4.3.7 Eenmalig extra laden van een afzonderlijke boiler 31
4.3.8 Eenmalig extra laden van alle aanwezige boilers 31
4.3.9 Verwarmingscurve van een verwarmingscircuit instellen 32
4.3.10 Kamertemperatuur veranderen (verwarmingscircuit zonder ruimtevoeler) 33
4.3.11 Kamertemperatuur veranderen (verwarmingscircuit met ruimtevoeler) 34
4.3.12 Bedrijfswijze van het verwarmingscircuit omschakelen 34
4.3.13 Display vergrendelen / Wisselen van bedieningsniveau 35
4.3.14 Componenten een andere naam geven 35
4.3.15 Vakantieprogramma configureren 36
4.4 Ketel in-/uitschakelen op het kamerbedieningsapparaat 37
4.5 De pelletverbruikteller aanpassen na de brandstoflevering 38
4.5.1 Aanwijzingen omtrent het vullen van de opslagruimten 38
4.5.2 Restvoorraad in de pelletruimte corrigeren 39
4.5.3 Pelletverbruikteller van de brandstof aanpassen 39
4.5.4 Automatische melding voor minimumvoorraad instellen 41
4.5.5 Pelletverbruikteller resetten 42
4.6 Het vulniveau van de ashouder controleren en deze indien nodig legen 43
4.6.1 Aslade legen (bij P4 Pellet 15/20/25) 43
4.6.2 Ashouder ledigen (bij P4 Pellet 32/38/48/60/80/100/105) 44
4.6.3 Rooster en verbrandingskamer controleren 45
4.6.4 De valpijp controleren op verontreiniging (vanaf P4 Pellet 48) 45
4.7 Stroomtoevoer uitschakelen 46
5 Onderhoud van de installatie 47
5.1 Algemene aanwijzingen betreffende het onderhoud 47
5.2 Benodigde hulpmiddelen 49
5.3 Onderhoudswerkzaamheden door de gebruiker 50
5.3.1 Inspectie 50
Systeemdruk controleren
50
Veiligheidsventiel controleren
50
Snelontluchter controleren
50
5.3.2 Terugkerende controle en reiniging 50
De rookgasverzamelruimte en de warmtewisselaar reinigen
51
WOS (rendementoptimalisatiesysteem) reinigen
51
Zuigtrekventilator reinigen
52
Rookgaspijp reinigen
53
Rookgasvoeler reinigen
53
5.4 Onderhoud van de condensatiewarmtewisselaar (optional) 54
5.4.1 Warmtewisselaar controleren 54
5.4.2 Condensaatafvoer controleren 55
5.5 Onderhoud door de vakman 56
5.5.1 Verbrandingsrooster controleren en reinigen 57
5.5.2 Stromingssensor reinigen 58
5.5.3 Lambdasonde reinigen 60
5.6 Meting van de emissies door een schoorsteenveger resp. controle-instantie 61
5.6.1 De installatie inschakelen 61
5.6.2 Emissiemeting starten 62
5.7 Vervangingsonderdelen 62
5.8 Aanwijzingen omtrent afvoer als afval 62
5.8.1 Afvoer van as 62
5.8.2 Afvoer van systeemcomponenten 62
Inhoudsopgave
Gebruikshandleiding P4 Pellet | B0870820_nl 3