Documenttranscriptie
LET OP: LEES HET VOLGENDE VOOR U DIT TOESTEL IN GEBRUIK
NEEMT.
1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit
uw toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te
lezen. Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er
later nog eens iets in kunt opzoeken.
2 Installeer dit toestel op een goed geventileerde, koele, droge,
schone plek – uit direct zonlicht, uit de buurt van
warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou. Zorg voor
een ventilatieruimte van tenminste 30 cm ruimte aan de
bovenkant, 20 cm aan de rechter- en linkerkant en 20 cm aan
de achterkant van dit toestel.
3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische
apparatuur, motoren of transformatoren om storend gebrom te
voorkomen.
4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge
temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats het
toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad
(bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te
voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat
zou kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, schade aan
dit toestel en/of persoonlijk letsel.
5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel
kunnen vallen, of waar het toestel bloot staat aan druppelende
of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet
bovenop dit toestel:
– Andere componenten, daar deze schade kunnen
veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen
doen verkleuren.
– Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand,
schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen
veroorzaken.
– Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische
schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit toestel
kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof daaruit in het
toestel terecht komt.
6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz.
zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur
binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand,
schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel.
7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle
aansluitingen gemaakt zijn.
8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is
geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken wat kan leiden tot
schade.
9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen
en/of snoeren.
10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de
stekker zelf trekken, niet aan het snoer.
11 Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen;
dit kan de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone,
droge doek.
12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik
van dit toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is
gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of
persoonlijk letsel. YAMAHA aanvaardt geen
aansprakelijkheid voor enige schade veroorzaakt door gebruik
van dit toestel met een ander voltage dan hetgeen aangegeven
staat.
13 Om schade door blikseminslag te voorkomen dient u de
stekker uit het stopcontact te halen wanneer het onweert.
14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of
het te repareren. Neem contact op met erkend YAMAHA
servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie
behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken.
15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken
(bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen.
16 Installeer dit toestel in de buurt van een stopcontact op een
plek waar u de stekker en het stopcontact gemakkelijk kunt
bereiken.
17 Lees het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” over
veel voorkomende vergissingen bij de bediening voor u de
conclusie trekt dat het toestel een storing of defect vertoont.
18 Voor u dit toestel gaat verplaatsen dient u MASTER ON/OFF
in te drukken zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om
dit toestel, de eerste ruimte, Zone 2 en Zone 3 en haal
vervolgens de stekker uit het stopcontact.
19 VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en algemene modellen)
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit
toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte
netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact steekt.
De geschikte voltages zijn als volgt:
Modellen voor Azië
................................... 220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
Algemene modellen
..................... 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
WAARSCHUWING
OM DE RISICO’S VOOR BRAND OF
ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN,
MAG U DIT TOESTEL IN GEEN GEVAL
BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN.
Zolang dit toestel is aangesloten op het stopcontact, is
de stroomvoorziening niet afgesloten, ook niet wanneer
u het toestel uitschakelt met MASTER ON/OFF. In
deze staat is dit toestel ontworpen om slechts een zeer
kleine hoeveelheid stroom te gebruiken.
Alleen voor klanten in Nederlands
Bij dit product zijn batterijen geleverd.
Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet
weggooien maar inleveren als KCA.
INHOUD
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
KENMERKEN ....................................................... 2
VAN START ........................................................... 3
WIJZIGEN VAN GELUIDSVELD
INSTELLINGEN ..............................................56
Meegeleverde accessoires.......................................... 3
Inzetten van batterijen in de afstandsbedieningen ..... 4
Omgaan met de afstandsbediening ............................ 5
Open en dicht doen van de klep in het voorpaneel.... 5
Wat is een geluidsveld? ........................................... 56
Veranderen van parameterinstellingen .................... 56
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES......... 6
VOORBEREIDINGEN
AUTO SETUP....................................................... 32
Inleiding................................................................... 32
Optimalisatie-microfoon setup ................................ 32
Gebruik van AUTO SETUP .................................... 33
Bevestigen van de resultaten ................................... 35
GELUIDSVELD PARAMETER
BESCHRIJVINGEN.........................................61
GELUIDSVELDPROGRAMMA
LUIDSPREKEROPSTELLINGEN ................66
GEAVANCEERDE BEDIENING
SYSTEEM OPTIES ..............................................70
Veranderen van parameterinstellingen .................... 72
Input Select .............................................................. 73
Manual Setup (Sound) ............................................. 76
Manual Setup (Video) ............................................. 80
Manual Setup (Basic) .............................................. 83
Manual Setup (Option) ............................................ 87
System Memory....................................................... 92
Language ................................................................. 93
GEAVANCEERDE SETUP.................................94
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Voor u de luidsprekers gaat aansluiten.................... 14
Aansluiten van luidsprekers..................................... 15
Gebruik van dubbele bedrading en dubbele AMP
aansluitingen........................................................ 19
Informatie over de bedrading en de stekkers
voor de aansluitingen........................................... 20
Aansluiten van HDMI componenten ....................... 23
Aansluiten van videocomponenten.......................... 24
Aansluiten van audiocomponenten.......................... 27
Aansluiten van de antennes ..................................... 29
Aansluiten van het netsnoer..................................... 30
Aan en uit zetten van dit toestel............................... 30
Instellen van de luidspreker-impedantie.................. 31
Voor film/video bronnen ......................................... 58
Voor muziekmateriaal ............................................. 60
BASISBEDIENING
AANSLUITINGEN .............................................. 14
GELUIDSVELDPROGRAMMA
BESCHRIJVINGEN.........................................58
VOORBEREIDINGEN
Voorpaneel................................................................. 6
Afstandsbediening ..................................................... 8
Zone 2/Zone 3 afstandsbediening............................ 10
Display voorpaneel .................................................. 11
Achterpaneel ............................................................ 13
INLEIDING
INLEIDING
Gebruik van ADVANCED SETUP......................... 94
KENMERKEN VAN DE
AFSTANDSBEDIENING.................................96
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Bedieningstoetsen .................................................... 96
Bedienen van andere componenten ......................... 97
Instellen van afstandsbedieningscodes .................... 98
Gebruik van LEARN ............................................. 100
Gebruik van RE-NAME ........................................ 102
Gebruik van MACRO............................................ 103
Gebruik van CLEAR ............................................. 105
ZONE 2/ZONE 3 .................................................108
BASISBEDIENING
WEERGAVE ........................................................ 37
Basisbediening......................................................... 37
Aanvullende mogelijkheden .................................... 39
OPNEMEN............................................................ 46
FM/AM AFSTEMMEN ....................................... 47
HDMI ...................................................................112
Wat is HDMI? ....................................................... 112
Aanpassen van de HDMI parameters .................... 113
Basisbediening HDMI ........................................... 113
AANVULLENDE
INFORMATIE
Automatisch afstemmen .......................................... 47
Handmatig afstemmen ............................................. 48
Automatisch voorprogrammeren ............................. 48
Handmatig voorprogrammeren................................ 50
Selecteren van voorkeuzezenders ............................ 51
Omwisselen van voorkeuzezenders......................... 52
Afstemmen op Radio Data Systeem zenders........... 53
Veranderen van de Radio Data Systeem functie ..... 53
De PTY SEEK functie ............................................. 54
De EON functie ....................................................... 55
Aansluiten van Zone 2 en Zone 3 componenten ... 108
Selecteren van Zone 2 of Zone 3 ........................... 109
Bedienen van Zone 2 en Zone 3 ............................ 110
Gebruiken van de bedieningsfunctie voor
Zone 2 en Zone 3............................................... 111
AANVULLENDE INFORMATIE
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN .....................114
WOORDENLIJST ..............................................121
Nederlands
Audio informatie.................................................... 121
Video informatie.................................................... 124
Geluidsveldprogramma informatie........................ 124
Parametrische equalizer informatie ....................... 125
TECHNISCHE GEGEVENS.............................126
1
KENMERKEN
KENMERKEN
Ingebouwde 7-kanaals eindversterker
◆ Minimum RMS uitgangsvermogen
(0,04% THV, 20 Hz t/m 20 kHz, 8 Ω)
Voor: 130 W + 130 W
Midden: 130 W
Surround: 130 W + 130 W
Surround Achter: 130 W + 130 W
Kenmerken geluidsveld
◆ Zelf ontwikkelde YAMAHA technologie voor de
creatie van geluidsvelden
◆ THX Select2
◆ Dolby Digital/Dolby Digital EX decoder
◆ DTS/DTS-ES Matrix 6.1, Discrete 6.1,
DTS Neo:6 decoder, DTS 96/24
◆ Dolby Pro Logic/Dolby Pro Logic x decoder
◆ Virtual CINEMA DSP
◆ SILENT CINEMA™
HDMI (High-Definition Multimedia Interface)
◆ HDMI interface voor standaard, verbeterde of
high-definition video en multikanaals digitale audio
◆ Mogelijkheid tot opwaarderen van analoge video naar
HDMI digitale video (composiet video ↔ S-video ↔
component video → HDMI digitale video) en
opwaarderen van de resolutie (480i → 480p/1080i/
720p en 480p → 1080i/720p) voor de monitor uitgang
Verfijnde AM/FM tuner
◆ 40 Gemakkelijk toegankelijke voorkeuzezenders
◆ Automatisch voorprogrammeren
◆ Wijzigen van voorkeuzezenders (Bewerken
voorkeuzezenders)
Radio Data Systeem
(Alleen modellen voor het V.K. en Europa)
◆ Radio Data Systeem afstemmogelijkheden
Overige kenmerken
◆ YPAO (YAMAHA Parametric Room Acoustic
Optimizer) voor automatische instelling van uw
luidsprekers
◆ 192-kHz/24-bits D/A converter
◆ GUI (Grafische gebruikersinterface) menusysteem
waarmee u dit toestel optimaal kunt aanpassen aan uw
audio/videosysteem
◆ Taalkeuze voor de taal waarin de menu’s worden
weergegeven (Engels, Japans, Frans, Duits of Spaans)
◆ 6 of 8 extra ingangsaansluitingen voor gescheiden
multikanaals signalen
◆ Beknopte meldfunctie
◆ PURE DIRECT voor onversneden, natuurgetrouwe
weergave van analoge en PCM bronnen
◆ S-video in-/uitgangsaansluitingen
◆ Component video in-/uitgangsaansluitingen
◆ Analoge video I/P conversie van 480i (NTSC) of
576i (PAL) naar 480p (NTSC) of 576p (PAL)
◆ Optische en coaxiale digitale audio-aansluitingen
◆ Slaaptimer
◆ Cinema en Muziek Middernacht luisterfuncties
◆ Afstandsbediening met voorgeprogrammeerde
afstandsbedieningscodes en Leer-/Macrofunctie
◆ Zone 2/Zone 3 mogelijkheid voor aangepaste
installatie
◆ Zone 2/Zone 3 afstandsbediening voor Zone 2 of
Zone 3
◆ In-beeld display (OSD) functie voor Zone 2
• y geeft een bedieningstip aan.
• Sommige handelingen kunnen zowel worden uitgevoerd met de toetsen op het toestel zelf als met de afstandsbediening. Als de naam
van een toets op de afstandsbediening verschilt van die op het toestel zelf, zal de naam van de betreffende toets op de
afstandsbediening tussen haakjes vermeld worden.
• Deze handleiding is gedrukt voor uw toestel geproduceerd werd. Daarom kunnen ontwerp en specificaties gewijzigd zijn als gevolg
van verbeteringen enz. Als de handleiding en het product van elkaar verschillen, heeft het product de prioriteit.
Vervaardigd in licentie van Dolby Laboratories.
“Dolby”, “Surround EX”, en het dubbele-D symbool zijn
handelsmerken van Dolby Laboratories.
“DTS”, “DTS-ES”, “Neo:6” en “DTS 96/24” zijn handelsmerken
van Digital Theater Systems, Inc.
“HDMI”, het “HDMI” logo en “High-Definition Multimedia
Interface” zijn handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
2
“SILENT CINEMA” is een handelsmerk van YAMAHA
CORPORATION.
Het THX logo is een handelsmerk van THX Ltd. en is mogelijk
gedeponeerd in sommige gebieden. Alle rechten voorbehouden.
VAN START
VAN START
INLEIDING
Meegeleverde accessoires
Controleer of u alle volgende onderdelen inderdaad ontvangen hebt.
Afstandsbediening
POWER
POWER
POWER
STANDBY
TV
AV
A
XM
B
AUDIO SEL
SLEEP
PHONO
TUNER
CD
MULTI CH IN
V-AUX
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
DTV
VCR 1
DVR/VCR2
DVD
Zone 2/Zone 3
afstandsbediening
POWER
SELECT
TUNER
+
+
+
TV VOL
CH
VOLUME
–
–
–
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
GUI TOP
PRESET/CH
PRESET
EXIT
TITLE
AMP
1
SOURCE
DTV
CD-R
2
3
PURE DIRECT
MENU
NIGHT
AUDIO
ENTER
6
ENT
VCR1
DVR/VCR2
DVD
V-AUX
7
8
9
0
+
+
PRESET
VOLUME
–
Batterijen (x6)
(AAA, LR03)
PHONO
5
–
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
A-E/CAT.
MUTE
STRAIGHT
RETURN
STANDBY
CBL/SAT MD/TAPE
4
TV
SRCH MODE
BAND
CD
DISPLAY
EFFECT
XM MEMORY
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
1
2
3
4
THX
STANDARD
SELECT
EXTD SUR.
5
6
7
8
MOVIE
ID1 ID2
1
MEMORY 2
9
0
FREQ/TEXT
EON
ZONE 2 ZONE 3
A SPEAKERS B
+10
ENT.
MODE PTY SEEK START
REC
DISC SKIP
OFF
ON
MACRO
LEARN
CLEAR
RE–NAME
Netsnoer
AM ringantenne
Sleutel voor de
luidspreker-aansluitingen
FM binnenantenne
(Modellen voor de V.S.,
Canada, China, Korea, Azië
en algemene modellen)
Optimalisatie-microfoon
FM binnenantenne
(Modellen voor
Australië, het V.K.
en Europa )
75 Ohm/300 Ohm antenneadapter (Alleen bij modellen
voor het V.K.)
Nederlands
3
VAN START
Inzetten van batterijen in de afstandsbedieningen
Opmerkingen
• Vervang alle batterijen tegelijk als u merkt dat bijvoorbeeld het bereik van de afstandsbediening afneemt, de indicator niet knippert of
dat de indicator of het uitleesvenster zwakker worden.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
• Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar (alkali en gewone (mangaan) batterijen bijvoorbeeld). Lees de informatie op
de verpakking aandachtig door, want de verschillende soorten batterijen kunnen erg op elkaar lijken.
• Wij raden u ten zeerste aan alkali batterijen te gebruiken.
• Als de batterijen zijn gaan lekken, moet u ze onmiddellijk weggooien. Raak het uit de batterijen gelekte materiaal niet aan en zorg
ervoor dat het niet op uw kleding enz. komt. Maak het batterijvak goed schoon voor u er nieuwe batterijen in doet.
• Gooi batterijen niet weg met het gewone afval; gooi batterijen alleen weg in overeenstemming met de plaatselijke regelgeving, dus als
klein chemisch afval.
■ Inzetten van de batterijen
■ Zone 2/Zone 3 afstandsbediening
1
2
3
2
1
3
1
Druk op
en schuif het klepje van het
batterijvak.
2
Doe de vier meegeleverde batterijen (AAA,
LR03) in het batterijvak, in overeenstemming
met de polariteitsaanduidingen binnenin.
3
Schuif het klepje terug op zijn plaats tot het
vastklikt.
Als de afstandsbediening langer dan 2 minuten zonder
batterijen zit, of als er lege batterijen in zitten, zal het
geheugen gewist worden. Wanneer het geheugen
gewist is, dient u nieuwe batterijen in de
afstandsbediening te doen en moet u eventueel
ingevoerde functies opnieuw programmeren.
4
1
Druk op
en schuif het klepje van het
batterijvak.
2
Doe de twee meegeleverde batterijen (AAA,
LR03) in het vak met de polen de goede kant
op (+ en –) zoals aangegeven in het
batterijvak.
3
Schuif het klepje terug op zijn plaats tot het
vastklikt.
VAN START
Omgaan met de afstandsbediening
De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal uit.
Richt de afstandsbediening goed op de sensor op het hoofdtoestel om dit te bedienen.
INLEIDING
PURE DIRECT
VOLUME
AUDIO
SELECT
MULTI CH
INPUT
PRESET/
TUNING
PRESET/
TUNING
A/B/C/D/E
FM/AM
EFFECT
INPUT
DVD
DTV
CBL/SAT
ON/OFF
TONE
STRAIGHT CONTROL
TUNING
MODE
MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L
EDIT
MAIN ZONE
MEMORY
VCR 1
DVR/
VCR 2
SOURCE/
REMOTE
MD/TAPE
CD-R
ZONE ON/OFF
SPEAKERS
ZONE CONTROL
PROGRAM
MULTI ZONE
A
CD
PHONO YPAO
B
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
ZONE 2
ZONE 3
L
R
AUDIO
OPTICAL
TUNER
V-AUX
REC OUT/ZONE 2
MASTER
ON
OPTIMIZER
MIC
PHONES
VIDEO/AUX
OFF
Ongeveer 6 m
30
30
POWER
POWER
TV
AV
A
POWER
STANDBY
B
AUDIO SEL
SLEEP
CD
MULTI CH IN
PHONO
TUNER
V-AUX
CBL/SAT
MD/TAPE
DTV
VCR 1
DVR/VCR2
CD-R
DVD
SELECT
AMP
+
+
+
TV VOL
CH
VOLUME
SOURCE
–
–
TV MUTE
TV INPUT
GUI TOP
–
TV
MUTE
PRESET
PURE DIRECT
EXIT
TITLE
MENU
BAND
NIGHT
AUDIO
ENTER
A/B/C/D/E
STRAIGHT
RETURN
DISPLAY
EFFECT
STEREO
1
ENTERTAIN
0
EON
4
SELECT
6
EXTD SUR.
7
MEMORY 2
9
MOVIE
3
STANDARD
5
1
MUSIC
2
THX
FREQ/TEXT
8
A SPEAKERS B
+10
ENT.
MODE PTY SEEK START
REC
DISC SKIP
OFF
ON
MACRO
LEARN
CLEAR
RE–NAME
Opmerkingen
• Mors geen water of andere vloeistoffen op de afstandsbediening.
• Laat de afstandsbediening niet vallen.
• Laat de afstandsbediening niet liggen op en bewaar ze niet op de volgende plekken:
– zeer vochtige plekken, bijvoorbeeld bij een bad
– plekken waar de temperatuur hoog kan oplopen, zoals naast de verwarming of kachel
– zeer koude plekken
– stoffige plekken
Open en dicht doen van de klep in het voorpaneel
Wanneer u de bedieningsorganen achter het klepje wilt gebruiken, kunt u dit openen door zachtjes op het onderste deel
van het paneel te drukken. Houd het klepje dicht wanneer u deze bedieningsorganen niet nodig heeft.
Druk voorzichtig tegen het onderste deel om het klepje te openen.
Nederlands
5
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Voorpaneel
1
3
2
4 5
6
7
8 90 AB
C D E
F
PURE DIRECT
VOLUME
AUDIO
SELECT
MULTI CH
INPUT
PRESET/
TUNING
A/B/C/D/E
PRESET/
TUNING
FM/AM
TUNING
MODE
TONE
STRAIGHT CONTROL
EFFECT
INPUT
DVD
DTV
CBL/SAT
ON/OFF
MEMORY
MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L
EDIT
MAIN ZONE
VCR 1
DVR/
VCR 2
SOURCE/
REMOTE
MD/TAPE
CD-R
CD
ZONE ON/OFF
SPEAKERS
ZONE CONTROL
PROGRAM
MULTI ZONE
A
PHONO YPAO
B
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
ZONE 2
ZONE 3
L
R
AUDIO
OPTICAL
TUNER
V-AUX
REC OUT/ZONE 2
MASTER
ON
OPTIMIZER
MIC
PHONES
G
H I
J
1 MASTER ON/OFF
Druk naar binnen in de ON stand.
• Hiermee zet u dit toestel aan.
• Hiermee zet u de weergave voor de eerste ruimte aan.
• Hiermee zet u Zone 2 en Zone 3 standby (uit).
Druk nog eens om de knop weer naar buiten te laten
komen, in de OFF stand.
• Hiermee zet u dit toestel uit.
• Hiermee zet u de weergave voor de eerste ruimte,
Zone 2 en Zone 3 uit.
Zie bladzijde 30 voor details.
2 MAIN ZONE ON/OFF
Hiermee zet u alleen dit toestel aan of uit (standby).
y
Dit toestel verbruikt een minieme hoeveelheid stroom wanneer
het uit (standby) staat.
Opmerkingen
• Wanneer u dit toestel aan zet, zal het 6 a 7 seconden duren voor
het toestel geluid kan reproduceren.
• Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF naar
binnen, in de ON stand is gedrukt.
3 INPUT keuzeknop
Selecteer de gewenste signaalbron.
6
VIDEO/AUX
OFF
K
L M
N
4 AUDIO SELECT
Hiermee bepaalt u uw voorkeur voor het soort signaal
(AUTO, HDMI, COAX/OPT en ANALOG) dat u wilt
weergeven wanneer een bepaalde component verbonden is
met twee of meer van de ingangsaansluitingen op het
achterpaneel van dit toestel (zie bladzijde 44).
5 MULTI CH INPUT
Hiermee selecteert u de met de MULTI CH INPUT
aansluitingen verbonden signaalbron. Indien geselecteerd,
zal de MULTI CH INPUT signaalbron voorrang krijgen
over een met INPUT (of met de ingangskeuzetoetsen op
de afstandsbediening) geselecteerde signaalbron.
6 A/B/C/D/E
Hiermee kunt u één van de 5 voorkeuzegroepen selecteren
(A t/m E) wanneer de TUNER (radio) is geselecteerd als
signaalbron (zie bladzijde 51).
7 PRESET/TUNING l / h
Hiermee stelt u één van de voorkeuzenummers (1 t/m 8) in
wanneer het toestel op de TUNER (radio) staat en er op
het display op het voorpaneel naast de radioband een
dubbele punt (:) te zien is.
Hiermee kunt u afstemmen op een bepaalde frequentie
wanneer de TUNER (radio) is geselecteerd als signaalbron
en de dubbele punt (:) niet te zien is op het display op het
voorpaneel.
Zie de bladzijden 47 t/m 52 voor details.
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
H OPTIMIZER MIC aansluiting
Hierop kunt u de meegeleverde optimalisatiemicrofoon
aansluiten voor de AUTO SETUP (zie bladzijde 32).
9 PRESET/TUNING (EDIT)
Hiermee kunt u de functie van PRESET/TUNING l / h
omschakelen tussen het kiezen van voorkeuzezenders en
zelf afstemmen wanneer het toestel op de TUNER (radio)
staat (zie de bladzijden 47 t/m 52).
I SPEAKERS A/B
Met elke druk op de bijbehorende toets zet u de set voorluidsprekers aangesloten op de SPEAKERS A en/of B
aansluitingen op het achterpaneel aan of uit.
0 FM/AM
Hiermee kunt u overschakelen naar de andere radioband
(FM of AM) wanneer de TUNER (radio) is geselecteerd
als signaalbron (zie bladzijde 47).
Opmerking
Er wordt automatisch afgestemd op de frequentie van de laatst
ontvangen zender.
A MEMORY (MAN’L/AUTO FM)
Hiermee kunt u een zender in het geheugen opslaan wanneer de
TUNER (radio) is geselecteerd als signaalbron. Houd tenminste
3 seconden ingedrukt om het automatisch voorprogrammeren
van zenders te laten beginnen (zie bladzijde 48).
B TUNING MODE (AUTO/MAN’L), DISPLAY
Hiemee schakelt u heen en weer tussen automatisch (de AUTO
indicator brandt) en handmatig afstemmen (de AUTO indicator is
uit) wanneer de TUNER (radio) is geselecteerd als signaalbron.
C STRAIGHT (EFFECT)
Hiermee kunt u de geluidsveldprogramma’s aan of uit zetten. Wanneer
STRAIGHT is geselecteerd zullen 2-kanaals of multikanaals
ingangssignalen direct, onveranderd worden weergegeven via de
bijbehorende luidsprekers, zonder enig toegevoegd effect.
D Sensor voor de afstandsbediening
Deze ontvangt de infraroodsignalen van de afstandsbediening.
E TONE CONTROL
Hiermee kunt u de weergave van de lage en hoge tonen regelen voor
de linker, rechter en midden voorkanalen (zie bladzijde 39).
F PURE DIRECT
Hiermee zet u de PURE DIRECT weergavefunctie aan of
uit (zie bladzijde 42).
Opmerking
De indicator rond de toets licht op wanneer het toestel in de
PURE DIRECT stand staat.
Opmerkingen
• Wanneer u een hoofdtelefoon aansluit, zullen er geen signalen worden
gereproduceerd via de PRE OUT aansluitingen of de luidsprekers.
• Alle Dolby Digital en DTS audiosignalen worden teruggemengd
naar 2-kanaals stereo (de linker en rechter voorkanalen).
K VIDEO AUX aansluitingen
Via deze audio- en video-aansluitingen kunt u een externe signaalbron zoals
een spelcomputer aansluiten. Om de signalen die via deze aansluitingen
binnenkomen weer te geven, dient u V-AUX in te stellen als signaalbron.
L MULTI ZONE toetsen
ZONE 2 ON/OFF
Hiermee kunt u alleen de weergave in Zone 2 aan of
uit (standby) zetten.
Zie bladzijde 30 voor details.
Opmerking
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF naar
binnen, in de ON stand is gedrukt.
ZONE 3 ON/OFF
Hiermee kunt u alleen de weergave in Zone 3 aan of
uit (standby) zetten.
Zie bladzijde 30 voor details.
Opmerking
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF naar
binnen, in de ON stand is gedrukt.
ZONE CONTROL
Hiermee kunt u de te bedienen zone heen en weer schakelen
tussen het hoofdtoestel, Zone 2 en Zone 3 (zie bladzijde 110).
Nadat u op ZONE CONTROL heeft gedrukt, zal de indicator voor
de op dit moment geselecteerde zone ongeveer 5 seconden lang
knipperen op het display op het voorpaneel. Voer de gewenste
handeling uit terwijl de indicator aan het knipperen is.
M PROGRAM keuzeknop
Hiermee kunt u geluidsveldprogramma’s selecteren of de weergave van
de lage/hoge tonen regelen in samenspel met TONE CONTROL.
N VOLUME
Hiermee kunt u het volumeniveau van alle audiokanalen tegelijk instellen.
Opmerking
Het Zone 2 uitgangssignaal is altijd gelijk aan de signaalbron
waarvan u opneemt.
Opmerking
Dit heeft geen invloed op het OUT (REC) niveau.
7
Nederlands
G REC OUT/ZONE 2
Selecteert de signaalbron die u naar de audio/videorecorder wilt
dirigeren en het Zone 2 uitgangssignaal onafhankelijk van de
signaalbron waar u naar luistert of kijkt in de eerste ruimte.
Indien ingesteld op de SOURCE/REMOTE stand, zal de
ingestelde signaalbron naar alle uitgangen worden gedirigeerd.
J
PHONES (SILENT CINEMA) aansluiting
Deze aansluiting produceert audiosignalen waarnaar u
kunt luisteren met een hoofdtelefoon.
INLEIDING
8 Display voorpaneel
Hierop wordt informatie getoond over de bediening en de
toestand waarin het toestel zich bevindt.
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Afstandsbediening
In dit hoofdstuk worden de functies van de toetsen op de
bij dit toestel behorende afstandsbediening beschreven.
Zet AMP/SOURCE/TV op AMP om dit toestel te
bedienen. Zie “KENMERKEN VAN DE
AFSTANDSBEDIENING” op bladzijde 96 als u andere
componenten wilt kunnen bedienen.
1
2
3
B
STANDBY
POWER
B
AUDIO SEL
SLEEP
PHONO
TUNER
CD
MULTI CH IN
V-AUX
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
DTV
VCR 1
DVR/VCR2
DVD
POWER
POWER
TV
AV
A
4
SELECT
AMP
5
6
+
+
+
TV VOL
CH
VOLUME
–
–
–
TV MUTE
TV INPUT
SOURCE
GUI TOP
EXIT
TITLE
MENU
BAND
NIGHT
7
C
D
E
4 Uitleesvenster
Toont de naam van de geselecteerde signaalbron die u
kunt bedienen.
F
5 Verlichtingstoets
Druk hierop om de toetsen van de afstandsbediening en
het uitleesvenster te verlichten.
G
6 GUI TOP, BAND
Toont het topscherm van het menusysteem (GUI) op uw
beeldscherm wanneer AMP/SOURCE/TV is ingesteld op AMP.
Hiermee kunt u de radioband heen en weer schakelen tussen
FM en AM (MG) wanneer AMP/SOURCE/TV is ingesteld op
SOURCE en de TUNER (radio) is geselecteerd als signaalbron.
H
I
J
PURE DIRECT
AUDIO
ENTER
7 Cursortoetsen k / n / l / h, ENTER
Hiermee kunt u DSP programma parameters of GUI
menu-items selecteren en instellen wanneer
AMP/SOURCE/TV op AMP staat.
Gebruik l / h om een voorkeuzegroep (A t/m E) te selecteren
en k / n om een voorkeuzenummer (1 t/m 8) te selecteren
wanneer AMP/SOURCE/TV is ingesteld op SOURCE en de
TUNER (radio) is geselecteerd als signaalbron.
K
L
M
A/B/C/D/E
STRAIGHT
RETURN
DISPLAY
EFFECT
8
9
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
1
2
3
4
THX
STANDARD
SELECT
EXTD SUR.
5
6
7
8
1
MEMORY 2
9
0
FREQ/TEXT
EON
N
MOVIE
A SPEAKERS B
+10
ENT.
O
MODE PTY SEEK START
S
REC
DISC SKIP
0
A
OFF
ON
MACRO
LEARN
CLEAR
RE–NAME
2 Zendindicator
Knippert wanneer de afstandsbediening infraroodsignalen
aan het uitzenden is.
3 Ingangskeuzetoetsen
Hiermee selecteert u de signaalbron en bepaalt u welke set
bedieningstoetsen gebruikt wordt.
Zet AMP/SOURCE/TV op SOURCE en druk vervolgens op
TUNER om de TUNER (radio) als signaalbron in te stellen.
TV
MUTE
PRESET
1 Infrarood venster
Hiervandaan worden de infraroodsignalen verzonden.
Richt dit venster op de component die u wilt bedienen.
P
Q
R
8 Geluidsveldprogramma / cijfertoetsen
Hiermee kunt u geluidsveldprogramma’s selecteren
wanneer AMP/SOURCE/TV is ingesteld op AMP.
Gebruik SELECT om 2-kanaals bronmateriaal weer te
geven als multikanaals materiaal (zie bladzijde 41).
Gebruik EXTD SUR. om te schakelen tussen 5.1 en 6.1/7.1kanaals weergave van multikanaals materiaal (zie bladzijde 40).
Gebruik de cijfertoetsen 1 t/m 8 om voorkeuzezenders te
selecteren wanneer AMP/SOURCE/TV op SOURCE staat
en de TUNER (radio) is geselecteerd als signaalbron.
9 MEMORY 1/2
Hiermee kunt u uw favoriete geluidsveldprogramma’s,
YPAO instellingen of aanvullende voorkeuzezenders
oproepen (zie bladzijde 92).
0 MACRO ON/OFF
Hiermee zet u de macrofunctie aan of uit (zie bladzijde 104).
A MACRO
Hiermee kunt u een reeks handelingen onder één toets
programmeren (zie bladzijde 103).
8
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
B STANDBY
Hiermee zet u Zone 2 en Zone 3 standby (uit)
(zie bladzijde 30).
Opmerking
J MUTE
Deze toets schakelt u de geluidsweergave tijdelijk uit.
Druk nog eens op deze toets om de geluidsweergave op
het oorspronkelijke volume voort te zetten.
K PURE DIRECT
Hiermee zet u de PURE DIRECT weergavefunctie aan of
uit (zie bladzijde 42).
C POWER
Hiermee zet u dit toestel, Zone 2 en Zone 3 aan
(zie bladzijde 30).
L EXIT
Hiermee sluit u het menusysteem (GUI) af.
Opmerking
M NIGHT
Hiermee kunt u de middernacht luisterfuncties aan of uit
zetten (zie bladzijde 42).
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het
voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
D AUDIO SEL
Hiermee bepaalt u uw voorkeur voor het soort signaal
(AUTO, HDMI, COAX/OPT en ANALOG) dat u wilt
weergeven wanneer een bepaalde component verbonden is
met twee of meer van de ingangsaansluitingen op het
achterpaneel van dit toestel (zie bladzijde 44).
N STRAIGHT (EFFECT)
Hiermee zet u de geluidsveldprogramma’s aan of uit. Wanneer
STRAIGHT is geselecteerd, zullen 2-kanaals of multikanaals
ingangssignalen direct, onveranderd worden weergegeven via
de bijbehorende luidsprekers, zonder enig toegevoegd effect.
E SLEEP
Hiermee kunt u de slaaptimer instellen.
O SPEAKERS A/B
Met elke druk op de bijbehorende toets zet u de set voorluidsprekers aangesloten op de SPEAKERS A en/of B
aansluitingen op het achterpaneel aan of uit.
F MULTI CH IN
Hiermee selecteert u de MULTI CH INPUT functie bij
gebruik van een externe decoder (enz.).
P RE-NAME
Hiermee kunt u de naam van de signaalbron in het
uitleesvenster veranderen (zie bladzijde 102).
G SELECT k / n
Hiermee kunt u een andere component selecteren die u
onafhankelijk van de met de ingangskeuzetoetsen
geselecteerde signaalbron kunt bedienen.
Q CLEAR
Hiermee kunt u afstandsbedieningscodes of functies die zijn
geprogrammeerd met de overnamefunctie, de macrofunctie of
de functie voor het herbenoemen wissen (zie bladzijde 105).
H VOLUME +/–
Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume.
R LEARN
Hiermee kunt u afstandsbedieningscodes programmeren of functies
van andere afstandsbedieningen overnemen (zie bladzijde 100).
I AMP/SOURCE/TV
Hiermee selecteert u de component die wilt bedienen met
de afstandsbediening.
AMP
In deze stand kunt u dit toestel bedienen.
SOURCE
In deze stand kunt u de met de ingangskeuzetoetsen
geselecteerde component bedienen.
TV
In deze stand kunt u de aan DTV of PHONO toegewezen
televisie bedienen.
Opmerking
y
Zie bladzijde 98 voor het instellen van de
afstandsbedieningscodes voor andere componenten.
S Radio Data Systeem afstemtoetsen
(Alleen modellen voor het V.K. en Europa)
Deze toetsen werken alleen wanneer de TUNER
(radio) is geselecteerd als signaalbron.
FREQ/TEXT
Hiermee kunt u het Radio Data Systeem display instellen
op weergave van de PS, PTY, RT, of CT functie (als de
zender in kwestie de corresponderende diensten
aanbiedt) en het frequentiedisplay (zie bladzijde 53).
PTY SEEK MODE
Hiermee zet u dit toestel in de PTY SEEK functie
(zie bladzijde 54).
PTY SEEK START
Druk hierop om het zoeken naar een geschikte zender te
laten beginnen nadat u het gewenste programmatype heeft
geselecteerd in de PTY SEEK functie (zie bladzijde 54).
EON
Hiermee kunt u een soort programma kiezen (NEWS,
INFO, AFFAIRS, SPORTS) waarop automatisch
afgestemd kan worden (zie bladzijde 55).
9
Nederlands
Als er zowel aan DTV als aan PHONO televisies toegewezen
zijn, zal de aan DTV toegewezen televisie de voorrang krijgen
wanneer AMP/SOURCE/TV is ingesteld op TV.
INLEIDING
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het
voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Zone 2/Zone 3 afstandsbediening
In dit hoofdstuk worden de functies van de toetsen op de
Zone 2/Zone 3 afstandsbediening voor het bedienen van
Zone 2 of Zone 3 beschreven.
POWER
5
1
2
3
TUNER
CD
CD-R
1
2
3
DTV
STANDBY
6
CBL/SAT MD/TAPE
PHONO
4
5
6
ENT
VCR1
DVR/VCR2
DVD
V-AUX
7
8
9
0
+
+
PRESET
VOLUME
–
–
A/B/C/D/E
MUTE
1 Ingangskeuzetoetsen
Hiermee selecteert u de weer te geven signaalbron voor
Zone 2 of Zone 3 en bepaalt u welke set bedieningstoetsen
gebruikt wordt.
2 PRESET +/–
Hiermee selecteert u het voorkeuzenummer (1 t/m 8)
wanneer de TUNER (radio) is geselecteerd als signaalbron
voor Zone 2 of Zone 3.
3 A/B/C/D/E
Hiermee selecteert u de voorkeuzegroep (A t/m E)
wanneer de TUNER (radio) is geselecteerd als signaalbron
voor Zone 2 of Zone 3.
7
8
4 ID1/ID2 schakelaar
Hiermee kunt u de afstandsbedienings-ID heen en weer
schakelen tussen ID1 en ID2 (zie bladzijde 99).
5 POWER
Hiermee kunt u Zone 2 of Zone 3 aan zetten.
Opmerking
ID1 ID2
4
ZONE 2 ZONE 3
9
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het
voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
6 STANDBY
Hiermee zet u Zone 2 of Zone 3 standby (uit).
Opmerking
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het
voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
7 VOLUME +/–
Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume voor Zone 2 of
Zone 3.
8 MUTE
Hiermee schakelt u de geluidsweergave voor Zone 2 of
Zone 3 tijdelijk uit.
Druk nog eens op deze toets om de geluidsweergave op
het oorspronkelijke volume voort te zetten.
9 ZONE 2/ZONE 3 schakelaar
Hiermee kunt u heen en weer schakelen tussen de
bedieningsstand voor Zone 2 of die voor Zone 3.
10
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Display voorpaneel
Opmerking
1 2 3
4
V-AUX
YPAO HiFi DSP
SP
AB
SILENT
CINEMA
VIRTUAL
5
DVR/VCR 2
VCR 1
CBL/SAT
DTV
DVD
6
MD/TAPE
CD-R
B CD E FG
PCM
H
1 YPAO indicator
Licht op wanneer de AUTO SETUP procedure bezig is en
wanneer de AUTO SETUP luidspreker-instellingen
zonder verdere wijzigingen worden gebruikt.
2 HDMI indicator
Licht op wanneer er HDMI componenten zijn toegewezen
aan de HDMI IN 1 en HDMI IN 2 aansluitingen en deze
worden herkend door dit toestel.
Gaat uit wanneer er geen HDMI component is toegewezen aan
de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting of wanneer er geen
HDMI component wordt herkend door dit toestel alhoewel
deze wel zijn toegewezen aan de HDMI IN aansluitingen.
Zie bladzijde 112 voor details.
3 CINEMA DSP indicator
Licht op wanneer u een CINEMA DSP
geluidsveldprogramma selecteert.
4 Decoder indicators
Wanneer één van de decoders van dit toestel in werking is,
zal de bijbehorende indicator oplichten.
5 Signaalbron indicators
Licht op wanneer de corresponderende signaalbron wordt
geselecteerd.
6 VOLUME niveauaanduiding
Hiermee wordt het volumeniveau aangegeven.
7 MUTE indicator
Knippert wanneer de MUTE functie (tijdelijk uitschakelen
geluidsweergave) is ingeschakeld.
8 AUTO indicator
Licht op wanneer dit toestel in de automatische
afstemfunctie staat.
0 TUNED indicator
Licht op wanneer dit toestel is afgestemd op een zender.
TUNER
XM
I
JK
L MN O P
A MEMORY indicator
Knippert ten teken dat een zender kan worden opgeslagen.
B Hoofdtelefoon indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten.
C SILENT CINEMA indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten
en er een geluidsveldprogramma is geselecteerd
(zie bladzijde 39).
D SP A B indicators
Lichten op om aan te geven welke set voor-luidsprekers is
geselecteerd. Beide indicators lichten op wanneer u beide
sets voor-luidsprekers heeft geselecteerd of bij dubbele
aansluiting van een enkele set.
E VIRTUAL indicator
Licht op wanneer Virtual CINEMA DSP in werking is (zie
bladzijde 44).
F Geluidsveld indicators
Lichten op om aan te geven welke DSP geluidsvelden er
in werking zijn.
DSP aanwezigheidsgeluidsveld
Luisterplek
Linker surround
DSP geluidsveld
Rechter surround
DSP geluidsveld
Surround/achter surround DSP geluidsveld
G HiFi DSP indicator
Licht op wanneer u een HiFi DSP geluidsveldprogramma
selecteert.
H PCM indicator
Licht op wanneer dit toestel PCM (pulscode modulatie)
digitale audiosignalen weergeeft.
I Multifunctioneel display
Toont de naam van het huidige geluidsveldprogramma en
andere gegevens bij het invoeren of wijzigen van
instellingen.
11
Nederlands
9 STEREO indicator
Licht op wanneer het toestel een sterk FM stereosignaal
ontvangt en de AUTO indicator brandt.
PHONO
890A
STEREO TUNED
AUTO MEMORY
dB
PS
VOLUME MUTE ZONE2 PTY
ZONE3 RT
96/24
NIGHT
CT
L C R
SLEEP EON
LFE SL SB SR
PTY HOLD
DIGITAL
PL x CS
EX
DISCRETE 96
MATRIX 24
CD
7
INLEIDING
De XM indicator is alleen van toepassing op modellen voor de V.S.
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
J 96/24 indicator
Licht op wanneer dit toestel een DTS 96/24 signaal
ontvangt.
K LFE indicator
Licht op wanneer het ingangssignaal een LFE signaal
bevat.
L Indicators voor ingangskanalen en
luidsprekers
Indicators ingangskanalen
Deze geven aan uit welke kanalen het huidige digitale
ingangssignaal bestaat.
L C R
SL SB SR
Aanwezigheids- en surround achterluidspreker indicators
Licht op aan de hand van het aantal aanwezigheids- en
surround achter-luidsprekers ingesteld voor Presence
(zie bladzijde 85) en voor Surround Back
(zie bladzijde 84) via de Manual Setup wanneer Test
Tone in de Manual Setup is ingesteld op On
(zie bladzijde 83).
y
U kunt automatisch instellingen laten maken voor de
aanwezigheids- en surround achter-luidsprekers via de Auto
Setup (zie bladzijde 32), of met de hand door de instellingen
bij Presence (zie bladzijde 85) en Surround Back (zie
bladzijde 84) via de Manual Setup te wijzigen.
M ZONE 2/ZONE 3 indicators
Licht op wanneer Zone 2 of Zone 3 is ingeschakeld.
N NIGHT indicator
Licht op wanneer u een nacht-luisterfunctie selecteert.
O SLEEP indicator
Licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld.
P Radio Data Systeem indicators
(Alleen modellen voor het V.K. en Europa)
De Radio Data Systeem gegevens die worden
verzorgd door de Radio Data Systeem zender waar op
dit moment op is afgestemd zullen oplichten.
EON
Licht op wanneer er is afgestemd op een Radio Data
Systeem zender die EON gegevens aanbiedt.
PTY HOLD
Licht op wanneer er met de PTY SEEK zoekfunctie
naar zenders wordt gezocht.
12
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Achterpaneel
1
2
3
COMPONENT VIDEO
Y
PB
PR
COAXIAL
VIDEO
S VIDEO
R
VIDEO
AUDIO
L
R
AUDIO
5 6
CONTROL OUT
L
IN
1
DVD
CD
CD
DVD
DVR/
VCR 2
MD/TAPE
2
REMOTE
WRENCH
HOLDER
DTV
OPTICAL
DTV
CBL/
SAT
R
IN
+
–
DVD
FRONT
+
GND
IN 1
+
B
–
+
L
–
CENTER
–
+
IN
OUT
VCR 1
MONITOR OUT
CBL/SAT
OUT
MD/TAPE
IN
(REC)
2
CD
OUT
PHONO
FRONT
+
SURROUND/ZONE 2(3)
–
–
AC OUTLETS
+
SWITCHED
50W MAX.TOTAL
L
L
R
DVR/VCR 2
SPEAKER IMPEDANCE
PRE OUT
R
IN 2
L
R
FRONT(6CH)/SB(8CH)
SURROUND
SURROUND
SUBWOOFER
OUT
CD-R
L
R
OUT
DIGITAL
OUTPUT
–
1
OUT
IN
RS-232C
A
AC IN
IN
CD-R
DTV
SPEAKERS
0
9
VOLTAGE
SELECTOR
AM ANT
GND
OUT
(REC)
(PLAY)
CBL/
SAT
8
TUNER
FM ANT
75Ω
UNBAL.
+12V 15mA MAX.
(PLAY)
DVD
7
INLEIDING
DIGITAL INPUT
4
MONITOR
OUT
ZONE
2
ZONE 2
VIDEO
ZONE
3
R
+
–
–
+
R
SUBWOOFER
CENTER
L
SURROUND BACK/PRESENCE
L
–
SINGLE
(SB)
HDMI
OUTPUT
+
CENTER
SINGLE
SURROUND BACK
PRESENCE/ZONE 2(3)
G
H
MULTI CH INPUT
(Algemene modellen)
A
B
C
D
E F
1 DIGITAL OUTPUT aansluitingen
Zie de bladzijden 24, 25 en 27 voor meer informatie over
deze aansluitingen.
A HDMI IN/OUT aansluitingen
Zie bladzijde 112 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
2 DIGITAL INPUT aansluitingen
Zie de bladzijden 24, 25 en 27 voor details.
B RS-232C aansluiting
Dit is een aansluiting die uitsluitend bedoeld is voor
gebruik in de fabriek. Raadpleeg uw dealer voor details
hieromtrent.
3 Aansluitingen voor video-apparatuur
Zie de bladzijden 24 en 25 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
4 Aansluitingen voor audio-apparatuur
Zie de bladzijden 24, 25 en 27 voor meer informatie over
deze aansluitingen.
5 CONTROL OUT aansluitingen
Dit zijn aansluitingen die uitsluitend bedoeld zijn voor
gebruik in de fabriek.
6 WRENCH HOLDER
Hier kunt u de luidspreker-aansluitingensleutel opbergen
wanneer u deze niet gebruikt (zie bladzijde 16).
7 Antenne-aansluitingen
Zie bladzijde 29 voor meer informatie over deze aansluitingen.
8 VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en algemene
modellen)
Zie bladzijde 30 voor gedetailleerde informatie.
D MULTI CH INPUT aansluitingen
Zie bladzijde 26 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
E PRE OUT aansluitingen
Zie bladzijde 28 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
F REMOTE 1/2 IN/OUT aansluitingen
Zie bladzijde 108 voor details.
G Luidspreker-aansluitingen
Zie bladzijde 15 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
H PRESENCE/ZONE 2(3) luidsprekeraansluitingen
Zie bladzijde 17 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
Nederlands
9 AC OUTLETS
Hiermee kunt eventueel andere A/V componenten van
stroom voorzien (zie bladzijde 30).
C ZONE 2/ZONE 3 OUTPUT aansluitingen
Zie bladzijde 108 voor details.
0 AC IN
Steek hier het meegeleverde netsnoer in (zie bladzijde 30).
13
AANSLUITINGEN
AANSLUITINGEN
Voor u de luidsprekers gaat
aansluiten
Hierboven ziet u de standaard ITU-R* opstelling van de
luidsprekers. Met deze opstelling profiteert u optimaal van
CINEMA DSP, multikanaals audio en THX weergave.
* ITU-R is de radiocommunicatie afdeling van de
ITU (International Telecommunication Union).
PL
PR
C
FR
FL
30˚
SL
SR
60˚
SL
80˚
SBL
SR
SBR
Meer dan 30 cm
1,8 m
1,8 m
Voor-luidsprekers (FR en FL)
De voor-luidsprekers worden gebruikt voor weergave van
het hoofdkanaal plus effecten. Plaats deze luidsprekers op
gelijke afstand van uw luisterplek. De afstanden van deze
luidsprekers tot het beeldscherm moeten ook gelijk zijn.
Midden-luidspreker (C)
De midden-luidspreker is voor weergave van het
middenkanaal (dialoog, vocalen enz.). Als het om de een
of andere reden niet mogelijk is om een middenluidspreker te gebruiken, kunt u ook zonder. De beste
resultaten krijgt u echter met een volledig systeem. Zorg
ervoor dat de voorkant van de midden-luidspreker in lijn
ligt met de voorkant van uw beeldscherm. Plaats deze
luidspreker midden tussen de voor-luidsprekers en zo
dicht mogelijk bij het beeldscherm, bijvoorbeeld direct
erboven of eronder.
14
Surround-luidsprekers (SR en SL)
De surround-luidsprekers worden gebruikt voor
omhullende surroundweergave en effecten. Plaats deze
luidsprekers achter uw luisterplek, een beetje naar binnen
gericht en ongeveer 1,8 m van de vloer.
Surround achter-luidsprekers (SBR en SBL)
De surround achter-luidsprekers geven een aanvulling op
de surround-luidsprekers en zorgen voor realistischer
overgangen van voor naar achter. Plaats deze luidsprekers
direct achter de luisterplek en op dezelfde hoogte als de
surround-luidsprekers. Deze luidsprekers moeten
tenminste 30 cm uit elkaar worden geplaatst. In het ideale
geval zou u ze op dezelfde afstand uit elkaar moeten
plaatsen als de voor-luidsprekers.
Subwoofer
Een subwoofer, zoals het YAMAHA Active Servo
Processing Subwoofer System, zorgt niet alleen voor een
effectieve versterking van de lage tonen in de diverse
weergavekanalen, maar ook voor een natuurgetrouwe
reproductie van het LFE (lage frequentie effecten) kanaal
in Dolby Digital en DTS geluidsmateriaal. De opstelling
van de subwoofer is niet zo belangrijk, want de zeer lage
tonen zijn niet erg richtingsgevoelig. U kunt de subwoofer
het beste in de buurt van de voor-luidsprekers plaatsen.
Richt hem een beetje naar het midden van de ruimte om
weerkaatsing via de wanden te verminderen.
Aanwezigheidsluidsprekers (PR en PL)
De zogenaamde ‘aanwezigheids’-luidsprekers geven een
aanvulling op de weergave via de voor-luidsprekers met
extra omgevingseffecten geproduceerd door CINEMA
DSP (zie bladzijde 58). Deze effecten bestaan onder meer
uit geluiden die de filmmakers een stukje verder achter het
scherm willen plaatsen voor een groter bioscoopeffect.
Plaats deze luidsprekers voor in de ruimte, ongeveer
0,5 – 1 m buiten de voor-luidsprekers, een beetje naar
binnen gericht en ongeveer 1,8 m van de vloer.
Opmerking
De surround-achter en de zogenaamde
aanwezigheidsluidsprekers kunnen niet tegelijkertijd geluid
weergeven. Via de PR/SB Priority parameter in de Manual Setup
(zie bladzijde 79) kunt u de voorkeur geven aan één van deze sets
luidsprekers.
AANSLUITINGEN
■ Opstelling di-pool luidsprekers
Voor THX surroundweergave kunnen di-pool of direct
weerkaatsende luidsprekers worden gebruikt. Als u voor
di-pool luidsprekers kiest, dient u de surround- en
surround achter-luidsprekers op te stellen zoals hieronder
schematisch is aangegeven.
FL
C
FR
Aansluiten van luidsprekers
Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen,
“+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit. Als
de aansluitingen niet kloppen, zal er geen geluid worden
weergegeven via de luidsprekers en als de polariteit van de
luidspreker-aansluitingen niet correct is, zal de weergave
onnatuurlijk klinken met te weinig lage tonen.
LET OP
SR
SBL
SBR
: Di-pool luidspreker
: Richting fase di-pool luidspreker
VOORBEREIDINGEN
SL
• Als u 6 Ohm luidsprekers wilt gebruiken, moet u de
luidsprekerimpedantie van dit toestel voor gebruik op 6 Ohm
instellen (zie bladzijde 31). Als u 8 Ohm luidsprekers gebruikt,
moet u de begininstelling voor de luidsprekerimpedantie van dit
toestel gebruiken.
• Voor u de luidsprekers aansluit moet u ervoor zorgen dat de
stekker uit het stopcontact gehaald is.
• Laat de blote luidsprekerdraden elkaar niet raken en zorg ervoor
dat ze geen contact maken met de metalen onderdelen van het
toestel. Hierdoor kunnen het toestele en/of de luidsprekers
beschadigd raken.
• Gebruik magnetisch afgeschermde luidsprekers. Als dergelijke
luidsprekers toch uw beeldscherm storen, zet de luidsprekers
dan verder bij het beeldscherm vandaan.
Opmerking
Een luidsprekersnoer bestaat uit twee geïsoleerde draden naast
elkaar. De ene draad onderscheidt zich van de andere door een
andere kleur, of misschien een streep, groef of ribbels. Sluit de
afwijkend gestreepte (gegroefde enz.) draad aan op de “+” (rode)
aansluitingen van dit toestel en uw luidspreker. Verbind de
gewone draad met de “–” (zwarte) aansluitingen.
■ Gebruik van de luidspreker-aansluitingen
FRONT aansluitingen
U kunt hierop een enkel of twee luidsprekersystemen
aansluiten. Als u een enkel luidsprekersysteem gebruikt,
kunt u dit naar keuze met de FRONT A of de B
aansluitingen verbinden.
Opmerking
Modellen voor Canada zijn niet in staat weergave via twee
verschillende luidsprekersystemen tegelijkertijd te verzorgen.
CENTER aansluitingen
Hierop kunt u een midden-luidspreker aansluiten.
SURROUND ZONE 2(3) aansluitingen
Hierop kunt u surround-luidsprekers aansluiten.
SUBWOOFER aansluiting
Sluit hierop een subwoofer met ingebouwde
eindversterker aan, zoals het YAMAHA Active Servo
Processing Subwoofer System.
15
Nederlands
SURROUND BACK aansluitingen
Hierop kunt u surround achter-luidsprekers aansluiten. Als
u slechts één surround achter-luidspreker gebruikt,
verbind deze dan met de linker (L) aansluitingen.
AANSLUITINGEN
PRESENCE/ZONE 2(3) aansluitingen
Hierop kunt u aanwezigheidsluidsprekers aansluiten.
■ Opstelling van de luidsprekers
Kijk op de volgende afbeelding voor de opstelling van
luidsprekers in uw luisterruimte.
Opmerking
9
U kunt deze aansluitingen ook gebruiken om Zone 2 luidsprekers
op aan te sluiten (zie bladzijde 109).
1
10
2
4
Doe het lipje open.
1
7
3
2
Steek een ontbloot draadeind in het gat van
de aansluiting.
3
Doe het lipje weer op zijn plaats om de draad
vast te zetten.
5
VOORBEREIDINGEN
8
6
1
Subwoofer
2
Rechter voor-luidspreker
3
Linker voor-luidspreker
4
Midden-luidspreker
5
Rechter surround achter-luidspreker
6
Linker surround achter-luidspreker
7
Rechter surround-luidspreker
8
Linker surround-luidspreker
9
Rechter aanwezigheidsluidspreker
10 Linker aanwezigheidsluidspreker
■ Gebruik van bananenstekkers
(Uitgezonderd modellen voor het V.K., Europa en Azië)
Draai eerst de knop vast en steek vervolgens de
bananenstekker in het gat bovenin de aansluiting.
Bananenstekker
(Uitgezonderd modellen voor het V.K., Europa en Azië)
y
Nederlands
Voor de PRESENCE/ZONE 2(3) luidspreker-aansluitingen kunt
u ook bananenstekkers gebruiken. Doe het lipje open en steek één
bananenstekker in het gat van elk van de aansluitingen. Probeer
de lipjes niet weer dicht te doen nadat u de bananenstekkers in de
aansluitingen heeft gestoken.
17
AANSLUITINGEN
Voor-luidsprekers (A)
Rechts
Links
Subwoofer met
ingebouwde versterker
MiddenVoorluidspreker luidsprekers
(B)
(Algemene modellen)
R
+
FRONT
+
FRONT
–
–
SPEAKERS
A
–
+
B
–
+
L
CENTER
–
SPEAKER IMPEDANCE
PRE OUT
R
R
+
SURROUND/ZONE 2(3)
–
–
+
L
L
R
SURROUND
R
SUBWOOFER
L
CENTER
R
L
SURROUND BACK/PRESENCE
Rechts
Links
Surround-luidsprekers
L
+
+
–
–
+
L
–
SINGLE
(SB)
R
+
SINGLE
SURROUND BACK
Rechts
Links
Surround
achter-luidsprekers
PRESENCE/ZONE 2(3)
Rechts
Links
Aanwezigheidsluidsprekers
• U kunt zowel aanwezigheids- als surround-achter luidsprekers aansluiten op dit toestel, maar deze zullen niet tegelijkertijd geluid
kunnen produceren. Via de PR/SB Priority parameter in de Manual Setup (zie bladzijde 79) kunt u de voorkeur geven aan één van
deze sets luidsprekers.
• De surround achter-luidsprekers geven het surround achterkanaal in Dolby Digital EX en DTS-ES materiaal weer en
werken alleen wanneer de Dolby Digital EX, DTS-ES, Dolby Pro Logic x, THX Select2, THX Music, THX Games of
THX Surround EX decoder is ingeschakeld.
• De aanwezigheidsluidsprekers produceren omgevingseffecten die worden gecreëerd door de DSP geluidsvelden. Ze zullen geen
geluid produceren wanneer er andere geluidsvelden geselecteerd zijn.
18
AANSLUITINGEN
Gebruik van dubbele bedrading en
dubbele AMP aansluitingen
■ Conventionele aansluitingen
Als u uw luidsprekers op de normale manier wilt
aansluiten, gebruikt u de gewone aansluitingen voor de
linker en rechter luidsprekerdraden en kunt u het tweede
stel aansluitingen negeren.
+
–
A
–
+
FRONT +
–
B
–
+
R
Korsluitplaatjes
of -bruggen
+
–
A
–
+
FRONT +
–
B
–
+
R
L
Dit toestel
■ Dubbele versterkeraansluitingen
Bij een dubbele versterkeraansluiting worden twee versterkers
gebruikt voor beide luidsprekers. De ene versterker wordt aangesloten
op de woofer (lage tonen) van de box, terwijl de andere wordt
aangesloten op het gecombineerde gedeelte voor de midden- en hoge
tonen. In een dergelijk systeem wordt elk van de luidsprekers slechts
voor een beperkt toonbereik gebruikt. Dit beperkte toonbereik geeft
elk van de gebruikte versterkers minder zwaar werk te doen en levert
minder risico op dat de weergave negatief wordt beïnvloed. De interne
crossover-schakeling van de leluidspreker taat uit een LPF (Laag
doorlaatfilter) en een HPF (Hoog doorlaatfilter). Zoals de naam al
suggereert kunnen de frequenties beneden een bepaalde waarde het
LPF gewoon passeren, maar zullen frequenties boven die waarde niet
worden doorgelaten. Op dezelfde manier kunnen frequenties boven de
ingestelde waarde een HPF gewoon passeren.
VOORBEREIDINGEN
Sommige luidsprekers die tegenwoordig op de markt zijn
kunnen dubbel bedraad worden of dubbel worden
aangesloten op versterkers om de prestaties van het
luidsprekersysteem te verbeteren. Dit toestel stelt u in staat
dubbele bedrading of dubbele versterkeraansluitingen te
gebruiken voor een enkel luidsprekersysteem. Controleer
eerst of uw luidsprekers geschikt zijn voor dubbele
bedrading of dubbele versterkeraansluitingen. Af fabriek
worden de luidsprekers geleverd met vergulde
kortsluitplaatjes of -bruggen; één voor de twee rode
ingangsaansluitingen en de andere voor de twee zwarte
ingangsaansluitingen. Verwijder deze kortsluitplaatjes of
-bruggen alleen wanneer u van plan bent om dubbele
bedrading of dubbele versterker-aansluitingen te gebruiken
voor uw luidsprekers.
Opmerkingen
L
Korsluitplaatjes
of -bruggen
Dit toestel
■ Dubbele bedrading
Aansluiten met dubbele bedrading scheidt de woofer (lage
tonen) van het deel van de box voor de midden- en hoge
tonen. Een luidspreker die geschikt is voor dubbele
bedrading heeft vier aparte aansluitpunten. Door twee paar
aansluitingen kan de box gesplitst worden in twee
onafhankelijke gedeelten. Het ene paar aansluitingen is
voor de midden- en de hoge tonen, terwijl het andere paar
bestemd is voor de lage tonen.
• Verwijder de kortsluitplaatjes of -bruggen om de LPF (Laag
doorlaatfilter) en HPF (Hoog doorlaatfilter) crossovers van
elkaar te scheiden.
• Om dubbele versterkeraansluitingen mogelijk te maken, dient u
BI-AMP in te stellen op ON in de ADVANCED SETUP (zie
bladzijde 95).
• Om dubbele versterkeraansluitingen mogelijk te maken, dient u
de FRONT en SURROUND BACK aansluitingen te gebruiken
zoals hieronder staat aangegeven.
R
+
–
+
–
A
–
+
L
–
+
L
FRONT
Opmerkingen
R
Nederlands
• Verwijder de kortsluitplaatjes of -bruggen om de LPF (Laag
doorlaatfilter) en HPF (Hoog doorlaatfilter) crossovers van
elkaar te scheiden.
• Om gebruik van dubbele bedrading te kunnen maken moet u
SPEAKERS A op het voorpaneel indrukken zodat SP A op het
display op het voorpaneel oplicht.
SINGLE
SURROUND BACK
Dit toestel
19
AANSLUITINGEN
Informatie over de bedrading en de
stekkers voor de aansluitingen
LET OP
Sluit dit toestel of andere componenten pas aan op het
lichtnet wanneer alle verbindingen tussen de componenten
gemaakt zijn.
■ Kabelaanduidingen
Voor analoge signalen
linker analoge bedrading
L
rechter analoge bedrading
R
Voor digitale signalen
optische kabels
coaxiale bedrading
O
C
Voor videosignalen
videobedrading
S-Videobedrading
Voor HDMI signalen
20
V
S
■ Analoge aansluitingen
Analoge signalen van andere audiocomponenten kunt u
via tulpstekkerkabels aansluiten op de analoge
aansluitingen van dit toestel. Verbind de rode stekkers met
de rechter en de witte stekkers met de linker aansluitingen.
■ Digitale aansluitingen
Dit toestel heeft digitale aansluitingen voor directe
transmissie van digitale signalen via coaxiale bedrading of
optische glasvezelkabels. U kunt de digitale aansluitingen
gebruiken voor PCM, Dolby Digital en DTS
ingangssignalen. Wanneer u een bepaalde component
zowel met de COAXIAL als met de OPTICAL aansluiting
verbindt, zal het via de COAXIAL aansluiting
binnenkomende signaal voorrang krijgen. Alle digitale
ingangsaansluitingen zijn geschikt voor digitale signalen
met een bemonsteringsfrequentie van 96 kHz.
Opmerking
In dit toestel is de verwerking van digitale signalen gescheiden
van de verwerking van analoge signalen. Daarom kunnen
audiosignalen die binnenkomen via de analoge
ingangsaansluitingen ook alleen via de analoge OUT (REC)
uitgangsaansluitingen worden weergegeven. Op dezelfde manier
zullen via de digitale (OPTICAL of COAXIAL)
ingangsaansluitingen binnenkomende audiosignalen alleen via de
DIGITAL OUTPUT uitgangsaansluitingen kunnen worden
weergegeven.
AANSLUITINGEN
■ Audio-aansluitingen
Dit toestel heeft vier soorten audio-aansluitingen (analoge audio, digitale audio coaxiaal, digitale audio optisch en
HDMI). Welke aansluiting u nodig heeft hangt af van de audio-aansluitingen van uw andere apparatuur.
AUDIO
L
R
AUDIO aansluitingen
Voor conventionele analoge audiosignalen.
DIGITAL AUDIO
(OPTICAL)
HDMI
DIGITAL AUDIO (OPTICAL) aansluitingen
Voor digitale audiosignalen via digitale optische
bedrading.
VOORBEREIDINGEN
DIGITAL AUDIO (COAXIAL) aansluitingen
Voor digitale audiosignalen via digitale coaxiale
bedrading.
DIGITAL AUDIO
(COAXIAL)
HDMI aansluitingen
Voor HDMI digitale audiosignalen.
■ Stroomschema audiosignalen voor OUT (REC)
Ingang
Uitgang
OUT (REC)
HDMI
DIGITAL AUDIO
(COAXIAL)
Digitale audio
DIGITAL AUDIO
(OPTICAL)
AUDIO
Analoge audio
Door
Digitaal uitgangssignaal
Analoog uitgangssignaal
Opmerkingen
• De audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting worden alleen gereproduceerd via de
DIGITAL OUTPUT aansluitingen en niet via de analoge OUT (REC) aansluitingen.
• 2-Kanaals en multikanaals PCM, Dolby Digital en DTS signalen die binnenkomen via de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting
kunnen alleen worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting wanneer HDMI Set is ingesteld op Other (zie bladzijde 92).
• 2-Kanaals PCM, Dolby Digital en DTS signalen, met uitzondering van multi-kanaals PCM signalen die binnenkomen via de
HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting, kunnen worden gereproduceerd via de DIGITAL AUDIO (OPTICAL) aansluitingen.
• Kopieerbeveiligde 2-kanaals PCM signalen van meer dan 48 kHz/16-bits di binnenkomen via de HDMI IN 1 of HDMI IN 2
aansluiting worden niet gereproduceerd via de DIGITAL AUDIO (OPTICAL) aansluitingen.
Nederlands
21
AANSLUITINGEN
■ Video-aansluitingen
Dit toestel heeft vier soorten video-aansluitingen (composiet, component, S-video en HDMI). Welke aansluiting u nodig heeft hangt af
van die van uw beeldscherm. Wanneer Conversion op On (zie bladzijde 81) is ingesteld, zullen analoge videosignalen die binnenkomen
via de VIDEO, S VIDEO en COMPONENT VIDEO aansluitingen naar keuze kunnen worden gereproduceerd via de VIDEO, S VIDEO
en COMPONENT VIDEO aansluitingen. Als bovendien Conversion is ingesteld op On (zie bladzijde 81) en HDMI Up-Scaling is
ingesteld op On (zie bladzijde 81), kunnen analoge videosignalen die binnenkomen via de VIDEO, S VIDEO of COMPONENT VIDEO
aansluitingen worden omgezet in digitale signalen en worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting.
VIDEO
S VIDEO
VIDEO aansluitingen
Voor conventionele composiet videosignalen.
S VIDEO aansluitingen
Voor S-video signalen, in luminantie (Y) en kleur (C)
gescheiden videosignalen voor kleurweergave van een
hoge kwaliteit.
COMPONENT VIDEO
Y
PB
PR
HDMI
COMPONENT VIDEO aansluitingen
Voor component videosignalen, in luminantie (Y) en
kleurverschil (PB, PR) gescheiden videosignalen voor de
beste beeldkwaliteit.
HDMI aansluitingen
Voor HDMI digitale videosignalen.
■ Stroomschema videosignalen voor MONITOR OUT
Ingang
HDMI
Uitgang
(MONITOR OUT)
Digitale video
COMPONENT
VIDEO
S VIDEO
Analoge video
VIDEO
Door
Component I/P (zie bladzijde 81) alleen wanneer Conversion is ingesteld op On (zie bladzijde 81)
HDMI Up-Scaling (zie bladzijde 81) alleen wanneer Conversion is ingesteld op On (zie bladzijde 81)
Opmerkingen
• De analoge videosignalen die worden gereproduceerd via de COMPONENT VIDEO aansluitingen kunnen worden omgezet van
480i (geïnterlinieerd) (NTSC) of 576i (PAL) naar 480p (progressief) (NTSC) of 576p (PAL). Zet Component I/P op On via de
Manual Setup om deze functie in te schakelen (zie bladzijde 81).
• De analoge videosignalen die binnenkomen via de COMPONENT VIDEO aansluitingen en worden gereproduceerd via de S VIDEO
of VIDEO aansluitingen kunnen niet worden omgezet naar 480p (NTSC) of 576p (PAL) /1080i/720p signalen.
• De analoge videosignalen die worden gereproduceerd via de HDMI aansluiting kunnen worden opgewaardeerd naar 480p/1080i/720p.
• Wanneer de analoge videosignalen binnenkomen via de COMPONENT VIDEO, S VIDEO en via de VIDEO aansluitingen, zal aan
deze signalen als volgt de voorkeur gworden geven, met dien verstande dat aan eventuele analoge videosignalen die binnenkomen via
de COMPONENT VIDEO aansluitingen de hoogste prioriteit wordt toegekend.
1. COMPONENT VIDEO
2. S VIDEO
3. VIDEO
22
AANSLUITINGEN
Aansluiten van HDMI componenten
Opmerkingen
• We raden u aan een HDMI kabel te gebruiken die korter is dan 5 meter en die duidelijk voorzien van het HDMI logo.
• Digitale audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN aansluitingen worden niet gereproduceerd via de analoge AUDIO OUT
aansluitingen.
• Afhankelijk van het signaaltype is het mogelijk dat sommige audiosignalen niet worden gereproduceerd via DIGITAL OUTPUT.
• De analoge videosignalen die binnenkomen via de composiet, S-video en component video-aansluitingen kunnen digitaal worden
omgezet en opgewaardeerd naar 480p/1080i/720p signalen zodat ze gereproduceerd kunnen worden via de HDMI OUT aansluiting.
Zet Conversion op On via de Manual Setup (zie bladzijde 81) en regel de instellingen voor HDMI Up-Scaling om deze functie in te
schakelen (zie bladzijde 81).
• Sommige via een DVI verbinding op dit toestel aangesloten beeldschermen kunnen geen binnenkomende HDMI audiosignalen
herkennen wanneer ze uit (standby) staan. In dit geval zal de HDMI indicator onregelmatig knipperen en zal de melding
HDCP ERROR verschijnen op het display op het voorpaneel alsof het DVI beeldscherm in kwestie de HDCP kopieerbeveiliging niet
ondersteunt.
VOORBEREIDINGEN
Dit toestel heeft naast HDMI IN 1 en HDMI IN 2 ingangsaansluitingen voor binnenkomende digitale audio- en
videosignalen ook een HDMI OUT uitgangsaansluiting voor het reproduceren van digitale audio- en videosignalen.
Verbind de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting van dit toestel met de HDMI OUT aansluiting van andere HDMI
componenten (zoals een DVD-speler). Verbind de HDMI OUT aansluiting van dit toestel met de HDMI IN aansluiting
van andere HDMI componenten (zoals een TV of projector).
Video- of audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting die u geselecteerd heeft met het
HDMI IN menu bij I/O Assignment (zie bladzijde 74) of met INPUT op het voorpaneel, worden gereproduceerd via de
HDMI OUT aansluiting van dit toestel. Bovendien zullen audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN 1 of
HDMI IN 2 aansluiting worden weergegeven via de luidsprekers, een eventuele hoofdtelefoon en via de
DIGITAL OUTPUT aansluitingen.
IN 1
HDMI uitgang
DVD-speler
IN 2
Kabel TV of
satellietontvanger
HDMI uitgang
HDMI ingang
OUT
Beeldscherm
HDMI
Nederlands
23
AANSLUITINGEN
Aansluiten van videocomponenten
■ Aansluiten van een DVD-speler
HDMI uitgang
Optische uitgang
Audio uitgang
Video uitgang
Coaxiale uitgang
DVD-speler
R
C
O
DIGITAL INPUT
COMPONENT VIDEO
Y
PB
PR
COAXIAL
VIDEO
S VIDEO
R
VIDEO
L
AUDIO
L
DVD
DVD
DVD
Beeldscherm
OPTICAL
DVD
Video
ingang
IN 1
MONITOR OUT
IN 2
OUT
DIGITAL
OUTPUT
MONITOR
OUT
HDMI
OUTPUT
HDMI ingang
Opmerking
Controleer welke aansluitingen er beschikbaar zijn op uw DVD-speler en kies het gewenste type verbinding voor de audio-/video- in-/
uitgangssignalen. Als u kiest voor een HDMI aansluiting, kunt u zowel audio- als videoverbindingen maken via een één enkele HDMI
kabel.
24
AANSLUITINGEN
■ Aansluiten van andere videocomponenten
HDMI uitgang
Optische uitgang
Kabel TV of
satellietontvanger Audio uitgang
Video uitgang
R
O
COMPONENT VIDEO
Y
PB
PR
COAXIAL
DVR/
VCR 2
VIDEO
S VIDEO
R
VIDEO
AUDIO
VOORBEREIDINGEN
DIGITAL INPUT
L
L
DTV
Beeldscherm
OPTICAL
CBL/
SAT
CBL/
SAT
IN
VCR 1
IN 1
OUT
CBL/SAT
IN 2
OUT
HDMI
R
C
L
R
L
Audio ingang
Video uitgang
DVD-recorder of
videorecorder
Audio uitgang
Video uitgang
Coaxiale uitgang
HDMI ingang
HDMI uitgang
Opmerking
25
Nederlands
Controleer welke aansluitingen er beschikbaar zijn op uw andere video-apparatuur en kies het gewenste type verbinding voor de
audio-/video- in-/uitgangssignalen. Als u kiest voor een HDMI aansluiting, kunt u zowel audio- als videoverbindingen maken via een
één enkele HDMI kabel.
AANSLUITINGEN
■ Apparatuur verbinden met de MULTI CH INPUT aansluitingen
Dit toestel is voorzien van 6 extra ingangsaansluitingen (links en rechts FRONT, CENTER, links en rechts SURROUND
en SUBWOOFER) voor gescheiden multikanaals ingangssignalen van een multiformat-speler, externe decoder, sound
processor of voorversterker.
Als u INPUT CH instelt op 8ch via Multi CH Assign (zie bladzijde 75), kunt u de ingangsaansluitingen die zijn
toegewezen aan FRONT INPUT via Multi CH Assign (zie bladzijde 75) samen gebruiken met de MULTI CH INPUT
aansluitingen om 8-kanaals signalen te kunnen verwerken.
Verbind de uitgangsaansluitingen van uw multiformaat-speler of externe decoder met de MULTI CH INPUT
aansluitingen. Let er goed op dat u de linker en rechter uitgangen verbindt met de linker en rechter ingangsaansluitingen
voor zowel de voor- als de surroundkanalen.
Voor 6-kanaals ingangssignalen
Voor 8-kanaals ingangssignalen
FRONT(6CH)/SB(8CH)
FRONT(6CH)/SB(8CH)
AUDIO
R
AUDIO
L
R
L
(PLAY)
IN
DVD
SURROUND
SURROUND
MD/TAPE
DTV
OUT
(REC)
(PLAY)
SUBWOOFER CENTER
SUBWOOFER CENTER
MULTI CH INPUT
MULTI CH INPUT
CBL/
SAT
IN
CD-R
IN
OUT
(REC)
R
L
Subwoofer
uitgang
R
R
L
L
VCR 1
R
L
OUT
Middenkanaal
uitgang
Middenkanaal
uitgang
Voorkanaal
uitgang
Subwoofer
uitgang
CD
IN
DVR/VCR 2
Multiformaat-speler/
externe decoder
Surroundkanaal
uitgang
Surroundachter
uitgang
Multiformaat-speler/
externe decoder
Surroundkanaal uitgang
R
L
Voorkanaal uitgang
Opmerkingen
• Wanneer u MULTI CH INPUT als signaalbron selecteert, zal dit toestel automatisch de digitale geluidsveldprocessor uitschakelen en
zult u geen geluidsveldprogramma’s kunnen selecteren.
• Dit toestel is niet in staat de via de MULTI CH INPUT aansluitingen binnenkomende signalen zo te herschikken dat er wordt
gecompenseerd voor eventueel in uw systeem ontbrekende luidsprekers. Daarom bevelen we u aan tenminste een 5.1-kanaals
luidsprekersysteem aan te sluiten voor u gebruik maakt van deze functie.
• Wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten, zullen alleen de L/R voorkanalen worden weergegeven.
■ Gebruiken van de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel
Via deze aansluitingen kunt u allerlei videobronnen, zoals spelcomputers of videocamera’s, aansluiten op dit toestel.
VIDEO AUX
S VIDEO
VIDEO
L
S
V
L
AUDIO
R
OPTICAL
R
O
Optische uitgang
Audio uitgang R
Audio uitgang L
Video uitgang
S-video uitgang
26
Spelcomputer
of
videocamera
AANSLUITINGEN
Aansluiten van audiocomponenten
O
Optische
ingang
Optische ingang
MD-recorder of
cassettedeck
CD-recorder
Audio ingang
Audio uitgang
O
DIGITAL INPUT
L
R
L
Audio uitgang
Audio ingang
R
L
R
COAXIAL
R
AUDIO
L
VOORBEREIDINGEN
R
L
(PLAY)
IN
MD/TAPE
CD
CD
OPTICAL
OUT
(REC)
(PLAY)
IN
CD-R
GND
OUT
(REC)
CD
PHONO
MD/TAPE
CD-R
DIGITAL
OUTPUT
R
L
R
L
Audio uitgang
Optische uitgang
Audio uitgang
O
Coaxiale uitgang
CD-speler
GND
C
Draaitafel
Opmerkingen
27
Nederlands
• Controleer welke aansluitingen er beschikbaar zijn op uw audio-apparatuur en kies het gewenste type verbinding voor de
audio-/video- in-/uitgangssignalen.
• De PHONO aansluitingen zijn bedoeld voor een draaitafel met een MM of hoog-vermogen MC cartridge. Als u een draaitafel heeft
met een laag-vermogen MC cartridge, dient u een in-line boosting transformator of een MC-kopversterker te gebruiken bij verbinding
met deze aansluitingen.
• Verbind uw draaitafel met de GND aardaansluiting om ruis in het signaal te verminderen. Bij sommige platenspelers is het echter
mogelijk dat u minder ruis zult horen zonder gebruik te maken van de GND aansluiting.
AANSLUITINGEN
■ Aansluiten van een externe versterker
Als u het uitgangsvermogen voor de luidsprekers wilt
opvoeren, of als u gewoon een andere versterker wilt
gebruiken, kunt u als volgt een externe versterker
verbinden met de PRE OUT aansluiten.
Opmerkingen
• Wanneer er audio tulpstekkers in de PRE OUT aansluitingen
zitten voor de verbinding met een externe versterker, is het niet
meer nodig de corresponderende SPEAKERS aansluitingen te
gebruiken. Zet het volume van de op dit toestel aangesloten
externe versterker op de hoogste stand.
• Het signaal dat wordt doorgegeven via de FRONT PRE OUT en
CENTER PRE OUT aansluitingen ondervindt invloed van de
TONE CONTROL instellingen.
• Als SPEAKERS A uit staat en SPEAKERS B op Zone B (zie
bladzijde 88) is ingesteld, zullen er alleen signalen worden
geproduceerd via de FRONT PRE OUT aansluitingen.
1
2
FRONT
PRE OUT
R
L
SURROUND
R
SUBWOOFER
L
CENTER
5
3
4
SINGLE
(SB)
R
L
SURROUND BACK/PRESENCE
1 FRONT PRE OUT aansluitingen
Voorkanaal uitgangsaansluitingen op lijnniveau.
2 SURROUND PRE OUT aansluitingen
Surroundkanaal uitgangsaansluitingen op lijnniveau.
3 SUBWOOFER PRE OUT aansluiting
Sluit hierop een subwoofer met ingebouwde
eindversterker aan, zoals het YAMAHA Active Servo
Processing Subwoofer System.
4 SURROUND BACK/PRESENCE PRE OUT aansluitingen
Surround achter- of aanwezigheidskanaal
uitgangsaansluitingen op lijnniveau. Als u slechts één
externe versterker aansluit voor het surround-achterkanaal,
dient u deze te verbinden met de linker (L) aansluiting.
5 CENTER PRE OUT aansluiting
Middenkanaal uitgangsaansluitingen op lijnniveau.
Opmerkingen
• Elk van de PRE OUT uitgangsaansluitingen produceert
hetzelfde signaal als de bij dat kanaal behorende
luidsprekeraansluiting. Wanneer echter zowel surround-achter
als zg. aanwezigheidsluidsprekers zijn ingesteld op dit toestel,
is het mogelijk dat de signalen geproduceerd via de
SURROUND BACK/PRESENCE PRE OUT aansluitingen niet
corresponderen met de juiste luidsprekers.
• Regel het volume van de subwoofer met de bedieningsorganen
op de subwoofer zelf.
• Het is mogelijk dat sommige signalen niet worden
gereproduceerd via de SUBWOOFER PRE OUT aansluiting,
afhankelijk van de Speaker Set (zie bladzijde 83) instellingen.
28
AANSLUITINGEN
Aansluiten van de antennes
Dit toestel wordt geleverd met zowel een AM als een FM binnenantenne. Normaal gesproken zorgen deze antennes voor
een voldoende sterke ontvangst. Verbind de antennes op de juiste manier met de bijbehorende aansluitingen.
AM ringantenne
(meegeleverd)
FM binnenantenne
(meegeleverd)
TUNER
FM ANT
75Ω
UNBAL.
GND
AM ANT
VOORBEREIDINGEN
Aarde (GND aansluiting)
Voor de grootst mogelijke veiligheid en zo min
mogelijk storing dient u de antenne GND aansluiting
goed te aarden. Een goede aarding wordt
bijvoorbeeld verzorgd door een metalen staaf die in
vochtige grond gedreven is.
■ Aansluiten van de AM ringantenne
1
Sluit de AM ringantenne aan.
3
Stel de AM ringantenne zo op dat u de beste
ontvangst verkrijgt.
Opmerkingen
2
Houd het lipje ingedrukt zodat u de AM
antennedraden in de AM ANT en GND
aansluitingen kunt steken.
• De AM ringantenne moet niet te dicht bij dit toestel geplaatst
worden.
• De AM ringantenne moet altijd aangesloten blijven, zelfs als er
een AM buitenantenne op dit toestel is aangesloten.
• Een goede buitenantenne geeft een betere ontvangst dan een
binnenantenne. Als u last heeft van een slechte ontvangst,
probeer dan of de ontvangst verbetert met een buitenantenne.
Vraag bij uw dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of
service-centrum naar de mogelijkheden met buitenantennes.
Nederlands
29
AANSLUITINGEN
Aansluiten van het netsnoer
■ Aansluiten van het netsnoer
Steek het meegeleverde netsnoer pas in de
netstroomingang nadat u alle andere aansluitingen hebt
verricht en steek daarna pas de stekker in het stopcontact.
Aan en uit zetten van dit toestel
Wanneer alle aansluitingen gemaakt zijn, kunt u dit toestel
aan zetten.
2,3
LET OP
PURE DIRECT
Gebruik het meegeleverde netsnoer. Gebruik geen andere netsnoeren,
want deze kunnen elektrische schokken veroorzaken of zelfs brand.
VOLUME
AUDIO
SELECT
MULTI CH
INPUT
PRESET/
TUNING
A/B/C/D/E
PRESET/
TUNING
FM/AM
TUNING
MODE
TONE
STRAIGHT CONTROL
EFFECT
INPUT
DVD
DTV
CBL/SAT
ON/OFF
VOLTAGE
SELECTOR
MEMORY
MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L
EDIT
MAIN ZONE
VCR 1
DVR/
VCR 2
SOURCE/
REMOTE
MD/TAPE
CD-R
CD
ZONE ON/OFF
SPEAKERS
ZONE CONTROL
PROGRAM
MULTI ZONE
A
PHONO YPAO
B
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
ZONE 2
ZONE 3
L
R
AUDIO
OPTICAL
TUNER
V-AUX
REC OUT/ZONE 2
MASTER
AC IN
ON
OPTIMIZER
MIC
PHONES
VIDEO/AUX
OFF
1,4
AC OUTLETS
SWITCHED
50W MAX.TOTAL
1
Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel
naar binnen in de ON stand om dit toestel
aan te zetten.
• Alleen dit zal worden ingeschakeld.
• Zone 2 en Zone 3 worden standby (uit) gezet.
MASTER
(Algemene modellen)
ON
AC OUTLET(S) (SWITCHED)
Modellen voor het V.K. en Australië ...... 1 Netstroomaansluiting
Modellen voor Korea .................................................Geen
Overige modellen ...................... 2 Netstroomaansluitingen
Met behulp van deze netstroomaansluitingen kunt u daarop aangesloten
componenten van stroom voorzien. Verbind de netsnoeren van uw
andere apparatuur met deze netstroomaansluitingen. Deze
aansluitingen wo van stroom voorzien wanneer de eerste ruimte,
Zone 2 of Zone 3 is ingeschakeld. De stroomvoorziening voor deze
aansluitingen wordt echter afgesloten wanneer de eerste ruimte, Zone 2
en Zone 3 zijn uitgeschakeld,of wanneer MASTER ON/OFF op het
voorpaneel ingedrukt wwordt n losgelaten zodat deze naar buiten komt,
in de OFF stand. Het maximale vermogen of het totale stroomverbruik
voor de componenten die op deze aansluitingen kunnen worden
aangesloten is als volgt.
Modellen voor Azië en algemene modellen .............. 50 W
Overige modellen .....................................................100 W
VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en algemene modellen)
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit
toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte
netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact steekt.
De voltages zijn als volgt:
Modellen voor Azië........220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
Algemene modellen ..... 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
Geheugen back-up
De geheugen back-up schakeling voorkomt dat opgeslagen gegevens
verloren gaan. De opgeslagen gegevens zullen niettemin verloren
gaan wanneer het netsnoer langer dan een week uit het stopcontact is.
30
2
OFF
Druk op MAIN ZONE ON/OFF op het
voorpaneel (of STANDBY op de
afstandsbediening) om dit toestel uit
(standby) te zetten.
STANDBY
ON/OFF
Voorpaneel
of
Afstandsbediening
AANSLUITINGEN
3
Druk op MAIN ZONE ON/OFF, ZONE 2
ON/OFF of ZONE 3 ON/OFF op het
voorpaneel (of POWER op de
afstandsbediening) om dit toestel, Zone 2 of
Zone 3 aan te zetten.
Instellen van de luidsprekerimpedantie
Volg de hieronder vermelde procedure om de instelling
voor de impedantie van alle luidsprekers te veranderen.
LET OP
POWER
ON/OFF
Als u 6 Ohm luidsprekers gebruikt, dient u de impedantie
in te stellen op 6 Ohm voor u dit toestel gaat gebruiken.
of
Voorpaneel
Afstandsbediening
• Wanneer MASTER ON/OFF naar binnen is gedrukt in de
ON stand, kunt u ook op POWER of STANDBY op de
afstandsbediening drukken om dit toestel, Zone 2 en Zone
3 tegelijk aan of uit (standby) te zetten.
• Voor details omtrent de bediening van Zone 2 en Zone 3
met de afstandsbediening, zie bladzijde 110.
Opmerking
MASTER
ON
2
MAIN ZONE ON/OFF, ZONE 2 ON/OFF en
ZONE 3 ON/OFF op het voorpaneel en POWER en
STANDBY op de afstandsbediening werken alleen wanneer
MASTER ON/OFF naar binnen is gedrukt in de ON stand.
4
Druk op MASTER ON/OFF op het voorpaneel
zodat deze naar buiten komt in de OFF stand
om dit toestel, Zone 2 en Zone 3 uit te
schakelen.
Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel
nog eens in zodat deze naar buiten komt in
de OFF stand om dit toestel uit te schakelen.
Dit toestel, Zone 2 en Zone 3 worden uitgeschakeld.
OFF
VOORBEREIDINGEN
1
y
Houd STRAIGHT (EFFECT) op het
voorpaneel ingedrukt en druk vervolgens
MASTER ON/OFF naar binnen in de ON stand
om dit toestel in te schakelen.
SP IMP.–8ΩMIN zal op het display op het
voorpaneel verschijnen.
STRAIGHT
MASTER
EFFECT
ON
OFF
MASTER
ON
OFF
ADVANCED SETUP
SP IMP.-8 MIN
3
Druk herhaaldelijk op STRAIGHT (EFFECT)
op het voorpaneel om de impedantie van uw
luidsprekers te selecteren.
STRAIGHT
EFFECT
• Kies 6 Ohm als u luidsprekers van 6 Ohm gebruikt.
• Kies 8 Ohm als u luidsprekers van 8 Ohm gebruikt.
4
Druk op MASTER ON/OFF op het voorpaneel
zodat deze naar buiten komt in de OFF stand
om de nieuwe instelling op te slaan en dit
toestel, Zone 2 en Zone 3 uit te schakelen.
Het toestel gaat vervolgens uit (standby).
MASTER
ON
OFF
U kunt de luidspreker-impedantie ook instellen via de
SP IMP. parameter in het ADVANCED SETUP menu (zie
bladzijde 94).
31
Nederlands
Opmerking
AUTO SETUP
AUTO SETUP
Inleiding
Deze receiver maakt gebruik van YAMAHA Parametric
Room Acoustic Optimizer (YPAO) technologie zodat u
zelf geen lastige luidspreker-instellingen hoeft te doen en
waardoor een zeer accurate instelling wordt verkregen. De
meegeleverde optimalisatie-microfoon pikt het geluid op
dat uw luidsprekers maken in de omgeving waar u ze
daadwerkelijk zult gebruiken.
Optimalisatie-microfoon setup
1
Verbind de meegeleverde optimalisatiemicrofoon met de OPTIMIZER MIC
aansluiting op het voorpaneel.
AUDIO
SELECT
MULTI CH
INPUT
PRESET/
TUNING
A/B/C/D/E
PRESET/
TUNING
FM/AM
DVD
DTV
CBL/SAT
Opmerkingen
VCR 1
DVR/
VCR 2
SOURCE/
REMOTE
MD/TAPE
CD-R
MEMORY
TUNING
MODE
MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L
EDIT
ZONE ON/OFF
SPEAKERS
CD
PHONO YPAO
B
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
EFFECT
PROGRAM
MULTI ZONE
A
TONE
STRAIGHT CONTROL
ZONE CONTROL
ZONE 2
ZONE 3
L
R
AUDIO
OPTICAL
TUNER
V-AUX
REC OUT/ZONE 2
• Wij wijzen u erop dat het normaal is dat tijdens de
AUTO SETUP procedure luide testtonen worden geproduceerd.
• Als de AUTO SETUP procedure stopt en er een foutmelding op
het scherm verschijnt, dient u de procedure voor het oplossen
van problemen op bladzijde 119 te volgen.
YPAO voert de volgende controles uit en maakt de juiste
instellingen voor een zo optimaal mogelijke weergave van
uw systeem.
Wiring
Controleert welke luidsprekers er aangesloten zijn en de
polariteit van elk van de luidsprekers.
Distance
Controleert de afstand van elk van de luidsprekers tot de
luisterplek en stelt de timing van elk van de kanalen in.
Size
Controleert de frequentierespons van van de luidsprekers
en stelt de juiste laagfrequente crossover in voor elk van
de kanalen.
Equalizing
Regelt de frequentie en het niveau van elk van de kanalen
via een parametrische equalizer om te voorkomen dat de
verschillende kanalen elkaar onbedoeld beïnvloeden en
om een samenhangend geluidsveld samen te stellen. Dit is
vooral van belang wanneer u luidsprekers van
verschillende afmetingen of verschillende merken
gebruikt voor sommige kanalen of wanneer uw kamer
bijzondere akoestische kenmerken vertoond.
De YPAO equalisatie maakt gebruik van drie parameters
(frequency, level en Q factor) voor elk van de zeven
banden in de parametrische equalizer om te komen tot een
precieze automatische instelling van de
frequentiekarakteristieken.
Level
Controleert en regelt het volumeniveau van elk van de
luidsprekers.
32
OPTIMIZER
MIC
PHONES
VIDEO/AUX
Opmerkingen
• Nadat u de AUTO SETUP procedure heeft afgemaakt moet u de
optimalisatie-microfoon weer losmaken.
• De optimalisatie-microfoon is niet goed bestand tegen warmte.
– Houd hem daarom uit direct zonlicht.
– Laat hem ook niet bovenop dit toestel liggen.
2
Plaats de optimalisatie-microfoon op een
vlak en horizontaal oppervlak met de omnidirectionele microfoonkop naar boven op uw
normale luisterplek.
Gebruik indien mogelijk een statief (o.i.d.) om de
optimalisatie-microfoon vast te zetten op dezelfde
hoogte als waar uw oren zich zouden bevinden
wanneer u op uw luisterplek zit.
Opstelling optimalisatie-microfoon
AUTO SETUP
Gebruik van AUTO SETUP
Voor de beste resultaten moet u ervoor zorgen dat de
ruimte zo stil mogelijk is tijdens de AUTO SETUP
procedure (YPAO). Als er teveel andere geluiden zijn, is
het mogelijk dat de resultaten tegenvallen.
1
Zet dit toestel en uw beeldscherm aan.
2
Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk
vervolgens op GUI TOP op de
afstandsbediening.
Het hoofdscherm (top) zal nu verschijnen.
y
• U kunt de AUTO SETUP bedienen via het systeemmenu dat op
uw beeldscherm verschijnt (GUI) of via het display op het
voorpaneel. In deze handleiding worden de AUTO SETUP
procedures geïllustreerd aan de hand van GUI (in-beeld
menusysteem) afbeeldingen.
• Als er een fout optreedt tijdens de AUTO SETUP procedure en
er een foutmelding op het display op het voorpaneel verschijnt;
zie de bladzijden 119 en 120 voor een complete lijst met
foutmeldingen en mogelijke oplossingen.
• Als uw subwoofer zelf beschikt over een volumeregeling en een
instelling voor de crossover frequentie, dient u het volume op
ongeveer de heldft (of iets minder) in te stellen en de crossover
frequentie op de maximale waarde.
AMP
GUI TOP
BAND
TV
U
AV
A
B
POWER
STANDBY
NIGHT
AUDIO
A/B/C/D/E
TUNER
CD
MULTI CH IN
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
Druk herhaaldelijk op k / n om Auto Setup te
selecteren en druk dan op h.
PRESET
STRAIGHT
RETURN
ENTER
PURE DIRECT
ENTER
V-AUX
Option
ENTER
EXIT
MENU
SLEEP
PHONO
Basic
Auto Setup
U
PRESET
TITLE
BAND
AUDIO SEL
Video
Manual Setup
PRESET
U
GUI TOP
POWER
Input Select
VOORBEREIDINGEN
MAX
MIN
MAX
Subwoofer
TV
Sound
System Memory
3
POWER
Stereo/Surround
CROSSOVER
HIGH CUT
VOLUME
MIN
TITLE
SOURCE
2
3-9
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
DISPLAY
EFFECT
STEREO
DTV
VCR 1
AMP
+
+
+
TV VOL
CH
VOLUME
–
–
–
SOURCE
TOP
TV INPUT
PRESET
ENTERTAIN
MOVIE
1
2
3
4
THX
STANDARD
SELECT
EXTD SUR.
5
6
7
DVD
DVR/VCR2
SELECT
TV MUTE
MUSIC
TV
2
1
MEMORY 2
9
0
FREQ/TEXT
EON
8
Input Select
A SPEAKERS B
+10
ENT.
MODE PTY SEEK START
REC
Information
Auto Setup
Setup Menu
System Memory
Setup Type
Signal Info.
Start
DISC SKIP
OFF
ON
MACRO
LEARN
CLEAR
RE–NAME
MUTE
EXIT
Manual Setup
PURE DIRECT
4
Druk herhaaldelijk op k / n om Setup Menu te
selecteren en druk dan op h.
Information
Setup Menu
Wiring
Setup Type
Distance
Start
Size
Nederlands
33
AUTO SETUP
5
Voor Equalizing dient u op k / n te drukken
om het volgende te selecteren:
Druk herhaaldelijk op k / n om Wiring,
Distance, Size, Equalizing of Level te
selecteren en druk dan op h.
Skip
Om het geselecteerde onderdeel over te
slaan zonder instellingen te wijzigen.
Check: Natural Om de frequentierespons van alle
luidsprekers te middelen, met minder
nadruk op de hogere frequenties.
Aanbevolen wanneer de “Flat” instelling
een beetje schel klinkt.
Check: Flat
Om de frequentierespons van alle
luidsprekers te middelen. Aanbevolen
wanneer al uw luidsprekers van
vergelijkbare kwaliteit zijn.
Check: Front Om de frequentierespons van elk van de
luidsprekers in te stellen in
overeenstemming met de weergave van uw
voor-luidsprekers. Aanbevolen wanneer uw
voor-luidsprekers van aanzienlijk betere
kwaliteit zijn dan uw andere luidsprekers.
Skip
Wiring
Check
Distance
Size
Wiring
Skip
Distance
Check
Size
Equalizing
Wiring
Distance
Skip
Size
Check
Equalizing
7
Level
Wanneer u de gewenste instelling heeft
geselecteerd, kunt u met l terugkeren naar
het Setup Menu.
Distance
Size
Skip
Equalizing
Check: Natural
Level
Check: Flat
Information
Check: Front
Setup Menu
Wiring
Setup Type
Distance
Start
Size
Size
Equalizing
Skip
Level
Check
8
6
Voor Wiring, Distance, Size of Level,
selecteert u:
Check
Skip
Om het geselecteerde onderdeel automatisch te
controleren en in te stellen.
Om het geselecteerde onderdeel over te slaan
zonder instellingen te wijzigen.
Druk op n, selecteer Setup Type en selecteer
vervolgens:
Auto
Om de hele AUTO SETUP procedure
laten uitvoeren.
Om te wachten op bevestiging
tussen de diverse controles in de
AUTO SETUP procedure.
Step
y
Bij gebruik van THX luidsprekers moet u “Skip” instellen
bij Size en controleren of “Small” of “Small x2” is
geselecteerd bij Speaker Set (zie bladzijde 83), en of
“80Hz” is geselecteerd bij Bass Cross Over (zie
bladzijde 85).
34
Information
Setup Menu
Setup Type
Auto
Start
Step
AUTO SETUP
9
Druk op n, selecteer Start en druk
vervolgens op ENTER.
Er zullen nu luide testtonen worden geproduceerd via
de diverse luidsprekers, terwijl de boodschap
“Measuring” getoond zal worden tijdens de
AUTO SETUP procedure.
Bevestigen van de resultaten
U kunt de resultaten van elk van de controles apart
bevestigen.
Als u Setup Type op “Auto” heeft ingesteld
De resultaten worden getoond nadat alle controles zijn
uitgevoerd.
Setup Menu
Setup Type
Start
Setup Menu
Press ENTER
Setup Type
y
• Om de AUTO SETUP procedure te stoppen, kunt u op één
van de cursortoetsen drukken (k / n / l / h) of op
ENTER. Druk tijdens pauze op k om de procedure
opnieuw uit te voeren, op l om de AUTO SETUP te
annuleren.
• Als er tijdens het testen een foutmelding verschijnt, dient u
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN op bladzijde 119 te
raadplegen en de AUTO SETUP procedure opnieuw te
proberen nadat u de gegeven aanwijzingen heeft
uitgevoerd.
Retry
Detail
Setup
Measurement Over
Successfully
• Druk op n en selecteer Setup om de gemeten waarden
definitief te maken.
• Druk op k en selecteer Retry om de AUTO SETUP
procedure opnieuw te proberen.
• Druk op h en selecteer Detail om informatie over de
meetresultaten en eventuele foutmeldingen te bekijken.
Voor details omtrent de foutmeldingen, zie OPLOSSEN
VAN PROBLEMEN op bladzijde 119.
• Druk op l en selecteer Exit om de AUTO SETUP
procedure af te sluiten. Als u Exit selecteert, zal
“Don’t Setup?” op het scherm verschijnen. Selecteer Yes
om de gemeten waarden definitief te maken en de
procedure af te sluiten. Selecteer No om de gemeten
waarden te annuleren en de procedure af te sluiten.
VOORBEREIDINGEN
Start
Exit
Als u Setup Type op “Step” heeft ingesteld
De resultaten worden na elke controle apart weergegeven.
Distance
Size
Exit
Retry
Detail
Next
Equalizing
Level
Result
• Druk op n en selecteer Next om de controle van het
volgende menu-item te laten beginnen.
• Druk op k en selecteer Retry om de AUTO SETUP
procedure opnieuw te proberen.
• Druk op h en selecteer Detail om informatie over de
meetresultaten en eventuele foutmeldingen te bekijken.
