29
Inschakeling en instelling kookzones
Nadat de kookplaat is ingeschakeld en de pan op de gekozen
zone is gezet, stelt u het vermogensniveau in met de toets +.
Bij de inschakeling wordt op de display het niveau 5
aangegeven.
Iedere kookzone heeft diverse vermogensniveaus die kunnen
worden ingesteld met de toetsen +/- en die gaan van een
minimumvermogen van “1”: tot een maximumvermogen van
“9”: maximumvermogen. Sommige kookzones hebben een
snelkookfunctie (Booster), dit wordt op de display aangegeven
met de letter “P”.
Snelkookfunctie (Booster)
Deze functie is slechts op enkele kookzones aanwezig en
maakt het mogelijk het vermogen van de plaat optimaal te
benutten (bijvoorbeeld om snel water aan de kook te
brengen). Om de functie te activeren drukt u op de toets “+”
tot er op de display een “P” wordt weergegeven, of drukt u,
na de kookplaat te hebben ingeschakeld, rechtstreeks op de
toets “-” die hoort bij de geselecteerde zone. Ook in dit geval
verschijnt de letter “P” op de display. Nadat de boosterfunctie
10 minuten gebruikt is, stelt het apparaat de zone automatisch
in op niveau 9.
Uitschakeling kookzones
Selecteer de kookzone die u uit wilt schakelen door op de
toets “+” of “-” te drukken (het puntje van het
vermogensniveau wordt rechtsonder op de display
weergegeven).
Druk op de toets “-” tot het niveau “0” is.
Het is ook mogelijk de kookzone uit te schakelen door
tegelijkertijd op de toetsen “+” en “-” te drukken.
De kookzone wordt uitgeschakeld en de restwarmte-
indicator “H” verschijnt
Kinderbeveiliging
De functie blokkeert de bedieningen van de kookplaat om te
voorkomen dat deze per ongeluk door kinderen in werking
kan worden gesteld. Om de kinderbeveiliging te activeren, de
kookplaat inschakelen en de toets drie seconden
ingedrukt houden. Een geluidssignaal en een lichtindicator
onder het symbool van de sleutel geven aan dat de beveiling
geactiveerd is. Het bedieningspaneel is geblokkeerd, met
uitzondering van de uitschakelfunctie. Om de blokkering van
de bedieningen te deactiveren, herhaalt u de
activeringsprocedure van de kinderbeveiliging. Het lichtpuntje
gaat uit en de kookplaat is weer actief.
De aanwezigheid van water gebruikt om de plaat schoon te
maken, vloeistof die overgekookt is uit de pannen of
voorwerpen van welke soort dan ook op de toets onder het
symbool kunnen ertoe leiden dat de functie Kinderbeveiliging
ongewild geactiveerd of gedeactiveerd wordt.
Timer
De timer is een tijdschakelaar die de
mogelijkheid biedt om voor één kookzone
een kookduur in te stellen van maximaal
99 minuten (1 uur en 39 minuten).
Selecteer de kookzone waarvoor u de
timer wilt instellen (rechts onder de
indicator van het vermogensniveau op de display verschijnt
een lichtpuntje), en stel vervolgens de gewenste tijd in met de
toetsen “+” en “-” van de timerfunctie (zie de afbeelding
hierboven). Enkele seconden nadat u de toets voor het laatst
heeft aangeraakt, begint de timer met aftellen (het lichtpuntje
voor selectie van de kookzone begint te knipperen). Wanneer
de ingestelde tijd verstreken is, klinkt er een geluidssignaal en
wordt de kookzone automatisch uitgeschakeld.
Om de timer te deactiveren, drukt u op de toets “-” tot de
display “0:0” aangeeft of drukt u de toetsen “+” en “-” van de
timer tegelijkertijd in.
Belangrijk!
De timer kan slechts aan één kookzone tegelijk
worden toegewezen.
Kookwekker
De kookwekker kan worden gebruikt als de kookplaat niet in
werking is. Er kan een duur van maximaal 99 min. mee worden
ingesteld.
Druk op de toets “+” onder de aanwijzers van de timer: op de
display verschijnen de in te stellen minuten.
Selecteer de gewenste tijd met de toetsen + en -.
Na enkele seconden begint de de kookwekker terug te tellen.
Wanneer de ingestelde tijd verstreken is, klinkt er een
geluidssignaal.
Belangrijk!
De kookwekkerfunctie kan enkel gebruikt
worden wanneer de kookplaat uitgeschakeld is; als ze wordt
aangezet, wordt de telling van de kookwekker automatisch
geannuleerd.
Indicatoren van het bedieningspaneel.
Restwarmte-indicator.
De kookplaat heeft voor iedere kookzone een
restwarmte-indicator. Deze indicator signaleert welke
kookzones nog warm zijn.
Als op de display wordt weergegeven, is de kookzone nog
warm. Als deze signalering voor de zone wordt gegeven is het
bijvoorbeeld mogelijk een gerecht warm te houden of boter te
laten smelten.
Wanneer de kookzone afkoelt, gaat de display uit.
Indicator 'verkeerde pan of geen pan'.
De kookplaat is voorzien van een automatisch
systeem voor detectie van de aanwezigheid van de
pannen, op alle kookzones. Als er geen pan wordt
gedetecteerd, knippert de display met het
vermogensniveau van de kookzone. Controleer of de pan
correct op de zone gezet is en beschikt over de eigenschappen
die zijn toegelicht in de paragraaf “Voor het gebruik”.
Toets -
Vermogensindicatiedisplay
Indicatie geselecteerde
kookzone
Toets +
Positie kookzone
41902024NL.fm Page 29 Friday, August 29, 2008 9:43 AM