Wacker Neuson ARFU 36/6/115 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Handleiding
Vibratoren
ARFU
0109968nl 007
12.2012
Fabrikant
Wacker Neuson Produktion GmbH & Co. KG
Preußenstraße 41
80809 München
www.wackerneuson.com
Tel.: +49-(0)89-354 02-0
Fax: +49-(0)89-354 02-390
Vertaling van de Duitstalige originele bedieningshandleiding
1Voorwoord
3
1 Voorwoord
In deze bedieningshandleiding staat informatie en worden procedures beschre-
ven voor het veilig gebruik en onderhoud van het Wacker Neuson apparaat. Voor
uw eigen veiligheid en om letsel te voorkomen moet u de veiligheidsvoorschriften
goed doorlezen, zodat u ermee vertrouwd raakt en ze op ieder moment in acht
kunt nemen.
Deze bedieningshandleiding geeft geen informatie over omvangrijke onder-
houds- of reparatiewerkzaamheden. Dergelijke werkzaamheden moeten door
de Wacker Neuson service of door erkende deskundigen worden uitgevoerd.
Bij de productie van het apparaat is veel waarde gehecht aan de veiligheid van
de bediener. Ondeskundige bediening of onderhoud niet conform de voorschrif-
ten kunnen echter gevaar veroorzaken. Bediening en onderhoud van het
Wacker Neuson apparaat moeten volgens de aanwijzingen in deze bedienings-
handleiding worden uitgevoerd. Hierdoor is een storingsvrije werking en een
hoge beschikbaarheid van het apparaat gegarandeerd.
Defecte onderdelen van het apparaat moeten meteen worden vervangen!
Bij vragen over de bediening of het onderhoud kunt u contact opnemen met uw
contactpersoon bij Wacker Neuson.
Alle rechten voorbehouden, in het bijzonder het recht van reproductie en ver-
spreiding.
Copyright 2011 Wacker Neuson Produktion GmbH & Co. KG
Deze bedieningshandleiding mag uitsluitend met voorafgaande uitdrukkelijke en
schriftelijke toestemming van Wacker Neuson worden gereproduceerd, bewerkt,
gekopieerd of verspreid worden. Dit geldt ook voor delen ervan.
Iedere reproductie, verspreiding of opslag op informatiedragers in welke vorm
dan ook, zonder de toestemming van Wacker Neuson, is een overtreding van het
geldende copyright en zal gerechtelijk worden vervolgd.
Wij behouden ons uitdrukkelijk voor, technische wijzigingen uit te voeren voor de
verbetering van onze apparaten of verhoging van de veiligheidsstandaard, ook
zonder voorafgaande aankondiging.
4
1 Voorwoord ................................................................................................................. 3
2 Veiligheid ................................................................................................................... 5
2.1 Beginsel.............................................................................................................. 5
2.2 Kwalificatie van het bedieningspersoneel .......................................................... 8
2.3 Beschermuitrusting............................................................................................. 9
2.4 Transport .......................................................................................................... 10
2.5 Bedrijfsveiligheid .............................................................................................. 10
2.6 Veiligheid bij de werking van elektrische apparaten......................................... 12
2.7 Veiligheid bij de werking van trilmotoren .......................................................... 15
2.8 Onderhoud ....................................................................................................... 15
3 Veiligheids- en aanwijsstickers ............................................................................. 17
4 Inhoud van het pakket ............................................................................................ 18
5 Beschrijving ............................................................................................................ 19
5.1 Toepassingen................................................................................................... 19
5.2 Afmetingen ....................................................................................................... 19
5.3 Bevestiging....................................................................................................... 19
5.4 HinweisAanwijzing............................................................................................ 19
5.5 Aansluiting........................................................................................................ 20
6 Onderhoud ............................................................................................................... 21
6.1 Onderhoudsplan............................................................................................... 21
7 Storingen verhelpen ............................................................................................... 22
7.1 Apparaat........................................................................................................... 22
7.2 Bodyguard
® ................................................................................................................................. 22
7.3 Omvormer ........................................................................................................ 23
8 Onbalansen ............................................................................................................. 24
9Afvoer ....................................................................................................................... 26
9.1 Afvoer van oude elektrische en elektronische apparaten................................. 26
10 Technische gegevens ............................................................................................. 27
10.1 Apparaat........................................................................................................... 27
10.2 Omformer ......................................................................................................... 28
10.3 Verlengkabel .................................................................................................... 29
11 Verklarende woordenlijst ....................................................................................... 30
Inbouwverklaring .................................................................................................... 33
Inhoud
2 Veiligheid
5
2 Veiligheid
2.1 Beginsel
Stand van de techniek
Het apparaat is vervaardigd op basis van de nieuwste stand van de techniek en
de erkende veiligheidstechnische regelgeving. Desondanks kan ondeskundig
gebruik gevaar opleveren voor lijf en leven van de gebruiker of derden of een ne-
gatieve invloed hebben op het apparaat en andere materiële zaken.
Gebruik in overeenstemming met de bestemming
Het apparaat mag uitsluitend voor de volgende doeleinden worden gebruikt:
In trilling brengen van allerhande vormen en bekistingen.
In trilling brengen van triltafels, trilblokken en trilplanken.
Het apparaat mag alleen na het aanbouwen aan vormen, bekistingen, triltafels
en trilblokken gebruikt worden.
Het apparaat mag in het bijzonder niet voor de volgende doeleinden worden ge-
bruikt:
Onderdompelen in vers beton.
Andere speciale toepassingen moeten door Wacker Neuson zijn getest en goed-
gekeurd.
Tot het gebruik in overeenstemming met de bestemming hoort ook het in acht
nemen van alle aanwijzingen in deze bedieningshandleiding, alsmede het in
acht nemen van de voorgeschreven service- en onderhoudsaanwijzingen.
Elke ander of verdergaand gebruik geldt als niet in overeenstemming zijnde met
de bestemming. Voor hieruit resulterende schade vervallen de aansprakelijkheid
en de garantie van de fabrikant. Het risico komt volledig voor rekening van de
bediener.
Neem ook de gebruiksaanwijzingen van triltafels en frequentieomvormers en
montagehandleidingen van evt. gebruikte spaninrichtingen in acht.
2 Veiligheid
6
Constructieve wijzigingen
Voer in geen geval constructieve wijzigingen uit zonder schriftelijke toestemming
van de fabrikant. U brengt daardoor uw veiligheid en die van andere personen in
gevaar! Bovendien vervallen de aansprakelijkheid en de garantie van de fabri-
kant.
Er is vooral sprake van constructieve wijzigingen in de volgende gevallen:
Openen van het apparaat en het permanent verwijderen van onderdelen, die
van Wacker Neuson afkomstig zijn.
Inbouwen van nieuwe onderdelen, die niet van Wacker Neuson afkomstig
zijn of niet constructief of kwalitatief gelijkwaardig zijn aan originele onderde-
len.
Aanbouwen van toebehoren, dat niet van Wacker Neuson afkomstig is.
Reserveonderdelen die van Wacker Neuson afkomstig zijn kunt u zondermeer
monteren.
Toebehoren die voor uw apparaat verkrijgbaar zijn in het Wacker Neuson lever-
programma, kunt u zondermeer monteren. Volg daarbij de montagevoorschriften
uit deze bedieningshandleiding.
Boor niet in de behuizing om bijv. borden aan te brengen. Er kan water in de be-
huizing binnendringen, waardoor het apparaat beschadigd raakt.
Voorwaarden voor bedrijf
De storingsvrije en veilige werking van het apparaat hangt af van de volgende
voorwaarden:
Vakkundig transport, opslag, opstelling.
Zorgvuldige bediening.
Zorgvuldig onderhoud.
Vakkundige montage.
Bediening
Bedien het apparaat uitsluitend in overeenstemming met de bestemming en in
technisch perfecte toestand.
Bedien het apparaat uitsluitend bewust van de veiligheid en de gevaren terwijl
alle veiligheidsvoorzieningen zijn aangebracht. Verander of omzeil de veilig-
heidsvoorzieningen niet.
Controleer voorafgaand aan de werkzaamheden of de bedieningselementen en
veiligheidsvoorzieningen naar behoren werken.
Bedien het apparaat nooit in explosiegevaarlijke omgevingen.
Toezicht
Laat een draaiend apparaat nooit zonder toezicht!
2 Veiligheid
7
Onderhoud
Voor een storingsvrije en langdurige werking van het apparaat zijn regelmatige
onderhoudswerkzaamheden vereist. Gebrekkig onderhoud vermindert de veilig-
heid van het apparaat.
Neem altijd de voorgeschreven onderhoudsintervallen in acht.
Gebruik het apparaat niet wanneer onderhoud of reparatie noodzakelijk is.
Storingen
Bij functiestoringen moet u het apparaat onmiddellijk uitschakelen en beveiligen.
Verhelp storingen die de veiligheid nadelig kunnen beïnvloeden onverwijld!
Laat beschadigde of defecte componenten onmiddellijk vervangen!
Verdere informatie vindt u in het hoofdstuk Storingen verhelpen.
Reserveonderdelen, toebehoren
Gebruik alleen reserveonderdelen van Wacker Neuson of onderdelen die gelijk-
waardig zijn met de originele delen wat betreft constructie en kwaliteit.
Gebruik alleen toebehoren van Wacker Neuson.
Bij het niet opvolgen hiervan vervalt iedere aansprakelijkheid.
Uitsluiting van aansprakelijkheid
In de volgende gevallen wijst Wacker Neuson elke aansprakelijkheid voor per-
soonlijk letsel en materiële schade af:
Constructieve wijzigingen.
Gebruik dat niet in overeenstemming is met de bestemming.
Niet-naleven van deze bedieningshandleiding.
Ondeskundige behandeling.
Gebruik van reserveonderdelen, die niet van Wacker Neuson afkomstig zijn
of niet constructief of kwalitatief gelijkwaardig zijn aan originele onderdelen.
Gebruik van toebehoren, dat niet van Wacker Neuson afkomstig is.
Bedieningshandleiding
Bewaar de bedieningshandleiding altijd binnen handbereik bij het apparaat of op
de plaats waar het apparaat wordt gebruikt.
Mocht u de bedieningshandleiding kwijtraken of nog een exemplaar nodig heb-
ben, neem dan contact op met uw Wacker Neuson contactpersoon of download
de bedieningshandleiding van het Internet (www.wackerneuson.com).
Geef deze bedieningshandleiding aan elke andere bediener of volgende eige-
naar van het apparaat.
