Yamaha RX-V2600 de handleiding

Categorie
Ontvanger
Type
de handleiding
1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit
uw toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te
lezen. Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er
later nog eens iets in kunt opzoeken.
2 Installeer dit toestel op een goed geventileerde, koele, droge,
schone plek – uit direct zonlicht, uit de buurt van
warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou. Zorg voor
een ventilatieruimte van tenminste 30 cm ruimte aan de
bovenkant, 20 cm aan de rechter- en linkerkant en 20 cm aan
de achterkant van dit toestel.
3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische
apparatuur, motoren of transformatoren om storend gebrom te
voorkomen.
4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge
temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats het
toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad
(bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te
voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat
zou kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, schade aan
dit toestel en/of persoonlijk letsel.
5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel
kunnen vallen, of waar het toestel bloot staat aan druppelende
of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet
bovenop dit toestel:
Andere componenten, daar deze schade kunnen
veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen
doen verkleuren.
Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand,
schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen
veroorzaken.
Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische
schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit toestel
kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof daaruit in het
toestel terecht komt.
6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz.
zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur
binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand,
schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel.
7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle
aansluitingen gemaakt zijn.
8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is
geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken wat kan leiden tot
schade.
9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen
en/of snoeren.
10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de
stekker zelf trekken, niet aan het snoer.
11 Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen;
dit kan de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone,
droge doek.
12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik
van dit toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is
gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of
persoonlijk letsel. YAMAHA aanvaardt geen
aansprakelijkheid voor enige schade veroorzaakt door gebruik
van dit toestel met een ander voltage dan hetgeen aangegeven
staat.
13 Om schade door blikseminslag te voorkomen dient u de
stekker uit het stopcontact te halen wanneer het onweert.
14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of
het te repareren. Neem contact op met erkend YAMAHA
servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie
behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken.
15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken
(bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen.
16 Installeer dit toestel in de buurt van een stopcontact op een
plek waar u de stekker en het stopcontact gemakkelijk kunt
bereiken.
17 Lees het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” over
veel voorkomende vergissingen bij de bediening voor u de
conclusie trekt dat het toestel een storing of defect vertoont.
18 Voor u dit toestel gaat verplaatsen dient u MASTER ON/OFF
in te drukken zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om
dit toestel, de eerste ruimte, Zone 2 en Zone 3 en haal
vervolgens de stekker uit het stopcontact.
19 VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en algemene modellen)
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit
toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte
netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact steekt.
De geschikte voltages zijn als volgt:
Modellen voor Azië
................................... 220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
Algemene modellen
.....................110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
LET OP: LEES HET VOLGENDE VOOR U DIT TOESTEL IN GEBRUIK
NEEMT.
WAARSCHUWING
OM DE RISICO’S VOOR BRAND OF
ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN,
MAG U DIT TOESTEL IN GEEN GEVAL
BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN.
Zolang dit toestel is aangesloten op het stopcontact, is
de stroomvoorziening niet afgesloten, ook niet wanneer
u het toestel uitschakelt met MASTER ON/OFF. In
deze staat is dit toestel ontworpen om slechts een zeer
kleine hoeveelheid stroom te gebruiken.
Alleen voor klanten in Nederlands
Bij dit product zijn batterijen geleverd.
Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet
weggooien maar inleveren als KCA.
1
VOORBEREIDINGEN
INLEIDING
GEAVANCEERDE
BEDIENING
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
BASISBEDIENING
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
KENMERKEN ....................................................... 2
VAN START ........................................................... 3
Meegeleverde accessoires.......................................... 3
Inzetten van batterijen in de afstandsbedieningen ..... 4
Omgaan met de afstandsbediening ............................ 5
Open en dicht doen van de klep in het voorpaneel.... 5
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES......... 6
Voorpaneel................................................................. 6
Afstandsbediening ..................................................... 8
Zone 2/Zone 3 afstandsbediening............................ 10
Display voorpaneel .................................................. 11
Achterpaneel............................................................ 13
AANSLUITINGEN .............................................. 14
Voor u de luidsprekers gaat aansluiten.................... 14
Aansluiten van luidsprekers..................................... 15
Gebruik van dubbele bedrading en dubbele AMP
aansluitingen........................................................ 19
Informatie over de bedrading en de stekkers
voor de aansluitingen........................................... 20
Aansluiten van HDMI componenten....................... 23
Aansluiten van videocomponenten.......................... 24
Aansluiten van audiocomponenten.......................... 27
Aansluiten van de antennes ..................................... 29
Aansluiten van het netsnoer..................................... 30
Aan en uit zetten van dit toestel............................... 30
Instellen van de luidspreker-impedantie.................. 31
AUTO SETUP....................................................... 32
Inleiding................................................................... 32
Optimalisatie-microfoon setup ................................ 32
Gebruik van AUTO SETUP .................................... 33
Bevestigen van de resultaten ................................... 35
WEERGAVE ........................................................ 37
Basisbediening......................................................... 37
Aanvullende mogelijkheden .................................... 39
OPNEMEN............................................................ 46
FM/AM AFSTEMMEN ....................................... 47
Automatisch afstemmen .......................................... 47
Handmatig afstemmen............................................. 48
Automatisch voorprogrammeren............................. 48
Handmatig voorprogrammeren................................ 50
Selecteren van voorkeuzezenders ............................ 51
Omwisselen van voorkeuzezenders......................... 52
Afstemmen op Radio Data Systeem zenders........... 53
Veranderen van de Radio Data Systeem functie ..... 53
De PTY SEEK functie............................................. 54
De EON functie ....................................................... 55
WIJZIGEN VAN GELUIDSVELD
INSTELLINGEN ..............................................56
Wat is een geluidsveld? ........................................... 56
Veranderen van parameterinstellingen .................... 56
GELUIDSVELDPROGRAMMA
BESCHRIJVINGEN.........................................58
Voor film/video bronnen ......................................... 58
Voor muziekmateriaal ............................................. 60
GELUIDSVELD PARAMETER
BESCHRIJVINGEN.........................................61
GELUIDSVELDPROGRAMMA
LUIDSPREKEROPSTELLINGEN ................66
SYSTEEM OPTIES..............................................70
Veranderen van parameterinstellingen .................... 72
Input Select .............................................................. 73
Manual Setup (Sound) ............................................. 76
Manual Setup (Video) ............................................. 80
Manual Setup (Basic) .............................................. 83
Manual Setup (Option) ............................................ 87
System Memory....................................................... 92
Language ................................................................. 93
GEAVANCEERDE SETUP.................................94
Gebruik van ADVANCED SETUP......................... 94
KENMERKEN VAN DE
AFSTANDSBEDIENING.................................96
Bedieningstoetsen .................................................... 96
Bedienen van andere componenten ......................... 97
Instellen van afstandsbedieningscodes .................... 98
Gebruik van LEARN ............................................. 100
Gebruik van RE-NAME ........................................ 102
Gebruik van MACRO............................................ 103
Gebruik van CLEAR ............................................. 105
ZONE 2/ZONE 3 .................................................108
Aansluiten van Zone 2 en Zone 3 componenten ... 108
Selecteren van Zone 2 of Zone 3 ........................... 109
Bedienen van Zone 2 en Zone 3 ............................ 110
Gebruiken van de bedieningsfunctie voor
Zone 2 en Zone 3............................................... 111
HDMI ...................................................................112
Wat is HDMI? ....................................................... 112
Aanpassen van de HDMI parameters .................... 113
Basisbediening HDMI ........................................... 113
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN.....................114
WOORDENLIJST ..............................................121
Audio informatie.................................................... 121
Video informatie.................................................... 124
Geluidsveldprogramma informatie........................ 124
Parametrische equalizer informatie ....................... 125
TECHNISCHE GEGEVENS.............................126
INHOUD
INLEIDING
VOORBEREIDINGEN
BASISBEDIENING
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
GEAVANCEERDE BEDIENING
AANVULLENDE INFORMATIE
KENMERKEN
2
Ingebouwde 7-kanaals eindversterker
Minimum RMS uitgangsvermogen
(0,04% THV, 20 Hz t/m 20 kHz, 8 )
Voor: 130 W + 130 W
Midden: 130 W
Surround: 130 W + 130 W
Surround Achter: 130 W + 130 W
Kenmerken geluidsveld
Zelf ontwikkelde YAMAHA technologie voor de
creatie van geluidsvelden
THX Select2
Dolby Digital/Dolby Digital EX decoder
DTS/DTS-ES Matrix 6.1, Discrete 6.1,
DTS Neo:6 decoder, DTS 96/24
Dolby Pro Logic/Dolby Pro Logic x decoder
Virtual CINEMA DSP
SILENT CINEMA
HDMI (High-Definition Multimedia Interface)
HDMI interface voor standaard, verbeterde of
high-definition video en multikanaals digitale audio
Mogelijkheid tot opwaarderen van analoge video naar
HDMI digitale video (composiet video S-video
component video HDMI digitale video) en
opwaarderen van de resolutie (480i 480p/1080i/
720p en 480p 1080i/720p) voor de monitor uitgang
Verfijnde AM/FM tuner
40 Gemakkelijk toegankelijke voorkeuzezenders
Automatisch voorprogrammeren
Wijzigen van voorkeuzezenders (Bewerken
voorkeuzezenders)
Radio Data Systeem
(Alleen modellen voor het V.K. en Europa)
Radio Data Systeem afstemmogelijkheden
Overige kenmerken
YPAO (YAMAHA Parametric Room Acoustic
Optimizer) voor automatische instelling van uw
luidsprekers
192-kHz/24-bits D/A converter
GUI (Grafische gebruikersinterface) menusysteem
waarmee u dit toestel optimaal kunt aanpassen aan uw
audio/videosysteem
Taalkeuze voor de taal waarin de menu’s worden
weergegeven (Engels, Japans, Frans, Duits of Spaans)
6 of 8 extra ingangsaansluitingen voor gescheiden
multikanaals signalen
Beknopte meldfunctie
PURE DIRECT voor onversneden, natuurgetrouwe
weergave van analoge en PCM bronnen
S-video in-/uitgangsaansluitingen
Component video in-/uitgangsaansluitingen
Analoge video I/P conversie van 480i (NTSC) of
576i (PAL) naar 480p (NTSC) of 576p (PAL)
Optische en coaxiale digitale audio-aansluitingen
Slaaptimer
Cinema en Muziek Middernacht luisterfuncties
Afstandsbediening met voorgeprogrammeerde
afstandsbedieningscodes en Leer-/Macrofunctie
Zone 2/Zone 3 mogelijkheid voor aangepaste
installatie
Zone 2/Zone 3 afstandsbediening voor Zone 2 of
Zone 3
In-beeld display (OSD) functie voor Zone 2
y geeft een bedieningstip aan.
Sommige handelingen kunnen zowel worden uitgevoerd met de toetsen op het toestel zelf als met de afstandsbediening. Als de naam
van een toets op de afstandsbediening verschilt van die op het toestel zelf, zal de naam van de betreffende toets op de
afstandsbediening tussen haakjes vermeld worden.
Deze handleiding is gedrukt voor uw toestel geproduceerd werd. Daarom kunnen ontwerp en specificaties gewijzigd zijn als gevolg
van verbeteringen enz. Als de handleiding en het product van elkaar verschillen, heeft het product de prioriteit.
Vervaardigd in licentie van Dolby Laboratories.
“Dolby”, “Surround EX”, en het dubbele-D symbool zijn
handelsmerken van Dolby Laboratories.
“DTS”, “DTS-ES”, “Neo:6” en “DTS 96/24” zijn handelsmerken
van Digital Theater Systems, Inc.
“HDMI”, het “HDMI” logo en “High-Definition Multimedia
Interface” zijn handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
“SILENT CINEMA” is een handelsmerk van YAMAHA
CORPORATION.
Het THX logo is een handelsmerk van THX Ltd. en is mogelijk
gedeponeerd in sommige gebieden. Alle rechten voorbehouden.
KENMERKEN
VAN START
3
INLEIDING
Nederlands
Controleer of u alle volgende onderdelen inderdaad ontvangen hebt.
VAN START
Meegeleverde accessoires
CLEAR
LEARN
RE–NAME
MENU
EFFECT
RETURN
DISPLAY
BAND
SRCH MODE
NIGHT
AUDI O
PURE DIRECT
ENTER
GUI TOP
TITLE
SELECT
1
2B
THX
STANDARD SELECT EXTD SUR.
STEREO
MUSIC ENTERTAIN MOVIE
VOLUME
+
3421
90
+10
ENT.
5678
POWER POWER
POWER
STANDBY
AVTV
SLEEP
AUDIO SEL
CH
+
TV VOL
TV MUTE TV INPUT
MUTE
+
AMP
SOURCE
TV
MACROONOFF
A
SPEAKERSMEMORY
DTV DVR/VCR2VCR 1 DVD
V
-
AUX
CBL/SAT MD/TAPE
CD-R
PHONO TUNER CD
MULTI CH IN
A
XM
EXIT
XM MEMORY
STRAIGHT
PRESET/CH
A-E/CAT.
MENU
EFFECT
RETURN
DISPLAY
BAND
NIGHT
AUDI O
PURE DIRECT
ENTER
GUI TOP
TITLE
EXIT
STRAIGHT
PRESET
A/B/C/D/E
B
DTV DVR/VCR2VCR 1
DVD
V
-
AUX
CBL/SAT MD/TAPE
CD-R
PHONO TUNER CD
MULTI CH IN
A
REC
DISC SKIP
FREQ/TEXT EON MODE PTY SEEK START
Afstandsbediening
Batterijen (x6)
(AAA, LR03)
AM ringantenne
Optimalisatie-microfoon
Sleutel voor de
luidspreker-aansluitingen
Netsnoer
TUNER
1
CD
2
CD-R
3
DTV
4
CBL/SAT
5
MD/TAPE
6
VCR1
7
DVR/VCR2
8 9
0
POWER
STANDBY
++
A/B/C/D/E
MUTE
PRESET
VOLUME
ZONE 3ZONE 2
ID2ID1
ENT
0
DVD
V-AU X
PHONO
Zone 2/Zone 3
afstandsbediening
FM binnenantenne
(Modellen voor de V.S.,
Canada, China, Korea, Azië
en algemene modellen)
FM binnenantenne
(Modellen voor
Australië, het V.K.
en Europa )
75 Ohm/300 Ohm antenne-
adapter (Alleen bij modellen
voor het V.K.)
VAN START
4
Vervang alle batterijen tegelijk als u merkt dat bijvoorbeeld het bereik van de afstandsbediening afneemt, de indicator niet knippert of
dat de indicator of het uitleesvenster zwakker worden.
Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar (alkali en gewone (mangaan) batterijen bijvoorbeeld). Lees de informatie op
de verpakking aandachtig door, want de verschillende soorten batterijen kunnen erg op elkaar lijken.
Wij raden u ten zeerste aan alkali batterijen te gebruiken.
Als de batterijen zijn gaan lekken, moet u ze onmiddellijk weggooien. Raak het uit de batterijen gelekte materiaal niet aan en zorg
ervoor dat het niet op uw kleding enz. komt. Maak het batterijvak goed schoon voor u er nieuwe batterijen in doet.
Gooi batterijen niet weg met het gewone afval; gooi batterijen alleen weg in overeenstemming met de plaatselijke regelgeving, dus als
klein chemisch afval.
Inzetten van de batterijen
1 Druk op en schuif het klepje van het
batterijvak.
2 Doe de vier meegeleverde batterijen (AAA,
LR03) in het batterijvak, in overeenstemming
met de polariteitsaanduidingen binnenin.
3 Schuif het klepje terug op zijn plaats tot het
vastklikt.
Zone 2/Zone 3 afstandsbediening
1 Druk op en schuif het klepje van het
batterijvak.
2 Doe de twee meegeleverde batterijen (AAA,
LR03) in het vak met de polen de goede kant
op (+ en –) zoals aangegeven in het
batterijvak.
3 Schuif het klepje terug op zijn plaats tot het
vastklikt.
Inzetten van batterijen in de afstandsbedieningen
Opmerkingen
Als de afstandsbediening langer dan 2 minuten zonder
batterijen zit, of als er lege batterijen in zitten, zal het
geheugen gewist worden. Wanneer het geheugen
gewist is, dient u nieuwe batterijen in de
afstandsbediening te doen en moet u eventueel
ingevoerde functies opnieuw programmeren.
1
3
2
1
3
2
VAN START
5
INLEIDING
Nederlands
De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal uit.
Richt de afstandsbediening goed op de sensor op het hoofdtoestel om dit te bedienen.
Mors geen water of andere vloeistoffen op de afstandsbediening.
Laat de afstandsbediening niet vallen.
Laat de afstandsbediening niet liggen op en bewaar ze niet op de volgende plekken:
zeer vochtige plekken, bijvoorbeeld bij een bad
plekken waar de temperatuur hoog kan oplopen, zoals naast de verwarming of kachel
zeer koude plekken
stoffige plekken
Wanneer u de bedieningsorganen achter het klepje wilt gebruiken, kunt u dit openen door zachtjes op het onderste deel
van het paneel te drukken. Houd het klepje dicht wanneer u deze bedieningsorganen niet nodig heeft.
Omgaan met de afstandsbediening
Opmerkingen
A
SPEAKERS
YPAO
B
MULTI CH
INPUT
AUDIO
SELECT
TONE
CONTROL
STRAIGHT
PRESET/
TUNING
MAN'L/AUTO FM
EDIT
AUTO/MAN'L EFFECT
TUNING
MODE
MEMORY
ZONE 2
ZONE ON/OFF
ZONE 3
ZONE CONTROL
FM/AM
A/B/C/D/E
SOURCE/
REMOTE
REC OUT/ZONE 2
SILENT CINEMA S VIDEO VIDEO L
VIDEO/AUX
AUDIO R OPTICAL
PHONES
PRESET/
TUNING
OPTIMIZER
MIC
VOLUME
PROGRAM
INPUTMAIN ZONE
PURE DIRECT
ON/OFF
MD/TAPEDVD
DTV
V-AUX
CBL/SAT
VCR 1
CD-R
CD
TUNER
PHONO
DVR/
VCR 2
MASTER
ON OFF
MULTI ZONE
30 30
B
CLEAR
LEARN
RE–NAME
MENU
REC
DISC SKIP
EFFECT
RETURN
DISPLAY
BAND
NIGHT
AUDIO
ENTER
GUI TOP
TITLE
SELECT
DTV DVR/VCR2VCR 1 DVD
V
-
AUX
CBL/SAT MD/TAPE
CD-R
PHONO TUNER CD
MULTI CH IN
1
2B
THX
STANDARD SELECT EXTD SUR.
STEREO
MUSIC ENTERTAIN MOVIE
VOLUME
+
3421
90
+10
ENT.
5678
POWER POWER
POWER
STANDBY
AVTV
SLEEP
AUDIO SEL
A
CH
+
TV VOL
TV MUTE TV INPUT
MUTE
+
AMP
SOURCE
TV
MACROONOFF
A
SPEAKERSMEMORY
EXIT
PRESET
PURE DIRECT
STRAIGHT
A/B/C/D/E
FREQ/TEXT EON MODE PTY SEEK START
Ongeveer 6 m
Open en dicht doen van de klep in het voorpaneel
Druk voorzichtig tegen het onderste deel om het klepje te openen.
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
6
1 MASTER ON/OFF
Druk naar binnen in de ON stand.
Hiermee zet u dit toestel aan.
Hiermee zet u de weergave voor de eerste ruimte aan.
Hiermee zet u Zone 2 en Zone 3 standby (uit).
Druk nog eens om de knop weer naar buiten te laten
komen, in de OFF stand.
Hiermee zet u dit toestel uit.
Hiermee zet u de weergave voor de eerste ruimte,
Zone 2 en Zone 3 uit.
Zie bladzijde 30 voor details.
2 MAIN ZONE ON/OFF
Hiermee zet u alleen dit toestel aan of uit (standby).
y
Dit toestel verbruikt een minieme hoeveelheid stroom wanneer
het uit (standby) staat.
Wanneer u dit toestel aan zet, zal het 6 a 7 seconden duren voor
het toestel geluid kan reproduceren.
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF naar
binnen, in de ON stand is gedrukt.
3 INPUT keuzeknop
Selecteer de gewenste signaalbron.
4 AUDIO SELECT
Hiermee bepaalt u uw voorkeur voor het soort signaal
(AUTO, HDMI, COAX/OPT en ANALOG) dat u wilt
weergeven wanneer een bepaalde component verbonden is
met twee of meer van de ingangsaansluitingen op het
achterpaneel van dit toestel (zie bladzijde 44).
5 MULTI CH INPUT
Hiermee selecteert u de met de MULTI CH INPUT
aansluitingen verbonden signaalbron. Indien geselecteerd,
zal de MULTI CH INPUT signaalbron voorrang krijgen
over een met INPUT (of met de ingangskeuzetoetsen op
de afstandsbediening) geselecteerde signaalbron.
6 A/B/C/D/E
Hiermee kunt u één van de 5 voorkeuzegroepen selecteren
(A t/m E) wanneer de TUNER (radio) is geselecteerd als
signaalbron (zie bladzijde 51).
7 PRESET/TUNING l / h
Hiermee stelt u één van de voorkeuzenummers (1 t/m 8) in
wanneer het toestel op de TUNER (radio) staat en er op
het display op het voorpaneel naast de radioband een
dubbele punt (:) te zien is.
Hiermee kunt u afstemmen op een bepaalde frequentie
wanneer de TUNER (radio) is geselecteerd als signaalbron
en de dubbele punt (:) niet te zien is op het display op het
voorpaneel.
Zie de bladzijden 47 t/m 52 voor details.
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Voorpaneel
A
SPEAKERS
YPAO
B
MULTI CH
INPUT
AUDIO
SELECT
TONE
CONTROL
STRAIGHT
PRESET/
TUNING
MAN'L/AUTO FM
EDIT
AUTO/MAN'L EFFECT
TUNING
MODE
MEMORY
ZONE 2
ZONE ON/OFF
ZONE 3
ZONE CONTROL
FM/AM
A/B/C/D/E
SOURCE/
REMOTE
REC OUT/ZONE 2
SILENT CINEMA S VIDEO VIDEO L
VIDEO/AUX
AUDIO R OPTICAL
PHONES
PRESET/
TUNING
OPTIMIZER
MIC
VOLUME
PROGRAM
INPUTMAIN ZONE
PURE DIRECT
ON/OFF
MD/TAPEDVD
DTV
V-AU X
CBL/SAT
VCR 1
CD-R
CD
TUNER
PHONO
DVR/
VCR 2
MASTER
ON OFF
MULTI ZONE
GJ MNLKIH
3
12 4567890ABCE F
D
Opmerkingen
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
7
INLEIDING
Nederlands
8 Display voorpaneel
Hierop wordt informatie getoond over de bediening en de
toestand waarin het toestel zich bevindt.
9 PRESET/TUNING (EDIT)
Hiermee kunt u de functie van PRESET/TUNING l / h
omschakelen tussen het kiezen van voorkeuzezenders en
zelf afstemmen wanneer het toestel op de TUNER (radio)
staat (zie de bladzijden 47 t/m 52).
0 FM/AM
Hiermee kunt u overschakelen naar de andere radioband
(FM of AM) wanneer de TUNER (radio) is geselecteerd
als signaalbron (zie bladzijde 47).
Er wordt automatisch afgestemd op de frequentie van de laatst
ontvangen zender.
A MEMORY (MAN’L/AUTO FM)
Hiermee kunt u een zender in het geheugen opslaan wanneer de
TUNER (radio) is geselecteerd als signaalbron. Houd tenminste
3 seconden ingedrukt om het automatisch voorprogrammeren
van zenders te laten beginnen (zie bladzijde 48).
B TUNING MODE (AUTO/MAN’L), DISPLAY
Hiemee schakelt u heen en weer tussen automatisch (de AUTO
indicator brandt) en handmatig afstemmen (de AUTO indicator is
uit) wanneer de TUNER (radio) is geselecteerd als signaalbron.
C STRAIGHT (EFFECT)
Hiermee kunt u de geluidsveldprogramma’s aan of uit zetten. Wanneer
STRAIGHT is geselecteerd zullen 2-kanaals of multikanaals
ingangssignalen direct, onveranderd worden weergegeven via de
bijbehorende luidsprekers, zonder enig toegevoegd effect.
D Sensor voor de afstandsbediening
Deze ontvangt de infraroodsignalen van de afstandsbediening.
E TONE CONTROL
Hiermee kunt u de weergave van de lage en hoge tonen regelen voor
de linker, rechter en midden voorkanalen (zie bladzijde 39).
F PURE DIRECT
Hiermee zet u de PURE DIRECT weergavefunctie aan of
uit (zie bladzijde 42).
De indicator rond de toets licht op wanneer het toestel in de
PURE DIRECT stand staat.
G REC OUT/ZONE 2
Selecteert de signaalbron die u naar de audio/videorecorder wilt
dirigeren en het Zone 2 uitgangssignaal onafhankelijk van de
signaalbron waar u naar luistert of kijkt in de eerste ruimte.
Indien ingesteld op de SOURCE/REMOTE stand, zal de
ingestelde signaalbron naar alle uitgangen worden gedirigeerd.
Het Zone 2 uitgangssignaal is altijd gelijk aan de signaalbron
waarvan u opneemt.
H OPTIMIZER MIC aansluiting
Hierop kunt u de meegeleverde optimalisatiemicrofoon
aansluiten voor de AUTO SETUP (zie bladzijde 32).
I SPEAKERS A/B
Met elke druk op de bijbehorende toets zet u de set voor-
luidsprekers aangesloten op de SPEAKERS A en/of B
aansluitingen op het achterpaneel aan of uit.
J PHONES (SILENT CINEMA) aansluiting
Deze aansluiting produceert audiosignalen waarnaar u
kunt luisteren met een hoofdtelefoon.
Wanneer u een hoofdtelefoon aansluit, zullen er geen signalen worden
gereproduceerd via de PRE OUT aansluitingen of de luidsprekers.
Alle Dolby Digital en DTS audiosignalen worden teruggemengd
naar 2-kanaals stereo (de linker en rechter voorkanalen).
K VIDEO AUX aansluitingen
Via deze audio- en video-aansluitingen kunt u een externe signaalbron zoals
een spelcomputer aansluiten. Om de signalen die via deze aansluitingen
binnenkomen weer te geven, dient u V-AUX in te stellen als signaalbron.
L MULTI ZONE toetsen
ZONE 2 ON/OFF
Hiermee kunt u alleen de weergave in Zone 2 aan of
uit (standby) zetten.
Zie bladzijde 30 voor details.
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF naar
binnen, in de ON stand is gedrukt.
ZONE 3 ON/OFF
Hiermee kunt u alleen de weergave in Zone 3 aan of
uit (standby) zetten.
Zie bladzijde 30 voor details.
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF naar
binnen, in de ON stand is gedrukt.
ZONE CONTROL
Hiermee kunt u de te bedienen zone heen en weer schakelen
tussen het hoofdtoestel, Zone 2 en Zone 3 (zie bladzijde 110).
Nadat u op ZONE CONTROL heeft gedrukt, zal de indicator voor
de op dit moment geselecteerde zone ongeveer 5 seconden lang
knipperen op het display op het voorpaneel. Voer de gewenste
handeling uit terwijl de indicator aan het knipperen is.
M PROGRAM keuzeknop
Hiermee kunt u geluidsveldprogramma’s selecteren of de weergave van
de lage/hoge tonen regelen in samenspel met TONE CONTROL.
N VOLUME
Hiermee kunt u het volumeniveau van alle audiokanalen tegelijk instellen.
Dit heeft geen invloed op het OUT (REC) niveau.
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Opmerkingen
Opmerking
Opmerking
Opmerking
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
8
In dit hoofdstuk worden de functies van de toetsen op de
bij dit toestel behorende afstandsbediening beschreven.
Zet AMP/SOURCE/TV op AMP om dit toestel te
bedienen. Zie “KENMERKEN VAN DE
AFSTANDSBEDIENING” op bladzijde 96 als u andere
componenten wilt kunnen bedienen.
1 Infrarood venster
Hiervandaan worden de infraroodsignalen verzonden.
Richt dit venster op de component die u wilt bedienen.
2 Zendindicator
Knippert wanneer de afstandsbediening infraroodsignalen
aan het uitzenden is.
3 Ingangskeuzetoetsen
Hiermee selecteert u de signaalbron en bepaalt u welke set
bedieningstoetsen gebruikt wordt.
Zet AMP/SOURCE/TV op SOURCE en druk vervolgens op
TUNER om de TUNER (radio) als signaalbron in te stellen.
4 Uitleesvenster
Toont de naam van de geselecteerde signaalbron die u
kunt bedienen.
5 Verlichtingstoets
Druk hierop om de toetsen van de afstandsbediening en
het uitleesvenster te verlichten.
6 GUI TOP, BAND
Toont het topscherm van het menusysteem (GUI) op uw
beeldscherm wanneer AMP/SOURCE/TV is ingesteld op AMP.
Hiermee kunt u de radioband heen en weer schakelen tussen
FM en AM (MG) wanneer AMP/SOURCE/TV is ingesteld op
SOURCE en de TUNER (radio) is geselecteerd als signaalbron.
7 Cursortoetsen k / n / l / h, ENTER
Hiermee kunt u DSP programma parameters of GUI
menu-items selecteren en instellen wanneer
AMP/SOURCE/TV op AMP staat.
Gebruik
l
/
h
om een voorkeuzegroep (A t/m E) te selecteren
en
k / n
om een voorkeuzenummer (1 t/m 8) te selecteren
wanneer AMP/SOURCE/TV is ingesteld op SOURCE en de
TUNER (radio) is geselecteerd als signaalbron.
8 Geluidsveldprogramma / cijfertoetsen
Hiermee kunt u geluidsveldprogramma’s selecteren
wanneer AMP/SOURCE/TV is ingesteld op AMP.
Gebruik SELECT om 2-kanaals bronmateriaal weer te
geven als multikanaals materiaal (zie bladzijde 41).
Gebruik EXTD SUR. om te schakelen tussen 5.1 en 6.1/7.1-
kanaals weergave van multikanaals materiaal (zie bladzijde 40).
Gebruik de cijfertoetsen 1 t/m 8 om voorkeuzezenders te
selecteren wanneer AMP/SOURCE/TV op SOURCE staat
en de TUNER (radio) is geselecteerd als signaalbron.
9 MEMORY 1/2
Hiermee kunt u uw favoriete geluidsveldprogramma’s,
YPAO instellingen of aanvullende voorkeuzezenders
oproepen (zie bladzijde 92).
0 MACRO ON/OFF
Hiermee zet u de macrofunctie aan of uit (zie bladzijde 104).
A MACRO
Hiermee kunt u een reeks handelingen onder één toets
programmeren (zie bladzijde 103).
Afstandsbediening
CLEAR
LEARN
RE–NAME
SELECT
1
2B
THX
STANDARD SELECT EXTD SUR.
STEREO
MUSIC ENTERTAIN MOVIE
VOLUME
+
3421
90
+10
ENT.
5678
POWER POWER
POWER
STANDBY
AVTV
SLEEP
AUDIO SEL
CH
+
TV VOL
TV MUTE TV INPUT
MUTE
+
AMP
SOURCE
TV
MACROONOFF
A
SPEAKERSMEMORY
B
DTV DVR/VCR2VCR 1
DVD
V
-
AUX
CBL/SAT MD/TAPE
CD-R
PHONO TUNER CD
MULTI CH IN
A
MENU
EFFECT
RETURN
DISPLAY
BAND
NIGHT
AUDIO
PURE DIRECT
ENTER
GUI TOP
TITLE
PRESET
EXIT
STRAIGHT
A/B/C/D/E
REC
DISC SKIP
FREQ/TEXT EON MODE PTY SEEK
START
S
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
1
2
3
4
6
7
8
0
A
9
5
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
9
INLEIDING
Nederlands
B STANDBY
Hiermee zet u Zone 2 en Zone 3 standby (uit)
(zie bladzijde 30).
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het
voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
C POWER
Hiermee zet u dit toestel, Zone 2 en Zone 3 aan
(zie bladzijde 30).
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het
voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
D AUDIO SEL
Hiermee bepaalt u uw voorkeur voor het soort signaal
(AUTO, HDMI, COAX/OPT en ANALOG) dat u wilt
weergeven wanneer een bepaalde component verbonden is
met twee of meer van de ingangsaansluitingen op het
achterpaneel van dit toestel (zie bladzijde 44).
E SLEEP
Hiermee kunt u de slaaptimer instellen.
F MULTI CH IN
Hiermee selecteert u de MULTI CH INPUT functie bij
gebruik van een externe decoder (enz.).
G SELECT k / n
Hiermee kunt u een andere component selecteren die u
onafhankelijk van de met de ingangskeuzetoetsen
geselecteerde signaalbron kunt bedienen.
H VOLUME +/
Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume.
I AMP/SOURCE/TV
Hiermee selecteert u de component die wilt bedienen met
de afstandsbediening.
AMP
In deze stand kunt u dit toestel bedienen.
SOURCE
In deze stand kunt u de met de ingangskeuzetoetsen
geselecteerde component bedienen.
TV
In deze stand kunt u de aan DTV of PHONO toegewezen
televisie bedienen.
Als er zowel aan DTV als aan PHONO televisies toegewezen
zijn, zal de aan DTV toegewezen televisie de voorrang krijgen
wanneer AMP/SOURCE/TV is ingesteld op TV.
y
Zie bladzijde 98 voor het instellen van de
afstandsbedieningscodes voor andere componenten.
J MUTE
Deze toets schakelt u de geluidsweergave tijdelijk uit.
Druk nog eens op deze toets om de geluidsweergave op
het oorspronkelijke volume voort te zetten.
K PURE DIRECT
Hiermee zet u de PURE DIRECT weergavefunctie aan of
uit (zie bladzijde 42).
L EXIT
Hiermee sluit u het menusysteem (GUI) af.
M NIGHT
Hiermee kunt u de middernacht luisterfuncties aan of uit
zetten (zie bladzijde 42).
N STRAIGHT (EFFECT)
Hiermee zet u de geluidsveldprogramma’s aan of uit. Wanneer
STRAIGHT is geselecteerd, zullen 2-kanaals of multikanaals
ingangssignalen direct, onveranderd worden weergegeven via
de bijbehorende luidsprekers, zonder enig toegevoegd effect.
O SPEAKERS A/B
Met elke druk op de bijbehorende toets zet u de set voor-
luidsprekers aangesloten op de SPEAKERS A en/of B
aansluitingen op het achterpaneel aan of uit.
P RE-NAME
Hiermee kunt u de naam van de signaalbron in het
uitleesvenster veranderen (zie bladzijde 102).
Q CLEAR
Hiermee kunt u afstandsbedieningscodes of functies die zijn
geprogrammeerd met de overnamefunctie, de macrofunctie of
de functie voor het herbenoemen wissen (zie bladzijde 105).
R LEARN
Hiermee kunt u afstandsbedieningscodes programmeren of functies
van andere afstandsbedieningen overnemen (zie bladzijde 100).
S Radio Data Systeem afstemtoetsen
(Alleen modellen voor het V.K. en Europa)
Deze toetsen werken alleen wanneer de TUNER
(radio) is geselecteerd als signaalbron.
FREQ/TEXT
Hiermee kunt u het Radio Data Systeem display instellen
op weergave van de PS, PTY, RT, of CT functie (als de
zender in kwestie de corresponderende diensten
aanbiedt) en het frequentiedisplay (zie bladzijde 53).
PTY SEEK MODE
Hiermee zet u dit toestel in de PTY SEEK functie
(zie bladzijde 54).
PTY SEEK START
Druk hierop om het zoeken naar een geschikte zender te
laten beginnen nadat u het gewenste programmatype heeft
geselecteerd in de PTY SEEK functie (zie bladzijde 54).
EON
Hiermee kunt u een soort programma kiezen (NEWS,
INFO, AFFAIRS, SPORTS) waarop automatisch
afgestemd kan worden (zie bladzijde 55).
Opmerking
Opmerking
Opmerking
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
10
In dit hoofdstuk worden de functies van de toetsen op de
Zone 2/Zone 3 afstandsbediening voor het bedienen van
Zone 2 of Zone 3 beschreven.
1 Ingangskeuzetoetsen
Hiermee selecteert u de weer te geven signaalbron voor
Zone 2 of Zone 3 en bepaalt u welke set bedieningstoetsen
gebruikt wordt.
2 PRESET +/–
Hiermee selecteert u het voorkeuzenummer (1 t/m 8)
wanneer de TUNER (radio) is geselecteerd als signaalbron
voor Zone 2 of Zone 3.
3 A/B/C/D/E
Hiermee selecteert u de voorkeuzegroep (A t/m E)
wanneer de TUNER (radio) is geselecteerd als signaalbron
voor Zone 2 of Zone 3.
4 ID1/ID2 schakelaar
Hiermee kunt u de afstandsbedienings-ID heen en weer
schakelen tussen ID1 en ID2 (zie bladzijde 99).
5 POWER
Hiermee kunt u Zone 2 of Zone 3 aan zetten.
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het
voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
6 STANDBY
Hiermee zet u Zone 2 of Zone 3 standby (uit).
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het
voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
7 VOLUME +/
Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume voor Zone 2 of
Zone 3.
8 MUTE
Hiermee schakelt u de geluidsweergave voor Zone 2 of
Zone 3 tijdelijk uit.
Druk nog eens op deze toets om de geluidsweergave op
het oorspronkelijke volume voort te zetten.
9 ZONE 2/ZONE 3 schakelaar
Hiermee kunt u heen en weer schakelen tussen de
bedieningsstand voor Zone 2 of die voor Zone 3.
Zone 2/Zone 3 afstandsbediening
TUNER
1
CD
2
CD-R
3
DTV
4
CBL/SAT
5
MD/TAPE
6
VCR1
7
DVR/VCR2
8 9
0
POWER
STANDBY
+
+
A/B/C/D/E
MUTE
PRESET
VOLUME
ZONE 3ZONE 2
ID2ID1
ENT
0
DVD
V-AUX
PHONO
1
3 8
2
7
6
5
4
9
Opmerking
Opmerking
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
11
INLEIDING
Nederlands
De XM indicator is alleen van toepassing op modellen voor de V.S.
1 YPAO indicator
Licht op wanneer de AUTO SETUP procedure bezig is en
wanneer de AUTO SETUP luidspreker-instellingen
zonder verdere wijzigingen worden gebruikt.
2 HDMI indicator
Licht op wanneer er HDMI componenten zijn toegewezen
aan de HDMI IN 1 en HDMI IN 2 aansluitingen en deze
worden herkend door dit toestel.
Gaat uit wanneer er geen HDMI component is toegewezen aan
de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting of wanneer er geen
HDMI component wordt herkend door dit toestel alhoewel
deze wel zijn toegewezen aan de HDMI IN aansluitingen.
Zie bladzijde 112 voor details.
3 CINEMA DSP indicator
Licht op wanneer u een CINEMA DSP
geluidsveldprogramma selecteert.
4 Decoder indicators
Wanneer één van de decoders van dit toestel in werking is,
zal de bijbehorende indicator oplichten.
5 Signaalbron indicators
Licht op wanneer de corresponderende signaalbron wordt
geselecteerd.
6 VOLUME niveauaanduiding
Hiermee wordt het volumeniveau aangegeven.
7 MUTE indicator
Knippert wanneer de MUTE functie (tijdelijk uitschakelen
geluidsweergave) is ingeschakeld.
8 AUTO indicator
Licht op wanneer dit toestel in de automatische
afstemfunctie staat.
9 STEREO indicator
Licht op wanneer het toestel een sterk FM stereosignaal
ontvangt en de AUTO indicator brandt.
0 TUNED indicator
Licht op wanneer dit toestel is afgestemd op een zender.
A MEMORY indicator
Knippert ten teken dat een zender kan worden opgeslagen.
B Hoofdtelefoon indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten.
C SILENT CINEMA indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten
en er een geluidsveldprogramma is geselecteerd
(zie bladzijde 39).
D SP A B indicators
Lichten op om aan te geven welke set voor-luidsprekers is
geselecteerd. Beide indicators lichten op wanneer u beide
sets voor-luidsprekers heeft geselecteerd of bij dubbele
aansluiting van een enkele set.
E VIRTUAL indicator
Licht op wanneer Virtual CINEMA DSP in werking is (zie
bladzijde 44).
F Geluidsveld indicators
Lichten op om aan te geven welke DSP geluidsvelden er
in werking zijn.
G HiFi DSP indicator
Licht op wanneer u een HiFi DSP geluidsveldprogramma
selecteert.
H PCM indicator
Licht op wanneer dit toestel PCM (pulscode modulatie)
digitale audiosignalen weergeeft.
I Multifunctioneel display
Toont de naam van het huidige geluidsveldprogramma en
andere gegevens bij het invoeren of wijzigen van
instellingen.
Display voorpaneel
Opmerking
96
24
MATRIX
DISCRETE
VIRTUAL
CINEMA
SILENT
HOLD
EON
CT
RT
PTY
PS
SLEEP
NIGHT
ZONE3
ZONE2
PTY
STEREO
AUTO
TUNED
MEMORY
HiFi DSP
YPAO
V-AUX
A B
SP
MUTE
VOLUME
LFE
96/24
LL C R
SL SB SR
dB
DIGITAL
PCM
EX
PL x
CS
CS
VCR 1
DTV DVD CD-R CD
XM
TUNERPHONO
MD/TAPECBL/SATDVR/VCR 2
123 4 5 6 7 890A
PNOMLKJIHGFEDCB
DSP aanwezigheidsgeluidsveld
Luisterplek
Linker surround
DSP geluidsveld
Rechter surround
DSP geluidsveld
Surround/achter surround DSP geluidsveld
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
12
J 96/24 indicator
Licht op wanneer dit toestel een DTS 96/24 signaal
ontvangt.
K LFE indicator
Licht op wanneer het ingangssignaal een LFE signaal
bevat.
L Indicators voor ingangskanalen en
luidsprekers
Indicators ingangskanalen
Deze geven aan uit welke kanalen het huidige digitale
ingangssignaal bestaat.
Aanwezigheids- en surround achter-
luidspreker indicators
Licht op aan de hand van het aantal aanwezigheids- en
surround achter-luidsprekers ingesteld voor Presence
(zie bladzijde 85) en voor Surround Back
(zie bladzijde 84) via de Manual Setup wanneer Test
Tone in de Manual Setup is ingesteld op On
(zie bladzijde 83).
y
U kunt automatisch instellingen laten maken voor de
aanwezigheids- en surround achter-luidsprekers via de Auto
Setup (zie bladzijde 32), of met de hand door de instellingen
bij Presence (zie bladzijde 85) en Surround Back (zie
bladzijde 84) via de Manual Setup te wijzigen.
M ZONE 2/ZONE 3 indicators
Licht op wanneer Zone 2 of Zone 3 is ingeschakeld.
N NIGHT indicator
Licht op wanneer u een nacht-luisterfunctie selecteert.
O SLEEP indicator
Licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld.
P Radio Data Systeem indicators
(Alleen modellen voor het V.K. en Europa)
De Radio Data Systeem gegevens die worden
verzorgd door de Radio Data Systeem zender waar op
dit moment op is afgestemd zullen oplichten.
EON
Licht op wanneer er is afgestemd op een Radio Data
Systeem zender die EON gegevens aanbiedt.
PTY HOLD
Licht op wanneer er met de PTY SEEK zoekfunctie
naar zenders wordt gezocht.
LL C R
SL SB SR
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
13
INLEIDING
Nederlands
1 DIGITAL OUTPUT aansluitingen
Zie de bladzijden 24, 25 en 27 voor meer informatie over
deze aansluitingen.
2 DIGITAL INPUT aansluitingen
Zie de bladzijden 24, 25 en 27 voor details.
3 Aansluitingen voor video-apparatuur
Zie de bladzijden 24 en 25 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
4 Aansluitingen voor audio-apparatuur
Zie de bladzijden 24, 25 en 27 voor meer informatie over
deze aansluitingen.
5 CONTROL OUT aansluitingen
Dit zijn aansluitingen die uitsluitend bedoeld zijn voor
gebruik in de fabriek.
6 WRENCH HOLDER
Hier kunt u de luidspreker-aansluitingensleutel opbergen
wanneer u deze niet gebruikt (zie bladzijde 16).
7 Antenne-aansluitingen
Zie bladzijde 29 voor meer informatie over deze aansluitingen.
8 VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en algemene
modellen)
Zie bladzijde 30 voor gedetailleerde informatie.
9 AC OUTLETS
Hiermee kunt eventueel andere A/V componenten van
stroom voorzien (zie bladzijde 30).
0 AC IN
Steek hier het meegeleverde netsnoer in (zie bladzijde 30).
A HDMI IN/OUT aansluitingen
Zie bladzijde 112 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
B RS-232C aansluiting
Dit is een aansluiting die uitsluitend bedoeld is voor
gebruik in de fabriek. Raadpleeg uw dealer voor details
hieromtrent.
C ZONE 2/ZONE 3 OUTPUT aansluitingen
Zie bladzijde 108 voor details.
D MULTI CH INPUT aansluitingen
Zie bladzijde 26 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
E PRE OUT aansluitingen
Zie bladzijde 28 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
F REMOTE 1/2 IN/OUT aansluitingen
Zie bladzijde 108 voor details.
G Luidspreker-aansluitingen
Zie bladzijde 15 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
H PRESENCE/ZONE 2(3) luidspreker-
aansluitingen
Zie bladzijde 17 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
Achterpaneel
SPEAKERS
FRONT
SURROUND
FRONT
CENTER
PRE OUT
SUBWOOFER
SURROUND BACK/PRESENCE
SURROUND/ZONE 2(3)
SPEAKER IMPEDANCE
SURROUND BACK
SINGLE
CENTER
SINGLE
(SB)
R
L
R
R
R
L
L
L
R
L
R
L
R
L
R
L
R
L
MONITOR
OUT
AUDIOVIDEO
S VIDEO
DVD
DTV
CBL/
SAT
VIDEO
IN
OUT
OUT
DVR/VCR 2
VCR 1
ZONE
2
IN
CENTERSUBWOOFER
MULTI CH INPUT
OUTPUT
AUDIO
(PLAY)
IN
(PLAY)
IN
OUT
(REC)
OUT
(REC)
CD-R
MD/TAPE
CD
PHONO
SURROUND
TUNER
IN 1
IN 2
OUT
FM ANT
75
UNBAL.
AM ANT
GND
DIGITAL INPUT
OPTICAL
MD/TAPE
CD-R
DVD
DTV
CBL/SAT
CD
CD DVD
COAXIAL
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
A
B
RS-232C
HDMI
DIGITAL
OUTPUT
DVR/
VCR 2
CONTROL OUT
REMOTE
GND
WRENCH
HOLDER
IN
OUT
21
COMPONENT VIDEO
PR
MONITOR OUT
PBY
DVD
DTV
CBL/
SAT
+12V 15mA MAX.
PRESENCE/ZONE 2(3)
ZONE
3
FRONT(6CH)/SB(8CH)
AC IN
ZONE 2
VIDEO
1
IN
OUT
2
12 3 4 56 7 0
HGFEDCBA
AC OUTLETS
SWITCHED
50W MAX.TOTAL
8 9
VOLTAGE
SELECTOR
(Algemene modellen)
AANSLUITINGEN
14
Hierboven ziet u de standaard ITU-R
*
opstelling van de
luidsprekers. Met deze opstelling profiteert u optimaal van
CINEMA DSP, multikanaals audio en THX weergave.
*
ITU-R is de radiocommunicatie afdeling van de
ITU (International Telecommunication Union).
Voor-luidsprekers (FR en FL)
De voor-luidsprekers worden gebruikt voor weergave van
het hoofdkanaal plus effecten. Plaats deze luidsprekers op
gelijke afstand van uw luisterplek. De afstanden van deze
luidsprekers tot het beeldscherm moeten ook gelijk zijn.
Midden-luidspreker (C)
De midden-luidspreker is voor weergave van het
middenkanaal (dialoog, vocalen enz.). Als het om de een
of andere reden niet mogelijk is om een midden-
luidspreker te gebruiken, kunt u ook zonder. De beste
resultaten krijgt u echter met een volledig systeem. Zorg
ervoor dat de voorkant van de midden-luidspreker in lijn
ligt met de voorkant van uw beeldscherm. Plaats deze
luidspreker midden tussen de voor-luidsprekers en zo
dicht mogelijk bij het beeldscherm, bijvoorbeeld direct
erboven of eronder.
Surround-luidsprekers (SR en SL)
De surround-luidsprekers worden gebruikt voor
omhullende surroundweergave en effecten. Plaats deze
luidsprekers achter uw luisterplek, een beetje naar binnen
gericht en ongeveer 1,8 m van de vloer.
Surround achter-luidsprekers (SBR en SBL)
De surround achter-luidsprekers geven een aanvulling op
de surround-luidsprekers en zorgen voor realistischer
overgangen van voor naar achter. Plaats deze luidsprekers
direct achter de luisterplek en op dezelfde hoogte als de
surround-luidsprekers. Deze luidsprekers moeten
tenminste 30 cm uit elkaar worden geplaatst. In het ideale
geval zou u ze op dezelfde afstand uit elkaar moeten
plaatsen als de voor-luidsprekers.
Subwoofer
Een subwoofer, zoals het YAMAHA Active Servo
Processing Subwoofer System, zorgt niet alleen voor een
effectieve versterking van de lage tonen in de diverse
weergavekanalen, maar ook voor een natuurgetrouwe
reproductie van het LFE (lage frequentie effecten) kanaal
in Dolby Digital en DTS geluidsmateriaal. De opstelling
van de subwoofer is niet zo belangrijk, want de zeer lage
tonen zijn niet erg richtingsgevoelig. U kunt de subwoofer
het beste in de buurt van de voor-luidsprekers plaatsen.
Richt hem een beetje naar het midden van de ruimte om
weerkaatsing via de wanden te verminderen.
Aanwezigheidsluidsprekers (PR en PL)
De zogenaamde ‘aanwezigheids’-luidsprekers geven een
aanvulling op de weergave via de voor-luidsprekers met
extra omgevingseffecten geproduceerd door CINEMA
DSP (zie bladzijde 58). Deze effecten bestaan onder meer
uit geluiden die de filmmakers een stukje verder achter het
scherm willen plaatsen voor een groter bioscoopeffect.
Plaats deze luidsprekers voor in de ruimte, ongeveer
0,5 – 1 m buiten de voor-luidsprekers, een beetje naar
binnen gericht en ongeveer 1,8 m van de vloer.
De surround-achter en de zogenaamde
aanwezigheidsluidsprekers kunnen niet tegelijkertijd geluid
weergeven. Via de PR/SB Priority parameter in de Manual Setup
(zie bladzijde 79) kunt u de voorkeur geven aan één van deze sets
luidsprekers.
AANSLUITINGEN
Voor u de luidsprekers gaat
aansluiten
Meer dan 30 cm
60˚
30˚
PL
PR
SBR
SBL
FL
FR
C
SL
SR
SR
80˚
SL
1,8 m
1,8 m
Opmerking
15
AANSLUITINGEN
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Opstelling di-pool luidsprekers
Voor THX surroundweergave kunnen di-pool of direct
weerkaatsende luidsprekers worden gebruikt. Als u voor
di-pool luidsprekers kiest, dient u de surround- en
surround achter-luidsprekers op te stellen zoals hieronder
schematisch is aangegeven.
Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen,
“+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit. Als
de aansluitingen niet kloppen, zal er geen geluid worden
weergegeven via de luidsprekers en als de polariteit van de
luidspreker-aansluitingen niet correct is, zal de weergave
onnatuurlijk klinken met te weinig lage tonen.
Als u 6 Ohm luidsprekers wilt gebruiken, moet u de
luidsprekerimpedantie van dit toestel voor gebruik op 6 Ohm
instellen (zie bladzijde 31). Als u 8 Ohm luidsprekers gebruikt,
moet u de begininstelling voor de luidsprekerimpedantie van dit
toestel gebruiken.
Voor u de luidsprekers aansluit moet u ervoor zorgen dat de
stekker uit het stopcontact gehaald is.
Laat de blote luidsprekerdraden elkaar niet raken en zorg ervoor
dat ze geen contact maken met de metalen onderdelen van het
toestel. Hierdoor kunnen het toestele en/of de luidsprekers
beschadigd raken.
Gebruik magnetisch afgeschermde luidsprekers. Als dergelijke
luidsprekers toch uw beeldscherm storen, zet de luidsprekers
dan verder bij het beeldscherm vandaan.
Een luidsprekersnoer bestaat uit twee geïsoleerde draden naast
elkaar. De ene draad onderscheidt zich van de andere door een
andere kleur, of misschien een streep, groef of ribbels. Sluit de
afwijkend gestreepte (gegroefde enz.) draad aan op de “+” (rode)
aansluitingen van dit toestel en uw luidspreker. Verbind de
gewone draad met de “–” (zwarte) aansluitingen.
Gebruik van de luidspreker-aansluitingen
FRONT aansluitingen
U kunt hierop een enkel of twee luidsprekersystemen
aansluiten. Als u een enkel luidsprekersysteem gebruikt,
kunt u dit naar keuze met de FRONT A of de B
aansluitingen verbinden.
Modellen voor Canada zijn niet in staat weergave via twee
verschillende luidsprekersystemen tegelijkertijd te verzorgen.
CENTER aansluitingen
Hierop kunt u een midden-luidspreker aansluiten.
SURROUND ZONE 2(3) aansluitingen
Hierop kunt u surround-luidsprekers aansluiten.
SUBWOOFER aansluiting
Sluit hierop een subwoofer met ingebouwde
eindversterker aan, zoals het YAMAHA Active Servo
Processing Subwoofer System.
SURROUND BACK aansluitingen
Hierop kunt u surround achter-luidsprekers aansluiten. Als
u slechts één surround achter-luidspreker gebruikt,
verbind deze dan met de linker (L) aansluitingen.
FL
SR
SL
FR
C
SBR
SBL
: Di-pool luidspreker
: Richting fase di-pool luidspreker
Aansluiten van luidsprekers
Opmerking
Opmerking
LET OP
17
AANSLUITINGEN
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
PRESENCE/ZONE 2(3) aansluitingen
Hierop kunt u aanwezigheidsluidsprekers aansluiten.
U kunt deze aansluitingen ook gebruiken om Zone 2 luidsprekers
op aan te sluiten (zie bladzijde 109).
1 Doe het lipje open.
2 Steek een ontbloot draadeind in het gat van
de aansluiting.
3 Doe het lipje weer op zijn plaats om de draad
vast te zetten.
Gebruik van bananenstekkers
(Uitgezonderd modellen voor het V.K., Europa en Azië)
Draai eerst de knop vast en steek vervolgens de
bananenstekker in het gat bovenin de aansluiting.
y
Voor de PRESENCE/ZONE 2(3) luidspreker-aansluitingen kunt
u ook bananenstekkers gebruiken. Doe het lipje open en steek één
bananenstekker in het gat van elk van de aansluitingen. Probeer
de lipjes niet weer dicht te doen nadat u de bananenstekkers in de
aansluitingen heeft gestoken.
Opstelling van de luidsprekers
Kijk op de volgende afbeelding voor de opstelling van
luidsprekers in uw luisterruimte.
1 Subwoofer
2 Rechter voor-luidspreker
3 Linker voor-luidspreker
4 Midden-luidspreker
5 Rechter surround achter-luidspreker
6 Linker surround achter-luidspreker
7 Rechter surround-luidspreker
8 Linker surround-luidspreker
9 Rechter aanwezigheidsluidspreker
10 Linker aanwezigheidsluidspreker
Opmerking
Bananenstekker
(Uitgezonderd modellen voor het V.K., Europa en Azië)
1
2
3
4
5
6
9
10
8
7
18
AANSLUITINGEN
SPEAKERS
FRONT
SURROUND
FRONT
CENTER
PRE OUT
SUBWOOFER
SURROUND BACK/PRESENCE
SURROUND/ZONE 2(3)
SPEAKER IMPEDANCE
SURROUND BACK
SINGLE
CENTER
SINGLE
(SB)
R
L
R
R
L
L
R
L
R
L
R
L
R
L
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
A
B
PRESENCE/ZONE 2(3)
Midden-
luidspreker
Voor-luidsprekers (A)
Surround
achter-luidsprekers
LinksRechts
LinksRechts LinksRechts
Surround-luidsprekers
Voor-
luidsprekers
(B)
LinksRechts
Aanwezigheidsluidsprekers
U kunt zowel aanwezigheids- als surround-achter luidsprekers aansluiten op dit toestel, maar deze zullen niet tegelijkertijd geluid
kunnen produceren. Via de PR/SB Priority parameter in de Manual Setup (zie bladzijde 79) kunt u de voorkeur geven aan één van
deze sets luidsprekers.
De surround achter-luidsprekers geven het surround achterkanaal in Dolby Digital EX en DTS-ES materiaal weer en
werken alleen wanneer de Dolby Digital EX, DTS-ES, Dolby Pro Logic x, THX Select2, THX Music, THX Games of
THX Surround EX decoder is ingeschakeld.
De aanwezigheidsluidsprekers produceren omgevingseffecten die worden gecreëerd door de DSP geluidsvelden. Ze zullen geen
geluid produceren wanneer er andere geluidsvelden geselecteerd zijn.
Subwoofer met
ingebouwde versterker
(Algemene modellen)
19
AANSLUITINGEN
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Sommige luidsprekers die tegenwoordig op de markt zijn
kunnen dubbel bedraad worden of dubbel worden
aangesloten op versterkers om de prestaties van het
luidsprekersysteem te verbeteren. Dit toestel stelt u in staat
dubbele bedrading of dubbele versterkeraansluitingen te
gebruiken voor een enkel luidsprekersysteem. Controleer
eerst of uw luidsprekers geschikt zijn voor dubbele
bedrading of dubbele versterkeraansluitingen. Af fabriek
worden de luidsprekers geleverd met vergulde
kortsluitplaatjes of -bruggen; één voor de twee rode
ingangsaansluitingen en de andere voor de twee zwarte
ingangsaansluitingen. Verwijder deze kortsluitplaatjes of
-bruggen alleen wanneer u van plan bent om dubbele
bedrading of dubbele versterker-aansluitingen te gebruiken
voor uw luidsprekers.
Conventionele aansluitingen
Als u uw luidsprekers op de normale manier wilt
aansluiten, gebruikt u de gewone aansluitingen voor de
linker en rechter luidsprekerdraden en kunt u het tweede
stel aansluitingen negeren.
Dubbele bedrading
Aansluiten met dubbele bedrading scheidt de woofer (lage
tonen) van het deel van de box voor de midden- en hoge
tonen. Een luidspreker die geschikt is voor dubbele
bedrading heeft vier aparte aansluitpunten. Door twee paar
aansluitingen kan de box gesplitst worden in twee
onafhankelijke gedeelten. Het ene paar aansluitingen is
voor de midden- en de hoge tonen, terwijl het andere paar
bestemd is voor de lage tonen.
Verwijder de kortsluitplaatjes of -bruggen om de LPF (Laag
doorlaatfilter) en HPF (Hoog doorlaatfilter) crossovers van
elkaar te scheiden.
Om gebruik van dubbele bedrading te kunnen maken moet u
SPEAKERS A op het voorpaneel indrukken zodat SP A op het
display op het voorpaneel oplicht.
Dubbele versterkeraansluitingen
Bij een dubbele versterkeraansluiting worden twee versterkers
gebruikt voor beide luidsprekers. De ene versterker wordt aangesloten
op de woofer (lage tonen) van de box, terwijl de andere wordt
aangesloten op het gecombineerde gedeelte voor de midden- en hoge
tonen. In een dergelijk systeem wordt elk van de luidsprekers slechts
voor een beperkt toonbereik gebruikt. Dit beperkte toonbereik geeft
elk van de gebruikte versterkers minder zwaar werk te doen en levert
minder risico op dat de weergave negatief wordt beïnvloed. De interne
crossover-schakeling van de leluidspreker taat uit een LPF (Laag
doorlaatfilter) en een HPF (Hoog doorlaatfilter). Zoals de naam al
suggereert kunnen de frequenties beneden een bepaalde waarde het
LPF gewoon passeren, maar zullen frequenties boven die waarde niet
worden doorgelaten. Op dezelfde manier kunnen frequenties boven de
ingestelde waarde een HPF gewoon passeren.
Verwijder de kortsluitplaatjes of -bruggen om de LPF (Laag
doorlaatfilter) en HPF (Hoog doorlaatfilter) crossovers van
elkaar te scheiden.
Om dubbele versterkeraansluitingen mogelijk te maken, dient u
BI-AMP in te stellen op ON in de ADVANCED SETUP (zie
bladzijde 95).
Om dubbele versterkeraansluitingen mogelijk te maken, dient u
de FRONT en SURROUND BACK aansluitingen te gebruiken
zoals hieronder staat aangegeven.
Gebruik van dubbele bedrading en
dubbele AMP aansluitingen
Opmerkingen
FRONT
R
L
+
+
+
+
A
B
Dit toestel
Korsluitplaatjes
of -bruggen
Korsluitplaatjes
of -bruggen
Opmerkingen
FRONT
R
L
+
+
+
+
A
B
Dit toestel
FRONT
R
L
A
SINGLE
+
+
SURROUND BACK
R
L
+
+
Dit toestel
20
AANSLUITINGEN
Sluit dit toestel of andere componenten pas aan op het
lichtnet wanneer alle verbindingen tussen de componenten
gemaakt zijn.
Kabelaanduidingen
Analoge aansluitingen
Analoge signalen van andere audiocomponenten kunt u
via tulpstekkerkabels aansluiten op de analoge
aansluitingen van dit toestel. Verbind de rode stekkers met
de rechter en de witte stekkers met de linker aansluitingen.
Digitale aansluitingen
Dit toestel heeft digitale aansluitingen voor directe
transmissie van digitale signalen via coaxiale bedrading of
optische glasvezelkabels. U kunt de digitale aansluitingen
gebruiken voor PCM, Dolby Digital en DTS
ingangssignalen. Wanneer u een bepaalde component
zowel met de COAXIAL als met de OPTICAL aansluiting
verbindt, zal het via de COAXIAL aansluiting
binnenkomende signaal voorrang krijgen. Alle digitale
ingangsaansluitingen zijn geschikt voor digitale signalen
met een bemonsteringsfrequentie van 96 kHz.
In dit toestel is de verwerking van digitale signalen gescheiden
van de verwerking van analoge signalen. Daarom kunnen
audiosignalen die binnenkomen via de analoge
ingangsaansluitingen ook alleen via de analoge OUT (REC)
uitgangsaansluitingen worden weergegeven. Op dezelfde manier
zullen via de digitale (OPTICAL of COAXIAL)
ingangsaansluitingen binnenkomende audiosignalen alleen via de
DIGITAL OUTPUT uitgangsaansluitingen kunnen worden
weergegeven.
Informatie over de bedrading en de
stekkers voor de aansluitingen
LET OP
S
V
O
L
R
C
linker analoge bedrading
rechter analoge bedrading
optische kabels
coaxiale bedrading
videobedrading
S-Videobedrading
Voor analoge signalen
Voor digitale signalen
Voor videosignalen
Voor HDMI signalen
Opmerking
21
AANSLUITINGEN
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Audio-aansluitingen
Dit toestel heeft vier soorten audio-aansluitingen (analoge audio, digitale audio coaxiaal, digitale audio optisch en
HDMI). Welke aansluiting u nodig heeft hangt af van de audio-aansluitingen van uw andere apparatuur.
AUDIO aansluitingen
Voor conventionele analoge audiosignalen.
DIGITAL AUDIO (COAXIAL) aansluitingen
Voor digitale audiosignalen via digitale coaxiale
bedrading.
DIGITAL AUDIO (OPTICAL) aansluitingen
Voor digitale audiosignalen via digitale optische
bedrading.
HDMI aansluitingen
Voor HDMI digitale audiosignalen.
Stroomschema audiosignalen voor OUT (REC)
De audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting worden alleen gereproduceerd via de
DIGITAL OUTPUT aansluitingen en niet via de analoge OUT (REC) aansluitingen.
2-Kanaals en multikanaals PCM, Dolby Digital en DTS signalen die binnenkomen via de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting
kunnen alleen worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting wanneer HDMI Set is ingesteld op Other (zie bladzijde 92).
2-Kanaals PCM, Dolby Digital en DTS signalen, met uitzondering van multi-kanaals PCM signalen die binnenkomen via de
HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting, kunnen worden gereproduceerd via de DIGITAL AUDIO (OPTICAL) aansluitingen.
Kopieerbeveiligde 2-kanaals PCM signalen van meer dan 48 kHz/16-bits di binnenkomen via de HDMI IN 1 of HDMI IN 2
aansluiting worden niet gereproduceerd via de DIGITAL AUDIO (OPTICAL) aansluitingen.
DIGITAL AUDIO
(COAXIAL)
AUDIO
HDMI
DIGITAL AUDIO
(OPTICAL)
R
L
Opmerkingen
DIGITAL AUDIO
(OPTICAL)
DIGITAL AUDIO
(COAXIAL)
HDMI
AUDIO
Digitaal uitgangssignaal
Uitgang
OUT (REC)
Ingang
Analoog uitgangssignaal
Digitale audio
Analoge audio
Door
22
AANSLUITINGEN
Video-aansluitingen
Dit toestel heeft vier soorten video-aansluitingen (composiet, component, S-video en HDMI). Welke aansluiting u nodig heeft hangt af
van die van uw beeldscherm. Wanneer Conversion op On (zie bladzijde 81) is ingesteld, zullen analoge videosignalen die binnenkomen
via de VIDEO, S VIDEO en COMPONENT VIDEO aansluitingen naar keuze kunnen worden gereproduceerd via de VIDEO, S VIDEO
en COMPONENT VIDEO aansluitingen. Als bovendien Conversion is ingesteld op On (zie bladzijde 81) en HDMI Up-Scaling is
ingesteld op On (zie bladzijde 81), kunnen analoge videosignalen die binnenkomen via de VIDEO, S VIDEO of COMPONENT VIDEO
aansluitingen worden omgezet in digitale signalen en worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting.
VIDEO aansluitingen
Voor conventionele composiet videosignalen.
S VIDEO aansluitingen
Voor S-video signalen, in luminantie (Y) en kleur (C)
gescheiden videosignalen voor kleurweergave van een
hoge kwaliteit.
COMPONENT VIDEO aansluitingen
Voor component videosignalen, in luminantie (Y) en
kleurverschil (P
B, PR) gescheiden videosignalen voor de
beste beeldkwaliteit.
HDMI aansluitingen
Voor HDMI digitale videosignalen.
Stroomschema videosignalen voor MONITOR OUT
De analoge videosignalen die worden gereproduceerd via de COMPONENT VIDEO aansluitingen kunnen worden omgezet van
480i (geïnterlinieerd) (NTSC) of 576i (PAL) naar 480p (progressief) (NTSC) of 576p (PAL). Zet Component I/P op On via de
Manual Setup om deze functie in te schakelen (zie bladzijde 81).
De analoge videosignalen die binnenkomen via de COMPONENT VIDEO aansluitingen en worden gereproduceerd via de S VIDEO
of VIDEO aansluitingen kunnen niet worden omgezet naar 480p (NTSC) of 576p (PAL) /1080i/720p signalen.
De analoge videosignalen die worden gereproduceerd via de HDMI aansluiting kunnen worden opgewaardeerd naar 480p/1080i/720p.
Wanneer de analoge videosignalen binnenkomen via de COMPONENT VIDEO, S VIDEO en via de VIDEO aansluitingen, zal aan
deze signalen als volgt de voorkeur gworden geven, met dien verstande dat aan eventuele analoge videosignalen die binnenkomen via
de COMPONENT VIDEO aansluitingen de hoogste prioriteit wordt toegekend.
1. COMPONENT VIDEO
2. S VIDEO
3. VIDEO
VIDEO
S VIDEO
COMPONENT VIDEO
Y P
B
P
R
HDMI
Opmerkingen
S VIDEO
VIDEO
COMPONENT
VIDEO
HDMI
Door
Uitgang
(MONITOR OUT)
Ingang
Component I/P (zie bladzijde 81) alleen wanneer Conversion is ingesteld op On (zie bladzijde 81)
HDMI Up-Scaling (zie bladzijde 81) alleen wanneer Conversion is ingesteld op On (zie bladzijde 81)
Digitale video
Analoge video
23
AANSLUITINGEN
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Dit toestel heeft naast HDMI IN 1 en HDMI IN 2 ingangsaansluitingen voor binnenkomende digitale audio- en
videosignalen ook een HDMI OUT uitgangsaansluiting voor het reproduceren van digitale audio- en videosignalen.
Verbind de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting van dit toestel met de HDMI OUT aansluiting van andere HDMI
componenten (zoals een DVD-speler). Verbind de HDMI OUT aansluiting van dit toestel met de HDMI IN aansluiting
van andere HDMI componenten (zoals een TV of projector).
Video- of audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting die u geselecteerd heeft met het
HDMI IN menu bij I/O Assignment (zie bladzijde 74) of met INPUT op het voorpaneel, worden gereproduceerd via de
HDMI OUT aansluiting van dit toestel. Bovendien zullen audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN 1 of
HDMI IN 2 aansluiting worden weergegeven via de luidsprekers, een eventuele hoofdtelefoon en via de
DIGITAL OUTPUT aansluitingen.
We raden u aan een HDMI kabel te gebruiken die korter is dan 5 meter en die duidelijk voorzien van het HDMI logo.
Digitale audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN aansluitingen worden niet gereproduceerd via de analoge AUDIO OUT
aansluitingen.
Afhankelijk van het signaaltype is het mogelijk dat sommige audiosignalen niet worden gereproduceerd via DIGITAL OUTPUT.
De analoge videosignalen die binnenkomen via de composiet, S-video en component video-aansluitingen kunnen digitaal worden
omgezet en opgewaardeerd naar 480p/1080i/720p signalen zodat ze gereproduceerd kunnen worden via de HDMI OUT aansluiting.
Zet Conversion op On via de Manual Setup (zie bladzijde 81) en regel de instellingen voor HDMI Up-Scaling om deze functie in te
schakelen (zie bladzijde 81).
Sommige via een DVI verbinding op dit toestel aangesloten beeldschermen kunnen geen binnenkomende HDMI audiosignalen
herkennen wanneer ze uit (standby) staan. In dit geval zal de HDMI indicator onregelmatig knipperen en zal de melding
HDCP ERROR verschijnen op het display op het voorpaneel alsof het DVI beeldscherm in kwestie de HDCP kopieerbeveiliging niet
ondersteunt.
Aansluiten van HDMI componenten
Opmerkingen
IN 1
IN 2
OUT
HDMI
Kabel TV of
satellietontvanger
Beeldscherm
HDMI uitgang
DVD-speler
HDMI uitgang
HDMI ingang
24
AANSLUITINGEN
Aansluiten van een DVD-speler
Controleer welke aansluitingen er beschikbaar zijn op uw DVD-speler en kies het gewenste type verbinding voor de audio-/video- in-/
uitgangssignalen. Als u kiest voor een HDMI aansluiting, kunt u zowel audio- als videoverbindingen maken via een één enkele HDMI
kabel.
Aansluiten van videocomponenten
Opmerking
R
L
MONITOR
OUT
AUDIOVIDEO
S VIDEO
DVD
VIDEO
OUTPUT
IN 1
IN 2
OUT
DIGITAL INPUT
OPTICAL
DVD
DVD
COAXIAL
HDMI
DIGITAL
OUTPUT
COMPONENT VIDEO
PR
MONITOR OUT
PBY
DVD
C
O
LR
DVD-speler
Beeldscherm
Coaxiale uitgang
Video uitgang
Audio uitgang
Video
ingang
Optische uitgang
HDMI uitgang
HDMI ingang
25
AANSLUITINGEN
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Aansluiten van andere videocomponenten
Controleer welke aansluitingen er beschikbaar zijn op uw andere video-apparatuur en kies het gewenste type verbinding voor de
audio-/video- in-/uitgangssignalen. Als u kiest voor een HDMI aansluiting, kunt u zowel audio- als videoverbindingen maken via een
één enkele HDMI kabel.
Opmerking
R
L
AUDIOVIDEO
S VIDEO
CBL/
SAT
VIDEO
OUT
VCR 1
IN
DIGITAL INPUT
OPTICAL
CBL/SAT
COAXIAL
DVR/
VCR 2
COMPONENT VIDEO
PRPBY
DTV
CBL/
SAT
IN 1
IN 2
OUT
HDMI
O
LR
LR LR
C
Kabel TV of
satellietontvanger
DVD-recorder of
videorecorder
Audio uitgang
Video uitgang
Optische uitgang
Audio uitgang
Video uitgang
Video uitgang
Audio ingang
Coaxiale uitgang
HDMI ingang
HDMI uitgang
Beeldscherm
HDMI uitgang
26
AANSLUITINGEN
Apparatuur verbinden met de MULTI CH INPUT aansluitingen
Dit toestel is voorzien van 6 extra ingangsaansluitingen (links en rechts FRONT, CENTER, links en rechts SURROUND
en SUBWOOFER) voor gescheiden multikanaals ingangssignalen van een multiformat-speler, externe decoder, sound
processor of voorversterker.
Als u INPUT CH instelt op 8ch via Multi CH Assign (zie bladzijde 75), kunt u de ingangsaansluitingen die zijn
toegewezen aan FRONT INPUT via Multi CH Assign (zie bladzijde 75) samen gebruiken met de MULTI CH INPUT
aansluitingen om 8-kanaals signalen te kunnen verwerken.
Verbind de uitgangsaansluitingen van uw multiformaat-speler of externe decoder met de MULTI CH INPUT
aansluitingen. Let er goed op dat u de linker en rechter uitgangen verbindt met de linker en rechter ingangsaansluitingen
voor zowel de voor- als de surroundkanalen.
Wanneer u MULTI CH INPUT als signaalbron selecteert, zal dit toestel automatisch de digitale geluidsveldprocessor uitschakelen en
zult u geen geluidsveldprogramma’s kunnen selecteren.
Dit toestel is niet in staat de via de MULTI CH INPUT aansluitingen binnenkomende signalen zo te herschikken dat er wordt
gecompenseerd voor eventueel in uw systeem ontbrekende luidsprekers. Daarom bevelen we u aan tenminste een 5.1-kanaals
luidsprekersysteem aan te sluiten voor u gebruik maakt van deze functie.
Wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten, zullen alleen de L/R voorkanalen worden weergegeven.
Gebruiken van de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel
Via deze aansluitingen kunt u allerlei videobronnen, zoals spelcomputers of videocamera’s, aansluiten op dit toestel.
Opmerkingen
CENTER
SUBWOOFER
MULTI CH INPUT
FRONT(6CH)/SB(8CH)
SURROUND
R
L
R
L
AUDIO
DVD
DTV
CBL/
SAT
IN
OUT
DVR/VCR 2
VCR 1
IN
AUDIO
(
PLAY
)
IN
(
PLAY
)
IN
OUT
(REC)
OUT
(REC)
CD-R
MD/TAPE
CD
LRLR
L
R
FRONT(6CH)/SB(8CH)
SURROUND
LR
LR
CENTER
SUBWOOFER
MULTI CH INPUT
Multiformaat-speler/
externe decoder
Multiformaat-speler/
externe decoder
Voor 6-kanaals ingangssignalen Voor 8-kanaals ingangssignalen
Voorkanaal
uitgang
Surroundkanaal
uitgang
Subwoofer
uitgang
Middenkanaal
uitgang
Voorkanaal uitgang
Surroundkanaal uitgang
Subwoofer
uitgang
Middenkanaal
uitgang
Surround-
achter
uitgang
S VIDEO VIDEO OPTICALL AUDIO R
VIDEO AUX
O
V
S
L
R
Spelcomputer
of
videocamera
Video uitgang
S-video uitgang
Audio uitgang L
Audio uitgang R
Optische uitgang
27
AANSLUITINGEN
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Controleer welke aansluitingen er beschikbaar zijn op uw audio-apparatuur en kies het gewenste type verbinding voor de
audio-/video- in-/uitgangssignalen.
De PHONO aansluitingen zijn bedoeld voor een draaitafel met een MM of hoog-vermogen MC cartridge. Als u een draaitafel heeft
met een laag-vermogen MC cartridge, dient u een in-line boosting transformator of een MC-kopversterker te gebruiken bij verbinding
met deze aansluitingen.
Verbind uw draaitafel met de GND aardaansluiting om ruis in het signaal te verminderen. Bij sommige platenspelers is het echter
mogelijk dat u minder ruis zult horen zonder gebruik te maken van de GND aansluiting.
Aansluiten van audiocomponenten
Opmerkingen
R
L
AUDIO
(PLAY)
IN
(PLAY)
IN
OUT
(REC)
OUT
(REC)
CD-R
MD/TAPE
CD
PHONO
DIGITAL INPUT
OPTICAL
MD/TAPE
CD-R
CD
CD
COAXIAL
DIGITAL
OUTPUT
GND
O
LRLRLR LR
LRLR
C
O
O
CD-speler
MD-recorder of
cassettedeck
CD-recorder
Draaitafel
Optische uitgang
Coaxiale uitgang
Audio ingang
Optische
ingang
Optische ingang
Audio ingangAudio uitgang
Audio uitgang
GND
Audio uitgang
Audio uitgang
28
AANSLUITINGEN
Aansluiten van een externe versterker
Als u het uitgangsvermogen voor de luidsprekers wilt
opvoeren, of als u gewoon een andere versterker wilt
gebruiken, kunt u als volgt een externe versterker
verbinden met de PRE OUT aansluiten.
Wanneer er audio tulpstekkers in de PRE OUT aansluitingen
zitten voor de verbinding met een externe versterker, is het niet
meer nodig de corresponderende SPEAKERS aansluitingen te
gebruiken. Zet het volume van de op dit toestel aangesloten
externe versterker op de hoogste stand.
Het signaal dat wordt doorgegeven via de FRONT PRE OUT en
CENTER PRE OUT aansluitingen ondervindt invloed van de
TONE CONTROL instellingen.
Als SPEAKERS A uit staat en SPEAKERS B op Zone B (zie
bladzijde 88) is ingesteld, zullen er alleen signalen worden
geproduceerd via de FRONT PRE OUT aansluitingen.
1 FRONT PRE OUT aansluitingen
Voorkanaal uitgangsaansluitingen op lijnniveau.
2 SURROUND PRE OUT aansluitingen
Surroundkanaal uitgangsaansluitingen op lijnniveau.
3 SUBWOOFER PRE OUT aansluiting
Sluit hierop een subwoofer met ingebouwde
eindversterker aan, zoals het YAMAHA Active Servo
Processing Subwoofer System.
4
SURROUND BACK/PRESENCE PRE OUT aansluitingen
Surround achter- of aanwezigheidskanaal
uitgangsaansluitingen op lijnniveau. Als u slechts één
externe versterker aansluit voor het surround-achterkanaal,
dient u deze te verbinden met de linker (L) aansluiting.
5 CENTER PRE OUT aansluiting
Middenkanaal uitgangsaansluitingen op lijnniveau.
Elk van de PRE OUT uitgangsaansluitingen produceert
hetzelfde signaal als de bij dat kanaal behorende
luidsprekeraansluiting. Wanneer echter zowel surround-achter
als zg. aanwezigheidsluidsprekers zijn ingesteld op dit toestel,
is het mogelijk dat de signalen geproduceerd via de
SURROUND BACK/PRESENCE PRE OUT aansluitingen niet
corresponderen met de juiste luidsprekers.
Regel het volume van de subwoofer met de bedieningsorganen
op de subwoofer zelf.
Het is mogelijk dat sommige signalen niet worden
gereproduceerd via de SUBWOOFER PRE OUT aansluiting,
afhankelijk van de Speaker Set (zie bladzijde 83) instellingen.
Opmerkingen
Opmerkingen
FRONT
SURROUND
PRE OUT
SUBWOOFER
SURROUND BACK/PRESENCE
CENTER
SINGLE
(SB)
R
L
R
L
R
L
1
2
3
4
5
29
AANSLUITINGEN
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Dit toestel wordt geleverd met zowel een AM als een FM binnenantenne. Normaal gesproken zorgen deze antennes voor
een voldoende sterke ontvangst. Verbind de antennes op de juiste manier met de bijbehorende aansluitingen.
Aansluiten van de AM ringantenne
1 Sluit de AM ringantenne aan.
2 Houd het lipje ingedrukt zodat u de AM
antennedraden in de AM ANT en GND
aansluitingen kunt steken.
3 Stel de AM ringantenne zo op dat u de beste
ontvangst verkrijgt.
De AM ringantenne moet niet te dicht bij dit toestel geplaatst
worden.
De AM ringantenne moet altijd aangesloten blijven, zelfs als er
een AM buitenantenne op dit toestel is aangesloten.
Een goede buitenantenne geeft een betere ontvangst dan een
binnenantenne. Als u last heeft van een slechte ontvangst,
probeer dan of de ontvangst verbetert met een buitenantenne.
Vraag bij uw dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of
service-centrum naar de mogelijkheden met buitenantennes.
Aansluiten van de antennes
TUNER
FM ANT
75
UNBAL.
AM ANTGND
AM ringantenne
(meegeleverd)
Aarde (GND aansluiting)
Voor de grootst mogelijke veiligheid en zo min
mogelijk storing dient u de antenne GND aansluiting
goed te aarden. Een goede aarding wordt
bijvoorbeeld verzorgd door een metalen staaf die in
vochtige grond gedreven is.
FM binnenantenne
(meegeleverd)
Opmerkingen
30
AANSLUITINGEN
Aansluiten van het netsnoer
Steek het meegeleverde netsnoer pas in de
netstroomingang nadat u alle andere aansluitingen hebt
verricht en steek daarna pas de stekker in het stopcontact.
Gebruik het meegeleverde netsnoer. Gebruik geen andere netsnoeren,
want deze kunnen elektrische schokken veroorzaken of zelfs brand.
AC OUTLET(S) (SWITCHED)
Modellen voor het V.K. en Australië ...... 1 Netstroomaansluiting
Modellen voor Korea .................................................Geen
Overige modellen ...................... 2 Netstroomaansluitingen
Met behulp van deze netstroomaansluitingen kunt u daarop aangesloten
componenten van stroom voorzien. Verbind de netsnoeren van uw
andere apparatuur met deze netstroomaansluitingen. Deze
aansluitingen wo van stroom voorzien wanneer de eerste ruimte,
Zone 2 of Zone 3 is ingeschakeld. De stroomvoorziening voor deze
aansluitingen wordt echter afgesloten wanneer de eerste ruimte, Zone 2
en Zone 3 zijn uitgeschakeld,of wanneer MASTER ON/OFF op het
voorpaneel ingedrukt wwordt n losgelaten zodat deze naar buiten komt,
in de OFF stand. Het maximale vermogen of het totale stroomverbruik
voor de componenten die op deze aansluitingen kunnen worden
aangesloten is als volgt.
Modellen voor Azië en algemene modellen.............. 50 W
Overige modellen .....................................................100 W
VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en algemene modellen)
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit
toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte
netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact steekt.
De voltages zijn als volgt:
Modellen voor Azië........220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
Algemene modellen ..... 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
Wanneer alle aansluitingen gemaakt zijn, kunt u dit toestel
aan zetten.
1 Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel
naar binnen in de ON stand om dit toestel
aan te zetten.
Alleen dit zal worden ingeschakeld.
Zone 2 en Zone 3 worden standby (uit) gezet.
2 Druk op MAIN ZONE ON/OFF op het
voorpaneel (of STANDBY op de
afstandsbediening) om dit toestel uit
(standby) te zetten.
Aansluiten van het netsnoer
LET OP
Geheugen back-up
De geheugen back-up schakeling voorkomt dat opgeslagen gegevens
verloren gaan. De opgeslagen gegevens zullen niettemin verloren
gaan wanneer het netsnoer langer dan een week uit het stopcontact is.
AC OUTLETS
AC IN
SWITCHED
50W MAX.TOTAL
VOLTAGE
SELECTOR
(Algemene modellen)
Aan en uit zetten van dit toestel
A
SPEAKERS
YPAO
B
MULTI CH
INPUT
AUDIO
SELECT
TONE
CONTROL
STRAIGHT
PRESET/
TUNING
MAN'L/AUTO FM
EDIT
AUTO/MAN'L EFFECT
TUNING
MODE
MEMORY
ZONE 2
ZONE ON/OFF
ZONE 3
ZONE CONTROL
FM/AM
A/B/C/D/E
SOURCE/
REMOTE
REC OUT/ZONE 2
SILENT CINEMA S VIDEO VIDEO L
VIDEO/AUX
AUDIO R O PTIC AL
PHONES
PRESET/
TUNING
OPTIMIZER
MIC
VOLUME
PROGRAM
INPUTMAIN ZONE
PURE DIRECT
ON/OFF
MD/TAPEDVD
DTV
V-AUX
CBL/SAT
VCR 1
CD-R
CD
TUNER
PHONO
DVR/
VCR 2
MASTER
ON OFF
MULTI ZONE
2,3
1,4
MASTER
ON
OFF
ON/OFF
STANDBY
of
Voorpaneel Afstandsbediening
31
AANSLUITINGEN
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
3 Druk op MAIN ZONE ON/OFF, ZONE 2
ON/OFF of ZONE 3 ON/OFF op het
voorpaneel (of POWER op de
afstandsbediening) om dit toestel, Zone 2 of
Zone 3 aan te zetten.
y
Wanneer MASTER ON/OFF naar binnen is gedrukt in de
ON stand, kunt u ook op POWER of STANDBY op de
afstandsbediening drukken om dit toestel, Zone 2 en Zone
3 tegelijk aan of uit (standby) te zetten.
Voor details omtrent de bediening van Zone 2 en Zone 3
met de afstandsbediening, zie bladzijde 110.
MAIN ZONE ON/OFF, ZONE 2 ON/OFF en
ZONE 3 ON/OFF op het voorpaneel en POWER en
STANDBY op de afstandsbediening werken alleen wanneer
MASTER ON/OFF naar binnen is gedrukt in de ON stand.
4 Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel
nog eens in zodat deze naar buiten komt in
de OFF stand om dit toestel uit te schakelen.
Dit toestel, Zone 2 en Zone 3 worden uitgeschakeld.
Volg de hieronder vermelde procedure om de instelling
voor de impedantie van alle luidsprekers te veranderen.
Als u 6 Ohm luidsprekers gebruikt, dient u de impedantie
in te stellen op 6 Ohm voor u dit toestel gaat gebruiken.
1 Druk op MASTER ON/OFF op het voorpaneel
zodat deze naar buiten komt in de OFF stand
om dit toestel, Zone 2 en Zone 3 uit te
schakelen.
2 Houd STRAIGHT (EFFECT) op het
voorpaneel ingedrukt en druk vervolgens
MASTER ON/OFF naar binnen in de ON stand
om dit toestel in te schakelen.
SP IMP.–8MIN zal op het display op het
voorpaneel verschijnen.
3 Druk herhaaldelijk op STRAIGHT (EFFECT)
op het voorpaneel om de impedantie van uw
luidsprekers te selecteren.
Kies 6 Ohm als u luidsprekers van 6 Ohm gebruikt.
Kies 8 Ohm als u luidsprekers van 8 Ohm gebruikt.
4 Druk op MASTER ON/OFF op het voorpaneel
zodat deze naar buiten komt in de OFF stand
om de nieuwe instelling op te slaan en dit
toestel, Zone 2 en Zone 3 uit te schakelen.
Het toestel gaat vervolgens uit (standby).
U kunt de luidspreker-impedantie ook instellen via de
SP IMP. parameter in het ADVANCED SETUP menu (zie
bladzijde 94).
Opmerking
ON/OFF
POWER
of
Voorpaneel Afstandsbediening
MASTER
ON
OFF
Instellen van de luidspreker-
impedantie
LET OP
Opmerking
MASTER
ON
OFF
STRAIGHT
EFFECT
MASTER
ON
OFF
SP IMP.-8 MIN
ADVANCED SETUP
STRAIGHT
EFFECT
MASTER
ON
OFF
AUTO SETUP
32
Deze receiver maakt gebruik van YAMAHA Parametric
Room Acoustic Optimizer (YPAO) technologie zodat u
zelf geen lastige luidspreker-instellingen hoeft te doen en
waardoor een zeer accurate instelling wordt verkregen. De
meegeleverde optimalisatie-microfoon pikt het geluid op
dat uw luidsprekers maken in de omgeving waar u ze
daadwerkelijk zult gebruiken.
Wij wijzen u erop dat het normaal is dat tijdens de
AUTO SETUP procedure luide testtonen worden geproduceerd.
Als de AUTO SETUP procedure stopt en er een foutmelding op
het scherm verschijnt, dient u de procedure voor het oplossen
van problemen op bladzijde 119 te volgen.
YPAO voert de volgende controles uit en maakt de juiste
instellingen voor een zo optimaal mogelijke weergave van
uw systeem.
Wiring
Controleert welke luidsprekers er aangesloten zijn en de
polariteit van elk van de luidsprekers.
Distance
Controleert de afstand van elk van de luidsprekers tot de
luisterplek en stelt de timing van elk van de kanalen in.
Size
Controleert de frequentierespons van van de luidsprekers
en stelt de juiste laagfrequente crossover in voor elk van
de kanalen.
Equalizing
Regelt de frequentie en het niveau van elk van de kanalen
via een parametrische equalizer om te voorkomen dat de
verschillende kanalen elkaar onbedoeld beïnvloeden en
om een samenhangend geluidsveld samen te stellen. Dit is
vooral van belang wanneer u luidsprekers van
verschillende afmetingen of verschillende merken
gebruikt voor sommige kanalen of wanneer uw kamer
bijzondere akoestische kenmerken vertoond.
De YPAO equalisatie maakt gebruik van drie parameters
(frequency, level en Q factor) voor elk van de zeven
banden in de parametrische equalizer om te komen tot een
precieze automatische instelling van de
frequentiekarakteristieken.
Level
Controleert en regelt het volumeniveau van elk van de
luidsprekers.
1 Verbind de meegeleverde optimalisatie-
microfoon met de OPTIMIZER MIC
aansluiting op het voorpaneel.
Nadat u de AUTO SETUP procedure heeft afgemaakt moet u de
optimalisatie-microfoon weer losmaken.
De optimalisatie-microfoon is niet goed bestand tegen warmte.
Houd hem daarom uit direct zonlicht.
Laat hem ook niet bovenop dit toestel liggen.
2 Plaats de optimalisatie-microfoon op een
vlak en horizontaal oppervlak met de omni-
directionele microfoonkop naar boven op uw
normale luisterplek.
Gebruik indien mogelijk een statief (o.i.d.) om de
optimalisatie-microfoon vast te zetten op dezelfde
hoogte als waar uw oren zich zouden bevinden
wanneer u op uw luisterplek zit.
AUTO SETUP
Inleiding
Opmerkingen
Optimalisatie-microfoon setup
Opmerkingen
A
SPEAKERS
YPAO
B
MULTI CH
INPUT
AUDIO
SELECT
TONE
CONTROL
STRAIGHT
PRESET/
TUNING
MAN'L/AUTO FM
EDIT
AUTO/MAN'L EFFECT
TUNING
MODE
MEMORY
ZONE 2
ZONE ON/OFF
ZONE 3
ZONE CONTROL
FM/AM
A/B/C/D/E
SOURCE/
REMOTE
REC OUT/ZONE 2
SILENT CINEMA S VIDEO VIDEO L
VIDEO/AUX
AUDIO R OPTICAL
PHONES
PRESET/
TUNING
OPTIMIZER
MIC
PROGRAM
MD/TAPEDV D
DTV
V-AU X
CBL/SAT
VCR 1
CD-R
CD
TUNER
PHONO
DVR/
VCR 2
MULTI ZONE
Opstelling optimalisatie-microfoon
33
AUTO SETUP
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Voor de beste resultaten moet u ervoor zorgen dat de
ruimte zo stil mogelijk is tijdens de AUTO SETUP
procedure (YPAO). Als er teveel andere geluiden zijn, is
het mogelijk dat de resultaten tegenvallen.
y
U kunt de AUTO SETUP bedienen via het systeemmenu dat op
uw beeldscherm verschijnt (GUI) of via het display op het
voorpaneel. In deze handleiding worden de AUTO SETUP
procedures geïllustreerd aan de hand van GUI (in-beeld
menusysteem) afbeeldingen.
Als er een fout optreedt tijdens de AUTO SETUP procedure en
er een foutmelding op het display op het voorpaneel verschijnt;
zie de bladzijden 119 en 120 voor een complete lijst met
foutmeldingen en mogelijke oplossingen.
Als uw subwoofer zelf beschikt over een volumeregeling en een
instelling voor de crossover frequentie, dient u het volume op
ongeveer de heldft (of iets minder) in te stellen en de crossover
frequentie op de maximale waarde.
1 Zet dit toestel en uw beeldscherm aan.
2 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk
vervolgens op GUI TOP op de
afstandsbediening.
Het hoofdscherm (top) zal nu verschijnen.
3 Druk herhaaldelijk op k / n om Auto Setup te
selecteren en druk dan op h.
4 Druk herhaaldelijk op k / n om Setup Menu te
selecteren en druk dan op h.
Gebruik van AUTO SETUP
CROSSOVER
HIGH CUT
MIN
MAX
Subwoofer
VOLUME
MIN
MAX
CLEAR
LEARN
RE–NAME
REC
DISC SKIP
1
2B
THX
STANDARD SELECT EXTD SUR.
STEREO
MUSIC ENTERTAIN MOVIE
3421
90
+10
ENT.
5678
UU
U
MACROONOFF
A
SPEAKERSMEMORY
EXIT
PURE DIRECT
TOP
SELECT
VOLUME
+
POWER POWER
POWER
STANDBY
AVTV
SLEEP
AUDI O SE L
CH
+
TV VOL
TV MUTE TV INPUT
MUTE
+
AMP
SOURCE
TV
PRESET
B
DTV DVR/VCR2VCR 1
DVD
V
-
AUX
CBL/SAT MD/TAPE
CD-R
PHONO TUNER CD
MULTI CH IN
A
MENU
EFFECT
RETURN
DISPLAY
BAND
NIGHT
AUDI O
ENTER
GUI TOP
TITLE
PRESET
PURE DIRECT
EXIT
STRAIGHT
A/B/C/D/E
FREQ/TEXT EON MODE PTY SEEK START
2
3-9
2
GUI TOP
TITLE
BAND
Sound
Video
Option
Basic
Manual Setup
Auto Setup
System Memory
Input Select
Stereo/Surround
AMP
SOURCE
TV
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET
Information
Setup Type
Start
Setup Menu
Auto Setup
System Memory
Signal Info.
Manual Setup
Input Select
Setup Menu
Setup Type
Start
Wiring
Distance
Size
Information
34
AUTO SETUP
5 Druk herhaaldelijk op k / n om Wiring,
Distance, Size, Equalizing of Level te
selecteren en druk dan op h.
6 Voor Wiring, Distance, Size of Level,
selecteert u:
Check Om het geselecteerde onderdeel automatisch te
controleren en in te stellen.
Skip Om het geselecteerde onderdeel over te slaan
zonder instellingen te wijzigen.
y
Bij gebruik van THX luidsprekers moet u “Skip” instellen
bij Size en controleren of “Small” of “Small x2” is
geselecteerd bij Speaker Set (zie bladzijde 83), en of
“80Hz” is geselecteerd bij Bass Cross Over (zie
bladzijde 85).
Voor Equalizing dient u op k / n te drukken
om het volgende te selecteren:
Skip Om het geselecteerde onderdeel over te
slaan zonder instellingen te wijzigen.
Check: Natural Om de frequentierespons van alle
luidsprekers te middelen, met minder
nadruk op de hogere frequenties.
Aanbevolen wanneer de “Flat” instelling
een beetje schel klinkt.
Check: Flat Om de frequentierespons van alle
luidsprekers te middelen. Aanbevolen
wanneer al uw luidsprekers van
vergelijkbare kwaliteit zijn.
Check: Front Om de frequentierespons van elk van de
luidsprekers in te stellen in
overeenstemming met de weergave van uw
voor-luidsprekers. Aanbevolen wanneer uw
voor-luidsprekers van aanzienlijk betere
kwaliteit zijn dan uw andere luidsprekers.
7 Wanneer u de gewenste instelling heeft
geselecteerd, kunt u met l terugkeren naar
het Setup Menu.
8 Druk op n, selecteer Setup Type en selecteer
vervolgens:
Auto Om de hele AUTO SETUP procedure
laten uitvoeren.
Step Om te wachten op bevestiging
tussen de diverse controles in de
AUTO SETUP procedure.
Skip
Check
Wiring
Distance
Size
Skip
Check
Distance
Size
Equalizing
Wiring
Skip
Check
Size
Equalizing
Level
Distance
Wiring
Skip
Check: Natural
Check: Flat
Check: Front
Equalizing
Level
Size
Distance
Skip
Check
Level
Equalizing
Size
Setup Menu
Setup Type
Start
Wiring
Distance
Size
Information
Setup Type
Start
Auto
Step
Setup Menu
Information
35
AUTO SETUP
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
9 Druk op n, selecteer Start en druk
vervolgens op ENTER.
Er zullen nu luide testtonen worden geproduceerd via
de diverse luidsprekers, terwijl de boodschap
“Measuring” getoond zal worden tijdens de
AUTO SETUP procedure.
y
Om de AUTO SETUP procedure te stoppen, kunt u op één
van de cursortoetsen drukken (
k / n / l / h) of op
ENTER. Druk tijdens pauze op k om de procedure
opnieuw uit te voeren, op
l om de AUTO SETUP te
annuleren.
Als er tijdens het testen een foutmelding verschijnt, dient u
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN op bladzijde 119 te
raadplegen en de AUTO SETUP procedure opnieuw te
proberen nadat u de gegeven aanwijzingen heeft
uitgevoerd.
U kunt de resultaten van elk van de controles apart
bevestigen.
Als u Setup Type op “Auto” heeft ingesteld
De resultaten worden getoond nadat alle controles zijn
uitgevoerd.
Druk op n en selecteer Setup om de gemeten waarden
definitief te maken.
Druk op k en selecteer Retry om de AUTO SETUP
procedure opnieuw te proberen.
Druk op h en selecteer Detail om informatie over de
meetresultaten en eventuele foutmeldingen te bekijken.
