Topcom 550, butler 550 Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Topcom 550 Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
1
1 Installatie 3
1.1 Installatie 3
1.2 De batterijen opladen 3
1.3 Handset aan/uit 3
1.4 Toetsvergrendeling aan/uit 4
2 Toetsen 4
3 Telefoneren 5
3.1 Gewoon telefoneren 5
3.2 Blokkiezen 5
3.3 Herkiezen van de laatst gevormde nummers 5
3.4 Snelkiezen vanuit het geheugen 5
3.5 Een oproep ontvangen 6
3.6 Niet-Storen-functie 6
3.7 Interne oproep 7
3.8 Doorverbinden 7
3.8.1 Doorverbinden naar een andere handset 7
3.8.2 Doorverbinden indien aangesloten op een
centrale (PABX) 7
3.9 Interne verbinding tijdens externe oproep 8
4 Programmatie van het basisstation 8
4.1 De 4-cijferige basiscode 8
4.2 Handset blokkeren 9
4.2.1 Interzonale oproepen blokkeren 9
4.2.2 Internationale oproepen blokkeren 9
4.2.3 Uitgaande externe gesprekken
volledig blokkeren 10
4.3 Telefoneren via een PABX binnenhuiscentrale 10
4.4 Pauzetijd instellen 11
4.5 De 4-cijferige basiscode wijzigen 11
4.6 Fabrieksinstellingen inladen (toestel reset) 12
4.7 Multilink, Multibasis - Meerdere handsets of
basisstations gebruiken 12
4.7.1 De handset aanmelden op een basisstation
(automatische selectie) 12
4.7.2 De handset manueel aanmelden op het basisstation 13
4.7.3 De handset afmelden van het basisstation 13
Beste Klant,
Wij feliciteren u met de aankoop van uw Butler 550
DECT draadloos telefoontoestel!
Chère Cliente, cher Client,
Nous vous félicitons de l’achat de votre Butler 550
DECT téléphone sans fil!
Dear Customer,
Congratulations for having bought the Butler 550
DECT cordless telephone!
Liebe Kundin, lieber Kunde,
Herzlichen Glückwunsch zum Kauf des Butler 550
DECT schnurlosen Telefons!
5 Programmatie van de handset 14
5.1 Geheugennummers programmeren 14
5.2 Babycall 15
5.2.1 Babycall nummer programmeren 15
5.2.2 Babycall activeren 15
5.2.3 Babycall deactiveren 15
5.3 Gespreksduur aan/uit 15
5.3.1 Gespreksduur activeren 15
5.3.2 Gespreksduur deactiveren 16
5.4 Buiten Bereik-alarm 16
5.4.1 Buiten Bereik-alarm activeren 16
5.4.2 Buiten Bereik-alarm deactiveren 16
5.5 Batterij-status 16
5.5.1 Batterij-status activeren 16
5.5.2 Batterij-status deactiveren 17
5.6 Bezet-indicatie 17
5.6.1 Bezet-indicatie activeren 17
5.6.2 Bezet-indicatie deactiveren 17
5.7 Klaviertoon aan/uit 17
5.7.1 Klaviertoon aan 17
5.7.2 Klaviertoon uit 17
5.8 Manuele/automatische ontvangst 18
5.8.1 Manuele ontvangst 18
5.8.2 Automatische ontvangst 18
5.9 Basisstation traceren 18
5.9.1 Manuele selectie 18
5.9.2 Automatische selectie. 18
5.10 Belvolume van de handset selecteren 19
5.11 Belmelodie selecteren 19
5.12 Volume van de luidspreker selecteren 19
5.13 Mute (C)-Toets (tijdelijk onderbreken van
de microfoon) 19
6 Garantie 20
1 Installatie
1. Installatie
1. Sluit de connector van het telefoonsnoer aan op het
telefoontoestel (1) en steek het andere uiteinde in de
wandcontactdoos van het telefoonnet.
2 . Steek de kleine stekker van de AC adapter in het toestel (2)
en het andere uiteinde in het stopcontact.
