- 8 -
Veiligheidsinstructies
Installatie
5. Laat kinderen en mensen met verminderd fysiek,
sensorisch of geestelijk vermogen, of personen
die geen ervaring en kennis hebben, de oven
niet gebruiken zonder toezicht. Geef voldoende
instructies, opdat het kind en de genoemde
personen in staat zijn de oven op een veilige
manier te gebruiken en zodat ze de gevaren
van onjuist gebruik begrijpen. Daarnaast dient
er toezicht te worden gehouden op kinderen om
er zeker van te zijn dat ze niet spelen met de
apparatuur.
Gebruik van uw magnetronoven
1. Gebruik de magnetronoven enkel en alleen
om voedsel te bereiden. De magnetronoven is
speciek ontworpen om voedsel te koken of te
verwarmen. Gebruik de magnetronoven niet om
chemische of andere niet eetbare produkten te
verwarmen.
2. Vóór gebruik dient u er zich van te verzekeren
dat alle te gebruiken hulpmiddelen (schalen/
bakvormen enz.) geschikt zijn voor gebruik in de
magnetronoven.
3. Gebruik de magnetronoven niet om krantenpapier,
kleding of andere materialen te drogen. Ze kunnen
vlam vatten.
4. Gebruik de magnetronoven niet om voorwerpen
(anders dan de accessoires) in op te bergen.
5. Gebruik de magnetronoven niet zonder dat zich
hierin voedsel bevindt. De magnetron-buis kan
hierdoor beschadigd raken.
6. Als er rook uit de oven komt of er brand ontstaat,
draaiknop timer weer op nul “0” en laat de
deur dicht om eventuele vlammen te smoren.
Verwijder de netkabel of schakel de stroom uit
met de stroomschakelaar of door de zekering te
verwijderen.
Installatie en Aansluiting
Belangrijke informatie
1. Kooktijden
• De kooktijden op pagina 11 zijn bij benadering.
De in het kookboek vermelde kooktijden zijn bij
benadering gegeven. Faktoren, die invloed hebben
op de kookduur, zijn: de begintemperatuur, de
hoeveelheid, grootte, afmetingen en vorm van het
voedsel en van de materialen die voor het koken
worden gebruikt.
• Het is beter om te kort dan te lang te koken. Als
voedsel te kort wordt gekookt, kan het altijd nog
een keer in de magnetronoven worden geplaatst.
Als u het voedsel langer kookt dan de
aanbevolen kooktijden, kan het verbranden, en
in extreme gevallen zelfs vlam vatten. Hierdoor
kan de oven beschadigd worden.
2. Kleine hoeveelheden voedsel
• Kleine hoeveelheden voedsel met een gering
vochtgehalte kunnen uitdrogen, aanbranden of
zelfs verbranden als te lang wordt doorgekookt.
Indien het voedsel vlam vat, dient u de ovendeur
gesloten te houden en de stekker uit het
stopcontact te nemen.
3. Eieren
• Kook geen ongepelde eieren en verwarm geen
hardgekookte eieren met de magnetron. Er kan
een te hoge druk in de eieren ontstaan waardoor
ze uiteen kunnen spatten.
4. Niet poreuze schil
• Aardappelen, appels, eierdooiers, worstjes e.d.
hebben geen poreuze schil. Die moet eerst worden
ingeprikt met een vork voordat u ze gaat koken. Zo
voorkomt u eventueel het uit elkaar spatten.
5. Vleesthermometer
• Indien U gebruik maakt van een vleesthermometer
voor vlees en gevogelte, gebruik die dan alleen
wanneer het voedsel buiten de magnetronoven is.
6. Vloeistoffen
• Indien vloeistoffen, zoals soep, sauzen en drank
opgewarmd worden in uw magnetronoven, kunnen
deze bij het bereiken van het kookpunt gaan
overkoken. Om dit te voorkomen, moet men het
volgende doen:
a) Gebruik geen voorwerpen met smalle halzen om
vloeistoffen in op te warmen.
b) Niet teveel verwarmen.
c) Roer op de halve kooktijd de vloeistof een keer om.
d) Wanneer de vloeistof op de juiste temperatuur is,
laat deze nog even in de oven staan en roer goed
voordat u deze uit de oven haalt.
• Indien vloeistoffen, zoals soep, sauzen en dranken
opgewarmd worden in uw magnetronoven, kunnen
deze zonder te gaan borrelen heter worden dan het
kookpunt. Hierdoor kan de hete vloeistof plotseling
gaan overkoken.
7. Verpakkingsmateriaal
• Als u voedsel gaat verwarmen in kunststof bakjes,
dient u de oven regelmatig te controleren omdat
deze bakjes bij oververhitting vlam kunnen vatten.