Voor details omtrent de foutmeldingen, zie OPLOSSEN
VAN PROBLEMEN op bladzijde 119.
• Druk op l en selecteer Exit om de AUTO SETUP
procedure af te sluiten. Als u Exit selecteert, zal
“Don’t Setup?” op het scherm verschijnen. Selecteer Yes
om de gemeten waarden definitief te maken en de
procedure af te sluiten. Selecteer No om de gemeten
waarden te annuleren en de procedure af te sluiten.
Nederlands
35
AUTO SETUP
Nadat alle menu-items zijn gecontroleerd zal
“Measurement Over” op het scherm verschijnen en zullen
de resultaten voor elk van de items worden getoond.
• Druk op n en selecteer Setup om de gemeten waarden
definitief te maken.
• Druk op k en selecteer Retry om de AUTO SETUP
procedure opnieuw te proberen.
• Druk op h en selecteer Detail om informatie over de
meetresultaten en eventuele foutmeldingen te bekijken.
Voor details omtrent de foutmeldingen, zie OPLOSSEN
VAN PROBLEMEN bladzijde 119.
• Druk op l en selecteer Exit om de AUTO SETUP
procedure af te sluiten. Als u Exit selecteert, zal
“Don’t Setup?” op het scherm verschijnen. Selecteer Yes
om de gemeten waarden definitief te maken en de
procedure af te sluiten. Selecteer No om de gemeten
waarden te annuleren en de procedure af te sluiten.
y
• Als u meer gedetailleerde instellingen wilt maken, kunt u de
systeemparameters wijzigen via het Manual Setup menu. Als u
terug wilt keren naar de Auto Setup instellingen nadat u
instellingen gewijzigd heeft via het Manual Setup menu, kunt u
naar het Information scherm gaan in het Auto Setup menu,
vervolgens druk u daar net zo vaak op k / n tot de gewenste
parameter verschijnt en drukt u tenslotte op ENTER.
• Als u niet tevreden bent met het resultaat, of als u met de hand
de instellingen wilt wijzigen, raadt THX aan de Manual Setup
te doen (zie bladzijde 76).
Opmerkingen
• Als u luidsprekers vervangt, wijzigt of anders opstelt, of als u de
inrichting van uw kamer verandert, moet u de AUTO SETUP
opnieuw uitvoeren om uw systeem opnieuw in te stellen.
• Afhankelijk van de luisteromgeving is het mogelijk dat
SubWfr:REV verschijnt bij de Wiring resultaten. In dit geval zal
SWFR Phase in het Manual Setup menu (zie bladzijde 85)
automatisch wo ingesteld op Reverse. Om de gewenste
instelling te kunnen selecteren dient u de SWFR Phase
parameter in het Manual Setup menu te wijzigen.
• Bij de Distance resultaten kan de getoonde afstand groter zijn
dan in werkelijkheid, afhankelijk van de karakteristieken van
uw subwoofer. Dit kan ook het geval zijn uwanneer een externe
versterker gebruikt.
• Bij de Equalizing resultaten is het mogelijk dat er voor dezelfde
band verschillende waarden zijn ingesteld voor een nog
preciezere instelling.
36
WEERGAVE
WEERGAVE
LET OP
U moet zeer voorzichtig zijn wanneer u DTS gecodeerde CD’s gaat afspelen.
Als u een DTS gecodeerde CD afspeelt op een CD-speler die niet geschikt is voor DTS-weergave, zult u alleen een ongewenst geruis of
lawaai horen dat zelfs uw luidsprekers kan beschadigen. Controleer of uw CD-speler geschikt is voor DTS gecodeerde CD’s. Controleer
ook het geluidsniveau van uw CD-speler voor u een DTS gecodeerde CD gaat afspelen.
Basisbediening
2
Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
dit toestel aan.
3
Druk op SPEAKERS A of B op het voorpaneel
(of druk op SPEAKERS A of B op de
afstandsbediening).
Met elke druk op SPEAKERS A of B zet u de
bijbehorende set luidsprekers aan of uit.
PURE DIRECT
VOLUME
AUDIO
SELECT
MULTI CH
INPUT
PRESET/
TUNING
A/B/C/D/E
PRESET/
TUNING
FM/AM
MEMORY
TONE
STRAIGHT CONTROL
TUNING
MODE
MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L
EDIT
MAIN ZONE
EFFECT
INPUT
DVR/
VCR 2
PROGRAM
B
PHONO YPAO
VCR 1
ZONE CONTROL
MULTI ZONE
A
CD
CBL/SAT
ON/OFF
ZONE ON/OFF
SPEAKERS
SOURCE/
REMOTE
DVD
MD/TAPE
CD-R
DTV
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
ZONE 2
ZONE 3
L
R
AUDIO
OPTICAL
TUNER
V-AUX
REC OUT/ZONE 2
OPTIMIZER
MIC
MASTER
ON
PHONES
VIDEO/AUX
OFF
SPEAKERS
A SPEAKERS B
A
1
4
7
3
6
GUI TOP
POWER
POWER
TV
AV
A
B
POWER
STANDBY
PRESET
EXIT
TITLE
Opmerking
PURE DIRECT
MENU
AUDIO SEL
Als u dubbele bedrading gebruikt, moet zowel A als B
selecteren.
NIGHT
SLEEP
AUDIO
A/B/C/D/E
PHONO
TUNER
CD
MULTI CH IN
V-AUX
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
STRAIGHT
RETURN
DISPLAY
EFFECT
DTV
VCR 1
DVR/VCR2
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
1
2
3
4
THX
STANDARD
SELECT
EXTD SUR.
5
6
7
8
AMP
+
+
+
TV VOL
CH
VOLUME
–
–
–
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
SOURCE
TOP
PRESET
EXIT
MOVIE
DVD
1
MEMORY 2
9
0
FREQ/TEXT
EON
SELECT
6
Afstandsbediening
BAND
ENTER
4
ENT.
B
Voorpaneel
1
BASISBEDIENING
+10
of
1
A SPEAKERS B
+10
ENT.
7
4
3
MODE PTY SEEK START
REC
DISC SKIP
OFF
ON
MACRO
TV
LEARN
CLEAR
RE–NAME
Gebruik INPUT op het voorpaneel (of druk op
de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening) om de gewenste
signaalbron te selecteren.
PHONO
TUNER
CD
MULTI CH IN
V-AUX
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
DTV
VCR 1
DVR/VCR2
DVD
INPUT
PURE DIRECT
of
1
Druk op MAIN ZONE ON/OFF (of zet
AMP/SOURCE/TV op AMP en druk op
POWER op de afstandsbediening) om dit
toestel aan te zetten.
Voorpaneel
Afstandsbediening
De naam van de geselecteerde signaalbron wordt een
paar seconden lang op het display op het voorpaneel
en het beeldscherm getoond.
ON/OFF
V-AUX
Voorpaneel
SP
A
DVR/VCR 2
VCR 1
CBL/SAT
DTV
INPUT:
A.SEL:
DVD
MD/TAPE
CD-R
DVD
AUTO
CD
PHONO
TUNER
XM
dB
VOLUME
L
R
of
Naam van de geselecteerde signaalbron
AMP
POWER
SOURCE
5
TV
37
Nederlands
Afstandsbediening
Start de weergave of stem af op een zender
op de broncomponent.
Raadpleeg de handleiding van de betreffende
component. Zie bladzijde 47 voor details omtrent het
afstemmen.
WEERGAVE
6
Verdraai VOLUME op het voorpaneel (of druk
op VOLUME +/– op de afstandsbediening) om
het volume op het gewenste niveau in te
stellen.
VOLUME
+
VOLUME
of
–
Afstandsbediening
Voorpaneel
7
Verdraai PROGRAM op het voorpaneel (of
druk op één van de
geluidsveldprogrammatoetsen op de
afstandsbediening) om het gewenste
geluidsveldprogramma te selecteren.
De naam van het geselecteerde
geluidsveldprogramma zal verschijnen op het display
op het voorpaneel en op het beeldscherm.
Zie bladzijde 58 voor details over
geluidsveldprogramma’s.
PROGRAM
of
Voorpaneel
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
1
2
3
4
THX
STANDARD
SELECT
EXTD SUR.
5
6
1
MEMORY 2
9
0
7
MOVIE
8
A SPEAKERS B
+10
ENT.
Afstandsbediening
Naam geluidsveldcategorie
V-AUX
HiFi DSP
SP
A
DVR/VCR 2
VCR 1
CBL/SAT
DTV
DVD
MD/TAPE
CD-R
CD
MUSIC
Hall in Vienna
PHONO
TUNER
XM
dB
VOLUME
L
R
Programmanaam
Opmerkingen
• Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak, niet op
basis van de naam van het programma.
• Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het toestel
automatisch het laatst met die signaalbron gebruikte
geluidsveldprogramma instellen.
• Er kunnen geen geluidsveldprogramma’s worden gebruikt
wanneer u MULTI CH INPUT als signaalbron heeft
geselecteerd.
38
■ Opmerkingen over Dialogue
Normalization (Dial Norm)
Dialogue Normalization (Dial Norm) is een Dolby Digital
en DTS functie die verschillende programma’s met een
gemiddeld niveau weergeeft zodat de gebruiker het
volume niet hoeft aan te passen wanneer er een
Dolby Digital of DTS programma wordt weergegeven. Bij
weergave van Dolby Digital en DTS materiaal zal er soms
een korte melding op het display op het voorpaneel;
“Dial Norm X dB” (met een numerieke waarde in plaats
van X). Deze melding gefet aan hoe het weergaveniveau
van dit programma zich verhoudt tot het THX
ijkingsniveau. Als u het materiaal wilt laten weergeven bij
geijkte theaterniveaus, dan zult u wellicht het volume
willen aanpassen.
DialNorm;;+4dB
Als u bijvoorbeeld de volgende melding op het display op
het voorpaneel ziet verschijnen: “Dial Norm + 4 dB” en u
het algemene uitgangsvolume in wilt stellen op het door
THX aanbevolen niveau, dan hoeft u het volume alleen
maar te verlagen met 4dB. Maar u kunt gewoon het
volume instellen wat u zelf het beste vindt klinken, wat u
natuurlijk in een bioscoop nooit zou kunnen doen.
WEERGAVE
Aanvullende mogelijkheden
■ Tijdelijk uitschakelen van de
geluidsweergave
■ Toonregeling
Met deze functie kunt u het geluid tijdelijk zacht zetten.
Hiermee kunt u de balans tussen de lage en hoge tonen
regelen voor de linker, rechter en midden voorkanalen.
1
1
Druk herhaaldelijk op TONE CONTROL op
het voorpaneel om te kiezen tussen TREBLE
of BASS.
Druk op MUTE op de afstandsbediening.
De MUTE indicator zal gaan knipperen op het
display op het voorpaneel.
MUTE
MUTE
Knippert
TONE
CONTROL
2
2
Verdraai PROGRAM om de weergave van de
hoge tonen (TREBLE) of de weergave van de
hoge tonen (BASS) te regelen.
Druk nog eens op MUTE (of op VOLUME +/–)
om de geluidsweergave te hervatten.
De MUTE indicator zal van het display verdwijnen.
+
MUTE
of
VOLUME
–
y
3
Druk herhaaldelijk op TONE CONTROL,
selecteer BYPASS en annuleer de
toonregeling.
TONE
CONTROL
Opmerkingen
• Als u de hoge of lage tonen teveel versterkt of verzwakt, is het
mogelijk dat de toonkleur van de surround-luidsprekers niet
meer overeenkomt met die van de linker, rechter en midden
voor-luidsprekers.
• TONE CONTROL staat buiten werking wanneer
THX (zie bladzijde 41) of PURE DIRECT (zie bladzijde 42) is
geselecteerd, of wanneer MULTI CH INPUT is geselecteerd.
U kunt zelf bepalen hoeveel het volume verlaagd moet worden
wanneer u deze functie gebruikt (zie bladzijde 79).
BASISBEDIENIN
BASISBEDIENING
G
PROGRAM
■ Gebruik van SILENT CINEMA
Deze functie stelt u in staat naar multikanaals materiaal of
filmsoundtracks, inclusief Dolby Digital en DTS
surroundmateriaal, te luisteren met een normale
hoofdtelefoon. SILENT CINEMA wordt automatisch
ingeschakeld wanneer u een hoofdtelefoon aansluit op de
PHONES aansluiting terwijl u luistert met de
CINEMA DSP of HiFi DSP geluidsveldprogramma’s.
Indien ingeschakeld zal de SILENT CINEMA indicator
oplichten op het display op het voorpaneel.
Opmerking
SILENT CINEMA werkt niet in de volgende gevallen:
– Wanneer u MULTI CH INPUT heeft geselecteerd als
signaalbron.
– PURE DIRECT is geselecteerd.
– Wanneer het 2ch Stereo programma is geselecteerd.
– Wanneer dit toestel in de STRAIGHT stand staat.
Nederlands
39
WEERGAVE
■ Selecteren van MULTI CH INPUT
Automatisch
AUTO
Als het signaal kan worden herkend, zal het toestel zelf
de optimale decoder instellen zodat het signaal met
6.1/7.1 kanalen kan worden weergegeven. Als het
toestel de ‘vlag’ in het signaal niet kan herkennen of als
het signaal geen ‘vlag’ bevat, kan er niet automatisch
via 6.1/7.1 kanalen worden weergegeven.
Druk op MULTI CH INPUT op het voorpaneel of
op MULTI CH IN op de afstandsbediening zodat
MULTI CH INPUT verschijnt op het display op het
voorpaneel en op het beeldscherm.
MULTI CH
INPUT
MULTI CH IN
of
Voorpaneel
Decoders
Afhankelijk van de formattering van het weergegeven
materiaal heeft u de volgende keuzemogelijkheden
wat betreft de decoder.
Afstandsbediening
PLIIxMovie
Voor weergave van Dolby Digital of DTS signalen
via 7.1 kanalen met de Pro Logic x movie decoder.
Opmerking
PLIIxMusic
Voor weergave van Dolby Digital of DTS signalen
via 6.1/7.1 kanalen met de Pro Logic x music
decoder.
Wanneer MULTI CH INPUT wordt getoond op het display en het
beeldscherm, kan er geen andere signaalbron worden
weergegeven. Als u met INPUT (of één van de
ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening) een andere
signaalbron wilt selecteren, druk dan eerst op MULTI CH INPUT
zodat de melding MULTI CH INPUT verdwijnt van het display
en het beeldscherm.
EX/ES
Voor weergave van Dolby Digital signalen via 6.1/7.1 kanalen
met de Dolby Digital EX decoder. DTS signalen worden
weergegeven via 6.1/7.1 kanalen met de DTS-ES decoder.
■ Luisteren naar multikanaals materiaal
met 6.1/7.1 kanaals surroundweergave
EX
Voor weergave van Dolby Digital of DTS signalen
via 6.1/7.1 kanalen met de Dolby Digital EX decoder.
Als u één of twee surround achter-luidsprekers heeft
aangesloten, kunt u via deze functie profiteren van
6.1/7.1-kanaals weergave van multikanaals
signaalbronnen met behulp van de Dolby Pro Logic x,
Dolby Digital EX of DTS-ES decoder.
1
Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk
vervolgens op EXTD SUR. op de
afstandsbediening om heen en weer te
schakelen tussen 5.1- en 6.1/7.1-kanaals
weergave.
AMP
EXTD SUR.
SOURCE
8
TV
2
Druk herhaaldelijk op l / h om een decoder
te selecteren wanneer de naam van een
decoder (PL xMovie, bijvoorbeeld) wordt
getoond op het display op het voorpaneel.
PRESET
ENTER
A/B/C/D/E
40
OFF
Voor weergave van Dolby Digital of DTS signalen
via 5.1 kanalen.
y
Wanneer Surround Back op Large x1 of Small x1 (zie bladzijde 84)
is ingesteld, zal het surround achterkanaal worden gereproduceerd
via de linker SURROUND BACK luidspreker-aansluitingen.
Opmerkingen
• Sommige discs met 6.1-kanaals materiaal hebben geen aparte
signalering (vlag) die dit toestel automatisch kan detecteren.
Wanneer u een dergelijke disc met 6.1-kanaals materiaal
afspeelt, dient u met de hand een decoder (PL xMovie,
PL xMusic, EX/ES of EX) te kiezen.
• In de volgende gevallen is 6.1/7.1-kanaals weergave niet
mogelijk, ook al wordt EXTD SUR. ingedrukt:
– Wanneer Surround (zie bladzijde 84) of Surround Back
(zie bladzijde 84) op None staat.
– Wanneer de met de MULTI CH INPUT aansluitingen
verbonden signaalbron wordt weergegeven.
– Wanneer het weergegeven materiaal geen L/R
surroundsignalen bevat.
– Wanneer er een Dolby Digital KARAOKE signaalbron wordt
weergegeven.
– Wanneer u 2ch Stereo, 7ch Stereo of PURE DIRECT heeft
geselecteerd.
• Wanneer dit toestel wordt uitgeschakeld, zal de ingangsfunctie
worden teruggezet op AUTO.
• De Pro Logic x decoder kan niet worden gebruikt wanneer
Surround Back op None is ingesteld (zie bladzijde 84).
• PL xMovie kan niet worden geselecteerd wanneer Surround
Back op Large x1 of Small x1 (zie bladzijde 84) is ingesteld.
WEERGAVE
■ Genieten van 2-kanaals materiaal en
surroundweergave
Decodertypes voor het Enhanced,
MOVIE THEATER of THX programma
Ingangssignalen afkomstig van 2-kanaals bronnen kunnen
ook via meerdere kanalen worden weergegeven.
1
Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk
vervolgens op STANDARD op de
afstandsbediening om heen en weer te
schakelen tussen de Surround en Enhanced
programma’s.
AMP
STANDARD
SOURCE
6
TV
Of druk op MOVIE of THX op de afstandsbediening
om de MOVIE THEATER of THX programma’s te
selecteren.
THX
4
2
of
5
<PLIIx Movie>
Dolby Pro Logic x verwerking voor filmmateriaal.
<Neo:6 Cinema>
DTS verwerking voor filmmateriaal.
y
• U kunt ook een decoder selecteren via Decoder Mode in het
Input Select (zie bladzijde 75).
• U kunt ook een decoder selecteren met de l / h toetsen op de
afstandsbediening wanneer het decodertype wordt getoond op
het meldingendisplay.
Opmerking
De Pro Logic x decoder schakelt automatisch over naar de
Pro Logic decoder wanneer Surround Back is ingesteld op
None (zie bladzijde 84).
BASISBEDIENIN
BASISBEDIENING
G
MOVIE
<PRO LOGIC>
Dolby Pro Logic verwerking voor alle bronmateriaal.
Druk op SELECT op de afstandsbediening
om de decoder te selecteren.
SELECT
7
Afhankelijk van het soort materiaal dat u afspeelt en
uw persoonlijke voorkeuren kunt u kiezen uit de
volgende decoders.
Decodertypes voor het Surround programma
<PRO LOGIC>
Dolby Pro Logic verwerking voor alle bronmateriaal.
<PLIIx Movie>
Dolby Pro Logic x verwerking voor filmmateriaal.
<PLIIx Music>
Dolby Pro Logic x verwerking voor
muziekmateriaal.
<PLIIx Game>
Dolby Pro Logic x verwerking voor spelmateriaal.
<Neo:6 Cinema>
DTS verwerking voor filmmateriaal.
<Neo:6 Music>
DTS verwerking voor muziekmateriaal.
Nederlands
41
WEERGAVE
■ Gebruik van PURE DIRECT
■ Gebruiken van de nacht-luisterfuncties
PURE DIRECT passeert de decoders en DSP processors
van dit toestel volledig en schakelt bovendien het
videodeel van het toestel uit zodat u naar een zo
natuurgetrouw mogelijke geluidsweergave kunt luisteren
bij analoge en PCM signaalbronnen.
De nacht-luisterfuncties zijn ontworpen om bij lage
volumes, bijvoorbeeld ’s nachts, toch alles te kunnen
verstaan. Kies NIGHT:CINEMA of NIGHT:MUSIC
afhankelijk van wat voor materiaal u gaat afspelen.
Opmerkingen
• U kunt de nacht-luisterfuncties niet gebruiken met
PURE DIRECT of MULTI CH INPUT of wanneer er een
hoofdtelefoon is aangesloten (ook al licht de NIGHT indicator
op wanneer PURE DIRECT is geselecteerd).
• Hoe groot het effect is van de nacht-luisterfuncties hangt mede
af van het weergegeven materiaal en van uw instellingen voor
surroundweergave.
• Om onverwacht lawaai te voorkomen mag u geen DTS
gecodeerde CD’s afspelen in de PURE DIRECT stand.
• Wanneer er multikanaals signalen (Dolby Digital of DTS)
binnenkomen, zal het toestel automatisch overschakelen naar de
corresponderende analoge signaalbron. Wanneer DTS is
ingesteld als ingangsfunctie zal er geen geluid worden
weergegeven.
• Er zal geen geluid worden weergegeven via de subwoofer.
• TONE CONTROL op het voorpaneel en de in-beeld
menusysteem (GUI) instellingen werken niet in de
PURE DIRECT stand.
• De volgende handelingen zijn niet mogelijk met het toestel in
de PURE DIRECT stand:
– omschakelen van het geluidsveldprogramma
– tonen van beknopte berichten
– wijzigen van GUI menuparameters
– alle videofuncties, inclusief videoconversie
– HDMI digitale opwaardering van analoge videosignalen
– HDMI digitaal uitgangssignaal
• PURE DIRECT wordt automatisch geannuleerd wanneer dit
toestel uit (standby) wordt gezet.
Opmerkingen
1
Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk vervolgens
herhaaldelijk op NIGHT op de afstandsbediening om
te kiezen tussen NIGHT:CINEMA of NIGHT:MUSIC.
Wanneer er een nacht-luisterfunctie is geselecteerd, zal de
NIGHT indicator oplichten op het display op het voorpaneel.
AMP
NIGHT
SOURCE
AUDIO
TV
NIGHT
1
Druk op PURE DIRECT op het voorpaneel of
de afstandsbediening om deze functie in te
schakelen.
De indicator rond de toets op het voorpaneel licht op
en het display op het voorpaneel gaat automatisch uit.
Licht op
• Selecteer NIGHT:CINEMA wanneer u naar een
film gaat kijken om het dynamisch bereik van de
soundtrack te verminderen en de gesproken tekst
beter verstaanbaar te maken bij lagere volumes.
• Selecteer NIGHT:MUSIC wanneer u naar muziek wilt
luisteren om alle geluiden beter verstaanbaar te maken.
• Selecteer NIGHT:OFF als u deze functie niet wilt
gebruiken.
PURE DIRECT
PURE DIRECT
of
Voorpaneel
Afstandsbediening
2
Opmerking
Het display op het voorpaneel wordt alleen ingeschakeld
wanneer dat nodig is.
Druk op l / h om het effectniveau van de
compressie in te stellen terwijl NIGHT:CINEMA
of NIGHT:MUSIC getoond wordt.
Keuzes: MIN, MID, MAX
PRESET
2
Druk nog eens op PURE DIRECT op het
voorpaneel of de afstandsbediening om deze
functie uit te schakelen.
De indicator rond de toets op het voorpaneel gaat uit
en de oorspronkelijke instellingen worden hersteld.
ENTER
A/B/C/D/E
Afstandsbediening
Effect.Lvl:MID
PURE DIRECT
PURE DIRECT
of
Voorpaneel
Afstandsbediening
• Selecteer MIN voor minimale compressie.
• Selecteer MID voor standaard compressie.
• Selecteer MAX voor maximale compressie.
y
De NIGHT:CINEMA en NIGHT:MUSIC instellingen
worden apart opgeslagen.
42
WEERGAVE
■ Gebruiken van de slaaptimer
■ Terugmengen naar 2 kanalen
Met deze functie kunt het toestel zichzelf uit (standby)
laten schakelen na een door u bepaalde tijd. Deze
slaaptimer is bijvoorbeeld handig wanneer u gaat slapen
terwijl uw installatie nog aan het spelen of opnemen is. De
slaaptimer schakelt ook automatisch de op de
AC OUTLETS netstroomaansluitingen aangesloten
externe apparatuur uit.
U kunt naar multikanaals bronmateriaal luisteren in
2-kanaals stereoweergave.
1
Selecteer de gewenste signaalbron en start
de weergave op de broncomponent.
2
Druk herhaaldelijk op SLEEP op de
afstandsbediening om de gewenste tijd in te
stellen.
Verdraai PROGRAM (of zet AMP/SOURCE/TV op
AMP en druk dan op STEREO op de
afstandsbediening) en selecteer 2ch Stereo.
2ch Stereo zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
PROGRAM
Voorpaneel
of
SLEEP
AMP
SOURCE
SLEEP 120min
SLEEP OFF
DVR/VCR 2
VCR 1
CBL/SAT
DTV
DVD
MD/TAPE
CD-R
CD
PHONO
DVR/VCR 2
CBL/SAT
DTV
DVD
MD/TAPE
CD-R
CD
MUSIC
Hall in Vienna
HiFi DSP
SP
A
3
VCR 1
STANDARD
SELECT
EXTD SUR.
5
6
1
MEMORY 2
9
0
7
8
A SPEAKERS B
+10
ENT.
TUNER
XM
2ch Stereo
Opmerking
dB
VOLUME
L
R
SLEEP
De SLEEP indicator zal oplichten op het display op
het voorpaneel en het display keert terug naar het
geselecteerde geluidsveldprogramma.
V-AUX
4
THX
MOVIE
SLEEP 60min
SLEEP 120min
SLEEP00120min
SP
A
3
Afstandsbediening
De SLEEP indicator knippert terwijl u de tijd voor de
slaaptimer aan het instellen bent.
V-AUX
ENTERTAIN
2
TV
SLEEP 90min
SLEEP 30min
MUSIC
1
BASISBEDIENIN
BASISBEDIENING
G
Met elke druk op SLEEP zal het display op het
voorpaneel als volgt veranderen.
STEREO
PHONO
TUNER
XM
dB
VOLUME
L
R
SLEEP
Druk net zo vaak op SLEEP tot SLEEP OFF
op het display op het voorpaneel verschijnt.
De SLEEP indicator gaat uit en de melding
SLEEP OFF zal verschijnen op het display op het
voorpaneel. Na een paar seconden keert het display
terug naar het geselecteerde geluidsveldprogramma.
U kunt een subwoofer gebruiken met dit programma wanneer
SWFR of Both is ingesteld bij Bass Out (zie bladzijde 85).
■ Luiteren naar onveranderde
ingangssignalen
Wanneer het toestel in de STRAIGHT stand staat, worden
2-kanaals stereobronnen alleen weergegeven via de L/R
voor-luidsprekers. Multikanaals materiaal zal rechtstreeks
via de diverse kanalen worden gedecodeerd en
weergegeven zonder verdere toevoeging van effecten.
1
Druk op STRAIGHT (EFFECT) op het
voorpaneel of de afstandsbediening en
selecteer STRAIGHT.
STRAIGHT zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
SLEEP
STRAIGHT
STRAIGHT
of
EFFECT
EFFECT
Voorpaneel
V-AUX
DVR/VCR 2
VCR 1
CBL/SAT
DTV
DVD
MD/TAPE
SLEEP OFF
SP
A
CD-R
CD
PHONO
TUNER
Afstandsbediening
XM
dB
VOLUME
L
R
Nederlands
y
U kunt de slaaptimer ook annuleren door met STANDBY op de
afstandsbediening (of MAIN ZONE ON/OFF op het voorpaneel)
het toestel, Zone 2 en Zone 3 uit (standby) te zetten.
43
WEERGAVE
2
■ Selecteren van audio ingangsfuncties
Druk nog eens op STRAIGHT (EFFECT) op
het voorpaneel of de afstandsbediening om
eventuele geluidseffecten weer in te
schakelen.
STRAIGHT zal van het display op het voorpaneel
verdwijnen.
Dit toestel is uitgerust met allerlei ingangsaansluitingen. U
kunt het gewenste type ingangssignaal als volgt selecteren.
Druk op AUDIO SELECT op het voorpaneel of op
AUDIO SEL op de afstandsbediening en
selecteer de gewenste ingangsfunctie.
STRAIGHT
STRAIGHT
AUDIO
SELECT
of
of
EFFECT
EFFECT
Voorpaneel
Afstandsbediening
Voorpaneel
STANDBY
POWER
B
AUDIO SEL
SLEEP
TUNER
CD
MULTI CH IN
POWER
POWER
TV
AV
A
PHONO
Afstandsbediening
■ Virtual CINEMA DSP
Virtual CINEMA DSP stelt u in staat te profiteren van de
CINEMA DSP programma’s zonder surroundluidsprekers. Dit programma maakt virtuele luidsprekers
om een natuurlijk geluidsveld te reproduceren.
Als u Surround op None (zie bladzijde 84) zet, zal Virtual
CINEMA DSP automatisch worden ingeschakeld wanneer
u een CINEMA DSP geluidsveldprogramma selecteert.
V-AUX
U kunt beelden van een videobron combineren met geluid
van een audiobron. Zo kunt u bijvoorbeeld naar klassieke
muziek luisteren terwijl u op uw beeldscherm kijkt naar
mooie landschapsopnamen.
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
DTV
VCR 1
DVR/VCR2
DVD
MD/TAPE
CD-R
DVD
AUTO
CD
PHONO
TUNER
XM
dB
VOLUME
L
R
ANALOG
Er zullen alleen analoge signalen worden geselecteerd.
Als er geen analoge signalen binnenkomen, zal er geen
geluid worden weergegeven.
Audiobronnen
V-AUX
DVD
COAX/OPT
Selecteren van digitale signalen die binnenkomen via
de OPTICAL of COAXIAL aansluitingen. Gebruiken
als er ook HDMI signalen binnenkomen.
Druk op één van de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening om een videobron te
selecteren en selecteer vervolgens een
audiobron.
MULTI CH IN
DTV
HDMI
Er zullen alleen HDMI signalen worden geselecteerd.
Als er geen HDMI signalen binnenkomen, zal er geen
geluid worden weergegeven.
■ Afspelen van video op de achtergrond
CD
CBL/SAT
AUTO
Ingangssignalen worden automatisch geselecteerd in deze volgorde:
1) HDMI
2) Digitale signalen
3) Analoge signalen
In de volgende gevallen zal Virtual CINEMA DSP niet in
werking treden, ook al staat Surround op None (zie bladzijde 84):
– Wanneer u MULTI CH INPUT heeft geselecteerd als
signaalbron.
– Wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting zit.
TUNER
VCR 1
INPUT:
A.SEL:
Soort ingangsfunctie
Opmerking
PHONO
DVR/VCR 2
SP
A
y
Videobronnen
• In de meeste gevallen raden we u aan gewoon AUTO te gebruiken.
• U kunt zelf bepalen welke ingangsfunctie standaard zal worden
ingeschakeld wanneer de stroom wordt ingeschakeld (zie bladzijde 30).
Opmerkingen
Opmerking
Als u wilt luisteren naar een signaalbron die is aangesloten op de
MULTI CH INPUT aansluitingen terwijl u naar andere
videobeelden kijkt, moet u eerst de videobron selecteren en
vervolgens op MULTI CH INPUT op het voorpaneel of de
afstandsbediening drukken.
44
• Deze functie is niet mogelijk als er geen digitale ingangsaansluitingen
(OPTICAL, COAXIAL en HDMI) zijn toegewezen. Daarnaast zal HDMI niet
beschikbaar zijn als ingangsfunctie als de HDMI IN 1 en HDMI IN 2
aansluitingen niet zijn toegewezen. Gebruik I/O Assignment in het Input Select
om de vereiste ingangsaansluitingen opnieuw toe te wijzen (zie bladzijde 74).
• Als het digitale uitgangssignaal van de speler op de een of andere manier
bewerkt is, is het misschien niet meer mogelijk het DTS signaal te decoderen,
ook al bestaat er een digitale verbinding tussen de speler en dit toestel.
• Wanneer het toestel een Dolby Digital of DTS signaal detecteert, zal de decoder
automatisch overschakelen naar het bijbehorende geluidsveldprogramma.
• Niet toegewezen ingangsaansluitingen zijn niet beschikbaar
voor ingangsfuncties.
WEERGAVE
■ Tonen van informatie over de
signaalbron
Audio Info. (Audio informatie)
Format
De formattering van het signaal wordt getoond.
Wanneer het toestel geen digitaal signaal kan
detecteren, wordt er automatisch overgeschakeld naar
analoog.
U kunt het type, de formattering en de
bemonsteringsfrequentie van het huidige ingangssignaal
laten zien.
1
Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk
vervolgens op GUI TOP op de
afstandsbediening.
Het hoofdscherm (top) zal nu verschijnen.
Sampling
Bemonsteringsfrequentie. Wanneer het toestel de
bemonsteringsfrequentie niet kan bepalen, zal “?”
verschijnen.
Channel
Aantal bronkanalen in het ingangssignaal.
Bijvoorbeeld een multikanaals soundtrack met
3 voorkanalen, 2 surroundkanalen en een LFE kanaal,
zal worden getoond als “3/2/0.1”.
AMP
GUI TOP
TITLE
SOURCE
BAND
TV
Sound
Input Select
Video
Manual Setup
Basic
Auto Setup
Option
Dialogue
Dialoog normalisatie informatie voor Dolby Digital
en DTS signalen.
System Memory
2
Druk herhaaldelijk op n om Signal Info. te
selecteren en druk dan op h.
PRESET
Video Info. (Video informatie)
HDMI Signal
Soort HDMI signalen die worden ontvangen of
gereproduceerd via de HDMI IN/OUT aansluitingen
van dit toestel.
PRESET
ENTER
ENTER
A/B/C/D/E
3
Flag1/Flag2
Signalering (vlag) die in Dolby Digital, DTS en PCM
signalen is meegecodeerd en die dit toestel in staat
stelt automatisch van decoder te wisselen.
A/B/C/D/E
HDMI Resolution
Resolutie van de HDMI signalen die worden
ontvangen of gereproduceerd via de HDMI IN/OUT
aansluitingen van dit toestel.
Druk herhaaldelijk op l / h en selecteer
Audio Info. of Video Info.
De volgende informatie zal verschijnen.
Analog Resolution
Resolutie van de analoge signalen die binnenkomen
of worden gereproduceerd via de component videoaansluitingen van dit toestel.
PRESET
Auto Setup
System Memory
Signal Info.
ENTER
A/B/C/D/E
Language
BASISBEDIENIN
BASISBEDIENING
G
Stereo/Surround
Bitrate
Bitsnelheid. Wanneer het toestel de bitsnelheid niet
kan bepalen, zal “– – –” verschijnen.
Audio Info.
Video
Format
--Sampling 48kHz
Channel
???
Bitrate
--Dialogue
--Flag1
--Flag2
---
4
Druk op EXIT op de afstandsbediening om af
te sluiten.
EXIT
MENU
Auto Setup
Video Info.
System Memory
HDMI Signal
----HDMI Resolution
----Analog Resolution
480i
480i
Signal Info.
Language
Audio
Nederlands
45
OPNEMEN
OPNEMEN
Opname-instellingen en andere handelingen dienen te
worden verricht op de opname-apparatuur. Raadpleeg
eventueel de handleidingen van de betreffende
componenten.
PURE DIRECT
VOLUME
AUDIO
SELECT
MULTI CH
INPUT
PRESET/
TUNING
A/B/C/D/E
PRESET/
TUNING
FM/AM
MEMORY
TONE
STRAIGHT CONTROL
TUNING
MODE
MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L
EDIT
MAIN ZONE
EFFECT
INPUT
DVD
DTV
CBL/SAT
VCR 1
ON/OFF
DVR/
VCR 2
SOURCE/
REMOTE
MD/TAPE
CD-R
CD
ZONE ON/OFF
SPEAKERS
ZONE CONTROL
PROGRAM
MULTI ZONE
A
PHONO YPAO
B
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
ZONE 2
ZONE 3
L
R
AUDIO
OPTICAL
TUNER
V-AUX
REC OUT/ZONE 2
MASTER
ON
OPTIMIZER
MIC
PHONES
VIDEO/AUX
OFF
2
1
Zet dit toestel en alle aangesloten
componenten aan.
Zie bladzijde 30 voor details.
2
Verdraai INPUT op het voorpaneel (of zet
AMP/SOURCE/TV op SOURCE en druk
vervolgens op één van de
ingangskeuzetoetsen) om de signaalbron te
selecteren waarvan u wilt opnemen.
INPUT
Voorpaneel
of
A
B
AUDIO SEL
SLEEP
PHONO
TUNER
CD
MULTI CH IN
V-AUX
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
DTV
VCR 1
DVR/VCR2
DVD
AMP
SOURCE
y
Maak een test-opname voor u aan de echte opname begint.
Opmerkingen
• De signaalbron waarvan u opneemt en de signaalbron voor
Zone 2 kunnen apart worden ingesteld.
• Wanneer dit toestel uit (standby) staat, kunt u niet opnemen
tussen op dit toestel aangesloten componenten.
• De instellingen voor Tone Control (zie bladzijde 39),
VOLUME, Speaker Level (zie bladzijde 86) en eventuele
geluidsveldprogramma’s hebben geen invloed op de opnamen.
• Er kunnen geen opnamen gemaakt worden van een signaalbron
via de MULTI CH INPUT aansluitingen van dit toestel.
• S-video en composiet videosignalen worden gescheiden
verwerkt door dit toestel. Daarom kunt u bij het opnemen of
kopiëren van videosignalen van een component die alleen is
verbonden met een S-video aansluiting (of alleen met een
composiet video-aansluiting) alleen een S-videosignaal (of
alleen een composiet videosignaal) opnemen met uw VCR.
• Digitale signalen die binnenkomen via de DIGITAL INPUT
aansluitingen worden niet ten behoeve van uw opnamen
gereproduceerd via de analoge AUDIO OUT L/R aansluitingen.
Op dezelfde manier worden analoge signalen die binnenkomen
via de AUDIO IN L/R aansluitingen niet gereproduceerd via de
DIGITAL OUTPUT aansluiting. Als uw signaalbron alleen
digitaal (of alleen analoog) is aangesloten, kunt u dus ook alleen
maar digitale (of alleen analoge) signalen daarvan opnemen.
• Een bepaalde signaalbron wordt niet gereproduceerd via
hetzelfde OUT (REC) kanaal. Het ingangssignaal van
VCR 1 IN wordt bijvoorbeeld niet gereproduceerd via
VCR 1 OUT.
• Controleer de regelingen met betrekking tot het auteursrecht in
het gebied waar u zich bevindt voor u opnamen gaat maken van
platen, CD’s, radio enz. Opnemen van auteursrechtelijk
beschermd materiaal kunnen inbreuk maken op de op het
materiaal rustende rechten.
• Het is mogelijk dat sommige HDMI audiosignalen die
binnenkomen via de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting van
dit toestel niet kunnen worden gereproduceerd via de
DIGITAL AUDIO (OPTICAL) aansluiting, afhankelijk van het
soort HDMI audiosignalen.
TV
Afstandsbediening
3
4
46
Start de weergave (of stem af op een zender)
op de broncomponent.
Start de opname op de opnemende
component.
Als u videomateriaal weergeeft met gescramblede
(verhaspelde) of gecodeerde signalen die moeten
voorkomen dat het materiaal gekopieerd wordt, is het
mogelijk dat deze signalen de weergave zelf storen.
■ Opmerkingen over DTS materiaal
Het DTS signaal bestaat uit een digitale bitstroom. Als u
probeert digitale opnamen te maken van de DTS
bitstroom, zal er slechts ruis worden opgenomen. Als u dit
toestel wilt gebruiken om DTS materiaal op te nemen,
moet u een aantal dingen in gedachten houden en dient u
de volgende instellingen te verrichten.
Voor DVD’s en CD’s met DTS gecodeerd materiaal en
met een speler die geschikt is voor DTS weergave, dient u
de handleiding van de speler te volgen en deze zo in te
stellen dat de speler een analoog signaal produceert.
FM/AM AFSTEMMEN
FM/AM AFSTEMMEN
Automatisch afstemmen
3
Automatisch afstemmen gaat goed wanneer u sterke
signalen ontvangt en er weinig storing is.
Druk herhaaldelijk op TUNING MODE (AUTO/
MAN’L) zodat de AUTO indicator op het
display op het voorpaneel oplicht.
TUNING
MODE
AUTO
AUTO/MAN'L
PURE DIRECT
Licht op
VOLUME
AUDIO
SELECT
MULTI CH
INPUT
PRESET/
TUNING
A/B/C/D/E
PRESET/
TUNING
FM/AM
MEMORY
Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display,
staat het toestel in de PRESET stand en kunt u niet
afstemmen. Druk op PRESET/TUNING (EDIT) om
deze functie weer uit te schakelen.
TONE
STRAIGHT CONTROL
TUNING
MODE
MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L
EDIT
MAIN ZONE
EFFECT
INPUT
DVD
DTV
CBL/SAT
VCR 1
ON/OFF
DVR/
VCR 2
SOURCE/
REMOTE
MD/TAPE
CD-R
CD
ZONE ON/OFF
SPEAKERS
ZONE CONTROL
PROGRAM
MULTI ZONE
A
PHONO YPAO
B
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
ZONE 2
ZONE 3
L
R
AUDIO
OPTICAL
TUNER
V-AUX
REC OUT/ZONE 2
MASTER
ON
OPTIMIZER
MIC
PHONES
VIDEO/AUX
OFF
PRESET/
TUNING
43 2 3
1
EDIT
Verdraai INPUT op het voorpaneel (of zet
AMP/SOURCE/TV op SOURCE en druk dan
op TUNER op de afstandsbediening) en
selecteer de TUNER (radio) als signaalbron.
Voorkeuzegroep
en -nummer
INPUT
V-AUX
DVR/VCR 2
VCR 1
Radioband
CBL/SAT
DTV
DVD
Frequentie van de
ontvangen zender
MD/TAPE
CD-R
CD
A1:AM 1070 kHz
Sci-Fi
SP
A
PHONO
TUNER
XM
AUTO
dB
BASISBEDIENING
1
VOLUME
L
R
Naam geluidsveldprogramma
Voorpaneel
4
of
AMP
TUNER
SOURCE
TV
Afstandsbediening
Druk één keer op PRESET/TUNING l / h om
het automatisch afstemmen te laten
beginnen.
Druk op h om af te stemmen op een hogere
frequentie.
Druk op l om af te stemmen op een lagere
frequentie.
PRESET/
TUNING
2
Druk op FM/AM op het voorpaneel (of op
BAND op de afstandsbediening) en selecteer
de gewenste radioband.
FM of AM zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
FM/AM
V-AUX
GUI TOP
of
TITLE
BAND
Voorpaneel
Afstandsbediening
SP
A
DVR/VCR 2
VCR 1
CBL/SAT
DTV
DVD
MD/TAPE
CD-R
A1:AM 1530 kHz
Sci-Fi
CD
PHONO
TUNER
AUTO
XM
TUNED
dB
VOLUME
L
R
Wanneer het toestel is afgestemd op een zender, zal
de TUNED indicator oplichten en zal de frequentie
waarop is afgestemd worden getoond op het display.
of
Nederlands
47
FM/AM AFSTEMMEN
Handmatig afstemmen
Automatisch voorprogrammeren
Handmatig afstemmen is handig wanneer het signaal van
de zender zwak is of niet goed ontvangen wordt.
Handmatig afstemmen op een FM zender zal automatisch
de ontvangst naar mono overschakelen om de kwaliteit
van de ontvangst te verbeteren.
1
2
Herhaal de stappen 1 en 2 bij “Automatisch
afstemmen” om TUNER en de radioband te
selecteren.
Druk herhaaldelijk op TUNING MODE (AUTO/
MAN’L) zodat de AUTO indicator van het
display op het voorpaneel verdwijnt.
Met de automatische voorprogrammering kunt u FM
zenders voorprogrammeren. Met deze functie zal het
toestel automatisch afstemmen op FM zenders met een
goede ontvangst en deze, op volgorde, opslaan tot een
maximum van 40 (8 zenders in 5 groepen, A1 t/m E8).
U kunt vervolgens gemakkelijk via de bijbehorende
voorkeuzenummers afstemmen op de
voorgeprogrammeerde zenders.
Opmerking
U moet eerst AMP/SOURCE/TV op SOURCE zetten en dan op
TUNER op de afstandsbediening drukken om de TUNER als
signaalbron te selecteren.
TUNING
MODE
PURE DIRECT
VOLUME
AUTO/MAN'L
AUDIO
SELECT
MULTI CH
INPUT
PRESET/
TUNING
A/B/C/D/E
PRESET/
TUNING
FM/AM
MAIN ZONE
Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display,
staat het toestel in de PRESET stand en kunt u niet
zelf afstemmen. Druk op PRESET/TUNING (EDIT)
om deze stand uit te schakelen.
MEMORY
TONE
STRAIGHT CONTROL
TUNING
MODE
MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L
EDIT
EFFECT
INPUT
DVD
DTV
CBL/SAT
VCR 1
ON/OFF
DVR/
VCR 2
SOURCE/
REMOTE
MD/TAPE
CD-R
CD
ZONE ON/OFF
SPEAKERS
ZONE CONTROL
PROGRAM
MULTI ZONE
A
PHONO YPAO
B
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
ZONE 2
ZONE 3
L
R
AUDIO
OPTICAL
TUNER
V-AUX
REC OUT/ZONE 2
MASTER
ON
OPTIMIZER
MIC
PHONES
VIDEO/AUX
OFF
1 32
PRESET/
TUNING
EDIT
V-AUX
SP
A
DVR/VCR 2
VCR 1
CBL/SAT
DTV
1
DVD
MD/TAPE
CD-R
A1:AM 1070 kHz
Straight
CD
PHONO
TUNER
Druk op FM/AM op het voorpaneel (of op
BAND op de afstandsbediening) en selecteer
FM als radioband.
XM
FM/AM
dB
of
VOLUME
L
TITLE
BAND
Voorpaneel
3
GUI TOP
R
Druk op PRESET/TUNING l / h om met de
hand af te stemmen op de gewenste zender.
Druk op h om af te stemmen op een hogere
frequentie.
Druk op l om af te stemmen op een lagere
frequentie.
PRESET/
TUNING
2
Afstandsbediening
Druk op TUNING MODE (AUTO/MAN’L) zodat
de AUTO indicator op het display op het
voorpaneel oplicht.
TUNING
MODE
AUTO
y
Houd de toets ingedrukt om de frequentie doorlopend te
laten veranderen.
48
AUTO/MAN'L
Licht op
FM/AM AFSTEMMEN
3
Houd MEMORY (MAN’L/AUTO FM) op het
voorpaneel tenminste 3 seconden ingedrukt.
De voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer alsook
de MEMORY en AUTO indicators gaan knipperen.
Na ongeveer 5 seconden zal het automatisch
voorprogrammeren beginnen vanaf de huidige
frequentie naar hogere frequenties.
■ Aangepast automatisch
voorprogrammeren
U kunt een bepaalde voorkeuzegroep en -nummer
opgeven waar u het toestel wilt laten beginnen met het
automatisch voorprogrammeren van FM zenders.
1
Herhaal de stappen 1 en 2 bij “Automatisch
afstemmen”.
2
Druk op A/B/C/D/E en vervolgens op
PRESET/TUNING l / h op het voorpaneel
om de voorkeuzegroep en het
voorkeuzenummer te selecteren waaronder
de eerst gevonden zender zal worden
opgeslagen.
Als u bijvoorbeeld C5 selecteert, zal de eerst
gevonden zender automatisch worden
voorgeprogrammeerd onder C5, en de volgende
zenders op volgorde onder C6, C7 enz.
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
V-AUX
SP
A
DVR/VCR 2
VCR 1
CBL/SAT
DTV
DVD
MD/TAPE
CD-R
C8:FM 87.50MHz
Straight
CD
PHONO
TUNER
XM
AUTO MEMORY
dB
VOLUME
L
R
A/B/C/D/E
PRESET/
TUNING
Opmerkingen
• Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder een
bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een andere
zender onder dat voorkeuzenummer opslaat.
• Als het aantal voorgeprogrammeerde zenders niet tot het
maximum 40 (E8) komt, zal het automatisch
voorprogrammeren stoppen nadat alle beschikbare zenders zijn
voorgeprogrammeerd.
• Alleen FM zenders met een voldoende sterke ontvangst worden
opgeslagen bij het automatisch voorprogrammeren. Als u een
zwakkere zender wilt opslaan, dient u hierop met de hand af te
stemmen en kunt u de zender opslaan via de procedure onder
“Handmatig voorprogrammeren”.
Opmerking
BASISBEDIENIN
BASISBEDIENING
G
Wanneer het automatisch voorprogrammeren klaar is,
zal de frequentie voor de laatst
voorgeprogrammeerde zender op het display getoond
worden.
Het automatisch voorprogrammeren stopt wanneer
voorkeuzenummer E8 bereikt is.
Geheugen back-up
De geheugen back-up schakeling voorkomt dat
opgeslagen gegevens verloren gaan. De opgeslagen
gegevens zullen niettemin verloren gaan wanneer het
netsnoer langer dan een week uit het stopcontact is.
Nederlands
49
FM/AM AFSTEMMEN
Handmatig voorprogrammeren
3
U kunt ook met de hand maximaal 40 FM of AM zenders
(8 zenders in 5 groepen, A1 t/m E8) voorprogrammeren.
Opmerking
U moet eerst AMP/SOURCE/TV op SOURCE zetten en dan op
TUNER op de afstandsbediening drukken om de TUNER als
signaalbron te selecteren.
Druk herhaaldelijk op A/B/C/D/E op het
voorpaneel en selecteer een voorkeuzegroep
(A t/m E) terwijl de MEMORY indicator
knippert.
De letter van de gekozen groep zal nu verschijnen.
Controleer of de dubbele punt (:) inderdaad verschijnt
op het display.
A/B/C/D/E
PURE DIRECT
VOLUME
AUDIO
SELECT
MULTI CH
INPUT
PRESET/
TUNING
A/B/C/D/E
PRESET/
TUNING
FM/AM
MEMORY
TUNING
MODE
MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L
EDIT
MAIN ZONE
TONE
STRAIGHT CONTROL
EFFECT
INPUT
DVD
DTV
CBL/SAT
VCR 1
ON/OFF
DVR/
VCR 2
ZONE ON/OFF
SPEAKERS
SOURCE/
REMOTE
MD/TAPE
CD-R
ZONE CONTROL
B
PHONO YPAO
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
Voorkeuzegroep
PROGRAM
MULTI ZONE
A
CD
ZONE 2
ZONE 3
L
R
AUDIO
OPTICAL
TUNER
V-AUX
REC OUT/ZONE 2
MASTER
ON
OPTIMIZER
MIC
VIDEO/AUX
OFF
V-AUX
3
1
PHONES
4
Herhaal de stappen bij “Automatisch
afstemmen” of “Handmatig afstemmen” om
automatisch of met de hand af te stemmen
op een zender.
