W 1100-115

Metabo W 1100-115 Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Metabo W 1100-115 Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
NEDERLANDSnl
28
Oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
Wij verklaren onder uitsluitend eigen
verantwoordelijkheid dat: deze haakse slijpers,
gekenmerkt door type en serienummer *1), voldoen
aan alle relevante bepalingen van de richtlijnen *2)
en normen *3). Technische documentatie bij *4) -
zie pagina 3.
De haakse slijpers zijn met originele Metabo-
accessoires geschikt voor het schuren, het schuren
met schuurpapier, het werken met draadborstels en
het doorslijpen van metaal, beton, steen en
soortgelijke materialen, zonder gebruik van water.
Alleen de gebruiker is aansprakelijk voor schade
door oneigenlijk gebruik.
De algemeen erkende
ongevallenpreventievoorschriften en de
bijgevoegde veiligheidsinstructies moeten in acht
worden genomen.
Let voor uw veiligheid en die van het
elektrisch gereedschap op de passages
die zijn voorzien van dit symbool!
WAARSCHUWING – Lees de
gebruiksaanwijzing om het risico op letsel te
verminderen.
WAARSCHUWING Lees alle
veiligheidsinstructies en aanwijzingen.
Het niet opvolgen van de veiligheidsinstructies en
aanwijzingen kan een elektrische schok, brand en/
of ernstig letsel tot gevolg hebben.
Bewaar alle veiligheidsinstructies en
aanwijzingen met het oog op toekomstig
gebruik.
Geef uw elektrisch gereedschap alleen met deze
documenten aan anderen door.
4.1 Gemeenschappelijke
veiligheidsinstructies voor het schuren,
het schuren met schuurpapier, het
werken met draadborstels en het
doorslijpen:
Toepassing
a) Dit elektrisch gereedschap kan worden
gebruikt als schuurmachine, schuurmachine
met schuurpapier, draadborstel en
doorslijpmachine. Neem alle
veiligheidsinstructies, aanwijzingen,
afbeeldingen en gegevens die u bij het
apparaat ontvangt in acht. Wanneer u de
volgende aanwijzingen niet in acht neemt, kan dit
leiden tot een elektrische schok, brand en/of ernstig
letsel.
b) Dit elektrisch gereedschap is niet geschikt
om te polijsten. Toepassingen waarvoor het
elektrisch gereedschap niet bestemd is, kunnen
leiden tot gevaarlijke situaties en lichamelijk letsel.
c) Gebruik geen toebehoren die door de
fabrikant niet speciaal voor dit elektrisch
gereedschap zijn bestemd en aanbevolen.
Wanneer u in staat bent de toebehoren aan uw
elektrisch gereedschap te bevestigen, betekent dat
nog geen garantie voor veilig gebruik.
d) Het toelaatbare toerental van het gebruikte
gereedschap dient minstens zo hoog te zijn als
het maximale toerental dat op het elektrisch
gereedschap staat aangegeven. Toebehoren dat
sneller draait dan toegestaan, kunnen breken en in
het rond vliegen.
e) De buitendiameter en de dikte van het
inzetgereedschap dienen overeen te komen
met de maataanduidingen van uw elektrisch
gereedschap. Verkeerd bemeten
inzetgereedschap kan niet voldoende worden
afgeschermd of gecontroleerd.
f) Inzetgereedschap met draadinzet dient exact
op de schroefdraad van de slijpspindel te
passen. Bij inzetgereedschap dat met een flens
is bevestigd, moet het opnamegat van het
inzetgereedschap bij de opnamediameter van
de flens passen. Inzetgereedschap dat niet
precies op de opnamehouder van het elektrisch
gereedschap past, draait ongelijkmatig en trilt zeer
sterk, hetgeen kan leiden tot verlies van de controle.
g) Gebruik geen beschadigd
inzetgereedschap. Controleer
inzetgereedschap zoals slijpschijven voor
ieder gebruik op afsplinteringen en scheuren,
steunschijven op scheuren, (sterke) slijtage en
draadborstels op losse of gebroken draden.
Wanneer het elektrisch gereedschap of het
inzetgereedschap valt, controleer dan of het
beschadigd is geraakt, of gebruik
onbeschadigd inzetgereedschap. Wanneer u
het inzetgereedschap hebt gecontroleerd en
geplaatst, zorg dan dat u en eventuele
omstanders buiten het bereik van het
roterende inzetgereedschap blijven en laat het
apparaat een minuut lang draaien op het
hoogste toerental. Beschadigd inzetgereedschap
breekt meestal gedurende deze testperiode.
h) Draag persoonlijke beschermingsmiddelen.
