Yamaha R-S201 Handleiding

Categorie
Radio's
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

LET OP: LEES HET VOLGENDE VOOR U DIT TOESTEL IN GEBRUIK NEEMT.
i Nl
1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale
prestaties uit uw toestel haalt, dient u deze handleiding
zorgvuldig door te lezen. Bewaar de handleiding op een
veilige plek zodat u er later nog eens iets in kunt
opzoeken.
2 Installeer dit geluidssysteem op een goed geventileerde,
koele, droge en schone plek uit de buurt van direct
zonlicht, warmtebronnen, trillingen, stof, vocht, en/of kou.
Houd de volgende minimumruimte rond het toestel aan
voor ventilatiedoeleinden.
Boven: 30 cm
Achter: 20 cm
Zijkanten: 20 cm
3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische
apparatuur, motoren of transformatoren om storend
gebrom te voorkomen.
4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge
temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats
het toestel niet in een omgeving met een hoge
vochtigheidsgraad (bijv. in een ruimte met een
luchtbevochtiger) om te voorkomen dat zich binnenin het
toestel condens vormt, wat zou kunnen leiden tot
elektrische schokken, brand, schade aan dit toestel en/of
persoonlijk letsel.
5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel
kunnen vallen, of waar het toestel blootstaat aan
druppelende of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende
dingen niet bovenop dit toestel:
Andere componenten, daar deze schade kunnen
veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen
doen verkleuren.
Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze
brand, schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel
kunnen veroorzaken.
Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische
schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit
toestel kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof
daaruit in het toestel terecht komt.
6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn
enz. zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de
temperatuur binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit
leiden tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk
letsel.
7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als
alle aansluitingen gemaakt zijn.
8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is
geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken, wat kan
leiden tot schade.
9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars,
knoppen en/of snoeren.
10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan
de stekker zelf trekken, niet aan het snoer.
11 Maak dit toestel niet schoon met chemische
oplosmiddelen; dit kan de afwerking beschadigen.
Gebruik alleen een schone, droge doek.
12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage.
Gebruik van dit toestel bij een hoger voltage dan
aangegeven is gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade
aan het toestel en/of persoonlijk letsel. Yamaha aanvaardt
geen aansprakelijkheid voor enige schade veroorzaakt
door gebruik van dit toestel met een ander voltage dan
aangegeven staat.
13 Om schade door blikseminslag te voorkomen, dient u de
stekker uit het stopcontact te halen wanneer het onweert.
14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen
of het te repareren. Neem contact op met erkend Yamaha
servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel
reparatie behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open
te maken.
15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken
(bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te
halen.
16 Lees het hoofdstuk "VERHELPEN VAN STORINGEN"
over veel voorkomende vergissingen bij de bediening
voor u de conclusie trekt dat het toestel een storing of
defect vertoont.
17 Voor u het toestel verplaatst, dient u op A (aan/uit) te
drukken om het toestel in wachtstand te zetten, en
vervolgens de stekker uit het stopcontact te halen.
18 Er zal zich condens vormen wanneer de
omgevingstemperatuur plotseling verandert. Haal de
stekker uit het stopcontact en laat het toestel met rust.
19 Wanneer het toestel langere tijd achter elkaar gebruikt
wordt, kan het warm worden. Schakel de stroom uit en
laat het toestel afkoelen.
20 Installeer dit toestel in de buurt van een stopcontact op een
plek waar u de stekker gemakkelijk kunt bereiken.
21 De batterijen mogen niet worden blootgesteld aan hitte,
zoals door direct zonlicht, vuur of iets dergelijks.
22 Een te hoge geluidsdruk (volume) van een oortelefoon of
hoofdtelefoon kan leiden tot gehoorschade.
Dit etiket moet op het product worden aangebracht
wanneer de bovenkant heet kan worden tijdens gebruik.
LET OP: LEES HET VOLGENDE VOOR U DIT TOESTEL IN GEBRUIK NEEMT.
De stroomvoorziening van dit toestel is niet afgesloten zolang de
stekker in het stopcontact zit, ook al is het toestel zelf
uitgeschakeld met A. Dit is de zogenaamde wachtstand. In deze
toestand is het toestel ontworpen een zeer kleine hoeveelheid
stroom te verbruiken.
WAARSCHUWING
OM DE RISICO’S VOOR BRAND OF ELEKTRISCHE
SCHOKKEN TE VERMINDEREN, MAG U DIT TOESTEL IN
GEEN GEVAL BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN.
1 Nl
VOORBEREIDINGEN
INLEIDING
BASISBEDIENING
AANVULLENDE
INFORMATIE
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
NUTTIGE FUNCTIES .......................................... 1
MEEGELEVERDE ACCESSOIRES................... 1
REGELAARS EN HUN FUNCTIES.................... 2
Voorpaneel................................................................. 2
Voorpaneelscherm ..................................................... 4
Achterpaneel.............................................................. 5
Afstandsbediening ..................................................... 6
De afstandsbediening gebruiken................................ 8
AANSLUITINGEN ................................................ 9
Luidsprekers en broncomponenten aansluiten........... 9
De FM- en AM-antennes aansluiten........................ 11
Het netsnoer aansluiten............................................ 11
AFSPELEN............................................................12
Een bron afspelen .................................................... 12
De sluimerklok gebruiken ....................................... 13
FM/AM AFSTEMMEN........................................14
Voorkeuzefuncties gebruiken .................................. 14
Radio Data System-gegevens ontvangen
(alleen het model voor Europa)........................... 18
HET OPTIEMENU INSTELLEN VOOR
INVOERBRONNEN.........................................19
Optiemenu-items ..................................................... 19
VERHELPEN VAN STORINGEN .....................20
SPECIFICATIES ..................................................23
Over deze handleiding
y geeft een bedieningstip aan.
De instructies in deze handleiding beschrijven de bediening van het toestel met de meegeleverde afstandsbediening. U kunt ook de
knoppen en regelaars op het voorpaneel gebruiken als ze dezelfde of vergelijkbare namen hebben als die op de afstandsbediening.
Met dit toestel kunt u:
Luisteren naar FM- en AM-radiostations (zie
bladzijde 14)
De afstandsbediening van dit toestel gebruiken voor het
bedienen van een Yamaha cd-speler (zie bladzijde 7)
Energie besparen met de functie AUTO POWER
STANDBY (zie bladzijde 19)
Controleer of u alle volgende onderdelen ontvangen heeft.
INHOUD
INLEIDING
VOORBEREIDINGEN
BASISBEDIENING
GEAVANCEERDE BEDIENING
AANVULLENDE INFORMATIE
NUTTIGE FUNCTIES
MEEGELEVERDE ACCESSOIRES
Afstandsbediening
AM-ringantenne
Batterijen (x2)
(AA, R6, UM-3)
FM-binnenantennes
*
Afhankelijk van de regio waarin het toestel wordt aangekocht wordt één
van de bovenstaande meegeleverd.
2 Nl
INLEIDING
1 A (aan/uit)
Schakelt het toestel in en uit, of activeert wachtstand.
Zelfs indien het toestel in wachtstand staat, verbruikt het nog
een kleine hoeveelheid stroom.
2 FM MODE
Wijzigt de ontvangstmodus voor FM (stereo of mono)
als TUNER wordt gekozen als ingangsbron (zie
bladzijde 14).
3 Sensor voor de afstandsbediening
Ontvangt infrarode signalen van de afstandsbediening.
4 STANDBY/ON-lampje
5 MEMORY
Slaat het huidige FM/AM-station op als voorkeuze
wanneer TUNER is geselecteerd als ingangsbron (zie
bladzijde 15).
6 FM/AM
Stelt de FM/AM-tunerband in op FM of AM wanneer
TUNER is geselecteerd als ingangsbron
(zie bladzijde 14).
7 PRESET j / i
Selecteert een FM/AM-voorkeuzestation wanneer
TUNER is geselecteerd als ingangsbron
(zie bladzijde 16).
8 TUNING jj / ii
Selecteert de afstemfrequentie wanneer TUNER is
geselecteerd als ingangsbron (zie bladzijde 14).
9 Voorpaneelscherm
Geeft informatie weer over de status van het toestel.
REGELAARS EN HUN FUNCTIES
Voorpaneel
Opmerking
Lampje Status
Helder
brandend
Het toestel is ingeschakeld.
Gedempt
Het toestel staat in wachtstand.
Uit
Het toestel is uitgeschakeld.
Trek de stekker van het
netsnoer uit het stopcontact om
dit toestel uit te schakelen.
REGELAARS EN HUN FUNCTIES
3 Nl
INLEIDING
Nederlands
0 PHONES-aansluiting
Voert audio uit naar uw hoofdtelefoon zodat u pri
kunt luisteren.
Druk op SPEAKERS A/B zodat de lampjes SP A/B (zie
bladzijde 4) uitgaan voordat u uw hoofdtelefoon aansluit op
de PHONES-uitgang.
A SPEAKERS A/B
Schakelt telkens als de overeenkomstige knop wordt
ingedrukt de luidsprekerset in of uit die aangesloten is
op de SPEAKERS A- en/of SPEAKERS B-
aansluitingen op het achterpaneel (zie bladzijde
12
).
B BASS –/+
Verhoogt of verlaagt de versterking van de lage tonen.
Bedieningsbereik: –10 dB tot +10 dB
C TREBLE –/+
Verhoogt of verlaagt de versterking van de hoge
tonen.
Bedieningsbereik: –10 dB tot +10 dB
D INPUT l / h
Hiermee kiest u de ingangsbron waar u naar wilt
luisteren.
E VOLUME-regelaar
Verhoogt of verlaagt het geluidsniveau.
Opmerking
REGELAARS EN HUN FUNCTIES
4 Nl
1 PRESET-lampje
2 MEMORY-lampje
3 SP (SPEAKERS) A/B-lampjes
Branden afhankelijk van welke luidsprekers u hebt
geselecteerd.
Beide lampjes branden als beide luidsprekersets zijn
geselecteerd.
4 TUNED-lampje
Brandt wanneer het toestel is afgestemd op een FM- of
AM-station met een krachtig signaal.
5 SLEEP-lampje
Brandt als de sluimerklok ingeschakeld is (zie
bladzijde 13).
6 ST-lampje
Brandt wanneer het toestel ontvangt in stereo en is
afgestemd op een FM-station met een stereo-
uitzending.
7 kHz/MHz-lampje
Gaan branden afhankelijk van de geselecteerde
uitzendfrequentie.
kHz: AM
MHz: FM
8 Multi-infoscherm
Geeft gegevens weer tijdens het aanpassen of wijzigen
van instellingen.
Voorpaneelscherm
Lampje Status
Brandt
Een voorkeuzestation wordt
teruggeroepen.
Een FM/AM-station handmatig
zoeken om te registreren als
voorkeuze.
knippert
Er wordt gezocht naar FM-
stations om te registreren als
voorkeuze.
Lampje Status
Brandt
Het registreren van een FM/
AM-station als voorkeuze is
voltooid.
knippert
Een FM/AM-station handmatig
zoeken om te registreren als
voorkeuze.
Er wordt gezocht naar FM-
stations om te registreren als
voorkeuze.
REGELAARS EN HUN FUNCTIES
5 Nl
INLEIDING
Nederlands
1 ANTENNA-aansluitingen
Hier sluit u FM- en AM-antennes aan (zie
bladzijde 11).
2 Netsnoer
Toestel aansluiten op een stopcontact (zie
bladzijde 11).
3 CD-aansluitingen
Hier sluit u een cd-speler aan (zie bladzijde 9).
4 LINE 1-2-aansluitingen
Hier sluit u audiocomponenten aan (zie bladzijde 9).
5 LINE 3-aansluitingen
PB-aansluitingen (Afspelen)
Hier sluit u audio-uitgangen van een audiocomponent
aan.
REC-aansluitingen (Opname)
Hier sluit u audio-ingangen van een audiocomponent
aan.
6 SPEAKERS-aansluitingen
Hier sluit u luidsprekers aan (zie bladzijde 9).
7 VOLTAGE SELECTOR (alleen voor het
universele model)
Achterpaneel
REGELAARS EN HUN FUNCTIES
6 Nl
Algemene toetsen
De volgende toetsen en onderdelen kunt u gebruiken,
ongeacht welke ingangsbron u hebt geselecteerd.
1 Infraroodsignaalzender
Verzendt infrarode signalen.
2
A (aan/uit)
Schakelt het toestel in en uit, of activeert wachtstand.
3 SLEEP
Stelt de sluimerklok in (zie bladzijde 13).
4 Invoerkeuzetoetsen
Hiermee kiest u de ingangsbron waar u naar wilt
luisteren.
y
De namen van de ingangsbronnen stemmen overeen met de
namen van de aansluitingen op het achterpaneel.
Druk op FM of AM als u op de afstandsbediening TUNER
wilt selecteren als invoerbron.
5 TREBLE –/+
Verhoogt of verlaagt de versterking van de hoge
tonen.
Bedieningsbereik: –10 dB tot +10 dB
6 BASS/+
Verhoogt of verlaagt de versterking van de lage tonen.
Bedieningsbereik: –10 dB tot +10 dB
7 BALANCE L/R
Regelt de geluidsbalans van de linker- en
rechterluidsprekers om onevenwichtig geluid te
compenseren.
Bedieningsbereik:
8 B / C / D / E / ENTER
Selecteert en bevestigt onderdelen in het optiemenu
(zie bladzijde 19).
9 MENU
Schakelt het optiemenu in en uit (zie bladzijde 19).
0 VOLUME +/
Verhoogt of verlaagt het geluidsniveau.
A SPEAKERS A/B
Schakelt telkens als de overeenkomstige knop wordt
ingedrukt de luidsprekerset in of uit die aangesloten is
op de SPEAKERS A- en/of SPEAKERS B-
aansluitingen op het achterpaneel (zie bladzijde
12
).
B DIMMER
Druk meerdere malen op deze toets om één van de
3 niveaus voor helderheid van het voorpaneelscherm
te selecteren.
y
Deze instelling wordt behouden, zelfs als u dit toestel
uitschakelt.
De helderste instelling is de standaardinstelling.
C MUTE
Hiermee schakelt u de uitvoer van geluid uit. Druk
nog eens op deze toets om de geluidsweergave te
hervatten op het oorspronkelijke volumeniveau.
Afstandsbediening
(+20 dB) (midden) (+20 dB)
De uitvoer via het andere
kanaal is uitgeschakeld.
De uitvoer via het andere
kanaal is uitgeschakeld.
REGELAARS EN HUN FUNCTIES
7 Nl
INLEIDING
Nederlands
FM/AM-regelaar
De volgende toetsen kunt u gebruiken als u TUNER hebt
geselecteerd als ingangsbron.
D TUNING jj / ii
Selecteert de afstemfrequentie (zie bladzijde 14).
PRESET j / i
Selecteert een FM/AM-voorkeuzestation (zie
bladzijde 16).
MEMORY
Slaat het huidige FM/AM-station op als voorkeuze
(zie bladzijde 15).
INFO
Alleen het model voor Europa:
Selecteert de informatie die op het voorpaneelscherm
moet worden weergegeven (zie bladzijde 18).
Toetsen voor Yamaha cd-spelers
Met de volgende toetsen kunt u een Yamaha cd-speler
bedienen.
E Bedieningstoetsen Yamaha cd-speler
s Stopt het afspelen
e Pauzeert het afspelen
p Start het afspelen
DISC SKIP Springt naar de volgende cd in een
cd-wisselaar
b Springt terug
a Springt vooruit
Voert de schijf uit
w Spoelt terug
f Speelt versneld vooruit
Ook al gebruikt u een Yamaha cd-speler, toch zijn bepaalde
componenten en functies misschien niet beschikbaar. Raadpleeg
de gebruiksaanwijzing bij uw component voor nadere informatie.
Opmerking
REGELAARS EN HUN FUNCTIES
8 Nl
Batterijen plaatsen Werkingsbereik
Richt de afstandsbediening binnen het hieronder
weergegeven bedieningsbereik op de
afstandsbedieningssensor op het toestel.
Opmerkingen over de afstandsbediening en batterijen
Er mogen zich geen grote obstakels bevinden tussen de afstandsbediening en het toestel.
Mors geen water of andere vloeistoffen op de afstandsbediening.
Laat de afstandsbediening niet vallen.
Laat de afstandsbediening niet liggen en bewaar hem niet op de volgende plaatsen:
zeer vochtige plaatsen, bijvoorbeeld bij een badkamer
zeer warme plekken, zoals bij een kachel of fornuis
zeer koude plaatsen
stoffige plaatsen
Vervang alle batterijen als u merkt dat het werkingsbereik van de afstandsbediening kleiner wordt.
Als de batterijen leeg raken, haal ze dan onmiddellijk uit de afstandsbediening om ontploffing of zuurlekkage te voorkomen.
Als u lekkende batterijen vindt, doe de batterijen dan onmiddellijk weg waarbij u ervoor zorgt dat u het weggelekte materiaal niet
aanraakt. Als het weggelekte materiaal in contact komt met uw huid, uw ogen of uw mond, spoel het dan onmiddellijk weg en
raadpleeg een arts. Maak het batterijvak goed schoon voordat u nieuwe batterijen plaatst.
Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar. Hierdoor kan de levensduur van de nieuwe batterijen verkort worden of kunnen
de oude batterijen gaan lekken.
Gebruik geen verschillende types batterijen door elkaar (zoals alkaline- en mangaanbatterijen). Batterijen die er hetzelfde uitzien,
kunnen een verschillende specificatie hebben.
Voordat u nieuwe batterijen plaatst, dient u het batterijvak schoon te vegen.
Voer batterijen af volgens de plaatselijke wet- en regelgeving.
Berg batterijen op buiten het bereik van kinderen.
Batterijen kunnen gevaarlijk zijn als een kind ze in de mond stopt.
Haal de batterijen uit het toestel als u van plan bent het toestel gedurende langere tijd niet te gebruiken. Anders lopen de batterijen
leeg en bestaat het gevaar van lekkage van batterijvloeistof met als gevolg mogelijke beschadiging van het toestel.
De afstandsbediening gebruiken
AA, R6, UM-3-batterijen
Ongeveer
6 m
Afstandsbediening
9 Nl
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
VOORBEREIDINGEN
Alle aansluitingen moeten correct zijn: L (links) op L, R (rechts) op R, "+" op "+" en "–" op "–". Als de aansluitingen niet
kloppen, wordt er geen geluid weergegeven via de luidsprekers en als de polariteit van de luidspreker-aansluitingen niet
correct is, klinkt de weergave onnatuurlijk met te weinig lage tonen. Raadpleeg de gebruikershandleiding van elk van uw
componenten.
Gebruik RCA-kabels voor het aansluiten van audiocomponenten.
Sluit dit toestel of andere componenten pas op het lichtnet aan nadat alle aansluitingen tussen componenten gemaakt
zijn.
Laat blootliggende luidsprekerdraden niet met elkaar of met metalen onderdelen van het toestel in contact komen.
Hierdoor kunnen het toestel en/of de luidsprekers beschadigd raken.
AANSLUITINGEN
Luidsprekers en broncomponenten aansluiten
LET OP
Audio-
uitgang
Cd-recorder,
enz.
Dvd-speler,
enz.
Audio-
uitgang
Links
Audio-
uitgang
Audio-
uitgang
Audio-
ingang
Luidsprekers B
Bandrecorder,
enz.
Cd-speler
Luidsprekers A
Rechts
LinksRechts
10 Nl
AANSLUITINGEN
REC-aansluitingen
De REC-aansluitingen voeren audiosignalen uit van de
geselecteerde ingangsbron (behalve als LINE 3 is
geselecteerd).
Instellingen voor volumeniveau, toonregeling en
balans zijn niet van invloed op de REC-aansluitingen.
Luidsprekerkabels aansluiten
Wanneer u luidsprekerkabels in de luidsprekeraansluitingen
steekt, steek dan alleen de blootliggende luidsprekerdraad in. Als
u geïsoleerde kabel insteekt, kan de verbinding slecht zijn en
hoort u mogelijk geen geluid.
Stel de impedantie van de luidsprekers in als hieronder
weergegeven.
Dubbel bedrade aansluiting
Een dubbel bedrade aansluiting scheidt de woofer
(lagetonenluidspreker) van het gecombineerde deel voor
de middentonen en de tweeters (hogetonenluidsprekers).
Een luidsprekerkast voor dubbele bedrading heeft vier
aansluitklemmen. Met deze twee sets aansluitingen kan de
luidsprekerkast gesplitst worden in twee onafhankelijke
delen. Met deze verbindingen wordt de reproductie van de
middentonen en hoge tonen via de ene set aansluitingen
geleid en die van de lage tonen via een andere set
aansluitingen.
Sluit de andere luidspreker op dezelfde manier aan op de
andere set aansluitingen.
Bij het maken van dubbel bedrade aansluitingen dient u de
kortsluitbruggen of kabels van de luidspreker te verwijderen.
y
Wilt u dubbel bedrade aansluitingen gebruiken, druk dan op
SPEAKERS A en SPEAKERS B, zodat SP A en B beide gaan
branden op het voorpaneelscherm.
Opmerking
LET OP
Luidsprekeraansluiting Luidsprekerimpedantie
SPEAKERS A of
SPEAKERS B
8 Ω of hoger
SPEAKERS A en
SPEAKERS B
16 Ω of hoger
(behalve het model voor
Noord-Amerika)
Dubbele bedrading
8 Ω of hoger
Verwijder ongeveer 10 mm
van de isolatie van het
einde van de
luidsprekerkabels.
Opmerking
Achterpaneel
Luidspreker
SPEAKERS A/B
11 Nl
AANSLUITINGEN
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Bij dit toestel zijn binnenantennes meegeleverd voor FM-
en AM-uitzendingen. In het algemeen zouden deze
antennes voldoende signaalsterkte moeten leveren. Sluit
de antennes aan op de daarvoor bedoelde aansluitingen.
Als u last hebt van een slechte ontvangst, kunt u een
buitenantenne installeren. Vraag bij uw dichtstbijzijnde erkende
Yamaha-verkoper of -servicecentrum naar de mogelijkheden met
buitenantennes.
De meegeleverde AM-ringantenne in
elkaar zetten
De draad van de AM-ringantenne
aansluiten
Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact nadat
u alle andere aansluitingen hebt gemaakt.
Alleen voor het universele model:
Stel de VOLTAGE SELECTOR van het toestel in op het
lokale voltage voordat u het netsnoer aansluit. Bij onjuiste
instelling van de VOLTAGE SELECTOR bestaat
brandgevaar en kan schade aan het apparaat ontstaan.
De FM- en AM-antennes
aansluiten
Opmerking
FM-
binnenantenne
(meegeleverd)
AM-buitenantenne*
FM-buitenantenne
AM-ringantenne
(meegeleverd)**
*AM-buitenantenne
Gebruik 5 tot 10 meter met plastic geïsoleerd draad dat u uit een
raam naar buiten spant.
**AM-ringantenne (meegeleverd)
De AM-ringantenne moet altijd aangesloten blijven, zelfs als
er een AM-buitenantenne op dit toestel is aangesloten.
De AM-ringantenne moet niet te dicht bij het toestel geplaatst
worden.
De draden van de AM-antenne hebben geen polariteit.
Het netsnoer aansluiten
LET OP
Naar
stopcontact met
netsnoer
12 Nl
BASISBEDIENING
1 Druk op A (aan/uit) om het toestel aan te
zetten.
2 Druk op een van de invoerkeuzetoetsen om
de gewenste ingangsbron te kiezen.
3 Druk op SPEAKERS A en/of SPEAKERS B
om de gewenste luidsprekersset(s) te kiezen.
Wanneer u één set luidsprekers hebt aangesloten met dubbele
bedrading of wanneer u twee luidsprekersets tegelijkertijd
gebruikt (A en B), let er dan op dat SP A en SP B beide worden
weergegeven op het voorpaneelscherm.
Schakel de luidsprekers uit als u met een hoofdtelefoon luistert.
4 Speel de bron af.
5 Druk op VOLUME +/– om het
geluidsuitvoerniveau te regelen.
y
U kunt de klankkwaliteit bijregelen met behulp van de
regelaars voor BASS –/+ en TREBLE –/+, en de
geluidsbalans van de linker- en rechterluidsprekers met
behulp van de regelaar BALANCE L/R (zie bladzijde 6).
6 Druk, als u stopt met luisteren, op A (aan/uit)
om het toestel in wachtstand te zetten.
Druk nogmaals op A (aan/uit) om het toestel weer in
te schakelen.
y
U kunt ook de knoppen en regelaars op het voorpaneel
gebruiken als ze dezelfde of vergelijkbare namen hebben als die
op de afstandsbediening.
Voor opname, zie bladzijde 5.
AFSPELEN
Een bron afspelen
A (aan/uit)
Invoerkeuzetoetsen
SPEAKERS A/B
VOLUME +/
TREBLE –/+
BASS –/+
BALANCE L/R
Opmerkingen
13 Nl
AFSPELEN
Nederlands
BASISBEDIENING
Gebruik deze functie om het toestel automatisch in
wachtstand te zetten na een bepaalde tijdsduur. De
sluimerklok is nuttig als u gaat slapen terwijl het toestel
een bron afspeelt of opneemt.
Druk herhaaldelijk op SLEEP om de tijdsduur in
te stellen voordat het toestel in wachtstand gaat.
Bij elke keer dat u op SLEEP drukt, wordt op het
voorpaneelscherm een volgende stap van de onderstaande
cyclus weergegeven.
Het SLEEP-lampje knippert terwijl u de tijdsduur
voor de sluimerklok instelt.
Als de sluimerklok is ingesteld, gaat het SLEEP-
lampje op het voorpaneelscherm branden.
y
Wilt u de sluimerklok onderbreken, kies dan een van de volgende
methoden:
Selecteer "SLEEP OFF".
Zet het toestel in wachtstand.
De sluimerklok gebruiken
A (aan/uit)
SLEEP
14 Nl
Radiofrequenties verschillen per land of regio waar het toestel wordt gebruikt. In dit gedeelte worden illustraties gebruikt van het
voorpaneelscherm van het model voor Europa.
Alleen voor het model voor Azië en het universele model:
Stel de afstemfrequentiestap in op de frequentieruimte in uw regio voordat u afstemt op een radiostation (zie bladzijde 19).
1 Druk op FM/AM om TUNER te selecteren als
invoerbron en selecteer de frequentieband.
2 Houd TUNING jj / ii ingedrukt om het
afstemmen te starten.
Druk op ii om af te stemmen op een hogere
frequentie.
Druk op
jj
om af te stemmen op een lagere frequentie.
Als het toestel afstemt op een station, gaat het
TUNED-lampje op het voorpaneelscherm branden.
Als de procedure voor het afstemmen niet stopt bij het gewenste
station omdat het signaal te zwak is, drukt u herhaaldelijk op
TUNING jj / ii om op het station af te stemmen.
y
U kunt ook de knoppen op het voorpaneel gebruiken als ze
dezelfde of vergelijkbare namen hebben als die op de
afstandsbediening.
FM-ontvangst verbeteren
Als het signaal van het station zwak en de geluidskwaliteit
niet goed is, stel dan de ontvangstmodus voor FM-radio in
op mono om de ontvangst te verbeteren.
Voorpaneel
Druk op FM MODE en controleer of het ST-lampje is
gedoofd (zie bladzijde 4).
Afstandsbediening
Druk op FM MODE in het optiemenu om MONO (mono)
te selecteren (zie bladzijde 19).
U kunt 40 stations registreren als voorkeuzestations. Als u
eenmaal voorkeuzestations hebt geregistreerd, kunt u daar
eenvoudig op afstemmen door de voorkeuzen op te
roepen.
Automatisch voorkeuzen instellen
(alleen FM-stations)
U kunt automatisch FM-stations met een krachtig signaal
registreren.
Als u een station registreert naar een voorkeuzenummer waar al
een station op is geregistreerd, wordt het eerder geregistreerde
station overschreven.
Druk herhaaldelijk op TUNING jj / ii om af te stemmen op
het gewenste station, als het signaal van het station zwak is.
Alleen het model voor Europa:
Alleen stations die uitzenden met het Radio Data System
kunnen worden geregistreerd als voorkeuze.
y
FM-stations die zijn geregistreerd als voorkeuze met de
automatische voorkeuzeregistratie klinken in stereo.
FM/AM AFSTEMMEN
Opmerkingen
Opmerking
TUNING jj / ii
FM/AM
Voorkeuzefuncties gebruiken
Opmerkingen
PRESET j / i
FM
B / C / D
ENTER
MENU
15 Nl
FM/AM AFSTEMMEN
Nederlands
BASISBEDIENING
1 Druk op FM om TUNER te selecteren als
invoerbron.
2 Druk op MENU om het optiemenu te openen.
Het optiemenu voor TUNER wordt weergegeven (zie
bladzijde 19).
3 Druk op B / C om "AUTO PRESET" te
selecteren en druk dan op ENTER.
Het toestel zoekt ongeveer 3 seconden later de FM-
band af vanaf de laagste frequentie omhoog.
y
Voordat het zoeken begint, kunt u het eerste
voorkeuzenummer opgeven door op PRESET j / i of B/C
te drukken.
Druk op D om het zoeken stop te zetten.
Wanneer een station voor voorkeuze is gevonden,
wordt informatie weergegeven op het
voorpaneelscherm zoals hierboven weergegeven.
Wanneer het zoeken klaar is, wordt "FINISH"
weergegeven en keert het scherm terug naar het
optiemenu.
Druk op MENU om terug te keren naar de
oorspronkelijke status.
Handmatig voorkeuzen instellen
U kunt de gewenste stations handmatig registreren.
1 Stem af op het gewenste FM/AM-station.
Zie bladzijde 14 voor aanwijzingen over het
afstemmen op een station.
2 Druk op MEMORY.
"MANUAL PRESET" wordt kort weergegeven op
het voorpaneelscherm en vervolgens wordt het
voorkeuzenummer weergegeven waarop het station
zal worden geregistreerd.
y
Houdt u MEMORY op het voorpaneel meer dan 2 seconden
ingedrukt, dan kunt u de volgende stappen overslaan en
automatisch het geselecteerde station registreren onder een
leeg voorkeuzenummer (d.w.z. het voorkeuzenummer dat
volgt op het laatste gebruikte voorkeuzenummer).
3 Druk op PRESET j / i om het
voorkeuzenummer voor registratie van het
station te selecteren.
Wanneer u een voorkeuzenummer selecteert
waarvoor geen station is geregistreerd, wordt
"EMPTY" weergegeven. Wanneer u een
voorkeuzenummer selecteert waarvoor al een station
is geregistreerd, wordt de frequentie van het station
weergegeven.
4 Druk op MEMORY.
Wanneer de registratie voltooid is, keert het scherm
terug naar de oorspronkelijke status.
y
Selecteer een andere frequentieband of voer gedurende
30 seconden geen handelingen uit als u het registreren wilt
annuleren.
U kunt ook de knoppen en regelaars op het voorpaneel
gebruiken als ze dezelfde of vergelijkbare namen hebben als die
op de afstandsbediening om voorkeuzestations in te stellen.
Voorkeuzenummer Frequentie
PRESET j / i
MEMORY
Voorkeuzenummer
16 Nl
FM/AM AFSTEMMEN
Voorkeuzestations terugroepen
U kunt voorkeuzestations terugroepen die zijn
geregistreerd met de automatische of de handmatige
voorkeuzemethode.
1 Druk op FM/AM om TUNER te selecteren als
invoerbron.
2 Druk op PRESET j / i om een
voorkeuzenummer te selecteren.
y
Voorkeuzenummers waarvoor geen stations zijn
geregistreerd, worden overgeslagen.
"NO PRESET" wordt weergegeven als er geen stations
zijn geregistreerd.
Probeer handmatig af te stemmen op voorkeuzestations
met een zwak signaal.
U kunt ook op PRESET j / i drukken op het voorpaneel
om een voorkeuzestation terug te roepen.
Een voorkeuzestation wissen
Volg de onderstaande stappen om een voorkeuzestation te
wissen.
1 Druk op FM/AM om TUNER te selecteren als
invoerbron.
2 Druk op MENU om het optiemenu te openen.
Het optiemenu voor TUNER wordt weergegeven (zie
bladzijde 19).
3 Druk op B / C om "CLEAR PRESET" te
selecteren en druk dan op ENTER.
4 Druk meerdere keren op B / C om het
gewenste voorkeuzenummer te selecteren.
Het geselecteerde voorkeuzenummer knippert op het
voorpaneelscherm.
y
U kunt ook PRESET j / i gebruiken.
Wilt u het wissen van het voorkeuzestation annuleren,
druk dan op D of doe 30 seconden lang niets met het
toestel.
PRESET j / i
FM/AM
B / C / D
ENTER
MENU
FM/AM
PRESET j / i
17 Nl
FM/AM AFSTEMMEN
Nederlands
BASISBEDIENING
5 Druk nogmaals op ENTER om de opdracht te
bevestigen.
"CLEARED" wordt weergegeven op het
voorpaneelscherm. Vervolgens wordt een ander
voorkeuzestation weergegeven op het
voorpaneelscherm. Als er geen voorkeuzestations
meer zijn, wordt "NO PRESET" weergegeven en
keert het scherm terug naar het optiemenu.
Druk op MENU om terug te keren naar de
oorspronkelijke status.
Alle voorkeuzestations wissen
Volg de onderstaande stappen om alle voorkeuzestations
te wissen.
1 Druk op FM/AM om TUNER te selecteren als
invoerbron.
2 Druk op MENU om het optiemenu te openen.
Het optiemenu voor TUNER wordt weergegeven (zie
bladzijde 19).
3 Druk op B / C om "CLEAR ALL PRESET" te
selecteren en druk dan op ENTER.
y
Druk op D om de handeling te annuleren en terug te keren
naar het optiemenu.
4 Druk op B / C om "CLEAR OK" te selecteren
en druk dan op ENTER.
y
Wilt u het wissen van de voorkeuzes annuleren, selecteer
dan "CLEAR NO".
Wanneer alle voorkeuzes zijn gewist, wordt
"CLEARED" weergegeven en keert het scherm terug
naar het optiemenu.
Druk op MENU om terug te keren naar de
oorspronkelijke status.
B / C / D
ENTER
FM/AM
MENU
18 Nl
FM/AM AFSTEMMEN
Radio Data System is een systeem voor
gegevensoverdracht dat door FM-stations in een groot
aantal landen wordt gebruikt.
1 Druk op FM om TUNER te selecteren als
invoerbron.
2 Stem af op het gewenste Radio Data System-
station.
3 Druk meerdere keren op INFO om de
gewenste weergavemodus voor Radio Data
System te selecteren.
Wanneer u programmatype selecteert, worden de volgende
programmatypenamen weergegeven.
Radio Data System-gegevens
ontvangen
(alleen het model voor Europa)
Keuze Beschrijving
Frequentie Het toestel geeft de frequentie
van het huidige station weer.
Programmaservice Standaardinstelling. Het toestel
geeft de naam weer van het
Radio Data System-
programma waar u naar
luistert.
Programmatype Het toestel geeft het type Radio
Data System-programma weer
waar u naar luistert.
Radiotekst Het toestel geeft informatie
over het Radio Data System-
programma weer waar u naar
luistert.
Kloktijd Het toestel geeft de huidige tijd
weer.
INFO
FM
Programmatype Beschrijving
NEWS
Nieuws
AFFAIRS
Actualiteiten
INFO
Algemene informatie
SPORT
Sport
EDUCATE
Educatief
DRAMA
Drama
CULTURE
Cultuur
SCIENCE
Wetenschap
VARIED
Licht amusement
POP M
Popmuziek
ROCK M
Rockmuziek
EASY M
Middle-of-the-road
muziek (easy-listening)
LIGHT M
Licht klassiek
CLASSICS
Ernstig klassiek
OTHER M
Overige muziek
19 Nl
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
GEAVANCEERDE BEDIENING
In het optiemenu kunt u allerlei instellingen configureren voor de diverse invoerbronnen en deze instellingen automatisch
oproepen wanneer u een invoerbron selecteert.
1 Druk op een van de invoerkeuzetoetsen om
de gewenste ingangsbron te kiezen.
2 Druk op MENU.
3 Druk op B / C om het gewenste menu-item te
selecteren en druk dan op ENTER.
4 Druk op B / C om de instellingen te wijzigen.
y
Bij bepaalde menu-items moet u op ENTER drukken om
de nieuwe instelling op te slaan.
Druk op D om terug te keren naar het scherm voor het
selecteren van menu-items.
5 Druk op MENU om het optiemenu te sluiten.
Welke menu-items beschikbaar zijn, is afhankelijk van de geselecteerde invoerbron.
y
De standaardinstellingen zijn aangegeven met "*".
HET OPTIEMENU INSTELLEN VOOR INVOERBRONNEN
Invoerkeuzetoetsen
MENU
B / C / D
ENTER
Optiemenu-items
Menu-item Beschrijving
MAX VOL Stelt het maximale volumeniveau in zodat het volume niet per ongeluk boven een bepaald
niveau kan worden ingesteld.
Instelbaar bereik: 01 tot 99, MAX*
INITIAL VOLUME (INIT VOL) Stelt het volume in dat gebruikt wordt als het toestel wordt ingeschakeld. Wanneer deze
parameter wordt ingesteld op "OFF" (uit), wordt het volumeniveau toegepast dat was ingesteld
toen het toestel in wachtstand ging.