Zie bladzijde 47 voor aanwijzingen over hoe u moet
afstemmen op een zender.
V-AUX
DVR/VCR 2
VCR 1
CBL/SAT
DTV
DVD
MD/TAPE
CD-R
CD
A :AM 630 kHz
Sci-Fi
SP
A
PHONO
TUNER
XM
TUNED
dB
VOLUME
L
4
VCR 1
CBL/SAT
DTV
DVD
MD/TAPE
CD-R
CD
PHONO
TUNER
XM
TUNED
MEMORY
C :AM 630 kHz
Sci-Fi
SP
A
2,5
DVR/VCR 2
dB
VOLUME
L
R
Druk op PRESET/TUNING l / h op het
voorpaneel en selecteer een
voorkeuzenummer (1 t/m 8) terwijl de
MEMORY indicator knippert.
Druk op PRESET/TUNING h op het voorpaneel om
een hoger voorkeuzenummer te selecteren.
Druk op PRESET/TUNING l op het voorpaneel om
een lager voorkeuzenummer te selecteren.
R
PRESET/
TUNING
Wanneer er is afgestemd op een zender zal de
bijbehorende frequentie op het display getoond
worden.
2
Druk op MEMORY (MAN’L/AUTO FM) op het
voorpaneel.
De MEMORY indicator knippert ongeveer
5 seconden.
MEMORY
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
Knippert
50
V-AUX
SP
A
DVR/VCR 2
VCR 1
CBL/SAT
DTV
DVD
MD/TAPE
CD-R
C3:AM 630 kHz
Sci-Fi
CD
PHONO
TUNER
XM
TUNED
MEMORY
dB
VOLUME
L
R
FM/AM AFSTEMMEN
5
Druk op MEMORY (MAN’L/AUTO FM) op het
voorpaneel terwijl de MEMORY indicator aan
het knipperen is.
De radioband en de frequentie voor deze zender
verschijnen op het display, samen met de door u
geselecteerde voorkeuzegroep en het
voorkeuzenummer.
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
Selecteren van voorkeuzezenders
U kunt op de gewenste zender afstemmen door
eenvoudigweg het voorkeuzenummer waaronder die
zender is opgeslagen te selecteren.
Opmerking
Voor u een voorkeuzezender kunt selecteren, moet u deze eerst
hebben opgeslagen. Zie voor details “Automatisch
voorprogrammeren” op bladzijde 48 of “Handmatig
voorprogrammeren” op bladzijde 50.
PURE DIRECT
V-AUX
SP
A
DVR/VCR 2
VCR 1
CBL/SAT
DTV
DVD
MD/TAPE
CD-R
C3:AM 630 kHz
Sci-Fi
CD
PHONO
TUNER
XM
TUNED
dB
VOLUME
VOLUME
L
AUDIO
SELECT
R
MULTI CH
INPUT
PRESET/
TUNING
A/B/C/D/E
PRESET/
TUNING
FM/AM
TONE
STRAIGHT CONTROL
TUNING
MODE
MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L
EDIT
MAIN ZONE
MEMORY
EFFECT
INPUT
DVD
DTV
PHONO YPAO
DVR/
VCR 2
ZONE CONTROL
PROGRAM
MULTI ZONE
A
CD
VCR 1
ZONE ON/OFF
SPEAKERS
SOURCE/
REMOTE
MD/TAPE
CD-R
CBL/SAT
ON/OFF
B
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
ZONE 2
ZONE 3
L
R
AUDIO
OPTICAL
TUNER
V-AUX
REC OUT/ZONE 2
MASTER
6
ON
PHONES
2
1
Opmerkingen
OPTIMIZER
MIC
VIDEO/AUX
OFF
3
TV MUTE
PHONO
• Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder een
bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een andere
zender onder dat voorkeuzenummer opslaat.
• De soort ontvangst (stereo of mono) wordt samen met de
frequentie van de zender opgeslagen.
V-AUX
TUNER
CBL/SAT
CD
MULTI CH IN
MD/TAPE
CD-R
GUI TOP
1
TV INPUT
PRESET
TITLE
MUTE
EXIT
21
VCR 1
DVR/VCR2
PURE DIRECT
MENU
BAND
2
NIGHT
AUDIO
ENTER
DTV
BASISBEDIENIN
BASISBEDIENING
G
Herhaal de stappen 1 t/m 5 om andere
zenders op te slaan.
DVD
A/B/C/D/E
STRAIGHT
RETURN
DISPLAY
3
EFFECT
1
Verdraai INPUT op het voorpaneel (of zet
AMP/SOURCE/TV op SOURCE en druk dan
op TUNER op de afstandsbediening) en
selecteer de TUNER (radio) als signaalbron.
INPUT
Voorpaneel
of
AMP
TUNER
SOURCE
TV
Afstandsbediening
Nederlands
51
FM/AM AFSTEMMEN
2
Druk op A/B/C/D/E (of l / h op de
afstandsbediening) om de voorkeuzegroep te
selecteren.
De letter van de voorkeuzegroep verschijnt op het
display op het voorpaneel en verandert met elke druk
op de toets.
Omwisselen van voorkeuzezenders
U kunt twee voorkeuzezenders van plaats laten wisselen. In
het voorbeeld hieronder ziet u hoe u voorkeuzezender E1
van plaats kunt laten wisselen met voorkeuzezender A5.
PURE DIRECT
PRESET
VOLUME
AUDIO
SELECT
MULTI CH
INPUT
PRESET/
TUNING
A/B/C/D/E
PRESET/
TUNING
FM/AM
TONE
STRAIGHT CONTROL
TUNING
MODE
EFFECT
INPUT
ENTER
PHONO YPAO
VCR 1
DVR/
VCR 2
ZONE CONTROL
PROGRAM
MULTI ZONE
A
CD
CBL/SAT
ON/OFF
ZONE ON/OFF
SPEAKERS
SOURCE/
REMOTE
DVD
MD/TAPE
CD-R
DTV
of
MEMORY
MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L
EDIT
MAIN ZONE
A/B/C/D/E
B
SILENT CINEMA
S VIDEO
ZONE 2
ZONE 3
L
R
VIDEO
AUDIO
OPTICAL
TUNER
V-AUX
A/B/C/D/E
REC OUT/ZONE 2
MASTER
ON
Voorpaneel
3
PHONES
VIDEO/AUX
OFF
Afstandsbediening
Druk op PRESET/TUNING l / h (of PRESET
k / n op de afstandsbediening) om het
voorkeuzenummer (1 t/m 8) te selecteren.
De voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer
verschijnen op het display op het voorpaneel, samen
met de radioband en de frequentie, en de TUNED
indicator zal oplichten.
OPTIMIZER
MIC
1,3 1,3 2,4
1
Selecteer voorkeuzezender E1 met A/B/C/D/E
en PRESET/TUNING l / h.
Zie “Selecteren van voorkeuzezenders”.
PRESET/
TUNING
A/B/C/D/E
PRESET
2
PRESET/
TUNING
of
ENTER
A/B/C/D/E
Houd PRESET/TUNING (EDIT) tenminste
3 seconden ingedrukt.
De E1 en MEMORY indicators zullen gaan
knipperen op het display op het voorpaneel.
PRESET/
TUNING
Afstandsbediening
Voorpaneel
EDIT
V-AUX
SP
A
DVR/VCR 2
VCR 1
CBL/SAT
DTV
DVD
MD/TAPE
CD-R
E1:FM 87.50MHz
Sci-Fi
CD
PHONO
TUNER
XM
TUNED
dB
VOLUME
L
V-AUX
DVR/VCR 2
VCR 1
CBL/SAT
DTV
DVD
MD/TAPE
CD-R
CD
PHONO
TUNER
R
SP
A
3
dB
VOLUME
L
R
Selecteer voorkeuzezender A5 met A/B/C/D/E
en PRESET/TUNING l / h.
De A5 en MEMORY indicators zullen gaan
knipperen op het display op het voorpaneel.
V-AUX
DVR/VCR 2
VCR 1
CBL/SAT
DTV
DVD
MD/TAPE
CD-R
CD
PHONO
TUNER
XM
TUNED
MEMORY
A5:FM 90.60MHz
Sci-Fi
SP
A
4
XM
TUNED
MEMORY
E1:FM 87.50MHz
Sci-Fi
dB
VOLUME
L
R
Druk nog eens op PRESET/TUNING (EDIT).
De zenders onder de twee voorkeuzenummers
worden nu omgewisseld.
PRESET/
TUNING
EDIT
V-AUX
SP
A
52
DVR/VCR 2
VCR 1
CBL/SAT
DTV
DVD
MD/TAPE
EDIT E1-A5
Sci-Fi
CD-R
CD
PHONO
TUNER
XM
TUNED
dB
VOLUME
L
R
FM/AM AFSTEMMEN
Afstemmen op Radio Data
Systeem zenders
Radio Data Systeem is een systeem voor
gegevensoverdracht dat door FM zenders in een groot
aantal landen worden gebruikt. De Radio Data Systeem
functies worden verzorgd door zenders in een netwerk.
Dit toestel is geschikt voor verschillende soorten Radio Data
Systeem gegevens, zoals PS (Programma Service naam),
PTY (Programmatype), RT (Radio Tekst), CT (Klok-tijd), EON
(Enhanced Other Networks; Verbeterde service andere netwerken)
wanneer er wordt afgestemd op Radio Data Systeem zenders.
Veranderen van de Radio Data
Systeem functie
Er zijn vier functies voor het weergeven van de Radio Data Systeem
gegevens. De PS, PTY, RT en/of CT indicators die corresponderen met
de Radio Data Systeem gegevens die door de huidige zender verzorgd
worden zullen oplichten op het display op het voorpaneel.
1
Zet AMP/SOURCE/TV op SOURCE en druk vervolgens
op TUNER om het toestel op de tuner (radio) te zetten.
AMP
TUNER
SOURCE
■ PS (Program Service name) functie
TV
De naam van de Radio Data Systeem zender waarop is
afgestemd zal worden getoond.
■ PTY (Program Type) functie
NEWS
Nieuws
AFFAIRS
Actualiteiten
INFO
Algemene informatie
SPORT
Sport
EDUCATE
Educatief
DRAMA
Theater
CULTURE
Cultuur
SCIENCE
Wetenschap
VARIED
Licht amusement
POP M
Pop
ROCK M
Rock
M.O.R. M
Middle-of-the-road muziek
(easy-listening)
LIGHT M
Licht klassiek
CLASSICS
Klassiek
OTHER M
Overige muziek
■ RT (Radio Text) functie
Informatie over het programma (de titel van het muziekstuk, naam van de
artiest enz.) op de Radio Data Systeem zender waar u op afgestemd heeft
kan tot maximaal 64 alfanumerieke tekens, inclusief het trema, op het
display worden getoond. Als er andere tekens worden gebruikt voor de
RT gegevens, zullen deze worden aangegeven met een onderstreping (_).
■ CT (Clock Time) functie
■ EON (Enhanced Other Networks)
Zie “De EON functie” op bladzijde 55.
Druk herhaaldelijk op FREQ/TEXT op de
afstandsbediening om de diverse Radio Data
Systeem gegevens die worden verzorgd door
deze zender te laten zien.
FREQ/TEXT
Afstandsbediening
PS
PTY
RT
CT
Frequentiedisplay
Opmerkingen
• Druk niet op FREQ/TEXT voordat er een Radio Data Systeem
indicator oplicht op het display op het voorpaneel. Er zal niets
kunnen veranderen wanneer u eerder op de toets drukt. De
reden hiervoor is dat het toestel nog niet alle benodigde Radio
Data Systeem gegevens van de zender ontvangen heeft.
• Radio Data Systeem gegevens die niet worden verzorgd door
deze zender kunnen niet worden geselecteerd.
• Dit toestel kan geen gebruik maken van de Radio Data Systeem
gegevens indien het ontvangen signaal te zwak is. Voor met
name de RT functie is een grote hoeveelheid gegevens nodig,
dus het kan gebeuren dat de RT functie niet beschikbaar is,
terwijl andere Radio Data Systeem functies (PS, PTY, enz.) wel
naar behoren functioneren.
• Wanneer de ontvangst slecht is kunnen er mogelijk helemaal geen
Radio Data Systeem gegevens worden ontvangen. Druk in een
dergelijk geval op TUNING MODE (AUTO/MAN’L MONO)
zodat de AUTO indicator van het display verdwijnt. Alhoewel
hierdoor op handmatig afstemmen wordt overgeschakeld, is het
mogelijk dat er nu wel Radio Data Systeem gegevens verschijnen
wanneer u overschakelt naar de Radio Data Systeem functie.
• Als de ontvangst gestoord wordt door externe omstandigheden
terwijl u afgestemd heeft op een Radio Data Systeem zender, is
het mogelijk dat de Radio Data Systeem gegevensoverdracht
plotseling wordt onderbroken en dat de melding “...WAIT”
verschijnt op het display.
53
Nederlands
De tijd op dit moment wordt getoond en elke minuut bijgewerkt.
In het geval deze gegevensstroom wegvalt, kan
“CT WAIT” verschijnen.
2
BASISBEDIENIN
BASISBEDIENING
G
Radio Data Systeem zenders maken onderscheid tussen
15 soorten programma’s.
FM/AM AFSTEMMEN
De PTY SEEK functie
3
U kunt het door u gewenste programmatype kiezen en het
toestel vervolgens automatisch alle voorgeprogrammeerde
Radio Data Systeem zenders laten afzoeken naar een
zender die een programma van dat type aan het uitzenden
is.
TV MUTE
GUI TOP
TV INPUT
PRESET
EXIT
TITLE
POP M
ENTER
MUTE
PRESET
Verdraai PRESET k / n om het gewenste
programmatype te selecteren.
Het geselecteerde programmatype verschijnt op het
display.
A/B/C/D/E
PURE DIRECT
MENU
BAND
NIGHT
Licht op
AUDIO
ENTER
A/B/C/D/E
STRAIGHT
RETURN
3
DISPLAY
EFFECT
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
1
2
3
4
THX
STANDARD
SELECT
EXTD SUR.
5
6
7
8
1
MEMORY 2
9
0
FREQ/RDS
EON
4
MOVIE
A SPEAKERS B
+10
ENT.
MODE PTY SEEK START
2,4
REC
DISC SKIP
OFF
ON
MACRO
LEARN
CLEAR
RE–NAME
Druk op PTY SEEK START om alle
voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem
zenders af te zoeken.
Het geselecteerde programmatype blijft knipperen op
het display en de PTY HOLD indicator op het display
licht op terwijl er naar een geschikte zender gezocht
wordt.
Druk nog eens op PTY SEEK START om de functie
te annuleren.
MODE PTY SEEK START
PTY HOLD
1
Zet AMP/SOURCE/TV op SOURCE en druk
dan op TUNER op de afstandsbediening om
de TUNER als signaalbron te selecteren.
AMP
TUNER
SOURCE
TV
2
Druk op PTY SEEK MODE om het toestel in
de PTY SEEK zoekfunctie te zetten.
Het type van het programma dat op dit moment wordt
ontvangen, of “NEWS”, gaat knipperen op het
display.
Om de PTY SEEK functie af te sluiten, dient u nog
een keer op PTY SEEK MODE te drukken.
MODE PTY SEEK START
Knippert
54
Licht op
• Het toestel stopt met zoeken zodra er een zender
gevonden is die een programma van het
geselecteerde type uitzendt.
• Als de gevonden zender niet naar uw wens is, kunt
u nog eens op PTY SEEK START drukken. Het
toestel gaat dan op zoek naar een andere zender die
het gewenste programmatype uitzendt.
FM/AM AFSTEMMEN
De EON functie
3
Deze functie maakt gebruik van de EON gegevens die
worden uitgezonden via het Radio Data Systeem
zendernetwerk. Als u een bepaald programmatype
selecteert (NEWS, INFO, AFFAIRS of SPORT), zal dit
toestel automatisch alle voorgeprogrammeerde Radio
Data Systeem zenders die een uitzending van het gewenste
type in hun zendschema hebben opgenomen opzoeken en
overschakelen naar de nieuwe zender wanneer de
uitzending van het gewenste soort programma begint.
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
1
2
3
4
THX
STANDARD
SELECT
EXTD SUR.
5
6
7
8
1
MEMORY 2
9
0
FREQ/RDS
EON
MOVIE
A SPEAKERS B
+10
ENT.
MODE PTY SEEK START
3
REC
DISC SKIP
ON
MACRO
LEARN
CLEAR
RE–NAME
EON
Afstandsbediening
• Zodra een voorgeprogrammeerde Radio Data
Systeem zender begint met de uitzending van een
programma van het gewenste type, zal het toestel
automatisch van het huidige programma daarnaar
overschakelen. De EON indicator gaat nu
knipperen als resultaat.
• Wanneer de uitzending van het programma van het
geselecteerde type afgelopen is, zal het toestel weer
terugkeren naar de oorspronkelijke zender (of een
ander programma op dezelfde zender).
■ Annuleren van deze functie
Opmerking
Deze functie kan alleen worden gebruikt wanneer u heeft
afgestemd op een Radio Data Systeem zender die EON gegevens
aanbiedt. Wanneer u heeft afgestemd op een dergelijke zender, zal
de EON indicator op het display op het voorpaneel oplichten.
1
Controleer of de EON indicator inderdaad
verschijnt op het display.
Als de EON indicator niet oplicht, stem dan af op een
andere Radio Data Systeem zender waarbij de EON
indicator wel oplicht.
2
Zet AMP/SOURCE/TV op SOURCE en druk
dan op TUNER op de afstandsbediening om
de TUNER als signaalbron te selecteren.
Druk net zo vaak op EON tot er geen programmatype
meer wordt getoond en EON OFF op het display op het
voorpaneel verschijnt.
BASISBEDIENIN
BASISBEDIENING
G
OFF
Druk een paar keer op EON en selecteer het
gewenste programmatype (NEWS, INFO,
AFFAIRS of SPORT).
Het geselecteerde programmatype verschijnt op het
display.
AMP
TUNER
SOURCE
TV
Nederlands
55
WIJZIGEN VAN GELUIDSVELD INSTELLINGEN
WIJZIGEN VAN GELUIDSVELD INSTELLINGEN
Wat is een geluidsveld?
Wat het meeste bijdraagt aan de rijke, volle tonen van een
live voorstelling, zijn de ingewikkelde weerkaatsingen via
de wanden van de ruimte. Naast het feit dat deze
weerkaatsingen het geluid verlevendigen, vertellen ze ons
ook waar de muzikanten zich bevinden, hoe groot de
ruimte is waar we in zitten en welke vorm deze heeft.
■ Onderdelen van een geluidsveld
In elke situatie zijn er, naast de door de muzikanten
geproduceerde geluiden die onze oren direct bereiken,
twee verschillende soorten weerkaatsingen die samen
onze waarneming van het geluid bepalen:
Veranderen van
parameterinstellingen
U kunt een goede geluidskwaliteit bereiken met de
fabrieksinstellingen. U hoeft deze begininstellingen niet te
veranderen, maar u kunt dat wel doen met sommige
parameters wanneer u de weergave beter wilt proberen aan
te passen aan de specifieke omstandigheden in uw kamer.
De volgende parameters komen niet in alle programma’s
terug.
Het directe geluid, de vroege weerkaatsingen en de
natrillingen samen helpen ons bij het bepalen van onze
indruk van de grootte en de vorm van de ruimte en het is
deze informatie die door de digitale geluidsveld processor
wordt gereproduceerd bij het samenstellen van het
geluidsveld.
Als u in de kamer waar u altijd naar uw muziek luistert de
juiste vroege weerkaatsingen en natrillingen zou kunnen
maken, zou u uw eigen akoestische luisterparadijs kunnen
bouwen. U zou de akoestiek van uw kamer kunnen
veranderen in die van een concertzaal, een danshol of in
die van vrijwel elke ruimte die zich zou kunnen indenken.
Deze kunst om zelf geluidsvelden samen te stellen is
precies wat YAMAHA nu heeft bereikt met de digitale
geluidsveld processor.
56
POWER
TV
AV
POWER
STANDBY
A
B
AUDIO SEL
SLEEP
PHONO
TUNER
CD
MULTI CH IN
V-AUX
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
1
2-4
PRESET
GUI TOP
EXIT
TITLE
PURE DIRECT
MENU
BAND
NIGHT
AUDIO
ENTER
5
A/B/C/D/E
STRAIGHT
RETURN
Vroege weerkaatsingen
Deze reflecties bereiken onze oren zeer snel (50 ms –
100 ms na het directe geluid) en zijn slechts door één
enkel oppervlak weerkaatst — bijvoorbeeld het plafond of
een muur. Deze vroege weerkaatsingen maken het direct
waargenomen geluid voor ons helderder.
Natrillingen
Deze worden veroorzaakt door weerkaatsingen via meer
dan één oppervlak — muren, plafond, de achterwand van
de ruimte — en zijn zo talrijk dat ze samensmelten tot een
bijna doorlopende nagalm. Deze natrillingen zijn niet
richtinggevoelig en maken het directe geluid in onze
waarneming minder helder.
POWER
DISPLAY
EFFECT
DTV
VCR 1
DVR/VCR2
AMP
+
+
TV VOL
CH
VOLUME
–
–
–
SOURCE
1
MUSIC
1
2
3
4
THX
STANDARD
SELECT
EXTD. SUR
5
6
7
ENTERTAIN
MOVIE
DVD
SELECT
+
STEREO
TV
1
MEMORY 2
9
0
FREQ/TEXT
EON
8
A SPEAKERS B
+10
ENT.
MODE PTY SEEK START
REC
1
DISC SKIP
OFF
ON
MACRO
LEARN
CLEAR
RE–NAME
Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk
vervolgens op GUI TOP op de
afstandsbediening.
Het hoofdscherm (top) zal nu verschijnen.
AMP
GUI TOP
TITLE
SOURCE
BAND
TV
Stereo/Surround
Sound
Input Select
Video
Manual Setup
Basic
Auto Setup
Option
System Memory
WIJZIGEN VAN GELUIDSVELD INSTELLINGEN
2
Druk herhaaldelijk op k / n om Stereo/
Surround te selecteren en druk dan op h.
Het volgende display zal verschijnen.
5
Druk op EXIT op de afstandsbediening om af
te sluiten.
EXIT
MENU
PRESET
PRESET
ENTER
ENTER
Opmerking
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
Geheugen back-up
De geheugen back-up schakeling voorkomt dat
opgeslagen gegevens verloren gaan. De opgeslagen
gegevens zullen niettemin verloren gaan wanneer het
netsnoer langer dan een week uit het stopcontact is.
STEREO
3
MUSIC
Munich
ENTERTAINMENT
Vienna
MOVIE THEATER
Freiburg
■ Initialiseren van
geluidsveldprogramma’s
Druk net zo vaak op k / n tot u het
geluidsveldprogramma geselecteerd heeft
dat u wilt instellen en druk dan op h.
Het volgende display zal verschijnen.
PRESET
Initialiseren van elk individueel
geluidsveldprogramma
Herhaal de stappen 1 t/m 3 om het
geluidsveldprogramma dat u wilt terugzetten
op de begininstellingen te selecteren en druk
dan op h.
2
Druk herhaaldelijk op k / n en selecteer
Initialize.
3
Druk op EXIT op de afstandsbediening om af
te sluiten.
ENTER
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
Munich
DSP Level
Vienna
Init. Delay
Freiburg
Room Size
EXIT
MENU
Druk net zo vaak op k / n tot u het
geluidsveldprogramma geselecteerd heeft
dat u wilt instellen en druk dan op h.
Zie “GELUIDSVELD PARAMETER
BESCHRIJVINGEN” op bladzijde 61 voor
gedetailleerde beschrijvingen van de
geluidsveldparameters.
PRESET
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
1
PRESET
ENTER
4
U kunt geen parameterwaarden wijzigen wanneer de
Memory Guard beveiliging is ingeschakeld On. Als u toch
parameterwaarden wilt wijzigen, dient u Memory Guard op
Off te zetten (zie bladzijde 91).
Initialiseren van alle geluidsveldprogramma’s
Gebruik de Sur.Initialize functie in het Option menu
(zie bladzijde 91).
PRESET
Nederlands
ENTER
ENTER
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
57
GELUIDSVELDPROGRAMMA BESCHRIJVINGEN
GELUIDSVELDPROGRAMMA BESCHRIJVINGEN
Dit toestel is uitgerust met diverse zeer preciese digitale decoders waarmee u kunt profiteren van multikanaals weergave van vrijwel elke
geluidsbron (stereo of multikanaals). Dit toeste is tevens voorzien van een YAMAHA digitale geluidsveldprogramma (DSP) processor met een
aantal geluidsveldprogramma’s waarmee u uw luister-ervaring een extra dimensie kunt geven. De meeste van deze geluidsveldprogramma’s
zijn preciese digitale nabootsingen van de werkelijke akoestische omstandigheden in beroemde concertzalen, theaters en bioscopen.
y
De YAMAHA CINEMA DSP functies zijn geheel compatibel met alle Dolby Digital, DTS en Dolby Surround bronnen. Zet de ingangsfunctie op
AUTO (zie bladzijde 44) zodat dit toestel automatisch kan overschakelen naar de juiste digitale decoder voor het binnenkomende ingangssignaal.
Opmerkingen
• De DSP geluidsveldprogramma’s van dit toestel zijn natuurgetrouwe reproducties van echte akoestische omgevingen, samengesteld
aan de hand van exacte metingen verricht in de betreffende ruimtes zelf. Op deze manier kunt u de variaties waarnemen in de
weerkaatsingen van voren, achteren, links en rechts.
• Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak en voorkeuren, niet alleen op basis van de naam van het programma.
Voor film/video bronnen
U kunt kiezen uit de volgende geluidsvelden wanneer u film- of videomateriaal afspeelt. De met MULTI aangeduide
geluidsvelden kunnen worden gebruikt met multikanaals signaalbronnen, zoals DVD, digitale TV enz. De met 2-CH
aangeduide kunnen worden gebruikt met 2-kanaals (stereo) bronnen zoals TV programma’s, videobanden enz.
De manier waarop programma’s geselecteerd kunnen worden hangt mede af van het type geluidsveldprogramma.
Voor details omtrent het selecteren van geluidsveldprogramma’s, zie “Basisbediening” op bladzijde 37.
Bronnen
Afstandsbedieningstoets
1
3
Categorie en Programma
Brengt multikanaals materiaal terug tot 2 kanalen (links en rechts) of
geeft 2-kanaals materiaal onveranderd weer.
ENTERTAINMENT
TV Sports
CINEMA DSP verwerking. Alhoewel het aanwezigheidsveld relatief smal is,
zorgt het surround geluidsveld voor de akoestiek van een grote concertzaal.
Dit effect verbetert de geluidsweergave van allerlei TV programma’s, zoals
nieuws, amusementsshows, muziek- en sportprogramma’s.
ENTERTAINMENT
Mono Movie
CINEMA DSP verwerking. Dit programma is bedoeld voor de
reproductie van mono videomateriaal (zoals oude films). Het
programma produceert optimale natrillingen om het geluid ook alleen
met het aanwezigheidsveld diepte te kunnen geven.
ENTERTAINMENT
Game
CINEMA DSP verwerking. Dit programma geeft de geluidsweergave
bij videospelletjes een diepe en ruimtelijke dimensie.
MOVIE THEATER
Spectacle
CINEMA DSP verwerking. Dit programma zorgt voor een zeer weids
geluidsveld, zoals in een 70-mm bioscoop. Het oorspronkelijke geluid wordt
zeer precies en gedetailleerd weergegeven, waardoor het geluidsveld en het
beeld bijzonder echt lijken. Dit is ideaal voor Dolby Surround, Dolby Digital
of DTS gecodeerd videomateriaal (vooral groots opgezette films).
MOVIE THEATER
Sci-Fi
CINEMA DSP verwerking. Dit programma zorgt voor duidelijke
weergave van gesproken tekst en geluidseffecten in een vorm die
opgang doet in science fiction films, zodat er een weidse cinematische
ruimte wordt gecreëerd temidden van de koude stilte. U kunt zo beter
genieten van science fiction films in een virtuele geluidsruimte met
Dolby Surround, Dolby Digital en DTS gecodeerd materiaal dat
gebruik maakt van de meest geavanceerde technieken.
MOVIE THEATER
Adventure
CINEMA DSP verwerking. Dit programma is ideaal voor een precieze
reproductie van de nieuwste 70-mm films en films met multikanaals
soundtracks. Het geluidsveld bootst dat van de nieuwste bioscopen na, zodat
de natrillingen in het geluidsveld zelf zo veel mogelijk beperkt worden.
MOVIE THEATER
General
CINEMA DSP verwerking. Dit programma is bedoeld voor de reproductie
van 70-mm films en films met multikanaals soundtracks en wordt
gekenmerkt door een zacht en weids geluidsveld. Het zogenaamde
aanwezigheidsgeluidsveld is relatief smal. Het spreidt zich uit rond het
scherm en in de richting van het scherm en houdt het echo-effect van
gesproken tekst binnen de perken zonder aan helderheid in te boeten.
MULTI
2-CH
4
58
Kenmerken
STEREO
2ch Stereo
GELUIDSVELDPROGRAMMA BESCHRIJVINGEN
Voor muziekmateriaal
U kunt kiezen uit de volgende geluidsvelden bij weergave van muziek, zoals CD’s, FM/AM uitzendingen, cassettes enz.
De manier waarop programma’s geselecteerd kunnen worden hangt mede af van het type
geluidsveldprogramma. Voor details omtrent het selecteren van geluidsveldprogramma’s, zie
“Basisbediening” op bladzijde 37.
Bronnen
Afstandsbedieningstoets
1
MULTI
2-CH
2
3
5
MULTI
60
6
Programma
Kenmerken
STEREO
2ch Stereo
2-kanaals (links en rechts) weergave.
STEREO
7ch Stereo
HiFi DSP verwerking. Wordt gebruikt om stereomateriaal weer te geven
via alle luidsprekers (in stereo). Dit geeft een groter geluidsveld en is
ideaal voor achtergrondmuziek bij feesten en partijen enz.
MUSIC
Munich
HiFi DSP verwerking. Dit is een grote waaiervormige concertzaal met
ongeveer 2500 zitplaatsen. Het interieur is bijna helemaal van hout. Er is
relatief weinig weerkaatsing via de wanden en het geluid verspreid zich
op een geraffineerde en mooie manier.
MUSIC
Vienna
HiFi DSP verwerking. Een klassieke doosvormige concertzaal met
ongeveer 1700 stoelen. De zuilen en ingewikkelde versieringen zorgen
voor zeer complexe reflecties en voor een volle en rijke geluidsweergave.
MUSIC
Freiburg
HiFi DSP verwerking. Dit programma recreëert de akoestiek van een
grote kerk met een hoge koepel en zuilen aan weerszijden. De
natrillingen worden enorm vertraagd, terwijl de vroege weerkaatsingen
zachter zijn dan bij andere geluidsveldprogramma’s.
MUSIC
The Bottom Line
HiFi DSP verwerking. Dit is het geluidsveld vlak voor het podium in
“The Bottom Line”, de befaamde New Yorkse jazz club. Er is plaats voor
300 mensen links en rechts en het geluidsveld biedt een realistische en
levendige weergave.
MUSIC
The Roxy Theatre
HiFi DSP verwerking. Het ideale programma voor levendige,
dynamische rockmuziek. De gegevens voor dit programma werden
opgenomen in de “hottest” rock club in LA. U bevindt zich virtueel in
het midden links in de zaal.
MUSIC
Pop/Rock
CINEMA DSP verwerking. Dit programma produceert een levendige
atmosfeer en geeft u het gevoel alsof u lijfelijk aanwezig bent bij een
echt jazz of rock concert.
MUSIC
Classic/Opera
CINEMA DSP verwerking. Dit programma geeft een uitstekende diepte
aan vocalen en een algehele helderheid door overdreven natrillingen te
beperken. Het surround geluidsveld is verhoudingsgewijs gematigd,
maar de geluidsweergave is zeer fraai door gebruik van gegevens uit een
echte concertzaal.
ENTERTAINMENT
Disco
HiFi DSP verwerking. Dit programma bootst de akoestiek na van een
wervelende disco in het hart van een grote stad. De geluidsweergave is
krachtig en zeer geconcentreerd. Deze wordt ook gekenmerkt door een
grote energie en “directheid”.
THX
THX Music
THX verwerking voor alle 5.1-kanaals muziekbronnen.
STANDARD
q D+PLIIx Music
Standaard Dolby Digital en Dolby Pro Logic x verwerking voor
muziek.
STANDARD
DTS+PLIIx Music
Standaard DTS en Dolby Pro Logic x verwerking voor muziek.
STANDARD
PLIIx Music
Dolby Pro Logic x verwerking voor muziekmateriaal.
STANDARD
Neo:6 Music
DTS verwerking voor muziekmateriaal.
STANDARD
Enhanced
Verbeterde CINEMA DSP verwerking voor de geselecteerde decoder.
GELUIDSVELD PARAMETER BESCHRIJVINGEN
GELUIDSVELD PARAMETER BESCHRIJVINGEN
U kunt de waarden van bepaalde parameters van de digitale geluidsveldprogramma’s wijzigen om de weergave aan te
passen aan de omstandigheden in uw kamer. Niet alle onderstaande parameters gelden voor alle programma’s.
■ DSP Level (DSP niveau)
Functie:
Omschrijving:
Instelbereik:
Regelt het niveau van alle DSP effecten binnen een klein bereik.
Afhankelijk van de akoestiek in uw kamer wilt u mogelijk het DSP effectniveau verhogen of verlagen
ten opzichte van het niveau van de directe weergave.
–6 dB t/m +3 dB
■ Init. Delay (Initiële vertraging)
Functie:
Omschrijving:
Instelbereik:
Regelt de schijnbare afstand van de geluidsbron tot het weerkaatsende oppervlak door middel van de
vertraging tussen het directe geluid en de eerste weerkaatsing daarvan die door de luisteraar gehoord
wordt.
Hoe kleiner deze waarde, hoe dichter de geluidsbron bij het weerkaatsende oppervlak lijkt te zijn. Hoe
groter deze waarde, hoe verder weg het lijkt. Gebruik een kleine waarde voor een kleine kamer. Gebruik
een grotere waarde voor een grote kamer.
1 t/m 99 ms
Niveau
Niveau
Vroege
weerkaatsingen
Tijd
INIT. DLY
INIT. DLY
Tijd
Niveau
Brongeluid
INIT. DLY
Tijd
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Geluidsbron
Weerkaatsend
oppervlak
Kleine waarde = 1 ms
Grote waarde = 99 ms
■ Room Size (Kamergrootte)
Functie:
Omschrijving:
Tijd
Vroege
weerkaatsingen
Tijd
Niveau
Niveau
Brongeluid
Niveau
Instelbereik:
Deze parameter regelt de schijnbare afmetingen van het surround geluidsveld. Hoe groter deze waarde,
hoe groter het surround geluidsveld wordt.
Omdat geluid keer op keer wordt weerkaatst in een ruimte, zal de tijd tussen het oorspronkelijk
gereflecteerde geluid en elke volgende weerkaatsing langer worden naarmate de ruimte groter is. Door
de tijd tussen de weerkaatsingen te regelen, kunt u bepalen hoe groot de virtuele ruimte lijkt. Door de
waarde van deze parameter te veranderen van een naar twee, zal de schijnbare lengte van de ruimte
verdubbeld worden.
0,1 t/m 2,0
Tijd
Geluidsbron
Nederlands
Kleine waarde = 0,1
Grote waarde = 2,0
61
GELUIDSVELD PARAMETER BESCHRIJVINGEN
■ Liveness (Levendigheid)
Functie:
Omschrijving:
Instelbereik:
Regelt de reflectiviteit van de virtuele wanden van de ruimte door de mate waarin de vroege
weerkaatsingen in kracht afnemen te veranderen.
De vroege weerkaatsingen van een geluidsbron worden sneller zwakker in een ruimte met
geluidabsorberende wanden dan in een ruimte met wanden die juist veel geluid weerkaatsen. Een
ruimte met geluidabsorberende oppervlakken wordt ook wel akoestisch dood genoemd, terwijl een
ruimte met oppervlakken die veel geluid weerkaatsen levendig genoemd wordt.
Via de LIVENESS parameter kunt u de mate waarin de vroege weerkaatsingen wegsterven regelen en
dus de ‘levendigheid’ van de ruimte.
0 t/m 10
Brongeluid
Tijd
Niveau
Dood
Niveau
Niveau
Levendig
Tijd
Weinig weerkaatst
geluid
Tijd
Veel weerkaatst
geluid
Kleine waarde = 0
Grote waarde = 10
■ Sur. Init. Delay (Surround beginvertraging)
Functie:
Instelbereik:
Regelt de vertraging tussen het directe geluid en de eerste weerkaatsing vanuit het surround
geluidsveld. U kunt deze parameter alleen instellen wanneer u tenminste twee voorkanalen en twee
surroundkanalen gebruikt.
1 t/m 49 ms
■ Sur. Room Size (Surround kamergrootte)
Functie:
Instelbereik:
Deze parameter regelt de schijnbare afmetingen van het surround geluidsveld.
0,1 t/m 2,0
■ Sur. Liveness (Surround levendigheid)
Functie:
Instelbereik:
Deze parameter regelt de schijnbare weerkaatsing van de virtuele wanden in het surround geluidsveld.
0 t/m 10
■ SB. Init. Delay (Surround achter beginvertraging)
Functie:
Instelbereik:
Deze parameter regelt de vertraging tussen het directe geluid en de eerste weerkaatsing in het surroundachter geluidsveld.
1 t/m 49 ms
■ SB. Room Size (Surround achter kamergrootte)
Functie:
Instelbereik:
Regelt de schijnbare afmetingen van het surround geluidsveld.
0,1 t/m 2,0
■ SB. Liveness (Surround achter levendigheid)
Functie:
Instelbereik:
62
Regelt de schijnbare weerkaatsing van de virtuele wanden in het surround geluidsveld.
0 t/m 10
GELUIDSVELD PARAMETER BESCHRIJVINGEN
■ Rev. Time (Natriltijd)
Functie:
Omschrijving:
Instelbereik:
Regelt hoe lang het duurt voordat de dichte natrillingen verzwakt zijn met 60 dB (bij 1 kHz). Hierdoor
worden de schijnbare afmetingen van de akoestische omgeving over een zeer groot bereik veranderd.
Hoe langer de natriltijd, hoe ‘levendiger’ de ruimte waarin u luistert zal lijken. Hoe korter de natriltijd,
hoe doodser de ruimte waarin u luistert zal lijken.
1,0 t/m 5,0 s
Brongeluid
Natrillingen
Natrillingen
Vroege weerkaatsingen
60 dB
60 dB
REV.TIME
Geluidsbron
REV.TIME
60 dB
REV.TIME
Lange
natrillingen
Korte natrillingen
Kleine waarde = 1,0 s
Grote waarde = 5,0 s
■ Rev. Delay (Beginvertraging natrillingen)
Functie:
Omschrijving:
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Niveau
Instelbereik:
Regelt het tijdverschil tussen het begin van het directe geluid en het begin van de natrillingen.
Hoe groter deze waarde, hoe later de natrillingen zullen beginnen. Als de natrillingen later beginnen,
krijgt u het gevoel dat u zich in een ruimere akoestische omgeving bevindt.
0 t/m 250 ms
Brongeluid
(dB)
60 dB
Natrillingen
Tijd
REV.DELAY
REV.TIME
■ Rev. Level (Niveau natrillingen)
Hiermee stelt u het volume van het weerkaatste geluid in.
Hoe groter deze waarde, hoe sterker de natrillingen zullen zijn.
0 t/m 100%
Niveau
Functie:
Omschrijving:
Instelbereik:
Brongeluid
REV. LEVEL
Nederlands
Tijd
63
GELUIDSVELD PARAMETER BESCHRIJVINGEN
■ Dialogue Lift (Dialoog-lift)
Functie:
Omschrijving:
Keuzes:
Regelt de schijnbare hoogte van de voor- en middenkanalen door sommige elementen uit de voor- en
middenkanalen toe te wijzen aan de aanwezigheidsluidsprekers.
Hoe groter deze waarde, hoe hoger de schijnbare positie van de weergave van de voor- en
middenkanalen.
0, 1, 2, 3, 4, 5
Voor 2ch Stereo
Direct (Pure Direct)
Functie:
Passeert de decoders en DSP processors van dit toestel volledig en schakelt bovendien het videodeel
van het toestel uit zodat u naar een zo natuurgetrouw mogelijke geluidsweergave kunt luisteren van
analoge en PCM signaalbronnen.
Keuzes:
Off, Auto
Voor 7ch Stereo
Functie:
Instelbereik:
Regelt het volumeniveau voor elk kanaal in de 7-kanaals stereo weergavefunctie.
0 t/m 100%
Center Level (Midden niveau)
Surround L Level (Linker surround niveau)
Surround R Level (Rechter surround niveau)
Sur.Back Level (Surround-achter niveau)
Presence L Level (Linker aanwezigheidsniveau)
Presence R Level (Rechter aanwezigheidsniveau)
Voor PL x Music
Panorama (Panorama)
Functie:
Breidt het stereoveld voor uit tot het ook de surround-luidsprekers omvat voor een omhullend effect.
Keuzes:
Off, On
Center Width (Midden breedte)
Functie:
Regelt het middengeluidsveld via alle drie de voor-luidsprekers.
Een grotere waarde breidt het middenveld uit in de richting van de linker en rechter voor-luidsprekers.
Instelbereik: 0 (geluid voor het middenkanaal wordt alleen maar weergegeven via de midden-luidspreker) t/m
7 (het middenkanaal wordt helemaal via de linker en rechter voor-luidsprekers weergegeven), de
begininstelling is 3
Dimension (Dimensie)
Functie:
Zorgt voor een graduele aanpassing van het geluidsveld naar voren of naar achteren.
Instelbereik: –3 (naar achteren) t/m +3 (naar voren), de begininstelling is STD (standaard)
Voor Neo:6 Music
Center Image (Middenbeeld)
Functie:
Regelt het middengeluidsveld via alle drie de voor-luidsprekers.
Instelbereik: 0,0 t/m 1,0
Begininstelling: 0,3
64
GELUIDSVELD PARAMETER BESCHRIJVINGEN
■ Decode Type (Decodertype)
Voor MOVIE THEATER
Functie:
Keuzes:
Selecteert de decoder voor weergave van 2-kanaals bronnen met behulp van MOVIE THEATER
programma’s.
Pro Logic / Pro Logic x / Neo:6
Voor THX Cinema
Functie:
Keuzes:
Selecteert de decoder voor weergave van 2-kanaals bronnen met behulp van THX Cinema.
Pro Logic / Pro Logic x / Neo:6
Voor SURROUND Standard
Functie:
Keuzes:
Selecteert de decoder voor weergave van 2-kanaals bronnen met behulp van SURROUND Standard.
Pro Logic / PL x Movie / PL x Music / PL x Game / Neo:6 Cinema / Neo:6 Music
Voor SURROUND Enhanced
Functie:
Keuzes:
Selecteert de decoder voor weergave van 2-kanaals bronnen met behulp van SURROUND Enhanced.
Pro Logic / Pro Logic x / Neo:6
Opmerking
Pro Logic x verschijnt wanneer er surround achter-luidsprekers beschikbaar zijn.
■ Initialize (Initialiseren)
Functie:
Initialiseren van elk individueel geluidsveldprogramma.
Instelmogelijkheden: No, Yes
Opmerking
Als u alle geluidsveldprogramma’s terug wilt zetten op de begininstellingen (initialiseren), kunt u de Sur.Initialize functie in het Option
menu gebruiken (zie bladzijde 91).
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Nederlands
65
GELUIDSVELDPROGRAMMA LUIDSPREKEROPSTELLINGEN
GELUIDSVELDPROGRAMMA LUIDSPREKEROPSTELLINGEN
De geluidsweergave uit elk van de luidsprekers hangt mede af van het soort audiosignalen dat binnenkomt. Raadpleeg de
volgende tabel voor meer informatie omtrent de opstelling van de luidsprekers voor elk geluidsveldprogramma.
Opmerking
Wij wijzen u erop dat er niet of niet genoeg geluid uit de luidsprekers kan komen afhankelijk van het soort materiaal dat wordt
weergegeven. Bovendien is het mogelijk dat bepaalde kanalen alleen gedeeltelijk kunnen worden gebruikt wanneer ze op een bepaalde
manier zijn ingesteld voor films, bijvoorbeeld met speciale effecten enz.
In de schema’s worden de volgende afkortingen en symbolen gebruikt:
L
Linker voor-luidspreker
PL
Linker
aanwezigheidsluidspreker
SR
Rechter surround-luidspreker
C
Midden-luidspreker
PR
Rechter
aanwezigheidsluidspreker
SBL
Linker surround achter-luidspreker
R
Rechter voor-luidspreker
SL
Linker surround-luidspreker
SBR
Rechter surround achter-luidspreker
Luidspreker die geluid weergeeft
Luidspreker die geen geluid weergeeft
Wanneer de q EX / q PL IIx / ES indicators uit zijn
Wanneer de q EX / q PL IIx / ES indicators branden en PR/SB Priority is ingesteld op Presence (zie bladzijde 79)
*3 Wanneer de q EX / q PL IIx / ES indicators branden en PR/SB Priority is ingesteld op Surround Back (zie bladzijde 79)
*1
*2
2-kanaals audio
(mono)
STEREO
2ch Stereo
PL
L
SL
STEREO
7ch Stereo
PR
C
SBL SBR
PL
L
SL
SBL SBR
PL
R
L
SR
SL
PR
C
2-kanaals audio
(stereo)
PR
C
SBL SBR
PL
R
L
SR
SL
SBL SBR
PL
R
L
SR
SL
PR
C
5.1/6.1-kanaals
audio *1
PR
C
SBL SBR
PL
R
L
SR
SL
SBL SBR
PL
R
L
SR
SL
PR
C
5.1/6.1-kanaals
audio *2
PR
C
SBL SBR
L
SR
SL
L
SR
SL
PR
C
SBL SBR
PL
R
PL
R
5.1/6.1-kanaals
audio *3
PR
C
SBL SBR
PL
R
L
SR
SL
R
SR
PR
C
SBL SBR
R
SR
wanneer er surround achter-luidsperekers zijn aangesloten
PL
L
SL
PR
C
SBL SBR
PL
R
L
SR
SL
PR
C
SBL SBR
PL
R
L
SR
SL
PR
C
SBL SBR
PL
R
L
SR
SL
PR
C
SBL SBR
R
L
SR
SL
wanneer er geen surround achter-luidsperekers zijn aangesloten
66
PL
PR
C
SBL SBR
R
SR
GELUIDSVELDPROGRAMMA LUIDSPREKEROPSTELLINGEN
2-kanaals audio
(mono)
MOVIE THEATER
Enhanced
Neo:6 Cinema
PL
L
SL
PR
C
SBL SBR
2-kanaals audio
(stereo)
PL
R
L
SR
SL
5.1/6.1-kanaals
audio *1
5.1/6.1-kanaals
audio *2
5.1/6.1-kanaals
audio *3
PR
C
SBL SBR
R
SR
Wanneer PR/SB Priority
is ingesteld op Presence
PL
L
SL
PR
C
SBL SBR
R
SR
Wanneer PR/SB
Priority is ingesteld
op Surround Back
STRAIGHT
PL
L
SL
PR
C
SBL SBR
PL
R
L
SR
SL
PR
C
SBL SBR
PL
R
L
SR
SL
PR
C
SBL SBR
PL
R
L
SR
SL
PR
C
SBL SBR
PL
R
L
SR
SL
PR
C
SBL SBR
R
SR
Mono weergave
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
PURE DIRECT
PL
L
SL
PR
C
SBL SBR
PL
R
L
SR
SL
PR
C
SBL SBR
R
SR
Mono weergave
Nederlands
69
SYSTEEM OPTIES
SYSTEEM OPTIES
U kunt de volgende parameters gebruiken om allerlei systeeminstellingen te wijzigen en zo de manier waarop het toestel werkt
aanpassen. Verander de begininstellingen (hieronder vet gedrukt aangeduid) op basis van uw specifieke systeem en uw voorkeuren.
■ Stereo/Surround (Stereo/Surround menu)
Hiermee kunt u geluidsveldparameters bewerken (zie bladzijde 56).
■ Input Select (Ingangskeuze menu)
Hiermee kunt u digitale in-/uitgangen opnieuw toewijzen, het ingangssignaal selecteren, de ingangen nieuwe namen
geven of het uitgangsvolume van elk van de aansluitingen regelen (zie bladzijde 73).
■ Manual Setup (Handmatige setup menu)
Via dit menu kunt u de instellingen voor de luidsprekers en de systeeminstellingen wijzigen (zie bladzijde 76).
Sound (Geluidsmenu)
Hiermee kunt u met de hand de geluidsinstellingen wijzigen.
Onderdeel
Kenmerken
Bladzijde
LFE Level
Instellen van het uitgangsniveau van het LFE kanaal bij Dolby Digital of DTS signalen.
76
Dynamic Range
Instellen van het dynamisch bereik bij Dolby Digital of DTS signalen.
77
Parametric EQ
Instellen van de parametrische equalizer voor elke luidspreker.
77
Tone Control
Instellen van de klankkleur van de luidsprekers en de hoofdtelefoon.
78
Audio Option
Aanpassen van algemene audio-instellingen voor dit toestel.
78
Channel Mute
Selecteren van bepaalde luidsprekerkanelen die moeten worden uitgeschakeld.
80
Video (Video menu)
Hiermee kunt u met de hand de video-instellingen wijzigen.
Onderdeel
Kenmerken
Bladzijde
Conversion
Omzetten van analoge videosignalen.
81
Component I/P
Omzetten van analoge videosignalen van 480i (geïnterlinieerd) naar 480p (progressief) (NTSC) of
van 576i naar 576p (PAL).
