Schwinn 530 Assembly & Owner's Manual

Type
Assembly & Owner's Manual
MONTAGE- / GEBRUIKERSHANDLEIDING
Dit product voldoet aan de geldende
CE-eisen.
530
8.0
2
INHOUDSOPGAVE
Belangrijke veiligheidsvoorschriften 3
Waarschuwingsklevers / serienummer 6
Instructies i.v.m. de aarding 7
Noodstopprocedure 7
Specicaties 8
Voorafgaandaandemontage 8
Onderdelen 9
Montagemateriaal 10
Gereedschap 10
Montage 11
Het toestel verplaatsen 21
Het toestel uitklappen 22
Het toestel nivelleren 23
Kenmerken 24
Consolekenmerken 25
Bedieningen 31
Aan de slag 31
Opstart/Stand-by-modus 32
Snelstartprogramma 33
Gebruikersproelen 33
Proelprogramma's 36
Pauzeren of stoppen 40
Resultaten/Afkoel-modus 40
GOAL TRACK-statistieken 40
Instelmodus van de console 41
Onderhoud 43
Reinigen 43
Afstellen van de spanning van de loopband 44
Uitlijnen van de loopband 44
Smeren van de loopband 45
Onderhoudsonderdelen 47
Problemen oplossen 49
Bewaar het oorspronkelijke bewijs van aankoop en noteer de volgende informatie om de
garantieondersteuning te valideren:
Serienummer __________________________
Datum van aankoop ____________________
Neem contact op met uw lokale verdeler om uw productgarantie te registreren.
Voor meer informatie over uw productgarantie of als u vragen hebt of problemen ondervindt met uw product,
neem dan contact op met uw lokale Schwinn-verdeler. Ga naar om uw plaatselijke verdeler te vinden:
www.nautilusinternational.com
Nautilus,Inc.,www.nautilusinternational.com|Nautilus,Inc.,18225NERiversideParkway,Portland,OR97230USA|GedruktinChina|©2016
Nautilus, Inc. | ® wijst op handelsmerken die in de Verenigde Staten zijn geregistreerd. Deze merken mogen in andere landen worden geregistreerd
ofanderszinswordenbeschermddoorhetgemeenrecht.Schwinn,hetSchwinnQuality-logo,Schwinn530,SchwinnConnect,Nautilus,Bowexen
Universal zijn handelsmerken in eigendom van of in licentie gegeven aan Nautilus, Inc. Polar
®
, OwnCode
®
, MyFitnessPal
®
, WD-40
®
en Lube-N-Walk
®
zijn handelsmerken van hun respectieve rechthebbenden.
ORIGINELEHANDLEIDING-ENGELSEVERSIEALLEEN
3
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Bij het gebruik van een elektrisch apparaat moeten enkele fundamentele voorzorgsmaatregelen altijd worden
gevolgd, zoals:
Dit pictogram wijst op een potentieel gevaarlijke situatie die kan leiden tot de dood of ernstig letsel.
Neem de volgende waarschuwingen in acht:
Lees aandachtig alle waarschuwingsklevers op dit toestel.
!
Lees aandachtig de montage-instructies. Lees aandachtig de volledige handleiding. Bewaar de
handleiding voor later gebruik.
!
Om het risico op een elektrische schok of het gebruik van de apparatuur zonder toezicht te
beperken trekt u altijd het best de stekker uit het stopcontact onmiddellijk na het gebruik van het
toestel of voordat u het schoonmaakt.
!
Lees aandachtig de volledige gebruikershandleiding om het risico op brandwonden,
elektrocutie of verwondingen te verkleinen. De niet-naleving van deze richtlijnen kan
ernstige of dodelijke elektrocutie of andere ernstige verwondingen veroorzaken.
Houd omstanders en kinderen te allen tijde uit de buurt van het toestel dat u aan het monteren bent.
Sluit het toestel niet op het elektriciteitsnet aan totdat u dit gevraagd wordt.
Het toestel mag nooit onbewaakt worden achtergelaten wanneer het is aangesloten. Trek de stekker uit het
stopcontact wanneer het toestel niet in gebruik is en voordat u onderdelen installeert of verwijdert.
Controleer dit toestel voor elk gebruik op schade aan het stroomsnoer, losse onderdelen of tekenen van slijtage.
Gebruik het toestel niet als u een probleem vaststelt. Neem contact op met uw lokale verdeler voor informatie over
een eventuele reparatie.
Niet geschikt voor gebruik door personen met een medische aandoening die de veilige werking van de loopband in
gevaar kan brengen of die de gebruiker zou kunnen verwonden.
U mag geen voorwerpen in een opening van het toestel steken of laten vallen.
Gebruik deze loopband nooit met de ventilatieopeningen geblokkeerd. Houd de ventilatieopeningen vrij van pluis, haar
en dergelijke.
Monteer het toestel niet buiten of in een vochtige of natte plaats.
Zorg ervoor dat u voldoende werkruimte hebt, uit de buurt van voorbijgangers en zonder blootstelling van omstanders.
Sommige componenten van het toestel kunnen zwaar of moeilijk hanteerbaar zijn. Roep de hulp in van een tweede
persoon wanneer u deze onderdelen monteert. Monteer geen zware of moeilijk hanteerbare onderdelen zonder de
hulp van een tweede persoon.
Installeer het toestel op een stevige, vlakke en horizontale ondergrond.
Probeer het design of de functionaliteit van het toestel niet te wijzigen. Dit zou de veiligheid van het toestel in gevaar
kunnen brengen en maakt de garantie ongeldig.
Als u vervangingsonderdelen nodig hebt, gebruik dan uitsluitend echte vervangingsonderdelen en montagemateriaal
van Schwinn. Als u geen originele vervangingsonderdelen gebruikt, dan kan dit een risico inhouden voor de
gebruikers, het toestel verhinderen om correct te functioneren en de garantie ongeldig maken.
Gebruik het toestel niet totdat het volledig gemonteerd en gecontroleerd is op correcte werking in overeenstemming
met de handleiding.
Gebruik dit toestel alleen voor het beoogde gebruik, zoals beschreven in deze handleiding. Gebruik geen accessoires
die niet door de fabrikant worden aanbevolen.
Voer alle montagestappen in de opgegeven volgorde uit. Onjuiste montage kan leiden tot lichamelijke letsels of
onjuiste werking.
Sluit dit toestel aan op een correct geaard stopcontact (raadpleeg Instructies i.v.m. aarding).
Houd het stroomsnoer altijd uit de buurt van warmtebronnen of hete oppervlakken.
4
Gebruik het toestel niet in een ruimte waar spuitbussen worden gebruikt.
Zet om het toestel uit te schakelen alle bedieningselementen op de UIT-stand en verwijder daarna de stekker uit het
stopcontact.
Dit product bevat magneten. Magnetische velden kunnen interfereren met het normale gebruik van bepaalde
medische hulpmiddelen in de directe nabijheid. Gebruikers kunnen in de nabijheid van de magneten komen bij de
montage, het onderhoud en/of het gebruik van het product. Vanwege het voor de hand liggende belang van deze
hulpmiddelen, zoals een pacemaker, is het belangrijk dat u uw arts om advies vraagt in verband met het gebruik van
deze apparatuur. Raadpleeg de sectie ‘Waarschuwingsklevers en Serienummer om de locatie van de magneten op
dit product te bepalen.
• BEWAARDEZEVOORSCHRIFTEN.
Neem de volgende waarschuwingen in acht voordat u dit toestel in gebruik neemt:
Lees aandachtig de volledige handleiding. Bewaar de handleiding voor later gebruik.
Lees aandachtig alle waarschuwingsklevers op dit toestel. Als de waarschuwingsklevers op een gegeven
moment niet meer goed kleven, onleesbaar worden of loskomen, neem dan contact op met uw lokale
verdeler om de klevers te vervangen.
!
Om het risico op een elektrische schok of het gebruik van de apparatuur zonder toezicht te
beperken trekt u altijd het best de stekker uit het stopcontact en het toestel en wacht u 5 minuten
voordat u het toestel begint schoon te maken, te onderhouden of te repareren. Bewaar het
stroomsnoer op een veilige plaats.
Laat geen kinderen toe in de nabijheid van dit toestel. Bewegende onderdelen en andere voorzieningen van het
toestel kunnen gevaarlijk zijn voor kinderen.
Niet geschikt voor gebruik door kinderen jonger dan 14 jaar.
Vraag een arts om advies voordat u een trainingsprogramma begint. Staak de training als u pijn of benauwdheid op
deborstvoelt,kortademigwordtofuauwvoelt.Vraaguwartsomadviesvoordatuhettoestelopnieuwbegintte
gebruiken. Gebruik de waarden die door de computer van het toestel worden berekend of opgemeten uitsluitend ter
informatie.
Controleer dit toestel voor elk gebruik op schade aan het stroomsnoer, het stopcontact, losse onderdelen of tekenen
van slijtage. Gebruik het toestel niet als u een probleem vaststelt. Neem contact op met uw lokale verdeler voor
informatie over een eventuele reparatie.
• Maximalegebruikersgewicht:136kg.Gebruikhettoestelnietwanneerumeerweegt.
Draag geen losse kleding of sieraden. Dit toestel heeft bewegende onderdelen. Plaats uw vingers of andere
voorwerpen niet in de bewegende onderdelen van de trainingsapparatuur.
Draag altijd sportschoenen met rubberen zolen tijdens het gebruik van dit toestel. Gebruik het toestel niet met blote
voeten of alleen met sokken.
Installeer en gebruik dit toestel op een stevige, vlakke en horizontale ondergrond.
Wees voorzichtig bij het op- en afstappen van het toestel. Gebruik de meegeleverde opstapplatformen voor stabiliteit
voordat u op de bewegende band begint te lopen.
Om letsel te voorkomen gaat u op de voetplatformen staan voordat u de machine start of een training beëindigt. Stap
niet van de machine af door op de bewegende loopband te gaan staan en achteraan van het toestel af te stappen.
Om letsel te voorkomen gaat u op de voetplatformen staan voordat u de machine start of een training beëindigt. Stap
niet van de machine af door op de bewegende loopband te gaan staan en achteraan van het toestel af te stappen.
Bij onderhoud zorgt u ervoor dat het toestel niet meer op het elektriciteitsnet is aangesloten.
Gebruik dit toestel niet buiten of in vochtige of natte plaatsen.
Houd minstens 0,6 m langs beide kanten van het toestel vrij, en 2 m achter het toestel. Dit is de aanbevolen
veiligheidsafstand voor toegang en doorgang rond het toestel en voor het afstappen bij noodgevallen. Houd
omstanders buiten deze ruimte tijdens het gebruik van het toestel.
5
Span uzelf niet overdreven in tijdens het trainen. Gebruik het toestel in overeenstemming met de voorschriften in deze
handleiding.
Voer alle geregelde en periodieke onderhoudsprocedures uit die in de gebruikershandleiding worden aanbevolen.
Lees aandachtig en test de noodstopprocedure voordat u het toestel in gebruik neemt.
Houd de loopband schoon en droog.
U mag geen voorwerpen in een opening van het toestel steken of laten vallen.
Ga niet op het motorpaneel of het voorste bekledingspaneel van het toestel staan.
Houd het stroomsnoer altijd uit de buurt van een warmtebron of van hete oppervlakken.
Dit toestel moet op een geschikt en afzonderlijk elektrisch circuit worden aangesloten. Op dit circuit mogen geen
andere toestellen worden aangesloten.
Sluit het stroomsnoer altijd aan op een circuit dat geschikt is voor ten minste 10 ampère en waarop geen andere
toestellen zijn aangesloten.
Sluit dit toestel aan op een correct geaard stopcontact. Raadpleeg hiervoor een erkend elektricien.
Gebruik het toestel niet in een ruimte waar spuitbussen worden gebruikt.
Zorg ervoor dat er geen vloeistof met de elektronische regeleenheid in aanraking komt. Als dit toch gebeurt, dan moet
een erkend technicus de regeleenheid nakijken en testen voordat hij opnieuw kan worden gebruikt.
Verwijder het motorpaneel van het toestel niet. Binnenin zijn gevaarlijke spanningen aanwezig. Onderhoud aan
onderdelen mag alleen door erkend onderhoudspersoneel worden uitgevoerd.
De elektrische bedrading van de ruimte waar het toestel zal worden gebruikt, moet voldoen aan de geldende lokale
en provinciale eisen.
Het gebruik van dit toestel vereist coördinatie en evenwicht. Tijdens het trainen kunt u snelheids- en
hellingsveranderingen van de loopband verwachten. Wees dus voorzichtig om evenwichtsverlies en mogelijk letsel te
voorkomen.
• Eentoestelmagnooitonbewaaktwordenachtergelatenwanneerhetisaangesloten.Trekdestekkeruithet
stopcontact wanneer het toestel niet in gebruik is en voordat u onderdelen installeert of verwijdert.
Gebruik dit toestel alleen voor het beoogde gebruik, zoals beschreven in deze handleiding. Gebruik geen accessoires
die niet door de fabrikant worden aanbevolen.
Dit toestel is niet bedoeld voor gebruik door kinderen of personen met een verminderd lichamelijk, gevoels- of
mentaal vermogen, of personen zonder kennis over en ervaring met dit toestel, tenzij dit gebruik plaatsvindt onder het
toezicht van, of nadat men is geïnstrueerd over het gebruik van het toestel door, iemand die verantwoordelijk is voor
hun veiligheid.
6
WAARSCHUWINGSKLEVERS EN SERIE-
NUMMER
Serienummer
Productspecicatie
WAARSCHUWING: houd
jonge kinderen te allen tijde
uit de buurt van dit toestel.
Contact met het bewegende
oppervlak kan ernstige
brandwonden door wrijving
veroorzaken.
WAARSCHUWING
- Bewegende onderdelen
kunnen lichaamsdelen ver-
pletteren en snijden.
- Verwijder de be-
schermkappen niet.
- Schakel de netspanning
uit voordat u onderhoud op
het toestel uitvoert.
GEVAARLIJKE SPANNING.
- Contact kan een elektri-
sche schok of brandwon-
den veroorzaken.
- Schakel de netspanning
uit en beveilig het opnieuw
inschakelen van de stroom
voordat u onderhoud op
het toestel uitvoert.
7
Instructies i.v.m. de aarding
Dit product moet elektrisch geaard worden. Als er een storing optreedt, dan vermindert een correcte aarding het risico op
een elektrische schok. Het stroomsnoer is uitgerust met een apparatuuraardgeleider en moet worden aangesloten op een
stopcontact dat goed is geïnstalleerd en geaard.
!
De elektrische bedrading moet voldoen aan alle geldende plaatselijke en provinciale normen en
eisen. Door verkeerde aansluiting van de apparatuuraardgeleider kan er een risico bestaan op
een elektrische schok. Vraag om advies aan een erkend elektricien als u niet zeker weet of het
toestel correct geaard is. Voer geen wijzigingen uit aan de stekker van het toestel. Als de stekker
niet in het aanwezige stopcontact past, laat dan een erkend elektricien een geschikt stopcontact
installeren.
Als u het toestel aansluit op een stopcontact met RCBO (differentieelschakelaar met beveiliging tegen overbelasting), dan
kandewerkingvanhettoesteleenkortsluitingveroorzaken.Eenoverspanningsbeveiligingisaanbevolenomhettoestel
te beschermen.
!
Als er een overspanningsbeveiliging op dit toestel wordt gebruikt, zorg dan dat deze overeenstemt met het
vermogen van deze apparatuur (220-240 V AC). Sluit geen andere toestellen of apparaten samen met dit
toestel op de overspanningsbeveiliging aan.
Zorg dat het product wordt aangesloten op een stopcontact met dezelfde conguratie als de stekker. Er
mag bij dit product geen adapter worden gebruikt.
Noodstopprocedure
De loopband is uitgerust met een veiligheidssleutel. Deze sleutel kan u voor ernstige verwondingen behoeden en
voorkomen dat kinderen met het toestel spelen en/of erop gewond raken. Zolang de veiligheidssleutel niet correct in het
slot zit, kan de band niet worden gestart.
!
Bevestig de veiligheidssleutelclip altijd aan uw kleding terwijl u aan het trainen bent.
Verwijder de veiligheidssleutel tijdens het gebruik van het toestel alleen in een noodgeval. Wanneer
de sleutel wordt verwijderd terwijl het toestel in werking is, zal de loopband snel stoppen. Dit kan
evenwichtsverlies en mogelijk letsel veroorzaken.
Verwijder altijd de veiligheidssleutel en haal de stekker uit het stopcontact en de AC-ingang om het toestel
veilig te bewaren en de werking van het toestel zonder toezicht te voorkomen. Bewaar het stroomsnoer op
een veilige plaats.
Opdeconsoleverschijnt'+SAFETYKEY'(Veiligheidssleutelinvoeren)bijhetontbrekenvandeveiligheidssleutel.De
loopband zal geen training starten of een actieve training beëindigen en wissen wanneer de veiligheidssleutel wordt
verwijderd. Controleer of de veiligheidssleutel correct op de console is aangesloten.