Draag afhankelijk van de toepassing volledige
gezichtsbescherming, oogbescherming of een
veiligheidsbril. Draag zo nodig een stofmasker,
gehoorbescherming,
veiligheidshandschoenen of een speciaal
schort dat bescherming biedt tegen kleine
slijp- en materiaaldeeltjes. Uw ogen dienen
beschermd te worden tegen de rondvliegende
deeltjes die bij verschillende toepassingen
ontstaan. Stof- of adembeschermingsmaskers
dienen om het stof te filteren dat tijdens de
1. Conformiteitsverklaring
2. Voorgeschreven gebruik
3. Algemene
veiligheidsinstructies
4. Speciale veiligheidsinstructies
NEDERLANDS nl
29
werkzaamheden ontstaat. Wanneer u lang aan
hard geluid wordt blootgesteld, kan uw gehoor
beschadigd raken.
i) Let erop dat andere personen zich op een
veilige afstand van uw werkgebied bevinden.
Iedereen die het werkgebied betreedt, dient
persoonlijke beschermingsmiddelen te
dragen. Brokstukken van het werkstuk of gebroken
inzetgereedschap kunnen wegvliegen en ook
buiten het directe werkgebied letsel veroorzaken.
j) Houd het elektrisch gereedschap alleen vast
aan de geïsoleerde greepvlakken wanneer u
werkzaamheden uitvoert waarbij het
inzetgereedschap verborgen stroomleidingen
of het eigen netsnoer kan raken. Door het
contact met een onder spanning staande leiding
kunnen ook metalen onderdelen van het apparaat
onder spanning worden gezet, met een elektrische
schok als gevolg.
k) Houd het netsnoer uit de buurt van draaiend
inzetgereedschap. Wanneer u de controle over
het apparaat verliest, kan het netsnoer worden
doorgesneden of gegrepen of kan uw hand of uw
arm in het draaiende inzetgereedschap
terechtkomen.
I) Leg het elektrisch gereedschap nooit weg
voordat het inzetgereedschap volledig tot
stilstand is gekomen. Het draaiende
inzetgereedschap kan in contact komen met de
ondergrond waardoor u mogelijk de controle over
het elektrisch gereedschap kunt verliezen.
m) Laat het elektrisch gereedschap niet
draaien terwijl u het draagt. Door toevallig
contact met het draaiende inzetgereedschap kan
uw kleding worden gegrepen en kan het
inzetgereedschap zich in uw lichaam boren.
n) Reinig regelmatig de ventilatiesleuven van
uw elektrisch gereedschap. De motorventilator
trekt stof de behuizing binnen en een sterke
ophoping van metaalstof kan elektrische gevaren
veroorzaken.
o) Gebruik het elektrisch gereedschap niet in
de buurt van brandbaar materiaal. Door vonken
kunnen deze materialen vlam vatten.
p) Gebruik geen inzetgereedschap waarvoor
vloeibare koelmiddelen nodig zijn. Het gebruik
van water of andere vloeibare koelmiddelen kan
leiden tot een elektrische schok.
4.2 Veiligheidsinstructies met het oog op
terugslag
Een terugslag is een plotselinge reactie die optreedt
wanneer draaiend inzetgereedschap zoals een
schuurschijf, steunschijf, draadborstel enz. blijft
haken of blokkeert. Wanneer het draaiende
inzetgereedschap blokkeert of blijft haken, wordt
het onmiddellijk stopgezet. Door blokkeren of
haken wordt het elektrisch gereedschap
ongecontroleerd, tegen de draairichting van het
inzetgereedschap in, op de plaats van de
blokkering versneld.
Wanneer er bijv. een schuurschijf in het werkstuk
blijft haken of blokkeert, kan de rand van de
schuurschijf, die invalt in het werkstuk, vastraken,
met uitbreken van de schuurschijf of een terugslag
als mogelijk gevolg. De schuurschijf beweegt zich
dan naar of vanaf de bediener, afhankelijk van de
draairichting van de schijf bij de plaats van de
blokkering. Hierbij kunnen slijpschijven ook breken.
Een terugslag is het gevolg van verkeerd of onjuist
gebruik van het elektrisch gereedschap. Deze kan
worden verhinderd door passende
veiligheidsmaatregelen te nemen, zoals hieronder
beschreven.
a) Houd het elektrisch gereedschap goed vast
en breng uw lichaam en uw armen in een
dusdanige positie dat u de terugslagkrachten
kunt opvangen. Gebruik, indien beschikbaar,
altijd de extra greep om tijdens de startfase een
zo groot mogelijke controle over de
terugslagkrachten of reactiemomenten te
hebben. De bediener kan de terugslag- en
reactiemomenten beheersen door geschikte
veiligheidsmaatregelen te nemen.
b) Zorg ervoor dat uw hand nooit in de buurt
van draaiend inzetgereedschap komt. Het
inzetgereedschap kan zich bij een terugslag over
uw hand bewegen.