Voor details omtrent de foutmeldingen, zie OPLOSSEN
VAN PROBLEMEN op bladzijde 119.
Druk op l en selecteer Exit om de AUTO SETUP
procedure af te sluiten. Als u Exit selecteert, zal
“Don’t Setup?” op het scherm verschijnen. Selecteer Yes
om de gemeten waarden definitief te maken en de
procedure af te sluiten. Selecteer No om de gemeten
waarden te annuleren en de procedure af te sluiten.
Als u Setup Type op “Step” heeft ingesteld
De resultaten worden na elke controle apart weergegeven.
Druk op n en selecteer Next om de controle van het
volgende menu-item te laten beginnen.
Druk op k en selecteer Retry om de AUTO SETUP
procedure opnieuw te proberen.
Druk op h en selecteer Detail om informatie over de
meetresultaten en eventuele foutmeldingen te bekijken.
Voor details omtrent de foutmeldingen, zie OPLOSSEN
VAN PROBLEMEN op bladzijde 119.
Druk op l en selecteer Exit om de AUTO SETUP
procedure af te sluiten. Als u Exit selecteert, zal
“Don’t Setup?” op het scherm verschijnen. Selecteer Yes
om de gemeten waarden definitief te maken en de
procedure af te sluiten. Selecteer No om de gemeten
waarden te annuleren en de procedure af te sluiten.
Press ENTERStart
Setup Type
Setup Menu
Bevestigen van de resultaten
Measurement Over
Successfully
Start
Setup Type
Setup Menu
Retry
Setup
Exit Detail
Equalizing
Size
Distance
Level
Result
Retry
Next
Exit Detail
36
AUTO SETUP
Nadat alle menu-items zijn gecontroleerd zal
“Measurement Over” op het scherm verschijnen en zullen
de resultaten voor elk van de items worden getoond.
Druk op n en selecteer Setup om de gemeten waarden
definitief te maken.
Druk op k en selecteer Retry om de AUTO SETUP
procedure opnieuw te proberen.
Druk op h en selecteer Detail om informatie over de
meetresultaten en eventuele foutmeldingen te bekijken.
Voor details omtrent de foutmeldingen, zie OPLOSSEN
VAN PROBLEMEN bladzijde 119.
Druk op l en selecteer Exit om de AUTO SETUP
procedure af te sluiten. Als u Exit selecteert, zal
“Don’t Setup?” op het scherm verschijnen. Selecteer Yes
om de gemeten waarden definitief te maken en de
procedure af te sluiten. Selecteer No om de gemeten
waarden te annuleren en de procedure af te sluiten.
y
Als u meer gedetailleerde instellingen wilt maken, kunt u de
systeemparameters wijzigen via het Manual Setup menu. Als u
terug wilt keren naar de Auto Setup instellingen nadat u
instellingen gewijzigd heeft via het Manual Setup menu, kunt u
naar het Information scherm gaan in het Auto Setup menu,
vervolgens druk u daar net zo vaak op k / n tot de gewenste
parameter verschijnt en drukt u tenslotte op ENTER.
Als u niet tevreden bent met het resultaat, of als u met de hand
de instellingen wilt wijzigen, raadt THX aan de Manual Setup
te doen (zie bladzijde 76).
Als u luidsprekers vervangt, wijzigt of anders opstelt, of als u de
inrichting van uw kamer verandert, moet u de AUTO SETUP
opnieuw uitvoeren om uw systeem opnieuw in te stellen.
Afhankelijk van de luisteromgeving is het mogelijk dat
SubWfr:REV verschijnt bij de Wiring resultaten. In dit geval zal
SWFR Phase in het Manual Setup menu (zie bladzijde 85)
automatisch wo ingesteld op Reverse. Om de gewenste
instelling te kunnen selecteren dient u de SWFR Phase
parameter in het Manual Setup menu te wijzigen.
Bij de Distance resultaten kan de getoonde afstand groter zijn
dan in werkelijkheid, afhankelijk van de karakteristieken van
uw subwoofer. Dit kan ook het geval zijn uwanneer een externe
versterker gebruikt.
Bij de Equalizing resultaten is het mogelijk dat er voor dezelfde
band verschillende waarden zijn ingesteld voor een nog
preciezere instelling.
Opmerkingen
WEERGAVE
37
BASISBEDIENING
Nederlands
U moet zeer voorzichtig zijn wanneer u DTS gecodeerde CD’s gaat afspelen.
Als u een DTS gecodeerde CD afspeelt op een CD-speler die niet geschikt is voor DTS-weergave, zult u alleen een ongewenst geruis of
lawaai horen dat zelfs uw luidsprekers kan beschadigen. Controleer of uw CD-speler geschikt is voor DTS gecodeerde CD’s. Controleer
ook het geluidsniveau van uw CD-speler voor u een DTS gecodeerde CD gaat afspelen.
1 Druk op MAIN ZONE ON/OFF (of zet
AMP/SOURCE/TV op AMP en druk op
POWER op de afstandsbediening) om dit
toestel aan te zetten.
2 Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
dit toestel aan.
3 Druk op SPEAKERS A of B op het voorpaneel
(of druk op SPEAKERS A of B op de
afstandsbediening).
Met elke druk op SPEAKERS A of B zet u de
bijbehorende set luidsprekers aan of uit.
Als u dubbele bedrading gebruikt, moet zowel A als B
selecteren.
4 Gebruik INPUT op het voorpaneel (of druk op
de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening) om de gewenste
signaalbron te selecteren.
De naam van de geselecteerde signaalbron wordt een
paar seconden lang op het display op het voorpaneel
en het beeldscherm getoond.
5 Start de weergave of stem af op een zender
op de broncomponent.
Raadpleeg de handleiding van de betreffende
component. Zie bladzijde 47 voor details omtrent het
afstemmen.
WEERGAVE
LET OP
Basisbediening
A
SPEAKERS
YPAO
B
MULTI CH
INPUT
AUDIO
SELECT
TONE
CONTROL
STRAIGHT
PRESET/
TUNING
MAN'L/AUTO FM
EDIT
AUTO/MAN'L EFFECT
TUNING
MODE
MEMORY
ZONE 2
ZONE ON/OFF
ZONE 3
ZONE CONTROL
FM/AM
A/B/C/D/E
SOURCE/
REMOTE
REC OUT/ZONE 2
SILENT CINEMA S VIDEO VIDEO L
VIDEO/AUX
AUDIO R O PTIC AL
PHONES
PRESET/
TUNING
OPTIMIZER
MIC
VOLUME
PROGRAM
INPUTMAIN ZONE
PURE DIRECT
ON/OFF
MD/TAPEDVD
DTV
V-AUX
CBL/SAT
VCR 1
CD-R
CD
TUNER
PHONO
DVR/
VCR 2
MASTER
ON OFF
MULTI ZONE
14
7
6
3
CLEAR
LEARN
RE–NAME
MENU
REC
DISC SKIP
EFFECT
RETURN
DISPLAY
BAND
A/B/C/D/E
NIGHT
AUDI O
ENTER
GUI TOP
TITLE
1
2B
THX
STANDARD SELECT EXTD SUR.
STEREO
MUSIC ENTERTAIN MOVIE
3421
90
+10
ENT.
5678
MACROONOFF
A
SPEAKERSMEMORY
B
EXIT
PURE DIRECT
TOP
SELECT
DTV DVR/VCR2VCR 1 DVD
V
-
AUX
CBL/SAT MD/TAPE CD-R
PHONO TUNER CD
MULTI CH IN
VOLUME
+
POWER POWER
POWER
STANDBY
AVTV
SLEEP
AUDI O SE L
A
CH
+
TV VOL
TV MUTE TV INPUT
MUTE
+
AMP
SOURCE
TV
PRESET
PRESET
PURE DIRECT
EXIT
STRAIGHT
FREQ/TEXT EON MODE PTY SEEK START
1
1
7
4
6
3
ON/OFF
POWER
Voorpaneel
Afstandsbediening
of
AMP
SOURCE
TV
Opmerking
A
SPEAKERS
B
B
+10
ENT.
A
SPEAKERS
of
Voorpaneel Afstandsbediening
DTV DVR/VCR2VCR 1 DVD
V
-
AUX
CBL/SAT MD/TAPE CD-R
PHONO TUNER CD
MULTI CH IN
INPUT
Voorpaneel Afstandsbediening
of
V-AUX
A
SP
VOLUME
L R
dB
VCR 1
DTV DVD CD-R CD
XM
TUNERPHONO
MD/TAPECBL/SATDVR/VCR 2
A.SEL: AUTO
INPUT: DVD
Naam van de geselecteerde signaalbron
38
WEERGAVE
6 Verdraai VOLUME op het voorpaneel (of druk
op VOLUME +/– op de afstandsbediening) om
het volume op het gewenste niveau in te
stellen.
7 Verdraai PROGRAM op het voorpaneel (of
druk op één van de
geluidsveldprogrammatoetsen op de
afstandsbediening) om het gewenste
geluidsveldprogramma te selecteren.
De naam van het geselecteerde
geluidsveldprogramma zal verschijnen op het display
op het voorpaneel en op het beeldscherm.
Zie bladzijde 58 voor details over
geluidsveldprogramma’s.
Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak, niet op
basis van de naam van het programma.
Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het toestel
automatisch het laatst met die signaalbron gebruikte
geluidsveldprogramma instellen.
Er kunnen geen geluidsveldprogramma’s worden gebruikt
wanneer u MULTI CH INPUT als signaalbron heeft
geselecteerd.
Opmerkingen over Dialogue
Normalization (Dial Norm)
Dialogue Normalization (Dial Norm) is een Dolby Digital
en DTS functie die verschillende programma’s met een
gemiddeld niveau weergeeft zodat de gebruiker het
volume niet hoeft aan te passen wanneer er een
Dolby Digital of DTS programma wordt weergegeven. Bij
weergave van Dolby Digital en DTS materiaal zal er soms
een korte melding op het display op het voorpaneel;
“Dial Norm X dB” (met een numerieke waarde in plaats
van X). Deze melding gefet aan hoe het weergaveniveau
van dit programma zich verhoudt tot het THX
ijkingsniveau. Als u het materiaal wilt laten weergeven bij
geijkte theaterniveaus, dan zult u wellicht het volume
willen aanpassen.
Als u bijvoorbeeld de volgende melding op het display op
het voorpaneel ziet verschijnen: “Dial Norm + 4 dB” en u
het algemene uitgangsvolume in wilt stellen op het door
THX aanbevolen niveau, dan hoeft u het volume alleen
maar te verlagen met 4dB. Maar u kunt gewoon het
volume instellen wat u zelf het beste vindt klinken, wat u
natuurlijk in een bioscoop nooit zou kunnen doen.
Opmerkingen
VOLUME
VOLUME
+
of
Afstandsbediening
Voorpaneel
PROGRAM
1
2B
THX
STANDARD SELECT EXTD SUR.
STEREO
MUSIC ENTERTAIN MOVIE
3421
90
+10
ENT.
5678
A
SPEAKERSMEMORY
Afstandsbediening
Voorpaneel
of
HiFi DSP
V-AUX
A
SP
VOLUME
L R
dB
VCR 1
DTV DVD CD-R CD
XM
TUNERPHONO
MD/TAPECBL/SATDVR/VCR 2
Hall in Vienna
MUSIC
Programmanaam
Naam geluidsveldcategorie
DialNorm;;+4dB
39
WEERGAVE
BASISBEDIENIN
G
Nederlands
BASISBEDIENING
Toonregeling
Hiermee kunt u de balans tussen de lage en hoge tonen
regelen voor de linker, rechter en midden voorkanalen.
1 Druk herhaaldelijk op TONE CONTROL op
het voorpaneel om te kiezen tussen TREBLE
of BASS.
2 Verdraai PROGRAM om de weergave van de
hoge tonen (TREBLE) of de weergave van de
hoge tonen (BASS) te regelen.
3 Druk herhaaldelijk op TONE CONTROL,
selecteer BYPASS en annuleer de
toonregeling.
Als u de hoge of lage tonen teveel versterkt of verzwakt, is het
mogelijk dat de toonkleur van de surround-luidsprekers niet
meer overeenkomt met die van de linker, rechter en midden
voor-luidsprekers.
TONE CONTROL staat buiten werking wanneer
THX (zie bladzijde 41) of PURE DIRECT (zie bladzijde 42) is
geselecteerd, of wanneer MULTI CH INPUT is geselecteerd.
Tijdelijk uitschakelen van de
geluidsweergave
Met deze functie kunt u het geluid tijdelijk zacht zetten.
1 Druk op MUTE op de afstandsbediening.
De MUTE indicator zal gaan knipperen op het
display op het voorpaneel.
2 Druk nog eens op MUTE (of op VOLUME +/–)
om de geluidsweergave te hervatten.
De MUTE indicator zal van het display verdwijnen.
y
U kunt zelf bepalen hoeveel het volume verlaagd moet worden
wanneer u deze functie gebruikt (zie bladzijde 79).
Gebruik van SILENT CINEMA
Deze functie stelt u in staat naar multikanaals materiaal of
filmsoundtracks, inclusief Dolby Digital en DTS
surroundmateriaal, te luisteren met een normale
hoofdtelefoon. SILENT CINEMA wordt automatisch
ingeschakeld wanneer u een hoofdtelefoon aansluit op de
PHONES aansluiting terwijl u luistert met de
CINEMA DSP of HiFi DSP geluidsveldprogramma’s.
Indien ingeschakeld zal de SILENT CINEMA indicator
oplichten op het display op het voorpaneel.
SILENT CINEMA werkt niet in de volgende gevallen:
Wanneer u MULTI CH INPUT heeft geselecteerd als
signaalbron.
PURE DIRECT is geselecteerd.
Wanneer het 2ch Stereo programma is geselecteerd.
Wanneer dit toestel in de STRAIGHT stand staat.
Aanvullende mogelijkheden
Opmerkingen
TONE
CONTROL
PROGRAM
TONE
CONTROL
Opmerking
MUTE
MUTE
Knippert
MUTE
VOLUME
+
of
40
WEERGAVE
Selecteren van MULTI CH INPUT
Druk op MULTI CH INPUT op het voorpaneel of
op MULTI CH IN op de afstandsbediening zodat
MULTI CH INPUT verschijnt op het display op het
voorpaneel en op het beeldscherm.
Wanneer MULTI CH INPUT wordt getoond op het display en het
beeldscherm, kan er geen andere signaalbron worden
weergegeven. Als u met INPUT (of één van de
ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening) een andere
signaalbron wilt selecteren, druk dan eerst op MULTI CH INPUT
zodat de melding MULTI CH INPUT verdwijnt van het display
en het beeldscherm.
Luisteren naar multikanaals materiaal
met 6.1/7.1 kanaals surroundweergave
Als u één of twee surround achter-luidsprekers heeft
aangesloten, kunt u via deze functie profiteren van
6.1/7.1-kanaals weergave van multikanaals
signaalbronnen met behulp van de Dolby Pro Logic x,
Dolby Digital EX of DTS-ES decoder.
1 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk
vervolgens op EXTD SUR. op de
afstandsbediening om heen en weer te
schakelen tussen 5.1- en 6.1/7.1-kanaals
weergave.
2 Druk herhaaldelijk op l / h om een decoder
te selecteren wanneer de naam van een
decoder (PL xMovie, bijvoorbeeld) wordt
getoond op het display op het voorpaneel.
Automatisch
AUTO
Als het signaal kan worden herkend, zal het toestel zelf
de optimale decoder instellen zodat het signaal met
6.1/7.1 kanalen kan worden weergegeven. Als het
toestel de ‘vlag’ in het signaal niet kan herkennen of als
het signaal geen ‘vlag’ bevat, kan er niet automatisch
via 6.1/7.1 kanalen worden weergegeven.
Decoders
Afhankelijk van de formattering van het weergegeven
materiaal heeft u de volgende keuzemogelijkheden
wat betreft de decoder.
PL xMovie
Voor weergave van Dolby Digital of DTS signalen
via 7.1 kanalen met de Pro Logic x movie decoder.
PL xMusic
Voor weergave van Dolby Digital of DTS signalen
via 6.1/7.1 kanalen met de Pro Logic x music
decoder.
EX/ES
Voor weergave van Dolby Digital signalen via 6.1/7.1 kanalen
met de Dolby Digital EX decoder. DTS signalen worden
weergegeven via 6.1/7.1 kanalen met de DTS-ES decoder.
EX
Voor weergave van Dolby Digital of DTS signalen
via 6.1/7.1 kanalen met de Dolby Digital EX decoder.
OFF
Voor weergave van Dolby Digital of DTS signalen
via 5.1 kanalen.
y
Wanneer Surround Back op Large x1 of Small x1 (zie bladzijde 84)
is ingesteld, zal het surround achterkanaal worden gereproduceerd
via de linker SURROUND BACK luidspreker-aansluitingen.
Sommige discs met 6.1-kanaals materiaal hebben geen aparte
signalering (vlag) die dit toestel automatisch kan detecteren.
Wanneer u een dergelijke disc met 6.1-kanaals materiaal
afspeelt, dient u met de hand een decoder (PL xMovie,
PL xMusic, EX/ES of EX) te kiezen.
In de volgende gevallen is 6.1/7.1-kanaals weergave niet
mogelijk, ook al wordt EXTD SUR. ingedrukt:
Wanneer Surround (zie bladzijde 84) of Surround Back
(zie bladzijde 84) op None staat.
Wanneer de met de MULTI CH INPUT aansluitingen
verbonden signaalbron wordt weergegeven.
Wanneer het weergegeven materiaal geen L/R
surroundsignalen bevat.
Wanneer er een Dolby Digital KARAOKE signaalbron wordt
weergegeven.
Wanneer u 2ch Stereo, 7ch Stereo of PURE DIRECT heeft
geselecteerd.
Wanneer dit toestel wordt uitgeschakeld, zal de ingangsfunctie
worden teruggezet op AUTO.
De Pro Logic x decoder kan niet worden gebruikt wanneer
Surround Back op None is ingesteld (zie bladzijde 84).
PL xMovie kan niet worden geselecteerd wanneer Surround
Back op Large x1 of Small x1 (zie bladzijde 84) is ingesteld.
Opmerking
MULTI CH
INPUT
MULTI CH IN
Voorpaneel Afstandsbediening
of
EXTD SUR.
8
AMP
SOURCE
TV
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET
Opmerkingen
II
II
41
WEERGAVE
BASISBEDIENIN
G
Nederlands
BASISBEDIENING
Genieten van 2-kanaals materiaal en
surroundweergave
Ingangssignalen afkomstig van 2-kanaals bronnen kunnen
ook via meerdere kanalen worden weergegeven.
1 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk
vervolgens op STANDARD op de
afstandsbediening om heen en weer te
schakelen tussen de Surround en Enhanced
programma’s.
Of druk op MOVIE of THX op de afstandsbediening
om de MOVIE THEATER of THX programma’s te
selecteren.
2 Druk op SELECT op de afstandsbediening
om de decoder te selecteren.
Afhankelijk van het soort materiaal dat u afspeelt en
uw persoonlijke voorkeuren kunt u kiezen uit de
volgende decoders.
Decodertypes voor het Surround programma
<PRO LOGIC>
Dolby Pro Logic verwerking voor alle bronmateriaal.
<PL x Movie>
Dolby Pro Logic x verwerking voor filmmateriaal.
<PL x Music>
Dolby Pro Logic x verwerking voor
muziekmateriaal.
<PL x Game>
Dolby Pro Logic x verwerking voor spelmateriaal.
<Neo:6 Cinema>
DTS verwerking voor filmmateriaal.
<Neo:6 Music>
DTS verwerking voor muziekmateriaal.
Decodertypes voor het Enhanced,
MOVIE THEATER of THX programma
<PRO LOGIC>
Dolby Pro Logic verwerking voor alle bronmateriaal.
<PL x Movie>
Dolby Pro Logic x verwerking voor filmmateriaal.
<Neo:6 Cinema>
DTS verwerking voor filmmateriaal.
y
U kunt ook een decoder selecteren via Decoder Mode in het
Input Select (zie bladzijde 75).
U kunt ook een decoder selecteren met de l / h toetsen op de
afstandsbediening wanneer het decodertype wordt getoond op
het meldingendisplay.
De Pro Logic x decoder schakelt automatisch over naar de
Pro Logic decoder wanneer Surround Back is ingesteld op
None (zie bladzijde 84).
STANDARD
6
AMP
SOURCE
TV
MOVIE
4
THX
5
of
SELECT
7
II
II
II
Opmerking
II
42
WEERGAVE
Gebruik van PURE DIRECT
PURE DIRECT passeert de decoders en DSP processors
van dit toestel volledig en schakelt bovendien het
videodeel van het toestel uit zodat u naar een zo
natuurgetrouw mogelijke geluidsweergave kunt luisteren
bij analoge en PCM signaalbronnen.
Om onverwacht lawaai te voorkomen mag u geen DTS
gecodeerde CD’s afspelen in de PURE DIRECT stand.
Wanneer er multikanaals signalen (Dolby Digital of DTS)
binnenkomen, zal het toestel automatisch overschakelen naar de
corresponderende analoge signaalbron. Wanneer DTS is
ingesteld als ingangsfunctie zal er geen geluid worden
weergegeven.
Er zal geen geluid worden weergegeven via de subwoofer.
TONE CONTROL op het voorpaneel en de in-beeld
menusysteem (GUI) instellingen werken niet in de
PURE DIRECT stand.
De volgende handelingen zijn niet mogelijk met het toestel in
de PURE DIRECT stand:
omschakelen van het geluidsveldprogramma
tonen van beknopte berichten
wijzigen van GUI menuparameters
alle videofuncties, inclusief videoconversie
HDMI digitale opwaardering van analoge videosignalen
HDMI digitaal uitgangssignaal
PURE DIRECT wordt automatisch geannuleerd wanneer dit
toestel uit (standby) wordt gezet.
1 Druk op PURE DIRECT op het voorpaneel of
de afstandsbediening om deze functie in te
schakelen.
De indicator rond de toets op het voorpaneel licht op
en het display op het voorpaneel gaat automatisch uit
.
Het display op het voorpaneel wordt alleen ingeschakeld
wanneer dat nodig is.
2 Druk nog eens op PURE DIRECT op het
voorpaneel of de afstandsbediening om deze
functie uit te schakelen.
De indicator rond de toets op het voorpaneel gaat uit
en de oorspronkelijke instellingen worden hersteld.
Gebruiken van de nacht-luisterfuncties
De nacht-luisterfuncties zijn ontworpen om bij lage
volumes, bijvoorbeeld ’s nachts, toch alles te kunnen
verstaan. Kies NIGHT:CINEMA of NIGHT:MUSIC
afhankelijk van wat voor materiaal u gaat afspelen.
U kunt de nacht-luisterfuncties niet gebruiken met
PURE DIRECT of MULTI CH INPUT of wanneer er een
hoofdtelefoon is aangesloten (ook al licht de NIGHT indicator
op wanneer PURE DIRECT is geselecteerd).
Hoe groot het effect is van de nacht-luisterfuncties hangt mede
af van het weergegeven materiaal en van uw instellingen voor
surroundweergave.
1
Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk vervolgens
herhaaldelijk op NIGHT op de afstandsbediening om
te kiezen tussen NIGHT:CINEMA of NIGHT:MUSIC.
Wanneer er een nacht-luisterfunctie is geselecteerd, zal de
NIGHT indicator oplichten op het display op het voorpaneel.
Selecteer NIGHT:CINEMA wanneer u naar een
film gaat kijken om het dynamisch bereik van de
soundtrack te verminderen en de gesproken tekst
beter verstaanbaar te maken bij lagere volumes.
Selecteer NIGHT:MUSIC wanneer u naar muziek wilt
luisteren om alle geluiden beter verstaanbaar te maken.
Selecteer NIGHT:OFF als u deze functie niet wilt
gebruiken.
2
Druk op
l / h
om het effectniveau van de
compressie in te stellen terwijl NIGHT:CINEMA
of NIGHT:MUSIC getoond wordt.
Keuzes: MIN, MID, MAX
Selecteer MIN voor minimale compressie.
Selecteer MID voor standaard compressie.
Selecteer MAX voor maximale compressie.
y
De NIGHT:CINEMA en NIGHT:MUSIC instellingen
worden apart opgeslagen.
Opmerkingen
Opmerking
PURE DIRECT
PURE DIRECT
Voorpaneel Afstandsbediening
of
PURE DIRECT
PURE DIRECT
Voorpaneel Afstandsbediening
of
Opmerkingen
NIGHT
AUDIO
AMP
SOURCE
TV
NIGHT
Licht op
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET
Afstandsbediening
Effect.Lvl:MID
43
WEERGAVE
BASISBEDIENIN
G
Nederlands
BASISBEDIENING
Gebruiken van de slaaptimer
Met deze functie kunt het toestel zichzelf uit (standby)
laten schakelen na een door u bepaalde tijd. Deze
slaaptimer is bijvoorbeeld handig wanneer u gaat slapen
terwijl uw installatie nog aan het spelen of opnemen is. De
slaaptimer schakelt ook automatisch de op de
AC OUTLETS netstroomaansluitingen aangesloten
externe apparatuur uit.
1 Selecteer de gewenste signaalbron en start
de weergave op de broncomponent.
2 Druk herhaaldelijk op SLEEP op de
afstandsbediening om de gewenste tijd in te
stellen.
Met elke druk op SLEEP zal het display op het
voorpaneel als volgt veranderen.
De SLEEP indicator knippert terwijl u de tijd voor de
slaaptimer aan het instellen bent.
De SLEEP indicator zal oplichten op het display op
het voorpaneel en het display keert terug naar het
geselecteerde geluidsveldprogramma.
3 Druk net zo vaak op SLEEP tot SLEEP OFF
op het display op het voorpaneel verschijnt.
De SLEEP indicator gaat uit en de melding
SLEEP OFF zal verschijnen op het display op het
voorpaneel. Na een paar seconden keert het display
terug naar het geselecteerde geluidsveldprogramma.
y
U kunt de slaaptimer ook annuleren door met STANDBY op de
afstandsbediening (of MAIN ZONE ON/OFF op het voorpaneel)
het toestel, Zone 2 en Zone 3 uit (standby) te zetten.
Terugmengen naar 2 kanalen
U kunt naar multikanaals bronmateriaal luisteren in
2-kanaals stereoweergave.
Verdraai PROGRAM (of zet AMP/SOURCE/TV op
AMP en druk dan op STEREO op de
afstandsbediening) en selecteer 2ch Stereo.
2ch Stereo zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
U kunt een subwoofer gebruiken met dit programma wanneer
SWFR of Both is ingesteld bij Bass Out (zie bladzijde 85).
Luiteren naar onveranderde
ingangssignalen
Wanneer het toestel in de STRAIGHT stand staat, worden
2-kanaals stereobronnen alleen weergegeven via de L/R
voor-luidsprekers. Multikanaals materiaal zal rechtstreeks
via de diverse kanalen worden gedecodeerd en
weergegeven zonder verdere toevoeging van effecten.
1 Druk op STRAIGHT (EFFECT) op het
voorpaneel of de afstandsbediening en
selecteer STRAIGHT.
STRAIGHT zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
SLEEP
SLEEP 120min SLEEP 90min
SLEEP 60minSLEEP 30minSLEEP OFF
SLEEP
V-AUX
A
SP
VOLUME
L R
dB
VCR 1
DTV DVD CD-R CD
XM
TUNERPHONO
MD/TAPECBL/SATDVR/VCR 2
SLEEP00120min
SLEEP 120min
SLEEP
HiFi DSP
V-AUX
A
SP
VOLUME
L R
dB
VCR 1
DTV DVD CD-R CD
XM
TUNERPHONO
MD/TAPECBL/SATDVR/VCR 2
Hall in Vienna
MUSIC
SLEEP
V-AUX
A
SP
VOLUME
L R
dB
VCR 1
DTV DVD CD-R CD
XM
TUNERPHONO
MD/TAPECBL/SATDVR/VCR 2
SLEEP OFF
Opmerking
2ch Stereo
1
2B
THX
STANDARD SELECT EXTD SUR.
STEREO
MUSIC ENTERTAIN MOVIE
3421
90
+10
ENT.
5678
A
SPEAKERSMEMORY
AMP
SOURCE
TV
Voorpaneel
of
PROGRAM
Afstandsbediening
STRAIGHT
EFFECT
EFFECT
STRAIGHT
Voorpaneel Afstandsbediening
of
44
WEERGAVE
2 Druk nog eens op STRAIGHT (EFFECT) op
het voorpaneel of de afstandsbediening om
eventuele geluidseffecten weer in te
schakelen.
STRAIGHT zal van het display op het voorpaneel
verdwijnen.
Virtual CINEMA DSP
Virtual CINEMA DSP stelt u in staat te profiteren van de
CINEMA DSP programma’s zonder surround-
luidsprekers. Dit programma maakt virtuele luidsprekers
om een natuurlijk geluidsveld te reproduceren.
Als u Surround op None (zie bladzijde 84) zet, zal Virtual
CINEMA DSP automatisch worden ingeschakeld wanneer
u een CINEMA DSP geluidsveldprogramma selecteert.
In de volgende gevallen zal Virtual CINEMA DSP niet in
werking treden, ook al staat Surround op None (zie bladzijde 84):
Wanneer u MULTI CH INPUT heeft geselecteerd als
signaalbron.
Wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting zit.
Afspelen van video op de achtergrond
U kunt beelden van een videobron combineren met geluid
van een audiobron. Zo kunt u bijvoorbeeld naar klassieke
muziek luisteren terwijl u op uw beeldscherm kijkt naar
mooie landschapsopnamen.
Druk op één van de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening om een videobron te
selecteren en selecteer vervolgens een
audiobron.
Als u wilt luisteren naar een signaalbron die is aangesloten op de
MULTI CH INPUT aansluitingen terwijl u naar andere
videobeelden kijkt, moet u eerst de videobron selecteren en
vervolgens op MULTI CH INPUT op het voorpaneel of de
afstandsbediening drukken.
Selecteren van audio ingangsfuncties
Dit toestel is uitgerust met allerlei ingangsaansluitingen. U
kunt het gewenste type ingangssignaal als volgt selecteren.
Druk op AUDIO SELECT op het voorpaneel of op
AUDIO SEL op de afstandsbediening en
selecteer de gewenste ingangsfunctie.
AUTO
Ingangssignalen worden automatisch geselecteerd in deze volgorde:
1) HDMI
2) Digitale signalen
3) Analoge signalen
HDMI
Er zullen alleen HDMI signalen worden geselecteerd.
Als er geen HDMI signalen binnenkomen, zal er geen
geluid worden weergegeven.
COAX/OPT
Selecteren van digitale signalen die binnenkomen via
de OPTICAL of COAXIAL aansluitingen. Gebruiken
als er ook HDMI signalen binnenkomen.
ANALOG
Er zullen alleen analoge signalen worden geselecteerd.
Als er geen analoge signalen binnenkomen, zal er geen
geluid worden weergegeven.
y
In de meeste gevallen raden we u aan gewoon AUTO te gebruiken.
U kunt zelf bepalen welke ingangsfunctie standaard zal worden
ingeschakeld wanneer de stroom wordt ingeschakeld (zie bladzijde 30).
Deze functie is niet mogelijk als er geen digitale ingangsaansluitingen
(OPTICAL, COAXIAL en HDMI) zijn toegewezen. Daarnaast zal HDMI niet
beschikbaar zijn als ingangsfunctie als de HDMI IN 1 en HDMI IN 2
aansluitingen niet zijn toegewezen. Gebruik I/O Assignment in het Input Select
om de vereiste ingangsaansluitingen opnieuw toe te wijzen (zie bladzijde 74).
Als het digitale uitgangssignaal van de speler op de een of andere manier
bewerkt is, is het misschien niet meer mogelijk het DTS signaal te decoderen,
ook al bestaat er een digitale verbinding tussen de speler en dit toestel.
Wanneer het toestel een Dolby Digital of DTS signaal detecteert, zal de decoder
automatisch overschakelen naar het bijbehorende geluidsveldprogramma.
Niet toegewezen ingangsaansluitingen zijn niet beschikbaar
voor ingangsfuncties.
Opmerking
Opmerking
STRAIGHT
EFFECT
EFFECT
STRAIGHT
Voorpaneel Afstandsbediening
of
DTV DVR/VCR2VCR 1 DVD
V
-
AUX
CBL/SAT MD/TAPE CD-R
PHONO TUNER CD
MULTI CH IN
Audiobronnen
Videobronnen
Opmerkingen
AUDIO
SELECT
V-AUX
A
SP
VOLUME
L R
dB
VCR 1
DTV DVD CD-R CD
XM
TUNERPHONO
MD/TAPECBL/SATDVR/VCR 2
A.SEL: AUTO
INPUT: DVD
B
PHONO TUNER CD
MULTI CH IN
POWER POWER
POWER
STANDBY
AVTV
SLEEP
AUDIO SEL
A
Voorpaneel Afstandsbediening
of
Soort ingangsfunctie
45
WEERGAVE
BASISBEDIENIN
G
Nederlands
BASISBEDIENING
Tonen van informatie over de
signaalbron
U kunt het type, de formattering en de
bemonsteringsfrequentie van het huidige ingangssignaal
laten zien.
1 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk
vervolgens op GUI TOP op de
afstandsbediening.
Het hoofdscherm (top) zal nu verschijnen.
2 Druk herhaaldelijk op n om Signal Info. te
selecteren en druk dan op h.
3 Druk herhaaldelijk op l / h en selecteer
Audio Info. of Video Info.
De volgende informatie zal verschijnen.
Audio Info. (Audio informatie)
Format
De formattering van het signaal wordt getoond.
Wanneer het toestel geen digitaal signaal kan
detecteren, wordt er automatisch overgeschakeld naar
analoog.
Sampling
Bemonsteringsfrequentie. Wanneer het toestel de
bemonsteringsfrequentie niet kan bepalen, zal “?”
verschijnen.
Channel
Aantal bronkanalen in het ingangssignaal.
Bijvoorbeeld een multikanaals soundtrack met
3 voorkanalen, 2 surroundkanalen en een LFE kanaal,
zal worden getoond als “3/2/0.1”.
Bitrate
Bitsnelheid. Wanneer het toestel de bitsnelheid niet
kan bepalen, zal “– – –” verschijnen.
Dialogue
Dialoog normalisatie informatie voor Dolby Digital
en DTS signalen.
Flag1/Flag2
Signalering (vlag) die in Dolby Digital, DTS en PCM
signalen is meegecodeerd en die dit toestel in staat
stelt automatisch van decoder te wisselen.
Video Info. (Video informatie)
HDMI Signal
Soort HDMI signalen die worden ontvangen of
gereproduceerd via de HDMI IN/OUT aansluitingen
van dit toestel.
HDMI Resolution
Resolutie van de HDMI signalen die worden
ontvangen of gereproduceerd via de HDMI IN/OUT
aansluitingen van dit toestel.
Analog Resolution
Resolutie van de analoge signalen die binnenkomen
of worden gereproduceerd via de component video-
aansluitingen van dit toestel.
4 Druk op EXIT op de afstandsbediening om af
te sluiten.
GUI TOP
TITLE
BAND
Sound
Video
Option
Basic
Manual Setup
Auto Setup
System Memory
Input Select
Stereo/Surround
AMP
SOURCE
TV
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET
HDMI Resolution
HDMI Signal
480i
Analog Resolution
- - -
- - - - - -
- - -
480i
Auto Setup
Signal Info.
System Memory
Language
Sampling
Bitrate
Channel
Audio Info. Video
Format
Flag1
Flag2
Dialogue
48kHz
- - -
???
- - -
- - -
- - -
- - -
Auto Setup
Signal Info.
System Memory
Language
Video Info. Audio
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET
EXIT
MENU
OPNEMEN
46
Opname-instellingen en andere handelingen dienen te
worden verricht op de opname-apparatuur. Raadpleeg
eventueel de handleidingen van de betreffende
componenten.
1 Zet dit toestel en alle aangesloten
componenten aan.
Zie bladzijde 30 voor details.
2 Verdraai INPUT op het voorpaneel (of zet
AMP/SOURCE/TV op SOURCE en druk
vervolgens op één van de
ingangskeuzetoetsen) om de signaalbron te
selecteren waarvan u wilt opnemen.
3 Start de weergave (of stem af op een zender)
op de broncomponent.
4 Start de opname op de opnemende
component.
y
Maak een test-opname voor u aan de echte opname begint.
De signaalbron waarvan u opneemt en de signaalbron voor
Zone 2 kunnen apart worden ingesteld.
Wanneer dit toestel uit (standby) staat, kunt u niet opnemen
tussen op dit toestel aangesloten componenten.
De instellingen voor Tone Control (zie bladzijde 39),
VOLUME, Speaker Level (zie bladzijde 86) en eventuele
geluidsveldprogramma’s hebben geen invloed op de opnamen.
Er kunnen geen opnamen gemaakt worden van een signaalbron
via de MULTI CH INPUT aansluitingen van dit toestel.
S-video en composiet videosignalen worden gescheiden
verwerkt door dit toestel. Daarom kunt u bij het opnemen of
kopiëren van videosignalen van een component die alleen is
verbonden met een S-video aansluiting (of alleen met een
composiet video-aansluiting) alleen een S-videosignaal (of
alleen een composiet videosignaal) opnemen met uw VCR.
Digitale signalen die binnenkomen via de DIGITAL INPUT
aansluitingen worden niet ten behoeve van uw opnamen
gereproduceerd via de analoge AUDIO OUT L/R aansluitingen.
Op dezelfde manier worden analoge signalen die binnenkomen
via de AUDIO IN L/R aansluitingen niet gereproduceerd via de
DIGITAL OUTPUT aansluiting. Als uw signaalbron alleen
digitaal (of alleen analoog) is aangesloten, kunt u dus ook alleen
maar digitale (of alleen analoge) signalen daarvan opnemen.
Een bepaalde signaalbron wordt niet gereproduceerd via
hetzelfde OUT (REC) kanaal. Het ingangssignaal van
VCR 1 IN wordt bijvoorbeeld niet gereproduceerd via
VCR 1 OUT.
Controleer de regelingen met betrekking tot het auteursrecht in
het gebied waar u zich bevindt voor u opnamen gaat maken van
platen, CD’s, radio enz. Opnemen van auteursrechtelijk
beschermd materiaal kunnen inbreuk maken op de op het
materiaal rustende rechten.
Het is mogelijk dat sommige HDMI audiosignalen die
binnenkomen via de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting van
dit toestel niet kunnen worden gereproduceerd via de
DIGITAL AUDIO (OPTICAL) aansluiting, afhankelijk van het
soort HDMI audiosignalen.
Opmerkingen over DTS materiaal
Het DTS signaal bestaat uit een digitale bitstroom. Als u
probeert digitale opnamen te maken van de DTS
bitstroom, zal er slechts ruis worden opgenomen. Als u dit
toestel wilt gebruiken om DTS materiaal op te nemen,
moet u een aantal dingen in gedachten houden en dient u
de volgende instellingen te verrichten.
Voor DVD’s en CD’s met DTS gecodeerd materiaal en
met een speler die geschikt is voor DTS weergave, dient u
de handleiding van de speler te volgen en deze zo in te
stellen dat de speler een analoog signaal produceert.
OPNEMEN
A
SPEAKERS
YPAO
B
MULTI CH
INPUT
AUDIO
SELECT
TONE
CONTROL
STRAIGHT
PRESET/
TUNING
MAN'L/AUTO FM
EDIT
AUTO/MAN'L EFFECT
TUNING
MODE
MEMORY
ZONE 2
ZONE ON/OFF
ZONE 3
ZONE CONTROL
FM/AM
A/B/C/D/E
SOURCE/
REMOTE
REC OUT/ZONE 2
SILENT CINEMA S VIDEO VIDEO L
VIDEO/AUX
AUDIO R O PTIC AL
PHONES
PRESET/
TUNING
OPTIMIZER
MIC
VOLUME
PROGRAM
INPUTMAIN ZONE
PURE DIRECT
ON/OFF
MD/TAPEDVD
DTV
V-AUX
CBL/SAT
VCR 1
CD-R
CD
TUNER
PHONO
DVR/
VCR 2
MASTER
ON OFF
MULTI ZONE
2
INPUT
AMP
SOURCE
TV
B
DTV DVR/VCR2VCR 1
DVD
V
-
AUX
CBL/SAT MD/TAPE
CD-R
PHONO TUNER CD
MULTI CH IN
SLEEP
AUDIO SEL
A
Voorpaneel
of
Afstandsbediening
Opmerkingen
Als u videomateriaal weergeeft met gescramblede
(verhaspelde) of gecodeerde signalen die moeten
voorkomen dat het materiaal gekopieerd wordt, is het
mogelijk dat deze signalen de weergave zelf storen.
FM/AM AFSTEMMEN
47
BASISBEDIENING
Nederlands
Automatisch afstemmen gaat goed wanneer u sterke
signalen ontvangt en er weinig storing is.
1 Verdraai INPUT op het voorpaneel (of zet
AMP/SOURCE/TV op SOURCE en druk dan
op TUNER op de afstandsbediening) en
selecteer de TUNER (radio) als signaalbron.
2 Druk op FM/AM op het voorpaneel (of op
BAND op de afstandsbediening) en selecteer
de gewenste radioband.
FM of AM zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
3 Druk herhaaldelijk op TUNING MODE (AUTO/
MAN’L) zodat de AUTO indicator op het
display op het voorpaneel oplicht.
Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display,
staat het toestel in de PRESET stand en kunt u niet
afstemmen. Druk op PRESET/TUNING (EDIT) om
deze functie weer uit te schakelen.
4 Druk één keer op PRESET/TUNING l / h om
het automatisch afstemmen te laten
beginnen.
Druk op h om af te stemmen op een hogere
frequentie.
Druk op l om af te stemmen op een lagere
frequentie.
Wanneer het toestel is afgestemd op een zender, zal
de TUNED indicator oplichten en zal de frequentie
waarop is afgestemd worden getoond op het display.
FM/AM AFSTEMMEN
Automatisch afstemmen
A
SPEAKERS
YPAO
B
MULTI CH
INPUT
AUDIO
SELECT
TONE
CONTROL
STRAIGHT
PRESET/
TUNING
MAN'L/AUTO FM
EDIT
AUTO/MAN'L EFFECT
TUNING
MODE
MEMORY
ZONE 2
ZONE ON/OFF
ZONE 3
ZONE CONTROL
FM/AM
A/B/C/D/E
SOURCE/
REMOTE
REC OUT/ZONE 2
SILENT CINEMA S VIDEO VIDEO L
VIDEO/AUX
AUDIO R O PTIC AL
PHONES
PRESET/
TUNING
OPTIMIZER
MIC
VOLUME
PROGRAM
INPUTMAIN ZONE
PURE DIRECT
ON/OFF
MD/TAPEDVD
DTV
V-AUX
CBL/SAT
VCR 1
CD-R
CD
TUNER
PHONO
DVR/
VCR 2
MASTER
ON OFF
MULTI ZONE
1
332
4
INPUT
TUNER
AMP
SOURCE
TV
Voorpaneel
of
Afstandsbediening
FM/AM
GUI TOP
TITLE
BAND
of
Voorpaneel
of
Afstandsbediening
AUTO/MAN'L
TUNING
MODE
AUTO
Licht op
PRESET/
TUNING
EDIT
AUTO
V-AUX
A
SP
VOLUME
L R
dB
VCR 1
DTV DVD CD-R CD
XM
TUNERPHONO
MD/TAPECBL/SATDVR/VCR 2
Sci-Fi
A1:AM 1070 kHz
Naam geluidsveldprogramma
Frequentie van de
ontvangen zender
Voorkeuzegroep
en -nummer
Radioband
PRESET/
TUNING
AUTO
TUNED
V-AUX
A
SP
VOLUME
L R
dB
VCR 1
DTV DVD CD-R CD
XM
TUNERPHONO
MD/TAPECBL/SATDVR/VCR 2
Sci-Fi
A1:AM 1530 kHz
48
FM/AM AFSTEMMEN
Handmatig afstemmen is handig wanneer het signaal van
de zender zwak is of niet goed ontvangen wordt.
Handmatig afstemmen op een FM zender zal automatisch
de ontvangst naar mono overschakelen om de kwaliteit
van de ontvangst te verbeteren.
1 Herhaal de stappen 1 en 2 bij “Automatisch
afstemmen” om TUNER en de radioband te
selecteren.
2 Druk herhaaldelijk op TUNING MODE (AUTO/
MAN’L) zodat de AUTO indicator van het
display op het voorpaneel verdwijnt.
Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display,
staat het toestel in de PRESET stand en kunt u niet
zelf afstemmen. Druk op PRESET/TUNING (EDIT)
om deze stand uit te schakelen.
3 Druk op PRESET/TUNING l / h om met de
hand af te stemmen op de gewenste zender.
Druk op h om af te stemmen op een hogere
frequentie.
Druk op l om af te stemmen op een lagere
frequentie.
y
Houd de toets ingedrukt om de frequentie doorlopend te
laten veranderen.
Met de automatische voorprogrammering kunt u FM
zenders voorprogrammeren. Met deze functie zal het
toestel automatisch afstemmen op FM zenders met een
goede ontvangst en deze, op volgorde, opslaan tot een
maximum van 40 (8 zenders in 5 groepen, A1 t/m E8).
U kunt vervolgens gemakkelijk via de bijbehorende
voorkeuzenummers afstemmen op de
voorgeprogrammeerde zenders.
U moet eerst AMP/SOURCE/TV op SOURCE zetten en dan op
TUNER op de afstandsbediening drukken om de TUNER als
signaalbron te selecteren.
1 Druk op FM/AM op het voorpaneel (of op
BAND op de afstandsbediening) en selecteer
FM als radioband.
2 Druk op TUNING MODE (AUTO/MAN’L) zodat
de AUTO indicator op het display op het
voorpaneel oplicht.
Handmatig afstemmen
AUTO/MAN'L
TUNING
MODE
PRESET/
TUNING
EDIT
V-AUX
A
SP
VOLUME
L R
dB
VCR 1
DTV DVD CD-R CD
XM
TUNERPHONO
MD/TAPECBL/SATDVR/VCR 2
Straight
A1:AM 1070 kHz
PRESET/
TUNING
Automatisch voorprogrammeren
Opmerking
A
SPEAKERS
YPAO
B
MULTI CH
INPUT
AUDIO
SELECT
TONE
CONTROL
STRAIGHT
PRESET/
TUNING
MAN'L/AUTO FM
EDIT
AUTO/MAN'L EFFECT
TUNING
MODE
MEMORY
ZONE 2
ZONE ON/OFF
ZONE 3
ZONE CONTROL
FM/AM
A/B/C/D/E
SOURCE/
REMOTE
REC OUT/ZONE 2
SILENT CINEMA S VIDEO VIDEO L
VIDEO/AUX
AUDIO R O PTIC AL
PHONES
PRESET/
TUNING
OPTIMIZER
MIC
VOLUME
PROGRAM
INPUTMAIN ZONE
PURE DIRECT
ON/OFF
MD/TAPEDVD
DTV
V-AUX
CBL/SAT
VCR 1
CD-R
CD
TUNER
PHONO
DVR/
VCR 2
MASTER
ON OFF
MULTI ZONE
321
FM/AM
GUI TOP
TITLE
BAND
Voorpaneel
of
Afstandsbediening
AUTO/MAN'L
TUNING
MODE
AUTO
Licht op
49
FM/AM AFSTEMMEN
BASISBEDIENIN
G
Nederlands
BASISBEDIENING
3 Houd MEMORY (MAN’L/AUTO FM) op het
voorpaneel tenminste 3 seconden ingedrukt.
De voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer alsook
de MEMORY en AUTO indicators gaan knipperen.
Na ongeveer 5 seconden zal het automatisch
voorprogrammeren beginnen vanaf de huidige
frequentie naar hogere frequenties.
Wanneer het automatisch voorprogrammeren klaar is,
zal de frequentie voor de laatst
voorgeprogrammeerde zender op het display getoond
worden.
Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder een
bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een andere
zender onder dat voorkeuzenummer opslaat.
Als het aantal voorgeprogrammeerde zenders niet tot het
maximum 40 (E8) komt, zal het automatisch
voorprogrammeren stoppen nadat alle beschikbare zenders zijn
voorgeprogrammeerd.
Alleen FM zenders met een voldoende sterke ontvangst worden
opgeslagen bij het automatisch voorprogrammeren. Als u een
zwakkere zender wilt opslaan, dient u hierop met de hand af te
stemmen en kunt u de zender opslaan via de procedure onder
“Handmatig voorprogrammeren”.
Aangepast automatisch
voorprogrammeren
U kunt een bepaalde voorkeuzegroep en -nummer
opgeven waar u het toestel wilt laten beginnen met het
automatisch voorprogrammeren van FM zenders.
1 Herhaal de stappen 1 en 2 bij “Automatisch
afstemmen”.
2 Druk op A/B/C/D/E en vervolgens op
PRESET/TUNING l / h op het voorpaneel
om de voorkeuzegroep en het
voorkeuzenummer te selecteren waaronder
de eerst gevonden zender zal worden
opgeslagen.
Als u bijvoorbeeld C5 selecteert, zal de eerst
gevonden zender automatisch worden
voorgeprogrammeerd onder C5, en de volgende
zenders op volgorde onder C6, C7 enz.
Het automatisch voorprogrammeren stopt wanneer
voorkeuzenummer E8 bereikt is.
Opmerkingen
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
AUTO MEMORY
V-AUX
A
SP
VOLUME
L R
dB
VCR 1
DTV DVD CD-R CD
XM
TUNERPHONO
MD/TAPECBL/SATDVR/VCR 2
Straight
C8:FM 87.50MHz
Opmerking
Geheugen back-up
De geheugen back-up schakeling voorkomt dat
opgeslagen gegevens verloren gaan. De opgeslagen
gegevens zullen niettemin verloren gaan wanneer het
netsnoer langer dan een week uit het stopcontact is.
A/B/C/D/E
PRESET/
TUNING
50
FM/AM AFSTEMMEN
U kunt ook met de hand maximaal 40 FM of AM zenders
(8 zenders in 5 groepen, A1 t/m E8) voorprogrammeren.
U moet eerst AMP/SOURCE/TV op SOURCE zetten en dan op
TUNER op de afstandsbediening drukken om de TUNER als
signaalbron te selecteren.
1 Herhaal de stappen bij “Automatisch
afstemmen” of “Handmatig afstemmen” om
automatisch of met de hand af te stemmen
op een zender.
Zie bladzijde 47 voor aanwijzingen over hoe u moet
afstemmen op een zender.
Wanneer er is afgestemd op een zender zal de
bijbehorende frequentie op het display getoond
worden.
2 Druk op MEMORY (MAN’L/AUTO FM) op het
voorpaneel.
De MEMORY indicator knippert ongeveer
5 seconden.
3 Druk herhaaldelijk op A/B/C/D/E op het
voorpaneel en selecteer een voorkeuzegroep
(A t/m E) terwijl de MEMORY indicator
knippert.
De letter van de gekozen groep zal nu verschijnen.
Controleer of de dubbele punt (:) inderdaad verschijnt
op het display.
4 Druk op PRESET/TUNING l / h op het
voorpaneel en selecteer een
voorkeuzenummer (1 t/m 8) terwijl de
MEMORY indicator knippert.
Druk op PRESET/TUNING h op het voorpaneel om
een hoger voorkeuzenummer te selecteren.
Druk op PRESET/TUNING l op het voorpaneel om
een lager voorkeuzenummer te selecteren.
Handmatig voorprogrammeren
Opmerking
A
SPEAKERS
YPAO
B
MULTI CH
INPUT
AUDIO
SELECT
TONE
CONTROL
STRAIGHT
PRESET/
TUNING
MAN'L/AUTO FM
EDIT
AUTO/MAN'L EFFECT
TUNING
MODE
MEMORY
ZONE 2
ZONE ON/OFF
ZONE 3
ZONE CONTROL
FM/AM
A/B/C/D/E
SOURCE/
REMOTE
REC OUT/ZONE 2
SILENT CINEMA S VIDEO VIDEO L
VIDEO/AUX
AUDIO R O PTIC AL
PHONES
PRESET/
TUNING
OPTIMIZER
MIC
VOLUME
PROGRAM
INPUTMAIN ZONE
PURE DIRECT
ON/OFF
MD/TAPEDVD
DTV
V-AUX
CBL/SAT
VCR 1
CD-R
CD
TUNER
PHONO
DVR/
VCR 2
MASTER
ON OFF
MULTI ZONE
3 2,5
4
TUNED
V-AUX
A
SP
VOLUME
L R
dB
VCR 1
DTV DVD CD-R CD
XM
TUNERPHONO
MD/TAPECBL/SATDVR/VCR 2
Sci-Fi
A :AM 630 kHz
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
MEMORY
Knippert
A/B/C/D/E
TUNED
MEMORY
V-AUX
A
SP
VOLUME
L R
dB
VCR 1
DTV DVD CD-R CD
XM
TUNERPHONO
MD/TAPECBL/SATDVR/VCR 2
Sci-Fi
C :AM 630 kHz
Voorkeuzegroep
PRESET/
TUNING
TUNED
MEMORY
V-AUX
A
SP
VOLUME
L R
dB
VCR 1
DTV DVD CD-R CD
XM
TUNERPHONO
MD/TAPECBL/SATDVR/VCR 2
Sci-Fi
C3:AM 630 kHz
51
FM/AM AFSTEMMEN
BASISBEDIENIN
G
Nederlands
BASISBEDIENING
5 Druk op MEMORY (MAN’L/AUTO FM) op het
voorpaneel terwijl de MEMORY indicator aan
het knipperen is.
De radioband en de frequentie voor deze zender
verschijnen op het display, samen met de door u
geselecteerde voorkeuzegroep en het
voorkeuzenummer.
6 Herhaal de stappen 1 t/m 5 om andere
zenders op te slaan.
Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder een
bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een andere
zender onder dat voorkeuzenummer opslaat.
De soort ontvangst (stereo of mono) wordt samen met de
frequentie van de zender opgeslagen.
U kunt op de gewenste zender afstemmen door
eenvoudigweg het voorkeuzenummer waaronder die
zender is opgeslagen te selecteren.
Voor u een voorkeuzezender kunt selecteren, moet u deze eerst
hebben opgeslagen. Zie voor details “Automatisch
voorprogrammeren” op bladzijde 48 of “Handmatig
voorprogrammeren” op bladzijde 50.
1 Verdraai INPUT op het voorpaneel (of zet
AMP/SOURCE/TV op SOURCE en druk dan
op TUNER op de afstandsbediening) en
selecteer de TUNER (radio) als signaalbron.
Opmerkingen
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
TUNED
V-AUX
A
SP
VOLUME
L R
dB
VCR 1
DTV DVD CD-R CD
XM
TUNERPHONO
MD/TAPECBL/SATDVR/VCR 2
Sci-Fi
C3:AM 630 kHz
Selecteren van voorkeuzezenders
Opmerking
A
SPEAKERS
YPAO
B
MULTI CH
INPUT
AUDIO
SELECT
TONE
CONTROL
STRAIGHT
PRESET/
TUNING
MAN'L/AUTO FM
EDIT
AUTO/MAN'L EFFECT
TUNING
MODE
MEMORY
ZONE 2
ZONE ON/OFF
ZONE 3
ZONE CONTROL
FM/AM
A/B/C/D/E
SOURCE/
REMOTE
REC OUT/ZONE 2
SILENT CINEMA S VIDEO VIDEO L
VIDEO/AUX
AUDIO R O PTIC AL
PHONES
PRESET/
TUNING
OPTIMIZER
MIC
VOLUME
PROGRAM
INPUTMAIN ZONE
PURE DIRECT
ON/OFF
MD/TAPEDVD
DTV
V-AUX
CBL/SAT
VCR 1
CD-R
CD
TUNER
PHONO
DVR/
VCR 2
MASTER
ON OFF
MULTI ZONE
2
3
1
2
1
MENU
EFFECT
RETURN
DISPLAY
STRAIGHT
BAND
A/B/C/D/E
NIGHT
AUDIO
PURE DIRECT
ENTER
GUI TOP
TITLE
TV MUTE TV INPUT
MUTE
EXIT
PRESET
3
2
1
INPUT
TUNER
AMP
SOURCE
TV
Voorpaneel
of
Afstandsbediening
52
FM/AM AFSTEMMEN
2 Druk op A/B/C/D/E (of l / h op de
afstandsbediening) om de voorkeuzegroep te
selecteren.
De letter van de voorkeuzegroep verschijnt op het
display op het voorpaneel en verandert met elke druk
op de toets.
3 Druk op PRESET/TUNING l / h (of PRESET
k / n op de afstandsbediening) om het
voorkeuzenummer (1 t/m 8) te selecteren.
De voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer
verschijnen op het display op het voorpaneel, samen
met de radioband en de frequentie, en de TUNED
indicator zal oplichten.
U kunt twee voorkeuzezenders van plaats laten wisselen. In
het voorbeeld hieronder ziet u hoe u voorkeuzezender E1
van plaats kunt laten wisselen met voorkeuzezender A5.
1 Selecteer voorkeuzezender E1 met A/B/C/D/E
en PRESET/TUNING l / h.
Zie “Selecteren van voorkeuzezenders”.
2 Houd PRESET/TUNING (EDIT) tenminste
3 seconden ingedrukt.
De E1 en MEMORY indicators zullen gaan
knipperen op het display op het voorpaneel.
3 Selecteer voorkeuzezender A5 met A/B/C/D/E
en PRESET/TUNING l / h.
De A5 en MEMORY indicators zullen gaan
knipperen op het display op het voorpaneel.
4 Druk nog eens op PRESET/TUNING (EDIT).
De zenders onder de twee voorkeuzenummers
worden nu omgewisseld.
A/B/C/D/E
of
Voorpaneel
Afstandsbediening
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET
of
Voorpaneel
Afstandsbediening
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET
TUNED
V-AUX
A
SP
VOLUME
L R
dB
VCR 1
DTV DVD CD-R CD
XM
TUNERPHONO
MD/TAPECBL/SATDVR/VCR 2
Sci-Fi
E1:FM 87.50MHz
PRESET/
TUNING
Omwisselen van voorkeuzezenders
A
SPEAKERS
YPAO
B
MULTI CH
INPUT
AUDIO
SELECT
TONE
CONTROL
STRAIGHT
PRESET/
TUNING
MAN'L/AUTO FM
EDIT
AUTO/MAN'L EFFECT
TUNING
MODE
MEMORY
ZONE 2
ZONE ON/OFF
ZONE 3
ZONE CONTROL
FM/AM
A/B/C/D/E
SOURCE/
REMOTE
REC OUT/ZONE 2
SILENT CINEMA S VIDEO VIDEO L
VIDEO/AUX
AUDIO R O PTIC AL
PHONES
PRESET/
TUNING
OPTIMIZER
MIC
VOLUME
PROGRAM
INPUTMAIN ZONE
PURE DIRECT
ON/OFF
MD/TAPEDVD
DTV
V-AUX
CBL/SAT
VCR 1
CD-R
CD
TUNER
PHONO
DVR/
VCR 2
MASTER
ON OFF
MULTI ZONE
1,3
1,3
2,4
PRESET/
TUNING
A/B/C/D/E
PRESET/
TUNING
EDIT
TUNED
MEMORY
V-AUX
A
SP
VOLUME
L R
dB
VCR 1
DTV DVD CD-R CD
XM
TUNERPHONO
MD/TAPECBL/SATDVR/VCR 2
Sci-Fi
E1:FM 87.50MHz
TUNED
MEMORY
V-AUX
A
SP
VOLUME
L R
dB
VCR 1
DTV DVD CD-R CD
XM
TUNERPHONO
MD/TAPECBL/SATDVR/VCR 2
Sci-Fi
A5:FM 90.60MHz
PRESET/
TUNING
EDIT
TUNED
V-AUX
A
SP
VOLUME
L R
dB
VCR 1
DTV DVD CD-R CD
XM
TUNERPHONO
MD/TAPECBL/SATDVR/VCR 2
Sci-Fi
EDIT E1-A5
53
FM/AM AFSTEMMEN
BASISBEDIENIN
G
Nederlands
BASISBEDIENING
Radio Data Systeem is een systeem voor
gegevensoverdracht dat door FM zenders in een groot
aantal landen worden gebruikt. De Radio Data Systeem
functies worden verzorgd door zenders in een netwerk.
Dit toestel is geschikt voor verschillende soorten Radio Data
Systeem gegevens, zoals PS (Programma Service naam),
PTY (Programmatype), RT (Radio Tekst), CT (Klok-tijd), EON
(Enhanced Other Networks; Verbeterde service andere netwerken)
wanneer er wordt afgestemd op Radio Data Systeem zenders.
PS (Program Service name) functie
De naam van de Radio Data Systeem zender waarop is
afgestemd zal worden getoond.
PTY (Program Type) functie
Radio Data Systeem zenders maken onderscheid tussen
15 soorten programma’s.
RT (Radio Text) functie
Informatie over het programma (de titel van het muziekstuk, naam van de
artiest enz.) op de Radio Data Systeem zender waar u op afgestemd heeft
kan tot maximaal 64 alfanumerieke tekens, inclusief het trema, op het
display worden getoond. Als er andere tekens worden gebruikt voor de
RT gegevens, zullen deze worden aangegeven met een onderstreping (
_
).
CT (Clock Time) functie
De tijd op dit moment wordt getoond en elke minuut bijgewerkt.
In het geval deze gegevensstroom wegvalt, kan
“CT WAIT” verschijnen.
EON (Enhanced Other Networks)
Zie “De EON functie” op bladzijde 55.
Er zijn vier functies voor het weergeven van de Radio Data Systeem
gegevens. De PS, PTY, RT en/of CT indicators die corresponderen met
de Radio Data Systeem gegevens die door de huidige zender verzorgd
worden zullen oplichten op het display op het voorpaneel.
1
Zet AMP/SOURCE/TV op SOURCE en druk vervolgens
op TUNER om het toestel op de tuner (radio) te zetten.
2 Druk herhaaldelijk op FREQ/TEXT op de
afstandsbediening om de diverse Radio Data
Systeem gegevens die worden verzorgd door
deze zender te laten zien.
Druk niet op FREQ/TEXT voordat er een Radio Data Systeem
indicator oplicht op het display op het voorpaneel. Er zal niets
kunnen veranderen wanneer u eerder op de toets drukt. De
reden hiervoor is dat het toestel nog niet alle benodigde Radio
Data Systeem gegevens van de zender ontvangen heeft.
Radio Data Systeem gegevens die niet worden verzorgd door
deze zender kunnen niet worden geselecteerd.
Dit toestel kan geen gebruik maken van de Radio Data Systeem
gegevens indien het ontvangen signaal te zwak is. Voor met
name de RT functie is een grote hoeveelheid gegevens nodig,
dus het kan gebeuren dat de RT functie niet beschikbaar is,
terwijl andere Radio Data Systeem functies (PS, PTY, enz.) wel
naar behoren functioneren.
Wanneer de ontvangst slecht is kunnen er mogelijk helemaal geen
Radio Data Systeem gegevens worden ontvangen. Druk in een
dergelijk geval op TUNING MODE (AUTO/MAN’L MONO)
zodat de AUTO indicator van het display verdwijnt. Alhoewel
hierdoor op handmatig afstemmen wordt overgeschakeld, is het
mogelijk dat er nu wel Radio Data Systeem gegevens verschijnen
wanneer u overschakelt naar de Radio Data Systeem functie.
Als de ontvangst gestoord wordt door externe omstandigheden
terwijl u afgestemd heeft op een Radio Data Systeem zender, is
het mogelijk dat de Radio Data Systeem gegevensoverdracht
plotseling wordt onderbroken en dat de melding “...WAIT”
verschijnt op het display.
Afstemmen op Radio Data
Systeem zenders
NEWS Nieuws
AFFAIRS Actualiteiten
INFO Algemene informatie
SPORT Sport
EDUCATE Educatief
DRAMA Theater
CULTURE Cultuur
SCIENCE Wetenschap
VARIED Licht amusement
POP M Pop
ROCK M Rock
M.O.R. M Middle-of-the-road muziek
(easy-listening)
LIGHT M Licht klassiek
CLASSICS Klassiek
OTHER M Overige muziek
Veranderen van de Radio Data
Systeem functie
Opmerkingen
TUNER
AMP
SOURCE
TV
FREQ/TEXT
PS
PTY
RT
CT
Frequentiedisplay
Afstandsbediening
54
FM/AM AFSTEMMEN
U kunt het door u gewenste programmatype kiezen en het
toestel vervolgens automatisch alle voorgeprogrammeerde
Radio Data Systeem zenders laten afzoeken naar een
zender die een programma van dat type aan het uitzenden
is.
1 Zet AMP/SOURCE/TV op SOURCE en druk
dan op TUNER op de afstandsbediening om
de TUNER als signaalbron te selecteren.
2 Druk op PTY SEEK MODE om het toestel in
de PTY SEEK zoekfunctie te zetten.
Het type van het programma dat op dit moment wordt
ontvangen, of “NEWS”, gaat knipperen op het
display.
Om de PTY SEEK functie af te sluiten, dient u nog
een keer op PTY SEEK MODE te drukken.
3 Verdraai PRESET k / n om het gewenste
programmatype te selecteren.
Het geselecteerde programmatype verschijnt op het
display.
4 Druk op PTY SEEK START om alle
voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem
zenders af te zoeken.
Het geselecteerde programmatype blijft knipperen op
het display en de PTY HOLD indicator op het display
licht op terwijl er naar een geschikte zender gezocht
wordt.
Druk nog eens op PTY SEEK START om de functie
te annuleren.
Het toestel stopt met zoeken zodra er een zender
gevonden is die een programma van het
geselecteerde type uitzendt.
Als de gevonden zender niet naar uw wens is, kunt
u nog eens op PTY SEEK START drukken. Het
toestel gaat dan op zoek naar een andere zender die
het gewenste programmatype uitzendt.
De PTY SEEK functie
CLEAR
LEARN
RE–NAME
EXIT
MENU
FREQ/RDS EON MODE PTY SEEK START
REC
DISC SKIP
EFFECT
RETURN
DISPLAY
STRAIGHT
BAND
A/B/C/D/E
NIGHT
AUDIO
PURE DIRECT
ENTER
GUI TOP
TITLE
1
2B
THX
STANDARD SELECT EXTD SUR.
STEREO
MUSIC ENTERTAIN MOVIE
3421
90
+10
ENT.
5678
TV MUTE TV INPUT
MUTE
MACROONOFF
A
SPEAKERSMEMORY
PRESET
3
2,4
TUNER
AMP
SOURCE
TV
MODE PTY SEEK START
Knippert
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET
POP M
Licht op
PTY HOLD
MODE PTY SEEK START
Licht op
55
FM/AM AFSTEMMEN
BASISBEDIENIN
G
Nederlands
BASISBEDIENING
Deze functie maakt gebruik van de EON gegevens die
worden uitgezonden via het Radio Data Systeem
zendernetwerk. Als u een bepaald programmatype
selecteert (NEWS, INFO, AFFAIRS of SPORT), zal dit
toestel automatisch alle voorgeprogrammeerde Radio
Data Systeem zenders die een uitzending van het gewenste
type in hun zendschema hebben opgenomen opzoeken en
overschakelen naar de nieuwe zender wanneer de
uitzending van het gewenste soort programma begint.
Deze functie kan alleen worden gebruikt wanneer u heeft
afgestemd op een Radio Data Systeem zender die EON gegevens
aanbiedt. Wanneer u heeft afgestemd op een dergelijke zender, zal
de EON indicator op het display op het voorpaneel oplichten.
1 Controleer of de EON indicator inderdaad
verschijnt op het display.
Als de EON indicator niet oplicht, stem dan af op een
andere Radio Data Systeem zender waarbij de EON
indicator wel oplicht.
2 Zet AMP/SOURCE/TV op SOURCE en druk
dan op TUNER op de afstandsbediening om
de TUNER als signaalbron te selecteren.
3 Druk een paar keer op EON en selecteer het
gewenste programmatype (NEWS, INFO,
AFFAIRS of SPORT).
Het geselecteerde programmatype verschijnt op het
display.
Zodra een voorgeprogrammeerde Radio Data
Systeem zender begint met de uitzending van een
programma van het gewenste type, zal het toestel
automatisch van het huidige programma daarnaar
overschakelen. De EON indicator gaat nu
knipperen als resultaat.
Wanneer de uitzending van het programma van het
geselecteerde type afgelopen is, zal het toestel weer
terugkeren naar de oorspronkelijke zender (of een
ander programma op dezelfde zender).
Annuleren van deze functie
Druk net zo vaak op EON tot er geen programmatype
meer wordt getoond en EON OFF op het display op het
voorpaneel verschijnt.
De EON functie
Opmerking
CLEAR
LEARN
RE–NAME
FREQ/RDS EON MODE PTY SEEK START
REC
DISC SKIP
1
2B
THX
STANDARD SELECT EXTD SUR.
STEREO
MUSIC ENTERTAIN MOVIE
3421
90
+10
ENT.
5678
MACROONOFF
A
SPEAKERSMEMORY
3
TUNER
AMP
SOURCE
TV
EON
Afstandsbediening
WIJZIGEN VAN GELUIDSVELD INSTELLINGEN
56
Wat het meeste bijdraagt aan de rijke, volle tonen van een
live voorstelling, zijn de ingewikkelde weerkaatsingen via
de wanden van de ruimte. Naast het feit dat deze
weerkaatsingen het geluid verlevendigen, vertellen ze ons
ook waar de muzikanten zich bevinden, hoe groot de
ruimte is waar we in zitten en welke vorm deze heeft.
Onderdelen van een geluidsveld
In elke situatie zijn er, naast de door de muzikanten
geproduceerde geluiden die onze oren direct bereiken,
twee verschillende soorten weerkaatsingen die samen
onze waarneming van het geluid bepalen:
Vroege weerkaatsingen
Deze reflecties bereiken onze oren zeer snel (50 ms –
100 ms na het directe geluid) en zijn slechts door één
enkel oppervlak weerkaatst — bijvoorbeeld het plafond of
een muur. Deze vroege weerkaatsingen maken het direct
waargenomen geluid voor ons helderder.
Natrillingen
Deze worden veroorzaakt door weerkaatsingen via meer
dan één oppervlak — muren, plafond, de achterwand van
de ruimte — en zijn zo talrijk dat ze samensmelten tot een
bijna doorlopende nagalm. Deze natrillingen zijn niet
richtinggevoelig en maken het directe geluid in onze
waarneming minder helder.
Het directe geluid, de vroege weerkaatsingen en de
natrillingen samen helpen ons bij het bepalen van onze
indruk van de grootte en de vorm van de ruimte en het is
deze informatie die door de digitale geluidsveld processor
wordt gereproduceerd bij het samenstellen van het
geluidsveld.
Als u in de kamer waar u altijd naar uw muziek luistert de
juiste vroege weerkaatsingen en natrillingen zou kunnen
maken, zou u uw eigen akoestische luisterparadijs kunnen
bouwen. U zou de akoestiek van uw kamer kunnen
veranderen in die van een concertzaal, een danshol of in
die van vrijwel elke ruimte die zich zou kunnen indenken.
Deze kunst om zelf geluidsvelden samen te stellen is
precies wat YAMAHA nu heeft bereikt met de digitale
geluidsveld processor.
U kunt een goede geluidskwaliteit bereiken met de
fabrieksinstellingen. U hoeft deze begininstellingen niet te
veranderen, maar u kunt dat wel doen met sommige
parameters wanneer u de weergave beter wilt proberen aan
te passen aan de specifieke omstandigheden in uw kamer.
De volgende parameters komen niet in alle programma’s
terug.
1 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk
vervolgens op GUI TOP op de
afstandsbediening.
Het hoofdscherm (top) zal nu verschijnen.
WIJZIGEN VAN GELUIDSVELD INSTELLINGEN
Wat is een geluidsveld? Veranderen van
parameterinstellingen
B
SELECT
DTV DVR/VCR2VCR 1 DVD
V
-
AUX
CBL/SAT MD/TAPE
CD-R
PHONO TUNER CD
MULTI CH IN
VOLUME
+
POWER POWER
POWER
STANDBY
AVTV
SLEEP
AUDIO SEL
A
CH
+
TV VOL
+
AMP
SOURCE
TV
CLEAR
LEARN
RE–NAME
MENU
REC
DISC SKIP
EFFECT
RETURN
DISPLAY
STRAIGHT
BAND
A/B/C/D/E
NIGHT
AUDI O
PURE DIRECT
ENTER
GUI TOP
TITLE
1
2B
THX
STANDARD SELECT EXTD. SUR
STEREO
MUSIC ENTERTAIN MOVIE
3421
90
+10
ENT.
5678
MACROONOFF
A
SPEAKERSMEMORY
EXIT
PRESET
FREQ/TEXT EON MODE PTY SEEK START
5
1
2-4
1
GUI TOP
TITLE
BAND
Sound
Video
Option
Basic
Manual Setup
Auto Setup
System Memory
Input Select
Stereo/Surround
AMP
SOURCE
TV
57
WIJZIGEN VAN GELUIDSVELD INSTELLINGEN
Nederlands
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
2 Druk herhaaldelijk op k / n om Stereo/
Surround te selecteren en druk dan op h.
Het volgende display zal verschijnen.
3 Druk net zo vaak op k / n tot u het
geluidsveldprogramma geselecteerd heeft
dat u wilt instellen en druk dan op h.
Het volgende display zal verschijnen.
4 Druk net zo vaak op k / n tot u het
geluidsveldprogramma geselecteerd heeft
dat u wilt instellen en druk dan op h.
Zie “GELUIDSVELD PARAMETER
BESCHRIJVINGEN” op bladzijde 61 voor
gedetailleerde beschrijvingen van de
geluidsveldparameters.
5 Druk op EXIT op de afstandsbediening om af
te sluiten.
U kunt geen parameterwaarden wijzigen wanneer de
Memory Guard beveiliging is ingeschakeld On. Als u toch
parameterwaarden wilt wijzigen, dient u Memory Guard op
Off te zetten (zie bladzijde 91).
Initialiseren van
geluidsveldprogramma’s
Initialiseren van elk individueel
geluidsveldprogramma
1 Herhaal de stappen 1 t/m 3 om het
geluidsveldprogramma dat u wilt terugzetten
op de begininstellingen te selecteren en druk
dan op h.
2 Druk herhaaldelijk op k / n en selecteer
Initialize.
3 Druk op EXIT op de afstandsbediening om af
te sluiten.
Initialiseren van alle geluidsveldprogramma’s
Gebruik de Sur.Initialize functie in het Option menu
(zie bladzijde 91).
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET
STEREO
MUSIC
ENTERTAINMENT
MOVIE THEATER
Vienna
Freiburg
Munich
Munich
Vienna
Freiburg
Init. Delay
Room Size
DSP Level
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET
Opmerking
Geheugen back-up
De geheugen back-up schakeling voorkomt dat
opgeslagen gegevens verloren gaan. De opgeslagen
gegevens zullen niettemin verloren gaan wanneer het
netsnoer langer dan een week uit het stopcontact is.
EXIT
MENU
EXIT
MENU
GELUIDSVELDPROGRAMMA BESCHRIJVINGEN
58
Dit toestel is uitgerust met diverse zeer preciese digitale decoders waarmee u kunt profiteren van multikanaals weergave van vrijwel elke
geluidsbron (stereo of multikanaals). Dit toeste is tevens voorzien van een YAMAHA digitale geluidsveldprogramma (DSP) processor met een
aantal geluidsveldprogramma’s waarmee u uw luister-ervaring een extra dimensie kunt geven. De meeste van deze geluidsveldprogramma’s
zijn preciese digitale nabootsingen van de werkelijke akoestische omstandigheden in beroemde concertzalen, theaters en bioscopen.
y
De YAMAHA CINEMA DSP functies zijn geheel compatibel met alle Dolby Digital, DTS en Dolby Surround bronnen. Zet de ingangsfunctie op
AUTO (zie bladzijde 44) zodat dit toestel automatisch kan overschakelen naar de juiste digitale decoder voor het binnenkomende ingangssignaal.
De DSP geluidsveldprogramma’s van dit toestel zijn natuurgetrouwe reproducties van echte akoestische omgevingen, samengesteld
aan de hand van exacte metingen verricht in de betreffende ruimtes zelf. Op deze manier kunt u de variaties waarnemen in de
weerkaatsingen van voren, achteren, links en rechts.
Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak en voorkeuren, niet alleen op basis van de naam van het programma.
U kunt kiezen uit de volgende geluidsvelden wanneer u film- of videomateriaal afspeelt. De met MULTI aangeduide
geluidsvelden kunnen worden gebruikt met multikanaals signaalbronnen, zoals DVD, digitale TV enz. De met 2-CH
aangeduide kunnen worden gebruikt met 2-kanaals (stereo) bronnen zoals TV programma’s, videobanden enz.
De manier waarop programma’s geselecteerd kunnen worden hangt mede af van het type geluidsveldprogramma.
Voor details omtrent het selecteren van geluidsveldprogramma’s, zie “Basisbediening” op bladzijde 37.
GELUIDSVELDPROGRAMMA BESCHRIJVINGEN
Opmerkingen
Voor film/video bronnen
Bronnen
Afstandsbedieningstoets
Categorie en Programma Kenmerken
MULTI
2-CH
1
STEREO
2ch Stereo
Brengt multikanaals materiaal terug tot 2 kanalen (links en rechts) of
geeft 2-kanaals materiaal onveranderd weer.
3
ENTERTAINMENT
TV Sports
CINEMA DSP verwerking. Alhoewel het aanwezigheidsveld relatief smal is,
zorgt het surround geluidsveld voor de akoestiek van een grote concertzaal.
Dit effect verbetert de geluidsweergave van allerlei TV programma’s, zoals
nieuws, amusementsshows, muziek- en sportprogramma’s.
ENTERTAINMENT
Mono Movie
CINEMA DSP verwerking. Dit programma is bedoeld voor de
reproductie van mono videomateriaal (zoals oude films). Het
programma produceert optimale natrillingen om het geluid ook alleen
met het aanwezigheidsveld diepte te kunnen geven.
ENTERTAINMENT
Game
CINEMA DSP verwerking. Dit programma geeft de geluidsweergave
bij videospelletjes een diepe en ruimtelijke dimensie.
4
MOVIE THEATER
Spectacle
CINEMA DSP verwerking. Dit programma zorgt voor een zeer weids
geluidsveld, zoals in een 70-mm bioscoop. Het oorspronkelijke geluid wordt
zeer precies en gedetailleerd weergegeven, waardoor het geluidsveld en het
beeld bijzonder echt lijken. Dit is ideaal voor Dolby Surround, Dolby Digital
of DTS gecodeerd videomateriaal (vooral groots opgezette films).
MOVIE THEATER
Sci-Fi
CINEMA DSP verwerking. Dit programma zorgt voor duidelijke
weergave van gesproken tekst en geluidseffecten in een vorm die
opgang doet in science fiction films, zodat er een weidse cinematische
ruimte wordt gecreëerd temidden van de koude stilte. U kunt zo beter
genieten van science fiction films in een virtuele geluidsruimte met
Dolby Surround, Dolby Digital en DTS gecodeerd materiaal dat
gebruik maakt van de meest geavanceerde technieken.
MOVIE THEATER
Adventure
CINEMA DSP verwerking. Dit programma is ideaal voor een precieze
reproductie van de nieuwste 70-mm films en films met multikanaals
soundtracks. Het geluidsveld bootst dat van de nieuwste bioscopen na, zodat
de natrillingen in het geluidsveld zelf zo veel mogelijk beperkt worden.
MOVIE THEATER
General
CINEMA DSP verwerking. Dit programma is bedoeld voor de reproductie
van 70-mm films en films met multikanaals soundtracks en wordt
gekenmerkt door een zacht en weids geluidsveld. Het zogenaamde
aanwezigheidsgeluidsveld is relatief smal. Het spreidt zich uit rond het
scherm en in de richting van het scherm en houdt het echo-effect van
gesproken tekst binnen de perken zonder aan helderheid in te boeten.
60
GELUIDSVELDPROGRAMMA BESCHRIJVINGEN
U kunt kiezen uit de volgende geluidsvelden bij weergave van muziek, zoals CD’s, FM/AM uitzendingen, cassettes enz.
De manier waarop programma’s geselecteerd kunnen worden hangt mede af van het type
geluidsveldprogramma. Voor details omtrent het selecteren van geluidsveldprogramma’s, zie
“Basisbediening” op bladzijde 37.
Voor muziekmateriaal
Bronnen
Afstandsbedieningstoets
Programma Kenmerken
MULTI
2-CH
1
STEREO
2ch Stereo
2-kanaals (links en rechts) weergave.
STEREO
7ch Stereo
HiFi DSP verwerking. Wordt gebruikt om stereomateriaal weer te geven
via alle luidsprekers (in stereo). Dit geeft een groter geluidsveld en is
ideaal voor achtergrondmuziek bij feesten en partijen enz.
2
MUSIC
Munich
HiFi DSP verwerking. Dit is een grote waaiervormige concertzaal met
ongeveer 2500 zitplaatsen. Het interieur is bijna helemaal van hout. Er is
relatief weinig weerkaatsing via de wanden en het geluid verspreid zich
op een geraffineerde en mooie manier.
MUSIC
Vienna
HiFi DSP verwerking. Een klassieke doosvormige concertzaal met
ongeveer 1700 stoelen. De zuilen en ingewikkelde versieringen zorgen
voor zeer complexe reflecties en voor een volle en rijke geluidsweergave.
MUSIC
Freiburg
HiFi DSP verwerking. Dit programma recreëert de akoestiek van een
grote kerk met een hoge koepel en zuilen aan weerszijden. De
natrillingen worden enorm vertraagd, terwijl de vroege weerkaatsingen
zachter zijn dan bij andere geluidsveldprogramma’s.
MUSIC
The Bottom Line
HiFi DSP verwerking. Dit is het geluidsveld vlak voor het podium in
“The Bottom Line”, de befaamde New Yorkse jazz club. Er is plaats voor
300 mensen links en rechts en het geluidsveld biedt een realistische en
levendige weergave.
MUSIC
The Roxy Theatre
HiFi DSP verwerking. Het ideale programma voor levendige,
dynamische rockmuziek. De gegevens voor dit programma werden
opgenomen in de “hottest” rock club in LA. U bevindt zich virtueel in
het midden links in de zaal.
MUSIC
Pop/Rock
CINEMA DSP verwerking. Dit programma produceert een levendige
atmosfeer en geeft u het gevoel alsof u lijfelijk aanwezig bent bij een
echt jazz of rock concert.
MUSIC
Classic/Opera
CINEMA DSP verwerking. Dit programma geeft een uitstekende diepte
aan vocalen en een algehele helderheid door overdreven natrillingen te
beperken. Het surround geluidsveld is verhoudingsgewijs gematigd,
maar de geluidsweergave is zeer fraai door gebruik van gegevens uit een
echte concertzaal.
3
ENTERTAINMENT
Disco
HiFi DSP verwerking. Dit programma bootst de akoestiek na van een
wervelende disco in het hart van een grote stad. De geluidsweergave is
krachtig en zeer geconcentreerd. Deze wordt ook gekenmerkt door een
grote energie en “directheid”.
5
THX
THX Music
THX verwerking voor alle 5.1-kanaals muziekbronnen.
MULTI
6
STANDARD
q D+PL x Music
Standaard Dolby Digital en Dolby Pro Logic x verwerking voor
muziek.
STANDARD
DTS+PL x Music
Standaard DTS en Dolby Pro Logic x verwerking voor muziek.
STANDARD
PL x Music
Dolby Pro Logic x verwerking voor muziekmateriaal.
STANDARD
Neo:6 Music
DTS verwerking voor muziekmateriaal.
STANDARD
Enhanced
Verbeterde CINEMA DSP verwerking voor de geselecteerde decoder.
II
II
II
GELUIDSVELD PARAMETER BESCHRIJVINGEN
61
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Nederlands
U kunt de waarden van bepaalde parameters van de digitale geluidsveldprogramma’s wijzigen om de weergave aan te
passen aan de omstandigheden in uw kamer. Niet alle onderstaande parameters gelden voor alle programma’s.
DSP Level (DSP niveau)
Functie: Regelt het niveau van alle DSP effecten binnen een klein bereik.
Omschrijving: Afhankelijk van de akoestiek in uw kamer wilt u mogelijk het DSP effectniveau verhogen of verlagen
ten opzichte van het niveau van de directe weergave.
Instelbereik: –6 dB t/m +3 dB
Init. Delay (Initiële vertraging)
Functie: Regelt de schijnbare afstand van de geluidsbron tot het weerkaatsende oppervlak door middel van de
vertraging tussen het directe geluid en de eerste weerkaatsing daarvan die door de luisteraar gehoord
wordt.
Omschrijving: Hoe kleiner deze waarde, hoe dichter de geluidsbron bij het weerkaatsende oppervlak lijkt te zijn. Hoe
groter deze waarde, hoe verder weg het lijkt. Gebruik een kleine waarde voor een kleine kamer. Gebruik
een grotere waarde voor een grote kamer.
Instelbereik: 1
t/m 99 ms
Room Size (Kamergrootte)
Functie: Deze parameter regelt de schijnbare afmetingen van het surround geluidsveld. Hoe groter deze waarde,
hoe groter het surround geluidsveld wordt.
Omschrijving: Omdat geluid keer op keer wordt weerkaatst in een ruimte, zal de tijd tussen het oorspronkelijk
gereflecteerde geluid en elke volgende weerkaatsing langer worden naarmate de ruimte groter is. Door
de tijd tussen de weerkaatsingen te regelen, kunt u bepalen hoe groot de virtuele ruimte lijkt. Door de
waarde van deze parameter te veranderen van een naar twee, zal de schijnbare lengte van de ruimte
verdubbeld worden.
Instelbereik: 0,1 t/m 2,0
GELUIDSVELD PARAMETER BESCHRIJVINGEN
Brongeluid
Vroege
weerkaatsingen
Tijd Tijd Tijd
INIT. DLY INIT. DLY INIT. DLY
Geluidsbron
Weerkaatsend
oppervlak
Niveau
Kleine waarde = 1 ms
Grote waarde = 99 ms
Niveau
Niveau
Niveau
Niveau
Niveau
Tijd
Tijd
Tijd
Brongeluid
Vroege
weerkaatsingen
Kleine waarde = 0,1
Grote waarde = 2,0
Geluidsbron
62
GELUIDSVELD PARAMETER BESCHRIJVINGEN
Liveness (Levendigheid)
Functie: Regelt de reflectiviteit van de virtuele wanden van de ruimte door de mate waarin de vroege
weerkaatsingen in kracht afnemen te veranderen.
Omschrijving: De vroege weerkaatsingen van een geluidsbron worden sneller zwakker in een ruimte met
geluidabsorberende wanden dan in een ruimte met wanden die juist veel geluid weerkaatsen. Een
ruimte met geluidabsorberende oppervlakken wordt ook wel akoestisch dood genoemd, terwijl een
ruimte met oppervlakken die veel geluid weerkaatsen levendig genoemd wordt.
Via de LIVENESS parameter kunt u de mate waarin de vroege weerkaatsingen wegsterven regelen en
dus de ‘levendigheid’ van de ruimte.
Instelbereik: 0 t/m 10
Sur. Init. Delay (Surround beginvertraging)
Functie: Regelt de vertraging tussen het directe geluid en de eerste weerkaatsing vanuit het surround
geluidsveld. U kunt deze parameter alleen instellen wanneer u tenminste twee voorkanalen en twee
surroundkanalen gebruikt.
Instelbereik: 1 t/m 49 ms
Sur. Room Size (Surround kamergrootte)
Functie: Deze parameter regelt de schijnbare afmetingen van het surround geluidsveld.
Instelbereik: 0,1 t/m 2,0
Sur. Liveness (Surround levendigheid)
Functie: Deze parameter regelt de schijnbare weerkaatsing van de virtuele wanden in het surround geluidsveld.
Instelbereik: 0 t/m 10
SB. Init. Delay (Surround achter beginvertraging)
Functie: Deze parameter regelt de vertraging tussen het directe geluid en de eerste weerkaatsing in het surround-
achter geluidsveld.
Instelbereik: 1 t/m 49 ms
SB. Room Size (Surround achter kamergrootte)
Functie: Regelt de schijnbare afmetingen van het surround geluidsveld.
Instelbereik: 0,1 t/m 2,0
SB. Liveness (Surround achter levendigheid)
Functie: Regelt de schijnbare weerkaatsing van de virtuele wanden in het surround geluidsveld.
Instelbereik: 0 t/m 10
Brongeluid
Niveau
Niveau
Niveau
Dood
Levendig
Tijd
Tijd Tijd
Weinig weerkaatst
geluid
Veel weerkaatst
geluid
Kleine waarde = 0 Grote waarde = 10
63
GELUIDSVELD PARAMETER BESCHRIJVINGEN
Nederlands
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Rev. Time (Natriltijd)
Functie: Regelt hoe lang het duurt voordat de dichte natrillingen verzwakt zijn met 60 dB (bij 1 kHz). Hierdoor
worden de schijnbare afmetingen van de akoestische omgeving over een zeer groot bereik veranderd.
Omschrijving: Hoe langer de natriltijd, hoe ‘levendiger’ de ruimte waarin u luistert zal lijken. Hoe korter de natriltijd,
hoe doodser de ruimte waarin u luistert zal lijken.
Instelbereik: 1,0 t/m 5,0 s
Rev. Delay (Beginvertraging natrillingen)
Functie: Regelt het tijdverschil tussen het begin van het directe geluid en het begin van de natrillingen.
Omschrijving: Hoe groter deze waarde, hoe later de natrillingen zullen beginnen. Als de natrillingen later beginnen,
krijgt u het gevoel dat u zich in een ruimere akoestische omgeving bevindt.
Instelbereik: 0 t/m 250 ms
Rev. Level (Niveau natrillingen)
Functie: Hiermee stelt u het volume van het weerkaatste geluid in.
Omschrijving: Hoe groter deze waarde, hoe sterker de natrillingen zullen zijn.
Instelbereik: 0 t/m 100%
Natrillingen Natrillingen
60 dB 60 dB 60 dB
Brongeluid
REV.TIME
REV.TIME REV.TIME
Geluidsbron
Korte natrillingen
Kleine waarde = 1,0 s Grote waarde = 5,0 s
Vroege weerkaatsingen
Lange
natrillingen
(dB)
60 dB
Niveau
Brongeluid
Natrillingen
REV.TIMEREV.DELAY
Tijd
Brongeluid
Niveau
REV. LEVEL
Tijd
64
GELUIDSVELD PARAMETER BESCHRIJVINGEN
Dialogue Lift (Dialoog-lift)
Functie: Regelt de schijnbare hoogte van de voor- en middenkanalen door sommige elementen uit de voor- en
middenkanalen toe te wijzen aan de aanwezigheidsluidsprekers.
Omschrijving: Hoe groter deze waarde, hoe hoger de schijnbare positie van de weergave van de voor- en
middenkanalen.
Keuzes: 0, 1, 2, 3, 4, 5
Voor 2ch Stereo
Direct (Pure Direct)
Functie: Passeert de decoders en DSP processors van dit toestel volledig en schakelt bovendien het videodeel
van het toestel uit zodat u naar een zo natuurgetrouw mogelijke geluidsweergave kunt luisteren van
analoge en PCM signaalbronnen.
Keuzes: Off, Auto
Voor 7ch Stereo
Functie: Regelt het volumeniveau voor elk kanaal in de 7-kanaals stereo weergavefunctie.
Instelbereik: 0 t/m 100%
Center Level (Midden niveau)
Surround L Level (Linker surround niveau)
Surround R Level (Rechter surround niveau)
Sur.Back Level (Surround-achter niveau)
Presence L Level (Linker aanwezigheidsniveau)
Presence R Level (Rechter aanwezigheidsniveau)
Voor PL x Music
Panorama (Panorama)
Functie: Breidt het stereoveld voor uit tot het ook de surround-luidsprekers omvat voor een omhullend effect.
Keuzes: Off, On
Center Width (Midden breedte)
Functie: Regelt het middengeluidsveld via alle drie de voor-luidsprekers.
Een grotere waarde breidt het middenveld uit in de richting van de linker en rechter voor-luidsprekers.
Instelbereik: 0 (geluid voor het middenkanaal wordt alleen maar weergegeven via de midden-luidspreker) t/m
7 (het middenkanaal wordt helemaal via de linker en rechter voor-luidsprekers weergegeven), de
begininstelling is 3
Dimension (Dimensie)
Functie: Zorgt voor een graduele aanpassing van het geluidsveld naar voren of naar achteren.
Instelbereik: –3 (naar achteren) t/m +3 (naar voren), de begininstelling is STD (standaard)
Voor Neo:6 Music
Center Image (Middenbeeld)
Functie: Regelt het middengeluidsveld via alle drie de voor-luidsprekers.
Instelbereik: 0,0 t/m 1,0
Begininstelling:
0,3
65
GELUIDSVELD PARAMETER BESCHRIJVINGEN
Nederlands
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Decode Type (Decodertype)
Voor MOVIE THEATER
Functie: Selecteert de decoder voor weergave van 2-kanaals bronnen met behulp van MOVIE THEATER
programma’s.
Keuzes: Pro Logic / Pro Logic x / Neo:6
Voor THX Cinema
Functie: Selecteert de decoder voor weergave van 2-kanaals bronnen met behulp van THX Cinema.
Keuzes: Pro Logic / Pro Logic x / Neo:6
Voor SURROUND Standard
Functie: Selecteert de decoder voor weergave van 2-kanaals bronnen met behulp van SURROUND Standard.
Keuzes: Pro Logic / PL x Movie / PL x Music / PL x Game / Neo:6 Cinema / Neo:6 Music
Voor SURROUND Enhanced
Functie: Selecteert de decoder voor weergave van 2-kanaals bronnen met behulp van SURROUND Enhanced.
Keuzes: Pro Logic / Pro Logic x / Neo:6
Pro Logic x verschijnt wanneer er surround achter-luidsprekers beschikbaar zijn.
Initialize (Initialiseren)
Functie: Initialiseren van elk individueel geluidsveldprogramma.
Instelmogelijkheden:
No, Yes
Als u alle geluidsveldprogramma’s terug wilt zetten op de begininstellingen (initialiseren), kunt u de Sur.Initialize functie in het Option
menu gebruiken (zie bladzijde 91).
Opmerking
Opmerking
GELUIDSVELDPROGRAMMA LUIDSPREKEROPSTELLINGEN
66
De geluidsweergave uit elk van de luidsprekers hangt mede af van het soort audiosignalen dat binnenkomt. Raadpleeg de
volgende tabel voor meer informatie omtrent de opstelling van de luidsprekers voor elk geluidsveldprogramma.
Wij wijzen u erop dat er niet of niet genoeg geluid uit de luidsprekers kan komen afhankelijk van het soort materiaal dat wordt
weergegeven. Bovendien is het mogelijk dat bepaalde kanalen alleen gedeeltelijk kunnen worden gebruikt wanneer ze op een bepaalde
manier zijn ingesteld voor films, bijvoorbeeld met speciale effecten enz.
In de schema’s worden de volgende afkortingen en symbolen gebruikt:
*1
Wanneer de q EX / q PL IIx / ES indicators uit zijn
*2
Wanneer de q EX / q PL IIx / ES indicators branden en PR/SB Priority is ingesteld op Presence (zie bladzijde 79)
*3
Wanneer de q EX / q PL IIx / ES indicators branden en PR/SB Priority is ingesteld op Surround Back (zie bladzijde 79)
GELUIDSVELDPROGRAMMA LUIDSPREKEROPSTELLINGEN
Opmerking
L Linker voor-luidspreker PL
Linker
aanwezigheidsluidspreker
SR Rechter surround-luidspreker
C Midden-luidspreker PR
Rechter
aanwezigheidsluidspreker
SBL
Linker surround achter-luidspreker
R Rechter voor-luidspreker SL Linker surround-luidspreker SBR
Rechter surround achter-luidspreker
Luidspreker die geluid weergeeft Luidspreker die geen geluid weergeeft
2-kanaals audio
(mono)
2-kanaals audio
(stereo)
5.1/6.1-kanaals
audio *
1
5.1/6.1-kanaals
audio *
2
5.1/6.1-kanaals
audio *
3
STEREO
2ch Stereo
STEREO
7ch Stereo
wanneer er surround achter-luidsperekers zijn aangesloten
wanneer er geen surround achter-luidsperekers zijn aangesloten
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
69
GELUIDSVELDPROGRAMMA LUIDSPREKEROPSTELLINGEN
Nederlands
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
MOVIE THEATER
Enhanced
Neo:6 Cinema
Wanneer PR/SB Priority
is ingesteld op Presence
Wanneer PR/SB
Priority is ingesteld
op Surround Back
STRAIGHT
Mono weergave
PURE DIRECT
Mono weergave
2-kanaals audio
(mono)
2-kanaals audio
(stereo)
5.1/6.1-kanaals
audio *
1
5.1/6.1-kanaals
audio *
2
5.1/6.1-kanaals
audio *
3
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
SYSTEEM OPTIES
70
U kunt de volgende parameters gebruiken om allerlei systeeminstellingen te wijzigen en zo de manier waarop het toestel werkt
aanpassen. Verander de begininstellingen (hieronder vet gedrukt aangeduid) op basis van uw specifieke systeem en uw voorkeuren.
Stereo/Surround (Stereo/Surround menu)
Hiermee kunt u geluidsveldparameters bewerken (zie bladzijde 56).
Input Select (Ingangskeuze menu)
Hiermee kunt u digitale in-/uitgangen opnieuw toewijzen, het ingangssignaal selecteren, de ingangen nieuwe namen
geven of het uitgangsvolume van elk van de aansluitingen regelen (zie bladzijde 73).
Manual Setup (Handmatige setup menu)
Via dit menu kunt u de instellingen voor de luidsprekers en de systeeminstellingen wijzigen (zie bladzijde 76).
Sound (Geluidsmenu)
Hiermee kunt u met de hand de geluidsinstellingen wijzigen.
Video (Video menu)
Hiermee kunt u met de hand de video-instellingen wijzigen.
Basic (Basismenu)
Hiermee kunt u met de hand de basisinstellingen voor uw systeem invoeren.
SYSTEEM OPTIES
Onderdeel Kenmerken Bladzijde
LFE Level Instellen van het uitgangsniveau van het LFE kanaal bij Dolby Digital of DTS signalen.
