Zanussi ZOK37901XU Handleiding

Type
Handleiding
GETTING
STARTED?
EASY.
User Manual
ZOK37901XU
NL Gebruiksaanwijzing
Oven
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en
gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor letsel of schade veroorzaakt door een verkeerde installatie of
verkeerd gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige en
toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik.
VEILIGHEID VAN KINDEREN EN KWETSBARE
MENSEN
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en
ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of
verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis,
indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen
over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het op
passende wijze weg.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als
het in werking is of afkoelt. Het apparaat is heet.
Als het apparaat is voorzien van een kinderbeveiliging, dan
dient dit geactiveerd te worden.
Reiniging en onderhoud van het apparaat mag niet worden
uitgevoerd door kinderen zonder toezicht.
Kinderen van 3 jaar en jonger moeten tijdens de werking van dit
apparaat altijd uit te buurt worden gehouden.
ALGEMENE VEILIGHEID
Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat
installeren en de kabel vervangen.
WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U dient op te
passen dat u de verwarmingselementen niet aanraakt. Houd
kinderen jonger dan 8 jaar uit de buurt of onder permanent
toezicht.
2
Gebruik altijd ovenhandschoenen om accessoires of kookgerei
te plaatsen of verwijderen.
Voordat u welke onderhoudshandeling dan ook verricht, de
stekker van het apparaat uit het stopcontact trekken.
Zorg ervoor dat het apparaat is uitgeschakeld voordat u de
lamp vervangt om elektrische schokken te voorkomen.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te maken.
Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of scherpe
metalen schrapers om de glazen deur schoon te maken, deze
kunnen krassen veroorzaken op het oppervlak, waardoor het
glas zou kunnen breken.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende
serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen
teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
Om de inschuifrails te verwijderen trekt u eerst de voorkant van
de inschuifrail en dan de achterkant uit de zijwanden. Installeer
de inschuifrails in de omgekeerde volgorde.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
MONTAGE
WAARSCHUWING! Alleen een
erkende installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
Volg de installatie-instructies op die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Wees altijd voorzichtig bij het verplaatsen van
het apparaat omdat het zwaar is. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
Trek het apparaat nooit aan de handgreep van
zijn plaats.
Houd de minimumafstand naar andere
apparaten en units in acht.
Zorg ervoor dat het apparaat onder en naast
veilige installaties wordt geïnstalleerd.
De zijkanten van het apparaat moeten naast
apparaten of units staan van dezelfde hoogte.
Het apparaat is uitgerust met een elektrisch
koelsysteem. Het heeft elektrische stroom
nodig.
AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET
WAARSCHUWING! Gevaar voor
brand en elektrische schokken.
Alle elektrische aansluitingen moeten door een
gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt.
Dit apparaat moet worden aangesloten op een
geaard stopcontact.
Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de netstroom.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Zorg dat u de hoofdstekker en kabel niet
beschadigt. Indien de voedingskabel moet
worden vervangen, dan moet dit gebeuren door
onze Klantenservice.
Laat de stroomkabel niet in aanraking komen
met de deur van het apparaat, met name niet als
deze heet is.
De schokbescherming van delen onder stroom
en geïsoleerde delen moet op zo'n manier
worden bevestigd dat het niet zonder
gereedschap kan worden verplaatst.
3
Steek de stekker pas in het stopcontact als de
installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
Sluit de stroomstekker niet aan op een losse
stroomaansluiting.
Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los
te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
Gebruik alleen de juiste isolatie-apparaten:
stroomonderbrekers, zekeringen
(schroefzekeringen moeten uit de houder
worden verwijderd), aardlekschakelaars en
contactgevers.
De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat
volledig van het lichtnet afgesloten kan worden.
Het isolatieapparaat moet een contactopening
hebben met een minimale breedte van 3 mm.
Dit apparaat voldoet aan de EU-richtlijnen.
GEBRUIK
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel, brandwonden, elektrische
schokken of een explosie.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor
huishoudelijk gebruik.
De specificatie van het apparaat mag niet
worden veranderd.
Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet
geblokkeerd zijn.
Laat het apparaat tijdens het gebruik niet
onbeheerd achter.
Schakel het apparaat telkens na gebruik uit.
Wees voorzichtig met het openen van de deur
van het apparaat als het apparaat aan staat. Er
kan hete lucht ontsnappen.
Bedien het apparaat niet met natte handen of
als het contact maakt met water.
Oefen geen kracht uit op een geopende deur.
Het apparaat mag niet worden gebruikt als
werkblad of aanrecht.
Open de deur van het apparaat voorzichtig. Als
u alcoholische toevoegingen gebruikt, kan er
alcohol-luchtmengsel ontstaan.
Houd vonken of open vlammen uit de buurt van
het apparaat bij het openen van de deur.
Plaats geen ontvlambare producten of
gerechten die vochtig zijn gemaakt met
ontvlambare producten in, bij of op het
apparaat.
WAARSCHUWING! Risico op
schade aan het apparaat.
Om schade of verkleuring van het email te
voorkomen:
zet geen kookgerei of andere voorwerpen
direct op de bodem van het apparaat.
leg geen aluminiumfolie op de bodem van
de ruimte in het apparaat.
plaats geen water direct in het hete
apparaat.
haal vochthoudende schotels en eten uit
het apparaat als u klaar bent met koken.
wees voorzichtig bij het verwijderen of
bevestigen van accessoires.
Verkleuring van het email of roestvrij staal is niet
van invloed op de werking van het apparaat.
Gebruik een diepe pan voor vochtige taarten.
Fruitsappen kunnen permanente vlekken maken.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd om mee te
koken. Het mag niet worden gebruikt voor
andere doeleinden, zoals het verwarmen van
een kamer.
Alle bereidingen moeten worden uitgevoerd met
gesloten ovendeur.
Als het apparaat achter een meubelpaneel
gemonteerd is (bijv. een deur), zorg er dan voor
dat de deur nooit gesloten is als het apparaat in
werking is. Warmte en vocht kunnen achter een
gesloten meubelpaneel ophopen en schade aan
het apparaat, de behuizing of de vloer
veroorzaken. Sluit het meubelpaneel niet tot het
apparaat volledig afgekoeld is na gebruik.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel, brand en schade aan het
apparaat.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit
het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld. Er
bestaat een risico dat de glasplaten kunnen
breken.
Vervang direct de glazen deurpanelen als deze
beschadigd zijn. Neem contact op met een
erkend servicecentrum.
Wees voorzichtig als u de deur van het apparaat
verwijdert. De deur is zwaar!
Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het oppervlak
achteruitgaat.
Reinig het apparaat met een vochtige zachte
doek. Gebruik alleen neutrale
reinigingsmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
Raadpleeg, als u een ovenspray gebruikt, eerst
de aanwijzingen op de verpakking.
Reinig niet het katalytisch email (indien van
toepassing) met een schoonmaakmiddel.
4
BINNENVERLICHTING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
elektrische schokken.
De gloeilampen of halogeenlampen in dit
apparaat zijn uitsluitend bedoeld voor gebruik in
huishoudelijke apparaten. Gebruik deze niet
voor andere doeleinden.
Voordat u het lampje vervangt, dient u de
stekker van het apparaat uit het stopcontact te
halen.
Gebruik alleen lampjes met dezelfde
specificaties.
VERWIJDERING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel of verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en
gooi het weg.
Verwijder de deurvergrendeling om te
voorkomen dat kinderen of huisdieren binnen in
het apparaat vast komen te zitten.
SERVICEDIENST
Neem contact op met een erkende
servicedienst voor reparatie van het apparaat.
Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
ALGEMEEN OVERZICHT
1
7
8
9
10
11
1
2
3
4
432 65
1
Bedieningspaneel
2
Knop voor de ovenfuncties
3
Stroomlampje/symbool
4
Elektronische tijdschakelklok
5
Knop voor de temperatuur
6
Temperatuurindicator / symbool
7
Verwarmingselement
8
Lampje
9
Ventilator
10
Verwijderbare inschuifrail
11
Roosterhoogtes
ACCESSOIRES
Bakrooster
Voor kookgerei, bak- en braadvormen.
Grill-/braadpan
Voor braden en roosteren of als pan om vet op te
vangen
5
BEDIENINGSPANEEL
TOETSEN
Sensorveld / Knop Functie Beschrijving
KLOK De klokfunctie instellen.
MIN Om de tijd in te stellen.
KOOKWEKKER De KOOKWEKKER instellen. Houd de knop
langer dan 3 seconden ingedrukt om de oven-
lamp in of uit te schakelen.
PLUS Om de tijd in te stellen.
TEMPERATUUR De oventemperatuur of de temperatuur van de
vleesthermometer (indien van toepassing). Al-
leen gebruiken indien er een ovenfunctie in
werking is.
DISPLAY
A B C
D
EH FG
A. Timer
B. Opwarmen en restwarmte-indicatie
C. Waterreservoir (alleen geselecteerde modellen)
D. Vleesthermometer (alleen geselecteerde
modellen)
E. Deurslot (alleen geselecteerde modellen)
F. Uren/minuten
G. Demomodus (alleen geselecteerde modellen)
H. Klokfuncties
VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
Raadpleeg voor het instellen van de
dagtijd het hoofdstuk "Klokfuncties".
EERSTE REINIGING
Verwijder all accessoires en verwijderbare
inschuifrails uit de oven.
Zie het hoofdstuk 'Onderhoud en
reiniging'.
Reinig de oven en accessoires voor het eerste
gebruik.
Zet de accessoires en verwijderbare inschuifrails
terug in de beginstand.
DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
6
VERWARMINGSFUNCTIES
Ovenfunctie Applicatie
Uit-stand Het apparaat staat uit.
Binnenverlichting Het lampje activeren zonder een bereidingsfunctie.
Multi Hetelucht Om op twee ovenniveaus te bakken of om voedsel te dro-
gen.Stel de temperatuur 20 - 40°C lager in dan voor Boven-/
onderwarmte.
Pizza Hetelucht Om gerechten op één niveau te bakken met intensief bruine-
ren en een krokantere korst. Stel de temperatuur 20 - 40°C
lager in dan voor boven-/onderwarmte.
Boven + onder-
warmte (Boven-/
Onderwarmte)
Voor het bakken en braden op een ovenniveau.
Onderwarmte Voor het bakken van taarten met een knapperige bodem en
het inmaken van voedsel.
Warm houden Om het voedsel warm te houden.
Ontdooien Deze functie kan gebruikt worden om bevroren voedsel te
ontdooien zoals groente en fruit. De ontdooitijd hangt af van
de hoeveelheid en dikte van het voedsel.
Grill Om plat voedsel te grillen en brood te roosteren.
Grill Intens Voor het roosteren van plat voedsel in grote hoeveelheden en
voor het maken van toast.
Circulatiegrill Voor het braden van grotere stukken vlees of gevogelte met
botten op één niveau. Ook om te gratineren en te bruinen.
De verlichting kan tijdens sommige
ovenfuncties automatisch uitschakelen
als de temperatuur onder de 60 °C
komt.
HET IN- EN UITSCHAKELEN VAN DE OVEN
1. Draai de functieknop van de oven naar een
ovenfunctie.
2. Draai aan de temperatuurknop om een
temperatuur te kiezen.
3. Om de oven uit te schakelen, draait u de
knoppen voor de ovenfuncties en temperatuur
naar de uit-stand.
Het lampje gaat aan wanneer de oven in werking is.
INDICATIELAMPJE BIJ VOORVERWARMEN
Wanneer de ovenfunctie actief is, verschijnen de
balkjes in het display één voor één wanneer de
temperatuur in de oven stijgt en verdwijnen ze
wanneer de temperatuur daalt.
7
KLOKFUNCTIES
TABEL MET KLOKFUNCTIES
Klokfunctie Applicatie
DAGTIJD Met deze functie kunt u de dagtijd weergeven of veranderen.
U kunt de dagtijd alleen wijzigen als de oven uitstaat.
DUUR Instellen hoe lang de oven in werking is. Gebruik dit alleen
wanneer de ovenfunctie is ingesteld.
EINDE Instellen als de oven uitstaat. Gebruik dit alleen wanneer de
ovenfunctie is ingesteld.
VERTRAGINGS-
TIJD
Combinatie van de functies BEREIDINGSDUUR en EINDE.
KOOKWEKKER Gebruik de kookwekker voor het instellen van een afteltijd. De-
ze functie heeft geen invloed op de werking van de oven. U
kunt de KOOKWEKKER op elk gewenst moment instellen,
ook als het apparaat uit staat.
00:00 TIMER MET OP-
TELFUNCTIE
Als u geen andere klokfunctie instelt, zal de TIMER MET OP-
TELFUNCTIE automatisch bijhouden hoe lang de oven werkt.
Deze wordt onmiddellijk ingeschakeld wanneer de oven begint
met opwarmen.
De timer met optelfunctie kan niet gebruikt worden met de
functies: BEREIDINGSDUUR, EINDE.
INSTELLEN EN WIJZIGEN VAN DE TIJD
Wacht na de eerste aansluiting op het stopcontact
totdat het display en "12:00" weergeeft. "12"
knippert.
1. Druk op of om de uren in te stellen.
2. Druk op om te bevestigen en om naar het
instellen van de minuten te gaan.
Het display toont en het ingestelde uur. "00"
knippert.
3. Druk op of om de huidige minuten in te
stellen.
4. Druk op om te bevestigen of de ingestelde
dagtijd zal na vijf seconden automatisch
worden opgeslagen.
Op het display verschijnt de nieuwe tijd.
Druk om de dagtijd te wijzigen herhaaldelijk op
tot het indicatielampje voor de dagtijd knippert
op het display.
DE FUNCTIE BEREIDINGSDUUR
1. Ovenfunctie instellen.
2. Blijf op
drukken totdat begint te
knipperen.
3. Druk op of om de minuten en uren in te
stellen. Druk op om te bevestigen.
Wanneer de ingestelde tijdsduur eindigt, klinkt er
gedurende 2 minuten een geluidssignaal en
knipperen
en de tijd in het display. De oven
wordt automatisch uitgeschakeld
4. Druk op een willekeurige knop of open de deur
van de oven om het geluid te stoppen.
5. Draai de knop voor de ovenfuncties naar de uit-
stand.
DE FUNCTIE BEREIDINGSEINDE
1. Ovenfunctie instellen.
2. Blijf op drukken totdat begint te
knipperen.
3. Druk op of om de uren en daarna de
minuten in te stellen. Druk op om te
bevestigen.
Op de ingestelde eindtijd klinkt er gedurende 2
minuten een geluidssignaal en knipperen
en de
8
tijd in het display. De oven wordt automatisch
uitgeschakeld
4. Druk op een willekeurige knop of open de deur
van de oven om het geluid te stoppen.
5. Draai de knop voor de ovenfuncties naar de uit-
stand.
DE FUNCTIE TIJDVERTRAGING INSTELLEN
1. Ovenfunctie instellen.
2. Blijf op drukken totdat begint te
knipperen.
3. Druk op of om de minuten en uren voor
de BEREIDINGSDUUR in te stellen. Druk op
om te bevestigen.
Op het display knippert .
4. Druk op of om de uren en daarna de
minuten voor het BEREIDINGSEINDE in te
stellen. Druk op om te bevestigen.
De oven gaat later automatisch aan, werkt voor de
ingestelde tijdsDUUR en stopt op de ingestelde
EINDTIJD.
Op de ingestelde EINDtijd klinkt er gedurende 2
minuten een geluidssignaal en knipperen en de
tijd in het display. De oven gaat uit.
5. Druk op een willekeurige knop of open de deur
van de oven om het geluid te stoppen.
6. Draai de knop voor de ovenfuncties naar de uit-
stand.
DE KOOKWEKKER INSTELLEN
De kookwekker kan zowel worden ingesteld bij een
ingeschakelde of uitgeschakelde oven.
1. Druk op
.
en "00" knippert in het display.
2. Druk op of om de seconden in te stellen
en daarna de minuten.
Als de ingestelde tijd langer is dan 60 minuten
knippert op het display.
3. Stel de uren in.
4. De KOOKWEKKER start automatisch na vijf
seconden.
Na 90% van de ingestelde tijd klinkt er een
geluidssignaal.
5. Wanneer de ingestelde tijd is verlopen, klinkt er
gedurende 2 minuten een geluidssignaal.
"00:00" en knipperen op het display. Druk
op een willekeurige toets om het signaal uit te
zetten.
TIMER MET OPTELFUNCTIE
Houd om de timer met optelfunctie te resetten
en ingedrukt. De timer gaat weer optellen.
GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
DE ACCESSOIRES PLAATSEN
Bakrooster:
Plaats het rooster tussen de geleidestangen van de
roostersteun en zorg ervoor dat de pootjes omlaag
staan.
Diepe pan:
Schuif de diepe pan tussen de geleidestangen van
de roostersteun.
Bakrooster en diepe pan samen:
Plaats de diepe pan tussen de geleiders van de
inschuifrails en het bakrooster op de geleiders
erboven.
9
Kleine inkepingen bovenaan verhogen
de veiligheid. Deze inkepingen zorgen
er ook voor dat ze niet omkantelen. De
hoge rand rond het rooster voorkomt
dat het kookgerei van het rooster
afglijdt.
EXTRA FUNCTIES
GEBRUIK VAN HET KINDERSLOT
Als het kinderslot is ingeschakeld, kan de oven niet
per ongeluk worden aangezet.
1. Zorg dat de knop voor de ovenfuncties in de
uit-stand staat.
2. Druk tegelijkertijd op en gedurende 2
seconden.
Er klinkt een geluidsignaal. SAFE en verschijnt op
het display.
Herhaal stap 2 om het kinderslot uit te schakelen.
RESTWARMTE-INDICATIE
Als u de oven uitschakelt, toont het display de
restwarmte-indicator bij een oventemperatuur
van boven de 40 °C.
AUTOMATISCHE UITSCHAKELING
Om veiligheidsredenen schakelt het apparaat na
bepaalde tijd automatisch uit als er een ovenfunctie
in werking is en u geen instellingen wijzigt.
Temperatuur (°C) Uitschakeltijd (u)
30 - 115 12.5
Temperatuur (°C) Uitschakeltijd (u)
120 - 195 8.5
200 - 245 5.5
250 - maximum 1.5
Druk na een automatische uitschakeling op een
willekeurige knop om het toestel opnieuw te
activeren.
De automatische uitschakeling werkt
niet met de functies: licht, duur, einde.
KOELVENTILATOR
Als de oven in werking is, wordt de koelventilator
automatisch ingeschakeld om de oppervlakken van
de oven koel te houden. Na het uitschakelen van de
oven blijft de ventilatie doorgaan totdat de oven is
afgekoeld.
AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
De temperaturen en baktijden in de
tabellen zijn slechts als richtlijn
bedoeld. Deze zijn afhankelijk van de
recepten en de kwaliteit en de
hoeveelheid van de gebruikte
ingrediënten.
KOOKADVIEZEN
Uw oven kan anders bakken of roosteren dan de
oven die u tot nu toe gebruikt heeft. In de
onderstaande tabel vindt u de standaardinstellingen
voor temperatuur, kooktijd en roosterniveau.
Als u voor een speciaal recept de instelling niet
kunt vinden, zoek dan naar een soortgelijk recept.
BAKKEN
Gebruik de eerste keer de laagste temperatuur.
10
Bij het bereiden van cake op meerdere niveaus
kan de baktijd ca. 10 - 15 minuten langer zijn.
Als de cake niet overal even hoog is, wordt de
cake niet overal even bruin. Als de cake niet
overal even bruin wordt, hoeft u de
temperatuurinstelling niet te wijzigen. De
verschillen verminderen tijdens het bakken.
Tijdens het bakken kunnen bakplaten in de oven
vervormen. Wanneer de bakplaten afkoelen,
verdwijnt de vervorming.
BAKTIPS
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De onderkant van de cake is
niet voldoende gebruind.
De rekstand is incorrect. Plaats de cake op een lagere
rekstand.
De cake zakt in en wordt klef,
klonterig, streperig.
De oventemperatuur is te
hoog.
De volgende keer dat u een
cake bakt, stelt u de baktem-
peratuur lager in.
De cake zakt in en wordt klef,
klonterig, streperig.
Te korte baktijd. Baktijd verlengen. U kunt de
baktijd niet verlagen door
een hogere temperatuur in
te stellen.
De cake zakt in en wordt klef,
klonterig, streperig.
Er zit te veel vloeistof in het
mengsel.
Minder vocht gebruiken. Let op
de kneedtijden, vooral bij het
gebruik van keukenmachines.
De cake is te droog. De oventemperatuur is te laag. De volgende keer dat u een
cake bakt, stelt u de baktem-
peratuur hoger in.
De cake is te droog. Te lange baktijd. De volgende keer dat u een
cake bakt, gebruikt u een kor-
tere baktijd.
De cake wordt ongelijkmatig
bruin.
De oventemperatuur is te hoog
en de baktijd te kort.
De baktemperatuur lager in-
stellen en de baktijd verlengen.
De cake wordt ongelijkmatig
bruin.
Het deeg is niet gelijkmatig
verdeeld.
Verdeel het deeg gelijkmatig
over de bakplaat.
De cake wordt niet gaar binnen
de aangegeven baktijd.
De oventemperatuur is te laag. De volgende keer dat u een
cake bakt, stelt u de baktem-
peratuur een beetje hoger in.
BAKKEN OP ÉÉN OVENNIVEAU
Bakken in een bakblik
Gerecht Functie
Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min) Roosterhoogte
Tulband of brioche Multi hetelucht 150 -
160
50 - 70 1
11
Gerecht Functie
Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min) Roosterhoogte
Moskovisch gebak /
vruchtencake
Multi hetelucht 140 -
160
70 - 90 1
Sponge cake / Cake,
zacht
Multi hetelucht 140 -
150
35 - 50 1
Sponge cake / Cake,
zacht
Boven-/onder-
warmte
160 35 - 50 1
Taartbodem van zand-
taartdeeg
1)
Multi hetelucht 170 -
180
10 - 25 2
Taartbodem - zacht cake-
deeg
Multi hetelucht 150 -
170
20 - 25 2
Apple pie / Appeltaart (2
vormen Ø 20 cm, diago-
naal geplaatst)
Multi hetelucht 160 70 - 90 2
Apple pie / Appeltaart (2
vormen Ø 20 cm, diago-
naal geplaatst)
Boven-/onder-
warmte
180 70 - 90 1
Kwarktaart, bakplaat
2) Boven-/onder-
warmte
160 -
170
70 - 90 2
1) Oven voorverwarmen.
2) Gebruik de braadpan.
Gebak op bakplaat
Gerecht Functie
Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoogte
Vlechtbrood / broodkrans Boven-/onder-
warmte
170 - 190 30 - 40 1
Kerststol
1) Boven-/onder-
warmte
160 - 180 50 - 70 1
Brood (roggebrood)
1) Boven-/onder-
warmte
1
eerst 230 20
vervolgens 160 - 180 30 - 60
Roomsoezen / eclairs
1) Boven-/onder-
warmte
190 - 210 20 - 35 2
Biscuitrol
1) Boven-/onder-
warmte
180 - 200 10 - 20 2
Kruimeltaart (droog) Multi hetelucht 150 - 160 20 - 40 2
12
Gerecht Functie
Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoogte
Boter-/Suikerkoek
1) Boven-/onder-
warmte
190 - 210 20 - 30 2
Vruchtentaart (bereid met
gistdeeg/roerdeeg)
2)
Multi hetelucht 150 - 160 35 - 55 2
Vruchtentaart (bereid met
gistdeeg/roerdeeg)
2)
Boven-/onder-
warmte
170 35 - 55 2
Vruchtentaart met kruimel-
deeg
Multi hetelucht 160 - 170 40 - 80 2
Plaatkoek met kwetsbare
garnering (bijvoorbeeld
kwark, room, puddingvul-
ling)
1)
Boven-/onder-
warmte
160 - 180 40 - 80 2
1) Oven voorverwarmen.
2) Gebruik de braadpan.
Koekjes
Gerecht Functie
Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoogte
Zandkoekjes Multi hetelucht 150 - 160 10 - 20 2
Short bread / Zandtaart-
deeg / Gebakreepjes
Multi hetelucht 140 20 - 35 2
Short bread / Zandtaart-
deeg / Gebakreepjes
1)
Boven-/onder-
warmte
160 20 - 30 2
Koekjes gemaakt van
roerdeeg
Multi hetelucht 150 - 160 15 - 20 2
Eiwitgebak / schuimgebak Multi hetelucht 80 - 100 120 - 150
Bitterkoekjes Multi hetelucht 100 - 120 30 - 50 2
Koekjes gemaakt van gist-
deeg
Multi hetelucht 150 - 160 20 - 40 2
Klein bladerdeeggebak
1) Multi hetelucht 170 - 180 20 - 30 2
Broodjes
1) Multi hetelucht 160 10 - 25 2
Broodjes
1) Boven-/onder-
warmte
190 - 210 10 - 25 2
Small cakes / Kleine ca-
kes
1)
Multi hetelucht 160 20 - 35 2
13
Gerecht Functie
Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoogte
Small cakes / Kleine ca-
kes
1)
Boven-/onder-
warmte
170 20 - 35 2
1) Oven voorverwarmen.
OVENSCHOTELS EN GEGRATINEERDE GERECHTEN
Gerecht Functie Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Pastaschotel Boven-/onder-
warmte
180 - 200 45 - 60 1
Lasagne Boven-/onder-
warmte
180 - 200 25 - 40 1
Groentegratin
1) Circulatiegrill 160 - 170 15 - 30 1
Stokbroden be-
dekt met ge-
smolten kaas
Hetelucht 160 - 170 15 - 30 1
Zoete ovenscho-
tels
Boven-/onder-
warmte
180 - 200 40 - 60 1
Visschotels Boven-/onder-
warmte
180 - 200 30 - 60 1
Gevulde groente Hetelucht 160 - 170 30 - 60 1
1) Oven voorverwarmen.
BAKKEN OP MEERDERE NIVEAUS
Gebruik de functie Multi hetelucht.
Gebak op bakplaat
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Roomsoezen /Eclairs
1) 160 - 180 25 - 45 1 / 4
Kruimeltaart 150 - 160 30 - 45 1 / 4
1) Oven voorverwarmen.
14
Gebak / cakejes / brood op bakplaat
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min)
Roosterhoog-
te
Zandkoekjes 150 - 160 20 - 40 1 /4
Short bread / Zand-
taartdeeg/ Deegreep-
jes
140 25 - 45 1 / 4
Koekjes gemaakt van
sponsdeeg
160 - 170 25 - 40 1 / 4
Eiwitgebak, schuimge-
bak
80 - 100 130 - 170 1 / 4
Bitterkoekjes 100 - 120 40 - 80 1 / 4
Koekjes gemaakt van
gistdeeg
160 - 170 30 - 60 1 / 4
PIZZA HETELUCHT
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Pizza (dunne korst)
1) 200 - 230 15 - 20 2
Pizza (met veel garne-
ring)
2)
180 - 200 20 - 30 2
Taarten 180 - 200 40 - 55 1
Spinazietaart 160 - 180 45 - 60 1
Quiche Lorraine (hartige
taart)
170 - 190 45 - 55 1
Zwitserse flan 170 - 190 45 - 55 2
Kwarktaart 140 - 160 60 - 90 1
Appeltaart, bedekt 150 - 170 50 - 60 1
Groentetaart 160 - 180 50 - 60 1
Ongedesemd brood
1) 230 - 250 10 - 20 2
Bladerdeegtaart
1) 160 - 180 45 - 55 2
Flammekuchen
1) 230 - 250 12 - 20 2
Piroggen (Russische vari-
ant op calzone)
1)
180 - 200 15 - 25 2
1) Oven voorverwarmen.
2) Gebruik de braadpan.
15
BRADEN
Gebruik hittebestendig kookgerei.
Braad grote braadstukken direct in de diepe
bakplaat of op een bakrooster boven de bakplaat.
Giet wat water op de bakplaat om het inbranden
van vrijkomende vleessappen of vet te voorkomen.
Vlees met een korst kan in de braadslede zonder
deksel worden gebraden.
Draai het braadstuk na 1/2 - 2/3 van de gaartijd.
Om het vlees sappiger te houden:
Braad mager vlees in een braadpan met deksel
of gebruik een braadzak.
Rooster vlees en vis in grote stukken (1 kg of
meer).
Besprenkel grote braadstukken en gevogelte
diverse keren tijdens het braden met het eigen
vleessap.
TABEL BRAADSTUKKEN
Rundvlees
Gerecht Functie Gewicht
Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min)
Roosterhoog-
te
Stoofvlees Boven-/Onder-
warmte
1 – 1,5 kg 230 120 - 150 1
Rosbief of
ossenhaas:
rood
1)
Circulatiegrill per cm
dikte
190 -
200
5 - 6 per cm
dikte
1
Rosbief of
ossenhaas:
medium
Circulatiegrill per cm
dikte
180 -
190
6 - 8 per cm
dikte
1
Rosbief of
ossenhaas:
gaar
Circulatiegrill per cm
dikte
170 -
180
8 - 10 per cm
dikte
1
1) Oven voorverwarmen.
Varkensvlees
Gerecht Functie Gewicht
Temperatuur
(°C)
Tijd (min)
Roosterhoog-
te
Schouder-
stuk, nekstuk,
hamlap
Circula-
tiegrill
1 – 1,5 kg 160 - 180 90 - 120 1
Kotelet, rib-
betje
Circula-
tiegrill
1 – 1,5 kg 170 - 180 60 - 90 1
Gehaktbrood Circula-
tiegrill
750 gr -1 kg 160 - 170 50 - 60 1
Varkens-
schenkel
(voorge-
kookt)
Circula-
tiegrill
750 gr -1 kg 150 - 170 90 - 120 1
16
Kalfsvlees
Gerecht Functie Gewicht
Temperatuur
(°C)
Tijd (min)
Roosterhoog-
te
Geroosterd
kalfsvlees
Circulatie-
grill
1 kg 160 - 180 120 - 150 1
Kalfsschen-
kel
Circulatie-
grill
1,5 – 2 kg 160 - 180 120 - 150 1
Lamsvlees
Gerecht Functie Gewicht
Temperatuur
(°C)
Tijd (min)
Roosterhoog-
te
Lamsbout, ge-
roosterd lams-
vlees
Circula-
tiegrill
1 – 1,5 kg 150 - 180 100 - 120 1
Lamsrug Circula-
tiegrill
1 – 1,5 kg 160 - 180 40 - 60 1
Wild
Gerecht Functie Gewicht
Temperatuur
(°C)
Tijd (min)
Roosterhoog-
te
Hazenrug, ha-
zenbout
1)
Boven-/
Onder-
warmte
tot 1 kg 230 30 - 40 1
Reerug, her-
tenrug
Boven-/
Onder-
warmte
1,5 – 2 kg 210 - 220 35 - 40 1
Reebout, her-
tenbout
Boven-/
Onder-
warmte
1,5 – 2 kg 180 - 200 60 - 90 1
1) Oven voorverwarmen.
Gevogelte
Gerecht Functie Gewicht
Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min)
Roosterhoog-
te
Kip, piepkui-
ken
Circula-
tiegrill
200 – 250 g
p.p.
200 -
220
30 - 50 1
Halve kip Circula-
tiegrill
400 – 500 g
p.p.
190 -
210
35 - 50 1
17
Gerecht Functie Gewicht
Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min)
Roosterhoog-
te
Stukken ge-
vogelte
Circula-
tiegrill
1 – 1,5 kg 190 -
210
50 - 70 1
Eend Circula-
tiegrill
1,5 – 2 kg 180 -
200
80 - 100 1
Vis (gestoomd)
Gerecht Functie Gewicht
Temperatuur
(°C)
Tijd (min)
Roosterhoog-
te
Hele vis Boven-/
Onder-
warmte
1 – 1,5 kg 210 - 220 45 - 60 1
GRILL
Leg het de pan voor het opvangen van vet op de
eerste rekstand plaatsen.
Verwarm de lege oven 5 minuten voor.
Grill
Gerecht Temperatuur (°C)
Grilltijd (min.)
Roosterhoogte
1e kant 2e kant
Biefstuk, medi-
um
210 - 230 30 - 40 30 - 40 1
Runderfilet, me-
dium
230 20 - 30 20 - 30 1
Varkensrug 210 - 230 30 - 40 30 - 40 1
Kalfsrug 210 - 230 30 - 40 30 - 40 1
Lamsrug 210 - 230 25 - 35 20 - 35 1
Hele vis, 0,5 - 1
kg
210 - 230 15 - 30 15 - 30 1
Grill Intens
Verwarm de lege oven 3 minuten voor.
Grill met de maximale temperatuurinstelling.
18
Gerecht
Grilltijd (min.)
Roosterhoogte
1e kant 2e kant
Varkensfilet 10 - 12 6 - 10 3
Worstjes 10 - 12 6 - 8 3
Runderfilet, kalfsbief-
stukken
7 - 10 6 - 8 3
Brood met iets erop 6 - 8 - 3
BEVROREN GERECHTEN
Haal het voedsel uit de verpakking. Doe het
voedsel op een bord.
Gebruik voor het afdekken geen borden of
schotels. Hierdoor kan de ontdooitijd worden
verlengd.
Gebruik de functie Multi hetelucht.
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Pizza, bevroren 200 - 220 15 - 25 2
American pizza, bevro-
ren
190 - 210 20 - 25 2
Pizza, gekoeld 210 - 230 13 - 25 2
Pizza snacks, bevroren 180 - 200 15 - 30 2
Patat, dun 200 - 220 20 - 30 2
Patat, dik 200 - 220 25 - 35 2
Aardappelpartjes/-kro-
ketjes
220 - 230 20 - 35 2
Rösties 210 - 230 20 - 30 2
Lasagne / Cannelloni,
vers
170 - 190 35 - 45 2
Pastaschotel, bevroren 160 - 180 40 - 60 2
Oven gegratineerde
kaas
170 - 190 20 - 30 2
Kippenvleugels 190 - 210 20 - 30 2
19
Bevroren kant-en-klaarmaaltijden
Gerecht Functie
Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoogte
Pizza, bevroren Boven-/onder-
warmte
volgens
aanwijzin-
gen van de
fabrikant
volgens aanwijzin-
gen van de fabri-
kant
2
Patates frites
1)
(300 - 600 g)
Boven-/onder-
warmte of Circula-
tiegrill
200 - 220 volgens aanwijzin-
gen van de fabri-
kant
2
Baguettes Boven-/onder-
warmte
volgens
aanwijzin-
gen van de
fabrikant
volgens aanwijzin-
gen van de fabri-
kant
2
Vruchtencake Boven-/onder-
warmte
volgens
aanwijzin-
gen van de
fabrikant
volgens aanwijzin-
gen van de fabri-
kant
2
1) Patates frites tussendoor 2 tot 3 keer keren.
ONTDOOIEN
Haal het gerecht uit de verpakking en plaats het
op een bord.
Gebruik het eerste roosterniveau vanaf de
bodem.
Bedek het bord niet met een kom of ander bord,
aangezien het ontdooien hierdoor langer kan
duren.
Plaats voor grote porties voedsel een
omgedraaid bord op de bodem van de
ovenruimte. Leg het voedsel op een diep bord
of schaal en zet deze bovenop het bord in de
oven. Verwijder indien nodig de
bakplaatsteunen.
Gerecht Gewicht (kg)
Ontdooitijd
(min.)
Nadooitijd
(min)
Opmerkingen
Kip 1 100 - 140 20 - 30 Kip op een omgedraaid schoteltje in
een groot bord leggen. Halverwege
de bereidingstijd omdraaien.
Vlees 1 100 - 140 20 - 30 Halverwege de bereidingstijd om-
draaien.
Forel 0.15 25 - 35 10 - 15 -
Aardbei-
en
0.3 30 - 40 10 - 20 -
Boter 0.25 30 - 40 10 - 15 -
Room 2 x 0,2 80 - 100 10 - 15 Klop de nog licht bevroren slagroom.
Gebak 1.4 60 60 -
20
INMAKEN - ONDERWARMTE
Gebruik alleen weckpotten van dezelfde
afmetingen.
Gebruik geen weckpotten met een draai- of
bajonetsluiting en metalen bakken.
Gebruik het eerste rooster van de bodem van
deze functie.
Zet niet meer dan zes weckflessen van 1 liter op
het bakrooster.
Vul de glazen potten gelijkmatig en sluit ze af
met een klem.
De weckpotten mogen elkaar niet raken.
Vul ca. 1/2 liter water op de bakplaat, zodat er
voldoende vocht in de oven ontstaat.
Als de vloeistof in de weckpotten begint te
borrelen (na ca. 35 - 60 minuten bij weckpotten
van 1 liter), stop de oven of verlaag de
temperatuur tot 100 °C (raadpleeg de tabel).
Zachte vruchten
Gerecht Temperatuur (°C)
Inmaken/wecken tot
het parelen begint
(min)
Door blijven koken op
100 °C (min.)
Aardbeien / bosbes-
sen / frambozen / rijpe
kruisbessen
160 - 170 35 - 45 -
Steenvruchten
Gerecht Temperatuur (°C)
Inmaken/wecken tot
het parelen begint
(min)
Door blijven koken op
100 °C (min.)
Peren / kweeperen /
pruimen
160 - 170 35 - 45 10 - 15
Groenten
Gerecht Temperatuur (°C)
Inmaken/wecken tot
het parelen begint
(min)
Door blijven koken op
100 °C (min.)
Wortelen
1) 160 - 170 50 - 60 5 - 10
Komkommers 160 - 170 50 - 60 -
Gemengde augurken 160 - 170 50 - 60 5 - 10
Koolrabi / erwten / as-
perges
160 - 170 50 - 60 15 - 20
1) Na uitschakeling in de oven laten staan.
21
DROGEN - MULTI HETELUCHT
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (u) Roosterhoogte
Bonen 60 - 70 6 - 8 2
Paprika's 60 - 70 5 - 6 2
Soepgroenten 60 - 70 5 - 6 2
Paddenstoelen 50 - 60 6 - 8 2
Kruiden 40 - 50 2 - 3 2
Pruimen 60 - 70 8 - 10 2
Abrikozen 60 - 70 8 - 10 2
Schijfjes appel 60 - 70 6 - 8 2
Peren 60 - 70 6 - 9 2
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
OPMERKINGEN OVER SCHOONMAKEN
Maak de voorkant van de oven schoon met een
zachte doek, warm water en een mild
reinigingsmiddel.
Gebruik voor metalen oppervlakken een
specifiek reinigingsmiddel.
Reinig de binnenkant van de oven na elk
gebruik. Vetophoping of andere voedingsresten
kunnen brand veroorzaken. Het gevaar is groter
voor de grillpan.
Verwijder hardnekkig vuil met een speciale
ovenreiniger.
Reinig alle accessoires na elk gebruik en laat ze
drogen. Gebruik een zachte doek met een warm
sopje en een reinigingsmiddel.
Toebehoren met antiaanbaklaag mogen niet
worden schoongemaakt met een agressief
reinigingsmiddel, voorwerpen met scherpe
randen of een afwasautomaat. Dit kan de
antiaanbaklaag beschadigen.
VERWIJDERBARE INSCHUIFRAILS
Als u de binnenkant van de oven wilt reinigen,
verwijdert u de inschuifrails.
LET OP! Wees voorzichtig bij het
verwijderen van de inschuifrails.
1. Trek de inschuifrail bij de voorkant uit de
zijwand.
2. Trek de geleider bij de achterkant uit de
zijwand en verwijder deze.
2
1
Installeer de verwijderde accessoires in de
omgekeerde volgorde.
DE DEUR VERWIJDEREN EN INSTALLEREN
U kunt de ovendeur en het interne glazen paneel
verwijderen om het schoon te maken. Het aantal
glasplaten verschilt per model.
22
WAARSCHUWING! Wees
voorzichtig als u de deur van het
apparaat verwijdert. De deur is zwaar.
1. Open de deur helemaal.
2. Duw de klemhendels (A) volledig op de twee
scharnieren.
A
A
3. Sluit de ovendeur in de eerste openingsstand
(in een hoek van ongeveer 70°).
4. Pak de deur aan de zijkanten met beide handen
vast en trek deze onder een opwaartse hoek
weg van het apparaat.
5. Plaats de ovendeur met de buitenkant omlaag
op een zachte en egale ondergrond. Dit
voorkomt krassen.
6. Deurafdekking (B) aan de bovenkant van de
deur aan beide kanten vastpakken en naar
binnen drukken om de klemsluiting te
ontgrendelen.
1
2
B
7. Trek de deur naar voren om hem te verwijderen.
8. Houd de glasplaten aan de bovenkant vast en
trek deze een voor een omhoog uit de
geleiding.
9. Reinig de glasplaat met een sopje. Droog de
glasplaat voorzichtig af.
Voer de bovenstaande stappen in omgekeerde
volgorde uit als de reiniging voltooid is. Plaats de
kleinste glasplaat eerst, daarna de grotere
glasplaten en de deur.
WAARSCHUWING! Zorg ervoor dat
de glasplaten op de juiste manier
worden geplaatst, anders kan het
oppervlak van de deur oververhit
raken.
HET LAMPJE VERVANGEN
WAARSCHUWING! Gevaar voor
elektrische schokken.
Het lampje kan heet zijn.
1. Oven uitschakelen.
Wacht totdat de oven afgekoeld is.
2. Trek de oven uit het stopcontact.
3. Leg een doek op de bodem van de ovenruimte.
Het bovenste lampje
1. Draai het afdekglas van de lamp en verwijder
het.
2. Reinig het afdekglas.
3. Vervang de lamp door een geschikte 300°C
hittebestendige lamp.
4. Plaats het afdekglas terug.
23
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
PROBLEMEN OPLOSSEN
Probleem Mogelijke oorzaak oplossing
U kunt de oven niet inschake-
len of bedienen.
De oven is niet aangesloten op
een stopcontact of is niet goed
geïnstalleerd.
Controleer of de oven goed is
aangesloten op het stopcon-
tact (zie het aansluitdiagram in-
dien beschikbaar).
De oven wordt niet warm. De oven is uitgeschakeld. Schakel de oven in.
De oven wordt niet warm. De klok is niet ingesteld. Stel de klok in.
De oven wordt niet warm. De benodigde kookstanden
zijn niet ingesteld.
Zorg ervoor dat de instellingen
correct zijn.
De oven wordt niet warm. De automatische uitschakeling
is actief.
Raadpleeg 'Automatisch uit-
schakelen'.
De oven wordt niet warm. Het kinderslot is geactiveerd. Raadpleeg 'Gebruik van het
Kinderslot'.
De oven wordt niet warm. De zekering is doorgeslagen. Controleer of de zekering de
oorzaak van de storing is. Als
de zekeringen keer op keer
doorslaan, neemt u contact op
met een erkende installateur.
Het lampje brandt niet. Het lampje is stuk. Vervang het lampje.
De bereiding van de gerechten
duurt te lang of de gerechten
worden te snel gaar.
De temperatuur is te laag of te
hoog.
Pas indien nodig de tempera-
tuur aan. Volg het advies in de
handleiding op.
Stoom en condens slaan neer
op de gerechten en in de
ovenruimte.
Het gerecht heeft te lang in de
oven gestaan.
Laat gerechten na het berei-
den niet langer dan 15 - 20
minuten in de oven staan.
Het display toont een foutcode
die niet in deze tabel staat.
Er is een elektrische fout. Schakel de oven uit via de
huiszekering of de veilig-
heidsschakelaar in de zeke-
ringkast en schakel deze
weer in.
Neem contact op met de
klantenservice wanneer de
foutcode opnieuw wordt
weergegeven.
ONDERHOUDGEGEVENS
Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem
dan contact op met uw verkoper of de
serviceafdeling.
De contactgegevens van het servicecentrum staan
op het typeplaatje. Het typeplaatje bevindt zich voor
aan de binnenkant van het apparaat. Verwijder het
typeplaatje niet uit de ovenruimte.
24
Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.) .........................................
Productnummer (PNC) .........................................
Serienummer (S.N.) .........................................
ENERGIEZUINIGHEID
PRODUCTKAART EN INFORMATIE VOLGENS EU 65-66/2014
Naam leverancier Zanussi
Modelidentificatie ZOK37901XU
Energie-efficiëntie Index 105.5
Energie-efficiëntieklasse A
Energieverbruik bij een standaardbelasting, stand boven +
onderwarmte
0.85 kWh/cyclus
Energieverbruik bij een standaardbelasting, stand hetelucht 0.77 kWh/cyclus
Aantal ruimten 1
Warmtebron Elektriciteit
Volume 43 l
Soort oven Inbouwoven
Massa 28.6 kg
EN 60350-1 - Elektrische huishoudelijke
kookapparaten - deel 1: Reeksen, ovens,
stoomovens en grills - Methoden voor
prestatiemeting.
ENERGIEBESPARING
Deze oven bevat functies die u helpen
energie te besparen tijdens het
dagelijks koken.
Algemene tips
Zorg ervoor dat de ovendeur goed gesloten is als u
het apparaat in werking stelt. De deur niet openen
tijdens de bereiding met stoom. Houd het
deurrubber schoon en zorg ervoor dat het goed op
zijn plaats vastzit.
Gebruik metalen schalen om meer energie te
besparen.
Indien mogelijk de oven niet voorverwarmen voordat
u er voedsel in plaatst.
Verlaag bij een bereidingsduur langer dan 30
minuten de oventemperatuur met minimaal 3 - 10
minuten, afhankelijk van de bereidingsduur voordat
de kooktijd verstrijkt. De restwarmte in de oven
zorgt ervoor dat het gerecht wordt voltooid.
U kunt de restwarmte gebruiken om andere
maaltijden op te warmen.
Houd de onderbrekingen tussen het bakken zo kort
mogelijk als u een aantal gerechten tegelijkertijd
bereidt.
Bereiding met hete lucht
Gebruik indien mogelijk de bereidingsfuncties met
hete lucht om energie te besparen.
Restwarmte
Bij sommige ovenfuncties worden, als een
programma met tijdselectie (Duur of Eindtijd) in
werking is en de bereidingstijd langer is dan 30
minuten, de verwarmingselementen automatisch
eerder uitgeschakeld.
De lamp en ventilator blijven wel werken.
Eten warm houden
Kies de laagst mogelijke temperatuurinstelling om
de restwarmte te gebruiken en een maaltijd warm te
25
houden. Het indicatielampje van de restwarmte of
temperatuur verschijnt op het display.
Koken met de verlichting uitgeschakeld
Schakel de verlichting tijdens het koken uit. Doe het
aan als u het nodig heeft.
MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool . Gooi
de verpakking in een geschikte verzamelcontainer
om het te recyclen. Help om het milieu en de
volksgezondheid te beschermen en recycle het
afval van elektrische en elektronische apparaten.
Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het
product naar het milieustation bij u in de buurt of
neem contact op met de gemeente.
26
*
27
WWW.ZANUSSI.COM/SHOP
867343831-A-442017
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28

Zanussi ZOK37901XU Handleiding

Type
Handleiding

Gerelateerde papieren