2 Veiligheid
8
Landspecifieke voorschriften
Neem ook landspecifieke voorschriften, normen en richtlijnen voor ongevalspre-
ventie en milieubescherming in acht, bijv. de omgang met gevaarlijke stoffen of
het dragen van een persoonlijke beschermingsuitrusting.
Vul deze bedieningshandleiding aan met verdere aanwijzingen voor het in acht
nemen van bedrijfs-, overheids-, landelijke of algemene veiligheidsrichtlijnen.
Bedieningselementen
Houd de bedieningselementen van het apparaat altijd droog, schoon en vrij van
vet en olie.
Bedieningselementen, zoals bijv. aan/uitschakelaar, gashendels etc. mogen niet
ongeloorloofd geâretteerd, gemanipuleerd of veranderd worden.
Op schade controleren
Controleer minstens één keer per dienst het uitgeschakelde apparaat op uiterlijk
zichtbare schade en gebreken.
Gebruik het apparaat niet wanneer er beschadigingen of gebreken zichtbaar
zijn.
Laat beschadigingen en gebreken onverwijld herstellen.
2.2 Kwalificatie van het bedieningspersoneel
Kwalificatie van de bediener
Het apparaat mag alleen door opgeleid personeel in werking gesteld en bediend
worden. Bovendien gelden de volgende voorwaarden:
U bent lichamelijk en geestelijk geschikt.
U bent opgeleid voor het zelfstandig bedienen van het apparaat.
U bent opgeleid in het gebruik in overeenstemming met de bestemming van
het apparaat.
U bent vertrouwd met de noodzakelijke veiligheidsinrichtingen.
U bent bevoegd om apparaten en systemen volgens de normen van de vei-
ligheidstechniek zelfstandig in bedrijf te stellen.
U moet door de ondernemer of exploitant zijn aangewezen voor het zelfstan-
dig werken met het apparaat.
Foutieve bediening
Bij foutieve bediening, misbruik of bediening door ongeschoold personeel dreigt
er gevaar voor de gezondheid van de bediener of derden en voor het apparaat
of andere materiële zaken.
2 Veiligheid
9
Plichten van de exploitant
De exploitant moet de bedieningshandleiding beschikbaar stellen aan de bedie-
ner en zich ervan vergewissen dat de bediener deze heeft gelezen en begrepen.
Aanbevelingen voor het werk
Volg a.u.b. de volgende aanbevelingen op:
Werk uitsluitend in een goede lichamelijke toestand.
Werk geconcentreerd, vooral tegen het einde van de werktijd.
Werk niet met het apparaat als u moe bent.
Voer alle werkzaamheden rustig, behoedzaam en voorzichtig uit.
Werk nooit onder invloed van alcohol, drugs of medicijnen. Uw zichtvermo-
gen, uw reactievermogen en uw oordeelsvermogen kunnen hierdoor worden
belemmerd.
Werk zodanig dat geen schade voor derden ontstaat.
Zorg ervoor dat zich geen personen of dieren in de gevarenzone bevinden.
2.3 Beschermuitrusting
Werkkleding
De kleding moet doelmatig zijn, d.w.z. nauwsluitend maar niet hinderlijk zijn.
Draag in principe op bouwplaatsen geen lang los haar, losse kleding of sieraden
inclusief ringen. Er bestaat gevaar voor letsel, bijv. door blijven hangen of naar
binnen trekken door bewegende onderdelen van apparaten.
Persoonlijke veiligheidsuitrusting
Gebruik een persoonlijke veiligheidsuitrusting om letsel en schade voor de ge-
zondheid te voorkomen:
Veiligheidsschoenen.
Werkhandschoenen van stevig materiaal.
Werkpak van stevig materiaal.
Veiligheidshelm.
Hoorbescherming.
2 Veiligheid
10
Hoorbescherming
Bij dit apparaat is overschrijding van de landelijk geldende toegestane geluidsli-
miet (persoonsgerelateerd beoordelingsniveau) mogelijk. Daarom moet u in be-
paalde gevallen gehoorbescherming dragen. De exacte waarde vindt u in het
hoofdstuk Technische gegevens.
Werk met gehoorbescherming bijzonder aandachtig en voorzichtig omdat u ge-
luiden, bijv. geroep of signaaltonen slechts beperkt kunt waarnemen.
Wacker Neuson raadt aan altijd gehoorbescherming te dragen.
2.4 Transport
Apparaat uitschakelen
Schakel het apparaat voor het transport uit en trek de stekker uit het stopcontact.
Laat de motor afkoelen.
Apparaat transporteren
Beveilig het apparaat op het transportmiddel tegen omkantelen, vallen of weg-
glijden.
Apparaat optillen
Ernstig verwondingsgevaar door vallend apparaat.
Het apparaat heeft geen optil- of sjorpunten.
Beveilig het apparaat bij het optillen tegen het omkantelen, vallen of wegglijden,
bijv. in een gesloten transportbak.
Herinbedrijfname
Monteer en bevestig voorafgaand aan de herinbedrijfname apparaten, apparaat-
onderdelen, toebehoren of gereedschappen die voor transportdoeleinden waren
verwijderd.
Ga uitsluitend volgens de bedieningshandleiding te werk.
2.5 Bedrijfsveiligheid
Explosieve omgeving
Bedien het apparaat nooit in explosiegevaarlijke omgevingen.
