iiii 1
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
Opmerkingen over de camera:
Bewaar of gebruik de camera niet op de volgende locaties:
• Op plaatsen die zijn blootgesteld aan regen, hoge
vochtigheid en stof.
• Op een plaats waar de camera rechtstreeks kan worden
blootgesteld aan het zonlicht of hoge temperaturen, zoals
in een gesloten auto tijdens de zomer.
• Op een plaats waar de camera wordt blootgesteld aan
een sterk magnetisch veld, bijv. in de buurt van motoren,
transformatoren of magneten.
Plaats de camera niet op een nat oppervlak of op een plaats
waar water of zand in contact met de camera kan komen,
anders kan de camera onherstelbare schade oplopen.
Als de camera gedurende een langere periode niet gebruikt wordt,
bevelen wij aan om de batterij en de geheugenkaart uit de camera
te halen en deze in een droge omgeving te bewaren.
Als u de camera plots van een koude naar warme plaats
brengt, kan er vochtcondensatie optreden in de camera. Wij
raden u aan even te wachten voordat u de camera inschakelt.
Als er water in de camera is gekomen, zet de camera dan uit,
verwijder de batterijen en de geheugenkaart. Laat de camera
24 uur drogen aan de lucht, alvorens deze weer te gebruiken.
Als de camera tijdens het gebruik warm wordt, verwijder
dan voorzichtig de batterijen en laat deze eerst afkoelen, of
vervang ze door nieuwe.
Opmerkingen over de batterij:
Wanneer u de batterijen verkeerd gebruikt, kunnen ze
lekken, warm worden, ontsteken of ontploen. Leef altijd de
onderstaande voorzorgsmaatregelen na.
• Stel de batterijen niet bloot aan water en zorg er vooral
voor dat de terminals droog blijven.
• Verwarm de batterijen niet of gooi ze niet in het vuur.
• Probeer de batterijen niet te vervormen, demonteren of aan te passen.
Houd de batterijen buiten het bereik van baby’s en kleine kinderen.
Op koude plaatsen kunnen de batterijprestaties afnemen en
kan de gebruiksduur aanzienlijk worden verkort.
Opmerkingen over de geheugenkaart:
Wanneer u een nieuwe geheugenkaart of een geheugenkaart die
door een pc is geïnitialiseerd gebruikt, moet u de kaart formatteren
met uw digitale camera voordat u het toestel gebruikt.
Voor het bewerken van foto’s, kopieer de fotogegevens eerst
naar de harde schijf van de PC.
Wijzig niet de naam van de map of het bestand in de ge-
heugenkaart van de computer. Het opgemaakte bestand
verschijnt niet op het LCD-scherm van de camera. Voor het
opmaken van fotogegevens, kopieer svp eerst de fotogege-
vens naar de harde schijf van de computer.
De foto’s die deze camera neemt, worden opgeslagen in de
map die automatisch in de SD-kaart gegenereerd wordt. Sla
echter aub geen foto's op die niet door dit cameramodel geno-
men zijn, want dan wordt de foto niet herkend als de camera
in playbackmodus staat. Stel de camera ook niet bloot aan
omgevingen met slechte weersomstandigheden, zoals voch-
tigheid, of extreme temperaturen, want dit kan de levensduur
van uw camera verkorten of de batterijen beschadigen.
Verwijder niet de geheugenkaart zonder de digitale camera uit
te zetten zodat er geen risico voor uw geheugenkaart bestaat.
Zet de digitale camera niet uit als er een schrijfproces bezig is,
zodat onvolledige gegevensopschrijving en beschadigde foto’s
vermeden worden.
Plaats de geheugenkaart op één lijn alvorens deze er in te
doen. Forceer de geheugenkaart niet in de sleuf.