76
Dynamic Range Instellen van het dynamisch bereik bij Dolby Digital of DTS signalen.
77
Parametric EQ Instellen van de parametrische equalizer voor elke luidspreker.
77
Tone Control Instellen van de klankkleur van de luidsprekers en de hoofdtelefoon.
78
Audio Option Aanpassen van algemene audio-instellingen voor dit toestel.
78
Channel Mute Selecteren van bepaalde luidsprekerkanelen die moeten worden uitgeschakeld.
80
Onderdeel Kenmerken Bladzijde
Conversion Omzetten van analoge videosignalen.
81
Component I/P
Omzetten van analoge videosignalen van 480i (geïnterlinieerd) naar 480p (progressief) (NTSC) of
van 576i naar 576p (PAL).
81
HDMI Up-Scaling Opwaarderen van analoge videosignalen naar HDMI.
81
HDMI Aspect Selecteren van de beeldverhouding voor HDMI.
82
Short Message Tonen van verkorte meldingen over de toestand van uw systeem.
82
Position Instellen van de verticale en horizontale positie van het GUI in-beeld display.
82
Wall Paper Kiezen van de achtergrond voor het GUI in-beeld display.
82
Onderdeel Kenmerken Bladzijde
Test Tone
Aan of uit zetten van de testtoon voor de luidspreker, luidspreker-afstand en luidspreker-niveau instellingen.
83
Speaker Set
Selecteren van de juiste uitgangsfunctie voor de luidsprekers, de luidsprekers voor weergave van
lage tonen en de crossover frequentie.
83
Speaker Distance Instellen van de vertraging voor elke luidspreker.
85
Speaker Level Instellen van het uitgangsniveau van elke luidspreker.
86
THX Set Wijzigen van de THX instellingen.
87
71
SYSTEEM OPTIES
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Option (Optionele instellingen menu)
Via dit menu kunt u de optionele systeeminstellingen wijzigen.
Auto Setup (Automatische setup menu)
Hiermee kunt u de AUTO SETUP laten uitvoeren en opgeven welke luidspreker-parameters er ingesteld moeten worden
(zie bladzijde 32).
System Memory (Systeemgeheugen menu)
Hiermee kunt u diverse instellingen opslaan en weer oproepen (zie bladzijde 92).
Signal Info. (Signaalinformatie menu)
Hiermee kunt u informatie over het weergegeven signaal bekijken (zie bladzijde 45).
Language (GUI taalkeuze menu)
Hiermee kunt u kiezen in welke taal de menu’s van het GUI (Grafische gebruikersinterface) in-beeld display moeten
worden getoond (zie bladzijde 93).
y
U kunt de taal voor het GUI in-beeld display ook kiezen met de LANG. parameter in de ADVANCED SETUP op het display op het
voorpaneel (zie bladzijde 95).
Onderdeel Kenmerken Bladzijde
Dimmer Instellen van het GUI in-beeld display en het display op het voorpaneel.
88
Multi Zone Wijzigen van de Zone 2, Zone 3 en Zone B instellingen.
88
Sur.Initialize Initialiseren van de parameters voor alle of voor een groep geluidsveldprogramma’s.
91
Audio Select Selecteren van de standaard ingangsfunctie voor de signaalbron.
91
Decoder Mode Selecteren van de door dit toestel te gebruiken decoder.
91
Memory Guard Vergrendelen van de via het menu gemaakte parameterinstellingen.
91
HDMI Set Instellen van HDMI ondersteunde audio.
92
72
SYSTEEM OPTIES
Gebruik de afstandsbediening voor het openen en instellen
van de diverse parameters. (In het volgende voorbeeld
wordt het instellen van de luidsprekers gebruikt ter
illustratie van het wijzigen van parameters.)
Manual Setup > Basic > Speaker Set >
1
Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk
vervolgens op GUI TOP op de afstandsbediening.
Het hoofdscherm (top) zal nu verschijnen.
2 Druk net zo vaak op k / n tot u het gewenste
menu geselecteerd heeft, en druk vervolgens
op h om het geselecteerde menu-onderdeel
te openen.
3 Druk net zo vaak op k / n tot u de parameter
geselecteerd heeft die u wilt instellen.
4 Druk op ENTER of h en vervolgens
herhaaldelijk op k / n om de instelling van
het gekozen item te veranderen.
5 Druk op EXIT.
y
Als u nog andere instellingen wilt veranderen, kunt u met ENTER
terug naar het vorige geselecteerde menu-item.
Sommige van de programma’s hebben zoveel parameters dat er
meer dan één GUI (in-beeld display) scherm nodig is. Druk op
k / n om door deze schermen te bladeren.
U kunt geen parameterwaarden wijzigen wanneer de
Memory Guard beveiliging is ingeschakeld “On”. Als u toch
parameterwaarden wilt wijzigen, dient u Memory Guard op
“Off” te zetten (zie bladzijde 91).
Veranderen van parameterinstellingen
EXIT
MENU
EFFECT
RETURN
DISPLAY
STRAIGHT
BAND
A/B/C/D/E
NIGHT
AUDIO
PURE DIRECT
ENTER
GUI TOP
TITLE
VOLUME
+
CH
+
TV VOL
TV MUTE TV INPUT
MUTE
+
AMP
SOURCE
TV
PRESET
1
1
2-4
5
GUI TOP
TITLE
BAND
Sound
Video
Option
Basic
Manual Setup
Auto Setup
System Memory
Input Select
Stereo/Surround
AMP
SOURCE
TV
Center
Surround
Front
Speaker Set
Speaker Distance
Speaker Level
Test Tone
None
Large
Small
Surround
Surround Back
Presence
Center
Front
Opmerkingen
Geheugen back-up
De geheugen back-up voorkomt dat de opgeslagen
gegevens verloren gaan wanneer dit toestel uit
(standby) wordt gezet, wanneer de stekker uit het
stopcontact raakt, of wanneer de stroomvoorziening
wordt onderbroken, bijvoorbeeld door een
stroomstoring. Wanneer de stroomvoorziening echter
langer dan een week wordt onderbroken, zullen de
instellingen worden teruggezet op de
fabrieksinstellingen. In een dergelijk geval zult u de
gewenste waarden opnieuw moeten instellen.
60Hz
40Hz
90Hz
100Hz
80Hz (THX)
Bass Cross Over
SWFR Phase
Bass Out
Presence
60Hz
40Hz
90Hz
100Hz
80Hz (THX)
Bass Cross Over
SWFR Phase
Bass Out
Presence
73
SYSTEEM OPTIES
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Hiermee kunt u digitale in-/uitgangen opnieuw toewijzen,
het ingangssignaal selecteren, de ingangen nieuwe namen
geven of het uitgangsvolume van elk van de aansluitingen
regelen.
Keuzes: TUNER, PHONO, CD, CD-R, MD/TAPE, DVD,
DTV, CBL/SAT, VCR1, DVR/VCR2,
V-AUX, MULTI CH
Sommige parameters die hieronder beschreven worden zijn niet
beschikbaar met elke signaalbron, en sommige parameters zijn
alleen beschikbaar bij een specifieke signaalbron.
1 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk
vervolgens op GUI TOP op de
afstandsbediening.
Het hoofdscherm (top) zal nu verschijnen.
2 Selecteer Input Select en druk vervolgens op
h.
3 Selecteer de gewenste signaalbron (CD, DVD,
enz.) en druk dan op h om de instelfunctie te
openen en de instellingen te wijzigen.
Volume Trim (Volume trimmen)
U kunt de niveaus van de signalen die binnenkomen via de
verschillende aansluitingen op elkaar afstellen. Dit is
nuttig wanneer u het volume van de diverse
signaalbronnen op elkaar wilt afstemmen om plotselinge
veranderingen in volume bij het overschakelen tussen
signaalbronnen te voorkomen.
Manual Setup > Input Select > signaalbron (DVD enz.) >
Volume Trim >
Instelbereik: –6,0 dB t/m +6,0 dB
Via deze instelling kunt u alleen het volume voor de huidige
signaalbron regelen.
Input Select
Opmerking
Signaalbron Parameter
TUNER
Volume Trim
Rename
PHONO
CD
CD-R
MD/TAPE
DVD
DTV
CBL/SAT
VCR1
DVR/VCR2
I/O Assignment
Audio Select
Decoder Mode
Volume Trim
Rename
V-AUX
Audio Select
Decoder Mode
Volume Trim
Rename
MULTI CH
Volume Trim
Multi CH Assign
GUI TOP
TITLE
BAND
AMP
SOURCE
TV
Sound
Video
Option
Basic
Manual Setup
Auto Setup
System Memory
Input Select
Stereo/Surround
Opmerking
MD/TAPE
CD-R
DTV
CBL/SAT
DVD
Input Select
Manual Setup
Auto Setup
Stereo/Surround
Volume Trim
Rename
Decoder Mode
Audio Select
0.0dB
74
SYSTEEM OPTIES
Rename (Nieuwe naam geven)
Met deze functie kunt u de namen van de
ingangsaansluitingen zoals die op het GUI in-beeld
display en op het display op het voorpaneel verschijnen
veranderen. (In het volgende voorbeeld wordt DVD
gebruikt als broncomponent.)
Input Select > signaalbron (DVD, enz.) > Rename
1 Druk op de ingangskeuzetoets om de
signaalbron waarvan u de naam wilt
veranderen te selecteren.
2 Druk op l / h en verplaats de
_ (onderstreping) naar het teken dat of de
spatie die u wilt veranderen.
3 Druk op ENTER om het soort teken te
selecteren (CAPITAL/SMALL/FIGURE/MARK).
4 Kies met k / n het teken dat u wilt gebruiken
en ga vervolgens met l / h naar het
volgende teken.
U kunt maximaal 8 tekens gebruiken voor elke
signaalbron.
Druk op n om de tekens als volgt te laten
veranderen, of druk op k om deze reeks in
omgekeerde volgorde te doorlopen. Druk op
ENTER om te schakelen tussen de diverse
tekensets:
HOOFDLETTERS A t/m Z, spatie
KLEINE LETTERS a t/m z, spatie
CIJFERS 0 t/m 9, spatie
LEESTEKENS !, #, %, &, enz.
Herhaal de stappen 1 t/m 3 als u de namen voor
andere ingangsaansluitingen wilt veranderen.
5 Druk op l / h, selecteer OK en druk
vervolgens op ENTER wanneer u klaar bent.
y
Om de namen voor de signaalbronnen zoals die verschijnen in het
uitleesvenster van de afstandsbediening te veranderen, zie
bladzijde 102.
U kunt alleen de naam van huidige signaalbron veranderen
(behalve voor multikanaals signaalbronnen) via deze instelling.
I/O Assignment
(Toewijzen van in-/uitgangsaansluitingen)
U kunt de digitale audio in-/uitgangsaansluitingen en
component video-aansluitingen toewijzen aan andere
apparatuur als de begininstellingen van dit toestel niet
overeenkomen met uw wensen. Wijzig de volgende
instellingen om de respectievelijke aansluitingen toe te
wijzen aan andere apparatuur en uiteindelijk meer
componenten te kunnen aansluiten.
Wanneer de aansluitingen opnieuw zijn toegewezen, kunt
u de daarbij behorende component selecteren als
signaalbron met INPUT op het voorpaneel of met de
ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening.
Input Select > signaalbron (DVD enz.) >
I/O Assignment >
Voorbeeld 1:
Toewijzen van de COAXIAL 7 (CD) aansluiting aan de
DVD signaalbron.
1) Selecteer Input Select en selecteer vervolgens DVD.
2) Selecteer I/O Assignment > Coaxial Input en selecteer
vervolgens 7 CD.
Voorbeeld 2:
Wissen van een eerder toegewezen aansluiting.
1) Selecteer Input Select en selecteer vervolgens de
signaalbron (DVD, enz.).
2) Selecteer I/O Assignment en selecteer vervolgens de
toegewezen aansluiting (Coaxial Input, Optical Input,
Optical Output, Component Video, of HDMI).
3) Selecteer NONE en druk vervolgens op ENTER om de
toewijzing ongedaan te maken.
U kunt een bepaalde naam maar één keer gebruiken voor een
bepaald soort aansluiting.
Wanneer u een bepaalde component zowel met de COAXIAL
als met de OPTICAL aansluiting verbindt, zal het via de
COAXIAL aansluiting binnenkomende signaal voorrang
krijgen.
Opmerking
CAPITAL
OK RESET
DVD
Decoder Mode
Volume Trim
Rename
Opmerkingen
Component Video
Optical Output
HDMI
I/O Assignment
Audio Select
Decoder Mode
75
SYSTEEM OPTIES
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Audio Select (Audio selectie)
Dit toestel is uitgerust met allerlei ingangsaansluitingen. U
kunt het gewenste type ingangssignaal als volgt selecteren.
Input Select > signaalbron (DVD, enz.) > Audio Select >
Keuzes: Auto, HDMI, Coax/Opt, Analog
Kies “Auto” als u binnenkomende signalen in de
volgende volgorde wilt laten selecteren: HDMI
signalen, digitale signalen
*
en analoge signalen.
Kies “HDMI” als u alleen HDMI signalen wilt laten
weergeven met dit toestel. Als er geen HDMI signalen
binnenkomen, zal er geen geluid worden weergegeven.
Kies “Coax/Opt” als u digitale signalen die
binnenkomen via de OPTICAL of COAXIAL
aansluitingen van dit toestel wilt kunnen laten
weergeven. Gebruiken als er ook HDMI signalen
binnenkomen.
Kies “Analog” als u alleen analoge signalen wilt laten
weergeven met dit toestel. Als er geen analoge signalen
binnenkomen, zal er geen geluid worden weergegeven.
*
Wanneer het toestel een Dolby Digital of DTS signaal
detecteert, zal de decoder automatisch overschakelen naar
het bijbehorende geluidsveldprogramma.
y
U kunt zelf bepalen welke ingangsfunctie standaard zal worden
ingeschakeld wanneer de stroom wordt ingeschakeld
(zie bladzijde 91).
De DTS functie wordt aanbevolen voor weergave van met DTS
gecodeerde CD’s of LD’s.
Als het digitale uitgangssignaal van de speler op de een of andere
manier bewerkt is, is het misschien niet meer mogelijk het DTS
signaal te decoderen, ook al bestaat er een digitale verbinding
tussen de speler en dit toestel.
Decoder Mode (Decoderfunctie)
Hiermee kunt u een andere ingangsfunctie inschakelen.
U kunt de opnieuw toegewezen digitale
ingangsaansluitingen (zie bladzijde 74) instellen voor
bepaalde audiosignalen (DTS, enz.).
Input Select > signaalbron (DVD enz.) >
Decoder Mode >
Keuzes: Auto, DTS
Selecteer “Auto” als dit toestel automatisch het soort
ingangssignaal wilt laten detecteren en de juiste
ingangsfunctie wilt laten selecteren.
Selecteer “DTS” als u dit toestel DTS als
ingangsfunctie wilt laten gebruiken.
Multi CH Assign
(Toewijzen van kanalen bij multikanaals
weergave)
Met deze functie kunt u bepalen waar de signalen voor de
midden-, subwoofer- en surroundkanalen voor
een broncomponent die is aangesloten op de MULTI CH INPUT
aansluitingen naartoe moeten. Als u een ingangssignaal met
8 kanalen van een externe decoder gebruikt, kunt u met deze
functie de aansluitingen kiezen voor de extra voorkanalen.
Input Select > MULTI CH > Multi CH Assign >
Input Channels (Ingangskanalen)
Deze instelling bepaalt het aantal kanalen dat ontvangen
wordt van de externe decoder.
Keuzes: 6ch, 8ch
Als Zone2 Amplifier (bladzijde 89) is ingesteld op “Internal”, zal
er geen geluid worden weergegeven via de surround achter-
luidsprekers, ook niet als u “8ch” selecteert. Selecteer in dit geval
“6ch” en zet de uitgangsinstelling van de externe decoder ook op
6 kanalen.
Front Input (Voor-ingangsaansluitingen)
Als u “8ch” heeft ingesteld als aantal ingangskanalen,
kunt u de analoge aansluitingen selecteren waarop de extra
voorkanalen van de externe decoder zullen binnenkomen.
Keuzes: DVD, DTV, CBL/SAT, VCR1, DVR/VCR2,
V-AUX, CD, CD-R, MD/TAPE
Opmerking
HDMI
Coax/Opt
Auto
Audio Select
Decoder Mode
Volume Trim
I/O Assignment
Opmerking
DTS
Auto
Decoder Mode
Volume Trim
Rename
Audio Select
I/O Assignment
Input Channels
Front Input
Multi CH Assign
Volume Trim
76
SYSTEEM OPTIES
Via dit menu kunt u de geluidsinstellingen wijzigen.
1 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk
vervolgens op GUI TOP op de
afstandsbediening.
2 Druk op k / n op de afstandsbediening,
selecteer Manual Setup en druk vervolgens
op h.
3 Druk op k / n op de afstandsbediening,
selecteer Sound en druk vervolgens op h.
4 Selecteer de gewenste parameters en druk
dan op h om de instelfunctie te openen en
de instellingen te wijzigen.
LFE Level
(Niveau lage frequentie effecten)
Deze functie stelt u in staat het volume (uitgangsniveau)
van het LFE (lage frequentie effect) kanaal aan te passen
aan uw subwoofer of hoofdtelefoon. Het LFE kanaal zorgt
voor de weergave van speciale effecten met zeer lage
tonen bij bepaalde passages. Deze instelling treedt alleen
in werking bij weergave wanneer dit toestel Dolby Digital
of DTS signalen decodeert.
Om deze parameters te openen, selecteert u:
Manual Setup > Sound > LFE Level >
Instelbereik: –20,0 t/m 0,0 dB
Instelstap: 1 dB
Speaker
(Luidspreker niveau lage frequentie effecten)
Kies deze mogelijkheid om het LFE niveau bij weergave
via uw luidsprekers in te stellen.
Headphone
(Hoofdtelefoon niveau lage frequentie effecten)
Kies deze mogelijkheid om het LFE niveau bij weergave
via uw hoofdtelefoon in te stellen.
Afhankelijk van de instellingen bij LFE Level is het mogelijk dat
sommige signalen niet via de SUBWOOFER aansluiting worden
gereproduceerd.
Manual Setup (Sound)
GUI TOP
TITLE
BAND
AMP
SOURCE
TV
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET
Dynamic Range
LFE Level
Tone Control
Audio Option
Parametric EQ
Sound
Video
Basic
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET
Opmerking
Speaker
Headphone
0.0dB
77
SYSTEEM OPTIES
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Dynamic Range (Dynamisch bereik)
Via deze instelling kunt u bepalen hoeveel het dynamisch
bereik moet worden gecomprimeerd voor uw luidsprekers
of uw hoofdtelefoon. Deze instelling treedt alleen in
werking wanneer dit toestel Dolby Digital of DTS
signalen decodeert.
Om deze parameters te openen, selecteert u:
Manual Setup > Sound > Dynamic Range >
Keuzes: MAX (maximum), STD (standaard),
MIN (minimum)
Speaker (Luidspreker dynamisch bereik)
Kies deze mogelijkheid om het compressieniveau bij
weergave via uw luidsprekers in te stellen.
Headphone (Hoofdtelefoon dynamisch bereik)
Kies deze mogelijkheid om het compressieniveau bij
weergave via uw hoofdtelefoon in te stellen.
Selecteer “MAX” om het grootste dynamische bereik
te behouden.
Selecteer “STD” voor algemeen gebruik.
Selecteer “MIN” als u regelmatig bij een laag volume
wilt luisteren.
Parametric EQ (Parametrische equalizer)
Met deze functie kunt u de parametrische equalizer voor
elke luidspreker instellen.
Manual Setup > Sound > Parametric EQ >
1 Druk k / n en kies Test Tone of de luidspreker
die u wilt instellen.
Test Tone schakelt te testtoon in of uit wanneer u
de klankkleur van uw luidsprekers op elkaar af wilt
stellen.
Front L instellen van de klankkleur van de linker
voor-luidspreker.
Front R instellen van de klankkleur van de rechter
voor-luidspreker.
Center instellen van de klankkleur van de midden-
luidspreker.
Surround L instellen van de klankkleur van de
linker surround-luidspreker.
Surround R instellen van de klankkleur van de
rechter surround-luidspreker.
Surround Back L instellen van de klankkleur
van de linker surround achter-luidspreker.
Surround Back R instellen van de klankkleur
van de rechter surround achter-luidspreker.
Presence L instellen van de klankkleur van de
linker aanwezigheidsluidspreker.
Presence R instellen van de klankkleur van de
rechter aanwezigheidsluidspreker.
2 Druk op h om het instelvenster te openen.
3 Druk op l / h, selecteer PARAM en druk
vervolgens op ENTER om een parameter te
kiezen uit Band (band), Freq. (frequentie) of
Q (Q factor).
4 Druk op n, selecteer EDIT en druk
vervolgens op ENTER om het
bewerkingsvenster te openen.
De via PARAM geselecteerde parameter zal
oplichten.
Druk op l / h om de parameter in te stellen.
Druk op k / n om de Gain in te stellen.
Druk op ENTER om het bewerkingsvenster te
sluiten.
Speaker
Headphone
STD
MIN
MAX
Front L
Front R
Test Tone
Dynamic Range
LFE Level
Tone Control
Audio Option
Parametric EQ
Front L
Band / Gain
PARAM RESET
EDIT EXIT
Front R
Center
Test Tone
Front L
Q
Freq.
Gain
Band
1.000
125.0Hz
0.0dB
#1
Front R
Center
Test Tone
78
SYSTEEM OPTIES
5 Herhaal de stappen 3 en 4 tot u tevreden bent
met het resultaat.
y
Als u alle PEQ instellingen voor de geselecteerde
luidspreker terug wilt zetten op de standaardwaarden, kiest u
RESET en drukt u vervolgens op ENTER.
6 Selecteer EXIT en druk op ENTER om het
instelvenster te sluiten.
y
Als u bij stap 3 “Band” heeft geselecteerd, kunt u dit menu als
graphische equalizer gebruiken.
Voor meer informatie over de parametrische equalizer, zie
bladzijde 77.
Tone Control (Toonregeling)
Hiermee kunt u de weergave van de lage en die van de
hoge tonen via uw luidsprekers en uw hoofdtelefoon
regelen.
Manual Setup > Sound > Tone Control >
Keuzes: Control, Bass, Treble, Audio Bypass
Tone Control werkt niet wanneer:
THX (zie bladzijde 65) of PURE DIRECT (zie bladzijde 64)
is geselecteerd.
MULTI CH INPUT is geselecteerd.
Control (Toonregeling)
Keuzes: Speakers, Headphones
Selecteer “Speakers” om de weergave van de lage/hoge
tonen via uw luidsprekers te regelen.
Selecteer “Headphones” om de weergave van de
lage/hoge tonen via uw hoofdtelefoon te regelen.
Bass (Regeling lage tonen)
Hiermee kunt u de weergave van de lage tonen via uw
luidsprekers of hoofdtelefoon regelen.
Keuzes: 125Hz, 350Hz, 500Hz (frequentie)
–6,0dB t/m +6,0dB (versterking),
begininstelling: 0,0dB
Treble (Regeling hoge tonen)
Hiermee kunt u de weergave van de hoge tonen via uw
luidsprekers of hoofdtelefoon regelen.
Keuzes: 2,5kHz, 3,5kHz, 8,0kHz (frequentie)
–6,0dB t/m +6,0dB (versterking),
begininstelling: 0,0dB
Auto Bypass (Automatisch passeren
toonregeling)
Hiermee kunt u het toestel automatisch eventuele
instellingen via Tone Control laten passeren.
Keuzes: Auto, Off
Selecteer “Auto” om het toestel automatisch eventuele
Tone Control instellingen te laten negeren.
Selecteer “Off” om het toestel eventuele Tone Control
instellingen te laten weergeven.
Audio Option (Audio opties)
Hiermee kunt algemene audio instellingen voor dit toestel
wijzigen.
Manual Setup > Sound > Audio Option >
Keuzes: Muting Type, Audio Delay, Max Volume,
Initial Volume, PR/SB Select
Muting Type (Soort demping)
U kunt zelf bepalen hoeveel het volume verlaagd moet
worden wanneer u deze functie gebruikt.
Keuzes: Full, –20dB
Selecteer “Full” om de geluidsweergave helemaal te
stoppen.
Selecteer “–20dB” om het huidige volume met 20 dB
te verlagen.
Opmerking
Headphones
Speakers
Bass
Treble
Control
Bass
Treble
Control
Speaker
Freq : 350Hz
Gain : 0.0dB
+6
+0
-6
Auto Bypass
Bass
Treble
Control
Speaker
Freq : 3.5kHz
Gain : 0.0dB
+6
+0
-6
Off
Auto
Treble
Bass
Auto Bypass
Muting Type
Audio Delay
Max Volume
-20dB
Full
79
SYSTEEM OPTIES
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Audio Delay (Audio vertraging)
U kunt de geluidsweergave vertragen zodat deze
synchroon loopt met de videobeelden. Dit is soms nodig
bij gebruik van bepaalde LCD monitors of projectoren.
Instelbereik: 0 t/m 240 (ms)
Max Volume (Maximum volume)
Hiermee kunt u een maximum volumeniveau instellen
waarboven het uitgangsniveau niet kan uitstijgen. Het
originele volumebereik is bijvoorbeeld –30,0 dB t/m
–80 dB. Als u echter Max Volume instelt op –5 dB, wordt
het effectieve volumebereik als volgt: –5 dB t/m –90 dB.
Instelbereik: –30,0dB t/m –80dB
Instelstap: 5 dB
Wanneer er een testtoon wordt geproduceerd, zal de
Max Volume instelling automatisch buiten werking worden
gesteld omdat het volumeniveau automatisch op 0 dB wordt
ingesteld, ongeacht de huidige Max Volume instelling.
De Max Volume instelling heeft voorrang boven de Initial
Volume instelling (zie hieronder). Als bijvoorbeeld het Initial
Volume is ingesteld op 5 dB en vervolgens Max Volume wordt
ingesteld op 3 dB, dan zal het volumeniveau automatisch
worden ingesteld op 3 dB wanneer u de volgende keer dit
toestel aan zet. De Initial Volume instelling zal echter worden
gehandhaafd op 5 dB.
Initial Volume (Beginvolume)
Hiermee kunt u het volumeniveau voor de eerste ruimte
bepalen voor het moment dat dit toestel aan wordt gezet.
Keuzes: Off, –80dB t/m +16,5dB
Instelstap: 0,5 dB
De Max Volume instelling (zie hierboven) heeft voorrang boven
de Initial Volume instelling. Daarom kan Initial Volume niet
worden ingesteld boven een reeds bestaande Max Volume
instelling.
PR/SB Priority (Aanwezigheids-/surround achter-
luidspreker prioriteit)
De surround-achter en de zogenaamde
aanwezigheidsluidsprekers kunnen niet tegelijkertijd
geluid weergeven. U kunt ervoor kiezen de voorkeur te
geven aan één van beide luidsprekersets bij het afspelen
van materiaal met signalen voor een surround
achterkanaal met de CINEMA DSP
geluidsveldprogramma’s.
Keuzes: Presence, Surround Back
Selecteer “Presence” als u uw
aanwezigheidsluidsprekers wilt gebruiken, ook
wanneer er wel een surround achterkanaal binnenkomt.
De signalen voor het surround achterkanaal zullen
worden weergegeven via de suround-luidsprekers.
Selecteer “Surround Back” als u uw surround achter-
luidsprekers wilt gebruiken wanneer er een
surround achterkanaal wordt gedetecteerd door een
CINEMA DSP programma. Eventuele signalen voor
een aanwezigheidskanaal zullen worden weergegeven
via de voor-luidsprekers.
Opmerkingen
Muting Type
Audio Delay
Initial Volume
Max Volume
0ms
Audio Delay
Muting Type
Initial Volume
PR/SB Priority
Max Volume
-30.0dB
Opmerking
Max Volume
Audio Delay
PR/SB Priority
Initial Volume
Off
Max Volume
Initial Volume
PR/SB Priority
Surround Back
Presence
80
SYSTEEM OPTIES
Channel Mute (Kanaaldemping)
Hiermee kunt u bepaalde luidsprekerkanelen selecteren
die moeten worden uitgeschakeld.
Manual Setup > Sound > Channel Mute >
Mode (Stand; modus)
Hiermee kunt u de Channel Mute instelling voor elk van
de luidsprekers aan of uit zetten.
Keuzes: Off, On
Selecteer “Off” om de Channel Mute instellingen
buiten werking te stellen.
Selecteer “On” om de Channel Mute instellingen in
werking te stellen.
Luidsprekerinstellingen
Keuzes: Mute, Off
Selecteer “Mute” om de geluidsweergave via het
geselecteerde luidsprekerkanaal uit te schakelen.
Selecteer “Off” om de geluidsweergave via het
geselecteerde luidsprekerkanaal niet uit te schakelen.
Front L bepaalt of de geluidsweergave via de linker
voor-luidspreker uitgeschakeld moet worden.
Front R bepaalt of de geluidsweergave via de rechter
voor-luidspreker uitgeschakeld moet worden.
Center bepaalt of de geluidsweergave via de midden-
luidspreker uitgeschakeld moet worden.
Surround L
bepaalt of de geluidsweergave via de linker
surround-luidspreker uitgeschakeld moet worden.
Surround R
bepaalt of de geluidsweergave via de
rechter surround-luidspreker uitgeschakeld moet worden.
Surround Back L bepaalt of de geluidsweergave via
de linker surround achter-luidspreker uitgeschakeld
moet worden.
Surround Back R bepaalt of de geluidsweergave via
de rechter surround achter-luidspreker uitgeschakeld
moet worden.
PRESENCE L
bepaalt of de geluidsweergave via de linker
aanwezigheidsluidspreker uitgeschakeld moet worden.
PRESENCE R
bepaalt of de geluidsweergave via de rechter
aanwezigheidsluidspreker uitgeschakeld moet worden.
Subwoofer bepaalt of de geluidsweergave via de
subwoofer uitgeschakeld moet worden.
Via dit menu kunt u de video-instellingen wijzigen.
1 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk
vervolgens op GUI TOP op de
afstandsbediening.
2 Druk op k / n op de afstandsbediening,
selecteer Manual Setup en druk vervolgens
op h.
3 Druk op k / n op de afstandsbediening,
selecteer Video en druk vervolgens op h.
4 Selecteer de gewenste parameters en druk
dan op h om de instelfunctie te openen en
de instellingen te wijzigen.
On
Off
Subwoofer
Presence R
Front L
Front R
Mode
Mute
Off
Mode
Subwoofer
Front R
Center
Front L
Manual Setup (Video)
GUI TOP
TITLE
BAND
AMP
SOURCE
TV
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET
Component I/P
HDMI Up-Scaling
Conversion
Video
Basic
Option
Sound
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET
81
SYSTEEM OPTIES
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Conversion (Video conversie)
Met deze functie kunt u de geïnterlinieerde/progressieve
videoconversie in- of uitschakelen, alsook de HDMI
opwaardering van analoge videosignalen die
binnenkomen via de composiet video, S-video en
component video-aansluitingen.
Keuzes: Off, On
Selecteer “Off” om de geïnterlinieerde/progressieve
videoconversie alsook de HDMI opwaardering voor
analoge videosignalen uit te schakelen.
Selecteer “On” om de geïnterlinieerde/progressieve
videoconversie alsook de HDMI opwaardering voor
analoge videosignalen in te schakelen.
y
Voor optimale videoprestaties raadt THX aan Conversion op Off
in te stellen.
Zelfs wanneer Conversion is ingesteld op On, HDMI worden
digitale signalen niet omgezet naar analoge videosignalen.
Als Conversion is ingesteld op Off, zullen de Component I/P en
HDMI Up-Scaling functies worden uitgeschakeld.
De geconverteerde videosignalen worden alleen gereproduceerd
via de MONITOR OUT aansluitingen. Bij het maken van
opnamen moet u tussen de diverse componenten telkens gebruik
maken van dezelfde soorten aansluitingen (composiet of
S-video).
Bij het omzetten van composiet of S-video signalen van een
videorecorder naar component videosignalen, is het mogelijk,
afhankelijk van de gebruikte videorecorder, dat de
beeldkwaliteit achteruit gaat.
Het in-beeld display (GUI) wordt grijs weergegeven (niet
beschikbaar) onder de volgende omstandigheden:
Als Conversion is ingesteld op Off.
– Als de gekozen HDMI Up-Scaling instelling niet ondersteund
wordt door de HDMI component die is aangesloten op de
HDMI OUT aansluiting op het achterpaneel van dit toestel.
– Als de resolutie van de binnenkomende analoge videosignalen
1080i of 720p is.
Als de gekozen HDMI Up-Scaling instelling lager is dan de
resolutie van de binnenkomende analoge videosignalen.
Ongewone signalen (bijv. van een spelcomputer e.d.) die
binnenkomen via de composiet video, S-video of component
video-aansluitingen kunnen niet worden omgezet, zelfs niet
wanneer u Conversion heeft ingesteld op On.
Als er ongewone signalen binnenkomen via de composiet
video, S-video of component video-aansluitingen, is het
mogelijk dat de resulterende beelden abnormaal zullen zijn. In
dergelijke gevallen dient u Conversion in te stellen op Off.
Ook als Conversion is ingesteld op Off, zal elk videosignaal
worden omgezet om het in-beeld display (GUI) te kunnen
weergeven en de bijbehorende signalen te kunnen reproduceren
via de MONITOR OUT aansluitingen.
Component I/P (Component
geïnterlinieerde/progressieve conversie)
Gebruik deze functie om de analoge I/P conversie van
analoge videosignalen die binnenkomen via de composiet
video, S-video en component video-aanslkuitingen in- of
uit te schakelen zodat de analoge videosignalen waarvan
de interliniëring is verwijderd bij de omzetting van 480i
naar 480p (NTSC) of 576i naar 576p (PAL) worden
geproduceerd via de MONITOR OUT aansluitingen.
Keuzes: Off, On
Selecteer “Off” om analoge I/P conversie van analoge
videosignalen uit te schakelen.
Selecteer “On” om analoge I/P conversie van analoge
videosignalen uit te schakelen.
Dit menu-item is niet beschikbaar en daarom ook niet zichtbaar op
het in-beeld display (GUI) indien Conversion is ingesteld op Off.
Als uw beeldscherm niet geschikt is voor analoge videosignalen
met een 480p (NTSC) of 576p (PAL) resolutie, is het mogelijk
dat de systeeminstellingen niet op uw beeldscherm getoond
kunnen worden wanneer Component I/P is ingesteld op On.
HDMI Up-Scaling (HDMI opwaardering)
Gebruik deze functie om de HDMI opwaardering van analoge
videosignalen die binnenkomen via de composiet video,
S-video en component video aansluitingen in of uit te
schakelen zodat de opgewaardeerde analoge videosignalen
(480i (NTSC) of 576i (PAL)
480p (NTSC) of 576p (PAL) /
1080i/720p en 480p (NTSC) of 576p (PAL)
1080i/720p)
worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting.
Keuzes: Through, 480p (NTSC) of 576p (PAL), 1080i,
720p
Selecteer “Through” om geen analoge videosignalen
op te waarderen.
Selecteer “480p” (NTSC) of “576p” (PAL), “1080i” of
“720p” om analoge videosignalen op te waarderen naar
een resolutie van 480p (NTSC) of 576p (PAL), 1080i
of 720p.
Dit menu-item is niet beschikbaar en daarom ook niet zichtbaar op
het in-beeld display (GUI) indien Conversion is ingesteld op Off.
Opmerkingen
Off
On
Conversion
Component I/P
HDMI Up-Scaling
Opmerkingen
Opmerking
On
Off
Component I/P
HDMI Up-Scaling
HDMI Aspect
Conversion
Through
1080i
720p
480p
HDMI Up-Scaling
HDMI Aspect
Short Message
Component I/P
Conversion
82
SYSTEEM OPTIES
HDMI Aspect (HDMI beeldverhouding)
Hiermee kunt u de beeldverhouding voor HDMI bepalen.
Keuzes: Through, 16:9 Normal
Selecteer “Through” als u geen wijzigingen wilt
aanbrengen in de HDMI beeldverhouding.
Selecteer “16:9 Normal” als u videobeelden met een
HDMI beeldverhouding van 4:3 wilt weergeven op een
beeldscherm met een HDMI beeldverhouding van
16:9. Hierdoor zullen links en rechts op het
beeldscherm zwarte balken worden weergegeven.
Wanneer HDMI Up-Scaling is ingesteld op Through
(zie bladzijde 81), kunt u geen wijzigingen maken voor
HDMI Aspect.
Short Message (Beknopte meldfunctie)
Hiermee kunt u bepalen of er korte meldingen over de
toestand van uw systeem gegeven moeten worden op uw
beeldscherm.
Keuzes: Off, On
Selecteer “Off” als u geen korte meldingen wilt laten
weergeven.
Selecteer “On” als u wel korte meldingen wilt laten
weergeven.
Het is mogelijk dat de korte meldingen niet correct worden
weergegeven, mede afhankelijk van het soort ingangssignaal en
het gebruikte beeldscherm.
Als Conversion is ingesteld op Off, zullen de korte meldingen
niet worden weergegeven, ook al heeft u On ingesteld.
Position (Positie)
Hiermee kunt u de verticale en horizontale positie van het
GUI in-beeld display instellen.
Instelbereik: –5 (naar beneden/links) t/m
+5 (naar boven/rechts)
Druk op k om het in-beeld display (GUI) hoger in het
beeld plaatsen.
Druk op n om het in-beeld display (GUI) lager in het
beeld plaatsen.
Druk op h om het in-beeld display (GUI) meer naar
rechts in het beeld te plaatsen.
Druk op l om het in-beeld display (GUI) meer naar
links in het beeld te plaatsen.
Wall Paper (Achtergrond)
Hiermee kunt u de achtergrond voor het GUI in-beeld
display kiezen.
Keuzes: None, Yes, Gray
Selecteer “None” om geen achtergrond weer te laten
geven achter het in-beeld display (GUI).
Selecteer “Yes” om wel een achtergrond weer te laten
geven achter het in-beeld display (GUI).
Selecteer “Gray” om een grijze achtergrond weer te
laten geven achter het in-beeld display (GUI).
Als Video Conv. is ingesteld op “Off”, zal er geen achtergrond
worden weergegeven, ook al heeft u “Yes” ingesteld.
Opmerking
Opmerkingen
16:9 Normal
Through
HDMI Aspect
Short Message
Position
HDMI Up-Scaling
Component I/P
Off
On
Short Message
Position
Wall Paper
HDMI Aspect
HDMI Up-Scaling
Opmerking
Position
Wall Paper
Short Message
HDMI Aspect
:-5
+
:+5 //
None
Gray
Yes
Wall Paper
Position
Short Message
83
SYSTEEM OPTIES
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Via dit menu kunt u basis systeeminstellingen wijzigen.
1 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk
vervolgens op GUI TOP op de
afstandsbediening.
2
Druk op
k / n
op de afstandsbediening, selecteer
Manual Setup en druk vervolgens op
h
.
3 Druk op k / n op de afstandsbediening,
selecteer Basic en druk vervolgens op h.
4 Selecteer de gewenste parameters en druk
dan op h om de instelfunctie te openen en
de instellingen te wijzigen.
y
De meeste parameters in het basismenu worden automatisch
ingesteld wanneer u de AUTO SETUP laat doen. U kunt het
basismenu gebruiken om verdere aanpassingen te verrichten,
maar we raden u toch aan eerst de AUTO SETUP te laten doen.
U kunt deze paramaters terugzetten met de AUTO SETUP
procedure (zie bladzijde 32).
Test Tone (Testtoon)
Aan of uit zetten van de testtoon voor de luidspreker,
luidspreker-afstand en luidspreker-niveau instellingen.
Manual Setup > Basic > Test Tone >
Keuzes: Off, On
y
Als u een handzame SPL meter gebruikt, houd deze dan met
uitgestrekte arm vast en richt de meter naar boven zodat deze zich
op de luisterplek bevindt. Met de meter op de 70 dB schaal en op
C SLOW kunt u nu alle luidsprekers afstellen op 75 dB.
Er zullen luide testtonen worden geproduceerd wanneer u “On”
kiest. Zorg er in dit geval voor dat er geen kinderen in de
luisterruimte zijn.
Speaker Set (Luidspreker instellingen)
Via dit menu kunt u met de hand de luidspreker-
instellingen wijzigen.
Manual Setup > Basic > Speaker Set >
Keuzes: Front, Center, Surround, Surround Back,
Presence, Bass Out, Bass Cross Over,
SWFR Phase
y
Als u niet tevreden bent met de door uw luidsprekers
geproduceerde lage tonen, kunt u deze instellingen aanpassen aan
uw voorkeuren.
Zet eventuele THX luidsprekers op Small.
Manual Setup (Basic)
GUI TOP
TITLE
BAND
AMP
SOURCE
TV
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET
Test Tone
Speaker Distance
Speaker Level
Speaker Set
Basic
Option
Video
Sound
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET
Opmerking
Opmerking
Off
On
Speaker Set
Speaker Distance
Test Tone
Bass Cross Over
SWFR Phase
Front
Surround
Center
Speaker Distance
Speaker Level
Test Tone
Speaker Set
84
SYSTEEM OPTIES
Front (Voor-luidsprekers)
Keuzes: Large, Small
Selecteer “Large” als u grote voor-luidsprekers heeft.
Het toestel zal zo het hele toonbereik van de linker en
rechter voorkanalen naar de linker en rechter voor-
luidsprekers sturen.
Selecteer “Small” als u kleine voor-luidsprekers heeft.
Het toestel zal nu de lage tonen uit het voorkanaal naar
de luidsprekers sturen die u heeft geselecteerd met
Bass Out.
Center (Midden-luidspreker)
Keuzes: Large, Small, None
Selecteer “Large” als u een grote midden-luidspreker
heeft. Het toestel zal zo het hele toonbereik van het
middenkanaal naar de midden-luidspreker sturen.
Selecteer “Small” als u een kleine midden-luidspreker
heeft. Het toestel zal nu de lage tonen uit het
middenkanaal naar de luidsprekers sturen die u heeft
geselecteerd met Bass Out.
Selecteer “None” als u geen midden-luidspreker heeft.
Het toestel zal in dat geval alle signalen voor de
midden-luidspreker naar de linker en rechter voor-
luidsprekers sturen.
Surround (Linker/rechter surround-luidsprekers)
Keuzes: Large, Small, None
Selecteer “Large” als u grote linker en rechter
surround-luidsprekers heeft, of als er een achter-
subwoofer is aangesloten op uw surround-luidsprekers.
Het hele toonbereik van het surroundkanaal zal naar de
linker en rechter surround-luidsprekers worden
gestuurd.
Selecteer “Small” als u kleine linker en rechter
surround-luidsprekers heeft. Het toestel zal nu de lage
tonen uit het surroundkanaal naar de luidsprekers
sturen die u heeft geselecteerd met Bass Out.
Selecteer “None” als u geen surround-luidsprekers
heeft. Hiermee zet u het toestel in de Virtual CINEMA
DSP stand (zie bladzijde 44) en zal de instelling voor
de surround achter-luidspreker (Surround Back)
automatisch op “None” worden ingesteld.
Surround Back
(Linker/rechter surround achter-luidsprekers)
Keuzes: Large x2, Small x2, Large x1, Small x1, None
Selecteer “Large x2” als u twee grote surround achter-
luidsprekers heeft. Het toestel zal zo het hele
toonbereik van het surround achterkanaal naar de
surround achter-luidsprekers sturen.
Selecteer “Small x2” als u twee kleine surround achter-
luidsprekers heeft. Het toestel zal nu de lage tonen uit
de surround-achterkanalen naar de luidsprekers sturen
die u heeft geselecteerd met Bass Out.
Selecteer “Large x1” als u één grote surround achter-
luidspreker heeft. Het toestel zal zo het hele toonbereik
van het surround-achterkanaal naar de linker surround
achter-luidspreker sturen.
Selecteer “Small x1” als u één kleine surround achter-
luidspreker heeft. Het toestel zal nu de lage tonen uit
het surround-achterkanaal naar de luidsprekers sturen
die u heeft geselecteerd met Bass Out en de rest van het
signaal zal naar de linker surround achter-luidspreker
worden gestuurd.
Selecteer “None” als u geen surround achter-
luidspreker heeft. Het toestel zal in dat geval alle
signalen voor het surround achterkanaal naar de linker
en rechter surround-luidsprekers sturen.
Als u “Large x1” of “Small x1” selecteert, dient u een luidspreker
aan te sluiten op de SURROUND BACK (SINGLE) luidspreker-
aansluitingen.
Large
Small
Center
Surround
Front
Large
Small
NoneSurround
Surround Back
Center
Front
Large
Small
NoneSurround Back
Presence
Surround
Center
Front
Opmerking
Large x2
Small x2
Small x1
Large x1
Surround Back
Presence
Bass Out
Surround
Center
85
SYSTEEM OPTIES
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Presence (Aanwezigheidsluidsprekers)
Keuzes: Yes, None
Selecteer “Yes” als u zogenaamde
aanwezigheidsluidsprekers heeft.
Selecteer “None” als u geen
aanwezigheidsluidsprekers heeft. Het toestel zal in dat
geval alle signalen voor de aanwezigheidskanalen naar
de linker en rechter voor-luidsprekers sturen.
Wanneer Zone2 Amplifier is ingesteld op “INT:Sur.” of
“INT:BOTH” (zie bladzijde 89), zal Presence automatisch
worden ingesteld op “None”.
Bass Out (Weergave lage tonen)
LFE signalen geven zeer lage tonen en effecten weer
wanneer dit toestel Dolby Digital of DTS signalen
decodeert. Deze zeer lage tonen kunnen naar de beide
voor-luidsprekers worden gedirigeerd, en naar een
subwoofer (die zowel gebruikt kan worden bij
stereoweergave, als bij weergave met
geluidsveldprogramma’s).
Keuzes: Both, SWFR, Front
THX aanbeveling: SWFR
Selecteer “Both” om LFE signalen naar de subwoofer
te sturen. Lage tonen in de voorkanalen worden zowel
naar de subwoofer als naar de L/R voor-luidsprekers
gestuurd, terwijl alle andere lage tonen worden
verwerkt in overeenstemming met de betreffende
luidsprekerinstellingen.
Selecteer “SWFR” als u een subwoofer heeft
aangesloten. Het toestel stuurt alle LFE signalen en
lage tonen naar de met de andere
luidsprekerinstellingen bepaalde luidsprekers.
Selecteer “Front” als u geen subwoofer heeft
aangesloten. Het toestel stuurt alle lage tonen en LFE
signalen naar de voor-luidsprekers (ook als u Front had
ingesteld op Small via Speaker Set).
Bass Cross Over (Lage tonen crossover)
Met deze functie kunt u de crossover (afsnij) frequentie
instellen voor alle lage tonen. Alle frequenties beneden de
ingestelde frequentie zullen naar de subwoofer worden
gedirigeerd.
Keuzes: 40Hz, 60Hz, 80Hz (THX), 90Hz, 100Hz, 110Hz,
120Hz, 160Hz, 200Hz
THX aanbeveling: 80Hz (THX)
SWFR Phase (Subwoofer fase)
Als de lage tonen niet goed of niet duidelijk klinken, kunt
u met deze functie de fasekarakteristieken van uw
subwoofer aanpassen.
Keuzes: Normal, Reverse
Selecteer “Normal” om de fase voor uw subwoofer(s)
niet om te keren.
Selecteer “Reverse” om de fase voor uw subwoofer(s)
wel om te keren.
Speaker Distance (Luidspreker afstand)
Met deze functie kunt u met de hand de afstand van elke
luidspreker tot de luisterplek invoeren en zo de vertraging
voor het bijbehorende kanaal instellen. In het ideale geval
zouden alle luidsprekers op dezelfde afstand van de
luisterplek moeten staan. Maar in de meeste gevallen is dat
praktisch gezien niet mogelijk. Daarom moet de weergave
van elke luidspreker een bepaalde fractie van een seconde
vertraagd worden, zodat het geluid van alle luidsprekers
op hetzelfde moment op de luisterplek arriveert.
Manual Setup > Basic > Speaker Distance >
Opmerking
Opmerkingen
Yes
None
Surround Back
Presence
Bass Out
Bass Cross Over
Surround
Both
SWFR
Front
Surround Back
Presence
Bass Out
Bass Cross Over
SWFR Phase
60Hz
40Hz
80Hz (THX)
90Hz
100Hz
Presence
Bass Out
Bass Cross Over
SWFR Phase
Normal
Reverse
Bass Out
Bass Cross Over
SWFR Phase
Speaker Distance
Speaker Level
Test Tone
Speaker Set
Front L
Front R
Subwoofer
Unit
Center
THX Set
86
SYSTEEM OPTIES
Luidspreker afstanden
Instelbereik: 0,3 t/m 24,00 m (1,0 t/m 80,0 ft)
Begininstelling: 3,00 m (10,0 ft)
Instelstap: 0,1 m (0,5 ft)
Front L instellen van de afstand van de linker
voor-luidspreker.
Front R instellen van de afstand van de rechter
voor-luidspreker.
Center instellen van de afstand van de midden-
luidspreker.
Surround L instellen van de afstand van de linker
surround-luidspreker.
Surround R instellen van de afstand van de rechter
surround-luidspreker.
Surround Back L instellen van de afstand van de
linker surround achter-luidspreker.
Surround Back R instellen van de afstand van de
rechter surround achter-luidspreker.
Presence L instellen van de afstand van de linker
aanwezigheidsluidspreker.
Presence R instellen van de afstand van de rechter
aanwezigheidsluidspreker.
Subwoofer instellen van de afstand van de
subwoofer.
U kunt de afstand niet instellen voor luidsprekers die zijn
ingesteld op “None” via Speaker Set.
Als u slechts één surround achter-luidspreker gebruikt, dient u
deze aan te sluiten op de SURROUND BACK (SINGLE)
aansluiting en dient u de afstand in te stellen met Surround
Back L.
Unit (Eenheid)
Keuzes: Meter (m), Feet (ft)
Begininstelling: Feet (Modellen voor de V.S. en Canada)
Meter (Overige modellen)
Selecteer “Meter” om de afstanden van de luidsprekers
in meters in te kunnen voeren.
Selecteer “Feet” om de afstanden van de luidsprekers
in voeten (feet) in te kunnen voeren.
Speaker Level (Luidsprekerniveau)
Deze instellingen stellen u in staat met de hand de balans
te bepalen tussen het volume (luidsprekerniveau) van de
linker voor-luidspreker en elk van de bij Speaker Set (zie
bladzijde 83) geselecteerde luidsprekers.
Manual Setup > Basic > Speaker Level
Instelbereik: –10,0 dB t/m +10,0 dB
Begininstelling: 0,0 dB
Instelstap: 0,5 dB
Front L instellen van de balans van de linker voor-
luidspreker.
Front R instellen van de balans van de rechter voor-
luidspreker.
Center instellen van de balans van de midden-
luidspreker.
Surround L instellen van de balans van de linker
surround-luidspreker.
Surround R instellen van de balans van de rechter
surround-luidspreker.
Surround Back L instellen van de balans van de
linker surround achter-luidspreker.
Surround Back R instellen van de balans van de
rechter surround achter-luidspreker.
Presence L instellen van de balans voor de linker
aanwezigheidsluidspreker.
Presence R instellen van de balans voor de rechter
aanwezigheidsluidspreker.
Subwoofer instellen van de balans van de subwoofer.
y
Om de correcte THX referentieniveaus in te kunnen stellen, dient
u de Test Tone te gebruiken (zie bladzijde 83).
U kunt het niveau niet instellen voor kanalen die zijn ingesteld
op “None” via Speaker Set.
Als u slechts één surround achter-luidspreker gebruikt, dient u
deze aan te sluiten op de SURROUND BACK (SINGLE)
aansluiting en dient u de balans in te stellen met
Surround Back L.
Opmerkingen
Meter
Feet
Front L
Front R
Subwoofer
Unit
Presence R
Opmerkingen
Speaker Distance
Presence R
Subwoofer
Speaker Level
Speaker Set
Front R
Center
Front L
THX Set
87
SYSTEEM OPTIES
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
THX Set (THX instellingen)
Hiermee kunt u handmatig de THX instellingen wijzigen.
Manual Setup > Basic > THX Set >
SB Speaker Dist. (Afstand surround achter-
luidspreker)
Hiermee kunt u het surround geluidsveld optimaliseren
wanneer u de surround achter-luidsprekers uit elkaar moet
plaatsen.
Keuzes:
Modellen voor de V.S. en Canada:
under 1ft, 1 – 4ft, over 4ft
Overige modellen: under 0.3m, 0.3 – 1.2m, over 1.2m
Selecteer “under 0.3m” of “under 1ft” als de afstand
tussen de twee surround achter-luidsprekers minder is
dan 0,3 m (1 ft).
Selecteer “0.3 – 1.2m” of “1 – 4ft” als de afstand
tussen de twee surround achter-luidsprekers tussen de
0,3 en de 1,2 m (1 t/m 4 ft) is.
Selecteer “over 1.2m” of “over 4ft” als de afstand
tussen de twee surround achter-luidsprekers meer is
dan 1,2 m (4 ft).
Via dit menu kunt u de optionele systeeminstellingen
wijzigen.
1 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk
vervolgens op GUI TOP op de
afstandsbediening.
2 Druk op k / n op de afstandsbediening,
selecteer Manual Setup en druk vervolgens
op h.
3 Druk op k / n op de afstandsbediening,
selecteer Option en druk vervolgens op h.
4 Selecteer de gewenste parameters en druk
dan op h om de instelfunctie te openen en
de instellingen te wijzigen.
Speaker Level
Information
Input Mode
THX Set
SB Speaker Dist.
Output
Dimmer
Dimmer
Speaker B
Speaker B
Zone 3 Volume
Speaker Distance
Support Audio
Information
Input Mode
SB Speaker Dist.
0.3-1.2m
over 1.2m
Dimmer
Dimmer
Zone 3 Volume
Input Assign
under 0.3m
Manual Setup (Option)
GUI TOP
TITLE
BAND
AMP
SOURCE
TV
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET
Multi Zone
Dimmer
Audio Select
Decoder Mode
Sur.Initialize
Option
Basic
Video
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET
88
SYSTEEM OPTIES
5 Druk op ENTER op de afstandsbediening
wanneer u klaar bent met het wijzigen van de
instellingen.
Dimmer (Dimmer)
Hiermee kunt u de helderheid van het display op het
voorpaneel instellen.
Manual Setup > Option > Dimmer >
Instelbereik: –4 t/m 0
Multi Zone (Multi zone)
Gebruik deze functie om de Zone 2 en Zone 3 instellingen
aan te passen.
Manual Setup > Option > Multi Zone >
Keuzes: Speaker B, Zone2 Amplifier, Zone3 Amplifier,
Zone2 Volume, Zone3 Volume, Zone2 OSD
Speaker B (Luidsprekerset B)
Hiermee kunt u bepalen waar de voor-luidsprekers die zijn
aangesloten op SPEAKERS B zich bevinden.
Keuzes: Main, Zone B
Selecteer “Main” om de SPEAKERS A set en B aan/uit
te zetten wanneer de met de SPEAKERS B
aansluitingen verbonden luidsprekers zich in uw
luisterruimte bevinden.
Selecteer “Zone B” als de met de SPEAKERS B
aansluitingen verbonden luidsprekers zich in een
andere ruimte bevinden. Als SPEAKERS A wordt
uitgeschakeld en SPEAKERS B wordt ingeschakeld,
zullen alle luidsprekers in de eerste ruimte, inclusief de
subwoofer, worden uitgeschakeld en zal er alleen via
de SPEAKERS B geluid worden weergegeven.
Als u “Zone B” selecteert en een hoofdtelefoon in de PHONES
aansluiting op dit toestel doet, zal het geluid worden
weergegeven via de zowel de hoofdtelefoon als via
SPEAKERS B.
Wanneer er een DSP programma is geselecteerd zal het toestel
automatisch de Virtual CINEMA DSP functie inschakelen.
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET
Dimmer
Sur.Initialize
Multi Zone
0
Dimmer
Sur.Initialize
Audio Select
Multi Zone
Zone2 Amplifier
Zone3 Amplifier
Speaker B
Zone2 Volume
Opmerkingen
Zone2 Amplifier
Zone3 Amplifier
Speaker B
Main
Zone B
89
SYSTEEM OPTIES
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Zone2 Amplifier (Zone 2 versterker)
U kunt instellen hoe de Zone 2 luidsprekers versterkt
moeten worden.
Keuzes: EXT, INT:Sur., INT:PRNS, INT:BOTH
Selecteer “EXT” als u uw Zone 2 luidsprekers wilt
aansluiten op een externe versterker via de ZONE 2
OUTPUT aansluitingen op het achterpaneel van dit toestel.
Selecteer “INT:Sur.” om de ingebouwde
surroundversterker van dit toestel te gebruiken als u uw
Zone 2 luidsprekers rechtstreeks wilt aansluiten op de
PRESENCE/ZONE 2(3) luidspreker-aansluitingen op
het achterpaneel van dit toestel.
Selecteer “INT:PRNS” om de ingebouwde surround
achter-versterker van dit toestel te gebruiken als u uw
Zone 2 luidsprekers rechtstreeks wilt aansluiten op de
PRESENCE/ZONE 2(3) luidspreker-aansluitingen op
het achterpaneel van dit toestel.
Selecteer “INT:BOTH” om de ingebouwde surround-
en surround achter-versterkers van dit toestel te
gebruiken als u uw Zone 2 luidsprekers rechtstreeks
wilt aansluiten op zowel de PRESENCE/ZONE 2(3)
als de SURROUND/ZONE 2(3) luidspreker-
aansluitingen op het achterpaneel van dit toestel.
Als BI-AMP is ingesteld op ON via het ADVANCED SETUP
menu (zie bladzijde 95), zal er geen geluid worden
weergegeven via de geselecteerde luidspreker-aansluitingen
alhoewel INT:Sur., INT:PRNS en INT:BOTH kunnen worden
geselecteerd in het GUI menu.
Zone 2 en Zone 3 kunnen niet tegelijk gebruik maken van
dezelfde versterker. Als bijvoorbeeld INT:BOTH is ingesteld
voor Zone2 Amplifier, kan alleen EXT worden geselecteerd
voor Zone3 Amplifier, en vice versa.
De Intelligent Power AMP Assign functie van dit toestel zal in
de volgende gevallen in werking treden, zodat de surround- en
surround achter-versterkers van dit toestel automatisch worden
toegewezen aan de eerste ruimte voor gebruik van de surround
achter-luidsprekers die zijn aangesloten op de SURROUND
BACK luidspreker-aansluitingen in het 7.1-kanaals systeem.
Wanneer Zone2 Amplifier en Zone3 Amplifier ingesteld zijn op
respectievelijk INT:PRNS en EXT en Zone 2 is uitgeschakeld
Wanneer Zone2 Amplifier en Zone3 Amplifier ingesteld zijn op
respectievelijk EXT en INT:PRNS en Zone 3 is uitgeschakeld
Als Zone2 Amplifier of Zone3 Amplifier is ingesteld op
INT:Sur. of INT:BOTH, zullen Surround (zie bladzijde 84),
Surround Back (zie bladzijde 84) en Presence (zie bladzijde 85)
bij Speaker Set allemaal automatisch op None worden
ingesteld. Als resultaat hiervan wordt het luidsprekersysteem in
de eerste ruimte beperkt tot 3.1 of 2.1-kanaals weergave
ongeacht of Zone 2 of Zone 3 uit staat omdat de
SURROUND/ZONE 2(3) luidspreker-aansluitingen worden
gebruikt voor de aansluitingen voor die zone.
Zone3 Amplifier (Zone 3 versterker)
U kunt instellen hoe de Zone 3 luidsprekers versterkt
moeten worden.
Keuzes: EXT, INT:Sur., INT:PRNS, INT:BOTH
Selecteer “EXT” als u uw Zone 3 luidsprekers
wilt aansluiten op een externe versterker via de ZONE 2
OUTPUT aansluitingen op het achterpaneel van dit toestel.
Selecteer “INT:Sur.” om de ingebouwde
surroundversterker van dit toestel te gebruiken als u uw
Zone 3 luidsprekers rechtstreeks wilt aansluiten op de
PRESENCE/ZONE 2(3) luidspreker-aansluitingen op
het achterpaneel van dit toestel.
Selecteer “INT:PRNS” om de ingebouwde surround
achter-versterker van dit toestel te gebruiken als u uw
Zone 3 luidsprekers rechtstreeks wilt aansluiten op de
PRESENCE/ZONE 2(3) luidspreker-aansluitingen op
het achterpaneel van dit toestel.
Selecteer “INT:BOTH” om de ingebouwde surround-
en surround achter-versterkers van dit toestel te
gebruiken als u uw Zone 3 luidsprekers rechtstreeks
wilt aansluiten op zowel de PRESENCE/ZONE 2(3)
als de SURROUND/ZONE 2(3) luidspreker-
aansluitingen op het achterpaneel van dit toestel.
Als BI-AMP is ingesteld op ON via het ADVANCED SETUP
menu (zie bladzijde 95), zal er geen geluid worden
weergegeven via de geselecteerde luidspreker-aansluitingen
alhoewel INT:Sur., INT:PRNS en INT:BOTH kunnen worden
geselecteerd in het GUI menu.
Zone 2 en Zone 3 kunnen niet tegelijk gebruik maken van
dezelfde versterker. Als bijvoorbeeld INT:BOTH is ingesteld
voor Zone2 Amplifier, kan alleen EXT worden geselecteerd
voor Zone3 Amplifier, en vice versa.
De Intelligent Power AMP Assign functie van dit toestel zal in
de volgende gevallen in werking treden, zodat de surround- en
surround achter-versterkers van dit toestel automatisch worden
toegewezen aan de eerste ruimte voor gebruik van de surround
achter-luidsprekers die zijn aangesloten op de SURROUND
BACK luidspreker-aansluitingen in het 7.1-kanaals systeem.
Wanneer Zone2 Amplifier en Zone3 Amplifier ingesteld zijn op
respectievelijk INT:PRNS en EXT en Zone 2 is uitgeschakeld
Wanneer Zone2 Amplifier en Zone3 Amplifier ingesteld zijn op
respectievelijk EXT en INT:PRNS en Zone 3 is uitgeschakeld
Als Zone2 Amplifier of Zone3 Amplifier is ingesteld op
INT:Sur. of INT:BOTH, zullen Surround (zie bladzijde 84),
Surround Back (zie bladzijde 84) en Presence (zie bladzijde 85)
bij Speaker Set allemaal automatisch op None worden
ingesteld. Als resultaat hiervan wordt het luidsprekersysteem in
de eerste ruimte beperkt tot 3.1 of 2.1-kanaals weergave
ongeacht of Zone 2 of Zone 3 uit staat omdat de
SURROUND/ZONE 2(3) luidspreker-aansluitingen worden
gebruikt voor de aansluitingen voor die zone.
Opmerkingen
Speaker B
Zone3 Amplifier
Zone2 Volume
Zone2 Amplifier
EXT
INT:Sur.
INT:PRNS
Opmerkingen
Speaker B
Zone2 Amplifier
Zone2 Volume
Zone3 Volume
Zone3 Amplifier
EXT
INT:Sur.
INT:PRNS
90
SYSTEEM OPTIES
Zone2 Volume (Zone 2 volume)
Hiermee kunt u bepalen hoe de volumeregeling zal
werken met betrekking tot de ZONE 2 OUTPUT
aansluitingen. Wanneer de versterker voor Zone 2 is
ingesteld op “Internal”, zal deze functie automatisch
worden ingesteld op “Variable”.
Keuzes: Fixed, Variable
Kies “Fixed” om het ZONE 2 OUTPUT volumeniveau
vast te zetten op een standaard niveau.
Kies “Variable” om het ZONE 2 OUTPUT volume
tegelijkertijd met VOL +/– op de afstandsbediening te
kunnen regelen.
Zone3 Volume (Zone 3 volume)
Hiermee kunt u bepalen hoe de volumeregeling zal
werken met betrekking tot de ZONE 3 OUTPUT
aansluitingen.
Keuzes: Fixed, Variable
Kies “Fixed” om het ZONE 3 OUTPUT volumeniveau
vast te zetten op een standaard niveau.
Kies “Variable” om het ZONE 3 OUTPUT volume
tegelijkertijd met VOL +/– op de afstandsbediening te
kunnen regelen.
Zone2 OSD (Zone 2 in-beeld display)
Met deze functie kunt u de bedieningsinformatie voor
Zone 2 en Zone 3 laten weergeven op het Zone 2
beeldscherm dat is aangesloten op de ZONE 2 VIDEO
aansluitingen op het achterpaneel van dit toestel. De
informatie voor Zone 2 en Zone 3 zal als volgt worden
getoond:
De signaalbron voor Zone 2 en Zone 3
Het volumeniveau voor Zone 2 en Zone 3
Of de geluidsweergave tijdelijk is uitgeschakeld (Mute)
voor Zone 2 en Zone 3
De instellingen voor de toonkleur in Zone 2 en Zone 3
Keuzes: Off, Zone2, Zone2&Zone3
Selecteer “Off” om geen bedieningsinformatie voor
Zone 2 en Zone 3 te laten weergeven op het Zone 2
beeldscherm.
Selecteer “Zone2” om alleen de bedieningsinformatie
voor Zone 2 te laten weergeven op het Zone 2
beeldscherm.
Selecteer “Zone2&Zone3” om de bedieningsinformatie
voor zowel Zone 2 als Zone 3 te laten weergeven op het
Zone 2 beeldscherm.
Als Zone2 OSD is ingesteld op Zone2&Zone3, zullen
wijzigingen in de bedieningstoestand voor Zone 3 worden
weergegeven op het Zone 2 beeldscherm. Als bijvoorbeeld de
signaalbron voor Zone 3 wordt veranderd terwijl u in Zone 2
naar de tv kijkt, zal de naam van de nieuwe signaalbron voor
Zone 3 worden weergegeven op uw tv in Zone 2.
Als Zone2 OSD is ingesteld op Zone2&Zone3, zal de
weergegeven informatie voor Zone 2 en Zone 3 afhangen van
het feit of Zone 2 en Zone 3 zijn ingeschakeld met
ZONE 2 ON/OFF en ZONE 3 ON/OFF op het voorpaneel (zie
bladzijde 109).
Als zowel Zone 2 als Zone 3 zijn ingeschakeld, zullen de
videosignalen van de huidige signaalbron voor Zone 2 en het
correponderende in-beeld display worden weergegeven op het
Zone 2 beeldscherm.
Als Zone 2 is uitgeschakeld en Zone 3 is ingeschakeld, zal
alleen het corresponderende in-beeld display worden
weergegeven op een grijze achtergrond, ongeacht de
REC OUT/ZONE 2 status op het voorpaneel.
Als Zone 2 is ingeschakeld en Zone 3 is uitgeschakeld, zullen
de videosignalen van de huidige signaalbron voor Zone 2 en
het corresponderende in-beeld display worden weergegeven
op het Zone 2 beeldscherm.
Als zowel Zone 2 als Zone 3 is uitgeschakeld, zullen er geen
videosignalen of in-beeld displays worden weergegeven op
het Zone 2 beeldscherm.
Zone2 Amplifier
Zone3 Amplifier
Zone3 Volume
Zone2 OSD
Zone2 Volume
Variable
Fixed
Zone3 Amplifier
Zone2 Volume
Zone2 OSD
Zone3 Volume
Variable
Fixed
Opmerkingen
Zone2 Volume
Zone3 Volume
Zone2 OSD
Off
Zone2
Zone2&Zone3
91
SYSTEEM OPTIES
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Sur.Initialize (Surround initialiseren)
Hiermee kunt u de instellingen voor alle
geluidsveldprogramma’s in een
geluidsveldprogrammagroep tegelijk initialiseren.
Wanneer u een geluidsveldprogrammagroep initialiseert,
zullen alle gewijzigde instellingen voor de programma’s in
die groep worden teruggezet op hun beginwaarden.
Gewijzigde instellingen voor geluidsveldparameters
worden blauw aangegeven.
Manual Setup > Option > Sur.Initialize
Keuzes: STEREO, MUSIC, ENTERTAINMENT,
MOVIE THEATER, SURROUND, All
Druk net zo vaak op k / n tot u het
geluidsveldprogramma geselecteerd heeft dat u wilt
initialiseren en druk dan op ENTER.
Selecteer “All” om alle geluidsveldparameters terug te
zetten op hun beginwaarden.
Er kunnen geen geluidsveldprogramma’s worden geïnitialiseerd
wanneer u Memory Guard heeft ingesteld op “On”
(zie bladzijde 91).
Audio Select (Audio selectie)
Gebruik deze functie om de standaard ingangsfunctie te
bepalen die wordt ingesteld wanneer het toestel aan wordt
gezet en er een signaalbron (zoals een DVD-speler) is
aangesloten op de DIGITAL INPUT aansluitingen van dit
toestel.
Manual Setup > Option > Audio Select
Keuzes: Auto, Last
Selecteer “Auto” als dit toestel automatisch het soort
ingangssignaal wilt laten detecteren en de juiste
ingangsfunctie wilt laten selecteren.
Kies “Last” om het toestel automatisch de
ingangsfunctie in te laten schakelen die het laatst met
de aangesloten signaalbron gebruikt is.
Bij “Last” zal niet de laatst gebruikte instelling voor de
EXTD SUR. toets worden opgeroepen.
Decoder Mode (Decoderfunctie)
U kunt bepalen welke decoder door dit toestel wordt
gebruikt.
Manual Setup > Option > Decoder Mode
Keuzes: Auto, Last
Selecteer “Auto” als u dit toestel automatisch het soort
ingangssignaal wilt laten detecteren en de juiste
decoder wilt laten selecteren.
Kies “Last” om het toestel automatisch de decoder in te
laten schakelen die het laatst met de aangesloten
signaalbron gebruikt is.
Memory Guard (Geheugenbeveiliging)
Met deze functie kunt u voorkomen dat de DSP
programma instellingen en andere systeeminstellinge per
abuis gewijzigd worden.
Manual Setup > Option > Memory Guard
Keuzes: Off, On
Selecteer “On” om het volgende te beveiligen:
DSP programma instellingen
Alle menu-items behalve Memory Guard en System
Memory – Load.
In het algemeen wordt de bediening via het voorpaneel of de
afstandsbediening niet beïnvloed wanneer Memory Guard is
ingesteld op “On”. U kunt echter niet meer de toonregeling via
Tone Control gebruiken.
Opmerking
Opmerking
Multi Zone
Dimmer
STEREO
MUSIC
ENTERTAINMENT
MOVIE THEATER
SURROUND
All
Audio Select
Decoder Mode
Sur.Initialize
Multi Zone
Audio Select
Sur.Initialize
Decoder Mode
Auto
Last
Memory Guard
Opmerking
Sur. Initialize
Decoder Mode
Audio Select
HDMI Set
Memory Guard
Auto
Last
HDMI Set
Decoder Mode
Audio Select
Memory Guard
Off
On
92
SYSTEEM OPTIES
HDMI Set (HDMI instellingen)
Hiermee kunt u de door HDMI ondersteunde audio
instellen.
Support Audio (Audio ondersteuning)
Gebruik deze functie om te kiezen of u HDMI
audiosignalen wilt laten weergeven via dit toestel zelf of
via een andere HDMI component die is verbonden met de
HDMI OUT aansluiting op het achterpaneel van dit
toestel.
Keuzes: RX-V2600, Other
Kies “RX-V2600” om HDMI audiosignalen weer te
laten geven door dit toestel. De HDMI audiosignalen
die binnenkomen via de HDMI IN aansluitingen van
dit toestel worden niet gereproduceerd via de HDMI
component die is verbonden met de HDMI OUT
aansluiting op het achterpaneel van dit toestel.
Selecteer “Other” om HDMI audiosignalen weer te
laten geven met een andere HDMI component die is
aangesloten op de HDMI OUT aansluiting op het
achterpaneel van dit toestel.
De HDMI videosignalen die binnenkomen via de HDMI IN 1 of
HDMI IN 2 aansluiting van dit toestel, worden altijd
gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting van dit toestel.
Met deze functie kunt u maximaal zes van uw favoriete
instellingen opslaan zodat u ze later makkelijk weer op
kunt roepen. U kunt instellingen als de volgende opslaan:
Geluidsveldprogramma parameters
Luidsprekerinstellingen
Kanaalinstellingen
•LFE niveau
Inste voor het dynamisch bereik
Inste voor de parametrische equalizer
Opslaan van instellingen
1 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk
vervolgens op GUI TOP op de
afstandsbediening.
Het hoofdscherm (top) zal nu verschijnen.
2 Druk herhaaldelijk op k / n op de
afstandsbediening, selecteer System
Memory en druk vervolgens op h.
3
Selecteer Save en druk vervolgens op ENTER.
De huidige instellingen van het toestel worden aangegeven.
4 Druk herhaaldelijk op k / n op de
afstandsbediening om het geheugennummer
waaronder u deze instellingen wilt opslaan te
selecteren en druk dan op h.
“Save: ENTER” zal rechts onderaan het venster verschijnen.
5 Druk op ENTER om de instellingen definitief
op te slaan.
Opmerking
Memory Guard
Decoder Mode
HDMI Set
Support Audio
Support Audio
Other
RX-V2600
System Memory
GUI TOP
TITLE
BAND
AMP
SOURCE
TV
Sound
Video
Option
Basic
Manual Setup
Auto Setup
System Memory
Input Select
Stereo/Surround
Sci-Fi
Speaker
SpeakerCH
LFE Level
D-Range
PEQ
A:ON B:OFF
3/4/0.1
0dB
MAX
Reset
Current
Memory 1
Memory 2
93
SYSTEEM OPTIES
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Laden van instellingen
1 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk
vervolgens op GUI TOP op de
afstandsbediening.
Het hoofdscherm (top) zal nu verschijnen.
2 Druk herhaaldelijk op k / n op de
afstandsbediening, selecteer System
Memory en druk vervolgens op h.
3 Selecteer Load en druk vervolgens op
ENTER.
4 Druk herhaaldelijk op k / n op de
afstandsbediening om het geheugennummer
met de instellingen die u wilt laden te
selecteren en druk dan op h.
“Load: ENTER” zal rechts onderaan het venster
verschijnen.
5 Druk op ENTER om deze instellingen
definitief te laden.
y
De Memory 1 en Memory 2 instellingen kunt u eenvoudig
oproepen door op MEMORY 1/2 op de afstandsbediening te
drukken.
Wanneer u op MEMORY 1 drukt, zal de melding
“Load Memory 1? Yes:Press Again” zal verschijnen op het
display op het voorpaneel. Druk nog eens op MEMORY 1
om de instellingen op te roepen.
Wanneer u op MEMORY 2 drukt, zal de melding
“Load Memory 2? Yes:Press Again” zal verschijnen op het
display op het voorpaneel. Druk nog eens op MEMORY 2
om de instellingen op te roepen.
Hiermee kunt u kiezen in welke taal de menu’s van het
GUI (Grafische gebruikersinterface) in-beeld display
moeten worden getoond.
Keuzes: English (Engels), (Japans),
Français (Frans), Deutsch (Duits),
Español (Spaans)
y
U kunt de taal voor het GUI in-beeld display ook kiezen met de
LANG. parameter in de ADVANCED SETUP op het display op
het voorpaneel (zie bladzijde 95).
1 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk
vervolgens op GUI TOP op de
afstandsbediening.
Het hoofdscherm (top) zal nu verschijnen.
2 Druk herhaaldelijk op k / n op de
afstandsbediening, selecteer Language en
druk vervolgens op h.
3 Druk herhaaldelijk op k / n op de
afstandsbediening om de gewenste taal in te
stellen.
4 Druk op ENTER om uw keuze te bevestigen.
GUI TOP
TITLE
BAND
AMP
SOURCE
TV
Sci-Fi
Speaker
SpeakerCH
LFE Level
D-Range
PEQ
A:ON B:OFF
3/4/0.1
0dB
MAX
Reset
Current
Memory 1
Memory 2
Memory 3
0
MEMORY1 2
9
0
MEMORY1 2
9
Language
GUI TOP
TITLE
BAND
AMP
SOURCE
TV
Sound
Video
Option
Basic
Manual Setup
Auto Setup
System Memory
Input Select
Stereo/Surround
Français
English
Language
Signal Info.
System Memory
GEAVANCEERDE SETUP
94
Dit toestel heeft extra menu’s die worden getoond op het display op het voorpaneel. Het ADVANCED SETUP menu
biedt aanvullende handelingen om de manier waarop dit toestel functioneert aan te passen. Verander de begininstellingen
(hieronder vet gedrukt aangeduid) op basis van uw specifieke systeem en uw voorkeuren.
1 Druk op MASTER ON/OFF op het voorpaneel
zodat deze naar buiten komt in de OFF stand
om dit toestel, Zone 2 en Zone 3 uit te
schakelen.
2 Houd STRAIGHT (EFFECT) op het
voorpaneel ingedrukt en druk vervolgens
MASTER ON/OFF naar binnen in de ON stand
om dit toestel in te schakelen.
3 Verdraai PROGRAM op het voorpaneel en
selecteer de parameter waarvoor u de
instelling wilt wijzigen.
De naam van de geselecteerde parameter verschijnt
op het display op het voorpaneel.
Zie bladzijde 94 en 95 voor een complete lijst met
alle beschikbare parameters.
4
Druk herhaaldelijk op STRAIGHT (EFFECT) op
het voorpaneel om de instelling te wijzigen.
5
Druk op MASTER ON/OFF op het voorpaneel
zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om
de nieuwe instelling op te slaan en dit toestel,
Zone 2 en Zone 3 uit (standby) te schakelen.
y
De nieuwe instelling zal in werking treden wanneer u de volgende
keer MASTER ON/OFF naar binnen in de ON stand drukt om dit
toestel, Zone 2 en Zone 3 in te schakelen.
De bedieningstoetsen op de afstandsbediening en VOLUME en
de andere bedieningsorganen op het voorpaneel met
uitzondering van MASTER ON/OFF, STRAIGHT (EFFECT)
en PROGRAM zullen niet werken wanneer u het
ADVANCED SETUP menu aan het gebruiken bent.
Zone 2, Zone 3 en de luidsprekers worden alle uitgeschakeld en
alle audio- en videoweergave wordt tijdelijk uitgeschakeld terwijl
u het ADVANCED SETUP menu aan het gebruiken bent.
Het ADVANCED SETUP menu is alleen beschikbaar via het
display op het voorpaneel.
Luidsprekerimpedantie SP IMP.
Gebruik deze functie om de impedantie van het toestel aan
te passen aan die van uw luidsprekers.
Keuzes: 6MIN, 8MIN
Selecteer 6MIN voor luidsprekers van 6 Ohm of
hoger.
Selecteer 8MIN voor luidsprekers van 8 Ohm of
hoger.
Gebruikersinstelling PRESET
Hiermee kunt u alle instellingen van dit toestel terugzetten
op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen, met
uitzondering van System Memory en AUTO SETUP.
Keuzes: CANCEL, RESET
Selecteer CANCEL als u de instellingen van dit toestel
niet wilt terugzetten.
Select RESET om de instellingen van dit toestel terug te zetten.
Deze instelling heeft geen effect op de ADVANCED SETUP
menu parameters.
De oorspronkelijke fabrieksinstellingen worden weer van kracht
wanneer het toestel de volgende keer wordt ingeschakeld.
GEAVANCEERDE SETUP
Gebruik van ADVANCED SETUP
MASTER
ON
OFF
STRAIGHT
EFFECT
MASTER
ON
OFF
PROGRAM
SP IMP.-8 MIN
ADVANCED SETUP
Huidige instellingNaam van de geselecteerde
parameter
Opmerkingen
Opmerkingen
STRAIGHT
EFFECT
MASTER
ON
OFF
95
GEAVANCEERDE SETUP
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Sensor voor de afstandsbediening
REMOTE SEN
Hiermee kunt u de ontvanger voor de signalen van de
afstandsbediening die zich bevindt op het voorpaneel aan
of uit zetten.
Keuzes: ON, OFF
Selecteer ON als u de ontvanger voor de signalen van
de afstandsbediening aan wilt zetten.
Selecteer OFF als u de ontvanger voor de signalen van
de afstandsbediening uit wilt zetten.
In de meeste gevallen raden we u aan deze instelling op ON te
laten staan.
Wake on RS-232C access WAKE ON 232C
Hiermee kunt u dit toestel gegevens via de RS-232C interface
laten versturen terwijl het toestel uit (standby) staat.
Keuzes: Y (Ja), N (Nee)
Selecteer Y om dit toestel gegevens te kunnen laten
versturen via de RS-232C interface.
Selecteer N om dit toestel geen gegevens te kunnen
laten versturen via de RS-232C interface.
Afstandsbediening AMP ID REMOTE AMP
Hiermee stelt u het AMP ID nummer van dit toestel in
voor herkenning van afstandsbedieningssignalen
(zie bladzijde 99).
Keuzes: ID1, ID2
Selecteer ID1 wanneer de AMP-archiefcode voor de
afstandsbediening is ingesteld op 2001.
Selecteer ID2 wanneer de AMP-archiefcode voor de
afstandsbediening is ingesteld op 2002.
U moet de corresponderende afstandsbedieningscode instellen op
de afstandsbediening.
Afstandsbediening tuner ID REMOTE TUN
Hiermee stelt u het tuner ID nummer van dit toestel in
voor herkenning van afstandsbedieningssignalen
(zie bladzijde 99).
Keuzes: ID1, ID2
Selecteer ID1 wanneer de tuner-archiefcode voor de
afstandsbediening is ingesteld op 2602.
Selecteer ID2 wanneer de tuner-archiefcode voor de
afstandsbediening is ingesteld op 2603.
U moet de corresponderende afstandsbedieningscode instellen op
de afstandsbediening.
Ventilator instelling FAN MODE
U kunt de werking van de koelventilator van dit toestel
ook apart instellen.
Keuzes: AUTO, CONT.
Selecteer AUTO om de ventilator automatisch te laten
reageren op de temperatuur van dit toestel.
Selecteer CONT. om de ventilator continu te laten
draaien, ongeacht de temperatuur van dit toestel.
Afstemstap tuner TU
(Alleen modellen voor Azië en algemene
modellen)
Hiermee kunt u de afstemstap van de tuner aanpassen aan
de ruimte tussen zendfrequenties in uw gebied.
Keuzes: AM10/FM100, AM9/FM50
Selecteer AM10/FM100 voor Noord, Midden en Zuid
Amerika.
Selecteer AM9/FM50 voor alle andere gebrieden.
Bi-AMP BI-AMP
Hiermee kunt u de bi-AMP functie an of uit zetten.
Keuzes: ON, OFF
Selecteer ON als u de bi-AMP functie aan wilt zetten.
Selecteer OFF als u de bi-AMP functie uit wilt zetten.
Wanneer BI-AMP is ingesteld op ON, kunnen de
SURROUND BACK aansluitingen niet worden gebruikt om
surround achter-luidsprekers aan te sluiten omdat de
SURROUND BACK aansluitingen al worden gebruikt voor de bi-
AMP aansluitingen (zie bladzijde 19).
Video terugzetten V-RESET
Hiermee kunt u de parameter instellingen voor Dimmer in
het Option initialiseren (zie bladzijde 88). Deze functie is
handig als de SET MENU items niet worden weergegeven
op uw beeldscherm omdat de CMPNT I/P instelling niet
overeenkomt met de mogelijkheden van uw beeldscherm.
Als uw beeldscherm niet geschikt is voor analoge
videosignalen met een 480p (NTSC) of 576p (PAL)
resolutie, is het mogelijk dat de SET MENU items niet op
uw beeldscherm getoond kunnen worden wanneer
Component I/P is ingesteld op On (zie bladzijde 81).
Keuzes: YES, CANCEL
De parameter instelling voor Dimmer wordt niet geïnitialiseerd
(zie bladzijde 88).
Tv-systeem TV FORMAT
Hiermee kunt u het kleurweergavesysteem van uw tv
instellen.
Keuzes: PAL, NTSC
Begininstelling:
NTSC (Modellen voor de V.S., Canada, Korea en
algemene modellen)
PAL (Overige modellen)
Deze parameter instelling heeft alleen invloed op het beeldscherm
dat is aangesloten op de MONITOR OUT aansluitingen en niet
op het Zone 2 beeldscherm dat is aangesloten op de ZONE 2
VIDEO aansluitingen.
GUI taalkeuze LANG.
Hiermee kunt u kiezen in welke taal de menu’s van het
GUI (Grafische gebruikersinterface) in-beeld display van
dit toestel moeten worden getoond.
Keuzes: ENGLISH (Engels), JAPANESE (Japans),
FRENCH (Frans), GERMAN (Duits),
SPANISH (Spaans)
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Opmerking
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
96
Naast dit toestel kan de afstandsbediening ook andere audio- en videocomponenten van YAMAHA en van andere
fabrikanten aansturen. Om andere componenten te kunnen bedienen, moet u de juiste afstandsbedieningscodes instellen
op de afstandsbediening. Deze afstandsbediening is tevens voorzien van een ‘leerfunctie’ waarmee u functies kunt
overnemen van andere infrarode afstandsbedieningen.
Bedienen van dit toestel
De grijze toetsen kunnen worden gebruikt om dit toestel te
bedienen nadat u AMP/SOURCE/TV op AMP gezet heeft
om de AMP bedieningsfunctie in te schakelen.
Bedienen van andere componenten
De grijs aangegeven toetsen hieronder kunnen worden
gebruikt om andere componenten te bedienen. De functies
van de toetsen hangen mede af van de geselecteerde
componenten. Selecteer de component die u wilt bedienen
met een ingangskeuzetoets of met SELECT k / n. De
naam van de geselecteerde component zal verschijnen in
het uitleesvenster.
Bedienen van optionele apparatuur (OPTN set)
OPTN is een extra set bedieningstoetsen die kan worden geprogrammeerd met afstandsbedieningsfuncties die verder los
staan van de aangesloten signaalbronnen. Deze set is handig voor het programmeren van instructies die u alleen als
onderdeel van een macrofunctie wilt gebruiken of waarvoor geen geldige afstandsbedieningscode bestaat.
Om de OPTN set bedieningstoetsen te selecteren dient u net zo vaak op
n
te drukken tot OPTN in het uitleesvenster verschijnt.
U kunt voor deze set bedieningstoetsen geen afstandsbedieningscode instellen. Zie bladzijde 100 voor het programmeren van toetsen in
deze set bedieningstoetsen.
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Bedieningstoetsen
B
CLEAR
LEARN
RE–NAME
MENU
FREQ/RDS EON MODE PTY SEEK START
REC
DISC SKIP
EFFECT
RETURN
DISPLAY
STRAIGHT
BAND
A/B/C/D/E
NIGHT
AUDIO
PURE DIRECT
ENTER
GUI TOP
TITLE
SELECT
DTV DVR/VCR2VCR 1 DVD
V
-
AUX
CBL/SAT MD/TAPE
CD-R
PHONO TUNER CD
MULTI CH IN
1 2B
THX
STANDARD SELECT EXTD SUR.
STEREO MUSIC ENTERTAIN MOVIE
VOLUME
+
3421
90
+10
ENT.
5678
POWER POWER
POWER
STANDBY
AVTV
SLEEP
AUDIO SEL
A
CH
+
TV VOL
TV MUTE TV INPUT
MUTE
+
AMP
SOURCE
TV
MACROONOFF
A
SPEAKERSMEMORY
PRESET
EXIT
FREQ/TEXT EON MODE PTY SEEK START
De toetsen binnen
de stippellijnen
kunnen in elke stand
worden gebruikt om
dit toestel te
bedienen
(POWER,
STANDBY,
SLEEP,
AUDIO SEL, de
ingangsselectietoets
en, VOLUME +/–,
MUTE,
STRAIGHT
(EFFECT) en
PURE DIRECT).
AMP/SOURCE/
TV
Zet op AMP om
dit toestel te
bedienen.
Uitleesvenster
CLEAR
LEARN
RE–NAME
EXIT
MENU
FREQ/RDS EON MODE PTY SEEK START
REC
DISC SKIP
EFFECT
RETURN
DISPLAY
STRAIGHT
BAND
PRG SELECT
A/B/C/D/E
NIGHT
AUDIO
PURE DIRECT
ENTER
TOP
TITLE
SELECT
DTV DVR/VCR2VCR 1 DVD
V
-
AUX
CBL/SAT MD/TAPE
CD-R
PHONO TUNER CD
MULTI CH IN
1 2B
THX
STANDARD SELECT EXTD. SUR
STEREO MUSIC ENTERTAIN MOVIE
VOL
+
3421
90
+10
ENT.
5678
POWER POWER
POWER
STANDBY
AVTV
SLEEP
AUDIO SELECT
A
B
CH
+
TV VOL
TV MUTE TV INPUT
MUTE
+
AMP
SOURCE
TV
MACROONOFF
A
SPEAKERSMEMORY
PRESET
MENU
FREQ/RDS
FREQ/RDS
EON
EON
MODE
MODE
PTY SEEK
PTY SEEK
START
START
REC
DISC SKIP
RETURN
DISPLAY
BAND
A/B/C/D/E
NIGHT
AUDIO
ENTER
GUI TOP
TITLE
1 2B
THX
STANDARD SELECT EXTD SUR.
STEREO MUSIC ENTERTAIN MOVIE
3421
90
+10
ENT.
5678
POWER POWER
AV
TV
CH
+
TV VOL
TV MUTE TV INPUT
+
A
SPEAKERSMEMORY
PRESET
EXIT
FREQ/TEXT EON MODE PTY SEEK START
Component set
bedieningstoetsen
Door de juiste
afstandsbedieningscode
in te stellen kunt u tot
maximaal
14 verschillende
componenten bedienen
(zie bladzijde 98).
Met de A toets en de
ingangskeuzetoetsen
kunt u zoals hieronder
aangegeven een
andere set
bedieningstoetsen
kiezen.
*
Gebruik de
A toets om
andere
componenten te
bedienen,
ongeacht of ze
op dit toestel
zijn aangesloten
of niet.
Fabrieksinstelling:
A...Cassettedeck
Uitleesvenster
AMP/
SOURCE/TV
Zet op SOURCE om
de met de
ingangskeuzetoetsen
geselecteerde
component te
bedienen.
Zet op TV
om de
televisie te bedienen
(u moet de juiste
afstandsbedieningscode
hebben ingesteld voor
DTV of PHONO).
SELECT k / n
schakelt de
bediening over naar
een andere
component zonder
de op dit toestel
ingestelde
signaalbron te
veranderen.
Opmerking
97
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Wanneer u de bijbehorende fabrikantencodes heeft
ingesteld, kunt u met deze afstandsbediening ook uw
andere apparatuur bedienen. Het is mogelijk dat sommige
toetsen niet het verwachte effect hebben op uw apparatuur.
Gebruik de ingangskeuzetoetsen om de component te
selecteren die u wilt bedienen. De afstandsbediening zal
automatisch overschakelen naar de bedieningsfunctie voor
die component.
*1
Deze toets werkt alleen wanneer de originele afstandsbediening van de component in kwestie een POWER (aan/uit) toets heeft.
*2
Met deze toetsen kunt u uw TV bedienen zonder de signaalbron om te schakelen indien de juiste afstandsbedieningscode is ingesteld onder DTV of PHONO.
Als u uw TV heeft ingesteld voor zowel de DTV als de PHONO set bedieningstoetsen, zal voorrang worden gegeven aan het signaal voor de DTV set.
*3
Met deze toetsen kunt u uw videorecorder bedienen zonder de signaalbron om te schakelen naar VCR 1 indien de juiste
afstandsbedieningscode is ingesteld onder VCR 1.
Bedienen van andere componenten
FREQ/TEXT EON MODE PTY SEEK START
CLEAR
LEARN
RE–NAME
MENU
REC
DISC SKIP
EFFECT
RETURN
DISPLAY
STRAIGHT
BAND
A/B/C/D/E
NIGHT
AUDI O
PURE DIRECT
ENTER
GUI TOP
TITLE
1
2B
THX
STANDARD SELECT EXTD SUR.
STEREO
MUSIC ENTERTAIN MOVIE
VOL
+
3421
90
+10
ENT.
5678
CH
+
TV VOL
TV MUTE TV INPUT
MUTE
+
SOURCE
TV
MACROONOFF
A
SPEAKERSMEMORY
B
MENU
EFFECT
RETURN
DISPLAY
STRAIGHT
BAND
A/B/C/D/E
NIGHT
AUDIO
PURE DIRECT
ENTER
GUI TOP
TITLE
SELECT
DTV DVR/VCR2VCR 1 DV D
V
-
AUX
CBL/SAT MD/TAPE
CD-R
PHONO TUNER CD
MULTI CH IN
STEREO
MUSIC ENTERTAIN MOVIE
VOLUME
+
POWER POWER
POWER
STANDBY
AVTV
SLEEP
AUDIO SEL
A
CH
+
TV VOL
TV MUTE TV INPUT
MUTE
+
AMP
SOURCE
TV
PRESET
EXIT
PRESET
EXIT
FREQ/TEXT EON MODE PTY SEEK START
1
2
3
5
4
0
A
B
6
7
8
9
DVD-speler/
DVD-recorder
VCR
Kabel TV/
satellietontvanger
TV LD-speler CD-speler
MD-recorder/
CD-recorder
Cassettedeck Tuner
1 AV P OW E R
Aan/uit
*1
Aan/uit
*1
Aan/uit
*1
VCR aan/uit
*3
Aan/uit
*1
Aan/uit
*1
Aan/uit
*1
Aan/uit
*1
Aan/uit
*1
2 TV POWER
TV aan/uit
*2
TV aan/uit
*2
TV aan/uit
*2
Aan/uit
*1
TV aan/uit
*2
TV aan/uit
*2
TV aan/uit
*2
TV aan/uit
*2
TV aan/uit
*2
3 TV VOL +
TV volume +
*2
TV volume +
*2
TV volume +
*2
Volume +
TV volume +
*2
TV volume +
*2
TV volume +
*2
TV volume +
*2
TV volume +
*2
TV VOL –
TV volume –
*2
TV volume –
*2
TV volume –
*2
Volume –
TV volume –
*2
TV volume –
*2
TV volume –
*2
TV volume –
*2
TV volume –
*2
CH +
TV kanaal +
*2
Kanaal + Kanaal + Kanaal +
TV kanaal +
*2
TV kanaal +
*2
TV kanaal +
*2
TV kanaal +
*2
TV kanaal +
*2
CH –
TV kanaal –
*2
Kanaal – Kanaal – Kanaal –
TV kanaal –
*2
TV kanaal –
*2
TV kanaal –
*2
TV kanaal –
*2
TV kanaal –
*2
TV INPUT
TV ingang
*2
TV ingang
*2
TV ingang
*2
Ingang
TV ingang
*2
TV ingang
*2
TV ingang
*2
TV ingang
*2
TV ingang
*2
TV MUTE
TV geluid uit
*2
TV geluid uit
*2
TV geluid uit
*2
Tijdelijk
uitschakelen
geluidsweergave
TV geluid uit
*2
TV geluid uit
*2
TV geluid uit
*2
TV geluid uit
*2
TV geluid uit
*2
4 TITLE
Titel Titel Titel Titel Band
5 MENU
Menu Menu Menu
6 ENTER
Menu Enter Menu selectie Menu selectie
k Menu op Menu op Menu op
Voorkeuzekanaal
hoger (1 t/m 8)
n Menu neer Menu neer Menu neer
Voorkeuzekanaal
lager (1 t/m 8)
l Menu links Menu links Menu links
Voorkeuzekanaal
lager (A t/m E)
h Menu rechts Menu rechts Menu rechts Richting A/B
Voorkeuzekanaal
hoger (A t/m E)
7 RETURN
Terug Terug Terug Terug
8 1-9, 0, +10
Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen
9 ll
Terug zoeken Terug zoeken
VCR terug zoeken
*3
VCR terug zoeken
*3
Terug zoeken Terug zoeken Terug zoeken Terug zoeken
hh Vooruit zoeken Vooruit zoeken
VCR vooruit zoeken
*3
VCR vooruit zoeken
*3
Vooruit zoeken Vooruit zoeken Vooruit zoeken Vooruit zoeken
b Terug springen
Hoofdstuk/
Terug springen
Terug springen Terug springen Richting terug
a
Vooruit
springen
Hoofdstuk/
Vooruit springen
Vooruit
springen
Vooruit
springen
Richting
vooruit
REC/
DISC SKIP
Disc overslaan
(speler)
Opname (recorder)
Opname
VCR opname
*3
VCR opname
*3
Disc overslaan Opname Opname
s Stop Stop
VCR stop
*3
VCR stop
*3
Stop Stop Stop Stop
e Pauze Pauze
VCR pauze
*3
VCR pauze
*3
Pauze Pauze Pauze Pauze
h Weergave Weergave
VCR weergave
*3
VCR weergave
*3
Weergave Weergave Weergave Weergave
0 AUDIO
Audio Audio
A DISPLAY
Display Display Display Display Display Display
B ENTER
Enter Enter/oproepen
Enter/cijfertoets
98
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
U kunt andere componenten bedienen als u de bijbehorende
afstandsbedieningscodes heeft ingesteld. Voor elke set
bedieningstoetsen kan een code worden ingevoerd. Raadpleeg
de “LIJST MET AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het
eind van deze handleiding voor een complete lijst van alle
beschikbare afstandsbedieningscodes.
In de volgende tabel staan de standaard ingestelde
componenten (Archief: componentencategorie) en de
afstandsbedieningscode voor elke set bedieningstoetsen.
Standaardinstellingen afstandsbedieningscodes
Het is mogelijk dat u uw YAMAHA component niet zult kunnen
bedienen, ook al is er een YAMAHA afstandsbedieningscode
voorgeprogrammeerd zoals hierboven vermeld. Probeer in een dergelijk
geval een andere YAMAHA afstandsbedieningscode in te stellen.
1 Zet AMP/SOURCE/TV op SOURCE.
2
Druk op een ingangskeuzetoets om de
broncomponent die u wilt instellen te selecteren.
3 Houd vervolgens LEARN ongeveer
3 seconden ingedrukt met een balpen of iets
dergelijks.
