Zanussi ZNTN19ES1 Handleiding

Categorie
Diepvriezers
Type
Handleiding
GA NAAR ONZE WEBSITE VOOR:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, onderhouds- en reparatie-in-
formatie:
www.zanussi.com/support
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en
gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor verwondingen of schade die voortvloeit uit de onjuiste
installatie of het onjuiste gebruik. Bewaar de instructies altijd op
een veilige, toegankelijke plek voor toekomstig gebruik.
VEILIGHEID VAN KINDEREN EN KWETSBARE
MENSEN
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en
ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of
verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis,
indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen
over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Kinderen in de leeftijd van 3 tot 8 jaar mogen het apparaat
laden en lossen op voorwaarde dat ze goed zijn geïnstrueerd.
Dit apparaat mag worden gebruikt door personen met zware en
complexe beperkingen, indien ze duidelijk zijn geïnstrueerd.
Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, mits zij voortdurend onder
toezicht staan, bij het apparaat uit de buurt te worden
gehouden.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
Houd alle verpakkingen uit de buurt van kinderen en verwijder
ze op gepaste wijze.
ALGEMENE VEILIGHEID
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik in huishoudelijke en
soortgelijke toepassingen, zoals:
2
boerderijen, personeelskeukens in winkels, kantoren of
andere werkomgevingen;
Door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts en andere
woonomgevingen.
Neem de volgende instructies in acht om besmetting van
voedsel te voorkomen:
open de deur niet gedurende lange perioden;
reinig regelmatig oppervlakken die in contact kunnen komen
met voedsel en toegankelijke afwateringssystemen;
bewaar rauw vlees en vis in geschikte recipiënten in de
koelkast, zodat het niet in contact komt met of druppelt op
andere levensmiddelen.
WAARSCHUWING: Houd de ventilatieopeningen altijd vrij van
obstructies; dit geldt zowel voor losstaande als ingebouwde
modellen.
WAARSCHUWING: Gebruik geen mechanische of andere
middelen om het ontdooiproces te versnellen, behalve die
middelen die door de fabrikant zijn aanbevolen.
WAARSCHUWING: Let op dat u het koelcircuit niet
beschadigt.
WAARSCHUWING: Gebruik geen elektrische apparaten in de
koelkast, tenzij deze door de fabrikant worden aanbevolen.
Gebruik geen waterstralen en stoom om het apparaat te
reinigen.
Maak het apparaat schoon met een vochtige zachte doek.
Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen
voorwerpen.
Als het apparaat lange tijd leeg is, schakel het dan uit, ontdooi,
reinig en droog het en laat de deur open om te voorkomen dat
er schimmel in het apparaat ontstaat.
Bewaar geen explosieve stoffen zoals spuitbussen met een
ontvlambaar drijfgas in dit apparaat.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze
vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
3
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
INSTALLATIE
WAARSCHUWING! Alleen een
erkende installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
Gebruik het apparaat niet voordat u het in de
ingebouwde structuur installeert omwille van
veiligheidsredenen.
Volg de installatie-instructies die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat,
want het is zwaar. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
Zorg ervoor dat rond het apparaat lucht kan
circuleren.
Bij de eerste installatie of na het omdraaien van
de deur moet u minstens 4 uur wachten voordat
u het apparaat op de stroom aansluit. Hierdoor
kan de olie terug in de compressor stromen.
Trek de stekker uit het stopcontact voordat u
handelingen aan het apparaat uitvoert (bijv. het
omdraaien van de deur).
Installeer het apparaat niet in de nabijheid van
radiatoren, fornuizen, ovens of kookplaten.
Stel het apparaat niet bloot aan regen.
Installeer het apparaat niet op een plaats met
direct zonlicht.
Installeer dit apparaat niet in ruimtes die te
vochtig of te koud zijn.
Til de voorkant van het apparaat op als u hem
wilt verplaatsen, om krassen op de vloer te
voorkomen.
Het apparaat bevat een zakje droogmiddel. Dit
is geen speelgoed. Dit is geen levensmiddel.
Gooi het onmiddellijk weg.
AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET
WAARSCHUWING! Gevaar voor
brand en elektrische schokken.
WAARSCHUWING! Zorg er bij het
plaatsen van het apparaat voor dat het
stroomsnoer niet klem zit of wordt
beschadigd.
WAARSCHUWING! Gebruik geen
meerwegstekkers en verlengsnoeren.
Dit apparaat moet worden aangesloten op een
geaard stopcontact.
Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de netstroom.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
Zorg dat u de elektrische onderdelen
(hoofdstekker, kabel, compressor) niet
beschadigt. Neem contact met de erkende
servicedienst of een elektricien om de
elektrische onderdelen te wijzigen.
De stroomkabel moet lager blijven dan het
niveau van de stopcontact.
Steek de stekker pas in het stopcontact als de
installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los
te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
GEBRUIK
WAARSCHUWING! Gevaar op
letsel, brandwonden of elektrische
schokken.
Het apparaat bevat ontvlambaar gas,
isobutaan (R600a), een aardgas met een hoge
ecologische compatibiliteit. Zorg ervoor dat u het
koelcircuit dat isobutaan bevat, niet beschadigt.
De
specificatie van dit apparaat niet wijzigen.
Plaats geen elektrische apparaten (bijv.
ijsmachines) in het apparaat tenzij uitdrukkelijk
geschikt verklaard door de fabrikant.
Als er schade aan het koelcircuit optreedt, zorg
er dan voor dat er zich geen vlammen en andere
ontstekingsbronnen in de kamer bevinden.
Lucht de ruimte indien dit gebeurt.
Zet geen hete items op de kunststofonderdelen
van het apparaat.
Plaats geen koolzuurhoudende dranken in het
vriesvak. Dit zal extra druk in de drankfles
veroorzaken.
Bewaar geen ontvlambare gassen en
vloeistoffen in het apparaat.
Plaats geen ontvlambare producten of items die
vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of
op het apparaat.
Raak de compressor of condensator niet aan.
Ze zijn heet.
Zorg ervoor dat u nooit met natte of vochtige
handen items uit het vriesvak verwijderd of
aanraakt.
Vries ontdooide voedingswaren nooit opnieuw
in.
4
Bewaar de voedingswaren volgens de
instructies op de verpakking.
Wikkel het voedsel in eender welk
contactmateriaal voor voedsel alvorens het in
het vriesvak te plaatsen.
BINNENVERLICHTING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
elektrische schokken.
Met betrekking tot de lamp(en) in dit product en
reservelampen die afzonderlijk worden verkocht:
Deze lampen zijn bedoeld om bestand te zijn
tegen extreme fysieke omstandigheden in
huishoudelijke apparaten, zoals temperatuur,
trillingen, vochtigheid, of zijn bedoeld om
informatie te geven over de operationele status
van het apparaat. Ze zijn niet bedoeld voor
gebruik in andere toepassingen en zijn niet
geschikt voor verlichting in huishoudelijke
ruimten.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel of schade aan het apparaat.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit
het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
Het koelcircuit van dit apparaat bevat
koolwaterstoffen. Enkel bevoegde personen
mogen de eenheid onderhouden en herladen.
Controleer regelmatig de afvoer van het
apparaat en reinig het indien nodig. Indien de
afvoer verstopt is, zal er water op de bodem van
het apparaat liggen.
SERVICE
Neem contact op met de erkende servicedienst
voor reparatie van het apparaat. Gebruik
uitsluitend originele reserveonderdelen.
Houd er rekening mee dat zelfreparatie of niet-
professionele reparatie gevolgen kan hebben
voor de veiligheid en de garantie kan doen
vervallen.
De volgende reserveonderdelen zijn
beschikbaar gedurende 7 jaar nadat het model
is stopgezet: thermostaten,
temperatuursensoren, printplaten, lichtbronnen,
deurklinken, deurscharnieren, trays en manden.
Houd er rekening mee dat sommige van deze
reserveonderdelen alleen beschikbaar zijn voor
professionele reparateurs en dat niet alle
reserveonderdelen relevant zijn voor alle
modellen.
Deurpakkingen zijn beschikbaar tot 10 jaar
nadat het model is stopgezet.
VERWIJDERING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel of verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit
weg.
Verwijder de deur om te voorkomen dat
kinderen en huisdieren opgesloten raken in het
apparaat.
Het koelcircuit en de isolatiematerialen van dit
apparaat zijn ozonvriendelijk.
Het isolatieschuim bevat ontvlambare gassen.
Neem contact met uw plaatselijke overheid voor
informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van
het apparaat.
Veroorzaak geen schade aan het deel van de
koeleenheid dat zich naast de warmtewisselaar
bevindt.
INSTALLATIE
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
WAARSCHUWING! Raadpleeg het
installatie-instructiedocument om uw
apparaat te installeren.
WAARSCHUWING! Zet het apparaat
vast in overeenstemming met de
installatie-instructies om een risico op
instabiliteit van het apparaat te
voorkomen.
5
AFMETINGEN
B
A
H1
W1
D1
W2
D2
W3
D3
9
Totale afnmetingen ¹
H1 mm 1884
W1 mm 548
D1 mm 549
¹ de hoogte, breedte en diepte van het apparaat
zonder de handgreep en de voeten
Benodigde ruimte in gebruik ²
H2 (A+B) mm 1936
W2 mm 548
D2 mm 551
A mm 1894
Benodigde ruimte in gebruik ²
B mm 36
² de hoogte, breedte en diepte van het apparaat
inclusief de handgreep, plus de ruimte die nodig is
voor de vrije circulatie van de koellucht
Totale benodigde ruimte in gebruik ³
H3 (A+B) mm 1936
W3 mm 548
D3 mm 1071
³ de hoogte, breedte en diepte van het apparaat
inclusief de handgreep, plus de ruimte die nodig is
voor de vrije circulatie van de koellucht, plus de
ruimte die nodig is om de deur te openen tot de
6
minimale hoek waardoor alle interne apparatuur kan
worden verwijderd
LOCATIE
Installeer het apparaat niet in de buurt van een
warmtebron (oven, kachels, radiatoren, fornuizen of
kookplaten) of op een plek met direct zonlicht om
de beste functionaliteit van het apparaat te
garanderen. Zorg ervoor dat lucht vrij kan circuleren
rond de achterkant van de kast.
POSITIONERING
Dit apparaat moet in een droge, goed geventileerde
positie binnenshuis worden geïnstalleerd.
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik bij een
omgevingstemperatuur variërend van 10°C tot
43°C.
De juiste werking van het apparaat kan
enkel gegarandeerd worden als het
opgegeven temperatuurbereik wordt
gerespecteerd.
Als u twijfels hebt over waar het
apparaat te installeren, raadpleeg dan
de verkoper, de klantenservice of de
dichstsbijzijnde erkende servicedienst.
Het moet mogelijk zijn het apparaat
van de hoofdstroomtoevoer af te
halen. De stekker moet daarom na
installatie gemakkelijk toegankelijk zijn.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
Zorg er vóór het aansluiten voor dat het voltage
en de frequentie op het typeplaatje
overeenkomen met de stroomtoevoer in uw huis.
Dit apparaat moet worden aangesloten op een
geaard stopcontact. De netsnoerstekker is
voorzien van een contact voor dit doel. Als het
stopcontact niet geaard is, sluit het apparaat
dan aan op een afzonderlijk aardepunt, in
overeenstemming met de geldende regels.
Raadpleeg hiervoor een gekwalificeerd
elektricien.
De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld
worden als bovenstaande
veiligheidsvoorschriften niet opgevolgd worden.
Dit apparaat voldoet aan de EEG -richtlijnen.
VENTILATIEVEREISTEN
De luchtcirculatie achter het apparaat moet
voldoende zijn.
5 cm
min.
200 cm
2
min.
200 cm
2
LET OP! Raadpleeg de installatie-
instructies voor de installatie.
OMKEERBAARHEID VAN DE DEUR
Raadpleeg het afzonderlijke document met
instructies voor installatie en omdraaien van de
deur.
LET OP! Bedek tijdens iedere fase
van het omdraaien van de deur de
vloer met een duurzaam materiaal om
krassen te voorkomen.
BEDIENINGSPANEEL
5
1
678 4 3 2
7
1
Display
2
Toets om de temperatuur van de vriezer hoger
te zetten
3
Toets om de temperatuur van de vriezer lager te
zetten
4
OK
5
Mode
6
Toets om de temperatuur van de koelkast hoger
te zetten
7
Toets om de temperatuur van de koelkast lager
te zetten
8
ON/OFF
Het is mogelijk om het vooraf ingestelde geluid van
toetsen te wijzigen door de Mode-toets en de toets
om de temperatuur kouder te zetten, tegelijkertijd
gedurende enkele seconden in te drukken. U kunt
deze wijziging ongedaan maken.
DISPLAY
Off
min
A B C D E F G
I HJKL
A. Indicatielampje koelvak
B. Indicatielampje timer
/Indicatielampje temperatuur
C. ON/OFF -lampje
D. FastCool -functie
E. Holiday -modus
F. FastFreeze -functie
G. Indicatielampje temperatuur
H. Indicatie vriesvak
I. Alarmlampje
J. ChildLock -functie
K. DrinksChill -functie
L. DYNAMICAIR -functie
INSCHAKELEN
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Druk op de ON/OFF-toets van het apparaat als
het display uit is. Het temperatuurlampje toont
de ingestelde standaardtemperatuur.
Zie 'Temperatuurregeling' om een andere
temperatuur in te stellen.
Zie als "dEMo" op het display verschijnt het
hoofdstuk 'Problemen oplossen'.
UITSCHAKELEN
1. Druk de ON/OFF-toets van het apparaat
gedurende 3 seconden in.
Het display wordt uitgeschakeld.
2. Trek de stekker uit het stopcontact.
TEMPERATUURREGELING
Stel de temperatuur van het apparaat in door op de
temperatuurregelaren te drukken.
Standaard aanbevolen ingestelde temperatuur is:
+4°C voor de koelkast
-18°C voor de vriezer
Het temperatuurbereik kan variëren tussen -15°C
en -24°C voor de vriezer en tussen 2°C en 8°C
voor de koelkast.
De temperatuurweergave toont de ingestelde
temperatuur.
De ingestelde temperatuur zal binnen
24 uur worden bereikt.
Na een stroomonderbreking blijft de
ingestelde temperatuur opgeslagen.
DE KOELKAST INSCHAKELEN
Om de koelkast aan te zetten, drukt u gewoon op
de temperatuurregelaar van de koelkast. Om de
koelkast op de andere manier in te schakelen:
1. Druk op Mode tot het bijbehorende pictogram
verschijnt.
Het lampje OFF van de koelkast knippert.
2. Druk op OK om te bevestigen.
Het lampje OFF van de koelkast gaat uit en het
lampje van het koelvak wordt uitgeschakeld.
Zie 'Temperatuurregeling' om een
andere temperatuur in te stellen.
DE KOELKAST UITSCHAKELEN
Het is mogelijk om alleen het koelvak uit te
schakelen en de vriezer ingeschakeld te houden.
1. Druk op Mode totdat de indicator van het
koelvak verschijnt.
Het lampje OFF van de koelkast en het lampje van
het koelvak knipperen.
8
Het temperatuurlampje van de koelkast toont
streepjes.
2. Druk op OK om te bevestigen.
Het lampje OFF van de koelkast en het lampje van
het koelvak zijn uitgeschakeld.
FASTCOOL -FUNCTIE
Als u een grote hoeveelheid warm voedsel,
bijvoorbeeld na het doen van de boodschappen, in
de koelkast wilt plaatsen, adviseren wij u de
FastCool in te schakelen om deze producten
sneller te koelen en om te voorkomen dat voedsel
dat al in de koelkast ligt, warm wordt.
1. Druk op Mode tot het bijbehorende pictogram
verschijnt.
Het FastCool-lampje knippert.
2. Druk op OK om te bevestigen.
Het FastCool-lampje wordt getoond. De ventilator
wordt automatisch geactiveerd voor de functieduur.
Deze functie stopt automatisch na ongeveer 6 uur.
U kunt de functie FastCool uitschakelen voordat
deze automatisch wordt beëindigd door de
procedure te herhalen of door een andere
ingestelde koelkasttemperatuur te selecteren.
HOLIDAY -MODUS
In deze modus kunt u het koelvak leeg houden
tijdens een lange vakantieperiode, waardoor er
minder vieze luchtjes ontstaan, terwijl het vriesvak
normaal kan werken.
1. Druk op Mode tot het bijbehorende pictogram
verschijnt.
Het Holiday-lampje knippert. Het
temperatuurlampje toont de ingestelde
temperatuur.
2. Druk op OK om te bevestigen.
Het Holiday-lampje wordt getoond.
Deze stand schakelt uit na een andere
temperatuur te hebben gekozen.
FASTFREEZE -FUNCTIE
De FastFreeze wordt gebruikt voor het voorvriezen
en snel invriezen in volgorde van het vriesvak. Deze
functie versnelt het invriezen van vers voedsel en
beschermt voedsel dat reeds is geconserveerd
tegen ongewenste opwarming.
Activeer om vers voedsel in te vriezen
de FastFreeze-functie ten minste 24
uur voordat u het voedsel erin plaatst
om het voorvriezen te voltooien.
1. Druk om deze functie aan te zetten op de knop
Mode tot het bijbehorende pictogram
verschijnt.
Het FastFreeze-lampje knippert.
2. Druk op de OK-knop om te bevestigen.
Het FastFreeze-lampje wordt getoond.
Deze functie stopt automatisch na 52 uur.
U kunt de functie FastFreeze uitschakelen voordat
deze automatisch wordt beëindigd door de
procedure te herhalen totdat het FastFreeze-lampje
uit gaat of door een andere ingestelde temperatuur
te selecteren.
DYNAMICAIR -FUNCTIE
Het koelvak is voorzien van een apparaat dat snelle
koeling van voedsel mogelijk maakt en zorgt voor
een gelijkmatigere temperatuur in het vak.
Dit apparaat wordt automatisch geactiveerd
wanneer dat nodig is of wordt handmatig
geactiveerd.
Om de functie aan te zetten:
1. Druk op de Mode-knop tot het bijbehorende
pictogram verschijnt.
Het DYNAMICAIR-lampje knippert.
2. Druk op de OK-knop om te bevestigen.
Het DYNAMICAIR-lampje wordt getoond.
Om de functie uit te schakelen, herhaalt u de
procedure totdat het bijbehorende pictogram
DYNAMICAIR uit gaat.
Als de functie automatisch wordt
geactiveerd, wordt het DYNAMICAIR-
indicatielampje niet weergegeven (zie
"Dagelijks gebruik").
Het activeren van de functie
DYNAMICAIR verhoogt het
energieverbruik.
Het dynamisch luchtapparaat stopt als de deur
open is en start onmiddellijk opnieuw nadat de deur
is gesloten.
CHILDLOCK -FUNCTIE
Activeer de functie ChildLock om de bediening van
de knoppen te vergrendelen tegen onbedoelde
bediening.
1. Druk op Mode tot het bijbehorende pictogram
verschijnt.
Het ChildLock-lampje knippert.
2. Druk op OK om te bevestigen.
Het ChildLock-lampje wordt getoond.
Om de functie ChildLock uit te schakelen, herhaalt
u de procedure totdat het bijbehorende lampje
ChildLock uit gaat.
9
DRINKSCHILL -FUNCTIE
De DrinksChill-functie moet worden gebruikt om
een geluidsalarm op de gewenste tijd in te stellen.
Dit is bijvoorbeeld handig als in een recept staat
dat producten een bepaalde tijd moet afkoelen.
Deze functie is ook handig als u eraan moet worden
herinnerd dat u flessen of blikken in de vriezer hebt
gelegd om snel af te koelen.
1. Druk op Mode tot het bijbehorende pictogram
verschijnt.
Het DrinksChill-lampje knippert.
De Timer toont gedurende enkele seconden de
ingestelde waarde (30 minuten).
2. Druk op de timertoets om de waarde van de
timer te wijzigen van 1 tot 90 minuten.
3. Druk op OK om te bevestigen.
Het DrinksChill-lampje wordt getoond.
De timer begint (min) te knipperen.
Op het einde van de aftelling knippert het lampje "0
min" en klinkt een alarm. Druk op de OK om het
geluid uit te schakelen en de functie te beëindigen.
Om de functie uit te schakelen, herhaalt u de
procedure totdat DrinksChill uit gaat.
Het is mogelijk om te allen tijde tijdens
het aftellen en voor het einde van de
ingestelde tijd, de tijd te veranderen
door op de toets voor het lager zetten
van de temperatuur en op de toets
voor het hoger zetten van de
temperatuur te drukken.
ALARM BIJ HOGE TEMPERATUUR
Bij een temperatuurstijging in het vriesvak
(bijvoorbeeld door een eerdere stroomstoring)
knipperen de alarm- en vriestemperatuurindicatoren
en gaat het geluid aan.
Om het alarm uit te schakelen:
1. Druk op een willekeurige toets.
Het geluid wordt uitgeschakeld.
2. De temperatuurweergave van de vriezer toont
de hoogste temperatuur gedurende een aantal
seconden en vervolgens geeft het display de
ingestelde temperatuur opnieuw weer.
Het alarmindicatielampje blijft
knipperen totdat de normale
omstandigheden zijn hersteld.
Als u geen knop indrukt, schakelt het
geluid na ongeveer een uur
automatisch uit om storingen te
voorkomen.
ALARM BIJ OPEN DEUR
Als de deur van de koelkast gedurende ongeveer 5
minuten open blijft staan, klinkt er een geluid en
gaat het alarm-controlelampje knipperen.
Het alarm stop als de deur wordt gesloten. Tijdens
het alarm kan het geluid worden gedempt door op
een willekeurige knop te drukken.
Als u geen knop indrukt, schakelt het
geluid na ongeveer een uur
automatisch uit om storingen te
voorkomen.
DAGELIJKS GEBRUIK
HET PLAATSEN VAN DE DEURSCHAPPEN
Om het bewaren van voedselverpakkingen van
verschillende afmetingen mogelijk te maken, kunnen
de schappen op verschillende hoogtes worden
geplaatst.
1. Trek het schap enigszins omhoog totdat het
loskomt.
2. Opnieuw plaatsen zoals gewenst.
10
Het model is voorzien van een variabel
bewaarvak dat naar de zijkant kan worden
geschoven.
VERPLAATSBARE SCHAPPEN
De wanden van de koelkast zijn voorzien van een
aantal glijschoenen zodat de schappen op de
gewenste plaats gezet kunnen worden.
Verwijder de glasplaat boven de
groentelade niet om een goede
luchtcirculatie te garanderen.
GROENTELADE
De lade is geschikt voor het opbergen van fruit en
groente.
Verwijder de lade (bijv. om schoon te maken):
1. Trek de lade eruit en til hem op.
2. Duw de rails in de kast om schade aan het
apparaat te voorkomen bij het sluiten van de
deur.
Om weer in elkaar te zetten:
1. Trek de rails eruit.
11
2. Plaats het achterste deel van de lade (1) op de
rails.
2
1
3. Houd de voorkant van de lade (2) omhoog
terwijl u de lade naar binnen duwt.
4. Druk het voorste deel van de lade naar
beneden.
Trek de lade er weer uit en controleer
of deze correct op zowel de achterste
als de voorste haken is geplaatst.
DYNAMICAIR
Het koelvak is voorzien van een apparaat dat snelle
koeling van voedsel mogelijk maakt en zorgt voor
een gelijkmatigere temperatuur in het vak.
Dit apparaat wordt automatisch geactiveerd
wanneer dat nodig is.
Het is ook mogelijk om het apparaat handmatig in
te schakelen indien nodig (zie “DYNAMICAIR
functie”).
De ventilator werkt alleen als de deur
gesloten is.
VERS VOEDSEL INVRIEZEN
Het vriesvak is geschikt voor het invriezen van vers
voedsel en om diepvriesvoedsel langere tijd te
bewaren.
Activeer om vers voedsel in te vriezen de
FastFreeze-functie ten minste 24 uur voordat u het
in te vriezen voedsel in het vriesvak legt.
Bewaar het verse voedsel gelijkmatig verdeeld in
het derde vak of de derde lade vanaf de bovenkant.
De maximale hoeveelheid levensmiddelen die
kunnen worden ingevroren zonder andere verse
levensmiddelen toe te voegen, gedurende 24 uur,
staat aangegeven op het typeplaatje (een label dat
zich aan de binnenkant van het apparaat bevindt).
Wanneer het invriesproces is voltooid, keert het
apparaat automatisch terug naar de vorige
temperatuurinstelling (zie "FastFreeze-functie").
HET BEWAREN VAN INGEVROREN
VOEDSEL
Als u het apparaat voor het eerst of na een periode
dat het niet is gebruikt inschakelt, dient u voordat u
de producten in het vak legt het apparaat minstens
3 uur te laten werken met de FastFreeze-functie
ingeschakeld.
De vriesladen zorgen ervoor dat u het
voedselpakket dat u wenst, snel en makkelijk kan
vinden. Indien grote hoeveelheden voedsel moeten
worden bewaard, verwijder dan alle lades behalve
de onderste lade die nodig is voor een goede
luchtcirculatie.
Leg het voedsel op minstens 15 mm afstand van de
deur.
LET OP! In het geval van onbedoelde
ontdooiing, bijvoorbeeld als de stroom
langer is uitgevallen dan de duur die
op het typeplaatje "tijdsduur" is
vermeld, moeten ontdooide
etenswaren snel geconsumeerd
worden of onmiddellijk bereid worden,
afgekoeld en opnieuw worden
ingevroren. Zie 'Alarm hoge
temperatuur'.
ONTDOOIEN
Diepgevroren of gevroren voedsel kan, voordat het
wordt geconsumeerd, worden ontdooid in de
koelkast of in een plastic zak onder koud water.
Deze handeling is afhankelijk van de beschikbare
tijd en het soort voedsel. Kleine stukjes kunnen
zelfs nog bevroren gekookt worden.
12
HET MAKEN VAN IJSBLOKJES
Dit apparaat is uitgerust met een of meer bladen
voor het maken van ijsblokjes.
Gebruik geen metalen instrumenten
om de laden uit de vriezer te halen.
1. Vul de bakjes met water.
2. Zet de ijsbakjes in het vriesvak.
KOUDE-ACCUMULATOREN
De vriezer beschikt over koude-accumulatoren die
de opslagduur verlengen in het geval van een
defect of stroomstoring.
Om een optimale werking van de accumulatoren te
waarborgen, plaats u deze in het voorste bovenste
gedeelte van het apparaat.
AANWIJZINGEN EN TIPS
TIPS VOOR ENERGIEBESPARING
Vriezer: De interne configuratie van het apparaat
zorgt voor het meest efficiënte energiegebruik.
Koelkast: Het meest efficiënte gebruik van
energie is verzekerd in de configuratie met de
lades in het onderste deel van het apparaat en
met de rekken gelijkmatig verdeeld. De positie
van de deurbakken heeft geen invloed op het
energieverbruik.
Verwijder de koelelementen niet uit de
vriesmand.
De deur niet vaker openen of open laten staan
dan noodzakelijk.
Vriezer: Hoe kouder de temperatuurinstelling,
hoe hoger het energieverbruik.
Koelkast: Stel de temperatuur niet te hoog in om
energie te besparen, tenzij de kenmerken van
het voedsel dit vereisen.
Als de omgevingstemperatuur hoog is, de
temperatuurregeling op een lage temperatuur
staat en het apparaat volledig gevuld is, kan de
compressor continu aan staan waardoor er ijs
op de verdamper ontstaat. Stel in dit geval de
temperatuurregeling in op een hogere
temperatuur om automatisch ontdooien mogelijk
te maken en zo energie te besparen.
Zorg voor een goede ventilatie. Dek de
ventilatieroosters of -gaten niet af.
Zorg ervoor dat voedingsmiddelen in het
apparaat lucht door speciale gaten in de
achterzijde van het apparaat laten circuleren.
TIPS VOOR HET INVRIEZEN
Activeer de FastFreeze-functie ten minste 24
uur voordat u het voedsel in het vriesvak legt.
Vóór het invriezen verpakken en verzegelen van
vers voedsel in: aluminiumfolie, plastic folie of
zakken, luchtdichte containers met deksel.
Verdeel voor efficiënter invriezen en ontdooien
het voedsel in kleine porties.
Het wordt aanbevolen om etiketten en datums
op al uw diepvriesproducten te plakken. Dit zal
helpen voedingsmiddelen te identificeren en te
weten wanneer ze moeten worden gebruikt
voordat ze bederven.
Het voedsel moet vers zijn wanneer het wordt
ingevroren om een goede kwaliteit te behouden.
Vooral groenten en fruit moeten na de oogst
worden ingevroren om al hun voedingsstoffen te
behouden.
Flessen of blikken met vloeistoffen niet invriezen,
in het bijzonder dranken die kooldioxide
bevatten - ze kunnen exploderen tijdens het
invriezen.
Plaats geen warm voedsel in het koelvak. Koel
het af bij kamertemperatuur voordat u het in het
vak plaatst.
Om te voorkomen dat de temperatuur van al
ingevroren voedsel toeneemt, dient u vers
voedsel hier niet direct naast te plaatsen. Plaats
voedsel op kamertemperatuur in het deel van
het vriesvak waar geen bevroren voedsel is.
IJsblokjes, ingevroren water of waterijsjes niet
meteen nadat ze uit de vriezer zijn gehaald
opeten. Gevaar voor bevriezing.
Ontdooid voedsel niet opnieuw invriezen. Als
het voedsel ontdooid is, kook het dan, koel het
af en vries het dan in.
TIPS VOOR HET BEWAREN VAN
INGEVROREN VOEDSEL
Een goede temperatuurinstelling die de
conservering van ingevroren voedsel garandeert
is een temperatuur lager dan of gelijk aan
-18°C.
Een hogere temperatuurinstelling in het
apparaat kan leiden tot een kortere
houdbaarheid.
Het hele vriesvak is geschikt voor de opslag van
diepvriesproducten.
Laat voldoende ruimte rond het voedsel om de
lucht vrij te laten circuleren.
Raadpleeg voor adequate opslag het etiket van
de voedselverpakking om de houdbaarheid van
voedsel te bekijken.
13
Het is belangrijk om het voedsel zodanig in te
pakken dat er geen water, vocht of condensatie
in kan komen.
WINKELTIPS
Na het boodschappen doen:
Zorg ervoor dat de verpakking niet beschadigd
is - het voedsel kan bedorven zijn. Als de
verpakking gezwollen of nat is, is deze mogelijk
niet in de optimale omstandigheden opgeslagen
en is het ontdooien mogelijk al begonnen.
Om het ontdooiproces te beperken, koopt u
diepvriesproducten aan het einde van uw
boodschappen en vervoert u ze in een
thermische en geïsoleerde koeltas.
Plaats de diepvriesproducten onmiddellijk na
terugkomst uit de winkel in de vriezer.
Als voedsel zelfs gedeeltelijk ontdooid is, mag u
het niet opnieuw invriezen. Consumeer het zo
snel mogelijk.
Respecteer de vervaldatum en de
bewaarinformatie op de verpakking.
HOUDBAARHEID VOOR VRIESVAK
Soort gerecht
Houdbaarheid (maan-
den)
Brood 3
Fruit (met uitzondering van citrusvruchten) 6 - 12
Groenten 8 - 10
Restjes zonder vlees 1 - 2
Zuivelproducten:
Boter
Zachte kaas (bijv. mozzarella)
Harde kaas (bijv. parmezaanse kaas, cheddar)
6 - 9
3 - 4
6
Vis/Zeevruchten:
Vette vis (bv. zalm, makreel)
Magere vis (bv. kabeljauw, bot)
Garnalen
Schelpdieren en mosselen
Gekookte vis
2 - 3
4 - 6
12
3 - 4
1 - 2
Vlees:
Gevogelte
Rundvlees
Varkensvlees
Lamsvlees
Worst
Ham
Restjes met vlees
9 - 12
6 - 12
4 - 6
6 - 9
1 - 2
1 - 2
2 - 3
TIPS VOOR HET KOELEN VAN VERS
VOEDSEL
Een goede temperatuurinstelling die de
conservering van vers voedsel garandeert is een
temperatuur lager dan of gelijk aan +4°C.
Een hogere temperatuurinstelling in het
apparaat kan leiden tot een kortere
houdbaarheid van voedsel.
Bedek het voedsel met een verpakking om de
versheid en het aroma te behouden.
Gebruik altijd gesloten containers voor
vloeistoffen en voor voedsel, om smaken of
geuren in het vak te voorkomen.
Om kruisbesmetting tussen gekookt en rauw
voedsel te voorkomen, bedekt u het gekookte
voedsel en scheidt u het van het rauwe.
Het wordt aanbevolen om het voedsel in de
koelkast te ontdooien.
14
Plaats geen warm voedsel in het apparaat. Zorg
ervoor dat het is afgekoeld bij kamertemperatuur
voordat u het in het apparaat plaatst.
Om voedselverspilling te voorkomen moet de
nieuwe voorraad voedsel altijd achter de oude
worden geplaatst.
TIPS VOOR HET KOELEN VAN VOEDSEL
Vlees (alle soorten): in plastic zakken verpakken
en op het glazen schap leggen, boven de
groentelade. Bewaar vlees maximaal 1-2 dagen.
Groenten en fruit: grondig reinigen (grond
verwijderen) en in een speciale lade
(groentelade) plaatsen.
Het is raadzaam om exotische vruchten zoals
bananen, mango's, papaja's, etc. niet in de
koelkast te bewaren.
Groenten zoals tomaten, aardappelen, uien en
knoflook mogen niet in de koelkast worden
bewaard.
Boter en kaas: in een luchtdicht bakje leggen of
in aluminiumfolie of plastic zakjes wikkelen om
zoveel mogelijk lucht uit te sluiten.
Flessen: afsluiten met een dop en in de deur
plaatsen of (indien beschikbaar) in het
flessenrek.
Om de koeling van de goederen te versnellen, is
het raadzaam om de ventilator aan te zetten. De
activering van dynamische lucht maakt een
grotere homogenisatie van de interne
temperaturen mogelijk.
Raadpleeg altijd de vervaldatum van de
producten om te weten hoelang ze bewaard
kunnen worden.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
DE BINNENKANT SCHOONMAKEN
Voordat u het apparaat voor de eerste keer
gebruikt, wast u de binnenkant en de interne
accessoires met lauwwarm water en een beetje
neutrale zeep om de typische geur van een nieuw
product weg te nemen. Droog daarna grondig af.
LET OP! Gebruik geen
reinigingsmiddelen, schuurpoeders,
chloor of reinigers op oliebasis. Deze
beschadigen de afwerking.
LET OP! De toebehoren en
onderdelen van het apparaat zijn niet
geschikt om in een afwasmachine
gewassen te worden.
PERIODIEKE REINIGING
Het apparaat moet regelmatig worden
schoongemaakt:
1. Maak de binnenkant en de accessoires schoon
met lauw water en wat neutrale zeep.
2. Controleer de afdichtingen regelmatig en wrijf
ze schoon om u ervan te verzekeren dat ze
schoon en vrij van resten zijn.
3. Afspoelen en goed afdrogen.
HET ONTDOOIEN VAN DE KOELKAST
Rijp wordt tijdens normaal gebruik automatisch van
de verdamper van het koelvak verwijderd. Het
dooiwater loopt via een gootje in een speciale
opvangbak aan de achterkant van het apparaat,
boven de compressormotor, waar het verdampt.
Het is belangrijk om het afvoergaatje van het
dooiwater in het midden van het koelvak regelmatig
schoon te maken om te voorkomen dat het water
overloopt en op het voedsel in de koelkast gaat
druppelen.
Gebruik hiervoor de buisreiniger die werd
meegeleverd met het apparaat.
DE VRIEZER ONTDOOIEN
Het vriesvak is vorstvrij. Dit betekent dat er geen
rijp gevormd wordt als het vriesvak werkt, noch op
de binnenwanden, noch op het voedsel.
PERIODE DAT HET APPARAAT NIET
GEBRUIKT WORDT
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen als het
apparaat gedurende lange tijd niet gebruikt wordt:
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder al het voedsel
3. Maak het apparaat en alle toebehoren schoon.
15
4. Laat de deuren open staan om onaangename
luchtjes te voorkomen.
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
WAT TE DOEN IN DE VOLGENDE GEVALLEN...
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat werkt niet. Het apparaat is uitgeschakeld. Schakel het apparaat in.
De stekker zit niet goed in het
stopcontact.
Steek de stekker goed in het
stopcontact.
Er staat geen spanning op het
stopcontact.
Sluit een ander elektrisch ap-
paraat op het stopcontact aan.
Bel een gekwalificeerd elektri-
cien.
Het apparaat maakt lawaai. Het apparaat is niet stevig en
stabiel geplaatst.
Controleer of het apparaat sta-
biel staat.
Er is een hoorbaar of zichtbaar
alarm.
De kast recent is ingeschakeld. Zie "Deur open alarm" of
"Alarm hoge temperatuur".
De temperatuur in het apparaat
is te hoog.
Zie "Deur open alarm" of
"Alarm hoge temperatuur".
De deur is open gelaten. Sluit de deur.
De compressor werkt continu. De temperatuur is fout inge-
steld.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Be-
dieningspaneel'.
Er worden veel producten te-
gelijk geplaatst.
Wacht een paar uur en contro-
leer dan nogmaals de tempera-
tuur.
De kamertemperatuur is te
hoog.
Raadpleeg het hoofdstuk “In-
stallatie”.
Het voedsel dat in het apparaat
werd geplaatst, was te warm.
Laat voedsel afkoelen tot ka-
mertemperatuur voordat u het
opslaat.
De deur is niet goed gesloten. Zie de rubriek over 'De deur
sluiten'.
De functie FastFreeze is inge-
schakeld.
Zie de rubriek over "FastFree-
ze-functie".
De functie FastCool is inge-
schakeld.
Zie de rubriek over "FastCool-
functie".
16
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De compressor start niet on-
middellijk na het drukken op
"FastFreeze" of "FastCool", of
na het veranderen van de tem-
peratuur.
De compressor start na enige
tijd.
Dit is normaal, er is geen sto-
ring.
De deur is verkeerd uitgelijnd
of komt tegen het ventilatier-
ooster aan.
Het apparaat staat niet water-
pas.
Raadpleeg 'Installatie-instruc-
ties'.
Deur gaat niet makkelijk open. U probeerde de deur na het
sluiten meteen weer te openen.
Wacht een paar seconden tus-
sen het sluiten en weer ope-
nen van de deur.
De lamp werkt niet. Het lampje staat in de stand-
by-stand.
Sluit en open de deur.
Het lampje is stuk. Neem contact op met de
dichtsbijzijnde klantenservice.
Er is te veel vorst en ijs. De deur is niet goed gesloten. Zie de rubriek over 'De deur
sluiten'.
De pakking is vervormd of vuil. Zie de rubriek over 'De deur
sluiten'.
De producten zijn niet op de
juiste wijze verpakt.
Pak de producten beter in.
De temperatuur is fout inge-
steld.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Be-
dieningspaneel'.
Apparaat is volledig geladen
en is ingesteld op de laagste
temperatuur.
Stel een hogere temperatuur
in. Raadpleeg het hoofdstuk
'Bedieningspaneel'.
De ingestelde temperatuur in
het apparaat is te laag en de
omgevingstemperatuur is te
hoog.
Stel een hogere temperatuur
in. Raadpleeg het hoofdstuk
'Bedieningspaneel'.
Er loopt water over de achter-
kant van de koelkast.
Tijdens het automatische ont-
dooiproces, ontdooit de rijp te-
gen de achterwand.
Dat is juist.
Er bevindt zich teveel condens-
water op de achterwand van
de koelkast.
De deur is te vaak geopend. Open de deur alleen als het
nodig is.
De deur is niet volledig geslo-
ten.
Zorg ervoor dat de deur volle-
dig gesloten is.
Het bewaarde voedsel was
niet ingepakt.
Verpak voedsel in geschikt ma-
teriaal voordat u het in het ap-
paraat plaatst.
17
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Er loopt water in de koelkast. Producten verhinderen dat het
water in de wateropvangbak
loopt.
Zorg ervoor dat de producten
de achterwand niet raken.
De waterafvoer is verstopt. Reinig de waterafvoer.
Er ligt water op de vloer. De dooiwaterafvoer is niet aan-
gesloten op de verdamperbak
boven de compressor.
Maak de dooiwaterafvoer vast
op de verdamperbak.
De temperatuur kan niet wor-
den ingesteld.
De "FastFreeze-functie"
of"FastCool-functie" is inge-
schakeld.
Schakel "FastFreeze-functie"
of"FastCool-functie" handma-
tig uit of wacht tot de functie
automatisch deactiveert om de
temperatuur in te stellen.
Raadpleeg de rubriek over
"FastFreeze-functie" of"Fast-
Cool-functie".
De temperatuur in het apparaat
is te laag/hoog.
De temperatuur is niet goed in-
gesteld.
Stel een hogere/lagere tempe-
ratuur in.
De deur is niet goed gesloten. Zie de rubriek over 'De deur
sluiten'.
De temperatuur van het voed-
sel is te hoog.
Laat het voedsel afkoelen tot
kamertemperatuur voordat u
het conserveert.
Er worden veel producten te-
gelijk bewaard.
Conserveer minder producten
tegelijk.
De deur is te vaak geopend. Open de deur alleen als het
nodig is.
De functie FastFreeze is inge-
schakeld.
Zie de rubriek over "FastFree-
ze-functie".
De functie FastCool is inge-
schakeld.
Zie de rubriek over "FastCool-
functie".
Er is geen koude luchtcirculatie
in het apparaat aanwezig.
Zorg ervoor dat er koude lucht-
circulatie in het apparaat is. Zie
het hoofdstuk 'Nuttige aanwij-
zingen en tips'.
DEMO verschijnt op het dis-
play.
Het apparaat staat in demon-
stratiemodus.
Houd de OK -toets ongeveer
10 seconden ingedrukt tot een
lang geluid klinkt en het display
even uitschakelt.
Er verschijnt een of of
-symbool in plaats van ge-
tallen op het temperatuurdis-
play.
Probleem met de temperatuur
van de sensor.
Neem contact op met de
dichtsbijzijnde klantenservice
(het koelsysteem blijft werken
om uw levensmiddelen koud te
houden, maar de temperatuur
kan niet aangepast worden).
18
Bel, wanneer het advies niet tot
resultaten leidt, de dichtstbijzijnde
klantenservice voor dit merk.
HET LAMPJE VERVANGEN
Het apparaat is uitgerust met een ledbinnenlampje
dat een lange levensduur heeft.
Alleen een onderhoudsmonteur mag de verlichting
vervangen. Neem contact op met de klantenservice.
DE DEUR SLUITEN
1. Maak de afdichtingen van de deur schoon.
2. Stel de deur, indien nodig, af. Raadpleeg
'Installatie-instructies'.
3. Vervang, indien nodig, de defecte
deurafdichtingen. Neem contact op met een
erkend servicecentrum.
GELUIDEN
SSSRRR!
CLICK!
HISSS!
BRRR!
BLUBB!
TECHNISCHE GEGEVENS
De technische gegevens staan op het typeplaatje
aan de binnenkant van het apparaat en op het
energielabel.
De QR-code op het energielabel dat bij het
apparaat wordt geleverd, biedt een weblink naar de
informatie gerelateerd aan de prestaties van het
apparaat in de EU-EPREL-database. Bewaar het
energielabel ter referentie samen met
de gebruikershandleiding en alle andere
documenten die bij dit apparaat worden geleverd.
Het is ook mogelijk om dezelfde informatie in
EPREL te vinden via de link https://
eprel.ec.europa.eu en de modelnaam en het
productnummer die u vindt op het typeplaatje van
het apparaat.
Zie de link www.theenergylabel.eu voor
gedetailleerde informatie over het energielabel.
19
AANWIJZINGEN VOOR TESTINSTITUTEN
De installatie en voorbereiding van het toestel voor
elke EcoDesign-verificatie moet in
overeenstemming zijn met EN 62552. De
ventilatievoorschriften, de afmetingen van de
uitsparingen en de minimale open afstanden aan de
achterzijde moeten voldoen aan de voorschriften
van deze gebruikershandleiding in hoofdstuk 3.
Neem contact op met de fabrikant voor verdere
informatie, inclusief laadplannen.
MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het symbool . Gooi
de verpakking in een geschikte afvalcontainer om
het te recycleren. Bescherm het milieu en de
volksgezondheid en recycleer op een correcte
manier het afval van elektrische en elektronische
apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het
symbool niet weg met het huishoudelijk afval.
Breng het product naar het milieustation bij u in de
buurt of neem contact op met de gemeente.
20

Documenttranscriptie

GA NAAR ONZE WEBSITE VOOR: Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, onderhouds- en reparatie-informatie: www.zanussi.com/support VEILIGHEIDSINFORMATIE Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verwondingen of schade die voortvloeit uit de onjuiste installatie of het onjuiste gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige, toegankelijke plek voor toekomstig gebruik. VEILIGHEID VAN KINDEREN EN KWETSBARE MENSEN • • • • • • • Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen. Kinderen in de leeftijd van 3 tot 8 jaar mogen het apparaat laden en lossen op voorwaarde dat ze goed zijn geïnstrueerd. Dit apparaat mag worden gebruikt door personen met zware en complexe beperkingen, indien ze duidelijk zijn geïnstrueerd. Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, mits zij voortdurend onder toezicht staan, bij het apparaat uit de buurt te worden gehouden. Laat kinderen niet met het apparaat spelen. Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren. Houd alle verpakkingen uit de buurt van kinderen en verwijder ze op gepaste wijze. ALGEMENE VEILIGHEID • 2 Dit apparaat is bedoeld voor gebruik in huishoudelijke en soortgelijke toepassingen, zoals: boerderijen, personeelskeukens in winkels, kantoren of andere werkomgevingen; – Door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts en andere woonomgevingen. Neem de volgende instructies in acht om besmetting van voedsel te voorkomen: – open de deur niet gedurende lange perioden; – reinig regelmatig oppervlakken die in contact kunnen komen met voedsel en toegankelijke afwateringssystemen; – bewaar rauw vlees en vis in geschikte recipiënten in de koelkast, zodat het niet in contact komt met of druppelt op andere levensmiddelen. WAARSCHUWING: Houd de ventilatieopeningen altijd vrij van obstructies; dit geldt zowel voor losstaande als ingebouwde modellen. WAARSCHUWING: Gebruik geen mechanische of andere middelen om het ontdooiproces te versnellen, behalve die middelen die door de fabrikant zijn aanbevolen. WAARSCHUWING: Let op dat u het koelcircuit niet beschadigt. WAARSCHUWING: Gebruik geen elektrische apparaten in de koelkast, tenzij deze door de fabrikant worden aanbevolen. Gebruik geen waterstralen en stoom om het apparaat te reinigen. Maak het apparaat schoon met een vochtige zachte doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen. Als het apparaat lange tijd leeg is, schakel het dan uit, ontdooi, reinig en droog het en laat de deur open om te voorkomen dat er schimmel in het apparaat ontstaat. Bewaar geen explosieve stoffen zoals spuitbussen met een ontvlambaar drijfgas in dit apparaat. Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen. – • • • • • • • • • • 3 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN INSTALLATIE WAARSCHUWING! Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren. • • • • • • • • • • • • • • Verwijder alle verpakkingsmaterialen. Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat. Gebruik het apparaat niet voordat u het in de ingebouwde structuur installeert omwille van veiligheidsredenen. Volg de installatie-instructies die zijn meegeleverd met het apparaat. Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel. Zorg ervoor dat rond het apparaat lucht kan circuleren. Bij de eerste installatie of na het omdraaien van de deur moet u minstens 4 uur wachten voordat u het apparaat op de stroom aansluit. Hierdoor kan de olie terug in de compressor stromen. Trek de stekker uit het stopcontact voordat u handelingen aan het apparaat uitvoert (bijv. het omdraaien van de deur). Installeer het apparaat niet in de nabijheid van radiatoren, fornuizen, ovens of kookplaten. Stel het apparaat niet bloot aan regen. Installeer het apparaat niet op een plaats met direct zonlicht. Installeer dit apparaat niet in ruimtes die te vochtig of te koud zijn. Til de voorkant van het apparaat op als u hem wilt verplaatsen, om krassen op de vloer te voorkomen. Het apparaat bevat een zakje droogmiddel. Dit is geen speelgoed. Dit is geen levensmiddel. Gooi het onmiddellijk weg. AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET WAARSCHUWING! Gevaar voor brand en elektrische schokken. WAARSCHUWING! Zorg er bij het plaatsen van het apparaat voor dat het stroomsnoer niet klem zit of wordt beschadigd. WAARSCHUWING! Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren. • 4 Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. • • • • • • Zorg ervoor dat de parameters op het vermogensplaatje overeenkomen met elektrische vermogen van de netstroom. Gebruik altijd een juist geïnstalleerd schokbestendig stopcontact. Zorg dat u de elektrische onderdelen (hoofdstekker, kabel, compressor) niet beschadigt. Neem contact met de erkende servicedienst of een elektricien om de elektrische onderdelen te wijzigen. De stroomkabel moet lager blijven dan het niveau van de stopcontact. Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is. Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker. GEBRUIK WAARSCHUWING! Gevaar op letsel, brandwonden of elektrische schokken. Het apparaat bevat ontvlambaar gas, isobutaan (R600a), een aardgas met een hoge ecologische compatibiliteit. Zorg ervoor dat u het koelcircuit dat isobutaan bevat, niet beschadigt. • De specificatie van dit apparaat niet wijzigen. • Plaats geen elektrische apparaten (bijv. ijsmachines) in het apparaat tenzij uitdrukkelijk geschikt verklaard door de fabrikant. • Als er schade aan het koelcircuit optreedt, zorg er dan voor dat er zich geen vlammen en andere ontstekingsbronnen in de kamer bevinden. Lucht de ruimte indien dit gebeurt. • Zet geen hete items op de kunststofonderdelen van het apparaat. • Plaats geen koolzuurhoudende dranken in het vriesvak. Dit zal extra druk in de drankfles veroorzaken. • Bewaar geen ontvlambare gassen en vloeistoffen in het apparaat. • Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of op het apparaat. • Raak de compressor of condensator niet aan. Ze zijn heet. • Zorg ervoor dat u nooit met natte of vochtige handen items uit het vriesvak verwijderd of aanraakt. • Vries ontdooide voedingswaren nooit opnieuw in. • • Bewaar de voedingswaren volgens de instructies op de verpakking. Wikkel het voedsel in eender welk contactmateriaal voor voedsel alvorens het in het vriesvak te plaatsen. • • BINNENVERLICHTING WAARSCHUWING! Gevaar voor elektrische schokken. • Met betrekking tot de lamp(en) in dit product en reservelampen die afzonderlijk worden verkocht: Deze lampen zijn bedoeld om bestand te zijn tegen extreme fysieke omstandigheden in huishoudelijke apparaten, zoals temperatuur, trillingen, vochtigheid, of zijn bedoeld om informatie te geven over de operationele status van het apparaat. Ze zijn niet bedoeld voor gebruik in andere toepassingen en zijn niet geschikt voor verlichting in huishoudelijke ruimten. ONDERHOUD EN REINIGING WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of schade aan het apparaat. • • • Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht. Het koelcircuit van dit apparaat bevat koolwaterstoffen. Enkel bevoegde personen mogen de eenheid onderhouden en herladen. Controleer regelmatig de afvoer van het apparaat en reinig het indien nodig. Indien de afvoer verstopt is, zal er water op de bodem van het apparaat liggen. • Houd er rekening mee dat zelfreparatie of nietprofessionele reparatie gevolgen kan hebben voor de veiligheid en de garantie kan doen vervallen. De volgende reserveonderdelen zijn beschikbaar gedurende 7 jaar nadat het model is stopgezet: thermostaten, temperatuursensoren, printplaten, lichtbronnen, deurklinken, deurscharnieren, trays en manden. Houd er rekening mee dat sommige van deze reserveonderdelen alleen beschikbaar zijn voor professionele reparateurs en dat niet alle reserveonderdelen relevant zijn voor alle modellen. Deurpakkingen zijn beschikbaar tot 10 jaar nadat het model is stopgezet. VERWIJDERING WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of verstikking. • • • • • • Haal de stekker uit het stopcontact. Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg. Verwijder de deur om te voorkomen dat kinderen en huisdieren opgesloten raken in het apparaat. Het koelcircuit en de isolatiematerialen van dit apparaat zijn ozonvriendelijk. Het isolatieschuim bevat ontvlambare gassen. Neem contact met uw plaatselijke overheid voor informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van het apparaat. Veroorzaak geen schade aan het deel van de koeleenheid dat zich naast de warmtewisselaar bevindt. SERVICE • Neem contact op met de erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat. Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen. INSTALLATIE WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. WAARSCHUWING! Raadpleeg het installatie-instructiedocument om uw apparaat te installeren. WAARSCHUWING! Zet het apparaat vast in overeenstemming met de installatie-instructies om een risico op instabiliteit van het apparaat te voorkomen. 5 D3 D1 AFMETINGEN W1 90 D2 ° W3 A B H1 W2 Benodigde ruimte in gebruik ² Totale afnmetingen ¹ H1 mm 1884 W1 mm 548 D1 mm 549 ¹ de hoogte, breedte en diepte van het apparaat zonder de handgreep en de voeten Benodigde ruimte in gebruik ² 6 H2 (A+B) mm 1936 W2 mm 548 D2 mm 551 A mm 1894 B mm 36 ² de hoogte, breedte en diepte van het apparaat inclusief de handgreep, plus de ruimte die nodig is voor de vrije circulatie van de koellucht Totale benodigde ruimte in gebruik ³ H3 (A+B) mm 1936 W3 mm 548 D3 mm 1071 ³ de hoogte, breedte en diepte van het apparaat inclusief de handgreep, plus de ruimte die nodig is voor de vrije circulatie van de koellucht, plus de ruimte die nodig is om de deur te openen tot de minimale hoek waardoor alle interne apparatuur kan worden verwijderd LOCATIE Installeer het apparaat niet in de buurt van een warmtebron (oven, kachels, radiatoren, fornuizen of kookplaten) of op een plek met direct zonlicht om de beste functionaliteit van het apparaat te garanderen. Zorg ervoor dat lucht vrij kan circuleren rond de achterkant van de kast. • • dan aan op een afzonderlijk aardepunt, in overeenstemming met de geldende regels. Raadpleeg hiervoor een gekwalificeerd elektricien. De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden als bovenstaande veiligheidsvoorschriften niet opgevolgd worden. Dit apparaat voldoet aan de EEG -richtlijnen. VENTILATIEVEREISTEN De luchtcirculatie achter het apparaat moet voldoende zijn. POSITIONERING Dit apparaat moet in een droge, goed geventileerde positie binnenshuis worden geïnstalleerd. Dit apparaat is bedoeld voor gebruik bij een omgevingstemperatuur variërend van 10°C tot 43°C. min. 200 cm2 5 cm De juiste werking van het apparaat kan enkel gegarandeerd worden als het opgegeven temperatuurbereik wordt gerespecteerd. min. 200 cm2 Als u twijfels hebt over waar het apparaat te installeren, raadpleeg dan de verkoper, de klantenservice of de dichstsbijzijnde erkende servicedienst. LET OP! Raadpleeg de installatieinstructies voor de installatie. Het moet mogelijk zijn het apparaat van de hoofdstroomtoevoer af te halen. De stekker moet daarom na installatie gemakkelijk toegankelijk zijn. OMKEERBAARHEID VAN DE DEUR Raadpleeg het afzonderlijke document met instructies voor installatie en omdraaien van de deur. ELEKTRISCHE AANSLUITING • Zorg er vóór het aansluiten voor dat het voltage en de frequentie op het typeplaatje overeenkomen met de stroomtoevoer in uw huis. • Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. De netsnoerstekker is voorzien van een contact voor dit doel. Als het stopcontact niet geaard is, sluit het apparaat LET OP! Bedek tijdens iedere fase van het omdraaien van de deur de vloer met een duurzaam materiaal om krassen te voorkomen. BEDIENINGSPANEEL 1 8 7 6 5 4 3 2 7 1 Display 2 Toets om de temperatuur van de vriezer hoger te zetten 3 Toets om de temperatuur van de vriezer lager te zetten 4 OK 5 Mode 6 Toets om de temperatuur van de koelkast hoger te zetten 7 Toets om de temperatuur van de koelkast lager te zetten 8 ON/OFF Het is mogelijk om het vooraf ingestelde geluid van toetsen te wijzigen door de Mode-toets en de toets om de temperatuur kouder te zetten, tegelijkertijd gedurende enkele seconden in te drukken. U kunt deze wijziging ongedaan maken. DISPLAY A B C D E F G Off min L K J I H INSCHAKELEN 1. Steek de stekker in het stopcontact. 2. Druk op de ON/OFF-toets van het apparaat als het display uit is. Het temperatuurlampje toont de ingestelde standaardtemperatuur. Zie 'Temperatuurregeling' om een andere temperatuur in te stellen. Zie als "dEMo" op het display verschijnt het hoofdstuk 'Problemen oplossen'. UITSCHAKELEN 1. Druk de ON/OFF-toets van het apparaat gedurende 3 seconden in. Het display wordt uitgeschakeld. 2. Trek de stekker uit het stopcontact. TEMPERATUURREGELING Stel de temperatuur van het apparaat in door op de temperatuurregelaren te drukken. Standaard aanbevolen ingestelde temperatuur is: • +4°C voor de koelkast • -18°C voor de vriezer Het temperatuurbereik kan variëren tussen -15°C en -24°C voor de vriezer en tussen 2°C en 8°C voor de koelkast. De temperatuurweergave toont de ingestelde temperatuur. 8 A. Indicatielampje koelvak B. Indicatielampje timer /Indicatielampje temperatuur C. ON/OFF -lampje D. FastCool -functie E. Holiday -modus F. FastFreeze -functie G. Indicatielampje temperatuur H. Indicatie vriesvak I. Alarmlampje J. ChildLock -functie K. DrinksChill -functie L. DYNAMICAIR -functie De ingestelde temperatuur zal binnen 24 uur worden bereikt. Na een stroomonderbreking blijft de ingestelde temperatuur opgeslagen. DE KOELKAST INSCHAKELEN Om de koelkast aan te zetten, drukt u gewoon op de temperatuurregelaar van de koelkast. Om de koelkast op de andere manier in te schakelen: 1. Druk op Mode tot het bijbehorende pictogram verschijnt. Het lampje OFF van de koelkast knippert. 2. Druk op OK om te bevestigen. Het lampje OFF van de koelkast gaat uit en het lampje van het koelvak wordt uitgeschakeld. Zie 'Temperatuurregeling' om een andere temperatuur in te stellen. DE KOELKAST UITSCHAKELEN Het is mogelijk om alleen het koelvak uit te schakelen en de vriezer ingeschakeld te houden. 1. Druk op Mode totdat de indicator van het koelvak verschijnt. Het lampje OFF van de koelkast en het lampje van het koelvak knipperen. Het temperatuurlampje van de koelkast toont streepjes. 2. Druk op OK om te bevestigen. Het lampje OFF van de koelkast en het lampje van het koelvak zijn uitgeschakeld. FASTCOOL -FUNCTIE Als u een grote hoeveelheid warm voedsel, bijvoorbeeld na het doen van de boodschappen, in de koelkast wilt plaatsen, adviseren wij u de FastCool in te schakelen om deze producten sneller te koelen en om te voorkomen dat voedsel dat al in de koelkast ligt, warm wordt. 1. Druk op Mode tot het bijbehorende pictogram verschijnt. Het FastCool-lampje knippert. 2. Druk op OK om te bevestigen. Het FastCool-lampje wordt getoond. De ventilator wordt automatisch geactiveerd voor de functieduur. Deze functie stopt automatisch na ongeveer 6 uur. U kunt de functie FastCool uitschakelen voordat deze automatisch wordt beëindigd door de procedure te herhalen of door een andere ingestelde koelkasttemperatuur te selecteren. HOLIDAY -MODUS In deze modus kunt u het koelvak leeg houden tijdens een lange vakantieperiode, waardoor er minder vieze luchtjes ontstaan, terwijl het vriesvak normaal kan werken. 1. Druk op Mode tot het bijbehorende pictogram verschijnt. Het Holiday-lampje knippert. Het temperatuurlampje toont de ingestelde temperatuur. 2. Druk op OK om te bevestigen. Het Holiday-lampje wordt getoond. Deze stand schakelt uit na een andere temperatuur te hebben gekozen. FASTFREEZE -FUNCTIE De FastFreeze wordt gebruikt voor het voorvriezen en snel invriezen in volgorde van het vriesvak. Deze functie versnelt het invriezen van vers voedsel en beschermt voedsel dat reeds is geconserveerd tegen ongewenste opwarming. Activeer om vers voedsel in te vriezen de FastFreeze-functie ten minste 24 uur voordat u het voedsel erin plaatst om het voorvriezen te voltooien. 1. Druk om deze functie aan te zetten op de knop Mode tot het bijbehorende pictogram verschijnt. Het FastFreeze-lampje knippert. 2. Druk op de OK-knop om te bevestigen. Het FastFreeze-lampje wordt getoond. Deze functie stopt automatisch na 52 uur. U kunt de functie FastFreeze uitschakelen voordat deze automatisch wordt beëindigd door de procedure te herhalen totdat het FastFreeze-lampje uit gaat of door een andere ingestelde temperatuur te selecteren. DYNAMICAIR -FUNCTIE Het koelvak is voorzien van een apparaat dat snelle koeling van voedsel mogelijk maakt en zorgt voor een gelijkmatigere temperatuur in het vak. Dit apparaat wordt automatisch geactiveerd wanneer dat nodig is of wordt handmatig geactiveerd. Om de functie aan te zetten: 1. Druk op de Mode-knop tot het bijbehorende pictogram verschijnt. Het DYNAMICAIR-lampje knippert. 2. Druk op de OK-knop om te bevestigen. Het DYNAMICAIR-lampje wordt getoond. Om de functie uit te schakelen, herhaalt u de procedure totdat het bijbehorende pictogram DYNAMICAIR uit gaat. Als de functie automatisch wordt geactiveerd, wordt het DYNAMICAIRindicatielampje niet weergegeven (zie "Dagelijks gebruik"). Het activeren van de functie DYNAMICAIR verhoogt het energieverbruik. Het dynamisch luchtapparaat stopt als de deur open is en start onmiddellijk opnieuw nadat de deur is gesloten. CHILDLOCK -FUNCTIE Activeer de functie ChildLock om de bediening van de knoppen te vergrendelen tegen onbedoelde bediening. 1. Druk op Mode tot het bijbehorende pictogram verschijnt. Het ChildLock-lampje knippert. 2. Druk op OK om te bevestigen. Het ChildLock-lampje wordt getoond. Om de functie ChildLock uit te schakelen, herhaalt u de procedure totdat het bijbehorende lampje ChildLock uit gaat. 9 DRINKSCHILL -FUNCTIE De DrinksChill-functie moet worden gebruikt om een geluidsalarm op de gewenste tijd in te stellen. Dit is bijvoorbeeld handig als in een recept staat dat producten een bepaalde tijd moet afkoelen. Deze functie is ook handig als u eraan moet worden herinnerd dat u flessen of blikken in de vriezer hebt gelegd om snel af te koelen. 1. Druk op Mode tot het bijbehorende pictogram verschijnt. Het DrinksChill-lampje knippert. De Timer toont gedurende enkele seconden de ingestelde waarde (30 minuten). 2. Druk op de timertoets om de waarde van de timer te wijzigen van 1 tot 90 minuten. 3. Druk op OK om te bevestigen. Het DrinksChill-lampje wordt getoond. De timer begint (min) te knipperen. Op het einde van de aftelling knippert het lampje "0 min" en klinkt een alarm. Druk op de OK om het geluid uit te schakelen en de functie te beëindigen. Om de functie uit te schakelen, herhaalt u de procedure totdat DrinksChill uit gaat. Het is mogelijk om te allen tijde tijdens het aftellen en voor het einde van de ingestelde tijd, de tijd te veranderen door op de toets voor het lager zetten van de temperatuur en op de toets voor het hoger zetten van de temperatuur te drukken. ALARM BIJ HOGE TEMPERATUUR Bij een temperatuurstijging in het vriesvak (bijvoorbeeld door een eerdere stroomstoring) DAGELIJKS GEBRUIK HET PLAATSEN VAN DE DEURSCHAPPEN Om het bewaren van voedselverpakkingen van verschillende afmetingen mogelijk te maken, kunnen de schappen op verschillende hoogtes worden geplaatst. 1. Trek het schap enigszins omhoog totdat het loskomt. 2. Opnieuw plaatsen zoals gewenst. 10 knipperen de alarm- en vriestemperatuurindicatoren en gaat het geluid aan. Om het alarm uit te schakelen: 1. Druk op een willekeurige toets. Het geluid wordt uitgeschakeld. 2. De temperatuurweergave van de vriezer toont de hoogste temperatuur gedurende een aantal seconden en vervolgens geeft het display de ingestelde temperatuur opnieuw weer. Het alarmindicatielampje blijft knipperen totdat de normale omstandigheden zijn hersteld. Als u geen knop indrukt, schakelt het geluid na ongeveer een uur automatisch uit om storingen te voorkomen. ALARM BIJ OPEN DEUR Als de deur van de koelkast gedurende ongeveer 5 minuten open blijft staan, klinkt er een geluid en gaat het alarm-controlelampje knipperen. Het alarm stop als de deur wordt gesloten. Tijdens het alarm kan het geluid worden gedempt door op een willekeurige knop te drukken. Als u geen knop indrukt, schakelt het geluid na ongeveer een uur automatisch uit om storingen te voorkomen. 2. Duw de rails in de kast om schade aan het apparaat te voorkomen bij het sluiten van de deur. Het model is voorzien van een variabel bewaarvak dat naar de zijkant kan worden geschoven. VERPLAATSBARE SCHAPPEN De wanden van de koelkast zijn voorzien van een aantal glijschoenen zodat de schappen op de gewenste plaats gezet kunnen worden. Om weer in elkaar te zetten: 1. Trek de rails eruit. Verwijder de glasplaat boven de groentelade niet om een goede luchtcirculatie te garanderen. GROENTELADE De lade is geschikt voor het opbergen van fruit en groente. Verwijder de lade (bijv. om schoon te maken): 1. Trek de lade eruit en til hem op. 11 2. Plaats het achterste deel van de lade (1) op de rails. 2 1 3. Houd de voorkant van de lade (2) omhoog terwijl u de lade naar binnen duwt. 4. Druk het voorste deel van de lade naar beneden. Trek de lade er weer uit en controleer of deze correct op zowel de achterste als de voorste haken is geplaatst. DYNAMICAIR Het koelvak is voorzien van een apparaat dat snelle koeling van voedsel mogelijk maakt en zorgt voor een gelijkmatigere temperatuur in het vak. Dit apparaat wordt automatisch geactiveerd wanneer dat nodig is. VERS VOEDSEL INVRIEZEN Het vriesvak is geschikt voor het invriezen van vers voedsel en om diepvriesvoedsel langere tijd te bewaren. Activeer om vers voedsel in te vriezen de FastFreeze-functie ten minste 24 uur voordat u het in te vriezen voedsel in het vriesvak legt. Bewaar het verse voedsel gelijkmatig verdeeld in het derde vak of de derde lade vanaf de bovenkant. De maximale hoeveelheid levensmiddelen die kunnen worden ingevroren zonder andere verse levensmiddelen toe te voegen, gedurende 24 uur, staat aangegeven op het typeplaatje (een label dat zich aan de binnenkant van het apparaat bevindt). Wanneer het invriesproces is voltooid, keert het apparaat automatisch terug naar de vorige temperatuurinstelling (zie "FastFreeze-functie"). HET BEWAREN VAN INGEVROREN VOEDSEL Als u het apparaat voor het eerst of na een periode dat het niet is gebruikt inschakelt, dient u voordat u de producten in het vak legt het apparaat minstens 3 uur te laten werken met de FastFreeze-functie ingeschakeld. De vriesladen zorgen ervoor dat u het voedselpakket dat u wenst, snel en makkelijk kan vinden. Indien grote hoeveelheden voedsel moeten worden bewaard, verwijder dan alle lades behalve de onderste lade die nodig is voor een goede luchtcirculatie. Leg het voedsel op minstens 15 mm afstand van de deur. LET OP! In het geval van onbedoelde ontdooiing, bijvoorbeeld als de stroom langer is uitgevallen dan de duur die op het typeplaatje "tijdsduur" is vermeld, moeten ontdooide etenswaren snel geconsumeerd worden of onmiddellijk bereid worden, afgekoeld en opnieuw worden ingevroren. Zie 'Alarm hoge temperatuur'. Het is ook mogelijk om het apparaat handmatig in te schakelen indien nodig (zie “DYNAMICAIR functie”). De ventilator werkt alleen als de deur gesloten is. 12 ONTDOOIEN Diepgevroren of gevroren voedsel kan, voordat het wordt geconsumeerd, worden ontdooid in de koelkast of in een plastic zak onder koud water. Deze handeling is afhankelijk van de beschikbare tijd en het soort voedsel. Kleine stukjes kunnen zelfs nog bevroren gekookt worden. HET MAKEN VAN IJSBLOKJES Dit apparaat is uitgerust met een of meer bladen voor het maken van ijsblokjes. Gebruik geen metalen instrumenten om de laden uit de vriezer te halen. 1. Vul de bakjes met water. 2. Zet de ijsbakjes in het vriesvak. KOUDE-ACCUMULATOREN De vriezer beschikt over koude-accumulatoren die de opslagduur verlengen in het geval van een defect of stroomstoring. Om een optimale werking van de accumulatoren te waarborgen, plaats u deze in het voorste bovenste gedeelte van het apparaat. AANWIJZINGEN EN TIPS TIPS VOOR ENERGIEBESPARING • Vriezer: De interne configuratie van het apparaat zorgt voor het meest efficiënte energiegebruik. • Koelkast: Het meest efficiënte gebruik van energie is verzekerd in de configuratie met de lades in het onderste deel van het apparaat en met de rekken gelijkmatig verdeeld. De positie van de deurbakken heeft geen invloed op het energieverbruik. • Verwijder de koelelementen niet uit de vriesmand. • De deur niet vaker openen of open laten staan dan noodzakelijk. • Vriezer: Hoe kouder de temperatuurinstelling, hoe hoger het energieverbruik. • Koelkast: Stel de temperatuur niet te hoog in om energie te besparen, tenzij de kenmerken van het voedsel dit vereisen. • Als de omgevingstemperatuur hoog is, de temperatuurregeling op een lage temperatuur staat en het apparaat volledig gevuld is, kan de compressor continu aan staan waardoor er ijs op de verdamper ontstaat. Stel in dit geval de temperatuurregeling in op een hogere temperatuur om automatisch ontdooien mogelijk te maken en zo energie te besparen. • Zorg voor een goede ventilatie. Dek de ventilatieroosters of -gaten niet af. • Zorg ervoor dat voedingsmiddelen in het apparaat lucht door speciale gaten in de achterzijde van het apparaat laten circuleren. TIPS VOOR HET INVRIEZEN • Activeer de FastFreeze-functie ten minste 24 uur voordat u het voedsel in het vriesvak legt. • Vóór het invriezen verpakken en verzegelen van vers voedsel in: aluminiumfolie, plastic folie of zakken, luchtdichte containers met deksel. • Verdeel voor efficiënter invriezen en ontdooien het voedsel in kleine porties. • Het wordt aanbevolen om etiketten en datums op al uw diepvriesproducten te plakken. Dit zal helpen voedingsmiddelen te identificeren en te • • • • • • weten wanneer ze moeten worden gebruikt voordat ze bederven. Het voedsel moet vers zijn wanneer het wordt ingevroren om een goede kwaliteit te behouden. Vooral groenten en fruit moeten na de oogst worden ingevroren om al hun voedingsstoffen te behouden. Flessen of blikken met vloeistoffen niet invriezen, in het bijzonder dranken die kooldioxide bevatten - ze kunnen exploderen tijdens het invriezen. Plaats geen warm voedsel in het koelvak. Koel het af bij kamertemperatuur voordat u het in het vak plaatst. Om te voorkomen dat de temperatuur van al ingevroren voedsel toeneemt, dient u vers voedsel hier niet direct naast te plaatsen. Plaats voedsel op kamertemperatuur in het deel van het vriesvak waar geen bevroren voedsel is. IJsblokjes, ingevroren water of waterijsjes niet meteen nadat ze uit de vriezer zijn gehaald opeten. Gevaar voor bevriezing. Ontdooid voedsel niet opnieuw invriezen. Als het voedsel ontdooid is, kook het dan, koel het af en vries het dan in. TIPS VOOR HET BEWAREN VAN INGEVROREN VOEDSEL • Een goede temperatuurinstelling die de conservering van ingevroren voedsel garandeert is een temperatuur lager dan of gelijk aan -18°C. Een hogere temperatuurinstelling in het apparaat kan leiden tot een kortere houdbaarheid. • Het hele vriesvak is geschikt voor de opslag van diepvriesproducten. • Laat voldoende ruimte rond het voedsel om de lucht vrij te laten circuleren. • Raadpleeg voor adequate opslag het etiket van de voedselverpakking om de houdbaarheid van voedsel te bekijken. 13 • Het is belangrijk om het voedsel zodanig in te pakken dat er geen water, vocht of condensatie in kan komen. WINKELTIPS Na het boodschappen doen: • Zorg ervoor dat de verpakking niet beschadigd is - het voedsel kan bedorven zijn. Als de verpakking gezwollen of nat is, is deze mogelijk niet in de optimale omstandigheden opgeslagen en is het ontdooien mogelijk al begonnen. • • • • Om het ontdooiproces te beperken, koopt u diepvriesproducten aan het einde van uw boodschappen en vervoert u ze in een thermische en geïsoleerde koeltas. Plaats de diepvriesproducten onmiddellijk na terugkomst uit de winkel in de vriezer. Als voedsel zelfs gedeeltelijk ontdooid is, mag u het niet opnieuw invriezen. Consumeer het zo snel mogelijk. Respecteer de vervaldatum en de bewaarinformatie op de verpakking. HOUDBAARHEID VOOR VRIESVAK Houdbaarheid (maanden) Soort gerecht Brood 3 Fruit (met uitzondering van citrusvruchten) 6 - 12 Groenten 8 - 10 Restjes zonder vlees 1-2 Zuivelproducten: Boter Zachte kaas (bijv. mozzarella) Harde kaas (bijv. parmezaanse kaas, cheddar) 6-9 3-4 6 Vis/Zeevruchten: Vette vis (bv. zalm, makreel) Magere vis (bv. kabeljauw, bot) Garnalen Schelpdieren en mosselen Gekookte vis 2-3 4-6 12 3-4 1-2 Vlees: Gevogelte Rundvlees Varkensvlees Lamsvlees Worst Ham Restjes met vlees TIPS VOOR HET KOELEN VAN VERS VOEDSEL • Een goede temperatuurinstelling die de conservering van vers voedsel garandeert is een temperatuur lager dan of gelijk aan +4°C. Een hogere temperatuurinstelling in het apparaat kan leiden tot een kortere houdbaarheid van voedsel. 14 9 - 12 6 - 12 4-6 6-9 1-2 1-2 2-3 • • • • Bedek het voedsel met een verpakking om de versheid en het aroma te behouden. Gebruik altijd gesloten containers voor vloeistoffen en voor voedsel, om smaken of geuren in het vak te voorkomen. Om kruisbesmetting tussen gekookt en rauw voedsel te voorkomen, bedekt u het gekookte voedsel en scheidt u het van het rauwe. Het wordt aanbevolen om het voedsel in de koelkast te ontdooien. • • Plaats geen warm voedsel in het apparaat. Zorg ervoor dat het is afgekoeld bij kamertemperatuur voordat u het in het apparaat plaatst. Om voedselverspilling te voorkomen moet de nieuwe voorraad voedsel altijd achter de oude worden geplaatst. TIPS VOOR HET KOELEN VAN VOEDSEL • Vlees (alle soorten): in plastic zakken verpakken en op het glazen schap leggen, boven de groentelade. Bewaar vlees maximaal 1-2 dagen. • Groenten en fruit: grondig reinigen (grond verwijderen) en in een speciale lade (groentelade) plaatsen. • Het is raadzaam om exotische vruchten zoals bananen, mango's, papaja's, etc. niet in de koelkast te bewaren. • • • • • Groenten zoals tomaten, aardappelen, uien en knoflook mogen niet in de koelkast worden bewaard. Boter en kaas: in een luchtdicht bakje leggen of in aluminiumfolie of plastic zakjes wikkelen om zoveel mogelijk lucht uit te sluiten. Flessen: afsluiten met een dop en in de deur plaatsen of (indien beschikbaar) in het flessenrek. Om de koeling van de goederen te versnellen, is het raadzaam om de ventilator aan te zetten. De activering van dynamische lucht maakt een grotere homogenisatie van de interne temperaturen mogelijk. Raadpleeg altijd de vervaldatum van de producten om te weten hoelang ze bewaard kunnen worden. ONDERHOUD EN REINIGING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. DE BINNENKANT SCHOONMAKEN Voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, wast u de binnenkant en de interne accessoires met lauwwarm water en een beetje neutrale zeep om de typische geur van een nieuw product weg te nemen. Droog daarna grondig af. opvangbak aan de achterkant van het apparaat, boven de compressormotor, waar het verdampt. Het is belangrijk om het afvoergaatje van het dooiwater in het midden van het koelvak regelmatig schoon te maken om te voorkomen dat het water overloopt en op het voedsel in de koelkast gaat druppelen. Gebruik hiervoor de buisreiniger die werd meegeleverd met het apparaat. LET OP! Gebruik geen reinigingsmiddelen, schuurpoeders, chloor of reinigers op oliebasis. Deze beschadigen de afwerking. LET OP! De toebehoren en onderdelen van het apparaat zijn niet geschikt om in een afwasmachine gewassen te worden. PERIODIEKE REINIGING Het apparaat moet regelmatig worden schoongemaakt: 1. Maak de binnenkant en de accessoires schoon met lauw water en wat neutrale zeep. 2. Controleer de afdichtingen regelmatig en wrijf ze schoon om u ervan te verzekeren dat ze schoon en vrij van resten zijn. 3. Afspoelen en goed afdrogen. HET ONTDOOIEN VAN DE KOELKAST Rijp wordt tijdens normaal gebruik automatisch van de verdamper van het koelvak verwijderd. Het dooiwater loopt via een gootje in een speciale DE VRIEZER ONTDOOIEN Het vriesvak is vorstvrij. Dit betekent dat er geen rijp gevormd wordt als het vriesvak werkt, noch op de binnenwanden, noch op het voedsel. PERIODE DAT HET APPARAAT NIET GEBRUIKT WORDT Neem de volgende voorzorgsmaatregelen als het apparaat gedurende lange tijd niet gebruikt wordt: 1. Trek de stekker uit het stopcontact. 2. Verwijder al het voedsel 3. Maak het apparaat en alle toebehoren schoon. 15 4. Laat de deuren open staan om onaangename luchtjes te voorkomen. PROBLEEMOPLOSSING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. WAT TE DOEN IN DE VOLGENDE GEVALLEN... Probleem Het apparaat werkt niet. Oplossing Het apparaat is uitgeschakeld. Schakel het apparaat in. De stekker zit niet goed in het stopcontact. Steek de stekker goed in het stopcontact. Er staat geen spanning op het stopcontact. Sluit een ander elektrisch apparaat op het stopcontact aan. Bel een gekwalificeerd elektricien. Het apparaat maakt lawaai. Het apparaat is niet stevig en stabiel geplaatst. Controleer of het apparaat stabiel staat. Er is een hoorbaar of zichtbaar alarm. De kast recent is ingeschakeld. Zie "Deur open alarm" of "Alarm hoge temperatuur". De temperatuur in het apparaat is te hoog. Zie "Deur open alarm" of "Alarm hoge temperatuur". De deur is open gelaten. Sluit de deur. De temperatuur is fout ingesteld. Raadpleeg het hoofdstuk 'Bedieningspaneel'. Er worden veel producten tegelijk geplaatst. Wacht een paar uur en controleer dan nogmaals de temperatuur. De kamertemperatuur is te hoog. Raadpleeg het hoofdstuk “Installatie”. Het voedsel dat in het apparaat werd geplaatst, was te warm. Laat voedsel afkoelen tot kamertemperatuur voordat u het opslaat. De deur is niet goed gesloten. Zie de rubriek over 'De deur sluiten'. De functie FastFreeze is ingeschakeld. Zie de rubriek over "FastFreeze-functie". De functie FastCool is ingeschakeld. Zie de rubriek over "FastCoolfunctie". De compressor werkt continu. 16 Mogelijke oorzaak Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing De compressor start niet onmiddellijk na het drukken op "FastFreeze" of "FastCool", of na het veranderen van de temperatuur. De compressor start na enige tijd. Dit is normaal, er is geen storing. De deur is verkeerd uitgelijnd of komt tegen het ventilatierooster aan. Het apparaat staat niet waterpas. Raadpleeg 'Installatie-instructies'. Deur gaat niet makkelijk open. U probeerde de deur na het sluiten meteen weer te openen. Wacht een paar seconden tussen het sluiten en weer openen van de deur. De lamp werkt niet. Het lampje staat in de standby-stand. Sluit en open de deur. Het lampje is stuk. Neem contact op met de dichtsbijzijnde klantenservice. De deur is niet goed gesloten. Zie de rubriek over 'De deur sluiten'. De pakking is vervormd of vuil. Zie de rubriek over 'De deur sluiten'. De producten zijn niet op de juiste wijze verpakt. Pak de producten beter in. De temperatuur is fout ingesteld. Raadpleeg het hoofdstuk 'Bedieningspaneel'. Apparaat is volledig geladen en is ingesteld op de laagste temperatuur. Stel een hogere temperatuur in. Raadpleeg het hoofdstuk 'Bedieningspaneel'. De ingestelde temperatuur in het apparaat is te laag en de omgevingstemperatuur is te hoog. Stel een hogere temperatuur in. Raadpleeg het hoofdstuk 'Bedieningspaneel'. Er loopt water over de achterkant van de koelkast. Tijdens het automatische ontdooiproces, ontdooit de rijp tegen de achterwand. Dat is juist. Er bevindt zich teveel condenswater op de achterwand van de koelkast. De deur is te vaak geopend. Open de deur alleen als het nodig is. De deur is niet volledig gesloten. Zorg ervoor dat de deur volledig gesloten is. Het bewaarde voedsel was niet ingepakt. Verpak voedsel in geschikt materiaal voordat u het in het apparaat plaatst. Er is te veel vorst en ijs. 17 Probleem Mogelijke oorzaak Er loopt water in de koelkast. Zorg ervoor dat de producten de achterwand niet raken. De waterafvoer is verstopt. Reinig de waterafvoer. Er ligt water op de vloer. De dooiwaterafvoer is niet aangesloten op de verdamperbak boven de compressor. Maak de dooiwaterafvoer vast op de verdamperbak. De temperatuur kan niet worden ingesteld. De "FastFreeze-functie" of"FastCool-functie" is ingeschakeld. Schakel "FastFreeze-functie" of"FastCool-functie" handmatig uit of wacht tot de functie automatisch deactiveert om de temperatuur in te stellen. Raadpleeg de rubriek over "FastFreeze-functie" of"FastCool-functie". De temperatuur in het apparaat is te laag/hoog. De temperatuur is niet goed ingesteld. Stel een hogere/lagere temperatuur in. De deur is niet goed gesloten. Zie de rubriek over 'De deur sluiten'. De temperatuur van het voedsel is te hoog. Laat het voedsel afkoelen tot kamertemperatuur voordat u het conserveert. Er worden veel producten tegelijk bewaard. Conserveer minder producten tegelijk. De deur is te vaak geopend. Open de deur alleen als het nodig is. De functie FastFreeze is ingeschakeld. Zie de rubriek over "FastFreeze-functie". De functie FastCool is ingeschakeld. Zie de rubriek over "FastCoolfunctie". Er is geen koude luchtcirculatie in het apparaat aanwezig. Zorg ervoor dat er koude luchtcirculatie in het apparaat is. Zie het hoofdstuk 'Nuttige aanwijzingen en tips'. DEMO verschijnt op het display. Het apparaat staat in demonstratiemodus. Houd de OK -toets ongeveer 10 seconden ingedrukt tot een lang geluid klinkt en het display even uitschakelt. Er verschijnt een Probleem met de temperatuur van de sensor. Neem contact op met de dichtsbijzijnde klantenservice (het koelsysteem blijft werken om uw levensmiddelen koud te houden, maar de temperatuur kan niet aangepast worden). of of -symbool in plaats van getallen op het temperatuurdisplay. 18 Producten verhinderen dat het water in de wateropvangbak loopt. Oplossing Bel, wanneer het advies niet tot resultaten leidt, de dichtstbijzijnde klantenservice voor dit merk. HET LAMPJE VERVANGEN Het apparaat is uitgerust met een ledbinnenlampje dat een lange levensduur heeft. Alleen een onderhoudsmonteur mag de verlichting vervangen. Neem contact op met de klantenservice. DE DEUR SLUITEN 1. Maak de afdichtingen van de deur schoon. 2. Stel de deur, indien nodig, af. Raadpleeg 'Installatie-instructies'. 3. Vervang, indien nodig, de defecte deurafdichtingen. Neem contact op met een erkend servicecentrum. GELUIDEN SSSRRR! BRRR! CLICK! HISSS! BLUBB! TECHNISCHE GEGEVENS De technische gegevens staan op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat en op het energielabel. De QR-code op het energielabel dat bij het apparaat wordt geleverd, biedt een weblink naar de informatie gerelateerd aan de prestaties van het apparaat in de EU-EPREL-database. Bewaar het energielabel ter referentie samen met de gebruikershandleiding en alle andere documenten die bij dit apparaat worden geleverd. Het is ook mogelijk om dezelfde informatie in EPREL te vinden via de link https:// eprel.ec.europa.eu en de modelnaam en het productnummer die u vindt op het typeplaatje van het apparaat. Zie de link www.theenergylabel.eu voor gedetailleerde informatie over het energielabel. 19 AANWIJZINGEN VOOR TESTINSTITUTEN De installatie en voorbereiding van het toestel voor elke EcoDesign-verificatie moet in overeenstemming zijn met EN 62552. De ventilatievoorschriften, de afmetingen van de uitsparingen en de minimale open afstanden aan de achterzijde moeten voldoen aan de voorschriften van deze gebruikershandleiding in hoofdstuk 3. Neem contact op met de fabrikant voor verdere informatie, inclusief laadplannen. MILIEUBESCHERMING Recycleer de materialen met het symbool . Gooi de verpakking in een geschikte afvalcontainer om het te recycleren. Bescherm het milieu en de volksgezondheid en recycleer op een correcte manier het afval van elektrische en elektronische 20 apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64

Zanussi ZNTN19ES1 Handleiding

Categorie
Diepvriezers
Type
Handleiding