5.4 Temperatuurweergave
Dit apparaat wordt verkocht
in Frankrijk.
In overeenstemming met de
richtlijnen die gelden in dit
land, moet dit apparaat
worden geleverd met een
speciaal onderdeel (zie
afbeelding). Dit onderdeel is
geplaatst in de onderste lade
van de koelkast om de
koudste zone aan te geven.
6. AANWIJZINGEN EN TIPS
6.1 Normale bedrijfsgeluiden:
De volgende geluiden zijn normaal tijdens
de werking:
• Een zacht gorgelend en borrelend
geluid als het koelmiddel door leidingen
wordt gepompt.
• Een zoemend en kloppend geluid van
de compressor als het koelmiddel
wordt rondgepompt.
• Een plotseling krakend geluid uit de
binnenkant van het apparaat
veroorzaakt door thermische uitzetting
(een natuurlijk en ongevaarlijk
natuurkundig fenomeen).
• Een zacht klikkend geluid van de
thermostaat als de compressor aan of
uit gaat.
6.2 Tips voor energiebesparing
• De deur niet vaker openen of open
laten staan dan strikt noodzakelijk.
• Als de omgevingstemperatuur hoog is,
de thermostaatknop op een lage
temperatuur staat en het apparaat
volledig gevuld is, kan de compressor
continu aan staan waardoor er ijs op
de verdamper ontstaat. Als dit gebeurt,
zet u de thermostaatknop naar een
warmere instelling om de koelkast
automatisch te laten ontdooien en zo
elektriciteitsverbruik te besparen.
6.3 Tips voor het koelen van
vers voedsel
Om de beste prestatie te verkrijgen:
• zet geen warm voedsel of
verdampende vloeistoffen in de
koelkast
• dek het voedsel af of verpak het, in het
bijzonder als het een sterke geur heeft
• plaats het voedsel zodanig dat de lucht
er vrijelijk omheen kan circuleren
6.4 Tips voor het koelen
Nuttige tips:
• Vlees (alle soorten): in plastic zakken
verpakken en op het glazen schap
leggen, boven de groentelade.
• Bewaar het, voor de veiligheid, slechts
een of maximaal twee dagen op deze
manier.
• Gekookt voedsel, koude schotels, enz:
deze moeten afgedekt worden en
mogen op willekeurig welk schap gezet
worden.
• Fruit en groente: deze moeten
zorgvuldig schoongemaakt worden en
in de speciaal daarvoor bedoelde
lade(n) geplaatst worden.
• Boter en kaas: dit moet in speciale
luchtdichte bakjes gelegd of in
aluminiumfolie of plastic zakjes
gewikkeld worden om zoveel mogelijk
lucht in te sluiten.
• Flessen: deze moeten een dop hebben
en opgeslagen worden oftewel in het
flessenrek of het deurflessenrek (indien
voorzien).
• Bananen, aardappelen, uien en
knoflook, indien niet verpakt, mogen
niet in de koelkast bewaard worden.
www.electrolux.com8