c) Mijd met uw lichaam het gebied
waarin het elektrisch gereedschap bij een
terugslag naartoe wordt bewogen. De terugslag
brengt het elektrisch gereedschap in de
tegenovergestelde richting van de beweging
van de slijpschijf bij het punt van blokkering.
d) Werk bijzonder voorzichtig bij hoeken,
scherpe randen enz. Zorg ervoor dat het
inzetgereedschap niet van het werkstuk
terugspringt en klem raakt. Het roterende
inzetgereedschap heeft de neiging om klem te
raken bij hoeken, scherpe randen of als het
terugspringt. Dit leidt tot verlies van controle of een
terugslag.
e) Gebruik geen ketting- of getand zaagblad.
Dergelijk inzetgereedschap leidt vaak tot een
terugslag of verlies van controle over het elektrisch
gereedschap.
4.3 Speciale veiligheidsvoorschriften voor
het schuren en doorslijpen:
a) Gebruik uitsluitend schuurmiddelen die voor
uw elektrisch gereedschap zijn goedgekeurd
en de hiervoor geschikte beschermkap.
Schuurmiddelen die niet geschikt zijn voor het
elektrisch gereedschap kunnen niet voldoende
worden afgeschermd en zijn onveilig.
b) Gebogen slijpschijven dienen zodanig te
worden aangebracht, dat het slijpvlak zich
onder de rand van de beschermkap bevindt.
Een verkeerd aangebrachte slijpschijf die buiten de
rand van de beschermkap uitsteekt, kan niet naar
behoren worden afgeschermd.
c) De beschermkap moet stevig aan het
elektrische gereedschap zijn aangebracht en,
voor een optimale veiligheid, zodanig zijn
ingesteld dat een zo klein mogelijk deel van het
slijplichaam open naar de gebruiker wijst. De
beschermkap beschermt de gebruiker tegen
NEDERLANDSnl
30
brokstukken, toevallig contact met het slijplichaam
en vonken, waardoor kleding vlam kan vatten.
d) De slijpmiddelen mogen alleen worden
gebruikt voor de aanbevolen
gebruiksmogelijkheden.
Bijvoorbeeld: slijp nooit met het zijvlak van een
doorslijpschijf. Doorslijpschijven zijn bedoeld
voor materiaalafname met de rand van de schijf.
Door zijwaartse krachtinwerking op deze
slijpmiddelen kan de schijf breken.
e) Gebruik altijd onbeschadigde spanflenzen in
de juiste grootte en vorm voor de door u
gekozen doorslijpschijf. Geschikte flenzen
steunen de doorslijpschijf en gaan zo het risico
tegen dat deze breekt. Flenzen voor
doorslijpschijven kunnen verschillend zijn van
flenzen voor andere slijpschijven.
f) Gebruik geen versleten slijpschijven van
groter elektrisch gereedschap. Slijpschijven
voor groter elektrisch gereedschap zijn niet
geschikt voor de hogere toerentallen van kleiner
elektrisch gereedschap en kunnen breken.
4.4 Meer speciale veiligheidsvoorschriften
voor het doorslijpen:
a) Voorkom een te hoge aandrukkracht of
blokkering van de doorslijpschijf. Voer geen
overmatig diepe sneden uit. Overbelasting van
de doorslijpschijf verhoogt tevens de belasting en
de neiging tot schuin wegdraaien of blokkeren, en
daarmee de kans op een terugslag of breuk van het
slijpmiddel.
b) Mijd het gebied voor en achter de roterende
doorslijpschijf. Wanneer u de doorslijpschijf in het
werkstuk van u af beweegt, kan bij een terugslag
het elektrisch gereedschap met de draaiende schijf
rechtsreeks naar u toe worden geslingerd.
c) Wanneer de doorslijpschijf klem komt te
zitten of als u het werk onderbreekt, schakel
het apparaat dan uit en houd het rustig vast
totdat de schijf tot stilstand gekomen is.
Probeer nooit om de nog draaiende
doorslijpschijf uit de snede te trekken, dit kan
een terugslag veroorzaken. Stel de oorzaak van
het klemraken vast en verhelp deze.
d) Schakel het elektrisch gereedschap nooit
opnieuw in zolang het zich in het werkstuk
bevindt. Laat de doorslijpschijf eerst het volle
toerental bereiken voordat u voorzichtig verder
gaat met de snede. Anders kan de schijf blijven
hangen, uit het werkstuk springen of een terugslag
veroorzaken.
e) Zorg voor een ondersteuning van platen of
grote werkstukken om het risico op een
terugslag als gevolg van een ingeklemde
doorslijpschijf te verminderen. Grote
werkstukken kunnen doorbuigen onder hun eigen
gewicht. Het werkstuk dient aan beide kanten van
de schijf ondersteund te worden, zowel bij de
slijpsnede als aan de rand.
f) Wees bijzonder voorzichtig bij "invalsnedes"
in bestaande wanden of andere gebieden die u
niet kunt inzien. De invallende doorslijpschijf kan
bij het snijden in gas- of waterleidingen, elektrische
leidingen of andere objecten een terugslag
veroorzaken.
4.5 Speciale veiligheidsvoorschriften voor
het schuren met schuurpapier:
a) Gebruik geen schuurbladen met te grote
afmetingen, maar houd u met betrekking tot de
grootte van de schuurbladen aan de opgaven
van de fabrikant. Schuurbladen die over de
steunschijf uitsteken kunnen letsel veroorzaken en
leiden tot het blokkeren of scheuren van de
schuurbladen of een terugslag.
4.6 Speciale veiligheidsvoorschriften voor
het werken met draadborstels:
a) Let erop dat draadborstels ook tijdens
gewoon gebruik stukken draad verliezen.
Overbelast de draden niet door een te hoge
aandrukkracht.
Wegvliegende stukken draad
kunnen heel gemakkelijk door dunne kleding en/of
de huid dringen.
b) Wordt het gebruik van een beschermkap
aanbevolen, zorg er dan voor dat de
beschermkap en de draadborstel niet met
elkaar in aanraking kunnen komen. De diameter
van schijf- en komborstels kan door aandruk- en
centrifugale krachten worden vergroot.
4.7 Overige veiligheidsinstructies:
WAARSCHUWING – Draag altijd een
veiligheidsbril.
Maak gebruik van elastische tussenlagen, wanneer
deze bij het slijpmiddel ter beschikking gesteld
worden en vereist zijn.
Neem de informatie van de fabrikant van het
gereedschap of het toebehoren in acht! Bescherm
de schijven tegen vet en stoten!
Schuurschijven dienen zorgvuldig, volgens de
aanwijzingen van de fabrikant, te worden bewaard
en gebruikt.
Doorslijpschijven mogen nooit worden gebruikt
voor het voorslijpen! Doorslijpschijven mogen niet
worden blootgesteld aan zijwaartse druk.
Het werkstuk dient stevig vast te liggen en beveiligd
te zijn tegen wegglijden, bijv. met behulp van
spaninrichtingen. Grote werkstukken dienen
voldoende te worden ondersteund.
Wordt er inzetgereedschap met schroefdraadinzet
gebruikt, dan mag het uiteinde van de spindel de
gatenbodem van het schuurgereedschap niet
raken. Let erop dat de schroefdraad in het
inzetgereedschap lang genoeg is om de
spindellengte op te nemen. De schroefdraad van
het inzetgereedschap moet op de draad van de
spindel passen. Zie voor de lengte en de
schroefdraad van de spindel pagina 3 en hoofdstuk
14. Technische gegevens.
Wij adviseren om een stationaire afzuiginrichting te
gebruiken en een lekstroomschakelaar (FI) voor te
schakelen. Wanneer de haakse slijper door de
aardlekschakelaar is uitgeschakeld, moet de
NEDERLANDS nl
31
machine worden gecontroleerd en gereinigd.
Motorreiniging zie hoofdstuk9. Reiniging.
Beschadigde, niet-ronde resp. trillende
gereedschappen mogen niet worden gebruikt.
Voorkom schade aan gas- of waterleidingen,
elektrische leidingen en dragende wanden
(statica).
Haal de stekker uit het stopcontact voordat u
instellings-, ombouw- of
onderhoudswerkzaamheden uitvoert.
Metabo S-automatic veiligheidskoppeling (alleen
WQ 1100-125, WEQ 1400-125). Schakel de
machine onmiddellijk uit bij activering van de
veiligheidskoppeling!
Een beschadigde of gebarsten extra greep moet
worden vervangen. Gebruik de machine niet als de
extra greep defect is.
Een beschadigde of gebarsten beschermkap moet
worden vervangen. Gebruik de machine niet als de
beschermkap defect is.
Dit elektrisch gereedschap is niet bestemd om te
polijsten. De garantie vervalt bij niet-reglementair
gebruik! De motor kan oververhit, en het elektrisch
gereedschap beschadigd raken. Voor
polijstwerkzaamheden adviseren wij onze haakse
polijstmachine.
Kleine werkstukken vastzetten. Bijv. in een
bankschroef spannen.
De stofbelasting verminderen:
WAARSCHUWING - Sommige stofdeeltjes
die worden geproduceerd bij het schuren,
zagen, slijpen, boren en ander werk bevatten
chemicaliën waarvan bekend is dat ze kanker,
geboorteafwijkingen of andere reproductieve
schade kunnen veroorzaken. Enkele voorbeelden
van deze chemicaliën zijn:
- lood van gelode verf,
- mineraalstof van bakstenen, cement en andere
metselwerkmaterialen, en
- arseen en chroom uit chemisch behandeld hout.
Het risico dat u hierbij loopt varieert, afhankelijk van
hoe vaak u met dit soort werk bezig bent. Om de
blootstelling aan deze chemicaliën te verminderen:
Werk in een goed geventileerde ruimte en werk met
goedgekeurde persoonlijke
beschermingsmiddelen zoals stofmaskers die
speciaal zijn ontwikkeld voor het filteren van
microscopische deeltjes.
Dit geldt ook voor stof van andere materialen, zoals
sommige houtsoorten (zoals eiken- of beukenstof),
metalen, asbest. Andere bekende ziekten zijn
bijvoorbeeld allergische reacties, aandoeningen
van de luchtwegen. Laat geen stof in uw lichaam
komen.
Neem de richtlijnen en nationale voorschriften in
acht die van toepassing zijn op uw materiaal,
personeel, toepassing en locatie (bijv.
gezondheids- en veiligheidsvoorschriften,
verwijdering).
Verzamel de ontstane deeltjes op de plaats waar
deze ontstaan, voorkom dat deze neerslaan in de
omgeving.
Gebruik voor speciale werkzaamheden geschikt
toebehoor. Daardoor komen slechts weinig deeltjes
ongecontroleerd in de omgeving terecht.
Gebruik een geschikte stofafzuiging.
Verminder de stofbelasting door:
- de vrijkomende deeltjes en de af te voeren
luchtstroom van de machine niet op de gebruiker
zelf of in de buurt aanwezige personen of op
neergeslagen stof te richten,
- een afzuiginstallatie en/of een luchtfilter te
gebruiken,
- de werkplek goed te ventileren en door te
stofzuigen schoon te houden. Vegen of blazen
wervelt het stof op.
- Zuig of was de beschermende kleding. Niet
uitblazen, uitslaan of uitborstelen.
Zie pagina 2.
1M-Quick-spanmoer *
2 Steunflens *
3Spindel
4 Asvergrendelingsknop
5 Schakelschuif voor het in-/uitschakelen *
6 Handgreep
7 Stelknop voor de toerentalinstelling *
8 Drukschakelaar *
9 Inschakelblokkering *
10 Extra greep
11 Beschermkap
12 Tweegaatsmoer *
13 Tweegaatssleutel *
14 Spanmoer (zonder gereedschap) *
15 Beugel voor het handmatig aantrekken/
losdraaien van de spanmoer (zonder
gereedschap) *
16 Spanschroef *
17 Spanring *
18 Hendel voor bevestiging van de beschermkap *
* afhankelijk van het model/niet meegeleverd
Vergelijk voor de ingebruikname of de op het
typeplaatje aangegeven spanning
overeenkomt met de netspanning.
Schakel altijd een aardlekschakelaar (RCD)
met een max. inschakelstroom van 30 mA
voor de machine.
6.1 Extra greep aanbrengen
Werk uitsluitend wanneer de extra greep (10)
is aangebracht! Schroef de extra greep stevig
in aan de linker- of rechterkant van de machine.
6.2 Beschermkap aanbrengen
Gebruik uit veiligheidsoverwegingen
uitsluitend de beschermkap die bestemd is
voor het betreffende slijpelement! Zie ook
hoofdstuk 11. Toebehoren!
5. Overzicht
6. Ingebruikneming
NEDERLANDSnl
32
Beschermkap voor het slijpen
Bestemd voor het werken met afbraamschijven,
lamellenslijpschijven, diamant-doorslijpschijven.
W 850-100, W 850-115, W 850-125, WP 850-115,
WP 850-125, WEV 850-125, W 1100-115,
W 1100-125 :
Zie pagina 2, afbeelding C.
- Spanschroef (16) losdraaien, zodat de spanring
van de (17) beschermkap voldoende uitzet.
- Breng de beschermkap (11) aan in de
weergegeven positie.
- Draai de beschermkap zodanig dat het gesloten
gebied naar de gebruiker wijst.
- Draai de spanschroef (16) goed vast. Controleer
of de beschermkap (11) vastzit, hij mag niet
verdraaid kunnen raken.
WP 1100-115, WQ 1100-125, WEQ 1400-125:
Zie pagina 2, afbeelding D.
- Houd de hendel (18) ingedrukt. Breng de
beschermkap (11) aan in de weergegeven positie.
- Laar de hendel los en draai de beschermkap,
totdat de hendel vast klikt.
- Druk de hendel in en draai aan de beschermkap
totdat het gesloten deel naar de gebruiker wijst.
- Controleer of de hendel goed bevestigd is: deze
moet vergrendeld zijn en de beschermkap mag
niet kunnen worden gedraaid.
Gebruik uitsluitend
inzetgereedschap waarover
de beschermkap tenminste
3,4 mm uitsteekt.
Voor alle ombouwwerkzaamheden: haal de
stekker uit het stopcontact. De machine moet
uitgeschakeld zijn en de spindel moet stilstaan.
Gebruik voor het werken met doorslijpschijven
uit veiligheidsoverwegingen de beschermkap
van de doorslijpschijf (zie hoofdstuk 11.
Toebehoren).
7.1 Spindel vastzetten
- Spindelvergrendelingsknop (4) indrukken en
spindel (3) met de hand draaien totdat de
spindelvastzetknop voelbaar vast klikt.
7.2 Slijpschijf plaatsen
Zie pagina 2, afbeelding A.
- Plaats de steunflens (2) op de spindel. Deze is op
de juiste wijze aangebracht als hij niet op de
spindel verdraaid kan raken.
Alleen de W 850-100: schroef de steunflens met
behulp van de tweegaatssleutel zodanig op de
spindel dat de kleine kraag (met diameter 16 mm)
naar boven wijst.
- Plaats de slijpschijf op de steunflens (2). De
slijpschijf dient gelijkmatig op de steunflens te
liggen.
7.3 M-Quick-spanmoer bevestigen/losmaken
(afhankelijk van de uitrusting)
M-Quick-spanmoer (1) bevestigen:
Uitsluitend voor WQ1100-125,
WEQ 1400-125.
Wanneer het inzetgereedschap in het
spangebied dikker is dan 7,1 mm, mag de M-
Quick-spanmoer niet worden gebruikt! Gebruik dan
de tweegaatsmoer (12) met tweegaatssleutel (13).
- Spindel vastzetten (zie hoofdstuk 7.1).
- Plaats de M-Quick-spanmoer (1) zodanig op de
spindel (3) dat de 2 neuzen in de 2 groeven van de
spindel grijpen. Zie afbeelding, pagina 2.
- Zet de M-Quick-spanmoer met de klok mee vast
met de hand.
- Zet de M-Quick-spanmoer vast door tegen de klok
in krachtig aan de slijpschijf te draaien.
M-Quick-spanmoer (1) losdraaien:
Alleen wanneer M-Quick-spanmoer (1) is
aangebracht, mag de spindel met de
spindelvastzetknop (4) worden stilgezet!
- Na het uitschakelen loopt de machine uit.
- Druk kort voordat de schuurschijf stil komt te staan
de spindelvastzetknop (4) in. De M-Quick-
spanmoer (1) komt los.
7.4 Tweegaatsmoer bevestigen/losmaken
(afhankelijk van de uitrusting)
Tweegaatsmoer (12) bevestigen:
De 2 zijden van de tweegaatsmoer zijn verschillend.
Schroef de tweegaatsmoer als volgt op de spindel:
Zie pagina 2, afbeelding B.
- X) Bij dunne slijpschijven:
De kraag van de tweegaatsmoer (12) wijst naar
boven, zodat de dunne slijpschijf veilig kan
worden gespannen.
Y) Bij dikke slijpschijven:
De band van de tweegaatsmoer (12) wijst naar
beneden, zodat de tweegaatsmoer veilig op de
spindel kan worden aangebracht.
Z) Alleen bij de W 850-100:
De kraag van de tweegaatsmoer wijst naar
beneden of het platte vlak wijst naar boven.
- Spindel vastzetten. Zet de tweegaatsmoer (12)
met de tweegaatssleutel (13) vast met de wijzers
van de klok mee.
De tweegaatsmoer losmaken:
- Spindel vastzetten (zie hoofdstuk 7.1). Verwijder
de tweegaatsmoer (12) met de tweegaatssleutel
(13) tegen de wijzers van de klok in.
7.5 Spanmoer (zonder gereedschap)
bevestigen/losmaken
(afhankelijk van de uitvoering)
Trek de spanmoer (zonder gereedschap) (14)
uitsluitend aan met de hand!
Om te werken moet de beugel (15) altijd vlak
op de spanmoer (1) geklapt zijn.
Spanmoer (zonder gereedschap) (14) bevestigen:
Wanneer het inzetgereedschap in het
spangebied dikker is dan 6 mm, mag de
7. Slijpschijf aanbrengen
NEDERLANDS nl
33
spanmoer (zonder gereedschap) niet worden
gebruikt! Gebruik dan de tweegaatsmoer (12) met
tweegaatssleutel (13).
- Spindel vastzetten (zie hoofdstuk 7.1).
- Klap de beugel (15) van de spanmoer omhoog.
- Plaats de spanmoer (14) op de spindel (3). Zie
afbeelding, pagina 2.
- Draai de spanmoer aan de beugel (15) met de
hand vast, met de klok mee.
- Klap de beugel (15) weer naar beneden.
Spanmoer (zonder gereedschap) (14) los draaien:
- Spindel vastzetten (zie hoofdstuk 7.1).
- Klap de beugel (15) van de spanmoer omhoog.
- Schroef de spanmoer (14) tegen de klok in met de
hand eraf.
Aanwijzing:
Bij een spanmoer die erg vastzit (14)
kan voor het afschroeven ook een tweegaatssleutel
worden gebruikt.
8.1 Toerental instellen (WEV 850-125)
Met de stelknop (7) stelt u het aanbevolen toerental
in. (laag getal = laag toerental; hoog getal = hoog
toerental)
Doorslijpschijf, grofslijpschijf, slijpkom, diamant-
doorslijpschijf: hoog toerental
Borstel: gemiddeld toerental
Slijpschijf: laag tot gemiddeld toerental
Aanwijzing:
Voor polijstwerkzaamheden adviseren
wij onze haakse polijstmachine.
8.2 In-/uitschakelen
Pak de machine altijd met beide handen vast.
Eerst inschakelen, dan het inzetgereedschap
naar het werkstuk bewegen.
Het opzuigen van extra stof en spanen door de
machine moet worden voorkomen. Bij het in-
en uitschakelen moet erop worden gelet dat zich
geen neergeslagen stof in de buurt van de machine
bevindt. Leg de machine na het uitschakelen pas
weg wanneer de motor tot stilstand is gekomen.
Voorkom onverhoeds starten: schakel de
machine altijd uit wanneer de stekker uit het
stopcontact wordt gehaald of wanneer sprake is
geweest van een stroomonderbreking.
Bij continue inschakeling draait de machine
door wanneer hij uit uw handen wordt
getrokken. Houd de machine daarom altijd met
beide handen vast aan de hiervoor bestemde
handgrepen, zorg ervoor dat u stevig staat en werk
geconcentreerd.
Machines met schakelschuif:
Inschakelen: schakelschuif (5) naar voren
schuiven. Voor een langdurige inschakeling
vervolgens naar beneden klappen tot hij vastklikt.
Uitschakelen: op het achterste uiteinde van de
schuifschakelaar (5) drukken en loslaten.
Machines met paddle-schakelaar (met
dodemansfunctie):
(Machines met de aanduiding WP...)
Inschakelen: Inschakelvergrendeling (9) in de
richting van de pijl schuiven en de drukschakelaar
(8) indrukken.
Uitschakelen: drukschakelaar (8) loslaten.
8.3 Tips voor het werk
Schuren en schuren met schuurpapier:
De machine matig aandrukken en over het
oppervlak heen- en weer bewegen, zodat het
werkstukoppervlak niet te heet wordt.
Voorslijpen: voor een goed werkresultaat dient u te
werken met een invalshoek van 30° - 40°.
Doorslijpen:
Werk bij het doorslijpen altijd in
tegengestelde richting (zie
afbeelding). Anders bestaat het
gevaar dat de machine
ongecontroleerd uit de snede springt.
Werk met een matige, aan het materiaal
aangepaste voorwaartse beweging. Niet schuin
wegdraaien, niet drukken, niet slingeren.
Werken met draadborstels:
De machine matig aandrukken.
Tijdens de bewerking kunnen deeltjes in de
behuizing van het elektrisch gereedschap
binnendringen. Dit heeft invloed op de koeling van
het elektrisch gereedschap. Geleidende
afzettingen kunnen invloed hebben op de
veiligheidsisolatie van het elektrisch gereedschap
en elektrische gevaren veroorzaken.
Blaas het elektrisch gereedschap regelmatig, vaak
en grondig schoon door alle voorste en achterste
luchtsleuven uit te zuigen of met droge lucht uit te
blazen. Trek eerst de stekker van het elektrisch
gereedschap uit het stopcontact en draag tijdens
het reinigen een veiligheidsbril en stofmasker. Zorg
bij het uitblazen voor geschikte afzuiging.
De machine loopt niet. De
herstartbeveiliging is geactiveerd. Als de
stekker in het stopcontact wordt gestoken
wanneer het apparaat is ingeschakeld of wanneer
de stroom wordt hersteld na een pauze, start het
apparaat niet. Schakel de machine uit en weer in.
8. Gebruik
0
I
5
9. Reiniging
10. Storingen verhelpen
(afhankelijk van de uitvoering)
0
I
88 989
NEDERLANDSnl
34
Alleen WEV 850-125, WEQ 1400-125:
Het toerental neemt af onder belasting. De
machine wordt te zwaar belast! Laat de
machine onbelast lopen tot hij is afgekoeld.
Gebruik alleen originele Metabo-toebehoren.
Zie pagina 4.
Gebruik alleen toebehoren die voldoen aan de in
deze gebruiksaanwijzing genoemde eisen en
kenmerken.
A Doorslijp-beschermkapclip/beschermkap
voor het doorslijpen
Bestemd voor het werken met doorslijpschijven,
diamant-doorslijpschijven. Wanneer de doorslijp-
beschermkapclip is geplaatst, verandert de
beschermkap in een doorslijp-beschermkap.
B Afzuigbeschermkap voor het doorslijpen
Bestemd voor het doorslijpen van steenplaten met
diamant-doorslijpschijven. Met aansluitstuk om de
steenstof met een geschikt afzuigapparaat af te
zuigen.
C Handbescherming
Bestemd voor het werken met steunschijven,
slijpschijven, draadborstels en diamantboorkronen
voor tegels.
Handbescherming aanbrengen onder de extra
greep opzij.
D Tweegaatsmoer (12)
E M-Quick-spanmoer (1)
F Spanmoer (zonder gereedschap) (14)
Compleet accessoireprogramma, zie
www.metabo.com of de accessoirecatalogus.
Reparaties aan elektrisch gereedschap
mogen uitsluitend door een erkende
elektricien worden uitgevoerd!
Neem contact op met uw Metabo-leverancier voor
elektrisch gereedschap van Metabo dat
gerepareerd moet worden. Zie voor adressen
www.metabo.com.
Lijsten met reserveonderdelen kunt u via
www.metabo.com downloaden.
Het ontstane schuurstof kan schadelijke stoffen
bevatten: niet met het huisvuil meegeven maar op
de juiste manier naar een depot voor gevaarlijke
afvalstoffen afvoeren.
Neem de nationale voorschriften in acht voor een
milieuvriendelijke verwijdering en recycling van
afgedankte machines, verpakkingen en
toebehoren.
Uitsluitend voor EU-landen: geef uw elek-
trisch gereedschap nooit met het huisvuil
mee! Volgens de Europese richtlijn 2012/19/
EG inzake gebruikte elektrische en elektronische
apparaten en de vertaling hiervan in de nationale
wetgeving dienen afgedankte elektrische gereed-
schappen gescheiden te worden ingezameld en op
milieuvriendelijke wijze te worden afgevoerd.
Toelichting op de gegevens van pagina 3.
Wijzigingen in het kader van technische
verbeteringen voorbehouden.
Ø =max. diameter van het inzetgereedschap
t
max,1
=max. toelaatbare dikte van het
inzetgereedschap in het spanbereik bij
gebruik van de tweegaatsmoer (12)
t
max,2
=max. toelaatbare dikte van het
inzetgereedschap in het spanbereik bij
gebruik van de M-Quick-spanmoer (1)
t
max,2
=max. toelaatbare dikte van het
inzetgereedschap in het spanbereik bij
gebruik van de spanmoer (zonder
gereedschap) (14)
t
max,3
=afbraamschijf/doorslijpschijf:
max. toelaatbare dikte van het
inzetgereedschap
M =schroefdraad spindel
l =lengte van de slijpspindel
n* =onbelast toerental (hoogste toerental)
n
V
* =onbelast toerental (instelbaar)
P
1
=nominaal vermogen
P
2
=afgegeven vermogen
m =gewicht zonder netsnoer
Meetgegevens vastgesteld volgens de norm
EN 60745.
Machine van beveiligingsklasse II
~ Wisselstroom
De vermelde technische gegevens zijn
tolerantiewaarden (overeenkomstig de betreffende
geldige norm).
Emissiewaarden
Deze waarden maken een beoordeling van de
emissie van het elektrisch gereedschap en een
vergelijking van de verschillende elektrische
gereedschappen mogelijk. Afhankelijk van het
gebruik, de toestand van het elektrisch
gereedschap of het inzetgereedschap kan de
daadwerkelijke belasting hoger of lager uitvallen.
Neem voor de beoordeling pauzes en fasen met
een lagere belasting in aanmerking. Bepaal op
basis van de overeenkomstig aangepaste
geschatte waarden maatregelen ter bescherming
van de gebruiker, bijv. organisatorische
maatregelen.
Totale trillingswaarde
(vectorsom van drie
richtingen) vastgesteld conform EN 60745:
a
h, SG
= trillingsemissiewaarde
(oppervlakken schuren)
a
h, DS
= trillingsemissiewaarde
(slijpen met slijpschijf)
K
h,SG/DS
= onzekerheid (trilling)
Typisch A-gekwalificeerd geluidsniveau
:
L
pA
= geluidsdrukniveau
L
WA
= geluidsvermogensniveau
K
pA
, K
WA
= onzekerheid
11. Toebehoren
12. Reparatie
13. Milieubescherming
14. Technische gegevens
NEDERLANDS nl
35
Draag gehoorbescherming!
/