- het servicenummer dat volgt op het woord SERVICE op het typeplaatje onder de kookplaat en op het label bevestigd aan de instructies/garantie;
- uw volledige adres en telefoonnummer.
Wend u tot een erkend Servicecentrum, zoas aangeduid in de garantie, indien reparatie noodzakelijk is.
OPSPOREN VAN STORINGEN
Indien de kookplaat niet naar behoren werkt, probeer dan aan de hand van Opsporen van storingen het probleem vast te stellen voordat u de Klantenservice belt.
1. De brander ontsteekt niet of de vlam is niet gelijkmatig
Ga na of:
- De gas- of stroomtoevoer niet is afgesloten en vooral of de kraan van de gastoevoer open is.
- De gases (vloeibaar gas) niet leeg is.
- De branderopeningen niet verstopt zijn.
- Het uiteinde van de ontstekingsplug niet vuil is.
- Alle branderonderdelen correct gepositioneerd zijn.
- Er geen tocht in de buurt van de kookplaat is.
2. De brander blijft niet branden
Ga na of:
- Bij het ontsteken van de brander de knop lang genoeg is ingedrukt om de veiligheidsvoorziening te activeren.
- De branderopeningen in de buurt van het thermokoppel niet verstopt zijn.
- Het uiteinde van de veiligheidsvoorziening niet vuil is.
- De minimugasinstelling correct is (zie de betreffende paragraaf).
3. De houders zijn niet stabiel
Ga na of:
- De onderzijde van de houder volledig vlak is.
- De houder gecentreerd op de brander gepositioneerd is.
- De roosters niet vervangen of incorrect gepositioneerd zijn.
Als na het uitvoeren van deze controles de storing nog steeds aanwezig is, contact opnemen met de dichtstbijzijnde Klantenservice.
HET OPPERVLAK VAN DE KOOKPLAAT REINIGEN
Koppel de netvoeding af voordat u onderhoud verricht.
• Alle geëmailleerde en glazen onderdelen moeten met warm water en een neutrale oplossing gereinigd worden.
• Er kunnen vlekken op roestvrijstalen oppervlakken ontstaan indien deze te lang worden blootgesteld aan kalkrijk water of aggressieve reinigingsmiddelen. Eventueel
gemorst eten (water, saus, kofe, etc.) dient verwijderd te worden voordat dit opdroogt.
• Reinig met warm water en een neutraal reinigingsmiddel en droog vervolgens met een zachte doek of zeemleer. Verwijder ingebakken vuil met specieke
reinigingsmiddelen voor roestvrijstalen oppervlakken.
OPMERKING: reinig roestvrijstaal alleen met een zachte doek of spons.
• Gebruik geen schurende of bijtende products, reinigingsmiddelen op chloorbasis of schuursponsjes.
• Gebruik geen stoomreinigers.
• Gebruik geen brandbare producten.
• Laat geen zure of basische stoffen, zoals azijn, mosterd, zout, suiker of citroensap op de kookplaat achter.
Indien u een IXELIUM kookplaat heeft, neem dan de volgende aanbevelingen voor reiniging in acht:
• Gebruik een zachte doek (het beste is een microvezeldoekje), bevochtigd met water of een glasreinigingsmiddel voor dagelijks gebruik.
• Gebruik geen keukenpapier, want dit kan strepen op de kookplaat achterlaten.
DE ONDERDELEN VAN DE KOOKPLAAT REINIGEN
• Roosters, branderkappen en branders kunnen voor reiniging verwijderd worden.
• Reinig ze handmatig met warm water en een niet-bijtend reinigingsmiddel, verwijder eventuele voedselresten en controleer dat er geen branderopeningen verstopt zijn.
• Afspoelen en drogen
• Breng de branders en branderkappen weer correct in de betreffende behuizingen aan.
• Zorg bij het terugplaatsen van de roosters dat het pannensteungedeelte in lijn is met de brander.
• Bij modellen die zijn uitgerust met elektrische ontstekingspluggen en een veiligheidsvoorziening moet het uiteinde van de plug grondig schoongemaakt worden voor
een correcte werking. Controleer deze items regelmatig en reinig ze indien nodig met een vochtige doek. Eventueel ingebakken voedsel moet met een tandenstoker
of naald verwijderd worden.
OPMERKING: om beschadiging van de elektrische ontstekingsinstallatie te voorkomen, dienen deze niet gebruikt te worden wanneer de branders zich
niet in hun behuizing bevinden.
CONFORMITEITSVERKLARING
• Deze kookplaat werd ontworpen, geproduceerd en op de markt gebracht conform :
- veiligheidsvereisten van de “Gas”-Richtlijn 2009/142/EG (voorheen 90/396);
- veiligheidsvoorschriften van de “Laagspanningsrichtlijn” 2006/95/EG (die de richtlijn 73/23/EEG en latere verordeningen vervangt);
- beschermingsvoorschriften van de “EMC”-richtlijn 2004/108/EG;
• Dit apparaat voldoet aan de eisen inzake ecologisch ontwerp van Europese regelgeving n. 66/2014, in overeenstemming met de Europese norm EN 30-2-1