AEG 49076IW-MN Handleiding

Type
Handleiding
USER
MANUAL
NL Gebruiksaanwijzing
Fornuis
49076IW-MN
INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE.........................................................................................3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN.................................................................................6
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT........................................................................9
4. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT....................10
5. KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK......................................................................10
6. KOOKPLAAT - AANWIJZINGEN EN TIPS...............................................................15
7. KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING.......................................................17
8. OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK .................................................................................18
9. OVEN - KLOKFUNCTIES...........................................................................................23
10. OVEN - AANWIJZINGEN EN TIPS........................................................................ 24
11. OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING................................................................ 35
12. PROBLEEMOPLOSSING.........................................................................................37
13. MONTAGE ..............................................................................................................40
14. ENERGIEZUINIGHEID.............................................................................................42
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen
om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het
leven gemakkelijker helpen maken met functies die gewone apparaten wellicht
niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er
optimaal van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en
onderhoudsinformatie:
www.aeg.com/webselfservice
Registreer uw product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens
bij de hand hebt: model, productnummer, serienummer.
Deze informatie wordt vermeld op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
www.aeg.com
2
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt
door een verkeerde installatie of verkeerd gebruik.
Bewaar de instructies altijd op een veilige en
toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
WAARSCHUWING!
Gevaar voor verstikking, letsel of permanente
invaliditeit.
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens
of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en
gooi het op passende wijze weg.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het
apparaat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat
is heet.
Als het apparaat is voorzien van een kinderbeveiliging,
dan dient dit geactiveerd te worden.
Reiniging en onderhoud van het apparaat mag niet
worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht.
1.2
Algemene veiligheid
Alleen een erkende installatietechnicus mag het
apparaat installeren en de kabel vervangen.
Dit apparaat moet worden aangesloten op het
stroomnet met een kabel van het type H05VV-F om de
temperatuur van het achterpaneel te kunnen
weerstaan.
NEDERLANDS
3
Het apparaat kan worden gebruikt tot een maximum
van 2000 m boven zeeniveau.
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik op schepen,
boten of vaartuigen.
Installeer het apparaat ter voorkoming van
oververhitting niet achter een decoratieve deur.
Installeer het apparaat niet op een platform.
Bedien het apparaat niet met een externe timer of
een apart afstandbedieningssysteem.
WAARSCHUWING: Zonder toezicht koken op een
kookplaat met vet of olie kan gevaarlijk zijn en
brandgevaar opleveren.
Probeer brand NOOIT met water te blussen, maar
schakel in plaats daarvan het apparaat uit en bedek
de vlam bijv. met een deksel of blusdeken.
LET OP: Er dient toezicht te worden gehouden op het
bereidingsproces. Een kort bereidingsproces moet
onder constant toezicht staan.
WAARSCHUWING: Brandgevaar: Bewaar geen
voorwerpen op de kookplaten.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon
te maken.
Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of
scherpe metalen schrapers om de glazen deur of de
glazen afdekplaat van de kookplaat schoon te maken.
Deze kunnen krassen veroorzaken op het oppervlak,
waardoor het glas zou kunnen breken.
Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en
deksels mogen niet op de kookplaat worden
geplaatst, aangezien ze heet kunnen worden.
Als de glaskeramische / glazen oppervlakte gebarsten
is, schakel het apparaat dan uit om het risico op
elektrische schokken te voorkomen.
Schakel het kookplaatelement uit na elk gebruik met
de bedieningstoetsen. Vertrouw niet op de
pandetector.
WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U
www.aeg.com
4
dient op te passen dat u de verwarmingselementen
niet aanraakt. Houd kinderen jonger dan 8 jaar uit de
buurt of onder permanent toezicht.
Gebruik altijd ovenhandschoenen om accessoires of
kookgerei te plaatsen of verwijderen.
Zet de stroomtoevoer uit alvorens onderhoud te
plegen.
Zorg ervoor dat het apparaat is uitgeschakeld voordat
u de lamp vervangt om elektrische schokken te
voorkomen.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant,
een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd
persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties
te voorkomen.
Gebruik uitsluitend de vleesthermometer
(kerntemperatuursensor) die aanbevolen is voor dit
apparaat.
Wees voorzichtig als u de opslaglade aanraakt. Deze
kan heet worden.
Om de inschuifrails te verwijderen trekt u eerst de
voorkant van de inschuifrail en dan de achterkant uit
de zijwanden. Installeer de inschuifrails in de
omgekeerde volgorde.
De middelen voor het uitschakelen moeten
opgenomen worden in de vaste bedrading
overeenkomstig de regels voor de bedrading.
WAARSCHUWING: Gebruik alleen
kookplaatbeschermers die door de fabrikant van het
kookapparaat zijn ontworpen of door de fabrikant van
het apparaat in de gebruiksinstructies als geschikt zijn
aangegeven of kookplaatbeschermers die in het
apparaat zijn geïntegreerd. Het gebruik van
ongeschikte kookplaatbeschermers kan ongelukken
veroorzaken.
NEDERLANDS
5
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Installatie
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende
installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen
beschadigd apparaat.
Volg de installatie-instructies op die
zijn meegeleverd met het apparaat.
Wees altijd voorzichtig bij het
verplaatsen van het apparaat omdat
het zwaar is. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten
schoeisel.
Trek het apparaat nooit aan de
handgreep van zijn plaats.
De afmetingen van de keukenkast en
de uitsparing moeten kloppen.
Houd de minimumafstand naar
andere apparaten en units in acht.
Zorg ervoor dat het apparaat onder
en naast veilige installaties wordt
geïnstalleerd.
Delen van het apparaat staan onder
stroom. Sluit het apparaat met
meubel om te voorkomen dat de
gevaarlijke delen worden aangeraakt.
De zijkanten van het apparaat moeten
naast apparaten of units staan van
dezelfde hoogte.
Installeer het apparaat niet naast een
deur of onder een raam. Dit voorkomt
dat heet kookgerei van het apparaat
valt als de deur of het raam wordt
geopend.
Installeer een stabilisator om te
voorkomen dat het apparaat kantelt.
Raadpleeg de installatiegids.
2.2 Aansluiting aan het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd
elektromonteur worden gemaakt.
Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact.
Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de
netstroom.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Laat de stroomkabel niet in aanraking
komen met de deur van het apparaat,
met name niet als deze heet is.
De schokbescherming van delen
onder stroom en geïsoleerde delen
moet op zo'n manier worden
bevestigd dat het niet zonder
gereedschap kan worden verplaatst.
Steek de stekker pas in het
stopcontact als de installatie is
voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
Sluit de stroomstekker niet aan op
een losse stroomaansluiting.
Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
Gebruik alleen de juiste isolatie-
apparaten: stroomonderbrekers,
zekeringen (schroefzekeringen
moeten uit de houder worden
verwijderd), aardlekschakelaars en
contactgevers.
De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor
het apparaat volledig van het lichtnet
afgesloten kan worden. Het
isolatieapparaat moet een
contactopening hebben met een
minimale breedte van 3 mm.
Sluit de deur van het apparaat
volledig voordat u de stekker in het
stopcontact steekt.
2.3 Gebruik
WAARSCHUWING!
Risico op letsel en
brandwonden.
Gevaar voor elektrische
schokken!
www.aeg.com6
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
voor huishoudelijk gebruik.
De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
Zorg ervoor dat de
ventilatieopeningen niet geblokkeerd
zijn.
Laat het apparaat tijdens het gebruik
niet onbeheerd achter.
Schakel het apparaat telkens na
gebruik uit.
Wees voorzichtig met het openen van
de deur van het apparaat als het
apparaat aan staat. Er kan hete lucht
ontsnappen.
Bedien het apparaat niet met natte
handen of als het contact maakt met
water.
Het apparaat mag niet worden
gebruikt als werkblad of aanrecht.
Gebruikers met een pacemaker
moeten een afstand van minimaal 30
cm bewaren van de
inductiekookzones als het apparaat in
werking is.
WAARSCHUWING!
Risico op brand en explosie
Verhitte vetten en olie kunnen
ontvlambare damp afgeven. Houd
vlammen of verwarmde voorwerpen
uit de buurt van vet en olie als u er
mee kookt.
De dampen die hete olie afgeeft
kunnen spontane ontbranding
veroorzaken.
Gebruikte olie die voedselresten
bevat kan brand veroorzaken bij een
lagere temperatuur dan olie die voor
de eerste keer wordt gebruikt.
Plaats geen ontvlambare producten
of gerechten die vochtig zijn gemaakt
met ontvlambare producten in, bij of
op het apparaat.
Houd vonken of open vlammen uit de
buurt van het apparaat bij het openen
van de deur.
Open de deur van het apparaat
voorzichtig. Als u alcoholische
toevoegingen gebruikt, kan er
alcohol-luchtmengsel ontstaan.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het
apparaat.
Om schade of verkleuring van het
email te voorkomen:
zet geen kookgerei of andere
voorwerpen direct op de bodem
van het apparaat.
plaats geen water direct in het
hete apparaat.
haal vochthoudende schotels en
eten uit het apparaat als u klaar
bent met koken.
wees voorzichtig bij het
verwijderen of bevestigen van
accessoires.
Verkleuring van het email of roestvrij
staal is niet van invloed op de werking
van het apparaat.
Gebruik een diepe pan voor vochtige
taarten. Fruitsappen kunnen
permanente vlekken maken.
Zet geen heet kookgerei op het
bedieningspaneel.
Laat kookgerei niet droogkoken.
Laat geen voorwerpen of kookgerei
op het apparaat vallen. Het oppervlak
kan beschadigen.
Activeer de kookzones niet met lege
pannen of zonder pannen erop.
Leg geen aluminiumfolie op het
apparaat of direct op de bodem van
het apparaat.
Pannen van gietijzer, aluminium of
met beschadigde bodems kunnen
krassen veroorzaken. Til deze
voorwerpen altijd op als u ze moet
verplaatsen op de kookplaat.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
om mee te koken. Het mag niet
worden gebruikt voor andere
doeleinden, zoals het verwarmen van
een kamer.
2.4 Reiniging en onderhoud
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, brand en
schade aan het apparaat.
