Liebherr GNP 1956-23 de handleiding

Categorie
Diepvriezers
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Gebruiksaanwijzing
Diepvrieskast
160218
7082830 - 01
GNP 19.. / 23.. ... 6
Inhoudsopgave
1 Het apparaat in vogelvlucht.................................. 2
1.1 Overzicht van apparaat en uitrusting........................ 2
1.2 Toepassingsgebied van het apparaat....................... 2
1.3 Conformiteit.............................................................. 3
1.4 Productgegevens..................................................... 3
1.5 Opstelafmetingen..................................................... 3
1.6 Energie sparen......................................................... 3
1.7 Isolatieplaat.............................................................. 3
1.8 HomeDialog............................................................. 3
1.9 SmartGrid................................................................. 3
2 Algemene veiligheidsvoorschriften..................... 4
3 Bedienings- en controle-elementen..................... 5
3.1 Bedienings- en controlepaneel................................. 5
3.2 Temperatuurweergave.............................................. 5
4 In gebruik nemen................................................... 5
4.1 Apparaat transporteren............................................ 5
4.2 Apparaat opstellen................................................... 5
4.3 Draairichting deur veranderen.................................. 6
4.4 Inbouw in het keukenblok......................................... 7
4.5 Afvalverwerking van de verpakking.......................... 8
4.6 Apparaat aansluiten................................................. 8
4.7 Apparaat inschakelen............................................... 8
5 Bediening................................................................ 8
5.1 Helderheid van het temperatuurdisplay.................... 8
5.2 Kinderbeveiliging...................................................... 8
5.3 Deuralarm................................................................. 9
5.4 Temperatuuralarm.................................................... 9
5.5 Levensmiddelen invriezen........................................ 9
5.6 Levensmiddelen ontdooien...................................... 9
5.7 Temperatuur instellen............................................... 9
5.8 SuperFrost................................................................ 9
5.9 Laden....................................................................... 10
5.10 Plateaus................................................................... 10
5.11 VarioSpace............................................................... 10
5.12 Info-systeem............................................................. 10
5.13 Kruiden- en bessenlade........................................... 10
5.14 Koudeaccu's............................................................. 10
6 Onderhoud.............................................................. 10
6.1 Ontdooien met NoFrost............................................ 10
6.2 Apparaat reinigen..................................................... 10
6.3 Binnenverlichting vervangen.................................... 11
6.4 Technische Dienst.................................................... 11
7 Storingen................................................................ 11
8 Uitzetten.................................................................. 12
8.1 Apparaat uitschakelen.............................................. 12
8.2 Buiten werking stellen............................................... 12
9 Apparaat afdanken................................................ 13
De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling
van alle typen en modellen. Daarom vragen wij om uw begrip
voor het feit dat wij wijzigingen in vorm, uitvoering en techniek
moeten voorbehouden.
Om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te leren kennen, de
instructies in deze handleiding aandachtig doorlezen a.u.b.
De handleiding geldt voor meerdere modellen, afwijkingen zijn
mogelijk. Paragrafen die alleen voor bepaalde apparaten van
toepassing zijn, zijn gekenmerkt met een sterretje (*).
Gebruiksaanwijzingen zijn gekenmerkt met een ,
gebruiksresultaten met een
.
1 Het apparaat in vogelvlucht
1.1 Overzicht van apparaat en uitrus-
ting
Aanwijzing
u
Plateaus, schuifladen of manden zijn in de geleverde
toestand voor een optimale energie-efficiëntie ingedeeld.
Fig. 1
(1) Transportgreep achter (7) Typeplaatje
(2) Bedienings- en contro-
lepaneel
(8) Lades
(3) LED-binnenverlichting (9) Info-systeem
(4) NoFrost installatie (10) VarioSpace
(5) Kruiden- en bessenvak (11) Stelvoeten, transport-
grepen voor, transport-
wieltjes achter
(6) Koudeaccu
1.2 Toepassingsgebied van het appa-
raat
Gebruik volgens de voorschriften
Het apparaat is uitsluitend geschikt voor het
koelen van levensmiddelen in een huishoude-
lijke of vergelijkbare omgeving. Daartoe wordt
bijv. het gebruik gerekend
-
in privékeukens, ontbijtgelegenheden,
-
door gasten in landhuizen, hotels, motels en
andere accommodaties,
-
bij catering en vergelijkbare service in de
groothandel.
Alle andere toepassingen zijn niet toegestaan.
Voorzienbaar verkeerd gebruik
De volgende toepassingen zijn uitdrukkelijk
verboden:
-
Opslag en koeling van medicijnen, bloed-
plasma, laboratoriumpreparaten of vergelijk-
bare, overeenkomstig de Europese richtlijn
Het apparaat in vogelvlucht
2 * afhankelijk van model en uitvoering
2007/47/EG medische hulpmiddelen, ten
grondslag liggende stoffen en producten
-
Gebruik in explosiegevaarlijke gebieden
Verkeerd gebruik van het apparaat kan tot
beschadigingen van de opgeslagen goederen
of het bederf hiervan leiden.
Klimaatklassen
Het apparaat kan afhankelijk van de klimaat-
klasse, bij begrensde omgevingstemperaturen,
worden gebruikt. De voor uw apparaat betref-
fende klimaatklasse staat op het typeplaatje
vermeld.
Aanwijzing
u
Om een probleemloze werking te waar-
borgen, moet de aangegeven omgevingstem-
peratuur worden aangehouden.
Klimaat-
klasse
voor omgevingstemperaturen
SN, N t/m 32 °C
ST t/m 38 °C
T t/m 43 °C
Een probleemloze werking van het apparaat is
gewaarborgd tot een omgevingstemperatuur
van 5 °C.
1.3 Conformiteit
Het koudemiddelcircuit is gecontroleerd op dichtheid. Het
apparaat voldoet aan de desbetreffende veiligheidsvoor-
schriften alsmede de richtlijnen 2014/35/EU, 2014/30/EU,
2009/125/EG, 2011/65/EU en 2010/30/EU.
1.4 Productgegevens
De productgegevens zijn conform de richtlijn van de (EU)
2017/1369 bij het apparaat gevoegd. Het volledige productge-
gevensblad kunt op de website van Liebherr in het download-
bereik downloaden.
1.5 Opstelafmetingen
Fig. 2
H (mm)
GNP 1956 1250
GNP 2356 1447
x
Bij apparaten met meegeleverde wandafstandhouders wordt
de afmeting 35 mm (zie 4.2) groter.
1.6 Energie sparen
-
Let altijd op de be- en ontluchting. Dek de ventilatieope-
ningen resp. -roosters niet af.
-
Plaats het apparaat niet naast een fornuis, verwarming of
dergelijke, en stel het apparaat niet bloot aan direct zonlicht.
-
Het energieverbruik is afhankelijk van de plaatsingscondities
zoals bijv. de omgevingstemperatuur (zie 1.2) . Bij een van
de normtemperatuur afwijkende omgevingstemperatuur van
25° C kan het energieverbruik veranderen.
-
Open het apparaat, indien mogelijk zo kort mogelijk.
-
Hoe lager de temperatuur wordt ingesteld, hoe hoger het
energieverbruik.
-
Sorteer de levensmiddelen (zie Het apparaat in vogelvlucht).
-
Alle levensmiddelen goed verpakt en afgedekt bewaren.
Rijpvorming wordt voorkomen.
-
Warme gerechten in het apparaat plaatsen: eerst op kamer-
temperatuur laten afkoelen.
Stof verhoogt het energieverbruik:
-
De koelmachine met warmtewisselaar -
metalen roosters aan de achterkant van
het apparaat - eenmaal jaarlijks
afstoffen.
1.7 Isolatieplaat
De isolatieplaat, waarmee u slechts een gedeelte van het
apparaat gebruikt, is apart te verkrijgen bij de vakhandelaar.
Wanneer u niet veel levensmiddelen in de
vrieskast heeft, kunt u met behulp van de
isolatieplaat het energieverbruik tot 50%
verlagen. Afhankelijk van het model,
kunnen er tot 5 schuilfaden worden uitge-
schakeld. Om te koelen zijn minstens 3
schuifladen nodig. Meer informatie vindt u
op de bijsluiter van de isolatieplaat.
1.8 HomeDialog
Afhankelijk van model en uitrusting kunnen met
het HomeDialog System meerdere Liebherr-
apparaten (b.v. in de kelder) aan een hoofdap-
paraat (b.v. in de keuken) worden gekoppeld en
vanuit deze worden bediend. Nadere informatie
over de voordelen, voorwaarden en het functie-
principe vindt u op internet onder www.
liebherr.com.
1.9 SmartGrid*
Afhankelijk van model en uitvoering is uw
apparaat voorbereid voor de toekomsttech-
nologie "SmartGrid".
Het apparaat in vogelvlucht
* afhankelijk van model en uitvoering 3
SmartGrid is een toekomstige mogelijkheid om de individuele
energiekosten via een intelligente elektriciteitsmeter van de
energieleverancier te laten dalen. Bij de aanwezigheid van
energieoverschotten, bijvoorbeeld door de toevoer van regene-
ratieve energie, worden huishoudens voorzien van voordelige
stroom. Diepvrieskasten met SmartGrid-ready zijn nu reeds
voorbereid voor deze toekomsttechnologie. Met een daarvoor
benodigde extra module zullen de apparaten in staat zijn om de
energiekosten te optimaliseren.
Meer informatie over de voordelen, voorwaarden en werkwijze
vindt u op internet op de homepage van uw energieleverancier
en op www.liebherr.com.
2 Algemene veiligheidsvoor-
schriften
Gevaren voor de gebruiker:
-
Dit apparaat kan door kinderen alsmede door
personen met verminderde psychische,
sensorische of mentale bekwaamheden of
een gebrek aan ervaring en kennis worden
gebruikt onder toezicht van een derde of met
betrekking tot het veilige gebruik van het
apparaat zijn onderwezen en de gevaren
kennen en begrijpen. Kinderen mogen niet
met het apparaat spelen. De reiniging en het
onderhoud mag niet door kinderen zonder
toezicht worden uitgevoerd. Kinderen van 3-8
jaar mogen het apparaat inladen en uitladen.
Kinderen jonger dan 3 jaar dienen uit de buurt
van het apparaat te worden gehouden, als het
apparaat niet continu onder toezicht staat.
-
Als u het stroomsnoer van het apparaat uit
het stopcontact trekt, altijd bij de stekker
nemen. Niet aan het snoer trekken.
-
Trek, in geval van een storing, de stekker uit
het stopcontact of schakel de beveiliging uit.
-
Beschadig het netsnoer niet. Gebruik het
apparaat niet wanneer het netsnoer defect is.
-
Reparaties, aanpassingen aan het apparaat
en het vervangen van het netsnoer alleen
laten uitvoeren door de Technische Dienst of
ander daarvoor opgeleid vakpersoneel.
-
Het apparaat alleen conform de beschrijving
in de handleiding monteren, aansluiten en
afvoeren.
-
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig
en geef hem eventueel aan de volgende eige-
naar door.
-
De lampen voor speciale doeleinden (gloei-
lampen, led, TL-lampen) in het apparaat zijn
bedoeld om de binnenruimte te verlichten en
niet geschikt als kamerverlichting.
Brandgevaar:
-
Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieu-
vriendelijk, maar brandbaar. Ontsnappend
koelmiddel kan vlam vatten.
De buisleidingen van het koelmiddelcircuit
niet beschadigen.
Binnenin het apparaat geen open vuur of
ontstekingsbronnen gebruiken.
Binnenin het apparaat geen elektrische
apparaten gebruiken (b.v. stoomreinigers,
verwarmingsapparatuur, ijsmachines enz.).
Wanneer er koelmiddel weglekt: Zorg dat
zich geen open vuur of ontstekingsbronnen
in de buurt van de lekkage bevinden.
Ruimte goed ventileren. Contact opnemen
met de Technische Dienst.
-
Geen explosieve stoffen of spuitbussen met
brandbare drijfgassen, zoals b.v. butaan,
propaan, pentaan enz. in het apparaat
bewaren. Zulke spuitbussen zijn herkenbaar
aan de op de verpakking vermelde inhouds-
stoffen of een vlammensymbool. Eventueel
ontsnappende gassen kunnen door elektri-
sche componenten vlam vatten.
-
Houd brandende kaarsen, lampen en andere
voorwerpen met open vlammen uit de buurt
van het apparaat, zodat ze geen brand
veroorzaken.
-
Alkoholische dranken of andere verpakkingen
die alcohol bevatten, mogen uitsluitend goed
afgesloten worden bewaard. Eventueel uittre-
dende alcohol kan door elektrische compo-
nenten vlam vatten.
Gevaar voor vallen en omkiepen:
-
Plint, laden, deuren enz. niet als voetensteun
of om te leunen misbruiken. Dit geldt in het
bijzonder voor kinderen.
Gevaar voor voedselvergiftiging:
-
Te lang opgeslagen levensmiddelen niet meer
nuttigen.
Gevaar voor bevriezingen, gevoelloosheid
en pijn:
-
Langdurig huidcontact met koude opper-
vlakken en gekoelde of ingevroren levensmid-
delen vermijden of veiligheidsmaatregelen
treffen, b.v. handschoenen dragen.
Consumptie-ijs, met name waterijs of
ijsblokjes niet onmiddellijk en niet te koud
consumeren.
Gevaar voor verwonding en beschadiging:
-
Hete stoom kan letsel tot gevolg hebben.
Voor het ontdooien geen elektrische kachel-
tjes of stoomreinigers, open vuur of ontdoois-
pray gebruiken.
-
IJs niet met scherpe voorwerpen verwijderen.
Klemgevaar:
Algemene veiligheidsvoorschriften
4 * afhankelijk van model en uitvoering
-
Bij het openen en sluiten van de deur niet in
het scharnier grijpen. Vingers kunnen inge-
klemd raken.
Symbolen op het apparaat:
Het symbool kan zich op de compressor
bevinden. Het heeft betrekking op de olie in de
compressor en wijst op het volgende gevaar: Kan
bij het inslikken en indringen in de luchtwegen
dodelijk zijn. Deze aanwijzing is alleen voor het
recyclingproces van belang. In de normale modus
bestaat er geen gevaar.
Neem de specifieke aanwijzingen in de
overige hoofdstukken in acht:
GEVAAR duidt een direct gevaar aan, die de
dood of ernstig lichamelijk letsel tot
gevolg kan hebben wanneer dit
gevaar niet vermeden wordt.
WAAR-
SCHUWING
duidt een gevaarlijke situatie aan,
die de dood of ernstig lichamelijk
letsel tot gevolg kan hebben
wanneer dit gevaar niet vermeden
wordt.
VOORZICH
TIG
duidt een gevaarlijke situatie aan,
die lichamelijk letsel tot gevolg kan
hebben wanneer dit gevaar niet
vermeden wordt.
LET OP duidt een gevaarlijke situatie aan,
die materiële schade tot gevolg kan
hebben wanneer dit gevaar niet
vermeden wordt.
Aanwijzing geeft aan dat praktische aanwij-
zingen en tips gegeven worden.
3 Bedienings- en controle-
elementen
3.1 Bedienings- en controlepaneel
Fig. 3
(1) Insteltoets Up (7) Toets On/Off
(2) Insteltoets Down (8) Toets SuperFrost
(3) Symbool menu (9) Toets alarm
(4) Symbool alarm (10) Symbool stroomuitval
(5) Symbool SuperFrost (11) Symbool kinderbeveiliging
(6) Temperatuurdisplay (12) Symbool HomeDialog
3.2 Temperatuurweergave
In de normale modus worden:
-
de warmste vriestemperatuur
De temperatuurweergave knippert:
-
de temperatuurinstelling wordt veranderd;
-
na het inschakelen is de temperatuur nog niet koud genoeg;
-
de temperatuur is met meerdere graden gestegen.
In de weergave knipperen strepen:
-
de vriestemperatuur is boven de 0 °C.
De volgende weergaven wijzen op een storing. De mogelijke
oorzaken en maatregelen voor het oplossen: (zie Storingen).
-
F0 tot F9
-
Het symbool stroomuitval
knippert.
4 In gebruik nemen
4.1 Apparaat transporteren
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding en beschadiging door verkeerd trans-
port!
u
Het apparaat verpakt transporteren.
u
Het apparaat rechtop transporteren.
u
Het apparaat niet alleen transporteren.
4.2 Apparaat opstellen
WAARSCHUWING
Brandgevaar door vocht!
Wanneer stroomgeleidende delen of de stroomaansluiting
vochtig worden, kan dat leiden tot kortsluiting.
u
Het apparaat is ontworpen voor gebruik in een gesloten
ruimte. Het apparaat niet buiten, in een vochtige omgeving
of binnen bereik van spatwater plaatsen.
WAARSCHUWING
Brandgevaar door kortsluiting!
Wanneer netsnoer/stekker van het apparaat of een ander
apparaat en de achterzijde van het apparaat tegen elkaar
liggen, kunnen netsnoer/stekker door trillen van het apparaat
worden beschadigd, wat tot kortsluiting kan leiden.
u
Apparaat zo opstellen, dat stekker of netsnoer niet tegen het
apparaat liggen.
u
Stopcontacten die zich aan de achterzijde van het apparaat
bevinden niet gebruiken om het apparaat of andere appa-
raten aan te sluiten.
WAARSCHUWING
Brandgevaar door koelmiddel!
Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieuvriendelijk, maar
brandbaar. Ontsnappend koelmiddel kan vlam vatten.
u
De buisleidingen van het koelmiddelcircuit niet bescha-
digen.
WAARSCHUWING
Gevaar voor brand en beschadiging!
u
Plaats geen warmte afgevende apparaten, bijv. magnetron,
toaster enz. op het apparaat!
Bedienings- en controle-elementen
* afhankelijk van model en uitvoering 5
WAARSCHUWING
Gevaar voor brand en beschadiging door verstopte ventilatie-
openingen!
u
De ventilatieopeningen regelmatig schoonmaken. Zorg altijd
voor een goede luchttoevoer en -afvoer!
LET OP
Gevaar voor beschadiging door condenswater!
u
het apparaat niet strak naast een ander koel-/vriesapparaat
zetten.
q
Neem bij beschadiging van het apparaat onmiddellijk - nog
voor het aansluiten - contact op met de leverancier.
q
De vloer waar het apparaat komt te staan moet waterpas en
vlak zijn.
q
Stel het apparaat niet op in direct zonlicht en ook niet naast
een fornuis, verwarming of dergelijke.
q
Optimale standplaats is een droge en goed geventileerde
ruimte.
q
Het apparaat met de achterkant en indien gewenst inclusief
de meegeleverde wandafstandhouders (zie beneden) direct
tegen de muur plaatsen.
q
Het apparaat mag alleen in onbeladen toestand worden
verschoven.
q
De ondergrond van het apparaat moet dezelfde hoogte
hebben als de omgeven bodem.
q
Stel het apparaat niet op zonder hulp.
q
Hoe meer koelmiddel R 600a er in het apparaat is, des te
groter moet de ruimte zijn, waarin het apparaat staat. In te
kleine ruimtes kan bij een lek een brandbaar mengsel van
gas en lucht ontstaan. Volgens de norm EN 378 moet per
11 g koelmiddel R 600a de plaatsingsruimte ten minste 1 m
3
groot zijn. De hoeveelheid koelmiddel van uw apparaat staat
op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat.
u
Haal het aansluitsnoer van de achterzijde van het apparaat.
Verwijder hierbij de snoerhouder, anders kunnen trillingsge-
luiden ontstaan!
u
Verwijder alle transportbeveiligingsonderdelen.
Om ervoor te zorgen dat het opgegeven energieverbruik wordt
bereikt, moeten de afstandhouders worden gebruikt die bij
sommige apparaten zijn gevoegd. Hierdoor wordt de apparaat-
diepte ca. 35 mmgroter. Het apparaat functioneert zonder
gebruik van de afstandhouders goed en volledig, maar heeft
een iets hoger energieverbruik.
u
Bij een apparaat met meegele-
verde wandafstandhouders deze
wandafstandhouders links en
rechts boven aan de achterkant
van het apparaat monteren.
u
Voer de verpakking af (zie 4.5) .
u
Stel het apparaat met de
meegeleverde steeksleutel en
met behulp van de stelpootjes
(A) en een waterpas stevig en
vlak op.
Aanwijzing
u
Apparaat reinigen (zie 6.2) .
Als het apparaat in een erg vochtige omgeving staat, kan er
condens worden gevormd op de buitenkant van het apparaat.
u
Zorg altijd goed voor een goede ventilatie van de plaatsings-
ruimte.
4.3 Draairichting deur veranderen
Indien nodig kunt u de draairichting van de deur veranderen:
Controleer of volgend gereedschap klaar ligt:
q
Torx 25
q
Torx 15
q
Schroevendraaier
q
meegeleverde steeksleutel
q
eventueel een tweede persoon voor de montage
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding wanneer de deur eruit valt!
u
Deur goed vasthouden.
u
Deur voorzichtig neerzetten.
u
Rechts onder aan de lagerbus de
borgschroef
Fig. 4 (1)
uitdraaien.
u
Deur openen.
u
Deur aan de greepzijde en onder-
kant vastpakken en optillen.
w
De lagerbout
Fig. 4 (21)
komt uit
de lagerbus
Fig. 5 (2)
los.
u
Indien de lagerbout
Fig. 4 (21)
niet kan worden losgedraaid, de
bout van onderaf naar buiten
drukken.
Fig. 4
u
Deur aan de onderkant uitdraaien en loshalen.
Fig. 5
u
Lagerbus
Fig. 5 (2)
losschroeven.
u
Lagerdeel
Fig. 5 (3)
losschroeven en in het tegenoverlig-
gende opnamegat van de lagerbus omzetten en weer vast-
schroeven.
u
Stop
Fig. 5 (4)
uit de lagerbus verwijderen en in de tegen-
overliggende opening van de lagerbus omzetten.
u
Afdekking
Fig. 5 (5)
aan kant van de greep voorzichtig
wegnemen.
u
Schroef
Fig. 5 (6)
uitdraaien en aan de andere kant weer
indraaien.
u
Afdekking
Fig. 5 (5)
weer terugplaatsen.
In gebruik nemen
6 * afhankelijk van model en uitvoering
u
Lagerbus
Fig. 5 (2)
aan de nieuwe scharnierzijde evt. met
behulp van een accuschroevendraaier weer goed (met
4 Nm) vastschroeven.
Fig. 6
u
Aan de bovenkant afdekking
Fig. 6 (7)
en afdekking
Fig. 6 (8)
met een schroevendraaier losklikken en schuin
naar beneden verwijderen.
u
Lagerbout
Fig. 6 (9)
uitdraaien en aan de andere kant goed
(min. 4 Nm) vastschroeven.
u
Afdekking
Fig. 6 (7)
aan de kant van de lagerbout weer
aanbrengen: achteraan inzetten, vooraan vastklikken.
u
Afdekking
Fig. 6 (8)
op de tegenoverliggende kant
monteren: achteraan inzetten, vooraan vastklikken.
Fig. 7
u
Til de stop
Fig. 7 (12)
uit de deurlagerbus en plaats hem om.
u
Monteer deurgreep, stop
Fig. 7 (10)
en drukplaten
Fig. 7 (11)
af en monteer ze aan de tegenoverliggende kant.
u
Let er bij het monteren van de drukplaten op, dat deze goed
vastklikken.
u
Veerklem
Fig. 8 (20)
verplaatsen: Sluitnok
omlaag drukken, veerklem
eroverheen en eraf
trekken.
u
Veerklem aan de nieuwe
scharnierkant weer erin
schuiven totdat hij inklikt.
u
Lagerbout
Fig. 8 (21)
uit de
deurbus nemen en samen
met het plaatje aan de
tegenoverliggende kant
aanbrengen. De sluitnok
moet naar de binnenkant
van de deur wijzen, de kerf
naar de buitenkant.
Fig. 8
u
Deur boven in de lagerbout
Fig. 6 (9)
hangen.
u
Deur aan de onderkant vastzetten en de lagerbout
Fig. 8 (21)
in de lagerbus aanbrengen. Evt. de lagerbout
draaien om deze te laten vastklikken.
u
Borgschroef
Fig. 4 (1)
onder in de lagerbout draaien en vast-
schroeven (met 4 Nm).
u
De deur eventueel via de beide langsgaten in de lagerbus
ten opzichte van de kast uitlijnen. Daartoe middelste schroef
uitdraaien.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door eruit vallende deur!
Als de lageronderdelen niet goed zijn vastgeschroefd, kan de
deur eruit vallen. Dit kan zwaar letsel tot gevolg hebben.
Bovendien sluit de deur evt. niet, zodat het apparaat niet goed
koelt.
u
De lagerbussen/lagerbouten goed (met 4 Nm) vast-
schroeven.
u
Alle schroeven controleren en evt. aandraaien.
4.4 Inbouw in het keukenblok
Fig. 9
(1) Opbouwkast (3) Keukenkast
(2) Apparaat (4) Wand
x
Bij apparaten met meegeleverde wandafstandhouders wordt
de afmeting 35 mm groter. (zie 4.2) .
Het apparaat kan in keukenkasten worden ingebouwd. Om het
apparaat
Fig. 9 (2)
aan de hoogte van het keukenblok aan te
passen, kan boven het apparaat een opzetkast
Fig. 9 (1)
worden aangebracht.
Bij een ombouw met keukenkasten (diepte max. 580 mm) kan
het apparaat direct naast de keukenkast
Fig. 9 (3)
worden
geplaatst. Het apparaat steekt aan de zijkant 34 mm
x
en in het
midden 50 mm
x
uit ten opzichte van het keukenkastfront.
Ventilatie-eisen:
-
Houd achter de gehele breedte van de opbouwkast een
ruimte van minstens 50 mm diepte vrij voor luchtafvoer.
-
De ontluchtingsdoorsnede onder het plafond moet minimaal
300 cm
2
bedragen.
-
Hoe groter de ventilatieruimte, hoe energiezuiniger het
apparaat werkt.
In gebruik nemen
* afhankelijk van model en uitvoering 7
Plaatst u het apparaat met de scharnierkant naast een muur
Fig. 9 (4)
, dan moet de afstand tussen apparaat en muur
minstens 40 mm bedragen. Dit in verband met het uitsteken
van de deurgreep bij een geopende deur.
4.5 Afvalverwerking van de verpakking
WAARSCHUWING
Gevaar voor verstikking door verpakkingsmateriaal en folie!
u
Kinderen niet met het verpakkingsmateriaal laten spelen.
De verpakking bestaat uit recyclebaar materiaal:
-
Golfkarton/karton
-
Onderdelen uit geschuimd polystyreen
-
Folies en zakken uit polyetheen
-
Spanbanden uit polypropeen
-
Vastgespijkerd houten raam afgewerkt met polyethy-
leen*
u
Breng het verpakkingsmateriaal naar een officieel inzamel-
punt.
4.6 Apparaat aansluiten
LET OP
Verkeerd aansluiten!
Beschadiging van de elektronica.
u
Geen omvormer gebruiken.
u
Geen energiespaarstekker gebruiken.
WAARSCHUWING
Verkeerd aansluiten!
Brandgevaar.
u
Geen verlengkabel gebruiken.
u
Geen verdeeldozen gebruiken.
Stroomsoort (wisselstroom) en spanning op de plaats van
bestemming moeten met de informaties op het typeplaatje (zie
Het apparaat in vogelvlucht) overeenstemmen.
Het stopcontact moet volgens de voorschriften zijn geaard en
een elektrische beveiliging bevatten. De afschakelstroom van
de zekering moet liggen tussen 10 A en 16 A.
Het stopcontact moet gemakkelijk toegankelijk zijn, zodat de
stroomvoorziening van het apparaat in geval van nood snel kan
worden onderbroken. Het mag zich niet achter het apparaat
bevinden.
u
Elektrische aansluiting controleren.
u
Steek de stekker in het stopcontact.
4.7 Apparaat inschakelen
Aanwijzing
De fabrikant adviseert:
u
Diepvriesproducten bij -18 °C of kouder in het apparaat
leggen.
Apparaat ca. 2 uur vóór de eerste lading inschakelen.
u
Toets On/Off
Fig. 3 (7)
indrukken.
w
Het temperatuurdisplay en het symbool Alarm knipperen tot
de temperatuur voldoende koud is. Als de temperatuur
boven 0 °C ligt knipperen streepjes, is de temperatuur lager,
knippert de huidige temperatuur.
w
De binnenverlichting brandt wanneer de deur open is.
w
Wanneer op het display „DEMO” wordt aangegeven, is de
demonstratiemodus geactiveerd. U kunt contact opnemen
met de Technische Dienst.
5 Bediening
5.1 Helderheid van het temperatuurdis-
play
U kunt de helderheid van het temperatuurdisplay aanpassen
aan het omgevingslicht.
5.1.1 Helderheid instellen
De helderheid is instelbaar tussen h0 (geen verlichting) en h5
(maximale lichtsterkte).
u
Instelmodus activeren: druk gedurende ca. 6 sec. op de
toets SuperFrost
Fig. 3 (8)
.
w
Op het display wordt c aangegeven.
w
Het symbool Menu
Fig. 3 (3)
licht op.
u
Met insteltoets Up
Fig. 3 (1)
of insteltoets Down
Fig. 3 (2)
h
kiezen.
u
Bevestigen: toets SuperFrost
Fig. 3 (8)
even indrukken.
u
Display lichter instellen: insteltoets Up
Fig. 3 (1)
indrukken.
u
Display donkerder instellen: insteltoets Down
Fig. 3 (2)
indrukken.
u
Bevestigen: toets SuperFrost
Fig. 3 (8)
indrukken.
w
De helderheid is op de nieuwe waarde ingesteld.
u
Instelmodus deactiveren: toets On/Off
Fig. 3 (7)
indrukken.
-of-
u
5 min. wachten.
w
Op het temperatuurdisplay wordt weer de temperatuur
aangegeven.
5.2 Kinderbeveiliging
Met de kinderbeveiliging zorgt u ervoor dat kinderen
bij het spelen het apparaat niet onbedoeld uitscha-
kelen.
5.2.1 Kinderbeveiliging instellen
u
Instelmodus activeren: druk gedurende ca. 6 sec. op de
toets SuperFrost
Fig. 3 (8)
.
w
Op de display knippert c.
w
Het symbool Menu
Fig. 3 (3)
is verlicht.
u
Druk kort op de toets SuperFrost
Fig. 3 (8)
om te bevestigen.
Als in de display c1 wordt aangegeven:
u
om de kinderbeveiliging in te schakelen, drukt u
kort op de toets SuperFrost
Fig. 3 (8)
.
w
Het symbool kinderbeveiliging
Fig. 3 (11)
brandt. Op de
display knippert c.
Als in de display c0 wordt aangegeven:
u
om de kinderbeveiliging uit te schakelen, drukt u kort op de
toets SuperFrost
Fig. 3 (8)
.
w
Het symbool Kinderbeveiliging
Fig. 3 (11)
dooft. Op de
display knippert c.
u
Instelmodus deactiveren: toets On/Off
Fig. 3 (7)
indrukken.
-of-
u
5 min. wachten.
w
Op de temperatuurdisplay wordt opnieuw de temperatuur
weergegeven.
Bediening
8 * afhankelijk van model en uitvoering
5.3 Deuralarm
Als de deur langer dan 60 seconden open staat,
klinkt er een geluidssignaal.
Het geluidssignaal dooft automatisch, als de deur
wordt gesloten.
5.3.1 Deuralarm deactiveren
Het akoestisch alarm kan bij geopende deur worden uitgescha-
keld. Het deactiveren werkt zolang de deur open staat.
u
Toets Alarm
Fig. 3 (9)
indrukken.
w
Het akoestisch alarm gaat uit.
5.4 Temperatuuralarm
Wanneer de vriestemperatuur niet laag genoeg is,
gaat het akoestisch alarm af.
Tegelijkertijd knipperen de temperatuurdisplay en
het symbool Alarm
Fig. 3 (4)
.
De oorzaak voor een te hoge temperatuur kan zijn:
-
warme nieuwe levensmiddelen werden in de diepvriezer
gelegd
-
bij het herindelen en verwijderen van levensmiddelen is
teveel warme kamerlucht naar binnen gestroomd.
-
de stroom is voor langere tijd uitgevallen
-
het apparaat is defect
Het akoestisch alarm stopt automatisch, het symbool Alarm
Fig. 3 (4)
gaat uit en de temperatuurdisplay houdt op met knip-
peren, wanneer de temperatuur weer laag genoeg is.
Wanneer het alarm niet uitgaat: (zie Storingen).
Aanwijzing
Wanneer de temperatuur niet laag genoeg is, kunnen levens-
middelen bederven.
u
De kwaliteit van de levensmiddelen controleren. Bedorven
levensmiddelen niet meer nuttigen.
5.4.1 Temperatuuralarm deactiveren
Het akoestisch alarm kan worden gedeactiveerd. Wanneer de
temperatuur weer laag genoeg is, is de alarmfunctie weer
actief.
u
Toets Alarm
Fig. 3 (9)
indrukken.
w
Het akoestisch alarm is gedeactiveerd.
5.5 Levensmiddelen invriezen
U kunt maximaal zo veel kilo verse levensmiddelen binnen
24 uur invriezen, als op het typeplaatje (zie Het apparaat in
vogelvlucht) onder „Invriescapaciteit ... kg/24h” is aangegeven.
De laden kunnen elk met max. 25 kg diepvriesproducten, de
plateaus elk met max. 35 kg worden belast.
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding door glasscherven!
Flessen en blikjes drinken kunnen bij het invriezen springen. Dit
geldt met name voor koolzuurhoudend drinken.
u
Flessen en blikjes met drinken niet invriezen!
Om de levenmiddelen snel door en door te laten bevriezen,
mag u de volgende hoeveelheden per verpakking niet over-
schrijden:
- fruit, groente max. 1 kg
- vlees max. 2,5 kg
u
Verdeel de levensmiddelen in porties en doe ze in diepvries-
zakjes of in herbruikbare bakjes van kunststof, metaal of
aluminium.
5.6 Levensmiddelen ontdooien
- in het koelgedeelte
- in een magnetron
- in een oven/heteluchtoven
- bij kamertemperatuur
u
Neem alleen zoveel levensmiddelen als u nodig heeft.
Ontdooide levensmiddelen zo snel mogelijk verwerken.
u
Ontdooide levensmiddelen alleen bij wijze van uitzondering
weer invriezen.
5.7 Temperatuur instellen
Het apparaat is standaard ingesteld voor een normale werking.
De temperatuur is instelbaar tussen -14 °C en -28 °C, aanbe-
volen wordt -18 °C.
u
Temperatuur hoger instellen: insteltoets Up
Fig. 3 (1)
indrukken, totdat de temperatuur op het display knippert.
Toets loslaten.
u
Temperatuur lager instellen: insteltoets Down
Fig. 3 (2)
indrukken, totdat de temperatuur op het display knippert.
Toets loslaten.
w
Op het temperatuurdisplay wordt de actuele temperatuur
weergegeven.
u
Temperatuur laten verspringen in stapjes van 1 °C: toets kort
indrukken.
-of-
u
Temperatuur doorlopend veranderen: toets ingedrukt
houden.
w
Tijdens het instellen knippert de waarde.
w
Ca. 5 seconden nadat de toets voor de laatste keer werd
ingedrukt, wordt de daadwerkelijke temperatuur aange-
geven. De temperatuur past zich langzaam aan de nieuwe
instelling aan.
5.8 SuperFrost
Met deze functie kunt u nieuwe levensmiddelen snel
tot op de kern invriezen. Het apparaat werkt met
maximaal koelvermogen, daardoor kunnen geluiden
van het koelaggregaat tijdelijk luider zijn.
Bovendien bouwen reeds ingevroren levensmiddelen zo een
„koudereserve op”. Daardoor blijven de levensmiddelen langer
bevroren, wanneer u het apparaat ontdooit.
U kunt maximaal zoveel nieuwe levensmiddelen binnen 24 h
invriezen, als op het typeplaatje onder „invriescapaciteit ... kg/
24h” is aangegeven. De invriescapaciteit is afhankelijk van het
model en de klimaatklasse van het apparaat.
Afhankelijk van de hoeveel nieuwe levensmiddelen die worden
ingevroren, moet SuperFrost bijtijds worden ingeschakeld: bij
een kleine hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen ca. 6h, bij
de maximale hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen 24h
voordat u de levensmiddelen in de vriezer legt.
Verpak de levensmiddelen en leg ze zo breed mogelijk uit. In te
vriezen levensmiddelen niet met reeds ingevroren producten in
contact brengen om ontdooien van deze producten te voor-
komen.
SuperFrost hoeft u in de volgende gevallen niet in te schakelen:
-
wanneer u reeds ingevroren waren in de diepvriezer legt
-
bij het invriezen van max. ca. 2 kg nieuwe levensmiddelen
per dag
5.8.1 Met SuperFrost invriezen
u
Toets SuperFrost
Fig. 3 (8)
indrukken, totdat op het display
het symbool wordt weergegeven. Toets loslaten.
Bediening
* afhankelijk van model en uitvoering 9
w
De temperatuur daalt, het apparaat werkt met maximale
koeling.
Bij een kleine hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen:
u
Ca. 6 u wachten.
u
Verpakte levensmiddelen in de diepe onderste laden
leggen.
Bij de maximale hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen:
u
Ca. 24 u wachten.
u
Onderste diepe laden uitschuiven en de levensmiddelen
direct op de onderste plateaus leggen.
w
SuperFrost schakelt automatisch uit. Naargelang hoeveel-
heid nieuwe levensmiddelen op zijn vroegst na 30 h uiterlijk
na 65 h.
w
Het symbool SuperFrost
Fig. 3 (5)
gaat uit, wanneer het
invriezen is afgesloten.
u
Levensmiddelen in de laden legen en deze weer inschuiven.
w
Het apparaat werkt in de energiebesparende normale
modus verder.
5.9 Laden
Aanwijzing
Het energieverbruik stijgt en de koelprestatie vermindert bij
onvoldoende ventilatie.
Bij apparaten met NoFrost:
u
Laat de onderste schuiflade in het apparaat zitten!
u
Houd de luchtspleet binnen aan de achterkant steeds vrij!
u
Om diepvriesproducten direct op de draagplateaus te
bewaren: trek de schuiflade naar voren en haal de lade uit.
5.10 Plateaus
u
Plateau uitnemen: vooraan optillen en
uittrekken.
u
Plateau terugplaatsen: tot aanslag
inschuiven.
5.11 VarioSpace
U kunt naast de schuifladen ook de
draagplateaus eruit halen. Zo maakt
u plaats voor grotere levensmid-
delen zoals gevogelte, vlees, groter
wild en kunnen hoge producten van
de bakkerij volledig worden inge-
vroren en verder worden klaarge-
maakt.
u
De laden kunnen elk met max.
25 kg diepvriesproducten, de
plateaus elk met max. 35 kg
worden belast.
5.12 Info-systeem
Fig. 10
(1) Kant-en-klare
gerechten, ijs
(4) Vleeswaren, brood
(2) Varkensvlees, vis (5) Wild, paddestoelen
(3) Fruit, groenten (6) Gevogelte, rund-/kalfs-
vlees
5.13 Kruiden- en bessenlade
Dankzij de kruiden- en bessenlade kunt u bessen, kruiden,
groenten en andere kleine diepvriesproducten invriezen zonder
dat ze aan elkaar vriezen. De diepvriesproducten behouden
hun vorm en zijn later makkelijker in porties te verdelen.
5.13.1 Het kruiden- en bessenvak gebruiken
u
Verdeel de diepvriespro-
ducten losjes over het
kruiden- en bessenvak.
u
Laat de diepvriesproducten 10
tot 12 uur invriezen.
u
Doe de diepvriesproducten
over in diepvrieszakjes of -
bakjes.
u
Diepvrieszakjes of -bakjes in een lade plaatsen.
u
Om te ontdooien spreidt u de ingevroren diepvriesproducten
losjes naast elkaar uit.
5.14 Koudeaccu's
De koudeaccu's verhinderen bij stroomuitval, dat de tempera-
tuur te snel stijgt.
5.14.1 Koudeaccu's gebruiken
u
De koudeaccu's ruimtebespa-
rend in het kruiden- en
bessenvak leggen.
u
De bevroren koudeaccu's
boven in het voorste vriesge-
deelte op de ingevroren
levensmiddelen leggen.
6 Onderhoud
6.1 Ontdooien met NoFrost
Het NoFrost-systeem ontdooit het apparaat automatisch.
Het vocht slaat neer op de verdamper, wordt regelmatig
ontdooid en verdampt dan.
u
U hoeft het apparaat niet handmatig te ontdooien.
6.2 Apparaat reinigen
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom!
Hete stoom kan brandwonden veroorzaken en de opper-
vlakken beschadigen.
u
Gebruik geen stoomreinigers!
Onderhoud
10 * afhankelijk van model en uitvoering
LET OP
Verkeerd reinigen kan het apparaat beschadigen!
u
Gebruik reinigingsmiddelen niet in geconcentreerde vorm.
u
Gebruik geen schurende of krassende sponsjes of staalwol.
u
Geen scherpe, schurende, zand-, chloor- of zuurhoudende
schoonmaakmiddelen gebruiken.
u
Gebruik geen chemische oplosmiddelen.
u
Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant
van het apparaat niet. Dit is belangrijk voor de Technische
Dienst.
u
Kabels of andere onderdelen niet afbreken, knikken of
beschadigen.
u
Laat geen reinigingswater in de afvoergoot, de ventilatie-
roosters en elektrische delen terecht komen.
u
Gebruik zachte poetsdoeken en een allesreiniger met een
neutrale pH-waarde.
u
Gebruik in de binnenruimte van het apparaat alleen levens-
middelenvriendelijke reinigings- en onderhoudsproducten.
u
Apparaat uitruimen.
u
Trek de stekker uit.
u
Uit- en inwendige oppervlaktes van kunststof met lauw-
warm water en een beetje afwasmiddel met de hand
reinigen.
u
Gelakte zijwanden mogen uitsluitend met een zachte
schone doek worden afgeveegd. Bij hardnekkig vuil lauw-
warm water met allesreiniger gebruiken.
u
Gelakte deuroppervlakken uitsluitend met een zachte,
schone doek afvegen. Bij hardnekkig vuil een beetje water
of allesreiniger gebruiken. Naar keuze kan ook een microve-
zeldoek worden gebruikt.
u
Onderdelen met lauwwarm water en een beetje afwas-
middel met de hand reinigen.
Na het reinigen:
u
Apparaat en onderdelen droogwrijven.
u
Apparaat weer aansluiten en inschakelen.
u
SuperFrost inschakelen (zie 5.8) .
Wanneer de temperatuur voldoende koud is:
u
de levensmiddelen er weer in leggen.
6.3 Binnenverlichting vervangen
In het apparaat is standaard een LED-lamp gemonteerd om de
binnenruimte te verlichten.
Bij gebruik van een gloeilamp:
q
Een gloeilamp van max. 15 W en fitting E14 gebruiken.
q
Stroomsoort (wisselstroom) en spanning op de standplaats
moeten overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje
(zie Het apparaat in vogelvlucht).
Bij gebruik van een LED-lamp:
q
Alleen de originele LED-lamp van de fabrikant mag worden
gebruikt. De lamp kan worden aangeschaft via de service-
dienst of speciaalzaak (zie 6.4) .
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door LED-lamp!
De lichtintensiteit van de LED-verlichting komt overeen met de
laserklasse 1/1M.
Wanneer de afdekking wordt verwijderd:
u
Niet met optische lenzen vanuit de directe nabijheid direct in
de verlichting kijken. Daarbij kunnen de ogen worden
beschadigd.
WAARSCHUWING
Brandgevaar door LED-lamp!
Bij het gebruik van andere LED-lampen bestaat oververhittings-
resp. brandgevaar.
u
Gebruik de originele LED van de fabrikant.
Wanneer de lamp defect is, moet deze op de volgende
wijze worden vervangen:
Fig. 11
u
Schakel het apparaat uit.
u
Trek de stekker uit of schakel de beveiliging uit.
u
Vervang de lamp onder het bedieningspaneel volgens de
afbeelding.
6.4 Technische Dienst
Probeer eerst of u de storing zelf kunt verhelpen (zie
Storingen). Mocht dit niet het geval zijn, neem dan contact op
met de Technische Dienst. Het adres vindt u in het bijgevoegd
overzicht.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door onvakkundige reparatie!
u
Reparaties en ingrepen aan het apparaat en de stroomaan-
sluiting die niet uitdrukkelijk genoemd worden (zie Onder-
houd), uitsluitend door de Technische Dienst laten
uitvoeren.
u
Apparaataanduiding
Fig. 12 (1)
, service-nr.
Fig. 12 (2)
en serie-nr.
Fig. 12 (3)
van het
typeplaatje aflezen.
Het typeplaatje
bevindt zich aan de
linkerkant binnen in
het apparaat.
Fig. 12
u
Contact opnemen met de Technische Dienst en het
probleem, apparaataanduiding
Fig. 12 (1)
, service-nr.
Fig. 12 (2)
en serie-nr.
Fig. 12 (3)
mededelen.
w
Dit maakt een snelle en doelgerichte service mogelijk.
u
Het apparaat gesloten laten, totdat de Technische Dienst
komt.
w
De levensmiddelen blijven langer koel.
u
Trek de stekker uit het stopcontact (daarbij niet aan het
snoer trekken) of de draai de zekering uit.
7 Storingen
Uw apparaat is zo ontworpen en gebouwd, dat een veilige
werking en lange levensduur gegarandeerd zijn. Mocht er
desondanks een storing optreden, dan svp eerst controleren of
de storing door een bedieningsfout werd veroorzaakt. In dit
Storingen
* afhankelijk van model en uitvoering 11
geval moeten wij de ontstane kosten ook in de garantieperiode
in rekening brengen. Volgende storingen kunt u zelf verhelpen:
Het apparaat functioneert niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld.
u
Apparaat inschakelen.
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
u
Stekker controleren.
De zekering van het stopcontact is niet in orde.
u
Zekering controleren.
De compressor blijft lopen.
De compressor schakelt bij een verminderde koudebe-
hoefte over op een lager toerental. Hoewel de looptijd daar-
door langer is, wordt energie bespaard.
u
Dat is bij energiebesparende modellen normaal.
SuperFrost is ingeschakeld.
u
Om de levensmiddelen snel af te koelen, draait de
compressor langer. Dit is normaal.
Een led aan de onderachterkant van het apparaat (bij de
compressor) knippert regelmatig om de 15 seconden*.
De inverter is met een foutdiagnose led uitgevoerd.
u
Het knipperen is normaal.
Geluiden zijn te luid.
Toerentalgeregelde* compressoren kunnen naar aanleiding
van de verschillende draaisnelheden verschillende geluiden
veroorzaken.
u
Het geluid is normaal.
Een borrelen en klateren
Dit geluid komt van het koelmiddel, dat door het koelcircuit
stroomt.
u
Het geluid is normaal.
Een zacht klikken
Het geluid ontstaat bij het automatisch in- en uitschakelen
van het koelaggregaat (de motor).
u
Het geluid is normaal.
Een brommend geluid. Kan voor korte tijd iets luider zijn,
wanneer het koelaggregaat (de motor) inschakelt.
Bij ingeschakelde SuperFrost, nieuw opgeslagen levens-
middelen of na lang geopende deur wordt het koelver-
mogen automatisch verhoogd.
u
Het geluid is normaal.
De omgevingstemperatuur is te hoog.
u
Oplossing: (zie 1.2)
Vibratiegeluiden.
Het apparaat staat niet stabiel op de grond. Door het draai-
ende koelaggregaat beginnen aangrenzende meubels en
voorwerpen te trillen.
u
Stel het apparaat af m.b.v. de stelpootjes.
u
Flessen en containers uit elkaar zetten.
In de temperatuurdisplay wordt aangegeven: F0 tot F9
Het betreft een storing.
u
Neem contact op met de Technische Dienst (zie Onder-
houd).
Op het temperatuurdisplay knippert stroomuitval . Op
het temperatuurdisplay wordt de warmste temperatuur
weergegeven, die tijdens de stroomuitval werd bereikt.
De vriestemperatuur was door stroomuitval of een stroom-
onderbreking in de afgelopen uren of dagen te hoog. Zodra
de stroomonderbreking voorbij is, werkt het apparaat weer
verder met de laatste temperatuurinstelling.
u
Aanduiding van de warmste temperatuur wissen: toets
Alarm
Fig. 3 (9)
indrukken.
u
De kwaliteit van de levensmiddelen controleren. Bedorven
levensmiddelen niet meer nuttigen. Ontdooide levensmid-
delen niet meer opnieuw invriezen.
In de temperatuurdisplay brandt DEMO.
De demonstratie-modus is geactiveerd.
u
Neem contact op met de Technische Dienst (zie Onder-
houd).
Het apparaat is aan de buitenkant warm*.
De warmte van het koelmiddelcircuit wordt gebruikt om
condenswater te voorkomen.
u
Dit is normaal.
Temperatuur is niet laag genoeg.
De deur is niet goed gesloten.
u
Deur van het apparaat sluiten.
Niet voldoende be- en ontluchting.
u
Ventilatieroosters vrijmaken en reinigen.
De omgevingstemperatuur is te hoog.
u
Oplossing: (zie 1.2) .
Het apparaat werd te vaak of te lang geopend.
u
Afwachten of de benodigde temperatuur weer vanzelf wordt
bereikt. Zo niet, contact opnemen met de Technische
Dienst (zie Onderhoud).
U heeft teveel nieuwe levensmiddelen zonder SuperFrost
opgeslagen.
u
Oplossing: (zie 5.8)
De temperatuur is verkeerd ingesteld.
u
Stel de temperatuur lager in en controleer deze na 24 uur.
Het apparaat staat te dicht bij een warmtebron (fornuis,
verwarming enz.).
u
Verander de standplaats van het apparaat of van de warm-
tebron.
De binnenverlichting brandt niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld.
u
Apparaat inschakelen.
De deur was langer dan 15 min. open.
u
De binnenverlichting schakelt bij geopende deur na
ca. 15 min. automatisch uit.
Als de binnenverlichting niet brandt, maar de temperatuur-
weergave brandt wel, is de verlichting (levering met LED-
verlichting) defect.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door LED-lamp!
De lichtintensiteit van de LED-verlichting komt overeen met de
laserklasse 1/1M.
Wanneer de afdekking wordt verwijderd:
u
Niet met optische lenzen vanuit de directe nabijheid direct in
de verlichting kijken. Daarbij kunnen de ogen worden
beschadigd.
u
Vervang de verlichting (zie Onderhoud).
8 Uitzetten
8.1 Apparaat uitschakelen
u
Toets On/Off
Fig. 3 (7)
indrukken, totdat het display donker
wordt. Toets loslaten.
w
Wanneer het apparaat niet kan worden uitgeschakeld, is de
kinderbeveiliging actief (zie 5.2) .
8.2 Buiten werking stellen
u
Apparaat leegmaken.
u
Apparaat uitschakelen (zie Uitzetten).
u
Netstekker eruit halen.
u
Apparaat reinigen (zie 6.2) .
u
Laat de deuren een stukje open staan zodat er geen onaan-
gename geuren kunnen ontstaan.
Uitzetten
12 * afhankelijk van model en uitvoering
9 Apparaat afdanken
Het apparaat bevat nog waardevolle materialen en
mag niet met het gewoon huis- of grofvuil worden
meegegeven. Het recyclen van afgedankte appa-
raten moet vakkundig gebeuren overeenkomstig de
plaatselijk geldende voorschriften en wetten.
Let erop dat bij het afvoeren van het afgedankte apparaat het
koelmiddelcircuit niet wordt beschadigd, zodat het koelmiddel
(informatie op het typeplaatje) of de olie erin niet ongewild vrij-
komen.
u
Apparaat onbruikbaar maken.
u
Trek de stekker uit.
u
Snijd het aansluitsnoer door.
Apparaat afdanken
* afhankelijk van model en uitvoering 13
Liebherr-Hausgeräte Marica EOOD
4202 Radinovo
Bezirk Plovdiv
Bulgarien
home.liebherr.com
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14

Liebherr GNP 1956-23 de handleiding

Categorie
Diepvriezers
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor