Documenttranscriptie
Connections
■ 6.1-channel speaker connection
Surround back speaker
Presence speakers
(page 11) or
Zone 2/Zone 3 speakers
(page 90)
Subwoofer
SPEAKERS
SP1
PRESENCE/ZONE 2/ZONE 3
R
SURROUND BACK/
BI-AMP
+
R
+
SUB
WOOFER
L
+
L
SINGLE
CENTER
+
+
SP2
L
SURROUND
PREPARATION
R
+
Center speaker
+
ZONE 2/ZONE 3
L
R
PRE OUT
+
R
+
L
FRONT
+
Zone 2/Zone 3
speakers
(page 90)
Left
Right
Surround speakers
Left
Right
Front speakers
■ 5.1-channel speaker connection
Subwoofer
Front speakers for the
bi-amplification
connections
(page 14)
Presence speakers
(page 11) or
Zone 2/Zone 3 speakers
(page 90)
SP1
R
PRESENCE/ZONE 2/ZONE 3
R
SURROUND BACK/
BI-AMP
+
+
R
+
SUB
WOOFER
Center speaker
SPEAKERS
L
+
L
SINGLE
SURROUND
CENTER
+
+
SP2
L
+
ZONE 2/ZONE 3
R
L
PRE OUT
+
R
+
FRONT
L
+
Zone 2/Zone 3
speakers
(page 90)
Left
Right
Surround speakers
Left
Right
Front speakers
English
13 En
Let op: Lees het volgende voor u dit toestel in gebruik neemt.
1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit uw
toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te lezen.
Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er later nog eens
iets in kunt opzoeken.
2 Installeer deze geluidsinstallatie op een goed geventileerde, koele,
droge, schone plek – uit de buurt van direct zonlicht, warmtebronnen,
trillingen, stof, vocht en/of kou. Zorg voor een ventilatieruimte van
tenminste 30 cm aan de bovenkant, 20 cm aan de rechter- en
linkerkant, en 20 cm aan de achterkant van dit toestel.
3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische apparatuur,
motoren of transformatoren om storend gebrom te voorkomen.
4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge temperatuurswisselingen
van koud naar warm en plaats het toestel niet in een omgeving met
een hoge vochtigheidsgraad (bijv. in een ruimte met een
luchtbevochtiger) om te voorkomen dat zich binnenin het toestel
condens vormt, wat zou kunnen leiden tot elektrische schokken,
brand, schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel.
5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel kunnen
vallen, of waar het toestel bloot staat aan druppelende of spattende
vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet bovenop dit toestel:
– Andere componenten, daar deze schade kunnen veroorzaken en/
of de afwerking van dit toestel kunnen doen verkleuren.
– Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand, schade
aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen veroorzaken.
– Voorwerpen met vloeistoffen, aangezien deze kunnen vallen en
de vloeistof elektrische schokken voor de gebruiker en/of schade
aan dit toestel kan veroorzaken.
6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz. zodat de
koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur binnenin het
toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand, schade aan het toestel
en/of persoonlijk letsel.
7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle
aansluitingen gemaakt zijn.
8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is geplaatst. Het
kan hierdoor oververhit raken wat kan leiden tot schade.
9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen en/of
snoeren.
10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de stekker
zelf trekken, niet aan het snoer.
11 Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen; dit kan
de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone, droge doek.
12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik van dit
toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is gevaarlijk en kan
leiden tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel.
Yamaha aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enige schade
veroorzaakt door gebruik van dit toestel met een ander voltage dan
hetgeen aangegeven staat.
13 Om schade door blikseminslag te voorkomen, dient u de stekker uit
het stopcontact te halen wanneer het onweert.
14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of het te
repareren. Neem contact op met erkend Yamaha servicepersoneel
wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie behoeft. Probeer in geen
geval de behuizing open te maken.
15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken (bijv.
vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen.
16 Installeer dit toestel in de buurt van een stopcontact op een plek waar
u de stekker gemakkelijk kunt bereiken.
17 Lees het hoofdstuk “Oplossen van problemen” over veel
voorkomende vergissingen bij de bediening vóór u de conclusie trekt
Let op-i Nl
dat het toestel een storing of defect vertoont.
18 Voor u dit toestel gaat verplaatsen dient u A MASTER ON/OFF in
te drukken zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om dit
toestel, de hoofdruimte, Zone 2 en Zone 3 uit te schakelen, en haal
vervolgens de stekker uit het stopcontact.
19 VOLTAGE SELECTOR (Alleen modellen voor Azië en Algemene
modellen)
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit toestel moet
worden ingesteld op de ter plekke gebruikte netspanning VOORDAT
u de stekker in het stopcontact steekt. De voltages zijn:
........................... 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
20 De batterijen mogen niet worden blootgesteld aan hitte, zoals door
zonlicht, vuur of iets dergelijks.
21 Een te hoge geluidsdruk (volume) van een oortelefoon of
hoofdtelefoon kan leiden tot gehoorschade.
22 Vergewis u bij het vervangen van de batterijen ervan dat u batterijen
van hetzelfde type gebruikt. Er kan gevaar op explosie bestaan als de
batterijen onjuist vervangen worden.
WAARSCHUWING
OM HET RISICO VAN BRAND OF ELEKTRISCHE
SCHOKKEN TE VERMINDEREN, STEL DIT
TOESTEL NIET BLOOT AAN REGEN OF VOCHT.
Zolang dit toestel is aangesloten op het stopcontact, is de
stroomvoorziening niet afgesloten, ook niet wanneer u het
toestel uitschakelt met A MASTER ON/OFF. In deze
staat is dit toestel ontworpen om slechts een zeer kleine
hoeveelheid stroom te gebruiken.
Let op: Lees het volgende voor u dit toestel in gebruik neemt.
Informatie voor gebruikers van inzameling en verwijdering van oude apparaten en gebruikte
batterijen
Deze tekens op de producten, verpakkingen en/of bijgaande documenten betekent dat gebruikte
elektrische en elektronische producten en batterijen niet mogen worden gemengd met algemeen
huishoudelijk afval.
Breng alstublieft voor de juiste behandeling, herwinning en hergebruik van oude producten en
gebruikte batterijen deze naar daarvoor bestemde verzamelpunten, in overeenstemming met uw
nationale wetgeving en de instructies 2002/96/EC en 2006/66/EC.
Door deze producten en batterijen juist te rangschikken, helpt u het redden van waardevolle
rijkdommen en voorkomt u mogelijke negatieve effecten op de menselijke gezondheid en de omgeving,
welke zich zou kunnen voordoen door ongepaste afvalverwerking.
Voor meer informatie over het inzamelen en hergebruik van oude producten en batterijen kunt u contact
opnemen met uw plaatselijke gemeente, uw afvalverwerkingsbedrijf of het verkooppunt waar u de
artikelen heeft gekocht.
[Informatie over verwijdering in ander landen buiten de Europese Unie]
Deze symbolen zijn alleen geldig in de Europese Unie. Mocht u artikelen weg willen gooien, neem dan
alstublieft contact op met uw plaatselijke overheidsinstantie of dealer en vraag naar de juiste manier
van verwijderen.
Opmerking bij het batterij teken (onderkant twee tekens voorbeelden):
Dit teken wordt mogelijk gebruikt in combinatie met een chemisch teken. In dat geval voldoet het aan
de eis en de richtlijn, welke is opgesteld voor het betreffende chemisch product.
Beperkte garantie voor de Europese Economische Ruimte (EER) en Zwitserland
Hartelijk dank dat u een Yamaha product hebt gekozen. Mocht uw Yamaha product onverhoopt service of reparatie onder de garantie behoeven, dan
verzoeken wij u contact op te nemen met de dealer van wie u het toestel in kwestie gekocht hebt. Als u problemen ondervindt, kunt u contact opnemen met
de Yamaha vertegenwoordiging in uw land. De volledige gegevens hiervoor kunt u vinden op onze website (http://www.yamaha-hifi.com/ of http://
www.yamaha-uk.com/ voor inwoners van het V.K.).
Wij garanderen dat dit product vrij is van fabricage- en materiaalfouten voor een periode van twee jaar, te rekenen vanaf de datum van de oorspronkelijke
aankoop. Yamaha zal, onder de hieronder vermelde voorwaarden, het defecte product, onderdeel of de defecte onderdelen laten repareren of, naar keuze van
Yamaha, vervangen, zonder kosten voor materiaal of arbeid in rekening te brengen. Yamaha behoudt zich het recht voor een product te vervangen door een
gelijkwaardig product van hetzelfde soort en/of dezelfde waarde en andere relevante kenmerken, indien het onderhavige model niet meer gefabriceerd
wordt of als reparatie niet economisch verantwoord wordt geacht.
Voorwaarden
1. Het defecte product MOET vergezeld zijn van de originele rekening of het oorspronkelijke reçu (met daarop vermeld de datum van aankoop,
productcode en de naam van de dealer) en van een verklaring waarin het mankement of de storing uiteengezet wordt. Bij afwezigheid van een dergelijk
onweerlegbaar bewijs van aankoop behoudt Yamaha zich het recht voor gratis service of reparatie te weigeren en kan het product op kosten van de klant
aan de klant worden geretourneerd.
2. Het product MOET zijn aangeschaft bij een ERKENDE Yamaha dealer binnen de Europese Economische Ruimte (EER) of in Zwitserland.
3. Het product mag niet onderworpen zijn aan enige modificatie of verandering, behalve indien daartoe schriftelijk toestemming is verkregen van Yamaha.
4. Uitgesloten van deze garantie zijn:
a. Periodiek onderhoud en reparatie of vervanging van onderdelen als gevolg van normale slijtage.
b. Schade als resultaat van:
(1) Reparaties uitgevoerd door de klant zelf of door onbevoegde derden.
(2) Ondeugdelijke verpakking of fouten bij het hanteren van het product wanneer het product onderweg is van de klant vandaan. Wij wijzen u erop
dat het de verantwoordelijkheid van de klant is ervoor zorg te dragen dat het product deugdelijk verpakt is wanneer het wordt geretourneerd om
nagezien of gerepareerd te worden.
(3) Oneigenlijk gebruik, daaronder begrepen, maar niet beperkt tot, (a) het product niet gebruiken voor de doeleinden waarvoor het normaal
gesproken bestemd is, of niet in overeenstemming met de door Yamaha verstrekte instructies voor correct gebruik, onderhoud en opslag van het
product, en (b) het product installeren of gebruiken op een wijze die niet voldoet aan de technische of veiligheidsnormen zoals die gelden in het
land of de jurisdictie waar het product gebruikt wordt.
(4) Ongelukken, blikseminslag, water, brand, ondeugdelijke ventilatie, lekkende batterijen of enige andere oorzaak waarop Yamaha geen invloed
heeft.
(5) Defecten van het systeem waarin dit product wordt gebruikt en/of incompatibiliteit met producten van derden.
(6) Gebruik van een niet door Yamaha in de EER en/of Zwitserland geïmporteerd product, waar dat product niet voldoet aan de technische of
veiligheidsnormen van het land waar het product gebruikt wordt, en/of aan de standaard specificaties van het product zoals verkocht door Yamaha
in de EER en/of Zwitserland.
(7) Producten die niet AV (audiovisueel) gerelateerd zijn.
(De producten die onderworpen zijn aan de “Yamaha AV garantievoorwaarden” worden gedefinieerd op onze website: http://www.yamahahifi.com/, of
http://www.yamaha-uk.com/ voor inwoners van het V.K.)
5. Waar de garantie zoals die geldt in het land van aankoop verschilt van die in land waar het product gebruikt wordt, zal de garantie voor het land waar het
product gebruikt wordt worden toegepast.
6. Yamaha aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enig verlies of enige schade, zij het directe schade, gevolgschade of anderszins, met uitzondering van
reparatie of vervanging van het product.
7. Maakt u alstublieft reservekopieën van aangepaste instellingen of gegevens, want Yamaha aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enige wijziging aan of
verlies van dergelijke instellingen of gegevens.
8. Deze garantie doet niet af aan de rechten die de consument toegekend worden onder de toepasselijke nationale wetten en regelgeving, noch aan de
rechten die de consument kan laten gelden ten opzichte van de dealer als gevolg van hun verkoop/aankoop contract.
Let op-ii Nl
Let op: Lees het volgende voor u dit toestel in gebruik neemt.
Over deze handleiding
• y geeft een bedieningstip aan.
• Sommige handelingen kunnen zowel worden uitgevoerd
met de toetsen op het voorpaneel als met de
afstandsbediening. Als de naam van een toets op de
afstandsbediening verschilt van die op het voorpaneel, zal
de naam van de betreffende toets op de afstandsbediening
tussen haakjes vermeld worden.
• Deze handleiding is gedrukt voordat uw toestel
geproduceerd werd. Daarom kunnen ontwerp en
specificaties gewijzigd zijn als gevolg van verbeteringen,
enz. Als de handleiding en het product van elkaar
verschillen, heeft het product de prioriteit.
• “AMASTER ON/OFF” of “3 DVD” (voorbeeld) geeft
de naam aan van een onderdeel op het voorpaneel of de
afstandsbediening. Raadpleeg het bijgevoegde vel of de
bladzijden aan het eind van deze handleiding voor de
locatie van de verschillende onderdelen.
Opmerking over de distributie van de broncode
Dit product maakt gebruik van programmacode die onderworpen
is aan de GNU General Public License (GPL) of aan de GNU
Lesser General Public License (LGPL). Kopiëren, verspreiden of
veranderen van deze programmacode is geoorloofd onder de
voorwaarden van de voornoemde licenties, GPL of LGPL. De
broncode is beschikbaar via de volgende website:
http://www.global.yamaha.com/download/
De broncode is eveneens beschikbaar op fysieke media (zoals een
CD-ROM), tegen kostprijs.
Contactgegevens: AV productendivisie, Yamaha Corporation,
10-1 Nakazawa-cho, Naka-ku, Hamamatsu
430-8650, Japan
De broncode wordt in principe tot 3 jaar na de datum van aankoop
beschikbaar gehouden.
Tillverkad på Dolby Laboratories licens.
“Dolby”, “Pro Logic”, och dubbel-D-symbolen är varumärken
som tillhör Dolby Laboratories.
Gefabriceerd onder licentie onder VS octrooinummers: 5451942;
5956674; 5974380; 5978762; 6226616; 6487535 & andere V.S.
en wereldwijde octrooien, reeds uitgegeven & aangevraagd. DTS
is een geregistreerd handelsmerk en de DTS logo’s, symbolen,
DTS-HD en DTS-HD Master Audio zijn handelsmerken van
DTS, Inc. © 1996-2007 DTS, Inc. Alle rechten voorbehouden.
iPodTM
“iPod” is een handelsmerk van Apple Inc., geregistreerd in de
V.S. en andere landen.
Let op-iii Nl
“HDMI”, het “HDMI” logo en “High-Definition Multimedia
Interface” zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken
van HDMI Licensing LLC.
x.v.Color™
“x.v.Color” is een handelsmerk van Sony Corporation.
“SILENT CINEMA” is een handelsmerk van Yamaha Corporation.
MPEG Layer-3 audio-coderingstechnologie wordt gebruikt onder
licentie van Fraunhofer IIS en Thomson.
Inhoud
GEAVANCEERDE BEDIENING
Kenmerken .............................................................. 3
Geavanceerde geluidsconfiguraties .....................58
Meegeleverde accessoires.......................................... 3
Selecteren van decoders........................................... 58
Wijzigen van parameterinstellingen voor
geluidsvelden....................................................... 59
Van start .................................................................. 4
Snelstartgids ............................................................ 5
INLEIDING
INLEIDING
Dit toestel aanpassen (MANUAL SETUP) .........66
VOORBEREIDINGEN
BASISBEDIENING
Weergave ............................................................... 34
Geluidsveldprogramma’s..................................... 38
Selecteren van geluidsveldprogramma’s ................. 38
Gebruiken van de CINEMA DSP 3D stand ............ 44
Luisteren naar onbewerkte invoerbronnen .............. 44
Luisteren naar pure hi-fi weergave .......................... 45
Toonregeling............................................................ 45
Instellen luidsprekerniveau...................................... 45
FM/AM afstemming ............................................. 46
Overzicht.................................................................. 46
FM/AM afstemming ................................................ 46
Vooraf instellen van FM/AM zenders ..................... 47
Radio Data Systeem ontvangst
(alleen voor modellen uit Europa en
Rusland)............................................................. 49
Gebruik van een iPod™ ....................................... 52
iPod™ bediening ..................................................... 52
Gebruik van Bluetooth™ componenten ............. 54
Paren van de Bluetooth™ ontvanger en uw
Bluetooth component .......................................... 54
Weergave van de Bluetooth™ component .............. 54
Gebruik van sneltoetsen........................................... 56
Gebruik van de multi-zone configuratie .............90
Aansluiten van Zone 2 en Zone 3 componenten ..... 90
Bedienen van Zone 2 of Zone 3............................... 91
Geavanceerde instellingen ....................................93
Gebruiken van het uitgebreide instelmenu .............. 93
AANVULLENDE INFORMATIE
Oplossen van problemen.......................................95
Resetten van het systeem ....................................105
Woordenlijst ........................................................106
Geluidsveldprogramma-informatie...................110
Parametrische equalizer informatie ..................111
Technische gegevens............................................112
SET MENU structuur.........................................114
Index .....................................................................116
APPENDIX (AANHANGSEL)
(aan het eind van deze handleiding)
Voorpaneel ................................................................i
Afstandsbediening .................................................. ii
Geluidsweergave in elk van de
geluidsveldprogramma’s .................................. iii
GPL/LGPL...............................................................v
Lijst met afstandsbedieningscodes........................ix
“A MASTER ON/OFF” of “3 DVD” (voorbeeld) geeft de
naam aan van een onderdeel op het voorpaneel of de
afstandsbediening. Raadpleeg het bijgevoegde vel of de
bladzijden aan het eind van deze handleiding voor de locatie
van de verschillende onderdelen.
1 Nl
Nederlands
Gebruik van USB-functies ................................... 55
Bedienen van dit toestel, een TV of andere
componenten ....................................................... 81
Instellen van afstandsbedieningscodes .................... 83
Programmeren van codes van andere
afstandsbedieningen ............................................ 85
Wijzigen van bronnamen in het weergavevenster ... 86
Macro programmeerfuncties.................................... 87
Configuraties wissen................................................ 89
APPENDIX
Selecteren van een Radio Data Systeem
programmatype PTY SEEK functie)................... 49
Gebruiken van de dataservice voor verbetering van het
gebruik van andere netwerken
(Enhanced Other Networks; EON)...................... 50
Tonen van Radio Data Systeem informatie ............. 50
Afstandsbedieningsfuncties ..................................81
AANVULLENDE
INFORMATIE
Gebruik van audiofuncties................................... 45
Opslaan van de systeeminstellingen ........................ 78
Laden van de systeeminstellingen ........................... 79
Gebruiksvoorbeelden............................................... 80
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Basisprocedure......................................................... 34
Selecteren van audio-ingangsaansluitingen
(AUDIO SELECT).............................................. 35
Selecteren van de mulitikanaal ingangscomponent. 35
Gebruiken van een hoofdtelefoon............................ 35
Tijdelijk uitschakelen van de geluidsweergave ....... 36
Weergeven van de ingangsbroninformatie
(SIGNAL INFO) ................................................. 36
Gebruiken van de slaaptimer ................................... 37
Opslaan en weer oproepen van de
systeeminstellingen
(SYSTEM MEMORY)......................................78
BASISBEDIENING
Voordat de automatische instellingen gestart
worden ................................................................. 29
Automatische basisinstellingen ............................... 29
Geavanceerde automatische instellingen................. 32
Herladen van de automatische instelling
sparameters .......................................................... 33
VOORBEREIDINGEN
Verbindingen........................................................... 9
Optimaliseren van de luidsprekerinstellingen
aan uw kamer.................................................... 29
Werken met het MANUAL SETUP menu .............. 66
1 SPEAKER MENU................................................ 67
2 VOLUME MENU ................................................ 69
3 SOUND MENU.................................................... 70
4 VIDEO MENU ..................................................... 72
5 INPUT MENU...................................................... 73
6 OPTION MENU................................................... 75
Wat u kunt doen met MANUAL SETUP
Door de parameters in “MANUAL SETUP” te configureren kunt u meerdere, voor uw luisteromgeving geschikte
systeeminstellingen aanpassen. Het volgende is een korte beschrijving van enkele van de nuttige menu's die u kunt
configureren in “MANUAL SETUP”. Voor meer gedetailleerde informatie, zie “Dit toestel aanpassen (MANUAL
SETUP)” (bladzijde 66) en “SET MENU structuur” (bladzijde 114).
De luidsprekerinstellingen fijn afstemmen
Ingeval de door automatische setup geconfigureerde
luidsprekerinstellingen niet overeenkomen met uw
luisteromgeving, kunt u ze manueel configureren.
SPEAKER MENU → CONFIG (bladzijde 67)
SPEAKER MENU → LEVEL (bladzijde 68)
SPEAKER MENU → DISTANCE (bladzijde 68)
Het dempingstype specificeren
Ingeval u het geluid niet volledig wilt dempen wanneer de
telefoon gaat terwijl u uw favoriete TV-programma aan
het bekijken bent, kunt u gebruik maken van dit menu om
het dempingsniveau te specificeren.
VOLUME MENU → MUTING TYPE (bladzijde 70)
Het initiële volumeniveau specificeren
Door deze parameter aan te passen, kunt het initiële
volumeniveau automatisch regelen, ongeacht het
opnameniveau van de geluidsbron.
VOLUME MENU → INIT. VOL. (bladzijde 70)
Het dynamische bereik aanpassen
Het dynamische bereik is het verschil tussen de minimale
en maximale amplitude. Hoe hoger het dynamische
bereik, des te nauwkeuriger de geluidsweergave voor
bitstroomsignalen. U kunt het dynamische bereik voor
luidsprekers en koptelefoons afzonderlijk aanpassen.
SOUND MENU → DYNAMIC RANGE (bladzijde 71)
Regelen van de audio- en videosynchronisatie
Soms is video, afhankelijk van uw videobroncomponent,
vertraagd ten opzichte van de audio als gevolg van
verwerkingsproblemen. In dat geval dient u de
audiovertraging manueel aan te passen om die
gesynchroniseerd te houden met de video. Als u de
videobroncomponent verbindt met dit toestel via een
HDMI aansluiting en uw component de LIPSYNC functie
ondersteunt, kunt u de audio-/videosynchronisatie
automatisch aanpassen.
SOUND MENU → LIPSYNC (bladzijde 71)
Wijzigen van in-/uitgangsaansluitingen
Ingeval de initiële in-/uitgangsaansluitingen niet
overeenkomen met uw behoeften, kunt u ze opnieuw
regelen volgens uw met dit toestel te verbinden
component. Tevens kunt u de weer te geven ingangsnaam
bewerken op het voorpaneel of in de OSD als dat nodig is.
INPUT MENU → (ingangsbron) → I/O ASSIGNMENT
(bladzijde 74)
INPUT MENU → (ingangsbron) → INPUT RENAME
(bladzijde 74)
2 Nl
Het verschil in volume tussen ingangsbronnen
herstellen
Het uitgangsniveau van het geluid kan variëren
afhankelijk van de met dit toestel verbonden
geluidsbroncomponenten. In dat geval kunt u het
uitgangsniveau van elke ingangsbron verminderen of
verhogen met behulp van deze functie.
INPUT MENU → (ingangsbron) → VOL. TRIM
(bladzijde 74)
De achtergrondvideo voor geluidsbronnen
instellen
Als u wilt genieten van videobeelden in combinatie met
muziekweergave of radio, configureer dan deze instelling
om de video-ingangsbron te specificeren. Als u
bijvoorbeeld DVD-videobeelden wilt bekijken terwijl u
naar de FM-radio luistert, stel deze instelling in onder
“TUNER” tegenover “DVD”.
INPUT MENU → (ingangsbron) → BGV (bladzijde 74)
De helderheid van de display van het voorpaneel
aanpassen
U kunt de display van het voorpaneel donkerder of
helderder maken door deze instelling te configureren.
OPTION MENU → DISPLAY SET → DIMMER
(bladzijde 75)
De display voor korte boodschappen in- of
uitschakelen
Telkens als u dit toestel bedient via de bedieningsknoppen
op het voorpaneel of via de afstandsbedieningstoetsen,
worden er korte boodschappen op de OSD weergegeven.
Als u de display voor korte boodschappen wilt
uitschakelen, selecteer “OFF” in deze instelling
(Oorspronkelijke fabrieksinstellingen is “ON”).
OPTION MENU → DISPLAY SET → SHORT
MESSAGE (bladzijde 76)
De tijdsperiode instellen voor het weergeven van
OSD-informatie
U kunt de hoeveelheid tijd instellen voor het weergeven
van het iPod-menu of USB-menu in de OSD nadat u een
bepaalde bewerking hebt uitgevoerd.
OPTION MENU → DISPLAY SET → ON SCREEN
(bladzijde 76)
De instellingswaarden beschermen
Nadat u de programmaparameters voor de geluidsvelden
en de overige systeeminstellingen hebt geconfigureerd,
kunt u van deze functie gebruik maken om accidentele
wijzigingen aan deze instellingswaarden te voorkomen.
OPTION MENU → MEMORY GUARD (bladzijde 76)
KENMERKEN
Kenmerken
Ingebouwde 7-kanaals eindversterker
Verschillende ingang/uitgang connectors
◆ HDMI (IN x 4, OUT x 1), componentvideo (IN x 3, OUT x 1),
S-video (IN x 6, OUT x 3), samengesteld video (IN x 6, OUT
x 3), coaxiale digitale audio (IN x 3), optische digitale audio
(IN x 5, OUT x 2), analoge audio (IN x 10, OUT x 3)
◆ luidsprekeruitgang (7-kanaals), Pre out (7-channel),
Subwoofer out, Presence out, Zone 2/Zone 3 out
◆ Discrete multikanaal ingang (6- of 8-kanaals)
Geluidsveldprogramma’s
◆ Zelf ontwikkelde Yamaha technologie voor de creatie van
geluidsvelden
◆ CINEMA DSP 3D
◆ De Compressed Music Enhancer stand
◆ Virtual CINEMA DSP
◆ SILENT CINEMA
Digitale audiodecoders
◆ Dolby TrueHD, Dolby Digital Plus decoder
◆ DTS-HD Master Audio, DTS-HD High Resolution Audio
decoder
◆ Dolby Digital/Dolby Digital EX decoder
◆ DTS/DTS-ES Matrix 6.1, Discrete 6.1, DTS 96/24 decoder
◆ Dolby Pro Logic/Dolby Pro Logic II/Dolby Pro Logic IIx
decoder
◆ DTS NEO:6 decoder
Verfijnde FM/AM-ontvanger
◆ 40 willekeurig en gemakkelijk toegankelijke
voorkeuzezenders
◆ Automatisch voorprogrammeren
◆ Radio Data Systeem ontvangst (alleen modellen voor Europa)
HDMI™ (High-Definition Multimedia Interface)
◆ HDMI interface voor standaard, verbeterde of
high-definition video, alsook multikanaals digitale audio
gebaseerd op HDMI-versie 1.3a (HDMI is gelicenseerd door
HDMI Licensing, LLC.)
– Informatiemogelijkheid voor automatische audio- en
videosynchronisatie (lip sync)
– Overdrachtsvermogen van Deep Color videosignalen (30/
36 bits)
– Overdrachtsvermogen van “x.v.Color” videosignalen
– Hoge verversingsfrequentie en geschikt voor de verwerking
van videosignalen met hoge resolutie
– Geschikt voor de verwerking van digitale audiosignalen
met een hoge definitie
◆ HDCP (High-bandwidth Digital Content Protection System)
gelicenseerd door Digital Content Protection, LLC.
◆ Mogelijkheid tot opwaarderen van analoge video naar HDMI
digitale video (samengestelde video ↔ S-video ↔
componentvideo → HDMI digitale video) voor de
monitoruitgang
◆ Mogelijkheid tot opwaarderen van video van 480i (NTSC)/
576i (PAL) of 480p/576p naar 720p, 1080i of 1080p
INLEIDING
◆ Minimum RMS uitgangsvermogen
(20 Hz t/m 20 kHz, 0,04% THD, 8 Ω)
Voorzijde: 130 W + 130 W
Midden: 130 W
Surround: 130 W + 130 W
Surround achterzijde: 130 W + 130 W
DOCK aansluiting
◆ DOCK aansluiting om een Yamaha iPod universeel dock
(zoals YDS-11, afzonderlijk verkocht) of een Bluetooth
draadloze audio-ontvanger (zoals YBA-10, afzonderlijk
verkocht) aan te sluiten
USB functies
◆ USB poort voor aansluiting van USB geheugenapparatuur of
een draagbare audiospeler met een USB aansluiting
Automatische luidsprekerinstellingsfuncties
◆ Geavanceerde YPAO (Yamaha Parametric Room Acoustic
Optimizer) voor automatische instelling van de luidsprekers
◆ Multipunt meetfunctie voor meerdere luisterposities
◆ Parametrische equalizer selectiefunctie
Overige kenmerken
◆ 192-kHz/24-bits D/A converter
◆ OSD (in-beeld display) menu's waarmee u dit toestel optimaal
kunt aanpassen aan uw persoonlijk audio-/videosysteem
◆ Analoge video geïnterlinieerde/progressieve omzetting van
480i (NTSC)/576i (PAL) naar 480p/576p
◆ Pure Direct voor onversneden hi-fi weergave van alle bronnen
◆ Adaptieve regelingsmogelijkheid van het dynamisch bereik
◆ Adaptieve regelingsmogelijkheid van het DSP effectniveau
◆ Afstandsbediening met vooraf ingestelde
afstandsbedieningscodes, onderwijs en macrocapaciteit
◆ ZONE 2/ZONE 3 aangepaste installatie mogelijk
◆ Mogelijkheid tot schakelen tussen de hoofdruimte en
ZONE 2/ZONE 3 met behulp van ZONE CONTROLS
◆ SYSTEM MEMORY functie voor het opslaan en oproepen
van meerdere systeemparameterinstellingen
◆ Slaaptimer voor elke zone
Meegeleverde accessoires
Controleer of u alle volgende onderdelen inderdaad ontvangen hebt.
Afstandsbediening
Batterijen (4) (AAA, R03, UM-4)
Netsnoer (twee bij modellen voor Azië)
Optimalisatiemicrofoon
❏ AM-ringantenne
❏ FM-binnenantenne
❏ Sleutel voor luidsprekeraansluitingen
Nederlands
❏
❏
❏
❏
3 Nl
VAN START
Van start
■ Inzetten van de batterijen in de
afstandsbediening
1
3
■ VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en Algemene
modellen)
Let op
2
1
Verwijder de klep van het batterijvak.
2
Doe de vier meegeleverde batterijen
(AAA, LR03, UM-4) in het vak met de polen de
goede kant op (+ en –), zoals aangegeven in
het batterijvak.
3
Klik de klep van het batterijvak weer terug op
zijn plaats.
Opmerkingen
• Verwissel alle batterijen wanneer u het volgende merkt:
– het bereik van de afstandsbediening wordt minder.
– de zendindicator knippert niet of wordt zwakker.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
• Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar
(alkali en gewone batterijen bijvoorbeeld). Lees de informatie
op de verpakking aandachtig door, want de verschillende
soorten batterijen kunnen erg op elkaar lijken.
• Als de batterijen zijn gaan lekken, moet u ze onmiddellijk
weggooien. Raak het uit de batterijen gelekte materiaal niet aan
en zorg ervoor dat het niet op uw kleding enz. komt. Maak het
batterijvak goed schoon voor u er nieuwe batterijen in doet.
• Gooi batterijen nooit samen met gewoon huishoudelijk afval
weg; neem bij het weggooien van batterijen de plaatselijk
geldende regelgeving in acht.
• Als de afstandsbediening langer dan 2 minuten zonder
batterijen zit, of als er lege batterijen in zitten, zal het geheugen
gewist worden. Wanneer het geheugen gewist is, dient u nieuwe
batterijen in de afstandsbediening te doen en moet u eventueel
ingevoerde functies opnieuw programmeren.
4 Nl
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit
toestel moet worden ingesteld op de ter plekke
gebruikte netspanning VOORDAT u de stekker in het
stopcontact steekt. Onjuiste instelling van de
VOLTAGE SELECTOR kan dit toestel beschadigen en
kan brandgevaar opleveren.
Draai de VOLTAGE SELECTOR met de klok mee of er
tegenin naar de correcte stand met behulp van een
gewone schroevendraaier.
De geschikte voltages zijn als volgt:
........ 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
VOLTAGE
SELECTOR
230240V
Aanduiding voltage
SNELSTARTGIDS
Snelstartgids
Beeldscherm
Rechter voorluidspreker
Subwoofer
Linker voorluidspreker
Rechter surroundluidspreker
INLEIDING
Hieronder wordt de makkelijkste manier beschreven waarop u van films op DVD kunt gaan genieten in uw eigen
thuisbioscoop.
Voorbereiding: Controleer de
onderdelen
Bij de onderstaande stappen heeft u de volgende
meegeleverde accessoires nodig.
❏ Netsnoer
Middenluidspreker
Rechter surround
achter-luidspreker
DVD-speler
Linker surround
achter-luidspreker
Linker surroundluidspreker
Stap 1: Instellen van uw
luidsprekers
☞ P. 6
Stap 2: Sluit uw DVD-speler en
andere componenten aan
☞ P. 7
Stap 3: Schakel de stroom in en
begin de weergave
☞ P. 8
De volgende onderdelen worden niet meegeleverd in de
verpakking van dit toestel.
❏ Luidsprekers
❏ Voor-luidspreker .................................x 2
❏ Midden-luidspreker ............................x 1
❏ Surround-luidspreker .........................x 4
Kies magnetisch afgeschermde luidsprekers.
Minimaal heeft u in ieder geval twee voorluidsprekers nodig. Hieronder staan de andere
luidsprekers gerangschikt op volgorde van
belangrijkheid:
1. Twee surround-luidsprekers
2. Eén midden-luidspreker
3. Eén (of twee) surround achter-luidspreker(s)
❏ Actieve subwoofer ..................................x 1
Kies een actieve subwoofer (een subwoofer met
eigen versterking) met een RCA (tulpstekker)
ingangsaansluiting.
❏ Luidsprekerkabel ....................................x 7
❏ Subwooferkabel ......................................x 1
Kies een monokabel met een RCA-stekker.
❏ DVD-speler ...............................................x 1
Kies een DVD-speler met een coaxiaal digitale
audio uitgangsaansluiting en met een
uitgangsaansluiting voor samengestelde video.
❏ Beeldscherm ............................................x 1
Kies een TV, projector of ander beeldscherm met
een ingangsaansluiting voor samengestelde video.
❏ Videokabel ...............................................x 2
Kies RCA (tulpstekker) kabels voor samengstelde
video.
❏ Coaxiaal digitale audiokabel ..................x 1
Nederlands
Geniet van uw DVD’s!
5 Nl
SNELSTARTGIDS
Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen,
“+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit.
Stap 1: Instellen van uw
luidsprekers
Voor-luidsprekers en midden-luidspreker
Stel uw luidsprekers op in uw kamer en sluit ze aan op dit
toestel.
HDMI
VIDEO
COMPONENT VIDEO
MONITOR OUT
BD/HD DVD
A BD/HD DVD B DVD C CBL/SAT
Y
Y
PB
PB
DVD
CBL/SAT
IN
Losmaken
Inbrengen
Vastmaken
ANTENNA
DVR
OUT
IN
VCR
OUT
MONITOR OUT
FM
75Ω UNBAL.
AC IN
AM
GND
S VIDEO
IN4
DVR
VIDEO
MD/ OUT
IN
(PLAY) CD-R (REC)
PR
SP1
PR
R
PRESENCE/ZONE 2/ZONE 3
R
SURROUND BACK/
BI-AMP
+
L
SPEAKERS
L
WRENCH
HOLDER
+
Sleutel voor
luidsprekeraansluitingen
IN3
IN
REMOTE
OUT
R
CBL/
SAT
GND
IN2
DVD
PHONO
CD
CENTER FRONT(6CH) SURROUND
TV
CENTER
FRONT
SURROUND SINGLE(SB)
ZONE 2
+
ZONE 3
L
SINGLE
CENTER
+
+
R
SUB
WOOFER
IN1
AC OUTLETS
SWITCHED
L
AUDIO
SUB
WOOFER
SB(8CH)
MULTI CH INPUT
DIGITAL INPUT
DOCK
R
SURROUND
L
R
FRONT
L
+
SUR.BACK/
SP2
+
ZONE 2/ZONE 3
R
PRESENCE
PRE OUT
L
ZONE OUT
DIGITAL OUTPUT
+
BD/
HD DVD
OPTICAL
COAXIAL
1 CD
OUT
2 DVD
3 DVR
4 TV
1
5 HDBD/
DVD 6 DVD
7 CBL/
SAT
MD/
8 CD-R
9 DVR
+
+
2
TRIGGER OUT
RS-232C
SUBWOOFER PRE OUT
Luidsprekeraansluitingen
1
Stel uw luidsprekers en uw subwoofer op in
de kamer.
2
Sluit luidsprekerkabels aan op elk van de
luidsprekers.
Naar de rechter voorluidspreker
Naar de linker voorluidspreker
Naar de middenluidspreker
Surround en surround achter-luidsprekers
3
Verbind elk van de luidsprekerkabels met de
corresponderende luidsprekeraansluiting op
dit toestel.
1
2
3
4
1 Zorg ervoor dat de stekker van zowel dit toestel als
die van de subwoofer allebei uit het stopcontact
gehaald zijn.
2 Draai de blootliggende draadjes van de
luidsprekerkabels netjes in elkaar om kortsluiting te
voorkomen.
3 Zorg ervoor dat de blootliggende luidsprekerdraden
elkaar niet kunnen raken.
4 Zorg ervoor dat de blootliggende luidsprekerdraden
nergens contact kunnen maken met metalen
onderdelen van dit toestel.
6 Nl
Naar de rechter
surround
achterluidspreker
Naar de linker
surround achterluidspreker
Naar de rechter
surround-luidspreker
4
Naar de linker
surround-luidspreker
Verbind de subwooferkabel met de
SUBWOOFER PRE OUT aansluiting van dit
toestel en met de ingangsaansluiting van de
subwoofer.
Subwoofer
Ingangsaansl
uiting
AV-ontvanger
Subwooferkabel
SUBWOOFER PRE OUT
aansluiting
Snelstartgids
Stap 2: Sluit uw DVD-speler en
andere componenten aan
VIDEO MONITOR OUT
Verbind de videokabel met de VIDEO
MONITOR OUT aansluiting van dit toestel en
met de video-ingangsaansluiting van uw
beeldscherm.
Beeldscherm
HDMI
VIDEO
COMPONENT VIDEO
MONITOR OUT
Y
BD/HD DVD
A BD/HD DVD B DVD C CBL/SAT
DVD
CBL/SAT
IN
AV-ontvanger
ANTENNA
DVR
OUT
IN
VCR
OUT
MONITOR OUT
Y
FM
75Ω UNBAL.
AC IN
AM
GND
S VIDEO
IN4
DVR
PB
PB
PR
PR
VIDEO
MD/ OUT
IN
(PLAY) CD-R (REC)
SP1
R
PRESENCE/ZONE 2/ZONE 3
R
SURROUND BACK/
BI-AMP
+
L
SPEAKERS
L
WRENCH
HOLDER
+
INLEIDING
DVD VIDEO
3
IN3
IN
REMOTE
OUT
R
CBL/
SAT
GND
PHONO
IN2
L
DVD
R
CD
CENTER FRONT(6CH) SURROUND
TV
CENTER
FRONT
SURROUND SINGLE(SB)
ZONE 2
+
ZONE 3
CENTER
+
+
AC OUTLETS
SWITCHED
R
SUB
WOOFER
IN1
L
SINGLE
AUDIO
SUB
WOOFER
SB(8CH)
MULTI CH INPUT
DIGITAL INPUT
DOCK
+
SUR.BACK/
SURROUND
SP2
L
+
ZONE 2/ZONE 3
R
PRESENCE
PRE OUT
L
ZONE OUT
DIGITAL OUTPUT
+
BD/
HD DVD
OPTICAL
COAXIAL
1 CD
OUT
2 DVD
3 DVR
4 TV
1
5 HDBD/
DVD 6 DVD
7 CBL/
SAT
MD/
8 CD-R
9 DVR
R
+
FRONT
L
+
2
RS-232C
TRIGGER OUT
Videoingangsaansluiting
DVD DIGITAL INPUT
COAXIAL
4
Zorg ervoor dat de stekker van zowel
dit toestel als die van de DVD-speler
allebei uit het stopcontact gehaald zijn.
Videokabel
VIDEO MONITOR
OUT aansluiting
Sluit het meegeleverde stroomsnoer aan op
dit toestel en doe vervolgens de stekker
hiervan en die van de andere apparatuur in
het stopcontact.
y
1
Verbind de coaxiaal digitale audiokabel met de
coaxiaal digitale audio uitgangsaansluiting van
uw DVD-speler en met de DVD DIGITAL INPUT
COAXIAL aansluiting van dit toestel.
DVD-speler
Coaxiaal
digitale audio
uitgangsaansl
uiting
2
AV-ontvanger
Coaxiaal digitale
audiokabel
DVD DIGITAL INPUT
COAXIAL aansluiting
Verbind de videokabel met de uitgangsaansluiting
voor samengestelde video van uw DVD-speler en
met de DVD VIDEO aansluiting van dit toestel.
Voor details over het aansluiten van het stroomsnoer, zie
bladzijde 24.
■ Voor de overige aansluitingen
• Andere luidsprekercombinaties
☞ P. 12
• Informatie over aansluitingen en stekkers
☞ P. 15
• Informatie over HDMI™
☞ P. 16
• TV-beeldscherm of projector
☞ P. 18
• Andere apparatuur
☞ P. 19
• Externe versterker
☞ P. 21
• Multi-formaat speler of externe
decoder
☞ P. 22
• Yamaha iPod universeel dock of
Bluetooth draadloze audio-ontvanger
☞ P. 22
• FM/AM-antenne's
☞ P. 23
• USB geheugenapparaat of
draagbare USB audiospeler
☞ P. 23
AV-ontvanger
DVD-speler
Nederlands
DVD VIDEO
aansluiting
Iitgangsaansluiting
voor samengestelde
video
Videokabel
7 Nl
Snelstartgids
Stap 3: Schakel de stroom in en
begin de weergave
6
Druk op B MAIN ZONE ON/OFF om dit
toestel in de standby-stand te zetten.
Controleer wat voor type luidsprekers er is
aangesloten.
Als u luidsprekers van 6 Ohm gebruikt, moet u
“SPEAKER IMP.” op “6Ω MIN” zetten voordat u dit
toestel in gebruik neemt (bladzijde 25). Als voorluidsprekers kunt u ook gebruik maken van 4 Ohm
luidsprekers (bladzijde 93).
1
Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
dit toestel aan.
y
2
Druk A MASTER ON/OFF op het
voorpaneel naar binnen, naar de ON (Aan)
stand.
3
Draai aan de C INPUT selectieknop om de
ingangsbron in te stellen op “DVD”.
4
Begin met het afspelen van de DVD op uw
DVD-speler.
5
Draai aan Q VOLUME om het volume te
regelen.
8 Nl
Voor details over het in-/uitschakelen van dit toestel en de
standby-stand, zie bladzijden 25.
■ Voor overige handelingen
• Automatisch optimaliseren van de
luidsprekerparameters
☞ P. 29
• Basishandelingen voor het afspelen
☞ P. 34
• Geluidsveldprogramma’s
☞ P. 38
• Pure, natuurgetrouwe geluiden
☞ P. 45
• FM/AM-radio-afstemming
☞ P. 46
• Afspelen van iPod
☞ P. 52
• Afspelen van Bluetooth component
☞ P. 54
• Afspelen van USB inhoud
☞ P. 55
Verbindingen
Achterpaneel
1
2
HDMI
3
4
VIDEO
COMPONENT VIDEO
BD/HD DVD
A BD/HD DVD B DVD C CBL/SAT
Y
DVD
CBL/SAT
IN
6
7
ANTENNA
DVR
OUT
IN
VCR
OUT
MONITOR OUT
Y
FM
75Ω UNBAL.
AC IN
AM
GND
VOORBEREIDINGEN
MONITOR OUT
5
S VIDEO
IN4
DVR
PB
PB
PR
PR
VIDEO
MD/ OUT
IN
(PLAY) CD-R (REC)
SPEAKERS
SP1
R
PRESENCE/ZONE 2/ZONE 3
R
SURROUND BACK/
BI-AMP
+
L
L
WRENCH
HOLDER
+
IN3
IN
REMOTE
OUT
R
CBL/
SAT
GND
IN2
DVD
PHONO
CD
CENTER FRONT(6CH) SURROUND
TV
CENTER
FRONT
SURROUND SINGLE(SB)
ZONE 2
+
ZONE 3
L
SINGLE
CENTER
+
+
R
R
SUB
WOOFER
IN1
AC OUTLETS
SWITCHED
L
AUDIO
SUB
WOOFER
SB(8CH)
+
SUR.BACK/
SP2
L
SURROUND
+
ZONE 2/ZONE 3
R
PRESENCE
PRE OUT
MULTI CH INPUT
DIGITAL INPUT
DOCK
L
ZONE OUT
DIGITAL OUTPUT
+
BD/
HD DVD
OPTICAL
COAXIAL
1 CD
OUT
2 DVD
3 DVR
4 TV
9
7 CBL/
SAT
MD/
8 CD-R
9 DVR
R
+
L
FRONT
+
2
1
8
5 HDBD/
DVD 6 DVD
TRIGGER OUT
RS-232C
0
A
Naam
B
Bladzijde
1 HDMI aansluitingen
16
2 COMPONENT VIDEO aansluitingen
15
3 Aansluitingen voor audiocomponenten
15
REMOTE IN/OUT aansluitingen
22, 90
4 Aansluitingen voor videocomponenten
15
5 ANTENNA aansluitingen
23
6 VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en Algemene
modellen)
24
7 AC IN
24
AC OUTLET(S)
24
8 DOCK aansluiting
22
9 DIGITAL INPUT/OUTPUT aansluitingen
15
0 TRIGGER OUT aansluiting
—
A RS-232C aansluiting
—
B MULTI CH INPUT aansluitingen
22
21
ZONE OUT aansluitingen
90
Luidsprekeraansluitingen
12
WRENCH HOLDER
14
• De TRIGGER OUT aansluitingen zijn aansluitingen voor de
uitbreiding van de regeling ten behoeve van een aangepaste
installatie.
• De RS-232C aansluiting is een aansluiting voor
regelingsuitbreiding die uitsluitend bedoeld is voor gebruik in
de fabriek. Raadpleeg uw dealer voor details hieromtrent.
Nederlands
PRE OUT aansluitingen
Opmerkingen
9 Nl
Verbindingen
Luidsprekers opstellen
Hieronder ziet u de door ons aanbevolen opstelling van de luidsprekers.
y
• Voor het afspelen van digitale audiobronnen met een hoge definitie (Dolby TrueHD, DTS-HD Master Audio, etc.) met geluidsveldprogramma's
wordt een 7.1-kanaals luidsprekeropstelling zeer aanbevolen.
• We raden u aan ook zogenaamde ‘aanwezigheidsluidsprekers’ toe te voegen voor de effectgeluiden van het CINEMA DSP geluidsveldprogramma.
7.1-kanaals luidsprekeropstelling
C
FR
FL
FR
30˚
SW
FL
SR
C
SL
SR
60˚
SL
80˚
SR
SBL
SW
SL
SBR
SBR
SBL
30 cm of meer
6.1-kanaals luidsprekeropstelling
C
FR
FL
FR
30˚
SW
FL
SR
C
SL
SR
60˚
SL
80˚
SR
SW
SL
SB
SB
5.1-kanaals luidsprekeropstelling
C
FR
FL
FR
30˚
SW
FL
C
SL
SR
60˚
SL
80˚
SR
SR
SW
SL
10 Nl
Verbindingen
■ Luidsprekertypen
Linker en rechter voor-luidsprekers (FL en FR)
De voor-luidsprekers worden gebruikt voor weergave van
het hoofdkanaal plus effecten. Plaats deze luidsprekers op
gelijke afstand van de ideale luisterplek. De afstanden van
deze luidsprekers tot het beeldscherm moeten ook gelijk
zijn.
Linker en rechter surround-luidsprekers (SL en SR)
De surround-luidsprekers worden gebruikt voor
omhullende surround-weergave en -effecten.
Plaats deze luidsprekers voor een 5.1-kanaals
luidsprekeropstelling verder achteruit ten opzichte van de
opstelling in de 7.1-kanaals luidsprekeropstelling.
De zogenaamde aanwezigheidsluidsprekers geven een
aanvulling op de weergave via de voor-luidsprekers met
extra omgevingseffecten geproduceerd door de
geluidsveldprogramma’s (bladzijde 38). We raden u aan de
aanwezigheidsluidsprekers vooral te gebruiken ten behoeve
van de CINEMA DSP geluidsveldprogramma's. Om
aanwezigheidsluidsprekers te gebruiken, dient u de
luidsprekers te verbinden met de SP1
luidsprekeraansluitingen en vervolgens “PRESENCE SP”
in te stellen op “YES” (bladzijde 68).
0,5 tot 1 m
0,5 tot 1 m
PL
1,8 m
PR
FL
FR
1,8 m
VOORBEREIDINGEN
Midden-luidspreker (C)
De midden-luidspreker is voor weergave van het
middenkanaal (dialoog, vocalen enz.). Als het om de een
of andere reden niet mogelijk is om een middenluidspreker te gebruiken, kunt u ook zonder. De beste
resultaten krijgt u echter met een volledig systeem.
■ Linker en rechter
aanwezigheidsluidsprekers (PL en PR)
C
Linker en rechter surround achter-luidsprekers
(SBL en SBR) / Surround achter-luidspreker (SB)
De surround achter-luidsprekers geven een aanvulling op de
surround-luidsprekers en zorgen voor realistischer
overgangen van voor naar achter.
Voor 6.1-kanaals luidsprekeropstelling worden de linker en
rechter surround achterkanalen gemengd en weergegeven
via de enkele surround achter-luidspreker door de instelling
“SUR.B L/R SP” te configureren (bladzijde 68).
Voor 5.1-kanaals luidsprekeropstelling worden de linker en
rechter surround achterkanalen weergegeven via de linker
en rechter surround-luidsprekers door de instelling “SUR.B
L/R SP” te configureren (bladzijde 68).
Subwoofer (SW)
Een subwoofer met een ingebouwde versterker, zoals het
Yamaha Active Servo Processing Subwoofer System,
zorgt niet alleen voor een effectieve versterking van de
lage tonen in sommige of alle kanalen, maar ook voor een
natuurgetrouwe hi-fi geluidsweergave van het LFE (lage
frequentie effect) kanaal in bitstromen en multikanaal
PCM bronnen. De opstelling van de subwoofer is niet zo
belangrijk, want de zeer lage tonen zijn niet erg
richtingsgevoelig. U kunt de subwoofer het beste in de
buurt van de voor-luidsprekers plaatsen. Richt hem een
beetje naar het midden van de ruimte om weerkaatsing via
de wanden te verminderen.
Nederlands
Voor andere luidsprekercombinaties
U kunt met geluidsveldprogramma’s genieten van
multikanaals bronnen door een andere
luidsprekercombinatie te gebruiken dan de 7.1/6.1/5.1kanaals luidsprekercombinaties.
Maak gebruik van de automatische instellingsfunctie
(bladzijde 29) of stel de “SPEAKER MENU”
parameters (bladzijde 67) zo in dat de surroundsignalen
worden weergegeven via de aangesloten luidsprekers.
11 Nl
Verbindingen
Aansluiten van luidsprekers
Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen, “+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit. Als de
verbindingen niet goed goed zijn, zal dit toestel de signaalbronnen niet correct kunnen weergeven.
Let op
• U moet het toestel uitzetten voordat u de luidsprekers gaat aansluiten (bladzijde 25).
• Laat de blote luidsprekerdraden elkaar niet raken en zorg ervoor dat ze geen contact maken met de metalen onderdelen
van het toestel. Hierdoor kunnen het toestel en/of de luidsprekers beschadigd raken.
• Gebruik magnetisch afgeschermde luidsprekers. Als dergelijke luidsprekers toch uw beeldscherm storen, zet de
luidsprekers dan verder bij het beeldscherm vandaan.
• Als u luidsprekers van 6 Ohm gebruikt, moet u “SPEAKER IMP.” op “6Ω MIN” instellen voor u dit toestel in gebruik
neemt (bladzijde 25). Als voor-luidsprekers kunt u ook gebruik maken van 4 Ohm luidsprekers (bladzijde 93).
Opmerkingen
• Een luidsprekersnoer bestaat uit twee geïsoleerde draden naast elkaar. De kabels zijn verschillend gekleurd of gevormd, misschien met
een streep, groef of ribbel. Sluit de afwijkend gestreepte (gegroefde enz.) draad aan op de “+” (rode) aansluitingen van dit toestel en
uw luidspreker. Verbind de gewone draad met de “–” (zwarte) aansluitingen.
• U kunt zowel surround achter- als aanwezigheidluidsprekers aansluiten op dit toestel, maar deze zullen niet tegelijkertijd geluid
produceren. Dit toestel schakelt automatisch tussen de aanwezigheids- en surround achter-luidsprekers, afhankelijk van de
ingangsbronnen en de geselecteerde geluidsveldprogramma’s.
■ 7.1-kanaals luidsprekeraansluiting
Surround
achter-luidsprekers
Links
Rechts
Aanwezigheidsluidsprekers
(bladzijde 11) of
Zone 2/Zone 3
Midden-luidspreker
luidsprekers
(bladzijde 90)
Subwoofer
SP1
R
PRESENCE/ZONE 2/ZONE 3
R
SURROUND BACK/
BI-AMP
+
+
R
+
SPEAKERS
L
+
L
SINGLE
SURROUND
CENTER
+
+
SP2
L
+
ZONE 2/ZONE 3
R
WOOFER
L
PRE OUT
+
R
+
FRONT
L
+
Zone 2/Zone 3
luidsprekers
(bladzijde 90)
Links
Rechts
Surround-luidsprekers
12 Nl
Links
Rechts
Voor-luidsprekers
Verbindingen
■ 6.1-kanaals luidsprekeraansluiting
Surround achter-luidspreker
Aanwezigheidsluidsprekers
(bladzijde 11) of
Zone 2/Zone 3 luidsprekers
(bladzijde 90)
Subwoofer
SPEAKERS
SP1
PRESENCE/ZONE 2/ZONE 3
R
SURROUND BACK/
BI-AMP
+
R
+
SUB
WOOFER
L
+
L
SINGLE
CENTER
+
+
SP2
L
SURROUND
VOORBEREIDINGEN
R
+
Midden-luidspreker
+
ZONE 2/ZONE 3
L
R
PRE OUT
+
R
+
L
FRONT
+
Zone 2/Zone 3
luidsprekers
(bladzijde 90)
Links
Rechts
Voor-luidsprekers
Links
Rechts
Surround-luidsprekers
■ 5.1-kanaals luidsprekeraansluiting
Subwoofer
Voor-luidsprekers voor
dubbele
versterkeraansluitingen
(bladzijde 14)
Aanwezigheidsluidsprekers
(bladzijde 11) of
Zone 2/Zone 3 luidsprekers
(bladzijde 90)
SP1
R
PRESENCE/ZONE 2/ZONE 3
R
SURROUND BACK/
BI-AMP
+
+
R
+
SUB
WOOFER
Midden-luidspreker
SPEAKERS
L
+
L
SINGLE
SURROUND
CENTER
+
+
SP2
L
+
ZONE 2/ZONE 3
R
L
PRE OUT
+
R
+
FRONT
L
+
Zone 2/Zone 3
luidsprekers
(bladzijde 90)
Links
Rechts
Surround-luidsprekers
Links
Rechts
Voor-luidsprekers
Nederlands
13 Nl
Verbindingen
■ Aansluiten van de luidsprekerkabel
1
Verwijder ongeveer 10 mm van de isolatie
van het uiteinde van elk van de
luidsprekerdraden en draai vervolgens de
blootliggende draadjes netjes in elkaar om
kortsluiting te voorkomen.
■ Aansluiten met bananenstekker
(Uitgezonderd modellen voor het V.K.,
Europa, Azië en Korea)
Maak de knop vast met de verstrekte sleutel voor
luidsprekeraansluitingen en voer vervolgens de
bananenstekker in in het uiteinde van de aansluiting.
Bananenstekker
10 mm
2
Maak de knop los met behulp van de
verstrekte sleutel voor
luidsprekeraansluitingen, voer één ontblote
draad in in het gaatje en maak de knop
vervolgens weer vast.
Losmaken
Inbrengen
Vastmaken
y
U kunt ook een bananenstekker gebruiken in de SP2
luidspreker-aansluitingen. Open het lipje en steek een
bananenstekker in het gat van de aansluiting. Doe het lipje niet
dicht nadat u een bananenstekker in de aansluiting gedaan heeft.
■
Gebruik van dubbele versterkeraansluitingen
Let op
Verwijder de kortsluitplaatjes of -bruggen van uw luidsprekers
om de LPF (low pass filter - laag doorlaatfilter) en HPF (high pass
filter - hoog doorlaatfilter) crossovers van elkaar te scheiden.
Sleutel voor
luidsprekeraansluitingen
3
Haak de sleutel voor
luidsprekeraansluitingen vast aan de
WRENCH HOLDER op het achterpaneel van
dit toestel wanneer u de sleutel niet gebruikt.
U kunt dubbele versterkeraansluitingen aanbrengen op één
luidsprekersysteem dat dubbele versterkeraansluiting
ondersteunt zoals hieronder weergegeven. Om de aansluitingen
te activeren, configureer de instelling “BI-AMP” (bladzijde 94).
Dit toestel
R
+
SURROUND BACK/
BI-AMP
L
SINGLE
+
R
SURROUND
L
R
FRONT
L
+
+
+
+
■ Verbinden met de SP2
luidsprekeraansluitingen
Hierop kunt u Zone 2 of Zone 3 luidsprekers aansluiten
(bladzijde 90).
Open het lipje, voer één ontblote draad in en doe
het lipje vervolgens weer dicht.
Lipje openen
Invoeren
Het lipje sluiten
Rechts
Links
Voor-luidsprekers
Opmerking
Wanneer u conventionele luidsprekeraansluitingen maakt, moet
u ervoor zorgen dat de kortsluitplaatjes op de juiste manier in de
luidsprekeraansluitingen worden geplaatst. Raadpleeg de
handleidingen van de luidsprekers voor details.
14 Nl
Verbindingen
Informatie over aansluitingen en stekkers
Dit toestel bezit drie typen audio-aansluitingen, drie typen video-aansluitingen en HDMI aansluitingen. U kunt de
aansluitingsmethode kiezen afhankelijk van de te verbinden component.
■ Audio-aansluitingen
■ Video-aansluitingen
DIGITAL
R
COAXIAL
OPTICAL
(Wit)
(Rood)
(Oranje)
L
R
AUDIO
Linker en
rechter
analoge
audiostekkers
S VIDEO
(Geel)
O
C
Coaxiaal
digitale
audiostekker
VIDEO
Optisch
digitale
audiostekker
AUDIO aansluitingen
Voor conventionele analoge audiosignalen via linker en
rechter analoge audiokabels. Verbind de rode stekkers met
de rechter en de witte stekkers met de linker aansluitingen.
COAXIAL aansluitingen
Voor digitale audiosignalen via coaxiaal digitale
audiokabels.
OPTICAL aansluitingen
Voor digitale audiosignalen via optisch digitale
audiokabels.
Opmerking
U kunt de digitale aansluitingen gebruiken voor PCM, Dolby
Digital en DTS bitstroomsignalen. Wanneer u een bepaalde
component zowel met de COAXIAL als met de OPTICAL
aansluiting verbindt, zal het via de COAXIAL aansluiting
binnenkomende signaal voorrang krijgen. Alle digitale
ingangsaansluitingen zijn compatibel met digitale signalen met
een bemonsteringsfrequentie tot 96 kHz.
V
COMPONENT VIDEO
Y
PB
PR
(Groen)
S
Samengest S-videostekker
elde videostekker
Y
(Blauw) (Rood)
PB
PR
VOORBEREIDINGEN
DIGITAL
L
Componentvideostekkers
VIDEO aansluitingen
Voor conventionele samengestelde video-signalen die
worden overgebracht via samengestelde video-kabels.
S VIDEO aansluitingen
Voor S-video signalen, in luminantie (Y) en kleur (C)
gescheiden videosignalen die worden doorgegeven via
aparte draden in speciale S-videokabels.
COMPONENT VIDEO aansluitingen
Voor componentvideo-signalen, in luminantie (Y) en kleur
(PB, PR) gescheiden videosignalen die worden
doorgegeven via aparte draden in speciale
componentvideo-kabels.
y
Dit toestel is uitgerust met een videoconversiefunctie.
(bladzijde 17)
Nederlands
15 Nl
Verbindingen
Informatie over HDMI™
Dit toestel is uitgerust met vier HDMI ingangsaansluitingen en één HDMI uitgangsaansluiting voor het ontvangen en
produceren van digitale audio- en videosignalen.
■ HDMI aansluiting en stekker
• Raadpleeg de bij de ingangsbroncomponent behorende
handleidingen en stel de component op de juiste manier in.
HDMI
Opmerkingen
HDMI stekker
y
• We raden u aan een in de handel verkrijgbare HDMI kabel te gebruiken
die korter is dan 5 meter en die voorzien is van het HDMI logo.
• Gebruik een conversiekabel (HDMI aansluiting ↔DVI-D
aansluiting) om dit toestel aan te sluiten op andere DVI apparatuur.
• U kunt potentiële problemen met de HDMI aansluiting controleren
(bladzijde 36).
• Dit toestel is uitgerust met een videoconversiefunctie (bladzijde 17).
Opmerkingen
• Maak de kabel niet vast aan of koppel deze niet los van dit toestel
en zorg ervoor dat de stroom voor de HDMI componenten die zijn
verbonden met de HDMI OUT aansluiting van dit toestel niet
uitgeschakeld wordt terwijl er gegevens worden overgebracht.
Hierdoor kan de weergave worden onderbroken of kan storing
worden veroorzaakt.
• De HDMI OUT aansluiting produceert de ontvangen audiosignalen
alleen via de HDMI ingangsaansluitingen.
• Als u het beeldscherm uitschakelt dat verbonden is met de HDMI
OUT aansluiting via een DVI aansluiting, is het mogelijk dat de
verbinding mislukt.
■ HDMI signaalcompatibiliteit met dit toestel
Audiosignalen
Audiosignaaltypen
Audiosignaalformaten
Compatibele
media
2-kanaals Lineair
PCM
2-kanaals, 32-192
kHz, 16/20/24-bits
CD, DVD-Video,
DVD-Audio, enz.
Multikanaals
Lineair PCM
8-kanaals, 32-192
kHz, 16/20/24-bits
DVD-Audio, enz.
DSD
2/5.1-kanaals,
SACD, enz.
2,8224 MHz, 1-bits
Bitstroom
Dolby Digital,
DTS
DVD-Video, enz.
Bitstroom (‘High
definition’ audio)
Dolby TrueHD,
Dolby Digital Plus,
DTS-HD Master
Audio, DTS-HD
High Resolution
Audio
Blu-ray Disc,
HD DVD, enz.
y
• Als de signaalbron van het ingangssignaal de bitstroom
audiosignalen voor audiocommentaren kan decoderen, kunt u
de audiobronnen laten weergeven met de audiocommentaren
teruggemengd via de volgende aansluitingen:
– multikanaals analoge audio ingangssignalen (bladzijde 22)
– DIGITAL INPUT OPTICAL (of COAXIAL)
16 Nl
• Wanneer er DVD audio met CPPM kopieerbeveiliging wordt
afgespeeld, is het mogelijk, afhankelijk van het type DVDspeler, dat er geen video- en audiosignalen worden
gereproduceerd.
• Dit toestel is niet geschikt voor niet met HDCP compatibele
HDMI of DVI apparatuur.
• Om bitstroom audiosignalen te decoderen met dit toestel dient u
de ingangsbroncomponent op de juiste manier in te stellen,
zodat deze de bitstroom audiosignalen direct reproduceert (en
niet zelf de bitstroomsignalen decodeert).
• Dit toestel is niet geschikt voor de audiocommentaarfuncties
(bijvoorbeeld speciaal audiomateriaal dat is gedownload via het
Internet) van Blu-ray Disc of HD DVD. Dit toestel is niet in
staat de audiocommentaren van Blu-ray Disc of HD DVD
materiaal weer te geven.
Videosignalen
Dit toestel is compatibel met videosignalen met de
volgende resoluties:
– 480i/60 Hz
– 576i/50 Hz
– 480p/60 Hz
– 576p/50 Hz
– 720p/60 Hz, 50 Hz
– 1080i/60 Hz, 50 Hz
– 1080p/60 Hz, 50 Hz, 24Hz
Compatibiliteit met Deep Color en x.v.Color
videosignalen
Dit toestel accepteert Deep Color (30 of 36-bits) en
x.v.Color videosignalen. Om deze videosignalen te
produceren via de HDMI OUT aansluiting zonder enige
bewerking, stel “HDMI RES.” in op “THRGH”
(bladzijde 73).
Opmerking
Als het beeldscherm niet compatibel is met Deep Color of
x.v.Color videosignalen, is het mogelijk dat de videobron niet
juist wordt afgespeeld.
■ Standaard ingangstoewijzing voor HDMI
ingangsaansluitingen
HDMI
ingangsaansluiting
Toegewezen ingangsbron
IN1
BD/HD DVD
IN2
DVD
IN3
CBL/SAT
IN4
DVR
Verbindingen
Stroomschema audio- en videosignalen
■ Stroomschema audiosignalen
Ingang
■ Stroomschema videosignalen
Ingang
Uitgang
Uitgang
HDMI
HDMI
DIGITAL AUDIO
(COAXIAL)
VOORBEREIDINGEN
COMPONENT
VIDEO
DIGITAL AUDIO
(OPTICAL)
S VIDEO
AUDIO
VIDEO
Digitaal
Analoog
Opmerking
Alleen de HDMI ingangsaansluitingen ondersteunen DSD,
Dolby TrueHD, Dolby Digital Plus, DTS-HD Master Audio en
DTS-HD High Resolution Audio signaalinvoer.
Door
Videoconver
sie
y
• Om de videoconversie of andere video-instellingen te wijzigen,
configureer de “VIDEO MENU” parameters (bladzijde 72).
• Als er tegelijkertijd verschillende analoge videosignalen
ontvangen worden, wordt de volgende prioriteitsvolgorde
toegepast:
(1) COMPONENT VIDEO, (2) S VIDEO, (3) VIDEO.
Nederlands
17 Nl
Verbindingen
Aansluiten van een beeldscherm of projector
y
Zorg ervoor dat de stekkers van zowel dit
toestel als die van de andere apparatuur
uit het stopcontact gehaald zijn.
Om de typen audiosignaaluitvoer via de HDMI OUT
aansluiting te selecteren, configureer de “HDMI AUDIO”
instelling (bladzijde 72).
Opmerking
Als u het beeldscherm uitschakelt dat verbonden is met de
HDMI OUT aansluiting via een DVI aansluiting, is het
mogelijk dat de verbinding mislukt. In een dergelijk geval zal de
HDMI indicator onregelmatig knipperen.
HDMI
VIDEO
COMPONENT VIDEO
MONITOR OUT
MONITOR OUT
Y
S VIDEO
PB
VIDEO
PR
TV
AUDIO
DIGITAL INPUT
4 TV
OUT
L
R
Y
PB
O
PR
Componentvideo-ingang
Video-ingang
TV
(of projector)
Aanbevolen verbindingen
18 Nl
S
Optische uitgang
Audio-uitgang
HDMI ingang
V
S-video-ingang
Alternatieve verbindingen
Verbindingen
Aansluiten van andere componenten
■ Aansluiten van audio- en videocomponenten
Dit toestel bezit drie typen audio-aansluitingen, drie typen video-aansluitingen en HDMI aansluitingen. U kunt de
aansluitingsmethode kiezen afhankelijk van de te verbinden component.
y
HDMI kan zowel digitale audio en video via een enkele HDMI kabel uitzenden.
COMPONENT VIDEO
Video-aansluitingen
S VIDEO
VOORBEREIDINGEN
HDMI
VIDEO
VIDEO
COMPONENT VIDEO
BD/HD DVD
A BD/HD DVD B DVD C CBL/SAT
DVD
CBL/SAT
IN
DVR
OUT
IN
VCR
OUT
Y
IN4
PB
MD/ OUT
IN
(PLAY) CD-R (REC)
DVR
PR
L
IN3
HDMI aansluitingen
R
CBL/
SAT
GND
PHONO
IN2
L
DVD
R
IN1
CD
TV
AUDIO
BD/
HD DVD
OPTICAL
COAXIAL
1 CD
AUDIO
Audio-aansluitingen
2 DVD
3 DVR
4 TV
5 HDBD/
DVD 6 DVD
COAXIAL
7 CBL/
SAT
MD/
8 CD-R
9 DVR
OPTICAL
Aansluitingsvoorbeeld (aansluiten van een DVD-speler)
DVD-speler
HDMI uitgang
Optische uitgang
Coaxiale uitgang
Audio-uitgang
Componentuitgang
S-videouitgang
C
HDMI
Y
PB
PR
Video-uitgang
L
V
S
R
O
VIDEO
COMPONENT VIDEO
DVD
B DVD
Y
S VIDEO
Aanbevolen
verbindingen
PB
VIDEO
PR
L
R
IN2
Alternatieve
verbindingen
DVD
DIGITAL INPUT
OPTICAL
COAXIAL
2 DVD
6 DVD
Nederlands
19 Nl
Verbindingen
Voor audio- en videoverbindingen gebruikte aansluitingen
Aanbevolen verbindingen worden vetgedrukt aangegeven. Bij het aansluiten van een opnamecomponent dient u
additionele verbindingen voor het opnemen te maken (signaaloverdracht van dit toestel naar de opnamecomponent).
Zorg ervoor dat de stekkers van zowel dit
toestel als die van de andere apparatuur
uit het stopcontact gehaald zijn.
y
U kunt ook gebruik maken van de VIDEO AUX aansluitingen (bladzijde 23) op het voorpaneel om een extra component aan te sluiten.
Aansluitingen waarop aangesloten kan worden
Component
Signaaltype
Op de component
Blu-ray Disc of HD
DVD-speler
HDMI uitgang
HDMI IN1 (BD/HD DVD)
Audio
Optische uitgang
OPTICAL (BD/HD DVD)
Audio-uitgang (analoog)
AUDIO (BD/HD DVD)
Componentuitgang
COMPONENT VIDEO (BD/HD DVD)
S-video-uitgang
S VIDEO (BD/HD DVD)
Video-uitgang
(samengesteld)
VIDEO (BD/HD DVD)
Audio/video
HDMI uitgang
HDMI IN2 (DVD)
Audio
Optische uitgang
OPTICAL (DVD)
Coaxiale uitgang
COAXIAL (DVD)
Audio-uitgang (analoog)
AUDIO (DVD)
Video
DVD-speler
Video
Kastje met convertor
en decoder
Componentuitgang
COMPONENT VIDEO (DVD)
S-video-uitgang
S VIDEO (DVD)
Video-uitgang
(samengesteld)
VIDEO (DVD)
Audio/video
HDMI uitgang
HDMI IN3 (CBL/SAT)
Audio
Optische uitgang
OPTICAL (CBL/SAT)
Audio-uitgang (analoog)
AUDIO (CBL/SAT)
Componentuitgang
COMPONENT VIDEO (CBL/SAT)
S-video-uitgang
S VIDEO (CBL/SAT)
Video-uitgang
(samengesteld)
VIDEO (CBL/SAT)
Audio/video
HDMI uitgang
HDMI IN4 (DVR)
Audio
Coaxiale uitgang
COAXIAL (DVR)
Audio-uitgang (analoog)
AUDIO (DVR IN)
Video
DVD-recorder
Video
Opname van audio
Opname van video
20 Nl
Op dit toestel
Audio/video
S-video-uitgang
S VIDEO (DVR IN)
Video-uitgang
(samengesteld)
VIDEO (DVR IN)
Optische ingang
OPTICAL (DVR)
Audio-ingang (analoog)
AUDIO (DVR OUT)
S-video-ingang
S VIDEO (DVR OUT)
Video-ingang (samengesteld)
VIDEO (DVR OUT)
Verbindingen
Aansluitingen waarop aangesloten kan worden
Component
Signaaltype
Op de component
VCR
MD- of CD-recorder
Draaitafel
Audio
Audio-uitgang (analoog)
AUDIO (VCR IN)
Video
S-video-uitgang
S VIDEO (VCR IN)
Video-uitgang
(samengesteld)
VIDEO (VCR IN)
Opname van audio
Audio-ingang (analoog)
AUDIO (VCR OUT)
Opname van video
S-video-ingang
S VIDEO (VCR OUT)
Video-ingang (samengesteld)
VIDEO (VCR OUT)
Coaxiale uitgang
COAXIAL (CD)
Audio-uitgang (analoog)
AUDIO (CD)
Audio
Audio-uitgang (analoog)
AUDIO (MD/CD-R IN)
Opname van audio
Optische ingang
OPTICAL (MD/CD-R)
Audio-ingang (analoog)
AUDIO (MD/CD-R OUT)
Audio-uitgang (analoog)
AUDIO (PHONO)
Audio
Audio
VOORBEREIDINGEN
CD-speler
Op dit toestel
Opmerkingen
• Zorg ervoor dezelfde type video-aansluitingen te maken als die voor uw TV als de videoconversie niet ingeschakeld is. Als u
bijvoorbeeld uw TV heeft verbonden met de VIDEO MONITOR OUT aansluiting van dit toestel, dan dient u uw andere componenten
te verbinden met de VIDEO aansluitingen.
• Controleer de regelingen met betrekking tot het auteursrecht in uw land voor u opnamen gaat maken van CD’s, radio, enz. Opnemen
van auteursrechtelijk beschermd materiaal kan inbreuk maken op de op het materiaal rustende rechten.
• Wanneer u uw DVD-speler zowel met de OPTICAL als met de COAXIAL aansluiting verbindt, zal het via de COAXIAL aansluiting
binnenkomende signaal voorrang krijgen.
• OSD-signalen worden niet geproduceerd via de DVR OUT en VCR OUT aansluitingen en kunnen niet opgenomen worden.
• Om een digitale verbinding te maken met een andere component dan degene die standaard is toegewezen aan elke DIGITAL INPUT of
DIGITAL OUTPUT aansluiting, configureer de “I/O ASSIGNMENT” instelling (bladzijde 74).
• Als u een draaitafel met een laag-vermogen MC cartridge heeft verbonden met de PHONO aansluiting, gebruik dan een in-line boost
transformator of een MC-kopversterker.
• Verbind uw draaitafel met de GND aansluiting van dit toestel om ruis in het signaal te verminderen.
■ Aansluiten van een externe versterker
Dit toestel heeft meer dan genoeg vermogen voor gebruik
bij u thuis. Als u echter toch het uitgangsvermogen voor
de luidsprekers wilt opvoeren, of als u gewoon een andere
versterker wilt gebruiken, kunt u een externe versterker
verbinden met de PRE OUT aansluitingen. Elke PRE
OUT aansluiting produceert hetzelfde signaal als de
corresponderende SPEAKERS aansluiting.
[1]
[2]
CENTER
FRONT
[3]
SURROUND SINGLE(SB)
L
R
SUR.BACK/
SUB
Opmerkingen
• Wanneer u de PRE OUT aansluitingen gebruikt, mag u niets
verbinden met de SPEAKERS aansluitingen.
• Regel het volume van de subwoofer met de bedieningsknop op
de subwoofer.
[4]
PRESENCE
WOOFER
PRE OUT
[5]
[1] CENTER PRE OUT aansluiting
Middenkanaal uitgangsaansluiting.
Nederlands
[2] FRONT PRE OUT aansluitingen
Voorkanaal uitgangsaansluitingen.
[3] SURROUND PRE OUT aansluitingen
Surroundkanaal uitgangsaansluitingen.
21 Nl
Verbindingen
[4] SUR.BACK/PRESENCE PRE OUT aansluitingen
Surround achter- of aanwezigheidskanaal
uitgangsaansluitingen. Als u slechts één externe versterker
aansluit voor het surround-achterkanaal, dient u deze te
verbinden met de SINGLE (SB) aansluiting.
y
• Om surround achterkanaalsignalen te produceren via deze
aansluitingen, stel “PRESENCE SP“ in op “NONE” en “SUR.B L/
R SP” op een willekeurige parameter behalve “NONE”
(bladzijde 68).
• Om aanwezigheidskanaalsignalen te produceren via deze
aansluitingen, stel “PRESENCE SP“ in op “YES” en “SUR.B L/R
SP” op “NONE” (bladzijde 68).
■ Aansluiten van een Yamaha iPod
universeel dock of een Bluetooth
draadloze audio-ontvanger
Dit toestel is uitgerust met de DOCK aansluiting op het
achterpaneel om een Yamaha iPod universeel dock (zoals
YDS-11, afzonderlijk verkocht) of een Bluetooth
draadloze audio-ontvanger (zoals YBA-10, afzonderlijk
verkocht) aan te sluiten. Sluit een Yamaha iPod universeel
dock of een Bluetooth ontvanger aan op de DOCK
aansluiting op het achterpaneel van dit toestel met behulp
van de daarvoor bedoelde kabel.
[5] SUBWOOFER PRE OUT aansluiting
Sluit een subwoofer met een ingebouwde versterker aan.
■ Aansluiten van een multiformaat-speler
of externe decoder
Dit toestel is voorzien van 6 extra ingangsaansluitingen
(FRONT L/R, CENTER, SURROUND L/R en
SUBWOOFER) voor gescheiden multikanaals
ingangssignalen van een multiformaat-speler, externe
decoder, etc. Als “INPUT CH” ingesteld wordt op “8ch”
(bladzijde 75), kunt u de ingangsaansluitingen voor de
analoge audio die zijn toegewezen aan “FRONT”
gebruiken als de voorkanaal ingangsaansluitingen.
DOCK
Yamaha iPod universeel dock of
Bluetooth draadloze audioontvanger
Opmerkingen
• Als u “MULTI CH” selecteert als de ingangsbron, wordt de
digitale geluidsveldverwerker automatisch uitgeschakeld.
• Daar dit toestel geen signaalinvoer doorzendt naar de MULTI
CH INPUT aansluitingen om ontbrekende luidsprekers te
compenseren, sluit tenminste een 5.1-kanaals
luidsprekersysteem aan bij gebruik van deze functie.
(
)
(
C)
MD/
L
TAPE
*
CENTER
■ Gebruiken van de REMOTE IN/OUT
aansluitingen
Wanneer de componenten van Yamaha zelf zijn en deze de
mogelijkheid bieden om afstandsbedieningssignalen door
te sturen, sluit de REMOTE IN en REMOTE OUT
aansluitingen als volgt aan op de in- en
uitgangsaansluitingen voor de afstandsbediening met
behulp van het monauraal analoge minikabeltje.
R
FRONT(6CH) SURROUND
L
MULTI CH INPUT
L
R
Surround uitgang
Subwoofer
uitgang
Midden-uitgang
R
L
R
Voor-uitgang (8-kanaals)
SUB
SB(8CH)
L
Voor-uitgang (6-kanaals)
Surround achteruitgang (8-kanaals)
R
SUB
WOOFER
Multiformaat-speler/
Externe decoder
* De analoge audio ingangsaansluitingen toegewezen als
“FRONT” in “MULTI CH” (bladzijde 75).
22 Nl
REMOTE
IN
Afstandsbedieningsuitgang
Infraroodontvanger
of Yamaha
component
OUT
Afstandsbedieningsingang
Yamaha
component
(CD- of DVDspeler, etc.)
Verbindingen
Gebruik van de VIDEO AUX
aansluitingen op het voorpaneel
Gebruik de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel
als u een spelcomputer of een videocamera wilt aansluiten
op dit toestel. Om de bronsignalen via deze aansluitingen
weer te geven, selecteer “V-AUX” als de ingangsbron.
Aansluiten van de FM- en AMantennes
Dit toestel wordt geleverd met zowel een FM- als een AMbinnenantenne. Normaal gesproken zorgen deze antennes
voor een voldoende sterke ontvangst.
Opmerkingen
Let op
PURE DIRECT
VOLUME
AUDIO
SELECT
TONE
CONTROL
ENTER
PRESET/TUNING
MEMORY
SEARCH
MODE
STEREO/
MONO
BAND
INFO
INPUT
ZONE ON/OFF
STRAIGHT
MAIN ZONE
ZONE CONTROLS
MULTI ZONE
EFFECT
YPAO
ON/OFF
PROGRAM
OPTIMIZER
MIC
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
ZONE 2
ZONE 3
L
R
AUDIO
OPTICAL
VIDEO AUX
PHONES
USB
ON
OFF
MASTER
S VIDEO
VIDEO
L
AUDIO
R
OPTICAL
• Wat voor soort antennes en FM-antenne-aansluiting wordt
geleverd voor dit toestel hangt af van het model.
• (Alleen modellen voor Azië en Algemene modellen) U moet de
afstemstap van de tuner aanpassen aan de ruimte tussen
zendfrequenties in uw gebied (bladzijde 94).
• De AM-ringantenne moet niet te dicht bij dit toestel geplaatst
worden.
• De AM-ringantenne moet altijd aangesloten blijven, zelfs als er
een AM-buitenantenne op dit toestel is aangesloten.
• Als u last heeft van een slechte ontvangst, kunt u een
buitenantenne installeren. Vraag bij uw dichtstbijzijnde erkende
Yamaha dealer of service-centrum naar de mogelijkheden met
buitenantennes.
FMbinnenantenne
(meegeleverd)
VOORBEREIDINGEN
U moet het volume van dit toestel en de andere componenten
laag zetten voor u de aansluitingen gaat maken.
AMringantenne
(meegeleverd)
ANTENNA
FM
75Ω UNBAL.
V
S
L
R
GND
AM
O
Optische uitgang
Audiouitgang
Video-uitgang
S-video-uitgang
AM-buitenantenne
Gebruik 5 tot 10 meter, met
plastic geïsoleerd draad dat
u bijvoorbeeld uit een raam
naar buiten spant.
Spelcomputer of
videocamera
Aarde (GND aansluiting)
Voor de grootst mogelijke veiligheid en zo
min mogelijk storing dient u de antenne GND
aansluiting goed te aarden. Een goede aarding
wordt bijvoorbeeld verzorgd door een metalen
staaf die in vochtige grond gedreven is.
Nederlands
23 Nl
Verbindingen
In elkaar zetten van de meegeleverde AMringantenne
Aansluiten van het netsnoer
■ Aansluiten van het netsnoer
Steek het meegeleverde netsnoer pas in de
netstroomingang nadat u alle andere aansluitingen hebt
verricht en steek daarna pas de stekker in het stopcontact.
AC IN
Aansluiten van de draad van de AM-ringantenne
Naar het stopcontact
Drukken en vasthouden
Inbrengen
Loslaten
AC OUTLETS
y
De draden van de AM-ringantenne hebben geen specifieke
polariteit en het maakt daarom niet uit welk uiteinde u verbindt
met de AM of GND aansluiting.
Opmerking
(Alleen bij de modellen voor Azië) Kies één van de
meegeleverde netsnoeren aan de hand van het soort stopcontact
op de plek waar u het toestel gaat gebruiken.
■ AC OUTLET(S) (SWITCHED)
Modellen voor het V.K. en Australië ............................... 1
netstroomaansluiting
Model voor Korea ...................................................... Geen
Overige modellen....................... 2 netstroomaansluitingen
Met behulp van deze netstroomaansluiting(en) kunt u
daarop aangesloten componenten van stroom voorzien.
Verbind de netsnoeren van uw andere apparatuur met deze
netstroomaansluiting(en). Deze aansluiting(en) wordt
(worden) van stroom voorzien wanneer dit toestel is
ingeschakeld. Deze aansluiting(en) wordt (worden) echter
niet meer van stroom voorzien wanneer dit toestel wordt
uitgeschakeld. Voor informatie omtrent het maximale
vermogen of het totale stroomverbruik voor de
componenten die op deze aansluiting(en) kunnen worden
aangesloten, zie “Technische gegevens” (bladzijde 112).
Geheugen back-up
De geheugen back-up schakeling voorkomt dat de
opgeslagen gegevens verloren gaan wanneer het toestel
uit (standby) staat. Wanneer echter de stekker uit het
stopcontact gehaald wordt of de stroomvoorziening om
een andere reden langer dan een week onderbroken
wordt, zullen de opgeslagen gegevens verloren gaan.
24 Nl
Verbindingen
Instellen van de
luidsprekerimpedantie
Aan en uit zetten van dit toestel
■ Aanzetten van dit toestel
Let op
Als u luidsprekers van 6 Ohm gebruikt, moet u als
volgt “SPEAKER IMP.” op “6Ω MIN” zetten VOOR u
dit toestel in gebruik neemt. Als voor-luidsprekers
kunt u ook gebruik maken van 4 Ohm luidsprekers
(bladzijde 93).
Controleer of het toestel uit staat.
2
Houd O STRAIGHT op het voorpaneel
ingedrukt en druk vervolgens A MASTER
ON/OFF naar binnen in de ON stand.
Het toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreide
instellingsmenu zal verschijnen op het display op het
voorpaneel.
Houd ingedrukt
Druk opnieuw op A MASTER ON/OFF op het
voorpaneel om deze naar buiten te laten komen,
naar de OFF stand.
■ Zet de hoofdzone in de standby-stand
Druk op B MAIN ZONE ON/OFF
(of C STANDBY).
■ Aanzetten van de hoofdzone wanneer
het toestel in standby staat
Druk op B MAIN ZONE ON/OFF (of
D POWER).
STRAIGHT
EFFECT
■ Uitzetten van dit toestel
VOORBEREIDINGEN
1
Druk A MASTER ON/OFF op het voorpaneel
naar binnen, naar de ON stand.
Wanneer u dit toestel aanzet door op A MASTER ON/
OFF te drukken, zal de hoofdzone worden ingeschakeld.
MASTER
y
3
Draai aan N PROGRAM en selecteer
“SPEAKER IMP.”.
4
Druk herhaaldelijk op O STRAIGHT om
“6Ω MIN” te selecteren.
5
Druk A MASTER ON/OFF nog eens in zodat
deze naar buiten komt, naar de OFF stand om
de nieuwe instelling op te slaan en dit toestel
uit te schakelen.
Opmerking
De gewijzigde instelling wordt van kracht zodra u dit toestel de
volgende keer aan zet.
• In principe bevelen we u aan het toestel in standby te zetten
wanneer u het toestel niet gebruikt. Wanneer het toestel in
standby staat, verbruikt het nog steeds een heel klein beetje
stroom zodat er gereageerd kan worden op de infraroodsignalen
van de afstandsbediening.
• BMAIN ZONE ON/OFF, CSTANDBY en DPOWER
werken alleen wanneer AMASTER ON/OFF naar binnen is
gedrukt in de ON stand.
• Wanneer u dit toestel aanzet, zal het een paar seconden duren
voor het toestel geluid kan reproduceren.
Bij problemen...
• Zet dit toestel eerst uit en dan weer aan.
• Als de problemen zich blijven voordoen, dient u de
instellingen van dit toestel terug te zetten
(bladzijde 105).
Nederlands
25 Nl
Verbindingen
Display voorpaneel
a
b
c
d
USB
SILENT
CINEMA
DOCK
V-AUX
VCR
DVR
CBL/SAT
DVD
BD/HD DVD
MD/CD-R
TV
CD PHONO MULTI CH
3
DSD
PCM
VIRTUAL ADAPTIVE DRC
ENHANCER
DISCRETE
MATRIX
WMA
q DIGITAL PLUS
HD 96
MP3 q PL x q EX
24
q TRUE HD
MASTER AUDIO
e
g
h
SILENT
CINEMA
TUNER
TUNED STEREO
AUTO MEMORY
YPAO PRESET
PTY HOLD EON
dB
VOLUME
L C R
SLEEP ZONE2 SL LFE SR
ZONE3
SBL SB SBR
f
3
VIRTUAL ADAPTIVE DRC
ENHANCER
DISCRETE
MATRIX
q DIGITAL PLUS
HD 96
24
q PL x q EX
q TRUE HD
MASTER AUDIO
l
i
j
k
TUNED STEREO
AUTO MEMORY
PTY HOLD EON
m
dB
L C R
SLEEP ZONE2 SL LFE SR
ZONE3
SBL SB SBR
n
CINEMA DSP indicator
Licht op wanneer u een CINEMA DSP
geluidsveldprogramma selecteert (bladzijde 38).
b YPAO indicator
Licht op wanneer u de “AUTO SETUP” doet en wanneer de
via de “AUTO SETUP” ingestelde luidsprekerinstellingen
zonder wijzigingen worden gebruikt (bladzijde 29).
3D indicator
Licht op wanneer de CINEMA DSP 3D functie is
ingeschakeld (bladzijde 44).
d Ingangsbronindicators
De corresponderende cursor licht op om aan te geven welke
ingangsbron op dit moment is geselecteerd.
e Ingangssignaalindicators
Licht op wanneer dit toestel DSD (Direct Stream Digital) of
PCM (Pulse Code Modulation), WMA (Windows Media Audio)
of MP3 (MPEG-1 Audio Layer-3) audiosignalen reproduceert.
f Multifunctioneel display
Toont de naam van het huidige geluidsveldprogramma en
andere gegevens bij het invoeren of wijzigen van instellingen.
p
q
a Hoofdtelefoonindicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten
(bladzijde 35).
c PRESET indicator
Licht op wanneer dit toestel in de automatische afstemfunctie
staat.
o
VOLUME
VIRTUAL indicator
Licht op wanneer Virtual CINEMA DSP in werking is
(zie bladzijde 43).
j ADAPTIVE DRC indicator
Licht op wanneer de adaptieve dynamische
bereikcontrolefunctie is ingeschakeld (bladzijde 69).
k Decoderindicators
Wanneer één van de decoders van dit toestel in werking is, zal
de bijbehorende indicator oplichten.
l Tuner (radio) indicators
Licht op wanneer dit toestel in de FM- of AM-afstemfunctie staat.
m Menu browsen indicator
Licht op wanneer er items bestaan onder het huidige item
gedurende het browsen in het menu voor iPod en USB.
g HDMI indicator
Licht op wanneer er een signaal van de geselecteerde signaalbron
binnenkomt via één van de HDMI aansluitingen (bladzijde 16).
n SLEEP indicator
Licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld (bladzijde 37).
h ENHANCER indicator
Licht op wanneer de Compressed Music Enhancer functie is
ingeschakeld (bladzijde 43).
o VOLUME niveauindicator
• Geeft het huidige volumeniveau aan.
• Knippert terwijl de dempingsfunctie ingeschakeld is
(bladzijde 36).
i DSP indicators
De bijbehorende indicator licht op wanneer er een
geluidsveldprogramma is geselecteerd.
SILENT CINEMA indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten en er
een geluidsveldprogramma is geselecteerd (bladzijde 43).
26 Nl
p Ingangskanaal- en luidsprekerindicators
Aanwezigheidsluidsprekerindicators
L C R
SL LFE SR
SBL SB SBR
Ingangskanaalindicators
Verbindingen
Ingangskanaalindicators
• Deze geven aan uit welke kanalen het huidige
digitale ingangssignaal bestaat.
• Lichten op of knipperen in overeenstemming met
de instellingen van de luidsprekers als dit toestel
zich in de automatische instellingsprocedure
bevindt (bladzijde 29).
De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal uit.
U moet de afstandsbediening goed op de
afstandsbedieningssensor op dit toestel richten.
Sensor voor de afstandsbediening
Ongeveer 6 m
30
VOORBEREIDINGEN
Aanwezigheidsluidsprekerindicators
Licht op in overeenstemming met de instelling voor
“PRESENCE SP” (bladzijde 68) in “CONFIG”
wanneer dit toestel in de automatische
instellingsfunctie staat (bladzijde 29) of in de
instellingsprocedure voor de luidsprekerniveaus in
“LEVEL” (bladzijde 68).
Gebruik van de afstandsbediening
30
q ZONE2/ZONE3 indicators
Licht op wanneer Zone 2 of Zone 3 is ingeschakeld
(bladzijde 91).
Display venster (4)
[1] [2]
MAIN
ZONE 2
ZONE 3
[3]
ID 1 ID 2
[4]
[1] ID1/ID2 indicator
Geeft de huidig geselecteerde afstandsbediening-ID
weer (bladzijde 93).
[2] Overdrachtsindicator
Verschijnt wanneer de afstandsbediening
infraroodsignalen aan het uitzenden is.
[3] Zone-indicators
Geeft de huidig geregelde zone aan (bladzijde 91).
[4] Informatie display
Toont de naam van de geselecteerde signaalbron die u
kunt bedienen.
Infraroodvenster (1)
Hiervandaan worden de infraroodsignalen verzonden.
Richt dit venster op de component die u wilt bedienen.
Nederlands
27 Nl
Verbindingen
Schakelaar voor de bedieningsfunctie (E)
De functies van sommige toetsen hangen mede af van de
stand van de schakelaar voor de bedieningsfunctie.
AMP
Bedient de versterkerfuncties van dit toestel.
SOURCE
Bedient de met de ingangskeuzeknop geselecteerde
component (bladzijde 82).
TV
Bedient de TV (bladzijde 81).
Opmerkingen
• Mors geen water of andere vloeistoffen op de
afstandsbediening.
• Laat de afstandsbediening niet vallen.
• Laat de afstandsbediening niet liggen en bewaar hem niet op de
volgende plekken:
– zeer vochtige plekken, bijvoorbeeld bij een bad
– plekken waar de temperatuur hoog kan worden, zoals bij de
verwarming of kachel
– zeer koude plekken
– stoffige plekken
• Als u de afstandsbedieningscodes voor andere componenten
wilt instellen, zie bladzijde 83.
Open en dicht doen van de klep in
het voorpaneel
Wanneer u de bedieningsknoppen achter het klepje wilt
gebruiken, kunt u dit openen door zachtjes op het onderste
deel van het paneel te drukken. Houd het klepje dicht
wanneer u deze bedieningsknoppen niet nodig heeft.
28 Nl
Optimaliseren van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer
Dit toestel maakt gebruik van YPAO (Yamaha Parametric Room Acoustic Optimizer) technologie zodat u zelf geen
lastige luidsprekerinstellingen hoeft te doen en waardoor automatisch een zeer accurate instelling wordt verkregen. De
meegeleverde optimalisatiemicrofoon pikt het geluid op dat uw luidsprekers maken in de omgeving waar u ze
daadwerkelijk zult gebruiken en het toestel analyseert deze geluiden. Bovendien stelt de multipunt meetfunctie u in staat
de instellingen van dit toestel te optimaliseren voor tot maximaal acht luisterstanden.
AUTO SETUP
CROSSOVER
HIGH CUT
VOLUME
MIN
MAX
MIN
SETUP;;;;;;;;;AUTO
MULTI MEASURE;;;;1
. START
[]/[]: Up/Down
[ENTER]: Start
y
U kunt ook “AUTO SETUP” laten uitvoeren met behulp
van het systeemmenu dat op de OSD of op de display van
het voorpaneel verschijnt. Deze handleiding maakt
gebruik van de OSD-illustraties om de automatische
instellingsprocedure te verklaren.
3
MAX
Bedieningsknoppen van een subwoofer (voorbeeld)
❏
❏
De kamer moet voldoende stil zijn.
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
de afstandsbediening in op EAMP.
Opmerkingen
• Wij wijzen u erop dat het normaal is dat tijdens de automatische
setup procedure luide testtonen worden geproduceerd.
• Om de beste resultaten te bereiken moet u ervoor zorgen dat de
ruimte zo stil mogelijk is tijdens de automatische setup
procedure. Als er teveel andere geluiden zijn, is het mogelijk
dat de resultaten tegenvallen.
2
AUDIO
SELECT
Verbind de meegeleverde
optimalisatiemicrofoon met de OPTIMIZER
MIC aansluiting op het voorpaneel.
TONE
CONTROL
ENTER
PRESET/TUNING/CH
MEMORY
SEARCH
MODE
STEREO/
MONO
CATEGORY
p
Controleer de volgende punten voor u met de
automatische setup begint.
❏ De luidsprekers moeten correct zijn aangesloten.
❏ Er mag geen hoofdtelefoon zijn aangesloten op
dit toestel.
❏ Dit toestel is ingeschakeld.
❏ Een eventueel aangesloten subwoofer moet worden
ingeschakeld en het volume moet ongeveer
halverwege (of iets lager) worden ingesteld.
❏ De crossoverfrequentieknoppen voor de
aangesloten subwoofer moeten op de maximum
stand worden ingesteld.
[
1
VOORBEREIDINGEN
“MIC ON View OSD MENU” verschijnt op de
display van het voorpaneel en het scherm “AUTO
SETUP” verschijnt op het beeldscherm.
Voordat de automatische
instellingen gestart worden
Starten van de automatische setup.
Om de instellingen van dit toestel voor één luisterplek te
optimaliseren, volg de “Automatische basisinstellingen”
(bladzijde 29).
Om de instellingen van dit toestel voor meerdere
luisterplekken te optimaliseren, volg de “Geavanceerde
automatische instellingen” (bladzijde 32).
Automatische basisinstellingen
Als u alle nodige voorbereidingen getroffen hebt, volg
onderstaande procedure om de instellingen van dit toestel
voor één luisterplek te optimaliseren.
1
Plaats de optimalisatiemicrofoon op uw
normale luisterplek op een vlak en
horizontaal oppervlak met de
omnidirectionele microfoonkop naar boven
gericht.
Optimalisatiemicrofoon
INFO
BAND
ZONE ON/OFF
STRAIGHT
ZONE CONTROLS
MULTI ZONE
EFFECT
PROGRAM
OPTIMIZER
MIC
SILENT CINEMA
PHONES
S VIDEO
VIDEO
ZONE 2
ZONE 3
L
R
AUDIO
OPTICAL
Nederlands
YPAO
VIDEO AUX
Omnidirectionele
microfoon
29 Nl
Optimaliseren van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer
y
Druk op 8ENTER om het resultaat weer te
geven.
AUTO SETUP
. RESULT
MLT :
1
SP :
5/4/0.1
DIST: 14.0/17.0ft
LVL : -10.0/+5.0dB
>SET
CANCEL
[]/[]: Up/Down
[ENTER]: Detail
Controleer of “START” geselecteerd is en
druk vervolgens op 8ENTER.
[
2
4
AUTO SETUP
p
Het verdient aanbeveling een statief (enz.) te gebruiken
om de optimalisatiemicrofoon vast te zetten op dezelfde
hoogte als waar uw oren zich zouden bevinden wanneer u
op uw luisterplek zit. U kunt de optimalisatiemicrofoon
vastzetten op het statief (enz.) met behulp van de
statiefschroef.
Aantal gemeten punten MLT
Geeft het aantal luisterplekken weer dat werkelijk
gemeten is.
SETUP;;;;;;;;;AUTO
MULTI MEASURE;;;;1
. START
Voor u verder gaat met de volgende handeling
Aantal luidsprekers SP
Geeft het aantal op dit toestel aangesloten
luidsprekers aan in de volgende volgorde:
Voor/Achter/Subwoofer
Wanneer u de volgende handeling uitvoert, zal dit toestel
binnen 10 seconden beginnen met de automatische setup.
Voor nauwkeurigere metingen bevelen wij u aan dat u de
kamer uitgaat of zich naar de muur begeeft waar zich geen
luidsprekers bevinden tijdens het meten. Het duurt ongeveer 3
minuten.
Luidsprekerafstand DIST
Geeft de luidsprekerafstand weer vanaf de
luisterpositie in de volgende volgorde:
Afstand dichtstbijstaande luidspreker/Afstand verafst
staande luidspreker
3
p
[
[]/[]: Up/Down
[ENTER]: Start
Luidsprekerniveau LVL
Geeft het luidsprekeruitgangsniveau weer in de
volgende volgorde:
Laagste luidsprekeruitgangsniveau/Hoogste
luidsprekeruitgangsniveau
Druk op 8ENTER om de meting te
beginnen.
Tijdens de meting worden er luide testtonen
geproduceerd via de diverse luidsprekers. Zodra alle
items gemeten zijn, verschijnt er “Measurement
Complete”.
Opmerking
“WARNING” en het aantal waarschuwingsboodschappen
verschijnt in het bovenstaande “RESULT” als er potentiële
problemen optreden (bladzijde 32).
Opmerkingen
• Voer geen handelingen uit met dit toestel terwijl de
automatische setup bezig is.
• De meting wordt geannuleerd als er een fout optreedt
(bladzijde 31).
AUTO SETUP
Loud test tones are
output.
Please keep quiet
or leave the room.
Press [ENTER]
AUTO SETUP
Measurement Complete
Press [ENTER]
30 Nl
5
Druk op 8ENTER om de
instellingsresultaten in detail weer te geven.
RESULT
MULTI MEASURE
Measured at
1 point
[p]/[[]: Select
[ENTER]: Return
Optimaliseren van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer
7
Druk op 8ENTER om terug te keren naar de
bovenste weergave van de resultaten.
AUTO SETUP
RESULT
MLT :
1
SP :
5/4/0.1
DIST: 14.0/17.0ft
LVL : -10.0/+5.0dB
.
>SET
CANCEL
[]/[]: Up/Down
[ENTER]: Enter
[
Aantal gemeten punten
8
Druk op 8 l / h om “SET” of “CANCEL” te
selecteren en druk vervolgens op 8ENTER.
AUTO SETUP
Resultaten van de luidsprekerafstand
tot de luisterplek
Resultaten van de
luidsprekerdetectie en -grootte
Resultaten van de parametrische
equalizer van elke luidspreker
Resultaten van het
luidsprekeruitgangsniveau
y
• Als u niet tevreden bent met de resultaten of als u de
diverse parameters manueel wilt instellen, maak dan
gebruik van “MANUAL SETUP” (bladzijde 66).
• U kunt het parametrische equalizertype selecteren met
“PEQ SELECT” (bladzijde 71).
Opmerkingen
• De afstanden bij de “DISTANCE” resultaten kunnen
groter zijn dan in werkelijkheid, afhankelijk van de
karakteristieken van uw subwoofer of eventueel
aangesloten externe versterkers.
• Bij de “EQ” resultaten kunnen er verschillende waarden
worden gebruikt voor dezelfde band om een nog
gedetailleerde instelling te bereiken.
p
RESULT
MLT :
1
SP :
5/4/0.1
DIST: 14.0/17.0ft
LVL : -10.0/+5.0dB
.
>SET
CANCEL
[]/[]: Up/Down
[ENTER]: Enter
VOORBEREIDINGEN
Resultaten van de
luidsprekerverbinding en -bedrading
p
Druk herhaaldelijk op 8 l / h om heen en
weer te gaan tussen de weergaven van de
instellingsresultaten.
Druk op 8 k / n om heen en weer te gaan tussen de
parameters in het resultaat.
[
6
Keuzes: SET, CANCEL
• Selecteer “SET” om de “AUTO SETUP” resultaten
te bevestigen.
• Selecteer “CANCEL” om de “AUTO SETUP”
resultaten te annuleren.
9
Verbreek de verbinding van de
optimalisatiemicrofoon of druk op HMENU
om “SET MENU” af te sluiten.
Opmerking
Als u veranderingen aanbrengt in de aangesloten luidsprekers,
de opstelling van de luidsprekers of de inrichting van uw
luisterruimte, moet u “AUTO SETUP” opnieuw uitvoeren om
uw systeem opnieuw te optimaliseren.