Schakel het apparaat voor onderhoud
uit.
Trek de stekker uit het stopcontact.
Zorg ervoor dat het apparaat is
afgekoeld. Er bestaat een risico dat
de glasplaten kunnen breken.
Vervang direct de glazen deurpanelen
als deze beschadigd zijn. Neem
NEDERLANDS
7
contact op met de erkende
servicedienst.
Wees voorzichtig als u de deur van
het apparaat verwijdert. De deur is
zwaar!
Achterblijvend vet of voedsel in het
apparaat kan brand veroorzaken.
Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
Zorg ervoor dat de ovenruimte en de
deur na elk gebruik worden
afgeveegd. Stoom geproduceerd
tijdens de werking van het apparaat
condenseert op de wanden en kan
roest veroorzaken. Om de condens te
verminderen, dient u het apparaat 10
minuten te laten voorverwarmen.
Reinig het apparaat met een vochtige
zachte doek. Gebruik alleen neutrale
reinigingsmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen
voorwerpen.
Raadpleeg als u een ovenspray
gebruikt eerst de aanwijzingen op de
verpakking.
Reinig niet het katalytisch email
(indien van toepassing) met een
schoonmaakmiddel.
2.5 Binnenverlichting
De gloeilampen of halogeenlampen
in dit apparaat zijn uitsluitend
bedoeld voor gebruik in
huishoudelijke apparaten. Gebruik
deze niet voor andere doeleinden.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische
schokken!
Voordat u het lampje vervangt, dient
u de stekker van het apparaat uit het
stopcontact te halen.
Gebruik alleen lampjes met dezelfde
specificaties.
2.6 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of
verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snijd het netsnoer vlak bij het
apparaat af en gooi het weg.
Verwijder de deurvergrendeling om
te voorkomen dat kinderen of
huisdieren binnen in het apparaat vast
komen te zitten.
2.7 Servicedienst
Neem contact op met een erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat.
Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen.
www.aeg.com
8
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
3.1 Algemeen overzicht
5
3
4
6
2
1
7
5
4
3
2
1
1
Bedieningspaneel en kookplaat
2
Opening voor
kerntemperatuursensor
3
Verwarmingselement
4
Lampje
5
Verwijderbare inschuifrail
6
Ventilator
7
Roosterhoogtes
3.2 Indeling kookplaat
4
6
1 3
5
2
1
Inductiekookzone 2300 W met
powerfunctie 3200 W
2
Stoomuitlaat - aantal en positie
afhankelijk van het model
3
Inductiekookzone 2300 W met
powerfunctie 3200 W
4
Inductiekookzone 2300 W met
powerfunctie 3200 W
5
Bedieningspaneel
6
Inductiekookzone 2300 W met
powerfunctie 3200 W
3.3 Accessoires
Bakrooster
Voor kookgerei, bak- en
braadvormen.
Bakplaat
Voor gebak en koekjes.
Grill-/braadpan
Voor braden en roosteren of als
schaal om vet op te vangen.
Vleesthermometer
Voor het vaststellen van het gaarpunt
van het gerecht
Teleskopauszüge
Voor roosters en bakplaten.
Bewaarlade
Onder de ovenruimte bevindt zich
een bewaarlade.
Druk op de lade om de lade te
openen. De lade komt dan naar
buiten.
NEDERLANDS 9
4. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE
KEER GEBRUIKT
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
4.1 Eerste reiniging
Verwijder all accessoires en
verwijderbare inschuifrails uit het
apparaat.
De deur is voorzien van een
traag sluitsysteem. Probeer
in dat geval de deur niet te
forceren.
Zie het hoofdstuk
'Onderhoud en reiniging'.
Reinig het apparaat en de accessoires
voor het eerste gebruik.
Zet de accessoires en verwijderbare
inschuifrails terug in de beginstand.
4.2 De tiptoetsen gebruiken
Raak om een functie te activeren het
geselecteerde symbool op het display
minimaal 1 seconde aan.
4.3 Tijd instellen
U moet de tijd instellen voordat u de
oven bedient.
Als het apparaat wordt aangesloten op
de stroomtoevoer of na een
stroomonderbreking, gaat het symbool
voor de tijd knipperen.
Druk op de of om de correcte tijd
in te stellen.
Na ongeveer 5 seconden stopt het
knipperen en geeft de klok de ingestelde
tijd van de dag weer.
U kunt alleen de tijd instellen als:
De kinderbeveiliging niet is
ingeschakeld.
Geen van de klokfuncties Duur of
Einde
is ingesteld.
Er geen ovenfunctie is ingesteld.
4.4 Voorverwarmen
Verwarm het apparaat voor om het
resterende vet weg te branden.
1. Stel de functie
en de
maximumtemperatuur in.
2. Laat het apparaat een uur werken.
3. Stel de functie en stel de
maximumtemperatuur in.
4. Laat het apparaat 15 minuten
werken.
5. Stel de functie en stel de
maximumtemperatuur in.
6. Laat het apparaat 15 minuten
werken.
Accessoires kunnen heter worden dan
normaal. Het apparaat kan een vreemde
geur en rook afgeven. Dit is normaal.
Zorg dat er voldoende luchtcirculatie in
de ruimte is.
5.
KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
www.aeg.com10
5.1 Kookplaat bedieningspaneel
1 2 43
6
75
9 811
10
Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen. De displays, indicatielampjes en
geluiden tonen welke functies worden gebruikt.
Tip-
toets
Functie Opmerking
1
AAN/UIT De kookplaat in- en uitschakelen.
2
Toetsblokkering / Het kin-
derslot
Het bedieningspaneel vergrendelen/
ontgrendelen.
3
STOP+GO De functie in- en uitschakelen.
4
Bridge De functie in- en uitschakelen.
5
- Kookstanddisplay De kookstand weergeven.
6
- Timerindicatie voor de
kookzones
Geeft aan voor welke zone u de tijd instelt.
7
- Timerdisplay De tijd in minuten weergeven.
8
- Om de kookzone te selecteren.
9
/
- De tijd verlengen of verkorten.
10
Powerfunctie De functie in- en uitschakelen.
11
- Bedieningsstrip Het instellen van de kookstand.
5.2 Kookstanddisplays
Display Beschrijving
De kookzone is uitgeschakeld.
-
De kookzone wordt gebruikt.
STOP+GO-functie is in werking.
NEDERLANDS 11
Display Beschrijving
Automatisch opwarmen-functie is in werking.
Powerfunctie is in werking.
+ cijfer
Er is een storing.
/ /
OptiHeat Control (3-staps restwarmte-indicatie): doorgaan met ko-
ken / warmhoudstand / restwarmte.
Toetsblokkering / Het kinderslot functie is in werking.
Het kookgerei is niet geschikt of te klein, of er is geen kookgerei op
de kookzone geplaatst.
Automatisch uitschakelen-functie is in werking.
5.3 OptiHeat Control (3-staps
restwarmte-indicatie)
WAARSCHUWING!
/ / Er bestaat
verbrandingsgevaar door
restwarmte. Het
controlelampje geeft het
niveau van de restwarmte
aan.
De inductiekookzones creëren de voor
het kookproces benodigde warmte
direct in de bodem van de pan. Het
glaskeramiek wordt verwarmd door de
warmte van de pannen.
5.4 In- of uitschakelen
Raak 1 seconde aan om de kookplaat
in– of uit te schakelen.
5.5 Automatisch uitschakelen
De functie schakelt de kookplaat
automatisch uit als:
alle kookzones zijn uitgeschakeld.
u de kookstand niet instelt nadat u de
kookplaat hebt ingeschakeld.
u iets hebt gemorst of iets langer dan
10 seconden op het
bedieningspaneel hebt gelegd (een
pan, doek, etc.). Er klinkt een
geluidssignaal en de kookplaat wordt
uitgeschakeld. Verwijder het
voorwerp of reinig het
bedieningspaneel.
De kookplaat te heet wordt (b.v. als
een pan droogkookt). De kookzone
moet afgekoeld zijn voordat u de
kookplaat weer kunt gebruiken.
u ongeschikte pannen gebruikt. Het
symbool gaat branden en na 2
minuten schakelt de kookzone
automatisch uit.
u een kookzone niet uitschakelt of de
kookstand verandert. Na enige tijd
gaat branden en wordt de
kookplaat uitgeschakeld.
De verhouding tussen kookstand en
de tijd waarna de kookplaat
uitschakelt:
Kookstand De kookplaat
wordt uitgescha-
keld na
, 1 - 3
6 uur
4 - 7 5 uur
8 - 9 4 uur
10 - 14 1,5 uur
5.6 De kookstand
Voor het instellen of wijzigen van de
kookstand:
www.aeg.com
12
Raak de bedieningsstrip aan bij de juiste
kookstand of beweeg uw vinger langs de
bedieningsstrip totdat u de jusite
kookstand heeft bereikt.
5.7 Het gebruik van de
kookzones
Plaats de pannen op het kruis / vierkant
dat op het oppervlak staat waarop u
kookt. Dek het kruis / vierkant volledig af.
Inductiekookzones passen zich tot op
zekere hoogte automatisch aan de
afmeting van het kookgerei aan. U kunt
met groot kookgerei op twee kookzones
tegelijkertijd koken.
5.8 Bridge-functie
De functie werkt als de pan
de middelpunten van beide
zones bedekt.
Deze functie verbindt twee kookzones en
deze werken dan samen als één
kookzone.
Stel eerst de kookstand in voor één van
de kookzones.
De functie inschakelen: raak aan.
Raak één van de bedieningssensors aan
om de kookstand in te stellen of te
wijzigen.
De functie uitschakelen: raak aan.
De kookzones werken onafhankelijk.
Als u maar één kookzone van het tweetal
gebruikt dan raden wij aan om de
achterste kookzone te gebruiken. Ook
als u een grote pan gebruikt dan raden
wij aan om het kookgerei bij de achterste
kookzone te gebruiken.
5.9 Automatisch opwarmen
Activeer deze functie om in een kortere
tijd een gewenste kookstand te krijgen.
Als het aan staat, werkt de zone in het
begin op de hoogste kookstand en gaat
daarna verder met koken op de
gewenste kookstand.
