Simplicity 083132-0020-F1 Handleiding

Categorie
Accessoires voor motorvoertuigen
Type
Handleiding
68 BRIGGSandSTRATTON.com
Copyright © Briggs & Stratton Corporation, Milwaukee, WI, USA. Alle rechten
voorbehouden.
Deze handleiding bevat veiligheidsinformatie om u bewust te maken van de gevaren en
risico’s die verband houden met motoren, evenals hoe deze te voorkomen. Daarnaast
leest u in deze handleiding hoe u de motor op de juiste manier gebruikt en onderhoudt.
Omdat Briggs & Stratton niet noodzakelijkerwijs weet welke machine deze motor
aandrijft, is het belangrijk dat u deze instructies en die van de machine die deze motor
aandrijft leest en begrijpt.Bewaar deze originele instructies voor naslag in de
toekomst.
Opmerking:De afbeeldingen en illustraties in deze handleiding zijn uitsluitend bedoeld
als referentie en kunnen afwijken van uw eigen model. Neem bij vragen contact op met
uw dealer.
Noteer ten behoeve van vervangingsonderdelen of technische ondersteuning hieronder
het motormodel, het type en de codenummers, evenals de aanschafdatum. Zie voor de
locatie van deze nummers de paginaKenmerken en bedieningsfuncties.
Aankoopdatum
Motormodel - Type - Uitrusting
Serienummer motor
Contactinformatie voor
Europees kantoor
Voor vragen over Europese emissies kunt u contact opnemen met ons Europese
kantoor op:
Max-Born-Straße 2, 68519 Viernheim, Duitsland.
Fase V (5) van de Europese
Unie (EU): Kooldioxide (CO
2
)-
niveaus
Kooldioxideniveaus van Briggs & Stratton EU-motoren met een typecertificaat kunnen
worden gevonden door in het zoekvenster op BriggsandStratton.com CO2 in te voeren.
Recycling-informatie
Alle verpakkingen, gebruikte olie en accu’s moeten worden
gerecycled conform de betreffende regelgeving van de
overheid.
Veiligheid van de gebruiker
Veiligheidssymbool en signaalwoorden
Het veiligheidssymbool ( ) wordt gebruikt om veiligheidsinformatie te identificeren
over gevaren die in persoonlijk letsel kunnen resulteren. Een signaalwoord
(GEVAAR, WAARSCHUWING, of VOORZICHTIG) wordt gebruikt samen met het
waarschuwingspictogram om te wijzen op de waarschijnlijkheid en de mogelijke ernst
van het letsel. Verder kan een gevarensymbool worden gebruikt om de soort gevaar aan
te duiden.
GEVAARduidt op een risico, dat indien het niet wordt vermeden, zal leiden tot
de dood of een ernstig lichamelijk letsel.
WAARSCHUWINGduidt op een risico, dat indien het niet wordt vermeden, kan
leiden tot de dood of een ernstig lichamelijk letsel.
VOORZICHTIGduidt op een gevaar dat, indien het niet wordt voorkomen, kan
resulteren in licht of matig letsel.
OPGEPASTduidt op een situatie die schade aan het product zou kunnen
veroorzaken.
Gevarensymbolen en hun betekenis
Veiligheidsinformatie over
gevaren die tot persoonlijk
letsel kunnen leiden.
Zorg dat u de
gebruiksaanwijzing hebt
gelezen en begrepen voordat
u de eenheid bedient of
onderhoud aan de eenheid
uitvoert.
Brandgevaar Explosiegevaar
Gevaar voor schokken Gevaar van giftige dampen
Gevaar voor hete
oppervlakken
Gevaar voor geluid -
oorbescherming aanbevolen
bij langdurige blootstelling.
Gevaar voor weggeworpen
onderwerpen - Draag
oogbescherming.
Explosiegevaar
Gevaar voor bevriezing Gevaar voor terugslag
Gevaar voor amputatie -
bewegende onderdelen
Chemicaliëngevaar
Gevaar voor thermische
warmte
Corrosief
Veiligheidsberichten
WAARSCHUWING
De motoren van Briggs & Stratton® zijn niet bedoeld voor en mogen niet worden
gebruikt met: funkarts, go-karts, kinder-, vrijetijds- of terreinvoertuigen (ATV's),
motorfietsen, hovercrafts, luchtvaartproducten of voertuigen die worden gebruikt bij
wedstrijden die niet zijn goedgekeurd door Briggs & Stratton. Ga voor meer informatie
over producten voor racewedstrijden naar www.briggsracing.com. Neem voor gebruik
in bedrijfsvoertuigen en naast elkaar geplaatste terreinwagens contact op met Briggs
& Stratton Power Application Center, 1-866-927-3349. Verkeerd gebruik van motoren
kan leiden tot ernstig of zelfs fataal letsel.
WAARSCHUWING
Brandstof en brandstofdampen zijn uiterst ontvlambaar en explosief.
Brand of explosie kan ernstige brandwonden of dodelijk letsel veroorzaken.
Bij het toevoegen van brandstof
Schakel de motor uit en laat de motor ten minste gedurende 2 minuten afkoelen
voordat u de benzinedop verwijdert.
Vul de brandstoftank buiten of in een goed geventileerde ruimte.
Vul de brandstoftank niet te veel. Vul de brandstoftank niet tot boven de onderkant
van de nek zodat de brandstof kan uitzetten.
Houd de brandstof uit de buurt van vonken, open vlammen, waakvlammen, hitte
en andere ontstekingsbronnen.
Controleer brandstofleidingen, tank, vuldop en koppelingen regelmatig op barsten
of lekkages. Vervang deze, indien noodzakelijk.
Indien brandstof wordt gemorst, dient u te wachten tot deze verdampt is voordat u
de motor start.
Bij het starten van motor
Zorg dat de bougie, de geluiddemper, de benzinedop en het luchtfilter (indien
aanwezig) aanwezig zijn en goed vastzitten.
Probeer de motor niet te starten als de bougie verwijderd is.
69
Als de motor verzuipt, zet de choke (indien aanwezig) in de stand OPEN/
DRAAIEN, zet de gashendel (indien aanwezig) in de stand SNEL en start de
motor totdat deze aanslaat.
Tijdens het bedienen van de apparatuur
De motor of machine NIET kantelen tot een hoek die veroorzaakt dat brandstof
gemorst wordt.
Choke de carburateur niet om de motor te stoppen.
Start of laat de motor niet draaien als de lucht filtereenheid (indien aanwezig) of
het luchtfilter (indien aanwezig) is verwijderd.
Tijdens het olie verversen
Als u de olie aftapt uit de olievul buis boven, dan moet de brandstoftank leeg zijn,
anders kan er brandstof uitlekken wat kan leiden tot brand en explosie.
Tijdens het kantelen van de unit voor onderhoud
Wanneer er onderhoud wordt uitgevoerd waarvoor de eenheid moet worden
gekanteld, dient de brandstoftank leeg te zijn. Anders kan er brandstof uit lekken,
wat kan leiden tot brand en explosie.
Tijdens het transporteren van de apparatuur
Vervoeren met brandstoftank LEEG of met brandstofafsluitklep in de GESLOTEN
stand.
Bij het opslaan van brandstof of machines met brandstof in de tank
Opslaan uit de buurt van fornuizen, ovens, waterkokers of andere apparaten
die een waakvlam bevatten of andere ontstekingsbronnen, omdat deze
brandstofdampen kunnen doen ontbranden.
WAARSCHUWING
Starten van motor gaat gepaard met vonkvorming.
Vonkvorming kan ontvlambare gassen in de buurt doen ontsteken.
Dit kan explosie en brand veroorzaken.
Indien zich aardgas of LPG lekkage in de buurt bevindt, de motor niet starten.
Gebruik geen onder druk staande startvloeistoffen omdat de dampen brandbaar
zijn.
WAARSCHUWING
GEVAAR VAN GIFTIG GAS. Motoruitlaatgassen bevatten koolmonoxide, een
giftig gas dat u binnen enkele minuten doodt. U kunt het NIET zien, ruiken of
proeven. Ook al ruikt u de uitlaatgassen niet, u kunt toch zijn blootgesteld aan
koolmonoxide. Als u zich tijdens het gebruik van dit apparaat misselijk, duizelig
of zwak begint te voelen, schakel het dan uit, en ga METEEN de frisse lucht in.
Raadpleeg een arts. Het kan zijn dat u koolmonoxidevergiftiging heeft.
Gebruik dit product ALLEEN buiten en ver weg van ramen, deuren en
ventilatieopeningen om te voorkomen dat koolmonoxidegas zich kan verzamelen
en in deze bewoonde ruimten terecht kan komen.
Plaats koolmonoxidemelders op batterijen of melders op netvoeding met
reservebatterij volgens de instructies van de fabrikant. Rookmelders kunnen geen
koolmonoxide detecteren.
Gebruik dit product NIET in huizen, garages, kelders, kruipruimten, schuurtjes
of andere gedeeltelijk afgesloten ruimten, ook niet met gebruik van ventilatoren
of met geopende deuren en of ramen als ventilatie. In deze ruimten kan snel
koolmonoxide worden gevormd en dit kan uren blijven hangen, zelfs als de motor
al is uitgeschakeld.
Plaats dit product ALTIJD met de wind mee en richt de motoruitlaat altijd van
gebruikte ruimtes weg.
WAARSCHUWING
Wanneer het startkoord zich snel terugtrekt (terugslag), worden uw hand en
arm sneller naar de motor getrokken dan u kunt loslaten.
Gebroken botten, breuken, kneuzingen of verstuikingen kunnen het resultaat
zijn.
Trek bij het starten van de motor het startkoord langzaam uit tot er weerstand
gevoeld wordt en trek dan snel om terugslag te voorkomen.
Verwijder alle externe machine-/motorbelastingen voordat de motor gestart wordt.
Direct verbonden machinecomponenten zoals, maar niet beperkt tot, messen,
aandrijvingen, poelies, tandwielen enz., moeten stevig bevestigd zijn.
WAARSCHUWING
Handen, voeten, haren, kleding of accessoires kunnen tegen ronddraaiende
onderdelen aan komen of er tussen beklemd raken.
Traumatische amputatie of ernstige scheurwonden kunnen het resultaat zijn.
De machine gebruiken met afschermingen op hun plaats.
Houd handen en voeten weg van draaiende onderdelen.
Bind lang haar bij elkaar en doe uw sieraden af.
Draag geen loszittende kleding, hangende trekkoorden of zaken die verstrikt
kunnen raken.
WAARSCHUWING
Draaiende motoren produceren hitte. Motoronderdelen, vooral geluiddempers,
worden uiterst heet.
Dit kan bij aanraking ernstige brandwonden veroorzaken.
Brandbare resten, zoals bladeren, gras, snoeihout enz. kunnen vlam vatten.
Laat de geluiddemper, motorcilinder en vinnen afkoelen voor u ze aanraakt.
Verwijder opgehoopt vuil uit de gebieden rondom de geluiddemper en de cilinder.
Overeenkomstig de California Public Resource Code Section 4442 is het
verboden de motor te gebruiken in de buurt van een bos-, kreupelhout- of
grasgebied tenzij het uitlaatsysteem is uitgerust met een vonkenvanger, zoals
gedefinieerd in Section 4442, die in goede staat wordt gehouden. Andere staten
en federale jurisdicties kunnen soortgelijke wetgeving hebben. Neem contact
op met de fabrikant, verkoper of dealer om een vonkenvanger te verkrijgen die
geschikt is voor het op deze motor gemonteerde uitlaatsysteem.
WAARSCHUWING
Onbedoelde vonken kunnen resulteren in brand of een elektrische schok.
Ongewild opstarten kan leiden tot beknelling, traumatische amputatie of
scheurwonden.
Brandgevaar
Vóór het uitvoeren van instellingen of reparaties:
Maak de bougie kabel los en houd de kabel op veilige afstand van de
ontstekingsbougie.
Koppel de minkabel van de accu los (alleen bij maaiers met elektrisch starten).
Gebruik alleen correct gereedschap.
Verander niets aan de regulateur, koppelingen of andere onderdelen om het
motortoerental te verhogen.
Vervangende onderdelen moeten identiek zijn aan en op dezelfde positie worden
geïnstalleerd als de originele onderdelen. Andere onderdelen zullen minder goed
werken, kunnen de maaier beschadigen en kunnen letsel veroorzaken.
Sla niet met een hamer of hard voorwerp tegen het vliegwiel omdat het vliegwiel
anders later uit elkaar kan vliegen tijdens gebruik.
Bij het testen op vonkvorming:
Gebruik een goedgekeurde bougietester.
Controleer niet op vonkvorming wanneer de bougie verwijderd is.
Kenmerken en
bedieningselementen
Bedieningselementen van de motor
Vergelijk de illustratie (Afbeelding: 1, 2) met uw motor om uzelf vertrouwd te maken met
de plaats van de diverse functies en bedieningselementen.
A. Motoridentificatienummers Model - Type - Code
B. Bougie
C. Luchtfilter
D. Choke
E. Startkoordgreep
F. Vingerbescherming
G. Gashendel (indien aanwezig)
70 BRIGGSandSTRATTON.com
H. Stopschakelaar (indien aanwezig)
I. Brandstoftank en –dop
J. Olieaftapplug
K. Olievulopening
L. Demper, demperbescherming (indien aanwezig), vonkenvanger (indien aanwezig)
M. Tandwielreductie-unit (indien aanwezig)
N. Brandstofkraan
Machinebedieningssymbolen en hun
betekenis
Motortoerental - SNEL Motortoerental - LANGZAAM
Motortoerental - STOP AAN - UIT
Motor starten - choke
GESLOTEN
Motor starten - choke OPEN
Tankdop
Brandstofkraan - OPEN
Brandstofkraan - GESLOTEN
Brandstofniveau -
Maximum
Voeg niet te veel brandstof
toe
Bediening
Aanbevolen olie
Oliecapaciteit:zie het hoofdstukSpecificaties.
OPGEPAST
Deze motor werd door Briggs & Stratton zonder olie op transport gezet.
Machinefabrikanten of dealers hebben mogelijk olie aan de motor toegevoegd.
Voordat u de motor voor de eerste keer start, moet u het oliepeilcontroleren en de
motor met olie vullen volgens de instructies in deze handleiding. Als u de motor
zonder olie start, zal deze onherstelbaar worden beschadigd. Dit valt niet onder de
garantie.
We adviseren voor de beste prestaties het gebruik van door Briggs & Stratton
®
garantie
gecertificeerde soorten olie. U kunt ook andere hoogwaardige soorten reinigingsolie
gebruiken, als deze geschikt zijn voor SF, SG, SH, SJ of hoger. Gebruik geen speciale
additieven.
De buitentemperaturen bepalen de correcte olieviscositeit voor de motor. Bepaal met
behulp van de tabel de beste viscositeit voor het verwachtebuitentemperatuurbereik.
Motoren op tuinmachines opereren goed met 5W-30 Synthetische olie. Voor apparatuur
die wordt gebruikt onder hoge temperaturen biedt Vanguard
®
15W-50 Synthetische olie
de beste bescherming.
A SAE 30:Onder 40°F (4°C) leidt het gebruik van SAE 30 tot problemen bij
het starten.
B 10W-30:Boven 80°F (27°C) kan het gebruik van 10W-30 leiden tot een
hoger olieverbruik. Controleer het oliepeil vaker.
C 5W-30
D Synthetisch 5W-30
E
Vanguard
®
Synthetisch 15W-50
Oliepeil controleren
Zie Afbeelding: 3
Voordat de olie bijgevuld of gecontroleerd wordt
Zorg ervoor dat de motor waterpas staat.
Verwijder eventueel vuil uit het olievulgebied.
1. Verwijder de peilstok (A, Afbeelding 3) en veeg deze met een schone doek af.
2. Plaats de peilstok (A, Afbeelding 3). Niet draaien of vastzetten.
3. Verwijder de peilstok en controleer het oliepeil. Het oliepeil is juist als het
bovenaan bij de indicator voor vol (B, Afbeelding 3) op de peilstok staat.
4. Als het oliepeil laag is, voeg dan langzaam olie toe via de olievulopening (C,
Afbeelding 3). Vul zover bij totdat olie bijna naar buiten stroomt.
5. Plaats de peilstok (A, Afbeelding 3) terug en draai deze vast.
Oliepeilcontrolesysteem (indien
aanwezig)
Sommige motoren zijn voorzien van een oliepeilsensor. Als het oliepeil laag is, activeert
de sensor een waarschuwingslampje of wordt de motor uitgeschakeld. Schakel de
motor uit en voer deze stappen uit voordat u de motor weer start.
Zorg ervoor dat de motor waterpas staat.
Controleer het oliepeil. Zie het deel Oliepeil controleren .
Als het oliepeil laag is, moet u de juiste hoeveelheid olie toevoegen. Start de motor
en controleer of het waarschuwingslampje (indien aanwezig) niet is geactiveerd.
Als het oliepeil niet laag is, start de motor niet. Raadpleeg een erkende Briggs &
Stratton-dealer voor instructies over de afstelling voor grote hoogtes.
Aanbevolen brandstof
De brandstof moet aan deze eisen voldoen:
Schone, verse, loodvrije benzine.
Minimaal 87 octaan/87 AKI (91 RON). Zie hieronder voor gebruik op grote hoogte.
Benzine met tot 10% ethanol (gasahol) is toegestaan.
OPGEPAST Gebruik geen benzine die niet is goedgekeurd zoals E15 en
E85. Meng geen olie in de benzine en pas de motor niet aan voor alternatieve
brandstoffen. Het gebruik van niet-goedgekeurde brandstoffen zal schade
veroorzaken aan onderdelen van de motor. Dit wordt niet gedekt door de garantie.
Voeg een brandstofstabilisator aan de brandstof toe om het brandstofsysteem tegen
gomvorming te beschermen. Zie Opslag. Niet alle brandstoffen zijn gelijk. Verander
bij start- of prestatieproblemen van tankstation of merk. Deze motor is gecertificeerd
om op benzine te lopen. Het emissieregelsysteem voor deze motor is EM (Engine
Modifications).
Grote hoogte
Op hoogtes van meer dan 1.524 meter (5.000 voet) is benzine met minimaal 85
octaan/85 AKI (89 RON) toegestaan.
71
Motoren met carburateur moeten worden afgesteld om hun prestaties te behouden.
Gebruik zonder deze afstelling veroorzaakt slechtere prestaties, een hoger
brandstofverbruik en toegenomen emissies. Raadpleeg een erkende Briggs & Stratton-
dealer voor instructies over de afstelling voor grote hoogtes. Het gebruik van de
motor op hoogtes van minder dan 762 meter met de set voor grote hoogtes wordt niet
aanbevolen.
Motoren met elektronische brandstofinjectie (EFI) hoeven niet voor grote hoogtes te
worden afgesteld.
Brandstof bijvullen
Zie Afbeelding 4
WAARSCHUWING
Brandstof en brandstofdampen zijn uiterst brandbaar en explosief.
Brand of explosie kan ernstige brandwonden of de dood veroorzaken.
Bij het bijvullen van brandstof
Schakel de motor uit en laat de motor ten minste gedurende 2 minuten afkoelen
voordat u de benzinedop verwijdert.
Vul de brandstoftank buiten of in een goed geventileerde ruimte.
Vul de brandstoftank niet te veel. Vul de brandstoftank niet tot boven de onderkant
van de hals, zodat de brandstof kan uitzetten
Houd de brandstof uit de buurt van vonken, open vlammen, waakvlammen, hitte
en andere ontstekingsbronnen.
Controleer brandstofleidingen, tank, vuldop en koppelingen regelmatig op barsten
of lekken. Vervang deze, indien noodzakelijk
Indien brandstof wordt gemorst, dient u te wachten tot deze verdampt is voordat u
de motor start.
1. Reinig het gebied rond de tankdop Verwijder de tankdop.
2. Vul de brandstoftank (A, Afbeelding 4) met brandstof. Vul de brandstoftank niet tot
boven de onderkant van de nek zodat de brandstof kan uitzetten.
3. Draai de tankdop weer vast.
De motor starten en stoppen
Zie Afbeelding: 5
De motor starten
WAARSCHUWING
Wanneer het startkoord zich snel terugtrekt (terugslag), worden uw hand en
arm sneller naar de motor getrokken dan u kunt loslaten.
Gebroken botten, kneuzingen of verstuikingen kunnen het resultaat zijn.
Trek bij het starten van de motor het startkoord langzaam uit tot er weerstand
gevoeld wordt en trek dan snel om terugslag te voorkomen.
WAARSCHUWING
Brandstof en brandstofdampen zijn uiterst brandbaar en explosief.
Brand of explosie kunnen ernstige brandwonden of de dood veroorzaken.
Bij het starten van motor
Zorg dat de bougie, de geluiddemper, de benzinedop en het luchtfilter (indien
aanwezig) op hun plaats zijn en goed vastzitten.
Probeer de motor niet te starten terwijl de bougie verwijderd is.
Als de motor verzuipt, zet de choke (indien aanwezig) in de stand OPEN/
DRAAIEN, zet de gashendel (indien aanwezig) in de stand SNEL en start de
motor totdat deze aanslaat.
WAARSCHUWING
GEVAAR VAN GIFTIG GAS. Motoruitlaatgassen bevatten koolmonoxide, een
giftig gas dat u binnen enkele minuten doodt. U kunt het NIET zien, ruiken of
proeven. Ook al ruikt u de uitlaatgassen niet, u kunt toch zijn blootgesteld aan
koolmonoxide. Als u zich tijdens het gebruik van dit product misselijk, duizelig
of zwak begint te voelen, schakel het product dan uit en ga ONMIDDELLIJK de
frisse lucht in. Raadpleeg een arts. Het kan zijn dat u koolmonoxidevergiftiging
heeft.
Gebruik dit product ALLEEN buiten, ver uit de buurt van vensters, deuren en
ventilatieopeningen om te voorkomen dat koolstofmonoxidegas zich verzamelt en
naar gebruikte ruimten wordt gezogen.
Plaats koolmonoxidemelders met batterijen of melders op netvoeding met
reservebatterij volgens de instructies van de fabrikant. Rookmelders kunnen geen
koolmonoxide detecteren.
Gebruik dit product NIET in huizen, garages, kelders, kruipruimten, schuurtjes
of andere gedeeltelijk afgesloten ruimten, ook niet met gebruik van ventilatoren
of met geopende deuren en of ramen als ventilatie. In deze ruimten kan snel
koolmonoxide worden gevormd en dit kan uren blijven hangen, zelfs als het
product al is uitgeschakeld
Plaats dit product ALTIJD met de wind mee en richt de motoruitlaat altijd weg van
gebruikte ruimtes.
OPGEPAST Deze motor werd door Briggs & Stratton zonder olie verzonden.
Voordat u de motor start, moet u de motor met olie vullen volgens de instructies
in deze handleiding. Als u de motor zonder olie start, raakt deze onherstelbaar
beschadigd. Dit valt niet onder de garantie.
Opmerking:Sommige apparaten hebben een afstandsbediening Kijk in de betreffende
handleiding voor de locatie en de bediening van de afstandsbediening.
1. Controleer de motorolie. Zie het deel Het oliepeil controleren .
2. Zorg ervoor dat aandrijvingsbedieningen, indien aanwezig, zijn ontkoppeld.
3. Zet de stopschakelaar (A, Afbeelding 5), indien aanwezig, in de stand ON.
4. Zet de gashendel (B, Afbeelding 5) (indien aanwezig) in de stand SNEL. Bedien
de motor in de stand SNEL.
5. Zet de chokeregeling (C, Afbeelding 5) in de stand CHOKE.
Opmerking:De chokefunctie is meestal niet nodig als u een warme motor opnieuw start.
6. Zet de brandstofkraan (D, Afbeelding 5) (indien aanwezig) in de stand OPEN.
7. Houd de startkoordgreep (E, Afbeelding 5) stevig vast. Trek de startkoordgreep
langzaam uit tot er weerstand gevoeld wordt, en trek daarna snel.
WAARSCHUWING
Wanneer het startkoord zich snel terugtrekt (terugslag), worden uw hand en arm
sneller naar de motor getrokken dan u kunt loslaten. Gebroken botten, kneuzingen
of verstuikingen kunnen het resultaat zijn. Trek bij het starten van de motor het
startkoord langzaam uit tot er weerstand gevoeld wordt en trek dan snel om terugslag
te voorkomen.
8. Zet de chokeregeling (C, Afbeelding 5) in de stand DRAAIEN terwijl de motor
opwarmt.
Opmerking:Indien de motor na herhaalde pogingen niet start, ga dan naar
BRIGGSandSTRATTON.com of bel 1-800-233-3723 (in de VS).
De motor stoppen
WAARSCHUWING
Brandstof en brandstofdampen zijn uiterst brandbaar en explosief.
Brand of explosie kunnen ernstige brandwonden of de dood veroorzaken.
De carburateur niet choken om de motor te stoppen.
1. Stopschakelaar (indien aanwezig): Zet de stopschakelaar (A, Afbeelding 5) in
de stand STOP.
Gashendel, indien aanwezig: Zet de gashendel (B) in de stand LANGZAAM en
daarna in de stand STOP.
2. Zet de brandstofkraan (D, Afbeelding 5) (indien aanwezig) in de stand GESLOTEN
nadat de motor is gestopt.
Onderhoud
OPGEPAST Als de motor tijdens het onderhoud wordt gekanteld, moet de
brandstoftank leeg zijn en moet de bougiekant omhoog wijzen. Als de benzinetank
niet leeg is of als de motor een andere kant op wordt gekanteld, kan starten lastig
worden omdat het luchtfilter en/of de bougie dan vervuild kan zijn door olie of
benzine.
WAARSCHUWING
Wanneer er onderhoud wordt uitgevoerd waarvoor de unit gekanteld moet worden,
dient de brandstoftank leeg te zijn, anders kan er brandstof uitlekken, wat kan leiden
tot brand en explosie.
72 BRIGGSandSTRATTON.com
Wij adviseren dat u voor al het onderhoud en alle service aan de motor en de
motoronderdelen een geautoriseerde Briggs & Stratton-dealer raadpleegt.
OPGEPAST Alle componenten die zijn gebruikt om deze motor te bouwen moeten
op hun plaats blijven voor een juiste werking.
WAARSCHUWING
Onbedoelde vonkvorming kan resulteren in brand of een elektrische schok.
Onbedoeld starten kan leiden tot beknelling, amputatie of rijtwonden.
Brandgevaar
Vóór het uitvoeren van afstellingen of reparaties:
Maak de bougiekabel los en houd de kabel op veilige afstand van de
ontstekingsbougie.
Ontkoppel de accu bij de negatieve aansluiting (alleen motoren met elektrostart).
Gebruik alleen correct gereedschap.
Verander niets aan regulateurveren, verbindingsstangen of andere onderdelen om
het motortoerental te verhogen.
Vervangende onderdelen moeten identiek zijn aan en op dezelfde positie worden
geïnstalleerd als de originele onderdelen. Andere onderdelen zullen minder goed
werken, kunnen de eenheid beschadigen en kunnen letsel veroorzaken
Sla niet met een hamer of hard voorwerp tegen het vliegwiel omdat het vliegwiel
anders later tijdens bedrijf kan barsten.
Bij het testen op vonkvorming:
Gebruik een goedgekeurde bougietester.
Controleer niet op vonkvorming wanneer de bougie verwijderd is.
Onderhoud aan de emissieregeling
Onderhoud, vervanging en reparatie van de apparatuur en systemen voor
de emissieregeling mogen worden uitgevoerd door een persoon of bedrijf
gespecialiseerd in de reparatie van niet op de weg gebruikte motoren. Het
onderhoud van de emissieregeling kan zonder kosten worden uitgevoerd door een
erkende dealer. Zie de verklaringen voor emissieregeling.
Onderhoudsschema
Na de eerste 5 uur
Olie verversen
Iedere 8 uur of dagelijks
Oliepeil motor controleren
Reinigen rond geluiddemper en bedieningselementen
Luchtinlaatrooster reinigen
Iedere 25 uur of jaarlijks
Luchtfilter reinigen
1
Voorfilter reinigen
1
Iedere 50 uur of jaarlijks
Motorolie verversen
Demper en vonkenvanger controleren
Iedere 100 uur
Tandwielreductieolie (indien aanwezig) vervangen
Jaarlijks
Bougie vervangen
Brandstoffilter vervangen
Voorreiniger vervangen
Luchtkoelsysteem reinigen
1
1
*Vaker reinigen onder stoffige omstandigheden of wanneer zich veel zwevend
vuil in de omgeving bevindt.
Carburateur en motortoerental
Stel de carburateur of het motortoerental nooit af. De carburateur is in de fabriek
afgesteld voor een efficiënte werking onder de meest gangbare omstandigheden.
Verander niets aan de regulateur, koppelingen of andere onderdelen om het
motortoerental te verhogen. Als er afstellingen moeten worden uitgevoerd, neem contact
op met een erkende Briggs & Stratton-servicedealer.
OPGEPAST De fabrikant van de apparatuur heeft het maximale toerental voor de
motor zoals geïnstalleerd in de apparatuur gespecificeerd. Overschrijd dit toerental
niet. Als u niet weet wat het maximale toerental van de apparatuur is of waarop het
motortoerental in de fabriek is ingesteld, neem contact op met een erkende Briggs
& Stratton-servicedealer. Voor een veilige en juiste bediening van de apparatuur
mag het motortoerental uitsluitend worden afgesteld door een gekwalificeerde
servicemonteur.
Voer onderhoud uit aan de bougie.
Zie Afbeelding 6
Controleer de elektrodeafstand (A, Afbeelding 6) met een draadkaliber (B). Stel
zonodig de afstand bij Installeer de bougie en draai deze vast met het aanbevolen
aanhaalkoppel Zie voor afstelling van de elektrodeafstand en het aanhaalkoppel het
deel Specificaties .
Opmerking:*In sommige gebieden schrijven plaatselijke wetten het gebruik voor
van weerstandsbougies om ontstekingssignalen te onderdrukken Indien deze motor
origineel was uitgerust met een weerstandsbougie, gebruik dan voor vervanging
hetzelfde type bougie.
Onderhoud aan het uitlaatsysteem
WAARSCHUWING
Draaiende motoren produceren warmte. Motoronderdelen, vooral
geluiddempers, worden zeer heet.
Ernstige brandwonden kunnen optreden bij contact.
Brandbaar vuil, zoals bladeren, gras en hout, kan in brand vliegen.
Laat geluiddemper, motorcilinder en koelvinnen afkoelen voordat u ze aanraakt.
Verwijder brandbare stoffen die zich in en rondom de geluiddemper en cilinder
hebben opgehoopt.
Overeenkomstig de California Public Resource Code Section 4442 is het
verboden de motor te gebruiken in of in de buurt van bos-, kreupelhout- of
grasgebied tenzij het uitlaatsysteem is uitgerust met een vonkenvanger, zoals
gedefinieerd in Section 4442, die in goede staat wordt gehouden. In andere
deelstaten of landen gelden mogelijk vergelijkbare wetten. Neem contact op met
de oorspronkelijke fabrikant, detailhandelaar of dealer voor een vonkenvanger die
ontworpen is voor het uitlaatsysteem dat op uw machine is geïnstalleerd.
Verwijder brandbare stoffen die zich in en rondom de geluiddemper en cilinder
hebben opgehoopt. Inspecteer de uitlaat op barsten, corrosie of andere beschadiging
Verwijder de vonkenvanger, als de machine hiermee is uitgerust en inspecteer deze
op beschadiging of koolverstopping Als u beschadigingen aantreft, installeer dan
vervangingsonderdelen voordat u het apparaat weer gebruikt.
WAARSCHUWING
Vervangende onderdelen moeten identiek zijn aan en op dezelfde positie worden
geïnstalleerd als de originele onderdelen. Andere onderdelen zullen minder goed
werken, kunnen de maaier beschadigen en kunnen letsel veroorzaken
Motorolie verversen
Zie Afbeelding: 7, 8
Gebruikte olie is een gevaarlijk afvalproduct en moet op de juiste manier worden
afgevoerd. Voer het niet met het huishoudelijk afval af. Raadpleeg de plaatselijke
autoriteiten, het servicecentrum of uw dealer voor veilige afvoer-/recyclingbedrijven.
Olie verwijderen
1. Ontkoppel de bougiekabel (D, Afbeelding 7) terwijl de motor uitgeschakeld maar
nog wel warm is en houd de kabel uit de buurt van de bougie (E).
2. Verwijder de peilstok (A, Afbeelding 8).
3. Verwijder de olieaftapplug (F, Afbeelding 8). Laat de olie in een goedgekeurde bak
stromen.
Opmerking:Diverse olieaftappluggen (G, Afbeelding 8) zijn gemonteerd in de motor.
4. Monteer de olieaftapplug (F, Afbeelding 8) nadat de olie is afgetapt en zet de plug
vast.
Olie bijvullen
Zorg ervoor dat de motor waterpas staat.
Verwijder eventueel vuil uit het olievulgebied.
Zie het deel Specificaties voor de oliecapaciteit.
73
1. Verwijder de peilstok (A, Afbeelding 8) en veeg deze met een schone doek af.
2. Giet langzaam olie in de vulopening voor motorolie (C, Afbeelding 8). Vul zover bij
totdat olie bijna naar buiten stroomt.
3. Plaats de peilstok (A, Afbeelding 8). Niet draaien of vastzetten.
4. Verwijder de peilstok en controleer het oliepeil. Het oliepeil is juist als het
bovenaan bij de indicator voor vol (B, Afbeelding 8) op de peilstok staat.
5. Plaats de peilstok (A, Afbeelding 8) terug en draai deze vast.
6. Sluit de bougiekabel (D, Afbeelding 7) aan op de bougie (E).
Tandwielreductieolie vervangen
Zie Afbeelding: 9, 10
6:1 Tandwielreductie (Afbeelding 9)
Indien uw motor is uitgerust met een 6:1 tandwielreductie-unit, voer onderhoud hieraan
dan als volgt uit:
1. Verwijder de olievulplug (A, Afbeelding 9) en de oliepeilplug (B).
2. Verwijder de olieaftapplug (C, Afbeelding 9) en tap de olie af in een geschikte bak.
3. Plaats de olieaftapplug (C, Afbeelding 9) terug en zet deze vast.
4. Giet tandwielsmeerolie (zie het deel Specificaties ) in de olievulopening (D,
Afbeelding 9) om de unit weer te vullen. Blijf olie naar binnen gieten totdat de olie
uit de oliepeilopening (E) stroomt.
5. Plaats de oliepeilplug (B, Afbeelding 9) terug en zet deze vast.
6. Plaats de olievulplug (A, Afbeelding 9) terug en zet deze vast.
Opmerking:De olievulplug (A, Afbeelding 9) heeft een ontluchtingsopening (F) en moet
worden gemonteerd op de bovenzijde van de afdekking van de tandwielkast, zoals
afgebeeld.
2:1 Tandwielreductie (Afbeelding 10)
De 2:1 tandwielreductie-unit (G, Afbeelding 10) vereist geen olieverversing.
Onderhoud aan het luchtfilter
Zie Afbeelding: 11, 12
WAARSCHUWING
Brandstof en brandstofdampen zijn uiterst brandbaar en explosief.
Brand of explosie kunnen ernstige brandwonden of de dood veroorzaken.
De motor mag nooit worden gestart of draaien als de luchtfiltereenheid (indien
aanwezig) of het luchtfilter (indien aanwezig ) is verwijderd.
OPGEPAST Reinig het filter niet met perslucht of oplosmiddelen. Perslucht kan het
filter beschadigen en oplosmiddelen kunnen het filter oplossen.
Zie het Onderhoudsschema voor het benodigde onderhoud.
De verschillende modellen hebben een filter van schuim of papier. Sommige modellen
zijn ook uitgerust met een optioneel voorfilter dat kan worden uitgewassen en
hergebruikt. Vergelijk de illustraties in deze handleiding met het type dat op uw motor is
gemonteerd en voer onderhoud op basis daarvan uit.
Schuimrubberen luchtfilter
1. Maak de bevestiging(en) (A, Afbeelding 11) los.
2. Verwijder het deksel (B, Afbeelding 11).
3. Verwijder de bevestiging (D, Afbeelding 11) en sluitring (E).
4. Voorkom dat er vuil in de carburateur komt door het schuimelement (C, Afbeelding
11) voorzichtig uit de houder (G) van het luchtfilter te halen.
5. Verwijder de steunkop (F, Afbeelding 11) uit het schuimelement (C).
6. Was het schuimelement (C, Afbeelding 11) in water met een vloeibaar
reinigingsmiddel. Knijp het schuimelement uit in een schone doek.
7. Verzadig het schuimelement (C, Afbeelding 11) met schone motorolie. Verwijder
overtollige motorolie door het schuimelement uit te knijpen in een schone doek.
8. Plaats de steunkop (F, Afbeelding 11) in het schuimelement (C).
9. Monteer het schuimelement (C, Afbeelding 11) in de houder (G) van het luchtfilter
en op tapbout (H). Controleer of het schuimelement goed gemonteerd is op de
houder van het luchtfilter en zet het vast met sluitring (E) en bevestiging (D).
10. Plaats het deksel (B, Afbeelding 11) en zet het goed vast met de bevestiging(en)
(A). Zorg dat de bevestiging(en) goed vast zit(ten).
Papieren luchtfilter
1. Maak de bevestiging(en) (A, Afbeelding 12) los.
2. Verwijder het deksel (B, Afbeelding 12).
3. Verwijder de bevestiging (E, Afbeelding 12).
4. Voorkom dat er vuil in de carburateur komt door het voorfilter (D, Afbeelding 12)
en het filter (C) voorzichtig uit de houder (F) van het luchtfilter te halen.
5. Tik het filter (C, Afbeelding 12) voorzichtig op een hard oppervlak om het vuil los te
maken. Als het filter zeer vuil is, vervang het dan door een nieuw filter.
6. Verwijder het voorfilter (D, Afbeelding 12) uit het filter (C).
7. Was het voorfilter (D, Afbeelding 12) in water met een vloeibaar reinigingsmiddel.
Laat het voorfilter grondig aan de lucht drogen. Breng geen olie aan op het
voorfilter.
8. Monteer het droge voorfilter (D, Afbeelding 12) op het filter (C).
9. Monteer het filter (C, Afbeelding 12) en het voorfilter (D) op de houder (F) van
het luchtfilter en op tapbout (G). Controleer of het filter goed gemonteerd is op de
houder van het luchtfilter en zet het vast met bevestiging (E).
10. Plaats het deksel (B, Afbeelding 12) en zet het goed vast met de bevestiging(en)
(A). Zorg dat de bevestiging(en) goed vast zit(ten).
Onderhoud aan het koelsysteem
WAARSCHUWING
Draaiende motoren produceren warmte. Motoronderdelen, vooral
geluiddempers, worden zeer heet.
Ernstige brandwonden kunnen optreden bij contact.
Brandbaar vuil, zoals bladeren, gras en hout, kan in brand vliegen.
Laat geluiddemper, motorcilinder en koelvinnen afkoelen voordat u ze aanraakt.
Verwijder brandbare stoffen die zich in en rondom de geluiddemper en cilinder
hebben opgehoopt.
OPGEPAST Gebruik geen water om de motor te reinigen Water kan het
brandstofsysteem verontreinigen Gebruik een borstel en droge doek om de motor te
reinigen.
Dit is een luchtgekoelde motor Vuil kan de luchtstroom belemmeren en ervoor zorgen
dat de motor oververhit raakt, wat resulteert in slechte prestaties en een verminderde
levensduur van de motor.
1. Verwijder vuil uit het luchtinlaatrooster met behulp van een borstel of droge doek.
2. Houd verbindingen, veren en bedieningen schoon
3. Zorg dat het gebied rond en achter de geluiddemper (indien aanwezig) vrij blijft
van brandbaar vuil.
4. Zorg dat er geen vuil of rommel op de koelvinnen van de spoel (indien aanwezig)
zit.
Na verloop van tijd kan zich vuil ophopen in de koelvinnen van cilinder en ervoor zorgen
dat de motor oververhit raakt. Dit vuil kan niet verwijderd worden zonder de motor
deels te demonteren Laat een erkende Briggs & Stratton-dealer het luchtkoelsysteem
inspecteren en reinigen zoals aanbevolen in het Onderhoudsschema .
Opslag
WAARSCHUWING
Brandstof en brandstofdampen zijn uiterst ontvlambaar en explosief.
Brand of explosie kan ernstige brandwonden of dodelijk letsel veroorzaken.
Bij het opslaan van brandstof of machines met brandstof in de tank
Opslaan uit de buurt van fornuizen, ovens, waterkokers of andere apparaten
die een waakvlam bevatten of andere ontstekingsbronnen, omdat deze
brandstofdampen kunnen doen ontbranden.
Brandstofsysteem
Zie figuur:13
Berg de motor waterpas op (normale bedrijfsstand). Vul de brandstoftank (A, figuur
13) met brandstof. Vul de brandstoftank niet tot boven de onderkant van de vulhals (B)
zodat de brandstof kan uitzetten.
Brandstof kan verschalen wanneer deze langer dan 30 dagen in een jerrycan wordt
bewaard. Voeg telkens u de jerrycan vult met brandstofbrandstofstabilisator toe aan de
brandstof zoals omschreven in de handleiding van de fabrikant. Zo blijft de brandstof
vers en is er minder kans op brandstofgerelateerde problemen of vervuiling in het
brandstofsysteem.
74 BRIGGSandSTRATTON.com
Het is niet nodig om de brandstof uit de motor af te tappen wanneerbrandstofstabilisator
volgens de instructies is toegevoegd. Zet de motor gedurende 2 minuten AAN vóór de
opslag om de brandstof en stabilisator door het brandstofsysteem te laten gaan.
Als de benzine in de motor niet met een brandstofstabilisator is behandeld, moet deze
in een goedgekeurde jerrycan worden afgetapt. Laat de motor draaien totdat deze stopt
door brandstofgebrek. Het gebruik van een brandstofstabilisator in de jerrycan wordt
aanbevolen om de brandstof vers te houden.
Motorolie
Ververs de motorolie als de motor nog warm is. Zie het deel Motorolie verversen .
Problemen oplossen
Als u hulp nodig hebt, neem dan contact op met uw dealer of ga naar
BRIGGSandSTRATTON.com of bel 1-800-233-3723 (in de VS).
Specificaties
Model:83100
Cilinderinhoud 7.74ci (127cc)
Boring 2.441in (62mm)
Slag 1.654in (42mm)
Oliecapaciteit 18 - 20oz (,54 - ,59L)
Type tandwielreductieolie 80W-90
Capaciteit tandwielreductieolie 4oz (,12L)
Elektrodeafstand van bougie .030in (,76mm)
Aanhaalkoppel bougie 180lb-in (20Nm)
Luchtspleet van ontstekingsspoel .006 - .010in (,15 - ,25mm)
Inlaatklepspeling .005 - .007in (,13 - ,18mm)
Uitlaatklepspeling .005 - .007in (,13 - ,18mm)
Het motorvermogen neemt met 3,5 % af voor elke 300 meter (1.000 voet) boven
zeeniveau en 1 % voor elke 5,6 °C (10 °F) boven 25 °C (77 °F). De motor werkt goed tot
een hellingshoek van 15°. Raadpleeg de gebruikershandleiding van de machine voor de
maximaal toegestane veilige hellingshoeken.
Serviceonderdelen - Model:83100
Serviceonderdeel Onderdeelnummer
Standaardluchtfilter 797258
Luchtfilter met hoge capaciteit 796970
Bougie 797235
Bougiesleutel 89838, 5023
Vonktester 19368
Wij adviseren dat u voor al het onderhoud en alle service aan de motor en de
motoronderdelen een erkende Briggs & Stratton-dealer raadpleegt.
Vermogenklasseringen: De classificatie van het brutovermogen voor individuele
benzinemotormodellen is ingedeeld conform code J1940 Vermogens- en
torsieklasseringsprocedure voor kleine motoren van de SAE (Society of Automotive
Engineers) en is geklasseerd conform SAE J1995. Torsiewaarden zijn voor een
toerental van 2.600 omw/min voor motoren waarbij "rpm" wordt aangegeven op het
label en 3060 RPM voor alle andere motoren; de paardenkrachtwaarden worden
gegeven bij 3.600 RPM. De curves voor het brutovermogen kunt u bekijken op
www.BRIGGSandSTRATTON.COM. Het nettovermogen wordt gemeten met
gemonteerde uitlaat en luchtfilter, maar het brutovermogen wordt gemeten zonder deze
onderdelen. Het werkelijke brutomotorvermogen ligt hoger dan het nettomotorvermogen
en wordt onder meer beïnvloed door omgevingsfactoren en verschillen tussen
de motoren. Gezien de vele verschillende producten waarvoor onze motoren
worden gebruikt, zal de benzinemotor mogelijk niet het nominale brutovermogen
ontwikkelen wanneer de motor wordt gebruikt in een door een motor aangedreven
machine. Dit verschil wordt veroorzaakt door diverse factoren waaronder, maar niet
uitsluitend, de verscheidenheid aan motoronderdelen (luchtfilter, uitlaat, turbo, koelen,
carburateur, brandstofpomp etc.), toepassingsbeperkingen, omgevingsfactoren
(temperatuur, vochtigheid, hoogte) en verschillen tussen motoren. Vanwege productie-
en capaciteitsbeperkingen kan het zijn dat Briggs & Stratton een motor met een hoger
nominaal vermogen gebruikt in plaats van de standaardmotor voor deze serie.
Garantie
Garantie op de motor van Briggs &
Stratton
Per januari 2019
Beperkte garantie
Briggs & Stratton garandeert dat het, gedurende de hieronder vermelde garantieperiode,
elk onderdeel dat gebrekkig is in materiaal of vakmanschap of beide, kosteloos
repareert of vervangt. Transportkosten voor producten die onder deze garantie voor
reparatie of vervanging worden aangeboden, zijn voor rekening van de koper. Deze
garantie is geldig voor- en onderhavig aan de onderstaande periodes en voorwaarden.
Voor garantieservice kunt u de dichtstbijzijnde erkende servicedealer vinden met behulp
van de dealerzoekfunctie op BRIGGSandSTRATTON.COM. De koper moet contact
opnemen met de erkende servicedealer en het product beschikbaar stellen aan de
erkende servicedealer voor inspectie en testen.
Er is geen andere uitdrukkelijke garantie. Impliciete garanties, inclusief voor
verkoopbaarheid en geschiktheid voor een bepaald doel, zijn beperkt tot
de hieronder gespecificeerde garantieperiode of in de wettelijke toegestane
mate.Aansprakelijkheid voor incidentele of gevolgschades zijn uitgesloten voor
zover deze uitsluiting wettelijk is toegestaan. Sommige staten of landen staan geen
beperkingen toe op de duur van een impliciete garantie en sommige staten of landen
staan de uitsluiting of beperking van incidentele of gevolgschade niet toe, dus de
bovenstaande beperking en uitsluiting zijn mogelijk niet op u van toepassing. Deze
garantie geeft U bepaalde specifieke wettelijke rechten en U kunt mogelijk andere
rechten hebben die van rechtsgebied tot rechtsgebied variëren
4
.
Standaardvoorwaarden voor de garantie
1, 2, 3

Vanguard®; Commercial Series
3
Particulier gebruik - 36 maanden
Commercieel gebruik - 36 maanden
Modelreeks XR
Particulier gebruik - 24 maanden
Commercieel gebruik - 24 maanden
Alle overige motoren, waaronder de Dura-Bore™ Gietijzeren Voering
Particulier gebruik - 24 maanden
Commercieel gebruik - 12 maanden
Alle overige motoren
Particulier gebruik - 24 maanden
Commercieel gebruik - 3 maanden
1
Dit zijn onze standaardvoorwaarden voor garantie, maar er kunnen aanvullende
garantiebepalingen zijn die op het moment van publicatie nog niet waren
bepaald. Ga voor alle actuele garantievoorwaarden voor uw motor naar
BRIGGSandSTRATTON.com of neem contact op met uw erkende Briggs &
Stratton-servicedealer.
2
Er wordt geen garantie verleend op motoren op apparatuur die worden
gebruikt voor primair vermogen in plaats van een hulpmotor of als stand-by
generator voor commerciële doeleinden, utiliteitsvoertuigen die harder gaan dan
25MPH of motoren die in racewedstrijden worden gebruikt of in commerciële of
verhuurtrajecten.
3
Vanguard geïnstalleerd op stand-by generatoren 24 maanden voor particulier
gebruik, geen garantie bij commercieel gebruik. Commercial Series met
fabricagedatum vóór juli 2017: 24 maanden particulier gebruik, 24 maanden
commercieel gebruik.
4
In Australië - onze artikelen worden geleverd met garanties die onder de
Australische consumentenwetgeving niet uitgesloten kunnen worden. U hebt recht
op vervanging of terugbetaling voor een zware fout en voor vergoeding van enige
andere redelijkerwijs te verwachten vorm van verlies of schade. U hebt ook het
recht om de goederen te laten repareren of vervangen als de goederen niet van
een acceptabele kwaliteit zijn en de storing niet tot een ernstige fout leidt. Zoek
voor garantieservice de dichtstbijzijnde Erkende Service Dealer op met onze
dealerkaart op BRIGGSandSTRATTON.COM, of bel 1300 274 447, of mail of
schrijf naar [email protected], Briggs & Stratton Australia
Pty Ltd, 1 Moorebank Avenue, Moorebank, NSW, Australië, 2170.
De garantieperiode begint op de datum van aankoop door de eerste consument of
commerciële klant. “Particulier gebruik” betekent persoonlijk residentieel gezinsgebruik
door een detailhandelsconsument. “Commercieel gebruik” betekent ieder ander gebruik,
inclusief het gebruik voor commerciële huurdoeleinden of voor het genereren van
inkomen. Als een motor eenmaal commercieel gebruikt is, dan zal deze daarna voor
deze garantie als commercieel gebruikt worden beschouwd.
Bewaar uw aankoopbewijs. Als u geen bewijs van de oorspronkelijke
aankoopdatum verstrekt op het moment dat u een beroep op de garantieservice
doet, wordt de productiedatum van het product gebruikt om de garantieperiode
te bepalen. Productregistratie is niet vereist om garantieservice voor Briggs &
Stratton-producten te verkrijgen.
75
Over uw garantie
Deze garantie dekt uitsluitend aan de motor gerelateerde defecte materialen en/of
bewerkingen, en niet vervanging of vergoeding van de machine waarop de motor
gemonteerd kan zijn. Routineonderhoud, afstellingen, aanpassingen of normale slijtage
vallen niet onder deze garantie. De garantie is ook niet van toepassing als de machine
is gewijzigd of aangepast, of als het serienummer van de motor is beschadigd of
verwijderd. Deze garantie geldt niet voor schade aan de motor of prestatieproblemen
door:
1. Het gebruik van niet-originele Briggs & Stratton-onderdelen.
2. Het laten draaien van de motor met onvoldoende, vervuilde of de onjuiste soort
smeerolie;
3. Het gebruik van vervuilde of niet-verse brandstof, benzine verrijkt met meer
dan 10% ethanol of het gebruik van alternatieve brandstoffen zoals vloeibare
petroleum of aardgas bij motoren die oorspronkelijk niet zijn ontwikkeld/
gefabriceerd door Briggs & Stratton om op dergelijke brandstoffen te draaien;
4. Vuil dat in de motor terecht is gekomen vanwege een onjuist onderhoud of een
onjuiste hermontage van de luchtfilter;
5. Het raken van een object met een snijblad van een roterende grasmaaier, losjes
of onjuist geïnstalleerde bladtussenstukken, waaiers of andere aan de krukas
gekoppelde onderdelen, of excessieve strakheid van de v-snaar;
6. Bijbehorende onderdelen en eenheden zoals koppelingen, aandrijvingen en
afstandsbedieningen van apparatuur die niet door Briggs & Stratton zijn geleverd;
7. Oververhitting als gevolg van grasmaaisel, vuil en rommel of nesten van
knaagdieren die de koelvinnen of het vliegwielgebied verstoppen of erin zitten, of
door de motor te laten draaien zonder voldoende ventilatie;
8. Excessieve trillingen als gevolg van een te hoge snelheid, een te losjes
gemonteerde motor, losse of niet-uitgebalanceerde snijbladen of waaiers of
onjuiste koppeling van onderdelen van de apparatuur aan de krukas;
9. Verkeerd gebruik, gebrek aan routineonderhoud, verzending, omgang met of
opslag van apparatuur, of onjuiste installatie van de motor.
Garantieservice is alleen beschikbaar via Briggs & Stratton Geautoriseerde
Service Dealers. U vindt uw dichtstbijzijnde Geautoriseerde Service Dealer in
onze “dealer locator” kaart op www.BRIGGSsandSTRATTON.COM of door te
bellen naar 1-800-233-3723 (in de VS).
80004537 (Rev. F)

Documenttranscriptie

Copyright © Briggs & Stratton Corporation, Milwaukee, WI, USA. Alle rechten voorbehouden. Deze handleiding bevat veiligheidsinformatie om u bewust te maken van de gevaren en risico’s die verband houden met motoren, evenals hoe deze te voorkomen. Daarnaast leest u in deze handleiding hoe u de motor op de juiste manier gebruikt en onderhoudt. Omdat Briggs & Stratton niet noodzakelijkerwijs weet welke machine deze motor aandrijft, is het belangrijk dat u deze instructies en die van de machine die deze motor aandrijft leest en begrijpt. Bewaar deze originele instructies voor naslag in de toekomst. Opmerking: De afbeeldingen en illustraties in deze handleiding zijn uitsluitend bedoeld als referentie en kunnen afwijken van uw eigen model. Neem bij vragen contact op met uw dealer. Noteer ten behoeve van vervangingsonderdelen of technische ondersteuning hieronder het motormodel, het type en de codenummers, evenals de aanschafdatum. Zie voor de locatie van deze nummers de pagina Kenmerken en bedieningsfuncties . Aankoopdatum Motormodel - Type - Uitrusting Serienummer motor Contactinformatie voor Europees kantoor Voor vragen over Europese emissies kunt u contact opnemen met ons Europese kantoor op: Gevarensymbolen en hun betekenis Veiligheidsinformatie over gevaren die tot persoonlijk letsel kunnen leiden. Zorg dat u de gebruiksaanwijzing hebt gelezen en begrepen voordat u de eenheid bedient of onderhoud aan de eenheid uitvoert. Brandgevaar Explosiegevaar Gevaar voor schokken Gevaar van giftige dampen Gevaar voor hete oppervlakken Gevaar voor geluid oorbescherming aanbevolen bij langdurige blootstelling. Gevaar voor weggeworpen onderwerpen - Draag oogbescherming. Explosiegevaar Gevaar voor bevriezing Gevaar voor terugslag Gevaar voor amputatie bewegende onderdelen Chemicaliëngevaar Gevaar voor thermische warmte Corrosief Max-Born-Straße 2, 68519 Viernheim, Duitsland. Fase V (5) van de Europese Unie (EU): Kooldioxide (CO2)niveaus Kooldioxideniveaus van Briggs & Stratton EU-motoren met een typecertificaat kunnen worden gevonden door in het zoekvenster op BriggsandStratton.com CO2 in te voeren. Recycling-informatie Alle verpakkingen, gebruikte olie en accu’s moeten worden gerecycled conform de betreffende regelgeving van de overheid. Veiligheid van de gebruiker Veiligheidssymbool en signaalwoorden Het veiligheidssymbool ( ) wordt gebruikt om veiligheidsinformatie te identificeren over gevaren die in persoonlijk letsel kunnen resulteren. Een signaalwoord (GEVAAR, WAARSCHUWING, of VOORZICHTIG) wordt gebruikt samen met het waarschuwingspictogram om te wijzen op de waarschijnlijkheid en de mogelijke ernst van het letsel. Verder kan een gevarensymbool worden gebruikt om de soort gevaar aan te duiden. GEVAAR duidt op een risico, dat indien het niet wordt vermeden, zal leiden tot de dood of een ernstig lichamelijk letsel. WAARSCHUWING duidt op een risico, dat indien het niet wordt vermeden, kan leiden tot de dood of een ernstig lichamelijk letsel. VOORZICHTIG duidt op een gevaar dat, indien het niet wordt voorkomen, kan resulteren in licht of matig letsel. OPGEPAST duidt op een situatie die schade aan het product zou kunnen veroorzaken. 68 Veiligheidsberichten WAARSCHUWING De motoren van Briggs & Stratton® zijn niet bedoeld voor en mogen niet worden gebruikt met: funkarts, go-karts, kinder-, vrijetijds- of terreinvoertuigen (ATV's), motorfietsen, hovercrafts, luchtvaartproducten of voertuigen die worden gebruikt bij wedstrijden die niet zijn goedgekeurd door Briggs & Stratton. Ga voor meer informatie over producten voor racewedstrijden naar www.briggsracing.com. Neem voor gebruik in bedrijfsvoertuigen en naast elkaar geplaatste terreinwagens contact op met Briggs & Stratton Power Application Center, 1-866-927-3349. Verkeerd gebruik van motoren kan leiden tot ernstig of zelfs fataal letsel. WAARSCHUWING Brandstof en brandstofdampen zijn uiterst ontvlambaar en explosief. Brand of explosie kan ernstige brandwonden of dodelijk letsel veroorzaken. Bij het toevoegen van brandstof • Schakel de motor uit en laat de motor ten minste gedurende 2 minuten afkoelen voordat u de benzinedop verwijdert. • Vul de brandstoftank buiten of in een goed geventileerde ruimte. • Vul de brandstoftank niet te veel. Vul de brandstoftank niet tot boven de onderkant van de nek zodat de brandstof kan uitzetten. • Houd de brandstof uit de buurt van vonken, open vlammen, waakvlammen, hitte en andere ontstekingsbronnen. • Controleer brandstofleidingen, tank, vuldop en koppelingen regelmatig op barsten of lekkages. Vervang deze, indien noodzakelijk. • Indien brandstof wordt gemorst, dient u te wachten tot deze verdampt is voordat u de motor start. Bij het starten van motor • Zorg dat de bougie, de geluiddemper, de benzinedop en het luchtfilter (indien aanwezig) aanwezig zijn en goed vastzitten. • Probeer de motor niet te starten als de bougie verwijderd is. BRIGGSandSTRATTON.com • Als de motor verzuipt, zet de choke (indien aanwezig) in de stand OPEN/ DRAAIEN, zet de gashendel (indien aanwezig) in de stand SNEL en start de motor totdat deze aanslaat. Tijdens het bedienen van de apparatuur • De motor of machine NIET kantelen tot een hoek die veroorzaakt dat brandstof gemorst wordt. • Choke de carburateur niet om de motor te stoppen. • Start of laat de motor niet draaien als de lucht filtereenheid (indien aanwezig) of het luchtfilter (indien aanwezig) is verwijderd. WAARSCHUWING Handen, voeten, haren, kleding of accessoires kunnen tegen ronddraaiende onderdelen aan komen of er tussen beklemd raken. Traumatische amputatie of ernstige scheurwonden kunnen het resultaat zijn. • • • • Tijdens het olie verversen • Als u de olie aftapt uit de olievul buis boven, dan moet de brandstoftank leeg zijn, anders kan er brandstof uitlekken wat kan leiden tot brand en explosie. De machine gebruiken met afschermingen op hun plaats. Houd handen en voeten weg van draaiende onderdelen. Bind lang haar bij elkaar en doe uw sieraden af. Draag geen loszittende kleding, hangende trekkoorden of zaken die verstrikt kunnen raken. Tijdens het kantelen van de unit voor onderhoud • Wanneer er onderhoud wordt uitgevoerd waarvoor de eenheid moet worden gekanteld, dient de brandstoftank leeg te zijn. Anders kan er brandstof uit lekken, wat kan leiden tot brand en explosie. Tijdens het transporteren van de apparatuur • Vervoeren met brandstoftank LEEG of met brandstofafsluitklep in de GESLOTEN stand. Bij het opslaan van brandstof of machines met brandstof in de tank WAARSCHUWING Draaiende motoren produceren hitte. Motoronderdelen, vooral geluiddempers, worden uiterst heet. Dit kan bij aanraking ernstige brandwonden veroorzaken. Brandbare resten, zoals bladeren, gras, snoeihout enz. kunnen vlam vatten. • Laat de geluiddemper, motorcilinder en vinnen afkoelen voor u ze aanraakt. • Verwijder opgehoopt vuil uit de gebieden rondom de geluiddemper en de cilinder. • Overeenkomstig de California Public Resource Code Section 4442 is het verboden de motor te gebruiken in de buurt van een bos-, kreupelhout- of grasgebied tenzij het uitlaatsysteem is uitgerust met een vonkenvanger, zoals gedefinieerd in Section 4442, die in goede staat wordt gehouden. Andere staten en federale jurisdicties kunnen soortgelijke wetgeving hebben. Neem contact op met de fabrikant, verkoper of dealer om een vonkenvanger te verkrijgen die geschikt is voor het op deze motor gemonteerde uitlaatsysteem. • Opslaan uit de buurt van fornuizen, ovens, waterkokers of andere apparaten die een waakvlam bevatten of andere ontstekingsbronnen, omdat deze brandstofdampen kunnen doen ontbranden. WAARSCHUWING Starten van motor gaat gepaard met vonkvorming. Vonkvorming kan ontvlambare gassen in de buurt doen ontsteken. Dit kan explosie en brand veroorzaken. • Indien zich aardgas of LPG lekkage in de buurt bevindt, de motor niet starten. • Gebruik geen onder druk staande startvloeistoffen omdat de dampen brandbaar zijn. WAARSCHUWING Onbedoelde vonken kunnen resulteren in brand of een elektrische schok. Ongewild opstarten kan leiden tot beknelling, traumatische amputatie of scheurwonden. Brandgevaar WAARSCHUWING GEVAAR VAN GIFTIG GAS. Motoruitlaatgassen bevatten koolmonoxide, een giftig gas dat u binnen enkele minuten doodt. U kunt het NIET zien, ruiken of proeven. Ook al ruikt u de uitlaatgassen niet, u kunt toch zijn blootgesteld aan koolmonoxide. Als u zich tijdens het gebruik van dit apparaat misselijk, duizelig of zwak begint te voelen, schakel het dan uit, en ga METEEN de frisse lucht in. Raadpleeg een arts. Het kan zijn dat u koolmonoxidevergiftiging heeft. • Gebruik dit product ALLEEN buiten en ver weg van ramen, deuren en ventilatieopeningen om te voorkomen dat koolmonoxidegas zich kan verzamelen en in deze bewoonde ruimten terecht kan komen. • Plaats koolmonoxidemelders op batterijen of melders op netvoeding met reservebatterij volgens de instructies van de fabrikant. Rookmelders kunnen geen koolmonoxide detecteren. • Gebruik dit product NIET in huizen, garages, kelders, kruipruimten, schuurtjes of andere gedeeltelijk afgesloten ruimten, ook niet met gebruik van ventilatoren of met geopende deuren en of ramen als ventilatie. In deze ruimten kan snel koolmonoxide worden gevormd en dit kan uren blijven hangen, zelfs als de motor al is uitgeschakeld. • Plaats dit product ALTIJD met de wind mee en richt de motoruitlaat altijd van gebruikte ruimtes weg. WAARSCHUWING Wanneer het startkoord zich snel terugtrekt (terugslag), worden uw hand en arm sneller naar de motor getrokken dan u kunt loslaten. Gebroken botten, breuken, kneuzingen of verstuikingen kunnen het resultaat zijn. • Trek bij het starten van de motor het startkoord langzaam uit tot er weerstand gevoeld wordt en trek dan snel om terugslag te voorkomen. • Verwijder alle externe machine-/motorbelastingen voordat de motor gestart wordt. • Direct verbonden machinecomponenten zoals, maar niet beperkt tot, messen, aandrijvingen, poelies, tandwielen enz., moeten stevig bevestigd zijn. Vóór het uitvoeren van instellingen of reparaties: • Maak de bougie kabel los en houd de kabel op veilige afstand van de ontstekingsbougie. • Koppel de minkabel van de accu los (alleen bij maaiers met elektrisch starten). • Gebruik alleen correct gereedschap. • Verander niets aan de regulateur, koppelingen of andere onderdelen om het motortoerental te verhogen. • Vervangende onderdelen moeten identiek zijn aan en op dezelfde positie worden geïnstalleerd als de originele onderdelen. Andere onderdelen zullen minder goed werken, kunnen de maaier beschadigen en kunnen letsel veroorzaken. • Sla niet met een hamer of hard voorwerp tegen het vliegwiel omdat het vliegwiel anders later uit elkaar kan vliegen tijdens gebruik. Bij het testen op vonkvorming: • Gebruik een goedgekeurde bougietester. • Controleer niet op vonkvorming wanneer de bougie verwijderd is. Kenmerken en bedieningselementen Bedieningselementen van de motor Vergelijk de illustratie (Afbeelding: 1, 2) met uw motor om uzelf vertrouwd te maken met de plaats van de diverse functies en bedieningselementen. A. Motoridentificatienummers Model - Type - Code B. Bougie C. Luchtfilter D. Choke E. Startkoordgreep F. Vingerbescherming G. Gashendel (indien aanwezig) 69 H. Stopschakelaar (indien aanwezig) I. Brandstoftank en –dop J. Olieaftapplug K. Olievulopening