Nikon 1 J1 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Deze handleiding mag op geen enkele manier volledig of
gedeeltelijk (behalve voor korte citaten in kritische
artikelen of besprekingen) worden gereproduceerd
zonder de schriftelijke toestemming van NIKON
CORPORATION.
Gedrukt in Europa
SB2C02(1F)
6MVA181F-02
DIGITALE CAMERA
Gebruikshandleiding
Nl
AMA14330
Voor uw veiligheid ............................................................................. iii
Kennisgevingen .................................................................................. vi
Inleiding ................................................................................. 1
De onderdelen van de camera.......................................................... 2
Fotostand ............................................................................... 7
Foto’s maken in de fotostand ........................................................... 7
Foto’s bekijken...................................................................................14
Stand Slimme fotoselectie.................................................... 16
Foto’s maken in de stand Slimme fotoselectie ............................16
Foto’s bekijken...................................................................................19
Filmstand ............................................................................. 21
HD-film ................................................................................................21
Slow motion........................................................................................24
Films bekijken ....................................................................................26
Stand Bewegingssnapshot................................................... 28
Opnemen in de stand Bewegingssnapshot .................................28
Bewegingssnapshots bekijken .......................................................31
Beschikbare instellingen...................................................... 32
Meer informatie over fotografie .......................................... 36
Zelfontspannerstand en afstandsbedieningstand .....................36
De ingebouwde flitser ......................................................................39
De menu’s gebruiken ........................................................... 42
Technische opmerkingen ..................................................... 47
Optionele accessoires.......................................................................47
Opslag en reiniging...........................................................................55
Onderhoud van de camera en batterij: waarschuwingen .........56
Problemen oplossen .........................................................................61
Foutmeldingen ..................................................................................64
Specificaties........................................................................................66
Index ....................................................................................................74
Inhoudsopgave
i
De volgende documentatie wordt met de camera meegeleverd.
De Naslaggids kan worden bekeken met behulp van Adobe Reader
of Adobe Acrobat Reader 5.0 of hoger, gratis te downloaden van de
Adobe website.
1 Start de computer en plaats de cd van de naslaggids.
2 Dubbelklik op het pictogram van de cd (Nikon 1 J1) in Computer
of Mijn Computer (Windows) of op het bureaublad (Mac OS).
3 Dubbelklik op het pictogram INDEX.pdf om een
taalselectievenster weer te geven en klik op een taal om de
Naslaggids weer te geven.
Productdocumentatie
Snelhandleiding—Beschrijft hoe uw camera
kan worden ingesteld.
Gebruikshandleiding
(deze handleiding)—
Beschrijft hoe u foto’s kunt maken en bekijken.
Naslaggids (op cd)—Een complete gids voor
het gebruik van uw digitale camera,
inbegrepen als pdf-bestand op de
meegeleverde cd-rom van de naslaggids.
Nikon 1 J1 digitale camera met ondersteuning
voor verwisselbare objectieven
Snelhandleiding
Deze gids verschaft informatie voor nieuwe gebruikers
betre ende het instellen van de Nikon 1 J1, het maken van
foto’s en het installeren en gebruiken van de meegeleverde
software. Voor informatie betre ende het maken en
bekijken van foto’s, raadpleeg de Gebruikshandleiding.
Voor een volledige gebruikersgids van uw digitale
camera, raadpleeg de Naslaggids (op cd van naslaggids).
Aanvullende informatie betre ende het gebruik van de
meegeleverde software kunt u vinden met
behulp van online help.
Nl
Voordat u begint
z
De camera uitpakken.
Controleer of het pakket de volgende items bevat:
ii
Symbolen en conventies
Om u te helpen de gewenste informatie gemakkelijker te vinden, worden de
volgende symbolen en conventies gebruikt:
Het objectief dat over het algemeen in deze handleiding voor illustratieve
doeleinden wordt gebruikt is een 1 NIKKOR VR 10-30mm f/3.5-5.6.
D
Dit pictogram staat bij waarschuwingen – informatie die voor gebruik
moet worden gelezen om schade aan de camera te vermijden.
A
Dit pictogram staat bij opmerkingen
informatie die voor gebruik
van de camera moet worden gelezen.
0
Dit pictogram staat bij verwijzingen naar andere pagina’s in deze
handleiding.
A Permanente kennisoverdracht
Als onderdeel van Nikons inzet voor “permanente kennisoverdracht” met
het oog op doorlopende productondersteuning en -educatie is
voortdurend bijgewerkte informatie online beschikbaar op de volgende
sites:
Voor gebruikers in de VS: http://www.nikonusa.com/
Voor gebruikers in Europa en Afrika: http://www.europe-nikon.com/support/
Voor gebruikers in Azië, Oceanië en het Midden-Oosten: http://www.nikon-asia.com/
Bezoek de sites om up-to-date te blijven met de nieuwste
productinformatie, tips, antwoorden op veelgestelde vragen (FAQs) en
algemeen advies over digital imaging en digitale fotografie. Aanvullende
informatie kan mogelijk worden verstrekt door de Nikon-importeur in uw
land/regio. Bezoek de volgende website voor contactgegevens:
http://imaging.nikon.com/
A Voor uw veiligheid
Lees voordat u de camera voor het eerst gebruikt de
veiligheidsinstructies in “Voor uw veiligheid” (0 iii–v) en “Onderhoud
van de camera en batterij: waarschuwingen” (0 56).
iii
Als u schade aan uw Nikon-product of letsel aan uzelf of anderen wilt voorkomen,
dient u de volgende veiligheidsinstructies goed door te lezen voordat u dit
product gaat gebruiken. Bewaar deze veiligheidsinstructies op een plaats waar
iedereen die het product gebruikt ze kan lezen.
De mogelijke gevolgen van het niet in acht nemen van de veiligheidsinstructies in
dit hoofdstuk worden met het volgende pictogram aangegeven:
❚❚WAARSCHUWINGEN
Voor uw veiligheid
A
Dit pictogram staat bij waarschuwingen. Lees om mogelijk letsel te
voorkomen alle waarschuwingen voordat u dit Nikon-product gebruikt.
A
Zorg dat de zon buiten beeld blijft. Zorg er bij
onderwerpen met tegenlicht voor dat
de zon ver buiten beeld blijft. Als
zonlicht in de camera convergeert
doordat de zon zich in of dicht bij het
beeld bevindt, kan dit brand
veroorzaken.
A
Zet het apparaat onmiddellijk uit in geval van
storing. Indien er rook of een ongewone
geur vrijkomt uit het apparaat of de
lichtnetadapter (apart verkrijgbaar),
haalt u onmiddellijk de stekker van de
lichtnetadapter uit het stopcontact en
verwijdert u de batterij. Pas daarbij op
dat u zich niet verbrandt. Voortgaand
gebruik kan leiden tot letsel. Nadat u de
batterij hebt verwijderd, brengt u het
apparaat voor onderzoek naar een door
Nikon geautoriseerd servicecenter.
A
Gebruik het apparaat niet in de nabijheid van
ontvlambaar gas. Gebruik elektronische
apparatuur niet in de nabijheid van
ontvlambaar gas, omdat dit kan leiden
tot explosie of brand.
A
Haal het apparaat niet uit elkaar. Aanraking
van interne onderdelen kan tot letsel
leiden. In geval van een defect mag dit
product uitsluitend worden
gerepareerd door een gekwalificeerde
reparateur. Mocht het product
openbreken als gevolg van een val of
ander ongeluk, verwijder dan de accu
en/of koppel de lichtnetadapter los en
breng het product voor onderzoek naar
een door Nikon geautoriseerd
servicecenter.
A
Buiten bereik van kinderen houden. Het niet
in acht nemen van deze waarschuwing
kan leiden tot letsel. Bovendien dient u
er rekening mee te houden dat kleine
delen verstikkingsgevaar kunnen
opleveren. Mocht een kind een
onderdeel van dit apparaat hebben
ingeslikt, raadpleeg dan onmiddellijk
een arts.
A
Plaats de polsriem niet om de hals van
kinderen. Het niet in acht nemen van
deze waarschuwing kan leiden tot
verstikking.
iv
A
Vermijd langdurige aanraking van de camera of
lader terwijl de apparaten ingeschakeld of in
gebruik zijn.
Delen van het apparaat kunnen
zeer warm worden. Langdurige aanraking
van het apparaat met de huid kan lichte
brandwonden tot gevolg hebben.
A
Richt de flitser niet op de bestuurder van een
motorvoertuig. Het niet in acht nemen
van deze waarschuwing kan leiden tot
ongelukken.
A
Wees voorzichtig bij het gebruik van de flitser
Het gebruik van de camera met de flit-
ser terwijl deze zich dicht bij de huid of
andere voorwerpen bevindt, kan
brandwonden veroorzaken.
Het gebruik van de flitser dicht bij de
ogen van een persoon kan leiden tot
tijdelijke vermindering van het
gezichtsvermogen. Pas extra goed op
als u kleine kinderen fotografeert. De
flitser mag zich niet op minder dan één
meter van de persoon bevinden.
A
Vermijd contact met vloeibare kristallen.
Mochten de weergaveschermen
breken, pas dan op dat u zich niet
verwondt aan de glassplinters en dat de
vloeibare kristallen uit de
weergaveschermen niet in aanraking
komen met uw huid, ogen of mond.
A
Neem de juiste voorzorgsmaatregelen in acht
bij het gebruik van batterijen. Batterijen
kunnen bij onjuist gebruik gaan lekken
of ontploffen. Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht bij het
gebruik van de batterijen bij dit product:
Gebruik alleen batterijen die zijn
goedgekeurd voor gebruik in dit
apparaat.
U mag de batterij niet kortsluiten of uit
elkaar halen.
Zorg ervoor dat het product is
uitgeschakeld voordat u de batterij
vervangt. Als u een lichtnetadapter
gebruikt, moet u deze eerst
loskoppelen.
Plaats batterijen niet ondersteboven
of achterstevoren.
Stel batterijen niet bloot aan vuur of
hoge temperaturen.
U mag batterijen niet blootstellen aan
of onderdompelen in water.
Plaats het afdekkapje van de batterij
terug wanneer u de batterij vervoert.
Vervoer of bewaar de batterij niet
samen met metalen voorwerpen, zoals
halskettingen of haarspelden.
Volledig ontladen batterijen kunnen
gaan lekken. Als u schade aan het
product wilt voorkomen, dient u een
ontladen batterij te verwijderen.
Als de batterij niet in gebruik is, plaatst
u het afdekkapje op de contactpunten
en bergt u de batterij op een koele,
droge plaats op.
Direct na gebruik of als het product
gedurende een langere periode op de
batterij heeft gewerkt, kan de batterij
zeer warm zijn. Zet de camera daarom
uit en laat de batterij afkoelen voordat
u deze verwijdert.
Stop onmiddellijk met het gebruik van
een batterij als u veranderingen
opmerkt, zoals verkleuring of
vervorming.
A
Vermijd het langdurig aanraken van de batte-
rij tijdens het laden. Delen van het appa-
raat kunnen zeer warm worden.
Langdurige aanraking van het apparaat
met de huid kan lichte brandwonden tot
gevolg hebben.
v
A
Neem de juiste voorzorgsmaatregelen in acht
bij het gebruik van de lader:
Houd het product droog. Het niet in
acht nemen van deze waarschuwing
kan leiden tot brand of een elektrische
schok.
U mag de ladercontacten niet
kortsluiten. Het niet in acht nemen van
deze waarschuwing kan leiden tot
oververhitting en schade aan de lader.
Verwijder stof op of bij metalen
onderdelen van de stekker met een
droge doek. Voortgaand gebruik kan
leiden tot brand.
Tijdens onweer mag u niet in de buurt
van de lader komen. Het niet in acht
nemen van deze waarschuwing kan
leiden tot een elektrische schok.
Houd de stekker of de lader niet met
natte handen vast. Het niet in acht
nemen van deze waarschuwing kan
leiden tot een elektrische schok.
Gebruik het product niet met
reisadapters of adapters die
ontworpen werden om een voltage
om te zetten naar een ander voltage of
met omzetters voor gelijkstroom naar
wisselstroom. Het niet in acht nemen
van deze voorzorgsmaatregel kan
schade aan het product,
oververhitting of brand veroorzaken.
A
Gebruik geschikte kabels. Als u kabels op de
in- en uitgangen aansluit, gebruik dan
uitsluitend de meegeleverde kabels of
kabels die Nikon voor het beoogde doel
verkoopt. Zo weet u zeker dat u de
voorschriften voor dit product naleeft.
A
Cd-roms: Cd-roms met software of
gebruikshandleidingen mogen niet op
audio-cd-apparatuur worden
afgespeeld. Het afspelen van een
cd-rom op een audio-cd-speler kan
gehoorverlies of schade aan de
apparatuur veroorzaken.
vi
Niets uit de handleidingen die bij dit
product horen, mag in enigerlei vorm
of op enigerlei wijze worden
verveelvoudigd, uitgezonden,
overgezet of opgeslagen in een
geautomatiseerd gegevensbestand of
worden vertaald in een andere taal
zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van Nikon.
Nikon behoudt zich het recht voor de
specificaties van de hardware en de
software die in deze handleidingen zijn
beschreven op elk gewenst moment
zonder aankondiging te wijzigen.
Nikon is niet aansprakelijk voor enige
schade die voortkomt uit het gebruik
van dit product.
Hoewel al het mogelijke in het werk is
gesteld om ervoor te zorgen dat de
informatie in deze handleidingen
accuraat en volledig is, stellen we het
ten zeerste op prijs als u eventuele
fouten of onvolkomenheden onder de
aandacht wilt brengen van de Nikon-
vertegenwoordiger in uw land/regio
(adres apart vermeld).
Kennisgevingen
vii
Kennisgevingen voor klanten in Europa
Dit pictogram geeft aan dat
dit product via gescheiden
inzameling moet worden
afgevoerd.
Het volgende is alleen van
toepassing op gebruikers in
Europese landen:
Dit product moet gescheiden van het
overige afval worden ingeleverd bij
een daarvoor bestemd
inzamelingspunt. Gooi niet samen met
het huishoudelijk afval weg.
Neem voor meer informatie contact op
met de leverancier of de gemeentelijke
reinigingsdienst.
Dit symbool op de batterij
duidt aan dat de batterij
afzonderlijk moet worden
ingezameld.
Het volgende is alleen van toepassing
op gebruikers in Europese landen:
Alle batterijen, al dan niet voorzien van
dit symbool, moeten afzonderlijk
worden ingezameld op een geschikt
inzamelpunt. Gooi dit product niet
weg als huishoudafval.
Neem voor meer informatie contact op
met de leverancier of de gemeentelijke
reinigingsdienst.
WAARSCHUWING: GEVAAR VOOR EXPLOSIE ALS BATTERIJ WORDT VERVANGEN VOOR
EEN ONJUIST TYPE. VOER BATTERIJEN AF VOLGENS DE INSTRUCTIES.
viii
Mededeling betreffende het verbod op kopiëren en reproduceren
Let erop dat alleen al het bezit van materiaal dat digitaal is gekopieerd of
gereproduceerd door middel van een scanner, digitale camera of ander apparaat
wettelijk strafbaar kan zijn.
Voorwerpen die volgens de wet niet mogen
worden gekopieerd of gereproduceerd
Kopieer of reproduceer geen
papiergeld, munten, waardepapieren
of obligaties van (plaatselijke)
overheden, zelfs niet als dergelijke
kopieën of reproducties worden
voorzien van een stempel “Voorbeeld”
of “Specimen”.
Het kopiëren of reproduceren van
papiergeld, munten of
waardepapieren die in het buitenland
in omloop zijn, is verboden.
Tenzij vooraf toestemming is verleend,
is het kopiëren of reproduceren van
ongebruikte door de overheid
uitgegeven postzegels of briefkaarten
verboden.
Het kopiëren of reproduceren van
door de overheid uitgegeven
postzegels en gecertificeerde
wettelijke documenten is verboden.
Waarschuwingen met betrekking tot het
kopiëren of reproduceren van bepaalde
waardepapieren
De overheid heeft waarschuwingen
uitgevaardigd met betrekking tot het
kopiëren of reproduceren van
waardepapieren uitgegeven door
commerciële instellingen (aandelen,
wissels, cheques, cadeaubonnen en
dergelijke), vervoerspassen of coupons,
behalve als het gaat om een minimum
aantal kopieën voor zakelijk gebruik
door een bedrijf. Het is eveneens niet
toegestaan om door de overheid
uitgegeven paspoorten, vergunningen
van overheidsinstellingen en andere
instanties, identiteitsbewijzen,
toegangsbewijzen, pasjes en
maaltijdbonnen te kopiëren of te
reproduceren.
Auteursrechten
Het kopiëren of reproduceren van
creatief materiaal waarop het
auteursrecht rust, zoals boeken,
muziek, schilderijen, houtsneden,
afdrukken, plattegronden, tekeningen,
films en foto’s, is onderhevig aan
nationale en internationale
auteurswetten. Gebruik dit product niet
om illegale kopieën te maken of voor
andere activiteiten die het auteursrecht
schenden.
Wegwerpen van opslagmedia
Houd er rekening mee dat de oorspronkelijke beeldgegevens niet volledig worden
verwijderd als u beelden wist of geheugenkaarten of andere opslagmedia
formatteert. Met behulp van in de handel verkrijgbare software is het soms mogelijk
verwijderde bestanden op weggeworpen opslagmedia alsnog te herstellen, wat
misbruik van persoonlijke beeldgegevens tot gevolg kan hebben. De gebruiker is
zelf verantwoordelijk voor de privacybescherming van dergelijke gegevens.
Wis alle gegevens met behulp van speciale software alvorens een opslagmedium
weg te werpen of aan een ander over te dragen. Een alternatief is het medium eerst
te formatteren en vervolgens geheel te vullen met beelden zonder persoonlijke
informatie (bijvoorbeeld foto’s van de lucht). Voorkom letsel bij het fysiek
vernietigen van opslagmedia.
ix
AVC Patent Portfolio License
D
IT PRODUCT IS GELICENTIEERD ONDER DE AVC PATENT PORTFOLIO LICENSE VOOR HET
PERSOONLIJK EN NIET-COMMERCIEEL GEBRUIK DOOR EEN CONSUMENT OM (i) VIDEO TE CODEREN IN
OVEREENSTEMMING MET DE AVC-STANDAARD (“AVC-VIDEO”) EN/OF (ii) AVC-VIDEO TE
DECODEREN DIE DOOR EEN CONSUMENT WERD GECODEERD IN HET KADER VAN EEN PERSOONLIJKE
EN NIET-COMMERCIËLE ACTIVITEIT EN/OF WERD VERKREGEN VAN EEN VIDEOLEVERANCIER DIE OVER
EEN LICENTIE BESCHIKT OM AVC-VIDEO AAN TE BIEDEN. ER WORDT GEEN LICENTIE VERLEEND OF
GESUGGEREERD VOOR ENIG ANDER GEBRUIK. VOOR MEER INFORMATIE KUNT U TERECHT BIJ MPEG
LA, L.L.C. Z
IE http://www.mpegla.com
Temperatuurwaarschuwingen
De camera kan warm aanvoelen tijdens gebruik; dit is normaal en duidt niet op een
defect. Bij hoge omgevingstemperaturen, na langdurig continu gebruik, of nadat
verschillende foto’s in snelle opeenvolging werden gemaakt, wordt mogelijk een
temperatuurwaarschuwing weergegeven, waarna de camera automatisch wordt
uitgeschakeld om schade aan de interne circuits te beperken. Wacht tot de camera
is afgekoeld, voordat het gebruik wordt hervat.
Gebruik uitsluitend elektronische accessoires van het merk Nikon
Nikon camera’s zijn ontwikkeld volgens de hoogste standaards en bevatten
complexe elektronische schakelingen. Alleen elektronische accessoires van het
merk Nikon (inclusief batterijladers, batterijen, lichtnetadapters en flitsaccessoires)
die door Nikon speciaal zijn gecertificeerd voor gebruik met deze digitale camera,
zijn ontwikkeld om binnen de operationele eisen en veiligheidseisen van deze
elektronische schakelingen te werken en zijn met het oog daarop getest en
goedgekeurd.
Gebruik van niet-originele elektronische accessoires kan schade
aan de camera tot gevolg hebben die niet onder de Nikon-
garantie valt. Het gebruik van oplaadbare Li-ionbatterijen van
andere fabrikanten, die niet zijn voorzien van het holografische
zegel van Nikon (zie rechts), kan de normale werking van de
camera verstoren of ertoe leiden dat de batterijen oververhit
raken, vlam vatten, scheuren of gaan lekken.
Neem voor meer informatie over originele Nikon-accessoires contact op met een
door Nikon geautoriseerde leverancier.
D
Gebruik uitsluitend accessoires van Nikon
Alleen originele Nikon-accessoires die door Nikon specifiek zijn
gecertificeerd voor gebruik met uw digitale camera van Nikon, zijn
ontworpen en getest om te voldoen aan de geldende veiligheids- en
functioneringsvoorschriften. HET GEBRUIK VAN NIET-ORIGINELE NIKON-ACCESSOIRES
KAN SCHADE AAN UW CAMERA TOT GEVOLG HEBBEN EN KAN UW GARANTIE VAN NIKON
DOEN VERVALLEN.
x
1
s
s
Inleiding
Gefeliciteerd met de aanschaf van deze Nikon digitale camera met
ondersteuning voor verwisselbare objectieven. Voor een volledige
gebruikersgids van uw digitale camera, raadpleeg de Naslaggids (op
cd). Lees zowel de Snelhandleiding als de Gebruikshandleiding
grondig door, zodat u zeker weet dat u de camera optimaal benut
en bewaar de handleidingen op een plaats waar iedereen die het
product gebruikt deze kan lezen.
Camera-instellingen
Deze handleiding gaat er steeds van uit dat de standaardinstellingen worden
gebruikt.
A Onderhoud van camera en accessoires
De camera is een precisieapparaat dat regelmatig onderhoud vereist. Nikon
raadt een ieder aan de camera eens per jaar of per twee jaar te laten
nakijken door de leverancier of een door Nikon geautoriseerde
servicevertegenwoordiger en elke drie tot vijf jaar een onderhoudsbeurt te
geven (houd er rekening mee dat hieraan kosten zijn verbonden).
Regelmatige inspectie en onderhoud worden vooral aanbevolen wanneer u
de camera voor professionele doeleinden gebruikt. Het wordt aanbevolen
om tegelijkertijd met uw camera veel gebruikte accessoires, zoals
objectieven, te laten nakijken en onderhouden.
A Voordat u belangrijke foto’s gaat maken
Voordat u foto’s gaat maken van belangrijke gelegenheden (zoals een
huwelijk of reis), kunt u het beste enkele testopnamen maken om te
controleren of de camera goed werkt. Nikon is niet aansprakelijk voor
schade of gederfde winst veroorzaakt door het onjuist functioneren van het
product.
2
s
Neem even de tijd om vertrouwd te raken met de
bedieningsonderdelen en aanduidingen van de camera. Leg
eventueel een boekenlegger in dit hoofdstuk, zodat u het
gemakkelijk kunt terugvinden terwijl u de rest van de handleiding
leest.
De camerabody
De onderdelen van de camera
31 2 5 64
15
7
16
8
9
11
10
14
12
13
1 Filmopnameknop .............................22, 25
2 Ontspanknop.......................... 9, 17, 23, 29
3 Hoofdschakelaar ........................................5
4 Aan/uit-lampje ...........................................5
5 Bevestigingsmarkering
6 Luidspreker................................................26
7 Ingebouwde flitser ..................................39
8 Filmvlakmarkering (E)
9 AF-hulpverlichting
Zelfontspannerlampje............................37
Lampje rode-ogenreductie
.................39
10 Oogje voor polsriem
11 Objectiefontgrendeling
12 Infraroodontvanger..........................37, 62
13 Stofbescherming
14 Objectiefvatting
15 Microfoon
16 Bodydop
3
s
De camerabody (vervolg)
5
s
De camera inschakelen
❚❚ Batterijniveau
❚❚ Aantal resterende opnamen
De monitor toont het aantal foto's dat kan worden opgeslagen op
de geheugenkaart met de huidige instellingen.
Druk op de hoofdschakelaar om de camera
in te schakelen. Het aan/uit-lampje brandt
korte tijd groen en de monitor schakelt in.
A De camera uitschakelen
Druk nogmaals op de hoofdschakelaar om de
camera uit te schakelen. De monitor schakelt uit.
Controleer het batterijniveau en het
aantal resterende opnamen in de
monitor.
Batterijniveau
Resterende
opnamen
Weergavescherm Beschrijving
GEEN PICTOGRAM
Batterij volledig opgeladen of gedeeltelijk ontladen;
niveau wordt aangeduid door pictogram L of K in
gedetailleerde weergave (0 6).
H
Batterij bijna leeg. Houd een volledig opgeladen
batterij klaar of laad weldra de batterij op.
Kan geen foto's maken.
Plaats een volledig
opgeladen batterij.
Batterij leeg; ontspanknop uitgeschakeld. Plaats een
opgeladen batterij.
A Geheugenkaarten formatteren
Als dit de eerste keer is dat de geheugenkaart in de camera wordt gebruikt
of als de kaart in een ander apparaat is geformatteerd, selecteer
Geheugenkaart formatt. in het setup-menu en volg de aanwijzingen op
het scherm om de kaart te formatteren (0 46). Let wel op dat hierdoor alle
gegevens op de kaart permanent worden verwijderd. Kopieer foto’s en andere
gegevens die u wilt bewaren daarom naar een computer alvorens verder te
gaan.
6
s
De $ (weergave)-knop
❚❚ Opname ❚❚ Weergave
Druk op $ om door de opname- en
weergaveaanduidingen te bladeren, zoals
hieronder weergegeven.
$-knop
Vereenvoudigde weergave
Gedetailleerde weergave
Eenvoudige foto-informatie
Gedetailleerde foto-informatie
Alleen beeld
A Het raster
Er kan een raster worden weergegeven door
Aan voor Rasterweergave in het setup-menu
(0 46) te selecteren.
7
z
z
Fotostand
De fotostand is de stand die over het algemeen wordt gebruikt voor
het maken van foto’s.
1 Fotostand selecteren.
A Beschikbare instellingen
Voor informatie over de beschikbare opties in de fotostand, zie pagina 32.
Foto’s maken in de fotostand
Draai de standknop naar C.
Standknop
A Automatische onderwerpkeuze (h Auto onderwerpselectie)
Bij de standaardinstellingen analyseert de
camera automatisch het onderwerp en
selecteert de geschikte scène. De
geselecteerde scène wordt in de monitor
weergegeven.
Scènepictogram
c
Portret: portretten van mensen.
d
Landschap: landschappen en stadsgezichten.
f
Nachtportret: portretten tegen een donkere achtergrond.
e
Close-up: onderwerpen dicht bij de camera.
Z
Automatisch: onderwerpen die geschikt zijn voor de stand Z of niet bij de
bovenstaande categorieën horen.
8
z
2 Maak de camera gereed.
3 Kadreer de foto.
Verwijder de objectiefdop en houd de
camera met beide handen stevig vast,
en let daarbij op dat u het objectief, de
AF-hulpverlichting of de microfoon niet
blokkeert. Draai de camera, zoals
rechtsonder weergegeven, wanneer u
foto’s in de portretstand (staand) maakt.
De sluitertijden zijn langer wanneer er
weinig licht is; gebruik van de
ingebouwde flitser (0 39) of een statief
wordt aanbevolen.
Plaats uw onderwerp in het midden van
het beeld.
9
z
4 Stel scherp.
Druk de ontspanknop half in om scherp
te stellen. Als het onderwerp slecht
belicht wordt, gaat mogelijk de AF-
hulpverlichting (0 2) branden om te
helpen bij de scherpstelbewerking.
Als de camera kan scherpstellen, wordt het
geselecteerde scherpstelveld groen
gemarkeerd en klinkt een signaal (er
klinkt mogelijk geen signaal als het
onderwerp beweegt).
Als de camera niet kan scherpstellen, wordt
het scherpstelveld rood weergegeven.
Terwijl de ontspanknop half wordt
ingedrukt, toont de weergave het
aantal opnamen dat in het buffergeheugen kan worden
opgeslagen (“r”; 0 13).
5 De foto maken.
Druk voorzichtig de ontspanknop
helemaal in om de sluiter te ontspannen
en de foto te maken. Het
toegangslampje zal branden en de foto
zal enkele seconden lang worden
weergegeven in de monitor (de foto
verdwijnt automatisch uit het scherm en
de camera is klaar voor gebruik wanneer
de ontspanknop half wordt ingedrukt).
U mag de geheugenkaart niet uitnemen
en de voedingsbron niet verwijderen of
loskoppelen voordat het toegangslampje
uit is en de opname klaar is.
Toegangslampje
Scherpstelveld
Buffercapaciteit
10
z
A Gezichtprioriteit-AF
De camera detecteert en stelt scherp op
portretonderwerpen voor de camera
(gezichtprioriteit-AF). Een dubbele gele rand
wordt weergegeven wanneer de camera een
portretonderwerp voor de camera detecteert
(wanneer de camera meerdere gezichten,
maximaal vijf, detecteert, selecteert de camera
het onderwerp dat het dichtst bij is). Druk de
ontspanknop half in om scherp te stellen op het onderwerp in de dubbele
gele rand. De rand verdwijnt uit het weergavescherm wanneer de camera
niet langer in staat is het onderwerp te detecteren (omdat het onderwerp
bijvoorbeeld wegkijkt).
A Filmopname
In de filmstand kunnen geen films worden opgenomen, en het indrukken
van de filmopnameknop heeft geen effect.
A Objectieven met knoppen van de intrekbare objectiefcilinder
Objectieven met knoppen van de intrekbare
objectiefcilinder kunnen niet worden gebruikt
wanneer ingetrokken. Om het objectief te
ontgrendelen en te verlengen dient u de knop
van de intrekbare objectiefcilinder ingedrukt te
houden (q) terwijl u aan de zoomring draait
(w). U kunt het objectief intrekken en de
zoomring vergrendelen door de knoppen van
de intrekbare objectiefcilinder in te drukken en de ring in de
tegenovergestelde richting te draaien. Trek voor het verwijderen het
objectief in en let goed op dat u niet op de knop van de intrekbare
objectiefcilinder drukt terwijl het objectief wordt bevestigd of verwijderd.
11
z
A Gebruik van een zoomobjectief
Zoom in op het onderwerp met behulp van de zoomring zodat het
onderwerp een groter gebied van het beeld vult, of zoom uit voor een
groter zichtbaar gebied in de uiteindelijke foto (selecteer een langere
brandpuntsafstand op de schaal van de brandpuntsafstand om in te
zoomen, en een kortere brandpuntsafstand om uit te zoomen).
Inzoomen
Uitzoomen
Zoomring
A Automatisch uitschakelen
Als er gedurende ongeveer dertig seconden geen handelingen worden
uitgevoerd, schakelen de weergaveschermen uit en begint het aan/uit-
lampje (0 5) te knipperen. U kunt de camera opnieuw activeren door de
knoppen, standknop of andere camerabesturingen te bedienen. Als er na
ongeveer drie minuten, nadat de weergaveschermen zijn uitgeschakeld,
geen handelingen worden uitgevoerd, schakelt de camera automatisch uit.
A Zie ook
Zie pagina 46 voor informatie over het uitschakelen van het signaal dat
klinkt wanneer de camera scherpstelt of wanneer de elektronische sluiter
wordt ontspannen.
12
z
❚❚ Een ontspanstand kiezen
Druk op de &-knop en gebruik de multi-
selector en de J-knop om uit de volgende
ontspanstanden te kiezen: Enkel beeld
(telkens wanneer de ontspanknop wordt
ingedrukt, maakt de camera één foto),
Continu (terwijl de ontspanknop wordt
ingedrukt, maakt de camera maximaal 5
beelden per seconde) en Elektronisch (Hi)
(terwijl de ontspanknop wordt ingedrukt,
maakt de camera foto’s bij hoge
snelheden).
A Elektronisch (Hi)
Kies uit beeldsnelheden van 10 bps, 30 bps en 60 bps (0 44). De flitser flitst
niet, terwijl Elektronisch (Hi) actief is. Bij standaardinstellingen van 10 bps
maakt de camera foto’s bij ongeveer 10 beelden per seconde (bps), terwijl
de ontspanknop wordt ingedrukt en de camera scherpstelt op het
onderwerp in het midden van het beeld; gezichtsherkenning (0 10) is niet
beschikbaar. De camera kan maximaal 13 beelden vastleggen in één
serieopname. Bij beeldsnelheden van 30 en 60 bps is gezichtdetectie
beschikbaar, maar zijn scherpstelling en belichting vast ingesteld bij
waarden voor de eerste foto in elke serie; het aantal beelden dan kan
worden vastgelegd in één serieopname is ongeveer 12.
A Continu
Als de flitser wordt gebruikt, maakt de camera alleen een foto wanneer de
ontspanknop wordt ingedrukt. Laat, voor het maken van foto's, de flitser
zakken.
A Foto’s maken in de ontspanstanden Elektronisch (Hi) en Continu
Het toegangslampje brandt wanneer foto’s op de geheugenkaart worden
opgeslagen. Afhankelijk van de opnameomstandigheden en de
schrijfsnelheid van de geheugenkaart duurt het opslaan ongeveer één
minuut. Als de batterij leeg is voordat alle foto’s zijn opgeslagen, wordt de
ontspanknop uitgeschakeld en worden de resterende foto’s overgezet naar
de geheugenkaart.
&-knop
13
z
A Buffergrootte
De camera is voorzien van een buffergeheugen
voor tijdelijke opslag, zodat u kunt blijven
fotograferen terwijl de foto’s op de
geheugenkaart worden opgeslagen. Er kunnen
maximaal 100 foto's na elkaar worden gemaakt.
Merk echter op dat de beeldsnelheid afneemt
of de opname wordt onderbroken wanneer de
buffer vol is. Terwijl de ontspanknop half wordt
ingedrukt, wordt het geschatte aantal beelden dat bij de huidige
instellingen kan worden opgeslagen in het buffergeheugen weergegeven
(dit aantal is slechts een schatting en varieert afhankelijk van de
opnameomstandigheden). De illustratie toont de statusweergave wanneer
er nog ruimte in de buffer vrij is voor ongeveer 14 foto's.
14
z
Om het afspelen te beëindigen en terug te keren naar de
opnamestand, drukt u de ontspanknop half in.
Foto’s bekijken
Druk op K om de meest recente foto
schermvullend in de motor weer te geven
(schermvullende weergave).
K-knop
Druk op 4 of 2 of draai aan de multi-
selector om andere foto’s te bekijken.
Om in te zoomen op het midden van het
huidige beeld, druk op de W-regeling
omhoog. Druk op W omlaag om uit te
zoomen. Om meerdere beelden te
bekijken, druk op W omlaag wanneer de
foto beeldvullend wordt weergegeven.
W-regeling
A Zie ook
Voor informatie over het heen en weer schakelen tussen foto-informatie
aan of uit, zie pagina 6. Zie pagina 44 voor de diashowopties.
15
z
Foto’s wissen
Druk op O om de huidige foto te wissen. Houd er rekening mee dat
eenmaal gewiste foto’s niet kunnen worden hersteld.
1 Geef de foto weer.
Geef de foto weer die u wenst te wissen, zoals beschreven op de
voorafgaande pagina.
2 Wis de foto.
Druk op O. Er wordt een
bevestigingsvenster weergegeven; druk
nogmaals op O om de foto te wissen en
keer terug naar afspelen, of druk op K
om af te sluiten zonder de foto te
wissen.
O-knop
A Meerdere foto’s wissen
De optie Wissen in het weergavemenu (0 44) kan worden gebruikt voor
het wissen van geselecteerde foto’s, alle foto’s, foto’s gemaakt op
geselecteerde data of foto’s die op een eerder moment zijn aangeduid als
mogelijk te wissen foto’s.
8
16
8
Stand Slimme fotoselectie
Kies de stand Slimme Fotoselectie voor foto's die een veranderende
uitdrukking op het gezicht van een portretonderwerp vastleggen of
andere moeilijk vast te leggen opnamen, zoals groepsfoto's tijdens
een feest. Elke keer als de sluiter wordt ontspannen, selecteert de
camera automatisch de beste opname uit de vier beste
opnamekanditaten, op basis van compositie en beweging.
1 Selecteer de stand Slimme fotoselectie.
A Beschikbare instellingen
Voor informatie over de beschikbare opties in Slimme Fotoselectie, zie
pagina 32.
Foto’s maken in de stand Slimme fotoselectie
Draai de standknop naar y.
Standknop
17
8
2 Kadreer de foto.
3 Begin met het bufferen van foto’s.
Houd de camera vast zoals
weergegeven op pagina 8, stel de foto
samen met uw onderwerp in het
midden van het beeld.
Druk de ontspanknop half in om scherp
te stellen (0 9). Er wordt een pictogram
weergegeven, zodra de camera begint
met het opnemen van beelden naar het
buffergeheugen. De camera past
continu de scherpstelling aan om
rekening te houden met wijzigingen in
de afstand tot het onderwerp in de AF-
veldhaakjes terwijl de ontspanknop half
wordt ingedrukt.
AF-veldhaakjes
A Bufferen
Bufferen begint wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt en eindigt
na ongeveer 90 seconden of wanneer de ontspanknop volledig wordt
ingedrukt.
Ontspanknop half
ingedrukt om
scherp te stellen
Ontspanknop volledig
ingedrukt
Opname
eindigt
Bufferen
18
8
4 Maak de foto.
Druk voorzichtig de ontspanknop
helemaal in om de foto te maken. De
camera vergelijkt opnames die zowel
voor als na het indrukken van de
ontspanknop zijn opgenomen op de
buffer, en selecteer vijf opnamen om
naar de geheugenkaart te kopiëren.
Houd er rekening mee dat dit enige tijd
kan duren. De beste foto wordt in de
monitor weergegeven wanneer de
opname is voltooid.
A Stand Slimme fotoselectie
De camera kiest automatisch een onderwerpstand die past bij het
onderwerp (automatische scèneselectie; 0 7). Er kunnen geen films
worden opgenomen, en het indrukken van de filmopnameknop heeft geen
effect. De flitser kan niet worden gebruikt.
19
8
De beste opname kiezen
Foto’s bekijken
Druk op K en gebruik de multi-selector
om foto’s gemaakt met Slimme
fotoselectie (0 14; foto’s gemaakt met
Slimme fotoselectie worden aangeduid
met een y pictogram) weer te geven. Van
de vijf foto’s opgenomen door Slimme
fotoselectie, wordt alleen de beste
opname weergegeven (wanneer u rechts
op de multi-selector drukt om de volgende
foto te bekijken, slaat de camera de beste
opnamekandidaten over, met als resultaat
dat het bestandsnummer van de volgende
weergegeven foto niet onmiddellijk het
nummer van de volgende foto opvolgt).
Om het afspelen te beëindigen en terug te
keren naar de opnamestand, drukt u de
ontspanknop half in.
K-knop
Wanneer een foto gemaakt met Slimme
fotoselectie wordt weergegeven, kunt u de
beste opname kiezen door op J te
drukken. Druk op 4 of 2 om de andere
foto’s in volgorde te bekijken en druk op J
om de huidige foto als de beste opname te
selecteren. Om naar normale weergave
terug te keren, druk op K.
20
8
Foto’s wissen
Door het indrukken van O wanneer er een
foto wordt geselecteerd die is gemaakt
met Slimme Fotoselectie wordt een
bevestigingsvenster weergegeven; druk
nogmaals op O om de beste foto en de vier
beste fotokandidaten te wissen, of druk op
K om af te sluiten zonder de foto’s te
wissen. Houd er rekening mee dat eenmaal
gewiste foto’s niet kunnen worden hersteld.
A Individuele foto’s wissen
Het indrukken van de knop O in het
selectievenster voor de beste opname (0 19)
geeft de volgende opties weer; markeer een
optie met behulp van de multi-selector en druk
op J om te selecteren.
Dit beeld: wis de huidige foto (let op dat de foto
die momenteel is geselecteerd als de beste
opname niet kan worden gewist).
Alles beh. beste opname: wis alle foto’s in volgorde, behalve de foto die
momenteel als de beste opname is geselecteerd.
Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven; markeer Ja en druk op J
om het geselecteerde beeld of beelden te wissen.
O-knop
21
y
y
Filmstand
Kies filmstand om high-definition (HD) of slow motion (0 24) films
op te nemen met behulp van de filmopnameknop.
Neem films met geluid op bij een beeldverhouding van 16 : 9.
1 Selecteer de filmstand.
2 Kadreer de openingsopname.
D Het 0 pictogram
Een 0 pictogram geeft aan dat u geen films kunt opnemen.
A Beschikbare instellingen
Voor informatie over de beschikbare opties in de filmstand, zie pagina 32.
HD-film
Draai de standknop naar 1. Er verschijnt
een HD-filmuitsnede in de weergave
met een beeldverhouding van 16 : 9.
Standknop
Houd de camera vast zoals
weergegeven op pagina 8, kadreer de
openingsopname met uw onderwerp in
het midden van de weergave.
A Belichtingsstand
Standaard kiest de camera automatisch een onderwerpstand die past bij
het onderwerp (automatische onderwerpkeuze; 0 7).
A Zie ook
Zie pagina 45 voor infaden/uitfaden en opties voor beeldformaat en –
snelheid.
22
y
3 Start de opname.
Druk opnieuw op de filmopnameknop
om de opname te beginnen. Er wordt
een aanduiding voor de opname, de
verstreken tijd en de beschikbare tijd
weergegeven terwijl de opname in
uitvoering is.
4 Beëindig de opname.
Druk opnieuw op de filmopnameknop om de opname te
beëindigen. De opname wordt automatisch beëindigd wanneer
de maximale lengte is bereikt, de geheugenkaart vol is, een
andere stand wordt geselecteerd, het objectief wordt verwijderd
of de camera zeer warm wordt (0 ix).
A Audio-opname
Zorg dat de microfoon niet wordt bedekt en
houd er rekening mee dat de ingebouwde
microfoon mogelijk geluiden opneemt die
door de camera of het objectief worden
veroorzaakt. Standaard stelt de camera
continu scherp. Het item Opties voor
filmgeluid in het opnamemenu beschikt
over opties voor gevoeligheid en windruis
voor de ingebouwde microfoon.
A Maximale lengte
HD-films kunnen maximaal 4 GB groot en maximaal 20 minuten lang
zijn. Houd er rekening mee dat afhankelijk van de schrijfsnelheid van de
geheugenkaart, de opname mogelijk wordt beëindigd voordat deze
lengte is bereikt (0 50).
A Belichtingsvergrendeling
In belichtingsstanden anders dan h Auto onderwerpselectie wordt de
belichting vergrendeld terwijl de A (multi-selector omhoog)-knop wordt
ingedrukt.
Filmopnameknop
Opnameaanduiding/
verstreken tijd
Beschikbare tij
d
23
y
❚❚ Foto’s nemen tijdens HD-filmopname
Druk de ontspanknop volledig in om een
foto te maken zonder de HD-filmopname
te onderbreken. Foto's gemaakt tijdens
filmopname hebben een beeldverhouding
van 16 : 9.
❚❚ Het filmtype kiezen
Om tussen een opname in high definition
of slow motion te kiezen, drukt u op & en
gebruikt u de multi-selector en de knop J
om uit de volgende opties te kiezen:
HD-film: neemt films op in HD.
Slow motion: opnemen van films in slow
motion (0 24).
A Foto's nemen tijdens filmopname
Er kunnen maximaal 15 foto’s van elke
filmopname worden gemaakt. Let op dat er
geen foto’s kunnen worden gemaakt van films
in slow motion.
D Films opnemen
Flikkeringen, bandvorming of vertekeningen
kunnen zichtbaar zijn in de monitor en in het
eindresultaat onder fluorescerende lampen of
lampen met kwikdamp of natrium, of wanneer
de camera horizontaal wordt bewogen of er een
voorwerp met hoge snelheid door het beeld
beweegt (door de optie Flikkerreductie
overeenkomstig de lokale netvoeding te kiezen,
kunnen flikkeringen en bandvorming in HD-
films worden verminderd; 0 46). Felle
lichtbronnen kunnen nabeelden veroorzaken
wanneer de camera wordt bewogen. Er kunnen
ook gekartelde randen, kleurenranden, moiré
en heldere vlekken zichtbaar zijn. Richt de
camera niet naar de zon of andere sterke
lichtbronnen tijdens het opnemen van films.
Wanneer u deze voorzorgsmaatregel niet in
acht neemt, kan dit leiden tot schade aan de
interne schakelingen van de camera.
&-knop
24
y
Neem geluidloze films op met een beeldverhouding van 8 : 3. Films
worden opgenomen bij 400 bps en afgespeeld bij 30 bps.
1 Selecteer de filmstand.
2 Selecteer de stand slow motion.
3 Kadreer de openingsopname.
Slow motion
Draai de standknop naar 1.
Standknop
Druk op de knop & en gebruik de multi-
selector en de knop J om Slow motion
te selecteren. Er verschijnt een slow
motion filmuitsnede met een
beeldverhouding van 8 : 3 in de
weergave.
&-knop
Houd de camera vast zoals
weergegeven op pagina 8, kadreer de
openingsopname met uw onderwerp in
het midden van de weergave.
25
y
4 Start de opname.
5 Beëindig de opname.
Druk opnieuw op de filmopnameknop om de opname te
beëindigen. De opname wordt automatisch beëindigd wanneer
de maximale lengte is bereikt, de geheugenkaart vol is, een
andere stand wordt geselecteerd, het objectief wordt verwijderd
of de camera zeer warm wordt (0 ix).
Druk opnieuw op de filmopnameknop
om de opname te beginnen. Er wordt
een aanduiding voor de opname, de
verstreken tijd en de beschikbare tijd
weergegeven terwijl de opname in
uitvoering is. De camera stelt scherp op
het onderwerp in het midden van de
weergave; gezichtsdetectie (0 10) is
niet beschikbaar.
Filmopnameknop
Opnameaanduiding/
verstreken tijd
Beschikbare tijd
A Maximale lengte
Filmopnamen kunnen maximaal 5 seconden lang of 4 GB groot zijn;
houd er rekening mee dat afhankelijk van de schrijfsnelheid van de
geheugenkaart, de opname mogelijk wordt beëindigd voordat deze
lengte is bereikt (0 50).
A Belichtingsstand
De standaard belichtingsstand voor filmopnamen in slow motion is
P Automatisch programma (0 44). h Auto onderwerpselectie is niet
beschikbaar in de filmstand slow motion.
A Zie ook
Zie pagina 44 voor beeldsnelheidopties.
26
y
Films worden aangeduid met een 1 pictogram in schermvullende
weergave (0 14). Druk op J om weergave te starten.
U kunt de volgende bewerkingen uitvoeren:
Films bekijken
1 pictogram/lengte
Aanduiding filmweergave/
huidige positie/totale lengte
Gids
Volume
Functie Knop Beschrijving
Pauze Afspelen pauzeren.
Afspelen
J
Het afspelen hervatten wanneer de film
wordt gepauzeerd of tijdens achteruit/
vooruit.
Vooruit/
achteruit
/
Druk op 4 om achteruit en op 2 om vooruit
te gaan. Telkens bij het indrukken wordt de
snelheid verhoogd van 2× naar 5× naar 10×
naar 15×. Als het afspelen wordt
gepauzeerd, gaat de film één beeld per keer
achteruit of vooruit; houd de knop ingedrukt
om ononderbroken achteruit of vooruit te
gaan. U kunt tevens aan de multi-selector
draaien om achteruit of vooruit te gaan
terwijl het afspelen is gepauzeerd.
Volume
aanpassen
W
Druk op omhoog om het volume te
verhogen en op omlaag om het te verlagen.
Terug naar
schermvullende
weergave
/K
Druk op 1 of K om naar schermvullende
weergave te gaan.
Terug naar
opnamestand
Druk de ontspanknop half in om terug te
keren naar het opnamemenu.
27
y
Films wissen
Druk op O om de huidige film te wissen. Er
wordt een bevestigingsvenster
weergegeven; druk nogmaals op O om de
film te wissen en keer terug naar afspelen,
of druk op K om af te sluiten zonder de film
te wissen. Let op dat eenmaal gewiste films
niet kunnen worden hersteld.
O-knop
9
28
9
Stand Bewegingssnapshot
Kies de stand Bewegingssnapshot om korte filmvignetten met uw
foto’s op te nemen. Elke keer als de sluiter ontspant, maakt de
camera een foto en ongeveer een seconde beeldopnamen.
Wanneer het resultaat van “Bewegingssnapshot” wordt bekeken op
de camera, wordt de film in slow motion in ongeveer 2,5 sec.
weergegeven, gevolgd door de foto.
1 Selecteer de stand Bewegingssnapshot.
A Beschikbare instellingen
Voor informatie over de beschikbare opties in de stand
Bewegingssnapshot, zie pagina 32.
Opnemen in de stand Bewegingssnapshot
Draai de standknop naar z.
Standknop
29
9
2 Kadreer de foto.
3 Begin met het bufferen.
4 Maak de foto.
Druk voorzichtig de ontspanknop
volledig in. De camera neemt een foto
op, samen met ongeveer een seconde
filmopnamen, beginnend voor en
eindigend na het moment dat de
ontspanknop werd ingedrukt. Houd er
rekening mee dat dit enige tijd kan
duren. Zodra de opname is voltooid,
wordt de foto enkele seconden
weergegeven.
Houd de camera vast zoals
weergegeven op pagina 8, stel de foto
samen met uw onderwerp in het
midden van het beeld.
Druk de ontspanknop half in om scherp
te stellen (0 9). Er wordt een pictogram
weergegeven zodra de camera begint
met het opnemen van filmopnamen
naar het buffergeheugen.
30
9
❚❚ Een thema kiezen
A Bufferen
Bufferen begint wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt en eindigt
na ongeveer 90 seconden of wanneer de ontspanknop volledig wordt
ingedrukt.
Druk op & om de achtergrondmuziek voor
de film te kiezen en gebruik de multi-
selector en J om te kiezen uit
Schoonheid, Golven, Ontspanning en
Tederheid.
&-knop
A Stand Bewegingssnapshot
Standaard kiest de camera automatisch een onderwerpstand die past bij
het onderwerp (automatische scèneselectie; 0 7). Live audio wordt niet
opgenomen. Er kunnen geen films worden opgenomen met behulp van de
filmopnameknop en de flitser kan niet worden gebruikt.
Ontspanknop half
ingedrukt om
scherp te stellen
Ontspanknop volledig
ingedrukt
Opname
eindigt
Bufferen
31
9
Wissen van Bewegingssnapshots
Om de huidige Bewegingssnapshot te
wissen, druk op O. Er wordt een
bevestigingsvenster weergegeven; druk
nogmaals op O om de foto en film te
wissen en keer terug naar afspelen, of druk
op K om af te sluiten zonder het bestand
te wissen. Let op dat eenmaal gewiste
Bewegingssnapshots niet kunnen worden
hersteld.
Bewegingssnapshots bekijken
Druk op K en gebruik de multi-selector
om een Bewegingssnapshot weer te geven
(0 14; Bewegingssnapshots worden
aangeduid door een z-pictogram). Door
het indrukken van J terwijl een
Bewegingssnapshot wordt weergegeven,
wordt het filmgedeelte in slow motion
gedurende een periode van ongeveer
2,5 sec. afgespeeld, gevolgd door de foto;
het achtergrondgeluid wordt ongeveer
10 sec. afgespeeld. Om het afspelen te
beëindigen en terug te keren naar de
opnamestand, drukt u de ontspanknop
half in.
K-knop
O-knop
7
32
7
Beschikbare instellingen
Onderstaande tabel bevat de instellingen die in de diverse standen
beschikbaar zijn.
❚❚ Fotostand/Stand Slimme Fotoselectie
Fotostand Stand Slimme Fotoselectie
Belichtingsstand
1
h P S A M h P S A M
Opnamemenu
Beeldkwaliteit
zzzzzz
Beeldformaat
zzzzzz
Continu
zzzzz
Beeldsnelheid
——————
Filminstellingen
——————
Lichtmeting
z
2
z
2
z
2
z
2
Witbalans
zzzz
ISO-gevoeligheid
z
2
z
2
z
2
z
2
Picture Control
zzzz
Kleurruimte
zzzzzz
Actieve D-Lighting
zzzz
Ruisonderdr. lange belich.
z
2
z
2
z
2
z
2
z
2
Ruisonderdr. hoge ISO
zzzzzz
Infaden/uitfaden
——————
Opties voor filmgeluid
——————
Intervalopname
z
2
z
2
z
2
z
2
Vibratiereductie
3
zzzzzz
Scherpstelstand
z
2
z
2
z
2
z
2
AF-veldstand
z
4
z
4
z
4
z
4
Gezichtprioriteit-AF
z
4
z
4
z
4
z
4
Ingeb. AF-hulpverlichting
zzzzzz
Flitscorrectie
5
z
2
z
2
z
2
z
2
33
7
1 P Automatisch programma wordt automatisch geselecteerd wanneer
Elektronisch (Hi) is geselecteerd voor Continu.
2 Niet beschikbaar wanneer Elektronisch (Hi) is geselecteerd voor Continu.
3 Alleen VR-objectieven.
4 Niet beschikbaar als er een beeldsnelheid van 10 bps is geselecteerd wanneer
Elektronisch (Hi) is geselecteerd voor Continu.
5 Alleen beschikbaar wanneer de ingebouwde flitsereenheid omhoog is
gebracht.
Overige instellingen
Selectie van scherpstelveld
zzzz
Flexibel programma
z ————
Vergrendeling
automatische belichting
zzz——
Scherpstelvergrendeling
zzzz
Zelfontspanner
z
2
z
2
z
2
z
2
z
2
Belichtingscorrectie
z
2
z
2
z
2
——
Flitsstand
z
2
z
2
z
2
z
2
z
2
Filmstand
——————
Thema
——————
Fotostand Stand Slimme Fotoselectie
Belichtingsstand
1
h P S A M h P S A M
34
7
❚❚ Filmstand/Stand Bewegingssnapshot
Filmstand Stand Bewegingssnapshot
Belichtingsstand
h P S A M h P S A M
Opnamemenu
Beeldkwaliteit ——————————
Beeldformaat ——————————
Continu ——————————
Beeldsnelheid z
2
z
2
z
2
z
2
—————
Filminstellingen z
1
z
1
z
1
z
1
z
1
—————
Lichtmeting z
1
z
1
z
1
z
1
zzzz
Witbalans zzzz zzzz
ISO-gevoeligheid zzzz zzzz
Picture Control zzzz zzzz
Kleurruimte ——————————
Actieve D-Lighting ——————————
Ruisonderdr. lange belich. ——————————
Ruisonderdr. hoge ISO z
1
zzzzzzzzz
Infaden/uitfaden z
1
z
1
z
1
z
1
z
1
—————
Opties voor filmgeluid z
1
z
1
z
1
z
1
z
1
—————
Intervalopname ——————————
Vibratiereductie
3
z
1
zzzzzzzzz
Scherpstelstand zzzz—————
AF-veldstand z
1
z
1
z
1
z
1
zzzz
Gezichtprioriteit-AF z
1
z
1
z
1
z
1
zzzz
Ingeb. AF-hulpverlichting —————zzzzz
Flitscorrectie ——————————
35
7
1 HD-film geselecteerd in filmstand.
2 Slow motion geselecteerd in filmstand.
3 Alleen VR-objectieven.
Overige instellingen
Selectie van scherpstelveld z
1
z
1
z
1
z
1
zzzz
Flexibel programma ———————
Vergrendeling
automatische belichting
zzz——zzz
Scherpstelvergrendeling zzzz zzzz
Zelfontspanner z
1
zzzz—————
Belichtingscorrectie zzz——zzz
Flitsstand ——————————
Filmstand z
1
zzzz—————
Thema —————zzzzz
Filmstand Stand Bewegingssnapshot
Belichtingsstand
h P S A M h P S A M
t
36
t
Meer informatie over fotografie
De zelfontspanner en optionele ML-L3 afstandsbediening (0 48)
kunnen worden gebruikt om cameratrilling te verminderen of om
zelfportretten te maken. De volgende filtereffecten zijn beschikbaar:
1 Plaats de camera op een statief.
Monteer de camera op een statief of plaats de camera op een
stabiele, vlakke ondergrond.
2 Opties voor zelfontspanner weergeven.
Zelfontspannerstand en afstandsbedieningstand
OFF Uit
Zelfontspannerstand en afstandsbediening uit. De
sluiter wordt ontspannen wanneer de ontspanknop
van de camera wordt ingedrukt.
c 10 s De sluiter wordt 2, 5 of 10 seconden ontspannen,
nadat de ontspanknop volledig wordt ingedrukt. Kies
2 s om cameratrilling te verminderen, 5 s of 10 s voor
zelfportretten.
b 5 s
a 2 s
"
Afstandsbediening
met vertraagde
ontspanning
De sluiter wordt 2 sec. ontspannen, nadat de
ontspanknop op de optionele ML-L3
afstandsbediening wordt ingedrukt.
# Direct op afstand
De sluiter wordt ontspannen wanneer de
ontspanknop op de optionele ML-L3
afstandsbediening wordt ingedrukt.
A Voordat u de afstandsbediening gebruikt
Verwijder voordat u de afstandsbediening voor het eerst gebruikt de plastic
isolatiestrook van de batterij.
Druk op 4 (E) om de opties voor
zelfontspanner weer te geven.
37
t
3 Selecteer de gewenste optie.
4 Kadreer en maak de foto.
Zelfontspannerstand: druk de ontspanknop
half in om scherp te stellen en druk
vervolgens de knop volledig in. Het
zelfontspannerlampje begint te
knipperen en er klinkt een signaal. Twee
seconden voordat de foto wordt
gemaakt, stopt het
zelfontspannerlampje met knipperen en
klinkt het signaal sneller.
Afstandsbedieningstand: richt de ML-L3 op
de infraroodontvanger op de camera
(0 2) en druk op de ML-L3 ontspanknop
(sta op een afstand van 5 m of minder).
In de stand vertraagt ontspannen op
afstand, brandt de zelfontspannerlamp
circa twee seconden voordat de sluiter
wordt ontspannen. In de stand direct ontspannen op afstand,
knippert de zelfontspannerlamp nadat de sluiter werd
ontspannen.
Gebruik de multi-selector om de
gewenste optie te markeren en druk op
J.
38
t
Merk op dat de timer eventueel niet start of dat er eventueel geen
foto kan worden gemaakt als de camera niet kan scherpstellen of als
er zich andere situaties voordoen waarin de sluiter niet kan worden
ontspannen. Het uitschakelen van de camera zorgt ervoor dat de
zelfontspanner- en afstandsbedieningstanden worden geannuleerd.
Afstandsbedieningstanden worden automatisch geannuleerd
wanneer er ongeveer vijf minuten na het selecteren van de stand in
stap 3 geen handelingen worden uitgevoerd.
A Filmstand
In de zelfontspannerstand, start en stopt de timer door de filmopnameknop
in te drukken in plaats van de ontspanknop. In de afstandsbedieningstand
werkt de ML-L3 ontspanknop als de filmopnameknop.
A De ingebouwde flitser gebruiken
Verschuif de pop-upknop voor de flitser om de flitser omhoog te brengen
voordat er opnames worden gemaakt. De opname wordt onderbroken als
de flitser omhoog wordt gebracht, terwijl de zelfontspanner of de timer
voor vertraagde afstandsbediening aftelt.
In de stand afstandsbediening begint de flitser te laden terwijl de camera op
het signaal van de afstandsbediening wacht. De camera reageert alleen op
de ontspanknop op de afstandsbediening wanneer de flitser wordt
geladen. Als rode-ogenreductie (0 39) wordt gebruikt in de stand
afstandsbediening met snelle ontspanning, wordt de sluiter ongeveer één
seconde ontspannen nadat het lampje voor rode-ogenreductie brandt. In
de stand afstandsbediening met vertraagde ontspanning zal er ongeveer
een vertraging van twee seconden zijn, nadat de ontspanknop op de
afstandsbediening wordt ingedrukt; het lampje voor rode-ogenreductie zal
dan ongeveer één seconde branden, voordat de sluiter ontspant.
A Afstandhouder voor statiefaansluiting
Gebruik een optionele TA-N100 afstandhouder voor de statiefaansluiting
om te voorkomen dat grotere objectieven in contact komen met de
statiefaansluiting wanneer de camera op een statief is bevestigd (0 49).
A Zie ook
Zie pagina 46 voor opties die regelen hoe lang de camera op een signaal
van de afstandsbediening wacht en het geluidsignaal dat klinkt wanneer de
zelfontspanner of afstandsbediening wordt gebruikt.
39
t
Breng, voor gebruik, de flitser omhoog door
de pop-upknop voor de flitser te
verschuiven en kies vervolgens een
flitsstand zoals beschreven op de volgende
pagina. Het laden begint wanneer de flitser
omhoog wordt gebracht; zodra het laden is
voltooid, wordt een flitsgereedaanduiding
(I) weergegeven wanneer de
ontspanknop half wordt ingedrukt.
De ingebouwde flitser
N Invulflits
De flitser flitst bij elke gemaakte foto. Gebruik
het wanneer het onderwerp slecht belicht is
of voor onderwerpen met tegenlicht om
schaduwen “in te vullen” (verlichten).
NY Rode-ogenreductie
Het lampje voor rode-ogenreductie brandt
voordat de flitser flitst, waardoor “rode-ogen”
wordt verminderd dat is veroorzaakt door
lichtreflectie van het netvlies van uw
onderwerp.
NYp
Rode-ogenreductie +
trage synchronisatie
Combineert rode-ogenreductie met trage
sluitertijden om achtergronddetails bij nacht
of bij slechte lichtomstandigheden vast te
leggen. Voor het gebruik van portretten die
tegen een nachtelijke achtergrond zijn
gemaakt.
Np
Invulflits + trage
synchronisatie
Combineert invulflits met trage sluitertijden
om details van slecht verlichte
achtergronden vast te leggen.
Nr
Tweede gordijn + trage
synchronisatie
Combineert synchronisatie op het tweede
gordijn (zie hieronder) met trage sluitertijden
om details van slecht verlichte
achtergronden vast te leggen.
Nq
Synchronisatie op het
tweede gordijn
Terwijl in andere standen de flitser flitst zodra
de sluiter opent, flitst de flitser in
synchronisatie op het tweede gordijn juist
voordat de sluiter sluit, waardoor
lichtbundels worden gecreëerd die
verschijnen om bewegende lichtbronnen te
volgen.
Pop-upknop voor de flitser
40
t
Een flitsstand kiezen.
1 De opties voor de flitsstand weergeven.
Druk op de multi-selector omlaag om
een lijst met flitsstanden weer te geven.
De beschikbare standen zijn afhankelijk
van de belichtingstand (0 44).
2 Selecteer een flitsstand.
h P, A
N Invulflits N Invulflits
NY Rode-ogenreductie NY Rode-ogenreductie
NYp
Rode-ogenreductie + trage
synchronisatie
S, M
N Invulflits Np Trage synchronisatie
NY Rode-ogenreductie Nr
Tweede gordijn + trage
synchronisatie
Nq
Synchronisatie op het tweede
gordijn
Gebruik de multi-selector om een
flitsstand (0 39) te markeren en druk op
J om te selecteren.
41
t
A De ingebouwde flitser naar beneden laten zakken
Druk de flitser, om energie te besparen wanneer
de flitser niet in gebruik is, voorzichtig naar
beneden totdat de vergrendeling op zijn plaats
klikt. Gebruik geen kracht. Het niet in acht nemen
van deze waarschuwing kan een defect product
tot gevolg hebben.
A De ingebouwde flitser gebruiken
De ingebouwde flitser kan alleen in de fotostand worden gebruikt. Als de
flitser meerdere keren achter elkaar flitst, worden de flitser en sluiter
mogelijk tijdelijk uitgeschakeld om de flitser te beschermen. Na een korte
pauze kan de opname worden hervat.
Voorwerpen vlakbij de camera worden mogelijk overbelicht in foto’s
gemaakt met de flitser bij hoge ISO-gevoeligheden.
Om vignettering te voorkomen dient u de zonnekappen te verwijderen en
maak opnames bij afstanden van ten minste 0,6 m. Bepaalde objectieven
kunnen bij grotere afstanden vignettering veroorzaken of het lampje voor
rode-ogenreductie belemmeren, waardoor rode-ogenreductie wordt
gehinderd; voor meer informatie bezoek een Nikon website. De volgende
instructies tonen het effect van vignettering dat is veroorzaakt door
schaduwen die zijn afgeworpen door het objectief wanneer de
ingebouwde flitser wordt gebruikt.
A Zie ook
Voor informatie over het aanpassen van de flitssterkte, zie “Flitscorrectie”
(0 45).
Schaduw Schaduw
U
42
U
De menu’s gebruiken
De meeste opname-, weergave- en
instelopties zijn toegankelijk via de
cameramenu’s. Om de menu's te bekijken,
drukt u op de knop G.
G-knop
Tabs
Kies uit de volgende menu’s:
K Weergavemenu (0 44) B Setup-menu (0 46)
C y 1 z Opnamemenu (0 44)
Menuopties
Opties in huidig menu.
Instelknop geeft positie in huidig
menu aan.
43
U
❚❚ De menu’s gebruiken
1 Druk op 1 of 3 om de tab te selecteren en druk vervolgens op
2 om menu-items weer te geven.
2 Markeer het menu-item en druk op 2 om opties weer te
geven.
3 Markeer de gewenste optie en druk op J om te selecteren.
Opmerking: de vermelde items kunnen variëren afhankelijk van de
camera-instellingen. Grijs weergegeven items zijn momenteel niet
beschikbaar (0 32).
Als u de menu's wilt verlaten en wilt terugkeren naar de
opnamestand, drukt u de ontspanknop half in (0 9).
Gebruik de multi-selector om door de
menu’s te navigeren.
Multi-selector
44
U
❚❚ Opties voor weergavemenu
❚❚ Opnamemenuopties
Wissen Meerdere beelden wissen.
Diashow Foto’s en films in een diashow bekijken.
Draai portret
Foto’s in portretstand (staand) draaien voor weergave
tijdens afspelen.
DPOF-
afdrukopdracht
Digitale “printopdrachten” maken.
Beveiligen Foto’s beveiligen tegen onopzettelijk wissen.
Score Foto’s van een score voorzien.
D-Lighting
Schaduwen in donkere foto’s of foto’s met tegenlicht
helder maken, waarbij een geretoucheerde kopie wordt
gecreëerd die afzonderlijk van het onaangepaste
origineel wordt opgeslagen.
Verkleinen Kleine kopieën van geselecteerde foto’s maken.
Uitsnijden Uitgesneden kopieën van geselecteerde foto’s maken.
Film bewerken
Kopieën of films maken waarvan ongewenste
filmopnamen zijn bijgesneden.
Opname-opties
herstellen
De opnameopties terugzetten naar de
standaardwaarden.
Belichtingsstand
Selecteren hoe de camera de sluitertijd en het diafragma
instelt.
Beeldkwaliteit
Een bestandsformaat en compressieverhouding
selecteren.
Beeldformaat Een formaat voor nieuwe foto’s selecteren.
Continu Eén foto tegelijk of een serie foto’s maken.
Beeldsnelheid
Een beeldsnelheid voor films in slow motion selecteren
(0 24).
45
U
Filminstellingen
Een beeldformaat en beeldsnelheid voor HD-films
selecteren (0 21).
Lichtmeting Selecteren hoe de camera de belichting meet.
Witbalans Instellingen voor verschillende soorten licht aanpassen.
ISO-gevoeligheid De gevoeligheid van de camera voor licht regelen.
Picture Control Selecteren hoe de camera foto’s verwerkt.
Eigen Picture Control
Eigen Picture Controls maken.
Kleurruimte Een kleurruimte voor nieuwe foto’s selecteren.
Actieve D-Lighting
Verlies van details in hoge lichten en schaduwen
vermijden.
Ruisonderdr. lange
belich.
Ruis verminderen in lange tijdopnamen.
Ruisonderdr. hoge
ISO
Ruis verminderen bij hoge ISO-gevoeligheden.
Infaden/uitfaden HD-films opnemen met fade-in/fade-out-effecten.
Opties voor
filmgeluid
Geluidsopnameopties selecteren.
Intervalopname Foto’s maken bij een vooringestelde interval.
Vibratiereductie
Pas instellingen aan voor objectieven met
vibratiereductie.
Scherpstelstand Selecteer hoe de camera foto’s scherpstelt.
AF-veldstand Selecteren hoe het scherpstelveld wordt geselecteerd.
Gezichtprioriteit-AF Gezichtprioriteit-AF in- of uitschakelen.
Ingeb. AF-
hulpverlichting
De ingebouwde AF-hulpverlichting regelen.
Flitscorrectie De uitvoer van optionele flitsers regelen.
46
U
❚❚ Setup-menuopties
Setup-opties herstellen
Zet de setup-menuopties terug naar de
standaardwaarden.
Geheugenkaart formatt. De geheugenkaart formatteren.
Ontspan. bij geen kaart
De sluiter ontspannen wanneer er geen
geheugenkaart in de camera is geplaatst.
Welkomstscherm Een welkomstscherm weergeven bij het opstarten.
Helderheid van monitor Pas de monitorhelderheid aan.
Rasterweergave Een raster weergeven.
Geluidsinstellingen
De geluiden selecteren die tijdens de opname
worden gemaakt.
Automatisch uitschakelen
De vertraging voor automatisch uitschakelen
selecteren.
Duur afstandsbediening
De tijdsduur selecteren dat de camera wacht op een
signaal van een afstandsbediening.
AE/AF-L-knop toewijzen
De functie selecteren die wordt afgespeeld door de
knop 1 (A).
AE-vergr. met ontspankn.
Selecteren of de belichting vergrendeld wanneer de
ontspanknop half wordt ingedrukt.
HDMI-apparaatbesturing
Selecteren of afstandsbedieningen voor HDMI-CEC-
apparaten, waaraan de camera is aangesloten,
kunnen worden gebruikt voor het bedienen van de
camera.
Flikkerreductie Flikkeringen of banden verminderen.
Bestandsnr. terugzetten Bestandsnummering terugzetten.
Tijdzone en datum Stel de cameraklok in.
Taal (Language)
Een taal selecteren voor de
cameraweergaveschermen.
Autom. beeldrotatie De cameraoriëntatie met foto’s opnemen.
Pixel-mapping
Controleer en optimaliseer de beeldsensor van de
camera en de beeldprocessors.
Firmwareversie De huidige firmwareversie weergeven.
47
n
n
Technische opmerkingen
Dit hoofdstuk bevat nuttige informatie over compatibele
accessoires, het reinigen en opbergen van de camera en wat u moet
doen als er een foutmelding verschijnt of als u tijdens het gebruik
van de camera op problemen stuit.
Op het moment dat deze handleiding werd samengesteld, waren
voor de camera de volgende accessoires beschikbaar.
Optionele accessoires
Objectieven 1 objectiefvatting
Vattingadapter Vattingadapter FT1
48
n
Voedingsbronnen
Oplaadbare Li-ionbatterij EN-EL20
(
0
71): extra EN-EL20
batterijen zijn verkrijgbaar in de handel en bij door Nikon
geautoriseerde servicevertegenwoordigers.
Batterijlader MH-27 (0 71): opladen van EN-EL20 batterijen.
EP-5C stroomaansluiting en EH-5b lichtnetadapter: deze
accessoires kunnen worden gebruikt om de camera
gedurende langere tijd van stroom te voorzien (ook
kunnen EH-5a en EH-5 lichtnetadapters worden gebruikt).
Een EP-5C stroomaansluiting is vereist om de camera op
de EH-5b, EH-5a of EH-5 aan te sluiten; zie pagina 51 voor
meer informatie.
Afstandsbedieningen
Draadloze afstandsbediening ML-L3 (0 36): de ML-L3 wordt
gevoed met een CR2025 batterij van 3 V.
Druk de vergrendeling van het batterijvak naar rechts (q),
steek een vingernagel in de ruimte en open het batterijvak
(w). Zorg dat de batterij in de juiste richting is geplaatst
(r).
Software Capture NX 2: een compleet fotobewerkingspakket met
functies zoals witbalansaanpassing en
kleurcontrolepunten.
Opmerking: gebruik de nieuwste versies van Nikon software; zie
de websites weergegeven op pagina ii voor de nieuwste
informatie over ondersteunde besturingssystemen. Bij de
standaardinstellingen controleert Nikon Message Center 2
regelmatig op updates van Capture NX 2 en andere Nikon
software en firmware. Hierbij dient u te zijn aangemeld met
een account op de computer en is de computer met het
internet verbonden. Er wordt automatisch een bericht
weergegeven als er een update is gevonden.
49
n
Bodydoppen Bodydop BF-N1000: de bodydop houdt de stofbescherming
stofvrij wanneer er geen objectief is geplaatst.
Statiefadapters TA-N100 afstandhouder voor statiefaansluiting: voorkomt dat
grote objectieven met de bovenkant van het statief in
contact komen wanneer de camera op een statief wordt
bevestigd.
De TA-N100 bevestigen
1 Bevestig de TA-N100 op de camera.
Plaats na het uitschakelen van de camera v de TA-N100 in
de statiefbevestiging van de camera (q) en houd het
uitstekende deel op de TA-N100 op één lijn met de
voorzijde van de camera en draai de schroef in de
aangegeven richting (w) om de TA-N100 op de camera te
vast te zetten.
2 Een objectief bevestigen.
Bevestig een statief (los verkrijgbaar bij de
detailhandelaar) op de TA-N100 (e). Houd de camera vast
terwijl het statief wordt vastgemaakt, zodat het statief
stevig wordt bevestigd.
50
n
Goedgekeurde geheugenkaarten
De volgende kaarten werden getest en goedgekeurd voor gebruik
in de camera. Voor het opnemen van films worden kaarten met een
klasse 6 schrijfsnelheid aanbevolen. Wanneer een kaart met een
lagere schrijfsnelheid wordt gebruikt, kan de opname onverwacht
worden beëindigd.
1 Controleer of de kaartlezers of overige apparaten waarmee de kaarten zullen
worden gebruikt, ondersteuning bieden voor geheugenkaarten van 2 GB.
2 Controleer of de kaartlezers of overige apparaten waarmee de kaarten zullen
worden gebruikt, SDHC-compatibel zijn. De camera ondersteunt UHS-1.
3 Controleer of de kaartlezers of overige apparaten
waarmee de kaarten zullen worden gebruikt, SDXC-
compatibel zijn. De camera ondersteunt UHS-1.
Andere geheugenkaarten zijn niet getest. Voor meer informatie
over bovengenoemde kaarten kunt u contact opnemen met de
fabrikant.
SD-
kaarten
SDHC-kaarten
2
SDXC-kaarten
3
SanDisk
2 GB
1
4 GB, 8 GB, 16 GB, 32 GB
64 GB
Toshiba
Panasonic 48 GB, 64 GB
Lexar Media
4 GB, 8 GB, 16 GB
Platinum II
4 GB, 8 GB, 16 GB, 32 GB
Professional
Full-HD Video 4 GB, 8 GB, 16 GB
51
n
Een stroomaansluiting en lichtnetadapter bevestigen
Zet de camera uit voordat u de optionele stroomaansluiting en
lichtnetadapter aansluit.
1 Maak de camera gereed.
Open de deksels van het batterijvak (q)
en de stroomaansluiting (w).
2 Plaats de EP-5C stroomaansluiting.
Plaats de aansluiting in de aangegeven
richting en gebruik de batterij om de
oranje batterijvergrendeling naar één
zijde ingedrukt te houden. De
vergrendeling vergrendelt de
aansluiting zodra de aansluiting volledig
is geplaatst.
3 Sluit het deksel van het batterijvak.
Leid de kabel van de stroomaansluiting
door de daarvoor bestemde gleuf en
sluit het deksel van het batterijvak.
52
n
4 Sluit de lichtnetadapter aan.
Sluit het netsnoer van de lichtnetadapter aan op de
wisselstroomaansluiting op de lichtnetadapter (e) en het
netsnoer van de EP-5C op de gelijkstroomaansluiting (r). Het
pictogram P verschijnt in de monitor wanneer de camera via
de lichtnetadapter en de stroomaansluiting wordt gevoed.
r
e
53
n
Systeemvereisten
De systeemvereisten voor Short Movie Creator zijn:
Indien uw systeem niet aan de bovenstaande vereisten voldoet,
wordt alleen ViewNX 2 geïnstalleerd (0 54).
Windows
CPU 2 GHz Intel Core 2 Duo of hoger
Besturingssysteem
Vooraf geïnstalleerde versies van Windows 7 Home Basic/
Home Premium/Professional/Enterprise/Ultimate (Service
Pack 1), Windows Vista Home Basic/Home Premium/
Business/Enterprise/Ultimate (Service Pack 2) of Windows XP
Home Edition/Professional (Service Pack 3). Alle geïnstalleerde
programma’s werken als 32-bit toepassingen in 64-bit
uitvoeringen van Windows 7 en Windows Vista.
RAM
1,5 GB of meer met ten minste 128 MB video RAM (2 GB of
meer met ten minste 256 MB video RAM aanbevolen voor het maken van HD-
films)
Ruimte op harde
schijf
Minimaal 500 MB beschikbaar op de opstartschijf (1 GB of
meer aanbevolen)
Monitor
Resolutie: 1.024 × 768 pixels (XGA) of meer
Kleur: 32-bit kleuren (True Color) of meer
Overig DirectX 9 of hoger en OpenGL 1.4 of hoger
Mac OS
CPU 2 GHz Intel Core 2 Duo of hoger
Besturingssysteem Mac OS X versie 10.5.8, 10.6.8 of 10.7.2
RAM 1 GB of meer
Ruimte op harde
schijf
Minimaal 500 MB beschikbaar op de opstartschijf (1 GB of
meer aanbevolen)
Monitor
Resolutie: 1.024 × 768 pixels (XGA) of meer
Kleur: 24-bit kleuren (miljoenen kleuren) of meer
A Ondersteunde besturingssystemen
Zie de websites vermeld op pagina ii voor de nieuwste informatie over
ondersteunde besturingssystemen.
54
n
De systeemvereisten voor de ViewNX 2 zijn:
Windows
CPU
Foto’s/JPEG-films: Intel Celeron, Pentium 4 of Core serie,
1,6 GHz of hoger
H.264 films (weergave): 3,0 GHz of hoger Pentium D
H.264 films (bewerken): 2,6 GHz of hoger Core 2 Duo
Besturingssysteem
Vooraf geïnstalleerde versies van Windows 7 Home Basic/
Home Premium/Professional/Enterprise/Ultimate (Service
Pack 1), Windows Vista Home Basic/Home Premium/
Business/Enterprise/Ultimate (Service Pack 2) of Windows XP
Home Edition/Professional (Service Pack 3). Alle geïnstalleerde
programma’s werken als 32-bit toepassingen in 64-bit
uitvoeringen van Windows 7 en Windows Vista.
RAM
Windows 7/Windows Vista: 1 GB of meer (2 GB of meer aanbevolen)
Windows XP: 512 MB of meer (2 GB of meer aanbevolen)
Ruimte op harde
schijf
Minimaal 500 MB beschikbaar op de opstartschijf (1 GB of
meer aanbevolen)
Monitor
Resolutie: 1.024 × 768 pixels (XGA) of meer (1.280 × 1.024 pixels
(SXGA) of meer aanbevolen)
Kleur: 24-bit kleuren (True Color) of meer
Mac OS
CPU
Foto’s/JPEG-films: PowerPC G4 (1 GHz of hoger), G5, Intel Core of
Xeon serie
H.264 films (weergave): PowerPC G5 Dual of Core Duo, 2 GHz
of hoger
H.264 films (bewerken): 2,6 GHz of hoger Core 2 Duo
Besturingssysteem Mac OS X versie 10.5.8, 10.6.8 of 10.7.2
RAM 512 MB of meer (2 GB of meer aanbevolen)
Ruimte op harde
schijf
Minimaal 500 MB beschikbaar op de opstartdisk (1 GB of meer
aanbevolen)
Monitor
Resolutie: 1.024 × 768 pixels (XGA) of meer (1.280 × 1.024 pixels
(SXGA) of meer aanbevolen)
Kleur: 24-bit kleuren (miljoenen kleuren) of meer
A Bewegingssnapshots
ViewNX 2 is vereist om Bewegingssnapshots op een computer te bekijken.
55
n
Opslag
Als u de camera gedurende langere tijd niet gebruikt, verwijdert u
de batterij en bewaart u de batterij op een koele, droge plek. U
voorkomt de vorming van schimmel of meeldauw door de camera
in een droge, goed geventileerde ruimte te bewaren. Berg de
camera niet op met nafta- of kamfermottenballen of in de volgende
omstandigheden:
in ruimten die slecht geventileerd zijn of waar de luchtvochtigheid
hoger is dan 60 %
in de nabijheid van apparaten die sterke elektromagnetische
velden genereren, zoals televisie- of radiotoestellen
in ruimten waar de temperatuur hoger is dan 50 °C of lager dan
–10 °C
Reiniging
Gebruik geen alcohol, thinner of andere vluchtige vloeistoffen.
Opslag en reiniging
Camerabody
Gebruik een blaasbalgje om stof of vuil te verwijderen en veeg
de camerabody vervolgens schoon met een zachte, droge
doek. Na gebruik van de camera op het strand of aan zee dient
u eventueel zand of zout te verwijderen met een doek die licht
is bevochtigd met gedistilleerd water. Belangrijk: vuil of stof in de
camera kan schade veroorzaken die niet door de garantie wordt
gedekt.
Objectief
Objectieven zijn gevoelig voor beschadigingen. Verwijder stof
en vuil met een blaasbalgje. Als u een luchtspuitbus gebruikt,
houd de bus dan verticaal om te voorkomen dat er vloeistof uit
de bus lekt. Verwijder vingerafdrukken en andere vlekken door
een beetje lensreiniger op een zachte doek aan te brengen en
het glas voorzichtig schoon te vegen.
Monitor
Verwijder stof en vuil met een blaasbalgje. Voor het weghalen
van vingerafdrukken en andere vlekken kunt u het oppervlak
voorzichtig met een zachte doek of zeem schoonvegen. Duw
hierbij niet te hard, aangezien dit kan leiden tot schade of
storing.
Stofbescherming
De stofbescherming is gevoelig voor beschadigingen.
Verwijder stof en vuil met een blaasbalgje.
56
n
Niet laten vallen: blootstelling aan sterke
schokken of trillingen kan tot storingen
leiden.
Droog houden: dit product is niet
waterbestendig, onderdompeling in
water of blootstelling aan een hoge
luchtvochtigheid kan tot storing
leiden. Roest van het interne
mechanisme kan tot onherstelbare
schade leiden.
Vermijd plotselinge temperatuurverschillen:
plotselinge temperatuurverschillen,
zoals die zich voordoen bij het
binnenkomen of verlaten van een
verwarmd gebouw op een koude dag,
kunnen condensatie in de camera
veroorzaken. U voorkomt condensatie
door de camera in een cameratas of in
een plastic tas te plaatsen voordat u
deze aan plotselinge
temperatuurverschillen blootstelt.
Uit de buurt van sterke magnetische velden
houden: u dient dit apparaat niet te
gebruiken of op te bergen in de buurt
van apparatuur dat sterke
elektromagnetische straling of sterke
magnetische velden produceert.
Sterke statische ladingen of de
magnetische velden die worden
geproduceerd door bijvoorbeeld
zendapparatuur, kunnen storingen
veroorzaken op de
weergaveschermen, informatie op de
geheugenkaart beschadigen of de
interne schakelingen van het product
aantasten.
Het objectief niet langdurig op de zon richten:
richt het objectief niet gedurende
lange tijd op de zon of een andere
sterke lichtbron. Blootstelling aan
intens licht kan beschadiging van de
beeldsensor of een witte onscherpte
op de foto’s tot gevolg hebben.
Houd de objectiefbevestiging afgedekt:
bevestig de bodydop als er geen
objectief op de camera is bevestigd.
Raak de stofbescherming niet aan: de
stofbescherming die de beeldsensor
afdekt is gevoelig voor
beschadigingen. Oefen nooit druk uit
op de bescherming en duw er niet op
met reinigingshulpmiddelen. Dit kan
krassen, vervorming of andersoortige
schade aan de bescherming
veroorzaken.
De camera uitzetten alvorens de voedingsbron
te verwijderen of los te koppelen: trek de
stekker van de lichtnetadapter niet uit
het stopcontact en verwijder de
batterij niet wanneer de camera aan
staat of terwijl beelden worden
opgeslagen of gewist. In deze gevallen
kan een stroomonderbreking leiden
tot gegevensverlies of beschadiging
van de interne schakelingen of het
geheugen. Verplaats het product nooit
wanneer de lichtnetadapter is
aangesloten.
Onderhoud van de camera en batterij: waarschuwingen
57
n
Reiniging: gebruik een blaasbalgje om
stof of vuil te verwijderen en veeg de
camerabody voorzichtig schoon met
een zachte, droge doek. Na gebruik van
de camera op het strand of aan zee
dient u eventueel aanwezig zand of zout
te verwijderen met een doek die licht
bevochtigd is met schoon water.
Objectieven zijn gevoelig voor
beschadigingen. Verwijder stof en vuil
voorzichtig met een blaasbalgje. Als u
een luchtspuitbus gebruikt, houd de
bus dan verticaal om te voorkomen dat
er vloeistof uit de bus lekt. Verwijder
vingerafdrukken en andere vlekken
door een beetje lensreiniger op een
zachte doek aan te brengen en het glas
voorzichtig schoon te vegen.
Opslag
: u voorkomt de vorming van
schimmel of meeldauw door de camera in
een droge, goed geventileerde ruimte te
bewaren. Gebruikt u een lichtnetadapter,
trek dan de stekker uit het stopcontact
om brand te voorkomen. Wanneer u niet
van plan bent de camera binnen
afzienbare tijd te gebruiken, verwijder
dan de batterij om lekkage te voorkomen
en berg de camera op in een plastic zak
met een droogmiddel. Plaats de
cameratas echter niet in een plastic zak,
aangezien het materiaal hierdoor kan
worden aangetast. Denk er ook aan dat
het droogmiddel na verloop van tijd zijn
vermogen om vocht te absorberen
verliest en daarom regelmatig dient te
worden vervangen.
U voorkomt schimmel en meeldauw
door de camera ten minste één keer per
maand uit de opslag te halen. Zet de
camera aan en ontspan de sluiter een
aantal malen voordat u de camera weer
opbergt.
Bewaar de batterij op een koele, droge
plaats. Plaats het afdekkapje van de
batterij terug wanneer u de batterij
opbergt.
Opmerkingen met betrekking tot de monitor:
De monitor is met extreem hoge
precisie gefabriceerd; ten minste
99,99% pixels zijn effectief, met niet
meer dan 0,01% ontbrekende of defecte
pixels. Vandaar dat deze schermen
pixels kunnen bevatten die altijd
branden (wit, rood, blauw of groen) of
altijd uit (zwart) zijn. Dit is geen defect
en heeft geen gevolgen voor beelden
die zijn vastgelegd met dit apparaat.
Bij helder licht kunnen de beelden op de
monitor moeilijk te zien zijn.
Oefen geen druk uit op het scherm,
aangezien dit schade of storing tot
gevolg kan hebben. Stof en vuil op de
schermen kan worden verwijderd met
een blaasbalgje. U kunt vlekken
verwijderen door het oppervlak zachtjes
schoon te wrijven met een zachte doek
of zeem. Mocht de monitor breken, pas
dan op dat u zich niet verwondt aan de
glassplinters en dat de vloeibare
kristallen uit het scherm niet in
aanraking komen met uw huid, ogen of
mond.
Moiré: moiré is een interferentiepatroon
dat ontstaat door de wisselwerking
tussen het raster in de beeldsensor van
de camera en beelden waarin
regelmatig gevormde rasters
voorkomen, zoals weefpatronen in
stoffen, ramen in gebouwen. In
bepaalde gevallen verschijnt het in de
vorm van lijnen. Ziet u moiré in uw
foto’s, probeer dan de afstand tot het
onderwerp te veranderen, in en uit te
zoomen of de hoek tussen onderwerp
en camera te veranderen.
58
n
Lijnen: ruis in de vorm van lijnen kunnen
in zeldzame gevallen verschijnen op
zeer heldere onderwerpen of
onderwerpen met tegenlicht.
Batterijen: batterijen kunnen bij onjuist
gebruik gaan lekken of ontploffen.
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht bij het
gebruik van batterijen:
Gebruik alleen batterijen die zijn
goedgekeurd voor gebruik in dit
apparaat.
Stel de batterij niet bloot aan vuur of
hoge temperaturen.
Houd de contacten van de batterijen
schoon.
Zet de camera uit voordat u de batterij
verwisselt.
Haal de batterij uit de camera of de
lader wanneer deze niet in gebruik is
en plaats het afdekkapje terug. Deze
apparaten onttrekken zelfs als de
camera is uitgeschakeld een geringe
hoeveelheid stroom aan de batterij
zodat de batterij zodanig kan worden
leeggetrokken dat deze niet langer
functioneert. Als de batterij enige tijd
niet wordt gebruikt, plaats deze dan in
de camera en laat de batterij
leeglopen voordat u de batterij
verwijdert en bewaar deze op een
plaats met een
omgevingstemperatuur van 15 tot
25 °C (vermijd hete en extreem koude
plaatsen). Herhaal dit proces ten
minste eens in de zes maanden.
Het herhaaldelijk aan- en uitzetten van
de camera terwijl de batterij volledig
ontladen is, zal de levensduur van de
batterij verkorten. Batterijen die
volledig ontladen zijn, moeten voor
gebruik worden opgeladen.
De interne temperatuur van de batterij
kan tijdens gebruik aanzienlijk
oplopen. Het opladen van een batterij
met een te hoge temperatuur, heeft
een negatieve invloed op de prestaties
van de batterij. Wacht met opladen
totdat de batterij is afgekoeld.
Als u een volledig opgeladen batterij
blijft opladen, kunnen de prestaties
van de batterij afnemen.
Een aanmerkelijke daling van de tijd
waarin een volledig opgeladen batterij
zijn lading dient te behouden wanneer
deze bij kamertemperatuur wordt
gebruikt, duidt aan dat de batterij
vervanging vereist. Koop een nieuwe
EN-EL20 batterij.
Laad de batterij op voordat u deze
gebruikt. Als u foto’s van belangrijke
gebeurtenissen maakt, zorg dan dat u
een extra, volledig opgeladen EN-EL20
batterij bij de hand hebt. Afhankelijk
van de locatie waar u zich bevindt, kan
het soms moeilijk zijn om snel een
vervangende batterij te kopen. Bij
koud weer nemen de prestaties van
batterijen vaak af. Zorg dat de batterij
volledig is opgeladen voordat u bij
koud weer buiten foto’s maakt. Bewaar
een reservebatterij op een warme
plaats en vervang zo nodig de batterij
in de camera. Een koude batterij die
weer op temperatuur is gekomen, kan
soms een deel van haar lading
terugkrijgen.
Verbruikte batterijen zijn een
waardevolle bron van grondstoffen;
lever ze in als klein chemisch afval.
59
n
Gebruik de batterij niet bij
omgevingstemperaturen lager dan
0 °C of hoger dan 40 °C; het niet in acht
nemen van deze voorzorgsmaatregel
kan de batterij beschadigen of de
prestaties doen verslechteren. De
capaciteit wordt mogelijk verminderd
en de oplaadtijden kunnen toenemen
bij batterijtemperaturen van 0 °C tot
10 °C en van 45 °C tot 60 °C. De batterij
laadt niet op bij temperaturen lager
dan 0 °C of hoger dan 60 °C.
De batterijlader: Laad de batterij op bij
omgevingstemperaturen tussen 5°C en
35°C. Als het CHARGE (OPLADING) lampje
snel knippert tijdens het laden, stop dan
onmiddellijk het gebruik en breng de
batterij en lader naar uw leverancier of
een door Nikon geautoriseerde
servicevertegenwoordiger.
Verplaats de lader niet en raak de
batterij niet aan tijdens het opladen. Het
niet in acht nemen van deze
voorzorgsmaatregel kan in zeer
zeldzame gevallen tot gevolg hebben
dat de lader aanduidt dat het laden is
voltooid terwijl de batterij in
werkelijkheid slechts gedeeltelijk is
opgeladen. Verwijder de batterij en
plaats hem opnieuw om het opladen
opnieuw te starten.
Gebruik de lader alleen met
compatibele batterijen. Haal de stekker
uit het stopcontact wanneer u de lader
niet gebruikt.
Geheugenkaarten
De camera bewaart foto's op Secure
Digital (SD), SDHC- en SDXC-
geheugenkaarten (los verkrijgbaar;
0 50).
Geheugenkaarten kunnen na gebruik
zeer warm zijn. Ga daarom voorzichtig
te werk wanneer u een geheugenkaart
uit de camera verwijdert.
Verwijder de geheugenkaart of batterij
niet uit de camera, zet de camera niet
uit en koppel de lichtnetadapter niet
los terwijl de geheugenkaart wordt
geformatteerd of terwijl informatie
wordt opgeslagen, verwijderd of naar
een computer wordt gekopieerd. Het
niet in acht nemen van deze
voorzorgsmaatregelen kan leiden tot
gegevensverlies of beschadiging van
de camera of de kaart.
Raak de contacten van de kaart niet
aan met uw vingers of metalen
voorwerpen.
U mag de kaart niet buigen, laten
vallen of blootstellen aan hevige
schokken.
Oefen geen druk uit op de kaart. Het
niet in acht nemen van deze
waarschuwing kan tot beschadiging
van de geheugenkaart leiden.
Niet blootstellen aan water, hitte, hoge
vochtigheid of direct zonlicht.
60
n
D Onderhoud van camera en accessoires
De camera is een precisieapparaat dat regelmatig onderhoud vereist. Nikon
beveelt aan de camera eens per jaar of per twee jaar te laten nakijken door
de leverancier of een door Nikon geautoriseerde servicevertegenwoordiger
en elke drie tot vijf jaar een onderhoudsbeurt te geven (houd er rekening
mee dat hieraan kosten zijn verbonden). Regelmatige inspectie en
onderhoud worden vooral aanbevolen wanneer u de camera voor
professionele doeleinden gebruikt. Het wordt aanbevolen om tegelijkertijd
met uw camera eventuele accessoires die u veel gebruikt, zoals objectieven
of optionele flitsers, te laten nakijken en onderhouden.
61
n
Functioneert de camera niet naar verwachting, kijk dan in de
onderstaande lijst met veelvoorkomende problemen voordat u uw
leverancier of Nikon-vertegenwoordiger raadpleegt.
Weergavescherm
Problemen oplossen
De monitor is uit:
De camera is uit of de batterij is leeg.
De monitor werd automatisch uitgeschakeld om energie te besparen. De
monitor kan opnieuw worden geactiveerd door op de bedieningsknoppen
of de standknop te drukken.
De camera is aangesloten op een computer of televisie.
De monitor schakelt zonder waarschuwing uit:
Het batterijniveau is laag.
De monitor werd automatisch uitgeschakeld om energie te besparen. De
monitor kan opnieuw worden geactiveerd door op de bedieningsknoppen
of de standknop te drukken.
De interne temperatuur van de camera is hoog. Wacht tot de camera is
afgekoeld, voordat u de camera opnieuw inschakelt.
Aanduidingen worden niet weergegeven: druk op de knop $ (0 6).
62
n
Opname (alle belichtingsstanden)
Films
Het aanzetten van de camera duurt lang: wis bestanden of formatteer de
geheugenkaart.
De ontspanknop wordt uitgeschakeld:
De batterij is leeg.
De geheugenkaart is vergrendeld of vol.
De flitser is aan het laden.
De camera is niet scherp gesteld.
U filmt momenteel een film in slow motion.
Continu is geselecteerd in de fotostand, maar er wordt slecht één foto gemaakt wanneer
de ontspanknop wordt ingedrukt: continu-opnames zijn niet beschikbaar als de
flitser omhoog is gebracht in de stand Continu (0 12). Er kunnen foto's
worden gemaakt in de continustand als Elektronisch (Hi) is geselecteerd,
maar de flitser flitst niet.
Er wordt geen foto gemaakt wanneer de ontspanknop van de afstandsbediening wordt
ingedrukt:
Vervang de batterij in de afstandsbediening.
Kies een stand voor de afstandsbediening.
De stand-by-timer van de afstandsbediening is afgelopen (0 46).
De afstandsbediening is niet op de camera gericht of de
infraroodontvanger is niet zichtbaar.
De afstandsbediening is te ver van de camera verwijderd (0 37).
Fel licht verstoort de afstandsbediening.
Foto’s zijn vlekkerig: reinig de voor- en achterkant van het objectief of de
stofbescherming (0 55).
Er verschijnen flikkeringen of strepen in films of in de weergaveschermen: kies een
Flikkerreductie instelling die overeenkomt met uw lokale netvoeding
(0 46).
Menu-items zijn niet beschikbaar: sommige opties zijn alleen beschikbaar in
bepaalde opname- en belichtingsstanden (0 32).
Kan geen films opnemen: de filmopnameknop kan niet worden gebruikt voor het
opnemen van films in de fotostand en de standen Slimme Fotoselectie of
Bewegingssnapshot.
Er wordt geen geluid opgenomen voor films:
Microfoon uit is geselecteerd voor Opties voor filmgeluid > Microfoon
(0 45).
Live audio wordt niet opgenomen met films in slow motion (0 24) of
Bewegingssnapshots (0 28).
63
n
Weergave
Overige
Staande foto’s (portret) worden liggend (landschap) weergegeven:
Selecteer Aan voor Draai portret (0 44).
De foto’s werden gemaakt met Autom. beeldrotatie uit (0 46).
Camera was omhoog of omlaag gericht toen foto werd gemaakt.
De foto wordt weergegeven in beeld terugspelen.
Kan het filmgeluid niet horen:
Druk op W omhoog om het volume te verhogen. Is de camera op een
televisie aangesloten, gebruik dan de bediening van de tv om het volume
aan te passen.
Live audio wordt niet opgenomen met films in slow motion (0 24) of
Bewegingssnapshots (0 30).
Kan geen beelden wissen:
Verwijder voor het wissen de beveiliging van de bestanden.
De geheugenkaart is vergrendeld.
De camera reageert niet: in zeer uitzonderlijke gevallen kan het voorkomen dat
het weergavescherm niet reageert zoals verwacht en is het mogelijk dat de
camera niet meer werkt. Dit verschijnsel wordt meestal veroorzaakt door een
sterke statische lading van buitenaf. Zet de camera uit, verwijder de batterij
en plaats deze terug, let hierbij op voor brandwonden, en zet de camera weer
aan, of, indien u een lichtnetadapter (los verkrijgbaar) gebruikt, koppel deze
dan af en weer aan en zet de camera weer aan. Indien het probleem zich blijft
voordoen, neem dan contact op met uw leverancier of een door Nikon
geautoriseerde servicevertegenwoordiger.
De opnamedatum klopt niet: stel de cameraklok in.
Menuopties zijn niet beschikbaar: Sommige opties zijn alleen beschikbaar bij
bepaalde instellingen (0 32) of wanneer een geheugenkaart is geplaatst
(0 43).
64
n
Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de foutmeldingen die in de
weergave verschijnen.
Foutmeldingen
Bericht Oplossing
Draai aan de zoomring om
het objectief uit te
schuiven.
Een objectief met de knop van de intrekbare
objectiefcilinder wordt bevestigd met een
ingetrokken objectiefcilinder. Druk op de knop
van de intrekbare objectiefcilinder en draai aan
de zoomring om het objectief te verlengen.
Controleer objectief. Er
kunnen alleen foto’s
worden gemaakt als een
objectief is bevestigd.
Bevestig een objectief.
Opstartfout. Zet de camera
uit en weer aan.
Schakel de camera uit, verwijder en vervang de
batterij en schakel de camera weer in.
De klok is opnieuw
ingesteld.
Stel de cameraklok in.
Geen geheugenkaart.
Zet de camera uit en controleer of de
geheugenkaart correct is geplaatst.
Deze geheugenkaart kan
niet worden gebruikt. Kaart
is mogelijk beschadigd.
Plaats andere kaart.
Gebruik een goedgekeurde kaart (0 50).
Formatteer de kaart (0 5). Als het probleem
aanhoudt, is de kaart mogelijk beschadigd.
Neem contact op met een door Nikon
geautoriseerde servicevertegenwoordiger.
Plaats een nieuwe geheugenkaart.
Deze geheugenkaart is niet
geformatteerd.
Geheugenkaart
formatteren?
Selecteer
Ja
om de kaart te formatteren of zet de
camera uit en plaats een andere geheugenkaart.
Geheugenkaart is
vergrendeld (tegen
schrijven beveiligd).
Zet de camera uit en schuif de
schrijfbeveiligingsschakelaar van de kaart naar
de positie “schrijven”.
Geheugenkaart is vol.
Als de beeldkwaliteit wordt verlaagd of het
beeldformaat verkleind, kunt u mogelijk extra
beelden opnemen.
Ongewenste beelden wissen.
Plaats een andere geheugenkaart.
65
n
Kan geen mappen meer
maken op de
geheugenkaart.
Als de huidige map nummer 999 heeft en 999
foto’s of een foto het nummer 9999 bevat,
wordt de ontspanknop uitgeschakeld en
kunnen geen foto’s meer worden gemaakt. Kies
Ja voor Bestandsnr. terugzetten (0 46) en
formatteer vervolgens de huidige
geheugenkaart (0 5) of plaats een nieuwe
geheugenkaart.
De filmopnameknop kan
niet worden gebruikt in
deze stand.
De filmopnameknop kan niet worden gebruikt
in de standen Slimme Fotoselectie, fotostand of
Bewegingssnapshot.
Er kunnen geen foto’s
worden gemaakt terwijl
slow motion is
geselecteerd.
De ontspanknop kan niet worden gebruikt voor
het maken van foto’s terwijl er een slow motion
film wordt opgenomen (0 23).
Hi
Verlaag de ISO-gevoeligheid.
Selecteer een korte sluitertijd of kleiner
diafragma (hogere f-waarde).
Lo
Verhoog de ISO-gevoeligheid.
Gebruik de ingebouwde flitser.
Selecteer een lange sluitertijd of groter
diafragma (lagere f-waarde).
De interne temperatuur
van de camera is hoog. De
camera wordt nu
uitgeschakeld.
Wacht tot de camera is afgekoeld.
Geheugenkaart bevat geen
beelden.
Plaats een geheugenkaart met beelden om
foto’s te bekijken.
Kan dit bestand niet
weergeven.
Het bestand is aangemaakt of gewijzigd op een
computer of een ander merk camera, of het
bestand is beschadigd.
Kan dit bestand niet
selecteren.
Bericht Oplossing
66
n
Nikon 1 J1 digitale camera
Specificaties
Type
Type Digitale camera met verwisselbare objectieven
Objectiefvatting Nikon 1 bevestiging
Effectieve beeldhoek Ca. 2,7× brandpuntsafstand objectief (gelijk aan
35 mm formaat); Nikon CX-formaat
Effectieve pixels
10,1 miljoen
Beeldsensor
Beeldsensor 13,2 mm × 8,8 mm CMOS sensor
Opslag
Beeldformaat (pixels) Foto’s (fotostand en stand Slimme Fotoselectie,
beeldverhouding 3 : 2)
3.872 × 2.592 2.896 × 1.944
1.936 × 1.296
Fotostand (filmstand, beeldverhouding 16 : 9)
3.840 × 2.160 (1080/60i) 1.920 × 1.080 (1080/30p)
1.280 × 720 (720/60p)
Foto’s (stand Bewegingssnapshot, beeldverhouding 16 : 9)
3.840 × 2.160
Bestandsindeling NEF (RAW): 12-bit, gecomprimeerd
JPEG: JPEG-Baseline compatibel met Fijn (ca. 1 : 4),
Normaal (ca. 1 : 8) of Basis (ca. 1 : 16) compressie
NEF (RAW)+JPEG: de foto wordt één keer opgeslagen
als NEF (RAW)-bestand en één keer als
JPEG bestand
Picture Control systeem Standaard, Neutraal, Levendig, Monochroom,
Portret, Landschap; geselecteerde Picture Control
kan worden aangepast; opslag voor persoonlijke
Picture Controls
Media SD (Secure Digital), SDHC- en SDXC-geheugenkaarten
Bestandssysteem DCF (Design Rule for Camera File System) 2.0, DPOF (Digital
Print Order Format), Exif (Exchangeable Image File Format for
Digital Still Cameras) 2.3, PictBridge
67
n
Opnamestanden
C foto (3 : 2), y Slimme Fotoselectie (3 : 2), 1 film
(HD 16 : 9, slow motion 8 : 3), z Bewegingssnapshot
(16 : 9)
Sluiter
Type Elektronische sluiter
Sluitertijd
1
/16.000 30 sec. in stappen van
1
/3 LW; Bulb; Tijd
(optionele afstandsbediening ML-L3 vereist)
Flitssynchronisatiesnelheid
Synchroniseert met sluiter bij X=
1
/60 sec. of langer
Ontspannen
Stand Enkel beeld, Continu, Elektronisch (Hi)
Zelfontspanner, vertraagd op afstand, direct op
afstand, intervalopname
Beeldsnelheid Elektronisch (Hi): ca. 10, 30 of 60 bps
Andere standen: maximaal 5 bps (enkelvoudige AF of
handmatige scherpstelling, S Sluitertijdvoorkeuze
of M Handmatige belichtingsstand, sluitertijd
1
/250 sec. of hoger, en andere instellingen bij
standaardwaarden)
Zelfontspanner 2 sec., 5 sec., 10 sec.
Afstandsbedieningstanden Vertraagd op afstand (2 sec.); direct op afstand
Belichting
Lichtmeting DDL-meting met behulp van beeldsensor
Lichtmeetmethode Matrixmeting
Centrumgericht: meet cirkel van 4,5 mm in het
midden van het beeld
Spot: meet een cirkel van 2 mm in het geselecteerde
scherpstelveld
Stand Automatisch programma met flexibel programma;
sluitertijdvoorkeuze; diafragmavoorkeuze;
handmatig; automatische onderwerpselectie
Belichtingscorrectie –3+3 LW in stappen van
1
/3 LW
Belichtingsvergrendeling Een lichtwaarde vergrendeld bij een gemeten
waarde met A (AE-L/AF-L)-knop
ISO-gevoeligheid
(aanbevolen
belichtingsindex)
ISO 1003200 in stappen van 1 LW. Kan ook worden
ingesteld op ca. 1 LW (equivalent aan ISO 6400)
boven ISO 3200; automatische instelling van de
ISO-gevoeligheid (ISO 1003200, 100800,
100400) beschikbaar
Actieve D-Lighting Aan, uit
68
n
Scherpstellen
Autofocus Hybride autofocus (fasedetectie/contrastdetectie-
AF); AF-hulpverlichting
Objectiefscherpstelling Autofocus (AF): enkelvoudige AF (AF-S); continu AF
(AF-C); automatische AF-S/AF-C selectie (AF-A);
fulltime-AF (AF-F)
Handmatige scherpstelling (MF)
AF-veldstand Enkelpunts, automatisch veld, onderwerp volgen
Scherpstelveld Enkelpunts AF: 135 scherpstelvelden; de middelste 73
velden ondersteunen fasedetectie-AF
Automatisch veld-AF: 41 scherpstelvelden
Scherpstelvergrendeling Scherpstelling kan worden vergrendeld door de
ontspanknop half in te drukken (enkelvoudig AF) of
door op de A (AE-L/AF-L)-knop te drukken
Gezichtprioriteit-AF Aan, uit
Flitslicht
Ingebouwde flitser Wordt omhoog gebracht door de pop-upknop voor
de flitser te verschuiven
Richtgetal (GN) Ca. 5 (m, ISO 100, 20 °C)
Regeling i-DDL-flitserregeling met behulp van beeldsensor
beschikbaar
Stand Invulflits, trage synchronisatie, rode-ogenreductie,
trage synchronisatie met rode-ogenreductie,
synchronisatie op het tweede gordijn,
synchronisatie op het tweede gordijn met trage
synchronisatie
Flitscorrectie –3+1 LW in stappen van
1
/3 LW
Flitsgereedaanduiding Brandt wanneer de ingebouwde flitser volledig
geladen is
Witbalans
Automatisch, gloeilamplicht, tl-licht, direct zonlicht,
flitslicht, bewolkt, schaduw, handmatige
voorinstelling met fijnafstelling voor alle standen
behalve handmatige voorinstelling
69
n
Film
Lichtmeting DDL-meting met behulp van beeldsensor
Lichtmeetmethode Matrixmeting
Centrumgericht: meet een cirkel van 4,5 mm in het
midden van het beeld
Spot: meet een cirkel van 2 mm in het midden van
het geselecteerde scherpstelveld
Beeldformaat (pixels)/
opnamesnelheid
HD-films
1.920 × 1.080/60i (59,94 velden/sec.
*
)
1.920 × 1.080/30p (29,97 bps)
1.280 × 720/60p (59,94 bps)
Slow motion films
640 × 240/400 bps (speelt af bij 30p/29,97 bps)
320 × 120/1.200 bps (speelt af bij 30p/29,97 bps)
Bewegingssnapshot
1.920 × 1.080/60p (59,94 bps) (speelt af bij 24p/23,976 bps)
Bestandsindeling MOV
Videocomprimering H.264/MPEG-4 Advanced Video Coding
Geluidsindeling AAC
Geluidsrecorder Ingebouwde stereomicrofoon; gevoeligheid
instelbaar
* De sensoruitvoer is ongeveer 60 bps.
Monitor
7,5 cm/3 inch ca. 460k-dot, TFT LCD met
helderheidaanpassing
Weergave
Schermvullende en miniatuurweergave (4, 9 of 72
beelden of kalender) met zoomweergave,
filmweergave, diashow, histogramweergave,
automatische beeldrotatie en score-optie
Interface
USB Hi-Speed USB
HDMI-uitgang Type-C HDMI-ministekkeraansluiting
70
n
Tenzij anders vermeld, hebben alle getallen betrekking op een camera met een
volledig opgeladen batterij bij een omgevingstemperatuur van 20 °C.
Nikon behoudt zich het recht voor de specificaties van de hardware en software
die in deze handleiding worden beschreven op enig moment zonder
voorafgaande aankondiging te wijzigen. Nikon kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor schade die kan voortvloeien uit eventuele fouten in deze
handleiding.
Beschikbare talen
Arabisch, Chinees (Vereenvoudigd en Traditioneel),
Tsjechisch, Deens, Nederlands, Engels, Fins, Frans,
Duits, Grieks, Hongaars, Indonesisch, Italiaans,
Japans, Koreaans, Noors, Oekraïens, Pools,
Portugees, Roemeens, Russisch, Spaans, Thais,
Zweeds, Turks
Voeding
Batterij Een oplaadbare EN-EL20 Li-ionbatterij
Lichtnetadapter EH-5b lichtnetadapter; vereist EP-5C
stroomaansluiting (los verkrijgbaar)
Statiefaansluiting
1
/4-in. (ISO 1222)
Afmetingen/gewicht
Afmetingen (B × H× D) Ca. 106,0 × 61,0 × 29,8 mm exclusief uitstekende
delen
Gewicht Ca. 277 g met batterij en geheugenkaart, maar
zonder bodydop; ca. 234 g (alleen camerabody)
Gebruiksomgeving
Temperatuur 0–40 °C
Luchtvochtigheid Minder dan 85 % (geen condensatie)
71
n
MH-27 batterijlader
Invoer AC 100240 V, 5060 Hz, 0,2 A
Uitvoer DC 8,4 V/0,6 A
Ondersteunde batterijen Nikon EN-EL20 oplaadbare Li-ionbatterijen
Laadtijd Ca. 2 uur bij een omgevingstemperatuur van 25 °C in
geval van een volledig lege batterij
Gebruikstemperatuur 0–40 °C
Afmetingen (B × H × D) Ca. 67,0 × 28,0 × 94,0 mm, exclusief stekker
Gewicht Ca. 83 g, exclusief stekker
EN-EL20 oplaadbare Li-ionbatterij
Type Oplaadbare lithium-ionbatterij
Capaciteit 7,2 V, 1.020 mAh
Gebruikstemperatuur 0–40 °C
Afmetingen (B × H × D) Ca. 30,7 × 50,0 × 14,0 mm
Gewicht Ca. 41 g, exclusief afdekkapje
72
n
Specificaties zijn onderhevig aan wijzigingen, zonder voorafgaande kennisgeving.
Nikon kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die kan voortvloeien uit
eventuele fouten in deze handleiding.
Handelsmerkinformatie
Macintosh, Mac OS en QuickTime zijn in de Verenigde Staten en/of andere landen
geregistreerde handelsmerken van Apple Inc. Microsoft, Windows en Windows
Vista zijn in de Verenigde Staten en/of andere landen geregistreerde
handelsmerken, of handelsmerken van Microsoft Corporation. Het PictBridge-logo
is een handelsmerk. De SD-, SDHC- en SDXC-logo’s zijn handelsmerken van SD-3C,
LLC. HDMI, het -logo en High-Definition Multimedia Interface zijn
handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC. Alle
overige handelsmerken in deze handleiding of de overige documentatie die met
uw Nikon product worden meegeleverd, zijn handelsmerken of geregistreerde
handelsmerken van de betreffende rechthebbenden.
1 NIKKOR VR 10-30mm f/3.5-5.6
Type 1 objectiefvatting
Brandpuntsafstand 1030 mm
Maximaal diafragma f/3.55.6
Opbouw 12 elementen in 9 groepen (inclusief 3 asferische elementen)
Beeldhoek 77°29° 40
Vibratiereductie Objectverschuiving met voice coil motors (VCMs)
Minimale
scherpstelafstand
0,2 m vanaf filmvlak bij alle zoomstanden
Diafragmalamellen 7 (ronde diafragma-opening)
Diafragma Volautomatisch
Diafragmabereik 10 mm brandpuntsafstand: f/3.516
30 mm brandpuntsafstand: f/5.6–16
Maat voor filters/
voorzetlenzen
40,5 mm (P=0,5 mm)
Afmetingen Ca. 57,5 mm diameter × 42 mm (afstand van
objectiefbevestigingsvlak van de camera wanneer het objectief is
ingetrokken)
Gewicht Ca. 115 g
73
n
Gebruiksduur van de batterij
Het aantal opnamen dat kan worden gemaakt met een volledig
opgeladen batterij, varieert afhankelijk van de staat van de batterij,
temperatuur, het interval tussen opnamen en de tijdsduur dat de
menu's worden weergegeven. Hieronder vindt u enkele
voorbeeldgetallen voor EN-EL20 (1020 mAh) batterijen.
Foto’s: ca. 230
Films: ca. 70 minuten HD-filmopnamen bij 1080/60i
Waarden voor foto’s gemeten bij 25 °C met een volledig
opgeladen EN-EL20 batterij, een 1 NIKKOR VR 10-30mm f/3.5-5.6
objectief en een 16 GB Toshiba R95 W80MB/s UHS-I SDHC-kaart
overeenkomstig de CIPA-norm onder de volgende
testomstandigheden: NORMAL-kwaliteit foto’s gemaakt bij
intervallen van 30 sec. met de flitser die flitst bij elke andere
opname met uitgeschakelde camera en vervolgens ingeschakeld
na elke tiende opname.
De gebruiksduur van de batterij kan door de volgende oorzaken
worden verminderd:
De ontspanknop wordt half ingedrukt gehouden
Er wordt herhaaldelijk automatisch scherpgesteld
Bij het maken van NEF (RAW)-foto’s
Er worden lange sluitertijden gebruikt
De vibratiereductiestand met VR-objectieven gebruiken
Let op het volgende als u de gebruiksduur van Nikon EN-EL20
oplaadbare batterijen optimaal wilt benutten:
Houd de batterijcontacten schoon. Bij vuile contacten kunnen de
prestaties van de batterij afnemen.
Gebruik batterijen onmiddellijk nadat ze zijn opgeladen. Batterijen
lopen leeg als ze niet worden gebruikt.
74
n
Symbolen
C (Fotostand).............................................7
y (Stand Slimme fotoselectie)...........16
1 (Filmstand)............................................21
z (Stand Bewegingssnapshot) ..........28
h (Auto onderwerpselectie)................7
c (Portret)................................................... 7
d (Landschap)...........................................7
e (Close-up)...............................................7
f (Nachtportret).......................................7
Z (Automatisch).......................................7
G (menu)-knop .................................42
K (weergave)-knop..................14, 19, 31
O (wissen)-knop ..................15, 20, 27, 31
$ (weergave)-knop ............................6
& (functie)-knop ........................12, 23, 30
J (OK)-knop...........................3, 19, 26, 31
E (zelfontspanner)..................................36
W (zoomweergave/miniatuur)-
besturing............................................14, 26
" (afstandsbediening met
vertraagde ontspanning)....................36
# (afstandsbediening met snelle
ontspanning)...........................................36
8 (enkel beeld)........................................12
s (continu) ...............................................12
r (Elektronisch (Hi))............................12
Y (rode-ogenreductie).........................39
p (trage synchronisatie)......................39
q (synchronisatie op het tweede
gordijn)......................................................39
N (flitsgereedaanduiding) ....................39
A
Accessoires.................................................47
Achtergrondgeluid .................................31
Afstandhouder voor statiefaansluiting
38, 49
Afstandsbediening...........................36, 48
Afstandsbediening met snelle
ontspanning ............................................36
Afstandsbediening met vertraagde
ontspanning ............................................36
Auto onderwerpselectie .........................7
Automatisch uitschakelen....................11
Automatische onderwerpkeuze........... 7
B
Batterij ............................................. 5, 48, 71
Beeldsensor reinigen .............................60
Beschikbare instellingen.......................32
Beste opname....................................16, 19
Bodydop ................................................ 2, 49
Bufferen................................................17, 29
Buffergeheugen......................................... 9
C
Capture NX 2 .............................................48
D
Druk de ontspanknop half
in...................................................... 9, 17, 29
Druk de ontspanknop volledig in........ 9
E
Elektronisch ...............................................12
Elektronisch (Hi) .......................................12
Elektronische sluiter ...............................12
F
Filmopnameknop.............................22, 25
Films .............................................................21
Filmstand....................................................21
Filmtype......................................................23
Flitsgereedaanduiding ..........................39
Flitslicht.......................................................39
Flitsstand ....................................................40
Formatteren ................................................ 5
Fotostand ..................................................... 7
Functieknop .......................................12, 30
G
Gedetailleerde foto-informatie ............ 6
Gedetailleerde weergave ...................4, 6
Geheugenkaart.................................... 5, 50
Geheugenkaart formatteren ................. 5
Gezichtprioriteit-AF ................................10
H
HD-films ...............................................21, 23
Hoofdschakelaar........................................ 5
I
Infraroodontvanger........................... 2, 37
Ingebouwde flitser..................................39
Index
75
n
Invulflits...................................................... 39
K
Knop intrekbare objectiefcilinder..... 10
L
Landschap .................................................... 7
Lichtnetadapter.................................48, 51
M
Microfoon .................................................. 22
Monitor..................................................... 4, 6
Multi-selector ....................................... 3, 43
N
Nachtportret................................................7
O
Objectief.................................10, 11, 47, 72
Ontspanknop ................................9, 17, 29
Opnamemenu.......................................... 44
P
Portret............................................................ 7
R
Rasterweergave.......................................... 6
Rode-ogenreductie................................ 39
S
Schermvullende weergave ....14, 19, 31
Scherpstelveld ............................................9
SD-kaart.................................................. 5, 50
Serieopname ............................................ 12
Setup-menu.............................................. 46
Short Movie Creator............................... 53
Slow motion ............................................. 24
Sluitertype................................................. 12
Software...............................................48, 53
Stand Bewegingssnapshot.................. 28
Stand Slimme fotoselectie................... 16
Standknop.................................................... 3
Stofbescherming ................................2, 55
Stroomaansluiting............................48, 51
Synchronisatie op het tweede
gordijn ...................................................... 39
Systeemvereisten ................................... 53
T
Temperatuurwaarschuwingen ............ ix
Thema......................................................... 30
Trage synchronisatie ............................. 39
V
Vereenvoudigde weergave ................... 6
ViewNX 2.....................................................54
Volume ........................................................26
W
Weergave ..............................14, 19, 26, 31
Weergavemenu........................................44
Wissen.....................................15, 20, 27, 31
Z
Zelfontspanner.........................................36
Zoomring....................................................11
Deze handleiding mag op geen enkele manier volledig of
gedeeltelijk (behalve voor korte citaten in kritische
artikelen of besprekingen) worden gereproduceerd
zonder de schriftelijke toestemming van NIKON
CORPORATION.
Gedrukt in Europa
SB2C02(1F)
6MVA181F-02
DIGITALE CAMERA
Gebruikshandleiding
Nl
AMA14330
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87

Nikon 1 J1 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor