Garmin ECHOMAP Ultra serie de handleiding

Type
de handleiding
ECHOMAP
ULTRA 100/120
SERIE
INSTALLATIE-INSTRUCTIES
Belangrijke veiligheidsinformatie
WAARSCHUWING
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de
verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke
informatie.
Verwijder bij het aansluiten van de voedingskabel niet de
geïntegreerde zekeringhouder. Om het risico van letsel of
schade aan het product door brand of oververhitting te
voorkomen, dient de juiste zekering te worden gebruikt, zoals
vermeld in de productspecificaties. Als de voedingskabel wordt
aangesloten zonder gebruik van de juiste zekering, vervalt de
garantie op het product.
VOORZICHTIG
Draag altijd een veiligheidsbril, oorbeschermers en een
stofmasker tijdens het boren, zagen en schuren.
LET OP
Controleer voordat u gaat boren of zagen wat zich aan de
andere kant van het oppervlak bevindt.
Om de beste prestaties te garanderen en om schade aan uw
boot te voorkomen, moet u het toestel aan de hand van de
volgende instructies installeren.
Lees alle installatie-instructies zorgvuldig door voordat u met de
installatie begint. Neem contact op met Garmin
®
Product Support
als u problemen ondervindt tijdens het installeren.
Benodigde materialen
Boormachine
Boortjes
Beugelsteun: Boortjes en schroeven die geschikt zijn voor
oppervlak en bevestigingsmateriaal
Verzonken montage: Boortjes van 3,2 mm (
1
/
8
in.) en
9,5 mm (
3
/
8
in.)
Kruiskopschroevendraaier, nr. 2
Decoupeerzaag of slijptol
Vijl en schuurpapier
Watervaste kit (optioneel)
Aandachtspunten bij de montage
U kunt het toestel verzonken in het dashboard monteren, of het
toestel op de beugelsteun op het dashboard bevestigen.
Neem deze aandachtspunten in acht bij het kiezen van een
montagelocatie.
Op de montageplek moet het scherm duidelijk zichtbaar en
de knoppen makkelijk te bedienen zijn.
De montageplek moet sterk genoeg zijn om het gewicht van
het toestel en de voet te dragen.
De kabels moeten lang genoeg zijn om de onderdelen met
elkaar en met de voeding te verbinden.
Om interferentie met een magnetisch kompas te voorkomen,
mag het toestel niet dichter bij een kompas worden
geïnstalleerd dan op de kompasveilige afstand die is vermeld
in de productspecificaties.
Het toestel aan een beugel monteren
LET OP
Als u de beugel met schroeven bevestigt op glasvezel, kunt u
het beste bij het boren met een kleine verzinkboor alleen in de
bovenste gellaag een kleine verdieping aanbrengen. U voorkomt
hiermee dat er scheuren in de gellaag ontstaan als de
schroeven worden aangedraaid.
1
Selecteer de bevestigingsmaterialen die passen bij uw
montageoppervlak en de beugelsteun.
2
Gebruik de beugelsteun als montagesjabloon en markeer
de gaten door de schroefgaten .
3
Gebruik een boor die past bij het bevestigingsmateriaal om
de vier gaten te boren.
4
Gebruik de meegeleverde bevestigingsmaterialen om de
beugelsteun aan het montage-oppervlak te bevestigen.
5
Verwijder de beschermdoppen van de connectoren.
6
Plaats de houder in de beugelsteun en draai de
beugelsteunknoppen aan .
7
Sluit alle benodigde kabels aan op de houder en draai de
borgringen rechtsom om de kabels op de houder te
vergrendelen.
TIP: Bedek ongebruikte aansluitingen met de bevestigde
weerkapjes om te voorkomen dat de metalen contactpunten
roesten.
Het toestel verzonken monteren
LET OP
Wees voorzichtig wanneer u het gat zaagt om het toestel
verzonken te monteren. Er is slechts weinig ruimte tussen de
behuizing en de montagegaten. Als u het gat te groot zaagt, kan
het toestel mogelijk niet stabiel worden bevestigd.
Als u metaal gereedschap gebruikt zoals een schroevendraaier,
kunt u de trimkapjes of het toestel beschadigen. Gebruik indien
mogelijk plastic gereedschap.
U kunt het toestel in uw dashboard monteren met de sjabloon
voor verzonken montage en het juiste bevestigingsmateriaal.
1
Snijd de montagesjabloon uit en controleer of deze past op
de locatie waar u het toestel wilt monteren.
2
Bevestig de sjabloon op de montageplek.
3
Maak met een boor van 13 mm (
1
/
2
in.) een of meer gaten in
de hoeken van de ononderbroken lijn op de sjabloon om het
montageoppervlak voor te bereiden voor zagen.
4
Zaag met een decoupeerzaag of slijptol het
montageoppervlak uit langs de binnenkant van de
ononderbroken lijn op de sjabloon.
5
Plaats het toestel in de opening om te testen of dit past.
Maart 2019
190-02536-02_0A
6
Gebruik indien nodig een vijl en schuurpapier om de opening
heel precies op maat te krijgen.
7
Wrik voorzichtig de hoeken van de trimkapjes met een plat
stukje plastic of een schroevendraaier en verwijder de
trimkapjes.
8
Zorg ervoor dat de montagegaten op het toestel zijn uitgelijnd
met de boorgaten op de sjabloon.
9
Als de montagegaten in het toestel niet samenvallen met de
voorboorgaten in de sjabloon, markeert u op de sjabloon de
nieuwe locaties voor de voorboorgaten.
10
Gebruik een boor van 3,2 mm (
1
/
8
inch) om de gaatjes te
boren.
11
Verwijder de sjabloon van het montageoppervlak.
12
Plaats het toestel in de houder.
13
Installeer de rubberen pakking aan de achterzijde van het
toestel.
De rubberen pakking heeft een zelfklevende strip aan de
achterzijde. Verwijder de beschermfolie voordat u de pakking
aan het toestel bevestigt.
14
Sluit alle benodigde kabels aan en draai de borgringen
rechtsom om de kabels aan de houder te bevestigen voordat
u deze in de uitsparing plaatst.
TIP: Bedek ongebruikte aansluitingen met de weerkapjes om
te voorkomen dat de metalen contactpunten roesten.
15
Plaats het toestel in de opening.
16
Bevestig het toestel aan het montageoppervlak met de
meegeleverde schroeven.
17
Bevestig de trimkapjes door deze op hun plaats te klikken
rondom het toestel.
De kabels en connectors installeren
Aansluiten op de voeding
WAARSCHUWING
Verwijder bij het aansluiten van de voedingskabel niet de
geïntegreerde zekeringhouder. Om het risico van letsel of
schade aan het product door brand of oververhitting te
voorkomen, dient de juiste zekering te worden gebruikt, zoals
vermeld in de productspecificaties. Als de voedingskabel wordt
aangesloten zonder gebruik van de juiste zekering, vervalt de
garantie op het product.
1
Leid de voedingskabel naar de voedingsbron en het toestel.
2
Gebruik zo nodig een verlengkabel van 1.31 mm
2
(16 AWG)
of dikker.
3
Sluit de rode draad aan op de positieve pool van de accu (+)
en de zwarte draad op de negatieve pool van de accu (-).
4
Verbind de voedingskabel met het toestel en draai de
borgring naar rechts om hem vast te maken.
Draadboom
De draadboom dient voor aansluiting op NMEA
®
0183
toestellen en het delen van routegegevens en via-punten.
De draadboom verbindt het toestel met de voeding en NMEA
0183 toestellen.
Het toestel heeft een interne NMEA 0183 poort die wordt
gebruikt om NMEA 0183 compatibele toestellen aan te
sluiten.
Gebruik draden met een doorsnede van 1.31 mm
2
(16 AWG)
of groter als de voedings- of aardedraden moeten worden
verlengd.
Als u de NMEA 0183 draden of alarmdraden moet verlengen,
moet u daarvoor draden met een doorsnede van 0,33 mm
2
(22 AWG) gebruiken.
Onderdeel Draadfunctie Draadkleur
NMEA 0183 interne poort Rx (in) Bruin
NMEA 0183 interne poort Tx (uit) Blauw
Aarding (voeding en NMEA 0183) Zwart
Vermogen Rood
Het toestel op een transducer aansluiten
Ga naar www.garmin.com/transducers of neem contact op met
uw lokale Garmin dealer om te bepalen welke transducer het
beste aansluit op uw behoeften.
1
Volg de meegeleverde instructies om uw transducer correct
te installeren op uw boot.
2
Leid de transducerkabel naar de achterkant van uw toestel,
verwijderd van bronnen die elektronische interferentie
kunnen veroorzaken.
3
Sluit de transducerkabel aan op de juiste poort in de houder.
Het toestel in de houder installeren
Nadat de kabels op de houder zijn aangesloten, kunt u het
toestel in de houder plaatsen.
1
Plaats het voetstuk van het toestel onder in de houder.
2
Klik de bovenkant van het toestel vast in de richting van de
houder.
3
Druk op de knop op de ontgrendelingshendel en duw deze
omlaag tot het toestel vastklikt.
Het toestel uit de houder nemen
1
Druk op de knop op de ontgrendelingshendel op de houder
en trek de hendel omhoog.
2
2
Kantel het toestel naar voren en haal het uit de houder.
NMEA 2000
®
aandachtspunten
LET OP
Als u verbinding maakt met een bestaand NMEA 2000 netwerk,
moet u de NMEA 2000 voedingskabel identificeren. Er is slechts
één NMEA 2000 voedingskabel benodigd voor het NMEA 2000
netwerk om goed te werken.
Er moet een NMEA 2000 Power Isolator (010-11580-00) worden
gebruikt in installaties waar de bestaande NMEA 2000
netwerkfabrikant onbekend is.
Als u een NMEA 2000 voedingskabel installeert, moet u deze
verbinden met de contactschakelaar van de boot of via een
andere onderbrekingsschakelaar. NMEA 2000 toestellen zullen
uw accu leegtrekken indien de NMEA 2000 voedingskabel
rechtstreeks is aangesloten op de accu.
U kunt een toestel met een NMEA 2000 netwerk op uw boot
verbinden om gegevens te delen vanaf NMEA 2000 compatibele
toestellen zoals sensoren of een VHF-radio. De benodigde
NMEA 2000 kabels en connectors zijn apart verkrijgbaar.
Als u niet vertrouwd bent met NMEA 2000, lees dan het
hoofdstuk “NMEA 2000 Network Fundamentals” in de Technical
Reference for NMEA 2000 Products. Ga naar www.garmin.com
om dit document te downloaden en selecteer Manuals op de
productpagina voor uw toestel.
Via de poort met het label NMEA 2000 op de houder kunt u het
toestel verbinden met een standaard NMEA 2000 netwerk.
Onderdeel Beschrijving
ECHOMAP Ultra toestel
NMEA 2000 netwerkkabel
NMEA 2000 voedingskabel
Startschakelaar of onderbrekingsschakelaar
Voedingsbron van 12 V gelijkstroom
NMEA 2000 afsluitweerstand of backbone-kabel
NMEA 2000 T-connector
NMEA 2000 afsluitweerstand of backbone-kabel
Specificaties
Model Specificatie Afmetingen
Modellen van 10
inch
Afmetingen (B×H×D) 295 x 195 x 98 mm (11
3
/
5
x
7
7
/
10
x 3
9
/
10
in.)
Gewicht 2,35 kg (5,25 lb.)
Schermgrootte (B x H) 217 x 136 mm (8
1
/
2
x
5
2
/
5
in.)
Model Specificatie Afmetingen
Max. stroomverbruik
1
26 W
Nominale opgenomen
stroom bij 12 V gelijk-
stroom (RMS)
1
3 A
Max. opgenomen
stroom bij 12 V gelijk-
stroom (RMS)
1
6 A
Draadloze frequenties
en protocols
WiFi
®
, 2.4 GHz bij 17,2
dBm nominaal
ANT
®
, 2.4 GHz bij 3,1 dBm
nominaal
Bluetooth
®
, 2.4 GHz bij 1,2
dBm nominaal
Modellen van 12
inch
Afmetingen (B×H×D) 341 x 229 x 98 mm (13
2
/
5
x
9 x 3
9
/
10
in.)
Gewicht 3,05 kg (6,75 lb.)
Schermgrootte (B x H) 261 x 163 mm (10
3
/
10
x
6
2
/
5
in.)
Max. stroomverbruik
1
26 W
Nominale opgenomen
stroom bij 12 V gelijk-
stroom (RMS)
1
3,3 A
Max. opgenomen
stroom bij 12 V gelijk-
stroom (RMS)
1
6,1 A
Draadloze frequenties
en protocols
WiFi, 2.4 GHz bij 18,5
dBm nominaal
ANT, 2.4 GHz bij 1,2 dBm
nominaal
Bluetooth, 2.4 GHz bij 1,0
dBm nominaal
Alle modellen Materiaal Polycarbonaat
Waterbestendigheid
2
IEC 60529 IPX7
Temperatuurbereik Van -15° tot 55°C (van 5°
tot 131°F)
Ingangsspanning Van 9 tot 18 V gelijkstroom
Zekering 8 A
Kompasveilige afstand 65 cm (25,6 in.)
NMEA 2000 LEN 1
NMEA 2000 stroom-
verbruik
Max. 39 mA
Schermresolutie 1280 x 800 pixels
Geheugenkaart 2 microSD
®
kaartsleuven,
voor kaarten van maximaal
32 GB
Max. aantal waypoints 5000
Max. aantal routes 100
Max. aantal actieve
spoorpunten
50.000 punten, 50
opgeslagen sporen
Schermtype WXGA
Afstand tot dichtstbij-
zijnde obstakel
150 mm (6 in.)
Sonarmodellen Frequenties Traditioneel: 50, 77, 83 of
200 kHz
CHIRP Garmin ClearVü:
260, 455 of 800 kHz
CHIRP SideVü: 260, 455,
800 of 1100 kHz
Zendvermogen 600 W
Maximumdiepte 701 m (2300 ft.) bij 77 kHz
1
Afhankelijk van transducer.
2
Het toestel is bestand tegen incidentele blootstelling aan water
tot een diepte van 1 meter gedurende maximaal 30 minuten. Ga
voor meer informatie naar www.garmin.com/waterrating.
3
NMEA 2000 PGN informatie
Zenden en ontvangen
PGN Beschrijving
059392 ISO bevestiging
059904 ISO-aanvraag
060928 ISO adresreservering
126208 NMEA: Opdracht, aanvraag en bevestiging groepfunctie
126996 Productinformatie
127250 Voorliggende koers van vaartuig
128259 Snelheid: Door het water
128267 Waterdiepte
129539 GNSS DOP's
129799 Radiofrequentie, modus en vermogen
130306 Windgegevens
130312 Temperatuur
Zenden
PGN Beschrijving
126464 PGN-lijst verzenden en ontvangen (groepfunctie)
127258 Magnetische variatie
129025 Positie: Snelle update
129026 COG en SOG: Snelle update
129029 GNSS positiegegevens
129283 Koersfout
129284 Navigatiegegevens
129285 Navigatieroute en via-puntinformatie
129540 GNSS satellieten in weergavemodus
Ontvangen
PGN Beschrijving
127245 Roer
127250 Voorliggende koers van vaartuig
127488 Motorparameters: Snelle update
127489 Motorparameters: Dynamisch
127493 Transmissieparameters: Dynamisch
127498 Motorparameters: Vaste gegevens
127505 Vloeistofniveau
129038 AIS klasse A positierapport
129039 AIS klasse B positierapport
129040 AIS klasse B uitgebreid positierapport
129794 AIS klasse A vaste gegevens en vaargegevens
129798 AIS, SAR, positierapport voor vliegtuigen
128000 Nautische drifthoek
129802 AIS, veiligheidsgerelateerd uitgezonden bericht
129808 DSC Call-informatie
130310 Omgevingsparameters
130311 Omgevingsparameters (verouderd)
130313 Vochtigheid
130314 Actuele druk
130576 Status van kleine vaartuigen
© 2019 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen
Garmin
®
en het Garmin logo zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar
dochtermaatschappijen, geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen.
ECHOMAP
is een handelsmerk van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen. Deze
handelsmerken mogen niet worden gebruikt zonder uitdrukkelijke toestemming van
Garmin.
Het woordmerk en de logo's van
BLUETOOTH
®
zijn eigendom van Bluetooth SIG, Inc.
en voor het gebruik van deze merknaam door Garmin is een licentie verkregen. NMEA
®
,
NMEA 2000
®
, het NMEA 2000 logo en NMEA
®
zijn gedeponeerde handelsmerken van de
National Maritime Electronics Association.
microSD
®
en het microSD logo zijn
handelsmerken van SD-3C, LLC.WiFi
®
is een geregistreerd handelsmerk van Wi-Fi
Alliance Corporation.
support.garmin.com
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4

Garmin ECHOMAP Ultra serie de handleiding

Type
de handleiding