Whirlpool BLF 8121 OX Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Gezondheid & Veiligheid,
Gebruik en Verzorging en Installatie Gids
www.whirlpool.eu/register
2
NEDERLANDS ................................p 3
3
NL
NEDERLANDS
GEZONDHEID & VEILIGHEID,
GEBRUIKSAANWIJZING
EN INSTALLATIEGIDS
DANK U WEL VOOR UW AANKOOP VAN EEN WHIRLPOOL PRODUCT.
Voor verdere assistentie kunt u het apparaat registeren
op www.whirlpool.eu/register
Index
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN .......................................................................4
MILIEUTIPS ..........................................................................................6
CONFORMITEITSVERKLARING .......................................................................6
Gids voor Gebruik en Verzorging
PRODUCTBESCHRIJVING ............................................................................7
APPARAAT ............................................................................................7
BEDIENINGSPANEEL. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
DEUR .................................................................................................8
KOELKAST VERLICHTING ..............................................................................8
SCHAPPEN ............................................................................................8
IJSVRIJ KOELKAST COMPARTIMENT ....................................................................9
HET VRIESVAK ONTDOOIEN ...........................................................................9
ACCESSOIRES .........................................................................................9
GEBRUIK VAN HET APPARAAT ......................................................................10
EERSTE GEBRUIK .....................................................................................10
INSTALLATIE .........................................................................................10
DAGELIJKS GEBRUIK .................................................................................11
TIPS VOOR OPSLAG VAN LEVENSMIDDELEN ...........................................................12
AANBEVELINGEN WANNEER HET APPARAAT NIET WORDT GEBRUIKT ..................................16
ONDERHOUD EN REINIGING ........................................................................17
GIDS VOOR PROBLEEM OPLOSSING EN CONSUMENTEN SERVICE ..................................18
FUNCTIONELE GELUIDEN .............................................................................18
HANDLEIDING VOOR PROBLEEMOPLOSSING ..........................................................19
KLANTEN SERVICE ....................................................................................21
Installatiegids .......................................................................................22
4
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
BELANGRIJK MOET WORDEN
GELEZEN EN IN ACHT GENOMEN
Lees voordat u het apparaat gaat
gebruiken zorgvuldig deze
veiligheidsinstructies.
Bewaar ze dicht bij de hand voor
toekomstige raadpleging.
Deze instructies en het apparaat
zelf zijn voorzien van belangrijke
veiligheidsaanwijzingen, die te
allen tijde moeten worden
opgevolgd.
De fabrikant kan niet aansprakelijk
gesteld worden voor schade die
het gevolg is van het niet opvolgen
van deze veiligheidsinstructies,
oneigenlijk gebruik of een foute
programmering van de
regelknoppen.
VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN
Heel jonge (0-3 jaar) en jonge
kinderen (3-8 jaar) dienen op afstand
van het apparaat gehouden te
worden, tenzij ze onder voortdurend
toezicht staan.
Kinderen vanaf 8 jaar en personen
met verminderde fysieke, sensorische
of mentale vermogens of gebrek aan
ervaring en kennis, mogen dit
apparaat gebruiken indien ze onder
toezicht staan of instructies hebben
ontvangen over veilig gebruik en de
mogelijke gevaren ervan begrijpen.
Kinderen mogen niet spelen met het
apparaat. De reiniging en het
onderhoud mogen niet door kinderen
worden uitgevoerd zonder toezicht.
TOEGESTAAN GEBRUIK
Het apparaat is uitsluitend bestemd
voor huishoudelijk, niet
professioneel gebruik.
Gebruik het apparaat niet
buitenshuis.
Geen ontplofbare brandbare
stoffen, zoals spuitbussen opslaan
en geen benzine of andere
brandbare materialen gebruiken in
of in de buurt van het apparaat: er
kan brand ontstaan vliegen als het
apparaat per ongeluk wordt
ingeschakeld.
VOORZICHTIG: Het apparaat is
niet geschikt voor inwerkingstelling
met een externe timer of
afzonderlijk systeem met
afstandsbediening.
• Dit apparaat is bedoeld voor gebruik
in huishoudelijke en gelijkaardige
toepassingen zoals:
– personeelskeukens in winkels,
kantoren en andere werkomgevingen;
- cottages en door klanten in hotels,
motels en andere residentiële
omgevingen;
- bed- and breakfast omgevingen;
- catering en soortgelijke non-retail
toepassingen .
De lamp die in het apparaat wordt
gebruikt is specifiek ontworpen voor
huishoudapparaten en is niet geschikt
voor ruimteverlichting (EC Richtlijn Nr.
244/2009).
Het apparaat is bedoeld voor gebruik
op plaatsen waar de temperatuur
binnen het volgende bereik komt,
conform de klimaatklasse op het
typeplaatje. Mogelijk werkt het
apparaat niet correct indien het lange
tijd op een temperatuur buiten het
aangegeven bereik wordt gebruikt.
Klimaatklasse Omg. (°C)
SN Van 10 tot 32
N Van 16 tot 32
ST Van 16 tot 38
T Van 16 tot 43
Dit apparaat bevat geen CFK. Het
koelcircuit bevat R600a (HC).
Apparaten met Isobutaan (R600a):
isobutaan is een natuurlijk gas dat
geen schadelijke invloed heeft op het
milieu, maar wel ontvlambaar is.
Zorg er daarom voor dat de
koelcircuitleidingen niet beschadigd
raken. Let vooral op beschadigde
leidingen die tot het leegraken van het
koelcircuit leiden.
WAARSCHUWING: Beschadig de
koelcircuitleidingen van het apparaat
niet.
WAARSCHUWING: Houd de
ventilatieopeningen in de behuizing
van het apparaat of in de ingebouwde
structuur vrij van obstakels.
WAARSCHUWING: Gebruik geen
mechanische, elektrische of
chemische middelen behalve de
middelen aanbevolen door de
fabrikant om het ontdooiproces te
versnellen.
WAARSCHUWING: Gebruik of plaats
geen elektrische apparaten binnenin
de apparaatcompartimenten indien
deze niet het type zijn dat uitdrukkelijk
is goedgekeurd door de Fabrikant.
WAARSCHUWING: IJsmakers en/of
waterdispensers die niet rechtstreeks
op het waterleidingnet zijn
aangesloten, mogen uitsluitend met
drinkwater worden gevuld
WAARSCHUWING: Automatische
ijsmakers en/of waterdispensers
moeten worden aangesloten op een
waterleidingnet dat uitsluitend
drinkwater levert, met een waterdruk
tussen 0,17 en 0,81 MPa (1,7 en 8,1 bar).
Slik de (niet-giftige) vloeistof uit de
vrieselementen niet in (bij enkele
modellen).
Eet geen ijsblokjes of waterijsjes die
net uit de vriezer komen, aangezien
deze vriesbrandwonden kunnen
veroorzaken.
Bij producten ontworpen voor
gebruik met een luchtfilter in een
toegankelijke ventilatorafdekking,
moet het filter altijd zijn aangebracht
wanneer de koelkast in bedrijf is.
Bewaar geen glazen containers met
vloeistoffen in het
diepvriescompartiment, omdat ze
kunnen breken.
Blokkeer de ventilator (indien
aanwezig) niet met levensmiddelen.
Nadat de levensmiddelen in het
apparaat zijn geplaatst dient
gecontroleerd te worden of de deuren
van de vakken goed sluiten, met
name de deur van het vriesvak.
Een beschadigde afdichting dient zo
snel mogelijk vervangen te worden.
Gebruik het koelkastcompartiment
uitsluitend voor het bewaren van vers
voedsel en het diepvriescompartiment
uitsluitend voor het bewaren van
bevroren voedsel, het invriezen van
vers voedsel en het maken van
ijsblokjes.
Vermijd het bewaren van onverpakt
voedsel in direct contact met interne
oppervlakken van de koelkast- of
diepvriescompartimenten.
Apparaten kunnen over speciale
compartimenten beschikken (vak voor
5
NL
verse etenswaar, nul graden-vak,...).
Indien niet anders gespecificeerd in
het betreffende productboekje
kunnen deze compartimenten
verwijderd worden en blijven daarbij
vergelijkbare prestaties behouden.
C-pentaan wordt gebruikt als
blaasmiddel in het isolatieschuim en is
een licht ontvlambaar gas.
INSTALLATIE
Installaties en reparaties moeten
worden uitgevoerd door een
gespecialiseerd monteur, volgens
de instructies van de fabrikant en in
overeenstemming met de
plaatselijke veiligheidsvoorschriften.
Repareer of vervang geen enkel
onderdeel van het apparaat,
behalve als dit expliciet
aangegeven wordt in de
gebruikershandleiding.
De installatie mag niet door
kinderen worden uitgevoerd.
Tijdens het installeren moeten
kinderen er vandaan worden
gehouden. Houd, tijdens en na de
installatie, het verpakkingsmateriaal
(plastic zakken, onderdelen van
polystyreen, enz.) buiten het bereik
van kinderen.
Het apparaat moet gehanteerd en
geïnstalleerd worden door twee of
meer personen. Gebruik
beschermende handschoenen bij
het uitpakken en installeren van
het apparaat.
Zorg dat u de vloer (bijv. parket)
niet beschadigt tijdens het
verplaatsen van het apparaat.
Installeer het apparaat op een vloer
of steun die sterk genoeg is om het
gewicht te kunnen hebben, en op
een plaats die geschikt is voor
grootte en gebruik.
Controleer na het uitpakken van
het apparaat of deze tijdens het
transport geen beschadigingen
heeft opgelopen. Neem in geval
van twijfel contact op met uw
leverancier of de dichtstbijzijnde
Whirlpool Consumentenservice.
Het apparaat moet worden
losgekoppeld van het
elektriciteitsnet, voordat u
installatiewerkzaamheden uitvoert.
Zorg er tijdens de installatie voor
dat het apparaat het netsnoer niet
beschadigt.
Om voor voldoende ventilatie te
zorgen dient er aan beide zijkanten
en aan de bovenkant van het
apparaat ruimte vrijgelaten te
worden.
De afstand tussen de achterzijde
van het apparaat en de muur
achter het apparaat dient minimaal
50 mm te bedragen, om contact
met hete oppervlakken te
voorkomen.
Bij minder ruimte aan de
achterzijde neemt het
energieverbruik van het product
toe.
Het apparaat alleen activeren als de
installatie is voltooid.
Wacht minstens twee uur alvorens
het apparaat in te schakelen, om
zeker te stellen dat het koelcircuit
volledig efficiënt is.
Installeer het product niet in de
buurt van een warmtebron.
ELEKTRISCHE
WAARSCHUWINGEN
Om ervoor te zorgen dat de
installatie voldoet aan de geldende
veiligheidsvoorschriften moet er
een multipolaire schakelaar met
een afstand van minstens 3 mm
worden gebruikt en moet het
apparaat geaard worden.
Als de bijgeleverde stekker niet
geschikt is voor uw stopcontact
neem dan contact op met een
erkende monteur.
De stroomkabel moet lang genoeg
zijn om het apparaat, nadat dit is
ingebouwd in het meubel, te
kunnen aansluiten op het
stopcontact van de netvoeding.
Niet aan de stroomkabel trekken.
Vervang een beschadigde
stroomkabel door een soortgelijk
exemplaar.
De stroomkabel mag uitsluitend
vervangen worden door een
gespecialiseerd monteur, volgens
de instructies van de fabrikant en in
overeenstemming met de
geldende veiligheidsvoorschriften.
Neem contact op met een erkend
servicecentrum.
Voor apparaten met een stekker
dient u, als de steker niet geschikt is
voor het stopcontact, contact op te
nemen met een erkende monteur.
Gebruik geen verlengkabels,
meervoudige stopcontacten of
adapters.
Gebruik het apparaat niet als het
netsnoer of de stekker beschadigd
is, als het apparaat niet goed werkt
of als het beschadigd of gevallen is.
Houd het snoer uit de buurt van
hete oppervlakken.
Als de installatie voltooid is, mogen
de elektrische onderdelen niet
meer toegankelijk zijn voor de
gebruiker.
Raak het apparaat niet aan met
vochtige lichaamsdelen en gebruik
het niet op blote voeten.
REINIGING EN ONDERHOUD
Draag bij reiniging en onderhoud
beschermende handschoenen.
Het apparaat moet worden
losgekoppeld van het
elektriciteitsnet voordat u
onderhoudswerkzaamheden
uitvoert.
Gebruik geen stoomreinigers.
Gebruik op kunststof onderdelen,
binnen- en deurranden of
afdichtingen geen schurende of
agressieve schoonmaakmiddelen
zoals ruitensprays, schurende
reinigingsmiddelen, brandbare
vloeistoffen, schoonmaakwassen,
geconcentreerde
schoonmaakmiddelen,
bleekmiddelen en
reinigingsmiddelen die
aardolieproducten bevatten.
Gebruik geen papieren
handdoeken, schuursponsjes of
ander hard schoonmaakmateriaal.
6
CONFORMITEITSVERKLARING
Dit apparaat is ontworpen,
vervaardigd en gedistribueerd in
overeenstemming met de
veiligheidsvoorschriften van de
Europese Richtlijnen:
LVD 2014/35/EU, EMC 2014/30/EU en
RoHS 2011/65/EU.
MILIEUTIPS
VERWERKING VAN DE
VERPAKKING
De verpakking kan volledig
gerecycled worden, zoals door het
recyclingssymbool wordt aangegeven.
De diverse onderdelen van de
verpakking mogen daarom niet bij het
gewone huisvuil worden weggegooid,
maar moeten worden afgevoerd
volgens de plaatselijke voorschriften.
AFVALVERWERKING VAN
HUISHOUDELIJKE
APPARATEN
Bij het afdanken van het apparaat
dient u het onbruikbaar te maken
door de stroomkabel af te snijden en
de deuren en schappen te verwijderen
(indien aanwezig), zodat kinderen niet
in het apparaat kunnen klauteren en
vast komen te zitten.
Dit apparaat is vervaardigd van
recyclebaar
of herbruikbaar
materiaal. Dank het apparaat af in
overeenstemming met plaatselijke
milieuvoorschriften voor
afvalverwerking.
Voor meer informatie over
behandeling, terugwinning en
recycling van dit apparaat kunt u
contact opnemen met uw plaatselijke
instantie, de vuilnisophaaldienst of de
winkel waar u dit product hebt
gekocht.
Dit apparaat is voorzien van het
merkteken volgens de Europese
Richtlijn 2012/19/EU inzake
Afgedankte elektrische en
elektronische apparaten (AEEA).
Door ervoor te zorgen dat dit product
op de juiste manier als afval wordt
verwerkt helpt u mogelijke schadelijke
gevolgen voor het milieu en de
volksgezondheid te voorkomen, die
veroorzaakt zouden kunnen worden
door onjuiste verwerking van dit
product als afval.
Het symbool
op het product of op
de begeleidende documentatie geeft
aan dat dit apparaat niet als
huishoudelijk afval behandeld mag
worden, maar dat het ingeleverd moet
worden bij een speciaal
inzamelingscentrum voor de recycling
van elektrische en elektronische
apparatuur.
TIPS VOOR
ENERGIEBESPARING
Installeer het apparaat in een droge,
goed geventileerde ruimte, ver bij
eventuele warmtebronnen vandaan
(bijv. radiator, fornuis, etc.) en op een
plek die niet aan direct zonlicht wordt
blootgesteld. Gebruik indien nodig
een isolatieplaat.
Volg de installatie-instructies om
voldoende ventilatie te garanderen.
Door onvoldoende ventilatie aan de
achterzijde van het product neemt
het energieverbruik toe en neemt de
koelefficiëntie af.
De binnentemperatuur van het
apparaat kan beïnvloed worden door
de omgevingstemperatuur, hoe vaak
de deur wordt geopend en de plaats
van het apparaat. Bij het instellen van
de temperatuur moet rekening
gehouden worden met deze factoren.
Beperk het openen van deuren tot
een minimum. Plaats diepgevroren
etenswaar die u wilt ontdooien in de
koelkast. De lage temperatuur van de
diepgevroren etenswaar koelt de
etenswaar in de koelkast.
Laat warme gerechten en dranken
eerst afkoelen voordat ze in het
apparaat geplaatst worden.
De positionering van de platen in de
koelkast heeft geen invloed op het
efficiënte energiegebruik. De
etenswaar dient zodanig op de platen
geplaatst te worden om voor
voldoende luchtcirculatie te zorgen
(de verschillende etenswaar dient
elkaar niet te raken en de afstand
tussen de etenswaar en de
achterwand moet behouden blijven).
U kunt de opslagcapaciteit voor
ingevroren etenswaar vergroten door
opslagmanden en, indien aanwezig,
de Stop Frost-plaat te verwijderen en
daarbij een vergelijkbaar
energieverbruik behouden.
Producten van een hoge
energieklasse zijn uitgerust met een
hoogrendementsmotor die langer
blijft werken, maar een laag
energieverbruik hebben. Maakt u zich
dus geen zorgen als de motor langere
tijd blijft werken.
Dit apparaat is ontworpen,
vervaardigd en gedistribueerd in
overeenstemming met de
voorschriften voor Ecodesign en
Energielabel van de EG-richtlijnen:
2009/125/EG en 2010/30/EU.
7
NL
Koelkastcompartiment
1. Elektronisch bedieningspaneel/
verlichting
2. Schappen
3. Typeplaatje met handelsnaam
4. Crisper voor groente en fruit
5. Omkeren van de deur
6. Deurvakken
7. Eierhouder
8. Flessenscheider
9. Vakhoogte flessen
10. Deurafdichting
Diepvriescompartiment
10. Deurafdichting
11. Vriezerlade
12. Steunhoogte
13. Onderste lade: koudste zone
ideaal voor het invriezen van
verse levensmiddelen
14. IJsblokjeslade (indien aanwezig
PRODUCTBESCHRIJVING
APPARAAT
Gids voor Gebruik en Verzorging
1
2
3
5
10
11
4
14
13
6
9
7
8
12
BEDIENINGSPANEEL
1. LED-controlelampjes voor het
weergeven van de huidige
temperatuurwaarde of de
functie Snel koelen
2. SNEL KOELEN-toets /
Temperatuurtoets
2
1
8
DEUR
OMKEREN VAN DE DEUR
Opmerking: De richting waarin de deur opengaat, kan
worden veranderd.
Indien deze actie wordt uitgevoerd door
Consumentenservice valt dit niet onder de garantie.
Het wordt aanbevolen om de scharnierzijde van de
deur met twee personen om te keren.
Volg de instructies in de
Installatiegids.
Alle schappen, kleppen en schuifmandjes zijn
uitneembaar.
SCHAPPEN
KOELKAST
VERLICHTING
Het verlichtingssysteem binnenin de vriezer maakt
gebruik van Led-lampjes; dit zorgt niet alleen voor
een betere verlichting maar ook voor een zeer laag
energieverbruik.
Als het systeem met ledverlichting niet werkt,
contact opnemen met de Consumentenservice om
het te laten vervangen.
Belangrijk: De binnenverlichting van het
koelkastcompartiment gaat branden wanneer de
deur van de koelkast geopend wordt.
Als de deur langer dan 8 minuten geopend blijft,
wordt de verlichting automatisch uitgeschakeld.
9
NL
ACCESSOIRES
Het vriesvak moet een of tweemaal per jaar of als
de ijslaag te dik geworden is (3 mm dik) ontdooid
worden. De vorming van ijs is normaal.
De hoeveelheid en de mate waarin het ijs zich
ophoopt hangt af van de omstandigheden in de
ruimte en hoe vaak de deur geopend wordt.
Om de vriezer te ontdooien, het apparaat
uitschakelen en alle levensmiddelen verwijderen.
Laat de deur van de vriezer open, zodat het ijs kan
smelten.
Voor apparaten zoals afgebeeld
hoeft u alleen de waterafvoer naar
buiten te trekken en er een bak
onder te zetten.
Na afloop van de handeling, de
waterafvoer weer op zijn plaats
zetten.
Maak de binnenkant van het vriesvak schoon. Goed
afspoelen en afdrogen.
Schakel het apparaat weer in en leg de
levensmiddelen terug.
HET VRIESVAK
ONTDOOIEN
Het ontdooien van het koelvak vindt volledig
automatisch plaats.
De aanwezigheid van waterdruppels op de
achterwand aan de binnenkant van de koelkast
geeft aan dat de automatische ontdooifase bezig
is. Het dooiwater loopt automatisch weg in een
afvoeropening en vervolgens in een bak, waar het
verdampt.
IJSVRIJ KOELKAST
COMPARTIMENT
EIERHOUDER FLESSENSCHEIDER IJSBAKJE
10
EERSTE GEBRUIK
INSTALLATIE
GEBRUIK VAN HET
APPARAAT
Nadat de stekker in het stopcontact is gestoken,
begint het apparaat automatisch te werken.
Wacht nadat u het apparaat heeft ingeschakeld,
minstens 4-6 uur voordat u levensmiddelen in het
apparaat legt.
Het apparaat wordt normaal in de fabriek ingesteld
op de aanbevolen medium temperatuur.
Voor details over het instellen van de temperatuur -
zie de Snelle Referentiegids
Opmerking: De weergegeven temperatuurinstelling komt
overeen met de gemiddelde temperatuur in de hele
koelkast.
Wanneer het apparaat wordt aangesloten op de
netvoeding wordt het display verlicht en worden
alle pictogrammen gedurende circa 1 seconde
weergegeven. De standaardwaarden (
fabriekswaarden)
van de instellingen van de koelkast lichten op.
IN WERKING STELLEN VAN HET APPARAAT
EEN APPARAAT INSTALLEREN
Om voor voldoende ventilatie te zorgen dient er
aan beide zijkanten en aan de bovenkant van het
apparaat ruimte vrijgelaten te worden.
De afstand tussen de achterzijde van het apparaat en
de muur achter het apparaat dient minimaal 50 mm te
bedragen.
Bij minder ruimte aan de achterzijde neemt het
energieverbruik van het product toe.
TEMPERATUURINSTELLING
50mm
50mm
11
NL
VERWIJDEREN VAN DE VRIESLADECONTAINER
Open de vriezerdeur
De bovenste container aan de rechter en linker
hoeken naar boven trekken (1)
De lade verwijderen (2)
1
2
De bovenste container in de omgekeerde volgorde
installeren
DAGELIJKS GEBRUIK
FUNCTIES
Met deze functie kunt
u snel de optimale
conserveringsomstandigheden
(voor wat betreft temperatuur en
vochtigheid) bereiken binnen het
apparaat.
De 6th Sense werkt automatisch.
Het gebruik van deze functie
wordt aanbevolen als u zeer veel
levensmiddelen in de koelkast en
diepvriescompartimenten plaatst.
Met de functie Snel koelen is het
mogelijk de koelcapaciteit in de
koelkast en vriescompartimenten te
verhogen.
Houd de ventilator ingeschakeld voor
maximale koelcapaciteit.
Opmerking: De functie Snel koelen
moet ook worden ingeschakeld
voordat u levensmiddelen in het
diepvriescompartiment legt, voor een zo
hoog mogelijke vriescapaciteit.
6th Sense
SNEL KOELEN
DE OPSLAGRUIMTE VAN DE VRIEZER VERGROTEN het verwijderen van de opslagmanden, voor het
opslaan van grote producten.
de voedselproducten rechtstreeks op de schappen van
de vriezer leggen.
het verwijderen van extra verwisselbare accessoires.
Het luchtuitlaatgebied (aan de achterwand en aan
de onderkant in het product) niet blokkeren met
voedingsmiddelen.
Alle schappen en schuifmandjes zijn uitneembaar.
De binnentemperatuur van het apparaat kan
beïnvloed worden door de omgevingstemperatuur,
hoe vaak de deur wordt geopend en de plaats van
het apparaat.
Bij het instellen van de temperatuur moet rekening
gehouden worden met deze factoren.
Tenzij anders gespecificeerd zijn de accessoires van
het apparaat niet geschikt voor een vaatwasser.
Het Alarm deur open wordt geactiveerd
als de deur langer dan 5 minuten open
blijft staan.
Het alarm wordt aangeduid door het
knipperen van het Led-lampje van de
deur.
Als de deur langer dan 8 minuten open
blijft staan, wordt het Led-lampje van
de deur uitgeschakeld.
ALARM DEUR OPEN
12
KOELVAK
De koelkast is de ideale opslagplek voor kant-en-klare
maaltijden, verse en geconserveerde voedingswaren,
zuivelproducten, groente/fruit en dranken.
TIPS VOOR OPSLAG VAN LEVENSMIDDELEN
OPSLAAN VAN VERSE ETENSWAAR EN DRANKEN
Gebruik houders van recyclebaar plastic, metaal,
aluminium en glas, of wikkel de levensmiddelen in
folie.
› Gebruik altijd afsluitbare houders voor vloeistoffen
en etenswaar die geuren of smaken kunnen afgeven
of opnemen, of dek de vloeistoffen of etenswaar af.
› Levensmiddelen die een grote hoeveelheid
ethyleengas afgeven en de levensmiddelen die
gevoelig zijn voor dit gas, zoals fruit, groenten
en salade, moeten altijd worden zodanig worden
gescheiden of verpakt dat de houdbaarheid niet
achteruit gaat; bijvoorbeeld geen tomaten samen met
kiwi's of kool bewaren.
› Bewaar verschillende etenswaar niet te dicht bij
elkaar om voor voldoende luchtcirculatie te zorgen.
› Om te voorkomen dat flessen omvallen, kunt u
gebruik maken van de flessenhouder.
› Indien u een kleine hoeveelheid etenswaar in de
koelkast opslaat, raden wij aan de platen boven
de crisperlade voor groente en fruit te gebruiken,
aangezien dit de koelste plek in het koelvak is.› Let
er op dat de luchtslots niet door het voedsel worden
afgesloten.
DE JUISTE PLEK VOOR VERSE ETENSWAAR EN
DRANKEN
› Op de schappen van de koelkast: kant-en-klare
maaltijden, tropisch fruit, kazen, delicatessen.
› Op de koelste plek (boven de crisperlade voor fruit
en groenten): vlees, vis, vleeswaren, gebak.
› In de crisperlade voor fruit en groenten: fruit, sla,
groente.
› In de deur: boter, jam, sauzen, augurken, blikjes,
flessen, drankkartons, eieren.
13
NL
Legenda
GEMATIGDE ZONE
Aanbevolen voor het bewaren van
tropisch fruit,blikjes, dranken, eieren,
sauzen, augurken, boter, jam.
KOUDE ZONE
Aanbevolen voor het bewaren
van kaas, melk, zuivelproducten,
delicatessen, yoghurt.
FRUIT & GROENTELADE
LADE DIEPVRIESGEDEELTE
((
MAX KOELZONE) Aanbevolen voor
het invriezen van verse/gekookte
levensmiddelen.
NORMALE DIEPVRIESLADEN
Opmerking:
De grijsschakering van de legenda komt
niet overeen met de kleur van de laden
14
TIPS VOOR HET INVRIEZEN EN OPSLAAN VAN VERSE
LEVENSMIDDELEN
› Wij raden aan om de bevroren levensmiddelen
van een etiket en datum te voorzien. Door een label
aan te brengen, kunt u levensmiddelen makkelijker
herkennen en weet u wanneer deze gebruikt moet
worden voordat de kwaliteit ervan afneemt. Vries
ontdooide levensmiddelen niet opnieuw in.
› Voor het invriezen de verse levensmiddelen wikkelen
en luchtdicht verpakken in:
aluminiumfolie, plastic folie, lucht- en waterdichte
plastic zakken, polytheen containers met deksel
of diepvriezercontainers die geschikt zijn voor het
invriezen van verse levensmiddelen.
› Het voedsel moet vers, rijp en van uitstekende
kwaliteit zijn voor het verkrijgen van een hoge
kwaliteit bevroren voedsel.
› Verse groenten en fruit moeten bij voorkeur zo snel
mogelijk worden bevroren, zodra ze zijn uitgekozen,
om de volledige oorspronkelijke voedingswaarde,
consistentie, kleur en smaak te bewaren. Enkele
vleessoorten (vooral wild) moet worden opgehangen
voordat dit wordt ingevroren.
› Warm voedsel altijd laten afkoelen voordat het in de
vriezer wordt geplaatst.
› Volledig of gedeeltelijk ontdooid voedsel meteen
opeten.
Vries ze niet opnieuw in, tenzij het voedsel na het
ontdooien gekookt is. Nadat het gekookt is, mag het
opnieuw worden ingevroren.
› Geen flessen met vloeistof invriezen.
› Gebruik de snelkoelfunctie om het koel- of
vriesproces te versnellen (
zie Snelle Handleiding).
DIEPGEVROREN LEVENSMIDDELEN: WINKELTIPS
Bij de aankoop van diepvriesproducten moet u op de
volgende punten letten:
› Let op dat de verpakking niet beschadigd is
(bevroren voedsel in beschadigde verpakkingen
kan achteruit gaan). Indien de verpakking bol staat
of vochtplekken heeft, werd het mogelijk niet bij
optimale omstandigheden bewaard en het ontdooien
is mogelijk al begonnen.
› Koop tijdens het winkelen bevroren voedsel aan het
einde van uw trip en vervoer het in een thermisch
geïsoleerde koeltas.
› Bij thuiskomst het bevroren voedsel onmiddellijk in
de vriezer leggen.
› Als het voedsel ook maar gedeeltelijk is ontdooid
niet opnieuw invriezen. Binnen 24 uur opeten.
› Temperatuurschommelingen voorkomen of tot een
minimum beperken. De uiterste houdbaarheidsdatum
op de verpakking moet worden gerespecteerd.
› Altijd kijken naar de opslaginformatie op de
verpakking.
DIEPVRIESCOMPARTIMENT
De vriezer is de ideale opslagplaats voor het opslaan
van ingevroren levensmiddelen, het maken van
ijsblokjes en het invriezen van verse levensmiddelen
in het vriesvak.
De maximale hoeveelheid verse levensmiddelen die
in 24 uur kan worden ingevroren wordt aangegeven
op het typeplaatje (
kg/24h).
Wanneer u een kleine hoeveelheid voedsel heeft om
in de vriezer te bewaren is het aan te bevelen om het
onderste gebied te gebruiken.
15
NL
VLEES
maanden
STOOFVLEES
maanden
FRUIT
maanden
Rundvlees 8 - 12 Vlees, gevogelte 2 - 3 Appels 12
Varkensvlees,
kalfsvlees
6 - 9
ZUIVELPRODUCTEN
Abrikozen 8
Lamsvlees 6 - 8 Boter 6 Bramen 8 - 12
Konijnenvlees 4 - 6 Kaas 3 Zwarte/rode bessen 8 - 12
Gehakt/Orgaanvlees 2 - 3 Room 1 - 2 Kersen 10
Worstjes 1 - 2 IJs 2 - 3 Perziken 10
GEVOGELTE
Eieren 8 Peren 8 - 12
Kip 5 - 7
SOEP EN SAUZEN
Pruimen 10
Kalkoen 6 Soep 2 - 3 Frambozen 8 - 12
Eetbare organen
gevogelte
2 - 3 Jus 2 - 3 Aardbeien 10
KREEFTACHTIGEN
Pastei 1 Rabarber 10
Weekdieren, kreeft 1 - 2 Ratatouille 8 Vruchtensap
(sinaasappelsap,
citroensap,
grapefruitsap)
4 - 6
Krab, kreeft 1 - 2
GEBAK EN BROOD GROENTE
SCHAALDIEREN
Brood 1 - 2 Asperges 8 - 10
Oesters, zonder schaal 1 - 2 Taart (normaal) 4 Basilicum 6 - 8
VIS
Gateaux (gebak) 2 - 3 Bonen 12
"vette vissoorten"
(zalm, haring, makreel)
2 - 3 Crêpes 1 - 2 Artisjok 8 - 10
"magere vissoorten"
(tong)
3 - 4 Ongebakken gebak 2 - 3 Broccoli 8 - 10
Quiche 1 - 2 Spruiten 8 - 10
Pizza 1 - 2 Bloemkool 8 - 10
Wortelen 10 - 12
Selderij 6 - 8
Paddenstoelen 8
Peterselie 6 - 8
Pepers 10 - 12
Erwten 12
Pronkbonen 12
Spinazie 12
Tomaten 8 - 10
Courgette 8 - 10
BEWAARTIJD
VAN BEVROREN LEVENSMIDDELEN
16
AFWEZIGHEID/VAKANTIE Bij langere afwezigheid wordt aanbevolen
levensmiddelen te consumeren en het apparaat te
ontkoppelen om energie te besparen.
VERHUIZEN
STROOMUITVAL
Als de stroom uitvalt,dient u zich tot het plaatselijke
elektriciteitsbedrijf te wenden om te vragen hoe lang
de stroomuitval zal duren.
Opmerking: Houd er rekening mee dat een vol vriesvak
langer koud blijft dan een halfvol vak.
Als er op de voedingsmiddelen ijskristallen zichtbaar
zijn, kunnen ze zonder enig risico opnieuw worden
ingevroren, ook al zullen de smaak en het aroma
waarschijnlijk anders zijn.
Wanneer de levensmiddelen duidelijk in een slechte
staat verkeren, kunt u deze beter weggooien.
Als de stroomuitval korter dan 24 uur duurt.
Houd de deur van het apparaat gesloten. Op deze
manier blijven de levensmiddelen in de koelkast zo
lang mogelijk koud.
Als de stroomuitval langer dan 24 uur duurt.
Haal alle bevroren levensmiddelen uit het vriesvak en
zet deze in een draagbare vriezer. Als dit type vriezer
niet voorhanden is en als er geen pakken kunstijs
beschikbaar zijn, probeer dan de levensmiddelen die
het snelst bederven te consumeren.
Maak de ijsbak leeg.
AANBEVELINGEN WANNEER HET APPARAAT
NIET WORDT GEBRUIKT
1. Haal alle uitneembare
elementen uit het apparaat.
4. Sluit de deur en plak deze met plakband dicht
en plak ook de voedingskabel met plakband aan het
apparaat vast.
2. Verpak ze zorgvuldig en zet ze aan elkaar vast
met plakband om te voorkomen dat ze tegen elkaar
klapperen of kwijtraken.
3. Schroef de stelvoetjes zodanig aan dat ze het
steunvlak niet raken.
17
NL
ONDERHOUD EN REINIGING
› Reinig het apparaat regelmatig met een doek
en een oplossing van lauw water en een neutraal
schoonmaakmiddel, speciaal voor de binnenkant van
koelkasten.
› Reinig regelmatig de buitenkant van het apparaat en
de deurafdichting met een vochtige doek en droog
het met een zachte doek.
› De condensor aan de achterkant van het apparaat
moet regelmatig met behulp van een stofzuiger
worden schoongemaakt.
Belangrijk :
› De toetsen en het display van het bedieningspaneel
mogen niet gereinigd worden met middelen op basis
van alcohol of daarvan afgeleide stoffen; gebruik in
plaats daarvan een droge doek.
› De buizen van het koelsysteem zitten in de buurt
van de ontdooibak en kunnen heet worden. Maak ze
regelmatig schoon met een stofzuiger.
WAARSCHUWING
Trek de stekker uit het stopcontact of sluit de
stroomtoevoer af voordat u met reinigings- of
onderhoudswerkzaamheden begint.
Gebruik geen reinigings- of schuurmiddelen. Maak
de onderdelen van de koelkast nooit schoon met
licht ontvlambare vloeistoffen.
WAARSCHUWING
Gebruik geen stoomreinigers.
De toetsen en het display van het bedieningspaneel
mogen niet gereinigd worden met middelen op
basis van alcohol of daarvan afgeleide stoffen;
gebruik in plaats daarvan een droge doek.
Om de constante en correcte afvoer van het
dooiwater te garanderen, regelmatig het
afvoergaatje op de achterwand van het koelvak,
in de buurt van de groente- en fruitlade,
schoonmaken met behulp van het bijgeleverde
gereedschap.
18
GIDS VOOR PROBLEEM
OPLOSSING
EN CONSUMENTEN SERVICE
VOORDAT U DE CONSUMENTENSERVICE BELT... De problemen bij het gebruik worden vaak
veroorzaakt door kleinigheden die u zelf kunt
opsporen en verhelpen, zonder dat hiervoor
gereedschap nodig is.
Geluiden afkomstig van het apparaat zijn normaal,
omdat er een aantal ventilatoren en motoren voor het
regelen van prestaties aanwezig zijn die automatisch
worden in- en uitgeschakeld.
EEN AANTAL FUNCTIONELE GELUIDEN KUNNEN
WORDEN VERMINDERD DOOR MIDDEL VAN:
› Optillen van het apparaat en op een egaal oppervlak
installeren.
› Scheiden en vermijden van contact tussen het
apparaat en meubilair.
› Controleren of de interne onderdelen correct zijn
geplaatst.
› Controleren of de flessen en houders niet tegen
elkaar komen.
EEN AANTAL FUNCTIONELE GELUIDEN DIE U ZOU
KUNNEN HOREN
FUNCTIONELE GELUIDEN
Een sisgeluid bij het voor de eerste
keer of na een lange pauze
inschakelen van het apparaat.
Een borrelgeluid wanneer
koelmiddel de leidingen instroomt.
BRRR geluid van de compressor die
loopt..
Een zoemgeluid wanneer de
waterklep of de ventilator begint te
werken.
Een kraakgeluid wanneer de
compressor start.
De KLIK is van de thermostaat die
afstelt hoe vaak de compressor
draait..
19
NL
HANDLEIDING VOOR
PROBLEEMOPLOSSING
Probleem Mogelijke oorzaken Oplossing
HET APPARAAT WERKT NIET Er kan een probleem zijn met de
stroomtoevoer naar het apparaat
zijn.
Controleer of het netsnoer met de
juiste spanning in een stopcontact
zit.
› Controleer de beveiligingen en
zekeringen van het elektrische
systeem in uw huis
ER ZIT WATER IN DE ONTDOOIBAK Dit is normaal bij heet, vochtig
weer. De bak kan zelfs tot
halverwege gevuld raken.
› Zorg ervoor dat het apparaat op
niveau is, zodat het water niet kan
overlopen.
DE RANDEN VAN HET APPARAAT
DIE IN CONTACT MET DE
DEURAFDICHTING KOMEN ZIJN
WARM BIJ AANRAKING
Dit is geen defect.
Dit is normaal bij een warm
klimaat en als de compressor in
werking is.
HET LAMPJE WERKT NIET Het lampje moet mogelijk
vervangen worden.
Het apparaat kan in Aan/Stand-by
modus staan
› Controleer of de beveiligingen
en zekeringen van het elektrische
systeem in uw huis goed werken.
› Controleer of het netsnoer
met de juiste spanning in een
stopcontact zit
› Mochten de Leds gebroken
zijn moet de gebruiker de
Servicedienst bellen om ze voor
hetzelfde type om te wisselen,
dat alleen te verkrijgen is bij
onze Servicecentra of bij erkende
dealers.
DE MOTOR LIJKT TE LANG IN
WERKING TE BLIJVEN
De tijd dat de motor draait
hangt van verschillende
factoren af: het aantal keren
dat de deur wordt geopend, de
hoeveelheid levensmiddelen die
in de koelkast wordt bewaard, de
kamertemperatuur en de instelling
van de thermostaten.
› Zorg ervoor dat controles van het
apparaat correct zijn ingesteld.
› Controleer of er is niet een grote
hoeveelheid voedsel aan het
apparaat is toegevoegd.
› Controleer of de deur niet te vaak
geopend is.
› Controleer of de deur goed
gesloten is.
20
DE TEMPERATUUR VAN HET
APPARAAT IS TE HOOG
Er kunnen verschillende oorzaken
(Zie 'Oplossingen')
› Zorg ervoor dat de condensor
(achter het apparaat) vrij is van stof
en pluizen.
› Zorg ervoor dat de deur goed
gesloten is.
› Zorg ervoor dat de
deurafdichtingen goed vastzitten.
› Op warme dagen of als het in de
kamer warm is draait de motor
natuurlijk langer.
› Als de deur van het apparaat een
tijdje open is geweest of als er
grote hoeveelheden voedsel zijn
opgeslagen zal de motor langer
lopen, om de binnenkant van het
apparaat af te laten koelen..
DE DEUREN GAAN NIET GOED
OPEN EN DICHT
Er kunnen verschillende oorzaken
(Zie 'Oplossingen')
› Controleer of de
voedselpakketten niet de deur
blokkeren.
› Controleer of de interne
onderdelen of de automatische
ijsmaker niet uit positie zijn.
› Controleer of de deurafdichtingen
niet vuil of kleverig zijn.
› Controleer of het apparaat op
niveau is.
21
NL
KLANTEN
SERVICE
VOORDAT U DE
CONSUMENTENSERVICE BELT
ALS NA HET UITVOEREN VAN DEZE CONTROLES
DE STORING NOG STEEDS AANWEZIG IS,
CONTACT OPNEMEN MET DE DICHTSTBIJZIJNDE
CONSUMENTENSERVICE
1. Controleer of u het probleem zelf kunt
oplossen aan de hand van de punten die
beschreven zijn in “OPSPOREN VAN STORINGEN”.
Bel voor assistentie het nummer dat in het
garantieboekje staat, of volg de instructies op de
website www.whirlpool.eu
Vermeld altijd:
een korte beschrijving van de storing;
het type en het exacte model van het apparaat;
het servicenummer (nummer na het woord Service
op het typeplaatje). Het servicenummer staat ook in
het garantieboekje;
uw volledige adres;
uw telefoonnummer.
Wend u tot een erkend Servicecentrum indien
reparatie noodzakelijk is (alleen dan heeft u
zekerheid dat originele vervangingsonderdelen
worden gebruikt en de reparatie correct wordt
uitgevoerd).
2. Het apparaat aan- en uitzetten om te
controleren of het probleem is opgelost
Fabrikant:
Whirlpool Europe S.r.l. - Socio Unico
Viale Guido Borghi 27
21025 Comerio (VA)
Italy
22
2
1
6
c
5
1x 1x4x
c
a
b
c
C
A
B
1x
D
50mm
c
a
c
a
c
3
2
b
4
Installatiegids
23
NL
12
15
10
9
B
b
A
B
b
11
b
D
13
14
a
7
8
c
a
c
24
1
2
2
1
1
2
45
o
1
2
1
45
o
1
2
3
1
2
3
1
2
34
56
Whirlpool® is een geregistreerd handelsmerk van Whirlpool USA
400010867970
n
011
NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24

Whirlpool BLF 8121 OX Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor