Gebruikshandleiding
Quality, Design and Innovation
home.liebherr.com/fridge-manuals
Inhoudsopgave
1 Het apparaat in vogelvlucht.................................. 2
1.1 Leveringsomvang......................................................... 2
1.2 Apparaat- en uitrustingsoverzicht............................ 3
1.3 Speciale uitrusting....................................................... 3
1.4 Toepassingsgebied van het apparaat....................... 3
1.5 Geluidsemissie van het apparaat.............................. 4
1.6 Conformiteit.................................................................. 4
1.7 SVHC-stoffen volgens de REACH-verordening....... 4
1.8 EPREL-database........................................................... 4
2 Algemene veiligheidsvoorschriften...................... 4
3 In gebruik nemen................................................... 6
3.1 Opstelvoorwaarden..................................................... 6
3.2 Afmetingen apparaat................................................... 6
3.3 Apparaat transporteren.............................................. 7
3.4 Apparaat uitpakken..................................................... 7
3.5 Transportbeveiliging verwijderen.............................. 7
3.6 Apparaat opstellen...................................................... 7
3.7 Apparaat uitlijnen......................................................... 7
3.8 Plaatsen van meerdere apparaten............................ 8
3.9 Na het plaatsen............................................................ 8
3.10 Afvalverwerking van de verpakking.......................... 8
3.11 Deurscharnier verwisselen......................................... 8
3.12 Deur uitlijnen................................................................ 15
3.13 Apparaat aansluiten.................................................... 15
3.14 Apparaat inschakelen.................................................. 15
4 Opslag.................................................................... 15
4.1 Instructies voor opslag............................................... 15
4.2 Bewaartijden................................................................. 16
5 Bediening............................................................... 16
5.1 Bedienings- en weergave-elementen....................... 16
5.2 Apparaatfuncties......................................................... 16
5.2.1 Temperatuur...............................................................16
5.2.2 Verlichting...................................................................17
6 Uitrusting.............................................................. 17
6.1 Veiligheidsslot.............................................................. 17
7 Onderhoud............................................................. 18
7.1 Apparaat ontdooien..................................................... 18
7.2 Apparaat reinigen......................................................... 18
8 Klantenhulp........................................................... 19
8.1 Technische gegevens.................................................. 19
8.2 Technische storing....................................................... 19
8.3 Klantenservice.............................................................. 20
8.4 Typeplaatje.................................................................... 20
9 Buiten bedrijf stellen............................................ 20
10 Afvalverwijdering.................................................. 20
10.1 Apparaat op afvoer voorbereiden.............................. 20
10.2 Apparaat volgens milieuvoorschriften afvoeren.... 20
11 Aanvullende informatie......................................... 21
De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling
van alle typen en modellen. Daarom vragen wij uw begrip
dat wij ons het recht voorbehouden veranderingen in vorm,
inrichting en technologie aan te brengen.
Symbool Uitleg
Gebruiksaanwijzing lezen
Om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te
leren kennen, moet u de instructies in deze
gebruiksaanwijzing aandachtig doorlezen.
Symbool Uitleg
Volledige gebruiksaanwijzing op internet
U vindt de uitvoerige gebruiksaanwijzing op
internet via de QR-code aan de voorkant van
de gebruiksaanwijzing, op door het service‐
nummer in te voeren op home.liebherr.com/
fridge-manuals.
Het servicenummer vindt u op het typeplaatje:
Fig. Voorbeeld
Apparaat controleren
Controleer alle onderdelen op transportschade.
Neem bij op- of aanmerkingen contact op met
de distributeur of de klantenservice.
Afwijkingen
De gebruiksaanwijzing geldt voor verschillende
modellen, afwijkingen zijn mogelijk. Secties die
alleen van toepassing zijn op bepaalde appa‐
raten worden met een sterretje (*) aangeduid.
Instructies voor actie en resultaten van de
actie
Instructies voor actie worden aangeduid met
een .
De resultaten van de actie worden aangeduid
met een .
Video’s
Videos over de apparaten vindt u op het
YouTube-kanaal van Liebherr-Hausgeräte.
Deze gebruiksaanwijzing geldt voor:
-MRFvd 3501
-MRFvd 3511
-MRFvd 4001
-MRFvd 4011
-MRFvd 5501
-MRFvd 5511
1 Het apparaat in vogelvlucht
1.1 Leveringsomvang
Controleer alle onderdelen op transportschade. Neem bij op-
of aanmerkingen contact op met de handelaar of de klan‐
tenservice. (zie 8.3 Klantenservice)
De levering bestaat uit de volgende onderdelen:
-Rechtopstaand apparaat
-Uitrusting *
-Montagemateriaal *
-Gebruiksaanwijzing
-Servicebrochure
-Kwaliteitscertificaat *
Het apparaat in vogelvlucht
2 * afhankelijk van model en uitvoering
1.2 Apparaat- en uitrustingsoverzicht
MRFvd 3501
MRFvd 4001
MRFvd 5501
MRFvd 3511
MRFvd 4011
MRFvd 5511
Fig. 1 Basisuitrusting
Fig. 2 Varianten
Uitrusting
(1) Bedieningselementen (5) Stelvoeten
(2) Thermometer (6) Slot
(2) Typeplaatje (7) Temperatuurweergave
(3) Oplegroosters (8) Dooiwaterafvoer
(4) Binnenverlichting *
1.3 Speciale uitrusting
Aanwijzing
Accessoires zijn verkrijgbaar via de klantenservice
(zie 8.3 Klantenservice) en in de Liebherr-Hausgeräte-shop
onder home.liebherr.com/shop/de/deu/zubehor.html.
1.4 Toepassingsgebied van het apparaat
Beoogd gebruik
Dit koelapparaat is geschikt voor professio‐
neel gebruik in commerciële en detailhan‐
delsomgevingen. Het mag worden gebruikt
voor de opslag, presentatie en verkoop
van gekoelde, verpakte levensmiddelen en
dranken. Het is geschikt voor het uitnemen
van de gekoelde producten door klanten.
Het apparaat is ontworpen voor gebruik in
gesloten ruimtes.
Alle andere toepassingen zijn niet toege‐
staan.
Voorzienbaar verkeerd gebruik
De volgende toepassingen zijn uitdrukkelijk
verboden:
-Opslag en koeling van:
Chemisch onstabiele, brandbare of
bijtende stoffen
Geneesmiddelen, bloedplasma, laborato‐
riumpreparaten of soortgelijke stoffen en
producten die onder Richtlijn 2007/47/EG
inzake medische hulpmiddelen vallen
-Gebruik in explosiegevaarlijke omgevingen
-Gebruik buiten of in vochtige ruimten en of
omgevingen met spatwater
Ondeskundig gebruik van het toestel leidt tot
beschadiging of bederf van de opgeslagen
producten.
Klimaatklassen
De voor uw apparaat van toepassing zijnde
klimaatklasse staat op het typeplaatje.
Fig. 3 Typeplaatje
(X) Deze klimaatklasse
geeft aan bij
welke omgevingsvoor
waarden het apparaat
veilig kan worden
gebruikt.
(Z) De temperatuurklasse
geeft aan bij welke
temperatuurinstelling
het apparaat correct
functioneert.
(Y) Deze klimaatklasse
geeft de maximale
randvoorwaarden voor
correcte werking van
het apparaat aan.
Het apparaat in vogelvlucht
* afhankelijk van model en uitvoering 3
Klimaat‐
klasse (X)
Max. ruimte‐
temperatuur
Max. rel.
vochtigheid
3 +25 °C 60 %
4 +30 °C 55 %
5 +40 °C 40 %
7 +35 °C 75 %
Aanwijzing
De minimaal toegestane ruimtetemperatuur
op de plaats van opstelling is +10 °C.
Onder grensomstandigheden kan zich lichte
condensatie vormen op de glazen deur en op
de zijwanden.
Klimaat‐
klasse (Y)
Max. ruimte‐
temperatuur
Max. rel.
vochtigheid
CC1 +25,5 °C 60 %
CC2 +32,2 °C 65 %
CC3 +40,6 °C 75 %
Aanbevolen temperatuurinstelling:
Temperatuurklasse
(Z)
Temperatuurinstel‐
ling
K1 +3,5 °C
K2 +2,5 °C
K3 -1 °C
K4 +5 °C
M1 +5 °C
M2 +7 °C
1.5 Geluidsemissie van het apparaat
Het A-gewogen geluidsdrukniveau tijdens de werking van
het toestel is lager dan 70 dB(A) (geluidsvermogen rel. 1
pW).
1.6 Conformiteit
De koelmiddelkringloop is op dichtheid gecontroleerd.
Het apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoor
schriften en de EU-richtlijnen 2006/42/EG, 2014/30/EU,
2009/125/EG en 2011/65/EU.
De volledige tekst van de EU-conformiteitsverkla‐
ring is beschikbaar op het volgende internetadres:
www.liebherr.com
1.7 SVHC-stoffen volgens de REACH-
verordening
Onder de volgende link kunt u controleren
of uw apparaat SVHC-stoffen volgens de REACH-
verordening bevat: home.liebherr.com/de/deu/de/liebherr-
erleben/nachhaltigkeit/umwelt/scip/scip.html
1.8 EPREL-database
Vanaf 1 maart 2021 zijn informatie over etikettering inzake
energieverbruik en vereisten inzake ecologisch ontwerp
te vinden in de Europese productdatabase (EPREL). U
krijgt toegang tot de productdatabase via de link https://
eprel.ec.europa.eu/. Hier wordt u gevraagd de modelidenti‐
ficatie in te voeren. De modelidentificatie vindt u op het
typeplaatje.
2 Algemene veiligheidsvoor
schriften
Bewaar deze handleiding zorgvuldig, zodat u
hem te allen tijde kunt raadplegen.
Als u het apparaat doorgeeft, geef dan ook de
handleiding door aan de volgende eigenaar.
Om het apparaat goed en veilig te kunnen
gebruiken, moet u deze handleiding vóór
gebruik aandachtig doorlezen. Volg altijd
de instructies, veiligheidsvoorschriften en
waarschuwingen die hierin zijn opgenomen.
Deze zijn belangrijk om het apparaat veilig
en probleemloos te kunnen installeren en
gebruiken.
Gevaren voor de gebruiker:
-Dit apparaat kan gebruikt worden door
kinderen vanaf 8 jaar en door personen
met verminderde lichamelijke, zintuiglijke
of geestelijke vermogens of gebrek aan
ervaring en kennis, indien deze personen
onder toezicht staan of instructies hebben
gekregen over het gebruik van het apparaat
op een veilige manier en deze personen
de gevaren begrijpen. Kinderen mogen
niet met het apparaat spelen. Reiniging
en onderhoud mogen niet door kinderen
zonder toezicht worden uitgevoerd.
-De contactdoos moet eenvoudig toeganke‐
lijk zijn, zodat het apparaat in noodgevallen
snel van de stroomvoorziening kan worden
losgekoppeld. Deze moet zich buiten de
achterkant van het apparaat bevinden.
-Als het apparaat van het net wordt
gescheiden, altijd bij de stekker vast
houden. Niet aan de kabel trekken.
-Bij storingen de netstekker uittrekken of de
zekering uitschakelen.
-WAARSCHUWING: Het netsnoer niet
beschadigen. Apparaat niet gebruiken, als
het netsnoer is beschadigd.
-WAARSCHUWING: Meervoudige contact‐
dozen/verdeeldozen en andere elektroni‐
sche apparaten (zoals halogeentransforma‐
toren) mogen niet aan de achterzijde van
apparaten worden geplaatst en gebruikt.
Algemene veiligheidsvoorschriften
4 * afhankelijk van model en uitvoering
-WAARSCHUWING: ventilatieopeningen in
het apparaatbehuizing of in de inbouwbe‐
huizing niet afsluiten.
-Reparaties en ingrepen aan het apparaat
en het vervangen van het netsnoer mogen
alleen worden uitgevoerd door de klanten‐
service of ander vakpersoneel dat hiervoor
is opgeleid.
-Apparaat alleen volgens de voorschriften
monteren, aansluiten en afvoeren.
Brandgevaar:
-Het gebruikte koelmiddel (gegevens op
het typeplaatje) is milieuvriendelijk maar
brandbaar. Koelmiddel dat ontsnapt, kan
ontbranden.
WAARSCHUWING: Koelkringloop niet
beschadigen.
Vermijd het hanteren van ontstekings‐
bronnen in de binnenkant van het appa‐
raat.
WAARSCHUWING: In het koelvak geen
elektrische apparaten gebruiken die niet
van het door de fabrikant aanbevolen
type zijn.
Indien koudemiddel uittreedt: Open vuur
of ontstekingsbronnen in de buurt van
het uittreedpunt vermijden. Ruimte goed
ventileren. Klantenservice informeren.
-Het apparaat niet in de buurt van explo‐
sieve gassen gebruiken.
-Geen benzine of andere brandbare gassen
en vloeistoffen in de buurt van het appa‐
raat bewaren of gebruiken.
-Geen explosieve stoffen, zoals spuitbussen
met brandbaar drijfgas, in het appa‐
raat bewaren. Deze spuitbussen zijn te
herkennen aan de opgedrukte inhoud of
een vlamsymbool. Alle uittredende gassen
kunnen worden ontstoken door elektrische
componenten.
-Brandende kaarsen, lampen en andere
voorwerpen met open vuur uit de buurt van
het apparaat houden, zodat ze het apparaat
niet in brand kunnen steken.
-Alcoholische dranken of andere verpak
kingen die alcohol bevatten alleen in goed
gesloten verpakkingen bewaren. Eventueel
uittredende alcohol kan door elektrische
onderdelen worden ontstoken.
Val- en kantelgevaar:
-Plinten, laden, deuren enz. niet als opstapje
of als steun gebruiken.
Gevaar voor bevriezing, gevoelloosheid en
pijn:
-Permanent contact van de huid met
koude oppervlakken of gekoelde/bevroren
producten vermijden of beschermende
maatregelen treffen, bijvoorbeeld hand‐
schoenen gebruiken.
Letsel- en beschadigingsgevaar:
-WAARSCHUWING: Om het ontdooiproces
te versnellen, geen mechanische hulpmid‐
delen of andere middelen gebruiken die niet
door de fabrikant worden aanbevolen.
-WAARSCHUWING: Letselgevaar door elek
trische schok! Onder de afdekking bevinden
zich onder spanning staande delen.
Led-binnenverlichting alleen door de klan‐
tenservice of hiervoor opgeleid deskundig
personeel laten vervangen of repareren.
-LET OP: Apparaat mag alleen met origineel
toebehoren van de fabrikant of met door
de fabrikant goedgekeurd toebehoren van
andere producenten worden gebruikt. De
gebruiker draagt het risico bij gebruik van
niet-goedgekeurd toebehoren.
Beknellingsgevaar:
-Bij het openen en sluiten van de deur niet
in het scharnier grijpen. De vingers kunnen
ingeklemd raken.
Kwalificatie deskundig personeel:
Deskundig personeel zijn personen die door
hun technische opleiding, kennis en erva‐
ring en hun kennis van de relevante normen
in staat zijn het aan hun opgedragen werk
te beoordelen en uit te voeren en moge‐
lijke gevaren te onderkennen. Ze moeten
een opleiding, instructies en toestemming
hebben om met het apparaat te werken.
Symbolen op het apparaat:
Het symbool kan zich op de compressor
bevinden. Het heeft betrekking op de
olie in de compressor en wijst op het
volgende gevaar:Kan bij inslikken
en indringen in de luchtwegen
dodelijk zijn. Deze aanwijzing is alleen
van belang voor het recyclingproces. In de
normale modus bestaat er geen gevaar.
WAARSCHUWING: Brandgevaar /
brandbare materialen. Het symbool bevindt
zich op de compressor en wijst op het
gevaar van ontvlambare stoffen. De sticker
niet verwijderen.
Algemene veiligheidsvoorschriften
* afhankelijk van model en uitvoering 5
Deze of een vergelijkbare sticker kan op
de achterkant van het apparaat zijn aange‐
bracht. Deze wijst erop dat er zich vacuüm-
isolatiepanelen (VIP) of perlietpanelen in
de deur en/of de behuizing bevinden.
Deze aanwijzing is alleen van belang voor
het recyclingproces. De sticker niet verwij‐
deren.
Neem de specifieke waarschuwingen en de
andere specifieke instructies in de andere
hoofdstukken in acht:
GEVAAR
Wijst op een onmiddellijke
gevaarlijke situatie die,
indien deze niet wordt
vermeden, tot de dood of
ernstig letsel zal leiden.
WAARSCHU‐
WING
Wijst op een gevaarlijke
situatie die, indien deze
niet wordt vermeden, tot de
dood of ernstig letsel kan
leiden.
VOORZICHTIG
Wijst op een gevaarlijke
situatie die, indien deze niet
wordt vermeden, kan leiden
tot licht of middelzwaar
letsel.
LET OP
Wijst op een gevaarlijke
situatie die, indien deze
niet wordt vermeden,
tot aanzienlijke materiële
schade kan leiden.
Aanwijzing Wijst op nuttige informatie
en tips.
3 In gebruik nemen
3.1 Opstelvoorwaarden
WAARSCHUWING
Brandgevaar door vocht!
Wanneer stroomgeleidende delen of de stroomaansluiting
vochtig worden, kan dat leiden tot kortsluiting.
uHet apparaat is ontworpen voor gebruik in een gesloten
ruimte. Het apparaat niet buiten, in een vochtige omge‐
ving of binnen bereik van spatwater plaatsen.
3.1.1 Plaats van opstelling
WAARSCHUWING
Vrijkomend koudemiddel en olie!
Brand. Het gebruikte koelmiddel is milieuvriendelijk maar
wel brandbaar. De gebruikte olie is ook brandbaar. Vrij‐
komend koelmiddel en vrijkomende olie kunnen bij hoge
concentratie en in contact met een externe warmtebron
ontvlammen.
uBuisleidingen van de koelmiddelkringloop en compressor
niet beschadigen.
-Plaats het apparaat niet naast een fornuis, verwarming
of dergelijke, en stel het apparaat niet bloot aan direct
zonlicht.
-Een optimale opstelplaats is een droge en goed geventi‐
leerde ruimte.
-Wanneer het apparaat in een zeer vochtige omgeving
wordt neergezet, kan zich aan de buitenkant van het
apparaat condenswater vormen.
Let op de plaats van opstelling altijd op de be- en
ontluchting.
-Hoe meer koelmiddel in het apparaat aanwezig is, des
te groter moet de ruimte zijn waarin het apparaat staat.
In te kleine ruimten kan bij een lek een brandbaar gas-
luchtmengsel ontstaan. Per 8 g koelmiddel moet de
opstelruimte minstens 1 m3 groot zijn. Gegevens over
het gebruikte koelmiddel staan op het typeplaatje aan de
binnenkant van het apparaat.
-De vloer op de plaats van opstelling moet horizontaal en
vlak zijn.
-De plaats van opstelling moet voor het apparaatgewicht
inclusief de maximale belasting over voldoende draagver
mogen beschikken. (zie 8.1 Technische gegevens)
-Het gebruik in explosiegevaarlijke omgevingen is niet
toegestaan.
3.1.2 Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING
Brandgevaar door verkeerd opstellen!
Als een stroomkabel of stekker de achterkant van het appa‐
raat raakt, kunnen de trillingen van het apparaat de stroom‐
kabel of stekker beschadigen en kortsluiting veroorzaken.
uVoorkom bij het opstellen van het apparaat dat onder het
apparaat stroomkabels klem komen te zitten.
uApparaat zo opstellen, dat stekker of netsnoer niet tegen
het apparaat liggen.
uOp contactdozen in het apparaatacchterpaneel geen
apparaten aansluiten.
uMeervoudige contactdozen of verdeeldozen en andere
elektronische apparaten (bijv. halogeen-transformatoren)
mogen niet aan het achterpaneel van apparaten worden
aangebracht en gebruikt.