■ Als er een foutscherm verschijnt
Druk op 8 l / h om “RETRY” of “EXIT” te
selecteren en druk vervolgens op 8ENTER.
Het volgende scherm is een voorbeeld waarbij “E-9:USER
CANCEL” op de OSD verschijnt.
ERROR
E-9:USER CANCEL
Don't operate
any function
.
>RETRY
EXIT
[p]/[[]: Select
[ENTER]: Enter
31 Nl
Nederlands
Keuzes: RETRY, EXIT
• Selecteer “RETRY” om de “AUTO SETUP” procedure
opnieuw te proberen.
• Selecteer “EXIT” om de “AUTO SETUP” procedure af
te sluiten.
Optimaliseren van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer
y
• Als “E-5:NOISY” verschijnt, kunt u ook “PROCEED”
selecteren om de fout te negeren en door te gaan met de meting.
Wij raden u echter aan het probleem op te lossen voordat u met
de meting begint.
• Als “E-10:INTERNAL ERROR” verschijnt, kunt u alleen
“EXIT” selecteren.
• Voor details over elke foutboodschap, zie “AUTO SETUP”
(bladzijde 103).
■ Als “WARNING” verschijnt
Geavanceerde automatische
instellingen
Als u alle nodige voorbereidingen getroffen hebt, volg
onderstaande procedure om de instellingen van dit toestel
voor meerdere luisterplekken te optimaliseren.
1
Wanneer dit toestel potentiële problemen detecteert tijdens
de automatische setup procedure, verschijnt er
“WARNING” op het resultatenscherm. Bekijk de
waarschuwingsboodschappen om uw
luidsprekerinstellingen te corrigeren.
Plaats de optimalisatiemicrofoon op de
eerste luisterplek.
De volgende illustratie toont hoe de
optimalisatiemicrofoon te plaatsen teneinde de
instellingen van dit toestel te optimaliseren voor
bijvoorbeeld zeven luisterplekken.
y
De aanpassingen worden aangebracht, zelfs als er “WARNING”
verschijnt, maar het is mogelijk dat deze niet optimaal zijn.
1
AUTO SETUP
. WARNING (2)
34 5
7
6
1/2/3/4/5/6/7: Luisterplekken
2
p
[
RESULT
MLT :
1
SP :
5/4/0.1
DIST: 14.0/17.0ft
LVL : -10.0/+5.0dB
>SET
CANCEL
[]/[]: Up/Down
[ENTER]: Detail
2
1
2
Zorg ervoor dat de richter op “WARNING”
wijst en druk vervolgens op 8ENTER om de
gedetailleerde informatie over de
waarschuwing weer te geven.
Het getal aan de rechterzijde van “WARNING” geeft
het aantal waarschuwingsboodschappen weer.
Druk herhaaldelijk op 8l / h om heen en weer
te gaan tussen de waarschuwingsweergaven.
Druk herhaaldelijk op 8k / n om “MULTI
MEASURE” te selecteren en druk vervolgens
herhaaldelijk op 8l / h om het aantal
luisterplekken in te stellen waarop u de
meting wilt verrichten.
Keuzes: 1 (standaard), 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8
AUTO SETUP
SETUP;;;;;;;;;AUTO
. MULTI MEASURE;;;;7
START
WAARSCHUWING
W-1:OUT OF PHASE
Reverse channel
FL
--CENTER
--PR
SL
--SBL
--[p]/[[]: Select
[ENTER]: Return
• Voor details over elke waarschuwingsboodschap, zie
“AUTO SETUP” (bladzijde 103).
• Wanneer de bijbehorende waarschuwingsboodschap niet
van toepassing is op een luidspreker, wordt in plaats
daarvan “– – –” weergegeven.
• Als “SWFR:TOO LOW” of “SWFR:TOO HIGH”
verschijnt onder “W-3:LEVEL ERROR”, pas dan het
volumeniveau van de subwoofer aan.
3
Druk op 8ENTER om terug te keren naar de
bovenste weergave van de resultaten.
32 Nl
AUTO SETUP
SETUP;;;;;;;;;AUTO
MULTI MEASURE;;;;7
. START
[]/[]: Up/Down
[ENTER]: Start
p
y
Druk herhaaldelijk op 8k / n om “START” te
selecteren en druk dan op 8ENTER.
[
3
p
[
[]/[]: Up/Down
[p]/[[]: Select
Optimaliseren van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer
Voor u verder gaat met de volgende handeling
Wanneer u de volgende handeling uitvoert, zal dit toestel
binnen 10 seconden beginnen met de automatische setup.
Voor nauwkeurigere metingen bevelen wij u aan dat u de
kamer uitgaat of zich naar de muur begeeft waar zich geen
luidsprekers bevinden tijdens het meten.
4
AUTO SETUP
Indien u niet tevreden bent met de luidsprekerinstellingen
en de geluidsaanpassingen die gemaakt zijn in
“MANUAL SETUP”, kunt u de instellingen terugzetten
naar de waarden zoals die geconfigureerd werden bij de
laatste automatische setup.
Opmerking
Als u de automatische instellingsparameters opnieuw laadt,
worden de in “MANUAL SETUP” gemaakte instelingen
gewist. Om de instellingen op te slaan voordat u de
automatische instellingsparameters opnieuw laadt, zie
“SYSTEM MEMORY” (bladzijde 78).
1
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op EAMP en druk vervolgens op HMENU.
Het bovenste “SET MENU” scherm verschijnt op de
OSD.
Opmerkingen
2
• Voer geen handelingen uit met dit toestel terwijl de
automatische setup bezig is.
• De meting wordt geannuleerd als er een fout optreedt
(bladzijde 31).
Druk herhaaldelijk op 8k / n om “AUTO
SETUP” te selecteren en druk dan op
8ENTER.
3
Controleer of “SETUP” geselecteerd is en
druk vervolgens herhaaldelijk op 8l / h om
“RELOAD” te selecteren.
4
Druk herhaaldelijk op 8k / n om “START” te
selecteren en druk dan op 8ENTER.
De resultaten van de laatste automatische setup
worden weergegeven.
Put the microphone
at 2nd listening
position
p
[ENTER]: Next
[ ] : Skip
5
Verplaats de optimalisatiemicrofoon naar de
tweede luisterplek en druk vervolgens op
8ENTER om de meting te starten
y
Om de metingen op de resterende luisterplekken over te
slaan, druk op 8n.
6
Herhaal stap 5 totdat de meting op alle
luisterplekken is verricht.
Als u de meting op alle luisterplekken hebt verricht of
de meting hebt overgeslagen op de resterende
luisterplekken, verschijnt de volgende boodschap.
AUTO SETUP
Measurement Complete
VOORBEREIDINGEN
Druk op 8ENTER om de meting te
beginnen.
Tijdens de meting worden er luide testtonen
geproduceerd via de diverse luidsprekers. Zodra alle
items voor de eerste luisterplek zijn gemeten,
verschijnt de volgende boodschap.
Herladen van de automatische
instellingsparameters
y
Voor details over automatische instellingsresultaten en hoe
de instellingsresultaten in detail weer te geven, zie
“Automatische basisinstellingen” (bladzijde 29).
5
Druk herhaaldelijk op 8k / n om “SET” te
selecteren en druk dan op 8ENTER.
De automatische instellingsparameters worden
opnieuw geladen.
y
Press [ENTER]
7
Om het opnieuw laden van de automatische
instellingsparameters te annuleren, druk herhaaldelijk op
8l / h om “CANCEL” te selecteren en druk vervolgens
op 8ENTER.
Nederlands
Volg stappen 4 t/m 9 in “Automatische
basisinstellingen” (bladzijde 29) om het
instellingsresultaat te bekijken en verlaat
“SET MENU”.
33 Nl
Weergave
Let op
U moet zeer voorzichtig zijn wanneer u DTS
gecodeerde CD’s gaat afspelen. Als u een DTS
gecodeerde CD afspeelt op een CD-speler die niet
geschikt is voor DTS-weergave, zult u alleen een
ongewenst geruis of lawaai horen dat zelfs uw
luidsprekers kan beschadigen. Controleer of uw CDspeler geschikt is voor DTS gecodeerde CD’s.
Controleer ook het geluidsniveau van uw CD-speler
voor u een DTS gecodeerde CD gaat afspelen.
y
3
Start de weergave op de geselecteerde
broncomponent of stem af op een zender.
• Raadpleeg de handleiding van de betreffende
component.
• FM/AM radio-afstemming (bladzijde 46)
• Afspelen van iPod (bladzijde 52)
• Afspelen van Bluetooth component (bladzijde 54)
• Afspelen via USB (bladzijde 54)
4
Verdraai QVOLUME (of druk op I VOLUME
+/–) om het volume op het gewenste niveau in
te stellen.
Om DTS gecodeerde CD’s weer te kunnen geven bij gebruik
van een digitale audioverbinding, moet u voor de weergave
begint “DECODER MODE” in het “INPUT MENU”
instellen op “DTS” (bladzijde 74).
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de
afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
E AMP zetten.
Basisprocedure
1
Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
dit toestel aan.
y
zie bladzijde 45 voor het instellen van het uitgangsniveau
van elke luidspreker.
5
Verdraai N PROGRAM (of druk herhaaldelijk
op één van de toetsen voor de
geluidsveldprogramma’s (P)) om het
gewenste geluidsveldprogramma te
selecteren.
zie bladzijde 38 voor details over
geluidsveldprogramma’s.
Geselecteerde geluidsveldprogrammacategorie
y
U kunt de display-instellingen configureren met “VIDEO
MENU” (bladzijde 72) en “DISPLAY SET”
(bladzijde 75).
2
Movie
Sci-Fi
Verdraai C INPUT (of druk op een van de
ingangskeuzetoetsen (3))
De naam van de geselecteerde ingangsbron verschijnt
een paar seconden.
Beschikbare signaalbronnen
USB
DOCK
V-AUX
VCR
DVR
CBL/SAT
DVD
BD/HD DVD
MD/CD-R
TV
CD PHONO MULTI CH
TUNER
DVD
Geselecteerde ingangsbron
34 Nl
Geselecteerde geluidsveldprogramma
y
Om van op de display van het voorpaneel weergegeven
informatie (huidige ingangsbron, huidig
geluidsveldprogramma, etc) te wisselen, druk
herhaaldelijk op LINFO (of stel de schakelaar voor de
bedieningsfunctie in op EAMP en druk op BINFO).
Weergave
Selecteren van audio-ingangsaansluitingen
(AUDIO SELECT)
Selecteren van de mulitikanaal
ingangscomponent
Gebruik deze functie (selecteren van audio
ingangsaansluitingen) om over te schakelen naar een
andere ingangsaansluiting dan de toegewezen aansluiting
wanneer er meerdere aansluitingen beschikbaar zijn voor
de signaalbron in kwestie.
Hiermee selecteert u de met de MULTI CH INPUT
aansluitingen verbonden signaalbron (bladzijde 22).
1
Verdraai C INPUT (of druk op één van de
ingangskeuzetoetsen op de (3)) om de
gewenste signaalbron te selecteren.
Verdraai C INPUT op het voorpaneel en
selecteer MULTI CH (of druk op 3 MULTI).
y
U kunt de multikanaal ingangsinstellingen configureren met
“MULTI CH” (bladzijde 73).
Opmerking
2
Beschikbare signaalbronnen
USB
DOCK
V-AUX
VCR
DVR
CBL/SAT
DVD
BD/HD DVD
A.SEL:
MD/CD-R
TV
CD PHONO MULTI CH
TUNER
Geluidsveldprogramma's kunnen niet geselecteerd worden
wanneer “MULTI CH” geselecteerd is als de ingangsbron.
Gebruiken van een hoofdtelefoon
U kunt een hoofdtelefoon met een analoge
stereostekker aansluiten op de PHONES
aansluiting op het voorpaneel.
BASISBEDIENING
Druk herhaaldelijk op DAUDIO SELECT (of
stel de bedieningsfunctie in op EAMP en druk
vervolgens op N AUDIO SEL) om de gewenste
instelling voor de selectiefunctie voor de audioingangsaansluitingen te selecteren.
AUTO
PURE DIRECT
Geselecteerde instelling selectiefunctie
audio-ingangsaansluitingen
VOLUME
AUDIO
SELECT
TONE
CONTROL
ENTER
PRESET/TUNING
MEMORY
SEARCH
MODE
STEREO/
MONO
BAND
INFO
INPUT
ZONE ON/OFF
STRAIGHT
AUTO
HDMI
MAIN ZONE
Ingangssignalen worden automatisch
geselecteerd in deze volgorde:
(1) HDMI
(2) Digitale signalen
(3) Analoge signalen
ZONE CONTROLS
MULTI ZONE
EFFECT
YPAO
ON/OFF
PROGRAM
OPTIMIZER
MIC
SILENT CINEMA
PHONES
S VIDEO
VIDEO
ZONE 2
ZONE 3
L
R
AUDIO
VIDEO AUX
OPTICAL
USB
ON
OFF
MASTER
Er zullen alleen HDMI signalen worden geselecteerd.
Als er geen HDMI signalen binnenkomen, zal er geen
geluid worden weergegeven.
COAX/OPT Ingangssignalen worden automatisch
geselecteerd in deze volgorde:
(1) Digitale signalen die binnenkomen via de
COAXIAL aansluiting.
(2) Digitale signalen die binnenkomen via de
OPTICAL aansluiting.
Als er geen signalen binnenkomen, zal er geen
geluid worden weergegeven.
ANALOG
Er zullen alleen analoge signalen worden geselecteerd.
Als er geen analoge signalen binnenkomen, zal er geen
geluid worden weergegeven.
y
U kunt de standaard instelling voor de selectiefunctie voor de
audio-ingangsaansluitingen configureren met “AUDIO
SELECT” (bladzijde 76).
y
Wanneer u een geluidsveldprogramma selecteert, zal de
SILENT CINEMA functie automatisch worden ingeschakeld
(bladzijde 43).
Opmerkingen
• Wanneer u een hoofdtelefoon aansluit, zullen er geen signalen
worden gereproduceerd via de luidspreker-aansluitingen.
• Alle digitale multikanaals audiosignalen worden teruggemengd
naar de linker en rechter hoofdtelefoonkanalen.
• Wanneer “MULTI CH” geselecteerd is als de ingangsbron,
worden alleen de signalen gereproduceerd die binnenkomen via
de MULTI CH INPUT FRONT aansluitingen.
Nederlands
Opmerking
Deze functie is niet beschikbaar als er geen digitale ingangsaansluiting
is toegewezen aan de geselecteerde ingangsbron in “I/O
ASSIGNMENT” (bladzijde 74). “HDMI” is alleen beschikbaar
wanneer er een HDMI ingangsaansluiting is toegewezen.
35 Nl
Weergave
Tijdelijk uitschakelen van de
geluidsweergave
Druk op K MUTE op de afstandsbediening om
de geluidsweergave tijdelijk uit te schakelen.
Druk nog eens op K MUTE om de
geluidsweergave te hervatten.
■ Audio informatie
FORMAT
Signaalformattering. Wanneer het toestel geen
digitaal signaal kan detecteren, wordt er
automatisch overgeschakeld naar analoog.
SAMPLING
Het aantal metingen per seconden van een continu
signaal om een digitaal signaal te kunnen maken.
CHANNEL
Aantal bronkanalen in het ingangssignaal (voor/
surround/LFE). Bijvoorbeeld een multikanaals
soundtrack met 3 voorkanalen, 2
surroundkanalen en een LFE kanaal, zal worden
getoond als “3/2/0.1”.
BITRATE
Het aantal bits aan gegevens dat per seconde een
bepaald meetpunt passeert.
DIALOG
Het dialoog normalisatieniveau ingesteld voor
het op dit moment ontvangen bitstroomsignaal.
FLAG
Signalering (vlag) die in de bitstroom of PCM
signalen is meegecodeerd en die dit toestel in
staat stelt automatisch van decoder te wisselen .
y
• De VOLUME niveauindicator knippert wanneer de
dempingsfunctie wordt gebruikt.
• U kunt het dempingsniveau configureren met “MUTING
TYPE” (bladzijde 70).
Weergeven van de
ingangsbroninformatie (SIGNAL
INFO)
U kunt de formattering, de bemonsteringsfrequentie, het
aantal kanalen en eventuele signaleringsgegevens (vlag)
van het huidige ingangssignaal laten zien.
1
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op EAMP en druk vervolgens op HMENU
op de afstandsbediening.
Het bovenste “SET MENU” scherm verschijnt op de
OSD.
SET MENU
;AUTO SETUP
. ;MANUAL SETUP
;SYSTEM MEMORY
;SIGNAL INFO
Opmerkingen
• “–––” verschijnt wanneer dit toestel de bijbehorende informatie
niet kan weergeven.
• Sommige zogenaamde ‘hoge definitie’ audio bitstroomsignalen
bevatten mogelijk niet de aparte linker en rechter surroundachterkanalen, maar zijn wel gecodeerd met een bitsnelheid van
192 kHz.
• Ook als u instellingen maakt om bitstroomsignalen direct te
reproduceren, is het mogelijk dat sommige spelers Dolby TrueHD
of Dolby Digital Plus bitstroomsignalen zullen omzetten naar
Dolby Digital bitstroomsignalen, en DTS-HD Master Audio of
DTS-HD High Resolution Audio in DTS bitstroomsignalen.
■ Video-informatie
HDMI SIGNAL
Het soort videosignalen ontvangen van
de signaalbron en gereproduceerd via de
HDMI OUT aansluiting van dit toestel.
HDMI RES.
Resolutie van het ingangssignaal
(analoog of HDMI) en het
uitgangssignaal (HDMI).
ANALOG RES.
De resolutie van de videosignalen
ontvangen van de signaalbron en de
analoge videosignalen die worden
gereproduceerd via de COMPONENT
MONITOR OUT aansluitingen van dit
toestel.
HDMI ERROR
(HDMI MESSAGE)
Foutmelding voor HDMI bronnen of
aangesloten HDMI apparatuur.
2
3
4
p
[
[]/[]: Up/Down
[ENTER]: Enter
Druk herhaaldelijk op 8 n om “SIGNAL
INFO” te selecteren en druk dan op
8ENTER.
Druk herhaaldelijk op 8l / h om heen en
weer te gaan tussen de audio- en videoinformatie.
Druk nogmaals op HMENU op de
afstandsbediening om “SET MENU” af te
sluiten.
36 Nl
HDMI foutmelding
Device Over
Er zijn teveel HDMI componenten
aangesloten.
HDCP Error
HDCP verificatie mislukt.
Out of Res.
Buiten de resolutie Het aangesloten
beeldscherm is niet compatibel met de
resolutie van het ingangsvideosignaal.
Weergave
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de
afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
E AMP zetten.
Gebruiken van de slaaptimer
Met deze functie kunt de hoofdzone zichzelf uit (standby)
laten schakelen na een door u bepaalde tijd. Deze
slaaptimer is bijvoorbeeld handig wanneer u gaat slapen
terwijl uw installatie nog aan het spelen of opnemen is. De
slaaptimer schakelt ook automatisch de op de AC
OUTLET(S) netstroomaansluitingen aangesloten externe
apparatuur uit (bladzijde 24).
120min.
OFF
BASISBEDIENING
Druk herhaaldelijk op BSLEEP op de
afstandsbediening om de tijdsperiode in te
stellen.
De slaaptimerinstelling wordt gewijzigd zoals hieronder
weergegeven.
90min.
30min.
60min.
De SLEEP indicator zal oplichten op het display op het
voorpaneel en het display keert terug naar het
geselecteerde geluidsveldprogramma.
Annuleren van de slaaptimer
Druk herhaaldelijk op BSLEEP op de afstandsbediening
om “SLEEP OFF” te selecteren.
y
Als u de hoofdzone op de standby-stand instelt, wordt de
slaaptimer automatisch geannuleerd.
Nederlands
37 Nl
Geluidsveldprogramma’s
Dit toestel is uitgerust met diverse zeer precieze digitale decoders waarmee u kunt profiteren van multikanaals weergave
van vrijwel elke stereo of multikanaals geluidsbron. Dit toestel is tevens voorzien van een Yamaha digitale
geluidsveldprogramma (DSP) processor met een aantal geluidsveldprogramma’s waarmee u uw luister-ervaring een extra
dimensie kunt geven.
y
De Yamaha CINEMA DSP geluidsveldprogramma's zijn compatibel met alle Dolby Digital, DTS, Dolby Surround, Dolby TrueHD en
DTS-HD Master Audio bronnen.
Selecteren van geluidsveldprogramma’s
Verdraai N PROGRAM (of zet de schakelaar voor
de bedieningsfunctie op EAMP en druk
vervolgens herhaaldelijk op één van de
geluidsveldtoetsen (P)).
De naam van het geselecteerde geluidsveldprogramma
verschijnt op het display van het voorpaneel en op de
OSD.
y
• U kunt het gewenste geluidsveldprogramma selecteren en de
parameters instellen via het OSD menu (bladzijde 59).
• Beschikbare geluidsveldparameters en het gecreëerde
geluidsveld verschillen afhankelijk van de ingangsbronnen en
de instellingen van dit toestel.
38 Nl
Opmerkingen
• Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het toestel
automatisch het laatst met die signaalbron gebruikte
geluidsveldprogramma instellen.
• Geluidsveldprogramma’s kunnen niet worden geselecteerd
wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH
INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron
(bladzijde 35) of wanneer dit toestel in de Pure Direct stand
staat (bladzijde 45).
• Wanneer u DTS 96/24 materiaal weergeeft zonder
geluidsveldprogramma, zal dit toestel het geselecteerde
programma toepassen zonder de DTS 96/24 decoder in werking
te stellen.
• Signalen met een hogere bemonsteringsfrequentie dan 48 kHz
zullen worden teruggebracht tot 48 kHz of lager, waarna er
geluidsveldprogramma’s op kunnen worden toegepast.
Geluidsveldprogramma’s
Beschrijvingen van de karakteristieken van de geluidsveldprogramma's
De volgende indexen geven de karakteristieken en trends aan van elk geluidsveldprogramma.
Opmerking
De karakteristieken van de geluidsveldprogramma's kunnen verschillen afhankelijk van de instellingen van de luisterruimte, etc.
Grootte van de geluidsveldruimte (Grootte)
Klein
Groot
Geluidsveldatmosfeer (Atmosfeer)
Eenvoudig
Complex
Geeft de grootte van het te genereren geluidsveld aan. Als
de waarde voor dit item klein is, is het geluid gelijk aan dat
van een kleine ruimte, terwijl als de waarde groot is, is het
geluid gelijk aan dat van een enorme ruimte.
Voor-/achter-balans (V/A balans)
Voorzijde
Achterzijde
Een CINEMA DSP geluidsveldverwerking die uitdrukt of
het effect sterker naar de voorzijde of naar de achterzijde
is. Wanneer het effect sterker is naar de voorzijde, heeft de
luisteraar een gevoel van openheid en diepte naar het
scherm toe, terwijl als het effect sterker naar de achterzijde
is, krijgt de luisteraar een gevoel van omhulling en
beweging. Maakt in wezen alle typen inhoud geschikt voor
programma's met een goede voor-/achter-balans, en het
werkt wanneer het op de juiste wijze ingesteld wordt voor
programma's waarbij de balans meer naar de voorzijde of
naar de achterzijde is.
Het te genereren geluidsveld wordt beoordeeld in
overeenstemming met of het dichterbij het ene of het
andere is van de volgende;
Kalm: Een algemeen sereen, bescheiden effect, de totale
kwaliteit van de atmosfeer benadrukkend zonder te mikken
op extreme effecten. Dit is relatief goed geschikt voor
bijna alle typen inhoud, maar biedt weinig spektakel of
kracht.
Krachtig: Ontworpen met specifieke typen inhoud in
gedachten (enorme ruimten, koortsachtige opwinding, etc.
tot uitdrukking brengend). Dit werkt extreem goed voor de
juiste inhoud, maar het is slechts geschikt voor een
kleinere verscheidenheid aan inhoudstypen.
BASISBEDIENING
Het te genereren geluidsveld wordt beoordeeld in
overeenstemming met of het dichterbij het ene of het
andere is van de volgende;
Eenvoudig: Geluiden die op eenvoudige wijze wegvagen,
met een lichte, milde impressie, afhankelijk van het
programma. Dit is relatief goed geschikt voor bijna alle
Verticale/horizontale balans (V/H balans)
typen inhoud, maar biedt weinig vernuft of kracht.
Complex: Geluiden worden op complexe manieren
Verticaal
Horizontaal
getransformeerd terwijl ze wegvagen, met een rijke,
Geeft de balans van de verticale (hoogte) en horizontale
prachtige impressie, afhankelijk van het programma.
richtingen aan voor het te genereren geluidsveld. Als dit
Dit werkt extreem goed voor de juiste inhoud, maar het is
item meer in de horizontale richting is, is het geluid dat
van een ruimte met sterke weerkaatsingen van de muren, slechts geschikt voor een kleinere verscheidenheid aan
terwijl als het meer in de verticale richting is, is het geluid inhoudstypen.
dat van een ruimte met sterke weerkaatsingen van het
plafond.
Kalm
Krachtig
■ Voor muziekmateriaal
y
Voor muziekmateriaal kunnen we eveneens de Pure Direct weergavefunctie aanbevelen (bladzijde 45), de “STRAIGHT” functie
(bladzijde 44), of de surround decoderfunctie (bladzijde 58).
CLASSICAL
1
CLASSICAL
Hall in Munich
Grootte
Klein
Groot
V/H balans
Verticaal
Horizontaal
Atmosfeer
Eenvoudi
Complex
39 Nl
Nederlands
Dit geluidsveld simuleert een concertzaal met ongeveer 2500
zitplaatsen in München, met een stijlvol houten interieur, zoals
normaal is in Europese concertzalen. Verfijnde, mooie natrillingen
verspreiden zich door de ruimte en creëren een kalme sfeer. U
bevindt zich virtueel in het midden links in de zaal.
Geluidsveldprogramma’s
Hall in Vienna
Grootte
Dit is een traditionele middelgrote, doosvormige concertzaal met
ongeveer 1700 zitplaatsen in Wenen. De zuilen en ingewikkelde
versieringen zorgen voor zeer complexe reflecties die voor het
publiek van alle kanten lijken te komen en voor een volle en rijke
geluidsweergave zorgen.
Hall in Amsterdam
Deze grote, doosvormige zaal biedt ongeveer 2200 zitplaatsen
rond een cirkelvormig podium. De weerkaatsingen zijn rijk en het
oor welgevallig, terwijl het geluid vrije doorgang vindt.
Klein
V/H balans
Verticaal
Atmosfeer
Eenvoudig
Grootte
Klein
V/H balans
Verticaal
Atmosfeer
Eenvoudig
Groot
Horizontaal
Complex
Groot
Horizontaal
Complex
Church in Freiburg
Deze grootse stenen kerk bevindt zich in Zuid-Duitsland en heeft
een torenspits van 120 meter hoog. De lange, smalle vorm en het
hoge plafond leveren een lange natriltijd op en een beperkte tijd
voor de eerste weerkaatsingen. Op deze manier zorgen de rijke
natrillingen, meer dan het oorspronkelijke geluid zelf, voor de
atmosfeer in de kerk.
Chamber
Dit programma recreëert een relatief brede ruimte met een hoog
plafond, zoals een audiëntiezaal in een paleis. Dit levert plezierige
natrillingen op die hof- en kamermuziek ten goede komen.
LIVE/CLUB
2
Grootte
Klein
V/H balans
Verticaal
Atmosfeer
Eenvoudig
Grootte
Klein
V/H balans
Verticaal
Atmosfeer
Eenvoudig
Groot
Horizontaal
Complex
Groot
Horizontaal
Complex
LIVE/CLUB
Village Vanguard
Deze jazzclub is te vinden op 7th Avenue, New York. Het is een
kleine club met een laag plafond dat ervoor zorgt dat de sterke
weerkaatsing uitstraalt van het podium in de hoek.
Warehouse Loft
Dit pakhuis lijkt op sommige zolders in Soho. Het geluid wordt
met een hoge energie-inhoud weerkaatst door de betonnen
wanden.
Cellar Club
Dit programma simuleert een ‘live house’ met een laag plafond en
een huiselijke atmosfeer. Een realistisch en levendig geluidsveld
met een krachtige weergave alsof de luisteraar zich op de eerste rij
voor een klein podium bevindt.
The Roxy Theatre
Dit is het geluidsveld van een rock live house in Los Angeles, met
ongeveer 460 plaatsen. U bevindt zich virtueel in het midden links
in de zaal.
The Bottom Line
Dit is het geluidsveld vlak voor het podium in The Bottom Line,
ooit een befaamde New Yorkse jazzclub. Er is plaats voor 300
mensen links en rechts en het geluidsveld biedt een realistische en
levendige weergave.
40 Nl
Grootte
Klein
V/H balans
Verticaal
Atmosfeer
Eenvoudig
Grootte
Klein
V/H balans
Verticaal
Atmosfeer
Eenvoudig
Grootte
Klein
V/H balans
Verticaal
Atmosfeer
Eenvoudig
Grootte
Klein
V/H balans
Verticaal
Atmosfeer
Eenvoudig
Grootte
Klein
V/H balans
Verticaal
Atmosfeer
Eenvoudig
Groot
Horizontaal
Complex
Groot
Horizontaal
Complex
Groot
Horizontaal
Complex
Groot
Horizontaal
Complex
Groot
Horizontaal
Complex
Geluidsveldprogramma’s
■ Voor divers materiaal
ENTERTAIN
3
ENTERTAIN
Sports
Dit programma stelt de luisteraar in staat met een rijkere beleving
te luisteren naar stereo sportuitzendingen en
amusementsprogramma’s uit de studio. Bij sportuitzendingen
worden de stemmen van de commentatoren duidelijk in het
midden geplaatst, terwijl de atmosfeer van het stadion zich
rondom uitspant zodat de luisteraar het gevoel krijgt alsof hij of zij
zich middenin het stadion bevindt.
Grootte
Klein
Groot
V/H balans
Verticaal
Horizontaal
V/A balans
Voorzijde
Achterzijde
Atmosfeer
Kalm
Krachtig
Klein
Groot
■ Voor game programma's
ENTERTAIN
3
ENTERTAIN
Action Game
Roleplaying Game
Dit geluidsveld is geschikt voor rollenspellen en avonturen. Het
combineert de effecten voor films en het geluidsveldontwerp voor
actiespellen “Action Game” om de diepte en het driedimensionale
gevoel van de spelwereld tijdens het spelen weer te geven, terwijl
er ook zoveel mogelijk recht wordt gedaan aan de filmische
surroundeffecten in het spel.
Grootte
V/H balans
Verticaal
Horizontaal
V/A balans
Voorzijde
Achterzijde
Atmosfeer
Kalm
Krachtig
Grootte
Klein
Groot
V/H balans
Verticaal
Horizontaal
V/A balans
Voorzijde
Achterzijde
Atmosfeer
Kalm
Krachtig
Grootte
Klein
Groot
BASISBEDIENING
Dit geluidsveld is geschikt voor actiespellen zoals racespelletjes en
FPS games. Er wordt gebruik gemaakt van weerkaatsingsgegevens
die het effectbereik per kanaal beperken voor een krachtige
spelomgeving waarin de speler helemaal op kan gaan zonder een
duidelijk gevoel voor richting te verliezen.
■ Voor visuele muziekbronnen
ENTERTAIN
3
ENTERTAIN
Music Video
Dit geluidsveld geeft een beeld van een concertzaal voor live
optredens van pop-, rock- en jazzmuziek. De luisteraar kan zich in
een hippe livetent wanen dankzij het aanwezigheidsgeluidsveld
dat de nadruk legt op de levendigheid van de vocalen en de solo’s
en de beat van de ritmesecties, en dankzij het surroundgeluidsveld
dat zorgt voor de ruimtelijkheid van een grote live zaal.
V/H balans
Verticaal
Horizontaal
V/A balans
Voorzijde
Achterzijde
Atmosfeer
Kalm
Krachtig
Grootte
Klein
Groot
Recital/Opera
V/H balans
Verticaal
Horizontaal
V/A balans
Voorzijde
Achterzijde
Atmosfeer
Kalm
Krachtig
Nederlands
Dit programma houdt de hoeveelheid natrillingen op een optimaal
niveau en benadrukt de diepte en helderheid van de menselijke
stem. “Recital/Opera” reproduceert de speciale natrillingen van de
orkestbak recht voor de luisteraar en geeft bovendien een sterk
gevoel van aanwezigheid voor de artiesten op het podium. Het
surround geluidsveld is relatief gematigd, maar er wordt gebruik
gemaakt van concertzaal-effecten om de inherente schoonheid van
de muziek beter uit te laten komen. Ook na enige uren luisteren
naar opera zal de luisteraar niet vermoeid raken.
41 Nl
Geluidsveldprogramma’s
■ Voor filmmateriaal
y
U kunt de gewenste decoder (bladzijde 58) instellen voor gebruik met de volgende geluidsveldprogramma’s (behalve met “Mono
Movie”).
MOVIE
4
MOVIE
Standard
Dit programma creëert een geluidsveld dat de nadruk legt op het
omhullende surroundgevoel zonder de oorspronkelijke akoestische
positionering van multikanaals audio zoals Dolby Digital en DTS
aan te tasten. Het ontwerp gaat uit van het concept van een “ideale
bioscoop” waarin het publiek wordt omhuld door de natrillingen
van links, rechts en van achteren.
Spectacle
Dit programma reproduceert de overweldigende ervaring van
groots opgezette spektakelfilms. Het voorziet in een breed
geluidsveld dat past bij Cinemascope en andere breedbeeld films,
met een uitstekend dynamisch bereik, van zeer zachte tot
verschrikkelijk harde geluiden.
Sci-Fi
Dit programma geeft een heldere reproductie van de verfijnde
geluidseffecten van de nieuwste science-fiction en special-effects
films. U kunt hierdoor genieten van een cinematografisch gelaagde
virtuele ruimte, waarin de dialogen, de geluidseffecten en
achtergrondmuziek duidelijk gescheiden zijn.
Grootte
Klein
Groot
V/H balans
Verticaal
Horizontaal
V/A balans
Voorzijde
Achterzijde
Atmosfeer
Kalm
Krachtig
Grootte
Klein
Groot
V/H balans
Verticaal
Horizontaal
V/A balans
Voorzijde
Achterzijde
Atmosfeer
Kalm
Krachtig
Grootte
Klein
Groot
V/H balans
Verticaal
Horizontaal
V/A balans
Voorzijde
Achterzijde
Atmosfeer
Kalm
Krachtig
Grootte
Klein
Groot
Adventure
Dit programma is ideaal voor een precieze reproductie van het
geluid bij actie- en avonturenfilms. Het geluidsveld beperkt
natrillingen en geeft de nadruk aan het reproduceren van een zich
ver naar links en naar rechts uitstrekkende geluidsruimte. De
gereproduceerde diepte wordt ook relatief beperkt om de
scheiding tussen de audiokanalen en de helderheid van de
weergave te kunnen waarborgen.
V/H balans
Verticaal
Horizontaal
V/A balans
Voorzijde
Achterzijde
Atmosfeer
Kalm
Krachtig
Klein
Groot
Drama
Dit geluidsveld biedt stabiele natrillingen die geschikt zijn voor
een breed scala aan filmgenres, van serieus drama tot musicals en
komedies. De natrillingen zijn bescheiden, maar bieden een
optimale ruimtelijke gewaarwording, effecttonen en
achtergrondmuziek zachtjes weergevend, maar gesproken tekst
wordt helder weergegeven en in het midden gepositioneerd op een
manier die de luisteraar niet vermoeit, ook niet na vele uren kijken.
Mono Movie
Dit programma is speciaal bedoeld voor de reproductie van mono
videomateriaal, zoals klassieke films, en geeft u het gevoel alsof u
in een oude, gezellige bioscoop zit. Dit programma produceert de
optimale expansie en natrillingen voor de originele
geluidsweergave en creëert een comfortabele ruimte met een
duidelijk bepaalde diepte.
42 Nl
Grootte
V/H balans
Verticaal
Horizontaal
V/A balans
Voorzijde
Achterzijde
Atmosfeer
Kalm
Krachtig
Grootte
Klein
Groot
V/H balans
Verticaal
Horizontaal
V/A balans
Voorzijde
Achterzijde
Atmosfeer
Kalm
Krachtig
Geluidsveldprogramma’s
■ Stereoweergave
STEREO
5
STEREO
2ch Stereo
Gebruik dit programma om multikanaals materiaal terug te
brengen naar 2 kanalen.
7ch Stereo
Gebruik dit programma om geluid weer te laten geven door alle
luidsprekers. Wanneer u multikanaals materiaal weergeeft, zal
dit toestel het bronsignaal terugbrengen tot 2 kanalen en het
geluid vervolgens weergeven via alle luidsprekers. Dit
programma geeft een groter geluidsveld en is ideaal voor
achtergrondmuziek bij feesten en partijen enz.
ENHANCER
6
ENHANCER
Straight Enhancer
Gebruik dit programma om het geluid te verbeteren tot het zo
goed mogelijk de originele diepte en breedte van de 2-kanaals
of multikanaals compressie-artefacten benadert.
7ch Enhancer
Gebruik dit programma voor weergave van compressieartefacten in 7-kanaals stereo.
Virtual CINEMA DSP stelt u in staat te profiteren van de
CINEMA DSP geluidsveldprogramma’s zonder surroundluidsprekers. Dit programma maakt virtuele luidsprekers
om het oorspronkelijke geluidsveld te reproduceren.
Wanneer u “SUR. L/R SP” instelt op “NONE”
(bladzijde 68), wordt Virtual CINEMA DSP automatisch
ingeschakeld telkens als u een CINEMA DSP
geluidsveldprogramma selecteert (bladzijde 38).
Opmerking
Virtual CINEMA DSP wordt in de volgende gevallen niet
ingeschakeld:
– “MULTI CH“ is geselecteerd als de ingangsbron
(bladzijde 35).
– wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting zit.
– het toestel bevindt zich in de “7ch Stereo” stand
(bladzijde 43).
■ Luisteren naar multikanaals bronnen en
geluidsveldprogramma’s met een
hoofdtelefoon (SILENT CINEMA)
SILENT CINEMA stelt u in staat naar multikanaals
materiaal of filmsoundtracks te luisteren met een normale
hoofdtelefoon. SILENT CINEMA wordt automatisch
ingeschakeld wanneer u een hoofdtelefoon in de PHONES
aansluiting doet terwijl u luistert naar de CINEMA DSP
geluidsveldprogramma’s (bladzijde 38). Indien
ingeschakeld, zal de SILENT CINEMA indicator
oplichten op het display van het voorpaneel.
BASISBEDIENING
■ Voor compressie-artefacten
(Compressed Music Enhancer stand)
■ Gebruik van geluidsveldprogramma’s
zonder surround-luidsprekers
(Virtual CINEMA DSP)
Opmerking
■ Surround decoderfunctie
SUR. DECODE
7
SUR. DECODE
Surround Decode
SILENT CINEMA wordt in de volgende gevallen niet
ingeschakeld:
– “MULTI CH is geselecteerd als signaalbron (bladzijde 35).
– het toestel staat in de “2ch Stereo” (bladzijde 43),
“STRAIGHT” (bladzijde 44) of “Pure Direct” (bladzijde 45)
stand.
Gebruik dit programma voor de weergave van bronnen met de
gewenste surround decoders (bladzijde 58).
Nederlands
43 Nl
Geluidsveldprogramma’s
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de
afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
E AMP zetten.
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de
afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
E AMP zetten.
Gebruiken van de CINEMA DSP 3D
stand
Luisteren naar onbewerkte
invoerbronnen
CINEMA DSP 3D stand voor een intensieve en accurate
dieptewerking in het in de luisterruimte gecreëerde
geluidsveld. U kunt de CINEMA DSP 3D stand naar
keuze aan of uit zetten.
Druk herhaaldelijk op O 3D DSP om de CINEMA
DSP 3D stand aan of uit te zetten.
Terwijl dit toestel in de CINEMA DSP 3D stand staat,
licht de 3D indicator op.
Opmerking
CINEMA DSP 3D wordt niet ingeschakeld (“3D:--” zal
verschijnen) in de volgende gevallen:
– de “PRESENCE SP” instelling staat ingesteld op “NONE”
(bladzijde 68).
– er is geen CINEMA DSP geselecteerd.
– wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting zit.
44 Nl
Wanneer het toestel in de “STRAIGHT” stand staat,
worden 2-kanaals stereobronnen alleen weergegeven via
de linker en rechter voor-luidsprekers. Multikanaals
materiaal zal rechtstreeks via de diverse kanalen worden
weergegeven zonder verdere toevoeging van effecten.
Druk op O STRAIGHT (of R STRAIGHT) en
selecteer “STRAIGHT”.
De namen van het soort audiosignaal van de signaalbron
en de actieve decoder zullen verschijnen op het display
van het voorpaneel.
Uitschakelen van de “STRAIGHT” weergavestand
Druk nogmaals op OSTRAIGHT (of RSTRAIGHT) of
selecteer een ander geluidsveldprogramma (bladzijde 38).
Gebruik van audiofuncties
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de
afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
E AMP zetten.
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de
afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
E AMP zetten.
Luisteren naar pure hi-fi weergave
Instellen luidsprekerniveau
Gebruik de Pure Direct functie om te luisteren naar de
pure, onveranderde weergave van de geselecteerde bron.
Wanneer de Pure Direct functie is ingeschakeld, geeft dit
toestel de geselecteerde signaalbron weer met zo min
mogelijk tussenliggende schakelingen.
Opmerking
Deze handeling overschrijft de niveau-instellingen die zijn
gemaakt in “AUTO SETUP” (bladzijde 29) en “LEVEL”
(bladzijde 68).
1
Opmerkingen
• De volgende handelingen zijn niet mogelijk wanneer dit toestel
in de Pure Direct stand staat:
– omschakelen van het geluidsveldprogramma
– aanpassen van de “SET MENU” parameters
– bedienen van videofuncties (video-conversie enz.)
• De Pure Direct functie wordt automatisch geannuleerd wanneer
dit toestel uit wordt gezet.
Display
y
Om dit toestel videosignalen te laten reproduceren tijdens de Pure
Direct stand, configureer de “PURE DIRECT” instelling (bladzijde 72).
Toonregeling
Hiermee kunt u de balans tussen de lage en hoge tonen
regelen voor de L/R voorkanalen, het middenkanaal en het
subwooferkanaal.
1
2
Druk herhaaldelijk op E TONE CONTROL
op het voorpaneel om de weergave van de
hoge tonen (TREBLE) of de weergave van de
lage tonen (BASS) te regelen.
Verdraai N PROGRAM om de weergave van
de hoge tonen (TREBLE) of de weergave van
de lage tonen (BASS) te regelen.
Instelbereik: –6,0 dB t/m +6,0 dB
Druk herhaaldelijk op B LEVEL en
vervolgens op 8k / n om de luidspreker te
selecteren die u wilt aanpassen.
BASISBEDIENING
Druk op MPURE DIRECT (of M PURE DIRECT)
om de Pure Direct stand aan of uit te zetten.
De M PURE DIRECT toets op het voorpaneel zal oplichten
en het display van het voorpaneel zal automatisch uit gaan
wanneer dit toestel in de Pure Direct stand staat.
U kunt het uitgangsniveau van de luidsprekers instellen
terwijl u naar muziek aan het luisteren bent. Dit is ook
mogelijk wanneer u een signaal dat via de MULTI CH
INPUT aansluitingen binnenkomt afspeelt.
Ingestelde luidspreker
FRONT L
Linker voor-luidspreker
CENTER
Midden-luidspreker
FRONT R
Rechter voor-luidspreker
SUR.R
Rechter surround-luidspreker
SB R
Rechter surround achter-luidspreker
SB L
Linker surround achter-luidspreker
SUR.L
Linker surround-luidspreker
SWFR
Subwoofer
PRNS L
Linker aanwezigheidsluidspreker
PRNS R
Rechter aanwezigheidsluidspreker
y
Welke luidsprekerkanalen er beschikbaar zijn hangt af van
de luidsprekerinstellingen.
2
Druk op 8l / h op de afstandsbediening
om het uitgangsniveau (volume) van de
luidsprekers te regelen.
Instelbereik: –10,0 dB t/m +10,0 dB
Opmerkingen
Nederlands
• Als u de hoge of lage tonen teveel versterkt of verzwakt, is het
mogelijk dat de toonkleur van de surround-luidsprekers niet
meer overeenkomt met die van de L/R voor-luidsprekers,
midden-luidspreker en de subwoofer.
• TONE CONTROL werkt niet wanneer de Pure Direct stand
ingeschakeld is, of wanneer “MULTI CH” geselecteerd staat als de
ingangsbron.
45 Nl
FM/AM afstemming
Overzicht
Opmerking
Als het signaal van de zender die u wilt selecteren zwak is,
zoek de zender dan manueel op of voer de frequentie
rechtstreeks in (bladzijde 46).
U kunt gebruik maken van twee afstemfuncties om op de
gewenste FM/AM zender af te stemmen:
Frequentie-afstemfunctie
U kunt de frequentie van de gewenste FM/AM zender
automatisch of manueel opzoeken of specificeren (zie
“FM/AM afstemming” op deze pagina).
y
• Wanneer dit toestel staat afgestemd op een zender, licht de
TUNED indicator op.
• Om van op de display van het voorpaneel weergegeven
informatie (huidige ingangsbron, huidig
geluidsveldprogramma, etc) te wisselen, druk
herhaaldelijk op LINFO (of stel de schakelaar voor de
bedieningsfunctie in op EAMP en druk op BINFO).
• Om te wisselen tussen stereo of monaurale FM ontvangst,
druk op JSTEREO/MONO (of NAUDIO).
Automatische afstemfunctie
U kunt de gewenste FM/AM zender van tevoren instellen
en de zender vervolgens oproepen door de
voorkeuzegroep en het
voorkeuzenummer te specificeren (zie “Oproepen van een
voorkeuzezender” over bladzijde 48).
■ Directe frequentie-afstemming
Opmerking
Gebruik deze functie om rechtstreeks op de gewenste
zender af te stemmen door de frequentie in te voeren.
Stel de aangesloten FM en AM antennes zo op dat u de beste
ontvangst verkrijgt.
1
Volg stap 1 en 2 in “FM/AM afstemming”
(bladzijde 46) om de gewenste
ontvangstband te selecteren.
2
Voer de frequentie in van de gewenste zender
door op de numerieke toetsen te drukken
(A).
Voorbeeld: Afstemmen op 103,70 MHz
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de
afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
ESOURCE zetten en dan op 3TUNER drukken.
FM/AM afstemming
1
Druk op KBAND (of 7BAND) om de
gewenste ontvangstband te selecteren.
1
2
Als de PRESET indicator op het voorpaneel
oplicht, druk op ISEARCH MODE (of
HSRCH MODE) om deze uit te schakelen.
FM 88.90MHz
PRESET wordt uitgeschakeld
3
Om de zender automatisch op te zoeken,
houd GPRESET/TUNING/CH l / h
ongeveer 2 seconden ingedrukt (of druk op
8PRESET/CH k / n). Om de zender
manueel op te zoeken, druk herhaaldelijk op
GPRESET/TUNING/CH l / h.
• Om op een hogere frequentie af te stemmen, druk
op Gh (of op 8k).
• Om op een lagere frequentie af te stemmen, druk
op Gl (of op 8n).
46 Nl
0
3
7
y
Als de ingevoerde frequentie buiten het bereik van de FM/AM
afstemming valt, verschijnt er “WRONG STATION!” op de
display van het voorpaneel.
FM/AM afstemming
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de
afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
ESOURCE zetten en dan op 3TUNER drukken.
■ Manuele instelling van voorkeuzezenders
Gebruik deze functie om de FM of AM zenders op te slaan.
1
Stem af op een zender.
Zie bladzijde 46 voor aanwijzingen over hoe u moet
afstemmen op een zender.
2
Druk op HMEMORY (of op 9MEMORY).
De PRESET indicatorlampjes lichten op op het
voorpaneel, waarna dit toestel automatisch een leeg
voorkeuzenummer selecteert.
Vooraf instellen van FM/AM
zenders
Gebruik deze functie om maximaal 40 FM/AM zenders op
te slaan (A1 t/m E8: 8 voorkeuzezenders in 5
voorkeuzegroepen). Stel de gewenste zenders van tevoren
in op dit toestel met behulp van de automatische of
manuele instelling van voorkeuzezenders
Licht op
■ Automatische instelling van
voorkeuzezenders
PRESET
U kunt gebruik maken van de automatische afstemfunctie
voor voorkeuzezenders om tot maximaal 40 FM zenders
met sterke signalen op volgorde op te slaan.
y
• Om de geselecteerde zender automatisch onder een leeg
voorkeuzenummer op te slaan, houd HMEMORY (of
9MEMORY) meer dan 2 seconden ingedrukt, in plaats van
stap 2. In dit geval zijn de volgende stappen niet meer nodig.
• Om de manuele instelling van voorkeuzezenders te annuleren,
druk nogmaals op HMEMORY (of op 9MEMORY).
3
Knippert
A1 FM 88.90MHz
AUTO MEMORY
MEMORY
Knippert
Wanneer het automatische afstemmen van
voorkeuzezenders voltooid is, zal de MEMORY
indicator verdwijnen.
Om de voorkeuzegroep en het
voorkeuzenummer te selecteren (A1 t/m E8),
druk herhaaldelijk op GPRESET/TUNING/
CH l / h (of op 8CAT./A-E l / h en
8PRESET/CH k / n).
• Om een hogere voorkeuzegroep en -nummer te
selecteren, druk op Gh (of op 8k).
• Om een lagere voorkeuzegroep en -nummer te
selecteren, druk op Gl (of op 8n).
Voorkeuzegroep en -nummer
y
PRESET
• Om de voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer te bepalen via
welke dit toestel de zenders opslaat, druk herhaaldelijk op
GPRESET/TUNING/CH l / h (of op 8CAT./A-E l / h
en 8PRESET/CH k / n).
• Om de automatische instelling van voorkeuzezenders te
annuleren, druk nogmaals op KBAND (of op 7BAND).
MEMORY C2
FM 88.90MHz
y
• U kunt ook een voorkeuzenummer (1 t/m 8) selecteren
door op de numerieke toetsen te drukken (A).
• Als u een voorkeuzenummer selecteert dat reeds in
gebruik is (“*” zal er verschijnen naast het
voorkeuzenummer), wordt de huidige voorkeuzezender
overschreven.
Opmerkingen
• Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder een
bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een andere
zender onder dat voorkeuzenummer opslaat.
• Als er niet meer dan 40 (E8) zenders ontvangen kunnen worden,
zal het automatisch voorprogrammeren stoppen nadat alle
beschikbare zenders zijn opgeslagen.
BASISBEDIENING
Houd KBAND (of 7BAND) meer dan 3
seconden ingedrukt.
De MEMORY indicator zal gaan knipperen en
“AUTO MEMORY” zal op de display van het
voorpaneel verschijnen. Na ongeveer 5 seconden zal
het automatisch voorprogrammeren beginnen vanaf
de huidige frequentie naar hogere frequenties.
MEMORY A1
FM 88.90MHz
4
Opmerking
De soort ontvangst (stereo of mono) wordt samen met de
frequentie van de zender opgeslagen.
47 Nl
Nederlands
Druk op FENTER (of 8ENTER).
De voorkeuzezender wordt ingesteld en de PRESET
indicator verdwijnt.
FM/AM afstemming
■ Oproepen van een voorkeuzezender
1
Als de PRESET indicator op het voorpaneel
uitgeschakeld wordt, druk op ISEARCH
MODE (of op HSRCH MODE) om deze in te
schakelen.
PRESET
A
FM 88.90MHz
Licht op
Opmerking
U kunt de automatische afstemfunctie niet gebruiken als er van
tevoren geen voorkeuzezenders zijn ingesteld.
2
Druk herhaaldelijk op GPRESET/TUNING/
CH l / h (of op 8PRESET/CH k / n) om de
gewenste voorkeuzegroep en -nummer te
selecteren (A1 t/m E8).
PRESET
A5 FM 89.50MHz
Voorkeuzegroep en -nummer
y
• Lege voorkeuzenummers worden overgeslagen.
• U kunt een voorkeuzegroep (A t/m E) ook selecteren door te
drukken op 8CAT./A-E l / h en een voorkeuzenummer (1 t/
m 8) door te drukken op de numerieke toetsen (A),
■ Wissen van voorkeuzezenders
U kunt de toewijzingen van voorkeuzezenders wissen.
1
Selecteer de voorkeuzezender die u wilt
wissen.
Zie voor details “Oproepen van een
voorkeuzezender” (bladzijde 48).
2
Houd ISEARCH MODE (of HSRCH
MODE) ingedrukt totdat “CLEAR?” op de
display van het voorpaneel verschijnt.
A1 CLEAR?[ENT]
FM 88.90MHz
48 Nl
3
Druk op FENTER (of op 8ENTER) om de
voorkeuzezender te wissen.
y
Om de handeling te annuleren, druk nogmaals op
ISEARCH MODE (of op HSRCH MODE).
Radio Data Systeem ontvangst (alleen voor modellen uit Europa en Rusland)
Radio Data Systeem is een systeem voor gegevensoverdracht dat door FM zenders in een groot aantal landen worden
gebruikt. Dit toestel kan verschillende Radio Data Systeem gegevens ontvangen, zoals PS (Programma Service), PTY
(Programma Type), RT (Radio Tekst), CT (Klok Tijd) en EON (Enhanced Other Networks - Verbeterde service andere
netwerken) wanneer er wordt afgestemd op Radio Data Systeem zenders.
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de
afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
ESOURCE zetten en dan op 3TUNER drukken.
3
Selecteren van een Radio Data
Systeem programmatype (PTY
SEEK functie)
Programmatype
2
Druk herhaaldelijk op 7BAND en selecteer
“FM” als de radioband.
Druk op 0PTY SEEK MODE om dit toestel
in te stellen op de PTY SEEK functie.
De naam van het geselecteerde programmatype of
“NEWS” zal gaan knipperen op het display op het
voorpaneel.
y
Om de PTY SEEK functie te annuleren, dient u nog eens op
0PTY SEEK MODE op de afstandsbediening te drukken.
4
Beschrijvingen
NEWS
Nieuws
AFFAIRS
Actualiteiten
INFO
Algemene informatie
SPORT
Sports
EDUCATE
Educatief
DRAMA
Drama
CULTURE
Cultuur
SCIENCE
Wetenschap
VARIED
Licht amusement
POP M
Populaire muziek
ROCK M
Rock muziek
M.O.R. M
Middle-of-the-road muziek
(easy-listening)
LIGHT M
Licht klassiek
CLASSICS
Klassiek
OTHER M
Overige muziek
BASISBEDIENING
Gebruik deze functie om het gewenste radioprogramma te
selecteren uit alle voorgeprogrammeerde Radio Data
Systeem zenders door middel van het programmatype.
1
Druk op 8PRESET/CH k / n om het
gewenste programmatype te selecteren.
De naam van het geselecteerde programmatype zal
verschijnen op het display van het voorpaneel.
Druk op 0PTY SEEK START of op
8ENTER op de afstandsbediening om te
zoeken naar alle Radio Data Systeem
voorkeuzezenders.
De PTY HOLD indicator zal oplichten op de display
van het voorpaneel.
y
Om te stoppen met zoeken naar geschikte zenders, druk
nogmaals op 0PTY SEEK START.
Opmerkingen
49 Nl
Nederlands
• Het toestel stopt met zoeken zodra er een zender gevonden
wordt die een programma van het geselecteerde type
uitzendt.
• Als u niet tevreden bent met de gevonden zender, kunt u
nog eens op 0PTY SEEK START drukken om te
zoeken naar een andere zender met een programma van
het gewenste type.
Radio Data Systeem ontvangst (alleen voor modellen uit Europa en Rusland)
Gebruiken van de dataservice voor
verbetering van het gebruik van
andere netwerken (Enhanced
Other Networks; EON)
Deze functie stelt u in staat te profiteren van de EON
(Enhanced Other Networks) gegevensservice van het
Radio Data Systeem netwerk. Wanneer u één van de 4
Radio Data Systeem programmatypes (NEWS, AFFAIRS,
INFO, of SPORT) heeft geselecteerd, zal dit toestel
automatisch een bepaalde tijd lang alle beschikbare
voorkeuzezenders afzoeken die EON gegevens uitzenden
naar een programma van het geselecteerde type. Wanneer
de geplande EON service begint, zal dit toestel
automatisch overschakelen naar de lokale zender die de
EON gegevens uitzendt en vervolgens terugschakelen naar
de nationale zender wanneer de EON gegevens ophouden.
Voordat u de volgende handeling uitvoert, moet u op de
afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
EAMP zetten.
Tonen van Radio Data Systeem
informatie
Gebruik deze functie om de 4 types Radio Data Systeem
informatie weer te laten geven: PS (Programma Service),
PTY (Programma Type), RT (Radio Tekst) en CT (Klok
Tijd).
1
Stem af op de gewenste Radio Data Systeem
zender.
• Wij raden u aan af te stemmen op Radio Data
Systeem zenders met behulp van de automatische
afstemfunctie (bladzijde 47).
• U kunt ook met de PTY SEEK functie afstemmen
op de gewenste Radio Data Systeem zender die van
tevoren is ingesteld (bladzijde 49).
2
Druk herhaaldelijk op LINFO (of op BINFO)
om de gewenste Radio Data Systeem
weergavestand te selecteren.
Opmerkingen
• U kunt deze functie alleen gebruiken wanneer de EON
gegevensservice beschikbaar is.
• De EON indicator zal alleen oplichten op het display op het
voorpaneel wanneer de EON gegevensservice ontvangen wordt
van een Radio Data Systeem zender.
1
2
Stem af op de gewenste Radio Data Systeem
zender.
Controleer of de EON indicator brandt op het
display op het voorpaneel.
Als de EON indicator niet oplicht op het display,
dient u af te stemmen op een ander Radio Data
Systeem programma waarbij de EON indicator wel
gaat branden.
PROG. SERVICE
Programma Service (PS).
PROGRAM TYPE
Programma Type (PTY).
RADIO TEXT
3
Druk op 0EON.
“EON” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
4
Druk herhaaldelijk op 8l / k / h / n om één
van de 4 Radio Data Systeem
programmatypen te selecteren (NEWS,
AFFAIRS, INFO of SPORT).
De naam van het geselecteerde programmatype zal
verschijnen op het display van het voorpaneel.
5
Radio Tekst (RT).
CLOCK TIME
Klok Tijd (CT).
DSP PROG. INFO
Geluidsveldprogramma.
Druk op 8ENTER om het Radio Data
Systeem programmatype in te stellen.
y
• Om het geselecteerde programmatype te annuleren, druk
nogmaals op 0EON.
• Om de EON functie te annuleren, selecteer “EON OFF” in
stap 4.
50 Nl
INPUT INFO
Ingangsbron, kanaalnummer, kanaalnaam
Terug naar “PROG. SERVICE”
Radio Data Systeem ontvangst (alleen voor modellen uit Europa en Rusland)
Opmerkingen
• Als de signalen niet goed genoeg kunnen worden ontvangen, is
het mogelijk dat dit toestel geen gebruik kan maken van de
Radio Data Systeem gegevens. De “RT” functie in het bijzonder
vergt een grote hoeveelheid gegevens en het is daarom mogelijk
dat deze functie niet beschikbaar is zelfs wanneer de andere
Radio Data Systeem functies wel beschikbaar zijn.
• Als het signaal externe storing ondervindt terwijl dit toestel de
Radio Data Systeem gegevens aan het ontvangen is, kan de
ontvangst onverwacht onderbroken worden en kan de melding
“--------” verschijnen op het display op het voorpaneel.
• Wanneer de “RT” functie wordt geselecteerd, kan dit toestel
maximaal 64 alfanumerieke tekens, inclusief het trema, aan
programmagegevens op het display tonen. Tekens die niet
kunnen worden weergegeven worden vervangen door een “_”
(onderstreping).
• Als de ontvangst wordt onderbroken wanneer de “CT” functie is
geselecteerd, zal “CT WAIT” verschijnen op het display op het
voorpaneel.
BASISBEDIENING
Nederlands
51 Nl
Gebruik van een iPod™
Wanneer uw iPod geplaatst is in een Yamaha iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-11) die verbonden is
met de DOCK aansluiting van dit toestel (bladzijde 22), kunt u met de meegeleverde afstandsbediening luisteren naar de
weergave van uw iPod. U kunt de Compressed Music Enhancer functie van dit toestel gebruiken om de geluidskwaliteit
van gecomprimeerde digitale audiobestanden (zoals MP3) op uw iPod te verbeteren (bladzijde 43).
Opmerkingen
• Dit toestel ondersteunt iPod touch, iPod (Click Wheel, inclusief iPod classic), iPod nano en iPod mini.
• Afhankelijk van het model of de softwareversie van uw iPod is het mogelijk dat sommige functies daarmee niet compatibel zijn.
• Sommige functies zijn mogelijk niet compatibel, afhankelijk van het model van uw Yamaha iPod universeel dock. De volgende
beschrijving is gebaseerd op het gebruik van YDS-11.
y
• Zodra de verbinding tussen uw iPod en dit toestel gereed is, verschijnt er “iPod connected” op de display van het voorpaneel.
• Voor details over op de display van het voorpaneel en op de OSD weergegeven statusmeldingen, zie “iPod” (bladzijde 101).
• U kunt selecteren of dit toestel de batterij van de aangesloten iPod oplaadt of niet wanneer dit toestel in de standby-stand staat, door de
“STANDBY CHARGE” instelling te configureren (bladzijde 74).
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de
afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
E SOURCE zetten en dan op 3DOCK drukken.
iPod™ bediening
U kunt uw iPod bedienen wanneer “DOCK” geselecteerd
is als de ingangsbron. U kunt uw iPod bedienen via de
OSD van dit toestel (menu browsen-stand) of zonder dit
hulpmiddel (eenvoudige afstandsbedieningsstand).
■ Afstandsbediening
Toets
8 ENTER
Functie
Volgende menu
k
Menu op
n
Menu neer
l
Vorige menu
h
Volgende menu
0 ll
Terug zoeken (ingedrukt houden)
hh
Vooruit zoeken (ingedrukt houden)
a
Vooruit springen
b
Terug springen
s
Stop
e
Pauze (menu browsen-stand)
Weergave/pauze (eenvoudige
afstandsbedieningsstand)
p
Weergave (menu browsen-stand)
Weergave/pauze (eenvoudige
afstandsbedieningsstand)
J DISPLAY
■ Bedienen van een iPod in de eenvoudige
afstandsbedieningsstand
U kunt de basisfuncties van uw iPod (weergave, stoppen,
overslaan, enz.) uitvoeren met de meegeleverde
afstandsbediening zonder gebruik te maken de OSD van
dit toestel.
y
U kunt de bediening ook uitvoeren met de bedieningsknoppen
op uw iPod.
■ Bedienen van een iPod in de menu
browsen-stand
U kunt de geavanceerde functies van uw iPod uitvoeren
met de meegeleverde afstandsbediening met behulp van de
OSD van dit toestel.
U kunt via de OSD ook door de muziekstukken en video's
op uw iPod browsen.
U kunt bovendien instellingen voor uw iPod aanpassen
aan uw persoonlijke voorkeuren.
y
U kunt display-instellingen configureren met “DISPLAY SET”
(bladzijde 75).
Opmerkingen
• U kunt de bediening niet uitvoeren met de bedieningsknoppen
op uw iPod.
• Sommige tekens kunnen niet worden weergegeven op het
display van het voorpaneel of op de OSD van dit toestel.
Dergelijke tekens worden vervangen door onderstrepingen “_”.
1
Druk op J DISPLAY op de afstandsbediening.
Het volgende scherm verschijnt op de OSD.
Display
iPod
Music
Videos
Settings
52 Nl
Top
>
>
>
Gebruik van een iPod™
2
Druk op 8k / n om “Music”, “ Videos” of
“Settings” te selecteren en druk vervolgens
op 8h.
• Om door de op uw iPod opgeslagen muziekinhoud
te browsen, selecteer “Music”.
• Om door de op uw iPod opgeslagen videoinhoud te
browsen, selecteer “Videos”.
• Om de weergaveinstelligen van uw iPod te
wijzigen, selecteer “Settings”.
Opmerking
“Videos” verschijnt niet, tenzij zowel uw iPod als Yamaha
iPod universeel dock de video browsen-functie
ondersteunen.
3
Items onder “Music”
Playlists (afspeellijsten), Artists (artiesten), Albums
(albums), Songs (muziekstukken), Genres (genres),
Composers (compositeurs)
• Playlists > Songs
• Artists > Albums > Songs
• Albums > Songs
• Songs
• Genres > Artists > Albums > Songs
• Composers > Albums > Songs
Repeat Repeat
Met deze functie kunt u dit toestel een muziekstuk of een
reeks muziekstukken laten herhalen.
Keuzes: Off, One, All
• Selecteer “Off ” om deze functie uit te schakelen.
• Selecteer “One” om dit toestel één muziekstuk te laten
herhalen.
• Selecteer “All” om dit toestel een reeks muziekstukken
te laten herhalen.
y
• Om heen en weer te gaan tussen de instellingen, druk
herhaaldelijk op 8ENTER.
• Terwijl de willekeurige weergave bezig is, verschijnt “
” op
de OSD.
• Terwijl de functie voor herhaalde weergave ingesteld staat op
“One” of “All”, verschijnt “ ” of “ ” op de OSD.
1
BASISBEDIENING
Druk op 8 k / n / l / h op de
afstandsbediening om door het iPod menu te
navigeren en druk vervolgens op 8ENTER
om de weergave van het geselecteerde item
te starten.
Shuffle Shuffle
Met deze functie kunt u dit toestel muziekstukken of
albums in willekeurige volgorde laten weergeven.
Keuzes: Off, Songs, Albums
• Selecteer “Off ” om deze functie uit te schakelen.
• Selecteer “Songs” om dit toestel muziekstukken in
willekeurige volgorde te laten weergeven.
• Selecteer “Albums” om dit toestel albums in
willekeurige volgorde te laten weergeven.
All
■ Functie van de weergaveinformatie
display
[7]
[8]
iPod[Play]
1/9
FrankieZipper
Made-to-order
RoadtoIndia
|||||;;;;;;;;;;;;;;;
0:51-7:44
All
[1]
[2]
[3]
[4]
Items onder “Videos”
Maximale op uw iPod opgeslagen videoinhoud
Items onder “Settings”
Shuffle, Repeat
[5]
[6]
[9]
[1] Fragmentnummer/totaal aantal fragmenten
[2] Naam van de artiest
[3] Titel van het album
[4] Titel van het muziekstuk
[5] Voortgangsbalk
[6] Verstreken tijd
[7] Pictogrammen willekeurige en herhaalde
weergave
of
(weergave),
(pauze),
(terug zoeken)
(vooruit zoeken)
[9] Resterende tijd
53 Nl
Nederlands
[8]
Gebruik van Bluetooth™ componenten
U kunt een Yamaha Bluetooth ontvanger (zoals een apart verkrijgbare YBA-10) verbinden met de DOCK aansluiting van
dit toestel en luisteren naar de op uw Bluetooth component (zoals een draagbare muziekspeler) opgeslagen
muziekinhoud, zonder bedrading tussen dit toestel en de Bluetooth component. U dient alleen van tevoren het “paren” uit
te voeren van de aangesloten Bluetooth draadloze audio-ontvanger met uw Bluetooth component.
Opmerking
Dit toestel ondersteunt A2DP (Advanced Audio Distribution Profile) Bluetooth profiel.
Paren van de Bluetooth™ ontvanger
en uw Bluetooth component
Er dient een paring uitgevoerd te worden bij het gebruik
van een Bluetooth component met de Bluetooth
ontvanger, als de laatste voor de eerste keer op dit toestel
wordt aangesloten, of als de paringsgegevens verwijderd
zijn. “Paring” refereert naar de handeling van het
registreren van een Bluetooth component ten behoeve van
Bluetooth verbinding.
3
Om het paren te annuleren, druk nogmaals op FENTER
(of op 8ENTER).
4
Controleer of de Bluetooth component de
Bluetooth ontvanger detecteert.
Als de Bluetooth component de Bluetooth ontvanger
detecteert, verschijnt “YBA-10 YAMAHA”
(voorbeeld) in de Bluetooth apparatenlijst.
5
Selecteer de Bluetooth ontvanger in de
Bluetooth apparatenlijst en voer vervolgens
het wachtwoord “0000” in op de Bluetooth
component.
Wanneer het paren gelukt is, verschijnt er “BT
connected” op de display van het voorpaneel.
y
• U hebt de paringshandeling alleen de eerste keer nodig wanneer
u gebruik maakt van de Bluetooth component met de Bluetooth
ontvanger.
• Het paren vereist handelingen op dit toestel and op de andere
component waarmee Bluetooth verbinding dient te worden
gemaakt. Zie de bedieningsaanwijzingen van de andere
component als dat nodig is.
Er zijn twee paringsmethoden: paren door middel van
“START PAIRING” in “SET MENU” en snelparing.
■ Paring met behulp van “SET MENU”
Gebruik deze functie om paring via de OSD uit te voeren.
Zie “START PAIRING” (bladzijde 74) voor details.
■ Snelparing
Er is een tijdslimiet van 8 minuten gesteld voor de
paringsbewerking om de veiligheid te garanderen. Het wordt
aanbevolen dat u alle instructies leest en volledig begrijpt
voordat u begint.
1
2
Verdraai CINPUT (of stel de schakelaar
voor de bedieningsfunctie in op ESOURCE
en druk vervolgens op 3DOCK) om “DOCK”
als de ingangsbron te selecteren.
Zet uw Bluetooth component aan en stel de
Bluetooth component vervolgens in op de
paringsstand.
Zie de bijbehorende handleiding voor details over het
bedienen van de Bluetooth component.
54 Nl
Houd FENTER (of 8ENTER) ingedrukt
totdat “Searching” op de display van het
voorpaneel verschijnt.
Terwijl de Bluetooth ontvanger in de paringsstand
staat, knippert de DOCK indicator op de display van
het voorpaneel.
y
Opmerking
De Yamaha Bluetooth ontvanger kan gepaard worden aan tot
maximaal acht Bluetooth components. Als het paren met een
negende component lukt en de paringsgegevens zijn
geregistreerd, zijn de paringsgegevens voor de minst onlangs
gebruikte component gewist.
Weergave van de Bluetooth™ component
1
Verdraai CINPUT (of stel de schakelaar
voor de bedieningsfunctie in op ESOURCE
en druk vervolgens op 3DOCK) om “DOCK”
als de ingangsbron te selecteren.
2
Begin met de weergave van uw Bluetooth
component.
Wanneer de aangesloten Bluetooth ontvanger de
Bluetooth component detecteert, verschijnt er “BT
connected” op de display van het voorpaneel.
y
• Wanneer u op 8ENTER op de afstandsbediening drukt, zoekt
de aangesloten Bluetooth ontvanger de laatst verbonden
Bluetooth component en verbindt zich daarmee. Als de
Bluetooth ontvanger de Bluetooth component niet kan vinden,
verschijnt er “Not found” op de display van het voorpaneel.
• Om de verbinding tussen de Bluetooth ontvanger en de
Bluetooth component te verbreken, druk op 8ENTER.
Gebruik van USB-functies
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de
afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
E SOURCE zetten en dan op 3 USB drukken.
Druk op J DISPLAY op de
afstandsbediening.
Het volgende scherm verschijnt op de OSD.
2
Gebruik deze functie om te kunnen luisteren naar WAV
(alleen PCM formaat), MP3 en WMA bestanden op USB
geheugenapparatuur of draagbare USB audiospelers die
zijn aangesloten op de USB poort op het voorpaneel van
dit toestel.
TOP MENU
USB BROWSE
PLAY STYLE
Opmerkingen
1
1 / 2
3
Druk op 8 k / n om “USB BROWSE” te
selecteren en druk vervolgens op 8 h.
4
Druk op 8k / n / l / h om door het USB
menu te navigeren en druk vervolgens op
8ENTER om het geselecteerde item weer te
laten geven.
• Druk op 8k / n om het gewenste menu te selecteren.
• Druk op 8h om het gewenste menu te openen.
• Druk op 8l om terug te keren naar het vorige
menuniveau.
BASISBEDIENING
• “Please wait” kan verschijnen wanneer de communicatie tijd
kost. Dit duidt niet op een storing aan uw systeem. U zult
gewoon even geduld moeten oefenen.
• Dit toestel biedt ondersteuning voor USB massaopslagapparaten (met uitzondering van USB harde schijfstuurprogramma's) die gebruik maken van FAT 16 of FAT 32.
• Alleen de eerste partitie wordt weergegeven op de OSD. U kunt
geen bestanden selecteren in andere partities.
• Er kunnen maximaal 8 mapniveaus met 500 muziekbestanden
per map worden herkend.
• Het is mogelijk dat sommige apparaten niet naar behoren
functioneren, ook al voldoen ze aan de eisen.
• Het is mogelijk dat sommige WAV, MP3 en WMA bestanden
niet weergegeven kunnen worden of veel ruis of storing
bevatten.
>
>
y
• “>” in de rechter hoek van een menuregel geeft aan dat er
een submenu beschikbaar is op het volgende menuniveau.
• U kunt display-instellingen configureren met “DISPLAY
SET” (bladzijde 75).
Sluit uw USB geheugenapparaat of
draagbare USB audiospeler aan op de USB
poort op het voorpaneel van dit toestel.
INFO
■ Functie van de weergaveinformatie
display
S
[5]
All
USB
[1]
[2]
[3]
[4]
USB geheugenapparaat of
draagbare USB audiospeler
PLAYINFO
FrankieZipper
Made-to-order
RoadtoIndia
0:51
[6]
[1] Naam van de artiest
[2] Titel van het album
[3] Titel van het muziekstuk
[5] Pictogrammen willekeurige en herhaalde
weergave
[6]
(weergave)
55 Nl
Nederlands
[4] Verstreken tijd
Gebruik van USB-functies
■ PLAY STYLE (Weergavestijlen)
U kunt muziekstukken in een willekeurige volgorde laten
weergeven, of een bepaald muziekstukken of een reeks
muziekstukken laten herhalen.
1
Druk op J DISPLAY op de afstandsbediening.
y
Terwijl een muziekstuk weergegeven wordt, verschijnt de
display met de weergaveinformatie. Druk in dat geval
herhaaldelijk op 8l totdat het bovenste USB menu verschijnt.
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de
afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
E SOURCE zetten en dan op 3 USB drukken.
Gebruik van sneltoetsen
Gebruik deze functie om rechtstreeks toegang te verkrijgen
tot de gewenste muziekbronnen (WAV, MP3 en WMA
bestanden op de aangesloten USB opslagapparaten). U kunt 8
muziekbronnen vooraf instellen in de USB opslag.
2
Druk op 8k / n, selecteer “PLAY STYLE” en
druk vervolgens op 8 h.
■ Toewijzen van items aan de numerieke
toetsen (1-8) (A)
3
Druk op 8k / n om een item te selecteren en druk
vervolgens herhaaldelijk op 8ENTER om tussen
de instellingsparameters heen en weer te gaan.
SHUFFLE (Willekeurige weergave)
Met deze functie kunt u dit toestel muziekstukken of
albums in willekeurige volgorde laten weergeven.
• Selecteer “OFF” om de functie voor willekeurige
weergave uit te schakelen.
• Selecteer “ON” om muziekstukken of albums in
willekeurige volgorde af te spelen.
REPEAT (Herhaalde weergave)
Met deze functie kunt u dit toestel een muziekstuk of
een reeks muziekstukken laten herhalen.
• Selecteer “OFF” om de functie voor herhaalde
weergave uit te schakelen.
• Selecteer “ONE” om één muziekstuk te herhalen.
• Selecteer “ALL” om een serie muziekstukken te
herhalen.
1
Selecteer de gewenste inhoud die u wilt toewijzen
aan een numerieke toets (1-8) (A) en laat de
inhoud vervolgens weergegeven worden.
2
Druk op 9 MEMORY.
De PRESET indicatorlampjes lichten op op het
voorpaneel, waarna dit toestel automatisch een leeg
voorkeuzenummer selecteert.
y
• Terwijl de willekeurige weergave bezig is, verschijnt “
” op de OSD.
• Terwijl de functie voor herhaalde weergave ingesteld staat op “One” of
“All”, verschijnt “ ” of “ ” op de OSD.
1
All
■ Afstandsbediening
Toets
8 ENTER
Functie
Volgende menu
k
Menu omhoog
n
Menu omlaag
l
Vorige menu
h
Volgende menu
9 MEMORY
Geheugen
0 a
Vooruit springen
Licht op
PRESET
MEMORY 1
SONG
y
• Om de geselecteerde inhoud automatisch onder een leeg
voorkeuzenummer op te slaan, houd HMEMORY (of
9MEMORY) meer dan 2 seconden ingedrukt, in plaats van
stap 2. In dit geval zijn de volgende stappen niet meer nodig.
• Om het vooraf instellen te annuleren, druk nogmaals op
HMEMORY (of op 9MEMORY).
• Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal het programmeren van het geheugen automatisch
worden geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 2.
3
Druk op een numerieke toets (1-8) (A) die u
wilt toewijzen.
Voorkeuzenummer
PRESET
MEMORY 7
SONG
b
Terug springen
y
s
Stop
p
Weergave
Als u een voorkeuzenummer selecteert dat reeds in gebruik is
(“*” zal er verschijnen naast het voorkeuzenummer), wordt het
huidige voorkeuzenummer overschreven.
A 1–8
Cijfertoetsen (1-8) *1
J DISPLAY
Display
*1 Druk hierop om de voorkeuze-items toe te wijzen of weer op
te roepen (bladzijde 56).
56 Nl
4
Druk op 8ENTER.
De voorkeuze-inhoud wordt ingesteld en de PRESET
indicator verdwijnt.
Gebruik van USB-functies
■ Selecteer een item met de cijfertoetsen
(1-8) (A)
Druk op de cijfertoets (1-8) (A) waaronder
het gewenste item is opgeslagen om dit item
te selecteren voor weergave.
Het toestel begint met de weergave van de bron die
toegewezen is aan de geselecteerde numerieke toets.
Opmerkingen
• “EMPTY” verschijnt op het display op het voorpaneel en
als verkorte melding op het beeldscherm wanneer u op een
numerieke toets (1-8) (A) drukt waaronder geen item is
opgeslagen.
• In de volgende gevallen zal dit toestel niet in staat zijn het
correcte item zoals opgeslagen onder een numerieke toets
(1-8) (A) op te roepen:
– het aangesloten USB apparaat is niet correct.
– de directory (map) van het geselecteerde item is
gewijzigd.
BASISBEDIENING
y
• Dit toestel slaat de relatieve positie van de
voorgeprogrammeerde items op in een map en roept het
correcte item niet op met de numerieke toetsen (1-8) (A)
als u muziekbestanden toevoegt aan of verwijdert uit
dezelfde map als de voorgeprogrammeerde items. In zulke
gevallen zult u het gewenste item opnieuw onder de
numerieke toetsen (1-8) (A) moeten programmeren.
• Wij raden u aan acht mappen aan te maken met de
gewenste items in een andere map dan de map met alle
muziekbestanden en stel vervolgens het eerste item van
elke map vooraf in onder de numerieke toetsen (1-8) (A).
Wanneer u de onder de cijfertoetsen (1-8) (A)
geprogrammeerde items verandert, hoeft u alleen maar de
in de map opgeslagen items te vervangen zonder dat u de
map hoeft te verwijderen.
Nederlands
57 Nl
Geavanceerde geluidsconfiguraties
Selecteren van decoders
■ Selecteren van decoders voor 2-kanaals
bronnen (surround decoderfunctie)
Gebruik deze functie om bepaalde bronnen af te spelen
met geselecteerde decoders. U kunt 2-kanaals materiaal
via meer kanalen laten weergeven.
PLIIx Game
PLII Game
Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) verwerking voor
spelbronnen. De Pro Logic IIx decoder is niet beschikbaar wanneer
“SUR.B L/R SP” (bladzijde 68) ingesteld is op “NONE” of bij
gebruik van een hoofdtelefoon.
Neo:6 Cinema
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
E AMP en druk vervolgens herhaaldelijk op
Q SUR. DECODE op de afstandsbediening om
de surround decoderfunctie te selecteren.
U kunt de gewenste surround decoderfunctie kiezen aan
de hand van het materiaal dat wordt afgespeeld en uw
persoonlijke voorkeuren.
y
U kunt de parameterinstellingen van de decoder wijzigen op de
OSD. Voor details over hoe de parameters te wijzigen, Zie
“Wijzigen van parameterinstellingen voor geluidsvelden” op
bladzijde 59.
■ Decoderbeschrijvingen
Naam van de
decoder
(Decodertype)
PLIIx Music
PLII Music
Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) verwerking voor
muziekbronnen. De Pro Logic IIx decoder is niet beschikbaar wanneer
“SUR.B L/R SP” (bladzijde 68) ingesteld is op “NONE” of bij gebruik
van een hoofdtelefoon.
Decoderbeschrijving
PRO LOGIC
Dolby Pro Logic verwerking voor elk bronmateriaal.
PLIIx Movie
PLII Movie
Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) verwerking voor
filmbronnen. De Pro Logic IIx decoder is niet beschikbaar wanneer
“SUR.B L/R SP” (bladzijde 68) ingesteld is op “NONE” of bij
gebruik van een hoofdtelefoon.
PLIIx Music
PLII Music
Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) verwerking voor
muziekbronnen. De Pro Logic IIx decoder is niet beschikbaar
wanneer “SUR.B L/R SP” (bladzijde 68) ingesteld is op “NONE” of
bij gebruik van een hoofdtelefoon.
58 Nl
DTS verwerking voor filmmateriaal.
Neo:6 Music
DTS verwerking voor muziekmateriaal.
y
Wanneer u de surround decoderfunctie selecteert voor digitale
multikanaals bronnen, zal dit toestel automatisch de
corresponderende decoder voor elke bron selecteren.
■ Selecteren van decoders die gebruikt
worden met MOVIE
geluidsveldprogramma’s
U kunt een van de volgende decodertypen selecteren om te
gebruiken met de MOVIE geluidsveldprogramma's
(behalve “Mono Movie”). Voor details over de MOVIE
geluidsveldprogramma's, zie “Voor filmmateriaal”
(bladzijde 42). Voor details over hoe het decodertype te
selecteren, zie “Wijzigen van parameterinstellingen voor
geluidsvelden” (bladzijde 59).
Keuzes: PLIIx Movie (PLII Movie), Neo:6 Cinema
Geavanceerde geluidsconfiguraties
■ Selecteren van decoders voor
multikanaals bronnen
Als u surround achter-luidsprekers hebt aangesloten, maak
dan gebruik van deze functie om te profiteren van 6.1/7.1kanaals weergave van multikanaals signaalbronnen met
behulp van de Dolby Pro Logic IIx, Dolby Digital EX of
DTS-ES decoders.
Stel de schakelaar voor de bedieningsfunctie in
op EAMP en druk vervolgens herhaaldelijk op
LEXTD SUR. op de afstandsbediening om te
schakelen tussen 5.1 en 6.1/7.1-kanaals
weergave.
Keuze
AUTO
Functies
Wijzigen van
parameterinstellingen voor
geluidsvelden
U kunt genieten van geluid van goede kwaliteit met de
oorspronkelijke fabrieksinstellingen. Hoewel u de
oorspronkelijke fabrieksinstellingen niet hoeft te wijzigen,
kunt u enkele van de parameters veranderen zodat deze
beter passen bij de ingangsbron of uw luisterkamer.
Opmerking
U kunt de geluidsveldparameterwaarden niet wijzigen wanneer
“MEMORY GUARD” in “OPTION MENU” ingesteld is op
“ON” (bladzijde 76).
Schakelt de optimale decoder in voor weergave
van signalen via 6.1/7.1 kanalen wanneer dit
toestel een signalering daarvoor (‘vlag’) in het
ingangssignaal herkent.
1
Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
dit toestel aan.
Decoders
(PLIIx Movie,
PLIIx Music,
EX/ES)
Gebruik deze functie om de gewenste decoders
voor de weergave van multikanaals
signaalbronnen manueel te activeren.
2
OFF
Er worden geen decoders gebruikt om 6.1/7.1
kanalen te creëren.
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op E AMP en druk vervolgens op
J PARAMETER op de afstandsbediening.
Het volgende scherm verschijnt op de OSD.
Gebruik deze functie om de gewenste decoder handmatig in te
schakelen wanneer dit toestel niet in staat is de codering van het
ingangssignaal (‘vlag’) correct te herkennen.
MOVIE
Cursor
Opmerkingen
• Welke decoders er beschikbaar zijn hangt mede af van de
luidsprekerinstellingen en de signaalbronnen.
• In de volgende gevallen is 6.1/7.1-kanaals weergave niet
mogelijk:
– als “SUR. L/R SP” (bladzijde 67) of “SUR.B L/R SP”
(bladzijde 68) ingesteld is op “NONE”.
– wanneer de met de MULTI CH INPUT aansluitingen
verbonden component wordt afgespeeld.
– wanneer de afgespeelde signaalbron geen linker en rechter
surround kanaalsignalen bevat.
– wanneer er een Dolby Digital KARAOKE signaalbron wordt
weergegeven.
– wanneer dit toestel in de stand voor stereoweergave, 7ch
Enhancer (bladzijde 43) of Pure Direct (bladzijde 45) staat.
– wanneer “BI-AMP” ingesteld staat op “ON” (bladzijde 94).
• U kunt de initiële uitgebreide decoderstand instellen met
“EXTD SUR.” (bladzijde 77).
.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Geluidsveldprogrammacategorie
y
1/2
Sci-Fi
SUR.;;PLIIx Movie
DSP LEVEL;;;;;0dB
P.INIT.DLY;;;16ms
P.ROOM SIZE;;;1.0
S.INIT.DLY;;;16ms
S.ROOM SIZE;;;1.0
[p]/[[]: Select
Geluidsveldparameters Geluidsveldparameterwaa
rden
3
Druk herhaaldelijk op 8 l / h om het
gewenste geluidsveldprogramma te
selecteren dat u wilt aanpassen.
4
Druk op 8 k / n om de gewenste
geluidsveldparameter te selecteren en
vervolgens op 8 l / h om de geselecteerde
geluidsveldparameterwaarde te wijzigen.
Voor details over elke geluidsveldparameter, zie
bladzijde 38.
• Om de waarde te verhogen, druk op 8 h.
• Om de waarde te verlagen, druk op 8 l.
Nederlands
59 Nl
Geavanceerde geluidsconfiguraties
y
Pas “DSP LEVEL” als volgt aan:
• Herhaal zo nodig stappen 3 en 4 om andere
parameterinstellingen van de geluidsveldprogramma's te
wijzigen.
• Het is mogelijk dat de beschikbare parameters voor sommige
van de geluidsveldprogramma's weergegeven worden op meer
dan één pagina op de OSD. Druk in dat geval op 8 k / n om
langs de pagina's te scrollen.
• Wanneer u een geluidsveldparameter op een andere waarde
instelt dan de oorspronkelijk fabrieksinstelling, verschijnt er een
sterretje (*) bij de parameternaam op de OSD.
• Als u 8 l / h ingedrukt houdt om de waarde te wijzigen, stopt
de op de display van het voorpaneel getoonde waarde gedurende
een ogenblik bij de oorspronkelijke fabrieksinstelling.
• Om de parameters van het geselecteerde geluidsveldprogramma
te initialiseren, druk herhaaldelijk op 8 k / n om
“INITIALIZE” te selecteren en druk vervolgens op 8 h. Druk
op het bevestigingsscherm op 8 h om de initialisatie te
bevestigen of op 8 l om die te annuleren.
MOVIE
2/2
Sci-Fi
SB INIT.DLY;;15ms
SB ROOM SIZE ;;1.0
DIALOG LIFT;;;;;0
. INITIALIZE
Verhoog de waarde van “DSP LEVEL”
wanneer
• het effect van het geselecteerde
geluidsveldprogramma te zwak klinkt.
• u kunt geen verschil horen tussen de verschillende
geluidsveldprogramma’s.
Verlaag de waarde van “DSP LEVEL”
wanneer
• de geluidsweergave vaag is.
• u voelt dat de toegevoegde effecten overdreven
zijn.
Instelbereik: –6 dB t/m +3 dB
Aanpassen van de verticale positie van
gesproken tekst
(DIALOG LIFT)
Hiermee kunt u de verticale positie van de gesproken
teksten (dialogen) in films instellen. De ideale positie voor
de dialogen is wanneer ze uit het midden van het
beeldscherm lijken te komen.
[[]: Initialize
5
Druk op J PARAMETER om de weergave
van de geluidsveldparameter uit te schakelen.
Ideale
dialoogpositie
■ Basisconfiguratie geluidsveldprogramma’s
Elk geluidsveldprogramma heeft een aantal parameters
(instellingen) die de karakteristieken van dat programma
bepalen. Om het geselecteerde geluidsveldprogramma aan
te passen, dient u eerst “DSP LEVEL” en/of “DIALOG
LIFT” te wijzigen en dan pas andere parameters te proberen.
Als u de dialogen uit de onderkant van het beeldscherm
hoort komen, verhoog dan de waarde van “DIALOG
LIFT”.
y
Om geluidsveldparameterinstellingen te wijzigen, zie
bladzijde 59 voor details.
Aanpassen van het effectgeluidsniveau van
geluidsveldprogramma’s (DSP LEVEL)
Geluidsveldprogramma’s voegen effecten (DSP effecten)
toe aan het originele brongeluid om in uw kamer een
nieuw geluidsveld te creëren. Gebruik de “DSP LEVEL”
parameter om het niveau van de effecten te regelen.
Verplaats omhoog naar de ideale
dialoogpositie
Keuzes: 0, 1, 2, 3, 4, 5
“0” (begininstelling) is de laagste positie, en 5” is de
hoogste positie.
Opmerkingen
• “DIALOG LIFT” is alleen beschikbaar wanneer “PRESENCE
SP” ingesteld is op “YES” (bladzijde 68).
• U kunt de dialoogpositie niet lager instellen dan de
begininstelling.
Het DSP
effectgeluidsniveau
is laag
60 Nl
Het DSP
effectgeluidsniveau is
hoog
Geavanceerde geluidsconfiguraties
■ Beschrijvingen geluidsveldparameters
Gebruik de volgende geluidsveldparameters om de geluidsveldprogramma's in detail aan te passen.
y
Om geluidsveldparameterinstellingen te wijzigen, zie bladzijde 59 voor details.
Geluidsveldparameter
INIT.DLY
P.INIT.DLY
S.INIT.DLY
SB INIT.DLY
Kenmerken
Aanvankelijke vertraging. Aanwezigheids-, surround- en surround-achter geluidsveld
aanvankelijke vertraging. Wijzigt de schijnbare afmetingen van het geluidsveld door het verschil
te regelen tussen het moment dat de luisteraar het directe geluid hoort en wanneer hij of zij de
eerste weerkaatsing daarvan hoort. Hoe kleiner de ingestelde waarde, hoe kleiner het geluidsveld
lijkt voor de luisteraar.
y
Wanneer u de aanvankelijke vertraging parameters verandert, raden we u aan ook de
corresponderende parameters voor de kamerafmetingen aan te passen.
Instelbereik: 1 t/m 99 ms (INIT.DLY en P.INIT.DLY)
1 t/m 49 ms (S.INIT.DLY en SB INIT.DLY)
Brongeluid
Level
Level
Level
Vroege
weerkaatsingen
Tijd
Tijd
Tijd
Delay
Delay
Delay
Geluidsbron
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Weerkaatsend
oppervlak
Kleine waarde = 1 ms
Kamergrootte. Aanwezigheids-, surround- en surround-achter kamerafmetingen. Deze
parameter regelt de schijnbare afmetingen van het geluidsveld. Hoe groter deze waarde, hoe
groter het surround geluidsveld wordt. Omdat geluid keer op keer wordt weerkaatst in een
ruimte, zal de tijd tussen het oorspronkelijk gereflecteerde geluid en elke volgende weerkaatsing
langer worden naarmate de ruimte groter is. Door de tijd tussen de weerkaatsingen te regelen,
kunt u bepalen hoe groot de virtuele ruimte lijkt. Door de waarde van deze parameter te
veranderen van een naar twee, zal de schijnbare lengte van de ruimte verdubbeld worden.
y
Wanneer u de parameters voor de kamerafmetingen verandert, raden we u aan ook de
corresponderende parameters voor de aanvankelijke vertraging aan te passen.
Instelbereik: 0,1 t/m 2,0
Tijd
Vroege
weerkaatsingen
Tijd
Level
Level
Brongeluid
Level
ROOM SIZE
P.ROOM SIZE
S.ROOM SIZE
SB ROOM SIZE
Grote waarde = 99 ms
Tijd
Geluidsbron
Nederlands
Kleine waarde = 0,1
Grote waarde = 2,0
61 Nl
Geavanceerde geluidsconfiguraties
Geluidsveldparameter
LIVENESS
S.LIVENESS
SB LIVENESS
Kenmerken
Levendigheid. Surround en surround-achter levendigheid. Deze parameter regelt de reflectiviteit
van de virtuele wanden van de ruimte door de mate waarin de vroege weerkaatsingen in kracht
afnemen te veranderen. De vroege weerkaatsingen van een geluidsbron worden sneller zwakker
in een ruimte met geluidabsorberende wanden dan in een ruimte met wanden die juist veel geluid
weerkaatsen. Een ruimte met geluidabsorberende oppervlakken wordt ook wel akoestisch
“dood” genoemd, terwijl een ruimte met oppervlakken die veel geluid weerkaatsen “levendig”
genoemd wordt. Via deze parameter kunt u de mate waarin de vroege weerkaatsingen
wegsterven en dus de “levendigheid” van de ruimte regelen.
Instelbereik: 0 t/m 10
Brongeluid
Level
Dood
Level
Level
Levendig
Tijd
Tijd
Veel weerkaatst
geluid
Weinig weerkaatst
geluid
Kleine waarde = 0
REV.TIME
Tijd
Grote waarde = 10
Natriltijd. Deze parameter regelt hoelang het duurt voordat de dichte natrillingen verzwakt zijn
met 60 dB, bij 1 kHz. Hierdoor worden de schijnbare afmetingen van de akoestische omgeving
over een zeer groot bereik veranderd. Stel een langere natriltijd in voor “dode” bronnen en
luisterruimten, en een kortere tijd voor “levendige” bronnen en luisterruimten.
Instelbereik: 1,0 t/m 5,0 s
Brongeluid
Brongeluid
Vroege
weerkaatsingen
60 dB
REV.TIME
Geluidsbron
Korte
natrillingen
Kleine waarde = 1,0 s
62 Nl
Brongeluid
60 dB
REV.TIME
60 dB
REV.TIME
Lange
natrillingen
Grote waarde = 5,0 s
Geavanceerde geluidsconfiguraties
Geluidsveldparameter
REV.DELAY
Kenmerken
Beginvertraging natrillingen. Deze parameter regelt het tijdverschil tussen het begin van het
directe geluid en het begin van de natrillingen. Hoe groter deze waarde, hoe later de natrillingen
zullen beginnen. Als de natrillingen later beginnen, krijgt u het gevoel dat u zich in een ruimere
akoestische omgeving bevindt.
Level
Instelbereik: 0 t/m 250 ms
Brongeluid
(dB)
60 dB
Brongeluid
Tijd
REV.DELAY
REV.LEVEL
REV.TIME
Natrillingsniveau. Deze parameter regelt het volume van de natrillingen. Hoe groter deze
waarde, hoe sterker de natrillingen zullen zijn.
Brongeluid
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Level
Instelbereik: 0 t/m 100%
REV. LEVEL
Tijd
DIRECT
(Alleen “2ch Stereo”)
2-kanaals stereo direct. Passeert de decoders en DSP processors van dit toestel voor pure hi-fi
stereoweergave bij het afspelen van 2-kanaals analoge signaalbronnen.
Keuzes: AUTO, OFF
y
• Selecteer “AUTO” om de decoders, DSP processors en de schakelingen voor de toonregeling alleen
te negeren wanneer “BASS” en “TREBLE” zijn ingesteld op 0 dB (bladzijde 45).
• Selecteer “OFF” om de decoders, DSP processors en de toonregeling niet te passeren wanneer
“BASS” en “TREBLE” ingesteld zijn op 0 dB.
• Wanneer er multi-kanaals signalen binnenkomen, zullen deze worden teruggemengd naar 2 kanalen
en worden weergegeven via de linker en rechter voor-luidsprekers.
• In de volgende gevallen zullen de lage tonen voor de linker en rechter voorkanalen omgeleid worden
naar de subwoofer:
– “LFE/BASS OUT” wordt ingesteld op “BOTH” (bladzijde 67).
– “FRONT SP” wordt ingesteld op “SMALL” (bladzijde 67) en “LFE/BASS OUT” wordt ingesteld
op “SWFR” (bladzijde 67).
LEVEL
LEVEL
LEVEL
LEVEL
LEVEL
LEVEL
7-kanaals stereo midden, links surround, rechts surround, surround achter, links en rechts
aanwezigheids-niveaus. Regelt het volumeniveau voor elk kanaal in de 7-kanaals stereostand.
Nederlands
CT
SL
SR
SB
PL
PR
Instelbereik: 0 t/m 100%
(Alleen “7ch Stereo”)
63 Nl
Geavanceerde geluidsconfiguraties
Geluidsveldparameter
EFFECT LEVEL
(Alleen “Straight Enhancer”
en “7ch Enhancer”)
Kenmerken
Direct en 7-kanaals Compressed Music Enhancer effectniveau. De hoge tonen signalen van sommige
bronnen kunnen teveel benadrukt zijn. Stel in dat geval het effectniveau in op “LOW”.
Keuzes: HIGH, LOW
• Selecteer “HIGH” voor een hoog effectsniveau.
• Selecteer “LOW” voor een laag effectsniveau.
SUR
(Alleen MOVIE
geluidsveldprogramma's
(behalve “Mono Movie”) en
“SUR. DECODE”)
64 Nl
Decodertype. Selecteer de decoder die gebruikt wordt met het geselecteerde geluidsveldprogramma.
De decoderparameters voor “SUR. DECODE” variëren afhankelijk van het geselecteerde decodertype.
Zie bladzijde 58 voor details.
Geavanceerde geluidsconfiguraties
■ Decoderparameterbeschrijvingen
Gebruik de volgende decoderparameters om de specifieke decoders in detail te regelen.
Decoderparameter
PANORAMA
(Alleen “PLIIx Music” en
“PLII Music”)
Kenmerken
Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music panorama. Stuurt stereosignalen naar de surroundluidsprekers zowel als naar de voor-luidsprekers voor een omhullend effect.
Keuzes: OFF, ON
CENTER WIDTH
(Alleen “PLIIx Music” en
“PLII Music”)
Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music middenbreedte. Plaatst de weergave voor het middenkanaal
helemaal op de midden-luidspreker of verdeelt deze over de linker en rechter voor-luidsprekers. Een
grotere waarde verdeelt het middenkanaal meer over de linker en rechter voor-luidsprekers.
Instelbereik: 0 (het middenkanaal wordt alleen weergegeven via de midden-luidspreker) t/m
7 (het middenkanaal wordt alleen weergegeven via de linker en rechter voor-luidsprekers)
Begininstelling: 3
DIMENSION
(Alleen “PLIIx Music” en
“PLII Music”)
Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music dimension. Zorgt voor een graduele aanpassing van het
geluidsveld naar voren of naar achteren.
Instelbereik: –3 (naar achteren) t/m +3 (naar voren)
Begininstelling: STD (standaard)
C.IMAGE
(Alleen “Neo:6 Music”)
DTS Neo:6 Music middenbeeld. Regelt het volume van de linker en rechter voorkanalen in samenhang
met het middenkanaal om het middenkanaal meer of minder overheersend te maken.
Instelbereik: 0,0 (het middenkanaal wordt alleen weergegeven via linker en rechter voor-luidsprekers) t/m
1,0 (het middenkanaal wordt alleen weergegeven via de midden-luidspreker)
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Begininstelling: 0,3
Nederlands
65 Nl
Dit toestel aanpassen (MANUAL SETUP)
Het “MANUAL SETUP” menu biedt u de mogelijkheid luidspreker- en systeemparameters manueel te regelen met de
afstandsbediening. Zie “SET MENU structuur” voor de volledige menustructuur (bladzijde 114).
y
De oorspronkelijke fabrieksinstellingen worden vetgedrukt aangegeven onder elke parameter.
Werken met het MANUAL SETUP
menu
3
Deze sectie verklaart hoe parameters te configureren in het
MANUAL SETUP menu met behulp van de OSD.
Druk herhaaldelijk op 8 k / n en druk
vervolgens op 8 ENTER om het gewenste
menu te selecteren en binnen te gaan.
Als voorbeeld, het volgende scherm verschijnt als
“SOUND MENU” geselecteerd wordt.
y
• Om naar het vorige menuniveau terug te keren, druk op
9RETURN.
• Door op JPARAMETER te drukken annuleert u de
menubewerking.
B)LFE LEVEL
C)DYNAMIC RANGE
D)LIPSYNC
E)AUDIO SET
F)PURE DIRECT
[]/[]: Up/Down
[ENTER]: Enter
4
SET MENU
;AUTO SETUP
. ;MANUAL SETUP
p
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op E AMP en druk vervolgens op H MENU
om “SET MENU” binnen te gaan.
Het bovenste “SET MENU” scherm verschijnt op de
OSD.
. A)EQUALIZER
[
1
3 SOUND MENU
Druk herhaaldelijk op 8 k / n en druk
vervolgens op 8 ENTER om het gewenste
submenu te selecteren en binnen te gaan.
Als voorbeeld, het volgende scherm verschijnt als
“LFE LEVEL” geselecteerd wordt.
;SYSTEM MEMORY
;SIGNAL INFO
B)LFE LEVEL
HEADPHONE;;-20dB
[]/[]: Up/Down
[p]/[[]: Adjust
5
Druk op 8 k / n om de gewenste parameter
te selecteren en druk vervolgens op 8 l / h
om de parameterinstellingen te wijzigen.
• Om de waarde te verhogen, druk op 8 h.
• Om de waarde te verlagen, druk op 8 l.
6
Druk op H MENU om “SET MENU” af te
sluiten.
MANUAL SETUP
. 1 SPEAKER MENU
2
3
4
5
6
VOLUME MENU
SOUND MENU
VIDEO MENU
INPUT MENU
OPTION MENU
66 Nl
p
[
[]/[]: Up/Down
[ENTER]: Enter
p
Druk op 8k / n om “MANUAL SETUP” te
selecteren en druk dan op 8ENTER.
Het “MANUAL SETUP” scherm verschijnt op de
OSD.
. SPEAKER;;;;;;0dB
[
2
p
[
[]/[]: Up/Down
[ENTER]: Enter
Dit toestel aanpassen (MANUAL SETUP)
1 SPEAKER MENU
Via deze functie kunt u de basisluidsprekerinstellingen
manueel aanpassen. De meeste van de “SPEAKER
MENU” parameters worden automatisch ingesteld
wanneer u de automatische setup uitvoert.
y
• Stel “TEST TONE” in op “ON” (bladzijde 69) om de testtoon
te reproduceren voor de “CONFIG”, “LEVEL” en
“DISTANCE” instellingen.
• Als het volume en de cross-over frequentie op uw subwoofer
ingesteld kunnen worden, zet het volume dan halverwege (of
iets lager) en zet de cross-over frequentie op de maximale
waarde.
■
LFE/weergave lage tonen LFE/BASS OUT
Gebruik deze functie om de luidsprekers te selecteren die
de LFE (Lage Frequentie Effecten) en de lage tonen
weergeven.
