7
De camera testen
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
of draai aan de knop <7> om een taal te
selecteren. Druk vervolgens op de knop
<m>.
De camera testen
Opnamen maken
Laat de camera het onderwerp en de opnameomstandigheden bepalen
voor volledig automatische selectie van de optimale instellingen voor
specifieke composities.
1 Schakel de camera in en open
de modus [
].
Druk op de ON/OFF-knop.
Stel het programmakeuzewiel in op [ ].
2 Kies de compositie.
Om in te zoomen en het onderwerp te
vergroten, duwt u de zoomhendel naar
<i> (telefoto) terwijl u naar het scherm
kijkt en om uit te zoomen duwt u de
hendel naar <j> (groothoek).
3 Maak de opname.
Foto’s maken
Druk de ontspanknop lichtjes in ( ).
Nadat is scherpgesteld hoort u tweemaal
een pieptoon en worden AF-kaders
weergegeven om aan te geven op welke
beeldgebieden is scherpgesteld. Druk de
ontspanknop helemaal naar beneden (
).
Als [Flitser Opklappen] verschijnt op het
scherm, beweegt u de schakelaar <h>
om de flitser op te klappen. De flitser zal
afgaan wanneer u foto’s maakt. Als u de
flitser niet wilt gebruiken, duwt u deze met
uw vinger omlaag in de camera.