3.2 Afmetingen apparaat
Fig. 4
Model A B C D E
MRFvd
3501/3511 1684 mm 597 mm 654 mm 1203 mm 23 mm
MRFvd
4001/4011 1884 mm 597 mm 654 mm 1203 mm 23 mm
In gebruik nemen
6 * afhankelijk van model en uitvoering
Model A B C D E
MRFvd
5501/5511 1684 mm 747 mm 769 mm 1468 mm 23 mm
A = Apparaathoogte B = Apparaatbreedte zonder greep
C = Apparaatdiepte zonder greep D = Apparaatdiepte bij
geopende deur E = Scharnierhoogte
3.3 Apparaat transporteren
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door glasscherven!*
Tijdens transport op een hoogte van meer dan 1500 m kan
het glas van de deur breken. De scherven zijn scherp en
kunnen ernstige verwondingen veroorzaken.
uNavenante veiligheidsmaatregelen treffen.
uBij eerste inbedrijfstelling: Apparaat verpakt transpor
teren.
uBij transport na eerste inbedrijfstelling (bijv. verhuizing):
Apparaat leeg transporteren.
uApparaat rechtop transporteren.
uApparaat met twee personen transporteren.
3.4 Apparaat uitpakken
uControleer of het apparaat en de verpakking op trans‐
portschade. Neem onmiddellijk contact met de leveran‐
cier op, als u een beschadiging opmerkt. Het apparaat
niet op de stroomvoorziening aansluiten.
uVerwijder alle verpakkingsmaterialen van de achterzijde
of de zijwanden van het apparaat die een correcte plaat‐
sing of ventilatie kunnen belemmeren.
uDe aansluitkabel van de achterkant van het apparaat
verwijderen. Daarbij de kabelhouder verwijderen, anders
ontstaan trillingsgeluiden!
3.5 Transportbeveiliging verwijderen
Fig. 5
uTransportbeveiliging naar boven lostrekken.
wBasishouder blijft op het apparaat.
3.6 Apparaat opstellen
VOORZICHTIG
Letsel- en beschadigingsgevaar!
uApparaat met 2 personen opstellen.
VOORZICHTIG
Letsel- en beschadigingsgevaar!
De deur kan tegen de wand slaan en hierdoor worden
beschadigd. Bij glazen deuren kan het beschadigde glas tot
letsel leiden!
uDeur tegen het slaan tegen de wand beveiligen. Deur‐
stopper, bijv. van vilt, op de wand aanbrengen.
uAlle benodigde onderdelen (bijv. netkabel) op de achter‐
zijde van het apparaat aansluiten en naar de zijkant
leiden.
Aanwijzing
Kabels kunnen beschadigd worden!
uKabels bij het terugschuiven niet ingeklemd raken.
Fig. 6
uApparaat ofwel vrij in de ruimte of direct tegen een wand
met een minimumafstand van 5 mm Fig. 6 (1) opstellen.
3.7 Apparaat uitlijnen
LET OP
Vervorming van het apparaat en deur sluit niet.
uApparaat horizontaal en verticaal uitlijnen.
uOneffen ondergrond met stelvoeten compenseren.
WAARSCHUWING
Niet-deskundige hoogteverstelling van de stelvoet!
Zwaar tot dodelijk letsel. Door verkeerde hoogteverstelling
kan het onderdeel van de stelvoet losraken en het apparaat
kantelen.
uDe stelvoet er niet te ver uitdraaien.
Fig. 7
Apparaat optillen:
uStelvoet rechtsom draaien.
Apparaat neerlaten:
uStelvoet linksom draaien.
In gebruik nemen
* afhankelijk van model en uitvoering 7
3.8 Plaatsen van meerdere apparaten
LET OP
Beschadigingsgevaar door condenswater tussen de
zijwanden!
uHet apparaat niet direct naast een ander koelapparaat
plaatsen.
uApparaat met afstand van 3 cm tussen de apparaten
opstellen.
uMeerdere apparaten alleen tot temperaturen van klimaat
klasse CC2 (32,2 °C, 65 % luchtvochtigheid) naast elkaar
plaatsen.
uBij hoge luchtvochtigheid afstand tussen de apparaten
vergroten.
Fig. 8 Side-by-side-opstelling
Aanwijzing
Een side-by-side-kit is als toebehoren via de Liebherr-klan‐
tenservice verkrijgbaar. (zie 8.3 Klantenservice)
3.9 Na het plaatsen
uBeschermfolies verwijderen. *
uApparaat reinigen. (zie 7.2 Apparaat reinigen)
uIndien nodig: Apparaat desinfecteren.
uFactuur bewaren om voor servicediensten apparaat- en
dealergegevens beschikbaar te hebben.
3.10 Afvalverwerking van de verpakking
WAARSCHUWING
Gevaar voor verstikking door verpakkingsmateriaal en folie!
uKinderen niet met het verpakkingsmateriaal laten spelen.
De verpakking bestaat uit recyclebaar materiaal:
-Golfkarton/karton
-Onderdelen uit geschuimd polystyreen
-Folies en zakken uit polyetheen
-Spanbanden uit polypropeen
-Vastgespijkerd houten raam afgewerkt met poly
ethyleen*
uBreng het verpakkingsmateriaal naar een officieel inza‐
melpunt.
3.11 Deurscharnier verwisselen
Gereedschap
WAARSCHUWING
Letselgevaar door niet-deskundige wissel van de deurschar
nieren!
uDeurscharnieren alleen door deskundig personeel laten
wisselen.
WAARSCHUWING
Letselgevaar en materiële schade door hoog deurgewicht!
uOmbouw alleen uitvoeren, als u een gewicht van 25 kg
kunt dragen.
uOmbouw alleen met twee personen uitvoeren.
LET OP
Onder stroom staande onderdelen!
Beschadiging van elektrische onderdelen.
uNetstekker eruit trekken voordat de deurscharnieren
worden gewisseld.
uDeur openen.
Fig. 9
uVoorste afdekkingen Fig. 9 (1) binnen ontgrendelen en
naar de zijkant toe verwijderen.
uBovenste afdekking Fig. 9 (2) naar boven toe verwijderen.
Fig. 10
uStekker losmaken.
In gebruik nemen
8 * afhankelijk van model en uitvoering
Fig. 11
uSluithaak Fig. 11 (1) losschroeven.
uAfdekking Fig. 11 (2) met een kleine schroevendraaier
losmaken en verwijderen.
Fig. 12
uStekkerverbinding uit de houder losmaken.
Fig. 13
uStekker en stekkerkoppeling Fig. 13 (1) losmaken.
Fig. 14
uSlot en afdekking steeds naar de tegenoverliggende zijde
verplaatsen.
LET OP
Letselgevaar door eruit vallende deur!
uDeur vasthouden.
Fig. 15
uScharnierhoek Fig. 15 (1) losschroeven.
uDeur inclusief scharnierhoek Fig. 15 (2) circa 200 mm
recht omhoog tillen en verwijderen.
uDeur voorzichtig op een zachte ondergrond leggen.
Fig. 16
uKabel voorzichtig eruit trekken.
In gebruik nemen
* afhankelijk van model en uitvoering 9
Fig. 17
uScharnierhoek eruit trekken.
Fig. 18
uScharnierbus Fig. 18 (1) met de vingers eruit trekken.
uAfdekstop Fig. 18 (2) voorzichtig met een sleufschroeven‐
draaier optillen en eruit trekken.
Fig. 19
uScharnierbus en afdekstop steeds aan tegenoverliggende
zijde plaatsen (de afgeschuinde zijden omhoog).
Fig. 20 Geschuimde deur*
In gebruik nemen
10 * afhankelijk van model en uitvoering
Fig. 21 Glasdeur*
Aanwijzing
uAls de greep moeilijk van de deur kan worden losge‐
maakt, dan de greep bij het eruit nemen iets in elkaar
drukken.
uGreep losschroeven.
Fig. 22
Aanwijzing
uAls de afdekking moeilijk kan worden losgemaakt, dan
voorzichtig met een hulpmiddel, bijv. een schroeven‐
draaier, eruit tillen.
uAfdekking naar de tegenoverliggende zijde verplaatsen.
Fig. 23 Geschuimde deur*
Fig. 24 Glasdeur*
uGreep aan tegenoverliggende zijde schroeven.
Fig. 25
uSluithoek naar de tegenoverliggende zijde verplaatsen.
Aanwijzing
Gaten zijn voorgemarkeerd en moeten met zelftappende
schroeven worden doorboord.
In gebruik nemen
* afhankelijk van model en uitvoering 11
Fig. 26
uScharnierhoek naar tegenoverliggende zijde verplaatsen.
WAARSCHUWING
Letselgevaar en materiële schade door eruit kantelende
deur!
uLagerbout met aangegeven aanhaalmoment vastdraaien.
Fig. 27
uBouten Fig. 27 (1) naar de scharnierhoek verplaatsen.
uBouten Fig. 27 (2) met aanhaalmoment van 12 Nm vast‐
draaien.
uScharnierhoek weer losschroeven.
LET OP
Letselgevaar door gespannen veer!
uDeursluitsysteem Fig. 28 (1) niet uit elkaar halen.
Fig. 28
uSluitsysteem Fig. 28 (2) draaien tot het klikt.
wVoorspanning van het sluitsysteem is losgemaakt.
uScharnierhoek Fig. 28 (3) losschroeven.
Fig. 29
uDeursluitsysteem naar de scharnierhoek verplaatsen.
uLet erop dat bij het plaatsen de boutafschuining
Fig. 29 (1) naar het ronde gat wijst.
-of-
Aanwijzing
Onjuiste plaatsing van de hoogte-instelschijven.
Bevestiging van de moer niet meer voldoende mogelijk.
uDe schijf moet aan de onderzijde van het sluitsysteem
vastklikken.
Fig. 30
uMoer losdraaien en deursluitsysteem verwijderen
Fig. 30 (1).
uDe correctie uitlijning van de hoogte-instelschijven in
acht nemen Fig. 30 (2).
uDeursluitsysteem in de scharnierhoek verplaatsen en met
de moer vastzetten Fig. 30 (3).
uBij het plaatsen de correcte uitlijning van het deursluit
systeem in acht nemen Fig. 30 (4).
In gebruik nemen
12 * afhankelijk van model en uitvoering
Fig. 31
uAfdekplaat naar de tegenoverliggende zijde verplaatsen.
Fig. 32
uScharnierhoek aan tegenoverliggende zijde schroeven.
Aanwijzing
De correcte uitlijning en voorspanning is belangrijk voor de
functie van het sluitsysteem.
Fig. 33 Links scharnierend (A) / rechts scharnierend (B)
uSluitsysteem tegen de weerstand in draaien tot het schot
van het sluitsysteem Fig. 33 (1) naar buiten wijst.
wSluitsysteem blijft zelfstandig in deze positie staan.
wSluitsysteem is uitgelijnd en voorgespannen.
Fig. 34
uScharnierhoek in de deur plaatsen.
Fig. 35
uKabel er voorzichtig doorsteken.
LET OP
Letselgevaar door eruit vallende deur!
uDeur vasthouden.
Fig. 36
uDeur met een tweede persoon van de grond optillen.
uDeur in 90° geopende toestand voorzichtig op het sluit‐
systeem plaatsen.
In gebruik nemen
* afhankelijk van model en uitvoering 13
LET OP
Materiële schade door verkeerde montage!
uKabel bij het monteren van de scharnierhoek niet
klemmen.
Fig. 37
uKabel door de uitsparing van de scharnierhoek leiden en
voorzichtig monteren Fig. 37 (1).
uScharnierhoek Fig. 37 (2) vastschroeven.
Fig. 38 Geschuimde deur
Fig. 39 Glasdeur
uStekker in stekkerkoppeling steken en in bekerhouder
vergrendelen.
Fig. 40
uStekker er linksboven insteken.
Fig. 41
uAfdekking plaatsen.
Fig. 42
uSluithaak vastschroeven.
Fig. 43
uDeur openen.
In gebruik nemen
14 * afhankelijk van model en uitvoering
Fig. 44
uVoorste afdekkingen Fig. 44 (1) zijdelings aanbrengen en
van binnen vastklikken.
uBovenste afdekking Fig. 44 (2) van boven vastklikken.
uDeur sluiten.
wDe deurscharnieren zijn gewisseld.
3.12 Deur uitlijnen
Als de deur niet recht is, kunt u de deur aan de onderste
scharnierhoek afstellen.
Fig. 45
uMiddelste schroef aan onderste scharnierhoek verwij‐
deren.
Fig. 46
uBeide schroeven iets losmaken en deur met scharnier
hoek naar rechts of links verschuiven.
uSchroeven tot de aanslag vastdraaien (middelste schroef
is niet meer nodig).
wDe deur is recht uitgelijnd.
3.13 Apparaat aansluiten
WAARSCHUWING
Brandgevaar door verkeerd aansluiten!
Brandwonden.
Beschadigingen van het apparaat.
uGeen verlengkabel gebruiken.
uGeen verdeeldozen gebruiken.
LET OP
Gevaar voor beschadiging door verkeerd aansluiten!
Beschadigingen van het apparaat.
uSluit het apparaat niet aan op stand-alone-omvormers
zoals zonne-energiesystemen en benzinegenerators.
Ervoor zorgen dat aan de volgende voorwaarden is voldaan:
- Het apparaat alleen met wisselstroom gebruiken.
-De toegestane spanning en frequentie staan op het type‐
plaatje. De positie van het typeplaatje is in het hoofd‐
stuk Apparaatoverzicht zichtbaar. (zie 1.2 Apparaat- en
uitrustingsoverzicht)
-Contactdoos is overeenkomstig de voorschriften geaard
en elektrisch gezekerd.
-Uitschakelstroom van de zekering ligt tussen 10 A en 16
A.
- De contactdoos is eenvoudig toegankelijk.
uElektrische aansluiting controleren.
uNetstekker op de voeding aansluiten.
3.14 Apparaat inschakelen
Ervoor zorgen dat aan de volgende voorwaarden is voldaan:
-Apparaat is opgesteld, uitgelijnd en een geschikte
contactdoos is voorhanden.
-Alle plakstroken, plak- en beschermfolies alsook de
transportbeveiligingen in en op het apparaat zijn verwij‐
derd.
uNetstekker in de contactdoos steken.
wHet apparaat is ingeschakeld zodra de temperatuur op
het display verschijnt.
4 Opslag
4.1 Instructies voor opslag
Aanwijzing
Het niet opvolgen van deze gegevens kan leiden tot bederf
van levensmiddelen.
Fig. 47 Voorbeeld Fig. 48
Opslag
* afhankelijk van model en uitvoering 15
Bij het bewaren in acht nemen:
qIndien de legroosters Fig. 47 (1) verplaatsbaar zijn, deze
aan de hoogte aanpassen.
qMaximale belading in acht nemen. (zie 8.1 Technische
gegevens)
qApparaat pas beladen, zodra de opslagtemperatuur werd
bereikt (inachtneming van koelketen).
qVentilatiesleuf Fig. 48 (2) van de ventilator in de binnen‐
ruimte vrijhouden.
qGekoelde goederen mogen de achterwand niet raken.
qGeen gekoelde goederen voorbij de aanslag aan de
achterkant van de oplegroosters bewaren.
qKoelgoed goed verpakken.
qKoelgoed die gemakkelijk geur of smaak aannemen of
afgeven in gesloten houders verpakken of afdekken.
qVloeistoffen in gesloten houders bewaren.
qRauw vlees of rauwe vis in schone, gesloten houders
verpakken zodat deze niet met ander voedsel in aanra‐
king komen of op ander voedsel kunnen druppelen.
qKoelgoed met tussenafstand bewaren zodat de lucht
goed kan circuleren.
4.2 Bewaartijden
De op de verpakking aangegeven houdbaarheidsdatum
geldt als richtlijn voor de bewaartijd.
5 Bediening
5.1 Bedienings- en weergave-elementen
Fig. 49
MRFvd 3501
MRFvd 4001
MRFvd 5501
MRFvd 3511
MRFvd 4011
MRFvd 5511
Fig. 49 (1) Slot
Fig. 49 (2) Temperatuurweergave
Fig. 49 (3) Deurcontactschakelaar licht
Fig. 49 (4) Temperatuurregelaar
Fig. 49 (5) Deurcontactschakelaar ventilator
Fig. 49 (6) Lichtschakelaar aan/uit
5.2 Apparaatfuncties
5.2.1 Temperatuur
De temperatuur is afhankelijk van de volgende factoren:
-hoe vaak de deur wordt geopend
-hoe lang de deur geopend blijft
-de ruimtetemperatuur op de plaats van opstelling
-type, temperatuur en hoeveelheid van de te koelen
producten
Aanwijzing
In sommige delen van de binnenruimte kan de luchttempe‐
ratuur afwijken van de weergegeven temperatuur.
Met de correcte temperatuur blijven de te koelen producten
langer houdbaar. Overbodig weggooien kan zo worden
vermeden.
Aanbevolen temperatuurinstelling: zie temperatuurklasse
op het typeplaatje. (zie 1.4 Toepassingsgebied van het appa‐
raat)
Temperatuur instellen
Fig. 50 Regelknop voor temperatuurinstelling
uLagere temperatuur in het apparaat instellen: Regelaar
in de richting „Max draaien. In stand „Max wordt de
laagste temperatuur in het apparaat bereikt.
uHogere temperatuur in het apparaat instellen: Regelaar in
de richting „Min draaien.
Digitale thermometer kalibreren
Fig. 51 Voorbeeld
De thermometer is in de fabriek al gekalibreerd (offset van
+6 Kelvin). Als de temperatuur in het apparaat Fig. 51 (1)
afwijkt van de temperatuurweergave, kunt u de thermo‐
meter kalibreren.
Instelbereik: +/- 10 Kelvin in stappen van 1 Kelvin.
Bediening
16 * afhankelijk van model en uitvoering
Fig. 52
uSluithaak Fig. 52 (1) losschroeven.
uAfdekking Fig. 52 (2) met een kleine schroevendraaier
losmaken en verwijderen.
Fig. 53
uOffset met stelschroef instellen.
uIngestelde offset wordt kort op het display weergegeven
en schakelt vervolgens terug naar de temperatuurweer
gave.
Fig. 54
uAfdekking plaatsen Fig. 54 (1).
uSluithaak vastschroeven Fig. 54 (2).
wDigitale thermometer is gekalibreerd.
wDisplay geeft na ongeveer 2 minuten de ingestelde
temperatuur aan.
5.2.2 Verlichting
Het apparaat is voorzien van een binnenverlichting.
De binnenverlichting wordt altijd ingeschakeld als de deur
van het apparaat wordt geopend.
Verlichting inschakelen/uitschakelen*
Fig. 55
uLichtschakelaar bedienen.
wVerlichting is in- of uitgeschakeld.
6 Uitrusting
6.1 Veiligheidsslot
Het slot in de deur van het apparaat is voorzien van een
veiligheidsmechanisme.
6.1.1 Apparaat vergrendelen
Fig. 56
uSleutel erin duwen.
uSleutel 90° linksom draaien.
wHet apparaat is afgesloten.
6.1.2 Apparaat opensluiten
Fig. 57
uSleutel erin duwen Fig. 57 (1).
uSleutel 90° rechtsom draaien Fig. 57 (2).
wHet apparaat is opengesloten.
Uitrusting
* afhankelijk van model en uitvoering 17
7 Onderhoud
7.1 Apparaat ontdooien
WAARSCHUWING
Apparaat op de verkeerde manier ontdooid!
Verwondingen en beschadigingen.
uOm het ontdooiproces te versnellen, geen mechanische
hulpmiddelen of andere middelen gebruiken die niet door
de fabrikant worden aanbevolen.
uGebruik voor het ontdooien geen elektrische verwar‐
mings- of stoomreinigingsapparaten, open vuur of
ontdooisprays.
uIJs niet met scherpe voorwerpen verwijderen.
Het ontdooien gebeurt automatisch. Het dooiwater wordt
via de afvoeropening afgevoerd en verdampt.
Om de functionaliteit van het apparaat te behouden, raden
we aan het te ontdooien als er veel ijsvorming is. Voor
ijsvorming in de binnenruimte zijn de plaats van opstelling
(bijv. een hoge luchtvochtigheid), instellingen op het appa‐
raat en verkeerd gebruikersgedrag bepalend.
Handmatig ontdooien:
uApparaat uitschakelen.
uNetstekker loskoppelen.
uKoelgoed verplaatsen.
uApparaatdeur tijdens ontdooien open laten.
uResterend condenswater met een doek opnemen, afvoer
opening en het apparaat reinigen.
7.2 Apparaat reinigen
7.2.1 Voorbereiden
WAARSCHUWING
Gevaar voor kortsluiting door onder stroom staande onder
delen!
Elektrische schok of beschadiging van de elektronica.
uApparaat uitschakelen.
uNetstekker eruit trekken of zekering uitschakelen.
WAARSCHUWING
Brandgevaar
uDe buisleidingen van het koelmiddelcircuit niet bescha‐
digen.
uApparaat leegmaken.
uNetstekker eruit halen.
7.2.2 Behuizing reinigen
LET OP
Ondeskundige reiniging!
Beschadigingen aan het apparaat.
uUitsluitend zachte poetsdoekjes en een ph-neutrale
allesreiniger gebruiker.
uGebruik geen schurende of krassende sponzen of
staalwol.
uGebruik geen scherpe, schurende, zand-, chloor- of zuur
houdende schoonmaakmiddelen.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom!
Hete stoom kan brandwonden veroorzaken en de opper‐
vlakken beschadigen.
uGebruik geen stoomreinigers!
LET OP
Beschadigingsgevaar door kortsluiting!
uBij het reinigen van het apparaat voorkomen dat reini‐
gingswater in de elektrische componenten dringt.
uBehuizing met een zachte, schone doek schoonvegen.
Bij sterke vervuiling lauwwarm water met neutraal reini‐
gingsmiddel gebruiken. Glazen oppervlakken kunnen ook
met een glasreinigingsmiddel worden gereinigd.
uCondensorspiraal jaarlijks reinigen. Als de condensorspi‐
raal niet wordt gereinigd, leidt dit tot een aanzienlijke
reductie van de efficiëntie van het apparaat.
7.2.3 Ventilatorafdekking reinigen
LET OP
Beschadigingsgevaar door kortsluiting!
uBij het reinigen van het apparaat voorkomen dat reini‐
gingswater in de elektrische componenten dringt.
LET OP
Ondeskundige reiniging!
Beschadigingen aan het apparaat.
uUitsluitend zachte poetsdoekjes en een ph-neutrale
allesreiniger gebruiker.
uGebruik geen schurende of krassende sponzen of
staalwol.
uGebruik geen scherpe, schurende, zand-, chloor- of zuur
houdende schoonmaakmiddelen.
Fig. 58
uVentilatorafdekkingen voorzichtig aan de zijkant eruit
halen Fig. 58 (1) en naar de voorkant toe verwijderen
Fig. 58 (2).
uVentilatieopeningen van de ventilatorafdekkingen onder
stromend water doorspoelen. Bij sterke vervuiling: lauw‐
warm water met neutraal reinigingsmiddel gebruiken.
uVentilatorafdekkingen volledig in de lucht laten drogen.
uVentilatorafdekkingen weer in het apparaat plaatsen.
Onderhoud
18 * afhankelijk van model en uitvoering
7.2.4 Binnenruimte reinigen
WAARSCHUWING
Gevaar voor kortsluiting door onder stroom staande onder
delen!
Elektrische schok of beschadiging van de elektronica.
uApparaat uitschakelen.
uNetstekker eruit trekken of zekering uitschakelen.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom!
Hete stoom kan brandwonden veroorzaken en de opper‐
vlakken beschadigen.
uGebruik geen stoomreinigers!
LET OP
Ondeskundige reiniging!
Beschadigingen aan het apparaat.
uUitsluitend zachte poetsdoekjes en een ph-neutrale
allesreiniger gebruiker.
uGebruik geen schurende of krassende sponzen of
staalwol.
uGebruik geen scherpe, schurende, zand-, chloor- of zuur
houdende schoonmaakmiddelen.
Aanwijzing
uCondensafvoer (zie 1.2 Apparaat- en uitrustings‐
overzicht) : Afzettingen met een dun hulpmiddel (bijvoor
beeld wattenstaafjes) verwijderen.
Aanwijzing
Typeplaatje aan binnenzijde van apparaat niet beschadigen
of verwijderen. Typeplaatje is belangrijk voor de klantenser
vice. (zie 8.3 Klantenservice)
uDeur openen.
uApparaat leegmaken.
uBinnenruimte en uitrustingsdelen met lauwwarm water
en een beetje afwasmiddel reinigen. Geen zand- of zuur‐
houdende reinigingsmiddelen en geen chemische oplos‐
middelen gebruiken.
7.2.5 Na het reinigen
uApparaat en uitrustingsdelen droogwrijven.
uApparaat aansluiten en inschakelen.
Als de temperatuur voldoende koud is:
uKoelgoed erin leggen.
uReiniging regelmatig herhalen.
uKoudemachine met warmtewisselaar (metaalrooster aan
de achterzijde van het apparaat) een keer per jaar
reinigen en ontstoffen.
8 Klantenhulp
8.1 Technische gegevens
Temperatuurbereik
Koelen +1 °C tot +15 °C
Maximale belading per steunvlak A)
Apparaatbreedte 600 mm 750 mm
Oplegroosters 45 kg 60 kg
Glasplaat 40 kg 40 kg
Houten rooster 45 kg 60 kg
A) Bij zware belading kunnen de steunen iets doorbuigen.
Maximale nuttige inhoud
Zie de nuttige inhoud op het typeplaatje. (zie 1.2 Apparaat-
en uitrustingsoverzicht)
Verlichting
Energie-efficiëntieklasse A) Lichtbron
Dit product bevat een of meerdere lichtbronnen
van energie-efficiëntieklasse F
Led
A) Dit product kan lichtbronnen met verschillende energie-
efficiëntieklassen bevatten. De laagste energie-efficiëntie‐
klasse is aangegeven.
8.2 Technische storing
Uw apparaat is zodanig geconstrueerd en gemaakt dat
functieveiligheid en lange levensduur gegarandeerd zijn. Als
er tijdens de werking een storing optreedt, controleer dan of
de storing werd veroorzaakt door een bedieningsfout. In dat
geval moeten ook de tijdens de garantieperiode gemaakte
kosten aan u worden doorberekend.
De volgende storingen kunt u zelf verhelpen.
8.2.1 Apparaatfunctie
Probleem Oorzaak Oplossing
Het apparaat werkt
niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld. uApparaat inschakelen.
De netstekker steekt niet correct in
het stopcontact.
uNetstekker controleren.
De zekering van het stopcontact is
niet in orde.
uZekering controleren.
→ Stroomuitval uApparaat gesloten houden.
Temperatuur is te
laag.
De apparaatdeur is niet correct
aangesloten.
uApparaatdeur sluiten.
De be- en ontluchting is onvol
doende.
uVentilatieroosters vrijmaken en reinigen.
Klantenhulp
* afhankelijk van model en uitvoering 19
Probleem Oorzaak Oplossing
De omgevingstemperatuur is te
hoog.
uLet op de juiste omgevingsvoorwaarden: (zie 1.4 Toepas‐
singsgebied van het apparaat)
Het apparaat werd te vaak of te
lang geopend.
uAfwachten of de vereiste temperatuur vanzelf terug‐
keert. Indien niet, contact met de klantenservice
opnemen (zie 8.3 Klantenservice) .
De temperatuur is verkeerd inge‐
steld.
uTemperatuur lager instellen en na 24 uur controleren.
Het apparaat staat te dicht bij een
warmtebron (fornuis, verwarming
etc.).
uOpstelplaats van het apparaat of de warmtebron veran‐
deren.
8.3 Klantenservice
Controleer eerst of u de fout zelf kunt oplossen . Als dit niet
het geval is, contact met de klantenservice opnemen.
U vindt het adres in de bijgevoegde brochure „Liebherr
Service of op home.liebherr.com/service.
WAARSCHUWING
Ondeskundige reparatie!
Verwondingen.
uReparaties en ingrepen aan het apparaat en de stroom‐
aansluiting die niet uitdrukkelijk genoemd worden
(zie 7 Onderhoud) , uitsluitend door de Technische Dienst
laten uitvoeren.
uBeschadigde netaansluiting alleen door de fabrikant, de
klantenservice of een dergelijk gekwalificeerde persoon
laten vervangen.
uBij apparaten met stekker voor koelapparaten mag ook de
klant zelf de vervanging uitvoeren.
8.3.1 Contact met de klantenservice opnemen
Zorg ervoor dat u de volgende apparaatinformatie beschik
baar hebt:
qApparaataanduiding (model en index)
qServicenr. (Service)
qSerienr. (S-Nr.)
uApparaatinformatie via het display oproepen .
-of-
uApparaatinformatie van het typeplaatje aflezen.
(zie 8.4 Typeplaatje)
uApparaatinformatie noteren.
uKlantenservice informeren: Fout en apparaatinformatie
mededelen.
wZo is een snelle en doelgerichte service mogelijk.
uVerdere instructies van de klantenservice opvolgen.
8.4 Typeplaatje
Het typeplaatje bevindt zich aan de binnenkant van het
apparaat. Zie apparaatoverzicht.
Fig. 59
(1) Apparaataanduiding (3) Serie-nr.
(2) Service-nr.
9 Buiten bedrijf stellen
uApparaat leegmaken.
uApparaat uitschakelen.
uNetstekker eruit halen.
uApparaat reinigen. (zie 7.2 Apparaat reinigen)
uDeur open laten, zodat geen slechte geur kan ontstaan.
Aanwijzing
Beschadiging van het apparaat en storingen!
uNa de buitenbedrijfstelling mag het apparaat alleen
worden gebruikt bij een toelaatbare kamertemperatuur
tussen -10 °C en +50 °C opslaan.
10 Afvalverwijdering
10.1 Apparaat op afvoer voorbereiden
Liebherr maakt bij sommige apparaten gebruik
van batterijen. In de EU is het nu voor de
consument wettelijk verplicht deze batterijen
voor de afvoer van apparaten te verwijderen.
Als uw apparaat batterijen bevat, wordt dit op
het apparaat aangegeven.
Lampen Als u lampen zelfstandig en zonder kapot te
maken kunt verwijderen, verwijder deze dan
eveneens voor het voeren.
uApparaat buiten bedrijf stellen.
uApparaat met batterijen: verwijder batterijen. Beschrij‐
ving zie hoofdstuk Onderhoud.
uIndien mogelijk: verwijder lampen zonder deze kapot te
maken.
10.2 Apparaat volgens milieuvoor‐
schriften afvoeren
Het apparaat bevat waardevolle
materialen en moet gescheiden
van het ongesorteerde, huishou‐
delijke afval worden afgevoerd.
Buiten bedrijf stellen
20 * afhankelijk van model en uitvoering
Voer batterijen gescheiden van
het apparaat af. Batterijen
kunnen gratis worden ingeleverd
bij de winkel en bij andere inle‐
verpunten zoals het gemeente‐
lijk depot en de chemokar.
Lampen Lever gedemonteerde lampen in
bij een daarvoor bestemd inle‐
verpunt.
Voor Duitsland: U kunt het apparaat gratis inle‐
veren bij de milieustraat. Bij de
aankoop van een nieuwe koel‐
kast of vriezer en een verkoop‐
oppervlak > 400 m2 neemt de
dealer het oude apparaat ook
gratis terug.
WAARSCHUWING
Vrijkomend koudemiddel en olie!
Brand. Het gebruikte koelmiddel is milieuvriendelijk maar
wel brandbaar. De gebruikte olie is ook brandbaar. Vrij‐
komend koelmiddel en vrijkomende olie kunnen bij hoge
concentratie en in contact met een externe warmtebron
ontvlammen.
uBuisleidingen van de koelmiddelkringloop en compressor
niet beschadigen.
uVoer het apparaten af zonder het te beschadigen.
uVoer batterijen, lampen en het apparaat af zoals hier
boven beschreven.
11 Aanvullende informatie
Meer informatie over garantiebepalingen vindt u in de
meegeleverde servicebrochure of op internet op https://
home.liebherr.com.
Aanvullende informatie
* afhankelijk van model en uitvoering 21
home.liebherr.com/fridge-manuals
Drankkoelkast
ORIGINELE GEBRUIKSHANDLEIDING
Datum van uitgave: 20230830 Artikelnr.-index: 7085872-01
Liebherr-Hausgeräte Ochsenhausen GmbH
Memminger Straße 77-79
88416 Ochsenhausen
Deutschland
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22