L. Demper, demperbescherming (indien aanwezig), vonkenvanger (indien aanwezig) M. Tandwielreductie-unit (indien aanwezig) N. Brandstofkraan Machinebedieningssymbolen en hun betekenis Motortoerental - SNEL Motortoerental - STOP Motortoerental - LANGZAAM AAN - UIT Motor starten - choke GESLOTEN Motor starten - choke OPEN Tankdop Brandstofkraan - OPEN Brandstofkraan - GESLOTEN A SAE 30: Onder 40 °F (4 °C) leidt het gebruik van SAE 30 tot problemen bij het starten. B 10W-30: Boven 80 °F (27 °C) kan het gebruik van 10W-30 leiden tot een hoger olieverbruik. Controleer het oliepeil vaker. C 5W-30 D Synthetisch 5W-30 E Vanguard ® Synthetisch 15W-50 Oliepeil controleren Zie Afbeelding: 3 Voordat de olie bijgevuld of gecontroleerd wordt • Zorg ervoor dat de motor waterpas staat. • Verwijder eventueel vuil uit het olievulgebied. Brandstofniveau Maximum Voeg niet te veel brandstof toe Bediening Aanbevolen olie Oliecapaciteit: zie het hoofdstuk Specificaties. OPGEPAST Deze motor werd door Briggs & Stratton zonder olie op transport gezet. Machinefabrikanten of dealers hebben mogelijk olie aan de motor toegevoegd. Voordat u de motor voor de eerste keer start, moet u het oliepeil controleren en de motor met olie vullen volgens de instructies in deze handleiding. Als u de motor zonder olie start, zal deze onherstelbaar worden beschadigd. Dit valt niet onder de garantie. ® We adviseren voor de beste prestaties het gebruik van door Briggs & Stratton garantie gecertificeerde soorten olie. U kunt ook andere hoogwaardige soorten reinigingsolie gebruiken, als deze geschikt zijn voor SF, SG, SH, SJ of hoger. Gebruik geen speciale additieven. De buitentemperaturen bepalen de correcte olieviscositeit voor de motor. Bepaal met behulp van de tabel de beste viscositeit voor het verwachtebuitentemperatuurbereik. Motoren op tuinmachines opereren goed met 5W-30 Synthetische olie. Voor apparatuur ® die wordt gebruikt onder hoge temperaturen biedt Vanguard 15W-50 Synthetische olie de beste bescherming. 1. Verwijder de peilstok (A, Afbeelding 3) en veeg deze met een schone doek af. 2. Plaats de peilstok (A, Afbeelding 3). Niet draaien of vastzetten. 3. Verwijder de peilstok en controleer het oliepeil. Het oliepeil is juist als het bovenaan bij de indicator voor vol (B, Afbeelding 3) op de peilstok staat. 4. Als het oliepeil laag is, voeg dan langzaam olie toe via de olievulopening (C, Afbeelding 3). Vul zover bij totdat olie bijna naar buiten stroomt. 5. Plaats de peilstok (A, Afbeelding 3) terug en draai deze vast. Oliepeilcontrolesysteem (indien aanwezig) Sommige motoren zijn voorzien van een oliepeilsensor. Als het oliepeil laag is, activeert de sensor een waarschuwingslampje of wordt de motor uitgeschakeld. Schakel de motor uit en voer deze stappen uit voordat u de motor weer start. • Zorg ervoor dat de motor waterpas staat. • Controleer het oliepeil. Zie het deel Oliepeil controleren . • Als het oliepeil laag is, moet u de juiste hoeveelheid olie toevoegen. Start de motor en controleer of het waarschuwingslampje (indien aanwezig) niet is geactiveerd. • Als het oliepeil niet laag is, start de motor niet. Raadpleeg een erkende Briggs & Stratton-dealer voor instructies over de afstelling voor grote hoogtes. Aanbevolen brandstof De brandstof moet aan deze eisen voldoen: • Schone, verse, loodvrije benzine. • Minimaal 87 octaan/87 AKI (91 RON). Zie hieronder voor gebruik op grote hoogte. • Benzine met tot 10% ethanol (gasahol) is toegestaan. OPGEPAST Gebruik geen benzine die niet is goedgekeurd zoals E15 en E85. Meng geen olie in de benzine en pas de motor niet aan voor alternatieve brandstoffen. Het gebruik van niet-goedgekeurde brandstoffen zal schade veroorzaken aan onderdelen van de motor. Dit wordt niet gedekt door de garantie. Voeg een brandstofstabilisator aan de brandstof toe om het brandstofsysteem tegen gomvorming te beschermen. Zie Opslag. Niet alle brandstoffen zijn gelijk. Verander bij start- of prestatieproblemen van tankstation of merk. Deze motor is gecertificeerd om op benzine te lopen. Het emissieregelsysteem voor deze motor is EM (Engine Modifications). Grote hoogte Op hoogtes van meer dan 1.524 meter (5.000 voet) is benzine met minimaal 85 octaan/85 AKI (89 RON) toegestaan. 70 BRIGGSandSTRATTON.com Motoren met carburateur moeten worden afgesteld om hun prestaties te behouden. Gebruik zonder deze afstelling veroorzaakt slechtere prestaties, een hoger brandstofverbruik en toegenomen emissies. Raadpleeg een erkende Briggs & Strattondealer voor instructies over de afstelling voor grote hoogtes. Het gebruik van de motor op hoogtes van minder dan 762 meter met de set voor grote hoogtes wordt niet aanbevolen. • Plaats koolmonoxidemelders met batterijen of melders op netvoeding met reservebatterij volgens de instructies van de fabrikant. Rookmelders kunnen geen koolmonoxide detecteren. • Gebruik dit product NIET in huizen, garages, kelders, kruipruimten, schuurtjes of andere gedeeltelijk afgesloten ruimten, ook niet met gebruik van ventilatoren of met geopende deuren en of ramen als ventilatie. In deze ruimten kan snel koolmonoxide worden gevormd en dit kan uren blijven hangen, zelfs als het product al is uitgeschakeld • Plaats dit product ALTIJD met de wind mee en richt de motoruitlaat altijd weg van gebruikte ruimtes. Motoren met elektronische brandstofinjectie (EFI) hoeven niet voor grote hoogtes te worden afgesteld. Brandstof bijvullen Zie Afbeelding 4 WAARSCHUWING Brandstof en brandstofdampen zijn uiterst brandbaar en explosief. Brand of explosie kan ernstige brandwonden of de dood veroorzaken. Bij het bijvullen van brandstof • Schakel de motor uit en laat de motor ten minste gedurende 2 minuten afkoelen voordat u de benzinedop verwijdert. • Vul de brandstoftank buiten of in een goed geventileerde ruimte. • Vul de brandstoftank niet te veel. Vul de brandstoftank niet tot boven de onderkant van de hals, zodat de brandstof kan uitzetten • Houd de brandstof uit de buurt van vonken, open vlammen, waakvlammen, hitte en andere ontstekingsbronnen. • Controleer brandstofleidingen, tank, vuldop en koppelingen regelmatig op barsten of lekken. Vervang deze, indien noodzakelijk • Indien brandstof wordt gemorst, dient u te wachten tot deze verdampt is voordat u de motor start. 1. Reinig het gebied rond de tankdop Verwijder de tankdop. 2. Vul de brandstoftank (A, Afbeelding 4) met brandstof. Vul de brandstoftank niet tot boven de onderkant van de nek zodat de brandstof kan uitzetten. 3. Draai de tankdop weer vast. De motor starten en stoppen Zie Afbeelding: 5 De motor starten WAARSCHUWING Wanneer het startkoord zich snel terugtrekt (terugslag), worden uw hand en arm sneller naar de motor getrokken dan u kunt loslaten. Gebroken botten, kneuzingen of verstuikingen kunnen het resultaat zijn. • Trek bij het starten van de motor het startkoord langzaam uit tot er weerstand gevoeld wordt en trek dan snel om terugslag te voorkomen. OPGEPAST Deze motor werd door Briggs & Stratton zonder olie verzonden. Voordat u de motor start, moet u de motor met olie vullen volgens de instructies in deze handleiding. Als u de motor zonder olie start, raakt deze onherstelbaar beschadigd. Dit valt niet onder de garantie. Opmerking: Sommige apparaten hebben een afstandsbediening Kijk in de betreffende handleiding voor de locatie en de bediening van de afstandsbediening. 1. Controleer de motorolie. Zie het deel Het oliepeil controleren . 2. Zorg ervoor dat aandrijvingsbedieningen, indien aanwezig, zijn ontkoppeld. 3. Zet de stopschakelaar (A, Afbeelding 5), indien aanwezig, in de stand ON. 4. Zet de gashendel (B, Afbeelding 5) (indien aanwezig) in de stand SNEL. Bedien de motor in de stand SNEL. 5. Zet de chokeregeling (C, Afbeelding 5) in de stand CHOKE. Opmerking: De chokefunctie is meestal niet nodig als u een warme motor opnieuw start. 6. Zet de brandstofkraan (D, Afbeelding 5) (indien aanwezig) in de stand OPEN. 7. Houd de startkoordgreep (E, Afbeelding 5) stevig vast. Trek de startkoordgreep langzaam uit tot er weerstand gevoeld wordt, en trek daarna snel. WAARSCHUWING Wanneer het startkoord zich snel terugtrekt (terugslag), worden uw hand en arm sneller naar de motor getrokken dan u kunt loslaten. Gebroken botten, kneuzingen of verstuikingen kunnen het resultaat zijn. Trek bij het starten van de motor het startkoord langzaam uit tot er weerstand gevoeld wordt en trek dan snel om terugslag te voorkomen. 8. Zet de chokeregeling (C, Afbeelding 5) in de stand DRAAIEN terwijl de motor opwarmt. Opmerking: Indien de motor na herhaalde pogingen niet start, ga dan naar BRIGGSandSTRATTON.com of bel 1-800-233-3723 (in de VS). De motor stoppen WAARSCHUWING Brandstof en brandstofdampen zijn uiterst brandbaar en explosief. Brand of explosie kunnen ernstige brandwonden of de dood veroorzaken. WAARSCHUWING Brandstof en brandstofdampen zijn uiterst brandbaar en explosief. Brand of explosie kunnen ernstige brandwonden of de dood veroorzaken. Bij het starten van motor • Zorg dat de bougie, de geluiddemper, de benzinedop en het luchtfilter (indien aanwezig) op hun plaats zijn en goed vastzitten. • Probeer de motor niet te starten terwijl de bougie verwijderd is. • Als de motor verzuipt, zet de choke (indien aanwezig) in de stand OPEN/ DRAAIEN, zet de gashendel (indien aanwezig) in de stand SNEL en start de motor totdat deze aanslaat. WAARSCHUWING GEVAAR VAN GIFTIG GAS. Motoruitlaatgassen bevatten koolmonoxide, een giftig gas dat u binnen enkele minuten doodt. U kunt het NIET zien, ruiken of proeven. Ook al ruikt u de uitlaatgassen niet, u kunt toch zijn blootgesteld aan koolmonoxide. Als u zich tijdens het gebruik van dit product misselijk, duizelig of zwak begint te voelen, schakel het product dan uit en ga ONMIDDELLIJK de frisse lucht in. Raadpleeg een arts. Het kan zijn dat u koolmonoxidevergiftiging heeft. • Gebruik dit product ALLEEN buiten, ver uit de buurt van vensters, deuren en ventilatieopeningen om te voorkomen dat koolstofmonoxidegas zich verzamelt en naar gebruikte ruimten wordt gezogen. • De carburateur niet choken om de motor te stoppen. 1. Stopschakelaar (indien aanwezig): Zet de stopschakelaar (A, Afbeelding 5) in de stand STOP. Gashendel, indien aanwezig: Zet de gashendel (B) in de stand LANGZAAM en daarna in de stand STOP. 2. Zet de brandstofkraan (D, Afbeelding 5) (indien aanwezig) in de stand GESLOTEN nadat de motor is gestopt. Onderhoud OPGEPAST Als de motor tijdens het onderhoud wordt gekanteld, moet de brandstoftank leeg zijn en moet de bougiekant omhoog wijzen. Als de benzinetank niet leeg is of als de motor een andere kant op wordt gekanteld, kan starten lastig worden omdat het luchtfilter en/of de bougie dan vervuild kan zijn door olie of benzine. WAARSCHUWING Wanneer er onderhoud wordt uitgevoerd waarvoor de unit gekanteld moet worden, dient de brandstoftank leeg te zijn, anders kan er brandstof uitlekken, wat kan leiden tot brand en explosie. 71 Wij adviseren dat u voor al het onderhoud en alle service aan de motor en de motoronderdelen een geautoriseerde Briggs & Stratton-dealer raadpleegt. OPGEPAST Alle componenten die zijn gebruikt om deze motor te bouwen moeten op hun plaats blijven voor een juiste werking. WAARSCHUWING Onbedoelde vonkvorming kan resulteren in brand of een elektrische schok. Onbedoeld starten kan leiden tot beknelling, amputatie of rijtwonden. Brandgevaar Vóór het uitvoeren van afstellingen of reparaties: • Maak de bougiekabel los en houd de kabel op veilige afstand van de ontstekingsbougie. • Ontkoppel de accu bij de negatieve aansluiting (alleen motoren met elektrostart). • Gebruik alleen correct gereedschap. • Verander niets aan regulateurveren, verbindingsstangen of andere onderdelen om het motortoerental te verhogen. • Vervangende onderdelen moeten identiek zijn aan en op dezelfde positie worden geïnstalleerd als de originele onderdelen. Andere onderdelen zullen minder goed werken, kunnen de eenheid beschadigen en kunnen letsel veroorzaken • Sla niet met een hamer of hard voorwerp tegen het vliegwiel omdat het vliegwiel anders later tijdens bedrijf kan barsten. Bij het testen op vonkvorming: • Gebruik een goedgekeurde bougietester. • Controleer niet op vonkvorming wanneer de bougie verwijderd is. OPGEPAST De fabrikant van de apparatuur heeft het maximale toerental voor de motor zoals geïnstalleerd in de apparatuur gespecificeerd. Overschrijd dit toerental niet. Als u niet weet wat het maximale toerental van de apparatuur is of waarop het motortoerental in de fabriek is ingesteld, neem contact op met een erkende Briggs & Stratton-servicedealer. Voor een veilige en juiste bediening van de apparatuur mag het motortoerental uitsluitend worden afgesteld door een gekwalificeerde servicemonteur. Voer onderhoud uit aan de bougie. Zie Afbeelding 6 Controleer de elektrodeafstand (A, Afbeelding 6) met een draadkaliber (B). Stel zonodig de afstand bij Installeer de bougie en draai deze vast met het aanbevolen aanhaalkoppel Zie voor afstelling van de elektrodeafstand en het aanhaalkoppel het deel Specificaties . Opmerking: *In sommige gebieden schrijven plaatselijke wetten het gebruik voor van weerstandsbougies om ontstekingssignalen te onderdrukken Indien deze motor origineel was uitgerust met een weerstandsbougie, gebruik dan voor vervanging hetzelfde type bougie. Onderhoud aan het uitlaatsysteem WAARSCHUWING Draaiende motoren produceren warmte. Motoronderdelen, vooral geluiddempers, worden zeer heet. Ernstige brandwonden kunnen optreden bij contact. Brandbaar vuil, zoals bladeren, gras en hout, kan in brand vliegen. Onderhoud aan de emissieregeling • Laat geluiddemper, motorcilinder en koelvinnen afkoelen voordat u ze aanraakt. • Verwijder brandbare stoffen die zich in en rondom de geluiddemper en cilinder hebben opgehoopt. • Overeenkomstig de California Public Resource Code Section 4442 is het verboden de motor te gebruiken in of in de buurt van bos-, kreupelhout- of grasgebied tenzij het uitlaatsysteem is uitgerust met een vonkenvanger, zoals gedefinieerd in Section 4442, die in goede staat wordt gehouden. In andere deelstaten of landen gelden mogelijk vergelijkbare wetten. Neem contact op met de oorspronkelijke fabrikant, detailhandelaar of dealer voor een vonkenvanger die ontworpen is voor het uitlaatsysteem dat op uw machine is geïnstalleerd. Onderhoud, vervanging en reparatie van de apparatuur en systemen voor de emissieregeling mogen worden uitgevoerd door een persoon of bedrijf gespecialiseerd in de reparatie van niet op de weg gebruikte motoren. Het onderhoud van de emissieregeling kan zonder kosten worden uitgevoerd door een erkende dealer. Zie de verklaringen voor emissieregeling. Onderhoudsschema Na de eerste 5 uur • Olie verversen Iedere 8 uur of dagelijks • Oliepeil motor controleren • Reinigen rond geluiddemper en bedieningselementen • Luchtinlaatrooster reinigen Iedere 25 uur of jaarlijks • Luchtfilter reinigen 1 • Voorfilter reinigen 1 • Motorolie verversen • Demper en vonkenvanger controleren Iedere 100 uur • Tandwielreductieolie (indien aanwezig) vervangen Jaarlijks Bougie vervangen Brandstoffilter vervangen Voorreiniger vervangen Luchtkoelsysteem reinigen 1 1 *Vaker reinigen onder stoffige omstandigheden of wanneer zich veel zwevend vuil in de omgeving bevindt. Carburateur en motortoerental Stel de carburateur of het motortoerental nooit af. De carburateur is in de fabriek afgesteld voor een efficiënte werking onder de meest gangbare omstandigheden. Verander niets aan de regulateur, koppelingen of andere onderdelen om het motortoerental te verhogen. Als er afstellingen moeten worden uitgevoerd, neem contact op met een erkende Briggs & Stratton-servicedealer. 72 WAARSCHUWING Vervangende onderdelen moeten identiek zijn aan en op dezelfde positie worden geïnstalleerd als de originele onderdelen. Andere onderdelen zullen minder goed werken, kunnen de maaier beschadigen en kunnen letsel veroorzaken Motorolie verversen Iedere 50 uur of jaarlijks • • • • Verwijder brandbare stoffen die zich in en rondom de geluiddemper en cilinder hebben opgehoopt. Inspecteer de uitlaat op barsten, corrosie of andere beschadiging Verwijder de vonkenvanger, als de machine hiermee is uitgerust en inspecteer deze op beschadiging of koolverstopping Als u beschadigingen aantreft, installeer dan vervangingsonderdelen voordat u het apparaat weer gebruikt. Zie Afbeelding: 7, 8 Gebruikte olie is een gevaarlijk afvalproduct en moet op de juiste manier worden afgevoerd. Voer het niet met het huishoudelijk afval af. Raadpleeg de plaatselijke autoriteiten, het servicecentrum of uw dealer voor veilige afvoer-/recyclingbedrijven. Olie verwijderen 1. Ontkoppel de bougiekabel (D, Afbeelding 7) terwijl de motor uitgeschakeld maar nog wel warm is en houd de kabel uit de buurt van de bougie (E). 2. Verwijder de peilstok (A, Afbeelding 8). 3. Verwijder de olieaftapplug (F, Afbeelding 8). Laat de olie in een goedgekeurde bak stromen. Opmerking: Diverse olieaftappluggen (G, Afbeelding 8) zijn gemonteerd in de motor. 4. Monteer de olieaftapplug (F, Afbeelding 8) nadat de olie is afgetapt en zet de plug vast. Olie bijvullen • Zorg ervoor dat de motor waterpas staat. • Verwijder eventueel vuil uit het olievulgebied. • Zie het deel Specificaties voor de oliecapaciteit. BRIGGSandSTRATTON.com 1. Verwijder de peilstok (A, Afbeelding 8) en veeg deze met een schone doek af. Papieren luchtfilter 2. Giet langzaam olie in de vulopening voor motorolie (C, Afbeelding 8). Vul zover bij totdat olie bijna naar buiten stroomt. 1. Maak de bevestiging(en) (A, Afbeelding 12) los. 2. Verwijder het deksel (B, Afbeelding 12). Plaats de peilstok (A, Afbeelding 8). Niet draaien of vastzetten. 3. Verwijder de bevestiging (E, Afbeelding 12). 4. Verwijder de peilstok en controleer het oliepeil. Het oliepeil is juist als het bovenaan bij de indicator voor vol (B, Afbeelding 8) op de peilstok staat. 4. Voorkom dat er vuil in de carburateur komt door het voorfilter (D, Afbeelding 12) en het filter (C) voorzichtig uit de houder (F) van het luchtfilter te halen. 5. Plaats de peilstok (A, Afbeelding 8) terug en draai deze vast. 5. 6. Sluit de bougiekabel (D, Afbeelding 7) aan op de bougie (E). Tik het filter (C, Afbeelding 12) voorzichtig op een hard oppervlak om het vuil los te maken. Als het filter zeer vuil is, vervang het dan door een nieuw filter. 6. Verwijder het voorfilter (D, Afbeelding 12) uit het filter (C). 7. 6:1 Tandwielreductie (Afbeelding 9) Was het voorfilter (D, Afbeelding 12) in water met een vloeibaar reinigingsmiddel. Laat het voorfilter grondig aan de lucht drogen. Breng geen olie aan op het voorfilter. 8. Monteer het droge voorfilter (D, Afbeelding 12) op het filter (C). Indien uw motor is uitgerust met een 6:1 tandwielreductie-unit, voer onderhoud hieraan dan als volgt uit: 9. Monteer het filter (C, Afbeelding 12) en het voorfilter (D) op de houder (F) van het luchtfilter en op tapbout (G). Controleer of het filter goed gemonteerd is op de houder van het luchtfilter en zet het vast met bevestiging (E). 10. Plaats het deksel (B, Afbeelding 12) en zet het goed vast met de bevestiging(en) (A). Zorg dat de bevestiging(en) goed vast zit(ten). 3. Tandwielreductieolie vervangen Zie Afbeelding: 9, 10 1. Verwijder de olievulplug (A, Afbeelding 9) en de oliepeilplug (B). 2. Verwijder de olieaftapplug (C, Afbeelding 9) en tap de olie af in een geschikte bak. 3. Plaats de olieaftapplug (C, Afbeelding 9) terug en zet deze vast. 4. Giet tandwielsmeerolie (zie het deel Specificaties ) in de olievulopening (D, Afbeelding 9) om de unit weer te vullen. Blijf olie naar binnen gieten totdat de olie uit de oliepeilopening (E) stroomt. 5. Plaats de oliepeilplug (B, Afbeelding 9) terug en zet deze vast. 6. Plaats de olievulplug (A, Afbeelding 9) terug en zet deze vast. Opmerking: De olievulplug (A, Afbeelding 9) heeft een ontluchtingsopening (F) en moet worden gemonteerd op de bovenzijde van de afdekking van de tandwielkast, zoals afgebeeld. Onderhoud aan het koelsysteem WAARSCHUWING Draaiende motoren produceren warmte. Motoronderdelen, vooral geluiddempers, worden zeer heet. Ernstige brandwonden kunnen optreden bij contact. Brandbaar vuil, zoals bladeren, gras en hout, kan in brand vliegen. • Laat geluiddemper, motorcilinder en koelvinnen afkoelen voordat u ze aanraakt. • Verwijder brandbare stoffen die zich in en rondom de geluiddemper en cilinder hebben opgehoopt. 2:1 Tandwielreductie (Afbeelding 10) De 2:1 tandwielreductie-unit (G, Afbeelding 10) vereist geen olieverversing. Onderhoud aan het luchtfilter Zie Afbeelding: 11, 12 WAARSCHUWING Brandstof en brandstofdampen zijn uiterst brandbaar en explosief. Brand of explosie kunnen ernstige brandwonden of de dood veroorzaken. • De motor mag nooit worden gestart of draaien als de luchtfiltereenheid (indien aanwezig) of het luchtfilter (indien aanwezig ) is verwijderd. OPGEPAST Reinig het filter niet met perslucht of oplosmiddelen. Perslucht kan het filter beschadigen en oplosmiddelen kunnen het filter oplossen. Zie het Onderhoudsschema voor het benodigde onderhoud. De verschillende modellen hebben een filter van schuim of papier. Sommige modellen zijn ook uitgerust met een optioneel voorfilter dat kan worden uitgewassen en hergebruikt. Vergelijk de illustraties in deze handleiding met het type dat op uw motor is gemonteerd en voer onderhoud op basis daarvan uit. Schuimrubberen luchtfilter 1. Maak de bevestiging(en) (A, Afbeelding 11) los. 2. Verwijder het deksel (B, Afbeelding 11). 3. Verwijder de bevestiging (D, Afbeelding 11) en sluitring (E). 4. Voorkom dat er vuil in de carburateur komt door het schuimelement (C, Afbeelding 11) voorzichtig uit de houder (G) van het luchtfilter te halen. 5. Verwijder de steunkop (F, Afbeelding 11) uit het schuimelement (C). 6. Was het schuimelement (C, Afbeelding 11) in water met een vloeibaar reinigingsmiddel. Knijp het schuimelement uit in een schone doek. 7. Verzadig het schuimelement (C, Afbeelding 11) met schone motorolie. Verwijder overtollige motorolie door het schuimelement uit te knijpen in een schone doek. 8. Plaats de steunkop (F, Afbeelding 11) in het schuimelement (C). 9. Monteer het schuimelement (C, Afbeelding 11) in de houder (G) van het luchtfilter en op tapbout (H). Controleer of het schuimelement goed gemonteerd is op de houder van het luchtfilter en zet het vast met sluitring (E) en bevestiging (D). 10. Plaats het deksel (B, Afbeelding 11) en zet het goed vast met de bevestiging(en) (A). Zorg dat de bevestiging(en) goed vast zit(ten). OPGEPAST Gebruik geen water om de motor te reinigen Water kan het brandstofsysteem verontreinigen Gebruik een borstel en droge doek om de motor te reinigen. Dit is een luchtgekoelde motor Vuil kan de luchtstroom belemmeren en ervoor zorgen dat de motor oververhit raakt, wat resulteert in slechte prestaties en een verminderde levensduur van de motor. 1. Verwijder vuil uit het luchtinlaatrooster met behulp van een borstel of droge doek. 2. Houd verbindingen, veren en bedieningen schoon 3. Zorg dat het gebied rond en achter de geluiddemper (indien aanwezig) vrij blijft van brandbaar vuil. 4. Zorg dat er geen vuil of rommel op de koelvinnen van de spoel (indien aanwezig) zit. Na verloop van tijd kan zich vuil ophopen in de koelvinnen van cilinder en ervoor zorgen dat de motor oververhit raakt. Dit vuil kan niet verwijderd worden zonder de motor deels te demonteren Laat een erkende Briggs & Stratton-dealer het luchtkoelsysteem inspecteren en reinigen zoals aanbevolen in het Onderhoudsschema . Opslag WAARSCHUWING Brandstof en brandstofdampen zijn uiterst ontvlambaar en explosief. Brand of explosie kan ernstige brandwonden of dodelijk letsel veroorzaken. Bij het opslaan van brandstof of machines met brandstof in de tank • Opslaan uit de buurt van fornuizen, ovens, waterkokers of andere apparaten die een waakvlam bevatten of andere ontstekingsbronnen, omdat deze brandstofdampen kunnen doen ontbranden. Brandstofsysteem Zie figuur: 13 Berg de motor waterpas op (normale bedrijfsstand). Vul de brandstoftank (A, figuur 13) met brandstof. Vul de brandstoftank niet tot boven de onderkant van de vulhals (B) zodat de brandstof kan uitzetten. Brandstof kan verschalen wanneer deze langer dan 30 dagen in een jerrycan wordt bewaard. Voeg telkens u de jerrycan vult met brandstof brandstofstabilisator toe aan de brandstof zoals omschreven in de handleiding van de fabrikant. Zo blijft de brandstof vers en is er minder kans op brandstofgerelateerde problemen of vervuiling in het brandstofsysteem. 73 Het is niet nodig om de brandstof uit de motor af te tappen wanneer brandstofstabilisator volgens de instructies is toegevoegd. Zet de motor gedurende 2 minuten AAN vóór de opslag om de brandstof en stabilisator door het brandstofsysteem te laten gaan. Als de benzine in de motor niet met een brandstofstabilisator is behandeld, moet deze in een goedgekeurde jerrycan worden afgetapt. Laat de motor draaien totdat deze stopt door brandstofgebrek. Het gebruik van een brandstofstabilisator in de jerrycan wordt aanbevolen om de brandstof vers te houden. Motorolie Ververs de motorolie als de motor nog warm is. Zie het deel Motorolie verversen . Problemen oplossen Als u hulp nodig hebt, neem dan contact op met uw dealer of ga naar BRIGGSandSTRATTON.com of bel 1-800-233-3723 (in de VS). Garantie op de motor van Briggs & Stratton Per januari 2019 Beperkte garantie Briggs & Stratton garandeert dat het, gedurende de hieronder vermelde garantieperiode, elk onderdeel dat gebrekkig is in materiaal of vakmanschap of beide, kosteloos repareert of vervangt. Transportkosten voor producten die onder deze garantie voor reparatie of vervanging worden aangeboden, zijn voor rekening van de koper. Deze garantie is geldig voor- en onderhavig aan de onderstaande periodes en voorwaarden. Voor garantieservice kunt u de dichtstbijzijnde erkende servicedealer vinden met behulp van de dealerzoekfunctie op BRIGGSandSTRATTON.COM. De koper moet contact opnemen met de erkende servicedealer en het product beschikbaar stellen aan de erkende servicedealer voor inspectie en testen. Cilinderinhoud 7.74 ci (127 cc) Er is geen andere uitdrukkelijke garantie. Impliciete garanties, inclusief voor verkoopbaarheid en geschiktheid voor een bepaald doel, zijn beperkt tot de hieronder gespecificeerde garantieperiode of in de wettelijke toegestane mate. Aansprakelijkheid voor incidentele of gevolgschades zijn uitgesloten voor zover deze uitsluiting wettelijk is toegestaan. Sommige staten of landen staan geen beperkingen toe op de duur van een impliciete garantie en sommige staten of landen staan de uitsluiting of beperking van incidentele of gevolgschade niet toe, dus de bovenstaande beperking en uitsluiting zijn mogelijk niet op u van toepassing. Deze garantie geeft U bepaalde specifieke wettelijke rechten en U kunt mogelijk andere Boring 2.441 in (62 mm) rechten hebben die van rechtsgebied tot rechtsgebied variëren Slag 1.654 in (42 mm) Oliecapaciteit 18 - 20 oz (,54 - ,59 L) Type tandwielreductieolie 80W-90 Capaciteit tandwielreductieolie 4 oz (,12 L) Elektrodeafstand van bougie .030 in (,76 mm) Aanhaalkoppel bougie 180 lb-in (20 Nm) Luchtspleet van ontstekingsspoel .006 - .010 in (,15 - ,25 mm) Inlaatklepspeling .005 - .007 in (,13 - ,18 mm) Uitlaatklepspeling .005 - .007 in (,13 - ,18 mm) Specificaties Model: 83100 Het motorvermogen neemt met 3,5 % af voor elke 300 meter (1.000 voet) boven zeeniveau en 1 % voor elke 5,6 °C (10 °F) boven 25 °C (77 °F). De motor werkt goed tot een hellingshoek van 15°. Raadpleeg de gebruikershandleiding van de machine voor de maximaal toegestane veilige hellingshoeken. 4 . Standaardvoorwaarden voor de garantie Vanguard®; Commercial Series 1, 2, 3 3 Particulier gebruik - 36 maanden Commercieel gebruik - 36 maanden Modelreeks XR Particulier gebruik - 24 maanden Commercieel gebruik - 24 maanden Alle overige motoren, waaronder de Dura-Bore™ Gietijzeren Voering Particulier gebruik - 24 maanden Commercieel gebruik - 12 maanden Alle overige motoren Particulier gebruik - 24 maanden Commercieel gebruik - 3 maanden Serviceonderdelen - Model: 83100 Serviceonderdeel Onderdeelnummer Standaardluchtfilter 797258 Luchtfilter met hoge capaciteit 796970 Bougie 797235 Bougiesleutel 89838, 5023 Vonktester 19368 Wij adviseren dat u voor al het onderhoud en alle service aan de motor en de motoronderdelen een erkende Briggs & Stratton-dealer raadpleegt. Vermogenklasseringen: De classificatie van het brutovermogen voor individuele benzinemotormodellen is ingedeeld conform code J1940 Vermogens- en torsieklasseringsprocedure voor kleine motoren van de SAE (Society of Automotive Engineers) en is geklasseerd conform SAE J1995. Torsiewaarden zijn voor een toerental van 2.600 omw/min voor motoren waarbij "rpm" wordt aangegeven op het label en 3060 RPM voor alle andere motoren; de paardenkrachtwaarden worden gegeven bij 3.600 RPM. De curves voor het brutovermogen kunt u bekijken op www.BRIGGSandSTRATTON.COM. Het nettovermogen wordt gemeten met gemonteerde uitlaat en luchtfilter, maar het brutovermogen wordt gemeten zonder deze onderdelen. Het werkelijke brutomotorvermogen ligt hoger dan het nettomotorvermogen en wordt onder meer beïnvloed door omgevingsfactoren en verschillen tussen de motoren. Gezien de vele verschillende producten waarvoor onze motoren worden gebruikt, zal de benzinemotor mogelijk niet het nominale brutovermogen ontwikkelen wanneer de motor wordt gebruikt in een door een motor aangedreven machine. Dit verschil wordt veroorzaakt door diverse factoren waaronder, maar niet uitsluitend, de verscheidenheid aan motoronderdelen (luchtfilter, uitlaat, turbo, koelen, carburateur, brandstofpomp etc.), toepassingsbeperkingen, omgevingsfactoren (temperatuur, vochtigheid, hoogte) en verschillen tussen motoren. Vanwege productieen capaciteitsbeperkingen kan het zijn dat Briggs & Stratton een motor met een hoger nominaal vermogen gebruikt in plaats van de standaardmotor voor deze serie. Garantie 74 1 Dit zijn onze standaardvoorwaarden voor garantie, maar er kunnen aanvullende garantiebepalingen zijn die op het moment van publicatie nog niet waren bepaald. Ga voor alle actuele garantievoorwaarden voor uw motor naar BRIGGSandSTRATTON.com of neem contact op met uw erkende Briggs & Stratton-servicedealer. 2 Er wordt geen garantie verleend op motoren op apparatuur die worden gebruikt voor primair vermogen in plaats van een hulpmotor of als stand-by generator voor commerciële doeleinden, utiliteitsvoertuigen die harder gaan dan 25 MPH of motoren die in racewedstrijden worden gebruikt of in commerciële of verhuurtrajecten. 3 Vanguard geïnstalleerd op stand-by generatoren 24 maanden voor particulier gebruik, geen garantie bij commercieel gebruik. Commercial Series met fabricagedatum vóór juli 2017: 24 maanden particulier gebruik, 24 maanden commercieel gebruik. 4 In Australië - onze artikelen worden geleverd met garanties die onder de Australische consumentenwetgeving niet uitgesloten kunnen worden. U hebt recht op vervanging of terugbetaling voor een zware fout en voor vergoeding van enige andere redelijkerwijs te verwachten vorm van verlies of schade. U hebt ook het recht om de goederen te laten repareren of vervangen als de goederen niet van een acceptabele kwaliteit zijn en de storing niet tot een ernstige fout leidt. Zoek voor garantieservice de dichtstbijzijnde Erkende Service Dealer op met onze dealerkaart op BRIGGSandSTRATTON.COM, of bel 1300 274 447, of mail of schrijf naar [email protected], Briggs & Stratton Australia Pty Ltd, 1 Moorebank Avenue, Moorebank, NSW, Australië, 2170. De garantieperiode begint op de datum van aankoop door de eerste consument of commerciële klant. “Particulier gebruik” betekent persoonlijk residentieel gezinsgebruik door een detailhandelsconsument. “Commercieel gebruik” betekent ieder ander gebruik, inclusief het gebruik voor commerciële huurdoeleinden of voor het genereren van inkomen. Als een motor eenmaal commercieel gebruikt is, dan zal deze daarna voor deze garantie als commercieel gebruikt worden beschouwd. Bewaar uw aankoopbewijs. Als u geen bewijs van de oorspronkelijke aankoopdatum verstrekt op het moment dat u een beroep op de garantieservice doet, wordt de productiedatum van het product gebruikt om de garantieperiode te bepalen. Productregistratie is niet vereist om garantieservice voor Briggs & Stratton-producten te verkrijgen. BRIGGSandSTRATTON.com Over uw garantie Deze garantie dekt uitsluitend aan de motor gerelateerde defecte materialen en/of bewerkingen, en niet vervanging of vergoeding van de machine waarop de motor gemonteerd kan zijn. Routineonderhoud, afstellingen, aanpassingen of normale slijtage vallen niet onder deze garantie. De garantie is ook niet van toepassing als de machine is gewijzigd of aangepast, of als het serienummer van de motor is beschadigd of verwijderd. Deze garantie geldt niet voor schade aan de motor of prestatieproblemen door: 1. Het gebruik van niet-originele Briggs & Stratton-onderdelen. 2. Het laten draaien van de motor met onvoldoende, vervuilde of de onjuiste soort smeerolie; 3. Het gebruik van vervuilde of niet-verse brandstof, benzine verrijkt met meer dan 10% ethanol of het gebruik van alternatieve brandstoffen zoals vloeibare petroleum of aardgas bij motoren die oorspronkelijk niet zijn ontwikkeld/ gefabriceerd door Briggs & Stratton om op dergelijke brandstoffen te draaien; 4. Vuil dat in de motor terecht is gekomen vanwege een onjuist onderhoud of een onjuiste hermontage van de luchtfilter; 5. Het raken van een object met een snijblad van een roterende grasmaaier, losjes of onjuist geïnstalleerde bladtussenstukken, waaiers of andere aan de krukas gekoppelde onderdelen, of excessieve strakheid van de v-snaar; 6. Bijbehorende onderdelen en eenheden zoals koppelingen, aandrijvingen en afstandsbedieningen van apparatuur die niet door Briggs & Stratton zijn geleverd; 7. Oververhitting als gevolg van grasmaaisel, vuil en rommel of nesten van knaagdieren die de koelvinnen of het vliegwielgebied verstoppen of erin zitten, of door de motor te laten draaien zonder voldoende ventilatie; 8. Excessieve trillingen als gevolg van een te hoge snelheid, een te losjes gemonteerde motor, losse of niet-uitgebalanceerde snijbladen of waaiers of onjuiste koppeling van onderdelen van de apparatuur aan de krukas; 9. Verkeerd gebruik, gebrek aan routineonderhoud, verzending, omgang met of opslag van apparatuur, of onjuiste installatie van de motor. Garantieservice is alleen beschikbaar via Briggs & Stratton Geautoriseerde Service Dealers. U vindt uw dichtstbijzijnde Geautoriseerde Service Dealer in onze “dealer locator” kaart op www.BRIGGSsandSTRATTON.COM of door te bellen naar 1-800-233-3723 (in de VS). 80004537 (Rev. F) 75
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100

Simplicity 083132-0020-F1 Handleiding

Categorie
Accessoires voor motorvoertuigen
Type
Handleiding