36
8. Nalevingsinformatie
OPMERKING: In dit hoofdstuk worden alle eisen voor verbindingen
en verklaringen met betrekking tot reguleringen genoemd.
Bevestigde overeenkomstige toepassingen verwijzen naar
naamplaatjes en de betreffende markeringen op de eenheid.
8-1. FCC Compliantieverklaring
Dit apparaat voldoet aan Deel 15 van de FCC-voorschriften. Het
gebruik is onderhevig aan de volgende twee voorwaarden: (1) dit
apparaat mag geen schadelijke storingen veroorzaken en (2) dit
apparaat moet elke storing aanvaarden, met inbegrip van storingen
die een ongewenste werking kunnen veroorzaken.
Dit apparaat werd getest en voldoet aan de beperkingen voor
een klasse B digitaal apparaat, conform deel 15 van de FCC-
voorschriften. Deze beperkingen zijn ontwikkeld om een redelijke
beveiliging te bieden tegen schadelijke storingen in een residentiële
installatie. Deze apparatuur genereert, gebruikt en straalt
radiofrequentie-energie uit die, indien niet geïnstalleerd en gebruikt
in overeenstemming met de instructies, schadelijke storingen kan
veroorzaken aan radiocommunicaties. Er is echter geen garantie
dat er geen storing zal optreden in een particuliere installatie. Als
dit apparaat toch schadelijke storingen veroorzaakt in de radio- of
televisieontvangst, wat kan worden vastgesteld door het apparaat
uit en in te schakelen, wordt de gebruiker aangemoedigd te
proberen de storing op te lossen met een of meer van de volgende
maatregelen:
• Wijzig de richting van de ontvangstantenne of verplaats de
antenne.
• Vergroot de afstand tussen de apparatuur en de ontvanger.
• Sluit het apparaat aan op een stopcontact op een ander circuit
dan dat waarop de ontvanger is aangesloten.
• Raadpleeg de leverancier of een ervaren radio/tv-technicus voor
hulp.