2 Veiligheid
11
Werkomgeving
Maak u vertrouwd met de werkomgeving voordat u met de werkzaamheden be-
gint. Daartoe behoren bijv. de volgende punten:
Obstakels in de werk- en verkeerszone.
Draagvermogen van de bodem.
Noodzakelijke afscherming van de bouwlocatie, vooral voor het openbare
verkeer.
Noodzakelijke afscherming van wanden en plafonds.
Mogelijkheden voor hulp bij ongevallen.
Controles voorafgaand aan de werkzaamheden
Controleer voor het begin van het werk de volgende punten:
Aansluitwaarden van het apparaat.
Aanhaalmoment van de bevestigingsschroeven.
Apparaat in bedrijf stellen
Let op de veiligheids- en waarschuwingsaanwijzingen op het apparaat en in de
bedieningshandleiding.
Stel nooit een apparaat in werking dat moet worden onderhouden of gerepa-
reerd.
Stel het apparaat volgens de bedieningshandleiding in werking.
Vermijd het met het lichaam aanraken van geaarde delen.
Veilige stand
Let altijd op een veilige stand wanneer u met het apparaat werkt. Dit geldt vooral
bij het werken op steigers, ladders, oneffen of glibberige bodem enz.
Pas op voor hete onderdelen
Raak het hete trilnaaldlichaam tijdens of vlak na het bedrijf niet aan. Het trilnaald-
lichaam kan zeer heet worden en verbrandingen veroorzaken.
Componenten van het apparaat niet gebruiken als opstapje of om u te zekeren
Gebruik beschermslang, aansluitsnoer, aansluitkabel of andere componenten
van het apparaat nooit om omhoog te klimmen of u te zekeren.
2 Veiligheid
12
Apparaat uitschakelen
Schakel in de volgende gevallen het apparaat uit en trek de stekker uit het stop-
contact:
Voor pauzes.
Als u het apparaat niet gebruikt.
Zet resp. leg het apparaat zodanig neer, dat het niet kan kantelen, vallen of weg-
glijden.
Apparaat demonteren
Wacht voor de demontage van het apparaat tot het volledig afgekoeld is.
Opslag
Zet of leg het apparaat veilig neer, zodat het niet kan kantelen, vallen of wegglij-
den.
Opslaglocatie
Berg het afgekoelde apparaat na gebruik op een afgesloten, schone, vorstveilige
en droge locatie op, die niet toegankelijk is voor kinderen.
2.6 Veiligheid bij de werking van elektrische apparaten
Specifieke voorschriften voor elektrische apparaten
Neem de veiligheidsvoorschriften in acht uit de brochure Algemene veiligheids-
voorschriften die bij het apparaat is geleverd.
Neem ook landspecifieke voorschriften, normen en richtlijnen voor ongevalspre-
ventie met betrekking tot elektrische installaties en apparaten in acht.
WAARSCHUWING Lees alle veiIigheidsvoorschriften en aanwijzingen.
Wanneer veiligheidsvoorschriften en aanwijzingen niet in acht worden genomen,
kan dit een elektrische schok, brand of ernstig letsel tot gevolg hebben.
Bewaar alle veiIigheidsvoorschriften en aanwijzingen voor eventuele raad-
pleging in de toekomst.
2 Veiligheid
13
Stroomvoorziening voor elektrische apparaten van de beschermingscategorie I
Aanwijzing:De nominale spanning vindt u op het typeplaatje van het apparaat.
U moet het apparaat aansluiten op een stopcontact met geaard contact 15 A/
16 A met een afdoende overspanningbeveiliging.
Een van de volgende foutstroomschakelaars is vereist:
Standaard foutstroomschakelaar (pulsstroom sensitief type A).
Foutstroomschakelaar (sensitief voor universele stroom, type B).
U mag het apparaat alleen aan stroomvoorzieningen aansluiten als alle onder-
delen ervan in technisch onberispelijke toestand zijn. Let vooral op de volgende
onderdelen:
Stekker.
Aansluitsnoer over de totale lengte.
Schakelaarmembraan van de aan/uitschakelaar, indien aanwezig.
Stopcontacten.
U mag het apparaat uitsluitend aan stroomvoorzieningen aansluiten met intacte
aardaansluiting (PE).
Bij aansluiting op vaste of mobiele stroomgeneratoren moet minstens één van
de volgende veiligheidsvoorzieningen aanwezig zijn:
Foutstroomschakelaar.
ISO-volgschakelaar.
IT-net.
Wanneer u het apparaat aansluit op een bouwstroomverdeler, moet deze ge-
aard zijn.
Aanwijzing:Neem de geldende landelijke veiligheidsrichtlijnen in acht!
2 Veiligheid
14
Verlengkabel
Gebruik het apparaat uitsluitend met onbeschadigde en geteste verlengkabels!
Gebruik uitsluitend verlengkabels met een aardleider en een correcte aardleider-
aansluiting aan de stekker en de koppeling (alleen voor apparaten van bescher-
mingscategorie I, zie hoofdstuk Technische gegevens).
Gebruik uitsluitend geteste verlengkabels die geschikt zijn voor gebruik op de
bouwlocatie: Middelste rubberslangleiding H05RN-F of beter – Wacker Neuson
adviseert H07RN-F, een SOOW-kabel of een landspecifieke gelijkwaardige uit-
voering.
Vervang verlengkabels met beschadigingen (bijv. scheuren in de mantel) of los-
zittende stekkers en koppelingen onmiddellijk.
Kabeltrommels en meervoudig stopcontacten moeten aan dezelfde eisen vol-
doen als verlengkabels.
Bescherm verlengkabels, meervoudige stopcontacten, kabeltrommels en aan-
sluitkoppelingen tegen regen, sneeuw of andere vormen van vocht.
Kabeltrommel helemaal afrollen
Brandgevaar door niet afgerolde kabeltrommel.
Voor gebruik de kabeltrommel helemaal afrollen.
Aansluitsnoer beschermen
Gebruik het aansluitsnoer niet voor het trekken aan of optillen van het apparaat.
Trek de stekker van het aansluitsnoer niet aan het snoer uit het stopcontact.
Bescherm het aansluitsnoer tegen hitte, olie en scherpe randen.
Laat de aansluitsnoer bij beschadiging of een loszittende stekker onmiddellijk
door uw contactpersoon bij Wacker Neuson vervangen.
Tegen vocht beschermen
Bescherm het apparaat tegen regen, sneeuw of andere vormen van vocht. An-
ders zijn beschadigingen of andere storingen mogelijk.
Beschermen tegen te hoge of te lage temperatuur
Stel het apparaat niet aan te hoge of te lage temperaturen bloot. Anders kan de
isolatie van de stroomgeleidende delen beschadigd worden.
2 Veiligheid
15
2.7 Veiligheid bij de werking van trilmotoren
Borggordel bevestigen
Wanneer u de trilmotor gebruikt in combinatie met een spanklem, moet u de
spanklem altijd met de meegeleverde borggordel op de bekisting bevestigen.
Bevestig de borggordel boven de trilmotor stevig op de bekisting. De borggordel
moet strak staan en niet doorhangen, zodat de spanklem en de trilmotor als ze
vallen worden opgevangen door de borggordel en niet verder kunnen vallen.
Stabiele bekisting gebruiken
Gebruik uitsluitend stabiele vormen en bekistingen voor bevestiging van de tril-
motor. Draai de bevestigingsschroeven stevig aan.
Vormen en bekistingen die niet stevig genoeg zijn of losgeraakte verbindingen
kunnen resulteren in overbelasting van de motor of kunnen zelf beschadigd ra-
ken.
Controleer of de bekisting geschikt is voor de ondersteuning van trilmotoren:
Mogelijkheid voor aanbrenging.
Afdoende stabiliteit voor het gebruikte type trilmotor (afhankelijk van het ver-
mogen).
Uw contactpersoon bij Wacker Neuson adviseert u gaarne.
Juiste spanklem gebruiken
Bevestig de trilmotor met een spanklem die geschikt is voor de trilmotor en de
bekisting.
2.8 Onderhoud
Onderhoudswerkzaamheden
Verzorgings- en onderhoudswerkzaamheden mogen slechts worden uitgevoerd
voor zover ze in deze bedieningshandleiding zijn beschreven. Alle andere werk-
zaamheden moeten worden uitgevoerd via de contactpersoon van Wacker
Neuson.
Verdere informatie vindt u in het hoofdstuk Onderhoud.
Loskoppelen van de stroomvoorziening
Voor verzorgings- en onderhoudswerkzaamheden moet u de stekker uit het
stopcontact trekken om het apparaat van de stroomvoorziening los te koppelen.
2 Veiligheid
16
Reiniging
Houd het apparaat altijd schoon en reinig het na elk gebruik.
Gebruik geen brandstoffen of oplosmiddelen. Explosiegevaar!
Gebruik geen hogedrukreinigers. Indringend water kan het apparaat beschadi-
gen. Bij elektrische apparaten bestaat ernstig verwondingsgevaar door elektri-
sche schokken.
3 Veiligheids- en aanwijsstickers
17
3 Veiligheids- en aanwijsstickers
Er bevinden zich stickers op het apparaat die belangrijke aanwijzingen en veilig-
heidsinstructies bevatten.
Houd alle stickers in leesbare toestand.
Vervang ontbrekende of niet leesbare stickers.
De artikelnummers van de stickers vindt u in de catalogus met reserveonder-
delen.
Pos. Sticker Beschrijving
1
Waarschuwing voor heet oppervlak.
Lees de bedieningshandleiding vóór in-
gebruikneming.
Amerikaanse apparaten Voorzichtig.
2
Let op elektrische schok.
Behuizing niet openen.
Bedieningshandleiding lezen.
Amerikaanse apparaten
Waarschuwing.
0219173
CAUTION
VORSICHT
ATENCIÓN
ATTENTION
0219262
0219413
0219261
WARNING
WARNUNG
ADVERTENCIA
ADVERTISSEMENT
0219176
Inhoud van het pakket
18
4 Inhoud van het pakket
De inhoud van het pakket bestaat uit:
Apparaat.
Bedieningshandleiding.
Catalogus met reserveonderdelen.
Algemene veiligheidsvoorschriften.
Beschrijving
19
5 Beschrijving
5.1 Toepassingen
In de beton- en systeembouw voor het doen vibreren van velerlei soorten mallen/
profielen en voor montage op vibratoren, trilbokken en machines. Voor toepas-
sing als bekistingsvibrator in boven- en ondergrondse werken op alle betoncon-
structies, monteerbaar op planken, platen, enz.
5.2 Afmetingen
5.3 Bevestiging
Om de unit als toebehoren aan de vorm c.q. schaal te bevestigen, is
een spanklem verkrijgbaar.
5.4 HinweisAanwijzing
Het profiel- resp. het bekistingsmateriaal dient onberispelijk te zijn
bevestigd en aaneengekoppeld en ten behoeve van een optimale
trillingsoverdracht desnoods te worden verstijfd. Anders kan
overbelasting van de vibrator tengevolge van te hoge stroomafname
of mechanische schade ontstaan.
Beschrijving
20
5.5 Aansluiting
Voorafgaand aan de aansluiting dient te worden gecontroleerd of:
De gebruikte spanning overeenstemt met de gegevens op het
kenplaatje.
Het apparaat moet op een geschikte voedingsspanning worden
aangesloten.
Montagevoorschrift voor stekkerloze uitvoering
Levensgevaar door elektrische schok!
Montage van de stekker en controle van de veiligheid mag uitsluitend
worden uitgevoerd door een erkend elektriciën conform de geldende
richtlijnen.
Montagevoorschrift in acht nemen!
Levens-
gevaarlijk
Onderhoud
21
6 Onderhoud
6.1 Onderhoudsplan
Onderdeel Onderhoud Service-interval
Stroomkabel (11)
Op perfecte conditie inspecteren,
defecte kabel direct vervangen.
dagelijks
Vibrator (1)
Alle zichtbara boutverbindingen
vast draaien.
na de 1e 20 uur
Storingen verhelpen
22
7 Storingen verhelpen
Wanneer het apparaat niet werkt, kunt u in de volgende tabellen mogelijke sto-
ringen, oorzaken en oplossingen vinden.
7.1 Apparaat
7.2 Bodyguard
®
Storing Oorzaak Oplossing
Het apparaat functioneert niet. Aansluitsnoer onderbroken. Aansluitsnoer controleren, bij
defect laten vervangen. *
* Laat het apparaat door uw contactpersoon bij Wacker Neuson repareren.
Lager defect. Apparaat laten repareren. *
Storing Oorzaak Oplossing
Rode LED brandt.
Netspanning is aanwezig.
- Bodyguard
®
heeft het appa-
raat uitgeschakeld.
- Apparaatfout.
1. Stekker uit het stopcontact
trekken.
2. Aansluitsnoer controleren op
beschadiging – bij beschadi-
ging laten vervangen.
3. Stekker in het stopcontact
steken.
Wanneer de storing niet is ver-
holpen, apparaat laten repare-
ren. *
* Laat deze werkzaamheden door de service van uw Wacker Neuson contactpersoon uitvoeren.
- Water in omvormer.
- Apparaat defect.
Apparaat laten repareren. *
Er brandt geen LED. Geen netspanning. 1. Stekker uit het stopcontact
trekken.
2. Aansluitsnoer controleren op
beschadiging – bij beschadi-
ging laten vervangen. *
3. Stekker in het stopcontact
steken.
Bodyguard
®
defect. Apparaat laten repareren. *
Stekker defect. Apparaat laten repareren. *
LED defect. Apparaat laten repareren. *
Storingen verhelpen
23
7.3 Omvormer
Storing Oorzaak Oplossing
LED brandt rood. - Netspanning onderbroken.
- Verkeerde netspanning.
Omvormer start zelfstandig zo-
dra de correcte netspanning
(weer) aanwezig is.
LED knippert rood. Apparaat defect. Apparaat laten repareren. *
* Laat deze werkzaamheden door de service van uw Wacker Neuson contactpersoon uitvoeren.
LED knippert steeds twee keer
snel achtereen rood.
Omvormer is uitgeschakeld
vanwege te hoge temperatuur.
1. Omvormer laten afkoelen.
2. Reset uitvoeren:
Apparaat uit- en inschakelen.
LED knippert (korte tijd) steeds
drie keer snel achtereen rood.
Bodyguard
®
heeft het apparaat
uitgeschakeld.
1. Stekker uit stopcontact trek-
ken.
2. Storing (laten) verhelpen. *
3. Stekker weer insteken.
Geen Bodyguard
®
aanwezig. Apparaat laten repareren. *
Onbalansen
24
8 Onbalansen
Dikte = 1,5 Boordiameter (d) = 14
De balansregeling van deze apparaten bestaat uit
meerdere schijven van 1,5 mm dik, die op de as
(aan beide asuiteinden) alle in dezelfde richting
(stand 1) of onder een hoek van 120° ten opzichte
van elkaar (stand 2) vergrendelbaar zijn. Daardoor
kan de middelpuntsvliedende kracht verschillend worden afgesteld:
1.Door een aantal onbalansschijven weg te nemen
2.Door afzonderlijke schijven te verdraaien
Indien het maximum aan middelpuntsvliedende kracht niet vereist is,
dient overeenkomstig pt.1 tewerk worden gegaan, teneinde een gering
massatraagheidsmoment te verkrijgen en daarmee korte aan- en
uitlooptijden.
ARFU 36/6/...
Onbalans-nr. 0127791
Aantal per machine Standaard
Aantal per machine maximaal
10
16
Buitendiameter (D) 84
Onbalansen
25
Onbalansen per
zijde
Onbalansen per
zijde
Vliedenede
kracht
Massatraagheids
moment
Sand 1 Sand 2 kN
10
-4
kgm
2
1
2
3
4
5
6
7
8
-
-
-
-
-
-
-
-
0,43
0,87
1,30
1,74
2,17
2,60
3,04
3,47
0,53
1,05
1,58
2,11
2,63
3,16
3,69
4,21
7
6
5
4
1
2
3
4
2,85
2,30
1,89
1,74
6
5
4
1
2
3
2,42
1,89
1,56
5
4
3
1
2
3
1,99
1,50
1,30
4
3
1
2
1,56
1,15
3
2
1
2
1,15
0,87
210,75
110,43
Instelling middelpuntvliedende kracht bij aflevering 2,3 kN
9Afvoer
26
9Afvoer
9.1 Afvoer van oude elektrische en elektronische apparaten
Voor klanten in EU-landen
Dit apparaat is onderhevig aan de Europease richtlijn 2002/96/EG m.b.t. afval
van elektrische en elektronische apparaten (AEEA) en aan de betreffende natio-
nale wetgeving. De AEEA-richtlijn schrijft daarbij het kader voor een EU-wijd gel-
dige verwerking van oude elektrische en elektronische apparaten voor.
Het apparaat wordt gekenmerkt door het hiernaast afgebeelde
symbool van een doorgestreepte afvalbak. Dit betekent dat u het
niet bij het normale huisafval mag gooien, maar het moet afvoeren
naar een milieuvriendelijk inzamelpunt voor gescheiden afval.
Dit apparaat is uitsluitend bedoeld als professioneel elektrisch ge-
reedschap voor beroepsdoeleinden (zogenaamd B2B-apparaat volgens
AEEA-richtlijn). In tegenstelling tot overwegend huishoudelijk gebruikte appara-
ten (zogenaamde B2C-apparaten) mag dit apparaat daarom in sommige EU-lan-
den niet bij inzamelpunten van publieksrechtelijke afvoerinstanties (bijv. commu-
nale milieuparken) worden afgegeven. Informeer bij twijfel bij uw verkoopvesti-
ging naar de voorgeschreven afvoerprocedure voor elektrische of elektronische
B2B-apparaten in uw land en zorg altijd voor een afvoer volgens de wettelijke
voorschriften. Neem ook betreffende aanwijzingen in de verkoopovereenkomst
of de algemene bedrijfsvoorwaarden van uw verkoopvestiging in acht.
Een vakkundige afvoer van dit apparaat vorkomt negatieve uitwerkingen op
mens en milieu, dient de gerichte verwerking van schadelijke stoffen en maakt
hergebruik van waardevolle grondstoffen mogelijk.
Voor klanten in andere landen
Een vakkundige afvoer van dit apparaat vorkomt negatieve uitwerkingen op
mens en milieu, dient de gerichte verwerking van schadelijke stoffen en maakt
hergebruik van waardevolle grondstoffen mogelijk. Wij adviseren daarom dit ap-
paraat niet bij het normale huisafval weg te gooien, maar het af te voeren naar
een milieuvriendelijk inzamelpunt voor gescheiden afval. Ook de nationale wetg-
geving schrijft onder omstandigheden de gescheiden afvoer van elektrische en
elektronische producten voor. Zorg altijd voor een afvoer van dit apparaat vol-
gens de wettelijke voorschriften in uw land.
Technische gegevens
27
10 Technische gegevens
10.1 Apparaat
Benaming Unit ARFU 36/6/230 ARFU 36/6/120
Artikelnr. 0610000 0610002
0610003
Lengte x breedte x hoogte mm 232 x 227 x 102,5
Bedrijfsgewicht
(zonder omvormer)
kg 5,8
Aandrijving Hoge frequentie-kooiankermotor
voor aansluiting op transformator
Trillingen min
-1
6000
Centrifugale kracht standaard kN 2,17
Centrifugale kracht max. kN 3,47
Aansluitsnoer m 15
Beschermingscategorie *
* Conform DIN EN 61140, Voor uitleg zie hoofdstuk Verklarende woordenlijst.
I
Beveiliging **
** Conform DIN EN 60529, Voor uitleg zie hoofdstuk Verklarende woordenlijst.
IP65
Geluidsdrukniveau bij de bedie-
ningsplaats L
PA
***
***Conform DINENISO11201.
dB(A) < 70
Technische gegevens
28
10.2 Omformer
Benaming Unit ARFU 36/6/230 ARFU 36/6/120
Artikelnr. 0610000 0610002
0610003
Wisselstroom V 220 - 240 1~ 110 - 130 1~
Frequentie Hz 50/60
Vermogen kVA
kW
1,38
1,1
Stroom A 6 12
Status-LED n
Aan/uitschakelaar n
Technische gegevens
29
10.3 Verlengkabel
Gebruik uitsluitend betrouwbare verlengkabels, zie hoofdstuk Veiligheid.
De vereiste litzendraaddoorsnede voor verlengkabels vindt u in de volgende
tabel:
Aanwijzing: De typeaanduiding en de spanning van uw apparaat vindt u op het
typeplaatje of via het artikelnummer in het hoofdstuk Technische
gegevens.
Voorbeeld
U heeft een ARFU 36/6/230 en u wilt een verlengkabel van 80 m lengte gebrui-
ken.
Het apparaat heeft 230 V ingangsspanning.
Volgens de tabel moet uw verlengkabel een doorsnede van de litzendraad van
2,5 mm
2
hebben.
WAARSCHUWING
Elektrische spanning.
Letsel door elektrische schokken.
f Aansluitsnoer en verlengkabel controleren op beschadigingen.
f Uitsluitend verlengkabels gebruiken waarvan de aardleider is aangesloten
op de stekker en de koppeling (alleen voor apparaten uit beschermingscate-
gorie I, zie hoofdstuk Technische gegevens).
Apparaat Spanning
[V]
Verlenging
[m]
Doorsnede litzen-
draad
[mm
2
]
ARFU 36 230 1~ <
50 1,5
<
83 2,5
< 132 4
ARFU 36 120 1~ <
22 2,5
<
34 4
<
51 6
11 Verklarende woordenlijst
30
11 Verklarende woordenlijst
Beschermingscategorie
De beschermingscategorie volgens DIN EN 61140 onderscheidt elektrische ap-
paraten in relatie tot veiligheidsmaatregelen ter voorkoming van elektrische
schokken. Er zijn vier beschermingscategorieën:
Beschermingscategorie Betekenis
0 Geen bijzondere beveiliging naast de basisisolatie.
Geen aardleider.
Stekker zonder randaarde.
I Aansluiting van alle geleidende delen van de behuizing
op de aardleider.
Stekker met randaarde.
II Verbeterde of dubbele isolatie (veiligheidsisolatie).
Geen aansluiting op de aardleider.
Stekker zonder randaarde.
III Apparaten worden met veiligheidslaagspanning
(< 50 V) gebruikt.
Aansluiting aan de aardleider is niet nodig.
Stekker zonder randaarde.
11 Verklarende woordenlijst
31
Beschermingsklasse IP
De beschermingsklasse volgens DIN EN 60529 geeft de geschiktheid van elek-
trische apparaten voor bepaalde omgevingsomstandigheden en de beveiliging
tegen elektrische gevaren aan.
De beschermingsklasse wordt door een IP-code volgens DIN EN 60529 gespe-
cificeerd.
Code Betekenis 1. cijfer:
Bescherming tegen aanraking van gevaarlijke delen.
Bescherming tegen indringende vreemde voorwerpen.
0 Geen bescherming tegen aanraking.
Geen bescherming tegen vreemde voorwerpen.
1 Beschermd tegen aanraking met de bovenkant van de hand.
Beschermd tegen grote vreemde voorwerpen met een diameter van
>50mm.
2 Beveiligd tegen aanraking met een vinger.
Beveiligd tegen middelgrote vreemde voorwerpen (diameter > 12,5 mm).
3 Beveiligd tegen aanraking met een gereedschap (diameter > 2,5 mm).
Beschermd tegen kleine vreemde voorwerpen (diameter > 2,5 mm).
4 Beveiligd tegen aanraking met een draad (diameter > 1 mm).
Beveiligd tegen korrelvormige vreemde voorwerpen (diameter > 1 mm).
5 Beschermd tegen aanraking.
Beschermd tegen afzetting van stof aan de binnenkant.
6 Volledig beschermd tegen aanraking.
Beschermd tegen binnenkomend stof.
Code Betekenis 2. cijfer:
Bescherming tegen binnendringend water
0 Geen bescherming tegen binnenkomend water.
1 Beschermd tegen loodrecht vallend drupwater.
2 Beschermd tegen schuin vallend drupwater (15° afwijking).
3 Beschermd tegen spatwater (60° afwijking).
4 Beveiligd tegen spatwater uit alle richtingen.
5 Beschermd tegen een waterstraal (sproeier) uit willekeurige hoek.
6 Beschermd tegen een sterke waterstraal (overstroming).
7 Beschermd tegen tijdelijk onderdompelen in water.
8 Beschermd tegen langdurig onderdompelen in water.
11 Verklarende woordenlijst
32
Vertaling van de originele inbouwverklaring
Inbouwverklaring
Fabrikant
Wacker Neuson Produktion GmbH & Co. KG, Preußenstraße 41, 80809 München
Product
Inbouwverklaring voor het inbouwen van een niet voltooide machine
Hiermee verklaren we dat dit product voor het inbouwen in een machine bestemd is en dat
de ingebruikneming ervan verboden is tot vastgesteld werd dat de machine, waarin dit
product ingebouwd moet worden, aan de bepalingen van de volgende EG-richtlijn voldoet:
2006/42/EG
Richtlijnen en normen
Hiermee verklaren we dat dit product aan de betreffende bepalingen en vereisten van de
volgende richtlijnen en normen voldoet:
2006/42/EG, 2006/95/EG, 2004/108/EG, EN 61000, EN 55014, 2011/65/EU
Gemachtigde voor alle technische documenten
Axel Häret,
Wacker Neuson Produktion GmbH & Co. KG, Preußenstraße 41, 80809 München
De speciale technische documenten conform 2006/42/EG, bijlage VII, deel B, zijn
opgesteld.
We verplichten ons de technische documenten voor niet voltooide machines in schriftelijke
of elektronische vorm op aanvraag aan nationale overheidsinstanties te overleggen.
Product
ARFU 36
Producttype Trilmotor
Productfunctie Verdichten van beton
Artikelnummer 0610000, 0610002, 0610003
München, 10.12.2012
Dr. Michael Fischer
Directeur Technologie en Innovatie
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36

Wacker Neuson ARFU 36/6/115 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor