de camera aan om foto’s te
nemen.
• Stel de klok in. (P20)
1 Batterij opladen. (P11)
1
• De batterij is bij levering niet
geladen. Laad de batterij voor
gebruik op.
3
2
2 Plaats de batterij en de kaart.
(P13, 14)
1 Stel de modusknop in op [L].
2 Open de flitser. (Bij gebruik van de
flitser) (P38)
3 Druk de ontspanknop in om foto’s te
nemen. (P29)
4 Kijk de foto’s terug.
1
2
1 Stel de modusknop in op [Q].
2 Selecteer de foto die u wilt bekijken.
(P47)
10
VQT0S25
Voorbereiding
De batterij laden met de lader
De batterij is bij levering niet geladen. Laad
de batterij voor gebruik op.
3 Verwijder de batterij.
1 Plaats de batterij en let daarbij op
de batterijrichting.
2 Sluit de netspanningskabel aan.
• Vergeet niet om na afloop van het laden
het snoer uit het stopcontact te halen.
• De batterij wordt warm na gebruik/laden
of tijdens het laden. Ook de camera wordt
warm tijdens het gebruik. Dit is echter
geen storing van de camera.
• De batterij loopt leeg als hij lange tijd na
het laden niet wordt gebruikt. Laad hem
opnieuw.
• Gebruik de speciale lader en batterij.
• Laad de batterij met de lader
binnenshuis.
• Haal de lader niet uit elkaar, pas hem
ook niet aan.
• De netspanningskabel past niet
helemaal in de elektra-aansluiting. Er
blijft een spleet open zoals hieronder
afgebeeld.
• Als het [CHARGE] lampje A groen is,
start het opladen.
• Als het [CHARGE] lampje A uitgaat
(na ongeveer 130 minuten uur), is het
opladen voltooid.
11
VQT0S25
Voorbereiding
Batterij
n Batterijaanduiding
De resterende batterijlading wordt op het
scherm weergegeven. [De aanduiding
verschijnt niet als u de camera gebruikt met
de netadapter (DMW-AC5; optioneel).]
De aanduiding wordt rood en knippert:
Vervang de batterij of laat hem opnieuw op.
n Levensduur van de batterij
Het aantal opnames volgens CIPAnormen (In de modus Program AE)
• CIPA is een afkorting van [Camera &
Imaging Products Association].
Aantal opnames
Circa 240 foto’s
(Circa 120 min.)
(Opnamecondities volgens CIPA-normen)
• Temperatuur: 23°C/
Luchtvochtigheid: 50% als het LCDscherm aan is.
• Met gebruik van SD geheugenkaart
(geleverd: 32 MB).
• Met gebruik van de geleverde batterij.
• Vastleggen begint 30 seconden nadat de
camera is aangezet.
• Een opname per 30 seconden, met
volledige flits om de andere opname.
• Bij elke opname de zoomhendel van tele
naar groothoek draaien en vice versa.
• De camera na elke 10 opnames uitzetten /De
camera laten rusten tot de batterij is afgekoeld.
Opmerking: Bij gebruik van de Power LCDfunctie (P26), neemt het
aantal opneembare foto’s af.
Het werkelijke aantal foto’s dat u kunt
nemen hangt af van de pauze die u
laat tussen de opnames. Het aantal
opnames neemt proportioneel af met
de ingelaste pauze.
• Laat u bijvoorbeeld twee minuten
tussenruimte tussen elke opname in
plaats van de 30 seconden van
bovenstaande situatie, dan neemt het
aantal opnames af tot een kwart (Circa
60 foto’s).
12
VQT0S25
n Weergavetijd
Weergavetijd
Circa 300 min.
Het aantal opneembare foto’s en de
weergavetijd variëren afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden en de wijze
waarop de batterij wordt bewaard.
n Laden
Laadduur
Circa 130 min.
Laadduur en aantal opneembare foto’s met
de optionele batterijpakket (CGA-S005E)
zijn hetzelfde als hierboven.
• Als het laden start, gaat het [CHARGE]
lampje branden.
n Laadstoring
• Als het indicatielampje [CHARGE] tijdens
het laden met een interval van ongeveer
1 seconde knippert, is er sprake van een
storing bij het laden.
Haal in dat geval de lader uit het
stopcontact, verwijder de batterij en
controleer vervolgens of de kamer dan
wel de batterijtemperatuur niet te laag of
hoog is. Als de kamertemperatuur tussen
de 10°C tot 35°C, laad de batterij dan
opnieuw op. Blijft het indicatielampje
[CHARGE] knipperen ook nadat u de
batterij enige tijd hebt opgeladen, neem
dan contact op met uw dealer of het
dichtstbijzijnde servicecentrum.
• Als de gebruikstijd van de camera zeer
kort wordt ook al is de batterij goed
geladen, dan is de levensduur van de
batterij wellicht verstreken. Koop een
nieuwe batterij.
n Laadcondities
• Laad de batterij bij een temperatuur van
10°C tot 35°C. (Batterijtemperatuur dient
hetzelfde te zijn.)
• De prestaties van de batterij kunnen
tijdelijk minder zijn en de gebruikstijd kan
korter worden bij lage
temperatuuromstandigheden (bijv. skiën/
snowboarden).
Voorbereiding
Batterij plaatsen/verwijderen
• Controleer of de camera uitstaat en de
lens ingeschoven is.
• Sluit de flitser.
1 Schuif het klepje van de kaart/
batterij open.
3 1 Sluit het kaart-/batterijklepje.
2 Schuif het kaart/batterijklepje
naar het einde en sluit het
stevig.
2
• Gelieve er zeker van zijn de echte
Panasonic batterijen (CGA-S005E) te
gebruiken.
2 Plaatsen:
Plaats de opgeladen batterij en let
daarbij op de batterijrichting.
Verwijderen:
Verschuif de vergrendeling 1 om
de batterij te verwijderen.
1
1
• Indien u de camera langere tijd niet
gebruikt, verwijder dan de batterij. Bewaar
de verwijderde batterij in de
batterijdragend kistje (meegeleverd).
(P113)
• Indien een volledig opgeladen batterij
langer dan 24 uur is geplaatst, wordt de
klokinstelling opgeslagen (in de camera)
gedurende ten minste drie maanden ook
al wordt de batterij uitgenomen. (Het
opslaan kan korter duren als de batterij
niet geheel geladen was.) Als er meer
dan drie maanden verstrijken, gaat de
klokinstelling verloren. Stel de klok in dat
geval opnieuw in. (P20)
• Verwijder kaart en batterij niet terwijl
de kaart in gebruik is (P15). Hierdoor
kunnen de gegevens op de kaart
beschadigen.
• De geleverde batterij is uitsluitend
ontworpen voor gebruik met deze
camera. Gebruik hem niet met andere
apparatuur.
• Zorg dat de camera uitstaat voordat u
de batterij verwijdert. Camerainstellingen kunnen verloren gaan als
u de batterij uitneemt terwijl de camera
nog aanstaat.
13
VQT0S25
Voorbereiding
Kaart plaatsen/verwijderen
• Controleer of de camera uitstaat en de
lens ingeschoven is.
• Sluit de flitser.
1 Schuif het klepje van de kaart/
batterij open.
3 1 Sluit het kaart-/batterijklepje.
2 Schuif het kaart/batterijklepje
naar het einde en sluit het
stevig.
2
1
2 Plaatsen:
Plaats de kaart met het etiket naar
de achterkant van de camera
gericht tot het klikt.
• Als het kaart-/batterijklepje niet helemaal
dichtgaat, verwijder de kaart dan en
plaats hem opnieuw.
Verwijderen:
Druk tegen de kaart tot het klikt
en trek de kaart er dan recht uit.
• Controleer de richting van de kaart.
• De kaart en de gegevens kunnen beschadigen als hij wordt ingebracht of
verwijderd terwijl de camera aan is.
• We adviseren het gebruik van de Panasonic SD geheugenkaart. (Gebruik
uitsluitend de echte SD-kaart met het SD-logo.)
• Raak de contactpunten op de achterzijde van de kaart niet aan.
• De kaart kan beschadigd raken als hij niet volledig wordt ingebracht.
14
VQT0S25
Voorbereiding
De kaart
n Toegang tot de kaart
Bij het opslaan van foto’s op de kaart, gaat
de kaartaanduiding 1 rood branden.
19
worden geformatteerd. Deze functies
worden weer beschikbaar als de schuif
ontgrendeld wordt.)
SD geheugenkaart
2
1
U kunt SD-geheugenkaarten met de
volgende capaciteiten gebruiken (van 8 MB
tot 2 GB).
Als de kaartaanduiding brandt, betekent dit
dat foto’s worden ingelezen of gewist, of dat
de kaart wordt opgeschoond (P101) of
geformatteerd. Voer de volgende
handelingen dan niet uit:
• de camera uitzetten.
• de batterij of de kaart uitnemen.
• de camera schudden of stoten.
De kaart en de gegevens kunnen
beschadigen en de camera functioneert
wellicht niet meer normaal.
n Behandeling van de kaart
Sla kostbare gegevens op uw PC op
(P104). De gegevens op de kaart kunnen
beschadigd raken of verloren gaan door
elektromagnetische golven, statische
elektriciteit, kapotgaan van de camera of
een kapotte kaart.
• Als u de kaart hebt geformatteerd op een
computer of ander apparaat, formatteer
hem dan opnieuw met deze camera. (P101)
n SD geheugenkaart (meegeleverd) en
MultiMediaCard (optioneel)
De SD geheugenkaart en MultiMediaCard
zijn kleine, lichtgewicht, uitneembare
externe geheugenkaarten. De lees- en
schrijfsnelheid van een SD geheugenkaart
is snel. De SD geheugenkaart is voorzien
van een schuifje voor schrijfbeveiliging 2
dat het schrijven en formatteren van een
kaart kan voorkomen. (Als de schuif naar
de [LOCK] zijde is geschoven, kunnen de
gegevens op de kaart niet overschreven of
gewist worden en kan de kaart evenmin
8 MB, 16 MB, 32 MB, 64 MB, 128 MB,
256 MB, 512 MB,
1 GB,
2 GB (maximum)
Controleer de meest recente informatie op
de volgende website.
http://panasonic.co.jp/pavc/global/cs
(Deze website is alleen beschikbaar in het
Engels.)
• Dit apparaat ondersteunt SDGeheugenkaarten die zijn geformatteerd
volgens het FAT12-systeem en het
FAT16-system, zoals omschreven in de
Specificaties van SD-Geheugenkaarten.
• Met deze camera kunt u geen bewegende
beelden opnemen als u een
MultiMediaCard gebruikt.
• De lees- en schrijfsnelheid van een
MultiMediaCard is langzamer dan van
een SD geheugenkaart. Bij gebruik van
een MultiMediaCard kunnen de prestaties
van bepaalde functies iets achterblijven
bij de gepubliceerde.
• Hou de Geheugenkaart buiten het bereik
van kinderen om het inslikken ervan te
voorkomen.
15
VQT0S25
Voorbereiding
Aantal opneembare foto’s en formaat bij
benadering
Aspectratio
Beeldformaat
j
8M (3840×2160 beeldpunten)
5.5M EZ
(3072×1728 beeldpunten)
Kwaliteit
TIFF
G
H
RAW
TIFF
G
H
16 MB
32 MB
64 MB
128 MB
256 MB
512 MB
1 GB
2 GB
0
1
2
4
9
18
36
74
3
7
15
30
59
115
230
470
6
14
29
60
115
230
460
930
0
1
3
6
13
26
52
105
0
1
3
7
14
28
57
115
5
11
23
47
92
180
360
740
10
22
46
93
180
350
710
1420
Aspectratio
j
Beeldformaat
2M EZ
(1920×1080 beeldpunten)
7M (3248×2160 beeldpunten)
Kwaliteit
TIFF
G
H
TIFF
G
H
RAW
16 MB
32 MB
64 MB
128 MB
256 MB
512 MB
1 GB
2 GB
2
4
9
18
36
72
145
290
13
28
58
115
230
450
910
1800
25
54
110
220
430
860
1720
3410
0
1
2
5
10
21
43
87
4
8
17
36
70
135
270
560
8
17
35
71
135
270
540
1090
0
1
3
6
13
26
53
105
16
VQT0S25
Voorbereiding
Aspectratio
Beeldformaat
4.5M EZ
(2560×1712 beeldpunten)
2.5M EZ
(2048×1360 beeldpunten)
Kwaliteit
TIFF
G
H
TIFF
G
H
16 MB
32 MB
64 MB
128 MB
256 MB
512 MB
1 GB
2 GB
1
2
4
8
17
34
69
140
6
13
28
57
110
220
440
890
12
27
55
110
210
430
860
1700
1
3
6
14
27
54
105
210
10
21
44
89
170
340
680
1360
19
41
84
170
330
650
1310
2560
Aspectratio
Beeldformaat
h
6M (2880×2160 beeldpunten)
4M EZ
(2304×1728 beeldpunten)
Kwaliteit
TIFF
G
H
RAW
TIFF
G
H
16 MB
32 MB
64 MB
128 MB
256 MB
512 MB
1 GB
2 GB
0
1
3
6
12
24
48
98
4
9
20
40
79
155
310
630
9
19
39
79
155
300
610
1220
0
1
3
6
13
26
53
105
1
2
4
9
19
38
76
150
7
15
31
62
120
240
480
970
14
29
60
120
230
470
940
1860
17
VQT0S25
Voorbereiding
Aspect ratio
Beeldformaat
h
3M EZ
(2048×1536 beeldpunten)
2M EZ
(1600×1200 beeldpunten)
Kwaliteit
TIFF
G
H
TIFF
G
H
16 MB
32 MB
64 MB
128 MB
256 MB
512 MB
1 GB
2 GB
1
3
6
12
24
48
96
195
9
19
39
79
150
300
610
1220
17
37
75
150
290
590
1180
2360
2
4
10
20
39
78
155
310
14
30
62
125
240
480
970
1920
28
59
120
240
470
940
1880
3610
Aspect ratio
h
Beeldformaat
1M EZ
(1280×960 beeldpunten)
Kwaliteit
TIFF
G
H
16 MB
32 MB
64 MB
128 MB
256 MB
512 MB
1 GB
2 GB
3
7
15
31
61
120
240
490
22
46
94
190
370
730
1470
2920
41
86
175
350
690
1370
2740
5120
• Aspectratio is de verhouding tussen de breedte en de hoogte van de foto. Ga voor meer
informatie over het instellen van de aspectratio naar pagina 85.
• Kiest u een groter fotoformaat, dan kunt u foto’s duidelijker afdrukken. Kiest u een kleiner
fotoformaat, dan kunt u meer foto’s op de kaart opslaan maar is de kwaliteit van de foto’s
minder goed. (P71)
• EZ is een afkorting voor Extra Optical Zoom. (P86)
• Zie pagina 72 voor informatie over kwaliteit.
• De aantallen zijn bij benadering. (De aantallen variëren afhankelijk van de
opnamecondities en het type geheugenkaart.)
• Het aantal opneembare foto’s varieert ook afhankelijk van de onderwerpen.
• Het resterend aantal nog op te nemen foto’s dat op het scherm wordt getoond is een
schatting.
18
VQT0S25
Voorbereiding
De lensdop/-draagriem bevestigen
n Lensdop
n Draagriem
1 Leid het draagriem door de
1 Leid het draagriem door het oog
opening op de lensdop.
voor de koordbevestiging.
2 Leid het draagriem door de
opening op de camera.
• Controleer of het draagriem goed is
verbonden met de camera.
3 Breng het lensdopje aan.
• Als u de camera uitzet, vervoert of foto’s weergeeft, breng de lensdop dan aan om het
lensoppervlak te beschermen.
• Verwijder de lensdop voordat u de camera aanzet in de opnamemodus.
• Als de modusknop in een van de opnamemodi wordt gezet en de camera wordt aangezet
terwijl de lensdop er nog op zit, wordt de melding [REMOVE LENS CAP AND PRESS q
BUTTON] weergegeven. Druk na het wegnemen van de lensdop op de cursorknop q.
• Let op dat u de lensdop niet verliest.
19
VQT0S25
Voorbereiding
Datum/Tijd instellen (Clock Set)
n Fabrieksinstelling
De klok is niet ingesteld bij levering. Als u
de camera aanzet, verschijnt het volgende
scherm.
2 Selecteer [D/M/Y], [M/D/Y] of
[Y/M/D].
CLOCK SET
10 : 00 20. DEC. 2005
DM Y
SELECT
• Neem de lensdop af voordat u datum en
tijd instelt.
• Druk op de knop [MENU], het scherm in
stap 1 verschijnt.
• Het instelscherm verdwijnt na ongeveer 5
seconden. Zet het toestel opnieuw aan
om bovenstaand scherm opnieuw weer te
geven. Of druk op de knop [MENU] om
het menuscherm (P21) op te roepen,
selecteer [CLOCK SET] op pagina 2/4
van het menu Setup en voer stap 1 en 2
uit.
1 Stel datum en tijd in.
CLOCK SET
0 : 00 1 . JAN . 2005
D M Y
SELECT
SET
EXIT
MENU
• w/q : Selecteer het gewenste item.
• e/r : Stel datum en tijd in.
20
VQT0S25
SET
EXIT
MENU
• Sluit het menu door tweemaal op de knop
[MENU] te drukken na het voltooien van
de instelling.
• Controleer de klokinstelling nadat u de
camera uit en aan hebt gezet.
• Indien een volledig opgeladen batterij
langer dan 24 uur is geplaatst, wordt de
klokinstelling opgeslagen (in de camera)
gedurende ten minste drie maanden ook
al wordt de batterij uitgenomen. (Het
opslaan kan korter duren als de batterij
niet geheel geladen was.)
Als er meer dan drie maanden verstrijken,
gaat de klokinstelling verloren. Stel de
klok in dat geval opnieuw in.
• U kunt het jaar instellen van 2000 tot
2099. Er wordt gewerkt met de 24-uurs
notatie.
• Als u de datum niet instelt, kan deze niet
worden afgedrukt bij een fotostudio voor
digitale afdrukken.
• Zie P94 voor de instelling van de
datumafdruk.
Voorbereiding
Setupmenu
Wijzig de instellingen indien nodig. (Zie de
pagina’s 22 tot 24 voor informatie over de
instellingen.)
1 Verwijder de lensdop en zet de
camera aan.
A
3 Selecteer het menu [SETUP].
REC
SETUP
14
MONITOR
AUTO REVIEW
POWER SAVE
MF ASSIST
BEEP
SELECT
EXIT
MENU
• Als u de zoomhendel A naar T draait,
bladert u naar de volgende pagina van
het menuscherm. (vice versa)
4 Selecteer het gewenste item.
SETUP
• De menuopties hangen af van de modus
waarop de modusknop (P28) is ingesteld.
Op deze pagina worden de opties van de
modus Program AE [L] afgebeeld.
2 Druk op de knop [MENU].
REC
MENU
MONITOR
AUTO REVIEW
POWER SAVE
MF ASSIST
BEEP
SELECT
EXIT
MENU
5 Stel de gewenste waarde in.
SETUP
SELECT
EXIT
SET
14
MONITOR
AUTO REVIEW
POWER SAVE
MF ASSIST
BEEP
SETUP
W.BALANCE
SENSITIVITY
PICT.SIZE
QUALITY
AUDIO REC.
SELECT
14
MENU
SET
EXIT
MENU
Zorg dat u op het eind op q drukt om
de instelling vast te leggen.
• Druk op [MENU] om het menu af te
sluiten. Als in opnamemodus bent, sluit u
het setupmenu af door de ontspanknop
half in te drukken.
21
VQT0S25
Voorbereiding
Zie pagina 21 voor het instellen.
Menu
x MONITOR
Functies
Pas de helderheid van het LCD-scherm aan in 7 stappen.
P AUTO REVIEW [OFF]: De opname wordt niet automatisch weergegeven.
[1 SEC.]: De opname wordt gedurende ongeveer 1 seconde
automatisch op het scherm weergegeven.
[3 SEC.]: De opname wordt gedurende ongeveer 3 seconden
automatisch op het scherm weergegeven.
[ZOOM]: De opname wordt gedurende ongeveer 1 seconde
automatisch op het scherm weergegeven. Daarna wordt
hij 4 keer uitvergroot en verschijnt gedurende ongeveer 1
seconde. Deze modus is handig voor het controleren van
de brandpuntafstelling. Foto’s in burstmodus, autobracket, foto’s met geluid worden niet uitvergroot zelfs al
wordt [ZOOM] geselecteerd.
• De functie auto-review is niet ingeschakeld in de modus bewegend
beeld [i].
• Auto-review wordt geactiveerd wanneer u foto’s neemt met autobracket [B] (P44) of burstmodi [D], [E] en [F] (P46),
ongeacht de auto-review-instelling. (Maar de afbeelding wordt niet
vergroot.)
• Als de kwaliteit staat ingesteld op [TIFF] of [RAW], werkt de autoreview-functie totdat de opname is opgeslagen op de kaart. (De
afbeelding wordt niet vergroot.)
• Bij gebruik van foto’s met geluid, werkt de auto-review-functie
tijdens het opnemen van het geluid of de gegevens op de kaart,
ongeacht de instelling van de auto-review-functie. (De afbeelding
wordt niet vergroot.)
• U kunt de instelling auto-review niet wijzigen bij gebruik van autobracket, burstfuncties, filmopnames, [SELF PORTRAIT] in
scènemodus en bij geluidsopnames.
5 POWER SAVE [1 MIN.]/[2 MIN.]/[5 MIN.]/[10 MIN.]:
Indien u geen handelingen uitvoert, schakelt de camera
automatisch uit na de interval die u hebt ingesteld om de
batterij te sparen.
[OFF]: De camera wordt niet automatisch uitgeschakeld.
• Druk de ontspanknop half in of zet de camera uit en aan om de
spaarstand op te heffen.
• Bij gebruik van de netadapter (DMW-AC5; optioneel)/aansluiting
op een PC of printer/bewegend beeldopname/bewegend
beeldweergave/tijdens diashows, wordt de spaarstand niet
geactiveerd. (Indien u de optie diashow handmatig gebruikt, zal de
spaarstand het toestel na 10 minuten uitschakelen.)
X MF ASSIST
22
VQT0S25
Bij handmatige scherpstelling verschijnt een hulpscherm op het
midden van het scherm om het richten op het onderwerp te
vereenvoudigen. (P82)
[OFF]: Geen MF ASSIST
[MF1]: MF ASSIST verschijnt in het midden van het scherm
[MF2]: MF ASSIST vult het gehele scherm
Voorbereiding
Zie pagina 21 voor het instellen.
Menu
Functies
6 BEEP
Stel in om het volume van het gebruiksgeluid te selecteren.
[7 ]: Geen gebruiksgeluid
[8 ]: Zacht gebruiksgeluid
[9]: Luid gebruiksgeluid
B SHUTTER
Stel in om het volume van het sluitergeluid te selecteren.
[C]: Geen sluitergeluid
[E]: Zacht sluitergeluid
[D]: Luid sluitergeluid
9 VOLUME
Het volume van de luidsprekers kan in 7 stappen worden bijgesteld.
(LEVEL6 tot 0)
• Het volume van de luidsprekers van de TV wijzigt niet wanneer u
de camera op de TV aansluit.
3 CLOCK SET
Wijzig datum en tijd. (P20)
2 NO.RESET
Stel dit in wanneer u de bestandsnummering van een foto wilt
starten vanaf 0001 bij de eerstvolgende opname. (Het nummer van
de map wordt bijgewerkt en de bestandsnummering start vanaf
0001.)
• Er kan een mapnummer van 100 tot 999 worden toegewezen.
Als het mapnummer 999 wordt bereikt, kan het niet gereset
worden. We raden u aan de kaart te formatteren nadat u de
gegevens op een PC of elders hebt opgeslagen.
• Om het mapnummer terug te stellen op 100, moet u de kaart eerst
opnieuw formatteren (P101). Voer hierna [NO.RESET] uit om het
bestandsnummer terug te stellen, waarna een scherm verschijnt
met de vraag of u het mapnummer wilt resetten. Selecteer [YES].
• Zie pagina 105 voor uitgebreide informatie over bestands- en
mapnummers.
1 RESET
De instellingen van het opname of [SETUP] menu worden
teruggesteld naar de oorspronkelijke instellingen.
• Het mapnummer en de klokinstelling worden niet gewijzigd.
• De verjaardag van uw baby (ingesteld in schènemodus [BABY]
(P63)) wordt gewist. [ROTATE DISP.] (P91) wordt teruggesteld
naar [ON].
4 USB MODE
Stel het USB-communicatiesysteem in. Stel in vóór het aansluiten
op een PC of printer. (P103)
Y HIGHLIGHT
Als de auto-review-functie wordt geactiveerd, wordt een wit
verzadigd vlak knipperend in zwartwit weergegeven. (P26)
23
VQT0S25
Voorbereiding
Zie pagina 21 voor het instellen.
Menu
Functies
X VIDEO OUT
[NTSC]: Video-uitgang wordt ingesteld op NTSC-systeem.
(Alleen in
[PAL]: Video-uitgang wordt ingesteld op PAL-systeem. (P102)
weergavemodus)
[j]: Selecteer of uw televisie een breedte/diepteverhouding
TV ASPECT
van 16:9 heeft.
(Alleen in
• Deze modus is de beste voor het weergeven van
weergavemodus)
afbeeldingen met een aspectratio van [j] op een
televisie met een aspectratio van 16:9. Foto’s die met een
beeldverhouding van [h] zijn gemaakt, krijgen aan
weerszijde een zwarte band.
[h]: Selecteer of uw televisie een breedte/diepteverhouding
van 4:3 heeft.
• Deze modus is de beste voor het weergeven van
afbeeldingen met een aspectratio van [h] op een
televisie met een aspectratio van 4:3. Afbeeldingen met
een aspectratio van [j] worden weergeven met een
zwarte band boven en onder (letterbox).
• Als u [j] selecteert en uitvoert naar TV (P102), wordt het
beeld op uw camera’s LCD verticaal uitgerekt weergeven.
MF m/ft
[m]:
[ft]:
De brandpuntsafstand wordt in meters aangegeven bij
handmatige focus.
De brandpuntsafstand wordt in voet aangegeven bij
handmatige focus.
g SCENE MENU [OFF]:
Het menu [SCENE MODE] wordt niet weergegeven als de
modusknop wordt ingesteld op [R] of [S] en de
camera wordt bediend in de momenteel geselecteerde
scènemodus. Wijzig de scènemodus door op de knop
[MENU] te drukken om het menu [SCENE MODE] weer te
geven en selecteer dan de gewenste scènemodus.
[AUTO]: Het menu [SCENE MODE] verschijnt automatisch als de
modusknop wordt ingesteld op [R] of [S]. Selecteer
de gewenste scènemodus.
{ LANGUAGE
24
VQT0S25
Stel een van de volgende 6 talen in op het menuscherm.
Ga naar de gewenste taal met e/ r en leg hem vast met q.
[ENGLISH]: Engels
[DEUTSCH]: Duits
[FRANÇAIS]: Frans
[ESPAÑOL]: Spaans
[ITALIANO]: Italiaans
[
]: Japans
• Als u per abuis een andere taal instelt, selecteer dan [{] uit de
menupictogrammen om de gewenste taal in te stellen.
Voorbereiding
Het LCD-scherm
n Selecteer van het te gebruiken
scherm
In opnamemodus (P28)
*
A
DISPLAY/PWR LCD
A LCD-scherm (LCD)
Druk op de knop [DISPLAY/PWR LCD]
om naar het te gebruiken scherm over te
schakelen.
• Als het menuscherm verschijnt, is de
knop [DISPLAY] niet actief. Tijdens multiweergave (P48) of zoomweergave (P49),
kunnen de aanduidingen op het scherm
aan- en uitgezet worden.
B Weergave
C Weergave met histogram
D Geen weergave (Opname-hulplijnen)
E Geen weergave
*Histogram
In weergavemodus (P47)
100 _ 0001
1/19
P F2.8 1/25
10:00 20.DEC.2005
100 _ 0001
1/19
1 month 10days
10:00 20.DEC.2005
*
F Weergave
G Weergave met opname-informatie en
histogram
H Geen weergave
* Dit wordt weergegeven als u de
geboortedatuminstelling voor [BABY] in
de scènemodus hebt ingesteld (P63), en
[WITH AGE] hebt geselecteerd bij het
nemen van foto’s.
25
VQT0S25
Voorbereiding
n Voor het bekijken van het LCD-scherm
buiten op een heldere zonnige dag
(Power LCD-functie)
Als u de knop [DISPLAY/PWR LCD]
gedurende 1 seconde indrukt, wordt de
Power LCD-functie geactiveerd. Het LCDscherm wordt helderder dan normaal en is
buiten beter te zien.
ON:PRESS
n Opname-hulplijn
Als u het onderwerp uitlijnt op de
horizontale en verticale hulplijnen of het
kruispunt van deze lijnen, neemt u foto’s
met een goed vormgegeven compositie
door de grootte, het verloop en de balans
van het onderwerp in ogenschouw te
nemen.
FOR 1 SEC.
A
A: Power LCD-aanduiding
• Als u foto’s neemt, krijgt het LCD-scherm
na 30 seconden automatisch zijn normale
helderheid terug na het drukken op de
knop [DISPLAY/PWR LCD]. Als u op een
willekeurige knop drukt, wordt het LCDscherm weer helder.
• Als u de knop [DISPLAY/PWR LCD]
gedurende 1 seconde opnieuw indrukt,
wordt de Power LCD-functie geannuleerd
en krijgt het LCD-scherm zijn normale
helderheid terug.
• Met de functie Power LCD worden de
helderheid en kleurtinten duidelijker
weergegeven op het LCD-scherm.
Daarom zien de helderheid en kleurtinten
er afhankelijk van het onderwerp wellicht
ook anders uit dan in werkelijkheid. Deze
functie is echter niet van invloed op de
opnames.
n Highlight-weergave
Bij het instellen van [HIGHLIGHT] op [ON]
in het menu [SETUP] (P23) terwijl de autoreview of review-functie is geactiveerd,
wordt elk wit verzadigd vlak (extreem
helder of glinsterend deel) op de foto
knipperend in zwartwit weergegeven.
• Als u de belichting compenseert naar min,
gelet op het histogram en opnieuw een
foto neemt, heeft u kans op een goede
foto.
Geen highlight-weergave
REVIEW1X
EXIT
VQT0S25
DELETE
REVIEW1X
EXIT
26
4X
Wel highlight-weergave
4X
DELETE
Voorbereiding
n Histogram
• Een histogram is een grafiek waarbij de
helderheid op de horizontale as wordt
weergegeven (van zwart naar wit) en het
aantal beeldpunten (beeldpunten) bij elk
helderheidsniveau op de verticale as.
• Zo kan de cameragebruiker snel de
belichtingswijze van een foto controleren.
• Als de waarden zich concentreren op
links A, is de foto onderbelicht.
Foto’s met veel zwart, zoals
avondopnames, leveren dit soort
histogrammen op.
• Als de waarden in het histogram
evenwichtig gespreid zijn B, is de
belichting voldoende en is de helderheid
in balans.
• Als de waarden zich concentreren op
rechts C, is de foto overbelicht.
Foto’s met veel wit leveren dit soort
histogrammen op.
Voorbeeld van histogram
• Als de vastgelegde foto en het
histogram niet met elkaar
overeenkomen onder de volgende
omstandigheden, wordt het histogram
oranje weergegeven.
–Als de flitser wordt geactiveerd
–Als de flitser wordt gesloten
1 Als de helderheid van het scherm niet
goed is op donkere plekken.
2 Als de belichting niet goed is
aangepast
• Het histogram verschijnt niet in de
bewegend beeld modus [i], tijdens
multi-weergave en zoomweergave.
• Het histogram is in de opnamemodus bij
benadering.
• Het histogram van de opname- en
weergavemodus komt wellicht niet
overeen.
• Het histogram in deze camera komt niet
overeen met het histogram dat wordt
weergeven in beeldbewerkingssoftware
op een PC, enz.
• Controleer op wit verzadigde gebieden
met de highlight-weergave in de autoreview-functie of de review-functie. (P26)
10:00 20.DEC.2005
10:00 20.DEC.2005
10:00 20.DEC.2005
A Onderbelicht
B Juiste belichting
C Overbelicht
*Histogram
27
VQT0S25
Opnames maken (basis)
Foto’s nemen
n De modusknop
Deze camera heeft een programmaknop waarmee vele soorten scènes kunnen worden
vastgelegd.
Selecteer de gewenste modus en geniet van de vele opnamemogelijkheden.
Draai de modusknop langzaam en rustig.
L : Program AE-modus (P29)
De belichting wordt automatisch bepaald
door de camera.
M : Diafragma-prioriteit AE (P52)
De sluitertijd wordt automatisch bepaald
door het door u ingestelde diafragma.
N : Sluitertijd-prioriteit AE (P53)
Het diafragma wordt automatisch bepaald
door de door u ingestelde sluitertijd.
R : Scènemodus 1 (P59)
S : Scènemodus 2 (P59)
Met deze modus kunt u foto’s nemen
afhankelijk van de opnamescènes.
Met deze modus kunt u daarnaast [SCENE
MENU] (P24) in het menu [SETUP]
instellen op [OFF] en vaakgebruikte
scènemodi instellen onder [R] en [S]
op de modusknop.
Dat is handig omdat u de scènemodus op
die manier snel en gemakkelijk kunt
selecteren.
O : Handmatige belichting (P54)
De belichting wordt aangepast aan de
handmatig ingestelde diafragma en
sluitertijd.
0 : Automatische modus (P33)
Dit is de aanbevolen modus voor
beginners.
i : Bewegend beeld modus (P57)
Met deze modus kunt u bewegende
beelden met geluid opnemen.
Q : Weergavemodus (P47)
Met deze modus kunt u vastgelegde foto’s
bekijken.
28
VQT0S25
Opnames maken (basis)
n Program AE
2 Richt het AF-gebied 1 op het
De camera stemt automatisch de sluitertijd
en het diafragma af op de helderheid van
het onderwerp.
punt waarop u wilt scherpstellen
en druk de ontspanknop half in.
1 2
1 1 Verwijder het lensdopje.
2 Zet de camera aan.
3 Stel de modusknop in op
program AE [L].
4 Schuif de focusschakelaar naar
[AF].
F2.8 1/25
2
A
3 4
• A : Druk de ontspanknop tot
halverwege in om scherp te stellen.
• Het focuslampje 2 gaat branden en
vervolgens worden het diafragmagetal
3 en de sluitertijd 4 weergegeven.
• U wijzigt de sluitertijd en het diafragma
met de functie programmawisseling
(P32).
3
3 Neem een foto.
4
F2.8 1/25
• B : Druk de ontspanknop volledig in
om de foto te nemen.
Indien het
onderwerp
niet scherp is
Focuslampje Knippert
(groen)
AF-gebied
Verandert
van wit in
rood
Geluid
Piept 4 keer
Indien het
onderwerp
scherp is
Aan (groen)
Verandert
van wit in
groen
Piept 2 keer
29
VQT0S25
Opnames maken (basis)
n Juiste houding voor het nemen van
foto’s
Voor het nemen van duidelijke foto’s:
• Houd de camera voorzichtig met beide
handen beet, de armen stationair langs
uw lijf en plaats uw voeten iets uiteen.
• Zorg dat u de camera niet beweegt op het
moment dat u de ontspanknop indrukt.
• Dek de microfoon of de AFassistentielamp niet af met uw vinger of
andere voorwerpen.
• Raak de lens niet aan.
• Dek de flitser niet af met uw vinger of
andere voorwerpen.
A
1
2
A
B
B
1 : Bij het zijdelings vasthouden van de camera
2 : Bij het verticaal vasthouden van de camera
A : Flitser
B : AF-assistentielamp
• Houd de camera stabiel voor de volgende
modi en functies. U kunt het beste een
statief gebruiken. U voorkomt het wazig
worden van de foto door een statief in
combinatie met de zelfontspanner (P42)
te gebruiken wanneer u de ontspanknop
indrukt.
–Slow sync./Rode-ogenreductie [u]
(P39)
– [NIGHT PORTRAIT] (P62), [NIGHT
SCENERY] (P62), [CANDLE LIGHT]
(P64), [FIREWORKS] (P65), [PARTY]
(P65), [STARRY SKY] (P66) in
scènemodus (P59)
–Indien de sluitertijd is verlaagd (P53, 54)
30
VQT0S25
n Scherpstellen
• Het focusbereik is 50 cm tot Z
(groothoek), 1,2 m tot Z (tele).
• Als u de ontspanknop volledig indrukt
zonder scherp te stellen, worden de foto’s
misschien wazig of onscherp.
• Als het focuslampje knippert, is het
onderwerp niet scherp. Druk de
ontspanknop half in en richt nogmaals op
het onderwerp.
• Als de camera na een aantal pogingen
nog niet scherpstelt, zet hem dan uit en
aan en probeer het opnieuw.
• In de volgende situaties kan de camera
niet goed scherpstellen op onderwerpen.
–Wanneer een scène is opgebouwd uit
zowel dichtbij- als verafgelegen
onderwerpen.
–Wanneer er vuil of stof zit op het glas
tussen de lens en het onderwerp.
–Wanneer het onderwerp is omringd met
verlichte of glimmende voorwerpen.
–Wanneer een foto op een donkere plek
wordt genomen.
–Wanneer het onderwerp snel beweegt.
–Wanneer de scène weinig contrast heeft.
–Wanneer er bewogen wordt.
–Wanneer een erg helder onderwerp
wordt vastgelegd.
We adviseren foto’s te nemen met de
handmatige focus (P81), pre-focus (P82)
of AF/AE vergrendeling (P83). Op
donkere plekken gaat de AFassistentielamp (P75) aan om beter te
kunnen scherpstellen op het onderwerp.
• Ook al gaat het focuslampje branden en
wordt het onderwerp scherpgesteld, dit
wordt weer geannuleerd als u de
ontspanknop loslaat. Druk de
ontspanknop half in.
Opnames maken (basis)
n Jitter (cameratrilling)
• Zorg dat u niet beeft als u de ontspanknop
indrukt.
• De jitter-waarschuwing 1 verschijnt bij
een langzame sluitertijd en een verhoogd
risico op wazige opnames.
1
F2.8 1/8
• Let vooral extra op als de jitterwaarschuwing verschijnt bij een van de
opnamemethoden die staan beschreven
op P30, of gebruik een statief voor de
beste resultaten. U voorkomt het wazig
worden van de foto door een statief in
combinatie met de zelfontspanner (P42)
te gebruiken wanneer u de ontspanknop
indrukt.
n Richtingwaarnemingsfunctie
• Als u foto’s neemt met de camera op zijn
kant (verticaal), wordt de informatie over
het roteren automatisch toegevoegd en
opgeslagen bij de foto’s.
Als [ROTATE DISP.] (P91) is ingesteld op
[ON], kunt u de foto’s op het scherm of de
tv roteren en weergeven volgens de
informatie over het roteren op de foto’s.
• Als u foto’s neemt met de camera op zijn
kant, lees dan “Juiste houding voor het
nemen van foto’s”op P30 goed door.
• Deze functie werkt misschien niet correct
bij foto’s die met de camera naar boven of
beneden gericht zijn genomen.
• U kunt de functie richtingwaarneming niet
gebruiken in de filmmodus [i] of [FLIP
ANIM.].
n Belichting
• Als u de ontspanknop half indrukt bij
onvoldoende belichting, worden de
aanduidingen voor diafragma en sluitertijd
rood. (Het diafragma en de sluitertijd
worden echter niet rood als de flitser is
geactiveerd.)
• De helderheid van het scherm kan
afwijken van die van de opnames. Zelfs al
ziet het onderwerp er op het scherm
donker uit, kan de eigenlijke foto toch
helder zijn.
• Als de meeste voorwerpen op het scherm
helder zijn (bijv. blauwe hemel op een
onbewolkte dag, sneeuw, enz.), wordt de
opname soms donker. Compenseer in dat
geval de belichtingswaarde op de camera.
(P43)
• Als u op de ontspanknop drukt, is het
mogelijk dat het scherm een moment
oplicht of verduistert. Deze functie
vergemakkelijkt het scherpstellen en is
niet van invloed op de opname.
• We raden u aan de klok opnieuw in te
stellen voor het nemen van foto’s. (P20)
• Als u een tijd voor stroombesparing hebt
ingesteld (P22), schakelt de camera
automatisch uit indien hij binnen de
ingestelde tijd niet wordt bediend.
Gebruikt u de camera weer, druk de
ontspanknop dan half in of zet de camera
uit en aan.
• Als de afstand tussen de camera en het
onderwerp buiten het vastlegbare bereik
valt, kan het voorkomen dat de foto niet
scherp is ook al brandt het focuslampje.
31
VQT0S25
Opnames maken (basis)
n Programmawisseling
In de modus Program AE kunt u het
vooringestelde diafragma en de sluitertijd
wijzigen bij dezelfde belichting. Dit heet
programmawisseling.
Met deze functie maakt u de achtergrond
vager (door het diafragma te verkleinen) of
legt u het bewegende onderwerp
dynamischer vast (door een langzame
sluitertijd in te stellen) in de modus
Program AE.
• Terwijl het diafragma en de sluitertijd
worden getoond op het LCD-scherm
(circa 10 seconden), beweegt u de
joystick om programmawisseling te
activeren.
(bijv.: Als de focusschakelaar is ingesteld op [AF])
19
F2.8 1/30
of
• r: Als de focusschakelaar is ingesteld op
[AF] of [AFw] (P84)
• w: Als de focusschakelaar is ingesteld op
[MF] (P81)
19
F3.2 1/30
1
• Als programmawisseling is ingeschakeld,
wordt de aanduiding programmawisseling
1 weergegeven op het scherm.
32
VQT0S25
n Voorbeeld van programmawisseling
2
3
4
5
1/2
1/4
1/8
1/15
6
7
8
9
10
11
12
13
14 (Ev)
2
2.8
(A)
4
5.6
8
1
1/30 1/60 1/125 1/250 1/500 1/1000 1/2000
(B)
(A): Diafragmagetal
(B): Sluitertijd
• Als de belichting onvoldoende is wanneer
de ontspanknop half wordt ingedrukt,
wordt de sluitertijd rood aangegeven.
• Als meer dan 10 seconden zijn verstreken
na het ingaan van de
programmawisseling, wordt de status
voor het activeren van de
programmawisseling geannuleerd en
keert terug naar de modus Program AE.
De instelling wordt echter wel bewaard in
programmawisseling.
• Programmawisseling wordt geannuleerd
als de camera uitgaat.
• Programmawisseling werkt soms niet
afhankelijk van de helderheid van het
onderwerp.
Opnames maken (basis)
Foto’s nemen in automatische modus
De automatische modus maakt het
onervaren gebruikers gemakkelijk. Er
worden slechts eenvoudige menuinstellingen getoond waarmee u zonder
fouten foto’s kunt nemen.
1 Selecteer de gewenste optie en
stel de gewenste waarde in.
REC
Focusbereik
([AF]/[AFw]/
[MF])
Witbalans
30 cm tot Z (tele)
5 cm tot Z
(groothoek)
[AUTO]
P69
ISO-gevoeligheid [AUTO]
PICT.SIZE
QUALITY
D.ZOOM
SELECT
n Overige instellingen in de
automatische modus
In de Auto-modus zijn de overige
instellingen als volgt vast ingesteld. Ga
voor meer informatie over elke optie naar
de bijbehorende pagina.
SET
8M
5.5 M EZ
2 M EZ
EXIT
MENU
MENU
Beeldinstelling
[STD.]
P77
Geluidsopname
[OFF]
P73
Metingfunctie
[R]
(Meervoudig)
P73
AF-modus
P74
[W]
(1-zone-focussing)
[OFF]
P75
Continue AF
MENU
P71
AFassistentielamp
AF/AE
vergrendeling
Flip-animatie
[ON]
P75
Niet mogelijk
P83
Niet mogelijk
P77
n Instellingen in de automatische (Auto)
modus
• Ga voor meer informatie over elke optie
naar de bijbehorende pagina.
[PICT.SIZE] : P71
[QUALITY] : P72
[D.ZOOM] : P76
33
VQT0S25
Opnames maken (basis)
n Compenseren van achtergrondlicht
(backlight)
Achtergrondlicht doet zich voor als er licht
vanachter het onderwerp komt.
Onderwerpen zoals personen worden
donker bij het vastleggen van foto’s met
achtergrondlicht. Als u drukt op e, [0]
gaat de aanduiding (compensatie
backlight) aan en wordt de backlightcompensatiefunctie actief. Met de functie
wordt het achtergrondlicht gecompenseerd
door de hele foto helderder te maken.
8
BACKLIGHT
8
BACKLIGHT
• Als u drukt op e terwijl [0] wordt
weergegeven, verdwijnt [0] en wordt de
backlight-compensatiefunctie
geannuleerd.
• Bij gebruik van de backlightcompensatiefunctie raden we u aan de
flitser te gebruiken.
34
VQT0S25
• In de auto-modus zijn de volgende opties
niet zichtbaar.
– [VIDEO OUT]
– [TV ASPECT]
• De instellingen [PICT.SIZE], [QUALITY]
en [D.ZOOM] in de auto-modus worden
op andere opnamemodi toegepast.
• In de auto-modus zijn de volgende
functies niet bruikbaar.
–Belichtingscompensatie
–Auto-bracket
–[COL.EFFECT]
• De instelling bij [PICT.SIZE] en [QUALITY]
komt echter overeen met de instelling bij
[PICT.ADJ.].
Opnames maken (basis)
Opnames controleren (Review)
2 Uitvergroten en foto verschuiven
1 Druk op r.
REVIEW 4X
REVIEW
A
1X
EXIT
4X
8X
DELETE
DELETE
• 3 :1×J4×J8×
• De laatste opname wordt ongeveer 10
seconden weergegeven.
• Druk nogmaals op r om de controle te
annuleren.
• De vorige of volgende foto controleert u
met w/q.
• Zijn de opnames te licht of donker,
compenseer dan de belichting. (P43)
•
:8×J4×J1×
• Als u de vergroting of de weer te geven
positie wijzigt, verschijnt de aanduiding
zoompositie A ongeveer 1 seconde zodat
u kunt controleren wat wordt vergroot.
n Vastgelegde foto’s kunnen tijdens de
review worden gewist (Quick Deletion)
DELETE SINGLE
DELETE THIS PICTURE?
NO
YES
SELECT
SET
MULTI/ALL
• Eenmaal gewist, kunnen de foto’s niet
meer worden teruggehaald.
• Het is mogelijk om meerdere foto’s of alle
foto’s te wissen. Lees pagina 50 of 51
voor de werkwijze.
35
VQT0S25
Opnames maken (basis)
Optische zoom gebruiken
n Onderwerpen zien er uit of ze verder
weg zijn met (Wide - groothoek)
U kunt mensen en onderwerpen dichterbij
laten lijken met de viervoudige
zoomfunctie, en landschappen kunnen in
groothoek worden vastgelegd.
19
1X
T 1X
2X
n Onderwerpen zien er uit of ze
dichterbij zijn met (Tele)
3X
19
4X
T 4X
n De zoominstelling verder vergroten
• Gebruik de extra optische zoom. (P86)
• Gebruik de digitale zoom (P76).
36
VQT0S25
Opnames maken (basis)
• De optische zoom staat op Wide (1x) bij
het inschakelen van de camera.
• Indien u de zoomfunctie gebruikt nadat u
al hebt scherpgesteld op het onderwerp,
moet u dit nogmaals doen.
• De lenscilinder (P8) schuift afhankelijk
van de zoompositie in of uit.
• Hinder de beweging van de lens niet
terwijl u de zoomhendel draait.
• Als u bewegende beelden opneemt [i],
wordt de zoomvergroting vastgezet op de
ingestelde waarde bij de start van de
opname.
• De foto kan enigszins vertekenen (typisch
voorbeeld: verticale lijn die naar buiten
buigt). Dit komt door de lensafwijking
(aberratie), die tot op zekere hoogte
optreedt bij alle fotografische lenzen. De
vertekening is duidelijker bij gebruik van
een groter deel van de zoomlens als u het
onderwerp dichter nadert.
• De zoomfactor is slechts bedoeld als
hulpmiddel.
37
VQT0S25
Opnames maken (basis)
Foto’s nemen met de ingebouwde flitser
Als u flits instelt, kunt u foto’s nemen met
de ingebouwde flitser afhankelijk van de
opnamecondities.
n De flitser openen
Verschuif de schakelaar [< OPEN] A.
A
B Flitser
• Dek de flitser niet af met uw vingers of
andere voorwerpen.
n De flitser sluiten
Druk op de flitser tot deze klikt.
• Zorg dat u de flitser sluit als u hem niet
gebruikt.
• De flitser wordt vast ingesteld op Forced
OFF [v] als hij wordt afgesloten.
38
VQT0S25
n Overschakelen op de juiste
flitsinstelling
Stel de ingebouwde flitser in op de stand
die past bij de scène die u wilt vastleggen.
Zie voor de te selecteren flitsinstellingen
“Beschikbare flitsinstellingen per
opnamemodus” op P40.
Opnames maken (basis)
r : AUTO
De flitser wordt automatisch geactiveerd
afhankelijk van de opnamecondities.
s : AUTO/Rode-ogenreductie
De flitser wordt automatisch geactiveerd
afhankelijk van de opnamecondities.
Hierbij wordt het rode-ogeneffect (ogen
van het onderwerp worden rood
weergegeven bij gebruik van de flitser)
verminderd door de flitser al te activeren
voordat u de eigenlijke foto neemt.
Daarna wordt de flitser nogmaals
geactiveerd voor de daadwerkelijke
opname.
De flitser gaat tweemaal af indien u
AUTO/Rode-ogenreductie [s],
Forced ON/Rode-ogenreductie [q]
en Slow-sync./Rode-ogenreductie
[u] gebruikt. De eerste flits is ter
voorbereiding. Beweeg niet tot na de
tweede flits.
• Gebruikt deze functie als u foto’s
neemt van personen bij slechte
lichtomstandigheden.
v : Forced OFF
De flitser wordt bij geen enkele
opnameconditie geactiveerd.
• Gebruik deze functie bij het nemen
van foto’s op plaatsen waar het
gebruik van een flitser niet is
toegestaan.
t : Forced ON
De flitser wordt onafhankelijk van de
opnamecondities altijd geactiveerd.
• Gebruik deze functie als uw
onderwerp van achteren wordt
belicht of bij tl-licht.
q : Forced ON/Rode-ogenreductie
• Bij [PARTY] (P65) of [CANDLE
LIGHT] (P64) in scènemodus, wordt
de flitser ingesteld op Forced ON/
Rode-ogenreductie.
u : Slow sync./Rode-ogenreductie
Als u een foto neemt met een donkere
landschapsachtergrond, vertraagt deze
functie de sluitertijd als de flitser wordt
geactiveerd zodat de donkere
landschapsachtergrond helderder wordt.
Het vermindert tevens het rodeogeneffect.
• Gebruik deze functie bij het nemen
van foto’s van personen tegen een
donkere achtergrond.
39
VQT0S25
Opnames maken (basis)
n Beschikbare flitsinstellingen per opnamemodus
De beschikbare flitsinstellingen hangen af van de opnamemodus.
(e : Beschikbaar, —: Niet beschikbaar)
*Niet beschikbaar bij backlight-compensatie
n Het beschikbare flitsbereik voor het nemen van foto’s
ISO-gevoeligheid
AUTO
ISO80
ISO100
ISO200
ISO400
Beschikbare flitsbereik
60 cm tot 4,1 m (Wide)
30 cm tot 2,3 m (Tele)
60 cm tot 1,8 m (Wide)
30 cm tot 1,0 m (Tele)
60 cm tot 2,0 m (Wide)
30 cm tot 1,1 m (Tele)
60 cm tot 2,9 m (Wide)
30 cm tot 1,6 m (Tele)
60 cm tot 4,1 m (Wide)
40 cm tot 2,3 m (Tele)
• Het beschikbare flitsbereik is bij benadering.
• Zie P30 voor het focusbereik.
• Zie P71 voor de ISO-gevoeligheid.
• Als de ISO-gevoeligheid staat ingesteld op [AUTO] (P71), wordt deze automatisch
aangepast van [ISO100] naar [ISO400] als u de flitser gebruikt.
• Als beeldruis merkbaar wordt, verlaag de ISO-gevoeligheid dan (P71) of stel [NOISE
REDUCTION] onder [PICT.ADJ.] in op [HIGH] (P77).
40
VQT0S25
Opnames maken (basis)
n Sluitertijd voor elke flitsmodus
Flitsmodus
r : AUTO
s : AUTO/Rode-ogenreductie
t : Forced ON
q : Forced ON/Rode-ogenreductie
u : Slow sync./Rode-ogenreductie
v
: Forced OFF
• De instellingen kunnen afwijken van de
hier getoonde als u gebruikmaakt van de
scènemodi.
– [NIGHT SCENERY] : 8 tot 1/2000 (sec.)
– [STARRY SKY] :
15, 30 of 60 (sec.)
• Staar niet dichtbij het flitslicht.
• Als u te dicht bij uw onderwerp flitst,
kan het door de warmte en het licht
vervormd of verkleurd uitzien.
• Dek de flitser niet af met uw vingers of
andere voorwerpen.
• Als u een foto neemt buiten het bereik van
de flitser, wordt de belichting misschien
niet correct ingesteld en kan de foto te
helder of te donker worden.
• Als u nogmaals een foto neemt, wordt
deze mogelijk niet vastgelegd, ook al
werd de flitser geactiveerd. Neem pas
een foto wanneer de kaartaanduiding
uitgaat.
• We adviseren u de flitser te gebruiken als
de jitter-waarschuwing wordt
weergegeven.
• Als u de modus burst of auto-bracket
instelt, wordt slechts 1 foto vastgelegd per
flits.
• Het flitspictogram wordt rood als de flitser
wordt ingeschakeld en de ontspanknop
half wordt ingedrukt.
• Terwijl de flitser aan het opladen is,
knippert het flitserpictogram en kunt u
geen foto nemen zelfs wanneer u de
ontspanknop volledig ingedrukt.
Sluitertijd (sec.)
1/30 tot 1/2000
1/30 tot 1/2000
1/30 tot 1/2000
1 tot 1/2000
1/4 tot 1/2000
(In Auto-modus [0])
1 tot 1/2000
(In Program AE-modus [L])
• Bij het nemen van een foto met de flitser,
wordt de witbalans automatisch bijgesteld
[behalve bij [k] (Daglicht)]. Bij
onvoldoende flitslicht kan het zijn dat de
witbalans niet correct wordt bijgesteld.
• Bij een snelle sluitertijd kan het flitseffect
onvoldoende zijn.
• Sluit de flitser niet onmiddellijk af nadat u
een tweede lichtbron hebt gebruikt,
bijvoorbeeld AUTO/Rode-ogenreductie
[s]. Dit zou schade aan de camera
kunnen veroorzaken.
• In de filmmodus [i], [SCENERY],
[NIGHT SCENERY], [FIREWORKS] of
[STARRY SKY] in de scènemodus (P59),
wordt de flitsmodus vast ingesteld op
Forced OFF [v], zelfs bij geopende
flitser.
• U kunt de sluitertijd verlengen met
maximaal 1/8 door gebruik te maken van
de belichtingscompensatie.
41
VQT0S25
Opnames maken (basis)
Foto’s nemen met de zelfontspanner
1 Stel de zelfontspanner in.
19
4 : Zelfontspanner ingesteld op
10 seconden
L
5 : Zelfontspanner ingesteld op
2 seconden
L
Geen weergave (geannuleerd)
2 Richt op het onderwerp om de
foto te nemen.
19
CANCEL MENU
• Het zelfontspannerlampje
1
1 knippert en de sluiter
wordt na 10 seconden (of
2 seconden) geactiveerd.
• Drukt u op de knop aan
[MENU] tijdens het
instellen van de zelfontspanner, wordt de
instelling geannuleerd.
42
VQT0S25
• Als u de knop in één beweging geheel
indrukt, wordt het onderwerp automatisch
scherpgesteld net voor de opname. Op
donkere plekken knippert het
zelfontspannerlampje en gaat het in
sommige gevallen fel branden om te
functioneren als AF-assistentielamp (P75)
voor het scherpstellen op het onderwerp.
• De zelfontspanner wordt gefixeerd op
twee seconden als u [SELF PORTRAIT]
gebruikt in de scènemodus (P67).
• Als u de zelfontspanner inschakelt in de
burstmodus, wordt het aantal opnames
gefixeerd op 3.
• Bij gebruik van een statief of in andere
situaties, is het instellen van de
zelfontspanner op twee seconden een
handige manier om de trilling die wordt
veroorzaakt door het drukken op de
ontspanknop te stabiliseren.
• We raden u aan een statief te gebruiken
bij het instellen van de zelfontspanner.
(Controleer goed of het statief stevig en
stabiel staat na aansluiting op het
toestel.)
Opnames maken (basis)
De belichting compenseren
1 Druk meerdere keren op e tot
Gebruik deze functie als u niet de juiste
belichting gerealiseerd krijgt door verschil
in helderheid tussen het onderwerp en de
achtergrond.
Overbelicht
[CEXPOSURE] verschijnt en
compenseer dan de belichting.
EXPOSURE
SELECT
Compenseer de belichting in negatieve
richting.
Juiste belichting
Onderbelicht
EXIT
• U kunt compenseren van –2 EV tot +2 EV
in stappen van 1/3 EV.
• EV is de afkorting van Exposure Value,
oftewel belichtingswaarde, en staat voor
de hoeveelheid licht die de CCD krijgt op
basis van het diafragma en de sluitertijd.
• Het compensatiebereik van de belichting
wordt afhankelijk van de helderheid van
het onderwerp beperkt.
• De belichtingscompensatiewaarde wordt
linksonder in het scherm weergegeven.
• De belichtingswaarde blijft behouden ook
al wordt de camera uitgezet.
• Het is niet mogelijk om de belichting te
compenseren bij [STARRY SKY] in
scènemodus (P66).
Compenseer de belichting in positieve
richting.
43
VQT0S25
Opnames maken (basis)
Foto’s nemen met Auto Bracket
In deze modus worden bij elke druk op de
ontspanknop automatisch 3 foto’s
genomen conform het compensatiebereik
van de belichting.
U kunt de gewenste belichting voor de drie
soorten foto’s selecteren.
1 Druk meerdere keren op e tot
[BAUTO BRACKET] verschijnt
en stel dan het
compensatiebereik van de
belichting in.
AUTO BRACKET
SELECT
EXIT
• U kunt een belichting van –1 EV tot +1 EV
selecteren in stappen van 1/3 EV.
• Selecteer [OFF] als u auto-bracket niet
wilt gebruiken.
• Bij het instellen van auto-bracket,
verschijnt het pictogram auto-bracket
linksonder op het scherm.
44
VQT0S25
• Auto-bracket kan niet worden gebruikt als
er nog maar één of twee foto's kunnen
worden genomen.
• Bij het nemen van foto’s met auto-bracket
na de belichtingscompensatie, worden de
foto’s gebaseerd op de gecompenseerde
belichting.
Als de belichting wordt gecompenseerd,
verschijnt de gecompenseerde
belichtingswaarde op het scherm.
• Wanneer de flitser is geactiveerd, kunt u
slechts 1 foto nemen.
• Wanneer u auto-bracket instelt, kunt u de
geluidsopnamefunctie niet gebruiken.
• Als u de modi auto-bracket en burst
tegelijkertijd instelt, wordt auto-bracket
uitgevoerd.
• De belichting wordt wellicht niet
gecompenseerd bij auto-bracket,
afhankelijk van de helderheid van het
onderwerp.
• Auto-review werkt als u auto-bracket hebt
geactiveerd, ongeacht de autoreviewinstelling. (Maar de afbeelding
wordt niet vergroot.) In het setupmenu
kunt u de instelling auto-review niet
wijzigen.
• Door de ISO-gevoeligheid in te stellen op
[ISO400] wordt de tijd tussen foto’s langer
voor hebt verminderen van ruis.
• U kunt auto-bracket niet gebruiken als u
de kwaliteit hebt ingesteld op [TIFF] of
[RAW].
• Het is niet mogelijk om auto-bracket te
gebruiken bij [STARRY SKY] in
scènemodus.
• Bij gebruik van sluitertijd-prioriteit AE [N]
of handmatige belichting [O] en een
ingestelde sluitertijd van meer dan 1,3
seconde, werkt auto-bracket niet.
Opnames maken (basis)
Optisch beeldstabilisatiesysteem [STABILIZER]
Deze modus herkent en compenseert trillingen.
U kunt de kans op onduidelijke foto’s
veroorzaakt door cameratrillingen
verminderen, met name wanneer u de
optische zoomlens instelt op Tele of
wanneer u binnenshuis foto’s neemt met
een langzame sluitertijd.
A
A Knop optisch beeldstabilisatiesysteem
1 Druk op de stabilisatieknop tot
[STABILIZER] verschijnt en
selecteer dan de
stabilisatiefunctie.
STABILIZER
OFF
MODE1
MODE2
SELECT
DEMO. MENU SET
n Demonstratie van het optische
beeldstabilisatiesysteem
(Demonstratiemodus)
Als u op de knop [MENU] drukt, begint de
demonstratie. Na afloop van de
demonstratie keert het scherm terug naar
het keuzemenu voor de stabilisatiefunctie.
Wilt u de demonstratie halverwege
onderbreken, druk dan nogmaals op
[MENU].
Tijdens de weergave van de demonstratie
staat de optische zoom vast ingesteld op
Wide (1x) en kan de zoomfunctie niet
worden geactiveerd.
U kunt dan bovendien geen foto’s nemen.
• De stabilisatiefunctie werkt in de volgende
situaties mogelijkerwijs niet, dus let extra
op dat u de camera niet beweegt tijdens
het indrukken van de ontspanknop.
–Wanneer er teveel bewogen wordt.
–In digitaal zoombereik.
–Bij het nemen van foto’s terwijl u een
bewegend onderwerp volgt.
–Als de sluitertijd extreem langzaam is
door duisternis of een andere oorzaak.
• Bij [SELF PORTRAIT] in de scènemodus
(P67), is de stabilisatiefunctie vast
ingesteld op [MODE2] en wordt het menu
stabilisatiefunctie niet weergegeven.
• U kunt [MODE2] niet gebruiken in de
modus bewegend beeld [i].
• Dit staat vast ingesteld op [OFF] als u
[STARRY SKY] hebt geselecteerd in de
scènemodus (P66). Het menu Optical
Image Stabilizer zal niet verschijnen.
Het stabilisatiesysteem
functioneert altijd en helpt bij het
bepalen van de fotocompositie.
MODE2 De stabilisatiefunctie is stand(8) by en wordt geactiveerd op het
moment dat de sluiter het beeld
vastlegt.
OFF
Indien beeldstabilisatie niet
(9) gewenst is.
MODE1
(7)
45
VQT0S25
Opnames maken (basis)
Foto’s nemen met de burstmodus
1 Druk op de modusknop Single/
Burst om over te schakelen naar
de burstmodus en neem dan
foto’s.
19
D: Hoge snelheid
E: Lage snelheid
F: Onbegrensd
Geen weergave (geannuleerd)
• Hou de ontspanknop helemaal ingedrukt
om de burstmodus te activeren.
n Aantal opnames in burstmodus
Aantal mogelijke
opnames (foto’s)
Burstsnelheid
(foto’s/
seconde)
G
H
D
3*
max. 5
max. 9
E
2*
max. 5
max. 9
F
2
Afhankelijk van Afhankelijk van
kaartcapaciteit kaartcapaciteit
*De overdrachtssnelheid van de kaart is
niet van invloed op de burstsnelheid.
• Bij een hogere sluitersnelheid dan 1/60 en
zonder flits
46
VQT0S25
• Als de burstmodus staat ingesteld op
Onbegrensd:
–U kunt foto’s nemen totdat de kaart vol
is.
–De sluitertijd wordt langzamer in het
gebruik. Het moment waarop de
snelheid langzamer wordt hangt af van
de instelling [PICT.SIZE] of het type
geheugenkaart.
• Het brandpunt wordt bij de eerste foto bepaald.
• Bij gebruik van de zelfontspanner is het
aantal mogelijke opnames in burstmodus
vast ingesteld op 3.
• Wanneer de burstmodus is geactiveerd,
kunnen geen geluidsopnames worden
gemaakt.
• Wanneer de flitser is geactiveerd, kunt u
slechts 1 foto vastleggen.
• Als u de modi auto-bracket en burst
tegelijkertijd instelt, wordt auto-bracket
uitgevoerd.
• De manieren waarop u de belichting en
de witbalans kunt bepalen, hangen af van
de instelling van de burstmodus. Als de
burstmodus staat ingesteld op [D],
blijven de ingestelde waarden voor de
eerste foto van kracht. Als de
burstsnelheid staat ingesteld op [E] of
[F], wordt ze bij iedere foto die u
neemt bijgesteld.
• In burstmodus wordt auto review
geactiveerd zelfs als dit is uitgeschakeld.
(De afbeelding wordt niet vergroot.)
• In het setupmenu kunt u de instelling
auto-review niet wijzigen.
• U kunt de burstmodus niet gebruiken als u
de kwaliteit hebt ingesteld op [TIFF] of
[RAW].
• Het is niet mogelijk om de burstmodus te
gebruiken bij [STARRY SKY] in scènemodus.
• De burstmodus werkt niet als beschreven
indien er een MultiMediaCard in plaats
van een SD-geheugenkaart wordt
gebruikt. De lees/schrijfsnelheid van een
MultiMediaCard is langzamer dan die van
een SD-kaart.
Weergave (basis)
Weergeven van foto’s
• Als u een groot aantal foto’s vooruit- of
terugspoeld, laat w/q dan eenmaal los
voordat u de weer te geven foto bereikt,
druk dan op w/q om de foto’s stapje voor
stapje vooruit- of achteruit te spoelen.
1 Selecteer de foto.
100-0001
1/19
10:00 20.DEC.2005
of
• w : Geef de vorige foto weer.
• q : Geef de volgende foto weer.
• De foto die volgt op de laatste is de eerste
foto.
• Als [ROTATE DISP.] (P91) staat ingesteld
op [ON], worden foto’s die zijn genomen
met de camera op zijn kant (verticaal) ook
verticaal weergegeven.
n Snel vooruitspoelen/Snel terugspoelen
Als u tijdens weergave op w/q drukt, worden
het bestandsnummer en het paginanummer
bijgewerkt. Als u w/q loslaat wanneer het
nummer van de gewenste foto verschijnt,
kunt u de foto weergeven.
q : Snel vooruit
w : Snel terug
• Het aantal bestanden dat ineens voor- of
achteruit wordt gespoeld hangt af van
hoelang u w/q houdt ingedrukt. Het
hangt ook af van het aantal opgeslagen
foto’s.
• Als u w/q loslaat en vervolgens opnieuw
indrukt, worden de bestanden een voor
een vooruit- of teruggespoeld.
• Tijdens de review-weergave in de
opnamemodus of tijdens multi-weergave,
kan de foto slechts een voor een worden
vooruit- of teruggespoeld.
• Deze camera is gebaseerd op de DCFnormen (Design rule for Camera File
system) die zijn vastgesteld door the
Japan Electronics and Information
Technology Industries Association
(JEITA).
• Tijdens het wijzigen van de map- of
bestandsnaam op een PC worden de
foto’s niet weergegeven.
• De bestandsindeling die met deze camera
kan worden weergegeven is JPEG. (Er
zijn ook foto’s die in sommige gevallen
niet kunnen worden weergegeven in
JPEG-indeling.)
• Bij het weergeven van foto’s die met
andere apparaten zijn opgenomen, kan
de fotokwaliteit slechter zijn en is
weergave van de foto’s soms niet
mogelijk.
• Bij weergave van een niet-standaard
bestand, wordt het map-/
bestandsnummer aangegeven als [—] en
wordt het scherm zwart.
• Afhankelijk van het onderwerp kan er een
storingsstreep op het beeld verschijnen.
Dit heet moiré. Dit is geen storing.
47
VQT0S25
Weergave (basis)
9/16/25 foto’s Multi-weergave
n 16/25 foto’s multi-scherm
1 Selecteer het aantal foto’s.
Voorbeeld: Als u weergave van 9 foto’s hebt gekozen
20.DEC.2005
5/25
CANCEL
20.DEC.2005
20.DEC.200
4/18
20.DEC.2005
5/25
CANCEL
CANCEL
MENU
1 fotoJ9 foto’sJ
16 foto’sJ25 foto’s
• Als u multi-weergave kiest, wordt de
schuifbalk A weergegeven zodat u de
positie van de geselecteerde foto kunt
controleren in het geheel van de foto’s.
2 Selecteer de foto’s.
MENU
of
• De volgende informatie wordt weergegeven:
de opnamedatum, het nummer van de
geselecteerde foto in het totaal van de foto’s,
de [FAVORITE] instelling [ ] (Alleen wanneer
de [FAVORITE] instelling is ingesteld op [ON]),
de filminstelling [i], de [BABY] instelling
[h] en de leeftijdsinstelling.
48
VQT0S25
n Terugkeren naar normale weergave
• Draai de zoomhendel naar T, of druk op
de knop [MENU] of de joystick.
• De foto in het oranje kader verschijnt.
n Een foto tijdens multi-weergave
wissen
Druk op de knop [A].
Druk op r als het bevestigingsscherm
verschijnt om [YES] te selecteren en druk
op q. (P50)
• Foto’s worden niet gedraaid
weergegeven, zelfs als [ROTATE DISP.] is
ingesteld op [ON] (P91).
• U kunt de weergave in- of uitschakelen
door op de knop [DISPLAY] te drukken.
20.DEC.2005
5/18
CANCEL
• B 16 foto’s
• C 25 foto’s
Weergave (basis)
Zoomweergave gebruiken
n Een foto tijdens zoomweergave
wissen
Druk op de knop [A].
Druk op r als het bevestigingsscherm
verschijnt om [YES] te selecteren en druk
op q. (P50)
1 De foto vergroten.
2X
4X
CANCEL
A
DELETE
1×J2×J4×J
8×J16×
• Als u de zoomhendel richting de W draait
nadat de foto is vergroot, wordt de
vergroting minder.
• Als u de vergrotingsfactor wijzigt,
verschijnt de aanduiding zoompositie A
ongeveer 1 seconde zodat u de positie
van het uitvergrote deel kunt controleren.
• Als u op de knop [MENU] drukt, keert de
vergrotingsfactor terug naar 1×.
• Hoe meer de foto wordt vergroot, hoe
meer de kwaliteit verminderd.
• De zoomweergave werkt mogelijkerwijs
niet met foto’s die met andere apparaten
zijn opgenomen.
• Zelfs al hebt u de aanduidingen op het
LCD-scherm uitgeschakeld in normale
weergavemodus (P25), worden de
vergroting en gebruikte bewerkingen
weergegeven op het LCD-scherm als de
zoomweergave is geactiveerd.
U kunt de weergave in- of uitschakelen
door op de knop [DISPLAY] te drukken.
Als u de vergroting instelt op 1×, wordt de
aanduiding op het LCD-scherm
weergegeven als in normale
weergavemodus.
2 Verschuiven van de foto.
2X
4X
CANCEL
DELETE
• Als u de weer te geven positie verplaatst,
wordt de aanduiding van de zoompositie
ongeveer 1 seconde weergegeven.
49
VQT0S25
Weergave (basis)
Foto’s wissen
n Meerdere foto’s wissen
n Een enkele foto wissen
1 Selecteer de te wissen foto.
100-0001
1/19
1 Selecteer [MULTI DELETE].
MULTI/ALL DELETE
MULTI DELETE
ALL DELETE
SELECT
CANCEL
10:00 20.DEC.2005
2 keer
• w : Geef de vorige foto weer.
• q : Geef de volgende foto weer.
2 Wis de foto.
DELETE SINGLE
VQT0S25
7
8
10
11
9
DELETE
EXIT MENU
MULTI/ALL
• Tijdens het wissen van de foto, verschijnt
[A] op het scherm.
50
MULTI DELETE
SELECT
MARK/UNMARK
NO
YES
SELECT
SET
2 Selecteer de te wissen foto’s.
• Herhaal bovenstaande werkwijze.
• De geselecteerde foto’s worden
weergegeven met [A]. Als nogmaals
wordt gedrukt op r, wordt de instelling
geannuleerd.
• Druk na het selecteren van foto’s op [A]
om uw keuze te bevestigen.
• Het pictogram [c] knippert rood
wanneer de geselecteerde foto niet kan
worden gewist. Hef de beveiliging op.
(P95)
Weergave (basis)
n Alle foto’s wissen
3 Wis de foto’s.
1 Selecteer [ALL DELETE].
MULTI DELETE
MULTI/ALL DELETE
DELETE THE PICTURES
YOU MARKED?
NO
YES
SELECT
SET
• Er kunnen max. 50 foto’s ineens worden
gewist.
MULTI DELETE
ALL DELETE
SELECT
CANCEL
2 keer
2 Wis alle foto’s.
ALL DELETE
DELETE ALL PICTURES?
NO
YES
SELECT
SET
• Eenmaal gewist, kunnen de foto’s niet
meer worden teruggehaald. Controleer
nogmaals voor u de foto’s wist.
• Zet de camera tijdens het wissen niet uit.
• Beveiligde foto’s (P95) of foto’s die niet
conform de DCF-normen zijn (P47)
worden niet gewist.
• Gebruik voor het wissen een batterij met
voldoende lading (P12) of gebruik de
netadapter (DMW-AC5; optioneel).
• Hoe meer foto’s gewist moeten worden,
hoe langer het duurt.
51
VQT0S25
Opnames maken (geavanceerd)
De modusknop gebruiken
M
Diafragma-prioriteit AE
Als u de achtergrond scherper wilt hebben,
stel het diafragma dan in op een hogere
waarde. Hoe hoger het diafragma, hoe
kleiner de lensopening. Voor een minder
scherpe achtergrond stelt u het diafragma
in op een lager getal dat overeenkomt met
een grotere lensopening.
1 Stel het diafragma in en neem de
foto.
ISO100
00
19
A
F2.8
A Diafragmagetal
e : Verhogen
r : Verlagen
52
VQT0S25
• Zie P56 voor het beschikbare bereik van
diafragma en sluitertijd.
• Als het onderwerp te helder is, stel dan
een groter diafragma in. Is het te donker,
stel dan een kleiner diafragma in.
• De helderheid van het scherm kan
afwijken van die van de eigenlijke foto’s.
Controleer dit met de review-functie of in
de weergavemodus.
• De ISO-gevoeligheid kan niet worden
ingesteld op [AUTO]. (P71) (Als de
opnamemodus wordt gewijzigd naar
diafragma-prioriteit AE, wordt de ISOgevoeligheid automatisch ingesteld op
[ISO100].)
• Als de belichting onvoldoende is, worden
diafragma en sluitertijd op het scherm
rood.
Opnames maken (geavanceerd)
N
Sluitertijd-prioriteit AE
Als u een scherpe foto van een snel
bewegend object wilt maken, stel dan een
snellere sluitertijd in. Wilt u een sleepeffect
creëren, stel dan een langzamere sluitertijd
in.
1 Stel de sluitertijd in en neem de
foto.
19
A
1/30
• Zie P56 voor het beschikbare bereik van
diafragma en sluitertijd.
• De helderheid van het scherm kan
afwijken van die van de eigenlijke foto’s.
Controleer dit met de review-functie of in
de weergavemodus.
• In sluitertijd-prioriteit AE kunt u de
volgende opties niet instellen.
–Slow sync./Rode-ogenreductie [u]
(P39)
–[AUTO] bij ISO-gevoeligheid (P71) (Als
de opnamemodus wordt gewijzigd naar
sluitertijd-prioriteit AE, wordt de ISOgevoeligheid automatisch ingesteld op
[ISO100] ook al was dit eerst ingesteld
op [AUTO].)
• Als de belichting onvoldoende is, worden
diafragma en sluitertijd op het scherm
rood.
• Bij een langzame sluitertijd raden we het
gebruik van een statief aan.
A Sluitertijd
e : Sneller
r : Langzamer
53
VQT0S25
Opnames maken (geavanceerd)
O
Handmatige belichting
3 Neem de foto.
Bepaal de belichting door het diafragma en
de sluitertijd handmatig in te stellen.
1 Stel het diafragma en de
sluitertijd in.
F5.6 1/125
19
F2.8 1/30
A
B
• e/r: Stel het diafragma A en de
sluitertijd B in.
• w/q: Selecteer het diafragma en de
sluitertijd.
2 Druk de ontspanknop half in.
F4.0 1/125
• De aanduiding van de belichtingscondities
C (hulp bij handmatige belichting)
verschijnt ongeveer 10 seconden.
• Als de belichting onvoldoende is, stel
diafragma en sluitertijd dan opnieuw in.
54
VQT0S25
n Hulp bij handmatige belichting
De belichting is
voldoende.
Stel een snellere
sluitertijd of een groter
diafragma in.
Stel een langzamere
sluitertijd of een kleiner
diafragma in.
• De hulp bij handmatige belichting is bij
benadering. We adviseren u foto’s te
nemen en deze te controleren met de
review-functie.
Opnames maken (geavanceerd)
• Zie P56 voor het beschikbare bereik van
diafragma en sluitertijd.
• Bij handmatige belichting kunt u de
volgende opties niet instellen.
–Slow sync./Rode-ogenreductie [u]
(P39)
–[AUTO] bij ISO-gevoeligheid (P71) (Als
de opnamemodus wordt gewijzigd naar
handmatige belichting, wordt de ISOgevoeligheid automatisch ingesteld op
[ISO100] ook al was dit eerst ingesteld
op [AUTO].)
–De belichting compenseren (P43)
• De helderheid van het LCD-scherm kan
afwijken van die van de eigenlijke foto’s.
Controleer de foto met de review- of
weergavemodus.
• Als de belichting onvoldoende is, worden
diafragma en sluitertijd op het scherm
rood als u de ontspanknop half indrukt.
• Bij een langzame sluitertijd raden we het
gebruik van een statief aan.
55
VQT0S25
Opnames maken (geavanceerd)
n Diafragma en sluitertijd
Diafragma-prioriteit AE
Beschikbaar diafragmagetal
(Per 1/3 EV)
F8,0
F7,1
F6,3
F5,6
F4,9
F4,5
F4,0
F3,6
F3,2
F2,8
Sluitertijd (in sec.)
8 tot 1/2000
8 tot 1/1600
8 tot 1/1300
8 tot 1/1000
Sluitertijd-prioriteit AE
Beschikbare sluitertijd (in sec.)
(Per 1/3 EV)
8
6
5
4
3,2
2,5
2
1,6
1,3
1
1/1,3
1/1,6
1/2
1/2,5
1/3,2
1/4
1/5
1/6
1/8
1/10
1/13
1/15
1/20
1/25
1/30
1/40
1/50
1/60
1/80
1/100
1/125
1/160
1/200
1/250
1/320
1/400
1/500
1/640
1/800
1/1000
1/1300
1/1600
1/2000
Diafragmagetal
F2,8 tot F8,0
F4,0 tot F8,0
F5,6 tot F8,0
F8,0
Handmatige belichting
Beschikbaar diafragmagetal
(Per 1/3 EV)
F2,8 tot F3,6
F4,0 tot F4,9
F5,6 tot F7,1
F8,0
Beschikbare sluitertijd (in sec.)
(Per 1/3 EV)
60 tot 1/1000
60 tot 1/1300
60 tot 1/1600
60 tot 1/2000
• De diafragmagetallen in bovenstaande tabel zijn de waarden als de zoomhendel
maximaal naar Wide is gedraaid.
• Sommige van de diafragmagetallen kunnen afhankelijk van de zoomfactor niet worden
geselecteerd.
56
VQT0S25
Opnames maken (geavanceerd)
i
Bewegend beeldmodus
U kunt bewegende beelden met geluid
opnemen.
1 Selecteer [PICT.MODE].
bestanden zijn geschikt om als bijlage bij
e-mail te versturen.
• fps (frame per second); Dit verwijst naar
het aantal gebruikte beelden per 1
seconde.
2 Druk de ontspanknop half in.
1
REC 1 2
W.BALANCE
30fps
PICT.MODE
16:9
METERING MODE 10fps16:9
AF MODE
C-AF CONT.AF
SELECT
SET
EXIT MENU
MENU
• Sluit het menu door de ontspanknop half
in te drukken of op de knop [MENU] te
drukken na het voltooien van de instelling.
• Selecteer ofwel [j] of [h]. (P85)
Het is niet mogelijk om filmbeelden op te
nemen in de aspectratio [
].
• Als het onderwerp is scherpgesteld, gaat
het focuslampje 1 branden.
3 Druk de ontspanknop volledig in
om de opname te starten.
30fps
16:9
n In aspect [j]
30fps16:9
10fps16:9
848×480 beeldpunten 30fps
848×480 beeldpunten 10fps
n In aspect [h]
30fpsVGA
10fpsVGA
30fpsQVGA
10fpsQVGA
640×480 beeldpunten
640×480 beeldpunten
320×240 beeldpunten
320×240 beeldpunten
30fps
10fps
30fps
10fps
• [30fpsVGA][30fpsQVGA][30fps16:9]:
De beweging van het opgenomen beeld is
vloeiend, maar de bestandsgrootte is
omvangrijk.
• [10fpsVGA][10fpsQVGA][10fps16:9]:
Opname van bewegend beeld voor lange
tijd is mogeiljk alhoewel de kwaliteit lager
zal zijn.
• [10fpsQVGA]:
De bestandsgrootte is kleiner, dus de
• De resterende opnameduur (bij
benadering) wordt op het scherm
weergegeven.
• De geluidsopname start tegelijkertijd via
de ingebouwde microfoon van de camera.
• Door de ontspanknop nogmaals volledig
in te drukken, stopt de opname.
• Indien de geheugenkaart volraakt tijdens
het opnemen, stopt de camera
automatisch.
57
VQT0S25
Opnames maken (geavanceerd)
n Beschikbare opnameduur (in
seconden)
Capaciteit
SD
geheugenkaart
16 MB
32 MB
64 MB
128 MB
256 MB
512 MB
1 GB
2 GB
Beeldsnelheid
30fps
VGA
6
17
39
83
165
330
660
1350
10fps
VGA
26
59
120
250
490
980
1970
4020
30fps
QVGA
26
59
120
250
490
980
1970
4020
10fps
QVGA
83
175
360
740
1440
2870
5700
11700
30fps
16:9
5
14
33
71
140
280
560
1160
10fps
16:9
22
50
106
215
420
840
1690
3450
• De opnameduur is bij benadering. (De
eigenlijke tijden hangen af van de
opnamecondities en het type SD-kaart.)
• Opnameduur hangt af van het onderwerp.
• De resterende opnameduur die op de
LCD wordt weergegeven loopt wellicht
niet regelmatig terug.
• Met deze camera kunt u geen bewegende
beelden opnemen als u een
MultiMediaCard gebruikt.
58
VQT0S25
• De bewegende beelden kunnen niet
zonder geluid worden opgenomen.
• De instellingen van autofocus/zoom/
diafragma blijven zoals ze waren bij de
start van de opname (het eerste frame).
• Afhankelijk van het type kaart dat u
gebruikt, kan de kaartaanduiding even op
het scherm zichtbaar worden na het
opnemen van de bewegende beelden. Dit
is normaal.
• Als u de [PICT.MODE] instelt op
[30fpsVGA] of [30fps16:9], gebruik dan
kaarten met een snelheid van 10 MB/
seconde of hoger (vermeld op verpakking
van kaart) voor de beste resultaten.
• Het nemen van foto’s kan plotseling
niet meer mogelijk zijn bij sommige
kaartsoorten of indien u een kaart
gebruikt met een gefragmenteerd
geheugen als gevolg van herhaaldelijk
opslaan en verwijderen.
Schoon de kaart van tevoren op met dit
toestel voor de beste resultaten (P101).
• We adviseren het gebruik van de
Panasonic SD geheugenkaart.
(Gebruik uitsluitend de echte SD-kaart
met het SD-logo.)
• Als bewegende beelden die met deze
camera zijn opgenomen worden
afgespeeld op andere apparatuur, is het
mogelijk dat de kwaliteit van beeld en
geluid verslechterd of dat ze in het geheel
niet afgespeeld kunnen worden.
• Films die u hebt opgenomen met
[30fpsVGA], [30fpsQVGA], [30fps16:9] en
[10fpsVGA] kunnen uitsluitend op
compatibele spelers worden
weergegeven.
• U kunt de functie richtingwaarneming en
review niet gebruiken in de modus
bewegend beeld [i].
• U kunt [MODE2] niet instellen bij de
functie Optical Image Stabilizer.
Opnames maken (geavanceerd)
RS
T : [PORTRAIT] (P60)
Scènemodus
U : [SPORTS] (P60)
Stel de modusknop in op [R] of [S]
om het menu [SCENE MODE] weer te
geven. Wanneer [SCENE MODE] (P24)
staat ingesteld op [OFF] in het menu
[SETUP], druk dan op de knop [MENU] om
het menu [SCENE MODE] weer te geven.
Menuopties
SCN1 SCENE MODE
15
SPORTS
X : [NIGHT PORTRAIT] (P62)
W : [NIGHT SCENERY] (P62)
h : [BABY] (P63)
g : [CANDLE LIGHT] (P64)
FOOD
SET
V : [SCENERY] (P61)
e : [SOFT SKIN] (P64)
PORTRAIT
SELECT
f : [FOOD] (P61)
MENU
MENU
• Druk op w voor uitleg over de scènemodi.
(Druk op q terug te keren naar het menu.)
• Als u de zoomhendel naar T draait,
bladert u naar de volgende pagina van
het menuscherm. (vice versa)
• Als u op de knop [MENU] drukt terwijl het
menu [SCENE MODE] wordt
weergegeven, kunt u het menu [SETUP]
(P21) en het menu [REC] (P68) instellen.
a : [PARTY] (P65)
Z : [FIREWORKS] (P65)
b : [SNOW] (P66)
d : [STARRY SKY] (P66)
c : [SELF PORTRAIT] (P67)
• De volgende functies kunnen in de
scènemodus niet worden ingesteld.
–Witbalans (P69)
–ISO-gevoeligheid (P71)
–Metingsmodus (P73)
–Kleureffect (P76)
–Beeldinstelling (P77)
–AF/AE vergrendeling (P83)
• Stel de helderheid van de foto’s die u
neemt bij met de belichtingscompensatie.
• De kleur van de foto kan er vreemd uitzien
als u een scènemodus gebruikt die
ongeschikt is voor de opname.
59
VQT0S25
Opnames maken (geavanceerd)
T
Portretmodus
U
Met deze functie kunt u het onderwerp
duidelijk laten uitkomen tegen een
onscherpe achtergrond en de belichting en
kleur bijstellen om het onderwerp een
gezond uiterlijk te geven.
Sportmodus
Met deze modus kunt u foto’s nemen van
een snel bewegend onderwerp. (Bijv. bij het
nemen van sportfoto’s buiten.)
19
19
n Techniek voor portretmodus
Voor een effectief gebruik van deze modus:
1 Draai de zoomhendel zo ver mogelijk
naar Tele.
2 Ga dicht bij het onderwerp staan.
3 Selecteer een achtergrond die ver van
de camera verwijderd is.
• Deze modus is geschikt voor buitenshuis
overdag.
• De ISO-gevoeligheid wordt automatisch
ingesteld op de optimale waarde.
60
VQT0S25
n Techniek voor sportmodus
Om acties van het onderwerp als stilstaand
vast te leggen, wordt de sluitertijd sneller
dan normaal. Deze modus werkt het beste
bij het nemen van foto’s overdag op een
heldere dag.
• Deze modus is geschikt voor buitenshuis
overdag, waarbij u 5 m of meer van het
onderwerp verwijderd blijft.
• De ISO-gevoeligheid wordt automatisch
ingesteld op de optimale waarde.
Opnames maken (geavanceerd)
f
Voedselmodus
V
Gebruik deze modus voor het nemen van
foto’s in restaurants, ongeacht de
belichting, zodat de natuurlijke kleuren van
het onderwerp goed uitkomen.
Landschapsmodus
Met deze modus neemt u foto’s van een
uitgestrekt landschap. De camera richt u bij
voorkeur op een ver verwijderd onderwerp.
19
19
• De ISO-gevoeligheid wordt automatisch
ingesteld op de optimale waarde.
• Het focusbereik is 5 m tot Z.
• De ISO-gevoeligheid wordt automatisch
ingesteld op de optimale waarde.
• De flitser wordt vast ingesteld op Forced
OFF [v].
• De instelling van de AF-assistentielamp is
uitgeschakeld.
61
VQT0S25
Opnames maken (geavanceerd)
X
Nachtportretmodus
W
Met deze modus neemt u foto’s tegen een
nachtelijk landschap. Het onderwerp kan
met de helderheid van overdag worden
vastgelegd met behulp van de flitser en een
langzame sluitertijd.
Nachtlandschapsmodus
Met deze modus neemt u foto’s van een
nachtelijk landschap. Het landschap kan
helder worden vastgelegd door een
langzame sluitertijd te gebruiken.
19
19
n Techniek voor nachtportretmodus
• Open de flitser. (P38)
• Gebruik vanwege de langzame sluitertijd
een statief en de zelfontspanner (P42)
voor de beste resultaten.
• Laat het onderwerp na het nemen van de
foto nog ongeveer een seconde stilstaan.
• We adviseren u foto’s te nemen met de
zoomhendel ingesteld op Wide (1×) en op
een afstand van ongeveer 1,5 m van het
onderwerp.
• Het focusbereik is 1,2 m tot 5 m. (Zie
pagina 40 voor uitgebreide informatie
over het flitsbereik.)
• De sluiter kan (max. ongeveer 1 seconde)
dicht blijven na het nemen van een foto
met langzame sluitertijd, dit is echter
geen storing.
• Als u foto’s neemt op donkere plekken,
kan er ruis optreden.
• De flitser staat ingesteld op Slow sync./
Rode-ogenreductie [u] en werkt in
deze modus altijd.
• De ISO-gevoeligheid wordt automatisch
ingesteld op de optimale waarde.
• U kunt [CONT.AF] in deze modus niet
gebruiken.
• Als de flitser dicht is, verschijnt de
melding [PLEASE OPEN THE FLASH].
62
VQT0S25
n Techniek voor
nachtlandschapsmodus
• Gebruik een statief aangezien de sluiter
wel 8 seconden open kan staan. Gebruik
de zelfontspanner voor de beste
resultaten. (P42)
• Het focusbereik is 5 m tot Z.
• De sluiter kan (max. ongeveer 8
seconden) dicht blijven na het nemen van
een foto met langzame sluitertijd, dit is
echter geen storing.
• Als u foto’s neemt op donkere plekken,
kan er ruis optreden.
• De flitser wordt vast ingesteld op Forced
OFF [v].
• De ISO-gevoeligheid is vast ingesteld op
[ISO80].
• De instellingen van de AF-assistentielamp
zijn uitgeschakeld.
• U kunt [CONT.AF] in deze modus niet
gebruiken.
Opnames maken (geavanceerd)
h
Babymodus
Deze modus past de belichting en tint aan
om de gezonde kleur van de huid van uw
baby er goed uit te laten springen. De flitser
is zwakker dan normaal als u deze wilt
gebruiken.
19
1 month 10days
10:00 20.DEC.2005
• U kunt ook de leeftijd van uw kind
invoeren zodat deze later wordt getoond
bij de foto.
• U kunt tevens de [LUMIX Simple Viewer]
of [PHOTOfunSTUDIO] software op de
inbegrepen CD-ROM gebruiken om uw
baby’s leeftijd in te voeren. (Voor meer
informatie verwijzen we naar de
afzonderlijke bedieningsinstructies voor
aansluiting op de PC.)
BABY
WITH AGE
WITHOUT AGE
BIRTHDAY SET.
SELECT
SET
MENU MENU
n Instelling leeftijdsweergave
• Geef de leeftijd weer door eerst de
geboortedatum in te voeren, selecteer
[WITH AGE], en druk op q.
• Voor het niet weergeven van de leeftijd,
selecteer [WITHOUT AGE], en druk op q.
n Instelling geboortedatum
1 Selecteer [BIRTHDAY SET.] en druk
op q.
2 Er verschijnt [PLEASE SET THE
BIRTHDAY OF THE BABY] op het
scherm. Selecteer jaar/maand/dag
met w/q, wijzig de datum daarna met
e/r.
3 Druk op [MENU] om af te sluiten.
• Als u [WITH AGE] hebt geselecteerd
maar geen datum hebt ingesteld,
verschijnt er een bericht.
Druk op [MENU] en volg de stappen 2 en
3 om de geboortedatum in te voeren.
• De ISO-gevoeligheid wordt automatisch
ingesteld op de optimale waarde.
• Telkens wanneer u de camera in
babymodus aanzet of overschakelt naar
babymodus vanuit een andere
scènemodus, worden de leeftijd van uw
kind en de huidige datum en tijd ongeveer
5 seconden weergegeven.
• De eigenlijke leeftijdsweergave is
afhankelijk van de [LANGUAGE]
instelling.
• De weergave op de eigenlijke
geboortedag van uw kind is 0 month 0
day.
• Controleer de instellingen van de klok en
de geboortedatum als de leeftijd verkeerd
wordt weergegeven.
• Indien u [WITHOUT AGE] hebt
geselecteerd, wordt geen
leeftijdsinformatie vastgelegd voor foto’s
die u neemt. De informatie wordt zelfs als
u na het nemen van de foto’s [WITH AGE]
selecteert, niet weergegeven.
• Gebruik de functie [RESET] in het menu
[SETUP] (P23) om de instelling van de
geboortedatum te wissen.
63
VQT0S25
Opnames maken (geavanceerd)
e
Zachte huidmodus
g
Met deze modus maakt u foto’s waarbij de
huid van het onderwerp er zachter uitziet.
Gebruik deze modus voor het maken van
portretten vanaf de borst omhoog.
Kaarslichtmodus
Gebruik deze modus om de sfeer van
kaarslicht over te brengen.
19
19
n Techniek voor zachte huidmodus
Voor een effectief gebruik van deze modus:
1 Draai de zoomhendel zo ver mogelijk
naar Tele.
2 Ga dicht bij het onderwerp staan.
3 Selecteer een achtergrond die ver van
de camera verwijderd is.
• Deze modus is geschikt voor buitenshuis
overdag.
• De ISO-gevoeligheid wordt automatisch
ingesteld op de optimale waarde.
• Als de opname nog meer vleeskleurige
elementen bevat, ondergaan die ook een
verzachtend effect.
• Het effect kan bij te weinig licht onduidelijk
zijn.
64
VQT0S25
n Techniek voor kaarslichtmodus
• Dit werkt het best zonder flits.
• Gebruik een statief en de zelfontspanner
(P42) voor de beste resultaten.
• U maakt de beste foto’s met de
zoomhendel op W (wide oftewel
groothoek).
• De flitsmodus kan worden ingesteld op
Forced ON/Rode-ogenreductie [q]
of Slow sync./Rode-ogenreductie
[u].
• De ISO-gevoeligheid wordt automatisch
ingesteld op de optimale waarde.
Opnames maken (geavanceerd)
a
Partymodus
Z
Selecteer deze modus als u foto’s wilt
nemen op trouwrecepties, feesten
binnenshuis, enz.
Zowel de mensen als de achtergrond
kunnen met de echte helderheid worden
vastgelegd met behulp van de flitser en een
langzamere sluitertijd.
Vuurwerkmodus
Met deze modus neemt u prachtige foto’s
van vuurwerk dat tegen een nachtelijke
hemel wordt afgestoken. De sluitertijd of de
belichting wordt automatisch aangepast
voor het nemen van foto’s van vuurwerk.
19
19
n Techniek voor partymodus
• Open de flitser. (P38)
• Gebruik vanwege de langzame sluitertijd
een statief en de zelfontspanner (P42)
voor de beste resultaten.
• We adviseren u foto’s te nemen met de
zoomhendel ingesteld op Wide (1×) en op
een afstand van ongeveer 1,5 m van het
onderwerp.
• De flitsmodus kan worden ingesteld op
Forced ON/Rode-ogenreductie [q]
of Slow sync./Rode-ogenreductie
[u].
• De ISO-gevoeligheid wordt automatisch
ingesteld op de optimale waarde.
n Techniek voor vuurwerkmodus
• We raden een statief aan.
• Deze modus werkt het best bij
onderwerpen die minimaal 10 m van de
camera verwijderd zijn.
• De flitser wordt vast ingesteld op Forced
OFF [v].
• De instellingen van de AF-assistentielamp
zijn uitgeschakeld.
• U kunt de AF-modusinstelling niet
wijzigen.
• De ISO-gevoeligheid wordt automatisch
ingesteld op de optimale waarde.
• U kunt [CONT.AF] in deze modus niet
gebruiken.
65
VQT0S25
Opnames maken (geavanceerd)
b
n De sluitertijd instellen
Sneeuwmodus
Met deze modus neemt u foto’s op locaties
zoals ski-oorden en in een besneeuwd
berglandschap. De belichting en witbalans
worden aangepast om de witte kleur van de
sneeuw eruit te laten springen.
19
STARRY SKY
15 SEC.
30 SEC.
60 SEC.
SELECT
SET
MENU
MENU
CANCEL
MENU
15
• De ISO-gevoeligheid wordt automatisch
ingesteld op de optimale waarde.
d
Sterrenhemelmodus
Kies deze instelling om heldere foto’s van
de nachtelijke hemel te maken. Dankzij de
langzame sluitertijd schitteren de sterren. U
kunt een sluitertijd van 15, 30 of 60
seconden kiezen.
• Druk op e/r om de sluitertijd te
selecteren, druk dan op q.
• Het aftelscherm verschijnt als u op de
ontspanknop drukt. Beweeg de camera
niet. Als het aftellen is beëindigd, wordt
[PLEASE WAIT···] ongeveer net zo lang
weergegeven als de ingestelde sluitertijd
duurt. Dit dient voor het verwerken van de
signalen.
• De opname wordt geannuleerd als u
tijdens de weergave van het aftelscherm
op de knop [MENU] drukt.
19
15
n Techniek voor sterrenhemelmodus
• Gebruik vanwege de langzame sluitertijd
een statief en de zelfontspanner (P42)
voor de beste resultaten.
66
VQT0S25
• De flitser wordt vast ingesteld op Forced
OFF [v].
• De stabilisatiefunctie is vast ingesteld op
[OFF]. (P45)
• De ISO-gevoeligheid is vast ingesteld op
[ISO80].
• U kunt [CONT.AF] in deze modus niet
gebruiken.
• Belichtingscompensatie, de modus autobracket of burst, of geluidsopname
kunnen niet worden gebruikt.
• Het histogram is altijd oranje. (P27)
Opnames maken (geavanceerd)
c
Zelfportretmodus
Met deze modus neemt u foto’s van uzelf.
2
19
n Techniek voor zelfportretmodus
• Als u hebt scherpgesteld door het
indrukken van de ontspanknop, gaat het
lampje van de zelfontspanner branden.
Houd de camera stevig vast en druk de
ontspanknop dan helemaal in.
• Het beschikbare focusbereik is 30 cm tot
70 cm.
• U kunt een foto van uzelf met geluid
nemen (P73). Hierbij brandt het
zelfontspannerlampje terwijl het geluid
wordt opgenomen.
• Als u de zelfportretmodus selecteert
[c], gaat de zoomhendel automatisch
naar Wide (1X).
• De zelfontspanner kan worden ingesteld
op [OFF] of [2SEC.]. (P42) Indien u
[2SEC.] instelt, blijft dit van kracht totdat
de camera wordt [OFF] gezet of u van
modus wisselt.
• De stabilisatiefunctie is vast ingesteld op
[MODE2]. (P45)
• De instelling van de AF-assistentielamp is
uitgeschakeld.
• De AF-modus is vast ingesteld op 9-zonefocussing. (P74)
• De ISO-gevoeligheid wordt automatisch
ingesteld op de optimale waarde.
• Een knipperend zelfontspannerlampje
betekent dat de camera niet scherp staat.
Druk de ontspanknop tot halverwege in
om scherp te stellen.
• Het vastgelegde beeld verschijnt
automatisch op het LCD-scherm ter
controle. Zie P35 voor de bediening van
de review-functie.
• Als de foto vaag wordt bij een langzame
sluitertijd, raden we aan de
zelfontspanner van 2 seconden te
gebruiken. (P42)
67
VQT0S25
Opnames maken (geavanceerd)
Werken met het modusmenu [REC]
K : [W.BALANCE] (P69)
Door het instellen van kleur, het aanpassen
van de fotokwaliteit, enz. kunt u foto’s
nemen met een grote variëteit.
• Stel de modusknop in op de gewenste
opnamemodus.
R : [AUDIO REC.] (P73)
13
W.BALANCE
SENSITIVITY
PICT.SIZE
QUALITY
AUDIO REC.
SELECT
Z : [PICT.SIZE] (P71)
Q : [QUALITY] (P72)
Menuopties
REC
J : [SENSITIVITY] (P71)
SET
R : [METERING MODE] (P73)
M : [AF MODE] (P74)
EXIT
: [CONT.AF] (P75)
MENU
N : [AF ASSIST LAMP] (P75)
AF-L
AE-L
• De menuopties hangen af van de
geselecteerde opnamemodus.
• Als u de zoomhendel naar T of W draait,
bladert u naar de volgende of vorige
pagina van het menuscherm.
• Sluit het menu door de ontspanknop half
in te drukken of op de knop [MENU] te
drukken na het voltooien van de instelling.
: [AF/AE LOCK] (P83)
O : [D.ZOOM] (P76)
T : [COL.EFFECT] (P76)
U: [PICT.ADJ.] (P77)
M : [FLIP ANIM.] (P77)
68
VQT0S25
Opnames maken (geavanceerd)
Zie pagina 68 voor het instellen.
K
Witbalans [W.BALANCE]
Met deze functie reproduceert u een kleur
wit die de tint in het echte leven beter
benaderd op foto’s die zijn opgenomen met
zonlicht, halogeenverlichting, enz. waarbij
de witte kleur er rood- of blauwachtig uit
kan zien.
voor automatische
instelling (autowitbalans)
voor opnames
k (Daglicht)
buitenshuis op een
heldere dag
voor opnames onder
l (Bewolkt)
een bewolkte hemel
voor
opnames onder
m (Halogeen)
halogeenverlichting
: (Wit-instelling 1) voor gebruik van de
vooraf ingestelde
witbalans
; (Wit-instelling 2) voor gebruik van de
vooraf ingestelde
witbalans
p (Wit-instelling) voor gebruik van de
instellingen 1 of 2
met een andere
witbalansinstelling
(P70)
AUTO
• Bij het instellen van de witbalans op een
andere modus dan [AUTO], kunt u de
witbalans verfijnd afstemmen. (P70)
• Deze staat vast ingesteld op [AUTO] in de
Auto-modus [0].
n Automatische witbalans
Gebruik van de automatische aanpassing
van de witbalans in ongeschikte
lichtomstandigheden, kan leiden tot roodof blauwachtige foto’s. Als het onderwerp
wordt omringd door vele lichtbronnen,
werkt de automatische witbalans wellicht
niet correct.
Stel de witbalans in dat geval handmatig in
op een modus behalve [AUTO].
1 Het bereik wordt bepaald door de
modus voor automatische aanpassing
van de witbalans van deze camera
2 TV-scherm
3 Bewolkte lucht (Regen)
4 Zonlicht
5 Wit TL-licht
6 2 uur voor zonsopgang en na
zonsondergang
7 1 uur voor zonsopgang en na
zonsondergang
8 Halogeenlamp
9 30 minuten voor zonsopgang en na
zonsondergang
10 Gloeilamp
11 Zonsopgang en zonsondergang
12 Kaarslicht
2)
3)
4)
1)
6)
7)
9)
5)
8)
10)
11)
12)
K=Kelvin kleurtemperatuur
69
VQT0S25
Opnames maken (geavanceerd)
n Handmatig instellen van de witbalans
(Wit-instelling p)
Gebruik deze modus om de witbalans
handmatig in te stellen.
1 Stel in op [p] (Wit-instelling) en druk
dan op q.
2 Selecteer [:] (Wit-instelling 1) of [;]
(Wit-instelling 2) en druk dan op q.
3 Richt de camera op een wit vel papier of
een vergelijkbaar wit object zodat het
kader in het midden van het scherm wit
wordt en druk dan op q.
WHITE SET
SET
CANCEL MENU
n Fijnafstelling van de witbalans L
Als het niet lukt om de gewenste kleur in te
stellen met de witbalans, kunt u de
witbalans verfijnd afstellen.
1 Stel de witbalans in op [k]/[l]/[m]/
[:]/[;]. (P69)
2 Druk meerdere keren op e totdat [L
WB ADJUST.] verschijnt.
WB ADJUST.
RED
SELECT
BLUE
EXIT
3 Stel de witbalans fijn af.
• q [BLUE]: Druk hierop als de kleur
roodachtig is.
• w [RED]: Druk hierop als de kleur
blauwachtig is.
70
VQT0S25
Over de witbalans
• Deze staat vast ingesteld op [AUTO] in de
Auto-modus [0].
• Bij het nemen van een foto met de flitser,
wordt de witbalans automatisch bijgesteld
[behalve bij [k] (daglicht)]. Bij
onvoldoende flitslicht kan het zijn dat de
witbalans niet correct wordt bijgesteld.
Over de verfijnde afstelling van de
witbalans
• Het witbalanspictogram op het scherm
wordt rood of blauw als u de witbalans
fijnafstelling hebt uitgevoerd.
• U kunt de waarde voor elke modus apart
instellen bij witbalans.
• De instelling van de fijnafstelling van de
witbalans wordt zichtbaar op de foto
wanneer u die neemt met flits.
• Als u de instelling van de witbalans wijzigt
voor de set-modus [p], keren de
waarden van de fijnafstelling van de
witbalans voor [:] en [;] terug naar
“0”.
• Indien het kleureffect is ingesteld op een
van de opties [COOL], [WARM], [B/W] of
[SEPIA] (P76), kunt u de witbalans niet
fijn afstellen.
Over de wit-instelling
• Zorg dat de camera of het onderwerp na
het starten van de wit-instelling niet meer
beweegt tot u terugkeert naar het menu.
Opnames maken (geavanceerd)
Zie pagina 68 voor het instellen.
J
Zie pagina 68 voor het instellen.
ISO-gevoeligheid [SENSITIVITY]
ISO-gevoeligheid geeft de lichtgevoeligheid
in een waarde weer. Als u de ISOgevoeligheid hoger instelt, wordt de camera
beter geschikter voor opnames op donkere
plekken.
• Bij het instellen op [AUTO], wordt de ISOgevoeligheid automatisch aangepast van
[ISO80] tot [ISO200] conform de
helderheid. (Bij gebruik van de flitser kan
hij worden aangepast van [ISO100] tot
[ISO400].)
ISOgevoeligheid
Gebruiken op
heldere plekken
(bijv. buitenshuis)
Gebruiken op
duistere plekken
Sluitertijd
Ruis
80
Geschikt
400
Niet
geschikt
Niet
Geschikt
geschikt
Langzaam Snel
Minder
Meer
• In Auto-modus [0], bewegend
beeldmodus [i] of scènemodus (P59),
is de ISO-gevoeligheid vast ingesteld op
[AUTO]. (In [NIGHT SCENERY], [SOFT
SKIN] en [STARRY SKY] in scènemodus,
is het vast ingesteld op [ISO80].)
• Om beeldruis te voorkomen raden we aan
de ISO-gevoeligheid of de instelling
[NOISE REDUCTION] bij [PICT.ADJ.] te
verlagen tot [HIGH] voor het nemen van
foto’s. (P77)
Z
Beeldformaat [PICT.SIZE]
Selecteer een hoger aantal beeldpunten
voor duidelijker foto’s bij het afdrukken.
Selecteer een lager aantal beeldpunten om
meer foto’s op de kaart te kunnen opslaan.
Minder beeldpunten betekent ook dat de
foto’s gemakkelijker te versturen zijn per email of te gebruiken op een homepage.
n Indien de aspectratio staat ingesteld
op [j]
3840×2160 beeldpunten
8M
5.5M EZ 3072×1728 beeldpunten
2M EZ 1920×1080 beeldpunten
n Indien de aspectratio staat ingesteld
]
op [
7M
3248×2160 beeldpunten
4.5M EZ 2560×1712 beeldpunten
2.5M EZ 2048×1360 beeldpunten
n Indien de aspectratio staat ingesteld
op [h]
6M
2880×2160 beeldpunten
4M EZ
2304×1728 beeldpunten
3M EZ
2048×1536 beeldpunten
2M EZ
1600×1200 beeldpunten
1M EZ
1280×960 beeldpunten
• Zie pagina 57 bij gebruik van de
filmmodus [i].
• EZ is een afkorting voor Extra Optical
Zoom. (P86)
• Foto’s zien er soms als een mozaïek uit
afhankelijk van het onderwerp en de
opnamecondities.
• Het aantal opneembare foto’s varieert
afhankelijk van het onderwerp.
• Het aantal resterende foto’s komt wellicht
niet overeen met de opgenomen beelden.
• Zie pagina 16 tot 18 voor het aantal
opneembare foto’s.
71
VQT0S25
Opnames maken (geavanceerd)
Zie pagina 68 voor het instellen.
Q
Kwaliteit [QUALITY]
U kunt kiezen uit 4 types kwaliteit
(compressieverhouding), afhankelijk van
het gebruik van de foto.
TIFF TIFF (ongecomprimeerd)
Dit type is geschikt voor het
bewerken en verwerken van foto’s
met beeldbewerkingssoftware.
G Fijn (Lage compressie):
Bij dit type wordt prioriteit gegeven
aan beeldkwaliteit. Beeldkwaliteit is
hoog.
H Standaard (Hoge compressie):
Bij dit type krijgt het aantal
opneembare foto’s prioriteit en
worden foto's in standaardkwaliteit
opgeslagen.
RAW RAW (ongecomprimeerd):
Dit type is geschikt voor het
bewerken en verwerken van foto’s
met een computer.
72
VQT0S25
• Als de kwaliteit is ingesteld op [TIFF] of
[RAW], wordt tegelijkertijd een JPEG-foto
van standaardkwaliteit [H] gecreëerd.
Het JPEG-bestand wordt ook verwijderd
als u het bijbehorende TIFF/RAWbestand verwijderd.
• Als u [RAW] selecteert, wordt de
maximale resolutie (P71) voor elke
aspectratio gefixeerd.
• De digitale zoom is niet bruikbaar als u
[RAW] hebt geselecteerd.
• Foto’s zien er soms als een mozaïek uit
afhankelijk van het onderwerp en de
opnamecondities.
• Het aantal opneembare foto’s varieert
afhankelijk van het onderwerp.
• Het aantal resterende foto’s komt wellicht
niet overeen met de opgenomen beelden.
• De volgende functies kunnen niet worden
gebruikt voor foto’s opgeslagen in [TIFF]
of [RAW].
–Auto-bracket
–Burstmodus
–[AUDIO REC.]
–[AUDIO DUB.]
–[RESIZE]
–[TRIMMING]
• Zie pagina 16 tot 18 voor het aantal
opneembare foto’s.
• U kunt bestanden in [RAW] indeling
verwerken met ofwel
[PHOTOfunSTUDIO] (op de inbegrepen
CD-ROM) of ArcSoft [PhotoImpression].
Maak gebruik van uw computer voor
bewerkingen die deze camera niet kan
uitvoeren.
• Gebruik voor geadvanceerde
fotografische verwerking software die
compatibel is met de RAW-indeling van
Panasonic, zoals Adobe Photoshop CS
(met RAW-plugin). Ga naar
http://www.adobe.com/ voor meer
informatie over Adobe-producten.
Opnames maken (geavanceerd)
Zie pagina 68 voor het instellen.
R
Geluidsopname [AUDIO REC.]
U kunt een foto met geluid nemen.
• Als u [AUDIO REC.] instelt op [ON],
verschijnt [I] op het scherm.
• Als uw begint met opnemen door scherp
te stellen op het onderwerp en de
ontspanknop in te drukken, wordt de
geluidsopname automatisch gestopt na
vijf seconden. Het is niet nodig om de
ontspanknop ingedrukt te houden.
• Het geluid wordt opgenomen via de
ingebouwde microfoon van de camera.
• Als u tijdens de geluidsopname op de
knop [MENU] drukt, wordt de opname
geannuleerd. Het geluid kan niet worden
opgeslagen.
• U kunt geen foto’s met geluid opnemen in
auto-bracket, burstmodus of als de
kwaliteit is ingesteld op [TIFF], [RAW] of
[STARRY SKY] in de scènemodus (P66).
Zie pagina 68 voor het instellen.
R
Metingfunctie
[METERING MODE]
U kunt overschakelen naar de volgende
metingfuncties.
R Meervoudig:
Bij deze methode meet de camera
de meest geschikte belichting door
automatische beoordeling van de
verdeling van helderheid over het
hele scherm. We raden deze
methode over het algemeen aan.
S Center weighted:
Bij deze methode wordt
geconcentreerd op het midden van
het scherm en wordt het gehele
scherm gelijkmatig gemeten.
U Spot:
Bij deze methode wordt het
onderwerp gemeten op een
bepaald punt, de ‘spot’ A.
A
• Deze staat vast ingesteld op Multiple
[R] in de Auto-modus [0].
73
VQT0S25
Opnames maken (geavanceerd)
Zie pagina 68 voor het instellen.
M
AF-modus [AF MODE]
T 9-zone-focussing:
De camera stelt scherp op een van
de 9 focuszones. U kunt een foto in
een vrije compositie vastleggen
zonder het onderwerp een
bepaalde positie op te dwingen.
V
3-zone-focussing (hoge snelheid):
De camera stelt scherp op een van
de vlakken links, in het midden of
rechts op het scherm.
W
1-zone-focussing (hoge snelheid):
De camera stelt scherp op het
onderwerp in het AF-gebied in het
midden van het scherm.
W 1-zone-focussing:
De camera stelt scherp op het
onderwerp in het AF-gebied in het
midden van het scherm.
74
VQT0S25
U Spot-focussing:
De camera stelt scherp op het
omkaderde, smalle vlak op het
scherm.
n High speed AF (H) modus
• Als u 3-zone-focussing selecteert (hoge
snelheid) of 1-zone-focussing (hoge
snelheid), wordt de autofocus op hoge
snelheid geactiveerd en kunt u sneller de
scherptediepte van het object bepalen.
• Foto’s kunnen blijven stilstaan in de
conditie waarin ze verkeerden voordat het
object werd scherpgesteld door de
ontspanknop half in te drukken. Dit is
echter geen storing. Als u geen
stilstaande foto’s wilt nemen tijdens de
autofocus, gebruik dan een andere AFmodus dan 3-zone-focussing (hoge
snelheid) en 1-zone-focussing (hoge
snelheid).
• Als u de digitale zoom gebruikt of foto’s
neemt op donkere plekken, wordt de AFzone op het midden van het scherm
weergegeven in een grotere maat dan
normaal.
• Als meerdere AF-zones (max. 9 vlakken)
tegelijk oplichten, richt de camera zich op al
deze AF-zones.
De focuspositie wordt niet van tevoren bepaald
omdat hij wordt ingesteld op de positie die de
camera automatisch vaststelt op het moment
van focussen. Wilt u de focuspositie bepalen
voor het nemen van foto’s, schakel de AFmodus dan over naar 1-zone-focussing, 1zone-focussing (hoge snelheid) of spotfocussing.
• U kunt de AF-modus niet wijzigen
wanneer u [FIREWORKS] of [SELF
PORTRAIT] in scènemodus (P59)
gebruikt.
• Deze staat vast ingesteld op 1-zonefocussing in de Auto-modus [0].
Opnames maken (geavanceerd)
Zie pagina 68 voor het instellen.
Continue AF [CONT.AF]
Zie pagina 68 voor het instellen.
N
SCN1 SCN2
Met deze modus bepaalt u eenvoudiger de
compositie van een foto omdat altijd wordt
scherpgesteld op het onderwerp.
Als de AF-modus wordt ingesteld op 1zone-focussing, 1-zone-focussing (hoge
snelheid) of spot-focussing, is er minder tijd
nodig voor het scherpstellen als de
ontspanknop half wordt ingedrukt.
• Als het wordt ingesteld op [ON], verschijnt
de aanduiding [
].
• De batterij kan sneller opraken dan
gebruikelijk.
• Het scherpstellen op een onderwerp kan
even duren nadat de zoomhendel van
Wide naar Tele is gedraaid of wanneer
snel gewisseld wordt van een
dichtbijgelegen onderwerp naar een
verafgelegen onderwerp.
• Druk de ontspanknop nogmaals half in als
het moeilijk is om scherp te stellen op het
onderwerp.
• U kunt dit niet gebruiken bij de scènemodi
(P59) [STARRY SKY], [FIREWORKS],
[NIGHT PORTRAIT] of [NIGHT SCENERY].
• Indien de focusschakelaar op [AFw]
staat ingesteld, wordt de focustijd niet
korter.
AF-assistentielamp
[AF ASSIST LAMP]
Door het onderwerp te belichten met de
AF-assistentielamp kan de camera onder
slechte lichtcondities scherpstellen.
Wanneer u de
1
ontspanknop half indrukt
op donkere plekken of
andere situaties, verschijnt
een groter AF-gebied dan
normaal en gaat de AFassistentielamp 1 aan.
ON
OFF
De AF-assistentielamp gaat aan
onder slechte lichtcondities. Op dat
moment verschijnt het pictogram
AF-assistentielamp [S] op het
scherm. Het effectieve bereik van
de AF-assistentielamp is 1,5 m.
De AF-assistentielamp gaat niet
aan.
• Hou rekening met de volgende punten als
de AF-assistentielamp wordt gebruikt.
–Kijk niet dicht in de AF-assistentielamp.
–Dek de AF-assistentielamp niet af met
uw vingers of andere voorwerpen.
• AF-assistentielamp is vast ingesteld op
[ON] in Auto-modus [0].
• U kunt de AF-assistentielamp niet
gebruiken in [SCENERY], [NIGHT
SCENERY], [FIREWORKS] en [SELF
PORTRAIT] in scènemodus (P59).
• Als u de AF-assistentielamp niet wilt
gebruiken (bijv. wanneer u een foto neemt
van een object op een donkere plek), stel
de [AF ASSIST LAMP] dan in op [OFF]. In
dit geval wordt het moeilijk om scherp te
stellen op het onderwerp.
• Het AF-gebied (P74) wordt slechts
ingesteld op een punt midden op het
scherm wanneer de AF-assistentielamp
wordt aangezet.
75
VQT0S25
Opnames maken (geavanceerd)
Zie pagina 68 voor het instellen.
O
Zie pagina 68 voor het instellen.
Digitale zoom [D.ZOOM]
T
Kleureffect [COL.EFFECT]
SCN1 SCN2
Het is mogelijk om een onderwerp waarop
al vier keer is ingezoomd nog verder te
vergroten met de optische zoom en
nogmaals vier keer met de digitale zoom,
waarmee een maximum van 16 keer wordt
bereikt.
(U kunt de extra optische zoom nog
benutten.)
Zie pagina 86 voor meer informatie over de
extra optische zoom.
n Het digitale zoombereik invoeren
Als u de zoomhendel naar de uiterste Tele
positie bereikt, kan het zijn dat de
zoomaanduiding op het scherm even
pauzeert.
U kunt het digitale zoombereik instellen om
de zoomhendel voortdurend naar Tele te
draaien om de zoomhendel eenmaal los te
laten en dan opnieuw naar Tele te draaien.
4
[OFF] :
1
[ON] :
16
4
2
1 Optische zoom
2 Digitale zoom
• Bij gebruik van de digitale zoom, gaat de
beeldkwaliteit achteruit.
• In het digitale zoombereik, kan het zijn dat
de stabilisatiefunctie niet goed werkt.
• Gebruik bij digitale zoom een statief en de
zelfontspanner (P42) voor de beste
resultaten.
• Het AF-gebied wordt in een groter formaat
dan anders weergegeven en alleen
ingesteld op een punt in het midden van
het scherm in het digitale zoombereik.
• Als u [QUALITY] instelt op [RAW] (P72),
schakelt de digitale zoom uit. Schakelt u
over op een andere [QUALITY] instelling,
wordt de digitale zoominstelling van voor
uw selectie van [RAW] hersteld.
76
VQT0S25
U kunt 4 types kleureffecten gebruiken
afhankelijk van de afbeelding op de foto.
COOL
WARM
B/W
SEPIA
De foto krijgt een blauwe zweem.
De foto krijgt een rode zweem.
De foto wordt zwartwit.
De foto wordt sepiakleurig.
Opnames maken (geavanceerd)
Zie pagina 68 voor het instellen.
U
Beeldinstelling [PICT.ADJ.]
Zie pagina 68 voor het instellen.
M
Flip-animatie [FLIP ANIM.]
SCN1 SCN2
Gebruik deze functie in overeenstemming
met de opnamesituatie en de sfeer van de
foto.
CONTRAST
HIGH Verhoogt het verschil
tussen licht en donker op
de foto.
LOW Verlaagt het verschil
tussen licht en donker op
de foto.
SHARPNESS HIGH De foto krijgt een grote
scherpte.
LOW De foto krijgt een kleine
scherpte.
SATURATION HIGH De kleuren in de foto
worden levendig.
LOW De kleuren in de foto
worden natuurlijk.
NOISE
HIGH Het
ruisonderdrukkingseffect
REDUCTION
wordt versterkt.
De resolutie van de foto
kan hierdoor iets
verslechteren.
LOW Het
ruisonderdrukkingseffect
wordt verminderd.
U krijgt foto’s met een
hogere resolutie.
U kunt met de camera bewegende
beeldbestanden maken van tot 20
seconden door beelden die in flip-animatie
zijn opgeslagen aaneen te smeden.
Voorbeeld:
Door opeenvolgende beelden van het
onderwerp vast te leggen door de camera
beetje bij beetje te bewegen en de beelden
aaneen te sluiten, lijkt het of het onderwerp
zich beweegt.
• Als u foto’s neemt op donkere plekken,
kan er ruis optreden. Om beeldruis te
voorkomen raden we aan de instelling
[NOISE REDUCTION] bij [PICT.ADJ.] op
[HIGH] in te stellen of om alle opties
behalve [NOISE REDUCTION] op [LOW]
in te stellen voor het nemen van foto’s.
• In Auto-modus [0] kunt u [PICT.ADJ.]
niet gebruiken.
77
VQT0S25
Opnames maken (geavanceerd)
1 Selecteer [FLIP ANIM.].
REC
3 Beelden vastleggen voor flipanimatie.
33
D.ZOOM
COL.EFFECT
PICT.ADJ.
FLIP ANIM.
SELECT
8
REMAIN 92
EXIT
MENU
EXIT
MENU
• Er wordt een bewegend beeldbestand
gemaakt door beelden die zijn
opgeslagen in [PICTURE CAPTURE]
samen te voegen bij [CREATE MOTION
PICTURE].
• Geluid kan niet worden opgenomen.
• Het is niet mogelijk om geluid op te
nemen met audio-dubbing. (P96)
2 Selecteer [PICTURE CAPTURE].
MENU
• U kunt het vastgelegde beeld controleren
met r en het vorige of volgende beeld
met w/q.
• Wis onnodige beelden met de knop [A].
• U kunt max. 100 foto’s opslaan. Het
weergegeven aantal op te nemen foto’s is
een schatting.
4 Selecteer [CREATE MOTION
FLIP ANIM.
PICTURE].
PICTURE CAPTURE
FLIP ANIM.
CREATE MOTION PICTURE
PICTURE CAPTURE
DELETE STILL PICTURES
CREATE MOTION PICTURE
SELECT
EXIT
MENU
• Het beeldformaat is 320×240 beeldpunten.
78
VQT0S25
DELETE STILL PICTURES
SELECT
MENU
EXIT
MENU
Opnames maken (geavanceerd)
5 Selecteer [FRAME RATE] en stel
het aantal frames (beelden) in.
CREATE MOTION PICTURE
n Alle stilstaande beelden wissen die
zijn gebruikt voor de flip-animatie
Bij het selecteren van [DELETE STILL
PICTURES] in het menu [FLIP ANIM.],
verschijnt er een bevestigingsscherm.
Selecteer [YES] met r en druk dan op q.
FRAME RATE
CREATE MOTION PICTURE
SELECT
5fps
10fps
SET
EXIT
MENU
5 frames/sec.
10 frames/sec. (De filmbeelden
gaan vloeiender in elkaar over.)
6 Selecteer [CREATE MOTION
PICTURE] en maak een flipanimatie.
• U kunt geen foto’s gebruiken met audio,
burstmodus en auto-bracket en de functie
richtingwaarneming.
• De beelden in elke frame verschijnen niet
in normale review. (P35)
• Als u [CREATE MOTION PICTURE]
uitvoert, wordt de flip-animatie gecreëerd
van alle voor flip-animatie vastgelegde
foto’s. Wis onnodige foto’s.
• Flip-animaties kunnen niet op andere
apparatuur worden weergegeven.
• Geluid wordt niet opgenomen op flipanimaties. Het kan echter voorkomen dat
u verschillende niveaus ruis hoort als u
flip-animaties afspeelt met andere
apparatuur zonder mute-functie.
CREATE MOTION PICTURE
FRAME RATE
CREATE MOTION PICTURE
SELECT
EXIT
MENU
MENU
3 keer
• Het bestandsnummer verschijnt na het
maken van een flip-animatie.
n Gecreëerde flip-animaties weergeven
• U kunt gecreëerde flip-animaties
weergeven op dezelfde manier waarop
bewegende beelden worden
weergegeven. (P87)
79
VQT0S25
Opnames maken (geavanceerd)
Werken met het snelmenu
U kunt het volgende wijzigen met de
joystick tijdens het opnemen.
• [W.BALANCE] (P69)
• [SENSITIVITY] (P71)
• [PICT.SIZE] (P71)
• [QUALITY] (P72)
• [PICT.MODE] (P57)
1 Houd de joystick ingedrukt om
het snelkoppelingsmenu weer te
geven in opnamemodus.
AUTO AUTO
8M
AUTO
2
SELECT
EXIT
• Het instelmenu Quick verschijnt.
2 Selecteer het menu door erop te
drukken.
AUTO AUTO 8 M
AUTO
2
ISO80
ISO100
ISO200
ISO400
SELECT
80
VQT0S25
EXIT
• De menuopties hangen af van de
geselecteerde opnamemodus.
Opnames maken (geavanceerd)
Foto’s nemen met handmatige focus
1 Schuif de focusschakelaar naar
[MF].
2 Beweeg de joystick naar w/q om
[MF] te selecteren, beweeg de
joystick dan naar e/r om scherp
te stellen.
2
D
1
5
F2.88 1/30
M
AC
B
• AF: Autofocus
• AFw: Macromodus
• MF: Handmatige focus
• A : MF aanduiding
• B : Brandpuntsafstand
• e : Verder
• r : Dichterbij
• De assistent voor handmatige focus C verschijnt.
• De MF-assistent verdwijnt 2 seconden
nadat u de joystick niet meer beweegt.
• De verschuivende focusaanduiding D
verdwijnt 5 seconden nadat u de joystick
niet meer beweegt.
3 Neem de foto.
F2.8 1/30
81
VQT0S25
Opnames maken (geavanceerd)
n MF assistentie
Beweeg de joystick naar e/r terwijl [MF
ASSIST] is ingesteld op [MF1] of [MF2] om
de afbeelding te vergroten om het
scherpstellen te vereenvoudigen. (P22)
• [MF1]: Het middengedeelte van de foto
wordt vergroot. U kunt
scherpstellen terwijl u let op de
algehele compositie van de foto.
n Techniek voor handmatige focus
1 Beweeg de joystick e/r.
2 Ook al is het onderwerp scherpgesteld,
verplaats het toch nog een beetje.
m
5
2
1
0.5
F2.8
1/30
MF
• [MF2]: De gehele foto wordt vergroot. U
kunt eenvoudig scherpstellen als u
niet zeker bent van het brandpunt
bij groothoek.
m
5
2
1
0.5
F2.8
1/30
MF
• U kunt de MF-assistent uitschakelen
[OFF] in het menu [SETUP] (in
opnamemodus). (P22)
82
VQT0S25
3 Keer terug naar het midden om fijne
aanpassingen uit te voeren.
n Pre-focus
Bij deze techniek stelt u van tevoren scherp
op een bepaald punt om foto’s te nemen in
situaties waar het moeilijk is om op het
onderwerp te richten met autofocus
vanwege de snelheid.
Deze functie is geschikt wanneer de
afstand tussen camera en onderwerp
vaststaat.
• U kunt met handmatige focus ook in
bewegend beeldmodus [i] opnemen.
De focus wordt gefixeerd bij het starten
van de opname.
• Als u scherpstelt op het onderwerp in
Wide, is de focus wellicht niet voldoende
voor Tele. Focus in dat geval nogmaals op
het onderwerp.
• Bij het instellen van handmatige focus,
kunt u continue AF (P75) niet instellen.
• De MF-assistent verschijnt niet bij een
digitale zoombereik.
• De weergegeven afstand geeft ongeveer
aan hoe ver weg het focuspunt is.
• Gebruik de MF-assistent om de laatste
aanpassingen aan de focus uit te voeren.
• De AF-vergrendeling wordt opgeheven als
u handmatige focus selecteert.
Opnames maken (geavanceerd)
AF/AE vergrendeling (AF: Auto focus/
AE: Auto exposure)
Het vergrendelen van de focus kan handig
zijn wanneer het onderwerp zich buiten het
AF-gebied bevindt van de foto die u wilt
maken. Het vergrendelen van de belichting
is handig als er sprake is van een extreem
contrast op de opname en u de belichting
niet optimaal krijgt.
1 Selecteer [AF/AE LOCK] in het
menu [REC] om [AF], [AE] of
[AF/AE] te selecteren.
REC
2 3
METERING MODE
AF MODE
C-AF CONT.AF
AF AF ASSIST LAMP
AF-L
AE-L AF/AE LOCK
SELECT
SET
EXIT
MENU
MENU
• AF : Vergrendelde autofocus
• AE : Vergrendelde automatische belichting
• AF/AE : Beiden vergrendeld
2 Druk op de [AF/AE LOCK] knop
A.
n AF/AE vergrendeling
1 Richt het AF-gebied op het onderwerp.
2 Druk op de knop [AF/AE LOCK] om de
scherpstelling en belichting vast te
zetten. (Dit annuleert u door nogmaals
op de knop [AF/AE LOCK] te drukken.)
• De focus- en belichtingslampjes gaan
aan bij een juiste instelling.
3 Richt de camera weer op de opname die
u wilt vastleggen en druk de
ontspanknop volledig in.
n AF vergrendeling
1 Richt het AF-gebied op het onderwerp.
2 Druk op de knop [AF/AE LOCK] om de
scherpstelling vast te zetten. (Dit
annuleert u door nogmaals op de knop
[AF/AE LOCK] te drukken.)
• Het focuslampje gaat branden als de
instelling correct is.
3 Richt de camera weer op de opname die
u wilt vastleggen en druk de
ontspanknop volledig in.
n AE vergrendeling
1 Richt het AF-gebied op het onderwerp.
2 Druk op de knop [AF/AE LOCK] om de
belichting vast te zetten. (Dit annuleert u
door nogmaals op de knop [AF/AE
LOCK] te drukken.)
• Het belichtingslampje gaat branden als
de instelling correct is.
3 Richt de camera weer op de opname die
u wilt vastleggen en druk de
ontspanknop volledig in.
A
• Alleen de AE vergrendeling werkt als u de
handmatige focus gebruikt.
• Op de LCD verschijnt [AF-L], [AE-L] of
[ AF-L
AE-L ].
83
VQT0S25
Opnames maken (geavanceerd)
AF-macromodus
Met deze modus neemt u close-up foto’s
van het onderwerp, bijv. bij het maken van
bloemenfoto’s.
U kunt tot op een lensafstand van 5 cm van
het onderwerp foto’s nemen door de
zoomhendel tot het uiterste naar Wide (1×)
te draaien.
1 Selecteer [AFw] met de
n Focusbereik
• Normaal
1,2 m
T
50 cm
W
focusschakelaar.
• [AFw]
T
W
• AF: Autofocus
• AFw: AF-macromodus
• MF: Handmatige focus
84
VQT0S25
30 cm
5 cm
• Gebruik een statief en de zelfontspanner
(P42) voor de beste resultaten.
• Als het onderwerp dichtbij de camera is,
wordt het effectieve focusbereik
(velddiepte) aanzienlijk verkleind. Daarom
is het moeilijk om scherp te stellen op het
onderwerp als de afstand tussen de
camera en het onderwerp wordt gewijzigd
na scherpstelling op het onderwerp.
• Als de cameralens zich op een afstand
bevindt die buiten het beschikbare bereik
van het onderwerp valt, is het onderwerp
wellicht niet scherpgesteld zelfs al gaat
het focuslampje branden.
• Het beschikbare flitsbereik is 60 cm tot
4,1 m (Wide). (Dit wordt toegepast als u
de ISO-gevoeligheid instelt op [AUTO].)
• Het is normaal dat de resolutie van
afbeeldingen gemaakt met [AFw] van
dichtbij minder is aan de randen.
Opnames maken (geavanceerd)
De aspectratio instellen
Aspectratio is de verhouding tussen de
breedte en de hoogte van de foto. Bij deze
camera kunt u kiezen uit drie aspectratio’s.
•j
•
•h
• Het is niet mogelijk om bewegende
beelden op te nemen in de aspectratio
[
].
• Afhankelijk van de aspectratio is het
mogelijk dat de randen van de foto niet
worden afgedrukt. Probeer het volgende
om te zien of u ook de randen afgedrukt
kunt krijgen.
–Sommige fotozaken kunnen foto’s
gemaakt in de aspectratio [j]
verwerken. Informeer hiernaar voordat u
de afdrukopdracht indient.
–Als uw printer beschikt over de
mogelijkheid om randen in te stellen en
bij te snijden, wijzig deze instellingen dan
zo dat er geen randen zijn en niet wordt
bijgesneden. (Lees hiervoor de
gebruiksaanwijzing van uw printer.)
85
VQT0S25
Opnames maken (geavanceerd)
Foto’s nemen met de extra optische zoom
De optische zoom van de camera biedt u
normaal gesproken een telefotozoom van 4
keer, maar door een resolutie met een EZsuffix te kiezen, bijvoorbeeld 5.5M EZ ,
treedt de extra optische zoom in werking en
wordt de zoomfactor als volgt vergroot. (In
dit voorbeeld gaan we uit van een
aspectratio van [j].)
• Beeldformaat. (P71)
1 Draai de zoomhendel naar T.
5.5
19
T 5X
n Indien de extra optische zoom niet
werkt
Bijvoorbeeld: Resolutie is 8M
19
T 4X
n Indien de extra optische zoom werkt
Bijvoorbeeld: Resolutie is 5.5M EZ
5.5
19
T 5X
86
VQT0S25
n Resolutie en maximale zoom
Aspectratio
j
Beeldpunten
8M
5.5M EZ /2M EZ
7M
4.5M EZ /2.5M EZ
6M
h
4M EZ
3M EZ /2M EZ /
1M EZ
Maximale
zoom
4×
5×
4×
5,1×
4×
5×
5,6×
n Hoe de extra optische zoom werkt
• De extra optische zoom werkt door het
midden van de foto af te scheiden en dit
te expanderen om een groter tele-effect te
bewerkstelligen.
Als u bijvoorbeeld [5.5M EZ ] kiest,
worden 5,5 miljoen beeldpunten (van de
totale [8M], 8 miljoen mogelijk met de
CCD) opgenomen in uw foto.
• Met de extra optische zoom verhoogt u de
zoomfactor zonder dat de beeldkwaliteit
minder wordt zoals bij de digitale zoom.
• Het pictogram [ EZ ] komt in beeld als u
inzoomt met een resolutie waarbij de
extra optische zoom kan worden gebruikt.
• U kunt zelfs verder inzoomen door deze
functie te combineren met de digitale
zoom. Stel de digitale zoom in het menu
[REC] modus in op ON. (P76)
• De extra optische zoom werkt niet in de
filmmodus [i].
Weergave (geavanceerd)
Beelden weergeven met geluid/Bewegende
beelden
n Beelden met geluid
Selecteer een beeld met het pictogram
van geluid [A] A en geef het geluid
weer.
A
PLAY AUDIO
IO
100-0001
1/19
10 00 20.DEC.2005
10:00
20 DEC 2005
n Bewegende beelden
Selecteer een beeld met het pictogram
van een bewegend beeld B en geef de
bewegende beelden weer.
B
30 fps
16:9
PLAY MOTION
PICTURE
103-0003
16/16
10:00 20.DEC.2005
• De cursor die tijdens het
weergeven wordt afgebeeld
komt overeen met e/r/w/q.
• De weergave van bewegende
beelden stopt en de normale weergave
kan worden hervat door op r te drukken.
n Snel vooruitspoelen/Snel
terugspoelen
Blijf tijdens de weergave van bewegende
beelden w/q ingedrukt houden.
q : Snel vooruit
w : Snel terug
• Nadat de knop is losgelaten, keert de
weergave terug naar de normale
weergave van bewegende beelden.
n Pauzeren
Druk op e tijdens de weergave van
bewegende beelden.
• Druk nogmaals op e om het pauzeren te
annuleren.
• Het geluid is hoorbaar via de
luidspreker. Zie P23 om het
volumeniveau van het geluid in te
stellen
• U kunt de zoomfunctie niet gebruiken
tijdens het weergeven of pauzeren van
bewegende beelden.
• De bestandsindeling die met deze camera
kan worden weergegeven is QuickTime
Motion JPEG.
• Sommige QuickTime Motion JPEGbestanden die op een PC of een ander
apparaat zijn opgenomen, kunnen niet
door deze camera worden weergegeven.
• Tijdens het weergeven van bewegende
beelden die op een ander apparaat zijn
opgenomen, kan de kwaliteit van de
beelden achteruitgaan of kan weergave
onmogelijk zijn.
• Bij gebruik van een geheugenkaart met
een grote opslagruimte, kan het snel
vooruit zoeken langzamer werken dan
gebruikelijk.
87
VQT0S25
Weergave (geavanceerd)
Werken met het modusmenu [PLAY]
a : [SLIDE SHOW] (P89)
De weergavemodus biedt u diverse
manieren om uw beelden weer te geven en
te bewerken.
Menuopties
PLAY
b : [ROTATE] (P92)
l : [DPOF PRINT] (P93)
g: [PROTECT] (P95)
R : [AUDIO DUB.] (P96)
EXIT
MENU
MENU
• Als u de zoomhendel naar T draait,
bladert u naar de volgende pagina van
het menuscherm. (vice versa)
• Nadat u de optie hebt geselecteerd,
verandert u de instellingen zoals
beschreven op de volgende pagina’s.
88
VQT0S25
j : [ROTATE DISP.] (P91)
13
SLIDE SHOW
FAVORITE
ROTATE DISP.
ROTATE
DPOF PRINT
SELECT
: [FAVORITE] (P90)
e : [RESIZE] (P97)
f : [TRIMMING] (P98)
i : [ASPECT CONV.] (P100)
< : [CLEAN UP] (P101)
0 : [FORMAT] (P101)
Weergave (geavanceerd)
Zie pagina 88 voor de menubediening.
a
Weergeven met een diashow
[SLIDE SHOW]
DURATION
AUDIO
13
SLIDE SHOW
FAVORITE
ROTATE DISP.
ROTATE
DPOF PRINT
SELECT
SELECT
EXIT MENU
ALL Voor het weergeven van alle beelden.
Voor het weergeven van beelden in
uw favorietenlijst.
• Zie pagina 90 voor instructies voor het
toevoegen van beelden aan uw favorietenlijst.
• Start vanaf stap 2 als [FAVORITE] is
ingesteld op [OFF].
2 Stel de opties van de diashow in.
ALL SLIDE SHOW
START
DURATION
AUDIO
SELECT
SET
ALL SLIDE SHOW
START
1 Selecteer [ALL] of [ ].
PLAY
3 Selecteer [START].
EXIT
EXIT
MENU
Verwissel van afbeelding met w/q als u
[MANUAL] hebt gekozen. U kunt de foto
ook controleren door de joystick te
gebruiken.
• w:Het vorige beeld
• q:Het volgende beeld
4 Door op de knop [MENU] te
drukken, stopt de diashow.
• Tijdens weergave van bewegende
beelden is de diashow niet beschikbaar.
• Als u [AUDIO] instelt op [ON] en
vervolgens een beeld met geluid
weergeeft, verandert het beeld nadat het
geluid is afgelopen.
MENU
DURATION Selecteer intervallen van 1, 2,
3, 5 seconden of MANUAL.
AUDIO
Door [ON] in te stellen, kan
het geluid van beelden die
met geluid zijn opgenomen,
worden weergegeven tijdens
een diashow.
• U kunt [MANUAL] selecteren als u bij stap
1[
] hebt geselecteerd.
89
VQT0S25
Weergave (geavanceerd)
Zie pagina 88 voor de menubediening.
Favorieteninstelling
[FAVORITE]
1 Selecteer [ALL DELETE EXCEPT
1 Selecteer [ON] om dit in te stellen.
PLAY
13
SET
] tijdens de weergave.
MULTI/ALL DELETE
MULTI DELETE
ALL DELETE
ALL DELETE EXCEPT
SLIDE SHOW
FAVORITE
ROTATE DISP.
ROTATE
DPOF PRINT
SELECT
n Alle foto’s wissen behalve die in uw
favorietenlijst
EXIT
SELECT
CANCEL
MENU
MENU
2 Druk op e tijdens de weergave
om de foto in uw favorietenlijst op
te nemen.
2 keer
2 Wis de foto’s.
ALL DELETE EXCEPT
DELETE ALL EXCEPT
A
100 -0001
1/19
NO
YES
SELECT
10:00 20.DEC.2005
A Favorites indicator
• Annuleer de favorietinstelling door op e te
drukken om de [ ] te wissen.
n Zie pagina 89 voor meer informatie
over de functie Slide Show (diashow)
met uw lijst favorieten.
90
VQT0S25
?
SET
Weergave (geavanceerd)
Zie pagina 88 voor het instellen.
• U kunt maximaal 999 foto’s in uw
favorietenlijst opnemen.
• Eenmaal gewist, kunnen de foto’s niet
meer worden teruggehaald. Controleer
nogmaals voor u de foto’s wist.
• Zet de camera tijdens het wissen niet uit.
• Beveiligde foto’s (P95) of foto’s die niet
conform de DCF-normen zijn (P47)
worden niet gewist.
• Gebruik voor het wissen een batterij met
voldoende lading (P12) of gebruik de
netadapter (DMW-AC5; optioneel).
• Hoe meer foto’s gewist moeten worden,
hoe langer het duurt.
• Soms is het niet mogelijk om foto’s die
met andere apparatuur zijn gemaakt in uw
favorietenlijst op te nemen.
• Gebruik [LUMIX Simple Viewer] of
[PHOTOfunSTUDIO] (op de bijgeleverde
CD-ROM) om instellingen te wijzigen, te
controleren, of om foto’s in uw
favorietenlijst te wissen. (Voor meer
informatie ver wijzen we naar de
afzonderlijke bedieningsinstructies voor
aansluiting op de PC.)
Beelden weergeven in de richting
j waarin ze zijn opgenomen
[ROTATE DISP.]
Met deze functie kunt u beelden die zijn
opgenomen met de camera in de verticale
stand of beelden die met de functie
[ROTATE] zijn gedraaid, weergeven in de
gedraaide richting.
1 Selecteer [ON] om in te stellen.
PLAY
13
SLIDE SHOW
FAVORITE
ROTATE DISP.
ROTATE
DPOF PRINT
SELECT
SET
EXIT
MENU
MENU
• Als u [OFF] selecteert, worden de beelden
weergegeven zonder te worden gedraaid.
• Raadpleeg P47 over hoe u de beelden
kunt weergeven.
• Als u foto’s neemt met de camera op zijn
kant, lees dan “Juiste houding voor het
nemen van foto’s”op P30 goed door.
• De functie voor het vaststellen van de
richting (P31) werkt misschien niet correct
bij foto’s die met de camera naar boven of
beneden gericht zijn genomen.
• Alleen stilstaande beelden in de normale
weergavemodus kunnen worden gedraaid.
Wanneer u gedraaide beelden weergeeft in
multi-weergave, worden de beelden in de
oorspronkelijke richting weergegeven.
• U kunt beelden draaien en weergeven
met behulp van de functie [ROTATE]
(P92), zelfs als de beelden niet hebt
opgenomen met de camera in de
verticale stand.
• De beelden kunnen iets wazig zijn als u
deze verticaal weergeeft op een televisie
(aangesloten via de meegeleverde AVkabel).
91
VQT0S25
Weergave (geavanceerd)
Zie pagina 88 voor de menubediening.
b
Het beeld draaien [ROTATE]
U kunt de geselecteerde beelden draaien
en weergeven in stappen van 90°.
n Voorbeeld
Bij rechtsom draaien (a)
2 Selecteer de richting waarin u het
beeld wilt draaien.
ROTATE
Oorspronkelijk
beeld
SELECT
SET
EXIT
MENU
MENU
1 Selecteer het beeld dat u wilt
draaien en stel het in.
ROTATE
SELECT
a Het beeld wordt rechtsom gedraaid
in stappen van 90°.
100 _ 0001
1/19
SET
EXIT
MENU
• Het is niet mogelijk om filmbeelden, flipanimaties of beveiligde afbeeldingen te
draaien.
92
VQT0S25
2 keer
b Het beeld wordt linksom gedraaid
in stappen van 90°.
• Als u het beeld op een PC weergeeft, kunt
u gedraaide beelden niet weergeven als
het besturingssysteem of de software niet
compatibel is met Exif.
• Exif is de bestandsindeling voor
stilstaande beelden, ontwikkeld door
JEITA [Japan Electronics and Information
Technology Industries Association],
waaraan opname en andere informatie
kan worden toegevoegd.
• Als [ROTATE DISP.] is ingesteld op [OFF],
is de functie [ROTATE] uitgeschakeld.
• Als beelden zijn opgenomen met de
camera in de verticale stand, worden de
beelden verticaal weergegeven (de
beelden worden gedraaid).
• Het kan onmogelijk zijn beelden te
draaien die op een ander apparaat zijn
opgenomen.
Weergave (geavanceerd)
Zie pagina 88 voor de menubediening.
l
Het af te drukken beeld en het
aantal afdrukken instellen
[DPOF PRINT]
DPOF SET THIS
DPOF (Digital Print Order Format) is een
systeem dat de gebruiker in staat stelt de
beelden te selecteren die moeten worden
afgedrukt op compatibele fotoprinters. Met
DPOF is de gebruiker tevens in staat in te
stellen hoeveel afdrukken van iedere foto
moeten worden gemaakt. Veel
commerciële fotoafdrukwinkels gebruiken
reeds DPOF.
1 Selecteer [SINGLE], [MULTI] of
[CANCEL].
PLAY
13
SLIDE SHOW
FAVORITE
ROTATE DISP.
ROTATE
DPOF PRINT
SELECT
n Één beeld instellen
Selecteer het beeld stel het aantal
afdrukken in.
SINGLE
MULTI
CANCEL
EXIT MENU
1
COUNT
SELECT
100 _ 0001
1/19
111
DATE DISPLAY
EXIT MENU
MENU
2 keer
• Het aantal afdrukken kan worden
ingesteld van 0 tot 999.
• Het pictogram van het aantal afdrukken
[d] wordt afgebeeld.
• Als het aantal afdrukken wordt ingesteld
op “0”, wordt het instellen van het DPOFafdrukken geannuleerd.
n Meerdere beelden instellen
Selecteer de beelden stel het aantal
afdrukken in.
DPOF SET MULTI
1
7
8
10
11
COUNT 111
SELECT
9
DATE DISPLAY
EXIT MENU
MENU
2 keer
• Herhaal bovenstaande werkwijze.
• Het aantal afdrukken kan worden
ingesteld van 0 tot 999.
• Het pictogram van het aantal afdrukken
[d] wordt afgebeeld.
• Als het aantal afdrukken wordt ingesteld
op “0”, wordt het instellen van het DPOFafdrukken geannuleerd.
93
VQT0S25
Weergave (geavanceerd)
n Alle instellingen annuleren
Selecteer [YES] om alle instellingen te
annuleren.
CANCEL ALL DPOF
CANCEL ALL DPOF
PRINT SETTINGS?
NO
YES
SELECT
SET
MENU
n De datum afdrukken
U kunt tijdens het instellen van het aantal
afdrukken, het afdrukken van de
opnamedatum instellen/annuleren met
iedere druk op de knop [DISPLAY].
DPOF SET THIS
1
COUNT
SELECT
111
100 _ 0001
1/19
DATE DISPLAY
EXIT MENU
• Het pictogram van het afdrukken van de
datum [L] wordt afgebeeld.
• Als u naar een fotowinkel voor digitale
afdrukken gaat, vergeet u niet het
afdrukken van de datum afzonderlijk te
bestellen, indien gewenst.
• Zelfs als u het afdrukken van de datum
hebt ingesteld, is het mogelijk dat de
datum niet wordt afgedrukt, afhankelijk
van de fotowinkel en de printer. Vraag in
de fotowinkel om verdere informatie of
raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de
printer.
94
VQT0S25
• De afdrukinstelling DPOF is een handige
functie bij het afdrukken van foto’s op
printers die PictBridge ondersteunen.
(P106)
• DPOF is de afkorting van Digital Print
Order Format. Deze functie maakt het
mogelijk afdrukinformatie ed toe te
voegen aan de beelden en op de kaart te
schrijven voor gebruik door het DPOFcompatibele systeem.
• Als het bestand niet voldoet aan de DCFnorm, kan de DPOF-afdrukinstelling niet
worden gemaakt. DCF is de afkorting van
[Design rule for Camera File system], en
is vastgesteld door JEITA [Japan
Electronics and Information Technology
Industries Association].
• Bij het instellen van DPOF-afdrukken,
worden alle eerder gemaakte DPOFafdrukinstellingen van andere apparatuur
gewist.
Weergave (geavanceerd)
Zie pagina 88 voor de menubediening.
g
Per ongeluk wissen van
beelden voorkomen [PROTECT]
U kunt beelden die u niet wilt wissen
beveiligen tegen per ongeluk wissen.
1 Selecteer [SINGLE], [MULTI] of
[CANCEL].
PLAY
23
PROTECT
AUDIO DUB.
RESIZE
TRIMMING
ASPECT CONV.
SELECT
EXIT
MENU
n Één beeld instellen
Selecteer het beeld en stel in of
annuleer de beveiliging.
PROTECT THIS
SELECT
SET/CANCEL
100 _ 0001
1/19
EXIT
n Meerdere beelden instellen/Alle
instellingen annuleren
Voer dezelfde bediening uit als in [Het af te
drukken beeld en het aantal beelden
instellen [DPOF PRINT]]. (P93 en 94)
• Als u beveiligde beelden wilt wissen,
annuleert u eerst de beveiliging.
• Ondanks dat met deze instelling de
beelden worden beveiligd tegen per
ongeluk wissen, zullen door de kaart te
formatteren alle gegevens permanent
worden gewist. (P101)
• De beveiligingsinstelling werkt misschien
niet bij een ander apparaat.
• Als u het schuifje voor schrijfbeveiliging
verschuift van A naar [LOCK], wordt
voorkomen dat beelden worden gewist,
zelfs als de beveiliging niet is ingesteld.
A
• De volgende functies kunnen niet worden
gebruikt met beveiligde beelden.
–[ROTATE] (P92)
–[AUDIO DUB.] (P96)
MENU
MENU
2 keer
SET
Het pictogram van de
beveiliging [c] wordt
afgebeeld.
CANCEL Het pictogram van de
beveiliging [c] verdwijnt.
95
VQT0S25
Weergave (geavanceerd)
Zie pagina 88 voor de menubediening.
R
Geluid toevoegen aan
opgenomen beelden
[AUDIO DUB.]
U kunt het geluid opnemen nadat het beeld
is opgenomen.
1 Selecteer het beeld en start de
geluidsopname.
AUDIO
DUB.
SELECT
START
100 _ 0001
1/19
EXIT
MENU
• Als reeds geluid is opgenomen, wordt een
bevestigingsscherm afgebeeld. Druk op r en
selecteer [YES], en druk vervolgens op q om de
geluidsopname te starten. (Het oorspronkelijk
opgenomen geluid wordt gewist.)
2 De geluidsopname stoppen.
AUDIO
DUB.
100 _ 0001
1/19
STOP
MENU
2 keer
• Druk op r om te stoppen met het
opnemen.
• Zelfs als u niet op r drukt, zal na
ongeveer 10 seconden het opnemen
automatisch stoppen.
96
VQT0S25
• Het is niet mogelijk om geluid op te
nemen bij film, flip-animaties, beveiligde
afbeeldingen of afbeeldingen opgeslagen
als [TIFF] of [RAW].
• Het kan onmogelijk zijn geluid op te
nemen bij beelden die op een ander
apparaat zijn opgenomen.
Weergave (geavanceerd)
Zie pagina 88 voor het instellen.
e
Het beeldformaat veranderen
[RESIZE]
2 Selecteer het beeldformaat en
stel het in.
RESIZE
Deze functie is handig als u de
bestandsgrootte van het beeld wilt verlagen
in het geval dat u het als aanhangsel per email wilt versturen of wilt uploaden naar
een website.
1 Selecteer het beeld en stel het in.
RESIZE
SELECT
RESIZE
100 _ 0001
1/19
EXIT
MENU
100 _ 0001
1/19
SELECT
SET
EXIT
MENU
• Kleinere beeldformaten dan het
opgenomen beeld worden weergegeven.
n Indien de aspectratio staat ingesteld
op [j]
3072×1728 beeldpunten
1920×1080 beeldpunten
• De volgende beelden kunnen niet van
formaat worden veranderd.
–Indien de aspectratio staat ingesteld op
[j]
Foto’s gemaakt met een resolutie van
[2M EZ ]
–Indien de aspectratio staat ingesteld op
[
]
Foto’s gemaakt met een resolutie van
[2.5M EZ ]
–Beelden opgenomen als [TIFF] of [RAW]
–Bewegende beelden
–Flip-animatie
–Beelden met geluid
n Indien de aspectratio staat ingesteld
]
op [
4.5M
2560×1712 beeldpunten
2.5M
2048×1360 beeldpunten
n Indien de aspectratio staat ingesteld
op [h]
4M
2304×1728 beeldpunten
3M
2048×1536 beeldpunten
2M
1600×1200 beeldpunten
1M
1280×960 beeldpunten
0,3M
640×480 beeldpunten
97
VQT0S25
Weergave (geavanceerd)
3 Selecteer [YES] of [NO] om in te
stellen.
Zie pagina 88 voor het instellen.
f
Beelden bijsnijden [TRIMMING]
Met deze functie kunt u overbodige delen
van het opgenomen beeld afsnijden.
RESIZE
DELETE ORIGINAL
PICTURE?
NO
YES
SELECT
SET
CANCEL
MENU
MENU
2 keer
• Als u [YES] selecteert, wordt de foto
overschreven. Als foto’s waarvan het
beeldformaat is aangepast worden
overschreven, kunnen ze niet meer
hersteld worden.
• Als de originele foto beveiligd is, kunt u de
foto waarvan het beeldformaat is
aangepast niet overschrijven. Als u [NO]
selecteert, wordt een nieuwe foto met een
aangepast beeldformaat gemaakt.
• Soms is het niet mogelijk om foto’s die
met andere apparatuur zijn gemaakt te
vergroten of verkleinen.
1 Selecteer het beeld dat u wilt
bijsnijden en stel het in.
TRIMMING
SELECT
SET
100 _ 0001
1/19
EXIT
MENU
• De volgende beelden kunnen niet worden
bijgesneden.
–Bewegende beelden
–Flip-animatie
–Beelden met geluid
–Afbeeldingen die zijn opgeslagen als
[TIFF] of [RAW]
98
VQT0S25
Weergave (geavanceerd)
2 Het beeld vergroten of verkleinen
TRIMMING
ZOOM
100 _ 0001
1/19
EXIT
4 Selecteer [YES] of [NO] om in te
stellen.
TRIMMING
DELETE ORIGINAL
PICTURE?
NO
YES
MENU
SELECT
SET
CANCEL
MENU
MENU
2 keer
3 Verschuif het beeld en druk de
sluiterknop volledig in om vast te
leggen.
TRIMMING
ZOOM
TRIM:SHUTTER
100 _ 0001
1/19
EXIT
MENU
• Als u [YES] selecteert, wordt het
oorspronkelijke beeld overschreven.
Nadat bijgesneden beelden zijn
overschreven, kunnen ze niet worden
hersteld.
• Als de originele foto beveiligd is, kunt u de
bijgesneden foto niet overschrijven.
Als u [NO] selecteert, wordt een nieuwe
bijgesneden foto gemaakt.
• Het kan onmogelijk zijn beelden bij te
snijden die op een ander apparaat zijn
opgenomen.
• De beeldkwaliteit van het bijgesneden
beeld kan lager zijn.
• Als u een foto bijsnijdt, kan het zijn dat de
bijgesneden foto uit minder beeldpunten
bestaat dan de originele foto.
99
VQT0S25
Weergave (geavanceerd)
Zie pagina 88 voor het instellen.
i
3 Verplaats het kader om de foto bij
Aspectratio wijzigen
te snijden.
[ASPECT CONV.]
Het beeldformaat van beelden met een
aspectratio van 16:9 aanpassen voor
afdrukken met een aspectratio van 3:2 of
4:3.
1 Selecteer [
] of [h] en stel
dit in.
PLAY
ADJUST.
SET:SHUTTER
EXIT
MENU
23
PROTECT
AUDIO DUB.
RESIZE
TRIMMING
ASPECT CONV.
SELECT
4 Selecteer [YES] of [NO] om in te
EXIT MENU
stellen.
ASPECT CONV.
DELETE ORIGINAL
PICTURE?
2 Selecteer de foto.
ASPECTT
CONV.
NO
YES
100 _ 0001
1/19
SELECT
SET
CANCEL
MENU
MENU
2 keer
SELECT
SET
EXIT
MENU
• Als u [YES] selecteert, wordt de foto
overschreven.
Als foto’s waarvan de aspectratio is
aangepast worden overschreven, kunnen
ze niet meer hersteld worden.
• Als de originele foto beveiligd is, kunt u de
foto’s met de aangepaste aspectratio niet
overschrijven. Als u [NO] selecteert, wordt
een nieuwe foto met de gewijzigde
aspectratio gemaakt.
• U kunt de aspectratio van foto’s die zijn
gemaakt als [TIFF] of [RAW], film of
stilstaand beeld met geluid niet wijzigen.
• Indien u de aspectratio wijzigt, krijgt de
foto mogelijk een hogere resolutie.
100
VQT0S25
Weergave (geavanceerd)
Zie pagina 88 voor het instellen.
<
De kaart opschonen
[CLEAN UP]
Gebruik deze functie als de
overdrachtssnelheid van uw SD
geheugenkaart aanmerkelijk lager wordt.
Dit gebeurt normaal gesproken na
herhaaldelijk opnemen en wissen. Een
lagere overdrachtssnelheid is met name
van invloed op het opnemen van
bewegende beelden, waarbij het opnemen
kan worden onderbroken. Voor de beste
resultaten, schoont u van tevoren de kaart
op.
1 Selecteer [YES] om de
Zie pagina 88 voor het instellen.
0
De kaart initialiseren [FORMAT]
1 Selecteer [YES] om de kaart te
formatteren.
FORMAT
DELETE ALL DATA
ON THE MEMORY CARD?
NO
YES
SELECT
SET
geheugenkaart op te schonen.
CLEAN UP
CLEAN UP THE CARD?
NO
YES
SELECT
SET
• Door het opschonen wordt de
overdrachtssnelheid van het beschikbare
geheugen op de kaart hoger, maar worden
geen beelden of andere gegevens gewist.
• Het opschonen kan enige tijd duren.
• Het is mogelijk dat het opschonen geen
merkbaar effect heeft op bepaalde typen
kaarten.
• Opschonen kan niet worden gebruikt bij
een MultiMedia Card.
• Zet de camera tijdens het opschonen niet
uit.
• Gebruik voor het opschonen van de kaart
een batterij met voldoende lading (P12) of
gebruik de netadapter (DMW-AC5;
optioneel).
• Zorg ervoor dat het schuifje voor
schrijfbeveiliging van de SD geheugenkaart
niet in de stand voor schrijfbeveiliging staat.
• Normaal gesproken is het niet
noodzakelijk de kaart te formatteren.
Formatteer de kaart wanneer het bericht
[MEMORY CARD ERROR] wordt
afgebeeld.
• Formatteer de kaart niet op een
computer. Formatteer altijd in de camera.
• Nadat de kaart is geformatteerd, zijn alle
gegevens, inclusief beveiligde beelden,
onherstelbaar verloren. Controleer eerst
of alle gegevens zijn overgebracht naar
uw PC voordat u verdergaat met het
formatteren.
• Zet de camera tijdens het formatteren niet
uit.
• Gebruik voor het formatteren van de kaart
een batterij met voldoende lading (P12) of
gebruik de netadapter (DMW-AC5;
optioneel).
• Als op de SD geheugenkaart het schuifje
voor schrijfbeveiliging in de stand [LOCK]
staat, kunt u de kaart niet formatteren.
• Als de kaart niet kan worden
geformatteerd, neemt u contact op met
het dichtstbijzijnde servicecentrum.
101
VQT0S25
Weergave (geavanceerd)
Beelden weergeven op een tv-scherm
4 Zet de camera aan en zet de
modusknop op de
weergavemodus [Q].
n Beelden weergeven met de
meegeleverde kabel
• Zet de camera en de TV uit.
• Stel [TV ASPECT] in. (P24)
B
2
• U kunt alleen beelden op een tv
weergeven wanneer de modusknop op de
weergavemodus [Q] staat.
1
A
1 Sluit de AV-kabel A (meegeleverd)
aan op de [AV OUT] aansluiting
van de camera.
• Sluit de AV-kabel zodanig aan dat het
[f] merkteken is gericht naar het [w]
merkteken op de [AV OUT] aansluiting.
• Houd B vast en steek/trek de AV-kabel
recht erin/eruit.
2 Sluit de AV-kabel aan op de video-
en audio-ingangsaansluitingen
van de TV.
• 1 Geel: naar de video-ingangsaansluiting
• 2 Wit: naar de audio-ingangsaansluiting
3 Zet de tv aan en selecteer de
externe invoer.
102
VQT0S25
n Beelden bekijken in andere landen
Als u [VIDEO OUT] instelt op het menu,
kunt u beelden op een tv bekijken in andere
landen (gebieden) waar het NTSC- of PALkleursysteem wordt gebruikt.
• Zelfs als u op het menu de optie [VIDEO
OUT] instelt op [PAL], zullen in de
opnamefunctie de uitgangssignalen nog
steeds NTSC zijn.
n Beelden weergeven op een tv met een
SD geheugenkaart-gleuf
U kunt uw SD geheugenkaart inbrengen in
een TV die is uitgerust met een SDkaartgleuf om foto’s te bekijken.
(Afhankelijk van de televisie, kan het zijn
dat sommige beelden niet schermvullend
zijn).
• U kunt geen film afspelen. Gebruik de
inbegrepen AV-kabel voor het weergeven
van film. (Zie links)
• U kunt wellicht geen MultiMedia kaarten
weergeven zelfs als de tv een een SDgeheugen sleuf heeft.
• Geen andere AV kabels gebruiken
afgezien van de bijgeleverde kabel.
• Lees tevens de gebruiksaanwijzing van
de TV.
• Het geluid wordt in mono weergegeven.
• De beelden kunnen iets wazig zijn als u
deze verticaal weergeeft op een televisie
(aangesloten via de meegeleverde AVkabel).
Aansluiten op een PC of printer
Alvorens aan te sluiten met behulp van een
USB-aansluitkabel
[4 : USB MODE]
Selecteer het USB-systeem voordat u een
computer of printer aansluit op de camera
met behulp van de USB-aansluitkabel
(meegeleverd).
Stel de opties in op [USB MODE] in het
menu [SETUP]. (P23)
1 Selecteer [USB MODE].
SETUP
34
USB MODE
HIGHLIGHT
VIDEO OUT
TV ASPECT
MF m/ft
SELECT
EXIT
• Als [PC] is geselecteerd, wordt de camera
aangesloten via het
communicatiesysteem USB Mass
Storage.
• Als [PictBridge (PTP)] is geselecteerd,
wordt de camera aangesloten via het
communicatiesysteem PTP (Picture
Transfer Protocol).
• Als u bent aangesloten met een USBkabel, wordt wellicht [PICTURE IS
DISPLAYED FOR 4:3 TV FOR 16:9
SETUP q TV ASPECT] of vergelijkbaar
weergegeven. Dit is echter normaal.
MENU
MENU
2 Selecteer [PC] of [PictBridge
(PTP)].
USB MODE
PC
PictBridge
(PTP)
SELECT
SET
MENU
• Als u de camera op een PC aansluit,
selecteert u [PC]. (P104)
• Als u de camera aansluit op een printer
die PictBridge ondersteund, selecteert u
[PictBridge (PTP)]. (P106)
103
VQT0S25
Aansluiten op een PC of printer
Aansluiten op een PC
• Door de camera aan te sluiten op een
computer, kunt u uw beelden uploaden en
vervolgens de software gebruiken op de
meegeleverde CD-ROM ([LUMIX Simple
Viewer] en [PHOTOfunSTUDIO] voor
Windows®) om uw beelden per e-mail te
versturen of af te drukken.
• Als u Windows 98/98SE gebruikt,
installeert u eerst het USBstuurprogramma en sluit u vervolgens
aan op de computer.
• Voor meer informatie over [LUMIX Simple
Viewer] en de installatie verwijzen we naar
de afzonderlijke bedieningsinstructies voor
aansluiting op de PC.
1 Zet de camera aan en stel [USB
MODE] in op [PC] in het
setupmenu. (P103)
• Als u de [USB MODE] hebt ingesteld op
[PictBridge (PTP)], geeft de computer
mogelijkerwijs een foutmelding weer.
Klik op [Cancel] om het dialoogvenster te
sluiten en koppel de kabel los van de
computer. Verander de instelling in [PC]
en sluit de kabel weer aan.
2 Sluit de camera aan op een PC via
de USB-aansluitkabel B
(meegeleverd).
• Sluit de USB-aansluitkabel zodanig aan
dat het [f] merkteken is gericht naar
het [w] merkteken op de [DIGITAL]
aansluiting.
• Houd D vast en steek/trek de USBaansluitkabel recht erin/eruit.
Probeer de stekker er niet omgedraaid of
zijwaarts in te forceren. Hierdoor kunt u
het toestel en de ermee verbonden
apparatuur beschadigen.
ACCESS
A : Netadapter (DMW-AC5; optioneel)
• Zorg dat het toestel uit staat voordat u
de netadapter (DMW-AC5, optioneel)
aansluit of loskoppelt.
B : USB-aansluitkabel (meegeleverd)
C : Dit bericht verschijnt tijdens
gegevensoverdracht.
DE: Controleer de mantel van de stekker
en steek hem er recht in.
104
VQT0S25
[Windows]
Het station verschijnt in de map [My
Computer].
• Als dit de eerste keer is dat u de camera
aansluit op een PC, wordt het vereiste
stuurprogramma automatisch
geïnstalleerd zodat de camera kan
worden herkend door het Windows Plugand-Play, waarna het verschijnt in de map
[My Computer].
[Macintosh]
Het station wordt aangeduid als
[NO_NAME] of [Untitled].
Aansluiten op een PC of printer
n Mapsamenstelling
Mappen worden als volgt afgebeeld.
SD
geheugenkaart
MultiMedia
Card
DCIM
100_PANA
100_PANA
1
P1000001.JPG
2 3
P1000002.JPG
P1000999.JPG
101_PANA
999_PANA
MISC
PRIVATE1
1 Mapnummer
2 Bestandsnummer
3 JPG : Foto’s
MOV : Film
De inhoud van iedere map is:
DCIM
100_PANA
MISC
PRIVATE1
100_PANA tot 999_PANA
Foto’s/Film
Bestand met DPOF of
favorieteninstelling
Flip-animatiebestanden
• Dit toestel slaat maximaal 999
fotobestanden op in elke map. Indien het
maximum wordt bereikt, wordt er een
nieuwe map gemaakt.
• Stel bestands- en mapnummers opnieuw
in met [NO.RESET] in het menu Setup.
(P23)
n Mapnummers worden bijgewerkt
wanneer:
• De map met de foto die u zojuist hebt
genomen een bestand bevatte met het
nummer 999.
• U hebt een kaart ingebracht die een
bestandsnummer met 100 bevat (bijv.
100_XXXXX, waarbij XXXXX staat voor
de naam van de fabrikant, enz.) die u hebt
gebruikt in een camera van een andere
fabrikant direct na gebruik van een kaart
met een mapnummer 100. (U brengt dus
een kaart met hetzelfde nummer in,
ongeacht de fabrikant.)
• U neemt weer foto’s nadat u [NO.RESET] hebt
gebruikt in het setupmenu (P23). (Het opslaan
vindt plaats naar een map met een nummer
dat volgt op de vorige.) U kunt het
mapnummer ook opnieuw instellen op 100 met
[NO.RESET] direct na het formatteren van de
kaart als er geen mappen of foto’s meer op de
kaart staan.)
• Als de resterende batterijlading opraakt
tijdens een communicatie, kunnen de
opgenomen gegevens beschadigd
worden. Gebruik voor het aansluiten van
de camera op een PC een batterij met
voldoende lading (P12) of gebruik de
netadapter (DMW-AC5; optioneel).
• Als de batterij tijdens de overdracht bijna
leeg raakt, gaat het alarm piepen. Stop de
overdracht in dat geval onmiddellijk.
• Maak de USB-aansluitkabel niet los terwijl
[ACCESS] wordt weergegeven.
• Voor gebruikers van Windows 2000:
Koppel de USB-aansluitkabel los
alvorens de geheugenkaart eruit te
halen. Als u de geheugenkaart eruit
haalt terwijl de USB-aansluitkabel is
aangesloten, kunnen de gegevens op
de geheugenkaart beschadigd worden.
(Voor meer informatie verwijzen we
naar de afzonderlijke
bedieningsinstructies voor aansluiting
op de PC.)
• Geen enkele andere USB aansluitkabel
gebruiken afgezien van de bijgeleverde
kabel.
• Raadpleeg tevens de gebruiksaanwijzing
van de PC.
n Betreffende de PictBridge (PTP)instellingen
• Bij Windows XP Home Edition/Professional en
Mac OS X kunt u de instelling van de USBfunctie laten staan op [PictBridge (PTP)].
• U kunt alleen foto’s vanaf de camera
laden en deze niet op de geheugenkaart
schrijven of ze wissen.
• Als er 1000 of meer foto’s op de
geheugenkaart staan, kan het zijn dat de
foto’s niet worden geïmporteerd.
105
VQT0S25
Aansluiten op een PC of printer
Aansluiten op een PictBridge-compatibele
printer
Door de camera met de (bijgeleverde) USBkabel rechtstreeks aan te sluiten op een printer
met PictBridge-ondersteuning, kunt u de af te
drukken foto’s selecteren op het LCD-scherm en
het afdrukken vanuit het scherm starten.
Maak de noodzakelijke instellingen van tevoren
op uw printer. (Lees hiervoor de
gebruiksaanwijzing van uw printer.)
3 Sluit de camera aan op een
printer via de USB-aansluitkabel
A (meegeleverd).
• Sluit de USB-aansluitkabel zodanig aan
dat het [f] merkteken is gericht naar
het [w] merkteken op de [DIGITAL]
aansluiting.
• Houd C vast en steek de USBaansluitkabel er dan recht in.
Wanneer DPOFafdrukken is
ingesteld. (P93)
Wanneer DPOFafdrukken niet is
ingesteld.
A : USB-aansluitkabel (meegeleverd)
B : Netadapter (DMW-AC5; optioneel)
• Zorg dat het toestel uitstaat voordat u
de netadapter (DMW-AC5, optioneel)
aansluit of loskoppelt.
1 Zet de camera aan en stel de
USB-functie in op [PictBridge
(PTP)]. (P103)
2 Zet de printer aan.
106
VQT0S25
Selecteer [DPOF
PICTURE]. (P108)
Selecteer [SINGLE
PICTURE]. (P107)
• Als de batterij tijdens de overdracht bijna
leeg raakt, gaat het alarm piepen. Stop de
overdracht in dat geval onmiddellijk.
• Het kan enige tijd duren om bepaalde
foto's af te drukken. Daarom adviseren wij
u een batterij met voldoende lading (P12)
of de netadapter (DMW-AC5; optioneel)
te gebruiken wanneer u aansluit op een
printer.
• Koppel de USB-aansluitkabel los na het
afdrukken.
• Geen enkele andere USB aansluitkabel
gebruiken afgezien van de bijgeleverde
kabel.
• Als u ook de leeftijd van uw kind wilt
afdrukken (toegevoegd met de
scènemodus [BABY] (P63)), gebruik dan
[LUMIX Simple Viewer] of
[PHOTOfunSTUDIO] (op de inbegrepen
CD-ROM). (Voor meer informatie
verwijzen we naar de afzonderlijke
bedieningsinstructies voor aansluiting op
de PC.)
Aansluiten op een PC of printer
n Enkele foto
n [PRINT WITH DATE]
1 Selecteer de af te drukken foto.
F
PictBridge
100 _ 0001
1/19
PLEASE SELECT
THE PICTURE TO PRINT
SELECT
PRINT
• Een bericht wordt gedurende ongeveer 2
seconden afgebeeld.
2 Maak de afdrukinstellingen.
SINGLE PICTURE
PRINT START
PRINT WITH DATE
NUM. OF PRINTS
PAPER SIZE
PAGE LAYOUT
SELECT
SET
1
CANCEL
MENU
• De opties die niet worden ondersteund
door de printer, worden grijs afgebeeld en
kunnen niet worden geselecteerd.
• Als u foto’s wilt afdrukken op een
papierformaat of in een lay-out die niet
door de camera wordt ondersteund, stelt
u [PAPER SIZE] en [PAGE LAYOUT] in op
[F] en stelt u vervolgens het
papierformaat en de lay-out in op de
printer. (Voor uitgebreide informatie,
raadpleegt u de gebruiksaanwijzing van
de printer.)
OFF
ON
De instellingen op de printer
hebben voorrang.
De datum wordt niet afgedrukt.
De datum wordt afgedrukt.
• Als de printer het afdrukken van datums
niet ondersteund, kan de datum niet op
de foto worden afgedrukt.
n [NUM. OF PRINTS]
Stel het aantal foto’s in.
n [PAPER SIZE]
(Mogelijke papierformaten op de
camera)
De opties worden vermeld op 1/2 en 2/2.
Druk op r om de gewenste optie te
selecteren.
1/2
F
L/3.5″×5″
2L/5″×7″
POSTCARD
A4
2/2*
CARD SIZE
10×15 cm
4″×6″
8″×10″
LETTER
De instellingen op de
printer hebben voorrang.
89 mm×127 mm
127 mm×178 mm
100 mm×148 mm
210 mm×297 mm
54 mm×85,6 mm
100 mm×150 mm
101,6 mm×152,4 mm
203,2 mm×254 mm
216 mm×279,4 mm
*Deze opties worden niet afgebeeld als de
printer deze papierformaten niet
ondersteunt.
107
VQT0S25
Aansluiten op een PC of printer
n [PAGE LAYOUT]
(Mogelijke lay-outs op de camera)
F
De instellingen op de printer
hebben voorrang.
G
afdruk van 1 pagina zonder rand
H
afdruk van 1 pagina met rand
I
afdruk van 2 pagina’s
J
afdruk van 4 pagina’s
n DPOF-foto
• Stel van tevoren het DPOF-afdrukken in
op deze camera. (P93)
1 Selecteer [DPOF PICTURE].
PictBridge
SINGLE PICTURE
DPOF PICTURE
3 Selecteer [PRINT START] en druk
vervolgens de foto af.
SELECT
SET
SINGLE PICTURE
PRINT START
PRINT WITH DATE
NUM. OF PRINTS
PAPER SIZE
PAGE LAYOUT
SELECT
1
CANCEL
MENU
• Als u met de nieuwe instellingen wilt
afdrukken, koppelt u eerst de USBaansluitkabel los en sluit u deze daarna
weer aan op de printer.
• U kunt de instelling van het DPOFafdrukken veranderen door op de knop
[MENU] te drukken. (P93)
2 Selecteer [PRINT START] en druk
• Druk op de knop [MENU] om het
afdrukken te annuleren.
vervolgens de foto af.
DPOF
PRINT START
PAPER SIZE
PAGE LAYOUT
SELECT
CANCEL MENU
• Raadpleeg P107 voor de
afdrukinstellingen.
• Druk op de knop [MENU] om het
afdrukken te annuleren.
108
VQT0S25
Aansluiten op een PC of printer
n Datumafdruk bij DPOF-afdrukken van
tevoren instellen
Als de printer de datumafdruk bij DPOFafdrukken ondersteunt, adviseren wij u de
datumafdruk bij DPOF-afdrukken van
tevoren in te stellen. (P94)
De opnamedatum kan worden afgedrukt
door [DPOF PICTURE] te selecteren om
het afdrukken te starten.
• Koppel de USB-aansluitkabel niet los
zolang het waarschuwingspictogram voor
kabel loskoppelen [K] wordt afgebeeld.
• Indien de aanduiding [*] oranje gaat
branden tijdens het afdrukken, controleer
dan of er geen sprake is van een storing
op de printer.
• Als in DPOF-afdrukken het totaal aantal
afdrukken of het aantal af te drukken
foto’s hoog is, worden de foto’s meerdere
malen afgedrukt. (De aanduiding van het
resterende aantal afdrukken verschilt van
de instelling. Dit is echter geen defect.)
• De instelling van de datumafdruk op de
printer kan voorrang hebben boven die op
de camera. Selecteer tevens de instelling
van datumafdrukken op de printer.
• Als de printer de datumafdruk niet
ondersteunt, kan de datum niet op de foto
worden afgedrukt.
• Als uw printer niet compatibel is met
[TIFF] of [RAW], worden de ermee
overeenkomende JPEG-foto’s afgedrukt.
(Is er geen overeenkomstige JPEG, dan
is afdrukken wellicht onmogelijk.)
n Lay-out-afdrukken
• Een foto meerdere keren op 1 vel
papier afdrukken
Wanneer u bijvoorbeeld een foto 4 keer
op 1 vel papier wilt afdrukken, stelt u
[PAGE LAYOUT] in op [J] en stelt u het
aantal keren afdrukken van de foto in op 4
bij [NUM. OF PRINTS].
• Verschillende foto’s op 1 vel papier
afdrukken (alleen in DPOF-afdrukken)
Wanneer u bijvoorbeeld 4 verschillende
foto’s op 1 vel papier wilt afdrukken, stelt
u [PAGE LAYOUT] in op [J] en stelt u
het aantal keren afdrukken van de foto in
op 1 bij [COUNT] in de instelling van
DPOF-afdrukken (P93) voor ieder van de
4 foto’s.
109
VQT0S25
Overige
Schermweergave
1 2
3
4 56 7
8
34
33
9
19
32
31
30
29
28
27
26
25
24
23
10
11
12
13
14
15
F2.8 1/25
22
21
MF
16
20 19 18 17
n Tijdens opname
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
Opnamemodus (P28)
Flitser (P38)
Witbalans (P69)
ISO-gevoeligheid (P71)
Focuslampje (P29)
Continue AF (P75)
Beeldformaat (P71)
Kwaliteit (P72)
30fps
10fps
30fps
10fps
30fps
10fps
VGA / VGA / QVGA / QVGA /
16:9 /
16:9 :
In filmmodus (P57)
6 : Jitter-waarschuwing (P31)
Batterijaanduiding (P12)
Kleureffect (P76)
Foto/Tijd resterend
In filmmodus: bijv. 11S
Kaartaanduiding (P15)
Opnameteken
Histogram (P27)
Bewegende focus (P81)
Joystick bediening
MF aanduiding (P81)
Leeftijdsweergave (P63)
• Telkens wanneer u de camera in
babymodus aanzet of overschakelt
naar babymodus vanuit een andere
scènemodus, of nadat u de
geboortedatum of klok hebt ingesteld,
worden de leeftijd van uw kind en de
huidige datum en tijd ongeveer 5
seconden weergegeven.
AF-L : AF/AE vergrendeling (P83)
AE-L
110
VQT0S25
19 Huidige datum en tijd
• Dit wordt ongeveer 5 seconden
weergegeven wanneer de camera wordt
aangezet, de klok ingesteld en na het
overschakelen van de weergavefunctie
naar de opnamefunctie.
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
EZ W
T 1X
Zoom (P36)/Extra optische zoom (P86)/
Digitale zoom (P76)
Sluitertijdaanduiding (P29)
Diafragma-aanduiding (P29)
Programmawisseling aanduiding (P32)
Backlight-compensatie (P34)
C : Belichtingscompensatie (P43)
AF-gebied (P29)
Metingfunctie (P73)
B : Auto-bracket (P44)
Spot AF-gebied (P74)
Power LCD-aanduiding (P26)
Zelfontspanner (P42)
4
AF-assistentielamp (P75)
Spot meetpunt (P73)
Flip-animatie (P77)
Burst (P46)
I : Geluidsopname (P57, 73)
33 Optisch stabilisatiesysteem (P45)
34 MF aanduiding (P81)/
AF w aanduiding (P84)
Overige
1
2
3
4
1
6
7
100 _ 0001
1/19
17
16
5
PLAY AUDIO
15
14
8
9
10
P F2.8 1/25
11
10:00 20.DEC.2005
13
12
n Tijdens weergave
1 Weergavemodus
11 Opname-informatie
2 Aantal DPOF [d] afdrukken (P93)
12 Favorieteninstelling (P90)
3 Beveiligde foto (P95)
13 Opgenomen datum en tijd
4 A : Stilstaande of filmbeelden met
geluid (P87)
14 Power LCD-aanduiding (P26)
5 Beeldformaat (P71)
16 Geluidsweergave (P87)
6 Kwaliteit (P72)
30fps
10fps
30fps
10fps
VGA / VGA / QVGA / QVGA /
In filmmodus (P57)
30fps
16:9
/
10fps
16:9
:
7 Batterijaanduiding (P12)
15 Leeftijdsweergave (P63)
PLAY MOTION
PICTURE : In filmmodus
17 Flip-animatie (P77)
: Favorietenaanduiding (P90)
8 Map-/Bestandsnummer
9 Paginanummer/Totaal aantal foto’s
10 Histogram (P27)
111
VQT0S25
Overige
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik
n Optimaal gebruik van het toestel
Wanneer u deze fotocamera draagt,
moet u oppassen het niet te laten vallen
of er tegen aan te stoten.
• De lens of de externe ombouw kan stuk
gaan door hard stoten, en dit zou een
gestoorde werking van het toestel kunnen
veroorzaken.
Houd het toestel uit de buurt van
magnetische apparatuur (zoals magnetrons,
televisie, videospelletjes, enz.).
• Indien u het toestel op of naast een televisie
gebruikt, kunnen de beelden en de audio
onderbroken worden door de straling van de
elektromagnetische golven.
• Gebruik het toestel niet in de buurt van
een mobiele telefoon want het geluid kan
een nadelige invloed hebben op de
beelden en de geluiden.
• Opgenomen gegevens kunnen beschadigd
worden of beelden kunnen vervormd
worden, als gevolg van sterke magnetische
velden die gecreëerd worden door
luidsprekers of grote motoren.
• De straling van elektromagnetische
golven die door een microprocessor
gegenereerd wordt, kan een nadelige
invloed hebben op het toestel en
storingen van beelden en geluiden
veroorzaken.
• Als het toestel de invloed van
magnetische geladen apparatuur
ondergaat en vervolgens niet naar
behoren werkt, dient u het toestel uit te
schakelen en de batterij te verwijderen, of
de netspanningsadapter (DMW-AC5; los
verkrijgbaar) los te maken, en vervolgens
de batterij weer terug te plaatsen of de
netspanningsadapter weer aan te sluiten.
Hierna schakelt u het toestel weer in.
Gebruik de digitale fotocamera niet in
de nabijheid van radiozenders of
hoogspanningsleidingen.
• Indien u opneemt in de nabijheid van
radiozenders of hoogspanningsleidingen
kan dit een nadelige invloed hebben op
de opgenomen beelden of geluiden.
112
VQT0S25
Gebruik de bijgele verde snoeren en
kabels. Indien u los verkrijgbare
accessoires gebruikt, moet u gebruik
maken van de snoeren en kabels die
daarbij geleverd zijn.
De snoeren en kabels niet verlengen.
Spuit geen insektenverdelgende
middelen of vluchtige chemicaliën op
het toestel.
• Wordt het toestel met zulke chemicaliën
bespoten dan kan de body beschadigd
raken en het oppervlak ervan
afbladderen.
• Zorg ervoor dat het toestel niet gedurende
lange tijd in aanraking komt met rubber of
plastic producten.
Gebruik geen benzine, verdunner of
alcohol voor de reiniging van het
toestel.
• Voordat u het toestel reinigt, de batterij
verwijderen of de netspanningsadapter
(DMW-AC5; los verkrijgbaar) loskoppelen
van de elektrische uitlaat.
• De body van het toestel kan vervormd
raken en het oppervlak kan gaan
afbladderen.
• Veeg het toestel met een zachte droge
doek schoon. Om hardnekkige vlekken te
verwijderen gebruikt u een doek die
natgemaakt is met een in water verdund
reinigingsmiddel. Na afloop gebruikt u
voor het drogen een droge doek.
• Wanneer u een chemische doek gebruikt,
moet u de instructies in acht nemen die bij
deze doek geleverd worden.
• Wanneer er regen of water op het toestel
spettert dan maakt u een zachte doek nat
met leidingwater, wringt u de doek goed
uit en veegt u de body van het toestel er
zorgvuldig mee schoon. Droog het toestel
daarna af met een droge doek.
Overige
n Kaart
Bewaar de kaart niet op plaatsen met
een hoge temperatuur of direct zonlicht
of waar gemakkelijk elektromagnetische
golven of statische elektriciteit
opgewekt kunnen worden.
De kaart niet buigen of laten vallen.
• De kaart kan beschadigd worden of de
opgenomen inhoud zou beschadigd of
gewist kunnen worden.
• Bewaar de kaart in het kaarthoesje of het
bewaarzakje na afloop van het gebruik, of
wanneer u de kaart opbergt of meeneemt.
• Zorg ervoor dat geen vuil, stof of water de
terminals achterop de kaart
binnendringen, en dat u deze niet met uw
vingers aanraakt.
n Batterij
De batterij is een oplaadbare lithiumionbatterij. De capaciteit van de batterij
om stroom te genereren is gebaseerd
op de chemische reactie die in de
batterij plaatsvindt. Deze reactie
ondergaat de invloed van de
omgevingstemperatuur en vochtigheid.
Is de temperatuur te hoog of te laag dan
wordt de werkingstijd van de batterij
korter.
Controleer of u de batterij na het gebruik
verwijderd heeft.
Sla de verwijderde batterij op in het
batterijdragende kistje (bijgeleverd).
Wanneer u naar buiten gaat, kunt u
geladen reservebatterijen meenemen.
• Vergeet u niet dat de werktijd van de
batterij korter zal worden bij een lage
temperatuur, zoals in skik-oorden.
• Zorg ervoor dat de oplader gereed is om
ter plekke op te kunnen laden als u reist.
Gooi een onbruikbare batterij weg.
• De batterij heeft een beperkte levensduur.
• Gooi de batterij niet in open vuur, dit kan
een explosie veroorzaken.
Zorg ervoor dat de batterijterminals niet
in aanraking komen met metalen
voorwerpen (zoals kettingen,
haarspelden, enz.).
• Dit kan kortsluiting of hittegeneratie
veroorzaken en als u de batterij in deze
toestand aanraakt, kunt u zich lelijk
branden.
n Oplader
• Indien u de oplader in de buurt van een
radio gebruikt, zou de radio-ontvangst
gestoord kunnen worden. Houd de
oplader op een afstand van 1 m of meer
van de radio.
• Wanneer de oplader in gebruik is, kan hij
zoemgeluiden maken. Dit is echter geen
storing.
• Controleer of u na het gebruik de
netspanningskabel los hebt gekoppelt van
het stopcontact. (Indien u het op het
stopcontact aangesloten laat, wordt een
minieme hoeveelheid stroom verbruikt.)
• Houd de terminals van de oplader en de
batterij schoon.
Als u de batterij per ongeluk laat vallen,
moet u controleren of de body van de
batterij en de terminals beschadigd zijn.
• Door een beschadigde batterij in het
toestel te plaatsen zal de fotocamera
beschadigd raken.
113
VQT0S25
Overige
Weergegeven berichten
[THIS MEMORY CARD IS PROTECTED]
Hef de kaartbeveiliging op.
[NO VALID PICTURE TO PLAY]
Weergave na opname of na het inbrengen
van een kaart met opnames.
[THIS PICTURE IS PROTECTED]
Na het opheffen van de beveiliging kunt u
de foto wissen of overschrijven.
[THIS PICTURE CANNOT BE DELETED]/
[SOME PICTURES CANNOT BE
DELETED]
Foto’s die niet zijn gebaseerd op de DCFstandaard, kunnen niet worden gewist.
• Wis dit soort afbeeldingen door ze eerst in
uw computer op te slaan en vervolgens
de kaart opnieuw te formatteren met het
toestel.
[NO ADDITIONAL DELETE SELECTIONS
CAN BE MADE]
U hebt het maximum aantal foto’s
overschreden dat kan worden ingesteld om
in één keer te worden gewist met de multiwisinstelling.
U hebt meer dan 999 foto’s in uw
favorietenlijst opgenomen.
[CANNOT BE SET ON THIS PICTURE]/
[CANNOT BE SET ON SOME PICTURES]
Wanneer de foto’s niet zijn gebaseerd op
de DCF-standaard, kan DPOF afdrukken
niet worden ingesteld.
114
VQT0S25
[MEMORY CARD ERROR FORMAT THIS
CARD?]
De indeling van de kaart wordt niet herkend
door de camera. Formatteer de kaart
opnieuw met deze camera.
Sla uw gegevens op naar uw computer, en
gebruik daarna dit toestel om de kaart
opnieuw te formatteren.
[PLEASE TURN CAMERA OFF AND
THEN ON AGAIN]
Dit bericht verschijnt als de camera niet
goed werkt. Zet de camera uit en weer aan.
Blijft het bericht zich voordoen, neem dan
contact op met de dealer of met uw
dichtstbijzijnde servicecentrum.
[MEMORY CARD ERROR]
Geen toegang gekregen tot de kaart.
Plaats de kaart opnieuw.
[READ ERROR
PLEASE CHECK THE CARD]
Data-leesfout.
Controleer of de kaart correct is geplaatst
en geef nogmaals weer.
[WRITE ERROR
PLEASE CHECK THE CARD]
Data-schrijffout.
Zet de camera uit en verwijder de kaart.
Breng de kaart dan weer in en zet de camera
opnieuw aan. Zorg dat de camera uitstaat
voordat u de kaart uitneemt of inbrengt om
schade te voorkomen. Deze fout kan er ook
op duiden dat de kaart is beschadigd.
Overige
[MOTION RECORDING WAS
CANCELLED DUE TO THE LIMITATION
OF THE WRITING SPEED OF THE
CARD]
Als u de [PICT.MODE] instelt op
[30fpsVGA] of [30fps16:9], gebruik dan
kaarten met een snelheid van 10 MB/
seconde of hoger (vermeld op verpakking
van kaart) voor de beste resultaten.
Het nemen van foto’s kan plotseling niet
meer mogelijk zijn bij sommige
kaartsoorten of indien u een kaart gebruikt
met een gefragmenteerd geheugen als
gevolg van herhaaldelijk opslaan en
verwijderen.
Schoon de kaart van tevoren op met dit
toestel voor de beste resultaten (P101).
[A FOLDER CANNOT BE CREATED]
De kaart is vol dus u kunt geen map maken.
Sla uw gegevens op in uw computer, en
gebruik daarna dit toestel om de kaart
opnieuw te formatteren.
[MOTION MODE IS NOT AVAILABLE IN
3:2 ASPECT. SET THE ASPECT SWITCH
IN 4:3 OR 16:9.]
Het is niet mogelijk om filmbeelden op te
nemen indien u de aspectratio hebt
ingesteld op [
]. Stel de aspectratio in
op [j] of [h]. (P85)
115
VQT0S25
Overige
Problemen oplossen
Indien u het menu opnieuw instelt op de gegevens die het toestel had op het moment van
aankoop, kan de situatie verbeteren. Verricht de [RESET] in het menu Setup. (P23)
n Batterij en voeding
Situatie
Oorzaken
De camera gaat niet aan. Is de batterij correct geplaatst? Controleer de richting van de batterij.
Is de batterij voldoende geladen?
Gebruik een batterij die voldoende geladen is.
De camera schakelt snel De batterij is onvoldoende geladen. Laad de batterij opnieuw
na het inschakelen uit.
of gebruik een batterij met voldoende lading.
n Foto’s nemen
Situatie
De foto kan niet worden
opgeslagen.
Het onderwerp is niet
goed scherp gesteld.
De genomen foto is
wazig.
De opnames zijn flets.
Er zit vuil op de lens.
Het maken van
filmbeelden stopt
onverwachts.
116
VQT0S25
Oorzaken
Is de kaart geplaatst?
Is de modusknop correct ingesteld?
Is er voldoende geheugencapaciteit over op de kaart?
Wis enkele foto’s voordat u opslaat.
Het bereik van de scherpstelling varieert en is afhankelijk van
de opnamemodus.
Draai aan de modusknop om de juiste modus in te stellen
voor de afstand tot het onderwerp.
Is het onderwerp buiten het focusbereik? (P30)
Wanneer u er niet in slaagt het onderwerp scherp te stellen,
zelfs na vele malen proberen, schakel het toestel dan uit en
zet het weer aan.
Bij het nemen van foto’s op met name donkere plekken of
binnen, wordt de sluitertijd traag en werkt de optische
beeldstabilisator mogelijk niet goed. In dat geval raden we
aan om de camera met beide handen stevig vast te houden
bij het nemen van foto’s (P30).
Er zitten wellicht vlekken, zoals vingerafdrukken, op de lens.
Als het lensoppervlak vuil is, zet de camera aan en reinig het
met een zachte doek.
Met deze camera kunnen geen filmbeelden worden
vastgelegd op een MultiMediaCard.
Als u de [PICT.MODE] instelt op [30fpsVGA] of [30fps16:9],
gebruik dan kaarten met een snelheid van 10 MB/seconde of hoger
(vermeld op verpakking van kaart) voor de beste resultaten.
Het nemen van foto’s kan plotseling niet meer mogelijk zijn bij
sommige kaartsoorten of indien u een kaart gebruikt met een
gefragmenteerd geheugen als gevolg van herhaaldelijk opslaan en
verwijderen. Schoon de kaart van tevoren op met dit toestel voor de
beste resultaten (P101).
Overige
n LCD
Situatie
Het beeld wordt niet
weergegeven op het
LCD-scherm.
Oorzaken
Is de spaarstand (P22) ingeschakeld? Druk de ontspanknop
tot halverwege in om deze functie uit te schakelen.
Is de batterijlading onvoldoende om de camera te bedienen?
Gebruik een batterij die voldoende geladen is.
De helderheid van het
Dit fenomeen treedt op wanneer u de ontspanknop tot
scherm wordt donkerder halverwege indrukt om het diafragma in te stellen en is niet
of lichter gedurende een van invloed op de vastgelegde beelden.
moment.
Het scherm is te licht of Stel de helderheid van het scherm bij. (P22)
te donker.
Is de Power LCD functie ingeschakeld? (P26)
Sommige beeldpunten
Dit is geen storing.
zijn inactief of branden
Deze beeldpunten zijn niet van invloed op de opgenomen
altijd op het LCDbeelden.
scherm.
Er verschijnt ruis op het In een donkere omgeving kan ruis verschijnen om de
LCD-scherm.
helderheid van het LCD-scherm te handhaven. Dit is niet van
invloed op de beelden die u aan het opnemen bent.
Er verschijnt een
Dit heet smeer. Het is specifiek voor CCD en geen storing.
verticaal rood spectrum Het verschijnt wanneer het onderwerp een helder gedeelte
op het LCD-scherm.
heeft. Het wordt opgenomen op filmbeelden, maar niet op
stilstaande beelden.
117
VQT0S25
Overige
n Flitser
Situatie
De flitser is niet
geactiveerd.
De flitser wordt twee
keer geactiveerd.
118
VQT0S25
Oorzaken
Zorg dat de flitser openstaat.
Verschuif de [< OPEN] schakelaar. (P38)
De flitser wordt niet geactiveerd als de functie bewegend
beeld [i], [SCENERY], [NIGHT SCENERY],
[FIREWORKS] of [STARRY SKY] in de scènefunctie is
geselecteerd (P59).
Bij AUTO/Rode-ogenreductie [s], Forced ON/Rodeogenreductie [q] en Slow-sync./Rode-ogenreductie
[u], dient de eerste flits ter voorbereiding om het rodeogeneffect te verminderen. Daarna gaat de flitser af voor het
maken van de foto.
Overige
n Weergave
Situatie
De foto wordt niet
weergegeven.
Oorzaken
Is de kaart geplaatst?
Staat er een foto op de kaart?
Staat de modusknop ingesteld op weergave [Q]?
Foto’s worden
Een van de functies van dit toestel is dat het automatisch
onverwacht gedraaid.
herkent of u de camera een slag draait om een foto te nemen.
Deze foto wordt dan automatisch gedraaid indien
weergegeven.
Het kan voorkomen dat het toestel meent dat u de camera
heeft gedraaid, terwijl u in feite de camera omhoog of omlaag
richt.
• Stel [ROTATE DISP.] (P91) in op [OFF] zodat de camera dit
soort foto’s niet automatisch voor u draait.
• U kunt de foto’s desgewenst draaien met [ROTATE] (P92).
Beelden zijn korrelig of Controleer of de ISO-gevoeligheid niet te hoog of de sluitertijd
met ruis.
te laag staat ingesteld.
• Verlaag de ISO-gevoeligheid. (P71)
• Stel bij [PICT.ADJ.] de [NOISE REDUCTION] in op [HIGH].
(P77)
• Verbeter de omgevingsbelichting.
Map- of bestandsnaam
Is de afbeelding misschien gewijzigd op een computer of
worden weergegeven als genomen met een fotocamera van een andere fabrikant?
[–] en het scherm wordt Dit probleem kan zich ook voordoen als u de batterij
zwart.
onmiddellijk na het nemen van de foto verwijderd of als de
batterij bijna leeg is.
• U dient de kaart opnieuw te formatteren om dit soort
afbeeldingen te verwijderen. (P101) (Denk eraan dat alle
gegevens onherroepelijk wordt gewist bij het formatteren
van de kaart, dus sla uw gegevens op en controleer de kaart
voordat u verdergaat.)
119
VQT0S25
Overige
n Aansluiten op een TV, computer of printer
Situatie
De foto verschijnt niet op
de televisie. Het TVscherm is gestoord of
wordt zwartwit
weergegeven.
Kan geen filmbeelden
afspelen op een
televisie.
De foto’s kunnen niet
met printers worden
afgedrukt.
De zijkanten van
afgedrukte beelden
worden afgeknipt.
Er kunnen geen foto’s
naar de printer worden
opgeladen.
Het beeldformaat past
niet op het TV-scherm.
Het gebied dat een foto
op de televisie of op de
LCD van dit toestel
inneemt, is relatief
gezien verschillend.
De computer herkent de
kaart niet.
120
VQT0S25
Oorzaken
Is de camera correct op de televisie aangesloten?
Controleer dit.
Stel de TV in op video-ingangsfunctie.
Het is niet mogelijk om filmbeelden weer te geven als u de
kaart hebt ingebracht in een kaartgleuf op een televisie.
Sluit de camera op de televisie aan met de inbegrepen AVkabel en geef de beelden op dit toestel weer. (P102)
Ondersteunt de printer PictBridge? Het is niet mogelijk om
met printers af te drukken die PictBridge niet ondersteunen.
(P106)
Stel de USB-functie in op [PictBridge (PTP)]. (P103)
• Sommige fotozaken kunnen foto’s gemaakt in de aspectratio
[j] verwerken (P85). Informeer hiernaar voordat u de
afdrukopdracht indient.
Heeft u de aspectratio op [j] (P85) ingesteld?
• Als uw printer beschikt over de mogelijkheid om randen in te
stellen en bij te snijden, wijzig deze instellingen dan zo dat
er geen randen zijn en niet wordt bijgesneden. (Lees
hiervoor de gebruiksaanwijzing van uw printer.)
Controleer de aansluitingen.
Controleer of de computer de camera correct heeft herkend.
Wijzig de USB-functie van de camera naar [PC]. (P103)
Controleer de instelling [TV ASPECT] op dit toestel. (P24)
Het eigenlijke weergegeven gebied kan bij sommige televisies
afwijkend zijn. Foto’s worden soms met bijgesneden zijden
weergegeven. Dit is normaal.
Maak de USB-aansluitkabel los, steek de kaart in en sluit de
kabel nogmaals aan.
Overige
n Overige
Situatie
Er werd per ongeluk een
niet leesbare taal
geselecteerd.
Bij het half indrukken
van de ontspanknop,
gaat er soms een rood
lampje branden.
De AF-assistentielamp
gaat niet aan.
De klokinstelling is
gereset.
De lens klikt.
De camera wordt warm.
Er verschijnen vreemde
kleuren aan de rand van
het beeld.
Kan de auto reviewfunctie niet wijzigen.
Oorzaken
Selecteer het pictogram [{] in het menu [SETUP] om de
gewenste taal in te stellen. (P24)
Op donkere plekken licht de AF-assistentielamp (P75) rood
op om beter te kunnen instellen op het onderwerp.
Staat [AF ASSIST LAMP] in het [REC] functiemenu ingesteld
op [ON]?
Neemt u foto’s in een heldere omgeving? De AFassistentielamp gaat niet aan op heldere plekken.
De AF-assistentielamp gaat niet aan indien [SCENERY],
[NIGHT SCENERY], [FIREWORKS] of [SELF PORTRAIT] in
de scènefunctie is geselecteerd (P59).
Als u het toestel lange tijd niet gebruikt, kan het zijn dat de
instelling van de klok gereset wordt. Als het bericht [PLEASE
SET THE CLOCK] verschijnt, moet u de klok opnieuw
instellen.
Wanneer u een foto neemt voordat de klok is ingesteld, wordt
[0:00 0. 0. 0] opgenomen.
Wanneer de helderheid veranderd is, wegens de zoom of de
beweging van het toestel, of door iets anders, kan the lens
klikken en kan het beeld op het scherm drastisch veranderd
zijn. Dit heeft echter geen invloed op de kwaliteit van de
foto’s.
Het geluid wordt veroorzaakt door de automatische instelling
van het diafragma. Dit is geen storing.
De camera kan tijdens het gebruik iets warmer worden, maar
dit is normaal.
Door de kenmerken van de lens kan er enige verkleuring
optreden. Dit is normaal.
Het is niet mogelijk om de auto review-functie in het
setupmenu te wijzigen als u: opnames maakt met de auto
bracket of burstfunctie, filmopnames maakt, de scènefunctie
zelfportret gebruikt of geluid opneemt (P73). (P57) (P44)
(P46) (P67)
Bestandsnummers
Bepaalde activiteiten veroorzaken dat foto’s in mappen met
worden niet op volgorde andere nummers worden opgeslagen. (P105)
gemaakt.
121
VQT0S25
Overige
Specificaties
Digitale fotocamera:
Energiebron:
Stroomverbruik:
Informatie voor uw veiligheid
DC 5,1 V
2,1 W (Tijdens opname)
1,0 W (Tijdens weergave)
Effectieve beeldpunten
toestel:
Beeldsensor:
8.400.000 beeldpunten
1/1,65″ CCD, totaal aantal beeldpunten 8.610.000 beeldpunten
Primair kleurfilter
Lens:
4x optische zoom, f=6,3 tot 25,2 mm [35 mm filmcamera
equivalent: 28 tot 112 mm (aspectratio [j])] /F2,8 tot F4,9
Digitale zoom:
Max. 4×
Vergrote optische zoom: In [j] aspect : Tot 5×
In [
] aspect : Tot 5,1×
In [h] aspect : Tot 5,6×
(Elke resolutie behalve de maximale voor de geselecteerde
aspectratio)
Focus:
Normaal/Macro/Handmatig
9-zone-focussing/3-zone-focussing (hoge snelheid)/1-zonefocussing (hoge snelheid)/1-zone-focussing/Spot-focussing
Focusbereik:
Normaal AF: 50 cm (Groothoek)/120 cm (Tele) tot Z
Macro:5 cm (Groothoek)/30 cm (Tele) tot Z
Sluitersysteem:
Sluitertijd:
Burstopname
Burstsnelheid (max.):
Aantal opneembare
opnames (max.):
Elektronische sluiter+Mechanische sluiter
60 tot 1/2.000ste
3 beelden/seconde (hoge snelheid), 2 beelden/seconde (lage
snelheid), 2 beelden/seconde (onbeperkt)
9 beelden (standaard), 5 beelden (fijn),
Afhankelijk van de kaartcapaciteit. (onbeperkt)
(Prestaties burstopnames gelden alleen met SD
geheugenkaart. MultiMediaCard prestaties zullen minder zijn.)
Bewegend beeldopname: Aspectratio [j]: 848×480 beeldpunten (30 of 10 beelden/
seconde met geluid)
Aspectratio [h]: 320×240 beeldpunten, 640×480 beeldpunten
(30 of 10 beelden/seconde met geluid)
(De maximale opnameduur hangt af van de kaartcapaciteit.)
122
VQT0S25
Overige
ISO-gevoeligheid:
Witbalans:
Belichting (AE):
Metingfunctie:
LCD-scherm:
Flits:
Microfoon:
Luidspreker:
Opnamemedia:
Beeldformaat:
Stilstaand beeld:
Bewegend beeld:
Kwaliteit:
Bestandsindeling
opnames
Stilstaand beeld:
Beeld met geluid:
Bewegend beeld:
AUTO/80/100/200/400
AUTO/Daglicht/Bewolkt/Halogeen/Wit-instelling 1/Wit-instelling 2
Programma AE
Belichtingscompensatie (1/3 EV stap, –2 tot +2 EV)
Meervoudig/Center weighted/Spot
Lage-temperatuur polykristallijn TFT LCD
2,5″ (Ongeveer 207.000 beeldpunten) (veld zichtratio
ongeveer 100%)
Flitsbereik: (ISO AUTO)
Circa 60 cm tot 4,1 m
AUTO, AUTO/Rode-ogenreductie, Gedwongen AAN
(Gedwongen AAN/Rode-ogenreductie), Langzame synch./
Rode-ogenreductie, Gedwongen UIT
Mono
Mono
SD geheugenkaart/MultiMediaCard
Aspectratio [j]:
3840×2160 beeldpunten, 3072×1728 beeldpunten, 1920×1080
beeldpunten
Aspectratio [
]:
3248×2160 beeldpunten, 2560×1712 beeldpunten, 2048×1360
beeldpunten
Aspectratio [h]:
2880×2160 beeldpunten, 2304×1728 beeldpunten, 2048×1536
beeldpunten, 1600×1200 beeldpunten, 1280×960 beeldpunten
Aspectratio [j]:
848×480 beeldpunten
Aspectratio [h]:
640×480 beeldpunten, 320×240 beeldpunten
TIFF/Fijn/Standaard/RAW
JPEG (Design rule for Camera File system, gebaseerd op Exif
2.2 standaard)/DPOF-conform
JPEG (Design rule for Camera File system, gebaseerd op Exif
2.2 standard)+QuickTime (opname met audio)
QuickTime Motion JPEG (bewegerde beelden met audio)
123
VQT0S25
Overige
Interface
Digitaal:
Analoge video/audio:
Aansluitingen
AV OUT/DIGITAL:
DC IN:
Afmetingen:
Gewicht:
Bedrijfstemperatuur:
Bedrijfsvochtigheid:
Batterijoplader
(Panasonic DE-A12A):
Ingang:
Uitgang:
USB 2.0 (Volle Snelheid)
NTSC/PAL Composite (via menu geschakeld), Audiolijnoutput
(mono)
AV/USB dedicated jackplug (8 pins)
Dedicated jackplug (2 pins)
105,7 mm (W)×55,8 mm (H)×25,6 mm (D)
(exclusief het uitstekende deel)
Circa 185 g
(exclusief geheugenkaart, batterij en lensdop)
Circa 220 g (inclusief geheugenkaart, batterij en lensdop)
0 °C tot 40 °C
10% tot 80%
Informatie voor uw veiligheid
110 tot 240 V ~ 50/60 Hz, 0,2 A
LADING 4,2 V 0,8 A
Mobiliteit apparatuur:
Verplaatsbaar
Batterij (lithium-ion)
(Panasonic CGA-S005E): Informatie voor uw veiligheid
Voltage/capaciteit:
124
VQT0S25
3,7 V, 1150 mAh
Overige
MEMO
125
VQT0S25
Overige
MEMO
126
VQT0S25
Overige
MEMO
127
VQT0S25
QuickTime en het QuickTime-logo zijn handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken van Apple Computer, Inc., onder vergunning gebruikt.
Du
VQT0S25
H0705MH0 ( 8000 A )
C
Matsushita Electric Industrial Co., Ltd.
Web Site: http://www.panasonic.co.jp/global/
H0705MH0