1.2 De batterijen opladen
Steek 3 AAA batterijen (NiMH) in de batterijruimte van de
handset. Leg de handset met de toetsen naar beneden op
het basisstation. Er weerklinkt een korte bieptoon. Het
opladen van de batterijen duurt ongeveer 15 uur wanneer
deze volledig leeg is. Bij het eerste gebruik is het aan te
raden de batterijen volledig te laden.
Tijdens de snelle oplading is het mogelijk dat de handset en
de basis opwarmen. De handset zal pas over zijn volledige
capaciteit beschikken na de vierde of vijfde oplading.
Om de levensduur van de batterijen te optimaliseren, dient men
deze op regelmatige tijdstippen (1x per kwartaal) volledig te
ontladen. Hiervoor legt u de handset naast en niet op de basis
tot het zich automatisch deactiveert. Ve rgeet de batterijen
nadien niet opnieuw volledig op te laden. Afhankelijk van het
aantal opladingen verm i n d e r t de levensduur van de batterijen.
1.3 Handset aan/uit
Om het toestel te deactiveren, drukt U gedurende 3 seconden
op de Aan/Uit-toets. Druk opnieuw op de Aan/Uit-toets om
het toestel terug aan te zetten.
2 3
2 1
1.4 Toetsvergrendeling Aan/Uit
Door een enkele druk op de Aan/Uit-toets wordt de
toetsvergrendeling geactiveerd. Er verschijnen drie koppeltekens
op de display. Druk nogmaals kort op de Aan/Uit-toets om de
toetsvergrendeling te deactiveren.
2 Toetsen
1 Lijntoets
2 Cijfertoetsen
3 Programmeertoets
4 Geheugentoets
5 Herkiestoets
6 INT/Doorverbindtoets
7 C-toets/Mute
8 Aan/Uit-toets
3 Telefoneren
3.1 Gewoon telefoneren
Druk op de Lijntoets.
Voer het gewenste nummer in.
Druk op de Lijntoets om, na het gesprek, de verbinding
te verbreken.
3.2 Blokkiezen
Geef het gewenste nummer in.
Een foute ingave kan gecorr i g e e r d worden met de C-toets.
Druk op de Lijntoets. Het nummer wordt gevormd en
knippert in de display.
Druk opnieuw op de Lijntoets om, na het gesprek, de
verbinding te verbreken.
3.3 Herkiezen van de laatst gevormde nummers.
De 5 laatst gevormde nummers worden opgeslagen in het
geheugen. Zij kunnen worden opgeroepen met de
Herkiestoets.
Druk op de Herkiestoets tot het gewenste nummer in de
display verschijnt.
Druk op de Lijntoets. Het nummer knippert in de display
en wordt gevormd.
Druk opnieuw op de Lijntoets om, na het gesprek, de
verbinding te verbreken.
3.4 Snelkiezen vanuit het geheugen.
Als u geheugennummers geprogrammeerd hebt (zie
hoofdstuk 5.1), kunnen deze als volgt opgeroepen worden:
4 5
2
4
5
8
36
7
1
Druk op de Geheugentoets.
Geef het nummer van de geheugenplaats in of druk
herhaaldelijk op de Geheugentoets tot het gewenste nummer
in de display verschijnt.
D ruk op de Lijntoets. Het nummer in de display wordt gevorm d
en begint te knipperen.
D ruk opnieuw op de Lijntoets om, na het gesprek, de verbinding
te verbreken.
3.5 Een oproep ontvangen
Als bij een binnenkomende oproep de handset op de basis ligt,
hoeft u enkel de hoorn op te nemen als de functie ‘Automatische
Ontvangst’ geactiveerd is. Zoniet drukt u op de Lijntoets.
Druk nogmaals op de Lijntoets om de verbinding, na het
gesprek, te verbreken.
Ligt de handset niet op de basis, moet u op de Lijntoets drukken
om een binnenkomende oproep aan te nemen. Druk nogmaals
op de Lijntoets om de verbinding, na het gesprek, te verbreken.
3.6 Niet-Storen-functie
Indien U niet wil dat de handset rinkelt tijdens een oproep, maar
toch dat er een indicatie wordt gegeven op de display dat u een
oproep hebt ontvangen, dan dient U de Niet-Storen-functie te
activeren. Druk op de Programmeertoets, gevolgd door 0 en
nogmaals op de Programmeertoets.
Inkomende oproepen zijn niet hoorbaar maar het -symbool
verschijnt op de handset. Deze functie wordt gedeactiveerd als u
op eender welke toets drukt of als het toestel op de basis ligt.
3.7 Interne oproep
De Butler 550 biedt U de mogelijkheid, indien er meerdere
handsets op één basisstation zijn geprogrammeerd, een
gesprek te voeren tussen de verschillende handsets.
U kan een intern gesprek voeren met een andere interne
handset terwijl u een extern gesprek voert met een
bijkomende handset.
Druk op de Doorverbindtoets (INT).
Geef het nummer in van de handset die U wil bereiken.
Als de oproep beantwoord wordt, kan U het gesprek voere n .
Om de interne verbinding te verbreken, druk op de Lijntoets.
3.8 Doorverbinden
3.8.1 Doorverbinden naar een andere handset
De Butler 550 biedt U de mogelijkheid, indien er meerdere
handsets op één basisstation zijn geprogrammeerd, een
gesprek door te verbinden met aankondiging.
Als u een extern gesprek wil doorverbinden, drukt u op de
Doorverbindtoets (INT).
Geef het nummer in van de handset waarnaar U het
gesprek wil doorverbinden.
Als de oproep beantwoord wordt, kan U, door de interne
verbinding, met de andere handset communiceren.
Wenst U het gesprek door te verbinden, drukt u op de Lijn-
toets. De oproep is doorverbonden naar de andere extensie.
3.8.2 Doorverbinden indien aangesloten op een
centrale (PABX)
U kan een gesprek ook doorverbinden naar een andere
6 7
binnenpost (indien aangesloten op PABX) door op de Pro g r a m m e e r-
toets te drukken, vervolgens op de INT-toets (Recall), gevolgd door
het extensienummer van de binnenpost.
3.9 Interne verbinding tijdens externe oproep
De Butler 550 biedt U de mogelijkheid, indien er meerdere
handsets op één basisstation zijn geprogrammeerd, een intern
gesprek te voeren tijdens een externe oproep.
Als U een intern gesprek wil voeren tijdens een gesprek
met de buitenlijn, drukt U op de Doorverbindtoets (INT).
Geef het nummer in van de handset waarmee U intern wil
communiceren.
Wenst U het intern gesprek te beëindigen, drukt U nogmaals
op de Doorverbindtoets (INT).
U bent terug in verbinding met de externe oproep.
De interne verbinding is verbroken.
4 Programmatie van het basisstation
Als u het programmatiemenu wil verlaten zonder veranderingen
aan te brengen, drukt u op de C-toets.
4.1 De 4-cijferige basiscode
Als u het basisstation wil programmeren, moet u een 4-cijferige
basiscode ingeven. U vindt de basiscode aan de onderkant van
het toestel en in de batterijruimte van de handset.
Opgelet: Voor de programmatie van het basisstation hebt u
enkel de 4 laatste cijfers van deze code nodig.
Hoofdstuk 4.5 – Wijzigen basiscode, leert U hoe U deze code
kan wijzigen.
4.2 Handset blokkeren
U kan de handsets blokkeren zodat er geen uitgaande
oproepen, interzonale of internationale oproepen kunnen
gevoerd worden. Zo kan U vanaf één bepaalde handset
beperkingen opleggen aan de verschillende handsets.
Binnenkomende oproepen blijven mogelijk.
4.2.1 Interzonale oproepen blokkeren
Telefoonnummers die met ‘0’ beginnen, worden geweigerd.
Druk op de Programmeertoets, gevolgd door “1”.
Geef de 4-cijferige basiscode in en druk vervolgens “21”.
Geef de nummers van de handsets in die U wil blokkeren.
De handsetnummers verschijnen op het display.
Wenst U een ingave op te heffen, geeft U nogmaals het
nummer van de desbetreffende handset in.
Druk op de Programmeertoets om de instelling te
bevestigen.
Wenst U deze programmatie te deactiveren, volgt U
dezelfde procedure.
4.2.2 Internationale oproepen blokkeren
Telefoonnummers die met ‘00’ beginnen, worden geweigerd.
Druk op de Programmeertoets, gevolgd door “1”.
Geef de 4-cijferige basiscode in en druk vervolgens “22”.
Geef de nummers van de handsets in welke U wil
blokkeren. Deze nummers verschijnen op de display.
Wenst U een ingave op te heffen, geeft U nogmaals het
nummer van de betreffende handset in.
Druk de Programmeertoets om de instelling te bevestigen.
8 9
Wenst U deze programmatie te deactiveren, volgt U dezelfde
procedure.
4.2.3 Uitgaande externe gesprekken volledig blokkeren.
Druk op de Programmeertoets, gevolgd door “1”.
Geef de 4-cijferige basiscode in en druk vervolgens “9”.
Rechts verschijnen de handsetnummers die volledige
toegang hebben.
Geef de nummers van de handsets in die geen toegang
mogen hebben tot de hoofdlijn.
Wenst U een ingave op te heffen, geeft U nogmaals het
nummer van de betreffende handset in.
Druk de Programmeertoets om de instelling te bevestigen.
Wenst U deze programmatie te deactiveren, volgt U dezelfde
procedure.
4.3 Telefoneren via een PABX binnenhuiscentrale.
Indien men aangesloten is op een PABX centrale, dan dient men
in de meeste gevallen een pauze te laten tussen het nummer van
de buitenlijn en het telefoonnummer. De Butler 550 laat je toe
2 nummers met 3 cijfers te programmeren welke bij het kiezen
gevolgd worden door een pauze.
1e nummer voor het bekomen van de buitenlijn.
Druk op de Programmeertoets, gevolgd door “1”.
Geef de 4-cijferige basiscode in en druk vervolgens “82”.
Geef het hoofdlijnnummer van de PABX in (max. 3 cijfers).
Druk op de Programmeertoets.
2e nummer voor het bekomen van de buitenlijn
Druk op de Programmeertoets, gevolgd door “1”.
Geef de 4-cijferige basiscode in en druk vervolgens “81”.
Geef het nummer van de hoofdverbinding van de PABX in
(max. 3 cijfers).
Druk op de Programmeertoets.
Instellingen wissen
Druk op de Programmeertoets, gevolgd door “1”.
Geef de 4-cijferige basiscode in en druk vervolgens “80”.
Druk op de Programmeertoets.
Alle instellingen, die geprogrammeerd zijn voor het bekomen
van de buitenlijn op een PABX centrale, zijn gewist.
4.4 Pauzetijd instellen.
De pauze is instelbaar in 3 of 6 seconden.
Druk op de Programmeertoets, gevolgd door “1”.
Geef de 4-cijferige basiscode in en druk vervolgens “83”.
Druk op “1” voor een korte pauze (3 sec.) na het nemen
van de hoofdlijn.
Druk op “2” voor een lange pauze (6 sec.) na het nemen
van de hoofdlijn.
Druk op de Programmeertoets.
4.5 De 4-cijferige basiscode wijzigen
De 4-cijferige basiscode, die standaard bestaat uit de laatste
vier cijfers van de code onderaan het toestel en in de
batterijruimte van de handset, kan gewijzigd worden. Zorg
ervoor dat U de code nooit verliest.
Druk op de Programmeertoets, gevolgd door “1”.
Geef de oude basiscode in en druk vervolgens “1”.
10 11
Geef de nieuwe basiscode tweemaal in.
Druk op de Programmeertoets.
4.6 Fabrieksinstellingen inladen (toestel reset)
Wanneer U volgende programmering uitvoert, zullen alle per-
soonlijke instellingen worden gewist. Alle fabrieksinstellingen zijn
terug ingesteld. Zelfs de basiscode staat terug op “0000” en
geen enkele handset is nog aangemeld.
Druk op de Programmeertoets, gevolgd door “1”.
Geef de 4-cijferige basiscode in en druk vervolgens 0250”.
Druk opnieuw op de Programmeertoets.
4.7 Multilink, Multibasis - Meerdere handsets of
basisstations gebruiken.
Er kunnen tot 5 handsets aangemeld worden op de basis. Eén
handset kan eveneens gebruikt worden met 4 verschillende
basisstations. De meegeleverde handset is reeds aangemeld op
de basis.
4.7.1 De handset aanmelden op een basisstation
(automatische selectie)
Druk op de Programmeertoets, gevolgd door “8”.
Druk op de Herkiestoets.
Geef de 4-cijferige basiscode van het basisstation in.
Druk op de Herkiestoets.
Kies het nummer dat u aan de basis wil toekennen.
Druk op de Programmeertoets ter bevestiging.
Het nummer van de basis verschijnt in het midden van de display
en aan de rechterkant van de display verschijnt het handset-
nummer.
Opmerking:
Wanneer, bij het aanmelden van een handset op een basis,
verschillende basisstations in de buurt van de handset,
dezelfde basiscode hebben, dan zal deze handset automatisch
één van deze basisstations selecteren. De gebruiker weet
echter niet op welke basis er wordt aangemeld. Wanneer
deze situatie zich voordoet, kan men beter de procedure
“4.7.2 De handset manueel aanmelden op het basisstation”
volgen.
4.7.2 De handset manueel aanmelden op het
basisstation.
Wenst U één bepaald basisstation te selecteren, dan kan U
de programmatie verfijnen door het 15-cijferige ID-nummer
toe te voegen. Deze code vindt U op de achterzijde van de
handleiding.
Druk op de Programmeertoets, gevolgd door “8”.
Geef het 15-cijferige ID-nummer van het gewenste
basisstation in (achterzijde handleiding).
Druk op de Herkiestoets.
Geef de 4-cijferige basiscode van het basisstation in.
Druk op de Herkiestoets.
Druk op de Programmeertoets ter bevestiging.
De nummers van de basis en de handset verschijnen in het
midden en aan de rechterkant van de display.
4.7.3 De handset afmelden van het basisstation.
Een handset kan afgemeld worden door volgende procedure:
Druk op de Programmeertoets.
12 13
Vorm “9 2 5 0”.
Druk op de Programmeertoets ter bevestiging.
De handset is nu afgemeld op de huidige basis en kan enkel op dit
basisstation terug gebruikt worden na een nieuwe aanmelding op
deze basis.
Opmerking:
Indien de handset op meerdere basisstations is aangemeld, zal
deze, na afmelding op het huidig basisstation, automatisch een
ander basisstation kiezen.
5 Programmatie van de handset
De volgende instellingen zijn enkel voor de handset
waarop ze ingesteld werden. Elke handset kan anders
ingesteld worden.
5.1 Geheugennummers programmeren
In elke handset kunnen 10 geheugennummers geprogrammeerd
worden.
Druk op de Programmeertoets.
Druk op de Geheugentoets.
Aan de linkerzijde van de display wordt het geheugennummer
aangegeven.
Geef de geheugenplaats (0-9) in waaronder u het nummer
wil programmeren en druk op de Herkiestoets.
Geef het telefoonnummer in. Wenst U een pauze in te
voeren, dan drukt U gedurende enkele seconden op de
#-toets (zie hoofdstuk 4.3 - 4.4).
Druk op de Programmeertoets ter bevestiging.
Herhaal dezelfde stappen voor het programmeren van de
andere nummers.
5.2 Babycall
U kan de handset zodanig programmeren dat één enkel
specifiek nummer automatisch wordt gevormd wanneer men
gelijk welke toets drukt.
5.2.1 Babycall nummer programmeren
Druk op de Programmeertoets.
Vorm “2 7 1”.
Geef het telefoonnummer in.
Druk opnieuw op de Programmeertoets.
5.2.2 Babycall activeren
Druk op de Programmeertoets.
Vorm “2 7 2”.
Bevestig met de Programmeertoets.
5.2.3 Babycall deactiveren
Druk op de Programmeertoets.
Vorm “2 7 0”.
Bevestig met de Programmeertoets.
5.3 Gespreksduur aan/uit
Als u deze functie activeert, verschijnt de gespreksduur van
ieder telefoongesprek in de display.
5.3.1 Gespreksduur activeren
Druk op de Programmeertoets.
Vorm “2 2 1”.
14 15
Bevestig met de Programmeertoets.
5.3.2 Gespreksduur deactiveren
Druk op de Programmeertoets.
Vorm “2 2 0”.
Bevestig met de Programmeertoets.
5.4 Buiten Bereik-alarm
Het toestel geeft een waarschuwingssignaal als u buiten het
bereik van de basis komt.
5.4.1 Buiten Bereik-alarm activeren
Druk op de Programmeertoets.
Vorm “2 1 1”.
Bevestig met de Programmeertoets.
5.4.2 Buiten Bereik-alarm deactiveren
Druk op de Programmeertoets.
Vorm “2 1 0”.
Bevestig met de Programmeertoets.
5.5 Batterij-status
De batterij-status is zichtbaar op de display.
Als de batterij leeg is, hoort u ook een waarschuwingstoon
vooraleer het toestel uitvalt.
5.5.1 Batterij-status activeren
Druk op de Programmeertoets.
Vorm “2 6 1”.
Bevestig met de Programmeertoets.
5.5.2 Batterij-status deactiveren
Druk op de Programmeertoets.
Vorm “2 6 2”.
Bevestig met de Programmeertoets.
5.6 Bezet-indicatie
In het midden van de display wordt aangegeven dat de basis
bezet is.
5.6.1 Bezet-indicatie activeren
Druk op de Programmeertoets.
Vorm “2 3 1”.
Bevestig met de Programmeertoets.
5.6.2 Bezet-indicatie deactiveren
Druk op de Programmeertoets.
Vorm “2 3 0”.
Bevestig met de Programmeertoets.
5.7 Klaviertoon aan/uit
5.7.1 Klaviertoon aan
Druk op de Programmeertoets.
Vorm “2 4 1”.
Bevestig met de Programmeertoets.
5.7.2 Klaviertoon uit
Druk op de Programmeertoets.
Vorm “2 4 0”.
Bevestig met de Programmeertoets.
16 17
5.8 Manuele/automatische ontvangst
U kan het toestel zo instellen dat, als er een oproep binnenkomt, u
enkel de handset van de basis dient te nemen om de verbinding tot
stand te brengen. U hoeft niet meer op de Lijntoets te dru k k e n .
5.8.1 Manuele ontvangst
Druk op de Programmeertoets.
Vorm “2 8 1”.
Bevestig met de Programmeertoets.
5.8.2 Automatische ontvangst
Druk op de Programmeertoets.
Vorm “2 8 2”.
Bevestig met de Programmeertoets.
5.9 Basisstation traceren
De handset heeft de mogelijkheid om aan te geven of u in het
bereik komt van een andere basis waarop de handset ook is
aangemeld.
5.9.1 Manuele selectie
Druk op de Programmeertoets.
Vorm “2 5”.
Kies het gewenste basisstation.
Bevestig met de Programmeertoets.
De handset zoekt de gekozen basis en het nummer verschijnt
op het display.
5.9.2 Automatische selectie.
De handset traceert elk ander basisstation waarop het is
aangemeld.
Zodra een basis gevonden is, verschijnt het nummer op de
display.
Druk op de Programmeertoets.
Vorm “2 5 *”.
Bevestig met de Programmeertoets.
5.10 Belvolume van de handset selecteren
Druk op de Programmeertoets.
Druk op “5”.
Selecteer het gewenste belvolume (0 tot 5).
Druk op de Programmeertoets.
5.11 Belmelodie selecteren
Druk op de Programmeertoets.
Druk op “6”.
Selecteer de gewenste belmelodie (0 tot 9).
Druk op de Programmeertoets.
5.12 Volume van de luidspreker selecteren
Druk op de Lijntoets. U hoort de kiestoon.
Druk op de Programmeertoets.
Druk op “7”.
Selecteer het gewenste belvolume (1 tot 3).
Druk op de Programmeertoets ter bevestiging.
5.13 Mute (C)-Toets
(tijdelijk onderbreken van de micro f o o n )
Indien u tijdens een gesprek iets wil bespreken en u wil niet
dat uw gespre k s p a rtner hier iets van hoort, drukt u op de
C-toets. Op de display verschijnt het -symbool.
18 19
/