De namen van het archief (bijv. L;DVD) en van de
geselecteerde component (bijv. DVD) zullen om en
om in het uitleesvenster verschijnen.
y
Als u een andere component wilt instellen, druk dan op de
ingangskeuzetoets of op SELECT k / n om de component
te selecteren.
U moet LEARN tenminste 3 seconden ingedrukt houden,
want anders wordt de ‘leerfunctie’ opgestart.
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal de instelfunctie automatisch worden
geannuleerd. Houd in dat geval LEARN nog eens
ingedrukt.
4 Als u een ander archief
(componentencategorie) wilt gebruiken,
dient u op l / h te drukken. U kunt een
ander soort component instellen.
Beschikbare archieven: L;DVD, L;DVR, L;LD,
L;CD, L;CDR, L;MD, L;TAP (cassettedeck),
L;TUN (tuner), L;AMP, L;TV, L;CAB (kabel),
L;SAT (satelliet), L;VCR
De code voor het tunerarchief (L;TUN) is
voorgeprogrammeerd voor de TUNER toets om dit toestel
te bedienen. De begininstelling voor de TUNER toets is
2602. Indien nodig kunt u echter de tunerarchiefcode
overschakelen naar één van de volgende codes.
De code voor het AMP-archief (L;AMP) is
voorgeprogrammeerd op 2001 om dit toestel te bedienen.
Indien nodig kunt u echter de AMP-archiefcode
overschakelen naar één van de volgende codes.
Instellen van afstandsbedieningscodes
Ingang
Archief
(componentencategorie)
Standaard
YAMAHA Code
A TAPE 2700
B LD 2200
PHONO TV –
TUNER TUNER 2602
CD CD 2300
MULTI CH
INPUT
DVD 2102
V-AUX VCR –
CBL/SAT CABLE
MD/TAPE MD 2500
CD-R CD-R 2400
DTV TV
VCR 1 VCR
DVR/VCR2 DVR 2807
DVD DVD 2102
Opmerking
AMP
SOURCE
TV
B
DTV DVR/VCR2VCR 1
DVD
V
-
AUX
CBL/SAT MD/TAPE
CD-R
PHONO TUNER CD
MULTI CH IN
SLEEP
AUDIO SEL
A
Opmerkingen
Opmerkingen
LEARN
99
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Instellen van AMP afstandsbedieningscodes
Selecteer één van de volgende codes om de AMP
afstandsbedieningscode voor de gewenste component in te stellen.
Zet AMP/SOURCE/TV op AMP of SOURCE en wijzig
vervolgens de instellingen voor de afstandsbedieningcode.
U moet ook de corresponderende AMP ID voor de
afstandsbediening instellen (zie bladzijde 95).
Bij gebruik van meerdere YAMAHA receivers/versterkers
is het mogelijk dat u de andere componenten tegelijkertijd
bedient als de standaard code is ingesteld. Stel in een
dergelijk geval een alternatieve code in zodat u dit toestel
apart kunt bedienen.
Instellen van tuner afstandsbedieningscodes
Selecteer één van de volgende codes om de tuner
afstandsbedieningscode voor de gewenste component in te
stellen.
Zet AMP/SOURCE/TV op SOURCE en druk dan op
TUNER op de afstandsbediening om de TUNER als
signaalbron te selecteren en de instellingen voor de
afstandsbedieningscode te kunnen wijzigen.
U moet ook de corresponderende tuner ID voor de
afstandsbediening instellen (zie bladzijde 95).
Bij gebruik van meerdere YAMAHA receivers/versterkers
is het mogelijk dat u de andere componenten tegelijkertijd
bedient als de standaard code is ingesteld. Stel in een
dergelijk geval een alternatieve code in zodat u dit toestel
apart kunt bedienen.
5 Druk op ENTER.
De viercijferige code voor de geselecteerde
component zal verschijnen in het uitleesvenster.
0000 zal in het uitleesvenster verschijnen wanneer er geen
code is ingesteld.
6 Gebruik de cijfertoetsen om de vier cijfers
van de afstandsbedieningscode voor de
gewenste component in te voeren.
Raadpleeg de “LIJST MET
AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van
deze handleiding voor een complete lijst van alle
beschikbare afstandsbedieningscodes.
7 Druk op ENTER om de ingevoerde code
definitief te maken.
OK zal in het uitleesvenster verschijnen als de
instelling met succes is verlopen.
NG zal in het uitleesvenster verschijnen als de
instelling mislukt is. Begin in dit geval opnieuw vanaf
stap 3.
y
Als u gelijk nog een code wilt instellen voor een andere
component, druk dan op de ingangskeuzetoets of op
SELECT k / n om de gewenste component te selecteren en
herhaal vervolgens de stappen 4 t/m 6.
8 Druk nog eens op LEARN om deze
instelfunctie te verlaten.
AMP
archiefcode
(afstandsbedieningsinstelling)
Functie
Afstandsbediening
AMP ID
(de instelling van
dit toestel:
zie bladzijde 95)
2001
(begininstelling)
Om dit toestel te
bedienen met de
standaardcode.
Bedienen van Zone 2
of Zone 3 functies
(zie bladzijde 108).
ID1
(begininstelling)
2002
Om dit toestel te
bedienen middels een
alternatieve code.
Bedienen van Zone 2
of Zone 3 functies
(zie bladzijde 108).
ID2
Opmerkingen
Tuner
archiefcode
(afstandsbedieningsinstelling)
Functie
Afstandsbediening
tuner ID
(de instelling van
dit toestel:
zie bladzijde 95)
2602
(begininstelling)
Om dit toestel te
bedienen met de
standaardcode.
ID1
(begininstelling)
2603
Om dit toestel te
bedienen middels een
alternatieve code.
ID2
Opmerkingen
Opmerking
1
2B
THX
STANDARD SELECT EXTD SUR.
STEREO
MUSIC ENTERTAIN MOVIE
3421
90
+10
ENT.
5678
A
SPEAKERSMEMORY
LEARN
100
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
9 Druk op één van de grijze toetsen hieronder
om te kijken of u de component in kwestie
kunt bedienen. Als dat lukt, heeft u de juiste
afstandsbedieningscode ingesteld.
y
Als er meerdere codes zijn voor de fabrikant van uw
component, probeer ze dan één voor één tot u de juiste
gevonden heeft.
ERROR zal in het uitleesvenster verschijnen als u op een toets
drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of
wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt.
De meegeleverde afstandsbediening bevat niet alle mogelijke
codes voor alle in de handel verkrijgbare audio- en video-
apparatuur (met inbegrip van YAMAHA componenten). Als
geen enkele afstandsbedieningscode werkt met uw apparatuur,
kunt u de gewenste functie programmeren met de ‘Leerfunctie’
(zie “Gebruik van LEARN”) of dient u de met de apparatuur in
kwestie meegeleverde afstandsbediening te gebruiken
Functies die zijn geprogrammeerd met de ‘leerfunctie’ krijgen
voorrang over functies onder afstandsbedieningscodes.
U kunt ook afstandsbedieningscodes programmeren van
andere afstandsbedieningen. Als u functies wilt gebruiken
die niet mogelijk zijn met de afstandsbedieningscode, of
als er geen geschikte afstandsbedieningcode gevonden kan
worden, dan kunt u proberen de LEARN (‘Leer’) functie
te gebruiken. U kunt alle toetsen in een bepaalde set zelf
opnieuw programmeren (zie bladzijde 96). De toetsen
kunnen apart voor elke component worden
geprogrammeerd.
Deze afstandsbediening maakt gebruik van infrarood stralen. Als
de andere afstandsbediening ook gebruik maakt van infrarood,
kan deze afstandsbediening de meeste functies daarvan
overnemen. Sommige speciale signalen of hele lange signalen
kunnen echter mogelijk niet worden overgenomen. (Raadpleeg
tevens de handleiding van de betreffende afstandsbediening.)
1 Zet AMP/SOURCE/TV op SOURCE.
2 Druk op de ingangskeuzetoets voor de
gewenste component.
3 Leg deze afstandsbediening en de andere
ongeveer 5 tot 10 cm uit elkaar op een vlakke
ondergrond zodat hun infrarood vensters op
elkaar gericht zijn.
Opmerkingen
B
DTV DVR/VCR2VCR 1
DVD
V
-
AUX
CBL/SAT MD/TAPE
CD-R
PHONO TUNER CD
MULTI CH IN
POWER POWER
POWER
STANDBY
AVTV
SLEEP
AUDIO SEL
A
CLEAR
LEARN
RE–NAME
FREQ/TEXT EON MODE PTY SEEK START
REC
DISC SKIP
MACROONOFF
Gebruik van LEARN
Opmerking
AMP
SOURCE
TV
B
DTV DVR/VCR2VCR 1
DVD
V
-
AUX
CBL/SAT MD/TAPE
CD-R
PHONO TUNER CD
MULTI CH IN
SLEEP
AUDIO SEL
A
B
SELECT
DTV DVR/VCR2VCR 1 DVD
V
-
AUX
CBL/SAT MD/TAPE
CD-R
PHONO TUNER CD
MULTI CH IN
POWER POWER
POWER
STANDBY
AVTV
SLEEP
AUDIO SEL
A
5 tot 10 cm
101
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
4
Druk met een balpen of iets dergelijks LEARN in.
LEARN en van de geselecteerde component (bijv. DVD)
zullen om en om in het uitleesvenster verschijnen.
Houd LEARN niet te lang ingedrukt. Als u het knopje drie
seconden ingedrukt houdt, zal de instelfunctie voor
afstandsbedieningscodes worden opgestart.
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal de leerfunctie automatisch worden
geannuleerd. Houd in dat geval LEARN nog eens
ingedrukt.
5 Druk op de toets waaronder u de nieuwe
functie wilt programmeren.
LEARN verschijnt in het uitleesvenster.
6
Houd de toets waarvan u de functie wilt
overnemen op de andere afstandsbediening
ingedrukt tot OK in het uitleesvenster verschijnt.
NG zal in het uitleesvenster verschijnen als het
overnemen niet gelukt is. Begin in dit geval opnieuw
vanaf stap 5.
y
Herhaal de stappen 5 en 6 wanneer u gelijk nog een andere
functie wilt programmeren.
Als u gelijk nog een functie wilt programmeren voor een
andere component, druk dan op SELECT k / n om de
gewenste component te selecteren en herhaal vervolgens
de stappen 5 en 6.
7 Druk nog eens op LEARN om de leerfunctie
te verlaten.
ERROR zal in het uitleesvenster verschijnen als u op een toets
drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of
wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt.
Deze afstandsbediening is in staat ongeveer 200 functies te
leren. Het is echter mogelijk, afhankelijk van de overgenomen
signalen, dat de melding FULL in het uitleesvenster verschijnt
voordat u 200 functies heeft geprogrammeerd. In dit geval kunt
u eerder geprogrammerde functies die u niet meer nodig heeft
wissen om ruimte te maken voor nieuwe functies.
In de volgende gevallen is het mogelijk dat de leerfunctie niet
werkt:
Wanneer de batterijen in deze of in de andere
afstandsbediening leeg of bijna leeg zijn.
Wanneer de afstand tussen de twee afstandsbedieningen te
groot of te klein is.
Wanneer de infraroodvensters van de afstandsbedieningen
niet goed op elkaar gericht zijn.
Wanneer de afstandsbediening in de zon ligt.
Wanneer het signaal voor de functie die u wilt overnemen
continu is of zeer ongewoon.
Opmerkingen
LEARN
B
MENU
EFFECT
RETURN
DISPLAY
STRAIGHT
BAND
A/B/C/D/E
NIGHT
AUDI O
PURE DIRECT
ENTER
GUI TOP
TITLE
SELECT
DTV DVR/VCR2VCR 1 DVD
V
-
AUX
CBL/SAT MD/TAPE
CD-R
PHONO TUNER CD
MULTI CH IN
VOLUME
+
POWER POWER
POWER
STANDBY
AVTV
SLEEP
AUDIO SEL
A
CH
+
TV VOL
TV MUTE TV INPUT
MUTE
+
AMP
SOURCE
TV
PRESET
EXIT
B
SELECT
DTV DVR/VCR2VCR 1 DVD
V
-
AUX
CBL/SAT MD/TAPE
CD-R
PHONO TUNER CD
MULTI CH IN
POWER POWER
POWER
STANDBY
AVTV
SLEEP
AUDIO SEL
A
Opmerkingen
LEARN
102
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
U kunt de naam voor de signaalbron die verschijnt in het
uitleesvenster van de afstandsbediening veranderen als
een andere naam dan de voorgeprogrammeerde uw
voorkeur heeft. Dit komt bijvoorbeeld van pas wanneer u
een andere component op een bepaalde ingang heeft
aangesloten.
1 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP of SOURCE.
2 Druk op een ingangskeuzetoets om de
signaalbron die u een nieuwe naam wilt
geven te selecteren.
De naam van de geselecteerde component zal
verschijnen in het uitleesvenster.
3 Druk met een balpen of iets dergelijks
RE-NAME in.
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal het veranderen van de namen automatisch
worden geannuleerd. Houd in dat geval RE-NAME nog eens
ingedrukt.
4 Druk op k / n om een teken te selecteren en
in te voeren.
Door op n te drukken zullen de tekens als volgt
veranderen:
A t/m Z, 1 t/m 9, 0, + (plus), – (afbreekstreepje),
; (punt comma), / (slash) en spatie.
(Druk op k om deze reeks in omgekeerde volgorde te
doorlopen.)
5 Druk op l / h om de cursor naar de
volgende tekenpositie te verplaatsen.
6 Druk op ENTER om de nieuwe naam
definitief te maken.
OK zal in het uitleesvenster verschijnen als de naam
met succes is veranderd.
NG zal in het uitleesvenster verschijnen als
veranderen van de naam niet gelukt is. Begin in dit
geval opnieuw vanaf stap 4.
y
Als u gelijk nog een component een nieuwe naam wilt
geven, druk dan op de ingangskeuzetoets of op
SELECT k / n om de gewenste component te selecteren en
herhaal vervolgens de stappen 4 t/m 6.
7 Druk nog eens op RE-NAME om de functie
voor het geven van nieuwe namen te
verlaten.
ERROR zal in het uitleesvenster verschijnen als u op een toets
drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of
wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt.
Gebruik van RE-NAME
Opmerking
AMP
SOURCE
TV
B
DTV DVR/VCR2VCR 1
DVD
V
-
AUX
CBL/SAT MD/TAPE
CD-R
PHONO TUNER CD
MULTI CH IN
SLEEP
AUDIO SEL
A
RE-NAME
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET
Opmerking
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET
RE-NAME
103
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
De MACRO functie maakt het mogelijk een reeks handelingen uit te laten voeren met één druk op een toets. Wanneer u
bijvoorbeeld een CD wilt afspelen zou u normaal gesproken eerst uw apparatuur aan moeten zetten, vervolgens de CD als
signaalbron selecteren en dan pas op de weergavetoets drukken. Met de MACRO functie kunt u al deze handelingen laten
uitvoeren door eenvoudigweg op de CD macrotoets te drukken. De toetsen die hieronder genoemd worden als
macrotoetsen zijn reeds als zodanig voorgeprogrammeerd. U kunt echter ook uw eigen macro’s samenstellen
(zie bladzijde 104).
*1
U kunt sommige componenten (inclusief YAMAHA componenten) die zijn aangesloten op dit toestel aan zetten via de AC OUTLETS
netstroomaansluitingen op het achterpaneel. (Afhankelijk van de component in kwestie is het mogelijk dat het in- en uitschakelen van de
stroom niet synchroon loopt met dit toestel. Raadpleeg voor details tevens de handleiding van de aangesloten component.)
*2
Wanneer de afstandsbedieningscode voor uw TV is ingesteld op DTV of PHONO (zie bladzijde 98), kunt u uw TV aan zetten zonder
een signaalbron te selecteren. Een eventuele afstandsbedieningscode voor DTV krijgt voorrang boven één voor PHONO.
*3
Wanneer de TUNER wordt geselecteerd als signaalbron, zal dit toestel afstemmen op de laatste zender die werd ontvangen voor het
toestel de vorige keer uit (standby) werd gezet.
*4
De weergave kan direct worden gestart met elke MD-recorder, CD-speler, CD-recorder, DVD-speler, of DVD-recorder die geschikt is
voor de YAMAHA afstandsbediening. Wanneer u macro’s met andere componenten gebruikt, moet u de weergavetoets programmeren in
de set bedieningstoetsen voor die component (zie bladzijde 100) of een afstandsbedieningscode instellen (zie bladzijde 98).
Gebruik van MACRO
Macrotoetsen Eerste Tweede Derde
(*1)
(CD set) (*4)
(MD/TAPE set) (*4)
(CD-R set) (*4)
(VCR 1 set) (*4)
(DVR/VCR 2 set) (*4)
(DVD set) (*4)
CD
POWER
CD
(CD set)
Druk op een macrotoets Om automatisch deze signalen in deze volgorde uit te zenden
STANDBY
STANDBY
POWER POWER
(*1)
POWER
TV
(*2)
A
B
PHONO
POWER
PHONO
TUNER
TUNER
(*3)
CD
CD
MULTI CH IN MULTI CH IN
V
-
AUX
V
-
AUX
CBL/SAT
CBL/SAT
MD/TAPE
MD/TAPE
CD-R
CD-R
DTV
DTV
VCR 1
VCR 1
DVR/VCR2
DVR/VCR2
DVD
DVD
104
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
MACRO handelingen
1 Zet MACRO ON/OFF op ON.
2 Druk op een macrotoets.
Wanneer u klaar bent met de MACRO functie, moet u
MACRO ON/OFF op OFF instellen.
Terwijl de afstandsbediening bezig is met het uitvoeren van een
MACRO, zullen alle andere toetsen buiten werking worden
gesteld tot de macro klaar is (tot de zendindicator stopt met
knipperen).
Houd de afstandsbediening op de component in kwestie gericht
tot de macro klaar is.
Programmeren van MACRO handelingen
U kunt ook uw eigen macro’s programmeren en de
MACRO functie gebruiken om met een enkele toets op de
afstandsbediening een aantal instructies uit te laten
voeren. Stel eerst de juiste afstandsbedieningscodes in en
neem eventueel functies over met de leerfunctie voor u een
macro gaat programmeren. Wij raden u aan geen
doorlopende handelingen, zoals het regelen van het
volume, in een macro te programmeren.
De voorgeprogrammeerde macro wordt niet gewist wanneer er
voor een toets een nieuwe macro wordt geprogrammeerd. De
voorgeprogrammeerde macro kan weer worden gebruikt
wanneer de door u geprogrammeerde macro is gewist.
Er kan geen nieuwe instructie (macro-stap) aan een
voorgeprogrammeerde macro worden toegevoegd. Een macro
kan alleen in zijn geheel worden geprogrammeerd.
1 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP of SOURCE.
2 Druk met een balpen of iets dergelijks
MACRO in.
“MCR ?” verschijnt in het uitleesvenster.
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal macro programmeerfunctie automatisch
worden geannuleerd. Houd in dat geval MACRO nog eens
ingedrukt.
3 Druk op de macrotoets die u wilt gebruiken.
De namen van de macrotoets (bijv. M;DVD) en van
de geselecteerde component (bijv. DVD) zullen om
en om in het uitleesvenster verschijnen.
AGAIN zal in het uitleesvenster verschijnen wanneer u op
een andere dan een macrotoets drukt.
Opmerkingen
CLEAR
LEARN
RE–NAME
FREQ/TEXT EON MODE PTY SEEK START
REC
DISC SKIP
MACROONOFF
B
DTV DVR/VCR2VCR 1
DVD
V
-
AUX
CBL/SAT MD/TAPE
CD-R
PHONO TUNER CD
MULTI CH IN
POWER POWER
POWER
STANDBY
AVTV
SLEEP
AUDIO SEL
A
MACROMACRO ON/OFF
Macrotoetsen
Opmerkingen
Opmerking
Opmerking
AMP
SOURCE
TV
MACRO
B
DTV DVR/VCR2VCR 1
DVD
V
-
AUX
CBL/SAT MD/TAPE
CD-R
PHONO TUNER CD
MULTI CH IN
SLEEP
AUDIO SEL
A
105
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
4 Druk in de gewenste volgorde op de toetsen
voor de functies die u wilt opnemen in de
macro.
U kunt maximaal 10 stappen (10 functies)
programmeren. Wanneer u 10 stappen heeft
geprogrammeerd zal de melding FULL verschijnen
en zal de macrofunctie automatisch worden
afgesloten.
Druk op SELECT k / n om de geselecteerde signaalbron te
veranderen. Als u op één van de ingangskeuzetoetsen drukt, zal
er een macro-stap worden geprogrammeerd, terwijl u met
SELECT k / n alleen de geselecteerde component en de
daarbij behorende set bedieningstoetsen verandert.
5 Druk nog eens op MACRO wanneer u alle
gewenste stappen geprogrammeerd heeft.
ERROR zal in het uitleesvenster verschijnen als u op een
toets drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde
stap, of wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft
ingedrukt.
U kunt alle wijzigingen, zoals overgenomen functies,
macro’s, nieuwe namen voor signaalbronnen en
afstandsbedieningscodes, voor een bepaalde set
bedieningstoetsen tegelijk wissen.
Basisbediening CLEAR
1 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP of SOURCE.
2
Druk met een balpen of iets dergelijks CLEAR in.
CLEAR verschijnt in het uitleesvenster.
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal het wissen automatisch worden geannuleerd.
Houd in dat geval CLEAR nog eens ingedrukt.
3 Druk op k / n om de wisfunctie te selecteren.
L;CD Wist alle overgenomen (‘geleerde’) functies voor
de set bedieningstoetsen in kwestie. Druk op de
ingangskeuzetoets voor de gewenste component.
L;AMP Wist alle overgenomen (‘geleerde’) functies voor
de set bedieningstoetsen voor dit toestel.
L;ALL Wist alle overgenomen (‘geleerde’) functies.
M;ALL Wist alle geprogrammeerde macro’s.
RNAME Wist alle veranderde namen voor signaalbronnen.
FCTRY Wist alle functies van de afstandsbediening en zet
deze terug op de fabrieksinstellingen.
De naam van een component wordt getoond achter een
puntcomma (;).
4 Houd CLEAR nog eens tenminste
3 seconden ingedrukt.
WAIT verschijnt in het uitleesvenster. Als het wissen
met succes is verlopen, zal C;OK in het uitleesvenster
verschijnen.
y
Wanneer u een overgenomen functie heeft gewist, zal de toets
terugkeren naar de fabrieksinstelling (of de bij een eventueel
ingestelde afstandsbedieningscode behorende functie).
L;ALL en FCTRY kunnen ongeveer 30 seconden duren.
Opmerking
Opmerking
Geheugen back-up
De geheugen back-up schakeling voorkomt dat
opgeslagen gegevens verloren gaan. De opgeslagen
gegevens zullen niettemin verloren gaan wanneer het
netsnoer langer dan een week uit het stopcontact is.
B
DTV DVR/VCR2VCR 1
DVD
V
-
AUX
CBL/SAT MD/TAPE
CD-R
PHONO TUNER CD
MULTI CH IN
POWER POWER
POWER
STANDBY
AVTV
SLEEP
AUDIO SEL
A
1
2
3
Geeft het aantal macro-
stappen aan dat u heeft
geprogrammeerd
Knippert om en om zodat u de
volgende stap kunt programmeren
MCR 1: DVD
MCR 2: AV POWER
MCR 3: AUDIO SEL
Gebruik van CLEAR
Opmerking
Opmerking
Opmerking
AMP
SOURCE
TV
CLEAR
CLEAR
106
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
5 Laat CLEAR los om de wisfunctie te verlaten.
C;NG zal in het uitleesvenster verschijnen als het wissen niet
gelukt is. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 3.
ERROR zal in het uitleesvenster verschijnen als u op een toets
drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of
wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt.
Wissen van een overgenomen
(‘geleerde’) functie
U kunt de overgenomen functie onder een bepaalde toets
in een bepaalde set bedieningstoetsen wissen.
1 Zet AMP/SOURCE/TV op SOURCE.
2 Druk op een ingangskeuzetoets om de
broncomponent met de functie die u wilt
wissen te selecteren.
De naam van de geselecteerde component zal
verschijnen in het uitleesvenster.
3 Druk met een balpen of iets dergelijks
LEARN in.
LEARN en van de geselecteerde component (bijv.
DVD) zullen om en om in het uitleesvenster
verschijnen.
Houd LEARN niet te lang ingedrukt. Als u het knopje drie
seconden ingedrukt houdt, zal de instelfunctie voor
afstandsbedieningscodes worden opgestart.
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal de leerfunctie automatisch worden
geannuleerd. Houd in dat geval LEARN nog eens
ingedrukt.
4 Houd CLEAR ingedrukt met een balpen of
iets dergelijks en houd vervolgens de toets
met de functie die u wilt wissen tenminste
3 seconden ingedrukt.
C;OK zal in het uitleesvenster verschijnen als het
wissen gelukt is.
y
Herhaal stap 4 als u gelijk nog een andere functie wilt
wissen.
Als u gelijk nog een functie wilt wissen voor een andere
component, druk dan op SELECT k / n om de gewenste
component te selecteren en herhaal vervolgens stap 4.
Wanneer u een overgenomen functie heeft gewist, zal de
toets terugkeren naar de fabrieksinstelling (of de bij een
eventueel ingestelde fabrikantencode behorende functie).
5 Laat CLEAR los om de wisfunctie te verlaten.
De afstandsbediening gaat nu weer in de leerfunctie.
6 Druk nog eens op LEARN om deze functie te
verlaten.
C;NG zal in het uitleesvenster verschijnen als het wissen niet
gelukt is. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 4.
ERROR zal in het uitleesvenster verschijnen als u op een toets
drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of
wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt.
Opmerkingen
Opmerkingen
CLEAR
AMP
SOURCE
TV
B
DTV DVR/VCR2VCR 1
DVD
V
-
AUX
CBL/SAT MD/TAPE
CD-R
PHONO TUNER CD
MULTI CH IN
SLEEP
AUDIO SEL
A
LEARN
Opmerkingen
CLEAR
LEARN
RE–NAME
FREQ/TEXT EON MODE PTY SEEK START
REC
DISC SKIP
MACROONOFF
107
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Wissen van een macrofunctie
U kunt de functie wissen die onder een bepaalde
macrotoets is geprogrammeerd.
1 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP of SOURCE.
2 Druk met een balpen of iets dergelijks
MACRO in.
“MCR ?” verschijnt in het uitleesvenster.
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal macro programmeerfunctie automatisch
worden geannuleerd. Houd in dat geval MACRO nog eens
ingedrukt.
3 Houd CLEAR ingedrukt met een balpen of
iets dergelijks en houd vervolgens de
macrotoets met de functie die u wilt wissen
tenminste 3 seconden ingedrukt.
C;OK zal in het uitleesvenster verschijnen als het
wissen gelukt is.
y
Herhaal stap 3 als u gelijk nog een andere functie wilt
wissen.
Wanneer u een geprogrammeerde functie heeft gewist, zal
de toets terugkeren naar de fabrieksinstelling (of de bij een
eventueel ingestelde fabrikantencode behorende functie).
4 Druk op CLEAR om de wisfunctie te verlaten.
De afstandsbediening gaat nu weer in de macro
programmeerfunctie.
5 Druk nog eens op MACRO om deze functie te
verlaten.
C;NG zal in het uitleesvenster verschijnen als het wissen niet
gelukt is. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 3.
ERROR zal in het uitleesvenster verschijnen als u op een toets
drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of
wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt.
Opmerking
Opmerkingen
AMP
SOURCE
TV
MACRO
CLEAR
LEARN
RE–NAME
REC
DISC SKIP
MACROONOFF
DTV DVR/VCR2VCR 1 DVD
ZONE 2/ZONE 3
108
Dit toestel stelt u in staat een audiosysteem in verschillende kamers samen te stellen. De Zone 2 en Zone 3 functies maken het mogelijk
dit toestel zo in te stellen dat er verschillende signaalbronnen worden weergegeven in de woonkamer en in de tweede (Zone 2) of derde
kamer (Zone 3). U kunt dit toestel bedienen vanuit de tweede of derde kamer met de meegeleverde afstandsbediening.
Om gebruik te kunnen maken van de multi-ruimte weergavefunctie van dit toestel heeft u de volgende extra apparatuur nodig:
Een infrarood ontvanger in de tweede en/of derde ruimte.
Een infrarood zender in de hoofdruimte. Deze zender brengt de infrarood signalen van de afstandsbediening in de
tweede en/of derde kamer over naar de hoofdruimte (naar een CD-speler of DVD-speler, bijvoorbeeld).
Een versterker en luidsprekers voor de tweede en/of derde ruimte.
Een beeldscherm voor de tweede ruimte.
y
U heeft geen extra versterker en luidsprekers nodig voor de tweede en/of derde ruimte als u de in dit toestel ingebouwde versterkers wilt gebruiken.
Omdat er verschillende manieren zijn waarop u dit toestel kunt aansluiten en in meerdere ruimten gebruiken, raden we u aan uw dichtstbijzijnde
erkende YAMAHA dealer of servicecentrum te raadplegen voor de Zone 2 en Zone 3 aansluitingen die het best overeenkomen met uw wensen.
Sommige YAMAHA modellen kunnen direct worden aangesloten op de CONTROL OUT aansluiting van dit toestel. Als u een dergelijk product in bezit heeft, heeft
u waarschijnlijk geen aparte infrarood zender nodig. Op de hier aangegeven manier kunnen er maximaal zes YAMAHA componenten worden aangesloten.
Met externe versterkers
Om een externe versterker te gebruiken in Zone 2, dient u EXT te selecteren bij Zone2 Amplifier (zie bladzijde 89).
Wanneer u uw eerste ruimte niet gebruikt, dient u het volume van dit toestel voor de eerste ruimte uit te zetten. Regel het
Zone 2/Zone 3 volume met de versterker in de tweede/derde ruimte.
Om onverwachte zeer luide ruis te voorkomen, mag u de Zone 2/Zone 3 functie NIET gebruiken met CD’s met DTS materiaal.
Alleen de analoge videosignalen die binnenkomen via de composiet VIDEO aansluitingen op het achterpaneel van dit toestel worden
gereproduceerd via de ZONE 2 VIDEO OUT aansluitingen. De analoge videosignalen die binnenkomen via de S VIDEO en
COMPONENT VIDEO aansluitingen op het achterpaneel van dit toestel worden niet gereproduceerd via de ZONE 2 VIDEO OUT aansluitingen.
ZONE 2/ZONE 3
Alleen analoge signalen kunnen worden wgg in de tweede en derde kamer. Een signaalbron waar u naar wilt kunnen luisteren in
de tweede of derde kamer moet dus aangesloten zijn op de analoge (AUDIO L/R) ingangsaansluitingen van dit toestel.
Aansluiten van Zone 2 en Zone 3 componenten
Opmerkingen
OUTOUT
IN
REMOTE
IN
REMOTE
OUT
IN
REMOTE
REMOTE
Dit toestel
YAMAHA
component
YAMAHA
component
Infrarood-ontvanger
REMOTE OUT
VIDEO IN
AUDIO IN
MONITOR OUT
SP OUT
REMOTE 1 IN
ZONE 2 AUDIO OUT
ZONE 3 AUDIO OUT
REMOTE 2 IN
MAIN
ZONE 3
ZONE 2
ZONE 2 VIDEO OUT
Infrarood-zender
DVD-speler
(of andere component)
Ve rs t er ke r
Afstandsbediening
Infrarood-ontvanger
Versterker
Afstandsbediening
Infrarood-ontvanger
Tweede ruimte Derde ruimteEerste ruimte
SYSTEEM
Dit toestel
109
ZONE 2/ZONE 3
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Gebruiken van de interne versterkers van dit toestel
Als u één interne versterker (surround of surround achter) van dit toestel wilt gebruiken
Verbind de Zone 2 of Zone 3 luidsprekers rechtstreeks met de SURROUND/ZONE 2(3) of PRESENCE/ZONE 2(3)
luidspreker-aansluitingen en kies INT:Sur. of INT:PRNS voor Zone2 Amplifier (zie bladzijde 89).
Als u twee interne versterkers (zowel surround als surround achter) van dit toestel wilt gebruiken
Verbind de Zone 2 of Zone 3 luidsprekers rechtstreeks met de SURROUND/ZONE 2(3) en PRESENCE/ZONE 2(3)
luidspreker-aansluitingen en kies INT:BOTH voor Zone2 Amplifier of Zone3 Amplifier (zie bladzijde 89).
U kunt de zone die u wilt bedienen kiezen met de
bedieningstoetsen op het voorpaneel of op de
afstandsbediening. Wanneer u de zone die u wilt bedienen
heeft geselecteerd,kunt u deze bedienen zoals beschreven
staat onder “Bedienen van Zone 2 en Zone 3” op
bladzijde 110.
Bediening via het voorpaneel
1 Druk op MAIN ZONE ON/OFF, ZONE 2
ON/OFF of ZONE 3 ON/OFF op het
voorpaneel om dit toestel, Zone 2 of Zone 3
apart in te schakelen.
Druk herhaaldelijk op de gewenste toets om de
bijbehorende zone aan of uit (standby) te zetten.
y
Wanneer MASTER ON/OFF op het voorpaneel eenmaal
naar binnen is gedrukt in de ON stand, kunt u ook op
POWER en STANDBY op de afstandsbediening drukken
om dit toestel, Zone 2 en Zone 3 tegelijk aan te zetten.
2 Druk herhaaldelijk op ZONE CONTROL op
het voorpaneel om de zone die u wilt
bedienen te selecteren.
Met elke druk op ZONE CONTROL zal het display
op het voorpaneel veranderen zoals hieronder staat
aangegeven en zal de indicator voor de op dit moment
geselecteerde zone ongeveer 5 seconden lang
knipperen. Er zal echter geen indicator gaan
knipperen wanneer dit toestel zelf is geselecteerd.
ZONE2
Voor de Zone 2 component die is aangesloten op de
ZONE 2 AUDIO L/R aansluitingen op het
achterpaneel van dit toestel.
ZONE3
Voor de Zone 3 component die is aangesloten op de
ZONE 3 AUDIO L/R aansluitingen op het
achterpaneel van dit toestel.
BELANGRIJKE OPMERKING VOOR UW VEILIGHEID
De SURROUND/ZONE 2(3) of PRESENCE/ZONE 2(3) luidspreker-aansluitingen van deze Receiver mogen niet
worden aangesloten op een passieve luidspreker-schakelkast of op meer dan één luidspreker per kanaal.
Aansluiting op een passieve luidspreker-schakelkast of op meerdere luidsprekers per kanaalkan leiden tot een
abnormaal lage impedantie en daardoor tot schade aan de versterker. Zie deze handleiding voor correct gebruik.
Voor alle kanalen is het absoluut noodzakelijk dat de opgegeven minimale impedantie te allen tijde gehandhaafd blijft.
Deze gegevens kunt u vinden op het achterpaneel van uw Receiver.
R
L
+
PRESENCE/ ZONE 2(3)
SINGLE
R
L
+
+
+
+
SURROUND BACK
SURROUND/ZONE 2(3)
R
L
Tweede ruimte
Dit toestel
Derde ruimte
Selecteren van Zone 2 of Zone 3
ZONE 2
ZONE ON/OFF
ZONE 3
ON/OFF
ZONE CONTROL
ZONE2
ZONE3
Er knippert geen indicator wanneer
dit toestel zelf is geselecteerd.
110
ZONE 2/ZONE 3
y
U moet deze stap binnen 5 seconden afronden terwijl de
geselecteerde zone nog knippert op het display op het
voorpaneel. Anders zal de geselecteerde zone automatisch
worden geannuleerd. Houd in dat geval ZONE CONTROL
nog eens ingedrukt.
De begininstelling is ZONE2 wanneer zowel Zone 2 als
Zone 3 zijn ingeschakeld.
3
Ga door naar “Bedienen van Zone 2 en Zone 3”
op bladzijde 110 voor gedetailleerde informatie
over de bedieningsfuncties voor Zone 2 en
Zone 3.
Afstandsbediening
1 Zet AMP/SOURCE/TV op de
afstandsbediening op AMP.
2 Druk net zo vaak op SELECT k tot u de zone
geselecteerd heeft die u wilt bedienen.
ZONE 2 of ZONE 3 verschijnt in het uitleesvenster.
3
Ga door naar “Bedienen van Zone 2 en Zone 3”
op bladzijde 110 voor gedetailleerde informatie
over de bedieningsfuncties voor Zone 2 en
Zone 3.
4 Druk op SELECT k / n om de Zone 2/Zone 3
bedieningsfunctie te verlaten
De signaalbron voor Zone 2 is altijd gelijk aan de
signaalbron waarvan kan worden opgenomen.
ZONE 2 of ZONE 3 zal alleen in het uitleesvenster
verschijnen wanneer er op k wordt gedrukt en ALL alleen
wanneer er op n wordt gedrukt.
Wanneer u de zone die u wilt bedienen heeft geselecteerd
zoals aangegeven bij “Selecteren van Zone 2 of Zone 3”
op bladzijde 109, kunt u Zone 2 en Zone 3 bedienen met
de toetsen op het voorpaneel of op de afstandsbediening.
De beschikbare mogelijkheden zijn als volgt:
Selecteren van de signaalbron voor Zone 2 of Zone 3
Instellen van het volume voor Zone 2 of Zone 3
Instellen van de toonkleur voor Zone 2 of Zone 3
Afstemmen op FM of AM wanneer TUNER is
geselecteerd als de signaalbron voor Zone 2 of Zone 3
Selecteren van de signaalbron voor
Zone 2 of Zone 3
Gebruik INPUT op het voorpaneel (of druk op één
van de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening) om de gewenste signaalbron
voor de geselecteerde zone te selecteren.
Als de afstandsbediening wordt gebruikt om de
signaalbron te selecteren, zal “2: naam avn de
geselecteerde signaalbron” of “3: naam van de
geselecteerde signaalbron” in het uitleesvenster
verschijnen wanneer respectievelijk Zone 2 of Zone 3 is
geselecteerd.
Selecteer de TUNER (radio) als signaalbron om de
TUNER functies te kunnen gebruiken in de
geselecteerde zone. Voor details omtrent de bediening
van de TUNER (radio), zie “FM/AM AFSTEMMEN”
op bladzijde 47.
De geselecteerde signaalbron wordt gedeeld door alle zones.
y
U moet deze stap binnen 5 seconden afronden terwijl de
geselecteerde zone nog knippert op het display op het voorpaneel.
Anders zal de geselecteerde zone automatisch worden
geannuleerd. Druk in een dergelijk geval nog eens op
ZONE CONTROL op het voorpaneel.
Opmerkingen
AMP
SOURCE
TV
SELECT
of
Bedienen van Zone 2 en Zone 3
Opmerking
INPUT
of
B
DTV DVR/VCR2VCR 1
DVD
V
-
AUX
CBL/SAT MD/TAPE
CD-R
PHONO TUNER CD
MULTI CH IN
SLEEP
AUDIO SEL
A
111
ZONE 2/ZONE 3
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Instellen van het volume voor Zone 2 of
Zone 3
Verdraai VOLUME op het voorpaneel (of druk op
VOLUME +/– op de afstandsbediening) om het volume
voor de geselecteerde zone op het gewenste niveau in te
stellen.
Instelbereik: –80 dB t/m +16,5 dB
Instelstap: 0,5 dB
VOLUME +/– kan alleen worden gebruikt wanneer Zone2
Volume of Zone3 Volume is ingesteld op Variable via Multi Zone
(zie bladzijde 90).
y
Druk op MUTE om het in de geselecteerde zone weergegeven
geluid tijdelijk uit te schakelen.
Instellen van de toonkleur voor Zone 2 of
Zone 3
Druk op CH +/– en TV VOL +/– op de afstandsbediening
om de weergave van de hoge tonen (TREBLE) of die van
de lage tonen (BASS) te regelen.
Instelbereik: –10 dB t/m +10 dB
Instelstap: 2 dB
Controleer of “ZONE 2” of “ZONE 3” verschijnt in het
uitleesvenster van de afstandsbediening voor u de toonkleur voor
de corresponderende zone gaat regelen (zie bladzijde 110).
y
U kunt de toonkleur voor Zone 2 of Zone 3 ook regelen met
TONE CONTROL op het voorpaneel. Voor details, zie
“Toonregeling” op bladzijde 39.
Weergeven van het Zone 2 in-beeld
display
Via de Zone2 OSD parameter kunt u de
bedieningsinformatie voor Zone 2 en Zone 3 laten
weergeven op het Zone 2 beeldscherm aangesloten op de
ZONE 2 VIDEO aansluitingen op het achterpaneel van dit
toestel. Voor meer informatie over de Zone2 OSD
parameter, zie bladzijde 90.
POWER en STANDBY op de afstandsbediening werken
iets anders afhankelijk van de geselecteerde zone zoals die
in het uitleesvenster verschijnt.
Wanneer u de normale, Zone 2 of Zone 3 stand heeft
geselecteerd, kunt u het hoofdtoestel, Zone 2 of Zone 3
onafhankelijk van elkaar aan en uit (standby) zetten.
Wanneer de stand voor alle zones is geselecteerd, zal
door op POWER te drukken dit toestel, Zone 2 en
Zone 3 tegelijk worden ingeschakeld, terwijl een druk
op STANDBY om deze zones tegelijk uit (standby) te
zetten.
In de normale stand zal MAIN een paar seconden worden
getoond wanneer POWER of STANDBY wordt ingedrukt.
Opmerking
Opmerking
VOLUME
+
VOLUME
of
TV VOL
+
CH
+
Gebruiken van de
bedieningsfunctie voor Zone 2 en
Zone 3
Bedieningsfunctie
Uitleesvenster
POWER en
STANDBY
Normale stand
Naam component
Hiermee zet u alleen
het hoofdtoestel aan
of uit (standby).
Zone 2 stand
“ZONE 2” of
“2:naam van de
geselecteerde
component”
Turns on Zone 2 or
sets it to the standby
mode.
Zone 3 stand
“ZONE 3” of
“3:naam van de
geselecteerde
component”
Turns on Zone 3 or
sets it to the standby
mode.
Alle standen
“ALL”
POWER: zet het
hoofdtoestel, Zone 2
en Zone 3 aan.
STANDBY: hiermee
zet u het
hoofdtoestel, Zone 2
and Zone 3
tegelijkertijd uit
(standby).
Opmerking
HDMI
112
HDMI (High-Definition Multimedia Interface) is de eerste
volledig door de elektronica industrie ondersteunde,
ongecomprimeerde en volledig digitale A/V (audio/video)
interface.
HDMI biedt ondersteuning voor standaard, verbeterde of
hoge-definitie video en voor multikanaals digitale audio
via één enkele kabel die de verbindingen verzorgt tussen
elke denkbare A/V signaalbron (zoals een externe
ontvanger of A/V receiver) en de audio/video monitor
(zoals een digitale televisie – DTV).
HDMI geeft alle ATSC HDTV standaarden door en biedt
ondersteuning voor 8-kanaals digitale audio, met genoeg
bandbreedte om ruimte te bieden aan toekomstige
verbeteringen en eisen.
Indien gebruikt in combinatie met HDCP (High-
bandwidth Digital Content Protection), biedt HDMI een
veilige audio/video interface die voldoet aan de
beveiligingseisen van producenten van weer te geven
materialen en systeembeheerders.
Voor meer informatie omtrent HDMI raden we u aan een
bezoek te brengen aan de HDMI website op
“http://www.hdmi.org/”.
Analoge audiosignalen die binnenkomen via andere audio-
ingangsaansluitingen dan de HDMI IN 1 of HDMI IN 2
aansluiting kunnen niet worden gereproduceerd via de
HDMI OUT aansluiting. Analoge videosignalen die echter
binnenkomen via de composiet, S-video en component video-
aansluitingen kunnen digitaal worden omgezet en
opgewaardeerd naar HDMI zodat ze gereproduceerd kunnen
worden via de HDMI OUT aansluiting (zie bladzijde 81).
Verbind de HDMI OUT aansluiting van andere apparatuur
(zoals een DVD-speler) met de HDMI IN 1 of HDMI IN 2
aansluiting van dit toestel. Verbind de HDMI OUT aansluiting
van dit toestel met de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting
van andere apparatuur (zoals een projector).
U heeft een los verkrijgbare HDMI kabel nodig om dit toestel te
verbinden met andere HDMI componenten. Gebruik een HDMI
kabel die niet langer is dan 5 m om verzekerd te kunnen zijn van
een betrouwbare werking en om verslechtering van de
videokwaliteit te voorkomen.
Dit toestel is niet geschikt voor niet met HDCP compatibele
HDMI of DVI apparatuur.
Gebruik een conversiekabel (HDMI aansluiting
DVI-D
aansluiting) om dit toestel aan te sluiten op andere DVI
apparatuur.
Digitale videosignalen die binnenkomen via de HDMI IN 1 of
HDMI IN 2 aansluiting kunnen niet worden gereproduceerd via
de analoge video uitgangsaansluitingen.
Audiosignalen die binnenkomen via andere aansluitingen dan de
HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting van dit toestel kunnen niet
digitaal worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting.
Dit toestel is niet geschikt voor de multi-stereo audiosignalen van
Super Audio CD’s. U kunt andere apparatuur (zoals een DVD-
speler) aansluiten op de MULTI CH INPUT aansluitingen.
Indien aangesloten op een DVD-speler is het mogelijk, afhankelijk
van het type DVD-speler, dat audiosignalen niet kunnen worden
weergegeven. Als de DVD-speler die is aangesloten op dit toestel
geen DVD multikanaals audiosignalen produceert via de HDMI
OUT aansluiting, kunt u de DVD-speler verbinden met de analoge
multikanaals audio ingangsaansluitingen.
Wanneer er DVD audio met CPPM kopieerbeveiliging wordt
weergegeven, is het mogelijk, afhankelijk van het type DVD-speler,
dat er geen video- en audiosignalen worden gereproduceerd.
Video- en audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN 1 of
HDMI IN 2 aansluiting kunnen niet worden gereproduceerd via
de HDMI OUT aansluiting wanneer dit toestel uit (standby)
staat of geheel is uitgeschakeld.
Wanneer u andere HDMI apparatuur aansluit op dit toestel,
dient u tevens de handleidingen van de andere componenten in
kwestie te raadplegen.
Wanneer HDMI audiosignalen worden weergegeven van
componenten zoals een DVD-speler, is het mogelijk dat de
formattering van het audiosignaal (bijvoorbeeld de
bemonsteringsfrequentie) beperkt kan worden, afhankelijk van
het soort HDMI videosignaal.
Maak de HDMI kabel niet vast aan of los van dit toestel en zorg ervoor
dat de stroom voor de HDMI/DVI componenten die zijn verbonden
met de HDMI OUT aansluiting van dit toestel niet uitgeschakeld wordt
terwijl er gegevens worden overgebracht. Hierdoor kan de weergave
worden onderbroken of kan storing worden veroorzaakt.
Sommige via een DVI verbinding op dit toestel aangesloten
beeldschermen kunnen geen binnenkomende HDMI
audiosignalen herkennen wanneer ze uit (standby) staan. In dit
geval zal de HDMI indicator onregelmatig knipperen en zal de
melding HDCP ERROR verschijnen op het display op het
voorpaneel alsof het DVI beeldscherm in kwestie de HDCP
kopieerbeveiliging niet ondersteunt.
HDMI compatibiliteit met dit toestel
HDMI
Wat is HDMI?
De HDMI aansluiting van dit toestel is gebaseerd op
de volgende standaarden en normen:
HDMI 1.1 (High-Definition Multimedia Interface
Specification Version 1.1) gelicenseerd door HDMI
Licensing, LLC.
HDCP 1.1 (High-bandwidth Digital Content
Protection System Revision 1.1) gelicenseerd door
Digital Content Protection, LLC.
Opmerkingen
Audiosignaaltypen
Audiosignaal
formaten
Compatibele
HDMI
componenten
2-kanaals Lineair
PCM
2ch, 32-192 kHz,
16/20/24 bit
CD, DVD-Video,
DVD-Audio enz.
Multikanaals
Lineair PCM
5.1 ch, 32-96 kHz,
16/20/24 bit
DVD-Audio enz.
Bitstroom Dolby Digital, DTS DVD-Video enz.
113
HDMI
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Toewijzen HDMI componenten
U kunt een HDMI component toewijzen aan de HDMI IN
1 of HDMI IN 2 aansluiting op het achterpaneel van dit
toestel zodat de audio- en videosignalen die binnenkomen
via de HDMI tegelijkertijd kunnen worden weergegeven.
Gebruik de I/O Assignment parameter in het Input Select
om HDMI componenten toe te wijzen (zie bladzijde 74).
Omzetten van analoge videosignalen
naar HDMI
Dit toestel is uitgerust met een HDMI functie voor
geïnterlinieerde/progressieve opwaardering waarbij de
analoge videosignalen die binnenkomen via de composiet
video, S-video en component video-aansuitingen op het
achterpaneel van dit toestel digitaal worden verwerkt en
opgewaardeerd zodat ze kunnen worden gereproduceerd
via de HDMI OUT aansluiting op het achterpaneel van dit
toestel voor een volledig digitale resolutie.
Gebruik de HDMI Up-Scaling parameter in het Option
menu om analoge videosignalen van aangesloten
componenten om te zetten naar HDMI (zie bladzijde 81).
Wanneer een analoog videosignaal met een resolutie van 1080i of
720p wordt opgewaardeerd naar HDMI en wordt gereproduceerd
via de HDMI OUT jack, is het mogelijk dat de beeldkwaliteit
achteruit gaat.
Instellen van HDMI ondersteunde audio
Gebruik deze functie om te kiezen of u HDMI audiosignalen
wilt laten weergeven via dit toestel zelf of via een andere
HDMI component die is verbonden met de HDMI OUT
aansluiting op het achterpaneel van dit toestel.
Gebruik de HDMI Set parameter in het Option menu om
de HDMI ondersteunde audio in te stellen
(zie bladzijde 92).
Volg de onderstaande stappen om te luisteren naar
weergave van een geregistreerde HDMI component.
Als er een foutmelding verschijnt op het display op het
voorpaneel, zie bladzijde 120 voor een complete lijst van
foutmeldingen en oplossingen.
1 Verdraai INPUT op het voorpaneel (of druk op
één van de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening) om de signaalbron te
selecteren die moet worden toegewezen aan
de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting op het
achterpaneel van dit toestel.
2 Druk op AUDIO SELECT op het voorpaneel of
op AUDIO SEL op de afstandsbediening en
selecteer AUTO of HDMI als ingangsfunctie.
De volgende aanduidingen op het display op het
voorpaneel zijn voorbeelden waarbij DVD is
geselecteerd als signaalbron.
3 Laat de aangesloten HDMI component
beginnen met afspelen.
Aanpassen van de HDMI
parameters
Opmerking
Basisbediening HDMI
Opmerking
INPUT
B
DTV DVR/VCR2VCR 1
DVD
V
-
AUX
CBL/SAT MD/TAPE
CD-R
PHONO TUNER CD
MULTI CH IN
SLEEP
AUDIO SEL
A
of
Voorpaneel Afstandsbediening
V-AUX
A
SP
VOLUME
L R
dB
VCR 1
DTV DVD CD-R CD
XM
TUNERPHONO
MD/TAPECBL/SATDVR/VCR 2
A.SEL: AUTO
INPUT: DVD
V-AUX
A
SP
VOLUME
L R
dB
VCR 1
DTV DVD CD-R CD
XM
TUNERPHONO
MD/TAPECBL/SATDVR/VCR 2
A.SEL: HDMI
INPUT: DVD
AUDIO SEL
AUDIO SELECT
of
Voorpaneel Afstandsbediening
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
114
Raadpleeg de tabel hieronder wanneer het toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem niet hieronder vermeld
staat, of als de aanwijzingen het probleem niet verhelpen, zet het toestel dan uit (standby), haal de stekker uit het
stopcontact en neem contact op met uw dichtstbijzijnde YAMAHA dealer of servicecentrum.
Algemeen
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Het toestel gaat niet
aan wanneer u op
MAIN ZONE ON/OFF
op het voorpaneel (of
POWER op de
afstandsbediening)
drukt, of gaat direct
weer uit (standby)
zodra de stroom
wordt ingeschakeld.
Het netsnoer of de stekker is niet of niet
goed aangesloten.
Sluit het netsnoer op de juiste manier aan.
De instelling voor de impedantie is niet
correct.
Stel de impedantie in zodat deze overeenkomt met die
van uw luidsprekers.
31
De beveiliging is in werking getreden. Controleer of alle luidsprekerbedrading, op het toestel
en op de luidsprekers zelf, op de juiste manier is
aangesloten en dat de draden geen contact maken met
andere dingen dan de bijbehorende aansluitingen.
15
Het toestel heeft blootgestaan aan een
sterke, externe elektrische schok
(bijvoorbeeld een blikseminslag of een
ontlading van statische elektriciteit).
Zet het toestel uit (standby), haal de stekker uit het
stopcontact, wacht 30 seconden voor u de stekker
weer terug doet en probeer het toestel vervolgens
weer gewoon te gebruiken.
Geen geluid In- of uitgangskabels niet op de juiste
manier aangesloten.
Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het probleem
niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels.
20–28
De optimalisatie-microfoon is aangesloten.
Maak de optimalisatie-microfoon los.
De ingangsfunctie staat op HDMI,
COAX/OPT of ANALOG.
Stel de ingangsfunctie in op AUTO.
44
Er is geen geschikte signaalbron
geselecteerd.
Selecteer een geschikte signaalbron met INPUT, MULTI CH
INPUT of met de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening.
37
De luidsprekers zijn niet goed aangesloten.
Sluit de luidsprekers op de juiste manier aan.
15
De te gebruiken voor-luidsprekers zijn
niet op de juiste manier geselecteerd.
Selecteer de voor-luidsprekers door op SPEAKERS A
of B op het voorpaneel te drukken (of door op de
afstandsbediening op SPEAKERS A of B te drukken).
37
Het volume staat uit. Zet het volume hoger.
De geluidsweergave is tijdelijk
uitgeschakeld.
Druk op MUTE of op een andere bedieningstoets
voor dit toestel om de geluidsweergave te herstellen
en het volume te kunnen regelen.
39
De ingangsfunctie staat op ANALOG maar er wordt
een DTS gecodeerd bronsignaal weergegeven.
Wijzig de instelling voor de ingangsfunctie naar
AUTO of COAX/OPT.
44
Er worden signalen van een broncomponent
ontvangen die dit toestel iet kan weergeven
(van een CD-ROM bijvoorbeeld).
Speel materiaal af met signalen die wel door dit
toestel gereproduceerd kunnen worden.
De HDMI componenten die zijn aangesloten
op dit toestel bieden geen ondersteuning voor
de HDCP kopieerbeveiligingsnormen.
Sluit HDMI componenten aan die wel ondersteuning
bieden voor de HDCP kopieerbeveiligingsnormen.
Support Audio is ingesteld op Other en
HDMI audiosignalen worden niet
weergegeven door dit toestel.
Zet Support Audio op RX-V2600 via de HDMI Set.
92
Geen beeld Conversion is ingesteld op Off. Zet Conversion op On.
81
Er komen progressieve of HDTV
videosignalen binnen.
De via de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting
binnenkomende signalen worden
gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting.
115
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Het geluid valt
plotseling uit.
De beveiliging is in werking getreden
vanwege kortsluiting enz.
Controleer of de impedantie correct is ingesteld.
31
Controleer of de luidsprekerbedrading nergens kortsluiting
maakt en zet vervolgens het toestel weer aan.
De slaaptimer heeft het toestel
uitgeschakeld.
Zet het toestel aan en speel de gewenste signaalbron
weer af.
De geluidsweergave is tijdelijk uitgeschakeld.
Druk op MUTE om de geluidsweergave te herstellen.
39
Alleen de luidspreker
aan de ene kant doet
het.
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het
probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis
is met de kabels.
20
Onjuiste balans ingesteld via het GUI
menu.
Wijzig de Speaker Level instellingen.
86
Er wordt alleen flink
geluid geproduceerd
door de midden-
luidspreker.
Wanneer er een mono bronsignaal wordt
weergegeven met een CINEMA DSP
programma, zal dit signaal via het
middenkanaal worden weergegeven, terwijl
alleen eventuele door het programma
toegevoegde effecten via de voor- en
surround-luidsprekers worden geproduceerd.
Geen geluid uit de
effect-luidsprekers
De geluidsveldprogramma’s zijn
uitgeschakeld.
Kies STRAIGHT (EFFECT) om de effecten in te
schakelen.
43
U gebruikt een signaalbron of een
programmacombinatie waarbij niet via
alle kanalen geluid wordt geproduceerd.
Probeer een ander geluidsveldprogramma.
37
Geen geluid uit de
midden-luidspreker
Het uitgangsniveau van de midden-
luidspreker staat op een te lage waarde.
Stel het niveau van de midden-luidspreker hoger in.
86
Center is ingesteld op None via
Speaker Set.
Selecteer de juiste instelling voor uw midden-
luidspreker.
83
Eén van de HiFi DSP programma’s
(uitgezonderd 7ch Stereo) is geselecteerd.
Probeer een ander geluidsveldprogramma.
37
Geen geluid uit de
surround-
luidsprekers
Het uitgangsniveau van de surround-
luidsprekers staat op een te lage waarde.
Stel het niveau van de surround-luidsprekers hoger in.
86
Surround is ingesteld op None via Speaker
Set.
Selecteer de juiste instelling voor de linker en rechter
surround-luidsprekers.
83
Er wordt een mono of stereo bronsignaal
afgespeeld met STRAIGHT.
Druk op STRAIGHT (EFFECT) om de
geluidsveldeffecten in te schakelen.
Geen geluid uit de
surround achter-
luidsprekers
De aanwezigheidsluidsprekers zijn
geselecteerd.
Selecteer Surround Back bij PR/SB Priority.
79
Surround is ingesteld op None via
Speaker Set.
Als None is ingesteld voor de linker en rechter
surround-luidsprekers, zullen de surround achter-
luidsprekers automatisch ook op None worden
ingesteld. Selecteer de juiste instelling voor de linker
en rechter surround-luidsprekers.
83
Surround Back is ingesteld op None via
Speaker Set.
Selecteer Small x1, Small x2, Large x1 of Large x2.
83
Geen geluid uit de
subwoofer
Bass Out is ingesteld op Front terwijl er
een Dolby Digital of DTS signaal wordt
weergegeven.
Selecteer SWFR of Both.
85
Bass Out is ingesteld op SWFR of Front
terwijl er een 2-kanaals signaal wordt
weergegeven.
Selecteer Both.
85
Het bronsignaal bevat geen zeer lage
tonen.
116
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Er kunnen geen Dolby
Digital of DTS bronnen
worden weergegeven.
(De Dolby Digital of DTS
indicator op het display
op het voorpaneel licht
niet op.)
De aangesloten component is niet correct
ingesteld voor het produceren van Dolby
Digital of DTS digitale signalen.
Volg de handleiding van de apparatuur in kwestie en
maak de vereiste instellingen.
De ingangsfunctie staat op ANALOG. Wijzig de instelling voor de ingangsfunctie naar
AUTO of COAX/OPT.
44
U hoort een zeker
gebrom.
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Steek de stekkers goed in de aansluitingen. Als dit het
probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis
is met de kabels.
De draaitafel is niet verbonden met de
GND aansluiting.
Sluit de aarding van uw draaitafel aan op de GND
aansluiting van dit toestel.
27
Het volume is te laag
bij weergave van een
plaat.
De plaat wordt afgespeeld op een
draaitafel met een MC cartridge.
De draaitafel moet op dit toestel worden aangesloten
via een MC-kopversterker.
27
Het volume kan niet
worden verhoogd, of het
geluid klinkt vervormd.
De op de OUT (REC) aansluitingen van
dit toestel aangesloten component staat
uit.
Zet de betreffende component aan.
Geluidseffecten
worden niet
opgenomen.
Het is niet mogelijk door het toestel
toegevoegde effecten op te nemen met
aangesloten opname-apparatuur.
Er kan niet worden
opgenomen door digitale
opname-apparatuur die
is aangesloten op de
DIGITAL OUTPUT
aansluiting van dit
toestel.
De signaalbron waarvan u wilt opnemen is
niet aangesloten op de DIGITAL INPUT
aansluitingen van dit toestel.
Sluit de signaalbron aan op de DIGITAL INPUT
aansluitingen.
20–27
Sommige componenten kunnen geen
Dolby Digital of DTS bronmateriaal
opnemen.
Er kan niet worden
opgenomen door analoge
opname-apparatuur die is
aangesloten op de
AUDIO OUT aansluitingen.
De signaalbron is niet aangesloten op de
analoge AUDIO IN aansluitingen van dit
toestel.
Sluit de signaalbron aan op de analoge AUDIO IN
aansluitingen.
20–27
Sommige instellingen
en geluidsveld
parameters van dit
toestel kunnen niet
meer worden gewijzigd.
Memory Guard is ingesteld op On. Selecteer Off.
91
Het toestel
functioneert niet naar
behoren.
De interne microcomputer is vastgelopen
door een externe elektrische schok
(bijvoorbeeld blikseminslag of ontlading
van statische elektriciteit) of door een te
laag voltage van de stroomvoorziening.
Haal de stekker uit het stopcontact en doe hem na
ongeveer 30 seconden weer terug.
CHECK SP WIRES zal
op het display op het
voorpaneel verschijnen.
De luidsprekerbedrading maakt
kortsluiting.
Controleer of alle luidsprekerkabels op de juiste
manier zijn aangesloten.
15
U ondervindt storing
van digitale of
hoogfrequente
apparatuur, of van dit
toestel.
Dit toestel staat te dicht bij de digitale of
hoogfrequente apparatuur.
Zet het toestel verder bij dergelijke apparatuur
vandaan.
De beeldweergave
wordt gestoord.
De videobron maakt gebruik van
gescramblede of gecodeerde signalen om
kopiëren tegen te gaan.
Het toestel gaat
plotseling uit
(standby).
De interne temperatuur is te hoog
opgelopen en de oververhittingsbeveiliging
is in werking getreden.
Wacht ongeveer 1 uur tot het toestel afgekoeld is voor
u het weer aan zet.
117
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Tuner
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
FM
Veel ruis in de FM
stereo-ontvangst.
Dit probleem is inherent aan FM
stereo-uitzendingen wanneer de
zender te ver weg is of het
ontvangstsignaal dat binnenkomt via
de antenne niet sterk genoeg is.
Controleer de aansluitingen van de antenne.
Probeer een hoogwaardige
richtingsgevoelige FM antenne.
29
Stem met de hand af.
48
Er is vervorming en ook
een betere FM antenne
zorgt niet voor een
betere ontvangst.
U ondervindt interferentie doordat
hetzelfde signaal op verschillende
manieren ontvangen wordt.
Verander de opstelling van de antenne zodat
u van deze interferentie geen last meer hebt.
Er kan niet automatisch
worden afgestemd op
de gewenste zender.
Het radiosignaal is te zwak. Probeer een hoogwaardige
richtingsgevoelige FM antenne.
29
Stem met de hand af.
48
Er kan niet langer
worden afgestemd op
eerder
voorgeprogrammeerde
zenders.
Het toestel is te lang zonder stroom
geweest.
Programmeer de zenders opnieuw.
48
AM
Er kan niet automatisch
worden afgestemd op
de gewenste zender.
Het signaal is te zwak of de antenne is
los.
Controleer de aansluitingen van de AM
ringantenne en stel deze zo op dat u de beste
ontvangst verkrijgt.
Stem met de hand af.
48
U hoort doorlopend
gekraak en gesis.
Deze geluiden kunnen het gevolg zijn
van bliksem, TL verlichting, motoren,
thermostaten en andere elketrische
apparatuur.
Gebruik een buitenantenne en een goede
aarding. Dit kan in sommige gevallen helpen,
maar het blijft moeilijk om alle
storingsbronnen te elimineren.
U hoort gezoem en
gefluit.
Er wordt in de buurt van het toestel
een TV gebruikt.
Zet dit toestel verder bij de TV vandaan.
118
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Afstandsbediening
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
De afstandsbediening
werkt niet of niet naar
behoren.
Te ver weg of onder te scherpe hoek
gebruikt.
De afstandsbediening werkt binnen een maximaal
bereik van 6 m en binnen een hoek van 30 graden ten
opzichte van loodrecht op het voorpaneel.
5
Direct zonlicht of sterke verlichting
(vooral van TL lampen enz.) valt op de
sensor voor de afstandsbediening van dit
toestel.
Stel het toestel anders op.
De batterijen raken leeg. Vervang alle batterijen.
4
AMP/SOURCE/TV is niet correct
ingesteld.
Stel AMP/SOURCE/TV correct in.
Zet de afstandsbediening in de AMP stand u wanneer
het toestel wilt bedienen.
Zet de afstandsbediening op de SOURCE stand
wanneer u de met de ingangskeuzetoetsen
geselecteerde component wilt bedienen.
Zet de afstandsbediening in de TV stand wanneer u
de TV die is ingesteld voor de DTV of PHONO set
wilt bedienen.
De afstandsbedieningscode is niet goed
ingesteld.
Stel de juiste afstandsbedieningscode in met behulp
van de “LIJST MET
AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van
deze handleiding.
98
Stel een andere afstandsbedieningscode in voor
dezelfde fabrikant met behulp van de “LIJST MET
AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van
deze handleiding.
98
De archiefcode van de afstandsbediening
en de afstandsbedienings-ID van dit
toestel komen niet overeen.
Zorg ervoor dat de afstandsbedienings-ID van dit
toestel overeenkomt met de archiefcode van de
afstandsbediening.
95, 98
Ook als de juiste afstandsbedieningscode
is ingesteld is het mogelijk dat bepaalde
modellen niet goed reageren op de
afstandsbediening.
Programmeer de gewenste functies apart onder de
programmeerbare toetsen met de ‘leerfunctie’.
100
De batterijen gaan niet lang mee en zijn
snel leeg.
We raden u sterk aan alkali batterijen te gebruiken.
De afstandsbediening
kan geen nieuwe
functies leren.
De batterijen van deze afstandsbediening
en/of die van de andere afstandsbediening
zijn te zwak.
Vervang de batterijen.
4
De afstand tussen de twee
afstandsbedieningen is te groot of te klein.
Plaats de afstandsbedieningen op de juiste afstand van
elkaar.
100
De signaalcodering of modulatie van de
andere afstandsbediening is niet
compatibel met deze afstandsbediening.
Leren is niet mogelijk.
Het geheugen is vol. Wis functies die u niet meer nodig heeft om ruimte te
maken voor nieuwe functies.
105
119
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
AUTO SETUP
Voor de AUTO SETUP
Tijdens de AUTO SETUP
Foutmelding Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Connect MIC!
De optimalisatie-microfoon is niet
aangesloten.
Verbind de meegeleverde optimalisatie-microfoon
met de OPTIMIZER MIC aansluiting op het
voorpaneel.
32
Unplug Phones! Er is een hoofdtelefoon aangesloten. Maak de hoofdtelefoon los.
No Setup Menu!
Er zijn geen setup menu-items
geselecteerd.
Selecteer minstens één setup menu-item.
Memory Guard! Deze instelling is beveiligd. Verwijder de beveiliging van de AUTO SETUP. 91
Foutmelding Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
E01:No Front SP
Er worden geen L/R voorkanaal signalen
gedetecteerd.
Selecteer de voor-luidsprekers door op SPEAKER A
of B op het voorpaneel te drukken (of door
AMP/SOURCE/TV op AMP te zetten en dan op
SPEAKER A of B te drukken).
Controleer de aansluitingen van de L/R voor-
luidsprekers.
15
E02:No Surr. SP Er is geen surroundkanaal gedetecteerd.
Controleer de aansluitingen van de surround-
luidspreker.
15
E03:No PRNS SP
Er is geen aanwezigheidskanaal
gedetecteerd.
Controleer de aansluitingen van de
aanwezigheidsluidspreker.
15
E04:SBR–>SBL
Er wordt alleen een rechter surround
achterkanaal gedetecteerd.
Verbind de surround achter-luidspreker met de LEFT
SURROUND BACK SPEAKERS aansluiting als u
slechts een enkele surround achter-luidspreker heeft.
15
E05:Noisy Teveel geluiden op de achtergrond.
Probeer de AUTO SETUP wanneer het zo stil
mogelijk is.
Zet lawaaiige elektrische apparatuur zoals air-
conditioners uit, of zet ze uit de buurt van de
optimalisatiemicrofoon.
E06:Check Surr.
Wel surround achter-luidspreker(s)
aangesloten, maar geen L/R surround-
luidsprekers.
Sluit uw surround-luidsprekers aan wanneer u één of
meer surround achter-luidspreker(s) gebruikt.
15
E07:No MIC
De optimalisatie-microfoon is losgeraakt
tijdens de AUTO SETUP.
Verbind de meegeleverde optimalisatie-microfoon
met de OPTIMIZER MIC aansluiting op het
voorpaneel.
32
E08:No Signal
De optimalisatie-microfoon kan geen
testtonen detecteren.
Controleer de instelling van de microfoon. 32
Controleer de aansluiting en de opstelling van de
microfoon.
15
E09:User Cancel
De AUTO SETUP procedure is
geannuleerd door een handeling van de
gebruiker.
Doe de AUTO SETUP nog eens. 32
E10:Internal Err Er is een interne fout opgetreden. Doe de AUTO SETUP nog eens. 32
120
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Na AUTO SETUP
Als de ERROR of WARNING schermen verschijnen, dient u de oorzaak van het probleem op te sporen en vervolgens de
AUTO SETUP procedure opnieuw uit te voeren.
Als waarschuwing W-1 of W-4 verschijnt, worden er wel correcties uitgevoerd, maar zijn deze mogelijk niet optimaal.
Als waarschuwing W-2 of W-3 verschijnt, zullen er geen correcties gemaakt worden.
Als foutmelding E-10 herhaaldelijk verschijnt, dient u contact op te nemen met een erkend YAMAHA service-centrum.
HDMI
Waarschuwing Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
W1:Out of Phase
De polariteit van de luidsprekers is niet
correct. Deze melding kan, afhankelijk
van de luidsprekers in kwestie, ook
verschijnen wanneer deze toch correct zijn
aangesloten.
Controleer of de luidsprekers met de correcte
polariteit zijn aangesloten (+ of –).
15
W2:Over24m/80ft
De afstand tussen de luidspreker en de
luisterplek is groter dan 24 m.
Zet de luidspreker dichter bij de luisterplek.
W3:Level Error
Er is teveel volumeverschil tussen de
luidsprekers. (Er wordt geen
niveaucorrectie gemaakt.)
Pas de opstelling van de luidsprekers zo aan dat alle
luidsprekers op plekken met vergelijkbare
omstandigheden staan.
Controleer de luidspreker-aansluitingen. 15
Gebruik luidsprekers van vergelijkbare kwaliteit.
Stel het uitgangsvolume van de subwoofer in. 33
W4:SP Mismatch
De Wiring resultaten zijn niet compatibel
met de huidige door de gebruiker
gewijzigde instellingen.
De huidige, door de gebruiker gewijzigde instellingen
krijgen de voorrang.
Opmerkingen
Foutmelding Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Device Over
Er zijn meer dan 5 HDMI componenten
(inclusief dit toestel) aangesloten.
Verminder het aantal aangesloten HDMI
componenten.
HDCP Error HDCP testen mislukt.
Controleer of de aangesloten HDMI componenten
ondersteuning bieden voor de HDCP
kopieerbeveiligingsnormen.
WOORDENLIJST
121
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
ASA (Advanced Speaker Array)
ASA is een techniek van THX die de signalen voor de
2 surround en de 2 surround achter-luidsprekers bewerkt
voor een optimaal surroundeffect. Wanneer u uw
thuisbioscoop inricht met alle acht de luidsprekers (links,
midden, rechts, rechts surround, rechts surround-achter,
links surround-achter, links surround en subwoofer) krijgt
u de grootst mogelijke luisterplek als u de twee surround
achter-luidsprekers dicht bij elkaar en naar voren gericht
neerzet. Als u echter gedwongen wordt de surround
achter-luidsprekers verder uit elkaar te zetten, moet u via
het THX Audio Setup scherm de instelling kiezen die het
best overeenkomt met de daadwerkelijke afstand tussen
deze twee luidsprekers om het surroundeffect weer
optimaal te maken.
ASA wordt gebruikt in drie nieuwe functies: THX Select2
Cinema, THX Music Mode en THX Games Mode.
Dolby Digital
Dolby Digital is een digitaal surroundsysteem met
volledig van elkaar gescheiden multikanaals audio. Met
3 voorkanalen (links, midden en rechts), en 2 surround-
stereokanalen biedt Dolby Digital in totaal 5 audiokanalen
met het volle frequentiebereik. Met een extra kanaal
speciaal voor de zeer lage tonen, het zogenaamde LFE
(Lage Frequentie Effect) kanaal, biedt dit systeem in totaal
5.1 kanalen (het LFE kanaal wordt als 0.1 kanaal geteld).
Door 2-kanaals stereo voor de surround-luidsprekers te
gebruiken is er een betere weergave van bewegende
geluidsbronnen en een beter algeheel surroundeffect
mogelijk dan bij Dolby Surround. Het grote dynamische
bereik (van het zachtste tot het hardste geluid wat nog kan
worden weergegeven) van de 5 kanalen met het volle
frequentiebereik en de precieze plaatsing van het geluid
door de digitale verwerking biedt de luisteraar een
ongehoord realistische weergave.
Dolby Digital EX
Dolby Digital EX creëert 6 kanalen met het volledige
frequentiebereik van 5.1-kanaals bronmateriaal. Dit wordt
bereikt met een matrix decoder die 3 surroundkanalen
samenstelt uit de gegevens voor de 2 surroundkanalen uit
de oorspronkelijke opnamen. Voor de beste resultaten
moet Dolby Digital EX gebruikt worden met
filmsoundtracks die zijn opgenomen in Dolby Digital
Surround EX. Met dit extra kanaal krijgt u een betere en
meer dynamische weergave van bewegende
geluidsbronnen, vooral bij zogenaamde fly-over en
fly-around effecten.
Dolby Pro Logic x
Dolby Pro Logic x is een nieuwe technologie die 6.1 of
7.1 multikanaals weergave mogelijk maakt van 2-kanaals
of multikanaals bronmateriaal. Er is een Music stand voor
muziek, een Movie stand voor films en een Game stand
voor spelletjes.
Dolby Surround
Dolby Surround maakt gebruik van een een 4-kanaals
analoog opnamesysteem voor de reproductie van
realistische en dynamische geluidseffecten:
2 voorkanalen, links en rechts (stereo), een middenkanaal
voor gesproken tekst (mono) en een surroundkanaal voor
speciale geluidseffecten (mono). Het surroundkanaal geeft
alleen geluiden binnen een beperkt frequentiebereik weer.
Dolby Surround wordt veel gebruikt op videobanden en
laserdiscs en ook wel bij TV en kabelprogramma’s. De in
dit toestel ingebouwde Dolby Pro Logic decoder maakt
gebruik van een digitale signaalverwerking die
automatisch het volume van de verschillende kanalen
stabiliseert om de richtingsgevoeligheid en de weergave
van bewegende geluidsbronnen te verbeteren.
DTS 96/24
DTS 96/24 biedt een ongekend hoog niveau audiokwaliteit voor
multikanaals weergave van DVD-Video en is volledig
compatibel met alle vroegere DTS decoders. 96 refereert aan de
96 kHz bemonsteringsfrequentie (vergeleken met een normale
waarde van 48 kHz). 24 refereert aan de gebruikte codelengte
van 24-bits. DTS 96/24 biedt een geluidskwaliteit die
vergelijkbaar is met die van de originele 96/24 masteropnamen,
en 96/24 5.1-kanaals weergave met video van hoge kwaliteit
voor muziekprogramma’s zowel als speelfilms op DVD-video.
DTS (Digital Theater Systems)
Digital Surround
DTS digitale surroundweergave is ontwikkeld om de analoge
filmsoundtracks te vervangen door een 6-kanaals digitale
soundtrack en is over de hele wereld bezig aan een opmars in de
bioscoop. Digital Theater Systems Inc. heeft tevens een
thuisbioscoopsysteem ontwikkeld zodat u gewoon thuis kunt
profiteren van de verbluffende DTS digitale surroundweergave.
Dit systeem produceert vrijwel vervormingsvrije 6-kanaals
weergave (technisch gesproken, linker, rechter en midden
voorkanalen, 2 surroundkanalen, plus een LFE 0.1 kanaal voor
de subwoofer, dus anders gezegd 5.1 kanalen). Dit toestel is
uitgerust met een DTS-ES decoder die 6.1- kanaals weergave
mogelijk maakt door uit bestaand 5.1-kanaals bronmateriaal
een surround-achterkanaal te destilleren.
ITU-R
ITU-R is de radio-communicatie afdeling van de
ITU (International Telecommunication Union). De ITU-R
heeft een aanbeveling opgesteld voor een standaard
luidsprekeropstelling die gebruikt wordt in veel kritische
luisterruimten, zoals mastering studio’s.
WOORDENLIJST
Audio informatie
122
WOORDENLIJST
LFE 0.1 kanaal
Dit kanaal is speciaal bedoeld voor de weergave van zeer
lage tonen. Het frequentiebereik voor dit kanaal is 20 Hz
t/m 120 Hz. Dit kanaal wordt meestal als 0.1 geteld omdat
niet het volledige frequentiebereik wordt weergegeven,
zoals de andere 5/6 kanalen in een Dolby Digital of DTS
5.1/6.1-kanaals systeem.
Neo:6
Neo:6 bewerkt conventioneel 2-kanaals bronmateriaal
voor 6-kanaals weergave met een speciale decoder.
Hierdoor wordt weergave mogelijk met kanalen met het
volle bereik en met een verbeterde kanaalscheiding, zoals
bij weergave van digitale signalen met gescheiden
kanalen. Er zijn twee standen; Music voor weergave van
muziek en Cinema voor films.
PCM (Lineair PCM)
Lineair PCM is een signaalformaat voor het
ongecomprimeerd digitaliseren, opnemen en overbrengen
van analoge audiosignalen. Dit wordt gebruikt als
opnamemethode van CD’s en DVD audio. Het PCM
systeem maakt gebruik van een techniek waarmee het
analoge signaal zeer vaak per seconde wordt gemeten. De
afkorting staat voor Puls Code Modulatie, het analoge
signaal wordt gecodeerd als pulsjes en dan gemoduleerd
voor opname.
Bemonsteringsfrequentie en aantal
kwantisatiebits
Bij het digitaliseren van een analoog audiosignaal wordt
het aantal keren dat het signaal per seconde wordt gemeten
de bemonsteringsfrequentie genoemd en de
gedetailleerdheid waarmee het geluid in een numerieke
waarde wordt omgezet, het aantal kwantisatiebits.
Het frequentiebereik dat kan worden weergegeven is
gebaseerd op de bemonsteringsfrequentie, terwijl het
dynamisch bereik, het verschil tussen het zachtste en het
hardste geluid, bepaald wordt door het aantal
kwantisatiebits. In principe is het zo dat hoe hoger de
bemonsteringsfrequentie is, hoe groter het aantal tonen is
dat kan worden weergegeven, en hoe hoger het aantal
kwantisatiebits is, hoe precieser het geluidsniveau kan
worden gereproduceerd.
THX Cinema verwerking
THX is een exclusieve set standaarden en technologieën
zoals vastgesteld door de wereldberoemde filmproducent
Lucasfilm Ltd. THX is het resultaat van George Lucas
persoonlijke wens de weergave van de filmsoundtrack, zowel
in de bioscoop als bij u thuis, zo veel mogelijk overeen te
laten stemmen met wat de regisseur in gedachten had.
Filmsoundtracks worden samengesteld in speciale
geluidsstudio’s en zijn bedoeld om te worden afgespeeld
in bioscopen die zijn uitgerust met vergelijkbare
apparatuur en omstandigheden. Deze zelfde soundtrack
wordt vervolgens overgebracht op Laserdisc, VHS video,
DVD enz. en wordt verder niet gewijzigd voor weergave
bij u thuis.
De THX technici hebben geoctroieerde technieken
ontwikkeld om het voor weergave in bioscopen bedoelde
materiaal natuurgetrouw te transponeren naar de huiskamer
door te corrigeren voor de ruimtelijke en tonale verschillen.
Wanneer op dit product de THX indicator aan staat, worden
de THX functies automatisch toegevoegd aan de Cinema
functies (bijv. THX Cinema, THX Surround EX).
Aangepaste decorrelatie
In een bioscoop zijn er een groot aantal surround-
luidsprekers die allemaal meehelpen om een omhullend
surround-effect op te bouwen, maar thuis heeft u er
misschien maar twee. Hierdoor kunnen de surround-
luidsprekers al snel klinken als een grote hoofdtelefoon,
zonder gevoel van ruimte en zonder omhullend effect. Ook
kan het hele surround-effect makkelijk verloren gaan
wanneer u niet in het midden zit, maar te dicht bij de ene
surround-luidspreker. Aangepaste decorrelatie verschuift
de timing en de fase van de twee surroundkanalen iets ten
opzichte van elkaar. Het effect hiervan is dat de luisterplek
waar het effect waargenomen kan worden effectief
vergroot wordt – met toch maar twee luidsprekers – en dat
de bioscoopervaring beter benaderd wordt.
Re-Equalization
De toonbalans van een filmsoundtrack zal te helder en te
hard overkomen bij weergave in uw huiskamer omdat een
soundtrack gemaakt is voor weergave in grote bioscopen
met grote professionele apparatuur. Re-Equalization
herstelt de juiste toonbalans zodat een filmsoundtrack
beter zal klinken in uw huiskamer.
Timbre Matching
Voor het menselijk gehoor hangt de manier waarop we een
geluid waarnemen mede af van de richting waar het geluid
vandaan komt. In een bioscoop is er een enorme batterij aan
luidsprekers die ons vanaf alle kanten voorzien van de nodige
geluidsinformatie. Maar thuis gebruiken we misschien maar
twee luidsprekers om hetzelfde effect te bereiken. De Timbre
Matching functie filtert de informatie die naar de surround-
luidsprekers gestuurd wordt zodat ze de toonkwaliteit van de
voor-luidsprekers beter benaderen. Hierdoor worden tussen
de voor- en surround-luidsprekers bewegende geluidsbronnen
beter en naadlozer weergegeven.
123
WOORDENLIJST
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
THX Games Mode
Voor weergave van stereo en multikanaals spelletjes kunt
u het beste THX Games Mode selecteren. In deze stand
wordt THX ASA verwerking gebruikt voor de
surroundkanalen van alle 5.1 en 2.0 gecodeerd
spelmateriaal, inclusief analoog, PCM, DTS en
Dolby Digital materiaal. Op deze manier worden alle
geluiden in het spel zeer precies in het surroundveld
geplaatst, wat een volledige 360 graden spelomgeving
oplevert. THX Games Mode is uniek, want alleen deze
stand geeft u soepele overgangen van audio op alle punten
in het surroundveld.
THX Music Mode
Voor weergave van multikanaals muziek kunt u het beste
THX Music Mode selecteren. In deze stand wordt
THX ASA verwerking toegepast op alle 5.1
surroundkanalen van gecodeerd muziekmateriaal zoals
DTS, Dolby Digital en DVD-Audio, hetgeen zorgt voor
een stabiele surroundweergave.
THX Select2
Voor een thuistheater-component een THX Select2
certificatie verdient, moet deze voldoen aan alle eisen voor
THX Cinema verwerking en ook een rigoureuze reeks
kwaliteits- en prestatietests hebben doorstaan. Slechts dan
mag een product voorzien worden van het THX Select2
logo; uw garantie dat het door u aangeschafte Home
Theater product u nu en nog vele jaren met uitstekende
prestaties van dienst zal zijn. De THX Select2 eisen
hebben betrekking op alle aspecten van het product,
inclusief de prestaties van de eindversterker en de
voorversterker en honderden andere parameters, zowel
digitaal als analoog.
THX Select2 Cinema stand
De THX Select2 Cinema stand zorgt voor weergave van
5.1 filmmateriaal met alle 8 de luidsprekers en geeft u de
best mogelijke ervaring bij het bekijken van een film. In
deze stand mengt de ASA verwerking de surround-
luidsprekers en de surround achter-luidsprekers voor een
optimale mix van omgevingsgeluid en gericht
surroundgeluid.
DTS-ES (Matrix en 6.1 Discrete) en Dolby Digital
Surround EX gecodeerde soundtracks zullen automatisch
worden gedetecteerd in de THX Select2 Cinema stand als
de bijbehorende ‘vlag’ in het signaal is meegecodeerd.
Er zijn Dolby Digital Surround EX soundtracks zonder de
digitale signalering (‘vlag’) die automatisch omschakelen
mogelijk maakt. Als u weet dat de film die u gaat bekijken
Surround EX gecodeerd is, kunt met de hand de
THX Surround EX stand kiezen; anders zal de
THX Select2 Cinema stand ASA verwerking toepassen
voor een optimale weergave.
THX Surround EX
THX Surround EX-Dolby Digital Surround EX is een
gezamenlijk ontwikkeld product van Dolby Laboratories
en THX Ltd.
In de bioscoop kan er bij filmsoundtracks die met
Dolby Digital Surround EX technologie gecodeerd zijn
een extra kanaal worden gereproduceerd dat is toegevoegd
bij het mengen van de geluidsgegevens. Dit kanaal, het
surround-achterkanaal, plaatst geluiden direct achter de
luisteraar, in aanvulling op de reeds beschikbare linker,
rechter en midden voorkanalen, linker en rechter
surroundkanalen en de subwoofer. Dit extra kanaal geeft
de mogelijkheid een meer gedetailleerd geluidsbeeld op te
bouwen achter de luisteraar, geeft meer diepte, een
ruimtelijker sfeer en maakt een betere plaatsing van de
geluiden mogelijk.
Films met Dolby Digital Surround EX technologie zullen
deze informatie op hun verpakking aanduiden wanneer ze
op de markt komen voor de consument. Een lijst met films
die gebruik maken van deze technologie kunt u vinden op
de Dolby website: www.dolby.com. Een lijst met
beschikbare DVD titels die gebruik maken van deze
technologie kunt u vinden op www.thx.com.
Alleen receivers en andere producten met het
THX Surround EX logo, gebruikt in de THX Surround EX
stand kunnen deze nieuwe technologie correct
reproduceren bij u thuis.
Dit product kan ook de THX Surround EX stand
inschakakelen bij weergave van 5.1-kanaals materiaal dat
niet Dolby Digital Surround EX gecodeerd is. In een
dergelijk geval zal de via het surround-achterkanaal
weergegeven geluid afhangen van het gebruikte
programma en kan het tegenvallen, afhankelijk van de
soundtrack in kwestie en de eigen smaak van de luisteraar.
124
WOORDENLIJST
Component videosignaal
In een component video systeem wordt het videosignaal
gescheiden in een Y signaal voor de luminantie en in PB
en P
R signalen voor de kleuren. Dit systeem zorgt voor een
betere kleurweergave omdat elk van deze signalen
onafhankelijk is van de andere. U heeft een monitor met
component ingangsaansluitingen nodig om component
videosignalen te kunnen weergeven.
Composiet videosignaal
Een composiet videosignaal bestaat uit alle drie de
basiselementen van het videobeeld: kleur, helderheid en
synchronisatiegegevens. Een composiet video-aansluiting
op een videocomponent geeft deze drie elementen
gecombineerd door.
S-Videosignaal
In een S-Videosysteem wordt het videosignaal dat
normaal via een enkele kabel zou worden doorgegeven
gescheiden in een Y signaal voor de luminantie en een C
signaal voor de kleur en doorgegeven via speciale S-video
aansluitingen. Gebruik van een S VIDEO aansluiting
vermindert signaalverslechtering bij lange verbindingen
en zorgt voor een betere beeldkwaliteit.
CINEMA DSP
Omdat de Dolby Surround en DTS systemen
oorspronkelijk bedoeld waren voor de bioscoop, werken
deze systemen het best in een theatrale ruimte met een
heleboel luidsprekers opgesteld voor het maximale
akoestische effect. Maar de omstandigheden bij mensen
thuis, de afmetingen van de kamer, het materiaal waar de
muur van gemaakt is, het aantal luidsprekers enz., zijn zo
verschillend, dat de weergave ook anders wordt. Op basis
van een massa in het echt gemeten gegevens maken nu de
YAMAHA CINEMA DSP programma’s gebruik van de
origineel door YAMAHA ontwikkelde
geluidsveldentechnologie om in combinatie met Dolby
Pro Logic, Dolby Digital en DTS systemen te komen tot
een zo goed mogelijke benadering in uw huiskamer van de
audiovisuele ervaring die tot nog toe alleen in de bioscoop
gerealiseerd kon worden.
SILENT CINEMA
YAMAHA heeft een natuurlijk en realistisch DSP
geluidsveldprogramma ontwikkeld voor hoofdtelefoons.
Voor elk apart geluidsveld zijn parameters voor weergave
via een hoofdtelefoon opgenomen zodat alle
geluidsveldprogramma’s natuurgetrouw kunnen worden
weergegeven.
Virtual CINEMA DSP
YAMAHA heeft een Virtual CINEMA DSP
geluidsveldprogramma ontwikkeld dat u ook zonder
daadwerkelijke surround-luidsprekers in staat stelt te
profiteren van DSP surroundeffecten door middel van
virtuele surround-luidsprekers.
U kunt Virtual CINEMA DSP zelfs gebruiken op een
minimaal systeem met slechts twee luidsprekers zonder
midden-luidspreker.
Video informatie Geluidsveldprogramma informatie
125
WOORDENLIJST
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Dit toestel maakt gebruik van YAMAHA Parametric
Room Acoustic Optimizer (YPAO) technologie waarmee,
samen met de Parametric EQ instellingen (zie
bladzijde 77), de frequentiekarakteristieken via een
instelbare equalizer worden afgestemd op uw
luisteromgeving. YPAO gebruikt een combinatie van de
volgende drie parameters (Frequency, Gain en Q factor)
om te komen tot een zo precies mogelijke aanpassing van
de frequentiekarakteristieken.
Frequency
Deze parameter kan worden ingesteld in stappen van één-
derde octaaf, tussen 63 Hz en 16 kHz.
Gain
Deze parameter kan worden ingesteld in stappen van
0,5 dB, tussen –20 en +6 dB.
Q factor
De breedte van de opgegeven frequentieband wordt
aangeduid als de Q factor. Deze parameter kan worden
ingesteld tussen de waarden 0,5 en 10.
YPAO past de frequentiekarakteristieken aan uw
luistervoorkeuren aan via een combinatie van de
bovengenoemde drie parameters (Frequency, Gain en
Q factor) voor elk van de equalizerbanden van de
parametrische equalizer van dit toestel. Dit toestel heeft
7 equalizerbanden voor elk kanaal.
Door gebruik te maken van meer equalizerbanden kunnen
de frequentiekarakteristieken preciezer worden ingesteld
(zoals te zien in Afbeelding 2). Dit is niet mogelijk wa
wanneer slechts een enkele equalizerband wordt gebruikt
(zoals in Afbeelding 1).
Afbeelding 1
Afbeelding 2
Parametrische equalizer informatie
Gain (extra versterking)
Frequentie
Originele
frequentiekarakteristiek
Band 1
Frequentiekarakteristiek
na correctie
Gain (extra versterking)
Frequentie
Band 1
Band 2
Frequentiekarakteristiek
na correctie
Originele
frequentiekarakteristiek
TECHNISCHE GEGEVENS
126
AUDIO GEDEELTE
Minimum RMS uitgangsvermogen voor, midden,
surround, surround-achter
20 Hz t/m 20 kHz, 0,04% THV, 8 .................................. 130 W
Dynamisch vermogen (IHF)
8/6/4/2 ....................................................... 165/205/260/340 W
Maximum vermogen (EIAJ)
[Modellen voor Azië, China, Korea en algemene modellen]
1 kHz, 10% THV, 8 ........................................................ 180 W
Maximum uitgangsvermogen [Modellen voor het V.K. en Europa]
1 kHz, 0,7% THV, 4 ....................................................... 190 W
Dynamisch bereik
8 ..................................................................................... 1,11 dB
IEC uitgangsvermogen [Modellen voor het V.K. en Europa]
1 kHz, 0,04% THV, 8 ..................................................... 140 W
Dempingsfactor (IHF)
20 Hz t/m 20 kHz, 8 ............................................... 140 of meer
Ingangsgevoeligheid/uitgangsimpedantie
PHONO .................................................................. 3,5 mV/47 k
CD, enz. ................................................................. 200 mV/47 k
MULTI CH INPUT ............................................... 200 mV/47 k
Maximum ingangssignaal
PHONO (1 kHz, 0,1% THV) ................................ 60 mV of meer
CD, enz. (1 kHz, 0,5% THV) .................................. 2,4 V of meer
Uitgangsniveau/ingangsimpedantie
OUT (REC) .......................................................... 200 mV/1,2 k
PRE OUT .................................................................. 1,0 V/500
SUBWOOFER .......................................................... 2,0 V/500
ZONE 2/ZONE 3 OUT
[Modellen voor de V.S., Canada, Australië,
het V.K. en Europa]................................................ 1,0 V/1,2 k
Opgegeven vermogen/impedantie hoofdtelefoon-aansluiting
CD, enz. (1 kHz, 40 mV, 8 ) ............................... 150 mV/100
Frequentierespons
CD aansluiting naar L/R voor ........ 10 Hz t/m 100 kHz, +0/–3 dB
RIAA Equalisatie-deviatie
PHONO (20 Hz t/m 20 kHz) ........................................ 0 ± 0,5 dB
Totale harmonische vervorming
PHONO t/m OUT (REC)
(20 Hz t/m 20 kHz, 1 V) ................................. 0,02% of minder
CD, enz. naar L/R voor
(20 Hz t/m 20 kHz, 65 W, 8 Ω) ....................... 0,04% of minder
Signaal-ruis verhouding (IHF-A netwerk)
PHONO (5 mV) naar L/R voor
[Modellen voor het V.K. en Europa] ...................... 81 dB of meer
[Overige modellen] ................................................. 86 W of meer
CD, enz. (250 mV) naar L/R voor ........................ 100 dB of meer
Restruis (IHF-A netwerk)
L/R voor ............................................................ 150 µV of minder
Kanaalscheiding (1 kHz/10 kHz)
PHONO (kortgesloten) naar L/R voor ........ 60 dB/55 dB of meer
CD, enz.
(5,1 k kortgesloten) naar L/R voor ........ 60 dB/45 dB of meer
Toonregelingkarakeristieken (L/R voor)
BASS versterking/drempel ....................................... ±6 dB/50 Hz
BASS turnover frequentie .................................................. 350 Hz
TREBLE versterking/drempel ................................ ±6 dB/20 kHz
TREBLE turnover frequentie ........................................... 3,5 kHz
Zone 2/Zone 3 Toonregelingkarakeristieken (L/R voor)
BASS versterking/drempel ................................... ±10 dB/100 Hz
BASS turnover frequentie .................................................. 450 Hz
TREBLE versterking/drempel .............................. ±10 dB/20 kHz
TREBLE turnover frequentie ........................................... 1,5 kHz
Filterkarakteristieken (fc=40/60/80/90/100/110/120/160/200 Hz)
H.P.F. (Voor, midden, surround, surround-achter) ......... 12 dB/oct
L.P.F. (Subwoofer) ........................................................ 24 dB/oct.
VIDEO GEDEELTE
Videosignaaltype (Grijze achtergrond)
[Modellen voor de V.S., Canada, Korea en algemene modellen]
........................................................................................... NTSC
[Modellen voor het V.K., Europa, Australië, Azië en China]
.............................................................................................. PAL
Videosignaaltype (Videoconversie) ............................... NTSC/PAL
Signaalniveau
Composiet ................................................................. 1 Vp-p/75
S-video ............................ 1 Vp-p/75 (Y), 0,286 Vp-p/75 (C)
Component ................... 1 Vp-p/75 (Y), 0,7 Vp-p/75 (PB/PR)
Maximum ingangsniveau (V CONV. uit) ............. 1,5 Vp-p of meer
Signaal-ruis verhouding (V CONV. uit) .................... 60 dB of meer
Frequentierespons (MONITOR OUT)
Component (V CONV. uit) .................. 5 Hz t/m 100 MHz, ±3 dB
FM GEDEELTE
Afstembereik
[Modellen voor de V.S. en Canada] .............. 87,5 t/m 107,9 MHz
[Modellen voor Azië en algemene modellen]
.............................................. 87,5/87,50 t/m 108,0/108,00 MHz
[Overige modellen] ................................... 87,50 t/m 108,00 MHz
50 dB Rustgevoeligheid (IHF)
Mono/Stereo ........................................ 2,0/25 µV (17,3/39,2 dBf)
Bruikbare gevoeligheid (IHF) .............................. 1,0 µV (11,2 dBf)
Selectiviteit (400 kHz) ............................................................ 70 dB
Signaal-ruis verhouding (IHF)
Mono/Stereo ............................................................. 76 dB/70 dB
Harmonische vervorming (1 kHz)
Mono/Stereo ................................................................... 0,2/0,3%
Stereoscheiding (1 kHz)
Stereo ................................................................................... 42 dB
Frequentierespons
Stereo ........................................... 20 Hz t/m 15 kHz, +0,5, –2 dB
Antenne-aansluiting (ongebalanceerd) ..................................... 75
AM GEDEELTE
Afstembereik
[Modellen voor de V.S. en Canada] .................. 530 t/m 1710 kHz
[Modellen voor Azië en algemene modellen]
........................................................ 530/531 t/m 1710/1611 kHz
[Overige modellen] ........................................... 531 t/m 1611 kHz
Bruikbare gevoeligheid ..................................................... 300 µV/m
TECHNISCHE GEGEVENS
127
TECHNISCHE GEGEVENS
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
ALGEMEEN
Stroomvoorziening
[Modellen voor de V.S. en Canada]
.......................................................... 120 V, 60 Hz wisselstroom
[Modellen voor Azië en algemene modellen]
....................... 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
[Modellen voor China] ....................... 220 V, 50 Hz wisselstroom
[Modellen voor Korea] ....................... 220 V, 60 Hz wisselstroom
[Modellen voor Australië] .................. 240 V, 50 Hz wisselstroom
[Modellen voor het V.K. en Europa]
.......................................................... 230 V, 50 Hz wisselstroom
Stroomverbruik
[Modellen voor de V.S. en Canada] ....................... 500 W/630 VA
[Overige modellen] ............................................................. 500 W
Stroomverbruik uit (standby)
[Modellen voor de V.S. en Canada] .................... 0,1 W of minder
[Algemene modellen] (240 V, 50 Hz wisselstroom)
........................................................................ 0,33 W of minder
[Overige modellen] ............................................. 0,1 W of minder
Maximum stroomverbruik [Alleen algemene modellen]
6 kanalen, 10% THV ........................................................ 1100 W
Netstroomaansluitingen
[Modellen voor de V.S. en Canada]
.............................................. 2 (Totaal 100 W/0,8 A maximum)
[Modellen voor Azië, China en algemene modellen]
.......................................................... 2 (Totaal 50 W maximum)
[Modellen voor het V.K. en Australië]
.............................................. 1 (Totaal 100 W/0,4 A maximum)
[Modellen voor Europa] ......... 2 (Totaal 100 W/0,4 A maximum)
Afmetingen (B x H x D) ................................. 435 x 171 x 438 mm
Gewicht ................................................................................. 17,4 kg
* Technische gegevens kunnen zonder kennisgeving gewijzigd
worden.

Documenttranscriptie

LET OP: LEES HET VOLGENDE VOOR U DIT TOESTEL IN GEBRUIK NEEMT. 1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit uw toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te lezen. Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er later nog eens iets in kunt opzoeken. 2 Installeer dit toestel op een goed geventileerde, koele, droge, schone plek – uit direct zonlicht, uit de buurt van warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou. Zorg voor een ventilatieruimte van tenminste 30 cm ruimte aan de bovenkant, 20 cm aan de rechter- en linkerkant en 20 cm aan de achterkant van dit toestel. 3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische apparatuur, motoren of transformatoren om storend gebrom te voorkomen. 4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats het toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad (bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat zou kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel. 5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel kunnen vallen, of waar het toestel bloot staat aan druppelende of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet bovenop dit toestel: – Andere componenten, daar deze schade kunnen veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen doen verkleuren. – Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand, schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen veroorzaken. – Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit toestel kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof daaruit in het toestel terecht komt. 6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz. zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel. 7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle aansluitingen gemaakt zijn. 8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken wat kan leiden tot schade. 9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen en/of snoeren. 10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de stekker zelf trekken, niet aan het snoer. 11 Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen; dit kan de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone, droge doek. 12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik van dit toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel. YAMAHA aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enige schade veroorzaakt door gebruik van dit toestel met een ander voltage dan hetgeen aangegeven staat. 13 Om schade door blikseminslag te voorkomen dient u de stekker uit het stopcontact te halen wanneer het onweert. 14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of het te repareren. Neem contact op met erkend YAMAHA servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken. 15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken (bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen. 16 Installeer dit toestel in de buurt van een stopcontact op een plek waar u de stekker en het stopcontact gemakkelijk kunt bereiken. 17 Lees het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” over veel voorkomende vergissingen bij de bediening voor u de conclusie trekt dat het toestel een storing of defect vertoont. 18 Voor u dit toestel gaat verplaatsen dient u MASTER ON/OFF in te drukken zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om dit toestel, de eerste ruimte, Zone 2 en Zone 3 en haal vervolgens de stekker uit het stopcontact. 19 VOLTAGE SELECTOR (Alleen modellen voor Azië en algemene modellen) De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact steekt. De geschikte voltages zijn als volgt: Modellen voor Azië ................................... 220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom Algemene modellen ..................... 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom WAARSCHUWING OM DE RISICO’S VOOR BRAND OF ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN, MAG U DIT TOESTEL IN GEEN GEVAL BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN. Zolang dit toestel is aangesloten op het stopcontact, is de stroomvoorziening niet afgesloten, ook niet wanneer u het toestel uitschakelt met MASTER ON/OFF. In deze staat is dit toestel ontworpen om slechts een zeer kleine hoeveelheid stroom te gebruiken. Alleen voor klanten in Nederlands Bij dit product zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA. INHOUD GELUIDSVELDPROGRAMMA’S KENMERKEN ....................................................... 2 VAN START ........................................................... 3 WIJZIGEN VAN GELUIDSVELD INSTELLINGEN ..............................................56 Meegeleverde accessoires.......................................... 3 Inzetten van batterijen in de afstandsbedieningen ..... 4 Omgaan met de afstandsbediening ............................ 5 Open en dicht doen van de klep in het voorpaneel.... 5 Wat is een geluidsveld? ........................................... 56 Veranderen van parameterinstellingen .................... 56 BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES......... 6 VOORBEREIDINGEN AUTO SETUP....................................................... 32 Inleiding................................................................... 32 Optimalisatie-microfoon setup ................................ 32 Gebruik van AUTO SETUP .................................... 33 Bevestigen van de resultaten ................................... 35 GELUIDSVELD PARAMETER BESCHRIJVINGEN.........................................61 GELUIDSVELDPROGRAMMA LUIDSPREKEROPSTELLINGEN ................66 GEAVANCEERDE BEDIENING SYSTEEM OPTIES ..............................................70 Veranderen van parameterinstellingen .................... 72 Input Select .............................................................. 73 Manual Setup (Sound) ............................................. 76 Manual Setup (Video) ............................................. 80 Manual Setup (Basic) .............................................. 83 Manual Setup (Option) ............................................ 87 System Memory....................................................... 92 Language ................................................................. 93 GEAVANCEERDE SETUP.................................94 GELUIDSVELDPROGRAMMA’S Voor u de luidsprekers gaat aansluiten.................... 14 Aansluiten van luidsprekers..................................... 15 Gebruik van dubbele bedrading en dubbele AMP aansluitingen........................................................ 19 Informatie over de bedrading en de stekkers voor de aansluitingen........................................... 20 Aansluiten van HDMI componenten ....................... 23 Aansluiten van videocomponenten.......................... 24 Aansluiten van audiocomponenten.......................... 27 Aansluiten van de antennes ..................................... 29 Aansluiten van het netsnoer..................................... 30 Aan en uit zetten van dit toestel............................... 30 Instellen van de luidspreker-impedantie.................. 31 Voor film/video bronnen ......................................... 58 Voor muziekmateriaal ............................................. 60 BASISBEDIENING AANSLUITINGEN .............................................. 14 GELUIDSVELDPROGRAMMA BESCHRIJVINGEN.........................................58 VOORBEREIDINGEN Voorpaneel................................................................. 6 Afstandsbediening ..................................................... 8 Zone 2/Zone 3 afstandsbediening............................ 10 Display voorpaneel .................................................. 11 Achterpaneel ............................................................ 13 INLEIDING INLEIDING Gebruik van ADVANCED SETUP......................... 94 KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING.................................96 GEAVANCEERDE BEDIENING Bedieningstoetsen .................................................... 96 Bedienen van andere componenten ......................... 97 Instellen van afstandsbedieningscodes .................... 98 Gebruik van LEARN ............................................. 100 Gebruik van RE-NAME ........................................ 102 Gebruik van MACRO............................................ 103 Gebruik van CLEAR ............................................. 105 ZONE 2/ZONE 3 .................................................108 BASISBEDIENING WEERGAVE ........................................................ 37 Basisbediening......................................................... 37 Aanvullende mogelijkheden .................................... 39 OPNEMEN............................................................ 46 FM/AM AFSTEMMEN ....................................... 47 HDMI ...................................................................112 Wat is HDMI? ....................................................... 112 Aanpassen van de HDMI parameters .................... 113 Basisbediening HDMI ........................................... 113 AANVULLENDE INFORMATIE Automatisch afstemmen .......................................... 47 Handmatig afstemmen ............................................. 48 Automatisch voorprogrammeren ............................. 48 Handmatig voorprogrammeren................................ 50 Selecteren van voorkeuzezenders ............................ 51 Omwisselen van voorkeuzezenders......................... 52 Afstemmen op Radio Data Systeem zenders........... 53 Veranderen van de Radio Data Systeem functie ..... 53 De PTY SEEK functie ............................................. 54 De EON functie ....................................................... 55 Aansluiten van Zone 2 en Zone 3 componenten ... 108 Selecteren van Zone 2 of Zone 3 ........................... 109 Bedienen van Zone 2 en Zone 3 ............................ 110 Gebruiken van de bedieningsfunctie voor Zone 2 en Zone 3............................................... 111 AANVULLENDE INFORMATIE OPLOSSEN VAN PROBLEMEN .....................114 WOORDENLIJST ..............................................121 Nederlands Audio informatie.................................................... 121 Video informatie.................................................... 124 Geluidsveldprogramma informatie........................ 124 Parametrische equalizer informatie ....................... 125 TECHNISCHE GEGEVENS.............................126 1 KENMERKEN KENMERKEN Ingebouwde 7-kanaals eindversterker ◆ Minimum RMS uitgangsvermogen (0,04% THV, 20 Hz t/m 20 kHz, 8 Ω) Voor: 130 W + 130 W Midden: 130 W Surround: 130 W + 130 W Surround Achter: 130 W + 130 W Kenmerken geluidsveld ◆ Zelf ontwikkelde YAMAHA technologie voor de creatie van geluidsvelden ◆ THX Select2 ◆ Dolby Digital/Dolby Digital EX decoder ◆ DTS/DTS-ES Matrix 6.1, Discrete 6.1, DTS Neo:6 decoder, DTS 96/24 ◆ Dolby Pro Logic/Dolby Pro Logic x decoder ◆ Virtual CINEMA DSP ◆ SILENT CINEMA™ HDMI (High-Definition Multimedia Interface) ◆ HDMI interface voor standaard, verbeterde of high-definition video en multikanaals digitale audio ◆ Mogelijkheid tot opwaarderen van analoge video naar HDMI digitale video (composiet video ↔ S-video ↔ component video → HDMI digitale video) en opwaarderen van de resolutie (480i → 480p/1080i/ 720p en 480p → 1080i/720p) voor de monitor uitgang Verfijnde AM/FM tuner ◆ 40 Gemakkelijk toegankelijke voorkeuzezenders ◆ Automatisch voorprogrammeren ◆ Wijzigen van voorkeuzezenders (Bewerken voorkeuzezenders) Radio Data Systeem (Alleen modellen voor het V.K. en Europa) ◆ Radio Data Systeem afstemmogelijkheden Overige kenmerken ◆ YPAO (YAMAHA Parametric Room Acoustic Optimizer) voor automatische instelling van uw luidsprekers ◆ 192-kHz/24-bits D/A converter ◆ GUI (Grafische gebruikersinterface) menusysteem waarmee u dit toestel optimaal kunt aanpassen aan uw audio/videosysteem ◆ Taalkeuze voor de taal waarin de menu’s worden weergegeven (Engels, Japans, Frans, Duits of Spaans) ◆ 6 of 8 extra ingangsaansluitingen voor gescheiden multikanaals signalen ◆ Beknopte meldfunctie ◆ PURE DIRECT voor onversneden, natuurgetrouwe weergave van analoge en PCM bronnen ◆ S-video in-/uitgangsaansluitingen ◆ Component video in-/uitgangsaansluitingen ◆ Analoge video I/P conversie van 480i (NTSC) of 576i (PAL) naar 480p (NTSC) of 576p (PAL) ◆ Optische en coaxiale digitale audio-aansluitingen ◆ Slaaptimer ◆ Cinema en Muziek Middernacht luisterfuncties ◆ Afstandsbediening met voorgeprogrammeerde afstandsbedieningscodes en Leer-/Macrofunctie ◆ Zone 2/Zone 3 mogelijkheid voor aangepaste installatie ◆ Zone 2/Zone 3 afstandsbediening voor Zone 2 of Zone 3 ◆ In-beeld display (OSD) functie voor Zone 2 • y geeft een bedieningstip aan. • Sommige handelingen kunnen zowel worden uitgevoerd met de toetsen op het toestel zelf als met de afstandsbediening. Als de naam van een toets op de afstandsbediening verschilt van die op het toestel zelf, zal de naam van de betreffende toets op de afstandsbediening tussen haakjes vermeld worden. • Deze handleiding is gedrukt voor uw toestel geproduceerd werd. Daarom kunnen ontwerp en specificaties gewijzigd zijn als gevolg van verbeteringen enz. Als de handleiding en het product van elkaar verschillen, heeft het product de prioriteit. Vervaardigd in licentie van Dolby Laboratories. “Dolby”, “Surround EX”, en het dubbele-D symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories. “DTS”, “DTS-ES”, “Neo:6” en “DTS 96/24” zijn handelsmerken van Digital Theater Systems, Inc. “HDMI”, het “HDMI” logo en “High-Definition Multimedia Interface” zijn handelsmerken van HDMI Licensing LLC. 2 “SILENT CINEMA” is een handelsmerk van YAMAHA CORPORATION. Het THX logo is een handelsmerk van THX Ltd. en is mogelijk gedeponeerd in sommige gebieden. Alle rechten voorbehouden. VAN START VAN START INLEIDING Meegeleverde accessoires Controleer of u alle volgende onderdelen inderdaad ontvangen hebt. Afstandsbediening POWER POWER POWER STANDBY TV AV A XM B AUDIO SEL SLEEP PHONO TUNER CD MULTI CH IN V-AUX CBL/SAT MD/TAPE CD-R DTV VCR 1 DVR/VCR2 DVD Zone 2/Zone 3 afstandsbediening POWER SELECT TUNER + + + TV VOL CH VOLUME – – – TV MUTE TV INPUT MUTE GUI TOP PRESET/CH PRESET EXIT TITLE AMP 1 SOURCE DTV CD-R 2 3 PURE DIRECT MENU NIGHT AUDIO ENTER 6 ENT VCR1 DVR/VCR2 DVD V-AUX 7 8 9 0 + + PRESET VOLUME – Batterijen (x6) (AAA, LR03) PHONO 5 – A/B/C/D/E A/B/C/D/E A-E/CAT. MUTE STRAIGHT RETURN STANDBY CBL/SAT MD/TAPE 4 TV SRCH MODE BAND CD DISPLAY EFFECT XM MEMORY STEREO MUSIC ENTERTAIN 1 2 3 4 THX STANDARD SELECT EXTD SUR. 5 6 7 8 MOVIE ID1 ID2 1 MEMORY 2 9 0 FREQ/TEXT EON ZONE 2 ZONE 3 A SPEAKERS B +10 ENT. MODE PTY SEEK START REC DISC SKIP OFF ON MACRO LEARN CLEAR RE–NAME Netsnoer AM ringantenne Sleutel voor de luidspreker-aansluitingen FM binnenantenne (Modellen voor de V.S., Canada, China, Korea, Azië en algemene modellen) Optimalisatie-microfoon FM binnenantenne (Modellen voor Australië, het V.K. en Europa ) 75 Ohm/300 Ohm antenneadapter (Alleen bij modellen voor het V.K.) Nederlands 3 VAN START Inzetten van batterijen in de afstandsbedieningen Opmerkingen • Vervang alle batterijen tegelijk als u merkt dat bijvoorbeeld het bereik van de afstandsbediening afneemt, de indicator niet knippert of dat de indicator of het uitleesvenster zwakker worden. • Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar. • Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar (alkali en gewone (mangaan) batterijen bijvoorbeeld). Lees de informatie op de verpakking aandachtig door, want de verschillende soorten batterijen kunnen erg op elkaar lijken. • Wij raden u ten zeerste aan alkali batterijen te gebruiken. • Als de batterijen zijn gaan lekken, moet u ze onmiddellijk weggooien. Raak het uit de batterijen gelekte materiaal niet aan en zorg ervoor dat het niet op uw kleding enz. komt. Maak het batterijvak goed schoon voor u er nieuwe batterijen in doet. • Gooi batterijen niet weg met het gewone afval; gooi batterijen alleen weg in overeenstemming met de plaatselijke regelgeving, dus als klein chemisch afval. ■ Inzetten van de batterijen ■ Zone 2/Zone 3 afstandsbediening 1 2 3 2 1 3 1 Druk op en schuif het klepje van het batterijvak. 2 Doe de vier meegeleverde batterijen (AAA, LR03) in het batterijvak, in overeenstemming met de polariteitsaanduidingen binnenin. 3 Schuif het klepje terug op zijn plaats tot het vastklikt. Als de afstandsbediening langer dan 2 minuten zonder batterijen zit, of als er lege batterijen in zitten, zal het geheugen gewist worden. Wanneer het geheugen gewist is, dient u nieuwe batterijen in de afstandsbediening te doen en moet u eventueel ingevoerde functies opnieuw programmeren. 4 1 Druk op en schuif het klepje van het batterijvak. 2 Doe de twee meegeleverde batterijen (AAA, LR03) in het vak met de polen de goede kant op (+ en –) zoals aangegeven in het batterijvak. 3 Schuif het klepje terug op zijn plaats tot het vastklikt. VAN START Omgaan met de afstandsbediening De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal uit. Richt de afstandsbediening goed op de sensor op het hoofdtoestel om dit te bedienen. INLEIDING PURE DIRECT VOLUME AUDIO SELECT MULTI CH INPUT PRESET/ TUNING PRESET/ TUNING A/B/C/D/E FM/AM EFFECT INPUT DVD DTV CBL/SAT ON/OFF TONE STRAIGHT CONTROL TUNING MODE MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L EDIT MAIN ZONE MEMORY VCR 1 DVR/ VCR 2 SOURCE/ REMOTE MD/TAPE CD-R ZONE ON/OFF SPEAKERS ZONE CONTROL PROGRAM MULTI ZONE A CD PHONO YPAO B SILENT CINEMA S VIDEO VIDEO ZONE 2 ZONE 3 L R AUDIO OPTICAL TUNER V-AUX REC OUT/ZONE 2 MASTER ON OPTIMIZER MIC PHONES VIDEO/AUX OFF Ongeveer 6 m 30 30 POWER POWER TV AV A POWER STANDBY B AUDIO SEL SLEEP CD MULTI CH IN PHONO TUNER V-AUX CBL/SAT MD/TAPE DTV VCR 1 DVR/VCR2 CD-R DVD SELECT AMP + + + TV VOL CH VOLUME SOURCE – – TV MUTE TV INPUT GUI TOP – TV MUTE PRESET PURE DIRECT EXIT TITLE MENU BAND NIGHT AUDIO ENTER A/B/C/D/E STRAIGHT RETURN DISPLAY EFFECT STEREO 1 ENTERTAIN 0 EON 4 SELECT 6 EXTD SUR. 7 MEMORY 2 9 MOVIE 3 STANDARD 5 1 MUSIC 2 THX FREQ/TEXT 8 A SPEAKERS B +10 ENT. MODE PTY SEEK START REC DISC SKIP OFF ON MACRO LEARN CLEAR RE–NAME Opmerkingen • Mors geen water of andere vloeistoffen op de afstandsbediening. • Laat de afstandsbediening niet vallen. • Laat de afstandsbediening niet liggen op en bewaar ze niet op de volgende plekken: – zeer vochtige plekken, bijvoorbeeld bij een bad – plekken waar de temperatuur hoog kan oplopen, zoals naast de verwarming of kachel – zeer koude plekken – stoffige plekken Open en dicht doen van de klep in het voorpaneel Wanneer u de bedieningsorganen achter het klepje wilt gebruiken, kunt u dit openen door zachtjes op het onderste deel van het paneel te drukken. Houd het klepje dicht wanneer u deze bedieningsorganen niet nodig heeft. Druk voorzichtig tegen het onderste deel om het klepje te openen. Nederlands 5 BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES Voorpaneel 1 3 2 4 5 6 7 8 90 AB C D E F PURE DIRECT VOLUME AUDIO SELECT MULTI CH INPUT PRESET/ TUNING A/B/C/D/E PRESET/ TUNING FM/AM TUNING MODE TONE STRAIGHT CONTROL EFFECT INPUT DVD DTV CBL/SAT ON/OFF MEMORY MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L EDIT MAIN ZONE VCR 1 DVR/ VCR 2 SOURCE/ REMOTE MD/TAPE CD-R CD ZONE ON/OFF SPEAKERS ZONE CONTROL PROGRAM MULTI ZONE A PHONO YPAO B SILENT CINEMA S VIDEO VIDEO ZONE 2 ZONE 3 L R AUDIO OPTICAL TUNER V-AUX REC OUT/ZONE 2 MASTER ON OPTIMIZER MIC PHONES G H I J 1 MASTER ON/OFF Druk naar binnen in de ON stand. • Hiermee zet u dit toestel aan. • Hiermee zet u de weergave voor de eerste ruimte aan. • Hiermee zet u Zone 2 en Zone 3 standby (uit). Druk nog eens om de knop weer naar buiten te laten komen, in de OFF stand. • Hiermee zet u dit toestel uit. • Hiermee zet u de weergave voor de eerste ruimte, Zone 2 en Zone 3 uit. Zie bladzijde 30 voor details. 2 MAIN ZONE ON/OFF Hiermee zet u alleen dit toestel aan of uit (standby). y Dit toestel verbruikt een minieme hoeveelheid stroom wanneer het uit (standby) staat. Opmerkingen • Wanneer u dit toestel aan zet, zal het 6 a 7 seconden duren voor het toestel geluid kan reproduceren. • Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF naar binnen, in de ON stand is gedrukt. 3 INPUT keuzeknop Selecteer de gewenste signaalbron. 6 VIDEO/AUX OFF K L M N 4 AUDIO SELECT Hiermee bepaalt u uw voorkeur voor het soort signaal (AUTO, HDMI, COAX/OPT en ANALOG) dat u wilt weergeven wanneer een bepaalde component verbonden is met twee of meer van de ingangsaansluitingen op het achterpaneel van dit toestel (zie bladzijde 44). 5 MULTI CH INPUT Hiermee selecteert u de met de MULTI CH INPUT aansluitingen verbonden signaalbron. Indien geselecteerd, zal de MULTI CH INPUT signaalbron voorrang krijgen over een met INPUT (of met de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening) geselecteerde signaalbron. 6 A/B/C/D/E Hiermee kunt u één van de 5 voorkeuzegroepen selecteren (A t/m E) wanneer de TUNER (radio) is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 51). 7 PRESET/TUNING l / h Hiermee stelt u één van de voorkeuzenummers (1 t/m 8) in wanneer het toestel op de TUNER (radio) staat en er op het display op het voorpaneel naast de radioband een dubbele punt (:) te zien is. Hiermee kunt u afstemmen op een bepaalde frequentie wanneer de TUNER (radio) is geselecteerd als signaalbron en de dubbele punt (:) niet te zien is op het display op het voorpaneel. Zie de bladzijden 47 t/m 52 voor details. BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES H OPTIMIZER MIC aansluiting Hierop kunt u de meegeleverde optimalisatiemicrofoon aansluiten voor de AUTO SETUP (zie bladzijde 32). 9 PRESET/TUNING (EDIT) Hiermee kunt u de functie van PRESET/TUNING l / h omschakelen tussen het kiezen van voorkeuzezenders en zelf afstemmen wanneer het toestel op de TUNER (radio) staat (zie de bladzijden 47 t/m 52). I SPEAKERS A/B Met elke druk op de bijbehorende toets zet u de set voorluidsprekers aangesloten op de SPEAKERS A en/of B aansluitingen op het achterpaneel aan of uit. 0 FM/AM Hiermee kunt u overschakelen naar de andere radioband (FM of AM) wanneer de TUNER (radio) is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 47). Opmerking Er wordt automatisch afgestemd op de frequentie van de laatst ontvangen zender. A MEMORY (MAN’L/AUTO FM) Hiermee kunt u een zender in het geheugen opslaan wanneer de TUNER (radio) is geselecteerd als signaalbron. Houd tenminste 3 seconden ingedrukt om het automatisch voorprogrammeren van zenders te laten beginnen (zie bladzijde 48). B TUNING MODE (AUTO/MAN’L), DISPLAY Hiemee schakelt u heen en weer tussen automatisch (de AUTO indicator brandt) en handmatig afstemmen (de AUTO indicator is uit) wanneer de TUNER (radio) is geselecteerd als signaalbron. C STRAIGHT (EFFECT) Hiermee kunt u de geluidsveldprogramma’s aan of uit zetten. Wanneer STRAIGHT is geselecteerd zullen 2-kanaals of multikanaals ingangssignalen direct, onveranderd worden weergegeven via de bijbehorende luidsprekers, zonder enig toegevoegd effect. D Sensor voor de afstandsbediening Deze ontvangt de infraroodsignalen van de afstandsbediening. E TONE CONTROL Hiermee kunt u de weergave van de lage en hoge tonen regelen voor de linker, rechter en midden voorkanalen (zie bladzijde 39). F PURE DIRECT Hiermee zet u de PURE DIRECT weergavefunctie aan of uit (zie bladzijde 42). Opmerking De indicator rond de toets licht op wanneer het toestel in de PURE DIRECT stand staat. Opmerkingen • Wanneer u een hoofdtelefoon aansluit, zullen er geen signalen worden gereproduceerd via de PRE OUT aansluitingen of de luidsprekers. • Alle Dolby Digital en DTS audiosignalen worden teruggemengd naar 2-kanaals stereo (de linker en rechter voorkanalen). K VIDEO AUX aansluitingen Via deze audio- en video-aansluitingen kunt u een externe signaalbron zoals een spelcomputer aansluiten. Om de signalen die via deze aansluitingen binnenkomen weer te geven, dient u V-AUX in te stellen als signaalbron. L MULTI ZONE toetsen ZONE 2 ON/OFF Hiermee kunt u alleen de weergave in Zone 2 aan of uit (standby) zetten. Zie bladzijde 30 voor details. Opmerking Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF naar binnen, in de ON stand is gedrukt. ZONE 3 ON/OFF Hiermee kunt u alleen de weergave in Zone 3 aan of uit (standby) zetten. Zie bladzijde 30 voor details. Opmerking Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF naar binnen, in de ON stand is gedrukt. ZONE CONTROL Hiermee kunt u de te bedienen zone heen en weer schakelen tussen het hoofdtoestel, Zone 2 en Zone 3 (zie bladzijde 110). Nadat u op ZONE CONTROL heeft gedrukt, zal de indicator voor de op dit moment geselecteerde zone ongeveer 5 seconden lang knipperen op het display op het voorpaneel. Voer de gewenste handeling uit terwijl de indicator aan het knipperen is. M PROGRAM keuzeknop Hiermee kunt u geluidsveldprogramma’s selecteren of de weergave van de lage/hoge tonen regelen in samenspel met TONE CONTROL. N VOLUME Hiermee kunt u het volumeniveau van alle audiokanalen tegelijk instellen. Opmerking Het Zone 2 uitgangssignaal is altijd gelijk aan de signaalbron waarvan u opneemt. Opmerking Dit heeft geen invloed op het OUT (REC) niveau. 7 Nederlands G REC OUT/ZONE 2 Selecteert de signaalbron die u naar de audio/videorecorder wilt dirigeren en het Zone 2 uitgangssignaal onafhankelijk van de signaalbron waar u naar luistert of kijkt in de eerste ruimte. Indien ingesteld op de SOURCE/REMOTE stand, zal de ingestelde signaalbron naar alle uitgangen worden gedirigeerd. J PHONES (SILENT CINEMA) aansluiting Deze aansluiting produceert audiosignalen waarnaar u kunt luisteren met een hoofdtelefoon. INLEIDING 8 Display voorpaneel Hierop wordt informatie getoond over de bediening en de toestand waarin het toestel zich bevindt. BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES Afstandsbediening In dit hoofdstuk worden de functies van de toetsen op de bij dit toestel behorende afstandsbediening beschreven. Zet AMP/SOURCE/TV op AMP om dit toestel te bedienen. Zie “KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING” op bladzijde 96 als u andere componenten wilt kunnen bedienen. 1 2 3 B STANDBY POWER B AUDIO SEL SLEEP PHONO TUNER CD MULTI CH IN V-AUX CBL/SAT MD/TAPE CD-R DTV VCR 1 DVR/VCR2 DVD POWER POWER TV AV A 4 SELECT AMP 5 6 + + + TV VOL CH VOLUME – – – TV MUTE TV INPUT SOURCE GUI TOP EXIT TITLE MENU BAND NIGHT 7 C D E 4 Uitleesvenster Toont de naam van de geselecteerde signaalbron die u kunt bedienen. F 5 Verlichtingstoets Druk hierop om de toetsen van de afstandsbediening en het uitleesvenster te verlichten. G 6 GUI TOP, BAND Toont het topscherm van het menusysteem (GUI) op uw beeldscherm wanneer AMP/SOURCE/TV is ingesteld op AMP. Hiermee kunt u de radioband heen en weer schakelen tussen FM en AM (MG) wanneer AMP/SOURCE/TV is ingesteld op SOURCE en de TUNER (radio) is geselecteerd als signaalbron. H I J PURE DIRECT AUDIO ENTER 7 Cursortoetsen k / n / l / h, ENTER Hiermee kunt u DSP programma parameters of GUI menu-items selecteren en instellen wanneer AMP/SOURCE/TV op AMP staat. Gebruik l / h om een voorkeuzegroep (A t/m E) te selecteren en k / n om een voorkeuzenummer (1 t/m 8) te selecteren wanneer AMP/SOURCE/TV is ingesteld op SOURCE en de TUNER (radio) is geselecteerd als signaalbron. K L M A/B/C/D/E STRAIGHT RETURN DISPLAY EFFECT 8 9 STEREO MUSIC ENTERTAIN 1 2 3 4 THX STANDARD SELECT EXTD SUR. 5 6 7 8 1 MEMORY 2 9 0 FREQ/TEXT EON N MOVIE A SPEAKERS B +10 ENT. O MODE PTY SEEK START S REC DISC SKIP 0 A OFF ON MACRO LEARN CLEAR RE–NAME 2 Zendindicator Knippert wanneer de afstandsbediening infraroodsignalen aan het uitzenden is. 3 Ingangskeuzetoetsen Hiermee selecteert u de signaalbron en bepaalt u welke set bedieningstoetsen gebruikt wordt. Zet AMP/SOURCE/TV op SOURCE en druk vervolgens op TUNER om de TUNER (radio) als signaalbron in te stellen. TV MUTE PRESET 1 Infrarood venster Hiervandaan worden de infraroodsignalen verzonden. Richt dit venster op de component die u wilt bedienen. P Q R 8 Geluidsveldprogramma / cijfertoetsen Hiermee kunt u geluidsveldprogramma’s selecteren wanneer AMP/SOURCE/TV is ingesteld op AMP. Gebruik SELECT om 2-kanaals bronmateriaal weer te geven als multikanaals materiaal (zie bladzijde 41). Gebruik EXTD SUR. om te schakelen tussen 5.1 en 6.1/7.1kanaals weergave van multikanaals materiaal (zie bladzijde 40). Gebruik de cijfertoetsen 1 t/m 8 om voorkeuzezenders te selecteren wanneer AMP/SOURCE/TV op SOURCE staat en de TUNER (radio) is geselecteerd als signaalbron. 9 MEMORY 1/2 Hiermee kunt u uw favoriete geluidsveldprogramma’s, YPAO instellingen of aanvullende voorkeuzezenders oproepen (zie bladzijde 92). 0 MACRO ON/OFF Hiermee zet u de macrofunctie aan of uit (zie bladzijde 104). A MACRO Hiermee kunt u een reeks handelingen onder één toets programmeren (zie bladzijde 103). 8 BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES B STANDBY Hiermee zet u Zone 2 en Zone 3 standby (uit) (zie bladzijde 30). Opmerking J MUTE Deze toets schakelt u de geluidsweergave tijdelijk uit. Druk nog eens op deze toets om de geluidsweergave op het oorspronkelijke volume voort te zetten. K PURE DIRECT Hiermee zet u de PURE DIRECT weergavefunctie aan of uit (zie bladzijde 42). C POWER Hiermee zet u dit toestel, Zone 2 en Zone 3 aan (zie bladzijde 30). L EXIT Hiermee sluit u het menusysteem (GUI) af. Opmerking M NIGHT Hiermee kunt u de middernacht luisterfuncties aan of uit zetten (zie bladzijde 42). Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt. D AUDIO SEL Hiermee bepaalt u uw voorkeur voor het soort signaal (AUTO, HDMI, COAX/OPT en ANALOG) dat u wilt weergeven wanneer een bepaalde component verbonden is met twee of meer van de ingangsaansluitingen op het achterpaneel van dit toestel (zie bladzijde 44). N STRAIGHT (EFFECT) Hiermee zet u de geluidsveldprogramma’s aan of uit. Wanneer STRAIGHT is geselecteerd, zullen 2-kanaals of multikanaals ingangssignalen direct, onveranderd worden weergegeven via de bijbehorende luidsprekers, zonder enig toegevoegd effect. E SLEEP Hiermee kunt u de slaaptimer instellen. O SPEAKERS A/B Met elke druk op de bijbehorende toets zet u de set voorluidsprekers aangesloten op de SPEAKERS A en/of B aansluitingen op het achterpaneel aan of uit. F MULTI CH IN Hiermee selecteert u de MULTI CH INPUT functie bij gebruik van een externe decoder (enz.). P RE-NAME Hiermee kunt u de naam van de signaalbron in het uitleesvenster veranderen (zie bladzijde 102). G SELECT k / n Hiermee kunt u een andere component selecteren die u onafhankelijk van de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde signaalbron kunt bedienen. Q CLEAR Hiermee kunt u afstandsbedieningscodes of functies die zijn geprogrammeerd met de overnamefunctie, de macrofunctie of de functie voor het herbenoemen wissen (zie bladzijde 105). H VOLUME +/– Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume. R LEARN Hiermee kunt u afstandsbedieningscodes programmeren of functies van andere afstandsbedieningen overnemen (zie bladzijde 100). I AMP/SOURCE/TV Hiermee selecteert u de component die wilt bedienen met de afstandsbediening. AMP In deze stand kunt u dit toestel bedienen. SOURCE In deze stand kunt u de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde component bedienen. TV In deze stand kunt u de aan DTV of PHONO toegewezen televisie bedienen. Opmerking y Zie bladzijde 98 voor het instellen van de afstandsbedieningscodes voor andere componenten. S Radio Data Systeem afstemtoetsen (Alleen modellen voor het V.K. en Europa) Deze toetsen werken alleen wanneer de TUNER (radio) is geselecteerd als signaalbron. FREQ/TEXT Hiermee kunt u het Radio Data Systeem display instellen op weergave van de PS, PTY, RT, of CT functie (als de zender in kwestie de corresponderende diensten aanbiedt) en het frequentiedisplay (zie bladzijde 53). PTY SEEK MODE Hiermee zet u dit toestel in de PTY SEEK functie (zie bladzijde 54). PTY SEEK START Druk hierop om het zoeken naar een geschikte zender te laten beginnen nadat u het gewenste programmatype heeft geselecteerd in de PTY SEEK functie (zie bladzijde 54). EON Hiermee kunt u een soort programma kiezen (NEWS, INFO, AFFAIRS, SPORTS) waarop automatisch afgestemd kan worden (zie bladzijde 55). 9 Nederlands Als er zowel aan DTV als aan PHONO televisies toegewezen zijn, zal de aan DTV toegewezen televisie de voorrang krijgen wanneer AMP/SOURCE/TV is ingesteld op TV. INLEIDING Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt. BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES Zone 2/Zone 3 afstandsbediening In dit hoofdstuk worden de functies van de toetsen op de Zone 2/Zone 3 afstandsbediening voor het bedienen van Zone 2 of Zone 3 beschreven. POWER 5 1 2 3 TUNER CD CD-R 1 2 3 DTV STANDBY 6 CBL/SAT MD/TAPE PHONO 4 5 6 ENT VCR1 DVR/VCR2 DVD V-AUX 7 8 9 0 + + PRESET VOLUME – – A/B/C/D/E MUTE 1 Ingangskeuzetoetsen Hiermee selecteert u de weer te geven signaalbron voor Zone 2 of Zone 3 en bepaalt u welke set bedieningstoetsen gebruikt wordt. 2 PRESET +/– Hiermee selecteert u het voorkeuzenummer (1 t/m 8) wanneer de TUNER (radio) is geselecteerd als signaalbron voor Zone 2 of Zone 3. 3 A/B/C/D/E Hiermee selecteert u de voorkeuzegroep (A t/m E) wanneer de TUNER (radio) is geselecteerd als signaalbron voor Zone 2 of Zone 3. 7 8 4 ID1/ID2 schakelaar Hiermee kunt u de afstandsbedienings-ID heen en weer schakelen tussen ID1 en ID2 (zie bladzijde 99). 5 POWER Hiermee kunt u Zone 2 of Zone 3 aan zetten. Opmerking ID1 ID2 4 ZONE 2 ZONE 3 9 Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt. 6 STANDBY Hiermee zet u Zone 2 of Zone 3 standby (uit). Opmerking Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt. 7 VOLUME +/– Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume voor Zone 2 of Zone 3. 8 MUTE Hiermee schakelt u de geluidsweergave voor Zone 2 of Zone 3 tijdelijk uit. Druk nog eens op deze toets om de geluidsweergave op het oorspronkelijke volume voort te zetten. 9 ZONE 2/ZONE 3 schakelaar Hiermee kunt u heen en weer schakelen tussen de bedieningsstand voor Zone 2 of die voor Zone 3. 10 BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES Display voorpaneel Opmerking 1 2 3 4 V-AUX YPAO HiFi DSP SP AB SILENT CINEMA VIRTUAL 5 DVR/VCR 2 VCR 1 CBL/SAT DTV DVD 6 MD/TAPE CD-R B CD E FG PCM H 1 YPAO indicator Licht op wanneer de AUTO SETUP procedure bezig is en wanneer de AUTO SETUP luidspreker-instellingen zonder verdere wijzigingen worden gebruikt. 2 HDMI indicator Licht op wanneer er HDMI componenten zijn toegewezen aan de HDMI IN 1 en HDMI IN 2 aansluitingen en deze worden herkend door dit toestel. Gaat uit wanneer er geen HDMI component is toegewezen aan de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting of wanneer er geen HDMI component wordt herkend door dit toestel alhoewel deze wel zijn toegewezen aan de HDMI IN aansluitingen. Zie bladzijde 112 voor details. 3 CINEMA DSP indicator Licht op wanneer u een CINEMA DSP geluidsveldprogramma selecteert. 4 Decoder indicators Wanneer één van de decoders van dit toestel in werking is, zal de bijbehorende indicator oplichten. 5 Signaalbron indicators Licht op wanneer de corresponderende signaalbron wordt geselecteerd. 6 VOLUME niveauaanduiding Hiermee wordt het volumeniveau aangegeven. 7 MUTE indicator Knippert wanneer de MUTE functie (tijdelijk uitschakelen geluidsweergave) is ingeschakeld. 8 AUTO indicator Licht op wanneer dit toestel in de automatische afstemfunctie staat. 0 TUNED indicator Licht op wanneer dit toestel is afgestemd op een zender. TUNER XM I JK L MN O P A MEMORY indicator Knippert ten teken dat een zender kan worden opgeslagen. B Hoofdtelefoon indicator Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten. C SILENT CINEMA indicator Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten en er een geluidsveldprogramma is geselecteerd (zie bladzijde 39). D SP A B indicators Lichten op om aan te geven welke set voor-luidsprekers is geselecteerd. Beide indicators lichten op wanneer u beide sets voor-luidsprekers heeft geselecteerd of bij dubbele aansluiting van een enkele set. E VIRTUAL indicator Licht op wanneer Virtual CINEMA DSP in werking is (zie bladzijde 44). F Geluidsveld indicators Lichten op om aan te geven welke DSP geluidsvelden er in werking zijn. DSP aanwezigheidsgeluidsveld Luisterplek Linker surround DSP geluidsveld Rechter surround DSP geluidsveld Surround/achter surround DSP geluidsveld G HiFi DSP indicator Licht op wanneer u een HiFi DSP geluidsveldprogramma selecteert. H PCM indicator Licht op wanneer dit toestel PCM (pulscode modulatie) digitale audiosignalen weergeeft. I Multifunctioneel display Toont de naam van het huidige geluidsveldprogramma en andere gegevens bij het invoeren of wijzigen van instellingen. 11 Nederlands 9 STEREO indicator Licht op wanneer het toestel een sterk FM stereosignaal ontvangt en de AUTO indicator brandt. PHONO 890A STEREO TUNED AUTO MEMORY dB PS VOLUME MUTE ZONE2 PTY ZONE3 RT 96/24 NIGHT CT L C R SLEEP EON LFE SL SB SR PTY HOLD DIGITAL PL x CS EX DISCRETE 96 MATRIX 24 CD 7 INLEIDING De XM indicator is alleen van toepassing op modellen voor de V.S. BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES J 96/24 indicator Licht op wanneer dit toestel een DTS 96/24 signaal ontvangt. K LFE indicator Licht op wanneer het ingangssignaal een LFE signaal bevat. L Indicators voor ingangskanalen en luidsprekers Indicators ingangskanalen Deze geven aan uit welke kanalen het huidige digitale ingangssignaal bestaat. L C R SL SB SR Aanwezigheids- en surround achterluidspreker indicators Licht op aan de hand van het aantal aanwezigheids- en surround achter-luidsprekers ingesteld voor Presence (zie bladzijde 85) en voor Surround Back (zie bladzijde 84) via de Manual Setup wanneer Test Tone in de Manual Setup is ingesteld op On (zie bladzijde 83). y U kunt automatisch instellingen laten maken voor de aanwezigheids- en surround achter-luidsprekers via de Auto Setup (zie bladzijde 32), of met de hand door de instellingen bij Presence (zie bladzijde 85) en Surround Back (zie bladzijde 84) via de Manual Setup te wijzigen. M ZONE 2/ZONE 3 indicators Licht op wanneer Zone 2 of Zone 3 is ingeschakeld. N NIGHT indicator Licht op wanneer u een nacht-luisterfunctie selecteert. O SLEEP indicator Licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld. P Radio Data Systeem indicators (Alleen modellen voor het V.K. en Europa) De Radio Data Systeem gegevens die worden verzorgd door de Radio Data Systeem zender waar op dit moment op is afgestemd zullen oplichten. EON Licht op wanneer er is afgestemd op een Radio Data Systeem zender die EON gegevens aanbiedt. PTY HOLD Licht op wanneer er met de PTY SEEK zoekfunctie naar zenders wordt gezocht. 12 BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES Achterpaneel 1 2 3 COMPONENT VIDEO Y PB PR COAXIAL VIDEO S VIDEO R VIDEO AUDIO L R AUDIO 5 6 CONTROL OUT L IN 1 DVD CD CD DVD DVR/ VCR 2 MD/TAPE 2 REMOTE WRENCH HOLDER DTV OPTICAL DTV CBL/ SAT R IN + – DVD FRONT + GND IN 1 + B – + L – CENTER – + IN OUT VCR 1 MONITOR OUT CBL/SAT OUT MD/TAPE IN (REC) 2 CD OUT PHONO FRONT + SURROUND/ZONE 2(3) – – AC OUTLETS + SWITCHED 50W MAX.TOTAL L L R DVR/VCR 2 SPEAKER IMPEDANCE PRE OUT R IN 2 L R FRONT(6CH)/SB(8CH) SURROUND SURROUND SUBWOOFER OUT CD-R L R OUT DIGITAL OUTPUT – 1 OUT IN RS-232C A AC IN IN CD-R DTV SPEAKERS 0 9 VOLTAGE SELECTOR AM ANT GND OUT (REC) (PLAY) CBL/ SAT 8 TUNER FM ANT 75Ω UNBAL. +12V 15mA MAX. (PLAY) DVD 7 INLEIDING DIGITAL INPUT 4 MONITOR OUT ZONE 2 ZONE 2 VIDEO ZONE 3 R + – – + R SUBWOOFER CENTER L SURROUND BACK/PRESENCE L – SINGLE (SB) HDMI OUTPUT + CENTER SINGLE SURROUND BACK PRESENCE/ZONE 2(3) G H MULTI CH INPUT (Algemene modellen) A B C D E F 1 DIGITAL OUTPUT aansluitingen Zie de bladzijden 24, 25 en 27 voor meer informatie over deze aansluitingen. A HDMI IN/OUT aansluitingen Zie bladzijde 112 voor meer informatie over deze aansluitingen. 2 DIGITAL INPUT aansluitingen Zie de bladzijden 24, 25 en 27 voor details. B RS-232C aansluiting Dit is een aansluiting die uitsluitend bedoeld is voor gebruik in de fabriek. Raadpleeg uw dealer voor details hieromtrent. 3 Aansluitingen voor video-apparatuur Zie de bladzijden 24 en 25 voor meer informatie over deze aansluitingen. 4 Aansluitingen voor audio-apparatuur Zie de bladzijden 24, 25 en 27 voor meer informatie over deze aansluitingen. 5 CONTROL OUT aansluitingen Dit zijn aansluitingen die uitsluitend bedoeld zijn voor gebruik in de fabriek. 6 WRENCH HOLDER Hier kunt u de luidspreker-aansluitingensleutel opbergen wanneer u deze niet gebruikt (zie bladzijde 16). 7 Antenne-aansluitingen Zie bladzijde 29 voor meer informatie over deze aansluitingen. 8 VOLTAGE SELECTOR (Alleen modellen voor Azië en algemene modellen) Zie bladzijde 30 voor gedetailleerde informatie. D MULTI CH INPUT aansluitingen Zie bladzijde 26 voor meer informatie over deze aansluitingen. E PRE OUT aansluitingen Zie bladzijde 28 voor meer informatie over deze aansluitingen. F REMOTE 1/2 IN/OUT aansluitingen Zie bladzijde 108 voor details. G Luidspreker-aansluitingen Zie bladzijde 15 voor meer informatie over deze aansluitingen. H PRESENCE/ZONE 2(3) luidsprekeraansluitingen Zie bladzijde 17 voor meer informatie over deze aansluitingen. Nederlands 9 AC OUTLETS Hiermee kunt eventueel andere A/V componenten van stroom voorzien (zie bladzijde 30). C ZONE 2/ZONE 3 OUTPUT aansluitingen Zie bladzijde 108 voor details. 0 AC IN Steek hier het meegeleverde netsnoer in (zie bladzijde 30). 13 AANSLUITINGEN AANSLUITINGEN Voor u de luidsprekers gaat aansluiten Hierboven ziet u de standaard ITU-R* opstelling van de luidsprekers. Met deze opstelling profiteert u optimaal van CINEMA DSP, multikanaals audio en THX weergave. * ITU-R is de radiocommunicatie afdeling van de ITU (International Telecommunication Union). PL PR C FR FL 30˚ SL SR 60˚ SL 80˚ SBL SR SBR Meer dan 30 cm 1,8 m 1,8 m Voor-luidsprekers (FR en FL) De voor-luidsprekers worden gebruikt voor weergave van het hoofdkanaal plus effecten. Plaats deze luidsprekers op gelijke afstand van uw luisterplek. De afstanden van deze luidsprekers tot het beeldscherm moeten ook gelijk zijn. Midden-luidspreker (C) De midden-luidspreker is voor weergave van het middenkanaal (dialoog, vocalen enz.). Als het om de een of andere reden niet mogelijk is om een middenluidspreker te gebruiken, kunt u ook zonder. De beste resultaten krijgt u echter met een volledig systeem. Zorg ervoor dat de voorkant van de midden-luidspreker in lijn ligt met de voorkant van uw beeldscherm. Plaats deze luidspreker midden tussen de voor-luidsprekers en zo dicht mogelijk bij het beeldscherm, bijvoorbeeld direct erboven of eronder. 14 Surround-luidsprekers (SR en SL) De surround-luidsprekers worden gebruikt voor omhullende surroundweergave en effecten. Plaats deze luidsprekers achter uw luisterplek, een beetje naar binnen gericht en ongeveer 1,8 m van de vloer. Surround achter-luidsprekers (SBR en SBL) De surround achter-luidsprekers geven een aanvulling op de surround-luidsprekers en zorgen voor realistischer overgangen van voor naar achter. Plaats deze luidsprekers direct achter de luisterplek en op dezelfde hoogte als de surround-luidsprekers. Deze luidsprekers moeten tenminste 30 cm uit elkaar worden geplaatst. In het ideale geval zou u ze op dezelfde afstand uit elkaar moeten plaatsen als de voor-luidsprekers. Subwoofer Een subwoofer, zoals het YAMAHA Active Servo Processing Subwoofer System, zorgt niet alleen voor een effectieve versterking van de lage tonen in de diverse weergavekanalen, maar ook voor een natuurgetrouwe reproductie van het LFE (lage frequentie effecten) kanaal in Dolby Digital en DTS geluidsmateriaal. De opstelling van de subwoofer is niet zo belangrijk, want de zeer lage tonen zijn niet erg richtingsgevoelig. U kunt de subwoofer het beste in de buurt van de voor-luidsprekers plaatsen. Richt hem een beetje naar het midden van de ruimte om weerkaatsing via de wanden te verminderen. Aanwezigheidsluidsprekers (PR en PL) De zogenaamde ‘aanwezigheids’-luidsprekers geven een aanvulling op de weergave via de voor-luidsprekers met extra omgevingseffecten geproduceerd door CINEMA DSP (zie bladzijde 58). Deze effecten bestaan onder meer uit geluiden die de filmmakers een stukje verder achter het scherm willen plaatsen voor een groter bioscoopeffect. Plaats deze luidsprekers voor in de ruimte, ongeveer 0,5 – 1 m buiten de voor-luidsprekers, een beetje naar binnen gericht en ongeveer 1,8 m van de vloer. Opmerking De surround-achter en de zogenaamde aanwezigheidsluidsprekers kunnen niet tegelijkertijd geluid weergeven. Via de PR/SB Priority parameter in de Manual Setup (zie bladzijde 79) kunt u de voorkeur geven aan één van deze sets luidsprekers. AANSLUITINGEN ■ Opstelling di-pool luidsprekers Voor THX surroundweergave kunnen di-pool of direct weerkaatsende luidsprekers worden gebruikt. Als u voor di-pool luidsprekers kiest, dient u de surround- en surround achter-luidsprekers op te stellen zoals hieronder schematisch is aangegeven. FL C FR Aansluiten van luidsprekers Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen, “+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit. Als de aansluitingen niet kloppen, zal er geen geluid worden weergegeven via de luidsprekers en als de polariteit van de luidspreker-aansluitingen niet correct is, zal de weergave onnatuurlijk klinken met te weinig lage tonen. LET OP SR SBL SBR : Di-pool luidspreker : Richting fase di-pool luidspreker VOORBEREIDINGEN SL • Als u 6 Ohm luidsprekers wilt gebruiken, moet u de luidsprekerimpedantie van dit toestel voor gebruik op 6 Ohm instellen (zie bladzijde 31). Als u 8 Ohm luidsprekers gebruikt, moet u de begininstelling voor de luidsprekerimpedantie van dit toestel gebruiken. • Voor u de luidsprekers aansluit moet u ervoor zorgen dat de stekker uit het stopcontact gehaald is. • Laat de blote luidsprekerdraden elkaar niet raken en zorg ervoor dat ze geen contact maken met de metalen onderdelen van het toestel. Hierdoor kunnen het toestele en/of de luidsprekers beschadigd raken. • Gebruik magnetisch afgeschermde luidsprekers. Als dergelijke luidsprekers toch uw beeldscherm storen, zet de luidsprekers dan verder bij het beeldscherm vandaan. Opmerking Een luidsprekersnoer bestaat uit twee geïsoleerde draden naast elkaar. De ene draad onderscheidt zich van de andere door een andere kleur, of misschien een streep, groef of ribbels. Sluit de afwijkend gestreepte (gegroefde enz.) draad aan op de “+” (rode) aansluitingen van dit toestel en uw luidspreker. Verbind de gewone draad met de “–” (zwarte) aansluitingen. ■ Gebruik van de luidspreker-aansluitingen FRONT aansluitingen U kunt hierop een enkel of twee luidsprekersystemen aansluiten. Als u een enkel luidsprekersysteem gebruikt, kunt u dit naar keuze met de FRONT A of de B aansluitingen verbinden. Opmerking Modellen voor Canada zijn niet in staat weergave via twee verschillende luidsprekersystemen tegelijkertijd te verzorgen. CENTER aansluitingen Hierop kunt u een midden-luidspreker aansluiten. SURROUND ZONE 2(3) aansluitingen Hierop kunt u surround-luidsprekers aansluiten. SUBWOOFER aansluiting Sluit hierop een subwoofer met ingebouwde eindversterker aan, zoals het YAMAHA Active Servo Processing Subwoofer System. 15 Nederlands SURROUND BACK aansluitingen Hierop kunt u surround achter-luidsprekers aansluiten. Als u slechts één surround achter-luidspreker gebruikt, verbind deze dan met de linker (L) aansluitingen. AANSLUITINGEN PRESENCE/ZONE 2(3) aansluitingen Hierop kunt u aanwezigheidsluidsprekers aansluiten. ■ Opstelling van de luidsprekers Kijk op de volgende afbeelding voor de opstelling van luidsprekers in uw luisterruimte. Opmerking 9 U kunt deze aansluitingen ook gebruiken om Zone 2 luidsprekers op aan te sluiten (zie bladzijde 109). 1 10 2 4 Doe het lipje open. 1 7 3 2 Steek een ontbloot draadeind in het gat van de aansluiting. 3 Doe het lipje weer op zijn plaats om de draad vast te zetten. 5 VOORBEREIDINGEN 8 6 1 Subwoofer 2 Rechter voor-luidspreker 3 Linker voor-luidspreker 4 Midden-luidspreker 5 Rechter surround achter-luidspreker 6 Linker surround achter-luidspreker 7 Rechter surround-luidspreker 8 Linker surround-luidspreker 9 Rechter aanwezigheidsluidspreker 10 Linker aanwezigheidsluidspreker ■ Gebruik van bananenstekkers (Uitgezonderd modellen voor het V.K., Europa en Azië) Draai eerst de knop vast en steek vervolgens de bananenstekker in het gat bovenin de aansluiting. Bananenstekker (Uitgezonderd modellen voor het V.K., Europa en Azië) y Nederlands Voor de PRESENCE/ZONE 2(3) luidspreker-aansluitingen kunt u ook bananenstekkers gebruiken. Doe het lipje open en steek één bananenstekker in het gat van elk van de aansluitingen. Probeer de lipjes niet weer dicht te doen nadat u de bananenstekkers in de aansluitingen heeft gestoken. 17 AANSLUITINGEN Voor-luidsprekers (A) Rechts Links Subwoofer met ingebouwde versterker MiddenVoorluidspreker luidsprekers (B) (Algemene modellen) R + FRONT + FRONT – – SPEAKERS A – + B – + L CENTER – SPEAKER IMPEDANCE PRE OUT R R + SURROUND/ZONE 2(3) – – + L L R SURROUND R SUBWOOFER L CENTER R L SURROUND BACK/PRESENCE Rechts Links Surround-luidsprekers L + + – – + L – SINGLE (SB) R + SINGLE SURROUND BACK Rechts Links Surround achter-luidsprekers PRESENCE/ZONE 2(3) Rechts Links Aanwezigheidsluidsprekers • U kunt zowel aanwezigheids- als surround-achter luidsprekers aansluiten op dit toestel, maar deze zullen niet tegelijkertijd geluid kunnen produceren. Via de PR/SB Priority parameter in de Manual Setup (zie bladzijde 79) kunt u de voorkeur geven aan één van deze sets luidsprekers. • De surround achter-luidsprekers geven het surround achterkanaal in Dolby Digital EX en DTS-ES materiaal weer en werken alleen wanneer de Dolby Digital EX, DTS-ES, Dolby Pro Logic x, THX Select2, THX Music, THX Games of THX Surround EX decoder is ingeschakeld. • De aanwezigheidsluidsprekers produceren omgevingseffecten die worden gecreëerd door de DSP geluidsvelden. Ze zullen geen geluid produceren wanneer er andere geluidsvelden geselecteerd zijn. 18 AANSLUITINGEN Gebruik van dubbele bedrading en dubbele AMP aansluitingen ■ Conventionele aansluitingen Als u uw luidsprekers op de normale manier wilt aansluiten, gebruikt u de gewone aansluitingen voor de linker en rechter luidsprekerdraden en kunt u het tweede stel aansluitingen negeren. + – A – + FRONT + – B – + R Korsluitplaatjes of -bruggen + – A – + FRONT + – B – + R L Dit toestel ■ Dubbele versterkeraansluitingen Bij een dubbele versterkeraansluiting worden twee versterkers gebruikt voor beide luidsprekers. De ene versterker wordt aangesloten op de woofer (lage tonen) van de box, terwijl de andere wordt aangesloten op het gecombineerde gedeelte voor de midden- en hoge tonen. In een dergelijk systeem wordt elk van de luidsprekers slechts voor een beperkt toonbereik gebruikt. Dit beperkte toonbereik geeft elk van de gebruikte versterkers minder zwaar werk te doen en levert minder risico op dat de weergave negatief wordt beïnvloed. De interne crossover-schakeling van de leluidspreker taat uit een LPF (Laag doorlaatfilter) en een HPF (Hoog doorlaatfilter). Zoals de naam al suggereert kunnen de frequenties beneden een bepaalde waarde het LPF gewoon passeren, maar zullen frequenties boven die waarde niet worden doorgelaten. Op dezelfde manier kunnen frequenties boven de ingestelde waarde een HPF gewoon passeren. VOORBEREIDINGEN Sommige luidsprekers die tegenwoordig op de markt zijn kunnen dubbel bedraad worden of dubbel worden aangesloten op versterkers om de prestaties van het luidsprekersysteem te verbeteren. Dit toestel stelt u in staat dubbele bedrading of dubbele versterkeraansluitingen te gebruiken voor een enkel luidsprekersysteem. Controleer eerst of uw luidsprekers geschikt zijn voor dubbele bedrading of dubbele versterkeraansluitingen. Af fabriek worden de luidsprekers geleverd met vergulde kortsluitplaatjes of -bruggen; één voor de twee rode ingangsaansluitingen en de andere voor de twee zwarte ingangsaansluitingen. Verwijder deze kortsluitplaatjes of -bruggen alleen wanneer u van plan bent om dubbele bedrading of dubbele versterker-aansluitingen te gebruiken voor uw luidsprekers. Opmerkingen L Korsluitplaatjes of -bruggen Dit toestel ■ Dubbele bedrading Aansluiten met dubbele bedrading scheidt de woofer (lage tonen) van het deel van de box voor de midden- en hoge tonen. Een luidspreker die geschikt is voor dubbele bedrading heeft vier aparte aansluitpunten. Door twee paar aansluitingen kan de box gesplitst worden in twee onafhankelijke gedeelten. Het ene paar aansluitingen is voor de midden- en de hoge tonen, terwijl het andere paar bestemd is voor de lage tonen. • Verwijder de kortsluitplaatjes of -bruggen om de LPF (Laag doorlaatfilter) en HPF (Hoog doorlaatfilter) crossovers van elkaar te scheiden. • Om dubbele versterkeraansluitingen mogelijk te maken, dient u BI-AMP in te stellen op ON in de ADVANCED SETUP (zie bladzijde 95). • Om dubbele versterkeraansluitingen mogelijk te maken, dient u de FRONT en SURROUND BACK aansluitingen te gebruiken zoals hieronder staat aangegeven. R + – + – A – + L – + L FRONT Opmerkingen R Nederlands • Verwijder de kortsluitplaatjes of -bruggen om de LPF (Laag doorlaatfilter) en HPF (Hoog doorlaatfilter) crossovers van elkaar te scheiden. • Om gebruik van dubbele bedrading te kunnen maken moet u SPEAKERS A op het voorpaneel indrukken zodat SP A op het display op het voorpaneel oplicht. SINGLE SURROUND BACK Dit toestel 19 AANSLUITINGEN Informatie over de bedrading en de stekkers voor de aansluitingen LET OP Sluit dit toestel of andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen de componenten gemaakt zijn. ■ Kabelaanduidingen Voor analoge signalen linker analoge bedrading L rechter analoge bedrading R Voor digitale signalen optische kabels coaxiale bedrading O C Voor videosignalen videobedrading S-Videobedrading Voor HDMI signalen 20 V S ■ Analoge aansluitingen Analoge signalen van andere audiocomponenten kunt u via tulpstekkerkabels aansluiten op de analoge aansluitingen van dit toestel. Verbind de rode stekkers met de rechter en de witte stekkers met de linker aansluitingen. ■ Digitale aansluitingen Dit toestel heeft digitale aansluitingen voor directe transmissie van digitale signalen via coaxiale bedrading of optische glasvezelkabels. U kunt de digitale aansluitingen gebruiken voor PCM, Dolby Digital en DTS ingangssignalen. Wanneer u een bepaalde component zowel met de COAXIAL als met de OPTICAL aansluiting verbindt, zal het via de COAXIAL aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen. Alle digitale ingangsaansluitingen zijn geschikt voor digitale signalen met een bemonsteringsfrequentie van 96 kHz. Opmerking In dit toestel is de verwerking van digitale signalen gescheiden van de verwerking van analoge signalen. Daarom kunnen audiosignalen die binnenkomen via de analoge ingangsaansluitingen ook alleen via de analoge OUT (REC) uitgangsaansluitingen worden weergegeven. Op dezelfde manier zullen via de digitale (OPTICAL of COAXIAL) ingangsaansluitingen binnenkomende audiosignalen alleen via de DIGITAL OUTPUT uitgangsaansluitingen kunnen worden weergegeven. AANSLUITINGEN ■ Audio-aansluitingen Dit toestel heeft vier soorten audio-aansluitingen (analoge audio, digitale audio coaxiaal, digitale audio optisch en HDMI). Welke aansluiting u nodig heeft hangt af van de audio-aansluitingen van uw andere apparatuur. AUDIO L R AUDIO aansluitingen Voor conventionele analoge audiosignalen. DIGITAL AUDIO (OPTICAL) HDMI DIGITAL AUDIO (OPTICAL) aansluitingen Voor digitale audiosignalen via digitale optische bedrading. VOORBEREIDINGEN DIGITAL AUDIO (COAXIAL) aansluitingen Voor digitale audiosignalen via digitale coaxiale bedrading. DIGITAL AUDIO (COAXIAL) HDMI aansluitingen Voor HDMI digitale audiosignalen. ■ Stroomschema audiosignalen voor OUT (REC) Ingang Uitgang OUT (REC) HDMI DIGITAL AUDIO (COAXIAL) Digitale audio DIGITAL AUDIO (OPTICAL) AUDIO Analoge audio Door Digitaal uitgangssignaal Analoog uitgangssignaal Opmerkingen • De audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting worden alleen gereproduceerd via de DIGITAL OUTPUT aansluitingen en niet via de analoge OUT (REC) aansluitingen. • 2-Kanaals en multikanaals PCM, Dolby Digital en DTS signalen die binnenkomen via de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting kunnen alleen worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting wanneer HDMI Set is ingesteld op Other (zie bladzijde 92). • 2-Kanaals PCM, Dolby Digital en DTS signalen, met uitzondering van multi-kanaals PCM signalen die binnenkomen via de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting, kunnen worden gereproduceerd via de DIGITAL AUDIO (OPTICAL) aansluitingen. • Kopieerbeveiligde 2-kanaals PCM signalen van meer dan 48 kHz/16-bits di binnenkomen via de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting worden niet gereproduceerd via de DIGITAL AUDIO (OPTICAL) aansluitingen. Nederlands 21 AANSLUITINGEN ■ Video-aansluitingen Dit toestel heeft vier soorten video-aansluitingen (composiet, component, S-video en HDMI). Welke aansluiting u nodig heeft hangt af van die van uw beeldscherm. Wanneer Conversion op On (zie bladzijde 81) is ingesteld, zullen analoge videosignalen die binnenkomen via de VIDEO, S VIDEO en COMPONENT VIDEO aansluitingen naar keuze kunnen worden gereproduceerd via de VIDEO, S VIDEO en COMPONENT VIDEO aansluitingen. Als bovendien Conversion is ingesteld op On (zie bladzijde 81) en HDMI Up-Scaling is ingesteld op On (zie bladzijde 81), kunnen analoge videosignalen die binnenkomen via de VIDEO, S VIDEO of COMPONENT VIDEO aansluitingen worden omgezet in digitale signalen en worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting. VIDEO S VIDEO VIDEO aansluitingen Voor conventionele composiet videosignalen. S VIDEO aansluitingen Voor S-video signalen, in luminantie (Y) en kleur (C) gescheiden videosignalen voor kleurweergave van een hoge kwaliteit. COMPONENT VIDEO Y PB PR HDMI COMPONENT VIDEO aansluitingen Voor component videosignalen, in luminantie (Y) en kleurverschil (PB, PR) gescheiden videosignalen voor de beste beeldkwaliteit. HDMI aansluitingen Voor HDMI digitale videosignalen. ■ Stroomschema videosignalen voor MONITOR OUT Ingang HDMI Uitgang (MONITOR OUT) Digitale video COMPONENT VIDEO S VIDEO Analoge video VIDEO Door Component I/P (zie bladzijde 81) alleen wanneer Conversion is ingesteld op On (zie bladzijde 81) HDMI Up-Scaling (zie bladzijde 81) alleen wanneer Conversion is ingesteld op On (zie bladzijde 81) Opmerkingen • De analoge videosignalen die worden gereproduceerd via de COMPONENT VIDEO aansluitingen kunnen worden omgezet van 480i (geïnterlinieerd) (NTSC) of 576i (PAL) naar 480p (progressief) (NTSC) of 576p (PAL). Zet Component I/P op On via de Manual Setup om deze functie in te schakelen (zie bladzijde 81). • De analoge videosignalen die binnenkomen via de COMPONENT VIDEO aansluitingen en worden gereproduceerd via de S VIDEO of VIDEO aansluitingen kunnen niet worden omgezet naar 480p (NTSC) of 576p (PAL) /1080i/720p signalen. • De analoge videosignalen die worden gereproduceerd via de HDMI aansluiting kunnen worden opgewaardeerd naar 480p/1080i/720p. • Wanneer de analoge videosignalen binnenkomen via de COMPONENT VIDEO, S VIDEO en via de VIDEO aansluitingen, zal aan deze signalen als volgt de voorkeur gworden geven, met dien verstande dat aan eventuele analoge videosignalen die binnenkomen via de COMPONENT VIDEO aansluitingen de hoogste prioriteit wordt toegekend. 1. COMPONENT VIDEO 2. S VIDEO 3. VIDEO 22 AANSLUITINGEN Aansluiten van HDMI componenten Opmerkingen • We raden u aan een HDMI kabel te gebruiken die korter is dan 5 meter en die duidelijk voorzien van het HDMI logo. • Digitale audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN aansluitingen worden niet gereproduceerd via de analoge AUDIO OUT aansluitingen. • Afhankelijk van het signaaltype is het mogelijk dat sommige audiosignalen niet worden gereproduceerd via DIGITAL OUTPUT. • De analoge videosignalen die binnenkomen via de composiet, S-video en component video-aansluitingen kunnen digitaal worden omgezet en opgewaardeerd naar 480p/1080i/720p signalen zodat ze gereproduceerd kunnen worden via de HDMI OUT aansluiting. Zet Conversion op On via de Manual Setup (zie bladzijde 81) en regel de instellingen voor HDMI Up-Scaling om deze functie in te schakelen (zie bladzijde 81). • Sommige via een DVI verbinding op dit toestel aangesloten beeldschermen kunnen geen binnenkomende HDMI audiosignalen herkennen wanneer ze uit (standby) staan. In dit geval zal de HDMI indicator onregelmatig knipperen en zal de melding HDCP ERROR verschijnen op het display op het voorpaneel alsof het DVI beeldscherm in kwestie de HDCP kopieerbeveiliging niet ondersteunt. VOORBEREIDINGEN Dit toestel heeft naast HDMI IN 1 en HDMI IN 2 ingangsaansluitingen voor binnenkomende digitale audio- en videosignalen ook een HDMI OUT uitgangsaansluiting voor het reproduceren van digitale audio- en videosignalen. Verbind de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting van dit toestel met de HDMI OUT aansluiting van andere HDMI componenten (zoals een DVD-speler). Verbind de HDMI OUT aansluiting van dit toestel met de HDMI IN aansluiting van andere HDMI componenten (zoals een TV of projector). Video- of audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting die u geselecteerd heeft met het HDMI IN menu bij I/O Assignment (zie bladzijde 74) of met INPUT op het voorpaneel, worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting van dit toestel. Bovendien zullen audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting worden weergegeven via de luidsprekers, een eventuele hoofdtelefoon en via de DIGITAL OUTPUT aansluitingen. IN 1 HDMI uitgang DVD-speler IN 2 Kabel TV of satellietontvanger HDMI uitgang HDMI ingang OUT Beeldscherm HDMI Nederlands 23 AANSLUITINGEN Aansluiten van videocomponenten ■ Aansluiten van een DVD-speler HDMI uitgang Optische uitgang Audio uitgang Video uitgang Coaxiale uitgang DVD-speler R C O DIGITAL INPUT COMPONENT VIDEO Y PB PR COAXIAL VIDEO S VIDEO R VIDEO L AUDIO L DVD DVD DVD Beeldscherm OPTICAL DVD Video ingang IN 1 MONITOR OUT IN 2 OUT DIGITAL OUTPUT MONITOR OUT HDMI OUTPUT HDMI ingang Opmerking Controleer welke aansluitingen er beschikbaar zijn op uw DVD-speler en kies het gewenste type verbinding voor de audio-/video- in-/ uitgangssignalen. Als u kiest voor een HDMI aansluiting, kunt u zowel audio- als videoverbindingen maken via een één enkele HDMI kabel. 24 AANSLUITINGEN ■ Aansluiten van andere videocomponenten HDMI uitgang Optische uitgang Kabel TV of satellietontvanger Audio uitgang Video uitgang R O COMPONENT VIDEO Y PB PR COAXIAL DVR/ VCR 2 VIDEO S VIDEO R VIDEO AUDIO VOORBEREIDINGEN DIGITAL INPUT L L DTV Beeldscherm OPTICAL CBL/ SAT CBL/ SAT IN VCR 1 IN 1 OUT CBL/SAT IN 2 OUT HDMI R C L R L Audio ingang Video uitgang DVD-recorder of videorecorder Audio uitgang Video uitgang Coaxiale uitgang HDMI ingang HDMI uitgang Opmerking 25 Nederlands Controleer welke aansluitingen er beschikbaar zijn op uw andere video-apparatuur en kies het gewenste type verbinding voor de audio-/video- in-/uitgangssignalen. Als u kiest voor een HDMI aansluiting, kunt u zowel audio- als videoverbindingen maken via een één enkele HDMI kabel. AANSLUITINGEN ■ Apparatuur verbinden met de MULTI CH INPUT aansluitingen Dit toestel is voorzien van 6 extra ingangsaansluitingen (links en rechts FRONT, CENTER, links en rechts SURROUND en SUBWOOFER) voor gescheiden multikanaals ingangssignalen van een multiformat-speler, externe decoder, sound processor of voorversterker. Als u INPUT CH instelt op 8ch via Multi CH Assign (zie bladzijde 75), kunt u de ingangsaansluitingen die zijn toegewezen aan FRONT INPUT via Multi CH Assign (zie bladzijde 75) samen gebruiken met de MULTI CH INPUT aansluitingen om 8-kanaals signalen te kunnen verwerken. Verbind de uitgangsaansluitingen van uw multiformaat-speler of externe decoder met de MULTI CH INPUT aansluitingen. Let er goed op dat u de linker en rechter uitgangen verbindt met de linker en rechter ingangsaansluitingen voor zowel de voor- als de surroundkanalen. Voor 6-kanaals ingangssignalen Voor 8-kanaals ingangssignalen FRONT(6CH)/SB(8CH) FRONT(6CH)/SB(8CH) AUDIO R AUDIO L R L (PLAY) IN DVD SURROUND SURROUND MD/TAPE DTV OUT (REC) (PLAY) SUBWOOFER CENTER SUBWOOFER CENTER MULTI CH INPUT MULTI CH INPUT CBL/ SAT IN CD-R IN OUT (REC) R L Subwoofer uitgang R R L L VCR 1 R L OUT Middenkanaal uitgang Middenkanaal uitgang Voorkanaal uitgang Subwoofer uitgang CD IN DVR/VCR 2 Multiformaat-speler/ externe decoder Surroundkanaal uitgang Surroundachter uitgang Multiformaat-speler/ externe decoder Surroundkanaal uitgang R L Voorkanaal uitgang Opmerkingen • Wanneer u MULTI CH INPUT als signaalbron selecteert, zal dit toestel automatisch de digitale geluidsveldprocessor uitschakelen en zult u geen geluidsveldprogramma’s kunnen selecteren. • Dit toestel is niet in staat de via de MULTI CH INPUT aansluitingen binnenkomende signalen zo te herschikken dat er wordt gecompenseerd voor eventueel in uw systeem ontbrekende luidsprekers. Daarom bevelen we u aan tenminste een 5.1-kanaals luidsprekersysteem aan te sluiten voor u gebruik maakt van deze functie. • Wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten, zullen alleen de L/R voorkanalen worden weergegeven. ■ Gebruiken van de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel Via deze aansluitingen kunt u allerlei videobronnen, zoals spelcomputers of videocamera’s, aansluiten op dit toestel. VIDEO AUX S VIDEO VIDEO L S V L AUDIO R OPTICAL R O Optische uitgang Audio uitgang R Audio uitgang L Video uitgang S-video uitgang 26 Spelcomputer of videocamera AANSLUITINGEN Aansluiten van audiocomponenten O Optische ingang Optische ingang MD-recorder of cassettedeck CD-recorder Audio ingang Audio uitgang O DIGITAL INPUT L R L Audio uitgang Audio ingang R L R COAXIAL R AUDIO L VOORBEREIDINGEN R L (PLAY) IN MD/TAPE CD CD OPTICAL OUT (REC) (PLAY) IN CD-R GND OUT (REC) CD PHONO MD/TAPE CD-R DIGITAL OUTPUT R L R L Audio uitgang Optische uitgang Audio uitgang O Coaxiale uitgang CD-speler GND C Draaitafel Opmerkingen 27 Nederlands • Controleer welke aansluitingen er beschikbaar zijn op uw audio-apparatuur en kies het gewenste type verbinding voor de audio-/video- in-/uitgangssignalen. • De PHONO aansluitingen zijn bedoeld voor een draaitafel met een MM of hoog-vermogen MC cartridge. Als u een draaitafel heeft met een laag-vermogen MC cartridge, dient u een in-line boosting transformator of een MC-kopversterker te gebruiken bij verbinding met deze aansluitingen. • Verbind uw draaitafel met de GND aardaansluiting om ruis in het signaal te verminderen. Bij sommige platenspelers is het echter mogelijk dat u minder ruis zult horen zonder gebruik te maken van de GND aansluiting. AANSLUITINGEN ■ Aansluiten van een externe versterker Als u het uitgangsvermogen voor de luidsprekers wilt opvoeren, of als u gewoon een andere versterker wilt gebruiken, kunt u als volgt een externe versterker verbinden met de PRE OUT aansluiten. Opmerkingen • Wanneer er audio tulpstekkers in de PRE OUT aansluitingen zitten voor de verbinding met een externe versterker, is het niet meer nodig de corresponderende SPEAKERS aansluitingen te gebruiken. Zet het volume van de op dit toestel aangesloten externe versterker op de hoogste stand. • Het signaal dat wordt doorgegeven via de FRONT PRE OUT en CENTER PRE OUT aansluitingen ondervindt invloed van de TONE CONTROL instellingen. • Als SPEAKERS A uit staat en SPEAKERS B op Zone B (zie bladzijde 88) is ingesteld, zullen er alleen signalen worden geproduceerd via de FRONT PRE OUT aansluitingen. 1 2 FRONT PRE OUT R L SURROUND R SUBWOOFER L CENTER 5 3 4 SINGLE (SB) R L SURROUND BACK/PRESENCE 1 FRONT PRE OUT aansluitingen Voorkanaal uitgangsaansluitingen op lijnniveau. 2 SURROUND PRE OUT aansluitingen Surroundkanaal uitgangsaansluitingen op lijnniveau. 3 SUBWOOFER PRE OUT aansluiting Sluit hierop een subwoofer met ingebouwde eindversterker aan, zoals het YAMAHA Active Servo Processing Subwoofer System. 4 SURROUND BACK/PRESENCE PRE OUT aansluitingen Surround achter- of aanwezigheidskanaal uitgangsaansluitingen op lijnniveau. Als u slechts één externe versterker aansluit voor het surround-achterkanaal, dient u deze te verbinden met de linker (L) aansluiting. 5 CENTER PRE OUT aansluiting Middenkanaal uitgangsaansluitingen op lijnniveau. Opmerkingen • Elk van de PRE OUT uitgangsaansluitingen produceert hetzelfde signaal als de bij dat kanaal behorende luidsprekeraansluiting. Wanneer echter zowel surround-achter als zg. aanwezigheidsluidsprekers zijn ingesteld op dit toestel, is het mogelijk dat de signalen geproduceerd via de SURROUND BACK/PRESENCE PRE OUT aansluitingen niet corresponderen met de juiste luidsprekers. • Regel het volume van de subwoofer met de bedieningsorganen op de subwoofer zelf. • Het is mogelijk dat sommige signalen niet worden gereproduceerd via de SUBWOOFER PRE OUT aansluiting, afhankelijk van de Speaker Set (zie bladzijde 83) instellingen. 28 AANSLUITINGEN Aansluiten van de antennes Dit toestel wordt geleverd met zowel een AM als een FM binnenantenne. Normaal gesproken zorgen deze antennes voor een voldoende sterke ontvangst. Verbind de antennes op de juiste manier met de bijbehorende aansluitingen. AM ringantenne (meegeleverd) FM binnenantenne (meegeleverd) TUNER FM ANT 75Ω UNBAL. GND AM ANT VOORBEREIDINGEN Aarde (GND aansluiting) Voor de grootst mogelijke veiligheid en zo min mogelijk storing dient u de antenne GND aansluiting goed te aarden. Een goede aarding wordt bijvoorbeeld verzorgd door een metalen staaf die in vochtige grond gedreven is. ■ Aansluiten van de AM ringantenne 1 Sluit de AM ringantenne aan. 3 Stel de AM ringantenne zo op dat u de beste ontvangst verkrijgt. Opmerkingen 2 Houd het lipje ingedrukt zodat u de AM antennedraden in de AM ANT en GND aansluitingen kunt steken. • De AM ringantenne moet niet te dicht bij dit toestel geplaatst worden. • De AM ringantenne moet altijd aangesloten blijven, zelfs als er een AM buitenantenne op dit toestel is aangesloten. • Een goede buitenantenne geeft een betere ontvangst dan een binnenantenne. Als u last heeft van een slechte ontvangst, probeer dan of de ontvangst verbetert met een buitenantenne. Vraag bij uw dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of service-centrum naar de mogelijkheden met buitenantennes. Nederlands 29 AANSLUITINGEN Aansluiten van het netsnoer ■ Aansluiten van het netsnoer Steek het meegeleverde netsnoer pas in de netstroomingang nadat u alle andere aansluitingen hebt verricht en steek daarna pas de stekker in het stopcontact. Aan en uit zetten van dit toestel Wanneer alle aansluitingen gemaakt zijn, kunt u dit toestel aan zetten. 2,3 LET OP PURE DIRECT Gebruik het meegeleverde netsnoer. Gebruik geen andere netsnoeren, want deze kunnen elektrische schokken veroorzaken of zelfs brand. VOLUME AUDIO SELECT MULTI CH INPUT PRESET/ TUNING A/B/C/D/E PRESET/ TUNING FM/AM TUNING MODE TONE STRAIGHT CONTROL EFFECT INPUT DVD DTV CBL/SAT ON/OFF VOLTAGE SELECTOR MEMORY MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L EDIT MAIN ZONE VCR 1 DVR/ VCR 2 SOURCE/ REMOTE MD/TAPE CD-R CD ZONE ON/OFF SPEAKERS ZONE CONTROL PROGRAM MULTI ZONE A PHONO YPAO B SILENT CINEMA S VIDEO VIDEO ZONE 2 ZONE 3 L R AUDIO OPTICAL TUNER V-AUX REC OUT/ZONE 2 MASTER AC IN ON OPTIMIZER MIC PHONES VIDEO/AUX OFF 1,4 AC OUTLETS SWITCHED 50W MAX.TOTAL 1 Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel naar binnen in de ON stand om dit toestel aan te zetten. • Alleen dit zal worden ingeschakeld. • Zone 2 en Zone 3 worden standby (uit) gezet. MASTER (Algemene modellen) ON AC OUTLET(S) (SWITCHED) Modellen voor het V.K. en Australië ...... 1 Netstroomaansluiting Modellen voor Korea .................................................Geen Overige modellen ...................... 2 Netstroomaansluitingen Met behulp van deze netstroomaansluitingen kunt u daarop aangesloten componenten van stroom voorzien. Verbind de netsnoeren van uw andere apparatuur met deze netstroomaansluitingen. Deze aansluitingen wo van stroom voorzien wanneer de eerste ruimte, Zone 2 of Zone 3 is ingeschakeld. De stroomvoorziening voor deze aansluitingen wordt echter afgesloten wanneer de eerste ruimte, Zone 2 en Zone 3 zijn uitgeschakeld,of wanneer MASTER ON/OFF op het voorpaneel ingedrukt wwordt n losgelaten zodat deze naar buiten komt, in de OFF stand. Het maximale vermogen of het totale stroomverbruik voor de componenten die op deze aansluitingen kunnen worden aangesloten is als volgt. Modellen voor Azië en algemene modellen .............. 50 W Overige modellen .....................................................100 W VOLTAGE SELECTOR (Alleen modellen voor Azië en algemene modellen) De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact steekt. De voltages zijn als volgt: Modellen voor Azië........220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom Algemene modellen ..... 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom Geheugen back-up De geheugen back-up schakeling voorkomt dat opgeslagen gegevens verloren gaan. De opgeslagen gegevens zullen niettemin verloren gaan wanneer het netsnoer langer dan een week uit het stopcontact is. 30 2 OFF Druk op MAIN ZONE ON/OFF op het voorpaneel (of STANDBY op de afstandsbediening) om dit toestel uit (standby) te zetten. STANDBY ON/OFF Voorpaneel of Afstandsbediening AANSLUITINGEN 3 Druk op MAIN ZONE ON/OFF, ZONE 2 ON/OFF of ZONE 3 ON/OFF op het voorpaneel (of POWER op de afstandsbediening) om dit toestel, Zone 2 of Zone 3 aan te zetten. Instellen van de luidsprekerimpedantie Volg de hieronder vermelde procedure om de instelling voor de impedantie van alle luidsprekers te veranderen. LET OP POWER ON/OFF Als u 6 Ohm luidsprekers gebruikt, dient u de impedantie in te stellen op 6 Ohm voor u dit toestel gaat gebruiken. of Voorpaneel Afstandsbediening • Wanneer MASTER ON/OFF naar binnen is gedrukt in de ON stand, kunt u ook op POWER of STANDBY op de afstandsbediening drukken om dit toestel, Zone 2 en Zone 3 tegelijk aan of uit (standby) te zetten. • Voor details omtrent de bediening van Zone 2 en Zone 3 met de afstandsbediening, zie bladzijde 110. Opmerking MASTER ON 2 MAIN ZONE ON/OFF, ZONE 2 ON/OFF en ZONE 3 ON/OFF op het voorpaneel en POWER en STANDBY op de afstandsbediening werken alleen wanneer MASTER ON/OFF naar binnen is gedrukt in de ON stand. 4 Druk op MASTER ON/OFF op het voorpaneel zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om dit toestel, Zone 2 en Zone 3 uit te schakelen. Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel nog eens in zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om dit toestel uit te schakelen. Dit toestel, Zone 2 en Zone 3 worden uitgeschakeld. OFF VOORBEREIDINGEN 1 y Houd STRAIGHT (EFFECT) op het voorpaneel ingedrukt en druk vervolgens MASTER ON/OFF naar binnen in de ON stand om dit toestel in te schakelen. SP IMP.–8ΩMIN zal op het display op het voorpaneel verschijnen. STRAIGHT MASTER EFFECT ON OFF MASTER ON OFF ADVANCED SETUP SP IMP.-8 MIN 3 Druk herhaaldelijk op STRAIGHT (EFFECT) op het voorpaneel om de impedantie van uw luidsprekers te selecteren. STRAIGHT EFFECT • Kies 6 Ohm als u luidsprekers van 6 Ohm gebruikt. • Kies 8 Ohm als u luidsprekers van 8 Ohm gebruikt. 4 Druk op MASTER ON/OFF op het voorpaneel zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om de nieuwe instelling op te slaan en dit toestel, Zone 2 en Zone 3 uit te schakelen. Het toestel gaat vervolgens uit (standby). MASTER ON OFF U kunt de luidspreker-impedantie ook instellen via de SP IMP. parameter in het ADVANCED SETUP menu (zie bladzijde 94). 31 Nederlands Opmerking AUTO SETUP AUTO SETUP Inleiding Deze receiver maakt gebruik van YAMAHA Parametric Room Acoustic Optimizer (YPAO) technologie zodat u zelf geen lastige luidspreker-instellingen hoeft te doen en waardoor een zeer accurate instelling wordt verkregen. De meegeleverde optimalisatie-microfoon pikt het geluid op dat uw luidsprekers maken in de omgeving waar u ze daadwerkelijk zult gebruiken. Optimalisatie-microfoon setup 1 Verbind de meegeleverde optimalisatiemicrofoon met de OPTIMIZER MIC aansluiting op het voorpaneel. AUDIO SELECT MULTI CH INPUT PRESET/ TUNING A/B/C/D/E PRESET/ TUNING FM/AM DVD DTV CBL/SAT Opmerkingen VCR 1 DVR/ VCR 2 SOURCE/ REMOTE MD/TAPE CD-R MEMORY TUNING MODE MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L EDIT ZONE ON/OFF SPEAKERS CD PHONO YPAO B SILENT CINEMA S VIDEO VIDEO EFFECT PROGRAM MULTI ZONE A TONE STRAIGHT CONTROL ZONE CONTROL ZONE 2 ZONE 3 L R AUDIO OPTICAL TUNER V-AUX REC OUT/ZONE 2 • Wij wijzen u erop dat het normaal is dat tijdens de AUTO SETUP procedure luide testtonen worden geproduceerd. • Als de AUTO SETUP procedure stopt en er een foutmelding op het scherm verschijnt, dient u de procedure voor het oplossen van problemen op bladzijde 119 te volgen. YPAO voert de volgende controles uit en maakt de juiste instellingen voor een zo optimaal mogelijke weergave van uw systeem. Wiring Controleert welke luidsprekers er aangesloten zijn en de polariteit van elk van de luidsprekers. Distance Controleert de afstand van elk van de luidsprekers tot de luisterplek en stelt de timing van elk van de kanalen in. Size Controleert de frequentierespons van van de luidsprekers en stelt de juiste laagfrequente crossover in voor elk van de kanalen. Equalizing Regelt de frequentie en het niveau van elk van de kanalen via een parametrische equalizer om te voorkomen dat de verschillende kanalen elkaar onbedoeld beïnvloeden en om een samenhangend geluidsveld samen te stellen. Dit is vooral van belang wanneer u luidsprekers van verschillende afmetingen of verschillende merken gebruikt voor sommige kanalen of wanneer uw kamer bijzondere akoestische kenmerken vertoond. De YPAO equalisatie maakt gebruik van drie parameters (frequency, level en Q factor) voor elk van de zeven banden in de parametrische equalizer om te komen tot een precieze automatische instelling van de frequentiekarakteristieken. Level Controleert en regelt het volumeniveau van elk van de luidsprekers. 32 OPTIMIZER MIC PHONES VIDEO/AUX Opmerkingen • Nadat u de AUTO SETUP procedure heeft afgemaakt moet u de optimalisatie-microfoon weer losmaken. • De optimalisatie-microfoon is niet goed bestand tegen warmte. – Houd hem daarom uit direct zonlicht. – Laat hem ook niet bovenop dit toestel liggen. 2 Plaats de optimalisatie-microfoon op een vlak en horizontaal oppervlak met de omnidirectionele microfoonkop naar boven op uw normale luisterplek. Gebruik indien mogelijk een statief (o.i.d.) om de optimalisatie-microfoon vast te zetten op dezelfde hoogte als waar uw oren zich zouden bevinden wanneer u op uw luisterplek zit. Opstelling optimalisatie-microfoon AUTO SETUP Gebruik van AUTO SETUP Voor de beste resultaten moet u ervoor zorgen dat de ruimte zo stil mogelijk is tijdens de AUTO SETUP procedure (YPAO). Als er teveel andere geluiden zijn, is het mogelijk dat de resultaten tegenvallen. 1 Zet dit toestel en uw beeldscherm aan. 2 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk vervolgens op GUI TOP op de afstandsbediening. Het hoofdscherm (top) zal nu verschijnen. y • U kunt de AUTO SETUP bedienen via het systeemmenu dat op uw beeldscherm verschijnt (GUI) of via het display op het voorpaneel. In deze handleiding worden de AUTO SETUP procedures geïllustreerd aan de hand van GUI (in-beeld menusysteem) afbeeldingen. • Als er een fout optreedt tijdens de AUTO SETUP procedure en er een foutmelding op het display op het voorpaneel verschijnt; zie de bladzijden 119 en 120 voor een complete lijst met foutmeldingen en mogelijke oplossingen. • Als uw subwoofer zelf beschikt over een volumeregeling en een instelling voor de crossover frequentie, dient u het volume op ongeveer de heldft (of iets minder) in te stellen en de crossover frequentie op de maximale waarde. AMP GUI TOP BAND TV U AV A B POWER STANDBY NIGHT AUDIO A/B/C/D/E TUNER CD MULTI CH IN CBL/SAT MD/TAPE CD-R Druk herhaaldelijk op k / n om Auto Setup te selecteren en druk dan op h. PRESET STRAIGHT RETURN ENTER PURE DIRECT ENTER V-AUX Option ENTER EXIT MENU SLEEP PHONO Basic Auto Setup U PRESET TITLE BAND AUDIO SEL Video Manual Setup PRESET U GUI TOP POWER Input Select VOORBEREIDINGEN MAX MIN MAX Subwoofer TV Sound System Memory 3 POWER Stereo/Surround CROSSOVER HIGH CUT VOLUME MIN TITLE SOURCE 2 3-9 A/B/C/D/E A/B/C/D/E DISPLAY EFFECT STEREO DTV VCR 1 AMP + + + TV VOL CH VOLUME – – – SOURCE TOP TV INPUT PRESET ENTERTAIN MOVIE 1 2 3 4 THX STANDARD SELECT EXTD SUR. 5 6 7 DVD DVR/VCR2 SELECT TV MUTE MUSIC TV 2 1 MEMORY 2 9 0 FREQ/TEXT EON 8 Input Select A SPEAKERS B +10 ENT. MODE PTY SEEK START REC Information Auto Setup Setup Menu System Memory Setup Type Signal Info. Start DISC SKIP OFF ON MACRO LEARN CLEAR RE–NAME MUTE EXIT Manual Setup PURE DIRECT 4 Druk herhaaldelijk op k / n om Setup Menu te selecteren en druk dan op h. Information Setup Menu Wiring Setup Type Distance Start Size Nederlands 33 AUTO SETUP 5 Voor Equalizing dient u op k / n te drukken om het volgende te selecteren: Druk herhaaldelijk op k / n om Wiring, Distance, Size, Equalizing of Level te selecteren en druk dan op h. Skip Om het geselecteerde onderdeel over te slaan zonder instellingen te wijzigen. Check: Natural Om de frequentierespons van alle luidsprekers te middelen, met minder nadruk op de hogere frequenties. Aanbevolen wanneer de “Flat” instelling een beetje schel klinkt. Check: Flat Om de frequentierespons van alle luidsprekers te middelen. Aanbevolen wanneer al uw luidsprekers van vergelijkbare kwaliteit zijn. Check: Front Om de frequentierespons van elk van de luidsprekers in te stellen in overeenstemming met de weergave van uw voor-luidsprekers. Aanbevolen wanneer uw voor-luidsprekers van aanzienlijk betere kwaliteit zijn dan uw andere luidsprekers. Skip Wiring Check Distance Size Wiring Skip Distance Check Size Equalizing Wiring Distance Skip Size Check Equalizing 7 Level Wanneer u de gewenste instelling heeft geselecteerd, kunt u met l terugkeren naar het Setup Menu. Distance Size Skip Equalizing Check: Natural Level Check: Flat Information Check: Front Setup Menu Wiring Setup Type Distance Start Size Size Equalizing Skip Level Check 8 6 Voor Wiring, Distance, Size of Level, selecteert u: Check Skip Om het geselecteerde onderdeel automatisch te controleren en in te stellen. Om het geselecteerde onderdeel over te slaan zonder instellingen te wijzigen. Druk op n, selecteer Setup Type en selecteer vervolgens: Auto Om de hele AUTO SETUP procedure laten uitvoeren. Om te wachten op bevestiging tussen de diverse controles in de AUTO SETUP procedure. Step y Bij gebruik van THX luidsprekers moet u “Skip” instellen bij Size en controleren of “Small” of “Small x2” is geselecteerd bij Speaker Set (zie bladzijde 83), en of “80Hz” is geselecteerd bij Bass Cross Over (zie bladzijde 85). 34 Information Setup Menu Setup Type Auto Start Step AUTO SETUP 9 Druk op n, selecteer Start en druk vervolgens op ENTER. Er zullen nu luide testtonen worden geproduceerd via de diverse luidsprekers, terwijl de boodschap “Measuring” getoond zal worden tijdens de AUTO SETUP procedure. Bevestigen van de resultaten U kunt de resultaten van elk van de controles apart bevestigen. Als u Setup Type op “Auto” heeft ingesteld De resultaten worden getoond nadat alle controles zijn uitgevoerd. Setup Menu Setup Type Start Setup Menu Press ENTER Setup Type y • Om de AUTO SETUP procedure te stoppen, kunt u op één van de cursortoetsen drukken (k / n / l / h) of op ENTER. Druk tijdens pauze op k om de procedure opnieuw uit te voeren, op l om de AUTO SETUP te annuleren. • Als er tijdens het testen een foutmelding verschijnt, dient u OPLOSSEN VAN PROBLEMEN op bladzijde 119 te raadplegen en de AUTO SETUP procedure opnieuw te proberen nadat u de gegeven aanwijzingen heeft uitgevoerd. Retry Detail Setup Measurement Over Successfully • Druk op n en selecteer Setup om de gemeten waarden definitief te maken. • Druk op k en selecteer Retry om de AUTO SETUP procedure opnieuw te proberen. • Druk op h en selecteer Detail om informatie over de meetresultaten en eventuele foutmeldingen te bekijken. Voor details omtrent de foutmeldingen, zie OPLOSSEN VAN PROBLEMEN op bladzijde 119. • Druk op l en selecteer Exit om de AUTO SETUP procedure af te sluiten. Als u Exit selecteert, zal “Don’t Setup?” op het scherm verschijnen. Selecteer Yes om de gemeten waarden definitief te maken en de procedure af te sluiten. Selecteer No om de gemeten waarden te annuleren en de procedure af te sluiten. VOORBEREIDINGEN Start Exit Als u Setup Type op “Step” heeft ingesteld De resultaten worden na elke controle apart weergegeven. Distance Size Exit Retry Detail Next Equalizing Level Result • Druk op n en selecteer Next om de controle van het volgende menu-item te laten beginnen. • Druk op k en selecteer Retry om de AUTO SETUP procedure opnieuw te proberen. • Druk op h en selecteer Detail om informatie over de meetresultaten en eventuele foutmeldingen te bekijken. Voor details omtrent de foutmeldingen, zie OPLOSSEN VAN PROBLEMEN op bladzijde 119. • Druk op l en selecteer Exit om de AUTO SETUP procedure af te sluiten. Als u Exit selecteert, zal “Don’t Setup?” op het scherm verschijnen. Selecteer Yes om de gemeten waarden definitief te maken en de procedure af te sluiten. Selecteer No om de gemeten waarden te annuleren en de procedure af te sluiten. Nederlands 35 AUTO SETUP Nadat alle menu-items zijn gecontroleerd zal “Measurement Over” op het scherm verschijnen en zullen de resultaten voor elk van de items worden getoond. • Druk op n en selecteer Setup om de gemeten waarden definitief te maken. • Druk op k en selecteer Retry om de AUTO SETUP procedure opnieuw te proberen. • Druk op h en selecteer Detail om informatie over de meetresultaten en eventuele foutmeldingen te bekijken. Voor details omtrent de foutmeldingen, zie OPLOSSEN VAN PROBLEMEN bladzijde 119. • Druk op l en selecteer Exit om de AUTO SETUP procedure af te sluiten. Als u Exit selecteert, zal “Don’t Setup?” op het scherm verschijnen. Selecteer Yes om de gemeten waarden definitief te maken en de procedure af te sluiten. Selecteer No om de gemeten waarden te annuleren en de procedure af te sluiten. y • Als u meer gedetailleerde instellingen wilt maken, kunt u de systeemparameters wijzigen via het Manual Setup menu. Als u terug wilt keren naar de Auto Setup instellingen nadat u instellingen gewijzigd heeft via het Manual Setup menu, kunt u naar het Information scherm gaan in het Auto Setup menu, vervolgens druk u daar net zo vaak op k / n tot de gewenste parameter verschijnt en drukt u tenslotte op ENTER. • Als u niet tevreden bent met het resultaat, of als u met de hand de instellingen wilt wijzigen, raadt THX aan de Manual Setup te doen (zie bladzijde 76). Opmerkingen • Als u luidsprekers vervangt, wijzigt of anders opstelt, of als u de inrichting van uw kamer verandert, moet u de AUTO SETUP opnieuw uitvoeren om uw systeem opnieuw in te stellen. • Afhankelijk van de luisteromgeving is het mogelijk dat SubWfr:REV verschijnt bij de Wiring resultaten. In dit geval zal SWFR Phase in het Manual Setup menu (zie bladzijde 85) automatisch wo ingesteld op Reverse. Om de gewenste instelling te kunnen selecteren dient u de SWFR Phase parameter in het Manual Setup menu te wijzigen. • Bij de Distance resultaten kan de getoonde afstand groter zijn dan in werkelijkheid, afhankelijk van de karakteristieken van uw subwoofer. Dit kan ook het geval zijn uwanneer een externe versterker gebruikt. • Bij de Equalizing resultaten is het mogelijk dat er voor dezelfde band verschillende waarden zijn ingesteld voor een nog preciezere instelling. 