81
HDMI Up-Scaling
Opwaarderen van analoge videosignalen naar HDMI.
81
HDMI Aspect
Selecteren van de beeldverhouding voor HDMI.
82
Short Message
Tonen van verkorte meldingen over de toestand van uw systeem.
82
Position
Instellen van de verticale en horizontale positie van het GUI in-beeld display.
82
Wall Paper
Kiezen van de achtergrond voor het GUI in-beeld display.
82
Basic (Basismenu)
Hiermee kunt u met de hand de basisinstellingen voor uw systeem invoeren.
Onderdeel
Kenmerken
Bladzijde
Test Tone
Aan of uit zetten van de testtoon voor de luidspreker, luidspreker-afstand en luidspreker-niveau instellingen.
83
Speaker Set
Selecteren van de juiste uitgangsfunctie voor de luidsprekers, de luidsprekers voor weergave van
lage tonen en de crossover frequentie.
83
Speaker Distance
Instellen van de vertraging voor elke luidspreker.
85
Speaker Level
Instellen van het uitgangsniveau van elke luidspreker.
86
THX Set
Wijzigen van de THX instellingen.
87
70
SYSTEEM OPTIES
Option (Optionele instellingen menu)
Via dit menu kunt u de optionele systeeminstellingen wijzigen.
Onderdeel
Kenmerken
Bladzijde
Dimmer
Instellen van het GUI in-beeld display en het display op het voorpaneel.
88
Multi Zone
Wijzigen van de Zone 2, Zone 3 en Zone B instellingen.
88
Sur.Initialize
Initialiseren van de parameters voor alle of voor een groep geluidsveldprogramma’s.
91
Audio Select
Selecteren van de standaard ingangsfunctie voor de signaalbron.
91
Decoder Mode
Selecteren van de door dit toestel te gebruiken decoder.
91
Memory Guard
Vergrendelen van de via het menu gemaakte parameterinstellingen.
91
HDMI Set
Instellen van HDMI ondersteunde audio.
92
■ Auto Setup (Automatische setup menu)
Hiermee kunt u de AUTO SETUP laten uitvoeren en opgeven welke luidspreker-parameters er ingesteld moeten worden
(zie bladzijde 32).
■ System Memory (Systeemgeheugen menu)
Hiermee kunt u diverse instellingen opslaan en weer oproepen (zie bladzijde 92).
■ Signal Info. (Signaalinformatie menu)
Hiermee kunt u informatie over het weergegeven signaal bekijken (zie bladzijde 45).
■ Language (GUI taalkeuze menu)
Hiermee kunt u kiezen in welke taal de menu’s van het GUI (Grafische gebruikersinterface) in-beeld display moeten
worden getoond (zie bladzijde 93).
y
U kunt de taal voor het GUI in-beeld display ook kiezen met de LANG. parameter in de ADVANCED SETUP op het display op het
voorpaneel (zie bladzijde 95).
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
71
SYSTEEM OPTIES
Veranderen van parameterinstellingen
3
Gebruik de afstandsbediening voor het openen en instellen
van de diverse parameters. (In het volgende voorbeeld
wordt het instellen van de luidsprekers gebruikt ter
illustratie van het wijzigen van parameters.)
Manual Setup > Basic > Speaker Set >
Druk net zo vaak op k / n tot u de parameter
geselecteerd heeft die u wilt instellen.
Presence
40Hz
Bass Out
60Hz
Bass Cross Over
80Hz (THX)
SWFR Phase
90Hz
100Hz
AMP
+
+
+
TV VOL
CH
VOLUME
SOURCE
1
–
–
–
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
GUI TOP
PRESET
TITLE
EXIT
TV
PURE DIRECT
MENU
BAND
NIGHT
AUDIO
ENTER
A/B/C/D/E
STRAIGHT
RETURN
1
5
2-4
4
DISPLAY
EFFECT
1
Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk
vervolgens op GUI TOP op de afstandsbediening.
Het hoofdscherm (top) zal nu verschijnen.
Druk op ENTER of h en vervolgens
herhaaldelijk op k / n om de instelling van
het gekozen item te veranderen.
Presence
40Hz
Bass Out
60Hz
Bass Cross Over
80Hz (THX)
SWFR Phase
90Hz
100Hz
AMP
GUI TOP
TITLE
SOURCE
BAND
TV
5
Druk op EXIT.
y
Stereo/Surround
Sound
Input Select
Video
Manual Setup
Basic
Auto Setup
Option
System Memory
2
Druk net zo vaak op k / n tot u het gewenste
menu geselecteerd heeft, en druk vervolgens
op h om het geselecteerde menu-onderdeel
te openen.
Test Tone
Speaker Set
Front
Speaker Distance
Center
Speaker Level
Surround
Front
Center
Large
Surround
Small
Surround Back
None
Presence
72
Als u nog andere instellingen wilt veranderen, kunt u met ENTER
terug naar het vorige geselecteerde menu-item.
Opmerkingen
• Sommige van de programma’s hebben zoveel parameters dat er
meer dan één GUI (in-beeld display) scherm nodig is. Druk op
k / n om door deze schermen te bladeren.
• U kunt geen parameterwaarden wijzigen wanneer de
Memory Guard beveiliging is ingeschakeld “On”. Als u toch
parameterwaarden wilt wijzigen, dient u Memory Guard op
“Off” te zetten (zie bladzijde 91).
Geheugen back-up
De geheugen back-up voorkomt dat de opgeslagen
gegevens verloren gaan wanneer dit toestel uit
(standby) wordt gezet, wanneer de stekker uit het
stopcontact raakt, of wanneer de stroomvoorziening
wordt onderbroken, bijvoorbeeld door een
stroomstoring. Wanneer de stroomvoorziening echter
langer dan een week wordt onderbroken, zullen de
instellingen worden teruggezet op de
fabrieksinstellingen. In een dergelijk geval zult u de
gewenste waarden opnieuw moeten instellen.
SYSTEEM OPTIES
Input Select
2
Hiermee kunt u digitale in-/uitgangen opnieuw toewijzen,
het ingangssignaal selecteren, de ingangen nieuwe namen
geven of het uitgangsvolume van elk van de aansluitingen
regelen.
Selecteer Input Select en druk vervolgens op
h.
CD-R
Stereo/Surround
Input Select
Keuzes: TUNER, PHONO, CD, CD-R, MD/TAPE, DVD,
DTV, CBL/SAT, VCR1, DVR/VCR2,
V-AUX, MULTI CH
Manual Setup
Auto Setup
MD/TAPE
DVD
DTV
CBL/SAT
Opmerking
Sommige parameters die hieronder beschreven worden zijn niet
beschikbaar met elke signaalbron, en sommige parameters zijn
alleen beschikbaar bij een specifieke signaalbron.
Signaalbron
Parameter
Volume Trim
Rename
TUNER
PHONO
CD
CD-R
MD/TAPE
DVD
DTV
CBL/SAT
VCR1
DVR/VCR2
I/O Assignment
Audio Select
Decoder Mode
Volume Trim
Rename
Audio Select
Decoder Mode
Volume Trim
Rename
V-AUX
3
Selecteer de gewenste signaalbron (CD, DVD,
enz.) en druk dan op h om de instelfunctie te
openen en de instellingen te wijzigen.
■ Volume Trim (Volume trimmen)
U kunt de niveaus van de signalen die binnenkomen via de
verschillende aansluitingen op elkaar afstellen. Dit is
nuttig wanneer u het volume van de diverse
signaalbronnen op elkaar wilt afstemmen om plotselinge
veranderingen in volume bij het overschakelen tussen
signaalbronnen te voorkomen.
Manual Setup > Input Select > signaalbron (DVD enz.) >
Volume Trim >
Instelbereik: –6,0 dB t/m +6,0 dB
Audio Select
Decoder Mode
Volume Trim
0.0dB
Rename
Volume Trim
Multi CH Assign
MULTI CH
1
Opmerking
Via deze instelling kunt u alleen het volume voor de huidige
signaalbron regelen.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk
vervolgens op GUI TOP op de
afstandsbediening.
Het hoofdscherm (top) zal nu verschijnen.
AMP
GUI TOP
TITLE
SOURCE
BAND
TV
Stereo/Surround
Sound
Input Select
Video
Manual Setup
Basic
Auto Setup
Option
System Memory
Nederlands
73
SYSTEEM OPTIES
■ Rename (Nieuwe naam geven)
Met deze functie kunt u de namen van de
ingangsaansluitingen zoals die op het GUI in-beeld
display en op het display op het voorpaneel verschijnen
veranderen. (In het volgende voorbeeld wordt DVD
gebruikt als broncomponent.)
Input Select > signaalbron (DVD, enz.) > Rename
1
Druk op de ingangskeuzetoets om de
signaalbron waarvan u de naam wilt
veranderen te selecteren.
2
Druk op l / h en verplaats de
_ (onderstreping) naar het teken dat of de
spatie die u wilt veranderen.
Decoder Mode
CAPITAL
Volume Trim
Rename
DVD
OK
RESET
3
Druk op ENTER om het soort teken te
selecteren (CAPITAL/SMALL/FIGURE/MARK).
4
Kies met k / n het teken dat u wilt gebruiken
en ga vervolgens met l / h naar het
volgende teken.
• U kunt maximaal 8 tekens gebruiken voor elke
signaalbron.
• Druk op n om de tekens als volgt te laten
veranderen, of druk op k om deze reeks in
omgekeerde volgorde te doorlopen. Druk op
ENTER om te schakelen tussen de diverse
tekensets:
HOOFDLETTERS A t/m Z, spatie
KLEINE LETTERS a t/m z, spatie
CIJFERS
0 t/m 9, spatie
LEESTEKENS
!, #, %, &, enz.
• Herhaal de stappen 1 t/m 3 als u de namen voor
andere ingangsaansluitingen wilt veranderen.
5
Druk op l / h, selecteer OK en druk
vervolgens op ENTER wanneer u klaar bent.
y
Om de namen voor de signaalbronnen zoals die verschijnen in het
uitleesvenster van de afstandsbediening te veranderen, zie
bladzijde 102.
Opmerking
U kunt alleen de naam van huidige signaalbron veranderen
(behalve voor multikanaals signaalbronnen) via deze instelling.
74
■ I/O Assignment
(Toewijzen van in-/uitgangsaansluitingen)
U kunt de digitale audio in-/uitgangsaansluitingen en
component video-aansluitingen toewijzen aan andere
apparatuur als de begininstellingen van dit toestel niet
overeenkomen met uw wensen. Wijzig de volgende
instellingen om de respectievelijke aansluitingen toe te
wijzen aan andere apparatuur en uiteindelijk meer
componenten te kunnen aansluiten.
Wanneer de aansluitingen opnieuw zijn toegewezen, kunt
u de daarbij behorende component selecteren als
signaalbron met INPUT op het voorpaneel of met de
ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening.
Input Select > signaalbron (DVD enz.) >
I/O Assignment >
Voorbeeld 1:
Toewijzen van de COAXIAL 7 (CD) aansluiting aan de
DVD signaalbron.
1) Selecteer Input Select en selecteer vervolgens DVD.
2) Selecteer I/O Assignment > Coaxial Input en selecteer
vervolgens 7 CD.
Voorbeeld 2:
Wissen van een eerder toegewezen aansluiting.
1) Selecteer Input Select en selecteer vervolgens de
signaalbron (DVD, enz.).
2) Selecteer I/O Assignment en selecteer vervolgens de
toegewezen aansluiting (Coaxial Input, Optical Input,
Optical Output, Component Video, of HDMI).
3) Selecteer NONE en druk vervolgens op ENTER om de
toewijzing ongedaan te maken.
Optical Output
Component Video
I/O Assignment
HDMI
Audio Select
Decoder Mode
Opmerkingen
• U kunt een bepaalde naam maar één keer gebruiken voor een
bepaald soort aansluiting.
• Wanneer u een bepaalde component zowel met de COAXIAL
als met de OPTICAL aansluiting verbindt, zal het via de
COAXIAL aansluiting binnenkomende signaal voorrang
krijgen.
SYSTEEM OPTIES
■ Audio Select (Audio selectie)
■ Decoder Mode (Decoderfunctie)
Dit toestel is uitgerust met allerlei ingangsaansluitingen. U
kunt het gewenste type ingangssignaal als volgt selecteren.
Hiermee kunt u een andere ingangsfunctie inschakelen.
U kunt de opnieuw toegewezen digitale
ingangsaansluitingen (zie bladzijde 74) instellen voor
bepaalde audiosignalen (DTS, enz.).
Input Select > signaalbron (DVD, enz.) > Audio Select >
Keuzes: Auto, HDMI, Coax/Opt, Analog
Input Select > signaalbron (DVD enz.) >
Decoder Mode >
Keuzes: Auto, DTS
I/O Assignment
Audio Select
Auto
Decoder Mode
HDMI
Volume Trim
Coax/Opt
• Kies “Auto” als u binnenkomende signalen in de
volgende volgorde wilt laten selecteren: HDMI
signalen, digitale signalen* en analoge signalen.
• Kies “HDMI” als u alleen HDMI signalen wilt laten
weergeven met dit toestel. Als er geen HDMI signalen
binnenkomen, zal er geen geluid worden weergegeven.
• Kies “Coax/Opt” als u digitale signalen die
binnenkomen via de OPTICAL of COAXIAL
aansluitingen van dit toestel wilt kunnen laten
weergeven. Gebruiken als er ook HDMI signalen
binnenkomen.
• Kies “Analog” als u alleen analoge signalen wilt laten
weergeven met dit toestel. Als er geen analoge signalen
binnenkomen, zal er geen geluid worden weergegeven.
* Wanneer het toestel een Dolby Digital of DTS signaal
detecteert, zal de decoder automatisch overschakelen naar
het bijbehorende geluidsveldprogramma.
y
• U kunt zelf bepalen welke ingangsfunctie standaard zal worden
ingeschakeld wanneer de stroom wordt ingeschakeld
(zie bladzijde 91).
• De DTS functie wordt aanbevolen voor weergave van met DTS
gecodeerde CD’s of LD’s.
Als het digitale uitgangssignaal van de speler op de een of andere
manier bewerkt is, is het misschien niet meer mogelijk het DTS
signaal te decoderen, ook al bestaat er een digitale verbinding
tussen de speler en dit toestel.
Decoder Mode
Auto
Volume Trim
DTS
Rename
• Selecteer “Auto” als dit toestel automatisch het soort
ingangssignaal wilt laten detecteren en de juiste
ingangsfunctie wilt laten selecteren.
• Selecteer “DTS” als u dit toestel DTS als
ingangsfunctie wilt laten gebruiken.
■ Multi CH Assign
(Toewijzen van kanalen bij multikanaals
weergave)
Met deze functie kunt u bepalen waar de signalen voor de
midden-, subwoofer- en surroundkanalen voor
een broncomponent die is aangesloten op de MULTI CH INPUT
aansluitingen naartoe moeten. Als u een ingangssignaal met
8 kanalen van een externe decoder gebruikt, kunt u met deze
functie de aansluitingen kiezen voor de extra voorkanalen.
Input Select > MULTI CH > Multi CH Assign >
Volume Trim
Multi CH Assign
Input Channels
Front Input
Input Channels (Ingangskanalen)
Deze instelling bepaalt het aantal kanalen dat ontvangen
wordt van de externe decoder.
Keuzes: 6ch, 8ch
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Opmerking
I/O Assignment
Audio Select
Opmerking
Als Zone2 Amplifier (bladzijde 89) is ingesteld op “Internal”, zal
er geen geluid worden weergegeven via de surround achterluidsprekers, ook niet als u “8ch” selecteert. Selecteer in dit geval
“6ch” en zet de uitgangsinstelling van de externe decoder ook op
6 kanalen.
75
Nederlands
Front Input (Voor-ingangsaansluitingen)
Als u “8ch” heeft ingesteld als aantal ingangskanalen,
kunt u de analoge aansluitingen selecteren waarop de extra
voorkanalen van de externe decoder zullen binnenkomen.
Keuzes: DVD, DTV, CBL/SAT, VCR1, DVR/VCR2,
V-AUX, CD, CD-R, MD/TAPE
SYSTEEM OPTIES
■ LFE Level
(Niveau lage frequentie effecten)
Manual Setup (Sound)
Via dit menu kunt u de geluidsinstellingen wijzigen.
1
Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk
vervolgens op GUI TOP op de
afstandsbediening.
AMP
GUI TOP
TITLE
SOURCE
Manual Setup > Sound > LFE Level >
Instelbereik: –20,0 t/m 0,0 dB
Instelstap: 1 dB
BAND
TV
2
Deze functie stelt u in staat het volume (uitgangsniveau)
van het LFE (lage frequentie effect) kanaal aan te passen
aan uw subwoofer of hoofdtelefoon. Het LFE kanaal zorgt
voor de weergave van speciale effecten met zeer lage
tonen bij bepaalde passages. Deze instelling treedt alleen
in werking bij weergave wanneer dit toestel Dolby Digital
of DTS signalen decodeert.
Om deze parameters te openen, selecteert u:
Druk op k / n op de afstandsbediening,
selecteer Manual Setup en druk vervolgens
op h.
Speaker
PRESET
PRESET
ENTER
ENTER
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
3
Druk op k / n op de afstandsbediening,
selecteer Sound en druk vervolgens op h.
PRESET
PRESET
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
LFE Level
Dynamic Range
Sound
Parametric EQ
Video
Tone Control
Basic
Audio Option
Selecteer de gewenste parameters en druk
dan op h om de instelfunctie te openen en
de instellingen te wijzigen.
PRESET
ENTER
A/B/C/D/E
76
Speaker
(Luidspreker niveau lage frequentie effecten)
Kies deze mogelijkheid om het LFE niveau bij weergave
via uw luidsprekers in te stellen.
Headphone
(Hoofdtelefoon niveau lage frequentie effecten)
Kies deze mogelijkheid om het LFE niveau bij weergave
via uw hoofdtelefoon in te stellen.
Opmerking
ENTER
ENTER
4
0.0dB
Headphone
Afhankelijk van de instellingen bij LFE Level is het mogelijk dat
sommige signalen niet via de SUBWOOFER aansluiting worden
gereproduceerd.
SYSTEEM OPTIES
■ Dynamic Range (Dynamisch bereik)
Via deze instelling kunt u bepalen hoeveel het dynamisch
bereik moet worden gecomprimeerd voor uw luidsprekers
of uw hoofdtelefoon. Deze instelling treedt alleen in
werking wanneer dit toestel Dolby Digital of DTS
signalen decodeert.
Om deze parameters te openen, selecteert u:
1
Druk k / n en kies Test Tone of de luidspreker
die u wilt instellen.
• Test Tone schakelt te testtoon in of uit wanneer u
de klankkleur van uw luidsprekers op elkaar af wilt
stellen.
• Front L instellen van de klankkleur van de linker
voor-luidspreker.
• Front R instellen van de klankkleur van de rechter
voor-luidspreker.
• Center instellen van de klankkleur van de middenluidspreker.
• Surround L instellen van de klankkleur van de
linker surround-luidspreker.
• Surround R instellen van de klankkleur van de
rechter surround-luidspreker.
• Surround Back L instellen van de klankkleur
van de linker surround achter-luidspreker.
• Surround Back R instellen van de klankkleur
van de rechter surround achter-luidspreker.
• Presence L instellen van de klankkleur van de
linker aanwezigheidsluidspreker.
• Presence R instellen van de klankkleur van de
rechter aanwezigheidsluidspreker.
2
Druk op h om het instelvenster te openen.
Manual Setup > Sound > Dynamic Range >
Keuzes: MAX (maximum), STD (standaard),
MIN (minimum)
Speaker
MAX
Headphone
STD
MIN
Speaker (Luidspreker dynamisch bereik)
Kies deze mogelijkheid om het compressieniveau bij
weergave via uw luidsprekers in te stellen.
Headphone (Hoofdtelefoon dynamisch bereik)
Kies deze mogelijkheid om het compressieniveau bij
weergave via uw hoofdtelefoon in te stellen.
• Selecteer “MAX” om het grootste dynamische bereik
te behouden.
• Selecteer “STD” voor algemeen gebruik.
• Selecteer “MIN” als u regelmatig bij een laag volume
wilt luisteren.
PARAM
Test Tone
RESET
EDIT
EXIT
Band / Gain
Front L
Front R
■ Parametric EQ (Parametrische equalizer)
Center
Met deze functie kunt u de parametrische equalizer voor
elke luidspreker instellen.
Manual Setup > Sound > Parametric EQ >
Druk op l / h, selecteer PARAM en druk
vervolgens op ENTER om een parameter te
kiezen uit Band (band), Freq. (frequentie) of
Q (Q factor).
4
Druk op n, selecteer EDIT en druk
vervolgens op ENTER om het
bewerkingsvenster te openen.
LFE Level
Dynamic Range
Parametric EQ
Test Tone
Tone Control
Front L
Audio Option
Front R
Test Tone
Band
Gain
Freq.
Q
GEAVANCEERDE
BEDIENING
3
#1
0.0dB
125.0Hz
1.000
Front L
Front R
Center
Nederlands
De via PARAM geselecteerde parameter zal
oplichten.
• Druk op l / h om de parameter in te stellen.
• Druk op k / n om de Gain in te stellen.
• Druk op ENTER om het bewerkingsvenster te
sluiten.
77
SYSTEEM OPTIES
5
Herhaal de stappen 3 en 4 tot u tevreden bent
met het resultaat.
y
Als u alle PEQ instellingen voor de geselecteerde
luidspreker terug wilt zetten op de standaardwaarden, kiest u
RESET en drukt u vervolgens op ENTER.
6
Treble (Regeling hoge tonen)
Hiermee kunt u de weergave van de hoge tonen via uw
luidsprekers of hoofdtelefoon regelen.
Keuzes: 2,5kHz, 3,5kHz, 8,0kHz (frequentie)
–6,0dB t/m +6,0dB (versterking),
begininstelling: 0,0dB
Speaker
Freq : 3.5kHz
Gain : 0.0dB
Control
Selecteer EXIT en druk op ENTER om het
instelvenster te sluiten.
y
Bass
Treble
Auto Bypass
• Als u bij stap 3 “Band” heeft geselecteerd, kunt u dit menu als
graphische equalizer gebruiken.
• Voor meer informatie over de parametrische equalizer, zie
bladzijde 77.
■ Tone Control (Toonregeling)
Hiermee kunt u de weergave van de lage en die van de
hoge tonen via uw luidsprekers en uw hoofdtelefoon
regelen.
Manual Setup > Sound > Tone Control >
Keuzes: Control, Bass, Treble, Audio Bypass
+6
+0
-6
Auto Bypass (Automatisch passeren
toonregeling)
Hiermee kunt u het toestel automatisch eventuele
instellingen via Tone Control laten passeren.
Keuzes: Auto, Off
Bass
Treble
Opmerking
Auto Bypass
Tone Control werkt niet wanneer:
– THX (zie bladzijde 65) of PURE DIRECT (zie bladzijde 64)
is geselecteerd.
– MULTI CH INPUT is geselecteerd.
Auto
Off
• Selecteer “Auto” om het toestel automatisch eventuele
Tone Control instellingen te laten negeren.
• Selecteer “Off” om het toestel eventuele Tone Control
instellingen te laten weergeven.
Control (Toonregeling)
Keuzes: Speakers, Headphones
■ Audio Option (Audio opties)
Control
Speakers
Bass
Headphones
Treble
• Selecteer “Speakers” om de weergave van de lage/hoge
tonen via uw luidsprekers te regelen.
• Selecteer “Headphones” om de weergave van de
lage/hoge tonen via uw hoofdtelefoon te regelen.
Bass (Regeling lage tonen)
Hiermee kunt u de weergave van de lage tonen via uw
luidsprekers of hoofdtelefoon regelen.
Keuzes: 125Hz, 350Hz, 500Hz (frequentie)
–6,0dB t/m +6,0dB (versterking),
begininstelling: 0,0dB
Hiermee kunt algemene audio instellingen voor dit toestel
wijzigen.
Manual Setup > Sound > Audio Option >
Keuzes: Muting Type, Audio Delay, Max Volume,
Initial Volume, PR/SB Select
Muting Type (Soort demping)
U kunt zelf bepalen hoeveel het volume verlaagd moet
worden wanneer u deze functie gebruikt.
Keuzes: Full, –20dB
Muting Type
Full
Audio Delay
-20dB
Max Volume
Speaker
Freq : 350Hz
Gain : 0.0dB
Control
Bass
Treble
+6
+0
-6
78
• Selecteer “Full” om de geluidsweergave helemaal te
stoppen.
• Selecteer “–20dB” om het huidige volume met 20 dB
te verlagen.
SYSTEEM OPTIES
Audio Delay (Audio vertraging)
U kunt de geluidsweergave vertragen zodat deze
synchroon loopt met de videobeelden. Dit is soms nodig
bij gebruik van bepaalde LCD monitors of projectoren.
Instelbereik: 0 t/m 240 (ms)
Initial Volume (Beginvolume)
Hiermee kunt u het volumeniveau voor de eerste ruimte
bepalen voor het moment dat dit toestel aan wordt gezet.
Keuzes: Off, –80dB t/m +16,5dB
Instelstap: 0,5 dB
Audio Delay
Muting Type
Audio Delay
Max Volume
0ms
Max Volume
Off
Initial Volume
PR/SB Priority
Initial Volume
Max Volume (Maximum volume)
Hiermee kunt u een maximum volumeniveau instellen
waarboven het uitgangsniveau niet kan uitstijgen. Het
originele volumebereik is bijvoorbeeld –30,0 dB t/m
–80 dB. Als u echter Max Volume instelt op –5 dB, wordt
het effectieve volumebereik als volgt: –5 dB t/m –90 dB.
Instelbereik: –30,0dB t/m –80dB
Instelstap: 5 dB
Muting Type
Audio Delay
Max Volume
-30.0dB
Initial Volume
PR/SB Priority
Opmerkingen
De Max Volume instelling (zie hierboven) heeft voorrang boven
de Initial Volume instelling. Daarom kan Initial Volume niet
worden ingesteld boven een reeds bestaande Max Volume
instelling.
PR/SB Priority (Aanwezigheids-/surround achterluidspreker prioriteit)
De surround-achter en de zogenaamde
aanwezigheidsluidsprekers kunnen niet tegelijkertijd
geluid weergeven. U kunt ervoor kiezen de voorkeur te
geven aan één van beide luidsprekersets bij het afspelen
van materiaal met signalen voor een surround
achterkanaal met de CINEMA DSP
geluidsveldprogramma’s.
Keuzes: Presence, Surround Back
Max Volume
Initial Volume
Presence
PR/SB Priority
Surround Back
• Selecteer “Presence” als u uw
aanwezigheidsluidsprekers wilt gebruiken, ook
wanneer er wel een surround achterkanaal binnenkomt.
De signalen voor het surround achterkanaal zullen
worden weergegeven via de suround-luidsprekers.
• Selecteer “Surround Back” als u uw surround achterluidsprekers wilt gebruiken wanneer er een
surround achterkanaal wordt gedetecteerd door een
CINEMA DSP programma. Eventuele signalen voor
een aanwezigheidskanaal zullen worden weergegeven
via de voor-luidsprekers.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
• Wanneer er een testtoon wordt geproduceerd, zal de
Max Volume instelling automatisch buiten werking worden
gesteld omdat het volumeniveau automatisch op 0 dB wordt
ingesteld, ongeacht de huidige Max Volume instelling.
• De Max Volume instelling heeft voorrang boven de Initial
Volume instelling (zie hieronder). Als bijvoorbeeld het Initial
Volume is ingesteld op 5 dB en vervolgens Max Volume wordt
ingesteld op 3 dB, dan zal het volumeniveau automatisch
worden ingesteld op 3 dB wanneer u de volgende keer dit
toestel aan zet. De Initial Volume instelling zal echter worden
gehandhaafd op 5 dB.
Opmerking
Nederlands
79
SYSTEEM OPTIES
■ Channel Mute (Kanaaldemping)
Hiermee kunt u bepaalde luidsprekerkanelen selecteren
die moeten worden uitgeschakeld.
Manual Setup > Sound > Channel Mute >
Mode (Stand; modus)
Hiermee kunt u de Channel Mute instelling voor elk van
de luidsprekers aan of uit zetten.
Keuzes: Off, On
Manual Setup (Video)
Via dit menu kunt u de video-instellingen wijzigen.
1
Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk
vervolgens op GUI TOP op de
afstandsbediening.
AMP
GUI TOP
Presence R
SOURCE
Subwoofer
TV
TITLE
BAND
Mode
Off
Front L
On
2
Front R
• Selecteer “Off” om de Channel Mute instellingen
buiten werking te stellen.
• Selecteer “On” om de Channel Mute instellingen in
werking te stellen.
Druk op k / n op de afstandsbediening,
selecteer Manual Setup en druk vervolgens
op h.
PRESET
PRESET
ENTER
ENTER
Luidsprekerinstellingen
Keuzes: Mute, Off
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
Subwoofer
Mode
Mute
Front L
Off
3
Druk op k / n op de afstandsbediening,
selecteer Video en druk vervolgens op h.
Front R
• Selecteer “Mute” om de geluidsweergave via het
geselecteerde luidsprekerkanaal uit te schakelen.
• Selecteer “Off” om de geluidsweergave via het
geselecteerde luidsprekerkanaal niet uit te schakelen.
• Front L bepaalt of de geluidsweergave via de linker
voor-luidspreker uitgeschakeld moet worden.
• Front R bepaalt of de geluidsweergave via de rechter
voor-luidspreker uitgeschakeld moet worden.
• Center bepaalt of de geluidsweergave via de middenluidspreker uitgeschakeld moet worden.
• Surround L bepaalt of de geluidsweergave via de linker
surround-luidspreker uitgeschakeld moet worden.
• Surround R bepaalt of de geluidsweergave via de
rechter surround-luidspreker uitgeschakeld moet worden.
• Surround Back L bepaalt of de geluidsweergave via
de linker surround achter-luidspreker uitgeschakeld
moet worden.
• Surround Back R bepaalt of de geluidsweergave via
de rechter surround achter-luidspreker uitgeschakeld
moet worden.
• PRESENCE L bepaalt of de geluidsweergave via de linker
aanwezigheidsluidspreker uitgeschakeld moet worden.
• PRESENCE R bepaalt of de geluidsweergave via de rechter
aanwezigheidsluidspreker uitgeschakeld moet worden.
• Subwoofer bepaalt of de geluidsweergave via de
subwoofer uitgeschakeld moet worden.
80
PRESET
PRESET
Center
ENTER
ENTER
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
Sound
4
Video
Conversion
Basic
Component I/P
Option
HDMI Up-Scaling
Selecteer de gewenste parameters en druk
dan op h om de instelfunctie te openen en
de instellingen te wijzigen.
PRESET
ENTER
A/B/C/D/E
SYSTEEM OPTIES
■ Conversion (Video conversie)
Met deze functie kunt u de geïnterlinieerde/progressieve
videoconversie in- of uitschakelen, alsook de HDMI
opwaardering van analoge videosignalen die
binnenkomen via de composiet video, S-video en
component video-aansluitingen.
Keuzes: Off, On
Off
Conversion
■ Component I/P (Component
geïnterlinieerde/progressieve conversie)
Gebruik deze functie om de analoge I/P conversie van
analoge videosignalen die binnenkomen via de composiet
video, S-video en component video-aanslkuitingen in- of
uit te schakelen zodat de analoge videosignalen waarvan
de interliniëring is verwijderd bij de omzetting van 480i
naar 480p (NTSC) of 576i naar 576p (PAL) worden
geproduceerd via de MONITOR OUT aansluitingen.
Keuzes: Off, On
On
Component I/P
HDMI Up-Scaling
• Selecteer “Off” om de geïnterlinieerde/progressieve
videoconversie alsook de HDMI opwaardering voor
analoge videosignalen uit te schakelen.
• Selecteer “On” om de geïnterlinieerde/progressieve
videoconversie alsook de HDMI opwaardering voor
analoge videosignalen in te schakelen.
y
Voor optimale videoprestaties raadt THX aan Conversion op Off
in te stellen.
Opmerkingen
Component I/P
Off
HDMI Up-Scaling
On
HDMI Aspect
• Selecteer “Off” om analoge I/P conversie van analoge
videosignalen uit te schakelen.
• Selecteer “On” om analoge I/P conversie van analoge
videosignalen uit te schakelen.
Opmerkingen
• Dit menu-item is niet beschikbaar en daarom ook niet zichtbaar op
het in-beeld display (GUI) indien Conversion is ingesteld op Off.
• Als uw beeldscherm niet geschikt is voor analoge videosignalen
met een 480p (NTSC) of 576p (PAL) resolutie, is het mogelijk
dat de systeeminstellingen niet op uw beeldscherm getoond
kunnen worden wanneer Component I/P is ingesteld op On.
■ HDMI Up-Scaling (HDMI opwaardering)
Gebruik deze functie om de HDMI opwaardering van analoge
videosignalen die binnenkomen via de composiet video,
S-video en component video aansluitingen in of uit te
schakelen zodat de opgewaardeerde analoge videosignalen
(480i (NTSC) of 576i (PAL) → 480p (NTSC) of 576p (PAL) /
1080i/720p en 480p (NTSC) of 576p (PAL) → 1080i/720p)
worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting.
Keuzes: Through, 480p (NTSC) of 576p (PAL), 1080i,
720p
Conversion
Component I/P
Through
HDMI Up-Scaling
480p
HDMI Aspect
1080i
Short Message
720p
Opmerking
Dit menu-item is niet beschikbaar en daarom ook niet zichtbaar op
het in-beeld display (GUI) indien Conversion is ingesteld op Off.
81
Nederlands
• Selecteer “Through” om geen analoge videosignalen
op te waarderen.
• Selecteer “480p” (NTSC) of “576p” (PAL), “1080i” of
“720p” om analoge videosignalen op te waarderen naar
een resolutie van 480p (NTSC) of 576p (PAL), 1080i
of 720p.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
• Zelfs wanneer Conversion is ingesteld op On, HDMI worden
digitale signalen niet omgezet naar analoge videosignalen.
• Als Conversion is ingesteld op Off, zullen de Component I/P en
HDMI Up-Scaling functies worden uitgeschakeld.
• De geconverteerde videosignalen worden alleen gereproduceerd
via de MONITOR OUT aansluitingen. Bij het maken van
opnamen moet u tussen de diverse componenten telkens gebruik
maken van dezelfde soorten aansluitingen (composiet of
S-video).
• Bij het omzetten van composiet of S-video signalen van een
videorecorder naar component videosignalen, is het mogelijk,
afhankelijk van de gebruikte videorecorder, dat de
beeldkwaliteit achteruit gaat.
• Het in-beeld display (GUI) wordt grijs weergegeven (niet
beschikbaar) onder de volgende omstandigheden:
– Als Conversion is ingesteld op Off.
– Als de gekozen HDMI Up-Scaling instelling niet ondersteund
wordt door de HDMI component die is aangesloten op de
HDMI OUT aansluiting op het achterpaneel van dit toestel.
– Als de resolutie van de binnenkomende analoge videosignalen
1080i of 720p is.
– Als de gekozen HDMI Up-Scaling instelling lager is dan de
resolutie van de binnenkomende analoge videosignalen.
• Ongewone signalen (bijv. van een spelcomputer e.d.) die
binnenkomen via de composiet video, S-video of component
video-aansluitingen kunnen niet worden omgezet, zelfs niet
wanneer u Conversion heeft ingesteld op On.
• Als er ongewone signalen binnenkomen via de composiet
video, S-video of component video-aansluitingen, is het
mogelijk dat de resulterende beelden abnormaal zullen zijn. In
dergelijke gevallen dient u Conversion in te stellen op Off.
• Ook als Conversion is ingesteld op Off, zal elk videosignaal
worden omgezet om het in-beeld display (GUI) te kunnen
weergeven en de bijbehorende signalen te kunnen reproduceren
via de MONITOR OUT aansluitingen.
Conversion
SYSTEEM OPTIES
■ HDMI Aspect (HDMI beeldverhouding)
■ Position (Positie)
Hiermee kunt u de beeldverhouding voor HDMI bepalen.
Keuzes: Through, 16:9 Normal
Hiermee kunt u de verticale en horizontale positie van het
GUI in-beeld display instellen.
Instelbereik: –5 (naar beneden/links) t/m
+5 (naar boven/rechts)
Component I/P
HDMI Up-Scaling
HDMI Aspect
Short Message
Through
16:9 Normal
HDMI Aspect
/ :+5
+
Position
Position
/ :-5
Short Message
Wall Paper
• Selecteer “Through” als u geen wijzigingen wilt
aanbrengen in de HDMI beeldverhouding.
• Selecteer “16:9 Normal” als u videobeelden met een
HDMI beeldverhouding van 4:3 wilt weergeven op een
beeldscherm met een HDMI beeldverhouding van
16:9. Hierdoor zullen links en rechts op het
beeldscherm zwarte balken worden weergegeven.
Opmerking
Wanneer HDMI Up-Scaling is ingesteld op Through
(zie bladzijde 81), kunt u geen wijzigingen maken voor
HDMI Aspect.
■ Short Message (Beknopte meldfunctie)
Hiermee kunt u bepalen of er korte meldingen over de
toestand van uw systeem gegeven moeten worden op uw
beeldscherm.
Keuzes: Off, On
• Druk op k om het in-beeld display (GUI) hoger in het
beeld plaatsen.
• Druk op n om het in-beeld display (GUI) lager in het
beeld plaatsen.
• Druk op h om het in-beeld display (GUI) meer naar
rechts in het beeld te plaatsen.
• Druk op l om het in-beeld display (GUI) meer naar
links in het beeld te plaatsen.
■ Wall Paper (Achtergrond)
Hiermee kunt u de achtergrond voor het GUI in-beeld
display kiezen.
Keuzes: None, Yes, Gray
Short Message
Position
None
Wall Paper
Yes
HDMI Up-Scaling
Gray
HDMI Aspect
Off
Short Message
On
Position
Wall Paper
• Selecteer “Off” als u geen korte meldingen wilt laten
weergeven.
• Selecteer “On” als u wel korte meldingen wilt laten
weergeven.
• Selecteer “None” om geen achtergrond weer te laten
geven achter het in-beeld display (GUI).
• Selecteer “Yes” om wel een achtergrond weer te laten
geven achter het in-beeld display (GUI).
• Selecteer “Gray” om een grijze achtergrond weer te
laten geven achter het in-beeld display (GUI).
Opmerking
Opmerkingen
• Het is mogelijk dat de korte meldingen niet correct worden
weergegeven, mede afhankelijk van het soort ingangssignaal en
het gebruikte beeldscherm.
• Als Conversion is ingesteld op Off, zullen de korte meldingen
niet worden weergegeven, ook al heeft u On ingesteld.
82
Als Video Conv. is ingesteld op “Off”, zal er geen achtergrond
worden weergegeven, ook al heeft u “Yes” ingesteld.
SYSTEEM OPTIES
■ Test Tone (Testtoon)
Manual Setup (Basic)
Via dit menu kunt u basis systeeminstellingen wijzigen.
1
Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk
vervolgens op GUI TOP op de
afstandsbediening.
Aan of uit zetten van de testtoon voor de luidspreker,
luidspreker-afstand en luidspreker-niveau instellingen.
Manual Setup > Basic > Test Tone >
Keuzes: Off, On
AMP
GUI TOP
BAND
TV
2
Test Tone
Off
Speaker Set
On
TITLE
SOURCE
Speaker Distance
Druk op k / n op de afstandsbediening, selecteer
Manual Setup en druk vervolgens op h.
PRESET
PRESET
Als u een handzame SPL meter gebruikt, houd deze dan met
uitgestrekte arm vast en richt de meter naar boven zodat deze zich
op de luisterplek bevindt. Met de meter op de 70 dB schaal en op
C SLOW kunt u nu alle luidsprekers afstellen op 75 dB.
Opmerking
ENTER
ENTER
y
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
Er zullen luide testtonen worden geproduceerd wanneer u “On”
kiest. Zorg er in dit geval voor dat er geen kinderen in de
luisterruimte zijn.
3
Druk op k / n op de afstandsbediening,
selecteer Basic en druk vervolgens op h.
PRESET
PRESET
ENTER
ENTER
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
■ Speaker Set (Luidspreker instellingen)
Via dit menu kunt u met de hand de luidsprekerinstellingen wijzigen.
Manual Setup > Basic > Speaker Set >
Keuzes: Front, Center, Surround, Surround Back,
Presence, Bass Out, Bass Cross Over,
SWFR Phase
Bass Cross Over
Sound
SWFR Phase
Test Tone
Speaker Set
Front
Basic
Speaker Set
Speaker Distance
Center
Option
Speaker Distance
Speaker Level
Surround
Speaker Level
y
4
Selecteer de gewenste parameters en druk
dan op h om de instelfunctie te openen en
de instellingen te wijzigen.
Als u niet tevreden bent met de door uw luidsprekers
geproduceerde lage tonen, kunt u deze instellingen aanpassen aan
uw voorkeuren.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Test Tone
Video
Opmerking
PRESET
Zet eventuele THX luidsprekers op Small.
ENTER
A/B/C/D/E
y
Nederlands
• De meeste parameters in het basismenu worden automatisch
ingesteld wanneer u de AUTO SETUP laat doen. U kunt het
basismenu gebruiken om verdere aanpassingen te verrichten,
maar we raden u toch aan eerst de AUTO SETUP te laten doen.
• U kunt deze paramaters terugzetten met de AUTO SETUP
procedure (zie bladzijde 32).
83
SYSTEEM OPTIES
Front (Voor-luidsprekers)
Keuzes: Large, Small
Large
Front
Small
Center
Surround
• Selecteer “Large” als u grote voor-luidsprekers heeft.
Het toestel zal zo het hele toonbereik van de linker en
rechter voorkanalen naar de linker en rechter voorluidsprekers sturen.
• Selecteer “Small” als u kleine voor-luidsprekers heeft.
Het toestel zal nu de lage tonen uit het voorkanaal naar
de luidsprekers sturen die u heeft geselecteerd met
Bass Out.
Center (Midden-luidspreker)
Keuzes: Large, Small, None
• Selecteer “Large” als u grote linker en rechter
surround-luidsprekers heeft, of als er een achtersubwoofer is aangesloten op uw surround-luidsprekers.
Het hele toonbereik van het surroundkanaal zal naar de
linker en rechter surround-luidsprekers worden
gestuurd.
• Selecteer “Small” als u kleine linker en rechter
surround-luidsprekers heeft. Het toestel zal nu de lage
tonen uit het surroundkanaal naar de luidsprekers
sturen die u heeft geselecteerd met Bass Out.
• Selecteer “None” als u geen surround-luidsprekers
heeft. Hiermee zet u het toestel in de Virtual CINEMA
DSP stand (zie bladzijde 44) en zal de instelling voor
de surround achter-luidspreker (Surround Back)
automatisch op “None” worden ingesteld.
Surround Back
(Linker/rechter surround achter-luidsprekers)
Keuzes: Large x2, Small x2, Large x1, Small x1, None
Center
Surround
Large x2
Surround Back
Small x2
Front
Large
Presence
Large x1
Center
Small
Bass Out
Small x1
Surround
None
Surround Back
• Selecteer “Large” als u een grote midden-luidspreker
heeft. Het toestel zal zo het hele toonbereik van het
middenkanaal naar de midden-luidspreker sturen.
• Selecteer “Small” als u een kleine midden-luidspreker
heeft. Het toestel zal nu de lage tonen uit het
middenkanaal naar de luidsprekers sturen die u heeft
geselecteerd met Bass Out.
• Selecteer “None” als u geen midden-luidspreker heeft.
Het toestel zal in dat geval alle signalen voor de
midden-luidspreker naar de linker en rechter voorluidsprekers sturen.
Surround (Linker/rechter surround-luidsprekers)
Keuzes: Large, Small, None
Front
Center
Large
Surround
Small
Surround Back
None
• Selecteer “Large x2” als u twee grote surround achterluidsprekers heeft. Het toestel zal zo het hele
toonbereik van het surround achterkanaal naar de
surround achter-luidsprekers sturen.
• Selecteer “Small x2” als u twee kleine surround achterluidsprekers heeft. Het toestel zal nu de lage tonen uit
de surround-achterkanalen naar de luidsprekers sturen
die u heeft geselecteerd met Bass Out.
• Selecteer “Large x1” als u één grote surround achterluidspreker heeft. Het toestel zal zo het hele toonbereik
van het surround-achterkanaal naar de linker surround
achter-luidspreker sturen.
• Selecteer “Small x1” als u één kleine surround achterluidspreker heeft. Het toestel zal nu de lage tonen uit
het surround-achterkanaal naar de luidsprekers sturen
die u heeft geselecteerd met Bass Out en de rest van het
signaal zal naar de linker surround achter-luidspreker
worden gestuurd.
• Selecteer “None” als u geen surround achterluidspreker heeft. Het toestel zal in dat geval alle
signalen voor het surround achterkanaal naar de linker
en rechter surround-luidsprekers sturen.
Presence
Opmerking
Als u “Large x1” of “Small x1” selecteert, dient u een luidspreker
aan te sluiten op de SURROUND BACK (SINGLE) luidsprekeraansluitingen.
84
SYSTEEM OPTIES
Presence (Aanwezigheidsluidsprekers)
Keuzes: Yes, None
Surround
Surround Back
Presence
Yes
Bass Out
None
Bass Cross Over (Lage tonen crossover)
Met deze functie kunt u de crossover (afsnij) frequentie
instellen voor alle lage tonen. Alle frequenties beneden de
ingestelde frequentie zullen naar de subwoofer worden
gedirigeerd.
Keuzes: 40Hz, 60Hz, 80Hz (THX), 90Hz, 100Hz, 110Hz,
120Hz, 160Hz, 200Hz
THX aanbeveling: 80Hz (THX)
Bass Cross Over
• Selecteer “Yes” als u zogenaamde
aanwezigheidsluidsprekers heeft.
• Selecteer “None” als u geen
aanwezigheidsluidsprekers heeft. Het toestel zal in dat
geval alle signalen voor de aanwezigheidskanalen naar
de linker en rechter voor-luidsprekers sturen.
Opmerking
Wanneer Zone2 Amplifier is ingesteld op “INT:Sur.” of
“INT:BOTH” (zie bladzijde 89), zal Presence automatisch
worden ingesteld op “None”.
Bass Out (Weergave lage tonen)
LFE signalen geven zeer lage tonen en effecten weer
wanneer dit toestel Dolby Digital of DTS signalen
decodeert. Deze zeer lage tonen kunnen naar de beide
voor-luidsprekers worden gedirigeerd, en naar een
subwoofer (die zowel gebruikt kan worden bij
stereoweergave, als bij weergave met
geluidsveldprogramma’s).
Keuzes: Both, SWFR, Front
THX aanbeveling: SWFR
Surround Back
Both
SWFR
Bass Cross Over
Front
SWFR Phase
Opmerkingen
60Hz
Bass Cross Over
80Hz (THX)
SWFR Phase
90Hz
100Hz
SWFR Phase (Subwoofer fase)
Als de lage tonen niet goed of niet duidelijk klinken, kunt
u met deze functie de fasekarakteristieken van uw
subwoofer aanpassen.
Keuzes: Normal, Reverse
Bass Out
Bass Cross Over
SWFR Phase
Normal
Reverse
• Selecteer “Normal” om de fase voor uw subwoofer(s)
niet om te keren.
• Selecteer “Reverse” om de fase voor uw subwoofer(s)
wel om te keren.
■ Speaker Distance (Luidspreker afstand)
Met deze functie kunt u met de hand de afstand van elke
luidspreker tot de luisterplek invoeren en zo de vertraging
voor het bijbehorende kanaal instellen. In het ideale geval
zouden alle luidsprekers op dezelfde afstand van de
luisterplek moeten staan. Maar in de meeste gevallen is dat
praktisch gezien niet mogelijk. Daarom moet de weergave
van elke luidspreker een bepaalde fractie van een seconde
vertraagd worden, zodat het geluid van alle luidsprekers
op hetzelfde moment op de luisterplek arriveert.
Manual Setup > Basic > Speaker Distance >
Test Tone
Subwoofer
Speaker Set
Unit
Speaker Distance
Front L
Speaker Level
Front R
THX Set
Center
Nederlands
• Selecteer “Both” om LFE signalen naar de subwoofer
te sturen. Lage tonen in de voorkanalen worden zowel
naar de subwoofer als naar de L/R voor-luidsprekers
gestuurd, terwijl alle andere lage tonen worden
verwerkt in overeenstemming met de betreffende
luidsprekerinstellingen.
• Selecteer “SWFR” als u een subwoofer heeft
aangesloten. Het toestel stuurt alle LFE signalen en
lage tonen naar de met de andere
luidsprekerinstellingen bepaalde luidsprekers.
• Selecteer “Front” als u geen subwoofer heeft
aangesloten. Het toestel stuurt alle lage tonen en LFE
signalen naar de voor-luidsprekers (ook als u Front had
ingesteld op Small via Speaker Set).
40Hz
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Presence
Bass Out
Presence
Bass Out
85
SYSTEEM OPTIES
Luidspreker afstanden
Instelbereik: 0,3 t/m 24,00 m (1,0 t/m 80,0 ft)
Begininstelling: 3,00 m (10,0 ft)
Instelstap: 0,1 m (0,5 ft)
• Front L instellen van de afstand van de linker
voor-luidspreker.
• Front R instellen van de afstand van de rechter
voor-luidspreker.
• Center instellen van de afstand van de middenluidspreker.
• Surround L instellen van de afstand van de linker
surround-luidspreker.
• Surround R instellen van de afstand van de rechter
surround-luidspreker.
• Surround Back L instellen van de afstand van de
linker surround achter-luidspreker.
• Surround Back R instellen van de afstand van de
rechter surround achter-luidspreker.
• Presence L instellen van de afstand van de linker
aanwezigheidsluidspreker.
• Presence R instellen van de afstand van de rechter
aanwezigheidsluidspreker.
• Subwoofer instellen van de afstand van de
subwoofer.
Opmerkingen
• U kunt de afstand niet instellen voor luidsprekers die zijn
ingesteld op “None” via Speaker Set.
• Als u slechts één surround achter-luidspreker gebruikt, dient u
deze aan te sluiten op de SURROUND BACK (SINGLE)
aansluiting en dient u de afstand in te stellen met Surround
Back L.
Unit (Eenheid)
Keuzes: Meter (m), Feet (ft)
Begininstelling: Feet (Modellen voor de V.S. en Canada)
Meter (Overige modellen)
• Selecteer “Meter” om de afstanden van de luidsprekers
in meters in te kunnen voeren.
• Selecteer “Feet” om de afstanden van de luidsprekers
in voeten (feet) in te kunnen voeren.
■ Speaker Level (Luidsprekerniveau)
Deze instellingen stellen u in staat met de hand de balans
te bepalen tussen het volume (luidsprekerniveau) van de
linker voor-luidspreker en elk van de bij Speaker Set (zie
bladzijde 83) geselecteerde luidsprekers.
Manual Setup > Basic > Speaker Level
Speaker Set
Presence R
Speaker Distance
Subwoofer
Speaker Level
Front L
THX Set
Front R
Center
Instelbereik: –10,0 dB t/m +10,0 dB
Begininstelling: 0,0 dB
Instelstap: 0,5 dB
• Front L instellen van de balans van de linker voorluidspreker.
• Front R instellen van de balans van de rechter voorluidspreker.
• Center instellen van de balans van de middenluidspreker.
• Surround L instellen van de balans van de linker
surround-luidspreker.
• Surround R instellen van de balans van de rechter
surround-luidspreker.
• Surround Back L instellen van de balans van de
linker surround achter-luidspreker.
• Surround Back R instellen van de balans van de
rechter surround achter-luidspreker.
• Presence L instellen van de balans voor de linker
aanwezigheidsluidspreker.
• Presence R instellen van de balans voor de rechter
aanwezigheidsluidspreker.
• Subwoofer instellen van de balans van de subwoofer.
y
Om de correcte THX referentieniveaus in te kunnen stellen, dient
u de Test Tone te gebruiken (zie bladzijde 83).
Opmerkingen
Presence R
Subwoofer
Unit
Meter
Front L
Feet
Front R
86
• U kunt het niveau niet instellen voor kanalen die zijn ingesteld
op “None” via Speaker Set.
• Als u slechts één surround achter-luidspreker gebruikt, dient u
deze aan te sluiten op de SURROUND BACK (SINGLE)
aansluiting en dient u de balans in te stellen met
Surround Back L.
SYSTEEM OPTIES
■ THX Set (THX instellingen)
Hiermee kunt u handmatig de THX instellingen wijzigen.
Manual Setup > Basic > THX Set >
Speaker Distance
Dimmer
Speaker Level
Speaker B
THX Set
SB Speaker Dist.
Information
Output
Input Mode
Zone 3 Volume
Manual Setup (Option)
Via dit menu kunt u de optionele systeeminstellingen
wijzigen.
1
Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk
vervolgens op GUI TOP op de
afstandsbediening.
AMP
GUI TOP
TITLE
SOURCE
BAND
SB Speaker Dist. (Afstand surround achterluidspreker)
Hiermee kunt u het surround geluidsveld optimaliseren
wanneer u de surround achter-luidsprekers uit elkaar moet
plaatsen.
Keuzes:
Modellen voor de V.S. en Canada:
under 1ft, 1 – 4ft, over 4ft
Overige modellen: under 0.3m, 0.3 – 1.2m, over 1.2m
TV
2
Druk op k / n op de afstandsbediening,
selecteer Manual Setup en druk vervolgens
op h.
PRESET
PRESET
ENTER
ENTER
Input Assign
Dimmer
Support Audio
under 0.3m
SB Speaker Dist.
0.3-1.2m
Information
over 1.2m
Input Mode
Zone 3 Volume
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
3
PRESET
PRESET
ENTER
ENTER
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
Video
Dimmer
Basic
Multi Zone
Option
Sur.Initialize
GEAVANCEERDE
BEDIENING
• Selecteer “under 0.3m” of “under 1ft” als de afstand
tussen de twee surround achter-luidsprekers minder is
dan 0,3 m (1 ft).
• Selecteer “0.3 – 1.2m” of “1 – 4ft” als de afstand
tussen de twee surround achter-luidsprekers tussen de
0,3 en de 1,2 m (1 t/m 4 ft) is.
• Selecteer “over 1.2m” of “over 4ft” als de afstand
tussen de twee surround achter-luidsprekers meer is
dan 1,2 m (4 ft).
Druk op k / n op de afstandsbediening,
selecteer Option en druk vervolgens op h.
Audio Select
Decoder Mode
4
Selecteer de gewenste parameters en druk
dan op h om de instelfunctie te openen en
de instellingen te wijzigen.
PRESET
Nederlands
ENTER
A/B/C/D/E
87
SYSTEEM OPTIES
5
Druk op ENTER op de afstandsbediening
wanneer u klaar bent met het wijzigen van de
instellingen.
Speaker B (Luidsprekerset B)
Hiermee kunt u bepalen waar de voor-luidsprekers die zijn
aangesloten op SPEAKERS B zich bevinden.
Keuzes: Main, Zone B
PRESET
ENTER
A/B/C/D/E
Speaker B
Main
Zone2 Amplifier
Zone B
Zone3 Amplifier
■ Dimmer (Dimmer)
Hiermee kunt u de helderheid van het display op het
voorpaneel instellen.
Manual Setup > Option > Dimmer >
Instelbereik: –4 t/m 0
0
Dimmer
Multi Zone
Sur.Initialize
• Selecteer “Main” om de SPEAKERS A set en B aan/uit
te zetten wanneer de met de SPEAKERS B
aansluitingen verbonden luidsprekers zich in uw
luisterruimte bevinden.
• Selecteer “Zone B” als de met de SPEAKERS B
aansluitingen verbonden luidsprekers zich in een
andere ruimte bevinden. Als SPEAKERS A wordt
uitgeschakeld en SPEAKERS B wordt ingeschakeld,
zullen alle luidsprekers in de eerste ruimte, inclusief de
subwoofer, worden uitgeschakeld en zal er alleen via
de SPEAKERS B geluid worden weergegeven.
Opmerkingen
■ Multi Zone (Multi zone)
Gebruik deze functie om de Zone 2 en Zone 3 instellingen
aan te passen.
Manual Setup > Option > Multi Zone >
Keuzes: Speaker B, Zone2 Amplifier, Zone3 Amplifier,
Zone2 Volume, Zone3 Volume, Zone2 OSD
88
Dimmer
Speaker B
Multi Zone
Zone2 Amplifier
Sur.Initialize
Zone3 Amplifier
Audio Select
Zone2 Volume
• Als u “Zone B” selecteert en een hoofdtelefoon in de PHONES
aansluiting op dit toestel doet, zal het geluid worden
weergegeven via de zowel de hoofdtelefoon als via
SPEAKERS B.
• Wanneer er een DSP programma is geselecteerd zal het toestel
automatisch de Virtual CINEMA DSP functie inschakelen.
SYSTEEM OPTIES
Zone2 Amplifier (Zone 2 versterker)
U kunt instellen hoe de Zone 2 luidsprekers versterkt
moeten worden.
Keuzes: EXT, INT:Sur., INT:PRNS, INT:BOTH
Zone3 Amplifier (Zone 3 versterker)
U kunt instellen hoe de Zone 3 luidsprekers versterkt
moeten worden.
Keuzes: EXT, INT:Sur., INT:PRNS, INT:BOTH
Speaker B
Speaker B
Zone2 Amplifier
Zone2 Amplifier
EXT
Zone3 Amplifier
EXT
Zone3 Amplifier
INT:Sur.
Zone2 Volume
INT:Sur.
Zone2 Volume
INT:PRNS
Zone3 Volume
INT:PRNS
Opmerkingen
Opmerkingen
• Als BI-AMP is ingesteld op ON via het ADVANCED SETUP
menu (zie bladzijde 95), zal er geen geluid worden
weergegeven via de geselecteerde luidspreker-aansluitingen
alhoewel INT:Sur., INT:PRNS en INT:BOTH kunnen worden
geselecteerd in het GUI menu.
• Zone 2 en Zone 3 kunnen niet tegelijk gebruik maken van
dezelfde versterker. Als bijvoorbeeld INT:BOTH is ingesteld
voor Zone2 Amplifier, kan alleen EXT worden geselecteerd
voor Zone3 Amplifier, en vice versa.
• De Intelligent Power AMP Assign functie van dit toestel zal in
de volgende gevallen in werking treden, zodat de surround- en
surround achter-versterkers van dit toestel automatisch worden
toegewezen aan de eerste ruimte voor gebruik van de surround
achter-luidsprekers die zijn aangesloten op de SURROUND
BACK luidspreker-aansluitingen in het 7.1-kanaals systeem.
– Wanneer Zone2 Amplifier en Zone3 Amplifier ingesteld zijn op
respectievelijk INT:PRNS en EXT en Zone 2 is uitgeschakeld
– Wanneer Zone2 Amplifier en Zone3 Amplifier ingesteld zijn op
respectievelijk EXT en INT:PRNS en Zone 3 is uitgeschakeld
• Als Zone2 Amplifier of Zone3 Amplifier is ingesteld op
INT:Sur. of INT:BOTH, zullen Surround (zie bladzijde 84),
Surround Back (zie bladzijde 84) en Presence (zie bladzijde 85)
bij Speaker Set allemaal automatisch op None worden
ingesteld. Als resultaat hiervan wordt het luidsprekersysteem in
de eerste ruimte beperkt tot 3.1 of 2.1-kanaals weergave
ongeacht of Zone 2 of Zone 3 uit staat omdat de
SURROUND/ZONE 2(3) luidspreker-aansluitingen worden
gebruikt voor de aansluitingen voor die zone.
• Als BI-AMP is ingesteld op ON via het ADVANCED SETUP
menu (zie bladzijde 95), zal er geen geluid worden
weergegeven via de geselecteerde luidspreker-aansluitingen
alhoewel INT:Sur., INT:PRNS en INT:BOTH kunnen worden
geselecteerd in het GUI menu.
• Zone 2 en Zone 3 kunnen niet tegelijk gebruik maken van
dezelfde versterker. Als bijvoorbeeld INT:BOTH is ingesteld
voor Zone2 Amplifier, kan alleen EXT worden geselecteerd
voor Zone3 Amplifier, en vice versa.
• De Intelligent Power AMP Assign functie van dit toestel zal in
de volgende gevallen in werking treden, zodat de surround- en
surround achter-versterkers van dit toestel automatisch worden
toegewezen aan de eerste ruimte voor gebruik van de surround
achter-luidsprekers die zijn aangesloten op de SURROUND
BACK luidspreker-aansluitingen in het 7.1-kanaals systeem.
– Wanneer Zone2 Amplifier en Zone3 Amplifier ingesteld zijn op
respectievelijk INT:PRNS en EXT en Zone 2 is uitgeschakeld
– Wanneer Zone2 Amplifier en Zone3 Amplifier ingesteld zijn op
respectievelijk EXT en INT:PRNS en Zone 3 is uitgeschakeld
• Als Zone2 Amplifier of Zone3 Amplifier is ingesteld op
INT:Sur. of INT:BOTH, zullen Surround (zie bladzijde 84),
Surround Back (zie bladzijde 84) en Presence (zie bladzijde 85)
bij Speaker Set allemaal automatisch op None worden
ingesteld. Als resultaat hiervan wordt het luidsprekersysteem in
de eerste ruimte beperkt tot 3.1 of 2.1-kanaals weergave
ongeacht of Zone 2 of Zone 3 uit staat omdat de
SURROUND/ZONE 2(3) luidspreker-aansluitingen worden
gebruikt voor de aansluitingen voor die zone.
89
Nederlands
• Selecteer “EXT” als u uw Zone 3 luidsprekers
wilt aansluiten op een externe versterker via de ZONE 2
OUTPUT aansluitingen op het achterpaneel van dit toestel.
• Selecteer “INT:Sur.” om de ingebouwde
surroundversterker van dit toestel te gebruiken als u uw
Zone 3 luidsprekers rechtstreeks wilt aansluiten op de
PRESENCE/ZONE 2(3) luidspreker-aansluitingen op
het achterpaneel van dit toestel.
• Selecteer “INT:PRNS” om de ingebouwde surround
achter-versterker van dit toestel te gebruiken als u uw
Zone 3 luidsprekers rechtstreeks wilt aansluiten op de
PRESENCE/ZONE 2(3) luidspreker-aansluitingen op
het achterpaneel van dit toestel.
• Selecteer “INT:BOTH” om de ingebouwde surrounden surround achter-versterkers van dit toestel te
gebruiken als u uw Zone 3 luidsprekers rechtstreeks
wilt aansluiten op zowel de PRESENCE/ZONE 2(3)
als de SURROUND/ZONE 2(3) luidsprekeraansluitingen op het achterpaneel van dit toestel.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
• Selecteer “EXT” als u uw Zone 2 luidsprekers wilt
aansluiten op een externe versterker via de ZONE 2
OUTPUT aansluitingen op het achterpaneel van dit toestel.
• Selecteer “INT:Sur.” om de ingebouwde
surroundversterker van dit toestel te gebruiken als u uw
Zone 2 luidsprekers rechtstreeks wilt aansluiten op de
PRESENCE/ZONE 2(3) luidspreker-aansluitingen op
het achterpaneel van dit toestel.
• Selecteer “INT:PRNS” om de ingebouwde surround
achter-versterker van dit toestel te gebruiken als u uw
Zone 2 luidsprekers rechtstreeks wilt aansluiten op de
PRESENCE/ZONE 2(3) luidspreker-aansluitingen op
het achterpaneel van dit toestel.
• Selecteer “INT:BOTH” om de ingebouwde surrounden surround achter-versterkers van dit toestel te
gebruiken als u uw Zone 2 luidsprekers rechtstreeks
wilt aansluiten op zowel de PRESENCE/ZONE 2(3)
als de SURROUND/ZONE 2(3) luidsprekeraansluitingen op het achterpaneel van dit toestel.
SYSTEEM OPTIES
Zone2 Volume (Zone 2 volume)
Hiermee kunt u bepalen hoe de volumeregeling zal
werken met betrekking tot de ZONE 2 OUTPUT
aansluitingen. Wanneer de versterker voor Zone 2 is
ingesteld op “Internal”, zal deze functie automatisch
worden ingesteld op “Variable”.
Keuzes: Fixed, Variable
Zone2 Amplifier
Zone3 Amplifier
Fixed
Zone2 Volume
Variable
Zone2 OSD (Zone 2 in-beeld display)
Met deze functie kunt u de bedieningsinformatie voor
Zone 2 en Zone 3 laten weergeven op het Zone 2
beeldscherm dat is aangesloten op de ZONE 2 VIDEO
aansluitingen op het achterpaneel van dit toestel. De
informatie voor Zone 2 en Zone 3 zal als volgt worden
getoond:
• De signaalbron voor Zone 2 en Zone 3
• Het volumeniveau voor Zone 2 en Zone 3
• Of de geluidsweergave tijdelijk is uitgeschakeld (Mute)
voor Zone 2 en Zone 3
• De instellingen voor de toonkleur in Zone 2 en Zone 3
Keuzes: Off, Zone2, Zone2&Zone3
Zone3 Volume
Zone2 OSD
• Kies “Fixed” om het ZONE 2 OUTPUT volumeniveau
vast te zetten op een standaard niveau.
• Kies “Variable” om het ZONE 2 OUTPUT volume
tegelijkertijd met VOL +/– op de afstandsbediening te
kunnen regelen.
Zone3 Volume (Zone 3 volume)
Hiermee kunt u bepalen hoe de volumeregeling zal
werken met betrekking tot de ZONE 3 OUTPUT
aansluitingen.
Keuzes: Fixed, Variable
Zone3 Amplifier
Zone2 Volume
Fixed
Zone3 Volume
Variable
Zone2 OSD
• Kies “Fixed” om het ZONE 3 OUTPUT volumeniveau
vast te zetten op een standaard niveau.
• Kies “Variable” om het ZONE 3 OUTPUT volume
tegelijkertijd met VOL +/– op de afstandsbediening te
kunnen regelen.
90
Zone2 Volume
Zone3 Volume
Zone2 OSD
Off
Zone2
Zone2&Zone3
• Selecteer “Off” om geen bedieningsinformatie voor
Zone 2 en Zone 3 te laten weergeven op het Zone 2
beeldscherm.
• Selecteer “Zone2” om alleen de bedieningsinformatie
voor Zone 2 te laten weergeven op het Zone 2
beeldscherm.
• Selecteer “Zone2&Zone3” om de bedieningsinformatie
voor zowel Zone 2 als Zone 3 te laten weergeven op het
Zone 2 beeldscherm.
Opmerkingen
• Als Zone2 OSD is ingesteld op Zone2&Zone3, zullen
wijzigingen in de bedieningstoestand voor Zone 3 worden
weergegeven op het Zone 2 beeldscherm. Als bijvoorbeeld de
signaalbron voor Zone 3 wordt veranderd terwijl u in Zone 2
naar de tv kijkt, zal de naam van de nieuwe signaalbron voor
Zone 3 worden weergegeven op uw tv in Zone 2.
• Als Zone2 OSD is ingesteld op Zone2&Zone3, zal de
weergegeven informatie voor Zone 2 en Zone 3 afhangen van
het feit of Zone 2 en Zone 3 zijn ingeschakeld met
ZONE 2 ON/OFF en ZONE 3 ON/OFF op het voorpaneel (zie
bladzijde 109).
– Als zowel Zone 2 als Zone 3 zijn ingeschakeld, zullen de
videosignalen van de huidige signaalbron voor Zone 2 en het
correponderende in-beeld display worden weergegeven op het
Zone 2 beeldscherm.
– Als Zone 2 is uitgeschakeld en Zone 3 is ingeschakeld, zal
alleen het corresponderende in-beeld display worden
weergegeven op een grijze achtergrond, ongeacht de
REC OUT/ZONE 2 status op het voorpaneel.
– Als Zone 2 is ingeschakeld en Zone 3 is uitgeschakeld, zullen
de videosignalen van de huidige signaalbron voor Zone 2 en
het corresponderende in-beeld display worden weergegeven
op het Zone 2 beeldscherm.
– Als zowel Zone 2 als Zone 3 is uitgeschakeld, zullen er geen
videosignalen of in-beeld displays worden weergegeven op
het Zone 2 beeldscherm.
SYSTEEM OPTIES
■ Sur.Initialize (Surround initialiseren)
■ Decoder Mode (Decoderfunctie)
Hiermee kunt u de instellingen voor alle
geluidsveldprogramma’s in een
geluidsveldprogrammagroep tegelijk initialiseren.
Wanneer u een geluidsveldprogrammagroep initialiseert,
zullen alle gewijzigde instellingen voor de programma’s in
die groep worden teruggezet op hun beginwaarden.
Gewijzigde instellingen voor geluidsveldparameters
worden blauw aangegeven.
U kunt bepalen welke decoder door dit toestel wordt
gebruikt.
Manual Setup > Option > Sur.Initialize
Keuzes: STEREO, MUSIC, ENTERTAINMENT,
MOVIE THEATER, SURROUND, All
Dimmer
STEREO
Multi Zone
MUSIC
ENTERTAINMENT
Sur.Initialize
MOVIE THEATER
Audio Select
SURROUND
Decoder Mode
All
• Druk net zo vaak op k / n tot u het
geluidsveldprogramma geselecteerd heeft dat u wilt
initialiseren en druk dan op ENTER.
• Selecteer “All” om alle geluidsveldparameters terug te
zetten op hun beginwaarden.
Manual Setup > Option > Decoder Mode
Keuzes: Auto, Last
Sur. Initialize
Audio Select
Decoder Mode
Auto
Memory Guard
Last
HDMI Set
• Selecteer “Auto” als u dit toestel automatisch het soort
ingangssignaal wilt laten detecteren en de juiste
decoder wilt laten selecteren.
• Kies “Last” om het toestel automatisch de decoder in te
laten schakelen die het laatst met de aangesloten
signaalbron gebruikt is.
■ Memory Guard (Geheugenbeveiliging)
Met deze functie kunt u voorkomen dat de DSP
programma instellingen en andere systeeminstellinge per
abuis gewijzigd worden.
Manual Setup > Option > Memory Guard
Keuzes: Off, On
Opmerking
Er kunnen geen geluidsveldprogramma’s worden geïnitialiseerd
wanneer u Memory Guard heeft ingesteld op “On”
(zie bladzijde 91).
■ Audio Select (Audio selectie)
Manual Setup > Option > Audio Select
Keuzes: Auto, Last
Decoder Mode
Memory Guard
Off
HDMI Set
On
Selecteer “On” om het volgende te beveiligen:
• DSP programma instellingen
• Alle menu-items behalve Memory Guard en System
Memory – Load.
Opmerking
Multi Zone
Sur.Initialize
Audio Select
Auto
Decoder Mode
Last
In het algemeen wordt de bediening via het voorpaneel of de
afstandsbediening niet beïnvloed wanneer Memory Guard is
ingesteld op “On”. U kunt echter niet meer de toonregeling via
Tone Control gebruiken.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Gebruik deze functie om de standaard ingangsfunctie te
bepalen die wordt ingesteld wanneer het toestel aan wordt
gezet en er een signaalbron (zoals een DVD-speler) is
aangesloten op de DIGITAL INPUT aansluitingen van dit
toestel.
Audio Select
Memory Guard
Nederlands
• Selecteer “Auto” als dit toestel automatisch het soort
ingangssignaal wilt laten detecteren en de juiste
ingangsfunctie wilt laten selecteren.
• Kies “Last” om het toestel automatisch de
ingangsfunctie in te laten schakelen die het laatst met
de aangesloten signaalbron gebruikt is.
Opmerking
Bij “Last” zal niet de laatst gebruikte instelling voor de
EXTD SUR. toets worden opgeroepen.
91
SYSTEEM OPTIES
■ HDMI Set (HDMI instellingen)
Hiermee kunt u de door HDMI ondersteunde audio
instellen.
Decoder Mode
Memory Guard
HDMI Set
Support Audio
Support Audio (Audio ondersteuning)
Gebruik deze functie om te kiezen of u HDMI
audiosignalen wilt laten weergeven via dit toestel zelf of
via een andere HDMI component die is verbonden met de
HDMI OUT aansluiting op het achterpaneel van dit
toestel.
Keuzes: RX-V2600, Other
System Memory
Met deze functie kunt u maximaal zes van uw favoriete
instellingen opslaan zodat u ze later makkelijk weer op
kunt roepen. U kunt instellingen als de volgende opslaan:
• Geluidsveldprogramma parameters
• Luidsprekerinstellingen
• Kanaalinstellingen
• LFE niveau
• Inste voor het dynamisch bereik
• Inste voor de parametrische equalizer
■ Opslaan van instellingen
1
Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk
vervolgens op GUI TOP op de
afstandsbediening.
Het hoofdscherm (top) zal nu verschijnen.
AMP
GUI TOP
TITLE
SOURCE
BAND
TV
Support Audio
RX-V2600
Other
• Kies “RX-V2600” om HDMI audiosignalen weer te
laten geven door dit toestel. De HDMI audiosignalen
die binnenkomen via de HDMI IN aansluitingen van
dit toestel worden niet gereproduceerd via de HDMI
component die is verbonden met de HDMI OUT
aansluiting op het achterpaneel van dit toestel.
• Selecteer “Other” om HDMI audiosignalen weer te
laten geven met een andere HDMI component die is
aangesloten op de HDMI OUT aansluiting op het
achterpaneel van dit toestel.
Stereo/Surround
Sound
Input Select
Video
Manual Setup
Basic
Auto Setup
Option
System Memory
2
Druk herhaaldelijk op k / n op de
afstandsbediening, selecteer System
Memory en druk vervolgens op h.
3
Selecteer Save en druk vervolgens op ENTER.
Opmerking
De HDMI videosignalen die binnenkomen via de HDMI IN 1 of
HDMI IN 2 aansluiting van dit toestel, worden altijd
gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting van dit toestel.
Current
Memory 1
Sci-Fi
Speaker
SpeakerCH
LFE Level
D-Range
PEQ
A:ON B:OFF
3/4/0.1
0dB
MAX
Reset
Memory 2
De huidige instellingen van het toestel worden aangegeven.
92
4
Druk herhaaldelijk op k / n op de
afstandsbediening om het geheugennummer
waaronder u deze instellingen wilt opslaan te
selecteren en druk dan op h.
“Save: ENTER” zal rechts onderaan het venster verschijnen.
5
Druk op ENTER om de instellingen definitief
op te slaan.
SYSTEEM OPTIES
■ Laden van instellingen
1
Language
Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk
vervolgens op GUI TOP op de
afstandsbediening.
Het hoofdscherm (top) zal nu verschijnen.
AMP
GUI TOP
TITLE
SOURCE
BAND
Hiermee kunt u kiezen in welke taal de menu’s van het
GUI (Grafische gebruikersinterface) in-beeld display
moeten worden getoond.
Keuzes: English (Engels),
(Japans),
Français (Frans), Deutsch (Duits),
Español (Spaans)
y
U kunt de taal voor het GUI in-beeld display ook kiezen met de
LANG. parameter in de ADVANCED SETUP op het display op
het voorpaneel (zie bladzijde 95).
TV
2
Druk herhaaldelijk op k / n op de
afstandsbediening, selecteer System
Memory en druk vervolgens op h.
3
Selecteer Load en druk vervolgens op
ENTER.
1
Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk
vervolgens op GUI TOP op de
afstandsbediening.
Het hoofdscherm (top) zal nu verschijnen.
AMP
GUI TOP
TITLE
SOURCE
BAND
Sci-Fi
Speaker
SpeakerCH
LFE Level
D-Range
PEQ
Current
Memory 1
Memory 2
TV
A:ON B:OFF
3/4/0.1
0dB
MAX
Reset
Memory 3
4
Sound
Input Select
Video
Manual Setup
Basic
Auto Setup
Option
System Memory
2
Druk op ENTER om deze instellingen
definitief te laden.
Druk herhaaldelijk op k / n op de
afstandsbediening, selecteer Language en
druk vervolgens op h.
System Memory
y
Signal Info.
De Memory 1 en Memory 2 instellingen kunt u eenvoudig
oproepen door op MEMORY 1/2 op de afstandsbediening te
drukken.
Wanneer u op MEMORY 1 drukt, zal de melding
“Load Memory 1? Yes:Press Again” zal verschijnen op het
display op het voorpaneel. Druk nog eens op MEMORY 1
om de instellingen op te roepen.
Language
3
Druk herhaaldelijk op k / n op de
afstandsbediening om de gewenste taal in te
stellen.
4
Druk op ENTER om uw keuze te bevestigen.
0
Nederlands
Wanneer u op MEMORY 2 drukt, zal de melding
“Load Memory 2? Yes:Press Again” zal verschijnen op het
display op het voorpaneel. Druk nog eens op MEMORY 2
om de instellingen op te roepen.
English
Français
1 MEMORY 2
9
GEAVANCEERDE
BEDIENING
5
Druk herhaaldelijk op k / n op de
afstandsbediening om het geheugennummer
met de instellingen die u wilt laden te
selecteren en druk dan op h.
“Load: ENTER” zal rechts onderaan het venster
verschijnen.
Stereo/Surround
1 MEMORY 2
9
0
93
GEAVANCEERDE SETUP
GEAVANCEERDE SETUP
Dit toestel heeft extra menu’s die worden getoond op het display op het voorpaneel. Het ADVANCED SETUP menu
biedt aanvullende handelingen om de manier waarop dit toestel functioneert aan te passen. Verander de begininstellingen
(hieronder vet gedrukt aangeduid) op basis van uw specifieke systeem en uw voorkeuren.
Gebruik van ADVANCED SETUP
1
Druk op MASTER ON/OFF op het voorpaneel
zodat deze naar buiten komt in de OFF stand
om dit toestel, Zone 2 en Zone 3 uit te
schakelen.
4
STRAIGHT
EFFECT
5
MASTER
ON
Druk herhaaldelijk op STRAIGHT (EFFECT) op
het voorpaneel om de instelling te wijzigen.
OFF
Druk op MASTER ON/OFF op het voorpaneel
zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om
de nieuwe instelling op te slaan en dit toestel,
Zone 2 en Zone 3 uit (standby) te schakelen.
MASTER
2
Houd STRAIGHT (EFFECT) op het
voorpaneel ingedrukt en druk vervolgens
MASTER ON/OFF naar binnen in de ON stand
om dit toestel in te schakelen.
MASTER
STRAIGHT
ON
EFFECT
3
OFF
Verdraai PROGRAM op het voorpaneel en
selecteer de parameter waarvoor u de
instelling wilt wijzigen.
De naam van de geselecteerde parameter verschijnt
op het display op het voorpaneel.
Zie bladzijde 94 en 95 voor een complete lijst met
alle beschikbare parameters.
OFF
y
De nieuwe instelling zal in werking treden wanneer u de volgende
keer MASTER ON/OFF naar binnen in de ON stand drukt om dit
toestel, Zone 2 en Zone 3 in te schakelen.
Opmerkingen
• De bedieningstoetsen op de afstandsbediening en VOLUME en
de andere bedieningsorganen op het voorpaneel met
uitzondering van MASTER ON/OFF, STRAIGHT (EFFECT)
en PROGRAM zullen niet werken wanneer u het
ADVANCED SETUP menu aan het gebruiken bent.
• Zone 2, Zone 3 en de luidsprekers worden alle uitgeschakeld en
alle audio- en videoweergave wordt tijdelijk uitgeschakeld terwijl
u het ADVANCED SETUP menu aan het gebruiken bent.
• Het ADVANCED SETUP menu is alleen beschikbaar via het
display op het voorpaneel.
■ Luidsprekerimpedantie SP IMP.
Gebruik deze functie om de impedantie van het toestel aan
te passen aan die van uw luidsprekers.
Keuzes: 6ΩMIN, 8ΩMIN
• Selecteer 6ΩMIN voor luidsprekers van 6 Ohm of
hoger.
• Selecteer 8ΩMIN voor luidsprekers van 8 Ohm of
hoger.
PROGRAM
ADVANCED SETUP
SP IMP.-8 MIN
Naam van de geselecteerde
parameter
ON
Huidige instelling
■ Gebruikersinstelling PRESET
Hiermee kunt u alle instellingen van dit toestel terugzetten
op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen, met
uitzondering van System Memory en AUTO SETUP.
Keuzes: CANCEL, RESET
• Selecteer CANCEL als u de instellingen van dit toestel
niet wilt terugzetten.
• Select RESET om de instellingen van dit toestel terug te zetten.
Opmerkingen
• Deze instelling heeft geen effect op de ADVANCED SETUP
menu parameters.
• De oorspronkelijke fabrieksinstellingen worden weer van kracht
wanneer het toestel de volgende keer wordt ingeschakeld.
94
GEAVANCEERDE SETUP
■ Sensor voor de afstandsbediening
REMOTE SEN
Hiermee kunt u de ontvanger voor de signalen van de
afstandsbediening die zich bevindt op het voorpaneel aan
of uit zetten.
Keuzes: ON, OFF
• Selecteer ON als u de ontvanger voor de signalen van
de afstandsbediening aan wilt zetten.
• Selecteer OFF als u de ontvanger voor de signalen van
de afstandsbediening uit wilt zetten.
Opmerking
In de meeste gevallen raden we u aan deze instelling op ON te
laten staan.
■ Wake on RS-232C access WAKE ON 232C
Hiermee kunt u dit toestel gegevens via de RS-232C interface
laten versturen terwijl het toestel uit (standby) staat.
Keuzes: Y (Ja), N (Nee)
• Selecteer Y om dit toestel gegevens te kunnen laten
versturen via de RS-232C interface.
• Selecteer N om dit toestel geen gegevens te kunnen
laten versturen via de RS-232C interface.
■ Afstandsbediening AMP ID REMOTE AMP
Hiermee stelt u het AMP ID nummer van dit toestel in
voor herkenning van afstandsbedieningssignalen
(zie bladzijde 99).
Keuzes: ID1, ID2
• Selecteer ID1 wanneer de AMP-archiefcode voor de
afstandsbediening is ingesteld op 2001.
• Selecteer ID2 wanneer de AMP-archiefcode voor de
afstandsbediening is ingesteld op 2002.
Opmerking
■ Afstemstap tuner TU
(Alleen modellen voor Azië en algemene
modellen)
Hiermee kunt u de afstemstap van de tuner aanpassen aan
de ruimte tussen zendfrequenties in uw gebied.
Keuzes: AM10/FM100, AM9/FM50
• Selecteer AM10/FM100 voor Noord, Midden en Zuid
Amerika.
• Selecteer AM9/FM50 voor alle andere gebrieden.
■ Bi-AMP BI-AMP
Hiermee kunt u de bi-AMP functie an of uit zetten.
Keuzes: ON, OFF
• Selecteer ON als u de bi-AMP functie aan wilt zetten.
• Selecteer OFF als u de bi-AMP functie uit wilt zetten.
Opmerking
Wanneer BI-AMP is ingesteld op ON, kunnen de
SURROUND BACK aansluitingen niet worden gebruikt om
surround achter-luidsprekers aan te sluiten omdat de
SURROUND BACK aansluitingen al worden gebruikt voor de biAMP aansluitingen (zie bladzijde 19).
■ Video terugzetten V-RESET
Hiermee kunt u de parameter instellingen voor Dimmer in
het Option initialiseren (zie bladzijde 88). Deze functie is
handig als de SET MENU items niet worden weergegeven
op uw beeldscherm omdat de CMPNT I/P instelling niet
overeenkomt met de mogelijkheden van uw beeldscherm.
Als uw beeldscherm niet geschikt is voor analoge
videosignalen met een 480p (NTSC) of 576p (PAL)
resolutie, is het mogelijk dat de SET MENU items niet op
uw beeldscherm getoond kunnen worden wanneer
Component I/P is ingesteld op On (zie bladzijde 81).
Keuzes: YES, CANCEL
Opmerking
■ Afstandsbediening tuner ID REMOTE TUN
De parameter instelling voor Dimmer wordt niet geïnitialiseerd
(zie bladzijde 88).
Hiermee stelt u het tuner ID nummer van dit toestel in
voor herkenning van afstandsbedieningssignalen
(zie bladzijde 99).
Keuzes: ID1, ID2
• Selecteer ID1 wanneer de tuner-archiefcode voor de
afstandsbediening is ingesteld op 2602.
• Selecteer ID2 wanneer de tuner-archiefcode voor de
afstandsbediening is ingesteld op 2603.
Opmerking
U moet de corresponderende afstandsbedieningscode instellen op
de afstandsbediening.
■ Ventilator instelling FAN MODE
Hiermee kunt u het kleurweergavesysteem van uw tv
instellen.
Keuzes: PAL, NTSC
Begininstelling:
NTSC (Modellen voor de V.S., Canada, Korea en
algemene modellen)
PAL (Overige modellen)
Opmerking
Deze parameter instelling heeft alleen invloed op het beeldscherm
dat is aangesloten op de MONITOR OUT aansluitingen en niet
op het Zone 2 beeldscherm dat is aangesloten op de ZONE 2
VIDEO aansluitingen.
■ GUI taalkeuze LANG.
Hiermee kunt u kiezen in welke taal de menu’s van het
GUI (Grafische gebruikersinterface) in-beeld display van
dit toestel moeten worden getoond.
Keuzes: ENGLISH (Engels), JAPANESE (Japans),
FRENCH (Frans), GERMAN (Duits),
SPANISH (Spaans)
95
Nederlands
U kunt de werking van de koelventilator van dit toestel
ook apart instellen.
Keuzes: AUTO, CONT.
• Selecteer AUTO om de ventilator automatisch te laten
reageren op de temperatuur van dit toestel.
• Selecteer CONT. om de ventilator continu te laten
draaien, ongeacht de temperatuur van dit toestel.
■ Tv-systeem TV FORMAT
GEAVANCEERDE
BEDIENING
U moet de corresponderende afstandsbedieningscode instellen op
de afstandsbediening.
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Naast dit toestel kan de afstandsbediening ook andere audio- en videocomponenten van YAMAHA en van andere
fabrikanten aansturen. Om andere componenten te kunnen bedienen, moet u de juiste afstandsbedieningscodes instellen
op de afstandsbediening. Deze afstandsbediening is tevens voorzien van een ‘leerfunctie’ waarmee u functies kunt
overnemen van andere infrarode afstandsbedieningen.
Bedieningstoetsen
■ Bedienen van dit toestel
■ Bedienen van andere componenten
De grijze toetsen kunnen worden gebruikt om dit toestel te
bedienen nadat u AMP/SOURCE/TV op AMP gezet heeft
om de AMP bedieningsfunctie in te schakelen.
De grijs aangegeven toetsen hieronder kunnen worden
gebruikt om andere componenten te bedienen. De functies
van de toetsen hangen mede af van de geselecteerde
componenten. Selecteer de component die u wilt bedienen
met een ingangskeuzetoets of met SELECT k / n. De
naam van de geselecteerde component zal verschijnen in
het uitleesvenster.
POWER
POWER
POWER
TV
AV
A
B
AUDIO SEL
STANDBY
SLEEP
PHONO
TUNER
CD
MULTI CH IN
V-AUX
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
DTV
VCR 1
DVR/VCR2
DVD
Uitleesvenster
SELECT
AMP
AMP/SOURCE/
TV
Zet op AMP om
dit toestel te
bedienen.
+
+
+
TV VOL
CH
VOLUME
–
–
–
SOURCE
TV MUTE
GUI TOP
TV INPUT
TV
MUTE
PRESET
EXIT
TITLE
PURE DIRECT
MENU
BAND
NIGHT
AUDIO
ENTER
A/B/C/D/E
STRAIGHT
RETURN
DISPLAY
EFFECT
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
MOVIE
1
2
3
4
THX
STANDARD
SELECT
EXTD SUR.
5
6
7
8
1
MEMORY 2
9
0
FREQ/TEXT
FREQ/RDS
EON
EON
De toetsen binnen
de stippellijnen
kunnen in elke stand
worden gebruikt om
dit toestel te
bedienen
(POWER,
STANDBY,
SLEEP,
AUDIO SEL, de
ingangsselectietoets
en, VOLUME +/–,
MUTE,
STRAIGHT
(EFFECT) en
PURE DIRECT).
Met de A toets en de
ingangskeuzetoetsen
kunt u zoals hieronder
aangegeven een
andere set
bedieningstoetsen
kiezen.
* Gebruik de
A toets om
andere
componenten te
bedienen,
ongeacht of ze
op dit toestel
zijn aangesloten
of niet.
Fabrieksinstelling:
A...Cassettedeck
POWER
TV
AV
A
B
AUDIO SELECT
POWER
SLEEP
POWER
MULTI
AV CH IN
PHONO
TUNER
V-AUX
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
DTV
VCR 1
DVR/VCR2
DVD
TVCD
SELECT
AMP
+
+
+
TV VOL
CH
VOL
–
–
–
TV MUTE
TV INPUT
SOURCE
TV
PRESET
TOP
+
MUTE
TV VOL
EXIT
MENU
BAND
PRG SELECT
CH
PURE DIRECT
–
TITLE
ENT.
MODE
MODE PTY
PTY SEEK START
–
TV MUTE
Uitleesvenster
ENTER
TVNIGHT
INPUT
AUDIO
PRESET
GUI TOP
EXIT
A/B/C/D/E
TITLE
MENU
STRAIGHT
BAND
REC
RETURN
DISPLAY
NIGHT
EFFECT
ENTER
DISC SKIP
OFF
ON
MACRO
LEARN
CLEAR
RE–NAME
Component set
bedieningstoetsen
Door de juiste
afstandsbedieningscode
in te stellen kunt u tot
maximaal
14 verschillende
componenten bedienen
(zie bladzijde 98).
SELECT k / n
schakelt de
bediening over naar
een andere
component zonder
de op dit toestel
ingestelde
signaalbron te
veranderen.
POWER
STANDBY
+
A SPEAKERS B
+10
POWER
STEREO
1
MUSIC
ENTERTAIN
2
3
5
6
1
MEMORY 2
0
FREQ/RDS
EON
REC
EXTD. SUR DISPLAY
7
8
STEREO
9
A/B/C/D/E
4
STANDARD RETURN
SELECT
THX
AUDIO
MOVIE
AMP/
SOURCE/TV
Zet op SOURCE om
de met de
ingangskeuzetoetsen
geselecteerde
component te
bedienen.
Zet op TV om de
televisie te bedienen
(u moet de juiste
afstandsbedieningscode
hebben ingesteld voor
DTV of PHONO).
MUSIC
ENTERTAIN
1 A SPEAKERS2 B
ENT.
+10
MOVIE
3
4
THX
STANDARD
SELECT
EXTD SUR.
5
6
7
8
1
MEMORY 2
9
0
MODE PTY SEEK START
A SPEAKERS B
+10
ENT.
DISC SKIP
FREQ/TEXT
FREQ/RDS
OFF
ON
MACRO
LEARN
CLEAR
EON
MODE
MODE PTY
PTYSEEK
SEEK START
START
RE–NAME
REC
DISC SKIP
■ Bedienen van optionele apparatuur (OPTN set)
OPTN is een extra set bedieningstoetsen die kan worden geprogrammeerd met afstandsbedieningsfuncties die verder los
staan van de aangesloten signaalbronnen. Deze set is handig voor het programmeren van instructies die u alleen als
onderdeel van een macrofunctie wilt gebruiken of waarvoor geen geldige afstandsbedieningscode bestaat.
Om de OPTN set bedieningstoetsen te selecteren dient u net zo vaak op n te drukken tot OPTN in het uitleesvenster verschijnt.
Opmerking
U kunt voor deze set bedieningstoetsen geen afstandsbedieningscode instellen. Zie bladzijde 100 voor het programmeren van toetsen in
deze set bedieningstoetsen.
96
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Bedienen van andere componenten
Wanneer u de bijbehorende fabrikantencodes heeft
ingesteld, kunt u met deze afstandsbediening ook uw
andere apparatuur bedienen. Het is mogelijk dat sommige
toetsen niet het verwachte effect hebben op uw apparatuur.
Gebruik de ingangskeuzetoetsen om de component te
selecteren die u wilt bedienen. De afstandsbediening zal
automatisch overschakelen naar de bedieningsfunctie voor
die component.
1
2
+
+
+
TV VOL
CH
VOL
–
–
–
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
SOURCE
POWER
POWER
TV
AV
A
B
STANDBY
POWER
AUDIO SEL
SLEEP
GUI TOP
PRESET
EXIT
TITLE
PHONO
TUNER
CD
MULTI CH IN
V-AUX
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
DTV
VCR 1
DVR/VCR2
6
NIGHT
A/B/C/D/E
7
DVD
3
STRAIGHT
RETURN
DISPLAY
EFFECT
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
MOVIE
1
2
3
4
EXTD SUR.
8
THX
STANDARD
SELECT
5
6
7
1
MEMORY 2
9
0
FREQ/TEXT
EON
+
TV VOL
CH
VOLUME
–
–
–
GUI TOP
TV INPUT
9
TV
+10
ENT.
B
SEEK START
START
MODE PTY SEEK
DISC SKIP
PURE DIRECT
EXIT
A
REC
MUTE
PRESET
TITLE
0
8
A SPEAKERS B
SOURCE
TV MUTE
4
AUDIO
ENTER
AMP
+
PURE DIRECT
MENU
BAND
SELECT
+
TV
MENU
BAND
NIGHT
OFF
ON
MACRO
LEARN
CLEAR
RE–NAME
5
AUDIO
ENTER
A/B/C/D/E
STRAIGHT
RETURN
DISPLAY
EFFECT
STEREO
1
2
3
4
5
6
0
A
B
*2
*3
MOVIE
CD-speler
MD-recorder/
CD-recorder
Cassettedeck Tuner
VCR aan/uit *3 Aan/uit *1
Aan/uit *1
Aan/uit *1
Aan/uit *1
Aan/uit *1
Aan/uit *1
TV aan/uit *2
TV aan/uit *2
TV aan/uit *2
TV aan/uit *2
TV aan/uit *2
Volume +
TV volume + *2
TV volume + *2
TV volume + *2
TV volume + *2
TV volume + *2
Volume –
TV volume –
*2
*2
*2
*2
TV volume – *2
Kanaal +
TV kanaal + *2 TV kanaal + *2 TV kanaal + *2 TV kanaal + *2 TV kanaal + *2
DVD-speler/
VCR
DVD-recorder
Kabel TV/
TV
satellietontvanger
AV POWER
Aan/uit *1
Aan/uit *1
Aan/uit *1
TV POWER
TV aan/uit *2
TV aan/uit *2
TV aan/uit *2
TV VOL +
TV volume + *2
TV volume + *2
TV VOL –
TV volume –
*2
*2
CH +
TV kanaal + *2 Kanaal +
Kanaal +
CH –
TV kanaal – *2
Kanaal –
Kanaal –
Kanaal –
TV kanaal – *2
TV kanaal – *2
TV kanaal – *2
TV kanaal – *2
TV kanaal – *2
TV INPUT
TV ingang *2
TV ingang *2
TV ingang *2
Ingang
TV ingang *2
TV ingang *2
TV ingang *2
TV ingang *2
TV ingang *2
TV geluid uit *2 TV geluid uit *2 TV geluid uit *2 TV geluid uit *2 TV geluid uit *2
TV volume –
TV
volume + *2
TV volume –
*2
LD-speler
TV volume –
TV volume –
TV volume –
TV MUTE
TV geluid uit *2 TV geluid uit *2 TV geluid uit *2
Tijdelijk
uitschakelen
geluidsweergave
TITLE
Titel
Titel
MENU
Menu
Menu
Menu
ENTER
Menu Enter
Menu selectie
Menu selectie
k
Menu op
Menu op
Menu op
Voorkeuzekanaal
hoger (1 t/m 8)
n
Menu neer
Menu neer
Menu neer
Voorkeuzekanaal
lager (1 t/m 8)
l
Menu links
Menu links
Menu links
Voorkeuzekanaal
lager (A t/m E)
h
Menu rechts
Menu rechts
Menu rechts
RETURN
Terug
Terug
Terug
Terug
1-9, 0, +10
Cijfertoetsen
Cijfertoetsen
Cijfertoetsen
Cijfertoetsen
Cijfertoetsen
Cijfertoetsen
Cijfertoetsen
Terug zoeken
VCR terug zoeken*3
VCR terug zoeken*3
Terug zoeken
Terug zoeken
Terug zoeken
Titel
Titel
Band
Richting A/B
ll
Terug zoeken
hh
Vooruit zoeken Vooruit zoeken VCR vooruit zoeken*3 VCR vooruit zoeken*3 Vooruit zoeken Vooruit zoeken Vooruit zoeken Vooruit zoeken
b
Terug springen
Hoofdstuk/
Terug springen
Terug springen
Terug springen
Richting terug
a
Vooruit
springen
Hoofdstuk/
Vooruit springen
Vooruit
springen
Vooruit
springen
Richting
vooruit
REC/
DISC SKIP
Disc overslaan
(speler)
Opname
Opname (recorder)
VCR opname *3 VCR opname *3
Disc overslaan
Opname
Opname
Terug zoeken
s
Stop
Stop
VCR stop *3
VCR stop *3
Stop
Stop
Stop
Stop
e
Pauze
Pauze
VCR pauze *3
VCR pauze *3
Pauze
Pauze
Pauze
Pauze
h
Weergave
Weergave
VCR weergave *3 VCR weergave *3 Weergave
Weergave
Weergave
Weergave
AUDIO
Audio
DISPLAY
Display
Display
Display
ENTER
Voorkeuzekanaal
hoger (A t/m E)
Audio
Display
Enter
Display
Display
Enter/oproepen Enter/cijfertoets
Deze toets werkt alleen wanneer de originele afstandsbediening van de component in kwestie een POWER (aan/uit) toets heeft.
Met deze toetsen kunt u uw TV bedienen zonder de signaalbron om te schakelen indien de juiste afstandsbedieningscode is ingesteld onder DTV of PHONO.
Als u uw TV heeft ingesteld voor zowel de DTV als de PHONO set bedieningstoetsen, zal voorrang worden gegeven aan het signaal voor de DTV set.
Met deze toetsen kunt u uw videorecorder bedienen zonder de signaalbron om te schakelen naar VCR 1 indien de juiste
afstandsbedieningscode is ingesteld onder VCR 1.
97
Nederlands
*1
ENTERTAIN
GEAVANCEERDE
BEDIENING
7
8
9
MUSIC
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Instellen van afstandsbedieningscodes
3
U kunt andere componenten bedienen als u de bijbehorende
afstandsbedieningscodes heeft ingesteld. Voor elke set
bedieningstoetsen kan een code worden ingevoerd. Raadpleeg
de “LIJST MET AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het
eind van deze handleiding voor een complete lijst van alle
beschikbare afstandsbedieningscodes.
Houd vervolgens LEARN ongeveer
3 seconden ingedrukt met een balpen of iets
dergelijks.
De namen van het archief (bijv. L;DVD) en van de
geselecteerde component (bijv. DVD) zullen om en
om in het uitleesvenster verschijnen.
In de volgende tabel staan de standaard ingestelde
componenten (Archief: componentencategorie) en de
afstandsbedieningscode voor elke set bedieningstoetsen.
LEARN
Standaardinstellingen afstandsbedieningscodes
y
Ingang
Archief
(componentencategorie)
A
TAPE
2700
Als u een andere component wilt instellen, druk dan op de
ingangskeuzetoets of op SELECT k / n om de component
te selecteren.
B
LD
2200
Opmerkingen
PHONO
TV
–
TUNER
TUNER
2602
Standaard
YAMAHA Code
CD
CD
2300
MULTI CH
INPUT
DVD
2102
V-AUX
VCR
–
CBL/SAT
CABLE
–
MD/TAPE
MD
2500
CD-R
CD-R
2400
DTV
TV
–
VCR 1
VCR
–
DVR/VCR2
DVR
2807
DVD
DVD
2102
• U moet LEARN tenminste 3 seconden ingedrukt houden,
want anders wordt de ‘leerfunctie’ opgestart.
• Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal de instelfunctie automatisch worden
geannuleerd. Houd in dat geval LEARN nog eens
ingedrukt.
4
Als u een ander archief
(componentencategorie) wilt gebruiken,
dient u op l / h te drukken. U kunt een
ander soort component instellen.
Beschikbare archieven: L;DVD, L;DVR, L;LD,
L;CD, L;CDR, L;MD, L;TAP (cassettedeck),
L;TUN (tuner), L;AMP, L;TV, L;CAB (kabel),
L;SAT (satelliet), L;VCR
Opmerkingen
Opmerking
Het is mogelijk dat u uw YAMAHA component niet zult kunnen
bedienen, ook al is er een YAMAHA afstandsbedieningscode
voorgeprogrammeerd zoals hierboven vermeld. Probeer in een dergelijk
geval een andere YAMAHA afstandsbedieningscode in te stellen.
1
Zet AMP/SOURCE/TV op SOURCE.
AMP
SOURCE
TV
2
Druk op een ingangskeuzetoets om de
broncomponent die u wilt instellen te selecteren.
A
98
B
AUDIO SEL
SLEEP
PHONO
TUNER
CD
MULTI CH IN
V-AUX
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
DTV
VCR 1
DVR/VCR2
DVD
• De code voor het tunerarchief (L;TUN) is
voorgeprogrammeerd voor de TUNER toets om dit toestel
te bedienen. De begininstelling voor de TUNER toets is
2602. Indien nodig kunt u echter de tunerarchiefcode
overschakelen naar één van de volgende codes.
• De code voor het AMP-archief (L;AMP) is
voorgeprogrammeerd op 2001 om dit toestel te bedienen.
Indien nodig kunt u echter de AMP-archiefcode
overschakelen naar één van de volgende codes.
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Instellen van AMP afstandsbedieningscodes
Selecteer één van de volgende codes om de AMP
afstandsbedieningscode voor de gewenste component in te stellen.
Zet AMP/SOURCE/TV op AMP of SOURCE en wijzig
vervolgens de instellingen voor de afstandsbedieningcode.
AMP
archiefcode
Functie
(de instelling van
dit toestel:
zie bladzijde 95)
2001
(begininstelling)
Om dit toestel te
bedienen met de
standaardcode.
Bedienen van Zone 2
of Zone 3 functies
(zie bladzijde 108).
ID1
(begininstelling)
2002
Om dit toestel te
bedienen middels een
alternatieve code.
Bedienen van Zone 2
of Zone 3 functies
(zie bladzijde 108).
ID2
Opmerkingen
• U moet ook de corresponderende AMP ID voor de
afstandsbediening instellen (zie bladzijde 95).
• Bij gebruik van meerdere YAMAHA receivers/versterkers
is het mogelijk dat u de andere componenten tegelijkertijd
bedient als de standaard code is ingesteld. Stel in een
dergelijk geval een alternatieve code in zodat u dit toestel
apart kunt bedienen.
Afstandsbediening
tuner ID
Functie
(afstandsbedieningsinstelling)
2602
(begininstelling)
2603
Om dit toestel te
bedienen met de
standaardcode.
Om dit toestel te
bedienen middels een
alternatieve code.
0000 zal in het uitleesvenster verschijnen wanneer er geen
code is ingesteld.
6
7
Gebruik de cijfertoetsen om de vier cijfers
van de afstandsbedieningscode voor de
gewenste component in te voeren.
Raadpleeg de “LIJST MET
AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van
deze handleiding voor een complete lijst van alle
beschikbare afstandsbedieningscodes.
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
1
2
3
4
THX
STANDARD
SELECT
EXTD SUR.
5
6
7
8
1
MEMORY 2
9
0
MOVIE
A SPEAKERS B
+10
ENT.
Druk op ENTER om de ingevoerde code
definitief te maken.
OK zal in het uitleesvenster verschijnen als de
instelling met succes is verlopen.
NG zal in het uitleesvenster verschijnen als de
instelling mislukt is. Begin in dit geval opnieuw vanaf
stap 3.
y
Als u gelijk nog een code wilt instellen voor een andere
component, druk dan op de ingangskeuzetoets of op
SELECT k / n om de gewenste component te selecteren en
herhaal vervolgens de stappen 4 t/m 6.
8
Druk nog eens op LEARN om deze
instelfunctie te verlaten.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Instellen van tuner afstandsbedieningscodes
Selecteer één van de volgende codes om de tuner
afstandsbedieningscode voor de gewenste component in te
stellen.
Zet AMP/SOURCE/TV op SOURCE en druk dan op
TUNER op de afstandsbediening om de TUNER als
signaalbron te selecteren en de instellingen voor de
afstandsbedieningscode te kunnen wijzigen.
Druk op ENTER.
De viercijferige code voor de geselecteerde
component zal verschijnen in het uitleesvenster.
Opmerking
Afstandsbediening
AMP ID
(afstandsbedieningsinstelling)
Tuner
archiefcode
5
LEARN
(de instelling van
dit toestel:
zie bladzijde 95)
ID1
(begininstelling)
ID2
Opmerkingen
Nederlands
• U moet ook de corresponderende tuner ID voor de
afstandsbediening instellen (zie bladzijde 95).
• Bij gebruik van meerdere YAMAHA receivers/versterkers
is het mogelijk dat u de andere componenten tegelijkertijd
bedient als de standaard code is ingesteld. Stel in een
dergelijk geval een alternatieve code in zodat u dit toestel
apart kunt bedienen.
99
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
9
Druk op één van de grijze toetsen hieronder
om te kijken of u de component in kwestie
kunt bedienen. Als dat lukt, heeft u de juiste
afstandsbedieningscode ingesteld.
STANDBY
POWER
B
AUDIO SEL
SLEEP
PHONO
TUNER
CD
MULTI CH IN
V-AUX
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
DTV
VCR 1
DVR/VCR2
DVD
POWER
POWER
TV
AV
A
FREQ/TEXT
EON
MODE PTY SEEK START
REC
DISC SKIP
OFF
ON
MACRO
LEARN
CLEAR
RE–NAME
y
Als er meerdere codes zijn voor de fabrikant van uw
component, probeer ze dan één voor één tot u de juiste
gevonden heeft.
Opmerkingen
• ERROR zal in het uitleesvenster verschijnen als u op een toets
drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of
wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt.
• De meegeleverde afstandsbediening bevat niet alle mogelijke
codes voor alle in de handel verkrijgbare audio- en videoapparatuur (met inbegrip van YAMAHA componenten). Als
geen enkele afstandsbedieningscode werkt met uw apparatuur,
kunt u de gewenste functie programmeren met de ‘Leerfunctie’
(zie “Gebruik van LEARN”) of dient u de met de apparatuur in
kwestie meegeleverde afstandsbediening te gebruiken
• Functies die zijn geprogrammeerd met de ‘leerfunctie’ krijgen
voorrang over functies onder afstandsbedieningscodes.
Gebruik van LEARN
U kunt ook afstandsbedieningscodes programmeren van
andere afstandsbedieningen. Als u functies wilt gebruiken
die niet mogelijk zijn met de afstandsbedieningscode, of
als er geen geschikte afstandsbedieningcode gevonden kan
worden, dan kunt u proberen de LEARN (‘Leer’) functie
te gebruiken. U kunt alle toetsen in een bepaalde set zelf
opnieuw programmeren (zie bladzijde 96). De toetsen
kunnen apart voor elke component worden
geprogrammeerd.
Opmerking
Deze afstandsbediening maakt gebruik van infrarood stralen. Als
de andere afstandsbediening ook gebruik maakt van infrarood,
kan deze afstandsbediening de meeste functies daarvan
overnemen. Sommige speciale signalen of hele lange signalen
kunnen echter mogelijk niet worden overgenomen. (Raadpleeg
tevens de handleiding van de betreffende afstandsbediening.)
1
Zet AMP/SOURCE/TV op SOURCE.
AMP
SOURCE
TV
2
3
Druk op de ingangskeuzetoets voor de
gewenste component.
A
B
AUDIO SEL
SLEEP
PHONO
TUNER
CD
MULTI CH IN
V-AUX
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
DTV
VCR 1
DVR/VCR2
DVD
Leg deze afstandsbediening en de andere
ongeveer 5 tot 10 cm uit elkaar op een vlakke
ondergrond zodat hun infrarood vensters op
elkaar gericht zijn.
B
CD
AUDIO SEL
STANDBY
DVD
CD-R
MULTI CH IN
SLEEP
POWER
AV
TUNER
MD/TAPE
POWER
A
DVR/VCR2
TV
PHONO
VCR 1
CBL/SAT
POWER
DTV
V-AUX
SELECT
5 tot 10 cm
100
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
4
Druk met een balpen of iets dergelijks LEARN in.
LEARN en van de geselecteerde component (bijv. DVD)
zullen om en om in het uitleesvenster verschijnen.
7
Druk nog eens op LEARN om de leerfunctie
te verlaten.
LEARN
Opmerkingen
LEARN
Opmerkingen
• Houd LEARN niet te lang ingedrukt. Als u het knopje drie
seconden ingedrukt houdt, zal de instelfunctie voor
afstandsbedieningscodes worden opgestart.
• Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal de leerfunctie automatisch worden
geannuleerd. Houd in dat geval LEARN nog eens
ingedrukt.
5
Druk op de toets waaronder u de nieuwe
functie wilt programmeren.
LEARN verschijnt in het uitleesvenster.
CD
AUDIO SEL
STANDBY
MULTI CH IN
SLEEP
POWER
AV
B
POWER
TUNER
DVD
CD-R
TV
A
MD/TAPE
POWER
PHONO
DVR/VCR2
SELECT
AMP
TV
SOURCE
VCR 1
+
CBL/SAT
–
VOLUME
DTV
+
V-AUX
–
CH
AUDIO
NIGHT
PURE DIRECT
–
MUTE
EXIT
MENU
EFFECT
STRAIGHT
+
PRESET
TV INPUT
ENTER
DISPLAY
A/B/C/D/E
TV VOL
TV MUTE
GUI TOP
BAND
TITLE
RETURN
6
• ERROR zal in het uitleesvenster verschijnen als u op een toets
drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of
wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt.
• Deze afstandsbediening is in staat ongeveer 200 functies te
leren. Het is echter mogelijk, afhankelijk van de overgenomen
signalen, dat de melding FULL in het uitleesvenster verschijnt
voordat u 200 functies heeft geprogrammeerd. In dit geval kunt
u eerder geprogrammerde functies die u niet meer nodig heeft
wissen om ruimte te maken voor nieuwe functies.
• In de volgende gevallen is het mogelijk dat de leerfunctie niet
werkt:
– Wanneer de batterijen in deze of in de andere
afstandsbediening leeg of bijna leeg zijn.
– Wanneer de afstand tussen de twee afstandsbedieningen te
groot of te klein is.
– Wanneer de infraroodvensters van de afstandsbedieningen
niet goed op elkaar gericht zijn.
– Wanneer de afstandsbediening in de zon ligt.
– Wanneer het signaal voor de functie die u wilt overnemen
continu is of zeer ongewoon.
B
CD
AUDIO SEL
STANDBY
DVD
CD-R
MULTI CH IN
SLEEP
POWER
AV
TUNER
MD/TAPE
POWER
A
DVR/VCR2
TV
PHONO
VCR 1
CBL/SAT
POWER
DTV
SELECT
V-AUX
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Houd de toets waarvan u de functie wilt
overnemen op de andere afstandsbediening
ingedrukt tot OK in het uitleesvenster verschijnt.
NG zal in het uitleesvenster verschijnen als het
overnemen niet gelukt is. Begin in dit geval opnieuw
vanaf stap 5.
y
Nederlands
• Herhaal de stappen 5 en 6 wanneer u gelijk nog een andere
functie wilt programmeren.
• Als u gelijk nog een functie wilt programmeren voor een
andere component, druk dan op SELECT k / n om de
gewenste component te selecteren en herhaal vervolgens
de stappen 5 en 6.
101
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Gebruik van RE-NAME
5
U kunt de naam voor de signaalbron die verschijnt in het
uitleesvenster van de afstandsbediening veranderen als
een andere naam dan de voorgeprogrammeerde uw
voorkeur heeft. Dit komt bijvoorbeeld van pas wanneer u
een andere component op een bepaalde ingang heeft
aangesloten.
1
Zet AMP/SOURCE/TV op AMP of SOURCE.
AMP
PRESET
ENTER
A/B/C/D/E
6
SOURCE
TV
2
Druk op een ingangskeuzetoets om de
signaalbron die u een nieuwe naam wilt
geven te selecteren.
De naam van de geselecteerde component zal
verschijnen in het uitleesvenster.
A
B
AUDIO SEL
SLEEP
PHONO
TUNER
CD
MULTI CH IN
V-AUX
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
DTV
VCR 1
DVR/VCR2
DVD
Druk op l / h om de cursor naar de
volgende tekenpositie te verplaatsen.
Druk op ENTER om de nieuwe naam
definitief te maken.
OK zal in het uitleesvenster verschijnen als de naam
met succes is veranderd.
NG zal in het uitleesvenster verschijnen als
veranderen van de naam niet gelukt is. Begin in dit
geval opnieuw vanaf stap 4.
y
Als u gelijk nog een component een nieuwe naam wilt
geven, druk dan op de ingangskeuzetoets of op
SELECT k / n om de gewenste component te selecteren en
herhaal vervolgens de stappen 4 t/m 6.
7
Druk nog eens op RE-NAME om de functie
voor het geven van nieuwe namen te
verlaten.
RE-NAME
3
Druk met een balpen of iets dergelijks
RE-NAME in.
RE-NAME
Opmerking
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal het veranderen van de namen automatisch
worden geannuleerd. Houd in dat geval RE-NAME nog eens
ingedrukt.
4
Druk op k / n om een teken te selecteren en
in te voeren.
Door op n te drukken zullen de tekens als volgt
veranderen:
A t/m Z, 1 t/m 9, 0, + (plus), – (afbreekstreepje),
; (punt comma), / (slash) en spatie.
(Druk op k om deze reeks in omgekeerde volgorde te
doorlopen.)
PRESET
ENTER
A/B/C/D/E
102
Opmerking
ERROR zal in het uitleesvenster verschijnen als u op een toets
drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of
wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt.
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Gebruik van MACRO
De MACRO functie maakt het mogelijk een reeks handelingen uit te laten voeren met één druk op een toets. Wanneer u
bijvoorbeeld een CD wilt afspelen zou u normaal gesproken eerst uw apparatuur aan moeten zetten, vervolgens de CD als
signaalbron selecteren en dan pas op de weergavetoets drukken. Met de MACRO functie kunt u al deze handelingen laten
uitvoeren door eenvoudigweg op de CD macrotoets te drukken. De toetsen die hieronder genoemd worden als
macrotoetsen zijn reeds als zodanig voorgeprogrammeerd. U kunt echter ook uw eigen macro’s samenstellen
(zie bladzijde 104).
Druk op een macrotoets
CD
Om automatisch deze signalen in deze volgorde uit te zenden
POWER
CD
Macrotoetsen
Eerste
Tweede
Derde
STANDBY
STANDBY
—
—
POWER
POWER
(*1)
POWER
(CD set)
(*2)
TV
A
B
—
—
—
—
—
—
—
PHONO
PHONO
TUNER
TUNER
CD
CD
MULTI CH IN
MULTI CH IN
—
V-AUX
V-AUX
—
CBL/SAT
—
CBL/SAT
—
(*3)
—
(CD set) (*4)
POWER
MD/TAPE
GEAVANCEERDE
BEDIENING
MD/TAPE
(MD/TAPE set) (*4)
(*1)
CD-R
CD-R
DTV
DTV
VCR 1
DVR/VCR2
DVD
VCR 1
DVR/VCR2
(CD-R set) (*4)
—
(VCR 1 set) (*4)
(DVR/VCR 2 set) (*4)
DVD
(DVD set) (*4)
*1
103
Nederlands
U kunt sommige componenten (inclusief YAMAHA componenten) die zijn aangesloten op dit toestel aan zetten via de AC OUTLETS
netstroomaansluitingen op het achterpaneel. (Afhankelijk van de component in kwestie is het mogelijk dat het in- en uitschakelen van de
stroom niet synchroon loopt met dit toestel. Raadpleeg voor details tevens de handleiding van de aangesloten component.)
*2 Wanneer de afstandsbedieningscode voor uw TV is ingesteld op DTV of PHONO (zie bladzijde 98), kunt u uw TV aan zetten zonder
een signaalbron te selecteren. Een eventuele afstandsbedieningscode voor DTV krijgt voorrang boven één voor PHONO.
*3 Wanneer de TUNER wordt geselecteerd als signaalbron, zal dit toestel afstemmen op de laatste zender die werd ontvangen voor het
toestel de vorige keer uit (standby) werd gezet.
*4 De weergave kan direct worden gestart met elke MD-recorder, CD-speler, CD-recorder, DVD-speler, of DVD-recorder die geschikt is
voor de YAMAHA afstandsbediening. Wanneer u macro’s met andere componenten gebruikt, moet u de weergavetoets programmeren in
de set bedieningstoetsen voor die component (zie bladzijde 100) of een afstandsbedieningscode instellen (zie bladzijde 98).
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
■ MACRO handelingen
■ Programmeren van MACRO handelingen
Macrotoetsen
POWER
POWER
TV
AV
A
B
STANDBY
POWER
AUDIO SEL
SLEEP
FREQ/TEXT
EON
MODE PTY SEEK START
REC
PHONO
TUNER
CD
MULTI CH IN
V-AUX
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
DTV
VCR 1
DVR/VCR2
DVD
DISC SKIP
OFF
ON
MACRO
LEARN
MACRO ON/OFF
1
Zet MACRO ON/OFF op ON.
2
Druk op een macrotoets.
CLEAR
RE–NAME
MACRO
Opmerkingen
• Wanneer u klaar bent met de MACRO functie, moet u
MACRO ON/OFF op OFF instellen.
• Terwijl de afstandsbediening bezig is met het uitvoeren van een
MACRO, zullen alle andere toetsen buiten werking worden
gesteld tot de macro klaar is (tot de zendindicator stopt met
knipperen).
• Houd de afstandsbediening op de component in kwestie gericht
tot de macro klaar is.
U kunt ook uw eigen macro’s programmeren en de
MACRO functie gebruiken om met een enkele toets op de
afstandsbediening een aantal instructies uit te laten
voeren. Stel eerst de juiste afstandsbedieningscodes in en
neem eventueel functies over met de leerfunctie voor u een
macro gaat programmeren. Wij raden u aan geen
doorlopende handelingen, zoals het regelen van het
volume, in een macro te programmeren.
Opmerkingen
• De voorgeprogrammeerde macro wordt niet gewist wanneer er
voor een toets een nieuwe macro wordt geprogrammeerd. De
voorgeprogrammeerde macro kan weer worden gebruikt
wanneer de door u geprogrammeerde macro is gewist.
• Er kan geen nieuwe instructie (macro-stap) aan een
voorgeprogrammeerde macro worden toegevoegd. Een macro
kan alleen in zijn geheel worden geprogrammeerd.
1
Zet AMP/SOURCE/TV op AMP of SOURCE.
AMP
SOURCE
TV
2
Druk met een balpen of iets dergelijks
MACRO in.
“MCR ?” verschijnt in het uitleesvenster.
MACRO
Opmerking
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal macro programmeerfunctie automatisch
worden geannuleerd. Houd in dat geval MACRO nog eens
ingedrukt.
3
Druk op de macrotoets die u wilt gebruiken.
De namen van de macrotoets (bijv. M;DVD) en van
de geselecteerde component (bijv. DVD) zullen om
en om in het uitleesvenster verschijnen.
A
B
AUDIO SEL
SLEEP
PHONO
TUNER
CD
MULTI CH IN
V-AUX
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
DTV
VCR 1
DVR/VCR2
DVD
Opmerking
AGAIN zal in het uitleesvenster verschijnen wanneer u op
een andere dan een macrotoets drukt.
104
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
4
Druk in de gewenste volgorde op de toetsen
voor de functies die u wilt opnemen in de
macro.
U kunt maximaal 10 stappen (10 functies)
programmeren. Wanneer u 10 stappen heeft
geprogrammeerd zal de melding FULL verschijnen
en zal de macrofunctie automatisch worden
afgesloten.
Gebruik van CLEAR
U kunt alle wijzigingen, zoals overgenomen functies,
macro’s, nieuwe namen voor signaalbronnen en
afstandsbedieningscodes, voor een bepaalde set
bedieningstoetsen tegelijk wissen.
■ Basisbediening CLEAR
1
POWER
POWER
TV
AV
Zet AMP/SOURCE/TV op AMP of SOURCE.
AMP
POWER
STANDBY
MCR 2: AV POWER
2
A
B
PHONO
TUNER
AUDIO SEL
CD
SLEEP
V-AUX
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
DTV
VCR 1
DVR/VCR2
DVD
SOURCE
MCR 3: AUDIO SEL
TV
3 MULTI CH IN
MCR 1: DVD
2
1
Druk met een balpen of iets dergelijks CLEAR in.
CLEAR verschijnt in het uitleesvenster.
CLEAR
Geeft het aantal macrostappen aan dat u heeft
geprogrammeerd
Knippert om en om zodat u de
volgende stap kunt programmeren
Opmerking
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal het wissen automatisch worden geannuleerd.
Houd in dat geval CLEAR nog eens ingedrukt.
3
Druk op k / n om de wisfunctie te selecteren.
L;CD
Opmerking
Druk op SELECT k / n om de geselecteerde signaalbron te
veranderen. Als u op één van de ingangskeuzetoetsen drukt, zal
er een macro-stap worden geprogrammeerd, terwijl u met
SELECT k / n alleen de geselecteerde component en de
daarbij behorende set bedieningstoetsen verandert.
5
Druk nog eens op MACRO wanneer u alle
gewenste stappen geprogrammeerd heeft.
Opmerking
Opmerking
De naam van een component wordt getoond achter een
puntcomma (;).
ERROR zal in het uitleesvenster verschijnen als u op een
toets drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde
stap, of wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft
ingedrukt.
Geheugen back-up
De geheugen back-up schakeling voorkomt dat
opgeslagen gegevens verloren gaan. De opgeslagen
gegevens zullen niettemin verloren gaan wanneer het
netsnoer langer dan een week uit het stopcontact is.
4
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Wist alle overgenomen (‘geleerde’) functies voor
de set bedieningstoetsen in kwestie. Druk op de
ingangskeuzetoets voor de gewenste component.
L;AMP Wist alle overgenomen (‘geleerde’) functies voor
de set bedieningstoetsen voor dit toestel.
L;ALL Wist alle overgenomen (‘geleerde’) functies.
M;ALL Wist alle geprogrammeerde macro’s.
RNAME Wist alle veranderde namen voor signaalbronnen.
FCTRY Wist alle functies van de afstandsbediening en zet
deze terug op de fabrieksinstellingen.
Houd CLEAR nog eens tenminste
3 seconden ingedrukt.
WAIT verschijnt in het uitleesvenster. Als het wissen
met succes is verlopen, zal C;OK in het uitleesvenster
verschijnen.
CLEAR
y
Opmerking
L;ALL en FCTRY kunnen ongeveer 30 seconden duren.
105
Nederlands
Wanneer u een overgenomen functie heeft gewist, zal de toets
terugkeren naar de fabrieksinstelling (of de bij een eventueel
ingestelde afstandsbedieningscode behorende functie).
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
5
Laat CLEAR los om de wisfunctie te verlaten.
4
CLEAR
Opmerkingen
• C;NG zal in het uitleesvenster verschijnen als het wissen niet
gelukt is. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 3.
• ERROR zal in het uitleesvenster verschijnen als u op een toets
drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of
wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt.
Houd CLEAR ingedrukt met een balpen of
iets dergelijks en houd vervolgens de toets
met de functie die u wilt wissen tenminste
3 seconden ingedrukt.
C;OK zal in het uitleesvenster verschijnen als het
wissen gelukt is.
FREQ/TEXT
EON
MODE PTY SEEK START
REC
DISC SKIP
OFF
ON
MACRO
LEARN
CLEAR
RE–NAME
■ Wissen van een overgenomen
(‘geleerde’) functie
U kunt de overgenomen functie onder een bepaalde toets
in een bepaalde set bedieningstoetsen wissen.
1
y
• Herhaal stap 4 als u gelijk nog een andere functie wilt
wissen.
• Als u gelijk nog een functie wilt wissen voor een andere
component, druk dan op SELECT k / n om de gewenste
component te selecteren en herhaal vervolgens stap 4.
• Wanneer u een overgenomen functie heeft gewist, zal de
toets terugkeren naar de fabrieksinstelling (of de bij een
eventueel ingestelde fabrikantencode behorende functie).
Zet AMP/SOURCE/TV op SOURCE.
AMP
SOURCE
TV
2
Druk op een ingangskeuzetoets om de
broncomponent met de functie die u wilt
wissen te selecteren.
De naam van de geselecteerde component zal
verschijnen in het uitleesvenster.
A
B
AUDIO SEL
SLEEP
PHONO
TUNER
CD
MULTI CH IN
V-AUX
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
DTV
VCR 1
DVR/VCR2
DVD
5
Laat CLEAR los om de wisfunctie te verlaten.
De afstandsbediening gaat nu weer in de leerfunctie.
6
Druk nog eens op LEARN om deze functie te
verlaten.
Opmerkingen
3
Druk met een balpen of iets dergelijks
LEARN in.
LEARN en van de geselecteerde component (bijv.
DVD) zullen om en om in het uitleesvenster
verschijnen.
LEARN
Opmerkingen
• Houd LEARN niet te lang ingedrukt. Als u het knopje drie
seconden ingedrukt houdt, zal de instelfunctie voor
afstandsbedieningscodes worden opgestart.
• Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal de leerfunctie automatisch worden
geannuleerd. Houd in dat geval LEARN nog eens
ingedrukt.
106
• C;NG zal in het uitleesvenster verschijnen als het wissen niet
gelukt is. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 4.
• ERROR zal in het uitleesvenster verschijnen als u op een toets
drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of
wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt.
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
■ Wissen van een macrofunctie
U kunt de functie wissen die onder een bepaalde
macrotoets is geprogrammeerd.
1
Zet AMP/SOURCE/TV op AMP of SOURCE.
AMP
SOURCE
TV
2
Druk met een balpen of iets dergelijks
MACRO in.
“MCR ?” verschijnt in het uitleesvenster.
MACRO
Opmerking
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal macro programmeerfunctie automatisch
worden geannuleerd. Houd in dat geval MACRO nog eens
ingedrukt.
3
Houd CLEAR ingedrukt met een balpen of
iets dergelijks en houd vervolgens de
macrotoets met de functie die u wilt wissen
tenminste 3 seconden ingedrukt.
C;OK zal in het uitleesvenster verschijnen als het
wissen gelukt is.
DTV
VCR 1
DVR/VCR2
DVD
REC
DISC SKIP
OFF
ON
MACRO
LEARN
CLEAR
RE–NAME
GEAVANCEERDE
BEDIENING
y
• Herhaal stap 3 als u gelijk nog een andere functie wilt
wissen.
• Wanneer u een geprogrammeerde functie heeft gewist, zal
de toets terugkeren naar de fabrieksinstelling (of de bij een
eventueel ingestelde fabrikantencode behorende functie).
4
Druk op CLEAR om de wisfunctie te verlaten.
De afstandsbediening gaat nu weer in de macro
programmeerfunctie.
5
Druk nog eens op MACRO om deze functie te
verlaten.
Nederlands
Opmerkingen
• C;NG zal in het uitleesvenster verschijnen als het wissen niet
gelukt is. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 3.
• ERROR zal in het uitleesvenster verschijnen als u op een toets
drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of
wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt.
107
ZONE 2/ZONE 3
ZONE 2/ZONE 3
Dit toestel stelt u in staat een audiosysteem in verschillende kamers samen te stellen. De Zone 2 en Zone 3 functies maken het mogelijk
dit toestel zo in te stellen dat er verschillende signaalbronnen worden weergegeven in de woonkamer en in de tweede (Zone 2) of derde
kamer (Zone 3). U kunt dit toestel bedienen vanuit de tweede of derde kamer met de meegeleverde afstandsbediening.
Alleen analoge signalen kunnen worden wgg in de tweede en derde kamer. Een signaalbron waar u naar wilt kunnen luisteren in
de tweede of derde kamer moet dus aangesloten zijn op de analoge (AUDIO L/R) ingangsaansluitingen van dit toestel.
Aansluiten van Zone 2 en Zone 3 componenten
Om gebruik te kunnen maken van de multi-ruimte weergavefunctie van dit toestel heeft u de volgende extra apparatuur nodig:
• Een infrarood ontvanger in de tweede en/of derde ruimte.
• Een infrarood zender in de hoofdruimte. Deze zender brengt de infrarood signalen van de afstandsbediening in de
tweede en/of derde kamer over naar de hoofdruimte (naar een CD-speler of DVD-speler, bijvoorbeeld).
• Een versterker en luidsprekers voor de tweede en/of derde ruimte.
• Een beeldscherm voor de tweede ruimte.
y
• U heeft geen extra versterker en luidsprekers nodig voor de tweede en/of derde ruimte als u de in dit toestel ingebouwde versterkers wilt gebruiken.
• Omdat er verschillende manieren zijn waarop u dit toestel kunt aansluiten en in meerdere ruimten gebruiken, raden we u aan uw dichtstbijzijnde
erkende YAMAHA dealer of servicecentrum te raadplegen voor de Zone 2 en Zone 3 aansluitingen die het best overeenkomen met uw wensen.
• Sommige YAMAHA modellen kunnen direct worden aangesloten op de CONTROL OUT aansluiting van dit toestel. Als u een dergelijk product in bezit heeft, heeft
u waarschijnlijk geen aparte infrarood zender nodig. Op de hier aangegeven manier kunnen er maximaal zes YAMAHA componenten worden aangesloten.
REMOTE
REMOTE
IN
Infrarood-ontvanger
OUT
REMOTE
IN
OUT
OUT
YAMAHA
component
YAMAHA
component
Dit toestel
REMOTE
IN
■ Met externe versterkers
Om een externe versterker te gebruiken in Zone 2, dient u EXT te selecteren bij Zone2 Amplifier (zie bladzijde 89).
ZONE 3 AUDIO OUT
ZONE 2 VIDEO OUT
ZONE 2 AUDIO OUT
SP OUT
Versterker
Versterker
MONITOR OUT
DVD-speler
(of andere component)
VIDEO IN
AUDIO IN
Dit toestel
MAIN
SYSTEEM
Afstandsbediening
Afstandsbediening
ZONE 2
ZONE 3
Infrarood-ontvanger
Infrarood-ontvanger
Infrarood-zender
Eerste ruimte
REMOTE OUT
Tweede ruimte
Derde ruimte
REMOTE 1 IN
REMOTE 2 IN
Opmerkingen
• Wanneer u uw eerste ruimte niet gebruikt, dient u het volume van dit toestel voor de eerste ruimte uit te zetten. Regel het
Zone 2/Zone 3 volume met de versterker in de tweede/derde ruimte.
• Om onverwachte zeer luide ruis te voorkomen, mag u de Zone 2/Zone 3 functie NIET gebruiken met CD’s met DTS materiaal.
• Alleen de analoge videosignalen die binnenkomen via de composiet VIDEO aansluitingen op het achterpaneel van dit toestel worden
gereproduceerd via de ZONE 2 VIDEO OUT aansluitingen. De analoge videosignalen die binnenkomen via de S VIDEO en
COMPONENT VIDEO aansluitingen op het achterpaneel van dit toestel worden niet gereproduceerd via de ZONE 2 VIDEO OUT aansluitingen.
108
ZONE 2/ZONE 3
■ Gebruiken van de interne versterkers van dit toestel
Als u één interne versterker (surround of surround achter) van dit toestel wilt gebruiken
Verbind de Zone 2 of Zone 3 luidsprekers rechtstreeks met de SURROUND/ZONE 2(3) of PRESENCE/ZONE 2(3)
luidspreker-aansluitingen en kies INT:Sur. of INT:PRNS voor Zone2 Amplifier (zie bladzijde 89).
Als u twee interne versterkers (zowel surround als surround achter) van dit toestel wilt gebruiken
Verbind de Zone 2 of Zone 3 luidsprekers rechtstreeks met de SURROUND/ZONE 2(3) en PRESENCE/ZONE 2(3)
luidspreker-aansluitingen en kies INT:BOTH voor Zone2 Amplifier of Zone3 Amplifier (zie bladzijde 89).
SURROUND/ZONE 2(3)
R
+
–
–
+
L
R
L
+
R
+
–
–
+
L
–
PRESENCE/ ZONE 2(3)
Derde ruimte
SINGLE
SURROUND BACK
Tweede ruimte
Dit toestel
BELANGRIJKE OPMERKING VOOR UW VEILIGHEID
De SURROUND/ZONE 2(3) of PRESENCE/ZONE 2(3) luidspreker-aansluitingen van deze Receiver mogen niet
worden aangesloten op een passieve luidspreker-schakelkast of op meer dan één luidspreker per kanaal.
Aansluiting op een passieve luidspreker-schakelkast of op meerdere luidsprekers per kanaalkan leiden tot een
abnormaal lage impedantie en daardoor tot schade aan de versterker. Zie deze handleiding voor correct gebruik.
Voor alle kanalen is het absoluut noodzakelijk dat de opgegeven minimale impedantie te allen tijde gehandhaafd blijft.
Deze gegevens kunt u vinden op het achterpaneel van uw Receiver.
Selecteren van Zone 2 of Zone 3
■ Bediening via het voorpaneel
1
Druk op MAIN ZONE ON/OFF, ZONE 2
ON/OFF of ZONE 3 ON/OFF op het
voorpaneel om dit toestel, Zone 2 of Zone 3
apart in te schakelen.
Druk herhaaldelijk op de gewenste toets om de
bijbehorende zone aan of uit (standby) te zetten.
Druk herhaaldelijk op ZONE CONTROL op
het voorpaneel om de zone die u wilt
bedienen te selecteren.
ZONE CONTROL
Met elke druk op ZONE CONTROL zal het display
op het voorpaneel veranderen zoals hieronder staat
aangegeven en zal de indicator voor de op dit moment
geselecteerde zone ongeveer 5 seconden lang
knipperen. Er zal echter geen indicator gaan
knipperen wanneer dit toestel zelf is geselecteerd.
ZONE2
GEAVANCEERDE
BEDIENING
U kunt de zone die u wilt bedienen kiezen met de
bedieningstoetsen op het voorpaneel of op de
afstandsbediening. Wanneer u de zone die u wilt bedienen
heeft geselecteerd,kunt u deze bedienen zoals beschreven
staat onder “Bedienen van Zone 2 en Zone 3” op
bladzijde 110.
2
ZONE3
Er knippert geen indicator wanneer
dit toestel zelf is geselecteerd.
ZONE ON/OFF
ON/OFF
ZONE 2
ZONE 3
y
ZONE3
Voor de Zone 3 component die is aangesloten op de
ZONE 3 AUDIO L/R aansluitingen op het
achterpaneel van dit toestel.
109
Nederlands
Wanneer MASTER ON/OFF op het voorpaneel eenmaal
naar binnen is gedrukt in de ON stand, kunt u ook op
POWER en STANDBY op de afstandsbediening drukken
om dit toestel, Zone 2 en Zone 3 tegelijk aan te zetten.
ZONE2
Voor de Zone 2 component die is aangesloten op de
ZONE 2 AUDIO L/R aansluitingen op het
achterpaneel van dit toestel.
ZONE 2/ZONE 3
y
• U moet deze stap binnen 5 seconden afronden terwijl de
geselecteerde zone nog knippert op het display op het
voorpaneel. Anders zal de geselecteerde zone automatisch
worden geannuleerd. Houd in dat geval ZONE CONTROL
nog eens ingedrukt.
• De begininstelling is ZONE2 wanneer zowel Zone 2 als
Zone 3 zijn ingeschakeld.
3
Ga door naar “Bedienen van Zone 2 en Zone 3”
op bladzijde 110 voor gedetailleerde informatie
over de bedieningsfuncties voor Zone 2 en
Zone 3.
Bedienen van Zone 2 en Zone 3
Wanneer u de zone die u wilt bedienen heeft geselecteerd
zoals aangegeven bij “Selecteren van Zone 2 of Zone 3”
op bladzijde 109, kunt u Zone 2 en Zone 3 bedienen met
de toetsen op het voorpaneel of op de afstandsbediening.
De beschikbare mogelijkheden zijn als volgt:
• Selecteren van de signaalbron voor Zone 2 of Zone 3
• Instellen van het volume voor Zone 2 of Zone 3
• Instellen van de toonkleur voor Zone 2 of Zone 3
• Afstemmen op FM of AM wanneer TUNER is
geselecteerd als de signaalbron voor Zone 2 of Zone 3
■ Afstandsbediening
■ Selecteren van de signaalbron voor
Zone 2 of Zone 3
1
Gebruik INPUT op het voorpaneel (of druk op één
van de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening) om de gewenste signaalbron
voor de geselecteerde zone te selecteren.
Als de afstandsbediening wordt gebruikt om de
signaalbron te selecteren, zal “2: naam avn de
geselecteerde signaalbron” of “3: naam van de
geselecteerde signaalbron” in het uitleesvenster
verschijnen wanneer respectievelijk Zone 2 of Zone 3 is
geselecteerd.
Zet AMP/SOURCE/TV op de
afstandsbediening op AMP.
AMP
SOURCE
TV
2
Druk net zo vaak op SELECT k tot u de zone
geselecteerd heeft die u wilt bedienen.
ZONE 2 of ZONE 3 verschijnt in het uitleesvenster.
A
B
AUDIO SEL
SLEEP
PHONO
TUNER
CD
MULTI CH IN
V-AUX
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
DTV
VCR 1
DVR/VCR2
DVD
INPUT
SELECT
of
3
4
Ga door naar “Bedienen van Zone 2 en Zone 3”
op bladzijde 110 voor gedetailleerde informatie
over de bedieningsfuncties voor Zone 2 en
Zone 3.
Druk op SELECT k / n om de Zone 2/Zone 3
bedieningsfunctie te verlaten
Opmerkingen
• De signaalbron voor Zone 2 is altijd gelijk aan de
signaalbron waarvan kan worden opgenomen.
• ZONE 2 of ZONE 3 zal alleen in het uitleesvenster
verschijnen wanneer er op k wordt gedrukt en ALL alleen
wanneer er op n wordt gedrukt.
110
of
• Selecteer de TUNER (radio) als signaalbron om de
TUNER functies te kunnen gebruiken in de
geselecteerde zone. Voor details omtrent de bediening
van de TUNER (radio), zie “FM/AM AFSTEMMEN”
op bladzijde 47.
Opmerking
De geselecteerde signaalbron wordt gedeeld door alle zones.
y
U moet deze stap binnen 5 seconden afronden terwijl de
geselecteerde zone nog knippert op het display op het voorpaneel.
Anders zal de geselecteerde zone automatisch worden
geannuleerd. Druk in een dergelijk geval nog eens op
ZONE CONTROL op het voorpaneel.
ZONE 2/ZONE 3
■ Instellen van het volume voor Zone 2 of
Zone 3
Verdraai VOLUME op het voorpaneel (of druk op
VOLUME +/– op de afstandsbediening) om het volume
voor de geselecteerde zone op het gewenste niveau in te
stellen.
Instelbereik: –80 dB t/m +16,5 dB
Instelstap: 0,5 dB
VOLUME
+
of
VOLUME
–
Opmerking
VOLUME +/– kan alleen worden gebruikt wanneer Zone2
Volume of Zone3 Volume is ingesteld op Variable via Multi Zone
(zie bladzijde 90).
Gebruiken van de
bedieningsfunctie voor Zone 2 en
Zone 3
POWER en STANDBY op de afstandsbediening werken
iets anders afhankelijk van de geselecteerde zone zoals die
in het uitleesvenster verschijnt.
• Wanneer u de normale, Zone 2 of Zone 3 stand heeft
geselecteerd, kunt u het hoofdtoestel, Zone 2 of Zone 3
onafhankelijk van elkaar aan en uit (standby) zetten.
• Wanneer de stand voor alle zones is geselecteerd, zal
door op POWER te drukken dit toestel, Zone 2 en
Zone 3 tegelijk worden ingeschakeld, terwijl een druk
op STANDBY om deze zones tegelijk uit (standby) te
zetten.
Bedieningsfunctie
Uitleesvenster
Normale stand Naam component
y
Druk op MUTE om het in de geselecteerde zone weergegeven
geluid tijdelijk uit te schakelen.
+
+
CH
TV VOL
–
–
“ZONE 2” of
“2:naam van de
geselecteerde
component”
Turns on Zone 2 or
sets it to the standby
mode.
Zone 3 stand
“ZONE 3” of
“3:naam van de
geselecteerde
component”
Turns on Zone 3 or
sets it to the standby
mode.
“ALL”
POWER: zet het
hoofdtoestel, Zone 2
en Zone 3 aan.
STANDBY: hiermee
zet u het
hoofdtoestel, Zone 2
and Zone 3
tegelijkertijd uit
(standby).
Controleer of “ZONE 2” of “ZONE 3” verschijnt in het
uitleesvenster van de afstandsbediening voor u de toonkleur voor
de corresponderende zone gaat regelen (zie bladzijde 110).
Alle standen
Opmerking
In de normale stand zal MAIN een paar seconden worden
getoond wanneer POWER of STANDBY wordt ingedrukt.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Opmerking
Hiermee zet u alleen
het hoofdtoestel aan
of uit (standby).
Zone 2 stand
■ Instellen van de toonkleur voor Zone 2 of
Zone 3
Druk op CH +/– en TV VOL +/– op de afstandsbediening
om de weergave van de hoge tonen (TREBLE) of die van
de lage tonen (BASS) te regelen.
Instelbereik: –10 dB t/m +10 dB
Instelstap: 2 dB
POWER en
STANDBY
y
U kunt de toonkleur voor Zone 2 of Zone 3 ook regelen met
TONE CONTROL op het voorpaneel. Voor details, zie
“Toonregeling” op bladzijde 39.
■ Weergeven van het Zone 2 in-beeld
display
Nederlands
Via de Zone2 OSD parameter kunt u de
bedieningsinformatie voor Zone 2 en Zone 3 laten
weergeven op het Zone 2 beeldscherm aangesloten op de
ZONE 2 VIDEO aansluitingen op het achterpaneel van dit
toestel. Voor meer informatie over de Zone2 OSD
parameter, zie bladzijde 90.
111
HDMI
HDMI
Wat is HDMI?
HDMI (High-Definition Multimedia Interface) is de eerste
volledig door de elektronica industrie ondersteunde,
ongecomprimeerde en volledig digitale A/V (audio/video)
interface.
HDMI biedt ondersteuning voor standaard, verbeterde of
hoge-definitie video en voor multikanaals digitale audio
via één enkele kabel die de verbindingen verzorgt tussen
elke denkbare A/V signaalbron (zoals een externe
ontvanger of A/V receiver) en de audio/video monitor
(zoals een digitale televisie – DTV).
HDMI geeft alle ATSC HDTV standaarden door en biedt
ondersteuning voor 8-kanaals digitale audio, met genoeg
bandbreedte om ruimte te bieden aan toekomstige
verbeteringen en eisen.
Indien gebruikt in combinatie met HDCP (Highbandwidth Digital Content Protection), biedt HDMI een
veilige audio/video interface die voldoet aan de
beveiligingseisen van producenten van weer te geven
materialen en systeembeheerders.
Voor meer informatie omtrent HDMI raden we u aan een
bezoek te brengen aan de HDMI website op
“http://www.hdmi.org/”.
De HDMI aansluiting van dit toestel is gebaseerd op
de volgende standaarden en normen:
• HDMI 1.1 (High-Definition Multimedia Interface
Specification Version 1.1) gelicenseerd door HDMI
Licensing, LLC.
• HDCP 1.1 (High-bandwidth Digital Content
Protection System Revision 1.1) gelicenseerd door
Digital Content Protection, LLC.
Opmerkingen
• Analoge audiosignalen die binnenkomen via andere audioingangsaansluitingen dan de HDMI IN 1 of HDMI IN 2
aansluiting kunnen niet worden gereproduceerd via de
HDMI OUT aansluiting. Analoge videosignalen die echter
binnenkomen via de composiet, S-video en component videoaansluitingen kunnen digitaal worden omgezet en
opgewaardeerd naar HDMI zodat ze gereproduceerd kunnen
worden via de HDMI OUT aansluiting (zie bladzijde 81).
• Verbind de HDMI OUT aansluiting van andere apparatuur
(zoals een DVD-speler) met de HDMI IN 1 of HDMI IN 2
aansluiting van dit toestel. Verbind de HDMI OUT aansluiting
van dit toestel met de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting
van andere apparatuur (zoals een projector).
• U heeft een los verkrijgbare HDMI kabel nodig om dit toestel te
verbinden met andere HDMI componenten. Gebruik een HDMI
kabel die niet langer is dan 5 m om verzekerd te kunnen zijn van
een betrouwbare werking en om verslechtering van de
videokwaliteit te voorkomen.
112
• Dit toestel is niet geschikt voor niet met HDCP compatibele
HDMI of DVI apparatuur.
• Gebruik een conversiekabel (HDMI aansluiting ↔ DVI-D
aansluiting) om dit toestel aan te sluiten op andere DVI
apparatuur.
• Digitale videosignalen die binnenkomen via de HDMI IN 1 of
HDMI IN 2 aansluiting kunnen niet worden gereproduceerd via
de analoge video uitgangsaansluitingen.
• Audiosignalen die binnenkomen via andere aansluitingen dan de
HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting van dit toestel kunnen niet
digitaal worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting.
• Dit toestel is niet geschikt voor de multi-stereo audiosignalen van
Super Audio CD’s. U kunt andere apparatuur (zoals een DVDspeler) aansluiten op de MULTI CH INPUT aansluitingen.
• Indien aangesloten op een DVD-speler is het mogelijk, afhankelijk
van het type DVD-speler, dat audiosignalen niet kunnen worden
weergegeven. Als de DVD-speler die is aangesloten op dit toestel
geen DVD multikanaals audiosignalen produceert via de HDMI
OUT aansluiting, kunt u de DVD-speler verbinden met de analoge
multikanaals audio ingangsaansluitingen.
• Wanneer er DVD audio met CPPM kopieerbeveiliging wordt
weergegeven, is het mogelijk, afhankelijk van het type DVD-speler,
dat er geen video- en audiosignalen worden gereproduceerd.
• Video- en audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN 1 of
HDMI IN 2 aansluiting kunnen niet worden gereproduceerd via
de HDMI OUT aansluiting wanneer dit toestel uit (standby)
staat of geheel is uitgeschakeld.
• Wanneer u andere HDMI apparatuur aansluit op dit toestel,
dient u tevens de handleidingen van de andere componenten in
kwestie te raadplegen.
• Wanneer HDMI audiosignalen worden weergegeven van
componenten zoals een DVD-speler, is het mogelijk dat de
formattering van het audiosignaal (bijvoorbeeld de
bemonsteringsfrequentie) beperkt kan worden, afhankelijk van
het soort HDMI videosignaal.
• Maak de HDMI kabel niet vast aan of los van dit toestel en zorg ervoor
dat de stroom voor de HDMI/DVI componenten die zijn verbonden
met de HDMI OUT aansluiting van dit toestel niet uitgeschakeld wordt
terwijl er gegevens worden overgebracht. Hierdoor kan de weergave
worden onderbroken of kan storing worden veroorzaakt.
• Sommige via een DVI verbinding op dit toestel aangesloten
beeldschermen kunnen geen binnenkomende HDMI
audiosignalen herkennen wanneer ze uit (standby) staan. In dit
geval zal de HDMI indicator onregelmatig knipperen en zal de
melding HDCP ERROR verschijnen op het display op het
voorpaneel alsof het DVI beeldscherm in kwestie de HDCP
kopieerbeveiliging niet ondersteunt.
■ HDMI compatibiliteit met dit toestel
Audiosignaaltypen
Audiosignaal
formaten
Compatibele
HDMI
componenten
2-kanaals Lineair
PCM
2ch, 32-192 kHz,
16/20/24 bit
CD, DVD-Video,
DVD-Audio enz.
Multikanaals
Lineair PCM
5.1 ch, 32-96 kHz,
16/20/24 bit
DVD-Audio enz.
Bitstroom
Dolby Digital, DTS
DVD-Video enz.
HDMI
Aanpassen van de HDMI
parameters
■ Toewijzen HDMI componenten
U kunt een HDMI component toewijzen aan de HDMI IN
1 of HDMI IN 2 aansluiting op het achterpaneel van dit
toestel zodat de audio- en videosignalen die binnenkomen
via de HDMI tegelijkertijd kunnen worden weergegeven.
Gebruik de I/O Assignment parameter in het Input Select
om HDMI componenten toe te wijzen (zie bladzijde 74).
■ Omzetten van analoge videosignalen
naar HDMI
Basisbediening HDMI
Volg de onderstaande stappen om te luisteren naar
weergave van een geregistreerde HDMI component.
Opmerking
Als er een foutmelding verschijnt op het display op het
voorpaneel, zie bladzijde 120 voor een complete lijst van
foutmeldingen en oplossingen.
1
Dit toestel is uitgerust met een HDMI functie voor
geïnterlinieerde/progressieve opwaardering waarbij de
analoge videosignalen die binnenkomen via de composiet
video, S-video en component video-aansuitingen op het
achterpaneel van dit toestel digitaal worden verwerkt en
opgewaardeerd zodat ze kunnen worden gereproduceerd
via de HDMI OUT aansluiting op het achterpaneel van dit
toestel voor een volledig digitale resolutie.
Gebruik de HDMI Up-Scaling parameter in het Option
menu om analoge videosignalen van aangesloten
componenten om te zetten naar HDMI (zie bladzijde 81).
Verdraai INPUT op het voorpaneel (of druk op
één van de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening) om de signaalbron te
selecteren die moet worden toegewezen aan
de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting op het
achterpaneel van dit toestel.
B
AUDIO SEL
SLEEP
TUNER
CD
MULTI CH IN
V-AUX
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
DTV
VCR 1
DVR/VCR2
DVD
of
Voorpaneel
Opmerking
Wanneer een analoog videosignaal met een resolutie van 1080i of
720p wordt opgewaardeerd naar HDMI en wordt gereproduceerd
via de HDMI OUT jack, is het mogelijk dat de beeldkwaliteit
achteruit gaat.
A
PHONO
INPUT
2
■ Instellen van HDMI ondersteunde audio
Druk op AUDIO SELECT op het voorpaneel of
op AUDIO SEL op de afstandsbediening en
selecteer AUTO of HDMI als ingangsfunctie.
De volgende aanduidingen op het display op het
voorpaneel zijn voorbeelden waarbij DVD is
geselecteerd als signaalbron.
AUDIO SEL
AUDIO SELECT
Voorpaneel
V-AUX
DVR/VCR 2
VCR 1
CBL/SAT
Afstandsbediening
DTV
DVD
INPUT:
A.SEL:
SP
A
MD/TAPE
CD-R
CD
DVD
AUTO
PHONO
TUNER
XM
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Gebruik deze functie om te kiezen of u HDMI audiosignalen
wilt laten weergeven via dit toestel zelf of via een andere
HDMI component die is verbonden met de HDMI OUT
aansluiting op het achterpaneel van dit toestel.
Gebruik de HDMI Set parameter in het Option menu om
de HDMI ondersteunde audio in te stellen
(zie bladzijde 92).
Afstandsbediening
dB
VOLUME
L
R
of
V-AUX
SP
A
3
DVR/VCR 2
VCR 1
CBL/SAT
DTV
INPUT:
A.SEL:
DVD
MD/TAPE
CD-R
DVD
HDMI
CD
PHONO
TUNER
XM
dB
VOLUME
L
R
Nederlands
Laat de aangesloten HDMI component
beginnen met afspelen.
113
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Raadpleeg de tabel hieronder wanneer het toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem niet hieronder vermeld
staat, of als de aanwijzingen het probleem niet verhelpen, zet het toestel dan uit (standby), haal de stekker uit het
stopcontact en neem contact op met uw dichtstbijzijnde YAMAHA dealer of servicecentrum.
■ Algemeen
Probleem
Het toestel gaat niet
aan wanneer u op
MAIN ZONE ON/OFF
op het voorpaneel (of
POWER op de
afstandsbediening)
drukt, of gaat direct
weer uit (standby)
zodra de stroom
wordt ingeschakeld.
Geen geluid
Geen beeld
Oorzaak
Zie
bladzijde
Het netsnoer of de stekker is niet of niet
goed aangesloten.
Sluit het netsnoer op de juiste manier aan.
De instelling voor de impedantie is niet
correct.
Stel de impedantie in zodat deze overeenkomt met die
van uw luidsprekers.
31
De beveiliging is in werking getreden.
Controleer of alle luidsprekerbedrading, op het toestel
en op de luidsprekers zelf, op de juiste manier is
aangesloten en dat de draden geen contact maken met
andere dingen dan de bijbehorende aansluitingen.
15
Het toestel heeft blootgestaan aan een
sterke, externe elektrische schok
(bijvoorbeeld een blikseminslag of een
ontlading van statische elektriciteit).
Zet het toestel uit (standby), haal de stekker uit het
stopcontact, wacht 30 seconden voor u de stekker
weer terug doet en probeer het toestel vervolgens
weer gewoon te gebruiken.
—
In- of uitgangskabels niet op de juiste
manier aangesloten.
Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het probleem
niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels.
De optimalisatie-microfoon is aangesloten.
Maak de optimalisatie-microfoon los.
De ingangsfunctie staat op HDMI,
COAX/OPT of ANALOG.
Stel de ingangsfunctie in op AUTO.
Er is geen geschikte signaalbron
geselecteerd.
Selecteer een geschikte signaalbron met INPUT, MULTI CH
INPUT of met de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening.
37
De luidsprekers zijn niet goed aangesloten.
Sluit de luidsprekers op de juiste manier aan.
15
De te gebruiken voor-luidsprekers zijn
niet op de juiste manier geselecteerd.
Selecteer de voor-luidsprekers door op SPEAKERS A
of B op het voorpaneel te drukken (of door op de
afstandsbediening op SPEAKERS A of B te drukken).
37
Het volume staat uit.
Zet het volume hoger.
—
De geluidsweergave is tijdelijk
uitgeschakeld.
Druk op MUTE of op een andere bedieningstoets
voor dit toestel om de geluidsweergave te herstellen
en het volume te kunnen regelen.
39
De ingangsfunctie staat op ANALOG maar er wordt
een DTS gecodeerd bronsignaal weergegeven.
Wijzig de instelling voor de ingangsfunctie naar
AUTO of COAX/OPT.
44
Er worden signalen van een broncomponent
ontvangen die dit toestel iet kan weergeven
(van een CD-ROM bijvoorbeeld).
Speel materiaal af met signalen die wel door dit
toestel gereproduceerd kunnen worden.
—
De HDMI componenten die zijn aangesloten
op dit toestel bieden geen ondersteuning voor
de HDCP kopieerbeveiligingsnormen.
Sluit HDMI componenten aan die wel ondersteuning
bieden voor de HDCP kopieerbeveiligingsnormen.
—
Support Audio is ingesteld op Other en
HDMI audiosignalen worden niet
weergegeven door dit toestel.
Zet Support Audio op RX-V2600 via de HDMI Set.
Conversion is ingesteld op Off.
Zet Conversion op On.
Er komen progressieve of HDTV
videosignalen binnen.
De via de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting
binnenkomende signalen worden
gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting.
114
Oplossing
—
20–28
—
44
92
81
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Probleem
Het geluid valt
plotseling uit.
Alleen de luidspreker
aan de ene kant doet
het.
Oorzaak
De beveiliging is in werking getreden
vanwege kortsluiting enz.
Oplossing
Zie
bladzijde
Controleer of de impedantie correct is ingesteld.
31
Controleer of de luidsprekerbedrading nergens kortsluiting
maakt en zet vervolgens het toestel weer aan.
—
De slaaptimer heeft het toestel
uitgeschakeld.
Zet het toestel aan en speel de gewenste signaalbron
weer af.
—
De geluidsweergave is tijdelijk uitgeschakeld.
Druk op MUTE om de geluidsweergave te herstellen.
39
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het
probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis
is met de kabels.
20
Onjuiste balans ingesteld via het GUI
menu.
Wijzig de Speaker Level instellingen.
86
Er wordt alleen flink
geluid geproduceerd
door de middenluidspreker.
Wanneer er een mono bronsignaal wordt
weergegeven met een CINEMA DSP
programma, zal dit signaal via het
middenkanaal worden weergegeven, terwijl
alleen eventuele door het programma
toegevoegde effecten via de voor- en
surround-luidsprekers worden geproduceerd.
Geen geluid uit de
effect-luidsprekers
De geluidsveldprogramma’s zijn
uitgeschakeld.
Kies STRAIGHT (EFFECT) om de effecten in te
schakelen.
U gebruikt een signaalbron of een
programmacombinatie waarbij niet via
alle kanalen geluid wordt geproduceerd.
Probeer een ander geluidsveldprogramma.
Het uitgangsniveau van de middenluidspreker staat op een te lage waarde.
Stel het niveau van de midden-luidspreker hoger in.
Center is ingesteld op None via
Speaker Set.
Selecteer de juiste instelling voor uw middenluidspreker.
Eén van de HiFi DSP programma’s
(uitgezonderd 7ch Stereo) is geselecteerd.
Probeer een ander geluidsveldprogramma.
Het uitgangsniveau van de surroundluidsprekers staat op een te lage waarde.
Stel het niveau van de surround-luidsprekers hoger in.
Surround is ingesteld op None via Speaker
Set.
Selecteer de juiste instelling voor de linker en rechter
surround-luidsprekers.
83
Er wordt een mono of stereo bronsignaal
afgespeeld met STRAIGHT.
Druk op STRAIGHT (EFFECT) om de
geluidsveldeffecten in te schakelen.
—
De aanwezigheidsluidsprekers zijn
geselecteerd.
Selecteer Surround Back bij PR/SB Priority.
Surround is ingesteld op None via
Speaker Set.
Als None is ingesteld voor de linker en rechter
surround-luidsprekers, zullen de surround achterluidsprekers automatisch ook op None worden
ingesteld. Selecteer de juiste instelling voor de linker
en rechter surround-luidsprekers.
Geen geluid uit de
midden-luidspreker
Geen geluid uit de
surroundluidsprekers
Geen geluid uit de
surround achterluidsprekers
37
Surround Back is ingesteld op None via
Speaker Set.
Selecteer Small x1, Small x2, Large x1 of Large x2.
Bass Out is ingesteld op Front terwijl er
een Dolby Digital of DTS signaal wordt
weergegeven.
Selecteer SWFR of Both.
Bass Out is ingesteld op SWFR of Front
terwijl er een 2-kanaals signaal wordt
weergegeven.
Selecteer Both.
86
83
37
86
79
83
83
AANVULLENDE
INFORMATIE
Geen geluid uit de
subwoofer
43
85
Het bronsignaal bevat geen zeer lage
tonen.
115
Nederlands
85
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Zie
bladzijde
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Er kunnen geen Dolby
Digital of DTS bronnen
worden weergegeven.
(De Dolby Digital of DTS
indicator op het display
op het voorpaneel licht
niet op.)
De aangesloten component is niet correct
ingesteld voor het produceren van Dolby
Digital of DTS digitale signalen.
Volg de handleiding van de apparatuur in kwestie en
maak de vereiste instellingen.
—
De ingangsfunctie staat op ANALOG.
Wijzig de instelling voor de ingangsfunctie naar
AUTO of COAX/OPT.
44
U hoort een zeker
gebrom.
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Steek de stekkers goed in de aansluitingen. Als dit het
probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis
is met de kabels.
—
De draaitafel is niet verbonden met de
GND aansluiting.
Sluit de aarding van uw draaitafel aan op de GND
aansluiting van dit toestel.
27
Het volume is te laag
bij weergave van een
plaat.
De plaat wordt afgespeeld op een
draaitafel met een MC cartridge.
De draaitafel moet op dit toestel worden aangesloten
via een MC-kopversterker.
Het volume kan niet
worden verhoogd, of het
geluid klinkt vervormd.
De op de OUT (REC) aansluitingen van
dit toestel aangesloten component staat
uit.
Zet de betreffende component aan.
Geluidseffecten
worden niet
opgenomen.
Het is niet mogelijk door het toestel
toegevoegde effecten op te nemen met
aangesloten opname-apparatuur.
Er kan niet worden
opgenomen door digitale
opname-apparatuur die
is aangesloten op de
DIGITAL OUTPUT
aansluiting van dit
toestel.
De signaalbron waarvan u wilt opnemen is
niet aangesloten op de DIGITAL INPUT
aansluitingen van dit toestel.
Er kan niet worden
opgenomen door analoge
opname-apparatuur die is
aangesloten op de
AUDIO OUT aansluitingen.
De signaalbron is niet aangesloten op de
analoge AUDIO IN aansluitingen van dit
toestel.
Sluit de signaalbron aan op de analoge AUDIO IN
aansluitingen.
Sommige instellingen
en geluidsveld
parameters van dit
toestel kunnen niet
meer worden gewijzigd.
Memory Guard is ingesteld op On.
Selecteer Off.
Het toestel
functioneert niet naar
behoren.
De interne microcomputer is vastgelopen
door een externe elektrische schok
(bijvoorbeeld blikseminslag of ontlading
van statische elektriciteit) of door een te
laag voltage van de stroomvoorziening.
Haal de stekker uit het stopcontact en doe hem na
ongeveer 30 seconden weer terug.
CHECK SP WIRES zal
op het display op het
voorpaneel verschijnen.
De luidsprekerbedrading maakt
kortsluiting.
Controleer of alle luidsprekerkabels op de juiste
manier zijn aangesloten.
U ondervindt storing
van digitale of
hoogfrequente
apparatuur, of van dit
toestel.
Dit toestel staat te dicht bij de digitale of
hoogfrequente apparatuur.
Zet het toestel verder bij dergelijke apparatuur
vandaan.
De beeldweergave
wordt gestoord.
De videobron maakt gebruik van
gescramblede of gecodeerde signalen om
kopiëren tegen te gaan.
Het toestel gaat
plotseling uit
(standby).
De interne temperatuur is te hoog
opgelopen en de oververhittingsbeveiliging
is in werking getreden.
116
27
—
Sluit de signaalbron aan op de DIGITAL INPUT
aansluitingen.
20–27
Sommige componenten kunnen geen
Dolby Digital of DTS bronmateriaal
opnemen.
20–27
91
—
15
—
Wacht ongeveer 1 uur tot het toestel afgekoeld is voor
u het weer aan zet.
—
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
■ Tuner
Oplossing
Zie
bladzijde
Dit probleem is inherent aan FM
stereo-uitzendingen wanneer de
zender te ver weg is of het
ontvangstsignaal dat binnenkomt via
de antenne niet sterk genoeg is.
Controleer de aansluitingen van de antenne.
Probeer een hoogwaardige
richtingsgevoelige FM antenne.
29
Stem met de hand af.
48
Er is vervorming en ook
een betere FM antenne
zorgt niet voor een
betere ontvangst.
U ondervindt interferentie doordat
hetzelfde signaal op verschillende
manieren ontvangen wordt.
Verander de opstelling van de antenne zodat
u van deze interferentie geen last meer hebt.
Er kan niet automatisch
worden afgestemd op
de gewenste zender.
Het radiosignaal is te zwak.
Probeer een hoogwaardige
richtingsgevoelige FM antenne.
29
Stem met de hand af.
48
Er kan niet langer
worden afgestemd op
eerder
voorgeprogrammeerde
zenders.
Het toestel is te lang zonder stroom
geweest.
Er kan niet automatisch
worden afgestemd op
de gewenste zender.
Het signaal is te zwak of de antenne is
los.
Probleem
Veel ruis in de FM
stereo-ontvangst.
FM
AM
Oorzaak
—
Programmeer de zenders opnieuw.
48
Controleer de aansluitingen van de AM
ringantenne en stel deze zo op dat u de beste
ontvangst verkrijgt.
—
Stem met de hand af.
48
—
U hoort doorlopend
gekraak en gesis.
Deze geluiden kunnen het gevolg zijn
van bliksem, TL verlichting, motoren,
thermostaten en andere elketrische
apparatuur.
Gebruik een buitenantenne en een goede
aarding. Dit kan in sommige gevallen helpen,
maar het blijft moeilijk om alle
storingsbronnen te elimineren.
U hoort gezoem en
gefluit.
Er wordt in de buurt van het toestel
een TV gebruikt.
Zet dit toestel verder bij de TV vandaan.
—
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
117
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
■ Afstandsbediening
Probleem
De afstandsbediening
werkt niet of niet naar
behoren.
Oplossing
Zie
bladzijde
Te ver weg of onder te scherpe hoek
gebruikt.
De afstandsbediening werkt binnen een maximaal
bereik van 6 m en binnen een hoek van 30 graden ten
opzichte van loodrecht op het voorpaneel.
5
Direct zonlicht of sterke verlichting
(vooral van TL lampen enz.) valt op de
sensor voor de afstandsbediening van dit
toestel.
Stel het toestel anders op.
De batterijen raken leeg.
Vervang alle batterijen.
4
AMP/SOURCE/TV is niet correct
ingesteld.
Stel AMP/SOURCE/TV correct in.
Zet de afstandsbediening in de AMP stand u wanneer
het toestel wilt bedienen.
Zet de afstandsbediening op de SOURCE stand
wanneer u de met de ingangskeuzetoetsen
geselecteerde component wilt bedienen.
Zet de afstandsbediening in de TV stand wanneer u
de TV die is ingesteld voor de DTV of PHONO set
wilt bedienen.
—
Stel de juiste afstandsbedieningscode in met behulp
van de “LIJST MET
AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van
deze handleiding.
98
Stel een andere afstandsbedieningscode in voor
dezelfde fabrikant met behulp van de “LIJST MET
AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van
deze handleiding.
98
Oorzaak
De afstandsbedieningscode is niet goed
ingesteld.
De afstandsbediening
kan geen nieuwe
functies leren.
118
—
De archiefcode van de afstandsbediening
en de afstandsbedienings-ID van dit
toestel komen niet overeen.
Zorg ervoor dat de afstandsbedienings-ID van dit
toestel overeenkomt met de archiefcode van de
afstandsbediening.
Ook als de juiste afstandsbedieningscode
is ingesteld is het mogelijk dat bepaalde
modellen niet goed reageren op de
afstandsbediening.
Programmeer de gewenste functies apart onder de
programmeerbare toetsen met de ‘leerfunctie’.
De batterijen gaan niet lang mee en zijn
snel leeg.
We raden u sterk aan alkali batterijen te gebruiken.
De batterijen van deze afstandsbediening
en/of die van de andere afstandsbediening
zijn te zwak.
Vervang de batterijen.
De afstand tussen de twee
afstandsbedieningen is te groot of te klein.
Plaats de afstandsbedieningen op de juiste afstand van
elkaar.
De signaalcodering of modulatie van de
andere afstandsbediening is niet
compatibel met deze afstandsbediening.
Leren is niet mogelijk.
Het geheugen is vol.
Wis functies die u niet meer nodig heeft om ruimte te
maken voor nieuwe functies.
95, 98
100
—
4
100
—
105
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
■ AUTO SETUP
Voor de AUTO SETUP
Foutmelding
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
Connect MIC!
De optimalisatie-microfoon is niet
aangesloten.
Verbind de meegeleverde optimalisatie-microfoon
met de OPTIMIZER MIC aansluiting op het
voorpaneel.
32
Unplug Phones!
Er is een hoofdtelefoon aangesloten.
Maak de hoofdtelefoon los.
—
No Setup Menu!
Er zijn geen setup menu-items
geselecteerd.
Selecteer minstens één setup menu-item.
—
Memory Guard!
Deze instelling is beveiligd.
Verwijder de beveiliging van de AUTO SETUP.
91
Tijdens de AUTO SETUP
Foutmelding
E01:No Front SP
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
—
Er worden geen L/R voorkanaal signalen
gedetecteerd.
Selecteer de voor-luidsprekers door op SPEAKER A
of B op het voorpaneel te drukken (of door
AMP/SOURCE/TV op AMP te zetten en dan op
SPEAKER A of B te drukken).
Controleer de aansluitingen van de L/R voorluidsprekers.
15
E02:No Surr. SP
Er is geen surroundkanaal gedetecteerd.
Controleer de aansluitingen van de surroundluidspreker.
15
E03:No PRNS SP
Er is geen aanwezigheidskanaal
gedetecteerd.
Controleer de aansluitingen van de
aanwezigheidsluidspreker.
15
E04:SBR–>SBL
Er wordt alleen een rechter surround
achterkanaal gedetecteerd.
Verbind de surround achter-luidspreker met de LEFT
SURROUND BACK SPEAKERS aansluiting als u
slechts een enkele surround achter-luidspreker heeft.
15
Probeer de AUTO SETUP wanneer het zo stil
mogelijk is.
—
Zet lawaaiige elektrische apparatuur zoals airconditioners uit, of zet ze uit de buurt van de
optimalisatiemicrofoon.
—
E05:Noisy
Teveel geluiden op de achtergrond.
Wel surround achter-luidspreker(s)
aangesloten, maar geen L/R surroundluidsprekers.
Sluit uw surround-luidsprekers aan wanneer u één of
meer surround achter-luidspreker(s) gebruikt.
15
E07:No MIC
De optimalisatie-microfoon is losgeraakt
tijdens de AUTO SETUP.
Verbind de meegeleverde optimalisatie-microfoon
met de OPTIMIZER MIC aansluiting op het
voorpaneel.
32
Controleer de instelling van de microfoon.
32
E08:No Signal
De optimalisatie-microfoon kan geen
testtonen detecteren.
Controleer de aansluiting en de opstelling van de
microfoon.
15
E09:User Cancel
De AUTO SETUP procedure is
geannuleerd door een handeling van de
gebruiker.
Doe de AUTO SETUP nog eens.
32
E10:Internal Err
Er is een interne fout opgetreden.
Doe de AUTO SETUP nog eens.
32
AANVULLENDE
INFORMATIE
E06:Check Surr.
Nederlands
119
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Na AUTO SETUP
Waarschuwing
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
W1:Out of Phase
De polariteit van de luidsprekers is niet
correct. Deze melding kan, afhankelijk
van de luidsprekers in kwestie, ook
verschijnen wanneer deze toch correct zijn
aangesloten.
Controleer of de luidsprekers met de correcte
polariteit zijn aangesloten (+ of –).
15
W2:Over24m/80ft
De afstand tussen de luidspreker en de
luisterplek is groter dan 24 m.
Zet de luidspreker dichter bij de luisterplek.
—
Pas de opstelling van de luidsprekers zo aan dat alle
luidsprekers op plekken met vergelijkbare
omstandigheden staan.
—
Controleer de luidspreker-aansluitingen.
15
Gebruik luidsprekers van vergelijkbare kwaliteit.
—
Stel het uitgangsvolume van de subwoofer in.
33
De huidige, door de gebruiker gewijzigde instellingen
krijgen de voorrang.
—
W3:Level Error
W4:SP Mismatch
Er is teveel volumeverschil tussen de
luidsprekers. (Er wordt geen
niveaucorrectie gemaakt.)
De Wiring resultaten zijn niet compatibel
met de huidige door de gebruiker
gewijzigde instellingen.
Opmerkingen
• Als de ERROR of WARNING schermen verschijnen, dient u de oorzaak van het probleem op te sporen en vervolgens de
AUTO SETUP procedure opnieuw uit te voeren.
• Als waarschuwing W-1 of W-4 verschijnt, worden er wel correcties uitgevoerd, maar zijn deze mogelijk niet optimaal.
• Als waarschuwing W-2 of W-3 verschijnt, zullen er geen correcties gemaakt worden.
• Als foutmelding E-10 herhaaldelijk verschijnt, dient u contact op te nemen met een erkend YAMAHA service-centrum.
■ HDMI
Foutmelding
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
Device Over
Er zijn meer dan 5 HDMI componenten
(inclusief dit toestel) aangesloten.
Verminder het aantal aangesloten HDMI
componenten.
—
HDCP Error
HDCP testen mislukt.
Controleer of de aangesloten HDMI componenten
ondersteuning bieden voor de HDCP
kopieerbeveiligingsnormen.
—
120
WOORDENLIJST
WOORDENLIJST
Audio informatie
■ ASA (Advanced Speaker Array)
ASA is een techniek van THX die de signalen voor de
2 surround en de 2 surround achter-luidsprekers bewerkt
voor een optimaal surroundeffect. Wanneer u uw
thuisbioscoop inricht met alle acht de luidsprekers (links,
midden, rechts, rechts surround, rechts surround-achter,
links surround-achter, links surround en subwoofer) krijgt
u de grootst mogelijke luisterplek als u de twee surround
achter-luidsprekers dicht bij elkaar en naar voren gericht
neerzet. Als u echter gedwongen wordt de surround
achter-luidsprekers verder uit elkaar te zetten, moet u via
het THX Audio Setup scherm de instelling kiezen die het
best overeenkomt met de daadwerkelijke afstand tussen
deze twee luidsprekers om het surroundeffect weer
optimaal te maken.
ASA wordt gebruikt in drie nieuwe functies: THX Select2
Cinema, THX Music Mode en THX Games Mode.
■ Dolby Digital
Dolby Digital is een digitaal surroundsysteem met
volledig van elkaar gescheiden multikanaals audio. Met
3 voorkanalen (links, midden en rechts), en 2 surroundstereokanalen biedt Dolby Digital in totaal 5 audiokanalen
met het volle frequentiebereik. Met een extra kanaal
speciaal voor de zeer lage tonen, het zogenaamde LFE
(Lage Frequentie Effect) kanaal, biedt dit systeem in totaal
5.1 kanalen (het LFE kanaal wordt als 0.1 kanaal geteld).
Door 2-kanaals stereo voor de surround-luidsprekers te
gebruiken is er een betere weergave van bewegende
geluidsbronnen en een beter algeheel surroundeffect
mogelijk dan bij Dolby Surround. Het grote dynamische
bereik (van het zachtste tot het hardste geluid wat nog kan
worden weergegeven) van de 5 kanalen met het volle
frequentiebereik en de precieze plaatsing van het geluid
door de digitale verwerking biedt de luisteraar een
ongehoord realistische weergave.
■ Dolby Digital EX
Dolby Pro Logic x is een nieuwe technologie die 6.1 of
7.1 multikanaals weergave mogelijk maakt van 2-kanaals
of multikanaals bronmateriaal. Er is een Music stand voor
muziek, een Movie stand voor films en een Game stand
voor spelletjes.
■ Dolby Surround
Dolby Surround maakt gebruik van een een 4-kanaals
analoog opnamesysteem voor de reproductie van
realistische en dynamische geluidseffecten:
2 voorkanalen, links en rechts (stereo), een middenkanaal
voor gesproken tekst (mono) en een surroundkanaal voor
speciale geluidseffecten (mono). Het surroundkanaal geeft
alleen geluiden binnen een beperkt frequentiebereik weer.
Dolby Surround wordt veel gebruikt op videobanden en
laserdiscs en ook wel bij TV en kabelprogramma’s. De in
dit toestel ingebouwde Dolby Pro Logic decoder maakt
gebruik van een digitale signaalverwerking die
automatisch het volume van de verschillende kanalen
stabiliseert om de richtingsgevoeligheid en de weergave
van bewegende geluidsbronnen te verbeteren.
■ DTS 96/24
DTS 96/24 biedt een ongekend hoog niveau audiokwaliteit voor
multikanaals weergave van DVD-Video en is volledig
compatibel met alle vroegere DTS decoders. 96 refereert aan de
96 kHz bemonsteringsfrequentie (vergeleken met een normale
waarde van 48 kHz). 24 refereert aan de gebruikte codelengte
van 24-bits. DTS 96/24 biedt een geluidskwaliteit die
vergelijkbaar is met die van de originele 96/24 masteropnamen,
en 96/24 5.1-kanaals weergave met video van hoge kwaliteit
voor muziekprogramma’s zowel als speelfilms op DVD-video.
■ DTS (Digital Theater Systems)
Digital Surround
DTS digitale surroundweergave is ontwikkeld om de analoge
filmsoundtracks te vervangen door een 6-kanaals digitale
soundtrack en is over de hele wereld bezig aan een opmars in de
bioscoop. Digital Theater Systems Inc. heeft tevens een
thuisbioscoopsysteem ontwikkeld zodat u gewoon thuis kunt
profiteren van de verbluffende DTS digitale surroundweergave.
Dit systeem produceert vrijwel vervormingsvrije 6-kanaals
weergave (technisch gesproken, linker, rechter en midden
voorkanalen, 2 surroundkanalen, plus een LFE 0.1 kanaal voor
de subwoofer, dus anders gezegd 5.1 kanalen). Dit toestel is
uitgerust met een DTS-ES decoder die 6.1- kanaals weergave
mogelijk maakt door uit bestaand 5.1-kanaals bronmateriaal
een surround-achterkanaal te destilleren.
ITU-R is de radio-communicatie afdeling van de
ITU (International Telecommunication Union). De ITU-R
heeft een aanbeveling opgesteld voor een standaard
luidsprekeropstelling die gebruikt wordt in veel kritische
luisterruimten, zoals mastering studio’s.
121
Nederlands
■ ITU-R
AANVULLENDE
INFORMATIE
Dolby Digital EX creëert 6 kanalen met het volledige
frequentiebereik van 5.1-kanaals bronmateriaal. Dit wordt
bereikt met een matrix decoder die 3 surroundkanalen
samenstelt uit de gegevens voor de 2 surroundkanalen uit
de oorspronkelijke opnamen. Voor de beste resultaten
moet Dolby Digital EX gebruikt worden met
filmsoundtracks die zijn opgenomen in Dolby Digital
Surround EX. Met dit extra kanaal krijgt u een betere en
meer dynamische weergave van bewegende
geluidsbronnen, vooral bij zogenaamde fly-over en
fly-around effecten.
■ Dolby Pro Logic x
WOORDENLIJST
■ LFE 0.1 kanaal
■ THX Cinema verwerking
Dit kanaal is speciaal bedoeld voor de weergave van zeer
lage tonen. Het frequentiebereik voor dit kanaal is 20 Hz
t/m 120 Hz. Dit kanaal wordt meestal als 0.1 geteld omdat
niet het volledige frequentiebereik wordt weergegeven,
zoals de andere 5/6 kanalen in een Dolby Digital of DTS
5.1/6.1-kanaals systeem.
THX is een exclusieve set standaarden en technologieën
zoals vastgesteld door de wereldberoemde filmproducent
Lucasfilm Ltd. THX is het resultaat van George Lucas
persoonlijke wens de weergave van de filmsoundtrack, zowel
in de bioscoop als bij u thuis, zo veel mogelijk overeen te
laten stemmen met wat de regisseur in gedachten had.
Filmsoundtracks worden samengesteld in speciale
geluidsstudio’s en zijn bedoeld om te worden afgespeeld
in bioscopen die zijn uitgerust met vergelijkbare
apparatuur en omstandigheden. Deze zelfde soundtrack
wordt vervolgens overgebracht op Laserdisc, VHS video,
DVD enz. en wordt verder niet gewijzigd voor weergave
bij u thuis.
De THX technici hebben geoctroieerde technieken
ontwikkeld om het voor weergave in bioscopen bedoelde
materiaal natuurgetrouw te transponeren naar de huiskamer
door te corrigeren voor de ruimtelijke en tonale verschillen.
Wanneer op dit product de THX indicator aan staat, worden
de THX functies automatisch toegevoegd aan de Cinema
functies (bijv. THX Cinema, THX Surround EX).
■ Neo:6
Neo:6 bewerkt conventioneel 2-kanaals bronmateriaal
voor 6-kanaals weergave met een speciale decoder.
Hierdoor wordt weergave mogelijk met kanalen met het
volle bereik en met een verbeterde kanaalscheiding, zoals
bij weergave van digitale signalen met gescheiden
kanalen. Er zijn twee standen; Music voor weergave van
muziek en Cinema voor films.
■ PCM (Lineair PCM)
Lineair PCM is een signaalformaat voor het
ongecomprimeerd digitaliseren, opnemen en overbrengen
van analoge audiosignalen. Dit wordt gebruikt als
opnamemethode van CD’s en DVD audio. Het PCM
systeem maakt gebruik van een techniek waarmee het
analoge signaal zeer vaak per seconde wordt gemeten. De
afkorting staat voor Puls Code Modulatie, het analoge
signaal wordt gecodeerd als pulsjes en dan gemoduleerd
voor opname.
■ Bemonsteringsfrequentie en aantal
kwantisatiebits
Bij het digitaliseren van een analoog audiosignaal wordt
het aantal keren dat het signaal per seconde wordt gemeten
de bemonsteringsfrequentie genoemd en de
gedetailleerdheid waarmee het geluid in een numerieke
waarde wordt omgezet, het aantal kwantisatiebits.
Het frequentiebereik dat kan worden weergegeven is
gebaseerd op de bemonsteringsfrequentie, terwijl het
dynamisch bereik, het verschil tussen het zachtste en het
hardste geluid, bepaald wordt door het aantal
kwantisatiebits. In principe is het zo dat hoe hoger de
bemonsteringsfrequentie is, hoe groter het aantal tonen is
dat kan worden weergegeven, en hoe hoger het aantal
kwantisatiebits is, hoe precieser het geluidsniveau kan
worden gereproduceerd.
Aangepaste decorrelatie
In een bioscoop zijn er een groot aantal surroundluidsprekers die allemaal meehelpen om een omhullend
surround-effect op te bouwen, maar thuis heeft u er
misschien maar twee. Hierdoor kunnen de surroundluidsprekers al snel klinken als een grote hoofdtelefoon,
zonder gevoel van ruimte en zonder omhullend effect. Ook
kan het hele surround-effect makkelijk verloren gaan
wanneer u niet in het midden zit, maar te dicht bij de ene
surround-luidspreker. Aangepaste decorrelatie verschuift
de timing en de fase van de twee surroundkanalen iets ten
opzichte van elkaar. Het effect hiervan is dat de luisterplek
waar het effect waargenomen kan worden effectief
vergroot wordt – met toch maar twee luidsprekers – en dat
de bioscoopervaring beter benaderd wordt.
Re-Equalization
De toonbalans van een filmsoundtrack zal te helder en te
hard overkomen bij weergave in uw huiskamer omdat een
soundtrack gemaakt is voor weergave in grote bioscopen
met grote professionele apparatuur. Re-Equalization
herstelt de juiste toonbalans zodat een filmsoundtrack
beter zal klinken in uw huiskamer.
Timbre Matching
Voor het menselijk gehoor hangt de manier waarop we een
geluid waarnemen mede af van de richting waar het geluid
vandaan komt. In een bioscoop is er een enorme batterij aan
luidsprekers die ons vanaf alle kanten voorzien van de nodige
geluidsinformatie. Maar thuis gebruiken we misschien maar
twee luidsprekers om hetzelfde effect te bereiken. De Timbre
Matching functie filtert de informatie die naar de surroundluidsprekers gestuurd wordt zodat ze de toonkwaliteit van de
voor-luidsprekers beter benaderen. Hierdoor worden tussen
de voor- en surround-luidsprekers bewegende geluidsbronnen
beter en naadlozer weergegeven.
122
WOORDENLIJST
■ THX Games Mode
■ THX Surround EX
Voor weergave van stereo en multikanaals spelletjes kunt
u het beste THX Games Mode selecteren. In deze stand
wordt THX ASA verwerking gebruikt voor de
surroundkanalen van alle 5.1 en 2.0 gecodeerd
spelmateriaal, inclusief analoog, PCM, DTS en
Dolby Digital materiaal. Op deze manier worden alle
geluiden in het spel zeer precies in het surroundveld
geplaatst, wat een volledige 360 graden spelomgeving
oplevert. THX Games Mode is uniek, want alleen deze
stand geeft u soepele overgangen van audio op alle punten
in het surroundveld.
THX Surround EX-Dolby Digital Surround EX is een
gezamenlijk ontwikkeld product van Dolby Laboratories
en THX Ltd.
In de bioscoop kan er bij filmsoundtracks die met
Dolby Digital Surround EX technologie gecodeerd zijn
een extra kanaal worden gereproduceerd dat is toegevoegd
bij het mengen van de geluidsgegevens. Dit kanaal, het
surround-achterkanaal, plaatst geluiden direct achter de
luisteraar, in aanvulling op de reeds beschikbare linker,
rechter en midden voorkanalen, linker en rechter
surroundkanalen en de subwoofer. Dit extra kanaal geeft
de mogelijkheid een meer gedetailleerd geluidsbeeld op te
bouwen achter de luisteraar, geeft meer diepte, een
ruimtelijker sfeer en maakt een betere plaatsing van de
geluiden mogelijk.
Films met Dolby Digital Surround EX technologie zullen
deze informatie op hun verpakking aanduiden wanneer ze
op de markt komen voor de consument. Een lijst met films
die gebruik maken van deze technologie kunt u vinden op
de Dolby website: www.dolby.com. Een lijst met
beschikbare DVD titels die gebruik maken van deze
technologie kunt u vinden op www.thx.com.
Alleen receivers en andere producten met het
THX Surround EX logo, gebruikt in de THX Surround EX
stand kunnen deze nieuwe technologie correct
reproduceren bij u thuis.
Dit product kan ook de THX Surround EX stand
inschakakelen bij weergave van 5.1-kanaals materiaal dat
niet Dolby Digital Surround EX gecodeerd is. In een
dergelijk geval zal de via het surround-achterkanaal
weergegeven geluid afhangen van het gebruikte
programma en kan het tegenvallen, afhankelijk van de
soundtrack in kwestie en de eigen smaak van de luisteraar.
■ THX Music Mode
Voor weergave van multikanaals muziek kunt u het beste
THX Music Mode selecteren. In deze stand wordt
THX ASA verwerking toegepast op alle 5.1
surroundkanalen van gecodeerd muziekmateriaal zoals
DTS, Dolby Digital en DVD-Audio, hetgeen zorgt voor
een stabiele surroundweergave.
■ THX Select2
Voor een thuistheater-component een THX Select2
certificatie verdient, moet deze voldoen aan alle eisen voor
THX Cinema verwerking en ook een rigoureuze reeks
kwaliteits- en prestatietests hebben doorstaan. Slechts dan
mag een product voorzien worden van het THX Select2
logo; uw garantie dat het door u aangeschafte Home
Theater product u nu en nog vele jaren met uitstekende
prestaties van dienst zal zijn. De THX Select2 eisen
hebben betrekking op alle aspecten van het product,
inclusief de prestaties van de eindversterker en de
voorversterker en honderden andere parameters, zowel
digitaal als analoog.
■ THX Select2 Cinema stand
AANVULLENDE
INFORMATIE
De THX Select2 Cinema stand zorgt voor weergave van
5.1 filmmateriaal met alle 8 de luidsprekers en geeft u de
best mogelijke ervaring bij het bekijken van een film. In
deze stand mengt de ASA verwerking de surroundluidsprekers en de surround achter-luidsprekers voor een
optimale mix van omgevingsgeluid en gericht
surroundgeluid.
DTS-ES (Matrix en 6.1 Discrete) en Dolby Digital
Surround EX gecodeerde soundtracks zullen automatisch
worden gedetecteerd in de THX Select2 Cinema stand als
de bijbehorende ‘vlag’ in het signaal is meegecodeerd.
Er zijn Dolby Digital Surround EX soundtracks zonder de
digitale signalering (‘vlag’) die automatisch omschakelen
mogelijk maakt. Als u weet dat de film die u gaat bekijken
Surround EX gecodeerd is, kunt met de hand de
THX Surround EX stand kiezen; anders zal de
THX Select2 Cinema stand ASA verwerking toepassen
voor een optimale weergave.
Nederlands
123
WOORDENLIJST
Video informatie
Geluidsveldprogramma informatie
■ Component videosignaal
■ CINEMA DSP
In een component video systeem wordt het videosignaal
gescheiden in een Y signaal voor de luminantie en in PB
en PR signalen voor de kleuren. Dit systeem zorgt voor een
betere kleurweergave omdat elk van deze signalen
onafhankelijk is van de andere. U heeft een monitor met
component ingangsaansluitingen nodig om component
videosignalen te kunnen weergeven.
Omdat de Dolby Surround en DTS systemen
oorspronkelijk bedoeld waren voor de bioscoop, werken
deze systemen het best in een theatrale ruimte met een
heleboel luidsprekers opgesteld voor het maximale
akoestische effect. Maar de omstandigheden bij mensen
thuis, de afmetingen van de kamer, het materiaal waar de
muur van gemaakt is, het aantal luidsprekers enz., zijn zo
verschillend, dat de weergave ook anders wordt. Op basis
van een massa in het echt gemeten gegevens maken nu de
YAMAHA CINEMA DSP programma’s gebruik van de
origineel door YAMAHA ontwikkelde
geluidsveldentechnologie om in combinatie met Dolby
Pro Logic, Dolby Digital en DTS systemen te komen tot
een zo goed mogelijke benadering in uw huiskamer van de
audiovisuele ervaring die tot nog toe alleen in de bioscoop
gerealiseerd kon worden.
■ Composiet videosignaal
Een composiet videosignaal bestaat uit alle drie de
basiselementen van het videobeeld: kleur, helderheid en
synchronisatiegegevens. Een composiet video-aansluiting
op een videocomponent geeft deze drie elementen
gecombineerd door.
■ S-Videosignaal
In een S-Videosysteem wordt het videosignaal dat
normaal via een enkele kabel zou worden doorgegeven
gescheiden in een Y signaal voor de luminantie en een C
signaal voor de kleur en doorgegeven via speciale S-video
aansluitingen. Gebruik van een S VIDEO aansluiting
vermindert signaalverslechtering bij lange verbindingen
en zorgt voor een betere beeldkwaliteit.
■ SILENT CINEMA
YAMAHA heeft een natuurlijk en realistisch DSP
geluidsveldprogramma ontwikkeld voor hoofdtelefoons.
Voor elk apart geluidsveld zijn parameters voor weergave
via een hoofdtelefoon opgenomen zodat alle
geluidsveldprogramma’s natuurgetrouw kunnen worden
weergegeven.
■ Virtual CINEMA DSP
YAMAHA heeft een Virtual CINEMA DSP
geluidsveldprogramma ontwikkeld dat u ook zonder
daadwerkelijke surround-luidsprekers in staat stelt te
profiteren van DSP surroundeffecten door middel van
virtuele surround-luidsprekers.
U kunt Virtual CINEMA DSP zelfs gebruiken op een
minimaal systeem met slechts twee luidsprekers zonder
midden-luidspreker.
124
WOORDENLIJST
Parametrische equalizer informatie
Dit toestel maakt gebruik van YAMAHA Parametric
Room Acoustic Optimizer (YPAO) technologie waarmee,
samen met de Parametric EQ instellingen (zie
bladzijde 77), de frequentiekarakteristieken via een
instelbare equalizer worden afgestemd op uw
luisteromgeving. YPAO gebruikt een combinatie van de
volgende drie parameters (Frequency, Gain en Q factor)
om te komen tot een zo precies mogelijke aanpassing van
de frequentiekarakteristieken.
■ Q factor
De breedte van de opgegeven frequentieband wordt
aangeduid als de Q factor. Deze parameter kan worden
ingesteld tussen de waarden 0,5 en 10.
■ Frequency
Deze parameter kan worden ingesteld in stappen van éénderde octaaf, tussen 63 Hz en 16 kHz.
YPAO past de frequentiekarakteristieken aan uw
luistervoorkeuren aan via een combinatie van de
bovengenoemde drie parameters (Frequency, Gain en
Q factor) voor elk van de equalizerbanden van de
parametrische equalizer van dit toestel. Dit toestel heeft
7 equalizerbanden voor elk kanaal.
Door gebruik te maken van meer equalizerbanden kunnen
de frequentiekarakteristieken preciezer worden ingesteld
(zoals te zien in Afbeelding 2). Dit is niet mogelijk wa
wanneer slechts een enkele equalizerband wordt gebruikt
(zoals in Afbeelding 1).
■ Gain
Deze parameter kan worden ingesteld in stappen van
0,5 dB, tussen –20 en +6 dB.
Afbeelding 1
Gain (extra versterking)
Frequentiekarakteristiek
na correctie
Band 1
Frequentie
Originele
frequentiekarakteristiek
Afbeelding 2
Gain (extra versterking)
Band 1
Frequentie
Band 2
AANVULLENDE
INFORMATIE
Frequentiekarakteristiek
na correctie
Originele
frequentiekarakteristiek
Nederlands
125
TECHNISCHE GEGEVENS
TECHNISCHE GEGEVENS
AUDIO GEDEELTE
• Minimum RMS uitgangsvermogen voor, midden,
surround, surround-achter
20 Hz t/m 20 kHz, 0,04% THV, 8 Ω .................................. 130 W
• Dynamisch vermogen (IHF)
8/6/4/2 Ω ....................................................... 165/205/260/340 W
• Maximum vermogen (EIAJ)
[Modellen voor Azië, China, Korea en algemene modellen]
1 kHz, 10% THV, 8 Ω ........................................................ 180 W
• Maximum uitgangsvermogen [Modellen voor het V.K. en Europa]
1 kHz, 0,7% THV, 4 Ω ....................................................... 190 W
• Dynamisch bereik
8 Ω ..................................................................................... 1,11 dB
• IEC uitgangsvermogen [Modellen voor het V.K. en Europa]
1 kHz, 0,04% THV, 8 Ω ..................................................... 140 W
• Dempingsfactor (IHF)
20 Hz t/m 20 kHz, 8 Ω ............................................... 140 of meer
• Ingangsgevoeligheid/uitgangsimpedantie
PHONO .................................................................. 3,5 mV/47 kΩ
CD, enz. ................................................................. 200 mV/47 kΩ
MULTI CH INPUT ............................................... 200 mV/47 kΩ
• Maximum ingangssignaal
PHONO (1 kHz, 0,1% THV) ................................ 60 mV of meer
CD, enz. (1 kHz, 0,5% THV) .................................. 2,4 V of meer
• Uitgangsniveau/ingangsimpedantie
OUT (REC) .......................................................... 200 mV/1,2 kΩ
PRE OUT .................................................................. 1,0 V/500 Ω
SUBWOOFER .......................................................... 2,0 V/500 Ω
ZONE 2/ZONE 3 OUT
[Modellen voor de V.S., Canada, Australië,
het V.K. en Europa]................................................ 1,0 V/1,2 kΩ
• Opgegeven vermogen/impedantie hoofdtelefoon-aansluiting
CD, enz. (1 kHz, 40 mV, 8 Ω) ............................... 150 mV/100 Ω
• Frequentierespons
CD aansluiting naar L/R voor ........ 10 Hz t/m 100 kHz, +0/–3 dB
• RIAA Equalisatie-deviatie
PHONO (20 Hz t/m 20 kHz) ........................................ 0 ± 0,5 dB
• Totale harmonische vervorming
PHONO t/m OUT (REC)
(20 Hz t/m 20 kHz, 1 V) ................................. 0,02% of minder
CD, enz. naar L/R voor
(20 Hz t/m 20 kHz, 65 W, 8 Ω) ....................... 0,04% of minder
• Signaal-ruis verhouding (IHF-A netwerk)
PHONO (5 mV) naar L/R voor
[Modellen voor het V.K. en Europa] ...................... 81 dB of meer
[Overige modellen] ................................................. 86 W of meer
CD, enz. (250 mV) naar L/R voor ........................ 100 dB of meer
• Restruis (IHF-A netwerk)
L/R voor ............................................................ 150 µV of minder
• Kanaalscheiding (1 kHz/10 kHz)
PHONO (kortgesloten) naar L/R voor ........ 60 dB/55 dB of meer
CD, enz.
(5,1 kΩ kortgesloten) naar L/R voor ........ 60 dB/45 dB of meer
• Toonregelingkarakeristieken (L/R voor)
BASS versterking/drempel ....................................... ±6 dB/50 Hz
BASS turnover frequentie .................................................. 350 Hz
TREBLE versterking/drempel ................................ ±6 dB/20 kHz
TREBLE turnover frequentie ........................................... 3,5 kHz
• Zone 2/Zone 3 Toonregelingkarakeristieken (L/R voor)
BASS versterking/drempel ................................... ±10 dB/100 Hz
BASS turnover frequentie .................................................. 450 Hz
TREBLE versterking/drempel .............................. ±10 dB/20 kHz
TREBLE turnover frequentie ........................................... 1,5 kHz
• Filterkarakteristieken (fc=40/60/80/90/100/110/120/160/200 Hz)
H.P.F. (Voor, midden, surround, surround-achter) ......... 12 dB/oct
L.P.F. (Subwoofer) ........................................................ 24 dB/oct.
VIDEO GEDEELTE
• Videosignaaltype (Grijze achtergrond)
[Modellen voor de V.S., Canada, Korea en algemene modellen]
........................................................................................... NTSC
[Modellen voor het V.K., Europa, Australië, Azië en China]
.............................................................................................. PAL
• Videosignaaltype (Videoconversie) ............................... NTSC/PAL
• Signaalniveau
Composiet ................................................................. 1 Vp-p/75 Ω
S-video ............................ 1 Vp-p/75 Ω (Y), 0,286 Vp-p/75 Ω (C)
Component ................... 1 Vp-p/75 Ω (Y), 0,7 Vp-p/75 Ω (PB/PR)
• Maximum ingangsniveau (V CONV. uit) ............. 1,5 Vp-p of meer
• Signaal-ruis verhouding (V CONV. uit) .................... 60 dB of meer
• Frequentierespons (MONITOR OUT)
Component (V CONV. uit) .................. 5 Hz t/m 100 MHz, ±3 dB
FM GEDEELTE
• Afstembereik
[Modellen voor de V.S. en Canada] .............. 87,5 t/m 107,9 MHz
[Modellen voor Azië en algemene modellen]
.............................................. 87,5/87,50 t/m 108,0/108,00 MHz
[Overige modellen] ................................... 87,50 t/m 108,00 MHz
• 50 dB Rustgevoeligheid (IHF)
Mono/Stereo ........................................ 2,0/25 µV (17,3/39,2 dBf)
• Bruikbare gevoeligheid (IHF) .............................. 1,0 µV (11,2 dBf)
• Selectiviteit (400 kHz) ............................................................ 70 dB
• Signaal-ruis verhouding (IHF)
Mono/Stereo ............................................................. 76 dB/70 dB
• Harmonische vervorming (1 kHz)
Mono/Stereo ................................................................... 0,2/0,3%
• Stereoscheiding (1 kHz)
Stereo ................................................................................... 42 dB
• Frequentierespons
Stereo ........................................... 20 Hz t/m 15 kHz, +0,5, –2 dB
• Antenne-aansluiting (ongebalanceerd) ..................................... 75 Ω
AM GEDEELTE
• Afstembereik
[Modellen voor de V.S. en Canada] .................. 530 t/m 1710 kHz
[Modellen voor Azië en algemene modellen]
........................................................ 530/531 t/m 1710/1611 kHz
[Overige modellen] ........................................... 531 t/m 1611 kHz
• Bruikbare gevoeligheid ..................................................... 300 µV/m
126
TECHNISCHE GEGEVENS
ALGEMEEN
• Stroomvoorziening
[Modellen voor de V.S. en Canada]
.......................................................... 120 V, 60 Hz wisselstroom
[Modellen voor Azië en algemene modellen]
....................... 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
[Modellen voor China] ....................... 220 V, 50 Hz wisselstroom
[Modellen voor Korea] ....................... 220 V, 60 Hz wisselstroom
[Modellen voor Australië] .................. 240 V, 50 Hz wisselstroom
[Modellen voor het V.K. en Europa]
.......................................................... 230 V, 50 Hz wisselstroom
• Stroomverbruik
[Modellen voor de V.S. en Canada] ....................... 500 W/630 VA
[Overige modellen] ............................................................. 500 W
• Stroomverbruik uit (standby)
[Modellen voor de V.S. en Canada] .................... 0,1 W of minder
[Algemene modellen] (240 V, 50 Hz wisselstroom)
........................................................................ 0,33 W of minder
[Overige modellen] ............................................. 0,1 W of minder
• Maximum stroomverbruik [Alleen algemene modellen]
6 kanalen, 10% THV ........................................................ 1100 W
• Netstroomaansluitingen
[Modellen voor de V.S. en Canada]
.............................................. 2 (Totaal 100 W/0,8 A maximum)
[Modellen voor Azië, China en algemene modellen]
.......................................................... 2 (Totaal 50 W maximum)
[Modellen voor het V.K. en Australië]
.............................................. 1 (Totaal 100 W/0,4 A maximum)
[Modellen voor Europa] ......... 2 (Totaal 100 W/0,4 A maximum)
• Afmetingen (B x H x D) ................................. 435 x 171 x 438 mm
• Gewicht ................................................................................. 17,4 kg
* Technische gegevens kunnen zonder kennisgeving gewijzigd
worden.
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
127