Volvo 2014 Handleiding

Categorie
Navigators
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

ROAD AND TRAFFIC INFORMATION SYSTEM - RTI L:7:9>I>DC
V40, S60, V60,
XC60, V70, XC70
& S80
Type weg Kleur
Snelweg
Oranje
Hoofdweg
Donkergrijs
Kleinere hoofdweg
Grijs
Normale weg
Lichtgrijs
Lokale weg
Wit
Tekst en symbolen op het scherm
Gebeurtenis bij volgende begeleidingspunt
Afstand tot volgende begeleidingspunt
Naam van volgende weg/straat
Faciliteit (Restaurant)
Eindbestemming geplande route
Symbool voor bestemming/eindbestemming
Berekende aankomsttijd bij eindbestemming
Tussenbestemming geplande route
Berekende resterende afstand tot bestemming
Maximaal toegestane snelheid - bij de actuele positie van de auto
(17) [Niet bij auto met RSI.]
Kompas
Verkeersinformatie
Weg waarvoor verkeersinformatie geldt
Naam actuele weg/straat - bij actuele positie van de auto (17)
Volgende begeleidingspunt
Geplande route
Actuele positie van de auto
Opgeslagen locatie
Afgelegd van geplande route
Startpunt geplande route
Schaal
ROAD AND TRAFFIC INFORMATION - RTI
Het navigatiesysteem van Volvo is een verkeersinformatie- en
begeleidingssysteem dat door Volvo is ontwikkeld. Het sys-
teem begeleidt u naar een bestemming en geeft informatie
langs de route. Het systeem informeert u over situaties die het rijden
kunnen bemoeilijken, zoals ongevallen en wegwerkzaamheden, en
toont u dan alternatieve routes.
U kunt een reisplan opstellen, op faciliteiten langs de route zoeken,
speciale plaatsen opslaan enz. Het systeem toont de exacte positie
van de auto en kan u, als u eventueel fout rijdt, altijd naar de bestem-
ming leiden.
U zult ervaren hoe intuïtief het systeem in gebruik is. Probeer het
maar. Om te zorgen dat u tevreden met het systeem bent, bevelen
wij u ook aan de informatie in deze handleiding door te nemen.
Het navigatiesysteem van Volvo levert een bijdrage aan een beter
milieu door een betere begaanbaarheid en kortere trajecten.
Licentieovereenkomst NAVTEQ DATABAS
Voor informatie voor eindgebruikers - zie pagina 78.
Inhoud
2
01
01 Snelgids
Beknopte bedieningsinstructies................. 8
02
02 Leer uw navigatiesysteem
kennen
Gebruiksaanwijzing................................... 12
Voordat u begint....................................... 14
Overzicht................................................... 16
Bedieningselementen............................... 19
Spraaksysteem......................................... 22
Toetsenset................................................ 26
Dvd, beeldscherm..................................... 28
Kaarten, soorten wegen en kompas......... 30
Menu’s...................................................... 32
Menusysteem op drie niveaus.................. 35
03
03 Uw reis plannen
Bestemming opgeven............................... 40
Reisplan.................................................... 47
Huidige positie.......................................... 51
Instellingen................................................ 52
Simulatie................................................... 61
Inhoud
3
04
04 Verkeersinformatie
Algemeen.................................................. 64
Informatie lezen......................................... 66
Met verkeersproblemen omgaan.............. 68
05
05 Symbolen op de kaart
Faciliteiten................................................. 72
06
06 Vragen en antwoorden
Veelgestelde vragen.................................. 76
EULA - Licentieovereenkomst.................. 78
Auteursrecht.............................................. 81
Inhoud
4
07
07 Alfabetisch register
Alfabetisch register................................... 82
Inhoud
5
6
Beknopte bedieningsinstructies................................................................ 8
SNELGIDS
01 Snelgids
Beknopte bedieningsinstructies
01
8
Systeem activeren
Eerst moet het elektrische systeem van de auto
worden geactiveerd:
1. Druk de transpondersleutel in het contact-
slot en activeer sleutelstand I (zie het
instructieboekje van de auto).
2. Als het navigatiesysteem niet binnen
enkele seconden start - druk op de toets
NAV op de middenconsole.
Disclaimer
Bij het opstarten van het navigatiesysteem ver-
schijnt er een tekst op het beeldscherm die
moet worden bevestigd:
Druk op de knop OK.
Voor meer informatie, zie pagina 14.
Bedieningselementen
De gps-navigator van Volvo kan op meerdere
manieren worden bediend:
Met de rechter toetsenset op het stuurwiel
Met de bediening op de middenconsole
Met een afstandsbediening
Met stembediening.
Voor een functiebeschrijving, zie pagina 19.
Belangrijkste commando’s
Bij de volgende voorbeelden voor begeleiding
naar een Adres of een Faciliteit wordt de toet-
senset op het stuurwiel gebruikt.
Doorlopen/kiezen in de menu’s met het
duimwiel (1).
Activeer de gemaakte keuze met een korte
druk op het Duimwiel (wordt in de vol-
gende voorbeelden afgekort met ‘+ OK’.
Terugkeren binnen de menu’s en/of annu-
leren met EXIT (2).
Bediening via de middenconsole
Als u de toetsenset op de middenconsole in
plaats van de toetsenset op het stuurwiel
gebruikt, geldt het volgende:
Toetsenset op
het stuurwiel
Middenconsole
Draai aan het Duim-
wiel
Draai aan TUNE
Druk op het duim-
wiel
Druk op OK
Druk op EXIT Druk op EXIT
Begeleiding naar een straat
Beeldscherm/
menu
Uitvoering
Als het beeldscherm
geen kaartweergave
toont, moet u het
volgende doen:
Druk op de toets
NAV op de midden-
console.
Kaart
Druk op NAV voor
het menu ‘Sneltoet-
sen’.
Sneltoetsenmenu,
zie pagina 32.
Markeer Adres
instellen
+ OK.
Bestemming
invoeren
Markeer Adres +
OK.
01 Snelgids
Beknopte bedieningsinstructies
01
9
Beeldscherm/
menu
Uitvoering
Adres: Markeer Stad: +
OK.
Schrijfwiel - zie
pagina 26.
Draai aan het Duim-
wiel om schrijfte-
kens te kiezen en
voer deze in met
OK - er verschijnt
een lijst met opties
op het scherm.
Schrijfwiel Kies de juiste locatie
uit de lijst + OK.
Navigatiemenu Markeer Eén
bestemming inst.
+ OK.
Kaart De routebegeleiding
start - volg de aan-
wijzingen.
Het navigatiesysteem berekent de route, de
reistijd en de afstand tot de gekozen bestem-
ming. Het systeem geeft begeleiding en
instructies bij knooppunten e.d.
Als u tijdens de rit van de geplande route
afwijkt, berekent het systeem automatisch een
nieuwe route.
Begeleiding naar een faciliteit (POI)
Beeldscherm/
menu
Uitvoering
Als het beeldscherm
geen kaartweergave
toont, moet u het
volgende doen:
Druk op de toets
NAV op de midden-
console.
Kaart
Druk op NAV om
een menu te krijgen.
Sneltoetsenmenu,
zie pagina 32.
Markeer Speciale
best. instellen
+
OK.
Bestemming
invoeren
Markeer Speciale
best. (POI)
+ OK.
Speciale best.
(POI)
Markeer bijv.
Rondom de auto +
OK.
Laatste 5 typen
spec. best.
Markeer bijv. Alle
typen
+ OK.
Alle typen spec.
best.
Markeer bijv. Lucht-
haven
+ OK.
Resultaatlijst
Markeer de gewen-
ste optie in de lijst +
OK.
Beeldscherm/
menu
Uitvoering
Navigatiemenu Markeer Eén
bestemming inst.
+ OK.
Kaart De routebegeleiding
start - volg de aan-
wijzingen.
10
Gebruiksaanwijzing................................................................................. 12
Voordat u begint..................................................................................... 14
Overzicht................................................................................................. 16
Bedieningselementen.............................................................................. 19
Spraaksysteem....................................................................................... 22
Toetsenset.............................................................................................. 26
Dvd, beeldscherm................................................................................... 28
Kaarten, soorten wegen en kompas....................................................... 30
Menu’s.................................................................................................... 32
Menusysteem op drie niveaus................................................................ 35
LEER UW NAVIGATIESYSTEEM KENNEN
02 Leer uw navigatiesysteem kennen
Gebruiksaanwijzing
02
12
Kop op niveau 1
Kop op niveau 2
De inhoud onder deze kop maakt deel uit van
de kop op niveau 1.
Kop op niveau 3
De inhoud onder deze titel maakt deel uit van
de kop op niveau 2.
Kop op niveau 4
De inhoud onder deze titel maakt deel uit van
de kop op niveau 3.
Algemeen over de gebruiksaanwijzing
Er is een snelgids voor mensen die direct aan
de slag willen - zie pagina 8.
Voor een uitgebreidere beschrijving van het
gebruik, de mogelijkheden en de mogelijke
instellingen voor de bestemming wordt gead-
viseerd het boekje ernaast te houden bij
gebruik van het systeem.
Menu-opties/paden
Alle op het beeldscherm te maken keuzes wor-
den in deze gebruiksaanwijzing gemarkeerd
met een iets grotere en grijskleurige tekst, bijv.
Bestemming invoeren.
Paden in het menusysteem worden bijv. als
volgt aangegeven:
Bestemming invoeren
Adres Stad:
Engelse tekst
De afbeeldingen in het boekje worden gebruikt
voor alle markten en talen, zodat de teksten die
erop voorkomen voornamelijk in het Engels zijn
gesteld.
Om te zorgen dat de gebruiker de afbeeldingen
en de menukeuzes met paden gekoppeld aan
de tekst van het boekje beter begrijpt, worden
de Engelse woorden van de afbeelding direct
na de tekst/zin tussen haakjes in de taal van het
boekje vermeld:
Bestemming invoeren Adres
(Set destination > Address)
1
Speciale tekst
N.B.
N.B.
Teksten met het kopje N.B. duiden op tips
en adviezen die het gebruik van bepaalde
mogelijkheden en functies vergemakkelij-
ken.
Voetnoot
In de gebruiksaanwijzing staat informatie in
een voetnoot onder aan de pagina of direct bij
een tabel. Deze informatie vormt een aanvul-
1
Niet in Engelstalige boeken. Hier echter weergegeven als voorbeeld.
02 Leer uw navigatiesysteem kennen
Gebruiksaanwijzing
02
13
ling op de tekst waarnaar het cijfer/de letter
verwijst.
Opties
Alle typen opties/accessoires worden aange-
duid met een asterisk (*).
In het boekje worden, naast de standaarduit-
rusting, ook opties (fabrieksgemonteerde uit-
rusting) en bepaalde accessoires (naderhand
ingebouwde extra uitrusting) beschreven.
De in dit instructieboekje beschreven uitrusting
is niet in alle auto’s aanwezig, aangezien de
uitrusting is aangepast aan de verschillende
marktbehoeften en nationale of lokale wetge-
ving en bepalingen.
Bij twijfel over wat standaard of optie/acces-
soire is, kunt u contact opnemen met een
Volvo-dealer.
Wijzigingen in het boekje
De specificaties, constructiegegevens en
afbeeldingen in dit instructieboekje zijn niet
bindend.
We behouden ons het recht voor om zonder
voorafgaande mededeling wijzigingen aan te
brengen.
© Volvo Car Corporation
02 Leer uw navigatiesysteem kennen
Voordat u begint
02
14
Algemeen
Het navigatiesysteem van Volvo maakt gebruik
van het referentiesysteem WGS84 die de posi-
tie met lengte- en breedtegraad geeft.
U kunt het navigatiesysteem van de auto
gebruiken zonder een bestemming te hebben
opgegeven.
Kaartstand
Bij het opstarten toont het navigatiesysteem op
het beeldscherm een tekst die moet worden
bevestigd met een druk op de toets OK/
MENU. De tekst luidt als volgt:
Het systeem geeft route-informatie om
uw bestemming te kunnen bereiken.
De situatie op de weg kan de
nauwkeurigheid van de navigatie
beïnvloeden. Houd u aan de
verkeersregels en vertrouw op uw
eigen oordeel. Concentreer u altijd op
het verkeer en rijd aandachtig en
verantwoord.
Daarna wordt de kaart van het actuele geogra-
fische gebied weergegeven waarop de auto
wordt aangeduid met een blauwe driehoek.
Instellingen
Het systeem wordt met basisinstellingen gele-
verd, maar start met de instellingen die het
laatst zijn gebruikt.
Er bestaat een functie om alle instellingen tege-
lijk naar de basisinstellingen te resetten, zie
pagina 60.
Aan/Uit
Aan
1. Druk de transpondersleutel in het contact-
slot.
2.
Het beeldscherm wordt in sleutelstand I
automatisch geactiveerd (zie het instruc-
tieboekje van de auto).
3.
Druk op de toets NAV op de middencon-
sole als het navigatiesysteem niet automa-
tisch start.
4.
Druk op OK als de "Opstart"-tekst op het
scherm verschijnt, zie het eerdere gedeelte
"Kaartstand".
Het kan enige seconden duren voordat het
systeem de positie en beweging van de auto
registreert.
Uit
Het navigatiesysteem wordt uitgeschakeld als
de transpondersleutel uit het contactslot wordt
gehaald.
De navigator kan niet handmatig worden uit-
geschakeld, maar werkt na de "Opstart"-
sequentie altijd op de achtergrond. Als u niet
wilt dat het navigatiesysteem is ingeschakeld:
Druk op EXIT bij de "Opstart"-sequentie,
zie het gedeelte "Kaartstand".
N.B.
Het navigatiesysteem is ook met uitgescha-
kelde motor toegankelijk. Bij een te lage
accuspanning wordt het systeem uitge-
schakeld.
Demo (gesimuleerde
routebegeleiding)
Om te zien hoe het systeem werkt, kan de
begeleiding naar een opgegeven bestemming
op het beeldscherm worden gesimuleerd - zie
pagina 61.
02 Leer uw navigatiesysteem kennen
Voordat u begint
02
15
02 Leer uw navigatiesysteem kennen
Overzicht
02
16
N.B. De afbeelding is schematisch - bepaalde onderdelen kunnen per automodel en markt variëren.
02 Leer uw navigatiesysteem kennen
Overzicht
02
17
Antenne voor gps
De antenne is geïntegreerd in de antenne op
het dak.
Stembediening
Tal van elementen in het navigatiesysteem
kunnen ook met de stem worden bediend. De
microfoon (2a) zit in het plafond en de activeer-
knop (2b) zit op het rechter toetsenblok op het
stuurwiel. Voor meer informatie, zie
pagina 22.
Hoofdeenheid
De hoofdeenheid is in en achter de midden-
console gemonteerd en heeft o.a. de volgende
functies:
Positiebepaling van de auto
Berekening van de route naar de opgege-
ven bestemming
Hanteren van verkeersinformatie
Stembegeleiding
Dvd-speler
De gps-ontvanger en de ontvanger voor ver-
keersinformatie (TMC
1
) zijn geïntegreerd in de
hoofdeenheid.
Positioneren
De huidige positie en rijrichting van de auto
worden bepaald aan de hand van signalen
afkomstig van het gps-satellietsysteem, de
snelheidssensor van de auto en een zogeheten
gyroscoop.
Het voordeel van dit concept is dat het navi-
gatiesysteem de route registreert en berekent,
ook als het gps-signaal tijdelijk is weggevallen,
zoals bij het rijden in een tunnel.
Verkeersinformatie
TMC
1
is een gestandaardiseerd codesysteem
voor verkeersinformatie. De ontvanger zoekt
automatisch de juiste zendfrequentie op. De
ontvangst gaat via de FM-antenne.
N.B.
TMC is niet in alle gebieden/landen beschik-
baar. Het dekkingsgebied van het systeem
wordt continu vergroot waardoor updaten
soms noodzakelijk kan zijn.
Voor informatie over het bijwerken van kaart-
gegevens en software, zie pagina 28.
Beeldscherm
Op het beeldscherm verschijnen kaarten en
wordt gedetailleerde informatie verstrekt over
de gekozen route, de afstand, menu’s e.d. Voor
informatie over de verzorging van het beeld-
scherm, zie pagina 29.
Toetsenblok, middenconsole
Naast het toetsenblok op het stuurwiel kan ook
het numerieke toetsenblok op de middencon-
sole worden gebruikt in combinatie met de
knoppen OKMENU, TUNE en EXIT om
menuopties door te nemen, keuzes te beves-
tigen of terug te gaan binnen menu’s, zie
pagina 19.
Volumeregeling en IR-ontvanger
Gebruik tijdens lopende gesproken meldingen
de volumeregeling van het audiosysteem om
het volume te wijzigen, zie pagina 31. Het
volume kan ook in het menusysteem worden
gewijzigd.
Richt de afstandsbediening bij gebruik op de
middenconsole - de IR-ontvanger zit daar.
1
Traffic Message Channel
02 Leer uw navigatiesysteem kennen
Overzicht
02
18
Toetsenblok, stuurwiel
Aan de rechterkant van het stuurwiel zit een
toetsenblok. Gebruik dit blok om menuopties
door te nemen, keuzes te bevestigen of terug
te gaan binnen menu’s, zie pagina 19.
Luidsprekers
Het geluid vanuit het navigatiesysteem wordt
doorgegeven via de luidsprekers voorin.
02 Leer uw navigatiesysteem kennen
Bedieningselementen
02
``
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
19
Algemeen over bedieningselementen
Het navigatiesysteem wordt bediend met de
bedieningselementen op de middenconsole,
met de toetsenset op het stuurwiel of met een
afstandsbediening*. De drie verschillende
toetsensets van de bedieningseenheden heb-
ben dezelfde functies, maar zien er anders uit
en worden anders gebruikt. De vormgeving
kan ook per markt verschillen.
Het systeem kan met behulp van speciale
commando’s ook met de stem worden
bediend - zie pagina 22.
Middenconsole
Toetsenset op de middenconsole.
NAV activeert de gps-navigator op het
beeldscherm. Bij een geactiveerd gps
wordt er een snelmenu geopend/gesloten,
zie pagina 32.
Numerieke toetsen worden gebruikt voor
de invoer van informatie bij het zoeken naar
adressen en namen en voor het scrollen op
de kaart. Zie de pagina’s 26 en 33.
Met een druk op OK/MENU bevestigt of
activeert u een keuze. Wordt in dit boekje
beschreven met de knop ‘OK’ of ‘+ OK’.
Door aan TUNE te draaien loopt u door de
verschillende menu-opties of zoomt u in of
uit wanneer het kaartscherm wordt weer-
gegeven. Wordt in dit boekje beschreven
met de knop ‘TUNE’.
Met een druk op EXIT keert u terug binnen
het menusysteem of annuleert u een
keuze.
Stuurwiel
De uitvoering van de toetsenset op het stuur-
wiel varieert, afhankelijk van de markt en het
gekozen audiosysteem.
Rechter toetsenset op het stuurwiel.
Draai op het duimwiel om de verschillende
menu-opties door te lopen of in of uit te
zoomen wanneer het kaartscherm wordt
weergegeven.
Druk op het duimwiel om een keuze te
bevestigen/activeren.
Met EXIT keert u terug binnen het menu-
systeem of annuleert u een keuze.
02 Leer uw navigatiesysteem kennen
Bedieningselementen
02
20
Stembediening
Zie pagina 22.
Afstandsbediening
De afstandsbediening kan worden gebruikt om
tal van functies in de auto te regelen/bedienen.
Hier worden alleen de functies beschreven die
betrekking hebben op het navigatiesysteem.
Richt de afstandsbediening bij gebruik op
de middenconsole.
Toetsenset van de afstandsbediening.
NAV activeert de gps-navigator op het
beeldscherm. Bij een geactiveerd gps
wordt er een snelmenu geopend/gesloten,
zie pagina 32
Met EXIT keert u terug binnen het menu-
systeem of annuleert u een keuze.
Met OK/MENU bevestigt of activeert u een
keuze. Wordt in dit boekje beschreven met
de knop ‘OK’ of ‘+ OK’.
Met de pijltoetsen verplaatst u de menu-
cursor.
Numerieke toetsen worden gebruikt voor
de invoer van informatie bij het zoeken naar
adressen en namen en voor het scrollen op
de kaart.
N.B.
Controleer eerst of het aanbrengen van
nieuwe AA-/LR6-batterijen helpt, als de
afstandsbediening niet werkt.
WAARSCHUWING
Bewaar de afstandsbediening en andere
dergelijke voorwerpen in één van de
opbergvakken - bij snel afremmen of een
aanrijding kunnen dergelijke voorwerpen tot
letsel of materiaalschade leiden.
02 Leer uw navigatiesysteem kennen
Bedieningselementen
02
21
Extra informatie
Er is soms meer informatie beschikbaar dan
wat er op de menuregel past - de regel eindigt
dan met het teken ‘#’.
Om de rest van de informatie te bekijken:
Druk op de knop INFO.
02 Leer uw navigatiesysteem kennen
Spraaksysteem
02
22
Algemene informatie over het
spraaksysteem
Het spraaksysteem biedt de mogelijkheid om
bepaalde functies van het navigatiesysteem te
bedienen met behulp van gesproken com-
mando’s.
Het gebruik van spraakcommando’s biedt
bedieningscomfort en leidt minder af – ze hel-
pen u om de aandacht bij de besturing van de
auto en het verkeer te houden.
WAARSCHUWING
Als bestuurder bent u er altijd verantwoor-
delijk voor dat u de auto op een veilige
manier bestuurt en de geldende verkeers-
regels in acht neemt.
Het spraaksysteem maakt gebruik van de
microfoon van het handsfree-systeem – u krijgt
gesproken antwoorden te horen via de luid-
sprekers in de auto.
De microfoon zit in het plafond vóór de
bestuurder om het stemgeluid van de bestuur-
der optimaal op te vangen – de microfoon kan
echter ook stemmen van eventuele inzittenden
oppikken en daar hinder van ondervinden.
Bediening
Toetsenblok in het stuurwiel.
Knop voor het spraaksysteem
Systeem activeren
Bij kort indrukken van de stuurknop (1)
wordt het systeem geactiveerd – het is
daarna gereed om een commando te ont-
vangen.
Let op het volgende bij het gebruik van het
spraaksysteem:
Bij commando’s – Spreek met normale
stem in een normaal tempo.
Houd portieren, zijruiten en schuifdak
dicht.
Vermijd achtergrondgeluiden in de passa-
giersruimte.
N.B.
Bij twijfel over de te gebruiken commando's
kan de bestuurder "
Help" zeggen - het sys-
teem antwoordt dan met enkele comman-
do's die in de betreffende situatie kunnen
worden gebruikt.
Gesproken commando's kunnen als volgt
worden onderbroken:
niet praten
"Annuleer" zeggen
de stuurtoets voor Stembediening een
paar seconden ingedrukt houden
op EXIT drukken
op één van de toetsen op de midden-
console NAV, RADIO, MEDIA, MY
CAR of CAM drukken.
Spraakcommando’s gebruiken
Gegevens invoeren in het navigatiesysteem is
heel eenvoudig met spraakcommando’s,
omdat op het beeldscherm de commando’s
worden getoond die het vaakst worden
gebruikt in een bepaalde situatie.
Starten
U begint als volgt bij het geven van een spraak-
commando:
02 Leer uw navigatiesysteem kennen
Spraaksysteem
02
23
1. Druk kort op de stuurknop voor het spraak-
systeem – op het beeldscherm verschijnen
voorbeelden van mogelijke commando’s.
2.
Kies bijvoorbeeld ‘
Navigatie’ en spreek
het woord duidelijk en in normaal tempo
uit.
3. Het scherm springt naar de opties
Herhaal spraakbegeleiding/Navigatie
ga naar adres
/Routebeschrijving’ –
Maak een keuze en zeg
Routebeschrijving’.
4. Etc....
Let erop dat grijs gearceerde tekst en de tekst
in haakjes geen deel uitmaakt van het spraak-
commando.
N.B.
Alle op het beeldscherm zichtbare menu's
en opties kunnen (om verschillende rede-
nen) niet altijd worden gekozen:
Te kiezen - de menuregel/optie is hel-
der en wit.
Niet te kiezen - de menuregel/optie is
mat en grijs.
Commando’s zijn op verschillende
manieren te geven
Het commando ‘Navigatie ga naar adres’ is
bijvoorbeeld te geven in de volgende vorm:
Navigatie > Ga naar… > Adres’ – Zeg
Navigatie’ en wacht op antwoord van het
systeem in de vorm van mogelijke alterna-
tieven op het beeldscherm. Ga daarna ver-
der door bijvoorbeeld ‘
Ga naar…’ te zeg-
gen en eindig met ‘
Adres’.
of
Spreek het hele commando in één keer uit
– ‘
Navigatie ga naar adres’.
Tips
Enkele adviezen:
Geef een commando door eerst de spreek-
knop kort te bedienen en vervolgens na de
toon op natuurlijke wijze te spreken.
Om het spraaksysteem te antwoorden –
spreek na de toon aan het einde van de
vraag.
Om een spraakcommandosessie te beëin-
digen – houd de spreekknop ingedrukt.
Tijdens een dialoog kunt u hulp krijgen
door na de luistertoon ‘
Help’ te zeggen.
De dialoog met het systeem kan worden
versneld – Onderbreek de systeemmeldin-
gen door de spreekknop op het stuurwiel
kort in te drukken, wacht op de toon en
spreek daarna.
Als het verkeer al uw aandacht vergt, hoeft
u een vraag niet meteen te beantwoorden.
Het systeem vraagt u maximaal 3 keer om
iets te doen – als u niet antwoordt, wordt
de dialoog beëindigd.
Geef geen commando terwijl het systeem
antwoordt – het systeem wordt er niet door
gehinderd, maar het risico is aanwezig dat
u bepaalde informatie van het systeem niet
meekrijgt.
Voorbeelden
Hier volgende enkele normale commando’s:
Navigatie ga naar adres
Navigatie ga naar POI
Navigatie wis volgende routepunt
Navigatie annuleer begeleiding.
N.B.
In het menu MY CAR staat een volledige lijst
met snelcommando's - Ga naar
Instellingen
Spraakinstellingen
Lijst van spraakcommando's
Navigatiecommando's.
02 Leer uw navigatiesysteem kennen
Spraaksysteem
02
24
Hulpfuncties en instellingen
Het menusysteem van de auto MY CAR bevat
programma’s, waar u met de verschillende
functies van het spraaksysteem kunt oefenen.
Voor een beschrijving van het menusysteem
MY CAR – zie het reguliere instructieboekje
van de auto.
Hoe beter u vertrouwd bent met het spraak-
systeem, hoe makkelijker u de functies ervan
kunt gebruiken. U wordt dan ook geadviseerd
te oefenen met de ingebouwde trainingspro-
gramma’s.
N.B.
Oefenprogramma's zijn alleen toegankelijk
als de auto met een aangehaalde parkeer-
rem stilstaat.
Introductie van het spraaksysteem
Het programma Spraakintroductie biedt u
stapsgewijze instructies voor het gebruik van
het spraaksysteem en is een eenvoudige
manier om vertrouwd te raken met het geven
van commando’s.
Het programma is op twee manieren te starten:
Druk op de stuurknop voor het spraaksys-
teem en zeg ‘
Spraakintroductie’.
of
Activeer het programma in MY CAR – Ga
naar Instellingen
Spraakinstellingen
Spraakintroductie.
Spraaktraining
Aan de hand van het programma
Spraaktraining leert het spraaksysteem uw
stem en uitspraak te herkennen. Het biedt
tevens de mogelijkheid om een tweede gebrui-
kersprofiel aan te maken – handig als meerdere
personen regelmatig gebruik maken van de
auto en het systeem.
De spraaktraining wordt gestart in MY
CAR – Ga van daaruit naar Instellingen
Spraakinstellingen Spraaktraining
Gebruiker 1 of Gebruiker 2.
N.B.
De menuoptie Standaardinstellingen kan
pas in
Gebruiker 1 worden veranderd als
er een les van
Spraaktraining is doorge-
nomen.
Meer instellingen in MY CAR
Gebruikersprofiel - U kunt 2 verschillende
gebruikersprofielen instellen. Ga naar
Instellingen
Spraakinstellingen
Gebruikersinstelling spraaksystem. Vink
daar een van de alternatieven
Standaardinstellingen, Gebruiker 1 of
Gebruiker 2 aan.
Volume mededelingen - Ga naar
Instellingen
Spraakinstellingen
Volume mededelingen en kies het
gewenste niveau.
Het volume van de mededelingen van het sys-
teem is tevens aan te passen met de knop
TUNE op de middenconsole, terwijl het sys-
teem spreekt.
Talen
Het spraaksysteem wordt voortdurend door-
ontwikkeld en bij het ter perse gaan van dit
boekje waren de volgende talen beschikbaar:
Engels (UK)
Engels (US)
Frans (CAN)
Frans (FRA)
Nederlands
Italiaans
Spaans (EU)
Spaans (VS)
Zweeds
Duits
02 Leer uw navigatiesysteem kennen
Spraaksysteem
02
25
N.B.
Gesproken gps-navigatie is alleen mogelijk
in de hieronder vermelde landen. Voor de
overige talen/markten zijn geen plaatsna-
men- en adressenregisters ingesproken.
Om van taal te wijzigen – Ga naar Instellingen
Systeemopties Taal en maak een
keuze.
De talen die beschikbaar zijn in het
spraaksysteem zijn voorzien van dit
icoon in de talenlijst.
Taalspecifiek gebruikersprofiel
Het spraaksysteem begrijpt alleen com-
mando’s in de taal die u hebt ingesteld in
Systeemopties.
Stel dat gebruikersprofiel
Gebruiker 1 bijvoor-
beeld is aangemaakt door een bestuurder die
Nederlands spreekt en het Nederlands als sys-
teemtaal heeft ingesteld. Als deze bestuurder
de systeemtaal vervolgens wijzigt in Engels, is
gebruikersprofiel
Gebruiker 1 niet langer
beschikbaar omdat het systeem nu alleen
commando’s in het Engels verwacht en
begrijpt – in dat geval wordt de optie
Standaardinstellingen actief.
Om ervoor te zorgen dat het systeem de
Engelse uitspraak van de bestuurder beter
begrijpt dient u de Engelse commando’s in de
uitspraak van de bestuurder te leren en vast te
leggen onder
Gebruiker 2 met het Engels
ingesteld als systeemtaal (zodat beide varian-
ten beschikbaar zijn) of het Zweedse taalprofiel
in
Gebruiker 1 te wijzigen in Engels.
02 Leer uw navigatiesysteem kennen
Toetsenset
02
26
Intoetsen en opties kiezen
Schermweergave met tekstveld voor willekeurige
tekst.
Dit navigatiesysteem maakt gebruik van een
‘schrijfwiel’ om specifieke informatie op te
geven, bijv. het type faciliteit, plaats/stad,
gebied/land, adres, straatnummer of post-
code.
Een keuze activeren
Nadat de gewenste functie/menuregel is
gemarkeerd met het duimwiel of met de draai-
knop TUNE - druk op het duimwiel/OK om het
volgende niveau van functies/opties te kunnen
bekijken.
Zo kunt u ‘schrijven’
Het schrijfwiel.
1. Markeer een tekstveld.
2.
Druk op OK om het ‘schrijfwiel’ te openen.
3.
Kies de tekens met het duimwiel/de draai-
knop TUNE en voer ze in met een druk op
het duimwiel/OK.
Numerieke toetsenset
Een andere manier om tekens in te toetsen/
voeren is met behulp van de toetsen op de
middenconsole: 0-9, * en #.
Bij bijv. een druk op 9 wordt een kolom weer-
gegeven met alle tekens
1
onder deze toets,
bijv.
W, x, y, z en 9. Door een snelle druk op de
toets verplaatst/‘loopt’ de cursor door deze
tekens.
Stopt met de cursor op het gewenste teken
om het te kiezen - het teken wordt op de
schrijfregel weergegeven.
Wissen/annuleren met EXIT.
Meer mogelijkheden
N.B.
Gedempte tekens kunnen bij de betreffende
invoer niet worden gekozen.
In het ingeklapte menu van het schrijfwiel zitten
meer opties, zoals meerdere schrijftekens en
ook cijfers:
Overige (More) + OK - de alternatieve
tekens worden in het wiel weergegeven.
123 + OK - de cijfers worden in het wiel
weergegeven.
=> + OK - de cursor wordt naar de lijst aan
de rechterkant van het scherm verplaatst
waar vervolgens een keuze kan worden
gemaakt met OK.
Laatste 5 (Last 5) + OK - u krijgt de laatste
zoekopdrachten te zien. Markeer er één
van + OK.
1
De schrijftekens voor de desbetreffende toets kunnen per markt/staat/taal variëren.
02 Leer uw navigatiesysteem kennen
Toetsenset
02
27
Lijst met opties
Lijst die overeenkomt met de ingetoetste tekens.
Het cijfer 5 in de hoek rechtsboven van het
beeldscherm geeft aan dat de lijst 5 mogelijke
opties bevat die overeenkomen met de inge-
voerde letters
BEZ.
Geen lijst
Een lege lijst en de tekens *** in de hoek rechts-
boven van het cijfervenster geven aan dat het
aantal beschikbare opties met de nu inge-
voerde tekens meer is dan 1000 - als het aantal
minder is, worden de actuele opties automa-
tisch weergegeven.
Om het aantal opties in de lijst te verminderen:
Voer meer tekens op de tekstregel in.
02 Leer uw navigatiesysteem kennen
Dvd, beeldscherm
02
28
Inhoud van de dvd’s
Dvd’s met bijgewerkte kaartgegevens en bij-
behorende uitgebreide informatie worden con-
tinu ontwikkeld. Neem contact op met uw
Volvo-dealer voor informatie over de nieuwste
uitgave.
N.B.
De kaartgegevens hebben geen 100% dek-
king in alle gebieden/landen.
Het dekkingsgebied van het systeem wordt
continu vergroot waardoor updaten soms
noodzakelijk kan zijn.
Zie ook www.volvocars.com/navi voor meer
informatie over kaarten e.d.
Kaartgebieden
Het kaartsysteem van de auto is afhankelijk van
de markt. De volgende hoofdkaarten zijn
beschikbaar:
Australië & Nieuw-Zeeland (Pacific)
Europa
Hongkong
Japan
China
Midden-Oosten
Noord-Amerika
Rusland
Zuid-Afrika
Zuid-Amerika
Zuidoost-Azië
Turkije
Neem voor hulp contact op met een Volvo-
dealer, als het kaartgebied van het navigatie-
systeem moet worden aangepast.
Kaartgegevens bijwerken
Bij een update wordt via dvd’s en de standaard
dvd-speler van de auto nieuwe informatie over-
gezet naar het navigatiesysteem van de auto.
N.B.
Tijdens het updaten zijn meerdere Info-
tainment-functies uitgeschakeld of
gereduceerd.
Voordat met updaten wordt begonnen -
Lees eerst de instructies door.
Als u vragen hebt over de update kunt u con-
tact opnemen met een Volvo-dealer.
Licentiecode
Om een update te kunnen activeren, moet
eerst een licentiecode worden ingevoerd. Deze
code haalt u van internet.
1.
Open de pagina
1
‘Uw navigatiesysteem
activeren’.
2. Voer het VIN-nummer van de auto en het
e-mailadres van de eigenaar in het desbe-
treffende lege veld in en klik de internetpa-
gina weg.
3. Noteer vervolgens de licentiecode die op
het scherm verschijnt. De licentiecode
wordt ook naar het vermelde e-mailadres
gestuurd.
Update
Ga als volgt te werk om het navigatiesysteem
te updaten:
1. Start de motor.
2. Plaats de eerste dvd in de dvd-speler en
volg de aanwijzingen op het scherm. Een
update bestaat meestal uit meerdere
dvd’s
2
– plaats de dvd’s in een logische/
numerieke volgorde.
1
Het internetadres waar de licentiecode wordt aangemaakt is bijgesloten bij de update-dvd’s.
2
Het aantal dvd’s hangt af van de markt.
02 Leer uw navigatiesysteem kennen
Dvd, beeldscherm
02
29
3.
Het scherm toont
Nieuwe software
gevonden
(New software
found
) - start de update met een druk op
OK. (Annuleer met EXIT).
4.
Het scherm toont
Voer de licentiecode
in:
- voer de licentiecode in met de nume-
rieke toetsenset, zie pagina 19.
5. Volg de aanwijzingen op het scherm dat
continu aangeeft waar in het proces de
update zich bevindt en bovendien een
schatting van de resterende tijd geeft.
Als alle dvd’s zijn ingelezen, moet de
update worden geactiveerd. Hiervoor moet
de motor worden afgezet en 5 minuten
worden gewacht met herstarten. Hierna is
de update voltooid en kan het navigatie-
systeem weer worden gebruikt.
N.B.
Door het updaten van kaartgegevens kun-
nen er in bepaalde gevallen ook nieuwe
functies aan het systeem worden toege-
voegd die niet in dit boekje worden beschre-
ven.
Onderbroken update voortzetten
Als de update bij het afzetten van de motor nog
niet voltooid is, wordt het proces bij de vol-
gende keer starten hervat op het punt waar het
proces is onderbroken. Ga als volgt te werk om
een onderbroken update te herstarten:
Als de schijf in de dvd-speler zit: Start de
motor – de update wordt automatisch her-
vat. Volg de aanwijzingen op het scherm.
Als de schijf is uitgenomen: Start de motor
en plaats de schijf opnieuw in de dvd-spe-
ler – de update wordt automatisch hervat.
Volg de aanwijzingen op het scherm.
Verzorging van dvd’s
Hanteer de dvd’s met de nodige voorzichtig-
heid.
Bewaar de disks in de bijbehorende hoesjes
wanneer u ze niet gebruikt. Bewaar de disks
niet in vocht, bij hoge temperaturen, in direct
zonlicht of in een stoffige omgeving.
Verzorging van beeldscherm
Maak het beeldscherm schoon met een
zachte, niet pluizende, licht vochtige doek en
een mild glasreinigingsmiddel.
BELANGRIJK
Plaats geen voorwerpen voor het beeld-
scherm van het gps-navigatiesysteem – het
oppervlak kan bekrast raken. Ook mobiele
telefoons kunnen voor storingen zorgen in
de werking van het beeldscherm.
02 Leer uw navigatiesysteem kennen
Kaarten, soorten wegen en kompas
02
30
N.B. De afbeeldingen zijn schematisch - bepaalde onderdelen kunnen per softwareversie en markt variëren.
02 Leer uw navigatiesysteem kennen
Kaarten, soorten wegen en kompas
02
31
Kaartweergave actuele positie
Hoe de kaartweergave eruitziet hangt van de
geografische positie en de verrichte instellin-
gen af. Daarbij valt te denken aan de kaart-
schaal, weer te geven faciliteiten e.d.
Een uitleg van voorkomende tekst, borden en
symbolen op het beeldscherm vindt u aan de
binnenkant voorin van de omslag.
Faciliteiten langs de snelweg - zie
pagina 42.
Gedetailleerde kruispuntplattegrond - op
de linker helft van het beeldscherm staat
een gedetailleerde uitvergroting van de
eerstvolgende kruising
1
. De situatie wordt
altijd aangevuld met een gesproken mel-
ding, zie het volgende gedeelte.
Er is gekozen voor de weergave van twee
kaarten. Het beeld toont dezelfde kaart,
maar met verschillende schalen. Er kan
ook voor 2D- of 3D-weergave worden
gekozen - zie pagina 54.
Scrolstand - zie pagina 33.
Stembegeleiding
Nadat een bestemming is ingevoerd en de auto
een kruispunt of afrit nadert, hoort u een
gesproken melding over de afstand en het type
manoeuvre. Tegelijkertijd verschijnt er een
gedetailleerde kaart van het kruispunt. De
stembegeleiding wordt net voor het kruispunt
herhaald.
Het volume kan met de volumeknop van het
audiosysteem worden aangepast (tijdens een
gesproken melding).
Om een melding te herhalen:
Druk 2 keer op de knop OK.
Zie ook Instellingen
Routegeleidingsopties Gesproken
begeleiding - zie pagina 57.
N.B.
Stembegeleiding wordt niet gegeven tijdens
gesprekken via een mobieltelefoon met
Bluetooth-verbinding.
Om een mannelijke of vrouwelijke stem en de
taal te kiezen:
Ga naar het menusysteem in
MY CAR
- zie
het reguliere instructieboekje van de auto.
Ook hier kan het stemvolume worden aan-
gepast.
Kompas
De rode punt van de kompas-
naald wijst in noordelijke rich-
ting en de witte naar het zui-
den.
Ga naar Instellingen Kaartopties
Kompas om te kiezen of het kompas wel of
niet moet worden weergegeven - zie
pagina 56.
1
Deze functie kan worden uitgebreid - zie pagina 57.
02 Leer uw navigatiesysteem kennen
Menu’s
02
32
Menusysteem
In de desbetreffende gedeelten van het boekje
worden alle daar voorkomende menu’s en
opties gepresenteerd.
N.B.
Alle op het beeldscherm zichtbare menu's
en opties kunnen (om verschillende rede-
nen) niet altijd worden gekozen:
Te kiezen - de menuregel/optie is hel-
der en wit.
Niet te kiezen - de menuregel/optie is
mat en grijs.
Sneltoetsen
Na het indrukken van de knop NAV voor het
starten van het navigatiesysteem is een menu
met sneltoetsen naar de meest gebruikte func-
ties het eerste menu dat de gebruiker ziet bij
een tweede maal indrukken van de knop NAV.
De sneltoetsen zijn:
Adres instellen (Set address) - zie ook
pagina 40.
Speciale best. instellen (Set Point Of
Interest) - zie ook pagina 41.
Vorige bestemmingen (Previous
destinations) - zie ook pagina 45.
Verkeersincid. op route (Traffic events
on route) - zie ook pagina 68.
Begeleiding beëindigen (Cancel
guidance) - wist het actuele reisplan. U
hebt daar tevens de optie
Begeleiding
onderbreken
, zie pagina 33.
Vanuit de kaartstand naar de sneltoetsen
Druk op de knop NAV.
Hoofdmenu
Het hoofdmenu ligt bovenaan in het menusys-
teem van het navigatiesysteem.
Vanuit de kaartstand naar het
hoofdmenu
Druk op de knop OK MENU.
Vanuit een ander menu naar het
hoofdmenu
Druk op NAV en daarna op OK MENU.
of
Druk herhaaldelijk op EXIT totdat u er bent.
Terug naar het Hoofdmenu
Waar de gebruiker zich ook in de menu’s
bevindt, het Hoofdmenu is altijd bereikbaar
met één of meerdere keren drukken op de toets
EXIT.
02 Leer uw navigatiesysteem kennen
Menu’s
02
``
33
Terug naar de kaart
Er is een eenvoudige manier om de kaart snel
weer op het scherm te krijgen, ongeacht waar
de gebruiker zich in het menusysteem bevindt:
Houd EXIT enkele seconden ingedrukt.
Scrolmenu
In de Scrolstand verplaatst u met de numerieke
toetsen op de middenconsole een dradenkruis
over de kaartweergave.
De Scrolstand in de normale kaartstand
activeren
Druk op één van de numerieke toetsen
0-9.
Scrollen
Druk op één van de numerieke cijfertoet-
sen 1-2-3-4-6-7-8-9 - in de kantlijnen
wordt een richtingspijl weergegeven in
combinatie met het cijfer dat moet worden
gebruikt om de kaart in de gewenste rich-
ting te rollen.
In-/uitzoomen
Draai aan de draaiknop TUNE.
Scrolstand verlaten
Druk op EXIT.
Dradenkruis
Met een druk op OK MENU verschijnt een
menu voor de locatie op de kaart waarnaar het
centrum van het dradenkruis wijst:
Eén bestemming inst. - Verwijdert even-
tuele eerdere bestemmingen uit het reis-
plan en start de routebegeleiding op de
kaart.
Toevoegen routepunt - Voegt de gemar-
keerde locatie aan het reisplan toe.
Spec.best. in omgeving - Biedt de moge-
lijkheid om eventuele faciliteiten rond de
gemarkeerde locatie te zoeken/bekijken.
Verkeersbericht lezen - Biedt de moge-
lijkheid om eventuele verkeersberichten
1
rond de gemarkeerde locatie te bekijken.
Informatie - Toont eventuele informatie
over de gemarkeerde locatie.
Positie opslaan - Biedt de mogelijkheid
om de gemarkeerde locatie in het geheu-
gen op te slaan. (Opent het menu
Bestemming invoeren
Opgeslagen
positie
Bewerken - zie pagina 44).
Begeleiding pauzeren
Begeleiding onderbreken
(Pause guidance)
Met de cursor op
Begeleiding onderbreken
+ OK MENU kan de begeleiding tijdelijk wor-
den uitgeschakeld waarna visuele of akoesti-
sche begeleiding wordt gegeven - tegelijkertijd
wordt de menuregel gewijzigd in
Begeleiding
hervatten
. Het autosymbool van het systeem
1
De service is niet voor alle gebieden/markten/staten beschikbaar.
02 Leer uw navigatiesysteem kennen
Menu’s
02
34
blijft echter de actuele positie van de auto op
de kaart tonen.
De begeleiding hervatten
Markeer Begeleiding hervatten + OK
MENU.
02 Leer uw navigatiesysteem kennen
Menusysteem op drie niveaus
02
``
35
Hier ziet u drie niveaus van het menusysteem.
Verscheidene menu’s op niveau 3 hebben
meerdere submenu’s - deze worden uitvoerig
in de desbetreffende gedeelten beschreven.
De opbouw van de menu’s is als volgt:
Menuniveau 1
Menuniveau 2
Menuniveau 3
Menuniveau 4
p. x
Menu’s en functies
Begeleidingsinstructie herha-
len
p. 31
Bestemming invoeren
p. 40
Adres
Gebied:
Stad:
Straat:
Nummer
Kruispunt:
Eén bestemming inst.
Toevoegen als routepunt
Informatie
p. 40
Speciale best. (POI)
Op naam
Rondom de auto
Langs de route
Rondom kaartmarkering
Langs de weg
Langs de snelweg
MyPOI in omgeving van
de auto
MyPOI rondom de pos.
op kaart
p. 41
Opgeslagen positie
Eén bestemming inst.
Toevoegen als routepunt
Informatie
Bewerken
Sorteren op
Wissen
p. 43
Vorige best.
Eén bestemming inst.
Toevoegen als routepunt
Informatie
Opslaan
Wissen
Alles wissen
p. 45
Terugreis
Begeleiding starten
Routep. toevoeg.
Reisplan bewerken
p. 45
Markeren op kaart
p. 45
02 Leer uw navigatiesysteem kennen
Menusysteem op drie niveaus
02
36
Breedte- & lengtegraad
p. 46
Postcode
p. 46
Routedetails
p. 47
Reisplan
Begeleiding starten
Een routepunt toevoe-
gen
Reisplan bewerken
p. 47
Mijden
p. 48
Volgende bestemming
p. 48
Route-instructies
p. 49
Kaart van gehele route
p. 49
Kaart van resterende route
p. 49
Demo starten
of
Demo stoppen
p. 61
Verkeersinformatie
A
p. 64
Verkeersbericht lezen
p. 66
Verkeersincid. op route
of
Er zijn verkeersincidenten
p. 68
Gemeden verkeersinciden-
ten
p. 69
Huidige positie
p. 51
Instellingen
p. 52
Verkeersinformatie
A
Verkeersbericht
p. 52
Routeopties
Routetype
Voorgestelde routes
Individuele route
Route programmeren
Programmeerfunctie
resetten
p. 52
02 Leer uw navigatiesysteem kennen
Menusysteem op drie niveaus
02
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
37
Kaartopties
Kaartkleuren
Tweekaartenmodus
weergeven
Instellingen één kaart
Instelling kaart rechts
Instelling kaart links
Spec. best. op kaart
Kaart op volledig scherm
tonen
Spec. best. op kaart
Kompas
Huidige straatnaam
tonen
Snelheidslimieten
tonen
B
p. 54
Routegeleidingsopties
Gesproken begeleiding
Volume mededelingen
Straatnamen in
gespr.begel.
Bocht per bocht-naviga-
tie
*
Opmaak aankomsttijd
Kruispuntplattegrond
altijd tonen
MyPOI-alarm
p. 56
Systeeminformatie
GPS-informatie
Kaartversie
De kaart wordt geladen
p. 58
MyPOI importeren/bewer-
ken
p. 58
Navigatie-instellingen
resetten
p. 60
Alle gebruikersgegevens
wissen
p. 60
Begeleiding onderbreken
of
Begeleiding hervatten
p. 33
A
Niet in alle gebieden/markten/staten beschikbaar.
B
Niet op een auto met verkeersbordenherkenning (RSI – Road
Sign Information).
38
Bestemming opgeven............................................................................. 40
Reisplan.................................................................................................. 47
Huidige positie........................................................................................ 51
Instellingen.............................................................................................. 52
Simulatie................................................................................................. 61
UW REIS PLANNEN
03 Uw reis plannen
Bestemming opgeven
03
40
Adres
Bestemming invoeren Adres
(Set destination > Address)
Er zijn verschillende manieren om een bestem-
ming te programmeren.
Het is voldoende om alleen een plaats/stad op
te geven en de reis te beginnen - zo komt u in
het centrum van de plaats/stad.
Als de breedte- en lengtegraad van een
bestemming bekend zijn, kunt u deze opgeven.
Zie pagina 26 voor informatie over hoe letter-
tekens in de verschillende tekstvelden van het
systeem moeten worden ingetoetst/ingevoerd.
N.B.
De definitie van een stad of gebied kan van
land tot land en zelfs van regio tot regio ver-
schillen. In bepaalde gevallen wordt er een
gemeente bedoeld, in andere gevallen een
stadsdeel.
Plaat of straat
De cursor gaat eerst op Straat (Street) staan.
Zo zoekt u een bestemming:
1. Met het vorige beeld op het beeldscherm -
Druk op OK om het vooraf gekozen schrijf-
veld te activeren.
2.
Toets de straatnaam in op
Straat: (Street)
met het ‘schrijfwiel’ (zie pagina 26) of de
numerieke toetsen op de middenconsole
en kies daarna de gewenste
Stad: (City).
3.
Of Stad: (City) + OK en start met het opge-
ven ervan.
De volgende zoekcriteria kunnen worden
gebruikt:
Gebied: (Area) - Een land opgeven.
Stad: (City) - Een plaats/stad opgeven.
Postcode: - Onder Stad: kan ook op post-
code worden gezocht.
Straat: (Street) - Een straat opgeven.
Nummer (Number) - Kies een huisnummer
in de straat.
Kruispunt: (Junction) - Kies een bestem-
ming waar twee straten/wegen elkaar krui-
sen.
Eén bestemming inst. (Set single
destination) - Wist eventuele bestemmin-
gen in het reisplan en start de routebege-
leiding naar de actuele bestemming.
03 Uw reis plannen
Bestemming opgeven
03
``
41
Toevoegen als routepunt (Add as
waypoint) - Markeer + OK om het adres
aan het reisplan toe te voegen.
Informatie (Information) - Markeer + OK
om de informatie over de gekozen bestem-
ming te bekijken.
Meer over Informatie
Markeer een adres/straat + OK - daarna kan
het volgende worden gekozen:
Kaart (Map) - Toont waar op de kaart de
locatie zich bevindt - soms met aanvul-
lende informatie.
Bellen
1
(Call) - Belt de faciliteit als er een
telefoonnummer vermeld staat.
Secund. best. (Related POI) - U krijgt faci-
liteiten gekoppeld aan de actuele/gemar-
keerde faciliteit te zien.
Park. in omg. (Parking nearby) - U krijgt
eventuele parkeerplaatsen rond de geko-
zen locatie te zien, met afstand.
Faciliteiten
Bestemming invoeren Speciale best.
(POI)
(Set destination > Point of interest – POI)
Het systeem bevat een groot aantal te zoeken
faciliteiten die als bestemming kunnen worden
opgegeven. De lijst van gewenste faciliteiten
kan korter worden gemaakt door te specifice-
ren op welke faciliteit(en) de actuele zoekop-
dracht betrekking heeft:
Kies Type: (Type) en specificeer welke
faciliteiten bij de zoekopdracht moeten
horen (dit is dezelfde manier als wordt
beschreven op pagina 55).
Om te kiezen welke faciliteiten permanent op
de kaart moeten worden weergegeven, gaat u
naar het menu Instellingen
Spec. best. op
kaart - zie pagina 55.
Alle zoekopdrachten verlopen zoals beschre-
ven in het eerdere gedeelte Plaats of straat:
1.
Geef
Gebied: (Area)/Stad:/(City)/Type:
(Type)/Naam: (Name) op.
2.
Kies vervolgens
Eén bestemming inst.
(Set single destination), Toevoegen als
routepunt
(Add as waypoint) of
Informatie (Information) + OK.
Met naam
Op naam (By name)
1
Vereist een aangesloten mobiele telefoon.
03 Uw reis plannen
Bestemming opgeven
03
42
Naast het zoeken op een hoofdgroep (bijv.
Restaurant) kan ook de bedrijfsnaam van de
faciliteit worden gebruikt, bijv. ‘Peppes
bodega’. De methode is dezelfde als bij het
zoeken op Adres, zie pagina 40.
Als u bijvoorbeeld zoekt op
Naam: met ‘Lon-
don Airport’, zullen alle combinaties met ‘Lon-
don’ verschijnen wanneer u de ‘Lo’ invoert.
Naarmate u meer letters opgeeft zal het aantal
treffers afnemen en vindt u sneller wat u zoekt.
Een zoekopdracht met ‘Lo’ levert tevens tref-
fers op zoals ‘Restaurant LouTrivalou’, omdat
ook treffers bestaande uit meerdere delen met
een spatie ertussen worden meegenomen.
N.B.
Er bestaan ondercategorieën voor restau-
rants om het zoeken te vereenvoudigen.
Rond de auto
Rondom de auto (Near the car)
Bij het zoeken van faciliteiten gaat het om het
gebied rond de actuele positie van de auto.
Langs de route
Langs de route (Along the route)
Bij het zoeken van faciliteiten gaat het om het
gebied langs het opgestelde reisplan.
Rond punt op de kaart
Rondom kaartmarkering (Around point on
map)
Voor het zoeken van faciliteiten wordt het dra-
denkruis van de scrolfunctie gebruikt - zie
pagina 33.
De scrolkaart verschijnt - Zet het draden-
kruis op de gewenste locatie + OK
Langs de straat
Langs de weg (Along the street)
Bij het zoeken van faciliteiten gaat het om het
gebied langs een specifieke straat/weg.
Langs de snelweg
Langs de snelweg (Along the motorway)
Deze zoekopdracht geeft een lijst met facilitei-
ten die vanaf de snelweg goed bereikbaar zijn,
03 Uw reis plannen
Bestemming opgeven
03
43
zoals werkplaatsen langs de snelweg of aan
afritten.
N.B.
Voor weergave van de lijst moet de auto zich
op de desbetreffende snelweg bevinden.
My POI rond de auto
MyPOI in omgeving van de auto (My POI
near the car)
Met deze functie kunt u faciliteiten die u zelf
aan het systeem hebt toegevoegd – My POI
2
zoeken in het gebied rond de actuele positie
van de auto. Er wordt gezocht binnen een
straal van ca. 32 km.
N.B.
My POI-pictogrammen worden op de kaart
weergegeven bij een schaal van ‘1,0 km’ en
kleiner.
My POI rond locatie op kaart
MyPOI rondom de pos. op kaart (My POI
around point on map)
Hierbij wordt naar faciliteiten gezocht die u zelf
aan het systeem hebt toegevoegd – My POI
2
rond de kaartmarkering. Er wordt gezocht bin-
nen een straal van ca. 32 km.
Zoeken vindt plaats met het dradenkruis van
de scrolfunctie - zie pagina 33.
De scrolkaart verschijnt - Zet het draden-
kruis op de gewenste My POI + OK
Opgeslagen locatie
Bestemming invoeren Opgeslagen
positie
(Set destination > Stored location)
De bestuurder kan een groot aantal eigen loca-
ties in het systeem opslaan. Hiermee kan ver-
volgens snel een reisplan worden opgesteld/
aangevuld.
Een locatie opslaan
Een willekeurige locatie opslaan:
2
Voor informatie over de wijze waarop u eigen faciliteiten (My POI) toevoegt aan de kaartdatabase - zie pagina 58.
03 Uw reis plannen
Bestemming opgeven
03
44
1. Gebruik de scrolfunctie (zie pagina 33) en
markeer de vast te leggen locatie.
2.
Druk op OK voor het menu van het ‘dra-
denkruis’.
3.
Markeer
Positie opslaan + OK - de locatie
is daarmee opgeslagen en staat in de lijst
Opgeslagen positie.
Markeer een opgeslagen locatie in de lijst +
OK en kies uit de volgende opties/rubrieken:
Als enige bestemming opgeven
Eén bestemming inst. (Set single destination)
Bij deze keuze worden eventuele eerdere
bestemmingen uit het reisplan verwijderd en
gaat de routebegeleiding op de kaart van start.
Deelbestemming toevoegen
Toevoegen als routepunt (Add as waypoint)
Opent hetzelfde venster als voor Bestemming
invoeren
Adres Routep. toevoeg. - zie
pagina 47.
Informatie
Informatie (Information)
Opent hetzelfde venster als voor Bestemming
invoeren
Adres Routep. toevoeg.
Informatie - zie pagina 41.
Bewerken
Bewerken (Edit)
Opent de gemarkeerde ‘Opgeslagen locatie’
en biedt de mogelijkheid om het volgende te
wijzigen/bij te werken:
Naam (Name) - Toets/voer een willekeu-
rige naam voor de locatie in.
Symbool (Icon) - Kies het symbool dat de
actuele locatie moet representeren.
Adres (Address) - Opent de kaart om de
geografische positie van de locatie aan te
passen.
Telefoon: (Phone) - Toets/voer een tele-
foonnummer in.
Spraakmarkering bewerken (Edit voice
tag) - Eigen geluid opnemen
3
. Volg de aan-
wijzingen op het beeldscherm.
Naam tonen op kaart (Show name on
map) - Afvinken als de naam van de locatie
niet op de kaart zichtbaar moet zijn.
Opslaan (Store) - Uitgevoerde aanpassin-
gen worden opgeslagen met OK.
Sorteren op
Sorteren op (Sort by)
Kies of de opgeslagen locaties in de lijst moe-
ten worden gesorteerd op:
Naam
Symbool
Afstand
Chronologisch
Verwijd.
Wissen (Delete)
Wist de gemarkeerde opgeslagen locatie.
3
Alleen in combinatie met een audiosysteem type ‘High Performance’ of ‘Premium’.
03 Uw reis plannen
Bestemming opgeven
03
``
45
Eerdere bestemmingen
Bestemming invoeren Vorige best.
(Set destination > Previous destination)
Hier worden eerder gebruikte bestemmingen
opgeslagen. Markeer er één en kies vervolgens
uit:
Eén bestemming inst. (Set single
destination)
Toevoegen als routepunt (Add as
waypoint)
Informatie (Information)
Opslaan (Store) - zie de volgende afbeel-
ding voor meer informatie over deze optie.
Wissen (Delete)
Alles wissen (Delete all).
De optie Opslaan levert het menu Bewerken op.
De menu-optie Opslaan (Store) voert naar het-
zelfde menu Bewerken als voor Opgeslagen
positie
Bewerken.
Voor meer informatie - zie pagina 43.
Om de informatie voor een bestemming
aan te vullen/te wijzigen - Markeer
Opslaan (Store) + OK.
Terugreis
Terugreis (Return trip)
Begeleidt terug naar het startpunt van het reis-
plan. Kan overal/altijd in het reisplan worden
gekozen.
Zoeken via punt op kaart
Bestemming invoeren Markeren op
kaart
(Set destination > Select on map)
Toont een kaart waarop de actuele locatie met
een cursor wordt aangewezen.
Draai aan TUNE om de schaal te wijzigen.
1. Verplaats het dradenkruis met de nume-
rieke toetsen op de middenconsole: met
6 MNO gaat u naar rechts, met 8 TUV gaat
u omlaag enz. - zie pagina 33.
2. Als de gewenste locatie is gevonden - Druk
op OK.
03 Uw reis plannen
Bestemming opgeven
03
46
Zoeken via lengte-/breedtegraad
Bestemming invoeren Breedte- &
lengtegraad
(Set destination > Latitude & Longitude)
Kies de bestemming met gps-coördinaten:
1. Plaats de cursor op het te wijzigen teken
en druk op OK - het tekenvenster wordt
‘actief’.
2. Toets/voer een cijfer in met de numerieke
toetsen op de middenconsole (of draai aan
TUNE) - sluit af met OK of zet de cursor op
het volgende teken - het vorige tekenven-
ster wordt ’gedeactiveerd’.
3. Verplaats de cursor naar de volgende te
wijzigen positie en herhaal de bewerking.
4. Met de cursor in de beide vensters hele-
maal rechts toetst u (of draait u aan
TUNE) de letters voor de windstreken in -
N = 6, Z = 7, W = 9 en E = 3.
5. Als beide coördinaten zijn ingetoetst - mar-
keer Routep. toevoeg. + OK om de loca-
tie aan het reisplan toe te voegen.
Reisplan toevoegen
Routep. toevoeg. (Add to itinerary)
Voegt de locatie van de gekozen coördinaten
op de kaart toe aan het reisplan.
Informatie
Informatie (Information)
Toont eventuele informatie over de locatie.
Postcode
Postcode (Postcode)
Een bestemming zoeken met postcode:
1.
Markeer
Postcode: (Postcode) + OK om
het ‘schrijfwiel’ te openen.
2.
Kies tekens met de knop TUNE en toets/
voer deze in met een druk op OK. (Of toets/
voer tekens in met de numerieke toetsen
op de middenconsole - zie pagina 26).
N.B.
De weergave van postcodes kan per markt/
gebied verschillen.
03 Uw reis plannen
Reisplan
03
47
Menuoverzicht
Routedetails
(Route details)
Het systeem hanteert één reisplan (Itinerary)
per keer met maximaal 8 deelbestemmingen.
De eerst opgegeven bestemming wordt de
eindbestemming van de reis. De erna inge-
voerde bestemming wordt een deelbestem-
ming.
N.B.
De laatst toegevoegde bestemming wordt
altijd Deelbestemming-1 - de eerdere Deel-
bestemming gaat een stap omhoog: De
"Oude" Deelbestemming-1 wordt dus Deel-
bestemming-2, enz.
Als u een andere volgorde wilt - Ga naar
Routedetails
Reisplan, Markeer een
deelbestemming en
Wijzig plaats in
lijst.
Reisplan opstellen
Routedetails Reisplan
(Route details > Itinerary)
Maak een reisplan aan met meerdere stops. Zo
hoeft u tijdens de rit niet telkens een nieuwe
bestemming op te geven.
U kunt maximaal 8 deelbestemmingen en één
eindbestemming aangeven.
Begeleiding starten
Resultaat met ‘Routevoorstel 3’ aangevinkt.
(Start route guidance)
Met de cursor op
Begeleiding starten + OK
activeert u het actuele reisplan.
Als vooraf is gekozen voor weergave van 3
alternatieve reisplannen moet de bestuurder er
één kiezen, zie het menu Instellingen
Routeopties Voorgestelde routes, pagina
53.
Als deelbestemming toevoegen
(Add another waypoint)
Voegt een deelbestemming toe. Levert het-
zelfde menu op als in ‘
Bestemming
invoeren
’ - zie pagina 40.
03 Uw reis plannen
Reisplan
03
48
Reisplan bewerken
(Edit itinerary)
Geeft de alternatieven:
Reisplan wissen - wist het actuele reis-
plan.
Routeopties - opent een snelkoppeling
naar Instellingen
Routeopties - zie
pagina 52.
Deelbestemmingen in reisplan
Door deelbestemming + OK te markeren kan
iedere deelbestemming in het reisplan worden
bijgewerkt.
Informatie (Information) - Uitgebreide
naam en adres en breedte- en lengtegraad.
Bovendien kan de faciliteit worden gebeld
en kunnen eventueel voorkomende facili-
teiten rond de locatie en parkeerplaatsen
worden bekeken.
Wissen (Delete) - verwijdert de deelbe-
stemming.
Wijzig plaats in lijst (Move in list) - wijzigt
de rangschikking in het reisplan.
Wijzigen op kaart (Adjust on map) - toont
de locatie op de kaart met een dradenkruis.
Er kan naar een andere locatie worden
gescrold en deze kan worden gekozen met
OK. Zie meer over de scrolfunctie op
pagina 33.
Opslaan (Store) - opent het menu
Bestemming invoeren
Opgeslagen
positie
Bewerken - zie pagina zie
pagina 44).
Mijden
Routedetails Mijden
(Route details > Avoid)
Hier kan een traject in het reisplan worden
gedeselecteerd. De alternatieve afstanden
worden vanuit de actuele positie van de auto
berekend. Het systeem kiest dan een andere
route.
Markeer het gewenste alternatief + OK.
Volgende bestem.
Routedetails Volgende bestemming
(Route details > Next destination)
03 Uw reis plannen
Reisplan
03
``
49
Toont de positie van de volgende deelbestem-
ming op de kaart, naam, adres, berekende
aankomsttijd en afstand. Geeft ook de alterna-
tieven:
Wissen (Delete) - verwijdert de actuele
deelbestemming en toont de volgende.
Kaart (Map) - toont de locatie op de kaart
in het Scrolmenu, zie pagina 33.
>> - gaat naar de volgende deelbestem-
ming in het reisplan, in een loop.
Bellen (Call) - belt de faciliteit, indien
mogelijk.
Route-instructies
Routedetails Route-instructies
(Route details > Route instructions)
Hier worden de begeleidingspunten van het
reisplan opgesomd.
Kaart met de hele route
Routedetails Kaart van gehele route
(Route details > Map of entire route)
Hier wordt het hele reisplan getoond - verkleind
zodat het op het beeldscherm past.
Verder dezelfde functies als in het Scrolmenu,
zie pagina 33.
Kaart met de resterende route
Routedetails Kaart van resterende
route
(Route details > Map of remaining route)
Toont een schermbeeld dat op dat in het vorige
gedeelte lijkt, maar laat alleen het resterende
traject van het reisplan zien vanaf de actuele
positie van de auto.
03 Uw reis plannen
Reisplan
03
50
Verder dezelfde functies als in het Scrolmenu,
zie pagina 33.
03 Uw reis plannen
Huidige positie
03
51
Waar ben ik?
Huidige positie
(Current position)
Toont een kaartweergave met de actuele posi-
tie van de auto en informatie over de locatie,
bijv. naam en coördinaten.
03 Uw reis plannen
Instellingen
03
52
Verkeersinformatie
Instellingen Verkeersinformatie
(Settings > Traffic information)
Er kunnen meer instellingen voor de verkeers-
informatie worden verricht dan de hier
beschreven - zie pagina 68.
Verkeersmeldingen
Verkeersbericht (Traffic message)
Hier kunnen de verkeersmeldingen worden
gesorteerd:
Alle (All) - alle gerapporteerde verkeersop-
stoppingen worden weergegeven.
Belangrijkste - bijv. gesloten wegen door
een ongeval of een andere grote/langdu-
rige opstopping.
Geen - de weergave van verkeersproble-
men is uitgeschakeld.
N.B.
Deze instelling is van invloed op de bereke-
ning van de route.
Routeopties
Instellingen Routeopties
(Settings > Route options)
Type route
Routetype (Route type)
Hier kunnen verschillende typen reisplannen
worden gekozen:
Snel (Fast) - de kortst mogelijke reistijd
krijgt prioriteit
Kort - het kortst mogelijke traject krijgt pri-
oriteit
Eenvoudig - zo weinig mogelijk kruispun-
ten en soortgelijke verkeerssystemen krij-
gen prioriteit.
03 Uw reis plannen
Instellingen
03
53
Routevoorstellen
Voorgestelde routes (Route proposals)
Bij het commando
Begeleiding starten kun-
nen er meerdere gelijksoortige geschikte
opties zijn. Kies hier of de bestuurder als er
meerdere opties zijn moet worden gevraagd
om te kiezen:
Kies 1 als het navigatiesysteem de
geschiktste optie moet kiezen.
Kies 3 als de bestuurder uit maximaal 3
voorstellen moet kunnen kiezen.
Voor meer informatie, zie pagina 47.
Route aanpassen
Individuele route (Customise route)
Hier hebt u de mogelijkheid om bepaalde ver-
keerspunten/verkeersmiddelen te deselecte-
ren. Aanvinken om de volgende punten
1
langs
de route te vermijden:
Snelwegen mijden (Avoid motorways)
Tolwegen mijden (Avoid toll roads)
Veren mijden (Avoid ferries)
Betaalzones mijden (Avoid congestion
charging zones)
Tunnels mijden (Avoid tunnels)
Wegen met tijdbeperking mijden (Avoid
time-restricted roads)
Wegen met seizoensbep. mijden (Avoid
season-restricted roads)
Autotreinen mijden
Niet-bevestigde wegen mijden
Grenzen mijden
N.B.
Als deze keuzes worden gemaakt terwijl
er een reisplan is opgesteld, kan er
sprake zijn van een bepaalde vertraging
na het aanvinken/uitvinken van een
optie, aangezien het reisplan dan
opnieuw moet worden berekend.
Als tunnels, tolwegen en snelwegen zijn
gedeselecteerd, worden deze zoveel
mogelijk vermeden en worden ze alleen
gebruikt als er geen ander redelijk alter-
natief beschikbaar is.
Route aanleren
Route programmeren (Route learning)
De basisvoorwaarde is een ingesteld reisplan.
Als de bestuurder van het reisplan afwijkt en
een andere weg naar de eindbestemming
neemt dan het systeem adviseert, leert het sys-
teem de keuze van de bestuurder aan.
Als hetzelfde reisplan nog 2 keer wordt
gebruikt en de bestuurder zijn wegkeuze her-
1
De mogelijke opties kunnen per markt/gebied/land variëren.
03 Uw reis plannen
Instellingen
03
54
haalt, toont het systeem de weg die de
bestuurder heeft gekozen.
Een aangevinkt vakje zorgt ervoor dat een tra-
ject dat 3 keer is gereden, als reisplan wordt
opgeslagen in plaats van het oorspronkelijke
reisplan.
Route aanleren resetten
Programmeerfunctie resetten (Reset route
learning)
Wist de rijgeschiedenis.
Kaart-opties
Instellingen Kaartopties
(Settings > Map options)
Kaartkleuren
Kaartkleuren (Map colors)
Kies uit:
Automatisch - een lichtsensor registreert
of het dag of nacht is.
Dag (Day op vorige afbeelding)
Nacht
Instellingen voor stand met één kaart
Instellingen één kaart (Single map settings)
Kaartoriëntatie - Kies In rijrichting of
Noord.
Noord - de kaart wordt altijd weergegeven met
Noord boven aan het beeldscherm. Het auto-
symbool beweegt in de desbetreffende wind-
streek op het scherm.
In rijrichting - het autosymbool is het middel-
punt en wijst altijd naar boven op het beeld-
scherm. De kaartweergave roteert onder het
autosymbool en dat is gerelateerd aan hoe de
weg loopt.
Kaartweergave - Kies 2D of 3D.
2D - het autosymbool en de kaartweergave
worden loodrecht van boven weergegeven.
3D
2
- het autosymbool en de kaartweergave
worden schuin van de zijkant/van boven weer-
gegeven.
Stand met twee kaarten tonen
2
Alleen als Kaartoriëntatie > In rijrichting is gekozen.
03 Uw reis plannen
Instellingen
03
55
Tweekaartenmodus weergeven (Show dual
map mode)
Het beeldscherm kan de kaart over het hele
beeldoppervlak laten zien of kan de kaart in 2
verschillende schalen op de linker- en rechter-
helft weergeven.
Kies door het vakje aan te vinken bij
Tweekaartenmodus weergeven + OK en
EXIT.
Kaartschaal aanpassen in stand met 2
kaarten
Om de beide kaarten met verschillende kaart-
schalen te kunnen bekijken, kan dit als volgt
afzonderlijk worden aangepast:
1. Ga uit van de kaartweergavestand. Draai
de knop TUNE naar links of rechts - de ene
schermhelft krijgt een gekleurd kader.
2.
Druk op OK - de gemarkeerde schermhelft
is daarmee ‘actief’.
3.
Draai aan de knop TUNE om de schaal aan
te passen.
4.
Druk nogmaals op OK - helder, de scherm-
helft is ‘gedeactiveerd’.
Instellingen voor linker kaart
Instelling kaart links (Left map settings)
Kaartoriëntatie - Kies In rijrichting of
Noord.
Kaartweergave - Kies 2D of 3D.
Instellingen voor rechter kaart
Instelling kaart rechts (Right map settings)
Dezelfde als voor de linker kaart - zie het vorige
gedeelte.
Volledige schermweergave
Met de cursor op Kaart op volledig scherm
tonen
(Show full-screen map) + OK wordt de
functie aangevinkt om het kaartscherm over
het hele beeldscherm weer te geven. Daarmee
verdwijnen de informatievelden onder en
boven aan het scherm met informatie over bij-
voorbeeld de interieurtemperatuur.
Faciliteit op kaart
Spec. best. op kaart (POI on map)
Vink de gewenste optie aan voor hoe facilitei-
ten op de kaart moeten worden weergegeven:
Alles (All) - alle voorkomende faciliteiten
worden weergegeven.
Geen - er worden geen faciliteiten weer-
gegeven.
Gekozen - Er wordt een menu met alle
voorkomende faciliteiten weergegeven:
Vink de faciliteiten aan die op de kaart
moeten worden weergegeven.
N.B.
Als u een POI-categorie met veel symbolen
op de kaart schrapt/uitzet, kunnen er meer
POI's van andere categorieën op het
scherm worden weergegeven/zichtbaar
worden gemaakt.
03 Uw reis plannen
Instellingen
03
56
De mogelijke faciliteiten staan opgesomd op
pagina 72.
Kompas
Kompas (Compass)
Kies welk type kompas op de kaartweergave
zichtbaar moet zijn:
Grafisch (Graphic)
Tekst - de kompasrichting (boven aan het
beeldscherm) wordt met een letter aange-
geven, bijv.
N voor ‘Noord’.
Geen.
Voor meer informatie over het kompas, zie
pagina 31.
Huidige wegnaam tonen
Met de cursor op Huidige straatnaam tonen
(Show current road name) + OK wordt de func-
tie aangevinkt om onderaan op het beeld-
scherm de naam te vermelden van de straat/
weg waar de auto zich bevindt.
Geldende snelheidsbeperking tonen
Met de cursor op Snelheidslimieten tonen
(Show speed limits) + OK wordt de functie aan-
gevinkt om in de rechter bovenhoek van het
beeldscherm een verkeersbord te zien met de
geldende maximumsnelheid.
Auto met verkeersbordenherkenning,
RSI
Bij een auto met verkeersbordenherkenning
(Road Sign Information) wordt de geldende
snelheidslimiet alleen op het instrumentenpa-
neel weergegeven – bij dergelijke auto’s kan de
snelheidslimiet niet op het kaartscherm wor-
den weergegeven.
Zie het reguliere instructieboekje voor meer
informatie over RSI.
Instructie-opties
Instellingen Routegeleidingsopties
(Settings > Route guidance options)
03 Uw reis plannen
Instellingen
03
``
57
Stembegeleiding
Gesproken begeleiding (Voice guidance)
Als u stembegeleiding wenst - vink de optie
Gesproken begeleiding aan. Voor meer infor-
matie, zie pagina 31.
Stemvolume
Volume mededelingen (Voice output volume)
Deze optie toont een volumeregeling op het
scherm waarmee u het volume van de stem-
begeleiding kunt aanpassen.
Aanpassen met de knop TUNE + OK.
Voor meer informatie, zie pagina 17.
Straatnaam in stembegeleiding
3
Met de cursor op Straatnamen in
gespr.begel.
(Street names in voice
guidance) + OK wordt de functie afgevinkt om
het systeem niet alleen informatie over afstand
en richting te laten geven, maar ook de namen
van straten en wegen te laten uitspreken.
Navigeren met Turn-by-turn
4
Met de cursor op Bocht per bocht-
navigatie
+ OK wordt de functie aangevinkt,
waarmee de volgende manoeuvre in het reis-
plan alsmede de resterende afstand op het
instrumentenpaneel verschijnt.
Notatie van aankomsttijd
Opmaak aankomsttijd (Time of arrival
format)
Kies de tijd die op het scherm moet worden
weergegeven:
ETA (Estimated Time of Arrival) - toont de
berekende aankomsttijd
RTA (Remaining Time of Arrival) - toont de
resterende reistijd.
Kruispuntplattegrond altijd tonen
Het navigatiesysteem kan op de achtergrond
blijven werken, terwijl het beeldscherm wordt
gebruikt voor een andere bron, zoals de radio
of telefoon.
Met de cursor op
Kruispuntplattegrond
altijd tonen
(Always show intersection map) +
OK wordt de functie aangevinkt om ook bij
gebruik van andere bronnen/programma’s
gedetailleerde kruispuntplattegronden op de
ene helft van het beeldscherm weer te geven -
zie pagina 31.
My POI-alarm
Met de cursor op MyPOI-alarm (My POI
Alert) + OK wordt de functie aangevinkt om een
vooraf ingesteld geluidssignaal te laten klinken,
wanneer de auto een My POI-locatie nadert –
zie pagina 58.
3
Bepaalde markten en talen.
4
Alleen V40 met instrumentenpaneel type ‘Digital’.
03 Uw reis plannen
Instellingen
03
58
Systeeminformatie
Instellingen Systeeminformatie
(Settings > System information)
Gps-informatie
GPS-informatie (GPS information)
Het scherm toont:
Aantal ontvangen satellieten: (Number
of received satellites)
Ontvangen positie (Received position)
Op kaart geverifieerde pos. (Map
matched position)
Hoogte: (Altitude)
Geografische naam van de huidige positie.
Kaartversie
Kaartversie (Map version)
Het scherm toont:
Softwareversie: (Software version)
Kaartversie (Map version)
Kaartregio: (Map market).
Downloadstatus kaart
De kaart wordt geladen (Map loading
progress)
Bij het bijwerken van de kaartdatabase wordt
hier weergegeven waar in het proces de
update zich bevindt. Voor meer informatie, zie
pagina 28.
My POI importeren/bewerken
Instellingen MyPOI importeren/
bewerken
(Settings > Import/Edit My POI)
Veel bedrijven bieden POI-bestanden aan op
hun website. Met deze functie kan de gebruiker
de kaartdatabase van Volvo aanvullen met
faciliteiten van andere leveranciers.
03 Uw reis plannen
Instellingen
03
59
N.B.
Voor het aanvullen van de kaartdata-
base met POI-bestanden is enige com-
puterervaring vereist!
Het bestandsformaat van POI-bestan-
den en de manier waarop deze van
internet worden gehaald, worden
bepaald door de betreffende produ-
cent/distributeur. Er is daarom geen
standaardproces voor het downloaden
van POI-bestanden. Om die reden kan
in dit instructieboekje dan ook geen
exacte stapsgewijze beschrijving wor-
den opgenomen.
Bij vragen kunt u contact op nemen met
een Volvo-dealer.
Om aan te geven hoe het downloaden van een
POI-bestand van internet in zijn werk kan gaan,
geven we hier een eenvoudig voorbeeld voor
het fictieve bedrijf ‘Warenhuis’ en zijn vestigin-
gen:
1. Ga naar de website van het bedrijf op inter-
net en ga naar de locatie waar het POI-
bestand staat.
2. Selecteer een POI-bestand met het for-
maat "gpx" en download het. Als het for-
maat niet aanwezig is, moet het POI-
bestand na het downloaden worden
geconverteerd naar gpx-formaat
5
.
3. Zet het POI-bestand ‘Warenhuis.gpx’ op
een USB-geheugen.
4. Plaats het USB-geheugen vervolgens in de
USB-aansluiting van de auto (onder de
armleuning/klep in de tunnelconsole) en
zoek Instellingen
MyPOI importeren/
bewerken op in het menusysteem.
5.
Kies
Importeren + OK en volg de aanwij-
zingen op het beeldscherm.
Na het importeren kunt u bepaalde instellingen
verrichten voor de nieuwe My POI-groep
‘Warenhuis’:
u kunt de naam wijzigen;
u kunt het pictogram My POI op de kaart-
weergave vervangen (als het geïmpor-
teerde POI-bestand een pictogram bevat,
wordt dit automatisch voorgeselecteerd);
u kunt kiezen uit 3 geluidssignalen (om te
worden gewaarschuwd bij het naderen van
het pictogram My POI – zie pagina 57);
geef aan of het pictogram My POI wel of
niet op de kaart moet worden weergege-
ven.
Markeer na de instellingen
Opslaan + OK,
waarna u klaar bent of een nieuwe POI-groep
kunt importeren/bewerken.
Alle toegevoegde faciliteiten worden onder
"My POI" geplaatst.
N.B.
Welke informatie er op de kaart mag worden
weergegeven hangt af van de nationale wet-
geving. Breng voor actuele informatie een
bezoek aan: www.volvocars.com/navi.
De kaartdatabase is aan te vullen met 100 My
POI-groepen of 50.000 My POI-locaties in het
formaat GPX 1.1.
N.B.
Naast alle varianten van POI-bestanden die
van het internet te downloaden zijn heeft
Volvo tevens uitbreidingsbestanden te bie-
den voor bepaalde markten – neem contact
op met de dichtstbijzijnde Volvo-dealer voor
informatie over de mogelijke alternatieven.
5
Op het internet zijn gratis conversieprogramma’s te downloaden.
03 Uw reis plannen
Instellingen
03
60
Navigatie-instellingen resetten
Instellingen Navigatie-instellingen
resetten
(Settings > Reset navigation settings)
Deze functie hervat de fabrieksinstellingen van
het systeem.
De menu-optie Instellingen Navigatie-
instellingen resetten + OK levert een scherm-
beeld op met de vraag
Alle navigatie-
instellingen resetten?
(Reset all navigation
settings?),
Doorgaan met OK Stoppen met
EXIT
(Continue with OK – Cancel with EXIT) -
druk op OK om de fabrieksinstellingen te her-
vatten of annuleer met EXIT.
Alle gebruikersinformatie wissen
Instellingen Alle gebruikersgegevens
wissen
(Settings > Delete all user data)
De menu-optie Instellingen
Alle
gebruikersgegevens wissen+ OK levert een
schermbeeld op met de vraag
Wilt u alle
gebruikersspecifieke navigatiegegevens
wissen? (Do you want to delete all navigation
user data?),
Doorgaan met OK Stoppen met
EXIT
(Confirm with OK – Cancel with EXIT) -
druk op OK om te wissen of annuleer met
EXIT.
De volgende instellingen worden gewist met
OK:
alle opgeslagen locaties
geschiedenis voor Laatste 5
eerdere bestemmingen
route aanleren
gewijzigde fabrieksinstellingen.
03 Uw reis plannen
Simulatie
03
61
Demo starten
Routedetails Demo starten
(Route details > Start demo)
Hier wordt de rit gesimuleerd die in het reisplan
wordt geadviseerd.
Het systeem laat zien hoe er naar de opgege-
ven bestemming wordt gereden.
Om het demo-rijden af te sluiten:
De eerdere menuoptie Demo starten is
veranderd in
Demo stoppen - Markeer
deze + OK.
N.B.
De demonstratie werkt alleen, als u een
bestemming hebt aangegeven.
G000000
62
Algemeen................................................................................................ 64
Informatie lezen....................................................................................... 66
Met verkeersproblemen omgaan............................................................ 68
VERKEERSINFORMATIE
04 Verkeersinformatie
Algemeen
04
64
Weergave en ontvangst
Uitgezonden verkeersinformatie wordt altijd
ontvangen en weergegeven - ook als er geen
bestemming is opgegeven.
Hoe de verkeersinformatie moet worden weer-
gegeven kan in
Instellingen worden ingesteld
en gewijzigd, zie pagina 52.
De weergave van verkeersinformatie is ook
afhankelijk van de wijze waarop deze wordt
uitgezonden.
N.B.
Verkeersinformatie is niet in alle gebieden/
landen beschikbaar.
Het aantal zendgebieden voor verkeersin-
formatie neemt voortdurend toe.
Verkeerssymbolen op de kaart
Symbool voor verkeersmelding/-probleem.
Als er minimaal één verkeersmelding langs de
route is, verschijnt er een TMC
1
-symbool in de
linker bovenhoek van de kaart.
Met de scrolfunctie (zie pagina 33) kunt u het
verkeersprobleem openen om de exacte loca-
tie en de aard ervan te bekijken.
Locatie op de kaart
Verkeersproblemen worden aangeduid met
pijlen, lijnen en kaders:
Verkeer met opstopping
Verkeer met opstopping in beide rij-
richtingen
Omvang
Kleur van de aanduiding
De kleur van de pijlen, lijnen en kaders geeft de
mate van opstopping aan:
Zwart Gesloten weg
Rood Stilstaand verkeer
Oranje Langzaam verkeer
Geel Algemene informatie
Type verkeersopstopping
Hier ziet u voorbeelden van kaartsymbolen
2
die
verschillende problemen in het verkeer kunnen
markeren:
1
Traffic Message Channel
2
Kaartsymbolen kunnen per markt/land variëren.
04 Verkeersinformatie
Algemeen
04
65
Ongeval
Eén weghelft
Omleiding
Informatie
Smalle weg
Parkeerinformatie
File
Wegwerkzaamheden
Glad wegdek
Overig gevaar
Gesloten weg
Omvang
Bepaalde verkeersberichten bevatten ook
informatie over de omvang van het probleem.
Op alle schalen tot 5 km wordt langs de des-
betreffende weg, naast het symbool voor de
verkeersmelding, een lijn weergegeven met
dezelfde kleur als de richtingspijl. De lengte van
de lijn komt overeen met de omvang van het
verkeersprobleem (afstand).
Grootte van gebied voor
verkeersinformatie
De kaartschaal bepaalt hoeveel verkeersinfor-
matie er kan worden weergegeven. Hoe groter
het kaartgebied dat het scherm weergeeft, hoe
meer informatie er kan zijn.
04 Verkeersinformatie
Informatie lezen
04
66
Meldingen
Voorbeeld van met pijlen gemarkeerd verkeers-
probleem en de omvang ervan.
Als het dradenkruis over een verkeers-
probleem wordt geplaatst (wordt
gemarkeerd met een pijl langs de weg),
wordt op de kaart een knipperend kader met
een verkeersopstoppingssymbool (bijv. Glad
wegdek) weergegeven.
Om kennis te nemen van de verkeersinformatie
van het symbool:
Druk op OK en kies Verkeersinformatie
+ OK.
Verkeersinformatie
Hoofdmenu.
Verkeersinformatie (Traffic information)
Verkeersmelding lezen
Verkeersbericht lezen (Read traffic message)
Met de cursor op
Verkeersbericht lezen +
OK verschijnt het volgende:
1. Scroll het dradenkruis naar het verkeers-
probleem (gekleurde lijn/pijl parallel aan
het betreffende traject) waar u informatie
over wilt hebben. Op de kaart gaat een ver-
keersmarkering met kader knipperen.
2.
Druk op OK - Daarna wordt de informatie
ongeveer zo getoond:
Aan het symbool is gedetailleerde informatie
over het verkeersprobleem gekoppeld en voor
04 Verkeersinformatie
Informatie lezen
04
67
zover er gegevens beschikbaar zijn wordt ook
het volgende weergegeven:
duur
beperkingen voor snelheid, voertuig-
breedte en -hoogte
desbetreffende wegen.
Als er binnen het kader van het dradenkruis
meerdere verkeersproblemen aanwezig zijn,
wordt na een druk op OK eerst het probleem
getoond dat het dichtst bij het centrum van het
dradenkruis ligt.
Het bovenste deel van het beeldscherm kan
bijv. "
2/5" tonen, d.w.z. dat de actuele infor-
matie nummer 2 is van in totaal 5 meldingen
binnen het dradenkruis. Met een korte druk op
OK kunt u naar de resterende meldingen gaan.
Ga terug naar de kaart met EXIT.
04 Verkeersinformatie
Met verkeersproblemen omgaan
04
68
Verkeersproblemen vermijden
Komende verkeersproblemen
Menuregel 2 zonder ingesteld reisplan.
Er zijn verkeersincidenten (Traffic events
ahead)
Met een druk op OK op
Er zijn
verkeersincidenten
krijgt u de actuele ver-
keersproblemen te zien.
Verkeersproblemen langs de route
Menuregel 2 met ingesteld reisplan.
Verkeersincid. op route (Traffic events along
route)
Dit is dezelfde menuregel als in het vorige
gedeelte, maar met een geactiveerd reisplan -
de menuregel luidt nu
Verkeersincid. op
route
. Hier kan het systeem u via een andere
weg langs de verkeersopstopping leiden.
Door een druk op OK op de gemarkeerde
menuregel ziet u de verkeersproblemen langs
de route:
Lijst met 1 opstopping op de route van het reis-
plan.
De bestuurder kan verkeersproblemen vermij-
den door het systeem een andere weg te laten
kiezen. Doe het volgende:
1. Kies/markeer de te vermijden verkeersop-
stopping + OK - het verkeersprobleem
wordt aangevinkt.
2. Als er meerdere opstoppingen moeten
worden vermeden - vink deze ook aan. Er
kunnen maximaal 15 stuks worden geko-
zen.
3.
Markeer daarna
Nieuwe route
berekenen
(Calculate new route) + OK.
Het systeem berekent vervolgens een route die
langs de aangevinkte verkeersopstoppingen
leidt.
Voor gedetailleerde informatie over een opge-
somd verkeersprobleem:
04 Verkeersinformatie
Met verkeersproblemen omgaan
04
69
Kies/markeer een verkeersprobleem +
# INFO - er verschijnt informatie over het
verkeersprobleem.
Vermeden verkeersproblemen
Gemeden verkeersincidenten (Avoided
traffic events)
Hier worden de aangevinkte verkeersproble-
men uit het vorige gedeelte opgesomd.
Lijst met 1 te bewerken verkeersprobleem.
Het volgende is mogelijk:
Alles wissen (Clear all) - alle verkeerspro-
blemen worden uitgevinkt.
Kies/markeer één van de verkeersproble-
men + OK - het verkeersprobleem wordt
uitgevinkt.
Kies/markeer één van de verkeersproble-
men + # INFO - op het beeldscherm wordt
gedetailleerde informatie met kaartweer-
gave getoond, zie het voorbeeld op de vol-
gende afbeelding:
Gedetailleerde informatie - ga terug naar het menu
met EXIT.
Ga terug naar de kaartweergave met
EXIT of kies
Nieuwe route berekenen
(Calculate new route) + OK - het reisplan
wordt op basis van de verrichte wijzigingen
aangepast.
70
Faciliteiten............................................................................................... 72
SYMBOLEN OP DE KAART
05 Symbolen op de kaart
Faciliteiten
05
72
Preciseer welke faciliteiten op de kaart moeten
worden weergegeven of kies dat
Alles of
Geen moet worden getoond - zie pagina 55.
De aangevinkte faciliteiten worden op de kaart
weergegeven.
Instellingen Kaartopties Spec. best.
op kaart
Gekozen
(Settings > Map options > POI on map >
Selected)
Doe het volgende:
Kies/markeer de faciliteit met de knop
TUNE – aanvinken/afvinken met OK en
afsluiten met EXIT.
Om de kaartweergave niet onnodig te compli-
ceren geldt er een beperking voor het aantal
faciliteiten dat gelijktijdig op het scherm kan
worden getoond – bij het inzoomen op een
bepaald gebied ziet u meerdere faciliteiten.
N.B.
De symbolen voor een faciliteit en het
aantal faciliteiten kunnen per land ver-
schillen.
Bij het bijwerken van kaartgegevens
worden er mogelijk nieuwe symbolen
toegevoegd en andere verwijderd –
onder
Instellingen in het menusysteem
kunt u altijd de symbolen van alle facili-
teiten voor het desbetreffende kaart-
systeem doornemen.
Hier ziet u voorbeelden van symbolen voor uit-
eenlopende faciliteiten – ze zijn gegroepeerd
naar maatschappelijke functie:
Tankstation
Tankstation met aardgas (biogas)
Tankstation met lpg (gas)
Wasstraat
Garage
Autoverhuur
Motorsportcomplex
Volvo-dealer
Parkeerplaats
Parkeergarage
Parkeerplaats, grote voertuigen
VVV
Historisch monument
Toeristische trekpleister
Schaatsbaan
Sportcomplex
Fitness-complex
Skicomplex
Bioscoop
05 Symbolen op de kaart
Faciliteiten
05
73
Amusementspark
Dierentuin
Opera
Theater
Bar
Nachtclub
Restaurant
Restaurant
Restaurant, Chinees
Restaurant, vis
Fastfood
Café
Winkelcentrum
Stomerij
Kiosk
Kapper
Parkeerplaats lang snelweg
Camping
Hotel
Conferentieoord
Beurs
Treinstation
Forensentreinstation
Luchthaven
Busstation
Veerboot
Jachthaven
Jachthaven
Overheidsgebouw
Overheidsinstantie
Hogeschool
Universiteit
Centrum
Stadskern
Politiebureau
Brandweerkazerne
Bibliotheek
Ziekenhuis
Apotheek
Bank
Geldautomaat
Postkantoor
Kinderdagverblijf
School
74
Veelgestelde vragen................................................................................ 76
EULA - Licentieovereenkomst................................................................ 78
Auteursrecht............................................................................................ 81
VRAGEN EN ANTWOORDEN
06 Vragen en antwoorden
Veelgestelde vragen
06
76
De positie van de auto op de kaart klopt
niet
Het navigatiesysteem geeft de positie van de
auto aan met een nauwkeurigheid van circa 20
meter.
Bij het rijden op wegen die parallel lopen aan
een andere weg, kronkelwegen, wegen op
meerdere niveaus en na lang rijden zonder dui-
delijke bochten is de kans op fouten groter.
Hoge bergen, gebouwen, tunnels, viaducten,
ongelijkvloerse wegen e.d. hebben daarnaast
een negatieve invloed op de ontvangst van
GPS-signalen door het systeem, wat betekent
dat de nauwkeurigheid bij de berekening van
de positie van de auto kan verslechteren.
Het systeem berekent niet altijd de
snelste/kortste weg
Bij het berekenen van de route wordt, om tot
de theoretisch gezien beste route te komen,
rekening gehouden met de afstand, de weg-
breedte, het wegtype, het aantal bochten naar
rechts of links, rotondes enz. Ervaring en lokale
kennis kunnen echter een efficiëntere route
opleveren.
Het systeem gebruikt tolwegen,
snelwegen of veerverbindingen, terwijl ik
heb aangegeven dat ik die wil vermijden.
Bij het berekenen van routes over langere
afstanden kan het systeem om technische
redenen alleen gebruik maken van grote
wegen.
Als u ervoor hebt gekozen om tolwegen en
snelwegen te vermijden, worden deze voor
zover mogelijk vermeden en alleen gebruikt als
er geen ander, redelijk alternatief beschikbaar
is.
De positie van de auto op de kaart klopt
niet na transport
Als de auto is getransporteerd op bijvoorbeeld
een veerboot of een trein, of op een andere
wijze waarbij er geen GPS-signalen ontvangen
konden worden, kan het maximaal 5 minuten
duren tot de positie van de auto correct wordt
berekend.
De positie van de auto op de kaart klopt
niet na loskoppelen van de accu
Als de GPS-antenne stroomloos is geweest,
kan het langer dan 5 minuten duren voordat er
sprake is van een correcte ontvangst van GPS-
signalen en de positie van de auto berekend
wordt.
Het autosymbool op het scherm is onrustig
na verwisseling van een band
Naast de GPS-ontvanger leveren ook de snel-
heidssensor van de auto en een gyrosensor
een bijdrage aan de berekening van de actuele
positie en rijrichting van de auto. Na montage
van een reservewiel en na wisselen tussen
zomer- en winterbanden moet het systeem de
afmetingen van de nieuwe wielen "leren".
Om het systeem optimaal te laten functione-
ren, wordt daarom geadviseerd om, op een
geschikte plek, het stuur enkele keren volledig
te draaien terwijl u langzaam rijdt.
Het kaartbeeld komt niet overeen met de
werkelijke situatie
Het wegennet wordt voortdurend uitgebreid en
onderhouden, er kunnen nieuwe verkeersre-
gels worden ingevoerd enz. De kaartdatabase
is daarom niet altijd compleet.
De kaartgegevens worden onafgebroken ont-
wikkeld en bijgewerkt. Bij uw Volvo-dealer kunt
u daar meer informatie over krijgen.
Zie ook www.volvocars.com/navi voor meer
informatie over kaarten e.d.
De schaal van de kaart verandert soms
In bepaalde gebieden is er geen gedetailleerde
kaartinformatie beschikbaar. Het systeem ver-
andert dan automatisch de vergroting.
De verwachte menu-opties zijn er niet
Controleer de verrichte instellingen. Selecteer
Navigatie-instellingen resetten om terug te
gaan naar de instellingen die helemaal aan het
begin zijn verricht.
06 Vragen en antwoorden
Veelgestelde vragen
06
77
Als dat eventueel niet helpt, selecteert u Alle
gebruikersgegevens wissen.
Het autosymbool op het scherm springt
vooruit of draait rond
Voordat u wegrijdt, kan het systeem enkele
seconden nodig hebben om de positie en
beweging van de auto te detecteren.
Schakel het systeem en de auto uit. Start
opnieuw, maar blijf dan even stilstaan voordat
u wegrijdt.
Ik ga een verre rit maken, maar wil geen
speciale route aangeven naar de
plaatsen waar ik langs wil rijden. Hoe kan
ik dan zo eenvoudig mogelijk een
reisplan bepalen?
Geef de bestemming rechtstreeks aan op de
kaart met behulp van het dradenkruis. Het sys-
teem leidt u automatisch naar de eindbestem-
ming, ook als u niet langs de deelbestemmin-
gen rijdt.
Mijn kaartinformatie is niet actueel
Voor vragen m.b.t. het bijwerken van kaartge-
gevens kunt u contact opnemen met de
dichtstbijzijnde Volvo-dealer.
Zie ook www.volvocars.com/navi
Hoe kan ik eenvoudig controleren welke
kaartversie er wordt gebruikt?
Zie Instellingen Systeeminformatie
Kaartversie voor informatie over de versie en
het beschikbare geografische gebied.
06 Vragen en antwoorden
EULA - Licentieovereenkomst
06
78
Kennisgeving aan de gebruiker
LEES DEZE LICENTIEOVEREENKOMST
GOED DOOR VOORDAT U DE NAVTEQ DATA-
BASE GEBRUIKT.
DIT IS EEN LICENTIEOVEREENKOMST - EN
GEEN KOOPOVEREENKOMST – TUSSEN U
EN NAVTEQ EUROPE B.V. MET BETREKKING
TOT UW EXEMPLAAR VAN DE NAVTEQ
WEGENKAARTDATABASE, INCLUSIEF VER-
WANTE COMPUTERSOFTWARE, DRAGERS
EN BIJBEHOREND SCHRIFTELIJK MATERI-
AAL ZOALS DIT DOOR NAVTEQ WORDT UIT-
GEGEVEN (TEZAMEN ‘DE DATABASE’).
DOOR HET GEBRUIK VAN UW EXEMPLAAR
VAN DE DATABASE STEMT U IN MET ALLE
BEPALINGEN VAN DEZE LICENTIEOVER-
EENKOMST (‘OVEREENKOMST’). INDIEN U
NIET INSTEMT MET DE BEPALINGEN VAN
DEZE OVEREENKOMST, DIENT U UW EXEM-
PLAAR VAN DE DATABASE OIDDELLIJK TE
RETOURNEREN AAN UW LEVERANCIER,
TEGEN RESTITUTIE VAN DE LICENTIEVER-
GOEDING.
EIGENDOM
U erkent dat de Database, alsmede de auteurs-
rechten en intellectuele eigendom, naburige
rechten of soortgelijke rechten daarop, berus-
ten bij NAVTEQ of haar licentieverleners. Het
eigendom van de fysieke dragers waarop de
Database is vastgelegd berust bij NAVTEQ en/
of uw leverancier, tot het moment dat u de vol-
ledige vergoeding aan NAVTEQ of uw leveran-
cier hebt betaald die u bent verschuldigd uit
hoofde van deze Overeenkomst of vergelijk-
bare overeenkomst(en) op basis waarvan u
zaken hebt ontvangen.
VERLENING VAN HET GEBRUIKSRECHT
NAVTEQ verleent u een niet-exclusief recht tot
gebruik van de Database, voor uw eigen
gebruik of, indien van toepassing, voor intern
gebruik binnen uw bedrijf. Het is u niet toege-
staan ter zake van het aan u verleende
gebruiksrecht sublicenties te verlenen.
BEPERKINGEN OP HET GEBRUIK
De Database is uitsluitend bedoeld voor
gebruik op het specifieke systeem waarvoor de
Database ontwikkeld is. Behoudens voor zover
uitdrukkelijk toegestaan op grond van dwin-
gendrechtelijke wetgeving (zoals nationale
wetgeving gebaseerd op de Europese Soft-
ware Richtlijn (91/250/EEG) en de Europese
Databanken Richtlijn (96/9/EG)), zult u sub-
stantiële onderdelen van de inhoud van de
Database niet opvragen of hergebruiken, noch
enig deel van de Database verveelvoudigen,
kopiëren, veranderen, aanpassen, vertalen,
aan reverse engineering onderwerpen, decom-
pileren of disassembleren. Indien u de in (natio-
nale wetgeving gebaseerd op) de Software
Richtlijn bedoelde informatie die vereist is om
interoperabiliteit te bewerkstelligen wenst te
verkrijgen, dient u NAVTEQ redelijkerwijs in de
gelegenheid te stellen u de bedoelde informa-
tie te verschaffen, op redelijke voorwaarden,
waaronder begrepen een redelijke vergoeding.
OVERDRACHT VAN HET
GEBRUIKSRECHT
Het is u niet toegestaan de Database over te
dragen aan derden, behoudens wanneer de
Database is geïnstalleerd op het systeem waar
het voor ontwikkeld is of wanneer u geen kopie
van de Database behoudt na de overdracht, en
in ieder geval alleen indien degene aan wie
wordt overgedragen alle bepalingen van deze
OVEREENKOMST aanvaardt, en dit schriftelijk
aan NAVTEQ bevestigt. CD-sets mogen uit-
sluitend worden overgedragen of verkocht als
complete set zoals geleverd door NAVTEQ en
niet in delen daarvan.
BEPERKTE GARANTIE
NAVTEQ garandeert, met inachtneming van de
waarschuwingen zoals hieronder uiteengezet,
dat de Database gedurende een periode van
12 maanden na verkrijging van uw exemplaar
van de Database, in hoofdzaak zal functione-
ren in overeenstemming met de ‘Criteria oor
Nauwkeurigheid en Volledigheid’ van NAV-
TEQ, geldend op de datum waarop u uw exem-
plaar van de Database hebt verkregen; deze
‘Criteria voor Nauwkeurigheid en Volledigheid’
worden u op uw verzoek ter beschikking
06 Vragen en antwoorden
EULA - Licentieovereenkomst
06
``
79
gesteld door NAVTEQ. Indien de Database niet
functioneert in overeenstemming met deze
beperkte garantie, zal NAVTEQ zich redelijker-
wijs inspannen om uw niet-werkende exem-
plaar van de Database te repareren of te ver-
vangen. Indien de Data-base na deze inspan-
ningen niet functioneert in overeenstemming
met de garantie zoals hierboven beschreven,
hebt u de keuze tussen het verkrijgen van een
redelijke vergoeding van de prijs die u hebt
betaald voor de Database of ontbinding van
deze Overeenkomst. Het voorgaande is NAV-
TEQ’s totale aansprakelijklheid en uw enige
verhaalsmogelijkheid jegens NAVTEQ. Behou-
dens voorzover uitdrukkelijk bepaald in dit arti-
kel, verleent NAVTEQ geen enkele garantie met
betrekking tot het gebruik van de Database of
de resultaten die u met behulp van de Data-
base kunt verkrijgen, in de zin van foutloosheid,
nauwkeurigheid, betrouwbaarheid of anders-
zins. NAVTEQ garandeert niet dat de Database
foutloos is of zal zijn. Mondelinge of schrifte-
lijke informatie of adviezen die u door NAV-
TEQ, uw leverancier of door enige andere per-
soon worden verstrekt, houden geen garanties
in, binden NAVTEQ in geen enkel opzicht en
houden geen uitbreiding van de hierboven
omschreven beperkte garantie in. De in deze
Overeenkomst omschreven beperkte garantie
laat rechten die u kunt ontlenen aan eventueel
toepasselijke bepalingen van dwingend recht
met betrekking tot verborgen gebreken onver-
let.
Indien u de Database niet rechtstreeks van
NAVTEQ hebt afgenomen, is het mogelijk dat
u naast de rechten aan u verleend door NAV-
TEQ in deze Overeenkomst, wettelijke ver-
haalsmogelijkheden hebt tegen de persoon
van wie u de Database hebt verkregen op
grond van het toepasselijke recht in uw juris-
dictie. De beperkte garantie van NAVTEQ tast
deze wettelijke verhaalsmogelijkheden niet aan
en u mag deze verhaalsacties uitoefenen naast
een beroep op de garantie uit deze Overeen-
komst.
BEPERKING VAN AANSPRAKELIJKHEID
De prijs van de Database is niet berekend op
dekking van risico’s van gevolgschade, indi-
recte schade of onbeperkte directe schade als
gevolg van uw gebruik van de Database. Der-
halve zal NAVTEQ in geen geval jegens u aan-
sprakelijk zijn wegens gevolgschade of indi-
recte schade, waaronder begrepen maar niet
beperkt tot schade in de vorm van gederfde
inkomsten, verlies van gegevens of van gebruik
voor u of een derde voortvloeiend uit het
gebruik van de Database, hetzij in een onrecht-
matige daadsactie, hetzij in een contractuele
actie hetzij gebaseerd op een garantie, ook al
was NAVTEQ op de hoogte gesteld van de
mogelijkheid van het intreden van zulke
schade. In ieder geval is de aansprakelijkheid
van NAVTEQ voor directe schade beperkt tot
het bedrag dat u hebt betaald voor het verkrij-
gen van de Database.
DE BEPERKTE GARANTIE EN DE BEPERKING
VAN AANSPRAKELIJKHEID, ZOALS OPGE-
NOMEN IN DEZE OVEREENKOMST LATEN
ONVERLET ALLE RECHTEN DIE U KUNT
ONTLENEN AAN EVENTUEEL TOEPASSE-
LIJKE DWINGENDRECHTELIJKE WETGE-
VING WANNEER U DE DATABASE ANDERS
DAN IN DE UITOEFENING VAN EEN BEDRIJF
HEBT VERKREGEN.
WAARSCHUWINGEN
Het is mogelijk dat de Database onjuiste of
onvolledige gegevens of informatie bevat als
gevolg van het verloop van de tijd, gewijzigde
omstandigheden, de gebruikte bronnen en
vanwege de aard van het vergaren van uitge-
breide geografische gegevens, die elk tot
onjuiste uitkomsten kunnen leiden. De Data-
base bevat of geeft onder meer geen van de
volgende categorieën informatie weer: veilig-
heid van de omgeving; beschikbaarheid of
nabijheid van politie; hulp in noodgevallen;
constructiewerkzaamheden; weg- en rijstroo-
kafsluitingen; voertuig- en snelheidsbeperkin-
gen; helling(shoek) van de weg; beperkingen
met betrekking tot onder andere maximale
hoogte van viaducten of maximaal gewicht op
bruggen; weg- of verkeersomstandigheden;
06 Vragen en antwoorden
EULA - Licentieovereenkomst
06
80
bijzondere gebeurtenissen; verkeersopstop-
pingen of reistijd.
TOEPASSELIJK RECHT
Deze Overeenkomst wordt beheerst door het
recht van het land waar u woont op de dag van
verkrijging van de Database. In het geval dat u
op dat moment buiten de Europese Unie of
Zwitserland woont, is het recht van het land
binnen de Europese Unie of Zwitserland waar
u de Database hebt verkregen van toepassing.
In alle andere gevallen, of in het geval dat de
plaats waar u de Database hebt aangeschaft
niet bepaalbaar is, is Nederlands recht van toe-
passing. De bevoegde rechter in uw woon-
plaats op de dag van verkrijging van de Data-
base is bevoegd geschillen die voortvloeien uit
of samenhangen met deze Overeenkomst te
beoordelen, onverminderd het recht van NAV-
TEQ vorderingen voor te leggen aan de rechter
van de plaats waar u ten tijde van het desbe-
treffende geschil woont.
06 Vragen en antwoorden
Auteursrecht
06
81
Austria
© Bundesamt für Eich- und Vermessungswe-
sen.
France
Source Géoroute® IGN France & BD Carto®
IGN France.
Germany
Die Grundlagendaten wurden mit Genehmi-
gung der zuständigen Behörden entnommen.
Great Britain
© Based upon Crown Copyright material.
Greece
Copyright Geomatics Ltd.
Hungary
Copyright ©2003; Top-Map Ltd.
Italy
La Banca Dati Italiana è stata prodotta usando
quale riferimento anche cartografia numerica
ed al tratto prodotta e fornita dalla Regione
Toscana.
Norway
Copyright © 2000; Norwegian Mapping Autho-
rity.
Poland
© EuroGeographics.
Portugal
Source: IgeoE - Portugal.
Spain
Información geográfica propiedad del CNIG.
Sweden
Based upon electronic data © National Land
Survey Sweden.
Switzerland
Topografische Grundlage: © Bundesamt für
Landestopographie.
N.B.
Deze overeenkomst geldt niet voor Australië
(zie aparte informatie).
© 2005 - 2012 NAVTEQ All rights reserved.
Denso
Hierbij verklaart DENSO CORPORA-
TION dat deze DN-NS-020 in overeen-
stemming is met de essentiële eisen en
andere relevante bepalingen van richtlijn
1999/5/EG.
07 Alfabetisch register
07
82
A
Aan/Uit....................................................... 14
Aanvullende informatie.............................. 21
Adres
invoeren................................................ 40
Afstandsmaat
ETA....................................................... 57
RTA....................................................... 57
Akoestisch signaal
Opgeslagen locatie............................... 44
Antenne
positie................................................... 17
Auto. Info................................................... 52
Autotransport............................................. 76
B
Basisfuncties............................................. 19
Batterij
afstandsbediening................................ 20
Beeldscherm
verzorging............................................. 29
Begeleiding................................................ 47
Beknopte instructies............................... 8
Begeleiding pauzeren................................ 33
Begeleiding starten.................................... 47
Beschreven paden in instructieboekje....... 12
Bestemming
instellen................................................. 40
Bestemming instellen................................ 40
D
Deelbestemming........................................ 48
Demo......................................................... 61
Dradenkruis............................................... 33
Dvd
vervangen............................................. 28
verzorging............................................. 29
E
Engelse tekst tussen haakjes.................... 12
F
Fabrieksinstellingen................................... 14
Faciliteiten
Symbolen.............................................. 72
Faciliteiten als bestemming....................... 41
Faciliteit op kaart....................................... 55
Functies
toetsenset en afstandsbediening......... 20
G
Gebruikersinformatie wissen..................... 60
Geluidssignaal
opgeslagen locatie............................... 44
Gesproken commando (Stembediening)... 22
Gps-informatie........................................... 58
GPS-ontvanger.......................................... 17
H
Haakjes met Engelse tekst........................ 12
Hoofdeenheid
positie................................................... 17
07 Alfabetisch register
07
83
Huidige positie op kaart............................. 51
I
Info
informatie over de kaart-dvd................ 58
Instructie-opties......................................... 52
Instructie starten........................................ 47
IR-ontvanger en afstandsbediening.......... 20
K
Kaart
punt op................................................. 45
Kaart bekijken............................................ 54
Kaartgebieden........................................... 28
Kaartkleur.................................................. 54
Kaartoptie.................................................. 54
Kaartstand................................................. 14
Kaartversie................................................. 58
Kaartweergave........................................... 30
Keuze verkeersinform................................ 52
Knooppunt................................................. 40
Kompas..................................................... 31
L
Licentiecode.............................................. 28
Locatie opslaan......................................... 43
Luidsprekers
positie................................................... 18
M
Menu’s/functies......................................... 35
Mijden
snelwegen............................................. 53
tolwegen............................................... 53
veerverbindingen.................................. 53
N
Navigatie-instellingen resetten.................. 60
O
Omvang..................................................... 65
Opgeslagen locatie
Akoestisch signaal................................ 44
informatie toevoegen............................ 44
Opgeslagen locaties............................ 43, 45
Overzicht plaatsing van componenten...... 16
P
Pijltoetsen.................................................. 20
Plaatsing van componenten, overzicht...... 16
Plaats vastleggen...................................... 43
Postcode
zoeken.................................................. 46
R
Reisplan opstellen..................................... 47
Reisplan wissen......................................... 48
Route-opties........................................ 53, 56
RSI, Road Sign Information....................... 56
07 Alfabetisch register
07
84
S
Schaal
wijzigen........................................... 45, 65
Schaal verkeersinformatie wijzigen........... 65
Scrollen...................................................... 33
Simulatie.................................................... 61
Standaardinstellingen................................ 14
Standaardinstellingen hervatten................ 60
Stembediening........................................... 22
Stembegeleiding........................................ 31
Symbolen
faciliteiten.............................................. 72
Systeem activeren....................................... 8
Systeeminstellingen................................... 14
Systeemopties........................................... 58
T
Terug naar het vertrekpunt........................ 45
Terugreis.................................................... 45
TMC-ontvanger.......................................... 17
Toetsenset................................................. 20
positie............................................. 17, 18
Traject vermijden....................................... 48
V
Verkeersbordinformatie............................. 56
Verkeersinformatie............................... 17, 52
uitzending............................................. 64
Verkeersmelding lezen......................... 52, 66
Verkeerssymbolen op de kaart.................. 64
Volgende bestemming op route................ 48
Volumeregeling stembegeleiding............... 17
W
Wijzigingen in het boekje........................... 13
Z
Zoeken
postcode............................................... 46
via punt op kaart................................... 45
Kdakd8Vg8dgedgVi^dc51%VUDI"51SJOUFEJO4XFEFO(zUFCPSH$PQZSJHIU©7PMWP$BS$PSQPSBUJPO
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88

Volvo 2014 Handleiding

Categorie
Navigators
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor