36
Gebruiksaanwijzing decoupeerzaag
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Waarschuwing! Neem bij het gebruik van elektrische
machines altijd de plaatselijk geldende
veiligheidsvoorschriften in acht in verband met
brandgevaar, gevaar voor elektrische schok en
lichamelijk letsel. Lees ook onderstaande instructies
aandachtig door voordat u met de machine gaat
werken. Bewaar deze instructies zorgvuldig!
Voor een veilig gebruik:
• Zorg voor een opgeruimde werkomgeving. Een
rommelige werkomgeving leidt tot ongelukken.
• Houd rekening met omgevingsinvloeden. Stel
elektrische machines niet bloot aan regen of vocht.
Zorg dat de werkomgeving goed is verlicht. Gebruik
elektrische machines niet in de buurt van brandbare
of explosieve vloeistoffen en gassen.
• Voorkom een elektrische schok. Vermijd lichamelijk
contact met geaarde voorwerpen (bijv. buizen,
radiatoren, fornuizen en koelkasten).
• Houd kinderen uit de buurt. Laat andere personen
niet aan de machine of het verlengsnoer komen;
houd ze weg van de werkomgeving.
• Berg de machine veilig op. Berg niet in gebruik
zijnde elektrische machines op in een droge,
afgesloten ruimte, buiten het bereik van kinderen.
• Forceer de machine niet. De machine werkt beter
en veiliger indien deze wordt belast zoals beoogd bij
het ontwerp.
• Gebruik de juiste machine. Gebruik geen lichte
machine of hulpstukken voor het werk van zware
machines. De machine werkt beter en veiliger indien
u deze gebruikt voor het beoogde doel. Gebruik bijv.
geen cirkelzaag voor het zagen van boomstammen
of takken.
• Draag geschikte werkkleding. Draag geen wijde
kleding of loshangende sieraden. Deze kunnen door
de bewegende delen worden gegrepen. Draag bij
het werken buitenshuis bij voorkeur rubberen
werkhandschoenen en schoenen met profielzolen.
Houd lang haar bijeen.
• Draag een veiligheidsbril. Gebruik ook een
gezichts- of stofmasker bij werkzaamheden in enge
ruimtes of werkzaamheden waarbij stofdeeltjes of
spanen vrijkomen.
• Gebruik het snoer niet verkeerd. Draag de machine
nooit aan het snoer. Trek niet aan het snoer om de
stekker uit het stopcontact te verwijderen. Houd het
snoer uit de buurt van warmtebronnen, olie en
scherpe randen.
• Klem het werkstuk goed vast. Gebruik klemmen of
een bankschroef om het werkstuk te fixeren. Dit is
veiliger, bovendien kan de machine dan met beide
handen worden bediend.
• Zorg voor een veilige houding. Zorg altijd voor een
juiste, stabiele houding.
• Onderhoud de machine met zorg. Houd de machine
en de accessoires schoon en scherp om beter en
veiliger te kunnen werken. Houdt u aan de
instructies met betrekking tot het onderhoud en het
vervangen van accessoires. Controleer regelmatig
het snoer en laat dit bij beschadigingen door een
erkend Black & Decker Service-center repareren.
Controleer het verlengsnoer regelmatig en vervang
het in geval van beschadiging. Houd de
bedieningselementen droog en vrij van olie en vet.
• Trek de stekker uit het stopcontact. Schakel de
stroom uit en wacht totdat de machine volledig stil
staat voordat u deze achterlaat. Trek de stekker uit
het stopcontact wanneer u de machine niet
gebruikt, tijdens onderhoud of bij het vervangen van
accessoires.
• Verwijder sleutels of hulpgereedschappen.
Controleer vóór het inschakelen altijd of sleutels en
andere hulpgereedschappen zijn verwijderd.
• Voorkom onbedoeld inschakelen. Draag een op het
stroomnet aangesloten machine niet met de vinger
aan de schakelaar. Laat de schakelaar los wanneer
u de stekker in het stopcontact steekt.
• Verlengsnoeren voor gebruik buitenshuis. Gebruik
buitenshuis uitsluitend voor dit doel goedgekeurde
en als zodanig gemerkte verlengsnoeren.
• Blijf voortdurend opletten. Houd uw aandacht bij uw
werk. Ga met beleid te werk. Gebruik de machine
niet als u niet geconcentreerd bent.
• Gebruik de stofafzuigvoorziening. Indien uw
machine is uitgerust met een voorziening voor het
afzuigen of verzamelen van stofdeeltjes of spanen,
moet deze correct worden aangesloten en
gebruikt. Dit geldt met name voor werkzaamheden in
enge ruimtes.
• Controleer de machine op beschadigingen.
Controleer de machine vóór gebruik zorgvuldig op
beschadigingen om er zeker van te zijn dat deze
naar behoren zal functioneren. Controleer of de
bewegende delen niet klemmen, verdraaid of
gebroken zijn. Ga na of de accessoires en
hulpstukken correct zijn gemonteerd en of aan alle
andere voorwaarden voor een juiste werking is
voldaan. Ga bij vervanging of reparatie van
beschadigde veiligheidsinrichtingen of defecte
CD300 KS531 ML p32-60 22-09-2000, 11:5736