Instelbaar bereik: OFF*, MUTE, 01 tot 99, MAX
TUNER STEP (TUNER STP)
Alleen voor het model voor Azië en het
universele model
Stelt de afstemfrequentiestap in.
Keuzes: AM10/FM100, AM9/FM50*
FM MODE Wijzigt de ontvangstmodus voor de FM-band (zie bladzijde 14).
Keuzes: STEREO*, MONO
AUTO PRESET (A, PREST)
Detecteert automatisch FM-radiostations en registreert ze als voorkeuzestations (zie bladzijde 14).
CLEAR PRESET (C, PREST) Wist een voorkeuzestation (zie bladzijde 16).
CLEAR ALL PRESET (C,A, PREST) Wist alle voorkeuzestations (zie bladzijde 17).
AUTO POWER STANDBY
(AUTO STBY)
Zet het toestel automatisch in wachtstand als gedurende de ingestelde tijd geen handelingen
zijn verricht.
Keuzes: OFF/2H/4H/8H*/12H
20 Nl
AANVULLENDE INFORMATIE
Raadpleeg de tabel hieronder indien dit toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem niet hieronder vermeld
staat, of als de aanwijzingen het probleem niet verhelpen, zet het toestel dan in wachtstand, haal de stekker uit het
stopcontact en neem contact op met uw dichtstbijzijnde Yamaha-dealer of -servicecentrum.
Algemeen
VERHELPEN VAN STORINGEN
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Het toestel kan niet
worden ingeschakeld.
Het netsnoer is niet goed aangesloten of
de stekker is niet goed in het stopcontact
gestoken.
Sluit het netsnoer stevig aan.
De instelling voor impedantie van de
luidspreker is te laag.
Gebruik luidsprekers met de juiste impedantie.
10
De beveiliging is in werking getreden
door een kortsluiting, enz.
Controleer of de luidsprekerdraden elkaar niet raken
en zet dan het toestel opnieuw aan.
9
Het toestel heeft blootgestaan aan een
sterke, externe elektrische schok
(bijvoorbeeld een blikseminslag of een
ontlading van statische elektriciteit).
Schakel het toestel in wachtstand, koppel het netsnoer
los, sluit het weer aan na 30 seconden en gebruik het
toestel vervolgens normaal.
Geen geluid Invoer- of uitvoerkabels verkeerd
aangesloten.
Verbind de kabels correct. Als dit het probleem niet
verhelpt, zijn de kabels mogelijk defect.
9
Er is geen geschikte ingangsbron
geselecteerd.
Druk op een van de invoerkeuzetoetsen op de
afstandsbediening om een geschikte ingangsbron te
kiezen (INPUT
l
/
h
of FM/AM op het voorpaneel).
12
De SPEAKERS A/B-schakelaars zijn niet
correct ingesteld.
Zet de juiste luidsprekers aan (SPEAKERS A of
SPEAKERS B).
12
De luidsprekeraansluitingen zitten niet
goed vast.
Zet de aansluitingen goed vast.
9
Uitvoer is uitgeschakeld. Schakel de dempingsfunctie uit.
6
MAX VOL of INITIAL VOLUME is te
laag ingesteld.
Stel de instelling in op een hoger niveau.
19
De component die hoort bij de gekozen
invoerkeuzetoets is uitgeschakeld of
speelt niet af.
Zet de component aan en zorg ervoor dat hij afspeelt.
Het geluid valt
plotseling weg.
De beveiliging is in werking getreden
door een kortsluiting, enz.
Controleer of de luidsprekerdraden elkaar niet raken
en zet dan het toestel opnieuw aan.
9
Het toestel is te warm geworden. Let erop dat de openingen in het bovenpaneel niet
worden geblokkeerd.
De functie AUTO POWER STANDBY of
de functie SLEEP heeft het toestel in
wachtstand gezet.
Verhoog de instelling voor AUTO POWER
STANDBY of schakel de instelling uit (OFF) in het
optiemenu door op MENU te drukken.
19
Er komt slechts aan
één kant geluid uit de
luidspreker.
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Verbind de kabels correct. Als dit het probleem niet
verhelpt, zijn de kabels mogelijk defect.
9
De BALANCE L/R-regelaar is verkeerd
ingesteld.
Stel de BALANCE L/R-regelaar in op de geschikte
stand.
6
De lage tonen klinken
te zwak en de
weergave is sfeerloos.
De plus- en min-kabels (+ en –) zijn
verkeerd om aangesloten op de versterker
of de luidsprekers.
Sluit de luidsprekerkabels aan op de juiste fase
(+ en –).
9
U hoort een
"gezoem".
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Sluit de audiostekers stevig aan. Als dit het probleem
niet verhelpt, zijn de kabels mogelijk defect.
9
Het volumeniveau kan
niet verhoogd worden
of het geluid is
vervormd.
De component aangesloten op de LINE 3
PB/REC-aansluitingen van dit toestel is
uitgeschakeld.
Schakel de component in.
21 Nl
VERHELPEN VAN STORINGEN
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Het geluid is van
mindere kwaliteit
wanneer u luistert
met een
hoofdtelefoon
verbonden met de cd-
speler die op dit
toestel aangesloten
is.
Het toestel is in wachtstand gezet. Schakel het toestel in.
12
De afstandsbediening
werkt niet of niet
correct.
Verkeerde afstand of hoek. De afstandsbediening werkt binnen een maximaal
bereik van 6 m en binnen een hoek van 30 graden ten
opzichte van het voorpaneel.
8
Direct zonlicht of sterke verlichting (van
fluorescentielampen met een
voorschakelapparaat, enz.) valt op de
afstandsbedieningssensor van dit toestel.
Verplaats het toestel.
De batterijen zijn bijna leeg. Vervang alle batterijen.
8
U kunt de cd-speler
niet bedienen met de
afstandsbediening.
De afstandsbediening ondersteunt de cd-
speler niet.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van de cd-speler.
"OVER HEAT" wordt
weergegeven op het
voorpaneelscherm.
Het toestel is te warm geworden. Let erop dat de openingen in het bovenpaneel niet
worden geblokkeerd.
"CHECK SP" wordt
weergegeven op het
voorpaneelscherm.
Er is kortsluiting ontstaan tussen de
luidsprekerkabels.
Draai de naakte strengen van de luidsprekerkabels
goed in elkaar en verbind ze dan goed met het toestel
en de luidsprekers.
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
22 Nl
VERHELPEN VAN STORINGEN
Tuner
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
FM
Veel ruis bij de
ontvangst van
FM-stereo.
Dit probleem is inherent aan FM-
uitzendingen in stereo wanneer de zender
te ver weg is of het signaal dat
binnenkomt via de antenne niet sterk
genoeg is.
Controleer de aansluitingen van de antenne.
Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige FM-
antenne.
11
Schakel over op mono.
14
Er is
vervorming en
ook een goede
FM-antenne
zorgt niet voor
een betere
ontvangst.
U ondervindt interferentie doordat
hetzelfde signaal op verschillende
manieren ontvangen wordt.
Verander de opstelling van de antenne zodat u van
deze interferentie geen last meer hebt.
Er kan niet
automatisch
worden
afgestemd op
de gewenste
zender.
Het radiosignaal is te zwak. Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige FM-
antenne.
11
Probeer handmatig af te stemmen.
14
FM/
AM
"NO PRESET"
wordt
weergegeven.
Er zijn geen voorkeuzestations
geregistreerd.
Registreer stations waarnaar u wilt luisteren als
voorkeuzestations.
14
AM
Er kan niet
automatisch
worden
afgestemd op
de gewenste
zender.
Het signaal is te zwak of de antenne-
aansluitingen zitten los.
Controleer de aansluitingen van de AM-ringantenne
en stel deze zo op dat u de beste ontvangst verkrijgt.
Probeer handmatig af te stemmen.
14
Automatisch
voorkeuzestation
werkt niet.
Automatische voorkeuzestations zijn niet
beschikbaar voor AM.
Gebruik handmatige voorkeuzestations.
15
U hoort
doorlopend
gekraak en
gesis.
Deze geluiden kunnen het gevolg zijn van
bliksem, tl-verlichting, motoren,
thermostaten en andere elektrische
apparatuur.
Gebruik een buitenantenne en een goede aarding.
Dit kan in sommige gevallen helpen, maar het blijft
moeilijk om alle storingsbronnen te elimineren.
U hoort
gezoem en
gefluit.
Er wordt in de buurt van het toestel een tv
gebruikt.
Zet het toestel verder bij de tv vandaan.
23 Nl
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
AUDIOGEDEELTE
Minimaal RMS-uitgangsvermogen
(8 Ω, 40 Hz tot 20 kHz, 0,2% THV)
[Modellen voor Noord-Amerika, Australië en Europa en
universeel model] ............................................. 100 W + 100 W
[Model voor Azië] ................................................ 85 W + 85 W
Ingangsgevoeligheid/ingangsimpedantie (1 kHz, 100 W/8 Ω)
CD, enz. ................................................................. 500 mV/47 kΩ
Uitgangsniveau/uitgangsimpedantie
CD, enz. (Invoer 1 kHz, 500 mV)
REC .................................................................. 500 mV/2,2 kΩ
CD, enz. (Invoer 1 kHz, 500 mV, 8 Ω)
PHONES ............................................................ 470 mV/470 Ω
Frequentierespons
CD, enz. (20 Hz tot 20 kHz) ......................................... 0 ± 0,5 dB
CD, enz. (10 Hz tot 100 kHz) ....................................... 0 ± 3,0 dB
Totale harmonische vervorming
CD, enz. naar SPEAKERS
(20 Hz tot 20 kHz, 50 W, 8 Ω) .............................. 0,2% of minder
Signaal-ruisverhouding (IHF-A-netwerk)
CD, enz. (500 mV ingang kortgesloten) ............... 100 dB of meer
Overblijvende ruis (IHF-A-netwerk) ..................................... 70 µV
Toonregelingskarakteristieken
BASS
Versterken/verzwakken (50 Hz) .................................... ± 10 dB
TREBLE
Versterken/verzwakken (20 kHz) .................................. ± 10 dB
FM-GEDEELTE
Afstembereik
[Model voor Noord-Amerika] ....................... 87,5 tot 107,9 MHz
[Model voor Azië en universeel model]
................................. 87,5 tot 107,9 MHz/87,50 tot 108,00 MHz
[Modellen voor Europa en Australië] ........ 87,50 tot 108,00 MHz
50 dB dempingsgevoeligheid (IHF, 1 kHz, 100% MOD.)
Mono ................................................................ 3,0 µV (20,8 dBf)
Signaal-ruisverhouding (IHF)
Mono/stereo ............................................................... 72 dB/70 dB
Harmonische vervorming (1 kHz)
Mono/stereo ................................................................. 0,3%/0,5%
Antenne-invoer.............................................75 Ω, niet-gebalanceerd
AM-GEDEELTE
Afstembereik
[Model voor Noord-Amerika] ........................... 530 tot 1710 kHz
[Model voor Azië en universeel model]
............................................ 530 tot 1710 kHz/531 tot 1611 kHz
[Modellen voor Europa en Australië] ............... 531 tot 1611 kHz
ALGEMEEN
Voeding
[Model voor Noord-Amerika] ............ 120 V wisselstroom, 60 Hz
[Universeel model] .... 110-120/220-240 V wisselstroom, 50/60 Hz
[Model voor Australië] ....................... 240 V wisselstroom, 50 Hz
[Model voor Europa] .......................... 230 V wisselstroom, 50 Hz
[Model voor Azië] ................. 220-240 V wisselstroom, 50/60 Hz
Stroomverbruik
[Modellen voor Noord-Amerika, Australië en Europa en
universeel model] ............................................................ 175 W
[Model voor Azië] .............................................................. 140 W
Stroomverbruik in wachtstand
[Modellen voor Noord-Amerika, Australië en Europa en Azië]
........................................................................... 0,5 W of minder
Afmetingen (B × H × D) ................................. 435 × 141 × 322 mm
Gewicht .................................................................................. 6,7 kg
* Technische gegevens kunnen zonder kennisgeving gewijzigd
worden.
SPECIFICATIES
Informatie voor gebruikers over inzameling en verwijdering van oude
apparaten en gebruikte batterijen
Deze tekens op de producten, verpakkingen en/of bijgaande documenten betekenen dat gebruikte
elektrische en elektronische producten en batterijen niet mogen worden gemengd met algemeen
huishoudelijk afval.
Breng alstublieft voor de juiste behandeling, herwinning en hergebruik van oude producten en gebruikte
batterijen deze naar daarvoor bestemde verzamelpunten, in overeenstemming met uw nationale wetgeving
en de instructies 2002/96/EC en 2006/66/EC.
Door deze producten en batterijen correct te verwijderen, helpt u natuurlijke rijkdommen te beschermen en
voorkomt u mogelijke negatieve effecten op de menselijke gezondheid en de omgeving, die zich zouden
kunnen voordoen door ongepaste afvalverwerking.
Voor meer informatie over het inzamelen en hergebruik van oude producten en batterijen kunt u contact
opnemen met uw plaatselijke gemeentebestuur, uw afvalverwerkingsbedrijf of het verkooppunt waar u de
artikelen heeft gekocht.
[Informatie over verwijdering in andere landen buiten de Europese Unie]
Deze symbolen zijn alleen geldig in de Europese Unie. Mocht u artikelen weg willen gooien, neem dan
alstublieft contact op met uw plaatselijke overheidsinstantie of dealer en vraag naar de juiste manier van
verwijderen.
Opmerking bij het batterijteken (onderste twee voorbeelden):
Dit teken wordt mogelijk gebruikt in combinatie met een scheikundig symbool. In dat geval voldoet het aan
de eis en de richtlijn, die is opgesteld voor het betreffende chemisch product.

Documenttranscriptie

LET OP: LEES HET VOLGENDE VOOR U DIT TOESTEL IN GEBRUIK NEEMT. LET OP: LEES HET VOLGENDE VOOR U DIT TOESTEL IN GEBRUIK NEEMT. 1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit uw toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te lezen. Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er later nog eens iets in kunt opzoeken. 2 Installeer dit geluidssysteem op een goed geventileerde, koele, droge en schone plek uit de buurt van direct zonlicht, warmtebronnen, trillingen, stof, vocht, en/of kou. Houd de volgende minimumruimte rond het toestel aan voor ventilatiedoeleinden. Boven: 30 cm Achter: 20 cm Zijkanten: 20 cm 3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische apparatuur, motoren of transformatoren om storend gebrom te voorkomen. 4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats het toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad (bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat zou kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel. 5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel kunnen vallen, of waar het toestel blootstaat aan druppelende of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet bovenop dit toestel: – Andere componenten, daar deze schade kunnen veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen doen verkleuren. – Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand, schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen veroorzaken. – Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit toestel kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof daaruit in het toestel terecht komt. 6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz. zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel. 7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle aansluitingen gemaakt zijn. 8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken, wat kan leiden tot schade. 9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen en/of snoeren. 10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de stekker zelf trekken, niet aan het snoer. 11 Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen; dit kan de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone, droge doek. 12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik van dit toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel. Yamaha aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enige schade veroorzaakt door gebruik van dit toestel met een ander voltage dan aangegeven staat. i Nl 13 Om schade door blikseminslag te voorkomen, dient u de stekker uit het stopcontact te halen wanneer het onweert. 14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of het te repareren. Neem contact op met erkend Yamaha servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken. 15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken (bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen. 16 Lees het hoofdstuk "VERHELPEN VAN STORINGEN" over veel voorkomende vergissingen bij de bediening voor u de conclusie trekt dat het toestel een storing of defect vertoont. 17 Voor u het toestel verplaatst, dient u op A (aan/uit) te drukken om het toestel in wachtstand te zetten, en vervolgens de stekker uit het stopcontact te halen. 18 Er zal zich condens vormen wanneer de omgevingstemperatuur plotseling verandert. Haal de stekker uit het stopcontact en laat het toestel met rust. 19 Wanneer het toestel langere tijd achter elkaar gebruikt wordt, kan het warm worden. Schakel de stroom uit en laat het toestel afkoelen. 20 Installeer dit toestel in de buurt van een stopcontact op een plek waar u de stekker gemakkelijk kunt bereiken. 21 De batterijen mogen niet worden blootgesteld aan hitte, zoals door direct zonlicht, vuur of iets dergelijks. 22 Een te hoge geluidsdruk (volume) van een oortelefoon of hoofdtelefoon kan leiden tot gehoorschade. De stroomvoorziening van dit toestel is niet afgesloten zolang de stekker in het stopcontact zit, ook al is het toestel zelf uitgeschakeld met A. Dit is de zogenaamde wachtstand. In deze toestand is het toestel ontworpen een zeer kleine hoeveelheid stroom te verbruiken. WAARSCHUWING OM DE RISICO’S VOOR BRAND OF ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN, MAG U DIT TOESTEL IN GEEN GEVAL BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN. Dit etiket moet op het product worden aangebracht wanneer de bovenkant heet kan worden tijdens gebruik. INHOUD BASISBEDIENING NUTTIGE FUNCTIES .......................................... 1 MEEGELEVERDE ACCESSOIRES................... 1 REGELAARS EN HUN FUNCTIES.................... 2 Een bron afspelen .................................................... 12 De sluimerklok gebruiken ....................................... 13 FM/AM AFSTEMMEN........................................14 Voorkeuzefuncties gebruiken .................................. 14 Radio Data System-gegevens ontvangen (alleen het model voor Europa) ........................... 18 GEAVANCEERDE BEDIENING VOORBEREIDINGEN AANSLUITINGEN ................................................ 9 Luidsprekers en broncomponenten aansluiten........... 9 De FM- en AM-antennes aansluiten........................ 11 Het netsnoer aansluiten............................................ 11 HET OPTIEMENU INSTELLEN VOOR INVOERBRONNEN.........................................19 Optiemenu-items ..................................................... 19 AANVULLENDE INFORMATIE ■ Over deze handleiding • y geeft een bedieningstip aan. • De instructies in deze handleiding beschrijven de bediening van het toestel met de meegeleverde afstandsbediening. U kunt ook de knoppen en regelaars op het voorpaneel gebruiken als ze dezelfde of vergelijkbare namen hebben als die op de afstandsbediening. GEAVANCEERDE BEDIENING NUTTIGE FUNCTIES ◆ Energie besparen met de functie AUTO POWER STANDBY (zie bladzijde 19) AANVULLENDE INFORMATIE MEEGELEVERDE ACCESSOIRES Controleer of u alle volgende onderdelen ontvangen heeft. Afstandsbediening FM-binnenantennes * BASISBEDIENING VERHELPEN VAN STORINGEN .....................20 SPECIFICATIES ..................................................23 Met dit toestel kunt u: ◆ Luisteren naar FM- en AM-radiostations (zie bladzijde 14) ◆ De afstandsbediening van dit toestel gebruiken voor het bedienen van een Yamaha cd-speler (zie bladzijde 7) VOORBEREIDINGEN Voorpaneel................................................................. 2 Voorpaneelscherm ..................................................... 4 Achterpaneel .............................................................. 5 Afstandsbediening ..................................................... 6 De afstandsbediening gebruiken................................ 8 AFSPELEN............................................................12 INLEIDING INLEIDING Afhankelijk van de regio waarin het toestel wordt aangekocht wordt één van de bovenstaande meegeleverd. AM-ringantenne Batterijen (x2) (AA, R6, UM-3) Nederlands 1 Nl INLEIDING REGELAARS EN HUN FUNCTIES Voorpaneel 1 A (aan/uit) Schakelt het toestel in en uit, of activeert wachtstand. Opmerking Zelfs indien het toestel in wachtstand staat, verbruikt het nog een kleine hoeveelheid stroom. 2 FM MODE Wijzigt de ontvangstmodus voor FM (stereo of mono) als TUNER wordt gekozen als ingangsbron (zie bladzijde 14). 3 Sensor voor de afstandsbediening Ontvangt infrarode signalen van de afstandsbediening. 4 STANDBY/ON-lampje Lampje 2 Nl Status Helder brandend Het toestel is ingeschakeld. Gedempt Het toestel staat in wachtstand. Uit Het toestel is uitgeschakeld. Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact om dit toestel uit te schakelen. 5 MEMORY Slaat het huidige FM/AM-station op als voorkeuze wanneer TUNER is geselecteerd als ingangsbron (zie bladzijde 15). 6 FM/AM Stelt de FM/AM-tunerband in op FM of AM wanneer TUNER is geselecteerd als ingangsbron (zie bladzijde 14). 7 PRESET j / i Selecteert een FM/AM-voorkeuzestation wanneer TUNER is geselecteerd als ingangsbron (zie bladzijde 16). 8 TUNING jj / ii Selecteert de afstemfrequentie wanneer TUNER is geselecteerd als ingangsbron (zie bladzijde 14). 9 Voorpaneelscherm Geeft informatie weer over de status van het toestel. REGELAARS EN HUN FUNCTIES INLEIDING 0 PHONES-aansluiting Voert audio uit naar uw hoofdtelefoon zodat u privé kunt luisteren. Opmerking Druk op SPEAKERS A/B zodat de lampjes SP A/B (zie bladzijde 4) uitgaan voordat u uw hoofdtelefoon aansluit op de PHONES-uitgang. A SPEAKERS A/B Schakelt telkens als de overeenkomstige knop wordt ingedrukt de luidsprekerset in of uit die aangesloten is op de SPEAKERS A- en/of SPEAKERS Baansluitingen op het achterpaneel (zie bladzijde 12). B BASS –/+ Verhoogt of verlaagt de versterking van de lage tonen. Bedieningsbereik: –10 dB tot +10 dB C TREBLE –/+ Verhoogt of verlaagt de versterking van de hoge tonen. Bedieningsbereik: –10 dB tot +10 dB D INPUT l / h Hiermee kiest u de ingangsbron waar u naar wilt luisteren. E VOLUME-regelaar Verhoogt of verlaagt het geluidsniveau. Nederlands 3 Nl REGELAARS EN HUN FUNCTIES Voorpaneelscherm 1 PRESET-lampje Lampje Brandt Status Een voorkeuzestation wordt teruggeroepen. Een FM/AM-station handmatig zoeken om te registreren als voorkeuze. knippert Er wordt gezocht naar FMstations om te registreren als voorkeuze. 2 MEMORY-lampje Lampje Brandt knippert Status Het registreren van een FM/ AM-station als voorkeuze is voltooid. Een FM/AM-station handmatig zoeken om te registreren als voorkeuze. Er wordt gezocht naar FMstations om te registreren als voorkeuze. 3 SP (SPEAKERS) A/B-lampjes Branden afhankelijk van welke luidsprekers u hebt geselecteerd. Beide lampjes branden als beide luidsprekersets zijn geselecteerd. 4 Nl 4 TUNED-lampje Brandt wanneer het toestel is afgestemd op een FM- of AM-station met een krachtig signaal. 5 SLEEP-lampje Brandt als de sluimerklok ingeschakeld is (zie bladzijde 13). 6 ST-lampje Brandt wanneer het toestel ontvangt in stereo en is afgestemd op een FM-station met een stereouitzending. 7 kHz/MHz-lampje Gaan branden afhankelijk van de geselecteerde uitzendfrequentie. kHz: AM MHz: FM 8 Multi-infoscherm Geeft gegevens weer tijdens het aanpassen of wijzigen van instellingen. REGELAARS EN HUN FUNCTIES Achterpaneel INLEIDING 3 CD-aansluitingen Hier sluit u een cd-speler aan (zie bladzijde 9). 6 SPEAKERS-aansluitingen Hier sluit u luidsprekers aan (zie bladzijde 9). 4 LINE 1-2-aansluitingen Hier sluit u audiocomponenten aan (zie bladzijde 9). 7 VOLTAGE SELECTOR (alleen voor het universele model) Nederlands 2 Netsnoer Toestel aansluiten op een stopcontact (zie bladzijde 11). 5 LINE 3-aansluitingen PB-aansluitingen (Afspelen) Hier sluit u audio-uitgangen van een audiocomponent aan. REC-aansluitingen (Opname) Hier sluit u audio-ingangen van een audiocomponent aan. 1 ANTENNA-aansluitingen Hier sluit u FM- en AM-antennes aan (zie bladzijde 11). 5 Nl REGELAARS EN HUN FUNCTIES Afstandsbediening 4 Invoerkeuzetoetsen Hiermee kiest u de ingangsbron waar u naar wilt luisteren. y • De namen van de ingangsbronnen stemmen overeen met de namen van de aansluitingen op het achterpaneel. • Druk op FM of AM als u op de afstandsbediening TUNER wilt selecteren als invoerbron. 5 TREBLE –/+ Verhoogt of verlaagt de versterking van de hoge tonen. Bedieningsbereik: –10 dB tot +10 dB 6 BASS –/+ Verhoogt of verlaagt de versterking van de lage tonen. Bedieningsbereik: –10 dB tot +10 dB 7 BALANCE L/R Regelt de geluidsbalans van de linker- en rechterluidsprekers om onevenwichtig geluid te compenseren. Bedieningsbereik: (+20 dB) (midden) (+20 dB) De uitvoer via het andere De uitvoer via het andere kanaal is uitgeschakeld. kanaal is uitgeschakeld. 8 B / C / D / E / ENTER Selecteert en bevestigt onderdelen in het optiemenu (zie bladzijde 19). 9 MENU Schakelt het optiemenu in en uit (zie bladzijde 19). 0 VOLUME +/– Verhoogt of verlaagt het geluidsniveau. ■ Algemene toetsen A SPEAKERS A/B Schakelt telkens als de overeenkomstige knop wordt ingedrukt de luidsprekerset in of uit die aangesloten is op de SPEAKERS A- en/of SPEAKERS Baansluitingen op het achterpaneel (zie bladzijde 12). 1 Infraroodsignaalzender Verzendt infrarode signalen. B DIMMER Druk meerdere malen op deze toets om één van de 3 niveaus voor helderheid van het voorpaneelscherm te selecteren. De volgende toetsen en onderdelen kunt u gebruiken, ongeacht welke ingangsbron u hebt geselecteerd. 2 A (aan/uit) y Schakelt het toestel in en uit, of activeert wachtstand. • Deze instelling wordt behouden, zelfs als u dit toestel uitschakelt. • De helderste instelling is de standaardinstelling. 3 SLEEP Stelt de sluimerklok in (zie bladzijde 13). 6 Nl C MUTE Hiermee schakelt u de uitvoer van geluid uit. Druk nog eens op deze toets om de geluidsweergave te hervatten op het oorspronkelijke volumeniveau. REGELAARS EN HUN FUNCTIES ■ FM/AM-regelaar ■ Toetsen voor Yamaha cd-spelers D TUNING jj / ii Selecteert de afstemfrequentie (zie bladzijde 14). E Bedieningstoetsen Yamaha cd-speler s Stopt het afspelen e Pauzeert het afspelen p Start het afspelen DISC SKIP Springt naar de volgende cd in een cd-wisselaar b Springt terug a Springt vooruit Voert de schijf uit w Spoelt terug f Speelt versneld vooruit De volgende toetsen kunt u gebruiken als u TUNER hebt geselecteerd als ingangsbron. MEMORY Slaat het huidige FM/AM-station op als voorkeuze (zie bladzijde 15). INFO Alleen het model voor Europa: Selecteert de informatie die op het voorpaneelscherm moet worden weergegeven (zie bladzijde 18). INLEIDING PRESET j / i Selecteert een FM/AM-voorkeuzestation (zie bladzijde 16). Met de volgende toetsen kunt u een Yamaha cd-speler bedienen. Opmerking Ook al gebruikt u een Yamaha cd-speler, toch zijn bepaalde componenten en functies misschien niet beschikbaar. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij uw component voor nadere informatie. Nederlands 7 Nl REGELAARS EN HUN FUNCTIES De afstandsbediening gebruiken ■ Batterijen plaatsen ■ Werkingsbereik Richt de afstandsbediening binnen het hieronder weergegeven bedieningsbereik op de afstandsbedieningssensor op het toestel. Ongeveer 6m AA, R6, UM-3-batterijen Afstandsbediening ■ • • • • • • • • • • • • • Opmerkingen over de afstandsbediening en batterijen Er mogen zich geen grote obstakels bevinden tussen de afstandsbediening en het toestel. Mors geen water of andere vloeistoffen op de afstandsbediening. Laat de afstandsbediening niet vallen. Laat de afstandsbediening niet liggen en bewaar hem niet op de volgende plaatsen: – zeer vochtige plaatsen, bijvoorbeeld bij een badkamer – zeer warme plekken, zoals bij een kachel of fornuis – zeer koude plaatsen – stoffige plaatsen Vervang alle batterijen als u merkt dat het werkingsbereik van de afstandsbediening kleiner wordt. Als de batterijen leeg raken, haal ze dan onmiddellijk uit de afstandsbediening om ontploffing of zuurlekkage te voorkomen. Als u lekkende batterijen vindt, doe de batterijen dan onmiddellijk weg waarbij u ervoor zorgt dat u het weggelekte materiaal niet aanraakt. Als het weggelekte materiaal in contact komt met uw huid, uw ogen of uw mond, spoel het dan onmiddellijk weg en raadpleeg een arts. Maak het batterijvak goed schoon voordat u nieuwe batterijen plaatst. Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar. Hierdoor kan de levensduur van de nieuwe batterijen verkort worden of kunnen de oude batterijen gaan lekken. Gebruik geen verschillende types batterijen door elkaar (zoals alkaline- en mangaanbatterijen). Batterijen die er hetzelfde uitzien, kunnen een verschillende specificatie hebben. Voordat u nieuwe batterijen plaatst, dient u het batterijvak schoon te vegen. Voer batterijen af volgens de plaatselijke wet- en regelgeving. Berg batterijen op buiten het bereik van kinderen. Batterijen kunnen gevaarlijk zijn als een kind ze in de mond stopt. Haal de batterijen uit het toestel als u van plan bent het toestel gedurende langere tijd niet te gebruiken. Anders lopen de batterijen leeg en bestaat het gevaar van lekkage van batterijvloeistof met als gevolg mogelijke beschadiging van het toestel. 8 Nl VOORBEREIDINGEN AANSLUITINGEN Luidsprekers en broncomponenten aansluiten Alle aansluitingen moeten correct zijn: L (links) op L, R (rechts) op R, "+" op "+" en "–" op "–". Als de aansluitingen niet kloppen, wordt er geen geluid weergegeven via de luidsprekers en als de polariteit van de luidspreker-aansluitingen niet correct is, klinkt de weergave onnatuurlijk met te weinig lage tonen. Raadpleeg de gebruikershandleiding van elk van uw componenten. Gebruik RCA-kabels voor het aansluiten van audiocomponenten. • Sluit dit toestel of andere componenten pas op het lichtnet aan nadat alle aansluitingen tussen componenten gemaakt zijn. • Laat blootliggende luidsprekerdraden niet met elkaar of met metalen onderdelen van het toestel in contact komen. Hierdoor kunnen het toestel en/of de luidsprekers beschadigd raken. Luidsprekers A Rechts Links Bandrecorder, enz. Cd-speler Audiouitgang VOORBEREIDINGEN LET OP Audiouitgang Audiouitgang Audioingang Cd-recorder, enz. Rechts Links Nederlands Dvd-speler, enz. Audiouitgang Luidsprekers B 9 Nl AANSLUITINGEN ■ REC-aansluitingen • De REC-aansluitingen voeren audiosignalen uit van de geselecteerde ingangsbron (behalve als LINE 3 is geselecteerd). • Instellingen voor volumeniveau, toonregeling en balans zijn niet van invloed op de REC-aansluitingen. ■ Luidsprekerkabels aansluiten ■ Dubbel bedrade aansluiting Een dubbel bedrade aansluiting scheidt de woofer (lagetonenluidspreker) van het gecombineerde deel voor de middentonen en de tweeters (hogetonenluidsprekers). Een luidsprekerkast voor dubbele bedrading heeft vier aansluitklemmen. Met deze twee sets aansluitingen kan de luidsprekerkast gesplitst worden in twee onafhankelijke delen. Met deze verbindingen wordt de reproductie van de middentonen en hoge tonen via de ene set aansluitingen geleid en die van de lage tonen via een andere set aansluitingen. Achterpaneel Luidspreker Verwijder ongeveer 10 mm van de isolatie van het einde van de luidsprekerkabels. Opmerking Wanneer u luidsprekerkabels in de luidsprekeraansluitingen steekt, steek dan alleen de blootliggende luidsprekerdraad in. Als u geïsoleerde kabel insteekt, kan de verbinding slecht zijn en hoort u mogelijk geen geluid. LET OP Stel de impedantie van de luidsprekers in als hieronder weergegeven. Luidsprekeraansluiting Luidsprekerimpedantie SPEAKERS A of SPEAKERS B 8 Ω of hoger SPEAKERS A en SPEAKERS B 16 Ω of hoger (behalve het model voor Noord-Amerika) Dubbele bedrading 8 Ω of hoger Sluit de andere luidspreker op dezelfde manier aan op de andere set aansluitingen. Opmerking Bij het maken van dubbel bedrade aansluitingen dient u de kortsluitbruggen of kabels van de luidspreker te verwijderen. y Wilt u dubbel bedrade aansluitingen gebruiken, druk dan op SPEAKERS A en SPEAKERS B, zodat SP A en B beide gaan branden op het voorpaneelscherm. SPEAKERS A/B 10 Nl AANSLUITINGEN ■ De meegeleverde AM-ringantenne in elkaar zetten De FM- en AM-antennes aansluiten Bij dit toestel zijn binnenantennes meegeleverd voor FMen AM-uitzendingen. In het algemeen zouden deze antennes voldoende signaalsterkte moeten leveren. Sluit de antennes aan op de daarvoor bedoelde aansluitingen. Opmerking FM-buitenantenne VOORBEREIDINGEN Als u last hebt van een slechte ontvangst, kunt u een buitenantenne installeren. Vraag bij uw dichtstbijzijnde erkende Yamaha-verkoper of -servicecentrum naar de mogelijkheden met buitenantennes. ■ De draad van de AM-ringantenne aansluiten AM-buitenantenne* AM-ringantenne (meegeleverd)** FMbinnenantenne (meegeleverd) Het netsnoer aansluiten Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact nadat u alle andere aansluitingen hebt gemaakt. LET OP Alleen voor het universele model: Stel de VOLTAGE SELECTOR van het toestel in op het lokale voltage voordat u het netsnoer aansluit. Bij onjuiste instelling van de VOLTAGE SELECTOR bestaat brandgevaar en kan schade aan het apparaat ontstaan. *AM-buitenantenne Naar stopcontact met netsnoer Gebruik 5 tot 10 meter met plastic geïsoleerd draad dat u uit een raam naar buiten spant. **AM-ringantenne (meegeleverd) • De AM-ringantenne moet altijd aangesloten blijven, zelfs als er een AM-buitenantenne op dit toestel is aangesloten. • De AM-ringantenne moet niet te dicht bij het toestel geplaatst worden. • De draden van de AM-antenne hebben geen polariteit. Nederlands 11 Nl BASISBEDIENING AFSPELEN Een bron afspelen 1 Druk op A (aan/uit) om het toestel aan te zetten. 2 Druk op een van de invoerkeuzetoetsen om de gewenste ingangsbron te kiezen. 3 Druk op SPEAKERS A en/of SPEAKERS B om de gewenste luidsprekersset(s) te kiezen. A (aan/uit) Invoerkeuzetoetsen Opmerkingen TREBLE –/+ SPEAKERS A/B BASS –/+ BALANCE L/R • Wanneer u één set luidsprekers hebt aangesloten met dubbele bedrading of wanneer u twee luidsprekersets tegelijkertijd gebruikt (A en B), let er dan op dat SP A en SP B beide worden weergegeven op het voorpaneelscherm. • Schakel de luidsprekers uit als u met een hoofdtelefoon luistert. 4 Speel de bron af. 5 Druk op VOLUME +/– om het geluidsuitvoerniveau te regelen. y U kunt de klankkwaliteit bijregelen met behulp van de regelaars voor BASS –/+ en TREBLE –/+, en de geluidsbalans van de linker- en rechterluidsprekers met behulp van de regelaar BALANCE L/R (zie bladzijde 6). VOLUME +/– 6 Druk, als u stopt met luisteren, op A (aan/uit) om het toestel in wachtstand te zetten. Druk nogmaals op A (aan/uit) om het toestel weer in te schakelen. y • U kunt ook de knoppen en regelaars op het voorpaneel gebruiken als ze dezelfde of vergelijkbare namen hebben als die op de afstandsbediening. • Voor opname, zie bladzijde 5. 12 Nl AFSPELEN De sluimerklok gebruiken Gebruik deze functie om het toestel automatisch in wachtstand te zetten na een bepaalde tijdsduur. De sluimerklok is nuttig als u gaat slapen terwijl het toestel een bron afspeelt of opneemt. SLEEP A (aan/uit) BASISBEDIENING Druk herhaaldelijk op SLEEP om de tijdsduur in te stellen voordat het toestel in wachtstand gaat. Bij elke keer dat u op SLEEP drukt, wordt op het voorpaneelscherm een volgende stap van de onderstaande cyclus weergegeven. Het SLEEP-lampje knippert terwijl u de tijdsduur voor de sluimerklok instelt. Als de sluimerklok is ingesteld, gaat het SLEEPlampje op het voorpaneelscherm branden. y Wilt u de sluimerklok onderbreken, kies dan een van de volgende methoden: – Selecteer "SLEEP OFF". – Zet het toestel in wachtstand. Nederlands 13 Nl FM/AM AFSTEMMEN Opmerkingen • Radiofrequenties verschillen per land of regio waar het toestel wordt gebruikt. In dit gedeelte worden illustraties gebruikt van het voorpaneelscherm van het model voor Europa. • Alleen voor het model voor Azië en het universele model: Stel de afstemfrequentiestap in op de frequentieruimte in uw regio voordat u afstemt op een radiostation (zie bladzijde 19). Voorkeuzefuncties gebruiken U kunt 40 stations registreren als voorkeuzestations. Als u eenmaal voorkeuzestations hebt geregistreerd, kunt u daar eenvoudig op afstemmen door de voorkeuzen op te roepen. FM/AM TUNING jj / ii ■ Automatisch voorkeuzen instellen (alleen FM-stations) U kunt automatisch FM-stations met een krachtig signaal registreren. 1 2 Druk op FM/AM om TUNER te selecteren als invoerbron en selecteer de frequentieband. Houd TUNING jj / ii ingedrukt om het afstemmen te starten. Druk op ii om af te stemmen op een hogere frequentie. Druk op jj om af te stemmen op een lagere frequentie. Als het toestel afstemt op een station, gaat het TUNED-lampje op het voorpaneelscherm branden. Opmerkingen • Als u een station registreert naar een voorkeuzenummer waar al een station op is geregistreerd, wordt het eerder geregistreerde station overschreven. • Druk herhaaldelijk op TUNING jj / ii om af te stemmen op het gewenste station, als het signaal van het station zwak is. • Alleen het model voor Europa: Alleen stations die uitzenden met het Radio Data System kunnen worden geregistreerd als voorkeuze. y FM-stations die zijn geregistreerd als voorkeuze met de automatische voorkeuzeregistratie klinken in stereo. Opmerking Als de procedure voor het afstemmen niet stopt bij het gewenste station omdat het signaal te zwak is, drukt u herhaaldelijk op TUNING jj / ii om op het station af te stemmen. FM y PRESET j / i U kunt ook de knoppen op het voorpaneel gebruiken als ze dezelfde of vergelijkbare namen hebben als die op de afstandsbediening. ■ FM-ontvangst verbeteren Als het signaal van het station zwak en de geluidskwaliteit niet goed is, stel dan de ontvangstmodus voor FM-radio in op mono om de ontvangst te verbeteren. Voorpaneel Druk op FM MODE en controleer of het ST-lampje is gedoofd (zie bladzijde 4). Afstandsbediening Druk op FM MODE in het optiemenu om MONO (mono) te selecteren (zie bladzijde 19). 14 Nl B/C/D ENTER MENU FM/AM AFSTEMMEN 1 Druk op FM om TUNER te selecteren als invoerbron. 2 Druk op MENU om het optiemenu te openen. Het optiemenu voor TUNER wordt weergegeven (zie bladzijde 19). 3 1 Stem af op het gewenste FM/AM-station. Zie bladzijde 14 voor aanwijzingen over het afstemmen op een station. 2 Druk op MEMORY. "MANUAL PRESET" wordt kort weergegeven op het voorpaneelscherm en vervolgens wordt het voorkeuzenummer weergegeven waarop het station zal worden geregistreerd. Druk op B / C om "AUTO PRESET" te selecteren en druk dan op ENTER. y Het toestel zoekt ongeveer 3 seconden later de FMband af vanaf de laagste frequentie omhoog. y • Voordat het zoeken begint, kunt u het eerste voorkeuzenummer opgeven door op PRESET j / i of B/C te drukken. • Druk op D om het zoeken stop te zetten. Voorkeuzenummer 3 Frequentie Wanneer een station voor voorkeuze is gevonden, wordt informatie weergegeven op het voorpaneelscherm zoals hierboven weergegeven. Wanneer het zoeken klaar is, wordt "FINISH" weergegeven en keert het scherm terug naar het optiemenu. Druk op MENU om terug te keren naar de oorspronkelijke status. ■ Handmatig voorkeuzen instellen U kunt de gewenste stations handmatig registreren. Druk op PRESET j / i om het voorkeuzenummer voor registratie van het station te selecteren. Wanneer u een voorkeuzenummer selecteert waarvoor geen station is geregistreerd, wordt "EMPTY" weergegeven. Wanneer u een voorkeuzenummer selecteert waarvoor al een station is geregistreerd, wordt de frequentie van het station weergegeven. BASISBEDIENING Houdt u MEMORY op het voorpaneel meer dan 2 seconden ingedrukt, dan kunt u de volgende stappen overslaan en automatisch het geselecteerde station registreren onder een leeg voorkeuzenummer (d.w.z. het voorkeuzenummer dat volgt op het laatste gebruikte voorkeuzenummer). Voorkeuzenummer 4 Druk op MEMORY. Wanneer de registratie voltooid is, keert het scherm terug naar de oorspronkelijke status. y MEMORY • Selecteer een andere frequentieband of voer gedurende 30 seconden geen handelingen uit als u het registreren wilt annuleren. • U kunt ook de knoppen en regelaars op het voorpaneel gebruiken als ze dezelfde of vergelijkbare namen hebben als die op de afstandsbediening om voorkeuzestations in te stellen. Nederlands PRESET j / i 15 Nl FM/AM AFSTEMMEN ■ Voorkeuzestations terugroepen U kunt voorkeuzestations terugroepen die zijn geregistreerd met de automatische of de handmatige voorkeuzemethode. ■ Een voorkeuzestation wissen Volg de onderstaande stappen om een voorkeuzestation te wissen. FM/AM FM/AM PRESET j / i PRESET j / i 1 Druk op FM/AM om TUNER te selecteren als invoerbron. 2 Druk op PRESET j / i om een voorkeuzenummer te selecteren. B/C/D ENTER y • Voorkeuzenummers waarvoor geen stations zijn geregistreerd, worden overgeslagen. • "NO PRESET" wordt weergegeven als er geen stations zijn geregistreerd. • Probeer handmatig af te stemmen op voorkeuzestations met een zwak signaal. • U kunt ook op PRESET j / i drukken op het voorpaneel om een voorkeuzestation terug te roepen. MENU 1 Druk op FM/AM om TUNER te selecteren als invoerbron. 2 Druk op MENU om het optiemenu te openen. Het optiemenu voor TUNER wordt weergegeven (zie bladzijde 19). 3 Druk op B / C om "CLEAR PRESET" te selecteren en druk dan op ENTER. 4 Druk meerdere keren op B / C om het gewenste voorkeuzenummer te selecteren. Het geselecteerde voorkeuzenummer knippert op het voorpaneelscherm. y • U kunt ook PRESET j / i gebruiken. • Wilt u het wissen van het voorkeuzestation annuleren, druk dan op D of doe 30 seconden lang niets met het toestel. 16 Nl FM/AM AFSTEMMEN 5 Druk nogmaals op ENTER om de opdracht te bevestigen. "CLEARED" wordt weergegeven op het voorpaneelscherm. Vervolgens wordt een ander voorkeuzestation weergegeven op het voorpaneelscherm. Als er geen voorkeuzestations meer zijn, wordt "NO PRESET" weergegeven en keert het scherm terug naar het optiemenu. Druk op MENU om terug te keren naar de oorspronkelijke status. 1 Druk op FM/AM om TUNER te selecteren als invoerbron. 2 Druk op MENU om het optiemenu te openen. Het optiemenu voor TUNER wordt weergegeven (zie bladzijde 19). 3 Druk op B / C om "CLEAR ALL PRESET" te selecteren en druk dan op ENTER. ■ Alle voorkeuzestations wissen Volg de onderstaande stappen om alle voorkeuzestations te wissen. y FM/AM 4 Druk op B / C om "CLEAR OK" te selecteren en druk dan op ENTER. BASISBEDIENING Druk op D om de handeling te annuleren en terug te keren naar het optiemenu. y B/C/D ENTER MENU Wilt u het wissen van de voorkeuzes annuleren, selecteer dan "CLEAR NO". Wanneer alle voorkeuzes zijn gewist, wordt "CLEARED" weergegeven en keert het scherm terug naar het optiemenu. Druk op MENU om terug te keren naar de oorspronkelijke status. Nederlands 17 Nl FM/AM AFSTEMMEN Radio Data System-gegevens ontvangen (alleen het model voor Europa) Radio Data System is een systeem voor gegevensoverdracht dat door FM-stations in een groot aantal landen wordt gebruikt. FM INFO 1 2 3 Druk op FM om TUNER te selecteren als invoerbron. Stem af op het gewenste Radio Data Systemstation. Druk meerdere keren op INFO om de gewenste weergavemodus voor Radio Data System te selecteren. Keuze Beschrijving Frequentie Het toestel geeft de frequentie van het huidige station weer. Programmaservice Standaardinstelling. Het toestel geeft de naam weer van het Radio Data Systemprogramma waar u naar luistert. Programmatype Het toestel geeft het type Radio Data System-programma weer waar u naar luistert. Radiotekst Het toestel geeft informatie over het Radio Data Systemprogramma weer waar u naar luistert. Kloktijd Het toestel geeft de huidige tijd weer. 18 Nl Wanneer u programmatype selecteert, worden de volgende programmatypenamen weergegeven. Programmatype Beschrijving NEWS Nieuws AFFAIRS Actualiteiten INFO Algemene informatie SPORT Sport EDUCATE Educatief DRAMA Drama CULTURE Cultuur SCIENCE Wetenschap VARIED Licht amusement POP M Popmuziek ROCK M Rockmuziek EASY M Middle-of-the-road muziek (easy-listening) LIGHT M Licht klassiek CLASSICS Ernstig klassiek OTHER M Overige muziek GEAVANCEERDE BEDIENING HET OPTIEMENU INSTELLEN VOOR INVOERBRONNEN In het optiemenu kunt u allerlei instellingen configureren voor de diverse invoerbronnen en deze instellingen automatisch oproepen wanneer u een invoerbron selecteert. Invoerkeuzetoetsen 1 Druk op een van de invoerkeuzetoetsen om de gewenste ingangsbron te kiezen. 2 Druk op MENU. 3 Druk op B / C om het gewenste menu-item te selecteren en druk dan op ENTER. 4 Druk op B / C om de instellingen te wijzigen. y • Bij bepaalde menu-items moet u op ENTER drukken om de nieuwe instelling op te slaan. • Druk op D om terug te keren naar het scherm voor het selecteren van menu-items. B/C/D ENTER 5 Druk op MENU om het optiemenu te sluiten. MENU GEAVANCEERDE BEDIENING Optiemenu-items Welke menu-items beschikbaar zijn, is afhankelijk van de geselecteerde invoerbron. Menu-item Beschrijving Stelt het maximale volumeniveau in zodat het volume niet per ongeluk boven een bepaald niveau kan worden ingesteld. Instelbaar bereik: 01 tot 99, MAX* INITIAL VOLUME (INIT VOL) Stelt het volume in dat gebruikt wordt als het toestel wordt ingeschakeld. Wanneer deze parameter wordt ingesteld op "OFF" (uit), wordt het volumeniveau toegepast dat was ingesteld toen het toestel in wachtstand ging. Instelbaar bereik: OFF*, MUTE, 01 tot 99, MAX TUNER STEP (TUNER STP) Alleen voor het model voor Azië en het universele model Stelt de afstemfrequentiestap in. Keuzes: AM10/FM100, AM9/FM50* FM MODE Wijzigt de ontvangstmodus voor de FM-band (zie bladzijde 14). Keuzes: STEREO*, MONO AUTO PRESET (A, PREST) Detecteert automatisch FM-radiostations en registreert ze als voorkeuzestations (zie bladzijde 14). CLEAR PRESET (C, PREST) Wist een voorkeuzestation (zie bladzijde 16). CLEAR ALL PRESET (C,A, PREST) Wist alle voorkeuzestations (zie bladzijde 17). AUTO POWER STANDBY (AUTO STBY) Zet het toestel automatisch in wachtstand als gedurende de ingestelde tijd geen handelingen zijn verricht. Keuzes: OFF/2H/4H/8H*/12H y De standaardinstellingen zijn aangegeven met "*". 19 Nl Nederlands MAX VOL AANVULLENDE INFORMATIE VERHELPEN VAN STORINGEN Raadpleeg de tabel hieronder indien dit toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem niet hieronder vermeld staat, of als de aanwijzingen het probleem niet verhelpen, zet het toestel dan in wachtstand, haal de stekker uit het stopcontact en neem contact op met uw dichtstbijzijnde Yamaha-dealer of -servicecentrum. ■ Algemeen Probleem Het toestel kan niet worden ingeschakeld. Geen geluid Oorzaak Oplossing Zie bladzijde Het netsnoer is niet goed aangesloten of de stekker is niet goed in het stopcontact gestoken. Sluit het netsnoer stevig aan. De instelling voor impedantie van de luidspreker is te laag. Gebruik luidsprekers met de juiste impedantie. De beveiliging is in werking getreden door een kortsluiting, enz. Controleer of de luidsprekerdraden elkaar niet raken en zet dan het toestel opnieuw aan. Het toestel heeft blootgestaan aan een sterke, externe elektrische schok (bijvoorbeeld een blikseminslag of een ontlading van statische elektriciteit). Schakel het toestel in wachtstand, koppel het netsnoer los, sluit het weer aan na 30 seconden en gebruik het toestel vervolgens normaal. Invoer- of uitvoerkabels verkeerd aangesloten. Verbind de kabels correct. Als dit het probleem niet verhelpt, zijn de kabels mogelijk defect. 9 Er is geen geschikte ingangsbron geselecteerd. Druk op een van de invoerkeuzetoetsen op de afstandsbediening om een geschikte ingangsbron te kiezen (INPUT l / h of FM/AM op het voorpaneel). 12 De SPEAKERS A/B-schakelaars zijn niet correct ingesteld. Zet de juiste luidsprekers aan (SPEAKERS A of SPEAKERS B). 12 De luidsprekeraansluitingen zitten niet goed vast. Zet de aansluitingen goed vast. — 10 9 — 9 6 Uitvoer is uitgeschakeld. Schakel de dempingsfunctie uit. MAX VOL of INITIAL VOLUME is te laag ingesteld. Stel de instelling in op een hoger niveau. De component die hoort bij de gekozen invoerkeuzetoets is uitgeschakeld of speelt niet af. Zet de component aan en zorg ervoor dat hij afspeelt. De beveiliging is in werking getreden door een kortsluiting, enz. Controleer of de luidsprekerdraden elkaar niet raken en zet dan het toestel opnieuw aan. 9 Het toestel is te warm geworden. Let erop dat de openingen in het bovenpaneel niet worden geblokkeerd. — De functie AUTO POWER STANDBY of de functie SLEEP heeft het toestel in wachtstand gezet. Verhoog de instelling voor AUTO POWER STANDBY of schakel de instelling uit (OFF) in het optiemenu door op MENU te drukken. 19 Bedrading niet op de juiste manier aangesloten. Verbind de kabels correct. Als dit het probleem niet verhelpt, zijn de kabels mogelijk defect. 9 De BALANCE L/R-regelaar is verkeerd ingesteld. Stel de BALANCE L/R-regelaar in op de geschikte stand. 6 De lage tonen klinken te zwak en de weergave is sfeerloos. De plus- en min-kabels (+ en –) zijn verkeerd om aangesloten op de versterker of de luidsprekers. Sluit de luidsprekerkabels aan op de juiste fase (+ en –). U hoort een "gezoem". Bedrading niet op de juiste manier aangesloten. Sluit de audiostekers stevig aan. Als dit het probleem niet verhelpt, zijn de kabels mogelijk defect. Het volumeniveau kan niet verhoogd worden of het geluid is vervormd. De component aangesloten op de LINE 3 PB/REC-aansluitingen van dit toestel is uitgeschakeld. Schakel de component in. Het geluid valt plotseling weg. Er komt slechts aan één kant geluid uit de luidspreker. 20 Nl 19 — 9 9 — VERHELPEN VAN STORINGEN Probleem Oorzaak Het geluid is van mindere kwaliteit wanneer u luistert met een hoofdtelefoon verbonden met de cdspeler die op dit toestel aangesloten is. Het toestel is in wachtstand gezet. De afstandsbediening werkt niet of niet correct. Verkeerde afstand of hoek. Oplossing Zie bladzijde Schakel het toestel in. 12 De afstandsbediening werkt binnen een maximaal bereik van 6 m en binnen een hoek van 30 graden ten opzichte van het voorpaneel. Direct zonlicht of sterke verlichting (van fluorescentielampen met een voorschakelapparaat, enz.) valt op de afstandsbedieningssensor van dit toestel. Verplaats het toestel. De batterijen zijn bijna leeg. Vervang alle batterijen. U kunt de cd-speler niet bedienen met de afstandsbediening. De afstandsbediening ondersteunt de cdspeler niet. Raadpleeg de gebruikershandleiding van de cd-speler. "OVER HEAT" wordt weergegeven op het voorpaneelscherm. Het toestel is te warm geworden. Let erop dat de openingen in het bovenpaneel niet worden geblokkeerd. "CHECK SP" wordt weergegeven op het voorpaneelscherm. Er is kortsluiting ontstaan tussen de luidsprekerkabels. 8 — 8 — Draai de naakte strengen van de luidsprekerkabels goed in elkaar en verbind ze dan goed met het toestel en de luidsprekers. — — AANVULLENDE INFORMATIE Nederlands 21 Nl VERHELPEN VAN STORINGEN ■ Tuner Probleem FM/ AM AM 22 Nl Oplossing Zie bladzijde Dit probleem is inherent aan FMuitzendingen in stereo wanneer de zender te ver weg is of het signaal dat binnenkomt via de antenne niet sterk genoeg is. Controleer de aansluitingen van de antenne. Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige FMantenne. 11 Schakel over op mono. 14 Er is vervorming en ook een goede FM-antenne zorgt niet voor een betere ontvangst. U ondervindt interferentie doordat hetzelfde signaal op verschillende manieren ontvangen wordt. Verander de opstelling van de antenne zodat u van deze interferentie geen last meer hebt. Er kan niet automatisch worden afgestemd op de gewenste zender. Het radiosignaal is te zwak. "NO PRESET" wordt weergegeven. Er zijn geen voorkeuzestations geregistreerd. Registreer stations waarnaar u wilt luisteren als voorkeuzestations. Er kan niet automatisch worden afgestemd op de gewenste zender. Het signaal is te zwak of de antenneaansluitingen zitten los. Controleer de aansluitingen van de AM-ringantenne en stel deze zo op dat u de beste ontvangst verkrijgt. Automatisch voorkeuzestation werkt niet. Automatische voorkeuzestations zijn niet beschikbaar voor AM. Gebruik handmatige voorkeuzestations. U hoort doorlopend gekraak en gesis. Deze geluiden kunnen het gevolg zijn van bliksem, tl-verlichting, motoren, thermostaten en andere elektrische apparatuur. Gebruik een buitenantenne en een goede aarding. Dit kan in sommige gevallen helpen, maar het blijft moeilijk om alle storingsbronnen te elimineren. U hoort gezoem en gefluit. Er wordt in de buurt van het toestel een tv gebruikt. Zet het toestel verder bij de tv vandaan. Veel ruis bij de ontvangst van FM-stereo. FM Oorzaak — Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige FMantenne. 11 Probeer handmatig af te stemmen. 14 14 — Probeer handmatig af te stemmen. 14 15 — — SPECIFICATIES AUDIOGEDEELTE • Minimaal RMS-uitgangsvermogen (8 Ω, 40 Hz tot 20 kHz, 0,2% THV) [Modellen voor Noord-Amerika, Australië en Europa en universeel model] ............................................. 100 W + 100 W [Model voor Azië] ................................................ 85 W + 85 W • Ingangsgevoeligheid/ingangsimpedantie (1 kHz, 100 W/8 Ω) CD, enz. ................................................................. 500 mV/47 kΩ • Uitgangsniveau/uitgangsimpedantie CD, enz. (Invoer 1 kHz, 500 mV) REC .................................................................. 500 mV/2,2 kΩ CD, enz. (Invoer 1 kHz, 500 mV, 8 Ω) PHONES ............................................................ 470 mV/470 Ω • Frequentierespons CD, enz. (20 Hz tot 20 kHz) ......................................... 0 ± 0,5 dB CD, enz. (10 Hz tot 100 kHz) ....................................... 0 ± 3,0 dB • Totale harmonische vervorming CD, enz. naar SPEAKERS (20 Hz tot 20 kHz, 50 W, 8 Ω) .............................. 0,2% of minder • Signaal-ruisverhouding (IHF-A-netwerk) CD, enz. (500 mV ingang kortgesloten) ............... 100 dB of meer • Overblijvende ruis (IHF-A-netwerk) ..................................... 70 µV • Toonregelingskarakteristieken BASS Versterken/verzwakken (50 Hz) .................................... ± 10 dB TREBLE Versterken/verzwakken (20 kHz) .................................. ± 10 dB FM-GEDEELTE • Afstembereik [Model voor Noord-Amerika] ....................... 87,5 tot 107,9 MHz [Model voor Azië en universeel model] ................................. 87,5 tot 107,9 MHz/87,50 tot 108,00 MHz [Modellen voor Europa en Australië] ........ 87,50 tot 108,00 MHz • 50 dB dempingsgevoeligheid (IHF, 1 kHz, 100% MOD.) Mono ................................................................ 3,0 µV (20,8 dBf) • Signaal-ruisverhouding (IHF) Mono/stereo ............................................................... 72 dB/70 dB • Harmonische vervorming (1 kHz) Mono/stereo ................................................................. 0,3%/0,5% • Antenne-invoer............................................. 75 Ω, niet-gebalanceerd AM-GEDEELTE • Afstembereik [Model voor Noord-Amerika] ........................... 530 tot 1710 kHz [Model voor Azië en universeel model] ............................................ 530 tot 1710 kHz/531 tot 1611 kHz [Modellen voor Europa en Australië] ............... 531 tot 1611 kHz ALGEMEEN • Voeding [Model voor Noord-Amerika] ............ 120 V wisselstroom, 60 Hz [Universeel model] .... 110-120/220-240 V wisselstroom, 50/60 Hz [Model voor Australië] ....................... 240 V wisselstroom, 50 Hz [Model voor Europa] .......................... 230 V wisselstroom, 50 Hz [Model voor Azië] ................. 220-240 V wisselstroom, 50/60 Hz • Stroomverbruik [Modellen voor Noord-Amerika, Australië en Europa en universeel model] ............................................................ 175 W [Model voor Azië] .............................................................. 140 W • Stroomverbruik in wachtstand [Modellen voor Noord-Amerika, Australië en Europa en Azië] ........................................................................... 0,5 W of minder • Afmetingen (B × H × D) ................................. 435 × 141 × 322 mm • Gewicht .................................................................................. 6,7 kg * Technische gegevens kunnen zonder kennisgeving gewijzigd worden. Informatie voor gebruikers over inzameling en verwijdering van oude apparaten en gebruikte batterijen AANVULLENDE INFORMATIE Deze tekens op de producten, verpakkingen en/of bijgaande documenten betekenen dat gebruikte elektrische en elektronische producten en batterijen niet mogen worden gemengd met algemeen huishoudelijk afval. Breng alstublieft voor de juiste behandeling, herwinning en hergebruik van oude producten en gebruikte batterijen deze naar daarvoor bestemde verzamelpunten, in overeenstemming met uw nationale wetgeving en de instructies 2002/96/EC en 2006/66/EC. Door deze producten en batterijen correct te verwijderen, helpt u natuurlijke rijkdommen te beschermen en voorkomt u mogelijke negatieve effecten op de menselijke gezondheid en de omgeving, die zich zouden kunnen voordoen door ongepaste afvalverwerking. Voor meer informatie over het inzamelen en hergebruik van oude producten en batterijen kunt u contact opnemen met uw plaatselijke gemeentebestuur, uw afvalverwerkingsbedrijf of het verkooppunt waar u de artikelen heeft gekocht. [Informatie over verwijdering in andere landen buiten de Europese Unie] Opmerking bij het batterijteken (onderste twee voorbeelden): Dit teken wordt mogelijk gebruikt in combinatie met een scheikundig symbool. In dat geval voldoet het aan de eis en de richtlijn, die is opgesteld voor het betreffende chemisch product. 23 Nl Nederlands Deze symbolen zijn alleen geldig in de Europese Unie. Mocht u artikelen weg willen gooien, neem dan alstublieft contact op met uw plaatselijke overheidsinstantie of dealer en vraag naar de juiste manier van verwijderen.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193

Yamaha R-S201 Handleiding

Categorie
Radio's
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor

Gerelateerde papieren