8
SPECIFICATIES / VÓÓR DE MONTAGE
Maximaal gebruikersgewicht: 136 kg
Totale benodigde ruimte (voetafdruk) van de apparatuur:
16,387cm
2
Stroomvoorzieningen:
Werkspanning: 220 V - 240 V AC, 50 Hz
Werkstroom: 8A
Maximale hellingshoogte van het bodemvlak: 38,4cm
Gewicht van het gemonteerde toestel: Ongeveer 90,7 kg
Geluidsproductie: Minder dan 70 db gemiddeld zonder belasting.
De geluidsproductie onder belasting is hoger dan zonder belasting.
Voldoet aan de volgende norm:
ISO 20957 SAA-conform
Voorafgaand aan de montage
Kies de plaats waar u het toestel wilt installeren en gebruiken. Voor een veilige werking moet het toestel op een
harde en vlakke ondergrond worden
geïnstalleerd. Voorzie een trainingsruimte
vanminimaal211,3x384cm.Zorgdatde
trainingsruimte die u gebruikt, voldoende
hoog is. Houd hierbij rekening met de
lengtevandegebruikerendemaximale
helling van het toestel.
Basisprincipes bij het monteren
Volg deze basisprincipes bij het monteren
van uw toestel:
Leesaandachtigde'Belangrijkeveilig-
heidsvoorschriften'voordemontage.
Verzamel alle onderdelen die u nodig
hebt bij iedere montagestap.
Met behulp van de aanbevolen moer-
sleutels draait u de bouten en moeren
naar rechts (met de klok mee) om aan te spannen en naar links (tegen de klok in) om los te draaien.
Wanneer u twee onderdelen vastmaakt, heft u de constructie voorzichtig op en kijkt u door de boutgaten. Op die ma-
nier kunt u de bout gemakkelijker door de gaten glijden.
Voor de montage zijn mogelijk twee mensen nodig.
ZetdittoestelNIETbijhetafval.Ditproductmoetwordengerecycled.Volgdevoorgeschrevenmethodenopeen
erkend afvalinzamelpunt om dit product correct te recyclen.
146.3 cm
( 57.6” )
89.4 cm
( 35.2” )
183.3 cm
( 72.2” )
2.11m
( 83.2
)
0.6m
( 24” )
2m
( 79” )
0.6m
( 24” )
3.84m ( 151.2” )
9
ONDERDELEN
Item Aantal Omschrijving Item Aantal Omschrijving
1 1 Consoleblok 8 1
Toestelvoet (
*)
2 1 Achterpaneel console 9 1 Beschermkap toestelvoet, links
3 1 Houder, links 10 1 Verticaalsteunproel,links
4 1 Houder, rechts 11 1 Beschermkap handgreep, links
5 1 Verticaalsteunproel,rechts 12 1 Stroomsnoer
6 1 Beschermkap handgreep, rechts 13 1 Veiligheidssleutel
7 1 Beschermkap toestelvoet, rechts 14 1 Mediakabel (niet afgebeeld)
ADVARSEL
!
SNIJD de transportstrap rond de toestelvoet NIET door totdat het toestel, met de bovenkant
omhoog gericht zoals afgebeeld, in de ruimte staat waar het zal worden gebruikt (*).
1
3
4
5
8
6
12
9
7
11
10
2
13
*
10
Gereedschap
Meegeleverd
Item Aantal Omschrijving Item Aantal Omschrijving
A 4 Cilinderkopinbusbout,M8x50 D 10 Zelftappendeschroef,M3,9x16
B 8 Cilinderkopinbusbout,M8x16 E 12 Borgring,M8
C 2 Kruiskopschroevendraaier,M5x14 F 12 Vlakkesluitring,M8
Opmerking: Bepaalde montageonderdelen zijn meegeleverd op de montagekaart als reserveonderdelen. Het is
dus normaal dat er na de montage nog montagemateriaal overblijft.
A B D
C E F
MONTAGEMATERIAAL / GEREEDSCHAP
#2
6 mm
6 mm
11
MONTAGE
8
ADVARSEL
!
SNIJD de transportstrap rond de toestelvoet NIET door totdat het toestel, met de bovenkant
omhoog gericht zoals afgebeeld, in de ruimte staat waar het zal worden gebruikt.
1. Vouw het loopvlak open op de toestelvoet
Snij de transportstrap rond de toestelvoet door. Voorzie een veilige ruimte rond, op en boven uw loopband. Zorg dat er
geen voorwerpen kunnen worden gemorst of een blokkering veroorzaken in de volledig opengevouwen stand. Voorzie
voldoende ruimte in de hoogte voor wanneer het bodemvlak omhoog wordt gezet.
Til het loopvlak volledig op met behulp van de steunbalk onder de achterkant van de loopband en schakel het hydrauli-
sche tilmechanisme in. Zorg dat het hydraulische tilmechanisme correct vergrendeld is.
Pas geschikte veiligheidsvoorzieningen en tiltechnieken toe. Buig uw knieën en ellebogen, houd uw rug
recht en trek het loopvlak op met beide armen tegelijk. Probeer of u het loopvlak met uw eigen kracht kunt
optillen totdat de vergrendeling kan worden ingeschakeld. Roep indien nodig de hulp van een tweede
persoon in.
Til het toestel niet op aan de loopband of de achterste rol. Deze onderdelen kunnen niet worden vastgezet
en kunnen dus plots bewegen. Dit zou lichamelijk letsel of schade aan het toestel kunnen veroorzaken.
Controleer of de vergrendeling is ingeschakeld. Trek het loopvlak voorzichtig naar achteren en controleer of het niet
beweegt. Blijf hierbij uit de baan van het bewegingspad in het geval dat de loopband niet vergrendeld is.
Leun niet tegen de loopband wanneer deze is opengevouwen. Plaats er geen voorwerpen op die ertoe
zouden kunnen leiden dat de loopband onstabiel wordt of valt.
8
12
2.
Sluit de I/O-kabels (input/output) aan en bevestig de verticale steunprofielen aan het
frame
Opmerking: Krimp de kabels niet. Draai het montagemateriaal niet volledig aan totdat u dit gevraagd wordt.
10
B
F
X4
E
5
A
F
X4
E
13
3. Vouw het loopvlak dicht
Duw het loopvlak lichtjes vooruit naar de voorkant van het toestel. Duw met uw linkervoet het bovenste deel van het
hydraulische tilmechanisme lichtjes naar voren totdat de vergrendelbuis loskomt en u het loopvlak voorzichtig naar de
achterkant van het toestel kunt trekken. Houd de achterkant van het loopvlak naar boven en ga aan de zijkant van het
toestel staan.
Blijf uit de baan van het bewegingspad van het loopvlak.
Het hydraulische tilmechanisme is ingesteld om voorzichtig te dalen. Houd het loopvlak vast tot ongeveer 2/3 van de
neerwaartse beweging. Zorg dat u de juiste tiltechniek gebruikt. Buig uw knieën en houd uw rug recht. Het loopvlak kan
mogelijk snel dalen op het einde van de beweging.
14
4. Verwijder het achterpaneel van de console van het consoleblok
Opmerking: Verwijder het vooraf geïnstalleerde montagemateriaal.
2
*
#2
1
X4
15
5. Sluit de I/O-kabels aan en bevestig de console aan het gemonteerde frame
Opmerking: Krimp de kabels niet.
1
6mm
F
B
X4
E
16
6. Vouw het loopvlak open en draai AL het montagemateriaal uit de vorige stappen aan
7. Breng de beschermkappen van de toestelvoet op het gemonteerde frame aan en vouw ver-
volgens het loopvlak dicht
Opmerking: Vouw het loopvlak dicht nadat u de beschermkappen van de toestelvoet op het gemonteerde frame
hebt aangebracht. De beschermkappen van de toestelvoet zijn niet voorzien van montagemateriaal
of klikken niet op het gemonteerde frame vast.
7
9
7
9
17
8. Bevestig het achterpaneel van de console aan het gemonteerde frame
NB: Bevestig het onderstaande montagemateriaal met (*) eerst, daarna het montagemateriaal met (**) en ten
slotte het resterende montagemateriaal.
D
X10
#2
2
*
*
**
**
18
9. Bevestig de beschermkappen van de handgreep aan het gemonteerde frame
NB: De onderdelen hebben een R- of L-markering (rechts of links) om de montage te vergemakkelijken.
11
6
#2
C
X2
19
10. Klik de houders in het consoleblok vast
NB: De randen van de houders moeten gelijk zijn met het voorpaneel van de console.
4
3
20
11. Sluit het stroomsnoer en de veiligheidssleutel op het gemonteerde frame aan
Sluit dit toestel aan op een correct geaard stopcontact (raadpleeg Instructies i.v.m. aarding).
12. Laatste controle
Zorg dat al het montagemateriaal goed vastzit en dat de componenten correct gemonteerd zijn.
Noteer het serienummer in het daarvoor bedoelde veld vooraan in deze handleiding.
Gebruik het toestel niet totdat het volledig gemonteerd en gecontroleerd is op correcte werking, in overeen-
stemming met de gebruikershandleiding.
12
13
21
Het toestel verplaatsen
Het toestel kan door één of meerdere personen worden verplaatst. Wees voorzichtig bij het verplaatsen van
het toestel. De loopband is zwaar en kan lastig te manoeuvreren zijn. Probeer of u het toestel met uw eigen
kracht kunt verplaatsen. Roep indien nodig de hulp van een tweede persoon in.
1. Verwijder de veiligheidssleutel en bewaar deze op een veilige plaats.
Wanneer de machine niet in gebruik is, verwijdert u de veiligheidssleutel en bewaart u deze buiten het
bereik van kinderen.
2. Controleer of de stroomschakelaar is uitgeschakeld en het stroomsnoer is losgekoppeld.
Til nooit de voorkant van het toestel op om het toestel te verplaatsen of te transporteren. Draaiende of
bewegende onderdelen kunnen lichaamsdelen klemmen, wat kan leiden tot lichamelijk letsel.
3. U moet de loopband openvouwen voordat u hem verplaatst. Verplaats de loopband nooit wanneer hij niet is
opengevouwen.
4. Voorzie een veilige ruimte rond, op en boven uw loopband. Zorg dat er geen voorwerpen kunnen worden gemorst of
een blokkering veroorzaken in de volledig opengevouwen stand.
Voorzie voldoende ruimte in de hoogte voor wanneer het bodemvlak omhoog wordt gezet.
5. Til het loopvlak volledig op met behulp van de steunbalk onder de achterkant van de loopband en schakel het
hydraulische tilmechanisme in. Zorg dat het hydraulische tilmechanisme correct vergrendeld is.
Pas geschikte veiligheidsvoorzieningen en tiltechnieken toe. Buig uw knieën en ellebogen, houd uw rug
recht en trek het loopvlak op met beide armen tegelijk. Probeer of u het loopvlak met uw eigen kracht kunt
optillen totdat de vergrendeling kan worden ingeschakeld. Roep indien nodig de hulp van een tweede
persoon in.
Til het toestel niet op aan de loopband of de achterste rol. Deze onderdelen kunnen niet worden vastgezet
en kunnen dus plots bewegen. Dit zou lichamelijk letsel of schade aan het toestel kunnen veroorzaken.
6. Controleer of de vergrendeling is ingeschakeld. Trek het loopvlak voorzichtig naar achteren en controleer of het niet
beweegt. Blijf hierbij uit de baan van het bewegingspad in het geval dat de loopband niet vergrendeld is.
Leun niet tegen de loopband wanneer deze is opengevouwen. Plaats er geen voorwerpen op die ertoe
zouden kunnen leiden dat de loopband onstabiel wordt of valt.
Sluit het stroomsnoer niet aan of laat de loopband niet werken wanneer hij is opengevouwen.
VOORDAT U VAN START GAAT
22
7. Til de toestelvoet van de opengevouwen loopband voorzichtig een klein beetje naar achteren op de transportwielen
terwijl u de steunbalk vasthoudt.
Gebruik de console, de handgrepen of het opgeheven loopvlak niet om de loopband op te tillen of te
verplaatsen. De loopband zou beschadigd kunnen raken.
Blijf uit de baan van het bewegingspad van het opgeheven loopvlak.
8. Rolhettoestelopdetransportwielennaardenieuwelocatie.
Plaats geen voorwerpen waar het loopvlak zich zou bevinden in verlaagde positie.
NB: Verplaats het toestel voorzichtig, zodat het geen andere voorwerpen raakt. Hierdoor zou de console beschadigd
kunnen raken.
9. Raadpleeg de procedure voor het dichtvouwen van het toestel in deze handleiding voordat u de loopband in gebruik
neemt.
Dichtvouwen van het toestel
1. Zorg dat er voldoende ruimte is om het loopvlak te laten zakken.
Voorzie een minimale ruimte achter het toestel van 2 m, en 0,6 m aan weerszijden. Dit is de aanbevolen
veiligheidsafstand voor toegang en beweging rond het toestel, en voor het afstappen bij noodgevallen.
Plaats het toestel op een schone, harde en vlakke ondergrond zonder ongewenst materiaal of andere voor-
werpen die u in uw bewegingsvrijheid kunnen beperken en met voldoende trainingsruimte. Een rubberen
mat onder het toestel is aanbevolen om elektrostatische ontlading te voorkomen en uw vloer te bescher-
men.
Zorg dat de trainingsruimte die u gebruikt, voldoende hoog is. Houd hierbij rekening met de lengte van de
gebruiker en de maximale helling van het loopvlak.
2. Zorg dat er geen voorwerpen op of rond de loopband kunnen worden gemorst of een blokkering veroorzaken in de
volledig dichtgevouwen stand.
3. Duw het loopvlak lichtjes vooruit naar de console. Duw met uw linkervoet het bovenste deel van het hydraulische
tilmechanisme lichtjes naar voren totdat de vergrendelbuis loskomt en u het loopvlak weg van de console kunt
trekken. Houd de achterkant van het loopvlak naar boven en ga aan de zijkant van het toestel staan.
Blijf uit de baan van het bewegingspad van het loopvlak.
4. Het hydraulische tilmechanisme is ingesteld om voorzichtig te dalen. Houd het loopvlak vast tot ongeveer 2/3 van de
neerwaartse beweging. Zorg dat u de juiste tiltechniek gebruikt. Buig uw knieën en houd uw rug recht. Het loopvlak
kan mogelijk snel dalen op het einde van de beweging.
23
Het toestel nivelleren
Het toestel moet worden genivelleerd als de trainingsruimte oneffen is. Werkwijze voor het afstellen:
1. Plaats het toestel in uw trainingsruimte.
2. Verstel de stelpootjes totdat ze allemaal contact maken met de vloer.
Verstel de stelpootjes niet te hoog, waardoor ze loskomen of van het toestel worden afgeschroefd. Dit zou
lichamelijk letsel of schade aan het toestel kunnen veroorzaken.
3. Verstel totdat het toestel waterpas staat.
Zorg dat het toestel waterpas staat en stabiel is voordat u begint te trainen.
Loopband
Uw toestel is uitgerust met een duurzame loopband van hoge kwaliteit die voorzien is op lange uren van betrouwbare
service.Eenloopbanddiegedurendeeenlangeperiodeheeftstilgestaan,indefabrieksverpakkingofnademontage,kan
bijhetopstarteneen'bonzend'geluidproduceren.Ditkomtdoordebanddieoverdekrommingvandevoorsteenachter-
ste rollen rolt. Dit is normaal en wijst niet op een probleem met uw toestel. Nadat u de loopband een tijdje hebt gebruikt,
zal het bonzende geluid verdwijnen. Hoe lang dit duurt, hangt af van de omgevingstemperatuur en -vochtigheid waarin de
loopband moet werken.
24
KENMERKEN
A Handgreep M Motorpaneel
B Ergonomischestang N Voet
C Contactsensoren voor hartslagmeting (CHR) O Stelpootje
D Slot noodveiligheidssleutel P Transportwiel
E Ventilator Q Hydraulisch tilmechanisme
F Console R Demper
G USB-poort S Opstaprails aan de zijkanten
H Mp3-ingang T Loopband en bodemvlak
I Mediadraagblad U Aan/uit-schakelaar
J Luidspreker V AC-ingang
K Houder W Telemetrische hartslagontvanger (HR) - niet
afgebeeld
L Verticaalsteunproel X Mediakabel (niet afgebeeld)
!
Gebruik de waarden die door de computer van het toestel worden berekend of
opgemeten uitsluitend ter informatie. De hartslag die wordt weergegeven, is
een benadering en mag alleen ter referentie worden gebruikt. Overmatig
trainen kan ernstig letsel of de dood veroorzaken. Staak de training onmiddel-
lijk als u zich zwak voelt.
U
V
F
E
C
G
I
J
H
K
O
P
Q
O
R
D
N
T
S
L
M
A
B
25
INCLINE SPEED
Consolekenmerken
De console verstrekt belangrijke informatie over uw training en verleent u controle over de weerstandsniveaus tijdens het
trainen.Deconsoleisvoorzienvanaanraaktoetsenwaarmeeudoordetrainingsprogramma'skuntnavigeren.
Consoledisplay
Goal Track-prestatielampen - wanneer een prestatieniveau wordt bereikt of een trainingsresultaat wordt bekeken, gaat de
prestatie-indicatielamp aan.
GOALTRACK-toets-Geeftdetrainingsresultatenen-prestatiesvoorhetgeselecteerdegebruikersproelweer
USER-toets-Drukopdezetoetsomhetgewenstegebruikersproelteselecteren.HetActieve-gebruikerdisplayzal
worden aangepast.
Toets Hoger () - Verhoogt de huidige waarde of beweegt door de beschikbare opties
Toets Links () - Verandert het segment dat momenteel actief is en beweegt door de opties
OK-toets - Bevestigt informatie of een selectie
Toets Lager () - Verlaagt de huidige waarde of beweegt door de beschikbare opties
Toets Rechts () - Verandert het segment dat momenteel actief is en beweegt door de opties
PROGRAMS-toets-Selecteerteencategorievantrainingsprogramma's
Vooraf ingestelde hellingstoetsen - Selecteert een hellingswaarde voor het loopvlak. Druk binnen de 12 seconden nadat
uopeenhellingstoetsmeteenvoorafingesteldewaardehebtgedrukt,opdeEnter-toetsvoorhellingswaardenomhet
loopvlak af te stellen op de gewenste helling.
Ventilatortoets
Hellingstoetsen
met vooraf
ingestelde
waarden
Enter-toetsvoor
hellingswaarden
Snelheidstoetsen
met vooraf
ingestelde
waarden
Enter-toets voor
snelheidswaarden
Goal Track-prestatielampen
26
INCLINE SPEED
Enter-toetsvoorhellingswaarden-Activeertdehellingsmotoromhetloopvlakaantepassenaandegeselecteerdevooraf
ingestelde hellingswaarde.
START-toets - Start een Quick Start-training, start een programmatraining op maat van de gebruiker of hervat een
onderbroken training.
FAN-toets - Bedient de ventilator met drie snelheden
PAUSE/STOP-toets-Pauzeerteenactievetraining,beëindigteenonderbrokentrainingofkeert terug naar het vorige
menu
Vooraf ingestelde snelheidstoetsen - Selecteert een snelheidswaarde voor de loopband. Druk binnen de 12 seconden
nadatuopeensnelheidstoetsmeteenvoorafingesteldewaardehebtgedrukt,opdeEnter-toetsvoorsnelheidswaarden
om de loopband af te stellen op de gewenste snelheid.
Enter-toetsvoorsnelheidswaarden-Pastdesnelheidvandeloopbandaandegeselecteerdevoorafingestelde
snelheidswaarde aan.
Lcd-displaygegevens
Programmadisplay
Hetprogrammadisplaygeefthetloopproelvanhettrainingsprogrammaweer.Eenloopproelbestaatuit16kolommen
ofsegmenten.Hetloopproelheefttweevariabelenvoorelksegment:helling(zeshoeken,bovenaan)ensnelheid(pijlen,
onderaan).
Hoe intenser de helling- of snelheidsinstelling, des te hoger het niveau voor dat segment. Het knipperende segment geeft
uw huidige interval weer.
Hartslagzonedisplay
Het hartslagzonedisplay toont in welke zone de huidige hartslagwaarde valt voor de huidige gebruiker. Deze
hartslagzoneskunnenwordengebruiktalseentrainingsrichtlijnvooreenbepaaldedoelzone(max.,anaeroob,aeroob,
vetverbranding en opwarmen).
Vraag een arts om advies voordat u een trainingsprogramma start. Staak de training als u pijn of
benauwdheid op de borst voelt, kortademig wordt of u  auw voelt. Vraag uw arts om advies voordat u het
toestel opnieuw begint te gebruiken. Gebruik de waarden die door de computer van het toestel worden
berekend of opgemeten uitsluitend ter informatie. De hartslag die op de console wordt weergegeven,
is een benadering en mag alleen ter referentie worden gebruikt.
Opmerking: Als er geen hartslag wordt gedetecteerd, dan is het HRZ-display leeg.
Actieve-gebruikerdisplay
Optiepijlen
Trainingscategorie
Programmaproeldisplay
Hartslagzonedisplay
27
Optiepijlen
DeoptiepijleninformerendegebruikerwaarhijzichbevindtineenlijstvanoptiesmetbehulpvandefunctiesMORE
(Meer)enPREVIOUS(Vorige)opties.
IndiendefunctieMOREopties(pijlomlaag)actiefis,dankuntumetbehulpvandetoetsLager()extraoptiesbekijken.
MOREopties(pijlLager)isactieftotdatdegebruikerheteindevandelijstbereikt.Wanneerdegebruikerheteindevan
deoptielijstbereikt,wordtdefunctieMOREopties(pijlLager)gedeactiveerdenverstrektdetoetsLager() geen verdere
opties meer.
DefunctiePREVIOUSopties(pijlHoger)wordtactiefzodradegebruikerdoordelijstbeginttenavigeren.Bekijkdevorige
opties met behulp van de toets Hoger ().
Actieve-gebruikerdisplay
HetActieve-gebruikerdisplaygeeftaanwelkgebruikersproelmomenteelisgeselecteerd.
Tijd / Ronde (tijd)
HetTijdsdisplaytoontdetotaleduurvandetraining,degemiddeldeduurvoorhetgebruikersproelofdetotalewerkings-
tijd van het toestel.
Opmerking: DemaximaletijdvooreenQuickStart-trainingbedraagt9uur,59minutenen59seconden(9:59:59).
Op het Rondedisplay (Tijd) verschijnt de tijd van het rondje dat net werd afgelegd. Tijdens een training wordt deze trai-
ningswaarde alleen weergegeven wanneer een ronde is voltooid.
Afstand / Ronde (telling)
Het Afstandsdisplay toont de afgelegde afstand (mijl of km) tijdens de training.
Op het Rondedisplay (telling) verschijnt het totale aantal rondes dat tijdens de training werd afgelegd. Tijdens een training
wordt deze trainingswaarde alleen weergegeven wanneer een ronde is voltooid, of in de trainingsresultatenmodus (alleen
volledigafgelegderondes,geenkomma's).
Opmerking:Deafstandvaneenrondekanvooriederegebruikerwordenaangepastindemodus'EditUserProle'
(Gebruikersproelbewerken).Destandaardwaardeis0,4km.
Hartslag (HR) / Calorieën
Het Hartslagdisplay toont het aantal slagen per minuut (BPM) van de hartslagmeter. Wanneer de console een hartslagsig-
naal opvangt, begint het pictogram te knipperen.
Vraag een arts om advies voordat u een trainingsprogramma start. Staak de training als u pijn of
benauwdheid op de borst voelt, kortademig wordt of u  auw voelt. Vraag uw arts om advies voordat u het
toestel opnieuw begint te gebruiken. De hartslag die wordt weergegeven, is een benadering en mag alleen
ter referentie worden gebruikt.
Calorieën
Het Calorieëndisplay toont het aantal calorieën dat u naar schatting tijdens het trainen hebt verbrand.
Helling
Het Hellingsdisplay geeft de huidige hellingsgraad van het loopvlak weer.
Snelheid / Tempo
Het Snelheidsdisplay geeft de snelheid van de band weer in mijl per uur (mph) of kilometer per uur (km/u).
Het Tempodisplay geeft de huidige tijd weer om een km af te leggen met de huidige snelheidswaarde.
Opmerking:DemaximalewaardevoorhetveldTempois99:59.
28
Exporteer uw trainingsresultaten naar een USB-stick
DittnesstoestelisuitgerustmeteenUSB-poortenkanuwtrainingsresultatennaareenUSB-stickexporteren.Sluitde
USB-sticknahetexporterenvandetrainingenopeencomputeraanenuploadhetbestandnaaruwSchwinnConnect™-
account.
Opmerking: USB-sticks moeten in FAT32 zijn geformatteerd voor een goede werking.
1. Drukvanafhetopstartschermopde‘User’-toetsomhetgewenstegebruikersproeltekiezen.
2. Steek de USB-stick in de USB-poort op de console.
3. Op de console verschijnt de boodschap ‘SAVING TO USB’ (Bezig met opslaan op USB), en vervolgens ‘DO
NOTREMOVE’(Nietverwijderen).Hethuidigegebruikersproelbegintteknipperen,wataangeeftdatde
trainingsresultatennaardeUSB-stickwordengeëxporteerd.VerwijderdeUSB-stickniettotdathetgebruikersproel
nietmeerknippertenopdeconsoledeboodschap‘REMOVEUSB’(USB-stickverwijderen)verschijnt.
Opmerking: Als de trainingsresultaten op de USB-stick actueel zijn, dan zal de console het bestand niet opnieuw
exporteren.Alsermeerderetrainingenwerdenvoltooid,danzaldeconsolemeertijdnodighebbenomalle
trainingsresultatenteexporteren.Voorlangereexportszaldeconsoleeenexportvoortgangsstatusweergeven
(geëxporteerdetrainingen/totaalaantaltrainingen).
4. Wanneerdeexportvoltooidis,stopthetgebruikersproelmetknipperenengeeftdeconsoledeboodschap‘USB
COMPLETE’(USB-exportvoltooid),gevolgddoor‘REMOVEUSB’(USB-stickverwijderen).UkuntdeUSB-sticknu
veilig verwijderen.
5. De console keert terug naar het Opstartscherm.
Bij het voltooien van een training zal de console, waarin al een USB-stick steekt, de nieuwe trainingsresultaten niet
exporterentotdatderesultatenmoduswordtverlatenenhetopstartschermwordtweergegeven.
Volg uw resultaten op www.schwinnconnect.com
MaaknuttiggebruikvandeSchwinnConnect™-websiteomuwvooruitgangindetijdtezienenuwgegevenstedelen
met MyFitnessPal
®
.Bekijkuwtrainingenenresultatenopafstandwanneerhetupast.OpdeSchwinnConnect™-website
kuntueentrainingswaardekiezenendezeineenweek-,maand-ofjaargraekvoorstellen.
IndienueenUSB-stickgebruiktomtrainingsresultatennaardeSchwinnConnect™-websiteteimporteren:
1. Steek de USB-stick met uw trainingsgegevens in een apparaat dat is aangesloten op het internet.
2. MelduaanopdeSchwinnConnect™-website:www.schwinnconnect.com.
3. Klik op de toets ‘Upload’ op de website.
4. In het ‘Upload’-venster zoekt u uw USB-stick. Selecteer de map met de trainingsgegevens en klik op de uploadtoets.
Uw trainingsgegevens worden naar uw account geüpload.
Opmerking:Denaamvanhetgegevensbestandisofweldegeselecteerdegebruiker(‘USER1.DAT’)ofdenaamvan
de geïndividualiseerde gebruiker (bv. - ‘JOHN.DAT’), gevolgd door de DAT-bestandsindeling.
5. Om uw trainingsgegevens met MyFitnessPal
®
te synchroniseren kiest u ‘Menu’ in de linkerbovenhoek van de
webpagina en klikt u op ‘Sync to MyFitnessPal
®
(Synchroniseren naar MyFitnessPal
®
).
Opmerking: DeSchwinnConnect™-softwarezaluwtrainingenautomatischsynchroniserenmetMyFitnessPal®na
de eerste synchronisatie.
Draadloze hartslagmeter
Het volgen van uw hartslag is een van de beste procedures om de intensiteit van uw training te beheersen. De aanwezige
Contact Heart Rate-sensoren (CHR) verzenden uw hartslagsignalen naar de console. De console kan ook telemetrische
hartslagsignalenaezendoormiddelvaneenhartslagborstbanddieuitzendtopeenfrequentievan4,5-5,5kHz.
29
Opmerking:DeborstbandmoeteenongecodeerdehartslagborstbandvanPolarElectrozijn,ofeenongecodeerd
POLAR
®
-compatibel model. (Gecodeerde Polar
®
-hartslagbanden zoals POLAR
®
OwnCode
®
-borstbanden
zullen niet werken met deze apparatuur.)
Vraag uw arts om advies voordat u een draadloze borstband of een andere telemetrische hartslagmeter
gebruikt als u een pacemaker of een ander geïmplanteerd elektronisch apparaat draagt.
Contactsensoren voor hartslagmeting
Contact Heart Rate-sensoren (CHR) verzenden uw hartslagsignalen naar de console. De CHR-sensoren zijn de roestvrij-
stalen onderdelen van de handgrepen. Om deze te gebruiken plaatst u uw handen comfortabel rond de sensoren. Zorg
dat uw handen de boven- en de onderkant van de sensoren aanraken. Houd de handgrepen stevig vast, maar niet te vast
of te los. Beide handen moeten contact maken met de sensoren, opdat de console een hartslag zou kunnen detecteren.
Zodra de console vier stabiele pulssignalen detecteert, wordt uw initiële hartslag weergegeven.
Zodra de console uw initiële hartslag heeft, blijft u gedurende 10 tot 15 seconden stilzitten zonder uw handen te bewegen.
De console gaat de hartslag nu valideren. Heel wat factoren hebben een invloed op het vermogen van de sensoren om
uw hartslag te detecteren:
Beweging van de spieren van het bovenlichaam (met inbegrip van de armen) produceert een elektrisch signaal (spier-
artefact) dat de pulsdetectie kan verstoren. Lichte beweging van de handen tijdens het contact met de sensoren kan
ook storingen veroorzaken.
Eeltopdehandenenhandlotionvormeneenisolatielaagenverminderendesignaalsterkte.
SommigepersonenwekkeneenonvoldoendesterkECG-signaalop,datnietkanwordengedetecteerddoordesenso-
ren.
De nabijheid van andere elektronische apparaten kan storing veroorzaken.
Als uw hartslagsignaal op enig moment verstoord lijkt te zijn na validatie, maakt u uw handen en de sensoren schoon en
probeert u het opnieuw.
Hartslagberekeningen
Uwmaximalehartslagdaalttypischvan220slagenperminuut(BPM)alskindtotongeveer160BPMopdeleeftijd
van60.Dezedalingvandemaximalehartslagverlooptmeestallineair,metongeveeréénBPMperjaar.Erzijngeen
aanwijzingendatdedalingvandemaximalehartslagdoortrainingkanwordenbeïnvloed.Mensenvandezelfdeleeftijd
kunnenverschillendemaximalehartslagenhebben.Omdezewaardenauwkeurigteberekenenlegtudusbetereen
stresstest af in plaats van de formule op basis van de leeftijd toe te passen.
Uw hartslag in rusttoestand wordt beïnvloed door duurtraining. De doorsnee volwassene heeft een hartslag in
rusttoestand van ongeveer 72 slagen per minuut, terwijl intensief getrainde lopers 40 slagen per minuut of lager kunnen
halen.
De hartslagtabel is een schatting van welke hartslagzone (HRZ) effectief is om vet te verbranden en uw cardiovasculaire
systeem te verbeteren. Fysieke omstandigheden variëren. Daarom is het mogelijk dat uw individuele HRZ verschillende
slagen hoger of lager ligt dan wat wordt weergegeven.
Demeestefciënteprocedureomvetteverbrandentijdenshettrainenistebeginnenopeenlaagtempoendeintensiteit
geleidelijkoptedrijventotdatuwhartslag50-70%vanuwmaximalehartslagbereikt.Gadooropdattempo,waarbijuuw
hartslag in die doelzone houdt gedurende meer dan 20 minuten. Hoe langer u uw doelhartslag aanhoudt, hoe meer vet
uw lichaam verbrandt.
30
Degraekiseenbeknopterichtlijnmetdedoorgaansvoorgesteldedoelhartslagwaardenvoorpersonenvanuwleeftijd.
Zoals we hierboven reeds vermeldden, kan uw optimale doelhartslag hoger of lager liggen. Vraag uw arts om advies in
verband met uw persoonlijke doelhartslagzone.
Opmerking:Zoalsmetalletrainingenentnessprogramma'shetgevalis,moetuookhierdeintensiteitendeduur
van de training naar eigen goeddunken verhogen.
20-24
Doelhartslag voor vetverbranding
Hartslag BPM (slagen per minuut)
Leeftijd
25-29
0
50
100
150
200
250
30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 60-64 65-69 70+
196
191
186
181
176
171
166
161
156
151
146
167
162
158
154
150
145
141
137
133
128
126
Maximale Hartslag
Doelhartslagzone
(blijf binnen deze zone voor
een optimale vetverbranding)
118
115
112
109
106
103
100
97
94
91
88
31
BEDIENINGEN
Wat te dragen
Draag sportschoenen met rubberen zolen Om te trainen hebt u geschikte kleding nodig waarin u vrij kunt bewegen.
Hoe vaak moet u trainen
Vraag een arts om advies voordat u een trainingsprogramma start. Staak de training als u pijn of benauwd-
heid op de borst voelt, kortademig wordt of u auw voelt. Vraag uw arts om advies voordat u het toestel
opnieuw begint te gebruiken. Gebruik de waarden die door de computer van het toestel worden berekend of
opgemeten uitsluitend ter informatie. De hartslag die op de console wordt weergegeven, is onnauwkeurig
en mag alleen ter referentie worden gebruikt.
3 keer per week gedurende 30 minuten per dag.
Plan trainingen op voorhand en probeer het schema te volgen.
Doe enkele stretchoefeningen om uw lichaam op te warmen voordat u begint te trainen.
Aan de slag gaan
Vraag een arts om advies voordat u een trainingsprogramma start. Staak de training als u pijn of benauwd-
heid op de borst voelt, kortademig wordt of u auw voelt. Vraag uw arts om advies voordat u het toestel
opnieuw begint te gebruiken. Gebruik de waarden die door de computer van het toestel worden berekend of
opgemeten uitsluitend ter informatie.
Plaats het toestel op een schone, harde en vlakke ondergrond zonder ongewenst materiaal of andere voor-
werpen die u in uw bewegingsvrijheid kunnen beperken en met voldoende trainingsruimte. Een rubberen
mat onder het toestel is aanbevolen om elektrostatische ontlading te voorkomen en uw vloer te bescher-
men.
Zorg dat de trainingsruimte die u gebruikt, voldoende hoog is. Houd hierbij rekening met de lengte van de
gebruiker en de maximale helling van het loopvlak.
1. Zodrahettnesstoestelinuwtrainingsruimtestaat,controleertuofdeloopbandgecentreerdenuitgelijndis.
Raadpleeg indien nodig de procedure voor het uitlijnen van de loopband in de onderhoudssectie van deze
handleiding.
De randen van de loopband moeten zich onder de opstaprails aan weerszijden van de loopband bevinden.
Gebruik het toestel niet als er een rand van de loopband zichtbaar is. Verstel de loopband totdat de randen
niet meer zichtbaar zijn en zich onder de opstaprails bevinden. Raadpleeg de procedure voor het uitlijnen
van de loopband.
Opmerking: Dit product is uitsluitend bedoeld voor thuisgebruik.
2. Controleer of er geen voorwerpen onder de loopband liggen. Zorg dat de ruimte onder het toestel vrij is.
3. Sluit het stroomsnoer op een correct geaard stopcontact aan.
Ga niet op het snoer en de stekker staan.
Opmerking: Het toestel is ontworpen om direct te worden aangesloten op een correct bedraad en geaard stopcon-
tact van 220 V.
4. Als u de draadloze hartslagmeter gebruikt, volg dan de richtlijnen over de borstband die zijn meegeleverd.
5. Schakel de stroom in. Het toestel is nu voorzien van stroom.
6. Ga met gespreide benen over de loopband op de zijdelingse opstapplatformen staan. Steek de veiligheidssleutel in
het slot en maak het koord van de veiligheidssleutel met de clip aan uw kleding vast.
Wees voorzichtig wanneer u op en af het toestel stapt.
Om letsel te voorkomen gaat u op de voetplatformen staan voordat u de machine start of een training
beëindigt. Stap niet van de machine af door op de bewegende loopband te gaan staan en achteraan van het
toestel af te stappen.
32
• Controleer of de veiligheidssleutel correct op de console is aangesloten.
Opmerking: Zonder de veiligheidssleutel kan de gebruiker alle activiteiten uitvoeren behalve het activeren van de
loopbanden.Opdeconsolewordtueraanherinnerdomdeveiligheidssleutelinhetslottesteken('+SAFETYKEY').
• Bevestig de veiligheidssleutelclip altijd aan uw kleding terwijl u aan het trainen bent.
• Bij een noodgeval trekt u de veiligheidssleutel uit het slot om de stroom naar de band en de hellingsmotoren uit te
schakelen. Hierdoor zal de band snel worden gestopt (houd u vast - dit is een abrupte stop) en de training worden
gewist.DrukopdePAUSE/STOP-toetsomdebandtestoppenenhetprogrammatepauzeren.
7. DrukopdeUSER-toetsomdegewenstegebruikervoordetrainingtekiezen.
8. KiesuwtrainingmetdePROGRAMS-toetsendetoetsenHoger/Lager.
9. Druk op de OK-toets wanneer uw gewenste training wordt getoond.
10. De console zal u een reeks vragen stellen om de training te individualiseren. Wanneer op de console de boodschap
'READY?'(Klaar?)verschijnt,druktuopdeSTART-toets.Opdeconsoleverschijnt'RAMPINGUP'terwijldeloopband
op snelheid komt. Wees voorzichtig bij het opstappen op de loopband.
De band begint pas te bewegen na een hoorbare aftelling met een pieptoon van 3 seconden.
Gebruik altijd de handgrepen om op en af de loopband te stappen, of wanneer de helling of de snelheid
verandert.
Indien het geluid werd gedempt, verschijnt de boodschap 'AUDIO OFF' (Geluid uit) gedurende enkele
seconden op de console.
Om in een noodsituatie van de loopband af te stappen grijpt u de handgrepen vooraan of aan de zijkanten
vast en gaat u veilig op de zijvoetsteunen staan. Breng de loopband tot stilstand en stap voorzichtig van het
toestel af.
Opmerking: Uw toestel is uitgerust met een duurzame loopband van hoge kwaliteit die voorzien is op lange uren
vanbetrouwbareservice.Eenloopbanddiegedurendeeenlangeperiodeheeftstilgestaan,indefabrieksverpakking
ofnademontage,kanbijhetopstarteneen'bonzend'geluidproduceren.Ditkomtdoordebanddieoverde
kromming van de voorste en achterste rollen rolt. Dit is normaal en wijst niet op een probleem met uw toestel. Nadat
u de loopband een tijdje hebt gebruikt, zal het bonzende geluid verdwijnen. Hoe lang dit duurt, hangt af van de
omgevingstemperatuur en -vochtigheid waarin de loopband moet werken.
Opstart/Stand-by-modus
De console wordt opgestart in de Opstart/Stand-by-modus als hij op een stroombron is aangesloten, de aan/uit-schake-
laar is ingeschakeld en de veiligheidssleutel correct in het contactslot zit.
Opmerking: Zonder de veiligheidssleutel kan de gebruiker alle activiteiten uitvoeren behalve het activeren van de
loopband.Opdeconsolewordtueraanherinnerdomdeveiligheidssleutelinhetslottesteken('+SAFETYKEY').
Zodra de veiligheidssleutel in het slot zit, moet u opnieuw op de START-toets drukken om de geselecteerde training
te beginnen.
Automatisch uitschakelen (slaapstand)
Als de console in een tijdspanne van ongeveer 5 minuten geen enkele input ontvangt, dan wordt hij automatisch uitge-
schakeld. Het lcd-display is uitgeschakeld wanneer de console in de slaapstand staat.
Om de console uit te schakelen zet u alle bedieningselementen op de uit-stand en verwijdert u daarna de
stekker uit het stopcontact.
33
Initiële installatie
Wanneer de console voor de eerste keer wordt opgestart, moeten de datum, de tijd en de gewenste meeteenheden wor-
den ingesteld.
1. Datum: Druk op de toetsen Hoger/Lager om de huidige actieve waarde (die knippert) aan te passen. Druk op de toet-
sen Links/Rechts om de selectie van de huidige actieve waarde (maand/dag/jaar) te veranderen.
2. Druk op OK om in te stellen.
3. Tijd: Druk op de toetsen Hoger/Lager om de huidige actieve waarde (die knippert) aan te passen. Druk op de toetsen
Links/Rechts om de selectie van de huidige actieve waarde (AM of PM/uur/minuut) te veranderen.
4. Druk op OK om in te stellen.
5. Meeteenheden:DrukopdetoetsenHoger/Lageromtekiezentussen'MILES'(Engelsematen)of'KM'(metrische
maten).
6. Druk op OK om in te stellen. De console keert terug naar het Opstartscherm.
Opmerking: Omdezeinstellingenaantepassengaatunaardesectie'Instelmodusvandeconsole'.
Snelstartprogramma (handmatig)
Met het handmatige snelstartprogramma kunt u een training starten zonder enige informatie in te voeren.
Bij een handmatige training staat iedere kolom voor een periode van 2 minuten. De actieve kolom zal om de 2 minuten
verder over het scherm verschuiven. Als de training langer duurt dan 32 minuten, dan wordt de actieve kolom vastgezet
op de verste kolom aan de rechterkant en worden de vorige kolommen van het display geduwd.
1. Ga op de zijdelingse opstapplatformen staan.
2. Drukopde'User'-toetsomhetjuistegebruikersproeltekiezen.Alsunoggeengebruikersproelhebtingesteld,dan
kuntueenproelzonderaangepastegegevenskiezen(alleenstandaardwaarden).
3. Druk op de START-toets om het handmatige programma te starten.
Opmerking: Om een training te starten moet de veiligheidssleutel in het slot zitten. Als dat niet het geval is, dan
verschijntdeboodschap'+SAFETYKEY'opdeconsole.Opdeconsoleverschijnt'RAMPINGUP'terwijldeloopband
op snelheid komt.
4. Om de weerstand of de snelheid te veranderen drukt u op de toetsen voor het verhogen of verlagen van de weer-
stand of de snelheid. De klok telt op vanaf 0:00.
Opmerking: DemaximaletijdvooreenQuickStart-trainingbedraagt9uur,59minutenen59seconden(9:59:59).
5. DrukopPAUSE/STOPomdetrainingtepauzerenwanneeruklaarbent.DruknogmaalsopPAUSE/STOPomde
training te beëindigen.
Opmerking: De trainingsresultaten worden in het huidige gebruikersprofiel opgeslagen.
Gebruikersprofielen
Op de console kunt u 4 gebruikersprofielen opslaan en gebruiken. De resultaten van iedere training worden automatisch
in de gebruikersprofielen opgeslagen, waar ze kunnen worden bekeken.
De volgende gegevens worden in het gebruikersprofiel opgeslagen:
Naam-maximaal13tekens
Gewicht
Lengte
Leeftijd
Geslacht
Afstand ronde
Scannen
Waarde (display van aangepaste training)
34
Een gebruikersprofiel kiezen
Iederetrainingwordtopgeslagenineengebruikersproel.Zorgdatuhetjuistegebruikersproelkiestvoordatueentrai-
ning start. De laatste gebruiker die een training heeft voltooid, wordt standaard geselecteerd.
Gebruikersproelenzijningesteldopdestandaardwaardentotdatzewordenaangepast.Vergeetuwgebruikersproeldus
niet te bewerken voor meer accurate informatie over calorieverbruik en hartslagwaarden.
Gebruikersprofiel bewerken
1. Kies op het Opstartscherm een van de gebruikersprofielen metbehulpvande'User'-toets.
2. Druk op de OK-toets om het gebruikersprofiel te kiezen.
3. Ophetconsoledisplayverschijntdeboodschap'EDIT'(Bewerken)endenaamvanhethuidigegebruikersprofiel.
DrukopOKomdeoptie'Gebruikersprofielbewerken'testarten.
DrukopdetoetsPAUSE/STOPomdegebruikersproeloptiesteverlaten.DeconsolezalnaarhetOpstartscherm
terugkeren.
4. Ophetconsoledisplayverschijntdeboodschap'NAME'(Naam)endenaamvanhethuidigegebruikersprofiel.
Opmerking: Het veld voor de naam van de gebruiker is leeg als dit de eerste bewerking is. De naam van een gebrui-
kersprofiel is beperkt tot 13 tekens.
Het huidige actieve segment knippert. Gebruik de toetsen Hoger/Lager om door het alfabet en een spatie (te vinden
tussen A en Z) te navigeren. Voor het instellen van elk segment gebruikt u de toetsen Links () of Rechts () om van
het ene segment naar het andere te gaan.
Druk op OK om de weergegeven gebruikersnaam te accepteren.
5. Voorhetbewerkenvandeanderegebruikersgegevens(WEIGHT,HEIGHT,AGE,GENDER)gebruiktudetoetsen
Hoger/Lager om de waarden aan te passen en drukt u op OK om iedere invoer vast te leggen.
Opmerking: OphetTIME-displaywordtdeBMIvandegebruikerweergegevenophetmomentvandeboodschap
HEIGHT.
De BMI-meting is een nuttig hulpmiddel dat de verhouding tussen gewicht en lengte aantoont, die verband houdt met
lichaamsvet en gezondheidsrisico. In de onderstaande tabel vindt u een algemene beoordeling van de BMI-score:
Ondergewicht Onder18,5
Normaal 18,5–24,9
Overgewicht 25,0–29,9
Zwaarlijvigheid 30,0 en hoger
Opmerking: De beoordeling overschat mogelijk het lichaamsvet bij atleten en andere personen die atletisch ge-
bouwd zijn. De beoordeling kan het lichaamsvet echter ook onderschatten, onder andere bij oudere
mensen en andere personen die spiermassa hebben verloren.
Raadpleeg uw arts voor meer informatie over de 'Body Mass Index' (BMI) en het gewicht dat voor u ideaal is.
Gebruik de waarden die door de computer van het toestel worden berekend of opgemeten uitsluitend ter
informatie.
6. OphetconsoledisplayverschijntdeboodschapLAPDISTANCE.MetdezeoptiekuntudeafstandvaneenRONDE
tijdens een training vastleggen. Gebruik de toetsen Hoger/Lager om de waarde van de afstand van een ronde aan te
passen. De standaardwaarde is 0,4 km.
Druk op de OK-toets om de waarde in te stellen.
7. Ophetconsoledisplayverschijntdeboodschap'SCAN'(Scannen).Metdezeoptiecontroleertuhoede
trainingswaarden worden weergegeven tijdens een training. Wanneer de optie is ingeschakeld, geeft de console om
de 4 seconden een andere trainingswaarde weer. Wanneer deze optie is uitgeschakeld, kan de gebruiker met behulp
35
vandetoetsenRECHTSofLINKSdeanderetrainingswaardenbekijkenwanneerhijdatwenst.
De optie is standaard ingeschakeld.
Druk op de OK-toets om de manier waarop de trainingswaarden worden weergegeven, vast te leggen.
8. OpdeconsoleverschijntdeboodschapVALUEinhettrainingsdisplay.Metdezeoptiecontroleertuofeen
trainingswaarde al dan niet wordt weergegeven tijdens een training. Wanneer de optie is ingeschakeld, kan de
trainingswaarde op de console worden weergegeven. Wanneer de optie is uitgeschakeld, wordt de trainingswaarde
tijdens een training gedeactiveerd.
De actieve trainingswaarde (Tijd, Ronde (Tijd), Afstand, Ronde (Telling), Hartslag, Calorieën of Tempo) knippert op
deconsole,dieookdehuidigeinstellingweergeeft:'VALUE-ON'of'VALUE-OFF'.DrukopdetoetsenHoger()
of Lager () om de huidige instelling te veranderen en gebruik de toetsen Links () of Rechts () om de actieve
trainingswaarde te veranderen.
Opmerking: De trainingswaarden voor helling en snelheid kunnen niet worden uitgeschakeld.
Destandaardwaardeis'VALUE-ON'vooralletrainingswaarden.Wanneer u klaar bent met het instellen van welke
trainingswaarden al dan niet worden weergegeven, drukt u op de OK-toets om de console in te stellen.
9. Ophetconsoledisplayverschijntdeboodschap'WIRELESSHR'(Draadlozehartslagmeting).Alsudeluidsprekers
van de console gebruikt met hoge instellingen en/of een groter persoonlijk elektronisch apparaat gebruikt, dan
wordt de hartslagmeting op de console mogelijk verstoord door interferentie. Met deze optie kunt u de telemetrische
hartslagontvanger uitschakelen om de interferentie te blokkeren.
Ophetbovenstedisplayzietudehuidigewaarde-instelling:'ON'of'OFF'.DrukopdetoetsenHoger() of Lager ()
om de waarde te veranderen. De optie is standaard ingeschakeld.
Druk op de OK-toets om de telemetrische hartslagontvanger te activeren.
10. De console keert terug naar het Opstartscherm met de geselecteerde gebruiker.
Een gebruikersprofiel resetten
1. Kies op het Opstartscherm een van de gebruikersprofielen metbehulpvande'User'-toets.
2. Druk op de OK-toets om het gebruikersprofiel te kiezen.
3. Ophetconsoledisplayverschijntdeboodschap'EDIT'(Bewerken).Drukopde toets Lager () om de waarde te
veranderen.
Opmerking: DrukopdetoetsPAUSE/STOPomdegebruikersproeloptiesteverlaten.Deconsolezalnaarhet
Opstartscherm terugkeren.
4. Ophetconsoledisplayverschijntdeboodschap'RESET'(Resetten)endenaamvanhethuidigegebruikersprofiel.
DrukopOKomdeoptie'Gebruikersprofielresetten'testarten.
5. De console zal nu vragen om het verzoek voor het resetten van het
gebruikersprofieltebevestigen(destandaardkeuzeis'RESET-NO').Drukopde
toetsen Hoger () of Lager () om de keuze aan te passen.
6. Druk op OK om uw keuze te maken.
7. De console keert terug naar het Opstartscherm.
De helling aanpassen
Druk op de toetsen voor het verhogen () of verlagen () van de helling om de hoek van het
bodemvlak op ieder gewenst moment in een trainingsprogramma te wijzigen. Hiervoor moet de
veiligheidssleutel in het contactslot zitten. Om de hellingshoek snel te wijzigen drukt u op de
hellingstoets met de gewenste vooraf ingestelde waarde, en vervolgens op de Enter-toets voor
hellingswaarden. Het bodemvlak zal de gekozen hellingshoek aannemen.
Opmerking: Nadat u op een hellingstoets met een vooraf ingestelde waarde hebt
gedrukt,moetubinnende12secondenopdeEnter-toetsvoorhellingswaarden
drukken.
INCLINE SPEED
2
4
5
6
8
12
INCLINE
0-12%
SPEED
km/hmph
19.3
12.8
9.6
8
6.4
3.2
Hellingstoetsen
met vooraf
ingestelde
waarden
Enter-toets voor
hellings-
waarden
36
Zorg dat de ruimte onder het toestel vrij is voordat u het bodemvlak laat zakken. Laat het bodemvlak na
elke training volledig zakken.
Het gebruik van dit toestel vereist coördinatie en evenwicht. Tijdens het trainen kunt u snelheids- en
hellingsveranderingen van het bodemvlak verwachten. Wees dus voorzichtig om evenwichtsverlies en mogelijk
letsel te voorkomen.
Zorg dat de trainingsruimte die u gebruikt, voldoende hoog is. Houd hierbij rekening met de lengte van de gebruiker en de
maximalehellingshoogtevanhetbodemvlak.
De snelheid aanpassen
Druk op de toetsen voor het verhogen () of verlagen () van het snelheidsniveau om de snelheid van de loopband
op ieder gewenst moment in een trainingsprogramma te wijzigen. Om de snelheid snel te wijzigen drukt u op de
snelheidstoetsmetdegewenstevoorafingesteldewaarde,envervolgensopdeEnter-toetsvoorsnelheidswaarden.De
snelheid van de loopband wordt aangepast aan de gewenste snelheid.
Opmerking: Nadat u op een snelheidstoets met een vooraf ingestelde waarde hebt gedrukt, moet u binnen de 12
secondenopdeEnter-toetsvoorsnelheidswaardendrukken.
Proelprogramma's
Dezeprogramma'shebbenverschillendehellingshoekenenloopbandsnelhedenopbasisvandemaximum-enminimum-
snelheid van de gebruiker. De gebruiker kan de hellings- en snelheidswaarden ook handmatig aanpassen op elk ge-
wenstmomentindetraining.Deproelprogramma'szijngeorganiseerdincategorieën(QuickGoal,HeartHealth,Weight
Control,Interval,TrainenCustom).Iederproelprogrammabestaatuit16segmenten,waardooreenverscheidenheidaan
trainingen mogelijk is.
Tijdens een proelprogramma geeft de console met een geluidssignaal aan of in het volgende segment de
helling of de snelheid zal worden aangepast. Wees bij elk nieuw segment voorbereid op hellings- en snel-
heidsveranderingen.
Op de console is de momenteel geselecteerde categorie actief, waarbij de eerste training van het profielprogramma
binnen die categorie wordt weergegeven. Gebruik de toetsen Hoger () of Lager () om de gewenste
proelprogrammatrainingtekiezenuitdecategorievantrainingen. Op het einde van de beschikbare trainingen voor die
categorie zal de pijl voor meer opties (pijl omlaag) worden gedeactiveerd. Zo weet de gebruiker dat hij het einde van de
categorie heeft bereikt.
QUICK GOAL
DISTANCE,TIME,CALORIES
Use Case 4: Programs and Their Brickyards
REVED : 021514
RELEASE: C
QUICKSTART (press and hold to customize
program)
QUICK GOAL
Distance
Time
Calories
TRAIN
1 MILE PACER
5K PACER
10K PACER
Endurance 1
Endurance 2
Performance 1
Performance 2
CHALLENGE
1 MILE BEST
5K BEST
10K BEST
WEIGHT CONTROL
Fat Burn 1
Fat Burn 2
CALORIE BURN
(SCH) (NLS)
150 SPEED
200 INCLINE
300 BOTH
HEART HEALTH
Healthy 55%
Fat Burn 65%
Aerobic 75%
Anaerobic85%
INTERVAL
LOW IMPACT
HIIT/SPEED
HIIT+INCLINE
CUSTOM
HR TARGET
CUSTOM
INTERVAL-SPD
INTERVAL-INC
CUSTOM PLUS
WARM UP
COOL DOWN
PERFORMANCE 1:
ENDURANCE 1:
FAT BURN 2:
Fast Burn – steady pace with high intensity
(moderate incline / moderate speed)
Default MAX SPEED : 5 mph
CALORIE BURN (NLS):
(use brickyard for each
option)
FAT BURN 1:
Slow Burn – steady pace with low intensity
(low incline / low speed)
Default MAX SPEED : 5 mph
PERSONAL BEST:
COMPARE:BEST is automatically selected with
this program, Console uses BEST pace from
previous workout if this distance has not been
previously done.
TRAIN/PACER:
COMPARE:AVERAGE is automatically selected by
this program, Console uses AVG pace from
previous workout if this distance has not been
previously done.
ENDURANCE 2:
[ 1299 machine ]
HEART HEALTH:
Default MAX SPEED : 7 mph
LOW IMPACT/INCLINE:
HIIT/SPEED:
SPEED + INCLINE:
HEART RATE TARGET:
CUSTOM PROFILE:
(will use the default
brickyard from next
two Workouts)
SPEED INTERVAL:
INCLINE INTERVAL:
CUSTOM INTERVAL:
CUSTOM WARM UP
/ COOLDOWN:
CALORIE BURN (SCH):
Incline. Speed is preset.
Default MAX SPEED : 1 mph
Default MAX SPEED : 3 mph
Default MAX SPEED : 2 mph
Default MAX SPEED : 7 mph
Default MAX SPEED : 7 mph
Default MAX SPEED : 7 mph
Default MAX SPEED : 7 mph
Default MAX SPEED : 1 mph
Default MAX SPEED : 5 mph
Default MAX SPEED : 1 mph
QUICK GOAL and PACER brickyard (s):
Default MAX SPEED : 9 mph
Default MAX SPEED : 1 mph
Default MAX SPEED : 9 mph
C
C
C
C
Boot Camp:
HEART HEALTH
RECOVERYTEST,HEALTHY-55%,FATBURN-65%,AEROBIC-75%,ANAEROBIC-85%
Use Case 4: Programs and Their Brickyards
REVED : 021514
RELEASE: C
QUICKSTART (press and hold to customize
program)
QUICK GOAL
Distance
Time
Calories
TRAIN
1 MILE PACER
5K PACER
10K PACER
Endurance 1
Endurance 2
Performance 1
Performance 2
CHALLENGE
1 MILE BEST
5K BEST
10K BEST
WEIGHT CONTROL
Fat Burn 1
Fat Burn 2
CALORIE BURN
(SCH) (NLS)
150 SPEED
200 INCLINE
300 BOTH
HEART HEALTH
Healthy 55%
Fat Burn 65%
Aerobic 75%
Anaerobic85%
INTERVAL
LOW IMPACT
HIIT/SPEED
HIIT+INCLINE
CUSTOM
HR TARGET
CUSTOM
INTERVAL-SPD
INTERVAL-INC
CUSTOM PLUS
WARM UP
COOL DOWN
PERFORMANCE 1:
ENDURANCE 1:
FAT BURN 2:
Fast Burn – steady pace with high intensity
(moderate incline / moderate speed)
Default MAX SPEED : 5 mph
CALORIE BURN (NLS):
(use brickyard for each
option)
FAT BURN 1:
Slow Burn – steady pace with low intensity
(low incline / low speed)
Default MAX SPEED : 5 mph
PERSONAL BEST:
COMPARE:BEST is automatically selected with
this program, Console uses BEST pace from
previous workout if this distance has not been
previously done.
TRAIN/PACER:
COMPARE:AVERAGE is automatically selected by
this program, Console uses AVG pace from
previous workout if this distance has not been
previously done.
ENDURANCE 2:
[ 1299 machine ]
HEART HEALTH:
Default MAX SPEED : 7 mph
LOW IMPACT/INCLINE:
HIIT/SPEED:
SPEED + INCLINE:
HEART RATE TARGET:
CUSTOM PROFILE:
(will use the default
brickyard from next
two Workouts)
SPEED INTERVAL:
INCLINE INTERVAL:
CUSTOM INTERVAL:
CUSTOM WARM UP
/ COOLDOWN:
CALORIE BURN (SCH):
Incline. Speed is preset.
Default MAX SPEED : 1 mph
Default MAX SPEED : 3 mph
Default MAX SPEED : 2 mph
Default MAX SPEED : 7 mph
Default MAX SPEED : 7 mph
Default MAX SPEED : 7 mph
Default MAX SPEED : 7 mph
Default MAX SPEED : 1 mph
Default MAX SPEED : 5 mph
Default MAX SPEED : 1 mph
QUICK GOAL and PACER brickyard (s):
Default MAX SPEED : 9 mph
Default MAX SPEED : 1 mph
Default MAX SPEED : 9 mph
C
C
C
C
Boot Camp:
37
WEIGHT CONTROL
FATBURN1 CALORIEBURN-150
Use Case 4: Programs and Their Brickyards
REVED : 021514
RELEASE: C
QUICKSTART (press and hold to customize
program)
QUICK GOAL
Distance
Time
Calories
TRAIN
1 MILE PACER
5K PACER
10K PACER
Endurance 1
Endurance 2
Performance 1
Performance 2
CHALLENGE
1 MILE BEST
5K BEST
10K BEST
WEIGHT CONTROL
Fat Burn 1
Fat Burn 2
CALORIE BURN
(SCH) (NLS)
150 SPEED
200 INCLINE
300 BOTH
HEART HEALTH
Healthy 55%
Fat Burn 65%
Aerobic 75%
Anaerobic85%
INTERVAL
LOW IMPACT
HIIT/SPEED
HIIT+INCLINE
CUSTOM
HR TARGET
CUSTOM
INTERVAL-SPD
INTERVAL-INC
CUSTOM PLUS
WARM UP
COOL DOWN
PERFORMANCE 1:
ENDURANCE 1:
FAT BURN 2:
Fast Burn – steady pace with high intensity
(moderate incline / moderate speed)
Default MAX SPEED : 5 mph
CALORIE BURN (NLS):
(use brickyard for each
option)
FAT BURN 1:
Slow Burn – steady pace with low intensity
(low incline / low speed)
Default MAX SPEED : 5 mph
PERSONAL BEST:
COMPARE:BEST is automatically selected with
this program, Console uses BEST pace from
previous workout if this distance has not been
previously done.
TRAIN/PACER:
COMPARE:AVERAGE is automatically selected by
this program, Console uses AVG pace from
previous workout if this distance has not been
previously done.
ENDURANCE 2:
[ 1299 machine ]
HEART HEALTH:
Default MAX SPEED : 7 mph
LOW IMPACT/INCLINE:
HIIT/SPEED:
SPEED + INCLINE:
HEART RATE TARGET:
CUSTOM PROFILE:
(will use the default
brickyard from next
two Workouts)
SPEED INTERVAL:
INCLINE INTERVAL:
CUSTOM INTERVAL:
CUSTOM WARM UP
/ COOLDOWN:
CALORIE BURN (SCH):
Incline. Speed is preset.
Default MAX SPEED : 1 mph
Default MAX SPEED : 3 mph
Default MAX SPEED : 2 mph
Default MAX SPEED : 7 mph
Default MAX SPEED : 7 mph
Default MAX SPEED : 7 mph
Default MAX SPEED : 7 mph
Default MAX SPEED : 1 mph
Default MAX SPEED : 5 mph
Default MAX SPEED : 1 mph
QUICK GOAL and PACER brickyard (s):
Default MAX SPEED : 9 mph
Default MAX SPEED : 1 mph
Default MAX SPEED : 9 mph
C
C
C
C
Boot Camp:
CALORIEBURN-300
INTERVAL
INTERVAL-INC(Helling) INTERVAL-SPD
Use Case 4: Programs and Their Brickyards
REVED : 021514
RELEASE: C
QUICKSTART (press and hold to customize
program)
QUICK GOAL
Distance
Time
Calories
TRAIN
1 MILE PACER
5K PACER
10K PACER
Endurance 1
Endurance 2
Performance 1
Performance 2
CHALLENGE
1 MILE BEST
5K BEST
10K BEST
WEIGHT CONTROL
Fat Burn 1
Fat Burn 2
CALORIE BURN
(SCH) (NLS)
150 SPEED
200 INCLINE
300 BOTH
HEART HEALTH
Healthy 55%
Fat Burn 65%
Aerobic 75%
Anaerobic85%
INTERVAL
LOW IMPACT
HIIT/SPEED
HIIT+INCLINE
CUSTOM
HR TARGET
CUSTOM
INTERVAL-SPD
INTERVAL-INC
CUSTOM PLUS
WARM UP
COOL DOWN
PERFORMANCE 1:
ENDURANCE 1:
FAT BURN 2:
Fast Burn – steady pace with high intensity
(moderate incline / moderate speed)
Default MAX SPEED : 5 mph
CALORIE BURN (NLS):
(use brickyard for each
option)
FAT BURN 1:
Slow Burn – steady pace with low intensity
(low incline / low speed)
Default MAX SPEED : 5 mph
PERSONAL BEST:
COMPARE:BEST is automatically selected with
this program, Console uses BEST pace from
previous workout if this distance has not been
previously done.
TRAIN/PACER:
COMPARE:AVERAGE is automatically selected by
this program, Console uses AVG pace from
previous workout if this distance has not been
previously done.
ENDURANCE 2:
[ 1299 machine ]
HEART HEALTH:
Default MAX SPEED : 7 mph
LOW IMPACT/INCLINE:
HIIT/SPEED:
SPEED + INCLINE:
HEART RATE TARGET:
CUSTOM PROFILE:
(will use the default
brickyard from next
two Workouts)
SPEED INTERVAL:
INCLINE INTERVAL:
CUSTOM INTERVAL:
CUSTOM WARM UP
/ COOLDOWN:
CALORIE BURN (SCH):
Incline. Speed is preset.
Default MAX SPEED : 1 mph
Default MAX SPEED : 3 mph
Default MAX SPEED : 2 mph
Default MAX SPEED : 7 mph
Default MAX SPEED : 7 mph
Default MAX SPEED : 7 mph
Default MAX SPEED : 7 mph
Default MAX SPEED : 1 mph
Default MAX SPEED : 5 mph
Default MAX SPEED : 1 mph
QUICK GOAL and PACER brickyard (s):
Default MAX SPEED : 9 mph
Default MAX SPEED : 1 mph
Default MAX SPEED : 9 mph
C
C
C
C
Boot Camp:
Use Case 4: Programs and Their Brickyards
REVED : 021514
RELEASE: C
QUICKSTART (press and hold to customize
program)
QUICK GOAL
Distance
Time
Calories
TRAIN
1 MILE PACER
5K PACER
10K PACER
Endurance 1
Endurance 2
Performance 1
Performance 2
CHALLENGE
1 MILE BEST
5K BEST
10K BEST
WEIGHT CONTROL
Fat Burn 1
Fat Burn 2
CALORIE BURN
(SCH) (NLS)
150 SPEED
200 INCLINE
300 BOTH
HEART HEALTH
Healthy 55%
Fat Burn 65%
Aerobic 75%
Anaerobic85%
INTERVAL
LOW IMPACT
HIIT/SPEED
HIIT+INCLINE
CUSTOM
HR TARGET
CUSTOM
INTERVAL-SPD
INTERVAL-INC
CUSTOM PLUS
WARM UP
COOL DOWN
PERFORMANCE 1:
ENDURANCE 1:
FAT BURN 2:
Fast Burn – steady pace with high intensity
(moderate incline / moderate speed)
Default MAX SPEED : 5 mph
CALORIE BURN (NLS):
(use brickyard for each
option)
FAT BURN 1:
Slow Burn – steady pace with low intensity
(low incline / low speed)
Default MAX SPEED : 5 mph
PERSONAL BEST:
COMPARE:BEST is automatically selected with
this program, Console uses BEST pace from
previous workout if this distance has not been
previously done.
TRAIN/PACER:
COMPARE:AVERAGE is automatically selected by
this program, Console uses AVG pace from
previous workout if this distance has not been
previously done.
ENDURANCE 2:
[ 1299 machine ]
HEART HEALTH:
Default MAX SPEED : 7 mph
LOW IMPACT/INCLINE:
HIIT/SPEED:
SPEED + INCLINE:
HEART RATE TARGET:
CUSTOM PROFILE:
(will use the default
brickyard from next
two Workouts)
SPEED INTERVAL:
INCLINE INTERVAL:
CUSTOM INTERVAL:
CUSTOM WARM UP
/ COOLDOWN:
CALORIE BURN (SCH):
Incline. Speed is preset.
Default MAX SPEED : 1 mph
Default MAX SPEED : 3 mph
Default MAX SPEED : 2 mph
Default MAX SPEED : 7 mph
Default MAX SPEED : 7 mph
Default MAX SPEED : 7 mph
Default MAX SPEED : 7 mph
Default MAX SPEED : 1 mph
Default MAX SPEED : 5 mph
Default MAX SPEED : 1 mph
QUICK GOAL and PACER brickyard (s):
Default MAX SPEED : 9 mph
Default MAX SPEED : 1 mph
Default MAX SPEED : 9 mph
C
C
C
C
Boot Camp:
INTERVAL-DUAL(HellingenSnelheid)
Use Case 4: Programs and Their Brickyards
REVED : 021514
RELEASE: C
QUICKSTART (press and hold to customize
program)
QUICK GOAL
Distance
Time
Calories
TRAIN
1 MILE PACER
5K PACER
10K PACER
Endurance 1
Endurance 2
Performance 1
Performance 2
CHALLENGE
1 MILE BEST
5K BEST
10K BEST
WEIGHT CONTROL
Fat Burn 1
Fat Burn 2
CALORIE BURN
(SCH) (NLS)
150 SPEED
200 INCLINE
300 BOTH
HEART HEALTH
Healthy 55%
Fat Burn 65%
Aerobic 75%
Anaerobic85%
INTERVAL
LOW IMPACT
HIIT/SPEED
HIIT+INCLINE
CUSTOM
HR TARGET
CUSTOM
INTERVAL-SPD
INTERVAL-INC
CUSTOM PLUS
WARM UP
COOL DOWN
PERFORMANCE 1:
ENDURANCE 1:
FAT BURN 2:
Fast Burn – steady pace with high intensity
(moderate incline / moderate speed)
Default MAX SPEED : 5 mph
CALORIE BURN (NLS):
(use brickyard for each
option)
FAT BURN 1:
Slow Burn – steady pace with low intensity
(low incline / low speed)
Default MAX SPEED : 5 mph
PERSONAL BEST:
COMPARE:BEST is automatically selected with
this program, Console uses BEST pace from
previous workout if this distance has not been
previously done.
TRAIN/PACER:
COMPARE:AVERAGE is automatically selected by
this program, Console uses AVG pace from
previous workout if this distance has not been
previously done.
ENDURANCE 2:
[ 1299 machine ]
HEART HEALTH:
Default MAX SPEED : 7 mph
LOW IMPACT/INCLINE:
HIIT/SPEED:
SPEED + INCLINE:
HEART RATE TARGET:
CUSTOM PROFILE:
(will use the default
brickyard from next
two Workouts)
SPEED INTERVAL:
INCLINE INTERVAL:
CUSTOM INTERVAL:
CUSTOM WARM UP
/ COOLDOWN:
CALORIE BURN (SCH):
Incline. Speed is preset.
Default MAX SPEED : 1 mph
Default MAX SPEED : 3 mph
Default MAX SPEED : 2 mph
Default MAX SPEED : 7 mph
Default MAX SPEED : 7 mph
Default MAX SPEED : 7 mph
Default MAX SPEED : 7 mph
Default MAX SPEED : 1 mph
Default MAX SPEED : 5 mph
Default MAX SPEED : 1 mph
QUICK GOAL and PACER brickyard (s):
Default MAX SPEED : 9 mph
Default MAX SPEED : 1 mph
Default MAX SPEED : 9 mph
C
C
C
C
Boot Camp:
TRAIN
ENDURANCE PERFORMANCE
Use Case 4: Programs and Their Brickyards
REVED : 021514
RELEASE: C
QUICKSTART (press and hold to customize
program)
QUICK GOAL
Distance
Time
Calories
TRAIN
1 MILE PACER
5K PACER
10K PACER
Endurance 1
Endurance 2
Performance 1
Performance 2
CHALLENGE
1 MILE BEST
5K BEST
10K BEST
WEIGHT CONTROL
Fat Burn 1
Fat Burn 2
CALORIE BURN
(SCH) (NLS)
150 SPEED
200 INCLINE
300 BOTH
HEART HEALTH
Healthy 55%
Fat Burn 65%
Aerobic 75%
Anaerobic85%
INTERVAL
LOW IMPACT
HIIT/SPEED
HIIT+INCLINE
CUSTOM
HR TARGET
CUSTOM
INTERVAL-SPD
INTERVAL-INC
CUSTOM PLUS
WARM UP
COOL DOWN
PERFORMANCE 1:
ENDURANCE 1:
FAT BURN 2:
Fast Burn – steady pace with high intensity
(moderate incline / moderate speed)
Default MAX SPEED : 5 mph
CALORIE BURN (NLS):
(use brickyard for each
option)
FAT BURN 1:
Slow Burn – steady pace with low intensity
(low incline / low speed)
Default MAX SPEED : 5 mph
PERSONAL BEST:
COMPARE:BEST is automatically selected with
this program, Console uses BEST pace from
previous workout if this distance has not been
previously done.
TRAIN/PACER:
COMPARE:AVERAGE is automatically selected by
this program, Console uses AVG pace from
previous workout if this distance has not been
previously done.
ENDURANCE 2:
[ 1299 machine ]
HEART HEALTH:
Default MAX SPEED : 7 mph
LOW IMPACT/INCLINE:
HIIT/SPEED:
SPEED + INCLINE:
HEART RATE TARGET:
CUSTOM PROFILE:
(will use the default
brickyard from next
two Workouts)
SPEED INTERVAL:
INCLINE INTERVAL:
CUSTOM INTERVAL:
CUSTOM WARM UP
/ COOLDOWN:
CALORIE BURN (SCH):
Incline. Speed is preset.
Default MAX SPEED : 1 mph
Default MAX SPEED : 3 mph
Default MAX SPEED : 2 mph
Default MAX SPEED : 7 mph
Default MAX SPEED : 7 mph
Default MAX SPEED : 7 mph
Default MAX SPEED : 7 mph
Default MAX SPEED : 1 mph
Default MAX SPEED : 5 mph
Default MAX SPEED : 1 mph
QUICK GOAL and PACER brickyard (s):
Default MAX SPEED : 9 mph
Default MAX SPEED : 1 mph
Default MAX SPEED : 9 mph
C
C
C
C
Boot Camp:
Use Case 4: Programs and Their Brickyards
REVED : 021514
RELEASE: C
QUICKSTART (press and hold to customize
program)
QUICK GOAL
Distance
Time
Calories
TRAIN
1 MILE PACER
5K PACER
10K PACER
Endurance 1
Endurance 2
Performance 1
Performance 2
CHALLENGE
1 MILE BEST
5K BEST
10K BEST
WEIGHT CONTROL
Fat Burn 1
Fat Burn 2
CALORIE BURN
(SCH) (NLS)
150 SPEED
200 INCLINE
300 BOTH
HEART HEALTH
Healthy 55%
Fat Burn 65%
Aerobic 75%
Anaerobic85%
INTERVAL
LOW IMPACT
HIIT/SPEED
HIIT+INCLINE
CUSTOM
HR TARGET
CUSTOM
INTERVAL-SPD
INTERVAL-INC
CUSTOM PLUS
WARM UP
COOL DOWN
PERFORMANCE 1:
ENDURANCE 1:
FAT BURN 2:
Fast Burn – steady pace with high intensity
(moderate incline / moderate speed)
Default MAX SPEED : 5 mph
CALORIE BURN (NLS):
(use brickyard for each
option)
FAT BURN 1:
Slow Burn – steady pace with low intensity
(low incline / low speed)
Default MAX SPEED : 5 mph
PERSONAL BEST:
COMPARE:BEST is automatically selected with
this program, Console uses BEST pace from
previous workout if this distance has not been
previously done.
TRAIN/PACER:
COMPARE:AVERAGE is automatically selected by
this program, Console uses AVG pace from
previous workout if this distance has not been
previously done.
ENDURANCE 2:
[ 1299 machine ]
HEART HEALTH:
Default MAX SPEED : 7 mph
LOW IMPACT/INCLINE:
HIIT/SPEED:
SPEED + INCLINE:
HEART RATE TARGET:
CUSTOM PROFILE:
(will use the default
brickyard from next
two Workouts)
SPEED INTERVAL:
INCLINE INTERVAL:
CUSTOM INTERVAL:
CUSTOM WARM UP
/ COOLDOWN:
CALORIE BURN (SCH):
Incline. Speed is preset.
Default MAX SPEED : 1 mph
Default MAX SPEED : 3 mph
Default MAX SPEED : 2 mph
Default MAX SPEED : 7 mph
Default MAX SPEED : 7 mph
Default MAX SPEED : 7 mph
Default MAX SPEED : 7 mph
Default MAX SPEED : 1 mph
Default MAX SPEED : 5 mph
Default MAX SPEED : 1 mph
QUICK GOAL and PACER brickyard (s):
Default MAX SPEED : 9 mph
Default MAX SPEED : 1 mph
Default MAX SPEED : 9 mph
C
C
C
C
Boot Camp:
1MILEPACER,5KPACER,10KPACER
Use Case 4: Programs and Their Brickyards
REVED : 021514
RELEASE: C
QUICKSTART (press and hold to customize
program)
QUICK GOAL
Distance
Time
Calories
TRAIN
1 MILE PACER
5K PACER
10K PACER
Endurance 1
Endurance 2
Performance 1
Performance 2
CHALLENGE
1 MILE BEST
5K BEST
10K BEST
WEIGHT CONTROL
Fat Burn 1
Fat Burn 2
CALORIE BURN
(SCH) (NLS)
150 SPEED
200 INCLINE
300 BOTH
HEART HEALTH
Healthy 55%
Fat Burn 65%
Aerobic 75%
Anaerobic85%
INTERVAL
LOW IMPACT
HIIT/SPEED
HIIT+INCLINE
CUSTOM
HR TARGET
CUSTOM
INTERVAL-SPD
INTERVAL-INC
CUSTOM PLUS
WARM UP
COOL DOWN
PERFORMANCE 1:
ENDURANCE 1:
FAT BURN 2:
Fast Burn – steady pace with high intensity
(moderate incline / moderate speed)
Default MAX SPEED : 5 mph
CALORIE BURN (NLS):
(use brickyard for each
option)
FAT BURN 1:
Slow Burn – steady pace with low intensity
(low incline / low speed)
Default MAX SPEED : 5 mph
PERSONAL BEST:
COMPARE:BEST is automatically selected with
this program, Console uses BEST pace from
previous workout if this distance has not been
previously done.
TRAIN/PACER:
COMPARE:AVERAGE is automatically selected by
this program, Console uses AVG pace from
previous workout if this distance has not been
previously done.
ENDURANCE 2:
[ 1299 machine ]
HEART HEALTH:
Default MAX SPEED : 7 mph
LOW IMPACT/INCLINE:
HIIT/SPEED:
SPEED + INCLINE:
HEART RATE TARGET:
CUSTOM PROFILE:
(will use the default
brickyard from next
two Workouts)
SPEED INTERVAL:
INCLINE INTERVAL:
CUSTOM INTERVAL:
CUSTOM WARM UP
/ COOLDOWN:
CALORIE BURN (SCH):
Incline. Speed is preset.
Default MAX SPEED : 1 mph
Default MAX SPEED : 3 mph
Default MAX SPEED : 2 mph
Default MAX SPEED : 7 mph
Default MAX SPEED : 7 mph
Default MAX SPEED : 7 mph
Default MAX SPEED : 7 mph
Default MAX SPEED : 1 mph
Default MAX SPEED : 5 mph
Default MAX SPEED : 1 mph
QUICK GOAL and PACER brickyard (s):
Default MAX SPEED : 9 mph
Default MAX SPEED : 1 mph
Default MAX SPEED : 9 mph
C
C
C
C
Boot Camp:
CUSTOM
HR(hartslag)TARGET USERDEFINED
Use Case 4: Programs and Their Brickyards
REVED : 021514
RELEASE: C
QUICKSTART (press and hold to customize
program)
QUICK GOAL
Distance
Time
Calories
TRAIN
1 MILE PACER
5K PACER
10K PACER
Endurance 1
Endurance 2
Performance 1
Performance 2
CHALLENGE
1 MILE BEST
5K BEST
10K BEST
WEIGHT CONTROL
Fat Burn 1
Fat Burn 2
CALORIE BURN
(SCH) (NLS)
150 SPEED
200 INCLINE
300 BOTH
HEART HEALTH
Healthy 55%
Fat Burn 65%
Aerobic 75%
Anaerobic85%
INTERVAL
LOW IMPACT
HIIT/SPEED
HIIT+INCLINE
CUSTOM
HR TARGET
CUSTOM
INTERVAL-SPD
INTERVAL-INC
CUSTOM PLUS
WARM UP
COOL DOWN
PERFORMANCE 1:
ENDURANCE 1:
FAT BURN 2:
Fast Burn – steady pace with high intensity
(moderate incline / moderate speed)
Default MAX SPEED : 5 mph
CALORIE BURN (NLS):
(use brickyard for each
option)
FAT BURN 1:
Slow Burn – steady pace with low intensity
(low incline / low speed)
Default MAX SPEED : 5 mph
PERSONAL BEST:
COMPARE:BEST is automatically selected with
this program, Console uses BEST pace from
previous workout if this distance has not been
previously done.
TRAIN/PACER:
COMPARE:AVERAGE is automatically selected by
this program, Console uses AVG pace from
previous workout if this distance has not been
previously done.
ENDURANCE 2:
[ 1299 machine ]
HEART HEALTH:
Default MAX SPEED : 7 mph
LOW IMPACT/INCLINE:
HIIT/SPEED:
SPEED + INCLINE:
HEART RATE TARGET:
CUSTOM PROFILE:
(will use the default
brickyard from next
two Workouts)
SPEED INTERVAL:
INCLINE INTERVAL:
CUSTOM INTERVAL:
CUSTOM WARM UP
/ COOLDOWN:
CALORIE BURN (SCH):
Incline. Speed is preset.
Default MAX SPEED : 1 mph
Default MAX SPEED : 3 mph
Default MAX SPEED : 2 mph
Default MAX SPEED : 7 mph
Default MAX SPEED : 7 mph
Default MAX SPEED : 7 mph
Default MAX SPEED : 7 mph
Default MAX SPEED : 1 mph
Default MAX SPEED : 5 mph
Default MAX SPEED : 1 mph
QUICK GOAL and PACER brickyard (s):
Default MAX SPEED : 9 mph
Default MAX SPEED : 1 mph
Default MAX SPEED : 9 mph
C
C
C
C
Boot Camp:
Use Case 4: Programs and Their Brickyards
REVED : 021514
RELEASE: C
QUICKSTART (press and hold to customize
program)
QUICK GOAL
Distance
Time
Calories
TRAIN
1 MILE PACER
5K PACER
10K PACER
Endurance 1
Endurance 2
Performance 1
Performance 2
CHALLENGE
1 MILE BEST
5K BEST
10K BEST
WEIGHT CONTROL
Fat Burn 1
Fat Burn 2
CALORIE BURN
(SCH) (NLS)
150 SPEED
200 INCLINE
300 BOTH
HEART HEALTH
Healthy 55%
Fat Burn 65%
Aerobic 75%
Anaerobic85%
INTERVAL
LOW IMPACT
HIIT/SPEED
HIIT+INCLINE
CUSTOM
HR TARGET
CUSTOM
INTERVAL-SPD
INTERVAL-INC
CUSTOM PLUS
WARM UP
COOL DOWN
PERFORMANCE 1:
ENDURANCE 1:
FAT BURN 2:
Fast Burn – steady pace with high intensity
(moderate incline / moderate speed)
Default MAX SPEED : 5 mph
CALORIE BURN (NLS):
(use brickyard for each
option)
FAT BURN 1:
Slow Burn – steady pace with low intensity
(low incline / low speed)
Default MAX SPEED : 5 mph
PERSONAL BEST:
COMPARE:BEST is automatically selected with
this program, Console uses BEST pace from
previous workout if this distance has not been
previously done.
TRAIN/PACER:
COMPARE:AVERAGE is automatically selected by
this program, Console uses AVG pace from
previous workout if this distance has not been
previously done.
ENDURANCE 2:
[ 1299 machine ]
HEART HEALTH:
Default MAX SPEED : 7 mph
LOW IMPACT/INCLINE:
HIIT/SPEED:
SPEED + INCLINE:
HEART RATE TARGET:
CUSTOM PROFILE:
(will use the default
brickyard from next
two Workouts)
SPEED INTERVAL:
INCLINE INTERVAL:
CUSTOM INTERVAL:
CUSTOM WARM UP
/ COOLDOWN:
CALORIE BURN (SCH):
Incline. Speed is preset.
Default MAX SPEED : 1 mph
Default MAX SPEED : 3 mph
Default MAX SPEED : 2 mph
Default MAX SPEED : 7 mph
Default MAX SPEED : 7 mph
Default MAX SPEED : 7 mph
Default MAX SPEED : 7 mph
Default MAX SPEED : 1 mph
Default MAX SPEED : 5 mph
Default MAX SPEED : 1 mph
QUICK GOAL and PACER brickyard (s):
Default MAX SPEED : 9 mph
Default MAX SPEED : 1 mph
Default MAX SPEED : 9 mph
C
C
C
C
Boot Camp:
38
Trainingsproel en doelprogramma
Opdeconsolekuntuhetproelprogrammaenhettypedoelvooruwtrainingkiezen(Afstand,DuurofCalorieën).Ukunt
ook de doelwaarde instellen.
Opmerking:Voorbepaaldeprofielprogramma'skanhetdoelnietwordenaangepast(bv.:de5KPacer-trainingheeft
een afstandsdoel van 5K).
1. Ga op de zijdelingse opstapplatformen staan.
2. Drukopde'User'-toetsomhetgewenstegebruikersproeltekiezen.
3. Druk op de 'Programs'-toetsenom een trainingscategorie te kiezen.
4. Druk op de toetsen Hoger () of Lager () om een profieltraining te kiezen, en druk op OK.
Alsdegekozentraining'HeartRateTarget'is,danzaldeconsoleudegewensteslagenperminuut(BPM)voorde
training vragen. Gebruik de toetsen Hoger () of Lager () om de waarde aan te passen, en druk op OK.
Alsvoorhetgekozentrainingsprogrammahethellings-en/ofsnelheidsproelmoetwordenaangepast,danzalde
consolehet'EDITINCLINE'-scherm(Hellingbewerken)weergeven.Druk op de toetsen Hoger () of Lager () om
de huidige instelling te veranderen en gebruik de toetsen Links () of Rechts () om het actieve profielsegment te
veranderen. DrukopOKomhethellingsproelteaanvaarden.
Opmerking:Voorhet'EDITSPEED'-scherm(Snelheidbewerken)gaatuopdezelfdemaniertewerk.
5. Gebruik de toetsen Hoger () of Lager () om de minimumsnelheid van de loopband aan te passen, en druk
op OK. Het profielprogramma zal worden aangepast, zodat de minimumsnelheid de laagste snelheid van het
profielprogramma is wanneer het wordt aanvaard.
6. Gebruik de toetsen Hoger () of Lager ()omdemaximumsnelheidvandeloopbandaantepassen,endruk
opOK.Hetprofielprogrammazalwordenaangepast,zodatdemaximumsnelheiddehoogstesnelheidvanhet
profielprogramma is wanneer het wordt aanvaard.
Tijdens een training kan de gebruiker, indien gewenst, de snelheid van de loopband direct aanpassen boven
de ingestelde maximumsnelheid.
7. Gebruik de toetsen Hoger () of Lager () om een doeltype (Afstand, Duur of Calorieën) te kiezen, en druk op OK.
8. Gebruik de toetsen Hoger () of Lager () om de trainingswaarde aan te passen, en druk op OK.
9. Deconsolezaldeboodschap'READY?'weergeven.
10. Druk op START om de doelgerichte training te starten. De training begint na een hoorbare aftelling van drie
seconden.
Opmerking:Opdeconsoleverschijnt'RAMPINGUP'terwijldeloopbandopsnelheidkomt.
Trainingsprogramma's met hartslagcontrole
Indeprogramma'smethartslagcontrolekuntueenhartslagdoelvooruwtraininginstellen.Hetprogrammabewaaktuw
hartslag in slagen per minuut (BPM) door middel van de CHR-sensoren op het toestel of een hartslagborstband, en past
de helling tijdens een training zo aan dat uw hartslag in de geselecteerde zone blijft.
Opmerking: Voor een goede werking van het HRC-programma moet de console de hartslaggegevens van de CHR-
sensoren of de HRM-borstband kunnen aflezen.
Deprogramma'smetdoelhartslaggebruikenuwleeftijdenanderegebruikersinformatieomdehartslagzonewaardenvoor
uw training in te stellen. Op het consoledisplay verschijnen vervolgens boodschappen voor het instellen van uw training:
1. DrukopdePROGRAMS-toetstotdatdecategorieHEARTHEALTHisgeselecteerd.
2. Gebruik de toetsen Hoger () of Lager () omhetpercentagevandemaximalehartslagteselecteren:HEALTHY55
%,FATBURN65%,AEROBIC75%,ANAEROBIC85%.
Vraag een arts om advies voordat u een trainingsprogramma start. Staak de training als u pijn of benauwd-
heid op de borst voelt, kortademig wordt of u auw voelt. Vraag uw arts om advies voordat u het toestel
opnieuw begint te gebruiken. Gebruik de waarden die door de computer van het toestel worden berekend of
39
opgemeten uitsluitend ter informatie. De hartslag die op de console wordt weergegeven, is onnauwkeurig en mag
alleen ter referentie worden gebruikt.
3. Druk op de toetsen Hoger () of Lager () om de minimumsnelheid in te stellen, en druk op OK.
4. Druk op de toetsen Hoger () of Lager ()omdemaximumsnelheidintestellen,endrukopOK.
5. Druk op de toetsen Hoger () of Lager () om het doeltype te kiezen, en druk op OK.
6. Druk op de toetsen Hoger () of Lager () om de doelwaarde voor de training in te stellen, en druk op OK.
Opmerking: Voorzie bij het instellen van het doel tijd voor het bereiken van de gewenste hartslagzone. Op de conso-
le wordt de hartslagwaarde weergegeven op basis van de huidige gebruikersinstellingen.
7. Druk op START om de training te starten.
EengebruikerkanookeenhartslagdoelinstellendoorhetHRTARGET-programmatekiezenindeCUSTOM-categorie.
De console zal de helling tijdens een training aanpassen om de gebruiker in de gewenste hartslagzone te houden.
1. Druk op de PROGRAMS-toets totdat de categorie CUSTOM is geselecteerd.
2. OpdeconsolewordtdeHRTARGET-trainingweergegeven.DrukopOK.
Vraag een arts om advies voordat u een trainingsprogramma start. Staak de training als u pijn of benauwd-
heid op de borst voelt, kortademig wordt of u auw voelt. Vraag uw arts om advies voordat u het toestel
opnieuw begint te gebruiken. Gebruik de waarden die door de computer van het toestel worden berekend of
opgemeten uitsluitend ter informatie. De hartslag die op de console wordt weergegeven, is onnauwkeurig
en mag alleen ter referentie worden gebruikt.
3. Druk op de toetsen Hoger () of Lager () om de hartslagwaarde (HR) voor de training in te stellen, en druk op OK.
4. Druk op de toetsen Hoger () of Lager () om de minimumsnelheid in te stellen, en druk op OK.
5. Druk op de toetsen Hoger () of Lager ()omdemaximumsnelheidintestellen,endrukopOK.
6. Druk op de toetsen Hoger () of Lager () om het doeltype te kiezen, en druk op OK.
7. Druk op de toetsen Hoger () of Lager () om de doelwaarde voor de training in te stellen, en druk op OK.
Opmerking: Voorzie bij het instellen van het doel tijd voor het bereiken van de gewenste hartslagzone. Op de conso-
le wordt de hartslagwaarde weergegeven op basis van de huidige gebruikersinstellingen.
8. DrukopSTARTomdetrainingtestarten.
HetRECOVERYTEST-programmagebruiktuwleeftijdenoverigegebruikersgegevensomteberekenenhoeuwhartslag
wordt hersteld vanuit een gekozen hartslagzone naar een ontspannen tempo. Het programma verstrekt een score die kan
worden gebruikt om te volgen hoe uw hart zich aanpast aan fysieke omstandigheden.
1. DrukopdePROGRAMS-toetstotdatdecategorieHEARTHEALTHisgeselecteerd.
2. OpdeconsolewordtdeRECOVERYTEST-trainingweergegeven.DrukopOK.
Vraag een arts om advies voordat u een trainingsprogramma start. Staak de training als u pijn of benauwd-
heid op de borst voelt, kortademig wordt of u auw voelt. Vraag uw arts om advies voordat u het toestel
opnieuw begint te gebruiken. Gebruik de waarden die door de computer van het toestel worden berekend of
opgemeten uitsluitend ter informatie. De hartslag die op de console wordt weergegeven, is onnauwkeurig
en mag alleen ter referentie worden gebruikt.
3. Druk op de toetsen Hoger () of Lager () om de gewenste hartslagzone (HR Zone) te kiezen, en druk op OK.
4. Het programma begint met een periode van 2 minuten op een ontspannen tempo. Op de console verschijnen de
gekozen zone en de hartslagwaarde om de test te starten.
5. Na twee minuten vraagt deconsolenaardehartslag,'GRASPSENSORS'(Neemdesensorenvast),alsergeenhart-
slag wordt gedetecteerd.
Indien de hartslag zich niet in de zone bevindt, zal de helling van het loopvlak worden verhoogd en zal de hartslag
éénminuutlateropnieuwwordengecontroleerd.Dezecontrolegaatdoortotdatdehartslagzichindezonebevindt.
40
6. Zodra de hartslag de gekozen zone heeft bereikt, moet de gebruiker gedurende drie minuten met dezelfde instellin-
gen blijven trainen.
7. Nadrieminutenwordtdehellingweernaarnulgezet.Deconsolebegintaaneenafkoelperiodevanéénminuut.De
Recovery Test-waarde zal worden weergegeven na de laatste hartslagmeting aan het einde van de afkoelperiode.
Opmerking: Recovery Test-waarden mogen alleen worden vergeleken met uw vorige waarden en niet met andere
gebruikersprofielen.
Pauzeren of stoppen
DeconsolewordtindepauzestandgezetalsdegebruikertijdenseentrainingopPAUSE/STOPdrukt.
1. DrukopPAUSE/STOPomuwtrainingtijdelijkteonderbreken.Opdeconsolewordt'PAUSED'weergegeven.
2. Om uw training voort te zetten drukt u op de START-toets.
OmdetrainingtestoppendruktuopdePAUSE/STOP-toets.DeconsolewordtindeResultaten/Afkoel-modusge-
plaatst.
Resultaten/Afkoel-modus
Alletrainingen,behalveQuickStartendeprogramma'smethartslagmeting,hebbeneenafkoelperiodevan3minuten.
Tijdens deze afkoelperiode verschijnen de trainingsresultaten op de console. De console doorloopt de trainingsresultaten,
die om de 4 seconden veranderen.
Tijdens de afkoelperiode wordt de snelheid van de loopband bijgesteld naar 3,2 km/u, en de hellingshoek naar nul. De
gebruiker kan de snelheid van het loopvlak en de helling van het bodemvlak tijdens de afkoelperiode aanpassen.
DrukopdePAUSE/STOP-toetsomdeResultaten/Afkoel-modusteverlatenennaardeOpstartmodusterugtekeren.
Zonder enige input gedurende 5 minuten wordt de console automatisch in slaapstand gezet.
GOAL TRACK-statistieken (en prestaties)
Destatistiekenvanelketrainingwordenopgeslagenineengebruikersproel.
DeGOALTRACK-statistiekenvaneengebruikersproelbekijken:
1. Druk vanaf het Opstartscherm op de 'User'-toetsomeengebruikersprofiel te kiezen.
2. Druk op de Goal Track-toets om naar de Goal Track-modus te gaan.
Opmerking: Druk op de Goal Track-toets om de modus te verlaten. De console zal naar het Opstartscherm
terugkeren.
3. Op de console worden de langste training en de trainingswaarden weergegeven en wordt het overeenkomstige
prestatielampje geactiveerd. Na 4 seconden geeft de console de naam van de training weer, en vervolgens de datum
waaropdetrainingwerdvoltooid(behalvevoor'LAST7DAYS'en'LAST30DAYS').
Opmerking: DrukopdetoetsPAUSE/STOPomdeGOALTRACK-statistiekenteverlaten.Deconsolezalnaarhet
Opstartscherm terugkeren.
4. Druk op de toets Lager ()omnaardevolgendeGOALTRACK-statistiektegaan,'CALORIERECORD'(Calorie-
record). Op de console verschijnen de trainingsresultaten met de hoogste Calorie-waarde. De console doorloopt de
trainingsresultaten,denaamvanhettrainingsproelendedatumvandetraining,waarbijomde4secondendevol-
gende waarde wordt weergegeven. Gebruik de toetsen Links () of Rechts () om de waarden sneller te doorlopen.
5. Druk op de toets Lager ()omnaar'LAST30DAYS'(afgelopen30dagen)tegaan.Opdeconsoleverschijnende
totale waarden van de afgelopen dertig dagen. De console doorloopt de trainingsresultaten, die om de 4 seconden
veranderen. Gebruik de toetsen Links () of Rechts () om de waarden sneller te doorlopen.
41
6. Druk op de toets Lager ()omnaar'LAST7DAYS'(afgelopen7dagen)tegaan.Opdeconsolewordendeverbruik-
te calorieën weergegeven (50 calorieën per segment) voor de afgelopen zeven dagen, samen met de totalen van
de trainingswaarden. De console doorloopt de trainingsresultaten, die om de 4 seconden veranderen. Gebruik de
toetsen Links () of Rechts () om de waarden sneller te doorlopen.
7. Druk op de toets Lager ()omnaar'LASTWORKOUT'(Laatstetraining)tegaan.Opdeconsoleverschijnendetrai-
ningswaarden van de laatste training. Deconsoledoorlooptdetrainingsresultaten,denaamvanhettrainingsproel
en de datum van de training, waarbij om de 4 seconden de volgende waarde wordt weergegeven. Gebruik de toetsen
Links () of Rechts () om de waarden sneller te doorlopen.
8. Wanneeruklaarbentmethetbekijkenvandetrainingsstatistieken,druktuopdePAUSE/STOP-toets.Deconsole
keert terug naar het Opstartscherm.
Wanneer een gebruiker tijdens een training de waarden 'LONGESTWORKOUT' of 'CALORIERECORD' van de vorige
trainingen overtreft, zal de console de gebruiker feliciteren met een hoorbaar geluid en hem informeren van de nieuwe
prestatie. Het overeenkomstige prestatie-indicatielampje zal ook gaan branden.
42
INSTELMODUS VAN DE CONSOLE
In de Instelmodus van de console kunt u de geluidsinstellingen (aan/uit) regelen, de datum en de tijd aanpassen of
onderhoudsstatistieken bekijken (totale werkuren en softwareversie - alleen voor de onderhoudstechnicus).
1. HouddePAUSE/STOP-toetsendetoetsRechtsgedurende3secondensameningedruktterwijluindeOpstartmo-
dus bent om naar de Instelmodus van de console te gaan.
Opmerking:DrukopPAUSE/STOPomdeInstelmodusvandeconsoleteverlatenennaarhetOpstartschermterug
te keren.
2. Ophetconsoledisplayverschijntdeboodschap'Date'(Datum)metdehuidigeinstelling.DrukopdetoetsenHoger/
Lager om de huidige actieve waarde (die knippert) aan te passen. Druk op de toetsen Links/Rechts om de selectie
van de huidige actieve waarde (maand/dag/jaar) te veranderen.
3. Druk op OK om in te stellen.
4. Ophetconsoledisplayverschijntdeboodschap'Time'(Tijd)metdehuidigeinstelling.DrukopdetoetsenHoger/Lager
om de huidige actieve waarde (die knippert) aan te passen. Druk op de toetsen Links/Rechts om de selectie van de
huidige actieve waarde (AM of PM/uur/minuut) te veranderen.
5. Druk op OK om in te stellen.
6. OphetconsoledisplayverschijntdeboodschapUNITS(Eenheden)metdehuidigeinstelling.Drukopdetoetsen
Hoger/Lageromtekiezentussen'MILES'en'KM'.
7. Druk op OK om in te stellen.
8. Ophetconsoledisplayverschijntdeboodschap'SoundSettings'(Geluidsinstellingen)metdehuidigeinstelling.Druk
opdetoetsenHoger/Lageromtekiezentussen'ON'(Aan)en'OFF'(Uit).
Indien het geluid werd gedempt, verschijnt de boodschap 'AUDIO OFF' (Geluid uit) op de console als
herinnering voordat de training wordt gestart.
9. Druk op OK om in te stellen.
10. Opdeconsoleverschijnendetotalewerkuren('TOTALRUNHOURS')vanhettoestel.
11. Druk op OK voor de volgende boodschap.
12. Op het consoledisplay verschijnt de code van de softwareversie.
13. Druk op OK voor de volgende boodschap.
14. Op het consoledisplay verschijnt de boodschap LOG.
15. Druk op OK voor de volgende boodschap.
16. De console keert terug naar het Opstartscherm.
43
ONDERHOUD
Lees alle onderhoudsinstructies volledig voordat u aan een reparatie begint. Sommige taken kunt u alleen met de hulp
van een tweede persoon uitvoeren.
Het toestel moet regelmatig worden geïnspecteerd om schade vast te stellen en reparaties uit te voeren. De
eigenaar is verantwoordelijk voor het regelmatig uitvoeren van onderhoud. Versleten of beschadigde
onderdelen moeten onmiddellijk worden gerepareerd of vervangen. Er mogen uitsluitend door de fabrikant
aangeleverde onderdelen worden gebruikt om het product te onderhouden en te repareren.
Als de waarschuwingsklevers op een gegeven moment niet meer goed kleven, onleesbaar worden of losko-
men, neem dan contact op met uw lokale verdeler om de klevers te vervangen.
!
Om het risico op een elektrische schok of het gebruik van de apparatuur zonder toezicht te
beperken trekt u altijd het best de stekker uit het stopcontact en het toestel en wacht u 5 minuten
voordat u het toestel begint schoon te maken, te onderhouden of te repareren. Bewaar het
stroomsnoer op een veilige plaats.
Dagelijks:
Inspecteerhettnesstoestelvoorelkgebruikoploszittende,defecte,beschadigdeof
versleten onderdelen. Gebruik het toestel niet als u een probleem vaststelt. Repareer of
vervang alle onderdelen bij de eerste tekenen van slijtage, behalve voor het loopvlak. Het
loopvlakisbestandtegenslijtageaanweerszijden.Alsslechtséénzijdevanhetloopvlak
versleten is, hoeft het loopvlak niet te worden vervangen. Het is aanbevolen dat een erkend
onderhoudstechnicus het loopvlak omkantelt. Veeg na elke training vocht van het toestel en
de console met behulp van een vochtige doek.
Stel het volledig dichtgevouwen loopvlak beter af als een rand van de loopband
nog zichtbaar is.
Opmerking: Gebruik voor de console niet te veel water.
Wekelijks:
Controleer of de rol nog vlot draait. Veeg het toestel schoon om stof, vuil of viezigheid te
verwijderen.
Verwijder de afdekkap van het motorbesturingspaneel niet. Mocht u dat toch
doen, dan stelt u zich bloot aan gevaarlijke spanningen en bewegende onder-
delen. Onderhoud aan onderdelen mag alleen door erkend onderhoudsperso-
neel worden uitgevoerd.
Opmerking: Gebruik geen producten op basis van aardolie.
Maandelijks
of na 20 uur:
Controleer of alle bouten en schroeven zijn aangedraaid. Zet ze indien nodig beter vast.
Driemaandelijks:
Of na 25 uur - Smeer de loopband met een 100 % zuiver siliconensmeermiddel.
Smeermiddel op basis van siliconen is niet bedoeld voor consumptie door de
mens. Buiten het bereik van kinderen houden. Opbergen op een veilige plaats.
NB: Maak het toestel niet schoon met een oplosmiddel op basis van aardolie of met een reinigingsmiddel voor
auto's.Zorgdatdeconsolenietnatwordt.
Schoonmaken
!
Om het risico op elektrocutie te beperken moet u het stroomsnoer altijd loskoppelen en 5 minu-
ten wachten voor het schoonmaken of het uitvoeren van onderhoud of reparaties.
44
Veeg de loopband na elk gebruik af, zodat hij schoon en droog blijft. Soms kan het gebruik van een mild reinigingsmiddel
nodig zijn om al het vuil en het zout van de loopband, de gelakte delen en het display te verwijderen.
NB: Maak het toestel of de console niet schoon met een oplosmiddel op basis van aardolie om schade aan de
afwerking te voorkomen. Breng niet te veel vocht op de console aan.
Afstellen van de spanning van de loopband
Als de loopband tijdens het gebruik begint weg te glijden, dan moet de spanning worden bijgesteld. Uw loopband is uitge-
rust met spanningsbouten aan de achterkant van de loopband.
1. Start de loopband door op de START-toets te drukken voordat u de spanning van de band bijstelt.
Zorg dat u de loopband niet aanraakt of op het stroomsnoer stapt. Houd omstanders en kinderen te allen
tijde uit de buurt van het toestel waaraan u sleutelt.
2. Gebruik een inbussleutel van 6 mm om de stelbouten aan de rechter- en de linkerkant van de loopband een halve
slagmetdeklokmeetedraaien,eerstéénboutenvervolgensdeanderebout,totdatdeloopbandnietmeerweg-
glijdt.
3. Nadat u beide kanten met een halve slag hebt bijgesteld, controleert u of de loopband nog altijd wegglijdt. Als de
loopband nog altijd wegglijdt, herhaalt u de stappen 2 en 3.
Alsuéénkantmeeraandraaitdandeandere,danzaldebandvandiekantvanhettoestelwegglijdenenmoethij
mogelijk weer worden uitgelijnd.
NB:Eentehogespanningopdebandveroorzaaktonnodigewrijvingenzorgtvoorslijtagevandeband,demotor
en de elektronica.
4. DruktweemaalopPAUSE/STOPomdeloopbandtestoppenendeQuickStart-trainingtebeëindigen.
6mm
6mm
Uitlijnen van de loopband
De loopband moet te allen tijde op het toestel gecentreerd zijn. De loopstijl en een niet-vlakke ondergrond kunnen ertoe
leiden dat de band naar een kant wegglijdt. Kleine afstellingen aan de 2 bouten aan de achterkant van de loopband zijn
nodig wanneer de band niet meer gecentreerd is.
45
De randen van de loopband moeten zich onder de opstaprails aan weerszijden van de loopband bevinden.
Als een rand van de loopband zichtbaar is, verstel de band dan totdat de randen niet meer zichtbaar zijn en
zich onder de zijdelingse opstaprails bevinden.
1. Druk op de START-toets om de loopband te starten.
Zorg dat u de loopband niet aanraakt of op het stroomsnoer stapt. Houd omstanders en kinderen te allen
tijde uit de buurt van het toestel waaraan u sleutelt.
2. Ga achter de loopband staan om te zien in welke richting de band beweegt.
3. Als de band naar links beweegt, draait u de linkerstelbout een kwartslag rechtsom en de rechterstelschroef een
kwartslag linksom.
Als de band naar rechts beweegt, draait u de linkerstelbout een kwartslag linksom en de rechterstelschroef een
kwartslag rechtsom.
4. Houd de baan van de band gedurende ongeveer 2 minuten goed in het oog. Blijf de bouten verstellen totdat de loop-
band gecentreerd is.
5. DruktweemaalopPAUSE/STOPomdeloopbandtestoppenendeQuickStart-trainingtebeëindigen.
Smeren van de loopband
Uw toestel is uitgerust met een onderhoudsvriendelijk bodemvlak en loopbandsysteem. De loopband is vooraf gesmeerd.
Bandwrijving kan de werking en de levensduur van het toestel beïnvloeden. Smeer de band om de 3 maanden of telkens
na een gebruiksinterval van 25 uur, naargelang wat zich het eerste voordoet. Zelfs wanneer het toestel niet wordt ge-
bruikt, verdwijnt er silicone en zal de band na verloop van tijd uitdrogen. Voor het beste resultaat smeert u het bodemvlak
periodiek met het 100 % zuiver siliconensmeermiddel. Volg daarbij de volgende instructies:
1. Schakel de stroom naar het toestel uit met de aan/uit-schakelaar.
2. Trek de stekker van de loopband uit het stopcontact en haal het stroomsnoer uit het toestel.
!
Om het risico op elektrocutie te beperken moet u het stroomsnoer altijd loskoppelen en 5 minu-
ten wachten voor het schoonmaken of het uitvoeren van onderhoud of reparaties. Bewaar het
stroomsnoer op een veilige plaats.
Opmerking: Zorg dat de loopband op een oppervlak staat dat gemakkelijk kan worden schoongemaakt.
3. Vouw de loopband open. Raadpleeg de procedure voor het verplaatsen van het toestel in deze handleiding. Zorg dat
het hydraulische tilmechanisme correct vergrendeld is.
Pas geschikte veiligheidsvoorzieningen en tiltechnieken toe. Roep indien nodig de hulp van een tweede
persoon in.
Til het toestel niet op aan de loopband of de achterste rol. Deze onderdelen kunnen niet worden vastgezet
en kunnen dus plots bewegen. Dit zou lichamelijk letsel of schade aan het toestel kunnen veroorzaken.
46
4. Controleer of de vergrendeling is ingeschakeld. Trek het loopvlak voorzichtig naar achteren en controleer of het niet
beweegt. Blijf hierbij uit de baan van het bewegingspad in het geval dat de loopband niet vergrendeld is.
Leun niet tegen de loopband wanneer deze is opengevouwen. Plaats er geen voorwerpen op die ertoe
zouden kunnen leiden dat de loopband onstabiel wordt of valt.
Sluit het stroomsnoer niet aan of laat de loopband niet werken wanneer hij is opengevouwen.
5. Breng over de gehele breedte van de band enkele druppels van het smeermiddel aan de binnenzijde van de band
aan.Eenzeerdunlaagjesiliconensmeermiddelophetgehelebodemvlakonderdebandisaanbevolen.
NB: Gebruik altijd een 100 % zuiver siliconensmeermiddel. Gebruik geen ontvetter, zoals WD-40
®
, omdat dit product de
prestaties serieus kan beïnvloeden. We adviseren het gebruik van de volgende smeermiddelen:
• 100 % zuivere siliconen, verkrijgbaar in de meeste ijzer- en auto-onderdelenwinkels.
Lube-N-Walk
®
TreadmillLubricationKit,verkrijgbaarbijuwlokaledistributeurofgespecialiseerdetnessdealer.
Smeermiddel op basis van siliconen is niet bedoeld voor consumptie door de mens. Buiten het bereik van
kinderen houden. Opbergen op een veilige plaats.
6. Draai de band handmatig voor de helft van de lengte van de band verder en breng opnieuw smeermiddel aan.
7. Vouw het toestel dicht. Raadpleeg de procedure voor het dichtvouwen van het toestel in deze handleiding.
Blijf uit de baan van het bewegingspad van het loopvlak. Houd het loopvlak vast tot ongeveer 2/3 van de
neerwaartse beweging. Het loopvlak kan mogelijk snel dalen op het einde van de beweging.
Als u een spray hebt gebruikt, wacht dan 5 minuten voordat u de stroom opnieuw inschakelt zodat het
product kan inwerken.
8. Sluithetstroomsnoerweeraanophettoestelenvervolgensophetstopcontact.
9. Schakel de stroom naar het toestel in met de aan/uit-schakelaar.
10. Gaaanéénkantvanhettoestelstaanenstartdebandopdelaagstesnelheid.Laatdebandgedurendeongeveer15
seconden draaien.
Zorg dat u de loopband niet aanraakt of op het stroomsnoer stapt. Houd omstanders en kinderen te allen
tijde uit de buurt van het toestel waaraan u sleutelt.
11. Schakel het toestel uit.
12. Veeg al het overtollige smeermiddel van het bodemvlak.
Zorg dat het bodemvlak vrij is van vet of olie, zodat u niet uitglijdt. Veeg overtollige olie van de oppervlak-
ken van het toestel af.
47
Onderhoudsonderdelen
A Consoleblok G Houder, rechts M Beschermkap handgreep,
rechts
B Slot veiligheidssleutel H Kabelvanrechtersteunproel N Verticaalsteunproel,links
C Ventilator I Verticaalsteunproel,rechts O Beschermkap toestelvoet, links
D Contactsensor voor
hartslagmeting
J Beschermkap toestelvoet,
rechts
P Beschermkap handgreep, links
E Consolekabel K Kabel aan toestelvoet Q Stroomsnoer
F Houder, links L Toestelvoet
Q
P
G
F
I
M
N
J
O
L
H
H
B
A
C
E
D
K
48
Onderhoudsonderdelen (Frame)
Voorkant
Achterkant
S Zekering X Steunpoot van toestelvoet CC Hellingsverstelinrichting
T Aan/uit-schakelaar Y Bodemvlakbuffers DD Asinrichting
U Voedingsingang Z Transportwiel EE Bandspanner
V Motorpaneel AA Stelpootje FF Afdekkap achterrol
W Opstaprails aan de zijkanten BB Tilcilinder GG Afdekkap
motorbesturingspaneel (MCB)
EE
BB
EE
Z
Z
X
CC
FF
FF
GG
V
V
Y
X
W
BB
AA
AA
Z
CC
DD
AA
S
T
U
49
Situatie/Probleem Te controleren Oplossing
Geen weergave/gedeelte-
lijke weergave/toestel wil
niet opstarten
Controleer het stopcontact Zorg dat het toestel is aangesloten op een werkend stopcon-
tact. Test het stopcontact met een toestel waarvan u weet dat
het werkt, zoals een lamp.
Controleer de aansluiting
aan de voorkant van het
toestel
De aansluiting moet veilig en onbeschadigd zijn. Vervang het
stroomsnoer of de aansluiting van een toestel als een van
beide beschadigd is.
Controleer de integriteit
van de datakabel
Alle draden in de kabel moeten intact zijn. Vervang de kabel
als u vaststelt dat er draden gekrompen of doorgesneden zijn.
Controleer de aansluitin-
gen/oriëntatie
van de datakabel
Zorg dat de kabel veilig is aangesloten en goed georiënteerd
is. De kleine kabelsluiting op de connector moet juist zijn inge-
voerd en vastklikken.
Controleer of het console-
display niet beschadigd is
Zoek naar zichtbare tekenen dat het consoledisplay gebar-
sten of anderszins beschadigd is. Vervang de console, indien
beschadigd.
Consoledisplay Als alle aansluitingen prima zijn en de console toch niet alles
behoorlijk weergeeft, dan moet u hem vervangen.
Als de bovenstaande stappen het probleem niet oplossen,
neem dan contact op met uw lokale verdeler voor verdere hulp.
Het toestel werkt, maar
de contactsensoren voor
hartslagmeting worden
niet weergegeven
Sensorgreep Zorg dat uw handen goed op de hartslagsensoren geplaatst
zijn. U moet uw handen stil houden met een relatief gelijke
drukuitoefening aan beide kanten.
Droge of eeltige handen Sensoren kunnen moeite hebben met uitgedroogde of eeltige
handen.Eengeleidendeelektrodecrème(hartslaggel)kande
geleiding beter maken. Deze crèmes zijn verkrijgbaar op het
internet,inmedischewinkelsofinenkelegroteretnesscentra.
Als uit tests blijkt dat er geen andere problemen zijn, neem dan
contact op met uw lokale verdeler voor verdere hulp.
Het toestel werkt, maar
de telemetrische hartslag-
meting wordt niet weerge-
geven
Borstband (optioneel) Deborstbandmoet'POLAR
®
'-compatibelenongecodeerdzijn.
Zorg ervoor dat de borstband direct contact maakt met de huid
en dat het contactvlak nat is.
Controleer het gebruiker-
sproel
Selecteerdeoptie'EditUserProle'(Gebruikersproelbewer-
ken)voorhetgebruikersproel.Ganaardeinstelling'WIRE-
LESSHR'(Draadlozehartslagmeting)enzorgervoordatde
huidigewaardeisingesteldop'ON'.
Interferentie Probeer het toestel wat verder uit de buurt van storingsbronnen
(tv, magnetron, enz.) te plaatsen.
Vervang de borstband Als de storing is verholpen en de hartslagmeting nog niet
werkt, vervang dan de borstband.
Vervang de console Als de hartslagmeting daarna nog niet werkt, neem dan contact
op met uw lokale verdeler voor verdere hulp.
Het toestel werkt, maar
de telemetrische hartslag-
meting wordt verkeerd
weergegeven
Interferentie Zorg dat de HR-ontvanger niet wordt verstoord door een
persoonlijk elektronisch apparaat aan de linkerkant van het
mediadraagblad.
Het snelheidsdisplay is
onnauwkeurig
Het display is ingesteld op
de verkeerde maateen-
heid.(Engels/Metrisch)
Wijzig de instelling, zodat de juiste maten worden weergege-
ven.
PROBLEMEN OPLOSSEN
50
Situatie/Probleem Te controleren Oplossing
De console wordt uitge-
schakeld (slaapstand)
tijdens het gebruik
Controleer het stopcontact Zorg dat het toestel is aangesloten op een werkend stopcon-
tact. Test het stopcontact met een toestel waarvan u weet dat
het werkt, zoals een lamp.
Controleer de aansluiting
aan de voorkant van het
toestel
De aansluiting moet veilig en onbeschadigd zijn. Vervang de
adapter of aansluiting van een toestel als een van beide be-
schadigd is.
Controleer de integriteit
van de datakabel
Alle draden in de kabel moeten intact zijn. Vervang de kabel
als u vaststelt dat er draden gekrompen of doorgesneden zijn.
Controleer de aansluitin-
gen/oriëntatie
van de datakabel
Zorg dat de kabel veilig is aangesloten en goed georiënteerd
is. De kleine kabelsluiting op de connector moet juist zijn inge-
voerd en vastklikken.
Reset het toestel Trek de stekker uit het stopcontact gedurende 3 minuten.
Steek de stekker terug in het stopcontact.
Als de bovenstaande stappen het probleem niet oplossen,
neem dan contact op met uw lokale verdeler voor verdere hulp.
De ventilator start of stopt
niet
Reset het toestel Trek de stekker uit het stopcontact gedurende 5 minuten.
Steek de stekker terug in het stopcontact.
De ventilator start niet,
maar de console werkt
Controleer of de ventilator
niet geblokkeerd is
Trek de stekker uit het stopcontact gedurende 5 minuten.
Verwijder materiaal van de ventilator. Maak de console indien
nodig los om dit te vergemakkelijken. Vervang de console als u
niet in staat bent om de blokkering te verhelpen.
Bonkend geluid wanneer
de band draait
Loopband De loopband moet worden gebruikt gedurende een korte in-
loopperiode. Het geluid zal na de inloopperiode verdwijnen.
Het toestel schommelt/
staat niet gelijk
Controleer de afstelling
van de stelpootjes
Verstel de stelpootjes totdat het toestel waterpas staat.
Controleer de vloer onder
het toestel
Het verstellen van de stelpootjes is mogelijk niet voldoende in
hetgevalvaneenextreemoneffenvloer.Verplaatshettoestel
naar een effen ruimte.
Loopband niet uitgelijnd Het toestel nivelleren Zorg dat het toestel waterpas staat. Raadpleeg de procedure
voor het nivelleren van het toestel in deze handleiding.
Bandspanning en uitlijning Zorg dat de loopband gecentreerd en correct aangespannen
is. Raadpleeg de procedures voor het aanspannen en uitlijnen
van de loopband in deze handleiding.
De motor lijkt overbelast Siliconensmeermiddel op
de loopband
Breng silicone aan de binnenkant van de loopband aan. Raad-
pleeg de procedure voor het smeren van de loopband in deze
handleiding.
De loopband hapert of
glijdt weg wanneer hij
wordt gebruikt
Bandspanning Pas de bandspanning aan de achterkant van het toestel aan.
Raadpleeg de procedure voor het aanpassen van de band-
spanning in deze handleiding.
Band stopt met draaien
tijdens het gebruik
Veiligheidssleutel Steek de veiligheidssleutel in de console. (Raadpleeg de
noodstopprocedure in de sectie met belangrijke veiligheids-
voorschriften.)
Overbelasting van de
motor
Het toestel kan worden overbelast en te veel stroom nodig
hebben, waardoor de stroom wordt uitgeschakeld om de motor
te beschermen. Raadpleeg het onderhoudsschema voor het
smeren van de band. Zorg dat de bandspanning juist is en start
het toestel opnieuw op.
Als de bovenstaande stappen het probleem niet oplossen,
neem dan contact op met uw lokale verdeler voor verdere hulp.
51
Nautilus® Bowex® Schwinn® Fitness Universal®
8012310.060116.A
NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52

Schwinn 530 Assembly & Owner's Manual

Type
Assembly & Owner's Manual