36 WEERGAVE WEERGAVE LET OP U moet zeer voorzichtig zijn wanneer u DTS gecodeerde CD’s gaat afspelen. Als u een DTS gecodeerde CD afspeelt op een CD-speler die niet geschikt is voor DTS-weergave, zult u alleen een ongewenst geruis of lawaai horen dat zelfs uw luidsprekers kan beschadigen. Controleer of uw CD-speler geschikt is voor DTS gecodeerde CD’s. Controleer ook het geluidsniveau van uw CD-speler voor u een DTS gecodeerde CD gaat afspelen. Basisbediening 2 Zet het beeldscherm dat is aangesloten op dit toestel aan. 3 Druk op SPEAKERS A of B op het voorpaneel (of druk op SPEAKERS A of B op de afstandsbediening). Met elke druk op SPEAKERS A of B zet u de bijbehorende set luidsprekers aan of uit. PURE DIRECT VOLUME AUDIO SELECT MULTI CH INPUT PRESET/ TUNING A/B/C/D/E PRESET/ TUNING FM/AM MEMORY TONE STRAIGHT CONTROL TUNING MODE MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L EDIT MAIN ZONE EFFECT INPUT DVR/ VCR 2 PROGRAM B PHONO YPAO VCR 1 ZONE CONTROL MULTI ZONE A CD CBL/SAT ON/OFF ZONE ON/OFF SPEAKERS SOURCE/ REMOTE DVD MD/TAPE CD-R DTV SILENT CINEMA S VIDEO VIDEO ZONE 2 ZONE 3 L R AUDIO OPTICAL TUNER V-AUX REC OUT/ZONE 2 OPTIMIZER MIC MASTER ON PHONES VIDEO/AUX OFF SPEAKERS A SPEAKERS B A 1 4 7 3 6 GUI TOP POWER POWER TV AV A B POWER STANDBY PRESET EXIT TITLE Opmerking PURE DIRECT MENU AUDIO SEL Als u dubbele bedrading gebruikt, moet zowel A als B selecteren. NIGHT SLEEP AUDIO A/B/C/D/E PHONO TUNER CD MULTI CH IN V-AUX CBL/SAT MD/TAPE CD-R STRAIGHT RETURN DISPLAY EFFECT DTV VCR 1 DVR/VCR2 STEREO MUSIC ENTERTAIN 1 2 3 4 THX STANDARD SELECT EXTD SUR. 5 6 7 8 AMP + + + TV VOL CH VOLUME – – – TV MUTE TV INPUT MUTE SOURCE TOP PRESET EXIT MOVIE DVD 1 MEMORY 2 9 0 FREQ/TEXT EON SELECT 6 Afstandsbediening BAND ENTER 4 ENT. B Voorpaneel 1 BASISBEDIENING +10 of 1 A SPEAKERS B +10 ENT. 7 4 3 MODE PTY SEEK START REC DISC SKIP OFF ON MACRO TV LEARN CLEAR RE–NAME Gebruik INPUT op het voorpaneel (of druk op de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening) om de gewenste signaalbron te selecteren. PHONO TUNER CD MULTI CH IN V-AUX CBL/SAT MD/TAPE CD-R DTV VCR 1 DVR/VCR2 DVD INPUT PURE DIRECT of 1 Druk op MAIN ZONE ON/OFF (of zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk op POWER op de afstandsbediening) om dit toestel aan te zetten. Voorpaneel Afstandsbediening De naam van de geselecteerde signaalbron wordt een paar seconden lang op het display op het voorpaneel en het beeldscherm getoond. ON/OFF V-AUX Voorpaneel SP A DVR/VCR 2 VCR 1 CBL/SAT DTV INPUT: A.SEL: DVD MD/TAPE CD-R DVD AUTO CD PHONO TUNER XM dB VOLUME L R of Naam van de geselecteerde signaalbron AMP POWER SOURCE 5 TV 37 Nederlands Afstandsbediening Start de weergave of stem af op een zender op de broncomponent. Raadpleeg de handleiding van de betreffende component. Zie bladzijde 47 voor details omtrent het afstemmen. WEERGAVE 6 Verdraai VOLUME op het voorpaneel (of druk op VOLUME +/– op de afstandsbediening) om het volume op het gewenste niveau in te stellen. VOLUME + VOLUME of – Afstandsbediening Voorpaneel 7 Verdraai PROGRAM op het voorpaneel (of druk op één van de geluidsveldprogrammatoetsen op de afstandsbediening) om het gewenste geluidsveldprogramma te selecteren. De naam van het geselecteerde geluidsveldprogramma zal verschijnen op het display op het voorpaneel en op het beeldscherm. Zie bladzijde 58 voor details over geluidsveldprogramma’s. PROGRAM of Voorpaneel STEREO MUSIC ENTERTAIN 1 2 3 4 THX STANDARD SELECT EXTD SUR. 5 6 1 MEMORY 2 9 0 7 MOVIE 8 A SPEAKERS B +10 ENT. Afstandsbediening Naam geluidsveldcategorie V-AUX HiFi DSP SP A DVR/VCR 2 VCR 1 CBL/SAT DTV DVD MD/TAPE CD-R CD MUSIC Hall in Vienna PHONO TUNER XM dB VOLUME L R Programmanaam Opmerkingen • Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak, niet op basis van de naam van het programma. • Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het toestel automatisch het laatst met die signaalbron gebruikte geluidsveldprogramma instellen. • Er kunnen geen geluidsveldprogramma’s worden gebruikt wanneer u MULTI CH INPUT als signaalbron heeft geselecteerd. 38 ■ Opmerkingen over Dialogue Normalization (Dial Norm) Dialogue Normalization (Dial Norm) is een Dolby Digital en DTS functie die verschillende programma’s met een gemiddeld niveau weergeeft zodat de gebruiker het volume niet hoeft aan te passen wanneer er een Dolby Digital of DTS programma wordt weergegeven. Bij weergave van Dolby Digital en DTS materiaal zal er soms een korte melding op het display op het voorpaneel; “Dial Norm X dB” (met een numerieke waarde in plaats van X). Deze melding gefet aan hoe het weergaveniveau van dit programma zich verhoudt tot het THX ijkingsniveau. Als u het materiaal wilt laten weergeven bij geijkte theaterniveaus, dan zult u wellicht het volume willen aanpassen. DialNorm;;+4dB Als u bijvoorbeeld de volgende melding op het display op het voorpaneel ziet verschijnen: “Dial Norm + 4 dB” en u het algemene uitgangsvolume in wilt stellen op het door THX aanbevolen niveau, dan hoeft u het volume alleen maar te verlagen met 4dB. Maar u kunt gewoon het volume instellen wat u zelf het beste vindt klinken, wat u natuurlijk in een bioscoop nooit zou kunnen doen. WEERGAVE Aanvullende mogelijkheden ■ Tijdelijk uitschakelen van de geluidsweergave ■ Toonregeling Met deze functie kunt u het geluid tijdelijk zacht zetten. Hiermee kunt u de balans tussen de lage en hoge tonen regelen voor de linker, rechter en midden voorkanalen. 1 1 Druk herhaaldelijk op TONE CONTROL op het voorpaneel om te kiezen tussen TREBLE of BASS. Druk op MUTE op de afstandsbediening. De MUTE indicator zal gaan knipperen op het display op het voorpaneel. MUTE MUTE Knippert TONE CONTROL 2 2 Verdraai PROGRAM om de weergave van de hoge tonen (TREBLE) of de weergave van de hoge tonen (BASS) te regelen. Druk nog eens op MUTE (of op VOLUME +/–) om de geluidsweergave te hervatten. De MUTE indicator zal van het display verdwijnen. + MUTE of VOLUME – y 3 Druk herhaaldelijk op TONE CONTROL, selecteer BYPASS en annuleer de toonregeling. TONE CONTROL Opmerkingen • Als u de hoge of lage tonen teveel versterkt of verzwakt, is het mogelijk dat de toonkleur van de surround-luidsprekers niet meer overeenkomt met die van de linker, rechter en midden voor-luidsprekers. • TONE CONTROL staat buiten werking wanneer THX (zie bladzijde 41) of PURE DIRECT (zie bladzijde 42) is geselecteerd, of wanneer MULTI CH INPUT is geselecteerd. U kunt zelf bepalen hoeveel het volume verlaagd moet worden wanneer u deze functie gebruikt (zie bladzijde 79). BASISBEDIENIN BASISBEDIENING G PROGRAM ■ Gebruik van SILENT CINEMA Deze functie stelt u in staat naar multikanaals materiaal of filmsoundtracks, inclusief Dolby Digital en DTS surroundmateriaal, te luisteren met een normale hoofdtelefoon. SILENT CINEMA wordt automatisch ingeschakeld wanneer u een hoofdtelefoon aansluit op de PHONES aansluiting terwijl u luistert met de CINEMA DSP of HiFi DSP geluidsveldprogramma’s. Indien ingeschakeld zal de SILENT CINEMA indicator oplichten op het display op het voorpaneel. Opmerking SILENT CINEMA werkt niet in de volgende gevallen: – Wanneer u MULTI CH INPUT heeft geselecteerd als signaalbron. – PURE DIRECT is geselecteerd. – Wanneer het 2ch Stereo programma is geselecteerd. – Wanneer dit toestel in de STRAIGHT stand staat. Nederlands 39 WEERGAVE ■ Selecteren van MULTI CH INPUT Automatisch AUTO Als het signaal kan worden herkend, zal het toestel zelf de optimale decoder instellen zodat het signaal met 6.1/7.1 kanalen kan worden weergegeven. Als het toestel de ‘vlag’ in het signaal niet kan herkennen of als het signaal geen ‘vlag’ bevat, kan er niet automatisch via 6.1/7.1 kanalen worden weergegeven. Druk op MULTI CH INPUT op het voorpaneel of op MULTI CH IN op de afstandsbediening zodat MULTI CH INPUT verschijnt op het display op het voorpaneel en op het beeldscherm. MULTI CH INPUT MULTI CH IN of Voorpaneel Decoders Afhankelijk van de formattering van het weergegeven materiaal heeft u de volgende keuzemogelijkheden wat betreft de decoder. Afstandsbediening PLIIxMovie Voor weergave van Dolby Digital of DTS signalen via 7.1 kanalen met de Pro Logic x movie decoder. Opmerking PLIIxMusic Voor weergave van Dolby Digital of DTS signalen via 6.1/7.1 kanalen met de Pro Logic x music decoder. Wanneer MULTI CH INPUT wordt getoond op het display en het beeldscherm, kan er geen andere signaalbron worden weergegeven. Als u met INPUT (of één van de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening) een andere signaalbron wilt selecteren, druk dan eerst op MULTI CH INPUT zodat de melding MULTI CH INPUT verdwijnt van het display en het beeldscherm. EX/ES Voor weergave van Dolby Digital signalen via 6.1/7.1 kanalen met de Dolby Digital EX decoder. DTS signalen worden weergegeven via 6.1/7.1 kanalen met de DTS-ES decoder. ■ Luisteren naar multikanaals materiaal met 6.1/7.1 kanaals surroundweergave EX Voor weergave van Dolby Digital of DTS signalen via 6.1/7.1 kanalen met de Dolby Digital EX decoder. Als u één of twee surround achter-luidsprekers heeft aangesloten, kunt u via deze functie profiteren van 6.1/7.1-kanaals weergave van multikanaals signaalbronnen met behulp van de Dolby Pro Logic x, Dolby Digital EX of DTS-ES decoder. 1 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk vervolgens op EXTD SUR. op de afstandsbediening om heen en weer te schakelen tussen 5.1- en 6.1/7.1-kanaals weergave. AMP EXTD SUR. SOURCE 8 TV 2 Druk herhaaldelijk op l / h om een decoder te selecteren wanneer de naam van een decoder (PL xMovie, bijvoorbeeld) wordt getoond op het display op het voorpaneel. PRESET ENTER A/B/C/D/E 40 OFF Voor weergave van Dolby Digital of DTS signalen via 5.1 kanalen. y Wanneer Surround Back op Large x1 of Small x1 (zie bladzijde 84) is ingesteld, zal het surround achterkanaal worden gereproduceerd via de linker SURROUND BACK luidspreker-aansluitingen. Opmerkingen • Sommige discs met 6.1-kanaals materiaal hebben geen aparte signalering (vlag) die dit toestel automatisch kan detecteren. Wanneer u een dergelijke disc met 6.1-kanaals materiaal afspeelt, dient u met de hand een decoder (PL xMovie, PL xMusic, EX/ES of EX) te kiezen. • In de volgende gevallen is 6.1/7.1-kanaals weergave niet mogelijk, ook al wordt EXTD SUR. ingedrukt: – Wanneer Surround (zie bladzijde 84) of Surround Back (zie bladzijde 84) op None staat. – Wanneer de met de MULTI CH INPUT aansluitingen verbonden signaalbron wordt weergegeven. – Wanneer het weergegeven materiaal geen L/R surroundsignalen bevat. – Wanneer er een Dolby Digital KARAOKE signaalbron wordt weergegeven. – Wanneer u 2ch Stereo, 7ch Stereo of PURE DIRECT heeft geselecteerd. • Wanneer dit toestel wordt uitgeschakeld, zal de ingangsfunctie worden teruggezet op AUTO. • De Pro Logic x decoder kan niet worden gebruikt wanneer Surround Back op None is ingesteld (zie bladzijde 84). • PL xMovie kan niet worden geselecteerd wanneer Surround Back op Large x1 of Small x1 (zie bladzijde 84) is ingesteld. WEERGAVE ■ Genieten van 2-kanaals materiaal en surroundweergave Decodertypes voor het Enhanced, MOVIE THEATER of THX programma Ingangssignalen afkomstig van 2-kanaals bronnen kunnen ook via meerdere kanalen worden weergegeven. 1 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk vervolgens op STANDARD op de afstandsbediening om heen en weer te schakelen tussen de Surround en Enhanced programma’s. AMP STANDARD SOURCE 6 TV Of druk op MOVIE of THX op de afstandsbediening om de MOVIE THEATER of THX programma’s te selecteren. THX 4 2 of 5 <PLIIx Movie> Dolby Pro Logic x verwerking voor filmmateriaal. <Neo:6 Cinema> DTS verwerking voor filmmateriaal. y • U kunt ook een decoder selecteren via Decoder Mode in het Input Select (zie bladzijde 75). • U kunt ook een decoder selecteren met de l / h toetsen op de afstandsbediening wanneer het decodertype wordt getoond op het meldingendisplay. Opmerking De Pro Logic x decoder schakelt automatisch over naar de Pro Logic decoder wanneer Surround Back is ingesteld op None (zie bladzijde 84). BASISBEDIENIN BASISBEDIENING G MOVIE <PRO LOGIC> Dolby Pro Logic verwerking voor alle bronmateriaal. Druk op SELECT op de afstandsbediening om de decoder te selecteren. SELECT 7 Afhankelijk van het soort materiaal dat u afspeelt en uw persoonlijke voorkeuren kunt u kiezen uit de volgende decoders. Decodertypes voor het Surround programma <PRO LOGIC> Dolby Pro Logic verwerking voor alle bronmateriaal. <PLIIx Movie> Dolby Pro Logic x verwerking voor filmmateriaal. <PLIIx Music> Dolby Pro Logic x verwerking voor muziekmateriaal. <PLIIx Game> Dolby Pro Logic x verwerking voor spelmateriaal. <Neo:6 Cinema> DTS verwerking voor filmmateriaal. <Neo:6 Music> DTS verwerking voor muziekmateriaal. Nederlands 41 WEERGAVE ■ Gebruik van PURE DIRECT ■ Gebruiken van de nacht-luisterfuncties PURE DIRECT passeert de decoders en DSP processors van dit toestel volledig en schakelt bovendien het videodeel van het toestel uit zodat u naar een zo natuurgetrouw mogelijke geluidsweergave kunt luisteren bij analoge en PCM signaalbronnen. De nacht-luisterfuncties zijn ontworpen om bij lage volumes, bijvoorbeeld ’s nachts, toch alles te kunnen verstaan. Kies NIGHT:CINEMA of NIGHT:MUSIC afhankelijk van wat voor materiaal u gaat afspelen. Opmerkingen • U kunt de nacht-luisterfuncties niet gebruiken met PURE DIRECT of MULTI CH INPUT of wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten (ook al licht de NIGHT indicator op wanneer PURE DIRECT is geselecteerd). • Hoe groot het effect is van de nacht-luisterfuncties hangt mede af van het weergegeven materiaal en van uw instellingen voor surroundweergave. • Om onverwacht lawaai te voorkomen mag u geen DTS gecodeerde CD’s afspelen in de PURE DIRECT stand. • Wanneer er multikanaals signalen (Dolby Digital of DTS) binnenkomen, zal het toestel automatisch overschakelen naar de corresponderende analoge signaalbron. Wanneer DTS is ingesteld als ingangsfunctie zal er geen geluid worden weergegeven. • Er zal geen geluid worden weergegeven via de subwoofer. • TONE CONTROL op het voorpaneel en de in-beeld menusysteem (GUI) instellingen werken niet in de PURE DIRECT stand. • De volgende handelingen zijn niet mogelijk met het toestel in de PURE DIRECT stand: – omschakelen van het geluidsveldprogramma – tonen van beknopte berichten – wijzigen van GUI menuparameters – alle videofuncties, inclusief videoconversie – HDMI digitale opwaardering van analoge videosignalen – HDMI digitaal uitgangssignaal • PURE DIRECT wordt automatisch geannuleerd wanneer dit toestel uit (standby) wordt gezet. Opmerkingen 1 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk vervolgens herhaaldelijk op NIGHT op de afstandsbediening om te kiezen tussen NIGHT:CINEMA of NIGHT:MUSIC. Wanneer er een nacht-luisterfunctie is geselecteerd, zal de NIGHT indicator oplichten op het display op het voorpaneel. AMP NIGHT SOURCE AUDIO TV NIGHT 1 Druk op PURE DIRECT op het voorpaneel of de afstandsbediening om deze functie in te schakelen. De indicator rond de toets op het voorpaneel licht op en het display op het voorpaneel gaat automatisch uit. Licht op • Selecteer NIGHT:CINEMA wanneer u naar een film gaat kijken om het dynamisch bereik van de soundtrack te verminderen en de gesproken tekst beter verstaanbaar te maken bij lagere volumes. • Selecteer NIGHT:MUSIC wanneer u naar muziek wilt luisteren om alle geluiden beter verstaanbaar te maken. • Selecteer NIGHT:OFF als u deze functie niet wilt gebruiken. PURE DIRECT PURE DIRECT of Voorpaneel Afstandsbediening 2 Opmerking Het display op het voorpaneel wordt alleen ingeschakeld wanneer dat nodig is. Druk op l / h om het effectniveau van de compressie in te stellen terwijl NIGHT:CINEMA of NIGHT:MUSIC getoond wordt. Keuzes: MIN, MID, MAX PRESET 2 Druk nog eens op PURE DIRECT op het voorpaneel of de afstandsbediening om deze functie uit te schakelen. De indicator rond de toets op het voorpaneel gaat uit en de oorspronkelijke instellingen worden hersteld. ENTER A/B/C/D/E Afstandsbediening Effect.Lvl:MID PURE DIRECT PURE DIRECT of Voorpaneel Afstandsbediening • Selecteer MIN voor minimale compressie. • Selecteer MID voor standaard compressie. • Selecteer MAX voor maximale compressie. y De NIGHT:CINEMA en NIGHT:MUSIC instellingen worden apart opgeslagen. 42 WEERGAVE ■ Gebruiken van de slaaptimer ■ Terugmengen naar 2 kanalen Met deze functie kunt het toestel zichzelf uit (standby) laten schakelen na een door u bepaalde tijd. Deze slaaptimer is bijvoorbeeld handig wanneer u gaat slapen terwijl uw installatie nog aan het spelen of opnemen is. De slaaptimer schakelt ook automatisch de op de AC OUTLETS netstroomaansluitingen aangesloten externe apparatuur uit. U kunt naar multikanaals bronmateriaal luisteren in 2-kanaals stereoweergave. 1 Selecteer de gewenste signaalbron en start de weergave op de broncomponent. 2 Druk herhaaldelijk op SLEEP op de afstandsbediening om de gewenste tijd in te stellen. Verdraai PROGRAM (of zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk dan op STEREO op de afstandsbediening) en selecteer 2ch Stereo. 2ch Stereo zal op het display op het voorpaneel verschijnen. PROGRAM Voorpaneel of SLEEP AMP SOURCE SLEEP 120min SLEEP OFF DVR/VCR 2 VCR 1 CBL/SAT DTV DVD MD/TAPE CD-R CD PHONO DVR/VCR 2 CBL/SAT DTV DVD MD/TAPE CD-R CD MUSIC Hall in Vienna HiFi DSP SP A 3 VCR 1 STANDARD SELECT EXTD SUR. 5 6 1 MEMORY 2 9 0 7 8 A SPEAKERS B +10 ENT. TUNER XM 2ch Stereo Opmerking dB VOLUME L R SLEEP De SLEEP indicator zal oplichten op het display op het voorpaneel en het display keert terug naar het geselecteerde geluidsveldprogramma. V-AUX 4 THX MOVIE SLEEP 60min SLEEP 120min SLEEP00120min SP A 3 Afstandsbediening De SLEEP indicator knippert terwijl u de tijd voor de slaaptimer aan het instellen bent. V-AUX ENTERTAIN 2 TV SLEEP 90min SLEEP 30min MUSIC 1 BASISBEDIENIN BASISBEDIENING G Met elke druk op SLEEP zal het display op het voorpaneel als volgt veranderen. STEREO PHONO TUNER XM dB VOLUME L R SLEEP Druk net zo vaak op SLEEP tot SLEEP OFF op het display op het voorpaneel verschijnt. De SLEEP indicator gaat uit en de melding SLEEP OFF zal verschijnen op het display op het voorpaneel. Na een paar seconden keert het display terug naar het geselecteerde geluidsveldprogramma. U kunt een subwoofer gebruiken met dit programma wanneer SWFR of Both is ingesteld bij Bass Out (zie bladzijde 85). ■ Luiteren naar onveranderde ingangssignalen Wanneer het toestel in de STRAIGHT stand staat, worden 2-kanaals stereobronnen alleen weergegeven via de L/R voor-luidsprekers. Multikanaals materiaal zal rechtstreeks via de diverse kanalen worden gedecodeerd en weergegeven zonder verdere toevoeging van effecten. 1 Druk op STRAIGHT (EFFECT) op het voorpaneel of de afstandsbediening en selecteer STRAIGHT. STRAIGHT zal op het display op het voorpaneel verschijnen. SLEEP STRAIGHT STRAIGHT of EFFECT EFFECT Voorpaneel V-AUX DVR/VCR 2 VCR 1 CBL/SAT DTV DVD MD/TAPE SLEEP OFF SP A CD-R CD PHONO TUNER Afstandsbediening XM dB VOLUME L R Nederlands y U kunt de slaaptimer ook annuleren door met STANDBY op de afstandsbediening (of MAIN ZONE ON/OFF op het voorpaneel) het toestel, Zone 2 en Zone 3 uit (standby) te zetten. 43 WEERGAVE 2 ■ Selecteren van audio ingangsfuncties Druk nog eens op STRAIGHT (EFFECT) op het voorpaneel of de afstandsbediening om eventuele geluidseffecten weer in te schakelen. STRAIGHT zal van het display op het voorpaneel verdwijnen. Dit toestel is uitgerust met allerlei ingangsaansluitingen. U kunt het gewenste type ingangssignaal als volgt selecteren. Druk op AUDIO SELECT op het voorpaneel of op AUDIO SEL op de afstandsbediening en selecteer de gewenste ingangsfunctie. STRAIGHT STRAIGHT AUDIO SELECT of of EFFECT EFFECT Voorpaneel Afstandsbediening Voorpaneel STANDBY POWER B AUDIO SEL SLEEP TUNER CD MULTI CH IN POWER POWER TV AV A PHONO Afstandsbediening ■ Virtual CINEMA DSP Virtual CINEMA DSP stelt u in staat te profiteren van de CINEMA DSP programma’s zonder surroundluidsprekers. Dit programma maakt virtuele luidsprekers om een natuurlijk geluidsveld te reproduceren. Als u Surround op None (zie bladzijde 84) zet, zal Virtual CINEMA DSP automatisch worden ingeschakeld wanneer u een CINEMA DSP geluidsveldprogramma selecteert. V-AUX U kunt beelden van een videobron combineren met geluid van een audiobron. Zo kunt u bijvoorbeeld naar klassieke muziek luisteren terwijl u op uw beeldscherm kijkt naar mooie landschapsopnamen. CBL/SAT MD/TAPE CD-R DTV VCR 1 DVR/VCR2 DVD MD/TAPE CD-R DVD AUTO CD PHONO TUNER XM dB VOLUME L R ANALOG Er zullen alleen analoge signalen worden geselecteerd. Als er geen analoge signalen binnenkomen, zal er geen geluid worden weergegeven. Audiobronnen V-AUX DVD COAX/OPT Selecteren van digitale signalen die binnenkomen via de OPTICAL of COAXIAL aansluitingen. Gebruiken als er ook HDMI signalen binnenkomen. Druk op één van de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening om een videobron te selecteren en selecteer vervolgens een audiobron. MULTI CH IN DTV HDMI Er zullen alleen HDMI signalen worden geselecteerd. Als er geen HDMI signalen binnenkomen, zal er geen geluid worden weergegeven. ■ Afspelen van video op de achtergrond CD CBL/SAT AUTO Ingangssignalen worden automatisch geselecteerd in deze volgorde: 1) HDMI 2) Digitale signalen 3) Analoge signalen In de volgende gevallen zal Virtual CINEMA DSP niet in werking treden, ook al staat Surround op None (zie bladzijde 84): – Wanneer u MULTI CH INPUT heeft geselecteerd als signaalbron. – Wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting zit. TUNER VCR 1 INPUT: A.SEL: Soort ingangsfunctie Opmerking PHONO DVR/VCR 2 SP A y Videobronnen • In de meeste gevallen raden we u aan gewoon AUTO te gebruiken. • U kunt zelf bepalen welke ingangsfunctie standaard zal worden ingeschakeld wanneer de stroom wordt ingeschakeld (zie bladzijde 30). Opmerkingen Opmerking Als u wilt luisteren naar een signaalbron die is aangesloten op de MULTI CH INPUT aansluitingen terwijl u naar andere videobeelden kijkt, moet u eerst de videobron selecteren en vervolgens op MULTI CH INPUT op het voorpaneel of de afstandsbediening drukken. 44 • Deze functie is niet mogelijk als er geen digitale ingangsaansluitingen (OPTICAL, COAXIAL en HDMI) zijn toegewezen. Daarnaast zal HDMI niet beschikbaar zijn als ingangsfunctie als de HDMI IN 1 en HDMI IN 2 aansluitingen niet zijn toegewezen. Gebruik I/O Assignment in het Input Select om de vereiste ingangsaansluitingen opnieuw toe te wijzen (zie bladzijde 74). • Als het digitale uitgangssignaal van de speler op de een of andere manier bewerkt is, is het misschien niet meer mogelijk het DTS signaal te decoderen, ook al bestaat er een digitale verbinding tussen de speler en dit toestel. • Wanneer het toestel een Dolby Digital of DTS signaal detecteert, zal de decoder automatisch overschakelen naar het bijbehorende geluidsveldprogramma. • Niet toegewezen ingangsaansluitingen zijn niet beschikbaar voor ingangsfuncties. WEERGAVE ■ Tonen van informatie over de signaalbron Audio Info. (Audio informatie) Format De formattering van het signaal wordt getoond. Wanneer het toestel geen digitaal signaal kan detecteren, wordt er automatisch overgeschakeld naar analoog. U kunt het type, de formattering en de bemonsteringsfrequentie van het huidige ingangssignaal laten zien. 1 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk vervolgens op GUI TOP op de afstandsbediening. Het hoofdscherm (top) zal nu verschijnen. Sampling Bemonsteringsfrequentie. Wanneer het toestel de bemonsteringsfrequentie niet kan bepalen, zal “?” verschijnen. Channel Aantal bronkanalen in het ingangssignaal. Bijvoorbeeld een multikanaals soundtrack met 3 voorkanalen, 2 surroundkanalen en een LFE kanaal, zal worden getoond als “3/2/0.1”. AMP GUI TOP TITLE SOURCE BAND TV Sound Input Select Video Manual Setup Basic Auto Setup Option Dialogue Dialoog normalisatie informatie voor Dolby Digital en DTS signalen. System Memory 2 Druk herhaaldelijk op n om Signal Info. te selecteren en druk dan op h. PRESET Video Info. (Video informatie) HDMI Signal Soort HDMI signalen die worden ontvangen of gereproduceerd via de HDMI IN/OUT aansluitingen van dit toestel. PRESET ENTER ENTER A/B/C/D/E 3 Flag1/Flag2 Signalering (vlag) die in Dolby Digital, DTS en PCM signalen is meegecodeerd en die dit toestel in staat stelt automatisch van decoder te wisselen. A/B/C/D/E HDMI Resolution Resolutie van de HDMI signalen die worden ontvangen of gereproduceerd via de HDMI IN/OUT aansluitingen van dit toestel. Druk herhaaldelijk op l / h en selecteer Audio Info. of Video Info. De volgende informatie zal verschijnen. Analog Resolution Resolutie van de analoge signalen die binnenkomen of worden gereproduceerd via de component videoaansluitingen van dit toestel. PRESET Auto Setup System Memory Signal Info. ENTER A/B/C/D/E Language BASISBEDIENIN BASISBEDIENING G Stereo/Surround Bitrate Bitsnelheid. Wanneer het toestel de bitsnelheid niet kan bepalen, zal “– – –” verschijnen. Audio Info. Video Format --Sampling 48kHz Channel ??? Bitrate --Dialogue --Flag1 --Flag2 --- 4 Druk op EXIT op de afstandsbediening om af te sluiten. EXIT MENU Auto Setup Video Info. System Memory HDMI Signal ----HDMI Resolution ----Analog Resolution 480i 480i Signal Info. Language Audio Nederlands 45 OPNEMEN OPNEMEN Opname-instellingen en andere handelingen dienen te worden verricht op de opname-apparatuur. Raadpleeg eventueel de handleidingen van de betreffende componenten. PURE DIRECT VOLUME AUDIO SELECT MULTI CH INPUT PRESET/ TUNING A/B/C/D/E PRESET/ TUNING FM/AM MEMORY TONE STRAIGHT CONTROL TUNING MODE MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L EDIT MAIN ZONE EFFECT INPUT DVD DTV CBL/SAT VCR 1 ON/OFF DVR/ VCR 2 SOURCE/ REMOTE MD/TAPE CD-R CD ZONE ON/OFF SPEAKERS ZONE CONTROL PROGRAM MULTI ZONE A PHONO YPAO B SILENT CINEMA S VIDEO VIDEO ZONE 2 ZONE 3 L R AUDIO OPTICAL TUNER V-AUX REC OUT/ZONE 2 MASTER ON OPTIMIZER MIC PHONES VIDEO/AUX OFF 2 1 Zet dit toestel en alle aangesloten componenten aan. Zie bladzijde 30 voor details. 2 Verdraai INPUT op het voorpaneel (of zet AMP/SOURCE/TV op SOURCE en druk vervolgens op één van de ingangskeuzetoetsen) om de signaalbron te selecteren waarvan u wilt opnemen. INPUT Voorpaneel of A B AUDIO SEL SLEEP PHONO TUNER CD MULTI CH IN V-AUX CBL/SAT MD/TAPE CD-R DTV VCR 1 DVR/VCR2 DVD AMP SOURCE y Maak een test-opname voor u aan de echte opname begint. Opmerkingen • De signaalbron waarvan u opneemt en de signaalbron voor Zone 2 kunnen apart worden ingesteld. • Wanneer dit toestel uit (standby) staat, kunt u niet opnemen tussen op dit toestel aangesloten componenten. • De instellingen voor Tone Control (zie bladzijde 39), VOLUME, Speaker Level (zie bladzijde 86) en eventuele geluidsveldprogramma’s hebben geen invloed op de opnamen. • Er kunnen geen opnamen gemaakt worden van een signaalbron via de MULTI CH INPUT aansluitingen van dit toestel. • S-video en composiet videosignalen worden gescheiden verwerkt door dit toestel. Daarom kunt u bij het opnemen of kopiëren van videosignalen van een component die alleen is verbonden met een S-video aansluiting (of alleen met een composiet video-aansluiting) alleen een S-videosignaal (of alleen een composiet videosignaal) opnemen met uw VCR. • Digitale signalen die binnenkomen via de DIGITAL INPUT aansluitingen worden niet ten behoeve van uw opnamen gereproduceerd via de analoge AUDIO OUT L/R aansluitingen. Op dezelfde manier worden analoge signalen die binnenkomen via de AUDIO IN L/R aansluitingen niet gereproduceerd via de DIGITAL OUTPUT aansluiting. Als uw signaalbron alleen digitaal (of alleen analoog) is aangesloten, kunt u dus ook alleen maar digitale (of alleen analoge) signalen daarvan opnemen. • Een bepaalde signaalbron wordt niet gereproduceerd via hetzelfde OUT (REC) kanaal. Het ingangssignaal van VCR 1 IN wordt bijvoorbeeld niet gereproduceerd via VCR 1 OUT. • Controleer de regelingen met betrekking tot het auteursrecht in het gebied waar u zich bevindt voor u opnamen gaat maken van platen, CD’s, radio enz. Opnemen van auteursrechtelijk beschermd materiaal kunnen inbreuk maken op de op het materiaal rustende rechten. • Het is mogelijk dat sommige HDMI audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting van dit toestel niet kunnen worden gereproduceerd via de DIGITAL AUDIO (OPTICAL) aansluiting, afhankelijk van het soort HDMI audiosignalen. TV Afstandsbediening 3 4 46 Start de weergave (of stem af op een zender) op de broncomponent. Start de opname op de opnemende component. Als u videomateriaal weergeeft met gescramblede (verhaspelde) of gecodeerde signalen die moeten voorkomen dat het materiaal gekopieerd wordt, is het mogelijk dat deze signalen de weergave zelf storen. ■ Opmerkingen over DTS materiaal Het DTS signaal bestaat uit een digitale bitstroom. Als u probeert digitale opnamen te maken van de DTS bitstroom, zal er slechts ruis worden opgenomen. Als u dit toestel wilt gebruiken om DTS materiaal op te nemen, moet u een aantal dingen in gedachten houden en dient u de volgende instellingen te verrichten. Voor DVD’s en CD’s met DTS gecodeerd materiaal en met een speler die geschikt is voor DTS weergave, dient u de handleiding van de speler te volgen en deze zo in te stellen dat de speler een analoog signaal produceert. FM/AM AFSTEMMEN FM/AM AFSTEMMEN Automatisch afstemmen 3 Automatisch afstemmen gaat goed wanneer u sterke signalen ontvangt en er weinig storing is. Druk herhaaldelijk op TUNING MODE (AUTO/ MAN’L) zodat de AUTO indicator op het display op het voorpaneel oplicht. TUNING MODE AUTO AUTO/MAN'L PURE DIRECT Licht op VOLUME AUDIO SELECT MULTI CH INPUT PRESET/ TUNING A/B/C/D/E PRESET/ TUNING FM/AM MEMORY Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display, staat het toestel in de PRESET stand en kunt u niet afstemmen. Druk op PRESET/TUNING (EDIT) om deze functie weer uit te schakelen. TONE STRAIGHT CONTROL TUNING MODE MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L EDIT MAIN ZONE EFFECT INPUT DVD DTV CBL/SAT VCR 1 ON/OFF DVR/ VCR 2 SOURCE/ REMOTE MD/TAPE CD-R CD ZONE ON/OFF SPEAKERS ZONE CONTROL PROGRAM MULTI ZONE A PHONO YPAO B SILENT CINEMA S VIDEO VIDEO ZONE 2 ZONE 3 L R AUDIO OPTICAL TUNER V-AUX REC OUT/ZONE 2 MASTER ON OPTIMIZER MIC PHONES VIDEO/AUX OFF PRESET/ TUNING 43 2 3 1 EDIT Verdraai INPUT op het voorpaneel (of zet AMP/SOURCE/TV op SOURCE en druk dan op TUNER op de afstandsbediening) en selecteer de TUNER (radio) als signaalbron. Voorkeuzegroep en -nummer INPUT V-AUX DVR/VCR 2 VCR 1 Radioband CBL/SAT DTV DVD Frequentie van de ontvangen zender MD/TAPE CD-R CD A1:AM 1070 kHz Sci-Fi SP A PHONO TUNER XM AUTO dB BASISBEDIENING 1 VOLUME L R Naam geluidsveldprogramma Voorpaneel 4 of AMP TUNER SOURCE TV Afstandsbediening Druk één keer op PRESET/TUNING l / h om het automatisch afstemmen te laten beginnen. Druk op h om af te stemmen op een hogere frequentie. Druk op l om af te stemmen op een lagere frequentie. PRESET/ TUNING 2 Druk op FM/AM op het voorpaneel (of op BAND op de afstandsbediening) en selecteer de gewenste radioband. FM of AM zal op het display op het voorpaneel verschijnen. FM/AM V-AUX GUI TOP of TITLE BAND Voorpaneel Afstandsbediening SP A DVR/VCR 2 VCR 1 CBL/SAT DTV DVD MD/TAPE CD-R A1:AM 1530 kHz Sci-Fi CD PHONO TUNER AUTO XM TUNED dB VOLUME L R Wanneer het toestel is afgestemd op een zender, zal de TUNED indicator oplichten en zal de frequentie waarop is afgestemd worden getoond op het display. of Nederlands 47 FM/AM AFSTEMMEN Handmatig afstemmen Automatisch voorprogrammeren Handmatig afstemmen is handig wanneer het signaal van de zender zwak is of niet goed ontvangen wordt. Handmatig afstemmen op een FM zender zal automatisch de ontvangst naar mono overschakelen om de kwaliteit van de ontvangst te verbeteren. 1 2 Herhaal de stappen 1 en 2 bij “Automatisch afstemmen” om TUNER en de radioband te selecteren. Druk herhaaldelijk op TUNING MODE (AUTO/ MAN’L) zodat de AUTO indicator van het display op het voorpaneel verdwijnt. Met de automatische voorprogrammering kunt u FM zenders voorprogrammeren. Met deze functie zal het toestel automatisch afstemmen op FM zenders met een goede ontvangst en deze, op volgorde, opslaan tot een maximum van 40 (8 zenders in 5 groepen, A1 t/m E8). U kunt vervolgens gemakkelijk via de bijbehorende voorkeuzenummers afstemmen op de voorgeprogrammeerde zenders. Opmerking U moet eerst AMP/SOURCE/TV op SOURCE zetten en dan op TUNER op de afstandsbediening drukken om de TUNER als signaalbron te selecteren. TUNING MODE PURE DIRECT VOLUME AUTO/MAN'L AUDIO SELECT MULTI CH INPUT PRESET/ TUNING A/B/C/D/E PRESET/ TUNING FM/AM MAIN ZONE Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display, staat het toestel in de PRESET stand en kunt u niet zelf afstemmen. Druk op PRESET/TUNING (EDIT) om deze stand uit te schakelen. MEMORY TONE STRAIGHT CONTROL TUNING MODE MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L EDIT EFFECT INPUT DVD DTV CBL/SAT VCR 1 ON/OFF DVR/ VCR 2 SOURCE/ REMOTE MD/TAPE CD-R CD ZONE ON/OFF SPEAKERS ZONE CONTROL PROGRAM MULTI ZONE A PHONO YPAO B SILENT CINEMA S VIDEO VIDEO ZONE 2 ZONE 3 L R AUDIO OPTICAL TUNER V-AUX REC OUT/ZONE 2 MASTER ON OPTIMIZER MIC PHONES VIDEO/AUX OFF 1 32 PRESET/ TUNING EDIT V-AUX SP A DVR/VCR 2 VCR 1 CBL/SAT DTV 1 DVD MD/TAPE CD-R A1:AM 1070 kHz Straight CD PHONO TUNER Druk op FM/AM op het voorpaneel (of op BAND op de afstandsbediening) en selecteer FM als radioband. XM FM/AM dB of VOLUME L TITLE BAND Voorpaneel 3 GUI TOP R Druk op PRESET/TUNING l / h om met de hand af te stemmen op de gewenste zender. Druk op h om af te stemmen op een hogere frequentie. Druk op l om af te stemmen op een lagere frequentie. PRESET/ TUNING 2 Afstandsbediening Druk op TUNING MODE (AUTO/MAN’L) zodat de AUTO indicator op het display op het voorpaneel oplicht. TUNING MODE AUTO y Houd de toets ingedrukt om de frequentie doorlopend te laten veranderen. 48 AUTO/MAN'L Licht op FM/AM AFSTEMMEN 3 Houd MEMORY (MAN’L/AUTO FM) op het voorpaneel tenminste 3 seconden ingedrukt. De voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer alsook de MEMORY en AUTO indicators gaan knipperen. Na ongeveer 5 seconden zal het automatisch voorprogrammeren beginnen vanaf de huidige frequentie naar hogere frequenties. ■ Aangepast automatisch voorprogrammeren U kunt een bepaalde voorkeuzegroep en -nummer opgeven waar u het toestel wilt laten beginnen met het automatisch voorprogrammeren van FM zenders. 1 Herhaal de stappen 1 en 2 bij “Automatisch afstemmen”. 2 Druk op A/B/C/D/E en vervolgens op PRESET/TUNING l / h op het voorpaneel om de voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer te selecteren waaronder de eerst gevonden zender zal worden opgeslagen. Als u bijvoorbeeld C5 selecteert, zal de eerst gevonden zender automatisch worden voorgeprogrammeerd onder C5, en de volgende zenders op volgorde onder C6, C7 enz. MEMORY MAN'L/AUTO FM V-AUX SP A DVR/VCR 2 VCR 1 CBL/SAT DTV DVD MD/TAPE CD-R C8:FM 87.50MHz Straight CD PHONO TUNER XM AUTO MEMORY dB VOLUME L R A/B/C/D/E PRESET/ TUNING Opmerkingen • Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder een bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een andere zender onder dat voorkeuzenummer opslaat. • Als het aantal voorgeprogrammeerde zenders niet tot het maximum 40 (E8) komt, zal het automatisch voorprogrammeren stoppen nadat alle beschikbare zenders zijn voorgeprogrammeerd. • Alleen FM zenders met een voldoende sterke ontvangst worden opgeslagen bij het automatisch voorprogrammeren. Als u een zwakkere zender wilt opslaan, dient u hierop met de hand af te stemmen en kunt u de zender opslaan via de procedure onder “Handmatig voorprogrammeren”. Opmerking BASISBEDIENIN BASISBEDIENING G Wanneer het automatisch voorprogrammeren klaar is, zal de frequentie voor de laatst voorgeprogrammeerde zender op het display getoond worden. Het automatisch voorprogrammeren stopt wanneer voorkeuzenummer E8 bereikt is. Geheugen back-up De geheugen back-up schakeling voorkomt dat opgeslagen gegevens verloren gaan. De opgeslagen gegevens zullen niettemin verloren gaan wanneer het netsnoer langer dan een week uit het stopcontact is. Nederlands 49 FM/AM AFSTEMMEN Handmatig voorprogrammeren 3 U kunt ook met de hand maximaal 40 FM of AM zenders (8 zenders in 5 groepen, A1 t/m E8) voorprogrammeren. Opmerking U moet eerst AMP/SOURCE/TV op SOURCE zetten en dan op TUNER op de afstandsbediening drukken om de TUNER als signaalbron te selecteren. Druk herhaaldelijk op A/B/C/D/E op het voorpaneel en selecteer een voorkeuzegroep (A t/m E) terwijl de MEMORY indicator knippert. De letter van de gekozen groep zal nu verschijnen. Controleer of de dubbele punt (:) inderdaad verschijnt op het display. A/B/C/D/E PURE DIRECT VOLUME AUDIO SELECT MULTI CH INPUT PRESET/ TUNING A/B/C/D/E PRESET/ TUNING FM/AM MEMORY TUNING MODE MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L EDIT MAIN ZONE TONE STRAIGHT CONTROL EFFECT INPUT DVD DTV CBL/SAT VCR 1 ON/OFF DVR/ VCR 2 ZONE ON/OFF SPEAKERS SOURCE/ REMOTE MD/TAPE CD-R ZONE CONTROL B PHONO YPAO SILENT CINEMA S VIDEO VIDEO Voorkeuzegroep PROGRAM MULTI ZONE A CD ZONE 2 ZONE 3 L R AUDIO OPTICAL TUNER V-AUX REC OUT/ZONE 2 MASTER ON OPTIMIZER MIC VIDEO/AUX OFF V-AUX 3 1 PHONES 4 Herhaal de stappen bij “Automatisch afstemmen” of “Handmatig afstemmen” om automatisch of met de hand af te stemmen op een zender. Zie bladzijde 47 voor aanwijzingen over hoe u moet afstemmen op een zender. V-AUX DVR/VCR 2 VCR 1 CBL/SAT DTV DVD MD/TAPE CD-R CD A :AM 630 kHz Sci-Fi SP A PHONO TUNER XM TUNED dB VOLUME L 4 VCR 1 CBL/SAT DTV DVD MD/TAPE CD-R CD PHONO TUNER XM TUNED MEMORY C :AM 630 kHz Sci-Fi SP A 2,5 DVR/VCR 2 dB VOLUME L R Druk op PRESET/TUNING l / h op het voorpaneel en selecteer een voorkeuzenummer (1 t/m 8) terwijl de MEMORY indicator knippert. Druk op PRESET/TUNING h op het voorpaneel om een hoger voorkeuzenummer te selecteren. Druk op PRESET/TUNING l op het voorpaneel om een lager voorkeuzenummer te selecteren. R PRESET/ TUNING Wanneer er is afgestemd op een zender zal de bijbehorende frequentie op het display getoond worden. 2 Druk op MEMORY (MAN’L/AUTO FM) op het voorpaneel. De MEMORY indicator knippert ongeveer 5 seconden. MEMORY MEMORY MAN'L/AUTO FM Knippert 50 V-AUX SP A DVR/VCR 2 VCR 1 CBL/SAT DTV DVD MD/TAPE CD-R C3:AM 630 kHz Sci-Fi CD PHONO TUNER XM TUNED MEMORY dB VOLUME L R FM/AM AFSTEMMEN 5 Druk op MEMORY (MAN’L/AUTO FM) op het voorpaneel terwijl de MEMORY indicator aan het knipperen is. De radioband en de frequentie voor deze zender verschijnen op het display, samen met de door u geselecteerde voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer. MEMORY MAN'L/AUTO FM Selecteren van voorkeuzezenders U kunt op de gewenste zender afstemmen door eenvoudigweg het voorkeuzenummer waaronder die zender is opgeslagen te selecteren. Opmerking Voor u een voorkeuzezender kunt selecteren, moet u deze eerst hebben opgeslagen. Zie voor details “Automatisch voorprogrammeren” op bladzijde 48 of “Handmatig voorprogrammeren” op bladzijde 50. PURE DIRECT V-AUX SP A DVR/VCR 2 VCR 1 CBL/SAT DTV DVD MD/TAPE CD-R C3:AM 630 kHz Sci-Fi CD PHONO TUNER XM TUNED dB VOLUME VOLUME L AUDIO SELECT R MULTI CH INPUT PRESET/ TUNING A/B/C/D/E PRESET/ TUNING FM/AM TONE STRAIGHT CONTROL TUNING MODE MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L EDIT MAIN ZONE MEMORY EFFECT INPUT DVD DTV PHONO YPAO DVR/ VCR 2 ZONE CONTROL PROGRAM MULTI ZONE A CD VCR 1 ZONE ON/OFF SPEAKERS SOURCE/ REMOTE MD/TAPE CD-R CBL/SAT ON/OFF B SILENT CINEMA S VIDEO VIDEO ZONE 2 ZONE 3 L R AUDIO OPTICAL TUNER V-AUX REC OUT/ZONE 2 MASTER 6 ON PHONES 2 1 Opmerkingen OPTIMIZER MIC VIDEO/AUX OFF 3 TV MUTE PHONO • Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder een bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een andere zender onder dat voorkeuzenummer opslaat. • De soort ontvangst (stereo of mono) wordt samen met de frequentie van de zender opgeslagen. V-AUX TUNER CBL/SAT CD MULTI CH IN MD/TAPE CD-R GUI TOP 1 TV INPUT PRESET TITLE MUTE EXIT 21 VCR 1 DVR/VCR2 PURE DIRECT MENU BAND 2 NIGHT AUDIO ENTER DTV BASISBEDIENIN BASISBEDIENING G Herhaal de stappen 1 t/m 5 om andere zenders op te slaan. DVD A/B/C/D/E STRAIGHT RETURN DISPLAY 3 EFFECT 1 Verdraai INPUT op het voorpaneel (of zet AMP/SOURCE/TV op SOURCE en druk dan op TUNER op de afstandsbediening) en selecteer de TUNER (radio) als signaalbron. INPUT Voorpaneel of AMP TUNER SOURCE TV Afstandsbediening Nederlands 51 FM/AM AFSTEMMEN 2 Druk op A/B/C/D/E (of l / h op de afstandsbediening) om de voorkeuzegroep te selecteren. De letter van de voorkeuzegroep verschijnt op het display op het voorpaneel en verandert met elke druk op de toets. Omwisselen van voorkeuzezenders U kunt twee voorkeuzezenders van plaats laten wisselen. In het voorbeeld hieronder ziet u hoe u voorkeuzezender E1 van plaats kunt laten wisselen met voorkeuzezender A5. PURE DIRECT PRESET VOLUME AUDIO SELECT MULTI CH INPUT PRESET/ TUNING A/B/C/D/E PRESET/ TUNING FM/AM TONE STRAIGHT CONTROL TUNING MODE EFFECT INPUT ENTER PHONO YPAO VCR 1 DVR/ VCR 2 ZONE CONTROL PROGRAM MULTI ZONE A CD CBL/SAT ON/OFF ZONE ON/OFF SPEAKERS SOURCE/ REMOTE DVD MD/TAPE CD-R DTV of MEMORY MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L EDIT MAIN ZONE A/B/C/D/E B SILENT CINEMA S VIDEO ZONE 2 ZONE 3 L R VIDEO AUDIO OPTICAL TUNER V-AUX A/B/C/D/E REC OUT/ZONE 2 MASTER ON Voorpaneel 3 PHONES VIDEO/AUX OFF Afstandsbediening Druk op PRESET/TUNING l / h (of PRESET k / n op de afstandsbediening) om het voorkeuzenummer (1 t/m 8) te selecteren. De voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer verschijnen op het display op het voorpaneel, samen met de radioband en de frequentie, en de TUNED indicator zal oplichten. OPTIMIZER MIC 1,3 1,3 2,4 1 Selecteer voorkeuzezender E1 met A/B/C/D/E en PRESET/TUNING l / h. Zie “Selecteren van voorkeuzezenders”. PRESET/ TUNING A/B/C/D/E PRESET 2 PRESET/ TUNING of ENTER A/B/C/D/E Houd PRESET/TUNING (EDIT) tenminste 3 seconden ingedrukt. De E1 en MEMORY indicators zullen gaan knipperen op het display op het voorpaneel. PRESET/ TUNING Afstandsbediening Voorpaneel EDIT V-AUX SP A DVR/VCR 2 VCR 1 CBL/SAT DTV DVD MD/TAPE CD-R E1:FM 87.50MHz Sci-Fi CD PHONO TUNER XM TUNED dB VOLUME L V-AUX DVR/VCR 2 VCR 1 CBL/SAT DTV DVD MD/TAPE CD-R CD PHONO TUNER R SP A 3 dB VOLUME L R Selecteer voorkeuzezender A5 met A/B/C/D/E en PRESET/TUNING l / h. De A5 en MEMORY indicators zullen gaan knipperen op het display op het voorpaneel. V-AUX DVR/VCR 2 VCR 1 CBL/SAT DTV DVD MD/TAPE CD-R CD PHONO TUNER XM TUNED MEMORY A5:FM 90.60MHz Sci-Fi SP A 4 XM TUNED MEMORY E1:FM 87.50MHz Sci-Fi dB VOLUME L R Druk nog eens op PRESET/TUNING (EDIT). De zenders onder de twee voorkeuzenummers worden nu omgewisseld. PRESET/ TUNING EDIT V-AUX SP A 52 DVR/VCR 2 VCR 1 CBL/SAT DTV DVD MD/TAPE EDIT E1-A5 Sci-Fi CD-R CD PHONO TUNER XM TUNED dB VOLUME L R FM/AM AFSTEMMEN Afstemmen op Radio Data Systeem zenders Radio Data Systeem is een systeem voor gegevensoverdracht dat door FM zenders in een groot aantal landen worden gebruikt. De Radio Data Systeem functies worden verzorgd door zenders in een netwerk. Dit toestel is geschikt voor verschillende soorten Radio Data Systeem gegevens, zoals PS (Programma Service naam), PTY (Programmatype), RT (Radio Tekst), CT (Klok-tijd), EON (Enhanced Other Networks; Verbeterde service andere netwerken) wanneer er wordt afgestemd op Radio Data Systeem zenders. Veranderen van de Radio Data Systeem functie Er zijn vier functies voor het weergeven van de Radio Data Systeem gegevens. De PS, PTY, RT en/of CT indicators die corresponderen met de Radio Data Systeem gegevens die door de huidige zender verzorgd worden zullen oplichten op het display op het voorpaneel. 1 Zet AMP/SOURCE/TV op SOURCE en druk vervolgens op TUNER om het toestel op de tuner (radio) te zetten. AMP TUNER SOURCE ■ PS (Program Service name) functie TV De naam van de Radio Data Systeem zender waarop is afgestemd zal worden getoond. ■ PTY (Program Type) functie NEWS Nieuws AFFAIRS Actualiteiten INFO Algemene informatie SPORT Sport EDUCATE Educatief DRAMA Theater CULTURE Cultuur SCIENCE Wetenschap VARIED Licht amusement POP M Pop ROCK M Rock M.O.R. M Middle-of-the-road muziek (easy-listening) LIGHT M Licht klassiek CLASSICS Klassiek OTHER M Overige muziek ■ RT (Radio Text) functie Informatie over het programma (de titel van het muziekstuk, naam van de artiest enz.) op de Radio Data Systeem zender waar u op afgestemd heeft kan tot maximaal 64 alfanumerieke tekens, inclusief het trema, op het display worden getoond. Als er andere tekens worden gebruikt voor de RT gegevens, zullen deze worden aangegeven met een onderstreping (_). ■ CT (Clock Time) functie ■ EON (Enhanced Other Networks) Zie “De EON functie” op bladzijde 55. Druk herhaaldelijk op FREQ/TEXT op de afstandsbediening om de diverse Radio Data Systeem gegevens die worden verzorgd door deze zender te laten zien. FREQ/TEXT Afstandsbediening PS PTY RT CT Frequentiedisplay Opmerkingen • Druk niet op FREQ/TEXT voordat er een Radio Data Systeem indicator oplicht op het display op het voorpaneel. Er zal niets kunnen veranderen wanneer u eerder op de toets drukt. De reden hiervoor is dat het toestel nog niet alle benodigde Radio Data Systeem gegevens van de zender ontvangen heeft. • Radio Data Systeem gegevens die niet worden verzorgd door deze zender kunnen niet worden geselecteerd. • Dit toestel kan geen gebruik maken van de Radio Data Systeem gegevens indien het ontvangen signaal te zwak is. Voor met name de RT functie is een grote hoeveelheid gegevens nodig, dus het kan gebeuren dat de RT functie niet beschikbaar is, terwijl andere Radio Data Systeem functies (PS, PTY, enz.) wel naar behoren functioneren. • Wanneer de ontvangst slecht is kunnen er mogelijk helemaal geen Radio Data Systeem gegevens worden ontvangen. Druk in een dergelijk geval op TUNING MODE (AUTO/MAN’L MONO) zodat de AUTO indicator van het display verdwijnt. Alhoewel hierdoor op handmatig afstemmen wordt overgeschakeld, is het mogelijk dat er nu wel Radio Data Systeem gegevens verschijnen wanneer u overschakelt naar de Radio Data Systeem functie. • Als de ontvangst gestoord wordt door externe omstandigheden terwijl u afgestemd heeft op een Radio Data Systeem zender, is het mogelijk dat de Radio Data Systeem gegevensoverdracht plotseling wordt onderbroken en dat de melding “...WAIT” verschijnt op het display. 53 Nederlands De tijd op dit moment wordt getoond en elke minuut bijgewerkt. In het geval deze gegevensstroom wegvalt, kan “CT WAIT” verschijnen. 2 BASISBEDIENIN BASISBEDIENING G Radio Data Systeem zenders maken onderscheid tussen 15 soorten programma’s. FM/AM AFSTEMMEN De PTY SEEK functie 3 U kunt het door u gewenste programmatype kiezen en het toestel vervolgens automatisch alle voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem zenders laten afzoeken naar een zender die een programma van dat type aan het uitzenden is. TV MUTE GUI TOP TV INPUT PRESET EXIT TITLE POP M ENTER MUTE PRESET Verdraai PRESET k / n om het gewenste programmatype te selecteren. Het geselecteerde programmatype verschijnt op het display. A/B/C/D/E PURE DIRECT MENU BAND NIGHT Licht op AUDIO ENTER A/B/C/D/E STRAIGHT RETURN 3 DISPLAY EFFECT STEREO MUSIC ENTERTAIN 1 2 3 4 THX STANDARD SELECT EXTD SUR. 5 6 7 8 1 MEMORY 2 9 0 FREQ/RDS EON 4 MOVIE A SPEAKERS B +10 ENT. MODE PTY SEEK START 2,4 REC DISC SKIP OFF ON MACRO LEARN CLEAR RE–NAME Druk op PTY SEEK START om alle voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem zenders af te zoeken. Het geselecteerde programmatype blijft knipperen op het display en de PTY HOLD indicator op het display licht op terwijl er naar een geschikte zender gezocht wordt. Druk nog eens op PTY SEEK START om de functie te annuleren. MODE PTY SEEK START PTY HOLD 1 Zet AMP/SOURCE/TV op SOURCE en druk dan op TUNER op de afstandsbediening om de TUNER als signaalbron te selecteren. AMP TUNER SOURCE TV 2 Druk op PTY SEEK MODE om het toestel in de PTY SEEK zoekfunctie te zetten. Het type van het programma dat op dit moment wordt ontvangen, of “NEWS”, gaat knipperen op het display. Om de PTY SEEK functie af te sluiten, dient u nog een keer op PTY SEEK MODE te drukken. MODE PTY SEEK START Knippert 54 Licht op • Het toestel stopt met zoeken zodra er een zender gevonden is die een programma van het geselecteerde type uitzendt. • Als de gevonden zender niet naar uw wens is, kunt u nog eens op PTY SEEK START drukken. Het toestel gaat dan op zoek naar een andere zender die het gewenste programmatype uitzendt. FM/AM AFSTEMMEN De EON functie 3 Deze functie maakt gebruik van de EON gegevens die worden uitgezonden via het Radio Data Systeem zendernetwerk. Als u een bepaald programmatype selecteert (NEWS, INFO, AFFAIRS of SPORT), zal dit toestel automatisch alle voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem zenders die een uitzending van het gewenste type in hun zendschema hebben opgenomen opzoeken en overschakelen naar de nieuwe zender wanneer de uitzending van het gewenste soort programma begint. STEREO MUSIC ENTERTAIN 1 2 3 4 THX STANDARD SELECT EXTD SUR. 5 6 7 8 1 MEMORY 2 9 0 FREQ/RDS EON MOVIE A SPEAKERS B +10 ENT. MODE PTY SEEK START 3 REC DISC SKIP ON MACRO LEARN CLEAR RE–NAME EON Afstandsbediening • Zodra een voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem zender begint met de uitzending van een programma van het gewenste type, zal het toestel automatisch van het huidige programma daarnaar overschakelen. De EON indicator gaat nu knipperen als resultaat. • Wanneer de uitzending van het programma van het geselecteerde type afgelopen is, zal het toestel weer terugkeren naar de oorspronkelijke zender (of een ander programma op dezelfde zender). ■ Annuleren van deze functie Opmerking Deze functie kan alleen worden gebruikt wanneer u heeft afgestemd op een Radio Data Systeem zender die EON gegevens aanbiedt. Wanneer u heeft afgestemd op een dergelijke zender, zal de EON indicator op het display op het voorpaneel oplichten. 1 Controleer of de EON indicator inderdaad verschijnt op het display. Als de EON indicator niet oplicht, stem dan af op een andere Radio Data Systeem zender waarbij de EON indicator wel oplicht. 2 Zet AMP/SOURCE/TV op SOURCE en druk dan op TUNER op de afstandsbediening om de TUNER als signaalbron te selecteren. Druk net zo vaak op EON tot er geen programmatype meer wordt getoond en EON OFF op het display op het voorpaneel verschijnt. BASISBEDIENIN BASISBEDIENING G OFF Druk een paar keer op EON en selecteer het gewenste programmatype (NEWS, INFO, AFFAIRS of SPORT). Het geselecteerde programmatype verschijnt op het display. AMP TUNER SOURCE TV Nederlands 55 WIJZIGEN VAN GELUIDSVELD INSTELLINGEN WIJZIGEN VAN GELUIDSVELD INSTELLINGEN Wat is een geluidsveld? Wat het meeste bijdraagt aan de rijke, volle tonen van een live voorstelling, zijn de ingewikkelde weerkaatsingen via de wanden van de ruimte. Naast het feit dat deze weerkaatsingen het geluid verlevendigen, vertellen ze ons ook waar de muzikanten zich bevinden, hoe groot de ruimte is waar we in zitten en welke vorm deze heeft. ■ Onderdelen van een geluidsveld In elke situatie zijn er, naast de door de muzikanten geproduceerde geluiden die onze oren direct bereiken, twee verschillende soorten weerkaatsingen die samen onze waarneming van het geluid bepalen: Veranderen van parameterinstellingen U kunt een goede geluidskwaliteit bereiken met de fabrieksinstellingen. U hoeft deze begininstellingen niet te veranderen, maar u kunt dat wel doen met sommige parameters wanneer u de weergave beter wilt proberen aan te passen aan de specifieke omstandigheden in uw kamer. De volgende parameters komen niet in alle programma’s terug. Het directe geluid, de vroege weerkaatsingen en de natrillingen samen helpen ons bij het bepalen van onze indruk van de grootte en de vorm van de ruimte en het is deze informatie die door de digitale geluidsveld processor wordt gereproduceerd bij het samenstellen van het geluidsveld. Als u in de kamer waar u altijd naar uw muziek luistert de juiste vroege weerkaatsingen en natrillingen zou kunnen maken, zou u uw eigen akoestische luisterparadijs kunnen bouwen. U zou de akoestiek van uw kamer kunnen veranderen in die van een concertzaal, een danshol of in die van vrijwel elke ruimte die zich zou kunnen indenken. Deze kunst om zelf geluidsvelden samen te stellen is precies wat YAMAHA nu heeft bereikt met de digitale geluidsveld processor. 56 POWER TV AV POWER STANDBY A B AUDIO SEL SLEEP PHONO TUNER CD MULTI CH IN V-AUX CBL/SAT MD/TAPE CD-R 1 2-4 PRESET GUI TOP EXIT TITLE PURE DIRECT MENU BAND NIGHT AUDIO ENTER 5 A/B/C/D/E STRAIGHT RETURN Vroege weerkaatsingen Deze reflecties bereiken onze oren zeer snel (50 ms – 100 ms na het directe geluid) en zijn slechts door één enkel oppervlak weerkaatst — bijvoorbeeld het plafond of een muur. Deze vroege weerkaatsingen maken het direct waargenomen geluid voor ons helderder. Natrillingen Deze worden veroorzaakt door weerkaatsingen via meer dan één oppervlak — muren, plafond, de achterwand van de ruimte — en zijn zo talrijk dat ze samensmelten tot een bijna doorlopende nagalm. Deze natrillingen zijn niet richtinggevoelig en maken het directe geluid in onze waarneming minder helder. POWER DISPLAY EFFECT DTV VCR 1 DVR/VCR2 AMP + + TV VOL CH VOLUME – – – SOURCE 1 MUSIC 1 2 3 4 THX STANDARD SELECT EXTD. SUR 5 6 7 ENTERTAIN MOVIE DVD SELECT + STEREO TV 1 MEMORY 2 9 0 FREQ/TEXT EON 8 A SPEAKERS B +10 ENT. MODE PTY SEEK START REC 1 DISC SKIP OFF ON MACRO LEARN CLEAR RE–NAME Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk vervolgens op GUI TOP op de afstandsbediening. Het hoofdscherm (top) zal nu verschijnen. AMP GUI TOP TITLE SOURCE BAND TV Stereo/Surround Sound Input Select Video Manual Setup Basic Auto Setup Option System Memory WIJZIGEN VAN GELUIDSVELD INSTELLINGEN 2 Druk herhaaldelijk op k / n om Stereo/ Surround te selecteren en druk dan op h. Het volgende display zal verschijnen. 5 Druk op EXIT op de afstandsbediening om af te sluiten. EXIT MENU PRESET PRESET ENTER ENTER Opmerking A/B/C/D/E A/B/C/D/E Geheugen back-up De geheugen back-up schakeling voorkomt dat opgeslagen gegevens verloren gaan. De opgeslagen gegevens zullen niettemin verloren gaan wanneer het netsnoer langer dan een week uit het stopcontact is. STEREO 3 MUSIC Munich ENTERTAINMENT Vienna MOVIE THEATER Freiburg ■ Initialiseren van geluidsveldprogramma’s Druk net zo vaak op k / n tot u het geluidsveldprogramma geselecteerd heeft dat u wilt instellen en druk dan op h. Het volgende display zal verschijnen. PRESET Initialiseren van elk individueel geluidsveldprogramma Herhaal de stappen 1 t/m 3 om het geluidsveldprogramma dat u wilt terugzetten op de begininstellingen te selecteren en druk dan op h. 2 Druk herhaaldelijk op k / n en selecteer Initialize. 3 Druk op EXIT op de afstandsbediening om af te sluiten. ENTER A/B/C/D/E A/B/C/D/E Munich DSP Level Vienna Init. Delay Freiburg Room Size EXIT MENU Druk net zo vaak op k / n tot u het geluidsveldprogramma geselecteerd heeft dat u wilt instellen en druk dan op h. Zie “GELUIDSVELD PARAMETER BESCHRIJVINGEN” op bladzijde 61 voor gedetailleerde beschrijvingen van de geluidsveldparameters. PRESET GELUIDSVELDPROGRAMMA’S 1 PRESET ENTER 4 U kunt geen parameterwaarden wijzigen wanneer de Memory Guard beveiliging is ingeschakeld On. Als u toch parameterwaarden wilt wijzigen, dient u Memory Guard op Off te zetten (zie bladzijde 91). Initialiseren van alle geluidsveldprogramma’s Gebruik de Sur.Initialize functie in het Option menu (zie bladzijde 91). PRESET Nederlands ENTER ENTER A/B/C/D/E A/B/C/D/E 57 GELUIDSVELDPROGRAMMA BESCHRIJVINGEN GELUIDSVELDPROGRAMMA BESCHRIJVINGEN Dit toestel is uitgerust met diverse zeer preciese digitale decoders waarmee u kunt profiteren van multikanaals weergave van vrijwel elke geluidsbron (stereo of multikanaals). Dit toeste is tevens voorzien van een YAMAHA digitale geluidsveldprogramma (DSP) processor met een aantal geluidsveldprogramma’s waarmee u uw luister-ervaring een extra dimensie kunt geven. De meeste van deze geluidsveldprogramma’s zijn preciese digitale nabootsingen van de werkelijke akoestische omstandigheden in beroemde concertzalen, theaters en bioscopen. y De YAMAHA CINEMA DSP functies zijn geheel compatibel met alle Dolby Digital, DTS en Dolby Surround bronnen. Zet de ingangsfunctie op AUTO (zie bladzijde 44) zodat dit toestel automatisch kan overschakelen naar de juiste digitale decoder voor het binnenkomende ingangssignaal. Opmerkingen • De DSP geluidsveldprogramma’s van dit toestel zijn natuurgetrouwe reproducties van echte akoestische omgevingen, samengesteld aan de hand van exacte metingen verricht in de betreffende ruimtes zelf. Op deze manier kunt u de variaties waarnemen in de weerkaatsingen van voren, achteren, links en rechts. • Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak en voorkeuren, niet alleen op basis van de naam van het programma. Voor film/video bronnen U kunt kiezen uit de volgende geluidsvelden wanneer u film- of videomateriaal afspeelt. De met MULTI aangeduide geluidsvelden kunnen worden gebruikt met multikanaals signaalbronnen, zoals DVD, digitale TV enz. De met 2-CH aangeduide kunnen worden gebruikt met 2-kanaals (stereo) bronnen zoals TV programma’s, videobanden enz. De manier waarop programma’s geselecteerd kunnen worden hangt mede af van het type geluidsveldprogramma. Voor details omtrent het selecteren van geluidsveldprogramma’s, zie “Basisbediening” op bladzijde 37. Bronnen Afstandsbedieningstoets 1 3 Categorie en Programma Brengt multikanaals materiaal terug tot 2 kanalen (links en rechts) of geeft 2-kanaals materiaal onveranderd weer. ENTERTAINMENT TV Sports CINEMA DSP verwerking. Alhoewel het aanwezigheidsveld relatief smal is, zorgt het surround geluidsveld voor de akoestiek van een grote concertzaal. Dit effect verbetert de geluidsweergave van allerlei TV programma’s, zoals nieuws, amusementsshows, muziek- en sportprogramma’s. ENTERTAINMENT Mono Movie CINEMA DSP verwerking. Dit programma is bedoeld voor de reproductie van mono videomateriaal (zoals oude films). Het programma produceert optimale natrillingen om het geluid ook alleen met het aanwezigheidsveld diepte te kunnen geven. ENTERTAINMENT Game CINEMA DSP verwerking. Dit programma geeft de geluidsweergave bij videospelletjes een diepe en ruimtelijke dimensie. MOVIE THEATER Spectacle CINEMA DSP verwerking. Dit programma zorgt voor een zeer weids geluidsveld, zoals in een 70-mm bioscoop. Het oorspronkelijke geluid wordt zeer precies en gedetailleerd weergegeven, waardoor het geluidsveld en het beeld bijzonder echt lijken. Dit is ideaal voor Dolby Surround, Dolby Digital of DTS gecodeerd videomateriaal (vooral groots opgezette films). MOVIE THEATER Sci-Fi CINEMA DSP verwerking. Dit programma zorgt voor duidelijke weergave van gesproken tekst en geluidseffecten in een vorm die opgang doet in science fiction films, zodat er een weidse cinematische ruimte wordt gecreëerd temidden van de koude stilte. U kunt zo beter genieten van science fiction films in een virtuele geluidsruimte met Dolby Surround, Dolby Digital en DTS gecodeerd materiaal dat gebruik maakt van de meest geavanceerde technieken. MOVIE THEATER Adventure CINEMA DSP verwerking. Dit programma is ideaal voor een precieze reproductie van de nieuwste 70-mm films en films met multikanaals soundtracks. Het geluidsveld bootst dat van de nieuwste bioscopen na, zodat de natrillingen in het geluidsveld zelf zo veel mogelijk beperkt worden. MOVIE THEATER General CINEMA DSP verwerking. Dit programma is bedoeld voor de reproductie van 70-mm films en films met multikanaals soundtracks en wordt gekenmerkt door een zacht en weids geluidsveld. Het zogenaamde aanwezigheidsgeluidsveld is relatief smal. Het spreidt zich uit rond het scherm en in de richting van het scherm en houdt het echo-effect van gesproken tekst binnen de perken zonder aan helderheid in te boeten. MULTI 2-CH 4 58 Kenmerken STEREO 2ch Stereo GELUIDSVELDPROGRAMMA BESCHRIJVINGEN Voor muziekmateriaal U kunt kiezen uit de volgende geluidsvelden bij weergave van muziek, zoals CD’s, FM/AM uitzendingen, cassettes enz. De manier waarop programma’s geselecteerd kunnen worden hangt mede af van het type geluidsveldprogramma. Voor details omtrent het selecteren van geluidsveldprogramma’s, zie “Basisbediening” op bladzijde 37. Bronnen Afstandsbedieningstoets 1 MULTI 2-CH 2 3 5 MULTI 60 6 Programma Kenmerken STEREO 2ch Stereo 2-kanaals (links en rechts) weergave. STEREO 7ch Stereo HiFi DSP verwerking. Wordt gebruikt om stereomateriaal weer te geven via alle luidsprekers (in stereo). Dit geeft een groter geluidsveld en is ideaal voor achtergrondmuziek bij feesten en partijen enz. MUSIC Munich HiFi DSP verwerking. Dit is een grote waaiervormige concertzaal met ongeveer 2500 zitplaatsen. Het interieur is bijna helemaal van hout. Er is relatief weinig weerkaatsing via de wanden en het geluid verspreid zich op een geraffineerde en mooie manier. MUSIC Vienna HiFi DSP verwerking. Een klassieke doosvormige concertzaal met ongeveer 1700 stoelen. De zuilen en ingewikkelde versieringen zorgen voor zeer complexe reflecties en voor een volle en rijke geluidsweergave. MUSIC Freiburg HiFi DSP verwerking. Dit programma recreëert de akoestiek van een grote kerk met een hoge koepel en zuilen aan weerszijden. De natrillingen worden enorm vertraagd, terwijl de vroege weerkaatsingen zachter zijn dan bij andere geluidsveldprogramma’s. MUSIC The Bottom Line HiFi DSP verwerking. Dit is het geluidsveld vlak voor het podium in “The Bottom Line”, de befaamde New Yorkse jazz club. Er is plaats voor 300 mensen links en rechts en het geluidsveld biedt een realistische en levendige weergave. MUSIC The Roxy Theatre HiFi DSP verwerking. Het ideale programma voor levendige, dynamische rockmuziek. De gegevens voor dit programma werden opgenomen in de “hottest” rock club in LA. U bevindt zich virtueel in het midden links in de zaal. MUSIC Pop/Rock CINEMA DSP verwerking. Dit programma produceert een levendige atmosfeer en geeft u het gevoel alsof u lijfelijk aanwezig bent bij een echt jazz of rock concert. MUSIC Classic/Opera CINEMA DSP verwerking. Dit programma geeft een uitstekende diepte aan vocalen en een algehele helderheid door overdreven natrillingen te beperken. Het surround geluidsveld is verhoudingsgewijs gematigd, maar de geluidsweergave is zeer fraai door gebruik van gegevens uit een echte concertzaal. ENTERTAINMENT Disco HiFi DSP verwerking. Dit programma bootst de akoestiek na van een wervelende disco in het hart van een grote stad. De geluidsweergave is krachtig en zeer geconcentreerd. Deze wordt ook gekenmerkt door een grote energie en “directheid”. THX THX Music THX verwerking voor alle 5.1-kanaals muziekbronnen. STANDARD q D+PLIIx Music Standaard Dolby Digital en Dolby Pro Logic x verwerking voor muziek. STANDARD DTS+PLIIx Music Standaard DTS en Dolby Pro Logic x verwerking voor muziek. STANDARD PLIIx Music Dolby Pro Logic x verwerking voor muziekmateriaal. STANDARD Neo:6 Music DTS verwerking voor muziekmateriaal. STANDARD Enhanced Verbeterde CINEMA DSP verwerking voor de geselecteerde decoder. GELUIDSVELD PARAMETER BESCHRIJVINGEN GELUIDSVELD PARAMETER BESCHRIJVINGEN U kunt de waarden van bepaalde parameters van de digitale geluidsveldprogramma’s wijzigen om de weergave aan te passen aan de omstandigheden in uw kamer. Niet alle onderstaande parameters gelden voor alle programma’s. ■ DSP Level (DSP niveau) Functie: Omschrijving: Instelbereik: Regelt het niveau van alle DSP effecten binnen een klein bereik. Afhankelijk van de akoestiek in uw kamer wilt u mogelijk het DSP effectniveau verhogen of verlagen ten opzichte van het niveau van de directe weergave. –6 dB t/m +3 dB ■ Init. Delay (Initiële vertraging) Functie: Omschrijving: Instelbereik: Regelt de schijnbare afstand van de geluidsbron tot het weerkaatsende oppervlak door middel van de vertraging tussen het directe geluid en de eerste weerkaatsing daarvan die door de luisteraar gehoord wordt. Hoe kleiner deze waarde, hoe dichter de geluidsbron bij het weerkaatsende oppervlak lijkt te zijn. Hoe groter deze waarde, hoe verder weg het lijkt. Gebruik een kleine waarde voor een kleine kamer. Gebruik een grotere waarde voor een grote kamer. 1 t/m 99 ms Niveau Niveau Vroege weerkaatsingen Tijd INIT. DLY INIT. DLY Tijd Niveau Brongeluid INIT. DLY Tijd GELUIDSVELDPROGRAMMA’S Geluidsbron Weerkaatsend oppervlak Kleine waarde = 1 ms Grote waarde = 99 ms ■ Room Size (Kamergrootte) Functie: Omschrijving: Tijd Vroege weerkaatsingen Tijd Niveau Niveau Brongeluid Niveau Instelbereik: Deze parameter regelt de schijnbare afmetingen van het surround geluidsveld. Hoe groter deze waarde, hoe groter het surround geluidsveld wordt. Omdat geluid keer op keer wordt weerkaatst in een ruimte, zal de tijd tussen het oorspronkelijk gereflecteerde geluid en elke volgende weerkaatsing langer worden naarmate de ruimte groter is. Door de tijd tussen de weerkaatsingen te regelen, kunt u bepalen hoe groot de virtuele ruimte lijkt. Door de waarde van deze parameter te veranderen van een naar twee, zal de schijnbare lengte van de ruimte verdubbeld worden. 0,1 t/m 2,0 Tijd Geluidsbron Nederlands Kleine waarde = 0,1 Grote waarde = 2,0 61 GELUIDSVELD PARAMETER BESCHRIJVINGEN ■ Liveness (Levendigheid) Functie: Omschrijving: Instelbereik: Regelt de reflectiviteit van de virtuele wanden van de ruimte door de mate waarin de vroege weerkaatsingen in kracht afnemen te veranderen. De vroege weerkaatsingen van een geluidsbron worden sneller zwakker in een ruimte met geluidabsorberende wanden dan in een ruimte met wanden die juist veel geluid weerkaatsen. Een ruimte met geluidabsorberende oppervlakken wordt ook wel akoestisch dood genoemd, terwijl een ruimte met oppervlakken die veel geluid weerkaatsen levendig genoemd wordt. Via de LIVENESS parameter kunt u de mate waarin de vroege weerkaatsingen wegsterven regelen en dus de ‘levendigheid’ van de ruimte. 0 t/m 10 Brongeluid Tijd Niveau Dood Niveau Niveau Levendig Tijd Weinig weerkaatst geluid Tijd Veel weerkaatst geluid Kleine waarde = 0 Grote waarde = 10 ■ Sur. Init. Delay (Surround beginvertraging) Functie: Instelbereik: Regelt de vertraging tussen het directe geluid en de eerste weerkaatsing vanuit het surround geluidsveld. U kunt deze parameter alleen instellen wanneer u tenminste twee voorkanalen en twee surroundkanalen gebruikt. 1 t/m 49 ms ■ Sur. Room Size (Surround kamergrootte) Functie: Instelbereik: Deze parameter regelt de schijnbare afmetingen van het surround geluidsveld. 0,1 t/m 2,0 ■ Sur. Liveness (Surround levendigheid) Functie: Instelbereik: Deze parameter regelt de schijnbare weerkaatsing van de virtuele wanden in het surround geluidsveld. 0 t/m 10 ■ SB. Init. Delay (Surround achter beginvertraging) Functie: Instelbereik: Deze parameter regelt de vertraging tussen het directe geluid en de eerste weerkaatsing in het surroundachter geluidsveld. 1 t/m 49 ms ■ SB. Room Size (Surround achter kamergrootte) Functie: Instelbereik: Regelt de schijnbare afmetingen van het surround geluidsveld. 0,1 t/m 2,0 ■ SB. Liveness (Surround achter levendigheid) Functie: Instelbereik: 62 Regelt de schijnbare weerkaatsing van de virtuele wanden in het surround geluidsveld. 0 t/m 10 GELUIDSVELD PARAMETER BESCHRIJVINGEN ■ Rev. Time (Natriltijd) Functie: Omschrijving: Instelbereik: Regelt hoe lang het duurt voordat de dichte natrillingen verzwakt zijn met 60 dB (bij 1 kHz). Hierdoor worden de schijnbare afmetingen van de akoestische omgeving over een zeer groot bereik veranderd. Hoe langer de natriltijd, hoe ‘levendiger’ de ruimte waarin u luistert zal lijken. Hoe korter de natriltijd, hoe doodser de ruimte waarin u luistert zal lijken. 1,0 t/m 5,0 s Brongeluid Natrillingen Natrillingen Vroege weerkaatsingen 60 dB 60 dB REV.TIME Geluidsbron REV.TIME 60 dB REV.TIME Lange natrillingen Korte natrillingen Kleine waarde = 1,0 s Grote waarde = 5,0 s ■ Rev. Delay (Beginvertraging natrillingen) Functie: Omschrijving: GELUIDSVELDPROGRAMMA’S Niveau Instelbereik: Regelt het tijdverschil tussen het begin van het directe geluid en het begin van de natrillingen. Hoe groter deze waarde, hoe later de natrillingen zullen beginnen. Als de natrillingen later beginnen, krijgt u het gevoel dat u zich in een ruimere akoestische omgeving bevindt. 0 t/m 250 ms Brongeluid (dB) 60 dB Natrillingen Tijd REV.DELAY REV.TIME ■ Rev. Level (Niveau natrillingen) Hiermee stelt u het volume van het weerkaatste geluid in. Hoe groter deze waarde, hoe sterker de natrillingen zullen zijn. 0 t/m 100% Niveau Functie: Omschrijving: Instelbereik: Brongeluid REV. LEVEL Nederlands Tijd 63 GELUIDSVELD PARAMETER BESCHRIJVINGEN ■ Dialogue Lift (Dialoog-lift) Functie: Omschrijving: Keuzes: Regelt de schijnbare hoogte van de voor- en middenkanalen door sommige elementen uit de voor- en middenkanalen toe te wijzen aan de aanwezigheidsluidsprekers. Hoe groter deze waarde, hoe hoger de schijnbare positie van de weergave van de voor- en middenkanalen. 0, 1, 2, 3, 4, 5 Voor 2ch Stereo Direct (Pure Direct) Functie: Passeert de decoders en DSP processors van dit toestel volledig en schakelt bovendien het videodeel van het toestel uit zodat u naar een zo natuurgetrouw mogelijke geluidsweergave kunt luisteren van analoge en PCM signaalbronnen. Keuzes: Off, Auto Voor 7ch Stereo Functie: Instelbereik: Regelt het volumeniveau voor elk kanaal in de 7-kanaals stereo weergavefunctie. 0 t/m 100% Center Level (Midden niveau) Surround L Level (Linker surround niveau) Surround R Level (Rechter surround niveau) Sur.Back Level (Surround-achter niveau) Presence L Level (Linker aanwezigheidsniveau) Presence R Level (Rechter aanwezigheidsniveau) Voor PL x Music Panorama (Panorama) Functie: Breidt het stereoveld voor uit tot het ook de surround-luidsprekers omvat voor een omhullend effect. Keuzes: Off, On Center Width (Midden breedte) Functie: Regelt het middengeluidsveld via alle drie de voor-luidsprekers. Een grotere waarde breidt het middenveld uit in de richting van de linker en rechter voor-luidsprekers. Instelbereik: 0 (geluid voor het middenkanaal wordt alleen maar weergegeven via de midden-luidspreker) t/m 7 (het middenkanaal wordt helemaal via de linker en rechter voor-luidsprekers weergegeven), de begininstelling is 3 Dimension (Dimensie) Functie: Zorgt voor een graduele aanpassing van het geluidsveld naar voren of naar achteren. Instelbereik: –3 (naar achteren) t/m +3 (naar voren), de begininstelling is STD (standaard) Voor Neo:6 Music Center Image (Middenbeeld) Functie: Regelt het middengeluidsveld via alle drie de voor-luidsprekers. Instelbereik: 0,0 t/m 1,0 Begininstelling: 0,3 64 GELUIDSVELD PARAMETER BESCHRIJVINGEN ■ Decode Type (Decodertype) Voor MOVIE THEATER Functie: Keuzes: Selecteert de decoder voor weergave van 2-kanaals bronnen met behulp van MOVIE THEATER programma’s. Pro Logic / Pro Logic x / Neo:6 Voor THX Cinema Functie: Keuzes: Selecteert de decoder voor weergave van 2-kanaals bronnen met behulp van THX Cinema. Pro Logic / Pro Logic x / Neo:6 Voor SURROUND Standard Functie: Keuzes: Selecteert de decoder voor weergave van 2-kanaals bronnen met behulp van SURROUND Standard. Pro Logic / PL x Movie / PL x Music / PL x Game / Neo:6 Cinema / Neo:6 Music Voor SURROUND Enhanced Functie: Keuzes: Selecteert de decoder voor weergave van 2-kanaals bronnen met behulp van SURROUND Enhanced. Pro Logic / Pro Logic x / Neo:6 Opmerking Pro Logic x verschijnt wanneer er surround achter-luidsprekers beschikbaar zijn. ■ Initialize (Initialiseren) Functie: Initialiseren van elk individueel geluidsveldprogramma. Instelmogelijkheden: No, Yes Opmerking Als u alle geluidsveldprogramma’s terug wilt zetten op de begininstellingen (initialiseren), kunt u de Sur.Initialize functie in het Option menu gebruiken (zie bladzijde 91). GELUIDSVELDPROGRAMMA’S Nederlands 65 GELUIDSVELDPROGRAMMA LUIDSPREKEROPSTELLINGEN GELUIDSVELDPROGRAMMA LUIDSPREKEROPSTELLINGEN De geluidsweergave uit elk van de luidsprekers hangt mede af van het soort audiosignalen dat binnenkomt. Raadpleeg de volgende tabel voor meer informatie omtrent de opstelling van de luidsprekers voor elk geluidsveldprogramma. Opmerking Wij wijzen u erop dat er niet of niet genoeg geluid uit de luidsprekers kan komen afhankelijk van het soort materiaal dat wordt weergegeven. Bovendien is het mogelijk dat bepaalde kanalen alleen gedeeltelijk kunnen worden gebruikt wanneer ze op een bepaalde manier zijn ingesteld voor films, bijvoorbeeld met speciale effecten enz. In de schema’s worden de volgende afkortingen en symbolen gebruikt: L Linker voor-luidspreker PL Linker aanwezigheidsluidspreker SR Rechter surround-luidspreker C Midden-luidspreker PR Rechter aanwezigheidsluidspreker SBL Linker surround achter-luidspreker R Rechter voor-luidspreker SL Linker surround-luidspreker SBR Rechter surround achter-luidspreker Luidspreker die geluid weergeeft Luidspreker die geen geluid weergeeft Wanneer de q EX / q PL IIx / ES indicators uit zijn Wanneer de q EX / q PL IIx / ES indicators branden en PR/SB Priority is ingesteld op Presence (zie bladzijde 79) *3 Wanneer de q EX / q PL IIx / ES indicators branden en PR/SB Priority is ingesteld op Surround Back (zie bladzijde 79) *1 *2 2-kanaals audio (mono) STEREO 2ch Stereo PL L SL STEREO 7ch Stereo PR C SBL SBR PL L SL SBL SBR PL R L SR SL PR C 2-kanaals audio (stereo) PR C SBL SBR PL R L SR SL SBL SBR PL R L SR SL PR C 5.1/6.1-kanaals audio *1 PR C SBL SBR PL R L SR SL SBL SBR PL R L SR SL PR C 5.1/6.1-kanaals audio *2 PR C SBL SBR L SR SL L SR SL PR C SBL SBR PL R PL R 5.1/6.1-kanaals audio *3 PR C SBL SBR PL R L SR SL R SR PR C SBL SBR R SR wanneer er surround achter-luidsperekers zijn aangesloten PL L SL PR C SBL SBR PL R L SR SL PR C SBL SBR PL R L SR SL PR C SBL SBR PL R L SR SL PR C SBL SBR R L SR SL wanneer er geen surround achter-luidsperekers zijn aangesloten 66 PL PR C SBL SBR R SR GELUIDSVELDPROGRAMMA LUIDSPREKEROPSTELLINGEN 2-kanaals audio (mono) MOVIE THEATER Enhanced Neo:6 Cinema PL L SL PR C SBL SBR 2-kanaals audio (stereo) PL R L SR SL 5.1/6.1-kanaals audio *1 5.1/6.1-kanaals audio *2 5.1/6.1-kanaals audio *3 PR C SBL SBR R SR Wanneer PR/SB Priority is ingesteld op Presence PL L SL PR C SBL SBR R SR Wanneer PR/SB Priority is ingesteld op Surround Back STRAIGHT PL L SL PR C SBL SBR PL R L SR SL PR C SBL SBR PL R L SR SL PR C SBL SBR PL R L SR SL PR C SBL SBR PL R L SR SL PR C SBL SBR R SR Mono weergave GELUIDSVELDPROGRAMMA’S PURE DIRECT PL L SL PR C SBL SBR PL R L SR SL PR C SBL SBR R SR Mono weergave Nederlands 69 SYSTEEM OPTIES SYSTEEM OPTIES U kunt de volgende parameters gebruiken om allerlei systeeminstellingen te wijzigen en zo de manier waarop het toestel werkt aanpassen. Verander de begininstellingen (hieronder vet gedrukt aangeduid) op basis van uw specifieke systeem en uw voorkeuren. ■ Stereo/Surround (Stereo/Surround menu) Hiermee kunt u geluidsveldparameters bewerken (zie bladzijde 56). ■ Input Select (Ingangskeuze menu) Hiermee kunt u digitale in-/uitgangen opnieuw toewijzen, het ingangssignaal selecteren, de ingangen nieuwe namen geven of het uitgangsvolume van elk van de aansluitingen regelen (zie bladzijde 73). ■ Manual Setup (Handmatige setup menu) Via dit menu kunt u de instellingen voor de luidsprekers en de systeeminstellingen wijzigen (zie bladzijde 76). Sound (Geluidsmenu) Hiermee kunt u met de hand de geluidsinstellingen wijzigen. Onderdeel Kenmerken Bladzijde LFE Level Instellen van het uitgangsniveau van het LFE kanaal bij Dolby Digital of DTS signalen. 76 Dynamic Range Instellen van het dynamisch bereik bij Dolby Digital of DTS signalen. 77 Parametric EQ Instellen van de parametrische equalizer voor elke luidspreker. 77 Tone Control Instellen van de klankkleur van de luidsprekers en de hoofdtelefoon. 78 Audio Option Aanpassen van algemene audio-instellingen voor dit toestel. 78 Channel Mute Selecteren van bepaalde luidsprekerkanelen die moeten worden uitgeschakeld. 80 Video (Video menu) Hiermee kunt u met de hand de video-instellingen wijzigen. Onderdeel Kenmerken Bladzijde Conversion Omzetten van analoge videosignalen. 81 Component I/P Omzetten van analoge videosignalen van 480i (geïnterlinieerd) naar 480p (progressief) (NTSC) of van 576i naar 576p (PAL). 81 HDMI Up-Scaling Opwaarderen van analoge videosignalen naar HDMI. 81 HDMI Aspect Selecteren van de beeldverhouding voor HDMI. 82 Short Message Tonen van verkorte meldingen over de toestand van uw systeem. 82 Position Instellen van de verticale en horizontale positie van het GUI in-beeld display. 82 Wall Paper Kiezen van de achtergrond voor het GUI in-beeld display. 82 Basic (Basismenu) Hiermee kunt u met de hand de basisinstellingen voor uw systeem invoeren. Onderdeel Kenmerken Bladzijde Test Tone Aan of uit zetten van de testtoon voor de luidspreker, luidspreker-afstand en luidspreker-niveau instellingen. 83 Speaker Set Selecteren van de juiste uitgangsfunctie voor de luidsprekers, de luidsprekers voor weergave van lage tonen en de crossover frequentie. 83 Speaker Distance Instellen van de vertraging voor elke luidspreker. 85 Speaker Level Instellen van het uitgangsniveau van elke luidspreker. 86 THX Set Wijzigen van de THX instellingen. 87 70 SYSTEEM OPTIES Option (Optionele instellingen menu) Via dit menu kunt u de optionele systeeminstellingen wijzigen. Onderdeel Kenmerken Bladzijde Dimmer Instellen van het GUI in-beeld display en het display op het voorpaneel. 88 Multi Zone Wijzigen van de Zone 2, Zone 3 en Zone B instellingen. 88 Sur.Initialize Initialiseren van de parameters voor alle of voor een groep geluidsveldprogramma’s. 91 Audio Select Selecteren van de standaard ingangsfunctie voor de signaalbron. 91 Decoder Mode Selecteren van de door dit toestel te gebruiken decoder. 91 Memory Guard Vergrendelen van de via het menu gemaakte parameterinstellingen. 91 HDMI Set Instellen van HDMI ondersteunde audio. 92 ■ Auto Setup (Automatische setup menu) Hiermee kunt u de AUTO SETUP laten uitvoeren en opgeven welke luidspreker-parameters er ingesteld moeten worden (zie bladzijde 32). ■ System Memory (Systeemgeheugen menu) Hiermee kunt u diverse instellingen opslaan en weer oproepen (zie bladzijde 92). ■ Signal Info. (Signaalinformatie menu) Hiermee kunt u informatie over het weergegeven signaal bekijken (zie bladzijde 45). ■ Language (GUI taalkeuze menu) Hiermee kunt u kiezen in welke taal de menu’s van het GUI (Grafische gebruikersinterface) in-beeld display moeten worden getoond (zie bladzijde 93). y U kunt de taal voor het GUI in-beeld display ook kiezen met de LANG. parameter in de ADVANCED SETUP op het display op het voorpaneel (zie bladzijde 95). GEAVANCEERDE BEDIENING Nederlands 71 SYSTEEM OPTIES Veranderen van parameterinstellingen 3 Gebruik de afstandsbediening voor het openen en instellen van de diverse parameters. (In het volgende voorbeeld wordt het instellen van de luidsprekers gebruikt ter illustratie van het wijzigen van parameters.) Manual Setup > Basic > Speaker Set > Druk net zo vaak op k / n tot u de parameter geselecteerd heeft die u wilt instellen. Presence 40Hz Bass Out 60Hz Bass Cross Over 80Hz (THX) SWFR Phase 90Hz 100Hz AMP + + + TV VOL CH VOLUME SOURCE 1 – – – TV MUTE TV INPUT MUTE GUI TOP PRESET TITLE EXIT TV PURE DIRECT MENU BAND NIGHT AUDIO ENTER A/B/C/D/E STRAIGHT RETURN 1 5 2-4 4 DISPLAY EFFECT 1 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk vervolgens op GUI TOP op de afstandsbediening. Het hoofdscherm (top) zal nu verschijnen. Druk op ENTER of h en vervolgens herhaaldelijk op k / n om de instelling van het gekozen item te veranderen. Presence 40Hz Bass Out 60Hz Bass Cross Over 80Hz (THX) SWFR Phase 90Hz 100Hz AMP GUI TOP TITLE SOURCE BAND TV 5 Druk op EXIT. y Stereo/Surround Sound Input Select Video Manual Setup Basic Auto Setup Option System Memory 2 Druk net zo vaak op k / n tot u het gewenste menu geselecteerd heeft, en druk vervolgens op h om het geselecteerde menu-onderdeel te openen. Test Tone Speaker Set Front Speaker Distance Center Speaker Level Surround Front Center Large Surround Small Surround Back None Presence 72 Als u nog andere instellingen wilt veranderen, kunt u met ENTER terug naar het vorige geselecteerde menu-item. Opmerkingen • Sommige van de programma’s hebben zoveel parameters dat er meer dan één GUI (in-beeld display) scherm nodig is. Druk op k / n om door deze schermen te bladeren. • U kunt geen parameterwaarden wijzigen wanneer de Memory Guard beveiliging is ingeschakeld “On”. Als u toch parameterwaarden wilt wijzigen, dient u Memory Guard op “Off” te zetten (zie bladzijde 91). Geheugen back-up De geheugen back-up voorkomt dat de opgeslagen gegevens verloren gaan wanneer dit toestel uit (standby) wordt gezet, wanneer de stekker uit het stopcontact raakt, of wanneer de stroomvoorziening wordt onderbroken, bijvoorbeeld door een stroomstoring. Wanneer de stroomvoorziening echter langer dan een week wordt onderbroken, zullen de instellingen worden teruggezet op de fabrieksinstellingen. In een dergelijk geval zult u de gewenste waarden opnieuw moeten instellen. SYSTEEM OPTIES Input Select 2 Hiermee kunt u digitale in-/uitgangen opnieuw toewijzen, het ingangssignaal selecteren, de ingangen nieuwe namen geven of het uitgangsvolume van elk van de aansluitingen regelen. Selecteer Input Select en druk vervolgens op h. CD-R Stereo/Surround Input Select Keuzes: TUNER, PHONO, CD, CD-R, MD/TAPE, DVD, DTV, CBL/SAT, VCR1, DVR/VCR2, V-AUX, MULTI CH Manual Setup Auto Setup MD/TAPE DVD DTV CBL/SAT Opmerking Sommige parameters die hieronder beschreven worden zijn niet beschikbaar met elke signaalbron, en sommige parameters zijn alleen beschikbaar bij een specifieke signaalbron. Signaalbron Parameter Volume Trim Rename TUNER PHONO CD CD-R MD/TAPE DVD DTV CBL/SAT VCR1 DVR/VCR2 I/O Assignment Audio Select Decoder Mode Volume Trim Rename Audio Select Decoder Mode Volume Trim Rename V-AUX 3 Selecteer de gewenste signaalbron (CD, DVD, enz.) en druk dan op h om de instelfunctie te openen en de instellingen te wijzigen. ■ Volume Trim (Volume trimmen) U kunt de niveaus van de signalen die binnenkomen via de verschillende aansluitingen op elkaar afstellen. Dit is nuttig wanneer u het volume van de diverse signaalbronnen op elkaar wilt afstemmen om plotselinge veranderingen in volume bij het overschakelen tussen signaalbronnen te voorkomen. Manual Setup > Input Select > signaalbron (DVD enz.) > Volume Trim > Instelbereik: –6,0 dB t/m +6,0 dB Audio Select Decoder Mode Volume Trim 0.0dB Rename Volume Trim Multi CH Assign MULTI CH 1 Opmerking Via deze instelling kunt u alleen het volume voor de huidige signaalbron regelen. GEAVANCEERDE BEDIENING Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk vervolgens op GUI TOP op de afstandsbediening. Het hoofdscherm (top) zal nu verschijnen. AMP GUI TOP TITLE SOURCE BAND TV Stereo/Surround Sound Input Select Video Manual Setup Basic Auto Setup Option System Memory Nederlands 73 SYSTEEM OPTIES ■ Rename (Nieuwe naam geven) Met deze functie kunt u de namen van de ingangsaansluitingen zoals die op het GUI in-beeld display en op het display op het voorpaneel verschijnen veranderen. (In het volgende voorbeeld wordt DVD gebruikt als broncomponent.) Input Select > signaalbron (DVD, enz.) > Rename 1 Druk op de ingangskeuzetoets om de signaalbron waarvan u de naam wilt veranderen te selecteren. 2 Druk op l / h en verplaats de _ (onderstreping) naar het teken dat of de spatie die u wilt veranderen. Decoder Mode CAPITAL Volume Trim Rename DVD OK RESET 3 Druk op ENTER om het soort teken te selecteren (CAPITAL/SMALL/FIGURE/MARK). 4 Kies met k / n het teken dat u wilt gebruiken en ga vervolgens met l / h naar het volgende teken. • U kunt maximaal 8 tekens gebruiken voor elke signaalbron. • Druk op n om de tekens als volgt te laten veranderen, of druk op k om deze reeks in omgekeerde volgorde te doorlopen. Druk op ENTER om te schakelen tussen de diverse tekensets: HOOFDLETTERS A t/m Z, spatie KLEINE LETTERS a t/m z, spatie CIJFERS 0 t/m 9, spatie LEESTEKENS !, #, %, &, enz. • Herhaal de stappen 1 t/m 3 als u de namen voor andere ingangsaansluitingen wilt veranderen. 5 Druk op l / h, selecteer OK en druk vervolgens op ENTER wanneer u klaar bent. y Om de namen voor de signaalbronnen zoals die verschijnen in het uitleesvenster van de afstandsbediening te veranderen, zie bladzijde 102. Opmerking U kunt alleen de naam van huidige signaalbron veranderen (behalve voor multikanaals signaalbronnen) via deze instelling. 