LFE uitgangssignalen
Keuze
LARGE
Selecteer deze instelling wanneer de voorluidsprekers groot zijn.
SMALL
Selecteer deze instelling wanneer de voorluidsprekers klein zijn.
Wanneer “LFE/BASS OUT” ingesteld is op “FRONT”, kunt u
alleen “LARGE” in “FRONT SP” selecteren. Als de waarde
van “FRONT SP” van tevoren op iets anders is ingesteld dan
“LARGE”, zal dit toestel de waarde automatisch veranderen in
“LARGE”.
Keuze
Beschrijvingen
LARGE
Selecteer deze instelling wanneer de middenluidspreker groot is.
SMALL
Selecteer deze instelling wanneer de middenluidspreker klein is.
NONE
Selecteer deze instelling wanneer u geen gebruik
maakt van een midden-luidspreker. De signalen
voor het middenkanaal zullen naar de linker en
rechter voor-luidsprekers worden gestuurd.
Uitgang
Geen uitg.
Geen uitg.
SWFR
Uitgang
Geen uitg.
Geen uitg.
FRONT
Geen uitg.
Uitgang
Geen uitg.
Lage frequentie uitgangssignalen
Subwoofer(s) en luidsprekers
Subwoofer(s)
Voorluidsprekers
Overige
luidsprekers
BOTH
*1
*2
*3
SWFR
*4
*3
*3
FRONT
Geen uitg.
*1
*3
*1 Produceert (produceren) de lage frequentiesignalen van
de voorkanalen en andere luidsprekers die zijn ingesteld
op “SMALL”.
*2 Produceren altijd de lage frequentiesignalen van de
voorkanalen.
*3 Produceren de lage frequentiesignalen als de
luidsprekers zijn ingesteld op “LARGE”.
*4 Produceert de lage frequentiesignalen van de
luidsprekers die zijn ingesteld op “SMALL”.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Overige
luidsprekers
BOTH
Keuze
Beschrijvingen
Midden-luidspreker CENTER SP
Subwoofer(s) en luidsprekers
VoorSubwoofer(s)
luidsprekers
Voor-luidsprekers FRONT SP
Opmerking
Luidsprekerconfiguraties A)CONFIG
Keuze
Afmetingen van luidsprekers
De woofer (lage tonen) luidspreker is
– 16 cm of groter: groot
– kleiner dan 16 cm: klein
Linker/rechter surround-luidsprekers
SUR. L/R SP
Keuze
Beschrijvingen
LARGE
Selecteer deze instelling wanneer de surroundluidsprekers groot zijn.
SMALL
Selecteer deze instelling wanneer de surroundluidsprekers klein zijn.
NONE
Selecteer deze instelling wanneer u geen gebruik
maakt van surround-luidsprekers. Dit toestel
staat ingesteld op de Virtual CINEMA DSP stand
(bladzijde 43), en “SUR.B L/R SP” wordt
automatisch ingesteld op “NONE”.
Nederlands
67 Nl
Dit toestel aanpassen (MANUAL SETUP)
Linker/rechter surround-luidsprekers
SUR.B L/R SP
Keuze
Beschrijvingen
LRGx1
Selecteer deze instelling wanneer de enkele
surround achter-luidspreker groot is.
LRGx2
Selecteer deze instelling wanneer de linker en
rechter surround achter-luidsprekers groot zijn.
SMLx1
Selecteer deze instelling wanneer de enkele
surround achter-luidspreker klein is.
SMLx2
Selecteer deze instelling wanneer de linker en
rechter surround achter-luidsprekers klein zijn.
NONE
Selecteer deze instelling wanneer u geen gebruik
maakt van surround achter-luidsprekers. De
signalen voor het surround-achterkanaal zullen
naar de linker en rechter surround-luidsprekers
worden gestuurd.
Aanwezigheidsluidsprekers
Keuze
PRESENCE SP
Beschrijvingen
YES
Selecteer deze instelling wanneer u gebruik
maakt van de aanwezigheidsluidsprekers.
NONE
Selecteer deze instelling wanneer u geen gebruik
maakt van de aanwezigheidsluidsprekers.
Cross-over voor de lage tonen CROSS OVER
Met deze functie kunt u de cross-over frequentie instellen
voor alle luidsprekers die zijn ingesteld op “SMALL” (of
“SML”) in “CONFIG” (bladzijde 67). Alle frequenties
onder de geselecteerde frequentie worden naar de
subwoofer of voor-luidsprekers gezonden, afhankelijk van
de instelling van “LFE/BASS OUT” (bladzijde 67).
Keuzes: 40Hz, 60Hz, 80Hz, 90Hz, 100Hz, 110Hz,
120Hz, 160Hz, 200Hz
y
Als het volume en de cross-over frequentie op uw subwoofer
ingesteld kunnen worden, zet het volume dan halverwege (of
iets lager) en zet de cross-over frequentie op de maximale
waarde.
Subwooferfase SUBWOOFER PHASE
Als de lage tonen niet of onduidelijk worden
weergegeven, kunt u hiermee de fase van uw subwoofer
omschakelen.
Keuze
Functies
NORMAL
Verandert de fase van uw subwoofer niet.
REVERSE
Keert de fase voor uw subwoofer om.
■ Luidsprekerniveau B)LEVEL
Maak gebruik van deze functie om manueel de balans te
bepalen tussen de luidsprekerniveaus van de linker voorof linker surround-luidspreker en elke in “CONFIG”
geselecteerde luidspreker (bladzijde 67).
Instelbereik: –10,0 dB t/m +10,0 dB
Instelstap: 0,5 dB
Begininstelling:
FR.L/FR.R/SWFR/PR.L/PR.R: 0 dB
CENT./SUR.L/SUR.R/SB L/SB R: –1,0 dB
LEVEL
FR.L
Linker voor-luidspreker
FR.R
Rechter voor-luidspreker
CENT.
Midden-luidspreker
SUR.L
Linker surround-luidspreker
SUR.R
Rechter surround-luidspreker
SB L
Linker surround achter-luidspreker
SB R
Rechter surround achter-luidspreker
SWFR
Subwoofer
PR.L
Linker aanwezigheidsluidspreker
PR.R
Rechter aanwezigheidsluidspreker
Opmerkingen
• Welke luidsprekerkanalen er beschikbaar zijn hangt af van de
“CONFIG” instelling.
• In plaats van “SB L” en “SB R”, wordt “SB” weergegeven als
“SUR. B L/R SP” ingesteld is op “SMLx1” of “LRGx1”.
■ Luidsprekerafstand C)DISTANCE
Met deze functie kunt u met de hand de afstand van elke
luidspreker tot de luisterplek invoeren en zo de vertraging
voor het bijbehorende kanaal instellen. In het ideale geval
zouden alle luidsprekers op dezelfde afstand van de
luisterplek moeten staan. Maar in de meeste gevallen is dat
praktisch gezien niet mogelijk. Daarom moet de weergave
van luidsprekers die eigenlijk te dichtbij staan heel
eventjes vertraagd worden, zodat het geluid van alle
luidsprekers op hetzelfde moment op de luisterplek
arriveert.
Toestel voor de regeling van de
luidsprekerafstand UNIT
Begininstelling:
[Modellen voor de V.S. en Canada]: feet (ft)
[Overige modellen]: meters (m)
Keuze
68 Nl
Ingestelde luidspreker
Functies
meters (m)
Stelt de afstanden van de luidsprekers in meters
in.
feet (ft)
Stelt de afstanden van de luidsprekers in voeten
(feet) in.
Dit toestel aanpassen (MANUAL SETUP)
Ingestelde luidspreker
FRONT L
Linker voor-luidspreker
FRONT R
Rechter voor-luidspreker
CENTER
Midden-luidspreker
SUR. L
Linker surround-luidspreker
SUR. R
Rechter surround-luidspreker
SB L
Linker surround achter-luidspreker
SB R
Rechter surround achter-luidspreker
SWFR
Subwoofer
PRNS L
Linker aanwezigheidsluidspreker
PRNS R
Rechter aanwezigheidsluidspreker
Via dit menu kunt u met de hand de diverse volumeinstellingen wijzigen.
Adaptieve regeling van het dynamische bereik
ADAPTIVE DRC
Gebruik deze functie om het dynamisch bereik te laten
regelen aan de hand van het volumeniveau. Deze functie
komt van pas wanneer u bij een laag volume, bijvoorbeeld
’s nachts, wilt luisteren. Wanneer “ADAPTIVE DRC”
ingesteld wordt op “AUTO”, regelt dit toestel het
dynamische bereik als volgt:
– Als het VOLUME laag staat:
het dynamisch bereik wordt beperkt
– If het VOLUME hoog staat:
het dynamisch bereik is groot
Uitgangsniveau
AFSTAND
2 VOLUME MENU
Uitgangsniveau
Luidsprekerafstanden
Instelbereik: 0,30 t/m 24,00 m (1,0 t/m 80,0 ft)
Instelstap: 0,10 m (0,5 ft)
Begininstelling:
FRONT L/FRONT R/SWFR/PRNS L/PRNS R: 3,00 m
(10,0 ft)
CENTER: 2,60 m (8,5 ft)
SUR. L/SUR. R/SB L/SB R: 2,40 m (8,0 ft)
AUTO
OFF
Ingangsniveau
VOLUME: laag
AUTO
OFF
Ingangsniveau
VOLUME: hoog
• Welke luidsprekerkanalen er beschikbaar zijn hangt af van de
“CONFIG” instelling.
• In plaats van “SB L” en “SB R”, wordt “SUR.B” getoond als
“SUR.B L/R SP” ingesteld is op “SMLx1” of “LRGx1”.
■ Testtoon D)TEST TONE
Schakelt de testtoon in of uit voor de “CONFIG”,
“LEVEL” en “DISTANCE” instellingen.
Keuze
OFF
ON
Functies
Dit toestel produceert de testtoon niet voor de
“CONFIG”, “LEVEL” en “DISTANCE”
instellingen.
Dit toestel produceert de testtoon voor de
“CONFIG”, “LEVEL” en “DISTANCE”
instellingen.
y
Als u een handzame geluidsdrukmeter gebruikt, houd deze dan
met uitgestrekte arm vast en richt de meter naar boven zodat
deze zich op de luisterplek bevindt. Met de meter op de 70 dB
schaal en op C SLOW kunt u nu alle luidsprekers afstellen op
75 dB.
Opmerking
Deze functie wordt automatisch uitgeschakeld wanneer u het
“SPEAKER MENU” afsluit.
Keuze
Functies
AUTO
Regelt het dynamisch bereik automatisch.
OFF
Regelt het dynamisch bereik niet automatisch.
y
• U kunt het dynamisch bereik van de bitstroomsignaalbronnen
ook regelen met “DYNAMIC RANGE” in “SOUND MENU”
(bladzijde 71).
• Deze functie is ook handig wanneer u luistert met uw
hoofdtelefoon.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Opmerkingen
Opmerking
De functie voor het adaptief regelen van het dynamische bereik
werkt niet wanneer dit toestel in de Pure Direct stand staat
(bladzijde 45).
Adaptieve DSP niveau ADAPTIVE DSP LEVEL
Gebruik deze functie om het DSP effectniveau
(bladzijde 60) in te stellen aan de hand van het
volumeniveau.
Keuze
Functies
AUTO
Regelt het DSP effectniveau aan de hand van het
volumeniveau.
OFF
Regelt het DSP effectniveau niet automatisch.
Ook als u “ADAPTIVE DSP LEVEL” op “AUTO” instelt,
wijzigt dit toestel de gespecificeerde waarde van “DSP
LEVEL” niet, maar stelt die fijn af (bladzijde 60).
69 Nl
Nederlands
Opmerking
Dit toestel aanpassen (MANUAL SETUP)
Dempingstype MUTING TYPE
U kunt zelf bepalen hoeveel het volume verlaagd moet
worden wanneer u deze functie gebruikt (bladzijde 36).
Keuze
Functies
3 SOUND MENU
Gebruik deze functie om de geluidsparameters te
wijzigen.
FULL
Schakelt alle geluidsweergave tijdelijk uit.
■ Equalizer A)EQUALIZER
–20dB
Verlaagt het huidige volume met 20 dB.
Maak gebruik van deze functie om de parametrische
equalizer of de grafische equalizer te selecteren.
Maximale volume MAX VOL.
Gebruik deze functie om het maximum volume voor de
hoofdzone in te stellen. Deze functie is nuttig om te
voorkomen dat er per ongeluk hele harde geluiden worden
weergegeven. Het oorspronkelijke volumebereik is
bijvoorbeeld –80,0 dB t/m +16,5 dB. Maar wanneer
“MAX VOL.” wordt ingesteld op –5,0 dB, wordt het
volumebereik
–80,0 dB t/m –5,0 dB.
Instelbereik: –30,0 dB t/m +15,0 dB, +16,5 dB
Instelstap: 5,0 dB
Selectie equalizertype EQ TYPE
Gebruik deze functie om het type equalizer te selecteren.
Opmerkingen
Opmerking
• Wanneer dit toestel bezig is met de automatische setup, wordt
het volumeniveau automatisch op 0 dB gezet, ongeacht de
huidige “MAX VOL” instelling.
• De “MAX VOL.” instelling krijgt voorrang boven de instelling
voor “INIT. VOL.”.
Beginvolume INIT. VOL.
Gebruik deze functie om in te stellen wat het volume in de
hoofdzone moet worden wanneer dit toestel aan wordt
gezet.
Keuzes: OFF, MUTE, –80,0 dB t/m +16,5 dB
Instelstap: 0,5 dB
Opmerking
De “MAX VOL.” instelling krijgt voorrang boven de instelling
voor “INIT. VOL.”.
Keuze
Functies
AUTO PEQ
Maakt gebruik van de parametrische equalizer
die afgesteld is in de automatische
instellingsprocedure.
GEQ
Maakt gebruik van de equalizerinstellingen die
afgesteld zijn in “GEQ EDIT”.
OFF
Deactiveert de equalizerfunctie.
“AUTO PEQ” is alleen beschikbaar nadat u de automatische
instellingsprocedure hebt uitgevoerd (bladzijde 29).
Bewerking grafische equalizer GEQ EDIT
Gebruik deze functie om de klankkleur van elk kanaal af
te stemmen.
Luidsprekerkanaal: FRONT L, FRONT R, CENTER,
SUR. L, SUR. R, SB L, SB R,
PRNS L, PRNS R, SWFR
Frequentieband: 63 Hz, 160 Hz, 400 Hz, 1 kHz, 2,5 kHz,
6,3 kHz, 16 kHz
Instelbereik: –6,0 dB t/m +6,0 dB
Instelstap: 0,5 dB
y
Om een testtoon te produceren bij het afstemmen van de
klankkleur, stel “TEST” in op “ON”.
Opmerkingen
• “GEQ EDIT” is alleen beschikbaar wanneer “EQ TYPE”
afgesteld is op “GEQ”.
• Welke luidsprekerkanalen er beschikbaar zijn hangt af van de
“CONFIG” instelling.
• In plaats van “SB L” en “SB R”, wordt “SB” getoond als
“SUR.B L/R SP” ingesteld is op “SMLx1” of “LRGx1”.
70 Nl
Dit toestel aanpassen (MANUAL SETUP)
Selectie parametrische equalizer PEQ SELECT
Gebruik deze functie om het parametrische equalizertype
te selecteren dat van toepassing is op de resultaten van de
automatische setup.
Keuze
Keuze
MIN/AUTO
• MIN: Beperkt het dynamisch bereik wanneer
dit toestel bitstroomsignalen decodeert
(behalve Dolby TrueHD).
• AUTO: Regelt het dynamisch bereik aan de
hand van de instructies in het ingangssignaal
wanneer dit toestel Dolby TrueHD signalen
decodeert.
STD
Stelt het dynamisch bereik in op een gemiddelde
waarde. Wanneer dit toestel Dolby TrueHD
signalen decodeert, zal de regeling van het
dynamisch bereik altijd zijn ingeschakeld,
ongeacht de instructies in het ingangssignaal.
MAX
Behoudt het grootste dynamische bereik.
Functies
NATURAL
Middelt de frequentierespons van alle
luidsprekers, met minder nadruk op de hogere
frequenties. Aanbevolen als de “FLAT”
instelling een beetje schel klinkt.
FLAT
Middelt de frequentierespons van alle
luidsprekers. Aanbevolen wanneer al uw
luidsprekers van vergelijkbare kwaliteit zijn.
FRONT
Regelt de frequentierespons van elke luidspreker
in overeenstemming met het geluid van uw voorluidsprekers. Aanbevolen wanneer uw voorluidsprekers van aanzienlijk betere kwaliteit zijn
dan uw andere luidsprekers.
Opmerking
“PEQ SELECT” is alleen beschikbaar wanneer “EQ TYPE”
ingesteld is op “AUTO PEQ”.
■ Laag frequentie effectniveau
■ Audio- en videosynchronisatie
('lip sync') D)LIPSYNC
HDMI automatische 'lip sync' stand HDMI AUTO
Als het aangesloten beeldscherm is verbonden met de HDMI
OUT aansluiting van dit toestel en compatibel is met de
automatische audio- en videosynchronisatiefunctie
(automatische ‘lip sync’), stelt dit toestel de audio- en
videosynchronisatie automatisch af. Gebruik deze functie om
de automatische synchronisatie (‘lip sync’) aan of uit te zetten.
Keuze
OFF
ON
Selecteer deze instelling als het aangesloten
beeldscherm geschikt is voor automatische
synchronisatie. Gebruik “AUTO DELAY” om de
audio- en videosynchronisatie fijner af te
stemmen.
Luidsprekers SPEAKER
Stelt het LFE niveau van de luidspreker af.
Hoofdtelefoon HEADPHONE
Stelt het LFE niveau van de hoofdtelefoon af.
Opmerking
Afhankelijk van de “LFE/BASS OUT” instelling (bladzijde 67),
is het mogelijk dat sommige signalen niet via de SUBWOOFER
PRE OUT aansluiting worden gereproduceerd.
■ Dynamisch bereik C)DYNAMIC RANGE
Via deze functie kunt u instellen hoeveel het dynamisch
bereik moet worden gecomprimeerd voor uw luidsprekers
of uw hoofdtelefoon. Deze instelling is alleen effectief
wanneer dit toestel bitstroomsignalen decodeert.
Hoofdtelefoon HEADPHONE
Regelt de compressie van het dynamisch bereik voor de
hoofdtelefoon.
Automatische vertraging AUTO DELAY
Gebruik deze functie om de synchronisatie van audio en
video fijn af te stemmen wanneer u ”HDMI AUTO” op
“ON” hebt ingesteld.
Instelbereik: 0 t/m 240 ms
Instelstap: 1 ms
y
“offset” geeft het verschil aan tussen de waarde voor de
audiovertraging die dit toestel automatisch instelt en de waarde
voor de audiovertraging die u instelt bij “AUTO”. Dit toestel
slaat de “offset” waarde op en past deze toe op eventuele andere
beeldschermen die geschikt zijn voor de automatische
synchronisatie.
Manuele vertraging MANUAL DELAY
Gebruik deze functie om de vertraging van de
geluidsweergave met de hand in te stellen zodat de audio
synchroon loopt met de videobeelden wanneer u “HDMI
AUTO” op “OFF” hebt ingesteld.
Instelbereik: 0 t/m 240 ms
Instelstap: 1 ms
71 Nl
Nederlands
Luidsprekers SPEAKER
Regelt de compressie van het dynamisch bereik voor de
luidsprekers.
Functies
Selecteer deze instelling als het beeldscherm niet
geschikt is voor de automatische synchronisatie,
of als u de automatische synchronisatie niet wilt
gebruiken. Gebruik “MANUAL DELAY” om de
synchronisatie van beeld en geluid te regelen.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
B)LFE LEVEL
Gebruik deze functie om het uitgangsniveau van het LFE
(lage frequentie effect) kanaal aan te passen aan de
capaciteit van uw subwoofer of hoofdtelefoon. Het LFE
kanaal zorgt voor de weergave van speciale effecten met
zeer lage tonen die alleen aan bepaalde passages worden
toegevoegd. Deze instelling is effectief wanneer het
ingangssignaal het LFE kanaal bevat.
Instelbereik: –20 t/m 0 dB
Instelstap: 1 dB
Functies
Dit toestel aanpassen (MANUAL SETUP)
■ Audio-instellingen E)AUDIO SET
'Tone bypass' TONE BYPASS
Gebruik deze functie om te selecteren of de
audioreproductie de schakelingen voor de toonregeling
negeert wanneer “TREBLE” en “BASS” op 0 dB zijn
ingesteld (bladzijde 45).
Keuze
Functies
AUTO
Negeert automatisch de schakelingen voor de
toonregeling om de meest natuurgetrouwe
weergave te bieden wanneer “TREBLE” en
“BASS” op 0 dB staan ingesteld.
OFF
De schakelingen voor de toonregeling worden
niet gepasseerd.
HDMI audio HDMI AUDIO
Maak gebruik van deze functie om de typen weer te geven
audiosignalen via de HDMI OUT aansluiting op het
achterpaneel van dit toestel te selecteren.
Keuze
Functies
AMP
Reproduceert audiosignalen die door dit toestel
gedecodeerd kunnen worden.
AMP+TV
Reproduceert audiosignalen die gedecodeerd
kunnen worden door uw op de HDMI OUT
aansluiting van dit toestel aangesloten
beeldscherm.
Opmerking
Welke audio/videosignalen kunnen worden weergegeven hangt
mede af van de specificaties van het aangesloten beeldscherm.
Zie de instructiehandleidingen van uw beeldscherm en
audiobronapparatuur.
■ Pure Direct F)PURE DIRECT
Maak gebruik van deze functie om te selecteren of dit
toestel de videosignalen reproduceert wanneer dit toestel
in de Pure Direct stand staat.
Keuze
Functies
AUDIO
Reproduceert geen videosignalen.
AUDIO+VID
EO
Reproduceert videosignalen. Dit toestel
activeert alleen de beperkte videofuncties ten
behoeve van een betere geluidskwaliteit.
Opmerking
U kunt geen gebruik maken van het OSD menu, zelfs als
“PURE DIRECT” ingesteld is op “AUDIO+VIDEO”.
4 VIDEO MENU
Gebruik deze functie om de video-instellingen aan te
passen.
y
U kunt alle parameters in “VIDEO MENU” resetten naar de
oorspronkelijke fabrieksinstellingen met “VIDEO” in
“INITIALIZE” in “ADVANCED SETUP” (bladzijde 94).
Videoconversie VIDEO CONV.
Gebruik deze functie om in te stellen of de videosignalen
geconverteerd worden die binnenkomen via de VIDEO, S
VIDEO, en COMPONENT VIDEO aansluitingen.
Keuze
ON
Omzetten van composiet videosignalen, Svideosignalen en component videosignalen en in
voorkomende gevallen opwaarderen van Svideo- en component videosignalen naar HDMI
videosignalen.
OFF
Selecteer deze instelling om geen signalen om te
laten zetten.
Opmerkingen
• Dit toestel is niet in staat videosignalen met 480 lijnen om te
zetten in videosignalen met 576 lijnen, of andersom.
• Videosignalen met een resolutie van 480p, 576p, 1080i en 720p
kunnen niet gereproduceerd worden via de S VIDEO en
VIDEO MONITOR OUT aansluitingen.
• De geconverteerde videosignalen worden alleen gereproduceerd
via de MONITOR OUT aansluitingen. Wanneer u een
videobron wilt opnemen, moet u gebruik maken van hetzelfde
soort video-aansluitingen tussen alle betrokken componenten.
• Wanneer composiet video- of S-videosignalen van een
videorecorder worden omgezet naar component videosignalen,
kan de beeldkwaliteit achteruitgaan, afhankelijk van uw
videorecorder.
• Onconventionele signalen die binnenkomen via de composiet
video of S-video aansluitingen kunnen niet worden omgezet of
worden mogelijk niet correct gereproduceerd. Zet in dergelijke
gevallen “VIDEO CONV” op “OFF”.
Component geïnterlinieerde/progressieve
conversie
COMPONENT I/P
Gebruik deze functie om de analoge geïnterlinieerd/
progressieve conversie van analoge videosignalen die
binnenkomen via de aansluitingen voor samengestelde
video, S-video en componentvideo in- of uit te schakelen,
zodat de analoge 480i (NTSC)/576i (PAL) videosignalen
waarvan de interliniëring is verwijderd bij de omzetting
naar 480p/576p worden gereproduceerd via de
COMPONENT MONITOR OUT aansluitingen.
Keuze
72 Nl
Functies
Functies
ON
Schakelt analoge geïnterlinieerd/progressieve
conversie van analoge videosignalen in.
OFF
Schakelt analoge geïnterlinieerd/progressieve
conversie van analoge videosignalen uit.
Dit toestel aanpassen (MANUAL SETUP)
Opmerkingen
5 INPUT MENU
• De “COMPONENT I/P” parameter verschijnt alleen wanneer u
“VIDEO CONV.” hebt ingesteld op “ON”.
• Als uw beeldscherm niet geschikt is voor analoge videosignalen
met een 480p/576p resolutie, is het mogelijk dat de SET MENU
items niet op uw beeldscherm getoond kunnen worden wanneer
“COMPONENT I/P” ingesteld is op “ON”.
HDMI resolutie HDMI RES.
Gebruik deze functie om de HDMI opwaardering van
analoge videosignalen die binnenkomen via de VIDEO,
S VIDEO en COMPONENT VIDEO aansluitingen in- of
uit te schakelen, zodat de opgewaardeerde videosignalen
worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting.
Dit toestel waardeert de videosignalen als volgt op:
• 480i (NTSC)/576i (PAL) → 480p/576p, 1080i, 720p of
1080p
• 480p/576p → 1080i, 720p of 1080p
Keuze
THROUGH
Gebruik dit menu om de parameters van elke ingansbron
te regelen.
Signaalbron
INPUT RENAME
VOL. TRIM
BGV
B)MULTI CH
INPUT RENAME
VOL. TRIM
BGV
INPUT CH
FRONT
C)PHONO
D)CD
E)TV
F)MD/CD-R
I/O ASSIGNMENT
INPUT RENAME
VOL. TRIM
DECODER MODE
BGV
G)BD/HD DVD
H)DVD
I)CBL/SAT
J)DVR
K)VCR
L)V-AUX
I/O ASSIGNMENT
INPUT RENAME
VOL. TRIM
DECODER MODE
480p (of 576p), Opwaardering van analoge videosignalen naar
480p of 576p, 1080i, 720p of 1080p resolutie.
1080i, 720p,
1080p
Opmerkingen
• “HDMI RES” is alleen beschikbaar wanneer “VIDEO CONV”
ingesteld is op “ON”.
• Dit toestel detecteert de door het aangesloten beeldscherm
ondersteunde videosignaalresoluties automatisch en gebruikt een
sterretje (*) om ze aan te geven. Als dit toestel de resoluties niet kan
detecteren, stel “MONITOR CHECK” in op “SKIP” (bladzijde 94).
M)DOCK
INPUT RENAME
VOL. TRIM
STANDBY CHARGE
N)BLUETOOTH
INPUT RENAME
VOL. TRIM
BGV
START PAIRING
HDMI beeldverhouding HDMI ASPECT
Gebruik deze functie om de beeldverhouding te selecteren
voor analoge videosignalen die worden gereproduceerd
via de HDMI OUT aansluiting.
O)USB
INPUT RENAME
VOL. TRIM
BGV
Keuze
GEAVANCEERDE
BEDIENING
A)TUNER
Functies
Geen opwaardering van analoge videosignalen.
Parameter
Functies
THRGH
Er zullen geen wijzigingen worden aangebracht in
de beeldverhouding voor HDMI videobronsignalen.
16:9
Laat videobeelden met een beeldverhouding van
4:3 weergeven op een beeldscherm met een
beeldverhouding van 16:9. Hierdoor zullen links
en rechts op het beeldscherm zwarte balken
worden weergegeven.
SMART
Past videobeelden met een beeldverhouding van
4:3 op een beeldscherm met een
beeldverhouding van 16:9.
Opmerkingen
Nederlands
• “HDMI ASPECT” is alleen beschikbaar wanneer “HDMI RES”
niet is ingesteld op “THROUGH”.
• Als de beeldverhouding van de videosignaalbron anders is dan
4:3, negeert dit toestel automatisch de instelling voor “HDMI
ASPECT”.
• Wanneer “HDMI ASPECT” ingesteld is op “SMART”, worden de
videobeelden aan de randen van het beeldscherm een beetje uitgerekt.
73 Nl
Dit toestel aanpassen (MANUAL SETUP)
Ingangs-/uitgangstoewijzing
I/O ASSIGNMENT
U kunt de in-/uitgangsaansluitingen toewijzen aan andere
componenten als de begininstellingen van dit toestel niet
overeenkomen met uw voorkeuren. Wijzig de parameter om de
respectievelijke aansluitingen toe te wijzen en meer
componenten te kunnen aansluiten.
Wanneer de in-/uitgangsaansluitingen opnieuw zijn
toegewezen, kunt u de daarbij behorende component selecteren
met C INPUT (of met de ingangskeuzetoetsen (3)).
Opmerking
“DECODER MODE” is alleen beschikbaar wanneer de digitale
audio-ingangsaansluitingen (HDMI, OPTICAL en/of
COAXIAL) toegewezen zijn aan de geselecteerde ingangsbron.
Audio-ingang BGV BGV
Gebruik deze functie om de videobron te selecteren die
afgespeeld wordt in de achtergrond van de geselecteerde
audio-ingangsbron.
y
• “NONE” verschijnt op de OSD wanneer er geen ingangsbron
aan de aansluiting is toegewezen.
• U kunt een bepaalde naam maar één keer gebruiken voor een
bepaald soort aansluiting.
• Er verschijnt een sterretje (*) rechts van de aansluitingsnamen
die gewijzigd zijn vanuit hun vorige instellingen.
• De ingangsbron die momenteel is toegewezen aan de
geselecteerde aansluiting wordt tussen haakjes getoond naast
“Current”.
Naam wijzigen van ingang INPUT RENAME
Gebruik deze functie om de naam van de ingangsbron te
wijzigen (tot maximaal 9 tekens) die op de OSD en op de
display van het voorpaneel verschijnt.
• Om de te bewerken positie te lokaliseren, druk op
8l / h.
• Om een teken te selecteren, druk op 8k / n.
• Om de instelling te bevestigen, druk op 8ENTER.
• Om zonder wijzigingen naar het vorige scherm terug te
keren, druk op 9RETURN.
Keuze
Functies
BD/HD DVD,
DVD, CBL/
SAT, DVR,
VCR, V-AUX,
DOCK
Selecteert de corresponderende ingangsbron als
bron voor de achtergrondvideo.
OFF
Er wordt geen video op de achtergrond
weergegeven.
Opladen in de standby-stand STANDBY CHARGE
Gebruik deze functie om in te stellen of dit toestel de
batterij van de aangesloten iPod oplaadt of niet wanneer
dit toestel in de standby-stand staat.
Keuze
Functies
AUTO
Laadt de batterij (accu) van de aangesloten iPod
op wanneer dit toestel aan staat en wanneer het
uit (standby) staat.
OFF
Laadt de batterij (accu) van de aangesloten iPod
alleen op wanneer dit toestel aan staat.
y
Druk op 8n om de tekens als volgt te laten veranderen, of druk
op 8k om deze reeks in omgekeerde volgorde te doorlopen:
A t/m Z, 0 t/m 9, a t/m z, symbolen (#, *, –, +, etc.), spatie.
Volume trimmen VOL. TRIM
Gebruik deze functie om het niveau van de signaalweergave
bij elke aansluiting aan te passsen. Dit komt van pas als u
de balans wilt regelen tussen alle ingangsbronnnen om te
voorkomen dat het volume plotseling verandert wanneer u
overschakelt naar andere ingangsbronnen.
Instelbereik: –6,0 dB t/m +6,0 dB
Instelstap: 0,5 dB
Begininstelling: 0,0 dB
y
Deze parameter heeft ook invloed op de signalen die worden
geproduceerd via de ZONE OUT aansluitingen.
Beginnen met paren START PAIRING
Gebruik deze functie om te beginnen met de paring van de
aangesloten Yamaha Bluetooth draadloze audio-ontvanger
(zoals YBA-10, afzonderlijk verkocht) aan uw Bluetooth
component. Voor details over het paren, zie “Paren van de
Bluetooth™ ontvanger en uw Bluetooth component”
(bladzijde 54).
Er is een tijdslimiet van 8 minuten gesteld voor de
paringsbewerking om de veiligheid te garanderen. Het
wordt aanbevolen dat u alle instructies leest en volledig
begrijpt voordat u begint.
1
Druk op 8ENTER om het paren te
beginnen.
De aangesloten Bluetooth ontvanger begint te zoeken
naar Bluetooth componenten. “Searching...”
verschijnt er op de OSD.
2
Controleer of de Bluetooth component de
Bluetooth ontvanger detecteert.
Raadpleeg voor details de instructiehandleiding van
de Bluetooth component.
Decoderstand DECODER MODE
Hiermee kunt u de decoderstand inschakelen.
Keuze
Functies
AUTO
Detecteert automatisch de typen digitale audioingangssignalen en selecteert de juiste decoder.
DTS
Activeert de DTS decoder en reproduceert alleen
digitale DTS audiosignalen wanneer er digitale
audiosignalen binnenkomen.
74 Nl
Dit toestel aanpassen (MANUAL SETUP)
3
Selecteer de Bluetooth ontvanger in de
Bluetooth apparatenlijst en voer vervolgens
het wachtwoord “0000” in op de Bluetooth
component.
Zodra dit toestel het paren voltooid heeft, verschijnt
er “Completed”.
Om de paring te annuleren, druk op 9RETURN.
Druk op 9RETURN om “START PAIRING” af
te sluiten.
Opmerkingen
• Als de aangesloten Bluetooth ontvanger geen Bluetooth
componenten kan vinden, verschijnt er “Not found”.
• Als er geen Bluetooth ontvanger aangesloten is op dit toestel,
verschijnt er “No Bluetooth receiver”.
Ingangskanalen INPUT CH
Deze instelling bepaalt het aantal kanalen dat ontvangen
wordt vanaf de externe decoder (bladzijde 22).
Keuze
Gebruik dit menu om de optionele systeemparameters aan
te passen.
■ Display-instellingen A)DISPLAY SET
Opmerking
y
4
6 OPTION MENU
Functies
Selecteer deze instelling als de aangesloten
component gescheiden 6-kanaals audiosignalen
produceert.
8ch
Selecteer deze instelling als de aangesloten
component gescheiden 8-kanaals audiosignalen
produceert. U dient de “FRONT” instelling
(hieronder) ook te configureren.
Linker en rechter voorkanalen
ingangsaansluitingen FRONT
Als “INPUT CH” op “8CH” ingesteld wordt, dient u de
analoge audio-aansluitingen te specificeren via welke de
signalen van de linker en rechter voorkanalen van de
aangesloten externe decoder worden ontvangen.
Keuzes: CD, TV, MD/CD-R, BD/HD DVD, DVD, CBL/
SAT, DVR, VCR, V-AUX
Opmerking
Dimmer DIMMER
Hiermee kunt u de helderheid van de display op het
voorpaneel instellen.
Instelbereik: – 4 t/m 0
Instelstap: 1
• Om de display van het voorpaneel te dimmen, druk op
8l.
• Om de display van het voorpaneel helderder te maken,
druk op 8l.
OSD verschuiving OSD SHIFT
Gebruik deze functie om de verticale positie van de OSD
aanpassen.
Instelbereik: –5 (omlaag) t/m +5 (omhoog)
Instelstap: 1
Begininstelling: 0
• Om de positie van de OSD te verlagen, druk op 8l.
• Om de positie van de OSD te verhogen, druk op 8l.
Grijze achtergrond GRAY BACK
Gebruik deze functie om een grijze achtergrond weer te
laten geven op uw beeldscherm wanneer er geen
videosignaal binnenkomt.
Keuze
Functies
AUTO
Geeft een grijze achtergrond weer op uw
beeldscherm wanneer er geen videosignaal
binnenkomt.
OFF
Geeft geen grijze achtergrond weer op uw
beeldscherm.
“FRONT” is alleen beschikbaar wanneer “INPUT CH”
ingesteld is op “8CH”.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
6ch
U kunt de “OSD SHIFT” en “GRAY BACK” instellingen
resetten naar de oorspronkelijke fabrieksinstellingen met
“VIDEO” in “INITIALIZE” in “ADVANCED SETUP”
(bladzijde 94).
Opmerking
Afhankelijk van de binnenkomende videosignalen of de
systeeminstelling van uw beeldscherm (NTSC of PAL), is het
mogelijk dat de OSD abnormaal weergegeven wordt. Zet in
dergelijke gevallen “GRAY BACK” op “OFF”.
Nederlands
75 Nl
Dit toestel aanpassen (MANUAL SETUP)
Display voor verkorte meldingen
SHORT MESSAGE
Gebruik deze functie om de verkorte weergave van
meldingen aan of uit te zetten.
Keuze
ON
Gebruik deze functie om te voorkomen dat de
geluidsveldprogrammaparameters en andere
systeeminstellingen per abuis gewijzigd worden.
Keuze
Functies
Schakelt de verkorte weergave van meldingen
in. De inhoud van het display op het voorpaneel
wordt onderaan het scherm getoond telkens
wanneer het toestel bediend wordt.
OFF
■ Geheugenbeveiliging B)MEMORY GUARD
OFF
ON
Schakelt de geheugenbeveiligingsfunctie in.
Terwijl deze is ingeschakeld (“ G ”verschijnt
rechts bovenaan in het “SET MENU” scherm),
worden de volgende instellingen beschermd.
– geluidsveldprogrammaparameters
– “AUTO SETUP” items
– alle luidsprekerniveaus
– “MANUAL SETUP” items
Schakelt de verkorte weergave van meldingen
uit.
Opmerking
De verkorte weergave van meldingen zal in de volgende
gevallen niet verschijnen:
– wanneer er componentvideosignalen met een resolutie van
480p/576p, 720p, 1080i of 1080p binnenkomen
– wanneer er HDMI videosignalen binnenkomen
Weergavetijd in-beeld display ON SCREEN
Gebruik deze functie om de hoeveelheid tijd in te stellen
voor het weergeven van het iPod-menu of USB-menu op
de OSD nadat u een bepaalde bewerking hebt uitgevoerd.
Keuze
Functies
ALWAYS
Laat het in-beeld display voortdurend
weergeven tijdens een handeling.
10S
Schakelt het in-beeld display uit 10 seconden
nadat u een handeling heeft verricht.
30S
Schakelt het in-beeld display uit 30 seconden
nadat u een handeling heeft verricht.
Scrollen over de display van het voorpaneel
FL SCROLL
Gebruik deze functie om de stand in te stellen voor het
weergeven van het iPod-menu of het USB-menu (zoals
songtitel) in de display van het voorpaneel.
Keuze
Opmerking
U kunt de volgende parameters wijzigen, zelfs als “MEMORY
GUARD” staat ingesteld op “ON”:
– “DECODER MODE” in “INPUT MENU” (bladzijde 74)
– “MEMORY GUARD”
– “SUR.” van de geluidsveldprogrammaparameter
(bladzijde 64)
– “TONE BYPASS” in “SOUND MENU” (bladzijde 72)
– Laden van de systeeminstellingen (bladzijde 79)
■ Beginconfiguratie C)INIT. CONFIG
Gebruik deze functie om de instellingen van de
selectiefunctie voor de audio-ingangsaansluiting, de
actieve decoders en uitgebreide surround te selecteren
wanneer u dit toestel inschakelt.
Audioselectie AUDIO SELECT
Gebruik deze functie om de standaard selectiefunctie voor
de audio-ingangsaansluiting in te stellen (bladzijde 35) voor
de ingangsbronnen die zijn verbonden met de DIGITAL
INPUT aansluitingen wanneer u dit toestel aanzet.
Keuze
Selecteer deze instelling om de bedieningsstatus
doorlopend weer te laten geven op het display op
het voorpaneel.
ONCE
Selecteer deze instelling om de bedieningsstatus
met de eerste 14 alfanumerieke tekens op het
display op het voorpaneel te laten zien nadat de
hele melding één keer over het display is
geschoven (gescrolld).
Detecteert automatisch het type ingangssignalen
en selecteert de juiste instelling voor de
selectiefunctie voor de audio-ingangsaansluiting.
LAST
Selecteert automatisch de laatste instelling voor
de selectiefunctie voor de ingangsaansluiting,
gebruikt voor de aangesloten ingangsbron.
Decoderstand DECODER MODE
Gebruik deze functie om de standaard decoderstand in te
stellen (bladzijde 74) voor de ingangsbronnen die zijn
verbonden met de DIGITAL INPUT aansluitingen
wanneer u dit toestel aanzet.
Keuze
76 Nl
Functies
AUTO
Functies
CONT
Functies
Schakelt de geheugenbeveiligingsfunctie uit.
Functies
AUTO
Detecteert automatisch het type ingangssignaal
en selecteert de juiste instelling voor de
decoderfunctie.
LAST
Selecteert automatisch de laatste instelling voor
de decoderfunctie die werd gebruikt met de
signaalbron in kwestie.
Dit toestel aanpassen (MANUAL SETUP)
Uitgebreide surround EXTD SUR.
Gebruik deze functie om de uitgebreide decoderstand in te
stellen (bladzijde 59) voor de ingangsbronnen die zijn
verbonden met de DIGITAL INPUT aansluitingen
wanneer u dit toestel aanzet.
Keuze
Functies
AUTO
Detecteert automatisch de digitale audioingangssignalen en schakelt de juiste decoder in.
LAST
Selecteert automatisch de decoderstand die de
laatste keer geselecteerd werd.
■ Zone-instellingen D)ZONE SET
Gebruik deze functie om de items in Zone 2 of Zone 3 in
te stellen.
Opmerking
“MAX VOL.” en “INIT. VOL.” zijn alleen beschikbaar wanneer
“VOLUME” is ingesteld op “VAR”.
Instellingszone
Selecteer de zone waarvoor u de instellingen wilt
configureren.
Keuze
Functies
EXT
Selecteer deze instelling wanneer de Zone 2 of
Zone 3 luidsprekers zijn verbonden met de
externe versterker die is aangesloten op de
ZONE OUT (ZONE 2 of ZONE 3) aansluitingen
van dit toestel.
[SP1]
Selecteer deze instelling wanneer de luidsprekers
in Zone 2 of Zone 3 direct zijn verbonden met de
SP1 luidsprekeraansluitingen van dit toestel.
[SP2]
BOTH
Selecteer deze instelling wanneer de luidsprekers
in Zone 2 of Zone 3 direct zijn verbonden met de
SP2 luidsprekeraansluitingen van dit toestel.
Selecteer deze instelling wanneer de luidsprekers
in Zone 2 of Zone 3 zijn aangesloten op zowel de
SP1 als de SP2 luidsprekeraansluitingen van dit
toestel (als de luidsprekers bijvoorbeeld via
dubbele (bi-amp) verbindingen zijn aangesloten,
of wanneer er vier luidsprekers in de ruimte staan
opgesteld), of wanneer u tegelijkertijd dezelfde
signaalbron wilt afspelen in Zone 2 en Zone 3.
y
Zone 2/Zone 3 volume VOLUME
Gebruik deze functie om te selecteren of dit toestel het
volumeniveau van de gereproduceerde audiosignalen
regelt via de ZONE OUT (ZONE 2 of ZONE 3)
aansluitingen wanneer u “AMP” instelt op “EXT”
(bladzijde 77).
Keuze
Functies
VAR
Selecteer deze instelling als u het volumeniveau
van ZONE OUT (ZONE 2 of ZONE 3) wilt
regelen met de afstandsbediening van dit toestel.
FIX
Selecteer deze instelling als u het volumeniveau
van Zone 2 of Zone 3 wilt regelen op de externe
versterker. Dit toestel zet het volumeniveau van
ZONE OUT (ZONE 2 of ZONE 3) op een
standaard lijnniveau.
Zone 2/Zone 3 maximale volume MAX VOL
Gebruik deze functie om het maximum volumeniveau in
Zone 2 of Zone 3 in te stellen.
Instelbereik: –30,0 dB t/m +15,0 dB, +16,5 dB
Instelstap: 5,0 dB
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Zone 2/Zone 3 versterker AMP
Gebruik deze functie om te selecteren hoe de Zone 2 of
Zone 3 luidsprekers versterkt worden. Deze parameter
beïnvloedt ook de luidsprekerinstellingen en het
gereproduceerde geluid van geluidsveldprogramma's in de
hoofdzone.
• Wanneer u “AMP” instelt op “[SP1]” en de corresponderende
zone wordt ingeschakeld, zal er geen geluid worden
weergegeven via de surround luidsprekers.
• Wanneer u “AMP” instelt op “[SP2]” en de corresponderende
zone wordt ingeschakeld, zal er geen geluid worden
weergegeven via de surround luidsprekers en de surround
achter-luidsprekers.
• Wanneer u “AMP” instelt op “BOTH” voor “ZONE 2” of
“ZONE 3”, wordt de instelling voor “AMP” voor een andere
zone vastgesteld op “EXT”.
• Wanneer u “AMP” instelt op “BOTH” en de corresponderende
zone wordt ingeschakeld, zal er geen geluid worden
weergegeven via de surround luidsprekers en de surround
achter-luidsprekers.
Opmerking
De “MAX VOL.” instelling krijgt voorrang boven de instelling
voor “INIT. VOL.”.
Zone 2/Zone 3 startvolume INIT. VOL.
Gebruik deze functie om het volumeniveau voor Zone 2 of
Zone 3 in te stellen wanneer de stroom voor Zone 2 of
Zone 3 wordt ingeschakeld.
Keuzes: OFF, MUTE, –80,0 dB t/m +16,5 dB
Instelstap: 0,5 dB
Opmerking
De “MAX VOL.” instelling krijgt voorrang boven de instelling
voor “INIT. VOL.”.
Nederlands
Voor details over de Zone 2 en Zone 3 verbindingen, zie
“Aansluiten van de Zone 2 en Zone 3 componenten”
(bladzijde 90).
Opmerkingen
• Als “BI AMP” in “ADVANCED SETUP” ingesteld is op “ON”
(bladzijde 94), staat de instelling voor “AMP” vastgesteld op
“EXT”.
77 Nl
Opslaan en weer oproepen van de systeeminstellingen
(SYSTEM MEMORY)
Met deze functie kunt u maximaal zes van uw favoriete
instellingen opslaan zodat u ze later makkelijk weer op
kunt roepen. U kunt de volgende systeeminstellingen
opslaan:
Opgeslagen parameters
Bladzijde
“SPEAKER MENU” parameters
(behalve “TEST TONE”)
67
“VOLUME MENU” parameters
(behalve “INIT. VOL.”)
69
“SOUND MENU” parameters*
70
“VIDEO MENU” parameters
72
“DISPLAY SET” parameters
(behalve “SHORT MESSAGE”)
75
Momenteel geselecteerde
geluidsveldprogramma (of “Pure Direct”)
38
Geluidsveldparameterinstellingen
59
Toonregeling instellingen*
45
■ Opslaan via het SET MENU
U kunt de onder “MEMORY1” t/m “MEMORY6”
opgeslagen systeeminstellingen opslaan via het
“SYSTEM MEMORY” menu in “SET MENU”.
1
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op EAMP en druk vervolgens op HMENU.
Het bovenste “SET MENU” scherm verschijnt op de
OSD.
2
Druk op 8n om “SYSTEM MEMORY” te
selecteren en druk dan op 8 ENTER.
Het “SYSTEM MEMORY” menu verschijnt.
3
Druk op 8n om “SAVE” te selecteren en
druk dan op 8 ENTER.
De huidige systeeminstellingen worden weergegeven.
SYSTEM MEMORY
. SAVE;;;;;;;CURRENT
* De instellingen voor “DYNAMIC RANGE”, “LFE LEVEL”
en de toonkleurregeling voor de hoofdtelefoon worden niet
opgeslagen.
Church in Freiburg
ADAPTIVE DRC;;AUTO
EQUALIZER;;;;;;PEQ
PEQ TYPE;;;NATURAL
[p]/[[]: Select
[ENTER]: Return
Opslaan van de
systeeminstellingen
Huidige systeeminstellingen
■ Opslaan met de 6SYSTEM MEMORY
toetsen
U kunt de onder “MEMORY1” t/m “MEMORY4”
opgeslagen systeeminstellingen opslaan door op de
bijbehorende 6 SYSTEM MEMORY toetsen te drukken.
Houd één van de 6SYSTEM MEMORY toetsen
op de afstandsbediening 4 seconden lang
ingedrukt.
“MEMORY 1 SAVE Done” (voorbeeld) verschijnt op de
display op het voorpaneel, waarna dit toestel de huidige
systeeminstellingen opslaat onder het corresponderende
geheugennummer.
SYSTEM MEMORY
1
2
3
4
4
Druk herhaaldelijk op 8 l / h om het
gewenste geheugennummer te selecteren
(“MEMORY1” t/m “MEMORY6”).
De momenteel in het geselecteerde geheugennummer
opgeslagen systeeminstellingen worden
weergegeven. Als het geheugennummer niet in
gebruik is, verschijnt “EMPTY”.
SYSTEM MEMORY
. SAVE;;;;;;;MEMORY1
Drama
ADAPTIVE DRC;;AUTO
EQUALIZER;;;;;;GEQ
PEQ TYPE;;;;;;NONE
[p]/[[]: Select
[ENTER]: Save
Onder het geselecteerde geheugennummer
opgeslagen systeeminstellingen
y
y
Als er reeds systeeminstellingen zijn opgeslagen onder het
geselecteerde geheugennummer, worden de oude instellingen
door het toestel overschreven.
78 Nl
• Als er reeds systeeminstellingen zijn opgeslagen onder het
geselecteerde geheugennummer, worden de oude
instellingen door het toestel overschreven.
• Om de systeeminstellingen met de 6SYSTEM
MEMORY toetsbewerking te laden, gebruik één van de
volgende: “MEMORY1” t/m “MEMORY4”.
Opslaan en weer oproepen van de systeeminstellingen (SYSTEM MEMORY)
5
Druk op 8 ENTER om de huidige
systeeminstellingen op te slaan onder het
geselecteerde geheugennummer.
6
Druk op H MENU om “SET MENU” af te
sluiten.
3
Druk op 3 ENTER om “LOAD” te selecteren.
De huidige systeeminstellingen worden weergegeven.
SYSTEM MEMORY
. LOAD;;;;;;;CURRENT
Church in Freiburg
ADAPTIVE DRC;;AUTO
EQUALIZER;;;;;;PEQ
PEQ TYPE;;;NATURAL
[p]/[[]: Select
[ENTER]: Return
Laden van de systeeminstellingen
4
Opmerking
Als u de systeeminstellingen laadt, worden de momenteel
geconfigureerde instellingen overschreven. Als u de huidige
instellingen niet wilt wissen, sla ze dan op door van tevoren de
SYSTEM MEMORY functie te gebruiken.
■ Laden met de 6 SYSTEM MEMORY
toetsen
SYSTEM MEMORY
U kunt de onder “MEMORY1” t/m “MEMORY4”
opgeslagen systeeminstellingen opnieuw aanroepen door
op de bijbehorende 6 SYSTEM MEMORY toetsen te
drukken.
Druk op één van de 6 SYSTEM MEMORY
toetsen op de afstandsbediening om het
gewenste geheugennummer te selecteren.
“MEMORY 1 LOAD” (voorbeeld) zal op de display
van het voorpaneel verschijnen.
. LOAD;;;;;;;MEMORY6
Straight
ADAPTIVE DRC;;AUTO
EQUALIZER;;;;;;PEQ
PEQ TYPE;;;;;;FLAT
[p]/[[]: Select
[ENTER]: Load
5
Druk op H MENU om “SET MENU” af te
sluiten.
SYSTEM MEMORY
1
2
3
4
GEAVANCEERDE
BEDIENING
1
Druk herhaaldelijk op 8 l / h om het
gewenste geheugennummer te selecteren
waar de systeeminstellingen zijn opgeslagen
en druk vervolgens op 8 ENTER.
Het toestel laadt de geselecteerde
systeeminstellingen.
y
“De melding “EMPTY” verschijnt op het menuscherm als
er geen systeeminstellingen zijn opgeslagen onder het
geselecteerde geheugennummer.
2
Druk nog eens op de geselecteerde
6SYSTEM MEMORY om uw keuze te
bevestigen.
Dit toestel laadt de instellingen die zijn opgeslagen
onder het geselecteerde geheugennummer.
■ Laden met behulp van het SET MENU
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op EAMP en druk vervolgens op HMENU.
Het bovenste “SET MENU” scherm verschijnt op de
OSD.
2
Druk op 8 n om “SYSTEM MEMORY” te
selecteren en druk dan op 8 ENTER.
Het “SYSTEM MEMORY” menu verschijnt.
Nederlands
1
79 Nl
Opslaan en weer oproepen van de systeeminstellingen (SYSTEM MEMORY)
Gebruiksvoorbeelden
■ Voorbeeld 1: Vergelijken van de
resultaten van de automatische en de
handmatige setup
Dit toestel is uitgerust met drie soorten parametrische
equalizer instellingen (bladzijde 71), en u kunt ook uw
eigen geluidsinstellingen maken voor dit toestel met
behulp van de “MANUAL SETUP” parameters (zie
bladzijde 66). Om de resultaten van de automatische setup
of uw eigen handmatige configuratie te vergelijken, maak
gebruik van de 6SYSTEM MEMORY toetsen.
■ Voorbeeld 2: Omschakelen van de
instellingen voor verschillende
omstandigheden in de luisterruimte
De toonkarakteristieken van uw luisterruimte kunnen
veranderen wanneer de omstandigheden in de ruimte
veranderen (of de gordijnen open of dicht zijn,
bijvoorbeeld) en de instellingen van dit toestel kunnen
worden aangepast aan de veranderende omstandigheden.
U kunt gemakkelijk heen en weer schakelen tussen de
instellingen voor dit toestel met behulp van de
6SYSTEM MEMORY toetsen.
SYSTEM MEMORY 1
Instellingen wanneer de gordijnen dicht
zijn
SYSTEM MEMORY 1
Resultaten van de automatische setup
(PEQ SELECT: NATURAL)
SYSTEM MEMORY
SYSTEM MEMORY 2
Resultaten van de automatische setup
(PEQ SELECT: FRONT)
1
2
3
4
SYSTEM MEMORY 3
Manueel geconfigureerde instellingen
Voer de automatische setup uit (bladzijde 29).
2
Houd 6SYSTEM MEMORY 1 4 seconden
lang ingedrukt.
Dit toestel slaat de resultaten van de automatische
setup op (PEQ SELECT: NATURAL) onder
“MEMORY1”.
3
Stel “PEQ SELECT” in op “FRONT”
(bladzijde 71).
4
Houd 6SYSTEM MEMORY 2 4 seconden
lang ingedrukt.
Dit toestel slaat de resultaten van de automatische
setup op (PEQ SELECT: FRONT) onder
“MEMORY2”.
5
Configureer de parameters van “SPEAKER
MENU” (bladzijde 67) en “GEQ EDIT”
(bladzijde 70) manueel.
6
Houd 6SYSTEM MEMORY 3 4 seconden
lang ingedrukt.
Dit toestel slaat de manueel geconfigureerde
instellingen op onder “MEMORY3”.
80 Nl
4
Opslaan van elke instelling
1
Doe de gordijnen van de luisterruimte dicht
en voer daarna de automatische setup uit
(bladzijde 29).
2
Houd 6SYSTEM MEMORY 1 4 seconden
lang ingedrukt.
Dit toestel slaat de instellingen voor de huidige
omstandigheden in de ruimte op (bijv. met de
gordijnen dicht) onder “MEMORY1”.
3
Doe de gordijnen van de kamer open en voer
de automatische setup uit.
4
Houd 6SYSTEM MEMORY 2 4 seconden
lang ingedrukt.
Dit toestel slaat de instellingen voor de huidige
omstandigheden in de ruimte op (bijv. met de
gordijnen open) onder “MEMORY2”.
Opslaan van elke instelling
1
3
SYSTEM MEMORY 2
Instellingen wanneer de gordijnen
open zijn
SYSTEM MEMORY
1
2
Afstandsbedieningsfuncties
Naast dit toestel kan de afstandsbediening ook andere audiovisuele componenten van Yamaha en van andere fabrikanten
aansturen. Om uw TV of andere componenten te kunnen bedienen, moet u de juiste afstandsbedieningscodes voor de
diverse signaalbronnen instellen (bladzijde 83).
Bedienen van dit toestel, een TV of andere componenten
■ Bedienen van dit toestel
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op E AMP
om dit toestel te bedienen.
POWER
POWER
TV
AV
MULTI
V-AUX
STANDBY
POWER
PHONO
DOCK
DVD
CD
MD
CD-R
CBL
SAT
TV
DVR
VCR
TUNER
A
B
*1
Zet op AMP
TV
SOURCE
SETUP
Als er geen code is ingesteld voor de TV bedieningsstand, regelt
de afstandsbediening de component die is ingesteld op de set
bedieningstoetsen voor de TV (bladzijde 83).
USB
AMP
SELECT
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op E TV om
uw TV te bedienen. Om uw TV te kunnen bedienen moet
u van tevoren de juiste afstandsbedieningscode instellen
voor de TV bedieningsstand (bladzijde 83).
y
*1
BD
HD DVD
■ Bedienen van een TV
MACRO
ID
ZONE
MODE
SYSTEM MEMORY
1
2
TITLE
BAND
PRESET/CH
*2
4
3
VOLUME
MENU
SRCH MODE
ENTER
STANDBY
POWER
V-AUX
PHONO
DOCK
DVD
CD
MD
CD-R
CBL
SAT
TV
DVR
VCR
TUNER
A
B
POWER
POWER
TV
AV
MULTI
BD
HD DVD
*1
A-E
SELECT
SETUP
MUTE
STEREO
5
SYSTEM MEMORY
MODE PTY SEEK START
ENTERTAIN
3
1
2
TITLE
BAND
PRESET/CH
9
0
LEVEL
TV VOL
TV CH
*2
MOVIE
4
ENHANCER SUR.DECODE STRAIGHT
6
7
8
INFO
ZONE
*2
4
3
VOLUME
MENU
SRCH MODE
ENTER
A-E
PARAMETER
DISPLAY
RETURN
MEMORY
MUTE
EXTD SUR. PURE DIRECT
ENT
10
SLEEP
MUTE
AUDIO SEL
AUDIO
TV
3D DSP
GEAVANCEERDE
BEDIENING
EON
LIVE/CLUB
2
MACRO
ID
MODE
REC
CLASSICAL
1
Instellen op TV
TV
SOURCE
PARAMETER
DISPLAY
RETURN
MEMORY
USB
AMP
REC
INPUT
EON
CLASSICAL
1
STEREO
5
*3
LIVE/CLUB
2
MODE PTY SEEK START
ENTERTAIN
3
MOVIE
4
ENHANCER SUR.DECODE STRAIGHT
6
7
8
9
0
INFO
LEVEL
TV VOL
TV CH
*2
EXTD SUR. PURE DIRECT
ENT
10
SLEEP
MUTE
AUDIO SEL
AUDIO
TV
3D DSP
INPUT
Opmerkingen
*1 Deze toetsen bedienen altijd alleen dit toestel, ongeacht de
stand van de schakelaar voor de bedieningsfunctie.
*2 Deze toetsen bedienen dit toestel alleen wanneer de
schakelaar voor de bedieningsfunctie van de component op
E AMP staat.
Opmerkingen
*1 2TV POWER kan de stroomvoorziening van de TV altijd in- of
uitschakelen, ongeacht de positie van de schakelaar voor de
bedieningsfunctie.
*2 Deze toetsen bedienen de TV alleen wanneer de schakelaar voor de
bedieningsfunctie op E TV staat ingesteld. Zie voor details de “TV”
kolom op bladzijde 82.
*3 Deze toetsen bedienen de TV alleen wanneer de schakelaar voor de
bedieningsfunctie op E TV of E SOURCE staat ingesteld.
Afstandsbediening
Functies
TV CH +/–
Wijzigt het TV kanaal.
TV MUTE
Deze toets schakelt de geluidsweergave
uit.
TV INPUT
Wijzigt de signaalbron.
81 Nl
Nederlands
TV VOL +/–
Hiermee verhoogt of verlaagt u het
volume.
Afstandsbedieningsfuncties
■ Bedienen van andere componenten
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
E SOURCE om andere apparatuur die u met de
ingangskeuzetoetsen (3) of A , B hebt geselecteerd te
bedienen. U moet wel van tevoren voor elke signaalbron
de juiste afstandsbedieningscode instellen (bladzijde 83).
De volgende tabel toont de functies van de
bedieningstoetsen voor het bedienen van andere
componenten die zijn toegewezen aan de
ingangskeuzetoetsen (3) of A , B . Het is mogelijk dat
sommige toetsen niet het verwachte effect hebben op de
geselecteerde component.
[1]
STANDBY
POWER
[2]
V-AUX
PHONO
DOCK
[3]
DVD
CD
MD
CD-R
CBL
SAT
TV
DVR
VCR
TUNER
A
B
USB
POWER
POWER
TV
AV
MULTI
BD
HD DVD
[4]
TITLE
BAND
VOLUME
MENU
SRCH MODE
PRESET/CH
ENTER
[7]
A-E
PARAMETER
DISPLAY
RETURN
MEMORY
[8]
MUTE
REC
[5]
AMP
EON
MODE PTY SEEK START
TV
SOURCE
SELECT
SETUP
CLASSICAL
1
MACRO
ID
[6]
ZONE
MODE
SYSTEM MEMORY
1
4
3
2
STEREO
5
VOLUME
PRESET/CH
LIVE/CLUB
2
ENTERTAIN
3
MOVIE
4
ENHANCER SUR.DECODE STRAIGHT
6
7
8
EXTD SUR. PURE DIRECT
ENT
10
9
0
INFO
LEVEL
SLEEP
MUTE
AUDIO SEL
AUDIO
TV VOL
TV CH
TV
3D DSP
[9]
[10]
INPUT
Zet op SOURCE
y
De afstandsbediening heeft 16 standen (sets bedieningstoetsen)
om 16 verschillende componenten te kunnen bedienen.
[1]
AV POWER
[2]
TITLE,
BAND
[3]
PRESET/
CH k
Blu-ray Disc/
HD DVDDVD-speler LD-speler
speler/
recorder
DVD
recorder/
Digitale
videorecorder
VCR
TV
Kabel TV/
satellietontvanger
CD-speler
MDrecorder/
CDrecorder
Cassettedeck
Tuner
Aan/uit *1
Aan/uit *1
Aan/uit *1
Aan/uit *1
DVR aan/uit
Aan/uit *1
Aan/uit *1
Aan/uit *1
Aan/uit *1
Aan/uit *1
Titel
Titel
Menu op
Aan/uit *1
Titel
Menu op
*2
Titel
Menu op
Kanaal
hoger
Kanaal
lager
Band
Menu op
Kanaal
hoger
Menu op
Menu neer
Kanaal lager
Menu neer
PRESET/
CH n
Menu neer
Menu neer
Menu neer
CAT. A-E
l
Menu links
Menu links
Menu links
Menu links
CAT. A-E
h
Menu rechts
Menu rechts
Menu rechts
Menu rechts
ENTER
Menu Enter
Menu Enter
Menu Enter
Menu Enter
Menu Enter
[4]
RETURN,
MEMORY
Return
Return
Return
Return
Geheugen
[5]
REC
Opname
(recorder)
Disc
overslaan
Opname
e
Pauze
Pauze
Pauze
Pauze
Menu links
Richting
A/B
Opname
DVRopname *2
DVRopname *2
Disc
overslaan
Opname
Opname
Pauze
DVR pauze
DVR pauze
*2
*2
Pauze
Pauze
Pauze
DVR
weergave *2
p
Weergave
Weergave
Weergave
Weergave
Weergave
DVR
weergave *2
Weergave
Weergave
s
Stop
Stop
Stop
Stop
Stop
DVR stop *2 DVR stop *2 Stop
Stop
Stop
ll
Terug zoeken
Terug
zoeken
Terug
zoeken
Terug
zoeken
Terug
zoeken
DVR terug
zoeken *2
Terug
zoeken
Terug
zoeken
Terug
zoeken
hh
Vooruit
zoeken
Vooruit
zoeken
Vooruit
zoeken
Vooruit
zoeken
Vooruit
zoeken
DVR vooruit DVR vooruit Vooruit
zoeken
zoeken *2
zoeken *2
Vooruit
zoeken
Vooruit
zoeken
b
Terug
springen
Terug
springen
Terug
springen
Terug
springen
Terug
springen
DVR terug
springen *2
Terug
springen
Terug
springen
Richting A
Vooruit
springen
Vooruit
springen
Vooruit
springen
Vooruit
springen
DVR vooruit DVR vooruit Vooruit
springen *2 springen *2 springen
Vooruit
springen
Richting B
DVR terug
zoeken *2
DVR terug
springen *2
Weergave
Menu rechts
a
Vooruit
springen
[6]
1-9, 0, +10
Cijfertoetsen
Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen
Cijfertoetsen
[7]
MENU,
SRCH
MODE
Menu
Menu
Zoekstand
[8]
DISPLAY
[9]
ENT
[10] AUDIO
Menu
Menu
Display
Display
Display
Display
Display
Display
Display
Display
Display
Display
Index
Index
Hoofdstuk/
tijd
Index
Enter
Enter
Enter
Index
Index
Enter
Audio
Audio
Audio
Audio
Opmerkingen
*1 Deze toets werkt alleen wanneer de originele afstandsbediening van de component in kwestie een POWER (aan/uit) knop heeft.
*2 Deze toetsen bedienen uw videorecorder (DVD-recorder enz.) alleen wanneer u de juiste afstandsbedieningscode instelt voor DVR
(bladzijde 83).
82 Nl
Afstandsbedieningsfuncties
■ Selecteren van de te bedienen
component
U kunt een component selecteren die u onafhankelijk van
de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde ingangsbron
kunt bedienen (3).
Druk herhaaldelijk op 5 SELECT l / h om de
gewenste component te selecteren.
De naam van de te bedienen component wordt getoond in
het weergavevenster (4) op de afstandsbediening.
DVD
■ Bedienen van optionele apparatuur
(‘Optie’ set)
“OPTN1” en “OPTN2” zijn optionele sets
bedieningstoetsen voor de component die kunnen worden
geprogrammeerd met afstandsbedieningsfuncties,
onafhankelijk van ingangsbronnen. Deze sets zijn handig
voor het programmeren van instructies die u alleen als
onderdeel van een macrofunctie wilt gebruiken of voor
componenten waarvoor geen geldige
afstandsbedieningscode bestaat.
Instellen van
afstandsbedieningscodes
U kunt andere componenten bedienen als u de
bijbehorende afstandsbedieningscodes hebt ingesteld.
Voor elke set bedieningstoetsen kan een code worden
ingevoerd. Raadpleeg de “Lijst met
afstandsbedieningscodes” “Lijst met
afstandsbedieningscodes” aan het eind van deze
handleiding voor een complete lijst met de beschikbare
afstandsbedieningscodes.
De volgende tabel toont de standaard ingestelde
componenten (Archief: componentencategorie) en de
afstandsbedieningscode voor elke set bedieningstoetsen.
Standaardinstellingen afstandsbedieningscodes
Bedienings
gebied
Archief
(component
encategorie)
Fabrikant
Standaard
code
MULTI
DVD
Yamaha
04306
OPTN1
of
OPTN2
Opmerking
U kunt geen afstandsbedieningscode instellen voor de optionele
sets bedieningstoetsen. Zie bladzijde 85 voor het programmeren
van toetsen binnen deze set bedieningstoetsen voor de
component.
—
—
—
—
—
—
DOCK
SOURCE
Yamaha
00012
BD
HD DVD
BD
Yamaha
04706
DVD
DVD
Yamaha
04306
CD
CD
Yamaha
01205
MD
CD-R
CD-R
Yamaha
01405
CBL
SAT
—
—
—
TV
—
—
—
DVR
DVR
Yamaha
00707
VCR
—
—
—
TUNER
SOURCE
Yamaha
00012
A
—
—
—
B
—
—
—
USB
SOURCE
Yamaha
00012
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Om een optionele set bedieningstoetsen te
selecteren, druk herhaaldelijk op
5 SELECT l / h totdat “OPTN1” of “OPTN2” in
het weergavevenster (4) op de
afstandsbediening verschijnt.
V-AUX
PHONO
Opmerking
Het is mogelijk dat u uw Yamaha component niet zult kunnen
bedienen, ook al is er een Yamaha afstandsbedieningscode
voorgeprogrammeerd zoals hierboven vermeld.
Probeer in een dergelijk geval een andere Yamaha
afstandsbedieningscode in te stellen.
1
83 Nl
Nederlands
Controleer de afstandsbedieningscode voor
uw component van tevoren.
Raadpleeg de “Lijst met afstandsbedieningscodes”
aan het eind van deze handleiding voor een complete
lijst met de beschikbare afstandsbedieningscodes.
Afstandsbedieningsfuncties
2
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op de afstandsbediening in op ESOURCE.
Als u de afstandsbedieningscode wilt instellen voor
“TV”, stel dan de schakelaar voor de
bedieningsfunctie in op ETV.
3
Druk op FSETUP met een pen of iets
dergelijks.
“SETUP” verschijnt in het weergavevenster (4) van
de afstandsbediening.
8
Druk op 9ENTER om de ingevoerde code
definitief te maken.
“OK” zal in het uitleesvenster verschijnen (4) als de
instelling gelukt is.
“NG” zal in het uitleesvenster verschijnen (4) als de
instelling niet gelukt is. Begin in dit geval opnieuw
vanaf stap 5.
OK
y
Als u gelijk nog een code wilt instellen voor een andere set
bedieningstoetsen, herhaal dan stappen 5 t/m 8.
SETUP
Opmerking
9
Druk nog eens op F SETUP om “SETUP” af
te sluiten.
10
Druk op 2 AV POWER of 0 p om te
controleren of u uw component inderdaad
met de afstandsbediening kunt bedienen.
Voltooi elk van de handelingen in het “SETUP” menu
binnen 30 seconden. Anders sluit de afstandsbediening het
“SETUP” menu automatisch af.
4
Druk herhaaldelijk op 8k / n om “P-SET” te
selecteren en druk dan op 8ENTER.
De afstandsbediening komt in de
voorprogrammeerstand. “P-SET” en de naam van de
momenteel geselecteerde set bedieningstoetsen
verschijnen om beurten in het weergavevenster (4).
P-SET
5
Druk op een ingangskeuzetoets (3) of druk
herhaaldelijk op 5SELECT l / h om de set
bedieningstoetsen te selecteren die u wilt
aanpassen.
Als u in stap 2 “TV” hebt geselecteerd, sla deze stap
dan over.
DVD
6
Druk op 8ENTER.
De huidige code-instelling verschijnt.
04306
7
Gebruik de cijfertoetsen (A) om de
vijf cijfers van de afstandsbedieningscode
voor uw component in te voeren.
84 Nl
y
• Als de apparatuur niet bediend kan worden en er meerdere
codes zijn voor de fabrikant van uw component, probeer ze dan
één voor één tot u de juiste gevonden heeft.
• Als u “00012” instelt als de afstandsbedieningscode van de
geselecteerde set bedieningstoetsen, kunt u de momenteel
geselecteerde interne bron (DOCK, TUNER of USB) bedienen.
Opmerkingen
• “ERROR” zal in het uitleesvenster (4) op de
afstandsbediening verschijnen als u op een toets drukt die niet
staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of wanneer u
tegelijkertijd meerdere toetsen hebt ingedrukt.
• De meegeleverde afstandsbediening bevat niet alle mogelijke
codes voor alle in de handel verkrijgbare audio- en videoapparatuur (met inbegrip van Yamaha componenten). Als geen
enkele afstandsbedieningscode werkt met uw apparatuur,
programmeer dan de nieuwe afstandsbedieningsfunctie met de
‘leerfunctie’ (bladzijde 85) of maak gebruik van de met de
apparatuur in kwestie meegeleverde afstandsbediening.
• Functies die zijn geprogrammeerd met de ‘leerfunctie’ krijgen
voorrang boven functies onder afstandsbedieningscodes.
Afstandsbedieningsfuncties
Programmeren van codes van
andere afstandsbedieningen
Druk herhaaldelijk op 8k / n om “LEARN” te
selecteren en druk dan op 8ENTER.
4
Leg deze afstandsbediening op ongeveer 5
tot 10 cm van de andere afstandsbediening
op een vlakke ondergrond zodat hun
infrarood transmitters op elkaar gericht zijn,
en druk vervolgens op 8ENTER.
“L–KEY” zal in het uitleesvenster (4) verschijnen.
Andere afstandsbediening
TV
POWER
AV
POWER
CD
PHONO
STANDBY
MD
CD-R
DOCK
POWER
USB
VCR
DVD
B
DVR
V-AUX
A
TV
BD
HD DVD
CBL
SAT
MULTI
TUNER
USB
TV
VCR
B
AMP
DVR
A
ZONE
TV
SOURCE
CBL
SAT
TUNER
A-E
MODE
MD
CD-R
MACRO
DOCK
CD
ID
PHONO
DVD
SETUP
V-AUX
BD
HD DVD
4
MULTI
SELECT
VOLUME
MENU
SRCH MODE
ENTER
3
PRESET/CH
2
TITLE
BAND
POWER
VOLUME
MENU
SRCH MODE
STANDBY
A-E
AV
PARAMETER
DISPLAY
POWER
TV
SYSTEM MEMORY
PRESET/CH
ENTER
POWER
1
TITLE
BAND
RETURN
U kunt ook afstandsbedieningscodes programmeren van
andere afstandsbedieningen. Maak gebruik van de
'leerfunctie' als u functies wilt programmeren die niet zijn
opgenomen onder de door de afstandsbedieningscodes
gedekte basishandelingen, of als er geen geschikte
afstandsbedieningscode beschikbaar is. U kunt functies
van een andere afstandsbediening programmeren onder de
op de volgende afbeelding aangegeven toetsen. De toetsen
kunnen apart voor elke set bedieningstoetsen worden
geprogrammeerd.
3
PARAMETER
DISPLAY
RETURN
MEMORY
MUTE
REC
AMP
TV
SOURCE
SELECT
SETUP
MACRO
ID
ZONE
MODE
Zet op
SOURCE
EON
CLASSICAL
1
STEREO
5
LIVE/CLUB
2
2
PRESET/CH
4
3
VOLUME
MENU
SRCH MODE
ENTERTAIN
3
5 t/m 10 cm
MOVIE
4
ENHANCER SUR.DECODE STRAIGHT
6
7
8
SYSTEM MEMORY
1
TITLE
BAND
MODE PTY SEEK START
9
0
INFO
LEVEL
TV VOL
TV CH
EXTD SUR. PURE DIRECT
ENT
10
SLEEP
MUTE
AUDIO SEL
AUDIO
TV
3D DSP
5
Druk op de toets waaronder u de nieuwe
functie wilt programmeren.
Er verschijnt “START” in het uitleesvenster (4).
INPUT
ENTER
RETURN
MEMORY
A-E
PARAMETER
DISPLAY
MUTE
STANDBY
POWER
MD
CD-R
DOCK
POWER
AV
CD
PHONO
POWER
TV
DVD
USB
VCR
TV
AMP
ZONE
SOURCE
V-AUX
B
DVR
MODE
MACRO
BD
HD DVD
A
TV
ID
MULTI
CBL
SAT
SETUP
TUNER
SELECT
4
STANDBY
POWER
AV
POWER
MD
CD-R
DOCK
TV
CD
PHONO
POWER
DVD
V-AUX
USB
VCR
BD
HD DVD
DVR
AMP
ZONE
TV
SOURCE
MULTI
TV
MODE
MACRO
4
CBL
SAT
3
B
ID
A
SETUP
VOLUME
MENU
SRCH MODE
SYSTEM MEMORY
2
PRESET/CH
TUNER
SELECT
1
TITLE
BAND
Andere afstandsbediening
OK
y
Herhaal stap 4 t/m 6 wanneer u nog een functie wilt
programmeren.
85 Nl
Nederlands
Zorg ervoor dat de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op E SOURCE of ETV wordt ingesteld. Wanneer u de
schakelaar voor de bedieningsfunctie op EAMP zet en
vervolgens instructies van andere afstandsbedieningen
programmeert, kan de toets in kwestie geen
versterkerfunctie van dit toestel meer aansturen.
Druk op FSETUP met een pen of iets
dergelijks.
Er verschijnt “SETUP” in het uitleesvenster (4).
3
Houd de toets die u op de andere
afstandsbediening wilt programmeren
ingedrukt tot “OK” in het uitleesvenster (4)
verschijnt.
“NG” zal in het uitleesvenster verschijnen (4) als de
'leerfunctie' niet gelukt is. Begin in dit geval opnieuw
vanaf stap 4.
Opmerking
2
2
VOLUME
MENU
SRCH MODE
6
SYSTEM MEMORY
PRESET/CH
A-E
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op ESOURCE en druk dan op een
ingangskeuzetoets (3) om de gewenste set
bedieningstoetsen te selecteren.
Als u de afstandsbedieningscode wilt programmeren
voor “TV”, stel dan de schakelaar voor de
bedieningsfunctie in op ETV.
PARAMETER
DISPLAY
1
ENTER
• De afstandsbediening maakt gebruik van infrarood stralen. Als
de andere afstandsbediening ook gebruik maakt van infrarood,
kan deze afstandsbediening de meeste functies daarvan
overnemen. Sommige speciale signalen of hele lange signalen
kunnen echter mogelijk niet worden overgenomen.
• U kunt de gewenste afstandsbedieningscode niet
programmeren, zelfs als u de toetsen in het in de bovenstaande
illustratie gemarkeerde gebied selecteert, afhankelijk van de
geselecteerde set bedieningstoetsen en het toegewezen archief.
1
TITLE
BAND
RETURN
Opmerkingen
GEAVANCEERDE
BEDIENING
REC
Afstandsbedieningsfuncties
7
Druk nog eens op F SETUP om het setup
menu af te sluiten.
5
Opmerkingen
• Er verschijnt “ERROR” in het uitleesvenster (4) op de
afstandsbediening als u op een toets drukt die niet staat
aangegeven voor deze bepaalde stap, of wanneer u tegelijkertijd
meerdere toetsen hebt ingedrukt.
• Deze afstandsbediening is in staat ongeveer 200 functies te
leren. Het is echter mogelijk, afhankelijk van de overgenomen
signalen, dat de melding “FULL” in het uitleesvenster
verschijnt voordat u 200 functies hebt geprogrammeerd. Wis in
dat geval eerder geprogrammerde functies die u niet meer nodig
hebt om ruimte te maken voor nieuwe leerfuncties
(bladzijde 89).
• In de volgende gevallen is het mogelijk dat de leerfunctie niet
werkt:
– wanneer de batterijen in deze of in de andere
afstandsbediening leeg of bijna leeg zijn.
– wanneer de afstandsbediening in de zon ligt.
– wanneer het signaal voor de functie die u wilt overnemen
continu is of zeer ongewoon.
BD/HD
y
Druk op 8k om de tekens als volgt te laten veranderen, of
druk op 8n om deze reeks in omgekeerde volgorde te
doorlopen: A t/m Z, a t/m z, 0 t/m 9, spatie,
symbolen (–, +, /, :).
6
Wanneer u de naam van nog een set bedieningstoetsen wilt
wijzigen, druk dan op de ingangskeuzetoets (3) of
herhaaldelijk op 5SELECT l / h om de gewenste set
bedieningstoetsen te selecteren, en druk vervolgens op
8ENTER, waarna u de bewerkingen van stap 4 t/m 6
uitvoert.
U kunt de naam van de set bedieningstoetsen
(ingangsbron) die verschijnt in het uitleesvenster (4) van
de afstandsbediening veranderen.
7
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op ESOURCE en druk dan op een
ingangskeuzetoets (3) om de gewenste set
bedieningstoetsen te selecteren.
2
Druk op FSETUP met een pen of iets
dergelijks.
“SETUP” zal in het uitleesvenster verschijnen.
3
Druk herhaaldelijk op 8k / n om “RNAME” te
selecteren en druk dan op 8ENTER.
4
Druk herhaaldelijk op 8k / n om de uit 3
letters bestaande naam of de uit 5 letters
bestaande naam te selecteren die u wilt
bewerken, en druk vervolgens op 8ENTER.
Elke set bedieningstoetsen heeft een uit 3 letters
bestaande naam en een uit 5 letters bestaande naam.
U kunt de uit 3 letters en de uit 5 letters bestaande
namen onafhankelijk van elkaar wijzigen.
Uit 3 letters bestaande
naam
BD
86 Nl
Uit 5 letters bestaande
naam
BD/HD
Druk op 8ENTER om de nieuwe naam
definitief te maken.
“OK” zal in het uitleesvenster (4) van de
afstandsbediening verschijnen als de naam met
succes is veranderd.
y
Wijzigen van bronnamen in het
weergavevenster
1
Bewerken van de naam van de set
bedieningstoetsen.
Om de te bewerken positie te lokaliseren, druk op
8l / h.
Om een teken te selecteren, druk op 8k / n.
Druk nog eens op F SETUP om het setup
menu af te sluiten.
Opmerking
“ERROR” zal in het uitleesvenster (4) op de afstandsbediening
verschijnen als u op een toets drukt die niet staat aangegeven
voor deze bepaalde stap, of wanneer u tegelijkertijd meerdere
toetsen hebt ingedrukt.
Afstandsbedieningsfuncties
Macro programmeerfuncties
De macrofunctie maakt het mogelijk een reeks
handelingen uit te laten voeren met één druk op een toets.
Wanneer u bijvoorbeeld een CD wilt afspelen zou u
normaal gesproken eerst uw apparatuur aan moeten zetten,
vervolgens de CD als signaalbron selecteren en dan pas op
de weergavetoets drukken. Met de macrofunctie kunt u al
deze handelingen laten uitvoeren door eenvoudigweg op
de CD macrotoets te drukken. De toetsen die hieronder
genoemd worden als macrotoetsen zijn reeds als zodanig
voorgeprogrammeerd. U kunt echter ook uw eigen
macro’s samenstellen (bladzijde 88).
■ Oproepen van geprogrammeerde
macrohandelingen
POWER
POWER
STANDBY
POWER
TV
AV
MULTI
V-AUX
PHONO
DOCK
BD
HD DVD
DVD
CD
MD
CD-R
CBL
SAT
TV
DVR
VCR
TUNER
A
B
■ Standaard macrofuncties
Druk op
macrotoets
STANDBY
Om automatisch deze signalen in
deze volgorde uit te zenden
Eerste
Tweede
STANDBY
—
POWER
POWER
(*1)
TV
MULTI
MULTI
V-AUX
V-AUX
PHONO
PHONO
DOCK
DOCK
BD
HD DVD
BD
HD DVD
DVD
DVD
CD
CD
Macrotoetsen
USB
AMP
TV
SOURCE
SELECT
SETUP
MACRO
ID
MODE
ZONE
MACRO ON/OFF
MD
CD-R
POWER
MD
CD-R
SYSTEM MEMORY
1
3
4
3
CBL
SAT
TV
TV
DVR
DVR
VCR
VCR
TUNER
TUNER
A
A
B
B
USB
USB
Druk op GMACRO op de afstandsbediening.
MACRO
2
CBL
SAT
GEAVANCEERDE
BEDIENING
1
2
Druk op de gewenste macrotoets.
“M:de uit 3 letters bestaande naam van de
geselecteerde set bedieningstoetsen ” (bijvoorbeeld
“M:DVD”) verschijnt in het uitleesvenster (4),
waarna dit toestel de geprogrammeerde functies
uitzendt. Wanneer u op CSTANDBY of DPOWER
drukt, verschijnt er “M:STB” of “M:PWR” in het
uitleesvenster (4), waarna dit toestel de
geprogrammeerde functies uitzendt.
Druk nog eens op GMACRO om de
macrostand af te sluiten.
Opmerkingen
(*2)
*1 Stel de geschikte afstandsbedieningscode voor TV van
tevoren in (bladzijde 83).
*2 Dit toestel geeft het station of de geselecteerde inhoud weer
die het laatst ontvangen werd voordat het toestel in de
standby-stand werd gezet.
Nederlands
• Terwijl de afstandsbediening een macroprogramma uitvoert (de
zendindicator knippert), worden er geen andere bewerkingen
door geaccepteerd.
• Houd de afstandsbediening op de component in kwestie gericht
tot de macro klaar is.
• Als u elk van de bewerkingen niet binnen 30 seconden voltooit,
sluit dit toestel de macrostand automatisch af.
87 Nl
Afstandsbedieningsfuncties
■ Programmeren van macrohandelingen
U kunt uw eigen macro programmeren om met een druk
op een toets verscheidene afstandsbedieningsinstructies
achter elkaar uit te zenden. Stel eerst de juiste
afstandsbedieningscodes in of neem functies over met de
leerfunctie voordat u een macro gaat programmeren.
4
Voorbeeld
Stel de ingangsbron in op DVD → Zet de DVD-speler
aan → Zet het beeldscherm aan
Opmerkingen
Stap 1 (“MCR1”): Druk op DVD.
Stap 2 (“MCR2”): Druk op AV POWER.
Stap 3 (“MCR3”): Druk op TV POWER.
• De voorgeprogrammeerde macro wordt niet gewist wanneer er
voor een toets een nieuwe macro wordt geprogrammeerd. De
voorgeprogrammeerde macro kan weer worden gebruikt
wanneer de door u geprogrammeerde macro is gewist.
• Er kan geen nieuwe instructie (macro-stap) aan een
voorgeprogrammeerde macro worden toegevoegd. Een macro
kan alleen in zijn geheel worden geprogrammeerd.
• Wij raden u aan geen doorlopende handelingen (zoals het
regelen van het volume) in een macro te programmeren.
1
POWER
Druk herhaaldelijk op 8k / n om “MACRO” te
selecteren en druk dan op 8ENTER.
3
Druk op de gewenste macrotoets waaronder
u het macroprogramma wilt opslaan en druk
vervolgens op 8ENTER.
“M:de uit 3 letters bestaande naam van de
geselecteerde macroknop ” (bijvoorbeeld “M:DVD”)
en de naam van de momenteel geselecteerde set
bedieningstoetsen verschijnen om beurten in het
uitleesvenster (4).
Wanneer u op CSTANDBY of DPOWER drukt,
verschijnen “M:STB” of “M:PWR” en de naam van
de momenteel geselecteerde set bedieningstoetsen
om beurten in het uitleesvenster (4).
POWER
TV
STANDBY
POWER
AV
3
Druk op FSETUP met een pen of iets
dergelijks.
“SETUP” zal in het uitleesvenster verschijnen (4).
2
Druk in de gewenste volgorde op de toetsen
voor de functies die u wilt opnemen in de macro.
2
MULTI
V-AUX
PHONO
DOCK
BD
HD DVD
DVD
CD
MD
CD-R
CBL
SAT
TV
DVR
VCR
TUNER
A
B
USB
MCR 1
M:DVD
1
Geeft het aantal macrostappen
aan dat u heeft ingevoerd
(Geselecteerde macrotoets)
Knipperen om beurten zodat u de
volgende stap kunt programmeren
DVD
(Geselecteerde set
bedieningstoetsen)
Opmerkingen
• Druk op 5 SELECT l / h om de geselecteerde set
bedieningstoetsen te veranderen.. Als u op één van de
ingangskeuzetoetsen drukt, zal er een macrostap worden
geprogrammeerd, terwijl u met 5 SELECT l / h alleen de
geselecteerde set bedieningstoetsen verandert.
• De stand van de schakelaar voor de bedieningsfunctie
(AMP/TV/SOURCE) beïnvloedt de toegewezen functie.
Wanneer de schakelaar voor de bedieningsfunctie
ingesteld is op EAMP of ETV, functioneren de
ingangsbronschakelaars niet.
5
Druk op GMACRO om het programma te
bevestigen.
U kunt maximaal 10 stappen (10 functies) programmeren.
Wanneer u 10 stappen hebt ingesteld, verschijnt de
melding “FULL” en sluit de afstandsbediening de
macroprogrammeerstand automatisch af.
6
Druk nog eens op FSETUP om de setup
stand af te sluiten.
Opmerking
De melding “ERROR” verschijnt in het uitleesvenster (4)
wanneer u op meer dan één toets tegelijk drukt.
88 Nl
Afstandsbedieningsfuncties
Configuraties wissen
4
U kunt alle wijzigingen, zoals overgenomen functies,
macro’s, nieuwe namen en afstandsbedieningscodes voor
een bepaalde functieset tegelijk wissen.
■ Wissen van functiesets
Houd 8ENTER ongeveer 3 seconden
ingedrukt.
Als het wissen gelukt is, verschijnt er “OK” in het
uitleesvenster (4).
Opmerkingen
1
Druk op FSETUP met een pen of iets
dergelijks.
“SETUP” zal in het uitleesvenster verschijnen (4).
• “NG” zal in het uitleesvenster verschijnen (4) als het wissen
niet gelukt is.
• “ERROR” zal in het uitleesvenster verschijnen (4) als u op een
toets drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of
wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen hebt ingedrukt.
2
Druk herhaaldelijk op 8k / n om “CLEAR” te
selecteren en druk dan op 8ENTER.
5
3
Druk herhaaldelijk op 8k / n om de
gewenste wisstand te selecteren.
■ Wissen van een overgenomen
(‘geleerde’) functie
Wisstand
L:DVD (etc.)
Beschrijvingen
L:AMP
Stelt alle overgenomen functies voor het regelen
van de versterkerfuncties in op de
oorspronkelijke fabrieksinstellingen. Zet de
schakelaar voor de bedieningsfunctie op EAMP
om deze wisstand te selecteren.
L:TV
Wist alle overgenomen functies voor de set TV
bedieningstoetsen. Zet de schakelaar voor de
bedieningsfunctie op ETV om deze wisstand te
selecteren.
L:ALL
Wist alle overgenomen functies.
M:DVD (etc.)
(M:Naam van de geselecteerde macrotoets) Wist
de voor de geselecteerde macrotoets
geprogrammeerde macro (bladzijde 88). De
macro die toegewezen is aan de geselecteerde
macrotoets keert terug naar de oorspronkelijke
fabrieksmacro. Druk op de gewenste macrotoets
als u de macrotoets, waarvan u de
geprogrammeerde functies wilt wissen, wilt
wijzigen.
M:ALL
Wist alle geprogrammeerde macro’s. De macro
die toegewezen is aan de geselecteerde
macrotoets keert terug naar de oorspronkelijke
fabrieksmacro.
RNAME
Stelt alle namen van de sets bedieningstoetsen in
op de standaard instellingen.
FCTRY
Stelt alle instellingen van de afstandsbediening
in op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen.
1
Druk op FSETUP met een pen of iets
dergelijks.
Er verschijnt “SETUP” in het uitleesvenster (4).
2
Druk herhaaldelijk op 8k / n om “ERASE” te
selecteren en druk dan op 8ENTER.
3
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op E SOURCE en druk dan op een
ingangskeuzetoets (3).
Als u de uit de sets AMP of TV bedieningstoetsen
overgenomen functie wilt wissen, stel dan de schakelaar
voor de bedieningsfunctie in op EAMP of ETV.
4
Druk op 8ENTER.
“E-KEY” zal in het uitleesvenster (4) verschijnen.
5
Houd de toets die u wilt wissen ongeveer 3
seconden ingedrukt.
Als het wissen gelukt is, verschijnt er “OK” in het
uitleesvenster (4).
GEAVANCEERDE
BEDIENING
(L:3-cijferige naam van de geselecteerde set
bedieningstoetsen) Wist alle overgenomen
functies van de respectievelijke set
bedieningstoetsen. U kunt de te wissen set
bedieningstoetsen wijzigen door herhaaldelijk op
de gewenste ingangskeuzetoets (3) of op
5SELECT l / h te drukken.
Druk nog eens op FSETUP om de setup
stand af te sluiten.
y
• Herhaal stappen 3 t/m 5 als u gelijk nog een andere functie
wilt wissen.
• Wanneer u een overgenomen functie heeft gewist, zal de
toets terugkeren naar de fabrieksinstelling (of de bij een
eventueel ingestelde fabrikantencode behorende functie).
6
Druk nog eens op FSETUP om de setup
stand af te sluiten.
• “NG” zal in het uitleesvenster (4) van de afstandsbediening
verschijnen als het wissen niet gelukt is.
• “De melding ERROR” verschijnt in het uitleesvenster (4) als u
op meer dan één toets tegelijk drukt.
89 Nl
Nederlands
Opmerkingen
Gebruik van de multi-zone configuratie
Dit toestel stelt u in staat een audiosysteem in meerdere zones te configureren. De functies voor weergave in meerdere
zones maken het mogelijk dit toestel zo in te stellen dat er verschillende signaalbronnen worden weergegeven in de
hoofdzone (woonkamer bijv.) en in een tweede (Zone 2) en/of derde zone (Zone 3). U kunt dit toestel bedienen vanuit de
tweede of derde zone met de meegeleverde afstandsbediening.
Naar de tweede en derde zone worden alleen analoge signalen gezonden. Bronnen waarnaar u wilt luisteren in de
tweede en derde zone moeten worden aangesloten op de analoge AUDIO IN aansluitingen van dit toestel.
Aansluiten van Zone 2 en Zone 3 componenten
Om gebruik te maken van de multi-zone functies van dit toestel hebt u de volgende extra apparatuur nodig:
• Een infrarood signaalontvanger in de tweede zone en/of derde zone.
• Een infrarood signaalzender in de hoofdzone. Deze zender zendt de infrarode signalen uit vanaf de afstandsbediening via de
infrarood signaalontvanger in de tweede zone en/of derde zone naar een CD-speler of een DVD-speler, etc. in de hoofdzone.
• Een versterker en luidsprekers in de tweede zone en/of derde zone.
y
• Aangezien er vele mogelijke manieren zijn waarop u dit toestel kunt aansluiten en gebruiken in een multi-zone configuratie, raden we
u aan uw dichtstbijzijnde erkende Yamaha dealer of servicecentrum te raadplegen over de Zone 2 en Zone 3 aansluitingen die het best
tegemoet komen aan uw eisen.
• Sommige Yamaha modellen kunnen rechtstreeks op de REMOTE aansluitingen van dit toestel aangesloten worden. Als u in het bezit
bent van deze producten, hebt u een infrarode signaalontvanger eventueel niet nodig. Tot maximaal 6 Yamaha componenten kunnen
aangesloten worden zoals hieronder weergegeven.
REMOTE
REMOTE
IN
Infraroodontvanger
OUT
REMOTE
IN
OUT
Yamaha
component
Yamaha
component
Dit toestel
REMOTE
IN
OUT
■ Met externe versterkers
Om gebruik te maken van een externe versterker in de tweede zone en/of derde zone, verbind de externe versterker met
de ZONE OUT aansluitingen en stel “AMP” in op “EXT” (bladzijde 77).
Van de ZONE OUT (ZONE 3) aansluitingen
Van de ZONE OUT (ZONE 2) aansluitingen
Versterker
Versterker
Alleen analoge audiosignalen
DVD -speler, etc.
Dit toestel
Afstandsbediening
Afstandsbediening
Infraroodontvanger
Infraroodontvanger
MAIN
ZONE 3
ZONE 2
Infraroodzender
Eerste ruimte
Van de REMOTE OUT aansluiting
Tweede zone
(Zone 2)
Derde zone
(Zone 3)
Naar de REMOTE IN aansluiting
Naar de REMOTE IN aansluiting
Opmerkingen
• Om onverwacht lawaai te voorkomen mag u IN GEEN GEVAL de Zone 2/Zone 3 functie gebruiken met DTS gecodeerde CD’s.
• Pas het volume in de tweede zone en/of derde zone aan met de versterker in elke zone wanneer “VOLUME” is ingesteld op “FIX”
(bladzijde 77).
90 Nl
Gebruik van de multi-zone configuratie
■ Gebruiken van de interne versterkers van dit toestel
Belangrijke waarschuwing voor uw veiligheid
De SP1 of SP2 luidsprekeraansluitingen van deze Receiver mogen niet worden aangesloten op een zogenaamde
Passieve Luidspreker Schakelkast, of met meer dan één luidspreker per kanaal.
Aansluiting op een Passieve Luidspreker Schakelkast, of met meer dan één luidspreker per kanaal kan leiden tot een
abnormaal lage impedantie, met beschadiging van de versterker als gevolg. Raadpleeg deze handleiding voor correct
gebruik.
Te allen tijde moet de opgegeven minimum impedantie voor alle luidsprekers en kanalen worden gehandhaafd. Deze
informatie kunt u vinden op het achterpaneel van uw Receiver.
Als u één interne versterker (SP1 of SP2) van dit toestel wilt gebruiken
Verbind de Zone 2 of Zone 3 luidsprekers rechtstreeks met de SP1 of SP2 luidsprekeraansluitingen en stel “AMP” in op
“[SP1]” of “[SP2]” (bladzijde 77).
Als u twee interne versterkers (SP1 en SP2) van dit toestel wilt gebruiken
Verbind de Zone 2 of Zone 3 luidsprekers rechtstreeks met de SP1 en SP2 luidsprekeraansluitingen en stel “AMP” in op
“BOTH” (bladzijde 77).
R
SP1
PRESENCE/ZONE 2/ZONE 3
+
–
–
SP2
ZONE 2/ZONE 3
L
+
R
L
+
R
SURROUND BACK/
BI-AMP
+
–
–
SINGLE
L
+
–
Tweede zone
(Zone 2)
Derde zone
(Zone 3)
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Dit toestel
ZONE2
Bedient de Zone 2 versterker- of radiofuncties.
Bedienen van Zone 2 of Zone 3
U kunt de zone die u wilt bedienen kiezen met de
bedieningstoetsen op het voorpaneel of op de afstandsbediening.
ZONE3
Bedient de Zone 3 versterker- of radiofuncties.
■ Basisbediening
y
U moet deze stap binnen 10 seconden afronden terwijl de
geselecteerde zone nog knippert op het display op het
voorpaneel. Anders zal de geselecteerde zone automatisch
worden geannuleerd.
Bediening via het voorpaneel
1
2
Druk op P ZONE 2 of P ZONE 3 op het
voorpaneel om Zone 2 of Zone 3 apart in of
uit te schakelen.
Druk herhaaldelijk op P ZONE CONTROLS
op het voorpaneel om de zone die u wilt
bedienen te selecteren.
Met elke druk op P ZONE CONTROLS verandert
het display van het voorpaneel zoals hieronder
aangegeven en zal de indicator voor de op dit moment
geselecteerde zone ongeveer 10 seconden lang
knipperen. Er zal echter geen indicator gaan
knipperen wanneer de hoofdzone zelf is geselecteerd.
ZONE3
Er zal geen indicator gaan knipperen
wanneer de hoofdzone is geselecteerd.
Voer de gewenste handeling in de
geselecteerde zone uit (bladzijde 92).
y
Om de gewenste zone uit te schakelen, druk nogmaals op
PZONE 2 of PZONE 3.
Afstandsbediening
1
Druk herhaaldelijk op G ZONE om de zone
die u wilt bedienen te selecteren.
“MAIN”, “ZONE 2” of “ZONE 3” indicator zal in
het uitleesvenster (4) op de afstandsbediening
verschijnen.
ZONE 2
ZONE 3
MAIN
(Zone 2)
(Zone 3)
(Hoofdzone)
91 Nl
Nederlands
ZONE2
3
Gebruik van de multi-zone configuratie
2
Druk op DPOWER om de geselecteerde
zone in te schakelen.
3
Voer de gewenste handeling in de
geselecteerde zone uit (bladzijde 92).
y
Om de gewenste zone uit te schakelen, druk op
CSTANDBY.
■ Selecteren van de signaalbron voor
Zone 2 of Zone 3
Verdraai de CINPUT schakelaar (of stel de
schakelaar voor de bedieningsfunctie in op
EAMP en druk vervolgens op een van de
ingangskeuzetoetsen (3)).
• Selecteer “TUNER” als de ingangsbron om gebruik te
maken van de FM/AM afstemfuncties (bladzijde 46) in
de geselecteerde zone.
• Selecteer “DOCK” als de ingangsbron om gebruik te
maken van de iPod functies (bladzijde 52) of de
Bluetooth functies (bladzijde 54) in de geselecteerde
zone.
• Selecteer “USB” als de ingangsbron om gebruik te
maken van de USB functies (bladzijde 52) in de
geselecteerde zone.
Opmerking
De ingangsbronnen worden gedeeld door alle zones. U kunt niet
dezelfde ingangsbron in meerdere zones tegelijkertijd
selecteren.
■ Instellen van het volume voor Zone 2 of
Zone 3
Verdraai QVOLUME (of druk op I VOLUME +/–) .
y
Druk op K MUTE op de afstandsbediening om het in de
geselecteerde zone weergegeven geluid uit te schakelen.
Opmerking
Wanneer u de externe versterkers gebruikt in Zone 2 of Zone 3,
kunt u I VOLUME +/– alleen gebruiken wanneer “VOLUME”
ingesteld is op “VAR” in “ZONE SET” (bladzijde 77).
92 Nl
■ Regelen van de balans van de voorluidsprekers in Zone 2 of Zone 3
Druk herhaaldelijk op ETONE CONTROL om
“BALANCE” te selecteren en draai vervolgens
aan de NPROGRAM schakelaar om bij te
stellen.
■ Instellen van de toonkleur voor Zone 2 of
Zone 3
Druk herhaaldelijk op ETONE CONTROL om
de weergave van de hoge tonen (TREBLE) of de
weergave van de lage tonen (BASS) te selecteren
en draai vervolgens aan de NPROGRAM
schakelaar om bij te stellen.
Instelbereik: -10,0 dB t/m +10,0 dB
■ Instellen van de slaaptimer voor Zone 2
of Zone 3
Maak gebruik van deze functie om de gewenste zone na
een bepaalde tijdsperiode uit te schakelen.
Stel de bedieningsfunctie in op EAMP en druk
vervolgens herhaaldelijk op BSLEEP om de
tijdsperiode in te stellen.
De slaaptimerinstelling wordt gewijzigd zoals hieronder
weergegeven.
120min.
OFF
90min.
30min.
60min.
Geavanceerde instellingen
Dit toestel heeft extra menu’s die worden getoond op het display op het voorpaneel. Het uitgebreide instelmenu biedt
aanvullende handelingen om de manier waarop dit toestel functioneert aan te passen. Verander de begininstellingen
(hieronder vet gedrukt aangeduid) op basis van uw specifieke systeem en uw voorkeuren.
Opmerkingen
• Alleen A MASTER ON/OFF, O STRAIGHT en N PROGRAM functioneren terwijl u het uitgebreide instellingsmenu gebruikt.
• Er kunnen geen andere handelingen worden verricht terwijl u het uitgebreide instelmenu aan het gebruiken bent.
• Het uitgebreide instelmenu is alleen beschikbaar via het display op het voorpaneel.
Gebruiken van het uitgebreide
instelmenu
1
2
Druk op A MASTER ON/OFF op het voorpaneel
nog eens in zodat deze naar buiten komt in de
OFF stand om dit toestel uit te schakelen.
Houd ingedrukt
STRAIGHT
EFFECT
MASTER
REMOTE SENSOR
Met deze functie kunt u de ontvanger voor de signalen van
de afstandsbediening die zich bevindt op het voorpaneel
van dit toestel aan of uit zetten.
Keuze
Selecteer deze instelling als u de ontvanger voor de
signalen van de afstandsbediening aan wilt zetten.
OFF
Selecteer deze instelling als u de ontvanger voor de
signalen van de afstandsbediening uit wilt zetten.
Opmerking
In de meeste gevallen raden we u aan deze instelling op “ON” te
laten staan.
■ Inschakelen bij RS-232C gebruik
RS-232C STANDBY
Met deze functie kunt u dit toestel gegevens via de RS-232C
interface laten versturen terwijl het toestel uit (standby) staat.
Keuze
3
Verdraai de NPROGRAM schakelaar om de
parameter te selecteren die u wilt aanpassen.
4
Druk herhaaldelijk op O STRAIGHT om de
geselecteerde parameterinstelling te wijzigen.
5
Druk A MASTER ON/OFF nog eens in zodat
deze naar buiten komt, naar de OFF stand om
de nieuwe instelling op te slaan en dit toestel
uit te schakelen.
y
De gewijzigde instellingen worden van kracht zodra u dit toestel
de volgende keer aan zet.
■ Luidsprekerimpedantie SPEAKER IMP.
Gebruik deze functie om de luidsprekerimpedantie van het
toestel aan te passen aan die van uw luidsprekers.
Keuze
8ΩMIN
Selecteer deze instelling om dit toestel gegevens
te kunnen laten versturen via de RS-232C
interface.
NO
Selecteer deze instelling om dit toestel geen
gegevens te kunnen laten versturen via de RS232C interface.
Begininstelling:
[Modellen voor de V.S. en Canada]: YES
[Overige modellen]: NO
■ Afstandsbediening ID-instelling
REMOTE CON AMP
Gebruik deze functie om de afstandsbedienings-ID van dit
toestel in te stellen voor herkenning van
afstandsbedieningssignalen.
Keuze
Selecteer deze instelling om de
luidsprekerimpedantie in te stellen op 6 Ω. De
impedantie van elke luidspreker moet 6 Ω of hoger
zijn (alleen voor-luidsprekers: 4 Ω of hoger).
Beschrijvingen
ID1
Selecteer deze instelling wanneer de ID van de
afstandsbediening ingesteld is op “ID1”
ID2
Selecteer deze instelling wanneer de ID van de
afstandsbediening ingesteld is op “ID2”
Instellen van de afstandsbedienings-ID
Gebruik deze functie om de afstandsbedienings-ID in te
stellen. Deze functie is handig wanneer u meerdere
Yamaha AV ontvangers of versterkers regelt met de
afstandsbediening.
93 Nl
Nederlands
6ΩMIN
Functies
YES
Beschrijvingen
Selecteer deze instelling om de
luidsprekerimpedantie in te stellen op 8 Ω. De
impedantie van elk van de luidsprekers moet 8 Ω
of hoger zijn.
Beschrijvingen
ON
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Houd O STRAIGHT ingedrukt en druk
vervolgens A MASTER ON/OFF naar binnen,
naar de ON stand om dit toestel in te schakelen.
Het toestel wordt ingeschakeld en de melding
“ADVANCED SETUP” zal verschijnen op het
display op het voorpaneel.
■ Sensor voor de afstandsbediening
Geavanceerde instellingen
■ Parameters initialiseren INITIALIZE
Druk met een pen of iets dergelijks herhaaldelijk
op FID op de afstandsbediening om de
gewenste afstandsbedienings-ID te selecteren.
Telkens als u op FID drukt, wijzigt de afstandsbediening
ID-indicator zoals hieronder weergegeven.
Met deze functie kunt u de parameters van dit toestel
terugzetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen. U
kunt kiezen welke categorie parameters u terug wilt
zetten.
Keuze
ID1
DSP
PARAM
Selecteer deze instelling om alle
geluidsveldparameters terug te zetten op hun
beginwaarden (bladzijde 59).
ID2
VIDEO
Selecteer deze instelling om alle parameters in
“VIDEO MENU” en “OSD SHIFT” en “GRAY
BACK” in “DISPLAY SET” te initialiseren.
ALL
Selecteer deze instelling om alle instellingen van
dit toestel te initialiseren.
CANCEL
Selecteer deze instelling om de
initialisatieprocedure te annuleren.
ID
y
Om de afstandsbedienings-ID van de vereenvoudigde
afstandsbediening in te stellen, zie bladzijde 93 voor details.
■ Afstemstap tuner TUNER FRQ STEP
(Alleen modellen voor Azië en Algemene
modellen)
Hiermee kunt u de afstemstap van de tuner aanpassen aan
de ruimte tussen zendfrequenties in uw gebied.
Keuze
Beschrijvingen
AM10/
FM100
Selecteer deze instelling voor Noord-, Midden- en
Zuid-Amerika.
AM9/FM50
Selecteer deze instelling voor alle overige landen.
■ Bi-amp instelling
BI-AMP
Gebruik deze functie om de ‘bi-amp’ (dubbele
versterking) functie aan of uit te zetten.
Keuze
y
Om de parameters van elk geluidsveldprogramma te
initialiseren, maak gebruik van “INITIALIZE” in het
geluidsveldprogrammamenu (bladzijde 59).
■ HDMI monitor-controlefunctie
MONITOR CHECK
Gebruik deze functie om de monitor-controlefunctie aan
of uit te zetten.
Keuze
Selecteer deze instelling als u de bi-amp (dubbele
versterking) functie aan wilt zetten.
OFF
Selecteer deze instelling als u de bi-amp (dubbele
versterking) functie uit wilt zetten.
Opmerking
Wanneer “BI-AMP” is ingesteld op “ON”, kunnen de
SURROUND BACK aansluitingen niet worden gebruikt om
surround achter-luidsprekers aan te sluiten, omdat deze
aansluitingen reeds worden gebruikt voor de bi-amp
aansluitingen (bladzijde 14).
Beschrijvingen
YES
Dit toestel ontvangt de informatie van de
beschikbare videosignaalresoluties via het
beeldscherm dat is aangesloten via HDMI en u
kunt alleen de door het beeldscherm ondersteunde
resoluties selecteren uit “HDMI RES.”
(bladzijde 73).
SKIP
U mag alle resoluties uit “HDMI RES.” selecteren
(bladzijde 73).
Beschrijvingen
ON
94 Nl
Beschrijvingen
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Oplossen van problemen
Raadpleeg de tabel hieronder wanneer het toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem niet hieronder vermeld
staat, of als de aanwijzingen het probleem niet verhelpen, zet het toestel dan uit (standby), haal de stekker uit het
stopcontact en neem contact op met uw dichtstbijzijnde Yamaha dealer of servicecentrum.
■ Algemeen
Probleem
Het toestel gaat niet
aan, of gaat direct
weer uit (standby)
zodra de stroom
wordt ingeschakeld.
Geen geluid.
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
Het netsnoer of de stekker is niet of niet
goed aangesloten.
Sluit het netsnoer op de juiste manier aan.
—
De instelling voor de
luidsprekerimpedantie is niet correct.
Stel de luidsprekerimpedantie in zodat deze
overeenkomt met die van uw luidsprekers.
25
De beveiliging is in werking getreden.
Controleer of alle luidsprekerbedrading, op het toestel
en op de luidsprekers zelf, op de juiste manier is
aangesloten en dat de draden geen contact maken met
andere dingen dan de bijbehorende aansluitingen.
12
Het toestel heeft blootgestaan aan een
sterke, externe elektrische schok
(bijvoorbeeld een blikseminslag of een
ontlading van statische elektriciteit).
Zet het toestel uit, haal de stekker uit het stopcontact,
wacht 30 seconden voordat u de stekker opnieuw in
het stopcontact steekt en probeer het toestel
vervolgens weer gewoon te gebruiken.
—
In- of uitgangskabels niet op de juiste
manier aangesloten.
Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het
probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis
is met de kabels.
18-23
De selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting staat op “HDMI”,
“COAX/OPT” of “ANALOG”.
Zet de selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting op “AUTO”.
35
De selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting is ingesteld op
“ANALOG” terwijl de signaalbron
digitale audiosignalen produceert.
Zet de selectiefunctie voor de audioingangsaansluiting op “AUTO” of op
“COAX/OPT”.
35
Er is geen geschikte signaalbron
geselecteerd.
Selecteer een geschikte ingangsbron met behulp van
de C INPUT schakelaar (of de
ingangsselectieknoppen (3) ).
De luidsprekers zijn niet goed
aangesloten.
Sluit de luidsprekers op de juiste manier aan.
12
Het volume staat zacht of is gedempt.
Zet het volume hoger.
—
Er worden signalen van een
broncomponent ontvangen die dit toestel
niet kan weergeven, zoals van een CDROM.
Gebruik een signaalbron waarvan de signalen wel
door dit toestel kunnen worden gereproduceerd.
—
De HDMI componenten die zijn
aangesloten op dit toestel bieden geen
ondersteuning voor de HDCP
kopieerbeveiligingsnormen.
Sluit HDMI componenten aan die wel ondersteuning
bieden voor de HDCP kopieerbeveiligingsnormen.
16
34, 35
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
95 Nl
Oplossen van problemen
Probleem
Geen beeld.
Zie
bladzijde
Oorzaak
Oplossing
Er wordt gebruik gemaakt van verschillende
types video-aansluitingen voor de in- en
uitgang van het beeldsignaal.
Zet “VIDEO CONV.” op “ON” of sluit uw
broncomponenten op dezelfde manier aan op dit toestel
als uw beeldscherm.
72
De analoge videosignalen met een resolutie
van 1080p worden alleen via de
COMPONENT VIDEO MONITOR OUT
aansluitingen gereproduceerd.
Sluit uw beeldscherm aan op de COMPONENT VIDEO
MONITOR aansluitingen.
18
Videosignalen met een resolutie van 480p,
576p, 1080i en 720p kunnen niet
gereproduceerd worden via de S VIDEO en
VIDEO MONITOR OUT aansluitingen.
Sluit uw beeldscherm aan op de HDMI OUT of
COMPONENT VIDEO MONITOR OUT aansluitingen.
—
Dit toestel produceert een video
uitgangssignaal dat niet wordt ondersteund
door het beeldscherm dat is aangesloten op
de HDMI OUT aansluiting.
Selecteer “INITIALIZE” in “VIDEO” om de
videoparameters te resetten.
94
Zet “MONITOR CHECK” op “YES”.
94
Schakel de Pure Direct stand uit.
45
Stel “MODE” in “PURE DIRECT” in op
“AUDIO+VIDEO”.
72
“SHORT MESSAGE” is ingesteld op
“OFF”.
Zet “SHORT MESSAGE” op “ON”.
76
“GRAY BACK” is ingesteld op “OFF”.
Stel “GRAY BACK” in op “AUTO”.
75
“VIDEO CONV.” is ingesteld op “OFF”.
Zet “VIDEO CONV.” op “ON”.
72
De Pure Direct stand is in werking.
Er komen videosignalen binnen die niet
standaard zijn.
Verkorte meldingen
worden niet
weergegeven op het
beeldscherm.
De via de HDMI ingangsaansluitingen
binnenkomende signalen worden
gereproduceerd via de HDMI OUT
aansluiting.
Er worden videosignalen in het progressieve
formaat of HDTV videosignalen ontvangen.
Het geluid valt
plotseling uit.
Er klinkt alleen geluid
uit de luidspreker aan
één kant.
De beveiliging is in werking getreden
vanwege kortsluiting enz.
Controleer of de luidsprekerimpedantie correct is
ingesteld.
25, 93
Controleer of de luidsprekerbedrading nergens
kortsluiting maakt en zet vervolgens het toestel weer
aan.
—
De slaaptimer heeft het toestel
uitgeschakeld.
Zet het toestel aan en speel de gewenste signaalbron
weer af.
—
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het
probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is
met de kabels.
12
De instellingen voor het luidsprekerniveau
zijn onjuist.
Pas de “LEVEL” instellingen aan.
68
Er wordt alleen flink
geluid geproduceerd
door de middenluidspreker.
Wanneer er een mono bronsignaal wordt
weergegeven met een CINEMA DSP
programma, zal dit signaal via het
middenkanaal worden weergegeven, terwijl
alleen eventuele door het programma
toegevoegde effecten via de voor- en
surround-luidsprekers worden
geproduceerd.
Er klinkt geen geluid
uit de middenluidspreker.
“CENTER SP” in “CONFIG” wordt
ingesteld op “NONE”.
Zet “CENTER SP” op “SMALL” of “LARGE”.
67
Geen geluid uit de
aanwezigheidsluidspr
ekers.
Dit toestel bevindt zich in de “STRAIGHT”
stand.
Druk op O STRAIGHT om de “STRAIGHT” stand uit
te schakelen.
44
U gebruikt een signaalbron of een
programmacombinatie waarbij niet via alle
kanalen geluid wordt geproduceerd.
Probeer een ander geluidsveldprogramma.
34
96 Nl
Oplossen van problemen
Probleem
Er klinkt geen geluid
uit de surroundluidsprekers.
Er klinkt geen geluid
uit de subwoofer.
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
“SUR. L/R SP” in “CONFIG” wordt
ingesteld op “NONE”.
Stel “SUR. L/R SP” in op “SMALL” of “LARGE”.
67
Dit toestel staat in de “STRAIGHT” stand
en er wordt mono materiaal weergegeven.
Druk op O STRAIGHT om de “STRAIGHT” stand uit
te schakelen.
44
De surround luidsprekers worden verbonden
met de SURROUND BACK
luidsprekeraansluitingen.
Verbind de surround luidsprekers met de SURROUND
luidsprekeraansluitingen.
44
“LFE/BASS OUT” staat op “FRONT” in het
“CONFIG” terwijl er een Dolby Digital of
DTS signaal wordt weergegeven.
Zet “LFE/BASS OUT” op “SWFR” of “BOTH”.
67
“LFE/BASS OUT” in “CONFIG” wordt
ingesteld op “SWFR” of “FRONT” als er
een 2-kanaals bron wordt afgespeeld.
Zet “LFE/BASS OUT” op “BOTH”.
67
Het bronsignaal bevat geen zeer lage tonen.
Er klinkt geen geluid
uit de surround
achter-luidsprekers.
“SUR.B L/R SP” wordt ingesteld op
“NONE”.
Controleer of “SUR. L/R SP” ingesteld is op “SMALL”
of “LARGE” en configureer “SUR.B L/R SP” op de
juiste wijze.
67, 68
Terwijl dit toestel in de CINEMA DSP 3D
stand staat, wordt er geen geluid
gereproduceerd via de surround achterluidsprekers.
Volg de handleiding van de apparatuur in kwestie en
maak de vereiste instellingen.
—
De selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting staat op “ANALOG”.
Zet de selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting
op “AUTO”.
35
U hoort een zeker
gebrom.
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Sluit de audiokabels stevig en op de juiste manier aan.
Als dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er
iets mis is met de kabels.
—
De draaitafel is niet verbonden met de GND
aansluiting.
Sluit de aarding van de draaitafel aan op de GND
aansluiting van dit toestel.
21
Het volume is te laag
bij weergave van een
plaat.
De plaat wordt afgespeeld op een draaitafel
met een MC cartridge.
Sluit uw draaitafel op dit toestel aan via een MCkopversterker.
21
Het volume kan niet
worden verhoogd, of
het geluid klinkt
vervormd.
De op de AUDIO OUT (REC) aansluitingen
van dit toestel aangesloten component staat
uit.
Zet de betreffende component aan.
—
Een bron kan niet
worden opgenomen
door de
opnamecomponent.
Er kunnen geen opnamen gemaakt worden
van een audiobron die is aangesloten op de
MULTI CH INPUT aansluitingen van dit
toestel.
Een bepaalde ingangsbron wordt niet op
hetzelfde uitgangskanaal gereproduceerd
(bijv. van DVR IN naar DVR OUT).
Verbind de opnamecomponent met een ander kanaal dat
niet gebruikt wordt voor het aansluiten van de
bronapparatuur.
20
U probeert een DTS bron op te nemen. (Het
DTS signaal bestaat uit een digitale
bitstroom. Als u probeert digitale opnamen
te maken van de DTS bitstroom, zal er
slechts ruis worden opgenomen.)
Maak een instelling zodanig dat het analoge signaal
gereproduceerd wordt vanaf uw DTS compatibele speler
en verbind de DTS compatibele speler vervolgens met
de AUDIO IN aansluitingen, terwijl de opnameapparatuur wordt aangesloten op de analoge AUDIO
OUT (DVR, VCR of MD/CD-R) aansluitingen.
20
Nederlands
De verbonden component is niet ingesteld
om de gewenste digitale audiosignalen te
reproduceren.
AANVULLENDE
INFORMATIE
De audioingangsbronnen
kunnen niet in het
gewenste digitale
audiosignaalformaat
afgespeeld worden
(gewenste
ingangsbronindicator
of decoder-indicator
licht niet op op de
display van het
voorpaneel).
97 Nl
Oplossen van problemen
Probleem
Oorzaak
Een audiobron wordt
niet opgenomen door
de digitale opnameapparatuur die is
aangesloten op de
DIGITAL OUTPUT
aansluitingen.
De audiobronapparatuur is niet aangesloten
op de DIGITAL INPUT aansluitingen.
Oplossing
Zie
bladzijde
Sluit de audiobronapparatuur aan op de DIGITAL
INPUT aansluitingen.
20
U probeert via de DOCK aansluiting een
audiobroninvoer op te nemen met behulp
van de digitale opname-apparatuur die is
verbonden met de DIGITAL OUTPUT
aansluitingen.
Verbind de opname-apparatuur met de analoge AUDIO
OUT (DVR, VCR of MD/CD-R) aansluitingen.
20
Een audiobron kan niet
opgenomen worden
door de analoge
opname-apparatuur die
is verbonden met de
analoge AUDIO OUT
(DVR, VCR of MD/CDR) aansluitingen.
De audiobronapparatuur is niet aangesloten
op de analoge AUDIO IN aansluitingen.
Sluit de audiobronapparatuur aan op de AUDIO IN
aansluitingen.
20
Het opgenomen
materiaal klinkt hier en
daar verschillend.
De op dit toestel toegepaste instellingen
(zoals de toonkwaliteit, het volumeniveau en
de geluidsveldprogramma's) beïnvloeden het
opgenomen materiaal niet.
Een videobron kan niet
worden opgenomen
door de
opnamecomponent.
“VIDEO CONV.” is ingesteld op “ON”.
Met “VIDEO CONV.” ingesteld op “ON” worden
videosignalen alleen gereproduceerd via de MONITOR
OUT aansluitingen. Om een videobron door de opnameapparatuur te laten opnemen, stel “VIDEO CONV.” in
op “OFF” en maak hetzelfde type videoverbinding
tussen elke component (bijv. van VCR IN (S VIDEO)
naar DVR OUT (S VIDEO).
De
geluidsveldparameter
s en sommige andere
instellingen van dit
toestel kunnen niet
worden gewijzigd.
“MEMORY GUARD” in “SET MENU”
wordt ingesteld op “ON”.
Zet “MEMORY GUARD” op “OFF”.
76
Het toestel
functioneert niet naar
behoren.
De interne microcomputer is vastgelopen
door een externe elektrische schok
(bijvoorbeeld blikseminslag of ontlading van
statische elektriciteit) of door een te laag
voltage van de stroomvoorziening.
Haal de stekker uit het stopcontact en doe hem na
ongeveer 30 seconden weer terug.
—
“CHECK SP WIRES”
zal op het display op
het voorpaneel
verschijnen.
De luidsprekerbedrading maakt kortsluiting.
Controleer of alle luidsprekerkabels op de juiste manier
zijn aangesloten.
12
U ondervindt storing
van digitale of andere
apparatuur die
radiogolven
gegenereert.
Dit toestel staat te dicht bij de digitale of
hoogfrequente apparatuur.
Zet het toestel verder bij dergelijke apparatuur vandaan.
—
De beeldweergave
wordt gestoord.
De videobron maakt gebruik van
gescramblede of gecodeerde signalen om
kopiëren tegen te gaan.
Het toestel gaat
plotseling uit
(standby).
De interne temperatuur is te hoog opgelopen
en de oververhittingsbeveiliging is in
werking getreden.
Wacht ongeveer 1 uur tot het toestel afgekoeld is voor u
het weer aan zet.
—
98 Nl
Sommige componenten kunnen geen Dolby
Digital of DTS bronmateriaal opnemen.
20, 72
Oplossen van problemen
■ HDMI
Probleem
Geen beeld of geluid.
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
Er zijn teveel HDMI componenten
aangesloten.
Verminder het aantal aangesloten HDMI
componenten.
—
HDCP verificatie mislukt.
Controleer of de aangesloten HDMI componenten
ondersteuning bieden voor de HDCP
kopieerbeveiligingsnormen.
—
■ Tuner (FM/AM)
FM
Oorzaak
Veel ruis in de FM
stereo-ontvangst.
Dit probleem is inherent aan FM
stereo-uitzendingen wanneer de zender
te ver weg is of het ontvangstsignaal
dat binnenkomt via de antenne niet
sterk genoeg is.
Controleer de aansluitingen van de antenne.
23
Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige
FM antenne.
—
Stem met de hand af.
46
Er is vervorming en ook
een betere FM antenne
zorgt niet voor een
betere ontvangst.
U ondervindt interferentie doordat
hetzelfde signaal op verschillende
manieren ontvangen wordt.
Verander de opstelling van de antenne zodat
u van deze interferentie geen last meer hebt.
—
Er kan niet automatisch
worden afgestemd op
de gewenste zender.
Het radiosignaal is te zwak.
Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige
FM antenne.
—
Stem met de hand af.
46
Er kan niet langer
worden afgestemd op
eerder
voorgeprogrammeerde
zenders.
Het toestel is te lang zonder stroom
geweest.
Programmeer de zenders opnieuw.
47
Er kan niet automatisch
worden afgestemd op
de gewenste zender.
Het signaal is te zwak of de antenne is
los.
Controleer de aansluitingen van de AM
ringantenne en stel deze zo op dat u de beste
ontvangst verkrijgt.
23
Stem met de hand af.
46
De meegeleverde AM ringantenne is
niet aangesloten.
Sluit de AM ringantenne correct aan, ook al
gebruikt u een buitenantenne.
23
Deze geluiden kunnen het gevolg zijn
van bliksem, TL verlichting, motoren,
thermostaten en andere elektrische
apparatuur.
Gebruik een buitenantenne en een goede
aarding. Dit kan in sommige gevallen helpen,
maar het blijft moeilijk om alle
storingsbronnen te elimineren.
23
Er wordt in de buurt van het toestel een
TV gebruikt.
Zet dit toestel verder bij de TV vandaan.
—
U hoort doorlopend
gekraak en gesis.
U hoort gezoem en
gefluit.
AANVULLENDE
INFORMATIE
AM
Oplossing
Zie
bladzijde
Probleem
Nederlands
99 Nl
Oplossen van problemen
■ Afstandsbediening
Probleem
De afstandsbediening
werkt niet of niet naar
behoren.
De afstandsbediening
kan geen nieuwe
functies leren.
100 Nl
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
Te ver weg of onder te scherpe hoek
gebruikt.
De afstandsbediening werkt binnen een maximaal
bereik van 6 m en binnen een hoek van 30 graden ten
opzichte van loodrecht op het voorpaneel.
27
Direct zonlicht of sterke verlichting
(vooral van TL lampen enz.) valt op de
sensor voor de afstandsbediening van dit
toestel.
Stel het toestel anders op.
—
De batterijen raken leeg.
Vervang alle batterijen.
4
De schakelaar voor de bedieningsfunctie
staat niet goed.
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op de
juiste stand. Zet de afstandsbediening in de E AMP
stand u wanneer het toestel wilt bedienen. Zet de
afstandsbediening op de E SOURCE stand wanneer
u de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde
component wilt bedienen. Zet bij het bedienen van de
TV-set in het 3 TV gebied deze in de E TV stand.
—
De instelling voor de controlezone is niet
correct.
Selecteer de zone die u wilt controleren.
91
De afstandsbedieningscode is niet juist
ingesteld.
Stel de afstandsbedieningscode juist in met behulp
van
“Lijst met afstandsbedieningscodes” aan het einde
van deze handleiding.
83
Probeer een andere code van dezelfde fabrikant in te
stellen met behulp van “Lijst met
afstandsbedieningscodes” aan het einde van deze
handleiding.
83
De afstandsbedienings-ID van de
afstandsbediening en dit toestel komen
niet overeen.
Laat de afstandsbedienings-ID van dit toestel
overeenkomen met die van de afstandsbediening.
93
Ook als de juiste afstandsbedieningscode
is ingesteld is het mogelijk dat bepaalde
modellen niet goed reageren op de
afstandsbediening.
Programmeer de nodige functies apart onder de
programmeerbare knoppen met behulp van de
leerfunctie.
85
De batterijen van deze afstandsbediening
en/of die van de andere afstandsbediening
zijn te zwak.
Vervang de batterijen.
4
De afstand tussen de twee
afstandsbedieningen is te groot of te klein.
Plaats de afstandsbedieningen op de juiste afstand van
elkaar.
85
De signaalcodering of modulatie van de
andere afstandsbediening is niet
compatibel met deze afstandsbediening.
Leren is niet mogelijk.
—
Het geheugen is vol.
Wis functies die u niet meer nodig heeft om ruimte te
maken voor nieuwe functies.
89
Oplossen van problemen
■ iPod
Opmerking
In geval van een overdrachtsfout zonder dat er een melding verschijnt op het voorpaneel en op de OSD, dient u de aansluiting van uw
iPod te controleren (bladzijde 22).
Statusmelding
Loading...
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
Dit toestel is bezig de verbinding met uw
iPod te herkennen.
Dit toestel is bezig songlijsten over te
nemen van uw iPod.
Connect error
Er is een probleem met het signaal dat dit
toestel ontvangt van uw iPod.
Zet dit toestel uit en sluit uw Yamaha iPod universeel
dock opnieuw aan op de DOCK aansluiting van dit
toestel.
22
Probeer uw iPod te resetten.
—
Dit toestel ondersteunt iPod touch, iPod (Click
Wheel, inclusief iPod classic), iPod nano en iPod
mini.
—
Unknown iPod
De gebruikte iPod wordt niet ondersteund
door dit toestel.
iPod connected
Uw iPod is correct geplaatst in een
Yamaha iPod universeel dock (zoals de los
verkrijgbare YDS-11) verbonden met de
DOCK aansluiting van dit toestel, en de
verbinding tussen uw iPod en dit toestel is
correct tot stand gebracht.
Disconnected
Uw iPod is verwijderd uit uw Yamaha
iPod universeel dock (zoals de los
verkrijgbare YDS-11), verbonden met de
DOCK aansluiting van dit toestel.
Plaats uw iPod terug in uw Yamaha iPod universeel
dock (zoals de los verkrijgbare YDS-11), verbonden
met de DOCK aansluiting van dit toestel.
22
Unable to play
Dit toestel kan de op dit moment op uw
iPod opgeslagen muziekstukken niet
weergeven.
Controleer of de muziekstukken op uw iPod
inderdaad weergegeven kunnen worden.
—
Sla andere muziekbestanden op uw iPod op die wel
kunnen worden weergegeven.
—
Statusmelding
Searching...
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
De Bluetooth ontvanger en de Bluetooth
component worden op dit moment gepaard.
AANVULLENDE
INFORMATIE
■ Bluetooth
De Bluetooth ontvanger en de Bluetooth
component zijn bezig met het maken van
de verbinding.
Het paren is voltooid.
Canceled
Het paren is geannuleerd.
BT connected
De verbinding tussen de Yamaha
Bluetooth draadloze audio-ontvanger
(zoals YBA-10, afzonderlijk verkocht) en
Bluetooth component is gemaakt.
Disconnected
De verbinding tussen de Bluetooth
component en de Yamaha Bluetooth
draadloze audio-ontvanger (zoals YBA10, afzonderlijk verkocht) is verbroken.
No BT receiver
De Bluetooth ontvanger is niet
aangesloten op de DOCK aansluiting.
Verbind de Yamaha Bluetooth draadloze audioontvanger (zoals YBA-10, afzonderlijk verkocht)
met de DOCK aansluiting.
22
101 Nl
Nederlands
Completed
Oplossen van problemen
■ USB
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
“De melding
“Disconnected” (Niet
aangesloten) verschijnt
ook al is er wel degelijk
een USB apparaat
aangesloten.
Dit toestel heeft het USB apparaat
herkend als niet geschikt voor aansluiting
op het toestel.
Zet dit toestel uit en dan weer aan.
55
De muziekbestanden en
mappen op het USB
apparaat kunnen niet
worden bekeken.
De muziekbestanden en mappen staan op
andere geheugenlocaties dan de primaire
FAT partitie.
Plaats muziekbestanden en mappen in de correcte
FAT partitie.
—
U probeert dieper dan 8 mapniveaus te
bekijken of een map met meer dan 500
bestanden.
Wijzig de gegevensstructuur op uw USB
apparaat.
—
Het USB apparaat kan niet
worden herkend.
Het aangesloten USB apparaat is geen
USB massa opslag USB
geheugenapparaat of draagbare USB
audiospeler.
Dit toestel kan alleen USB massa opslag USB
geheugenapparaten of draagbare USB audiospelers
herkennen. Vergeet ook niet dat het toestel toch
niet in staat kan blijken te zijn bepaalde USB
apparaten te herken, ook al zijn dit ogenschijnlijk
geschikte apparaten zoals hierboven vermeld.
55
Sommige apparaten kunnen makkelijker herkend
worden wan u ze aansluit voor u dit toestel aan zet.
55
Dit toestel speelt een item
anders af dan u hebt
geselecteerd.
“SHUFFLE” is ingesteld op “ON”.
Stel “SHUFFLE” in op “OFF”.
56
Dit toestel roept niet het
correcte item op bij
gebruik van de
cijfertoetsen (1-8).
Het aangesloten USB apparaat is niet
correct.
Sluit het USB apparaat aan dat het
voorgeprogrammeerde item bevat.
56
De directory (map) met het geselecteerde
item is gewijzigd.
Programmeer het item opnieuw onder de
gewenste cijfertoets (1-8).
56
Statusmelding
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
Please wait
Dit toestel is bezig de verbinding met uw
USB geheugenapparaat of draagbare
USB audiospeler te herkennen.
Dit duidt niet op een storing aan uw systeem. U
zult gewoon even geduld moeten oefenen.
—
Disconnected
Uw USB geheugenapparaat of draagbare
USB audiospeler is niet meer aangesloten
op de USB poort van dit toestel.
Controleer de verbindingen tussen dit toestel en
uw USB geheugenapparaat of draagbare USB
audiospeler.
—
Er is een probleem met het signaal dat dit
toestel ontvangt van uw USB
geheugenapparaat of draagbare USB
audiospeler.
Zet dit toestel uit en sluit uw USB
geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler
opnieuw aan op de USB poort van dit toestel.
25
Probeer uw USB geheugenapparaat of draagbare
USB audiospeler te resetten.
—
Dit toestel krijgt geen toegang tot uw
USB geheugenapparaat of draagbare
USB audiospeler.
Probeer een ander USB geheugenapparaat of
andere draagbare USB audiospeler.
—
Er is een probleem met het signaal dat dit
toestel ontvangt van uw USB
geheugenapparaat of draagbare USB
audiospeler.
Zet dit toestel uit en sluit uw USB
geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler
opnieuw aan op de USB poort van dit toestel.
25
Probeer uw USB geheugenapparaat of draagbare
USB audiospeler te resetten.
—
Empty Memory!
Er zijn geen items toegewezen aan de
geselecteerde cijfertoets.
Wijs het gewenste item toe aan de geselecteerde
cijfertoets.
56
Not found!
Dit toestel kan het aan de geselecteerde
cijfertoets toegewezen item niet vinden.
Sluit het USB apparaat aan dat het
voorgeprogrammeerde item bevat.
56
Programmeer het item opnieuw onder de
gewenste cijfertoets (1-8).
56
Access error
102 Nl
Oplossen van problemen
■ AUTO SETUP
Voor AUTO SETUP
Foutmelding
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
Connect MIC!
De optimalisatie-microfoon is niet
aangesloten.
Verbind de meegeleverde
optimalisatiemicrofoon met de
OPTIMIZER MIC aansluiting op het
voorpaneel.
29
Unplug HP!
Er is een hoofdtelefoon aangesloten.
Maak de hoofdtelefoon los.
—
Memory Guard!
De parameters van dit toestel zijn
beschermd.
Zet “MEMORY GUARD” op “OFF”.
76
Tijdens AUTO SETUP
Foutmelding
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
E-1:NO FRONT SP
Er worden geen L/R voorkanaalsignalen
gedetecteerd.
Controleer de aansluitingen van de L/R
voor-luidsprekers.
12
E-2:NO SUR. SP
Er wordt geen signaal voor een
surroundkanaal gedetecteerd.
Controleer de aansluitingen van de
surround-luidspreker.
12
E-3:NO PRNS SP
Er wordt geen signaal voor een
aanwezigheidskanaal gedetecteerd.
Controleer de aansluitingen van de
aanwezigheidsluidspreker.
12
E-4:SBR.SBL
Er wordt alleen een rechter surround
achterkanaal gedetecteerd.
Verbind de surround achter-luidspreker met
de SURROUND BACK (SINGLE)
aansluiting als u slechts een enkele
surround achter-luidspreker heeft.
12
E-5:NOISY
Teveel geluiden op de achtergrond.
Probeer de “AUTO SETUP” onder stille
omstandigheden.
—
Zet lawaaiige elektrische apparatuur zoals
air-conditioners uit, of zet ze uit de buurt
van de optimalisatie-microfoon.
—
Wel surround achter-luidsprekers
aangesloten, maar geen L/R surroundluidsprekers.
Sluit uw surround-luidsprekers aan
wanneer u surround achter-luidsprekers
gebruikt.
13
E-7:NO MIC
De optimalisatie-microfoon is losgeraakt
tijdens de “AUTO SETUP” procedure.
Verbind de meegeleverde
optimalisatiemicrofoon met de
OPTIMIZER MIC aansluiting op het
voorpaneel.
29
E-8:NO SIGNAL
De optimalisatie-microfoon kan geen
testtonen detecteren.
Controleer de instelling van de microfoon.
29
Controleer de aansluiting en de opstelling
van de microfoon.
12
De optimalisatiemicrofoon of OPTIMIZER
MIC aansluiting is mogelijk defect. Neem
contact op met de Yamaha dealer of het
servicecentrum die/dat het
dichtstbijgelegen is.
—
De “AUTO SETUP” procedure is
geannuleerd door iets dat de gebruiker
gedaan heeft.
Doe de “AUTO SETUP” nog eens.
29
E-10:INTERNAL ERROR
Er is een interne fout opgetreden.
Doe de “AUTO SETUP” nog eens.
29
103 Nl
Nederlands
E-9:USER CANCEL
AANVULLENDE
INFORMATIE
E-6:CHECK SUR.
Oplossen van problemen
Na AUTO SETUP
Waarschuwing
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
W-1:OUT OF PHASE
De polariteit van de luidspreker is niet
correct. Deze melding kan, afhankelijk van
de luidspreker in kwestie, ook verschijnen
wanneer deze toch correct is aangesloten.
Controleer de polariteit van de
luidsprekeraansluitingen (+ of –).
12
W-2:OVER 24m (80ft)
De afstand tussen de luidspreker en de
luisterplek is meer dan 24 m.
Zet de luidspreker dichter bij de luisterplek.
—
W-3:LEVEL ERROR
Er is teveel volumeverschil tussen de
luidsprekers.
Verander de opstelling van de luidsprekers
zodat alle luidsprekers in vergelijkbare
omstandigheden verkeren.
—
Controleer de aansluitingen van de
luidspreker.
12
Gebruik luidsprekers van vergelijkbare
kwaliteit.
—
Stel het uitgangsniveau van de subwoofer
in.
29
Opmerkingen
• Als de “ERROR” of “WARNING” schermen verschijnen, dient u de oorzaak van het probleem op te sporen en te corrigeren en
vervolgens de “AUTO SETUP” opnieuw uit te voeren.
• Indien waarschuwingsboodschap “W-2” of “W-3” verschijnt, worden de aanpassingen gemaakt, maar het kan zijn dat de aanpassing
niet optimaal is.
• Afhankelijk van de luidsprekers is het mogelijk dat de waarschuwing “W-1” verschijnt, ook al zijn de luidsprekers correct aangesloten.
• Als foutmelding “E-10” herhaaldelijk verschijnt, dient u contact op te nemen met een erkend Yamaha service-centrum.
104 Nl
RESETTEN VAN HET SYSTEEM
Resetten van het systeem
Met deze functie kunt u alle parameters van dit toestel terugzetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen.
Opmerkingen
• Deze procedure zet alle parameters van dit toestel terug, inclusief de “SET MENU” parameters.
• De oorspronkelijke fabrieksinstellingen worden weer van kracht wanneer het toestel de volgende keer wordt ingeschakeld.
y
Om het resetten halverwege te onderbreken zonder wijzigingen aan te brengen, kunt u op A MASTER ON/OFF op het voorpaneel
drukken zodat de knop naar buiten komt in de OFF stand.
1
Druk A MASTER ON/OFF op het
voorpaneel nog eens in zodat deze naar
buiten komt in de OFF stand om dit toestel
uit te schakelen.
2
Houd O STRAIGHT ingedrukt en druk
vervolgens A MASTER ON/OFF naar
binnen, naar de ON stand om dit toestel in te
schakelen.
Het toestel wordt ingeschakeld en de melding
“ADVANCED SETUP” zal verschijnen op het
display op het voorpaneel.
Houd ingedrukt
STRAIGHT
EFFECT
3
MASTER
AANVULLENDE
INFORMATIE
Verdraai N PROGRAM en selecteer
“INITIALIZE”.
INITIALIZE
CANCEL
4
Druk herhaaldelijk op O STRAIGHT en
selecteer “ALL”.
INITIALIZE
ALL
y
Selecteer “CANCEL” om de reset procedure te annuleren
zonder wijzigingen aan te brengen.
Nederlands
5
Druk A MASTER ON/OFF nog eens in zodat
deze naar buiten komt, naar de OFF stand om
uw selectie op te slaan en dit toestel uit te
schakelen.
105 Nl
WOORDENLIJST
Woordenlijst
■ Audio en video synchronisatie (lip sync)
■ Deep Color
‘Lip sync’, een verkorting voor ‘lipsynchronisatie’, is een
technische term dat zowel een probleem aangeeft als een
technische manier om audio- en videosignalen tijdens
postproductie en uitzending netjes met elkaar in de pas te
laten lopen. De verschillende manieren waarop beeld en
geluid verwerkt worden hebben ingewikkelde instellingen
door de eindgebruiker vereist, maar HDMI versie 1.3 is nu
voorzien van een automatisch synchronisatie voor audio
en video die de apparatuur in staat stelt automatisch de
vereiste correcties uit te voeren, zonder dat de gebruiker
daarmee lastig wordt gevallen.
Deep Color verwijst naar het gebruik van verscheidene
kleurdiepten op displays, vanaf de 24-bits diepte in
eerdere versies van de HDMI specificatie. Deze extra
bitdiepte geeft HDTV’s en andere displays de
mogelijkheid om het aantal weer te geven kleuren op te
voeren van miljoenen naar miljarden en elimineren
kleurbanden op het scherm door vloeiende
kleurtoonovergangen en subtiele kleurgradaties. Een
verbeterde contrastverhouding betekent dat er veel meer
grijstonen kunnen worden weergegeven tussen zwart en
wit. Deep Color verhoogt ook het aantal mogelijke
kleuren binnen de door de RGB of YcbCr kleurruimten
bepaalde grenzen.
■ Bi-amp dubbele versterkeraansluitingen
Bij bi-amp dubbele versterkeraansluitingen worden twee
versterkers gebruikt voor een luidsprekerbox. De ene
versterker wordt aangesloten op de woofer (lage tonen)
van de box, terwijl de andere wordt aangesloten op het
gecombineerde gedeelte voor de midden- en hoge tonen.
In een dergelijk systeem wordt elk van de luidsprekers
slechts voor een beperkt toonbereik gebruikt. Dit beperkte
toonbereik geeft elk van de gebruikte versterkers minder
zwaar werk te doen en levert minder risico op dat de
weergave negatief wordt beïnvloed. De interne crossoverschakeling van de leluidspreker taat uit een LPF (Laag
doorlaatfilter) en een HPF (Hoog doorlaatfilter). Zoals de
naam al suggereert kunnen de frequenties beneden een
bepaalde waarde het LPF gewoon passeren, maar zullen
frequenties boven die waarde niet worden doorgelaten. Op
dezelfde manier kunnen frequenties boven de ingestelde
waarde een HPF gewoon passeren.
■ Component videosignaal
In een component video systeem wordt het videosignaal
gescheiden in een Y signaal voor de luminantie en in PB
en PR signalen voor de kleuren. Dit systeem zorgt voor een
betere kleurweergave omdat elk van deze signalen
onafhankelijk is van de andere. Componentsignalen
worden ook wel “kleurverschilsignalen” genoemd omdat
het luminantiesignaal wordt afgetrokken van het
kleursignaal. U heeft een monitor met component
ingangsaansluitingen nodig om component videosignalen
te kunnen weergeven.
■ Composiet videosignaal
Een composiet videosignaal bestaat uit alle drie de
basiselementen van het videobeeld: kleur, helderheid en
synchronisatiegegevens. Een composiet video-aansluiting
op een videocomponent geeft deze drie elementen
gecombineerd door.
106 Nl
■ Dolby Digital
Dolby Digital is een digitaal surroundsysteem met
volledig van elkaar gescheiden multikanaals audio. Met 3
voorkanalen (links, midden en rechts), en 2 surroundstereokanalen biedt Dolby Digital in totaal 5 audiokanalen
met het volle frequentiebereik. Met een extra kanaal
speciaal voor de zeer lage tonen, het zogenaamde LFE
(Lage Frequentie Effect) kanaal, biedt dit systeem in totaal
5.1 kanalen (het LFE kanaal wordt als 0.1 kanaal geteld).
Door 2-kanaals stereo voor de surround-luidsprekers te
gebruiken is er een betere weergave van bewegende
geluidsbronnen en een beter algeheel surroundeffect
mogelijk dan bij Dolby Surround. Het grote dynamische
bereik (van het zachtste tot het hardste geluid dat nog kan
worden weergegeven) van de 5 kanalen met het volle
frequentiebereik en de precieze plaatsing van het geluid
door de digitale verwerking biedt de luisteraar een
ongehoord realistische weergave. Met dit toestel kunt u
zelf kiezen wat voor weergave u wilt horen, van mono tot
5.1 kanaals weergave, u vraagt, wij draaien.
■ Dolby Digital EX
Dolby Digital EX creëert 6 kanalen met het volledige
frequentiebereik van 5.1-kanaals bronmateriaal. Dit wordt
bereikt met een matrix decoder die 3 surroundkanalen
samenstelt uit de gegevens voor de 2 surroundkanalen uit
de oorspronkelijke opnamen. Voor de beste resultaten
moet Dolby Digital EX gebruikt worden met
filmsoundtracks die zijn opgenomen in Dolby Digital
Surround EX. Met dit extra kanaal krijgt u een meer
dynamische en realistische weergave van bewegende
geluidsbronnen, vooral bij zogenaamde “fly-over” en “flyaround” effecten.
Woordenlijst
■ Dolby Digital Plus
■ Dolby TrueHD
Dolby Digital Plus is een geavanceerde audiotechnologie
die ontwikkeld is voor high-definition programma’s en
media, inclusief HD uitzendingen, HD DVD en Blu-ray
Discs. Deze technologie is geselecteerd als vereiste
audiostandaard voor HD DVD en als een optionele
audiostandaard voor Blu-ray Discs en levert multikanaals
geluidsweergave via gescheiden kanalen. Dolby Digital
Plus biedt ondersteuning voor bitsnelheden tot 6,0 Mbps
en kan maximaal 7.1 gescheiden audiokanalen tegelijk
bevatten. Dolby Digital Plus wordt ondersteund door
HDMI versie 1.3 en is ontworpen voor de optische
discspelers en AV receivers/versterkers van de toekomst,
maar blijft ook volledig compatibel met de bestaande
multikanaals audiosystemen die gebruik maken van Dolby
Digital.
Dolby TrueHD is een geavanceerde, verliesloze
audiotechnologie die speciaal is ontwikkeld voor highdefinition media op disc, zoals HD DVD en Blu-ray Discs.
Deze technologie is een vereiste audiostandaard voor HD
DVD en een optionele audiostandaard voor Blu-ray Discs
en levert een weergave die bit-voor-bit identiek is aan de
studio masteropname en die daardoor een zeer
hoogstaande weergavekwaliteit kan leveren. Dolby
TrueHD biedt ondersteuning voor bitsnelheden tot 18,0
Mbps en kan maximaal 8 gescheiden 24-bits/96 kHz
audiokanalen tegelijk bevatten. Dolby TrueHD wordt
ondersteund door HDMI versie 1.3 en is ontworpen voor
de optische discspelers en AV receivers/versterkers van de
toekomst, maar blijft ook volledig compatibel met de
bestaande multikanaals audiosystemen en behoudt de
metadata mogelijkheden van Dolby Digital, zodat de
dialoog normalisatiefunctie en de regeling van het
dynamisch bereik onverminderd mogelijk blijven.
■ Dolby Pro Logic II
Dolby Pro Logic II is een verbeterde decoderingstechniek
voor de grote hoeveelheid aan bestaand Dolby Surround
materiaal. Deze nieuwe technologie maakt gescheiden 5kanaals weergave mogelijk met 2 voorkanalen, links en
rechts, 1 middenkanaal en 2 surroundkanalen, links en
rechts, in plaats van slechts 1 surroundkanaal bij
conventionele Pro Logic weergave. Er zijn drie standen
beschikbaar: een “Music” stand voor muziek, een
“Movie” stand voor films en een “Game” stand voor
spelletjes.
■ Dolby Pro Logic IIx
■ Dolby Surround
Dolby Surround maakt gebruik van een 4-kanaals analoog
opnamesysteem voor de reproductie van realistische en
dynamische geluidseffecten: 2 voorkanalen, links en
rechts (stereo), een middenkanaal voor gesproken tekst
(mono) en een surroundkanaal voor speciale
geluidseffecten (mono). Het surroundkanaal reproduceert
geluid binnen een nauw begrensd frequentiebereik. Dolby
Surround wordt veel gebruikt op videobanden en
laserdiscs, en ook bij TV en kabeluitzendingen. De in dit
toestel ingebouwde Dolby Pro Logic decoder maakt
gebruik van een digitale signaalverwerking die
automatisch het volume van de verschillende kanalen
stabiliseert om de richtingsgevoeligheid en de weergave
van bewegende geluidsbronnen te verbeteren.
Direct Stream Digital (DSD) technologie slaat
audiosignalen op op digitale opslagmedia, zoals Super
Audio CD’s. Bij DSD worden signalen opgeslagen als
enkele bitwaarden bij een hoge bemonsteringsfrequentie
van 2,8224 MHz, waarbij gebruik wordt gemaakt van
‘noise shaping’ en overbemonstering teneinde
vervorming, een normaal verschijnsel bij zeer hoge
kwantificaties van audiosignalen, te voorkomen. Dankzij
de hoge bemonsteringsfrequentie kan er een betere
geluidskwaliteit worden bereikt dan er geboden wordt
door het PCM formaat dat gebruikt wordt voor gewone
audio-CD’s.
■ DTS 96/24
DTS 96/24 biedt een ongekend hoog niveau
audiokwaliteit voor multikanaals weergave van DVDVideo en is volledig compatibel met alle vroegere DTS
decoders. “96” refereert aan de 96 kHz
bemonsteringsfrequentie (vergeleken met een normale
waarde van 48 kHz). “24” verwijst naar de gebruikte
codelengte van 24-bits.
DTS 96/24 biedt een geluidskwaliteit die vergelijkbaar is
met die van de originele 96/24 masteropnamen, en 96/24
5.1-kanaals weergave met video van hoge kwaliteit voor
muziekprogramma’s en soundtracks van speelfilms op
DVD-video.
AANVULLENDE
INFORMATIE
Dolby Pro Logic IIx is een nieuwe technologie die
gescheiden multikanaals weergave mogelijk maakt van 2kanaals of multikanaals bronmateriaal. Er zijn drie
standen beschikbaar: een “Music” stand voor muziek, een
“Movie” stand voor films (alleen 2-kanaals materiaal) en
een “Game” stand voor spelletjes.
■ DSD
Nederlands
107 Nl
Woordenlijst
■ DTS Digital Surround
■ DTS-HD Master Audio
DTS digitale surroundweergave is ontwikkeld om de
analoge filmsoundtracks te vervangen door een 6.1kanaals digitale soundtrack en is over de hele wereld bezig
aan een opmars in de bioscoop. DTS, Inc. heeft tevens een
thuisbioscoopsysteem ontwikkeld zodat u gewoon thuis
kunt profiteren van de verbluffende DTS digitale
surroundweergave. Dit systeem produceert een vrijwel
vervormingsvrije weergave via 6 kanalen (dat wil zeggen;
links en rechts voor, midden, links en rechts surround, en
een LFE (subwoofer) kanaal dat als 0,1 geteld wordt voor
in totaal 5.1 kanalen). Dit toestel is uitgerust met een
DTS-ES decoder die 6.1-kanaals weergave mogelijk
maakt door uit bestaand 5.1-kanaals bronmateriaal een
surround-achterkanaal te destilleren.
DTS-HD Master Audio is een geavanceerde, verliesloze
audiotechnologie die speciaal is ontwikkeld voor highdefinition media op disc, zoals HD DVD en Blu-ray Discs.
Deze technologie is een vereiste audiostandaard voor
zowel HD DVD als voor Blu-ray Discs en levert een
weergave die bit-voor-bit identiek is aan de studio
masteropnamen en die daardoor een zeer hoogstaande
weergavekwaliteit kan leveren. DTS-HD Master Audio
biedt ondersteuning voor bitsnelheden tot 18,0 Mbps voor
HD DVD en 24,5 Mbps voor Blu-ray Discs en kan
maximaal 7.1 gescheiden 24-bits/96 kHz audiokanalen
tegelijk bevatten. DTS-HD Master Audio wordt
ondersteund door HDMI versie 1.3 en is ontworpen voor
de optische discspelers en AV receivers/versterkers van de
toekomst, maar blijft ook volledig compatibel met de
bestaande multikanaals audiosystemen die gebruik maken
van DTS Digital Surround.
■ DTS Express
DTS Express is een geavanceerde audiotechnologie voor
optioneel gebruik op Blu-ray Disc of HD DVD, die een
geluidssignaal van hoge kwaliteit met een lage bitsnelheid
biedt, speciaal voor overdracht via netwerken en voor
Internet applicaties. DTS Express wordt gebruikt voor de
Secondary Audio functie op Blu-ray Discs of de Sub
Audio functie van HD DVD. Deze functies kunnen op
commando van de gebruiker audiocommentaren laten
weergeven (bijvoorbeeld commentaar van de regisseur)
via het Internet enz. DTS Express signalen worden op de
speler gemengd met de hoofd-audiobitstroom, waarna het
gemengde signaal naar de AV ontvanger/versterker wordt
gestuurd via digitaal coaxiale, digitaal optische of analoge
verbindingen.
■ DTS-HD High Resolution Audio
DTS-HD High Resolution Audio is een audiotechnologie
met een hoog oplossend vermogen die speciaal is
ontwikkeld voor high-definition media op disc, zoals HD
DVD en Blu-ray Discs. Deze technologie is een optionele
audiostandaard voor HD DVD en Blu-ray Discs en levert
een weergave die vrijwel niet te onderscheiden is van het
origineel en die daardoor een zeer hoogstaande
weergavekwaliteit kan leveren. DTS-HD High Resolution
Audio biedt ondersteuning voor bitsnelheden tot 3,0 Mbps
voor HD DVD en 6,0 Mbps voor Blu-ray Discs en kan
maximaal 7.1 gescheiden 24-bits/96 kHz audiokanalen
tegelijk bevatten. DTS-HD High Resolution Audio wordt
ondersteund door HDMI versie 1.3 en is ontworpen voor
de optische discspelers en AV receivers/versterkers van de
toekomst, maar blijft ook volledig compatibel met de
bestaande multikanaals audiosystemen die gebruik maken
van DTS Digital Surround.
108 Nl
■ HDMI
HDMI (High-Definition Multimedia Interface) is de eerste
volledig door de elektronica industrie ondersteunde,
ongecomprimeerde en volledig digitale audiovisuele
interface. HDMI biedt ondersteuning voor standaard,
verbeterde of hoge-definitie video en voor multikanaals
digitale audio via één enkele kabel die de verbindingen
verzorgt tussen elke denkbare audiovisuele signaalbron
(zoals een externe ontvanger of AV receiver) en de audio/
video monitor (zoals een digitale televisie). HDMI geeft
alle ATSC HDTV standaarden door en biedt
ondersteuning voor 8-kanaals digitale audio, met genoeg
bandbreedte om ruimte te bieden aan toekomstige
verbeteringen en eisen.
Indien gebruikt in combinatie met HDCP (Highbandwidth Digital Content Protection), biedt HDMI een
veilige audio/video interface die voldoet aan de
beveiligingseisen van producenten van weer te geven
materialen en systeembeheerders. Voor meer informatie
omtrent HDMI, bezoek de HDMI website op
“http://www.hdmi.org/”.
■ LFE 0.1 kanaal
Dit kanaal reproduceert de zeer lage tonen. Het
frequentiebereik voor dit kanaal is 20 Hz t/m 120 Hz. Dit
kanaal wordt meestal als 0,1 geteld omdat niet het
volledige frequentiebereik wordt weergegeven, zoals de
andere 5/6 kanalen in een Dolby Digital of DTS 5.1/6.1kanaals systeem.
■ MP3
Eén van de audiocompressietechnieken gebruikt voor
MPEG. Deze methode maakt gebruik van een
onomkeerbare compressietechniek die een hoge
compressie bereikt door onder andere audiogegevens voor
geluiden die niet meer onderscheiden kunnen worden door
het menselijk oor te verwijderen. Deze techniek maakt het
mogelijk de hoeveelheid gegevens tot ongeveer 1/11 te
verminderen (bij 128 kbps) terwijl de geluidskwaliteit
vergelijkbaar blijft met die van een muziek-CD.
Woordenlijst
■ Neo:6
■ WMA
Neo:6 bewerkt conventioneel 2-kanaals bronmateriaal
voor 6-kanaals weergave met een speciale decoder.
Hierdoor wordt weergave mogelijk met kanalen met het
volle bereik en met een verbeterde kanaalscheiding, zoals
bij weergave van digitale signalen met gescheiden
kanalen. Er zijn twee standen beschikbaar: een “Music”
stand voor muziek en een “Cinema” stand voor films.
Een door Microsoft Corporation ontwikkelde
compressiemethode. Deze methode maakt gebruik van
een onomkeerbare compressietechniek die een hoge
compressie bereikt door onder andere audiogegevens voor
geluiden die niet meer onderscheiden kunnen worden door
het menselijk oor te verwijderen. Deze techniek maakt het
mogelijk de hoeveelheid gegevens tot ongeveer 1/22 te
verminderen (bij 64 kbps) terwijl de geluidskwaliteit
vergelijkbaar blijft met die van een muziek-CD.
■ PCM (Lineair PCM)
Lineair PCM is een signaalformaat voor het
ongecomprimeerd digitaliseren, opnemen en overbrengen
van analoge audiosignalen. Dit wordt gebruikt als een
opnamemethode van CD’s en DVD audio. Het PCM
systeem maakt gebruik van een techniek waarmee het
analoge signaal zeer vaak per seconde wordt gemeten. De
afkorting staat voor “Puls Code Modulatie”, het analoge
signaal wordt gecodeerd als pulsjes en dan gemoduleerd
voor opname.
■ Bemonsteringsfrequentie en aantal
kwantisatiebits
■ “x.v.Color”
Een kleurruimtestandaard die ondersteund wordt door
HDMI versie 1.3. Het is een uitgebreidere kleurruimte dan
sRGB en biedt de mogelijkheid tot het uitdrukken van
kleuren die eerder niet uitgedrukt konden worden. Terwijl
het nog steeds compatibel is met het kleurenbereik van
sRGB-normen, breidt “x.v.Color” de kleurruimte uit en
kan daarom levendigere, natuurlijkere beelden
produceren. Het is in het bijzonder effectief voor
filmfoto's en grafische computerafbeeldingen.
AANVULLENDE
INFORMATIE
Bij het digitaliseren van een analoog audiosignaal wordt
het aantal keren dat het signaal per seconde wordt gemeten
de bemonsteringsfrequentie genoemd en de
gedetailleerdheid waarmee het geluid in een numerieke
waarde wordt omgezet, het aantal kwantisatiebits. Het
frequentiebereik dat kan worden weergegeven is
gebaseerd op de bemonsteringsfrequentie, terwijl het
dynamisch bereik, het verschil tussen het zachtste en het
hardste geluid, bepaald wordt door het aantal
kwantisatiebits. In principe is het zo dat hoe hoger de
bemonsteringsfrequentie is, hoe groter het aantal tonen is
dat kan worden weergegeven, en hoe hoger het aantal
kwantisatiebits is, hoe precieser het geluidsniveau kan
worden gereproduceerd.
■ S-videosignaal
In een S-video systeem wordt het videosignaal dat
normaal via een enkele kabel zou worden doorgegeven
gescheiden in een Y signaal voor de luminantie en een C
signaal voor de kleur en doorgegeven via speciale S-video
aansluitingen. Gebruik van de
S VIDEO aansluiting elimineert uitzendingsverlies van
videosignalen en biedt de mogelijkheid tot opname en
weergave van zelfs mooiere beelden.
■ WAV
Nederlands
Standaard Windows audiobestandsindeling waarbij
geluidssignalen direct worden omgezet in digitale
gegevens. De bestandsindeling specificeert geen aparte
compressiemethode (codering) zodat in principe de
gewenste methode erop kan worden toegepast. Standaard
is deze bestandsindeling compatibel met PCM signalen
(ongecomprimeerd) en met sommige
compressiemethoden, waaronder ADPCM.
109 Nl
GELUIDSVELDPROGRAMMA-INFORMATIE
Geluidsveldprogramma-informatie
■ Onderdelen van een geluidsveld
■ CINEMA DSP 3D
Wat het meeste bijdraagt aan de rijke, volle tonen van een
live voorstelling, zijn de ingewikkelde weerkaatsingen via
de wanden van de ruimte. Naast het feit dat deze
weerkaatsingen het geluid verlevendigen, vertellen ze ons
ook waar de muzikanten zich bevinden, hoe groot de
ruimte is waar we in zitten en welke vorm deze heeft.
Naast de door de muzikanten geproduceerde geluiden die
onze oren direct bereiken zijn er twee verschillende
soorten weerkaatsingen die samen onze waarneming van
het geluid bepalen.
De daadwerkelijk gemeten geluidsveldgegevens bevatten
ook informatie betreffende de hoogte van het
geluidsbeeld. De CINEMA DSP 3D functie draagt zorg
voor een precieze reproductie van de hoogte van het
geluidsbeeld, zodat er een accurate en intensieve
dieptewerking optreedt in het in de luisterruimte
gecreëerde geluidsveld.
Vroege weerkaatsingen
Deze reflecties bereiken onze oren zeer snel (50 ms tot
100 ms na het directe geluid) en zijn slechts door één
enkel oppervlak weerkaatst (bijvoorbeeld door het plafond
of een muur). Deze vroege weerkaatsingen maken het
direct waargenomen geluid voor ons helderder.
Natrillingen
Deze worden veroorzaakt door weerkaatsingen via meer dan
één oppervlak (bijvoorbeeld via de muren en/of het plafond)
en zijn zo talrijk dat ze samensmelten tot een doorlopende
nagalm. Deze natrillingen zijn niet richtingsgevoelig en
maken het directe geluid minder helder.
Het directe geluid, de vroege weerkaatsingen en de
natrillingen samen helpen ons bij het bepalen van onze indruk
van de grootte en de vorm van de ruimte en het is deze
informatie die door de digitale geluidsveld processor wordt
gereproduceerd bij het samenstellen van het geluidsveld.
Als u in de kamer waar u altijd naar uw muziek luistert de
juiste vroege weerkaatsingen en natrillingen zou kunnen
maken, zou u uw eigen akoestische luisterparadijs kunnen
bouwen. U zou de akoestiek van uw kamer kunnen
veranderen in die van een concertzaal, een dansvloer of in
die van vrijwel elke ruimte die u zich zou kunnen
indenken. Deze kunst om zelf geluidsvelden samen te
stellen is precies wat Yamaha nu heeft bereikt met de
digitale geluidsveld processor.
■ CINEMA DSP
Omdat de Dolby Surround en DTS systemen
oorspronkelijk bedoeld waren voor de bioscoop, werken
deze systemen het best in een theatrale ruimte met een
heleboel luidsprekers opgesteld voor het maximale
akoestische effect. Maar de omstandigheden bij mensen
thuis, de afmetingen van de kamer, het materiaal waar de
muur van gemaakt is, het aantal luidsprekers enz., zijn zo
verschillend, dat de weergave ook anders wordt.
Gebaseerd op een macht aan daadwerkelijke
meetgegevens geeft Yamaha CINEMA DSP u de
audiovisuele ervaring van een echte bioscoop in uw eigen
huiskamer door middel van de door Yamaha zelf
ontwikkelde geluidsveldentechnologie in combinatie met
diverse digitale audiosystemen.
110 Nl
■ SILENT CINEMA
Yamaha heeft een natuurlijk en realistisch DSP
geluidsveldprogramma ontwikkeld voor hoofdtelefoons.
Voor elk geluidsveld zijn parameters voor weergave op
een hoofdtelefoon ingesteld, zodat er op een
hoofdtelefoon van nauwkeurige weergaven van alle
geluidsveldprogramma’s genoten kunnen worden.
■ Virtual CINEMA DSP
Yamaha heeft een Virtual CINEMA DSPVirtual CINEMA
DSPgeluidsveldprogramma ontwikkeld dat u ook zonder
daadwerkelijke surround-luidsprekers in staat stelt te
profiteren van DSP surroundeffecten door middel van
virtuele surround-luidsprekers. U kunt Virtual CINEMA
DSP zelfs gebruiken op een minimaal systeem met slechts
twee luidsprekers zonder midden-luidspreker.
■ Compressed Music Enhancer
De Compressed Music Enhancer functie van dit toestel
verbetert de geluidsweergave door de vanwege deze
zogenaamde compressie-artefacten ontbrekende
harmonische signalen te regenereren. Op deze manier
wordt gecompenseerd voor de soms vlakke weergave als
gevolg van het verlies in het gecomprimeerde bestand van
zowel de hoogste als de laagste tonen, hetgeen de algehele
geluidskwaliteit van uw systeem ten goede komt.
PARAMETRISCHE EQUALIZER INFORMATIE
Parametrische equalizer informatie
Dit toestel maakt gebruik van Yamaha Parametric Room
Acoustic Optimizer (YPAO) technologie om de
frequentiekarakteristieken van zijn parametrische
equalizer te optimaliseren, teneinde bij uw
luisteromgeving te passen. YPAO gebruikt een combinatie
van de volgende drie parameters (Frequentie, Gain en Qfactor) om te komen tot een zo precies mogelijke
aanpassing van de frequentiekarakteristieken.
■ Q-factor
De breedte van de opgegeven frequentieband wordt
aangeduid als de Q factor. Deze parameter kan worden
ingesteld tussen de waarden 0,5 en 10.
■ Frequentie
Deze parameter kan worden ingesteld in stappen van éénderde octaaf, tussen 32 Hz en 16 kHz.
■ Gain (versterking)
Deze parameter kan worden ingesteld in stappen van 0,5
dB, tussen –20 en +6 dB.
YPAO past de frequentiekarakteristieken aan uw
luistervoorkeuren aan via een combinatie van de
bovengenoemde drie parameters (Frequentie, Gain en Qfactor) voor elk van de equalizerbanden van de
parametrische equalizer van dit toestel. Dit toestel heeft 7
equalizerbanden voor elk kanaal.
Door gebruik te maken van meer equalizerbanden kunnen
de frequentiekarakteristieken preciezer worden ingesteld
(zoals te zien in Afbeelding 2). Dit is niet mogelijk wa
wanneer slechts een enkele equalizerband wordt gebruikt
(zoals in Afbeelding 1).
Gain (versterking)
Frequentiekarakter
istiek na correctie
Band 1
Frequentie
AANVULLENDE
INFORMATIE
Afbeelding 1
Originele
frequentiekarakteristiek
Afbeelding 2
Gain (versterking)
Frequentiekarakter
istiek na correctie
Band 1
Band 2
Originele
frequentiekarakteristiek
111 Nl
Nederlands
Frequentie
TECHNISCHE GEGEVENS
Technische gegevens
AUDIO GEDEELTE
• Minimum RMS uitgangsvermogen voor, midden, surround,
surround-achter
20 Hz t/m 20 kHz, 0,04% THV, 8 Ω .................................. 130 W
• Dynamisch vermogen (IHF)
8/6/4/2 Ω ....................................................... 160/195/255/335 W
• Maximum bruikbaar uitgangsvermogen (JEITA)
[Modellen voor Azië, China, Korea en Algemene modellen]
1 kHz, 10% THV, 8 Ω ........................................................ 175 W
• Maximum uitgangsvermogen [Modellen voor het V.K. en Europa]
1 kHz, 0,7% THV, 4 Ω ....................................................... 180 W
• Dynamisch bereik
8 Ω ....................................................................................... 0,9 dB
• IEC uitgangsvermogen [Modellen voor het V.K. en Europa]
1 kHz, 0,04% THV, 8 Ω ..................................................... 130 W
• Dempingsfactor (IHF)
1 kHz, 8 Ω .................................................................. 150 of meer
• Ingangsgevoeligheid/ingangsimpedantie
PHONO .................................................................. 3,5 mV/47 kΩ
CD, enz. ................................................................. 200 mV/47 kΩ
MULTI CH INPUT ............................................... 200 mV/47 kΩ
• Maximum ingangsvoltage
PHONO (1 kHz, 0,1% THV) ................................ 60 mV of meer
CD, enz. (1 kHz, 0,5% THV) .................................. 2,4 V of meer
• Opgegeven Uitgangsvoltage/Uitgangsimpedantie
OUT (REC) ........................................................... 200 mV/900 Ω
PRE OUT ................................................................. 1,0 V/1,2 kΩ
SUBWOOFER ......................................................... 2,0 V/1,2 kΩ
ZONE 2/ZONE 3 OUT ............................................ 1,0 V/1,4 kΩ
• Opgegeven vermogen/impedantie hoofdtelefoon-aansluiting
CD, enz. (1 kHz, 40 mV, 8 Ω) ............................... 150 mV/100 Ω
• Frequentierespons
CD aansluiting naar L/R voor, Pure Direct
...................................................... 10 Hz t/m 100 kHz, +0/–3 dB
• RIAA Equalisatie-deviatie
PHONO (20 Hz t/m 20 kHz) ........................................ 0 ± 0,5 dB
• Totale harmonische vervorming
PHONO t/m OUT (REC)
(20 Hz t/m 20 kHz, 1 V) ................................. 0,02% of minder
CD, etc. t/m L/R voor
(20 Hz t/m 20 kHz, 65 W, 8 Ω) ....................... 0,04% of minder
• Signaal-ruis verhouding (IHF-A netwerk)
PHONO (5 mV) naar L/R voor
[Modellen voor het Australië, V.K. en Europa] ..... 81 dB of meer
[Overige modellen] ................................................ 86 dB of meer
CD, enz. (250 mV) naar L/R voor ........................ 100 dB of meer
• Toonregeling (L/R voor, Midden, Subwoofer)
BASS versterking/drempel ....................................... ±6 dB/50 Hz
BASS turnover frequentie .................................................. 350 Hz
TREBLE versterking/drempel .................................. ±6 dB/20 Hz
TREBLE turnover frequentie ............................................. 3,5 Hz
• Zone 2/Zone 3 Toonregeling (L/R voor)
BASS versterking/drempel ................................... ±10 dB/100 Hz
BASS turnover frequentie .................................................. 450 Hz
TREBLE versterking/drempel ................................ ±10 dB/10 Hz
TREBLE turnover frequentie ............................................. 2,0 Hz
• Filterkarakteristieken (fc=40/60/80/90/100/110/120/160/200 Hz)
H.P.F. (voor, midden, surround, surround-achter) ........ 12 dB/oct.
L.P.F. (Subwoofer) ........................................................ 24 dB/oct.
VIDEO GEDEELTE
• Videoformaat (grijze achtergrond)
[Modellen voor de V.S., Canada, Korea en Algemene modellen]
........................................................................................... NTSC
[Modellen voor het V.K., Europa, Australië, Azië en China]
.............................................................................................. PAL
• Videoformaat (Videoconversie) ..................................... NTSC/PAL
• Signaalniveau
Composiet .................................................................. 1 Vp-p/75 Ω
S-video ............................ 1 Vp-p/75 Ω (Y), 0,286 Vp-p/75 Ω (C)
Component ................... 1 Vp-p/75 Ω (Y), 0,7 Vp-p/75 Ω (PB/PR)
• Maximum ingangsniveau (Video-omzetting uit)
............................................................................... 1,5 Vp-p of meer
• Signaal-ruis verhouding (Video-omzetting uit)
.................................................................................... 60 dB of meer
• Frequentierespons (MONITOR OUT)
Component (Video-omzetting uit)
........................................................... 5 Hz t/m 100 MHz, ±3 dB
FM GEDEELTE
• Afstembereik
[Modellen voor de V.S. en Canada] .............. 87,5 t/m 107,9 MHz
[Modellen voor Azië en Algemene modellen]
.............................................. 87,5/87,50 t/m 108,0/108,00 MHz
[Overige modellen] ................................... 87,50 t/m 108,00 MHz
• 50 dB Rustgevoeligheid (IHF)
Mono/Stereo ........................................ 2,0/25 µV (17,3/39,2 dBf)
• Bruikbare gevoeligheid (IHF) .............................. 1,0 µV (11,2 dBf)
• Selectiviteit (400 kHz) ............................................................ 70 dB
• Signaal-ruis verhouding (IHF)
Mono/Stereo ............................................................. 76 dB/70 dB
• Harmonische vervorming (1 kHz)
Mono/Stereo ................................................................... 0,2/0,3%
• Restruis (IHF-A netwerk)
L/R voor ............................................................ 150 µV of minder
• Stereoscheiding (1 kHz)
Stereo ................................................................................... 42 dB
• Kanaalscheiding (1 kHz/10 kHz)
PHONO (kortgesloten) naar L/R voor ........ 60 dB/55 dB of meer
CD, etc. (5,1 kΩ kortgesloten)
naar L/R voor ........................................... 60 dB/45 dB of meer
• Frequentierespons
Stereo ........................................... 20 Hz t/m 15 kHz, +0,5, –2 dB
• Antenne-aansluiting (ongebalanceerd) ..................................... 75 Ω
AM GEDEELTE
• Afstembereik
[Modellen voor de V.S. en Canada] .................. 530 t/m 1710 kHz
[Modellen voor Azië en Algemene modellen]
........................................................ 530/531 t/m 1710/1611 kHz
[Overige modellen] ........................................... 531 t/m 1611 kHz
• Bruikbare gevoeligheid ..................................................... 300 µV/m
112 Nl
Technische gegevens
ALGEMEEN
• Stroomvoorziening
[Modellen voor de V.S. en Canada] ... 120 V, 60 Hz wisselstroom
[Modellen voor Azië en Algemene modellen]
....................................... AC 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz
[Model voor China] ............................ 220 V, 50 Hz wisselstroom
[Model voor Korea] ............................ 220 V, 60 Hz wisselstroom
[Model voor Australië] ....................... 240 V, 50 Hz wisselstroom
[Modellen voor het V.K. en Europa] .. 230 V, 50 Hz wisselstroom
• Stroomverbruik
[Modellen voor de V.S. en Canada] ....................... 500 W/630 VA
[Overige modellen] ............................................................. 500 W
• Stroomverbruik uit (standby)
[Algemene modellen] (240 V, 50 Hz wisselstroom)
........................................................................ 0,33 W of minder
[Overige modellen] ............................................. 0,1 W of minder
• Maximum stroomverbruik [Alleen Algemene modellen]
6 kanalen, 10% THV ........................................................ 1100 W
• Netstroomaansluitingen
[Modellen voor de V.S. en Canada]
.............................................. 2 (Totaal 100 W/0,8 A maximum)
[Modellen voor Azië, China en Algemene modellen]
.......................................................... 2 (Totaal 50 W maximum)
[Model voor Australië] ..................... 1 (Totaal 100 W maximum)
[Model voor het V.K.] ....................... 1 (100 W /0,4 A maximum)
[Model voor Europa] ......................... 2 (100 W/0,4 A maximum)
• Afmetingen (B x H x D) .............................. 435 x 171 x 438,5 mm
• Gewicht ................................................................................. 17,1 kg
* Technische gegevens kunnen zonder kennisgeving gewijzigd
worden.
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
113 Nl
SET MENU structuur
BD/HD DVD
DVD
CBL/SAT
DVR
VCR
V-AUX
DOCK
BLUETOOTH
USB
OPTION
MENU
DISPLAY SET
MEMORY GUARD
INIT. CONFIG
ZONE SET
LOAD
SAVE
SIGNAL
INFO
AUDIO
VIDEO
INPUT RENAME
VOL. TRIM
DECODER MODE *6
I/O ASSIGNMENT
COMPONENT IN
COAXIAL IN
OPTICAL IN
OPTICAL OUT
HDMI IN
COMPONENT IN
COAXIAL IN
OPTICAL OUT
HDMI IN
INPUT RENAME
VOL. TRIM
DECODER MODE
INPUT RENAME
VOL. TRIM
STANDBY CHARGE
INPUT RENAME
VOL. TRIM
BGV
START PAIRING
INPUT RENAME
VOL. TRIM
BGV
DIMMER
OSD SHIFT
GRAY BACK
SHORT MESSAGE
ON SCREEN
FL SCROLL
AUDIO SELECT
DECODER MODE
EXTD SUR.
ZONE/ZONE3
AMP
VOLUME
MAX VOL. *7
INIT. VOL. *7
AANVULLENDE
INFORMATIE
SYSTEM
MEMORY
I/O ASSIGNMENT
Opmerkingen
*1Beschikbaar afhankelijk van de in “EQ TYPE” geselecteerde parameter.
*2Beschikbaar als “VIDEO CONV.” is ingesteld op “ON”.
*3Beschikbaar als “HDMI RES.” niet is ingesteld op “THRGH”.
*4Beschikbaar als “INPUT CH” is ingesteld op “8ch”.
*5Beschikbaar als er een digitale audio-ingangsaansluiting is toegewezen in “I/O ASSIGNMENT”.
*6Beschikbaar als “VOLUME” niet is ingesteld op “FIX”.
Nederlands
115 Nl
Index
■
Numerics
1 SPEAKER MENU,
MANUAL SETUP .......................... 67
2 VOLUME MENU,
MANUAL SETUP .......................... 69
2ch Stereo, geluidsveldprogramma ...... 43
3 SOUND MENU,
MANUAL SETUP .......................... 70
3D indicator ......................................... 26
4 VIDEO MENU,
MANUAL SETUP .......................... 72
5 INPUT MENU,
MANUAL SETUP .......................... 73
5.1-kanaals luidsprekeraansluiting ....... 13
5.1-kanaals luidsprekeropstelling ........ 10
6 OPTION MENU,
MANUAL SETUP .......................... 75
6,1-kanaals luidsprekeraansluiting ....... 13
6,1-kanaals luidsprekeropstelling ........ 10
7,1-kanaals luidsprekeraansluiting ....... 12
7,1-kanaals luidsprekeropstelling ........ 10
7ch Enhancer,
geluidsveldprogramma .................... 43
7ch Stereo, geluidsveldprogramma ...... 43
■
A
A)CONFIG, SPEAKER MENU .......... 67
A)DISPLAY SET,
OPTION MENU .............................. 75
A)EQUALIZER, SOUND MENU ...... 70
Aansluiten van de AM-antenne ........... 23
Aansluiten van de FM-antenne ............ 23
Aansluiten van de luidsprekerkabel ..... 14
Aansluiten van draaitafel ..................... 21
Aansluiten van een beeldscherm .......... 18
Aansluiten van een Bluetooth
ontvanger ......................................... 22
Aansluiten van een Blu-ray
Disc-speler ....................................... 20
Aansluiten van een CD-recorder .......... 21
Aansluiten van een CD-speler ............. 21
Aansluiten van een DVD-recorder ...... 20
Aansluiten van een DVD-speler .......... 20
Aansluiten van een externe
versterker ......................................... 21
Aansluiten van een HD DVD-speler ... 20
Aansluiten van een iPod universeel
dock ................................................. 22
Aansluiten van een kastje met
convertor en decoder ....................... 20
Aansluiten van een MD-recorder ......... 21
Aansluiten van een projector ............... 18
Aansluiten van het netsnoer ................. 24
Aansluiten van luidsprekers ................. 12
Aansluiten van VCR ............................ 21
Aansluiten van YBA-10 ....................... 22
Aansluiten van YDS-11 ....................... 22
Aansluiten van Zone 2/3
componenten .................................... 90
116 Nl
Aansluiting voor kastje met convertor
en decoder ........................................20
Aantal luidsprekers,
automatische instelling ....................30
Aanwezigheidsluidsprekerindicators ...27
Aanwezigheidsluidsprekers,
luidsprekerconfiguraties ...................68
Aanzetten .............................................25
AC OUTLET(S) ...................................24
Achterpaneel .......................................... 9
Action Game,
geluidsveldprogramma .....................41
Adaptieve DSP niveau,
VOLUME MENU ............................69
Adaptieve regeling van het dynamische
bereik, VOLUME MENU ................69
ADAPTIVE DRC indicator ................. 26
ADAPTIVE DRC,
VOLUME MENU ............................69
ADAPTIVE DSP LEVEL,
VOLUME MENU ............................69
Adventure, geluidsveldprogramma ......42
Afspelen van Bluetooth
componenten .................................... 54
Afspelen van iPod ................................52
Afstandsbediening ................................81
Afstandsbediening ID-instelling,
geavanceerde setup ..........................93
Afstandsbediening,
inzetten van de batterijen ................... 4
Afstandsbediening,
oplossen van problemen .................100
Afstandsbedieningsgebruik ..................27
Afstemstap tuner,
geavanceerde setup ..........................94
AM afstemmen .....................................46
AM tuner, oplossen van problemen .....99
AM-antenne-aansluiting .......................23
AMP, schakelaar voor de
bedieningsfunctie .............................28
AMP, zone-instellingen .......................77
ANALOG RES,
ingangsbroninformatie .....................36
ANTENNA aansluitingen ...................... 9
AUDIO aansluitingen ..........................15
Audio- en videosynchronisatie,
SOUND MENU ...............................71
AUDIO SELECT ................................. 35
AUDIO SELECT, startconfiguratie .....76
Audio-aansluitingen .............................15
Audio-ingang BGV,
INPUT MENU ................................. 74
Audio-instellingen,
SOUND MENU ...............................72
Audioselectie, startconfiguratie ........... 76
Audiosignalen, HDMI ..........................16
AUTO DELAY, 'lip sync' ....................71
AUTO SETUP .....................................29
AUTO SETUP, boodschap ................103
Automatische instelling van
voorkeuzezenders,
FM/AM afstemming .........................47
Automatische instellingen ....................29
Automatische vertraging, 'lip sync' ......71
■
B
B)LEVEL, SPEAKER MENU .............68
B)LFE LEVEL, SOUND MENU .........71
B)MEMORY GUARD,
OPTION MENU ..............................76
Bananenstekker ....................................14
Bedienen van andere componenten ......82
Bedienen van Zone 2/3 .........................91
Beeldschermaansluiting ........................18
Beginconfiguratie, OPTION MENU ....76
Beginnen met paren,
INPUT MENU .................................74
Bewerking grafische equalizer,
equalizer ...........................................70
BGV, INPUT MENU ...........................74
Bi-amp instelling,
geavanceerde setup ...........................94
BI-AMP, geavanceerde setup ...............94
BITRATE, ingangsbroninformatie .......36
Bluetooth ontvangeraansluiting ............22
Bluetooth, oplossen van problemen ...101
Blu-ray Disc-speler aansluiting ............20
Bronnaamwijziging ..............................86
■
C
C)DISTANCE, SPEAKER MENU ......68
C)DYNAMIC RANGE,
SOUND MENU ...............................71
C)INIT. CONFIG,
OPTION MENU ..............................76
C.IMAGE, decoderparameter ...............65
CD-recorder aansluiting .......................21
CD-speler aansluiting ...........................21
Cellar Club, geluidsveldprogramma .....40
CENTER aansluiting ............................22
CENTER PRE OUT aansluiting ..........21
CENTER SP,
luidsprekerconfiguraties ...................67
CENTER WIDTH,
decoderparameter .............................65
Chamber, geluidsveldprogramma ........40
CHANNEL, ingangsbroninformatie ....36
Church in Freiburg,
geluidsveldprogramma .....................40
CINEMA DSP 3D stand .......................44
CINEMA DSP indicator .......................26
CLASSICAL,
geluidsveldprogramma .....................39
COAXIAL aansluitingen ......................15
Component geïnterlinieerde/
progressieve conversie,
VIDEO MENU .................................72
COMPONENT I/P, VIDEO MENU ....72
Index
COMPONENT VIDEO
aansluitingen .................................... 15
Configuraties wissen,
afstandsbediening ............................ 89
CROSS OVER,
luidsprekerconfiguraties .................. 68
Cross-over voor de lage tonen,
luidsprekerconfiguraties .................. 68
CT LEVEL, geluidsveldparameter ...... 63
■
D
■
E
F
F)PURE DIRECT,
Audio-instellingen ............................72
FL SCROLL, Display-instellingen ......76
FLAG, ingangsbroninformatie .............36
FM afstemmen .....................................46
FM tuner, oplossen van problemen ......99
FM-antenne-aansluiting .......................23
FORMAT, ingangsbroninformatie .......36
FRONT L/R aansluitingen ...................22
FRONT PRE OUT aansluitingen .........21
FRONT SP,
luidsprekerconfiguraties ...................67
FRONT, INPUT MENU ......................75
■
G
Geavanceerde geluidsinstellingen ........58
Geavanceerde setup ..............................93
Geheugenbeveiliging,
OPTION MENU ..............................76
Geluidsveldparameter ..........................61
Geluidsveldparameterinstellingen ........59
Geluidsveldprogramma's met een
hoofdtelefoon ...................................43
Geluidsveldprogramma’s .....................38
Geluidsveldprogramma’s zonder
surround-luidsprekers ......................43
Geluidsveldprogramma-informatie ....110
Geluidsveldprogrammaselectie ............38
GEQ EDIT, equalizer ...........................70
GRAY BACK,
Display-instellingen,
Display-instellingen .........................75
Grijze achtergrond,
Display-instellingen .........................75
■
H
Hall in AMsterdam,
geluidsveldprogramma .....................40
Hall in Munich,
geluidsveldprogramma .....................39
Hall in Vienna,
geluidsveldprogramma .....................40
HD DVD-speler aansluiting .................20
HDMI aansluiting .................................16
HDMI ASPECT, VIDEO MENU ........73
HDMI AUDIO, Audio-instellingen .....72
HDMI audio, Audio-instellingen .........72
HDMI beeldverhouding,
VIDEO MENU ................................73
HDMI foutmelding ...............................36
HDMI informatie .................................16
HDMI monitor-controlefunctie,
geavanceerde setup ..........................94
HDMI RES, ingangsbroninformatie ....36
HDMI RES., VIDEO MENU ...............73
■
I
I/O ASSIGNMENT,
INPUT MENU ................................ 74
ID1/ID2 indicator ................................ 27
Informatie display ................................ 27
Infraroodvenster, afstandsbediening .... 27
Ingangs-/uitgangstoewijzing,
INPUT MENU ................................ 74
Ingangsbronindicators ......................... 26
Ingangskanaalindicators ...................... 27
Ingangskanalen, INPUT MENU ......... 75
Ingangssignaalindicators ..................... 26
INIT. VOL, zone-instellingen ............. 77
INIT.DLY, geluidsveldparameter ....... 61
INITIALIZE, geavanceerde setup ....... 94
INPUT CH, INPUT MENU ................ 75
INPUT RENAME, INPUT MENU ..... 74
Inschakelen bij RS-232C gebruik,
geavanceerde setup .......................... 93
Instellen luidsprekerniveau .................. 45
Instellen van
afstandsbedieningscodes ................. 83
Instellen van de afstandsbedienings-ID,
afstandsbediening ID-instelling ....... 93
Instellingszone, zone-instellingen ....... 77
iPod bediening ..................................... 52
iPod universeel dock aansluiting ......... 22
iPod, oplossen van problemen ........... 101
■
L
Laden van de systeeminstellingen ....... 79
Lage frequentie effectniveau,
SOUND MENU .............................. 71
LFE/BASS OUT,
luidsprekerconfiguraties .................. 67
LFE/weergave lage tonen,
luidsprekerconfiguraties .................. 67
Linker en rechter voorkanalen
ingangsaansluitingen,
INPUT MENU ................................ 75
Linker/rechter
aanwezigheidsluidspreker ............... 11
Linker/rechter surround
achter-luidspreker ............................ 11
Linker/rechter surround-luidspreker .... 11
Linker/rechter surround-luidsprekers,
luidsprekerconfiguraties ............ 67, 68
Linker/rechter voor-luidspreker ........... 11
Lip sync, SOUND MENU ................... 71
LIVE/CLUB,
geluidsveldprogramma .................... 40
LIVENESS, geluidsveldparameter ...... 62
117 Nl
Nederlands
E)AUDIO SET, SOUND MENU ........ 72
Eenvoudige afstandsbedieningsstand,
iPod weergave .................................. 52
EFFECT LEVEL,
geluidsveldparameter ....................... 64
Effectgeluidsniveau,
geluidsveldparameter ....................... 60
ENHANCER indicator ........................ 26
■
HDMI resolutie, VIDEO MENU ........ 73
HDMI signaal ...................................... 16
HDMI SIGNAL,
ingangsbroninformatie .................... 36
HDMI stekker ...................................... 16
HDMI, oplossen van problemen .......... 99
HEADPHONE, dynamisch bereik ...... 71
Herhaalde weergave, iPod weergave ... 53
Hoofdtelefoon, dynamisch bereik ....... 71
Hoofdtelefoongebruik .......................... 35
Hoofdtelefoonindicator ........................ 26
AANVULLENDE
INFORMATIE
D)LIPSYNC, SOUND MENU ............ 71
D)TEST TONE,
SPEAKER MENU ........................... 69
D)ZONE SET, OPTION MENU ......... 77
De Compressed Music Enhancer
stand ................................................. 43
Decoder indicators ............................... 26
DECODER MODE,
INPUT MENU ................................. 74
DECODER MODE,
startconfiguratie ............................... 76
Decoderbeschrijvingen ........................ 58
Decoderparameter ................................ 65
Decoderselectie .................................... 58
Decoderstand, INPUT MENU ............. 74
Decoderstand, startconfiguratie ........... 76
Dempen van audioweergave ................ 36
Dempingstype, VOLUME MENU ...... 70
DIALOG LIFT,
geluidsveldparameter ....................... 60
DIALOG, ingangsbroninformatie ........ 36
DIGITAL INPUT aansluitingen ............ 9
DIGITAL OUTPUT aansluitingen ........ 9
DIMENSION, decoderparameter ........ 65
DIMMER, Display-instellingen ........... 75
Dimmer, Display-instellingen .............. 75
DIRECT, geluidsveldparameter ........... 63
Directe frequentie-afstemming,
FM/AM afstemming ........................ 46
Display venster, afstandsbediening ...... 27
Display voor verkorte meldingen ........ 76
Display-instellingen,
OPTION MENU .............................. 75
DIST, automatische instelling .............. 30
Draaitafelaansluiting ............................ 21
Drama, geluidsveldprogramma ............ 42
DSP indicators ..................................... 26
DSP LEVEL, geluidsveldparameter .... 60
Dubbele versterkeraansluitingen .......... 14
DVD-recorder aansluiting .................... 20
DVD-speler aansluiting ....................... 20
Dynamisch bereik, SOUND MENU .... 71
ENHANCER,
geluidsveldprogramma .....................43
ENTERTAIN,
geluidsveldprogramma .....................41
Equalizer, SOUND MENU ..................70
EXTD SUR., startconfiguratie .............77
Externe versterkeraansluiting ...............21
Index
Luidsprekeraansluiting ......................... 12
Luidsprekeraansluitingen ....................... 9
Luidsprekerafstand,
automatische instelling .................... 30
Luidsprekerafstand,
SPEAKER MENU ........................... 68
Luidsprekerconfiguraties,
SPEAKER MENU ........................... 67
Luidsprekerimpedantie,
geavanceerde setup .......................... 93
Luidsprekerimpedantie-instelling ........ 25
Luidsprekerinstellingsoptimalisatie ..... 29
Luidsprekerkabelaansluiting ................ 14
Luidsprekerniveau,
automatische instelling .................... 30
Luidsprekerniveau,
SPEAKER MENU ........................... 68
Luidsprekeropstelling .......................... 10
Luidsprekers opstellen ......................... 10
Luidsprekers, dynamisch bereik .......... 71
Luisteren naar onbewerkte
ingangsbronnen ................................ 44
Luisteren naar pure hi-fi weergave ...... 45
LVL, automatische instelling ............... 30
■
M
MANUAL DELAY, 'lip sync' ............. 71
MANUAL SETUP ............................... 66
MANUAL SETUP bediening .............. 66
Manuele instelling van
voorkeuzezenders,
FM/AM afstemming ........................ 47
Manuele vertraging, 'lip sync' .............. 71
MAX VOL., VOLUME MENU .......... 70
MAX VOL., zone-instellingen ............ 77
Maximale volume,
VOLUME MENU ........................... 70
MD-recorder aansluiting ...................... 21
Meegeleverde accessoires ...................... 3
Menu browsen indicator ...................... 26
Menu browsen-bedieningsstand,
iPod weergave ................................. 52
Midden-luidspreker .............................. 11
Midden-luidspreker,
luidsprekerconfiguraties .................. 67
MONITOR CHECK,
geavanceerde setup .......................... 94
Mono Movie,
geluidsveldprogramma .................... 42
MOVIE, geluidsveldprogramma ......... 42
MULTI CH INPUT aansluitingen ......... 9
Multikanaals bronnen met een
hoofdtelefoon ................................... 43
Multi-zone configuratie ....................... 90
Music Video,
geluidsveldprogramma .................... 41
MUTING TYPE, VOLUME MENU ... 70
■
N
Naam wijzigen van ingang,
INPUT MENU ................................. 74
Neo:6 Cinema ...................................... 58
Neo:6 Music ......................................... 58
Netsnoeraansluiting ............................. 24
118 Nl
■
O
ON SCREEN, Display-instellingen .....76
Opladen in de standby-stand,
INPUT MENU ................................. 74
Oplossen van problemen ......................95
Oproepen van een voorkeuzezender,
FM/AM afstemming ........................48
OPTICAL aansluitingen ......................15
Optimaliseren van de
luidsprekerinstelling .........................29
OSD SHIFT, Display-instellingen .......75
OSD verschuiving,
Display-instellingen .........................75
Overdrachtsindicator ............................27
■
P
P.INIT.DLY, geluidsveldparameter .....61
PANORAMA, decoderparameter ........65
Parameters initialiseren,
geavanceerde setup ..........................94
Parametrische equalizer informatie ....111
Paren met de Bluetooth component .....54
PEQ SELECT, equalizer ......................71
PHONES aansluiting ............................35
PL LEVEL, geluidsveldparameter .......63
PLII Game ............................................58
PLII Movie ...........................................58
PLII Music ...........................................58
PLIIx Game ..........................................58
PLIIx Movie .........................................58
PLIIx Music .........................................58
PR LEVEL, geluidsveldparameter .......63
PRE OUT aansluitingen ......................... 9
PRESENCE SP,
luidsprekerconfiguraties ...................68
PRESET indicator ................................26
Pro Logic ..............................................58
Programmeren van andere
afstandsbedieningen .........................85
Programmeren van macro's,
afstandsbediening .............................87
Projectoraansluiting .............................18
Pure Direct stand ..................................45
Pure Direct, Audio-instellingen ........... 72
■
R
Recital/Opera,
geluidsveldprogramma .....................41
REMOTE CON AMP,
geavanceerde setup ..........................93
REMOTE IN/OUT aansluitingen ........22
REMOTE SENSOR,
geavanceerde setup ..........................93
Resetten van het systeem ...................105
REV.DELAY, geluidsveldparameter ...63
REV.LEVEL, geluidsveldparameter ....63
REV.TIMES, geluidsveldparameter ....62
Roleplaying Game,
geluidsveldprogramma .....................41
ROOM SIZE, geluidsveldparameter ....61
RS-232C STANDBY,
geavanceerde setup ..........................93
■
S
S VIDEO aansluitingen ........................15
S.INIT.DLY, geluidsveldparameter .....61
S.LIVENESS, geluidsveldparameter ...62
S.ROOM SIZE,
geluidsveldparameter .......................61
SAMPLING, ingangsbroninformatie ...36
SB INIT.DLY,
geluidsveldparameter .......................61
SB LEVELSL LEVEL .........................63
SB LIVENESS,
geluidsveldparameter .......................62
SB ROOM SIZE,
geluidsveldparameter .......................61
Schakelaar voor de
bedieningsfunctie .............................28
Sci-Fi, geluidsveldprogramma .............42
Scrollen over de display van het
voorpaneel,
Display-instellingen .........................76
Selecteren van audio
ingangsaansluitingen ........................35
Selecteren van de multikanaal
ingangscomponent ............................35
Selecteren van
geluidsveldprogramma’s ..................38
Selectie equalizertype, equalizer ..........70
Selectie parametrische equalizer,
equalizer ...........................................71
Selectie van
audio-ingangsaansluitingen ..............35
Selectie van de multikanaal
ingangscomponent ............................35
Sensor voor de afstandsbediening,
geavanceerde setup ...........................93
SET MENU structuur .........................114
SHORT MESSAGE,
Display-instellingen .........................76
SIGNAL INFO .....................................36
SILENT CINEMA ...............................43
SILENT CINEMA indicator ................26
SL LEVEL, geluidsveldparameter .......63
Slaaptimer .............................................37
SLEEP indicator ...................................26
SOURCE, schakelaar voor de
bedieningsfunctie .............................28
SP, automatische instelling ...................30
SP2 luidsprekeraansluitingen ...............14
SPEAKER IMP.,
geavanceerde setup ...........................93
SPEAKER, dynamisch bereik ..............71
Spectacle, geluidsveldprogramma ........42
Sport, geluidsveldprogramma ..............41
SR LEVEL, geluidsveldparameter .......63
Standard, geluidsveldprogramma .........42
STANDBY CHARGE,
INPUT MENU .................................74
Standby-stand .......................................25
START PAIRING, INPUT MENU ......74
STEREO, geluidsveldprogramma ........43
Stereoweergave ....................................43
Straight Enhancer,
geluidsveldprogramma .....................43
STRAIGHT stand .................................44
Index
Stroomschema audiosignalen .............. 17
Stroomschema signalen ....................... 17
Stroomschema videosignalen .............. 17
Subwoofer ............................................ 11
SUBWOOFER aansluiting .................. 22
SUBWOOFER PHASE,
luidsprekerconfiguraties .................. 68
SUBWOOFER PRE OUT
aansluiting ........................................ 22
Subwooferfase,
luidsprekerconfiguraties .................. 68
SUR, geluidsveldparameter ................. 64
SUR. DECODE,
geluidsveldprogramma .................... 43
SUR. L/R SP,
luidsprekerconfiguraties .................. 67
SUR.B L/R SP,
luidsprekerconfiguraties .................. 68
SUR.BACK/PRESENCE PRE OUT
aansluitingen .................................... 22
Surround achter-luidspreker ................ 11
Surround Decode,
geluidsveldprogramma .................... 43
Surround decoderfunctie ...................... 43
SURROUND L/R aansluitingen .......... 22
SURROUND PRE OUT
aansluitingen .................................... 21
Systeeminstellingen ............................. 78
Systeeminstellingen opslaan ................ 78
SYSTEM MEMORY ........................... 78
■
T
■
U
Uitgebreide surround,
startconfiguratie ............................... 77
Uitzetten ............................................... 25
UNIT, luidsprekerafstand .................... 68
■
V
W
Warehouse Loft,
geluidsveldprogramma .....................40
Weergave van
ingangsbroninformatie .....................36
Weergavetijd in-beeld display,
Display-instellingen .........................76
Weergeven van
ingangsbroninformatie .....................36
Willekeurige weergave,
iPod weergave ..................................53
Wissen van voorkeuzezenders,
FM/AM afstemming ........................48
WRENCH HOLDER ...........................14
■
Y
YBA-10 aansluiting .............................22
YDS-11 aansluiting ..............................22
YPAO ...................................................29
YPAO indicator ....................................26
■
Z
Zone 2/3 bediening ...............................91
Zone 2/3 componentenaansluiting .......90
Zone 2/Zone 3 maximale volume,
zone-instellingen ..............................77
Zone 2/Zone 3 startvolume,
zone-instellingen ..............................77
Zone 2/Zone 3 versterker,
zone-instellingen ..............................77
Zone 2/Zone 3 volume,
zone-instellingen ..............................77
ZONE OUT aansluitingen ......................9
ZONE2/ZONE3 indicators ...................27
Zone-indicators ....................................27
Zone-instellingen, OPTION MENU ....77
“A MASTER ON/OFF” of
“3 DVD” (voorbeeld) geeft de
naam aan van een onderdeel op het
voorpaneel of de
afstandsbediening. Raadpleeg het
bijgevoegde vel of de bladzijden
aan het eind van deze handleiding
voor de locatie van de
verschillende onderdelen.
119 Nl
Nederlands
VCR-aansluiting .................................. 21
Verbindingen ......................................... 9
Verticale positie van gesproken tekst,
geluidsveldparameter ....................... 60
VIDEO aansluitingen ........................... 15
VIDEO AUX aansluitingen ................. 23
■
AANVULLENDE
INFORMATIE
Technische gegevens ......................... 112
Testtoon, SPEAKER MENU ............... 69
The Bottom Line,
geluidsveldprogramma .................... 40
The Roxy Theatre,
geluidsveldprogramma .................... 40
Toestel voor de regeling van de
luidsprekerafstand ............................ 68
TONE BYPASS,
Audio-instellingen .......................... 72
Tone bypass, Audio-instellingen ......... 72
Toonregeling ........................................ 45
Tuner (radio) indicators ....................... 26
TUNER FRQ STEP,
geavanceerde setup .......................... 94
TV bediening, afstandsbediening ........ 81
TV, schakelaar voor de
bedieningsfunctie ............................. 28
VIDEO CONV., VIDEO MENU .........72
Video-aansluitingen .............................15
Videoconversie, VIDEO MENU .........72
Videosignalen, HDMI ..........................16
Village Vanguard,
geluidsveldprogramma .....................40
Virtual CINEMA DSP .........................43
VIRTUAL indicator .............................26
VOL. TRIM, INPUT MENU ...............74
VOLTAGE SELECTOR ........................4
VOLUME niveauindicator ...................26
Volume trimmen, INPUT MENU ........74
VOLUME, zone-instellingen ...............77
Voorkeuzezenders, FM/AM tuner .......47
Voor-luidsprekers,
luidsprekerconfiguraties ...................67
Voorpaneelklep ....................................28
■ Front panel/Face avant/Frontblende/Frontpanelen/Voorpaneel/
Фронтальная панель
A
B
C
M
PURE DIRECT
VOLUME
AUDIO
SELECT
TONE
CONTROL
ENTER
PRESET/TUNING
MEMORY
SEARCH
MODE
STEREO/
MONO
BAND
INFO
INPUT
ZONE ON/OFF
STRAIGHT
MAIN ZONE
ZONE CONTROLS
MULTI ZONE
EFFECT
YPAO
ON/OFF
PROGRAM
OPTIMIZER
MIC
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
ZONE 2
ZONE 3
L
R
AUDIO
OPTICAL
VIDEO AUX
PHONES
USB
ON
OFF
MASTER
Q
D
E
F
G
H
I
J
K
L
AUDIO
SELECT
TONE
CONTROL
ENTER
PRESET/TUNING
MEMORY
SEARCH
MODE
STEREO/
MONO
BAND
INFO
ZONE ON/OFF
STRAIGHT
ZONE CONTROLS
MULTI ZONE
EFFECT
YPAO
PROGRAM
N
i
OPTIMIZER
MIC
O
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
ZONE 2
ZONE 3
L
R
AUDIO
VIDEO AUX
PHONES
P
OPTICAL
USB
Sound output in each sound field program
Son émis dans chaque correction de champ sonore
Klangausgabe in jedem soundfeldprogramm
Ljudutmatning för varje ljudfältsprogram
Geluidsweergave in elk van de geluidsveldprogramma’s
ВоспРоизведение звуЧаниЯ длЯ каждой пРогРаммы звукового полЯ
L
Front left speaker
SL
Surround left speaker
SBR
Surround back right speaker
C
Center speaker
SR
Surround right speaker
PL
Presence left speaker
R
Front right speaker
SBL
Surround back left speaker
PR
Presence right speaker
Speaker from which no sound is being output
Speaker from which sound is being output
Speaker settings
7-channel
PL
L
Speaker settings
5-channel
PL
PR
C
R
L
C
R
L
5-channel
PR
C
R
L
SR
SL
C
R
5
1
SL
SBL SBR
PL
L
SR
SL
SL
SR
R
SBL SBR
PL
PR
C
L
C
L
R
SR
PR
C
R
L
SR
SL
C
R
6
2
SL
SBL SBR
PL
L
SR
SL
SL
SR
R
SBL SBR
PL
PR
C
L
C
L
R
SR
PR
C
R
L
SR
SL
C
R
7
3
SL
SBL SBR
PL
L
SR
SL
SL
SR
R
SBL SBR
PL
PR
C
L
C
L
R
SR
PR
C
R
L
SR
SL
C
R
8
4
SL
iii
7-channel
SBL SBR
SR
SL
SR
SL
SBL SBR
SR
RTKABGLE
RX-V1900
The circled numbers and alphabets correspond to those in the Owner’s Manual.
Les nombres et lettres dans un cercle correspondent à ceux du mode d’emploi.
Die umkreisten Zahlen und Buchstaben entsprechen denen in der Bedienungsanleitung.
Inringade nummer och bokstäver motsvarar de som anges i bruksanvisningen.
I manuali e le lettere dell’alfabeto corrispondono a quelli nel Manuale di istruzioni.
Los números y las letras en el interior de círculos se corresponden con aquellos del manual de instrucciones.
De omcirkelde cijfers en letters corresponderen met die in de Gebruiksaanwijzing.
Цифры и буквы в кружках относятся к цифрам и буквам в Инструкции по эксплуатации.
带圆圈的数字和文字与说明书中的同类数字和文字相对应。
원 번호 및 원 알파벳은 사용 설명서 안의 표기와 일치합니다 .
■ Front panel/Face avant/Frontblende/Frontpanelen/Pannello anteriore/Panel delantero/Voorpaneel/
Фронтальная панель/ 前部面板 / 전변 패널
A
B
C
D E
F
G
H I J K
L
M
PURE DIRECT
VOLUME
AUDIO
SELECT
TONE
CONTROL
ENTER
PRESET/TUNING
MEMORY
SEARCH
MODE
STEREO/
MONO
BAND
INFO
INPUT
ZONE ON/OFF
STRAIGHT
MAIN ZONE
ZONE CONTROLS
MULTI ZONE
EFFECT
YPAO
ON/OFF
PROGRAM
OPTIMIZER
MIC
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
ZONE 2
ZONE 3
L
R
AUDIO
VIDEO AUX
PHONES
OPTICAL
USB
ON
OFF
MASTER
N
O
P
Q