5019 507 01082
1. Ga na of alle sluitingen dicht zijn en de zakken
leeg.
2. Keer het wasgoed binnenstebuiten.
3. Doe het wasgoed losjes in de trommel om
ervoor te zorgen dat het niet kreukt.
Sorteer het wasgoed als volgt:
A) Op wassymbolen
(in de kraag of de binnenzoom):
Geschikt voor drogen in de
droogtrommel
Alleen drogen in de droogtrommel bij
lage droogintensiteit
Niet drogen in de droogtrommel
B) Op dikte/gewicht
Wanneer de lading die gedroogd moet
worden de capaciteit van de droogtrommel
te boven gaat, dient u de was op grond van
gewicht te scheiden (bijvoorbeeld
baddoeken scheiden van dun ondergoed).
C) Op type weefsel
Katoen/linnen
: handdoeken, katoenen jersey,
bed- en tafellinnen van katoen of linnen.
Synthetisch/Kreukvrij
: Blouses,
overhemden, overalls e.d. van polyester of
polyamide, evenals gemengde weefsels van
katoen en synthetische vezels.
D) Op droogniveau
• Sorteren op: strijkdroog, kastdroog, enz.
Niet drogen in de droogtrommel:
wol, zijde,
nylon kousen, fijne borduursels, wasgoed met
metalen versiersels, omvangrijk wasgoed zoals
slaapzakken enz.
Belangrijk: gebruik alleen speciale
nabehandelingsproducten die veilig zijn voor
de droger
en spoel stukken die met een
vlekkenmiddel zijn behandeld grondig uit in
overvloeding water voordat u ze in de
droogtrommel doet.
Gebruik alleen speciale
plastic items die veilig zijn voor de droger
en
droog nooit rubberen artikelen of artikelen die
met plantaardige olie zijn bevlekt in de droger.
Het gebruik van de kinderbeveiliging:
1. Open de deur.
2. Draai met behulp van een munt of een
schroevendraaier de plastic schroef 90° naar
rechts.
Gleuf verticaal:
de deur kan niet worden
vergrendeld.
Gleuf horizontaal:
de deur kan worden
vergrendeld.
Droogtijd of -programma en extra functies:
• Om een droogtijd of -programma te selecteren
draait u de selectieknop naar rechts.
• Om een extra functie te selecteren (indien
beschikbaar) drukt u op de desbetreffende
toets.
• Druk opnieuw op de toets om de extra
functie uit te schakelen.
1. Nadat u de gewenste droogtijd en opties
geselecteerd hebt, drukt u op de
”Start”
-toets.
Als het wasgoed aan het einde van de
droogcyclus niet uit de trommel wordt
gehaald, start een automatisch anti-
kreukprogramma met een duur van
maximaal 12 minuten.
2. Als de droogcyclus voltooid is, stelt u de
selectieknop in op “0”.
Het indicatielampje “Aan” van de
droogtrommel gaat uit.
De droogtrommel onderbreken tijdens het
proces
1. Stel de selectieknop in op “Luchten” .
2. Wacht tenminste 5 minuten met het openen
van de deur, zodat de droogtrommel kan
afkoelen.
Om veiligheidsredenen stopt de droogtijd
automatisch als u de deur opent.
3. Om opnieuw te starten nadat de deur geopend
is, moet de deur worden gesloten en opnieuw
de
“Start”
-toets worden ingedrukt.
Maak het pluisfilter aan het einde van elke
droogcyclus schoon:
1. Open de deur.
2. Trek het filter naar boven.
3. Open het filter.
4. Verwijder het pluis met een zachte borstel of
met uw vingertoppen.
5. Sluit het filter.
6. Druk het filter weer stevig in zijn plaats
.
Giet de waterbak op het eind van iedere
droogcyclus leeg.
1. Trek aan de handgreep om de waterbak te
verwijderen.
2. Giet de waterbak leeg.
3. Plaats de waterbak wanneer deze leeg is
terug door hem
volledig
terug op zijn plaats
te drukken.
Wanneer u uw droogtrommel installeert, moet
hij waterpas worden gezet met behulp van de
stelpootjes en moet de horizontale stand
worden gecontroleerd met een waterpas.
Maak de warmtewisselaar op zijn minst
elke drie maanden schoon. Veeg eventueel
aanwezig pluis uit de deurafdichting en de
binnenkant met behulp van een vochtige
doek
(zie hiervoor de gebruiksinstructies)
Inbouwen van de droogtrommel (wanneer
absoluut noodzakelijk)
1. Het wordt aanbevolen om het werkblad
niet te verwijderen.
2. Een minimale ruimte van ten minste 5
centimeter tussen de droogtrommel en de
meubels is nodig om te zorgen voor de juiste
luchtstroom.
Mocht de droogtrommel storingen in de
werking vertonen, dan wordt u verzocht de
volgende punten na te gaan alvorens
contact op te nemen met de Servicedienst:
Het drogen duurt te lang / het wasgoed is
niet droog genoeg:
• Is de juiste droogtijd geselecteerd?
• Was het wasgoed te nat toen het in de trommel
gedaan werd (centrifugeersnelheid minder dan
800 tpm? Wanneer de centrifugeersnelheid
minder dan 800 tpm is, kan de fout met de
waterbak tijdens de droogcyclus optreden).
• Is het pluisfilter vuil (indicatielampje filter
brandt)?
• Is de warmtewisselaar vuil? (zie de
gebruiksaanwijzing)
• Is de omgevingstemperatuur te hoog?
De droogtrommel werkt niet:
• Zit de stekker stevig in het stopcontact?
• Is de stroom uitgevallen?
• Is de zekering doorgeslagen?
• Is de deur goed gesloten?
• Is de droogtijd geselecteerd?
•Is de
“Start”
-toets ingedrukt?
Het indicatielampje van het pluisfilter of de
waterbak brandt:
• Is het pluisfilter schoon?
• Is de waterbak leeg?
• Is de waterbak goed geplaatst?
• Is de warmtewisselaar schoon?
Waterdruppels onder de droger:
• Staat de warmtewisselaar goed?
• Is eventueel pluis van de afdichting van de
warmtewisselaar weggeveegd?
• Is eventueel pluis van de deurafdichting
weggeveegd?
• Is de waterbak goed geplaatst?
Als de storing aanhoudt of opnieuw
optreedt, nadat u de bovenstaande
controles hebt uitgevoerd, dient u de
droogtrommel uit te schakelen en onze
Servicedienst te bellen (zie de garantie).
Vermeld:
•De aard van de storing.
• Het type droogtrommel en het model.
• Het servicenummer (nummer achter het
woord Service op het typeplaatje) aan de
binnenkant van de deur rechts.
• Uw volledige adres en telefoonnummer.
HET WASGOED VOORBEREIDEN KINDERBEVEILIGING
DROOGTIJD OF -PROGRAMMA EN
EXTRA FUNCTIES SELECTEREN
EEN DROOGCYCLUS STARTEN EN
UITVOEREN
EEN DROOGCYCLUS ONDERBREKEN
FILTER
BOVENKANT OF ONDERKANT
WATERBAK
STABILITEIT VAN DE INSTALLATIE
WARMTEWISSELAAR
INBOUWINSTALLATIE
HET OPSPOREN VAN STORINGEN
KLANTENSERVICE