74 ■ I/O Assignment (Toewijzen van in-/uitgangsaansluitingen) U kunt de digitale audio in-/uitgangsaansluitingen en component video-aansluitingen toewijzen aan andere apparatuur als de begininstellingen van dit toestel niet overeenkomen met uw wensen. Wijzig de volgende instellingen om de respectievelijke aansluitingen toe te wijzen aan andere apparatuur en uiteindelijk meer componenten te kunnen aansluiten. Wanneer de aansluitingen opnieuw zijn toegewezen, kunt u de daarbij behorende component selecteren als signaalbron met INPUT op het voorpaneel of met de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening. Input Select > signaalbron (DVD enz.) > I/O Assignment > Voorbeeld 1: Toewijzen van de COAXIAL 7 (CD) aansluiting aan de DVD signaalbron. 1) Selecteer Input Select en selecteer vervolgens DVD. 2) Selecteer I/O Assignment > Coaxial Input en selecteer vervolgens 7 CD. Voorbeeld 2: Wissen van een eerder toegewezen aansluiting. 1) Selecteer Input Select en selecteer vervolgens de signaalbron (DVD, enz.). 2) Selecteer I/O Assignment en selecteer vervolgens de toegewezen aansluiting (Coaxial Input, Optical Input, Optical Output, Component Video, of HDMI). 3) Selecteer NONE en druk vervolgens op ENTER om de toewijzing ongedaan te maken. Optical Output Component Video I/O Assignment HDMI Audio Select Decoder Mode Opmerkingen • U kunt een bepaalde naam maar één keer gebruiken voor een bepaald soort aansluiting. • Wanneer u een bepaalde component zowel met de COAXIAL als met de OPTICAL aansluiting verbindt, zal het via de COAXIAL aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen. SYSTEEM OPTIES ■ Audio Select (Audio selectie) ■ Decoder Mode (Decoderfunctie) Dit toestel is uitgerust met allerlei ingangsaansluitingen. U kunt het gewenste type ingangssignaal als volgt selecteren. Hiermee kunt u een andere ingangsfunctie inschakelen. U kunt de opnieuw toegewezen digitale ingangsaansluitingen (zie bladzijde 74) instellen voor bepaalde audiosignalen (DTS, enz.). Input Select > signaalbron (DVD, enz.) > Audio Select > Keuzes: Auto, HDMI, Coax/Opt, Analog Input Select > signaalbron (DVD enz.) > Decoder Mode > Keuzes: Auto, DTS I/O Assignment Audio Select Auto Decoder Mode HDMI Volume Trim Coax/Opt • Kies “Auto” als u binnenkomende signalen in de volgende volgorde wilt laten selecteren: HDMI signalen, digitale signalen* en analoge signalen. • Kies “HDMI” als u alleen HDMI signalen wilt laten weergeven met dit toestel. Als er geen HDMI signalen binnenkomen, zal er geen geluid worden weergegeven. • Kies “Coax/Opt” als u digitale signalen die binnenkomen via de OPTICAL of COAXIAL aansluitingen van dit toestel wilt kunnen laten weergeven. Gebruiken als er ook HDMI signalen binnenkomen. • Kies “Analog” als u alleen analoge signalen wilt laten weergeven met dit toestel. Als er geen analoge signalen binnenkomen, zal er geen geluid worden weergegeven. * Wanneer het toestel een Dolby Digital of DTS signaal detecteert, zal de decoder automatisch overschakelen naar het bijbehorende geluidsveldprogramma. y • U kunt zelf bepalen welke ingangsfunctie standaard zal worden ingeschakeld wanneer de stroom wordt ingeschakeld (zie bladzijde 91). • De DTS functie wordt aanbevolen voor weergave van met DTS gecodeerde CD’s of LD’s. Als het digitale uitgangssignaal van de speler op de een of andere manier bewerkt is, is het misschien niet meer mogelijk het DTS signaal te decoderen, ook al bestaat er een digitale verbinding tussen de speler en dit toestel. Decoder Mode Auto Volume Trim DTS Rename • Selecteer “Auto” als dit toestel automatisch het soort ingangssignaal wilt laten detecteren en de juiste ingangsfunctie wilt laten selecteren. • Selecteer “DTS” als u dit toestel DTS als ingangsfunctie wilt laten gebruiken. ■ Multi CH Assign (Toewijzen van kanalen bij multikanaals weergave) Met deze functie kunt u bepalen waar de signalen voor de midden-, subwoofer- en surroundkanalen voor een broncomponent die is aangesloten op de MULTI CH INPUT aansluitingen naartoe moeten. Als u een ingangssignaal met 8 kanalen van een externe decoder gebruikt, kunt u met deze functie de aansluitingen kiezen voor de extra voorkanalen. Input Select > MULTI CH > Multi CH Assign > Volume Trim Multi CH Assign Input Channels Front Input Input Channels (Ingangskanalen) Deze instelling bepaalt het aantal kanalen dat ontvangen wordt van de externe decoder. Keuzes: 6ch, 8ch GEAVANCEERDE BEDIENING Opmerking I/O Assignment Audio Select Opmerking Als Zone2 Amplifier (bladzijde 89) is ingesteld op “Internal”, zal er geen geluid worden weergegeven via de surround achterluidsprekers, ook niet als u “8ch” selecteert. Selecteer in dit geval “6ch” en zet de uitgangsinstelling van de externe decoder ook op 6 kanalen. 75 Nederlands Front Input (Voor-ingangsaansluitingen) Als u “8ch” heeft ingesteld als aantal ingangskanalen, kunt u de analoge aansluitingen selecteren waarop de extra voorkanalen van de externe decoder zullen binnenkomen. Keuzes: DVD, DTV, CBL/SAT, VCR1, DVR/VCR2, V-AUX, CD, CD-R, MD/TAPE SYSTEEM OPTIES ■ LFE Level (Niveau lage frequentie effecten) Manual Setup (Sound) Via dit menu kunt u de geluidsinstellingen wijzigen. 1 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk vervolgens op GUI TOP op de afstandsbediening. AMP GUI TOP TITLE SOURCE Manual Setup > Sound > LFE Level > Instelbereik: –20,0 t/m 0,0 dB Instelstap: 1 dB BAND TV 2 Deze functie stelt u in staat het volume (uitgangsniveau) van het LFE (lage frequentie effect) kanaal aan te passen aan uw subwoofer of hoofdtelefoon. Het LFE kanaal zorgt voor de weergave van speciale effecten met zeer lage tonen bij bepaalde passages. Deze instelling treedt alleen in werking bij weergave wanneer dit toestel Dolby Digital of DTS signalen decodeert. Om deze parameters te openen, selecteert u: Druk op k / n op de afstandsbediening, selecteer Manual Setup en druk vervolgens op h. Speaker PRESET PRESET ENTER ENTER A/B/C/D/E A/B/C/D/E 3 Druk op k / n op de afstandsbediening, selecteer Sound en druk vervolgens op h. PRESET PRESET A/B/C/D/E A/B/C/D/E LFE Level Dynamic Range Sound Parametric EQ Video Tone Control Basic Audio Option Selecteer de gewenste parameters en druk dan op h om de instelfunctie te openen en de instellingen te wijzigen. PRESET ENTER A/B/C/D/E 76 Speaker (Luidspreker niveau lage frequentie effecten) Kies deze mogelijkheid om het LFE niveau bij weergave via uw luidsprekers in te stellen. Headphone (Hoofdtelefoon niveau lage frequentie effecten) Kies deze mogelijkheid om het LFE niveau bij weergave via uw hoofdtelefoon in te stellen. Opmerking ENTER ENTER 4 0.0dB Headphone Afhankelijk van de instellingen bij LFE Level is het mogelijk dat sommige signalen niet via de SUBWOOFER aansluiting worden gereproduceerd. SYSTEEM OPTIES ■ Dynamic Range (Dynamisch bereik) Via deze instelling kunt u bepalen hoeveel het dynamisch bereik moet worden gecomprimeerd voor uw luidsprekers of uw hoofdtelefoon. Deze instelling treedt alleen in werking wanneer dit toestel Dolby Digital of DTS signalen decodeert. Om deze parameters te openen, selecteert u: 1 Druk k / n en kies Test Tone of de luidspreker die u wilt instellen. • Test Tone schakelt te testtoon in of uit wanneer u de klankkleur van uw luidsprekers op elkaar af wilt stellen. • Front L instellen van de klankkleur van de linker voor-luidspreker. • Front R instellen van de klankkleur van de rechter voor-luidspreker. • Center instellen van de klankkleur van de middenluidspreker. • Surround L instellen van de klankkleur van de linker surround-luidspreker. • Surround R instellen van de klankkleur van de rechter surround-luidspreker. • Surround Back L instellen van de klankkleur van de linker surround achter-luidspreker. • Surround Back R instellen van de klankkleur van de rechter surround achter-luidspreker. • Presence L instellen van de klankkleur van de linker aanwezigheidsluidspreker. • Presence R instellen van de klankkleur van de rechter aanwezigheidsluidspreker. 2 Druk op h om het instelvenster te openen. Manual Setup > Sound > Dynamic Range > Keuzes: MAX (maximum), STD (standaard), MIN (minimum) Speaker MAX Headphone STD MIN Speaker (Luidspreker dynamisch bereik) Kies deze mogelijkheid om het compressieniveau bij weergave via uw luidsprekers in te stellen. Headphone (Hoofdtelefoon dynamisch bereik) Kies deze mogelijkheid om het compressieniveau bij weergave via uw hoofdtelefoon in te stellen. • Selecteer “MAX” om het grootste dynamische bereik te behouden. • Selecteer “STD” voor algemeen gebruik. • Selecteer “MIN” als u regelmatig bij een laag volume wilt luisteren. PARAM Test Tone RESET EDIT EXIT Band / Gain Front L Front R ■ Parametric EQ (Parametrische equalizer) Center Met deze functie kunt u de parametrische equalizer voor elke luidspreker instellen. Manual Setup > Sound > Parametric EQ > Druk op l / h, selecteer PARAM en druk vervolgens op ENTER om een parameter te kiezen uit Band (band), Freq. (frequentie) of Q (Q factor). 4 Druk op n, selecteer EDIT en druk vervolgens op ENTER om het bewerkingsvenster te openen. LFE Level Dynamic Range Parametric EQ Test Tone Tone Control Front L Audio Option Front R Test Tone Band Gain Freq. Q GEAVANCEERDE BEDIENING 3 #1 0.0dB 125.0Hz 1.000 Front L Front R Center Nederlands De via PARAM geselecteerde parameter zal oplichten. • Druk op l / h om de parameter in te stellen. • Druk op k / n om de Gain in te stellen. • Druk op ENTER om het bewerkingsvenster te sluiten. 77 SYSTEEM OPTIES 5 Herhaal de stappen 3 en 4 tot u tevreden bent met het resultaat. y Als u alle PEQ instellingen voor de geselecteerde luidspreker terug wilt zetten op de standaardwaarden, kiest u RESET en drukt u vervolgens op ENTER. 6 Treble (Regeling hoge tonen) Hiermee kunt u de weergave van de hoge tonen via uw luidsprekers of hoofdtelefoon regelen. Keuzes: 2,5kHz, 3,5kHz, 8,0kHz (frequentie) –6,0dB t/m +6,0dB (versterking), begininstelling: 0,0dB Speaker Freq : 3.5kHz Gain : 0.0dB Control Selecteer EXIT en druk op ENTER om het instelvenster te sluiten. y Bass Treble Auto Bypass • Als u bij stap 3 “Band” heeft geselecteerd, kunt u dit menu als graphische equalizer gebruiken. • Voor meer informatie over de parametrische equalizer, zie bladzijde 77. ■ Tone Control (Toonregeling) Hiermee kunt u de weergave van de lage en die van de hoge tonen via uw luidsprekers en uw hoofdtelefoon regelen. Manual Setup > Sound > Tone Control > Keuzes: Control, Bass, Treble, Audio Bypass +6 +0 -6 Auto Bypass (Automatisch passeren toonregeling) Hiermee kunt u het toestel automatisch eventuele instellingen via Tone Control laten passeren. Keuzes: Auto, Off Bass Treble Opmerking Auto Bypass Tone Control werkt niet wanneer: – THX (zie bladzijde 65) of PURE DIRECT (zie bladzijde 64) is geselecteerd. – MULTI CH INPUT is geselecteerd. Auto Off • Selecteer “Auto” om het toestel automatisch eventuele Tone Control instellingen te laten negeren. • Selecteer “Off” om het toestel eventuele Tone Control instellingen te laten weergeven. Control (Toonregeling) Keuzes: Speakers, Headphones ■ Audio Option (Audio opties) Control Speakers Bass Headphones Treble • Selecteer “Speakers” om de weergave van de lage/hoge tonen via uw luidsprekers te regelen. • Selecteer “Headphones” om de weergave van de lage/hoge tonen via uw hoofdtelefoon te regelen. Bass (Regeling lage tonen) Hiermee kunt u de weergave van de lage tonen via uw luidsprekers of hoofdtelefoon regelen. Keuzes: 125Hz, 350Hz, 500Hz (frequentie) –6,0dB t/m +6,0dB (versterking), begininstelling: 0,0dB Hiermee kunt algemene audio instellingen voor dit toestel wijzigen. Manual Setup > Sound > Audio Option > Keuzes: Muting Type, Audio Delay, Max Volume, Initial Volume, PR/SB Select Muting Type (Soort demping) U kunt zelf bepalen hoeveel het volume verlaagd moet worden wanneer u deze functie gebruikt. Keuzes: Full, –20dB Muting Type Full Audio Delay -20dB Max Volume Speaker Freq : 350Hz Gain : 0.0dB Control Bass Treble +6 +0 -6 78 • Selecteer “Full” om de geluidsweergave helemaal te stoppen. • Selecteer “–20dB” om het huidige volume met 20 dB te verlagen. SYSTEEM OPTIES Audio Delay (Audio vertraging) U kunt de geluidsweergave vertragen zodat deze synchroon loopt met de videobeelden. Dit is soms nodig bij gebruik van bepaalde LCD monitors of projectoren. Instelbereik: 0 t/m 240 (ms) Initial Volume (Beginvolume) Hiermee kunt u het volumeniveau voor de eerste ruimte bepalen voor het moment dat dit toestel aan wordt gezet. Keuzes: Off, –80dB t/m +16,5dB Instelstap: 0,5 dB Audio Delay Muting Type Audio Delay Max Volume 0ms Max Volume Off Initial Volume PR/SB Priority Initial Volume Max Volume (Maximum volume) Hiermee kunt u een maximum volumeniveau instellen waarboven het uitgangsniveau niet kan uitstijgen. Het originele volumebereik is bijvoorbeeld –30,0 dB t/m –80 dB. Als u echter Max Volume instelt op –5 dB, wordt het effectieve volumebereik als volgt: –5 dB t/m –90 dB. Instelbereik: –30,0dB t/m –80dB Instelstap: 5 dB Muting Type Audio Delay Max Volume -30.0dB Initial Volume PR/SB Priority Opmerkingen De Max Volume instelling (zie hierboven) heeft voorrang boven de Initial Volume instelling. Daarom kan Initial Volume niet worden ingesteld boven een reeds bestaande Max Volume instelling. PR/SB Priority (Aanwezigheids-/surround achterluidspreker prioriteit) De surround-achter en de zogenaamde aanwezigheidsluidsprekers kunnen niet tegelijkertijd geluid weergeven. U kunt ervoor kiezen de voorkeur te geven aan één van beide luidsprekersets bij het afspelen van materiaal met signalen voor een surround achterkanaal met de CINEMA DSP geluidsveldprogramma’s. Keuzes: Presence, Surround Back Max Volume Initial Volume Presence PR/SB Priority Surround Back • Selecteer “Presence” als u uw aanwezigheidsluidsprekers wilt gebruiken, ook wanneer er wel een surround achterkanaal binnenkomt. De signalen voor het surround achterkanaal zullen worden weergegeven via de suround-luidsprekers. • Selecteer “Surround Back” als u uw surround achterluidsprekers wilt gebruiken wanneer er een surround achterkanaal wordt gedetecteerd door een CINEMA DSP programma. Eventuele signalen voor een aanwezigheidskanaal zullen worden weergegeven via de voor-luidsprekers. GEAVANCEERDE BEDIENING • Wanneer er een testtoon wordt geproduceerd, zal de Max Volume instelling automatisch buiten werking worden gesteld omdat het volumeniveau automatisch op 0 dB wordt ingesteld, ongeacht de huidige Max Volume instelling. • De Max Volume instelling heeft voorrang boven de Initial Volume instelling (zie hieronder). Als bijvoorbeeld het Initial Volume is ingesteld op 5 dB en vervolgens Max Volume wordt ingesteld op 3 dB, dan zal het volumeniveau automatisch worden ingesteld op 3 dB wanneer u de volgende keer dit toestel aan zet. De Initial Volume instelling zal echter worden gehandhaafd op 5 dB. Opmerking Nederlands 79 SYSTEEM OPTIES ■ Channel Mute (Kanaaldemping) Hiermee kunt u bepaalde luidsprekerkanelen selecteren die moeten worden uitgeschakeld. Manual Setup > Sound > Channel Mute > Mode (Stand; modus) Hiermee kunt u de Channel Mute instelling voor elk van de luidsprekers aan of uit zetten. Keuzes: Off, On Manual Setup (Video) Via dit menu kunt u de video-instellingen wijzigen. 1 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk vervolgens op GUI TOP op de afstandsbediening. AMP GUI TOP Presence R SOURCE Subwoofer TV TITLE BAND Mode Off Front L On 2 Front R • Selecteer “Off” om de Channel Mute instellingen buiten werking te stellen. • Selecteer “On” om de Channel Mute instellingen in werking te stellen. Druk op k / n op de afstandsbediening, selecteer Manual Setup en druk vervolgens op h. PRESET PRESET ENTER ENTER Luidsprekerinstellingen Keuzes: Mute, Off A/B/C/D/E A/B/C/D/E Subwoofer Mode Mute Front L Off 3 Druk op k / n op de afstandsbediening, selecteer Video en druk vervolgens op h. Front R • Selecteer “Mute” om de geluidsweergave via het geselecteerde luidsprekerkanaal uit te schakelen. • Selecteer “Off” om de geluidsweergave via het geselecteerde luidsprekerkanaal niet uit te schakelen. • Front L bepaalt of de geluidsweergave via de linker voor-luidspreker uitgeschakeld moet worden. • Front R bepaalt of de geluidsweergave via de rechter voor-luidspreker uitgeschakeld moet worden. • Center bepaalt of de geluidsweergave via de middenluidspreker uitgeschakeld moet worden. • Surround L bepaalt of de geluidsweergave via de linker surround-luidspreker uitgeschakeld moet worden. • Surround R bepaalt of de geluidsweergave via de rechter surround-luidspreker uitgeschakeld moet worden. • Surround Back L bepaalt of de geluidsweergave via de linker surround achter-luidspreker uitgeschakeld moet worden. • Surround Back R bepaalt of de geluidsweergave via de rechter surround achter-luidspreker uitgeschakeld moet worden. • PRESENCE L bepaalt of de geluidsweergave via de linker aanwezigheidsluidspreker uitgeschakeld moet worden. • PRESENCE R bepaalt of de geluidsweergave via de rechter aanwezigheidsluidspreker uitgeschakeld moet worden. • Subwoofer bepaalt of de geluidsweergave via de subwoofer uitgeschakeld moet worden. 80 PRESET PRESET Center ENTER ENTER A/B/C/D/E A/B/C/D/E Sound 4 Video Conversion Basic Component I/P Option HDMI Up-Scaling Selecteer de gewenste parameters en druk dan op h om de instelfunctie te openen en de instellingen te wijzigen. PRESET ENTER A/B/C/D/E SYSTEEM OPTIES ■ Conversion (Video conversie) Met deze functie kunt u de geïnterlinieerde/progressieve videoconversie in- of uitschakelen, alsook de HDMI opwaardering van analoge videosignalen die binnenkomen via de composiet video, S-video en component video-aansluitingen. Keuzes: Off, On Off Conversion ■ Component I/P (Component geïnterlinieerde/progressieve conversie) Gebruik deze functie om de analoge I/P conversie van analoge videosignalen die binnenkomen via de composiet video, S-video en component video-aanslkuitingen in- of uit te schakelen zodat de analoge videosignalen waarvan de interliniëring is verwijderd bij de omzetting van 480i naar 480p (NTSC) of 576i naar 576p (PAL) worden geproduceerd via de MONITOR OUT aansluitingen. Keuzes: Off, On On Component I/P HDMI Up-Scaling • Selecteer “Off” om de geïnterlinieerde/progressieve videoconversie alsook de HDMI opwaardering voor analoge videosignalen uit te schakelen. • Selecteer “On” om de geïnterlinieerde/progressieve videoconversie alsook de HDMI opwaardering voor analoge videosignalen in te schakelen. y Voor optimale videoprestaties raadt THX aan Conversion op Off in te stellen. Opmerkingen Component I/P Off HDMI Up-Scaling On HDMI Aspect • Selecteer “Off” om analoge I/P conversie van analoge videosignalen uit te schakelen. • Selecteer “On” om analoge I/P conversie van analoge videosignalen uit te schakelen. Opmerkingen • Dit menu-item is niet beschikbaar en daarom ook niet zichtbaar op het in-beeld display (GUI) indien Conversion is ingesteld op Off. • Als uw beeldscherm niet geschikt is voor analoge videosignalen met een 480p (NTSC) of 576p (PAL) resolutie, is het mogelijk dat de systeeminstellingen niet op uw beeldscherm getoond kunnen worden wanneer Component I/P is ingesteld op On. ■ HDMI Up-Scaling (HDMI opwaardering) Gebruik deze functie om de HDMI opwaardering van analoge videosignalen die binnenkomen via de composiet video, S-video en component video aansluitingen in of uit te schakelen zodat de opgewaardeerde analoge videosignalen (480i (NTSC) of 576i (PAL) → 480p (NTSC) of 576p (PAL) / 1080i/720p en 480p (NTSC) of 576p (PAL) → 1080i/720p) worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting. Keuzes: Through, 480p (NTSC) of 576p (PAL), 1080i, 720p Conversion Component I/P Through HDMI Up-Scaling 480p HDMI Aspect 1080i Short Message 720p Opmerking Dit menu-item is niet beschikbaar en daarom ook niet zichtbaar op het in-beeld display (GUI) indien Conversion is ingesteld op Off. 81 Nederlands • Selecteer “Through” om geen analoge videosignalen op te waarderen. • Selecteer “480p” (NTSC) of “576p” (PAL), “1080i” of “720p” om analoge videosignalen op te waarderen naar een resolutie van 480p (NTSC) of 576p (PAL), 1080i of 720p. GEAVANCEERDE BEDIENING • Zelfs wanneer Conversion is ingesteld op On, HDMI worden digitale signalen niet omgezet naar analoge videosignalen. • Als Conversion is ingesteld op Off, zullen de Component I/P en HDMI Up-Scaling functies worden uitgeschakeld. • De geconverteerde videosignalen worden alleen gereproduceerd via de MONITOR OUT aansluitingen. Bij het maken van opnamen moet u tussen de diverse componenten telkens gebruik maken van dezelfde soorten aansluitingen (composiet of S-video). • Bij het omzetten van composiet of S-video signalen van een videorecorder naar component videosignalen, is het mogelijk, afhankelijk van de gebruikte videorecorder, dat de beeldkwaliteit achteruit gaat. • Het in-beeld display (GUI) wordt grijs weergegeven (niet beschikbaar) onder de volgende omstandigheden: – Als Conversion is ingesteld op Off. – Als de gekozen HDMI Up-Scaling instelling niet ondersteund wordt door de HDMI component die is aangesloten op de HDMI OUT aansluiting op het achterpaneel van dit toestel. – Als de resolutie van de binnenkomende analoge videosignalen 1080i of 720p is. – Als de gekozen HDMI Up-Scaling instelling lager is dan de resolutie van de binnenkomende analoge videosignalen. • Ongewone signalen (bijv. van een spelcomputer e.d.) die binnenkomen via de composiet video, S-video of component video-aansluitingen kunnen niet worden omgezet, zelfs niet wanneer u Conversion heeft ingesteld op On. • Als er ongewone signalen binnenkomen via de composiet video, S-video of component video-aansluitingen, is het mogelijk dat de resulterende beelden abnormaal zullen zijn. In dergelijke gevallen dient u Conversion in te stellen op Off. • Ook als Conversion is ingesteld op Off, zal elk videosignaal worden omgezet om het in-beeld display (GUI) te kunnen weergeven en de bijbehorende signalen te kunnen reproduceren via de MONITOR OUT aansluitingen. Conversion SYSTEEM OPTIES ■ HDMI Aspect (HDMI beeldverhouding) ■ Position (Positie) Hiermee kunt u de beeldverhouding voor HDMI bepalen. Keuzes: Through, 16:9 Normal Hiermee kunt u de verticale en horizontale positie van het GUI in-beeld display instellen. Instelbereik: –5 (naar beneden/links) t/m +5 (naar boven/rechts) Component I/P HDMI Up-Scaling HDMI Aspect Short Message Through 16:9 Normal HDMI Aspect / :+5 + Position Position / :-5 Short Message Wall Paper • Selecteer “Through” als u geen wijzigingen wilt aanbrengen in de HDMI beeldverhouding. • Selecteer “16:9 Normal” als u videobeelden met een HDMI beeldverhouding van 4:3 wilt weergeven op een beeldscherm met een HDMI beeldverhouding van 16:9. Hierdoor zullen links en rechts op het beeldscherm zwarte balken worden weergegeven. Opmerking Wanneer HDMI Up-Scaling is ingesteld op Through (zie bladzijde 81), kunt u geen wijzigingen maken voor HDMI Aspect. ■ Short Message (Beknopte meldfunctie) Hiermee kunt u bepalen of er korte meldingen over de toestand van uw systeem gegeven moeten worden op uw beeldscherm. Keuzes: Off, On • Druk op k om het in-beeld display (GUI) hoger in het beeld plaatsen. • Druk op n om het in-beeld display (GUI) lager in het beeld plaatsen. • Druk op h om het in-beeld display (GUI) meer naar rechts in het beeld te plaatsen. • Druk op l om het in-beeld display (GUI) meer naar links in het beeld te plaatsen. ■ Wall Paper (Achtergrond) Hiermee kunt u de achtergrond voor het GUI in-beeld display kiezen. Keuzes: None, Yes, Gray Short Message Position None Wall Paper Yes HDMI Up-Scaling Gray HDMI Aspect Off Short Message On Position Wall Paper • Selecteer “Off” als u geen korte meldingen wilt laten weergeven. • Selecteer “On” als u wel korte meldingen wilt laten weergeven. • Selecteer “None” om geen achtergrond weer te laten geven achter het in-beeld display (GUI). • Selecteer “Yes” om wel een achtergrond weer te laten geven achter het in-beeld display (GUI). • Selecteer “Gray” om een grijze achtergrond weer te laten geven achter het in-beeld display (GUI). Opmerking Opmerkingen • Het is mogelijk dat de korte meldingen niet correct worden weergegeven, mede afhankelijk van het soort ingangssignaal en het gebruikte beeldscherm. • Als Conversion is ingesteld op Off, zullen de korte meldingen niet worden weergegeven, ook al heeft u On ingesteld. 82 Als Video Conv. is ingesteld op “Off”, zal er geen achtergrond worden weergegeven, ook al heeft u “Yes” ingesteld. SYSTEEM OPTIES ■ Test Tone (Testtoon) Manual Setup (Basic) Via dit menu kunt u basis systeeminstellingen wijzigen. 1 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk vervolgens op GUI TOP op de afstandsbediening. Aan of uit zetten van de testtoon voor de luidspreker, luidspreker-afstand en luidspreker-niveau instellingen. Manual Setup > Basic > Test Tone > Keuzes: Off, On AMP GUI TOP BAND TV 2 Test Tone Off Speaker Set On TITLE SOURCE Speaker Distance Druk op k / n op de afstandsbediening, selecteer Manual Setup en druk vervolgens op h. PRESET PRESET Als u een handzame SPL meter gebruikt, houd deze dan met uitgestrekte arm vast en richt de meter naar boven zodat deze zich op de luisterplek bevindt. Met de meter op de 70 dB schaal en op C SLOW kunt u nu alle luidsprekers afstellen op 75 dB. Opmerking ENTER ENTER y A/B/C/D/E A/B/C/D/E Er zullen luide testtonen worden geproduceerd wanneer u “On” kiest. Zorg er in dit geval voor dat er geen kinderen in de luisterruimte zijn. 3 Druk op k / n op de afstandsbediening, selecteer Basic en druk vervolgens op h. PRESET PRESET ENTER ENTER A/B/C/D/E A/B/C/D/E ■ Speaker Set (Luidspreker instellingen) Via dit menu kunt u met de hand de luidsprekerinstellingen wijzigen. Manual Setup > Basic > Speaker Set > Keuzes: Front, Center, Surround, Surround Back, Presence, Bass Out, Bass Cross Over, SWFR Phase Bass Cross Over Sound SWFR Phase Test Tone Speaker Set Front Basic Speaker Set Speaker Distance Center Option Speaker Distance Speaker Level Surround Speaker Level y 4 Selecteer de gewenste parameters en druk dan op h om de instelfunctie te openen en de instellingen te wijzigen. Als u niet tevreden bent met de door uw luidsprekers geproduceerde lage tonen, kunt u deze instellingen aanpassen aan uw voorkeuren. GEAVANCEERDE BEDIENING Test Tone Video Opmerking PRESET Zet eventuele THX luidsprekers op Small. ENTER A/B/C/D/E y Nederlands • De meeste parameters in het basismenu worden automatisch ingesteld wanneer u de AUTO SETUP laat doen. U kunt het basismenu gebruiken om verdere aanpassingen te verrichten, maar we raden u toch aan eerst de AUTO SETUP te laten doen. • U kunt deze paramaters terugzetten met de AUTO SETUP procedure (zie bladzijde 32). 83 SYSTEEM OPTIES Front (Voor-luidsprekers) Keuzes: Large, Small Large Front Small Center Surround • Selecteer “Large” als u grote voor-luidsprekers heeft. Het toestel zal zo het hele toonbereik van de linker en rechter voorkanalen naar de linker en rechter voorluidsprekers sturen. • Selecteer “Small” als u kleine voor-luidsprekers heeft. Het toestel zal nu de lage tonen uit het voorkanaal naar de luidsprekers sturen die u heeft geselecteerd met Bass Out. Center (Midden-luidspreker) Keuzes: Large, Small, None • Selecteer “Large” als u grote linker en rechter surround-luidsprekers heeft, of als er een achtersubwoofer is aangesloten op uw surround-luidsprekers. Het hele toonbereik van het surroundkanaal zal naar de linker en rechter surround-luidsprekers worden gestuurd. • Selecteer “Small” als u kleine linker en rechter surround-luidsprekers heeft. Het toestel zal nu de lage tonen uit het surroundkanaal naar de luidsprekers sturen die u heeft geselecteerd met Bass Out. • Selecteer “None” als u geen surround-luidsprekers heeft. Hiermee zet u het toestel in de Virtual CINEMA DSP stand (zie bladzijde 44) en zal de instelling voor de surround achter-luidspreker (Surround Back) automatisch op “None” worden ingesteld. Surround Back (Linker/rechter surround achter-luidsprekers) Keuzes: Large x2, Small x2, Large x1, Small x1, None Center Surround Large x2 Surround Back Small x2 Front Large Presence Large x1 Center Small Bass Out Small x1 Surround None Surround Back • Selecteer “Large” als u een grote midden-luidspreker heeft. Het toestel zal zo het hele toonbereik van het middenkanaal naar de midden-luidspreker sturen. • Selecteer “Small” als u een kleine midden-luidspreker heeft. Het toestel zal nu de lage tonen uit het middenkanaal naar de luidsprekers sturen die u heeft geselecteerd met Bass Out. • Selecteer “None” als u geen midden-luidspreker heeft. Het toestel zal in dat geval alle signalen voor de midden-luidspreker naar de linker en rechter voorluidsprekers sturen. Surround (Linker/rechter surround-luidsprekers) Keuzes: Large, Small, None Front Center Large Surround Small Surround Back None • Selecteer “Large x2” als u twee grote surround achterluidsprekers heeft. Het toestel zal zo het hele toonbereik van het surround achterkanaal naar de surround achter-luidsprekers sturen. • Selecteer “Small x2” als u twee kleine surround achterluidsprekers heeft. Het toestel zal nu de lage tonen uit de surround-achterkanalen naar de luidsprekers sturen die u heeft geselecteerd met Bass Out. • Selecteer “Large x1” als u één grote surround achterluidspreker heeft. Het toestel zal zo het hele toonbereik van het surround-achterkanaal naar de linker surround achter-luidspreker sturen. • Selecteer “Small x1” als u één kleine surround achterluidspreker heeft. Het toestel zal nu de lage tonen uit het surround-achterkanaal naar de luidsprekers sturen die u heeft geselecteerd met Bass Out en de rest van het signaal zal naar de linker surround achter-luidspreker worden gestuurd. • Selecteer “None” als u geen surround achterluidspreker heeft. Het toestel zal in dat geval alle signalen voor het surround achterkanaal naar de linker en rechter surround-luidsprekers sturen. Presence Opmerking Als u “Large x1” of “Small x1” selecteert, dient u een luidspreker aan te sluiten op de SURROUND BACK (SINGLE) luidsprekeraansluitingen. 84 SYSTEEM OPTIES Presence (Aanwezigheidsluidsprekers) Keuzes: Yes, None Surround Surround Back Presence Yes Bass Out None Bass Cross Over (Lage tonen crossover) Met deze functie kunt u de crossover (afsnij) frequentie instellen voor alle lage tonen. Alle frequenties beneden de ingestelde frequentie zullen naar de subwoofer worden gedirigeerd. Keuzes: 40Hz, 60Hz, 80Hz (THX), 90Hz, 100Hz, 110Hz, 120Hz, 160Hz, 200Hz THX aanbeveling: 80Hz (THX) Bass Cross Over • Selecteer “Yes” als u zogenaamde aanwezigheidsluidsprekers heeft. • Selecteer “None” als u geen aanwezigheidsluidsprekers heeft. Het toestel zal in dat geval alle signalen voor de aanwezigheidskanalen naar de linker en rechter voor-luidsprekers sturen. Opmerking Wanneer Zone2 Amplifier is ingesteld op “INT:Sur.” of “INT:BOTH” (zie bladzijde 89), zal Presence automatisch worden ingesteld op “None”. Bass Out (Weergave lage tonen) LFE signalen geven zeer lage tonen en effecten weer wanneer dit toestel Dolby Digital of DTS signalen decodeert. Deze zeer lage tonen kunnen naar de beide voor-luidsprekers worden gedirigeerd, en naar een subwoofer (die zowel gebruikt kan worden bij stereoweergave, als bij weergave met geluidsveldprogramma’s). Keuzes: Both, SWFR, Front THX aanbeveling: SWFR Surround Back Both SWFR Bass Cross Over Front SWFR Phase Opmerkingen 60Hz Bass Cross Over 80Hz (THX) SWFR Phase 90Hz 100Hz SWFR Phase (Subwoofer fase) Als de lage tonen niet goed of niet duidelijk klinken, kunt u met deze functie de fasekarakteristieken van uw subwoofer aanpassen. Keuzes: Normal, Reverse Bass Out Bass Cross Over SWFR Phase Normal Reverse • Selecteer “Normal” om de fase voor uw subwoofer(s) niet om te keren. • Selecteer “Reverse” om de fase voor uw subwoofer(s) wel om te keren. ■ Speaker Distance (Luidspreker afstand) Met deze functie kunt u met de hand de afstand van elke luidspreker tot de luisterplek invoeren en zo de vertraging voor het bijbehorende kanaal instellen. In het ideale geval zouden alle luidsprekers op dezelfde afstand van de luisterplek moeten staan. Maar in de meeste gevallen is dat praktisch gezien niet mogelijk. Daarom moet de weergave van elke luidspreker een bepaalde fractie van een seconde vertraagd worden, zodat het geluid van alle luidsprekers op hetzelfde moment op de luisterplek arriveert. Manual Setup > Basic > Speaker Distance > Test Tone Subwoofer Speaker Set Unit Speaker Distance Front L Speaker Level Front R THX Set Center Nederlands • Selecteer “Both” om LFE signalen naar de subwoofer te sturen. Lage tonen in de voorkanalen worden zowel naar de subwoofer als naar de L/R voor-luidsprekers gestuurd, terwijl alle andere lage tonen worden verwerkt in overeenstemming met de betreffende luidsprekerinstellingen. • Selecteer “SWFR” als u een subwoofer heeft aangesloten. Het toestel stuurt alle LFE signalen en lage tonen naar de met de andere luidsprekerinstellingen bepaalde luidsprekers. • Selecteer “Front” als u geen subwoofer heeft aangesloten. Het toestel stuurt alle lage tonen en LFE signalen naar de voor-luidsprekers (ook als u Front had ingesteld op Small via Speaker Set). 40Hz GEAVANCEERDE BEDIENING Presence Bass Out Presence Bass Out 85 SYSTEEM OPTIES Luidspreker afstanden Instelbereik: 0,3 t/m 24,00 m (1,0 t/m 80,0 ft) Begininstelling: 3,00 m (10,0 ft) Instelstap: 0,1 m (0,5 ft) • Front L instellen van de afstand van de linker voor-luidspreker. • Front R instellen van de afstand van de rechter voor-luidspreker. • Center instellen van de afstand van de middenluidspreker. • Surround L instellen van de afstand van de linker surround-luidspreker. • Surround R instellen van de afstand van de rechter surround-luidspreker. • Surround Back L instellen van de afstand van de linker surround achter-luidspreker. • Surround Back R instellen van de afstand van de rechter surround achter-luidspreker. • Presence L instellen van de afstand van de linker aanwezigheidsluidspreker. • Presence R instellen van de afstand van de rechter aanwezigheidsluidspreker. • Subwoofer instellen van de afstand van de subwoofer. Opmerkingen • U kunt de afstand niet instellen voor luidsprekers die zijn ingesteld op “None” via Speaker Set. • Als u slechts één surround achter-luidspreker gebruikt, dient u deze aan te sluiten op de SURROUND BACK (SINGLE) aansluiting en dient u de afstand in te stellen met Surround Back L. Unit (Eenheid) Keuzes: Meter (m), Feet (ft) Begininstelling: Feet (Modellen voor de V.S. en Canada) Meter (Overige modellen) • Selecteer “Meter” om de afstanden van de luidsprekers in meters in te kunnen voeren. • Selecteer “Feet” om de afstanden van de luidsprekers in voeten (feet) in te kunnen voeren. ■ Speaker Level (Luidsprekerniveau) Deze instellingen stellen u in staat met de hand de balans te bepalen tussen het volume (luidsprekerniveau) van de linker voor-luidspreker en elk van de bij Speaker Set (zie bladzijde 83) geselecteerde luidsprekers. Manual Setup > Basic > Speaker Level Speaker Set Presence R Speaker Distance Subwoofer Speaker Level Front L THX Set Front R Center Instelbereik: –10,0 dB t/m +10,0 dB Begininstelling: 0,0 dB Instelstap: 0,5 dB • Front L instellen van de balans van de linker voorluidspreker. • Front R instellen van de balans van de rechter voorluidspreker. • Center instellen van de balans van de middenluidspreker. • Surround L instellen van de balans van de linker surround-luidspreker. • Surround R instellen van de balans van de rechter surround-luidspreker. • Surround Back L instellen van de balans van de linker surround achter-luidspreker. • Surround Back R instellen van de balans van de rechter surround achter-luidspreker. • Presence L instellen van de balans voor de linker aanwezigheidsluidspreker. • Presence R instellen van de balans voor de rechter aanwezigheidsluidspreker. • Subwoofer instellen van de balans van de subwoofer. y Om de correcte THX referentieniveaus in te kunnen stellen, dient u de Test Tone te gebruiken (zie bladzijde 83). Opmerkingen Presence R Subwoofer Unit Meter Front L Feet Front R 86 • U kunt het niveau niet instellen voor kanalen die zijn ingesteld op “None” via Speaker Set. • Als u slechts één surround achter-luidspreker gebruikt, dient u deze aan te sluiten op de SURROUND BACK (SINGLE) aansluiting en dient u de balans in te stellen met Surround Back L. SYSTEEM OPTIES ■ THX Set (THX instellingen) Hiermee kunt u handmatig de THX instellingen wijzigen. Manual Setup > Basic > THX Set > Speaker Distance Dimmer Speaker Level Speaker B THX Set SB Speaker Dist. Information Output Input Mode Zone 3 Volume Manual Setup (Option) Via dit menu kunt u de optionele systeeminstellingen wijzigen. 1 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk vervolgens op GUI TOP op de afstandsbediening. AMP GUI TOP TITLE SOURCE BAND SB Speaker Dist. (Afstand surround achterluidspreker) Hiermee kunt u het surround geluidsveld optimaliseren wanneer u de surround achter-luidsprekers uit elkaar moet plaatsen. Keuzes: Modellen voor de V.S. en Canada: under 1ft, 1 – 4ft, over 4ft Overige modellen: under 0.3m, 0.3 – 1.2m, over 1.2m TV 2 Druk op k / n op de afstandsbediening, selecteer Manual Setup en druk vervolgens op h. PRESET PRESET ENTER ENTER Input Assign Dimmer Support Audio under 0.3m SB Speaker Dist. 0.3-1.2m Information over 1.2m Input Mode Zone 3 Volume A/B/C/D/E A/B/C/D/E 3 PRESET PRESET ENTER ENTER A/B/C/D/E A/B/C/D/E Video Dimmer Basic Multi Zone Option Sur.Initialize GEAVANCEERDE BEDIENING • Selecteer “under 0.3m” of “under 1ft” als de afstand tussen de twee surround achter-luidsprekers minder is dan 0,3 m (1 ft). • Selecteer “0.3 – 1.2m” of “1 – 4ft” als de afstand tussen de twee surround achter-luidsprekers tussen de 0,3 en de 1,2 m (1 t/m 4 ft) is. • Selecteer “over 1.2m” of “over 4ft” als de afstand tussen de twee surround achter-luidsprekers meer is dan 1,2 m (4 ft). Druk op k / n op de afstandsbediening, selecteer Option en druk vervolgens op h. Audio Select Decoder Mode 4 Selecteer de gewenste parameters en druk dan op h om de instelfunctie te openen en de instellingen te wijzigen. PRESET Nederlands ENTER A/B/C/D/E 87 SYSTEEM OPTIES 5 Druk op ENTER op de afstandsbediening wanneer u klaar bent met het wijzigen van de instellingen. Speaker B (Luidsprekerset B) Hiermee kunt u bepalen waar de voor-luidsprekers die zijn aangesloten op SPEAKERS B zich bevinden. Keuzes: Main, Zone B PRESET ENTER A/B/C/D/E Speaker B Main Zone2 Amplifier Zone B Zone3 Amplifier ■ Dimmer (Dimmer) Hiermee kunt u de helderheid van het display op het voorpaneel instellen. Manual Setup > Option > Dimmer > Instelbereik: –4 t/m 0 0 Dimmer Multi Zone Sur.Initialize • Selecteer “Main” om de SPEAKERS A set en B aan/uit te zetten wanneer de met de SPEAKERS B aansluitingen verbonden luidsprekers zich in uw luisterruimte bevinden. • Selecteer “Zone B” als de met de SPEAKERS B aansluitingen verbonden luidsprekers zich in een andere ruimte bevinden. Als SPEAKERS A wordt uitgeschakeld en SPEAKERS B wordt ingeschakeld, zullen alle luidsprekers in de eerste ruimte, inclusief de subwoofer, worden uitgeschakeld en zal er alleen via de SPEAKERS B geluid worden weergegeven. Opmerkingen ■ Multi Zone (Multi zone) Gebruik deze functie om de Zone 2 en Zone 3 instellingen aan te passen. Manual Setup > Option > Multi Zone > Keuzes: Speaker B, Zone2 Amplifier, Zone3 Amplifier, Zone2 Volume, Zone3 Volume, Zone2 OSD 88 Dimmer Speaker B Multi Zone Zone2 Amplifier Sur.Initialize Zone3 Amplifier Audio Select Zone2 Volume • Als u “Zone B” selecteert en een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting op dit toestel doet, zal het geluid worden weergegeven via de zowel de hoofdtelefoon als via SPEAKERS B. • Wanneer er een DSP programma is geselecteerd zal het toestel automatisch de Virtual CINEMA DSP functie inschakelen. SYSTEEM OPTIES Zone2 Amplifier (Zone 2 versterker) U kunt instellen hoe de Zone 2 luidsprekers versterkt moeten worden. Keuzes: EXT, INT:Sur., INT:PRNS, INT:BOTH Zone3 Amplifier (Zone 3 versterker) U kunt instellen hoe de Zone 3 luidsprekers versterkt moeten worden. Keuzes: EXT, INT:Sur., INT:PRNS, INT:BOTH Speaker B Speaker B Zone2 Amplifier Zone2 Amplifier EXT Zone3 Amplifier EXT Zone3 Amplifier INT:Sur. Zone2 Volume INT:Sur. Zone2 Volume INT:PRNS Zone3 Volume INT:PRNS Opmerkingen Opmerkingen • Als BI-AMP is ingesteld op ON via het ADVANCED SETUP menu (zie bladzijde 95), zal er geen geluid worden weergegeven via de geselecteerde luidspreker-aansluitingen alhoewel INT:Sur., INT:PRNS en INT:BOTH kunnen worden geselecteerd in het GUI menu. • Zone 2 en Zone 3 kunnen niet tegelijk gebruik maken van dezelfde versterker. Als bijvoorbeeld INT:BOTH is ingesteld voor Zone2 Amplifier, kan alleen EXT worden geselecteerd voor Zone3 Amplifier, en vice versa. • De Intelligent Power AMP Assign functie van dit toestel zal in de volgende gevallen in werking treden, zodat de surround- en surround achter-versterkers van dit toestel automatisch worden toegewezen aan de eerste ruimte voor gebruik van de surround achter-luidsprekers die zijn aangesloten op de SURROUND BACK luidspreker-aansluitingen in het 7.1-kanaals systeem. – Wanneer Zone2 Amplifier en Zone3 Amplifier ingesteld zijn op respectievelijk INT:PRNS en EXT en Zone 2 is uitgeschakeld – Wanneer Zone2 Amplifier en Zone3 Amplifier ingesteld zijn op respectievelijk EXT en INT:PRNS en Zone 3 is uitgeschakeld • Als Zone2 Amplifier of Zone3 Amplifier is ingesteld op INT:Sur. of INT:BOTH, zullen Surround (zie bladzijde 84), Surround Back (zie bladzijde 84) en Presence (zie bladzijde 85) bij Speaker Set allemaal automatisch op None worden ingesteld. Als resultaat hiervan wordt het luidsprekersysteem in de eerste ruimte beperkt tot 3.1 of 2.1-kanaals weergave ongeacht of Zone 2 of Zone 3 uit staat omdat de SURROUND/ZONE 2(3) luidspreker-aansluitingen worden gebruikt voor de aansluitingen voor die zone. • Als BI-AMP is ingesteld op ON via het ADVANCED SETUP menu (zie bladzijde 95), zal er geen geluid worden weergegeven via de geselecteerde luidspreker-aansluitingen alhoewel INT:Sur., INT:PRNS en INT:BOTH kunnen worden geselecteerd in het GUI menu. • Zone 2 en Zone 3 kunnen niet tegelijk gebruik maken van dezelfde versterker. Als bijvoorbeeld INT:BOTH is ingesteld voor Zone2 Amplifier, kan alleen EXT worden geselecteerd voor Zone3 Amplifier, en vice versa. • De Intelligent Power AMP Assign functie van dit toestel zal in de volgende gevallen in werking treden, zodat de surround- en surround achter-versterkers van dit toestel automatisch worden toegewezen aan de eerste ruimte voor gebruik van de surround achter-luidsprekers die zijn aangesloten op de SURROUND BACK luidspreker-aansluitingen in het 7.1-kanaals systeem. – Wanneer Zone2 Amplifier en Zone3 Amplifier ingesteld zijn op respectievelijk INT:PRNS en EXT en Zone 2 is uitgeschakeld – Wanneer Zone2 Amplifier en Zone3 Amplifier ingesteld zijn op respectievelijk EXT en INT:PRNS en Zone 3 is uitgeschakeld • Als Zone2 Amplifier of Zone3 Amplifier is ingesteld op INT:Sur. of INT:BOTH, zullen Surround (zie bladzijde 84), Surround Back (zie bladzijde 84) en Presence (zie bladzijde 85) bij Speaker Set allemaal automatisch op None worden ingesteld. Als resultaat hiervan wordt het luidsprekersysteem in de eerste ruimte beperkt tot 3.1 of 2.1-kanaals weergave ongeacht of Zone 2 of Zone 3 uit staat omdat de SURROUND/ZONE 2(3) luidspreker-aansluitingen worden gebruikt voor de aansluitingen voor die zone. 89 Nederlands • Selecteer “EXT” als u uw Zone 3 luidsprekers wilt aansluiten op een externe versterker via de ZONE 2 OUTPUT aansluitingen op het achterpaneel van dit toestel. • Selecteer “INT:Sur.” om de ingebouwde surroundversterker van dit toestel te gebruiken als u uw Zone 3 luidsprekers rechtstreeks wilt aansluiten op de PRESENCE/ZONE 2(3) luidspreker-aansluitingen op het achterpaneel van dit toestel. • Selecteer “INT:PRNS” om de ingebouwde surround achter-versterker van dit toestel te gebruiken als u uw Zone 3 luidsprekers rechtstreeks wilt aansluiten op de PRESENCE/ZONE 2(3) luidspreker-aansluitingen op het achterpaneel van dit toestel. • Selecteer “INT:BOTH” om de ingebouwde surrounden surround achter-versterkers van dit toestel te gebruiken als u uw Zone 3 luidsprekers rechtstreeks wilt aansluiten op zowel de PRESENCE/ZONE 2(3) als de SURROUND/ZONE 2(3) luidsprekeraansluitingen op het achterpaneel van dit toestel. GEAVANCEERDE BEDIENING • Selecteer “EXT” als u uw Zone 2 luidsprekers wilt aansluiten op een externe versterker via de ZONE 2 OUTPUT aansluitingen op het achterpaneel van dit toestel. • Selecteer “INT:Sur.” om de ingebouwde surroundversterker van dit toestel te gebruiken als u uw Zone 2 luidsprekers rechtstreeks wilt aansluiten op de PRESENCE/ZONE 2(3) luidspreker-aansluitingen op het achterpaneel van dit toestel. • Selecteer “INT:PRNS” om de ingebouwde surround achter-versterker van dit toestel te gebruiken als u uw Zone 2 luidsprekers rechtstreeks wilt aansluiten op de PRESENCE/ZONE 2(3) luidspreker-aansluitingen op het achterpaneel van dit toestel. • Selecteer “INT:BOTH” om de ingebouwde surrounden surround achter-versterkers van dit toestel te gebruiken als u uw Zone 2 luidsprekers rechtstreeks wilt aansluiten op zowel de PRESENCE/ZONE 2(3) als de SURROUND/ZONE 2(3) luidsprekeraansluitingen op het achterpaneel van dit toestel. SYSTEEM OPTIES Zone2 Volume (Zone 2 volume) Hiermee kunt u bepalen hoe de volumeregeling zal werken met betrekking tot de ZONE 2 OUTPUT aansluitingen. Wanneer de versterker voor Zone 2 is ingesteld op “Internal”, zal deze functie automatisch worden ingesteld op “Variable”. Keuzes: Fixed, Variable Zone2 Amplifier Zone3 Amplifier Fixed Zone2 Volume Variable Zone2 OSD (Zone 2 in-beeld display) Met deze functie kunt u de bedieningsinformatie voor Zone 2 en Zone 3 laten weergeven op het Zone 2 beeldscherm dat is aangesloten op de ZONE 2 VIDEO aansluitingen op het achterpaneel van dit toestel. De informatie voor Zone 2 en Zone 3 zal als volgt worden getoond: • De signaalbron voor Zone 2 en Zone 3 • Het volumeniveau voor Zone 2 en Zone 3 • Of de geluidsweergave tijdelijk is uitgeschakeld (Mute) voor Zone 2 en Zone 3 • De instellingen voor de toonkleur in Zone 2 en Zone 3 Keuzes: Off, Zone2, Zone2&Zone3 Zone3 Volume Zone2 OSD • Kies “Fixed” om het ZONE 2 OUTPUT volumeniveau vast te zetten op een standaard niveau. • Kies “Variable” om het ZONE 2 OUTPUT volume tegelijkertijd met VOL +/– op de afstandsbediening te kunnen regelen. Zone3 Volume (Zone 3 volume) Hiermee kunt u bepalen hoe de volumeregeling zal werken met betrekking tot de ZONE 3 OUTPUT aansluitingen. Keuzes: Fixed, Variable Zone3 Amplifier Zone2 Volume Fixed Zone3 Volume Variable Zone2 OSD • Kies “Fixed” om het ZONE 3 OUTPUT volumeniveau vast te zetten op een standaard niveau. • Kies “Variable” om het ZONE 3 OUTPUT volume tegelijkertijd met VOL +/– op de afstandsbediening te kunnen regelen. 90 Zone2 Volume Zone3 Volume Zone2 OSD Off Zone2 Zone2&Zone3 • Selecteer “Off” om geen bedieningsinformatie voor Zone 2 en Zone 3 te laten weergeven op het Zone 2 beeldscherm. • Selecteer “Zone2” om alleen de bedieningsinformatie voor Zone 2 te laten weergeven op het Zone 2 beeldscherm. • Selecteer “Zone2&Zone3” om de bedieningsinformatie voor zowel Zone 2 als Zone 3 te laten weergeven op het Zone 2 beeldscherm. Opmerkingen • Als Zone2 OSD is ingesteld op Zone2&Zone3, zullen wijzigingen in de bedieningstoestand voor Zone 3 worden weergegeven op het Zone 2 beeldscherm. Als bijvoorbeeld de signaalbron voor Zone 3 wordt veranderd terwijl u in Zone 2 naar de tv kijkt, zal de naam van de nieuwe signaalbron voor Zone 3 worden weergegeven op uw tv in Zone 2. • Als Zone2 OSD is ingesteld op Zone2&Zone3, zal de weergegeven informatie voor Zone 2 en Zone 3 afhangen van het feit of Zone 2 en Zone 3 zijn ingeschakeld met ZONE 2 ON/OFF en ZONE 3 ON/OFF op het voorpaneel (zie bladzijde 109). – Als zowel Zone 2 als Zone 3 zijn ingeschakeld, zullen de videosignalen van de huidige signaalbron voor Zone 2 en het correponderende in-beeld display worden weergegeven op het Zone 2 beeldscherm. – Als Zone 2 is uitgeschakeld en Zone 3 is ingeschakeld, zal alleen het corresponderende in-beeld display worden weergegeven op een grijze achtergrond, ongeacht de REC OUT/ZONE 2 status op het voorpaneel. – Als Zone 2 is ingeschakeld en Zone 3 is uitgeschakeld, zullen de videosignalen van de huidige signaalbron voor Zone 2 en het corresponderende in-beeld display worden weergegeven op het Zone 2 beeldscherm. – Als zowel Zone 2 als Zone 3 is uitgeschakeld, zullen er geen videosignalen of in-beeld displays worden weergegeven op het Zone 2 beeldscherm. SYSTEEM OPTIES ■ Sur.Initialize (Surround initialiseren) ■ Decoder Mode (Decoderfunctie) Hiermee kunt u de instellingen voor alle geluidsveldprogramma’s in een geluidsveldprogrammagroep tegelijk initialiseren. Wanneer u een geluidsveldprogrammagroep initialiseert, zullen alle gewijzigde instellingen voor de programma’s in die groep worden teruggezet op hun beginwaarden. Gewijzigde instellingen voor geluidsveldparameters worden blauw aangegeven. U kunt bepalen welke decoder door dit toestel wordt gebruikt. Manual Setup > Option > Sur.Initialize Keuzes: STEREO, MUSIC, ENTERTAINMENT, MOVIE THEATER, SURROUND, All Dimmer STEREO Multi Zone MUSIC ENTERTAINMENT Sur.Initialize MOVIE THEATER Audio Select SURROUND Decoder Mode All • Druk net zo vaak op k / n tot u het geluidsveldprogramma geselecteerd heeft dat u wilt initialiseren en druk dan op ENTER. • Selecteer “All” om alle geluidsveldparameters terug te zetten op hun beginwaarden. Manual Setup > Option > Decoder Mode Keuzes: Auto, Last Sur. Initialize Audio Select Decoder Mode Auto Memory Guard Last HDMI Set • Selecteer “Auto” als u dit toestel automatisch het soort ingangssignaal wilt laten detecteren en de juiste decoder wilt laten selecteren. • Kies “Last” om het toestel automatisch de decoder in te laten schakelen die het laatst met de aangesloten signaalbron gebruikt is. ■ Memory Guard (Geheugenbeveiliging) Met deze functie kunt u voorkomen dat de DSP programma instellingen en andere systeeminstellinge per abuis gewijzigd worden. Manual Setup > Option > Memory Guard Keuzes: Off, On Opmerking Er kunnen geen geluidsveldprogramma’s worden geïnitialiseerd wanneer u Memory Guard heeft ingesteld op “On” (zie bladzijde 91). ■ Audio Select (Audio selectie) Manual Setup > Option > Audio Select Keuzes: Auto, Last Decoder Mode Memory Guard Off HDMI Set On Selecteer “On” om het volgende te beveiligen: • DSP programma instellingen • Alle menu-items behalve Memory Guard en System Memory – Load. Opmerking Multi Zone Sur.Initialize Audio Select Auto Decoder Mode Last In het algemeen wordt de bediening via het voorpaneel of de afstandsbediening niet beïnvloed wanneer Memory Guard is ingesteld op “On”. U kunt echter niet meer de toonregeling via Tone Control gebruiken. GEAVANCEERDE BEDIENING Gebruik deze functie om de standaard ingangsfunctie te bepalen die wordt ingesteld wanneer het toestel aan wordt gezet en er een signaalbron (zoals een DVD-speler) is aangesloten op de DIGITAL INPUT aansluitingen van dit toestel. Audio Select Memory Guard Nederlands • Selecteer “Auto” als dit toestel automatisch het soort ingangssignaal wilt laten detecteren en de juiste ingangsfunctie wilt laten selecteren. • Kies “Last” om het toestel automatisch de ingangsfunctie in te laten schakelen die het laatst met de aangesloten signaalbron gebruikt is. Opmerking Bij “Last” zal niet de laatst gebruikte instelling voor de EXTD SUR. toets worden opgeroepen. 91 SYSTEEM OPTIES ■ HDMI Set (HDMI instellingen) Hiermee kunt u de door HDMI ondersteunde audio instellen. Decoder Mode Memory Guard HDMI Set Support Audio Support Audio (Audio ondersteuning) Gebruik deze functie om te kiezen of u HDMI audiosignalen wilt laten weergeven via dit toestel zelf of via een andere HDMI component die is verbonden met de HDMI OUT aansluiting op het achterpaneel van dit toestel. Keuzes: RX-V2600, Other System Memory Met deze functie kunt u maximaal zes van uw favoriete instellingen opslaan zodat u ze later makkelijk weer op kunt roepen. U kunt instellingen als de volgende opslaan: • Geluidsveldprogramma parameters • Luidsprekerinstellingen • Kanaalinstellingen • LFE niveau • Inste voor het dynamisch bereik • Inste voor de parametrische equalizer ■ Opslaan van instellingen 1 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk vervolgens op GUI TOP op de afstandsbediening. Het hoofdscherm (top) zal nu verschijnen. AMP GUI TOP TITLE SOURCE BAND TV Support Audio RX-V2600 Other • Kies “RX-V2600” om HDMI audiosignalen weer te laten geven door dit toestel. De HDMI audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN aansluitingen van dit toestel worden niet gereproduceerd via de HDMI component die is verbonden met de HDMI OUT aansluiting op het achterpaneel van dit toestel. • Selecteer “Other” om HDMI audiosignalen weer te laten geven met een andere HDMI component die is aangesloten op de HDMI OUT aansluiting op het achterpaneel van dit toestel. Stereo/Surround Sound Input Select Video Manual Setup Basic Auto Setup Option System Memory 2 Druk herhaaldelijk op k / n op de afstandsbediening, selecteer System Memory en druk vervolgens op h. 3 Selecteer Save en druk vervolgens op ENTER. Opmerking De HDMI videosignalen die binnenkomen via de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting van dit toestel, worden altijd gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting van dit toestel. Current Memory 1 Sci-Fi Speaker SpeakerCH LFE Level D-Range PEQ A:ON B:OFF 3/4/0.1 0dB MAX Reset Memory 2 De huidige instellingen van het toestel worden aangegeven. 92 4 Druk herhaaldelijk op k / n op de afstandsbediening om het geheugennummer waaronder u deze instellingen wilt opslaan te selecteren en druk dan op h. “Save: ENTER” zal rechts onderaan het venster verschijnen. 5 Druk op ENTER om de instellingen definitief op te slaan. SYSTEEM OPTIES ■ Laden van instellingen 1 Language Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk vervolgens op GUI TOP op de afstandsbediening. Het hoofdscherm (top) zal nu verschijnen. AMP GUI TOP TITLE SOURCE BAND Hiermee kunt u kiezen in welke taal de menu’s van het GUI (Grafische gebruikersinterface) in-beeld display moeten worden getoond. Keuzes: English (Engels), (Japans), Français (Frans), Deutsch (Duits), Español (Spaans) y U kunt de taal voor het GUI in-beeld display ook kiezen met de LANG. parameter in de ADVANCED SETUP op het display op het voorpaneel (zie bladzijde 95). TV 2 Druk herhaaldelijk op k / n op de afstandsbediening, selecteer System Memory en druk vervolgens op h. 3 Selecteer Load en druk vervolgens op ENTER. 1 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP en druk vervolgens op GUI TOP op de afstandsbediening. Het hoofdscherm (top) zal nu verschijnen. AMP GUI TOP TITLE SOURCE BAND Sci-Fi Speaker SpeakerCH LFE Level D-Range PEQ Current Memory 1 Memory 2 TV A:ON B:OFF 3/4/0.1 0dB MAX Reset Memory 3 4 Sound Input Select Video Manual Setup Basic Auto Setup Option System Memory 2 Druk op ENTER om deze instellingen definitief te laden. Druk herhaaldelijk op k / n op de afstandsbediening, selecteer Language en druk vervolgens op h. System Memory y Signal Info. De Memory 1 en Memory 2 instellingen kunt u eenvoudig oproepen door op MEMORY 1/2 op de afstandsbediening te drukken. Wanneer u op MEMORY 1 drukt, zal de melding “Load Memory 1? Yes:Press Again” zal verschijnen op het display op het voorpaneel. Druk nog eens op MEMORY 1 om de instellingen op te roepen. Language 3 Druk herhaaldelijk op k / n op de afstandsbediening om de gewenste taal in te stellen. 4 Druk op ENTER om uw keuze te bevestigen. 0 Nederlands Wanneer u op MEMORY 2 drukt, zal de melding “Load Memory 2? Yes:Press Again” zal verschijnen op het display op het voorpaneel. Druk nog eens op MEMORY 2 om de instellingen op te roepen. English Français 1 MEMORY 2 9 GEAVANCEERDE BEDIENING 5 Druk herhaaldelijk op k / n op de afstandsbediening om het geheugennummer met de instellingen die u wilt laden te selecteren en druk dan op h. “Load: ENTER” zal rechts onderaan het venster verschijnen. Stereo/Surround 1 MEMORY 2 9 0 93 GEAVANCEERDE SETUP GEAVANCEERDE SETUP Dit toestel heeft extra menu’s die worden getoond op het display op het voorpaneel. Het ADVANCED SETUP menu biedt aanvullende handelingen om de manier waarop dit toestel functioneert aan te passen. Verander de begininstellingen (hieronder vet gedrukt aangeduid) op basis van uw specifieke systeem en uw voorkeuren. Gebruik van ADVANCED SETUP 1 Druk op MASTER ON/OFF op het voorpaneel zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om dit toestel, Zone 2 en Zone 3 uit te schakelen. 4 STRAIGHT EFFECT 5 MASTER ON Druk herhaaldelijk op STRAIGHT (EFFECT) op het voorpaneel om de instelling te wijzigen. OFF Druk op MASTER ON/OFF op het voorpaneel zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om de nieuwe instelling op te slaan en dit toestel, Zone 2 en Zone 3 uit (standby) te schakelen. MASTER 2 Houd STRAIGHT (EFFECT) op het voorpaneel ingedrukt en druk vervolgens MASTER ON/OFF naar binnen in de ON stand om dit toestel in te schakelen. MASTER STRAIGHT ON EFFECT 3 OFF Verdraai PROGRAM op het voorpaneel en selecteer de parameter waarvoor u de instelling wilt wijzigen. De naam van de geselecteerde parameter verschijnt op het display op het voorpaneel. Zie bladzijde 94 en 95 voor een complete lijst met alle beschikbare parameters. OFF y De nieuwe instelling zal in werking treden wanneer u de volgende keer MASTER ON/OFF naar binnen in de ON stand drukt om dit toestel, Zone 2 en Zone 3 in te schakelen. Opmerkingen • De bedieningstoetsen op de afstandsbediening en VOLUME en de andere bedieningsorganen op het voorpaneel met uitzondering van MASTER ON/OFF, STRAIGHT (EFFECT) en PROGRAM zullen niet werken wanneer u het ADVANCED SETUP menu aan het gebruiken bent. • Zone 2, Zone 3 en de luidsprekers worden alle uitgeschakeld en alle audio- en videoweergave wordt tijdelijk uitgeschakeld terwijl u het ADVANCED SETUP menu aan het gebruiken bent. • Het ADVANCED SETUP menu is alleen beschikbaar via het display op het voorpaneel. ■ Luidsprekerimpedantie SP IMP. Gebruik deze functie om de impedantie van het toestel aan te passen aan die van uw luidsprekers. Keuzes: 6ΩMIN, 8ΩMIN • Selecteer 6ΩMIN voor luidsprekers van 6 Ohm of hoger. • Selecteer 8ΩMIN voor luidsprekers van 8 Ohm of hoger. PROGRAM ADVANCED SETUP SP IMP.-8 MIN Naam van de geselecteerde parameter ON Huidige instelling ■ Gebruikersinstelling PRESET Hiermee kunt u alle instellingen van dit toestel terugzetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen, met uitzondering van System Memory en AUTO SETUP. Keuzes: CANCEL, RESET • Selecteer CANCEL als u de instellingen van dit toestel niet wilt terugzetten. • Select RESET om de instellingen van dit toestel terug te zetten. Opmerkingen • Deze instelling heeft geen effect op de ADVANCED SETUP menu parameters. • De oorspronkelijke fabrieksinstellingen worden weer van kracht wanneer het toestel de volgende keer wordt ingeschakeld. 94 GEAVANCEERDE SETUP ■ Sensor voor de afstandsbediening REMOTE SEN Hiermee kunt u de ontvanger voor de signalen van de afstandsbediening die zich bevindt op het voorpaneel aan of uit zetten. Keuzes: ON, OFF • Selecteer ON als u de ontvanger voor de signalen van de afstandsbediening aan wilt zetten. • Selecteer OFF als u de ontvanger voor de signalen van de afstandsbediening uit wilt zetten. Opmerking In de meeste gevallen raden we u aan deze instelling op ON te laten staan. ■ Wake on RS-232C access WAKE ON 232C Hiermee kunt u dit toestel gegevens via de RS-232C interface laten versturen terwijl het toestel uit (standby) staat. Keuzes: Y (Ja), N (Nee) • Selecteer Y om dit toestel gegevens te kunnen laten versturen via de RS-232C interface. • Selecteer N om dit toestel geen gegevens te kunnen laten versturen via de RS-232C interface. ■ Afstandsbediening AMP ID REMOTE AMP Hiermee stelt u het AMP ID nummer van dit toestel in voor herkenning van afstandsbedieningssignalen (zie bladzijde 99). Keuzes: ID1, ID2 • Selecteer ID1 wanneer de AMP-archiefcode voor de afstandsbediening is ingesteld op 2001. • Selecteer ID2 wanneer de AMP-archiefcode voor de afstandsbediening is ingesteld op 2002. Opmerking ■ Afstemstap tuner TU (Alleen modellen voor Azië en algemene modellen) Hiermee kunt u de afstemstap van de tuner aanpassen aan de ruimte tussen zendfrequenties in uw gebied. Keuzes: AM10/FM100, AM9/FM50 • Selecteer AM10/FM100 voor Noord, Midden en Zuid Amerika. • Selecteer AM9/FM50 voor alle andere gebrieden. ■ Bi-AMP BI-AMP Hiermee kunt u de bi-AMP functie an of uit zetten. Keuzes: ON, OFF • Selecteer ON als u de bi-AMP functie aan wilt zetten. • Selecteer OFF als u de bi-AMP functie uit wilt zetten. Opmerking Wanneer BI-AMP is ingesteld op ON, kunnen de SURROUND BACK aansluitingen niet worden gebruikt om surround achter-luidsprekers aan te sluiten omdat de SURROUND BACK aansluitingen al worden gebruikt voor de biAMP aansluitingen (zie bladzijde 19). ■ Video terugzetten V-RESET Hiermee kunt u de parameter instellingen voor Dimmer in het Option initialiseren (zie bladzijde 88). Deze functie is handig als de SET MENU items niet worden weergegeven op uw beeldscherm omdat de CMPNT I/P instelling niet overeenkomt met de mogelijkheden van uw beeldscherm. Als uw beeldscherm niet geschikt is voor analoge videosignalen met een 480p (NTSC) of 576p (PAL) resolutie, is het mogelijk dat de SET MENU items niet op uw beeldscherm getoond kunnen worden wanneer Component I/P is ingesteld op On (zie bladzijde 81). Keuzes: YES, CANCEL Opmerking ■ Afstandsbediening tuner ID REMOTE TUN De parameter instelling voor Dimmer wordt niet geïnitialiseerd (zie bladzijde 88). Hiermee stelt u het tuner ID nummer van dit toestel in voor herkenning van afstandsbedieningssignalen (zie bladzijde 99). Keuzes: ID1, ID2 • Selecteer ID1 wanneer de tuner-archiefcode voor de afstandsbediening is ingesteld op 2602. • Selecteer ID2 wanneer de tuner-archiefcode voor de afstandsbediening is ingesteld op 2603. Opmerking U moet de corresponderende afstandsbedieningscode instellen op de afstandsbediening. ■ Ventilator instelling FAN MODE Hiermee kunt u het kleurweergavesysteem van uw tv instellen. Keuzes: PAL, NTSC Begininstelling: NTSC (Modellen voor de V.S., Canada, Korea en algemene modellen) PAL (Overige modellen) Opmerking Deze parameter instelling heeft alleen invloed op het beeldscherm dat is aangesloten op de MONITOR OUT aansluitingen en niet op het Zone 2 beeldscherm dat is aangesloten op de ZONE 2 VIDEO aansluitingen. ■ GUI taalkeuze LANG. Hiermee kunt u kiezen in welke taal de menu’s van het GUI (Grafische gebruikersinterface) in-beeld display van dit toestel moeten worden getoond. Keuzes: ENGLISH (Engels), JAPANESE (Japans), FRENCH (Frans), GERMAN (Duits), SPANISH (Spaans) 95 Nederlands U kunt de werking van de koelventilator van dit toestel ook apart instellen. Keuzes: AUTO, CONT. • Selecteer AUTO om de ventilator automatisch te laten reageren op de temperatuur van dit toestel. • Selecteer CONT. om de ventilator continu te laten draaien, ongeacht de temperatuur van dit toestel. ■ Tv-systeem TV FORMAT GEAVANCEERDE BEDIENING U moet de corresponderende afstandsbedieningscode instellen op de afstandsbediening. KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING Naast dit toestel kan de afstandsbediening ook andere audio- en videocomponenten van YAMAHA en van andere fabrikanten aansturen. Om andere componenten te kunnen bedienen, moet u de juiste afstandsbedieningscodes instellen op de afstandsbediening. Deze afstandsbediening is tevens voorzien van een ‘leerfunctie’ waarmee u functies kunt overnemen van andere infrarode afstandsbedieningen. Bedieningstoetsen ■ Bedienen van dit toestel ■ Bedienen van andere componenten De grijze toetsen kunnen worden gebruikt om dit toestel te bedienen nadat u AMP/SOURCE/TV op AMP gezet heeft om de AMP bedieningsfunctie in te schakelen. De grijs aangegeven toetsen hieronder kunnen worden gebruikt om andere componenten te bedienen. De functies van de toetsen hangen mede af van de geselecteerde componenten. Selecteer de component die u wilt bedienen met een ingangskeuzetoets of met SELECT k / n. De naam van de geselecteerde component zal verschijnen in het uitleesvenster. POWER POWER POWER TV AV A B AUDIO SEL STANDBY SLEEP PHONO TUNER CD MULTI CH IN V-AUX CBL/SAT MD/TAPE CD-R DTV VCR 1 DVR/VCR2 DVD Uitleesvenster SELECT AMP AMP/SOURCE/ TV Zet op AMP om dit toestel te bedienen. + + + TV VOL CH VOLUME – – – SOURCE TV MUTE GUI TOP TV INPUT TV MUTE PRESET EXIT TITLE PURE DIRECT MENU BAND NIGHT AUDIO ENTER A/B/C/D/E STRAIGHT RETURN DISPLAY EFFECT STEREO MUSIC ENTERTAIN MOVIE 1 2 3 4 THX STANDARD SELECT EXTD SUR. 5 6 7 8 1 MEMORY 2 9 0 FREQ/TEXT FREQ/RDS EON EON De toetsen binnen de stippellijnen kunnen in elke stand worden gebruikt om dit toestel te bedienen (POWER, STANDBY, SLEEP, AUDIO SEL, de ingangsselectietoets en, VOLUME +/–, MUTE, STRAIGHT (EFFECT) en PURE DIRECT). Met de A toets en de ingangskeuzetoetsen kunt u zoals hieronder aangegeven een andere set bedieningstoetsen kiezen. * Gebruik de A toets om andere componenten te bedienen, ongeacht of ze op dit toestel zijn aangesloten of niet. Fabrieksinstelling: A...Cassettedeck POWER TV AV A B AUDIO SELECT POWER SLEEP POWER MULTI AV CH IN PHONO TUNER V-AUX CBL/SAT MD/TAPE CD-R DTV VCR 1 DVR/VCR2 DVD TVCD SELECT AMP + + + TV VOL CH VOL – – – TV MUTE TV INPUT SOURCE TV PRESET TOP + MUTE TV VOL EXIT MENU BAND PRG SELECT CH PURE DIRECT – TITLE ENT. MODE MODE PTY PTY SEEK START – TV MUTE Uitleesvenster ENTER TVNIGHT INPUT AUDIO PRESET GUI TOP EXIT A/B/C/D/E TITLE MENU STRAIGHT BAND REC RETURN DISPLAY NIGHT EFFECT ENTER DISC SKIP OFF ON MACRO LEARN CLEAR RE–NAME Component set bedieningstoetsen Door de juiste afstandsbedieningscode in te stellen kunt u tot maximaal 14 verschillende componenten bedienen (zie bladzijde 98). SELECT k / n schakelt de bediening over naar een andere component zonder de op dit toestel ingestelde signaalbron te veranderen. POWER STANDBY + A SPEAKERS B +10 POWER STEREO 1 MUSIC ENTERTAIN 2 3 5 6 1 MEMORY 2 0 FREQ/RDS EON REC EXTD. SUR DISPLAY 7 8 STEREO 9 A/B/C/D/E 4 STANDARD RETURN SELECT THX AUDIO MOVIE AMP/ SOURCE/TV Zet op SOURCE om de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde component te bedienen. Zet op TV om de televisie te bedienen (u moet de juiste afstandsbedieningscode hebben ingesteld voor DTV of PHONO). MUSIC ENTERTAIN 1 A SPEAKERS2 B ENT. +10 MOVIE 3 4 THX STANDARD SELECT EXTD SUR. 5 6 7 8 1 MEMORY 2 9 0 MODE PTY SEEK START A SPEAKERS B +10 ENT. DISC SKIP FREQ/TEXT FREQ/RDS OFF ON MACRO LEARN CLEAR EON MODE MODE PTY PTYSEEK SEEK START START RE–NAME REC DISC SKIP ■ Bedienen van optionele apparatuur (OPTN set) OPTN is een extra set bedieningstoetsen die kan worden geprogrammeerd met afstandsbedieningsfuncties die verder los staan van de aangesloten signaalbronnen. Deze set is handig voor het programmeren van instructies die u alleen als onderdeel van een macrofunctie wilt gebruiken of waarvoor geen geldige afstandsbedieningscode bestaat. Om de OPTN set bedieningstoetsen te selecteren dient u net zo vaak op n te drukken tot OPTN in het uitleesvenster verschijnt. Opmerking U kunt voor deze set bedieningstoetsen geen afstandsbedieningscode instellen. Zie bladzijde 100 voor het programmeren van toetsen in deze set bedieningstoetsen. 96 KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING Bedienen van andere componenten Wanneer u de bijbehorende fabrikantencodes heeft ingesteld, kunt u met deze afstandsbediening ook uw andere apparatuur bedienen. Het is mogelijk dat sommige toetsen niet het verwachte effect hebben op uw apparatuur. Gebruik de ingangskeuzetoetsen om de component te selecteren die u wilt bedienen. De afstandsbediening zal automatisch overschakelen naar de bedieningsfunctie voor die component. 1 2 + + + TV VOL CH VOL – – – TV MUTE TV INPUT MUTE SOURCE POWER POWER TV AV A B STANDBY POWER AUDIO SEL SLEEP GUI TOP PRESET EXIT TITLE PHONO TUNER CD MULTI CH IN V-AUX CBL/SAT MD/TAPE CD-R DTV VCR 1 DVR/VCR2 6 NIGHT A/B/C/D/E 7 DVD 3 STRAIGHT RETURN DISPLAY EFFECT STEREO MUSIC ENTERTAIN MOVIE 1 2 3 4 EXTD SUR. 8 THX STANDARD SELECT 5 6 7 1 MEMORY 2 9 0 FREQ/TEXT EON + TV VOL CH VOLUME – – – GUI TOP TV INPUT 9 TV +10 ENT. B SEEK START START MODE PTY SEEK DISC SKIP PURE DIRECT EXIT A REC MUTE PRESET TITLE 0 8 A SPEAKERS B SOURCE TV MUTE 4 AUDIO ENTER AMP + PURE DIRECT MENU BAND SELECT + TV MENU BAND NIGHT OFF ON MACRO LEARN CLEAR RE–NAME 5 AUDIO ENTER A/B/C/D/E STRAIGHT RETURN DISPLAY EFFECT STEREO 1 2 3 4 5 6 0 A B *2 *3 MOVIE CD-speler MD-recorder/ CD-recorder Cassettedeck Tuner VCR aan/uit *3 Aan/uit *1 Aan/uit *1 Aan/uit *1 Aan/uit *1 Aan/uit *1 Aan/uit *1 TV aan/uit *2 TV aan/uit *2 TV aan/uit *2 TV aan/uit *2 TV aan/uit *2 Volume + TV volume + *2 TV volume + *2 TV volume + *2 TV volume + *2 TV volume + *2 Volume – TV volume – *2 *2 *2 *2 TV volume – *2 Kanaal + TV kanaal + *2 TV kanaal + *2 TV kanaal + *2 TV kanaal + *2 TV kanaal + *2 DVD-speler/ VCR DVD-recorder Kabel TV/ TV satellietontvanger AV POWER Aan/uit *1 Aan/uit *1 Aan/uit *1 TV POWER TV aan/uit *2 TV aan/uit *2 TV aan/uit *2 TV VOL + TV volume + *2 TV volume + *2 TV VOL – TV volume – *2 *2 CH + TV kanaal + *2 Kanaal + Kanaal + CH – TV kanaal – *2 Kanaal – Kanaal – Kanaal – TV kanaal – *2 TV kanaal – *2 TV kanaal – *2 TV kanaal – *2 TV kanaal – *2 TV INPUT TV ingang *2 TV ingang *2 TV ingang *2 Ingang TV ingang *2 TV ingang *2 TV ingang *2 TV ingang *2 TV ingang *2 TV geluid uit *2 TV geluid uit *2 TV geluid uit *2 TV geluid uit *2 TV geluid uit *2 TV volume – TV volume + *2 TV volume – *2 LD-speler TV volume – TV volume – TV volume – TV MUTE TV geluid uit *2 TV geluid uit *2 TV geluid uit *2 Tijdelijk uitschakelen geluidsweergave TITLE Titel Titel MENU Menu Menu Menu ENTER Menu Enter Menu selectie Menu selectie k Menu op Menu op Menu op Voorkeuzekanaal hoger (1 t/m 8) n Menu neer Menu neer Menu neer Voorkeuzekanaal lager (1 t/m 8) l Menu links Menu links Menu links Voorkeuzekanaal lager (A t/m E) h Menu rechts Menu rechts Menu rechts RETURN Terug Terug Terug Terug 1-9, 0, +10 Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Terug zoeken VCR terug zoeken*3 VCR terug zoeken*3 Terug zoeken Terug zoeken Terug zoeken Titel Titel Band Richting A/B ll Terug zoeken hh Vooruit zoeken Vooruit zoeken VCR vooruit zoeken*3 VCR vooruit zoeken*3 Vooruit zoeken Vooruit zoeken Vooruit zoeken Vooruit zoeken b Terug springen Hoofdstuk/ Terug springen Terug springen Terug springen Richting terug a Vooruit springen Hoofdstuk/ Vooruit springen Vooruit springen Vooruit springen Richting vooruit REC/ DISC SKIP Disc overslaan (speler) Opname Opname (recorder) VCR opname *3 VCR opname *3 Disc overslaan Opname Opname Terug zoeken s Stop Stop VCR stop *3 VCR stop *3 Stop Stop Stop Stop e Pauze Pauze VCR pauze *3 VCR pauze *3 Pauze Pauze Pauze Pauze h Weergave Weergave VCR weergave *3 VCR weergave *3 Weergave Weergave Weergave Weergave AUDIO Audio DISPLAY Display Display Display ENTER Voorkeuzekanaal hoger (A t/m E) Audio Display Enter Display Display Enter/oproepen Enter/cijfertoets Deze toets werkt alleen wanneer de originele afstandsbediening van de component in kwestie een POWER (aan/uit) toets heeft. Met deze toetsen kunt u uw TV bedienen zonder de signaalbron om te schakelen indien de juiste afstandsbedieningscode is ingesteld onder DTV of PHONO. Als u uw TV heeft ingesteld voor zowel de DTV als de PHONO set bedieningstoetsen, zal voorrang worden gegeven aan het signaal voor de DTV set. Met deze toetsen kunt u uw videorecorder bedienen zonder de signaalbron om te schakelen naar VCR 1 indien de juiste afstandsbedieningscode is ingesteld onder VCR 1. 97 Nederlands *1 ENTERTAIN GEAVANCEERDE BEDIENING 7 8 9 MUSIC KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING Instellen van afstandsbedieningscodes 3 U kunt andere componenten bedienen als u de bijbehorende afstandsbedieningscodes heeft ingesteld. Voor elke set bedieningstoetsen kan een code worden ingevoerd. Raadpleeg de “LIJST MET AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van deze handleiding voor een complete lijst van alle beschikbare afstandsbedieningscodes. Houd vervolgens LEARN ongeveer 3 seconden ingedrukt met een balpen of iets dergelijks. De namen van het archief (bijv. L;DVD) en van de geselecteerde component (bijv. DVD) zullen om en om in het uitleesvenster verschijnen. In de volgende tabel staan de standaard ingestelde componenten (Archief: componentencategorie) en de afstandsbedieningscode voor elke set bedieningstoetsen. LEARN Standaardinstellingen afstandsbedieningscodes y Ingang Archief (componentencategorie) A TAPE 2700 Als u een andere component wilt instellen, druk dan op de ingangskeuzetoets of op SELECT k / n om de component te selecteren. B LD 2200 Opmerkingen PHONO TV – TUNER TUNER 2602 Standaard YAMAHA Code CD CD 2300 MULTI CH INPUT DVD 2102 V-AUX VCR – CBL/SAT CABLE – MD/TAPE MD 2500 CD-R CD-R 2400 DTV TV – VCR 1 VCR – DVR/VCR2 DVR 2807 DVD DVD 2102 • U moet LEARN tenminste 3 seconden ingedrukt houden, want anders wordt de ‘leerfunctie’ opgestart. • Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden uitvoert, zal de instelfunctie automatisch worden geannuleerd. Houd in dat geval LEARN nog eens ingedrukt. 4 Als u een ander archief (componentencategorie) wilt gebruiken, dient u op l / h te drukken. U kunt een ander soort component instellen. Beschikbare archieven: L;DVD, L;DVR, L;LD, L;CD, L;CDR, L;MD, L;TAP (cassettedeck), L;TUN (tuner), L;AMP, L;TV, L;CAB (kabel), L;SAT (satelliet), L;VCR Opmerkingen Opmerking Het is mogelijk dat u uw YAMAHA component niet zult kunnen bedienen, ook al is er een YAMAHA afstandsbedieningscode voorgeprogrammeerd zoals hierboven vermeld. Probeer in een dergelijk geval een andere YAMAHA afstandsbedieningscode in te stellen. 1 Zet AMP/SOURCE/TV op SOURCE. AMP SOURCE TV 2 Druk op een ingangskeuzetoets om de broncomponent die u wilt instellen te selecteren. A 98 B AUDIO SEL SLEEP PHONO TUNER CD MULTI CH IN V-AUX CBL/SAT MD/TAPE CD-R DTV VCR 1 DVR/VCR2 DVD • De code voor het tunerarchief (L;TUN) is voorgeprogrammeerd voor de TUNER toets om dit toestel te bedienen. De begininstelling voor de TUNER toets is 2602. Indien nodig kunt u echter de tunerarchiefcode overschakelen naar één van de volgende codes. • De code voor het AMP-archief (L;AMP) is voorgeprogrammeerd op 2001 om dit toestel te bedienen. Indien nodig kunt u echter de AMP-archiefcode overschakelen naar één van de volgende codes. KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING Instellen van AMP afstandsbedieningscodes Selecteer één van de volgende codes om de AMP afstandsbedieningscode voor de gewenste component in te stellen. Zet AMP/SOURCE/TV op AMP of SOURCE en wijzig vervolgens de instellingen voor de afstandsbedieningcode. AMP archiefcode Functie (de instelling van dit toestel: zie bladzijde 95) 2001 (begininstelling) Om dit toestel te bedienen met de standaardcode. Bedienen van Zone 2 of Zone 3 functies (zie bladzijde 108). ID1 (begininstelling) 2002 Om dit toestel te bedienen middels een alternatieve code. Bedienen van Zone 2 of Zone 3 functies (zie bladzijde 108). ID2 Opmerkingen • U moet ook de corresponderende AMP ID voor de afstandsbediening instellen (zie bladzijde 95). • Bij gebruik van meerdere YAMAHA receivers/versterkers is het mogelijk dat u de andere componenten tegelijkertijd bedient als de standaard code is ingesteld. Stel in een dergelijk geval een alternatieve code in zodat u dit toestel apart kunt bedienen. Afstandsbediening tuner ID Functie (afstandsbedieningsinstelling) 2602 (begininstelling) 2603 Om dit toestel te bedienen met de standaardcode. Om dit toestel te bedienen middels een alternatieve code. 0000 zal in het uitleesvenster verschijnen wanneer er geen code is ingesteld. 6 7 Gebruik de cijfertoetsen om de vier cijfers van de afstandsbedieningscode voor de gewenste component in te voeren. Raadpleeg de “LIJST MET AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van deze handleiding voor een complete lijst van alle beschikbare afstandsbedieningscodes. STEREO MUSIC ENTERTAIN 1 2 3 4 THX STANDARD SELECT EXTD SUR. 5 6 7 8 1 MEMORY 2 9 0 MOVIE A SPEAKERS B +10 ENT. Druk op ENTER om de ingevoerde code definitief te maken. OK zal in het uitleesvenster verschijnen als de instelling met succes is verlopen. NG zal in het uitleesvenster verschijnen als de instelling mislukt is. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 3. y Als u gelijk nog een code wilt instellen voor een andere component, druk dan op de ingangskeuzetoets of op SELECT k / n om de gewenste component te selecteren en herhaal vervolgens de stappen 4 t/m 6. 8 Druk nog eens op LEARN om deze instelfunctie te verlaten. GEAVANCEERDE BEDIENING Instellen van tuner afstandsbedieningscodes Selecteer één van de volgende codes om de tuner afstandsbedieningscode voor de gewenste component in te stellen. Zet AMP/SOURCE/TV op SOURCE en druk dan op TUNER op de afstandsbediening om de TUNER als signaalbron te selecteren en de instellingen voor de afstandsbedieningscode te kunnen wijzigen. Druk op ENTER. De viercijferige code voor de geselecteerde component zal verschijnen in het uitleesvenster. Opmerking Afstandsbediening AMP ID (afstandsbedieningsinstelling) Tuner archiefcode 5 LEARN (de instelling van dit toestel: zie bladzijde 95) ID1 (begininstelling) ID2 Opmerkingen Nederlands • U moet ook de corresponderende tuner ID voor de afstandsbediening instellen (zie bladzijde 95). • Bij gebruik van meerdere YAMAHA receivers/versterkers is het mogelijk dat u de andere componenten tegelijkertijd bedient als de standaard code is ingesteld. Stel in een dergelijk geval een alternatieve code in zodat u dit toestel apart kunt bedienen. 99 KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING 9 Druk op één van de grijze toetsen hieronder om te kijken of u de component in kwestie kunt bedienen. Als dat lukt, heeft u de juiste afstandsbedieningscode ingesteld. STANDBY POWER B AUDIO SEL SLEEP PHONO TUNER CD MULTI CH IN V-AUX CBL/SAT MD/TAPE CD-R DTV VCR 1 DVR/VCR2 DVD POWER POWER TV AV A FREQ/TEXT EON MODE PTY SEEK START REC DISC SKIP OFF ON MACRO LEARN CLEAR RE–NAME y Als er meerdere codes zijn voor de fabrikant van uw component, probeer ze dan één voor één tot u de juiste gevonden heeft. Opmerkingen • ERROR zal in het uitleesvenster verschijnen als u op een toets drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt. • De meegeleverde afstandsbediening bevat niet alle mogelijke codes voor alle in de handel verkrijgbare audio- en videoapparatuur (met inbegrip van YAMAHA componenten). Als geen enkele afstandsbedieningscode werkt met uw apparatuur, kunt u de gewenste functie programmeren met de ‘Leerfunctie’ (zie “Gebruik van LEARN”) of dient u de met de apparatuur in kwestie meegeleverde afstandsbediening te gebruiken • Functies die zijn geprogrammeerd met de ‘leerfunctie’ krijgen voorrang over functies onder afstandsbedieningscodes. Gebruik van LEARN U kunt ook afstandsbedieningscodes programmeren van andere afstandsbedieningen. Als u functies wilt gebruiken die niet mogelijk zijn met de afstandsbedieningscode, of als er geen geschikte afstandsbedieningcode gevonden kan worden, dan kunt u proberen de LEARN (‘Leer’) functie te gebruiken. U kunt alle toetsen in een bepaalde set zelf opnieuw programmeren (zie bladzijde 96). De toetsen kunnen apart voor elke component worden geprogrammeerd. Opmerking Deze afstandsbediening maakt gebruik van infrarood stralen. Als de andere afstandsbediening ook gebruik maakt van infrarood, kan deze afstandsbediening de meeste functies daarvan overnemen. Sommige speciale signalen of hele lange signalen kunnen echter mogelijk niet worden overgenomen. (Raadpleeg tevens de handleiding van de betreffende afstandsbediening.) 1 Zet AMP/SOURCE/TV op SOURCE. AMP SOURCE TV 2 3 Druk op de ingangskeuzetoets voor de gewenste component. A B AUDIO SEL SLEEP PHONO TUNER CD MULTI CH IN V-AUX CBL/SAT MD/TAPE CD-R DTV VCR 1 DVR/VCR2 DVD Leg deze afstandsbediening en de andere ongeveer 5 tot 10 cm uit elkaar op een vlakke ondergrond zodat hun infrarood vensters op elkaar gericht zijn. B CD AUDIO SEL STANDBY DVD CD-R MULTI CH IN SLEEP POWER AV TUNER MD/TAPE POWER A DVR/VCR2 TV PHONO VCR 1 CBL/SAT POWER DTV V-AUX SELECT 5 tot 10 cm 100 KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING 4 Druk met een balpen of iets dergelijks LEARN in. LEARN en van de geselecteerde component (bijv. DVD) zullen om en om in het uitleesvenster verschijnen. 7 Druk nog eens op LEARN om de leerfunctie te verlaten. LEARN Opmerkingen LEARN Opmerkingen • Houd LEARN niet te lang ingedrukt. Als u het knopje drie seconden ingedrukt houdt, zal de instelfunctie voor afstandsbedieningscodes worden opgestart. • Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden uitvoert, zal de leerfunctie automatisch worden geannuleerd. Houd in dat geval LEARN nog eens ingedrukt. 5 Druk op de toets waaronder u de nieuwe functie wilt programmeren. LEARN verschijnt in het uitleesvenster. CD AUDIO SEL STANDBY MULTI CH IN SLEEP POWER AV B POWER TUNER DVD CD-R TV A MD/TAPE POWER PHONO DVR/VCR2 SELECT AMP TV SOURCE VCR 1 + CBL/SAT – VOLUME DTV + V-AUX – CH AUDIO NIGHT PURE DIRECT – MUTE EXIT MENU EFFECT STRAIGHT + PRESET TV INPUT ENTER DISPLAY A/B/C/D/E TV VOL TV MUTE GUI TOP BAND TITLE RETURN 6 • ERROR zal in het uitleesvenster verschijnen als u op een toets drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt. • Deze afstandsbediening is in staat ongeveer 200 functies te leren. Het is echter mogelijk, afhankelijk van de overgenomen signalen, dat de melding FULL in het uitleesvenster verschijnt voordat u 200 functies heeft geprogrammeerd. In dit geval kunt u eerder geprogrammerde functies die u niet meer nodig heeft wissen om ruimte te maken voor nieuwe functies. • In de volgende gevallen is het mogelijk dat de leerfunctie niet werkt: – Wanneer de batterijen in deze of in de andere afstandsbediening leeg of bijna leeg zijn. – Wanneer de afstand tussen de twee afstandsbedieningen te groot of te klein is. – Wanneer de infraroodvensters van de afstandsbedieningen niet goed op elkaar gericht zijn. – Wanneer de afstandsbediening in de zon ligt. – Wanneer het signaal voor de functie die u wilt overnemen continu is of zeer ongewoon. B CD AUDIO SEL STANDBY DVD CD-R MULTI CH IN SLEEP POWER AV TUNER MD/TAPE POWER A DVR/VCR2 TV PHONO VCR 1 CBL/SAT POWER DTV SELECT V-AUX GEAVANCEERDE BEDIENING Houd de toets waarvan u de functie wilt overnemen op de andere afstandsbediening ingedrukt tot OK in het uitleesvenster verschijnt. NG zal in het uitleesvenster verschijnen als het overnemen niet gelukt is. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 5. y Nederlands • Herhaal de stappen 5 en 6 wanneer u gelijk nog een andere functie wilt programmeren. • Als u gelijk nog een functie wilt programmeren voor een andere component, druk dan op SELECT k / n om de gewenste component te selecteren en herhaal vervolgens de stappen 5 en 6. 101 KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING Gebruik van RE-NAME 5 U kunt de naam voor de signaalbron die verschijnt in het uitleesvenster van de afstandsbediening veranderen als een andere naam dan de voorgeprogrammeerde uw voorkeur heeft. Dit komt bijvoorbeeld van pas wanneer u een andere component op een bepaalde ingang heeft aangesloten. 1 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP of SOURCE. AMP PRESET ENTER A/B/C/D/E 6 SOURCE TV 2 Druk op een ingangskeuzetoets om de signaalbron die u een nieuwe naam wilt geven te selecteren. De naam van de geselecteerde component zal verschijnen in het uitleesvenster. A B AUDIO SEL SLEEP PHONO TUNER CD MULTI CH IN V-AUX CBL/SAT MD/TAPE CD-R DTV VCR 1 DVR/VCR2 DVD Druk op l / h om de cursor naar de volgende tekenpositie te verplaatsen. Druk op ENTER om de nieuwe naam definitief te maken. OK zal in het uitleesvenster verschijnen als de naam met succes is veranderd. NG zal in het uitleesvenster verschijnen als veranderen van de naam niet gelukt is. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 4. y Als u gelijk nog een component een nieuwe naam wilt geven, druk dan op de ingangskeuzetoets of op SELECT k / n om de gewenste component te selecteren en herhaal vervolgens de stappen 4 t/m 6. 7 Druk nog eens op RE-NAME om de functie voor het geven van nieuwe namen te verlaten. RE-NAME 3 Druk met een balpen of iets dergelijks RE-NAME in. RE-NAME Opmerking Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden uitvoert, zal het veranderen van de namen automatisch worden geannuleerd. Houd in dat geval RE-NAME nog eens ingedrukt. 4 Druk op k / n om een teken te selecteren en in te voeren. Door op n te drukken zullen de tekens als volgt veranderen: A t/m Z, 1 t/m 9, 0, + (plus), – (afbreekstreepje), ; (punt comma), / (slash) en spatie. (Druk op k om deze reeks in omgekeerde volgorde te doorlopen.) PRESET ENTER A/B/C/D/E 102 Opmerking ERROR zal in het uitleesvenster verschijnen als u op een toets drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt. KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING Gebruik van MACRO De MACRO functie maakt het mogelijk een reeks handelingen uit te laten voeren met één druk op een toets. Wanneer u bijvoorbeeld een CD wilt afspelen zou u normaal gesproken eerst uw apparatuur aan moeten zetten, vervolgens de CD als signaalbron selecteren en dan pas op de weergavetoets drukken. Met de MACRO functie kunt u al deze handelingen laten uitvoeren door eenvoudigweg op de CD macrotoets te drukken. De toetsen die hieronder genoemd worden als macrotoetsen zijn reeds als zodanig voorgeprogrammeerd. U kunt echter ook uw eigen macro’s samenstellen (zie bladzijde 104). Druk op een macrotoets CD Om automatisch deze signalen in deze volgorde uit te zenden POWER CD Macrotoetsen Eerste Tweede Derde STANDBY STANDBY — — POWER POWER (*1) POWER (CD set) (*2) TV A B — — — — — — — PHONO PHONO TUNER TUNER CD CD MULTI CH IN MULTI CH IN — V-AUX V-AUX — CBL/SAT — CBL/SAT — (*3) — (CD set) (*4) POWER MD/TAPE GEAVANCEERDE BEDIENING MD/TAPE (MD/TAPE set) (*4) (*1) CD-R CD-R DTV DTV VCR 1 DVR/VCR2 DVD VCR 1 DVR/VCR2 (CD-R set) (*4) — (VCR 1 set) (*4) (DVR/VCR 2 set) (*4) DVD (DVD set) (*4) *1 103 Nederlands U kunt sommige componenten (inclusief YAMAHA componenten) die zijn aangesloten op dit toestel aan zetten via de AC OUTLETS netstroomaansluitingen op het achterpaneel. (Afhankelijk van de component in kwestie is het mogelijk dat het in- en uitschakelen van de stroom niet synchroon loopt met dit toestel. Raadpleeg voor details tevens de handleiding van de aangesloten component.) *2 Wanneer de afstandsbedieningscode voor uw TV is ingesteld op DTV of PHONO (zie bladzijde 98), kunt u uw TV aan zetten zonder een signaalbron te selecteren. Een eventuele afstandsbedieningscode voor DTV krijgt voorrang boven één voor PHONO. *3 Wanneer de TUNER wordt geselecteerd als signaalbron, zal dit toestel afstemmen op de laatste zender die werd ontvangen voor het toestel de vorige keer uit (standby) werd gezet. *4 De weergave kan direct worden gestart met elke MD-recorder, CD-speler, CD-recorder, DVD-speler, of DVD-recorder die geschikt is voor de YAMAHA afstandsbediening. Wanneer u macro’s met andere componenten gebruikt, moet u de weergavetoets programmeren in de set bedieningstoetsen voor die component (zie bladzijde 100) of een afstandsbedieningscode instellen (zie bladzijde 98). KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING ■ MACRO handelingen ■ Programmeren van MACRO handelingen Macrotoetsen POWER POWER TV AV A B STANDBY POWER AUDIO SEL SLEEP FREQ/TEXT EON MODE PTY SEEK START REC PHONO TUNER CD MULTI CH IN V-AUX CBL/SAT MD/TAPE CD-R DTV VCR 1 DVR/VCR2 DVD DISC SKIP OFF ON MACRO LEARN MACRO ON/OFF 1 Zet MACRO ON/OFF op ON. 2 Druk op een macrotoets. CLEAR RE–NAME MACRO Opmerkingen • Wanneer u klaar bent met de MACRO functie, moet u MACRO ON/OFF op OFF instellen. • Terwijl de afstandsbediening bezig is met het uitvoeren van een MACRO, zullen alle andere toetsen buiten werking worden gesteld tot de macro klaar is (tot de zendindicator stopt met knipperen). • Houd de afstandsbediening op de component in kwestie gericht tot de macro klaar is. U kunt ook uw eigen macro’s programmeren en de MACRO functie gebruiken om met een enkele toets op de afstandsbediening een aantal instructies uit te laten voeren. Stel eerst de juiste afstandsbedieningscodes in en neem eventueel functies over met de leerfunctie voor u een macro gaat programmeren. Wij raden u aan geen doorlopende handelingen, zoals het regelen van het volume, in een macro te programmeren. Opmerkingen • De voorgeprogrammeerde macro wordt niet gewist wanneer er voor een toets een nieuwe macro wordt geprogrammeerd. De voorgeprogrammeerde macro kan weer worden gebruikt wanneer de door u geprogrammeerde macro is gewist. • Er kan geen nieuwe instructie (macro-stap) aan een voorgeprogrammeerde macro worden toegevoegd. Een macro kan alleen in zijn geheel worden geprogrammeerd. 1 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP of SOURCE. AMP SOURCE TV 2 Druk met een balpen of iets dergelijks MACRO in. “MCR ?” verschijnt in het uitleesvenster. MACRO Opmerking Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden uitvoert, zal macro programmeerfunctie automatisch worden geannuleerd. Houd in dat geval MACRO nog eens ingedrukt. 3 Druk op de macrotoets die u wilt gebruiken. De namen van de macrotoets (bijv. M;DVD) en van de geselecteerde component (bijv. DVD) zullen om en om in het uitleesvenster verschijnen. A B AUDIO SEL SLEEP PHONO TUNER CD MULTI CH IN V-AUX CBL/SAT MD/TAPE CD-R DTV VCR 1 DVR/VCR2 DVD Opmerking AGAIN zal in het uitleesvenster verschijnen wanneer u op een andere dan een macrotoets drukt. 104 KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING 4 Druk in de gewenste volgorde op de toetsen voor de functies die u wilt opnemen in de macro. U kunt maximaal 10 stappen (10 functies) programmeren. Wanneer u 10 stappen heeft geprogrammeerd zal de melding FULL verschijnen en zal de macrofunctie automatisch worden afgesloten. Gebruik van CLEAR U kunt alle wijzigingen, zoals overgenomen functies, macro’s, nieuwe namen voor signaalbronnen en afstandsbedieningscodes, voor een bepaalde set bedieningstoetsen tegelijk wissen. ■ Basisbediening CLEAR 1 POWER POWER TV AV Zet AMP/SOURCE/TV op AMP of SOURCE. AMP POWER STANDBY MCR 2: AV POWER 2 A B PHONO TUNER AUDIO SEL CD SLEEP V-AUX CBL/SAT MD/TAPE CD-R DTV VCR 1 DVR/VCR2 DVD SOURCE MCR 3: AUDIO SEL TV 3 MULTI CH IN MCR 1: DVD 2 1 Druk met een balpen of iets dergelijks CLEAR in. CLEAR verschijnt in het uitleesvenster. CLEAR Geeft het aantal macrostappen aan dat u heeft geprogrammeerd Knippert om en om zodat u de volgende stap kunt programmeren Opmerking Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden uitvoert, zal het wissen automatisch worden geannuleerd. Houd in dat geval CLEAR nog eens ingedrukt. 3 Druk op k / n om de wisfunctie te selecteren. L;CD Opmerking Druk op SELECT k / n om de geselecteerde signaalbron te veranderen. Als u op één van de ingangskeuzetoetsen drukt, zal er een macro-stap worden geprogrammeerd, terwijl u met SELECT k / n alleen de geselecteerde component en de daarbij behorende set bedieningstoetsen verandert. 5 Druk nog eens op MACRO wanneer u alle gewenste stappen geprogrammeerd heeft. Opmerking Opmerking De naam van een component wordt getoond achter een puntcomma (;). ERROR zal in het uitleesvenster verschijnen als u op een toets drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt. Geheugen back-up De geheugen back-up schakeling voorkomt dat opgeslagen gegevens verloren gaan. De opgeslagen gegevens zullen niettemin verloren gaan wanneer het netsnoer langer dan een week uit het stopcontact is. 4 GEAVANCEERDE BEDIENING Wist alle overgenomen (‘geleerde’) functies voor de set bedieningstoetsen in kwestie. Druk op de ingangskeuzetoets voor de gewenste component. L;AMP Wist alle overgenomen (‘geleerde’) functies voor de set bedieningstoetsen voor dit toestel. L;ALL Wist alle overgenomen (‘geleerde’) functies. M;ALL Wist alle geprogrammeerde macro’s. RNAME Wist alle veranderde namen voor signaalbronnen. FCTRY Wist alle functies van de afstandsbediening en zet deze terug op de fabrieksinstellingen. Houd CLEAR nog eens tenminste 3 seconden ingedrukt. WAIT verschijnt in het uitleesvenster. Als het wissen met succes is verlopen, zal C;OK in het uitleesvenster verschijnen. CLEAR y Opmerking L;ALL en FCTRY kunnen ongeveer 30 seconden duren. 105 Nederlands Wanneer u een overgenomen functie heeft gewist, zal de toets terugkeren naar de fabrieksinstelling (of de bij een eventueel ingestelde afstandsbedieningscode behorende functie). KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING 5 Laat CLEAR los om de wisfunctie te verlaten. 4 CLEAR Opmerkingen • C;NG zal in het uitleesvenster verschijnen als het wissen niet gelukt is. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 3. • ERROR zal in het uitleesvenster verschijnen als u op een toets drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt. Houd CLEAR ingedrukt met een balpen of iets dergelijks en houd vervolgens de toets met de functie die u wilt wissen tenminste 3 seconden ingedrukt. C;OK zal in het uitleesvenster verschijnen als het wissen gelukt is. FREQ/TEXT EON MODE PTY SEEK START REC DISC SKIP OFF ON MACRO LEARN CLEAR RE–NAME ■ Wissen van een overgenomen (‘geleerde’) functie U kunt de overgenomen functie onder een bepaalde toets in een bepaalde set bedieningstoetsen wissen. 1 y • Herhaal stap 4 als u gelijk nog een andere functie wilt wissen. • Als u gelijk nog een functie wilt wissen voor een andere component, druk dan op SELECT k / n om de gewenste component te selecteren en herhaal vervolgens stap 4. • Wanneer u een overgenomen functie heeft gewist, zal de toets terugkeren naar de fabrieksinstelling (of de bij een eventueel ingestelde fabrikantencode behorende functie). Zet AMP/SOURCE/TV op SOURCE. AMP SOURCE TV 2 Druk op een ingangskeuzetoets om de broncomponent met de functie die u wilt wissen te selecteren. De naam van de geselecteerde component zal verschijnen in het uitleesvenster. A B AUDIO SEL SLEEP PHONO TUNER CD MULTI CH IN V-AUX CBL/SAT MD/TAPE CD-R DTV VCR 1 DVR/VCR2 DVD 5 Laat CLEAR los om de wisfunctie te verlaten. De afstandsbediening gaat nu weer in de leerfunctie. 6 Druk nog eens op LEARN om deze functie te verlaten. Opmerkingen 3 Druk met een balpen of iets dergelijks LEARN in. LEARN en van de geselecteerde component (bijv. DVD) zullen om en om in het uitleesvenster verschijnen. LEARN Opmerkingen • Houd LEARN niet te lang ingedrukt. Als u het knopje drie seconden ingedrukt houdt, zal de instelfunctie voor afstandsbedieningscodes worden opgestart. • Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden uitvoert, zal de leerfunctie automatisch worden geannuleerd. Houd in dat geval LEARN nog eens ingedrukt. 106 • C;NG zal in het uitleesvenster verschijnen als het wissen niet gelukt is. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 4. • ERROR zal in het uitleesvenster verschijnen als u op een toets drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt. KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING ■ Wissen van een macrofunctie U kunt de functie wissen die onder een bepaalde macrotoets is geprogrammeerd. 1 Zet AMP/SOURCE/TV op AMP of SOURCE. AMP SOURCE TV 2 Druk met een balpen of iets dergelijks MACRO in. “MCR ?” verschijnt in het uitleesvenster. MACRO Opmerking Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden uitvoert, zal macro programmeerfunctie automatisch worden geannuleerd. Houd in dat geval MACRO nog eens ingedrukt. 3 Houd CLEAR ingedrukt met een balpen of iets dergelijks en houd vervolgens de macrotoets met de functie die u wilt wissen tenminste 3 seconden ingedrukt. C;OK zal in het uitleesvenster verschijnen als het wissen gelukt is. DTV VCR 1 DVR/VCR2 DVD REC DISC SKIP OFF ON MACRO LEARN CLEAR RE–NAME GEAVANCEERDE BEDIENING y • Herhaal stap 3 als u gelijk nog een andere functie wilt wissen. • Wanneer u een geprogrammeerde functie heeft gewist, zal de toets terugkeren naar de fabrieksinstelling (of de bij een eventueel ingestelde fabrikantencode behorende functie). 4 Druk op CLEAR om de wisfunctie te verlaten. De afstandsbediening gaat nu weer in de macro programmeerfunctie. 5 Druk nog eens op MACRO om deze functie te verlaten. Nederlands Opmerkingen • C;NG zal in het uitleesvenster verschijnen als het wissen niet gelukt is. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 3. • ERROR zal in het uitleesvenster verschijnen als u op een toets drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt. 107 ZONE 2/ZONE 3 ZONE 2/ZONE 3 Dit toestel stelt u in staat een audiosysteem in verschillende kamers samen te stellen. De Zone 2 en Zone 3 functies maken het mogelijk dit toestel zo in te stellen dat er verschillende signaalbronnen worden weergegeven in de woonkamer en in de tweede (Zone 2) of derde kamer (Zone 3). U kunt dit toestel bedienen vanuit de tweede of derde kamer met de meegeleverde afstandsbediening. Alleen analoge signalen kunnen worden wgg in de tweede en derde kamer. Een signaalbron waar u naar wilt kunnen luisteren in de tweede of derde kamer moet dus aangesloten zijn op de analoge (AUDIO L/R) ingangsaansluitingen van dit toestel. Aansluiten van Zone 2 en Zone 3 componenten Om gebruik te kunnen maken van de multi-ruimte weergavefunctie van dit toestel heeft u de volgende extra apparatuur nodig: • Een infrarood ontvanger in de tweede en/of derde ruimte. • Een infrarood zender in de hoofdruimte. Deze zender brengt de infrarood signalen van de afstandsbediening in de tweede en/of derde kamer over naar de hoofdruimte (naar een CD-speler of DVD-speler, bijvoorbeeld). • Een versterker en luidsprekers voor de tweede en/of derde ruimte. • Een beeldscherm voor de tweede ruimte. y • U heeft geen extra versterker en luidsprekers nodig voor de tweede en/of derde ruimte als u de in dit toestel ingebouwde versterkers wilt gebruiken. • Omdat er verschillende manieren zijn waarop u dit toestel kunt aansluiten en in meerdere ruimten gebruiken, raden we u aan uw dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of servicecentrum te raadplegen voor de Zone 2 en Zone 3 aansluitingen die het best overeenkomen met uw wensen. • Sommige YAMAHA modellen kunnen direct worden aangesloten op de CONTROL OUT aansluiting van dit toestel. Als u een dergelijk product in bezit heeft, heeft u waarschijnlijk geen aparte infrarood zender nodig. Op de hier aangegeven manier kunnen er maximaal zes YAMAHA componenten worden aangesloten. REMOTE REMOTE IN Infrarood-ontvanger OUT REMOTE IN OUT OUT YAMAHA component YAMAHA component Dit toestel REMOTE IN ■ Met externe versterkers Om een externe versterker te gebruiken in Zone 2, dient u EXT te selecteren bij Zone2 Amplifier (zie bladzijde 89). ZONE 3 AUDIO OUT ZONE 2 VIDEO OUT ZONE 2 AUDIO OUT SP OUT Versterker Versterker MONITOR OUT DVD-speler (of andere component) VIDEO IN AUDIO IN Dit toestel MAIN SYSTEEM Afstandsbediening Afstandsbediening ZONE 2 ZONE 3 Infrarood-ontvanger Infrarood-ontvanger Infrarood-zender Eerste ruimte REMOTE OUT Tweede ruimte Derde ruimte REMOTE 1 IN REMOTE 2 IN Opmerkingen • Wanneer u uw eerste ruimte niet gebruikt, dient u het volume van dit toestel voor de eerste ruimte uit te zetten. Regel het Zone 2/Zone 3 volume met de versterker in de tweede/derde ruimte. • Om onverwachte zeer luide ruis te voorkomen, mag u de Zone 2/Zone 3 functie NIET gebruiken met CD’s met DTS materiaal. • Alleen de analoge videosignalen die binnenkomen via de composiet VIDEO aansluitingen op het achterpaneel van dit toestel worden gereproduceerd via de ZONE 2 VIDEO OUT aansluitingen. De analoge videosignalen die binnenkomen via de S VIDEO en COMPONENT VIDEO aansluitingen op het achterpaneel van dit toestel worden niet gereproduceerd via de ZONE 2 VIDEO OUT aansluitingen. 108 ZONE 2/ZONE 3 ■ Gebruiken van de interne versterkers van dit toestel Als u één interne versterker (surround of surround achter) van dit toestel wilt gebruiken Verbind de Zone 2 of Zone 3 luidsprekers rechtstreeks met de SURROUND/ZONE 2(3) of PRESENCE/ZONE 2(3) luidspreker-aansluitingen en kies INT:Sur. of INT:PRNS voor Zone2 Amplifier (zie bladzijde 89). Als u twee interne versterkers (zowel surround als surround achter) van dit toestel wilt gebruiken Verbind de Zone 2 of Zone 3 luidsprekers rechtstreeks met de SURROUND/ZONE 2(3) en PRESENCE/ZONE 2(3) luidspreker-aansluitingen en kies INT:BOTH voor Zone2 Amplifier of Zone3 Amplifier (zie bladzijde 89). SURROUND/ZONE 2(3) R + – – + L R L + R + – – + L – PRESENCE/ ZONE 2(3) Derde ruimte SINGLE SURROUND BACK Tweede ruimte Dit toestel BELANGRIJKE OPMERKING VOOR UW VEILIGHEID De SURROUND/ZONE 2(3) of PRESENCE/ZONE 2(3) luidspreker-aansluitingen van deze Receiver mogen niet worden aangesloten op een passieve luidspreker-schakelkast of op meer dan één luidspreker per kanaal. Aansluiting op een passieve luidspreker-schakelkast of op meerdere luidsprekers per kanaalkan leiden tot een abnormaal lage impedantie en daardoor tot schade aan de versterker. Zie deze handleiding voor correct gebruik. Voor alle kanalen is het absoluut noodzakelijk dat de opgegeven minimale impedantie te allen tijde gehandhaafd blijft. Deze gegevens kunt u vinden op het achterpaneel van uw Receiver. Selecteren van Zone 2 of Zone 3 ■ Bediening via het voorpaneel 1 Druk op MAIN ZONE ON/OFF, ZONE 2 ON/OFF of ZONE 3 ON/OFF op het voorpaneel om dit toestel, Zone 2 of Zone 3 apart in te schakelen. Druk herhaaldelijk op de gewenste toets om de bijbehorende zone aan of uit (standby) te zetten. Druk herhaaldelijk op ZONE CONTROL op het voorpaneel om de zone die u wilt bedienen te selecteren. ZONE CONTROL Met elke druk op ZONE CONTROL zal het display op het voorpaneel veranderen zoals hieronder staat aangegeven en zal de indicator voor de op dit moment geselecteerde zone ongeveer 5 seconden lang knipperen. Er zal echter geen indicator gaan knipperen wanneer dit toestel zelf is geselecteerd. ZONE2 GEAVANCEERDE BEDIENING U kunt de zone die u wilt bedienen kiezen met de bedieningstoetsen op het voorpaneel of op de afstandsbediening. Wanneer u de zone die u wilt bedienen heeft geselecteerd,kunt u deze bedienen zoals beschreven staat onder “Bedienen van Zone 2 en Zone 3” op bladzijde 110. 2 ZONE3 Er knippert geen indicator wanneer dit toestel zelf is geselecteerd. ZONE ON/OFF ON/OFF ZONE 2 ZONE 3 y ZONE3 Voor de Zone 3 component die is aangesloten op de ZONE 3 AUDIO L/R aansluitingen op het achterpaneel van dit toestel. 109 Nederlands Wanneer MASTER ON/OFF op het voorpaneel eenmaal naar binnen is gedrukt in de ON stand, kunt u ook op POWER en STANDBY op de afstandsbediening drukken om dit toestel, Zone 2 en Zone 3 tegelijk aan te zetten. ZONE2 Voor de Zone 2 component die is aangesloten op de ZONE 2 AUDIO L/R aansluitingen op het achterpaneel van dit toestel. ZONE 2/ZONE 3 y • U moet deze stap binnen 5 seconden afronden terwijl de geselecteerde zone nog knippert op het display op het voorpaneel. Anders zal de geselecteerde zone automatisch worden geannuleerd. Houd in dat geval ZONE CONTROL nog eens ingedrukt. • De begininstelling is ZONE2 wanneer zowel Zone 2 als Zone 3 zijn ingeschakeld. 3 Ga door naar “Bedienen van Zone 2 en Zone 3” op bladzijde 110 voor gedetailleerde informatie over de bedieningsfuncties voor Zone 2 en Zone 3. Bedienen van Zone 2 en Zone 3 Wanneer u de zone die u wilt bedienen heeft geselecteerd zoals aangegeven bij “Selecteren van Zone 2 of Zone 3” op bladzijde 109, kunt u Zone 2 en Zone 3 bedienen met de toetsen op het voorpaneel of op de afstandsbediening. De beschikbare mogelijkheden zijn als volgt: • Selecteren van de signaalbron voor Zone 2 of Zone 3 • Instellen van het volume voor Zone 2 of Zone 3 • Instellen van de toonkleur voor Zone 2 of Zone 3 • Afstemmen op FM of AM wanneer TUNER is geselecteerd als de signaalbron voor Zone 2 of Zone 3 ■ Afstandsbediening ■ Selecteren van de signaalbron voor Zone 2 of Zone 3 1 Gebruik INPUT op het voorpaneel (of druk op één van de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening) om de gewenste signaalbron voor de geselecteerde zone te selecteren. Als de afstandsbediening wordt gebruikt om de signaalbron te selecteren, zal “2: naam avn de geselecteerde signaalbron” of “3: naam van de geselecteerde signaalbron” in het uitleesvenster verschijnen wanneer respectievelijk Zone 2 of Zone 3 is geselecteerd. Zet AMP/SOURCE/TV op de afstandsbediening op AMP. AMP SOURCE TV 2 Druk net zo vaak op SELECT k tot u de zone geselecteerd heeft die u wilt bedienen. ZONE 2 of ZONE 3 verschijnt in het uitleesvenster. A B AUDIO SEL SLEEP PHONO TUNER CD MULTI CH IN V-AUX CBL/SAT MD/TAPE CD-R DTV VCR 1 DVR/VCR2 DVD INPUT SELECT of 3 4 Ga door naar “Bedienen van Zone 2 en Zone 3” op bladzijde 110 voor gedetailleerde informatie over de bedieningsfuncties voor Zone 2 en Zone 3. Druk op SELECT k / n om de Zone 2/Zone 3 bedieningsfunctie te verlaten Opmerkingen • De signaalbron voor Zone 2 is altijd gelijk aan de signaalbron waarvan kan worden opgenomen. • ZONE 2 of ZONE 3 zal alleen in het uitleesvenster verschijnen wanneer er op k wordt gedrukt en ALL alleen wanneer er op n wordt gedrukt. 110 of • Selecteer de TUNER (radio) als signaalbron om de TUNER functies te kunnen gebruiken in de geselecteerde zone. Voor details omtrent de bediening van de TUNER (radio), zie “FM/AM AFSTEMMEN” op bladzijde 47. Opmerking De geselecteerde signaalbron wordt gedeeld door alle zones. y U moet deze stap binnen 5 seconden afronden terwijl de geselecteerde zone nog knippert op het display op het voorpaneel. Anders zal de geselecteerde zone automatisch worden geannuleerd. Druk in een dergelijk geval nog eens op ZONE CONTROL op het voorpaneel. ZONE 2/ZONE 3 ■ Instellen van het volume voor Zone 2 of Zone 3 Verdraai VOLUME op het voorpaneel (of druk op VOLUME +/– op de afstandsbediening) om het volume voor de geselecteerde zone op het gewenste niveau in te stellen. Instelbereik: –80 dB t/m +16,5 dB Instelstap: 0,5 dB VOLUME + of VOLUME – Opmerking VOLUME +/– kan alleen worden gebruikt wanneer Zone2 Volume of Zone3 Volume is ingesteld op Variable via Multi Zone (zie bladzijde 90). Gebruiken van de bedieningsfunctie voor Zone 2 en Zone 3 POWER en STANDBY op de afstandsbediening werken iets anders afhankelijk van de geselecteerde zone zoals die in het uitleesvenster verschijnt. • Wanneer u de normale, Zone 2 of Zone 3 stand heeft geselecteerd, kunt u het hoofdtoestel, Zone 2 of Zone 3 onafhankelijk van elkaar aan en uit (standby) zetten. • Wanneer de stand voor alle zones is geselecteerd, zal door op POWER te drukken dit toestel, Zone 2 en Zone 3 tegelijk worden ingeschakeld, terwijl een druk op STANDBY om deze zones tegelijk uit (standby) te zetten. Bedieningsfunctie Uitleesvenster Normale stand Naam component y Druk op MUTE om het in de geselecteerde zone weergegeven geluid tijdelijk uit te schakelen. + + CH TV VOL – – “ZONE 2” of “2:naam van de geselecteerde component” Turns on Zone 2 or sets it to the standby mode. Zone 3 stand “ZONE 3” of “3:naam van de geselecteerde component” Turns on Zone 3 or sets it to the standby mode. “ALL” POWER: zet het hoofdtoestel, Zone 2 en Zone 3 aan. STANDBY: hiermee zet u het hoofdtoestel, Zone 2 and Zone 3 tegelijkertijd uit (standby). Controleer of “ZONE 2” of “ZONE 3” verschijnt in het uitleesvenster van de afstandsbediening voor u de toonkleur voor de corresponderende zone gaat regelen (zie bladzijde 110). Alle standen Opmerking In de normale stand zal MAIN een paar seconden worden getoond wanneer POWER of STANDBY wordt ingedrukt. GEAVANCEERDE BEDIENING Opmerking Hiermee zet u alleen het hoofdtoestel aan of uit (standby). Zone 2 stand ■ Instellen van de toonkleur voor Zone 2 of Zone 3 Druk op CH +/– en TV VOL +/– op de afstandsbediening om de weergave van de hoge tonen (TREBLE) of die van de lage tonen (BASS) te regelen. Instelbereik: –10 dB t/m +10 dB Instelstap: 2 dB POWER en STANDBY y U kunt de toonkleur voor Zone 2 of Zone 3 ook regelen met TONE CONTROL op het voorpaneel. Voor details, zie “Toonregeling” op bladzijde 39. ■ Weergeven van het Zone 2 in-beeld display Nederlands Via de Zone2 OSD parameter kunt u de bedieningsinformatie voor Zone 2 en Zone 3 laten weergeven op het Zone 2 beeldscherm aangesloten op de ZONE 2 VIDEO aansluitingen op het achterpaneel van dit toestel. Voor meer informatie over de Zone2 OSD parameter, zie bladzijde 90. 111 HDMI HDMI Wat is HDMI? HDMI (High-Definition Multimedia Interface) is de eerste volledig door de elektronica industrie ondersteunde, ongecomprimeerde en volledig digitale A/V (audio/video) interface. HDMI biedt ondersteuning voor standaard, verbeterde of hoge-definitie video en voor multikanaals digitale audio via één enkele kabel die de verbindingen verzorgt tussen elke denkbare A/V signaalbron (zoals een externe ontvanger of A/V receiver) en de audio/video monitor (zoals een digitale televisie – DTV). HDMI geeft alle ATSC HDTV standaarden door en biedt ondersteuning voor 8-kanaals digitale audio, met genoeg bandbreedte om ruimte te bieden aan toekomstige verbeteringen en eisen. Indien gebruikt in combinatie met HDCP (Highbandwidth Digital Content Protection), biedt HDMI een veilige audio/video interface die voldoet aan de beveiligingseisen van producenten van weer te geven materialen en systeembeheerders. Voor meer informatie omtrent HDMI raden we u aan een bezoek te brengen aan de HDMI website op “http://www.hdmi.org/”. De HDMI aansluiting van dit toestel is gebaseerd op de volgende standaarden en normen: • HDMI 1.1 (High-Definition Multimedia Interface Specification Version 1.1) gelicenseerd door HDMI Licensing, LLC. • HDCP 1.1 (High-bandwidth Digital Content Protection System Revision 1.1) gelicenseerd door Digital Content Protection, LLC. Opmerkingen • Analoge audiosignalen die binnenkomen via andere audioingangsaansluitingen dan de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting kunnen niet worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting. Analoge videosignalen die echter binnenkomen via de composiet, S-video en component videoaansluitingen kunnen digitaal worden omgezet en opgewaardeerd naar HDMI zodat ze gereproduceerd kunnen worden via de HDMI OUT aansluiting (zie bladzijde 81). • Verbind de HDMI OUT aansluiting van andere apparatuur (zoals een DVD-speler) met de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting van dit toestel. Verbind de HDMI OUT aansluiting van dit toestel met de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting van andere apparatuur (zoals een projector). • U heeft een los verkrijgbare HDMI kabel nodig om dit toestel te verbinden met andere HDMI componenten. Gebruik een HDMI kabel die niet langer is dan 5 m om verzekerd te kunnen zijn van een betrouwbare werking en om verslechtering van de videokwaliteit te voorkomen. 112 • Dit toestel is niet geschikt voor niet met HDCP compatibele HDMI of DVI apparatuur. • Gebruik een conversiekabel (HDMI aansluiting ↔ DVI-D aansluiting) om dit toestel aan te sluiten op andere DVI apparatuur. • Digitale videosignalen die binnenkomen via de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting kunnen niet worden gereproduceerd via de analoge video uitgangsaansluitingen. • Audiosignalen die binnenkomen via andere aansluitingen dan de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting van dit toestel kunnen niet digitaal worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting. • Dit toestel is niet geschikt voor de multi-stereo audiosignalen van Super Audio CD’s. U kunt andere apparatuur (zoals een DVDspeler) aansluiten op de MULTI CH INPUT aansluitingen. • Indien aangesloten op een DVD-speler is het mogelijk, afhankelijk van het type DVD-speler, dat audiosignalen niet kunnen worden weergegeven. Als de DVD-speler die is aangesloten op dit toestel geen DVD multikanaals audiosignalen produceert via de HDMI OUT aansluiting, kunt u de DVD-speler verbinden met de analoge multikanaals audio ingangsaansluitingen. • Wanneer er DVD audio met CPPM kopieerbeveiliging wordt weergegeven, is het mogelijk, afhankelijk van het type DVD-speler, dat er geen video- en audiosignalen worden gereproduceerd. • Video- en audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting kunnen niet worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting wanneer dit toestel uit (standby) staat of geheel is uitgeschakeld. • Wanneer u andere HDMI apparatuur aansluit op dit toestel, dient u tevens de handleidingen van de andere componenten in kwestie te raadplegen. • Wanneer HDMI audiosignalen worden weergegeven van componenten zoals een DVD-speler, is het mogelijk dat de formattering van het audiosignaal (bijvoorbeeld de bemonsteringsfrequentie) beperkt kan worden, afhankelijk van het soort HDMI videosignaal. • Maak de HDMI kabel niet vast aan of los van dit toestel en zorg ervoor dat de stroom voor de HDMI/DVI componenten die zijn verbonden met de HDMI OUT aansluiting van dit toestel niet uitgeschakeld wordt terwijl er gegevens worden overgebracht. Hierdoor kan de weergave worden onderbroken of kan storing worden veroorzaakt. • Sommige via een DVI verbinding op dit toestel aangesloten beeldschermen kunnen geen binnenkomende HDMI audiosignalen herkennen wanneer ze uit (standby) staan. In dit geval zal de HDMI indicator onregelmatig knipperen en zal de melding HDCP ERROR verschijnen op het display op het voorpaneel alsof het DVI beeldscherm in kwestie de HDCP kopieerbeveiliging niet ondersteunt. ■ HDMI compatibiliteit met dit toestel Audiosignaaltypen Audiosignaal formaten Compatibele HDMI componenten 2-kanaals Lineair PCM 2ch, 32-192 kHz, 16/20/24 bit CD, DVD-Video, DVD-Audio enz. Multikanaals Lineair PCM 5.1 ch, 32-96 kHz, 16/20/24 bit DVD-Audio enz. Bitstroom Dolby Digital, DTS DVD-Video enz. HDMI Aanpassen van de HDMI parameters ■ Toewijzen HDMI componenten U kunt een HDMI component toewijzen aan de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting op het achterpaneel van dit toestel zodat de audio- en videosignalen die binnenkomen via de HDMI tegelijkertijd kunnen worden weergegeven. Gebruik de I/O Assignment parameter in het Input Select om HDMI componenten toe te wijzen (zie bladzijde 74). ■ Omzetten van analoge videosignalen naar HDMI Basisbediening HDMI Volg de onderstaande stappen om te luisteren naar weergave van een geregistreerde HDMI component. Opmerking Als er een foutmelding verschijnt op het display op het voorpaneel, zie bladzijde 120 voor een complete lijst van foutmeldingen en oplossingen. 1 Dit toestel is uitgerust met een HDMI functie voor geïnterlinieerde/progressieve opwaardering waarbij de analoge videosignalen die binnenkomen via de composiet video, S-video en component video-aansuitingen op het achterpaneel van dit toestel digitaal worden verwerkt en opgewaardeerd zodat ze kunnen worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting op het achterpaneel van dit toestel voor een volledig digitale resolutie. Gebruik de HDMI Up-Scaling parameter in het Option menu om analoge videosignalen van aangesloten componenten om te zetten naar HDMI (zie bladzijde 81). Verdraai INPUT op het voorpaneel (of druk op één van de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening) om de signaalbron te selecteren die moet worden toegewezen aan de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting op het achterpaneel van dit toestel. B AUDIO SEL SLEEP TUNER CD MULTI CH IN V-AUX CBL/SAT MD/TAPE CD-R DTV VCR 1 DVR/VCR2 DVD of Voorpaneel Opmerking Wanneer een analoog videosignaal met een resolutie van 1080i of 720p wordt opgewaardeerd naar HDMI en wordt gereproduceerd via de HDMI OUT jack, is het mogelijk dat de beeldkwaliteit achteruit gaat. A PHONO INPUT 2 ■ Instellen van HDMI ondersteunde audio Druk op AUDIO SELECT op het voorpaneel of op AUDIO SEL op de afstandsbediening en selecteer AUTO of HDMI als ingangsfunctie. De volgende aanduidingen op het display op het voorpaneel zijn voorbeelden waarbij DVD is geselecteerd als signaalbron. AUDIO SEL AUDIO SELECT Voorpaneel V-AUX DVR/VCR 2 VCR 1 CBL/SAT Afstandsbediening DTV DVD INPUT: A.SEL: SP A MD/TAPE CD-R CD DVD AUTO PHONO TUNER XM GEAVANCEERDE BEDIENING Gebruik deze functie om te kiezen of u HDMI audiosignalen wilt laten weergeven via dit toestel zelf of via een andere HDMI component die is verbonden met de HDMI OUT aansluiting op het achterpaneel van dit toestel. Gebruik de HDMI Set parameter in het Option menu om de HDMI ondersteunde audio in te stellen (zie bladzijde 92). Afstandsbediening dB VOLUME L R of V-AUX SP A 3 DVR/VCR 2 VCR 1 CBL/SAT DTV INPUT: A.SEL: DVD MD/TAPE CD-R DVD HDMI CD PHONO TUNER XM dB VOLUME L R Nederlands Laat de aangesloten HDMI component beginnen met afspelen. 113 OPLOSSEN VAN PROBLEMEN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN Raadpleeg de tabel hieronder wanneer het toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem niet hieronder vermeld staat, of als de aanwijzingen het probleem niet verhelpen, zet het toestel dan uit (standby), haal de stekker uit het stopcontact en neem contact op met uw dichtstbijzijnde YAMAHA dealer of servicecentrum. ■ Algemeen Probleem Het toestel gaat niet aan wanneer u op MAIN ZONE ON/OFF op het voorpaneel (of POWER op de afstandsbediening) drukt, of gaat direct weer uit (standby) zodra de stroom wordt ingeschakeld. Geen geluid Geen beeld Oorzaak Zie bladzijde Het netsnoer of de stekker is niet of niet goed aangesloten. Sluit het netsnoer op de juiste manier aan. De instelling voor de impedantie is niet correct. Stel de impedantie in zodat deze overeenkomt met die van uw luidsprekers. 31 De beveiliging is in werking getreden. Controleer of alle luidsprekerbedrading, op het toestel en op de luidsprekers zelf, op de juiste manier is aangesloten en dat de draden geen contact maken met andere dingen dan de bijbehorende aansluitingen. 15 Het toestel heeft blootgestaan aan een sterke, externe elektrische schok (bijvoorbeeld een blikseminslag of een ontlading van statische elektriciteit). Zet het toestel uit (standby), haal de stekker uit het stopcontact, wacht 30 seconden voor u de stekker weer terug doet en probeer het toestel vervolgens weer gewoon te gebruiken. — In- of uitgangskabels niet op de juiste manier aangesloten. Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels. De optimalisatie-microfoon is aangesloten. Maak de optimalisatie-microfoon los. De ingangsfunctie staat op HDMI, COAX/OPT of ANALOG. Stel de ingangsfunctie in op AUTO. Er is geen geschikte signaalbron geselecteerd. Selecteer een geschikte signaalbron met INPUT, MULTI CH INPUT of met de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening. 37 De luidsprekers zijn niet goed aangesloten. Sluit de luidsprekers op de juiste manier aan. 15 De te gebruiken voor-luidsprekers zijn niet op de juiste manier geselecteerd. Selecteer de voor-luidsprekers door op SPEAKERS A of B op het voorpaneel te drukken (of door op de afstandsbediening op SPEAKERS A of B te drukken). 37 Het volume staat uit. Zet het volume hoger. — De geluidsweergave is tijdelijk uitgeschakeld. Druk op MUTE of op een andere bedieningstoets voor dit toestel om de geluidsweergave te herstellen en het volume te kunnen regelen. 39 De ingangsfunctie staat op ANALOG maar er wordt een DTS gecodeerd bronsignaal weergegeven. Wijzig de instelling voor de ingangsfunctie naar AUTO of COAX/OPT. 44 Er worden signalen van een broncomponent ontvangen die dit toestel iet kan weergeven (van een CD-ROM bijvoorbeeld). Speel materiaal af met signalen die wel door dit toestel gereproduceerd kunnen worden. — De HDMI componenten die zijn aangesloten op dit toestel bieden geen ondersteuning voor de HDCP kopieerbeveiligingsnormen. Sluit HDMI componenten aan die wel ondersteuning bieden voor de HDCP kopieerbeveiligingsnormen. — Support Audio is ingesteld op Other en HDMI audiosignalen worden niet weergegeven door dit toestel. Zet Support Audio op RX-V2600 via de HDMI Set. Conversion is ingesteld op Off. Zet Conversion op On. Er komen progressieve of HDTV videosignalen binnen. De via de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting binnenkomende signalen worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting. 114 Oplossing — 20–28 — 44 92 81 OPLOSSEN VAN PROBLEMEN Probleem Het geluid valt plotseling uit. Alleen de luidspreker aan de ene kant doet het. Oorzaak De beveiliging is in werking getreden vanwege kortsluiting enz. Oplossing Zie bladzijde Controleer of de impedantie correct is ingesteld. 31 Controleer of de luidsprekerbedrading nergens kortsluiting maakt en zet vervolgens het toestel weer aan. — De slaaptimer heeft het toestel uitgeschakeld. Zet het toestel aan en speel de gewenste signaalbron weer af. — De geluidsweergave is tijdelijk uitgeschakeld. Druk op MUTE om de geluidsweergave te herstellen. 39 Bedrading niet op de juiste manier aangesloten. Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels. 20 Onjuiste balans ingesteld via het GUI menu. Wijzig de Speaker Level instellingen. 86 Er wordt alleen flink geluid geproduceerd door de middenluidspreker. Wanneer er een mono bronsignaal wordt weergegeven met een CINEMA DSP programma, zal dit signaal via het middenkanaal worden weergegeven, terwijl alleen eventuele door het programma toegevoegde effecten via de voor- en surround-luidsprekers worden geproduceerd. Geen geluid uit de effect-luidsprekers De geluidsveldprogramma’s zijn uitgeschakeld. Kies STRAIGHT (EFFECT) om de effecten in te schakelen. U gebruikt een signaalbron of een programmacombinatie waarbij niet via alle kanalen geluid wordt geproduceerd. Probeer een ander geluidsveldprogramma. Het uitgangsniveau van de middenluidspreker staat op een te lage waarde. Stel het niveau van de midden-luidspreker hoger in. Center is ingesteld op None via Speaker Set. Selecteer de juiste instelling voor uw middenluidspreker. Eén van de HiFi DSP programma’s (uitgezonderd 7ch Stereo) is geselecteerd. Probeer een ander geluidsveldprogramma. Het uitgangsniveau van de surroundluidsprekers staat op een te lage waarde. Stel het niveau van de surround-luidsprekers hoger in. Surround is ingesteld op None via Speaker Set. Selecteer de juiste instelling voor de linker en rechter surround-luidsprekers. 83 Er wordt een mono of stereo bronsignaal afgespeeld met STRAIGHT. Druk op STRAIGHT (EFFECT) om de geluidsveldeffecten in te schakelen. — De aanwezigheidsluidsprekers zijn geselecteerd. Selecteer Surround Back bij PR/SB Priority. Surround is ingesteld op None via Speaker Set. Als None is ingesteld voor de linker en rechter surround-luidsprekers, zullen de surround achterluidsprekers automatisch ook op None worden ingesteld. Selecteer de juiste instelling voor de linker en rechter surround-luidsprekers. Geen geluid uit de midden-luidspreker Geen geluid uit de surroundluidsprekers Geen geluid uit de surround achterluidsprekers 37 Surround Back is ingesteld op None via Speaker Set. Selecteer Small x1, Small x2, Large x1 of Large x2. Bass Out is ingesteld op Front terwijl er een Dolby Digital of DTS signaal wordt weergegeven. Selecteer SWFR of Both. Bass Out is ingesteld op SWFR of Front terwijl er een 2-kanaals signaal wordt weergegeven. Selecteer Both. 86 83 37 86 79 83 83 AANVULLENDE INFORMATIE Geen geluid uit de subwoofer 43 85 Het bronsignaal bevat geen zeer lage tonen. 115 Nederlands 85 OPLOSSEN VAN PROBLEMEN Zie bladzijde Probleem Oorzaak Oplossing Er kunnen geen Dolby Digital of DTS bronnen worden weergegeven. (De Dolby Digital of DTS indicator op het display op het voorpaneel licht niet op.) De aangesloten component is niet correct ingesteld voor het produceren van Dolby Digital of DTS digitale signalen. Volg de handleiding van de apparatuur in kwestie en maak de vereiste instellingen. — De ingangsfunctie staat op ANALOG. Wijzig de instelling voor de ingangsfunctie naar AUTO of COAX/OPT. 44 U hoort een zeker gebrom. Bedrading niet op de juiste manier aangesloten. Steek de stekkers goed in de aansluitingen. Als dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels. — De draaitafel is niet verbonden met de GND aansluiting. Sluit de aarding van uw draaitafel aan op de GND aansluiting van dit toestel. 27 Het volume is te laag bij weergave van een plaat. De plaat wordt afgespeeld op een draaitafel met een MC cartridge. De draaitafel moet op dit toestel worden aangesloten via een MC-kopversterker. Het volume kan niet worden verhoogd, of het geluid klinkt vervormd. De op de OUT (REC) aansluitingen van dit toestel aangesloten component staat uit. Zet de betreffende component aan. Geluidseffecten worden niet opgenomen. Het is niet mogelijk door het toestel toegevoegde effecten op te nemen met aangesloten opname-apparatuur. Er kan niet worden opgenomen door digitale opname-apparatuur die is aangesloten op de DIGITAL OUTPUT aansluiting van dit toestel. De signaalbron waarvan u wilt opnemen is niet aangesloten op de DIGITAL INPUT aansluitingen van dit toestel. Er kan niet worden opgenomen door analoge opname-apparatuur die is aangesloten op de AUDIO OUT aansluitingen. De signaalbron is niet aangesloten op de analoge AUDIO IN aansluitingen van dit toestel. Sluit de signaalbron aan op de analoge AUDIO IN aansluitingen. Sommige instellingen en geluidsveld parameters van dit toestel kunnen niet meer worden gewijzigd. Memory Guard is ingesteld op On. Selecteer Off. Het toestel functioneert niet naar behoren. De interne microcomputer is vastgelopen door een externe elektrische schok (bijvoorbeeld blikseminslag of ontlading van statische elektriciteit) of door een te laag voltage van de stroomvoorziening. Haal de stekker uit het stopcontact en doe hem na ongeveer 30 seconden weer terug. CHECK SP WIRES zal op het display op het voorpaneel verschijnen. De luidsprekerbedrading maakt kortsluiting. Controleer of alle luidsprekerkabels op de juiste manier zijn aangesloten. U ondervindt storing van digitale of hoogfrequente apparatuur, of van dit toestel. Dit toestel staat te dicht bij de digitale of hoogfrequente apparatuur. Zet het toestel verder bij dergelijke apparatuur vandaan. De beeldweergave wordt gestoord. De videobron maakt gebruik van gescramblede of gecodeerde signalen om kopiëren tegen te gaan. Het toestel gaat plotseling uit (standby). De interne temperatuur is te hoog opgelopen en de oververhittingsbeveiliging is in werking getreden. 116 27 — Sluit de signaalbron aan op de DIGITAL INPUT aansluitingen. 20–27 Sommige componenten kunnen geen Dolby Digital of DTS bronmateriaal opnemen. 20–27 91 — 15 — Wacht ongeveer 1 uur tot het toestel afgekoeld is voor u het weer aan zet. — OPLOSSEN VAN PROBLEMEN ■ Tuner Oplossing Zie bladzijde Dit probleem is inherent aan FM stereo-uitzendingen wanneer de zender te ver weg is of het ontvangstsignaal dat binnenkomt via de antenne niet sterk genoeg is. Controleer de aansluitingen van de antenne. Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige FM antenne. 29 Stem met de hand af. 48 Er is vervorming en ook een betere FM antenne zorgt niet voor een betere ontvangst. U ondervindt interferentie doordat hetzelfde signaal op verschillende manieren ontvangen wordt. Verander de opstelling van de antenne zodat u van deze interferentie geen last meer hebt. Er kan niet automatisch worden afgestemd op de gewenste zender. Het radiosignaal is te zwak. Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige FM antenne. 29 Stem met de hand af. 48 Er kan niet langer worden afgestemd op eerder voorgeprogrammeerde zenders. Het toestel is te lang zonder stroom geweest. Er kan niet automatisch worden afgestemd op de gewenste zender. Het signaal is te zwak of de antenne is los. Probleem Veel ruis in de FM stereo-ontvangst. FM AM Oorzaak — Programmeer de zenders opnieuw. 48 Controleer de aansluitingen van de AM ringantenne en stel deze zo op dat u de beste ontvangst verkrijgt. — Stem met de hand af. 48 — U hoort doorlopend gekraak en gesis. Deze geluiden kunnen het gevolg zijn van bliksem, TL verlichting, motoren, thermostaten en andere elketrische apparatuur. Gebruik een buitenantenne en een goede aarding. Dit kan in sommige gevallen helpen, maar het blijft moeilijk om alle storingsbronnen te elimineren. U hoort gezoem en gefluit. Er wordt in de buurt van het toestel een TV gebruikt. Zet dit toestel verder bij de TV vandaan. — AANVULLENDE INFORMATIE Nederlands 117 OPLOSSEN VAN PROBLEMEN ■ Afstandsbediening Probleem De afstandsbediening werkt niet of niet naar behoren. Oplossing Zie bladzijde Te ver weg of onder te scherpe hoek gebruikt. De afstandsbediening werkt binnen een maximaal bereik van 6 m en binnen een hoek van 30 graden ten opzichte van loodrecht op het voorpaneel. 5 Direct zonlicht of sterke verlichting (vooral van TL lampen enz.) valt op de sensor voor de afstandsbediening van dit toestel. Stel het toestel anders op. De batterijen raken leeg. Vervang alle batterijen. 4 AMP/SOURCE/TV is niet correct ingesteld. Stel AMP/SOURCE/TV correct in. Zet de afstandsbediening in de AMP stand u wanneer het toestel wilt bedienen. Zet de afstandsbediening op de SOURCE stand wanneer u de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde component wilt bedienen. Zet de afstandsbediening in de TV stand wanneer u de TV die is ingesteld voor de DTV of PHONO set wilt bedienen. — Stel de juiste afstandsbedieningscode in met behulp van de “LIJST MET AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van deze handleiding. 98 Stel een andere afstandsbedieningscode in voor dezelfde fabrikant met behulp van de “LIJST MET AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van deze handleiding. 98 Oorzaak De afstandsbedieningscode is niet goed ingesteld. De afstandsbediening kan geen nieuwe functies leren. 118 — De archiefcode van de afstandsbediening en de afstandsbedienings-ID van dit toestel komen niet overeen. Zorg ervoor dat de afstandsbedienings-ID van dit toestel overeenkomt met de archiefcode van de afstandsbediening. Ook als de juiste afstandsbedieningscode is ingesteld is het mogelijk dat bepaalde modellen niet goed reageren op de afstandsbediening. Programmeer de gewenste functies apart onder de programmeerbare toetsen met de ‘leerfunctie’. De batterijen gaan niet lang mee en zijn snel leeg. We raden u sterk aan alkali batterijen te gebruiken. De batterijen van deze afstandsbediening en/of die van de andere afstandsbediening zijn te zwak. Vervang de batterijen. De afstand tussen de twee afstandsbedieningen is te groot of te klein. Plaats de afstandsbedieningen op de juiste afstand van elkaar. De signaalcodering of modulatie van de andere afstandsbediening is niet compatibel met deze afstandsbediening. Leren is niet mogelijk. Het geheugen is vol. Wis functies die u niet meer nodig heeft om ruimte te maken voor nieuwe functies. 95, 98 100 — 4 100 — 105 OPLOSSEN VAN PROBLEMEN ■ AUTO SETUP Voor de AUTO SETUP Foutmelding Oorzaak Oplossing Zie bladzijde Connect MIC! De optimalisatie-microfoon is niet aangesloten. Verbind de meegeleverde optimalisatie-microfoon met de OPTIMIZER MIC aansluiting op het voorpaneel. 32 Unplug Phones! Er is een hoofdtelefoon aangesloten. Maak de hoofdtelefoon los. — No Setup Menu! Er zijn geen setup menu-items geselecteerd. Selecteer minstens één setup menu-item. — Memory Guard! Deze instelling is beveiligd. Verwijder de beveiliging van de AUTO SETUP. 91 Tijdens de AUTO SETUP Foutmelding E01:No Front SP Oorzaak Oplossing Zie bladzijde — Er worden geen L/R voorkanaal signalen gedetecteerd. Selecteer de voor-luidsprekers door op SPEAKER A of B op het voorpaneel te drukken (of door AMP/SOURCE/TV op AMP te zetten en dan op SPEAKER A of B te drukken). Controleer de aansluitingen van de L/R voorluidsprekers. 15 E02:No Surr. SP Er is geen surroundkanaal gedetecteerd. Controleer de aansluitingen van de surroundluidspreker. 15 E03:No PRNS SP Er is geen aanwezigheidskanaal gedetecteerd. Controleer de aansluitingen van de aanwezigheidsluidspreker. 15 E04:SBR–>SBL Er wordt alleen een rechter surround achterkanaal gedetecteerd. Verbind de surround achter-luidspreker met de LEFT SURROUND BACK SPEAKERS aansluiting als u slechts een enkele surround achter-luidspreker heeft. 15 Probeer de AUTO SETUP wanneer het zo stil mogelijk is. — Zet lawaaiige elektrische apparatuur zoals airconditioners uit, of zet ze uit de buurt van de optimalisatiemicrofoon. — E05:Noisy Teveel geluiden op de achtergrond. Wel surround achter-luidspreker(s) aangesloten, maar geen L/R surroundluidsprekers. Sluit uw surround-luidsprekers aan wanneer u één of meer surround achter-luidspreker(s) gebruikt. 15 E07:No MIC De optimalisatie-microfoon is losgeraakt tijdens de AUTO SETUP. Verbind de meegeleverde optimalisatie-microfoon met de OPTIMIZER MIC aansluiting op het voorpaneel. 32 Controleer de instelling van de microfoon. 32 E08:No Signal De optimalisatie-microfoon kan geen testtonen detecteren. Controleer de aansluiting en de opstelling van de microfoon. 15 E09:User Cancel De AUTO SETUP procedure is geannuleerd door een handeling van de gebruiker. Doe de AUTO SETUP nog eens. 32 E10:Internal Err Er is een interne fout opgetreden. Doe de AUTO SETUP nog eens. 32 AANVULLENDE INFORMATIE E06:Check Surr. Nederlands 119 OPLOSSEN VAN PROBLEMEN Na AUTO SETUP Waarschuwing Oorzaak Oplossing Zie bladzijde W1:Out of Phase De polariteit van de luidsprekers is niet correct. Deze melding kan, afhankelijk van de luidsprekers in kwestie, ook verschijnen wanneer deze toch correct zijn aangesloten. Controleer of de luidsprekers met de correcte polariteit zijn aangesloten (+ of –). 15 W2:Over24m/80ft De afstand tussen de luidspreker en de luisterplek is groter dan 24 m. Zet de luidspreker dichter bij de luisterplek. — Pas de opstelling van de luidsprekers zo aan dat alle luidsprekers op plekken met vergelijkbare omstandigheden staan. — Controleer de luidspreker-aansluitingen. 15 Gebruik luidsprekers van vergelijkbare kwaliteit. — Stel het uitgangsvolume van de subwoofer in. 33 De huidige, door de gebruiker gewijzigde instellingen krijgen de voorrang. — W3:Level Error W4:SP Mismatch Er is teveel volumeverschil tussen de luidsprekers. (Er wordt geen niveaucorrectie gemaakt.) De Wiring resultaten zijn niet compatibel met de huidige door de gebruiker gewijzigde instellingen. Opmerkingen • Als de ERROR of WARNING schermen verschijnen, dient u de oorzaak van het probleem op te sporen en vervolgens de AUTO SETUP procedure opnieuw uit te voeren. • Als waarschuwing W-1 of W-4 verschijnt, worden er wel correcties uitgevoerd, maar zijn deze mogelijk niet optimaal. • Als waarschuwing W-2 of W-3 verschijnt, zullen er geen correcties gemaakt worden. • Als foutmelding E-10 herhaaldelijk verschijnt, dient u contact op te nemen met een erkend YAMAHA service-centrum. ■ HDMI Foutmelding Oorzaak Oplossing Zie bladzijde Device Over Er zijn meer dan 5 HDMI componenten (inclusief dit toestel) aangesloten. Verminder het aantal aangesloten HDMI componenten. — HDCP Error HDCP testen mislukt. Controleer of de aangesloten HDMI componenten ondersteuning bieden voor de HDCP kopieerbeveiligingsnormen. — 120 WOORDENLIJST WOORDENLIJST Audio informatie ■ ASA (Advanced Speaker Array) ASA is een techniek van THX die de signalen voor de 2 surround en de 2 surround achter-luidsprekers bewerkt voor een optimaal surroundeffect. Wanneer u uw thuisbioscoop inricht met alle acht de luidsprekers (links, midden, rechts, rechts surround, rechts surround-achter, links surround-achter, links surround en subwoofer) krijgt u de grootst mogelijke luisterplek als u de twee surround achter-luidsprekers dicht bij elkaar en naar voren gericht neerzet. Als u echter gedwongen wordt de surround achter-luidsprekers verder uit elkaar te zetten, moet u via het THX Audio Setup scherm de instelling kiezen die het best overeenkomt met de daadwerkelijke afstand tussen deze twee luidsprekers om het surroundeffect weer optimaal te maken. ASA wordt gebruikt in drie nieuwe functies: THX Select2 Cinema, THX Music Mode en THX Games Mode. ■ Dolby Digital Dolby Digital is een digitaal surroundsysteem met volledig van elkaar gescheiden multikanaals audio. Met 3 voorkanalen (links, midden en rechts), en 2 surroundstereokanalen biedt Dolby Digital in totaal 5 audiokanalen met het volle frequentiebereik. Met een extra kanaal speciaal voor de zeer lage tonen, het zogenaamde LFE (Lage Frequentie Effect) kanaal, biedt dit systeem in totaal 5.1 kanalen (het LFE kanaal wordt als 0.1 kanaal geteld). Door 2-kanaals stereo voor de surround-luidsprekers te gebruiken is er een betere weergave van bewegende geluidsbronnen en een beter algeheel surroundeffect mogelijk dan bij Dolby Surround. Het grote dynamische bereik (van het zachtste tot het hardste geluid wat nog kan worden weergegeven) van de 5 kanalen met het volle frequentiebereik en de precieze plaatsing van het geluid door de digitale verwerking biedt de luisteraar een ongehoord realistische weergave. ■ Dolby Digital EX Dolby Pro Logic x is een nieuwe technologie die 6.1 of 7.1 multikanaals weergave mogelijk maakt van 2-kanaals of multikanaals bronmateriaal. Er is een Music stand voor muziek, een Movie stand voor films en een Game stand voor spelletjes. ■ Dolby Surround Dolby Surround maakt gebruik van een een 4-kanaals analoog opnamesysteem voor de reproductie van realistische en dynamische geluidseffecten: 2 voorkanalen, links en rechts (stereo), een middenkanaal voor gesproken tekst (mono) en een surroundkanaal voor speciale geluidseffecten (mono). Het surroundkanaal geeft alleen geluiden binnen een beperkt frequentiebereik weer. Dolby Surround wordt veel gebruikt op videobanden en laserdiscs en ook wel bij TV en kabelprogramma’s. De in dit toestel ingebouwde Dolby Pro Logic decoder maakt gebruik van een digitale signaalverwerking die automatisch het volume van de verschillende kanalen stabiliseert om de richtingsgevoeligheid en de weergave van bewegende geluidsbronnen te verbeteren. ■ DTS 96/24 DTS 96/24 biedt een ongekend hoog niveau audiokwaliteit voor multikanaals weergave van DVD-Video en is volledig compatibel met alle vroegere DTS decoders. 96 refereert aan de 96 kHz bemonsteringsfrequentie (vergeleken met een normale waarde van 48 kHz). 24 refereert aan de gebruikte codelengte van 24-bits. DTS 96/24 biedt een geluidskwaliteit die vergelijkbaar is met die van de originele 96/24 masteropnamen, en 96/24 5.1-kanaals weergave met video van hoge kwaliteit voor muziekprogramma’s zowel als speelfilms op DVD-video. ■ DTS (Digital Theater Systems) Digital Surround DTS digitale surroundweergave is ontwikkeld om de analoge filmsoundtracks te vervangen door een 6-kanaals digitale soundtrack en is over de hele wereld bezig aan een opmars in de bioscoop. Digital Theater Systems Inc. heeft tevens een thuisbioscoopsysteem ontwikkeld zodat u gewoon thuis kunt profiteren van de verbluffende DTS digitale surroundweergave. Dit systeem produceert vrijwel vervormingsvrije 6-kanaals weergave (technisch gesproken, linker, rechter en midden voorkanalen, 2 surroundkanalen, plus een LFE 0.1 kanaal voor de subwoofer, dus anders gezegd 5.1 kanalen). Dit toestel is uitgerust met een DTS-ES decoder die 6.1- kanaals weergave mogelijk maakt door uit bestaand 5.1-kanaals bronmateriaal een surround-achterkanaal te destilleren. ITU-R is de radio-communicatie afdeling van de ITU (International Telecommunication Union). De ITU-R heeft een aanbeveling opgesteld voor een standaard luidsprekeropstelling die gebruikt wordt in veel kritische luisterruimten, zoals mastering studio’s. 121 Nederlands ■ ITU-R AANVULLENDE INFORMATIE Dolby Digital EX creëert 6 kanalen met het volledige frequentiebereik van 5.1-kanaals bronmateriaal. Dit wordt bereikt met een matrix decoder die 3 surroundkanalen samenstelt uit de gegevens voor de 2 surroundkanalen uit de oorspronkelijke opnamen. Voor de beste resultaten moet Dolby Digital EX gebruikt worden met filmsoundtracks die zijn opgenomen in Dolby Digital Surround EX. Met dit extra kanaal krijgt u een betere en meer dynamische weergave van bewegende geluidsbronnen, vooral bij zogenaamde fly-over en fly-around effecten. ■ Dolby Pro Logic x WOORDENLIJST ■ LFE 0.1 kanaal ■ THX Cinema verwerking Dit kanaal is speciaal bedoeld voor de weergave van zeer lage tonen. Het frequentiebereik voor dit kanaal is 20 Hz t/m 120 Hz. Dit kanaal wordt meestal als 0.1 geteld omdat niet het volledige frequentiebereik wordt weergegeven, zoals de andere 5/6 kanalen in een Dolby Digital of DTS 5.1/6.1-kanaals systeem. THX is een exclusieve set standaarden en technologieën zoals vastgesteld door de wereldberoemde filmproducent Lucasfilm Ltd. THX is het resultaat van George Lucas persoonlijke wens de weergave van de filmsoundtrack, zowel in de bioscoop als bij u thuis, zo veel mogelijk overeen te laten stemmen met wat de regisseur in gedachten had. Filmsoundtracks worden samengesteld in speciale geluidsstudio’s en zijn bedoeld om te worden afgespeeld in bioscopen die zijn uitgerust met vergelijkbare apparatuur en omstandigheden. Deze zelfde soundtrack wordt vervolgens overgebracht op Laserdisc, VHS video, DVD enz. en wordt verder niet gewijzigd voor weergave bij u thuis. De THX technici hebben geoctroieerde technieken ontwikkeld om het voor weergave in bioscopen bedoelde materiaal natuurgetrouw te transponeren naar de huiskamer door te corrigeren voor de ruimtelijke en tonale verschillen. Wanneer op dit product de THX indicator aan staat, worden de THX functies automatisch toegevoegd aan de Cinema functies (bijv. THX Cinema, THX Surround EX). ■ Neo:6 Neo:6 bewerkt conventioneel 2-kanaals bronmateriaal voor 6-kanaals weergave met een speciale decoder. Hierdoor wordt weergave mogelijk met kanalen met het volle bereik en met een verbeterde kanaalscheiding, zoals bij weergave van digitale signalen met gescheiden kanalen. Er zijn twee standen; Music voor weergave van muziek en Cinema voor films. ■ PCM (Lineair PCM) Lineair PCM is een signaalformaat voor het ongecomprimeerd digitaliseren, opnemen en overbrengen van analoge audiosignalen. Dit wordt gebruikt als opnamemethode van CD’s en DVD audio. Het PCM systeem maakt gebruik van een techniek waarmee het analoge signaal zeer vaak per seconde wordt gemeten. De afkorting staat voor Puls Code Modulatie, het analoge signaal wordt gecodeerd als pulsjes en dan gemoduleerd voor opname. ■ Bemonsteringsfrequentie en aantal kwantisatiebits Bij het digitaliseren van een analoog audiosignaal wordt het aantal keren dat het signaal per seconde wordt gemeten de bemonsteringsfrequentie genoemd en de gedetailleerdheid waarmee het geluid in een numerieke waarde wordt omgezet, het aantal kwantisatiebits. Het frequentiebereik dat kan worden weergegeven is gebaseerd op de bemonsteringsfrequentie, terwijl het dynamisch bereik, het verschil tussen het zachtste en het hardste geluid, bepaald wordt door het aantal kwantisatiebits. In principe is het zo dat hoe hoger de bemonsteringsfrequentie is, hoe groter het aantal tonen is dat kan worden weergegeven, en hoe hoger het aantal kwantisatiebits is, hoe precieser het geluidsniveau kan worden gereproduceerd. Aangepaste decorrelatie In een bioscoop zijn er een groot aantal surroundluidsprekers die allemaal meehelpen om een omhullend surround-effect op te bouwen, maar thuis heeft u er misschien maar twee. Hierdoor kunnen de surroundluidsprekers al snel klinken als een grote hoofdtelefoon, zonder gevoel van ruimte en zonder omhullend effect. Ook kan het hele surround-effect makkelijk verloren gaan wanneer u niet in het midden zit, maar te dicht bij de ene surround-luidspreker. Aangepaste decorrelatie verschuift de timing en de fase van de twee surroundkanalen iets ten opzichte van elkaar. Het effect hiervan is dat de luisterplek waar het effect waargenomen kan worden effectief vergroot wordt – met toch maar twee luidsprekers – en dat de bioscoopervaring beter benaderd wordt. Re-Equalization De toonbalans van een filmsoundtrack zal te helder en te hard overkomen bij weergave in uw huiskamer omdat een soundtrack gemaakt is voor weergave in grote bioscopen met grote professionele apparatuur. Re-Equalization herstelt de juiste toonbalans zodat een filmsoundtrack beter zal klinken in uw huiskamer. Timbre Matching Voor het menselijk gehoor hangt de manier waarop we een geluid waarnemen mede af van de richting waar het geluid vandaan komt. In een bioscoop is er een enorme batterij aan luidsprekers die ons vanaf alle kanten voorzien van de nodige geluidsinformatie. Maar thuis gebruiken we misschien maar twee luidsprekers om hetzelfde effect te bereiken. De Timbre Matching functie filtert de informatie die naar de surroundluidsprekers gestuurd wordt zodat ze de toonkwaliteit van de voor-luidsprekers beter benaderen. Hierdoor worden tussen de voor- en surround-luidsprekers bewegende geluidsbronnen beter en naadlozer weergegeven. 122 WOORDENLIJST ■ THX Games Mode ■ THX Surround EX Voor weergave van stereo en multikanaals spelletjes kunt u het beste THX Games Mode selecteren. In deze stand wordt THX ASA verwerking gebruikt voor de surroundkanalen van alle 5.1 en 2.0 gecodeerd spelmateriaal, inclusief analoog, PCM, DTS en Dolby Digital materiaal. Op deze manier worden alle geluiden in het spel zeer precies in het surroundveld geplaatst, wat een volledige 360 graden spelomgeving oplevert. THX Games Mode is uniek, want alleen deze stand geeft u soepele overgangen van audio op alle punten in het surroundveld. THX Surround EX-Dolby Digital Surround EX is een gezamenlijk ontwikkeld product van Dolby Laboratories en THX Ltd. In de bioscoop kan er bij filmsoundtracks die met Dolby Digital Surround EX technologie gecodeerd zijn een extra kanaal worden gereproduceerd dat is toegevoegd bij het mengen van de geluidsgegevens. Dit kanaal, het surround-achterkanaal, plaatst geluiden direct achter de luisteraar, in aanvulling op de reeds beschikbare linker, rechter en midden voorkanalen, linker en rechter surroundkanalen en de subwoofer. Dit extra kanaal geeft de mogelijkheid een meer gedetailleerd geluidsbeeld op te bouwen achter de luisteraar, geeft meer diepte, een ruimtelijker sfeer en maakt een betere plaatsing van de geluiden mogelijk. Films met Dolby Digital Surround EX technologie zullen deze informatie op hun verpakking aanduiden wanneer ze op de markt komen voor de consument. Een lijst met films die gebruik maken van deze technologie kunt u vinden op de Dolby website: www.dolby.com. Een lijst met beschikbare DVD titels die gebruik maken van deze technologie kunt u vinden op www.thx.com. Alleen receivers en andere producten met het THX Surround EX logo, gebruikt in de THX Surround EX stand kunnen deze nieuwe technologie correct reproduceren bij u thuis. Dit product kan ook de THX Surround EX stand inschakakelen bij weergave van 5.1-kanaals materiaal dat niet Dolby Digital Surround EX gecodeerd is. In een dergelijk geval zal de via het surround-achterkanaal weergegeven geluid afhangen van het gebruikte programma en kan het tegenvallen, afhankelijk van de soundtrack in kwestie en de eigen smaak van de luisteraar. ■ THX Music Mode Voor weergave van multikanaals muziek kunt u het beste THX Music Mode selecteren. In deze stand wordt THX ASA verwerking toegepast op alle 5.1 surroundkanalen van gecodeerd muziekmateriaal zoals DTS, Dolby Digital en DVD-Audio, hetgeen zorgt voor een stabiele surroundweergave. ■ THX Select2 Voor een thuistheater-component een THX Select2 certificatie verdient, moet deze voldoen aan alle eisen voor THX Cinema verwerking en ook een rigoureuze reeks kwaliteits- en prestatietests hebben doorstaan. Slechts dan mag een product voorzien worden van het THX Select2 logo; uw garantie dat het door u aangeschafte Home Theater product u nu en nog vele jaren met uitstekende prestaties van dienst zal zijn. De THX Select2 eisen hebben betrekking op alle aspecten van het product, inclusief de prestaties van de eindversterker en de voorversterker en honderden andere parameters, zowel digitaal als analoog. ■ THX Select2 Cinema stand AANVULLENDE INFORMATIE De THX Select2 Cinema stand zorgt voor weergave van 5.1 filmmateriaal met alle 8 de luidsprekers en geeft u de best mogelijke ervaring bij het bekijken van een film. In deze stand mengt de ASA verwerking de surroundluidsprekers en de surround achter-luidsprekers voor een optimale mix van omgevingsgeluid en gericht surroundgeluid. DTS-ES (Matrix en 6.1 Discrete) en Dolby Digital Surround EX gecodeerde soundtracks zullen automatisch worden gedetecteerd in de THX Select2 Cinema stand als de bijbehorende ‘vlag’ in het signaal is meegecodeerd. Er zijn Dolby Digital Surround EX soundtracks zonder de digitale signalering (‘vlag’) die automatisch omschakelen mogelijk maakt. Als u weet dat de film die u gaat bekijken Surround EX gecodeerd is, kunt met de hand de THX Surround EX stand kiezen; anders zal de THX Select2 Cinema stand ASA verwerking toepassen voor een optimale weergave. Nederlands 123 WOORDENLIJST Video informatie Geluidsveldprogramma informatie ■ Component videosignaal ■ CINEMA DSP In een component video systeem wordt het videosignaal gescheiden in een Y signaal voor de luminantie en in PB en PR signalen voor de kleuren. Dit systeem zorgt voor een betere kleurweergave omdat elk van deze signalen onafhankelijk is van de andere. U heeft een monitor met component ingangsaansluitingen nodig om component videosignalen te kunnen weergeven. Omdat de Dolby Surround en DTS systemen oorspronkelijk bedoeld waren voor de bioscoop, werken deze systemen het best in een theatrale ruimte met een heleboel luidsprekers opgesteld voor het maximale akoestische effect. Maar de omstandigheden bij mensen thuis, de afmetingen van de kamer, het materiaal waar de muur van gemaakt is, het aantal luidsprekers enz., zijn zo verschillend, dat de weergave ook anders wordt. Op basis van een massa in het echt gemeten gegevens maken nu de YAMAHA CINEMA DSP programma’s gebruik van de origineel door YAMAHA ontwikkelde geluidsveldentechnologie om in combinatie met Dolby Pro Logic, Dolby Digital en DTS systemen te komen tot een zo goed mogelijke benadering in uw huiskamer van de audiovisuele ervaring die tot nog toe alleen in de bioscoop gerealiseerd kon worden. ■ Composiet videosignaal Een composiet videosignaal bestaat uit alle drie de basiselementen van het videobeeld: kleur, helderheid en synchronisatiegegevens. Een composiet video-aansluiting op een videocomponent geeft deze drie elementen gecombineerd door. ■ S-Videosignaal In een S-Videosysteem wordt het videosignaal dat normaal via een enkele kabel zou worden doorgegeven gescheiden in een Y signaal voor de luminantie en een C signaal voor de kleur en doorgegeven via speciale S-video aansluitingen. Gebruik van een S VIDEO aansluiting vermindert signaalverslechtering bij lange verbindingen en zorgt voor een betere beeldkwaliteit. ■ SILENT CINEMA YAMAHA heeft een natuurlijk en realistisch DSP geluidsveldprogramma ontwikkeld voor hoofdtelefoons. Voor elk apart geluidsveld zijn parameters voor weergave via een hoofdtelefoon opgenomen zodat alle geluidsveldprogramma’s natuurgetrouw kunnen worden weergegeven. ■ Virtual CINEMA DSP YAMAHA heeft een Virtual CINEMA DSP geluidsveldprogramma ontwikkeld dat u ook zonder daadwerkelijke surround-luidsprekers in staat stelt te profiteren van DSP surroundeffecten door middel van virtuele surround-luidsprekers. U kunt Virtual CINEMA DSP zelfs gebruiken op een minimaal systeem met slechts twee luidsprekers zonder midden-luidspreker. 124 WOORDENLIJST Parametrische equalizer informatie Dit toestel maakt gebruik van YAMAHA Parametric Room Acoustic Optimizer (YPAO) technologie waarmee, samen met de Parametric EQ instellingen (zie bladzijde 77), de frequentiekarakteristieken via een instelbare equalizer worden afgestemd op uw luisteromgeving. YPAO gebruikt een combinatie van de volgende drie parameters (Frequency, Gain en Q factor) om te komen tot een zo precies mogelijke aanpassing van de frequentiekarakteristieken. ■ Q factor De breedte van de opgegeven frequentieband wordt aangeduid als de Q factor. Deze parameter kan worden ingesteld tussen de waarden 0,5 en 10. ■ Frequency Deze parameter kan worden ingesteld in stappen van éénderde octaaf, tussen 63 Hz en 16 kHz. YPAO past de frequentiekarakteristieken aan uw luistervoorkeuren aan via een combinatie van de bovengenoemde drie parameters (Frequency, Gain en Q factor) voor elk van de equalizerbanden van de parametrische equalizer van dit toestel. Dit toestel heeft 7 equalizerbanden voor elk kanaal. Door gebruik te maken van meer equalizerbanden kunnen de frequentiekarakteristieken preciezer worden ingesteld (zoals te zien in Afbeelding 2). Dit is niet mogelijk wa wanneer slechts een enkele equalizerband wordt gebruikt (zoals in Afbeelding 1). ■ Gain Deze parameter kan worden ingesteld in stappen van 0,5 dB, tussen –20 en +6 dB. Afbeelding 1 Gain (extra versterking) Frequentiekarakteristiek na correctie Band 1 Frequentie Originele frequentiekarakteristiek Afbeelding 2 Gain (extra versterking) Band 1 Frequentie Band 2 AANVULLENDE INFORMATIE Frequentiekarakteristiek na correctie Originele frequentiekarakteristiek Nederlands 125 TECHNISCHE GEGEVENS TECHNISCHE GEGEVENS AUDIO GEDEELTE • Minimum RMS uitgangsvermogen voor, midden, surround, surround-achter 20 Hz t/m 20 kHz, 0,04% THV, 8 Ω .................................. 130 W • Dynamisch vermogen (IHF) 8/6/4/2 Ω ....................................................... 165/205/260/340 W • Maximum vermogen (EIAJ) [Modellen voor Azië, China, Korea en algemene modellen] 1 kHz, 10% THV, 8 Ω ........................................................ 180 W • Maximum uitgangsvermogen [Modellen voor het V.K. en Europa] 1 kHz, 0,7% THV, 4 Ω ....................................................... 190 W • Dynamisch bereik 8 Ω ..................................................................................... 1,11 dB • IEC uitgangsvermogen [Modellen voor het V.K. en Europa] 1 kHz, 0,04% THV, 8 Ω ..................................................... 140 W • Dempingsfactor (IHF) 20 Hz t/m 20 kHz, 8 Ω ............................................... 140 of meer • Ingangsgevoeligheid/uitgangsimpedantie PHONO .................................................................. 3,5 mV/47 kΩ CD, enz. ................................................................. 200 mV/47 kΩ MULTI CH INPUT ............................................... 200 mV/47 kΩ • Maximum ingangssignaal PHONO (1 kHz, 0,1% THV) ................................ 60 mV of meer CD, enz. (1 kHz, 0,5% THV) .................................. 2,4 V of meer • Uitgangsniveau/ingangsimpedantie OUT (REC) .......................................................... 200 mV/1,2 kΩ PRE OUT .................................................................. 1,0 V/500 Ω SUBWOOFER .......................................................... 2,0 V/500 Ω ZONE 2/ZONE 3 OUT [Modellen voor de V.S., Canada, Australië, het V.K. en Europa]................................................ 1,0 V/1,2 kΩ • Opgegeven vermogen/impedantie hoofdtelefoon-aansluiting CD, enz. (1 kHz, 40 mV, 8 Ω) ............................... 150 mV/100 Ω • Frequentierespons CD aansluiting naar L/R voor ........ 10 Hz t/m 100 kHz, +0/–3 dB • RIAA Equalisatie-deviatie PHONO (20 Hz t/m 20 kHz) ........................................ 0 ± 0,5 dB • Totale harmonische vervorming PHONO t/m OUT (REC) (20 Hz t/m 20 kHz, 1 V) ................................. 0,02% of minder CD, enz. naar L/R voor (20 Hz t/m 20 kHz, 65 W, 8 Ω) ....................... 0,04% of minder • Signaal-ruis verhouding (IHF-A netwerk) PHONO (5 mV) naar L/R voor [Modellen voor het V.K. en Europa] ...................... 81 dB of meer [Overige modellen] ................................................. 86 W of meer CD, enz. (250 mV) naar L/R voor ........................ 100 dB of meer • Restruis (IHF-A netwerk) L/R voor ............................................................ 150 µV of minder • Kanaalscheiding (1 kHz/10 kHz) PHONO (kortgesloten) naar L/R voor ........ 60 dB/55 dB of meer CD, enz. (5,1 kΩ kortgesloten) naar L/R voor ........ 60 dB/45 dB of meer • Toonregelingkarakeristieken (L/R voor) BASS versterking/drempel ....................................... ±6 dB/50 Hz BASS turnover frequentie .................................................. 350 Hz TREBLE versterking/drempel ................................ ±6 dB/20 kHz TREBLE turnover frequentie ........................................... 3,5 kHz • Zone 2/Zone 3 Toonregelingkarakeristieken (L/R voor) BASS versterking/drempel ................................... ±10 dB/100 Hz BASS turnover frequentie .................................................. 450 Hz TREBLE versterking/drempel .............................. ±10 dB/20 kHz TREBLE turnover frequentie ........................................... 1,5 kHz • Filterkarakteristieken (fc=40/60/80/90/100/110/120/160/200 Hz) H.P.F. (Voor, midden, surround, surround-achter) ......... 12 dB/oct L.P.F. (Subwoofer) ........................................................ 24 dB/oct. VIDEO GEDEELTE • Videosignaaltype (Grijze achtergrond) [Modellen voor de V.S., Canada, Korea en algemene modellen] ........................................................................................... NTSC [Modellen voor het V.K., Europa, Australië, Azië en China] .............................................................................................. PAL • Videosignaaltype (Videoconversie) ............................... NTSC/PAL • Signaalniveau Composiet ................................................................. 1 Vp-p/75 Ω S-video ............................ 1 Vp-p/75 Ω (Y), 0,286 Vp-p/75 Ω (C) Component ................... 1 Vp-p/75 Ω (Y), 0,7 Vp-p/75 Ω (PB/PR) • Maximum ingangsniveau (V CONV. uit) ............. 1,5 Vp-p of meer • Signaal-ruis verhouding (V CONV. uit) .................... 60 dB of meer • Frequentierespons (MONITOR OUT) Component (V CONV. uit) .................. 5 Hz t/m 100 MHz, ±3 dB FM GEDEELTE • Afstembereik [Modellen voor de V.S. en Canada] .............. 87,5 t/m 107,9 MHz [Modellen voor Azië en algemene modellen] .............................................. 87,5/87,50 t/m 108,0/108,00 MHz [Overige modellen] ................................... 87,50 t/m 108,00 MHz • 50 dB Rustgevoeligheid (IHF) Mono/Stereo ........................................ 2,0/25 µV (17,3/39,2 dBf) • Bruikbare gevoeligheid (IHF) .............................. 1,0 µV (11,2 dBf) • Selectiviteit (400 kHz) ............................................................ 70 dB • Signaal-ruis verhouding (IHF) Mono/Stereo ............................................................. 76 dB/70 dB • Harmonische vervorming (1 kHz) Mono/Stereo ................................................................... 0,2/0,3% • Stereoscheiding (1 kHz) Stereo ................................................................................... 42 dB • Frequentierespons Stereo ........................................... 20 Hz t/m 15 kHz, +0,5, –2 dB • Antenne-aansluiting (ongebalanceerd) ..................................... 75 Ω AM GEDEELTE • Afstembereik [Modellen voor de V.S. en Canada] .................. 530 t/m 1710 kHz [Modellen voor Azië en algemene modellen] ........................................................ 530/531 t/m 1710/1611 kHz [Overige modellen] ........................................... 531 t/m 1611 kHz • Bruikbare gevoeligheid ..................................................... 300 µV/m 126 TECHNISCHE GEGEVENS ALGEMEEN • Stroomvoorziening [Modellen voor de V.S. en Canada] .......................................................... 120 V, 60 Hz wisselstroom [Modellen voor Azië en algemene modellen] ....................... 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom [Modellen voor China] ....................... 220 V, 50 Hz wisselstroom [Modellen voor Korea] ....................... 220 V, 60 Hz wisselstroom [Modellen voor Australië] .................. 240 V, 50 Hz wisselstroom [Modellen voor het V.K. en Europa] .......................................................... 230 V, 50 Hz wisselstroom • Stroomverbruik [Modellen voor de V.S. en Canada] ....................... 500 W/630 VA [Overige modellen] ............................................................. 500 W • Stroomverbruik uit (standby) [Modellen voor de V.S. en Canada] .................... 0,1 W of minder [Algemene modellen] (240 V, 50 Hz wisselstroom) ........................................................................ 0,33 W of minder [Overige modellen] ............................................. 0,1 W of minder • Maximum stroomverbruik [Alleen algemene modellen] 6 kanalen, 10% THV ........................................................ 1100 W • Netstroomaansluitingen [Modellen voor de V.S. en Canada] .............................................. 2 (Totaal 100 W/0,8 A maximum) [Modellen voor Azië, China en algemene modellen] .......................................................... 2 (Totaal 50 W maximum) [Modellen voor het V.K. en Australië] .............................................. 1 (Totaal 100 W/0,4 A maximum) [Modellen voor Europa] ......... 2 (Totaal 100 W/0,4 A maximum) • Afmetingen (B x H x D) ................................. 435 x 171 x 438 mm • Gewicht ................................................................................. 17,4 kg * Technische gegevens kunnen zonder kennisgeving gewijzigd worden. AANVULLENDE INFORMATIE Nederlands 127
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268
  • Page 269 269
  • Page 270 270
  • Page 271 271
  • Page 272 272
  • Page 273 273
  • Page 274 274
  • Page 275 275
  • Page 276 276
  • Page 277 277
  • Page 278 278
  • Page 279 279
  • Page 280 280
  • Page 281 281
  • Page 282 282
  • Page 283 283
  • Page 284 284
  • Page 285 285
  • Page 286 286
  • Page 287 287
  • Page 288 288
  • Page 289 289
  • Page 290 290
  • Page 291 291
  • Page 292 292
  • Page 293 293
  • Page 294 294
  • Page 295 295
  • Page 296 296
  • Page 297 297
  • Page 298 298
  • Page 299 299
  • Page 300 300
  • Page 301 301
  • Page 302 302
  • Page 303 303
  • Page 304 304
  • Page 305 305
  • Page 306 306
  • Page 307 307
  • Page 308 308
  • Page 309 309
  • Page 310 310
  • Page 311 311
  • Page 312 312
  • Page 313 313
  • Page 314 314
  • Page 315 315
  • Page 316 316
  • Page 317 317
  • Page 318 318
  • Page 319 319
  • Page 320 320
  • Page 321 321
  • Page 322 322
  • Page 323 323
  • Page 324 324
  • Page 325 325
  • Page 326 326
  • Page 327 327
  • Page 328 328
  • Page 329 329
  • Page 330 330
  • Page 331 331
  • Page 332 332
  • Page 333 333
  • Page 334 334
  • Page 335 335
  • Page 336 336
  • Page 337 337
  • Page 338 338
  • Page 339 339
  • Page 340 340
  • Page 341 341
  • Page 342 342
  • Page 343 343
  • Page 344 344
  • Page 345 345
  • Page 346 346
  • Page 347 347
  • Page 348 348
  • Page 349 349
  • Page 350 350
  • Page 351 351
  • Page 352 352
  • Page 353 353
  • Page 354 354
  • Page 355 355
  • Page 356 356
  • Page 357 357
  • Page 358 358
  • Page 359 359
  • Page 360 360
  • Page 361 361
  • Page 362 362
  • Page 363 363
  • Page 364 364
  • Page 365 365
  • Page 366 366
  • Page 367 367
  • Page 368 368
  • Page 369 369
  • Page 370 370
  • Page 371 371
  • Page 372 372
  • Page 373 373
  • Page 374 374
  • Page 375 375
  • Page 376 376
  • Page 377 377
  • Page 378 378
  • Page 379 379
  • Page 380 380
  • Page 381 381
  • Page 382 382
  • Page 383 383
  • Page 384 384
  • Page 385 385
  • Page 386 386
  • Page 387 387
  • Page 388 388
  • Page 389 389
  • Page 390 390
  • Page 391 391
  • Page 392 392
  • Page 393 393
  • Page 394 394
  • Page 395 395
  • Page 396 396
  • Page 397 397
  • Page 398 398
  • Page 399 399
  • Page 400 400
  • Page 401 401
  • Page 402 402
  • Page 403 403
  • Page 404 404
  • Page 405 405
  • Page 406 406
  • Page 407 407
  • Page 408 408
  • Page 409 409
  • Page 410 410
  • Page 411 411
  • Page 412 412
  • Page 413 413
  • Page 414 414
  • Page 415 415
  • Page 416 416
  • Page 417 417
  • Page 418 418
  • Page 419 419
  • Page 420 420
  • Page 421 421
  • Page 422 422
  • Page 423 423
  • Page 424 424
  • Page 425 425
  • Page 426 426
  • Page 427 427
  • Page 428 428
  • Page 429 429
  • Page 430 430
  • Page 431 431
  • Page 432 432
  • Page 433 433
  • Page 434 434
  • Page 435 435
  • Page 436 436
  • Page 437 437
  • Page 438 438
  • Page 439 439
  • Page 440 440
  • Page 441 441
  • Page 442 442
  • Page 443 443
  • Page 444 444
  • Page 445 445
  • Page 446 446
  • Page 447 447
  • Page 448 448
  • Page 449 449
  • Page 450 450
  • Page 451 451
  • Page 452 452
  • Page 453 453
  • Page 454 454
  • Page 455 455
  • Page 456 456
  • Page 457 457
  • Page 458 458
  • Page 459 459
  • Page 460 460
  • Page 461 461
  • Page 462 462
  • Page 463 463
  • Page 464 464
  • Page 465 465
  • Page 466 466
  • Page 467 467
  • Page 468 468
  • Page 469 469
  • Page 470 470
  • Page 471 471
  • Page 472 472
  • Page 473 473
  • Page 474 474
  • Page 475 475
  • Page 476 476
  • Page 477 477
  • Page 478 478
  • Page 479 479
  • Page 480 480
  • Page 481 481
  • Page 482 482
  • Page 483 483
  • Page 484 484
  • Page 485 485
  • Page 486 486
  • Page 487 487
  • Page 488 488
  • Page 489 489
  • Page 490 490
  • Page 491 491
  • Page 492 492
  • Page 493 493
  • Page 494 494
  • Page 495 495
  • Page 496 496
  • Page 497 497
  • Page 498 498
  • Page 499 499
  • Page 500 500
  • Page 501 501
  • Page 502 502
  • Page 503 503
  • Page 504 504
  • Page 505 505
  • Page 506 506
  • Page 507 507
  • Page 508 508
  • Page 509 509
  • Page 510 510
  • Page 511 511
  • Page 512 512
  • Page 513 513
  • Page 514 514
  • Page 515 515
  • Page 516 516
  • Page 517 517
  • Page 518 518
  • Page 519 519
  • Page 520 520
  • Page 521 521
  • Page 522 522
  • Page 523 523
  • Page 524 524
  • Page 525 525
  • Page 526 526
  • Page 527 527
  • Page 528 528
  • Page 529 529
  • Page 530 530
  • Page 531 531
  • Page 532 532
  • Page 533 533
  • Page 534 534
  • Page 535 535
  • Page 536 536
  • Page 537 537
  • Page 538 538
  • Page 539 539
  • Page 540 540
  • Page 541 541
  • Page 542 542
  • Page 543 543
  • Page 544 544
  • Page 545 545
  • Page 546 546
  • Page 547 547
  • Page 548 548
  • Page 549 549
  • Page 550 550
  • Page 551 551
  • Page 552 552
  • Page 553 553
  • Page 554 554
  • Page 555 555
  • Page 556 556
  • Page 557 557
  • Page 558 558
  • Page 559 559
  • Page 560 560
  • Page 561 561
  • Page 562 562
  • Page 563 563
  • Page 564 564
  • Page 565 565
  • Page 566 566
  • Page 567 567
  • Page 568 568
  • Page 569 569
  • Page 570 570
  • Page 571 571
  • Page 572 572
  • Page 573 573
  • Page 574 574
  • Page 575 575
  • Page 576 576
  • Page 577 577
  • Page 578 578
  • Page 579 579
  • Page 580 580
  • Page 581 581
  • Page 582 582
  • Page 583 583
  • Page 584 584
  • Page 585 585
  • Page 586 586
  • Page 587 587
  • Page 588 588
  • Page 589 589
  • Page 590 590
  • Page 591 591
  • Page 592 592
  • Page 593 593
  • Page 594 594
  • Page 595 595
  • Page 596 596
  • Page 597 597
  • Page 598 598
  • Page 599 599
  • Page 600 600
  • Page 601 601
  • Page 602 602
  • Page 603 603
  • Page 604 604
  • Page 605 605
  • Page 606 606
  • Page 607 607
  • Page 608 608
  • Page 609 609
  • Page 610 610
  • Page 611 611
  • Page 612 612
  • Page 613 613
  • Page 614 614
  • Page 615 615
  • Page 616 616
  • Page 617 617
  • Page 618 618
  • Page 619 619
  • Page 620 620
  • Page 621 621
  • Page 622 622
  • Page 623 623
  • Page 624 624
  • Page 625 625
  • Page 626 626
  • Page 627 627
  • Page 628 628
  • Page 629 629
  • Page 630 630
  • Page 631 631
  • Page 632 632
  • Page 633 633
  • Page 634 634
  • Page 635 635
  • Page 636 636
  • Page 637 637
  • Page 638 638
  • Page 639 639
  • Page 640 640
  • Page 641 641
  • Page 642 642
  • Page 643 643
  • Page 644 644
  • Page 645 645
  • Page 646 646
  • Page 647 647
  • Page 648 648
  • Page 649 649
  • Page 650 650
  • Page 651 651
  • Page 652 652
  • Page 653 653
  • Page 654 654
  • Page 655 655
  • Page 656 656
  • Page 657 657
  • Page 658 658
  • Page 659 659
  • Page 660 660
  • Page 661 661
  • Page 662 662
  • Page 663 663
  • Page 664 664
  • Page 665 665
  • Page 666 666
  • Page 667 667
  • Page 668 668
  • Page 669 669
  • Page 670 670
  • Page 671 671
  • Page 672 672
  • Page 673 673
  • Page 674 674
  • Page 675 675
  • Page 676 676
  • Page 677 677
  • Page 678 678
  • Page 679 679
  • Page 680 680
  • Page 681 681
  • Page 682 682
  • Page 683 683
  • Page 684 684
  • Page 685 685
  • Page 686 686
  • Page 687 687
  • Page 688 688
  • Page 689 689
  • Page 690 690
  • Page 691 691
  • Page 692 692
  • Page 693 693
  • Page 694 694
  • Page 695 695
  • Page 696 696
  • Page 697 697
  • Page 698 698
  • Page 699 699
  • Page 700 700
  • Page 701 701
  • Page 702 702
  • Page 703 703
  • Page 704 704
  • Page 705 705
  • Page 706 706
  • Page 707 707
  • Page 708 708
  • Page 709 709
  • Page 710 710
  • Page 711 711
  • Page 712 712
  • Page 713 713
  • Page 714 714
  • Page 715 715
  • Page 716 716
  • Page 717 717
  • Page 718 718
  • Page 719 719
  • Page 720 720
  • Page 721 721
  • Page 722 722
  • Page 723 723
  • Page 724 724
  • Page 725 725
  • Page 726 726
  • Page 727 727
  • Page 728 728
  • Page 729 729
  • Page 730 730
  • Page 731 731
  • Page 732 732
  • Page 733 733
  • Page 734 734
  • Page 735 735
  • Page 736 736
  • Page 737 737
  • Page 738 738
  • Page 739 739
  • Page 740 740
  • Page 741 741
  • Page 742 742
  • Page 743 743
  • Page 744 744
  • Page 745 745
  • Page 746 746
  • Page 747 747
  • Page 748 748
  • Page 749 749
  • Page 750 750
  • Page 751 751
  • Page 752 752
  • Page 753 753
  • Page 754 754
  • Page 755 755
  • Page 756 756
  • Page 757 757
  • Page 758 758
  • Page 759 759
  • Page 760 760
  • Page 761 761
  • Page 762 762
  • Page 763 763
  • Page 764 764
  • Page 765 765
  • Page 766 766
  • Page 767 767
  • Page 768 768
  • Page 769 769
  • Page 770 770
  • Page 771 771
  • Page 772 772
  • Page 773 773
  • Page 774 774
  • Page 775 775
  • Page 776 776
  • Page 777 777
  • Page 778 778
  • Page 779 779
  • Page 780 780
  • Page 781 781
  • Page 782 782
  • Page 783 783
  • Page 784 784
  • Page 785 785
  • Page 786 786
  • Page 787 787
  • Page 788 788
  • Page 789 789
  • Page 790 790
  • Page 791 791
  • Page 792 792
  • Page 793 793
  • Page 794 794
  • Page 795 795
  • Page 796 796
  • Page 797 797
  • Page 798 798
  • Page 799 799
  • Page 800 800
  • Page 801 801
  • Page 802 802
  • Page 803 803
  • Page 804 804
  • Page 805 805
  • Page 806 806
  • Page 807 807
  • Page 808 808
  • Page 809 809
  • Page 810 810
  • Page 811 811
  • Page 812 812
  • Page 813 813
  • Page 814 814
  • Page 815 815
  • Page 816 816
  • Page 817 817
  • Page 818 818
  • Page 819 819
  • Page 820 820
  • Page 821 821
  • Page 822 822
  • Page 823 823
  • Page 824 824
  • Page 825 825
  • Page 826 826
  • Page 827 827
  • Page 828 828
  • Page 829 829
  • Page 830 830
  • Page 831 831
  • Page 832 832
  • Page 833 833
  • Page 834 834
  • Page 835 835
  • Page 836 836
  • Page 837 837
  • Page 838 838
  • Page 839 839
  • Page 840 840
  • Page 841 841
  • Page 842 842
  • Page 843 843
  • Page 844 844
  • Page 845 845
  • Page 846 846
  • Page 847 847
  • Page 848 848
  • Page 849 849
  • Page 850 850
  • Page 851 851
  • Page 852 852
  • Page 853 853
  • Page 854 854
  • Page 855 855
  • Page 856 856
  • Page 857 857
  • Page 858 858
  • Page 859 859
  • Page 860 860
  • Page 861 861
  • Page 862 862
  • Page 863 863
  • Page 864 864
  • Page 865 865
  • Page 866 866
  • Page 867 867
  • Page 868 868
  • Page 869 869
  • Page 870 870
  • Page 871 871
  • Page 872 872
  • Page 873 873
  • Page 874 874
  • Page 875 875
  • Page 876 876
  • Page 877 877
  • Page 878 878
  • Page 879 879
  • Page 880 880
  • Page 881 881
  • Page 882 882
  • Page 883 883
  • Page 884 884
  • Page 885 885
  • Page 886 886
  • Page 887 887
  • Page 888 888
  • Page 889 889
  • Page 890 890
  • Page 891 891
  • Page 892 892
  • Page 893 893
  • Page 894 894
  • Page 895 895
  • Page 896 896
  • Page 897 897
  • Page 898 898
  • Page 899 899
  • Page 900 900
  • Page 901 901
  • Page 902 902
  • Page 903 903

Yamaha RX-V2600 de handleiding

Categorie
Ontvanger
Type
de handleiding