Om de functie in werking te
stellen moet de kookzone
koud zijn.
Om de functie voor een kookzone in
te schakelen: raak aan ( gaat aan).
Raak meteen de gewenste kookstand
aan. Na 3 seconden gaat
branden.
De functie uitschakelen: wijzig de
kookstand.
5.10 Powerfunctie
Deze functie maakt meer vermogen
beschikbaar voor de inductiekookzones.
De functie kan voor een beperkte
tijdsduur voor uitsluitend de
inductiekookzone worden geactiveerd.
Daarna wordt de inductiekookzone
automatisch teruggeschakeld naar de
hoogste kookstand.
Om de functie voor een kookzone in
te schakelen: raak aan. gaat aan.
Om de functie uit te schakelen: wijzig
de kookstand.
5.11 Timer
Timer met aftelfunctie
U kunt deze functie gebruiken om in te
stellen hoe lang de kookzone moet
werken voor een kooksessie.
Stel eerst de warmtestand voor de
kookzone in en dan de functie.
Kookzone instellen:raak meerdere
malen aan tot het lampje van de
gewenste kookzone brandt.
De functie inschakelen: raak van de
timer aan om de tijd in te stellen (00 - 99
minuten). Als het lampje van de
kookzone langzaam gaat knipperen,
wordt de tijd afgeteld.
Resterende tijd weergeven: selecteer
de kookzone met . Het indicatielampje
van de kookzone gaat sneller knipperen.
Op het display wordt de resterende tijd
weergegeven.
NEDERLANDS
13
Om het juiste tijdstip van de dag te
wijzigen: selecteer de kookzone met .
Raak of aan.
De functie uitschakelen: stel de
kookzone in met en raak aan. De
resterende tijd telt af naar 00. Het
indicatielampje van de kookzone gaat
uit.
Als de tijd verstreken is,
klinkt er een geluidssignaal
en knippert 00. De kookzone
wordt uitgeschakeld.
Het geluidssignaal stopzetten: Raak
aan.
CountUp Timer (De timer met
optelfunctie)
Gebruik deze functie om in de gaten te
houden hoe lang de kookzone werkt.
Kookzone instellen:raak meerdere
malen aan tot het lampje van de
gewenste kookzone brandt.
De functie inschakelen: raak van de
timer aan. gaat aan. Als het lampje
van de kookzone langzaam knippert,
wordt de tijd opgeteld. De display
schakelt tussen
en getelde tijd
(minuten).
Om in de gaten te houden hoelang de
kookzone werkt: selecteer de kookzone
met . Het indicatielampje van de
kookzone gaat sneller knipperen. De
display geeft aan hoe lang de zone
werkt.
De functie uitschakelen: stel de
kookzone in met en raak of
aan. Het indicatielampje van de
kookzone gaat uit.
Kookwekker
U kunt deze functie gebruiken als
kookwekker terwijl de kookplaat is
ingeschakeld en de kookzones niet
werken. De warmtestand op het display
toont .
De functie inschakelen: Raak aan.
Raak of van de timer aan om de
tijd in te stellen. Als de tijd verstreken is,
klinkt er een geluidssignaal en knippert
00.
Het geluidssignaal stopzetten: Raak
aan.
De functie heeft geen
invloed op de werking van
de kookzones.
5.12 STOP+GO
Deze functie stelt alle kookzones die in
werking zijn in op de laagste kookstand.
Als de functie in gebruik is, kunt u de
kookstand niet wijzigen.
De functie stopt de timerfunctie niet.
Om de functie in te schakelen: raak
aan. gaat branden.
Om de functie uit te schakelen: raak
aan. De vorige kookstand gaat aan.
5.13 Toetsblokkering
U kunt het bedieningspaneel
vergrendelen terwijl de kookzones in
werking zijn. Hiermee wordt voorkomen
dat de kookstand per ongeluk wordt
veranderd.
Stel eerst de kookstand in.
Om de functie in te schakelen: raak
aan. gaat gedurende 4 seconden
aan.De timer blijft aan.
Om de functie uit te schakelen: raak
aan. De vorige kookstand gaat aan.
Als u de kookplaat uitzet,
stopt u deze functie ook.
5.14 Het kinderslot
Deze functie voorkomt dat de kookplaat
onbedoeld wordt gebruikt.
Om de functie in te schakelen: schakel
de kookplaat in met . Stel geen
kookstand in. Raak 4 seconden aan.
gaat aan. Schakel de kookplaat uit
met .
www.aeg.com
14
Om de functie uit te schakelen: schakel
de kookplaat in met . Stel geen
kookstand in. Raak 4 seconden aan.
gaat aan. Schakel de kookplaat uit
met .
De functie gedurende één kooksessie
onderdrukken: zet de kookplaat aan
met
. gaat aan. Raak 4 seconden
aan. Stel de kookstand in binnen 10
seconden. U kunt de kookplaat
bedienen. Als u de kookplaat uitschakelt
met , treedt de functie weer in
werking.
5.15 Vermogensbeheer-functie
De kookzones zijn gegroepeerd
volgens locatie en aantal fasen van de
kookplaat. Zie afbeelding.
Elke fase heeft een maximale
elektriciteitslading.
De functie verdeelt het vermogen
tussen de kookzones aangesloten op
dezelfde fase.
De functie wordt geactiveerd als de
totale elektriciteitslading van de
kookzones aangesloten op een
enkele fase wordt overschreden.
De functie verlaagt het vermogen
naar de andere kookzones
aangesloten op dezelfde fase.
Het warmte-instellingsdisplay van de
verlaagde zone verandert tussen twee
niveaus.
6. KOOKPLAAT - AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
6.1 Kookgerei
Bij een inductiekookzone
zorgt een sterk
elektromagnetisch veld
ervoor dat het kookgerei erg
snel heet wordt.
Gebruik de
inductiekookzones met
geschikt kookgerei.
Materiaal van het kookgerei
correct: gietijzer, staal, geëmailleerd
staal, roestvrij staal, meerlaagse
bodem (aangemerkt als geschikt voor
inductie door de fabrikant).
niet correct: aluminium, koper,
messing, glas, keramiek, porselein.
Een pan is geschikt voor een
inductiekookplaat als:
een beetje water kookt snel op een
zone die ingesteld is op de hoogste
instelling.
een magneet vast blijft zitten aan de
bodem van het kookgerei.
De bodem van het
kookgerei moet zo dik en
vlak mogelijk zijn.
Afmetingen van de pannen
Inductiekookzones passen zich tot op
zekere hoogte automatisch aan de
grootte van de bodem van de pan aan.
De efficiëntie van de kookzone heeft
betrekking op de diameter van het
kookgerei. Kookgerei met een diameter
die kleiner is dan het minimum, ontvangt
slechts een deel van het vermogen dat
door de kookzone wordt gegenereerd.
NEDERLANDS
15
6.2 Minimale diameter van het
kookgerei
Kookzone Diameter van
het kookgerei
(mm)
Linksachter 125 - 210
Rechtsachter 125 - 210
Rechtsvoor 125 - 210
Linksvoor 125 - 210
6.3 Lawaai tijdens gebruik
Als u dit hoort:
krakend geluid: de pan is gemaakt
van verschillende materialen
(sandwich-constructie).
fluitend geluid: bij gebruik van de
kookzone met een hoge kookstand
en als de pan is gemaakt van
verschillende materialen (sandwich-
constructie).
zoemen: als u hoge kookstanden
gebruikt.
klikken: er treedt elektrische
schakeling op.
sissen, zoemen: de ventilator werkt.
Deze geluiden zijn normaal en hebben
niets met een defect van de kookplaat
te maken.
6.4 Öko Timer (Eco-timer)
Om energie te besparen schakelt het
verwarmingselement van de kookzone
eerder uit dan het signaal van de timer
met aftelfunctie klinkt. Het verschil in
werkingstijd hangt af van het niveau van
de kookstand en de tijd dat u kookt.
6.5 Voorbeelden van
kooktoepassingen
De relatie tussen het stroomverbruik van
de kookstand en de kookzone is niet
lineair. Wanneer u de kookstand
verhoogt, is dit niet proportioneel met
de toename in stroomverbruik van de
kookzone. Het betekent dat de
kookzone met de medium kookstand
minder dan de helft van het vermogen
gebruikt.
De gegevens in de volgende
tabel dienen slechts als
richtlijn.
Kookstand Gebruik om: Tijd
(min)
Tips
- 1
Bereide gerechten warmhou-
den.
zoals
nodig
Een deksel op het kookgerei
doen.
1 - 3 Hollandaisesaus, smelten: bo-
ter, chocolade, gelatine.
5 - 25 Van tijd tot tijd mengen.
1 - 3 Stollen: luchtige omeletten,
gebakken eieren.
10 - 40 Met deksel bereiden.
3 - 5 Zachtjes aan de kook brengen
van rijst en gerechten op melk-
basis, reeds bereide gerechten
opwarmen.
25 - 50 Voeg minstens tweemaal zo-
veel vloeistof toe als rijst,
melkgerechten tijdens het be-
reiden tussendoor roeren.
5 - 7 Stomen van groenten, vis en
vlees.
20 - 45 Een paar eetlepels vocht toe-
voegen.
7 - 9 Aardappelen stomen. 20 - 60 Gebruik max. ¼ l water voor
750 g aardappelen.
www.aeg.com16
Kookstand Gebruik om: Tijd
(min)
Tips
7 - 9 Bereiden van grotere hoeveel-
heden voedsel, stoofschotels
en soepen.
60 - 150 Tot 3 l vloeistof plus ingre-
diënten.
9 - 12 Lichtjes braden: kalfsoester,
cordon bleu van kalfsvlees, ko-
teletten, rissoles, worstjes, le-
ver, roux, eieren, pannenkoe-
ken, donuts.
zoals
nodig
Halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
12 - 13 Door-en-door gebraden, op-
gebakken aardappelen, len-
denbiefstukken, steaks.
5 - 15 Halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
14 Aan de kook brengen van water, pasta koken, aanbraden van vlees (gou-
lash, stoofvlees), frituren van friet.
Aan de kook brengen van grote hoeveelheden water. Powerfunctie is ge-
activeerd.
7. KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
7.1 Algemene informatie
Maak de kookplaat na ieder gebruik
schoon.
Gebruik altijd pannen met een schone
bodem.
Krassen of donkere vlekken op de
oppervlakte hebben geen invloed op
de werking van de kookplaat.
Gebruik een specifiek
schoonmaakmiddel voor het
oppervlak van de kookplaat.
Gebruik een speciale schraper voor
de glazen plaat.
7.2 De kookplaat
schoonmaken
Verwijder direct: gesmolten plastic,
gesmolten folie, suiker en
suikerhoudende gerechten. Anders
kan het vuil de kookplaat
beschadigen. Doe voorzichtig om
brandwonden te voorkomen. Plaats
de speciale schraper schuin op de
glazen plaat en verwijder resten door
het blad over het oppervlak te
schuiven.
Verwijder nadat de kookplaat
voldoende is afgekoeld: kalk- en
waterkringen, vetspatten en
metaalachtig glanzende
verkleuringen. Reinig de kookplaat
met een vochtige doek en een beetje
niet-schurend reinigingsmiddel.
Droog de kookplaat na reiniging af
met een zachte doek.
Verkleuring glanzende metalen
verwijderen: reinig het glazen
oppervlak met een doek en een
oplossing van water met azijn.
NEDERLANDS
17
8. OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
8.1 Ovenbedieningspaneel
21 3 4 5 6
Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen
Tiptoets -functie Opmerking
1
Weergave Toont de huidige instellingen van het apparaat.
2
AAN/UIT Om het apparaat in of uit te schakelen.
3
/
Toets omhoog/
omlaag
Om in het menu te bladeren en een ovenfunctie
in te stellen.
4
Vleesthermometer Het instellen van de vleesthermometer.
5
Selectie Terug /
Klokfunctie
Om één niveau terug te gaan in het menu. De
klokfuncties instellen.
6
/
Hoger / Lager De tijd en temperatuur instellen.
8.2 Lampjes op het display
A B C D E F G H
Naam Omschrijving
A
Functielampje van de
oven
Toont de actieve functie.
www.aeg.com18
Naam Omschrijving
B
Lampje/functielampje
ontdooien
Toont dat functie Lamp/Ontdooien actief is.
C
Opwarmen en rest-
warmte-indicatie
Toont dat opwarmen / restwarmte actief is.
D
Temperatuur-/contro-
lelampje van de klok
Toont de temperatuur en de tijd in minuten.
E
Indicatielampje voor
vleesthermometer
Geeft aan dat de vleesthermometer in de aansluiting is
gestoken.
F
Controlelampje warm
houden
Toont aan dat de Warmhoudfunctie is ingeschakeld.
G
Kookduur /eindtijd/
bedrijfsduur
Toont de tijdsinstelling voor de klokfuncties.
H
Controlelampjes klok-
functies
Toont de actieve klokfunctie.
8.3 Ovenfuncties
Symbool Ovenfunctie Toepassing
Hete lucht Om op twee ovenniveaus te bakken of om voedsel
te drogen.Stel de temperatuur 20 - 40°C lager in
dan voor Boven + Onderwarmte
Boven-/onderver-
hitting
Voor het bakken en braden op een ovenniveau.
Pizza Hetelucht Om gerechten op één niveau te bakken met inten-
sief bruineren en een krokantere korst. Stel de tem-
peratuur 20 - 40°C lager in dan voor boven- en on-
derwarmte.
Lage temperatuur Voor het bereiden van zeer mager en mals gebra-
den voedsel.
Bruineren Voor het braden van grotere stukken vlees of gevo-
gelte met botten op één niveau. Ook om te gratine-
ren en te bruinen.
Dubbele grill Voor het roosteren van plat voedsel in grote hoe-
veelheden en voor het maken van toast.
Licht Hetelucht Om te bakken in bakblikken en te drogen op één
niveau bij lage temperatuur.
Warmhouden Om het voedsel warm te houden.
NEDERLANDS 19
Symbool Ovenfunctie Toepassing
Drogen Voor het drogen van gesneden fruit (zoals appels,
pruimen, perziken) en groenten (zoals tomaten,
courgette of champignons).
Ontdooien Deze functie kan gebruikt worden om bevroren
voedsel te ontdooien zoals groente en fruit. De ont-
dooitijd hangt af van de hoeveelheid en dikte van
het voedsel.
Binnenverlichting Het lampje activeren zonder een bereidingsfunctie.
8.4 In- of uitschakelen
Druk op om de functie in te
schakelen.
8.5 De ovenfunctie instellen
U kunt de ovenfunctie
wijzigen terwijl de oven
werkt.
Druk op of om een ovenfunctie in
te stellen.
In het display verschijnt de aanbevolen
temperatuur.
Als u deze temperatuur niet wijzigt
binnen ongeveer 5 seconden, begint het
apparaat met verwarmen.
8.6 Oventemperatuur wijzigen
Druk op of om de temperatuur te
wijzigen.
Wanneer het apparaat op de ingestelde
temperatuur is, hoort u een
geluidssignaal.
8.7 Een ovenfunctie
uitschakelen
Druk herhaaldelijk op of tot er
geen ovenfunctie op het display wordt
weergegeven.
8.8 Controlelampje bij
voorverwarmen
Als u een ovenfunctie inschakelt, gaan de
balkjes op het display een voor een
branden. De balkjes geven aan dat de
oventemperatuur toeneemt.
8.9 Restwarmte-indicatie
Wanneer u de oven uitschakelt, geeft het
display de restwarmte aan.
8.10 Gebruik van het
Kinderslot
Het kinderslot voorkomt dat het
apparaat per ongeluk in werking wordt
gesteld.
1. Zet het apparaat aan met om de
functie te activeren. Stel geen
ovenfunctie in.
2. Druk tegelijkertijd op
en
totdat het display SAFE weergeeft.
.
Druk om het kinderslot uit te schakelen
tegelijkertijd op en totdat het
display niet langer SAFE weergeeft.
8.11 Gebruik van de
Toetsblokkering.
U kunt de functie alleen inschakelen als
de oven in werking is.
Toetsblokkering voorkomt dat een
ovenfunctie per ongeluk wordt
ingeschakeld.
1. Schakel de oven in.
2. Stel de ovenfunctie in.
3. Druk tegelijkertijd op en tot
het display "LOC" weergeeft.
Druk om de Toetsblokkering uit te
schakelen tegelijkertijd op
en
totdat het display niet langer “LOC”
weergeeft.
www.aeg.com
20
U kunt de oven uitschakelen
als de toetsblokkering aan is.
Als u de oven uitschakelt,
wordt de toetsblokkering
uitgeschakeld.
8.12 Koelventilator
Als de oven in werking is, wordt de
koelventilator automatisch ingeschakeld
om de oppervlakken van de oven koel te
houden. Na het uitschakelen van de
oven blijft de ventilatie doorgaan totdat
de oven is afgekoeld.
8.13 Automatische
uitschakeling van de oven
Omwille van veiligheidsredenen schakelt
het apparaat na bepaalde tijd
automatisch uit als er een ovenfunctie in
werking is en u geen instellingen wijzigt.
Huishoudelijk Uitschakeltijd in-
stellen
30 °C - 115 °C 12,5 uur
120 °C - 195 °C 8,5 uur
200 °C - 245 °C 5,5 uur
250 °C - maximum
°C
3,0 uur
Na een automatische uitschakeling, raakt
u een tiptoets aan om het apparaat weer
in werking te stellen.
De automatische
ovenuitschakeling werkt niet
met de functie Duur of
Einde.
8.14 De vleesthermometer
gebruiken
De vleesthermometer meet de
kerntemperatuur van het vlees.
LET OP!
Gebruik alleen de
meegeleverde
vleesthermometer of
originele vervangende
onderdelen.
1. Steek de punt van de
vleesthermometer in het midden van
het vlees.
De vleesthermometer moet
gedurende de bereiding in het vlees
blijven en de stekker moet in het
stopcontact blijven.
2. Steek de stekker van de
vleesthermometer in de aansluiting
aan de voorkant van de ruimte.
3.
Schakel het apparaat in.
4. Stel de kerntemperatuur in:
a. Druk herhaaldelijk op
tot de
vleesthermometerfunctie
knippert en het display de
kerntemperatuur weergeeft.
De
standaardkerntemperatuur
is 60° C.
b. Druk binnen 5 seconden op of
om de kerntemperatuur in te
stellen.
De kerntemperatuur wordt aangegeven
vanaf 30 °C.
5. Selecteer de ovenfunctie en, indien
nodig, de oventemperatuur / .
Terwijl het apparaat de voorlopige
eindtijd berekent, toont het een
knipperend vierkant.
Het apparaat berekent de voorlopige
eindtijd voor de kerntemperatuur steeds
opnieuw. Het display toont continu de
nieuwe voorlopige eindtijd.
6. Druk op een toets om het signaal uit
te zetten.
Wanneer het vlees de ingestelde
temperatuur heeft bereikt, hoort u
een geluidssignaal.
NEDERLANDS
21
7. Verwijder de stekker van de
vleesthermometer uit het contact.
Haal het vlees uit het apparaat.
8. Schakel het apparaat uit.
WAARSCHUWING!
Wees voorzichtig bij het
verwijderen van de punt en
de stekker van de
kerntemperatuursensor. De
vleesthermometer is heet. Er
bestaat verbrandingsgevaar.
8.15 Ovenaccessoires plaatsen
Braadpan:
Plaats de braadpan tussen de
geleidestangen van de inschuifrails.
Bakrooster en braadpan samen:
Schuif de braadpan tussen de
geleidestangen van de roostersteun en
het rooster op de roostersteun er boven.
Alle accessoires hebben
links en rechts bovenaan
kleine inkepingen om de
veiligheid te verhogen.
Deze inkepingen zorgen
er ook voor dat ze niet
omkantelen.
Door de verhoogde lijst
die om het rooster loopt,
is kookgerei beveiligd
tegen wegglijden.
8.16 Telescopische geleiders -
de ovenaccessoires plaatsen
Bewaar de montage-
instructies voor de
telescopische geleiders om
later terug te kunnen lezen.
Met de telescopische geleiders kunt u de
roosters eenvoudig plaatsen en
verwijderen.
Plaats het bakrooster op de
telescopische geleiders zodat de pootjes
naar beneden zijn gericht.
Plaats de bakplaat of braadpan op de
telescopische geleiders.
www.aeg.com
22
Plaats het bakrooster op de diepe pan.
Plaats het rooster en de diepe pan op de
telescopische geleiders.
9. OVEN - KLOKFUNCTIES
9.1 Tabel met klokfuncties
Klokfunctie Applicatie
DAGTIJD Met deze functie kunt u de dagtijd instellen, wijzigen of
controleren.
DUUR Instellen hoe lang het apparaat in werking is.
EINDE Instellen wanneer het apparaat wordt uitgeschakeld.
VERTRAGINGS-
TIJD
Om de functies BEREIDINGSDUUR en EINDE te combine-
ren.
KOOKWEKKER Voor het instellen van een afteltijd. Deze functie heeft geen
invloed op de werking van het apparaat. U kunt de KOOK-
WEKKER op elk gewenst moment instellen, ook als het ap-
paraat uit staat.
9.2 De klokfuncties instellen
Voor Duur en Eindtijd stelt u de
ovenfunctie en -temperatuur in. Dit is
niet nodig voor de kookwekker .
Raadpleeg 'Een ovenfunctie instellen'.
1. Gebruik steeds opnieuw totdat
het display de gewenste klokfunctie
weergeeft.
2. Gebruik of om de gewenste
tijd in te stellen.
De klokfunctie is actief. Het display geeft
de indicator voor de ingestelde
klokfunctie weer.
Als u de
tijdvertragingsfunctie wilt
instellen, stelt u eerst de
Duur in en stelt u
vervolgens de Eindtijd in.
Wanneer de tijd afloopt, gaan de
indicator van de klokfunctie en '00.00'
knipperen en klinkt er twee minuten lang
een geluidssignaal. Het apparaat wordt
gedeactiveerd.
Raak een sensorveld aan om het
geluidssignaal te stoppen.
Met de Duur en Eindtijd
wordt de oven
automatisch gedeactiveerd.
NEDERLANDS 23
9.3 Heat + Hold activeren
(indien van toepassing)
De temperatuur voor de
ingestelde ovenfunctie moet
meer dan 80 °C bedragen.
De functie Heat+Hold dient om kant-en-
klare producten gedurende 30 minuten
warm te houden, nadat de bereiding is
voltooid.
1. Stel de tijd in met de klokfuncties
Bereidingsduur en/of Einde .
2. Druk herhaaldelijk op totdat
het display het symbool
Warmhouden weergeeft.
3. Gebruik en het display toont
“00:30”.
Wanneer de functie is voltooid, klinkt er
een geluidssignaal. De oven wordt
automatisch uitgeschakeld.
10. OVEN - AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
De temperaturen en
baktijden in de tabellen zijn
slechts als richtlijn bedoeld.
Deze zijn afhankelijk van de
recepten en de kwaliteit en
de hoeveelheid van de
gebruikte ingrediënten.
Verwarm de lege oven altijd
20 minuten voordat u gaat
koken voor op de vereiste
temperatuur voor het
voedsel.
10.1 Bakken
Uw oven kan anders bakken of
roosteren dan het apparaat dat u tot
nu toe gebruikt heeft. Pas uw normale
instellingen zoals temperatuur,
gaartijd en ovenniveau aan de
tabelwaarden aan.
Gebruik de eerste keer de laagste
temperatuur.
Als u voor een speciaal recept de
instelling niet kunt vinden, zoek dan
naar een soortgelijk recept.
Bij het bereiden van cake op
meerdere niveaus kan de baktijd ca.
10 - 15 minuten langer zijn.
Als de cake niet overal even hoog is,
wordt de cake in het begin van het
bakproces niet overal even bruin.
Verander in dit geval de
temperatuurinstelling niet. De
verschillen verminderen tijdens het
bakproces.
Tijdens het bakken kunnen bakplaten
in de oven vervormen. Wanneer de
bakplaten afkoelen, verdwijnt de
vervorming.
10.2 Baktips
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De onderkant van de cake is
niet voldoende gebruind.
De rekstand is incorrect. Plaats de cake op een lagere
rekstand.
De cake zakt in en wordt
klef, klonterig, streperig.
De oventemperatuur is te
hoog.
De volgende keer dat u een
cake bakt, stelt u de baktem-
peratuur lager in.
www.aeg.com24
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De cake zakt in en wordt
klef, klonterig, streperig.
Te korte baktijd. Baktijd verlengen. U kunt de
baktijd niet verlagen door
een hogere temperatuur in
te stellen.
De cake zakt in en wordt
klef, klonterig, streperig.
Er zit te veel vloeistof in het
mengsel.
Minder vocht gebruiken. Let
op de kneedtijden, vooral bij
het gebruik van keukenma-
chines.
De cake is te droog. De oventemperatuur is te
laag.
De volgende keer dat u een
cake bakt, stelt u de baktem-
peratuur hoger in.
De cake is te droog. Te lange baktijd. De volgende keer dat u een
cake bakt, gebruikt u een
kortere baktijd.
De cake wordt ongelijkmatig
bruin.
De oventemperatuur is te
hoog en de baktijd te kort.
De baktemperatuur lager in-
stellen en de baktijd verlen-
gen.
De cake wordt ongelijkmatig
bruin.
Het deeg is niet gelijkmatig
verdeeld.
Verdeel het deeg gelijkma-
tig over de bakplaat.
De cake wordt niet gaar bin-
nen de aangegeven baktijd.
De oventemperatuur is te
laag.
De volgende keer dat u een
cake bakt, stelt u de baktem-
peratuur een beetje hoger
in.
10.3 Multi-hete lucht
1. Gebruik de functie om te bakken in
bakblikken en te drogen op één
niveau bij lage temperatuur.
2. Bak maar één bakblik of bakplaat
tegelijkertijd.
3. We raden het gebruik van Multi-hete
lucht aan zonder voorverwarmen.
4. Gebruik als u de oven wilt
voorverwarmen de functie bereiding
met hete lucht.
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoog-
te
Biscuitgebak in bakblik 160 50 - 70 2
Tulband of brioche in bakblik 150 - 160 50 - 70 2
Zandgebak/Droge vruchtencake in
bakblik
140 - 160 70 - 90 2
Eiwitgebak, schuimgebak 80 - 100 120 - 150 3
NEDERLANDS 25
10.4 Bakken met hete lucht
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Broodjes 175 - 185 15 - 20 2 + 4
Volkoren broodjes 165 - 180 20 - 30 2 + 4
Pretzels 160 - 170 15 - 20 2 + 4
Wit brood 170 - 180 35 - 45 2 + 4
Volkoren brood 160 - 170 35 - 45 2 + 4
Roggebrood, mix 250 - 2 + 4
- bakken 160 - 170 60 - 70 2 + 4
Baguettes 180 - 200 20 - 30 2 + 4
Muffins 160 - 170 15 - 25 2 + 4
Biscuittaart/Zandgebak 150 - 160 50 - 60 2
Schuimgebakjes 100 90 - 120 2 + 4
Meringuebasis 100 90 - 120 2 + 4
Koekjes 150 - 160 10 - 20 2 + 4
Soesjes 155 - 165 30 - 40 2 + 4
Fruittaart, zandkoekjes 150 - 160 voorbakken, basis
10 - 15
2 + 4
Fruittaart, zandkoekjes 150 - 160 afwerking 35 - 45 2 + 4
Fruittaart, kruimeldeeg 170 - 180 30 - 40 2 + 4
10.5 Boven- en onderwarmte
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Broodjes 200 - 225 8 - 12 3 - 4
Volkoren broodjes 190 - 200 20 - 25 3 - 4
Gevulde sandwiches 200 - 225 10 - 12 3 - 4
Ciabattabroodjes 210 - 230 10 - 20 3 - 4
Foccacia 220 - 230 15 - 20 3 - 4
Pitabroodjes 250 5 - 15 3 - 4
Pretzels 180 - 200 12 - 15 3 - 4
Wit brood 190 - 210 25 - 40 1 - 2
www.aeg.com26
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Ciabatta 210 - 220 15 - 25 1 - 2
Volkoren brood 180 - 200 35 - 45 1 - 2
Roggebrood, mix 275 - 1
- bakken 190 55 - 65 1
Baguettes 220 - 230 15 - 30 3 - 4
Pannenkoek 170 - 180 50 - 60 2 - 3
Cake 170 - 180 35 - 45 3 - 4
Biscuittaart/Zandgebak 170 - 180 40 - 50 1 - 2
Broodjes 200 - 225 8 - 12 3 - 4
Schuimgebakjes 100 90 - 120 3 - 4
Meringuebasis 100 90 - 120 3 - 4
Koekjes 160 - 180 6 - 15 3 - 4
Soesjes 170 - 190 30 - 45 3 - 4
Biscuitrol 190 - 210 10 - 12 3 - 4
Fruittaart, zandkoekjes 175 - 200 voorbakken, rol
10 - 15
3 - 4
Fruittaart, zandkoekjes 175 afwerking 35 -
45
3 - 4
Fruittaart, kruimeldeeg 190 - 200 25 - 35 3 - 4
Marsepein tulband: 210 - 230 10 - 12 2
10.6 Pizzatabel
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
hoogte
Ciabattabroodjes 200 - 220 10 - 20 2 - 3
Foccacia 220 - 230 10 - 20 2 - 3
Ciabatta 190 - 200 15 - 25 2 - 3
Fruittaart, zandkoekjes 170 - 180 35 - 45 2 - 3
Fruittaart, kruimeldeeg 175 - 200 25 - 35 2 - 3
Pizza, zelfgemaakt (dik - met veel
garnering)
180 - 200 25 - 35 1 - 2
NEDERLANDS 27
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
hoogte
Pizza, zelfgemaakt (dunne korst)
200 - 230
1)
15 - 20 1 - 2
Pizza, bevroren 200 15 - 20 1 - 2
Taart, zelfgemaakt voorgebakken, rol 175 - 200 35 - 45 3 - 4
Taart, zelfgemaakt afwerken 175 - 200 35 - 45 3 - 4
Taart, bevroren 200 15 - 25 3 - 4
1)
Oven voorverwarmen.
10.7 Roosteren
Gebruik voor het roosteren
hittebestendige ovenschalen. Zie de
instructies van de fabrikant van de
ovenschalen.
Grote braadstukken kunt u direct in
de diepe braadpan roosteren (indien
aanwezig) of op een rooster boven de
braadpan.
Schenk wat vloeistof in de braadpan
om te voorkomen dat de vleessappen
of het vet op het oppervlak
inbranden.
Alle soorten vlees die een korst
moeten krijgen, kunt u in de
braadschaal zonder deksel braden.
Indien nodig het braadstuk na 1/2 -
2/3 van de gaartijd keren.
Om het vlees sappiger te houden:
braad mager vlees in een
braadpan met deksel of gebruik
een braadzak.
rooster vlees en vis in stukken die
minimaal 1 kg wegen.
besprenkel grote braadstukken
en gevogelte diverse keren
tijdens het braden met het eigen
vleessap.
10.8 Braden met hete lucht
Rundvlees
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd (min/kg) Rooster-
hoogte
Biefstuk
1)
125 80 - 120 2 - 3
Rump steak - braden 200 totaal 10 2 - 3
Rump steak - grillen 150 50 - 60 2 - 3
Biefstuk 160 90 - 120 1 - 2
1)
Overig. Voor afbakken na roosteren onder de grill of met boven-/onderwarmte op 250°C. Vleesther-
mometer verwijderen voor het grillen.
www.aeg.com28
Kalfsvlees
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd (min/kg) Rooster-
hoogte
Runderbiefstuk
1)
160 60 - 70 2 - 3
1)
Overig. Voor afbakken na roosteren onder de grill of met boven-/onderwarmte op 250°C. Vleesther-
mometer verwijderen voor het grillen.
Lamsvlees
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd (min/kg) Rooster-
hoogte
Been/schouder/rug 160 80 - 100 2
Varkensvlees
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd (min/kg) Rooster-
hoogte
Geroosterd varkensvlees
1)
175 60 - 70 2 - 3
Varkensrug
1)
175 60 2 - 3
Nekfillets 160 90 - 120 2 - 3
Ham 150 60 - 100 1 - 2
1)
Overig. Voor afbakken na roosteren onder de grill of met boven-/onderwarmte op 250°C. Vleesther-
mometer verwijderen voor het grillen.
Gevogelte
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd (min/kg) Rooster-
hoogte
Kip, in stukken 180 55 - 65 2 - 3
Eend
1)
150 55 - 65 2 - 3
Eend langzaam geroosterd
1)
130 totaal ongeveer 5
uur
2 - 3
Geroosterde kalkoen, gevuld 150 50 - 60 1 - 2
Kalkoenborst 175 70 - 80 2 - 3
1)
Overig. Voor afbakken na roosteren onder de grill of met boven-/onderwarmte op 250°C. Vleesther-
mometer verwijderen voor het grillen.
10.9 Boven + Onderwarmte
Rundvlees
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min/kg) Rooster-
hoogte
Biefstuk
1)
125 80 - 120 2 - 3
NEDERLANDS 29
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min/kg) Rooster-
hoogte
Rump steak - braden 225 totaal 10 2 - 3
Rump steak - grillen 160 50 - 60 2 - 3
Biefstuk 180 90 - 120 1 - 3
1)
Overig. Voor afbakken na roosteren onder de grill of met boven-/onderwarmte op 250°C. Vleesther-
mometer verwijderen voor het grillen.
Kalfsvlees
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min/kg) Rooster-
hoogte
Runderbiefstuk
1)
180 60 - 70 2 - 3
1)
Overig. Voor afbakken na roosteren onder de grill of met boven-/onderwarmte op 250°C. Vleesther-
mometer verwijderen voor het grillen.
Lamsvlees
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min/kg) Rooster-
hoogte
Been/schouder/rib 180 80 - 100 2
Varkensvlees
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min/kg) Rooster-
hoogte
Geroosterd varkensvlees
1)
200 60 - 70 3
Varkensrug
1)
200 60 3
Nekfillets 180 90 - 120 2 - 3
Ham 160 60 - 100 1 - 2
1)
Overig. Voor afbakken na roosteren onder de grill of met boven-/onderwarmte op 250°C. Vleesther-
mometer verwijderen voor het grillen.
Gevogelte
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min/kg) Rooster-
hoogte
Kip, in stukken 200 55 - 65 2 - 3
Eend
1)
160 55 - 65 2 - 3
Eend langzaam geroosterd
1)
130 totaal ongeveer
5 uur
2 - 3
Geroosterde kalkoen, gevuld 160 50 - 60 1 - 2
www.aeg.com30
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min/kg) Rooster-
hoogte
Kalkoenborst 200 70 - 80 2 - 3
1)
Overig. Voor afbakken na roosteren onder de grill of met boven-/onderwarmte op 250°C. Vleesther-
mometer verwijderen voor het grillen.
10.10 Gratineren
Rundvlees
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd in minuten
per kg vlees
Rooster-
hoogte
Rump steak - braden 200 totaal 10 2 - 3
Rump steak - grillen 150 50 - 60 2 - 3
Biefstuk 160 90 - 120 1 - 2
Kalfsvlees
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd (min/kg) Rooster-
hoogte
Runderbiefstuk
1)
160 60 - 70 2 - 3
1)
Overig. Voor afbakken na roosteren onder de grill of met boven-/onderwarmte op 250°C. Vleesther-
mometer verwijderen voor het grillen.
Lamsvlees
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd (min/kg) Rooster-
hoogte
Been/schouder/rib 160 80 - 100 2
Varkensvlees
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd (min/kg) Rooster-
hoogte
Geroosterd varkensvlees
1)
180 60 - 70 2 - 3
Varkensrug
1)
175 60 2 - 3
Nekfillets 160 90 - 120 2 - 3
Ham 150 60 - 100 1 - 2
1)
Overig. Voor afbakken na roosteren onder de grill of met boven-/onderwarmte op 250°C. Vleesther-
mometer verwijderen voor het grillen.
NEDERLANDS 31
Gevogelte
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd (min/kg) Rooster-
hoogte
Kip 180 55 - 65 2 - 3
Eend
1)
150 55 - 65 2 - 3
Eend langzaam geroosterd
1)
niet geschikt totaal ongeveer
5 uur
2 - 3
Geroosterde kalkoen, gevuld 150 50 - 60 1 - 2
Kalkoenborst 175 70 - 80 2 - 3
1)
Overig. Voor afbakken na roosteren onder de grill of met boven-/onderwarmte op 250°C. Vleesther-
mometer verwijderen voor het grillen.
10.11 Vleesthermometertabel
Rundvlees
Gerecht Kerntemperatuur (°C) van
voedsel
Roosterhoogte
Biefstuk 55 - 65 2 - 3
Rump steak - braden 55 - 65 2 - 3
Rump steak - grillen 55 - 65 2 - 3
Biefstuk 75 - 80 1 - 2
Kalfsvlees
Gerecht Kerntemperatuur (°C)
van voedsel
Roosterhoogte
Runderbiefstuk 65 2 - 3
Lamsvlees
Gerecht Kerntemperatuur (°C)
van voedsel
Roosterhoogte
Been/schouder/rug 90 2
Varkensvlees
Gerecht Kerntemperatuur (°C)
van voedsel
Roosterhoogte
Geroosterd varkensvlees 80 2 - 3
Nekfillets 75 - 80 2 - 3
Ham 70 - 75 1 - 2
www.aeg.com32
Gevogelte
Gerecht Kerntemperatuur (°C)
van voedsel
Roosterhoogte
Kalkoenborst 75 - 80 2 - 3
10.12 Bereidingen op lage
temperatuur
Gebruik deze functie voor het bereiden
van zachte, magere stukken vlees en vis.
Wanneer de oven de ingestelde
temperatuur bereikt, klinkt er een
signaal. Daarna wordt de oven
automatisch omgeschakeld naar een
lagere temperatuur.
Met de ovenfunctie
Bereiden op lage
temperatuur altijd zonder
deksel garen.
U kunt niet Bereiding bij
lage temperatuur in
combinatie met de
klokfuncties gebruiken:
Bereidingsduur en Einde.
1. Het braadstuk in de braadpan (indien
aanwezig) heel heet aanbraden.
2. Plaats het vlees in een braadslede of
direct op het rooster. Zet de plaat
onder het rooster om vet op te
vangen.
3. Stel de ovenfunctie Bereiding bij
lage temperatuur in, wijzig de
temperatuur indien nodig en laat
gaar worden (zie de tabel).
Gerecht Gewicht Temperatuur
(°C)
Voorverwarmen (mi-
nuten)
Rooster-
hoogte
Rauw Gemiddeld
bevuild
Engelse rosbief (door-
bakken)
800 – 1.000 g 150 90 - 110 130 - 140 2
Engelse rosbief (door-
bakken)
1200 – 1.600 g 150 120 - 130 160 - 170 2
Karbonade 600 – 1.000 g 150 55 - 75 95 - 110 3
Schouder, zonder bot 3,5 cm dik 150 - 70 - 80 3
Varkenshaas, heel 600 – 1.000 g 120 65 - 75 90 - 110 3
Varkenshaas, stukjes 2,5 cm dik 120 20 - 25 35 - 45 3
Entrecote 1,5 cm dik 120 15 - 25 30 - 35 3
T-bone 2 cm dik 120 25 - 30 35 - 40 3
Varkenshaas, heel 500 – 700 g 120 - 65 - 75 3
Varkenshaas, stukjes 2,5 cm dik 120 - 35 - 45 2
NEDERLANDS 33
10.13 Grillen in het algemeen
WAARSCHUWING!
Tijdens het grillen moet de
ovendeur altijd gesloten zijn.
Grill altijd met de maximale
temperatuurinstelling.
Rooster in de rekstand plaatsen zoals
aanbevolen in grilltabel.
Zet de diepe ovenschaal om vet op te
vangen altijd op de eerste rekstand.
Alleen platte stukken vlees of vis
grillen.
Het grilgedeelte is ingesteld in het
midden van het rooster.
10.14 Grillen
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
1e kant 2e kant
Varkenskotelet 250 7 - 9 4 - 6 3 - 4
Lamsbout 250 7 - 10 5 - 6 3 - 4
Kip, in stukken 250 20 - 25 15 - 20 3 - 4
Worstjes 250 3 - 5 2 - 4 3 - 4
Spareribs, 20 min. voorgegaard 250 15 - 20 15 - 20 3 - 4
Vis, stukjes kabeljauw of zalm 250 10 - 15 5 - 10 3 - 4
Geroosterd brood 250 2 - 3 1 - 2 3 - 4
10.15 Ontdooien
Haal het voedsel uit de verpakking.
Doe het voedsel op een bord.
Gebruik voor het afdekken geen
borden of schotels. Hierdoor kan de
ontdooitijd worden verlengd.
Gebruik de eerste rekstand van de
oven. Het inzetniveau onderaan.
Gerecht Gewicht Ontdooitijd
(min.)
Nadooitijd
(min)
Opmerkingen
Kip 1 kg 100 - 140 20 - 30 Kip op een omgedraaid scho-
teltje in een groot bord leg-
gen. Halverwege de berei-
dingstijd omdraaien.
Vlees 1 kg 100 - 140 20 - 30 Halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
Vlees 500 g 90 - 120 20 - 30 Halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
www.aeg.com34
Gerecht Gewicht Ontdooitijd
(min.)
Nadooitijd
(min)
Opmerkingen
Forel 150 g 25 - 35 10 - 15 -
Aardbeien 300 g 30 - 40 10 - 20 -
Boter 250 g 30 - 40 10 - 15 -
Room 2 x 200 g 80 - 100 10 - 15 Klop de nog licht bevroren
slagroom.
Cake 1,4 kg 60 60 -
11. OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
11.1 Opmerkingen over
schoonmaken
Maak de voorkant van het apparaat
schoon met een zachte doek en een
warm sopje.
Gebruik voor metalen oppervlakken
een specifiek reinigingsmiddel.
Reinig de binnenkant van het
apparaat na elk gebruik. Vetophoping
of andere voedingsresten kunnen
brand veroorzaken. Het gevaar is
groter voor de grillpan.
Verwijder hardnekkig vuil met een
speciale ovenreiniger.
Reinig alle accessoires na elk gebruik
en laat ze drogen. Gebruik een zachte
doek met een warm sopje en een
reinigingsmiddel.
Toebehoren met antiaanbaklaag
mogen niet worden schoongemaakt
met een agressief reinigingsmiddel,
voorwerpen met scherpe randen of
een afwasautomaat. Dit kan de
antiaanbaklaag beschadigen.
11.2 Apparaten van roestvrij
staal of aluminium
Maak de ovendeur alleen
met een vochtige doek of
natte spons schoon. Droog
maken met een zachte doek.
Vermijd het gebruik van
staalwol, zure of schurende
producten, deze kunnen de
oppervlakken van de oven
beschadigen. Maak het
bedieningspaneel van de
oven net zo voorzichtig
schoon.
11.3 Verwijderen van de
inschuifrails
Om de oven te reinigen, verwijdert u de
inschuifrails.
1. Trek de inschuifrail bij de voorkant uit
de zijwand.
2. Trek de geleider bij de achterkant uit
de zijwand en verwijder deze.
NEDERLANDS
35
1
2
De pinnetjes op de
telescopische geleiders
moeten naar voren wijzen.
Installeer de inschuifrails in omgekeerde
volgorde.
LET OP!
Zorg ervoor dat de langste
bevestigingsdraad voorin
wordt aangebracht. De
uiteinden van de twee
draden moeten naar
achteren wijzen. Incorrecte
installatie kan schade aan
het email toebrengen.
11.4 Uitnemen van de
ovendeur
Om het reinigen te vergemakkelijken,
verwijdert u best de ovendeur.
1
2
1. Open de deur helemaal.
2. Verplaats de schuif totdat u een klik
hoort.
3. Sluit de deur tot de schuif
vergrendelt.
4. Verwijder de deur.
Om de deur te verwijderen, trek de
deur eerst aan de ene zijde naar
buiten en daarna aan de andere
zijde.
Wanneer u klaar bent met reinigen,
plaatst u de ovendeur terug in
omgekeerde volgorde. Zorg ervoor dat u
een klik hoort wanneer u de deur
terugplaatst. Gebruik indien nodig enige
kracht.
11.5 Verwijderen en reinigen
van de deurglazen
De glasplaten van de
ovendeur op uw product
kunnen in type en vorm
verschillen van de
voorbeelden die u hier ziet.
Het aantal glasplaten kan
ook verschillen.
1.
Deurafdekking B aan de bovenkant
van de deur aan beide kanten
vastpakken en naar binnen drukken
om de klemsluiting te ontgrendelen.
2. Trek de deur naar voren om hem te
verwijderen.
3. Houd de glasplaten aan de
bovenkant vast en trek deze een voor
een omhoog uit de geleiding.
4. Reinig de glasplaten.
Om de panelen te plaatsen, moet u de
stappen in omgekeerde volgorde
uitvoeren.
www.aeg.com
36
11.6 Het lampje vervangen
Leg een doek op de bodem van de
binnenkant van het apparaat. Dit
voorkomt schade aan het afdekglas en
de ovenruimte.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrocutie!
Maak de zekering los
voordat u de lamp vervangt.
De lamp en het afdekglas
kunnen heet zijn.
1. Schakel het apparaat uit.
2. Verwijder de zekeringen in de
zekeringenkast, of schakel de
stroomonderbreker uit.
De lamp aan de achterkant.
Het afdekglas van het
lampje bevindt zich in de
achterkant van de
ovenruimte.
1. Draai het afdekglas van de lamp naar
rechts en verwijder het.
2. Reinig het afdekglas.
3. Vervang het ovenlampje met de
relevante tegen 300 °C
hittebestendig ovenlampje.
Gebruik hetzelfde ovenlamptype.
4. Plaats het afdekglas terug.
Het zijlampje
U kunt de afdekking van het lampglas
aan de linkerkant van de binnenruimte
vinden.
1. Verwijder de linker inschuifrail om bij
de lamp te komen.
2. Gebruik een smal, stomp voorwerp
(bijv. een theelepel) om het
afdekglas te verwijderen.
3. Reinig het afdekglas.
4. Vervang de lamp door een geschikte
300 °C hittebestendige lamp.
5. Plaats het afdekglas terug.
6. De linker inschuifrails installeren.
11.7 De lade verwijderen
WAARSCHUWING!
Bewaar geen ontvlambare
dingen in de lade (bijv.
schoonmaakmiddelen,
plastic zakken,
ovenhandschoenen, papier,
reinigingssprays, enz). Als u
de oven gebruikt, kan de
lade heet worden. Gevaar
voor brand
De lade onder de oven kan worden
verwijderd om gemakkelijker te worden
schoongemaakt.
1. Trek de lade volledig naar buiten, tot
deze niet verder kan.
2. Til de lade enigszins op, zodat het
naar boven kan worden getild in een
hoek van de ladegeleiders.
Om de lade te installeren, volgt u de
procedure in omgekeerde volgorde.
12.
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
NEDERLANDS 37
12.1 Problemen oplossen
Probleem Mogelijke oorzaak oplossing
U kunt het apparaat niet ac-
tiveren.
Het apparaat is niet aange-
sloten op een stopcontact of
is niet goed geïnstalleerd.
Controleer of het apparaat
goed is aangesloten op het
lichtnet.
U kunt het apparaat niet ac-
tiveren.
De zekering is doorgesla-
gen.
Controleer of de zekering de
oorzaak van de storing is. Als
de zekeringen keer op keer
doorslaan, neemt u contact
op met een erkende installa-
teur.
U kunt de kookplaat niet in-
schakelen of bedienen.
U hebt twee of meer tiptoet-
sen tegelijk aangeraakt.
Raak slechts één tiptoets te-
gelijk aan.
U kunt de kookplaat niet in-
schakelen of bedienen.
STOP+GO-functie werkt. Raadpleeg het hoofdstuk
'Kookplaat - Dagelijks ge-
bruik'.
U kunt de kookplaat niet in-
schakelen of bedienen.
Er ligt water of er zitten vet-
spatten op het bedienings-
paneel.
Reinig het bedieningspa-
neel.
Er klinkt een geluidssignaal
en de kookplaat wordt uit-
geschakeld.
Er weerklinkt een geluidssig-
naal als de kookplaat wordt
uitgeschakeld.
U hebt een of meer tiptoet-
sen afgedekt.
Verwijder het voorwerp van
de tiptoetsen.
De kookplaat schakelt uit. U hebt iets op de tiptoets
geplaatst.
Verwijder het object van de
tiptoets.
Het indicatielampje van rest-
warmte gaat niet aan.
De zone is niet heet, omdat
hij slechts kortstondig is ge-
bruikt.
Als de kookzone lang ge-
noeg in werking is geweest
om heet te zijn, neemt u
contact op met de klanten-
service.
De automatische opwarm-
functie start niet.
De zone is heet. Laat de zone voldoende af-
koelen.
De automatische opwarm-
functie start niet.
De hoogste verwarmings-
stand is ingesteld.
De hoogste kookstand heeft
hetzelfde vermogen als de
functie.
De kookstand schakelt tus-
sen twee kookstanden.
De Powerfunctie is in werk-
ing.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Kookplaat - Dagelijks ge-
bruik'.
www.aeg.com38
Probleem Mogelijke oorzaak oplossing
De sensorvelden worden
warm.
Het kookgerei is te groot of
staat te dicht bij het bedie-
ningspaneel.
Plaats groter kookgerei op
de achterste kookzones in-
dien nodig.
gaat branden op het
kookplaatdisplay.
De automatische uitschake-
ling is in werking getreden.
Schakel de kookplaat uit en
weer in.
gaat branden op het
kookplaatdisplay.
Het kinderbeveiliging of de
vergrendelfunctie is actief.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Kookplaat - Dagelijks ge-
bruik'.
gaat branden op het
kookplaatdisplay.
Er staat geen kookgerei op
de zone.
Zet kookgerei op de zone.
gaat branden op het
kookplaatdisplay.
Het kookgerei is niet goed. Gebruik het juiste kookgerei.
Zie het hoofdstuk 'Kookplaat
- Nuttige aanwijzingen en
tips'.
gaat branden op het
kookplaatdisplay.
De diameter aan de bodem
van het kookgerei is te klein
voor de zone.
Gebruik kookgerei met de
juiste afmetingen.
Zie het hoofdstuk 'Kookplaat
- Nuttige aanwijzingen en
tips'.
gaat branden op het
kookplaatdisplay.
Het kookgerei dekt het
kruis / vierkant niet.
Dek het kruis / vierkant volle-
dig af.
De oven wordt niet warm. De oven is uitgeschakeld. Schakel de oven in.
De oven wordt niet warm. De klok is niet ingesteld. Stel de klok in.
De oven wordt niet warm. De benodigde kookstanden
zijn niet ingesteld.
Zorg ervoor dat de instellin-
gen correct zijn.
De oven wordt niet warm. De automatische uitschake-
ling is actief.
Raadpleeg 'Automatisch uit-
schakelen'.
De oven wordt niet warm. De functieblokkering is inge-
schakeld.
Raadpleeg 'Functievergren-
deling'.
Het lampje brandt niet. Het lampje is stuk. Vervang het lampje.
De vleesthermometer werkt
niet.
De stekker van de vleesther-
mometer is niet goed in de
aansluiting gestoken.
Steek de stekker van de
vleesthermometer zo ver
mogelijk in het stopcontact.
De bereiding van de gerech-
ten duurt te lang of de ge-
rechten worden te snel gaar.
De temperatuur is te laag of
te hoog.
Pas indien nodig de tempe-
ratuur aan. Volg het advies
in de handleiding op.
NEDERLANDS 39
Probleem Mogelijke oorzaak oplossing
Stoom en condens slaan
neer op de gerechten en in
de ovenruimte.
Het gerecht heeft te lang in
de oven gestaan.
Laat gerechten na het berei-
den niet langer dan 15 - 20
minuten in de oven staan.
Het display toont een fout-
code die niet in deze tabel
staat.
Er is een elektrische fout. Schakel het apparaat uit via
de huiszekering of de veilig-
heidsschakelaar in de zeke-
ringkast en schakel het ap-
paraat dan weer in.
Neem contact op met de
klantenservice wanneer de
foutcode opnieuw wordt
weergegeven.
12.2 Onderhoudgegevens
Als u niet zelf het probleem kunt
verhelpen, neem dan contact op met uw
verkoper of de serviceafdeling.
De contactgegevens van het
servicecentrum staan op het typeplaatje.
Het typeplaatje bevindt zich voor aan de
binnenkant van het apparaat. Verwijder
het typeplaatje niet uit de ovenruimte.
Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.) .........................................
Productnummer (PNC) .........................................
Serienummer (S.N.) .........................................
13. MONTAGE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
13.1 Technische gegevens
Afmetingen
In hoogte 847 - 867 mm
Breedte 596 mm
Diepte 600 mm
13.2 Locatie van het apparaat
U kunt uw vrijstaand apparaat met kasten
aan een of twee zijden en in de hoek
plaatsen.
A
Minimum afstanden
Afmetingen mm
A 685
www.aeg.com40
13.3 Het apparaat waterpas
zetten
Gebruik kleine pootjes aan de onderkant
van het apparaat om het kookoppervlak
aan de bovenkant waterpas met andere
oppervlakken te brengen.
13.4 Anti-kantelbescherming
LET OP!
Monteer de anti-
kantelbescherming zodat
het apparaat niet valt als het
incorrect wordt geladen. De
antikantelbescherming werkt
alleen als het apparaat in
een correcte ruimte is
geplaatst.
Uw apparaat is voorzien van
het symbool weergegeven in
de afbeelding (indien van
toepassing) om u te
herinneren aan de montage
van de anti-
kantelbescherming.
LET OP!
Zorg dat u de anti-
kantelbescherming op de
correcte hoogte installeert.
Zorg ervoor dat het oppervlak achter het
apparaat glad is.
1. Stel de correcte hoogte in en bepaal
waar op het apparaat u de anti-
kantelbescherming gaat plaatsen.
2. Installeer de anti-kantelbescherming
176 mm onder het bovenvlak van het
apparaat en 24 mm van de linkerkant
van het apparaat in de ronde
opening op een steun. Zie
afbeelding. Schroef de beveiliging
stevig in solide materiaal of gebruik
geschikte versteviging (muur).
3. U vindt het gat aan de
linkerachterkant van het apparaat.
Zie afbeelding. Zet het apparaat in
het midden van de ruimte tussen de
kastjes (1). Als de afstand tussen de
aanrechtkastjes groter is dan de
breedte van het apparaat, moet u de
zijmaten aanpassen als u het
apparaat wilt centreren.
1
24 mm
176 mm
NEDERLANDS
41
13.5 Elektrische installatie
WAARSCHUWING!
De fabrikant is niet
verantwoordelijk indien u
deze veiligheidsmaatregelen
uit hoofdstuk
'Veiligheidsinformatie' niet
opvolgt.
Dit apparaat wordt geleverd zonder
stekker en netsnoer.
Toepasselijke kabelsoorten voor
verschillende fasen:
Fase Minimumformaat
kabel
1 3 x 10,0 mm²
Fase Minimumformaat
kabel
3 met neutraal 5 x 1,5 mm²
WAARSCHUWING!
De stroomkabel mag het
onderdeel van het apparaat
dat getoond wordt in de
illustratie niet raken.
14. ENERGIEZUINIGHEID
14.1 Productinformatie voor kookplaat volgens EU-richtlijn
66/2014
Modelidentificatie 49076IW-MN
Type kooktoestel Kookplaat in vrijstaand fornuis
Aantal kookzones 4
Verwarmingstechnologie Inductie
Diameter ronde kookzones
(Ø)
Linksvoor
Linksachter
Rechtsvoor
Rechtsachter
21,0 cm
21,0 cm
21,0 cm
21,0 cm
Energieverbruik per kookzone
(EC electric cooking)
Linksvoor
Linksachter
Rechtsvoor
Rechtsachter
174,3 Wh / kg
165,3 Wh / kg
171,3 Wh / kg
165,3 Wh / kg
Energieverbruik van de kookplaat (EC electric hob) 169,1 Wh / kg
EN 60350-2 - Elektrische huishoudelijke
kookapparaten - Deel 2: Kookplaten -
Methodes voor het meten van de
prestatie.
14.2 Kookplaat -
Energiebesparing
U kunt elke dag energie besparen tijdens
het koken door de onderstaande tips te
volgen.
Warm alleen de hoeveelheid water op
die u nodig heeft.
www.aeg.com42
Doe indien mogelijk altijd een deksel
op de pan.
Zet uw kookgerei op de kookzone
voordat u deze activeert.
Zet kleiner kookgerei op kleinere
kookzones.
Plaats het kookgerei precies in het
midden van de kookzone.
Gebruik de restwarmte om het eten
warm te houden of te smelten.
14.3 Productkaart en informatie voor ovens volgens EU
65-66/2014
Naam leverancier AEG
Modelidentificatie 49076IW-MN
Energie-efficiëntie Index 100,0
Energie-efficiëntieklasse A
Energieverbruik bij een standaardbelasting, stand
boven + onderwarmte
0,99 kWh/cyclus
Energieverbruik bij een standaardbelasting, stand
hetelucht
0,85 kWh/cyclus
Aantal ruimten 1
Warmtebron Elektriciteit
Volume 72 l
Soort oven Oven in vrijstaand fornuis
Massa 59.4 kg
EN 60350-1 - Elektrische huishoudelijke
kookapparaten - deel 1: Reeksen, ovens,
stoomovens en grills - Methoden voor
prestatiemeting.
14.4 Oven - Energiebesparing
Deze oven bevat functies die
u helpen energie te
besparen tijdens het
dagelijks koken.
Algemene tips
Zorg ervoor dat de ovendeur goed
gesloten is als u het apparaat in werking
stelt. De deur niet openen tijdens de
bereiding met stoom. Houd het
deurrubber schoon en zorg ervoor dat
het goed op zijn plaats vastzit.
Gebruik metalen schalen om meer
energie te besparen.
Indien mogelijk de oven niet
voorverwarmen voordat u er voedsel in
plaatst.
Verlaag bij een bereidingsduur langer
dan 30 minuten de oventemperatuur met
minimaal 3 - 10 minuten, afhankelijk van
de bereidingsduur voordat de kooktijd
verstrijkt. De restwarmte in de oven zorgt
ervoor dat het gerecht wordt voltooid.
U kunt de restwarmte gebruiken om
andere maaltijden op te warmen.
Houd de onderbrekingen tussen het
bakken zo kort mogelijk als u een aantal
gerechten tegelijkertijd bereidt.
Bereiding met hete lucht
Gebruik indien mogelijk de
bereidingsfuncties met hete lucht om
energie te besparen.
Restwarmte
Bij sommige ovenfuncties worden, als
een programma met tijdselectie (Duur of
NEDERLANDS
43
Einde) in werking is en de bereidingstijd
langer is dan 30 minuten, de
verwarmingselementen automatisch
eerder uitgeschakeld.
De lamp en ventilator blijven wel werken.
Eten warm houden
Kies de laagst mogelijke
temperatuurinstelling om de restwarmte
te gebruiken en een maaltijd warm te
houden. Het indicatielampje van de
restwarmte of temperatuur verschijnt op
het display.
15. MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte
verzamelcontainer om het te recyclen.
Help om het milieu en de
volksgezondheid te beschermen en
recycle het afval van elektrische en
elektronische apparaten. Gooi apparaten
gemarkeerd met het symbool niet weg
met het huishoudelijk afval. Breng het
product naar het milieustation bij u in de
buurt of neem contact op met de
gemeente.
*
www.aeg.com
44
NEDERLANDS 45
www.aeg.com46
NEDERLANDS 47
www.aeg.com/shop
867337522-A-362017
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48

AEG 49076IW-MN Handleiding

Type
Handleiding